27.09.2013 Views

interview - CFO Magazine

interview - CFO Magazine

interview - CFO Magazine

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MAANDELIJKS - NIET IN JULI EN AUGUSTUS - AFGIFTEKANTOOR 1099 BRUSSEL X - P 209166<br />

jaargang 17 - januari 2013<br />

“Gebruik een crisis als een startsein<br />

om belangrijke veranderingen<br />

door te voeren: om ofwel het intern<br />

functioneren, ofwel de externe<br />

positionering te verbeteren.”<br />

Professor Goran Milenkovic in dit nummer<br />

<strong>interview</strong><br />

<strong>interview</strong> met<br />

paul denayer<br />

vp chief financial officer alpro<br />

duurzaam ondernemen is zorgen<br />

voor financiële performantie,<br />

mens en planeet<br />

rondetafelgesprek<br />

change management: breed blikveld<br />

maakt de cfo tot de drijvende<br />

kracht achter veranderingen<br />

binnen het bedrijf<br />

cfo barometer<br />

cfo magazine januari 2013 1<br />

blik op 2013<br />

extra katern


© 2012 EYGM Limited. All Rights Reserved.<br />

Denkt u wat<br />

zij denken?<br />

De DNA van de <strong>CFO</strong> reeks<br />

van Ernst & Young omvat de<br />

inzichten en vooruitzichten<br />

van bijna 1.000 <strong>CFO</strong>’s<br />

wereldwijd. Ontdek wat zij<br />

denken over hun rol, hun<br />

toekomst en hun medewerkers.<br />

ey.com/cfo<br />

twitter.com/EY_Belgium<br />

inhoud<br />

cfo magazine | jaargang 17<br />

it: hoeveel kost uw printerpark?<br />

Printen, kopiëren of scannen wordt in veel bedrijven een beetje stiefmoederlijk<br />

behandeld. De verantwoordelijkheid voor uw printerpark en bijhorende onderdelen<br />

situeert zich in veel organisaties tussen de IT-afdeling, de <strong>CFO</strong> en de afdeling<br />

facilities. Nochtans kost het uw organisatie meer dan u denkt. Jaarlijks is dat<br />

gemiddeld 800 tot 1.000 euro per medewerker. Maar hoe kan het goedkoper?<br />

Een vooral: effi ciënter?<br />

fiscaliteit:<br />

is 309% een pestbelasting of niet?<br />

krijtlijnen voor de toepassing van<br />

de geheime-commissieloonaanslag<br />

Het kalenderjaar 2012 is zonder meer een bewogen jaar geweest<br />

op fi scaal vlak. De regering-Di Rupo I heeft met ingang van<br />

respectievelijk 2012 en 2013 twee ingrijpende belastinghervormingen<br />

doorgevoerd en heeft ook de fi scale praktijk op<br />

een aantal vlakken fl ink door elkaar geschud. Eén van de<br />

gevoelige zaken uit de fi scale praktijk die aldus de revue zijn<br />

gepasseerd is de zogenaamde 309% bijzondere aanslag voor<br />

geheime commissielonen. Kortom, de hoogste tijd voor een<br />

stand van zaken.<br />

20 }<br />

info over onze<br />

tabletpublicaties<br />

performance<br />

management:<br />

vergoeding van<br />

de cfo en ceo op basis<br />

van de waardecreatie<br />

De waardecreatie binnen een<br />

onderneming kan aan de<br />

basis liggen voor de<br />

bijkomende vergoedingen<br />

van de <strong>CFO</strong> en CEO te<br />

bepalen. In dit artikel wordt<br />

aan de hand van een<br />

praktijkvoorbeeld uitgelegd<br />

hoe dat kan, en dit door op<br />

de eerste plaats de EVA<br />

(Economic Value Added) te<br />

berekenen.<br />

download hier<br />

de ipad versie<br />

} 16<br />

“Door Solvency II zien<br />

we dat banken niet<br />

meer geneigd zijn om<br />

langlopende projecten<br />

te doen. We merken<br />

daarentegen meer appetijt<br />

bij de verzekeraars.”<br />

Ingrid Daerden,<br />

group treasurer bij Cofi nimmo<br />

} 32<br />

edito 5<br />

(Feest)petje af…<br />

cover<strong>interview</strong> 6<br />

Interview met Paul Denayer<br />

VP Chief Financial Offi cer Alpro | Performante<br />

fi nance komt ook de productie ten goede<br />

m&a 12<br />

Een succesvolle overdracht<br />

van een onderneming realiseren:<br />

de transactiefase<br />

anders gedacht 14<br />

Wanneer breekt de kruik van het Belgisch<br />

begrotingsbeleid?<br />

it 16<br />

Hoeveel kost uw printerpark?<br />

fiscaliteit 20<br />

Is 309% een pestbelasting of niet?<br />

tandem 22<br />

De voorzitter van het auditcomité en de <strong>CFO</strong>:<br />

duo of duel?<br />

social profit 24<br />

Hoe social profi t doelstellingen verwezenlijken<br />

in uiterst competitieve markt?<br />

treasury 28<br />

Particulier kijkt meer naar naambekendheid<br />

dan naar rating<br />

performance management 32<br />

Vergoeding van de <strong>CFO</strong> en CEO op basis<br />

van de waardecreatie<br />

venootschapsrecht 34<br />

Het einde van de effecten aan toonder<br />

de academicus 38<br />

Goran Milenkovic geeft tactische adviezen<br />

om gevat op een crisis te kunnen reageren<br />

rondetafelgesprek 40<br />

Change fi nancial offi cer?<br />

boekenrubriek 46<br />

Het egeleffect | Goede opfrissing van<br />

een aantal managementprincipes<br />

ontdek ook tablet versie van cfo magazine en andere publicaties op de cfo magazine app<br />

download hier<br />

de android versie<br />

COLOFON FINANCIAL MEDIA: HOEFIJZER 54, 9880 AALTER, T 09 375 68 00, F 09 375 68 10, WWW.FM.BE, OFFICE@FM.BE • UITGEVER: PETER DE ROECK, 0498 16 02 45, PETER.DE.ROECK@FM.BE • CONTENT MANAGER:<br />

SARAH HEUNINCK - 0491 15 05 09 - SARAH.HEUNINCK@FM.BE • REDACTIEADVIESRAAD: FILIP CAILLIAU, <strong>CFO</strong> SPECTOR IMAGING; WERNER DE LAET, <strong>CFO</strong> MOBISTAR; BARBARA DE SAEDELEER, <strong>CFO</strong> OMEGA PHARMA;<br />

PATRICK DESCAMPS, CFAO EOC GROUP; FRANK HAUTMAN, <strong>CFO</strong> IKO EUROPE; CHRISTOFFEL MAEKELBERG, ONAFHANKELIJK <strong>CFO</strong>; ELS NEIRYNCK, <strong>CFO</strong> JORIS IDE; SAM STRIJCKMANS, <strong>CFO</strong> NITTO EUROPE; WALTER VAN CAUWENBERGE,<br />

<strong>CFO</strong> ATLAS INVEST; STEFAAN VANDAMME, <strong>CFO</strong> VAN DE VELDE • LAY-OUT: MIEKE DALLE, MIEKE.DALLE@FM.BE • FOTOGRAFIE: JERRY DE BRIE (JERRY.DE.BRIE@PANDORA.BE) • ILLUSTRATIES: FILIP DIEUSART • DRUK: SYMETA<br />

SALES & MARKETING, EVENTSCOÖRDINATIE: AURELIE HOORNAERT, 0498 16 71 45, AURELIE.HOORNAERT@FM.BE • BACK-OFFICE EN ABONNEMENTEN: SANDY SCHERRENS, 09 375 68 00, SANDY.SCHERRENS@FM.BE cfo magazine januari 2013 3<br />

<strong>CFO</strong> MAGAZINE: IS EEN UITGAVE VAN FINANCIAL MEDIA, HOEFIJZER 54, 9880 AALTER. HET TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT 10 KEER PER JAAR EN KAN VERKREGEN WORDEN VIA ABONNEMENT. NIETS UIT DEZE UITGAVE<br />

MAG WORDEN VERMENIGVULDIGD EN/OF OPENBAAR GEMAAKT ZONDER SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN DE UITGEVER. DE PUBLICITAIRE AANKONDIGINGEN VALLEN NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID<br />

VAN DE UITGEVER. DE REDACTIONELE BIJDRAGEN VALLEN ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AUTEUR(S) • VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: PETER DE ROECK, HOEFIJZER 54, 9880 AALTER.<br />

cfo barometer<br />

blik op 2013<br />

extra katern


If you would like to brainstorm on your initiatives, roadmap &<br />

challenges, please email us or visit our website with insights,<br />

research papers, book reviews & links.<br />

www.element61.be • info@element61.be<br />

When it comes to Business<br />

Intelligence & Performance<br />

Management, you<br />

hardly can get too much<br />

experience<br />

You need insight in business processes and<br />

management concepts, BI & CPM technologies,<br />

enabling data warehousing technologies, project<br />

management skills and social skills in dealing with<br />

senior business users.<br />

That is why element61<br />

focuses on bringing together the most<br />

experienced team of Business Intelligence &<br />

Performance Management consultants<br />

in the local market place.<br />

element61 has skills, competence centers<br />

and relationships with all leading vendors of<br />

Performance Management software including<br />

IBM, Microsoft, Oracle and SAP but puts<br />

the customer first in defining Performance<br />

Management initiatives that deliver business value<br />

across technology platforms.<br />

(Feest)petje af…<br />

Hoeveel petten moet u opzetten om uw onderneming mee naar het succes<br />

te helpen loodsen? Dat was de centrale vraag tijdens onze meest recente<br />

<strong>CFO</strong> Top eind november 2012. De verschillende sprekers brachten er alvast<br />

enkele naar voor:<br />

- De pet van de macro-economische analist: als <strong>CFO</strong> moet u beseffen dat<br />

we in Europa nog een lange tijd met een zeer geringe economische groei<br />

te maken zullen krijgen. Daarenboven moeten we hopen dat politici nog<br />

heel veel moedige beslissingen zullen durven nemen. Maar een <strong>CFO</strong> kan<br />

niet lijdzaam toezien. Anticiperen is de boodschap.<br />

- De pet van de bewaker van het fi nancieel vermogen: u moet altijd een<br />

beetje conservatief zijn, maar vandaag toch ook zeer bedreven in het scenariodenken.<br />

Wat als … we dit of dat anders zouden aanpakken? Op die<br />

manier kan de <strong>CFO</strong> ondernemen en optimisme in de onderneming terug<br />

aanwakkeren.<br />

- De pet van de tacticus: crisissen zijn niet alleen uitdagend. Ze bieden ook<br />

tactische opportuniteiten om bepaalde dingen eens totaal anders te doen,<br />

iets wat normaliter zeer moeilijk of zelfs onmogelijk is. <strong>CFO</strong>’s kunnen lessen<br />

leren uit verschillende succesverhalen van bedrijven die van crisis een<br />

succesopportuniteit hebben weten te maken.<br />

- De pet van de strategische adviseur: u krijgt – of zou dat toch moeten<br />

krijgen - inspraak en inzicht op alle beleidsdomeinen: van werkorganisatie<br />

tot de structurering van de businessunits, van kostenreductie tot<br />

waardevermeerdering, van rapportering tot fi nanciële communicatie.<br />

<strong>CFO</strong>’s moeten meer dan ooit hun intern netwerk optimaliseren en zich<br />

vertrouwd maken met de operaties. Kunnen <strong>CFO</strong> en COO nog lang twee<br />

aparte functies blijven?<br />

- De pet van de top-collega: een sterke band is onontbeerlijk met de collegadirectieleden<br />

in het algemeen, en met de CEO in het bijzonder. Probeer<br />

hun logica en inzichten te begrijpen, maar zorg dat zij ook uw taal spreken<br />

en begrijpen!<br />

– Ook in het nieuwe jaar probeert de <strong>CFO</strong> de bottom line<br />

winst te bewaken…. –<br />

zwart-wit<br />

- De pet van peoplemanager en coach: fi nance is door de toenemende complexiteit,<br />

de uitdijende verantwoordelijkheid en de hogere verwachtingen<br />

meer dan ooit een teamgebeuren. De <strong>CFO</strong> is geen fi nancieel expert meer,<br />

hij – en gelukkig ook steeds meer zij - weet de fi nancieel expert juist te<br />

coachen.<br />

- De pet van het geweten: een onderneming heeft vandaag ook een maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid. Dat is geen modeverschijnsel of geitenwollensokken-gebeuren<br />

meer, maar een noodzakelijk gegeven in het<br />

kader van stakeholdersrelaties. Aan de <strong>CFO</strong> om er prioriteit van te maken,<br />

om ‘sustainability’ uit zijn wollige perceptie te halen en te concretiseren<br />

in managementrapportering.<br />

- De pet van de risicomanager: het beheersen van de risico’s en onzekerheden,<br />

maar tegelijkertijd ook het detecteren van opportuniteiten hierin.<br />

- De pet van ICT-strateeg: de toenemende automatisatie en digitalisering<br />

en het groeiende aanbod aan softwaretools maken dat de <strong>CFO</strong> wordt<br />

verzocht de juiste beslissingen te nemen over de manier waarover zijn fi -<br />

nance departement en met uitbreiding hele bedrijf mee op de trein stapt.<br />

Zonder impulsief elke state-of-the-art technologie te gaan aankopen,<br />

moet iemand de kostenbatenanalyse maken bij IT-gerelateerde investeringsbeslissingen.<br />

Gezien het belang van een goed becijferde business<br />

case en het algemeen belang van IT binnen fi nance, wordt vaak naar de<br />

fi nancieel directeur gekeken.<br />

- De pet van de fi nancier: ondernemingen hebben werk- en investeringskapitaal<br />

nodig. Het is aan de <strong>CFO</strong> om tijdig aan de juiste deuren te kloppen,<br />

en dat zijn vaak niet langer meer die van de grootbanken. Alternatieve pistes<br />

zullen moeten bewandeld worden en meer dan ooit is lange termijn<br />

denken en anticiperen de boodschap.<br />

Het nieuwe jaar staat voor de deur, en de redactie van dit magazine wenst<br />

onze lezer met deze boodschap vooral veel succes toe. Het komt er als <strong>CFO</strong><br />

van vandaag en morgen op aan niet té veel hooi – of zeg maar petjes – tegelijkertijd<br />

op je vork te nemen, maar vooral de juiste mindset te hanteren op<br />

het juiste moment. Als u dat kan doen met dan nog de juiste mensen in uw<br />

team die dat ondersteunen, kan 2013 alvast niet meer stuk.<br />

Reageren op dit edito?<br />

Mail naar sarah.heuninck@fm.be<br />

cfo magazine januari 2013<br />

5<br />

sarah heuninck | hoofdredactie


cover<strong>interview</strong><br />

duurzaam ondernemen<br />

is zorgen voor<br />

financiële performantie,<br />

mens en planeet<br />

Bij de productie van sojamelk ligt de uitstoot van CO2 vijf keer lager dan<br />

bij de productie van koemelk. Er is ook ruim twee keer minder water<br />

voor nodig en drie keer minder land. Bij sojaburgers ligt de uitstoot tien<br />

keer lager dan bij de productie van rundvlees. Sojaburgers vragen twintig<br />

keer minder water en ruim vijfenveertig keer minder land. Van die cijfers<br />

is Alpro doordrongen. Het bedrijf produceert innovatieve, plantaardige<br />

voeding en zet al meer dan dertig jaar in op duurzaamheid, zowel met zijn<br />

product als met zijn stijl van ondernemen Ook finance speelt daarin een<br />

belangrijke rol. “Het gaat nooit om de financiële parameters alleen”, stelt<br />

Paul Denayer, de <strong>CFO</strong> van het bedrijf.<br />

auteur: dries van damme<br />

foto’s: filip erkens<br />

6 cfo magazine januari 2013<br />

<strong>interview</strong> met<br />

paul denayer<br />

vp chief financial officer alpro<br />

cfo magazine januari 2013<br />

7


8<br />

Alpro is de Europese marktleider in de productie en verkoop van<br />

plantaardige voeding. Het bedrijf verkoopt producten op basis<br />

van plantaardige ingrediënten, voornamelijk soja maar sinds kort<br />

ook op basis van amandelen en hazelnoten. Concreet gaat het om<br />

dranken, plantaardige alternatieven voor melk, yoghurt, room<br />

en vlees, desserten en margarine. De producten van Alpro zijn te<br />

koop in de retail en het out-of-home kanaal. Via het merk Provamel<br />

is Alpro aanwezig in de health food-ketens. Alpro heeft productievestigingen<br />

in Wevelgem, Kettering (nabij Birmingham),<br />

Issenheim (nabij Straatsburg) en Landgraaf (Nederland). Het bedrijf<br />

ondersteunt de verkoop via kantoren in België, Nederland,<br />

Duitsland en de UK. In de andere Europese landen steunt Alpro<br />

op een netwerk van partners.<br />

bio:<br />

Paul Denayer studeerde toegepaste economische<br />

wetenschappen aan de Universiteit Gent.<br />

Hij behaalde ook de diploma’s master in financieel<br />

management aan de Vlerick Business School<br />

en master in business administration aan de<br />

Manchester Business School. Paul Denayer startte<br />

zijn carrière als controller bij verzekeringsmaatschappij<br />

Winterthur, waarvoor hij in Brussel,<br />

Zwitserland en Frankrijk actief was. Na zeven<br />

jaar stapte hij over naar het hoofdkwartier<br />

van Vandemoortele, waar hij de afdeling voor<br />

corporate audit uit de grond stampte.<br />

Van Kortrijk ging het naar Barcelona, waar hij<br />

gedurende vier jaar financieel en HR-manager was<br />

voor Vandemoortele Iberica. Eind 2007 stapte Paul<br />

Denayer over naar Alpro, toen de sojadivisie van<br />

Vandemoortele. Als Finance & Administration<br />

Director maakte hij er in 2009 de overname door<br />

het Amerikaanse, beursgenoteerde Dean Foods<br />

mee. Eerder dit jaar besliste Dean Foods om<br />

dochteronderneming WhiteWave Foods Company<br />

– inclusief Alpro – uit de groep los te maken en<br />

naar de beurs van New York te brengen.<br />

cfo magazine januari 2013<br />

In 2011 bedroeg de geconsolideerde omzet van Alpro 280 miljoen<br />

euro. Het bedrijf telt 825 medewerkers. Sinds 2009 behoort Alpro<br />

tot het Amerikaanse Dean Foods, de Amerikaanse marktleider in<br />

zuivel- en plantaardige producten. De combinatie van Alpro met<br />

de Amerikaanse zusterdivisie WhiteWave maakt van Dean Foods<br />

wereldwijd de leider in de sojamarkt. In 2012 bracht Dean Foods<br />

zijn business rond plantaardige voeding en dranken naar de beurs<br />

van New York onder de naam The WhiteWave Foods Company<br />

(WWAV). Midden 2013 vindt vermoedelijk de volledige spin-off<br />

plaats van The WhiteWave Foods Company plaats. Sinds 2008 –<br />

nog voor de overname plaatsvond – is Paul Denayer de <strong>CFO</strong> van<br />

Alpro. In die functie is hij niet alleen verantwoordelijk voor finan-<br />

ce, maar ook voor ICT en business process management.<br />

We schatten de nabijheid van<br />

accountants en controllers hoog in.<br />

Die manier van werken leidt in de praktijk<br />

tot de beste resultaten.<br />

Hoe is het financiële team<br />

van Alpro georganiseerd?<br />

Paul Denayer: “We hebben een sterk doorgedreven centrale structuur<br />

en werken vanuit het shared service centre in België. Fysisch<br />

bevindt ons team zich verspreid over de productievestiging in<br />

Wevelgem en het administratieve hoofdkantoor in Gent. Dat is<br />

een bewuste keuze. We willen de afstand tussen finance en de<br />

business klein houden, ook letterlijk. Binnen het team zijn er drie<br />

afdelingen: commercial accounting & controlling, supply chain<br />

accounting & controlling, en general accounting. Het team van<br />

accountants en controllers voor de commerciële tak is in Gent gevestigd.<br />

Zij behandelen alle facturen die gelinkt zijn aan de marketing-<br />

en verkoopcyclus en beheren ook de kredietcontrole. De<br />

taak van de commerciële controllers bestaat erin onze verkoop en<br />

productmanagers te ondersteunen. We werken daarbij volgens<br />

een matrixstructuur. Een controller kan dus zowel de verkoopactiviteiten<br />

van alle producten binnen een regio ondersteunen, als die<br />

van een specifieke productgroep doorheen alle Europese landen.<br />

Het team voor supply chain accounting & controlling bevindt zich<br />

in Wevelgem. Die medewerkers behandelen alle facturen die met<br />

de supply chain te maken hebben: grondstoffen, energie, verpakking,<br />

logistiek, kapitaalinvesteringen, enzovoort. De supply chain<br />

controllers ondersteunen de plant managers en de corporate supply<br />

chain-afdelingen zoals aankoop, logistiek, kwaliteit en R&D.<br />

Tot slot is er nog de afdeling general accounting. Die is verantwoordelijk<br />

voor onder meer consolidatie, loonadministratie,<br />

thesaurie, belastingen en accijnzen. Alles samen hebben we vijfentwintig<br />

medewerkers voor de financiële administratie, vijftien<br />

voor ICT en één specialist voor business process management.”<br />

Dat is een vrij atypische structuur.<br />

Vanwaar die aanpak?<br />

Paul Denayer: “We schatten de nabijheid van accountants en controllers<br />

hoog in. We merken dat die manier van werken in de praktijk<br />

tot de beste resultaten leidt. De controller staat dicht bij de business,<br />

en de accountant staat dicht bij de controller. Dit is het uitgangspunt:<br />

de controller moet ook tijdens de maand regelmatig contact<br />

hebben met de accountant. Dat zorgt ervoor dat bijvoorbeeld de allocatie<br />

van de kosten zo correct en efficiënt mogelijk gebeurt. Wanneer<br />

de accountant de maand heeft afgesloten, kan de controller<br />

zich volop op de analyse van de cijfers concentreren. Eventuele onduidelijkheden<br />

zijn dan al in de loop van de maand besproken. Die<br />

aanpak bezorgt ons een duidelijke toegevoegde waarde. De analyse<br />

van de controle gebeurt op basis van correcte en volledige cijfers.<br />

Dat de fysische afstand tussen accountants en controllers klein is,<br />

bevordert ook de onderlinge communicatie en een snelle opvolging<br />

van budgetten, volumes, omzet en contributie.”<br />

Waaruit bestaat de taak<br />

van de business process manager?<br />

Paul Denayer: “Dat is iemand die voortdurend contact onderhoudt<br />

met de business process owners. Hij screent samen met<br />

hen de processen en gaat na waar zich ruimte voor verbetering<br />

bevindt. In samenspraak met de business process owners werkt<br />

hij dan een traject uit om van de bestaande naar de toekomstige –<br />

verbeterde – situatie over te stappen. Op die manier blijven we de<br />

toegevoegde waarde van onze processen voortdurend vergroten.”<br />

Kunt u een voorbeeld geven<br />

van zo’n verbetertraject?<br />

Paul Denayer: “Uiteraard. Dean Foods is genoteerd op de beurs<br />

van New York. Sinds het bedrijf ons overnam moeten wij aan de<br />

regels van Sarbanes-Oxley voldoen. Dat traject heeft de business<br />

process manager begeleid. Een ander voorbeeld heeft te maken<br />

met de prijszetting van onze producten. De taak van de business<br />

process manager bestaat er daarbij in het prijszettingsproces te<br />

documenteren en te objectiveren, ter ondersteuning en begeleiding<br />

van de relatie tussen onze verkopers en de retail.”<br />

Complex spanningsveld<br />

Wat zijn in de business van Alpro<br />

vandaag de grootste uitdagingen?<br />

Paul Denayer: “De complexiteit van de business hangt vooral af<br />

van externe factoren. We leven in volatiele en complexe tijden. Zo<br />

heeft onze sector te kampen met stijgende grondstoffenprijzen.<br />

Willen we onze marges behouden, dan moeten we die stijgingen<br />

uiteraard kunnen doorrekenen. Maar dat is vaak niet naar de zin<br />

van de retailer. Die wil de consumentenprijzen niet laten stijgen,<br />

uit vrees dat de consument dan afhaakt. Tegelijk wil de retailer<br />

ook de eigen marge vergroten. Hij doet dat onder meer door de<br />

bijdragen voor marketingondersteuning – zoals de folders waarin<br />

hij onze producten aanprijst – te verhogen of extreme kortingen af<br />

te dwingen. Je begrijpt meteen dat we daar te maken hebben met<br />

een complex spanningsveld. Voor finance is daarin een heel belangrijke<br />

taak weggelegd. Van elke mogelijke beslissing moeten<br />

we de financiële impact inschatten.”<br />

Vormen innovatie en productdifferentiatie<br />

mogelijk een deel van het antwoord?<br />

Paul Denayer: “We zetten daar voor een stuk op in. Vroeger hadden<br />

we enkel sojaproducten in portefeuille, weliswaar in zes<br />

productcategorieën en met veel mogelijkheden voor variatie en<br />

vernieuwing. Intussen zijn daar enkele hazelnoot- en amandeldrankjes<br />

aan toegevoegd. Mogelijk trekken we die laatste uitbreiding<br />

ook door naar de andere productcategorieën. Al hoort daar<br />

meteen ook een kanttekening bij. Een groter portfolio doet de<br />

complexiteit van de supply chain stijgen. Het is dan aan finance<br />

om vooraf te onderzoeken of de<br />

marginale opbrengst van zo’n productuitbreiding<br />

wel opweegt tegen<br />

de extra kosten die we ermee veroorzaken.”<br />

Neemt het belang<br />

van risicobeheer toe?<br />

Paul Denayer: “Toch wel. We<br />

moeten met heel wat risico’s rekening<br />

houden. Er is de macroeconomische<br />

recessie die mogelijk<br />

kredietrisico’s inhoudt, bijvoorbeeld<br />

in Spanje, Portugal, Italië en<br />

Griekenland. Er zijn de wisselkoersen voor buitenlandse valuta,<br />

onder meer via onze productie en verkoop in Groot-Brittannië.<br />

We hadden het daarnet al over de stijgende grondstoffenprijzen,<br />

maar ook de toenemende concurrentie speelt mee, enzovoort.<br />

We blijven echter uitermate positief. Ondanks de crisis blijft de<br />

voedingsindustrie groeien. En ook Alpro – als bedrijf dat inzet op<br />

duurzaamheid voor mens en planeet – staat voor groei.”<br />

Hoe gaan jullie concreet<br />

om met risico’s?<br />

Paul Denayer: “We doen dat onder meer via formeel beheer van<br />

het kredietrisico. Daarnaast hebben we ook een raamwerk voor<br />

enterprise risk management uitgewerkt. Daarmee brengen we<br />

elke situatie in kaart die de realisatie van de doelstellingen van<br />

het bedrijf mogelijk verhindert. We lijsten de inherente risico’s<br />

op, samen met de acties die we al ondernemen om die risico’s te<br />

beheren. Daarna bekijken we de mogelijke oplossingen voor wat<br />

er dan nog aan risico resteert. Dat is een oefening die we iedere<br />

twee jaar herhalen.”<br />

We zien dat veel bedrijven wel nadenken over risicobeheer,<br />

maar hun ideeën nog te weinig in de praktijk brengen.<br />

Vindt u het de taak van finance om dat mee aan te drijven?<br />

Paul Denayer: “Finance kan daar zeker een leidende rol in spelen.<br />

Persoonlijk vind ik het geen functionele verantwoordelijkheid die<br />

exclusief aan finance toebehoort. Het is eerder een vaardigheid en<br />

verantwoordelijkheid van alle business process owners.”<br />

Voor bedrijf, medewerker en planeet<br />

Natuurlijk is fi nanciële<br />

winst belangrijk, maar<br />

tegelijk blijven we altijd<br />

investeren in mensen<br />

en duurzame processen.<br />

Niet alles hoeft altijd en<br />

alleen in functie van de<br />

“P” van profi t te staan.<br />

Alpro is een bedrijf dat uitgesproken op duurzaamheid<br />

en duurzaam ondernemen inzet. Hoe<br />

heeft dat een impact op de rol van finance?<br />

Paul Denayer: “Duurzaamheid zit in ons DNA ingebakken. Bij<br />

elke strategische en operationele beslissing overwegen we altijd<br />

de drie p’s: profit, people en planet. Natuurlijk is financiële winst<br />

belangrijk, maar tegelijk blijven we altijd investeren in mensen en<br />

duurzame processen. Ik spreek in dat verband graag van een aanvaardbaar<br />

onevenwicht: niet alles hoeft altijd en alleen in functie<br />

van performantie en winst te staan. Naast omzetgroei en operationeel<br />

resultaat – twee financiële KPI’s – richten we ons ook op het<br />

welzijn en de retentie van onze medewerkers, de preventie van arbeidsongevallen<br />

of de behandeling van consumentenklachten. In<br />

functie van planet hebben we duidelijke doelstellingen, zowel via<br />

de productie van plantaardige voeding als rond de vermindering<br />

van onze ecologische voetafdruk. Als bedrijf nemen we actie om<br />

onze CO2-uitstoot te verminderen. En wanneer meer mensen de<br />

cfo magazine januari 2013 9


10<br />

consumptie van zuivel en vlees vervangen door plantaardige producten,<br />

dan komt ook dat de hele planeet ten goede.”<br />

Dat lijken wel erg veel KPI’s<br />

om te meten en over te rapporteren?<br />

Paul Denayer: “Op het hoogste niveau zijn het er hooguit een<br />

stuk of twintig. Een balanced scorecard geeft weer hoe het bedrijf<br />

op de diverse strategische objectieven scoort. Die algemene objectieven<br />

werken we uit in concrete strategieën en maatregelen,<br />

telkens in functie van de drie p’s. Nemen we een kapitaalinvestering<br />

als voorbeeld. De financiële return van een investering kan<br />

de belangrijkste doelstelling zijn. Maar mogelijk gaat het om een<br />

investering die een ergonomisch voordeel heeft voor de arbeiders,<br />

of die bijdraagt aan ons doel om tegen 2020 met CO2-neutrale fabrieken<br />

te werken. We bekijken dus zeker niet enkel de financiële<br />

parameters, maar wegen ook altijd de voordelen voor planet en<br />

people af.”<br />

Welke rol speelt finance<br />

in dat geheel?<br />

Paul Denayer: “Wij consolideren alle input in een scorecard en<br />

geven op basis van de cijfers aan wat goed en minder goed gaat.<br />

Wanneer iets niet verloopt volgens plan, wordt een actieplan met<br />

maatregelen opgemaakt en opgevolgd. Dat is net het nut van een<br />

aanpak op basis van KPI’s. Je bewaakt de scores en stuurt bij wanneer<br />

dat nodig blijkt.”<br />

Haalt u daar echt concrete<br />

meerwaarde uit?<br />

Paul Denayer: “Heel zeker. De KPI’s laten ons toe heel gericht te<br />

werken in functie van de algemene doelstellingen van de onderneming.<br />

Prioriteitszetting is hierbij essentieel: de juiste dingen doen<br />

in de juiste volgorde. En nogmaals, het gaat daarbij om meer dan<br />

alleen de financiële indicatoren.”<br />

Opgedreven rapportering<br />

U heeft de overname van Alpro door Dean Foods<br />

van nabij meegemaakt. Welke evolutie heeft<br />

het bedrijf sinds die tijd doorgemaakt?<br />

Paul Denayer: “Er is vandaag meer focus op financiële performantie.<br />

En bij finance begrijpen we dat de aandeelhouder verwacht dat<br />

Alpro: de cijfers<br />

- 1980: opgericht als sojadivisie van<br />

de Belgische groep Vandemoortele<br />

- 2009: overgenomen door het Amerikaanse<br />

Dean Foods, met zusterdivisie WhiteWave<br />

- 2012: beursintroductie als The WhiteWave<br />

Foods Company in New York<br />

- omzet: 280 miljoen euro<br />

- medewerkers: 825<br />

- Europese productievestigingen: 4<br />

- verkoopkantoren: 4<br />

- medewerkers finance: 25<br />

- medewerkers ICT: 15<br />

cfo magazine januari 2013<br />

Een verschil met vroeger is<br />

dat de Amerikanen governance en<br />

compliance heel ernstig nemen. Dat moet<br />

ook, in het kader van bijvoorbeeld SOX.<br />

ook die performantie duurzaam is op de langere termijn. We zijn<br />

weliswaar beursgenoteerd, maar onze missie blijft ook de andere<br />

2 p’s voldoende te belichten Voor ons zou het onaanvaardbaar zijn<br />

mochten people en planet te weinig in het stuk voorkomen.”<br />

Wat is er voor het finance team<br />

concreet veranderd sinds Alpro in<br />

Amerikaanse handen kwam?<br />

Paul Denayer: “Vroeger werkten we volgens de IFRS-norm,<br />

vandaag volgens de US GAAP. Eigenlijk was dat niet zo’n grote<br />

stap. Treasury en tax waren bij Vandemoortele op groepsniveau<br />

georganiseerd. Die activiteiten hebben we van de groep moeten<br />

losmaken. ICT wegsnijden – zowel organisatorisch als op het<br />

vlak van infrastructuur en applicaties – was zonder twijfel het<br />

zwaarste traject. Daar hebben we anderhalf jaar over gedaan. Bij<br />

Vandemoortele werkten we al met SAP. Die omgeving hebben we<br />

meegenomen en aangepast aan de US GAAP. Onze rapportering<br />

hebben we wel opgedreven, op vraag van Dean Foods. Alpro was<br />

de eerste grote acquisitie van Dean Foods buiten de VS. Dat had er<br />

wellicht mee te maken.”<br />

Hoe verloopt de samenwerking met<br />

het hoofdkwartier in de VS?<br />

Paul Denayer: “Er is een dotted line met de global <strong>CFO</strong> in de VS.<br />

