Montage handleiding TOS-systeem

Montage handleiding TOS-systeem
Handleiding voor gebruik TOS-systeem aandachtig lezen!
Alle veiligheidsvoorschriften betrachten!
Ten behoeve van gebruik de montagehandleiding goed bewaren!
Deze montagehandleiding bevat belangrijke aandachtspunten en aanbevelingen.
A.U.B voor de montage van electrische aansluitingen en in bedrijfname de montage
handleiding nauwkeurig te lezen. Verdere montage- en gebruiksaanwijzingen die
componenten of onderdelen van het toestel betreffen zijn aanvullend in acht te nemen.
Technische wijzigingen en Druk en zetfouten voorbehouden stand 01-03-2010

Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina
Voorwoord 1.0 2
Leveringsomvang 1.1 2
Algemene bepalingen 1.2 2
Wandmontage 1.3 3
Aansluiting Overloop 1.4 4
Aansluiting Drinkwaterleiding 1.5 5
Aansluiting Zuigleiding 1.6 6
Aansluiting Persleiding 1.7 6
Vlotterschakelaar 1.8 7
Inbedrijfname via drinkwater 1.9 10
Inbedrijfname via de tank 2.0 11
Storingen verhelpen 2.1 12
Aanleg van de zuigleiding 2.2 13
Attentie!
Bij het negeren van aanwijzingen kan er materiaalschade ontstaan!
Gevaar!
Bij het negeren van aanwijzingen kan er lichamelijk letsel ontstaan!
Informatie!
Geeft aanvullende informatie omtrent de te nemen montagehandelingen!
In het vervolg van dit werk worden er enkel nog deze beeldsymbolen weergegeven!
Pag 1

1.0 Voorwoord
Controleer bij de levering het toestel op:
De toestand van het toestel en eventuele transportschade
Complete leveromvang
1.1 Leveromvang
• Toestel incl. Pomp en drukbesturing
• Wandbevestigingsset
• Vlotterschakelaar incl. 20 m kabel
• Bevestigingsset voor de vlotterschakelaar
• Gebruiksaanwijzing
• Montagehandleiding
1.2 Algemene bepalingen
• het toestel dient conform de stand der techniek gemonteerd te worden, in het bijzonder gelden de
technische geldende bepalingen en normeringen zoals Belgaqua, Vewin werkblad 3.8, NEN1010, DIN
1988, DIN 1986, EN 1717!
• Niet getest op het gebruik binnen industriële toepassingen!
- Neem bij vragen kontakt op met uw verkoper of verdeler!
• Geen brandbare of explosiegevaarlijke stoffen, levensmiddelen of afvalwater op
het toestel aansluiten.
• Ongeschikt voor de volgende systemen of toepassingen;
- installatie en montage buitenshuis
- installatie en montage in natte ruimtes zoals badkamers ed..
- installatie en montage in explosiegevaarlijke omgevingen.
- Installatie en montage in ruimten met vorstgevaar.
• Voor het volledig spanningsloos maken van het apparaat dient de stekker uit de
wandcontactdoos getrokken te worden!
• De netstekker dient vrij toegankelijk te zijn!
• De stekker mag pas in de wandcontactdoos gestoken worden nadat;
- ordentelijke bevestiging van het toestel gecontroleerd is;
- de koppelingen en het toestel op lekkage zijn gecontroleerd;
- het toestel conform alle geldende reglementen en bepalingen aangesloten is.
• Aanspraak op enige vorm van garantie of aansprakelijkheid vervalt bij het niet
naleven van één van deze punten.!
Markering
We adviseren om bij de hoofdkraan van de waterleiding van het gebouw een attentiebordje te plaatsen
die op een regenwaterleidingnet attendeert. De aftappunten dienen voorzien te zijn van een
markeringsticker.
Voor verdere vragen / tips voor de bediening / toepassing van het toestel zie de
gebruiksaanwijzing.
Pag 2

