Onderzoeksrapport --- Omgang met hoogbegaafde ... - Steffann
Onderzoeksrapport --- Omgang met hoogbegaafde ... - Steffann
Onderzoeksrapport --- Omgang met hoogbegaafde ... - Steffann
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Onderzoeksrapport</strong><br />
---<br />
<strong>Omgang</strong> <strong>met</strong><br />
<strong>hoogbegaafde</strong><br />
leerlingen op het<br />
regulier en speciaal<br />
onderwijs<br />
---<br />
Minor<br />
Onderwijskunde<br />
---<br />
januari 2011<br />
---<br />
Frank Dekkers<br />
Galina Oomen<br />
Eric <strong>Steffann</strong><br />
René Vaes<br />
1
VOORWOORD<br />
Dit onderzoeksrapport is geschreven voor een onderzoek naar een bepaald onderwerp<br />
in het onderwijs.<br />
Het rapport is bestemd voor Fontys Lerarenopleiding Tilburg.<br />
Het rapport is geschreven door vier studenten die allemaal de blokminor<br />
Onderwijskunde volgen.<br />
Tot slot wilde wij graag alle geïnterviewde personen bedanken voor het afnemen van<br />
een interview. Dankzij hen hebben wij dit onderzoek tot een goed resultaat weten te<br />
brengen.<br />
En in het speciaal willen wij Matthijs van den Ouden en Hans Schrijen bedanken voor de<br />
begeleiding van ons project.<br />
Frank, Galina, René en Eric<br />
Eindhoven, januari 2011<br />
3
INHOUD<br />
Voorwoord ......................................................................................................................................................... 3<br />
Inleiding .............................................................................................................................................................. 5<br />
Deelvragen ......................................................................................................................................................... 6<br />
Wat is hoogbegaafdheid en wat zijn de standaarden daarvan? ................................................ 6<br />
Hoe wordt hoogbegaafdheid ge<strong>met</strong>en? .............................................................................................. 8<br />
Welke moeilijkheden brengt hoogbegaafdheid <strong>met</strong> zich mee en hoe worden deze<br />
aangepakt? ..................................................................................................................................................... 9<br />
Hoe wordt er momenteel op reguliere en speciale basisscholen omgegaan <strong>met</strong><br />
hoogbegaafdheid? .................................................................................................................................... 12<br />
Onderzoeksresultaten ........................................................................................................................ 13<br />
Conclusies ............................................................................................................................................... 18<br />
Op welke manier moeten docenten rekening houden <strong>met</strong> het leerproces van<br />
<strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen in het reguliere basisonderwijs? ......................................................... 20<br />
Bronnen ............................................................................................................................................................ 21<br />
4
INLEIDING<br />
Hoogbegaafde mensen zijn slimmer dan de gemiddelde mens, halen hoge cijfers op<br />
school en kunnen feilloos multitasken. Om hoogbegaafd te zijn dien je meer kwaliteiten<br />
te hebben dan een goed stel hersens. In dit verslag zullen de volgende zaken aan bod<br />
komen: wat is hoogbegaafdheid en wat zijn de standaarden daarvan. Ook zal er aan bod<br />
komen hoe hoogbegaafdheid ge<strong>met</strong>en wordt.<br />
Voor dit onderzoek zijn acht mensen geïnterviewd. Al deze mensen zijn werkzaam in het<br />
basisonderwijs of hebben er een zeer nauwe verbondenheid mee. Vier personen hebben<br />
te maken <strong>met</strong> regulier basisonderwijs en vier personen richten zich op onderwijs voor<br />
kinderen die (hoog)begaafd zijn.<br />
Er zijn tijdens de interviews verschillende onderwerpen aan bod gekomen, waardoor er<br />
een beeld is ontstaan over de achtergrond, de eigen ervaring <strong>met</strong> (hoog)begaafde<br />
leerlingen en het beeld van wat de school te bieden heeft voor (hoog)begaafde<br />
leerlingen.<br />
In verband <strong>met</strong> privacy wordt er in dit rapport gesproken over persoon 1 t/m 8.<br />
Uit het onderzoek kan de hoofdvraag beantwoord worden. Doormiddel van deelvragen<br />
wordt de hoofdvraag beantwoord.<br />
De hoofdvraag van het onderzoek:<br />
Op welke manier moeten docenten rekening houden <strong>met</strong> het leerproces<br />
van <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen in het reguliere basisonderwijs?<br />
