060-Libera Me-november 1999.pdf - Capella di Voce

Me
Programma - Libera
Lajos Bárdos (1899-1986)
Ave maris stella
Libera me
Popule meus
Francis Poulenc (1899-1963)
Exultate Deo (1941)
Salve Regina (1941)
Willem Kersters (1929-1998)
Schep in mij een zuiver hart (uit Psalm 51) (1976)
Duo psalterii cantica (1968)
De profundis
Jubilate Deo
Salve Regina (1972)
Adoramus te (1972)
Pater noster (1972)
Tristis est anima mea
Psalmus 150
Kleine suite voor orgel
Jón Leifs (1899-1968)
Requiem
Patrick Hadley (1899-1973)
I sing of a maiden (1936)
My beloved spake (1936)
1

Capella di Voce, vocaal ensemble
Het gemengd vocaal ensemble Capella di Voce werd opgericht op 1
februari 1998 te Hasselt door dirigent Kurt Bikkembergs. Het koor stelt
zicht tot doel door concerten in binnen- en buitenland de verspreiding
van de hedendaagse koormuziek – met de Vlaamse in het bijzonder – te
bevorderen.
Tijdens haar korte levenstijd bracht de Capella reeds vele gesmaakte
concerten in binnen- en buitenland (concertreizen in het Groothertodom
Luxemburg te Echternach en Vianden; in Nederland te Tilburg,
Hilvarenbeek en Wouw). Door haar specifieke programmatie is het koor
een graag geziene gast op festivals en concertreeksen.
In 1998 was het koor te gast op:
de Korenmanifestatie der Zuidelijke Nederlanden te Tilburg (NL)
de reeks “Groeninghe Koorconcerten” te Harelbeke
In 1999 was het koor te gast op:
“Dies Domine”, festival voor religieuze muziek te Tienen
“Molse beiaardconcerten” i.s.m. “Werkgroep religieuze muziek” te
Mol
“Zomeravondfeesten” i.s.m. “Midden-Brabantse orgelkring” te
Hilvarenbeek (NL)
“Open Kerkdag” i.s.m. “Midden Brabantse orgelkring te Tilburg
(NL)
“Zondagsmuziek” in de Sint-Michielskathedraal van Brussel
“Wouw heeft zijn stem” in de Sint-Lambertuskerk te Wouw (NL)
Concerten van het vocaal ensemble werden reeds geregistreerd en
uitgezonden door Radio 3 en de Nederlandse Radio 4.
De Capella ijvert voor de uitvoering en voor de creatie van nieuwe
koormuziek. Zo bracht zij reeds de Belgische creatie van de Messa di
Voce van (en in de enthousiaste aanwezigheid van) de Nederlandse
componist Daan Manneke. De naam van het koor is van deze compositie
afgeleid.
Voor 2000 staan er creaties op het programma van Martin Slootmaekers,
Kurt Bikkembergs en de IJslandse componist Thorkell Sigurbjörnsson.
Sopranen: Ellen Honée, Heidi van Hoyweghen, Annelies Meskens, Sofie
Lerouge, Sandra Sannen, Leen Uytterschaut
Alten: Tine Breban, Katelijne Goris, Ils Vloemans, Veerle Vanderspikken
Tenoren: Jos Bielen, Jos Braeken, Dieter Staelens, Steve de Veirman
Bassen: Bart Ipers, Aldo de Martelaere, Roel Machon, Martin Slootmaekers,
Sebastiaan Van Steenberge
2

