Informatieblad 2011/1 - BUtgb
Informatieblad 2011/1 - BUtgb
Informatieblad 2011/1 - BUtgb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>BUtgb</strong><br />
Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw vzw<br />
Lombardstraat 42<br />
B-1000 Brussel<br />
http://www.butgb.be<br />
Lid van EOTA en UEAtc<br />
Tel. +32 (0)2 716 44 12<br />
Fax +32 (0)2 725 32 12<br />
info@butgb.be<br />
<strong>Informatieblad</strong><br />
GEISOLEERDE SPOUWMUREN<br />
MET GEVELMETSELWERK<br />
<strong>BUtgb</strong> levert ATG’s af voor spouwmuurisolatie die de gebruiksgeschiktheid van het fabrieksmatig<br />
vervaardigd isolatiemateriaal voor toepassing in spouwmuren aangeven.<br />
Samen met de gedeclareerde producteigenschappen, vermeld in de ATG/H productgoedkeuring,<br />
worden de product- en systeemeigenschappen gecertificeerd (zie figuur 1).<br />
De ATG-technische goedkeuring bevestigt<br />
de gebruiksgeschiktheid van het isolatiemateriaal<br />
voor toepassing in de spouwmuur<br />
tezamen met de plaatsingsvoorschriften.<br />
<strong>BUtgb</strong><br />
Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw vzw<br />
Lombardstraat 42<br />
B-1000 Brussel<br />
http://www.butgb.be<br />
Technische Goedkeuring ATG met Certificatie<br />
ATG xx/xxxx<br />
Goedkeuringshouder:<br />
xxxxxxxxxx<br />
xxxxxxxxxx<br />
xxxxxxxxxx<br />
Tel.: xxxxxxxxxx<br />
Fax.: xxxxxxxxxx<br />
Website: http://www.xxxxxxx.be<br />
E-mail: xxxxxxxxxx<br />
Systeem van<br />
XXXXXXXXX<br />
XXXXXX<br />
xxxx<br />
xxxx<br />
Geldig van 24/12/2010<br />
tot 23/12/2013<br />
1 Doel en draagwijdte van de technische<br />
goedkeuring<br />
Een technische goedkeuring van een systeem betreft een<br />
gunstige beoordeling door een onafhankelijke<br />
goedkeuringsoperator aangeduid door de vzw <strong>BUtgb</strong> van een<br />
systeem voor een bepaalde beoogde toepassing. Het resultaat<br />
van deze beoordeling wordt in een goedkeuringstekst<br />
vastgelegd. In deze tekst worden de in het systeem toegelaten<br />
componenten geïdentificeerd en worden de te verwachten<br />
prestaties bepaald van de producten die vervaardigd worden<br />
met de toegelaten componenten van het systeem, gesteld dat<br />
deze producten vervaardigd, geplaatst, gebruikt en<br />
onderhouden worden volgens de methodes eigen aan het<br />
systeem en volgens de beginselen uiteengezet in deze<br />
goedkeuringstekst.<br />
De technische goedkeuring gaat gepaard met een regelmatige<br />
opvolging en een aanpassing aan de stand van de techniek<br />
wanneer deze wijzigingen pertinent zijn. Een driejaarlijkse revisie<br />
wordt opgelegd.<br />
De instandhouding van de technische goedkeuring van een<br />
systeem vereist dat de componenten van het systeem voldoen<br />
aan de in deze tekst beschreven kenmerken en dat de<br />
goedkeuringshouder te allen tijde kan bewijzen dat hij het<br />
nodige doet om de verwerkers van het systeem te begeleiden,<br />
zodat de in de goedkeuring beschreven prestaties kunnen<br />
bereikt worden. De opvolging hiervan is essentieel voor het<br />
vertrouwen in de overeenkomstigheid met de technische<br />
goedkeuring. Deze opvolging wordt toevertrouwd aan een door<br />
de <strong>BUtgb</strong> aangeduide certificatieoperator.<br />
ATG 10/2495 - 1/9<br />
2 Voorwerp<br />
Lid van EOTA en UEAtc<br />
Tel. +32 (0)2 716 44 12<br />
Fax +32 (0)2 725 32 12<br />
info@butgb.be<br />
Goedkeurings- en Certificatie-operator<br />
Belgian Construction Certification Association<br />
Aarlenstraat 53 - 1040 Brussel<br />
www.bcca.be - info@bcca.be<br />
De technische goedkeuring van een systeem van roestvrij stalen<br />
persfittingen voor roestvrij stalen leidingen voor de verdeling van<br />
sanitair koud en warm water, verwarmings- en koelwater geeft<br />
de technische beschrijving van een leidingsysteem, dat bestaat<br />
uit de in paragraaf 4 vermelde componenten en waarvan de<br />
met dit systeem geconstrueerde leidingnetten geacht worden te<br />
kunnen voldoen aan de prestatieniveaus aangehaald in<br />
paragraaf 6, voor de opgegeven types en afmetingen, voor<br />
zover ze volgens de voorschriften van paragraaf 5 worden<br />
geplaatst.<br />
De aangehaalde prestatieniveaus worden bepaald conform de<br />
criteria opgenomen in de goedkeuringsleidraad voor<br />
persfittingen voor metalen leidingen van de <strong>BUtgb</strong>, op basis van<br />
een aantal representatieve proeven.<br />
Voor leidingnetten met bijkomende prestatie-eisen of voor<br />
leidingnetten met andere toepassingen, dienen bijkomende<br />
proeven te worden uitgevoerd volgens de criteria vermeld in<br />
bovenstaande referentiedocumenten.<br />
De goedkeuringshouder mag enkel verwijzen naar deze<br />
goedkeuring voor deze varianten van het leidingsysteem<br />
waarvoor daadwerkelijk kan worden aangetoond dat de<br />
beschrijving geheel conform is aan de in de goedkeuring<br />
vooropgestelde catalogisering. Individuele leidingnetten kunnen<br />
het ATG-merk niet dragen, daar er geen certificatieschema<br />
bestaat waarin de plaatser betrokken is voor de fabricage van<br />
aan de goedkeuring conforme leidingnetten.<br />
De ATG/H-productgoedkeuring beperkt<br />
zich tot de declaratie van de producteigenschappen.<br />
<strong>BUtgb</strong><br />
Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw vzw<br />
Lombardstraat 42<br />
B-1000 Brussel<br />
http://www.butgb.be<br />
Lid van EOTA en UEAtc<br />
Tel. +32 (0)2 716 44 12<br />
Fax +32 (0)2 725 32 12<br />
info@butgb.be<br />
Technische Productgoedkeuring ATG met Certificatie<br />
Agrément Technique de produit ATG avec Certification<br />
ATG xx/Hxxx<br />
GEËXPANDEERD<br />
POLYSTYREEN XXXXXXXX(EPS)<br />
XXXXXXXX<br />
POLYSTYRENE<br />
EXPANSE<br />
Geldig van / Valable du<br />
01.09.2010 xxxx<br />
Tot / au 31.08.2015<br />
UBAtc<br />
Union belge pour l’Agrément technique de la construction A.S.B.L.<br />
Rue du Lombard 42<br />
B-1000 Bruxelles<br />
http://www.ubatc.be<br />
membre de l’EOTA et UEAtc<br />
Tél. +32 (0)2 716 44 12<br />
Fax +32 (0)2 725 32 12<br />
info@ubatc.be<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 1<br />
xxxx<br />
xxxxxxxxx<br />
xxxxxxxxxxx<br />
Tel. : xxxxxx<br />
Fax : xxxxx<br />
e-mail : xxxxx<br />