De deelvragen van het onderzoek:<br />
Wat is hoogbegaafdheid en wat zijn de standaarden daarvan?<br />
Hoe wordt hoogbegaafdheid ge<strong>met</strong>en?<br />
Welke moeilijkheden brengt hoogbegaafdheid <strong>met</strong> zich mee en hoe worden<br />
deze aangepakt?<br />
Hoe wordt er momenteel op reguliere basisscholen omgegaan <strong>met</strong><br />
hoogbegaafdheid?<br />
Hoe wordt er momenteel op speciale scholen voor <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen<br />
omgegaan <strong>met</strong> hoogbegaafdheid?<br />
5
DEELVRAGEN<br />
WAT IS HOOGBEGAAFDHEID EN WAT ZIJN DE STANDAARDEN DAARVAN?<br />
Volgens het drie ringen concept van Renzulli heeft iemand die hoogbegaafd is drie<br />
aspecten nodig om ergens in uit te kunnen blinken. Dat zijn: intelligentie (IQ),<br />
creativiteit en doorzettingsvermogen (motivatie). Iedereen bezit deze drie aspecten wel,<br />
maar vanaf wanneer kan er gezegd worden dat je hoogbegaafd bent. [1]<br />
Intelligentie wordt ge<strong>met</strong>en in intelligentie quotiënt (IQ). Volgens David Wechsler moet<br />
het IQ boven de 130 zijn wil er gezegd kunnen worden dat iemand hoogbegaafd is. Dit<br />
correspondeert <strong>met</strong> andere testen waar 136, 140 of 142 genoemd wordt.<br />
Uit het drie ringen concept van Renzulli is er te zien dat er ook creativiteit nodig is om<br />
hoogbegaafd te zijn. Creativiteit is over het algemeen gezegd het vermogen om iets<br />
nieuws te scheppen. Een creatief proces is in de volgende stadia te onderscheiden;<br />
probleemwaarneming, theoretiseren van het probleem, bedenken/zien van de oplossing<br />
en tenslotte het realiseren van de oplossing. Bij <strong>hoogbegaafde</strong> mensen is dit creatieve<br />
proces beter dan bij andere mensen.<br />
Naast intelligentie en creativiteit is er ook motivatie nodig om hoogbegaafd te zijn.<br />
Motivatie wil zeggen dat iemand een zeker doel wilt bereiken. Hoogbegaafde mensen<br />
hebben een hele sterke motivatie om nieuwe dingen te leren of om zich helemaal op een<br />
onderwerp te specialiseren.<br />
Hieronder staat een opsomming van kenmerken die te zien zijn bij <strong>hoogbegaafde</strong><br />
mensen.<br />
- leren makkelijk en snel doordat ze een goed concentratievermogen hebben en<br />
werken het liefst zelfstandig;<br />
- hebben een snelle taalontwikkeling;<br />
- zijn al jong goed in wiskunde;<br />
- kunnen problemen goed analyseren en maken grote denksprongen, uitgebreide<br />
instructies hebben ze dan ook niet nodig;<br />
- hebben een goed ontwikkeld geheugen;<br />
- doen dingen makkelijk tegelijk;<br />
- zijn vaak gemotiveerd, energiek, creatief en perfectionistisch;<br />
- denken al vroeg diep na over grote levensvragen en hebben al op jonge leeftijd<br />
een sterk bewustzijn (dat kan al op driejarige leeftijd zijn);<br />
- verwachten veel van zichzelf, <strong>met</strong> soms faalangst tot gevolg;<br />
- hebben apart gevoel voor humor;<br />
- zijn erg betrokken en beschikken over een groot empathisch vermogen;<br />
- zijn soms hoogsensitief;<br />
- hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel.<br />
Op jonge leeftijd kunnen kenmerken van hoogbegaafdheid al worden waargenomen.<br />
Vooral bij kleuters is het belangrijk hoe de omgeving reageert op deze kenmerken. Als<br />
6
dit niet goed gebeurt kunnen er grote problemen ontstaan. Allereerst staat er een<br />
opsomming van kenmerken die bij baby’s te zien zijn.<br />
- groter bij de geboorte;<br />
- onrustig;<br />
- alert;<br />
- snelle ontwikkeling;<br />
- aanhankelijk.<br />
Op een gegeven moment wordt het kind een peuter en zijn er andere kenmerken te zien,<br />
deze zijn hieronder opgesomd.<br />
- veeleisend;<br />
- ondernemend;<br />
- hecht waarde aan vaste patronen;<br />
- voorsprong op het gebied van kennis (cognitieve ontwikkelingsvoorsprong);<br />
- fijne motoriek;<br />
- speelt graag <strong>met</strong> oudere kinderen;<br />
- autodidact;<br />
- grote interesse voor alles wat zich in de nabije omgeving gebeurt.<br />
Daarna wordt het kind een kleuter en zijn er weer ander kenmerken te zien.<br />
- zichzelf leren schrijven, lezen en/of rekenen;<br />
- leren makkelijk en zijn leergierig;<br />
- fijne motoriek;<br />
- goed in taal;<br />
- veel energie en slapen weinig;<br />
- zijn perfectionistisch;<br />
- weinig uitleg en werken zelfstandig;<br />
- complexe opdrachten kunnen goed opgelost worden<br />
De bovengenoemde kenmerken zijn in verschillende leerstadia terug te zien. Ook geldt<br />
er dat niet alle kenmerken zichtbaar hoeven te zijn om hoogbegaafd te zijn. [2]<br />
De oorzaak van hoogbegaafdheid is erfelijkheid in combinatie <strong>met</strong> de invloed van de<br />
omgeving. Het hangt sterk af van de omgevingsinvloeden of hoogbegaafdheid zich kan<br />
manifesteren: het is namelijk altijd het resultaat van interactie tussen individu en de<br />
