Schagen, selectie van regesten t - Geneaknowhow.net
Schagen, selectie van regesten t - Geneaknowhow.net
Schagen, selectie van regesten t - Geneaknowhow.net
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> <strong>van</strong> <strong>regesten</strong> t.b.v. veldnamenonderzoek<br />
transporten en hypotheken 1618-1630<br />
- gemaakt door Karel Numan -<br />
Oorspronkelijke bron<br />
Archiefinstelling: Regionaal Archief, Alkmaar<br />
Archief: Oud-rechterlijk en Weeskamerarchief <strong>Schagen</strong> 1498-1819<br />
Inventarisnummer: 5891<br />
Omschrijving: Register <strong>van</strong> transporten en hypotheken 1618-1630<br />
Transcriptie<br />
Gemaakt door: Karel Numan<br />
Soort:<br />
Regesten (<strong>selectie</strong>)<br />
Datum versie 1 augustus 2009 aangeleverd aan het project<br />
Deze versie: 1<br />
Opmerking: Dit is een <strong>selectie</strong> uit dit register, gemaakt t.b.v. een veldnamenonderzoek en<br />
het beslaat daarom maar een klein deel <strong>van</strong> de in dit register opgenomen<br />
gegevens. Voor een volledig inzicht in de inhoud <strong>van</strong> dit inventarisnummer<br />
dient het beeldmateriaal geheel te worden doorgenomen !<br />
Omdat het origineel niet voor iedereen makkelijk is te lezen, kan deze <strong>selectie</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>regesten</strong> behulpzaam zijn bij de bestudering <strong>van</strong> het beeldmateriaal.<br />
Eventuele correcties en aanvullingen door derden op de, binnen dit project<br />
gepubliceerde, transcriptie worden door de maker(s) verwerkt in een nieuwe<br />
versie die weer aan het project kan worden aangeboden.<br />
Het kopiëren (downloaden) <strong>van</strong> dit bestand is alleen toegestaan voor<br />
persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welk vorm dan ook (commercieel of<br />
niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze<br />
bewerking gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een<br />
verwijzing naar deze bewerking op prijs gesteld. Bij gebruikmaking <strong>van</strong><br />
gegevens uit deze bewerking ten behoeve <strong>van</strong> publicaties, in welke vorm ook,<br />
moet een adequate bronvermelding naar deze bewerking worden aangegeven.<br />
Beschikbaar gesteld voor het projekt<br />
"VAN PAPIER NAAR DIGITAAL"<br />
informatiepagina - http://geneaknowhow.<strong>net</strong>/project-papier-digitaal.htm<br />
statuspagina - http://vpnd.nl/<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 1
Blz. 3r<br />
“Wij Pieter Jansz Waechmeester ende Aerian Jansz Berger Schepenen binnnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden en de kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Jan Lourensz<br />
Burgemeester alhier ende veschenen dese procuratie luijdende <strong>van</strong> woordt tot woort als<br />
volgt …”<br />
(Actum 11-02-1619; moet dat zijn 1618?)<br />
Blz. 4v<br />
“Wij Pieter Jansz Waechmeester ende Pieter Adriaensz Avendorp Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden en de kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert zijn Cornelis Cornelisz<br />
Bregman, Pieter Cornelisz Bregman ende voor haer selve, Jan Garbrantsz als getrout<br />
hebbende Hillegont Cornelisdr, Aerian Garbrantsz als getrout gehadt hebbende Trijn<br />
Cornelisdr, ende Jan Cornelisz Oost als zoon en voocht <strong>van</strong> Cornelis Cornelisz Bregmans sijn<br />
jonge kinderen mitsgader Jacob Jansz Vet als bestevader <strong>van</strong> Jan Cornelisz Bregmans kint<br />
ende bekenden zij comparanten elcx inde voorseijde qualite vercoft te hebben ende vercopen<br />
mits desen Sijmon Cornelis Pieters ouste kint omtrent drie geersen negen sneesen lants<br />
genaemt het Bijlke gelegen in de nieuwe caech belent Buijcke Aeriansz erven ten westen<br />
ende de H Geest metten arme weesen ten oosten…”<br />
(Actum ..-..-1618)<br />
Blz. 5r<br />
“Wij Pieter Jansz Waechmeester ende Pieter Adriaensz Avendorp Schepenen binnnen<br />
<strong>Schagen</strong> oirconden en de kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert zijn Claes<br />
Jansz woonende op Langedijck Pieter Broersz woonende op Tuijtgenhorn <strong>van</strong>wegen hare<br />
huijsvrouwen ende Jeuwel Pietersz als voocht <strong>van</strong> Jan Garbrantsz jongste kint ende hebben<br />
elcx inde voorseijde qualite voor de bevrijdinge <strong>van</strong> de zeven geersen lants in de Heerlijckeijt<br />
<strong>van</strong> Burchorn gelegen bij hen ende vermeld <strong>van</strong> dese bovengeschreven brieve aen de Ed:<br />
Sampson <strong>van</strong> Bronchorst vercoft ten specialen hijpoteke gestelt ende verbonden 14 geersen<br />
lants genaemt de Groet gelegen binnen onsen banne bijde Hale belent Lijsbet Fransdr met<br />
Sampson voorseijd ten noorden ende Gerrit Hulsts erven ten suijden…”<br />
(Actum 13-02-1618) (zie ook de volgende bladzijde, blad 6r)<br />
Blz. 7r<br />
In deze acte worden twee stukjes land verkocht bij Grotewal, beide genaemt Aecht<br />
Cornelis Pieters venne, het ene omtrent 7 geersen 4 snees belent Hendrick Jacobusz ten<br />
noorden ende Garbrant Verduijn ten westen ende Adriaen Cornelisz Berger ten suijden, het<br />
andere omtrent 4 geersen drie snees belent Jan Jansz ten noorden ende Jacob de Witte ten<br />
suijden<br />
(Actum 22-02-1618)(zie ookde volgende acte: IJff Gerritsz Grootewal koopt <strong>van</strong> Guert<br />
Tijmensdr woonende tot Franeker)<br />
Blz. 8v<br />
Gerrit Adriaensz Hoep verkoopt aan Gerrit Jansz Dorpe „omtrent vier geersen negen sneesen<br />
lants gelegen binnen <strong>Schagen</strong> bij de Dorpe genaemt het Hoorntghe belent Gerrit Jansz<br />
selffs ten noorden Jan Allertsz ten suijden…‟<br />
(Actum 07-04-1618)<br />
Blz. 9v<br />
Gerrit Jansz Dorpe verkoopt aan Maritgen Allerts Aeriensdr „de tuijn gelegen in haer<br />
Maritgen Allerts weijde best…, leggende deselve weijde bij de Dorpe inde Meer …‟<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 2
(Actum 22-02-1618)<br />
Blz. 13v<br />
Cornelis Cornelisz Cleijnenburch, rentmeester en procuratie hebbende <strong>van</strong> de voorseijde<br />
Joncheer Adriaen <strong>van</strong> Wincen Heere <strong>van</strong> Houcop heeft belooft te vrijen ende vrij te waren<br />
en daartoe heeft hij comparant daervoren verbonden „een stucke lants gelegen inde Nescaech<br />
groot omtrint ses geersen ses snees genaemt Blancke Borch belent met Luijtgen Cornelis<br />
huijsken ten noorden, Cornelis Cornelisz Rentenaers weduwe ten suijden met noch een stucke<br />
lants inde Nescaech groot omtrint vijff geersen vier snees leggende aende voorseijde ses<br />
geersen wesende [wordt niet genoemd] belent metten selffe voorseijde lendens …‟<br />
(Actum 02-04-1618)<br />
Blz. 17r<br />
“Wij Jan Stoffelsz ende Cornelis Wijbrantsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Hilbrant Adriaensz Messemaker<br />
onsen medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben en vercopen<br />
mits desen Olfert Olfertsz oock onsen medepoorter een huijs ende erve staende ende leggende<br />
binnen <strong>Schagen</strong> inde Molenstraet belent het gasthuijs ten oosten ende Trijn Crijnsdr ten<br />
westen…‟<br />
(Actum 03-05-1618)<br />
Blz. 18r<br />
“Wij Pieter Jansz Waechmeester ende Pieter Adriaensz Avendorp Schepenen binnnen<br />
<strong>Schagen</strong> oirconden en de kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert Willem<br />
Pietersz Stam ende Baerent Albertsz Backer voochden <strong>van</strong> de kinderen <strong>van</strong> saliger Pieter<br />
Dircxsz Messemaker in sijn leven binnen <strong>Schagen</strong> ende bekenden sij comparanten inder<br />
voorseijde qualite vercoft te hebben ende vercoopen mits desen Anthonis Jellisz oock onsen<br />
medepoorter een huijs ende erve staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> inde Molenstraet<br />
belent Jan Dibbetgen ten oosten ende Jacob Huijgens <strong>van</strong>der Dussen ten westen…‟<br />
(Actum 18-04-1618)<br />
Blz. 20v<br />
Hendrick Pietersz verkoopt aan (maar de koop gaat niet door) Jan Jansz een huijs en erve op<br />
de Loet en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint ses entwintichtalff snees saijlants gelegen<br />
in Cornelissencaeghe genaemt de Cromme Acker belent Louris Jansz ten noorden,<br />
Garbrant Neeskes weduwe ten suijden …‟<br />
(Actum 22-05-1618)<br />
Blz. 22v<br />
Jan Hendricxsz Timmerman verkoopt aan Rijer Allertsz Oomkes „omtrint vijff gars 10 snees<br />
lants opte mate soo ‟t bij hem ontfangen is gelegen op ‟t Nespadt genaemt paepven belent<br />
Cornelis Jansz Wijck ten noorden, de pastorie ten suijden …<br />
(Actum 19-06-1618)<br />
Blz. 24r<br />
Een huis „op Trintgast‟ dient als onderpand in een transportacte. (Actum 10-08-1618)<br />
Blz. 24v<br />
“Wij Jan Stoffelsz ende Cornelis Wijbrantsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert zijn Claes Cornelisz Brouwer<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 3
Burgemeester Jan Heijndricxsz Timmerman ende Cornelis Jansz Hardtjong voochden <strong>van</strong><br />
Sijmon Philipsz sa: nae: (zaliger nagedachtenis)…”<br />
(Actum 18-08-1618)<br />
Blz. 29r<br />
“Wij Willem Jansz Vet ende Maerten Hendricxsz Texel Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelijcken dat voor ons gecompareert is Jan Jansz Streeck onsen mede<br />
poorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende vercoopt mits desen<br />
Sijvert Dircxsz oock onsen medepoorter een huijs ende erve tot Buijtendijck op gemeente<br />
gront belent Willem Gerritsz ten westen ende Jan Walichsz ten oosten…”<br />
(Actum 22-12-1618)<br />
Blz. 33r<br />
Dirck Allertsz Tollenaer woonende tot Sinte Maerten verkoopt aan Claes Jansz woonende op<br />
Hemkewerff „sesendalff snees saijlants gelegen op Rijpelant belent Claes Jansz ten westen<br />
Maerten Gerrit Coomens kinderen ten oosten …‟<br />
