Download Bestand - Acon BV

Acon B.V. 

T.a.v. heer M. van Thulden 

Handelsweg 8 

8152 BN Lemelerveld 

Amsterdam – Heeswijk – Groningen, 21 februari 2013 

Behandeld door : GVR 

Onze ref. : 412027 

Projectnaam : Ketenanalyse ProRail waarschuwingsborden 

Betreft : Ketenanalyse ProRail waarschuwingsborden 

Geachte heer Van Thulden, 

Hierbij doen we u de voorlopige rapportage toekomen inzake de ketenanalyse van een 

ProRail waarschuwingsbord. 

Indien u vragen of opmerkingen over de rapportage heeft, kunt u te allen tijde contact met 

ons opnemen. Voor vragen over eventuele aanvullende diensten betreffende duurzaamheid 

of andere expertises kunt u tevens bij ons terecht. 

Erop vertrouwende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd, verblijven wij. 

Met vriendelijke groet, 

Search Consultancy B.V. 

Gert-Jan Vroege

Rapportage 

ProRail Waarschuwingsbord 

i.o.v. Acon BV

Onderzoeksgegevens 

Soort onderzoek CO2 Ketenanalyse 

Projectlocatie Acon te Lemelerveld 

Projectnummer 412027 

Looptijd project Augustus 2012 – december 2012 

Opdrachtgever 

Opdrachtgever Acon BV 

Contactpersoon Heer M. van Thulden 

Postadres Handelsweg 8 

Postcode en plaats 8152 BN Lemelerveld 

Telefoonnummer 0572-372378 

Opdrachtnemer 

Opdrachtnemer Search Consultancy B.V. 

Contactpersoon Gert-Jan Vroege 

Bezoekadres Meerstraat 2 

Postcode en plaats 5473 ZH Heeswijk 

Telefoonnummer 0413-241666 

Faxnummer 0413-241667 

Website www.searchbv.nl 

E-mail consultancy@searchbv.nl 

Colofon Rapportage 

Opgesteld door Drs. Ing. W.B.R Weening 

Gecontroleerd door Ir. G.J.S. Vroege 

Datum 24-12-2012 

I 

Rapportage ketenanalyse Hekwerk 

Projectnummer: 412027 

Opdrachtgever: Acon BV

INHOUD 

1. Inleiding ....................................................................................................................... 1 

1.1. Algemeen ................................................................................................................. 1 

1.2. Opdrachtformulering ................................................................................................. 1 

1.3. Doelstelling van het onderzoek ................................................................................. 2 

1.4. Uitgangspunten ........................................................................................................ 2 

1.5. Funtionele eenheid ................................................................................................... 3 

1.6. Projectafbakening ..................................................................................................... 3 

1.7. Opbouw van het rapport ........................................................................................... 3 

2. BESCHRIJVING product en procesfases .................................................................. 4 

2.1. Inleiding .................................................................................................................... 4 

2.2. Bouwproduct en procesfasen ................................................................................... 4 

Processtappen aluminium onderdelen ...................................................................... 6 

2.4. Processtappen RVS bevestigingsmaterialen ............................................................ 7 

2.5. Identificatie van ketenpartners in bovengenoemd proces.......................................... 8 

3. Resultaten .................................................................................................................... 9 

3.1. Inleiding .................................................................................................................... 9 

3.2. Basissituatie aluminium bord .................................................................................... 9 

3.3. Vergelijkende scenario ........................................................................................... 10 

3.4. Dataonzekerheden ................................................................................................. 11 

3.5. Andere vergelijkbare ketenanalyses ....................................................................... 11 

4. Conclusies en aanbevelingen .................................................................................. 12 

4.1. Conclusies en aanbevelingen ................................................................................. 12 

Bronvermelding .................................................................................................................. 13 

II 

Rapportage ketenanalyse Hekwerk 



1. INLEIDING 

1.1. Algemeen 

Sinds 1 december 2009 is de CO2 prestatieladder geïntroduceerd door ProRail. Op 16 maart 

2011 heeft SKAO (Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen) de ontwikkeling 

van de CO2 prestatieladder overgenomen. Met het systeem kunnen organisaties hun 

leveranciers die klimaatbewust produceren stimuleren en belonen. De CO2-prestatieladder 

onderscheidt zes niveaus, opklimmend van 0 naar 5. Hoe hoger de aanbestedende partij 

zich op de ladder bevindt, hoe meer voordeel die partij krijgt bij de gunningafweging. Stam & 

Co Infratechniek B.V. (hierna Stam & Co) wil zich op korte termijn laten certificeren voor 

niveau 5 van de CO2-prestatieladder. Deze ketenanalyse is één van de stappen die 

ondernomen moeten worden om dit niveau te bereiken. 

