Landelijke Steinerschool Munte vzw (LSM vzw)

duidelijk dat men de school “landelijk” wil houden.
BESLUIT: De brandvrije trappenkoker tussen klooster en klassenblok wordt eerlang
gerealiseerd, zij het in verschillende fasen; Daarna willen we zo vlug mogelijk twee
lokalen inrichten op de zolders. De vernieuwing van de ramen in het klassenblok
vormt het voorwerp van een volgend dossier.
Actiepunt voor: bouwcommissie Streefdatum: schlj 2013-2014
lopende actie Afgehandeld: nee
4. De toekomst van de school op middellange termijn;
Verschillende overwegingen spelen mee in de beslissingen rond de kleuter- en peuterklassen.
- We willen in schooljaar 2013-2014 maximaal 16 lln per leeftijdsgroep in de kleuterklassen.
- In september 2013 willen we twee peutergroepen opstarten, met respectievelijk ongeveer 15
en 10 peuters.
- De piste van een bijkomend tijdelijk paviljoen in de tuin komt in zicht.
- De argumentatie om de peuterklas op te splitsen, en voorlopig nog niet de kleuterklassen: de
kleuters starten op 1 september met 20 lln per klas, de peuters zijn met 25 !!
- In de loop van het schooljaar groeien de kleuterklassen tot ongeveer 24 leerlingen (8 per
leeftijdsgroep – 3 leeftijdsgroepen. Op het einde van het schooljaar levert elke kleuterklas
momenteel 8 eersteklassers; zo blijft er wat ruimte voor neveninstromers.
- Nieuw gegeven sedert dit schooljaar: elk schoolbestuur moet voor het daaropvolgende
schooljaar zijn maximumcapaciteit bepalen, en zich daaraan houden bij de inschrijving van
leerlingen. Onze cijfers voor 2013-2014 zijn: maximaal 120 lln lagere school en 80 kleuters.
Deze aantallen kunnen jaarlijks aangepast worden.
- Het ideale streven is twee peuterklassen en drie kleuterklassen.
- Fasering inde kleuteropbouw is tot nu toe niet nodig geweest. Het is het eerste jaar dat er
geen nieuwe aangemelde kinderen meer bij kunnen.
- Het idee van de “Lenteklas” wordt wel verder onderzocht. Deze buitenklaspiste is niet altijd
evident. Er moet voor de ouders een keuzemogelijkheid blijven, en een vaste “pied-à terre”
blijft nodig.
Uit de debatten blijkt dat er bij de aanwezigen een draagvlak is voor de inrichting (op
middellange termijn) van twee peuterklassen en drie kleuterklassen. Het evenwicht tussen de
pedagogische wensen en de materiële noden moet in het oog gehouden worden. In dat verband
komt ook de ouderbijdrage ter sprake. Als de kostprijs van zo’n derde kleuterklas kan
aangetoond worden, zal dat voor de Mantelgroep een duidelijke aanwijzing zijn dat bijkomende
financiële ondersteuning nodig blijft.
Wanneer het debat zich buigt over de discussie “grote of kleine klassen”, blijkt dat we toch, om
leefbaar te blijven, moeten streven naar klassen van 18 tot 20 lln, waarbij er (in de lagere school)
liever geen graadsklassen worden ingericht.
Het af en toe samenzetten van klassen in de lagere school (een soort tussenoplossing die we nu
hanteren) is niet vergelijkbaar met de werking van de kleuterklassen. In de lagere school bracht
de aanwezigheid van een Helicon-stagiaire dit jaar een handige oplossing. Het is echter wel een
vrij arbeidsintensieve oplossing voor het lerarenteam, want uiteraard is begeleiding nodig.
Het wordt in de vergadering duidelijk dat de groei niet het eerste streven is. We willen wel in de
eerste plaats de kwaliteit leveren die de ouders van de school verwachten. Hierbij mogen we
evenwel de economische realiteit niet uit het oog verliezen.
Het is ook duidelijk gemaakt in de vergadering dat deze Steinerschool geen eliteschool wil
worden of zijn, zoals in het buitenland dikwijls het geval is. Daarom doen we een beroep op de
subsidieregeling van de overheid. De regelgeving moeten we er dan eveneens bijnemen
natuurlijk. Maar grosso modo is er heel veel mogelijk binnen de bestaande reglementering.
We stellen vast dat heel veel ouders de kinderen zo vroeg mogelijk naar school willen brengen,
wat eigenlijk niet echt strookt met onze visie, en al helemaal niet in het belang is van het kind.
Jammer genoeg is het wel een economische realiteit. Het idee van de eigen kinderkribbe die
voorafgaat aan de school, en aansluit bij de pedagogie wordt daarom eveneens naar voren
gebracht. We krijgen technische uitleg van Hadewych De Smet over onthaalmoederschap. Voor
een echte kinderkribbe is de reglementering zeer specifiek en uitgebreid. Ook is hiervoor een
eigen locatie nodig. Misschien zit in deze ideeënstoom toch een mogelijkheid om veel jonge
ouders in een vroeg stadium te laten kennismaken met onze aanpak.
D:\initmun\LSM vzw\2013\AV vsln en docn\LSM vzw - AV 2013-05-15 LSM - vsl.doc
2