Kurt Bikkembergs, dirigent (Hasselt, °1963)
Kurt Bikkembergs studeerde en behaalde einddiploma's Muziekpedagogie,
Compositie (L. Van Hove), Orkestleiding (E. Saveniers) en Koorleiding (E.
Van Nevel, P. Schollaert). Hij was de eerste en enige in België die het
Hoger Diploma voor Koorleiding behaalde, met onderscheiding. Verder
vervolmaakte hij zich op internationale meestercursussen in België en
Oostenrijk bij o.a. Robert Sund (S), Timothy Brown (GB) voor koorleiding
en Heinz Kratochwil (A) voor compositie.
Momenteel is hij koorleider en assistent schriftuur, compositie en
koorleiding in het Lemmensinstituut. Verder dirigeert hij het Instrumentaal
en Vocaal ensemble CBM te Tienen en de Capella di Voce. Hij is
gastdirigent bij de VLopera, het Vlaams Kamerkoor, de Capella Sancti
Michaelis en de Capella Academica. Regelmatig wordt hij gevraagd voor
producties en cursussen (o.a. Muzikamp, A.N.Z., Het Madrigaal, de St.-
Gregoriusvereniging (NL), Bisdom Hasselt, V.F.J.K., K.U.Leuven en de
Belarusian University of Culture te Minsk).
Kurt Bikkembergs werd bekroond op verscheidene nationale en
internationale compositiewedstrijden: onderscheiden met de Hasseltse
Burgemeester P.Meyers Prijs in 1991, met de Cera-Jeugd en Muziek Prijs
voor Compositie in 1993 en met de Prijs voor Vocale Compositie te
Waregem in 1994. Zopas sleepte hij een nominatie voor de A. Diepenbrock
compositieprijs in Rosmalen (NL) in de wacht. Een 70-tal composities
werd reeds gepubliceerd in België, Nederland, en Polen. Van ruim zestig
composities bestaan er opnames voor radio en televisie, cassette en
compact disc (waaronder een volledig gewijd aan koormuziek van zijn
hand, bij het label Vox Temporis/R.Gailly, een andere gewijd aan zijn
kinder- en jeugdliederen onder het label Sono).
Zijn werk bevat vooral koor- maar eveneens kamermuziek, een oratorium
(Mirjam), een ballet (De wens van de wind) en orkestrale composities en
behoort tot het repertoire van gereputeerde ensembles (o.a. Tapiolakoor
(SF), Ave (SLO), Gabrieli koperensemble, Marcato, Belgian Brass, Vocaal
Collectief, Helikon, Flanders Recorder Quartett, Capella Sancti Michaelis)
en solisten (o.a. Jo Hermans, Frank Steyns (NL), Carl Van Eyndhoven).
Het wordt regelmatig uitgevoerd over heel Europa en de Verenigde Staten.
De laatste jaren wordt Bikkembergs’ werk ook geprogrammeerd als
plichtwerk voor festivals en wedstrijden, zoals de "Internationale
Koorwedstrijd te Maasmechelen '93", de “Nationale Muziekwedstrijd van
het Gemeentekrediet ’94”, het “Europees Muziekfestival voor de Jeugd te
Neerpelt ’98” en het “Festival Choral International de Neuchâtel ’99 (CH).
Zopas voltooide hij de Arenbergmotetten in opdracht van het Leuvens
Arenbergkoor en Zalig verlangen, drie koorwerken in opdracht van de
Koorfederatie Vlaanderen-Limburg.
Bikkembergs werkt momenteel opdrachten af voor het Lemmensinstituut,
Stichting Culturele Evementen Utrecht, kunstvereniging Drieluik en
oratoriumkoor Altra Voce.
3

Johan Hermans, organist (Hasselt, °1962)
Johan Hermans volgde hogere muziekstudies aan het Lemmensinstituut te
Leuven, aan het "Conservatoire Royal de Musique" te Luik en aan de"Academia
di Musica Italiana per Organo" in Pistoia (Toscanië). Hij behaalde verschillende
einddiploma's, en bekroonde zijn studies met het gegeerde "Diplôme Supérieur"
voor Orgel aan het Luikse Conservatorium. Daarnaast ontving hij meerdere
beurzen voor meesterklassen o.l.v. bekende organisten in binnen- en buitenland.
Zo volgde hij vervolmakingscursussen in Duitsland, Frankrijk, Nederland, Italië
en Spanje.
Johan Hermans is leraar orgel o.a. aan het Stedelijk Conservatorium voor Muziek
en Woord van zijn geboortestad Hasselt. In diezelfde stad is hij titularis-organist
van het Cavaillé-Coll-orgel. Voorts werkt hij samen met tal van vocale en
instrumentale ensembles, o.m. de diverse koren van Kurt Bikkembergs in Tienen
en Leuven, en het "Orchestre Convivium" in Luik o.l.v. Pierre Thimus.
Wat zijn internationale concertpraktijk betreft, treedt Johan Hermans vooral
solistisch op. In enkele jaren tijd groeide hij uit tot een veelgevraagd solist in
binnen- en buitenland. Zo speelde hij reeds meer dan 250 concerten in
kunststeden en op muziekfestivals in vele West-Europese landen, maar ook in de
U.S.A., Japan, Oost-Europa en Rusland. Regelmatig combineert hij op
buitenlandse tournees zijn recitals met lezingen en Masterclasses aan diverse
universiteiten en muziekhogescholen.
Johan Hermans maakte opnames voor radiozenders in België, Nederland,
Duitsland, Canada, Oostenrijk, de USA, Letland en Polen en werkte mee aan de
totstandkoming van verscheidene CD's. Hij beheerst een uitgebreid repertoire dat
een periode van de 14de tot de 20ste eeuw omspant.
Als pleitbezorger van nieuwe orgelmuziek bracht hij wereldpremières van zowel
Vlaamse als Waalse, Duitse en Amerikaanse werken voor orgel solo, waarvan er
verscheidene speciaal voor hem gecomponeerd werden.
4

