Onderhoud en voorzorgs- maatregelen Een etiket maken ... - Brother

TOETSENBORD VOOR BELGIË
Lintafsnijknop
Afdrukknop
Caps-toets
Code-toets
• Aan/uit-toets ( )
Druk op de -toets om de P-Touch aan te zetten. Om de batterijen
te sparen, zal de P-Touch zichzelf automatisch uitschakelen
als er langer dan vijf minuten geen toets wordt ingedrukt. Als de
batterijen leeg beginnen te raken, verschijnt er “BATT” op het
display nadat u een afdruk heeft gemaakt. Wanneer de batterijen
vrijwel geheel leeg zijn, zal de P-Touch zichzelf automatisch
uitschakelen wanneer u een tekst probeert af te drukken of het
lint wilt doorvoeren. Als u de P-Touch uitzet en daarna weer aanzet,
dan zal de tekst, de stijl, het gekozen formaat, de onderstreping/omkadering,
en de Caps-instelling bewaard blijven.
• Caps-toets ( Caps )
Om de Caps-functie aan of uit te zetten, drukt u op Caps . Wanneer
het displaylichtje boven Caps aan gaat, kunt u hoofdletters aan
uw tekst toevoegen door de lettertoetsen in te drukken. Wanneer
het Caps-lichtje uit is en u drukt op een lettertoets, dan zal er een
kleine letter in uw tekst verschijnen.
• Spatie/instelling ( / )
Als u een spatie in uw tekst wilt plaatsen, drukt u op / . Deze
toets kan ook worden gebruikt om een aantal instellingen te
kiezen, zoals een letter met accent, een symbool, de lengte van het
etiket of een van te voren bepaalde lay-out.
• Code-toets ( Code )
Als u de functies wilt uitvoeren of de tekens wilt gebruiken die
boven de toetsen in het geel staan afgedrukt, dan drukt u op
Code . Lees de volgende uitleg en ‘Uitgebreide functies’ voor meer
informatie over het gebruik van deze toets.
• Cursortoetsen ( , )
Als u gedeeltes van de tekst aan de linker of aan de rechter kant
van de 5 tekens op het LCD-display wilt zien of vervangen, dan
beweegt u de cursor ( _ ) in die richting. Om de cursor naar links
te bewegen, drukt u op ; om de cursor naar rechts te bewegen,
drukt u op . U kunt ook de cursor meer dan één teken verplaatsen
door de toets ingedrukt te houden. Als u de cursor wilt
verplaatsen naar het eerste teken van uw tekst, dan houdt u Code
ingedrukt en drukt op ; als u de cursor wilt verplaatsen naar
de spatie meteen achter het laatste teken, dan houdt u Code ingedrukt
en drukt op . Als u voorbij het begin of het eind tracht te
gaan, verschijnt de foutmelding ‘ERROR’.
Clear
• WIS-toets ( x )
Clear
Met de x -toets kunt u het teken aan de linkerzijde van de cursor
uitwissen. Met deze toets kunt u ook een functie verlaten en terugkeren
naar uw tekst. Als u uw tekst wilt uitwissen, houdt u de
Clear
-toets ingedrukt en drukt op Code
x
. De stijl, onderstreping/
omkadering en Caps-instelling van de tekst worden niet uitgewist.
Text
• Tekst-toets ( T )
Print
A A A A A
Caps Stl ABC ABC
Als u de gehele tekst wilt zien, houdt u Code ingedrukt en drukt
Text
op T . De gehele tekst zal vanaf het begin over het display rollen.
De lengte van de tekst wordt in millimeters weergegeven.
85
Size Style ABC
Feed
Sym.
ABC Accent Clear
1 3 5 7 9 x
2 4 6 8 0
D.Line Length Text < > A/F
A E T U O ?
¨ ^ ~
Z R Y I P
Æ Å Ø Ä Ö OE
Q D G J L !
``
TAPE
S F H K M
( )
, :
Caps Z C B M .
∗ / Ç
Code X V N /
LCD-display
Aan/uit-knop
Wistoets
Spatietoets
Feed
• Lintdoorvoer ( Sym. )
Houd Code ingedrukt en druk op Sym. om een stuk van ongeveer
24 mm lint door te voeren. Op het display verschijnt het woord
‘FEED’ tijdens het doorvoeren van het lint.
Druk niet op de lintafsnijknop wanneer de P-Touch het lint aan
het doorvoeren is, aangezien hierdoor het lint komt vast te zitten.
