een woord vooraf - Basisschool De Bongerd

een woord vooraf
Voor u ligt de schoolgids 2011-2012 van basisschool De Bongerd. U treft hierin zowel praktische
informatie over de organisatie van ons onderwijs als onderwijsinhoudelijke informatie aan.
We stellen het zeer op prijs als ouders betrokken zijn bij de gang van zaken op school. Een open
en respectvolle communicatie en omgang met elkaar vinden wij daarbij een belangrijke basis. Ook
in die zin willen wij een school zonder drempels zijn. Een school waar kinderen, ouders en leerkrachten zich
samen thuis voelen en zich kunnen ontwikkelen.
Het verheugt ons dat wij binnen de algemene trend van een dalend leerlingenaantal een groei
vertonen van het aantal leerlingen. Op het einde van het schooljaar zullen ongeveer 190 leerlingen
onze school bezoeken. Wij zien in deze ontwikkeling de bevestiging dat ouders een kleinere school van belang
vinden voor het onderwijs aan hun kind. In toenemende mate vernemen wij dan ook dat de grootte van de school
(wij willen geen grote school worden), de gemixte populatie (een gezonde afspiegeling van de huidige
maatschappij) en de open en warme sfeer, aanspreken. In de tevredenheidpeilingen die onder leerlingen en
ouders gehouden zijn scoorden we op alle onderdelen boven het landelijk gemiddelde. Een mooi resultaat!
In de ontwikkeling van het onderwijs zullen we dit schooljaar weer veel aandacht besteden aan het
opbrengstgericht denken en handelen. Hierbinnen staat steeds de ontwikkeling van iedere
leerling centraal.
Met veel vertrouwen zie ik uit naar het schooljaar 2011-2012, met als wens dat het wederom een
schooljaar mag zijn waarin het goed 'dromen, denken, doen' is op onze school.
Mocht u naar aanleiding van deze schoolgids nog vragen of suggesties hebben, dan vernemen wij dat graag. Op
de site van de school www.bongerdvenray.nl kunt u o.a. actuele informatie over de school lezen. Ouders die op
zoek zijn naar een geschikte school voor hun kind zou ik willen vragen een afspraak te maken, zodat we kennis
met elkaar kunnen maken om vervolgens te kijken of De Bongerd die unieke school voor hun kind is.
Naast de schoolgids is er op school ook een schoolplan aanwezig. Hierin geven we vooral aan hoe
er planmatig gewerkt wordt om de kwaliteit van ons onderwijs te handhaven en te verbeteren. Daarnaast
is er ook andere relevante informatie voor u beschikbaar. Informatie over o.a. het aanname- toelatings-
schorsings- en verwijderingsbeleid leerlingen, informatie m.b.t. gescheiden ouders en informatieverstrekking
door school, de notitie ‘een kind als (g)een ander’ m.b.t. beleid voor leerlingen met een handicap, het
pestprotocol en het dyslexieprotocol.
Met vriendelijke groeten,
Mart van Gessel,
directeur.
1

inhoudsopgave
1. de bongerd
1.1 algemeen - historie
1.2 het college van bestuur
1.3 waar de school voor staat
1.4 de 8 visiekenmerken
2. de organisatie van het onderwijs
2.1 de organisatie van onze school
2.2 het gebouw
2.3 de schooltijden
2.4 het overblijven en buitenschoolse opvang
2.5 de activiteiten van kinderen
2.6 verjaardagen op school
2.7 de jaarkalender
2.8 afspraken en regels
2.9 klachtenregeling
2.10 arbo
2.11 samenwerking met SSK en de peuterspeelzaal
3. de leerlingen
3.1 de inschrijving
3.2 voor het eerst naar school
3.3 tussentijdse aanmelding
3.4 het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op onze school
3.5 de speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften
3.6 VVE
3.7 naar het vervolgonderwijs
3.8 extra diensten ten behoeve van de school
4. de leraren
4.1 integraal personeelsbeleid (IPB)
4.2 vervangingen
4.3 stagiaires
5. de ouders
5.1 informatie en rapportage aan ouders
5.2 de oudervereniging
5.3 de Medezeggenschapsraad (MR) en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)
5.4 ouderhulp binnen de school
5.5 verzuimregeling
5.6 toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen
5.8 schoolverzekeringen
6. de ontwikkeling van het onderwijs
6.1 doelen en resultaten van het onderwijs
6.2 activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
bijlage 1 - adressen en telefoonnummers
bijlage 2 – gebruik van persoonsgegevens door personeel Stichting Primair Onderwijs Venray (SPOV))
2

1. de bongerd
1.1 algemeen - historie
De Bongerd is in 1985 ontstaan uit een fusie van de voormalige lagere scholen St.
Clara en St. Franciscus met kleuterschool ’t Beukenhöfke. Onze school is gelegen in
Venray-Zuid en staat op de plaats waar vroeger de appelbongerd (boomgaard) van de
Paters Franciscanen was. Vandaar ook de naam ‘De Bongerd’.
De school wordt bezocht door kinderen uit Antoniusveld, Brukske, Venray-Zuid,
Venray-centrum en Landweert. In het schooljaar 2002 – 2003 heeft de school een
nieuwe start gemaakt en is het gebouw gerenoveerd. Het team bestaat uit 16
enthousiaste leerkrachten die de visie van de school ‘dromen, denken, doen’
gedreven vormgeven. We zien ‘onze school in een blijvende ontwikkeling’ als grote
uitdaging.
2.1 Het College van Bestuur
Sinds 1 augustus 2007 is er binnen SPOVenray sprake van een College van Bestuur en een Raad van Toezicht.
Mevrouw Y. Raaijmakers vormt het College van Bestuur. Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor
de kwaliteit van het onderwijs op de 18 scholen en is werkgever van alle medewerkers SPOVenray.
Het College van Bestuur wordt bijgestaan door twee stafleden: voor financiële en huisvestingszaken dhr.
J.Hendriks, voor personele zaken de heer C. van Hout en de dames van het secretariaat, mevrouw M. Koch en
mevrouw J. Arts.
De Raad van Toezicht bestaat uit zes leden die zijn voorgedragen uit de drie zuilen: openbaar, protestants
christelijk en rooms-katholiek onderwijs. De voorzitter is mevr. M. Boersma (RK), de overige leden zijn dhr. H.
van der Locht (OO), en dhr. K. van Soest (RK), mevr. E. Smits (RK), mevr. N. Kleijwegt (OO) en dhr. W. Palmen
(PC). De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur of die de kwaliteit van het onderwijs op
een goede wijze bevordert en het werkgeverschap zorgvuldig vorm geeft.
Sinds 2009 zijn het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van SPOVenray ook het bestuur en de
toezichthouder van de Stichting Peuterspeelzalen Venray en de Stichting KinderWereld. Deze bestuurlijke
verbinding is aangegaan om op zo veel mogelijk scholen te werken aan integrale kindcentra, waarbij de school op
locatie dagarrangementen aanbiedt van 7.00- 19.00 uur voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Tevens is het doel om
een directe invloed te hebben op de kwaliteit van de voorschoolse educatie, die van groot belang is voor de
kinderen en hun ouders, doch ook voor de basisscholen, die deze kinderen aangemeld krijgen. Als de politiek
mocht beslissen dat kinderen van 3 jaar naar school gaan, zijn we daar bestuurlijk op voorbereid. De directeur
van de beide stichtingen is mevrouw G. Driessen.
Voor u als ouder blijft de school uiteraard het aanspreekpunt voor alle zaken die uw
kind of de school aangaan. De directie draagt de verantwoordelijkheid voor de
dagelijkse gang van zaken. Het College van Bestuur is verheugd dat het onderwijs op
haar scholen van goede kwaliteit is. Ook al weten we dat het nooit goed genoeg kan
zijn.
Het belang van ouderparticipatie en de medezeggenschap neemt toe. Via de medezeggenschapsraad (M.R.) en
de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (G.M.R.) wordt deze inbreng gewaarborgd. De school streeft
ernaar om ouders optimaal te betrekken bij de ontwikkeling van de school. Zij legt daartoe verantwoording af
aan ouders middels deze schoolgids. Dit is het gevolg van de invoering van de kwaliteitswet. In deze wet wordt
ook geregeld dat er klachtenregelingen zijn m.b.t. klachten over de gang van zaken op school. In deze
schoolgids kunt u hierover meer lezen.
De school is er voor de kinderen. Omdat kinderen recht hebben op het beste onderwijs heeft SPOVenray een
strategisch beleidsplan opgesteld met als titel “Leerkrachtig”, dat volledig gericht is op het verbeteren van de
3

kwaliteit van het onderwijs aan uw kinderen. Er worden doelen gesteld op basis van vier thema’s: 1. Ander
onderwijs waarbij het perspectief voor kinderen blijvend wordt verbeterd; 2. Binnen en buiten verbinden; 3.
Professionele groei voor ander onderwijs; 4. Verantwoordelijkheid en verantwoording. Indien u hierover meer
wilt weten verwijs ik u naar onze website: www.spovenray.nl . Uiteraard kunt u ook op de school een exemplaar
inzien.
Directie, team en alle andere geledingen willen samen met u, ouders, de school tot een steeds betere school
maken met een prettig en veilig werkklimaat en goede resultaten.
Wij wensen u allen en vooral de kinderen weer een fijn schooljaar toe.
Yvonne Raaijmakers,
College van Bestuur,
Eindstraat 42, 5801 CR Venray
Tel: 516215 / Fax: 516214
e-mail: bmt@spovenray.nl
website: www.spovenray.nl
1.3 Waar de school voor staat
Wij zien het kind in zijn totale ontwikkeling. Deze ontwikkeling geven wij inhoud door cognitieve, sociale,
emotionele en creatieve aspecten in samenhang aan te bieden. ‘Dromen, denken, doen’ geeft enerzijds het
proces van het ontwikkelen aan en vangt anderzijds de unieke belevingswereld van het kind in zijn ontwikkeling.
De visie van De Bongerd is de afgelopen jaren doorgegroeid en is gericht op ontwikkeling en opbrengsten.
De visie is verwoord in 8 visiekenmerken; met een goed gevoel; scheppen met hoofd en handen; actief en vol
energie; doorgaand; leren leren; verantwoordelijk naar mezelf en de ander; alle kwaliteiten; open naar de
wereld. De essentie is het onvoorwaardelijke geloof in en het respect voor het kind in zijn ontwikkeling.
De principes van de school die de visie vormen, worden gevoed door:
1. De theorie van de meervoudige intelligentie (H. Gardner)
Volgens deze theorie is iedereen op zijn eigen manier verschillend;
verschillend intelligent, verschillend in hoe we leren, verschillend in hoe we de wereld
construeren, verschillend in hoe we ‘dromen, denken, doen’. Gardner onderscheidt
8 intelligentieniveaus: woordknap, redeneerknap, tekenknap, muziekknap, beweegknap,
groeiknap, mensenknap en ik-knap.
2. De uitgangspunten van het leren
- de leerlingen moeten actief zijn
- de leerlingen moeten constructief zijn (construeren, uitdiepen, verbinden,
reflecteren, ..)
- de leerlingen moeten doelgericht met kennis omgaan (doel voor ogen,
succeservaringen opdoen, …)
- de leerlingen zijn coöperatief bezig met leren (elkaar uitleg geven, …)
- de leerlingen moeten hun leerproces zelf leren reguleren (plannen, sturen,
motiveren, …)
De rol van de leerkracht: ‘Als je wilt dat gras groeit, dan moet je er niet aan trekken. Daar gaat het beslist
niet harder van groeien. Wat wel helpt is de omstandigheden voor het gras verbeteren: veel licht geven, goed
bemesten en voldoende water geven.’
We kunnen stellen dat de acht visiekenmerken van De Bongerd nauw aansluiten bij het gedachtegoed van de
meervoudige intelligentie en het actuele leren. De acht visiekenmerken zijn geformuleerd vanuit de wereld van
het kind en geven inhoud aan ons ‘dromen, denken en doen’.
4

1.4 de 8 visiekenmerken
met een goed gevoel
Op school voel ik me thuis, ik voel me er veilig en goed. Iedereen bij ons op school is anders en dat vinden we
juist fijn. Je bent goed zoals je bent, dat zeggen de leerkrachten ook altijd. Wij leren met elkaar en van
elkaar. We voelen ons daarbij goed. We leren allemaal verschillende dingen en we mogen ook veel doen. We
proberen het beste uit onszelf te halen. Over mijn gevoel kan ik schrijven in mijn kinderdagboek dat echt van
mijzelf is. Papa en mama komen vaak even op school (o.a. kijkochtenden en inloopavonden). Onze school is ‘open’
voor iedereen.
scheppen met hoofd en handen
We doen bij ons op school veel met onze handen. Creatief bezig zijn noemen we dat. Ook mogen we onze eigen
mening en ideeën vertellen. In de klas, maar ook tijdens het leerlingpanel. We luisteren naar elkaar en er wordt
naar ons geluisterd. Naast taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie besteden we ook aandacht aan beeldende
vorming, drama, muziek en techniek. Verschillende manieren om creatief bezig te zijn dus. Ook hebben we het
over dingen die je niet kunt zien, dingen die je gelooft. We werken in alle groepen met thema’s. In de hele
school zijn werkjes van ons te zien zodat iedereen kan zien waar we mee bezig zijn. Wij leren op school dus met
onze handen (doen) en met ons hoofd (dromen en denken). We hebben een atelier bij verpleeghuis Beukenrode.
actief en vol energie
Wij mogen veel verschillende dingen doen. We hoeven niet de hele dag stil te zitten. Het ene moment werken
we hard, het andere moment doen we iets om ons te ontspannen. We werken alleen of juist samen. Zo leren we
om elkaar te helpen en om echt mee te doen aan de lessen. Dat geeft ons energie. Onze leerkrachten helpen
ons als het nodig is, maar laten ons ook zelf dingen uitzoeken en oplossen. Zo leren wij veel nieuwe dingen. We
mogen vertellen wat we interessant vinden om te leren. We leren ook om aan elkaar te presenteren.
doorgaand
Onze leerkrachten praten veel met elkaar. Dat doen ze om te zorgen dat ze van elkaar weten hoe ze met ons
werken. Zo zorgen ze dat we een aantal belangrijke dingen hetzelfde doen in alle groepen. Dat is fijn als je
naar de volgende groep gaat, je weet dan snel wat de bedoeling is. De lokalen lijken ook ’n beetje op elkaar.
Regelmatig werken we bij elkaar en met elkaar in een andere groep. Wat ook fijn is, is dat we ieder zoveel
mogelijk op ons eigen niveau mogen werken. De leerkrachten houden rekening met wat we al kunnen en wat we
nog moeilijk vinden. We hoeven niet allemaal hetzelfde te kunnen, want iedereen is anders en is op zijn eigen
manier knap.
leren leren
Op onze school helpen ze mij om te leren, hoe ik iets moet leren. Leren gaat namelijk niet vanzelf. Ook vinden
we belangrijk dat we van elkaar leren. We mogen dan ook regelmatig samenwerken. Wij leren om het werk zelf
te plannen en na te kijken. Weektaken en takenborden worden in alle groepen gebruikt. Hoe ouder we worden,
hoe meer taken we zelf doen. We noemen dat zelfstandig werken. Fouten maken mag, want daar leer je van. Op
een fijne manier met elkaar omgaan leren we ook. Zo blijft het gezellig bij ons op school. We leren van, door en
met elkaar.
verantwoordelijk naar mezelf en de ander
Samen met papa en mama, de andere kinderen en de leerkracht werk ik aan mijn ontwikkeling. In het begin
helpt de leerkracht mij nog veel, maar ik kan steeds meer zelf. Dat betekent dat ik zelf dingen kan kiezen en
begeleiding krijg als dat nodig is. Zo worden we zelfstandig, zowel wat betreft het leren als in de omgang met
elkaar. We bedenken samen regels en afspraken waar we ons allemaal aan moeten houden, want we willen goed
met elkaar en anderen omgaan. Zorgen voor de eigen klas en de school doen we ook. Ieder heeft zijn eigen
taken. We houden bijvoorbeeld samen de speelplaats schoon.
alle kwaliteiten
We leren allemaal een bepaalde basis op school. Er is ook tijd voor andere dingen naast het leren, bijvoorbeeld
voor de creatieve vakken, praten over hoe we met elkaar omgaan en excursies.
We leren in en buiten de school. Onze leerkrachten vullen elkaar goed aan. Dit proberen zij ons ook te leren;
gebruik te maken van elkaars kwaliteiten. Samen sta je sterker dan alleen.
open naar de wereld
5

Als er iets belangrijks gebeurd is, dan praten we daar samen over. Dat kan gaan over iets dat op school gebeurd
is of iets van buiten school. In de lessen leren we veel over andere landen en andere mensen. We kijken verder
dan onszelf. We hebben ook geregeld een uitstapje om iets te leren. Onze school is open. Dat kun je zien; het is
er licht en er is ruimte. Open voor iedereen, open naar de wereld.
2. de organisatie van het onderwijs
2.1 de organisatie van de school
Dit schooljaar formeren wij twee groepen 1-2 en de groepen 3, 4, 5-6, 6-7 en 7-8. Vanaf februari formeren we
een groep 2-3 en een groep 3-4, net als afgelopen schooljaar. Dit is nodig i.v.m. het oplopende leerlingenaantal
in de groepen 1-2 en sluit tevens goed aan bij de visie. Zowel de leerlingen, ouders en leerkrachten hebben dit
afgelopen schooljaar als een succes ervaren.
We verdelen de school in clusters. Binnen een cluster is sprake van een intensieve samenwerking.
De clusters dit schooljaar zijn: het cluster 1-2, het cluster 3-4 en het cluster 5-6-7-8.
Het werken met combinatiegroepen zien wij niet als een bedreiging, maar als een kans.
We streven ernaar om niet meer dan twee leerkrachten in één groep te hebben.
Bij ziekte en/of verlof van een leerkracht doen we er alles aan om vervanging te regelen.
2.2 het gebouw
Wij vinden het van groot belang dat de school warmte en rust uitstraalt. In het gebouw is onze visie zichtbaar.
Gezamenlijk dragen we zorg voor een opgeruimde school waarin de veiligheid gewaarborgd is.
Ter optimalisering van deze veiligheid is in de hele school een brand- en alarmmeldingssysteem
aangebracht. Twee keer per jaar houden we een ontruimingsoefening. Het hele team volgt BHV nascholing
(bedrijfshulpverlener). Inmiddels is in 2 lokalen op de bovenverdieping klimaatbeheersing aangebracht.
2.3 de schooltijden
groep 1 t/m 8
’s morgens 08.30 – 11.45 uur
’s middags 13.00 – 15.15 uur
’s woensdags 08.30 – 12.15 uur
Op vrijdagmiddag zijn de leerlingen van groep 1 t/m 5 vrij.
Wij gaan er vanuit dat uw kind op tijd op school is. Wij willen de leertijd optimaal benutten.
Tien minuten voor het begin van de school wordt er door teamleden op de speelplaats gesurveilleerd. Vooral
bij slecht weer vragen wij u, uw kind niet te vroeg naar school te sturen. De kinderen mogen dan om 8.20 u.
naar binnen. Bij het eerste belsignaal (8.25 u.) komen de kinderen naar binnen. Bij het tweede belsignaal (8.30
u.) begint het onderwijs.
Indien uw kind door ziekte of om andere redenen verhinderd is, vragen wij u dit telefonisch of schriftelijk
voor schooltijd aan ons door te geven. Ook als een kind niet aan de gymnastiekles kan deelnemen of een bezoek
moet brengen aan bijv. de orthodontist ontvangen we graag een bericht van u. Indien uw kind tijdens lestijd
bijv. naar de orthodontist moet dient u uw kind zelf op te halen op school.
2.4 het overblijven en buitenschoolse opvang
Op onze school bestaat de mogelijkheid om op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tijdens de middagpauze
over te blijven van 11.45 – 12.50 u. Gedurende die tijd worden de kinderen door
de overblijfouders opgevangen. Bij droog weer zijn er ook buitenactiviteiten.
- het overblijven zelf
6

Op maandag, dinsdag en donderdag gaan de overblijvers om 11.45 u. naar de Springplank, het
wijkgebouw direct naast de school. Op vrijdag blijven ze op school. Voor de liefhebbers is er thee.
Andere drank, brood en fruit dienen de kinderen goed verpakt mee te brengen. Voor alle duidelijkheid:
kinderen die overblijven mogen geen snoep meenemen. Na het eten volgen er, afhankelijk van de groep
en het weer, gezamenlijke activiteiten:
. binnen: tekenen, computeren, spelletjes en spelen in de speelzaal
. buiten: de zandbak, balspelen, vrij spelen, enz.
Kinderen die overblijven mogen alleen met toestemming in de klas komen. Om 12.50 u. nemen de
surveillerende leerkrachten het toezicht over.
- aanmelden van de overblijvers
Voor de groepen 1 en 2 graag via de inschrijflijst bij de groep, door de ouders zelf in te vullen.
Voor de groepen 3 t/m 8 graag via de inschrijflijst bij de groep, deze vullen de kinderen zelf in.
- financiële bijdrage
Wie graag wil dat zijn kind overblijft, moet eerst zorgen dat er overblijfbonnen gekocht zijn.
Het overblijven kost één overblijfbon per keer. Deze bonnen zijn verkrijgbaar bij Wilma Lap.
Elke ma, di, woe, do ochtend kunt u deze bonnen kopen om 08.30u in de hal van de school.
De overblijfbonnen kosten 1,20 euro per stuk. U kunt bonnen per 5 – 10 of 20 stuks kopen.
. een heel vel (20 stuks) kost 24 euro
. een half vel (10 stuks) kost 12 euro
. een kwart vel (5 stuks) kost 6 euro
Mochten de kosten van een overblijfbon omhoog moeten gaan, dan wordt u hierover geïnformeerd via
de Zebraflits.
Als uw kind overblijft, geeft u een bonnetje mee. Op deze manier kunnen de overblijfouders het
overzicht houden. Het meegeven van geld i.p.v. een bon kost ons te veel tijd. Wij willen alle
aandacht aan uw kind kunnen geven.
Het rooster van de overblijfouders.
maandag Alice Duyf
Desirè van der Wielen
Angelina Arts
Wilma Lap
reserve : Irma Suvaal
Yvonne van Tilburg
dinsdag Irma Suvaal
Miranda Wilms
Angelina Arts
Wilma Lap
reserve : Arna van Ool
Yvonne van Tilburg
donderdag Irma Suvaal
Arna van Ool
Miranda Wilms
Wilma Lap
reserve : Alice Duyf
Yvonne van Tilburg
vrijdag Alice Duyf
reserve : Wilma Lap
Irma Suvaal
Op dagen dat er veel overblijvers zijn schakelen we een extra overblijfouder in.
Heeft u vragen over het overblijven, dan kunt u contact opnemen met Wilma Lap tel. 589529
of met Alice Duyf tel. 515110. Het mailadres: overblijven@bongerdvenray.nl
7

Voor de voor- en naschoolse opvang heeft SPOV een overeenkomst met SSK afgesloten. Natuurlijk bent u vrij
uw kind bij een andere kinderopvang aan te melden. Voor informatie m.b.t. de diverse aanbieders verwijzen we
u naar de desbetreffende website. Op school is een centraal verzamelpunt voor de kinderen die van de
naschoolse opvang gebruik maken. Van daaruit worden de kinderen door de taxibedrijven opgehaald.
2.5 de activiteiten van kinderen
Op onze school gaan we vooral uit van de ontwikkeling van het kind en het beredeneerde aanbod.
In de groepen 1 en 2 werken we met thema’s en onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van het kind
en bij de kerndoelen. Het leren zien we in brede zin. Het kind leert omgaan met andere kinderen en
volwassenen. Het ontwikkelt zijn taal, zelfstandigheid, motorische vaardigheden, zijn speel-werkgedrag,
emoties uiten en met anderen te delen. Deze ontwikkelingen worden door de leerkracht bijgehouden en
vastgelegd met behulp van het ontwikkelingsvolgmodel OVM en Esis/Cito. De gegevens worden met de ouders
tijdens de ontwikkelgesprekken besproken. In de groepen 1 en 2 gaan de kinderen op een spelende manier om
met taal, letters, hoeveelheden en cijfers. We gaan na of het kind zich zover heeft ontwikkeld, dat het kan
beginnen met lezen, schrijven en rekenen. Vanaf groep 3 verschuift het accent in de richting van het
cursorische leren.
lezen
Twee jaar geleden zijn we gestart met de vernieuwing van het leesonderwijs. Dit om met name de resultaten te
verhogen, maar ook om de betrokkenheid van de leerlingen te verhogen. De methode ‘Nieuwsbegrip’ is in de
groepen 4 t/m 8 in gebruik genomen. Vanaf komend jaar wordt daaraan toegevoegd ‘Nieuwsbegrip XL’ voor de
groepen 5 t/m 8.. In groep 3 wordt de methode ‘Veilig Leren Lezen’ gebruikt. Een moment per maand lezen we
samen met de hele school. De kinderen van de verschillende groepen worden dan gemengd. Daarnaast is er
binnen enkele clusters een gezamenlijk leesmoment. De overige momenten plant de leerkracht zelf voor zijn
groep. Vanaf groep 4 maken we specifiek onderscheid tussen begrijpend lezen en technisch lezen. Kinderen
moeten leren een tekst vlot, zonder fouten en op toon kunnen lezen. Daarnaast wordt ook geleerd de inhoud van
een tekst te begrijpen. In groep 3 t/m 8 zijn er toetsen op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen en
woordenschat.
schrijven
In groep 1 en 2 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de fijne motoriek, de schrijfbeweging, schrijfvormen
en de penhouding. In groep 3 is het schrijven nauw verbonden met het aanvankelijk lezen. Er wordt gestart
met losse schrijfletters, daarna is de overgang naar het gebonden schrift. Ook in de groepen 4 en 5 is het
methodisch schrijven belangrijk. In groep 6, 7 en 8 worden ook andere vormen van schrijven toegepast, zoals
blokletters en sierletters. In groep 8 ligt de nadruk op het ontwikkelen van een eigen, duidelijk leesbaar
handschrift. Bij het schrijven is er voortdurend aandacht voor een goede houding en verzorging.
De kinderen krijgen van school schrijfmateriaal: een pen, potlood, kleurpotloden, gum en liniaal. Het is vanaf
groep 3 de bedoeling dat kinderen zelf een etui vanuit thuis meenemen. Het is niet de bedoeling dat leerlingen
nog zelf andere spullen meenemen.
taal
Vanuit de ontwikkelingen rondom het leesonderwijs zijn we in het schooljaar 2009-2010 op zoek gegaan naar
een nieuwe taalmethode. In het schooljaar 2010-2011 zijn we gestart met de invoering van de methode ‘Taal in
Beeld’. Deze methode biedt diverse mogelijkheden voor het omgaan met niveauverschillen tussen leerlingen. Dit
wordt ondersteund door de bijbehorende computerprogramma‘s. De zelfstandigheid van de leerlingen wordt
bevorderd. Binnen de lessen is er voldoende ruimte voor extra uitleg voor kinderen. Jaarlijks komen er 10
overkoepelende thema’s aan bod die elk jaar op hetzelfde moment terugkeren. Het zelf nakijken van werk door
leerlingen wordt door de methode toegejuicht. Een groot voordeel van deze methode is dat we gemakkelijk
binnen andere vakgebieden met deze methode kunnen werken. Zo worden bepaalde onderdelen van
wereldoriëntatie ondersteund door ‘Taal in beeld’. Een voorbeeld: bij ‘Taal in beeld’ leren kinderen hoe ze een
presentatie kunnen maken. Taal in beeld heeft ook veel raakvlakken met het leesonderwijs.
Komend schooljaar besteden we aandacht aan de verdere implementatie van deze nieuwe methode.
8