1.3 Wandmontage
Attentie!
Bij aansluiting op het riool dient het niveau van de rioolaansluiting gecontroleerd te
worden, zie hoofdstuk 1.4 ”Aansluiting Overloop”.
Monteer het toestel:
• in een droge vorstvrije ruimte.
• in een ruimte met ordentelijke vloerafvoer.
• minstens 40 cm onder het plafond, gemeten vanaf de bovenkant van het toestel.
(noodzakelijk voor service/onderhoudswerkzaamheden).
• op een vlakke massieve wand (voorkomt verspannende krachten op het toestel en
resonantie van geluid)).
• waterpas (voorkomt lekkage en foutmeldingen).
• boven het maximale waternivo in de regenwatertank (om heveling van het regenwater uit de
regenwater naar de breaktank te voorkomen).
Montage stappen
TOS dient hoger
geplaatst te worden
dan het maximale
peil in de
regenwatertank
Afbeelding 1
1.Wandhouder waterpas op de montageplaats houden en de te boren gaten aftekenen.
2. Bevestigingsgaten boren (8mm) en pluggen monteren.
3. Wandhouder met behulp van schroeven en ringen vast monteren.
- Let erop dat de wandhouder waterpas hangt!
4. De twee meegeleverde rubberen afstandshouders (M6 x 15mm) in de moergaten schroeven die
zich op de achterkant van de roest vrij stalen behuizing bevinden.
5. Toestel met de bevestigingsrand op de achterzijde van bovenaf in de wandhouder
laten zakken en het toestel vast aandrukken.
- Let erop dat de rubberen rand op de wandhouder ordentelijk bevestigd is.
Pag 3

1.4 Aansluiting van de overloop
Attentie!
Om bij een kalamiteit de afvoercapaciteit van de noodoverloop te kunnen waarborgen dienen de
volgende aanwijzigen strikt opgevolgd te worden;
De noodoverloop met een 75 mm buis, niet kleiner!, aansluiten op:
• Riool of
• Afvoerpomp.
• Let op dat de 75 mm buis minimaal 50 cm vertikaal naar beneden loop alvorens een bocht geplaatst
wordt, zie afbeelding 2.
- Zo kan bij een eventuele overloop het water beter uit het toestel stromen.
- Als stankslot kan een sifon of waterslot geplaatst worden!
Belangrijk!
Als het toestel onder het nivo van de rioolaansluiting geïnstalleerd wordt dient de noodoverloop naar
een afvoerpomp gevoerd te worden die het water kan opvoeren tot boven het maximale peil van de
rioolaansluiting*. Zorg ervoor dat de capaciteit van deze afvoerpomp minimaal 5m³/h is.
Afbeelding 2
Aansluiting DN 75
op rioleringen of
afvoerpomp.
* Maximale peil rioolaansluiting:
Waternivo tot waar een overbelast rioolstelsel maximaal kan opstuwen. Normaliter het nivo van de
straatkruin. Informeer hiervoor desgewenst bij de bouwdienst van uw gemeente.
Pag 4

