27.09.2013 Views

Bekijk het interview… - Philip Huff

Bekijk het interview… - Philip Huff

Bekijk het interview… - Philip Huff

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

door Rens Lieman // fotografie Arjan Benning<br />

‘Doe <strong>het</strong> alleen<br />

als <strong>het</strong> echt goeD is’<br />

Elke generatie heeft zijn culturele voortrekkers. Iemand die<br />

de tijdgeest vertegenwoordigt in kunst, dans, muziek, toneel<br />

of film. Deze maand: schrijver <strong>Philip</strong> <strong>Huff</strong> (27).<br />

‘Een reden om te schrijven is <strong>het</strong> uiten van<br />

je emoties. Terwijl een schop tegen een lantaarnpaal<br />

soms een betere uiting daarvan<br />

is dan een zinnetje. Ik heb erg <strong>het</strong> gevoel<br />

dat muziek vaker de taal van je ziel is dan<br />

woorden – schrijvers zijn eigenlijk gemankeerde<br />

musici. Keith Jarrett, Morrissey van<br />

The Smiths; zij spreken die taal als geen an-<br />

der. Ik ben een slechte muzikant, dus doe ik<br />

<strong>het</strong> met woorden. Ik vind <strong>het</strong> belangrijk dat<br />

je niet louter in je eigen ambacht gelooft.<br />

Dat schrijven de enige manier is. Dat is natuurlijk<br />

gelul.<br />

Pas laat realiseerde ik me dat ik kon<br />

schrijven. Ik wist wel al vroeg dat ik <strong>het</strong><br />

leuk vond. Op de middelbare school<br />

timewriters<br />

2 ESQUIRE april 2012 april 2012 ESQUIRE 3


schreef ik gedichtjes. Later<br />

wierp een docente Nederlands<br />

zich op als een soort mentor. Ze<br />

besprak mijn gedichten en gaf<br />

dichtbundels mee van Jacques<br />

Bloem, Hendrik Marsman – de<br />

grote namen. Naarmate mijn gedichten<br />

beter werden, vond ze<br />

dat ik er eentje moest opsturen<br />

naar een uitgeverij. Niet gedaan,<br />

om dezelfde reden dat ik nu nog<br />

steeds geen poëzie publiceer: ik<br />

vind <strong>het</strong> té persoonlijk. Een boek<br />

vormt een bekend decor voor<br />

lezers, die weten dat <strong>het</strong> een<br />

bepaalde constructie is. Bij gedichten<br />

is dat minder. Daar komt<br />

nog bij dat ik toen nog niet wist<br />

ik of wat ik schreef ook daadwerkelijk<br />

goed genoeg was. Ik wilde<br />

eerst écht goed worden. Ik vind<br />

<strong>het</strong> een vervelende trend dat<br />

mensen te vroeg te veel in zichzelf<br />

geloven. De X-factor auditanten<br />

bijvoorbeeld. Ik wilde <strong>het</strong><br />

op mijn manier doen.<br />

Ik heb boeken gevreten: Raymond<br />

Carver, Nescio, Jan Wolkers.<br />

Zo kan <strong>het</strong> dus ook, dacht<br />

ik. Ik las verhalen die ik herkende,<br />

dingen waar ik ook mee zat.<br />

Ik las, anders gezegd, <strong>het</strong> achttien-jarige-jongens-schrijven.<br />