1.2. Opdrachtformulering 

Om niveau 5 van de ProRail CO2-prestatieladder te bereiken, dienen ook aan de eisen van 

niveau 4 voldaan te worden. Eén van de eisen hierbij is dat de emissies van twee relevante 

ketens of activiteiten welke onder Scope 3 in het scopediagram (fig. 1.1). vallen in kaart 

worden gebracht. Dit rapport beschrijft de resultaten van één van deze ketenanalyses. 

Figuur 1.1 Scopediagram (bron: ProRail) 

Binnen het GHG-protocol en ISO14064-1 is een methode beschreven waarop deze scope 3 

uitstoot in kaart kan worden gebracht. Binnen de ProRail CO2-prestatieladder is deze 

methodiek verplicht bij het bepalen van de scope 3 uitstoot. 

De methodiek bestaat uit vier stappen: 

1) Het op hoofdlijnen in kaart brengen van de waardeketen 

2) Het bepalen van de relevante scope 3 emissiebronnen 

3) Het identificeren van de partners binnen de keten 

4) Het kwantificeren van de data vallende binnen de grenzen van scope 3 

1 

Rapportage ProRail waarschuwingsbord 



Voor de keuze van de meest relevante scope 3 emissiebron is de omzet van Acon als 

uitgangspunt genomen. Het hekwerk waar deze bordjes aan bevestigd worden zorgt voor 

een grote bijdrage in de totale omzet van Acon. Deze hekwerken worden geplaatst in 

opdracht van ProRail en dienen voor de afscherming van het spoor. 

De proces-keten van de waarschuwingsborden blijkt goed aan de criteria van het GHGprotocol 

te voldoen. 

Tabel 1.1 Criteria GHG protocol 

Relevantie Groot Het plaatsen van het hekwerk waar deze 

borden onderdeel van uitmaken is een 

belangrijk deel van de omzet en 

werkvoorziening binnen Acon. 

Mogelijkheden voor kostenbesparing Matig Door de gehanteerde eisen van ProRail is er 

weinig speelruimte in het ontwerp. Echter in 

de materiaalkeuze is een eigen keuze 

mogelijk. 

Het voorhanden zijn van betrouwbare 

informatie 

Potentiële reductiebronnen 

Groot Er is direct contact mogelijk met de 

leverancier en met de gebruiker van de 

bordjes. 

Matig Mogelijke reductie door gebruik te maken 

van een ander materiaal voor het ontwerp 

van de borden 

Beïnvloedingsmogelijkheden Matig Acon kan een beperkte invloed uitoefenen 

op de keten door keuzes te maken en 

contact te houden met leveranciers. 

Daarnaast valt de keten in de categorie: “Extraction and production of purchased materials 

and fuels”. Volgens de eisen van ProRail dient de analyse minstens een activiteit of keten 

van activiteiten uit deze categorie te omvatten. 

Om bovengenoemde redenen heeft Acon B.V. aan Search Consultancy B.V. de opdracht 

gegeven om een ketenanalyse van Acon waarschuwingsbord te vervaardigen. 

1.3. Doelstelling van het onderzoek 

Uit het onderzoek moet naar voren komen wat de CO2 uitstoot is van een aluminium 

waarschuwingsbord voor een periode van 10 jaar. 

Ter vergelijking is er ook een footprint opgesteld voor eenzelfde bord, maar dan vervaardigt 

in hdpe. Dit alternatieve scenario wordt niet meegenomen in de procesketen (hoofdstuk 2), 

maar dient voornamelijk als vergelijking en is dan ook in de conclusies meegenomen. 