Libera Me
Het themaconcert “Libera me” wil een postuum eerbetoon zijn aan
Willem Kersters en brengt een totaaloverzicht van zijn religieus werk
voor a capella koor. Aanvankelijk was het de bedoeling Kersters’ 70ste
verjaardag te vieren met dit concert, maar de componist overleed
schielijk vorig jaar. Vandaar een postume hulde, waarvoor de titel
“Libera me” gepast is. “Libera me” is immers een deel van de klassieke
Requiemmis. Requiems en delen daaruit zijn dan ook leiddraad in het
programma. Het thema van het concert hangt ook samen met de tijd
van het jaar, want de maand november is de rouwmaand.
Enerzijds haalt de Capella uitgebreid Willem Kersters voor het voetlicht,
anderzijds schenkt het koor aandacht aan "jarige" componisten uit de
vier windstreken. Bárdos, Poulenc, Leifs en Hadley werden allemaal 100
jaar geleden geboren, “eeuwlingen” om ze zo te noemen. Muziek uit het
hoge noorden van de IJslander Jón Leifs, met zijn bijzondere interpratie
van het Requiem. De componist gaat niet terug naar de klassieke
Requiemtekst, maar doet een beroep op een oude vertelling van de
IJslandse dichter Jónas Hallgrimson. Leifs Requiem is dan ook eerder een
eenvoudig wiegelied, waarmee de componist zijn overleden dochter in
slaap wiegt.
Klanken uit het zuiden komen van de Fransman Francis Poulenc. Het
westen wordt vertegenwoordigd door de Britse componist Patrick
Hadley, vanuit het oosten klinkt de stem van Hongaar Lajos Bárdos. Het
zijn allen componisten geboren in 1899 en exponenten van de vocale
muziek van hun land.
Wij wensen u veel luistergenot met “Libera me”.
5

Lajos Bárdos (1899-1986)
Lajos Bárdos, Hongaars componist, musicoloog en dirigent, legde samen
met Kodály de fundamenten van de twintigste-eeuwse Hongaarse
koormuziek. Door zijn werk als dirigent bracht hij het Hongaarse
koorleven in enkele tientallen jaren tijd tot op internationaal niveau. Ook
zijn composities waren op dat doel gericht, in de traditie van Bartók en
Kodály. Dit Ave Maris Stella is een pareltje van eenvoud en muzikaliteit,
Libera Me heeft een verrassende harmonische wending in het slot, en
tenslotte een erg sfeervol Popule meus met enkele Byzantijns
aandoende passages.
Ave maris stella
Ave maris stella, Dei Mater alma,
Atque semper Virgo, felix caeli porta.
Sumens illud Ave, Gabrielis ore;
Funda nos in pace, mutans Evae nomen.
Solve vincla reis, profer lumen caecis,
Mala nostra pelle, bona cuncta posce,
Virgo singularis, inter omnes mitis,
Nos culpis solutos mites fac et castos.
Vitam praesta puram, iter para tutum,
Ut videntes Jesum semper collaetemur.
Sit laus Deo Patri,
summo Christo decus,
Spiritui Sancto, tribus honor unus.
Amen.
Gegroet Ster der Zee, Gods moeder
En (die) altijd Maagd (gebleven zijt),
gelukzalige hemelpoort,
Die dat Weesgegroet van Gabriel aannam.
Bevestig ons in vrede, verander Eva’s naam
(tot Ave).
Ontbind de boeien van de schuldigen, breng
het licht aan de blinden.
Verjaag het kwaad aan ons, vraag al wat
goed is.
Maagd, zachtmoedig als geen ander,
Maak ons vrij van het kwade, maak ons rijk
aan goede daden.
Bezorg ons een zuiver leven, bereid ons een
veilige weg.
Opdat wij Jezus zien, wij voor altijd blij
mogen zijn.
Lof zij God de Vader, de Allerhoogste,
Christus’ eerbetoon,
De Heilige Geest, gedrieën de eer tesamen.
Amen
6

