130321 afstemming technische pve's bibliotheek vs3 - Utrecht.nl ...
130321 afstemming technische pve's bibliotheek vs3 - Utrecht.nl ...
130321 afstemming technische pve's bibliotheek vs3 - Utrecht.nl ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
Klimaat<br />
De naam van de <strong>bibliotheek</strong> moet zeer prominent aanwezig zijn (met letters van minimaal 2 m groot) aan alle<br />
vier de buitenzijden van het gebouw<br />
Ook dient aandacht van de passanten getrokken te worden door het gebruik van aantrekkelijke vlaggen en<br />
banieren.<br />
Om de entree te benadrukken geniet het de voorkeur om gebruik te maken van vlaggen, een loper, een ruime<br />
toegang en transparante deuren.<br />
Er moet geen gebruik worden gemaakt van een draaideur; dit werpt een barrière op om het gebouw te betreden.<br />
Ook bij de entree moet nogmaals worden weergegeven wat er binnen allemaal te beleven is.<br />
Een snelle verbinding (d.m.v. roltrap en/of lift) van de begane grond naar de feitelijk bieb op de hoger gelegen<br />
verdiepingen is dan wel een absolute voorwaarde.<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Ja 2 Nader uit te werken in DO-fase d.m.v. simulatieberekeningen<br />
Verlichting<br />
Geen TL-verlichting in publieksruimtes, collectieafdelingen en kunstuitleen * 2 grote vlakken 350 lux, zijnde basisverlichting in TLuitvoering<br />
In de publieksruimtes, collectieafdelingen en kunstuitleen wordt gewerkt met sta- en hanglampen en<br />
* 2 grote vlakken 350 lux, zijnde basisverlichting in TLaccentverlichting<br />
om de aandacht op specifieke elementen te richten.<br />
uitvoering<br />
Van cruciaal belang is dat alle boeken op elke plank flink worden uitgelicht en dat dit op alle locaties in de<br />
<strong>bibliotheek</strong> mogelijk is.<br />
* 2 grote vlakken 350 lux, zijnde basisverlichting in TL-<br />
uitvoering<br />
Interieur<br />
De <strong>bibliotheek</strong> verbindt grote prioriteit aan de verleiding van de klant en stelt daarom hoge eisen aan het gebouw Nee<br />
als marketinginstrument.<br />
In te vullen door de gebruikers<br />
In opdracht van de <strong>bibliotheek</strong> wordt een apart programma van eisen interieur opgesteld. Nee Des gebruikers<br />
Per ruimte is minimaal één pc aanwezig en moet er de mogelijkheid zijn om een eigen laptop aan te sluiten Ja 2 Naast een pc is er de mogelijkheid om een eigen laptop<br />
(elektra, data en wifi).<br />
aan te sluiten<br />
Klimaat<br />
17 Klimaat, verlichting en inrichting van de werkplek zijn beïnvloedbaar, Ja 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
19 De mogelijkheid tot gebruik van natuurlijke ventilatie in de kantoorruimten, door middel van te openen ramen in Ja 2 VO er wordt geadviseerd om 1 te openen raam van<br />
de gevel, alleen indien geen mechanische ventilatie wordt toegepast.<br />
0.5m2 per verblijfsruimte, dit is te weinig in grote<br />
verblijfruimtes<br />
De portier heeft door middel van camerabewaking ook zicht op de toegang en de ruimte van de aanwezige Nee 2 Er komt geen portier; ter plaatse van de entree komen<br />
dienstauto’s van de <strong>bibliotheek</strong> in de garage.<br />
balies<br />
De aanwezige brievenbus moet berekend zijn op grote poststukken (brandwerend en afsluitbaar). Nee 2<br />
In de garderobe voor de medewerkers is ruimte voor berging van jassen en tassen. Er zijn 100 afsluitbare<br />
lockers in verschillende maatvoeringen.<br />
Nee 2<br />
70 Op elke verdieping is voor het personeel een pantry aanwezig met daarin een koffiezetapparaat, koud- en<br />
warmwater, een vaatwasser en een magnetron. – denk aan alle aansluitingen<br />
Ja 2<br />
13 en<br />
14<br />
Alle bouwkundige en <strong>technische</strong> plannen, tekeningen en bestekken moeten gebaseerd zijn op dit programma<br />
van eisen en voldoen aan wettelijke regelingen, de plaatselijke voorschriften, alsmede van toepassing zijnde<br />
normen van het Nederlands Normalisatie Instituut.<br />
Bij het ontwerp wordt rekening gehouden met alle van toepassing zijn de regelgeving en instanties, zoals:<br />
Ja 3<br />
- Bouwbesluit en de Ministeriële Regelingen Ja 3<br />
- Plaatselijke geldende bouwverordening Nee 2 meenemen in de DO-fase<br />
- Monumentenzorg Nee 2 <strong>afstemming</strong> archeologie<br />
- Bestemmingsplan Nee 2 meenemen in de DO-fase<br />
- Eventuele erfdienstbaarheden Nee 2 meenemen in de DO-fase<br />
- ‘Een brandveilig gebouw bouwen/instaleren/gebruiken’ van de Nederlandse Brandweer Federatie (NBF)‘ de<br />
omgeving van een brandveilig gebouw’ en de plaatselijke brandweereisen<br />
3 VO tekst lijkt me voldoende<br />
- Milieuwet Ja 3<br />
- Arbo-wet Ja 3<br />
- NEN-normen Ja 3<br />
- Handboek voor toegankelijkheid Ja 3<br />
Vroegtijdig dient overleg plaats te vinden met de betreffende nutsbedrijven inzake de levering van elektriciteit,<br />
gas en water, alsmede ligging en capaciteit van de voorzieningen.<br />
Regelgeving en stedelijke ambitie met betrekking tot duurzaamheid, milieu, leefomgevingskwaliteit en geluid<br />
a) Hinderzones emplacement en station<br />
Nee 2 Verantwoordelijkheid adviseurs<br />
Het plangebied ligt binnen de hinder- beoordelingszones van Centraal Station en Emplacement.<br />
Overeenkomstig Bedrijven en Milieuzonering (2007, SDU, Den haag) bedragen deze respectievelijk 100 en 300<br />
meter. Voor beide bedrijven is geluid bepalend voor deze zone en behoeft nadere beoordeling. Hierbij dient<br />
rekening gehouden te worden met de vereisten uit de Wet Milieubeheer die voor deze bedrijven gelden.<br />
* 3 Zie rapportage bureau Peutz<br />
b) Verkeerslawaai<br />
Bij de ruimtelijke procedure zal met een verkeerslawaai-onderzoek moeten worden aangetoond dat wordt<br />
voldaan aan de grenswaarden uit de Wet Geluidhinder. Bij een overschrijving van de voorkeursgrenswaarde is<br />
een Hogere grenswaarde procedure vereist en dient te worden voldaan aan de randvoorwaarden uit de<br />
gemeentelijke geluidnota. Het onderzoek dient in dezelfde opzet te gebeuren als de andere luchtonderzoeken in<br />
het Stationsgebied.<br />
* 3 te regelen / geregeld in bestemmingsplan<br />
c) Spoorlawaai (doorgaande sporen)<br />
Bij de ruimtelijke onderbouwing zal met een spoorlawaai-onderzoek moeten worden aangetoond dat wordt<br />
voldaan aan de grenswaarden uit het Besluit.<br />
Duurzaam Bouwen en Energie<br />
Teneinde het ontwerpproces met betrekking tot dit onderwerp in goede banen te leiden, zal elke initiatiefnemer<br />
een visie op ‘duurzaam huisvesten’ maken.<br />
Energie<br />
De haalbaarheid van een gezame<strong>nl</strong>ijk ‘warmte/koude-bedrijf Stationsgebied’ wordt thans onderzocht. – status? uitgangspunt<br />
greencalc<br />
* 3 Zie rapportage bureau Peutz<br />
Ja, hfd.st. 8 3<br />
2 Aandachtspunt: wensen kunnen van invloed zijn op het<br />
ontwerp<br />
WKO<br />
Gebruikerskwaliteit<br />
1 LET OP: bij vermogensberekening is koude en<br />
warmtevraag niet in balans : Actiepunt Deerns<br />
Voor kantoren en kantoorachtige bestemmingen is een goed binnenklimaat van groot belang voor een goede<br />
werkprestatie. Daarom dient het totale binnenklimaat (thermisch binnenklimaat, luchtkwaliteit, licht & uitzicht en<br />
geluid) conform het Praktijkboek Gezonde gebouwen minimaal de prestatieklasse B te krijgen.<br />
Ja 3<br />
Milieubelasting<br />
De milieubelasting van bouw en gebruik van gebouwen is tegenwoordig inzichtelijk te maken aan de hand van<br />
de Life Cycle Analyses (LCA). Bouwinitiatiefnemers dienen dit inzicht te verschaffen aan de gemeente. De<br />
bepaling van de milieubelasting van bouwwerken kan bijvoorbeeld door de instrumenten GreenCalc+ of GPR III.<br />
De gemeente zal van bouwinitiatiefnemers een significante verlaging van de milieubelasting vragen en in haar<br />
eigen gebouwen de trend zetten. Dat geldt zowel voor de<br />
GC+ 3<br />
Toegankelijkheid<br />
De gebouwen en de inrichting van gebieden moet zodanig zijn dat het optimaal toegankelijk is voor minder<br />
validen, blinden, rolstoelgebruikers, scootmobielers, bejaarden (onder andere rollator) et cetera. Het handboek<br />
‘Toegankelijkheid – over de ergonomie van stedelijke inrichting, gebouwen en woningen’ dient daarbij els<br />
leidraad te dienen in het ontwerpproces.<br />
Ja 3<br />
Het ontwerp van zowel het gebouw als de inrichting van de <strong>bibliotheek</strong> en de kunstuitleen voor het publiek en de Nee 2 Verantwoordelijkheid adviseurs (Rapp2), agenda 22 is<br />
medewerkers moet in de fase van het ontwikkelen van het Definitief Ontwerp (DO-fase) of reeds eerder door de<br />
architect aan het Provinciaal Samenwerkingsorgaan Gehandicaptenbeleid te worden aangeboden. Eventuele open<br />
aanmerkingen van deze dienst moeten binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid in het ontwerp te<br />
worden verwerkt.<br />
onderdeel van het pve<br />
Het ITS (Internationaal Toegankelijkheid Symbool) moet worden aangevraagd en kunnen worden verkregen. Nee 2 Verantwoordelijkheid adviseurs (Rapp2), agenda 22 is<br />
onderdeel van het pve<br />
Verder is het zinvol om het gehele ontwerp van bebouwing en openbare ruimte op de toegankelijkheid voor<br />
minder validen te laten toetsen door een specialist namen het SOLGU.<br />
Categorie<br />
Nee 2 Verantwoordelijkheid adviseurs (Rapp2), agenda 22 is<br />
