Grondprijzenbeleid 2010-2012 - Gemeente Groningen
Grondprijzenbeleid 2010-2012 - Gemeente Groningen
Grondprijzenbeleid 2010-2012 - Gemeente Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 1.<br />
Inleiding<br />
1.1. Status en functies Nota <strong>Grondprijzenbeleid</strong> <strong>2010</strong>-<strong>2012</strong><br />
Deze nota <strong>Grondprijzenbeleid</strong> is een uitwerking van het gemeentelijk grondbeleid, als voor het laatst<br />
geformuleerd in de Nota Grondbeleid 2004. De Nota <strong>Grondprijzenbeleid</strong> vervult een aantal functies:<br />
- Het is voor het college van Burgemeester en Wethouders, de Dienst RO/EZ, en daarmee de afdeling<br />
Vastgoedontwikkeling in het bijzonder, een kader waarbinnen vaststellingen van, en<br />
onderhandelingen over, grondprijzen plaatsvinden.<br />
- Het informeert over de wijze waarop, en voor welke functies grondprijzen dan wel grondprijskaders<br />
worden bepaald en over de (minimale) hoogte van de grondprijzen voor deze verschillende functies.<br />
- Het komt tegemoet aan de wens om als overheid de transparantie van het overheidshandelen te<br />
bevorderen. De nota is na vaststelling openbaar.<br />
Deze nota, “Nota <strong>Grondprijzenbeleid</strong> <strong>2010</strong>-<strong>2012</strong>”, heeft betrekking op alle in eigendom, erfpacht of<br />
anderszins door de gemeente <strong>Groningen</strong> uit te geven gronden.<br />
1.2. Uitvoering grondprijzenbeleid<br />
Nadat de nota grondprijzenbeleid door het college en de gemeenteraad is vastgesteld, ligt de<br />
bevoegdheid tot, en verantwoordelijkheid voor, de uitvoering bij het College van Burgemeester en<br />
Wethouders. De nota vormt vervolgens de basis voor alle grondonderhandelingen en -transacties. Ook<br />
speelt de nota een rol bij de opbrengstenramingen in de gemeentelijke grondexploitaties, zoals die door<br />
het college aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd.<br />
In het algemeen mandaatbesluit, dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld, is geregeld wie in welke<br />
situaties binnen de gemeentelijke organisatie bevoegd is, om namens het college op te treden in<br />
bepaalde privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals grondtransacties.<br />
1.3. Ontwikkelingen met betrekking tot het grondprijzenbeleid<br />
De voorgaande nota grondprijzenbeleid is in 2007 vastgesteld en betrof de periode 2007 tot en met<br />
2009. Bij het opstellen van deze nota voor de periode <strong>2010</strong>-<strong>2012</strong>, hebben de volgende actuele<br />
ontwikkelingen in meer of mindere mate een rol gespeeld.<br />
- de economische ontwikkelingen;<br />
- de met ingang van 1 juli 2008 ingevoerde nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), waarvan<br />
ook de grondexploitatiewetgeving deel uit maakt;<br />
- de herdefiniëring van de sociale huurwoning;<br />
- de gestarte uitgifte van het bedrijventerrein Westpoort en de aanstaande uitgifte van de<br />
bedrijventerreinen Eemspoort fase 2b (<strong>2010</strong>) en Roodehaan (Eemspoort-Zuid) (2011);<br />
- de afspraken in de regio <strong>Groningen</strong>-Assen (RGA) ten aanzien van de ontwikkeling en<br />
kwaliteitsverbetering van bedrijventerreinen;<br />
In de navolgende hoofdstukken wordt op deze verschillende ontwikkelingen nader ingegaan.<br />
1.4. Indexering en frequentie vaststelling grondprijzenbeleid<br />
De normale conjunctuur- en marktwijzigingen kunnen uitstekend worden opgevangen binnen de<br />
gehanteerde grondprijsmethodieken. Ook in de grondexploitatieberekeningen, die regelmatig worden<br />
geactualiseerd, wordt rekening gehouden met indexering van kosten en opbrengsten.<br />
Daar waar sprake is van vaste prijzen gelden deze in principe voor de gehele looptijd van deze nota.<br />
Mocht er voor deze categorie toch aanleiding zijn voor indexatie, dan is tussentijdse besluitvorming<br />
daarover vereist.<br />
Veel projecten, en daaruit voortvloeiende overeenkomsten met marktpartijen, hebben een lange<br />
looptijd. Afspraken over gronduitgifte, grondprijzen en tussentijdse grondprijsindexeringen worden in<br />
dergelijke overeenkomsten met marktpartijen vaak voor een langere periode gemaakt. Het is ook vanuit<br />
dat gegeven ongewenst om het beleidskader frequent te wijzigen.<br />
3