Libera me
Libera me Domine de morte,
De morte aeterna in die illa tremenda,
Quando caeli movendi sunt et terra,
Dum veneris judicare saeculum per ignem.
Tremens factus sum ego et timeo,
Dum discussio venerit atque ventura ira.
Quando caeli movendi sunt et terra.
Dies illa calamitatis et miseriae.
Dies magna et amara valde.
Dum veneris judicare saeculum per ignem.
Requiem aeternam dona eis Domine
Et lux perpetua luceat eis.
Bewaar mij, Heer, voor de dood,
voor de eeuwige dood, op de dag des
oordeels,
wanneer aarde en hemel zullen schokken,
Wanneer gij de wereld zult komen oordelen
door het vuur.
Ik beef en vrees bij het naderen van het
oordeel en komende wraak.
Als hemel en aarde doorschokt worden.
Die dag zal een dag zijn van gramschap, een
grote en zeer droevige dag.
Als gij de wereld zult komen oordelen door
het vuur.
Heer, geef hun de eeuwige rust
en het eeuwige licht verlichte hen.
Popule meus
Popule meus, quid feci tibi?
Aut in quo contristavite?
Responde mihi!
Quia eduxi te de terra Aegypti:
Parasti crucem Salvatori tuo.
Hagios ho theos. Sanctus Deus.
Hagios ischyros. Sanctus fortis.
Hagios athanatos eleison himas.
Sanctus immortalis, miserere nobis.
Mijn volk, wat heb ik jullie (aan)gedaan?
Waarom zijn jullie bedroefd?
Antwoord mij!
Omdat ik jullie heb weggeleid uit Egypte:
jullie hebben het kruis voor je Redder
gereedgemaakt.
Heilige God.
Machtige heilige.
Ontsterfelijke God, ontferm u over ons.
Ontsterfelijke God, ontferm u over ons.
7

Francis Poulenc (1899-1963)
Poulenc is voornamelijk bekend als spiritueel leider van “Les Six”, een
groep van 6 componisten die zich in de jaren ’20 in Parijs verenigde.
Honegger, Milhaud, Auric, Durey en Tailleferre maakten verder deel uit
van het gezelschap. Deze componisten wilden een amalgaam creëren
van de erfenis van Stravinsky en Satie en populaire muziekvormen als
de Franse veaudeville, Amerikaanse jazz en Braziliaanse dansen. Deze
muziek is dan ook licht van toon, soms zelfs geestig en satirisch.
Niettegenstaande Poulenc een opleiding genoot in compositie en piano,
blijft hij als componist grotendeels auto-didact, met een heel eigen
idioom. Poulencs œuvre omvat orkestmuziek, kamermuziek, balletten,
concerto’s, filmmuziek, opera’s en een groot aandeel koor- en religieuze
muziek. Toch was Poulenc voornamelijk een liedcomponist, hetgeen zich
in zijn ganse œuvre weerspiegelt in prachtige melodische lijnen die hij in
diatonische harmonieën uitwerkt.
Na het overlijden van een vriend vindt Poulenc zijn katholieke geloof
terug. Vanaf 1935 legt hij zich dan ook toe op religieuze
(koor)composities. Maar zijn stijl blijft herkenbaar: heldere kleuren,
sterke ritmes, diatonische harmonieën en uitgesproken melodieën, zo
typerend voor de estheet die Poulenc was.
Exultate Deo (1941)
psalm 80
Exultate Deo adjutori nostro,
Jubilate Deo Jacob.
Sumite psalmum, et date tympanum
Psalterium jucundum cum cythara
Buccinate in neomenia tuba
Insigni die solemnitatis vestrae.
Jubel voor God die onze sterkte is,
Juicht ter ere van de God van Jakob.
Hef aan een lied en laat de tamboerijn horen,
De lieflijke citer en de harp.
Blaas de bazuin bij nieuwe maan,
Op volle maan voor onze feestdag.
Salve Regina (1941)
Salve Regina
Mater misericordiae
Vita dulcedo et spes nostra salve
Ad te clamamus exules filii Evae
Ad te suspiramus, gementes et flentes
In hac lacrimarum valle.
Eia ergo, advocata nostra, illos tuos
misericordes oculos ad nos converte.
Et Jesum nobis
post hoc exilium ostende.
O clemens, o pia, dulcis Maria.
Gegroet Koningin,
moeder van barmhartigheid
Ons leven, onze vreugde, onze hoop.
Tot u roepen wij, ballingen, kinderen van
Eva.
Tot u smeken wij, zuchtend en wenend
In dit tranendal.
Welaan dan, onze voorspreekster,
Richt op ons uw barmhartige ogen.
En Jezus, de gezegende vrucht van uw
schoot,
Toon hem aan ons na deze ballingschap.
O milde, o vrome, o zoete maagd Maria.
8