omgeving. Hoogbegaafdheid kan zich anders uiten mede door de omgeving,<br />
ontwikkeling en levenssituatie.<br />
7
HOE WORDT HOOGBEGAAFDHEID GEMETEN?<br />
Hoogbegaafdheid kan worden ge<strong>met</strong>en op verschillende manieren. Manieren zoals IQtest<br />
en observatie zijn twee bekende maatstaven voor hoogbegaafdheid. Door te <strong>met</strong>en<br />
kan men onderzoeken of een persoon hoogbegaafd is en hier rekening mee kan worden<br />
gehouden.<br />
De meest bekende manier om hoogbegaafdheid te <strong>met</strong>en is door middel van een IQ-test.<br />
Door een score te behalen van 130 of hoger bij de IQ-test is het mogelijk dat die persoon<br />
hoogbegaafd is. Er is ongeveer 2,5 procent van de bevolking die deze score kan halen .<br />
Een andere manier van <strong>met</strong>en is door te observeren. Echter is dit een lastiger middel<br />
dan een IQ-test af te leggen, omdat dit geen vaste meetwaarden heeft.<br />
Je kunt hoogbegaafdheid bij een leerling herkennen door onder andere te letten op de<br />
werk- en leerprestaties. Hoge prestaties zijn in het werken en leren kenmerkend voor<br />
hoogbegaafdheid. Ze zijn ook heel erg prestatiegericht dat soms leidt tot drang aan<br />
perfectionisme. Zelfstandig werken, goed geheugen, creatief en goed in veel vakken zijn<br />
ook kenmerken.<br />
Als men kiest voor een observatie <strong>met</strong>ing, dient men ook rekening te houden <strong>met</strong><br />
problemen. Zo kan een kind hoogbegaafd zijn, maar door het onderpresteren op school<br />
kan hoogbegaafdheid moeilijk waargenomen worden.<br />
Ook de Attention Deficit Hyperactivity Disorder (kortweg ADHD) stoornis speelt mee als<br />
probleem tijdens de <strong>met</strong>ingen. Omdat men bij hoogbegaafdheidonderzoek gaat kijken<br />
naar onder andere de concentratie van personen, kan ADHD als gedragsprobleem in de<br />
weg staan.<br />
Een <strong>hoogbegaafde</strong> dyslecticus (iemand die problemen heeft <strong>met</strong> leren lezen en<br />
schrijven) kan al heel vroeg zijn gaan spelen <strong>met</strong> letters en klanken, maar omdat in<br />
groep drie aandacht word besteed aan klanken aan tekens te koppelen maakt de<br />
persoon fouten. Hierdoor gaat de persoon niet goed vooruit <strong>met</strong> lezen en schrijven.<br />
Daardoor zal deze niet opvallen als <strong>hoogbegaafde</strong>.<br />
Het komt voor dat mensen er nog nooit aan gedacht hebben aan het feit dat ze<br />
hoogbegaafd zouden kunnen zijn. Ze ontdekken het op latere leeftijd door stil te staan in<br />
het beroep wat ze uitoefenen. Ze beginnen zich anders te voelen dan andere personen<br />
om zich heen. Of voelt zich niet goed begrepen door anderen. Vaak komen ze erachter<br />
door ergens de kenmerken te lezen en zich daar in kunnen bevestigen. [3] [4]<br />
8
WELKE MOEILIJKHEDEN BRENGT HOOGBEGAAFDHEID MET ZICH MEE EN<br />
HOE WORDEN DEZE AANGEPAKT?<br />
Hoogbegaafdheid hoeft niet gezien te worden als een probleem. Veel mensen zien het<br />
juist als een voordeel, maar het kan ook veel moeilijkheden <strong>met</strong> zich mee brengen.<br />
Hoogbegaafde leerlingen krijgen namelijk niet altijd de juiste begeleiding en het juiste<br />
onderwijsaanbod. Daardoor kunnen <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen zich ongelukkig en<br />
geïsoleerd voelen. Problemen die daardoor vaker voorkomen zijn verveling,<br />
perfectionisme, faalangst, onzekerheid en hyperactiviteit.<br />
Hoogbegaafde leerlingen worden ook vaker gepest, voelen zich eenzaam en kunnen<br />
problemen hebben <strong>met</strong> de sociaal-emotionele ontwikkeling.<br />
Hoogbegaafde leerlingen zijn allemaal verschillend en hebben daardoor ook allemaal<br />
verschillende problemen. Het duo Betts en Neihart hebben in 1988 een aantal<br />
verschillende profielen van <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen omschreven. Ze hebben 6 profielen<br />
geschetst. Het zouden er meer kunnen zijn, maar in ieder geval is het duidelijk dat er<br />
niet één profiel is voor een <strong>hoogbegaafde</strong> leerling maar meerdere:<br />
- De succesvolle leerling<br />
- De uitdagende leerling;<br />
- De onderduikende leerling;<br />
- De drop-out ook wel wegloper;<br />
- De leerling <strong>met</strong> leer- en/of gedragsproblemen;<br />
- De zelfstandige leerling.<br />
Betts en Neihart geven aan dat iedereen begint als de zelfstandige leerling, maar dat de<br />
omgeving zorgt voor veranderingen hierin.<br />
De zelfstandige leerling zit goed in zijn vel, presteert goed en is enthousiast. Hij heeft<br />
goede sociale vaardigheden en is zelfstandig.<br />
Het eerste afglijden zorgt voor ‘de succesvolle leerling’.<br />
De succesvolle leerling lijkt de ideale leerling, maar doet eigenlijk zichzelf constant te<br />
