De Dorpermolens - Museum Vaassen Historie
De Dorpermolens - Museum Vaassen Historie
De Dorpermolens - Museum Vaassen Historie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Vaassen</strong> en haar molens<br />
<strong>De</strong> <strong>Dorpermolens</strong><br />
In 1559 pachtte Mr. J. Steinberch (Steenbergen) den Olden, een 'copermoele' en bijbehorend erve onder<br />
<strong>Vaassen</strong>. In zijn nieuwe kopermolen, die hij pachtte van Hendrik van Isendoorn a Blois voor de duur van<br />
17 jaren, zou hij, en zouden na hem zijn nazaten meer succes hebben. Het bedrijf werd ingericht in of op<br />
de plaats van de zogenoemde kleine pletmolen.<br />
In 1567 verpachtte Hendrick van Isendoorn voor 13 jaren aan Steenbergen en zijn vrouw Aleijt een goed<br />
met toebehoren. Dit goed lag bij de kopermolen, die bij deze verpachting als onderpand werd gesteld.<br />
Steenbergen kocht in 1569 de Griftse molens, waarvan er ook één werd ingericht tot kopermolen. Zo had<br />
hij er nu twee, waarin hij in de <strong>Vaassen</strong>se molen werd opgevolgd door zijn zoon Jan (1580), kleinzoon Jan<br />
(1631) en achterkleinzoon Jan (plm. 1650).<br />
Bij de vergroting van het leengoed <strong>De</strong> Cannenburgh door Johan Hendrik van Isendoorn in 1697 bevond<br />
zich onder de toegevoegde goederen ook " 't water en gront van een kopermolen, waervan pagter is Gerrit<br />
Groen en N. Hebbinx, egteluyden". Jan (IV) had 'alleen twee dochters, Aleijda en Maria, van wie Aleijda<br />
uiteindelijk de kopermolen, waarschijnlijk in 1701, uit haar vaders boedel erfde.<br />
In een kondschap van <strong>Vaassen</strong>se papiermakers over de beeklopen<br />
uit 1726, wordt de "kopermolen van juff. Alida van<br />
Steenbergen", genoemd als benedenste molen op de Molenbeek.<br />
Alida had in 1709 haar huis bij de kopermolen laten<br />
herbouwen en later, wellicht bij haar dood in 1735, huis en<br />
toebehoren gelegateerd aan Hendrik Backer en zijn vrouw<br />
Maria Anna Weultjes te Zutphen. In 1751 verkochten dezen<br />
het huis aan hun dochter Catharina Elisabeth, die getrouwd<br />
was met Frans Jan Haack, eigenaar van de Kopermolen in de<br />
Zuuk onder Epe.<br />
Naar hem kreeg het huis de<br />
naam 'Haackshuis'. Op 30<br />
Juni 1751 en ook weer op 13<br />
April 1756 werden de kopermolen<br />
en verdere opstallen<br />
aan het echtpaar Haack-<br />
Backer verpacht, resp. voor f<br />
800.- en f 750.-
Personeel van de IJzergieterij omstreeks 1907<br />
Het zwarte koor uit de gieterij<br />
NV Industrie 1906 Links de ijzergieterij,<br />
rechts de staniolfabriek.