Willem Kersters (1929-1998) – Religieuze composities
Willem Kersters studeerde vanaf 1945 aan het Koninklijk Vlaams
Muziekconservatorium van Antwerpen, waar hij eerste prijzen behaalde
in notenleer, harmonie en piano. Tien jaar later vervolmaakte hij zich
aan het KMC van Brussel, waar hij contrapunt volgde bij Louël, fuga bij
Absil en Quinet, compositie bij Poot en orkestdirectie bij Defossez.
Kersters’ composities werden meerdere malen bekroond: een bekroning
in de Wedstrijd voor Compositie van de Provincie Antwerpen (’52), de
Prijs De Vleeshauwer (’55), de Tweede Grote Prijs in de internationale
Compositiewedstrijd Koningin Elisabeth (’61), de prijs van de stad Trieste
(’63), de Visser-Neerlandiaprijs (’69), de Sabamprijs (’73) voor zijn
gehele œuvre, enz.
Als componist is hij steeds een zoeker geweest, die zich nooit heeft
gebonden aan een bepaald systeem. Zijn stijl vertoont een duidelijke
evolutie. In een eerste periode drukt hij zich uit in een expressief
geladen stijl, waarin zowel laat-romantische, als laat-impressionistische
kenmerken (zoals invloeden van Bartók) opduiken. Later zal hij zich
toeleggen op de techniek van de tritonusverwantschap. Volgens dat
harmonisch principe, ontleend aan de boventonenreeks, wordt een soort
bitonaal stelsel opgebouwd, waarbij twee verschillende toonsoorten
volkomen in elkaar worden geweven tot een autonome nieuwe tonaliteit.
In die periode maakt hij ook een grondige studie van de dodecafonie,
maar schakelt weldra over naar een vrijere seriële schrijfwijze. In de
tweede helft van de jaren zestig evolueert hij naar een derde
stijlperiode. Alhoewel hij nog steeds veel waarde hecht aan een solide
structuur, schrijft hij intuïtiever. Melodisch en harmonisch construeert hij
zijn werken in wat hij noemt “de tonaliteit van de
twaalftoonstoonladder”, een uitermate chromatische schrijfwijze. Plan
en inhoud berusten grotendeels op contrastwerking. Alle bruikbare
materiaal, zowel uit het verleden als uit de muziektaal van vandaag,
integreert hij op een organische wijze in zijn idioom.
Maar de constante in zijn werk blijft toch de altijd overzichtelijke en
solide structuur, een rijpe en sonore orkestratie en een emotionele
doorwrochte geladenheid, zo kenschetsend voor de gevoelsmens die
Kersters was. Wij brengen hem graag een huldebetoon met een
overzicht van zijn religieuze composities.
9

Schep in mij een zuiver hart (uit Psalm 51) (1976)
Schep in mij een zuiver hart, mijn God,
geef mij weer een vastberaden geest.
Wil mij niet verstoten van uw aanschijn,
neemt uw heilige Geest niet weg mij.
Geef mij weer de weelde van uw zegen,
Maak mij sterk in edelmoedigheid.
Salve Regina (1972)
Salve Regina
Mater misericordiae
Vita dulcedo et spes nostra salve
Ad te clamamus exules filii Evae
Ad te suspiramus, gementes et flentes
In hac lacrimarum valle.
Eia ergo, advocata nostra, illos tuos
misericordes oculos ad nos converte.
Et Jesum nobis
post hoc exilium ostende.
O clemens, o pia, dulcis Maria.
Gegroet Koningin,
moeder van barmhartigheid
Ons leven, onze vreugde, onze hoop.
Tot u roepen wij, ballingen, kinderen van
Eva.
Tot u smeken wij, zuchtend en wenend
In dit tranendal.
Welaan dan, onze voorspreekster,
Richt op ons uw barmhartige ogen.
En Jezus, de gezegende vrucht van uw
schoot,
Toon hem aan ons na deze ballingschap.
O milde, o vrome, o zoete maagd Maria
Adoramus te (1972)
Adoramus te, Christe,
Et benedicimus tibi,
Quia per sanctam crucem
Redemisti mundum,
Qui passus es pro nobis!
Domine, miserere nobis.
Wij aanbidden u, Christus,
En wij zegenen u,
omdat gij door het heilig kruis,
De wereld hebt verlost,
Die voor ons geleden heeft!
Heer, heb medelijden met ons.
10