onderdeel van het pve
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
De ingang voor het publiek moet worden voorzien van automatische transparante schuifdeuren, die de meeste<br />
tijd geheel open zullen staan. Vandaar dat hierbij een warmteschild noodzakelijk is. De breedte van de toegang<br />
moet voldoende zijn voor de publieksstroom. Het is wenselijk om op de grote glazen deuren en de glazen pui op<br />
straatniveau contrastmarkeringen aan te brengen voor de herkenbaarheid van buitenaf en om letsel te<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
Categorie<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Ja 3 Uitgangspunt is elektrisch bedienbare schuifdeuren,<br />
uitwerking warmteschild in het nog te maken ontwerp Winstallaties<br />
voorkomen.<br />
Ook de toegangen tot dienstruimten met veel boekentransport zijn voorzien van automatische deuren. De<br />
automatische deuren moeten een maat te hebben die bij het passeren van boekenwagens en pallets geen<br />
belemmering vormt.<br />
Nee 2 Niet specifiek benoemd<br />
Mede ten behoeve van ongehinderd transport per boekenwagen en de algemeen gelden toegankelijkheidseisen Nee 2 bouwkundige eis; meenemen in DO-fase (VO is niet<br />
voor publiek en medewerkers zijn er nergens in het gebouw drempels.<br />
volledig te beoordelen)<br />
Ten behoeve van de veiligheid dienen hellingbanen in het gebouw zoveel mogelijk te worden voorkomen. Ja 2 Aandachtspunt in de volgende ontwerpfase<br />
Deuren hebben een maat, die bij het passeren van boekenwagens geen belemmering vormt. Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Indien in het kader van brandveiligheid van gebouwen de Gelijkwaardigheidsbepaling van het Bouwbesluit van<br />
kracht is, dient bij de bouwvergunningsaanvraag een toetsdocument gevoegd te worden ‘Gelijkwaardige<br />
maatregelen brandveiligheid’. Dit document dient opgesteld te worden conform het proces en de inhoudelijke<br />
eisen, zoals opgenomen in de ‘Leidraad gelijkwaardigheid en gelijkwaardige brandveiligheid Stationsgebied<br />
<strong>Utrecht</strong>’ (POS).<br />
* 2 Verantwoordelijkheid adviseurs (Rapp2)<br />
(Centrale ) Bluswatervoorziening<br />
Zowel voor de publieke taak als de waterbehoefte bij gebouweigenaren, die sprinkler gaan toepassen, is een<br />
Centrale bluswatervoorzienig (CBV) opportuun. Dit geldt zowel vanuit functioneel als financieel oogpunt.<br />
Voordeel voor gebouweigenaren is onder andere een hogere betrouwbaarheid in de beschikbaarheid van<br />
bluswater voor de sprinkler tegen latere kosten (investering en exploitatie).<br />
ARBO-<strong>technische</strong> voorzieningen Het ontwerp van zowel het gebouw als het interieur moet in de fase van het<br />
bouwproces waarin het Definitief Ontwerp (DO-fase) vorm wordt gegeven, of eerder, door de architect aan een<br />
ARBO-dienst worden aangeboden. Eventuele op- en aanmerkingen van deze ARBO-dienst moeten binnen de<br />
grenzen van redelijkheid en billijkheid, conform de RI&E, in het ontwerp worden verwerkt.<br />
* 2 Uitgangspunt is een sprinklerinstallatie voorzien van een<br />
bassin<br />
Ja* 2 Bouwkundig nader uit te werken in de DO-fase. Voor<br />
het interieur is de gebruiker verantwoordelijk<br />
Energiezuinigheid<br />
De nieuwe Centrale <strong>bibliotheek</strong> van <strong>Utrecht</strong> moet een voorbeeldfunctie vervullen op het terrein van<br />
milieuvriendelijke bouw, inrichting en exploitatie.<br />
Ja 3<br />
Het energieverbruik is daarom zo laag mogelijk. Het complex is optimaal geïsoleerd en er worden zoveel<br />
mogelijk energiebesparende maatregelen genomen.<br />
Ja 2 Nader in uit te werken in DO-fase<br />
De verlichtingsarmaturen moeten een minimaal rendement hebben van gemiddeld 70%. De armaturen moeten<br />
zijn uitgevoerd met HF-voorschakelapparatuur en met een spiegeloptiek.<br />
Ja 2 Nader in uit te werken in DO-fase<br />
Werkplekken en ruimten met daglichttoetreding uitvoeren met een traploze daglichtafhankelijke regeling. Ja 2 Nader in uit te werken in DO-fase<br />
Niet permanent bezette ruimten, zoals expeditie, sanitaire- en archiefruimten en de activiteitenruimte schakelen<br />
met aanwezigheidsdetectie.<br />
Ja 3<br />
Accentverlichting en spots moeten uitgevoerd worden met laagspanning- of halogee<strong>nl</strong>ampen. Nee 2 Onderdeel van het interieur, dus des gebruikers,<br />
rekening houden met voldoende aansluitpunten<br />
Per verdieping of afdeling moet de verlichting tevens centraal (via het gebouwbeheersysteem) door middel van<br />
een veegpuls uitgeschakeld kunnen worden.<br />
Ja 3<br />
Het geïnstalleerd vermogen moet bij oplevering een reservecapaciteit hebben van tenminste 25%. Ja 3<br />
Bij ontwerp en detaillering moeten de constructieve keuzes, materiaal- en installatiekeuzes bijdragen aan een<br />
gunstige energieprestatie-coëfficiënt (EPC) en een zo gering mogelijke milieubelasting, conform de huidige<br />
minimumeisen volgens het vigerende Bouwbesluit: EPC- <strong>bibliotheek</strong>deel 2,2, EPC- kantoordeel 1,5, Milieu-index<br />
151.<br />
Ja 2<br />
Conform het veel gestelde in de Bouwbesluit is de warmtedoorgangcoëfficiënt van de uitwendige<br />
Ja 3 Met een eis van 4,0 m2K/W wordt hier ruimschoots aan<br />
scheidingsconstructie van een verblijfsgebied maximaal 0,35 W/m²K aangehouden.<br />
voldaan<br />
Indien de uitwendige scheidingsconstructie bestaat uit een deur, raam, kozijn of een daarmee gelijk te stellen Ja 3 Met een eis van 1,0 W/m2K wordt hier ruimschoots aan<br />
constructieonderdeel, wordt een warmtedoorgangcoëfficiënt van maximaal 1,5 W/ m²K aangehouden.<br />
voldaan<br />
Hierbij speelt de hoeveelheid materiaal een rol, de milieubelasting ten gevolge van winning en fabricage alsmede Ja 2 verwezen wordt naar diverse beleidsdocumenten, ref.<br />
de milieubelasting aan het eind van de levensduur. Het laatste punt wordt voor een belangrijk deel bepaald door<br />
de mogelijkheid van hergebruik. Voor genoemde keuzes dient het Nationaal Pakket utiliteitsbouw te worden<br />
gehanteerd.<br />
Akoestiek<br />
nieuw te bouwen stadskantoor<br />
Een goede akoestiek is van weze<strong>nl</strong>ijk belang voor de bruikbaarheid en beleving van het gebouw. In dit verband<br />
moet vooral aandacht worden gegeven aan de geluidsisolatie in zijn algemeenheid en de akoestische omgeving<br />
van de roltrappen (minder dan 50 dBA gemeten op maximaal 1 meter van de roltrappen<br />
Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
Daar waar in het gebouw vouwwanden worden toegepast dienen deze geluidwerend te zijn. Dit geldt onder meer Ja 2 Er worden eisen gesteld m.b.t. geluidsisolatie tussen<br />
voor de vergaderruimten.<br />
onderlinge ruimtes in het rapport van Peutz<br />
De sfeer en functionaliteit van de publieksafdelingen worden in belangrijke mate bepaald door een goede<br />
akoestiek, die ervoor moet zorgen dat men, ondanks lopend, pratend en roezemoezend publiek, toch rustig kan<br />
zitten, lezen en studeren.<br />
De norm voor het geluidsniveau is deze ruimten is 40 dB. In alle publieksafdelingen wordt een harde<br />
vloerbedekking - denk aan hout of gietvloer - gelegd. Het auditorium/grote activiteitenruimte en de verschillende<br />
groepsruimten worden uitgevoerd met een hardhouten vloer.<br />
Ja 2 Er worden eisen gesteld m.b.t. de nagalmtijden in het<br />
rapport van Peutz<br />
Ja 2 Er worden eisen gesteld m.b.t. de nagalmtijden in het<br />
rapport van Peutz<br />
Nagalmtijd<br />
De onderstaande tabel is een overzicht van de na te streven nagalmtijd, gemiddeld voor de octaafbanden met<br />
middenfrequentie van 250 tot en met 2000 Hz.<br />
Ruimtesoort Nagalmtijd in seconden:<br />
Bibliotheekruimte: 0,6 - 0,8 Ja 2 Zie rapport Peutz<br />
Activiteitenruimte: 0,8 - 1,0 Ja 2 Zie rapport Peutz<br />
Kantoren: 0,6 - 0,8 Ja 2 Zie rapport Peutz<br />
De geluidsabsorptie van de plafonds in de <strong>bibliotheek</strong>ruimte heeft over het frequentiegebied van 125 tot 2000 Hz Ja<br />
een gemiddelde geluidsabsorptie van tenminste 80%, waarbij ten minste 85% van het oppervlak<br />
geluidsabsorberend is uitgevoerd. Per afstandsverdubbeling neemt het geluidsniveau ten minste 5 dB.<br />
2 Zie rapport Peutz<br />
Geluidwering<br />
De minimaal vereiste geluidsisolatie voor scheidingsconstructie tussen diverse ruimten aangegeven (in R’w<br />
conform ISO 717) is voor alle ruimten 40 dB. Voor contactgeluid geld voor vloeren en wanden in alle gevallen<br />
een Ico (NEN 1070) van minimaal 0 dB.<br />
Ja 2 Zie rapport Peutz<br />
Voor geluidsoverlast door <strong>technische</strong> installaties naar de omgeving worden de streefwaarden aangehouden,<br />
zoals vereist volgens de Hinderwet (Milieuwet).<br />
Ja 2 Zie rapport Peutz<br />
Het geluidsniveau als gevolg van de <strong>technische</strong> installaties mag in de verschillende bedrijfsruimten de waarde<br />
van 35dB(A) niet overschrijden. Het maximaal optredende geluidsniveau (Leq) mag ten gevolge van<br />
verkeerslawaai de waarden van het Besluit Geluidwering Kantoorgebouwen (Stb 1989-158 d.d. 21 maart 1989)<br />
niet overschrijden en moet voldoen aan het gestelde in NEN 5077. Het maximum toelaatbaar geluidsniveau in<br />
de ruimte ten gevolge van verkeerslawaai is 35 dB(A).<br />
Gevel<br />
Ja 2 Zie rapport Peutz<br />