1.4. Uitgangspunten 

Voor het maken van deze ketenanalyse zijn de volgende bronnen toegepast: 

Overleg met projectleiding Acon 

E-mail opgaven van Acon 

2 




Er wordt gebruik gemaakt van Ecoinvent database 2.2 april 2010 

Er wordt gebruik gemaakt van gegevens van de nationale milieudatabase versie 

november 2012 

1.5. Funtionele eenheid 

Als functionele eenheid is gekozen voor de berekening van de emissie van één 

waarschuwings bord van 300 x 200 x 2 mm. De eis is dat iedere 200 meter één bord wordt 

opgehangen. 

De norm van ProRail voor de levensduur van dit type bordje is 10 jaar. Deze borden worden 

één keer per jaar gereinigd. 

1.6. Projectafbakening 

De ketenanalyse van het hekwerk vindt plaats conform NEN 8006 Milieugegevens van 

bouwmaterialen, bouwproducten en bouwelementen voor opname in een milieuverklaring – 

bepalingsmethode volgens de levenscyclusanalysemethode. De NEN 8006 is dan ook de 

basis voor de systeemgrenzen van de ketenanalyse. 

1.7. Opbouw van het rapport 

Dit voorliggende rapport is als volgt ingedeeld: 

Hoofdstuk 2 beschrijft de uitgangspunten voor de berekening 

Hoofdstuk 3 behandelt de resultaten van het onderzoek 

Tot slot geeft hoofdstuk 4 de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek. 

3 




2. BESCHRIJVING PRODUCT EN PROCESFASES 

2.1. Inleiding 

Voor deze ketenanalyse is een ProRail waarschuwingsbord (hierna te noemen ‘bord’) van 

Acon BV behandeld. Deze borden dienen als waarschuwing en worden gemonteerd aan de 

hekken die geleverd worden in opdracht van ProRail. Deze hekken moeten er voor zorgen 

dat er geen onbevoegden toegang krijgen tot het spoor. In dit hoofdstuk worden het 

bouwproduct en de verschillende fases gedurende de levensloop van het bouwproduct 

beschreven. 

2.2. Bouwproduct en procesfasen 

Het bord wordt vervaardigd van 

aluminium en wordt opgeleverd 

in twee maten, afhankelijk van 

de tekst: 

300 x 200 x 2 mm 

300 x 250 x 2 mm 

Voor dit onderzoek is het bord 

met de afmetingen van 300 x 

200 x 2 mm als uitgangspunt 

genomen 

Figuur 2.1: Hekwerk met een bord bevestigd 

In het bord zijn 4 uitsparingen 

gemaakt van 5 mm in diameter 

voor de bevestiging aan het 

hekwerk. Alle technische eisen 

zijn opgesteld door ProRail en weergegeven in het document: RLN00225. 

Figuur 2.2 schematische weergave van het bord 

Het bord wordt gemonteerd tijdens het plaatsen van 

het hekwerk. Voor de montage worden RVS bouten 

en moeren gebruikt en aluminium strips van 

ongeveer 3 mm breedte. 

De borden worden één keer per jaar schoongemaakt. 

4 




Figuur 2.3 Procesfasen bord 

Productie 

aluminium 

Winning bauxiet 

Halffabrikaat 

Processen 

producent 

Transport 

Bouw 

Onderhoud 

Sloop 

Verwerking 

x kg bauxiet 

Transport 

Productie aluminium 

x kg 

aluminium 

Sheetrolling 

aluminium 

x stuks 

aluminium 

platen 

Zagen, 

zeefdrukken, 

lakken borden 

Transport naar Acon 

5% stortafval 

aluminium 

Recycling 

y kg gerycled 

aluminium 

Transport naar 

leverancier 

monteren bord op 

hekwerkdoor Acon 

Storten 

Transport naar 

aluminium 

verwerkingsfabriek 

Gebruiksfase door Prorail 

Transport 

naar stort 

Sloop 

Zagen, lakken 

bevestigingsstrips 

95% recylcebaar 

aluminium afval 

5 

Winning ijzererts 

x kg staal 

Productie RVS 

y kg RVS 

7% stortafval 

staal 

Storten 

Transport 

Extrusie staal 

x stuks stalen 

x x sx 

profielen 

Frezen RVS 

moeren en 

bouten 

Transport 

naar stort 

Recycling 

y kg gerycled 

staal 

Productie 

RVS 

Transport naar staal 

verwerkingsfabriek 

Transport naar Acon 

93% recylcebaar 

staal afval 




Al deze stappen leveren een CO2 belasting op, welke meegenomen wordt in de 

ketenanalyse. In de volgende paragrafen worden deze processtappen nader omschreven. 