1.5 Aansluiting van de drinkwaterleiding
Het vlotterventiel is ontworpen voor een maximale waterdruk van 4 bar. Indien de druk in de
waterleiding hoger is dient er een reduceerventiel tussen het toestel en de waterleiding gemonteerd te
worden. Een te hoge druk kan een defect van het toestel l veroorzaken.
Om het vlotterventiel te beschermen tegen vuil uit de drinkwaterleiding adviseren
we om een fijnfilter van 110 um tussen het toestel en de drinkwaterleiding te monteren.
Let er bij de dimensionering van de waterleiding op dat er voldoende
capaciteit voorhanden is, verbruiksafhankelijk kan dat oplopen tot maximaal 5,0m³/h.
Voordat het toestel aangesloten wordt dient de drinkwaterleiding doorgespoeld te worden!
Attentie!
We adviseren om het toestel met behulp van een flexibele slang en kraan (onderdeel van het
aansluitset) op de drinkwaterleiding aan te sluiten, hierdoor:
- wordt geluids- en resonantieoverdracht van het toestel naar de leiding vermeden,
- wordt de montage sneller en eenvoudiger,
- is de drinkwatertoevoer snel en eenvoudig af te sluiten,
- zijn service-werkzaamheden snel en eenvoudig uit te voeren,
- kan de toevoer bij afwezigheid afgesloten worden.
(Bij een afwezigheid van meer dan 3 dagen dient de drinkwatertoevoer naar het toestel
afgesloten te worden!)
Drinkwateraansluiting waterdicht aansluiten
middels ¾“-aansluiting van het vlotterventiel,
zie afbeelding 3.
- Let op, dat er geen krachten en
spanningen op de waterleiding
staan. Dat veroorzaakt lekkages.
- De aansluiting van het vlotterventiel niet
verdraaien of verbuigen, eventueel de ¾“ –
aansluiting fixeren!
afbeelding 3
De uitstroom van het vlotterventiel in de breaktank van het toestel dient loodrecht naar beneden
gericht te zijn. De drijver moet zich volledig vrij in de breaktank kunnen bewegen!
De eerste muurklem op de waterleiding mag niet verder verwijderd zijn van het toestel dan 10-15 cm.
Dit voorkomt waterslag in het leidingnet bij het sluiten van het vlotterventiel.
Pag 5

1.6 Aansluiting van de aanzuigleiding
Als aanzuigleiding dient een leiding genomen te worden van minimaal 25 mm! We adviseren om
de leiding uit één stuk te maken. De aanzuigleiding dient absoluut schoon te zijn, als dat niet zeker is
dient de leiding doorgespoeld te worden voor aansluiting.
afbeelding 4
1.7 Aansluiting van de persleiding
Let op!
We adviseren om het toestel middels een flexibele gewapende slang (is onderdeel van het optionele
aansluitset) te monteren, hierdoor:
- worden resonatie- en geluid in het leidingwerk gedempt,
- ontstaan er geen frictiekrachten op het toestel,
- is de persleiding afsluitbaar,
- is service en reparatie snel mogelijk,
• Persleiding waterdicht aansluiten op de perszijde van de
drukbesturing en via de bovenzijde van het toestel naar
buiten voeren, zie afbeelding 5.
- Let op: dat de waterleiding precies in het verlengde ligt
van het toestel, anders kunnen er als gevolg van
frictiekrachten waterlekkage ontstaan.
De zuig- en persleidingen dienen voorzien te
zijn van montagebeugels.
• De eerste montagebeugel niet verder dan 10-15 cm
vanaf het toestel monteren.
- Voorkomt spanningen in het toestel en resonantie.
Minstens 1" leiding gebruiken.
De aanzuigleiding dient vanaf de put naar het toestel
onder continue opschot te liggen! Zie voor de maximale
aanzuighoogte en leidinglengte grafiek 1 op pagina 13!
aanzuigleiding recht aanleggen met minimum
aan bochten en koppelingen.
Op de aanzuigleiding in de put dient een voetklep
gemonteerd te zijn! Meestal is dit een onderdeel van de
drijvende aanzuiging (optionele toebehoor).
Aanzuigleiding op de schroefverding
waterdicht monteren, zie afbeelding 4.
Persleiding met
1” gewapende slang
Afbeelding 5
Pag 6

1.8 Vlotterschakelaar en schakelbox
Montage vlotterschakelaar in put
De kabel van de vlotterschakelaar zodanig in de regenwaterput monteren dat de vlotter ca.12 cm
boven de bodem van de put hangt, zie afbeelding 6.
Hiervoor:
• Dient men een gat te boren (8mm) boven de maximale waterspiegel in de regenwatertank. Hierin
plaatst u de plug.
• Leg vervolgens de kabel van de vlotterschakelaar in de kabelklem bevestig deze met de schroef in
de plug (nog niet volledig vast zetten).
• Vlotterschakelaar zo hoog vastzetten dat de afstand tussen vlotter en bodem 12 cm
is, zie afbeelding 6.
• Kabelklem zodanig vastdraaien dat de kabel goed en vast gefixeerd is en niet meer kan zakken.
De vlotter dient vrij boven de bodem te hangen en mag geen obstructies raken, v.b. tankwand,
invoerbuis, drijvende aanzuiging etc. ! Dat kan leiden tot funktiestoringen.
Gewicht
vlotterschakelaar
Bodem regenwatertank
Afbeelding 6
Hoogte 12 cm
Pag 7

