THE GEVERS INFORMATION

GENERAL TERMS
for the performance of services by the members of the chamber of industrial
property attorneys (patents, trademarks and designs) of Belgium
ARTICLE 1 : MISSION
1.1. The industrial property attorney (IPA) advises, assists and
represents the principal, and draws up all of the documents
required for obtaining, maintaining, prosecuting or defending
industrial property rights, in Belgium and abroad.
1.2. The IPA shall only accept missions as specified in the
framework of item 1.1.
ARTICLE 2 : ATTITUDE
2.1. The IPA performs his professional functions with due
observance of the laws and regulations governing his profession
and he acts with dignity, conscientiously and with integrity.
2.2. The IPA observes professional secrecy and is attentive
regarding situations with conflicts of interest.
2.3. The IPA shall observe under any and all circumstances
the principles of prudence and of diligence required in the
safeguarding of the principal’s interests.
ARTICLE 3 : MANDATE
3.1. Any mandate given to an industrial property attorney
(IPA) shall be in writing. It will specify the name and the
capacity of the principal and the subject matter for which
it has been written.
3.2. The principal shall provide the IPA with all the
necessary information for ensuring that the instructions are
carried out correctly.
3.3. The IPA is obliged to use all the means necessary but
does not guarantee the result under the terms of article 3.7.
He can only be held responsible for the precise written
instructions in the documents received from the principal.
3.4. The IPA shall submit to the principal any document he
deems necessary to be signed.
3.5. The principal undertakes to respond with diligence to
all communication received from the IPA.
3.6. All communication originating from the IPA shall
be sent to the last known address of the principal. The
principal has to inform the IPA of any change of address
and/or of status. The IPA may not be held responsible for
any loss of rights if he has not been kept properly informed
about changes which have occurred.
3.7. Except in the case of fraud imputable to the IPA, the
responsibility for possible damage suffered by the principal
in particular in the event of loss of industrial property right,
for which the CPI could be directly or indirectly involved,
will not exceed the figure of two hundred and fifty thousand
euro, even in the event of serious fault by the CPI.
3.8. In the case of force majeure, whatsoever that may consist
of, the obligations of the principle will be suspended so long
as the event causing the force majeure endures.
ARTICLE 4 : COSTS AND FEES
4.1. Unless specified explicitly otherwise, any order for the services
commits its author (the principal) whether he is the beneficiary
of the service, the representative or the intermediary. If the debit
note is established in the name of a third party at principal’s
request, the principal is in any case responsible for payment
and, if the case arises, shall jointly pay with the third party.
4.2. At the request of the principal, the IPA will give, for information
only, estimates of the costs and services. They do not take into
account the variations which could occur, for example, comments
made by the administration or third party oppositions as well as
developments in the complexity of the matter involved.
4.3. The IPA has the right to request a retainer.
4.4. Debit notes shall be paid, upon receipt, into the account
of the IPA. In the case of late payment an interest rate and
recovering costs will be applied without notice as stipulated in
the law, currently the law of 2nd August 2002. Moreover, and by
right of penalty clause, all unpaid amount within the month will
be increased by an indemnity equal to 10%, with a minimum of
150 euro, and this without prejudice of the right of the IPA to
claim the full indemnity of its proven damage.
4.5. Any objection regarding debit notes shall be considered only
if an objection is received by registered letter within fourteen
days, at the latest, following the postal date of the debit note.
ARTICLE 5 : DEFAULT BY THE PRINCIPAL
Without affecting the content of article 4.4, in the event that
the principal has not respected his part of the agreement (for
example, an error in the payment of a debit note or information
requested not being supplied), the contract can be
terminated by the IPA eight days after giving notice where
there has not been any response, and without affecting the
IPA’s right to claim compensation.
ARTICLE 6 : BANKRUPTCY, INSOLVENCY
In every case where there is a change in the situation of
the principal, such as death, bankruptcy, dissolution or
modification to the principal’s business, or in any other
circumstances which could allow one to anticipate the
insolvency of the principal, the IPA has the right to require
immediate payment of the entire outstanding amount of all
invoices, regardless of their settlement date, or to require
an undertaking from the principal that they will fulfil their
obligations under terms of payment with the approval of
the IPA, without affecting the rights of the IPA to suspend or
cancel the execution of the contract.
ARTICLE 7 : LITIGATION
All litigation will fall exclusively under the jurisdiction
of Brussels or of the place of business of the IPA. The IPA
nevertheless reserves the right to submit the litigation to
tribunals at the headquarters of the principal. The laws of
Belgium will be applied.