Processtappen aluminium onderdelen 

Productie aluminium halffabricaten (platen) 

6 




Productie van aluminium bord en bevestigingsstrip 

Bij de leverancier van de borden (Kochel Reclame in Ommen) worden de aluminium platen 

gezaagd, en verder gepoedercoat en gelakt. Tevens worden hier 4 boorgaten in aangebracht 

voor de montage. De bevestigingsstrips worden gezaagd en gepoedercoat. Aangezien het 

zagen en zeefdrukken een zeer lage bijdrage heeft aan de totale uitstoot is deze (conform 

NEN 8006) niet meegenomen in de berekening. 

Montage bord 

Acon draagt er verder zorg voor dat de borden gemonteerd worden op de eindbestemming. 

Omdat het monteren van het bord een onderdeel vormt van het plaatsen van het hekwerk 

zijn hiervoor geen emissies meegenomen. Handelingen die een uitstoot kunnen vormen, 

bijvoorbeeld het transport van de medewerkers en onderdelen naar de plek van montage, 

zijn immers een onderdeel van de montage van het hekwerk ongeacht of hier borden op 

worden gemonteerd. 

Gebruik door ProRail 

ProRail draagt er zorg voor dat de bordjes 1 keer per jaar worden gereinigd. 

Sloop & verwerking 

De borden zullen na een periode van 10 jaar door ProRail gedemonteerd en afgevoerd 

worden. Het aluminium zal dan (conform NEN 8006) voor 95% gerecycled worden en voor 

5% op de stort belanden. 

2.4. Processtappen RVS bevestigingsmaterialen 

Winning van ijzererts 

Voor het vervaardigen van staal moet ijzererts gewonnen worden. Het ijzererts kan afkomstig 

zijn vanuit landen over de hele wereld, zoals Zweden, Brazilië, China en Rusland en de 

keuze hiervoor ligt buiten de invloedsfeer van zowel Acon als zijn leveranciers. 

Daarnaast heeft roestvrijstaal (RVS) nog minimaal 11 tot 12% chroom in zich en maximaal 

1,2% koolstof (Bron: Wikipedia). 

Transport grondstoffen naar productie hoogovens 

De keuze voor de hoogoven ligt niet in de invloedssfeer van Acon. In het scenario van 

Europese mix van staal wordt uitgegaan van Europese gemiddelden verkregen vanuit de 

Ecoinvent databas. Het ijzererts wordt vanaf verschillende plekken op de wereld 

getransporteerd naar de West Europese hoogovens. 

Productie van staal in de hoogovens 

Voor de productie van staal zijn er twee productieroutes mogelijk, namelijk de BF/BOF (blast 

furnace / basic oxygen furnace) oftewel hoogoven en de EAF (electric arc furnace) oftewel 

vlamboogoven. De BF/BOF route maakt gebruik van vloeibaar ijzer (80-85%) en schroot (15- 

20%) en de EAF route maakt gebruik van 100% schroot. De verhouding tussen het BOF 

proces en EAF proces is respectievelijk 60% en 40% [SPIRE & the steel industry 

Luc Chefneux, ArcelorMittal april 2012], Beide productieroutes zijn in evenwicht met elkaar 

door de economische balans van de prijs van schroot. Daarnaast blijft het winnen van 

7 




ijzererts en steenkool rendabel. De behoefte aan staal is namelijk groter dan de 

schrootproductie, waardoor beide productieroutes nodig zullen blijven. 

Halffabrikaten 

Vanuit de hoogovens gaat het staal eerst naar een staalbewerkingsfabriek die hier door 

middel van extusie profielen van maakt die geschikt zijn om later tot bouten en moeren te 

kunnen verwerken. Hierna worden deze profielen naar de leverancier van de bouten en 

moeren getransporteerd. Aangezien deze leverancier niet bekend is zijn voor deze afstanden 

forfetaire waardes gebruikt. 

Productie van bouten en moeren 

De bouten en moeren worden uit de profielen gefreesd. Verliezen hiervoor zijn meegenomen 

in de berekening door gebruik te maken van gemiddelde waarden uit de Nationale Milieu 

Database. 

