1886-06-18 Inventaris op het erve Eekhendriks - Erve Alferink
1886-06-18 Inventaris op het erve Eekhendriks - Erve Alferink
1886-06-18 Inventaris op het erve Eekhendriks - Erve Alferink
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
[frontspiece]<br />
<strong>Inventaris</strong><br />
<strong>op</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>erve</strong> ,,<strong>Eekhendriks</strong>” te Haar<br />
le, gemeente Hellendoorn, ten ver<br />
zoeke van de erfgenamen van<br />
Albertus Smeenk en Hendrika<br />
<strong>Eekhendriks</strong>.<br />
[1]<br />
Eerste blad<br />
No. 1539<br />
Op den achttienden Juni achttien honderd<br />
zes en tachtig, compareerden voor mij mees<br />
ter Albertus Johannes van Riemsdijk,<br />
notaris binnen <strong>het</strong> arrondissement Almelo<br />
en <strong>het</strong> voormalig arrondissement Deventer,<br />
ter standplaats de gemeente Hellendoorn,<br />
en tegenwoordigheid van na te noemen getuigen:<br />
1. Maria Smeenk;<br />
2. Jan Zwier Wolterink, voor zich en als<br />
vader en voogd voor de minderjarigen Johan<br />
nes, Gerhardus, Alberta Maria, en Wil<br />
lemina Geertruida Wolterink;<br />
3. Gerhardus Eekwiendels, als in gemeen<br />
schap van goederen volgens de tegenwoor<br />
dige wetgeving gehuwd met Henrica<br />
Maria Wolterink;<br />
4. Cornelis Heuven, als in gemeenschap<br />
van goederen, volgens de tegenwoordige<br />
wetgeving gehuwd met Gerritdina<br />
Maria Wolterink;<br />
allen landbouwers te Haarle, gemeente<br />
Hellendoorn.<br />
die verklaarden,<br />
dat wijlen Albertus Smeenk en Hendri<br />
ka <strong>Eekhendriks</strong>, den drie en twintigsten<br />
Mei achttien honderd twee en twintig,<br />
[2]<br />
zonder huwelijksche voorwaarden <strong>op</strong> te maken<br />
zijn gehuwd,<br />
dat Hendrika <strong>Eekhendriks</strong> gemeld, den ne<br />
genden September achttien honderd zes<br />
en dertig te Haarle gemeld is overleden, tot erf<br />
genamen bij versterf nalatende vier kinde<br />
ren uit haar huwelijk met Albertus Smeenk,<br />
zijnde: Maria Smeenk, Jan Hendrik Smeenk,
Jan Smeenk en Hendrica Hermanna Smeenk;<br />
dat een dezer kinderen Jan Smeenk, in <strong>het</strong><br />
jaar achttien honderd vier en vijftig te Haar<br />
le gemeld is overleden, na bij zijn testament<br />
den vijfden januari van dat jaar voor no<br />
taris Kluvers te Hellendoorn verleden, tot<br />
zijnen eenigen erfgenaam te hebben be<br />
noemd zijnen vader Albertus Smeenk<br />
gemeld;<br />
dat daarna <strong>op</strong> den eersten Januari achttien<br />
honderd een en zeventig te Haarle gemeld<br />
genoemden Albertus Smeenk is overleden, [strookt niet met eigen gegevens, 22-03-<strong>18</strong>66]<br />
tot erfgenamen bij versterf nalatende drie<br />
kinderen uit zijn huwelijk met Hendrika<br />
<strong>Eekhendriks</strong>, genaamd Maria Smeenk,<br />
Jan Hendrik Smeenk en Hendrika Herman<br />
na Smeenk;<br />
dat Hendrika Hermanna Smeenk gemeld<br />
in gemeenschap van goederen, volgens de te<br />
[3]<br />
genwoordige wetgeving is gehuwd geweest<br />
met den comparant Jan Zwier Wolterink;<br />
dat zij den eersten November achttien<br />
honderd zes en zeventig te Haarle gemeld<br />
is overleden, tot erfgenamen bij versterf na<br />
latende zes kinderne uit haar huwelijk<br />
met Jan Zwier Wolterink, zijnde genoem<br />