GEVERS GROUP
BUREAU GEVERS
GEVERS & PARTNERS
GEVERS & VANDER HAEGHEN
GEVERS MARKS
GEVERS PATENTS
GEVERS & ASSOCIATES
BLOCH & GEVERS
ALGEMENE VOORWAARDEN
voor prestaties geleverd door leden van de kamer van raadgevers inzake
industriële eigendom (octrooien, merken en modellen) van België
ARTIKEL 1 : OPDRACHT
1.1. De raadgever inzake industriële eigendom (RIE) adviseert,
verschaft bijstand, vertegenwoordigt de opdrachtgever
(OG) en stelt alle documenten op die nodig zijn voor het
verkrij gen, handhaven, uitbaten of verdedigen van industriële
eigendomsrechten zowel in België als in het buitenland.1.2.
De RIE mag uitsluitend opdrachten aanvaarden die onder
punt 1.1. bepaald zijn.
ARTIKEL 2 : GEDRAGSLIJN
2.1. De RIE oefent zijn beroep uit te goeder trouw met
naleving van de wetten en reglementen die het regelen en
handelt waardig, plichtsbewust en rechtschapen.
2.2. De RIE neemt het beroepsgeheim in acht en is waakzaam
voor mogelijke belangenconflicten.
2.3. De RIE moet in alle omstandigheden de regels van
voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht nemen die vereist
zijn voor het vrijwaren van de belangen van de OG.
ARTIKEL 3 : MANDAAT
3.1. Elk mandaat dat aan een raadgever inzake industriële
eigendom (RIE) wordt gegeven, moet schriftelijk opgesteld zijn.
Het moet zowel de naam en de hoedanigheid van de lastgever
als het doel waarvoor het mandaat werd opgesteld, vermelden.
3.2. De opdrachtgever (OG) moet aan de RIE alle nodige informatie
bezorgen om een juiste uitvoering van het mandaat toe te laten.
3.3. De RIE heeft een middelenverbintenis; hij waarborgt niet het
resultaat. Hij kan slechts verantwoordelijk worden gesteld binnen de
grenzen van artikel 3.7 voor zover het de precieze instructies betreft
die schriftelijk voorkomen op de documenten ontvangen van de OG.
3.4. De RIE moet aan de OG elk document bezorgen waarvan hij de
ondertekening nodig acht.
3.5. De OG verbindt zich ertoe alle mededelingen van de RIE
zorgvuldig te beantwoorden.
3.6. Elke mededeling uitgaande van de RIE moet naar het laatst gekende
adres van de OG worden gestuurd. Deze laatste is verplicht de RIE op de
hoogte te brengen van elke wijziging van adres en/of statuut. De RIE kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van rechten indien hij
niet behoorlijk op de hoogte werd gebracht van opgetreden wijzigingen.
3.7. Behoudens opzet vanwege de RIE is de aansprakelijkheid ten
gevolge van eventueel door de OG geleden schade, onder meer in
geval van verlies van een industrieel eigendomsrecht, waarbij de
verantwoordelijkheid van de RIE rechtstreeks of onrechtstreeks kan
betrokken zijn, in ieder geval beperkt tot een bedrag van tweehonderdvijftigduizend
euro, en dit zelfs ingeval van zware fout van de RIE.
3.8. Gevallen van overmacht, welke ook, schorsen de verplichtingen
van de OG zolang de toestand van overmacht duurt.
ARTIKEL 4 : ONKOSTEN EN HONORARIA
4.1. Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, is de opsteller (de OG)
gebonden door elke prestatie-opdracht, ongeacht of hij begunstigde van
de prestatie, mandataris of tussenpersoon is. Indien de debetnota op
verzoek van de OG op naam van een derde wordt opgesteld, zal de OG
in ieder geval verantwoordelijk zijn voor de betaling en desgevallend
gehouden zijn tot betaling en dit solidair met deze derde.
4.2. Op vraag van de OG zal de RIE, ter aanwijzing, ramingen van
de kosten en prestaties verstrekken. Zij houden geen rekening met
mogelijke schommelingen, zoals, bijvoorbeeld, verhoging van
de officiële taksen, wijzigingen van de honoraria toegepast door
buitenlandse confraters, schommelingen van de wisselkoersen,
de kosten van intellectuele prestaties (bijv.: behandeling van
ambtelijke bezwaren of van het verzet van derden) evenmin als
met de ontwikkeling van de complexiteit van de betrokken zaak.
4.3. De RIE heeft het recht om een provisie te vragen.
4.4. De debetnota’s zijn contant betaalbaar op de rekening van de RIE.
Zij leveren van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling
een moratoire interest op, alsook invorderingskosten, zoals deze zijn
gestipuleerd door de wettelijke van kracht zijnde bepalingen, op dit
ogenblik de wet van 2 augustus 2002. Bovendien, en bij wijze van
boetebeding, zullen de sommen die na één maand onbetaald blijven
vermeerderd worden met een vergoeding van 10%, met een minimum
van 150 euro, en dit onverminderd het recht van de RIE om
volledige schadevergoeding te eisen voor zijn bewezen schade.