Montage bord 

Zie paragraaf 2.3 

Gebruik door ProRail 

Zie paragraaf 2.3 

Sloop & verwerking 

De borden zullen na een periode van 10 jaar door ProRail gedemonteerd en afgevoerd 

worden. Het staal zal dan (conform NEN 8006) voor 93% gerecycled worden en voor 7% op 

de stort belanden. 

2.5. Identificatie van ketenpartners in bovengenoemd proces 

In de bovengenoemde procesketen kunnen drie partners worden geïdentificeerd: 

Koggel Reclame. Dit is de leverancier van de borden. 

ProRail. Dit is de afnemer van de borden en stelt de eisen op waar deze borden aan 

moet voldoen. 

Acon. Acon draagt zorg voor de montage van borden aan de hekwerken langs het 

spoor. 

Naast deze drie partners zijn er nog diverse andere organisaties in deze keten actief, echter 

zijn deze partners niet geïdentificeerd voor deze analyse: 

Hoogovens 

Staal- en aluminiumverwerkingsfabriek 

Leverancier van de RVS bouten en moeren aan Kochel Reclame. 

Transporteurs door de gehele keten (behalve transport van Acon zelf naar de plek 

van montage). 

8 




3. RESULTATEN 

3.1. Inleiding 

Als basisscenario is gerekend met de materialen die op dit moment worden toegepast voor 

het ontwikkelen van de borden. 

Ter vergelijking is er tevens een scenario ontwikkeld die uitgaat van een bord gemaakt van 

HDPE. De bouten en moeren zijn in dit geval wel gewoon van RVS en de bevestigingsstrip is 

van aluminium. 

3.2. Basissituatie aluminium bord 

In figuur 3.1 is de CO2 emissie voor de het basisscenario weergegeven. Over een periode 

van 10 jaar bedraagt de CO2 emissie voor de hele keten van het waarschuwingsbord in 

totaal 2,42 kg CO2 eq. 

4 

3 

2 

1 

0 

-1 

-2 

-3 

Figuur 3.1 CO2 emissie voor het basisscenario 

Opvallend hierbij is dat de totale uitstoot van de productie van het aluminium en het RVS een 

grotere uitstoot levert (3,3903 kg) dan het totaal van de hele keten. Dit komt omdat een zeer 

groot gedeelte van het aluminium en het RVS terug wordt gebracht en als gerecycled 

materiaal opnieuw wordt gebruikt. Om deze reden mag de uitstoot die hiermee uitgespaard 

wordt (conform NEN 8006) af worden getrokken van de uitstoot van de productie van het 

primaire materiaal. 

9 




Daarnaast geeft het onderhoud van het bord nog een significante bijdrage aan het totaal 

(0,933 kg). Dit zit voornamelijk in het transport naar de locatie om de borden schoon te 

maken (10x in 10 jaar). Omdat bij de overige transportprocessen wordt gerekend met 

tonmeter (de gereden afstand wordt gerelateerd aan het gewicht van het bord) komt hier een 

hele lage uitkomst uit gezien het lage gewicht van het bordje. Bij de schoonmaakprocessen 

wordt het transport hiervan echter compleet aan de schoonmaak gekoppeld. 

De processen bij de producent (met name poedercoaten en lakken) levert een bijdrage op 

van 0,456 kg. 

De montage van het bord (bouwfase) is op nul gezet aangezien de borden gemonteerd 

worden tijdens het plaatsen van het hek. De uitstoot voor bijvoorbeeld het vervoer naar de 

plek van montage is dan ook niet hierin meegerekend. 

3.3. Vergelijkende scenario 

In figuur 3.1 is de CO2 emissie voor de het vergelijkende scenario weergegeven. Bij dit 

vergelijkende scenario is ervan uitgegaan dat het bord zelf vervaardigd wordt van HDPE. De 

bevestigingsstrip blijft van aluminium en ook de bouten en moeren blijven van RVS. 

Over een periode van 10 jaar bedraagt de CO2 emissie voor de hele keten van het 

waarschuwingsbord gemaakt van HDPE in totaal 1,37 kg CO2 eq. Dit is een besparing van 

meer dan 45% ten opzichte van het basisscenario. 

