Dienst Huisvesting Reglement betreffende de ... - Oostende

Dienst Huisvesting
Reglement betreffende de toekenning van een
premie voor gevelrenovatie
Aangenomen door de Gemeenteraad van de Stad Oostende in de zitting van 28 augustus 1998
en gewijzigd in de zitting van 22 februari 2002.
Artikel 1
§ 1. Het Stadsbestuur van Oostende verleent een premie voor de renovatie van gevels die
zichtbaar zijn van op het openbaar domein en dit onder de voorwaarden die in dit reglement
worden bepaald.
§ 2. Onder het renoveren van een gevel wordt verstaan het uitvoeren van alle verfraaiingwerken
die zowel bouwwerken, schilderwerken of andere herstellings- of verbeteringswerken (inclusief
zandstralen) kunnen omvatten.
Artikel 2
Deze premie wordt slechts verleend binnen de perken van de kredieten die daartoe op de
goedgekeurde begroting uitgetrokken zijn.
Artikel 3
§.1. De premie wordt verleend aan alle eigenaars, huurders, of houders van een zakelijk recht
van een gebouw of een gedeelte van een gebouw waar de renovatiewerken worden
uitgevoerd.
§.2. De premie kan slechts éénmaal om de tien jaar aangevraagd worden per gebouw.
§.3. Gebouwen die zijn verdeeld onder het stelsel van de mede-eigendom volgens artikel 577
bis van het burgerlijk wetboek komen slechts in aanmerking voor een premie indien de
volledige gevel wordt gerenoveerd.
§.4. De premie kan niet worden verleend voor renovatiewerken aan gebouwen die ongeschikt
of onbewoonbaar zijn verklaard en die opgenomen zijn in de inventarissen van ongeschikte of
onbewoonbare panden. Voor leegstaande gebouwen zal de premie enkel worden verleend als
de aanvrager het betrokken gebouw na de uitvoering van de renovatiewerken binnen de vier
maanden effectief als hoofdverblijfplaats gebruikt. In voorkomend geval wordt de premie
uitbetaald als werd vastgesteld dat er voor het betrokken gebouw een inschrijving in het
bevolkingsregister werd genomen binnen de gestelde termijn.
Artikel 4
§.1. Het gebouw waarvoor deze premie wordt aangevraagd moet gelegen zijn op het
grondgebied van de stad Oostende.

§.2. De werken moeten voltooid zijn binnen één jaar na de principiële inwilliging door het
College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 5
§.1. De premie wordt berekend a rato van 25,00 euro de vierkante meter geveloppervlakte
zichtbaar vanop het openbaar domein, met een maximum van 1.250,00 euro per gebouw.
§2. Voor renovatiewerken aan een appartementsgebouw, waarvan de eigendomsverdeling is
geschied overeenkomstig artikel 577 bis van het burgerlijk wetboek, bedraagt de premie
eveneens 25,00 euro de vierkante meter geveloppervlakte met een maximum van 250,00 euro
per bouwlaag, ongeacht het aantal wooneenheden. De premie wordt uitbetaald aan de
vereniging van mede-eigenaars.
§ 3. De rechthebbenden van verscheidene gebouwen op het grondgebied van de stad
Oostende, kunnen per kalenderjaar voor maximum drie gebouwen die zij bezitten een aanvraag
tot premie indienen voor de renovatie van de gevels.
§ 4. Voor de restauratie van de gevels van panden die zijn opgenomen in het villaplan van de
stad Oostende of die als waardevol pand zijn opgetekend in de bijzondere plannen van aanleg
of in de ruimtelijke uitvoeringsplannen van de stad Oostende worden de voormelde
premiebedragen verdubbeld, voor zover de restauratie de verbetering of de instandhouding en
de verbetering beoogt van de beeldbepalende betekenis van het pand.
Deze regeling is van toepassing op alle aanvragen die worden ingediend vanaf 1 maart 2002.
Artikel 6
§.1. De verkrijger van de premie moet zich ertoe verbinden:
- de gevel(s) te onderhouden als een ‘goed huisvader’;
- gedurende 10 jaar na de datum van uitbetaling van de premie geen reclameborden aan te
brengen aan de delen van het gebouw waaraan betoelaagde werken werden uitgevoerd,
behoudens voorafgaande toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen.
§.2. De verkrijger van de premie moet zich ertoe verbinden om de tekst van §.1 van dit artikel
integraal op te nemen in alle akten houdende overdracht van het eigendomsrecht of enig ander
zakelijk recht met betrekking tot het gebouw of een gedeelte ervan dat voorwerp is van de
premie.
Artikel 7
Het reglement is niet van toepassing op die gebouwen die beschermd zijn volgens het gewijzigd
decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten.
Artikel 8
§.1. De aanvraag moet worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen vóór
de aanvang van de werken en dit door middel van een voorgeschreven formulier. Bij de
aanvraag moet een beschrijving en een raming van de werken worden gevoegd.
§.2. De werken mogen slechts aangevat worden nadat het College van Burgemeester en
Schepenen de premie principieel toegezegd heeft en nadat alle wettelijk vereiste vergunningen
werden bekomen.

§.3. De premie wordt definitief toegezegd na de voltooiing van de werken en voor zover uit een
onderzoek blijkt dat de werken zijn uitgevoerd volgens de beschrijving die werd gegeven bij de
aanvraag en volgens de regels van de kunst. Dit onderzoek moet aangevraagd worden door de
begunstigde van de premie binnen de maand nadat de werken zijn voltooid. Het onderzoek
inzake de uitgevoerde werken wordt verricht door de ambtenaren vermeld in sub. artikel 9 § 3
hierna. Na afloop van de werken moet er een score nul behaald worden inzake de gevel(s),
erkers en loggia’s op het technisch verslag dat wordt gebruikt bij de vaststelling van
verwaarlozing in uitvoering van het gewijzigd programmadecreet van 22 december 1995 van
de Vlaamse Regering, dit wil zeggen dat er geen enkel gebrek meer mag voorkomen aan de
gevels, erkers en loggia’s waaraan renovatie- en verfraaiingswerken zijn uitgevoerd.
§ 4. Binnen de twee maanden na het indienen van een aanvraag zal een principiële beslissing
genomen worden door het College van Burgemeester en Schepenen. De aanvrager wordt hiervan
schriftelijk in kennis gesteld. De uitbetaling van de premie geschiedt, nadat is voldaan aan de
voorwaarden gesteld in § 3 van dit artikel en § 4 van artikel 3, door overschrijving op een aan te
wijzen rekening die de begunstigde bij een financiële instelling heeft geopend of door middel van
een postassignatie.
Artikel 9
§.1. Dit reglement treedt in werking 5 dagen na de bekendmaking door aanplakking.
§.2. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit
reglement. Alle betwistingen inzake dit reglement worden autonoom beslecht door het College
van Burgemeester en Schepenen.
§.3. Het College van Burgemeester en Schepenen is bevoegd om alle onderzoeken te laten
verrichten om de verstrekte gegevens te controleren. Deze onderzoeken worden uitgevoerd
door de technische ambtenaren van de dienst Huisvesting van de stad Oostende. Weigering van
medewerking aan het onderzoek zal het verval van het recht op de premie met zich brengen.