We moeten uiteraard ons strategisch groeiplan en budget voorleggen<br />

en verdedigen. Binnen dat kader beschikken we echter<br />

over vrij veel autonomie. We werken heel transparant samen. Er<br />

is doorheen de jaren een vertrouwensband gecreëerd. Onze goede<br />

bedrijfsresultaten dragen daar uiteraard aan bij. Een verschil met<br />

vroeger is verder dat de Amerikanen governance en compliance<br />

heel ernstig nemen. Dat moet ook, in het kader van SOX en zo. Bij<br />

Vandemoortele speelde dat veel minder. Ook dat draagt zeker bij<br />

tot een professionele en solide basis voor ons bedrijf.”<br />

Kan dat strakkere, Amerikaanse kader<br />

geen belemmering vormen voor<br />

innovatie binnen het bedrijf?<br />

Paul Denayer: “Nee. Innovatie is uiterst belangrijk voor de branded<br />

business en de Amerikaanse aandeelhouder weet dat. We<br />

werken in een heel moeilijke markt, waar entrepreneurschap<br />

en innovatie echt sleutelelementen vormen. We spreken daarbij<br />

over freedom within a framework. Dat zit in onze bedrijfscultuur<br />

ingebakken. Ook na vijf jaar onder Amerikaanse vlag is dat niet<br />

veranderd.”<br />

Behoort het tot de taken van<br />

het finance team om innovatie<br />

mee te stimuleren?<br />

Paul Denayer: “Voor een stuk wel. Ik denk daarbij aan de<br />

link tussen finance en de afdeling R&D, waarbij finance voor<br />

begeleiding zorgt, onder meer voor de aanvragen van subsidiëring.<br />

Maar ook wanneer de business bepaalde beslissingen overweegt,<br />

kan finance daarbij advies geven. Stel dat er een plan bestaat voor<br />

een line extension, dan berekenen wij wat de verwachte kosten<br />

en opbrengsten zijn van de uitbreiding van de productlijn in<br />

kwestie.”<br />

Moet de <strong>CFO</strong> daarbij dikwijls<br />

de rol van boeman spelen?<br />

Paul Denayer: “Die reputatie krijg je alleen als je de zaken niet correct<br />

aanpakt. Ik heb er altijd een punt van gemaakt om collega’s en<br />

medewerkers binnen het bedrijf op een open manier feedback te<br />

bezorgen: correct, maar altijd met respect voor de persoon en in<br />

het belang van het bedrijf. Wanneer ik een productmanager uitleg<br />

waarom een line extension meer kosten dan opbrengsten met zich<br />

meebrengt, dan heeft die daar op zich ook geen probleem mee.”<br />

Meer toegevoegde waarde<br />

Hoe kijkt u terug op het traject<br />

dat u tot nog toe bij Alpro heeft afgelegd?<br />

Paul Denayer: “We hebben met het volledige team al voor heel wat<br />

uitdagingen gestaan. Ik herinner mij dat ik ongeveer een jaar aan<br />

de slag was als <strong>CFO</strong> toen de koers van de Britse pond plots instortte<br />

en de vraag naar de indekking tegen wisselkoersrisisco’s<br />

op tafel kwam. Ook nadat Vandemoortele had aangekondigd dat<br />

Alpro te koop stond, volgden er spannende tijden, met tal van<br />

doorlichtingen van de boekhouding, de supply chain-processen,<br />

enzovoort. Daarna volgde de integratie binnen Dean Foods. Dat<br />

was een heel drukke periode, waarin de teamleden elkaar heel<br />

goed hebben leren kennen. Met de beursgang van WhiteWave-<br />

Alpro gaan we wellicht weer een intensieve periode tegemoet. Op<br />

elk moment willen we met finance weer een stap vooruit kunnen<br />

zetten: onze processen verder stroomlijnen, zodat er bij de medewerkers<br />

weer meer tijd vrij komt voor taken met toegevoegde<br />

waarde.”<br />

Wat zijn uw verwachtingen<br />

voor 2013?<br />

Paul Denayer: “Er zijn een aantal routinematige taken van finance<br />

die we verder willen stroomlijnen. Daarnaast moeten we vanuit<br />

finance nog meer zicht krijgen op de impact van strategische en<br />

operationele beslissingen – doorheen het hele bedrijf – op onze<br />

financiële resultaten. Op het vlak van tools zullen we in 2013 meer<br />

werk maken van business intelligence. We hebben wel een oplossing<br />

in huis, maar die is vandaag heel statisch. We willen meer<br />

kunnen dan alleen het verleden analyseren. We willen ook meer<br />

zicht krijgen op de toekomst, onder meer door de impact van verschillende<br />

scenario’s met elkaar te vergelijken.”<br />

U heeft vaak in het buitenland gewerkt.<br />

Vindt u dat een must in de carrière van een <strong>CFO</strong>?<br />

Paul Denayer: “Het is geen must, maar die internationale ervaring<br />

heeft me wel al veel geholpen. Toen ik in het buitenland werkte,<br />

heb ik er altijd een punt van gemaakt de lokale taal te leren: Hoogduits<br />

en Zwitserduits, Castiliaans en Catalaans. Zo sta je meteen<br />

een stuk dichter bij je medewerkers en externe stakeholders. Het<br />

belangrijkste dat je tijdens een internationale carrière oppikt, is<br />

mensenkennis. Je komt in contact met verschillende culturen,<br />

verschillende manieren van werken en leven. Strikt noodzakelijk<br />

is het niet, maar ik raad het iedereen wel aan.” <br />

Door internationale ervaring<br />

op te doen, kom je in contact met<br />

andere culturen en verschillende<br />

manieren van werken en leven.<br />

Strikt noodzakelijk is het niet,<br />

maar ik raad het iedereen wel aan.<br />

Bekijk dit <strong>interview</strong> en<br />

aanvullend beeldmateriaal<br />

op de tabletversie van <strong>CFO</strong><br />

<strong>Magazine</strong>. U vindt onze<br />

gratis app in de store en het<br />

magazine is voor abonnees<br />

gratis te downloaden.<br />

cfo magazine januari 2013 11


12<br />

m&a<br />

een succesvolle overdracht<br />

van een onderneming realiseren<br />

deel 2: de transactiefase<br />

We gingen vorige maand in <strong>CFO</strong> <strong>Magazine</strong> al dieper in op enkele specifieke aspecten die horen bij de overdracht van een<br />

onderneming. In dit artikel belichten we enkele technische en juridische aandachtspunten tijdens de transactiefase.<br />

Het technisch<br />

te volgen traject<br />

Om het transactieproces gestructureerd<br />

te laten verlopen en de kans op het vinden<br />

van de “ideale” overnemer aan de beste<br />

prijs te vergroten, doet een overlater vaak<br />

beroep op een adviseur of tussenpersoon.<br />

Sectorkennis, ervaring en netwerk zijn<br />

belangrijke factoren bij de keuze van deze<br />

tussenpersoon, die samen met de overlater<br />

een profiel opstelt van de gezochte overnemer.<br />

Op basis hiervan wordt een lijst opgemaakt<br />

van potentiële tegenpartijen.<br />

Om de interesse van potentiële overnemers<br />

te wekken wordt ook een anoniem profiel<br />

van de onderneming gecommuniceerd. Op<br />

deze manier kunnen potentiële overnemers<br />

benaderd worden, zonder de naam van de<br />

onderneming al bekend te maken. In deze<br />

fase van marktverkenning is het namelijk<br />

belangrijk om geen onrust te veroorzaken<br />

binnen het bedrijf en in de sector.<br />

In het anoniem profiel kan de transactiestructuur<br />

al worden vermeld (aandelentransactie<br />

of activa-transactie). De reden<br />

van overdracht wordt soms ook weergegeven,<br />

maar hiermee dient voorzichtig te<br />

worden omgesprongen. De sterkten van<br />

de onderneming worden hier al een eerste<br />

keer in de verf gezet.<br />

Daarna wordt in de meeste gevallen een<br />

informatiedocument samengesteld met<br />

meer uitgebreide sleutelinformatie over<br />

de onderneming. Dit informatiedocument<br />

wordt onder vertrouwelijkheidsverplichting<br />

overgemaakt aan geïnteresseerde potentiële<br />

overnemers. Gevoelige informatie<br />

wordt in dit stadium meestal nog achter de<br />

hand gehouden tot één of enkele partijen<br />

geïdentificeerd zijn waarmee verder zal<br />

onderhandeld worden.<br />

Om het onderhandelingstraject efficiënt<br />

te laten verlopen, is het van belang om het<br />

aantal tegenpartijen met wie gelijktijdig zal<br />

worden onderhandeld, te beperken. Twee<br />

à drie partijen hebben als voordeel dat elke<br />

partij weet dat er nog andere kandidaten<br />

cfo magazine januari 2013<br />

zijn, terwijl de tijd die moet geïnvesteerd<br />

worden om met verschillende partijen eenzelfde<br />

eerste deel van het traject te lopen in<br />

de hand kan worden gehouden.<br />

Op een bepaald ogenblik in de onderhandelingen<br />

zullen partijen tot een princiepsakkoord<br />

komen: zij zijn het eens over de grote<br />

lijnen. Op dat ogenblik is het aangewezen<br />

om een intentieovereenkomst op te stellen,<br />

waarbij de bedoeling van de partijen om tot<br />

een koopovereenkomst te komen, wordt<br />

uitgeschreven. Deze intentieverklaring kan<br />

in meer of in mindere mate bindend zijn.<br />

Van belang is hier te bepalen welke elementen<br />

nog moeten worden ingevuld om tot een<br />

definitieve koopovereenkomst te komen.<br />

Een element dat bijna altijd terugkomt als<br />

Aandelen<br />

• De vennootschap blijft bestaan zoals ze is<br />

• De koper kan niet kiezen wat hij overneemt<br />

• Alle risico’s gaan mee<br />

• Alle rechten en plichten gaan “automatisch”<br />

mee en blijven bestaan<br />

• De financieringsmogelijkheden op basis<br />

van assets binnen de vennootschap zijn<br />

gebonden aan strikte regels<br />

• Wettelijke garanties zijn beperkt tot de<br />

aandelen; geen garantie voor de “inhoud”<br />

van de onderneming. Garanties<br />

m.b.t. de onderneming moeten expliciet<br />

en volledig worden opgenomen in de<br />

koopovereenkomst<br />

• Niet-concurrentiebeding dient opgenomen<br />

te worden in de koopovereenkomst<br />

• De vennootschap blijft werkgever van<br />

het personeel<br />

opschortende of ontbindende voorwaarde<br />

in een intentieovereenkomst is het due diligence-onderzoek.<br />

Middels dergelijk onderzoek<br />

zal de koper diepgaand inzage krijgen<br />

in alle aspecten van de onderneming. Niet<br />

alleen de financiële informatie zal worden<br />

onderzocht. Ook de belastingsituatie, de juridische<br />

omgeving, de operationele en technische<br />

gegevens komen aan bod.<br />

Het due diligence-onderzoek kan soms ook<br />

aanleiding geven tot de herschikking van<br />

de transactie van een aandelenverkoop naar<br />

een verkoop van activa/passiva.<br />

Sluitstuk van het traject is de verkoopovereenkomst.<br />

De verkoopovereenkomst bevat<br />

uiteraard het akkoord over het voorwerp (de<br />

verkochte aandelen of de verkochte activa/<br />

Activa/passiva<br />

• De vennootschap blijft niet bestaan<br />

zoals ze is<br />

• Enkel de bestanddelen/risico’s waarin de<br />

overnemer geïnteresseerd is gaan over<br />

• Rechten en plichten gaan niet automatisch<br />

over – er zijn overdrachtsformaliteiten<br />

te vervullen en dit per soort<br />

actief (notaris bij onroerend goed, bodemattest,<br />

kennisgeving bij overdracht<br />

van schuldvordering,….)<br />

• De activa kunnen makkelijker als basis<br />

voor financiering gebruikt worden<br />

• Een wettelijke vrijwaring voor<br />

verborgen gebreken en uitwinning.<br />

Aanvullende bescherming in de koopovereenkomst<br />

opnemen is nochtans<br />

aangewezen<br />

• Niet-concurrentiebeding is impliciet<br />

aanwezig<br />

• Voor de overgang van personeel zijn bijzondere<br />

CAO-bepalingen van toepassing<br />

passiva), de prijs en de betalingsmodaliteiten.<br />

Daarnaast bevat de overeenkomst<br />

omzeggens altijd ook een niet-concurrentieverbintenis<br />

van de verkoper, een aantal<br />

garantieverklaringen over de onderneming<br />

en een afspraak over de wijziging in het bestuur<br />

van de onderneming. Garantieverklaringen<br />

worden afgedekt met een schadevergoedingsclausule,<br />

vaak gekoppeld aan een<br />

“harde” garantie, zoals bankgarantie en/of<br />

pand of escrow-rekening.<br />

Tenslotte worden meestal ook overeenkomsten<br />

gesloten met betrekking tot verdere<br />

dienstverlening door de verkoper of het gebruik<br />

van onroerend goed.<br />

De keuze tussen verkoop<br />

van aandelen en verkoop van<br />

activa/passiva<br />

Economisch kan het resultaat van beide<br />

transactievormen hetzelfde zijn, met name<br />

de controle over een ondernemingsactiviteit<br />

verwerven. Fiscaal-juridisch verschillen de<br />

beide transactiestructuren echter grondig.<br />

De tabel links geeft de verschillen vanuit<br />

juridisch standpunt weer.<br />

Sterk<br />

in China<br />

Vanuit juridisch standpunt moeten ook volgende<br />

elementen gecheckt worden:<br />

Aandelen<br />

• Zijn de aandelen volgestort?<br />

• Zijn er overdrachtsbeperkingen (statuten,<br />

overeenkomsten)?<br />

• Zijn er “change of control”- clausules in<br />

overeenkomsten?<br />

• Zijn er intuïtu personae – contracten?<br />

• Kan de overnemer basiskennis bedrijfsbeheer<br />

bewijzen?<br />

Activa/passiva<br />

• Zijn vergunningen overdraagbaar?<br />

• Dienen er bijzondere meldingen plaats<br />

te vinden?<br />

• Zijn er “change of control”- clausules in<br />

overeenkomsten?<br />

• Zijn er intuïtu personae – contracten?<br />

• Kan de overnemer basiskennis bedrijfsbeheer<br />

bewijzen?<br />

• Kunnen huurcontracten worden overgedragen?<br />

• Zijn er zekerheden op de activa gevestigd?<br />

• Zijn er activa waarop een eigendomsvoorbehoud<br />

rust?<br />

• Is er beslag gelegd op bepaalde activa?<br />

• Zijn de nodige attesten met betrekking<br />

tothet afwezig zijn van fiscale schulden,<br />

sociale schulden, BTW, OV aanwezig?<br />

Ook fiscaal heeft de keuze tussen een aandelentransactie<br />

(share deal) of een verkoop<br />

van activa/passiva (asset deal) belangrijke<br />

gevolgen.<br />

Bij een asset deal zal de verkoper namelijk<br />

belast worden op de meerwaarde die hij realiseert<br />

bij de verkoop, al kan deze belasting<br />

onder bepaalde voorwaarden worden gespreid<br />

in de tijd. De koper daarentegen heeft<br />

het voordeel dat de overgenomen activa kunnen<br />

worden geactiveerd aan “marktwaarde”,<br />

en de afschrijvingskost fiscaal aftrekbaar is.<br />

Bij een asset deal dient men voor het bepalen<br />

van de overnameprijs dus alle activa individueel<br />

te waarderen aan hun reële marktprijs.<br />

Naar het verschil tussen de overnameprijs en<br />

UW KREDIETVERZEKERING<br />

=<br />

ONZE ZORG<br />

de reële waarde van het netto actief wordt<br />

gerefereerd als goodwill. Deze goodwill zal<br />

voor de overnemer een fiscaal afschrijfbaar<br />

actief uitmaken. De verkoper zal op deze<br />

goodwill belast worden. Het regime is uiteraard<br />

verschillend wanneer de verkoper een<br />

natuurlijk persoon is of een vennootschap.<br />

Een share deal daarentegen zal voor de<br />

verkoper vaak als voordeel hebben dat de<br />

meerwaarde die hij realiseert bij de verkoop<br />

van de aandelen niet belast wordt. Dit is<br />

veelal zo voor natuurlijke personen die aandelen<br />

verkopen. Voor vennootschappen die<br />

aandelen verkopen gelden andere regels,<br />

maar indien de inkomsten van de aandelen<br />

recht gaven op DBI-aftrek en de aandelen<br />

tenminste één jaar werden aangehouden<br />

wordt de meerwaarde bij verkoop van de<br />

aandelen niet belast. Vanaf januari 2013 zal<br />

een meerwaardebelasting van 0,4% worden<br />

ingevoerd, maar met voorbehoud voor publicatie<br />

van de wetteksten blijven KMO’s<br />

buiten schot. Op de Vlaamse regeling voor<br />

schenking van aandelen van familiale vennootschappen<br />

aan het nultarief (ook aan<br />

derden), gaan we in dit artikel niet verder in.<br />

Wanneer uit de fiscale due diligence zou<br />

blijken dat de vennootschap die wordt overgenomen<br />

nog overdraagbare fiscale verliezen<br />

heeft, dient de overnemer bij het bepalen<br />

van de overnameprijs voor de aandelen<br />

rekening te houden met de beperking die de<br />

wetgever invoerde om handel in verliesvennootschappen<br />

tegen te gaan. Deze fiscale<br />

verliezen kunnen namelijk verloren gaan<br />

wanneer een share deal resulteert in een<br />

controlewijziging: de overnemer moet dan<br />

bewijzen dat deze controlewijziging beantwoordt<br />

aan rechtmatige financiële of economische<br />

behoeften om de overgedragen<br />

verliezen te kunnen behouden.<br />

Samengevat zal het fiscale plaatje de globale<br />

overnameprijs beïnvloeden, en zal de prijs<br />

van de aandelen niet dezelfde zijn als de<br />

som van de activa plus de risico's. <br />

Tel. +32 (0) 53/76.76.10 • info@trade-insure.be • www.trade-insure.be<br />

anne roucourt<br />

en<br />

tanja de decker<br />

baker tilly<br />

cfo magazine januari 2013 13<br />

9913_TRI_chinapub170x55_OK.indd 1 16/03/12 10:34


anders<br />

treasury gedacht<br />

wanneer breekt de kruik van<br />

het belgisch begrotingsbeleid?<br />

14 cfo magazine januari 2013<br />

De federale regering heeft haar begroting voor 2013 toch rond gekregen. De vertraging - normaal<br />

wordt deze begroting begin oktober voorgesteld - was deels gewild wegens de lokale verkiezingen,<br />

maar ook deels het gevolg van de moeilijke politieke knopen die dienden te worden doorgehakt. De<br />

belangrijkste verdienste van de begroting is dat ze er is. De inhoud is bijzaak, zoals dit al jaren het<br />

geval is, maar ook deze ontgoochelt.<br />

begrotingsbeleid met<br />

coalitieregeringen<br />

Het begrotingsbeleid van een regering is<br />

fundamenteel. In een begroting kan een<br />

regering haar beleid concrete vorm geven<br />

en aan het parlement ter goedkeuring<br />

voorleggen. Een begroting weerspiegelt<br />

dan ook de politieke samenstelling van de<br />

regering en zou dus een doorslag moeten<br />

zijn van de partijprogramma’s. In tweepartij-systemen<br />

is dit duidelijk, in coalitiestelsels<br />

absoluut niet. In landen zoals België<br />

waar naast ideologische scheidingslijnen<br />

een taalkundige grens loopt, kan het niet<br />

anders of een regering moet bestaan uit<br />

minimaal vier partijen. Een duidelijk begrotings-<br />

en dus regeringsbeleid kan dan<br />

niet verwacht worden. Zo zal geen enkele<br />

partij belangrijke programmapunten kunnen<br />

doordrukken, maar iedere partij zal<br />

toch iets binnenhalen. Begrotingen vervallen<br />

dan in een opeenstapeling van kleinere<br />

maatregelen zonder globale visie.<br />

Een vervelende karakteristiek van begrotingsonderhandelingen<br />

in coalitieregeringen<br />

is dat partijen tijdens de onderhandelingen<br />

voorstellen van andere<br />

partijen in de pers laten lekken om, door<br />

de verontwaardigde reacties van de publieke<br />

opinie, deze suggesties de grond in<br />

te boren. Negatief scoren noemt men dit:<br />

zelf niets binnenhalen, maar verhinderen<br />

dat coalitiepartners scoren. Nogal evident<br />

dat begrotingsonderhandelingen niet echt<br />

bevorderlijk zijn voor de cohesie in een<br />

regering en dus voor de kwaliteit van het<br />

beleid.<br />

aanmodderen<br />

en aanmodderen<br />

De Belgische coalitieregeringen blinken<br />

uit door zeer gedetailleerde regeringsprogramma’s<br />

waarin iedere regeringspartij<br />

wel ‘iets’ van haar programma terugvindt.<br />

macro-economische ideeën<br />

en inzichten voor de cfo door jef vuchelen,<br />

professor emeritus economie vub<br />

Het is ook een limitatief document: wat er<br />

niet in staat, kan niet worden gerealiseerd.<br />

Daar begrotingen een concretisering zijn<br />

van het vooropgestelde beleid, bevatten<br />

begrotingen nooit ‘revolutionaire’ ingrepen.<br />

Het gevolg is dat de structuur van de<br />

uitgaven en de belastingen is vastgeroest.<br />

Begrotingen zullen aan de marge iets veranderen,<br />

maar echt fundamentele wijzigingen<br />

vinden nooit plaats. Onvermijdbare<br />

bijsturingen worden bij mondjesmaat<br />

gespreid over een lange periode. In periodes<br />

van gestage economische groei lijkt<br />

dit niet problematisch omdat het belastinggeld<br />

voldoende vlot binnenstroomt.<br />

Doordat het overheidstekort beperkt is<br />

en de schulden niet oplopen ontstaat de<br />

indruk dat ‘de regering goed bezig is’.<br />

Beleidsvoerders zijn zelfvoldaan omdat<br />

er geen druk bestaat om te veranderen.<br />

Deze situatie is evenwel misleidend. Het<br />

is immers in periodes van economische<br />

vooruitgang dat ook de overheid reserves<br />

moet opbouwen om de volgende crisis te<br />

kunnen opvangen. Dit houdt concreet in<br />

dat de overheidsuitgaven dalen en hun<br />

structuur wordt gemoderniseerd. Maar in<br />

coalitieregeringen is de bekommernis om<br />

de toekomst nauwelijks of niet aanwezig<br />

omdat de kans redelijk groot is dat ‘men er<br />

dan niet bij zal zijn’ en de verantwoordelijkheden<br />

voor fouten uit het verleden gespreid<br />

kunnen worden over vele partijen.<br />

De Belgische staatsfinanciën illustreren<br />

het voorgaande: onze overheid doet vandaag<br />

in essentie hetzelfde als twintig of<br />

dertig jaar geleden. Nauwelijks of geen<br />

structurele bijsturingen omdat nooit gedurfde<br />

keuzes werden gemaakt. De noodzakelijke<br />

besparingen werden doorgevoerd<br />

door op alle begrotingsposten ‘iets’<br />

te besparen. Zo werd er veel bespaard,<br />

maar niets gesaneerd. Het gevolg is een<br />

continue aftakeling van de kwaliteit van<br />

de overheidsdiensten. In crisismomenten<br />

vragen de burgers evenwel meer aan de<br />

overheid: deze blijft immers de ultieme<br />

reddingsboei. Praktisch resulteert dit alles<br />

in een situatie waarbij de overheid systematisch<br />

teleurstelt. De burgers, inclusief<br />

ondernemers, kniezen over verspillingen,<br />

bureaucratie, onzekerheid, onveiligheid<br />

enz. op een ogenblik dat de overheid over<br />

meer geld dan ooit beschikt.<br />

De figuur illustreert duidelijk dat de Belgische<br />

overheidsuitgaven bij de hoogste van<br />

de wereld liggen en dat hierin de afgelopen<br />

20 jaar nauwelijks verandering komt.<br />

Deze uitgaven moeten gefinancierd worden,<br />

wat meteen een uitleg is voor onze<br />

hoge belastingdruk.<br />

barst de begrotingskruik?<br />

Het voorgaande is niet echt een nieuwe<br />

vaststelling. Het Belgisch overheidsbeleid<br />

hinkt internationaal gezien achterop: zelden,<br />

op de notionele interest na, loopt België<br />

voorop als het op belastingmaatregelen<br />

aankomt, de armoede is hoog ondanks<br />

ruime sociale uitgaven, de pensioenen<br />

zijn laag ondanks hoge globale uitgaven<br />

en hoge bijdragen, de infrastructuur is<br />

van lage kwaliteit, het onveiligheidsgevoel<br />

is ruim verspreid, de werking van justitie<br />

is bedroevend traag, gevangenisstraffen<br />

beneden 3 jaar worden niet uitgevoerd<br />

wat een gevoel van straffeloosheid creëert,<br />

enzovoorts. Mogelijkheden om de belastingen<br />

te verhogen om zo via bijkomende<br />

uitgaven een aantal problemen op te lossen,<br />

zijn er niet. Toekomstgericht moet er<br />

trouwens mee worden rekening gehouden<br />

dat de rentevoeten niet laag zullen blijven,<br />

wat met een schuldquote van 100 procent<br />

toch voor een potentiële sterke toename<br />

van de rentelasten kan zorgen. Een verdubbeling<br />

van de rentes, wat niets anders<br />

zou betekenen dan een normalisering, zal<br />

ons ieder jaar een 8 miljard euro kosten.<br />

Dit kan enkel worden gefinancierd door<br />

de uitgaven met evenveel op een structurele<br />

wijze te beperken. Evenzeer moet er<br />

rekening mee gehouden worden dat de<br />

vergrijzingskost ieder jaar, weliswaar in<br />

beperkte mate zal blijven aandikken. En,<br />

vergeten we dit niet, eind 2015 moet het<br />

begrotingstekort volledig weggewerkt<br />

zijn. Als we er van uitgaan dat de begroting<br />

voor 2013 juist wordt gerealiseerd,<br />

betekent dit een besparing van 2,15 procent<br />

van het BBP in 2014 en 2015 of, in<br />

totaal, een 7,5 miljard euro.<br />

De conclusie hieruit is dat de druk op de<br />

globale uitgaven de komende jaren niet<br />

zal verminderen, integendeel. Maar de<br />

overheid moet ook meer investeren in de<br />

brede betekenis van het woord: in infrastructuur,<br />

mobiliteit, milieu, onderwijs,<br />

onderzoek en ontwikkeling enzovoort.<br />

Het gaat met andere woorden om uitgaven<br />

met een hoog langtermijnrendement.<br />

De herschikking van de overheidsuitgaven<br />

verder uitstellen is niet aangewezen daar<br />

deze cruciaal zijn voor de groei. Vervelend<br />

is wel dat het onmiddellijke rendement<br />

van deze uitgaven vrij laag is. Een betere<br />

infrastructuur om de files te vermijden<br />

bijvoorbeeld, vereisen jarenlange hoge<br />

investeringen en dus, waarschijnlijk, bijkomende<br />

files op kortere termijn. Denk<br />

maar aan het Antwerps probleem.<br />

De crisis heeft tot gevolg dat de overheidsuitgaven<br />

voor bijvoorbeeld sociale zaken,<br />

werkloosheid, bijstand, en vervroegde<br />

pensionering sterk toenemen. Daar deze<br />

uitgaven rechtstreeks kiezers treffen, zijn<br />

beleidsvoerders hier uitermate gevoelig<br />

voor. De neiging om deze direct politiek<br />

renderende uitgaven te verkiezen boven<br />

investeringen in de toekomst is begrijpelijk,<br />

maar economisch-financieel onhoudbaar.<br />

De nadelen van het jarenlang<br />

kiezen voor deze beleidsopties worden<br />

steeds meer zichtbaar en voelbaar, ook<br />

voor de kiezers. Het is dus, om het met<br />

een boutade te stellen, beleidsmatig minder<br />

en minder zeker dat sociale uitgaven<br />

veel stemmen zullen opleveren. De recent<br />

steeds luider klinkende onvrede van<br />

ondernemers over de aftakeling van het<br />

ondernemingsklimaat vormt een andere<br />

uiting van misnoegen over het beleid.<br />

Het besluit uit het voorgaande kan niet anders<br />

zijn dan dat het Belgisch begrotingsbeleid<br />

op een dood spoor zit. Het beleid<br />

om keuzes te vermijden heeft geleid tot<br />

een overvolle begrotingskruik die onver-<br />

mijdelijk zal barsten. Vraag blijft dan hoe<br />

dit verhaal zal eindigen.<br />

Crisis van de Belgische<br />

staatsfinanciën<br />

Louter afgaand op de beschikbare statistieken<br />

staan onze staatsfinanciën er niet<br />

zo slecht voor. Deze macro-economische<br />

statistieken verbergen evenwel, zoals<br />

hierboven werd uitgelegd, vele structurele<br />

problemen. Gemakshalve hebben we het<br />

dan nog niet gehad over de noodzakelijke<br />

belastingherschikkingen. Een hernieuwd<br />

aanknopen bij een forse economische<br />

groei van meer dan 2 procent kan, door<br />

Overheidsuitgaven als % van het BBP<br />

de toename van de belastingopbrengsten,<br />

een aantal problemen verzachten. We<br />

denken in de eerste plaats aan het realiseren<br />

van de 2015-begrotingsdoelstelling.<br />

Er kan dan ook werk gemaakt worden van<br />

een zekere herschikking van de belastingen,<br />

maar ook euro’s kunnen slechts één<br />

keer worden uitgegeven en dus hopen dat<br />

ook de overheidsinvesteringen voldoende<br />

zullen toenemen getuigt toch wel van veel<br />

optimisme.<br />

Erger is natuurlijk het meer waarschijnlijke<br />

scenario van een zeker herstel van<br />

de economische groei zonder dat deze<br />

evenwel sterk boven het procent uitstijgt.<br />

De regering zal dan alles doen om het<br />

door ‘Europa’ opgelegd begrotingsevenwicht<br />

in 2015 te realiseren. Dit zal niet<br />

eenvoudig zijn doordat er midden 2014<br />

verkiezingen plaatsvinden en we aanslepende<br />

regeringsonderhandelingen kunnen<br />

verwachten. Zeer waarschijnlijk dat<br />

de huidige regering de begroting 2015 in<br />

het najaar van 2014 zal moeten opstellen.<br />

Kwaliteit zal dan niet een prioriteit zijn.<br />

‘Gelukkig’ kijkt Europa enkel naar de<br />

macro-economische cijfers en dus zullen<br />

we daar mee wegkomen. Dit betekent dan<br />

ook weinig onrust rond onder meer de<br />

Belgische rente. Met andere woorden, ons<br />

land zal verder aanmodderen.<br />

Een rampscenario van lage groei zou het<br />

voorgaande beeld niet echt veranderen.<br />

De realisatie van het begrotingsevenwicht<br />

zou enkel worden bemoeilijkt, maar we<br />

geloven niet dat dit onoverkoombare problemen<br />

zou opleveren.<br />

Betekent het voorgaande dan dat de begrotingskruik<br />

nooit zal barsten? Neen, want<br />

de druk, onder andere de vergrijzingskost<br />

en de nadelen van de slechte concurrentiepositie,<br />

zal steeds verhogen. Niet echt<br />

te voorspellen wanneer, maar wellicht ter<br />

gelegenheid van een politieke crisis zullen<br />

Bron: OESO<br />

de financiële markten<br />

tot het besef komen dat<br />

de structuur van de Belgische<br />

staatsfinanciën niet zo<br />

goed is als de macro-cijfers<br />

laten uitschijnen. Een Grieks<br />

scenario is wellicht overdreven,<br />

maar blijven aanmodderen<br />

is ook geen haalbaar<br />

scenario. Daarom zou een<br />

politieke crisis na de verkiezingen<br />

in 2014 wel eens de<br />

laatste druppel kunnen zijn<br />

die de kruik doet barsten. <br />

cfo magazine januari 2013<br />

15


16<br />

it<br />

hoeveel kost<br />

uw printerpark?<br />

Printen, kopiëren of scannen wordt in veel bedrijven een beetje stiefmoederlijk behandeld. De verantwoordelijkheid<br />

voor uw printerpark en bijhorende onderdelen situeert zich in veel organisaties tussen de IT-afdeling, de <strong>CFO</strong><br />

en de afdeling facilities. Nochtans kost het uw organisatie meer dan u denkt. Jaarlijks is dat gemiddeld 800 tot<br />