(Actum 06-02-1619)<br />
Blz. 34r<br />
Maerten Thijsz Hoep heeft een schuld aan Claes Adriaensz jegenwoordich burgemeester<br />
alhier…<br />
(Actum 20-03-1619)<br />
Blz. 38v<br />
Hendrick Pietersz verkoopt aan Jan Luijtgensz een huis en erf en stelt tot een speciale<br />
hijpotheek „omtrent 25 ½ snees saijlants gelegen in Cornelissencage genaemt de Cromme<br />
Ackere belent Lourens Jansz ten noorden Garbrant Neukesz ten suijden …‟<br />
(Actum 14-05-1619)<br />
Blz. 40r<br />
Buijcke Willemsz verkoopt aan Maijert Jansz Eerste „omtrent vierdalff gars gelegen in de<br />
Nescage belent ‟t Slacht ten oosten Wouter Cornelisz en Jacob Jacobsz kinderen ten suijden<br />
ende noorden…‟<br />
(Actum 04-06-1619)<br />
Blz. 43r + 43v<br />
“Wij Rens Adriaensz ende Adriaen Buijckesz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen een ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Gerrit Maertensz onsen medepoorter<br />
voor hem selve ende oock als voocht <strong>van</strong> zijne susters en sijn broeders kinderen ende<br />
bekende in dier qualite vercoft te hebben ende vercoopt mits desen Maerten Sijvertsz<br />
Messemaker oock onsen medepoorter oosterste gedeelte <strong>van</strong> ‟t huijs ende erve staende ende<br />
leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Loet belent Pieter Albertsz Houtcooper met het westerste<br />
gedeelte <strong>van</strong> „t huijs ten westen ende Jacob Jansz Kuijl ten oosten soo ‟t jegenwoordig bij<br />
Pieter Albertsz en Maerten Sijvertsz aff gedoelt is …”<br />
(Actum 20-06-1619) (zie ook de acte op het volgende blad, blad, 44r), doorgestreept, als<br />
contra-acte <strong>van</strong> dezelfde datum)<br />
Blz. 45v<br />
Luijtgen Adriaen Gorter verkoopt als voogd <strong>van</strong> Hillegont Aerian Willemsdr aan Jan<br />
Cornelisz het achterste gedeelte <strong>van</strong> eenhuis en stelt als speciale hijpotheek „omtrint drie geers<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 4
lant gelegen aende Tolcker vaert genaemt Boelingeven belent Duijff Aerians ten noorden<br />
de capelrij ten suijden …‟<br />
(Actum 25-06-1619)<br />
Blz. 46r<br />
Aerian Buijckesz verkoopt aan Eeuwout Vertest schout binnen <strong>Schagen</strong> en aan Sampson <strong>van</strong><br />
Bronchorst omtrint 37 morgen lans in de Zijpe en stelt als speciale hijpotheek „zeven geers<br />
vier snees lans gelegen inde Oostercage genaemt Bargeven belent de Zijtwindt ten suiden<br />
en Aerian Buijckesz selffs ten westen…‟<br />
(Actum 27-06-1619)<br />
Blz. 46v<br />
“Wij Rens Adriaensz ende Adriaen Buijckesz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen een ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Pieter Jansz Boomgaert boode alhier<br />
koopt <strong>van</strong> Griet Pietersdr weduwe wijlen Frederick Jacocbsz Zijp omtrint darthien snees lants<br />
gelegen bijde Keijns belent Alijt Pietersdr ten suijden ende Jacob de Wijt te noorden …”<br />
(Actum 24-06-1619) (op het volgende blad staat de contra-acte, blz. 47r)<br />
Blz. 52v<br />
“Wij Pieter Jansz Vet ende Lourens Jansz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende kennen<br />
eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Cornelis Franssen onsen medepoorter ende<br />
bekende voor hem ende sijnen erven gecoft te hebben ende coopt mits desen <strong>van</strong> de<br />
erffgenamen <strong>van</strong> Riddert (Rijdwert) ende Baeff Harcxs de gerechte ¾ in een stuck lants<br />
gelegen inde Nescage ende bansloot genaemt de xij tuijnen belent de Ed Pieter Vertest ten<br />
noorden Dirck Pietersz Rijckes ten suijden …”<br />
(Actum 25-11-1619)<br />
Blz. 64r<br />
“Wij Adriaen Albertsz Grootes ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen<br />
<strong>Schagen</strong> oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Reijer Allertsz<br />
onse medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende vercoopt<br />
mits desen Jan Olfertsz oock onse medepoorter omtrint vijff geersen tien snees lants gelegen<br />
op ‟t Nespat genaemt paepven belent Cornelis Jansz Wijck ten noorden de pastorie ten<br />
suijden …”<br />
(Actum 10-03-1620) (op het volgende blad, blz. 64v, staat de contra-acte)<br />
Blz. 71r<br />
“Wij Cornelis Pietersz Grootes ende Adriaen Albertsz Grootes Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Daniel Cornelisz<br />
Messemaker ende bekende voor hem ende sijnen erven wel ende deuchdelijck schuldich te<br />
wesen den Ed: Claes <strong>van</strong> Broerhuijs coopman tot Amsterdamme een somme <strong>van</strong> 259<br />
gulden…”<br />
(Actum 30-04-1620; opten lesten dage aprilis)<br />
Blz. 73r<br />
“Wij Cornelis Pietersz Grootes ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Harck Cornelisz<br />
Crabbedam burgemeester binnen <strong>Schagen</strong> ende bekende voor hem ende sijnen erven<br />
gecoft te hebben ende coopt mits desen <strong>van</strong> Jacob de Witte Heere <strong>van</strong> Haemstede<br />
Westerenban en Duijnen een stuck weijlants gelegen op Grootewal…”<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 5
(Actum 17-05-1620)<br />
Blz. 74v<br />
Albert Cornelisz Plaets koopt <strong>van</strong> Jacob de Witte <strong>van</strong> Haemstede Westerenban en Duijnen<br />
„een parcheel weijlants gelegen inde Nescage groot acht geersen vier snees belent de<br />
Lasschoten ten westen de Gou ten suijden Cornelis Pietersz Wielwachter (?) ten oosten… …<br />
gars drie hondert ende sestich currente guldens mitsgaders noch met Claes Cornelisz<br />
burgemeester gemeen ende … snees waijlants gelegen aaende Leeds belent de Leeds ten<br />
westen Claes Cornelisz Crabbedam ten oosten groot in ‟t geheel 22 snees voor vier hondert<br />
gulden …‟<br />
(Actum 18-05-1620)<br />
Blz. 75r<br />
Claes Cornelisz Brouwer Burgemeester binnen <strong>Schagen</strong> koopt <strong>van</strong> Jacob de Witte Heere<br />
<strong>van</strong> Haemstede Westerenban en Duijnen „een parcheel saijlants gelegen bij de Miede belent<br />
Albert Cornelisz ten suijden …‟<br />
(Actum 18-05-1620)<br />
Blz. 76v<br />
“Wij Cornelis Pietersz Grootes ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Jacob de Witte Heere<br />
<strong>van</strong> Haemstede Westerenban en Duijnen ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te<br />
hebben ende vercoopt mits desen aan Albert IJffsz twee parchelen lants gelegen op Grotewal<br />
‟t eene groot thien geersen 18 roeden genaemt Jel Dircx ven belent Cornelis Fransz ten<br />
noorden Willem Cornelisz ten suijden ‟t andere groot drie geersen elff snees seventhien<br />
roeden seven voeten belent Rens Jansz ten suijden Pieter Duijn ten noorden…”<br />
Hij stelt tot een speciale hijpotheek „eerst omtrint elf geersen achter Grootewal belent<br />
Maerten Hendricxsz ten noorden de H Geest ten suijden, noch omtrint 7 geersen lants bij<br />
Eemerhuijsen belent eemerhuijsen ten westen IJff Gerritsz ten oosten, noch bij Broeckwal<br />
omtrint 10 geersen lants belent de Heere <strong>van</strong> Haemstede ten suijden Broeckwal ten noorden”<br />
(Actum 18-05-1620)<br />
Blz. 80r<br />
“Wij Cornelis Pietersz Grootes ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Jan Sijbrantsz Jan<br />
Burgers mede wonende tot Amsterdam ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te<br />
hebben ende vercoopt mits desen aan den Ed: Samson <strong>van</strong> Bronchorst drie geersen vijff<br />
sneesen vierdalve voeten lants gelegen voor d‟oostermenewech genaemt Brouwers ven<br />
beletnt Cornelis Jansz Wijck ten suijden ende Jan Jansz Gorcum ten westen…”<br />
(Actum 12-04-1620)<br />
Blz. 80v<br />
Lourens Willemsz Ruijgrok verkoopt aan Lijsbet Jacobsdr een stukje erff achter de tuijnen<br />
<strong>van</strong> de Lagesijde; als speciale hijpotheek wordt gesteld „een huijs ende erve genaemt de<br />
Roode Leuw staende ende gelegen aende Plaets belent Thijs Thijsz ten noorden ende<br />
Bancraes Cornelisz ten suijden…‟<br />
(Actum 05-08-1620)<br />
Blz. 87v<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 6
Jan Jan Rentenaers verkoopt aan Willem Jansz Vet „omtrent 26 snees saijlants gelegen op<br />
Buijcke ven belent Nan Willemsz ten oosten Jan Pieter Grootes ten suijden ende westen<br />
Willem Jansz selffs ten noorden …‟<br />
(Actum 30-01-1621)<br />
Blz. 90v<br />
“Wij Pieter Sijbrantsz ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is … Sijvertsz voor hem<br />
selven ende ver<strong>van</strong>gende d‟andere erffgenamen <strong>van</strong> Sijvert Dircksz Hale ende bekende inden<br />
qualite vercoft te hebben ende vercoopt mits desen Cornelis Rembrantsz Rijckes een huijsken<br />
staende getimmert opten Ouden Dick tot Buijtendick belent Wen Wensz ten oosten Willem<br />
Gerritsz ten westen…”<br />
(Actum 04-02-1621) Het volgende blad, 91r bevat de contra-acte en daarin is sprake <strong>van</strong> de<br />
Ouden Dijck tot Buijtendijck; let op de spelling, zelfde auteur)<br />
Blz. 92r<br />
Adam Jan Ellesz tot Bergen verkoopt aan Meijmerich Cornelisdr „omtrent acht snees saijlants<br />
gelegen voor de Nesdijck genaemt Romkewerff belent Nesdijck ten suijden Meijmerich<br />
Cornelisdr selffs ten noorden ende westen …‟<br />
(Actum 12-01-1621)<br />
Blz. 94v<br />
Jacob Jansz Kuijl verkoopt aan Pieter Aeriaensz Avendorp „omtrint thien snees lants<br />
gelegen in Cornelisencage belent Jan Lourisz ten suijden Garbrant Neukes kinderen ten<br />
noorden‟ en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint twee geersen gelegen in Santvenne<br />
genaemt Willem ..kven (?) belent Willem Allertsz ten oosten en Jan Allertsz ten westen…‟<br />
(Actum 17-03-1621)<br />
Blz. 96v<br />
“Wij Cornelis Pietersz Grootes ende Pieter Sijbrantsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Jan Pietersz voor hem selven ende<br />