de Henrica Maria, Gerritdina Maria, Jo<br />
hannes, Gerhardus, Alberta Maria en Wil<br />
lemina Geertruida Wolterink,<br />
dat Jan Hendrik Smeenk gemeld den twaalf<br />
den Februari achttien honderd twee en tach<br />
tig te Haarle gemeld is overleden tot erfge<br />
namen bij versterf nalatende zijne zus<br />
ter Maria Smeenk genoemd voor de helft<br />
en de zes gemelde kinderen van zijne voor<br />
hem overleden zuster Hendrica Herman<br />
na Smeenk, te zamen voor de weder<br />
helft;<br />
dat zij comparanten thans, ten overstaan<br />
van mij notaris, en in tegenwoordigheid<br />
van Theodorus Bloeme, landbouwer te Haar<br />
le gemeld, alhier mede gecompareerd, als<br />
toeziende voogd over genoemde minderja<br />
rigen, willen overgaan tot de boedelbeschrij
ving vna de huwelijksgemeenschap en na<br />
latenschappen van Albertus Smeenk en<br />
[4]<br />
Hendrika <strong>Eekhendriks</strong> gemeld;<br />
dat deze boedelbeschrijving zal plaats heb<br />
ben <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>erve</strong> <strong>Eekhendriks</strong> te Haarle ge<br />
meld, zijnde <strong>het</strong> sterfhuis van Albertus<br />
Smeenk en Hendrika <strong>Eekhendriks</strong> en de<br />
plaats waar zich de te beschrijven roerende<br />
lichamelijke goederen bevinden;<br />
dat de aanwijzing en <strong>op</strong>gaaf zal geschieden<br />
door de comparante Maria Smeenk, die na<br />
<strong>het</strong> overlijden van hare ouders en haren<br />
broeder Jan Hendrik Smeenk in <strong>het</strong> bezit der<br />
te beschrijven goederen gebleven is;<br />
dat de waardering der roerende goederen, voor<br />
zoover daarvan eene schatting vereischt<br />
wordt, zal geschieden door den heer Ber<br />
nardus Dirk van Beest, wethouder en<br />
logementhouder te Hellendoorn, als<br />
deskundige daartoe door de belangheb<br />
benden benoemd, die alhier medege<br />
compareerd verklaarde alszoodanig den<br />
vereischten eed te hebben afgelegd in han<br />
den van den heer kantonrechter te Alme<br />
lo den twintigsten Mei jongstleden.<br />
Alsnu tot de voorgenomen beschrijving over<br />
gaande is door de aanwijster <strong>op</strong>gegeven en<br />
door den schatter gewaardeerd:<br />
koffieketels, <strong>op</strong> vijf gulden. f. 5=<br />
[5]<br />
koffieservies, <strong>op</strong> twee gulden vijftig cent f. 2,50<br />
drie tafels, <strong>op</strong> drie gulden f. 3=<br />
dertien stoelen en een spiegel, <strong>op</strong> zes<br />
gulden negentig cent f. 6,90<br />
hoekkastje, kast en klok met stelletje,<br />
<strong>op</strong> drie en twintig gulden f. 23=<br />
schilderijen, beeldjes, borden en verder<br />
aardewerk, <strong>op</strong> zes gulden vijftig cent f. 6,50<br />
ketels en vuurgereedschap, <strong>op</strong> tien<br />
gulden f. 10=<br />
ongesneden en gesneden linnen, <strong>op</strong> der<br />
tig gulden f. 30=<br />
vier stel bedden met toebehooren, <strong>op</strong><br />
een honderd gulden f. 100=
lepels, messen en vorken, <strong>op</strong> drie gulden<br />
vijftig cent f. 3,50<br />
lampen, <strong>op</strong> drie gulden f. 3=<br />
slek en vleesch, <strong>op</strong> veertig gulden f. 40=<br />
karn, <strong>op</strong> achttien gulden f. <strong>18</strong>=<br />
drie melktonnen, <strong>op</strong> zeven gulden f. 7=<br />
vijftien melkvaten, <strong>op</strong> negen gulden f. 9=<br />