1.000 euro per medewerker. Maar hoe kan het goedkoper? Een vooral: effi ciënter?<br />

Uit een berekening van onderzoeksbureau<br />

Gartner blijkt dat bedrijven gemiddeld<br />

tussen 1 en 3 procent van hun omzet<br />

besteden aan output van documenten.<br />

Hiermee bedoelen ze het afdrukken en<br />

kopiëren van pagina’s. Dat is vaak een hoger<br />

bedrag dan veel managers en <strong>CFO</strong>’s<br />

voor ogen hebben. Toch zijn er enkele<br />

simpele ingrepen voorhanden om uw<br />

printerpark goedkoper en beheersbaarder<br />

te maken. Wij zetten vijf tips op een<br />

rijtje, vergezeld van het nodige cijfermateriaal.<br />

1) negotieer<br />

Een standaardprijs of richtprijs voor een<br />

printerpark vastleggen, is moeilijk. Dit<br />

hangt erg af van de producten en diensten<br />

die uw fabrikant of dienstverlener<br />

u levert. In een ideale situatie kan u gemiddeld<br />

printen voor ongeveer 1,5 à 2,5<br />

eurocent per pagina. Soms zelfs voor een<br />

stuk minder. Maar als u alles meetelt, zit<br />

een bedrijf al snel aan 11 tot 15 eurocent.<br />

Want de printer zelf is slechts een klein<br />

onderdeel van de totale kostprijs van een<br />

printerpark. Maar de prijs kan oplopen.<br />

Studies wijzen uit dat print en copy een<br />

bedrijf jaarlijks tussen de 800 en 1.000<br />

euro per werknemer kosten.<br />

Er bestaan inderdaad heel wat formules<br />

waarbij u door de leverancier afgerekend<br />

wordt op het aantal afgedrukte pagina's<br />

per jaar, bijvoorbeeld enkele eurocent per<br />

pagina. Maar ook hier gaat het om een<br />

prijs op maat die verder gaat dan de aanschaf<br />

van de toestellen zelf. Een ingeburgerd<br />

concept in de wereld van het printen<br />

is het zogenaamde Managed Printing<br />

Services (MPS), waarbij een printer- of<br />

IT-dienstenleverancier het printerpark<br />

overneemt. Het voordeel van deze aanpak<br />

is dat uw dienstenleverancier het beheer<br />

en eventuele verbeteringen zelf voor zijn<br />

rekening neemt. Vooral grote bedrijven<br />

hebben hier baat bij omdat bij hen de be-<br />

cfo magazine januari 2013<br />

sparingen vaak het grootst zijn.<br />

Dat is al de eerste stap in uw aanpak: u<br />

neemt het contract met uw printerfabrikant<br />

onder de loep. Want de prijzen die<br />

printerfabrikanten leveren, staan vaak<br />

onder druk. “Er heerst vandaag een heuse<br />

prijzenslag in de printermarkt voor bedrijven”,<br />

beaamt Wilbert Hendriks, Product<br />

Manager Document Solutions van<br />

Sharp Benelux. “Vooral in België woedt<br />

de concurrentie onder de fabrikanten<br />

hard”, geeft hij toe. Aanbieders als Kyocera,<br />

Ricoh en Konica Minolta bevestigden<br />

dat Belgische bedrijven (al te) vaak hun<br />

beslissing van de prijs laten afhangen.<br />

De prijs is een cruciale beslissingsfactor.<br />

Op vijf jaar tijd is, volgens een aanbieder<br />

als Konica Minolta, de prijs voor kleurenprints<br />

met factor 3 à 4 gedaald. Bij<br />

zwart-wit gaat het om een halvering in die<br />

periode.<br />

2) (her)organiseer<br />

Onderhandelen over prijzen is maar één<br />

deel van de oplossing. Vaak stopt het<br />

daarbij. Er is in het verleden bij veel bedrijven<br />

al fl ink bespaard op de harde kost van<br />

het printerpark, terwijl er nog te weinig<br />

aandacht gaat naar het effi ciënter maken<br />

van het hele proces van documentbeheer<br />

en printen. Zo kan u uw printerpark beter<br />

organiseren. Vaak zit het hele printerbeheer;<br />

onder andere voor de hardware,<br />

onderdelen en onderhoud; verdeeld over<br />

diverse budgetten en verantwoordelijken.<br />

De eerste stap is inzicht hierin verwerven,<br />

soms ook op organisatorisch vlak. Een<br />

oefening waar ook nog steeds veel bedrijven<br />

aan toe zijn, is om zich te beperken<br />

tot een kleiner aantal modellen, en mogelijk<br />

ook tot één fabrikant.<br />

Daarnaast moet u ook zicht krijgen op de<br />

effi ciëntie van de bestaande infrastructuur.<br />

Fabrikanten bieden analyses en<br />

software aan, die u helpen om het printverkeer<br />

in kaart te brengen. Een analyse<br />

wordt het best uitgevoerd door een min<br />

of meer onafhankelijke IT-dienstverlener<br />

omdat een printer- of documentspecialist<br />

vooral zijn eigen winkel zal promoten.<br />

De printerfabrikanten zelf zien zichzelf<br />

als absolute specialist in de materie. Ze<br />

beschikken, naar eigen zeggen, over een<br />

dusdanig breed gamma dat ze doorgaans<br />

wel aan uw behoeften kunnen voldoen. In<br />

de praktijk ligt de waarheid ergens in het<br />

midden.<br />

3) centraliseer & consolideer<br />

Met centraliseren hebben we het over de<br />

diverse taken die het hedendaagse printerpark<br />

op zich neemt. Printers zijn vandaag<br />

heuse alleskunners. Naast printen<br />

en scannen van documenten kunnen ze<br />

ook kopiëren en faxen. Om al deze taken<br />

te combineren zijn zogenaamde multifunctionals<br />

komen opzetten de laatste<br />

jaren. Vandaag maken er in België meer<br />

bedrijven gebruik van dergelijke MFP’s<br />

dan van klassieke printers. Het gaat van<br />

kleine desktopmultifunctionals met een<br />

lage instapprijs voor thuiskantooromgevingen<br />

tot grote multifunctionals die als<br />

centraal afdruksysteem voor een bedrijf of<br />

afdeling dienst doen. Zo haalt u een hoger<br />

afdrukvolume per machine en dus een lagere<br />

prijs per afdruk.<br />

Met consolideren bedoelen we dat er bij<br />

veel bedrijven vandaag nog altijd te veel<br />

printers staan. Want hoe groter de printer,<br />

hoe lager doorgaans de prijs per pagina.<br />

Dus geen individuele printer per<br />

gebruiker. Minstens vijf werknemers per<br />

printer of tien per multifunctional is een<br />

absolute minimum als we het over een<br />

open bureaulandschap hebben. Sommige<br />

bedrijven hangen zelfs meer gebruikers<br />

aan één printer.<br />

Uiteraard heeft centralisatie ook zijn<br />

grenzen. Niet alle personeelsleden willen<br />

tientallen meters wandelen om hun afdrukken<br />

op te halen. In grote landschaps-<br />

De printer zelf is slechts<br />

een klein onderdeel van de totale<br />

kostprijs van een printerpark<br />

bureaus, zoals in de hoofdzetel van een<br />

bank, is 20 meter afstand geen uitzondering.<br />

Maar veel langer ook niet. Belangrijke<br />

factor is ook de zogenaamde line<br />

of sight, namelijk dat mensen het toestel<br />

kunnen zien. Voor een printer in kleur is<br />

dat vaak een langere afstand dan voor een<br />

zwart-witprinter, gemiddeld 25 à 30 meter<br />

tegenover 15 meter. “Overigens stellen<br />

we vast dat in België meer en meer bedrijven<br />

de overstap maken naar printen in<br />

kleur. In vergelijking met andere landen<br />

was het gebruik van kleurenprints nog<br />

eerder beperkt. Maar dat verandert hier<br />

snel”, aldus Wilbert Hendriks, Product<br />

Manager Document Solutions van Sharp<br />

Benelux.<br />

4) digitaliseer<br />

Volgens het Amerikaanse consultingbureau<br />

Convergence Consulting print een<br />

doorsnee kantoorwerker 10.000 pagina’s<br />

per jaar af. Andere bronnen spreken eerder<br />

over een gemiddelde van 2.500 pagina’s<br />

per jaar. Maar over één ding lijkt er<br />

wel eensgezindheid te bestaan: er wordt<br />

minder geprint dan pakweg tien jaar geleden.<br />

Dat komt vooral omdat meer en<br />

meer documenten digitaal worden bekeken<br />

en samengesteld. Ook de doorbraak<br />

van tablets op de werkvloer heeft impact<br />

op het papierverbruik op grote schaal.<br />

Verhoudingsgewijs wordt er vandaag<br />

meer gelezen op een beeldscherm. Meer<br />

en meer bedrijven geven trouwens hun<br />

werknemers een tweede scherm om documenten<br />

te bekijken.<br />

Een andere belangrijke factor op het vlak<br />

van digitalisering is de integratie van multifunctionals<br />

in de ICT-infrastructuur. De<br />

MFP is namelijk vaak het eerste en laatste<br />

station van een bedrijfsproces. Zo komt<br />

scannen of digitaliseren fl ink opzetten<br />

als eerste station in dat proces als tegenpool<br />

van het printen. Met een druk op de<br />

knop via het controlepaneel van een MFPtoestel<br />

kunnen werknemers pagina’s digitaliseren.<br />

De verwerking van documenten gebeurt<br />

steeds vaker digitaal. Een klassiek voorbeeld<br />

is het inscannen van een factuur,<br />

wat meteen de start betekent voor de ver-<br />

werking ervan: evaluatie van de gegevens<br />

op de factuur, vaststellen van de persoon<br />

die de factuur moet goedkeuren en de verzending<br />

ervan, goedkeuring en verzending<br />

naar de boekhouding etc. Allemaal<br />

met uw printerpark als drijfveer.<br />

Tegenover de opmars van scanning stellen<br />

we vast dat kopiëren en faxen in de<br />

meeste bedrijven de laatste jaren gevoelig<br />

daalt. Vooral kopiëren is op de terugweg.<br />

Het aantal bedrijven dat nog over een kopieerapparaat<br />

beschikt, is overigens gevoelig<br />

gedaald. Het duikt vooral nog op<br />

in specifi eke omgevingen zoals scholen.<br />

5) mobiliseer<br />

Uw medewerkers werken meer dan ooit<br />

op andere locaties. Binnen de bedrijfsomgeving<br />

kunt u printopdrachten voltooien,<br />

maar van zodra u buiten het bedrijf gaat,<br />

is uw printer onbereikbaar. Ook qua printen<br />

(en scannen) is er een trend naar mobiliteit,<br />

mede door het succes van mobiele<br />

toestellen, zoals tablets en smartphones,<br />

en de stijgende fl exibiliteit die organisaties<br />

en hun medewerkers verlangen.<br />

Enkele initiatieven en technologieën knippen<br />

de vaste band door tussen toestellen<br />

en printerpark. Een voorbeeld hiervan is<br />

het zogenaamde Follow Me printen, ook<br />

wel Pull Printing genoemd. Hierbij kunnen<br />

printopdrachten op elke gekoppelde<br />

printer of multifunctional worden uitgevoerd.<br />

Al zit hier wel een vorm van beveiliging<br />

op. Printopdrachten worden pas uitgeprint<br />

als de gebruiker bij de printer staat<br />

en zich identifi ceert met een chipkaart of<br />

pincode. In de praktijk gaan alle printjobs<br />

in een tijdelijke map tot deze worden geactiveerd.<br />

Zo kunnen vertrouwelijke documenten<br />

niet in verkeerde handen vallen,<br />

terwijl de fl exibiliteit en de beveiliging van<br />

documenten toeneemt. Bovendien is er<br />

ook hier een kostenaspect. Initiatieven als<br />

Follow Me printing kunnen het printvolume<br />

met 10 tot 20 procent doen dalen. Het<br />

vermijdt namelijk dat allerhande prints op<br />

de printer blijven liggen.<br />

Kortom, uw aanpak op het vlak van printen,<br />

is voor een stuk op maat. U tracht<br />

als <strong>CFO</strong> of via een van uw collega’s, vat<br />

te krijgen op de kosten en verantwoordelijkheden.<br />

En u bekijkt best per afde-<br />

cijfers:<br />

hoeveel kost uw printerpark?<br />

- Studies wijzen uit dat print en copy<br />

een bedrijf jaarlijks tussen de 800<br />

en 1.000 euro per werknemer kosten.<br />

- Een afdruk in kleur is gemiddeld<br />

nog altijd zes à tien keer duurder<br />

dan in zwart-wit.<br />

- Volgens de ene bron drukt een<br />

doorsnee kantoorwerker 10.000<br />

pagina’s per jaar af. Andere bronnen<br />

spreken eerder van een gemiddelde<br />

van 2.500 pagina’s per jaar.<br />

- Organisaties die hun printers,<br />

kopieerapparaten, faxen of<br />

multifunctional toestellen actief<br />

(of actiever) managen, kunnen<br />

10 tot 30 procent van hun printkosten<br />

besparen.<br />

U kan onder meer besparen door<br />

de densiteit van de afdrukken te<br />

verminderen of voor een andere<br />

paginaopmaak te opteren.<br />

- Meer dan 83 procent van de<br />

bedrijven oordelen dat het<br />

optimaliseren van documentgedreven<br />

bedrijfsprocessen de<br />

omzet met gemiddeld 10 procent<br />

kunnen verhogen.<br />

Bronnen: IDC, Convergence Consulting, Gartner<br />

ling wat de noden zijn en hoe daar best<br />

aan kan voldaan worden. Voor sommige<br />

afdelingen of diensten is er bijvoorbeeld<br />

geen centrale multifunctional printer nodig<br />

en volstaat een eenvoudigere printer.<br />

Terwijl andere diensten dan weer een zeer<br />

specifi ek toestel nodig hebben. Voor nog<br />

anderen is mobiel printen wenselijk. Maar<br />

meer dan eens kan het allemaal goedkoper<br />

en effi ciënter. <br />

William Visterin<br />

cfo magazine januari 2013 17


18<br />

ADVERTORIAL<br />

Bruxelles Formation ondersteunt<br />

nieuwe aanpak met Agresso<br />

Bruxelles Formation hertekende haar processen en ondersteunt die met één geïntegreerd systeem.<br />

Dat laat Bruxelles Formation toe haar administratieve efficiëntie te verhogen, haar budgetten zorgvuldig<br />

te beheren en in te spelen op de toenemende vraag naar rapportering. Bruxelles Formation steunt<br />

daarbij op het ERP-pakket Agresso van UNIT4.<br />

Bruxelles Formation is de instelling voor<br />

Franstalige beroepsopleidingen van het<br />

Brussels hoofdstedelijk gewest. De instelling<br />

staat in voor de organisatie van opleidingen<br />

aan medewerkers van bedrijven,<br />

aan werkzoekenden en aan personen met<br />

een handicap. Het brede opleidingsaanbod<br />

van Bruxelles Formation is ingedeeld<br />

in categorieën, zoals industrie, logistiek en<br />

bouw. Tot elke categorie behoort een reeks<br />

opleidingen: bouwtechnieken, elektriciteit,<br />

automatisering, confectie, transport, secretariaat,<br />

boekhouding, informatica, marketing,<br />

industrieel ontwerp, enzovoort. Daarnaast<br />

biedt Bruxelles Formation ook taalcursussen<br />

aan. De opleidingen vinden plaats in de elf<br />

centra van Bruxelles Formation, verspreid<br />

over het Brusselse gewest. In 2011 volgden<br />

bijna 12.000 werkzoekenden een traject bij<br />

Bruxelles Formation en partners. De organisatie<br />

kan daarbij mooie resultaten voorleggen.<br />

Ruim zeventig procent van de werkzoekenden<br />

die een opleiding afronden bij<br />

Bruxelles Formation, vinden daarna de weg<br />

naar de arbeidsmarkt. Verder geeft Bruxelles<br />

Formation jaarlijks ook korte opleidingen aan<br />

ongeveer 3.500 medewerkers van bedrijven.<br />

Decentrale aanpak,<br />

centraal systeem<br />

De implementatie van Agresso van UNIT4<br />

paste bij Bruxelles Formation binnen een<br />

ruimer traject. “We hebben ervoor gekozen<br />

onze aanpak te decentraliseren”, zegt Michel<br />

Peffer, algemeen directeur van Bruxelles<br />

Formation. “We wilden de verschillende afdelingen<br />

meer verantwoordelijkheid geven.<br />

Dat moet die afdelingen beter in staat stellen<br />

hun eigen budgetten te beheren.” Daardoor<br />

vond bij Bruxelles Formation een belangrijke<br />

verschuiving plaats in het financiële beheer<br />

van de instelling. Omdat de afdelingen meer<br />

financiële verantwoordelijkheid krijgen, is<br />

er meer behoefte aan rapportering. De controle<br />

over de financiën vindt niet langer bij<br />

voorbaat centraal plaats bij de directie, maar<br />

berust op de rapportering van de afdelingen<br />

aan de directie.<br />

“We wilden vooral komaf maken met de dubbele<br />

of driedubbele invoering van gegevens”,<br />

vertelt Michel Peffer. “Er waren verschillende<br />

types databases, met Excel als meest gebruikte<br />

tool. Dat was historisch zo gegroeid, maar<br />

we wilden van die heterogene omgeving af.”<br />

Bruxelles Formation besliste daarom de decentralisatie<br />

van de verantwoordelijkheden<br />

van de afdelingen te ondersteunen met één<br />

centraal systeem. De organisatie stelde een<br />

plan op voor een performante, centrale infrastructuur<br />

waarop de verschillende afdelingen<br />

hun data beheren. Die oefening – die uiteindelijk<br />

leidde tot de implementatie van Agresso –<br />

liep ongeveer samen met een traject voor de<br />

certificatie van ISO 9001-2008. Michel Peffer<br />

legt uit: “Vroeger waren niet alle administratieve<br />

procedures even duidelijk. Daarom hebben<br />

we nieuwe procedures uitgetekend, met<br />

de bijhorende workflows en verantwoordelijkheden.<br />

Dat we alles netjes in kaart hebben gebracht,<br />

heeft ons sterk geholpen om het ISOcertificaat<br />

te behalen. Tegelijk vormden die<br />

duidelijk gedefinieerde procedures ook een<br />

voordeel bij de implementatie van Agresso.”<br />

Budgetboekhouding<br />

Aan de keuze voor Agresso ging een grondig<br />

selectietraject vooraf, via een openbare<br />

aanbesteding op basis van een lastenboek.<br />

Bruxelles Formation evalueerde de voorstellen<br />

van vier kandidaat-leveranciers, woonde<br />

demo’s bij en maakte een analyse van de<br />

geboden functionaliteit. Dat de keuze daarbij<br />

op Agresso van UNIT4 viel, had vooral<br />

te maken met de functionaliteit rond budgetbeheer.<br />

“Agresso vormt één geïntegreerde<br />

oplossing”, vertelt Pierre Roland,<br />

projectleider bij de ICT-afdeling van Bruxelles<br />

Formation. “Andere leveranciers boden<br />

de oplossing voor budgetbeheer in een<br />

externe module aan. Daar waren we niet<br />

voor gewonnen.” Het beheer van het beschikbare<br />

budget is cruciaal in de werking<br />

van Bruxelles Formation. De organisatie<br />

steunt op overheidsgeld en bouwt haar activiteiten<br />

uit in functie van het toegewezen<br />

budget. Daarom werkt Bruxelles Formation<br />

met een systeem van bestelbonnen. Die<br />

moeten juist worden toegewezen, zodat de<br />

administratie later de corresponderende betalingen<br />

kan uitvoeren.<br />

“Een budgetboekhouding verschilt van een<br />

klassieke dubbele boekhouding”, zegt Pierre<br />

Roland. “Een dubbele boekhouding werkt<br />

met afschrijvingen, bijvoorbeeld, terwijl een<br />

budgetboekhouding investeringen altijd als<br />

geheel bekijkt.” Bruxelles Formation vond in<br />

Agresso een oplossing die beide benaderingen<br />

met elkaar verzoent, en die daar tegelijk<br />

een analytische laag aan toevoegt. De oplossing<br />

vervangt op die manier drie oude systemen:<br />

een boekhoudpakket en twee maatwerktoepassingen<br />

voor budgetopvolging en<br />

analyse. Michel Peffer: “De functionaliteit<br />

van de twee stukken maatwerk was bovendien<br />

vrij beperkt. Met Agresso beschikken<br />

we over één oplossing die de drie domeinen<br />

combineert, en die ook de onderlinge<br />

samenhang duidelijk maakt. Dat is voor ons<br />

essentieel: wanneer een bestelbon of budget<br />

niet correct is, kan de boekhouding niet<br />

uitbetalen.”<br />

Tegelijk betekende het nieuwe systeem het<br />

einde van de papieren bestelbon. Michel Peffer:<br />

“Op dat vlak hebben we aan snelheid<br />

en efficiëntie gewonnen. Elektronische bestelbonnen<br />

kun je niet verliezen.” Meer nog,<br />

dankzij een gedetailleerde workflow kun je<br />

zo’n bestelbon ook niet verkeerd of onvoldoende<br />

invullen. “Het doel was daar niet om<br />

onze medewerkers extra te controleren of<br />

met de vinger te wijzen, maar ze te helpen<br />

om de nieuwe procedures correct te volgen.”<br />

Tegelijk wilde Bruxelles Formation een oplossing<br />

die haar ook voldoende flexibiliteit zou<br />

bieden om de software aan te passen aan de<br />

specifieke noden van de organisatie. Pierre<br />

Roland: “Zo gelden er in ons geval een aantal<br />

speciale regels in verband met de BTW. Op<br />

dat vlak wijken we nogal af van een doorsnee<br />

BTW-plichtig bedrijf. Voor ons is het<br />

heel belangrijk dat Agresso zich daar makkelijk<br />

op laat instellen.”<br />

Verandering in cultuur<br />

Veel meer dan om de implementatie van een<br />

nieuw softwarepakket, ging het bij Bruxelles Formation<br />

eigenlijk om een ingrijpende verandering<br />

in de werking van de organisatie. Michel Peffer:<br />

“We zijn van een verticale organisatie geëvolueerd<br />

naar een transversale aanpak. Alleen hebben<br />

we daar nu een transversaal systeem aan<br />

toegevoegd. Dat heeft de betrokkenheid van alle<br />

medewerkers sterk verhoogd, over de verschillende<br />

afdelingen heen. Het ging zo ver dat we<br />

het organigram hebben hertekend, omdat ook de<br />

rollen en verantwoordelijkheden van onze medewerkers<br />

een nieuwe invulling kregen.” In die<br />

nieuwe context – waarbij Bruxelles Formation decentraal<br />

meer verantwoordelijkheid legt – is het<br />

belang van snelle en correcte rapportering sterk<br />

toegenomen. Michel Peffer: “We beschikken met<br />

Agresso nu over een omgeving die ons toelaat om<br />

beter te rapporteren over de manier waarop we<br />

de beschikbare budgetten inzetten.” Meer nog,<br />

dankzij Agresso kan Bruxelles Formation anticiperen<br />

op nieuwe vereisten vanwege de overheid.<br />

Pierre Roland: “Denken we maar aan de snelle<br />

opkomst van elektronische facturatie. Wanneer<br />

de overheid ons straks vraagt op elektronische<br />

facturatie over te stappen, dan biedt Agresso ons<br />

de mogelijkheid dat onmiddellijk te doen.”<br />

UNIT4 Business Software nv<br />

Meir 24, 2000 Antwerpen<br />

Tel.: +32 (0)3 232 4022 | Fax: +32 (0)3 232 3823<br />

E-mail: unit4bs@unit4.com | Website: www.unit4.be/bs<br />

Bruxelles Formation draait Agresso op drie<br />

servers vanuit haar hoofdkwartier in Ukkel.<br />

De software is via het netwerk op twee manieren<br />

toegankelijk. De medewerkers van<br />

de boekhoudafdeling werken met een<br />

client/server-versie. Andere gebruikers<br />

krijgen toegang tot Agresso via een webclient.<br />

De toegang tot functionaliteit en<br />

data is gebaseerd op de rol van de medewerker.<br />

Pierre Roland: “Het belangrijkste<br />

voordeel is voor ons het feit dat het om<br />

een geïntegreerde oplossing gaat. Van het<br />

opstellen van een bestelbon, tot de goedkeuring<br />

en betaling ervan: alles gebeurt<br />

in hetzelfde systeem.” Vroeger moesten<br />

de medewerkers van Bruxelles Formation<br />

de data drie tot vier keer manueel<br />

overtikken in andere systemen, waardoor<br />

er een risico bestond op fouten. Door het<br />

manuele werk gingen er ook verschillende<br />

weken over de behandeling van een dossier.<br />

Vandaag is de doorlooptijd beperkt tot<br />

een paar dagen. Michel Peffer: “De voordelen<br />

die we met Agresso realiseren, zijn<br />

heel duidelijk. De administratieve doorstroming<br />

verloopt sneller en de foutenlast ligt<br />

lager.”<br />

Bekijk dit <strong>interview</strong>,<br />

aanvullend beeldmateriaal<br />

en video op de tabletversie<br />

van <strong>CFO</strong> <strong>Magazine</strong>. U vindt<br />

onze gratis app in de<br />

store en het magazine is<br />

voor abonnees gratis te<br />

downloaden.<br />

Michel Peffer en Pierre Roland<br />

van Bruxelles Formation:<br />

“Met Agresso ondersteunen we de<br />

toenemende behoefte aan strikte<br />

budgetcontrole en rapportering, terwijl<br />

we de afdelingen tegelijk meer financiële<br />

verantwoordelijkheid geven.”<br />

Permanent project<br />

In de volgende stappen wil Bruxelles Formation<br />

ook andere administratieve elementen<br />

met Agresso integreren. Michel Peffer: “Werkzoekenden<br />

die bij ons een opleiding volgen,<br />

krijgen daarvoor als incentive een extra uitkering.<br />

Eén van de volgende projecten zal erin<br />

bestaan dat betalingssysteem te integreren<br />

met Agresso.” Dat moet Bruxelles Formation<br />

toelaten om heel gedetailleerd te rapporteren<br />

over de verdeling van het ontvangen budget<br />

over de diverse opleidingstrajecten. Daarnaast<br />

plant Bruxelles Formation ook een integratieproject<br />

op het vlak van HR, om vanuit Agresso<br />

automatisch gegevens uit te wisselen met<br />

het sociaal secretariaat Groep S. Michel Peffer:<br />

“We beschouwen ERP als een permanent<br />

project, waar we stap voor stap aan verder<br />

werken. Zo komt het beheer van de materiaalvoorraden<br />

voor de opleidingen bouw en<br />

industrie in Agresso. En op termijn willen we<br />

Agresso ook inzetten voor patrimoniumbeheer.”<br />

Zo blijft Bruxelles Formation het beheer<br />

van de organisatie steeds verder verfijnen.<br />

auteur: dries van damme<br />

foto’s: jerry de brie<br />

UNIT4 Business Software<br />

UNIT4 is, met de hoofdzetel in het<br />

Nederlandse Sliedrecht en kantoren in<br />

17 Europese landen, Europa’s tweede<br />

grootste ERP-leverancier. Daarbuiten<br />

telt de onderneming nog vestigingen<br />

in zeven landen (in Noord-Amerika,<br />

Azië en Afrika) en verkoopkantoren<br />

in meerdere andere landen. In 2009<br />

boekte zij een omzet van bijna 380<br />

miljoen euro. De groep telt 4.160 medewerkers.<br />

UNIT4 is genoteerd op de<br />

Euronext Amsterdam en opgenomen in<br />

de Amsterdam Midcap Index (AMX).<br />

19


20<br />

fiscaliteit<br />

is 309% een<br />

pestbelasting of niet?<br />

krijtlijnen voor de toepassing van<br />

de geheime-commissieloonaanslag<br />

Het kalenderjaar 2012 is zonder meer een bewogen jaar geweest op fiscaal vlak. De regering-Di Rupo I heeft met<br />

ingang van respectievelijk 2012 en 2013 twee ingrijpende belastinghervormingen doorgevoerd en heeft ook de<br />

fiscale praktijk op een aantal vlakken flink door elkaar geschud. Eén van de gevoelige zaken uit de fiscale praktijk<br />

die aldus de revue zijn gepasseerd is de zogenaamde 309% bijzondere aanslag voor geheime commissielonen.<br />