Pater noster (1972)
Pater noster, qui es in caelis,
Sanctificetur nomen tuum,
Adveniat regnum tuum,
Fiat voluntas tua,
Sicut in caelo et in terra,
Panem nostrum cotidianum
Da nobis hodie.
Et dimitte nobis, debita nostra,
Sicut et nos dimittimus debitoribus nostris.
Et ne nos inducas in tentationem:
Sed libera nos a malo. Amen.
Onze vader, die in de hemel zijt,
geheiligd zij uw naam,
uw rijk kome,
uw wil geschiede,
op aarde zoals in de hemel,
geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven aan onze
schuldenaren.
En leid ons niet in bekoring
maar verlos ons van het kwade. Ame
Tristis est anima mea
Tristis est anima mea usque ad mortem.
Sustinete hic, et vigilate mecum
nunc videbitis turbam.
Quae circumdabit me et vigilate mecum.
Vos fugam capietis
et immolari pro vobis.
Tristis est anima mea usque ad mortem.
Mijn ziel is bedrukt tot aan de dood
Blijf hier en waak met mij,
weldra ziet gij de verwarring,
die mij omringt, waakt dan met mij.
Gij zult op de vlucht slaan
en ik zal voor u geofferd worden.
Mijn ziel is bedrukt tot aan de dood
Psalmus 150
Laudate Dominum in sanctis ejus:
Laudate infirmamente virtutis ejus:
Laudate Dominum eum secundum
multitudinem
magnitudinis ejus: Laudate eum in
sonotubae:
Laudate eum in psalterio et cithara:
Laudate eum in tympano et choro:
Laudate eum in chordis et organo:
Laudate eum in cymbalis sonantibus:
Laudate eum in cymbalis jubilationis:
Omnis spiritus laudet Dominum.
Looft de heer in zijn heiligdom,
Looft hem in het firmament van zijn glorie:
Looft hem om zijn machtige daden,
Om zijn ontzaglijke grootheid: looft hem
met bazuingeschal:
Looft hem met harp, met cyters:
Looft hem met pauken en koren:
Looft hem op snaar en fluit:
Looft hem met schelle cymbalen:
Looft hem met kletterende bekkens:
Looft de Heer, alles wat ademt.
11

Duo psalterii cantica (1968)
De profundis (psalm 130)
De profundis clamavi ad te, Domine,
Exaudi vocem meam.
Fiant aures tuae intendentis
in vocem deprecationis meae.
Si iniquitates observaveris,
Domine qui sustinebit?
Quia apud te propitatio est
et propter legem tuam sutinuite, Domine.
Sustinuit anima mea in verbo ejus
speravit Anima mea in Domino.
Acustodia matutina usque ad noctem
Speret Israel in Domino misericordia
et copiosa apud ejus redemptio.
Et ipse redimet Israel ex omnibus
inquitatibus ejus.
Alleluia.
Uit afgronden roep ik U, Heer
Ach, heer hoor wat ik zeg,
Luister toch naar mijn bidden en smeken.
Als gij God, geen schulden vergeet,
wie blijft er overeind in uw oordeel?
Doch vergeving is er bij u,
daarom heeft men zo’n eerbied voor u.
Naar de heer zie ik uit, met heel mij hart
Ik hoop op zijn belofte,
Meer dan wachters uitzien naar de morgen.
Israël, wacht in vertrouwen op de Heiland,
Want bij hem is genade,
Redding in overvloed
Hij is het die Israël kwijtscheldt
Al wat het aan schuld heeft.
Alleluia
Jubilate Deo (psalm 100)
Jubilate Deo, omnis terra:
Servite Domino in laetitia.
Introite in conspectu ejus
In exsultatione. Scitote quoniam Dominus
Ipse est Deus ipse fecit nos et non ipsi nos.
Populus ejus et oves pasquae ejus
In confessione atria ejus in hymnis:
Confitemini illi.
Laudate nomen ejus:
Quoniam suavis est Dominus,
In aeternum misericordia ejus,
et usque in generationem veritas ejus.
Looft God, gij alle volkeren,
Dient de heer met vreugdgeschal,
Komt voor zijn aangezicht met gejubel,
Erken dat Heer God is.
Hij heeft ons geschapen en hem behoren wij
toe.
Wij, zijn volk, de schapen die hij weidt.
Gaat met een loflied zijn poorten binnen,
Zijn voorhoven met lofgezang,
Looft Hem, prijst zijn naam.
Want de Heer is goed,
Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid,
En zijn trouw tot in verre geslachten.
Kleine suite voor orgel, opus 40
De kleine suite voor orgel dateert van 1967 en bestaat uit 3 delen: Preludium,
Intermezzo en Passacaglia. De toonspraak is atonaal, met thema's die duidelijk
herkenbaar terugkeren en uitgroeien tot een organisch gestructureerd geheel.
Kersters laat in deze compositie het orgel tot zijn recht komen in de wisselende
klankkleuren en dynamische schakeringen die het instrument rijk is.
12