zeven emmers, <strong>op</strong> vier gulden negentig<br />
cent f. 4,90<br />
zes waschkuipen, <strong>op</strong> twaalf gulden f. 12=<br />
rommel, <strong>op</strong> een gulden f. 1=<br />
baktrog en kisten, <strong>op</strong> vijf gulden f. 5=<br />
potten en pannen, <strong>op</strong> twee gulden<br />
[6]<br />
vijftig cent f. 2,50<br />
een oud horlogie, <strong>op</strong> vier gulden f. 4=<br />
ongedorschte rogge, <strong>op</strong> tien gulden f. 10=<br />
te velde staande vruchten, als:<br />
a. rogge, <strong>op</strong> een honderd tachtig<br />
gulden f. <strong>18</strong>0=<br />
b. boekweit, <strong>op</strong> twee en dertig gul<br />
den f. 32=<br />
c. haver, <strong>op</strong> acht gulden f. 8=<br />
d. aardappels, <strong>op</strong> vijf en dertig gul<br />
den f. 35=<br />
aanwezige aardappels, <strong>op</strong> vijf gul<br />
den f. 5=<br />
kleedwagen, <strong>op</strong> vijftig gulden f. 50=<br />
twee mestwagens, <strong>op</strong> veertig gul<br />
den f. 40=<br />
ladders, hout en rommel, <strong>op</strong> vijftien<br />
gulden f. 15=<br />
ploeg en eggen, <strong>op</strong> vijftien gulden f. 15=<br />
drie kruiwagens, <strong>op</strong> vier gulden f. 4=<br />
tien stuks varkens, <strong>op</strong> een honderd<br />
zestig gulden f. 160=<br />
vijf en twintig kippen, <strong>op</strong> negen<br />
gulden f. 9=<br />
twee paarden, <strong>op</strong> een honderd tach<br />
tig gulden f. <strong>18</strong>0=<br />
elf koeien, <strong>op</strong> negen honderd vijf<br />
[7]<br />
en dertig gulden f. 935=<br />
vijf pinken, <strong>op</strong> een honderd vijf en<br />
zeventig gulden f. 175=<br />
zes kalveren, <strong>op</strong> zestig gulden f. 60=<br />
landbouwersgereedschappen, <strong>op</strong> negen<br />
gulden f. 9=<br />
paardetuigen, <strong>op</strong> acht gulden f. 8=
spurriezaad, <strong>op</strong> vijftien gulden f. 15=<br />
kafmolen, <strong>op</strong> acht gulden f. 8=<br />
Te zamen <strong>op</strong> twee duizend twee hon<br />
derd negen en veertig gulden tach<br />
tig cent f. 2249,80<br />
De onroerende goederen tot de te beschrij<br />
ven huwelijksgemeenschap en nalaten<br />
schappen behoorende, bestaan in:<br />
a. <strong>het</strong> <strong>erve</strong> ,,<strong>Eekhendriks</strong>” te Haarle, ge<br />
meente Hellendoorn, aldaar bij <strong>het</strong> ka<br />
daster bekend in sectie E, nummers <strong>18</strong>2 a, 634,<br />
497, 589, 674, 675, 676, 677, 678, 277, 282, 283, 3<strong>06</strong>, 728<br />
729, 730, 731, 732, 733, 734, 735 en 736 te zamen<br />
groot zes en negentig hectare elf are vier<br />
en zestig centiare.<br />
b. de onverdeelde helft in een stuk wei<br />
land; bij <strong>het</strong> kadaster bekend gemeente<br />
Hellendoorn, sectie E, nummer 2,<br />
geheel groot een hectare vijf en negentig are<br />
dertig centiare, waarvan de wederhelft<br />
[8]<br />
toebehoord aan Gerrit Jan Meije<br />
rink<br />
De aanwijster verklaarde:<br />
dat aan contanten voorhanden is<br />
een honderd drie en twintig gul<br />
den. f. 123=<br />
dat meergemelde huwelijksgemeenschap<br />
en nalatenschappen verschuldigd<br />
zijn:<br />
1. aan Jannes Meijer te Rijssen, wegens<br />
geleend geld, vier duizend gulden f. 4000=<br />
rente hiervan ad vier percent in<br />
<strong>het</strong> jaar van acht en twintig Au<br />