Er moet gestreefd worden naar het weren van de externe warmtelast in de zomer en het benutten ervan in de<br />
winter. Inbraakwering moet in ieder geval worden aangebracht bij alle gevelramen en deuren die grenzen aan<br />
betreedbare vlakken.<br />
Voor de nieuw te realiseren geveldelen gelden de volgende eisen:<br />
Ja 3 GC+<br />
- Indien noodzakelijk is veiligheidsglas gebruikt. Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
- Afhankelijk van de locatie zijn rolluiken aan de gevel opgenomen. Nee 2 Des gebruikers, als optie<br />
- Afhankelijk van de situatie zijn er kozijnen met te openen bovenramen. Ja 2 Plaats te openen ramen i.o.m. adviseurs<br />
Inbraakwerend hang-en sluitwerk voldoet aan het politiekeurmerk. het sleutelsysteem is in overleg met de<br />
opdrachtgever vastgesteld<br />
Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
De entree is voorzien van automatische deuren; deze moeten zowel van buitenaf als van binnenuit met een<br />
sleutel kunnen worden afgesloten.<br />
Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase; Let op: goed<br />
nadenken over de juiste schakelingen en deurstanden<br />
Deurbreedte in minimaal 90 cm. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
Zonbeschenen gevels zijn voorzien van zonwering die individueel bedienbaar is en zonwerend glas.<br />
Binnenwanden<br />
Ja<br />
Voor de binnenwanden en deuren gelden de volgende eisen: Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
Indien noodzakelijk wordt veiligheidsglas gebruikt. Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
- Deurhoogte minimaal 230cm. Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
- Deurbreedte is minimaal 90 cm; voor sanitaire ruimten. Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
- De binnendeurkozijnen hebben een hoge mechanische weerstand met grote mate van herstelbaarheid<br />
(boekenkarren).<br />
Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
-Er is een hoge kwaliteit hang- en sluitwerk aanwezig, evenals sloten voorzien van eurocylinders. Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
Categorie<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
In de activiteitenruimten worden – indien nodig – handbediende verduisteringsvoorzieningen opgenomen. Nee 2 Des gebruikers, als optie<br />
Wanden en afschermingen<br />
De keuze van binnenwanden of afschermingen wordt bepaald door de functie. Voor kantooromgeving geldt:<br />
De binnenwanden moeten bij indelingswijzigingen eenvoudig kunnen worden verwijderd (geen bekabeling in<br />
wanden).<br />
Nee 2 Des gebruikers, als optie<br />
Aan de binnenwanden moeten voorzieningen worden getroffen voor het ophangen van lichte voorwerpen, zoals Nee<br />
schilderijen, prikborden, whiteboards etc.<br />
2 Des gebruikers, als optie<br />
De wanden en wandafwerking van de verschillende ruimten dient, in overleg met de gebruikers, te worden<br />
gekozen in overeenstemming met de functie van de ruimten.<br />
Nee 2 Des gebruikers, als optie<br />
De reflectiefactor van de binnenwanden moet minimaal 0,5 zijn. Ja 2 er wordt gewerkt obv luminantieverhoudingen; nader uit<br />
te werken in de DO-fase<br />
Op kwetsbare plaatsen waar veel publiek komt en/of transport van goederen plaatsvindt, moet de<br />
wandafwerking slag- en stootvast zijn.<br />
Vloeren en plafonds<br />
Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
Alle bouwlagen worden met een zwevende vloer uitgevoerd. Nee 3 Kan niet icm betonkernactivering<br />
Er worden zo min mogelijk kolommen in de publieksruimten geplaatst. 3<br />
De minimaal vereiste variabele vloerbelasting is overal 6 kN; alleen voor de magazijnen geldt in verband met de<br />
veel zwaardere belasting en de toepassing van verrijdbare compactkasten een variabele belasting 15 kN.<br />
2<br />
De afstand tussen vloer en plafond in de publieksruimten onder de armaturen gemeten omvat netto minimaal<br />
3.50 meter.<br />
2 <strong>afstemming</strong> beschikbare vrije hoogte tussen de<br />
adviseurs ivm constructies en installaties<br />
Dienstruimten hebben een netto verdiepingshoogte van minimaal 2,80 meter.<br />
Plafonds<br />
Alle plafonds bezitten de volgende eigenschappen:<br />
2 <strong>afstemming</strong> beschikbare vrije hoogte tussen de<br />
adviseurs ivm constructies en installaties<br />
- Esthetisch verzorgde bovenbegrenzing van de ruimte. Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase; Let op: beperkte<br />
toepassing plafonds i.v.m. betonkernactivering<br />
- Het kunnen creëren van een uit het zicht zijnde ruimte tussen verlaagd plafond en bouwkundig plafond ten<br />
behoeve van het aanbrengen van elektra, communicatiesysteem, luchttransportsysteem en dergelijke.<br />
2 geïntegreerd ontwerpen<br />
- Geschiktheid voor het aanbrengen van verlichtingarmaturen, luchtroosters en dergelijke. Ja 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
- Vuilwerend. Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
- Brandveilig. Ja 2 bouwkundige eis volgend uit berekening vuurbelasting<br />
verder uit te werken in DO-fase<br />
- Goede akoestische eigenschappen. Ja 2 cfm rapportage Peutz, nader uit te werken in DO-fase<br />
- De plafonds moeten bij indelingswijzigingen bij voorkeur niet aangepast behoeven te worden. Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Vloeren<br />
Voor de vloeren gelden de volgende eisen:<br />
- Slijtvaste, onderhoudsvriendelijke, antistatische vloerbedekking. Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
- Bij toepassing van steenachtige vloerafwerking is deze van de nodige (verzonken) schrobputten voorzien Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
- In de entree is een schoo<strong>nl</strong>oopmat opgenomen. Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
- In de <strong>bibliotheek</strong>ruimten wordt rekening gehouden met het goed kunnen rijden en manoeuvreren van<br />
transportmiddelen zoals boekenkarren. Waar intensief met transportmiddelen gereden wordt, wordt de<br />
vloerafwerking hierop afgesteld.<br />
Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
- In sanitaire ruimtes zijn vuilwervende tegels toegepast, voorzien van sanitair plint.<br />
Roltrappen en liften<br />
Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Gelet op de duizenden bezoekers per dag (1,2 miljoen bezoekers per jaar) wordt voor het vervoer van het<br />
publiek tussen de verschillende bouwlagen, zowel omhoog als omlaag, gebruik gemaakt van uitnodigende en<br />
geluidsarme roltrappen en ruim bemeten aanwezigheid van snelle liften.<br />
Ja 2 Uitgangspunt is 1,4 miljoen bezoekers per jaar<br />
Er zijn tenminste drie liften (optimaal toegankelijk voor minder validen met rolstoelen) voor het publiek met ieder<br />
een draagvermogen van 800 kilo of 10 personen. De snelheid moet minimaal 1,6 m per seconde te zijn.<br />
Ja 2<br />
Verder is er een personeels-/goedere<strong>nl</strong>ift, die toegang geeft tot alle etages, met schuifdeuren, met een dagmaat<br />
van 1.300 mm breedte, een hoogte van 2.100 mm en een draagvermogen van minimaal 2.000 kilo. Deze lift is<br />
ook geschikt voor brancardvervoer. De snelheid moet minimaal 1.0 m per seconde te zijn.<br />
Voor het transport voor boeken en overige materialen tussen de informatiebureaus, uitleen, inname en<br />
magazijn(en) is een boeke<strong>nl</strong>ift aanwezig met een vermogen van 100 kilo en een binnenmaat van 80 x 60 cm in<br />
verband met het vervoeren van banden in allerlei maten.<br />
Voor de inname van de centraal teruggebrachte media wordt een mechanisch transportsysteem in het gebouw<br />
aangebracht. Na sortering worden, via verschillende verdeelpunten binnen de publieksafdelingen van de<br />
centrale <strong>bibliotheek</strong>, de banden teruggeplaatst op de bestemde plaats in de collectie. Hiervoor wordt nog een<br />
transportsysteem en een programma van eisen ontwikkeld<br />
Werktuigkundig<br />
De installatie zijn zo uniform en flexibel mogelijk, zodat er latere wijzigingen en/of uitbreidingen met minimale<br />
kosten kunnen worden gerealiseerd.<br />
Als uitgangspunt geldt dat er een werktuigkundige voorziening op, aan of in binnenwanden worden gemonteerd.<br />
Hierdoor is bij eventuele herindeling van de ruimten geen aanpassing van de werktuigkundige installatie<br />
noodzakelijk.<br />
Energiegebruik<br />
De ontwerpen van de werktuigkundige installaties zijn gebaseerd op een zo laag mogelijk (energie) verbruik. Aan<br />
de hand van kosten/batenanalyses worden hiertoe zoveel mogelijk energiebesparende maatregelen toegepast.<br />
Ja 2<br />
Nee 2 let op krachtstroom ea voorzieningen dat deze worden<br />
meegenomen in het pve Deerns<br />
Nee 2 Idem sorteermachine: sorteermachine en boeke<strong>nl</strong>ift is<br />
geïntegreerd in één systeem<br />
Ja 2<br />
Tevens word bij selectie van apparatuur gekozen voor fabricaten en/of typen, die een hoog verbruiksrendement Ja<br />
bezitten.<br />
Werktuigkundig<br />
2<br />
Bij het ontwerpen van de werktuigkundige installaties wordt rekening gehouden met de duurzaamheid en de<br />
corrosiebestendigheid van de installaties en dat het geven van doelmatig en economische onderhoud<br />
(onderhoudsarme uitvoering) kan worden gerealiseerd.<br />
Nee 2<br />
Hiertoe zijn <strong>technische</strong> ruimten, opstellingen van <strong>technische</strong> apparaten en schachten zodanig geprojecteerd, dat Nee<br />