Kortom, de hoogste tijd voor een stand van zaken.<br />

Wat is de 309% bijzondere aanslag<br />

voor geheime commissielonen?<br />

De afzonderlijke aanslag van 309% over<br />

zogenaamde geheime commissielonen<br />

is in wezen een vorm van antirechtsmisbruikbepaling<br />

als (dure) stok achter de<br />

deur wanneer een Belgische belastingplichtige<br />

heeft nagelaten om beroepsinkomsten<br />

op fiche te rapporteren op naam<br />

van de genieter en/of deze fiche tijdig in<br />

te dienen bij de fiscus. Concreet: wanneer<br />

dit het geval is, wordt de Belgische<br />

debiteur belast aan 309% over de niet gerapporteerde<br />

inkomsten. Belangrijk om<br />

weten is dat deze 309% een bijzondere<br />

aanslag is en daarom niet afzetbaar is<br />

tegen bijvoorbeeld fiscale verliezen. Met<br />

andere woorden, de nalatige Belgische<br />

debiteur is deze 309% in elk geval cashmatig<br />

verschuldigd, ongeacht zijn courante<br />

fiscale resultaat.<br />

Als doekje voor het bloeden mag de Belgische<br />

debiteur de geheime commissielonen<br />

zelf, evenals de 309% belasting, wel<br />

fiscaal in mindering brengen van zijn belastbare<br />

basis wat betreft het jaar waarin<br />

beide verschuldigd zijn. Is er onvoldoende<br />

belastbare basis om beide in kosten te<br />

nemen, dan kan het exces zelfs tot een<br />

overgedragen fiscaal verlies leiden.<br />

Doch, omdat een VZW onderworpen aan<br />

de rechtspersonenbelasting (RPB) de<br />

309% niet daadwerkelijk kan aftrekken<br />

(wegens geen belastbare basis), heeft het<br />

Arbitragehof op 6 april 2000 geoordeeld<br />

dat de 309% niet aan zet is in de RPB wanneer<br />

blijkt dat de belastingplichtige te<br />

goeder trouw was.<br />

cfo magazine januari 2013<br />

Waarom 309%?<br />

Het spreekt voor zich dat het toch wel<br />

aanzienlijke percentage van 309% vooral<br />

een sterk ‘ontradend’ karakter heeft.<br />

Maar waar komt dit percentage van 309%<br />

nu precies vandaan?<br />

Welnu, de bijzondere aanslag sloop in de<br />

belastingwet van 1973. Voor die datum<br />

waren niet gerapporteerde inkomsten enkel<br />

niet aftrekbaar in de vennootschaps-<br />

en personenbelasting. Vanaf 1973 bleef<br />

dit zo, maar er werd tevens een afzonderlijke<br />

aanslag in het leven geroepen<br />

“opdat een nalatige vennootschap er geen<br />

belang meer bij zou hebben beroepsinkomsten<br />

niet op fiche te zetten”. Immers,<br />

wie betrapt wordt, liep voortaan tegen de<br />

genoemde bijzondere aanslag aan die in<br />

essentie de brutering is van een nettoloon<br />

tegen het toenmalige gemiddelde maximumtarief<br />

voor personenbelasting van<br />

67,5%. Aldus betaalt de nalatige belastingplichtige<br />

de gebruteerde personenbelasting<br />

die betaalbaar zou zijn geweest,<br />

mocht het beroepsinkomen wél op fiche<br />

zijn vermeld.<br />

Vanaf 1989 is het tarief opgetrokken tot<br />

200% om ook rekening te houden met de<br />

gederfde werkgevers en werknemers sociale<br />

zekerheidsbijdragen over het niet gerapporteerde<br />

beroepsinkomen. In 1994 klom<br />

het vervolgens op tot maar liefst 300%,<br />

dit zonder enige overtuigende wiskundige<br />

rechtvaardiging. Wel werd er geponeerd<br />

dat het tarief van 300% beoogt geen enkele<br />

omstandigheid te willen creëren voor de<br />

werkgever die voordeliger is een beroepsinkomen<br />

aan de afzonderlijke aanslag te<br />

onderwerpen ten opzichte van een uitkering<br />

als loon met ficherapportering.<br />

In de marge melden we dat 309% het loutere<br />

resultaat is van de toepassing van de<br />

3% aanvullende crisisbijdrage op het afzonderlijk<br />

tarief van 300%.<br />

Wat is een geheim commissieloon?<br />

Uit wat voorafgaat, blijkt dat de toepassing<br />

van de 309% rolt uit het niet of laattijdig<br />

vermelden van een beroepsinkomen<br />

op een fiche op naam van de genieter die<br />

bij de fiscus moet ingediend worden.<br />

Zonder in detail te treden, willen we wel<br />

melden dat het begrip beroepsinkomen<br />

ter zake zeer ruim geïnterpreteerd<br />

wordt en zonder meer verder reikt dan<br />

de loonsfeer. Aldus vallen onder de notie<br />

beroepsinkomen voor toepassing<br />

van deze wetgeving alle “commissies,<br />

makelaarslonen, handels- of andere restorno’s,<br />

(niet-)toevallige vacatiegelden of<br />

erelonen, gratificaties, vergoedingen of<br />

voordelen van alle aard”. Ter illustratie:<br />

wanneer een BVBA haar beste klant of<br />

leverancier een gratis snoepreisje cadeau<br />

doet, is dit wellicht een “voordeel van alle<br />

aard” wegens een duidelijk oorzakelijk<br />

verband met de beroepsrelatie. Bijgevolg<br />

moet dit “beroepsinkomen” op fiche komen.<br />

Een belangrijke nuance is overigens<br />

dat een “voordeel van alle aard” zelfs geen<br />

boekhoudkundige kost in hoofde van de<br />

Belgische debiteur moet uitmaken om belastbaar<br />

te zijn in hoofde van de genieter<br />

en om tot ficheverplichting te leiden.<br />

Een ander voorbeeld van een geheim<br />

commissieloon zijn privékosten van<br />

werknemers, zaakvoerders of beroepsrelaties<br />

die een Belgische vennootschap ten<br />

laste neemt.<br />

In de pers is het<br />

afgelopen jaar<br />

vaak het voorbeeld<br />

gegeven van (excessieve)<br />

privérestaurantkosten<br />

die een bedrijfsleider door de vennootschap<br />

laat financieren.<br />

Ten slotte wijzen we ook graag op de<br />

ficheverplichting die rust op kwalificerende<br />

betalingen aan advocaten, notarissen<br />

en gerechtsdeurwaarders, evenals op<br />

betalingen aan niet-inwoners, zelfs wanneer<br />

deze een factuur hebben uitgereikt.<br />

Geen 309% indien inkomen vermeld<br />

op aangifte van genieter!<br />

Belangrijk om aan te stippen is wel dat,<br />

ook al is het beroepsinkomen niet op fiche<br />

vermeld geweest, de 309% niet kan<br />

worden toegepast wanneer de Belgische<br />

debiteur van dat inkomen aantoont dat<br />

het bewuste inkomen keurig opgenomen<br />

is in de aangifte in de inkomstenbelastingen<br />

van de genieter. Immers, middels<br />

dit bewijs is er zekerheid dat de genieter<br />

de verschuldigde belasting (en mogelijks<br />

ook sociale zekerheid) daadwerkelijk<br />

heeft voldaan. Tot voor 2012 gold de interpretatie<br />

dat deze ontsnappingsclausule<br />

enkel speelde voor inkomsten die<br />

vermeld werden op een Belgische aangifte<br />

van inkomstenbelasting. Doch, sedert<br />

een addendum circulaire van 20 juli<br />

2012 weten we dat de Belgische fiscus<br />

de uitzondering ook duldt als het bewijs<br />

geleverd wordt dat het inkomen op een<br />

buitenlandse aangifte in de inkomstenbelasting<br />

prijkt.<br />

Bij administratieve circulaire wordt zelfs<br />

aanvaard dat de aangifte fout is, bijvoorbeeld<br />

het beroepsinkomen is ten onrechte<br />

als divers inkomen vermeld. Wat telt is<br />

dat het inkomen op een aangifte staat.<br />

Vanwaar nu alle<br />

commotie sedert 2012?<br />

Onnodig te zeggen dat wie de 309% factuur<br />

gepresenteerd krijgt, een zure appel<br />

moet doorbijten. Ook vele controleurs te<br />

velde zijn zich hiervan bewust. Daarom<br />

werd bij controle de 309% taxatie niet<br />

altijd even rigoureus en strikt toegepast.<br />

Uiteraard afhankelijk van het reële verloop<br />

van een specifieke controle, werd er<br />

zodoende wel eens mee ingestemd om<br />

een niet gerapporteerd beroepsinkomen<br />

aan de verworpen uitgaven van de vennootschap<br />

toe te voegen, dan wel op de<br />

rekening-courant<br />

vordering ten opzichte<br />

van de zaakvoerder<br />

bij te schrijven.<br />

Nogmaals: dit strookt<br />

niet met de strikte toepassing<br />

van de wet en<br />

daarom achtte de voormalige minister<br />

van financiën Reynders het gepast om<br />

voor een strikte toepassing van de regelgeving<br />

te pleiten en dit zonder pardon.<br />

Deze mededeling sloeg uiteraard in als<br />

een bom en veroorzaakte een tsunami aan<br />

kritiek en paniek binnen de bedrijfswereld.<br />

Vandaar dat de 309% taxatie al snel<br />

een ‘pestbelasting’ genoemd werd.<br />

Geen 309% indien ‘goede trouw’<br />

Echter, in 2012 werd dit spijkerharde<br />

standpunt al snel, weliswaar in 2 fases,<br />

afgezwakt middels 2 addenda aan een<br />

administratieve circulaire. Aldus zal de<br />

fiscus geen 309% toepassen in geval van<br />

goede trouw in hoofde van de belastingplichtige.<br />

Ter zake moet goede trouw blijken<br />

uit volgende feitelijke omstandigheden<br />

met betrekking tot voordelen van alle<br />

aard die forfaitair te ramen zijn:<br />

• Een rekenfout werd te goeder trouw en<br />

uitzonderlijk begaan, en;<br />

• Het bedrag ter zake is gering, en;<br />

• De genieter van het voordeel ging over<br />

tot een spontane rechtzetting.<br />

De aandachtige lezer beseft vermoedelijk<br />

dat voornoemde criteria van goede trouw<br />

op zijn minst vatbaar zijn voor subjectieve<br />

interpretatie. Voor wat het waard is, geven<br />

we mee dat de administratie goede trouw<br />

definieert als “de interne overtuiging van<br />

een persoon dat hij in een situatie verkeert<br />

die in overeenstemming is met de wet en<br />

het aanvoelt te handelen zonder iemand<br />

anders zijn rechten te schenden”. De essentie<br />

van het begrip goede trouw ligt<br />

in elk geval vervat in de intentie van de<br />

belastingplichtige: had hij de bedoeling<br />

belasting te ontduiken of niet? Teneinde<br />

deze vraag te beantwoorden, staan de<br />

administratieve richtlijnen overigens toe<br />

dat de bevoegde controleur zijn gezond<br />

verstand gebruikt teneinde een evenwicht<br />

tussen billijkheid en willekeur te vinden.<br />

Belangrijke tolerantie<br />

inzake bedrijfswagens<br />

Gelet op de aanhoudende saga inzake<br />

de berekening van een voordeel van alle<br />

aard wegens het privaat gebruik van een<br />

bedrijfswagen, introduceert de fiscus ook<br />

een belangrijke tolerantie wat de toepassing<br />

van de 309% heffing betreft, ook<br />

wanneer de genieter de anomalie niet<br />

spontaan regulariseerde alvorens een bericht<br />

van wijziging in de bus te krijgen.<br />

Concreet: wat betreft het kalenderjaar<br />

2012 zal geen 309% worden losgelaten in<br />

geval van (geen al te grove) rekenfouten<br />

mits goede trouw wordt aangetoond.<br />

Wat met ‘overdreven<br />

restaurantkosten’?<br />

Hoger is reeds gezegd dat met name ‘overdreven<br />

restaurantkosten’ hoog op het radarscherm<br />

van de fiscus zouden staan.<br />

Welnu, opmerkelijk is dat reeds in 2012<br />

de administratie zulke kosten niet als een<br />

voordeel van alle aard bestempelde, maar<br />

wel als een niet aftrekbare buitensporige<br />

kost! Enkel wanneer bij controle een louter<br />

privékarakter van deze restaurantkosten<br />

blijkt, steekt een voordeel van alle aard<br />

de kop op en is er ficheverplichting (op<br />

straffe van de 309% aanslag).<br />

Doch, in het licht van de 2013 begrotingsbesprekingen<br />

is alweer aangekondigd dat<br />

de 309% taxatie vooralsnog niet zou gelden<br />

voor ‘overdreven restaurantkosten’.<br />

Zelfs wanneer geen fiche is opgemaakt,<br />

zouden zulke restaurantkosten voortaan<br />

een 100% verworpen uitgave worden.<br />

Wordt dus wellicht vervolgd middels een<br />

volgende administratieve richtlijn?<br />

Is 309% een strafsanctie?<br />

Ten slotte gooien we de open vraag op tafel<br />

te weten of de 309% belastingheffing<br />

een strafsanctie is of niet? De vraag is relevant,<br />

want indien affirmatief heeft een<br />

rechter de bevoegdheid de strafsanctie te<br />

milderen en zelfs kwijt te schelden.<br />

Het Hof van Cassatie oordeelde in 2010<br />

alvast dat er van geen strafsanctie sprake<br />

is en vindt niet dat een belastingplichtige<br />

artikel 6 van het Europees Verdrag van<br />

de Rechten van de Mensen (EVRM) kan<br />

inroepen in zover de 309% beoogt het<br />

verlies aan belastingen en sociale zekerheid<br />

te vergoeden. Concreet: middels het<br />

EVRM kan de belastingplichtige in essentie<br />

zijn recht op een eerlijk proces voor<br />

een onafhankelijke rechter laten gelden.<br />

Anderzijds lijkt minister van Financiën<br />

Vanackere deze interpretatie niet te delen<br />

en verwijst hij ter zake naar veelvuldige<br />

andersluidende rechtspraak.<br />

Wie zet de volgende stap richting rechtbank<br />

of wordt de belastingwet op dit punt<br />

bijgespijkerd? <br />

kurt de haen &<br />

stefanie wandelseck<br />

vmb accountants &<br />

belastingconsulenten<br />

cfo magazine januari 2013 21


22<br />

tandem<br />

de voorzitter van het auditcomité<br />

en de cfo: duo of duel?<br />

wisselwerking bij kinepolis belicht acht aandachtspunten<br />

De voortdurende toename van nieuwe fi scale en boekhoudkundige regels en de gevolgen van de fi nanciële crisis plaatsen<br />

elk auditcomité voor nieuwe uitdagingen en extra werk. Een goed partnerschap tussen de twee sleutelfi guren ervan, de<br />

voorzitter en de <strong>CFO</strong>, wint dus stelselmatig aan belang. Geert Vanderstappen, managing partner bij Pentahold, is voorzitter<br />

van twee auditcomités bij beursgenoteerde ondernemingen. Samen met Nicolas De Clercq, de nieuwe <strong>CFO</strong> van Kinepolis,<br />

stond hij ons te woord bij het overlopen van enkele sleutelbegrippen.<br />

1. De verantwoordelijkheid<br />

van de <strong>CFO</strong><br />

De <strong>CFO</strong> moet er ten eerste alles aan doen<br />

om de intrinsieke waardedrijvers, de omgevingskenmerken,<br />

de competitiviteitskenmerken<br />

en de aandeelhoudersbelangen van<br />

de business zeer goed te begrijpen. Deze inzichten<br />

verhogen het niveau van zijn inbreng<br />

en dus ook het resultaat van het comitéwerk.<br />

Daarnaast is het aan de <strong>CFO</strong> om op tijd over<br />

de juiste en volledig betrouwbare cijfers<br />

van het bedrijf te beschikken. Het is zijn<br />

opdracht om de leden van het auditcomité<br />

gevraagd en zelfs ongevraagd van alle noodzakelijke<br />

informatie te voorzien. De <strong>CFO</strong> onderhoudt<br />

daarom ook goede contacten met<br />

de externe revisor die het externe beeld onder<br />

zijn hoede heeft. Verder moet hij maximaal<br />

bereikbaar of beschikbaar zijn om hun<br />

vragen te beantwoorden: denk aan fi scale of<br />

fi nanciële simulaties, scenario’s en impactstudies.<br />

En als hij op een vraag het antwoord<br />

niet weet moet hij er maar achter aan gaan…<br />

De <strong>CFO</strong> moet ten derde verder willen en<br />

kunnen kijken dan de gebruikelijke to do’s<br />

en de routine van het auditcomité. Hij doet<br />

er ook goed aan om de werkzaamheden<br />

niet enkel met de bril van de ‘compliance’<br />

te bekijken: hij streeft beter naar een brede,<br />

geïntegreerde en holistische aanpak. Zo<br />

moet hij er mee voor zorgen dat er proactief<br />

wordt nagedacht over mogelijke nieuwe<br />

agendapunten die ook de winstgevendheid<br />

dienen. Hij kan dat als hij verder durft kijken<br />

dan enkel de eigen boekhouding, als<br />

hij al eens in de productie rondkijkt of eens<br />

meegaat met een commerciële man.<br />

Tenslotte kan hij de voorzitter bijstaan om<br />

regelmatig een zelfevaluatie van het comité<br />

te organiseren.<br />

Kortom: het auditcomité mag best veeleisend<br />

zijn ten opzichte van zijn <strong>CFO</strong>. Het<br />

mag de volgende kwaliteiten verwachten:<br />

cfo magazine januari 2013<br />

integriteit en eerlijkheid, vakkennis, inzicht<br />

in de business en moed. En de <strong>CFO</strong><br />

moet bovenal goed kunnen communiceren:<br />

het goede nieuws, het slechte nieuws<br />

en alles wat daar tussen ligt.<br />

2. Agenda<br />

auditcomité<br />

Normaliter moet de voorzitter de agenda<br />

opstellen. Maar het komt er hier vooral op<br />

aan om zo snel mogelijk een vaste, jaarlijks<br />

terugkerende routine op te bouwen.<br />

De agenda’s worden dan aan die routine<br />

geconformeerd. Anderzijds moet je steeds<br />

alert kunnen inspelen op nieuwe of uitzonderlijke<br />

ontwikkelingen. Denk aan een<br />

nieuwe IT-topic, een specifi ek geval met<br />

een impairment, een aangepaste wetsregel<br />

of een IFRS-aanpassing…<br />

In de praktijk bespreekt het hoofd van interne<br />

audit zijn voorstel met de CEO en de <strong>CFO</strong><br />

en na het verwerken van hun eventuele input<br />

legt hij het voor aan de voorzitter van het auditcomité<br />

die er de fi nale toets aan geeft.<br />

3. De<br />

werkrelatie tussen<br />

de voorzitter en de <strong>CFO</strong><br />

Zeker in de opstartfase van een comité of<br />

bij een persoonswissel is een regelmatig<br />

overleg tussen voorzitter, <strong>CFO</strong> en de interne<br />

auditor zeker aangewezen. Uiteraard kan er<br />

ook in de marge van de vergaderingen van de<br />

raad van bestuur nog informeel overleg zijn.<br />

Soms moet men elkaar eens tussen de vergaderingen<br />

zien om bepaalde technische zaken<br />

te bespreken. Eens er een zekere maturiteit<br />

en regelmaat is opgebouwd, kan het contact<br />

beperkt worden. Maar er blijft natuurlijk veel<br />

onderling e-mailverkeer en gegevensuitwisseling<br />

bestaan. Dus, voortdurend goed<br />

communiceren en als men het ergens niet<br />

over eens is: het zo snel mogelijk uitpraten.<br />

De jaaragenda van<br />

een auditcomité in de praktijk<br />

Q1<br />

• Goedkeuring notulen vorig AC<br />

• Opvolging To do's<br />

• Presentatie en bespreking<br />

jaarresultaten 2011<br />

• Verslag revisor<br />

• Closing 2011<br />

• Evaluatie<br />

• Risk management actieplan 2012<br />

• Voorbereiding jaarverslag 2011<br />

Q2<br />

• Goedkeuring notulen vorig AC<br />

• Opvolging To do's<br />

• Nazicht en goedkeuring jaarverslag<br />

2011<br />

• Status Interne Audit<br />

Q3<br />

• Goedkeuring notulen vorig AC<br />

• Opvolging To do's<br />

• Presentatie en bespreking<br />

halfjaarresultaten 2012<br />

• Verslag revisor H1 2012<br />

• Verslag Interne Audit: overzicht activiteiten<br />

H1 2012 en status actiepunten<br />

Q4<br />

• Goedkeuring notulen vorig AC<br />

• Opvolging To do's<br />

• Presentatie en bespreking impairment<br />

berekeningen (naar jaarresultaten toe)<br />

• Jaarverslag Interne Audit: overzicht<br />

activiteiten H2 2012, resultaten audits<br />

H2 2012, status actiepunten en auditplan<br />

2013<br />

• Bespreking en validatie jaarlijkse evaluatie<br />

Entreprise Risk Management<br />

• Varia<br />

Nicolas De Clercq,<br />

<strong>CFO</strong> Van Kinepolis<br />

De intensiteit van de werkrelatie betekent<br />

ook dat de voorzitter van het auditcomité<br />

de ideale persoon is om van dichtbij betrokken<br />

te worden bij de aanduiding van<br />

een nieuwe <strong>CFO</strong> en de evaluatie van de<br />

huidige <strong>CFO</strong>. Vanuit zijn fi nanciële onderlegdheid<br />

kan hij dus, formeel of informeel,<br />

advies geven alvorens er defi nitief beslist<br />

wordt over diens prestaties…<br />

4. De<br />

werkrelatie tussen<br />

<strong>CFO</strong> en interne audit<br />

De interne auditor rapporteert uiteraard<br />

niet aan <strong>CFO</strong>, maar ze moeten goed kunnen<br />

samenwerken. De <strong>CFO</strong> mag dus heus<br />

wel suggesties doen rond zijn jaarplanning<br />

… zonder afbreuk te doen aan diens<br />

verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid.<br />

Interne audit mag niet alleen op een<br />

eiland zitten. Een goede <strong>CFO</strong> beseft dat hij<br />

veel heeft aan een goede interne auditor<br />

die de business goed snapt. Want een goed<br />

en matuur auditteam kan sterke suggesties<br />

doen om processen te verbeteren en<br />

de risico’s beter onder controle te houden.<br />

Het is ook aan de voorzitter om aan te voelen<br />

of de samenwerking tussen <strong>CFO</strong> en<br />

interne audit al dan niet klikt. In dat geval<br />

moet hij deze partijen bij elkaar brengen<br />

om tot een consensus te komen of om hun<br />

onderlinge problemen op te lossen.<br />

5. De<br />

relatie met<br />

de externe audit<br />

Naar de externe auditor toe kan je een ander<br />

accent leggen. Deze beschikt over veel<br />

specialisten op diverse vlakken, ook in disciplines<br />

die je onmogelijk allemaal zelf kan<br />

beheersen. Een goede samenwerking houdt<br />

dus in dat de <strong>CFO</strong> bij hem vlot terecht moet<br />

kunnen voor allerhande technische of gespecialiseerde<br />

informatie.<br />

6. Risk<br />

management<br />

Als er geen aparte risk manager is, wordt<br />

het risk management best aan de interne<br />

audit toegewezen. Jaarlijks doen ze een<br />

Het auditcomité moet de bestuurders<br />

kunnen verzekeren dat er voldoende controles zijn en<br />

dat de voorziene procedures gevolgd werden.<br />

risk assessment door middel van vragenlijsten<br />

naar het management. Zij moeten<br />

alle kritische risico’s goed in kaart brengen,<br />

hun kans en frequentie schatten om<br />

daarna een framework te kunnen maken.<br />

Hierover wordt dan aan het auditcomité<br />

gerapporteerd. De vastleggingseisen zijn<br />

nu veel formalistischer, vroeger zaten risico’s<br />

gewoon in hun hoofd en waren ze<br />

ook gekend, nu liggen ze duidelijk gedocumenteerd<br />

op tafel.<br />

Maar de bestuurders verwachten dat de<br />

<strong>CFO</strong> en zijn team hen verzekeren dat ze in<br />

staat zijn en over de juiste instrumenten<br />

beschikken om alle risico’s tijdig te identifi<br />

ceren en te beheersen. Het auditcomité<br />

beseft dat het volledig afhankelijk is van<br />

de <strong>CFO</strong> en zijn team om de risico’s van de<br />

business goed te kunnen begrijpen. Dat<br />

betekent meteen ook dat de <strong>CFO</strong> de ultieme<br />

bewaker van het riskmanagementproces<br />

wordt. Meer dan ooit verwacht de raad<br />

van bestuur dat de <strong>CFO</strong> optreedt als een<br />

soort fi nancieel geweten en daarbij een<br />

onafhankelijke kritische positie inneemt<br />

als rechterhand van de CEO.<br />

Geert Vanderstappen,<br />

managing partner bij Pentahold,<br />

en voorzitter van twee auditcomités<br />

bij beursgenoteerde<br />

ondernemingen<br />

7. De<br />

evaluatie van<br />

het auditcomité<br />

Ze werken hiervoor met een vragenlijst<br />

die geïnspireerd is op een goed model van<br />

het Audit Committee Institute. Het gaat<br />

over verbeterpunten met plussen en minnen.<br />

De voorzitter stuurt dit scoringsmodel<br />

rond naar de leden en medewerkers,<br />

inclusief de <strong>CFO</strong>. Ieder vult het in en dan<br />

bespreken ze de samenvatting. Die evaluatie<br />

kan bijvoorbeeld resulteren in een<br />

voorstel om een toelichting op bepaalde<br />

cijfers aan te passen. Want het auditcomité<br />

bepaalt wat en hoe gerapporteerd wordt<br />

en stuurt de informatierapportering aan.<br />

8. De communicatie met<br />

de volledige raad<br />

Voor de communicatie tussen het comité<br />

en de volledige raad heeft de <strong>CFO</strong> geen specifi<br />

eke rol. Het hoofd interne audit schrijft<br />

het verslag en zorgt ook voor de bijhorende<br />

documentenstroom. De voorzitter kijkt alles<br />

eerst nog na voor het verstuurd wordt.<br />

Alle verslagen en hun inhoud en bijlagen<br />

zijn in principe toegankelijk voor de andere<br />

bestuurders. Ze worden niet de facto doorgestuurd,<br />

maar de comitévoorzitter overloopt<br />

mondeling wat er gebeurd is, licht<br />

de issues toe en verwijst naar de documentatie.<br />

Dat wordt dan allemaal genotuleerd.<br />

Formeel komt het er op neer dat het auditcomité<br />

een voorstel van besluit formuleert<br />

en dat de raad van bestuur defi nitief beslist<br />

of bekrachtigt.<br />

Streef naar een goede routine<br />

en neem neem in uw intern charter ook<br />

duidelijke werkafspraken op over de<br />

agenda, het verloop van de vergadering<br />

en de taken van de interne audit.<br />

9. Conclusie<br />

En toch… in de bepalingen over het auditcomité<br />

in de corporate governance charters<br />

en jaarverslagen wordt de <strong>CFO</strong> nauwelijks<br />

vermeld. We lezen er alleen maar een bepaling<br />

over wanneer hij aanwezig mag zijn.<br />

Beide gesprekspartners haasten zich om<br />

het belang van de <strong>CFO</strong> te benadrukken:<br />

“Dit is inderdaad een eigenaardige vaststelling<br />

want uiteraard is het onmogelijk om<br />

een effi ciënte meeting van het auditcomité<br />

te organiseren zonder de <strong>CFO</strong>. Net zoals<br />

ook de interne auditor en de commissaris<br />

er eigenlijk steeds bij moeten zijn. Dit comité<br />

is dus zeker geen onderonsje van enkele<br />

bestuurders. Trouwens, ook de CEO<br />

woont de comitévergaderingen bij.” <br />

Philip Verhaeghe<br />

cfo magazine januari 2013 23


24<br />

social<br />

profit<br />

hoe social profit doelstellingen<br />

verwezenlijken in<br />

uiterst competitieve markt?<br />

Een softwaretestbedrijf dat steunt op de kwaliteiten van mensen met autisme en hen zo helpt een plaats in de<br />

maatschappij te verwerven. Passwerk is een onderneming met een sociale dimensie om u tegen te zeggen. Zij<br />

testen software en voeren quality-assuranceopdrachten uit voor klanten. De medewerker staat centraal en het<br />

bedrijf past zich aan haar medewerkers aan en groeit in functie van hen, in plaats van omgekeerd. <strong>CFO</strong> <strong>Magazine</strong><br />