Kabel mag niet onbeschermd ondergronds geplaatst worden!
- Advies: Neem een 110mm mantelbuis en verbindt daarmee de regenwaterput met het huis. Door
deze mantelbuis kan de aanzuigleiding en de kabel gelegd worden. Let er daarbij op dat er geen water
vanuit de put naar het huis stromen kan!
Montage Schakelbox
Op de schakelbox zijn 3 aansluitingen. 1 x stekker de stroomtoevoer van de driewegkraan, 1 x
contrastekker voor de aansluiting op de vlotterschakelaar vanuit de tank 1x wit stekkertje voor de
verbinding met de driewegkraan(zie afbeelding 7).
Stekker voor in het
stopkontakt
Stekker
Voor de
aansluiting op de
driewegkraan
I/O schakelaar om
handmatig op drink-
Regenwater om te
schakelen
Afbeelding 7
• De kabel van de vlotterschakelaar dient op de meegeleverde stekker aangesloten te worden
(afbeelding 8) en vervolgens in ce contrastekker van de schakelbox beplaatst te worden..
Afbeelding 8
• Overtollige kabellengte met kabelbeugels aan de muur bevestigen.
Contrastekker om de
stekker van de
vlotterschakelaar op aan te
sluiten
Pag 8

• Steek vervolgens de witte stekker van de schakewlbox in de driewegkraan (afbeelding 9)
Afbeelding 9
• Zorg ervoor dat de schakelkast aan de muur bevestigd wordt binnen een afstand van 0,50 mtr van
een dubbel stopcontact en binnen 0,50 mtr van het TOS systeem.
• Verbindt de stekkert van de pomp met de contrastekker van de Drukbesturing op de pomp.
Pag 9

1.9 Inbedrijfname met drinkwater
Het toestel kan zonder water in de regenwaterput middels drinkwater in bedrijf worden genomen.
Voorwaarden inbedrijfname!
• In het toestel en diens leidingen mogen zich geen vuil of verontreinigingen bevinden.
• Het toestel dient correct gemonteerd te zijn.
• Alle aansluitingen dienen waterdicht aangesloten te zijn.
• Zorg dat de stekker NIET op het spanningnet is aangesloten.
• Pomp met water vullen, zie afbeelding 9:
1.) vuldopje losdraaien en verwijderen.
2.) Met een gieter of beker de pomp volledig vullen met schoon water
3.) vuldopje weer monteren en vastdraaien.
Nu de pomp gevuld is met leidingwater kunt u de kraan in de drinkwater toevoerleiding
opendraaien.
- drinkwater wordt bijgesuppleerd in de breaktank
Nadat de drinkwatersuppletie is gestopt neemt u de volgende stappen.
(de drinkwatervlotter in de breaktank heeft de drinkwaterleiding automatisch afgesloten. Indien dit
niet het geval is en er drinkwater via de noodoverloop uit de breaktank stroomt, sluit dan onmiddelijk.
• Aftappunten openen (bv. WC, tuinkraan)
Afbeelding 9
• Keuzeschakelaar op “Man.“ schakelen (afbeelding 10).
• Steek de stekker in een geaarde wandcontactdoos
de kogelkraan in de drinkwaterleiding en lees hoofd 2.1 om dit te verhelpen)
Pomp begint te draaien. Het systeem kan nu worden gebruikt met drinkwater.
- Hierdoor kan het systeem gebruikt worden ondanks een lege regenwaterput.
of
- Er is een storing opgetreden, zie hoofdstuk 2.1.
Afbeelding 10
Pag 10