1. Doel en draagwijdte van de technische<br />
productgoedkeuring<br />
Deze technische productgoedkeuring betreft de onafhankelijke<br />
prestatiebepaling voor een aantal kenmerken van het product<br />
in functie van een aantal niet nader geïdentificeerde<br />
toepassingen.<br />
De prestatiebepaling wordt uitgevoerd door een door de <strong>BUtgb</strong><br />
vzw aangeduide onafhankelijke goedkeuringsoperator, BCCA.<br />
De technische productgoedkeuring wordt regelmatig<br />
opgevolgd, wanneer relevant aan de stand der techniek<br />
aangepast en onderworpen aan een vijfjaarlijkse herziening.<br />
Opdat de technische productgoedkeuring in stand gehouden<br />
kan worden, moet de ATG-houder doorlopend bewijzen dat hij<br />
al het nodige blijft doen opdat de in de productgoedkeuring<br />
beschreven prestaties bereikt worden. Deze opvolging is<br />
essentieel voor het vertrouwen in de overeenkomstigheid van<br />
het product met deze technische productgoedkeuring, en<br />
wordt toevertrouwd aan de door de <strong>BUtgb</strong> aangeduide<br />
certificatie-operator, BCCA.<br />
Door het doorlopend karakter van de controles en de<br />
statistische interpretatie van de controleresultaten wordt door de<br />
bijbehorende certificatie een hoog betrouwbaarheids-niveau<br />
bereikt.<br />
De productgoedkeuring en de certificatie van de<br />
overeenstemming met de productgoedkeuring staan los van<br />
individueel uitgevoerde werken. De aannemer en architect<br />
blijven onverminderd verantwoordelijk voor de<br />
overeenstemming van de uitvoering met de bepalingen van het<br />
bestek.<br />
Fig. 1 : Voorbeelden van ATG-documenten<br />
xxxx<br />
ATG 10/H673 - 1/6<br />
<strong>2011</strong>/1<br />
vervangt 03/1<br />
en 02/1<br />
Goedkeurings- en Certificatie-operator<br />
Opérateur d’agrément et de certification<br />
Belgian Construction Certification Association<br />
Aarlenstraat 53 - 1040 Brussel<br />
Rue d’Arlon 53 - 1040 Bruxelles<br />
http://www.bcca.be - info@bcca.be<br />
1. But et portée de l’agrément technique<br />
de produit<br />
Cet agrément technique de produit concerne la détermination<br />
indépendante de performances pour un nombre de<br />
caractéristiques du produit en fonction d’un nombre<br />
d’applications non identifiées.<br />
La détermination des performances est réalisée par un<br />
opérateur d’agrément indépendant, BCCA, désigné par<br />
l’UBAtc asbl.<br />
L’agrément technique de produit est régulièrement suivi,<br />
adapté si nécessaire à l’état de la technique et soumis à une<br />
révision quinquennal.<br />
Afin que l’agrément technique de produit puisse être maintenu,<br />
le titulaire de l’ATG doit en permanence prouver que le<br />
nécessaire est fait pour que les prestations mentionnées dans<br />
l’agrément soient atteintes. Ce suivi est essentiel pour la<br />
confiance en la conformité du produit avec cet agrément<br />
technique de produit, et est confié à un opérateur de<br />
certification, BCCA, désigné par l’UBAtc asbl.<br />
Par le caractère continu des contrôles et l’interprétation<br />
statistique des résultats des contrôles, un niveau de confiance<br />
élevé est atteint par la certification associée.<br />
L’agrément et la certification de la conformité à l’agrément ne<br />
sont pas liés aux travaux effectués individuellement.<br />
L’entrepreneur et l’architecte restent entièrement responsables<br />
de la conformité de la mise en œuvre avec les spécifications<br />
du cahier des charges.
Dit <strong>BUtgb</strong>-informatieblad geeft een overzicht<br />
van de algemeen geldende bouwkundige<br />
voorschriften voor spouwmuren waarin de ATG-<br />
goedgekeurde isolatiematerialen worden aangewend.<br />
De bijzondere toepassingsregels voor<br />
elk individueel product worden vermeld in de<br />
desbetreffende ATG’s.<br />
De hierna vermelde algemene regels mogen niet<br />
worden toegepast voor een bepaald product<br />
zonder kennisname van de desbetreffende ATG.<br />
De lijst van de ATG’s kan worden geraadpleegd<br />
op de website www.butgb.be.<br />
Naast de ATG’s voor geïsoleerde spouwmuren<br />
met gevelmetselwerk zijn ook ATG’s beschikbaar<br />
voor andere isolatietoepassingen (hier niet besproken)<br />
met betrekking tot :<br />
– daken<br />
– muren<br />
– vloerisolatie<br />
– isolerende beglazing<br />
– bouwsystemen<br />
– buisisolatie<br />
– …<br />
1. UITGANGSPUNTEN<br />
Vanaf de jaren ’50 heeft in België de spouwmuur<br />
(zie figuur 2) de traditionele massieve gevel steeds<br />
meer verdrongen. Aanvankelijk werden ze niet<br />
geïsoleerd. Sinds de oliecrisis in de jaren ’70, de<br />
Kyoto afspraken en de introductie van wettelijke<br />
isolatievoorschriften worden de spouwmuren<br />
meer en meer geïsoleerd.<br />
Het thermisch isoleren nam in de laatste decennia<br />
een enorme vlucht onder meer onder impuls<br />
van de strikte reglementaire thermische eisen,<br />
van kracht in de gewesten (zie tabel 1). Samen<br />
met deze eisen, zijn er voor deze constructies ook<br />
eisen naar regendichtheid, stabiliteit, hygrisch en<br />
thermisch gedrag.<br />
Tabel 1: Gewestelijke websites voor het opzoeken<br />
van de thermische vereisten<br />
Voor de thermische eisen in de verschillende Gewesten<br />
wordt verwezen naar de desbetreffende websites :<br />
2<br />
Vlaanderen : www.energiesparen.be<br />
Wallonië : www.energie.wallonie.be<br />
Brussel : www.ibgebim.be<br />
In dit informatieblad wordt dieper ingegaan op<br />
de spouwmuren voorzien van gevelmetselwerk<br />
van gebouwen met een binnenklimaatklasse I, II<br />
en III voor wat betreft de vochtproductie (definitie<br />
binnenklimaatklassen zie TV 215).<br />
Voor gebouwen met een hoge vochtproductie<br />
(binnenklimaatklasse IV, bv zwembaden), een<br />
sterk wisselend vochtgehalte (bv dancings) of<br />
gebouwen in overdruk moet een hygrothermische<br />
berekening worden uitgevoerd (cfr NBN EN ISO<br />
13788) teneinde het optreden van condensatie<br />
na te gaan. Hieruit kan volgen dat er een geschikt<br />
lucht- dampscherm moet voorzien worden aan<br />
de “warme zijde” van de isolatielaag.<br />
2. OPBOUW EN SAMENSTELLING VAN DE GEÏSO-<br />
LEERDE SPOUWMUUR<br />
De geïsoleerde spouwmuren worden als volgt<br />
opgebouwd :<br />
– binnenspouwblad in dragend metselwerk of in<br />
gewapend beton, al dan niet verder voorzien<br />
van pleisterlagen e.a., of op een andere manier<br />
luchtdicht afgewerkt<br />
– spouw, deels of volledig voorzien van een isolatielaag<br />
– buitenspouwblad in metselwerk; al dan niet<br />
afgewerkt met buitenpleister of verflagen.<br />
Het binnenspouwblad is luchtdicht of wordt<br />
luchtdicht afgewerkt zodat het luchtdrukverschil<br />
tussen spouw en binnenruimte geen aanleiding<br />
geeft tot vochtdoorslag en ervoor zorgt dat de<br />
regendoorslag afloopt aan de spouwzijde van<br />
het buitenspouwblad.<br />
Fig. 2 : Spouwmuurconstructie : luchtdichte<br />
afwerking binnenspouwblad<br />
Luchtdichte<br />
afwerkingslaag<br />
Geschikte materialen en een verzorgde uitvoering<br />
vormen de basis van een correct functionerende<br />
geïsoleerde spouwmuur (zie figuur 3A en 3B).<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk<br />
fig-2.vwx
1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Fig. 3A : Deelgevulde spouwmuur (voorbeeld)<br />
2<br />
3<br />
Fig. 3B : Volledig gevulde spouwmuur (voorbeeld)<br />
4<br />
1. Buitenspouwblad (90 mm)<br />
2. Luchtspouw (30 mm)<br />
3. Isolatiemateriaal (200 mm)<br />
4. Binnenspouwblad (140 mm)<br />
5. Binnenbepleistering (luchtdicht) (10 mm)<br />
1. Buitenspouwblad (90 mm)<br />
2. Luchtspouw (0 mm)<br />
3. Isolatiemateriaal (200 mm)<br />
4. Binnenspouwblad (140 mm)<br />
5. Binnenbepleistering (luchtdicht) (10 mm)<br />
De al dan niet aanwezige luchtspouw maakt het<br />
onderscheid tussen een deelgevulde<br />
fig-3B.vwx<br />
en een volledig<br />
gevulde geïsoleerde spouwmuur.<br />
Breedte van de luchtspouw :<br />
– bij deelvulling, in het geval van gevelmetselwerk<br />
met traditionele mortel : luchtspouw ≥ 30 mm<br />
op plan zodat rekening houdend met de<br />
uitvoeringstoleranties er een vrije en continue<br />
luchtspouw aan de gevelzijde aanwezig is<br />
– bij deelvulling, in het geval van gevelmetselwerk<br />
met lijmmortel : luchtspouw ≥ 20 mm op plan<br />
zodat rekening houdend met de uitvoeringstoleranties<br />
er een vrije en continue luchtspouw<br />
aan de gevelzijde aanwezig is<br />
– bij volledige vulling : een luchtspouw van 0 mm<br />
op plan.<br />
4<br />
5<br />
5<br />
Bij zowel deelvulling als volledige vulling moet<br />
de isolatie correct aansluiten tegen het binnenspouwblad.<br />
De verschillende opties geven<br />
aanleiding tot specifieke ontwerpregels en uitvoeringsvoorwaarden<br />
afhankelijk van het type<br />
isolatiemateriaal. Elke ATG ‘spouwmuur’ verwijst<br />
hiernaar.<br />
3. BOUWKUNDIGE ONTWERPREGELS EN UITVOE-<br />
RINGSVOORWAARDEN<br />
3.1 Algemeen<br />
Bij het ontwerpen van de spouwmuur moet rekening<br />
gehouden worden met :<br />
– de thermische vereisten (zie tabel 1). De berekening<br />
van de U-waarde van de geïsoleerde<br />
spouwmuur wordt gegeven in bijlage 1<br />
– de blootstelling van de gevel aan wind en<br />
regen<br />
– de detaillering van de gevel : geveloppervlakte,<br />
aandeel gevelopeningen en plaats van de<br />
ramen, aanwezigheid van een dakoversteek,<br />
dorpels, (druip)lijsten, ...<br />
– de gevelopbouw, de integratie en de aansluiting<br />
met de andere structuurelementen<br />
(funderingen, vloeren, dak, …)<br />
– de keuze van de materialen in relatie tot de<br />
productkenmerken, het ontwerp en de plaatsingsmethode.<br />
Naast deze ontwerpregels zijn de volgende<br />
randvoorwaarden van zeer groot belang en<br />
zullen dan ook opgenomen worden in het uitvoeringsdossier<br />
:<br />
– een geïsoleerde spouwmuur vereist een nauwgezette<br />
uitvoering met een doorgedreven kwaliteitscontrole.<br />
In overeenstemming met NBN<br />
B24-401 ‘Uitvoering van metselwerk’ wordt ten<br />
stelligste aangeraden eerst het binnenspouwblad<br />
op te trekken zodat mortelresten of baarden<br />
kunnen verwijderd worden. Zo wordt een<br />
vlakke ondergrond voor het isolatiemateriaal<br />
gerealiseerd, kan het isolatiemateriaal met zorg<br />
worden geplaatst en wordt ongecontroleerd<br />
lucht- en watertransport vermeden<br />
– om het afstromende water naar buiten te evacueren<br />
zal onderaan de spouw en boven elke<br />
fig-3A.vwx<br />
gevelonderbreking een waterdicht membraan<br />
met verkleefde of gelaste voegen geplaatst<br />
worden<br />
– open stootvoegen (minstens 1 per lopende<br />
meter) worden voorzien boven elke waterkerende<br />
laag. De openingen moeten vrij zijn om<br />
toe te laten water af te voeren<br />
– koudebruggen (zie NBN B62-002) moeten worden<br />
vermeden door een correcte thermische<br />
oplossing van de details. Hierbij wordt de isolatielaag<br />
consequent doorgetrokken over de<br />
volledige geveloppervlakte.<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 3
– het binnenspouwblad moet voldoende luchtdicht<br />
zijn. Dit kan gerealiseerd worden door<br />
één van de volgende mogelijkheden :<br />
- ofwel een luchtdichte bepleistering, of aan<br />
de binnenzijde, of aan de spouwzijde van<br />
het binnenspouwblad. Dit laatste is een oplossing<br />
indien men het binnenoppervlak als<br />
zichtmetselwerk wil behouden. In dat geval<br />
komen enkel vochtbestendige pleisters in<br />
aanmerking (bv cementering)<br />
- ofwel een luchtdicht binnenspouwblad, zoals<br />
bv in het geval van prefab of in situ gerealiseerde<br />
betonwanden<br />
Zonder deze luchtdichtheid leidt luchtinfiltratie<br />
tot verhoogde warmteverliezen en is de kans<br />
op regendoorslag reëel. De luchtdichtheid<br />
moet eveneens verzekerd zijn ter plaatse van<br />
de aansluitingen met het schrijnwerk en andere<br />
gevelonderdelen<br />
– vermijden van langs- en rotatieluchtstromingen<br />
tussen en rond de spouwisolatie. Zo moeten de<br />
voegen tussen de isolatieplaten onderling goed<br />
aansluiten en moeten de isolatieplaten goed<br />
sluitend tegen het binnenspouwblad worden<br />
aangebracht.<br />
– tijdens de duur van de werken moeten de in<br />
opbouw zijnde muren beschermd worden tegen<br />
weersinvloeden. Bij regenweer en tijdens<br />
werkonderbrekingen (aan het einde van de<br />
dag of de week, tijdens de verlofperiode, ...)<br />
moeten de muren bovenaan afgedekt en<br />
beschermd worden tegen regen<br />
Bij grotere spouwbreedten kan het isolatiepakket<br />
worden opgebouwd uit twee isolatielagen.<br />
Voor specifieke voorschriften zie ATG<br />
– het respecteren van de uitvoeringsdetails zoals<br />
aangegeven in hoofdstuk 4.<br />
3.2 Bijzondere ontwerp- en uitvoeringsregels bij<br />
deel- en volledige vulling<br />
Naargelang de optie, deelvulling of volledige<br />
vulling, moet er op een verschillende wijze geredeneerd<br />
worden. Deelgevulde spouwmuren<br />
en volledig gevulde spouwmuren kunnen toegepast<br />
worden met inachtneming van de verder<br />
aangegeven voorwaarden. Hierna worden een<br />
aantal elementaire beschouwingen gegeven<br />
die verder in de ATG van het gebruikte materiaal<br />
verduidelijkt worden.<br />
3.2.1 DeelgevulDe spouwmuren<br />
Men gaat ervan uit dat :<br />
– het neerslagwater aan beide zijden van het<br />
gevelmetselwerk kan aflopen<br />
– luchtstromingen in de spouw kunnen voorkomen.<br />
4<br />
Om tot een goed functionerende spouwmuur<br />
van dit type te komen moeten naast de in § 3.1<br />
vermelde regels de volgende bijzondere voorwaarden<br />
minstens gerespecteerd worden :<br />
– het binnenspouwblad eerst en volledig optrekken<br />
– het binnenspouwblad luchtdicht afwerken<br />
– de isolatiematerialen zo plaatsen en bevestigen<br />
dat een volledig aaneensluitende isolatielaag<br />
wordt gerealiseerd :<br />
- bij minerale wol wordt dit gerealiseerd doorhet<br />
ineengrijpen van de vezels<br />
- bij kunststofschuim wordt dit gerealiseerd door<br />
een vierzijdige randafwerking (tand en groef<br />
of sponning) die moet toelaten rondom de<br />
plaat een gesloten voeg te realiseren. Bijkomend<br />
kunnen de plaatvoegen met voegbanden<br />
afgekleefd worden. Eveneens zal<br />
erop toegezien worden dat het ingedrongen<br />
water naar buiten wordt afgevoerd.<br />
- bij cellenglas wordt dit gerealiseerd door het<br />
gebruik van voegdichtingsmateriaal.<br />
Voor deze en andere materialen zullen de<br />
voorschriften in de desbetreffende ATG gerespecteerd<br />
worden<br />
– het risico op indringing van water via de<br />
spouwankers kan beperkt worden door de<br />
spouwankers niet naar binnen te laten hellen<br />
– als gevolg van de hogere vochtbelasting in<br />
het gevelmetselwerk moeten de gevelstenen<br />
aan de klasse ‘zeer vorstbestand’ voldoen<br />
(zie PTV 23-002 Gevelbakstenen; PTV 21-001<br />
Betonmetselstenen; …)<br />
– ook geglazuurde gevelstenen moeten aan de<br />
klasse ‘zeer vorstbestand’ voldoen<br />
– wordt het gevelmetselwerk geverfd dan enkel<br />
waterdampdoorlatende verf (Klasse V 1 ) gebruiken<br />
(zie bijlage 2: waterdampdoorlaatbaarheid<br />
van verfsystemen).<br />
Daarenboven zal ook het volgende voorkomen<br />
worden :<br />
– valspecie en mortelresten in de restspouw bij<br />
het optrekken van het gevelmetselwerk<br />
– luchtstromingen tussen de isolatielaag en het<br />
binnenspouwblad.<br />
3.2.2 volleDig gevulDe spouwmuren<br />
Bij volledig gevulde spouwmuren gaat men ervan<br />
uit dat :<br />
– het neerslagwater langs de buitenzijde van het<br />
gevelmetselwerk vrij kan aflopen<br />
– er geen luchtstromingen aanwezig zijn.<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk
Om tot een goed functionerende spouwmuur<br />
van dit type te komen zal de ontwerper de graad<br />
van regenblootstelling in zijn ontwerp beoordelen<br />
en wordt bij de uitvoering aan de volgende<br />
voorwaarden voldaan :<br />
– het binnenspouwblad eerst en volledig optrekken<br />
– het binnenspouwblad luchtdicht afwerken<br />
– de isolatie zo plaatsen dat een volledig aaneensluitende<br />
isolatielaag wordt gerealiseerd.<br />
Bij minerale wol wordt dit gerealiseerd door<br />
het ineengrijpen van de vezels. Voor andere<br />
isolatiematerialen zullen de voorschriften in de<br />
desbetreffende ATG gerespecteerd worden<br />
– het risico op indringing van water via de<br />
spouwankers kan beperkt worden door de<br />
spouwankers niet naar binnen te laten hellen<br />
– als gevolg van de hogere vochtbelasting in<br />
het gevelmetselwerk moeten de gevelstenen<br />
aan de klasse ‘zeer vorstbestand’ voldoen<br />
(zie PTV 23-002 Gevelbakstenen; PTV 21-001<br />
Betonmetselstenen; …)<br />
– ook geglazuurde gevelstenen moeten aan de<br />
klasse ‘zeer vorstbestand’ voldoen<br />
– wordt het gevelmetselwerk geverfd dan enkel<br />
waterdampdoorlatende verf (Klasse V 1 ) gebruiken<br />
(zie bijlage 2: waterdampdoorlaatbaarheid<br />
van verfsystemen).<br />
De volledige spouwvulling wordt afgeraden bij<br />
sterk aan wind en regen blootgestelde gevels<br />
van gebouwen zoals :<br />
– de gevels van gebouwen in steden of op het<br />
platteland die hoger zijn dan 25 meter<br />
– de gevels van gebouwen in de kuststreek die<br />
hoger zijn dan 8 meter<br />
– alle gevels van gebouwen gelegen langs het<br />
strand.<br />
Bij lagere gebouwhoogtes zal de aanwezigheid<br />
van oversteken een gunstig effect hebben op<br />
de blootstelling. Met oversteken wordt bedoeld<br />
balkons, kroonlijsten, dakgoten, ... waarvan de<br />
breedte (L) minstens 1/4 van de onderliggende<br />
te beschermen gevelhoogte (H) bedraagt (zie<br />
figuur 4).<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 5<br />
H<br />
fig-4<br />
L<br />
Fig. 4<br />
3.3 Overzicht van de kenmerken van het isolatiemateriaal<br />
In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de<br />
belangrijkste eigenschappen en de minimum<br />
eisen gesteld aan isolatiematerialen voor spouwmuurisolatie<br />
(conform leidraad versie 01-2009:<br />
‘Summary of the characteristics-criteria in the<br />
framework of ATG-applications’) :<br />
fig-5<br />
fig-18<br />
fig-19<br />
fig-17
Tabel 2 : Overzicht van de belangrijkste eigenschappen en de minimum eisen gesteld aan isolatiematerialen voor spouwmuurisolatie. Voor de vermelde materialen heeft<br />
de <strong>BUtgb</strong> procedures uitgewerkt rekening houdende met de geharmoniseerde productnormen (NBN EN 13162 tot NBN EN 13167). Voor de niet vermelde materialen zullen in<br />
voorkomende gevallen soortgelijke procedures worden uitgewerkt.<br />
Minerale wol (MW) Kunststofschuimen Cellenglas<br />
Geëxpandeerd Geëxtrudeerd polysty- Polyurethaan<br />
glaswol (MWG) en<br />
Fenol<br />
polystyreen reen<br />
Polyisocyanuraat<br />
CG<br />
rotswol (MWR)<br />
EPS XPS PUR/PIR PF<br />
Randafwerking voorzien van Voorzien van tand en groef of sponning met bijhorende toleranties voorzien van rechte<br />
rechte boorden<br />
boorden<br />
Toleranties op de :<br />
lengte (l) (NBN EN 822) ± 2 % L1 ± 8 mm (l < 1000 mm) ± 5 mm (l < 1000 mm) ± 5 mm (l < 1250 mm) ± 2 mm - onbekleed<br />
± 10 mm (l ≥ 1000 mm) ± 7,5 mm (l ≤ 2000 mm) ± 7,5 mm (l ≤ 2000 mm) ± 5 mm - bekleed<br />
± 10 mm (l ≤ 4000 mm) ± 10 mm (l ≤ 4000 mm)<br />
± 15 mm (l > 4000 mm) ± 15 mm (l > 4000 mm)<br />
breedte (b) (NBN EN 822) ± 1,5 % W1 ± 8 mm (b < 1000 mm) ± 5 mm (b < 1000 mm) ± 3 mm (b < 1250 mm) ± 2 mm<br />
± 10 mm (b ≥ 1000 mm) ± 7,5 mm (b ≤ 2000 mm) ± 7,5 mm (b ≤ 2000 mm)<br />
dikte (d) (NBN EN 823) T3 T1 T1 T2 T1 ± 2 mm<br />
Haaksheid (NBN EN 824) ≤ 5 mm/m<br />
S1 ≤ 5 mm/m ≤ 6 mm/m ≤ 6 mm/m<br />
≤ 6 mm/m<br />
(boards and slabs)<br />
≤ 2 mm<br />
≤ 2 mm<br />
Vlakheid (NBN EN 825) ≤ 6 mm<br />
P4 ≤ 3/5 mm (≤ 75 dm²) ≤ 5 mm (≤ 75 dm²) ≤ 10 mm (d < 50) ≤ 2 mm<br />
(boards and slabs)<br />
≤ 3/5/7 mm (> 75 dm²) ≤ 10 mm (> 75 dm²) ≤ 7,5 mm (50 ≤ d ≤ 100)<br />
≤ 5 mm (d > 100)<br />
Warmtegeleidingscoëfficiënt 0,030 – 0,045 0,032 – 0,040 0,029 – 0,040 0,023 – 0,030 0,021 – 0,030 0,038 – 0,050<br />
λ in W/m.K (NBN EN 12667) +<br />
D<br />
Annex A van de productnorm<br />
+ eventueel Annex C van de<br />
productnorm<br />
Rekenwaarde R in m².K/W R = R R = R R = R R = R R = R R = R isol isol D<br />
isol D<br />
isol D<br />
isol D<br />
isol D<br />
isol D<br />
(zie ATG)<br />
(zie ATG)<br />
(zie ATG)<br />
(zie ATG)<br />
(zie ATG)<br />
(zie ATG)<br />
Vochtopname (NBN EN 1609) ≤ 1 kg/m² - - - - ≤ 0,5 kg/m²<br />
Dimensionale stabiliteit na 48 h 23°C 90 % RV 48 h 70°C 90 % RV 48 h 23°C 90 % RV 48 h 70°C 90 % RV 48 h 23°C 90 % RV 48 h 23°C 90 % RV<br />
blootstelling aan warmte en ≤ 1 %<br />
DS(70/90)1 ≤ 2 %<br />
≥ DS(TH)1<br />
± 1,5 % / ± 0,5 % ≤ 1 % / ≤ 0,5 %<br />
vocht (NBN EN 1604)<br />
≤ 1 %<br />
48 h 70°C 90 % RV<br />
48h 70°C<br />
48h 70°C<br />
≤ 5 %<br />
± 3 % / ± 1,5 %<br />
≤ 1 % / ≤ 0,5 %<br />
48 h 70°C 90 % RV 48 h 70°C 90 % RV<br />
± 1,5 %<br />
≤ 1 % / ≤ 0,5 %<br />
Waterdampdoorlaatbaarheid grootte orde cfr. tabelwaarden grootte orde cfr. grootte orde cfr. grootte orde cfr. grootte orde cfr.<br />
(NBN EN 12086)<br />
NBN EN ISO 10456 NBN EN 13163 NBN EN ISO 10456 NBN EN ISO 10456 NBN EN ISO 10456 NBN EN ISO 10456<br />
Druksterkte (NBN EN 826) - - ≥ CS(10\Y)100 ≥ CS(10\Y)100 ≥ CS(Y)100 ≥ CS(Y)400<br />
Brandreactie (NBN EN 13501-1) A1-F A1-F A1-F A1-F A1-F A1-F<br />
6<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk
4. UITVOERINGSDETAILS en TEKENINGEN<br />
In aanvulling met de bouwkundige ontwerp- en<br />
uitvoeringsprincipes (zie § 3) worden bij de opbouw<br />
van de spouwmuur de volgende uitvoeringsdetails<br />
gerespecteerd :<br />
4.1 Aansluiting met de fundering<br />
De fundering zal een breedte hebben die even<br />
breed is als de totale spouwmuurbreedte. In tabel<br />
3 worden de courante spouwmuurbreedten<br />
vermeld die vlot overgedragen kunnen worden<br />
op het funderingsmetselwerk of funderingszolen<br />
in beton.<br />
Tabel 3 : spouwmuurbreedten<br />
Totale<br />
Breedte<br />
spouwmuur<br />
(mm)<br />
Breedte<br />
buiten-<br />
spouwblad<br />
(mm)<br />
Totale spouw-<br />
breedte<br />
(mm)<br />
Breedte<br />
binnen-<br />
spouwblad<br />
(mm)<br />
300 90 70 140<br />
330 90 100 140<br />
390 90 160 140<br />
470 90 240 140<br />
Bij gebruik van een bredere spouw en/of een<br />
breder binnenspouwblad zal één en ander constructief<br />
moeten onderzocht worden. De nodige<br />
aandacht moet gaan naar de thermische detaillering<br />
van de aansluitingen van de verschillende<br />
gebouwelementen of bouwcomponenten.<br />
fig-4<br />
Indien het buitenspouwblad een structureel<br />
dragende functie heeft dan zal de spouwmuur<br />
dusdanig berekend en uitgevoerd worden. Deze<br />
techniek komt in België enkel voor bij relatief hoge<br />
gebouwen met gevels opgebouwd uit dragend fig-6<br />
gewapend metselwerk of betonwanden.<br />
fig-4<br />
4<br />
5<br />
3<br />
6<br />
2<br />
fig-5<br />
Fig. 5 : Voorbeeld uitvoeringsdetail funderingsaanzet<br />
1<br />
fig-5<br />
1. Vloerisolatie<br />
2. Isolerend bouwblok<br />
3. Spouwisolatie<br />
4. Open stootvoeg<br />
5. Waterkerende laag<br />
fig-17<br />
6. Luchtspouw<br />
4.2 Gevelopeningen<br />
Bij gevelopeningen zal erop toegezien worden<br />
dat :<br />
– het voetlood of het horizontaal geplaatste en<br />
ingeplooide afdichtingsmembraan het infiltrerende<br />
regenwater naar buiten afvoert<br />
– de thermische snede ook gerespecteerd is ter<br />
hoogte van lateien, dorpels, rolluikkasten, ...<br />
1. Beglazing<br />
2. Raam<br />
3. Dragend metselwerk<br />
4. Bepleistering<br />
Fig. 6 : Voorbeeld uitvoeringsdetail horizontale snede raam<br />
fig-6<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 7<br />
13<br />
4<br />
9<br />
11<br />
10<br />
1. Beglazing<br />
2. Raam<br />
3. Latei<br />
4. Spouwisolatie<br />
5. Binnenspouwblad<br />
6. Bepleistering<br />
7. Voegdichting<br />
fig-20<br />
1 2 5<br />
fig-9<br />
fig-6<br />
fig-9<br />
Fig. 7 : Voorbeeld uitvoeringsdetail verticale snede raam<br />
fig-20<br />
8<br />
5. Voegdichting<br />
6. Spouwisolatie<br />
7. Buitenspouwblad<br />
8. Deur- of raamkader<br />
15<br />
6<br />
8<br />
14<br />
5<br />
3<br />
7<br />
12<br />
2<br />
1<br />
4<br />
fig-7<br />
8. Metalen hoekprofiel<br />
9. Open stootvoeg<br />
10. Buitenspouwblad<br />
11. Waterkerende laag<br />
12. Deur- of vensterkader<br />
13. Dorpel<br />
14. Spouwanker<br />
15. Vensterbank<br />
7<br />
6<br />
3<br />
fig
1. Open stootvoeg<br />
2. Opgeplooide randen van de waterkerende laag<br />
3. Gevelmetselwerk<br />
Fig. 8 : Voorbeeld uitvoeringsdetail waterkerende laag ter<br />
hoogte van een lateibalk<br />
4.3 Vloer-, balkon- en dakaansluitingen<br />
Naast de voorzorgen ten aanzien van de waterafvoer<br />
en de koudebruggen fig-9 zoals bij de gevelopeningen<br />
zullen daarenboven de oplegbreedten<br />
van deze vloer-, balkon- en dakdelen moeten<br />
worden gerespecteerd.<br />
fig-20<br />
5<br />
1<br />
8<br />
fig-7<br />
4 6<br />
fig-21<br />
fig-6<br />
fig-9<br />
3 2<br />
Fig. 9 : Voorbeeld uitvoeringsdetail aansluiting plat dak<br />
fig-20<br />
fig-10<br />
7<br />
1. Spouwisolatie<br />
2. Dakisolatie<br />
3. Afdichting<br />
4. Spouwafdekking<br />
5. Randprofiel<br />
6. Isolerend metselwerk<br />
7. Dakvloer<br />
2<br />
1<br />
3<br />
2<br />
fig-13<br />
6 1<br />
fig-7<br />
Fig. 10 fig-10.vwx : Voorbeeld uitvoeringsdetail opleg tussenvloer<br />
4<br />
1<br />
fig-7<br />
4<br />
5<br />
2<br />
fig-10<br />
fig-10<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk<br />
3<br />
1. Spouwisolatie<br />
2. Dekvloer<br />
3. Vloerplaat<br />
4. Dragend metselwerk<br />
5. Bepleistering<br />
6. Buitenspouwblad<br />
fig-11<br />
Fig. 11 : Voorbeeld uitvoeringsdetail aansluiting hellend dak<br />
met de dakisolatie boven op de draagstructuur<br />
5<br />
6<br />
7<br />
2<br />
3<br />
1. Spouwisolatie<br />
2. Dakisolatie<br />
3. Keper of spant<br />
bevestigd op de<br />
muurplaat<br />
4. Hanggoot<br />
5. Muurplaat<br />
6. Spouwanker<br />
7. Bepleistering<br />
f
fig-20<br />
fig-21<br />
fig-6<br />
fig-9<br />
5<br />
fig-10<br />
3<br />
Fig. 12 : Voorbeeld uitvoeringsdetail aansluiting hellend<br />
dak met de dakisolatie tussen de draagstructuur<br />
4.4 Spouwankers<br />
6<br />
1. Spouwisolatie<br />
fig-7 2. Dakisolatie<br />
1 7 3. Spant<br />
4. Vloerplaat<br />
5. Dakgoot<br />
6. fig-12Spouwanker<br />
7. Bepleistering<br />
Spouwankers worden gebruikt in spouwmuren<br />
om het buitenspouwblad te verbinden aan het<br />
binnenspouwblad. Tevens wordt het spouwanker<br />
gebruikt om het isolatiemateriaal vast te zetten<br />
tegen het binnenspouwblad met behulp van<br />
pluggen of clips.<br />
De hogere isolatieeisen leiden tot bredere spouwmuren<br />
en dit heeft gevolgen voor het aantal, het<br />
type en de doorsnede (ivm knikgevaar) van het<br />
spouwanker.<br />
Spouwankers moeten corrosiebestendig zijn (zoals<br />
roestvast staal, kunststof, …).<br />
Aan spouwankers worden volgende eisen gesteld<br />
:<br />
– ter bevestiging van het buitenmetselwerk is<br />
het nodig om per m² min. 5 spouwankers te<br />
plaatsen in het binnenspouwblad<br />
– de maximale afstand tussen 2 spouwankers<br />
mag volgens NBN B24-401 ‘Uitvoering van<br />
metselwerk’ niet meer bedragen dan 750 mm<br />
in horizontale richting en 300 mm in verticale<br />
richting. Plaatsing in een “zigzag”patroon wordt<br />
aanbevolen (zie figuur 13 en 14).<br />
2<br />
4<br />
6<br />
fig-10<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 9<br />
fig-11<br />
≤ 75 cm<br />
fig-13<br />
Fig. 13 : Per m² minstens 5 spouwankers<br />
5<br />
1<br />
4<br />
3<br />
2<br />
fig-14.vwx<br />
fig-12<br />
≤ 30 cm<br />
≤ 30 cm<br />
1. Funderingsmetselwerk<br />
2. Waterkerende laag<br />
3. Isolatiemateriaal<br />
4. Spouwanker met clip<br />
of plug<br />
5. Binnenspouwblad<br />
6. Buitenspouwblad<br />
Fig. 14 : Bevestigingsschema van spouwankers<br />
Fig. 15 : Prikspouwanker<br />
met clip<br />
Fig. 16 : Slagspouwanker<br />
met plug<br />
fig-14.vwx<br />
– voor spouwbreedtes tot en met 130 mm wordt<br />
met een diameter van 4 mm gewerkt, voor<br />
grotere spouwbreedtes 5 mm<br />
– de afstand van de spouwankers tot de rand<br />
van de isolatie, loodrecht op de rand gemeten<br />
bedraagt ongeveer 100 mm.<br />
fig-16.vwx
– de isolatie wordt op haar plaats gehouden door<br />
klemschijven op de spouwankers te voorzien, of<br />
door speciale kunststof afstandhouders (pluggen).<br />
– een waterdrup wordt gevormd door een vouw<br />
in de spouwankers of door een afvoervoorziening<br />
op de klemschijven of afstandhouders.<br />
Er bestaan verschillende typen spouwankers voor<br />
geïsoleerde spouwmuren. Of er gewerkt wordt<br />
met prikspouwankers, L-spouwankers, boorspouwankers,<br />
slagspouwankers of andere, hangt<br />
af van het type buitenspouwblad (gemetselde<br />
of gelijmde beton of baksteen) en van het type<br />
binnenspouwblad (betonsteen of baksteenmetselwerk,<br />
houtskeletbouw, gelijmde cellenbeton,<br />
gelijmde of gemetselde fig-5 kalkzandsteen, prefab<br />
of gestort beton).<br />
10<br />
fig-4<br />
fig-18<br />
fig-19<br />
fig-17<br />
fig-5<br />
fig-18<br />
fig-19<br />
fig-20<br />
Fig. 17 : Type prikspouwanker<br />
voor toepassing in gelijmde<br />
muurconstructies<br />
fig-17<br />
fig-21<br />
Fig. 18 : Type L-spouwanker<br />
of metselspouw- anker voor<br />
toepassing in gemetseldemuurconstructies<br />
Fig. 19 : Type boorspouwanker<br />
of schroefspouwanker<br />
fig-9<br />
Fig. 20 : Type slagspouwanker<br />
met slagdraad<br />
Fig. 21 : Clips en pluggen<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk
De warmtedoorgangscoëfficiënt U wordt berekend<br />
volgens NBN B 62-002 (hoofdstuk 7) – 2008 :<br />
– op de warmtedoorgangscoëfficiënt U van de<br />
spouwmuur wordt een correctiefactor toegepast<br />
voor maat en plaatsingstoleranties bij de<br />
uitvoering : ∆U cor<br />
– op de warmtedoorgangscoëfficiënt U worden<br />
toeslagfactoren toegepast conform NBN EN<br />
ISO 6946, voor spleten in de isolatielaag (∆U g )<br />
en mechanische bevestigingen doorheen de<br />
isolatielaag (∆U f ).<br />
Concreet gebeurt de bepaling van de U-waarde<br />
als volgt :<br />
U = 1 / R T<br />
R T = R si + R spouwmuur + R se<br />
R spouwmuur = R 1 + R 2 + ... + R isol + ... + R n<br />
∆U cor = 1/(R T – R cor ) – 1/R T<br />
U c = U + ΔU cor + ∆U g + ∆U f<br />
Waarbij :<br />
U : warmtedoorgangscoëfficiënt (W/m².K) van<br />
de spouwmuur<br />
R T : de totale warmteweerstand van de spouwmuur<br />
(m².K/W)<br />
R spouwmuur : thermische weerstand (m².K/W) van<br />
de spouwmuur, als som van de thermische<br />
weerstanden (rekenwaarden) van de diverse<br />
samenstellende lagen (binnenspouwblad met<br />
al dan niet een luchtdichte laag, isolatielaag,<br />
restspouw in geval van deelvulling, buitenspouwblad)<br />
R si : de warmteovergangsweerstand aan het<br />
binnenoppervlak. Voor de spouwmuur is R si =<br />
0,13 m².K/W<br />
R isol : voor een homogene isolatielaag is dit de<br />
gedeclareerde thermische weerstand van het<br />
isolatieproduct voor de betreffende dikte. R isol<br />
= R D<br />
R se : de warmteovergangsweerstand aan het<br />
buitenoppervlak. Voor de spouwmuur is R se =<br />
0,04 m².K/W<br />
U c : gecorrigeerde warmtedoorgangscoëfficient<br />
(W/m².K) voor de spouwmuur<br />
BIJLAGE 1:<br />
BEREKENING U-WAARDE<br />
GEÏSOLEERDE SPOUWMUUR<br />
∆U cor : correctieterm (W/m².K) op de U-waarde<br />
voor maat- en plaatsingstoleranties bij de uitvoering<br />
R cor : 0,10 m².K/W<br />
ΔU g : toeslag op de U-waarde voor spleten in<br />
de isolatielaag. Voor uitvoering conform de<br />
ATG wordt ΔU g = 0<br />
ΔU f : toeslag op de U-waarde voor bevestigingen<br />
door de isolatielaag.<br />
De berekening van ΔU f verloopt als volgt:<br />
ΔU f = α . λ f . A f . n f . (1/d l ) . (R isol /R T )²<br />
Waarbij :<br />
α : coëfficiënt (α = 0,8 indien de bevestiging<br />
de isolatielaag volledig doorboort)<br />
A f : oppervlakte van de doorsnede van de bevestiger<br />
(A f voor Ø4mm = 1,26.10 -5 m² A f voor<br />
Ø5mm = 1,96.10 -5 m²)<br />
λ f : thermische geleidbaarheid van de bevestiger<br />
(b.v. λ f = 50 W/m.K voor staal)<br />
n f : aantal bevestigers per m² (b.v. n f = 5)<br />
d l : lengte van de bevestiger die de isolatie<br />
doorboort, meestal is d l = d isol (isolatiedikte). Bij<br />
spouwankers met verzonken kop kan dit minder<br />
zijn dan de dikte van de isolatie<br />
R isol : voor een homogene isolatielaag is dit de<br />
gedeclareerde thermische weerstand van het<br />
isolatieproduct voor de betreffende dikte R isol<br />
= R D<br />
R T : de totale warmteweerstand van de spouwmuur<br />
(m².K/W).<br />
Opmerking : er wordt geen correctie (ΔU f ) toegepast<br />
bij :<br />
– spouwankers in een niet geïsoleerde spouw<br />
– indien λ van het spouwanker < 1 W/m.K.<br />
Thermische weerstand van de al dan niet geventileerde<br />
restspouw :<br />
A. Niet verluchte restspouw (per lopende meter<br />
gevelmetselwerk maximum 500 mm² openingen,<br />
voor ventilatie, waterevacuatie of andere<br />
redenen)<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 11
– restspouw op plan ≥ 30 mm (gevelmetselwerk<br />
met traditionele mortel) : R = 0,180 m².K/W<br />
– restspouw op plan ≥ 20 mm (gevelmetselwerk<br />
met lijmmortel) : R = 0,170 m².K/W.<br />
B. Zwak verluchte restspouw (per lopende meter<br />
gevelmetselwerk meer dan 500 mm² en maximum<br />
1500 mm² openingen, voor ventilatie, waterevacuatie<br />
of andere redenen)<br />
– restspouw op plan ≥ 30 mm (gevelmetselwerk<br />
met traditionele mortel) : R = 0,090 m².K/W<br />
– restspouw op plan ≥ 20 mm (gevelmetselwerk<br />
met lijmmortel) : R = 0,085 m².K/W.<br />
C. Sterk verluchte restspouw (per lopende meter<br />
gevelmetselwerk meer dan 1500 mm² openingen,<br />
voor ventilatie, waterevacuatie of andere<br />
redenen)<br />
– de thermische weerstand van restspouw en<br />
buitenspouwblad wordt verwaarloosd<br />
– als overgangsweerstand aan het buitenoppervlak<br />
wordt in dit geval dezelfde waarde aangehouden<br />
als voor de overgangsweerstand aan<br />
het binnenoppervlak (R se = R si = 0,13 m².K/W).<br />
Voor meer gedetailleerde gegevens zie NBN<br />
B62-002: 2008 artikel 5.4.3.<br />
12<br />
Rekenvoorbeeld voor spouwmuren<br />
De aangenomen λ waarden en dikten zijn afhankelijk<br />
van de keuze van de materialen en gelden<br />
enkel als voorbeeld. Er wordt dan ook verwezen<br />
naar NBN B 62-002 (2008) voor de bepaling van<br />
de in werkelijkheid toe te passen waarden.<br />
Wat betreft de verliezen ten gevolge van de<br />
spouwankers wordt uitgegaan van metalen ankers<br />
(λ f = 50 W/(m.K)), 5 per m² (n f = 5), diameter<br />
4 mm (A f = 1,26.10 -5 m²) voor spouwbreedtes tot<br />
en met 130 mm of diameter 5 mm (A f = 1,96.10 -5<br />
m²) voor grotere spouwbreedtes.<br />
Verder gaat men ervan uit dat de plaatsing van<br />
de isolatielaag conform ATG is waardoor er geen<br />
toeslag is voor spleten in de isolatielaag of ΔU g = 0<br />
De gecorrigeerde U c -waarde van de spouwmuur<br />
wordt dan als volgt berekend:<br />
U c = U + ∆U cor + ∆U g + ∆U f<br />
of<br />
U c = 1/(R T – 0,1) + (R isol /R T )².α.(λ f .A f .n f )/d isol<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk
Geval 1 : Deelgevulde geïsoleerde spouwmuur<br />
1. Buitenspouwblad (9 cm – volle baksteen met productspecificatie – 1600 kg/m³ < ρ ≤ 1700 kg/m³ -<br />
188 mm x 88 mm – voeg cementmortel 12 mm)<br />
2. Luchtspouw (3 cm – zwak geventileerd)<br />
3. Thermische isolatie (13 cm – λ = 0,036 W/m.K – toeslag plaatsingstoleranties ∆U cor wordt toegepast<br />
– toeslag voor spleten ∆U g niet toegepast (plaatsing : niveau 0, conform ATG) – toeslag voor spouwhaken<br />
∆U f toegepast)<br />
4. Binnenspouwblad (14 cm- snelbouw met productcertificatie – 1100 kg/m³ < ρ ≤ 1200 kg/m³ - 288 mm x<br />
138 mm – voeg cementmortel 12mm)<br />
5. Binnenbepleistering (1 cm gipspleister)<br />
Bouwlagen<br />
Materiaal<br />
λU,mat W/m.K<br />
Voegen<br />
fjoint λjoint (-) W/m.K<br />
Laag<br />
λU W/m.K<br />
Dikte<br />
d<br />
m<br />
R=d/λU<br />
m².K/W<br />
U=1/RT W/m².K<br />
Correcties op Uwaarde<br />
∆U ∆U ∆U cor g f<br />
W/m².K W/m².K W/m².K<br />
U =U+∑(∆U)<br />
c<br />
W/m².K<br />
Buitenoppervlak 0,040<br />
1 Buitenspouwblad 1,080 0,173 1,55 1,161 0,09 0,078<br />
2 Luchtspouw 0,03 0,090<br />
3 Thermische isolatie 0,036 0,036 0,13 3,611<br />
4 Binnenspouwblad 0,350 0,117 1,00 0,426 0,14 0,329<br />
5 Binnenbepleistering 0,570 0,570 0,01 0,018<br />
Binnenoppervlak 0,130<br />
R = 4,296 T 0,233 0,006 0,000 0,021 0,26<br />
In de onderstaande tabellen worden de U c -waarde gegeven afhankelijk van de dikte en de λ D -waarde van<br />
de isolatie.<br />
U c -waarde deelvulling met 40-100 mm isolatie (totale spouw 70 - 130 mm), 5 spouwankers Ø 4 mm<br />
Dikte isolatie (mm)<br />
λ D -waarde isolatie (W/m.K)<br />
0,020 0,022 0,024 0,026 0,028 0,030 0,032 0,034 0,036 0,038 0,040 0,042 0,044 0,046 0,048 0,050<br />
40 0,42 0,45 0,48 0,51 0,53 0,55 0,57 0,60 0,62 0,64 0,66 0,68 0,70 0,72 0,73 0,74<br />
50 0,36 0,38 0,41 0,43 0,45 0,47 0,49 0,51 0,53 0,55 0,57 0,59 0,61 0,62 0,64 0,65<br />
60 0,31 0,33 0,35 0,37 0,39 0,41 0,43 0,45 0,47 0,49 0,50 0,52 0,54 0,55 0,57 0,58<br />
70 0,27 0,29 0,31 0,33 0,35 0,37 0,38 0,40 0,42 0,43 0,45 0,47 0,48 0,49 0,51 0,52<br />
80 0,24 0,26 0,28 0,30 0,31 0,33 0,35 0,36 0,38 0,39 0,41 0,42 0,44 0,45 0,46 0,47<br />
90 0,22 0,24 0,25 0,27 0,28 0,30 0,31 0,33 0,34 0,36 0,37 0,38 0,40 0,41 0,42 0,44<br />
100 0,20 0,21 0,23 0,25 0,26 0,27 0,29 0,30 0,32 0,33 0,34 0,35 0,37 0,38 0,39 0,40<br />
U c -waarde deelvulling met 110-200 mm isolatie (totale spouw 140-230 mm), 5 spouwankers Ø 5 mm<br />
Dikte isolatie (mm)<br />
1 2 3 4<br />
5<br />
λ D -waarde isolatie (W/m.K)<br />
0,020 0,022 0,024 0,026 0,028 0,030 0,032 0,034 0,036 0,038 0,040 0,042 0,044 0,046 0,048 0,050<br />
110 0,19 0,21 0,22 0,24 0,25 0,26 0,28 0,29 0,30 0,31 0,32 0,34 0,35 0,36 0,37 0,38<br />
120 0,18 0,19 0,21 0,22 0,23 0,24 0,26 0,27 0,28 0,29 0,30 0,31 0,32 0,34 0,35 0,36<br />
130 0,17 0,18 0,19 0,20 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26 0,27 0,28 0,29 0,30 0,31 0,33 0,33<br />
140 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,25 0,26 0,27 0,28 0,29 0,30 0,31 0,31<br />
150 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26 0,27 0,28 0,29 0,30<br />
160 0,14 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26 0,26 0,27 0,28<br />
170 0,14 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26 0,26 0,27 0,28<br />
180 0,12 0,13 0,14 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,21 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26<br />
190 0,12 0,13 0,14 0,14 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,20 0,21 0,22 0,23 0,24 0,24<br />
200 0,11 0,12 0,13 0,14 0,15 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,23<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 13
Geval 2 : Volledig gevulde geïsoleerde spouwmuur<br />
1 2 3<br />
14<br />
4<br />
5<br />
1. Buitenspouwblad (9 cm – volle baksteen met productspecificatie – 1600 kg/m³ < ρ ≤ 1700 kg/m³ -<br />
188mm x 88mm – voeg cementmortel 12 mm)<br />
2. Luchtspouw (0 cm – geen luchtspouw)<br />
3. Thermische isolatie (16 cm – λ = 0,036 W/m.K – toeslag plaatsingstoleranties ∆U cor wordt toegepast –<br />
toeslag voor spleten ∆U g niet toegepast (plaatsing: niveau 0, conform ATG) – toeslag voor spouwhaken<br />
∆U f toegepast)<br />
4. Binnenspouwblad (14 cm- snelbouw met productcertificatie – 1100 kg/m³ < ρ ≤ 1200 kg/m³ - 288mm x<br />
138mm – voeg cementmortel 12 mm)<br />
5. Binnenbepleistering (1 cm gipspleister)<br />
Bouwlagen<br />
Materiaal<br />
λU,mat W/m.K<br />
Voegen<br />
f λ joint joint<br />
(-) W/m.K<br />
Laag<br />
λU W/m.K<br />
Dikte<br />
d<br />
m<br />
R=d/λU<br />
m².K/W<br />
U=1/RT W/m².K<br />
Correcties op U-waarde<br />
∆U ∆U ∆U cor g f<br />
W/m².K W/m².K W/m².K<br />
U =U+∑(∆U)<br />
c<br />
W/m².K<br />
Buitenoppervlak 0,040<br />
1 Buitenspouwblad 1,080 0,173 1,55 1,161 0,09 0,078<br />
2 Luchtspouw 0,00 0,000<br />
3 Thermische isolatie 0,036 0,036 0,16 4,444<br />
4 Binnenspouwblad 0,350 0,117 1,00 0,426 0,14 0,329<br />
5 Binnenbepleistering 0,570 0,570 0,01 0,018<br />
Binnenoppervlak 0,130<br />
R = 5,039 T 0,198 0,004 0,000 0,019 0,22<br />
In de onderstaande tabellen worden de U c -waarde gegeven afhankelijk van de dikte en de λ D -waarde van de isolatie.<br />
U c -waarde volledige vulling met 40-130 mm isolatie (totale spouw 40-130 mm), 5 spouwankers Ø 4 mm<br />
Dikte isolatie (mm)<br />
λ D -waarde isolatie (W/m.K)<br />
0,020 0,022 0,024 0,026 0,028 0,030 0,032 0,034 0,036 0,038 0,040 0,042 0,044 0,046 0,048 0,050<br />
40 0,44 0,47 0,50 0,53 0,56 0,58 0,61 0,63 0,65 0,68 0,70 0,72 0,74 0,76 0,78 0,80<br />
50 0,37 0,40 0,42 0,45 0,47 0,49 0,52 0,54 0,56 0,58 0,60 0,62 0,64 0,66 0,68 0,69<br />
60 0,32 0,34 0,36 0,39 0,41 0,43 0,45 0,47 0,49 0,51 0,53 0,55 0,56 0,58 0,60 0,61<br />
70 0,28 0,30 0,32 0,34 0,36 0,38 0,40 0,42 0,43 0,45 0,47 0,49 0,50 0,52 0,53 0,55<br />
80 0,25 0,27 0,29 0,30 0,32 0,34 0,36 0,37 0,39 0,41 0,42 0,44 0,45 0,47 0,48 0,50<br />
90 0,22 0,24 0,26 0,27 0,29 0,31 0,32 0,34 0,35 0,37 0,38 0,40 0,41 0,43 0,44 0,45<br />
100 0,20 0,22 0,24 0,25 0,27 0,28 0,30 0,31 0,32 0,34 0,35 0,37 0,38 0,39 0,41 0,42<br />
110 0,19 0,20 0,22 0,23 0,24 0,26 0,27 0,29 0,30 0,31 0,32 0,34 0,35 0,36 0,37 0,39<br />
120 0,17 0,19 0,20 0,21 0,23 0,24 0,25 0,27 0,28 0,29 0,30 0,31 0,33 0,34 0,35 0,36<br />
130 0,16 0,17 0,19 0,20 0,21 0,22 0,24 0,25 0,26 0,27 0,28 0,29 0,30 0,32 0,33 0,34<br />
U c -waarde volledige vulling met 140-230 mm isolatie (totale spouw 140-230 mm), 5 spouwankers Ø 5 mm<br />
Dikte isolatie (mm)<br />
λ D -waarde isolatie (W/m.K)<br />
0,020 0,022 0,024 0,026 0,028 0,030 0,032 0,034 0,036 0,038 0,040 0,042 0,044 0,046 0,048 0,050<br />
140 0,16 0,17 0,18 0,19 0,21 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26 0,27 0,28 0,29 0,30 0,31 0,32<br />
150 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,23 0,24 0,25 0,26 0,27 0,28 0,29 0,30 0,31<br />
160 0,14 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26 0,27 0,28 0,29<br />
170 0,13 0,14 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,24 0,25 0,26 0,27 0,27<br />
180 0,12 0,13 0,14 0,15 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,23 0,24 0,24 0,25 0,26<br />
190 0,12 0,13 0,14 0,15 0,16 0,16 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,22 0,22 0,23 0,24 0,25<br />
200 0,11 0,12 0,13 0,14 0,15 0,16 0,17 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,21 0,22 0,23 0,24<br />
210 0,11 0,12 0,12 0,13 0,14 0,15 0,16 0,17 0,17 0,18 0,19 0,20 0,21 0,21 0,22 0,23<br />
220 0,10 0,11 0,12 0,13 0,14 0,14 0,15 0,16 0,17 0,17 0,18 0,19 0,20 0,20 0,21 0,22<br />
230 0,10 0,11 0,11 0,12 0,13 0,14 0,15 0,15 0,16 0,17 0,17 0,18 0,19 0,20 0,20 0,21<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk
BIJLAGE 2 :<br />
WATERDAMPDOORLAADBAARHEID<br />
VAN VERFSYSTEMEN<br />
Classificatie van verfsystemen naargelang de waterdampdoorlaatbaarheid volgens EN 15042 (bepaald<br />
volgens EN ISO 7783-1 en EN ISO 7783-2) :<br />
Klasse V 1 (High) : S d < 0,14 m (waterdamp doorlaatbaar)<br />
Klasse V 2 (Medium) : 0,14 m < S d < 1,4 m (niet waterdampdicht en niet waterdamp<br />
doorlaatbaar)<br />
Klasse V 3 (Low) : S d > 1,4 m (waterdampdicht)<br />
Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk 15