Jón Leifs (1899-1968)
Jón Leifs studeerde muziek in IJsland en later in Leipzig (1916-1922). Na
30 jaar in Duitsland te hebben gewoond keert hij in ‘44 terug naar zijn
geboorteland en doet er opzoekingswerk rond IJslandse folkmuziek. Hij
schrijft vele volksliederen neer en streeft ernaar die volkse elementen te
integreren in de Westerse klassieke muziek waarin hij geschoold was. In
de vroege jaren twintig was het niet gebruikelijk zulke elementen als
inspiratiebron te gebruiken. In zijn tijd heeft Leifs dan ook weinig
erkenning gekregen.
Leifs muziek heeft soms een wrang en grimmig karakter. Misschien is
het wel een reflectie van het desolate IJslandse landschap met vulkanen,
geisers, ijsbergen en watervallen. Vandaag de dag wordt hij dan ook
terecht de vader van de IJslandse muziek genoemd.
Zijn Requiem componeerde hij in de late jaren ‘40 n.a.v. de dood van zijn
dochter. Hij wou het stuk zo eenvoudig mogelijk van opzet maken. De
hele compositie bestaat dan ook enkel uit grote A en E akkoorden. Enkel
de C en C# zorgen voor wisselingen in A groot en A klein. Zo zorgt hij
met minimale middelen voor een beklijvend effect. In onze contreien is
deze compositie nagenoeg onbekend.
Requiem
Sofinn er fifill fagr í haga,
Mús undir mosa, már á báru,
Lauf á limi, ljós í lofti,
Hjörtr á Hei∂i, en í hafi fiskar.
Sefr sell í sjó, svanr á báru, már í
Maangi au svæfir,
Sofa manna börn í mjúku rúmi,
Bía og kve∂a, en babbi au svæfir.
Sof ú nú sæl og sigrgefin.
Sof∂u eg unni ér.
Blæju yfir bæ búanda lúins dimmra,
Drauma dró nóttúr sjó.
Vi∂ skulum gleyma grát’og sorg;
Gott er heim a∂ snúa.
Látt u ig dreym a bjart a borg,
Búna eim, er trúa.
Sofinn er fifill fagr í haga,
Mús undir mosa, már á báru,
Sof ú nú sæl og sigrgefin.
Sof∂u eg unni ér.
De mooie paardenbloem in het veld slaapt,
De muis in het mos, de meeuw op de baren,
Het loof aan de tak, het licht in de lucht,
Het jonge hert op de heide en de vis in de
oceaan.
De zeerob in de zee, de zwaan op de golf,
de meeuw op het eilandje, met niemand om
hen in slaap te wiegen.
Babies slapen in hun kleine bedjes en pappie
wiegt hen in slaap.
Slaap nu zalig en bewust van je zegen, slaap
maar want ik hou van je.
Terwijl de mooie paardenbloem in het veld
slaapt,
slentert over de hoeve de moede landbouwer
naar huis.
De nacht legt een sluier over de dromen van
de zee.
Laten we zorgen en tranen vergeten,
want het is een geluk thuis te mogen komen.
Moge jij in je dromen de stad vol licht, die
bestaat voor hen die geloven.
De mooie paardenbloem in het veld slaapt,
De muis in het mos,de meeuw op de baren,
Slaap mijn liefje, God waakt over je.
Slaap mijn lieve dochter.
13