als voocht <strong>van</strong> sijn moeder broeder en susters ende bekende in dier qualite vercoft te hebben<br />
ende vercoopt mits desen Pieter Aeriaensz wonende op Tolcke de gerechte helft <strong>van</strong> omtrint<br />
vier geersen lants gelegen in de Oostercaghe genaemt Bouke ven belent Reijer Gleijni(t)sz<br />
ten oosten Jan Allertsz ten westen ende noorden…”<br />
(Actum 07-04-1621)<br />
Blz. 99r<br />
Bancraes Cornelisz waert inde Wildeman is een bedrag schuldig aan Pieter Jacobsz Olican<br />
brouwer <strong>van</strong> de Vogelstruijs tot Harlem en hij stelt de Wildeman tot borg.<br />
(actum 18-05-1621)<br />
Blz. 99v<br />
“Wij Pieter Sijbrantsz ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert sijn Jan Pietersz voor<br />
hem selven ende als voocht <strong>van</strong> sijn broeders Frans Pietersz weduwe ende kinderen Claes<br />
Cornelisz Abels als man ende voocht <strong>van</strong> Neel Pietersdr sijne huijsvrouwe, Pieter Claesz als<br />
man ende voocht <strong>van</strong> Anne Pietersdr sijne huijsvrouw, Maijert Jansz als voocht <strong>van</strong> de<br />
weduwe ende kinderen <strong>van</strong> Aeriaen Pietersz mitsgaders als voocht <strong>van</strong> Claes Pieters kinderen<br />
ende Reijer Jansz als voocht <strong>van</strong> Claes Pietersz weduwe Garmentsz erffgenamen <strong>van</strong> saliger<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 7
Sijburch Claesdr haere respective moeder ende grootmoeder ende bekenden sij comparanten<br />
elcx in sijn qualite vercoft te hebben ende vercoopt bij desen Sr Niclaes Hasselaer als vader<br />
ende voocht <strong>van</strong> sijne soone Gerrit Hasselaer een huijs boomgaert ende lant gelegen op de<br />
Miede…” en zij stellen als een speciale hijpotheek o.a.‟omtrint 4 ½ gars gelegen inde<br />
Nescage gemeen met sijnen voorseijde lant genaemt Karskedel belent Galijckewech ten<br />
noorden, Papkewiel ten suijden …‟<br />
(Actum 21-05-1621)<br />
Blz. 103r<br />
Louris Willemsz Ruijgrok verkoopt aan Bancraes Cornelisz „een huijs ende erve staende ende<br />
leggende binnen <strong>Schagen</strong> opten Plaets genaemt de Wildeman belent Louris Willemsz selffs<br />
ten noorden Eele Sijbrantsz ten suijden …‟<br />
(Actum 26-04-1621) (plus op dezelfde bladzijde de contra-acte)<br />
Blz. 103v (de tweede)<br />
Cornelis Aeriaensz Smit verkoopt aan Cornelis Joostes Messemaker „selve gedeelte <strong>van</strong> sijn<br />
erff gelegen opte Hogesijde so ‟t selve affgedoelt is belent Cornelis Aeriaensz selffs ten<br />
oosten Jan Aeriaensz Grootewal ten westen …‟<br />
(Actum 16-07-1621)<br />
Blz. 104r<br />
Tate Hendricxsz Texel verkoopt aan Willem Gerritsz Jeuwel „een acker saijlants „en stelt tot<br />
een speciale hijpotheek „omtrent negendalffgars lants gelegen bij tjallewal genaemt de<br />
Quatelven belent Jacob de Witte ten westen Stoffel Fransz ten suijden…‟<br />
(Actum 11-06-1621)<br />
Blz. 104v<br />
Aeriaen Buijckesz verkoopt aan Jacob Jansz Kuijl „omtrint 4 snees lants gelegen aende wiel<br />
belent de wiel ten noorden [ontbreekt] ten suijden …‟<br />
(Actum .. - .. - 1621)<br />
Blz. 107r<br />
Jan Jansz en Gerrit Jansz broers wonende in de Zijpe, zijn een bedrag schuldig aan Dirck<br />
Hendricxsz Graen en stellen tot een speciale hijpotheek „18 snees lants gelegen in<br />
Bouweerom belent de Eeuwouts erven ten noorden, Jan Gerritsz erven ten suijden noch<br />
omtrent 8 snees saijlants genaemt de lieve acker mede aldaer gelegen belent Jan Aeriaensz<br />
ten noorden Wijbrant Sijbrantsz ten suijden noch de Dijckacker groot omtrint 13 snees<br />
gelegen bij de Hale belent de oude Burchorner dijck ten westen de wech ten oosten Wijbrant<br />
Cornelisz ten suijden …‟<br />
(Actum 18-12-1621)<br />
Blz. 107v<br />
Jan Pietersz Steeman verkoopt mede namens zijn broers en susters aan Jan Stoffelsz omtrent<br />
twee geersen negendalff snees lants gelegen voor ‟t Noort belent […]laers erven ten suijden<br />
Lijsbet Sijbrants ten noorden en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint 4 geersen saijlants<br />
gelegen bij oosten de Keijns genaemt de Hoochven belent Cornelis Cornelisz Rentenaer<br />
voorseijd ten oosten Michiel Cornelisz ter westen …‟<br />
(Actum opten lesten Decembris 1621)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 8
Blz. 109v<br />
“Wij Jan Stoffelsz ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert sijn Pieter Jansz Bergen voocht <strong>van</strong><br />
de weduwe <strong>van</strong> Jan Dirck Pieter Remments, Jan Pietersz voor hem selven ende Pieter Dircxsz<br />
voor hem selven ende ver<strong>van</strong>gende sijnen broeder ende susteren ende bekenden sij<br />
comparanten elcx inde voorseijde qualite vercoft te hebben ende vercopen mits desen<br />
Cornelis Jansz Wijck onsen medepoorter omtrint dardalff gars lants genaemt het Haelke<br />
gelegen aende Oostermenewech belent Aerian Albertsz Grootes ten westen Cornelis<br />
Adriaensz ten oosten”<br />
en stelt als speciale hijpotheek „omtrent 5 geersen 9 snees lants genaemt de Houw belent<br />
Pieter Cornelisz Waechmeester ten westen de Heerewech ten oosten …‟<br />
(Actum 27-01-1622)<br />
Blz. 112r<br />
Cornelis Jansz Sijmonsz is een bedrag schuldig aan Joncheer Gage <strong>van</strong> Mijrop Heere tot<br />
Calslagen en stelt tot een speciale hijpotheek eerst een stuck lant genaemt Roo Allertsz ven<br />
groot omtrint 4 geersen waaronder de 21 snees <strong>van</strong> sijn swager gereet begrepen sijn gelegen<br />
in de Misselcage voornoemt belent Sampson <strong>van</strong> Bronchorst ten oosten de Halerwech ten<br />
suijden Guert Frans ten westen Pieter Stoffelsz voorseijd ten noorden …‟<br />
(Actum 26-01-1622)<br />
Blz. 112v<br />
“Wij Jan Stoffelsz ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Olfert Olfertsz onsen medepoorter<br />
en bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende vercoopt mits desen Tadeus<br />
Ariaensz een huijs ende erve staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> inde Molenstraet belent<br />
het gasthuijs ten oosten Trijn Crijnendr ten westen so ‟t selve bi hem comparant beseten is<br />
…”<br />
(Actum 12-03-1622)<br />
Blz. 120v<br />
Allert Pietersz „voor hem selven‟ en als voogd <strong>van</strong> zijn moeder Maritgen Almersdr „bekende<br />
in dier qualite vermangelt te hebben aan Willem Jan Vet omtrint 17 snees saijlants gelegen op<br />
Buijckeven belent Oude Pieters kinderen ten westen Willem Jan Vet ten oosten …‟<br />
(Actum 20-08-1622) (op dezelfde bladzijde de contra-acte)<br />
Blz. 121r<br />
Willem Jansz Vet verkoopt aan de weduwe en kinderen <strong>van</strong> Oude Pieter Steeman [onvermeld<br />
wat en hoeveel] gelegen op Buijckeven [belending onvermeld]<br />
(Actum 20-08-1622)<br />
Blz. 121v<br />
“Wij Cornelis Pietersz Grootes ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert sijn Rembrandt Rijckes<br />
voor hem selven ende ver<strong>van</strong>gende sijne kinderen ende erffgenamen <strong>van</strong> Buijcke<br />
Rembrandtsz, sijn overleden soone ende Pieter Lammertsz als voocht <strong>van</strong> Geert Harmensdr<br />
zijne moeder weduwe <strong>van</strong> Buijcke Rembrandtsz voorseijd ende bekenden sij comparanten<br />
inde voorseijde qualite vercoft te hebben ende vercopen mits desen Lourens Willemsz<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 9
Ruijgrok een huijs ende erve staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opten Plaets genaemt de<br />
Roode Leuw belent met Thijs Thijsz ten noorden Bancraes Cornelisz ten suijden…”<br />
(Actum 27-08-1622) (op dezelfde bladzijde de contra-acte)<br />
Blz. 122r<br />
Maritgen Dircxdr geassisteerd door Jan Jansz Lenertsz haar voogd verkoopt aan Willem<br />
Jansz Messemaker „een huijs en erf staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> inde Molenstraet<br />
belent Pieter Heertgens ten westen Trijn Krijns erven ten oosten …‟<br />
(Actum 27-08-1622) (op dezelfde bladzijde de contra-acte)<br />
Blz. 122v<br />
Rembrandt Cornelisz ende Harck Allertsz voogden <strong>van</strong> Pieter Cornelisz kinderen verkopen<br />
een huijs en erf aan Guerte Fransdr weduwe <strong>van</strong> Willem Lourensz dat staat en ligt inde<br />
Nieuwestraet „belent Lijsbet Jacobsdr ten suijden ende Dirck Eddes kint over ‟t schoolpad<br />
ten noorden…‟<br />
(Actum 29-08-1622)<br />
Blz. 123r<br />
Aeriaen Buijckesz is een bedrag schuldig aan Cornelis Gerritsz Lakencooper en stelt tot eens<br />
peciale hijpotheek „sijn huijs, sijn boomgaert ende enterije op Tolke groot omtrent 3<br />
geersen belent sijn kinderen ten oosten noorden ende westen ende Sijdtwint ten suijden…‟<br />
(Actum 01-10-1622) (zie ook blad 125v, acte d.d. 03-10-1622)<br />
Blz. 126r<br />
Rembrandt Cornelisz ende Harck Allertsz voogden <strong>van</strong> Pieter Cornelisz kinderen verkopen<br />
een huijs en erve aan Guerte Fransdr staende ende leggende inde Nieuwestraet belent Lijsbet<br />
Jacobsdr ten suijden ende Dirck Eddes kint over ‟t schoolpad ten noorden…‟<br />
en stellen tot een speciale hijpotheek „omtrent 5 ½ geersen lants gelegen voor ‟t Noort<br />
genaemt de Hoogewerff belent Claes Jansz ten oosten Jan Sijbranstz Koemis ten westen…‟<br />
(Actum 29-08-1622) (zie ook de acte d.d. 29-08-1622, blad 122v)<br />
Blz. 126v<br />
Op dezelfde 29 e<br />
augustus koopt D. Peterus Ens dit huis <strong>van</strong> Guerte Gransdr.<br />
Blz. 128r<br />
Pieter Jansz <strong>van</strong> Huijswert verkoopt aan Hendrick Luijtgensz omtrent 2 geersen 7 ½ snees<br />
lants gelegen bij tjallewale stelt tot een speciale hijpotheek „omtrent drie geersen lants<br />
genaemt Lolleven gelegen tusschen Tiallewal ende Avendorp, belent Pieter Dircxsz ten<br />
westen Gorters erven ten noorden…‟<br />
(Actum 12-08-1622) (zie voor de contra-acte blad 128v, 1 e deel)<br />
Blz. 128v, 2 e deel<br />