sprak met Nico De Cleen, directeur van Passwerk.<br />

Passwerk is een IT-dienstverlenende<br />

organisatie met een activiteit die 100%<br />

identiek en even competitief is als eender<br />

welk ander bedrijf in de sector. “Wij zijn<br />

ook niet duurder of goedkoper dan de<br />

concurrentie,” aldus Nico De Cleen. Het<br />

unieke aspect schuilt in de medewerkers<br />

– of passwerkers, zoals die dan genoemd<br />

worden. Die hebben allemaal autisme of<br />

zitten in het autismespectrumstoornisveld.<br />

Passwerk verschilt ook van de andere<br />

sectorbedrijven door de aangepaste<br />

en voortdurende begeleiding van haar<br />

passwerkers. Hierdoor krijgen de klanten<br />

die op hun diensten een beroep doen,<br />

nooit te maken met de last van autismebegeleiding.<br />

Kan Passwerk hierdoor op<br />

meer sympathie en dus meer sales rekenen<br />

bij hun klanten? “Dat niet,” vertelt<br />

Nico De Cleen, “bij het bekomen van een<br />

eerste gesprek hebben wij het inderdaad<br />

gemakkelijker vanwege ons sociale oogmerk,<br />

maar daarna is het de kwaliteit die<br />

primeert. De verhouding prijs-kwaliteit<br />

moet kloppen. Ons salesproces is dus<br />

even moeilijk als voor een ander bedrijf.<br />

Onze klanten huren een kwalitatieve<br />

softwaretester in, ongeacht of hij nu een<br />

autismestoornis heeft of niet. Het competitief<br />

voordeel van een passwerker is wel<br />

dat hij sneller en beter kan werken dan<br />

een softwaretester zonder autisme.”<br />

In functie van mensen met autisme<br />

Door de juiste begeleiding, structuur en<br />

procedures aan te reiken, creëert Passwerk<br />

niet enkel jobs voor mensen met autisme,<br />

maar schept zij ook de juiste omkadering<br />

voor hun persoonlijke ontwikkeling in de<br />

sociale omgang. Nico De Cleen. “Voor<br />

ons is het belangrijker om over 5 jaar 75<br />

cfo magazine januari 2013<br />

Ons social profi t oogmerk geeft ons<br />

misschien een voordeel bij de introductie,<br />

maar zeker niet in het salesproces.<br />

mensen te hebben die echt een plaats in<br />

de maatschappij hebben dan onze winstmarge<br />

te zien verhogen. We doen er ook<br />

alles aan dat onze passwerkers zich goed<br />

zouden voelen in hun job. Bij elke klant<br />

waar we een passwerker aan het werk willen<br />

zetten wordt vooraf een site survey uitgevoerd<br />

waarna we minimale aanpassingen<br />

kunnen vragen aan de klant om het<br />

stressniveau van onze passwerkers laag<br />

te houden. Dat kan vaak om schijnbaar<br />

onbenullige dingen gaan, zoals het verwijderen<br />

van een telefoon die vaak rinkelt<br />

of het beperken van visuele prikkels door<br />

een afgeschermde werkplek te creëren.<br />

Zo’n site survey vestigt ook de aandacht<br />

van de klant op een aantal zaken die voor<br />

ons heel logisch kunnen lijken maar die<br />

een persoon met autisme wel bijkomende<br />

stress kunnen bezorgen. De groetpolitiek<br />

bijvoorbeeld: moeten er ’s morgens handen<br />

geschud worden of niet?”<br />

Iedereen kandidaat<br />

De vijver waarin Passwerk kan vissen is<br />

vrij beperkt. Enkel mensen met autisme<br />

die zich hebben verzoend met die diagnose<br />

en die een duidelijke technische interesse<br />

hebben, komen in aanmerking.<br />

Aan sollicitanten heeft het bedrijf – echter<br />

geen gebrek. Opleidingsvereisten worden<br />

nooit gesteld. Voornamelijk omdat<br />

veel mensen met autisme geen hogere<br />

opleiding genoten door dropout omwille<br />

van bijvoorbeeld pesterijen op school.<br />

Passwerk werkt met een op maat gemaakte<br />

selectie- en wervingsprocedure die uit 4<br />

stappen bestaat en over 3 maanden wordt<br />

gespreid. “Per aanwervingsgolf worden<br />

telkens 5 à 7 nieuwe passwerkers aangesteld”,<br />

legt Nico De Cleen uit. “Om te<br />

beginnen neemt de kandidaat deel aan<br />

een intakegesprek wat het aantal kandidaten<br />

ongeveer halveert. Daarna worden<br />

CEBIR-testen afgenomen waarbij IQ,<br />

competentie en persoonlijkheid worden<br />

getest. In de laatste fase voor er een contract<br />

wordt getekend, wordt er een drie<br />

weken durend assessment georganiseerd<br />

die de kandidaat laat meelopen in het bedrijf.<br />

Na een positieve evaluatie mag de<br />

passwerker uiteindelijk beginnen aan een<br />

vier wekend durende opleiding die hem<br />

klaarstoomt voor zijn eerste uitvoerende<br />

softwaretesttaken.”<br />

De rekruteringsregio van Passwerk beperkt<br />

zich tot Antwerpen, Vlaams Brabant<br />

en Oost-Vlaanderen met Brussel en Antwerpen<br />

als centra. Omdat verplaatsingen<br />

met het openbaar vervoer vaak een bron<br />

van bijkomende stress zijn voor mensen<br />

met autisme, is de stelregel dat potentiële<br />

passwerkers zich dagelijks naar Antwerpen<br />

of Brussel moeten kunnen begeven<br />

zonder dat zij daardoor extra stress krijgen.<br />

“Maar we proberen het hen natuurlijk<br />

zo makkelijk mogelijk te maken en<br />

zoeken voor onze klant altijd de passwerker<br />

die het dichtstbij woont,” dixit Nico<br />

De Cleen. Speciaal voor passwerkers die<br />

door de verplaatsingen – vaak in combi-<br />

We zijn er in de eerste plaats voor onze<br />

mensen. Onze fi nanciële KPI is dus ook gebaseerd<br />

op hoeveel wij erin slagen hen in te zetten.<br />

natie met persoonlijke problemen die op<br />

mensen met autisme een veel grotere impact<br />

hebben dan op niet-autistische mensen<br />

– concentratiestoornissen krijgen en<br />

daardoor moeilijkheden ondervinden om<br />

hun passwerk uit te oefenen, is er ook een<br />

C-afdeling. Dat is een unit waarin tests<br />

worden uitgevoerd voor de klant vanuit<br />

het Passwerkkantoor.<br />

Financiering & bestuur<br />

Passwerk telt momenteel 48 medewerkers.<br />

Daarvan zijn er zeven overhead:<br />

directeur Nico De Cleen zelf, sales manager<br />

Dirk Rombaut en vijf jobcoaches die<br />

de passwerkers begeleiden. Er werken<br />

momenteel dus 41 mensen met een autismestoornis<br />

bij Passwerk.<br />

“Onze belangrijkste (en eigenlijk ook<br />

enigste) KPI is het aantal ‘factureerbare’<br />

uren,” vult Nico De Cleen aan. “De voorbije<br />

maanden schommelde die gemiddeld<br />

rond de 92%, maar de laatste weken alleen<br />

zal dat eerder rond de 95% draaien”.<br />

Het kapitaal wordt verstrekt door drie<br />

groepen aandeelhouders. De A-groep bestaat<br />

uit Ordina en M2Q (Cronos Groep)<br />

die elk 125.000 euro fi nancierden. De Bgroep<br />

omvat vier non-profi t organisaties<br />

die actief zijn in het autismespectrumstoornisveld:<br />

Auticura, De Ploeg, Ergasia<br />

en Dr. Leo Kannerhuis. Zij legden elk de<br />

symbolische som van 5.000 euro op tafel.<br />

Doordat Passwerk een cvba met sociaal<br />

oogmerk is, hebben alle aandeelhouders,<br />

ongeacht hun investering, evenveel inspraak.<br />

Om beslissingen te kunnen doorvoeren,<br />

is het altijd noodzakelijk dat een<br />

A-lid akkoord gaat met een B-lid. Geen<br />

enkel aandeel kan ooit duurder verkocht<br />

worden dan het werd aangekocht. “Heel<br />

gezond,” noemt Nico De Cleen dat, “dat<br />

zorgt er voor dat niemand bij Passwerk<br />

bezig is met hoeveel de aandelen zullen<br />

stijgen in waarde. Niemand heeft hier een<br />

aparte portefeuillegedachte. Jaarlijks kan<br />

er een maximum dividend van zes procent<br />

worden uitgekeerd aan onze aandeelhouders,<br />

maar daar heeft niemand interesse<br />

in.” Wel kunnen A - aandeelhouders<br />

hun investeringskapitaal terugkrijgen<br />

door een capaciteit (d.i. een of meerdere<br />

passwerkers) te reserveren en die duurder<br />

in de markt te verkopen dan dat hij door<br />

Passwerk wordt gefactureerd. Behalve<br />

een A- en een B-groep is er ook nog een<br />

variabel kapitaal van een D-groep, wat<br />

deels bestaat uit het Business Angel Netwerk<br />

van Vlaanderen.<br />

Daarnaast kan Passwerk ook rekenen op<br />

een aantal subsidies om de werking te garanderen.<br />

Nico De Cleen benadrukt hier<br />

wel dat Passwerk geen enkele subsidie<br />

meer krijgt dan eender welk ander bedrijf:<br />

“Wij krijgen geen geld om te blijven bestaan.<br />

We zijn geen bedrijf uit de sociale<br />

sector, maar een coöperatieve vennootschap<br />

met beperkte aansprakelijkheid die<br />

zijn winsten gebruikt om iets te betekenen<br />

voor de autismegemeenschap.” Passwerk<br />

krijgt subsidies voor het aanwerven van<br />

mensen met een handicap, zoals elk ander<br />

bedrijf dat kan krijgen als zij zo iemand<br />

aanwerven. Passwerk heeft ook een partnership<br />

met de VDAB waardoor de loonkost<br />

tijdens opleidingsperiodes lager ligt.<br />

Via het GIBO-opleidingsmodel, speciaal<br />

voor mensen met een handicap, betaalt de<br />

VDAB het loon van de passwerkers uit en<br />

factureert minder aan Passwerk. Dan is er<br />

ook nog de Vlaamse ondersteuningspremie<br />

die een tegemoetkoming in de RSZ<br />

van het maandelijks loon inhoudt. Dat<br />

bedrag wordt gebaseerd op het rendentmentsverlies,<br />

zijnde de jobcoaches die we<br />

moeten aanwerven om onze medewerkers<br />

te begeleiden. Tot slot zou Passwerk<br />

zich in de eerste 3 jaar van activiteit ook<br />

nog kunnen beroepen op het Fonds ter<br />

bevordering van de sociale economie. Dat<br />

is een tegemoetkoming van 300.000 euro<br />

die kon geïnd worden bij het maken van<br />

verlies. “Maar daar hebben wij geen gebruik<br />

van gemaakt,” zegt Nico De Cleen.<br />

Ethisch verantwoorde winst<br />

Nico De Cleen: “Wij hebben uiteraard de<br />

ambitie om geld te verdienen, maar om te<br />

kunnen bestaan, niet om winst uit te keren<br />

aan onze aandeelhouders. Wij zijn een sociaal<br />

oogmerkbedrijf en zijn dus verplicht<br />

om onze winst terug te laten vloeien naar<br />

onze doelgroep.” En dat heeft duidelijk<br />

zijn vruchten afgeworpen want in het verleden<br />

kon Passwerk al 130.000 euro schenken<br />

aan verenigingen die zich inzetten<br />

voor mensen met autisme. “Nu schenken<br />

wij jaarlijks 50.000 euro van de winst aan<br />

goede doelen en we hopen dat natuurlijk<br />

nog te verhogen in de toekomst.” Om objectief<br />

te kunnen beoordelen waar dat geld<br />

naartoe gaat, heeft Passwerk een fonds opgericht<br />

bij de Koning Boudewijnstichting<br />

zodat de beslissing niet enkel in de handen<br />

van de algemene vergadering ligt.<br />

Extra winst zou natuurlijk ook kunnen<br />

leiden tot groei. Nico De Cleen: “Wij<br />

hebben natuurlijk minder bewegingsvrijheid<br />

om een nieuwe activiteit te starten.”<br />

Sofwareontwikkeling bijvoorbeeld zou<br />

een mogelijke piste zijn. “Technisch zijn<br />

onze passwerkers daar zeker tot in staat,<br />

maar doorgaans heeft een ontwikkelaar<br />

meer communicatieve vaardigheden nodig<br />

als die in een team wordt opgenomen.<br />

En dat is nu net iets waar de gemiddelde<br />

passwerker moeite mee heeft.” Voor softwareontwikkeling<br />

is er ook een heel an-<br />

cfo magazine januari 2013 25


26<br />

der profiel nodig dan voor testing. Dat<br />

wil ook zeggen dat er een volledig nieuwe<br />

selectie- en wervingsprocedure op poten<br />

moet gezet worden met nieuw aangepast<br />

assessments, CEBIR-testen…<br />

“Het belangrijkste is hoe een passwerker<br />

zich voelt en hoe hij zich op een zo positief<br />

mogelijk manier kan ontwikkelen.”<br />

Dat beperkt de mogelijkheden om bijvoorbeeld<br />

een nieuwe afdeling op te richten.<br />

“Bij Passwerk is het ondenkbaar dat<br />

sommige passwerker op basis van hun<br />

competenties naar een andere afdeling<br />

zouden kunnen overstappen. De anderen<br />

in de groep zouden zich meteen buitengesloten<br />

voelen. Wat we vooral niet mogen<br />

vergeten,” aldus Nico De Cleen, “is dat<br />

een passwerker even ambitieus is als eender<br />

wie, maar dan op een horizontale manier.<br />

Zoals wij zouden willen opklimmen<br />

in de hiërarchie van een bedrijf, wil een<br />

passwerker zich zodanig verdiepen en<br />

specialiseren in ‘zijn’ materie dat hij een<br />

gewone tester overstijgt. De uitdaging ligt<br />

voor een passwerker horizontaal en dat is<br />

meteen ook hun sterkte.”<br />

priceless ideas, valuable return<br />

cfo magazine januari 2013<br />

Passwerk in de toekomst<br />

Nico De Cleen zit de toekomst rooskleuring<br />

in: “De markt van softwaretesting<br />

gaat nog extreem groeien. Ik zeg extreem<br />

omdat de volwassenheid van die activiteit<br />

nu nog maar op 10 à 15 procent staat. Bedrijven<br />

beginnen nu pas in hun jaarlijks<br />

IT-budget rekening te houden met het<br />

testen van software omdat er al te veel<br />

problemen zijn geweest.” En gelukkig<br />

voor Passwerk doen ontwikkelaars, die<br />

daar meestal worden voor ingezet, dat<br />

niet graag door het repetitieve karakter<br />

van die activiteit. “Maar dat biedt mensen<br />

met autisme net het veilige kader dat ze<br />

nodig hebben. Het geeft hen het gevoel<br />

dat ze iets onder controle hebben.” Ook<br />

het gebruik van software die zijn deugdelijkheid<br />

al heeft bewezen, zoals bijvoorbeeld<br />

een SAP systeem vindt Nico De<br />

Cleen geen probleem. “Periodiek moet<br />

ook SAP een nieuwe release krijgen op het<br />

bedrijfssysteem en ook dat moet worden<br />

getest.” En wat met het wegtrekken van<br />

bedrijven naar lageloonlanden? “Voor iets<br />

cruciaals zoals softwaretesting zoeken<br />

sommige bedrijven het nog altijd dicht<br />

bij huis, dicht bij het beslissingscentrum.<br />

We hoeven niet meteen bang te zijn dat<br />

testing in het algemeen zal verhuizen.” <br />

ervaringsuitwisseling<br />

Magalie Jooren<br />

Passwerk speelt ook een<br />

ondersteunende rol in de oprichting<br />

van gelijkaardige bedrijven in andere<br />

landen. Zo werd dit jaar in Berlijn<br />

Auticon opgericht en binnenkort gaat<br />

eenzelfde project van start in Silicon<br />

Valley. Daar zal puur op cloudbasis<br />

gewerkt worden omdat de geografische<br />

spreiding het de medewerkers<br />

onmogelijk maakt om ter plaatse te<br />

werken. En behalve die internationale<br />

rol, verspreidt Passwerk ook het<br />

woord binnen de nationale grenzen<br />

met infoseminaries en jobcoaching<br />

in externe bedrijven die mensen met<br />

autisme willen aanwerven.<br />

oNze beste wensen voor een succesvol 2013<br />

WIJ STEUNEN PLAN! U TOCH OOK? NEEM EENS EEN KIJKJE OP WWW.PLANBELGIE.BE<br />

Become an<br />

excellent expert in excel<br />

VERHOOG UW PRODUCTIVITEIT EN EFFICIËNTIE IN EXCEL<br />

Gebruik Excel correct en effi ciënt en ontdek meer fi nanciële mogelijkheden en toepassingen.<br />

U heeft een stevige basiskennis van Excel en werkt al vanuit professionele fi nanciële toepassingen met Excel.<br />

Opleiding 1:<br />

FINANCIËLE FUNCTIES<br />

Voor wie de nood ervaart om fi nanciële<br />

functies onder de knie te krijgen.<br />

Opleidingen van 1 dag<br />

Agenda:<br />

20 februari en 27 augustus<br />

Opleiding 2:<br />

PROFESSIONEEL GEBRUIK<br />

Voor de fi nanciële professional die zijn productiviteit en effi ciëntie in Excel wilt verhogen.<br />

U leert snel en effi ciënt data beheren, deze te visualiseren, de juiste grafi eken te bouwen, dynamische<br />

P&L-rapporten te maken, etc. Deze opleiding brengt u naar het niveau van business intelligence waar u<br />

interactieve modellen leert gebruiken die snelle inzichten leveren.<br />

2-daagse opleidingen<br />

Agenda:<br />

• Module 1 ‘geavanceerde formules’: 29 en 30 april<br />

• Module 2 ‘data en pivot tables: 27 en 28 mei<br />

• Module 3 ‘geavanceerde grafi eken<br />

en besturingselementen:<br />

24 en 25 juni<br />

• Module 4 ‘fi nanciële dashboards’: 21 en 22 oktober<br />

• Module 5 ‘power pivot en DAX’: 18 en 19 november<br />

De verschillende modules zijn complementair en aldus afzonderlijk te volgen of als 1 jaaropleiding.<br />

Iedere opleiding wordt bijkomend ondersteund met een goed geïllustreerde en uitgewerkte syllabus.<br />

Inhoud en voorwaarden: www.fm.be/excel<br />

financial media - knowledge partner for cfo’s and finance professionals<br />

Zuidleiestraat 12, bus 0 A B-9880 Aalter T 09 375 68 00 F 09 375 68 10 E office@fm.be W www.fm.be


28<br />

treasury<br />

ingrid daerden, group treasurer bij cofinimmo:<br />

particulier kijkt meer naar<br />

naambekendheid dan<br />

naar rating<br />

“Het is voor ons nog altijd voordeliger<br />

om bij de bank te lenen dan naar de<br />

fi nanciële markt te stappen met een<br />

bedrijfsobligatie. Zeker indien we het particuliere<br />

segment zouden willen bevragen.<br />

Particulieren kijken immers meer naar<br />

de naamsbekendheid dan naar de rating<br />

die we kunnen voorleggen”, zegt Ingrid<br />

Daerden.<br />

Daerden is group treasurer bij de beursgenoteerde<br />

vastgoedbevak Cofi nimmo.<br />

Haar belangrijkste taak is het zorgen voor<br />

de fi nanciering van de vastgoedprojecten.<br />

Jaarlijks moet ze voor zowat 400 miljoen<br />

euro aan herfi nancieringen regelen. Ook<br />

het onderhouden van de relaties met de<br />

credit agencies behoren tot haar verantwoordelijkheden.<br />

Cofi nimmo beheert in totaal voor zo’n<br />

3 miljard euro aan vastgoed. Dat vermogen<br />

is gespreid over kantoorpanden<br />

(47%), rusthuizen en verzorgingsinstellingen<br />

(35%) , distributienetwerken (cafépanden<br />

die werden overgenomen van AB<br />

InBev en kantoren voor de Franse verzekeraar<br />

MAAF, samen 16%) en een kleine<br />

restfractie.<br />

Daerden is sinds eind 2008 aan de slag bij<br />

Cofi nimmo. Voordien werkte ze bij ING.<br />

Eerst als private banker, dan als relatiebeheerder<br />

voor kmo’s en vervolgens als accountmanager<br />

voor de vastgoedsector.<br />

Bij Cofi nimmo begon ze als investor relations<br />

manager. “Ik hield van fi nance en<br />

ik hield van vastgoed. Dan is Cofi nimmo<br />

wellicht het mooiste Belgische bedrijf<br />

waar je kunt aan denken. Het is ook groot<br />

genoeg om internationaal mee te tellen.<br />

We zitten op de radarschermen van de internationale<br />

investeerders. En qua fi nan-<br />

cfo magazine januari 2013<br />

Ieder zingt zijn eigen lied. Dat geldt ook in de bedrijfswereld. Afhankelijk van de sector en de aard van de<br />

onderneming gelden andere behoeften op fi nancieel vlak. Toch is het interessant af en toe over de muur te<br />

mogen kijken. Vorig nummer gaf credit manager Luc Van Sebroeck ons een inkijk in de werking van MAN<br />

Truck & Bus. Deze maand zijn we te gast bij Ingrid Daerden, de group treasurer van de beursgenoteerde<br />

