Belasting op de uithangborden, reclameborden, vlaggen, verlichte ...

Belasting op de uithangborden, reclameborden, vlaggen, verlichte uithangborden en lichtreclames,
uithangborden en reclames door lichtprojecties
De gemeenteraad in openbare zitting,
Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald het artikel 42;
Gelet op de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en
gemeentebelastingen, zoals gewijzigd door de artikelen 91 tot 94 van de wet van 15 maart 1999 betreffende
de beslechting van fiscale geschillen (B.S. 27/3/99);
Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken
(B.S. 27/3/99);
Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor
het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting
(B.S. 22/4/99);
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering van alle rendabele belastingen vergt;
Overwegende dat het uitzicht van onze dorpen en landelijke gebieden overschaduwd wordt door tal van
uithangborden, reclameborden, vlaggen, verlichte uithangborden of lichtreclames, uithangborden of reclames
door lichtprojectie met een rechtstreekse of onrechtstreekse commerciële bedoeling;
Overwegende dat voornoemde uithangborden, reclameborden, vlaggen, verlichte uithangborden of
lichtreclames, uithangborden of reclames door lichtprojectie, de esthetiek van onze leefgemeenschap niet
bevorderen;
BESLUIT:
Artikel 1: Ten gunste van de stad Damme wordt een jaarlijkse gemeentelijke belasting geheven, ingaande
op 1/1/2008 en eindigend op 31/12/2013, op de uithangborden, reclameborden, vlaggen,
verlichte uithangborden of lichtreclames, uithangborden of reclames door lichtprojectie,
geplaatst op het grondgebied van de stad. Hetzij geplaatst langs de openbare weg, hetzij
geplaatst in ruimten zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 2: a) Wordt beschouwd als een uithangbord:
Elke aanduiding, zelfs op papier of geschilderd, die op een bepaalde plaats is aangebracht en
die tot doel heeft aan het publiek de handel of nijverheid bekend te maken welke op een
bepaalde plaats uitgebaat wordt, het beroep dat er uitgeoefend wordt en, over het algemeen,
de activiteiten welke er plaats hebben.
a bis) Wordt beschouwd als een reclamebord:
Iedere constructie zichtbaar vanaf de openbare weg, ongeacht in welk materiaal deze
vervaardigd is, opgericht voor het aanbrengen van reclame. De reclame of de publiciteit die
hier wordt bedoeld, dient de belangen van de persoon die zijn bedrijvigheid elders
uitoefent dan op de plaats waar zij aangebracht is.
b) Wordt beschouwd als verlicht uithangbord of een lichtreclame:
Deze welke bestaan uit elementen die zelf licht kunnen uitstralen.
c) Wordt beschouwd als een uithangbord of reclame door lichtprojectie:
Deze welke door projectie van lichtstralen op een scherm (muur, doek) verwezenlijkt
worden.

Wanneer de uitbating wordt stopgezet, blijft de belasting op de uithangborden, de
reclameborden, de vlaggen, de verlichte uithangborden en de lichtreclames, de uithangborden en
reclames door lichtprojectie, verschuldigd tot op het ogenblik dat zij weggenomen zijn.
Artikel 3: Geen enkele belastingplichtige moet betalen voor de eerste 50 vierkante decimeter
uithangborden of reclameborden (éénmalig per belastingsplichtige).
Artikel 4: Vallen niet onder toepassing van deze belasting:
a) de uithangborden, reclameborden en aanplakbrieven toebehorend aan publiekrechtelijke
rechtspersonen en instellingen van openbaar nut (voor zover geen winstgevend doel wordt
nagestreefd);
b) de aan het zegelrecht ten bate van het Rijk onderworpen aanplakbiljetten;
c) de uithangborden, reclameborden, vlaggen, verlichte uithangborden of lichtreclames,
uithangborden of reclame door lichtprojectie, die zich binnen in de handelszaak bevinden;
d) de uithangborden, reclameborden, vlaggen, verlichte uithangborden of lichtreclames,
uithangborden of reclames door lichtprojecties, die worden opgericht na 1 december van het
begrotingsjaar;
e) de borden, die enkel en alleen worden gebruikt voor notariële aankondigingen;
f) de borden en vlaggen, die enkel en alleen worden gebruikt ter gelegenheid van wettelijke
voorziene verkiezingen;
g) de borden en vlaggen, alhoewel zichtbaar van op de openbare weg, geplaatst op
sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening;
h) de vermelding van de naam van de handelaar en van zijn nummer van het handelsregister, of
elke andere bij de wetten, decreten en verordeningen voorgeschreven vermelding, voor zover
deze geen oppervlakte beslaat van meer dan 50 vierkante decimeter.
i) het groene apothekerskruis (voor zover de apotheek wachtdiensten verzorgt).
Artikel 5: De belasting wordt vastgesteld:
a) voor uithangborden en reclameborden geplaatst langs muren, markiezen, balkons en
loggia’s op 5,00 euro per halve vierkante meter.
Elk gedeelte van een halve vierkante meter wordt beschouwd als een volledige halve
vierkante meter;
b) voor de verlichte uithangborden of lichtreclames en de uithangborden of reclames door
lichtprojecties op 0,25 euro per vierkante decimeter, met een minimum van 30,00 euro.
Elk gedeelte van een vierkante decimeter wordt beschouwd als een volledige vierkante
decimeter;
c) voor de andere kleine verlichte voorwerpen, zoals lantaarns en elektrische bollen, voor
zover deze publicitaire teksten of tekeningen vertonen, wordt een eenvormige taks van 2,5
euro per voorwerp aangerekend;
d) voor vlaggen, voor zover deze publicitaire teksten of tekeningen vertonen, wordt een
éénvormige taks van 10,00 euro per vlag aangerekend.
Artikel 6: De belastbare oppervlakte, waarbij elk voorwerp afzonderlijk wordt beschouwd, wordt berekend
als volgt:
a) indien het uithangbord, het reclamebord, het verlicht uithangbord of de lichtreclame, het
uithangbord of reclame door lichtprojectie, uit één enkel vlak bestaat: in functie van de
afmetingen van het dispositief dat het uithangbord, het reclamebord, het verlicht
uithangbord of lichtreclame, het uithangbord of reclame door lichtprojectie omvat, en indien