“Wij Allert Pietersz ende Claes Cornelisz Brouwers Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Willem Ghijsbertsz<br />
Claerdenboom onsen medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven deuchdelicken<br />
schuldich te wesen Willem Fredericxsz jegenwoordich burgemeester deser stede een<br />
somme <strong>van</strong> twee ende twintich gulden…”<br />
(Actum 18-01-1623)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 10
Blz. 129r<br />
“Wij Allert Pietersz ende Claes Cornelisz Brouwers Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Sijbrant Sijbranstsz timmerman<br />
onsen medepoorter ende heeft voor waerenisse ende bevrijdinghe <strong>van</strong> 15 snees lants bij hem<br />
inde bovengeschreven brieve vercoft ende opgedragen aen Jan Abramsz op Sebelhuijsen tot<br />
een speciale hypoteke verbonden gelijck hij doet mits desen twee geersen groetlants genaemt<br />
het Slach inde Nescage in onsen banne gelegen belent Reijer Jansz aen‟t westen Pieter Jansz<br />
Vet aen ‟t oosten ende Jan Dircxsz <strong>van</strong> Gelder aen ‟t suijt …”<br />
(Actum 28-01-1623)<br />
Blz. 129v<br />
Lijsbet Jansdr verkoopt ten behoeve nde waernisse ende bevrijdinge <strong>van</strong> een stuk land in de<br />
Rijp als speciale hijpotheek gestelt ende verbonden „omtrent seven geersen lants gelegen<br />
binnen onsen banne voor Grootewal genaemt Osseven belent de comparante selffs ten<br />
noorden Cornelis Garbrantsz ten suijden…‟<br />
(Actum 11-02-1623)<br />
Blz. 131v<br />
Jan Sijmonsz Snijder, onsenmedepoorter en Jan Willemsz <strong>van</strong> Schoorl verkopen aan Willem<br />
Jansz Schipper op Lagedijck omtrint 4 ½ gars lanrts gelegen binnen onsen banne bij ‟t Wadt<br />
belent het Wadt ten oosten de Seedijck ten noorden ende de oude molensloot ten suijden…<br />
(Actum 03-03-1623)<br />
Blz. 133r<br />
“Insgelijcx compareerden voor ons Claes Cornelisz Brouwers ende Allert Pietersz nu<br />
Schepenen <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> Cornelis Gerritsz Laeckencooper ende Adriaen Jansz Buerman tot<br />
Outcarspel als voochden <strong>van</strong> Hendrick Jacobsz in de bovengeschreven brieve gemelt ende<br />
hebben tot bevrijdinghe <strong>van</strong> ‟t bovengeschreven lant bij haer erve vermeld in de<br />
bovengeschreven brieve aen Jan Lourisz tot <strong>Schagen</strong> tot speciale hijpoteke gestelt ende<br />
verbonden een parcheel weijdlants gelegen in onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> groot omtrent<br />
vierdalff gars leggende op ‟t Hooch belent met de H Geest <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten oosten ende<br />
Aengewerff ten westen…”<br />
(Actum 18-02-1623)<br />
Blz. 134r<br />
Lourens Willemsz en Gerrit Adriaen Willemsz voogden <strong>van</strong> Pieter Willemsz en Duiff<br />
Aeriaens kinderen verkopen aan Cornelis Wijbrantsz en Pieter Aedriaensz jegenwoordich H<br />
Geestmannen binnen <strong>Schagen</strong> voor de H Geest „omtrint drie geersen lants genaemt Boelinge<br />
ven gelegen in de Oostercage aen de Tolcker vaert belent de voorseijde vaert ten westen<br />
Hillegont Ariaen Willemsz ten suijden Bonckelderdijck te noorden…‟<br />
(Actum 16-03-1623)<br />
Blz. 134r<br />
Daniel Cornelisz Messemaker verkoopt aan Sijbrant Pieter […]coper (doorgestreept) sijn<br />
helft <strong>van</strong> de timmerage ofte <strong>van</strong> ‟t huijs bij hem op ‟t gasthuijs gront inde Molenstraet [… …<br />
…]‟ (Actum 01-04-1623)<br />
Blz. 135r<br />
Claes Cornelisz <strong>van</strong> Barsingerhorn e.a. verkopen aan Jan Allertsen wonende op Nieckelant<br />
omtrint 4 ½ gars lants leggende binnen onsen banne in de Oostercage belent Jan Allertsen<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 11
selffs ten noorden de sijdtwint ten suijden en zij stellen tot een speciale hijpotheek „2 geersen<br />
lants op Rijpelant belent Baeff Jans ten westen Maerten Gerrits kinderen ten oosten…‟<br />
(Actum 06-04-1623)<br />
Blz. 135v<br />
Daniel Cornelisz (zie blz. 134r) heeft geld geleend <strong>van</strong> Jan Allertsen Houtcoper om het<br />
materiaal voor zijn huis in de Molenstraat te kunnen betalen.<br />
(Actum 06-04-1623)<br />
Blz. 135v<br />
Jan Lammertsz oude Jan „bekende voor hem ende sijnen erven in erffpacht geaccepteert ende<br />
genomen te hebben <strong>van</strong> de Weled: Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> Schagercogge enz. de molen met het<br />
erff daerop de molen staende is, staende ende gelegen ten eijnden de Loet belent Eeuwout<br />
Vertest Schout binnen <strong>Schagen</strong> ten westen Jan Allertsen ten oosten…‟<br />
(Actum 14-04-1623)<br />
Blz. 137r<br />
“Wij Allert Pietersz ende Claes Cornelisz Brouwers Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is IJsbrant Jansz Smit onsen mede<br />
poorter ende bekende voor hem ende sijnen erven deuchdelijck schuldich te wesen Willem<br />
Fredericxsz jegenwoordich Burgemeester … … …. ….<strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> …”<br />
(Actum 22-03-1623)<br />
Blz. 138v<br />
Tade Ariaensz verkoopt aan Jan Jansz Slootemaker een huis en erf „staende ende leggende in<br />
de Molenstraet belent het Gasthuijs ten oosten Trijn Krijnis erven ten westen …‟<br />
(Actum 13-06-1623) (plus de contra-acte op hetzelfde blad)<br />
Blz. 139r<br />
“Wij Allert Pietersz ende Claes Cornelisz Brouwers Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Pieter Cornelisz Crabbedam<br />
oudt burgemeester deser stede als voocht <strong>van</strong> Jan<strong>net</strong>gen Hendricxsdr ende bekende in dier<br />
qualite vercoft te hebben ende vercoopt mits desen Olfert Olfertsz Messemaker een huijs<br />
ende erve staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Hogesijde belent Jan Sijvertsz ten<br />
westen Aris Allertsz Weger ten oosten…‟<br />
(Actum 12-05-1623)<br />
Blz. 139v<br />
Sijbrant Phopsz organist alhier en Justus Hendricxsz schoolmeester tot Warmenhuijsen<br />
(Actum 26-05-1623)<br />
Blz. 140r<br />
“Wij Allert Pietersz ende Claes Cornelisz Brouwers Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Claes Sijrakelsz Coperslager<br />
onsen medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven deuchdelijck schuldich te<br />
wesen den Ed: Bartholomeus Gerritsz coopman <strong>van</strong> coper wonende tot Amsterdam een<br />
somme <strong>van</strong> 600 gulden …” (Actum 07-07-1623)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 12
Blz. 141v<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwers ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Griet Cornelisdr nu<br />
wonende tot Alcmaer geassisteert met Cornelis Allertsz haer swager ende voocht in desen<br />
ende bekende sij comparante bij consent <strong>van</strong> haer voorseijde voocht vercoft te hebben ende<br />
vercoopt mits desen Willem Olfertsz onsen medepoorter omtrint 7 ½ gars lants gelegen<br />
binnen onsen banne aende Langesloot genaemt Steenplaets belent de Langesloot ten suijden<br />
‟t saijlant aen ‟t Nespat ten noorden Jan Lourisz ten westen …”<br />
(Actum 17-07-1623) (plus op hetzelfde blad de contra-acte)<br />
Blz. 144r<br />
Er wordt een huis als borg gesteld „opte Loet belent Jacob Jansz Kuijl ten westen Jan<br />
Reijersz ten oosten…‟<br />
(Actum 22-08-1623)<br />
Blz. 144r<br />
“Wij Allert Pietersz ende Claes Cornelisz Brouwers Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> doen te<br />
weeten eenen jegelicken dat voor ons gecomen ende gecompareert is Adriaen Rembrantsz<br />
buerman opten Keijns in onsen banne ende heeft tot verseekeringhe ende waernisse <strong>van</strong> een<br />
stucke lants gelegen inden banne <strong>van</strong> Sinte Maerten bij hem naer vermelding <strong>van</strong>de boven<br />
geschreven quijtscheldinge vercoft ende die volgende opgeraden (= opgedragen?) aen<br />
Cornelis Albertsz verbonden ende tot hijpocrijte (sic) gestelt als hij doet mits desen een stuck<br />
weijdlant groot omtrint vierdalf gars genaemt Rijpelant gelegen in onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong><br />
in Nescaeg belent Pieter Dircx ten oosten ende Jan Hilbrantsz ten westen…”<br />
(Actum ..-..-1623)<br />
Blz. 145v<br />
Er wordt een huis in de Molenstraat verkocht aan Jan Claesz Stoelmaker met de volgende<br />
belending: Jan Dubbelt ten oosten de erffgenamen <strong>van</strong>de Heere <strong>van</strong> Heerencarspel ten<br />
westen…‟<br />
(Actum 09-12-1623)<br />
Blz. 145v<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwers ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Jan Olfertsz onsen<br />
medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende vercoopt mits<br />
desen Cornelis Cornelisz Cleijnenburch oock onsen medepoorter omtrint 3 snesen saijlants<br />
gelegen benoorden ‟t Nespat genaemt de Boonacker belent [niet vermeld]…”<br />
(Actum 27-12-1623)<br />
Blz. 148v<br />
“Insgelijcke compareerden voor ons Willem Fredericxsz ende Cornelis Wijbrantsz Schepenen<br />
binnen <strong>Schagen</strong> …”<br />
Er wordt een stuk land tot hijpotheek gesteld: „in onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> bij Buijtendijck<br />
groot omtrint drie geersen ende negen sneesen belent met de Edele Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten<br />
oosten de dijck ofte de Oude Dijck <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten westen…‟<br />
(Actum 16-01-1624)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 13
Blz. 150r<br />
“Wij Willem Fredericxsz ende Jan Hendricxsz Waechmeester Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Jan Pietersz Kumis<br />
(Koemis) woonende tot Winckel ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben<br />
ende vercoopt mits desen Jan Cornelisz Rentenaer woonende tot Barsingerhorn omtrint 2<br />
geersen rietlant gelegen op ‟t Wadt genaemt Wiggersoordt belent Jan Cornelisz selffs ten<br />
noorden het Wadt ten suijden …”<br />