2.0 Inbedrijfname over de tank
Slechts mogelijk als:
- het waterpeil in de tank minimaal 55 cm is, u kunt de tank eventueel bijvullen.
- het systeem reeds met drinkwater in bedrijf genomen is.
- de aanzuigleiding is voorzien van een terugslagklep en gevuld met drinkwater.
Om het systeem in bedrijf te nemen op automatisch (aanzuiging van regenwater vanuit de tank) Dient
u de volgende stappen uit te voeren.
• Keuzeschalter van het toestel op ”Auto.” schakelen.
• Aftappunten (bv. WC, Tuinkraan) openen.
• Pomp schakeld zichzelf automatisch aan.
• Het systeem is klaar voor gebruik of
• Er is een storing opgetreden, zie hoofdstuk 2.1
Pomp slaat uit zonder druk opbouw
Wanneer de pomp uitvalt en er geen druk is af te lezen op de manometer (deze staat dan op 0 bar)
dient u op de drukbesturing de button Restart in te drukken en ingedrukt houden, tot de waterkolom
vanuit de tank aangezogen en de pomp zelfstandig blijft draaien.
- Dit kan tot 5 minuten duren (afhankelijk van de leidinglengte).
- Bij droogloop van de pomp de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 1.9 “Inbedrijfname met
drinkwater” herhalen.
Wanneer het systeem op drinkwater in bedrijf is genomen dient u de aanzuigleiding te controleren of
deze vol water staat en voorzien is van een terugslagklep. Indien dit het geval kunt u de de procedure
“inbedrijfname over de tank herhalen”
Pag 11

2.1 Storingen verhelpen
Procedure bij het verhelpen van een storing
1. Toestel spanningsloos maken door de stekker uit de wandcontactdoos te treken.
2. Verhelp de betreffende storing, ”Wat te doen als . . . . . ”.
3. Stekker weer in de wandcontactdoos steken.
4. toestel weer op de gewenste bedrijfstoestand instellen.
Wat te doen als . . . . . .
Het toestel overloopt (er stroomt water uit de 75mm afvoer)?
A: De drijver van de suppletie-unit in de break-tank van het toestel raakt de binnenwand. De drijver
dient recht in het toestel gemonteerd te worden.
B: Het vlotterventiel is bij de leidingmontage vervuild geraakt.
Besturing van het toestel op „Manueel“-Bedrijf schakelen. Vervolgens een aantal aftappunten openen
en enkele minuten door laten spoelen. Hiermee wordt geprobeerd om vuil en verstoppingen uit het
vlotterventiel te spoelen.
Het toestel niet op Automatisch draait.
A: De vlotterschakelaar hangt te laag in de regenwaterput of ligt op de bodem van de regenwaterput.
Controleer de montage van de vlotterschakelaar, zie hoofdstuk 1.8.
B: De kabel tussen het toestel en de vlotterschakelaar is onderbroken.
Kabel controleren op leidingbreuk en eventuele verlengingen doormeten.
C: De kabel van de vlotterschakelaar is niet goed op de schakelkast aangesloten.
Kabelaansluiting op de schakelkast controleren, zie hoofdstuk 1.8.
Als, ondanks de bovenstaande controles de storing niet verholpen is, dient u zich tot uw
verkoper te wenden.
Zie bij alle andere storingen de gebruiksaanwijzing!
Pag 12

2.2 Aanleg van de Zuigleiding
De grafiek geeft de verhouding weer tussen de lengte van de aanzuigleiding en het vertikale
hoogteverschil tussen het TOS-systeem en de bodem van de tank. Bij de montage van het toestel dient
een zo zo klein mogelijke leidinglengte- en hoogte aangehouden te worden. Verder dient de leiding
onder continue opschot vanaf de tank gelegd te worden.
Uitgangspunten van de grafiek:
1" - PE-zuigleiding (25 mm inwendig) met een maximaal debiet van 3,0 m³/h.
Grafiek 1
Werking buiten het grijs gearceerde gebied leidt tot een defect van de pomp. Alle vormen van
garantie en aansprakelijkheid vervallen daarmee. Men dient een toevoerpomp toe te passen!
Pag 13