deze goed bereikbaar zijn voor het uitvoeren van onderhoud en inspectieactiviteiten. Ook is voldoende (droge)<br />
ruimte beschikbaar om de installaties te kunnen bedienen en onderhouden, waarbij onderdelen eenvoudig<br />
uitgewisseld kunnen worden.<br />
2<br />
Alle installatieonderdelen zijn van een standaardtype en zijn gedurende een periode minimaal 10 jaar na<br />
oplevering tegen de normale marktprijs en korte levertijd bij een Nederlandse onderneming te verkrijgen.<br />
Nee 2<br />
De temperatuur moet per publieksverdieping worden geregeld. Nee 2<br />
17 De temperatuur van de kantoorruimten wordt per vertrek/ruimte ingesteld. Ja 2<br />
Met het oog op de afwijkende werk- en openingstijden is de verwarming van onder meer het auditorium/grote Nee 3 Betonkernactivering in combinatie met warmte-koude-<br />
activiteitenruimte, vergaderruimten, het grand café, de tentoonstellingsruimte, de personeelskantine en de<br />
automatiseringsafdeling apart te regelen. Voor de computerruimte is een strikte klimaatbeheersing noodzakelijk:<br />
Temperatuur tussen de 18°C en 22°C, maximale fluctu aties niet meer dan 3°C per uur of verandering van<br />
0,15°C per minuut.<br />
opslag houdt een 'constante' temperatuur (24/365) in<br />
15 In het besluit Arbeidsplaatsen (onderdeel van de Arbo-wet) wordt gesteld dat het klimaat in een kantoor moet<br />
afgestemd zijn op het menselijk organisme, rekening houdend met de te leverende lichamelijke inspanningen. In<br />
de norm voor bouw en inrichting van kantoren, wordt invulling gegeven aan deze eisen. Hierbij wordt de<br />
thermische behaaglijkheid uitgedrukt in een pmw-waarde. De pmw (predicted mean vote) is een rekeneenheid<br />
die de waardering van een grote groep personen voorspeld. Er is sprake van een comfortabele situatie indien de<br />
pmw ligt tussen de +0,50; 80% van de personen zal zich in deze situatie thermisch behaaglijk voelen.<br />
Ja 3<br />
Voor de kantoren wordt een pmw tussen de +0,2 en -0,2 gehanteerd; 88% van de personen zal zich in deze<br />
situatie thermisch behaaglijk voelen.<br />
17 De tabel met de genoemde temperaturen geeft aan welke temperatuur voor het onderhavige gebouw als<br />
uitgangspunt gehanteerd moet worden. (zie tabel in oorspronkelijke PVE). Hier geldt dat overschrijding van de<br />
genoemde maximale tempratuur hoogstens 10% van de arbeidstrijd mag plaatsvinden. Bij de<br />
berekeningsmethode is dit vertaald in maximaal 150 weeguren. Hierbij telt ten opzichte van 25°C 1 uur met een<br />
tempratuur van 27°C (overschrijding) ongeveer even zwaar als 2 uur van 26°C.<br />
2<br />
2<br />
Nee 3 afhankelijk van klimaatklasse, voor kantoren staat pmv<br />
van +0,5 en - 0,5 hetgeen normaal is; aanhouden pve<br />
Deerns<br />
3 afhankelijk van klimaatklasse en bedrijfstijden, tekst in<br />
VO is goed<br />
Minimale temperatuur in de winter:<br />
15 Entree 18°C 3 Deerns aanhouden : winter > 19 ℃<br />
Sanitaire ruimten 18°C Nee 3 Aanhouden eis <strong>bibliotheek</strong> : 18 °C
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
Categorie<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
Magazijn 18°C Nee 3 Bouwbesluit<br />
15 Gangen 18°C 3 Bouwbesluit<br />
Werkkasten 18°C<br />
Publieksruimten en kantoren:<br />
Nee 3 Bouwbesluit<br />
15 Minimale temperatuur in de winter 21°C 3 Deerns aanhouden = klasse B<br />
17 Maximale temperatuur in de zomer 25°C 3 Deerns aanhouden = klasse B<br />
16 Relatieve Vochtigheid 35-70%<br />
afhankelijk van klimaatklasse echter bij 4.3.2. wordt<br />
aangegeven waarom geen bevochtiging wordt<br />
voorgesteld<br />
Verwarming gebeurt bij voorkeur met radiatoren. De radiatoren zijn voorzien van thermosstatische<br />
Ja, zie opm. 3 Uitgangspunt is betonkernactivering samen met<br />
radiatorventielen. Indien de bouwkundige situatie dit toestaat, is het toepassen van vloerverwarming mogelijk.<br />
radiatoren/convectoren. Radiatoren/convectoren moeten<br />
voorzien worden van een thermosstatisch ventiel<br />
Bij de entree is een warmtegordijn opgenomen. Nee 2 opnemen in pve Deerns<br />
Er wordt geadviseerd de volgende eisen voor de verblijfs- en werkruimten aan te houden:<br />
16 - De verticale temperatuurgradiënt mag niet meer zijn dan 3°C/m1 (tussen de 0,1 en 1,1 m1 boven de vlo er) 2 afhankelijk van klimaatklasse<br />
16 - De oppervlaktetemperatuur van vloeren dient te zijn: Tijdens gebruiksuren tussen 19°C en 26°C. Nee 2 afhankelijk van klimaatklasse<br />
De binne<strong>nl</strong>uchttemperatuureisen voor de werk- en verblijfsruimten volgen uit de eisen voor de thermische<br />
behaaglijkheid, evenals de eisen ten aanzien van de relatieve luchtvochtigheid.<br />
Ja 2 afhankelijk van klimaatklasse<br />
Het maximum toegestane verschil tussen de luchttemperatuur bij het hoofd (op 1,1m) en bij voeten (op 0,1m) 3<br />
K<br />
Grenswaarden voor asymmetrische straling:<br />
Ja 2<br />
16 - Ten gevolge van een (koude) (glas) vlak: 10 K 2 afhankelijk van klimaatklasse<br />
16 - Ten gevolge van een warm plafond: 5 K 2 afhankelijk van klimaatklasse<br />
16 - Ten gevolge van een koud plafond: 14 K 2 afhankelijk van klimaatklasse<br />
Bij een verschil tussen maximum en minimumtemperatuur van 2 K is circa 1 temperatuurwisseling per uur<br />
toegestaan.<br />
Ja 2<br />
Ventilatie<br />
De hoeveelheid ventilatielucht word uitgedrukt in m3/h of in het aantal luchtwisselingen per uur op basis van de<br />
nuttige ruimte inhoud (LW).<br />
Ja 3<br />
Recirculatie tussen verblijfsruimten onderling is niet toegestaan. Recirculatie tussen verblijfsruimten en<br />
gangpartijen wel<br />
Ventilatie per ruimte soort: toe- en afvoer persoon / luchtwisseling per uur<br />
Ja 2<br />
Kantoor 50m3/h / 5 lw 2 cfm bouwbesluit, min. LW = 3<br />
Vergaderruimte 50m3/h / 50m3/h 2 min LW = 6, / 4,5 [dm3/s per m2]<br />
Studiecellen 5 lw 2 45 m3/h p.p.<br />
Bibliotheek ruimte 3 lw 2 cfm bouwbesluit, min. LW afhankelijk van personen<br />
Grand café, leescafé, activiteitenruimte 75m3 / h 6 lw 2 horecawet van toepassing verklaren (luchthoeveelheid<br />
is 14x vloeroppervlak<br />
Magazijn 1 lw Nee 3 Bouwbesluit<br />
Vuilafvoer, afvoer: 100 m3/h Nee 3 Bouwbesluit<br />
3 Let op stankoverlast; toepassing schrobput + water<br />
Sanitaire ruimtes, afvoer: 50 m3/h per sanitair toestel 50 m3/h<br />
Fietsenberging, afvoer: 100 m3/h Nee 2 Ingeval van brommers mechanisch ventileren<br />
Afhankelijk van de luchttemperatuur zijn de volgende eisen te stellen aan de luchtbeweging in de leefzone; de<br />
leefzone is gedefinieerd volgens DIN 1946, te weten.<br />
3 cfm bouwbesluit<br />
- Hoogte: 0-1,8 m. 2 cfm bouwbesluit<br />
- Vanuit de gevel: 0,5 m. 2 cfm bouwbesluit<br />
- Vanuit de binnenwand: 0,3 m.<br />
In de hiernavolgende tabel de maximale luchtsnelheid bij de gestelde maximale condities in winter en zomer<br />
2 cfm bouwbesluit<br />
Winterperiode 0,17 m/s 2 cfm bouwbesluit is kleiner dan 0,2m/s<br />
Zomerperiode 0,22 m/s 2 cfm bouwbesluit is kleiner dan 0,2m/s<br />
Maximale watersnelheid in de leidingen<br />
Bij het onderwerp zijn voor alle leidingberekeningen, behoudens voor warmtapwater en koudtapwater, de<br />
navolgende watersnelheden aangehouden.<br />
Normmaat / Maximale snelheid In mm In m/s<br />
15 0,40 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
20 0,50 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
25 0,60 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
32 0,70 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
40 0,75 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
50 0,90 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
65 1,10 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
80 1,20 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Voor de warmtapwater en koudtapwaterinstallie is hiertoe de NEN 1006 A.V.W.I. aangehouden. Voor de<br />
verdelers/verzamelaars waarop aanvoer en retourleidingen zijn aangesloten, bedraagt de maximale snelheid 0,7<br />
m/s.<br />
Maximale luchtsnelheden in luchtkanalen<br />
Bij het onderwerp zijn voor alle luchtkanaalberekeningen de navolgende maximale luchtsnelheden<br />
aangehouden.<br />
2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Kanaal / Luchtsnelheid 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Buite<strong>nl</strong>uchtaanzuigkanaal 6 m/s 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Hoofdtoevoerkanaal (schachten) 7 m/s 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Hoofdtoevoerkanaal (verdiepingen) 5 m/s 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Distributiekanalen naar de vertrekken 4 m/s 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Afzuig -/retourkanalen op de verdieping 6 m/s 2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
Hoofdafzuig-/hoofdretourkanalen(schachten) 8 m/s<br />
Luchtfiltering<br />
2 Nader uit te werken in de DO Fase<br />
46 Het rendement van de luchtfilters van de mechanische ventilatiesysteem, bepaald volgens de<br />
verkleuringmethode ASHRAE-standaard 52-76, voldoet tenminste aan:<br />
De standaardtijd van de filters bedraagt ten minsten zes maanden.<br />
VO minimale kwaliteit is EU7<br />
Water en Sanitaire installaties<br />
Het hemelafvoersysteem is gescheiden uitgevoerd van de vuilwaterafvoerinstallatie. Deze is inpandig uitgevoerd<br />