(Actum 11-02-1624)<br />
Blz. 151v<br />
Ariaen Rembrantsz buerman op de Keins verkoopt ter borgstelling „een stuck weijdlants<br />
groot omtrint 3 ½ gars genaemt Rippelant gelegen in onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> in Nescage<br />
belent Pieter Dircxsz ten noorden Jan Tollenaers ten westen ende den ouden zeedijck ten<br />
noorden…‟<br />
(Actum 11-02-1624)<br />
Blz. 152v<br />
In deze acte komt bij de Hale als belending <strong>van</strong> een stuk land „het dijckpat ten suijden‟ voor.<br />
(Actum 21-03-1624)<br />
Blz. 154r<br />
“Wij Willem Fredericxsz ende Jan Hendricxsz <strong>van</strong> Hauwert Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert zijn Frederick Adrianus<br />
Westvaling erffgenaem onder benefice <strong>van</strong> inventaris <strong>van</strong> Adriaen Buijckes t‟ samen met<br />
Cornelis Gerritsz ende Willem Olfertsz geordineerde sequesters in den selven boele ende<br />
bekenden sij comparanten in dier qualite vercoft te hebben ende vercopen mits desen den Ed:<br />
Mr. Albert Frans Zijp omtrent ene geers boomgaert ende enterije met het huijsken<br />
daerinne gelegen inde Oostercage belent Adriaen Buijckes kinderen ten oosten westen ende<br />
noorden ende de Seijtwint ten suijden …”<br />
(Actum 22-03-1624) (plus op blad 156r de contra-acte)<br />
Blz. 157r<br />
Hendrick Pietersz is geld schuldig aan Ed: Dr. Joost Coppier en stelt tot een speciale<br />
hijpotheek „omtrent 25 ½ snees saijlant genaemt de Cromme Acker gelegen in<br />
Cornelisencage, belent [ontbreekt] …„<br />
(Actum 27-04-1624)<br />
Blz. 161v<br />
“Wij Adriaen Claesz Bergen ende Claes Wijbrantsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Claes Jansz Molenaer onsen mede<br />
poorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende vercoopt mits desen<br />
Pieter Jansz (doorgestreept) ende Pieter Willemsz beijde <strong>van</strong> Barsingerhorn sijn huijs erve<br />
coorenmolen molenwerff ende ‟t erff bijde boomgaert <strong>van</strong> Cornelis Aeriaensz Grooff<br />
staende ende gelegen binnen <strong>Schagen</strong> inde Molenstraet belent Cornelis Aeriaensz voorseijd<br />
ten oosten Jan Jacobsz moers Jan ten westen…”<br />
(Actum 27-06-1624) (plus op hetzelfde blad de contra-acte)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 14
Blz. 166v<br />
“Wij Cornelis Wijbrantsz ende Jan Hendricxsz <strong>van</strong> Hauwert Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Claes Sijrakelsz<br />
glasemaker onsen medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven wel ende<br />
deuchdelijck schuldich te wesen Aeriaen glasvercoper tot Amsterdam een hooftsomme <strong>van</strong><br />
…”<br />
(Actum 08-12-1624) (zie ook blad 140r, waar dezelfde Claes Sijrakelsz coperslager blijkt te<br />
zijn)<br />
Blz. 167v<br />
“Wij Willem Fredericxsz ende Jan Hendricxsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Heertgen Heertgesz Burgemeester tot<br />
Winckel ende Luijtgen Vertest <strong>van</strong> Amsterdam voor haer selven ende als voochden voor haer<br />
moeder ende ver<strong>van</strong>gende haer broeder ende gecocht tot verseeckeringhe inde voorseijde<br />
qualite ende waernisse <strong>van</strong> ‟t halve lant gelegen inde banne <strong>van</strong> Valcoogh bij Heertgen<br />
Heertgens naer vermelden bovengeschreven briefe <strong>van</strong> de quijtscheldinge vercoft ende<br />
dusvolgende opgedragen aen Lammert en Jan Cornelisz …ende tot hijpoteke gestelt een stuck<br />
lants genaemt de Hou gelegen in onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> inde [niet ingevuld] groot omtrint<br />
drie geersen ende negen snees belent met Pieter Cornelis Waechmeester ten suijden ende<br />
oosten ende Jan Dircx weduwe ten noorden…”<br />
(Actum ..-..- 1624)<br />
Blz. 168r<br />
IJsbrant Allertsz uit Alkmaar verkoopt aan Harck Allertsz 3 ½ gars land en stelt tot een<br />
speciale hijpotheek „omtrent 3 ½ gars lantsgelgen in de Lagedijcker cage genaemt de<br />
Witvoet belent … Cornelisz ten westen Jan Jansdr ten oosten …‟<br />
(Actum 05-06-1624)<br />
Blz. 168v<br />
“Wij Claes Aeriaensz ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Ette Cornelisdr nu woonende tot<br />
Alcmaer geassisteert met Philipus (?) Jansz Bombaert hare soone ende voocht in desen voor<br />
haer selven ende oock .. voor P(ieter) Jan Jansz Bombaert haer jongere soone mede present<br />
ende bekende sij comparante geassisteert als voren vercoft te hebben ende vercoopt mits<br />
desen Willem Olfertsz Houtcoper binnen <strong>Schagen</strong> omtrent 7 ½ gars groetlants gelegen binnen<br />
de banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> aende Langesloot genaemt de Steenplaets belent de Langesloot ten<br />
suijden het saijlant aen ‟t Nespat ten noorden Jan Lourensz ten westen…”<br />
(Actum 03-02-1625)<br />
Blz. 169r<br />
Cornelis Claesz <strong>van</strong> Huijswaert en Maerten Jansz <strong>van</strong> Dircxhorn verkopen aan Harck Allertsz<br />
„omtrint 4 ½ gars lants leggende binnen onsen banne inde Nescage belent Harck selffs ten<br />
oosten Jan Buijckesven ten westen …‟ en zij stellen tot een speciale hijpotheek „omtrint 4<br />
geersen lants gelegen bij d‟oostermenewech genaemt Schelphorn belent Cornelis Jansz<br />
Wijck ten oosten den wech ten suijden ende westen…‟<br />
(Actum 19-02-1625)<br />
Blz. 170r<br />
Jan Lourensz tot Alcmaer verkoopt aan Jan Dircxsz Gelder omtrent 4 geersen land gelegen in<br />
de Nescage over de Gou belent Claes Cornelisz Brouwers ten suijden Meijert Jansz ten<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 15
noorden‟ en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint 2 geersen lants gelegen in de voorseijde<br />
cage Jan Ariensz Grootewal genaemt de Bosch belent Maijert Jans ten oosten Heertgen<br />
Willemsz ten westen…‟<br />
(Actum opten lesten daghe Februarij 1625)<br />
Blz. 171r<br />
Cornelis Aeriaensz Schuijtemaker verkoopt 1 ½ snees erff aende westsijde <strong>van</strong> sijnen<br />
comparants werff so ‟t nu affgehekt is gelegen in de Molenstraet bij oosten de molenwerff<br />
ende bij westen de rest <strong>van</strong> sijn werff ende dat aen Claes Jansz Molenaer ende oock met die<br />
conditie dat de voorseijde Claes Jansz noch de toecomende ende ge[…] <strong>van</strong> de voorseijde 1 ½<br />
snees so sij in loop <strong>van</strong>de tijden daerop willen timmeren …enz.‟<br />
(Actum 06-03-1625)<br />
Blz. 173v<br />
“Wij Albert Cornelisz ende Jan Adriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Cornelis Willemsz onsen<br />
medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven gecoft te hebben <strong>van</strong> Louris Willemsz<br />
omtrint 60 snees lants gelegen inde Hoogewerff voor ‟t Noort belent de Ed: Heere <strong>van</strong><br />
<strong>Schagen</strong> ten oosten [niet ingevuld] ten westen…”<br />
(Actum 14 april 1625)<br />
Op het zelfde blad staat de contra-acte waarin blijkt dat Louris Willemsz als speciale<br />
hijpotheek stelt ‟sijn huijs ende erve staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Plaets<br />
genaemt Den Roode Leeuw belent Pieter Jansz boode ten noorden Bancraes Cornelisz ten<br />
suijden…‟<br />
Blz. 175v<br />
Dirck Hendricxsz en Sijmon Claesz beide uit Alkmaar als voogden <strong>van</strong> Pieter Fredericxsz<br />
Vinckenburch verkopen aan Sijmon Pietersz „twee geersen lants op roeden en mate gelegen<br />
binnen onsen banne bij suijden de nieuwe molensloot tusschen de Miede en de Snevert<br />
belent [ontbreekt]…‟<br />
(Actum 16-01-1625)<br />
Blz. 178r<br />
“Wij Albert Cornelisz ende Jan Adriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Hendrick Pietersz nu woonende<br />
opte Zijpe medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben Cornelis<br />
Pietersz een huijs ende erve”.. aan de Loet en hij stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint<br />
sesentwintichstalff snees lants gelegen in de Cornelisencage genaemt de Cromme Acker<br />
belent [ ontbreekt ]…‟<br />
(Actum 16-05-1625)<br />
Blz. 183r<br />
Jacob Jansz Kuijl verkoopt aan den Ed: Eeuwout Vertest Schout binnen <strong>Schagen</strong> „omtrent 3<br />
snees lants gelegen binnen onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> aen Grimswiel belent Grimswiel ten<br />
noorden ende Pieter Garbrantsz Waechmeester ende erve ten suijden …‟ en stelt tot een<br />
speciale hijpothek zijn huis aan de Loet „belent Anna ende Alijt Almers ten oosten Jan<br />
Allertsz ten westen …‟<br />
(Actum 16-09-1625)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 16
Blz. 183v<br />
Eede Sijbrantsz heeft een schuld aan Jacob Jansz Cuijl <strong>van</strong> 600 currente guldens te XL<br />
groten Vlaems ‟t stuck en stelt tot een speciale hijpotheek zijn huis op de Plaats.<br />
(Actum 23-10-1625)<br />
Blz. 183v<br />
“Wij Claes Aeriaensz ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Gerrit Dircxsz nu woonende op<br />
Langedijck voor hem selven ende als voocht in dezen <strong>van</strong> sijnen moeder susters ende broeder<br />
oock mette zelve sijnen moeder Maritgen Gerritsdr present ende bekende hij comparant inder<br />
voorseijde qualite ‟t samen met sijn moeder dat haere gemene boele schuldich is aen Claes<br />
Fredericxsz gewesene lakencooper binnen <strong>Schagen</strong> een somme <strong>van</strong> hondert gulden<br />
volgende d‟affrekeninge <strong>van</strong> den 22 e Junij laestleden …”<br />
(Actum 01-10-1625)<br />
Blz. 184r<br />
Aerian Claesz Medemblijck verkoopt aan Sijbrant Cornelisz uit Alkmaar een huis en erf op de<br />
Hogezijde en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint 3 gars lants gelegen op tjaersdorp<br />
belent Rembrant Cornelisz ten noorden de Pijs ten suijden…‟<br />
(Actum 08-09-1625)<br />
Blz. 186v<br />