4.5. Elke betwisting met betrekking tot debetnota’s zal slechts
ontvankelijk zijn indien zij door middel van een aangetekende
brief uiterlijk veertien dagen na de verzendingsdatum van de betrokken
nota werd geformuleerd.
ARTIKEL 5 : NALATEN VAN DE OG
Onverminderd artikel 4.4, ingeval de OG welke ook van de
verbintenissen die op hem rusten niet nakomt (bijvoorbeeld:
in gebreke blijven van het voldoen van een debetnota, het niet
verschaffen van gevraagde informatie, …), kan de overeenkomst
worden ontbonden door de RIE 8 dagen na een ingebrekestelling
waaraan geen gevolg is gegeven, onverminderd
het recht van de RIE op een vergoeding.
ARTIKEL 6 : FAILLISSEMENT, INSOLVABILITEIT
In alle gevallen waarin de situatie van de OG verandert, zoals overlijden,
faillissement, ontbinding of wijziging van de onderneming van de OG,
of van enig ander feit dat kan doen vrezen voor insolvabiliteit van de
OG, heeft de RIE het recht de onmiddellijke betaling te eisen van het
geheel van de verschuldigde sommen/ van alle debetnota’s, zelfs voor
hun vervaldatum, of voor de goede uitvoering van de verbintenissen
waarborgen te vragen die aan de RIE zullen worden voorgelegd ter
goedkeuring, onverminderd het recht van de RIE om de uitvoering van
de overeenkomst op te schorten of deze te ontbinden.
ARTIKEL 7 : GESCHILLEN
Voor alle geschillen zullen uitsluitend de rechtbanken van Brussel of
de plaats van de vestiging van de RIE bevoegd zijn. De RIE behoudt
zich echter het recht voor om het geschil voor de rechtbanken te
brengen van de zetel van de OG. Het belgisch recht is van toepassing.
Patent and/or Trade Mark Attorneys :
Raymond Bindels
Gérard Bloch
Kris Bonnarens
Christoph Bourgeois
Marc Bruers
Hanne Callewaert
Rodrigo Calvo de Nó
Pierre Claeys
Charlotte Cosyns
Ludivine Coulon
Donatienne Croonenberghs
Daniel David
Philippe De Bock
Johan Dedeckel
Bram Dejan
Audrey Delhaye
Roland De Meersman
Aubin de Perthuis
Carole De Roeck
Tom Desot
Candice De Wandeleer
Linda Driesen
Christophe Du Jardin
Christophe Dupont
Patrice Durand
Jurgen Duyver
Alain Englebert
Claire Fobe
Jessica Gautier
Karen Geerts
Benjamin Gevers
Florent Gevers
François Gevers
CONDITIONS GENERALES
pour prestations rendues par des membres de la chambre des conseils en
propriéte industrielle (brevets, marques et modèles) de Belgique
ARTICLE 1 : MISSION
1.1. Le conseil en propriété industrielle (CPI) conseille,
assiste, représente le donneur d’ordre (DO) et rédige tous
documents nécessaires en vue de l’obtention, du maintien,
de l’exploitation ou de la défense des droits de propriété
industrielle tant en Belgique qu’à l’étranger.
1.2. Le CPI ne peut accepter que des missions précisées dans
le cadre du point 1.1.
ARTICLE 2 : ATTITUDE
2.1. Le CPI exerce sa profession de bonne foi, dans le respect
des lois et des règlements qui la régissent, et agit avec dignité,
conscience et probité.
2.2. Le CPI observe le secret professionnel et est attentif aux
situations de conflits d’intérêts.
2.3. Le CPI doit en toute circonstance observer les règles de prudence
et de diligence qu’impose la sauvegarde des intérêts du DO.
ARTICLE 3 : MANDAT
3.1. Tout mandat donné à un conseil en propriété industrielle
(CPI) doit être écrit. Il doit préciser les nom et qualité du mandant
et l’objet pour lequel il est établi.
3.2. Le donneur d’ordre (DO) doit fournir au CPI toutes les informations
nécessaires pour permettre une exécution correcte du mandat.
3.3. Le CPI a une obligation de moyens ; il ne garantit pas le
résultat. Il ne pourra être tenu responsable dans les limites de
l’article 3.7 que pour ce qui concerne les instructions précises
figurant par écrit sur les documents reçus du DO.
3.4. Le CPI soumettra au DO tout document qu’il juge nécessaire
à faire signer.
3.5. Le DO s’engage à répondre avec diligence à toutes les
communications du CPI.