kort. Ze halen makkelijk goede punten, maar schuiven de eigen interesses aan de kant.<br />
Deze leerling is alleen niet zichzelf, wat natuurlijk kan zorgen voor problemen.<br />
De uitdagende leerlingen zijn over het algemeen jongens. Deze leerling weet alles en<br />
wil dat ook aan iedereen graag laten zien. Ook corrigeert hij de leraar als die iets verteld<br />
wat niet klopt. Deze leerlingen hebben vaak problemen <strong>met</strong> regels en zijn daarom vaak<br />
lastig om op te voeden. Daarnaast krijgen ze graag aandacht, maar doen dat vaak op een<br />
verkeerde manier.<br />
De onderduikende leerling probeert zo weinig mogelijk op te vallen en wil graag bij de<br />
rest horen. De resultaten vallen daardoor niet op en ze vermijden uitdagingen. Ze<br />
presteren vaak onder hun kunnen, maar bij IQ-testen scoren deze leerlingen juist vaak<br />
heel hoog. Dit komt omdat ze niet weten hoe ze hierbij gemiddeld kunnen presteren.<br />
9
De wegloper probeert onder het onderwijs uit te komen. Ze spijbelen veel en maken<br />
taken niet af, daarnaast denken ze vaak dat ze de uitleg van de leraar al kennen en zijn<br />
tijdens de les er niet <strong>met</strong> het hoofd bij. Deze leerlingen zijn erg kritisch op zichzelf en<br />
vinden nooit iets goed genoeg. Het is erg moeilijk om deze type leerling wel te motiveren<br />
voor school.<br />
Het laatste profiel is de leerling <strong>met</strong> leer- en gedragsproblemen. Ondanks dat ze<br />
hoogbegaafd zijn scoren ze erg laag. Dat heeft dan te maken <strong>met</strong> leer of<br />
gedragsproblemen die de leerling heeft, zoals ADHD, Dyslectie, autisme, handicap enz.<br />
Voor de leerling is het erg frustrerend dat het allemaal niet lukt en wordt vaak boos op<br />
de hele wereld. Vaak wordt dyslectie niet bij deze leerlingen ontdekt door de<br />
hoogbegaafdheid. Ze weten zich ondanks de dyslectie nog wel staande te houden.<br />
De moeilijkheden voor <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen op school wordt al een tijd onderzocht.<br />
De problemen die <strong>hoogbegaafde</strong> mensen hebben op het werk krijgt een stuk<br />
minderaandacht. Toch willen wij hier ook aandacht aan geven omdat deze problemen<br />
toch vrij serieus kunnen zijn.<br />
Mevrouw Nauta (bedrijfsarts en A&O psycholoog) en de heer Corten (bioloog/filosoof)<br />
hebben een mooi schema gemaakt waaruit blijkt welke problemen ontstaan op de<br />
werkvloer en hoe de <strong>hoogbegaafde</strong> persoon er tegenaan kijkt:<br />
Wat de werkomgeving signaleert Wat de medewerker zelf benoemt<br />
1 Veel conflicten <strong>met</strong> management en<br />
autoriteiten<br />
2 Slecht luisteren naar anderen<br />
3 Motieven moeilijk te plaatsen. Wat zit er<br />
toch achter?<br />
4 Slechte timing in bijv. vergaderingen<br />
5 Sterke pieken en dalen in functioneren,<br />
zonder aanwijsbare oorzaak<br />
6 Niet duidelijk waar medewerker het<br />
beste inzetbaar is, houdt zich <strong>met</strong> van<br />
alles bezig<br />
7 Geen doorzettingsvermogen en<br />
discipline<br />
Ik heb een groot rechtvaardigheidsgevoel<br />
Mijn ideeën worden niet begrepen, maar<br />
ik heb meestal gelijk<br />
Ik ben kennelijk bedreigend voor mijn<br />
collega’s<br />
Ik word aldoor tegengewerkt, wat gaat<br />
het allemaal langzaam<br />
Ik weet helemaal niet wat ik wil, ik vind<br />
haast alles interessant<br />
Ik ontvang weinig waardering, men ziet<br />
niet wat ik kan<br />
Ik ben snel afgeleid<br />
8 Is moeilijk benaderbaar, niet sociaal Ik heb een hekel aan social talk<br />
9 Stelt allerlei eisen over<br />
omgevingsfactoren<br />
Ik snap niet dat de rest in die herrie kan<br />
werken<br />
10
Hoogbegaafde werknemers zijn vaak niet bewust van hun eigen kunnen waardoor ze de<br />
collega als ‘dom’ beschouwen en gaan zich langzamerhand er aan ergeren. Sommige<br />
<strong>hoogbegaafde</strong> werknemers proberen zich erg aan te passen aan de werkomgeving<br />
waardoor ze ontevreden worden over het werk. Het is daarom dus belangrijk om te<br />
weten dat iemand hoogbegaafd is. Indien dat bekend is kan er rekening mee worden<br />
gehouden en kan zo’n werknemer beter functioneren.<br />
11
HOE WORDT ER MOMENTEEL OP REGULIERE EN SPECIALE BASISSCHOLEN<br />
OMGEGAAN MET HOOGBEGAAFDHEID?<br />
Op sociaal vlak hebben (hoog)begaafde kinderen vaak moeilijkheden. Op scholen moet<br />
daar rekening mee gehouden worden. Zo kan een sociogram (een schematische<br />
weergave van de sociale bindingen en relaties in een groep) goed laten zien hoe de<br />
leerlingen in de klas liggen. Wanneer daar aandachtspunten naar voren komen, doordat<br />
een kind niet goed ligt in de groep, moet daar actie op ondernomen worden.<br />
Hoogbegaafde kinderen die buiten de groep vallen zijn erg gebaat bij begeleiding op<br />
sociaal vlak. Ze moeten leren om <strong>met</strong> leeftijdsgenootjes om te gaan en samen mee te<br />