Luijtgen Cornelisz Messemaker heeft een schuld aan Albert Jacobsz Rijsoort in verband<br />
met het kopen <strong>van</strong> een huis in de Molenstraat. (zie de acte op hetzelfde blad)<br />
(Actum 22-12-1625)<br />
Blz. 188v<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwers ende Cornelis Wijbrantsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert sijn Claes Jan Sijmonsz<br />
voor hem selven Lourens Willemsz als man en voocht voorseijde Claes Jansz broeder<br />
getrouwt Lijsbeth Willemsdr mitsgaders oock met Sijbrant Sijbrantsz als voochden <strong>van</strong><br />
Dieuwer Willemsdr haer kinderen ende bekenden zij comparanten elcx in sijn voorseijde<br />
qualiteit vercoft te hebben ende vercoopt mits desen Cornelis Cornelisz Rentenaer onsen<br />
medeschepen omtrent vijff geersen 3 ½ snees lants gelegen binnen onsen banne voor ‟t Noort<br />
inde Misselcage genaemt Roo Allertsven belent Sampson <strong>van</strong> Bronchorst ten oosten Guert<br />
Fransdr ten westen …”<br />
(Actum 29-01-1626)<br />
Blz. 188v<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwers ende Cornelis Wijbrantsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert ende gecomen is Jan<br />
Cornelisz Brouwer <strong>van</strong> tiallewal ende bekende dat hij tot waernisse ende bevrijdinge <strong>van</strong><br />
wat inde bovengeschreven brieve aen Jan Cornelisz Neniekesz (?) op Groenevelt vercoft tot<br />
speciale hijpoteke verbonden te hebben als hij doet mits desen een stucke groetlants groot<br />
omtrent 4 geersen gelegen binnen onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> op ‟t westeijnd <strong>van</strong> tiallewal<br />
belent Jan Cornelisz aen ‟t noort Storckedijck aen ‟t suijt Cornelis Claesz aen ‟t west …”<br />
(Actum 29-01-1626)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 17
Blz. 191r<br />
Maritgen Pieters Keijnses geassisteert met Buijcke Willemsz haer voocht verkoopt aan de Ed:<br />
Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> „elff snees rietlants gelegen op ‟t Wadt belent sijne Ed: selffs te suijden<br />
Reijer Cornelisz ten noorden…‟ en zij stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint dardalff gars<br />
lants over de oude molentocht <strong>van</strong> bellemolen en de molenwerf gemeen met Pieter Claesz<br />
<strong>van</strong> Huijsduijnen genaemt de Kneppels belent de molentocht ten suijden Cornelis Claes<br />
Cagers weduwe ten noorden …‟ (Actum 06-02-1626)<br />
Blz. 191v<br />
“Wij Cornelis Rembrantsz ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecomen is Pieter Phillipsz woonende<br />
aen ‟t Valcoger Verlaet ende bekende voor hem ende zijnen erven vercoft te hebben ende<br />
vercoopt mits desen Mr. Claes Arisz Chirurgijn binnen <strong>Schagen</strong> omtrint vijff geersen lants<br />
gelegen binnen onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> in IJscage belent Lourens Jans erven ten westen …<br />
ten oosten …”<br />
(Actum 07-02-1626)<br />
Blz. 192r<br />
Pieter Pieter Niedorp Schout <strong>van</strong> Langedijk verkoopt aan Jan Jansz Gorcum „twee geersen<br />
lants leggende met hem Gorcum gemeen achter Hemkewerff inde Hoochven belent de<br />
Zeedijck ten noorden de Oude Dijck ten westen …‟<br />
(Actum 10-02-1626) (Zie voor de contra-acte hetzelfde blad)<br />
Blz. 192v<br />
Jan Jansz Schouten stelt in verband met een schuld als speciale hijpotheek „omtrent vijff<br />
geersen lants gelegen binnen onsen banne aende Lagedijcker wech belent de<br />
Lagedijckerwech ten westen Rijpelander wechgen uit de vast/ver…(?) ten noorden<br />
Rijpelant ten oosten…‟<br />
(Actum 13-02-1626)<br />
Blz. 195v<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwer ende ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen<br />
<strong>Schagen</strong> oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecomen is Cornelis Jansz<br />
Broerssen curateur <strong>van</strong> Dirck Jansz Halfswaech ende bekende hij comparant in dier qualite bij<br />
consent <strong>van</strong> Dirck Jansz ende advijs <strong>van</strong> naeste vrinden ten wedersijden vercoft te hebben<br />
ende vercoopt mits desen Jan Aeriaensz Grootewal Burgemeester binnen <strong>Schagen</strong> een<br />
huijs ende erve staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Lagesijde <strong>van</strong> ‟t Noort …”<br />
(Actum 22-04-1626)<br />
Blz. 198v<br />
Oude Hendericxsz opte Keijns verkoopt aan Mathijs Thijsz om de een stuk land te vrijwaren<br />
en stelt als speciale hijpotheek „een stucke weijdlants genaemt het Hooch <strong>van</strong> Luttkebreg<br />
groot omtrent 3 ½ gars een snees belent met de gemeene vaert aen ‟t oosten Stoffel Fransz aen<br />
‟t suijden Dirck Sijmonsz aen ‟t noorden…‟<br />
(Actum 12 (?) -09-1626)<br />
199v<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwer ende ende Cornelis Cornelisz Rentenaer Schepenen binnen<br />
<strong>Schagen</strong> oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Cornelis<br />
Aeriaensz onsen medepoorter ende bekende voor hem ende zijnen erven vercoft te hebben<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 18
ende vercoopt mits desen Aerian Jacobsz Prins (?) op ‟t lande <strong>van</strong> de Zijpe omtrent 2 ½ gars<br />
lants gelegen binnen onsen banne inde nieuwe cage genaemt het Haelke belent Cornelis<br />
Jansz Wijck ten suijden ende noorden …”<br />
(Actum 23-04-1626) (op hetzelfde blad de contra-acte)<br />
Blz. 202r<br />
Eeuwout Allertsz verkoopt aan zijn zwager Cornelis Jansz „omtrint 11 ½ snees saijlants<br />
gelegen binnen onse banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> op Rijpelant belent Cornelis Jansz selffs ten oosten<br />
Pieter Jansz ten westen …‟<br />
(Actum 22-12-1626)<br />
Blz. 203r<br />
“Wij Allert Pietersz ende Jan Jansz Leertouwer Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Pieter Jansz Gorter onsen<br />
medepoorter ende bekende voor hem ende zijnen erven deuchdelijck schuldich te wesen<br />
Lijsbet en Guert Fransdr een hooftsomme <strong>van</strong>…”<br />
en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrent .. gars saijlants gelegen op Rijpelant belent<br />
Aeriaan Pietersz ten suijden Neel Jansdr ten noorden noch omtrent 1 ½ gars mede aldaer<br />
gelegen belent Cornelis Harcxsz ten noorden Cornelis Jansz ten suijden noch omtrent elff<br />
snees over de Oostermenewech genaemt het Hemke belent Adriaen Albertsz Grootes ten<br />
noorden Pieter Thijsz ten suijden …”<br />
(Actum 10-01-1627)<br />
Blz. 203v<br />
“Wij Jan Jansz Leertouwer ende Allert Pietersz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Olfert Olfertsz (Messemaker (?))<br />
poorter deser stede ende heeft tot merer versekeringe voor de waernisse <strong>van</strong> ‟t<br />
bovengeschreven huijs specialijcken verbonden een huijs ende erve gelegen binnen dese stede<br />
opte Hogesijde genaemt het Moriaenshooft belent Jan Gerritsz Schoenlapper ten westen<br />
ende Sijtgen Aris ten oosten…”<br />
(Actum 20-01-1627)<br />
Blz. 204r<br />
Cornelis Harcxsz Schout verkoopt aan de Ed: Heere Aelbrecht, Heere tot <strong>Schagen</strong> enz.<br />
„omtrent 8 snees saijlants gelegen op Rijpelant belent Pieter Jansz Gorcum ten suijden<br />
Adriaen Pietersz ten noorden‟ en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrent 11 snees lants<br />
mede gelegen op Rijpelant genaemt de Weelacker belent Jan Jansz Leenhouwer ten westen<br />
Pieter Jansz Gorcum ten oosten …‟<br />
(Actum 27-01-1627)<br />
Blz. 205v<br />
“Wij Jan Jansz Leertouwer ende Dr Joannes Jewelles Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Jan Jansz Segers onsen<br />
medepoorter ende bekende voor hem ende zijnen erven vercoft te hebben ende vercoopt mits<br />
desen Jan Pietersz Sloot oock onsen medepoorter 6 snees saijlants gelegen binnen onsen<br />
banne in de Misselcaghe aen W..ich (?) <strong>van</strong> de Misselcaegsbrugh belent Jan Pietersz selffs<br />
ten noorden Aeriaen Pietersz ten suijden…”<br />
(Actum 14-02-1627)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 19
Blz. 205v<br />
In deze acte verkoopt Adriaen Adriaensz Messemaecker een gedeelte <strong>van</strong> zijn boomgaard<br />
aan Thijs Alberts weduwe en kinderen<br />
(Actum 17-02-1627)<br />
Blz. 206r<br />
Mr. Heertgen Pietersz Chirurgijn tot Winckel verkoopt aan Reijer Jan Pieters „omtrent 3 ½<br />
gars saijlants gelegen binnen onsen banne inde nieuwe caech genaemt de Houw belent<br />
Pieter Cornelisz Waechmeester ten westen Guert Cornelisdr ten oosten …‟<br />
(Actum 22-02-1627) (op hetzelfde blad ook de contra-acte)<br />
Blz. 206v<br />
Luijtgen Cornelisz Dubbelt verkoopt aan Jan Adriaensz Grootewal oud burgemeester<br />
binnen <strong>Schagen</strong> „een huijs ende erve staende ende leggende opte Hogesijde metter vierdepart<br />
<strong>van</strong>de sloot achter „t huijs ende de halve steech aende achtersijde <strong>van</strong> ‟t huijs … soo ‟t behect<br />
ende bedoelt is belent Cornelis Willemsz ten oosten de voorseijde Jan Adriaensz Grootewal<br />
selffs ten westen …‟<br />
(Actum 08-03-1627)<br />
Blz. 208r<br />
Sijbrant Cornelisz uit Alkmaar verkoopt aan Jan Lenerts saliger gedachtenis „oudt<br />
burgemeester in zijn leven binnen <strong>Schagen</strong>‟ en verkoopt in feite aan zijn erfgenamen 7 ½<br />
gars lants bij de Snevert…<br />
(Actum 16-03-1627)<br />
Blz. 208v<br />
“Wij Jan Jansz Leertouwer ende Dr Joannes Jewelles Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Reijer Allertsz onse<br />
medepoorter ende bekende voor hem ende zijnen erven gecoft te hebben ende coopt mits<br />
desen <strong>van</strong> Jan Allertsz oock onse medepoorter omtrent 26 snees lants gelegen inde<br />
Santvenne belent de Ed: Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten westen ende Jacob Cuijl ten oosten…”<br />
(Actum ..-03-1627) (zie ook het volgende blad voor dezelfde acte)<br />
Blz. 209r<br />