Figuur 3.2 CO2 uitstoot vergelijkende scenario 

Opvallend hierbij is dat de emissie van de productie en maken van het halffabrikaat van deze 

bordjes dermate omlaag is gegaan dat het onderhoud van de bordjes de grootste CO2 

uitstoot veroorzaakt (0,933 Kg). De productie van de grondstoffen vormt nog steeds een 

10 




significante bijdrage aan het totaal (0,6973 Kg) maar wordt ook hier gedeeltelijk 

weggestreept omdat de gebruikte materialen goed te recyclen zijn. 

Een grote winst wordt in dit scenario geboekt op de processen bij het maken van het 

halffabrikaat omdat poedercoaten bij HDPE niet nodig is. 

3.4. Dataonzekerheden 

Emissiefactoren voor grondstoffen (aluminium, RVS, HDPE) variëren tussen 

verschillende soorten grondstoffen. Voor deze berekening is gebruik gemaakt van de 

gemiddelde waarde op basis van de cijfers die beschikbaar zijn gesteld door de 

EcoInvent database 

Tevens zijn er aannames gedaan betreffende de afvalverwerking. Hiervoor zijn forfetaire 

gegevens gebruikt welke niet compleet overeen hoeven te komen met de werkelijkheid. 

De waarde die gehanteerd is voor de verwerking van het halffabricaat tot een 

eindproduct is gedaan op gelijksoortige processen aangezien accurate informatie 

ontbrak. De werkelijke waarde zou echter kunnen verschillen van de gehanteerde 

waarde. 

Voor de transportafstanden zijn forfaitaire waardes aangenomen aangezien de keuze 

voor de aluminium, RVS en HDPE verwerkingsfabriek niet bekend is bij Search. 

Er kunnen onzekerheden voortkomen uit de incompleetheid van de gekozen 

systeemgrenzen en de keuze voor het verwaarlozen van bepaalde processen. Hieronder 

valt bijvoorbeeld het verpakkingsmateriaal. Bij dit materiaal zijn we in navolging van 

vergelijkbare eerdere onderzoeken ervan uitgegaan dat de bijdrage hiervan zeer beperkt 

is (minder dan 1%) en dus conform de NEN 8006 kan worden weggelaten. 

Bij het schoonmaken van de bordjes is ervan uitgegaan dat er 10 kilometer aan bordjes 

op één dag wordt schoongemaakt. Dit is een schatting en hierbij kan dus een afwijking 

zitten in de uitkomsten. 

3.5. Andere vergelijkbare ketenanalyses 

Wij hebben helaas geen vergelijkbare ketenanalyses kunnen vinden. 

11 




4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 

4.1. Conclusies en aanbevelingen 

Door gebruik te maken van HDPE in plaats van aluminium voor de productie van het 

waarschuwingsbord zal een CO2 reductie worden bereikt van meer dan 41%. 

Tevens is het aan te bevelen om te kijken naar de schoonmaakprocessen. Indien dit zo 

effectief mogelijk wordt uitgevoerd zal dit tot een significante verbetering leiden ten opzichte 

van de totale uitstoot. Tevens is het aan te raden om de ontwikkelingen in de gaten te 

houden met betrekking tot nieuwere laksoorten (met nanotechnologie) waar vuil niet aan blijft 

kleven en waarbij schoonmaak dus niet meer nodig is. 

Het is van zeer groot belang om de gebruikte materialen voor een zo groot mogelijk 

percentage te recyclen. Indien een groter gedeelte van de producten op de stort beland dan 

de hier gebruikte percentages zal de werkelijke uitstoot een stuk hoger liggen. 

12 




BRONVERMELDING 

Acon (2012), Invulsheets aangeleverd door Search 

Swiss Centre for Life Cycle Inventories (2010) Ecoinvent LCA database v2.2 

NEN (2004), NEN 8006:2004 NL Milieugegevens van bouwmaterialen, bouwproducten 

en bouwelementen voor opname in een milieuverklaring - Bepalingsmethode volgens de 

levenscyclusanalysemethode (LCA), 1-09-2004 8006 

ProRail (2007), Richtlijn: Regelgeving t.b.v. de product-levenscyclus van verbods- en 

waarschuwingsborden toe te passen nabij ProRail terrein ,RLN00225, 41-05-2007 

SBK (2012) Nationale Milieu Database v1.1, 15-09-2012 

13

Download Bestand - Acon BV

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?