vastgoedbevak Cofi nimmo.<br />

Door Solvency II zien we dat banken niet<br />

meer geneigd zijn om langlopende projecten te<br />

doen. We merken daarentegen meer appetijt bij<br />

de verzekeraars.<br />

ciering hebben we toegang tot mogelijkheden<br />

die voor kleinere spelers gesloten<br />

blijven.”<br />

“De start als investor relations manager<br />

liet me toe een helikoptervisie te krijgen<br />

over het bedrijf en het in al zijn diepste<br />

vezels te leren kennen. Je komt immers<br />

in contact met investeerders die kritische<br />

vragen stellen. Maar ik ging graag terug<br />

naar de techniciteit en het afsluiten van<br />

deals wat ik zeker terug kan vinden in mijn<br />

job op treasury. “<br />

“Wij hebben een grote behoefte aan fi nanciering”,<br />

zegt Ingrid Daerden. “Jaarlijks<br />

moeten we toch zo’n 400 miljoen euro aan<br />

funding ophalen. Een deel daarvan vinden<br />

we bij de banken. Ofwel bilateraal, ofwel<br />

via gesyndiceerde kredieten. De rest halen<br />

we op de markten. We hebben een commercial<br />

paper-programma lopen, retail<br />

bonds, een converteerbare obligatie en<br />

een private plaatsing. De bedoeling is dat<br />

we de helft bancair doen en de andere helft<br />

via de fi nanciële markten.”<br />

Cofinimmo heeft net als<br />

andere vastgoedbevaks een grote<br />

kredietbehoefte. Merkt u in de<br />

praktijk dat bankiers minder graag<br />

met financieringen over de brug<br />

komen, zoals vaak wordt verteld?<br />

Ingrid Daerden: “Er zijn voor ons nog altijd<br />

voldoende liquiditeit in de markt. We<br />

hebben dus geen moeite om voldoende<br />

funding te vinden. Een aantal banken<br />

waarmee we vroeger werkten zoals SocGen<br />

en RBS hebben weliswaar hun fi -<br />

nanciering van vastgoedtransacties stopgezet,<br />

maar dat woog voor ons niet door<br />

omdat het niet onze zwaarste partners<br />

waren. Wel zien we dat de marges hoger<br />

liggen dan vroeger. Maar toen waren een<br />

aantal leningen ook echt wel heel scherp<br />

geprijsd. Ook zien we dat banken die ons<br />

fi nancieren eveneens willen betrokken<br />

worden bij onze andere activiteiten. Ze<br />

willen daarin een stuk fee-inkomen kunnen<br />

behalen. Bij onze plaatsingen zorgen<br />

we er dan ook voor dat onze bancaire partners<br />

ook hier hun deel in hebben. Iets anders<br />

is het voor langere looptijden. Voor<br />

de publiek-private-samenwerking voor de<br />

bouw van een gevangenis in Leuze gingen<br />

we met KBC in zee voor een project van<br />

25 jaar. Nu zou dat misschien niet meer<br />

mogelijk zijn. Banken zijn niet meer geneigd<br />

om langlopende projecten te doen.<br />

We merken daarentegen meer appetijt<br />

bij de verzekeraars. Zij nemen de rol van<br />

de banken over voor dergelijke dossiers.<br />

Dat komt onder meer door de Solvency<br />

II-regeling, waarbij afhankelijk van het<br />

We mogen een schuldgraad van<br />

65% hebben en we zitten momenteel aan<br />

ongeveer 50%. Toch willen we dat zo houden,<br />

want de fi nanciële markten zien vandaag niet<br />

graag dat er te veel schuldfi nanciering is.<br />

type investering een andere weging van<br />

het ingezet kapitaal wordt toegepast. Een<br />

fi nanciering door een verzekeraar is hier<br />

interessant.”<br />

Zijn pensioenfondsen geen goede<br />

partners voor dergelijke projecten?<br />

Ook zij hebben langetermijnverplichtingen<br />

af te dekken?<br />

Ingrid Daerden: “Dat is zo, maar de verzekeraars<br />

staan hier al een pak verder.<br />

Zij hebben doorgaans ervaring met vastgoedtransacties.<br />

Bij Belgische pensioenfondsen<br />

gaat het om een activiteit die pas<br />

wordt opgestart.”<br />

Bedrijfsobligaties zijn momenteel<br />

in als financieringsinstrument.<br />

Speelt u ook in op die trend?<br />

Ingrid Daerden: “We zullen zeker nog een<br />

beroep doen op bedrijfsobligaties, maar<br />

dat wordt dan wellicht een plaatsing bij institutionelen.<br />

Wij kunnen ons papier daar<br />

goedkoper plaatsen dan bij de particulieren.<br />

Die kijken meer naar de naam van de<br />

uitgever dan naar onze kredietrating. Ons<br />

probleem is dat we in dat segment minder<br />

goed gekend zijn. We hebben immers<br />

geen producten die bij het grote publiek<br />

bekend zijn zoals Omega Pharma of Roularta<br />

die dat wel hebben. Bovendien laat<br />

een private plaatsing ons toe om eerst de<br />

markt af te tasten. We willen daar wel iets<br />

aan doen. Het wordt een van de doelstellingen<br />

voor onze communicatie in 2013<br />

om de verschillende doelgroepen te bereiken<br />

met aangepaste boodschappen. Als<br />

we kunnen, doen we ook altijd mee aan<br />

evenementen voor particuliere beleggers.”<br />

Heeft u een plan B mocht<br />

een obligatie-uitgifte mislukken?<br />

Ingrid Daerden: “We werken altijd twaalf<br />

maanden op voorhand. Onze fi nanciering<br />

voor 2013 zit al op orde. We zijn nu bezig<br />

met 2014. Dat maakt dat we speling en<br />

fl exibiliteit hebben. Wettelijk gezien hebben<br />

we ook nog behoorlijk wat ruimte om<br />

fi nancieringen aan te trekken. We mogen<br />

een schuldgraad van 65% hebben en we<br />

zitten maar aan zowat 50%. Toch willen<br />

we dat zo houden, want de fi nanciële<br />

markten zien vandaag niet graag dat er te<br />

veel schuldfi nanciering is.”<br />

Kunt u makkelijk op vrij korte termijn<br />

grote sommen geld vrijmaken<br />

voor aankopen van vastgoed of<br />

worden die steeds betaald met de<br />

creatie van nieuwe aandelen?<br />

Ingrid Daerden: “Het gaat niet altijd om<br />

grote sommen. Bij de overname van een<br />

rusthuis spreken we vaak over bedragen<br />

tussen 10 en 20 miljoen euro, die we<br />

kunnen opvangen met onze corporate fi -<br />

nanciering. Vorig jaar hebben we wel een<br />

transactie gedaan met het Franse MAAF<br />

van 100 miljoen euro. Daarvoor hebben<br />

we specifi eke fi nanciering aangetrokken<br />

zodat de schuldgraad stabiel bleef.<br />

Een vastgoedbevak heeft eigen vermogen<br />

nodig om te groeien. Want andere mogelijkheden<br />

zijn er niet. Het is ofwel nieuw<br />

kapitaal aantrekken, ofwel activa verkopen.<br />

Winstreserveringen kunnen moeilijk,<br />

want een bevak moet minstens 80%<br />

van zijn winsten uitkeren. Dit jaar hebben<br />

we het eigen vermogen voor ongeveer 60<br />

miljoen euro versterkt door het aanbie-


30<br />

den van een keuzedividend in aandelen en<br />

de verkoop van eigen aandelen. De eigen<br />

aandelen worden tegen beurskoers in de<br />

markt geplaatst.”<br />

Dekt u zich in tegen mogelijke<br />

schommelingen van de rente?<br />

Ingrid Daerden: “We hebben een vrij uitvoerige<br />

hedging die loopt tot 2019. We<br />

proberen ons tegen een vlottende rente te<br />

fi nancieren. En als een instrument toch<br />

een vaste rentevoet heeft, swappen we die<br />

vaak naar een vlottende intrestvoet. Vervolgens<br />

dekken we ons in via swaps of de<br />

aankoop van caps gecombineerd met de<br />

verkoop van fl oors. Nu de rente zo fors gedaald<br />

is, kost ons dat wel iets. Maar zelfs<br />

indien we dat meerekenen, zijn we nog<br />

goedkoper af dan in het geval we onmiddellijk<br />

voor een vaste rente zouden hebben<br />

gekozen. We hebben een jaarlijks bedrag<br />

dat we aan hedging besteden. Dat bedrag<br />

blijft vrij constant.”<br />

Bevaks hebben de gewoonte geregeld<br />

hun portefeuille op te schonen en<br />

niet-prioritaire activa te verkopen.<br />

Wat doet u op dat moment met<br />

ontvangen cash? Wordt dat tijdelijk<br />

belegd of wordt dat gebruikt voor de<br />

reductie van de schuldgraad?<br />

Ingrid Daerden: “In dergelijke gevallen<br />

doen we minder een beroep op fi nanciering<br />

en reduceren we onze schuldgraad.”<br />

U komt uit de bankwereld.<br />

cfo magazine januari 2013<br />

We zitten op de radarschermen van<br />

de internationale investeerders. En qua fi nanciering<br />

hebben we toegang tot mogelijkheden die voor<br />

kleinere spelers gesloten blijven.<br />

Nu zit u aan de andere kant.<br />

Hoe kijkt u nu aan tegenover<br />

de financiële sector?<br />

Ingrid Daerden: “Ik kan nu makkelijker<br />

vergelijken tussen de verschillende banken.<br />

Daarbij heb ik gemerkt dat ze elk hun<br />

eigen sterke punten hebben. Sommige<br />

banken zijn sterker in projectfi nanciering,<br />

andere in andere takken. Vroeger dacht ik<br />

dat ze korter bij elkaar zaten.”<br />

Met hoeveel banken<br />

werkt u samen?<br />

Ingrid Daerden: “We hebben een bankenpool<br />

van tien à twaalf banken. Dat<br />

zijn instellingen waarmee we een nauwe<br />

relatie onderhouden. De traditionele Belgische<br />

banken zitten erin, maar ook een<br />

aantal Angelsaksische, Luxemburgse en<br />

Franse.”<br />

De relaties met de credit<br />

agencies behoren eveneens<br />

tot uw takenpakket.<br />

Hoe verlopen die?<br />

Heeft u de mogelijkheid om uw<br />

positie te verdedigen of moet u<br />

gewoon slikken wat ze poneren?<br />

Ingrid Daerden: “We hebben geen probleem<br />

met de credit agencies. Zij maken<br />

hun analyse en bepalen dan hun standpunt.<br />

Tweemaal per jaar doen ze ook een<br />

doorlichting. Een eerste keer bij de publicatie<br />

van de jaarcijfers. Dan hebben ze<br />

ook een gesprek met het management.<br />

Vervolgens is er nog een tweede doorlichting<br />

zes maanden later. Bij ons is dat<br />

in oktober. Meestal stellen ze dan vragen,<br />

waarop we hen een antwoord geven. Bovendien<br />

bellen we hen proactief op telkens<br />

we een persbericht uitsturen om hen uit te<br />

leggen waarmee we bezig zijn. De credit<br />

agencies werken dus niet anders dan de<br />

sell side analisten die rapporten publice-<br />

ren. In het begin stond Standard & Poor’s<br />

wel wat twijfelend tegenover onze diversifi<br />

catiepolitiek in rusthuizen. Dat kwam<br />

omdat er, in tegenstelling tot de VS, in<br />

continentaal Europa geen track record<br />

was voor dergelijke investeringen. Vandaag<br />

beschouwen ze het in hun rapporten<br />

als een van onze sterke kanten.”<br />

Hoe verloopt de samenwerking<br />

met de andere financiële beroepen<br />

binnen de onderneming?<br />

Gebeurt dat gestandaardiseerd?<br />

Ingrid Daerden: “We hebben wekelijks<br />

overleg in een vergadering die geleid<br />

wordt door de <strong>CFO</strong>. Voorts zitten daar<br />

onder meer de communicatiedienst, de<br />

investor relations, de reporting, de consolidatie,<br />

de fi scalist, het hoofd van de boekhouding<br />

en IT in. In totaal gaat het om elf<br />

mensen.”<br />

Vindt u dat treasury voldoende<br />

wordt betrokken bij het beleid van de<br />

onderneming of kan het nog beter?<br />

Ingrid Daerden: “Jazeker. In een vastgoedbevak<br />

is treasury zeer belangrijk. Het<br />

bepaalt de kost van de funding en heeft<br />

een belangrijke impact op het resultaat.<br />

De fi nancieringskosten bepalen één derde<br />

van onze P&L. Bovendien bepaalt het of<br />

we investeringen kunnen doen of niet.<br />

De marge tussen de kost van de funding<br />

en het rendement op investering is eerder<br />

nauw.”<br />

Wat beschouwt u als uw belangrijkste<br />

verwezenlijkingen tot nog toe?<br />

Ingrid Daerden: “We hebben in 2011 voor<br />

het eerst een converteerbare obligatie<br />

kunnen lanceren, toen de wetgeving pas<br />

was aangepast. Het was toch een project<br />

waarmee we maanden bezig waren. De<br />

converteerbare obligatie gaf ons de mo-<br />

gelijkheid om goedkoper te funden. Bovendien<br />

krijgen we ook toegang tot een<br />

investeerderspubliek dat we anders niet<br />

hebben. Bij die converteerbare obligatie<br />

hebben we het publiek ook een kans geven<br />

om mee te doen. Daarom hebben we<br />

de tranche via accelerated bookbuilding<br />

eerst opengesteld voor institutionelen.<br />

Daardoor konden we marktconforme<br />

voorwaarden bekomen. Vervolgens hebben<br />

we nog drie dagen de kans gegeven<br />

aan particulieren om in te schrijven. Dat<br />

gebeurde via een clawback op het aanbod<br />

voor de institutionelen. De hele operatie<br />

vergde wel behoorlijk wat tijd. We zijn de<br />

markt beginnen verkennen in het najaar<br />

2010 om de operatie vervolgens in april<br />

2011 te lanceren. Voor de plaatsing hebben<br />

we een beroep gedaan op vier banken.<br />

En daar konden we goed gebruik maken<br />

van de verschillende specialiteiten. De<br />

Angelsaksische banken waren goed in de<br />

structurering, de Belgische banken hadden<br />

meer kennis van de lokale wetgeving<br />

Save the date!<br />

en konden daardoor beter communiceren<br />

met de FSMA. De tweede grote operatie<br />

is de club-deal die we in april 2012<br />

hebben getekend. We hebben toen een<br />

kredietfaciliteit van 220 miljoen euro<br />

met vijf banken gesloten. Daarbij zijn<br />

we erin geslaagd om twee nieuwe banken<br />

te engageren en tegelijk onze kredietconvenant<br />

te versoepelen, wat in het<br />

huidige economische klimaat niet zo<br />

evident was. Die laatste gebruiken we<br />

nu in alle onderhandelingen als standaard.<br />

Bovendien waren de marges vrij<br />

redelijk. We betalen in de club-deal een<br />

gemiddelde premie van 150 basispunten,<br />

wat een mooi niveau is. Daarmee<br />

blijft bankfi nanciering trouwens ook<br />

iets goedkoper dan de uitgifte van obligaties,<br />

waar je toch moet rekenen met<br />

200 basispunten premie ten opzichte<br />

van de referentierentevoet.” <br />

steekkaart cofinimmo<br />

upcoming events in 2013:<br />

7 februari<br />

25-26 feb<br />

21 maart<br />

28 maart<br />

18 april<br />

25 april<br />

7 mei<br />

16 mei<br />

30 mei<br />

3-4 juni<br />

6 juni<br />

13 juni<br />

27 juni<br />

auteur: Johan Van Geyte<br />

foto’s: Jerry De Brie<br />

Best Finance Team of the Year<br />

Excel opleiding<br />

<strong>CFO</strong> Square<br />

Best Finance Team Causerie<br />

<strong>CFO</strong> Themadag Themadag “Finance Software”<br />

Best Finance Team Causerie<br />

Wereldwijs<br />

<strong>CFO</strong> Themadag Themadag “Financiering”<br />

Best Finance Team Causerie<br />

Excel opleiding<br />

<strong>CFO</strong> Square<br />

Wereldwijs<br />

Best Finance Team Causerie<br />

financial media - knowledge partner for cfo’s and finance professionals<br />

T 09 375 68 00 F 09 375 68 10 E office@fm.be W www.fm.be<br />

Cofinimmo is een vastgoedbevak en<br />

belegde zijn vermogen aanvankelijk<br />

nagenoeg uitsluitend in kantoren,<br />

met een sterke focus op de Brusselse<br />

regio. Sinds 2005 volgt men echter een<br />

diversificatiestrategie. Eerst werd ook<br />

geïnvesteerd in rusthuizen. In 2007<br />

kwamen daar distributienetwerken<br />

bij, toen Cofinimmo betrokken werd<br />

bij een sale-en-lease-backoperatie van<br />

cafés van AB InBev. Vorig jaar werd een<br />

soortgelijke operatie gedaan met de<br />

agentschappen van de Franse verzekeraar<br />

MAAF.Cofinimmo focust op de zekerheid<br />

van langetermijncashflows. Dit is ook<br />

nodig omdat de maatschappij haar<br />

aandeelhouders een stabiel dividend<br />

wil kunnen uitkeren. De gemiddelde<br />

resterende looptijd van de huurcontracten<br />

bedraagt 12 jaar. De bezettingsgraad van<br />

het vastgoed ligt boven 95%.<br />

cfo magazine januari 2013 31


32<br />

performance<br />

management<br />

vergoeding van de<br />

cfo en ceo op basis<br />

van de waardecreatie<br />

De waardecreatie binnen een onderneming kan aan de basis liggen voor de bijkomende vergoedingen van de<br />

<strong>CFO</strong> en CEO te bepalen. Alvorens hierop dieper wordt ingegaan, wordt in dit artikel eerst uiteengezet hoe deze<br />

waardecreatie binnen de onderneming kan bepaald worden.<br />

De berekening van de waardecreatie, beter gekend als de EVA<br />

(Economic Value Added), binnen de onderneming bestaat uit<br />

enkele opeenvolgende stappen. De berekening vertrekt vanuit de<br />

NOPLAT (Net Operating Profi t Less Adjusted Tax), het geïnvesteerd<br />

vermogen en de gewogen gemiddelde kost van het vermogen<br />

van de onderneming, beter gekend als de WACC (Weighted<br />

Average Cost of Capital). Hieruit kan vervolgens de Economic<br />

Profi t worden berekend die de waardecreatie binnen de onderneming<br />

weergeeft.<br />

We illustreren de berekening van de Economic Profi t aan de hand<br />

van een voorbeeld. De eerste stap is de berekening van de NO-<br />

PLAT, het netto operationeel resultaat na belastingen. Om dit te<br />

berekenen, dient voorafgaandelijk de reële belastingdruk te worden<br />

berekend. In onderstaand voorbeeld bedraagt deze 30%. Dit<br />

percentage wordt bekomen door de inkomstenbelasting te delen<br />

door het resultaat voor belastingen.<br />

(euro in duizendtallen) N-2 N-1 N N+1<br />

Inkomstenbelasting € 483 € 569 € 604 €581<br />

Result. voor belastingen € 1.610 € 1.897 € 2.012 € 1.935<br />

Reële belastingdruk 30% 30% 30% 30%<br />

De NOPLAT wordt bekomen door de EBIT (Earnings before interest<br />

and taxes) te verminderen met de reële belastingdruk. In<br />

sommige gevallen dient de EBIT te worden gecorrigeerd naar de<br />

effectieve operationele inkomsten.<br />

(euro in duizendtallen) N-2 N-1 N N+1<br />

EBIT € 2.202 € 2.377 € 2.355 € 2.760<br />

Reële belastingdruk<br />

x EBIT<br />

-€ 661 -€ 713 -€ 707 -€ 828<br />

NOPLAT € 1.541 € 1.664 € 1.649 € 1.932<br />

cfo magazine januari 2013<br />

De volgende stap is de berekening van de gewogen gemiddelde<br />

kost van het vermogen van de onderneming bestaande uit de<br />

kost van het eigen vermogen en de kost van de rentedragende<br />

schulden. In het illustrerend voorbeeld gaan we uit van de volgende<br />

basisgegevens:<br />

(euro in duizendtallen) N-2 N-1 N N+1<br />

Eigen vermogen € 4.000 € 4.986 € 5.934 € 7.139<br />

(50%) (55%) (55%) (67%)<br />

Rentedragende € 4.000 € 4.014 € 4.866 € 3.561<br />

schulden (50%) (45%) (45%) (33%)<br />

Geïnvesteerd vermogen € 8.000 € 9.000 € 10.800 € 10.700<br />

= Invested Capital<br />

Naast de bedragen wordt telkens het aandeel in het geïnvesteerd<br />

vermogen procentueel weergegeven.<br />

Op basis van het vereiste rendement op het eigen vermogen wordt de<br />

gewogen gemiddelde kost van het eigen vermogen berekend. Deze<br />

wordt bekomen door het vereiste rendement te vermenigvuldigen met<br />

het aandeel van het eigen vermogen in het geïnvesteerd vermogen.<br />

Hetzelfde dient te gebeuren met de rentedragende schulden. In<br />

dit geval wordt het vereiste rendement bepaald door de intrestvoet<br />

op de rentedragende schulden. In het voorbeeld gaan we uit van<br />

één intrestpercentage. Bij verschillende intrestvoeten, dient ook<br />

hier een gewogen gemiddelde te worden berekend. Gezien intresten<br />

aftrekbare kosten zijn, dienen de intrestvoeten te worden<br />

verminderd met de belastingdruk. Het bekomen resultaat dient<br />

vervolgens te worden vermenigvuldigd met het aandeel van de<br />

rentedragende schulden in het geïnvesteerd vermogen, gelijkaardig<br />

aan de berekening van de gewogen gemiddelde kost van het<br />

eigen vermogen.<br />

De optelling van beide gewogen gemiddelde kosten brengt ons<br />

naar de gewogen gemiddelde kost van het geïnvesteerd vermogen.<br />

(euro in duizendtallen) N-2 N-1 N N+1<br />

Vereist rendement EV 24,3 % 22,6 % 22,7 % 20,0 %<br />

Aandeel EV 50 % 55 % 55 % 67 %<br />

Gewogen kost EV 12,1 % 12,5 % 12,5 % 13,3 %<br />

Vereist rendement<br />

intrestdragende schulden<br />

7,8 % 9,1 % 9,5 % 7,1 %<br />

Kost x (1-belasting%) 5,5 % 6,4 % 6,6 % 5,0 %<br />

Aandeel i-schulden 50 % 45 % 45 % 33 %<br />

Gewogen kost<br />

i-schulden<br />

2,7 % 2,8 % 3,0 % 1,7 %<br />

Gewogen gemiddelde<br />

kost geïnvesteerd<br />

vermogen = WACC<br />

14,9 % 15,4 % 15,5 % 15,0 %<br />

Om te bepalen in welke mate de gegenereerde winsten de vereiste<br />

winsten overtreffen, dient er te worden gewerkt met het<br />

geïnvesteerd vermogen op het einde van het vorige boekjaar en<br />

de gewogen gemiddelde kapitaalkost van het huidige boekjaar.<br />

Door de NOPLAT te verminderen met het geïnvesteerd vermogen<br />

vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde kapitaalkost, verkrijgen<br />

we de Economic Profi t.<br />

(euro in duizendtallen) N-2 N-1 N N+1<br />

NOPLAT € 1.541 € 1.664 € 1.649 € 1.932<br />

Geïnvesteerd vermogen € 8.000 € 9.000 € 10.800<br />

Gewogen gemiddelde 15,4 % 15,5 % 15,0 %<br />

kapitaalkost<br />

Economic Profi t € 435 € 257 € 314<br />

Op basis van bovenstaande gegevens kan men besluiten dat de<br />

onderneming erin slaagt het vereiste rendement te behalen en<br />

een waardecreatie realiseert. Ook al is er een mindere stijging<br />

in N in vergelijking met N-1, dient te worden opgemerkt dat er<br />

moet worden rekening gehouden met toekomstige resultaten<br />

die resulteren uit investeringen uit het verleden. Eén enkel jaar<br />

analyseren kan dus leiden tot een vertekend beeld en bijgevolg<br />

verkeerde conclusies.<br />

Een andere manier van de Economic Profi t te berekenen is de<br />

ROIC (Return on Invested Capital) te verminderen met de WACC<br />

en dit vervolgens te vermenigvuldigen met de Invested Capital.<br />

Als voorbeeld nemen we het jaar N. De ROIC bedraagt 18,35 %<br />

(1.649 (NOPLAT N) / 9.000 (Invested Capital N-1)). De Economic<br />

Profi t bedraagt dus € 257 ((18,35% - 15,5%) * 9.000) (bedragen<br />

uitgedrukt in duizendtallen).<br />

Op basis van de Economic Profi t kunnen managementvergoedingen<br />

worden berekend. Het gevaar in deze methode werd reeds<br />

hiervoor aangehaald. Een korte termijnvisie voor het behalen van<br />

een hogere Economic Profi t kan leiden tot nefaste gevolgen op<br />

lange termijn. Zo kan het management besluiten investeringen<br />

uit te stellen gezien deze niet meteen een hoog rendement opleveren.<br />

Door het uitstellen van dergelijke investeringen, sluit men<br />

echter ook de mogelijkheid tot een toekomstig rendement uit.<br />

Hierdoor is het belangrijk de Economic Profi t over verscheidene<br />

jaren te bekijken.<br />

Een gemiddelde van de Economic Profi t over de drie jaren kan<br />

worden gebruikt als basis voor de berekening van vergoedingen<br />

van de CEO en <strong>CFO</strong>. In het illustrerend voorbeeld geeft dit het<br />

volgende resultaat:<br />

Als besluit kan men stellen dat de waardecreatie een geschikte<br />

grondslag is voor de berekening van de vergoedingen van de CEO en<br />

<strong>CFO</strong> indien er rekening wordt gehouden met een ruim tijdsinterval.<br />

Enkel op basis van een gemiddelde waardecreatie over meerdere<br />

jaren bekeken, wordt een geschikte berekeningsbasis voor vergoedingen<br />

ter motivering van het management bekomen. <br />

guy parmentier<br />

bedrijfsrevisor<br />

nicolas germanes<br />

Gemiddelde waardecreatie = (€ 435.200 + 256.600 + 313.600) / 3 =€ 335.133<br />

Business Valuation - Using financial analysis to measure a company’s value<br />

Guy Parmentier and Bart Cuypers | 2012 | ISBN 978-1-78068-016-3 | ix + 264 pp. | paperback | € 79<br />

Knowledge on financial analysis and business valuation is not always accessible for non-financial specialists such as<br />

managers with a more strategic focus. Nevertheless, having this intellectual skill-set can leverage your ability to make<br />

better strategic decisions. Therefore, the authors have structured this book in a way that enables non-specialists to grasp<br />

all relevant financial information using tools that allow efficient financial analyses.<br />

For the non-financial expert the book starts by presenting the essentials of financial analysis and business valuation in<br />

a structured way. More experienced readers may find in this book new perspectives for conducting financial analyses.<br />

Professionals will welcome the more dynamic financial toolset incorporated in this book. This toolset will enable them<br />

to get to the heart of the (financial) matter faster by focusing on relevant data. This book gives the reader a better insight<br />

in the company’s value, not just by explaining theory, but by also showing how you can use the output of the financial<br />

analyses to challenge the forecasted data that will determine the price you get or have to pay.<br />

Groenstraat 31 | 2640 Mortsel - België | T +32 3 680 15 50 | F +32 3 658 71 21 | mail@intersentia.be | www.intersentia.be<br />

cfo magazine januari 2013 33


34<br />

vennootschapsrecht<br />

het einde van<br />

de effecten aan toonder<br />

maatregelen om belgisch<br />

effectenrecht te moderniseren<br />

Effecten aan toonder zijn niet meer. Of beter: het moment dat ze er echt niet meer zullen zijn, nadert met rasse schreden.<br />

Op zich is de Belgische realiteit geen unicum, het past volledig in een Europese trend. Enkele fundamentele vragen dringen<br />

zich echter op. Er wordt gefaseerd tewerk gegaan, maar welke verplichtingen kenmerken elk van deze fasen? Wie neemt<br />

initiatief, en wat zijn de gevolgen als dit niet gebeurt? Welke alternatieven bestaan er voor dat effect aan toonder dat op<br />

haar laatste dagen loopt? We spraken erover met twee experts ter zake: Vanessa Ramon en Femke Darras, respectievelijk<br />

advocaat-vennoot en advocaat bij het kantoor Crivits & Persyn uit Brugge.<br />

Hoe het allemaal begon...<br />

Aandelen aan toonder liggen al een hele<br />

poos in het vizier. Vanuit Europese hoek<br />

werd er jaren op aangedrongen om ze aan<br />

banden te leggen, bij voorkeur zelfs af<br />

te schaffen. Met de wet van 14 december<br />

2005 werd een concrete stap in die richting<br />

gezet. Hierdoor sluit ons land zich<br />

aan bij de bewegingen in andere Europese<br />

landen.<br />

“Het doel van deze wet is dubbel”, verduidelijkt<br />

Vanessa Ramon. “Men wou de<br />

geloofwaardigheid van het Belgisch fi -<br />

nancieel systeem verhogen. De maatregel<br />

kadert voornamelijk in de strijd tegen de<br />

georganiseerde misdaad en de daaraan<br />

verbonden witwas van geld en de strijd<br />

tegen fi scale fraude. Niet zelden werd de<br />

anonieme verwerving en verhandeling van<br />

toondereffecten net in die milieus als een<br />

voordeel aanzien. Anderzijds werd ook<br />

een modernisering van het Belgisch effectenrecht<br />

beoogd. Effecten aan toonder<br />

brengen niet alleen een verhoogd risico<br />

op diefstal en verlies met zich mee maar<br />

ook de aanzienlijke economische kost op<br />

het vlak van bewaargeving, beheer en verhandeling<br />

mag niet onderschat worden.<br />

Door de afschaffi ng van toondereffecten<br />

wil men dus ook de girale omloop van effecten<br />

op naam bevorderen.”<br />

“Dit resulteerde in een gefaseerde afschaffi<br />

ng van de toondereffecten”, merkt<br />

Femke Darras op. “Eerder dan te opteren<br />

voor een onmiddellijke en automatische<br />

cfo magazine januari 2013<br />

conversie uit kracht van wet van alle toondereffecten,<br />

werd een geleidelijk systeem<br />

uitgedacht dat, althans voor de niet-genoteerde<br />

effecten, de gedwongen omzetting<br />

slechts als ultieme remedie hanteert.”<br />

Welke effecten?<br />

“Een erg belangrijk aandachtspunt is<br />

welke effecten effectief door de wet geviseerd<br />

worden”, benadrukt Femke Darras.<br />

“Anders gezegd: wat is haar toepassingsgebied?<br />

De lading van de vlag is ruimer<br />

dan vaak aangenomen wordt. Concreet<br />

dienen drie categorieën onderscheiden<br />

te worden. Om te beginnen zijn er de<br />

vennootschapseffecten, zijnde aandelen,<br />

obligaties, warrants, etc. Deze konden<br />

enkel aan toonder worden uitgegeven<br />

door bepaalde vennootschappen zoals<br />

Femke Darras,<br />

advocaat bij Crivits & Persyn:<br />

'In principe ligt de verantwoordelijkheid<br />

om de omzetting te vragen bij de<br />

rechthebbenden van de effecten.<br />

Toch kan de vennootschap zelf ook het<br />

voortouw nemen'<br />

NV’s, Commanditaire vennootschappen<br />

op aandelen en Europese Vennootschappen.<br />

Nogal logisch dat enkele deze vennootschapsvormen<br />

zich aangesproken<br />

moeten voelen door de wet die hier wordt<br />

besproken. Een tweede categorie zijn de<br />

overheidseffecten, met name staatsobligaties,<br />

staatsbons of schatkistcertifi caten.<br />

Tot slot is er ook nog een derde restcategorie<br />

waar bijvoorbeeld kasbons of vastgoedcertifi<br />

caten onder vallen. De wet is<br />

dus niet van toepassing op handelseffecten,<br />

zoals wisselbrieven, orderbrieven of<br />

cheques.”<br />

Wat er moet gebeuren...<br />

Wat behelst de verplichting precies? “Als<br />

vennootschap waarvan nog aandelen aan<br />

toonder in omloop zijn of als aandeel-<br />

Vanessa Ramon,<br />

advocaat – vennoot bij Crivits & Persyn:<br />

'Alle omzettingen na<br />

1 januari 2012 werden<br />

onderhevig aan een taks<br />

van 1%. Vanaf volgend<br />

jaar verhoogt dat zelfs<br />

naar 2%. Om die reden<br />

zijn er versneld al<br />

heel wat omzettingen<br />

gebeurd'<br />

houder die nog over dergelijke effecten<br />

beschikt, heeft u twee keuzemogelijkheden”,<br />

legt Femke Darras uit. “Een eerste<br />

optie is deze aandelen om te zetten in effecten<br />

op naam. Dit kan steeds gevraagd<br />

worden, een statutenwijziging is niet nodig<br />

om dit te bewerkstelligen. Er zal wel<br />

een aandelenregister moeten gekocht<br />

worden. De tweede mogelijkheid bestaat<br />

in het zogenaamd dematerialiseren van<br />

de aandelen. Hiervoor dringt zich wel een<br />

statutenwijziging op. Dit dematerialiseren<br />

is, voor alle duidelijkheid, een meer<br />

omslachtige operatie.” (zie kader)<br />

...en wanneer?<br />

“De wet van 2005 is geen alles- of nietsverhaal”,<br />

beklemtoont Femke Darras.<br />

“Waaraan precies voldaan moet zijn, hangt<br />

af van bepaalde periodes.” Een beknopt<br />

overzicht van de chronologie der dingen.<br />

“Een eerste mijlpaal kwam er op 1 januari<br />

2008”, vervolgt Femke Darras. “Van dan af<br />

was het verboden om nog nieuwe effecten<br />

aan toonder uit te geven. Ook bestaande<br />

effecten aan toonder, ingeschreven op een<br />

effectenrekening, mogen sinds die datum<br />

niet meer fysiek afgeleverd worden.<br />

Van dan af startte ook de omzetting van<br />

rechtswege van effecten die genoteerd<br />

zijn op de beurs in gedematerialiseerde<br />

effecten wanneer zij op dat ogenblik op<br />

een effectenrekening stonden. Die fase is<br />

grotendeels afgerond.”<br />

“Tijdens de periode tot 31 december 2013<br />

brak een nieuwe episode aan”, vervolgt<br />

Femke Darras. “Op deze datum eindigt de<br />

overgangsperiode waarin rechthebbenden<br />

tijd hebben om effecten aan toonder<br />

vrijwillig te laten omzetten in effecten op<br />

naam of gedematerialiseerde effecten.<br />

Voor toondereffecten die op vervaldag komen<br />

vóór 1 januari 2014, denk maar aan<br />

obligaties aan toonder, moet geen omzetting<br />

gebeuren.”<br />

“Die vrijwillige omzettingsperiode is eind<br />

vorig jaar doorkruist met de invoering van<br />

een omzettingstaks in het kader van de<br />

besparingsmaatregelen van de regering<br />

Di Rupo”, vult Vanessa Ramon aan. “Alle<br />

omzettingen na 1 januari 2012 werden<br />

onderhevig aan een taks van 1%. Vanaf<br />

volgend jaar verhoogt dat zelfs naar 2%.<br />

Om die reden zijn er versneld al heel wat<br />

omzettingen gebeurd.”<br />

Van rechtswege omgezet<br />

“De periode van 1 januari 2014 tot en met 31<br />

december van dat jaar, is een aparte fase”,<br />

aldus Vanessa Ramon. “Toondereffecten<br />

die niet vrijwillig werden omgezet, worden<br />

vanaf 1 januari 2014 van rechtswege<br />

omgezet op naam van de vennootschap.<br />

Deze omzetting van rechtswege brengt<br />

ons opnieuw bij de twee opties waarover<br />

we het aanvankelijk hadden. Indien de<br />

statuten van de vennootschap het mogelijk<br />

maken en er een dematerialisatieovereenkomst<br />

afgesloten werd met een<br />

vereffeningsinstelling of een erkende<br />

rekeninghouder, gebeurt de omzetting<br />

in gedematarialiseerde aandelen. Is aan<br />

gedematerialiseerde<br />

aandelen gewikt en gewogen<br />

Wat moet precies onder gedematerialiseerde<br />

aandelen begrepen worden?<br />

“In wezen betreft het hier aandelen<br />

die vertegenwoordigd worden door<br />

een boeking of inschrijving op een effectenrekening<br />

op naam van de aandeelhouder<br />

en waarvan geen enkele<br />

materiële aflevering mogelijk is”, legt<br />

Vanessa Ramon uit. “Typisch voor de<br />

werking van gedematerialiseerde<br />

aandelen is het piramide systeem. Je<br />

mag je dit erg visueel voorstellen. Top<br />

van de piramide is ofwel Euroclear<br />

Belgium, een vereffeningsinstelling<br />

voor aandelen, ofwel een erkende rekeninghouder,<br />

meestal een bank met<br />

wie de vennootschap een overeenkomst<br />

aangaat voor deze operatie.<br />

Aan de basis van de piramide bevindt<br />

zich de uiteindelijke aandeelhouder<br />

die vrij is om te kiezen waar hij de<br />

effectenrekening opent of houdt, dit<br />

kan zelfs rechtstreeks bij Euroclear<br />

Belgium of bij een bank naar keuze<br />

zijn. Die bank opent op haar beurt een<br />

effectenrekening aan de top van de<br />

piramide. Gedematerialiseerde aandelen<br />

worden wel nog ingeschreven<br />

in het register van aandelen op naam<br />

van de vennootschap, echter niet op<br />

naam van de aandeelhouder, maar<br />

op naam van de top van de piramide.<br />

Deze aanpak heeft als gevolg dat de<br />

vennootschap en de andere aandeelhouders<br />

niet noodzakelijk weten wie<br />

nu precies aandeelhouder is. In eerste<br />

instantie kent enkel de rekeninghouder<br />

bij wie de effectenrekening gehouden<br />

wordt deze identiteit.”<br />

cfo magazine januari 2013 35


36<br />

deze voorwaarden niet voldaan, dan volgt<br />

een omzetting op naam. Dat de omzetting<br />

op naam van de vennootschap gebeurt,<br />

betekent nog niet dat ze eigenaar van de<br />

effecten wordt. Zolang deze op naam van<br />

de vennootschap staan ingeschreven,<br />

worden de rechten – het stemrecht, en<br />

in principe het recht op dividend – van<br />

de betrokken aandeelhouder geschorst<br />

tot wanneer de eigenaar van de aandelen<br />

zich manifesteert. Tot het einde van de<br />

periode, tot en met 31 december 2014 dus,<br />

kan de ware rechthebbende nog terecht<br />

bij de vennootschap om zijn effecten op<br />

te eisen.”<br />

Waardeloze effecten<br />

op termijn<br />

“Een nieuwe fase gaat in op 1 januari<br />

2015”, aldus Vanessa Ramon. “De effecten<br />

waarvan de rechthebbende onbekend is,<br />

zullen door de vennootschap verkocht<br />

worden. Op die manier moet vermeden<br />

worden dat een vennootschap voor eeuwig<br />

opgezadeld blijft met aandelen op haar<br />

naam. Over het verloop van deze verkoop<br />

vermeldt de wet weinig praktische<br />

modaliteiten. Vanaf eind november<br />

van datzelfde jaar zullen alle effecten<br />

die niet verkocht zijn ingeschreven<br />

worden op naam van de Consignatie-<br />

en depositokas. Niet naleving van deze<br />

verplichting stelt de vennootschap bloot<br />

aan strafsancties. De laatste fase zal op 31<br />

december 2015 aanvangen. Ook dan kan<br />

cfo magazine januari 2013<br />

voor- en nadelen<br />

Een volgende, obligate, vraag heeft betrekking op de keuze tussen gedematerialiseerde<br />

aandelen en aandelen op naam. “Beide hebben voor en nadelen”, antwoordt<br />

Femke Darras. “Enkel bij gedematerialiseerde aandelen is een statutenwijziging<br />

van de vennootschap noodzakelijk, alhoewel het natuurlijk steeds aangewezen<br />

is om de statuten aan te passen en af te stemmen op de aard van de aandelen.<br />

Een ander verschilpunt situeert zich op het vlak van schenking. De schenking van<br />

aandelen op naam vergt een notariële schenking waarop in principe schenkingsrechten<br />

verschuldigd zullen zijn. In beginsel is bij gedematerialiseerde aandelen<br />

een bankgift mogelijk, waardoor deze schenkingsrechten vermeden kunnen worden.<br />