Jan Jansz Grietes <strong>van</strong> Lutjewinkel stelt in verband met zijn “Romsche reijse” als speciale<br />
hijpotheek „omtrent drie geersen lants genaemt Boelingeven gelegen aende Tolcker vaert<br />
belebnt de H Geest tot <strong>Schagen</strong> ten oosten hr Luijtgerus Capelrij ten westen …‟<br />
(Actum 06-02-1627)<br />
Blz. 216v<br />
“Wij Jan Jansz Leertouwer ende Dr Joannes Jewelles Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Guert Frans weduwe wijlen<br />
Willem Lourisz geassisteert met Cornelis Wijbrantsz hare voocht in desen ende bekende sij<br />
comparante bij consent <strong>van</strong> haere voorseijde voocht vercoft te hebben ende vercoopt mits<br />
desen Diewer Willemsdr met haere bruidegom omtrint dardalff gars lants weesende haer<br />
gedeelte <strong>van</strong> de Hogewerff gelegen voor ‟t Noort inde Misselcage belent Diewer<br />
Willemsdr selffs ten westen Cornelis Cornelisz Rentenaer ten oosten…”<br />
(Actum 05-06-1627)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 20
Blz. 217v<br />
“Wij Allert Pietersz ende Jan Jansz Leenhouder Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Pieter Jansz onsen medepoorter ende<br />
bekende voor hem ende sijnen erven gecoft te hebben ende coopt mits desen <strong>van</strong> Cornelis<br />
Sievertsz woonende tot Hoorn de noorder meelmolen molenwerff ende molenhuijs staende<br />
ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> op het Noort belent Bregman ten noorden Gerbrant Duijns<br />
erven ende Maertgen Hilbrants ten suijden voor de somme <strong>van</strong> 2400 - 0 - 0 gulden …”<br />
(Actum 14-06-1627) (op hetzelfde blad staat de contra-acte)<br />
Blz. 218r<br />
Jacob Maertensz verkoopt aan Pieter Jacobsz Corver „omtrint 6 snees 12 ½ roeden saijlants<br />
gelegen op Rijpelant belent Pieter Jacobsz selffs ten noorden ende Griet Jansdr ten suijden<br />
…‟ (Actum 03-07-1627)<br />
Blz. 218v<br />
Aeriaen Jansz koopt <strong>van</strong> Guert Fransdr „omtrint 2 gars 8 ½ snees lants gelegen achter de<br />
Hoogewerff belent de Ed: Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten westen Jan Stoffels kinderen ten oosten …‟<br />
(Actum 20-04-1627)<br />
Blz. 221r<br />
Willem Cornelisz Messemaker koopt een huis en erf in de Molenstraat via Eeuwout Vertest<br />
Schout als procuratie houdende <strong>van</strong> Dirck Aeriaensz en Jan Pietersz woonende tot<br />
Amsterdam<br />
(Actum 27-12-1627)<br />
Blz. 222r<br />
Cornelis Jansz Oomkees en Claes Cornelisz Louris zijn schuldig aan Joannes Segersz<br />
brouwer <strong>van</strong> de Cruijsen tot Haarlem een bedrag <strong>van</strong> acht hondert gulden…<br />
(Actum 15-10-1627)<br />
Blz. 224r<br />
“Wij Sijmon Cornelisz Gorter ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
doen cont dat voor ons personeelijcken gecompareert ende gecomen is Claes Sijbrantsz<br />
onsen inwoonderen op Grootewal ende heeft tot waernisse ende bevrijdinghe <strong>van</strong> ‟t lant in de<br />
boven geschreven brieve bij hem aen Cornelis Pietersz vercoft ende opgedragen ten speciale<br />
ijpoteecke verbonden ende veronderpant eenig stucke zaijlant genaemt de over lels (=leets ?)<br />
gelegen in onsen banne inde Oude Caegh belent Cornelis Voertgis (?) aen „t suijd Lijsbet<br />
Slommers aen‟t west Aeriaen Corver aen ‟t noort Jan Cornelisz aen ‟t oost …”<br />
(Actum 17-02-1628)<br />
Blz. 226r<br />
Jan Cornelisz Schouten heeft een schuld aan Louris Jansz en stelt tot een speciale hijpotheek<br />
„omtrint 6 geersen lants genaemt de Saetven gelegen bij de Hale aende Hemkewerver<br />
vaert belent de voorseijde vaert ten oosten Pieter Jan Wiggers weduwe ten westen …‟<br />
(Actum 12-03-1628)<br />
Blz. 226v<br />
Nan Jansz heeft een schuld aan Jacob Nolet uit Alkmaar en stelt tot eens peciale hijpotheek<br />
„omtrent 3 geersen lants genaemt Boelinge ven gelegen in Oostercage aende Tolcker vaert<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 21
elent de H Geest ten noorden het … ... ten suijden de vaert ten westen…‟ (Actum 22-03-<br />
1628)<br />
Blz. 227v<br />
In deze acte wordt de Schijnesloot als belending genoemd en verder stelt Johannes Jansz in<br />
verband met de verkoop aan Jacob Nobel uit Alkmaar <strong>van</strong> een perceel land als speciale<br />
hijpotheek o.a. „anderhalff gars saijlants gelegen op Rijpelant belent Cornelis Jansz Wijck<br />
ten oosten Pieter Jacobsz Corver ten westen…‟<br />
(Actum 18-04-1628)<br />
Blz. 230v<br />
Hendrick Jansz <strong>van</strong> tiallewal koopt <strong>van</strong> Cornelis Aeriaensz „de halve Lokven (?) groot<br />
omtrent drie geersen gelegen tusschen avendorp en tiallewal belent Pieter Jansz selve mette<br />
wederhelft ten suijden …‟<br />
(Actum 28-06-1628)<br />
Blz. 231r<br />
“Wij Sijmon Cornelisz Gorter ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Cornelis Aeriaensz<br />
<strong>van</strong> Schagerbrugge opte lande <strong>van</strong> de Zijpe ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft<br />
te hebben ende vercoopt mits desen Hendrick Jansz cum socijs de halve Boelingeven groot<br />
omtrent drie geersen tussen tiaersdorp ende tiallewal belent Pieter Jansz selve mette<br />
wederhelft <strong>van</strong>de Boelingeven ten suijden Cornelis Cornelisz Rentenaer ten noorden…”<br />
(Actum 28-06-1628)<br />
Blz. 232r<br />
“Wij Sijmon Cornelisz Gorter ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecomen is Adriaen Jansz Spaniaert<br />
molenaer hier ter stede ende bekende hij comparant voor hem ende sijnen erven veraccordeert<br />
te wesen met Jan Lammertsz ende Cornelis Cornelisz mede molenaers binnen <strong>Schagen</strong> dat hij<br />
comparant de oostermolen <strong>van</strong> hier sal vervoeren op een andere plaets buijten dese<br />
jurisdictie waervoor hij comparant volgens sijne overgegevene quitantie volcomen is voldaen<br />
gelastende daerin hij comparant tot volvoeringe <strong>van</strong> ‟t selve contract d‟selve molen te<br />
versetten off doen versetten buijten dese jurisdictie als voorseijd sonder dat hij comparant ofte<br />
ijemant anders binnen dese jurisdictie een andere coornmolen sal mogen setten binnen de tijt<br />
<strong>van</strong> 10 jaer achtereenvolgende jaren ende als „t soo soude mogen gebeuren dat hij ofte<br />
ijemant anders binnen dese 10 jaren alhier een andere coornmolen quame te stellen so sal hij<br />
comparant gehouden sijn aende voornoemde molenaers ofte hare active erven hebbende te<br />
betalen de somme <strong>van</strong> 1800 gulden daer onder verbindende tot speciale hijpoteke de<br />
coornmolen alhier te versetten met alle dependentien ende toebehooren <strong>van</strong> denselven daer<br />
aen de voornoemde molen vrij … te houden deselve hare gerechticheijt sullen mogen ende<br />
[…] halen ter plaetse deselve […] sal vrijgewaren; Voorts generalijcken ende specialijcken<br />
zijne andere goederen, roerende ende onroerende gheene uijtgesondert subjecten ende deselve<br />
te verbinden vrij alle rechten ende rechteren<br />
Alles sonder bedrog ende in oirconde der waerheijt hebben wij Schepenen voorseijd elcx<br />
onsen segel hier beneden aen gehangen opten 16 augustus [1628] in kennisse <strong>van</strong> mij<br />
secretaris<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 22
Blz. 235r<br />
“Wij Sijmon Cornelisz Gorter ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Hendrick Pietersz<br />
Climmer onsen medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven … deuchdelijcken<br />
schuldigh te wesen Harck Jansz Messemaker oock onsen medepoorter een hooftsomme <strong>van</strong><br />
150 gulden …”<br />
(Actum 25-09 (?) - 1628)<br />
Blz. 236r<br />
Cornelis Cornelisz Leenhouder verkoopt aan Louris Jansz als wettige voogd <strong>van</strong> zijn zuster<br />
Trijn Allerts een stuk land en hij stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint ses geersen gelegen<br />
inde banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> inde Oostercaeg lent metde Sijtwint ten suijden Dirck Jansz<br />
Mettselaer ten noorden Bargeven ten westen…<br />
(Actum 30-04-1628)<br />
Blz. 236v<br />
Nan Jansz Nan op tiallewal heeft een schuld aan Sampson <strong>van</strong> Bronchorst en stelt tot een<br />
speciale hijpotheek „omtrent 3 geersen 1 ½ snees lants gelegen binnen onsen banne inde<br />
Oostercage belent de Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten noorden het lant genaemt crepven (?) ten<br />
suijden…‟<br />
(Actum ..-..-1628)<br />
Blz. 240r<br />
“Wij Sijmon Cornelisz Gorter ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Jan Lammertsz Oude<br />
Jan onsen medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende<br />
vercoopt mist desen Cornelis Cornelisz ende Jan Hendricxsz molenaers binnen <strong>Schagen</strong> de<br />
molen huijs ende werff met sulcke gerechticheden als hen ‟t selve is competerende staende<br />
ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Loet belent Eeuwout Vertest Schout binnen <strong>Schagen</strong> ten<br />
westen de wech nae tjaersdorp ten oosten…”<br />
(Actum 29-12-1628) (Eronder op hetzelfde blad staat de contra-acte: nog vermeldende:<br />
„een molen huijs ende werff met sulcke gerechticht als hem ‟t selve is competerende …‟<br />
ze betalen 2865 gulden te xl groot vlaems ‟t stuck…)<br />
Blz. 241v<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwers ende Harck Allertsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong>” enz….<br />
Guert Cornelisdr geassisteerd door haar zoon en voogd Dirck Jansz verkoopt aan Jacob<br />
Jacobsz Wijck „omtrint vijff geersen 9 snees lants genaemt de Hou belent Pieter Cornelisz<br />
Waechmeester ten suijden Pieter Aerjaensz ten noorden…‟<br />
(Actum 21-01-1629)<br />
Blz. 242r<br />
Claes Adriaensz en Sijmon Pietersz en Jan Sijmonsz verkopen aan Albert Cornelisz Miede<br />