Patrick Hadley (1899-1973)
In de vroege jaren ’20 studeerde Hadley aan het Royal College of Music.
Later zou Hadley professor muziek worden in Cambridge. Muziek had hij
al van huis uit meegekregen, want zijn vader componeerde ook. Zijn
muziek wordt gerekend tot de Engelse pastorale traditie.
Patrick Hadley liet voornamelijk wereldlijke composities na. Geestelijke
muziek in traditionele vorm met orgelbegeleiding interesseerde hem
niet, want hij was, in zijn eigen woorden “all but totally ignorant of the
ways of the organ”. Toch worden zijn anthems My beloved spake en I
sing of a maiden vandaag de dag vaak uitgevoerd in kerken en kapellen
in Engeland. My beloved spake componeerde hij voor het huwelijk van
zijn vriendin Ursula Watson.
I sing of a maiden (1936)
I sing of a maiden That is makeless
King of all kings To her son she ches.
He came all so still Where His mother was,
As dew in April That falleth on the grass.
He came all so still To His mother’s bower
As dew in April That falleth on the flower.
Mother and maiden Was never none but she:
Well, may such a lady God’s mother be.
My beloved spake (1936)
My beloved spake, and said unto me,
Rise up, my love, my fair one, and come
away.
For lo, the winter is past, the rain is over and
gone;
The flow’rs appear on the earth;
the time of the singing of birds is come,
and the voice of the turtle is heard in our
land,
The figtree putteth forth her green figs,
and the vines with the tender grape give a
good smell.
Arise, my love, my fair one, and come away
Ik bezing een maagd Die haar gelijke niet
kent
De koning van alle koningen Koos zij als
haar zoon.
Hij kwam o zo stil Waar Zijn moeder was,
Zoals de dauw in April Die valt op het gras.
Hij kwam o zo stil Naar het prieeltje van
Zijn moeder
Zoals de dauw in April Die valt op de
bloemen.
Moeder en maagd Was nooit iemand behalve
zij:
Welnu, moge zo' n vrouw Gods moeder
zijn..
Mijn geliefde sprak, en zei tot mij,
Sta op, mijn lief, mijn schoonheid, en ga
mee weg.
Want kijk, de winter is voorbij, de regen is
gedaan en verdwenen;
De bloemen komen te voorschijn uit de
aarde;
de tijd van vogelenzang is gekomen,
en de stem van de tortelduif wordt gehoord
in ons land,
De vijgenboom brengt haar groene vijgen
voort,
en de wijnstokken met de broze druiven
verspreiden een aangename geur.
Sta op, mijn lief, mijn schoonheid, en kom
mee naar buiten.
14

Wij hopen dat u van dit concert heeft genoten en danken u voor
uw aanwezigheid.
Graag nodigen we u ook al uit op ons kerstconcert “O Magnum
Mysterium”, met op het programma o.a. “Quattre motets pour
le temps de Noel” van Francis Poulenc.
Uitvoeringen zijn er op 19/12 in de Begijnhofkerk te Sint-Truiden
en op 26 december in de parochiekerk van Lemberge, telkens
om 20u.
In de verdere toekomst ligt er ook een aperitiefconcert in het verschiet, op 17/2. Op het
programma koorwerken geïnspireerd door beeldende kunst. De locatie van het concert
ligt nog niet vast.
Houdt u van hedendaagse koormuziek en wil u graag de Capella financieel een duwtje in
de rug geven, dan kunt u aansluiten bij de “Vrienden van Capella”. Voor een gift van
1000 BEF per jaar wordt u “Vriend van de Capella” en krijgt u 2 vrijkaarten voor ons
jaarlijkse aperitiefconcert. Voor een gift van 2000 BEF of meer wordt u “Erelid van de
Capella” en ontvangt u naast 2 vrijkaarten voor het jaarlijkse aperitiefconcert ook de
nieuwsbrief op regelmatige basis en verdere uitnodigingen.
Storten kan op rekeningnummer 001-3156326-22 met vermelding “Vriend van de
Capella” of “Erelid van de Capella”.
Uw steun is heel welkom.
Contactadressen:
• Dirigent: Kurt Bikkembergs,
Sterrebos 30,
3512 Stevoort.
Tel/fax: 011/59 27 56
• Secretariaat: Annemie Tuts,
St.-Jansbergsesteenweg 101/560,
3001 Heverlee.
Tel/fax: 016/89 01 67
Tekst & vormgeving programmaboekje:
Katelijne Goris
15