werken.<br />
Uit de theorie [5][6] , blijkt dat <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen een grote behoefte hebben aan<br />
verdieping van de stof. Ze kunnen meer informatie verwerken en dit moet dan ook<br />
aangeboden worden. Op verschillende scholen wordt dan ook een verdiepend<br />
programma aangeboden aan leerlingen voor wie het reguliere niveau te laag ligt. Een<br />
verdiepend programma houdt in dat er vanuit verschillende invalshoeken naar een<br />
thema gekeken kan worden. Hierdoor leren deze kinderen meer over het thema en<br />
wordt ook hun creativiteit geprikkeld. De leerlingen krijgen meer en uitgebreidere<br />
informatie en daardoor wordt de lesstof voor hun boeiender gemaakt.<br />
Ook het versnellen van de informatie die de leerlingen krijgen, heeft een positief effect<br />
op <strong>hoogbegaafde</strong> kinderen. Ze worden dan uitgedaagd om veel informatie goed en snel<br />
tot zich te nemen. Hierdoor blijven ze uitgedaagd worden op hun niveau en raken ze niet<br />
verveeld. Een effect hiervan is dat deze leerlingen ver voor gaan lopen op<br />
leeftijdsgenootjes en dus ook genoodzaakt zijn om één of meerdere klas(sen) over te<br />
slaan.<br />
Omdat een (hoog)begaafde leerling veel kan bereiken, moet er ook veel van deze leerling<br />
verwacht worden. Een leerling moet dan ook op het resultaat beoordeeld worden en<br />
daar mag kritisch mee omgegaan worden. Hierdoor wordt de leerling gestimuleerd om<br />
zo goed mogelijk te presteren, waardoor de prestaties ook in een stijgende lijn zullen<br />
geraken.<br />
12
ONDERZOEKSRESULTATEN<br />
ACHTERGRONDEN<br />
Alle personen hebben de PABO gedaan. De verschillen tussen de geïnterviewde<br />
personen zijn hieronder opgenoemd:<br />
Persoon 1: 31 jaar werkzaam in het onderwijs. En heeft nog scholing gevolgd, waar<br />
intern begeleider de grootste opleiding van was.<br />
Persoon 2: 17 jaar werkzaam in het onderwijs.<br />
Persoon 3: 10 jaar werkzaam in het onderwijs.<br />
Persoon 4: 26 jaar werkzaam in het onderwijs.<br />
Persoon 5: 6 jaar werkzaam geweest in het onderwijs. En heeft daarna de opleiding<br />
Pedago-gische Wetenschappen succesvol afgerond. Daarna is ze als orthopedagoge bij<br />
een scholenbestuur gaan werken en werkt nu fulltime als bovenschools orthopedagoge.<br />
Ook is ze dit jaar begonnen <strong>met</strong> plusklassen opzetten, waar ze één dag in de week werkt.<br />
Persoon 6: 16 jaar werkszaam in het onderwijs. Twee masters gevolgd aan Fontys Hogeschool,<br />
namelijk Coachend enoveren en Specialist voor (hoog)begaafden onderwijs. En<br />
houdt zich op dit moment bezig <strong>met</strong> Project Excellente leerling.<br />
Persoon 7: 26 jaar werkzaam in het onderwijs. Heeft de MOA (onderwijskunde 2 e<br />
graads) afgerond. Hierna is ze intern begeleider geworden en is uiteindelijk directrice<br />
geworden van een basisschool voor (hoog)begaafde leerlingen.<br />
Persoon 8: Master Special Educational Needs afgerond. Leerkracht geweest op een<br />
basisschool en nu leerkracht bovenschoolse plusklas en coördinator van een stichting<br />
voor (hoog)begaafde kinderen (Leonardo Stichting). Ook ouder van drie (hoog)begaafde<br />
kinderen, waarvan er nog twee op de basisschool zitten.<br />
EIGEN ERVARING MET (HOOG)BEGAAFDE KINDEREN<br />
Persoon 1 merkt op dat er de afgelopen jaren meer bekendheid is gekomen. Voorheen<br />
was er geen sprake van dat kinderen eventueel (hoog)begaafd konden zijn. Momenteel<br />
heeft deze persoon twee kinderen in de klas die (hoog)begaafd zijn, wat geïndiceerd is<br />
middels een IQ-test.<br />
Persoon 2 merkt aan leerlingen dat ze soms meer interesse hebben in bepaalde<br />
onderwerpen en ook het cognitieve niveau is vaak hoger. Hierbij gaat het vaak om<br />
kinderen die ‘makkelijk leren’, waarbij geen intelligentie test afgenomen is. De school<br />
mag dit ook niet zomaar doen geeft deze persoon aan. Het probleem waar hij tegenloopt,<br />
is dat de kinderen sociaal emotionele problemen kunnen hebben, doordat ze een klas<br />
overslaan en daardoor jong zijn vergeleken <strong>met</strong> klasgenootjes. Ook is het moeilijk om<br />
genoeg verdiepende stof aan te bieden om de leerlingen in hun behoeftes te voldoen.<br />
13
Persoon 3 weet niet of hij (hoog)begaafde kinderen in de klas heeft gehad, maar het is<br />
nooit vastgesteld. Hij heeft al wel eens bij een leerling willen laten vaststellen, maar daar<br />
bleek het niet het geval te zijn. Zijn ervaring is ook dat het moeilijk is om vast te stellen<br />
wanneer een kind (hoog)begaafd is en wanneer niet.<br />
Persoon 4 geeft aan nog nooit een kind in de klas gehad te hebben, waarvan was<br />
vastgesteld dat die (hoog)begaafd was. Wel heeft de persoon bijna ieder jaar één of<br />
meerdere kinderen die erg boven het gemiddelde niveau uitsteken. Ze geeft aan dat deze<br />