gustus jonstleden af, uitgetrok<br />
ken voor. memorie<br />
2. aan den heer H.J. Laarman te<br />
Haarle gemeld, wegens geleend geld<br />
vijf honderd gulden f. 500=<br />
rente hiervan ad vier en een half<br />
percent in <strong>het</strong> jaar van zes Juni<br />
achttien honderd vijf en tachtig<br />
af, uitgetrokken voor. memorie<br />
3. aan Hermannus Elferink te<br />
Raalte, wegens geleend geld, vijf hon<br />
derd gulden. f. 500=<br />
rente hiervan ad vier en een half<br />
percent in <strong>het</strong> jaar, van vijftien<br />
[9]
Augustus jonstleden af, uitgetrokken<br />
voor. memorie<br />
4. aan Cornelis Heuven te Haarle, we<br />
gens in den boedel verschoten gelden,<br />
vijf honderd gulden. f. 500=<br />
5. aan Willem Borgonjen te Haarle,<br />
gemeld, wegens geleverd lijnmeel, zes<br />
en zestig gulden. f. 66=<br />
6. aan Zwarts te Deventer, wegens<br />
geleverde manufacturen, twintig<br />
gulden f. 20=<br />
8. aan den heer W.A. te Wechel, genees<br />
heer te Hellendoorn, dertig gulden. f. 30=<br />
9. aan A.G. Geertman te Haarle<br />
gemeld, wegens bakloon,<br />
twaalf gulden. f. 12=<br />
10. aan P. Traast aldaar, wegens smids<br />
werk, twaalf gulden. f. 12=<br />
dat meergemelde huwelijksgemeenschap<br />
en nalatenschappen nog zijn belast,<br />
ten behoeve van Bertus <strong>Eekhendriks</strong>,<br />
zonder beroep te Haarle gemeente Hellendoorn.<br />
a. met eene verplichting tot alimenta<br />
tie <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>erve</strong> ,,<strong>Eekhendriks</strong>” gemeld, ge<br />
[10]<br />
durende zijn leven.<br />
b. ingeval hij, om redenen ter beoordeling van<br />
den tijdelijken pastoor te Haarle gemeld, niet<br />
meer <strong>op</strong> gemeld <strong>erve</strong> mocht blijven wonen,<br />
met een jaarlijksche uitkeering groot een<br />
honderd gulden gedurende zijn leven en<br />
eene uitgering in eens van twee honderd<br />
vijftig gulden.<br />
Niets meer ter beschrijving aangegeven zijn<br />
de heeft de aanwijster in handen van mij<br />
notaris den eed afgelegd dat zij niets heeft<br />
verduisterd, noch gezien heeft, noch weet<br />
dat iets verduisterd is; zijnde al <strong>het</strong> geinven<br />
tariseerde gelaten in haar bezit en bewaring.<br />
De verschenen personen zijn mij notaris<br />
bekend.<br />
Tot al <strong>het</strong> vorensaande is onafgebroken<br />
gewaardeerd van des voormiddags half elf<br />
tot ’s namiddags twee uur.<br />
Waarvan door mij notaris dit proces ver<br />
baal is <strong>op</strong>gemaakt <strong>op</strong> dato en plaats voor<br />
meld; in tegenwoordigheid van den heer<br />
Hendrik Gronier, candidaat notaris te
Hellendoorn en Frederikus Antonius Albers,<br />
dienstknecht te Haarle gemeld, als getui<br />
gen, die deze acte, onmiddellijk na voorle<br />
[11]<br />
zing met de comparanten en mij no<br />
taris hebben onderteekend.<br />
(geteekend) M. Smeenk,J.Z. Wolterink,<br />
G. Eekwiendels, C. Heuven, T. Bloeme, B.D.<br />
v. Beest, F.A. Albers, Gronier, A.J. van<br />
Riemsdijk, notaris.<br />
285. Geregistreerd te Raalte twee en twin<br />
tig Juni <strong>18</strong>00 zes en tachtig, deel 51, folio 1,<br />
recto, vak 4. Twee bladen vier verwooien. Ont<br />
vangen voor recht twee gulden veertig<br />
cent f. 240.<br />
De ontvanger (geteekend) Molenaar.<br />
Voor Afschrift<br />
A.J. van Riemsdijk. Notaris.