Haacks erfgenamen verkochten het huis in 1815 aan Jannes Mulder, papiermaker op de Dorper Molens<br />
en zijn vrouw Magteld Terwel. In 1833 werd Jannes opgevolgd door Lammert, deze later door Jan, die tot<br />
1866 pachter was. Toen verhuurde de heer van de Cannenburgh "een vijfbaks waterpapiermolen de Dorpermolen<br />
genaamd, met wrijfbak, annex woonhuis, bouwschuur, droogschuur, berg.... zoodanig als dat<br />
vroeger alles bij Jan Christoffel Mulder in pacht is geweest" aan Hendrik Pannekoek Janszoon. Dit was<br />
het rechter (zuidelijke) molengebouw; het linker gebouw (de noordelijke papiermolen) was in pacht bij<br />
M. Mentink. Blijkens het kondschap van 1726 en de kaart van 1762 was steeds de Dorper Molen één enkele<br />
molen. Eerst in 1772 -de voormalige kopermolen stond al sinds de verkoop aan Haack ongebruikt- is<br />
er een dubbele molen gebouwd. <strong>De</strong>ze komt pas in de verpachtingen vanaf 1830 voor. In 1866 pachtte<br />
Hendrik Pannekoek Jzn. deze molen voor 12 jaren en nam daarmee de pacht over van Jan Christoffel<br />
Mulder.<br />
1871<br />
In 1871 kocht Teunis van Lohuizen, van de ijzergieterij op de Amsterdamse Kopermolen, beide papiermolens<br />
de <strong>Dorpermolens</strong>. Van Lohuizen verklaarde in 1880, de papiermakerij te willen beëindigen en een<br />
fabriek van tinblad (staniol) te beginnen. In het rechter molengebouw bevond zich al sinds 1872 de ijzergieterij,<br />
overgebracht van de Amsterdamse Kopermolen; hier kwam de staniolproductie nu bij in. Tot<br />
1892 maakte het bedrijf gebruik van waterkracht, daarna van de stoommachine.<br />
In 1899 pachtte H. A. Mentink, die zijn papiermakerij op de Geelmolen had gestaakt, het linker gebouw<br />
van de Dorper molens en begon er een wasserij. Daar bleef het waterrad tot het eind toe in gebruik en<br />
diende voor het doen draaien van de 'Volldampf wasmachine; een oude papierpers werd gebruikt voor<br />
het droogpersen van wasgoed.<br />
Op 15 Januari 1915 werd door de directeur van 'de IJzergieterij en Staniolfabriek 'Industrie' (voorheen<br />
van Lohuizen en Co.) te <strong>Vaassen</strong>' bij de Geldersche Credietvereeniging<br />
een hypotheek op het gehele bedrijfscomplex<br />
opgenomen.
In 1928 kwam een einde aan het gebruik van waterkracht. <strong>De</strong> pacht werd opgezegd en het wasserijbedrijf<br />
werd verplaatst naar een nieuw bedrijf aan de Veenweg, waar het tot 1957 bleef.<br />
Teunis van Lohuizen is een zeer bekende oud <strong>Vaassen</strong>aar. Hij leefde van 30 juni 1822 tot 20 december<br />
1903 en was gehuwd met Johanna van der Vaart. Uit dit huwelijk werden twaalf kinderen geboren. Hij<br />
werd in 1867 pachter van een ijzergieterij op de Oosterhof waar nu nog wasserij van <strong>De</strong>lden gevestigd is.<br />
<strong>De</strong>ze ijzergieterij was gesticht door J. R. Kemper en was genaamd de Amsterdamse Kopermolen. Ook deze<br />
watermolen was in eigendom van Frederik van Isendoorn a Blois van de Cannenburch.<br />
Na diens overlijden werden in 1871 alle Cannenburch bezittingen geveild. Van Lohuizen kocht toen van de<br />
erfgenamen van de Cannenburch de <strong>Dorpermolens</strong>. Het waren twee papiermolens en twee woonhuizen<br />
met een bijbehorend terrein van acht hectare gelegen aan de Dorpsstraat. Hij kocht tevens het Haackshuis<br />
en ging er met zijn gezin wonen.<br />
<strong>De</strong> ijzergieterij werd vanaf de Oosterhof verplaatst<br />
naar de <strong>Dorpermolens</strong>. <strong>De</strong> papiermolens<br />
werden eerst verpacht. In 1879 werden door van<br />
Lohuizen staniolmachines aangeschaft. <strong>De</strong> papiermakerij<br />
werd beëindigd. <strong>De</strong> apparatuur behelsde<br />
een tinsmelterij, vier walsen en twee plethamers.<br />
Staniol is tinfolie of zoals wij het kennen<br />
onder de naam zilverpapier. In 1890 werd er een<br />
nieuwe fabriek bij de <strong>Dorpermolens</strong> gebouwd en<br />
de piethamers werden vervangen door boekwalsen.<br />
<strong>De</strong> productie vond toen plaats door middel<br />
van die walsen, die aangedreven werden door de<br />
waterkracht van de watermolen. In 1892 werd er<br />
een stoommachine aangeschaft die vanaf toen<br />
de energie leverde voor de aandrijving van de machines.<br />
In 1895 werd de naam van de fabriek gewijzigd in N. V. IJzergieterij en Staniolfabriek "Industrie", voorheen<br />
Van Lohuizen en Co. Ondertussen waren ook drie zonen van hem in het bedrijf gekomen. Het aantal<br />
werknemers was rond de eeuwwisseling al gegroeid naar bijna honderd personen. In 1903 krijgt de Industrie<br />
al een telefoonaansluiting. Het telefoonnummer van het bedrijf was 41. In 1899 werd er een nieuwe<br />
Staniolfabriek gebouwd en in dat zelfde jaar pachtte H. Mentink het linker gebouw van de <strong>Dorpermolens</strong><br />
en begon er een wasserij. <strong>De</strong>ze wasserij werd in 1928 overgeplaatst naar de Veenweg.