Niet zo bloemrijk opgeschreven,<br />

maar rauwe, korte zinnen. Ik<br />

kwam erachter dat dat dus óók<br />

mag, in literatuur.<br />

Tijdens mijn studie, toen ik<br />

vooral korte verhalen schreef,<br />

werd ik stomtoevallig de chauf-<br />

feur van Martin Bril. Aanvankelijk<br />

hadden we <strong>het</strong> nauwelijks<br />

over schrijven. Wel over muziek<br />

en <strong>het</strong> leven. Wat me vooral<br />

is bijgebleven, is dat hij mij<br />

vertelde dat hoe meer je leest en<br />

je in dingen verdiept, hoe meer<br />

je gaat zien. Er is een gedachte<br />

geweest dat je juist niet te veel<br />

moet leren, om zo meer ruimte<br />

in je hersenen vrij te houden<br />

om nieuwe dingen te ontdekken.<br />

Onzin. Martin zei herhaaldelijk<br />

vanaf de achterbank tegen<br />

mij dat hoe meer verbindingen<br />

je legt, hoe makkelijker je dingen<br />

ergens aan ophangt.<br />

Het heeft even geduurd, maar<br />

uiteindelijk liet ik hem een verhaal<br />

lezen waarvan ik dacht<br />

dat <strong>het</strong> goed was, met <strong>het</strong> verzoek<br />

zijn mening te geven. De<br />

rit daarop hoopte ik natuurlijk<br />

dat hij er over zou beginnen.<br />

Dat deed hij niet. De tweede<br />

keer ook niet. De derde keer zei<br />

hij: “Oh ja <strong>Philip</strong>, dat verhaal van<br />

jou, daar kom ik nog op terug.”<br />

Uiteindelijk kreeg ik ’s nachts<br />

een mailtje en begreep ik dat hij<br />

<strong>het</strong> zo lang had uitgesteld omdat<br />

hij bang was dat <strong>het</strong> slecht zou<br />

zijn. Dat ik zo’n X-factor-figuur<br />

zou zijn die denkt dat hij goed is.<br />

Maar in <strong>het</strong> mailtje stond: “Goed<br />

geschreven <strong>Philip</strong>. Pak van mijn<br />

hart. Ik stel voor dat we <strong>het</strong> opsturen<br />

naar literair tijdschrift<br />

De Gids. Dat leest elke uitgever.”<br />

Vier uitgeverijen mailden de dag<br />

na publicatie. Of we een broodje<br />

konden eten, zo heet dat dan.<br />

Voor mijn eerste boek, Dagen<br />

van Gras, had ik met mezelf afgesproken<br />

dat als ik twee of drie recensies<br />

krijg, ongeacht medium<br />

en toon, dan is <strong>het</strong> oké, dan is <strong>het</strong><br />

in ieder geval opgepikt. Ik weet<br />

de eerste recensie nog, die stond<br />

in Vrij Nederland. Ik zat in een<br />

internetcafé in Laos. Met zo’n<br />

kutverbinding, dus werd de scan<br />

van <strong>het</strong> artikel beetje voor beetje<br />

op mijn scherm geladen. Ze waren<br />

best positief. Dat is cool, je<br />

‘Goed slapen, lekker<br />

vriJen, lekker eten<br />

en goed werken, daar<br />

gaat <strong>het</strong> om. Niet om<br />

de retweet van een<br />

of andere BN’er’<br />

hoopt dat de aandacht en tijd die<br />

je erin gestopt hebt, <strong>het</strong> waard<br />

is geweest voor de lezer. Tegelijkertijd:<br />

ik lig niet wakker van een<br />

eventueel negatieve recensie, en<br />

ik laat geen T-shirts drukken van<br />

een positieve.<br />

Ik schrijf altijd thuis, in Amsterdam.<br />

Van acht tot een. Dan<br />

ben ik fris en energiek, en weet<br />

ik dat de rest van Nederland ook<br />

aan <strong>het</strong> werk is – een geruststellend<br />

idee. Het had overigens ook<br />

een heel praktische reden. In<br />

mijn studentenhuis aan de Keizersgracht<br />

was dit <strong>het</strong> enige moment<br />

dat mijn huisgenoten nog<br />

lagen te slapen. Ik schrijf niet<br />

omdat ik denk dat Nederland zit<br />

te wachten op mijn boeken. Tegelijkertijd<br />

denk ik ook niet dat<br />

níemand er op zit te wachten.<br />

Het belangrijkste echter, voor<br />

mijzelf en voor de culturele tijdgeest<br />

in <strong>het</strong> algemeen: doe wat je<br />

zelf wil. Vaar je eigen koers, en<br />

deel je talent. Maar doe dat alleen<br />

als <strong>het</strong> echt goed is. Durf<br />

daarover na te denken, durf <strong>het</strong><br />