en aangesloten op de buitenriolering.<br />
3<br />
Voor de berekening van de af te voeren hoeveelheid hemelwater afvoerleiding zijn uitgevoerd in kunststof en,<br />
waar nodig, geïsoleerd tegen uitwendige condensatie. De leidingen worden beëindigt circa 1 m buiten de<br />
gevellijn.<br />
2<br />
De onderstukken van verticale leidingen worden aan de gevel over een lengte van circa 2 m uitgevoerd in<br />
slagvast materiaal.<br />
2<br />
Hemelwaterafvoer is bijvoorkeur buiten het gebouw gerealiseerd. Indien hemelwaterafvoer toch binnen het<br />
gebouw wordt gerealiseerd, moeten de leidingen worden geïsoleerd in verlaagde plafonds, schachten, en in<br />
situaties waar de dauwpuntstemperatuur van de omgevende lucht hoger is dan de verwachtende<br />
oppervlaktetemperatuur van de leiding.<br />
2<br />
Sanitair toestellen, pantry’s en dergelijke zijn aangesloten op een vuilwaterafvoerinstallatie. 2<br />
Technische ruimtes zijn voorzien van vloerputten. 2<br />
De afvoerleiding van het vuilwaterafvoersysteem worden langs de kortste weg naar de verzameling onder in het<br />
gebouw gevoerd.<br />
2<br />
De leidingen zijn ruim gedimensioneerd en voorzien van goed bereikbare ontknopingstukken. 2<br />
Het leidingmateriaal en de daarbij behorende helpstukken zijn bestand tegen watertemperaturen van circa 900c.<br />
Buiten het gebouw worden in de verzamelleidingen bemonsteringsputten geplaatst. Voor de berekening van het<br />
afvoersysteem wordt uitgaan van de richtlijnen volgens het bouwbesluit.<br />
2<br />
De afvoerleidingen eindigen circa 1 m buiten de gevellijn. 2<br />
Afvoerleidingen zijn uitgevoerd in een kwalitatief en niet milieubelastend materiaal; ophanging en verbindingen<br />
overeenkomstig de voorschriften van de fabriek en/of volgens die hiervoor gelde voorschriften.<br />
2<br />
Dat waar dit niet specifiek is vermeld, wordt bij elke warm of koud wateraansluiting rekening gehouden met de<br />
afvoeraansluiting.<br />
2<br />
Ten behoeve van de sanitaire toestellen en de brandslanghaspels is een koudtapwaternet aangebracht. 2<br />
Drinkwaterinstallaties zijn uitgevoerd volgens de NEN 1006 A.V.W.I. en volgens eisen van het waterleverend<br />
bedrijf.<br />
2
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
Categorie<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
Elke sanitaire groep is voorzien van een stopkraan met aftap ter afsluiting van de betreffende groep. 2<br />
De in de leidingnetten noodzakelijke groeps- en sectorafsluiters, stopkranen en dergelijke zijn bij voorkeur in de<br />
verkeersruimten bedienbaar.<br />
2<br />
Toe te passen materialen zijn voorzien van het KIWA-keur. 2<br />
De installatie is verdeeld in secties, zodanig dat het afsluiten van een sectie bij onderhoudswerkzaamheden<br />
geen verstoring geeft op het dagelijkse gebruik.<br />
2<br />
Hiertoe wordt bij voorkeur de hoofdkoudwaterleiding uitgevoerd in een ringnet. 2<br />
De secties zijn voorzien van afsluiters met aftap. 2<br />
De voordruk op tappunten bedraagt ten minste 100 kPa op het hoogst gelegen tappunt. 2<br />
Indien niet aan de minimale drukkan worden voldaan, wordt een hydropressorinstallatie ontworpen. Deze<br />
hydropressorinstallatie bestaat ten minste uit drie, bij voorkeur toerengeregelde, pompen.<br />
2<br />
De plaats van de waterleidingen is vorstvrij. Als dit niet lukt, worden de leidingen geïsoleerd en zo nodig<br />
voorzien van een verwarmingslint.Koudtapwaterleidingen die zodanig zijn gesitueerd dat condensatie kan<br />
plaatsvinden met als gevolg overlast voor het gebouw – bijvoorbeeld in verlaagde plafonds – zijn<br />
dampdiffusiedicht geïsoleerd.<br />
2<br />
Appendages die waterslag in de installatie kunnen veroorzaken, mogen niet worden toegepast. 2<br />
Warmtapwater is aangebracht in pantry’s en werkkast. 2<br />
De warmtapwaterinstallatie voldoet aan gezondheidseisen ter voorkoming van legionellabacteriën. 2<br />
Zo mogelijk wordt gebruikgemaakt van één elektrische boiler voor alle warmtapwaterpunten. 2<br />
Vrijhangende closets van het type diepspoel. 2<br />
Wastafels met een koudtapwaterkraan. 2<br />
Uitstortgootsteen met emmerrooster en wandmengkraan met draaibare onderuitloop. 2<br />
Elk sanitair toestel is voorzien van een bijbehorende stopkraan in geluidsarme uitvoering. 2<br />
Daar waar mogelijk zijn waterbesparende voorzieningen toegepast, zoals doorstroom begrenzers en lage<br />
volumestroomlozingstoestellen.<br />
2<br />
Het MIVA-toilet is uitgevoerd volgens de richtlijnen van het ‘Handboek voor Toegankelijkheid’. 2<br />
In de pantry’s is rekening gehouden met een warm- en koudwateraansluiting en mengkraan. 2<br />
De hoeveelheid toiletten zal in een later stadium nog worden bepaald. 2<br />
De gehandicaptentoiletten bevinden zich op een centrale positie in het gebouw. Naar verhouding moeten er<br />
meer damestoiletten beschikbaar zijn.<br />
2<br />
De herentoiletten dienen voorzien te zijn van urinoirs. 2<br />
Aandacht moet worden besteed aan één of meerdere toiletten met de mogelijkheid om baby’s te verschonen en<br />
om te kunnen benutten als lactatieruimte.<br />
2<br />
Voor de medewerkers van de <strong>bibliotheek</strong> worden aparte toiletten gesitueerd. 2<br />
Per verdieping moet per 12 medewerkers één toilet worden opgenomen. 2<br />
Deze toiletten zijn slechts bestemd voor de medewerkers van de <strong>bibliotheek</strong> en moeten dan ook binnen het nietopenbare<br />
deel van de <strong>bibliotheek</strong> worden opgenomen.<br />
2<br />
Naar verhouding moeten er meer damestoiletten beschikbaar zijn. 2<br />
De herentoiletten dienen voorzien te zijn van urinoirs. 2<br />
Alle toiletten moeten voorzien worden van waterbesparende armaturen. 2<br />
Op enkele plaatsen zullen koffiepunten worden voorbereid. Hier dienen aansluitingen te komen voor warm en<br />
koud water en afvoer.<br />
Huishoudelijke installaties en schoonmaak<br />
2<br />
Schoonmaak en onderhoud van het gebouw zijn - mede door de functionele bouw van het complex -eenvoudig Nee 2 algemene bouwkundige en installatie<strong>technische</strong> eis<br />
en goedkoop.<br />
waar het ontwerp blijvend op getoetst zal worden<br />
In het gehele gebouw zijn er per bouwlaag voldoende werkkasten voor de opslag van schoonmaakmiddelen en<br />
2 Nader uit te werken in DO-fase. Centrale<br />
schoonmaakapparatuur. Deze werkkasten zijn voorzien van warm en koud stromend water en een<br />
uitstortgootsteen. Voorts zijn er - ook voor de huishoudelijke apparaten - voldoende en veilige<br />
wandcontactdozen. Er is een centrale stofzuiginstallatie.<br />
stofzuiginstallatie is niet opgenomen in het VO<br />
Er komt een gevelonderhoudsinstallatie. Ja 3 combinatie van methoden van gevelonderhoud,<br />
afhankelijk positie<br />
In- en exterieur zijn goed bestand tegen graffiti en andere vormen van vandalisme. De keuze van de<br />
bouwmaterialen is daarop afgestemd.<br />
Regelinstallaties<br />
2 bouwkundige eis<br />
Storingen worden op een centrale plaats in de <strong>bibliotheek</strong> gesignaleerd. 2<br />
Iedere regeling of schakeling is uitgevoerd met interventieschakelaars en 2<br />
potentiometers ten behoeve van de handbediening. 2<br />
Regelingen zijn per gebouwdeel en/of gebouwfunctie in regelblokken opgedeeld. Deze regelblokken zijn tevens<br />
lokaal beschikbaar. Hierbij wordt rekening gehouden met de delen van het gebouw die, buiten de normale<br />
gebruikstijden om, in gebruik zijn.<br />
2<br />
De regelinstallatie is voorzien van een zomer- en nachtventilatieschakeling(en). 2<br />
Let op aansluiting bestaand Priva GBS systeem op afstand bedienbaar gemeente <strong>Utrecht</strong>, UVO.<br />
Brandpreventie<br />
2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Overeenkomstig de eisen en in overleg met de brandweer zijn voldoende brandslanghaspels en (daar waar<br />
nodig) CO2-handblussers aangebracht, zo mogelijk gecombineerd in op- of inbouwkasten.<br />
Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Indien vereist, worden droge blusleidingen en een brandmeldinstallatie aangebracht. 2<br />
De uitvoering van de brandslanghaspels is overeenkomstig NEN 3211 en voorzien van het KIWA-keur. 2 cfm bouwbesluit<br />
De voordruk op de brandslanghaspels bedraagt minimaal 160 kPa. 2 cfm bouwbesluit<br />
De werktuigkundige installaties zijn voorzien van de benodigde schakelingen. Een en ander in overleg met de<br />
brandweer. Hierbij moet gedacht worden aan het vergrendelen van de eventuele gastoevoer, het in- en/of<br />
uitschakelen van de luchtbehandelingsinstallatie enzovoort.Voorzover deze niet automatisch worden<br />
aangestuurd vanuit een brandmeldinstallatie, moet nabij de entree een bedieningstableau worden aangebracht<br />
van waaruit de gewenste schakelingen en/of overbruggingen kunnen plaatsvinden.<br />
2<br />
Installaties die brandscheidingen doorbreken zijn zodanig uitgevoerd, dat de doorvoeren dezelfde<br />
brandwerendheid hebben als de scheiding.<br />
Elektrotechnisch<br />
LS-hoofdaansluiting<br />
2<br />
De installaties zijn aangesloten op het openbare laagspanningsdistributienet. 2<br />
In verband met toekomstige uitbreidingen is het beschikbare reservevermogen (na ingebruikname) 40% van het Nee<br />
op dat moment totaal te installeren vermogen.<br />
LS-distributie<br />