Teunis van Lohuizen was voor die tijd een zeer sociaal mens voor zijn arbeiders. Hij richtte een ondersteuningsfonds<br />
op voor zijn werknemers, die bij ziekte of ontslag een bijdrage uit dit fonds kregen. <strong>De</strong><br />
ziektewet bestond toen nog niet. En zelfs personeelsreisjes werden georganiseerd, al moesten die wel<br />
op zondag plaats vinden. <strong>De</strong> zondag was de enige dag in de week dat er niet gewerkt werd. Van Lohuizen<br />
was ook een kunstenaar. Hij schreef gedichten en verhalen en schilderde diverse schilderijen. Een van<br />
zijn bekendste schilderijen is een dorpsgezicht van <strong>Vaassen</strong> met daarop de oude dorpskerk van voor<br />
1852. Ook schilderde hij meermalen de Cannenburch. Teunis van Lohuizen is als een ondernemend en<br />
vooruitstrevend persoon zeer belangrijk voor <strong>Vaassen</strong> geweest. Het dorp kon mede door hem in de vorige<br />
eeuw uitgroeien van een gehucht naar een grotere plaats, terwijl het dorpse karakter gebleven is. <strong>De</strong><br />
N. V. Industrie heet tegenwoordig <strong>Vaassen</strong> Flexible Packaging. Om hem in herinnering te houden is er<br />
een straat naar hem genoemd. <strong>De</strong> Teunis van Lohuizenstraat.<br />
Eigenaren<br />
Op de foto het echtpaar<br />
Van Lohuizen-Van der Vaart.<br />
Teunis van Lohuizen<br />
20-6-1822 20-12-1903<br />
Johanna Hendrika van der Vaart<br />
<strong>De</strong> noordelijke Dorpermolen<br />
15-11-1819 1-5-1896<br />
1774 Lubbertus van Gerrevink - pachter en papiermaker.<br />
1808 Lambert van Gerrevink - pachter en papiermaker.<br />
1813 stilstand van de molen.<br />
1814 Willem Anthoon - pachter en papiermaker.<br />
1842 Evert van <strong>De</strong>lden - pachter en papiermaker.<br />
1847 Hendrik Mentink - pachter en papiermaker.<br />
1871 Teunis van Lohuizen - eigenaar.<br />
1880 einde van de papiermakerij. (molen wordt samengevoegd met de zuidelijke Dorpermolen)<br />
<strong>De</strong> zuidelijke Dorpermolen<br />
1559 kopermolen. (eigenaar Hendrik van Isendoorn)<br />
1726 Aleida van Steenbergen - eigenaresse kopermolen.<br />
1735 Hendrik Backer - eigenaar kopermolen.<br />
1735 Frans Jan Haack - pachter.<br />
1751 Baron van Isendoorn - eigenaar.<br />
1751 Lambert Jans Muller - pachter.<br />
?? Berend Wolven - pachter.<br />
1772 molen verbouwd tot papiermolen.<br />
1790 Jannes Muller - pachter en papiermaker.<br />
1813 stilstand van de molen.<br />
1833 Lammert Mulder - pachter en papiermaker.<br />
tot 1866 Jan Christoffel Mulder - pachter en papiermaker.<br />
1866 Hendrik Jansz. Pannekoek - pachter en papiermaker.<br />
1871 Teunis van Lohuizen - eigenaar. (begint hier een IJzergieterij)<br />
Gebruikte bronnen: <strong>De</strong> papiermolens in de provincie Gelderland, H. Voorn, 1985.<br />
Op kracht van stromend water, H. Hagens, 1998.