ekenen
Bij het rekenen ligt het accent op het ontwikkelen van denkprocessen en het beheersen van vaardigheden. We
gebruiken de methode Pluspunt. De kinderen leren op verschillende manieren rekenproblemen oplossen en
moeten dit ook kunnen verwoorden en toepassen in nieuwe situaties. Daarnaast blijft het kennen van de sommen
t/m 20 en de tafels 1 t/m 10 belangrijk. In alle groepen is dan ook nadrukkelijk aandacht voor het
automatiseren. Er zijn lesgebonden activiteiten, waarbij er uitleg en instructie is door de leerkracht.
Daarnaast zijn er lessen waarin de kinderen zelfstandig geleerde stof herhalen en nieuwe leerstof oefenen. De
leerkracht heeft dan de gelegenheid om extra ondersteuning te geven aan kinderen die dat nodig hebben of om
(in een combinatiegroep) de andere groep instructie te geven.
Binnen onze methode is er voor leerlingen die de basisstof beheersen, de mogelijkheid om met verrijkingsstof
verder te gaan. Op deze wijze wordt er rekening gehouden met het niveau van het kind. Leerlingen die het
nodig hebben mogen werken met hulpmaterialen zoals de kralenketting, de rekenmachine en de tafelkaart.
Leerlingen die al verder zijn in hun rekenontwikkeling mogen vanaf groep 7 met Wiskunde aan de slag.
wereldoriëntatie
De vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs komen veelal geïntegreerd aan bod, wij noemen dat
wereldoriëntatie. Bij het thematisch werken in de groepen 1 t/m 8 doen we dit o.a. vanuit de werkwijze van het
ontwikkelingsgericht werken. Naast het verwerven van kennis zijn samenwerken en leren presenteren
belangrijke vaardigheden die hierbij worden opgedaan. Bij deze manier van werken voldoen we aan de
leervragen van kinderen en aan de kerndoelen, die wettelijk zijn vastgelegd. De leerlingen verzamelen hun
themawerk in hun eigen portfolio. Techniek komt vooral binnen wereldoriëntatie aan bod met behulp van de
‘Techniektorens’. Verkeer wordt in de groepen 4 t/m 8 als apart vak gegeven.
beeldende vorming en muziek
Bij deze leergebieden staat vooral de creatieve ontwikkeling van de leerlingen centraal. Iedere groep heeft de
mogelijkheid om in het atelier van verpleeghuis Beukenrode te werken. Bij muziek komt naast zang ook ritme en
beweging aan de orde. Ook drama wordt regelmatig gegeven. We zien deze vakken ook als een onderdeel van de
cultuurontwikkeling van het kind. Elke groep gaat komend jaar naar het Kunstencentrum voor een workshop.
lichamelijke opvoeding
Dit gebied omvat vooral de gymlessen. In het schooljaar 2010-2011 is er overleg geweest met de
sportconsulente over ons bewegingsonderwijs. Vanuit dat overleg is de methode basislessen
bewegingsonderwijs aangeschaft. Ook is er een jaarplanning voor alle groepen ontworpen. Op deze manier
komen alle leerlijnen aan bod.
De groepen 1 en 2 hebben spel- en bewegingsoefeningen op de speelplaats of in de speelzaal. De groepen 3 t/m
8 hebben allemaal eenmaal per week gymles. De gymnastieklessen worden gegeven in de gymnastiekzaal van
Focus. Tijdens de gymles dragen de kinderen sportkleding (t-shirt, korte broek en gymschoenen) Ook
verwachten we van de kinderen dat ze lang haar in een staart dragen en oorbellen uitdoen of knopjes afplakken
met tape. D.m.v. korte oefeningen en bewegingsspelletjes komen de leerlingen tijdens de reguliere lessen ook
geregeld in beweging.
Per 1 augustus 2006 is het schoolzwemmen afgeschaft. Hiervoor is door de gemeente een
vangnetregeling opgezet. De kinderen, die in groep 5 zitten en nog geen diploma A hebben, komen
voor deze regeling in aanmerking. Deze regeling maakt het mogelijk dat ouders van deze kinderen
de kosten van de zwemles vergoed krijgen van de gemeente. Deze zwemlessen vinden buiten
schooltijd plaats in de Sprank. Een aanvraagformulier voor deze vergoeding wordt aan de leerlingen mee
naar huis gegeven.
9

sociale en emotionele vorming
In de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van het kinderdagboek. Naast groepsactiviteiten zijn vooral ook
individuele aspecten deel van het kinderdagboek. De diverse kinderdagboeken verschillen dan ook van inhoud en
vormgeving. Wij vinden dit een goed middel om de sociale en emotionele ontwikkeling vorm te geven.
Een ander veel gebruikt middel zijn de groepsgesprekken. Hiervoor is veel aandacht. Het gaat hierbij om
de eigen inbreng van leerlingen rondom sfeer en omgang met elkaar. Openheid en eerlijkheid zijn hierbij
belangrijk. We gebruiken o.a. de methode “ Beter omgaan met elkaar “ als bronnenboek. Het wordt
ingezet bij de sociaal emotionele vorming in de diverse groepen.
In de groepen 1/2 wordt ook gebruik gemaakt van sociaal-emotionele thema’s uit ‘Schatkist’. Verder zijn er op
school verschillende spellen voor de sociaal emotionele ontwikkeling aanwezig die in de klas gebruikt kunnen
worden.
levensbeschouwelijke vorming
Onze school is een katholieke school waarvan de populatie uiteenlopende levensbeschouwelijke
achtergronden kent. Wij respecteren die diversiteit en geven daar ook vorm aan. Zo wordt er
in alle groepen aandacht besteed aan de diverse wereldgodsdiensten en bijbehorende feesten
en gebruiken. We besteden expliciet aandacht aan de katholieke feesten. Twee keer per jaar
organiseren we een viering in de Paterskerk rondom Kerstmis en Pasen. Deze vieringen worden
voornamelijk door de kinderen ingevuld. Alle kinderen nemen deel en ouders zijn welkom. Op
school vinden lessen plaats voor de leerlingen deelnemen aan het vormsel en de communie.
Bijbelverhalen worden vooral in een sociale en emotionele context verweven en worden
zodoende gekoppeld aan de concrete belevenswereld van de kinderen. Het gaat daarbij om
aspecten als goed en kwaad, vreugde en verdriet, hoop en vertrouwen, zeker- en onzekerheid.
huiswerk
Vanaf groep 6 krijgen de kinderen huiswerk. Dit vooral om te leren plannen en verantwoordelijkheid
te leren dragen met betrekking tot het eigen leren. We maken onderscheid tussen ‘maakwerk’ en ‘leerwerk’. Er
is een duidelijke opbouw in de hoeveelheid huiswerk.
groep 6 . start na de herfstvakantie met huiswerk
. de kinderen krijgen wekelijks maakwerk en/of leerwerk dat vooral gericht is op
rekenen, spelling, taal begrijpend lezen of wereldoriëntatie.
groep 7 . start na ongeveer 1 maand met huiswerk
. de kinderen krijgen wekelijks maakwerk en/of leerwerk dat vooral gericht is op rekenen,
spelling, taal begrijpend lezen of wereldoriëntatie.
groep 8 . start na ongeveer 2 weken met huiswerk
. de kinderen krijgen wekelijks maakwerk en/of leerwerk dat vooral gericht is op rekenen,
spelling, taal begrijpend lezen of wereldoriëntatie.
. meteen bij de start van het schooljaar wordt hierbij voor het leren plannen
gebruik gemaakt van agenda’s, welke door de school worden aangeschaft.
De vakanties zijn uiteraard huiswerkvrij.
2.6 verjaardagen op school
verjaardagen van kinderen
Met veel plezier besteden we in groep 1 t/m 8 aandacht aan de verjaardag van uw kind. We hebben op
school de afspraak dat de kinderen van de groepen 4 t/m 8 niet trakteren. In de groepen 1, 2 en 3
mogen de kinderen wel trakteren, maar niet op snoep. Indien u over een traktatie twijfelt, neem dan
even contact met de leerkracht op. In de groepen 1 en 2 vieren we van 8.30-9.00 u. feest. Hierbij
mogen de ouders aanwezig zijn. Vanaf groep 3 vieren we alleen met de kinderen feest. Als een kind 4
jaar wordt, vieren we dit nog niet op school omdat het kind dan net in een groep instroomt.
10

U wordt vriendelijk verzocht om uitnodigingen voor kinderfeestjes niet mee naar school te geven. Dit
om pijnlijke situaties voor niet-genodigden te voorkomen.
verjaardag van de leerkracht
De leerkrachten vieren ook hun verjaardag met de groep. Tekeningen, knutselwerkjes,
gedichten, verhalen, enz. vinden wij geweldige cadeautjes. Gekochte cadeautjes vinden
wij niet nodig.
2.7 de jaarkalender
In de jaarkalender, die in de tweede week van het nieuwe schooljaar verschijnt, zijn naast alle activiteiten
opgenomen: de samenstelling van het team, de groepsindeling, de gymtijden, het gymrooster, de vakanties en de
vrije dagen.
2.8 afspraken en regels
We geven de regels meestal vorm vanuit de kinderen op het moment dat iets actueel of noodzakelijk is.
Drie vaste afspraken willen we hier graag noemen:
1 In het kader van de veiligheid op de speelplaats vragen wij iedereen de fietsen te stallen in
de fietsrekken. Volwassenen vragen we niet onnodig met de fiets op de speelplaats te komen. Fietsen
op de speelplaats is niet toegestaan.
2 Na iedere vakantie vindt een controle op hoofdluis plaats door de ‘luizenbrigade’.
3 Om de binnenkomst van de leerlingen zo goed mogelijk te laten verlopen, komen de kleuters bij de
kleuteringang naar binnen. De groepen 3 en 4 komen bij de ingang van groep 3 en 4 naar binnen. De
groepen 5 t/m 8 komen door de hoofdingang naar binnen.
2.9 klachtenregeling
Vanuit het bovenschools management van SPOVenray;
‘Als ouder heeft u recht op goede en juiste informatie. Bij vragen of klachten kunt u een afspraak
maken met de leerkracht of de directie van de school. De leerkracht heeft de plicht u aan te horen.
Ook als u een klacht heeft over de behandeling van uw kind, dient dit zo te
zijn. Een rustig gesprek waarin beiden bereid zijn echt naar elkaars verhaal te luisteren, leidt
bijna altijd tot duidelijkheid over wat er aan de hand is en hoe een en ander kan worden opgelost.
Als een gesprek met een leerkracht niet tot een bevredigend resultaat leidt, kan de ouder altijd
alsnog een gesprek met de directie regelen. Als ook dat geen bevredigende oplossing biedt, staan de
ouder nog twee andere wegen open: een klacht bij het college van bestuur en zonodig een gesprek
met de externe vertrouwenspersoon en een formele klacht bij de klachtencommissie. Helaas komt
het voor dat een ouder zich op een grove en onfatsoenlijke manier tot de leerkracht wendt, waarbij
de leerkracht onterecht van iets wordt beschuldigd. Hierdoor kan een medewerker ernstig
beschadigd raken en zelfs psychisch in de problemen komen. Dergelijke situaties moeten we met zijn
allen niet willen. U als ouder heeft recht op een respectvolle benadering, datzelfde geldt voor onze
medewerkers. Alleen met wederzijds respect kunnen problemen worden opgelost.
Klachtenregeling – eenvoudig op te lossen klachten;
Waar mensen werken, worden fouten gemaakt, worden zaken verkeerd ingeschat of verloopt soms
De communicatie niet goed. Om iets aan problemen te kunne doen, is het wel zaak we elkaars klachten
kennen. Wij nemen uw klacht altijd serieus. U kunt met uw klacht terecht bij
. de groepsleerkracht – dit is de aangewezen persoon om problemen van uw kind te bespreken
. de intern begeleider Sylvia de Nijs – zij coördineert hulpvragen van leerkrachten, leerlingen
en ouders, wanneer zich op school leer- of gedragsproblemen voordoen
. de directeur Mart van Gessel
. de bovenschoolse directeur Yvonne Raaijmakers
. de interne klachtencommissie van de Raad van Toezicht, mevr. Aben-Smits (0478-589914).
Klachtenregeling – ernstige klachten;
Ook voor onze school geldt een op wettelijke basis gestoelde uniforme klachtenregeling.
Voor ernstige klachten m.b.t. de kwaliteit van het onderwijs geldt:
. een klacht wordt schriftelijk bij de contactpersoon ingediend
11