3 gerekend met 25% reserve<br />
Vanuit de centraal op te stellen nieuwe verdeelinrichting is een distributienet aangelegd. Koelmachines,<br />
verlichtingsinstallaties en dergelijke zijn op afzonderlijke velden van de laagspanningsverdeler aangesloten. De<br />
verdeelinrichting is voorzien van overspanningsbeveiliging.<br />
2<br />
Het gebouw is voorzien van kanalisatie in de vorm van kabelgoten, ladderbanen en wandgoten voor de<br />
(gescheiden) distributie van sterkstroom, zwakstroom en telematica. De reservecapaciteit van de kanalisatie is<br />
40% na ingebruikname van de installaties, inclusief de telematicasystemen.<br />
Nee 3 gerekend met 25% reserve<br />
Bij uitval van de toelevering van de elektriciteitsvoorziening kan voor de volgende installaties overgeschakeld<br />
worden op een no-break voorziening, die in de apparatuur is opgenomen. Deze zorgt ervoor dat bij uitval van de<br />
netspanning de genoemde apparatuur ten minste één uur in werking blijft. Dit betreft:<br />
2<br />
- Noodlichtinstallatie. Ja<br />
- Brandmeldinstallatie. 2 dient te zijn voorzien van aparte noodstroomvoorziening;<br />
tijdsduur niet genoemd<br />
- Ontruimingsinstallatie. 2 dient te zijn voorzien van aparte noodstroomvoorziening;<br />
tijdsduur niet genoemd<br />
- Telefooncentrale. Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Inbraakbeveiligingsinstallatie. Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Servers. Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Rolluiken. Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Automatische deuren worden, evenals het rolhek bij de dienstentree, te allen tijde met de hand bediend 2 Opnemen in het ontwerp<br />
Voedingen<br />
Krachtdozen en vaste aansluitingen zijn uitgevoerd met nul en aarde (400/230V). De krachtdozen zijn van het<br />
type CEE-form.<br />
De voeding komt vanuit vloerpotten en wandgoten. De <strong>bibliotheek</strong> is voorzien van voldoende wcd’s 230 V + RA<br />
voor algemene en huishoudelijke doeleinden. Deze zijn in ruimte hoeveelheden voorhanden. Er wordt uitgegaan<br />
van 3 elektra-aansluitingen en 2 data-aansluitingen per werkplek.<br />
In de publieksruimte dient op elke 5 m² een aansluiting voor elektra aanwezig te zijn, voornamelijk voorzien<br />
vanuit de vloer.<br />
Ja 3<br />
3 er is gekozen voor de toepassing van verhoogde<br />
vloerstroken<br />
2 gekozen is voor flexibliteit waarbij extra aansluit-punten<br />
te realiseren zijn<br />
Lichtinstallaties<br />
De verlichting komt tot stand in nauw overleg met de interieurarchitect en een lichtadviseur. Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
Categorie<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
De zogenaamde lichtbeleving van bezoekers en medewerkers wordt beleefd door de hoeveelheid licht en door<br />
luminance verschillen en de lichtkleur. De invloed van de belevingswaarde geldt voor alle publieksafdelingen,<br />
maar evenzeer voor alle werkruimten van medewerkers.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Calamiteitenverlichting; Het gebouw is voorzien van een noodverlichtingsinstallatie, inclusief<br />
vluchtwegaanduiding conform geldende normen en de eisen van de plaatselijke brandweer. In de<br />
verkeersruimtes is een gedeelte van de verlichting uitgevoerd als loop-/waakverlichting.<br />
Zonwering<br />
Ja 3<br />
De <strong>bibliotheek</strong> zal voorzien worden van een zonweringsinstallatie aan de buitenzijde van het gebouw. Ja 2<br />
Bibliotheek<strong>technische</strong> installaties<br />
De <strong>bibliotheek</strong> zal gebruik maken van selfservice inname-apparatuur, gesitueerd in de entree, met daaraan<br />
verbonden een sorteermachine en een transportsysteem.<br />
Op de verdiepingen zijn uitleenmachines aanwezig, betaalautomaten, printers en kopieerautomaten. Eisen en<br />
locatie worden in een later stadium bepaald.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Communicatieve voorzieningen<br />
Telefoonaansluitpunten (RJ-45) zijn aangebracht op de locaties zoals later zal worden aangegeven. De keuze<br />
voor een telefooncentrale moet nog worden gemaakt.<br />
Nee 2 Des gebruikers<br />
Het beleid ten aanzien van datavoorzieningen en bereikbaarheid is nog niet definitief vastgesteld. De huidige<br />
voorzieningen gaan uit van een bekabeld universeel netwerk voor diverse toepassingen. Dit universele netwerk<br />
zal de drager moeten worden voor multifunctionele toepassingen, zoals data, telefonie, CCTV, inbraak en<br />
toegangscontrole, geluidoverdracht, GBS etc.<br />
Nee 2 Des gebruikers<br />
Toekomstig onderzoek en overleg met de opdrachtgever is bepalend voor de keuze, waarbij nieuwe<br />
ontwikkelingen op het gebied van communicatieen datatransport en mogelijke integratie van data- en<br />
telefonietoepassingen een doorslaggevende rol kunnen spelen voor de keuzebepaling.<br />
Nee 2 Des gebruikers<br />
Inzetbaarheid van draadloze data en telefonie, uitgaande van Voice over IP. Nee 2 Des gebruikers<br />
Voor het totale netwerk geldt dat de systemen volledig schaalbaar en flexibel aan te passen zijn aan de<br />
capaciteitsbehoefte en in staat moeten zijn nieuwe werkvormen te ondersteunen, maar ook fysiek te scheiden<br />
zijn. Alsnog moet met de infrastructuur rekening worden gehouden met een volledig bekabeld netwerk, met<br />
aansluitpunten op strategische locatie voor draadloze data en communicatie. Het netwerk moet worden<br />
aangelegd conform de eisen en specificaties CAT 7.<br />
Nee 2 Des gebruikers<br />
Voor de data-installatie worden voldoende voorzieningen (ruimtes in de kabelgoten, buisleidingen en dozen voor Nee<br />
de RJ-45 aansluitpunten) opgenomen. Vooralsnog gaan we uit van het gebruik van een wirelesssysteem: vijftig<br />
gebruikers op één aansluitpunt ten behoeve van 1500 gebruikers.<br />
2 Des gebruikers<br />
De installatie inclusief bekabeling en patchkast wordt aangebracht op basis van later te bepalen locaties en<br />
eisen.<br />
2 exacte locaties aan te geven door gebruikers ivm te<br />
treffen voorzieningen (elektra, afzuiging e.d.)<br />
2 Voor bekabeling, aansluitpunten e.d. wordt gebruikt<br />
gemaakt van de verhoogde vloerstroken<br />
CAI-installatie<br />
Televisie loopt via het bekabelingssysteem. Later zal worden aangegeven op welke plekken de aansluitpunten<br />
moeten komen.<br />
Deurbelinstallatie<br />
Bij de entree van de <strong>bibliotheek</strong> en de personeelsingang is een deurbelinstallatie (videofoon en intercom)<br />
opgenomen.<br />
Nee 2<br />
Geluidsinstallaties Nee Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
In het gebouw is een omroepinstallatie waarmee vanaf de centrale receptie berichten kunnen worden<br />
omgeroepen, bestemd voor het publiek of het personeel. Hierop moeten ook vaste teksten op gezette tijden ten<br />
gehore kunnen worden gebracht evenals muziek.<br />
Nee Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
In het hele gebouw zullen voorzieningen met RFID worden toegepast. Dit wordt in een later stadium nader<br />
uitgewerkt.<br />
Nee Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Beveiligingsinstallaties Nee Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
In het ontwerp moet aangegeven worden op welke wijze het gebouw beveiligd moet worden, waarbij er ook<br />
aandacht moet zijn voor:<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Openingstijden <strong>bibliotheek</strong> en Kunstuitleen versus ‘gebruikelijke’ kantoor-/ 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
werkuren, inclusief relatie met winkelopeningstijden. 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Beveiliging tijdens de aan- of afwezigheid van een (permanente) beheerder. 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Noodzakelijkheid van aanvullende <strong>technische</strong> hulpmiddelen (camera’s, 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
inbraakdetectie, deurbeveiliging). 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
In het pand komen de volgende beveiligingsinstallaties: 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Toegangscontrole 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Inbraakdetectie 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Alarminstallatie invalidentoiletten 2<br />
- Brandbeveiligingsinstallatie + sprinkler 2<br />
- Ontruimingsinstallatie 2<br />
- Bliksembeveiligingsinstallatie 2<br />
- Overspanningsbeveiligingsinstallatie 2<br />
- Hoofdaarding ringleiding 2<br />
- Centrale signalerings- en bedieningsinstallaties 2<br />
- Terreininstallaties 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Mediabeveiliging 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Camerabewaking<br />
Toegangscontrole<br />
Bij de toegangscontrole wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende zones:<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- De open zone waartoe de hoofdentree behoort die door de portier overzien kan worden. Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- De publieke zone, beginnende bij de receptiebalie in de centrale hal en waartoe vervolgens het grand café en<br />
de afdelingen met de collecties behoren. De publieke zone dient beveiligd te worden met toegangspoortjes ter<br />