• Afdrukken ( )
Print
Wanneer u uw tekst wilt afdrukken, dan drukt u op . Op het
display verschijnt het woord ‘PRINT’ tijdens het afdrukken.
W `
Z ` R `
Y ¨ ^
I
~
• Samengestelde letters (
P )
( ), , , ,
Als u een samengestelde letter wilt gebruiken, moet u er eerst
voor zorgen dat de Caps-functie naar wens ingeschakeld of uitgeschakeld
is. Houd dan Code ingedrukt en druk op de toets voor
het gewenste accent ( W ( ), , , of ). Als laatste drukt
u op de toets van de letter die u met het accent wilt combineren.
Uw tekst verschijnt nogmaals op het display met de letter met
accent.
De volgende samengestelde letters zijn beschikbaar:
` Z `
R `
Y ¨ ^ ~
I P
Accent Letter Accent Letter
` aeiou AEIOU ^ aeiou AEIOU
´ aeiou AEIOU ˜ aon AON
¨ aeiouy AEIOU
Sommige letters met accent kunnen direct worden gebruikt door
Accent
middel van Code (zie ‘Code’) of door 9 te gebruiken (zie ‘Letters
met accenten’ hieronder).
• Letters met accenten (
Als u een letter met accent wilt gebruikt, moet u er eerst voor zorgen
dat de Caps-functie naar wens ingeschakeld of uitgeschakeld
Accent
is. Houd dan Code ingedrukt en druk op 9 . Nadat het bericht
‘A-Y?’ is verschenen, drukt u de toets met de gewenste letter in
(A, C, E, I, N, O, U of Y). Als u niet op één van deze letters drukt,
verschijnt het woord ‘ERROR’ op het display. Plaats de cursor
door middel van of onder de gewenste letter met accent in
de weergegeven lijst met beschikbare letters met accent, en druk
daarna op / . Uw tekst verschijnt weer op het display met de
gekozen letter met accent.
Als u de lijst met beschikbare letters met accenten wilt uitwissen
Clear
en terug wilt keren naar uw tekst, dan drukt u op x of houdt
Accent
Code ingedrukt en drukt op , in plaats van /
9
.
De volgende letters met accenten zijn beschikbaar:
Letters met accenten Letters met accenten
A äáàâãåæ ÄÁÀÂÃÅÆ N ñ Ñ
C ç Ç O öóòôõøœ ÖÓÒÔÕØŒ
E ëéèê ËÉÈÊ U üúùû ÜÚÙÛ
I ïíìî ÏÍÌÎ Y ÿ
Sommige letters met accenten kunnen direct gebruikt worden
met de Code -toets (zie ‘Code) of door de accenttoetsen te
gebruiken (zie ‘Samengestelde letters’ hierboven).
Uitgebreide functies
Size
• Het tekstformaat kiezen ( Code + 1 )
Voor het kiezen van een tekstformaat, houdt u Code ingedrukt en
Size
drukt u éénmaal op 1 . De naam van het op dat moment
gebruikte formaat verschijnt op het display en wordt aangegeven
door het lampje bovenaan het display. Houd Code ingedrukt en
Size
blijf 1 indrukken totdat het door u gewenste tekstformaat verschijnt
en verlicht wordt bovenaan het display. Het gekozen tekstformaat
wordt op de gehele tekst toegepast.
U kunt kiezen uit de volgende vijf tekstformaten:
Formaat 1 Formaat 2 Formaat 3 Formaat 4 Formaat 5
Feed
Accent
9
)
Print
Style
• De tekststijl kiezen ( Code + )
Voor het kiezen van een tekststijl houdt u Code ingedrukt en
Style
drukt u éénmaal op 3 . De naam van de op dat moment
gebruikte stijl verschijnt op het display. Houd Code ingedrukt en
Style
blijf op 3 drukken totdat de door u gewenste tekststijl verschijnt.
De gekozen stijl wordt op de gehele tekst toegepast.
U kunt kiezen uit de volgende negen stijlen.
(normaal) (reliëf)
(vetgedrukt)
(schaduw)
(cursief+vetgedrukt)
(cursief)
(cursief+schaduw)
ABC
• Onderstreping ( Code + )
Om uw tekst te onderstrepen, houdt u Code ingedrukt en drukt u
ABC
éénmaal op 5 De naam van de op dat moment gebruikte instel-
ABC
ling verschijnt op het display. Houd Code ingedrukt en blijf op 5
drukken totdat de door u gewenste instelling verschijnt en wordt
verlicht door het ABC/ ABC -lampje. De gehele tekst wordt
onderstreept, maar wordt niet afgedrukt indien de VERT-stijl
werd gekozen. Indien een omkadering was gekozen voordat een
onderstreping werd geselecteerd, dan wordt de omkadering uitgeschakeld
en de onderstreping afgedrukt.