. binnen 1 week krijgt u bericht van ontvangst
. de klager wordt in de gelegenheid gesteld de klacht schriftelijk of mondeling toe te lichten
. binnen 4 weken moet het schoolbestuur de klager meedelen wat de afdoening van de klacht
zal zijn
. de klager mag zich bij de behandeling van de klacht door iemand bij laten staan
. indien de klager het nodig acht kan deze zich ook rechtstreeks bij de klachtencommissie melden.
Het schoolbestuur is aangesloten bij de stichting Komm. De onafhankelijke contactpersoon van deze
commissie is mevr. Ine Segers ( postbus 829 – 5900 AV Venlo; 077- 3519284).
Bovendien is door de minister een vertrouwensinspecteur benoemd waarbij u terecht kunt bij
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld
(0900-1113111 – lokaal tarief). ‘
Op onze school kunt u voor ernstige klachten op het gebied van machtsmisbruik (pesten, seksuele
intimidatie, ongewenst gedrag, onjuiste bejegening, discriminatie) terecht bij interne contactpersonen
machtsmisbruik: Kitty Driessen (leerkracht 0478-569711) of bij Dorry Moorren (ouder 0478-511725).
De externe vertrouwenspersoon voor onze school is Mia van het Reve (077-8504855).
vertrouwensinspecteur
Er is een vertrouwensinspecteur benoemd door de minister. Daarbij kunt u terecht met klachtmeldingen
over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld. Meldpunt
vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111 (lokaal tarief).
2.10 arbo en bhv
Op onze school besteden we aandacht aan de veiligheid en het welzijn van zowel de kinderen als van de
leerkrachten. Hierbij kunt u denken aan de controle van de blustoestellen en de speeltoestellen, de
klimaatbeheersing in het gebouw, het inruimplan en ontruimingsplan. Met betrekking tot dit laatste
is het belangrijk te weten dat de kinderen de verzamelplek niet verlaten totdat de preventiemedewerker en
hoofd bhv, Nicole Coenen, dit aangeeft. Dit is vanwege de overzichtelijkheid en dus in het belang van uw
kind.
veiligheidsplan
Zowel op school- als stichtingsniveau is er veel geregeld omtrent de veiligheid op school. Voorbeelden hiervan
zijn o.a. de klachtenregeling, arbo-beleidsplannen, BHV-regelingen, maar ook bijvoorbeeld het pestprotocol. Om
er voor te zorgen dat alle onderdelen goed op elkaar afgestemd zijn en evt. ontbrekende onderdelen nog
worden aangevuld, werken in het komende schooljaar alle scholen van SPOV het veiligheidsplan uit. Dit gebeurt
onder begeleiding van het landelijke Kwaliteitsteam Veiligheid. Het plan, dat ook getoetst wordt op wettelijke
verplichtingen, zal op het einde van het aangegeven schooljaar ter instemming worden aangeboden aan de
medezeggenschapsraad van de school.
2.11 samenwerking met SSK en de Paddenstoel
De Bongerd werkt samen met SSK ‘de kleine Circustent’ en peuterspeelzaal ‘de Paddestoel’. Deze
samenwerking komt o.a. tot uiting in het aansluiten van SSK en de PSZ bij de studieochtend van de onderbouw.
Daar waar dat waardevol is sluiten zij ook aan bij het clusteroverleg van groep 1/2.
Tevens hebben we aan het einde van het schooljaar een gezamenlijk thema wereldoriëntatie. Alle kinderen van
groep 1 t/m 8 nemen hieraan deel. Iedereen werkt gedurende 6 weken aan hetzelfde thema. Thema’s die de
afgelopen jaren aan de orde zijn geweest zijn water, verkeer, beroepen en kunst. Kinderen van onze school gaan
helpen met activiteiten bij SSK en de Paddenstoel met bijvoorbeeld voorlezen en met de kinderen samen
verven. Verder komen er kinderen van SSK en de Paddenstoel bij ons op school kijken en spelen. Aan het eind
van het thema vindt er een gezamenlijke afsluiting plaats. Gedurende deze open ochtend gaan alle kinderen bij
12

elkaar kijken en vinden er allerlei activiteiten plaats. Ouders en andere betrokken zijn hierbij van harte
welkom.
3. de leerlingen
3.1 de inschrijving
In maart vindt op alle basisscholen van Venray de inschrijving van nieuwe leerlingen plaats. De ouders krijgen
hiervan bericht via de gemeente Venray. Voorafgaand aan de aanmelding organiseren we altijd een open dag.
Uiteraard zijn wij altijd bereid ouders te voorzien van informatie over onze school. Natuurlijk kunt u ook op
andere momenten uw kind aanmelden. (zie 3.3)
3.2 voor het eerst naar school
De dag nadat de kinderen 4 jaar worden, mogen zij naar school. De leerkracht bij wie uw kind in de klas komt,
neemt enkele weken van tevoren contact met u op. We maken dan een afspraak met u om één of enkele keren in
de klas te komen kijken. Wettelijk mag dit maximaal 5 keer een hele dag. I.v.m. een rustige start van uw kind
op school vragen wij u de 4 e verjaardag van uw kind niet op school te vieren en uw kind de dag na de verjaardag
op school te laten beginnen. Met de ouders van de leerlingen die op het einde van het schooljaar instromen,
maken we passende afspraken. De algemene beleidsregel van SPOVenray in deze is dat leerlingen die vier weken
voor de zomervakantie 4 jaar worden, in principe pas na de zomervakantie voor het eerst naar school komen.
3.3. tussentijdse aanmeldingen
Als school hebben we ook te maken met tussentijdse aanmeldingen. In zo'n geval vragen wij u eerst een
afspraak te maken. Dan is er meer tijd om onze school aan u voor te stellen en uw vragen te beantwoorden.
Graag overhandigen wij u de schoolgids. Als u uw keuze heeft gemaakt, vullen we het inschrijfformulier in.
De schoolgids is ook terug te vinden op de website van De Bongerd.
3.4 het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op onze school
De ontwikkeling van de leerlingen wordt door ons op systematische wijze gevolgd door:
o observaties van de leerling in de klas; vastlegging hiervan gebeurt m.b.v. observatielijsten en het
kinderdagboek van de leerkracht
o bekijken van het door de leerling gemaakte werk
o informatie verstrekt door ouders of door externe instantie
o in oktober wordt in groep 3 de herfstsignalering van het aanvankelijk lezen afgenomen.
o het afnemen van methode-onafhankelijke toetsen, het CITO leerlingvolgsysteem in groep 1 t/m 8.
o het invullen van het ontwikkelingsvolgmodel OVM voor groep 1 t/m 7
o gebruik van hgpd of handelingsplan bij een zorgleerling
o het gebruik van groepsplannen
Het Cito-leerlingvolgsysteem binnen Esis:
Hiervan maken wij gebruik om de leerling vanaf groep 1 t/m groep 8 te volgen in zijn ontwikkeling
en om deze te vergelijken met het landelijk gemiddelde. Voor groep 1 en 2 betreft het de toetsen
13

ordenen, ruimte en tijd, taal voor kleuters. Bij alle leerlingen van groep 1 en 2 worden de toetsen 2 x per jaar
afgenomen. Voor groep 3 t/m 8 betreft het de toetsen : begrijpend lezen, technisch lezen, dmt, rekenen/
wiskunde, spelling en woordenschat. Voor de groepen 3 en 4 ook het onderdeel luisteren. Deze toetsen worden 2 x
per jaar afgenomen. De Cito toets voor begrijpend lezen wordt afgenomen voor groep 3 t/m 8.
De groepen 5 t/m 8 nemen ook de CITO woordenschattoets af. De leerlingen van groep 7 maken de
schoolloopbaantoets. In groep 8 maken de leerlingen de Cito Eindtoets. Mede door de toetsen zien wij welke
leerlingen extra zorg behoeven. Ook kunnen wij de score van iedere groep apart en die van de gehele school
vergelijken met het landelijk gemiddelde. Daarbij is de ontwikkeling op een bepaald leergebied, per groep of
t.a.v. de gehele school, zichtbaar en meetbaar wat ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs.
Na elke toetsperiode bespreken de intern begeleider en de leerkrachten de resultaten van de CITO toetsen op
groepsniveau. Bij zorgleerlingen gebeurt dit tevens op individueel niveau.
Door o.a. de ontwikkelingen van de kinderen nauwkeurig te volgen realiseren wij onze opdracht van het geven
van 'onderwijs op maat’.
De overgang van groep 2 naar groep 3
Tijdens de groepsbesprekingen wordt in overleg met de groepsleerkracht en de intern begeleider besproken of
een kind toe is aan groep 3. De inspectie en de school hanteren de datum 31 december als norm; kinderen die
vóór die datum 6 jaar worden, mogen in principe in het nieuwe schooljaar door naar groep 3. Wij vinden het
echter belangrijk dat ieder kind voldoende basis heeft, verstandelijk, sociaal en emotioneel, om succesvol in
groep 3 te kunnen starten.
Verlengd kleuterjaar:
Wanneer op grond van observatie, CITO en het OVM in de periode november tot april vermoed
wordt dat een leerling uit groep 2 problemen zal ondervinden bij de doorontwikkeling in groep 3,
stellen we ouders hiervan vroegtijdig, rond nov-dec, op de hoogte d.m.v. een gesprek.
Uiterlijk begin juni nemen we het besluit voor wel/geen verlengd kleuterjaar i.o.m. ouders.
We streven naar een besluit dat door alle betrokkenen gedragen wordt.
Bij bovenstaand proces is de intern begeleider direct betrokken en wordt de directeur op de hoogte
gesteld. Indien gekozen wordt voor een verlengd kleuterjaar zal aan de ouders duidelijk worden aangegeven
hoe het onderwijsaanbod er in het verlengde jaar uit zal zien.
3.5 de speciale zorg voor kinderen
In de zorgverbreding onderscheiden wij:
.niveau 1 - algemene zorg
De leerkracht geeft kwalitatief goed onderwijs aan de groep leerlingen. De leerkracht speelt
daarbij in op problemen die leerlingen kunnen krijgen. Het onderwijs wordt zo vormgegeven dat
problemen van leerlingen zoveel mogelijk worden voorkomen door o.a. te luisteren naar de vraag
van de leerling, gesprekken te voeren met leerlingen, voldoende tijd en gelegenheid te geven tot
leren, te zorgen voor goede instructie, verwerking, goede (hulp)materialen, en een goed pedagogisch
klimaat te geven. Het evalueren van de vorderingen van de leerlingen is van belang. Indien de
ontwikkeling van leerlingen daartoe aanleiding geeft, gaat de leerkracht over tot extra zorg (niveau 2).
. niveau 2 - extra zorg -zorg op groepsniveau
De leerkracht geeft extra zorg aan een of meer kinderen die dat nodig hebben. De leerkracht geeft
deze extra begeleiding op basis van de signaleringsgegevens die hij met de interne begeleider heeft
besproken. De leerkracht geeft extra zorg door: meer individuele instructie en extra
oefenmomenten/verwerking, extra feedback aan kinderen, het inzetten van extra materialen en
hulpmiddelen, het geven van extra huiswerkopdrachten. De leerkracht evalueert de gegeven hulp en
gaat na of de extra zorg succes heeft gehad. Indien uit de evaluatie blijkt dat de geboden extra zorg
onvoldoende is, wordt een besluit genomen; doorgaan met de extra zorg (niveau 2) of aanmelden bij de
interne begeleider. Dan is de problematiek ernstiger en vraagt om speciale zorg.
. niveau 3 - speciale zorg na intern onderzoek - zorg op schoolniveau
14

De leerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider. Indien noodzakelijk vindt er verder
onderzoek en/of observatie plaats door de intern begeleider. Intern kan een pedagogisch-didactisch
onderzoek gedaan worden. Op basis van de verzamelde informatie verkennen de leerkracht en de
interne begeleider oplossingen voor het probleem en stellen een handelingsplan op. Dit eventueel in
overleg met een externe hulpverlener (o.a. cesartherapie, logopedie, het Zorg Advies Team, School
Maatschappelijk Werk). Het handelingsplan beschrijft de speciale zorgactiviteiten die de leerkracht
met de leerling(en) gaat uitvoeren. De leerkracht voert het handelingsplan in de groep uit, eventueel
ondersteund door de interne begeleider en/of de remedial teacher.
De extra uren voor de begeleiding die aan een rugzak verbonden zijn, worden door een leerkracht
ingevuld die is aangesteld voor directe begeleiding van deze leerlingen met een rugzak. Indien nodig
wordt advies gevraagd aan de BCO leerlingenbegeleider en komt de leerling in de leerlingbespreking
met BCO.
Het inzetten van speciale zorg richt zich op: het creëren van meer leertijd tijdens de lesuren,
eigen leerlijnen, de intensivering van (individuele) instructie en verwerking, het ondersteunen van het
leerproces d.m.v. orthodidactische-pedagogische materialen en het creëren van een positief
werkklimaat. De leerkracht evalueert de gegeven hulp en gaat na of de speciale zorg effect heeft.
Op grond van deze evaluatie nemen de leerkracht en de interne begeleider een beslissing over de
voortgang. Dit kan zijn: doorgaan met begeleiding in de speciale zorg op niveau 3 gericht, teruggaan
naar het niveau van extra zorg (niveau 2) of het niveau van algemene zorg (niveau 1), aanmelden bij de
externe hulpverlener voor een nader onderzoek (niveau 4).
niveau 4 -speciale zorg na onderzoek door een extern deskundige - bovenschoolse zorg.
Nader advies en/ of onderzoek in overleg met de ouders, de intern begeleider en een externe
instantie.
Wanneer het kind, na voorafgaande begeleiding door leerkracht, rt- leerkracht, intern begeleider
en BCO zich in onvoldoende mate ontwikkelt op het gebied van de motoriek, het gedrag en/of het
leren en/of wanneer school vragen heeft op welke wijze zij de juiste en gerichte begeleiding aan dit kind
moet geven, kan in overleg met ouders;
- nader onderzoek aangevraagd worden bij BCO. Dit betreft een observatie, een intelligentieonderzoek
en/of psychologisch onderzoek. N.a.v. de gegevens uit dit onderzoek wordt het hgpd aangevuld met
handelingsadviezen die zijn opgesteld door de leerkracht, ib’er en de leerlingbegeleider BCO.
- een aanmelding bij een externe instantie voor nader onderzoek (bv. de Mutsaers stichting,
Buro van Roosmalen, audiologisch centrum, Bureau Jeugdzorg )
- de leerling binnen de PCL besproken worden voor:
. extra ambulante begeleiding vanuit SBO
. toestemming voor aanvraag en aanmelding van een Rugzak
. een plaatsing op een andere basisschool
. toelaatbaarheid SBO
Bovenstaande vindt altijd plaats in overleg met en na toestemming van ouders.
Indien school contact opneemt met een externe instantie vindt dit altijd plaats in overleg met
en na toestemming van ouders.
niveau 5 - zeer speciale zorg in de speciale school voor basisonderwijs
Als de PCL op aanvraag van de ouders een beslissing heeft genomen over de toelaatbaarheid op de
speciale school voor basisonderwijs, wordt de zeer speciale zorg geëffectueerd nadat de ouders hun
kind bij de SBO school hebben aangemeld.
Onder het motto ‘Weer Samen Naar School’ (WSNS) werken scholen voor basisonderwijs en
speciaal onderwijs in deze regio samen om het onderwijs te verbeteren en te leren omgaan met
verschillen tussen leerlingen. De vaardigheden t.a.v. zorgleerlingen worden vergroot.
Doel daarbij is om de leerlingen met problemen een zo goed mogelijke begeleiding te geven op
de basisschool. Het samenwerkingsverband WSNS stelt ieder jaar een zorgplan op.
15

Om de leerlingenzorg op onze school zo goed mogelijk te laten verlopen, vinden er tussen de
groepsleerkracht en de intern begeleider groepsbesprekingen plaats. Doel hiervan is het bespreken van de
groepssfeer (sociaal en emotioneel, taakwerkhouding) en de school- en groepsresultaten op de diverse
leergebieden. Onderdeel van de groepsbespreking is het bespreken van de individuele leerling. Doel is evaluatie
en voortgang van de zorg bij individuele leerlingen. Tevens worden nieuwe leerlingen, die in aanmerking
komen voor extra zorg, ingebracht en besproken.
Rugzak
Vanaf augustus 2003 kunnen ouders van een kind met een handicap of stoornis kiezen voor plaatsing van
het kind in het basisonderwijs. Met behulp van de leerling-gebonden financiering (het rugzakje), is het
mogelijk om voor het desbetreffende kind extra begeleiding, zorg en voorzieningen te bekostigen. Bij een
aanmelding van een leerling met het rugzakje wordt steeds gekeken of deze leerling wel of niet geplaatst
kan worden. Uitgangspunten zijn: welke begeleiding heeft het kind nodig en kunnen wij die als school bieden?
Hiervoor hanteren we een stappenplan dat met de ouders wordt besproken.
Ouders van kinderen met een rugzak hebben naast de ontwikkelgesprekken, 4 x per jaar een evaluatie- en
voortgangsgesprek met de ambulant begeleider, intern begeleider en/of leerkracht.
Kinderen met lees- en spellingproblemen, dyslexie.
De interne begeleiders van de Venrayse basisscholen hebben een protocol opgesteld, waarin beschreven
is hoe omgegaan wordt met kinderen die lees- en spellingsproblemen of eventueel dyslexie, hebben.
Een kernpunt uit de nota is dat op school wordt ingezet op de behandeling van alle lees- en taalproblemen.
Het betreft dus meer kinderen dan alleen de kinderen met dyslexie. Tot het einde van de basisschool zijn
er goede behandelprogramma’s die de begeleiding van kinderen met lees- en spellingprogramma’s mogelijk
maken en zijn extra materialen (testen op cassette, meer tijd, vergroot lettertype, enz.) en faciliteiten
voor deze kinderen aanwezig. De huidige gezamenlijke dyslexieonderzoeken door WSNS in groep 7 zullen
nog in het schooljaar 2009-2010 en 2010-2011 blijven plaatsvinden. Aanmelding hiervoor vindt altijd plaats
in overleg met ouders.
Afspraken behorende bij bovenstaand dyslexietraject:
1. groeps dyslexie- onderzoek vanuit WSNS
Dit betreft de groep leerlingen waarbij school m.b.v. de gegevens aanwijzingen voor kenmerken van
dyslexie ziet. Deze leerlingen komen echter niet in aanmerking voor een individueel onderzoek door de
zorgverzekering op grond van geen of te weinig E scores op de drie minuten toets van lezen.
Deze gesignaleerde kinderen met hardnekkige lees- en spellingproblemen worden onderzocht op de
basisschool. Het moment van nader onderzoek vindt plaats voor alle kinderen van alle Venrayse
basisscholen begin groep 7. Dossiers van kinderen, die in aanmerking komen voor een dyslexie
onderzoek, worden getoetst door een leerlingbegeleider van de BCO met de Intern begeleider op de
mogelijkheid van dyslexie. De kinderen waarbij sterk de dyslectische kenmerken aanwezig zijn worden
voor het definitieve dyslexie-onderzoek aangemeld. Er wordt goed gecommuniceerd met ouders
voorafgaand aan en tijdens dit traject. Het onderzoek gebeurt in een zo beperkt mogelijke tijd.
De huidige groepsdyslexieonderzoeken door WSNS in groep 7 zullen nog in het schooljaar
2011-2012 en blijven plaatsvinden. Aanmelding hiervoor vindt altijd plaats in overleg met en door
ouders.
2. Dyslexie onderzoek vanuit de zorgverzekering
Vanaf januari 2009 wordt het dyslexieonderzoek betaald door de zorgverzekering. Per 1 januari 2009
valt de diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie onder de wet op de ziektekosten.
Vanaf 2010 wordt de leeftijdsgrens jaarlijks met één jaar opgetrokken. In 2013 wordt de zorg dan
vergoed voor alle leerlingen in het primair onderwijs waarbij ernstige dyslexie wordt vermoed.
Indien blijkt dat een kind een ernstige leesachterstand houdt ondanks meer dan een half jaar
geboden extra leesinstructie- en begeleiding en er voldoende onderbouwing is voor het vermoeden
16

van ernstige dyslexie vindt aanmelding voor onderzoek plaats in onderling overleg tussen ouders en
school. Onderzoek kan niet eerder plaatsvinden dan halverwege groep 4. Voorwaarde is dat de
leerlingen 3 x achter elkaar een E score heeft behaald bij de drie minuten toets leestoets.
De intern begeleider zal informatie geven aan de ouders over het traject van de aanmelding, de in
te vullen formulieren en de dossiervorming. Indien de diagnose van hardnekkige dyslexie wordt
vastgesteld, volgt er een behandeling betaald door de zorgverzekering en krijgt het kind 45 min.
per week individuele begeleiding voor de duur van 20–60 weken. Om te voorkomen dat er allerlei
particuliere en verschillende onderzoekstrajecten gaan lopen bij dyslexieonderzoeken willen wij
vanuit school sterk de voorkeur aangeven voor onderzoek door BCO, aangesloten bij Onderwijszorg
Nederland of Opdidakt.
3.6 V.V.E vroege- en voorschoolse educatie
De middelen die wij in het kader van VVE ontvangen zetten wij in ten behoeve van de desbetreffende
doelgroep. Dit jaar wordt extra formatie (schakelklasgelden) ingezet voor een taalimpuls in de groepen 1-2.
De school neemt deel aan de netwerkbijeenkomsten W.S.N.S / V.V.E.
3.7 naar het vervolgonderwijs
De schoolkeuze voor voortgezet onderwijs is afhankelijk van:
o het advies van de school
De leerkracht van groep 8 zet samen met de intern begeleider alle gegevens uit het leerlingendossier,
rapporten en toetsen op een rij en komt tot een voorlopig advies. Hierbij spelen naast de leerprestaties
van het kind ook de inzet, motivatie, taakwerkhouding, zelfstandigheid en interesse een rol. In de klas
wordt ook met de kinderen gesproken over hun verwachtingen.
Daar wij als school veel waarde hechten aan het advies van de leerkracht, vindt dit voorlopige advies
plaats voordat de resultaten van de CITO eindtoets bekend zijn. In dit voorlopig advies wordt de
mening van de ouders ook meegenomen.
o de Cito Eindtoets
Deze toets onderzoekt de schoolvorderingen van een kind en maakt een vergelijking mogelijk met
leeftijdsgenoten. Het is een objectieve test ter ondersteuning van het advies. De kinderen worden
hierop voorbereid.
Op grond van al deze gegevens wordt door de school het definitieve advies voor het voortgezet
onderwijs gegeven. De leerkracht van groep 8 en de intern begeleider hebben hierover een gesprek met
de ouders en de leerling zelf. Dit gesprek vindt plaats voor de aanmelding van het kind bij het
voortgezet onderwijs, half maart. De leerkracht vult voor ieder kind het onderwijskundig rapport in
en geeft dit mee aan de ouders. Daaropvolgend melden de ouders hun kind zelf aan bij het voortgezet
onderwijs. Zij moeten hierbij het onderwijskundig rapport en de uitslag van de Cito Eindtoets
meenemen. Na aanmelding bij het Voortgezet Onderwijs worden alle leerlingen doorgesproken
door de leerkracht van groep 8, de intern begeleider en de afdelingsleider van de brugklassen V.O.
o De kinderen worden ook sociaal en emotioneel voorbereid op de overstap. Dit gebeurt door middel van
gesprekken, dvd-beelden, folders en werkboekjes.
o Soms willen ouders een aanvullende test door het Loopbaan Adviesbureau. Dit vindt op vrijwillige basis
plaats. De kosten ervan zijn voor rekening van de ouders.
o I.o.m. ouders kunnen leerlingen aangemeld worden voor de cursus ‘met plezier naar school’, een
voorbereiding het voortgezet onderwijs. Deze cursus vindt in de zomervakantie plaats en wordt
gegeven door Synthese.
17