beveiliging van al het <strong>bibliotheek</strong>materiaal. De portier heeft ook goed zicht op deze zone.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- De semi-publieke zone waartoe de diensten voor BEZIG en BEO, de Kunstuitleen, de vergaderruimten en het<br />
auditorium/grote activiteitenruimte behoren. Deze zones moeten bouwkundig afgescheiden kunnen worden van<br />
de publieke zones.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- De zone die buiten sluitingstijd van de <strong>bibliotheek</strong> benaderbaar moet zijn,zonder dat daarvoor het algemene<br />
beveiligingssysteem moet worden uitgeschakeld; hieronder vallen onder meer de <strong>technische</strong> ruimten (installatieen<br />
computerruimten), het auditorium/grote activiteitenruimtemet sanitaire voorzieningen en de vergaderruimten.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- De niet publieke ruimten waartoe de kantoren, de personeelskantine met de keuken en de magazijnen<br />
behoren. Ook de niet publieke ruimten moeten bouwkundig afgescheiden worden van de publieke zones. De<br />
toiletten voor medewerkers mogen niet in het zicht liggen van de publieksafdelingen. Alle kamers moeten<br />
afgesloten kunnen worden.<br />
- De buitenruimten waartoe de parkeervoorzieningen behoren. Bezoekers van de Centrale <strong>bibliotheek</strong> mogen<br />
niet in staat zijn de <strong>bibliotheek</strong> rechtstreeks via de parkeergarage te kunnen bereiken.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Bij de overgang van de open zone en de publieke zone wordt een toegangscontrolesysteem aangebracht.<br />
Tevens zal hier de portier toezicht houden.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Bij de medewerkersingang kan via de portier en door middel van ene toegangsbadge toegang worden verkregen Nee<br />
tot het gebouw.<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Het toegangscontrolesysteem moet gebruikersvriendelijk en handsfree te zijn. Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Het moet worden voorzien van een anti pass-back systeem, registratie van gebruikers een<br />
aanwezigheidsregistratie. Het is verder modulair van opbouw, gemakkelijk uitbreidbaar en geschikt voor het<br />
aanmaken van badges in eigen beheer.<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
De verschillende onderhoud- en storingsdiensten moeten allen – via algemene ruimten - bij hun eigen in<br />
installatie(ruimten) mogen kunnen komen. (Nutsbedrijven eisen soms dat zij de (enige) sleutel hiervan in beheer<br />
krijgen).<br />
Inbraakdetectie<br />
Nee 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Het gebouw wordt voorzien van een inbraakdetectiesysteem bestaande uit infrarooddetectie, ingebouwde<br />
schootsignalering op alle (nood)uitgangen en eventueel glasbreukmelders. Het systeem bestaat uit:<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Bewegingsdetectie in de ruimten die zijn gelegen aan de buitengevel. 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Standssignalering van toegangsdeuren, vluchtdeuren en rolhekken. 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
- Inbraakmeldcentrale met doormelding naar een meldcentrale. 2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Het systeem zal in de fase van de detaillering verder worden uitgewerkt en moet communiceren met het<br />
toegangscontrolesysteem en het gebouwbeheersysteem.<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
De inbraaksignalering moet in de avond/nachtsituatie tevens kunnen worden bediend via een centraal<br />
meldpaneel.<br />
Alarminstallatie invalidentoiletten<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
De invalidentoiletten moeten worden voorzien van een alarminstallatie volgens het ‘Handboek Toegankelijkheid’. Ja<br />
De signalering moet geschieden op het centrale paneel van de receptie in de hal.<br />
3<br />
Brandbeveiligingsinstallatie + sprinkler
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
Categorie<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
De branddetectie c.q. brandmelding (vluchtbeveiliging en ontruiming) moet voldoen aan de brandweereisen en<br />
moet worden afgestemd op de indeling van het gebouw. Toetsing van de installaties moet worden uitgevoerd<br />
overeenkomstig de publicatie ‘Een brandveilig gebouw installeren’. De toegepaste sprinkler moet een sprinkler<br />
met droge leidingen zijn.<br />
In principe worden minimaal de volgende eisen gesteld:<br />
Ja 3<br />
een rookdetectiesysteem in alle door de brandweer noodzakelijk bevonden bijzondere ruimten (zoals data- SER- Ja<br />
, MER- en computerruimten, kluis, collectieruimten), gangen en vluchtwegen, brandmeldknoppen bij de<br />
brandslanghaspels, brandslanghaspels in de nabijheid van verticale<br />
2 Nog niet alle ruimtes zijn bepaald<br />
vluchtwegen, voldoende handblusapparatuur (op nader te bepalen plaatsen in het gebouw), blusgasinstallatie<br />
met een nader te bepalen blusgas in de computerruimten, doormelding naar de meldtafel van de brandweer,<br />
toepassing van kleefmagneten of vergelijkbare oplossingen bij<br />
Ja 2<br />
rookcompartiment scheidende deuren. Ja 2 Bouwkundige uitwerking nader uit te werken in DO-fase<br />
De hoofdbrandmeldcentrale moet worden geplaatst bij de receptie. Nee 2 Nader uit te werken in DO-fase<br />
Met de plaatselijke brandweer dient overeenstemming te worden bereikt over het aanvalsplan en het eventueel Nee 2 Komt bij de omgevingsvergunning aan de orde; vooraf<br />
plaatsen van meldtableaus bij de ingang van het terrein of gebouw.<br />
overleg met brandweer door adviseurs<br />
Om bij calamiteiten het gebouw op een ordelijke wijze te kunnen ontruimen, moet een ontruimings-installatie<br />
worden aangebracht. Deze ontruimingsinstallatie moet werken door middel van een gesproken<br />
ontruimingssignaal. Eén en ander moet voldoen aan de eisen van de plaatselijke brandweer. De installatie moet<br />
vanuit de receptie bediend kunnen worden.<br />
Bliksembeveiligingsinstallatie<br />
Ja 2<br />
Afhankelijk van de bouwkundige constructie en de installaties wordt nagegaan welke bliksemafleiderinstallaties<br />
kunnen worden aangebracht.<br />
Ja 2<br />
De benodigde installaties worden geïnstalleerd conform NEN 1014 klasse L3, op een wijze die bij moderne<br />
gebouwen gebruikelijk is. De bliksemafleiderinstallaties moeten in verband met periodieke centrale metingen<br />
kunnen worden afgekoppeld.<br />
Overspanningsbeveiligingsinstallatie<br />
Ja 2<br />
De hoofdverdeelinrichting moet zijn voorzien van een overspanningsbeveiligingsinstallatie. Ja 2<br />
Fijnbeveiliging per installatieonderdeel zal nader moeten worden onderzocht.<br />
Aarding<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
Het gebouw en de installaties moeten overeenkomstig de wettelijke voorschriften (NEN 1010) van een afdoende Ja<br />
aarding zijn voorzien. Voor gevoelige apparatuur en de (eventuele verhoogde vloer van de computerruimten)<br />
moet eventueel een separate aarding worden aangelegd die met de centrale hoofdaarding is verbonden.<br />
Centrale signalering- en bedieningsinstallaties. Het gebouw is voorzien van een centrale bediening en<br />
storingssignalering voor de werktuigkundige en elektro<strong>technische</strong> installaties. Een deel van deze signalering en<br />
bediening worden in de portiersbalie centraal bediend of beheerd. De andere worden opgesteld op een nader te<br />
bepalen plaats.<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
- Overwerkvoorziening en storing- en alarmmelding van alle installaties * 2<br />
- Centraal ter schakelen verlichting * 2<br />
- Toegangscontrolesysteem uitgifte en signalering * 2<br />
- Inbraaksignalering en bediening * 2<br />
- Indien van toepassing: controle buitenzonwering * 2<br />
- Ontruimingsinstallaties 2<br />
- Centrale brandmeldinstallaties * 2<br />
- Centrale omroepinstallatie 2<br />
- Benodigde schakelaars voor bediening van installaties ten behoeve van de brandweer * 2<br />
- Intercominstallaties 2<br />
- Bediening automatische deuren (entree) en toegangsdeuren en eventuele hekken 2<br />
- Per informatiebalie een stil alarm naar de centrale balie 2<br />
- Signalering invalidentoiletten 2<br />
2<br />
De met * aangeduide bedieningen en signaleringen worden gecombineerd met het gebouwbeheersysteem 2<br />
Terreininstallaties<br />
In aanvulling op de openbare verlichting moet de noodzakelijke buitenverlichting en de verdere aa<strong>nl</strong>ichting van<br />
het gebouw worden aangebracht. Hiertoe dient een verlichtingsplan te worden opgesteld door een<br />
verlichtingsadviseur.<br />
Nee 2<br />
Het gebouw dient in de avond als een baken in de stad aandacht te trekken. Nee 2<br />
De verlichting bij de in- en uitgangen en de expeditie dient minimaal 100 Lux te zijn (verticaal gemeten). Ja 2<br />
Mediabeveiliging<br />
Ter voorkoming van diefstal van materiaal uit de <strong>bibliotheek</strong> zijn bij de publieksentree beveiligingsantennes<br />
(zogenoemde poorten) aangebracht. Deze poorten worden voorzien van een 230 v voeding en werken op basis<br />
van RFID.<br />
Camerabewaking<br />
In het gehele <strong>bibliotheek</strong>gebouw is camerabewaking toegepast. De camera is gericht op de entree en<br />
aangesloten op een monitor met timelapse recorder.<br />
Ook op diverse andere locaties zullen camera’s geplaatst worden – dit kan met behulp van webcams en het<br />