Bij dit onderscheid moet onmiddellijk een nuance worden toegevoegd: voor<br />

familiale ondernemingen is het verschil niet zo groot, aangezien sinds begin dit<br />

jaar de schenking van aandelen van familiale ondernemingen, mits respect voor<br />

bepaalde formaliteiten, vrij van schenkingsrechten zijn. Bij aandelen aan toonder<br />

moet de vennootschap zelf instaan voor de administratieve verwerking van de<br />

omzetting. De omzetting in gedematerialiseerde effecten wordt echter opgevolgd<br />

door die top van de piramide waarover we het hadden. Nadelig voor gedematerialiseerde<br />

effecten is dan weer het feit dat de oproepingsformaliteiten voor een<br />

aandeelhoudersvergadering zwaarder zijn. Zo is bijvoorbeeld een publicatie in het<br />

Belgisch Staatsblad vereist. Ook het kostenplaatje is een belangrijk minpunt. Niet<br />

enkel de opstartkost moet betaald worden. Bij Euroclear loopt dit al snel tot 1.650<br />

euro op. Maar daarnaast dient op jaarbasis een vergoeding betaald te worden – een<br />

vaste kost of een variabele, pakweg 0,2% van de waarde van de aandelen – en zijn er<br />

ook variabele kosten voor verrichtingen. De omzetting in effecten op naam ligt eenvoudiger.<br />

Enkel de kosten verbonden aan het aanschaffen van een aandelenregister<br />

dienen gedragen te worden, wat minimaal is.”<br />

“En dan is er nog de – weliswaar beperkte – anonimiteit bij gedematerialiseerde aandelen<br />

waarover we het al hadden”, besluit Vanessa Ramon. “Zeker in het licht van de mogelijkheden<br />

van het bankgeheim door de fiscus is een bijkomende nuance op zijn plaats.”<br />

Neem de meest business intelligente beslissingen!<br />

One-stop rapportering, analyse en budgettering<br />

voor middelgrote organisaties.<br />

Kijk voor meer informatie op www.leadingbydata.com<br />

een rechthebbende nog altijd zijn rechten<br />

claimen, maar teruggave vragen van de<br />

opbrengst uit de verkoop of van de effecten<br />

begint vanaf die datum serieus te kosten.<br />

Er wordt immers een administratieve<br />

boete van 10% per jaar aangerekend,<br />

berekend op het gedeponeerd bedrag of<br />

de tegenwaarde van de effecten. En dit<br />

per jaar achterstand vanaf 31 december<br />

2015. Elk begonnen jaar wordt ook als een<br />

volledig jaar beschouwd. Anders gesteld:<br />

vanaf 2025 zijn de effecten volstrekt<br />

waardeloos geworden.”<br />

Wie neemt<br />

het initiatief?<br />

Wat dient te gebeuren is één zaak, door<br />

wie een andere. Op wie rust de verplichting<br />

om de koe bij de horens te vatten?<br />

“In principe ligt de verantwoordelijkheid<br />

om de omzetting te vragen bij de<br />

rechthebbenden van de effecten”, ant-<br />

Controllers-Connect.be<br />

BIMAC<br />

woordt Femke Darras. “Toch kan de vennootschap<br />

zelf ook het voortouw nemen<br />

door haar statuten te wijzigen en voor te<br />

schrijven dat de effecten in de toekomst<br />

enkel nog op naam of zowel op naam of<br />

gedematerialiseerd kunnen zijn. Houders<br />

van effecten die hierna nog hun rechten<br />

verbonden aan hun toondereffecten willen<br />

uitoefenen, moeten dan eerst de omzetting<br />

vragen.”<br />

“Als een vennootschap blijft stilzitten,<br />

kan de aandeelhouder nog altijd vragen<br />

dat zijn aandelen aan toonder worden<br />

omgezet, zelfs als de statuten dit niet<br />

uitdrukkelijk of anders voorzien”, vult<br />

Vanessa Ramon aan. “Dit zal dan wel<br />

enkel kunnen in aandelen op naam<br />

vermits de statuten niet in een andere<br />

mogelijkheid – gedematerialiseerde vorm<br />

dus – zullen voorzien. Heel concreet: de<br />

aandeelhouder vraagt de omzetting aan<br />

bij de vennootschap. Hierbij moet hij<br />

ook de effecten waarvan de omzetting<br />

wordt gevraagd aan de vennootschap<br />

overhandigen. Omzetting gebeurt door<br />

inschrijving in het aandelenregister<br />

en moet normaliter gebeuren binnen<br />

de 5 werkdagen na de aanvraag. Als<br />

de statuten van de vennootschap<br />

gedematerialiseerde aandelen toestaan<br />

zal de rechthebbende die wenst om te<br />

zetten in gedematerialiseerde effecten<br />

de omzetting aanvragen bij een erkende<br />

rekeninghouder of bij de aangewezen<br />

vereffeningsinstelling en de omzetting<br />

zal gebeuren door de inschrijving van de<br />

effecten op rekening.” <br />

We wish You the<br />

Best Connections for 2013 !<br />

More information about attending the seminars and/or becoming a member of<br />

The Belgian Belgian Institute of Management Accountants and Controllers can be found on<br />

www.controllers-connect.be or you can contact Allison Christiaen on<br />

allison.christiaen@bimac.be or call 0032 486 04 52 55. 55<br />

www.controllers-connect.be<br />

Michaël Vandamme<br />

cfo magazine januari 2013 37


38<br />

de academicus<br />

goran milenkovic<br />

geeft tactische adviezen<br />

om gevat op een crisis te<br />

kunnen reageren<br />

Goran Milenkovic maakt in zijn betoog de waardevolle combinatie tussen academische onderbouw en een gedegen<br />

praktijkervaring, en dit doorspekt met een humoristische commentaar, inspirerende slides en best practices. Maar<br />

zijn boodschap komt aan: als je op de gepaste manier reageert op de huidige crisis kan je toch het verschil maken<br />

ten opzichte van je concurrenten.<br />

Crisissen zijn van alle tijden. In oktober<br />

telde België al 8.853 faillissementen (5%<br />

meer dan 2011 en 11% meer dan 2010). De<br />

purchasing managers index van de Eurozone<br />

beleeft zijn diepste terugval sinds maart<br />

2009 en tot overmaat van ramp bereikt de<br />

Europese Unie voorlopig geen akkoord<br />

over zijn budget. De politieke opvattingen<br />

van de verschillende landen zijn te uiteenlopend.<br />

“Maar uiteindelijk zijn crisissen<br />

en economische neergangen niet zo uitzonderlijk.<br />

Denk maar aan de vele recente<br />

oorlogen, pandemieën, de internetbubble,<br />

de Roebelcrisis, 11 september en niet te<br />

vergeten de fi nanciële bankencrisis.”<br />

voetballen bij slecht weer<br />

De heersende opinie over een crisis luidt<br />

dat het iets negatief is dat je moet vermijden.<br />

Dat kan bijvoorbeeld door te schuilen<br />

en te wachten tot de storm overwaait. In<br />

het beste geval trachten we ons gedrag een<br />

beetje aan te passen.<br />

Helaas staat het nu vast dat de huidige<br />

economische crisis wel een aantal jaar kan<br />

duren. Grafi sch kun je het voorstellen met<br />

een badkuipvorm, die aangeeft dat we een<br />

lange periode met zeer lage groei tegemoet<br />

gaan. Bovendien zet de aanhoudende politieke<br />

onzekerheid over de toekomst van<br />

België en het gebrek aan een duidelijke<br />

sociaal- economische visie buitenlandse<br />

bedrijven er niet bepaald toe aan om hier te<br />

investeren. Wachten tot het weer overwaait<br />

is dus vandaag zeker niet goed genoeg.<br />

Milenkovic wou tegelijk benadrukken dat<br />

de Griekse origine van het woord ‘crisis’<br />

verwijst naar een kritisch moment om een<br />

beslissing te nemen. Sportlui die in een<br />

cfo magazine januari 2013<br />

hevige regenbui terecht komen reageren<br />

gepast door een tandje bij te steken, ze<br />

laten er zich zeker niet door afschrikken.<br />

Succesvolle ondernemingen vertonen dat<br />

zelfde kenmerk: een crisis slaat hen niet uit<br />

hun lood, integendeel.<br />

Internal improvement Focus Improved external (market) positioning<br />

Focus on internal improvement and maintain<br />

company capabilities<br />

Gebruik de crisis als een aanleiding of<br />

opportuniteit om de algemene gezondheid<br />

van de onderneming betekenisvol te<br />

versterken door interne programma’s die<br />

focussen op effi ciëntie- en effectiviteitverhoging.<br />

Onder het motto ‘beter, sneller en<br />

goedkoper’ zoek je naar initiatieven om de<br />

winstgevendheid te verhogen, bijkomende<br />

liquiditeiten te genereren, de verkoop te<br />

stimuleren…<br />

Focus on improved external (Market) positioning<br />

and reconsider company capabilities<br />

Gebruik de crisis als een aanleiding om je<br />

marktpositie betekenisvol te versterken<br />

door de competenties en de markten of domeinen<br />

van de onderneming uit te breiden.<br />

Onder het motto “nieuwe wegen” kan je<br />

denken aan fusies en overnames, nieuwe<br />

samenwerkingsverbanden, het aanboren<br />

van totaal nieuwe markten, een uitbreiding<br />

van je productportfolio, enzovoort.<br />

Hij illustreert deze stelling met het voorbeeld<br />

van de voetbaltactiek waarbij men<br />

steeds rekening houdt met de speelomstandigheden.<br />

Het strategisch doel blijft<br />

altijd hetzelfde bij eender welk weer: winnen<br />

door meer doelpunten te maken dan<br />

Tactische opportuniteiten<br />

Focus on improved external (Market) positioning<br />

and maintain company capabilities<br />

Gebruik de crisis als een aanleiding om je<br />

marktpositie betekenisvol te versterken<br />

in gebieden waar anderen (concurrenten)<br />

misschien te voorzichtig zijn. Onder het<br />

motto ‘de grote sprong voorwaarts’ kan je<br />

denken aan expansie in nieuwe marktsegmenten<br />

(of in markten blijven die anderen<br />

verlaten hebben), de introductie van nieuwe<br />

producten, het opbouwen van een sterkere<br />

relatie met je klanten en leveranciers.<br />

Focus on internal improvement and reconsider<br />

company capabilities<br />

Gebruik de crisis als een aanleiding om algemene<br />

gezondheid van de onderneming<br />

betekenisvol te versterken door je huidige<br />

verdienmodel kritisch te evalueren en te bekijken<br />

waar de waardecreatie plaatsgrijpt.<br />

Je doet dit onder het motto ‘(her)evalueer je<br />

basisassumpties.’.<br />

Maintain Company Capabilities Reconsider<br />

Life is not about waiting for the storm to pass.<br />

Life is about learning how to dance in the rain. (Vivian Greene)<br />

de tegenstrever. Maar de soms winderige<br />

en modderige speelomstandigheden hebben<br />

wel hun impact op het concrete spelverloop.<br />

Het komt er dan vooral op aan om<br />

tactiek en eventueel ploegsamenstelling<br />

aan te passen. De Brazilianen kunnen dus<br />

een zwierig sambavoetbal vol korte passes<br />

spelen op een zonnig en droog veld, terwijl<br />

de Engelsen het met hun vaak winderig en<br />

slecht weer het vooral moeten hebben van<br />

de lange passes vooruit.<br />

tactische opportuniteiten<br />

Dat brengt hem bij het denkmodel dat hij<br />

ontwikkelde als een tactisch en didactisch<br />

hulpmiddel om crisissen aan te pakken. Hij<br />

beschrijft vier mogelijke tactische reacties.<br />

Op verticale as bepaal je of je de focus legt<br />

op interne verbetering of op externe positionering,<br />

op de horizontale beslis je of de capaciteiten<br />

en competenties van de onderneming<br />

behouden dan wel herdacht worden.<br />

Drie belangrijke tips begeleiden dit model:<br />

• Gebruik een crisis als een startsein om<br />

belangrijke veranderingen door te voeren:<br />

om ofwel het intern functioneren,<br />

ofwel de externe positionering te verbeteren.<br />

• Gebruik een crisis als een tactische opportuniteit<br />

om eens dingen te doen die<br />

anders zeer moeilijk of zelfs onmogelijk<br />

zouden geweest zijn.<br />

• Je kunt zelfs meerdere van deze tactieken<br />

tegelijk gebruiken, zorg er enkel<br />

voor dat ze mekaar dan niet tegenspreken<br />

of tegenwerken.<br />

cfo’s aan zet<br />

Belgische ondernemingen vallen volgens<br />

Milenkovic op in internationaal perspectief<br />

doordat ze zeer ‘entrepreneuriaal’ gedreven<br />

zijn. Anderzijds lijden ze onder te<br />

hoge loonkosten, een ongunstig fiscaal<br />

klimaat en geringe productiviteitswinsten.<br />

Hoe kan de <strong>CFO</strong> in deze moeilijke uitdagende<br />

tijden dan toch een positieve bijdrage<br />

leveren? Welk petje moet hij opzetten?<br />

“Als bewaker van het financiële vermogen<br />

moet hij altijd een beetje conservatief zijn,<br />

ook in de toekomstscenario’s.” Hij beseft<br />

bio<br />

Goran Milenkovic is Executive<br />

Professor aan de Antwerp Management<br />

School, Senior Associate bij<br />

Management Center Europe en<br />

onafhankelijke consultant. Zijn expertise<br />

en inzichten worden zowel<br />

academisch als door praktijkervaring<br />

onderbouwd. Als business<br />

consultant heeft hij meer dan twintig<br />

jaar ervaring opgedaan binnen<br />

het internationaal management<br />

van bedrijven die zich zowel in<br />

groei- als mature markten bevinden.<br />

Hij focust zich op de uitdagingen<br />

waar deze ondernemingen<br />

mee te krijgen.<br />

dat het zeer moeilijk is maar toch moeten<br />

hij verder durven kijken dan de besparingsmodus.<br />

“Hij moet samen met andere<br />

C-functies uitkijken naar mogelijke veranderingen<br />

en waardevolle alternatieven.<br />

De <strong>CFO</strong> kan helpen met gestructureerde<br />

grondige evaluatie van alle mogelijke<br />

tactische opties. Hij heeft het recht en de<br />

plicht om voortdurend de groeirichting<br />

van de onderneming in vraag te stellen.”<br />

Milenkovic besluit met drie tips.<br />

1. Wees vanaf dag 1 betrokken in de bedrijfsprocessen.<br />

Wacht niet tot de anderen<br />

bij u komen maar speel een actieve<br />

rol en communiceer hen uw visie<br />

over de stand van zaken.<br />

2. Eens een bepaalde beleidsbeslissing<br />

genomen is moet je die ook daadwerkelijk<br />

ondersteunen en er voor gaan.<br />

Blijf betrokken.<br />

3. Communiceer en blijf communiceren.<br />

Tracht uw boodschap zo eenvoudig en<br />

begrijpelijk mogelijk te laten klinken.<br />

De <strong>CFO</strong> is immers het best geplaatst<br />

om te zien wanneer iets dringend of<br />

belangrijk is.<br />

auteur: Philip Verhaeghe<br />

foto’s: Jerry De Brie<br />

cfo magazine januari 2013 39


change financial officer?<br />

breed blikveld maakt de cfo tot de drijvende kracht<br />

achter veranderingen binnen het bedrijf<br />

auteur: magalie jooren<br />

foto’s: jerry de brie<br />

rondetafelgesprek<br />

In de fi nanciële wereld – en de bedrijfswereld in het algemeen – is er altijd wel iets in beweging. Zeker nu er<br />

steeds meer rapportering verwacht wordt, er alsmaar geavanceerdere ERP-systemen geïntroduceerd worden<br />

en de doelstellingen strakker en formeler worden. Al die veranderingen moeten de bedrijfsprocessen effi ciënter<br />

en rendabeler maken. Maar één <strong>CFO</strong> maakt de lente niet. Om iets te veranderen binnen een bedrijf heb je alle<br />

medewerkers nodig, van de receptionist tot de hoogste manager. We zien de <strong>CFO</strong> steeds vaker optreden als initiator<br />

of begeleider van veranderingen. Ook bij M&A-projecten, integratie- of IT-projecten wordt zijn aandeel en expertise<br />

aanzienlijker. Maar hoort de <strong>CFO</strong> wel thuis in de rol van change manager? Wat zijn opstekers en valkuilen bij die<br />

unieke combinatie van functies? We gooiden het onderwerp op tafel en zetten er drie change-experts rond.<br />