dan te doen.’<br />

Samen met luxe-merk<br />

Montblanc biedt Esquire<br />

deze maanden<br />

een podium aan jonge, culturele voorlopers.<br />

<strong>Philip</strong> <strong>Huff</strong> (1984) studeerde filosofie<br />

en geschiedenis in Amsterdam, en was<br />

lid van ‘s lands grootste studentenvereniging<br />

ASC/AVSV –waaruit hij inspiratie<br />

haalde voor zijn nieuwste boek Niemand<br />

in de stad. Op aanraden van Martin Bril debuteerde<br />

<strong>Huff</strong> met De Ochtenden, een kort<br />

verhaal in literair tijdschrift De Gids. Publicaties<br />

in Passionate Magazine, Hollands<br />

Maandblad en Hollands Diep volgden,<br />

waarna in oktober 2009 zijn debuutroman<br />

Dagen van Gras verscheen. Dat boek werd<br />

in 2011 vertaald en verfilmd.<br />

timewriters<br />

PhiliPs timewriters<br />

Tin Men & The Telephone<br />

(Bobby Petrov - drum, Lucas Dols - contrabas,<br />

Tony Roe - piano)<br />

‘Drie coole jongens die een soort van hiphopjazz<br />

maken. Ze spelen niet C<strong>het</strong> Baker na, maar maken<br />

jazz op basis van hun eigen ervaringen. Lekker,<br />

zo hoort <strong>het</strong>, en bovendien typerend voor<br />

deze tijd. Ik leerde ze kennen omdat een vriend<br />

ze aanraadde – wat overigens de beste manier is<br />

om met nieuwe muziek in aanraking te komen.<br />

We gingen naar een optreden in een soort Berlijnachtig,<br />

leeg wit pand met gekleurde stoeltjes, aan<br />

de Amsterdamse Wittenkade. Ze stonden daar<br />

helemaal voor zichzelf te spelen. Althans, niet dat<br />

ze geen rekening hielden met <strong>het</strong> publiek, maar<br />

je zag dat ze zich totaal overgaven aan de muziek<br />

die ze maakten. Ik had <strong>het</strong> idee dat ze niet met<br />

roem bezig waren. Ik heb heel veel bewondering<br />

voor mensen die muzikaal doen waar ze zelf zin<br />

in hebben, en niet op 3FM allemaal Birdy’s Skinny<br />

Love gaan nadoen.’<br />

ernsT-Jan pfauTh<br />

‘Ernst-Jan is écht cool. Pas vijfentwintig jaar en<br />

nu al de website van <strong>het</strong> stoffig instituut NRC helemaal<br />

omgegooid. Hij is niet bang. Daarnaast organiseert<br />

hij <strong>het</strong> Literatuurfest in de Rode Hoed.<br />

Dat doet hij niet alleen hoor, maar ook talent om<br />

je heen verzamelen is een talent. Hij vaart zijn eigen<br />

koers, is namelijk alweer gestopt bij NRC om<br />

zijn eigen internetbedrijfje (Hoe ‘nu’ wil je <strong>het</strong><br />

hebben?) Brainsley op te starten, een start-up dat<br />

<strong>het</strong> web overzichtelijker moet maken. Ernst-Jan<br />

is trouwens ook zeer breed ontwikkeld. Hij kan<br />

de ene dag een hiphopliedje aanraden en de volgende<br />

dag een filmpje van Reinbert de Leeuw<br />

over Arnold Schönberg.’<br />

MaarTJe WorTel<br />

‘Maartje ken ik persoonlijk. Vier jaar geleden ontmoette<br />

ik haar op een zomerborrel van de Bezige<br />

Bij. Het was de tijd dat Campert, Mulisch en<br />

dat soort mensen er nog allemaal zaten. Met die<br />

mensen had ik weinig te bespreken, nog los van<br />

<strong>het</strong> feit ze helemaal niet op mij zaten te wachten.<br />

Maartje was de enige andere jonge schrijver<br />

bij de Bezige Bij. Ze heeft een fantastisch<br />

kort verhaal geschreven over de zomer van zes<br />

tieners met zo’n 45 kilometer per uur-wagentje<br />

met gouden velgen. Zo was ik ook! Op dat wagentje<br />

na dan, maar toch. Zij vertelt de verhalen<br />

van nu, terwijl ze zelf nogal atypisch is voor deze<br />

tijd. Heeft geen Facebook, Twitter of website,<br />

dat vindt ze ruis. Het zwaartepunt ligt erg bij haar<br />

werk. Ze zei ooit tegen mij: “Goed slapen, lekker<br />

vrijen, lekker eten en goed werken, daar gaat <strong>het</strong><br />

om. Niet om de retweet van een of andere BN’er.”<br />

Helemaal waar.’<br />

4 ESQUIRE april 2012 april 2012 ESQUIRE 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!