bekabelingssysteem.<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
2 Des gebruikers, voorzieningen opnemen in ontwerp<br />
Uitreksel 'algemene'projecteisen UVO<br />
· Voorkomen van onveilige situaties rondom het gebouw, zoals opklimmogelijkheden en hangplekken. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Goed verlichte en sociaal veilige uitstraling van de accommodatie, en versterken van behaaglijkheidgevoel<br />
zowel buiten als binnen.<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Voorkomen van vandalismegevoelige constructies, zoals grote glaspartijen in de gevels, kwetsbare luifels<br />
etc.<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Toepassen van vandaalbestendige materialen als het gaat om schakelingen, armaturen en overige<br />
voorzieningen.<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· De nooduitgangen voorzien van kleefmagneten en/of elektronische sloten, gekoppeld aan de<br />
brandmeldinstallatie, zodat de nooduitgangen niet misbruikt kunnen worden door 'op scherp te zetten' en<br />
dergelijke, en enkel in noodsituaties bedienbaar zijn. Ook het kunnen in- en uitschakelen van<br />
deurvergrendelingen moet door de beheerder kunnen worden gedaan. Nader uitwerking van het systeem zal in<br />
overleg met beheer moeten worden uitgewerkt.<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Het voorkomen van veel gangetjes en een onduidelijke routing in het gebouw. 3<br />
· Overzichtelijke en controleerbare ontsluiting en centraal entreegebied 3<br />
· Ten behoeve van toekomstige werkzaamheden op de daken, dienen er voorzieningen te worden getroffen<br />
2 Let op: ook de toegankelijkheid van daken regelen<br />
om de veiligheid te waarborgen. Hierbij valt te denken aan voorzieningen om veiligheidslijnen aan vast te kunnen<br />
zonder dat daarvoor andere domeinen hoeven te<br />
maken, en het voorkomen van het plaatsen van installaties in nabijheid van de dakrand.<br />
worden betreden<br />
· Om te voldoen aan de brandweereisen van de gemeentelijke brandweer dient tevens gedacht te worden<br />
aan alle voorzieningen t.b.v. het verkrijgen van de gebruiksvergunning, en werkzaamheden t.b.v. de aanvraag<br />
en afgifte van de daadwerkelijke gebruiksvergunning.<br />
· Er dient m.b.t. brandweereisen rekening te worden gehouden met het zonodig aanbrengen van<br />
brandhydranten en eventueel een sleutelkluis ten behoeve van toegang in noodgevallen.<br />
Installaties en inrichting<br />
· Vandaalbestendige Camera’s toepassen in een esthetische verantwoorde uitvoering, waar nodig<br />
geïnstalleerd, afleesbaar bij beheerder ter plaatse?, draaibaar met zoommogelijkheid voor gezichtsherkenning.<br />
2 Let op: gebruikersvergunning = WABO, te regelen door<br />
de gebruikers<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
2 Rekening houden bij toepassing cameratoezicht door<br />
gebruikers<br />
· Realiseren van tussenmeters voor de verdeling van het verbruik van de nutsvoorzieningen. Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase, priva gekoppeld<br />
· Voor de installatie voor de bestrijding van Legionella geldt dat voor het systematisch spoelen van het<br />
warmwaterleidingwerk een instelbare voorziening voor automatische spoeling wordt opgenomen. Nadere<br />
uitwerking zal in overleg met de opdrachtgever moeten plaatsvinden.<br />
Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Automatische handdrogers in de sanitaire voorzieningen, type en plaats nader te bepalen. 2 Let op eventueel benodigde voorzieningen<br />
· Alle stopcontacten kindvriendelijk uitvoeren. Nee 2 Op te nemen in pve Deerns<br />
· Mogelijkheden aansluiting gemeentelijk ABU netwerk (glasvezel) 2 Uitleesmogelijkheden priva te koppelen; nader uit te<br />
zoeken<br />
· Wat betreft de plaatsing van luchtbehandelingkasten heeft een binnenopstelling de voorkeur. Dit om de<br />
levensduur van de installaties te bevorderen en om geluidsoverlast naar omwonenden te beperken.<br />
3<br />
· Er dient in overleg met de opdrachtgever een gebouwbeheersysteem opgenomen te worden, welke op<br />
afstand regelbaar is. Het toegepaste systeem dient van het merk Priva te zijn, passend op het bestaande<br />
gebouwbeheersysteem op het hoofdkantoor van UVO. (Priva besteksteksten toevoegen in bestekfase)<br />
Nee 1 Dit is een eis nog toe te voegen aan het pve Deerns
Toetsdocument VO3 Bibliotheek++<br />
cat. 1 Opmerkingen die nog verwerkt moeten worden in het VO, alvorens het formeel kan<br />
worden afgerond<br />
cat. 2 Opmerkingen die aangehouden worden en verwerkt dienen te worden in het<br />
Definitief Ontwerp (DO)<br />
cat. 3 Opmerkingen die kunnen vervallen omdat ze óf al zijn overgenomen, óf niet (meer)<br />
relevant zijn (voor deze fase)<br />
Versie 15 januari 2013/8 maart 2013<br />
Betreft: Toetsing PvE en Ontwerp Deerns aan PvE Bibliotheek ('De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong>')<br />
Programma van Eisen - De spiegel van lezend <strong>Utrecht</strong> (technisch deel)<br />
(Programma van eisen voor de Centrale Bibliotheek van <strong>Utrecht</strong> 01/09/2008)<br />
Als toetsingsdocument voor VO 3<br />
Toets PVE en<br />
Ontwerp<br />
Categorie<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Opmerking<br />
Terrein Terrein<br />
Terrein<br />
· Toegang en routing overzichtelijk situeren en mogelijkheid voor sociale controle. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Zoveel mogelijk voorkomen dat langzaam- en snelverkeer elkaar kruisen. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Aan en afvoerroutes voor bezoekers, sporters, leveranciers, fietsen, auo’s, bussen en nood- en<br />
hulpdiensten.<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Openbare verlichting schakelen via het gebouw. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Algemene verlichting 100 lux op de toegangswegen/paden naar de entree. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Camerabeveiliging mogelijk te verwerken in lichtmasten rondom gebouw. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Uiteindelijke materialisatie en detaillering van de buitenruimte te bepalen door opdrachtgever. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· In het ontwerp rekening houden met de huidige terreinsituatie (grondgesteldheid en grondwaterstand) en<br />
het verleggen van de waterlopen en wegen.<br />
2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Ontsluiting van het gebouw middels een verkeersveilige aansluitingen, passend in het openbaar gebied. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Zoveel mogelijk voorkomen dat langzaam- en autoverkeer elkaar kruisen. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Duidelijke verharde looppaden naar de entree van de accommodatie. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Voldoende capaciteit straatkolken voor de afvoer van regenwater. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Eisen parkeren goed meegenomen (aantallen, doorgerekend) 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Eisen fietsparkeren goed meegenomen (aantallen) 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
Opmerkingen VO3 / PVE Bibliotheek ++<br />
· Bove<strong>nl</strong>eiding tram niet op gebouw 1<br />
· Dak glas vide noodzakelijk? denk aan lichtopbrengst, onderhoud, schadegevoeligheid 2 Voorzieningen t.b.v. schoonmaak, vervanging e.d. nader<br />
uitwerken in de DO-fase<br />
· Aparte aansluitingen nuts, goede tussenbemetering 2 <strong>bibliotheek</strong>, Artplex en woningen hebben aparte<br />
nutsaansluitingen<br />
· Gescheiden installaties verschillende domeinen Nee 2 <strong>bibliotheek</strong>, Artplex en woningen hebben aparte<br />
verwarmings-, koeling-, ventilatie-, en<br />
tapwaterinstallaties. HWA is gezame<strong>nl</strong>ijk, VWA van<br />
<strong>bibliotheek</strong> en Artplex gezame<strong>nl</strong>ijk, droge<br />
brandleidingen onduidelijk<br />
· Voldoende schachtruimte 1 Nog niet te beoordelen i.v.m. ontbreken ontwerp Winstallaties;<br />
plattegronden ontbreken<br />
· Onderhoud geveldeel parkeren goed mogelijk (water, steiger) 3 Onderhoudsarme gevel<br />
· Veiligheid HOV voldoende?, naast basiseisen vanuit HOV 3 2e draagweg aan te tonen door constructeur<br />
· Goede aansluiting maken voor bezoekers mbt terras, toegangsweg, park 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Goede bereikbaarheid aan- en afvoer leveranciers, nood- en hulpdiensten 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Voldoende buitenverlichting, sociale veiligheid Nee 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Grote glaspartijen op grote hoogte, moet praktisch te herstellen zijn. 2 Vervanging e.d. nader uitwerken in de DO-fase,<br />
eventueel combineren met schoonmaak<br />
· Nagaan of glaspartijen tot aan vloer wel toegevoegde waarde hebben en niet juist schadegevoelig zijn. 2 Risico van schade van binnenuit (<strong>bibliotheek</strong>karren);<br />
nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Materiaalgebruik onderhoudsarm uitvoeren. 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Degelijk materiaalgebruik nazien (geen metal stud wanden sanitaire ruimtes) 2 Nader uit te werken in de DO-fase<br />
· Geen (vervuilde) luchttoevoer via HOV baan 2 Nader uit te werken in de DO-fase