kinderen soms moeilijk te interesseren waren in opdrachten die ze al lang snapten, maar<br />
de rest van de klas nog niet.<br />
Persoon 5 heeft in haar acht jaar (hoog)begaafde leerlingen in de klas gehad. Ze kwam<br />
daarachter door reacties van kinderen, die informatie wisten te vertellen, wat boven de<br />
ontwikkeling en interesses van leeftijdsgenootjes uitsteeg. Haar ervaring is ook dat de<br />
leerlingen de lessen in de klas wel maken, maar pas wanneer ze uitgedaagd worden<br />
door middel van opdrachten op hun niveau, komt er motivatie en enthousiasme los bij<br />
kinderen die (hoog)begaafd zijn.<br />
Persoon 6 heeft een kind in de klas gehad die hoogbegaafd was. Doordat dit kind sociaal<br />
emotionele problemen had, heeft deze ook een tijdje thuis gezeten. Haar ervaring is dat<br />
dit kind zich erg snel aangevallen voelde, en toen het bij haar in de klas kwam, heeft ze<br />
dan ook een speciale band <strong>met</strong> hem opgebouwd, waardoor het kind zich beter in de klas<br />
voelde.<br />
Persoon 7 vindt dat hoogbegaafdheid moeilijk vast te stellen is. Ze heeft gemerkt dat<br />
kinderen die hoogbegaafd zouden kunnen zijn, vaak slecht presteren in de klas, omdat<br />
ze niet op willen vallen. Toen ze nog voor de klas stond, was ze zich er ook niet altijd<br />
bewust van dat ze eventueel <strong>hoogbegaafde</strong> kinderen in haar klas had.<br />
Persoon 8 heeft als ervaring dat hoogbegaafdheid niet altijd herkent wordt en ook dat<br />
leerkrachten er niet altijd goed weten hoe ze ermee om moeten gaan.<br />
14
WAT DOET DE SCHOOL/STICHTING/INSTELLING MET KINDEREN DIE<br />
(HOOG)BEGAAFD (KUNNEN) ZIJN?<br />
Persoon 1: Op de school waar ze werkzaam is wordt gewerkt <strong>met</strong> een protocol <strong>met</strong> als<br />
meetinstrument het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. Dit is een systeem<br />
wat hoogbegaafdheid bij kinderen identificeert en helpt bij de begeleiding van deze<br />
kinderen. Er wordt ook veel waarde aan gesprekken <strong>met</strong> ouders gehecht, vertelt deze<br />
leerkracht.<br />
Ze proberen de leerlingen te motiveren, geven complimenten en ondersteunen de<br />
leerling waar nodig. De kinderen die hoogbegaafd zijn uit haar klas, zijn ook dyslectisch.<br />
Hiervoor krijgen ze extra begeleiding op het gebied van technisch lezen en spelling. Deze<br />
aanpassing is ook voor kinderen die ‘alleen’ dyslectisch zijn. Één keer in de week wordt<br />
deze kinderen een programma aangeboden bij een externe stichting. Daar komen<br />
meerdere <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen en daar is er ruimte voor andere vakken, waaronder<br />
filosofie. De leerlingen kunnen dan contact hebben <strong>met</strong> andere kinderen die<br />
hoogbegaafd zijn, wat zij opmerkt als belangrijk. Op deze school hebben ze geen<br />
problemen gehad <strong>met</strong> kinderen die hoogbegaafd zijn.<br />
Persoon 2: Op zijn basisschool is er voor excellente leerlingen een Plus-Project. De lessen<br />
van dit project vallen binnen de schooltijden en houden in dat er stof wordt aangeboden<br />
op niveau voor deze leerlingen. Ook loopt er nog een ander project, wat hetzelfde<br />
inhoudt, maar al verder is wat betreft de ontwikkeling van het project zelf. De school<br />
financiert deze projecten en de leerlingen hebben zelf de keuze of ze hieraan mee willen<br />
doen of niet. Hij heeft ook gemerkt dat kinderen niet graag afgezonderd worden van de<br />
klas, wat hij ook een taak vindt van de leerkracht, om dat te voorkomen. De<br />
verrijkingsstof die aangeboden wordt op school is onder andere de verdiepingsstof die<br />
de leerlingen mee kunnen nemen van het project voor <strong>hoogbegaafde</strong> kinderen. Hierdoor<br />
kunnen de kinderen <strong>met</strong> de stof bezig blijven, net zoals hun klasgenoten, maar wel op<br />
eigen niveau.<br />
Hij heeft niet gemerkt dat er op school problemen waren rondom de kinderen die<br />
hoogbegaafd zijn. Wel merkt deze leerkracht op dat hoogbegaafdheid niet echt werd<br />
gezien toen hij net leerkracht was. Nu begint dat pas meer bekend te worden en ook<br />
les<strong>met</strong>hodes spelen erop in, door meer verdiepingsstof op te nemen in de opdrachten.<br />
Persoon 3: Op de basisschool waar deze leerkracht werkzaam is, is geen protocol voor<br />
kinderen die hoogbegaafd zijn. Hij vindt dat het basisonderwijs erop is gericht<br />
problemen op te lossen aan de onderkant en niet vanaf de bovenkant. Leerlingen die<br />
niet goed meekomen worden aangepakt en kinderen die boven het gemiddelde niveau<br />
uitsteken, wordt geen extra aandacht aan besteedt. Op deze school is geen extra<br />
verrijkingsstof aanwezig.<br />
Persoon 4: Sinds een paar jaar is er een plusklas waar kinderen die goed kunnen leren<br />
naartoe kunnen. Dit is buiten de reguliere lestijden en op vrijwillige basis. Ouders<br />