de panelleden<br />

Gert Achten werkte 9 jaar als Management<br />

Consultant bij PwC. Daarna was<br />

hij 10 jaar lang <strong>CFO</strong> bij Securitas waar hij<br />

verscheidene acquisities leidde. Het laatste<br />

jaar was hij verantwoordelijk voor<br />

de integratie met Cobelguard Security,<br />

wat meteen ook zijn grootste acquisitie<br />

was. Door die verschillende integraties<br />

bouwde hij een uitgebreide ervaring op<br />

in veranderingsmanagement. Na deze<br />

functie werd hij Business Development<br />

Controller voor Europa. Nu is hij zaakvoerder<br />

van Shaping The Future.<br />

Pieter Demeester begon zijn carrière bij<br />

Accenture als consultant gespecialiseerd<br />

in change management en Human<br />

Performance. Na 6 jaar werd hij HRmanager<br />

bij Laterio, een vroegere joint<br />

venture tussen Accenture en het toenmalige<br />

De Post. Voor hij 7 jaar als secretaris<br />

bij CD&V ging werken, werkte hij<br />

op de HR&O-afdeling van De Post. Nu is<br />

hij sinds 2 jaar change manager binnen<br />

diezelfde afdeling van bpost. Hij leidt<br />

er een team van change experten en is<br />

dagelijks betrokken bij de ‘people-side<br />

of change’ in verscheidene veranderingsprojecten<br />

binnen bpost.<br />

Nadia Jottard heeft sinds 3 jaar haar<br />

eigen bedrijf Ugrow waarbij ze groei-<br />

KMO’s begeleidt in het structureren en<br />

professionaliseren van hun groei. In haar<br />

job wordt zij dagelijks geconfronteerd<br />

met erg verscheiden veranderingsprojecten.<br />

Haar klanten behoren tot verschillende<br />

sectoren en zijn van een verschillende<br />

grootorde. Ook in haar vorige<br />

job als controller heeft zij verscheidene<br />

veranderingsprojecten opgestart en<br />

begeleid.<br />

de moderator<br />

Sarah Heuninck is hoofdredacteur<br />

van <strong>CFO</strong> <strong>Magazine</strong><br />

De <strong>CFO</strong> hoort, ziet en verandert<br />

Wat zijn jullie ervaringen met<br />

de <strong>CFO</strong> die de rol van change<br />

manager opneemt?<br />

Pieter Demeester: “De rol die ik voor<br />

de <strong>CFO</strong> vooral weggelegd zie in een<br />

eranderingsproject, ligt in het afbakenen<br />

van de duidelijk gespecifi eerde en<br />

meetbare businessobjectieven. Vragen<br />

als wat je wilt bereiken en hoe je de<br />

vooruitgang en resultaten gaat meten,<br />

moeten op voorhand eenduidig beantwoord<br />

worden.”<br />

Gert Achten: “Toch kan de rol van de<br />

<strong>CFO</strong> ook anders zijn dan van pure becijferaar.<br />

Als <strong>CFO</strong> kun je voor de uitdaging<br />

staan om je eigen afdeling te moeten<br />

meekrijgen in een veranderingsproject<br />

dat zowel uit fi nance als uit een andere<br />

afdeling kan komen. Anderzijds kun je<br />

als <strong>CFO</strong> ook de persoon zijn die change<br />

die op de hele organisatie betrekking<br />

heeft, aanstuurt en implementeert. Dat<br />

kan zelfs een vraag zijn die uit een van<br />

de andere afdelingen van de organisatie<br />

komt en waarvoor fi nance de change initieert.<br />

In beide gevallen is dat geen typische<br />

fi nancerol.”<br />

Nadia Jottard: “Als <strong>CFO</strong> merk je bepaalde<br />

zaken die fout lopen of effi ciënter kunnen<br />

vaak sneller op. Alle problemen in het<br />

globale bedrijfsproces monden ook altijd<br />

uit in fi nance, denk maar aan onbetaalde<br />

facturen van de sales afdeling of een foutieve<br />

loonberekening door HR. De <strong>CFO</strong><br />

heeft een erg brede blik op het bedrijf,<br />

terwijl de CEO vaker commercieel denkt.<br />

Daarom hebben <strong>CFO</strong>’s vaker de behoefte<br />

om changetrajecten op te starten omdat<br />

zij vanuit hun rol anders geen impact<br />

hebben op de andere afdelingen binnen<br />

de organisatie.”<br />

Gert Achten: “De <strong>CFO</strong> is inderdaad uniek<br />

gepositioneerd. Door zijn brede spectrum,<br />

vangt hij vaak als eerste de noden<br />

aan change op. Maar waar change precies<br />

geïnitieerd wordt, is enorm afhankelijk<br />

van de teamsamenstelling in de organisatie<br />

en van wie het idee heeft.”<br />

Nadia Jottard: “Vooral de houding van de<br />

persoon in kwestie is belangrijk, die moet<br />

businessgeoriënteerd zijn. Het maakt niet<br />

uit of iemand uit de HR-, IT- of fi nanciële<br />

afdeling komt, zo lang er maar business<br />

wordt verwezenlijkt op een effi ciënte<br />

manier.”<br />

Pieter Demeester: “Elk project moet<br />

duidelijke business objectieven hebben<br />

en dus uiteindelijk effect hebben<br />

op de bottom line van de organisatie<br />

en de <strong>CFO</strong> lijkt mij perfect geplaatst als<br />

challenger van alle projecten die het levenslicht<br />

zien. Niet enkel initieel, maar<br />

over de hele lijn van het project moet het<br />

realiseren van die objectieven bewaakt<br />

worden.”<br />

Nadia Jottard: “De <strong>CFO</strong> is daar inderdaad<br />

goed voor geplaatst omdat hij gewoon is<br />

om vanuit verschillende aspecten naar<br />

zaken te kijken. Dat zien we minder in<br />

de HR-afdeling die zich meer op het menselijke<br />

aspect focust of in de IT-afdeling<br />

die zich voornamelijk op interne processen<br />

richt.”<br />

Gert Achten: “Dat is ook logisch want als<br />

je niet als één team op dezelfde, gezamenlijke<br />

doelstellingen wordt geëvalueerd,<br />

wordt je geëvalueerd op afdelingsspecifi<br />

eke doelstellingen. Bij de productieafdeling<br />

bijvoorbeeld is dat op basis van de<br />

operationele doelstellingen van hun afdeling,<br />

niet van de hele organisatie. Daardoor<br />

is hun scope en dus hun focus per<br />

defi nitie beperkter.”<br />

cfo magazine januari 2013 41


42<br />

Gert Achten, zaakvoerder<br />

Shaping The Future:<br />

'Alle verhalen over verandering,<br />

iedereen heeft ze<br />

wel al eens gehoord of<br />

meegemaakt. Vroeger<br />

kon je nog eens een half<br />

verhaal vertellen, maar<br />

tegenwoordig weten<br />

mensen het gewoon of er<br />

hen nog meer veranderingen<br />

te wachten staan.'<br />

De <strong>CFO</strong> aan zet als communicator<br />

Als de <strong>CFO</strong> de initiator is<br />

van change, is hij dan de<br />

aangewezen communicator bij<br />

veranderingsprojecten?<br />

Pieter Demeester: “Bij voorkeur wordt de<br />

<strong>CFO</strong> niet aangeduid als eerste communicator<br />

in een veranderingsproject, behalve<br />

wanneer het uitsluitend op de fi nance<br />

afdeling van toepassing is. De twee belangrijkste<br />

communicatoren in een veranderingsproject<br />

zijn de sponsor – d i. de<br />

senior manager, als het kan de CEO, in<br />

elk geval de persoon met veel autoriteit en<br />

die in rechtstreekse lijn verantwoordelijk<br />

is voor de mensen in verandering – en de<br />

supervisor, de eerstelijnsmanager. De volledige<br />

communicatie rond een veranderingsproject<br />

vertrekt best zoveel mogelijk<br />

vanuit deze deze twee rollen. Doorgaans<br />

zal het projectteam meer weerstand ondervinden<br />

om de medewerkers achter de<br />

cfo magazine januari 2013<br />

verandering te scharen omdat zij ‘de bazen’<br />

niet zijn.”<br />

Nadia Jottard: “Het kan ook wel handig<br />

zijn om net iemand aan te stellen als communicator<br />

waar je niet direct aan rapporteert<br />

omdat confl icten daar makkelijker<br />

toegelaten en kunnen aangegaan worden.<br />

De <strong>CFO</strong> is vaker een vertrouwenspersoon<br />

binnen het bedrijf en dat maakt hem makkelijker<br />

benaderbaar.”<br />

Gert Achten: “Als vertrouwenspersoon is<br />

de <strong>CFO</strong> ook vaak de persoon waar medewerkers<br />

bij aankloppen om een probleem<br />

te rapporteren. Op zich kan iedereen<br />

change initiëren, maar wanneer iemand<br />

van een andere afdeling de vraag stelt aan<br />

fi nance is dat meteen een duidelijk signaal<br />

dat er wel degelijk nood is aan die<br />

verandering, dat het een behoefte is in de<br />

organisatie en niet dat het ‘weer een nieuwe<br />

formaliteit van fi nance is die wordt opgelegd<br />

aan de organisatie’.”<br />

Pieter Demeester: “Een belangrijke eerste<br />

stap daarbij is bewustwording. Mensen<br />

moet zich eerst bewust worden van<br />

het waarom van de verandering. Eens ze<br />

het probleem duidelijk inzien en beseffen,<br />

gaan ze zelf al meer verlangen naar<br />

die verandering. Moeilijk daarbij is om<br />

hen te overtuigen van de what’s in it for<br />

me?, omdat de winst van de verandering<br />

niet altijd bij de persoon ligt die zich moet<br />

aanpassen. Vandaar ook het belang van<br />

de eerste lijnsmanager als communicator,<br />

maar ook als luisteraar. Het project<br />

team zit vaak te ver af van de mensen op<br />

de werkvloer om naar hen te luisteren.”<br />

Gert Achten: “Je moet ook beseffen dat<br />

iedereen uiteindelijk fi er is op zijn job.<br />

Als je iemand zegt dat hij zijn werkwijze<br />

moet aanpassen, bestaat het gevaar dat<br />

die persoon denkt dat hij het al die tijd<br />

fout deed. Die fi erheid mag je niet onderschatten,<br />

maar je kan het ook gebruiken<br />

om iemand net in beweging te brengen<br />

om het anders – en vooral beter – te gaan<br />

doen. Die gedrevenheid van mensen<br />

moet je voortdurend aanwakkeren, wil je<br />

vooruit.”<br />

Als de financiële afdeling aan<br />

change management doet, is er<br />

dan een groot verschil tussen een<br />

KMO of een multinational?<br />

Nadia Jottard: “Het grote verschil tussen<br />

een KMO en een multinational is de<br />

snelheid waarmee verandering kan worden<br />

doorgevoerd. Verder is er niet veel<br />

verschil. De basis blijft hetzelfde, je moet<br />

mensen in het project begeleiden door<br />

hen te informeren over de noodzaak van<br />

de verandering en het doel ervan. Dit is<br />

een proces dat je op elke laag van de bedrijfshiërarchie<br />

moet herhalen. Op elke<br />

laag moet je met de medewerkers praten<br />

en naar hen luisteren. Zo haal je overal<br />

nuttige informatie die het bedrijfsproces<br />

voor iedereen helpt te optimaliseren. Zowel<br />

in een KMO als in een multinational<br />

is de weerstand even groot, want mensen<br />

houden nu eenmaal graag vast aan hun eigen<br />

manier van werken.”<br />

Pieter Demeester: “Dat klopt. In een multinational<br />

moet je eerst de hele cascade<br />

van managementlagen passeren alvorens<br />

je op grote schaal verandering kunt doorvoeren.<br />

Terwijl je in een kleinere KMO op<br />

alle niveaus meteen interactie creëren.”<br />

Gert Achten: “De afstand tussen zij die<br />

de veranderingen initiëren en zij die de<br />

verandering voelen, verschilt ook aanzienlijk.<br />

Als de CEO van een multinational<br />

iets beslist, is dat voor de meeste medewerkers<br />

een beetje een ver-van-mijn-bedshow.<br />

In een KMO daarentegen gebeurt<br />

dat allemaal veel dichterbij.”<br />

Nadia Jottard: “Elke verandering start – of<br />

zou toch moeten starten – met communicatie.<br />

Doorgaans wordt een beslissing genomen<br />

door de raad van bestuur, dat gaat<br />

dan via de directie naar het management.<br />

In een multinational gebeurt het wel eens<br />

dat tegen de tijd dat de communicatie de<br />

onderste lagen van het bedrijf heeft bereikt,<br />

er vaak nog maar een kwart van de<br />

informatie overblijft.“<br />

Pieter Demeester: “Op zich is dat heel<br />

begrijpelijk natuurlijk. Je moet eens bedenken<br />

hoe lang een projectteam erover<br />

doet om tot een concrete beslissing te komen.<br />

Een projectteam heeft soms weken<br />

nodig om tot een bepaalde beslissing te<br />

komen. In de communicatie wordt dat<br />

beslissingsproces vaak weggelaten. Maar<br />

het probleem is dat de mensen de waarom<br />

van de change net wél willen. Je moet veel<br />

tijd investeren in communicatie en hen de<br />

tijd geven om zelf ook overtuigd te worden<br />

van het project.”<br />

Gert Achten: “Al te dikwijls wordt er vertrokken<br />

vanuit de oplossing. Alle voor- en nadelen<br />

die werden overwogen om tot die ene<br />

oplossing te komen, worden onder de mat<br />

geveegd in de communicatie. De achterliggende<br />

idee is vaak om twijfel bij voorbaat al<br />

de kop in te drukken, daarom wordt enkel<br />

de oplossing vermeld. Maar de redeneringen<br />

errond zijn vaak wel noodzakelijk om<br />

mensen die oplossing te doen begrijpen.”<br />

Gezocht: change manager<br />

met luistertalent<br />

Hoe kan je als financeteam<br />

draagvlak creëren als je change<br />

gaat implementeren?<br />

Nadia Jottard: “Een gouden stelregel is<br />

dat je moet luisteren als je wil gehoord<br />

worden. Financeteams zitten nog te vaak<br />

op hun fi nancieel eiland. Ga daar weg en<br />

wandel door het bedrijf! Het is belangrijk<br />

om mensen van andere afdelingen uit te<br />

nodigen om mee te denken met het project.<br />

Als ze actief betrokken worden en er<br />

uitgebreid geargumenteerd kan worden,<br />

zal dat draagvlak een stuk breder worden.”<br />

Pieter Demeester: “Het is ook een positie<br />

die je moet afdwingen. Het begint bij goed<br />

becijferde businessobjectieven. Als iedereen<br />

het daar mee eens is, heb je al een stuk<br />

autoriteit in handen waar je mensen makkelijker<br />

mee kan overtuigen.”<br />

Gert Achten: “Zeker bij projecten die<br />

meerdere afdelingen beïnvloeden, zijn dit<br />

heel belangrijke stappen.”<br />

Wat is het ideale profiel van<br />

een change manager?<br />

Gert Achten: “Het is vooral belangrijk dat<br />

je wordt aanvaard binnen de organisatie.<br />

Dat is een status die je over een hele tijd<br />

moet opbouwen. Natuurlijk kun je ook<br />

aangeworven worden om de job te doen,<br />

maar dan wordt je uitsluitend beoordeeld<br />

op basis van die momentopname. Als je<br />

dan wat foute beslissingen maakt, zonder<br />

dat je die autoriteit hebt kunnen opbouwen,<br />

wordt je algauw vervangen.”<br />

Pieter Demeester: “Een goede change<br />

manager moet enerzijds een goede projectmanager<br />

zijn die de objectieven en realisaties<br />

nauwkeurig bewaakt. Anderzijds<br />

moet hij ook over de nodige people skills<br />

beschikken waarmee hij iedere medewerker<br />

binnen de organisatie kan overtuigen.<br />

Vooral die overredingskracht is van cruciaal<br />

belang want als je bij grote projecten<br />

ook het management en je eigen peers<br />

moet overtuigen, moet je wel op hun betrokkenheid<br />

kunnen rekenen. Zoniet zal<br />

het project nooit doorgang vinden.”<br />

Nadia Jottard: “Kunnen overtuigen en<br />

luisteren zijn de belangrijkste eigenschappen<br />

van een change manager. Maar<br />

hij moet wel een goede balans weten tussen<br />

resultaatgerichtheid en people management.<br />

Elk veranderingsproject start<br />

met people management, je moet de medewerkers<br />

goed begeleiden en daar gedul-<br />

Nadia Jottard,<br />

Change & Grow<br />

manager bij Ugrow:<br />

'De <strong>CFO</strong> heeft een erg<br />

brede blik op het bedrijf,<br />

terwijl de CEO vaker<br />

commercieel denkt.<br />

Daarom hebben <strong>CFO</strong>’s<br />

vaker de behoefte om<br />

changetrajecten op te<br />

starten.'<br />

dig in zijn. Maar op een gegeven moment<br />

moet je je gaan richten op de resultaten.<br />

Het juiste moment om dat te doen, is echter<br />

geen sinecure.”<br />

Gert Achten: “Mensen zijn ook alsmaar<br />

beter opgeleid. Alle verhalen over verandering,<br />

iedereen heeft ze wel al eens<br />

gehoord of meegemaakt. Vroeger kon je<br />

nog eens een half verhaal vertellen, maar<br />

tegenwoordig weten mensen het gewoon<br />

of er hen nog meer veranderingen te<br />

wachten staan. Mensen kunnen zelf heus<br />

wel de linken leggen tussen verschillende<br />

gebeurtenissen in het bedrijf en kunnen<br />

makkelijk bedenken wat de volgende<br />

stap zal zijn. Daarom is luisteren ook zo<br />

cruciaal. Overtuigen zonder te luisteren<br />

is onmogelijk. De kracht van een idee zit<br />

meestal in het betrekken van mensen.<br />

Als <strong>CFO</strong> heb je de verantwoordelijkheid<br />

om goede ideeën te hebben, maar het is<br />

belangrijk om die te verzamelen op de<br />

werkvloer. Het zijn tenslotte de mensen<br />

op het terrein die de job doen, die je moet<br />

meekrijgen in het project. En hoe beperkt<br />

hun blikveld ook moge zijn, voor hun gebied<br />

is die blik wel correct en daar moet<br />

rekening mee gehouden worden.”<br />

Pieter Demeester: “Hoewel het belang<br />

van luisteren naar iedereen niet te onderschatten<br />

valt, is het bij grote ondernemingen<br />

gewoon onmogelijk om dat<br />

te doen. Je kan je idee of je concept wel<br />

testen, maar dat is toch nooit meer dan<br />

een steekproef. Uiteindelijk zijn er slechts<br />

een aantal mensen effectief betrokken in<br />

het beslissingsproces. Je moet dus heel<br />

zeker zijn van je oplossing, want zodra je<br />

de communicatie opstart, moet je goede<br />

antwoorden hebben op alle vragen en<br />

kun je niet zomaar terug naar de design<br />

en testfase.”<br />

Change manager ben je<br />

maar word je niet<br />

Bestaan er bepaalde tools om<br />

change in goede banen te leiden of<br />

in zekere mate te formaliseren?<br />

Gert Achten: “De mate waarin formalisering<br />

nodig is, is afhankelijk van de grootte<br />

van het project. Elke verandering op zich<br />

is een change project. Als het gaat om iets<br />

tussen twee mensen of iets in een kleine<br />

KMO kan dat snel gaan zonder al te veel<br />

processen. Maar bij een verandering in een<br />

multinational lukt dat niet zo informeel.<br />

Anderzijds kan ook niet alles worden uit-<br />

cfo magazine januari 2013 43


44<br />

geschreven tot in het kleinste detail op het<br />

laagste niveau. Niemand doet dat graag en<br />

dat kost tijd en geld die nuttiger kunnen besteed<br />

worden. Want meestal tegen de tijd dat<br />

alles geformaliseerd is, is de realiteit alweer<br />

veranderd. Alvorens alles uit te schrijven en<br />

tools te ontwikkelen, moet je dus eerst de<br />

nood aan formaliteit nagaan.”<br />

Pieter Demeester: “Ook het soort project<br />

speelt een rol. Er bestaan vormen van change<br />

die natuurlijk ontspruiten uit de organisatie<br />

en die je vrij kunt laten groeien. Dan<br />

gaat het niet zozeer over het ‘managen’<br />

van de change, maar meer over inspireren<br />

en voeden van de verandering. Op zich een<br />

heel waardevolle aanpak, maar dat is niet de<br />

aanpak die ons change team binnen bpost<br />

promoot. Wij werken wel heel projectgeoriënteerden<br />

en met een vaste methodologie<br />

voor change management die we graag<br />

toegepast zien bij elk veranderingsproject.<br />

Het grote voordeel van zo’n gestandaardiseerde<br />

aanpak is dat we change managers<br />

kunnen maken van alle managers. En dat is<br />

de belangrijkste sleutel om veranderingen<br />

vlotter te laten verlopen.”<br />

Nadia Jottard: “Keep it simple! Natuurlijk<br />

moeten er afspraken gedefi nieerd en moet<br />

er opgevolgd worden. Maar dat kan op een<br />

heel simpele manier zelfs in een gewoon<br />

Word- of Exceldocument. Het allerbelangrijkste<br />

is dat er effectief veranderd wordt.<br />

Maar mensen moet ook op hun verantwoordlijkheden<br />

kunnen aangesproken<br />

worden. Daarom moeten alle stappen in<br />

het proces concreet uitvoerbaar gemaakt<br />

worden.”<br />

Pieter Demeester: “Helaas wordt die stap heel<br />

vaak overgeslagen. Er zijn maar heel weinig<br />

projecten die puur en alleen door een andere<br />

applicatie in te voeren, verandering teweegbrengen.<br />

De medewerkers moeten de zaken<br />

anders doen, er is veranderd gedrag nodig.<br />

Daarom moet er naast de businessobjectieven<br />

ook een change-impactanalyse gemaakt<br />

worden. Wie wil je welke veranderingen zien<br />

doen? Hoe ga je hen overtuigen om dat te<br />

doen? Heeft iedereen wel voldoende kennis<br />

om dat te doen? Welke managers zijn er aan<br />

zet om de verandering door te trekken? Als<br />

je die analyse vooraf niet maakt, belanden<br />

uiteindelijk alle vragen bij het projectteam<br />

en moeten zij achteraf nog die denkoefening<br />

opstarten.”<br />

Gert Achten: “Dat wordt vaak als te administratief<br />

ervaren en daarom overgeslagen.<br />

Wat een gemakkelijke oplossing is, is ge-<br />

cfo magazine januari 2013<br />

woon iedereen samen zetten en de proces<br />

fl ow samen uittekenen op een whiteboard.<br />

Dan maak je alles meteen dichtbij, duidelijk,<br />

bespreekbaar en aanpasbaar.”<br />

Hoe word je een change manager?<br />

Nadia Jottard: “Moeilijk. Als change manager<br />

ben je een natuurlijke leider die mensen<br />

meekrijgt of je bent iemand die dat voor jou<br />

kan laten doen. In beide gevallen gaat het<br />

om het meekrijgen van mensen.”<br />

Gert Achten: “Voor sommige mensen is<br />

het heel natuurlijk om hun oor bij de hele<br />

organisatie te luisteren te leggen en tijdig<br />

op te vangen waar er wat moet veranderd<br />

worden. Die mensen kunnen zowaar de<br />

mening van de medewerkers extraheren<br />

en laten change als vanzelf uit de organisatie<br />

groeien. Maar het kan ook anders.<br />

Als leider kun je uitstekende visies hebben<br />

en heel goed weten waar je naartoe wilt of<br />

moet maar het toch nog niet altijd verkocht<br />

krijgen. Als er te veel impliciete redeneringen<br />

achter een idee zitten en je hebt die<br />

voor jezelf nog niet op een rijtje gezet, is het<br />

haast onmogelijk om mensen mee te krijgen.<br />

Zo iemand moet bewuster stilstaan bij<br />

het denkproces en duidelijk voor zichzelf<br />

uitmaken waar hij naartoe wilt en wie hij in<br />

het proces meeneemt.”<br />

Pieter Demeester: “De stappen in het<br />

change proces kunnen in principe in een<br />

lange checklist worden samengevat. Maar<br />

daarnaast moet je ook nog altijd een goede<br />

manager en communicator zijn. Die twee<br />

eigenschappen bepalen in grote mate hoe<br />

iemand met die checklist zal werken.”<br />

Gert Achten: “Credibiliteit is ook erg nodig<br />

in zo’n functie. Zo heb je beter al een aantal<br />

kleine projectjes tot een goed einde gebracht<br />

dan één groot project dat niet werd<br />

opgevolgd.”<br />

Nadia Jottard: “Ik geloof niet dat er een cursus<br />

‘hoe word ik een goede change manager’<br />

bestaat. Je kunt wel een goede systematiek<br />

aanleren om de change door te lopen,<br />

maar daarmee wordt je nog niet noodzakelijk<br />

een manager.”<br />

In welke mate kun je een veranderingsproject<br />

outsourcen?<br />

Nadia Jottard: “In de zin van iemand extern<br />

de opdracht geven zonder daarbij de<br />

CEO, <strong>CFO</strong> of lijnmanager te betrekken: niet<br />

Wie verandering wil doorvoeren, moet<br />

Pieter Demeester,<br />

Change manager bij<br />

bpost:<br />

'Een projectteam heeft<br />

soms weken nodig<br />

om tot een bepaalde<br />

beslissing te komen. In<br />

de communicatie wordt<br />

dat beslissingsproces<br />

vaak weggelaten. Maar<br />

het probleem is dat de<br />

mensen de ‘waarom’ van<br />

de change net wel willen<br />

begrijpen.'<br />

zich tussen de mensen begeven. In de zin<br />

van begeleiding in de change die het management<br />

doorvoert, kan dat perfect.”<br />

Pieter Demeester: “Begeleiding kan door<br />

externen gebeuren, maar het ownership<br />

van de verandering zelf moet altijd bij het<br />

management van het bedrijf liggen. “<br />

Gert Achten: “Bij kleinere KMO’s, zonder<br />

veel knowhow over change, is het<br />

zeker nuttig om op externen een beroep<br />

te doen voor theoretische omkadering.<br />

Die begeleidende rol kan perfect geoutsourcet<br />

worden, maar de change zelf kan<br />

niet worden losgekoppeld van de inhoud<br />

en de mensen die de change ondergaan.<br />

Dat maakt het onmogelijk om dat deel<br />

te outsourcen. Waar externen ook wel<br />

uitstekend voor geplaatst zijn, is om een<br />

frissere kijk op de zaak te werpen.”<br />

Nadia Jottard: “Heel zeker. Als externe<br />

wordt je ook niet beïnvloedt door persoonlijke<br />

vetes of strubbelingen tussen<br />

verschillende afdelingen.”<br />

Je team door change heen loodsen<br />

Hoe kun je als teamleider<br />

change ontvangen dat impact<br />

heeft op jouw afdeling?<br />

Pieter Demeester: “Door zowel op het individu<br />

als op het team in te zoomen. Als<br />

je gaat communiceren over de veranderingen,<br />

is het transparant om dat te doen met<br />

een presentatie, maar je moet er rekening<br />

mee houden dat vanaf dat de groep groter<br />

is dan 5, mensen zich veel minder spontaan<br />

gaan uiten. Aanvullende individuele<br />

luistersessies zijn dan nodig.”<br />

Gert Achten: “Je hebt mensen die makkelijker<br />

meegaan in veranderingen en je hebt er<br />

anderen die weerstand bieden. Beide mensen<br />

moet je begeleiden want ze moeten uiteindelijk<br />

wel dezelfde richting volgen.”<br />

Is er een verschil in de manier waarop<br />

een financeteam en bijvoorbeeld een<br />

marketingteam met change omgaan?<br />

Nadia Jottard: “Financemensen zijn sowieso<br />

al meer gewoon aan vaste structuren. Vooral<br />

die typische pure fi nanceprofi elen waar alles<br />

wettelijk zo gereguleerd is. Uiteindelijk<br />

biedt iedereen weerstand aan veranderingen,<br />

maar ik denk dat dat voor mensen uit<br />

fi nance toch nog iets ingrijpender is.”<br />

Gert Achten: “Marketingmensen zijn van<br />

nature enthousiaster over iets nieuws en<br />

mogen er dikwijls ook meer geld aan besteden.<br />

Ze zijn dikwijls ook minder gecoordineerd<br />

en daardoor wat volatieler in<br />

hun aanpak. Maar wat Nadia zegt, klopt:<br />

in fi nance mag je gewoon niet creatief omspringen<br />

met cijfers en rekeningen.” <br />

Drie tips van het panel<br />

voor de <strong>CFO</strong> als change manager<br />

• Je moet mensen betrekken,<br />

maar je moet ook opletten dat je<br />

daardoor niet van je traject wordt<br />

afgeleid. Een manier om change<br />

te vergemakkelijken, is mensen<br />

overtuigen van de waarde van<br />

verandering en fl exibiliteit voor<br />

henzelf.<br />

• Luisteren, luisteren en nog eens<br />

luisteren! En transparant zijn in<br />

de communicatie.<br />

• Het grootste werk voor het individu<br />

zelf. Zij moeten bereid zijn tot en<br />

positief staan ten opzichte van<br />

change, uiteindelijk zijn zij het die<br />

moeten veranderen. De change<br />

manager kan alleen maar sturen en<br />

begeleiden.<br />

gert hazevoets, cfo bij lambrechts groep:<br />

"de rol van challenger is er een<br />

die de cfo op het lijf geschreven is"<br />

Gert Hazevoets startte zijn<br />

fi nancecarrière bij BREVA,<br />

een familiale KMO met<br />

140 medewerkers. In de<br />

vier jaar dat hij daar werkte,<br />

begeleidde hij diverse<br />

interne veranderingstrajecten binnen het<br />

bedrijf. Zijn grootste change ervaring<br />

kwam er toen het bedrijf op korte tijd werd<br />

overgenomen door de grote spelers Hagemeyer<br />

en Rexel. Sinds 2008 werkt hij als<br />

<strong>CFO</strong> bij de Lambrechts Groep waar hij<br />

een acquisitie uitvoerde van twee nieuwe<br />

bedrijven in de groep. Onlangs stond hij<br />

de familie bij in de verkoop van het bedrijf<br />

aan de Ierse bouwgroep CRH. We vroegen<br />

hem om een reactie bij dit debat over<br />

change management.<br />

Positieve evoluties<br />

“Tijdens de rondetafel zijn twee evoluties<br />

aangehaald, die ik als erg positief ervaar.<br />

Ten eerste de <strong>CFO</strong> die steeds vaker optreedt<br />

als initiator, begeleider en/of opvolger van<br />

change. De <strong>CFO</strong> is zeker nuttig in die rol<br />

omdat hij van nature al dat plan- en projectmatige<br />

in de vingers heeft. De <strong>CFO</strong> heeft<br />

inderdaad zicht op de meeste processen die<br />

in het bedrijf gangbaar zijn, en al helemaal<br />

op die die ‘fi nancieel vervuilend’ zijn. Zeker<br />

– maar niet uitsluitend – op dat vlak is<br />

de <strong>CFO</strong> perfect geplaatst om te detecteren<br />

waar en hoe het beter kan. Als het gaat om<br />

het bewaken van processen, het opvolgen<br />

van KPI’s en het bereiken van objectieven,<br />

is de fi nance afdeling zonder twijfel goed<br />

geplaatst. Ook de rol van challenger is er<br />

een die de <strong>CFO</strong> op het lijf geschreven staat.<br />

Vanuit zijn procesmatige en fi nanciële achtergrond,<br />

stelt hij van nature uit bepaalde<br />

zaken in vraag en bekijkt hij de processen<br />

met een andere bril. Ten tweede valt het ook<br />

op dat mensen steeds maar beter zijn opgeleid.<br />

Waar dat vroeger nog wel eens voorkwam,<br />

kun je je medewerkers nu niet meer<br />

met een kluitje in het riet sturen. Mensen<br />

weten meer en gaan ook kritischer om met<br />

de informatie die je hen geeft. Ook dat is een<br />

positieve evolutie omdat de <strong>CFO</strong> ook meer<br />

gechallenged zal worden. Dit tweerichtingsverkeer<br />

kan de uitwerking van een veranderingsproject<br />

alleen maar ten goede komen.”<br />

Weerstand inherent<br />

aan verandering<br />

“Elke vorm van verandering stuit sowieso<br />

op verzet. Maar ik geloof stellig dat je<br />

zelf een klimaat kunt cultiveren waarin<br />

changetrajecten makkelijker doorgang<br />

vinden. Zelf doe ik dat door mijn team<br />

twee keer per jaar rond de tafel te brengen<br />

om gezamenlijk na te denken over<br />

wat effi ciënter kan. Bedoeling is dat er<br />

dan minstens een verbeterpunt naar voren<br />

wordt geschoven. Het is belangrijk<br />

dat mensen de ruimte krijgen om zichzelf<br />

in vraag te stellen, maar ook dat er<br />

voldoende fl exibiliteit is waardoor de<br />

organisatie in vraag gesteld kan worden.<br />

Door beide te garanderen, kun je<br />

als <strong>CFO</strong> wel een zekere zin voor verandering<br />

in je team creëren. Ik geloof niet<br />

dat fi nance mensen weerbarstiger zijn<br />

ten opzichte van change dan bijvoorbeeld<br />

mensen van marketing. Het is<br />

waar dat marketingmensen enthousiast<br />

zijn over nieuwe campagnes, maar je<br />

manier van werken moeten aanpassen,<br />

is toch een heel ander verhaal. De reden<br />

waarom dat bij fi nancemensen precies<br />

gevoeliger lijkt te liggen, is denk ik omdat<br />

daar veel meer met het bestraffende<br />

vingertje wordt gezwaaid.”<br />

Langetermijndenken<br />

“Tijdens de rondetafel kwam het belang<br />

van een change-impactanalyse naar<br />

boven. Dat is uiteraard enorm afhankelijk<br />

van het soort organisatie en het soort<br />

verandering, maar mij lijkt dat eerder<br />

overbodige administratie. Effi ciënter<br />

zou zijn om op voorhand alle doelstellingen<br />

grondig te overwegen en te bepalen.<br />

Dat doe je niet alleen, maar samen met<br />

je team. Laat iedereen rond het probleem<br />

gaan zitten en laat de oplossing vanuit<br />

de organisatie komen alvorens je je<br />

eigen plannen naar voren schuift.<br />

Weerstand wordt verminderd en dialoog,<br />

begrip en kennis bevorderd. Tenslotte<br />

moet je het veranderingsproject<br />

op lange termijn evalueren en dat doe<br />

je het best aan de hand van één vooraf<br />

bepaalde KPI.” <br />

cfo magazine januari 2013 45


oekenrubriek<br />

goede opfrissing van een<br />

aantal managementprincipes<br />

Hoe kunt u als <strong>CFO</strong> op een resultaatgerichte manier leiding geven aan een groep medewerkers?<br />

Dat is het antwoord dat <strong>CFO</strong> <strong>Magazine</strong> zocht in het boek ‘Het egeleffect’ van Manfred Kets de Vries.<br />

Steven D’haene, <strong>CFO</strong> van PinguinLutosa Food Group, las het boek voor ons.<br />

Mandred Kets de Vries is een Nederlandse psychoanalyticus, econoom<br />

en managementwetenschapper verbonden aan het managementinstituut<br />

INSEAD. De meeste teams bereiken hun doelen niet<br />

omdat de manager ten onrechte meent dat de mens een rationeel<br />

wezen is, stelt de auteur. Het gebrek aan succes is<br />

volgens Kets de Vries ook vaak te wijten aan het feit<br />

dat de samenstellers van het team geen rekening<br />

houden met de subtiele dynamiek die het menselijke<br />

gedrag beïnvloedt. Dat gedrag staat uiteraard<br />

centraal in ‘Het egeleffect’. De titel ontleende Kets<br />

de Vries aan de fi losoof Schopenhauer. Die stelde<br />

dat de mens – net als de egel – moeite heeft om de<br />

balans te vinden tussen de behoefte om anderen op<br />

te zoeken en tegelijk toch ook afstand te bewaren.<br />

Volgens Kets de Vries ligt hierin de belangrijkste reden<br />

waarom teamleden er niet in slagen succesvol<br />

samen te werken. In het boek gaat hij op zoek naar<br />

de mechanismen die in teamverband opspelen. Hij<br />

verkent de psychodynamische kant van het team en<br />

brengt daarbij de diverse relatiepatronen in kaart. Tegelijk biedt<br />

Kets de Vries ook inzicht in de manier waarop een manager voor<br />

een open werkomgeving kan zorgen, zodat het team vlotter om<br />

kan gaan met veranderingen en uitdagingen.<br />

Het oordeel van de <strong>CFO</strong><br />

Kende u het boek al toen we u vroegen het<br />

voor ons te lezen?<br />

Steven D’haene, <strong>CFO</strong> PinguinLutosa Food Group:<br />

“De naam van de schrijver was me bekend,<br />

maar het boek niet.”<br />

Wat was uw eerste indruk?<br />

“Het boek is heel helder opgebouwd. Ik hou wel van die manier<br />

van werken: elk hoofdstuk begint met metafoor – een parabel –<br />

die aangeeft waar het hoofdstuk over handelt. Dat zorgt ervoor<br />

dat het boek vlot leest. Vanuit die parabels kun je als lezer ook<br />

erg makkelijk de link leggen naar de praktijk van je eigen job.”<br />

Heeft het boek u iets bijgebracht?<br />

“Uiteraard. Al heb ik ook enkele bemerkingen. Volgens mij kun<br />

je met groepscoaching maar van start gaan wanneer er een solide<br />

basis van individuele coaching aan vooraf is gegaan. Ik kan me<br />

voorstellen dat Nederland op dat vlak een stuk verder staat dan<br />

België. Wanneer Kets de Vries uitgaat van de veronderstelling<br />

dat ook het Belgische bedrijfsleven in zijn geheel klaar is voor<br />

groepscoaching, dan heeft hij het volgens mij mis. Het boek gaat<br />

uit van een aantal assumpties die zeker bij de gemiddelde Belgische<br />

kmo niet meteen van toepassing zijn. In die optiek zijn de<br />

ideeën uit het boek eerder geschikt voor grotere ondernemingen.<br />

Het cultuurverschil tussen België en Nederland<br />

komt trouwens wel vaker aan de oppervlakte. Zo<br />

gaat de auteur ervan uit dat de manager zich open<br />

moet opstellen, door ook persoonlijke dingen in<br />

de groep te gooien. Dat kunnen we misschien<br />

verwachten van een Nederlandse manager, maar<br />

zie ik persoonlijk veel minder snel gebeuren in de<br />

Belgische bedrijfscultuur.”<br />

Hoe scoort het werk bij u als managementboek?<br />

“Vrij goed, al komt er vaak wel heel veel theorie voorbij.<br />

De auteur tracht de principes van groepscoaching<br />

te verklaren vanuit de psychodynamica. Naar mijn<br />

smaak neigt het boek daardoor iets te veel naar een<br />

academisch werk. Van een managementboek verwacht<br />

ik dat het me praktisch bruikbare inzichten aanreikt. Uiteraard moet<br />

er een zekere theoretische onderbouw zijn, maar wellicht was het niet<br />

nodig die zo uitgebreid in het boek op te nemen.”<br />

Zijn er toch ook praktische zaken<br />

die u in uw functie kunt toepassen?<br />

“Heel zeker. Veel van wat het boek beschrijft, is bijzonder herkenbaar.<br />

Zo stelt Kets de Vries dat je je als manager ook privé<br />

goed in je vel moet voelen om op de werkvloer tot goede resultaten<br />

te komen. Hij legt nauwgezet uit hoe de dynamiek van een<br />

team afhangt van de ingesteldheid van de individuen, en waarom<br />

iedereen daarbij een goede balans moet vinden tussen privé en<br />

werk, maar ook tussen individu en team. Heel herkenbaar vond<br />

ik het hoofdstuk dat handelt over slecht nieuws. Vaak is er voor<br />

negatieve kritiek of ander slecht nieuws geen ruimte in een team.<br />

De auteur legt uit hoe je een kader kunt creëren waarin de teamleden<br />

ook negatieve kritiek kunnen ventileren. Ik heb in het begin<br />

van mijn carrière als auditor gewerkt. Een van de eerste zaken<br />

die je in die job leert is dat je problemen of slecht nieuws niet<br />

mag uitstellen tot op het einde van het traject of tot net voor een<br />

closing meeting. Dat lijkt logisch, maar lang niet iedereen kan<br />

daar makkelijk mee om. Persoonlijk vond ik het aangenaam om<br />

die inzichten weer op te frissen.”<br />

Zou u het boek aanraden aan collega’s?<br />

“Toch wel, al wil ik daarbij opmerken dat het wellicht eerder geschikt<br />

is voor de manager met iets minder ervaring. Het boek is<br />

zeker een aanrader voor wie zijn onderbouw over groepsfunctioneren<br />

en groepscoaching wil versterken .” <br />

dries van damme<br />

the<br />

office<br />

new<br />

the cfo magazine team welcomes you at their new office:<br />

Zuidleiestraat 12, bus 0 A B-9880 Aalter<br />

46 cfo magazine januari 2013<br />

financial media - knowledge partner for cfo’s and finance professionals<br />

T 09 375 68 00 F 09 375 68 10 E office@fm.be W www.fm.be<br />

cfo magazine januari 2013 47


“<br />

Het Reverse Factoring programma van Eurofactor optimaliseert<br />

het bedrijfskapitaal van uw onderneming.<br />

En dat op een manier die, in tegenstelling tot sommige andere<br />

fi nancieringstechnieken, eenvoudig toe te passen is. Derhalve<br />

is Eurofactor niet alleen uitermate geschikt voor grote, maar<br />

ook voor middelgrote ondernemingen.<br />

marc dedry | sales & marketing director<br />

eurofactor benelux<br />

Eurofactor betaalt de strategische leveranciers<br />

van B.I.C. contant. Deze techniek van ‘reverse<br />

factoring’ biedt B.I.C. als gefactureerde partij<br />

dan ook de mogelijkheid om zijn leveranciers<br />

zakelijk tevreden te stellen zonder de eigen<br />

kasstroom zwaar te belasten.<br />

Reverse Factoring,<br />

ideale techniek om positie te vrijwaren<br />

Reverse Factoring<br />

Dat goede praktijken in credit management niet enkel te Scoren bij leveranciers zonder de cashflow te plunderen<br />

Het optimaliseren van werkkapitaal stopt niet bij de muren van BIC<br />

maken hebben met efficiënt debiteurenbeheer bewijst<br />

Carpets. De manier waarop een bedrijf samenwerkt met leveranciers en<br />

het West-Vlaamse Belgian International Carpets (B.I.C.).<br />

zelfs met klanten – denk bij beiden aan de onderhandelde betalingster-<br />

ideale techniek om positie te vrijwaren<br />

mijnen – bewijst dat. Voor Bic Carpets ging Eurofactor op zoek naar al-<br />

“Door gebruik te maken van reverse factoring waarover<br />

ternatieven om de marktpositie van het bedrijf tegenover leveranciers te<br />

verder Scoren meer, bij slaagden leveranciers wij erin zonder om de de nadelen cashfl waarmee ow te plunderen. verbeteren. Het Basisconcept De studie gaf aan van dat contant Eurofactor betalen bij is de vrij vele leveranciers<br />

een merkelijk sterkere band zou creëren. Maar dat zou dan onvermijde-<br />

we als eenvoudig. relatief kleine Uw nichespeler leverancier moeten ondertekent kampen, een om beknopte te<br />

lijk overeenkomst de operationele cashflow met Eurofactor, belasten. Daarvoor waarbij bood uitsluitend<br />

Eurofactor dan<br />

buigen de vorderingen tot een voordeel”, op uw zegt onderneming algemeen directeur worden Bart overgedragen. weer een Eens eenvoudige deze oplossing overeenkomst op basis van getekend,<br />

een bestaand product uit<br />

zijn service gamma. Het was dus enkel zaak om de passende parameters<br />

Soenen. worden “Dankzij alle facturen die techniek binnen kunnen de we 8 dagen immers door onze Eurofactor voor aan en met de BIC leverancier Carpets af te spreken. betaald. Zonder Wat verdere een belasting merkelijk van de<br />

belangrijkste sterkere band leveranciers met uw contant leverancier betalen. zal Zo slagen creëren. we Uzelf betaalt financiële de kernparameters bevoorschotte heeft BIC factuur Carpets uiteindelijk aan Eurofactor als preferentiële<br />

partner bij zijn leveranciers de betere handelsrelatie die het bedrijf wou.<br />

erin terug om ervoor binnen te zorgen de met dat ze Eurofactor ons ondanks vooraf onze afgestemde beperkte vervaltermijn. Een driedubbele win waarbij de<br />

“Driedubbele ‘win’ want de leverancier, BIC Carpets en wij als dienstver-<br />

leveranciers, de klant en Eurofactor als dienstverlener tevreden lener zijn tevreden,” zijn. lacht Marc Dedry, Sales & Marketing Director van<br />

afnamevolumes toch als een bevoorrechte partner zien.”<br />

Eurofactor, “wat meteen bewijst dat Eurofactor zelfs verder gaat dan de<br />

traditioneel geroemde win-win partnerships”.<br />

tel. +32 (0)2 643 63 63<br />

commercial@eurofactor.be<br />

www.eurofactor.be<br />

tel. +32 (0)2 643 63 63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!