het bestaat uit een onregelmatig figuur, in functie van de kleinste regelmatige meetkundige
figuur waarin het dispositief kan gevat worden;
b) indien het uithangbord, het reclamebord, het verlicht uithangbord of de lichtreclame, het
uithangbord of reclame door lichtprojectie uit verscheidene vlakken bestaat: in functie
van de totale oppervlakte van alle vlakken die tegelijkertijd of achtereenvolgens zichtbaar
zijn;
c) indien het uithangbord, het reclamebord, het verlicht uithangbord of de lichtreclame, het
uithangbord of reclame door lichtprojectie uit een volume bestaat: het drievoud van het
product van de hoogte met de grootste breedte ervan.
Artikel 7: De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het ganse jaar, ongeacht de periode van uitbating,
en solidair te betalen door:
a) de eigenaar van het uithangbord, het reclamebord, het verlicht uithangbord of de
lichtreclame, het uithangbord of reclame door lichtprojectie;
b) de persoon die de activiteit uitoefent waarop het belastbaar voorwerp betrekking heeft;
c) de eigenaar van het gebouw waarop het uithangbord, het reclamebord, het verlicht
uithangbord of de lichtreclame, het uithangbord of reclame door lichtprojectie, is
aangebracht.
Artikel 8: De belasting is verschuldigd voor gans het jaar ongeacht het tijdstip in de loop van het
begrotingsjaar waarop het betrokken bord of de vlag wordt geplaatst, met uitzondering van
hetgeen is bepaald in het artikel 4 punt d.
Artikel 9: De belastbare elementen worden vastgesteld door het stadsbestuur. De belastingplichtigen of
hun vertegenwoordigers moeten te allen tijde op verzoek van de met de controle belaste persoon
van het stadsbestuur de nodige inlichtingen verstrekken.
Artikel 10: De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar
verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het
jaar dat volgt op het dienstjaar. De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden
na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet. De kohieren worden tegen ontvangstbewijs
toegezonden aan de met invordering belaste ontvanger die onverwijld instaat voor de
verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de
belastingplichtige. De rechten vastgesteld in de kohieren worden boekhoudkundig verbonden
aan de ontvangsten van het dienstjaar waarin zij uitvoerbaar werden verklaard.
Artikel 11: De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van
burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet worden gemotiveerd en schriftelijk
worden ingediend. Het bezwaar moet op straffe van verval, worden ingediend binnen een
termijn van zes maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn
vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 12: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24/12/1996, zoals gewijzigd door de
wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, zijn de bepalingen van
titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3
(onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 7 tot 10 (rechtsmiddelen;
invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en
voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het wetboek van de inkomstenbelastingen
1992 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek (betreft onder meer
de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op
de inkomsten betreffen.

Artikel 13: Indien tijdens het openbaar onderzoek de commodo et incommodo geen bezwaren
binnenkomen, wordt onderhavige beslissing als definitief aangenomen.
Artikel 14: Onderhavige beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden