Metrotile Europe: - Flanders Investment & Trade

Magazine van Flanders Investment & Trade, Afgiftekantoor Leuven, P206142 Gaucheretstraat 90, 1030 BRUSSEL tel. 02 504 87 11 fax 02 504 88 99 www.flandersinvestmentandtrade.be info@fitagency.be 

Magazine voor internationaal ondernemen December 2010 nr. 26 

Metrotile 

Europe: 

bedrijf zonder 

klanten 

Verleg uw exportgrenzen naar Australië 

Intellectuele eigendom? 

Tijd voor een actieve aanpak!

Inhoudstafel 

3 Check-in 

4 Businesskansen aan de andere kant van de wereld? 

8 Radar 

9 Intellectuele Eigendom: “Tijd voor een actieve aanpak” 

14 Metrotile Europe: “Wij hebben geen klanten” 

17 Frankrijk à la carte 

19 Libië: onvermoede handelspartner in Noord-Afrika 

20 Met prins Filip op handelsmissie naar Kazachstan 

21 Scoren op SIAL! 

22 Vlaamse cleantech in Hongarije 

23 Opportuniteiten in de tsarenstad 

25 Vertrek 

26 Connectie 

27 Check-out 

Wereldwijs is een uitgave van 

Flanders Investment & Trade 

Gaucheretstraat 90 

1030 Brussel 

T 02 504 87 11 

www.flandersinvestmentandtrade.be 

wereldwijs@fitagency.be 

www.linkedin.com/groups 

twitter.com/fitagency 

2 Wereldwijs - december 2010 

Verantwoordelijke uitgever: Koen Allaert. 

Eindredactie: Flanders Investment & Trade, bijgestaan 

door Com&Co, bureau voor bedrijfsjournalistiek. 

Hoofdredactie: Dienst Marketing & Kennisbeheer 

Flanders Investment & Trade. 

Foto’s: Bart Lasuy, Artoos. 

Lay-out en druk: Artoos Communicatiegroep. 

Overnemen of vermenigvuldigen van artikels is uitsluitend 

toegestaan met vermelding van bron 

(bron: Wereldwijs/Flanders Investment & Trade). 

Wereldwijs wordt gratis verspreid onder bedrijven. 

Wenst u een exemplaar? Stuur een mail naar 

wereldwijs@fitagency.be met uw adresgegevens. 

648-53520-1110-1137

Beste lezer, 

De Vlaamse overheid nam onlangs een 

opmerkelijke beslissing. In tijden waarin 

overheidsuitgaven worden bevroren, 

subsidiebudgetten worden teruggeschroefd 

en loonbudgetten krimpen, 

krijgt FIT een hoger werkingsbudget. 

Hierdoor vergroten onze mogelijkheden 

om uw exportdrempels te verlagen 

met financiële tegemoetkomingen, krijgen 

we meer armslag om buitenlandse 

bedrijven naar Vlaanderen te halen en 

kunnen we onze medewerkersbasis wat 

versterken. Bovenal is het een duidelijk 

signaal van onze regering dat ze export 

en buitenlandse investeringen erkent als 

de levensaders van onze economie. 

Onze ondersteuning biedt ongetwijfeld 

meerwaarde voor uw exportplannen. De 

razendsnelle opkomst van nieuwe spelers 

zoals China en India, zorgt immers 

voor een torenhoge concurrentie. Tegelijk 

schept het ook ongeziene exportmogelijkheden 

voor uw bedrijf. Zeker in China, 

dat een prominente plaats inneemt 

op onze focuslandenlijst. En hoewel 

kansrijk, is het toch geen gemakkelijke 

exportmarkt. Uit ervaringen van Vlaamse 

Editoriaal. 

Check-in 

ondernemers zoals u maken we immers 

op dat er nog verschillende obstakels de 

handel met China belemmeren. De bescherming 

van de intellectuele-eigendomsrechten 

blijft bijvoorbeeld een heikel 

punt. Maar er is beterschap op komst. 

Dat bleek onlangs op de China-EU Business 

Summit in het Brusselse Egmontpaleis. 

Naarmate Chinese bedrijven zelf 

meer aan onderzoek en ontwikkeling 

doen, ervaren ze de waarde ervan en het 

belang van een goede bescherming. Ook 

Vlaamse bedrijven zouden op dat vlak 

soms een actievere aanpak kunnen hanteren. 

In de rubriek Turbulentie laten we 

daarom enkele (ervarings)deskundigen 

tijdens een rondetafelgesprek aan het 

woord over deze complexe materie. 

Ik wens u veel leesplezier, 

Claire Tillekaerts 

Algemeen directeur 

Wereldwijs - december 2010 

3

Aan boord 

Uw gids voor boeiende markten 

en aantrekkelijke zakenopportuniteiten. 

Businesskansen 

aan de andere kant 

van de wereld? 

Verleg uw exportgrenzen naar Australië 

In de afgelopen twintig jaar kende Australië een fenomenale groei. Wereldwijd is het 

zelfs de snelst groeiende ontwikkelde economie. Wie Australië links laat liggen vanwege 

de verre afstand, heeft dan ook ongelijk. Nathalie Surmont, onze Vlaamse Economische 

Vertegenwoordiger in de hoofdstad Canberra, licht toe waarom deze markt bewerken 

mogelijk een succesvolle zet kan zijn. 

4 Wereldwijs - december 2010

Rechts: Sydney Opera House 

Uw gids voor boeiende markten 

en aantrekkelijke zakenopportuniteiten. 

Hoe is de huidige marktsituatie? 

Nathalie Surmont: “Australië telt 

amper 22,5 miljoen inwoners, maar 

beschikt over een enorme rijkdom 

en een zeer sterke economie. In de 

voorbije twintig jaar tekende het land 

slechts twee trimesters van negatieve 

groei op. Het is de twaalfde grootste 

economie ter wereld op basis van het 

bbp. Met 1,2% van de werelduitvoer en 

1,3% van de wereldinvoer prijkt Australië 

op respectievelijk de 23ste en 

19de plaats op de wereldranglijsten.” 

Dat betekent dat Australië de 

wereldwijde economische en 

financiële crisis bijzonder goed 

heeft doorstaan. Of is dat een 

voorbarige conclusie? 

Nathalie Surmont: “Nee, van alle 

grote ontwikkelde economieën was 

de Australische de enige die de recessie 

grotendeels aan zich voorbij zag 

gaan. Zo kende het land maar één 

maand van negatieve groei, in januari 

2009. Dat is een uitstekend resultaat, 

zeker in volle crisisjaren. De Australische 

economie kwam dan ook als 

eerste westerse markt ongehavend 

en gesterkt uit de crisis. Dat dankt het 

land aan een gezonde banksector, een 

overheidssurplus bij het uitbreken van 

de crisis en een doortastend relancebeleid, 

gericht op bouw-, vastgoed- en 

infrastructuurprojecten. Ook een onverzadigbare 

honger naar grondstoffen 

– vooral van China – waarvoor 

Australië de leverancier bij uitstek, is 

een belangrijke factor. Ongeveer 60% 

van het totale Australische uitvoerpakket 

van goederen bestaat immers 

uit mijnbouwproducten. Verwacht 

wordt dat de mijnbouw en grondstof- 

Aan boord 

Nathalie Surmont: “De Australische dollar staat op zijn hoogste peil ooit. 

Concreet betekent dit dat de export vanuit Europa zeer aantrekkelijk 

wordt. Uitstekend nieuws voor onze Vlaamse ondernemers.” 

fenexport het economische herstel en de 

groeiverwachtingen op middellange termijn 

zullen dragen. 

Verder lag het werkloosheidspercentage 

bij aanvang van de crisis onder de 

5%, vandaag komt dat met 5,1 à 5,2% 

opnieuw op datzelfde niveau. Canberra 

scoort hierop zelfs maar 3%, zodat zich 

een tekort op de arbeidsmarkt aftekent. 

Bovendien is begin november de interestvoet 

opnieuw gestegen tot 4,75%. Dat is 

al de zevende verhoging sinds het dieptepunt 

van 3%. Ook de Australische dollar 

staat op zijn hoogste peil ooit en bereikte 

voor het eerst pariteit met de Amerikaanse 

dollar. Concreet betekent dit dat 

de export vanuit Europa zeer aantrekkelijk 

wordt en dat is uitstekend nieuws voor 

onze Vlaamse ondernemers. Keerzijde 

van de medaille is dan weer dat het leven 

in Australië zelf duurder is geworden. 

“Het criterium afstand 

speelt geen rol. 

Of goederen nu uit Japan, 

de VS of Europa komen, 

maakt op logistiek vlak 

weinig verschil. 

Integendeel, dankzij het 

isolement van het continent 

is Australië een 

interessante markt 

voor heel wat Vlaamse 

producten.” 

De crisis liet zich wel voelen in de grote 

Australische bedrijven met zware investeringen 

in de VS of in Europa. In eigen land 

kennen we de Australische groep Mac- 


5

Aan boord 

Boven: “No worries, mate!” 

quarie Airports: de grootste aandeelhouder 

van The Brussels Airport Company, 

uitbater van de luchthaven in Zaventem. 

Vlaanderen is trouwens ook populair bij 

Australische bedrijven als investeringslocatie 

in Europa. Enkele voorbeelden van 

firma’s die Vlaanderen uitkozen, zijn 

Cochlear (gehoorimplantaten) en Goodman 

(vastgoed). Australië is trouwens 

een van de focuslanden van de afdeling 

Investeringen van FIT.” 

Sluimeren er, ondanks de voorspoedige 

cijfers, geen risico’s? 

Nathalie Surmont: “Toch wel. De vrees 

bestaat dat de belangrijke aanjagers van 

de privéconsumptie zoals de dynamische 

bouwactiviteit en de forse investeringen 

in vastgoed, zullen ontaarden in een vastgoedzeepbel. 

Ook kunnen heel wat gezinnen 

in de problemen komen door de sterke 

stijgingen van de interestvoeten, omdat 

hun schuldenlast al zeer hoog is en hypothecaire 

leningen typisch werken met een 

variabele intrestvoet. Een ander risico is 

de hoge afhankelijkheid van de export van 

mineralen naar Azië. Mocht dit om een 

of andere reden in het gedrang komen, 

dan kan dat catastrofale gevolgen hebben 

voor de Australische economie. Volgens 

een recente studie van KPMG en de Davos 

Connection ligt de grootste uitdaging voor 

Australie echter in de klimaatverandering 

en de gevolgen hiervan.” 

Over de jaren heen verlegde 

Australië geografisch zijn 

exportfocus van trager groeiende 

geavanceerde economieën naar 

de boomende markten in Azië. 

Welke gevolgen had deze verschuiving? 

Nathalie Surmont: “Van 1989 tot 2009 

steeg de Australische export naar China 

en India jaarlijks ongeveer 18 à 19%. Ter 

vergelijking: de export naar de VS en 

Duitsland groeide slechts 3 à 4%. Nu de 

Wereldhandelsorganisatie (WTO) voor dit 


jaar de economische groei in deze Aziatische 

groeimarkten op 5,9% raamt, tegenover 

amper 2,1% voor de ontwikkelde 

economieën en 3% wereldwijd, zal ook 

voor Australië de exportgroei vooral uit 

Azië moeten komen. 

Sinds 2009 is China de belangrijkste handelspartner 

van Australië, als leverancier 

en als klant. Daarvoor was dat Japan, nu 

op de tweede plaats. De sterke en volgehouden 

groei van de Chinese economie 

vormt intussen de spil waarrond het 

herstel van de hele wereldhandel lijkt te 

draaien. Het uitdijende wereldhandelsnetwerk 

van China is immers bepalend 

voor de groeiverwachtingen in vele landen, 

vooral bij grondstoffenexporteurs 

zoals Australië. Die zullen ongetwijfeld 

hun voordeel doen bij de sterke vraag van 

China en andere grote Aziatische klanten, 

nu de grondstofprijzen na de steile 

prijsafkalving tijdens de crisisjaren, tot 

zeker in 2011 niet zullen dalen. Op dat 

vlak zit Australië gebeiteld.” 

“Wie unieke producten of 

diensten aanbiedt en in 

orde is met de wetgeving, 

heeft er ontzettend hoge 

slaagkansen. Ook nicheproducten 

maken er een 

goede kans.” 

Zijn er al veel Vlaamse bedrijven 

actief in Australië? 

Nathalie Surmont: “In totaal zijn er ongeveer 

50 bedrijven met vestigingen in 

Australië zoals Barco, Jan De Nul, Agfa, 

Dredging International, Bekaert en Sibelco. 

Bovendien worden er regelmatig 

nieuwe investeringen gedaan. Naast de 

grote bedrijven zijn er ook kmo’s aanwezig. 

Door de verre afstand verloopt dat 

eerder in samenwerking met een lokale 

partner – distributeur, importeur – dan 

via een eigen kantoor.” 

De afstand is inderdaad niet te 

onderschatten: 24 uur vliegen … 

Nathalie Surmont: “Toch wil ik die verre 

afstand relativeren. Het uurverschil – zes 

tot tien uur, naargelang de staat en winter- 

of zomertijd – vormt een grotere uitdaging. 

Maar het criterium afstand speelt 

geen rol. Of goederen nu uit Japan, de VS 

of Europa komen, maakt op logistiek vlak 

weinig verschil. Integendeel, dankzij het 

isolement van het continent is Australië 

een interessante markt voor heel wat 

Vlaamse producten.” 

Bedoelt u in specifieke sectoren 

of eerder algemeen? 

Nathalie Surmont: “Omdat de lokale 

productie voor flink wat goederen niet 

kostenefficiënt is of de lokale afzetmarkt 

te klein is, moeten vele producten worden 

ingevoerd. Het land telt meer dan 

dubbel zoveel inwoners als België en de 

levensstandaard ligt er hoger dan bij ons. 

Daarom is de prijs een minder belangrijk 

onderhandelingselement en liggen de 

marges een pak hoger dan in vele andere 

landen. Dat maakt Australie voor veel 

Vlaamse bedrijven een zeer rendabele 

markt. 

Australiërs zijn nationalistisch, daarom 

zal je vrijwel altijd het onderspit delven 

in de concurrentiestrijd met een lokale 

ondernemer. De handelswetgeving is 

zeer streng en veel van de Australische 

normen verschillen van de internationaal 

gangbare normeringen. Zo bestaan vele 

normen in de bouw-, veiligheids- en voedingssector 

alleen maar in Australië. Dat 

moet tegen 2020 meer gestroomlijnd zijn. 

Vandaag haken veel exporteurs af, dus 

de ondernemers die wel de inspanning 

leveren om de strikte regels te volgen, 

bewegen nadien vrijwel alleen in deze 

markt. Wie unieke producten of diensten 

aanbiedt en in orde is met de wetgeving, 

heeft er ontzettend hoge slaagkansen. 

Ook nicheproducten die inspelen op de 

uitdagingen waarmee Australie te kampen 

heeft, maken er een goede kans. 

Voorbeelden van die uitdagingen zijn 

de klimaatverandering, de vraag naar 

duurzame producten en het toenemende 

overgewicht van de bevolking.” 

Hoe ingewikkeld is het voor een 

Vlaamse ondernemer om er een 

bedrijf op te richten? 

Nathalie Surmont: “Volgens de meeste 

recente studie Doing Business 2010 van 

de Wereldbank behoort Australië wereldwijd 

tot de top 3 van bestemmingen waar 

dat het vlotst verloopt. Er is bijvoorbeeld 

geen kapitaal nodig om een PTY Ltd - of 

een nv - op te starten. Australië maakt

deel uit van het Britse Gemenebest en 

de wetgeving volgt het Engelse systeem. 

De overheid voorziet weinig omkadering, 

daarom is het inschakelen van een advocatenkantoor 

en andere professionele 

dienstverleners noodzakelijk. Ook voor 

bijvoorbeeld de aanwerving van buitenlandse 

medewerkers die een visum nodig 

hebben, doe je best een beroep op 

een immigratieconsultant.” 

Australië is zeer uitgestrekt. 

Welke regionale verschillen zijn er? 

Nathalie Surmont: “In Sydney, waar 

vooral financiële hoofdkwartieren en 

tradingbedrijven actief zijn, wonen de 

meeste Australiërs: ongeveer 4,5 miljoen. 

Melbourne telt ongeveer 4 miljoen 

inwoners en daar vind je vooral medische 

apparatuur, biotech en bedrijven in de 

creatieve sector zoals design. Daarnaast 

zijn Perth, Brisbane en Adelaide – met 

elk iets meer dan 1 miljoen inwoners – 

de belangrijkste economische centra. 

Meestal zullen Sydney en Melbourne volstaan 

voor een Vlaams bedrijf als eerste 

bezoek, maar dat geldt bijvoorbeeld niet 

voor toeleveranciers aan de mijnbouw, 

die bezoeken beter Perth of Brisbane. 

Hou er rekening mee dat afstanden hier 

enorm zijn. Zo duurt een vlucht van Sydney 

naar Perth zes uur.” 

Verschilt de Australische zakencultuur 

veel met de onze? 

Nathalie Surmont: “Hét grote verschil 

is de ‘take it easy’-mentaliteit. Dat heeft 

zowel positieve als negatieve implicaties. 

Zo kent de Australische zakenwereld veel 

minder stress. Het glas is er altijd halfvol. 

Daartegenover staat dat de meest 

gebruikte uitdrukking ‘no worries, mate’ 

zeker niet letterlijk mag worden opgevat. 

Als je zakenpartner dit zegt, weet hij ofwel 

niet waarover het gaat, of hij zal het 

zich niet aantrekken. Australiërs gebruiken 

het als een stopwoord.” 

“Hét grote culturele 

verschil is de ‘take it 

easy’-mentaliteit van 

Australiërs.” 

Wat voert Vlaanderen uit naar 

Australië? 

Nathalie Surmont: “Rekening houdend 

met de economische en financiële crisis 

deed de Vlaamse uitvoer naar Australië 

het in 2009 relatief goed: bijna 1,02 miljard 

euro, of een daling van minder dan 

3%. Hiermee is het onze 31ste exportbestemming. 

De grootste daler was de 

automobielsector. Als we die industrie uit 

de cijfers halen, zou onze export zelfs gestegen 

zijn. Tijdens de eerste zes maanden 

van 2010 steeg de Vlaamse afzet in 

Australië met maar liefst 41,8%. Dat is 

aanzienlijk meer dan de gemiddelde 

halfjaartoename van de Vlaamse export 

in zijn geheel (+17,6%). Opvallend is dat 

onze export naar Australië tijdens het 

eerste halfjaar van 2010 al boven het niveau 

uitsteeg van medio 2008: 649,3 miljoen 

euro tegenover 513,6 miljoen euro. 

Sectoraal bekeken zien we dat chemie en 

farmaceutica (+4,2%) ook in 2009 veruit 

de belangrijkste exportsector was, goed 

voor ruim 37% van de Vlaamse afzet in 

Australië. Anderzijds was er een opmerkelijke 

vooruitgang voor optische- 

en precisieapparatuur (+94%) en voor 

kunststoffen en rubber (+43,4%). Anderzijds 

ging het bergaf met vervoermaterieel 

(-29,8%) en machines en elektrisch 

materieel (-14,5%).” 

Belangrijkste Vlaamse exportproducten 

naar Australië (2009): 

farmaceutische producten (27%) 

machines en mechanische werktuigen (12,8%) 

auto’s, tractoren, motorrijwielen, fietsen (11,9%) 

optische instrumenten (9,2%)) 

kunststoffen (6,2%) 

Tot slot, hoe zijn de cijfers voor de 

Vlaamse invoer uit Australië? 

Nathalie Surmont: “Aan de invoerzijde 

heeft de wereldwijde crisis lelijk huis 

gehouden in 2009. Toen importeerde 

Vlaanderen voor ongeveer 634 miljoen 

euro, een daling van 35,27% in vergelijking 

met het jaar voordien. Australië viel 

daardoor terug naar de 40ste plaats als 

leverancier, met amper 0,3% van de totale 

Vlaamse import. Maar in de eerste 

zes maanden van 2010 lijkt de import 

met 462,2 miljoen euro opnieuw aan te 

trekken. 

Belangrijkste Australische invoer- 

producten naar Vlaanderen (2009): 

minerale brandstoffen (22,1%) 

ertsen (12,9%) 

vertrouwelijke trafiek (12,9%) 

farmaceutische producten (12,1%) 

edele metalen, diamant (9,4%) 

Fact sheet Australië 

Aan boord 

• Oppervlakte: 

7.741.220 km² 

• Aantal inwoners: 

22.514.434 op (maart 2010) 

• Aantal Belgen in Australië: 

4.074 (maart 2009) 

• Officiële talen: 

Engels 

• Munteenheid: 

Australische dollar; 

1 $A = 0,71 € (november 2010) 

• Weetje: 

Australië telt wereldwijd de 

meeste franchisebedrijven per 

capita. 

Onze acties in Australië 

in 2011 

• Multisectorale zakenreis 

Australie – Singapore 

mei 2011 

Zodra bekend, zullen details 

volgen op 

www.flandersinvestmentandtrade.be. 

De invoer uit Australië werd ook in 2009 

gekenmerkt door enorme sectorale verschuivingen. 

Zo was er een opvallende 

daling van de import van onedele metalen 

(-53%) en van goederen gerangschikt 

onder de noemer ‘vertrouwelijke trafiek’ 

(-53,5%). De sector van de minerale producten 

(-44,8%) verloor haast evenveel 

terrein, maar deze nijverheidstak was 

niettemin nog goed voor bijna 40% van de 

Vlaamse invoer uit Australië. Ten slotte 

steeg de invoer van plantaardige producten 

met meer dan 100%.” 


7

Radar 

Ons netwerk signaleert interessante marktinfo. 

Nieuwe verordening met beperkende maatregelen ten aanzien van Iran 

Op 25 oktober 2010 nam de Raad van de Europese Unie een nieuwe verordening aan met beperkende maatregelen ten aanzien 

van Iran: verordening (EU) Nr. 961/2010. Ook wordt verordening (EG) Nr. 423/2007 ingetrokken. Deze nieuwe sancties gelden 

vanaf 27 oktober 2010. 

Meer informatie over de draagkracht van deze verordening vindt u op www.vlaanderen.be/csg in de rubriek ‘beperkende handelsmaatregelen 

– Iran’. 


Voortdurend voeren onze Vlaamse Economische Vertegenwoordigers (VLEV) marktstudies 

en desk research uit. Geen zakenopportuniteit in hun werkterrein ontsnapt 

aan hun aandacht. Alle naslagwerken kan u lezen en downloaden op onze website 

www.flandersinvestmentandtrade.be onder de rubriek ‘Marktinformatie’. 

Sterk naslagwerk 

The Israeli environment sector 

De Israëlische milieusector wint aan belang 

en biedt interessante kansen en uitdagingen 

voor Vlaamse bedrijven. In deze 

studie vindt u onder meer een beschrijving 

van de Israëlische milieusector, de 

hoofdrolspelers en belangrijkste trends 

die de sector en de ontwikkeling ervan 

beïnvloeden. Onmisbaar leesvoer voor 

Vlaamse bedrijven die hun eerste stappen 

zetten op de Israëlische markt. 

The building and building materials 

sector in Poland 

Sinds zijn toetreding tot de EU, heeft 

dit land alle EU-regelgevingen voor de 

bouwindustrie geïmplementeerd. Dankzij 

de EU-programma’s hebben Polen 

en de andere nieuwe lidstaten opnieuw 

gunstige vooruitzichten in de bouwsector. 

Deze studie geeft een algemeen beeld 

van de Poolse economie, een uitgebreide 

toelichting over de bouwindustrie, de 

beste aanpak om de Poolse markt voor 

bouwmaterialen te bewerken en een 

reeks nuttige links en adressenlijsten. 

Technisch textiel in Frankrijk 

In 50 bladzijden krijgt u een overzicht van 

de belangrijkste spelers uit de sector. U 

ontdekt onder meer waar de productie 

in Frankrijk is geconcentreerd en of die 

concurrentieel is met of eerder complementair 

is aan de Vlaamse. Ook het aankoopproces 

komt ruimschoots aan bod. 

The food sector in Slovenia 

De Sloveense markt voor voedingsproducten 

is klein maar zeer interessant, 

want Slovenië is een van de meer koop- 

krachtige landen in Centraal-Europa. In 

deze studie wordt de voedingsindustrie 

onder de loep genomen met speciale 

aandacht voor exportopportuniteiten, nichemarkten 

en distributiekanalen. Ook 

vindt u er de contactgegevens van de belangrijkste 

spelers in terug. 

De Nederlandse bouwsector 

Deze studie behandelt de recente economische 

ontwikkelingen en verwachtingen 

in de bouwsector in Nederland, opgesplitst 

in drie hoofdsegmenten: de burgerlijke 

en utiliteitsbouw; de grond-, water- 

en wegenbouw; de bouwinstallatie en 

de afbouw. Telkens wordt dieper ingegaan 

op het toenemend belang van duurzaamheid. 

Daarnaast passeren enkele projecten 

de revue en komen opvallende trends 

aan bod. Ten slotte worden de voornaamste 

spelers in de bouwsector vermeld.

Experts delen kennis en ervaring over drempels en uitdagingen. Turbulentie 

Intellectuele Eigendom 

“Tijd voor een 

actieve aanpak!” 

Over de bescherming van Intellectuele Eigendom – IE of IP voor Intellectual Property – doen 

vele vooroordelen de ronde. “Complex en duur” of “Zinloos, nu de Chinezen een hoofdrol 

spelen op het wereldtoneel.” Ook veelgehoord: “Gelukkig komt het Europese octrooi eraan.” 

Over deze en andere kreten bracht Wereldwijs enkele (ervarings-)deskundigen samen. Steven 

Cuypers van Orfit Industries; Klaas Arnout van Basalte; Francis Walschot, juridische dienst 

Agoria; en Kristel Allewijn, Adviseur en IE-experte van het IWT. 


9

Turbulentie 

Intellectuele Eigendom is een 

bijzonder breed domein, dat reikt 

van octrooien (of patenten) en 

merken over modellen tot kwekerscertificaten. 

De startvraag 

aan de experts aan tafel is dan 

ook met welke vragen bedrijven 

het meest bij hen aankloppen. 

Francis Walschot: “80% van onze leden 

zijn bezig met export. IE is dan ook een 

heet hangijzer. De meeste vragen gaan 

over het beschermen van uitvindingen, 

sommige ook over merken en domeinnamen. 

Ook voor licentieakkoorden klopt 

men preventief bij ons aan.” 

Kristel Allewijn: “Mij valt op dat IE-vragen 

meestal achterwege blijven wanneer 

ze eigenlijk aan bod moeten komen. 

Vaak is het de alerte innovatieadviseur 

die de IE-aspecten in een innovatie- of 

een techtransferproject onder de aandacht 

van de ondernemer brengt. In de 

praktijk handelen specifieke IE-vragen 

over een snelle beschermingswijze, bv. 

wanneer een CEO of onderzoeker speeches 

plant over zijn vinding, of dringende 

hulp inroept ingeval van namaak van bv. 

zijn logo. Innovatieadviseurs remediëren 

vaak op het eind, wat veel kost in termen 

van geld én energie. 

Complex terrein 

Nochtans is het IE-recht verondersteld 

gekend te zijn. Elk 

bedrijf is geacht de nieuwighe- 

Intellectuele Eigendom: deskundigen aan het woord 

Orfit Industries 

vertegenwoordigd door Steven 

Cuypers, is producent 

en leverancier van medische 

apparaten en hulpmiddelen. 

Deze ‘born global’ is actief 

in 65 landen en erkend nummer 

2 in zijn niche wereldwijd. 

Orfit kent een snelle 

groei in de BRIC-landen en 

de VS. 

www.orfit.com 


Basalte 

den van de andere spelers in zijn 

domein te respecteren. Dat is 

wettelijk verplicht. Maar wanneer 

bedrijven hulp nodig hebben, 

blijkt het veld behoorlijk versplinterd. 

Kristel Allewijn: “Dat dit een complex 

domein is, is onvermijdelijk. Het patentrecht 

dateert uit de 15de eeuw. Het gaat 

om het openbaar maken van vindingen in 

ruil voor exclusieve rechten, weliswaar 

beperkt in tijd en plaats. Het heeft tot de 

21ste eeuw geduurd – en het beschikbaar 

zijn van online (gratis) IER-databanken 

– vooraleer die grote principes ook 

concrete betekenis kregen voor kmo’s. 

De ondernemer staat er vandaag niet alleen 

voor. Hij kan voor onpartijdige IE-ondersteuning, 

in een breder kader en tegen 

een vaak gereduceerde prijs, terecht 

bij tal van overheidsdiensten en intermediaire 

spelers (zie kader pagina 12). Sinds 

2008 is er ook een netwerk tussen deze 

spelers, zodat zij van elkaar weten welke 

dienstverlening wordt aangeboden en 

doorverwijzing makkelijker wordt.” 

Klaas Arnout: “Het klopt dat je als onderneming 

– als je initiatief neemt – zeer 

goed wordt geholpen en doorverwezen. 

Ik stelde vast dat domotica vaak vanuit 

een technisch standpunt wordt ontwikkeld. 

Gevolg daarvan zijn ingewikkelde 

besturingspanelen die regelrecht ingaan 

tegen de wensen van de doelgroep: gemak 

en comfort. Mijn idee was om de 

wensen van de doelgroep en de techniek 

vertegenwoordigd door Klaas 

Arnout, is een start-up in de 

ontwikkeling en productie 

van design domotica, in 2008 

ontstaan uit een installateur 

van domotica. Basalte hoopt 

dit tweede jaar break-even te 

draaien. De jonge speler kent 

succes in Duitsland, Italië en 

Zwitserland, maar mikt wijder. 

www.basalte.be 

Agoria 

vertegenwoordigd door 

Francis Walschot. De federatie 

van de technologische 

industrie verschaft zijn 1.600 

leden juridische bijstand o.m. 

op het vlak van IE. Voor bedrijven 

die actief zijn in China 

buigt een werkgroep zich 

over zeer specifieke en concrete 

vragen. 

www.agoria.be 

te verzoenen. Ik vertrok van een idealistisch 

concept waarin alles bediend wordt 

met één schakelaar door gebruik te maken 

van sferen. Uiteraard moet die ene 

schakelaar voldoen aan de hedendaagse 

eisen: aanraakgevoelig, gebruiksvriendelijk, 

mooi, met veel functionaliteit. 

We hebben het concept later verfijnd naar 

één schakelaar met vier aanraakvlakken, 

voor vier functies. Zodra de gebruiker 

meerdere aanraakvlakken samen aanraakt, 

kiest hij voor een comfortfunctie 

waardoor met één intuïtieve beweging 

de verlichting van de ruimte kan worden 

in- of uitgeschakeld. Dat idee van de 

meervoudige schakelaar hebben we gepatenteerd 

na een nieuwheidsonderzoek, 

uitgevoerd door Sirris. 

Steven Cuypers 

“Op onze concurrentiële 

markt is de bescherming 

van je vindingen een 

noodzakelijke investering. 

Enerzijds geeft bescherming 

aan dat je een 

serieuze speler bent; 

anderzijds dat je erop 

staat dat anderen je 

vindingen respecteren.” 

IWT 

vertegenwoordigd door Kristel 

Allewijn. Het agentschap 

voor Innovatie door Wetenschap 

en Technologie subsidieert 

in de bedrijfsprojecten 

diverse activiteiten rond intellectuele-eigendomsrechten 

(IER). Daarnaast werkt 

het IWT samen met de lokale 

Innovatiecentra in het kader 

van IER-dienstverlening voor 

eindgebruikers, vnl. kmo’s. 

www.iwt.be

In aanloop hiernaar stuurde het Innovatiecentrum 

in Gent ons door naar het 

IWT, voor een IWT-kmo-haalbaarheidsstudie 

waarin het idee zowel technisch 

als commercieel werd onderzocht. 

Naderhand werkten we even goed samen 

met FIT voor exportondersteuning, 

en met PMV voor financiële ondersteuning 

(achtergestelde lening). De verschillende 

diensten werken dus prima, maar 

je moet ze wel actief aanspreken.” 

Dure aangelegenheid? 

Klaas Arnout: “De commerciële spelers 

verhogen de drempel naar bescherming. 

Die rekenen enorm door voor werk dat je 

soms moeiteloos zelf kan via het internet, 

zoals de deponering van een merk of 

een model. Voor een patent moet je wel 

kennis in huis hebben, zodat het met de 

juiste bewoordingen en formuleringen 

wordt opgesteld.” 

Francis Walschot: “Het is inderdaad zeer 

duur om zich te beschermen. Er zijn de 

kosten voor deponering of registratie, en 

voor octrooigemachtigden: gespecialiseerde 

ingenieurs of wetenschappers, 

met specifieke juridische kennis. Bovendien 

is er het principe van de territorialiteit: 

een octrooi is altijd slechts beperkt 

geldig. En dan zijn er de vertaalkosten 

voor een octrooi in meerdere landen.” 

Steven Cuypers: “Wij beschouwen O&O 

als een van de kernactiviteiten en herinvesteren 

15 à 20% in wetenschappelijk 

onderzoek, labo-onderzoek en productontwikkeling. 

We trachten onze vindingen 

zo goed mogelijk te beschermen. 

Maar dat kost veel: de voorbereiding van 

patenten, het schrijven, het indienen voor 

Europa, Japan en Amerika. 

We beschouwen het als een noodzakelijke 

investering, op onze concurrentiële 

markt. Enerzijds geeft bescherming aan 

dat je een serieuze speler bent; anderzijds 

dat je erop staat dat anderen je vindingen 

respecteren.” 

Klaas Arnout 

“Als je initiatief neemt, 

word je zeer goed geholpen 

en doorverwezen.” 

Klaas Arnout: “Je bent inderdaad verplicht 

je IE zo goed mogelijk te beschermen. 

Wij lanceerden een Europese patentaanvraag, 

maar een deel van ons IE 

beschermen we ook met geheimhouding. 

Daarnaast hebben we het trademark 

en onze modellen gedeponeerd en 

Turbulentie 

werken we sterk aan merkbekendheid.” 

Kristel Allewijn: “Ik wil het idee dat het 

zo duur is enigszins nuanceren. Er zijn 

twee factoren die de kostprijs aardig 

aandikken: een communicatiekloof tussen 

de ondernemer en de aangezochte 

gemachtigde, en het feit dat de ondernemer 

de IER-bescherming niet als een 

investering behandelt. Met het eerste 

bedoel ik dat een bedrijf over de nodige 

IE-basiskennis moet beschikken om te 

weten wat hij wil en vooral (aan)kan op 

vlak van bescherming, exploitatie en bijbehorend 

management. De gemachtigde 

wordt geacht kennis te hebben van het 

betrokken type IER en de eventuele strategieën 

van geheimhouding of juist defensieve 

bekendmakingen. Verder is een 

IER-bescherming een investering zoals 

een ander, met in te calculeren kosten 

en baten. Ik herhaal dat de intermediaire 

organisaties bedrijven kunnen bijstaan 

bij de voorbereiding op een goede en 

kostenefficiënte samenwerking met de 

commerciële dienstverlener.” 

Klaas Arnout: “Wat toch problematisch is 

met een octrooi, is dat je niet weet wat 

het je uiteindelijk gaat kosten. Eerst is er 

de aanvraagkost. Eenmaal het octrooi is 

verleend, wordt het omgezet in een bundel 

nationale octrooien in de aangeduide 

landen. Dat zorgt voor verschillende honoraria 

en taksen. Bij elke actie kan de 


11

Turbulentie 

octrooigemachtigde verschillende kosten 

aanrekenen. Ik schat de kost voor ons 

octrooi op zo’n 25.000 euro, maar ik kan 

me dus nog vergissen.” 

Kristel Allewijn: “Dat merken wij ook: we 

krijgen in het kader van aanvragen voor 

IE-subsidie facturen binnen met detaillering 

in één lijntje. Daar willen we iets 

aan doen. Innovatieadviseurs zullen de 

ondernemers attent maken op de meest 

voorkomende vaste kosten (taksen) voor 

de verschillende IER-beschermingstypes. 

Dit moet hen helpen bij de opstelling 

van een begroting voor deze investering 

en bij het opvolgen van de gemaakte kosten.” 

En dan begint het pas … 

Waar kan u terecht met IE-kwesties? 

Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE) bij de FOD Economie: instantie 

waarbij u uw aanvragen voor de verschillende types van intellectuele-eigendomsrechten 

neerlegt; ook voor opzoekingen betreffende de nieuwheid van een 

vinding. 

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) in Den Haag: voor advies 

rond merken, tekeningen of modellen. 

FIT: onze Adviseurs Internationaal Ondernemen helpen u, ook met uw vragen 

over IE in specifieke landen: zij kloppen op hun beurt aan bij de Vlaamse Economische 

Vertegenwoordigers (VLEV’s) wereldwijd, die hun markt zeer goed kennen. 

Provinciale innovatieadviseurs, ondersteund door het IWT: eerstelijnsbegeleiding 

(o.m. subsidieaanvragen, IER-aspecten bij innovatieprojecten en technologietransfer) 

en trainingen (o.m. IER in het algemeen, datamining octrooidatabanken) 

voor eindgebruikers, vnl. kmo’s. 

Agentschap Ondernemen: de Account Managers helpen u en verwijzen door 

waar nodig naar andere spelers in het veld. 

Douane van de FOD Financiën en de Algemene Directie Controle en Bemiddeling 

van de FOD Economie: overheidsinstanties waarop u een beroep kan doen 

als u met namaak wordt geconfronteerd. De eerste instantie focust op controle 

aan de grenzen; de tweede is actief binnen de economische inspectie. 

De sectoriële organisaties Sirris, WTCB, Centexbel, Agoria: elk biedt een bepaalde 

mate van begeleiding inzake IE. 

Francis Walschot: “Bovendien begint het 

na de bescherming pas echt: dan moet 

het octrooi worden verdedigd. Tegen elke 

piraat moet men een procedure opstarten. 

Dat brengt telkens kosten met zich 

mee. Deze acties zien we het meest bij de 

merkproducten, die hierbij ook het meest 

te verliezen hebben. De douane in Zaventem 

levert op dat vlak zeer goed werk. Bij 

industriële producten is de kennis veel 

kleiner. Vaak komt namaak dan pas aan 

de oppervlakte wanneer er bijvoorbeeld 

een vervangstuk wordt gevraagd.” 

Kristel Allewijn: “Bedrijven kunnen er 

beter van uitgaan dat elk economisch 

succes leidt tot namaak. Best hebben 

ze op voorhand bedacht hoe ze de eigen 

producten kunnen onderscheiden van de 


namaak, op welke medewerking ze van 

licentienemers kunnen rekenen en welke 

niet-juridische middelen (lees: commerciële 

aspecten) ze kunnen uitspelen om 

tot naleving van hun exclusieve rechten 

te dwingen. De formele ingebrekestelling 

moet – bij wijze van spreken – klaarliggen 

van bij de start.” 

Klaas Arnout: Kijk naar de iPhone: alle 

merken proberen er een eigen kopie van 

te maken. Dat versterkt alleen maar het 

succes van Apple zelf. Het is dus aan ons 

om voorop te blijven door verdere innovatie.” 

Steven Cuypers: “Bij Orfit zijn het vooral 

onze distributeurs die onze merknaam 

beschermen en oog hebben voor illegaal 

gebruik van onze eigendom. Wanneer ze 

overtredingen vaststellen, laten we een 

brief schrijven door onze merkgemachtigde, 

een gespecialiseerd advocaat. 

Meestal volstaat dit, alleen in China moeten 

we verder gaan.” 

De komst van de Chinezen 

Francis Walschot: “Inderdaad, met onze 

grootste handelspartners – Duitsland, 

Frankrijk, Italië maar ook met de VS – is 

het mogelijk het IE goed te beschermen. 

Maar dat is niet overal het geval.” 

Steven Cuypers: “Wij hebben in Japan, 

de VS of Europa nooit een onoplosbaar 

probleem gehad. Maar in China heerst 

een andere mentaliteit. Hier is ‘copyright’ 

‘the right to copy’. Er hangt bovendien 

een gevoel van straffeloosheid rond; de 

Chinezen gaan ervan uit dat er niet geprocedeerd 

zal worden tot in China. 

Niet alleen onze producten worden gekopieerd, 

ook onze folders, foto’s van onze 

website en onze teksten over de eigenschappen 

van onze producten. Er wordt 

schaamteloos gekopieerd, zonder rekening 

te houden met de mogelijk zware 

gevolgen!” 

Kristel Allewijn: “Zoals de Chinezen anders 

denken dan wij over een ‘kopie’, zo 

worstelen wij in Vlaanderen nog sterk 

met het ‘not-invented-here’-syndroom. 

Wij voeren geen opzettelijke kopieeractiviteiten 

uit, toch hebben we een behoorlijk 

aandeel in het dubbel onderzoek in 

de Europese industrie. Bij een technologische 

probleemstelling raadpleegt de 

innovatieve kmo nog altijd niet standaard 

de octrooidatabank om te zien of in deze 

wereldwijde collectie van vindingen het 

probleem al niet grotendeels is opgelost. 

Deze wetenschap en het feit dat het bedrijf 

deze vinding mogelijks zelfs zonder 

licentie kan implementeren in zijn eigen 

business, kunnen voor het bedrijf ongekende 

opportuniteiten opleveren.” 

Francis Walschot 

“Tijdens het Europees 

voorzitterschap probeerden 

de Belgen een doorbraak 

te forceren naar het 

Europees octrooi, geldig 

voor alle landen van de 

Unie, en dat de vertalingsplicht 

beperkt tot één 

werktaal.” 

Francis Walschot: “Agoria heeft een 

werkgroep ‘IPR China’. De ledengroep 

komt samen om gezamenlijke acties te 

bepalen en te ondernemen. Zo hebben ze 

contracten uitgewerkt voor werknemers 

in Chinese joint ventures, voor onderaannemers 

en toeleveranciers. Goede afspraken 

voorkomen immers veel onheil. 

Toch blijven geheimhoudingsformules en 

overeenkomsten moeilijke materie. Voor 

de rechtbank moet men eerst de namaak 

kunnen bewijzen en dan de schade kunnen 

becijferen. Bovendien is het onzeker 

dat de namaker veroordeeld geraakt 

– niet elke Chinese rechtbank denkt er 

hetzelfde over. Er zijn in China intussen 

wel een aantal wetten over IPR, maar die 

blijken in de praktijk niet altijd afdwingbaar.” 

Steven Cuypers: “Langs de andere kant 

moet je zakendoen met China. Enerzijds

om te weten wat er gebeurt, anderzijds 

om de concurrentie ook lokaal te lijf te 

gaan. Want uiteindelijk kan je met hoogkwalitatieve 

producten wel degelijk aan 

het langste eind trekken. Dat merken de 

Amerikanen en Japanners ook. De Europese 

industrie is sowieso al kwetsbaar. 

Vele spelers beseffen niet eens dat ze 

vandaag al worden gekopieerd.” 

Klaas Arnout: “Voorlopig ben ik niet bang 

van de Chinezen. De bedreiging vanuit 

Duitsland is nu veel groter, omdat we 

in een nichemarkt actief zijn met vooral 

Duitse spelers. ” 

Europees Gemeenschapsoctrooi 

op komst 

Klaas Arnout: “Opvallend is het verschil 

tussen een Europees en een Belgisch 

patent. In België vraag je een patent en 

je krijgt er een – tot er problemen ontstaan. 

Je bent dus niet verplicht om een 

nieuwheidsonderzoek te laten uitvoeren. 

Maar als je een Europese procedure aanvraagt, 

duurt dat meerdere jaren.” 

Kristel Allewijn: “Door een tijdige opstart 

van de Europese of internationale 

procedure kan men de oorspronkelijke 

indieningsdatum behouden. Bovendien 

bestaat de mogelijkheid om het beslissingsproces 

voor Europese of internationale 

uitbreiding te baseren op het nieuwheidsrapport 

dat wordt afgeleverd door 

het Europees Octrooibureau (EOB). Zo 

kan de procedure op gefundeerde gronden 

worden stopgezet voor de grote kosten 

zich aandienen.” 

Francis Walschot: “Tijdens het Europees 

voorzitterschap probeerden de Belgen 

een doorbraak te forceren naar het Europees 

octrooi, geldig voor alle landen 

van de Unie, en dat de vertalingsplicht 

beperkt tot één werktaal. Daarmee zullen 

op termijn veel meer bedrijven kiezen 

voor de Europese procedure, die een 

grondig onderzoek zal omvatten naar de 

nieuwheid, creativiteit en toepassingsmogelijkheden.” 

Interessante adressen 

Steven Cuypers: “Het zal bij problemen 

een grote verbetering zijn dat we te maken 

hebben met een college van rechters 

die goed op de hoogte zijn van de IErechten.” 

Kristel Allewijn: “Anderzijds nemen vele 

internationale spelers vandaag geen octrooibescherming 

in de kleinere industrielanden, 

zoals België; ze kennen de 

talen niet, er zijn de lokale taksen en de 

lokale rechtbanken … Dat alleen al schrikt 

af. Zodra het Europees Gemeenschapsoctrooi 

een realiteit is, zullen zeker ook 

de Amerikaanse bedrijven daarop een 

beroep doen. Belgische ondernemers 

zullen zich dus geconfronteerd zien met 

veel meer exclusieve rechten die ze zullen 

moeten respecteren.” 

Kristel Allewijn 

“Bedrijven kunnen er 

beter van uitgaan dat elk 

economisch succes leidt 

tot namaak. De formele 

ingebrekestelling moet 

– bij wijze van spreken 

– klaarliggen van bij de 

start.” 

En dan nu: over naar een actievere 

aanpak! 

Enkele jaren geleden onderzocht 

een EPO-studie de IE-cultuur in 

verschillende landen. 

In een eerste groep neemt men 

octrooien en bewaakt men ze. 

Men houdt in de gaten waarmee 

de concurrenten bezig zijn. In 

deze groep zitten onder meer 

Nederland en Duitsland. 

Turbulentie 

Een tweede groep neemt de 

bescherming, maar doet er 

naderhand niets mee. Men kiest 

er voor een defensieve, minimale 

strategie. Men gaat niet na hoe 

de eigen positionering evolueert 

of wat de concurrenten doen – of 

die bijvoorbeeld een overschaduwend 

octrooi nemen. Hierin zitten 

vooral de mediterrane landen. 

Een derde groep zijn de ‘inexperienced’ 

landen. Hier nemen vele 

bedrijven geen octrooi. Ook in 

de academische milieus is er te 

weinig aandacht voor IE. België 

behoort tot deze derde groep. 

Kristel Allewijn: “Hoewel ik hoop dat we 

intussen geëvolueerd zijn, is het belangrijk 

waar je je als bedrijf situeert en bij 

(internationale) samenwerking nagaat 

waar je samenwerkingspartner in thuis 

te brengen is. Het geciteerde onderzoek 

is verricht voor octrooien, maar geldt ook 

in grote lijnen voor de andere intellectuele-eigendomsrechten. 

Idealiter wordt 

een kmo-land zoals België koploper van 

een vierde, nieuwe groep. Een groep met 

bedrijven die niet zozeer de meeste grote 

octrooiportefeuilles hebben, maar wel 

zeer bedreven zijn in het werken met de 

octrooiliteratuur. Daarbij moet de focus 

ruim liggen: naast technologische informatie 

over de stand van de techniek, 

moet er aandacht zijn voor het vinden van 

bedrijven en nieuwe samenwerkingspartners, 

of voor een vroege kijk op te 

verwachten markttrends.” 

- Tal van officiële en niet-officiële publieke databanken en registers bundelen nationale, regionale en wereldwijde 

octrooien, merken, tekeningen, modellen, kwekersrechtcertificaten. Ze zijn veelal gratis te raadplegen op dit adres. 

http://be.espacenet.com. 

- Wil u zakendoen in China? Excellente hulp voor het beschermen van uw IE krijgt u via www.china-iprhelpdesk.eu. 

- Wil u meer weten over patenten en bescherming van uw intellectuele eigendom? Op de website van het IWT – 

www.iwt.be - kan u ‘Ons Patent Boekje’ downloaden. 

- De federale overheid nam maatregelen om de mogelijkheden van bedrijven te vergroten om op te treden tegen namaak 

en piraterij. U leest er meer over op http://economie.fgov.be. 

- Download ons boek ‘101 veelgestelde vragen over internationaal ondernemen’ met aandacht voor intellectuele eigendom 

op www.flandersinvestmentandtrade.be 


13

Tussenstop In dialoog met een ambitieus bedrijf in Vlaanderen. 

Metrotile Europe: 

“Wij hebben geen klanten.” 

14 Wereldwijs - december 2010

Wereldwijs trok naar Tongeren, van 

waaruit de Metrotile-producten vertrekken 

naar locaties wereldwijd. Jan Tirez, 

adviseur Internationaal Ondernemen bij 

FIT, ontmoette er Tamara Canini, Exportmanager 

Metrotile Europe. Samen 

lichten zij de bijzondere ondernemersattitude 

toe, en bespreken enkele in het 

oog springende exportbestemmingen en 

bijbehorende obstakels. 

Familiale manier van ondernemen 

Jan Tirez: “Hier werken vier Canini’s. 

Is Metrotile Europe een echt familiebedrijf?” 

Tamara Canini: “Klopt, mijn vader is de 

spilfiguur van het bedrijf. Ook mijn twee 

ooms en ik werken in de zaak. Maar het 

familiale karakter uit zich veel meer in 

onze manier van zakendoen. Zo heeft 

Metrotile Europe geen klanten maar businesspartners. 

Samen vormen we één 

grote groep. We investeren sterk in persoonlijke 

contacten en het onderhouden 

van goede relaties, en we streven ernaar 

om samen op lange termijn successen te 

boeken.” 

Tamara Canini: “Samen 

met twintig businesspartners 

waarin we een 

minderheidsparticipatie 

hebben en twintig distributeurs 

zijn we actief in 

ongeveer 80 landen.” 

Win-winsituatie 

Jan Tirez: “Metrotile Europe neemt telkens 

een minderheidsparticipatie in zijn 

businesspartner. Waarom?” 

Tamara Canini: “Het zijn niet alleen partners 

in naam, maar we erkennen die ook 

als dusdanig. Samen met hen stappen 

we telkens in een structuur waarvan wij 

20% uitmaken en zij de overige 80%. Het 

is hun bedrijf, maar we werken samen. 

Onze meerwaarde bestaat vooral uit onze 

ondersteuning bij het bepalen van de lokale 

marketingstrategie. Hierbij hebben 

we slechts één doel voor ogen: het creeren 

van een win-winsituatie voor beide 

partijen. We vertrouwen erop dat onze 

lokale businesspartners hun verantwoordelijkheid 

opnemen om het plaatselijke 

vennootschap te leiden. En dat ze 

dat doen met kennis van zaken van de 

lokale gewoontes. Ook het grootste deel 

van het risico dragen zij. Je zal ongetwijfeld 

opmerken dat de juiste persoon 

vinden cruciaal is voor het welslagen 

van deze strategie. Dat vormt inderdaad 

onze grootste uitdaging. Maar onze aanpak 

werkt tot dusver prima: samen met 

twintig businesspartners waarin we een 

minderheidsparticipatie hebben en twintig 

distributeurs – waaronder enkele potentiële 

businesspartners – zijn we actief 

in ongeveer 80 landen.” 

Bijna 100% 

Jan Tirez: “Van de 25 miljoen euro omzet 

die Metrotile Europe realiseert, is meer 

dan 99% uit het buitenland afkomstig. 

Hoe komt dat? En is dat altijd al zo’n 

hoog cijfer geweest?” 

Tamara Canini: “Aanvankelijk distribueerden 

we de producten van Metrotile 

New Zealand in Europa. Door de verre 

afstand vielen de leveringstijden lang uit 

en konden we moeilijk een goede klantenservice 

bieden. In 1997 richtten we 

Metrotile Europe op. Gelukkig konden 

we putten uit het klantenbestand van ons 

Nieuw-Zeelandse zusterbedrijf. Van bij 

de start leverden we hoofdzakelijk aan 

het buitenland. Dat was voornamelijk 

naar het VK, onze eerste businesspartner. 

Op een gegeven moment draaiden 

we er de helft van onze omzet. Om het 

risico te spreiden, breidden we ons werkterrein 

uit. Vandaag zijn onze belangrijkste 

markten Nigeria, Kenia, Rusland en 

de Scandinavische landen. 35% van onze 

export realiseren we in Afrika. Omdat we 

zo gefocust zijn op export, hebben we ons 

nog niet toegelegd op de binnenlandse 

markt. Daar zijn we trouwens verandering 

in aan het brengen.” 

Tussenstop 

Een bedrijf zonder klanten? En dat in een rubriek voor ambitieuze bedrijven uit Vlaanderen? 

Inderdaad. Want toch zit Metrotile Europe, producent van metalen dakpanelen en toebehoren, 

hier volledig op zijn plaats. Als deze bedrijfsnaam niet meteen een belletje doet rinkelen, komt 

dat wellicht doordat ze meer dan 99% van hun omzet in het buitenland realiseren. Of misschien 

herinnert u zich nog dat Metrotile in 2007 als laureaat meedong naar de Leeuw van de 

Export. Hoe dat allemaal verloopt zonder klanten, leest u verder in dit artikel. 

Opportuniteiten in Afrika 

Jan Tirez: “Afrika is voor vele Vlaamse 

ondernemers een blinde vlek op de wereldkaart, 

maar jullie scoren er bijzonder 

goed. Zo werd Metrotile voor het tweede 

opeenvolgende jaar verkozen tot het 

snelst groeiende en beste bedrijf van het 

jaar in Nigeria. Vanwaar jullie succes?” 

Tamara Canini: “De zakenwereld heeft 

de mond vol over de BRIC-landen en 

laat Afrikaanse groeiers zoals Nigeria en 

Angola vaak links liggen. Nochtans is er 

een enorme behoefte aan bijvoorbeeld 

woningbouw en infrastructuurwerken. 

Ons product – een kwalitatief goed en 

licht dakelement – past er uitstekend. 

Nigeria is een van onze succesverhalen. 

Met Metrotile Nigeria zijn we er nu zeven 

jaar actief. De groep die zich onze producten 

kan veroorloven, neemt jaarlijks 

toe. Ongeveer 20% van de Nigeriaanse 

bevolking behoort hiertoe, een behoorlijk 

aantal op 140 miljoen inwoners. Inmiddels 

realiseren we er ongeveer 15% van 

ons zakencijfer. Wie respect toont voor de 

plaatselijke cultuur en gewoontes, kan er 

goede zaken doen. Wij vertrekken altijd 

vanuit een relatie die gebaseerd is op gelijkheid, 

waarin we partners zijn met de 

lokale medewerkers. Hen opleggen hoe 

ze moeten werken of leven, past niet in 

onze aanpak. Opnieuw, essentieel is dat 

je er de juiste mensen vindt, die je kan 

vertrouwen en behouden.” 

Tamara Canini: 

“Wie respect toont voor 

de plaatselijke cultuur 

en gewoontes, kan goede 

zaken doen in Nigeria.” 

Onderweg te nemen hindernissen 

Jan Tirez: “Wat zijn voor jullie de grootste 

struikelblokken in het buitenland?” 

Tamara Canini: “Vertrouwd raken met 

de lokale cultuur en mentaliteit kan een 

hindernis zijn, maar betalingsvoorwaarden 

en het verkrijgen van alle nodige 


15

Tussenstop 

documenten scheppen vaak de grootste 

belemmeringen. In Iran bijvoorbeeld, 

wilden we na een beursdeelname in Teheran, 

graag ondernemen. Maar banken 

die zakendoen in de VS, dus ook de Belgische, 

kunnen niet rechtstreeks geld ontvangen 

uit Iran. Dat is toch hallucinant: 

we willen er verkopen, maar kunnen niet 

worden betaald. Uiteindelijk hebben we 

een oplossing gevonden via enkele tussenstations. 

Dat brengt natuurlijk extra 

kosten met zich mee, zodat het commercieel 

moeilijker haalbaar wordt. 

Ook het bekomen van de nodige visumdocumenten 

als onze businesspartners 

ons komen bezoeken, verloopt vaak hortend. 

Voor ons tienjarig bestaan hadden 

we al onze businesspartners uitgenodigd 

naar Tongeren. De getrouwde mannen 

uit Kameroen kregen vlot alle papieren, 

maar de vrijgezellen stootten op een njet. 

Want stel je voor dat ze niet meer zouden 

terugkeren van deze zakentrip! Dat 

voorval kan je nog zien als een fait divers, 

maar onlangs hebben we hierdoor 

een zeer grote potentiële klant verloren 

in Zuid-Afrika. Hij koos voor onze Zuid- 

Koreaanse concurrent, omdat hij zonder 

problemen onmiddellijk naar daar kon 

afreizen om de gesprekken te voeren 

en de deal te sluiten. Toen hij ons op de 

hoogte bracht van zijn beslissing, motiveerde 

hij dat met “Als ik niet naar u kan 

komen, wat voor zin heeft het dan om 

samen zaken te doen?”. In Rusland worden 

we uitstekend ondersteund door FIT, 

maar helaas zijn jullie in Afrika ondervertegenwoordigd. 


“De gevolgen van de crisis 

waren vooral merkbaar in 

Europa. Toch realiseerden 

we in 2009 nog 8% groei 

dankzij het aanboren van 

nieuwe markten.” 

Het grootste struikelpunt is echter het 

vinden van bedrijfskapitaal om onze groei 

te financieren. Ondanks de overheidssteun 

die naar de Belgische banken is 

gegaan en de nadrukkelijke belofte dat 

bedrijven de nodige kredieten moeten 

krijgen, ervaren wij sinds het uitbreken 

van de crisis een andere houding bij de 

banken. Ondanks onze uitstekende solvabiliteit 

en rendabiliteit, stuiten we nog 

altijd op wantrouwen. Zodra je zegt dat je 

onderneemt in Nigeria, Rusland of Iran, 

rijst het vermoeden dat je handel drijft 

met criminelen. Zo beknotten de door 


de overheid gesteunde financiële instellingen 

de export en bijgevolg de welvaart 

van onze maatschappij.” 

Invloed crisis? 

Jan Tirez: “Het woord ‘crisis’ is gevallen. 

Hoe erg heeft Metrotile Europe hieronder 

geleden?” 

Tamara Canini: “De gevolgen waren 

vooral merkbaar in Europa. Toch realiseerden 

we in 2009 nog 8% groei dankzij 

het aanboren van nieuwe markten. Dit 

jaar beginnen we de vruchten te plukken 

van het herstel in Europa en verdere 

groei in de nieuwe markten, waardoor we 

in de eerste negen maanden van 2010 

25% groei optekenden in vergelijking met 

dezelfde periode vorig jaar.” 


“Metrotile werd voor het 

tweede opeenvolgende 

jaar verkozen tot het 

snelst groeiende en beste 

bedrijf van het jaar in 

Nigeria” 

Exportambities 

Jan Tirez: “Jullie zijn actief in 80 landen. 

Hoe ver reiken de exportambities?” 

Tamara Canini: “We willen graag in elk 

land ter wereld een significante marktpositie 

veroveren. Liefst telkens met een 

gedreven businesspartner, waarmee we 

een uitstekende relatie hebben. Wat het 

aantal exportbestemmingen betreft, die 

groei verloopt haast vanzelf. Door onze 

stijgende naambekendheid krijgen we 

regelmatig aanvragen voor naburige of 

andere markten. Ons streefdoel is om 

wereldwijd marktleider te zijn in onze nichemarkt.” 

Kwaliteitslabel België 

Jan Tirez: “Blijft de productie uitsluitend 

gevestigd in Tongeren? Ik herinner me 

dat er plannen op tafel lagen om ook in 

China een productievestiging op te starten?” 

Tamara Canini: “Onze plannen waren inderdaad 

al ver gevorderd. We hebben er 

een grote productiehal gebouwd en de 

machines stonden klaar om te worden 

verscheept. Maar onze businesspartners 

overhaalden ons om dat Chinese avontuur 

af te blazen. Wereldwijd is de perceptie 

van producten ‘made in China’ immers 

een pak minder goed dan ‘made in 

Belgium’. Daarom hebben we beslist om 

alleen hier te blijven produceren.” 

> ID 

• Bedrijf: 

Metrotile Europe 

• Aantal medewerkers: 

40 

• Omzet in 2009: 

ongeveer 25 miljoen euro, 

waarvan 99% is gerealiseerd 

in het buitenland 

• Gevestigd in: 

Tongeren 

• Actief in: 

80 landen 

Bent u klaar voor de volgende stap 

in het internationaliseringsproces? 

Neem dan contact op met uw 

provinciaal kantoor. Op 


vindt u in de rubriek ‘Onze dienstverlening’ 

alle adressen en contactinfo.

In 2009 exporteerde Vlaanderen voor 

ruim 32 miljard euro naar Frankrijk, een 

daling met meer dan 13%, te wijten aan 

de mondiale crisis. Toch was die inkrimping 

minder groot dan in de andere buur- 

U gaat op reis en u neemt mee: de dienstverlening van FIT. 

FRANKRIJK 

à la carte 

landen. Dat toont duidelijk de blijvende 

interesse van onze bedrijven. 

De Franse markt sluit qua mentaliteit en 

smaak nauw aan bij Vlaanderen, en kan 

zonder veel logistieke problemen worden 

Bagage 

UNIZO Internationaal en FIT slaan de handen in elkaar voor het project ‘Frankrijk à la carte’. 

Ze richten zich op Vlaamse ondernemers met ambities op de Franse markt, de vijfde economische 

wereldmacht en onze derde belangrijkste exportbestemming. 

bewerkt. Toch noemen de Vlaamse ondernemers 

Frankrijk vaak als een moeilijke, 

hiërarchische en gesloten markt, 

met grote en kleine regels, die het zakendoen 

vertragen. 


17

Bagage 

Waarom actief de Franse markt 

bewerken? 

Franse kmo’s staan momenteel niet erg 

sterk: ze zijn niet altijd aangepast aan de 

huidige markt waar innovatie, specialisatie, 

exportgerichtheid en rentabiliteit het 

mooie weer maken. Dat schept echter 

mogelijkheden voor flexibele Vlaamse 

bedrijven die nichemarkten bewerken 

of die kwalitatief hoogstaande of goedkopere 

alternatieven bieden. Bovendien 

kijken de overlevende Franse bedrijven 

actiever uit naar nieuwe partners dan 

voor de crisis. 

Waarom Frankrijk à la carte? 

FIT en UNIZO Internationaal willen 

Vlaamse bedrijven actief ondersteunen 

om de stap naar de Franse markt te zetten 

of om er hun positie te verstevigen. 

Via praktische seminaries, netwerkmomenten 

en b2b-afspraken bieden we een 

programma à la carte. U kan deelnemen 

aan volgende acties: 

Onze aanspreekpunten in het buitenland 

vormen de fundamenten van onze internationale 

dienstverlening. Zij houden in 

hun markt de vinger aan de pols en signaleren 

opportuniteiten voor Vlaamse ondernemers. 

Omgekeerd ondersteunen en 

begeleiden ze Vlaamse bedrijven bij hun 

internationaliseringsverhaal. Op 19 oktober 

verwelkomden we Katrien Leinders 

als onze nieuwe VLEV in Caïro. 


januari 2010: 

Kick-off ‘Zakendoen met Frankrijk’ 

Neder-Over-Heembeek (Brussel) 

1 februari 2011: 

Infosessie ‘Werken uitvoeren 

in Frankrijk’ 

Kortrijk 

11 februari 2011: 

Infosessie ‘Productaansprakelijkheid 

in Frankrijk’ 

Brussel 

22 februari 2011 

Infosessie ‘Werken met handelsagenten’ 

Neder-over-Heembeek 

Onze nieuwe VLEV in Caïro 

Tien jaar geleden deed Katrien 

Leinders als enthousiaste professional 

haar eerste ervaring met internationaal 

ondernemen op. Zowel op het vlak van de 

promotie van Vlaamse producten in het 

buitenland als van Vlaanderen als investeringslocatie 

verdiende ze intussen haar 

sporen. Bovendien heeft ze – dankzij haar 

ervaring als consultant in proces- en risicomanagement 

– voeling met de uitdagingen 

waarvoor bedrijven staan. 

22 maart 2011 

Infosessie ‘Leveren aan de Franse 

grootdistributie’ 

Aalst 

7-8 april 2011: 

Belgische trefdag handelsagenten 

Parijs/Rijsel (voeding/bouwmaterialen) 

22-25 november 2011 

Multisectorale zakenreis naar 

de Franse regio’s Aquitaine en 

Midi-Pyrénées 

6-14 december 2011 

Exportdagen Zuid-Europa, 

met infosessies en afspraken 

met de Vlaamse Economische 

Vertegenwoordigers in Parijs, 

Rijsel, Lyon en Bordeaux – 

Vlaams-Brabant 

Meer info: 

www.unizo-internationaal.be of 

www.flandersinvestmentandtrade.be. 

Sinds 19 oktober is Katrien Leinders onze Vlaamse Economische Vertegenwoordiger 

(VLEV) in Caïro. Wie internationaliseringsambities koestert in 

Egypte klopt voortaan bij Katrien aan. 

Wil u zakendoen in Egypte? 

Contacteer uw provinciaal kantoor, 

onze medewerkers helpen u graag 

verder. Op 


vindt u een overzicht van al onze provinciale 

kantoren met hun contactgegevens.

Evaluatie van voorbije acties. 

Libië: onvermoede handelspartner 

in Noord-Afrika 

Van 9 tot 13 oktober 2010 organiseerde FIT in samenwerking met AWEX en Brussel Export, 

opnieuw een multisectorale zending naar Tripoli, hoofdstad van Libië. Het aantal deelnemende 

bedrijven lag hoger dan ooit tevoren: 23 bedrijven uit Vlaanderen, acht uit Wallonië en zes uit 

Brussel. Ook deze keer nam Robert Urbain, minister van staat en voorzitter van de Belgisch- 

Libische Kamer van Koophandel, het voorzitterschap op zich. 

Voor vele Vlaamse ondernemers is Libië 

onbekend, dus onbemind. Ten onrechte: 

dankzij serieuze economische hervormingen 

van de overheid wordt dit land 

een heel aantrekkelijke exportbestemming. 

Zo werden onder meer invoercertificaten 

opgeheven, subsidies voor bepaalde 

levensmiddelen verminderd en de 

douanerechten vervangen door een zogenaamde 

service fee van ongeveer 4%. 

Met een bbp van 53,6 miljard Amerikaanse 

dollar en een geschatte groei 

van 4,5% in 2010 beschikt Libië over de 

financiële middelen om de vele bouw- 

en infrastructuurprojecten te realiseren. 

Een greep uit het aanbod: de internationale 

luchthaven, toeristische vijfsterrenhotels, 

verdere havenontwikkeling, 

uitbreiding en vernieuwing van olie- en 

gasgerelateerde industrieën, opstarten 

van ontziltings- en milieuprojecten, alternatieve 

energieën … De achillespees 

van de Libische economie is dat ze vooral 

afhankelijk is van inkomsten uit de oliesector. 

Vlaamse bedrijven moeten doortastender 

zijn 

Minister van Industrie Huwey, minister 

van Openbare Werken Matoug en minister 

van Transport Zydan ontvingen de 

officiële delegatie. Ook Belgisch ambassadeur 

Ardui was erbij. De drie ministers 

brachten dezelfde boodschap: hoewel 

onze bedrijven zeer hoog staan aangeschreven 

in Libië, leggen we te weinig 

assertiviteit aan de dag om onze producten 

en diensten te promoten. Bovendien 

willen ze naast de pure export meer investeringen 

zien in hun land. Ze toonden 

grote bereidheid om onze bedrijven met 

raad en daad bij te staan en waren zich 

bewust van de complexe procedure om 

een visum te bekomen. 

B2b-afspraken meteen goed van 

start 

Tijdens de openingssessie – georganiseerd 

in samenwerking met de General 

Union of the Chambers of Commerce, 

Industry and Agriculture en de Libyan Investment 

Authority – werd meteen druk 

onderhandeld door de bedrijven. In de 

volgende dagen werkten de deelnemers 

hun individuele b2b-afspraken af, vaak bij 

de Libische bedrijven zelf. Bedrijven uit 

de olie- en gassector konden hun verblijf 

met één dag verlengen om de ‘Technology 

of Oil & Gas’-beurs te bezoeken. 

Kortom … 

Voor wie Libië economisch wil ontdekken, 

zijn er uitstekende afzetmogelijkheden 

en enorme budgetten die om de 

vijf jaar vrijkomen. Neem de moeite om 

uw prospectiereis goed voor te bereiden. 

Voor een vlotte ondersteuning hierbij kan 

u terecht bij Kamel Abuturkia, onze handelssecretaris 

in Tripoli. 

“Als producent van chocolade zonder toegevoegde suikers, zijn het Midden-Oosten 

en Noord-Afrika heel belangrijke markten voor ons. Het aantal diabetici ligt 

er immers hoog. Via deze missie wilden we ter plaatse de markt bestuderen en 

kijken welke suikervrije producten aanwezig zijn. En daarin zijn we geslaagd, we 

hebben de belangrijkste spelers in de markt benaderd. Amper een week na onze 

terugkomst kregen we bezoek uit Libië om de gesprekken voort te zetten. Ook de 

onderhandelingen met een van de belangrijkste distributeurs van Libië lopen. We 

zijn dus zeer tevreden over onze deelname aan deze missie.” 

Catherine Du Bois, International Sales Development Manager Cavalier 

Aankomst 


19

Aankomst 

Onder de delegatie bevonden zich 48 

Vlaamse deelnemers uit kmo’s, grote 

ondernemingen en organisaties. De 38 

deelnemende Vlaamse bedrijven zijn 

actief in uiteenlopende sectoren waarin 

Vlaanderen internationaal erkende ervaring 

en knowhow heeft opgebouwd: zo 

hebben we naast transport en logistiek 

ook milieu, bouw & infrastructuur, gezondheidszorg, 

energie ... 

Momenteel is de handel tussen Vlaanderen 

en Kazachstan vrij beperkt. In 2009 

exporteerde Vlaanderen voor 82 miljoen 

euro naar Kazachstan, een daling van 

ruim 15% in vergelijking met 2008. Langs 

importzijde waren de cijfers in 2009 ronduit 

dramatisch: -96% in vergelijking met 

2008. Dat kwam vooral door het quasi 

volledig stilvallen van de import van minerale 

producten. Met deze missie geven 

we onze handel met Kazachstan opnieuw 

zuurstof. 

Ontmoetingen op topniveau 

Dankzij de aanwezigheid van prins Filip 

werd de delegatie ontvangen op het 

hoogste niveau. Zo toonde president 

Nazarbayev oprechte belangstelling in 

onze expertise en knowhow, in het bijzonder 

in die van onze gezondheidssector. 

Daarnaast konden de deelnemers 

spreken met vicepremier en minister 

van Industrie en Nieuwe Technologieën 

Issekeshev, minister van Transport en 

Communicatie Kusainov en minister van 

Gezondheid Kayrbekova. Ook adjunctburgemeester 

van Astana Sultanbekov 

en burgemeester van Almaty Yesimov 

stonden de delegatie te woord. 


Met prins Filip op 

handelsmissie 

naar Kazachstan 

Met een 90-koppige delegatie trok prins Filip van 11 tot 15 

oktober naar Kazachstan. Ook Steven Vanackere, vicepremier 

en minister van Buitenlandse Zaken reisde mee. De 

handelsmissie startte in de hoofdstad Astana en eindigde in 

Almaty, het economische centrum van het land. 

Zakelijke opportuniteiten aftasten 

Uiteraard wilden de deelnemers tijdens 

de missie vooral ontdekken welke zakelijke 

mogelijkheden ze in Kazachstan 

hadden. Tijdens de vele b2b-afspraken – 

vastgelegd door handelsattaché Shynar 

Imangaliyeva – en talrijke netwerkevenementen 

kon de delegatie deze ten volle 

onderzoeken. In Astana werden lokale 

opportuniteiten en nieuwe economische 

trends voorgesteld op het Belgisch-Kazachs 

Business Forum. Ook in Almaty 

kregen de deelnemers een accuraat 

beeld van de plaatselijke markt tijdens 

een werklunch van EUROBAK (European 

Business Association of Kazakhstan) – 

EBRD (European Bank for Reconstruction 

and Development). 

Onderhandelingen met resultaat 

Enkele Vlaamse deelnemers hadden hun 

voorbereidingsfase al achter de rug en 

tekenden in Astana een contract of samenwerkingsakkoord 

in aanwezigheid 

van prins Filip. Een overzicht: 

- Aquaplus-Aquafin en National 

Company SRC Caspiy 

- Applitek en E.C.M. Medintech 

- SCK-CEN en het National Nuclear 

Center of Kazachstan 

- Voka Antwerpen en de Chamber 

of Commerce and Industry of the 

Republic of Kazachstan 

- Howest, IMOG, Maes Jonker en AO 

Kazakh Energo Expertiza, Ministry 

of Industry and New Technologies, 

Kazakh Auto Road Institute (Kazadi) 

en KazNTU 

Vlaamse cleantechexpertise naar Kazachstan 

“Kazachstan is een land in volle ontplooiing met gemotiveerde mensen die aan 

de toekomst willen bouwen. Dat biedt Vlaamse kmo’s de mogelijkheid om er bijvoorbeeld 

in cleantech te investeren. Howest beschikt in samenwerking met de 

Universiteit Gent en Greenbridge over een expertisecentrum voor cleantech en 

wil zijn knowhow graag ter beschikking stellen van Kazachstan en van Vlaamse 

bedrijven die er willen investeren. Daarvoor onderzoeken wij de mogelijkheid 

tot oprichting van een Chamber of Commerce Flanders-Kazakhstan, wellicht in 

samenwerking met Voka of UNIZO. In ons samenwerkingsakkoord engageren 

we ons voor een coördinatiecentrum ‘Kazachstan’. Howest zal samen met instellingen 

van het hoger onderwijs in Kazachstan activiteiten organiseren op het 

vlak van onderwijs, dienstverlening en onderzoek. Daarnaast zullen we studenten 

en docenten uitwisselen binnen de erkende programma’s. Tot slot zal onze 

opleiding elektromechanica haar expertise ter beschikking stellen van kmo’s uit 

onze regio, zodat die hun apparatuur kunnen inzetten ten dienste van Kazachstan.” 

Lode De Geyter, algemeen directeur Hogeschool West-Vlaanderen (Howest)

Ook na de prinselijke missie gingen de 

onderhandelingen door. Op 25 oktober 

werd in het Egmontpaleis een samenwerkingsakkoord 

ondertekend door 

Healthcare Belgium en de minister van 

Gezondheid van Kazachstan. Het akkoord 

omvat een waaier van activiteiten 

op het vlak van gezondheidszorg. 

Droevig nieuws 

De missie werd overschaduwd 

door het overlijden van Michel 

Masi, diensthoofd bij de administratie 

der Douane en Accijnzen, 

FOD Financiën. Hij overleed in de 

nacht van dinsdag 12 op woensdag 

13 oktober op 56-jarige leeftijd. 

Scoren op SIAL 

Om de twee jaar blaast de internationale voedingsindustrie verzamelen op de vakbeurs SIAL 

in Parijs. Naast Anuga in Keulen staat dit voedingssalon te boek als dé referentie voor de 

voedingssector. Dit jaar vond de beurs plaats van 17 tot en met 21 oktober. Alle innovaties 

en trends in voeding kwamen er aan bod. Ook FIT was er aanwezig. Wereldwijs sprak met 

Vlaamse deelnemer Belberry. 

Maar liefst 5.700 exposanten uit 106 landen 

schreven zich in voor SIAL 2010. Met 

ongeveer 400 deelnemers was België 

goed vertegenwoordigd. Slechts vijf andere 

landen deden beter. FIT trok erheen 

met 48 exposanten, verspreid over vier 

hallen: internationaal, diepvries, vleesproducten 

en zoetwaren. De meeste 

Vlaamse bedrijven waren actief in die 

laatste categorie. Ongeveer 150.000 bezoekers 

kwamen al dat lekkers ontdekken. 

Ook uit het buitenland zakten flink 

wat geïnteresseerden af naar Parijs, 

meer zelfs dan de Fransen zelf. 

Tweemaal in de prijzen 

Het Kortrijkse Belberry verkoopt zijn 

hoogkwalitatieve ambachtelijke confituren 

in meer dan 30 landen. Thierry Vandererfven, 

zaakvoerder Belberry, vertelt 

waarom hij altijd deelneemt aan SIAL: 

“Voor een relatief klein budget zie ik al 

mijn invoerders en 80% van mijn buitenlandse 

klanten samen in enkele dagen 

tijd. Bovendien vind ik het fantastisch 

Boven: de handelsmissie stond onder leiding van prins Filip. 

om de andere Vlaamse bedrijven te leren 

kennen. Soms vloeit daaruit zelfs een 

samenwerking voort op logistiek vlak. Zo 

verschepen we regelmatig onze producten 

samen met goederen van andere producenten 

naar verre bestemmingen.” 

Belberry heeft nog redenen om tevreden 

terug te blikken op SIAL 2010. Van de 985 

inzendingen die dongen naar een van de 

vijftien Trends & Innovation Awards sleepte 

Belberry er een in de wacht voor zijn 

nieuwe product Simple Fruit. Dat is confituur 

in een opvallende knijpfles. Daarbovenop 

was Simple Fruit de onbetwistbare 

publiekslieveling. Met 42% van de stemmen 

ging immers ook de publieksprijs 

naar Simple Fruit. 

Welke impact heeft dat gehad? “Uiteraard 

krijg je veel internationale pers, wat mooi 

meegenomen is als je een nieuw product 

lanceert”, licht Thierry Vandererfven toe. 

“Op SIAL stapte Delhaize opnieuw naar 

me toe voor een samenwerking, terwijl ze 

eerder op mijn identieke vraag negatief 

hadden geantwoord. Ook de onmiddel- 

Aankomst 

lijke feedback op het product was interessant. 

Zo ontdekte ik snel dat Simple 

Fruit niet naar Australië kan wegens de 

beperkte houdbaarheid van het product.” 


21

Aankomst 

Vlaamse cleantech 

in Hongarije 

Van 18 tot 21 oktober trok FIT met een delegatie van twintig zakenlui en experts uit de cleantechsector 

naar Hongarije. Doel? Er de Vlaamse knowhow en technologie op de kaart zetten 

en zakencontacten aanknopen. Uitverkoren bestemmingen waren hoofdstad Boedapest en 

Nyíregyháza, een stad in de oostelijke, meer achtergestelde regio van het land. Pittig detail: 

door de ramp met het rode slib in Hongarije was het thema ‘cleantech’ er brandend actueel. 

Deze missie was de eerste met volledige 

focus op cleantech – milieu en hernieuwbare 

energie – die FIT naar Hongarije organiseerde. 

Het land is dan ook een vrij 

nieuwe markt voor cleantechtoepassingen. 

Met deze actie speelt FIT in op een 

reële interesse, zowel in Vlaanderen als in 

Hongarije. Het aantal Hongaarse deelnemers 

– in totaal 120 – illustreerde dit. 

Vlaanderen brengt sterk verhaal 

In de twee steden stonden telkens een 

seminarie, een netwerklunch en individuele 

b2b-afspraken op het programma. 

Tijdens de infosessie ‘Cleantech from 

Flanders’ stond de vooruitstrevende en 

unieke Vlaamse cleantechexpertise in de 


kijker. Hiervoor deden we een beroep op 

drie experts. Anne Vandeputte van OVAM 

belichtte de beste praktijken inzake afval- 

en bodembeleid in Vlaanderen, Wim Van 

Rompay van FITA sprak over de Vlaamse 

technologie en ervaring met watermanagement 

in binnen- en buitenland, en 

Christine Broux van Flanders Cleantech 

Association besloot met de realisaties en 

doorgedreven ambities van Vlaanderen 

inzake cleantech en duurzaam bouwen. 

Het verhaal van de experts werd bekrachtigd 

met een voorstelling van de zeventien 

deelnemende Vlaamse bedrijven 

en instanties. 

Vlaanderen is er tijdens de missie in geslaagd 

de Hongaren met een krachtige 

boodschap te overtuigen van zijn kunnen. 

Als een van de dichtst bevolkte regio’s in 

Europa werd Vlaanderen vrij vroeg met 

de verschillende milieu-uitdagingen geconfronteerd; 

dankzij een daadkrachtig 

beleid en strikte toepassing ervan heeft 

onze regio een schat aan knowhow en 

ervaring opgedaan die het ook in het buitenland 

wil valoriseren. 

Milieu-achterstand 

De milieu-uitdagingen in Hongarije blijven 

groot. Dat werd pijnlijk duidelijk door 

de ramp met het rode slib, enkele weken 

voor vertrek. Van enkele Hongaarse gastsprekers 

kregen de Vlaamse deelnemers 

informatie over de milieu-opportuniteiten 

en plannen in het land.

Hongarije staat nu waar Vlaanderen 

stond in het begin van de jaren 80, aldus 

Gábor Éberhardt van de North Great Plain 

Environmental Company, gastspreker in 

Nyíregyháza. Hongarije heeft slechts één 

afvalverbrandingsfabriek; ongeveer 80% 

van het stedelijk afval wordt nog altijd gestort. 

Een van de lopende projecten is de 

bouw van twee nieuwe afvalstortplaatsen 

in de regio. Ongeveer 30.000 à 40.000 verontreinigde 

sites wachten er nog op een 

oplossing. Dat toont aan welke lange weg 

nog moet worden afgelegd. 

De Vlaamse milieusector kan een cruciale 

rol spelen in dit ontwikkelingsproces. 

Volgens de heer Horn, Deputy Head of 

Unit van NFÜ (de National Development 

Agency), zullen er vanaf 2011 heel wat 

openbare aanbestedingen worden gelanceerd. 

Het is dus zaak voor Vlaamse 

bedrijven om dit nauwgezet op te volgen 

en op zoek te gaan naar een lokale partner, 

onontbeerlijk om zaken te doen op 

de Hongaarse markt. Deze groepzakenreis 

zette de Vlaamse deelnemers alvast 

op het juiste spoor met gerichte b2b-afspraken 

en netwerkmogelijkheden. 

“Via een Belgische partner die in Hongarije woont, hebben we er een agent 

onder de arm genomen. Met deze missie wilden we zijn eerste stappen helpen 

ondersteunen. Omdat we precies wisten wat we wilden en dat ook zo konden 

doorgeven aan FIT, waren we zeer tevreden over de kwaliteit van ons b2b-afsprakenprogramma. 

We ontwikkelen en commercialiseren een slimme lichtkoepel 

waarin een spiegelsysteem is verwerkt, om maximaal licht op te vangen. 

Hongarije biedt veel opportuniteiten voor dit product. In Hongarije wordt immers 

aan onze drie succesvoorwaarden voldaan: veel zonne-uren, hoge energieprijzen 

en de wil om te investeren. Het is nog te vroeg om al concrete resultaten 

voor te leggen, maar voor mij is de evaluatie van deze missie zeer positief. Niet 

alleen het intensieve programma, maar ook de boeiende contacten met de andere 

deelnemers gaven deze zending een absolute meerwaarde.” 

Maarten Michielssens, CEO EcoNation 

Waterzuiveringsstation in Csepel 

Dat het Hongarije menens is om zijn 

milieuproblemen aan te pakken en dat 

daartoe de meest geavanceerde technologie 

wordt ingezet, bewijst onder meer 

het gloednieuwe waterzuiveringsstation 

in Csepel dat de Vlaamse delegatie tijdens 

de missie kon bezoeken. De managing 

director van de exploitatiemaatschappij 

BKSZT gaf toelichting over het 

project en zorgde voor een rondleiding. 

De site – na één jaar proefdraaien sinds 

augustus volledig operationeel – zuivert 

het afvalwater van 1,6 miljoen Hongaren. 

Afvalwater dat vroeger in de Donau werd 

geloosd. De maximale verwerkingscapaciteit 

bedraagt 900.000 m³/dag. Het project 

werd voor 65% gefinancierd door de 

EU, voor 20% door de Hongaarse staat en 

voor 15% door de stad Boedapest. Voor 

de verwerking van het slib, dat nu enkel 

wordt ontwaterd en afgevoerd, wordt nog 

een oplossing gezocht. 

Opportuniteiten in 

de tsarenstad 

300 miljard euro. Dat klinkende budget trekt de Russische overheid de komende jaren uit om 

havens, wegen en spoorinfrastructuur te upgraden. Om ervoor te zorgen dat ook Vlaamse 

ondernemers meeprofiteren, organiseerde FIT een zakenreis naar Rusland. Vlaanderen 

staat immers traditioneel sterk in transport en logistiek en kan zich opwerpen als uitgelezen 

handelspartner. Van 18 tot 21 oktober trok een delegatie van 21 bedrijven naar Sint-Petersburg. 

Vlaams minister-president Kris Peeters had de leiding over deze missie. 

Hoewel sommige analisten in volle crisis 

al eens vraagtekens plaatsten bij de R 

in BRIC, blijft Rusland een interessante 

groeimarkt. Met 140 miljoen inwoners, 

omvangrijke grondstoffenvoorraden en 

een goedopgeleide bevolking beschikt 

het grootste land ter wereld over de nodige 

troeven om een sterke groei op lange 

termijn te garanderen. Bovendien ligt 

Rusland op amper enkele uren vliegen 

van Vlaanderen. De handelscijfers voor 

de eerste helft van 2010 ogen alvast weer 

positief: de export naar Rusland is met 

bijna 40% toegenomen. Sint-Petersburg 

speelt een cruciale rol in de economische 

ontwikkeling van het land. Deze 

haven in het noordwesten vormt dan ook 

een belangrijke draaischijf van Ruslands 

internationale handel. 

Aanwezigheid FIT 

Aankomst 

FIT is al sinds 1993 aanwezig in Sint-Petersburg 

en nam eind maart 2010 zijn intrek 

in het Belgische consulaat-generaal. 

De aanwezigheid van Kris Peeters bood 

een uitgelezen gelegenheid om het kantoor 

plechtig te openen. Daarna konden 

de Vlaamse deelnemers er tijdens een 

netwerkreceptie uitgebreid kennismaken 

met elkaar en leren uit de ervaringen van 


23

Aankomst 

Boven: de Vlaamse delegatie, onder leiding van minister-president Peeters, bezoekt een baggerschip van DEME 

dat de haven van Ust-Luga baggert. 

de pioniers die al jaren werkzaam zijn in 

Sint-Petersburg. 

Dankzij een goedgevuld programma kregen 

de deelnemende bedrijven in de volgende 

dagen volop de kans om contacten 

te leggen met potentiële Russische zakenpartners. 

De missie in vogelvlucht 

Dat zakendoen in Rusland niet altijd 

makkelijk is, vernam de delegatie tijdens 

een ontbijtmeeting met enkele jonge 

“Dit was mijn 24ste bezoek aan Rusland, 

een enorme markt met ontzettend 

veel potentieel. Er is altijd 

mogelijkheid tot groei en via deze 

missies kunnen we ons netwerk verder 

uitbreiden. Ook de aansluiting 

bij het Breakbulk Forum in Sint- 

Petersburg, georganiseerd door het 

Antwerpse Havenbedrijf, vond ik een 

meerwaarde. FIT had twaalf b2b-afspraken 

voor me vastgelegd, onder 

meer met enkele bedrijven waarmee 

ik al langer wilde praten. Nu volgt 

een periode van intensieve opvolging, 

maar de eerste concrete aanvragen 

zijn al binnen.” 

Marc De Keersgieter, Key Account 

Manager ATLANTIC NV 


Russische ondernemers, afgestudeerd 

aan de campus van de Vlerick Management 

School in Sint-Petersburg. Zo zijn 

corruptie, slechte infrastructuur en hoge 

interestvoeten er nog altijd een realiteit. 

Tijdens het seminarie ‘Invest in Flanders’ 

werd de Vlaamse knowhow op het 

vlak van transport en logistiek volop in 

de verf gezet. Op politiek niveau ontmoette 

de delegatie Valentina Matvienko 

en Valeriy Serdyukov, de respectievelijke 

gouverneurs van Sint-Petersburg en de 

Leningrad Oblast. Vlaanderen werd hen 

voorgesteld als een interessante partner 

“We zijn al meer dan 25 jaar aanwezig 

in de Russische markt. De acties 

van FIT in Rusland volgen we dan 

ook nauwgezet op. Omdat het FITkantoor 

in Sint-Petersburg goed begrijpt 

wat we doen en zoeken, levert 

dat een interessant b2b-afsprakenprogramma 

op met steevast de juiste 

match. Daarnaast maken we van de 

gelegenheid gebruik om eigen contacten 

op te zoeken. Wie vertrouwd 

is met de Russische mentaliteit, weet 

dat de aanwezigheid van Kris Peeters 

goud waard was. Ontvangen worden 

door een hooggeplaatst politicus is 

voor Russen immers nog altijd zeer 

belangrijk.” 

Luc Haesaerts, Directeur Haesaerts 

Intermodal 

voor handel en investeringen. Bovendien 

ondertekende Kris Peeters een overeenkomst 

in de prachtige zalen van het 

Hermitagemuseum. Hiermee worden 

de artistieke, politieke en economische 

banden tussen Vlaanderen en Sint-Petersburg 

nog verstevigd. 

Dat Rusland enorme mogelijkheden 

biedt, toont de bouw van een volledig 

nieuwe haven in Ust-Luga, op zo’n 100 

km ten zuiden van Sint-Petersburg. 

Kostprijs van dit grootse infrastructuurproject: 

een slordige drie miljard euro. 

Tot eind jaren 90 was dit gebied sompige 

moerasgrond, vandaag is het een enorm 

bouwwerf. Een deel van de delegatie 

waagde zich aan boord van een helikopter 

en kon met eigen ogen deze wereldhaven 

in wording bekijken. Vlaamse baggeraar 

DEME bouwt al vijf jaar mee. Aan 

boord van zijn baggerschip Lange Wapper 

werden de toekomstplannen voor 

de haven toegelicht. Op termijn moet 

die dezelfde overslag halen als de haven 

van Antwerpen, het nummer twee in Europa. 

Momenteel werken er drieduizend 

mensen in de haven van Ust-Luga. Als ze 

helemaal is voltooid, zullen dat er tienduizend 

zijn. 

Tot slot bracht de delegatie een bezoek 

aan de magazijnen van Ahlers, dat al ongeveer 

twintig jaar actief is in Rusland. 

Prinselijke missie Rusland 

3 tot 8 april 2011 

Wil u ook uw zakelijke kansen 

aftasten in Rusland? Neem deel 

aan deze prinselijke missie naar 

Moskou en Sint-Petersburg. 

Maak kennis met deze veelbelovende 

markt en stel uw 

activiteiten en troeven voor aan 

potentiële Russische zakenpartners. 

Bent u er al aanwezig, dan 

is deze missie een uitstekende 

gelegenheid om nieuwe zakenpartners 

te ontmoeten en om 

bestaande contacten te versterken. 

Sectoren in de kijker: hightech, 

diamant, life sciences, chemie, 

bouw(materialen), logistiek en 

transport, lucht- en ruimtevaart. 

Interesse? 

Schrijf u in voor 19 januari 2011. 

Voor meer info kan u terecht bij 

Evelien Staelens via 02 504 88 48 

of evelien.staelens@fitagency.be.

GROEPSSTANDEN 

FIT regelt uw individuele standruimte op onze 

groepsstand op gereputeerde beurzen. 

ISM – Keulen 

30 januari tot en met 2 februari 

ISM is wereldwijd de belangrijkste vakbeurs 

op het vlak van zoetwaren, chocolade, koekjes 

en versnaperingen. 

Inschrijven 

kan tot en met 15 december 2010 op 


Frank Baeyens, 02 504 88 49 

frank.baeyens@fitagency.be 

Domotex Asia – Sjanghai 

22 tot en met 24 maart 2011 

Domotex Asia/Chinafloor is de meest toonaangevende 

vakbeurs op het vlak van vloerbekleding 

in het Verre Oosten. Wereldwijd is het 

zelfs de tweede grootste. 

Inschrijven 



Frank Baeyens, 02 504 88 49 

frank.baeyens@fitagency.be 

OTC – Houston 

2 tot en met 5 mei 2011 

De Offshore Technology Conference is het 

grootste offshore olie- en gasforum ter wereld. 

Dat vindt plaats in het Texaanse Houston, hoofdstad 

van de energiesector en uitvalsbasis voor 

offshore-activiteiten in de Golf van Mexico. OTC 

is dan ook het forum bij uitstek voor bedrijven 

actief in de (offshore) olie- en gasindustrie. 

Wil u er uw aanbod voorstellen? Schrijf u in 

voor onze groepsstand of Product Sample 

Booth (PSB) en betaal minder dan voor een 

klassieke beursdeelname. Maak kennis met 

het potentieel van deze beurs én stel uw eigen 

aanbod voor aan prospects. 

Inschrijven 



Katty De Vos, 02 504 87 14 

katty.devos@fitagency.be 

Hofex – Hongkong 

11 tot en met 14 mei 2011 

Hofex is een tweejaarlijkse gerenommeerde 

vakbeurs voor voeding, drank en horecauitrusting. 

In 2011 vindt de veertiende editie 

plaats. FIT biedt twee formules aan: de klassieke 

groepsstand met eigen individuele stand 

of de PSB. 

Op de vorige editie kwamen bijna 35.000 

professionele bezoekers voor een aanbod van 

1.800 standhouders uit meer dan 80 landen. 

Inschrijven 

kan tot en met 28 februari 2011 op 


Gabor Becski, 02 504 87 02 

gabor.becski@fitagency.be 

PSB-STANDEN 

Interessante acties in de pijplijn. 

Flanders Investment & Trade organiseert voortdurend acties om u te ondersteunen 

bij uw internationaliseringsproces. We geven u een bondig overzicht van de acties 

waarvoor u zich nu kan inschrijven. Met andere woorden, klaar voor vertrek! 

Een Product Sample Booth (PSB) is een 

laagdrempelig alternatief voor een ‘klassieke’ 

beursdeelname. U vaardigt iemand af naar de 

beurs maar betaalt niet voor een individuele 

beursstand. Onze PSB is een open ruimte 

waar u uw brochures, producten of stalen 

kunt presenteren. U bent duidelijk te onderscheiden 

van de andere Vlaamse deelnemers. 

Wij verzorgen het onthaal en richten de stand 

zo in dat hij ook dient als meeting point voor 

uw afspraken. 

Deze formule laat u toe om – met een beperkte 

financiële inspanning – kennis te maken 

met het belang en de uitstraling van een 

internationale beurs. Op onze PSB verzorgt u 

zelf de promotie van uw product én hebt u de 

kans om een nieuwe markt te prospecteren. 

Altenpflege – Nürnberg 

12 tot en met 14 april 2011 

De medische zorgverlening in Duitsland staat 

in Europa nog steeds aan de top en het Duitse 

gezondheidsstelsel is een van de beste ter 

wereld. Bovendien is deze gigantische markt 

vlakbij. Altenpflege is dé Duitse vakbeurs op 

het vlak van ouderenzorg en geeft een goed 

beeld van de spelers, producten en diensten 

van de Duitse markt in ouderenverzorging. 

Op Altenpflege 2010 toonden 720 exposanten 

hun product of dienst aan 34.687 bezoekers. 

99% van de bezoekers zijn vakbezoekers, 

ongeveer 60% hebben op zijn minst een 

adviesgevende rol bij beslissingen en 14% zijn 

decision makers. 

Inschrijven 

kan tot 30 januari 2011 op 


Francine Van Den Borre, 02 504 87 47 

francine.vandenborre@fitagency.be 

CommunicAsia – Singapore 

21 juni tot en met 24 juni 2011 

CommunicAsia is hét ICT-gebeuren in Singapore 

en dé springplank om de markten in de 

regio te bewerken. Door het grote succes van 

de editie 2010 zal FIT er opnieuw aanwezig 

zijn met een PSB. 

CommunicAsia & BroadcastAsia zijn de enige 

vakbeurzen in de regio die een volledig platform 

bieden voor het presenteren van bestaande producten 

en voor het lanceren van nieuwe producten 

op de markt van ICT en digitale convergentie. 

Azië is een belangrijke markt geworden voor 

de informatica-industrie en huisvest alsmaar 

grotere internationale vakbeurzen over communicatie- 

en informaticatechnologie. 

Inschrijven 

kan tot 15 december 2010 op 


Katty De Vos, 02 504 87 14 

katty.devos@fitagency.be 

GROEPSZAKENREIS 

Vertrek 

Tijdens een (multi)sectorale groepszakenreis 

reist u samen met collega-ondernemers, 

maar ter plaatse werkt u een individueel b2bafsprakenprogramma 

af. 

Energie en Transport-Logistiek – VAE en 

Qatar 

7 tot 11 februari 2011 

Energie blijft uitermate belangrijk voor zowel 

Qatar als de VAE. De belangstelling voor hernieuwbare 

energie neemt vooral in Abu Dhabi 

fors toe. De logistieke sector biedt ook zowel 

in Qatar als in de VAE verschillende opportuniteiten. 

Beide zijn belangrijke logistieke hubs. 

Om de groei in deze sectoren te bestendigen 

en om de efficiëntie hoog te houden is men 

in beide emiraten op zoek naar buitenlandse 

technologieën en knowhow. 

Teneinde de Vlaamse bedrijven maximale 

kansen te geven, zal minister-president Kris 

Peeters deze sectorale groepszakenreis 

leiden. 

Wij zoeken voor u de gepaste partners en 

werken een individueel afsprakenprogramma 

op maat uit. Naast individuele contacten is er 

ruimte voor bedrijfsbezoeken en netwerkevenementen. 

Inschrijven 

kan tot 20 december 2010 op 


Bart Van den Bossche, 02 504 87 09 

Bart.vandenbossche@fitagency.be 


25

Connectie Een internationaal parcours in vogelvlucht. 

Internationale ondernemers verblijven tijdens hun zakenreizen 

regelmatig in het buitenland. Soms leven en werken ze 

er zelfs geruime tijd. Hoe beleven zij hun internationale carrière? 

Deze maand bevragen we Marc Van Steyvoort, Global 

Content Strategy Director bij Alcatel-Lucent. 

“Ook in zakendoen 

volg ik 

mijn buikgevoel” Paspoort: 

Als pas afgestuurde informaticus 

stond het voor mij vast – hoe gefascineerd 

ik ook was door technologie – dat 

ook creativiteit en het sociale element 

een grote rol in mijn professionele leven 

moesten spelen. Na amper drie maanden 

in het International Support Centre 

van Hewlett-Packard diende ik mijn ontslag 

in. Ik trok naar Tenerife, vastberaden 

om er werk te vinden. Als Marketing & IT 

Manager voor verschillende hotels ben ik 

er uiteindelijk drie jaar gebleven. 

Meer internationale ervaring bouwde 

ik op in mijn volgende jobs. Zo was ik 

teamverantwoordelijke voor Microsoft bij 

de lancering van Windows 95 in de Benelux, 

en vermarktte ik voor Nokia de eerste 

smartphone in negen verschillende 

landen. Nadien richtte ik mijn eigen internetbedrijf 

op. Toen Carlo Gepts, in die 

tijd General Manager VT4, me vroeg om 

samen te werken, aarzelde ik niet. Nu 

lijkt het weinig bijzonder, maar toen twijfelden 

velen aan de slaagkansen van het 

concept om sms’jes naar teletekst te sturen 

en sms-chats te organiseren. Toen 

dat succesvol bleek, volgden ook andere 

zenders als TMF en MTV. 

Mijn verloofde woont in Duitsland. Zes 

jaar geleden ging ik de liefde achterna, 

zonder vooraf te weten wat ik er zou doen. 

Toeval of niet, maar net op dat ogenblik 

vroeg Alcatel-Lucent me of ik interesse 

had in het leiden van een driejarig project 


in Bonn, op slechts 75 kilometer van mijn 

woonplaats. Er was nood aan content gerelateerd 

aan technologie. Die moest ik 

leveren. Toen dat project afliep, werd ik 

wereldwijde contentverantwoordelijke. 

Voor mijn werk moet ik geregeld naar 

het buitenland: vooral in Spanje, het VK, 

Oostenrijk en Nederland ben ik vaak aan 

de slag. Ik schat dat ik ongeveer de helft 

van mijn tijd op zakenreis ben. 

De digitale revolutie en nieuwe 

mogelijkheden die hierdoor ontstaan, 

boeien mij mateloos. Dat wil ik van dichtbij 

en van binnenuit meemaken. Zo ben 

ik via Qualitysheet bezig met brand community. 

De relatie merk-eindklant wordt 

dooreen geschud en fans groeien uit tot 

echte merkambassadeurs. Die combinatie 

van technologie en een sociale, democratische 

manier van zakendoen spreekt 

me heel erg aan. Daarnaast ben ik met 

dINK nauw betrokken bij het ontwikkelen 

van een digitale nieuwsstand. Tegenwoordig 

hoef je geen journalist te zijn, 

iedereen kan informatie neerschrijven. 

Ook in dat nieuwe systeem wil ik een rol 

spelen. Ten slotte help ik in Nederland 

een nieuwe tv-zender op poten zetten. In 

eerste instantie wordt het een dance-kanaal 

waar je digitaal live-events kan volgen, 

zoals het optreden van je favoriete 

dj. Later kan dat worden uitgebreid met 

bijvoorbeeld opera’s. 

Marc Van Steyvoort 

Naam: 

Marc Van Steyvoort 

Bedrijf: 

Alcatel-Lucent 

Sector: 

Telecom 

Functie: 

Global Content Strategy Director 

Studies: 

Graduaat Informatica 

Leeftijd: 

43 jaar 

Extra: 

CEO Qualitysheet en Director 

Business Development EMEA 

dINK 

Geen enkele buitenlandse markt 

stoot me af, ik sta open voor alle bestemmingen. 

Ook al neemt de globalisering 

toe, toch blijven regio’s hun eigenheden 

hebben. Elk land heeft zijn eigen cultuur. 

Respect is altijd en overal het sleutelwoord. 

Ten slotte denk ik dat je vooral bij internationaal 

ondernemen eerst moet nadenken 

en kijken vooraleer te handelen, 

zodat je je kan verplaatsen in het hoofd 

van je klant. Alleen dan lever je werk van 

topkwaliteit. 

In de volgende Wereldwijs geeft Flanders 

Investment & Trade het woord door aan 

Koen Swings, CTO & MarCom Zappware.

Vinoteka Movia – Ljubljana 

Ljubljana is de jonge en gezellige hoofdstad 

van Slovenië. Het is er heerlijk rondkuieren 

in het oude stadsdeel, van Mestni 

trg, het grote plein voor het stadhuis tot 

aan Gornji trg, het hoge plein en vertrekpunt 

voor de klim naar de burcht. Blikvanger 

van de stad is het centrale plein 

Prešeren trg, dat zijn naam ontleende aan 

France Prešeren, de Sloveense nationale 

dichter en vereeuwigd in een standbeeld 

op het plein. Maar het is vooral de Tro- 

Boekentip 

Deze handige doe-gids in een positieve 

no-nonsense stijl begint met een inleiding 

over een totaal vergeten ondernemer: 

Edward Butler. De 21-jarige Engelse 

uitvinder nam in 1884 als eerste 

een patent op een voertuig dat werd 

aangedreven door een verbrandingsmotor. 

Stoffel Mulier en Johan Van den 

Bossche analyseren vervolgens waarom 

iedereen Daimler en Benz wel kent als 

pioniers van de automobiel, en deze 

man niet. Dat mondt uit in zeven tijdloze 

lessen die de rode draad vormen van het 

boek. 

De auteurs tonen de lezer de verschillende 

stappen die essentieel zijn bij de 

opstart van een eigen bedrijf: van de samenstelling 

van het team tot en met de 

aandeelhoudersovereenkomst met potentiële 

investeerders. In elke fase laten 

ze hun ervaring ten volle spreken. Hierdoor 

is het boek allesbehalve een droog 

verhaal, maar biedt het een meerwaar- 

Tips voor uw volgende vlucht. 

Waar? 

Vinoteka Movia 

Mestni trg 4 

1000 Ljubljana 

Tel.: +386 425 54 48 

E-mail: vinoteka.movia@siol.net 

Website: www.movia.si 

mostovje of driedubbele brug, ontworpen 

door de Sloveense architect Jože Plečnik, 

die alle aandacht naar zich toe trekt. Door 

het originele en asymmetrische design 

van de brug laat Plečnik het kleine plein 

optisch groter lijken dan het is. Kom even 

tot rust op de brug. Kijk omhoog naar de 

burcht en laat je blik opnieuw links afdalen 

naar Plečnik Hall, de colonnade langs 

de Ljubjanica-rivier. Hier klopt het hart 

van Ljubljana! 

Kennismaken met een stad is nog leuker 

met een heerlijk glas wijn erbij. Daar- 

‘Vlaanderen in START-UP mode’ 

Stoffel Mulier en Johan Van den Bossche 

de voor elke starter (en niet alleen voor 

wie met technologie zijn boterham wil 

verdienen). 

“Ik verwacht dat mensen aan de hand 

van dit boek de stap zullen zetten om 

effectief met hun bedrijf te starten”, 

zegt Stoffel Mulier. “Mogelijk zijn er 

ook enkelen die hun plannen even zullen 

uitstellen. Maar liever zo dan zich 

prematuur in een uitzichtloos avontuur 

te storten. Onze ervaring leert ons trouwens 

dat uitstel niet noodzakelijk afstel 

inhoudt.” 

Over de auteurs 

Stoffel Mulier en Johan Van den Bossche 

stonden in de jaren 90 aan de wieg 

van hun eigen bedrijf. De ene ontwikkelde 

hoogtechnologische meetapparatuur, 

de andere microchips voor gsm’s. 

Tien jaar later stonden hun bedrijven 

aan de absolute top. “We geven nu 

Paul Vanoverloop 

Vlaamse Economische 

Vertegenwoordiger Ljubljana 

Check-out 

voor kan je terecht in de Vinoteka Movia, 

naast het stadhuis op Mestni trg. Movia is 

ongetwijfeld de bekendste wijngaard van 

het land, gelegen in Goriška Brda bij de 

Italiaanse grens en gerund door wijngoeroe 

Aleš Kristančič. In Vinoteka Movia 

proef je de beste wijnen van het domein. 

Mijn aanrader? Probeer de witte wijn 

Veliko belo en proost zoals de Slovenen 

doen: ‘na zdravje’. 

Lep pozdrav! 

onze ervaring door aan een nieuwe generatie 

starters”, vertelt Johan Van den 

Bossche. “In de voorbije vijf jaar hebben 

we in heel Vlaanderen 45 technologiebedrijven 

helpen opstarten. Die zijn intussen 

allemaal internationaal actief.” 

‘Vlaanderen in START-UP mode’, 

Verkrijgbaar in de ACCO-boekhandel 

(Leuven, Antwerpen, Gent, Woluwe, 

Brugge) 

Het boek is een uitgave van 

SO Kwadraat vzw 

Meer informatie 

www.sokwadraat.be 


27

Metrotile Europe: - Flanders Investment & Trade

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?