Lesbrief 3

3
Onderdeel 1: Oefenen valtechnieken
Materiaal
» 4 dikke matten;
» 1 kast;
» 1 wandrek;
» 1 ringstel.
Leskaarten
Opzij vallen oefening 9 t/m 12;
Film
Behorende bij opzij vallen oefening 9 t/m 12.
Bekijk de film via deze link:
Valtechnieken 9 t/m 12
Bijlage
Leskaarten en plattegronden:
Deze zijn te vinden in bijlage 1.
A 1. Ga op de kast staan
B
2. Spring op de mat en hurk in bij de landing
C
D 3. Laat je op je zij op de mat vallen
o Houd je hoofd van de mat
o Rem veilig af met je rechterarm als je op je rechterzij terechtkomt
4. Kom weer overeind
5. Probeer een volgende keer op je andere zij terecht te komen
o Rem dan af met je linkerarm als je op je linkerzij terechtkomt
o Probeer het ook na verspringen of als je over een kast of bok springt
A
C
Oefening 9:
Springend
B
D
OPZIJ
Materiaal
Dikke mat
Kast
Oefening 10:
Geduwd
1. Maak een tweetal met een vriend(in)
2. Je vriend(in) duwt je speels tegen je schouder naar opzij
o Geef aan of je wilt dat er harder of zachter wordt geduwd
3. Laat je na elke duw veilig op je zij vallen
o Houd je hoofd van de mat
o Val op je zij, met je arm gestrekt langs je lichaam
o Rem op het juiste moment af
4. Degene die duwt, controleert telkens of je wel écht veilig valt
A 5. Laat je een duw geven vanuit kleermakerszit
B 6. Laat je een duw geven vanuit langzit (benen gestrekt naar voren)
C 7. Laat je een duw geven vanuit geknielde houding
A B C
OPZIJ
Materiaal
Dikke mat
Klein matje
Vriend(in)
Vervolg oefening zie achterzijde
Vervolg oefening 10:
Geduwd
D 8. Laat je een duw geven vanuit gehurkte houding
E 9. Laat je een duw geven vanuit staande positie
F
G 10. Laat je een duw geven vanuit lopende positie
o Gebruik hiervoor een dikke mat
H
D
Voorbereiding
Voor dit onderdeel dient u zich te verdiepen in
vier verschillende valoefeningen. Op de film is
goed te zien op welke wijze de valoefeningen
uitgevoerd dienen te worden. Het is belangrijk
dat u deze goed bestudeert voordat u
de les gaat geven. De leskaarten kunnen
worden meegenomen naar de gymzaal ter
verduidelijking voor de leerlingen.
Uitleg activiteit
Als leerkracht geeft u een duidelijk voorbeeld
van de valoefening. U laat per valmat zien
welke oefening uitgevoerd dient te worden.
Elke situatie heeft een andere oefening.
Maak tweetallen en verdeel deze over de
verschillende valmatten. De leerlingen voeren
de oefening uit, heeft iedereen de oefening op
de juiste manier uitgevoerd, dan draaien zij
door naar een andere mat en daarmee ook
een andere oefening. Op deze manier komen
de tweetallen langs elke situatie en hebben zij
alle vier de oefeningen behandeld. Per keer is
er één leerling per situatie aan het werk. De
wachtende leerlingen observeren en geven
aanwijzingen. Werkt u met vijf tweetallen, dan
kunt u het onderdeel “rust” toevoegen, het
tweetal wacht op de bank.
F G H
E
OPZIJ
Materiaal
Dikke mat
Klein matje
Vriend(in)
Oefening 11:
Van hoogte (wandrek)
1. Ga met beide benen op een lage sport van het wandrek staan
o Houd je met beide handen vast
A 2. Hurk wat in, draai en hang steeds verder naar opzij, naar de mat gericht
B 3. Laat je veilig met je zij op de mat vallen
o Houd daarbij je hoofd van de mat
o Steek je arm niet uit in de valrichting, maar rem er veilig mee af
A B
OPZIJ
Materiaal
Dikke mat
Wandrek
Oefening 12:
Van hoogte (ringen)
A 1 Ga op de dikke mat staan en pak de ringen vast
B 2. Zwaai aan de ringen…
C 3. …en laat los aan het einde van een voorzwaai…
o Draai daarbij je lichaam naar opzij, je zij naar de mat gericht
D 4. …zodat je veilig op je zij op de dikke mat landt
o Houd je hoofd van de mat
o Rem af met je armen, zoals je eerder hebt geleerd
A
C
B
D
OPZIJ
Materiaal
Dikke mat
Turnringen