kunnen hun kind hiervoor opgeven en de school heeft <strong>met</strong> die stichting weinig contact.<br />
Binnen school wordt één keer in de week, binnen de schooltijden, een extra<br />
begeleidingsmoment gecreëerd, waarin leerlingen die ver bovengemiddeld presteren<br />
samenkomen, om zich te verdiepen in bepaalde onderwerpen. In de klas zelf probeert<br />
15
deze docente de leerlingen die snel hun werk af hebben, moeilijkere taken te geven<br />
(bijvoorbeeld uit boeken van hogere groepen) en als het kan kunnen ze werken aan<br />
werkstukken, waar de leerlingen dan hun uitdaging in kunnen vinden.<br />
Persoon 5: Bij de plusklas waar deze persoon werkzaam is, word gewerkt via een<br />
speciale visie, namelijk: ‘leren leren, leren denken, leren leven’ van Willy Peters. De<br />
leerlingen krijgen opdrachten die bijvoorbeeld inhouden dat ze een project moeten<br />
maken, ze verschillende oplossingen moeten bedenken en bijvoorbeeld ergens over<br />
moeten filosoferen. De onderwerpen sluiten aan bij de interesses van de (<strong>hoogbegaafde</strong>)<br />
leerlingen en ze proberen variatie in het aanbod van stof te verschaffen. Dat houdt de<br />
leerlingen gemotiveerd, geeft ze aan. Bij de plusklas wordt weinig verrijkingsstof<br />
aangeboden, omdat de kinderen er maar één dag in de week komen en ze ervan uit gaan<br />
dat de reguliere basisscholen gedurende de overblijvende vier dagen dit kunnen bieden.<br />
Zelf gaan ze meer in op vaardigheden van de reguliere leerkracht minder tijd of<br />
mogelijkheden voor heeft. In deze klassen leren de kinderen andere kinderen kennen<br />
die op een gelijk denkniveau zitten en leren ze ook hoe ze op een goede manier <strong>met</strong> hen<br />
kunnen samenwerken. Bij de stichting werkt een deskundige op het gebied van<br />
hoogbegaafdheid, die zorgt dat de afstemming tussen de plusklas en de reguliere klas tot<br />
stand wordt gebracht en adviseert scholen waar nodig.<br />
Persoon 6: Er is een stichting waar ze werkt die ervoor probeert te zorgen dat alle<br />
kinderen in hun eigen school passend onderwijs krijgen. Door leraren voor te lichten,<br />
leren zij hoogbegaafdheid herkennen en leren hoe ze er mee om kunnen gaan. Voor de<br />
leerlingen die (hoog)begaafd zijn, worden een aantal leerlingen van ongeveer dezelfde<br />
leeftijd in één groep gezet. Ze komen dan twee uur in de week bij elkaar, waarin ze<br />
uitgedaagd worden <strong>met</strong> moeilijke lesstof. Het project richt zich op de behoefte van het<br />
kind en probeert de kinderen te motiveren. Volgens haar vinden de kinderen het ook erg<br />
leuk en zien ze het als een uitdaging. Omdat deze stichting twee uur in de week bezig is,<br />
wordt er verwacht van scholen dat zij de benodigde verrijkingsstof bieden. De tijd dat de<br />
kinderen onder begeleiding van de stichting zijn, is echt bedoeld om de leerlingen <strong>met</strong><br />
andere lesstof uit te dagen.<br />
Persoon 7: Omgaan <strong>met</strong> <strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen is ‘een hele worsteling’ vindt ze. Ze<br />
geeft aan dat de kinderen verder ontwikkeld zijn dan andere kinderen en geprikkeld<br />
moeten blijven worden, om ze gemotiveerd te houden. Er worden op ‘haar’ school<br />
<strong>met</strong>hodes aan de kinderen aangeboden, waarin ‘moet-werk’ en ‘mag-werk’ is<br />
opgenomen. Na het ‘mag-werk’, kunnen kinderen nog verdieping zoeken in de lesstof,<br />
bijvoorbeeld door een excursie te regelen voor de klas. Wanneer kinderen zeer<br />
hoogbegaafd zijn, worden ze doorverwezen naar andere scholen. Verder geeft ze aan,<br />
dat er wel eens problemen zijn geweest <strong>met</strong> kinderen die hoogbegaafd zijn. De kinderen<br />
hebben naar haar inzicht de neiging om niet op te willen vallen in de klas, waardoor ze<br />
gaan onderpresteren en daardoor een onbegrepen gevoel krijgen.<br />
Persoon 8: Ze werkt bij een stichting voor <strong>hoogbegaafde</strong> kinderen. Die stichting<br />
ontwikkeld een speciaal onderwijsprogramma voor scholen voor leerlingen die<br />
hoogbegaafd zijn. Ze heeft zelf het idee dat kinderen die hoogbegaafd zijn, zich meer<br />
thuis voelen in aangepast onderwijs, omdat ze tussen ‘gelijksoortige’ kinderen zijn en de<br />
leerkrachten en de leeromgeving hun eigenheid erkent. Dit onderwijs is erop gefocust<br />
16
om via een ‘topdown’ manier lesstof aan te bieden. Zo leren de leerlingen eerst het doel<br />
en dan de weg ernaar toe. Ook leren de kinderen hoe ze moeten leren, omdat ze dit vaak<br />
nooit hebben hoeven te doen. De problemen die ze al is tegenkomen zijn voornamelijk<br />
rondom faalervaringen. De leerlingen hebben vaak nog weinig ervaring <strong>met</strong> zaken die ze<br />
niet weten, dus hebben ze de neiging dan te blokkeren. Ook is het moeilijk voor de<br />