3.8 extra diensten ten behoeve van het onderwijs
Zorg Advies Team Basisonderwijs Venray ( ZAT )
Een leerkracht die tegen een probleem met een leerling aanloopt, kan een adviesaanvraag indienen bij het ZAT.
We denken hierbij vooral aan sociaal emotionele problemen die een negatief effect hebben op het functioneren
van het kind. Het kan gaan om duidelijk zichtbare problematiek, maar ook met vragen, signalen en zorgen kan
men hier terecht.
Uitgangspunt van het ZAT:
adviseren zodat hulp in een zo vroeg mogelijk stadium gegeven kan worden, dicht
bij huis en school, in een lichte en korte vorm.
Wie hebben er zitting in het Zorg Advies Team:
een gedragswetenschapper van BCO, de jeugdarts van de GGD, 2 maatschappelijk werkers
van Synthese en een jeugdhulpverlener van de Jeugdzorg. Zij komen 1 x per 14 dagen bijeen
om de adviesaanvragen te bespreken. De leerkracht en de intern begeleider kunnen bij de
bespreking aanwezig zijn.
Schoolmaatschappelijk werk (SMW)
Vanaf februari 2007 heeft onze school ook schoolmaatschappelijk werk. Schoolmaatschappelijk werk is
er voor kinderen met problemen waarbij de thuissituatie een rol kan spelen. Bij de analyse van de problemen
wordt gekeken naar zowel het kind zelf als naar de ouders en de school en hoe die elkaar beïnvloeden.
Het doel is samen met ouders, kind en school te zoeken naar mogelijke oplossingen. Hierbij kan de
schoolmaatschappelijk werkster als dat nodig is, in overleg met de ouders, de hulp van anderen inschakelen.
De schoolmaatschappelijk werkster voor onze school is mevr. Jolanda van der Weiden. Zij is werkzaam
bij Synthese, een welzijnsinstelling in Venray. In deze functie werkt zij met zowel kinderen als volwassenen
die in een moeilijke situatie terecht zijn gekomen, bijvoorbeeld ten gevolge van een scheiding, verlies van werk
of gepest worden. Zij is één keer per twee weken op de dinsdagochtend van 8.30 – 9.30 u. op school aanwezig
voor spreekuur. Indien u gebruik wenst te maken van dit spreekuur en/of vragen heeft, dient u vooraf hierover
contact op te nemen met de intern begeleider van de school Sylvia de Nijs. Zij is contactpersoon voor de
ouders en het schoolmaatschappelijk werk.
Begeleidingscentrum Onderwijs en Opvoeding ( BCO )
De BCO geeft o.a. begeleiding en ondersteuning aan de basisscholen. Voor onze school is dat:
o Schoolbegeleiding
. deze is gericht op de ontwikkeling van de school en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.
o Leerlingbegeleiding
. het bespreken, advies geven en indien nodig observeren en/of onderzoeken van leerlingen
die problemen op school hebben.
Om de dienstverlening te kunnen realiseren heeft de BCO schoolbegeleiders in dienst. Het zijn
onderwijskundigen, psychologen en (ortho-) pedagogen.
De BCO-leerlingenbespeking
Indien de gewenste resultaten ondanks de extra begeleiding door leerkracht en intern begeleider
te gering zijn of uitblijven, wordt in overleg met de ouders, leerkracht en de intern begeleider
18

esloten de leerling in de BCO bespreking te plaatsen. Besproken wordt dan een advies, een eventuele
observatie in de klas en indien nodig een extern onderzoek door BCO, een intelligentie- of een
persoonlijkheidsonderzoek of verwijzing voor onderzoek naar een externe instantie. Naar aanleiding van de
gegevens wordt een handelingsplan opgesteld.
onderzoek
Het besluit om nader onderzoek te laten doen, wordt samen met ouders besloten.
De school stuurt voorafgaand aan het onderzoek het dossier met de gegevens van de leerling en
het hgpd op. Vervolgens krijgen ouders een intakegesprek met een medewerker van het B.C.O
Uit dat gesprek en de informatie van de school kan de medewerker nader bepalen, wat voor een
onderzoek gedaan moet worden. Het onderzoek vindt plaats op school. Daarvoor zijn de
orthopedagogen van het B.C.O. verantwoordelijk.
advies
Nadat de gegevens van het onderzoek bekend zijn, worden deze met ouders en de school besproken.
De medewerker van het B.C.O. geeft dan aan wat mogelijke oorzaken en vervolgens acties in de
begeleiding van uw kind kunnen zijn. Samen wordt nagegaan, wie wat kan doen. School en indien nodig
ook ouders in de thuissituatie. In enkele gevallen wordt nader onderzoek door externe instanties
voorgesteld. In een volgende leerlingenbespreking vindt er een evaluatie plaats. Het kan ook zijn dat
vanuit de gegevens samen gekozen wordt voor het speciaal onderwijs.
verslag en vertrouwelijkheid
Ouders en de school krijgen van het B.C.O. een schriftelijk verslag van het onderzoek en het advies.
De onderzoeksgegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld en blijven op het B.C.O. Het dossier
van het kind wordt na afsluiting nog twee jaar bewaard.
Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Jeugdgezondheidszorg van de GGD Limburg-Noord richt zich op alle kinderen van 4-19 jaar en hun ouders
en/of verzorgers. Er is een nauwe samenwerking met de Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar van de Zorggroep.
Samen bewaken, bevorderen en beschermen we de gezonde groei en ontwikkeling van kinderen zowel
lichamelijk als psychosociaal. Gezondheidsonderzoeken vinden o.a. plaats in de groepen 2 en 8 voor het
basisonderwijs en in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs. De kinderen die speciaal onderwijs volgen
krijgen een toelatingsonderzoek en elke twee/drie jaar een gezondheidsonderzoek.
Op negen jarige leeftijd krijgt elk kind een uitnodiging voor een DTP en BMR vaccinatie en alle meisjes vanaf
hun twaalfde verjaardag een uitnodiging voor drie HPV vaccinaties. Het team van de Jeugdgezondheidszorg zal
zorg dragen voor het plannen van de gezondheidsonderzoeken waarvoor de kinderen in het schooljaar 2011-
2012 in aanmerking komen. Het team kan bestaan uit een arts, verpleegkundige, logopediste en assistente.
Iedereen kan bij het team Jeugdgezondheidszorg terecht met vragen over gezondheidsonderwerpen. Voor
uitgebreide informatie kunt u terecht op onze website; www.ggdlimburgnoord.nl Jeugd of van maandag t/m
vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur bij de JGZ telefoniste 077-8504949.
jeugdtandzorg
De preventieve jeugdtandzorg is met ingang van 1985 ondergebracht bij het bureau Gezondheidsvoorlichting
en opvoeding van de GGD. De kinderen krijgen op school alleen nog in een aantal groepen voorlichting over
tandverzorging. De controle en behandeling is dus geheel een taak van de ouders. Ons advies is om het gebit
van uw kind(eren) reeds vanaf 2-3 jaar te laten saneren. U kunt hiervoor contact opnemen met uw huistandarts.
schoollogopedie
De schoollogopedie wordt verzorgd door de GGD. De gemeente Venray heeft daarbij gekozen voor het zgn.
‘vangnetpakket’. Schoollogopedie omvat voorlopig nog alle kinderen van de basisschool; de nadruk ligt echter
op de leerlingen van de onderbouw. Eenmaal per jaar worden de kinderen van groep 2 getest op spraak-, taal-
en/of stemproblemen. Het gehele jaar kan onderzoek voor alle leerjaren plaatsvinden op verzoek van de
19

ouders, leerkracht of jeugdarts. Het doel van het onderzoek bij deze kinderen is het zo tijdig mogelijk
signaleren van moeilijkheden op het gebied van spraak, de taal, de adem of de stem. Op deze manier hopen
we door tijdige behandeling verergering van de problemen te voorkomen. Naar aanleiding van de
onderzoekgegevens kan volgen:
een advies
een controle
een overleg met en/of doorverwijzing naar een logopediste voor behandeling naar huisarts, schoolarts,
keel-, neus- en oorarts, bureau Jeugd en Gezin, Begeleidingscentrum Onderwijs en Opvoeding en
adviesdienst buitengewoon onderwijs.
In alle gevallen wordt eerst contact opgenomen met de ouders. Behandeling zal nog maar zelden onder
schooltijd plaatsvinden. Veelal zal moeten worden doorverwezen. Ouders worden zoveel mogelijk betrokken
bij de behandeling en aan hen wordt gevraagd de oefeningen samen met hun kind regelmatig thuis te doen.
Het zal duidelijk zijn, dat eenmaal per week behandelen geen optimaal effect heeft zonder deze dagelijkse
hulp van de ouders. Indien u vragen heeft naar aanleiding van de test of een advies wilt over uw kind, kunt u
altijd met de logopediste contact opnemen.
Centrum voor Jeugd en Gezin - voor kleine en grote vragen over opvoeden en opgroeien
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is hét centrale punt voor vragen over opvoeden en opgroeien. Dat
kunnen kleine en grote vragen zijn. Kinderen en jongeren tot 23 jaar, ouders, opvoeders en professionals
kunnen er terecht voor informatie en advies. Of het nu gaat om een peuter die niet wil eten, een schoolgaand
kind dat niet achter de computer vandaan te krijgen is of een puber waar geen woord meer uit komt. Het CJG
is hét centrale punt waar u terecht kunt: makkelijk bereikbaar, deskundig, betrouwbaar en anoniem.
De gemeenten Horst aan de Maas en Venray zijn samen verantwoordelijk voor het CJG. Het CJG verbindt
instellingen op het gebied van jeugd(gezondheids)zorg, om vragen of problemen snel en in samenhang aan te
kunnen pakken. De CJG-consulenten zijn medewerkers van: GGD Limburg-Noord, Groene Kruis
Jeugdgezondheidszorg, Synthese en MEE Noord en Midden Limburg.
www.mijncjg.nl
Voorkom dat kleine vragen grote problemen worden. Aarzel dus niet en neem contact op met het CJG.
Dat kan via www.mijncjg.nl en info@mijncjg.nl of door te bellen naar 088 - 3300 600 (maandag tot en met
vrijdag van 09.00 – 11.00 uur). U kunt voor vragen en advies ook terecht bij de schoolmaatschappelijk werker
van Synthese, partner van het CJG.
4. de leerkrachten
4.1 integraal personeelsbeleid (IPB)
In onze school gaan we uit van de ontwikkeling van de kinderen. Wij vinden dat ook de leerkrachten
en het management zich moeten blijven ontwikkelen. Het streven is deze ontwikkeling steeds meer samen
te laten lopen. SPOVenray heeft het integraal personeelsbeleid vastgesteld. Dit beleid moet er o.a. voor
zorgen dat de leraren zich ontwikkelen volgens een eigen POP (persoonlijk ontwikkelingsplan).
Wij zijn blij te mogen constateren dat het team van leraren op onze school gemotiveerd, enthousiast en
deskundig is. Waar we vooral ook blij mee zijn, is dezelfde basishouding waaruit de leerkrachten werken.
Als team staan we zodoende sterk om de mooie opdracht die we hebben uit te voeren.
4.2 de vervangingen
Bij ziekte van leraren wordt de vervangingscentrale gebeld. Die gaat na welke vervangers op dat moment
beschikbaar zijn. Dit kunnen ook vervangers zijn uit de vaste vervangerspool of uit de freelance pool.
In geval van langdurige ziekte worden de ouders geïnformeerd en neemt de vervang(st)er alle taken van de
zieke leerkracht over. Leraren die compensatieverlof (adv) hebben, worden vervangen of hebben samen met
de kinderen vrij.
4.3 stagiaires
20

Vanuit diverse opleidingen, vooral Pabo ‘de Kempel’ en Gilde-opleidingen, begeleiden we elk jaar een aantal
stagiaires. De aanwezigheid van de studenten kan variëren van 1 dag per week tot een aaneengesloten periode
van meerdere weken of maanden. In overleg, onder begeleiding en onder toezicht van de groepsleerkracht
voeren de stagiaires hun opdrachten uit. Lineke Roording is stagecoördinator en aanspreekpunt in deze.
5 de ouders
5.1 informatie en rapportage aan ouders
Op onze school onderscheiden we de klassikale informatieavonden en de ontwikkelgesprekken naar aanleiding
van o.a. de rapporten. De ouderavonden op een rijtje gezet:
- de groepen 1 t/m 8 houden in het begin van het schooljaar een klassikale informatieavond over
o.a. de leerstof, afspraken in de groep, toetsen en activiteiten binnen en buiten de school.
- voor de groepen 1 t/m 7 vinden 3x per jaar ontwikkelgesprekken plaats van 15 minuten. Voor groep 8
betreft dit de adviesgesprekken: 2x per jaar. Het is de bedoeling dat ouders hierbij aanwezig zijn.
- één inloopavond voor de groepen 1 t/m 8, waarbij de kinderen aan hun ouders en familie laten zien waar
ze in de groep mee bezig zijn.
- informatieavond bij de overgang van groep 3 en 4 naar groep 2-3 en groep 3-4.
- inloopmoment kindcentrum n.a.v. gezamenlijk thema: de Circustent, de Paddestoel en De Bongerd
- andere informatieavonden worden o.a. gehouden naar aanleiding van bijv. de Eerste Communie en het
Vormsel.
ouderbezoeken in de groepen – de kijkochtenden
We geven ouders graag de gelegenheid om hun kind onder schooltijd in actie te zien. Op het whitebord
in de hal kunt u intekenen door te kiezen uit één van de 8 kijkochtenden. De kijkochtenden zijn wisselend
op de dagen van de week gepland. Dit om alle ouders de mogelijkheid te bieden een keer te komen kijken.
rapporten en ontwikkelgesprekken (oudergesprekken)
Vanuit een lange traditie hanteerden wij op school het systeem van drie rapporten per schooljaar en
van twee of drie 10-minuten gesprekken. De afgelopen jaren zijn veel veranderingen in het basisonderwijs
ingezet. Ook De Bongerd is een school die volop binnen die veranderingen ontwikkelt. Daar zijn we heel blij
mee. We zien dat de betrokkenheid van de kinderen groter wordt. Zo is de ontwikkeling van het werken met
thema’s binnen wereldoriëntatie erg waardevol. Het belangrijkste binnen al die veranderingen is, dat we
steeds meer kijken en handelen vanuit de leerbehoeftes en leervragen van de kinderen. De ontwikkeling van
de kinderen staat steeds meer centraal. Daar willen wij het ook tijdens de oudergesprekken over hebben.
Daarbij vinden wij de inbreng van ouders ook van wezenlijk belang. In toenemende mate zijn we dan ook meer
waarde gaan hechten aan die gesprekken.
In de huidige opzet is sprake van 1 rapport minder, van een betere planning van het verschijnen van de
rapporten en van meer aandacht voor de gesprekken tussen leerkrachten en ouders. Op deze manier komen
wij tegemoet aan de behoefte de rapportage en gesprekken beter aan te laten sluiten bij de visie van de
school. De rapporten hebben een lay-out die aansluit bij deze ontwikkeling.
Ongeveer 2 weken voordat de ontwikkelgesprekken plaatsvinden ontvangen ouders een schema waarop
iedereen ingeroosterd is. We gaan er vanuit dat iedere ouder op gesprek komt.
21

Voor het schooljaar 2011-2012 is de planning van de rapporten en de ontwikkelgesprekken als volgt;
. november 2011
krijgen de kinderen van groep 1 t/m 8 een rapport. In de week na het verschijnen van deze rapporten
vinden voor de kinderen van groep 1 t/m 7 de eerste ontwikkelgesprekken plaats. Voor de leerlingen
van groep 8 zijn dat de gesprekken eind november met betrekking tot het voorlopige advies voor het
vervolgonderwijs.
. maart 2012
vinden voor de kinderen van groep 1 t/m 7 de tweede reeks ontwikkelgesprekken plaats.
Voor de leerlingen van groep 8 vinden midden maart de gesprekken plaats met betrekking tot het
definitieve advies voor het vervolgonderwijs. Bij dit advies hoort het onderwijskundig rapport.
. juni 2012
krijgen de kinderen van de groepen 1 t/m 8 het tweede rapport en vindt de derde reeks
ontwikkelgesprekken plaats voor de groepen 1 t/m 7.
de zebraflits
De Zebraflits is het mededelingenblad met actuele gegevens en nieuws over de school voor ouders en
leerlingen. De Zebraflits verschijnt ongeveer 20 keer per jaar en is ook te lezen op www.bongerdvenray.nl.
De data waarop de Zebraflits verschijnt treft u aan op de jaarkalender.
Heeft u relevante informatie? Geef dat dan door aan de leerkracht. Die kan voor plaatsing zorgen.
Per e-mail mag ook: info@bongerdvenray.nl
5.2 de oudervereniging
Ook op onze school is een oudervereniging actief. De oudervereniging houdt zich vooral bezig met
de activiteiten die zich op school afspelen. Ouders worden bij de aanmelding en inschrijving van hun kind
gevraagd lid te worden van de oudervereniging. Lid worden betekent niet dat u actief aan activiteiten moet
deelnemen. Hiervoor kunt u zich wel opgeven. Aan het begin van het schooljaar worden voor alle werkgroepen
samengesteld. Een commissie bestaat uit 2 leden van de oudervereniging, 2 leerkrachten en 2 ouders die zich
hebben opgegeven via een aanmeldingsformulier. De organisatie van een activiteit is in zijn geheel in handen van
de werkgroep.
Als oudervereniging proberen we ouders zoveel als mogelijk betrokken te laten raken bij de leuke activiteiten
op school! De oudervereniging is vooral praktisch gericht. We houden ook de belangen van de ouders in het oog.
We hechten veel waarde aan een goed contact met de medezeggenschapsraad, het bestuur, het team en de
directie. Er is geregeld onderling overleg.
Als lid van de oudervereniging vragen wij u contributie te betalen. Zodoende kunnen we de activiteiten
bekostigen. De contributie bedraagt € 12,50 per kind.
Wij vragen u dit bedrag voor 15 oktober over te maken op:
banknummer 23.47.88.135
fortisbank t.n.v. Oudervereniging De Bongerd.
onder vermelding van de namen van de kinderen.
Voor kinderen die voor 1 januari instromen dient voor dat schooljaar het hele bedrag (12.50 euro) van de
contributie voldaan te worden. Voor kinderen die na 1 januari instromen wordt de helft van het bedrag (6,25
euro) gevraagd.
Dit schooljaar organiseren we: sinterklaas, een nieuwjaarsactiviteit, carnaval, de vierdaagse en
de schoolreis.
Elk jaar presenteert de oudervereniging op de jaarvergadering een jaarverslag en een financieel
overzicht. De voorzitter is tevens de contactpersoon. van de oudervereniging.
22

sportactiviteiten
De sportactiviteiten waar we als school aan deelnemen zijn:
Via school wordt informatie doorgegeven en vinden opgave en begeleiding plaats. Indien voor een
activiteit te weinig begeleiding is, vervalt die activiteit.
jeugdsportfonds Venray
Vanaf 1 januari 2009 is Venray aangesloten bij het Jeugdsportfonds. Dit fonds vergoedt contributie en
aanschaf van sportartikelen aan kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. De regeling is voor kinderen van 4
tot 20 jaar die in de gemeente Venray wonen en willen (gaan) sporten. Kijk voor meer informatie op de website
van het Jeugdsportfonds (www.jeugdsportfonds.nl). Ook kunt u zich hiervoor melden bij het Zorgloket van de
gemeente (telefoon 0478 523 333).
sportcarrousel
De stichting Sportcarrousel Venray is al enkele jaren bezig met het verzorgen van naschools sportaanbod in de
gemeente Venray. De stichting is in 2009 begonnen met een aanbod in het Brukske voor samenwerkingsschool
de Estafette, basisschool de Hommel, basisschool de Bongerd en basisschool Petrus Banden. Nu, enkele jaren
later en met behulp van de sportconsulenten worden er op verschillende locaties binnen de gemeente
naschoolse sportactiviteiten aangeboden voor alle kinderen van groep 3 t/m 8 van Venray centrum.
Informatie over de activiteiten wordt verspreid via de school en is ook altijd te vinden op
www.sportcarrouselvenray.nl en www.sportinvenray.nl. Heeft u nog vragen over de Sportcarrousel of over iets
anders dat met sport en bewegen te maken heeft neem dan contact op met Esther Timmermans sportconsulent
primair onderwijs: e.timmermans@synthese.nl / 06-12958207.
5.3 de medezeggenschapsraad
Wat is medezeggenschap?
Medezeggenschap is een recht dat opgesloten ligt in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS).
Het betekent letterlijk gevraagd of ongevraagd een mening te mogen uitbrengen over een bepaalde schoolse
aangelegenheid. Elke school is wettelijk verplicht een MR te hebben.
Wat zijn de werkzaamheden?
Het werk van de MR bestaat uit vergaderen en het lezen van informatie over de ontwikkelingen op school en
het onderwijs in Venray.
De bespreekpunten tijdens de MR-vergadering zijn meestal notulen, strategische beleidsstukken,
onderwijskundige veranderingen binnen de school en jaarverslagen. De MR heeft aangaande beleidsmatige
ontwikkelingen adviesrecht of instemmingsrecht.
De werkzaamheden van de MR vallen te verdelen in :
toetsen van en vormgeven aan beleid
adviseren en/of geven van instemming
nemen van initiatieven en standpunten kenbaar maken.
Per beleidsterrein kan de bevoegdheid van de MR variëren.
Wat zijn de bevoegdheden?
De bevoegdheden van de MR liggen vast in het MR reglement, gebaseerd op de Wet Medezeggenschap op
Scholen. In het MR-reglement staat beschreven op welke onderwerpen de MR advies kan uitbrengen en op
welke punten instemming. De verkiezingen voor en duur van het lidmaatschap zijn ook in het reglement
vastgelegd.
23

De samenstelling van de MR
De MR bestaat uit twee geledingen. De ene geleding wordt gekozen uit en door het personeel en de andere
door de ouders. De leden van de MR worden gekozen voor een periode van 3 jaar. De MR bestaat in
het schooljaar 2011-2012 uit 4 leden (voorheen 6).
functie naam team / ouder
lid sylvia de nijs team
lid ad steenbakkers ouder
lid nicole litjens team
voorzitter patrick van der wielen ouder
de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad – GMR
SPOV en regio heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die bovenschoolse
onderwerpen bespreekt. Ben Koenders is onze contactpersoon vanuit de GMR.
5.4 ouderhulp binnen de school
Op onze school zijn bij tal van activiteiten ouders actief. Wij vinden deze bijdrage belangrijk voor een optimale
en functionele schoolcultuur. Deze ouderparticipatie kan uiteenlopen van het hulpouder zijn tot het lid zijn van
de medezeggenschapsraad.
Er zijn een aantal spelregels die moeten zorgen dat de ouderparticipatie goed verloopt:
. ouders zijn tijdens de schoolactiviteiten w.a. verzekerd
. de hulp is niet alleen bij/voor het eigen kind
. de leerkrachten blijven verantwoordelijk voor alles wat er in de groepen gebeurt
. u krijgt duidelijke instructie over uw taken
. wat u hoort of ziet van leerlingen blijft binnen de school
. de leerlingen weten dat ze naar de betrokken ouders moeten luisteren
. bespreek vragen met de leerkrachten
5.5 de verzuimregeling
Ziekte
Wanneer een kind door ziekte, bezoek aan een arts e.d. verhinderd is naar school te komen, laat dit dan voor
schooltijd weten. De regelmatige bezoeken aan arts of tandarts dienen in principe buiten de schooluren plaats
te vinden.
Bij langdurige ziekte kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een consulent voor zieke leerlingen
van de onderwijsbegeleidingsdienst (BCO, Venlo 077-2519284 – www.ziezon.nl).
Hoewel de vierjarige geen leerplicht kent, willen we toch graag weten, wanneer hij/zij niet naar school komt.
Kinderen vanaf vijf jaar zijn wel leerplichtig. De ouders van vijfjarige kinderen mogen hun kind 5 uur per week
thuis houden. Ze kunnen tevens aan de directeur van de basisschool vragen of zij hun kind nog eens extra 5 uur
in de week thuis mogen houden. Dus bij toestemming mogen deze kinderen in het totaal 10 uur per week thuis
blijven.
Verlof
Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden
van tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd.
Verlof indien:
wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders het slechts mogelijk is buiten de
schoolvakantie te gaan;
24

een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële vakantie
mogelijk is.
Vakantieverlof:
mag eenmaal per schooljaar worden verleend;
mag niet langer duren dan 10 schooldagen;
mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
Gewichtige omstandigheden – maximaal 10 schooldagen per schooljaar:
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in
artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf
of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden
voorgelegd. Dit geldt voor de volgende situaties:
a) voor het voldoen van een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan
geschieden
b) voor verhuizing: ten hoogste één dag
c) voor het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3 e graad voor
1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van
belanghebbende
d) bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3 e graad, duur in overleg met de
directeur; bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1 e graad voor ten hoogste 4 dagen; voor
bloed- en aanverwanten in de 2 e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- en aanverwanten in de
3 e of 4 e graad ten hoogste 1 dag
e) bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12 ½ -, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum
van ouders of grootouders voor 1 dag
f) voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.
Gewichtige omstandigheden – meer dan 10 schooldagen per schooljaar:
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van
de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 1 maand van
tevoren via de directeur van de school bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden
voorgelegd.
Verlof indien:
de ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit
blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende een van de
gezinsleden.
De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar ongeoorloofd schoolverzuim mede te delen.Tegen de ouders
die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal proces-verbaal worden opgemaakt.
5.6 toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen
Om toegelaten te worden tot De Bongerd moeten de ouders de grondslag en de doelstellingen van onze school
onderschrijven. Verwijdering en schorsing geschieden conform de wettelijke regels en volgens het protocol dat
door het schoolbestuur is vastgesteld.
5.7 schoolverzekeringen
Het schoolbestuur heeft voor al haar scholen een aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen.
Deze verzekering heeft betrekking op het schoolbestuur als exploitant van scholen met alle daarbij behorende
activiteiten in de ruimste zin. Verzekerd zijn alle personeelsleden, incl. stagiaires en vrijwilligers die aan
activiteiten van de school deelnemen. Bovendien biedt de verzekering een aanvulling op de verzekering voor
leerlingen.
Wettelijke aansprakelijkheid:
25