3.6. Toute communication émanant du CPI sera envoyée à la
dernière adresse connue du DO. Celui-ci est tenu d’informer
le CPI de tout changement d’adresse et/ou de statut. Le CPI ne
pourra être tenu responsable pour des pertes de droits s’il n’a
pas été dûment tenu au courant de changements intervenus.
3.7. Sauf cas de dol imputable au CPI, la responsabilité du fait
des dommages éventuellement subis par le DO, notamment en
cas de perte d’un droit de propriété industrielle, pour laquelle
le CPI pourrait directement ou indirectement être impliqué, ne
pourra en aucun cas excéder un montant de deux cent cinquante
mille euros, et ce même en cas de faute lourde du CPI.
3.8. Les cas de force majeure, quels qu’ils soient, suspendent
les obligations du DO aussi longtemps que durera l’événement
de force majeure.
ARTICLE 4 : FRAIS ET HONORAIRES
4.1. Sauf stipulation contraire expresse en ce sens, tout ordre
de prestation engage son auteur (le DO), qu’il soit bénéficiaire
de la prestation, mandataire ou intermédiaire. Si la note de
débit est établie au nom d’un tiers à la demande du DO, ce
dernier sera en tout état de cause responsable du paiement et le
cas échéant tenu de payer et ce solidairement avec ce tiers.
4.2. A la demande du DO, le CPI donnera, à titre indicatif, des
estimations des frais et des prestations. Elles ne tiennent pas
compte des variations qui pourraient intervenir telles, par exemple,
les augmentations de taxes officielles, les modifications des honoraires
pratiqués par les confrères étrangers, les variations des taux
de change, le coût des prestations intellectuelles (ex.: traitement des
remarques des administrations ou des oppositions des tiers) ainsi
que le développement de la complexité de l’affaire en cause.
4.3. Le CPI est en droit de demander une provision.
4.4. Les notes de débit sont payables au grand comptant,
sur le compte du CPI. Elles porteront de plein droit, et
sans mise en demeure préalable, un intérêt de retard et
des frais de recouvrement tels qu’ils sont stipulés par les
dispositions légales en vigueur, actuellement la loi du 2 août
2002. En outre, et à titre de clause pénale, toutes sommes
impayées dans le mois seront majorées d’une indemnité
égale à 10% avec un minimum de 150 euros, et ce sans
préjudice du droit du CPI de réclamer l’indemnisation
intégrale de son dommage prouvé.
4.5. Toute contestation concernant les notes de débit ne sera
recevable que si elle a été formulée par lettre recommandée au plus
tard quatorze jours après la date d’envoi de la note en question.
ARTICLE 5 : MANQUEMENTS DU DO
Sans préjudice des dispositions de l’article 4.4. dans le cas
où le DO ne respecterait pas l’un des quelconques engagements
qui lui incombent (par exemple défaut de règlement
d’une note de débit, non communication d’information
demandée,…) le contrat pourra être résilié par le CPI 8 jours
après mise en demeure restée sans effet, sans préjudice du
droit du CPI à une indemnisation.
ARTICLE 6 : FAILLITE, INSOLVABILITÉ
Dans tous les cas de changement de la situation du DO,
tel que décès, faillite, dissolution ou modification de
l’entreprise du DO, ou de tout autre fait pouvant laisser
prévoir l’insolvabilité du DO, le CPI a le droit d’exiger
le paiement immédiat de la totalité des sommes dues/de
toutes les notes de débit, même avant leur échéance, ou
de demander des garanties de la bonne exécution des
engagements qui seront soumises à l’approbation du CPI,
sans préjudice du droit du CPI de suspendre l’exécution du
contrat ou de le résilier.
ARTICLE 7 : LITIGE
Tout litige sera de la compétence exclusive des juridictions
de Bruxelles ou du siège du CPI. Le CPI se réserve cependant
le droit de soumettre le litige aux tribunaux du siège du DO.
Le droit belge est applicable.
Karolien Goethals
Annick Hagenaers
Dominique Hubart
Gert Jacobs
Lidy-Anne Jeswiet
Mounir Kadjaj
Yves Lagae
Roland Lapoux
Georges Leherte*
Kristin Lievens
Bénédicte Linden
Marie-José Luys
Dominique Marloye
Guillaume Milcent
Joost Muylle
Sandra R. Paulsson
Yannick Philippaerts
Jean L. Pire
Céline Pires
Andries Quataert
Claude Quintelier
Yves Roland
Steven Sarlet
Yvon Schmitz
Marika Simar
Bernadette Tshiebue
Sophie van Galen
Thomas Van Herzele
Joseph Van Reet
Bart Verhelst
Sabine Vermerre
Alexander D. von
Franquemont
(*) Consultant