U kunt kiezen uit de volgende twee instellingen :
(geen onderstreping)
ABC
• Omkadering ( Code + )
Om uw tekst te omkaderen, houdt u Code ingedrukt en drukt u
ABC
éénmaal op 7 . De naam van de op dat moment gebruikte instel-
ABC
ling verschijnt op het display. Houd Code ingedrukt en blijf op 7
drukken totdat de door u gewenste instelling verschijnt en wordt
verlicht door het ABC/ ABC -lampje. De gehele tekst wordt
omkaderd, maar wordt niet afgedrukt indien de VERT-stijl
werd
gekozen. Indien een onderstreping was gekozen voordat een
omkadering werd geselecteerd, dan wordt de onderstreping uitgeschakeld
en de omkadering afgedrukt.
U kunt kiezen uit de volgende omkaderingen:
(zonder omkadering)
7
5
3
(cursief+reliëf)
(verticaal)
Feed
• Een symbool invoeren ( Sym. )
Om een symbool in te voeren, drukt u op Sym. . Wanneer het
bericht “A-K?” verschijnt, drukt u op de letter of op de groep met
het gewenste symbool. Met de - en -toetsen verplaatst u de
cursor naar het gewenste symbool in de weergegeven lijst met
beschikbare symbolen. Druk daarna op / . Uw tekst verschijnt
nogmaals op het display met toevoeging van het gekozen symbool.
Als u de lijst met beschikbare symbolen wilt uitwissen en terug
Clear
Feed
wilt keren naar uw tekst, dan drukt u op x (of op Sym. , in plaats
van / ).
U kunt kiezen uit de volgende symbolen:
Symbolen Symbolen
A + ± ÷ × = G μ ij ˚ %
B \ [ ] < > H 1 $ £ DM Fr
C • ? ¿ I ★ ← → ↑ ↓
D i : ; ” & J
U
E # § @ ß ª K
F º
• Twee regels op één etiket afdrukken
D.Line D.Line
( Code + Q ( A ))
Om een tekst op twee regels af te drukken, drukt u op of op
om de cursor onder de letter te plaatsen waarmee de tweede
D.Line
regel zal beginnen. Houd de Code -toets ingedrukt en druk op Q .
Er verschijnt een merktekentje ( ▼)
aan de linker kant van de letter
boven de cursor. Teksten kunnen alleen over twee regels
worden afgedrukt met tekstformaten FORMAAT 1 of NORM.
Al u de tekst weer op één regel wilt afdrukken, dan verwijdert u
het merktekentje.
• De lengte van het etiket instellen
Length
( Code + E )
Om de lengte van het etiket in te stellen, houdt u Code ingedrukt
Length
en drukt u op E om de op dat moment gebruikte instelling weer
Length
te geven. Houd Code ingedrukt en blijf op E drukken totdat
ofwel ‘L ON’ verschijnt (hetgeen betekent dat de etiketlengtefunctie
aan staat) ofwel ‘L OFF’ (hetgeen betekent dat de functie
uit staat), en laat dan de toetsen los om de op dat moment
geldende lengte in millimeters te zien. Gebruik de nummertoetsen
of druk op of om de gewenste lengte tussen 50 en 300
mm in te voeren, en druk daarna op / . De etiketten worden
nu afgedrukt op de ingestelde lengte.
Om de etiketlengte automatisch in te stellen zet u de functiestand
Length
uit door Code ingedrukt te houden en tweemaal op te
drukken.
• Etiketten met een automatische lay-
A/F
out gebruiken ( Code + ? )
Om een automatische lay-out te zoeken, houdt u Code ingedrukt
A/F
en drukt op ? . Nadat het bericht ‘1-9?’ verschijnt, drukt u op de
nummertoets van de gewenste lay-out. Nadat de naam van de
lay-out wordt weergegeven, drukt u op om elk van de
instellingen te zien (tekstformaat, stijl en onderstreping/
omkadering). Druk op /
om de weergegeven lay-out te kiezen,
en voer daarna de tekst in. Het etiket wordt afgedrukt met de
instellingen van de gekozen automatische lay-out.
U kunt kiezen uit de volgende automatische lay-outs:
Feed
✏
E