Dekking tot een maximum van € 2.272.727,- per gebeurtenis en 2x het verzekerde bedrag per jaar. Schade
aan geleende of gehuurde goederen en schade die voortvloeit uit uitwisselings- of samenwerkingsprogramma’s
zijn verzekerd tot een maximum van € 2.272,- per gebeurtenis. Schade aan gebouwen en terreinen die het
schoolgebouw in huur of medegebruik heeft, is gedekt tot een maximum van € 454.545,- per gebeurtenis. Ook
schade veroorzaakt door professionele hulpverleners die door het schoolbestuur zijn ingeschakeld vallen onder
de aanvullende dekking. Stagiaires en stagedocenten zijn tijdens de uitoefening van de stagewerkzaamheden
verzekerd. Schade aan eigendommen van de school die is toegebracht door stagiaires, is verzekerd tot een
maximum van € 45.454,- per gebeurtenis. Verder dekt de verzekering schade veroorzaakt door leerlingen
tijdens het verblijf op school, evenementen in schoolverband of het overblijven voor zover die niet wordt
gedekt door een andere verzekering, b.v. een w.a.-verzekering van de ouders voor betreffende leerling. De
verzekering kent geen eigen risico.
6. de ontwikkeling van het onderwijs
6.1 doelen en resultaten van het onderwijs
In de diverse onderdelen van deze schoolgids hebben we aangegeven structureel de resultaten van het
onderwijs vast te stellen en dienaangaande acties te ondernemen. Wij meten dus of de doelstellingen die
we ons stellen behaald worden. Bij het ontwikkelen en vaststellen van de doelstellingen gaan wij uit van de
kerndoelen. Kerndoelen zijn beschrijvingen van wat kinderen in elk geval moeten leren op school.
de uitstroom naar het vervolgonderwijs
de cijfers
2006 2007 2008 2009 2010 2011
HAVO / VWO 8 9 3 4 3 2
VMBO TH 4 4 4 4 4 1
VMBO KT 5 4 1 4 2 6
VMBO BK / B 0 4 2 3 1 3
VMBO BL / PRO 2 1 1 2 2 0
Totaal aantal leerlingen 19 22 11 14 12 12
resultaten Cito Eindtoets
* 2006 2007 2008 2009 2010 2011
gemiddelde totaalscore
De Bongerd
538 533,2 532,8 530 536 535,2
gemiddelde totaalscore
landelijk
535 535 535,4 533,6 534,9 535,1
* een kind kan bij de Cito Eindtoets een maximum score halen van 550
* het verwijzingsniveau naar het Voortgezet Onderwijs is op peil
6.2 activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
De Bongerd is een school in ontwikkeling. Ieder jaar maken we een planning, waarin we aangeven welke
activiteiten we in dat jaar uitvoeren om de kwaliteit van het onderwijs op onze school te verbeteren. Dit is
26

een doorgaand proces. In het schoolplan zijn de ontwikkelingen en activiteiten in een breder kader geplaatst.
In onderstaand overzicht zijn de activiteiten voor dit schooljaar kort beschreven.
. de groei van de school
Het leerlingenaantal van De Bongerd groeit. De prognose is dat de school stabiliseert op een leerlingenaantal
tussen de 190 en 200 leerlingen. De school omarmt het standpunt dat het gebouw de maat van de school is.
Dat betekent dat er maximaal 7 groepen zullen zijn. Het absolute streven is de verworvenheden van de kleinere
school te behouden. Voor het geval dat er meer leerlingen worden aangemeld dan er kunnen worden geplaatst,
dient het algemeen geldende aannamebeleid schoolspecifiek te worden bijgesteld. Tevens zal de verdeling van
de groepen, waarbinnen het tussentijds doorstromen van leerlingen mogelijk is, extra aandacht vragen.
. taalonderwijs
In het schooljaar 2010-2011 is de taalmethode ‘Taal in Beeld’ ingevoerd. De mogelijkheden van deze methode
willen we ten volle benutten en dus ook breed implementeren in ons onderwijs. Onder andere door middel van
geïntensiveerde begeleiding en monitoring willen we een zorgvuldige implementatie waarborgen.
. wereldoriëntatie
Sinds een aantal jaren thematiseren we binnen wereldoriëntatie. Uit de evaluaties komen verbeterpunten naar
voren. Zo is het besluit genomen de bestaande themaklappers meer als bronnenmateriaal te gebruiken en zijn
we overgegaan tot het gebruik van een compacter registratieformulier. In die zin is er sprake van een
voortdurende doorontwikkeling.
. het begrijpend en technisch lezen
De afgelopen jaren is veel tijd besteed aan de inrichting van het leesonderwijs. Gaandeweg is de inhoud van
zowel het technisch als begrijpend lezen herzien. Gezien het belang van het leesonderwijs gaan we echter
opnieuw de kwaliteitscyclus doorlopen om een nog optimaler passend leesaanbod te realiseren. We richten ons
daarbij vooral op het begrijpend lezen. De kwaliteitskaart ‘lezen’ wordt vervaardigd.
. het bewegingsonderwijs
In het afgelopen jaar hebben we onder begeleiding van de sportconsulente gekeken naar
de inhoud en organisatie van het bewegingsonderwijs. Een aantal veranderingen hebben we
doorgevoerd. Dit schooljaar gaan we kijken of we in aanmerking komen voor het label ‘sportactieve
school’.
. de instructie
Het goed kunnen geven en organiseren van de instructie binnen een groep is van groot belang,
zeker als je aan de ontwikkeling van iedere leerling tegemoet wil komen. Aan die instructie
besteden we ook nu weer veel aandacht.
. groepsplannen
In het vormgeven van het onderwijs is het groepsplan een belangrijk instrument. Het groepsplan
is in toenemende mate van belang voor de kwaliteit van ons onderwijs. Wij gaan hier veel
aandacht op teamniveau aan besteden en zullen hierin ook nascholen.
. ESIS
ESIS is een softwareprogramma waarin we veel leerling-gegevens invoeren en waarmee we de ontwikkeling
van de leerlingen op individueel en groepsniveau kunnen volgen. We voeren ESIS verder in.
. het schoolveiligheidsplan
Dit schooljaar stellen we het inmiddels verplichte schoolveiligheidsplan op.
27

adressen + telefoonnummers bijlage 1
Basisschool De Bongerd Eikenlaan 1, 5802 CS, Venray
0478-569711 06-13520260
info@bongerdvenray.nl
www.bongerdvenray.nl
SPO Venray Mevr. Yvonne Raaijmakers (Raad van Bestuur)
0478-516215
Eindstraat 42, 5801 CR, Venray
y.raaijmakers@spovenray.nl
Groene Kruis Postbus 694
5900AR Venlo
088-6108861
GGD Venlo Drie Decembersingel 50
5921 AC Venlo
077- 8504848
BCO 077 – 3519284
Postbus 829, 5900 AV Venlo
Coördinatie logopedie postbus 1150, 5900 BD Venlo
077 – 3598888
Inspectie Basisonderwijs info@owinsp.nl
www.onderwijsinspectie.nl
vragen over onderwijs 0800 – 8051 (gratis)
meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 - 1113111
Kinderopvang . BSO Circustent Wilgenstraat 10 5802 CP Venray 088-2088380
circustent@spring-kinderopvang.nl
. BSO de Stip Sportlaan 6 5801 AH Venray 06-14538912
stip@spring-kinderopvang.nl
. Service Bureau Boxmeer Irenestraat 1-3 5831 EB Boxmeer 088-
2088200
info@spring-kinderopvang.nl www.spring-kinderopvang.nl
Bureau Jeugdzorg 0478 – 517484
Noorderhof 14, 5804 BV , Venray
28

Onafhankelijke
klachtencommissie
Stichting KOMM
0877-873888
Postbus 4155, 5004 JD, Tilburg
www.Komm.nl
Centrum voor Jeugd en Gezin www.mijncjg.nl
088 3300 60
GGZ Boxmeer Loerangelsestraat 1a, Boxmeer
0485-847250
Overblijven De Bongerd overblijven@bongerdvenray.nl
Oudervereniging De Bongerd ov@bongerdvenray.nl
Cultuurconsulent naschoolse
activiteiten
Sportconsulent primair
onderwijs
Frencis@kunstencentrumjerusalem.nl
0478-585320
Esther Timmermans
06-12958207 0478517317
e.timmermans@synthese.nl
www.sportinvenray.nl
Gebruik van persoonsgegevens door personeel - Stichting Primair Onderwijs Venray - 11 april 2005
bijlage 2
Gebruik van persoonsgegevens door personeel Stichting Primair Onderwijs Venray (SPO Venray)
Richtlijnen met betrekking tot het gebruik van persoonsgegevens van leerlingen en personeel
De wet bescherming persoonsgegevens (WBP) schrijft voor dat persoonsgegevens alleen met toestemming van de
betrokkene gebruikt mogen worden. Binnen een organisatie is dit ook toegestaan zonder toestemming, wanneer er een
gerechtvaardigd belang mee gemoeid is. Zo’n belang kan voortvloeien uit de doelstelling van de organisatie. In de
praktijk zijn zoveel verschillende situaties denkbaar dat het geven van precieze richtlijnen voor al die situaties
ondoenlijk is. In situaties, waar bovenstaande regel duidelijk van toepassing is, moet deze worden nageleefd. In gevallen
waar de situatie minder duidelijk is, moet gewerkt worden in de geest van de wetgeving. Daarbij dient rekening te
worden gehouden met het volgende:
In veel gevallen is een inschatting van de gevoeligheid van de gegevens nodig. Gebruik van persoonsgegevens, die
niet (gemakkelijk) in openbare bronnen terug te vinden zijn, ligt in het algemeen gevoelig. Een voorbeeld daarvan is
de door leerlingen behaalde cijfers.
Een combinatie van verschillende gegevens ligt altijd gevoeliger dan die gegevens afzonderlijk.
Foto’s, waarop personen staan afgebeeld, moeten ook als persoonsgegevens worden beschouwd, omdat het een
momentopname betreft en de foto de betrokkenen in het algemeen laat zien in een bepaalde context.
algemeen
Bij de inschatting van de gevoeligheid van persoonsgegevens van leerlingen en personeel dient het personeel van de
Stichting Primair Onderwijs Venray zich terughoudend op te stellen. Dat wil zeggen dat in geval van twijfel altijd
toestemming moet worden gevraagd aan de betrokken persoon/personen.
Bij het vragen van toestemming dient een personeelslid van de Stichting Primair Onderwijs Venray zich bewust te zijn
van de afhankelijke positie waarin de ouder of de leerling zich bevindt. Er mag op geen enkele wijze druk worden
uitgeoefend om de toestemming te verkrijgen. Wanneer het om het bekendmaken van uitgebreide, privacygevoelige
informatie gaat, is bij alle leerlingen (jonger dan 16 jaar) toestemming van de ouders/opvoeders nodig. Zo’n
toestemming kan altijd weer ingetrokken worden.
gegevens vastleggen en inzien
De school mag alleen gegevens over leerlingen vastleggen, die nodig zijn voor de doelstelling van de organisatie. Ouders
en leerlingen hebben er recht op te weten welke gegevens er worden vastgelegd.
In het verlengde hiervan geldt dat het personeel alleen die gegevens mag inzien, die voor het uitoefenen van zijn/haar
speciale taak in de organisatie nodig zijn. De school heeft de verplichting al het mogelijke te doen om inzage van de
gegevens door anderen (ook personeel dat voor zijn/haar taakuitoefening geen inzage nodig heeft) onmogelijk te maken.
In de volgende gevallen mogen foto’s zonder toestemming vooraf gepubliceerd worden:
Foto’s van personeel en/of leerlingen bij optredens voor publiek (bijv. jubilea, musicals, sportdagen)
Foto’s van personeel en/of leerlingen bij spreken in het openbaar (bijv. aankondigingen, speeches)
29

Foto’s van personeel en/of leerlingen in normale schoolse situaties (bijv. tijdens een les of schoolactiviteit)
Bij alle foto’s van personen, waarbij het denkbaar is dat deze niet akkoord gaan met publicatie, is publicatie niet
toegestaan, tenzij uitdrukkelijk toestemming voor de publicatie is gegeven. Voorbeelden hiervan zijn:
Foto’s waarop herkenbare personen duidelijk onflatteus staan afgebeeld.
Foto’s waarbij de situatie of de combinatie van afgebeelde personen aanleiding kan geven tot een verkeerde
interpretatie van de foto.
Foto’s van personen die een intieme relatie tonen.
Daarnaast is het altijd mogelijk voor afgebeelde personen om achteraf bezwaar te maken tegen publicatie op de
website. De foto zal dan verwijderd worden.
Wanneer foto’s van personen worden gecombineerd met namen, anders dan bij foto’s van min of meer openbare
optredens, zoals de musical, dient altijd toestemming te worden gevraagd. Dat geldt ook voor het gebruik van alleen
voornamen, al zal dat in het algemeen als minder privacygevoelig worden ervaren, dan het gebruik van volledige namen.
Als gevolg daarvan zal gemakkelijker toestemming worden gegeven.
NB: Daar waar personeel staat - lees stagiaires, hulpouders, andere vrijwilligers- die onder supervisie van
leerkrachten actief zijn op school.
basisschool de bongerd
eikenlaan 1
5802 cs venray
0478 – 569711
06-13520260
30

info@bongerdvenray.nl
www.bongerdvenray.nl
31