leerlingen om iets af te maken, als ze de informatie al snappen. Deze persoon geeft aan<br />
daar ook aandacht aan te besteden tijdens de lessen.<br />
17
CONCLUSIES<br />
ACHTERGRONDEN<br />
Alle geïnterviewde personen hebben de PABO gevolgd en sommige zijn daarna nog<br />
verder gaan leren. Opvallend is dat alle personen die meer te maken hebben <strong>met</strong><br />
<strong>hoogbegaafde</strong> leerlingen, ook meer gericht onderwijs hiervoor hebben gevolgd.<br />
Hierdoor hebben zij meer zicht gekregen op de verschillen tussen leerlingen die<br />
gemiddeld scoren en leerlingen die (hoog)begaafd zijn, waardoor zij daar ook beter op<br />
in kunnen spelen.<br />
EIGEN ERVARING MET HOOGBEGAAFDE KINDEREN<br />
Van de groep van leerkrachten uit het reguliere onderwijs, is de ervaring <strong>met</strong><br />
hoogbegaafdheid minimaal. Dit onder andere door de onbekendheid van<br />
hoogbegaafdheid. De meesten geven ook aan dat er steeds meer bekendheid komt en dat<br />
er daardoor ook beter mee omgegaan kan worden. Zo worden er op reguliere<br />
basisscholen al vaak mogelijkheden aangeboden voor<br />
(hoog)begaafde leerlingen, via een binnenschoolse plusklas of een externe stichting of<br />
instantie. Ze lopen ook tegen bepaalde zaken aan, bijvoorbeeld dat wanneer een kind<br />
een klas overslaat, het kind sociaal gezien moeite kan hebben om een plek in de groep te<br />
vinden. Ook geven de leerkrachten aan dat het moeilijk is om een (hoog)begaafd kind te<br />
interesseren in zaken, die het al heel snel snapt. Ze raken sneller verveeld en dan is het<br />
moeilijk om verdiepende of verrijkende stof aan te blijven bieden. Ook komt er een<br />
aantal keer naar voor, dat de kinderen die erg begaafd zijn de neiging hebben om onder<br />
te presteren, omdat ze niet op willen vallen. Het is dan ook belangrijk dat leerkrachten in<br />
de gaten blijven houden of de leerlingen niet buiten de boot vallen of zich juist inhouden,<br />
om ‘erbij te horen’.<br />
De personen die te maken hebben <strong>met</strong> <strong>hoogbegaafde</strong> kinderen, bieden allemaal via hun<br />
werk, meer uitdaging voor de leerlingen. Ze worden uitgedaagd om over onderwerpen<br />
die hen interesseren meer te leren en een product neer te zetten, wat ze kunnen maken<br />
<strong>met</strong> kinderen <strong>met</strong> een gelijk denkniveau. De kinderen zijn dan onder ‘soortgenootjes’,<br />
wat ook als een belangrijk punt naar voren komt bij de resultaten. De kinderen voelen<br />
zich onderling meer begrepen en dagen elkaar uit, omdat ze elkaars denkniveau<br />
beheersen.<br />
18
WAT DOET DE SCHOOL/STICHTING/INSTELLING MET KINDEREN DIE HOOGBEGAAFD<br />
(KUNNEN) ZIJN?<br />
Op reguliere basisscholen wordt vaak extra stof aangeboden, wat de kinderen kunnen<br />
maken. Deze verrijkingsstof leidt ertoe dat kinderen bezig kunnen zijn <strong>met</strong> de stof, waar<br />
ook klasgenootjes mee bezig zijn, maar dan wel op hun eigen niveau. Hierdoor blijven de<br />
kinderen geprikkeld om meer te leren en te ontdekken. Bij de plusklassen of andere<br />
vormen van aangepast onderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen, gaat dit nog een stapje<br />
verder. De kinderen zijn daar <strong>met</strong> andere onderwerpen bezig die hen interesseren en<br />
leren ook hoe ze nieuwe dingen moeten leren. Ook wordt er door sommige instanties,<br />
aandacht besteedt aan hoe het kind op school ook genoeg interesse kan behouden in de<br />
stof.<br />
Al <strong>met</strong> al komt vooral naar voren dat kinderen die hoogbegaafd zijn in het reguliere<br />
basisonderwijs niet altijd herkent en erkent worden, omdat de leerkrachten er nog te<br />
weinig over weten. Dit begint wel beter te gaan en voorspelt dan ook veel goeds voor de<br />
toekomst. Bij de instanties die gericht zijn op (hoog)begaafde leerlingen, is deze<br />
bekendheid er al wel en wordt er ook veel aandacht besteed, aan het aanpassen van het<br />
lesaanbod aan de interesses en behoeften van de leerlingen.<br />
19
OP WELKE MANIER MOETEN DOCENTEN REKENING HOUDEN<br />
MET HET LEERPROCES VAN HOOGBEGAAFDE LEERLINGEN IN<br />
HET REGULIERE BASISONDERWIJS?<br />
Het regulier basisonderwijs moet zich beter verdiepen in hoogbegaafdheid. Doordat<br />
docenten meer afweten over hoe hoogbegaafdheid bij leerlingen uit, kunnen de<br />
desbetreffende docenten beter <strong>met</strong> deze moeilijkheid omgaan.<br />
20
[1] http://www.misd.net/Gifted/<br />
BRONNEN<br />
[2] http://www.informationeel.nl/hoogbegaafdheid/<br />
[3] http://www.platovisit.nl/ntk/hoogbegaafd.htm<br />
[4] http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoogbegaafdheid<br />
[5] http://www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/<br />
bijzondere-mensen/hoogbegaafd.html<br />
[6] Boek Hoogbegaafde kinderen thuis en op school(1995) van F.J. Monks,<br />
21