„omtrent ses geersen lants gelegen binnen onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> inde Tinnercaegh<br />
nevens de niewe snevertsz watermolen belent Jacob Maertensz Clercq ten suijden de Heere<br />
<strong>van</strong>der Stadt ten noorden …‟<br />
(Actum 08-02-1629)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 23
Blz. 255r<br />
“Wij Claes Cornelisz Brouwers ende Harck Allertsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Jan Claesz Rens woonende opter<br />
Dick ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben Cornelis Sijbrantsz sijn<br />
swager ende vercoopt als noch sijne kinderen ende erffgenamen omtrent 4 geersen lants<br />
gelegen binnen onsen banne <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> opte Keijns genaemt de Oochmerven…”<br />
(Actum 24-11-1629)<br />
Blz. 261r<br />
“Wij Willem Gerritsz Jeuwel ende Jan Aerjaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is …” : Claes Dircxsz<br />
Langedijck verkoopt aan Cornelis Wijbrantsz als voogd <strong>van</strong> zijn zuster Maritgen Wijbrants<br />
„omtrent 26 snesen 14 roeden lants gelegen bij den Hale genoemt ‟t Hopke belent de ouwe<br />
dijck ten westen Jan Allertsz cum socijs ten oosten…‟<br />
(Actum 30-06-1630)<br />
Blz. 263v<br />
“Wij Jan Aerjaensz Grootewal ende Claes Michielsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert sijn Jacob Jansz Kuijl, Adriaen<br />
Claesz Medemblijck ende Lourens Jansz voochden <strong>van</strong> Jan Lenertsz weeskint ende Mr Jan<br />
Maertensz als voocht in desen <strong>van</strong> Pieter Maertensz sijn broeder ende Griet Maertens sijns<br />
suster gesamentlijck beneffens Jan Croupier wonenden tot Alcmaer als erffgenamen <strong>van</strong> dr<br />
Joost Croupier sijn broeder geprefereerde crediteuren opte pn. (=penningen (?)) geprocedeert<br />
<strong>van</strong> de vercofte acker inde Cornelisencage genaemt de Cromme Acker groot omtrint 25 ½<br />
snees mitsgaders <strong>van</strong>de vercofte custinghbrieff <strong>van</strong> ‟t huijs ende erve opte Loet beijde<br />
gecompeteert ….”<br />
(Actum 26-02-1630)<br />
Blz. 264r<br />
Mr. Albert Fransz Zijp verkoopt aan Jan Jacobsz moer‟s Jan 5 geersen 9 snees lants gelegen<br />
in de Oostercage en stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint twaelffshalff gars groetlant<br />
gelegen aende Priggedijk belent Rens Glijnis ten suijden Jacob Aeriaensz ten noorden<br />
Priggedijk ten oosten…‟<br />
(Actum 25-02-1630)<br />
Blz. 265r<br />
Jan Aerjaensz Metselaer koopt <strong>van</strong> Reijer Allertsz „omtrint 26 snesen lants gelegen inde<br />
Santvenne belent de Ed: Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten westen Jacob Cuijl ten oosten …‟<br />
(Actum 07-03-1630)<br />
Blz. 265v<br />
Cornelis Cornelisz Bregman „ende bekende uijt recht <strong>van</strong> sijn procuratie hem verleden voor<br />
notaris C. Gerijtsz tot Amsterdam bij de Ed: Gerrit Cos coopman tot … bij dato de 7 e meij<br />
1629 … … vercoft te hebben ende verkoopt mits desen Rens Glijnis een perceel land gelegen<br />
inde Oostercage groot ses geersen negen sneesen…‟ en stelt tot een speciale hijpotheek „4<br />
geersen lants inde Westercage genaemt de Boel(emer)ven belent [ontbreekt] …‟<br />
(Actum 04-04-1630)<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 24
Blz. 267v<br />
“Wij Willem Gerritsz ende Jan Adriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert sijn Cornelis Cornelisz Wijck ende<br />
Jan Hendricxsz molenaer opte wester ende noorder coornmolens binnen <strong>Schagen</strong> ende<br />
bekenden sij voornoemde comparanten dat Olfert Olfertsz voor hen of comparanten opte<br />
uitcoop <strong>van</strong>de molen aen Adriaen Jansz Spaniaert verschoten heeft de somme <strong>van</strong> 815 gulden<br />
waertoe Cornelis Cornelisz bekende schuldich te wesen de somme <strong>van</strong> vijff hondert ende<br />
tachtich gulden 14 stuijvers ende Jan Hendricxsz de somme <strong>van</strong> 233 - 6 - 0 welcke penningen<br />
sij comparanten beloven te betalen in vijn suijver gelde sonder eenige cortinge int minst noch<br />
int meeste Cornelis Cornelisz 315 gulden meij anno 1633 ende meij 1634 266 gulden 14<br />
stuijvers ende Jan Hendricxsz meij 1634 133 - 6 - 0 ende meij 1635 hondert gulden verbonden<br />
sij comparanten voorde voorsijede betalinghe tot speciale hijpoteke elcx voor het sijne<br />
Cornelis Cornelisz Wijck „sijn coornmolen molenhuijs staende ende leggende binnen<br />
<strong>Schagen</strong> opte Loet belent Eeuwout Vertest Schout binnen <strong>Schagen</strong> ten westen Jan Allertsz<br />
ten oosten mitsgaders het halve molenhuijs ende molenwerff inde Molenstraet belent Anthoni<br />
le Febre ten westen ende Cornelis Aeriaensz ten oosten en Jan Hendricxsz sijn halve<br />
coornmolen ende ‟t halve molenhuijs staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Noort<br />
belent Cornelis Bregman ten noorden Maritgen Hilbrants ende Garbrant Verduijns erven ten<br />
suijden noch het halve molenhuijs ende molenwerff inde Molenstraet belent als boven Voorts<br />
generalijcken ende specialijcken alle hare andere goederen ” enz.<br />
(Actum 08-06-1630)<br />
Blz. 269v<br />
Cornelis Jansz Oomkees stelt zich borg met behulp <strong>van</strong> een speciale hijpotheek o.a. op<br />
„omtrint 3 gars 9 snees saijlants gelegen binnen onsen banne tusschen de Nesdijk en ‟t<br />
Nespat belent Cornelis Jansz ten suijden ende de Paepven ten westen de pastorie tot<br />
<strong>Schagen</strong> ten oosten …‟ (Actum 11-07-1630)<br />
Blz. 270r<br />
Lourens Jansz en Jan Adriaensz Grootewal, medeschepen, verkopen aan Mr. Jan du Moutier<br />
en Eeuwout Vertest Schout binnen <strong>Schagen</strong> een huijs en omtrent negendalff snees erff<br />
gelegen opte Dorpe belent de bagijnelaen ten noorden ende nu Gerrit Aeriaensz ten suijden<br />
…‟ en stellen tot een speciale hijpotheek „omtrent drie geersen lants gelegen aende<br />
Langesloot genaemt de Steenplaets belent Lourens Jansz selffs mette genoemde<br />
Steenplaets ten westen … … ten oosten…‟<br />
(Actum 08-07-1630)<br />
Blz. 274r<br />
Jan Jacobsz moers Jan verkoopt aan Cornelis Cornelisz Coningh omtrent ses geersen lants<br />
gelegen met hem Cornelis Cornelisz gemeen gelegen in de Companie belent [ontbreekt] en<br />
stelt tot een speciale hijpotheek „omtrint 5 geersen lants inde Oostercage genaemt Bloemven<br />
belent Dirck Jansz ten oosten Alijt Willems ten westen …‟<br />
(Actum 12-12-1630)<br />
Blz. 274v<br />
“Wij Willem Gerritsz Jeuwel ende Cornelis Cornelisz Coningh Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Jan<strong>net</strong>gen Sijmonsdr<br />
geassisteert met Pieter Jansz Koet haren neve en voocht in desen ende bekende sij comparante<br />
geassisteert als voorseijd vercoft te hebben ende vercoopt mits desen Claes Garbrantsz onsen<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 25
mede poorter de helft <strong>van</strong> omtrint 9 snees rietlants gelegen bij het Cornelissenwerver<br />
wielske belent het wielke ten suijdwesten de Ed: Heere <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> ten noortoosten…”<br />
(Actum 27-12-1630)<br />
Blz. 161v<br />
“Wij Adriaen Claesz Bergen ende Claes Wijbrantsz Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen jegelicken dat voor ons gecompareert is Claes Jansz Molenaer onsen mede<br />
poorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende vercoopt mits desen<br />
Pieter Jansz (doorgestreept) ende Pieter Willemsz beijde <strong>van</strong> Barsingerhorn sijn huijs erve<br />
coorenmolen molenwerff ende ‟t erff bijde boomgaert <strong>van</strong> Cornelis Aeriaensz Grooff<br />
staende ende gelegen binnen <strong>Schagen</strong> inde Molenstraet belent Cornelis Aeriaensz voorseijd<br />
ten oosten Jan Jacobsz moers Jan ten westen…”<br />
(Actum 27-06-1624) (plus op hetzelfde blad de contra-acte)<br />
Blz. 171r<br />
Cornelis Aeriaensz Schuijtemaker verkoopt 1 ½ snees erff aende westsijde <strong>van</strong> sijnen<br />
comparants werff so ‟t nu affgehekt is gelegen in de Molenstraet bij oosten de molenwerff<br />
ende bij westen de rest <strong>van</strong> sijn werff ende dat aen Claes Jansz Molenaer ende oock met die<br />
conditie dat de voorseijde Claes Jansz noch de toecomende ende ge… <strong>van</strong> de voorseijde 1 ½<br />
snees so sij … … tijden daerop willen timmeren …enz.‟<br />
(Actum 06-03-1625)<br />
Blz. 217v<br />
“Wij Allert Pietersz ende Jan Jansz Leenhouder Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden ende<br />
kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Pieter Jansz onsen medepoorter ende<br />
bekende voor hem ende sijnen erven gecoft te hebben ende coopt mits desen <strong>van</strong> Cornelis<br />
Sievertsz woonende tot Hoorn de noorder meelmolen molenwerff ende molenhuijs staende<br />
ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> op het Noort belent Bregman ten noorden Gerbrant Duijns<br />
erven ende Maertgen Hilbrants ten suijden voor de somme <strong>van</strong> 2400 - 0 - 0 gulden …”<br />
(Actum 14-06-1627) (op hetzelfde blad staat de contra-acte)<br />
Blz. 232r<br />
“Wij Sijmon Cornelisz Gorter ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecomen is Adriaen Jansz Spaniaert<br />
molenaer hier ter stede ende bekende hij comparant voor hem ende sijnen erven veraccordeert<br />
te wesen met Jan Lammertsz ende Cornelis Cornelisz mede molenaers binnen <strong>Schagen</strong> dat hij<br />
comparant de oostermolen <strong>van</strong> hier sal vervoeren op een andere plaets buijten dese<br />
jurisdictie waervoor hij comparant volgens sijne overgegevene quitantie volcomen (?) is<br />
voldaen gelast (?) … daerin hij comparant tot volvoeringe <strong>van</strong> ‟t selve contract d‟selve molen<br />
te versetten off doen versetten buijten dese jurisdictie als voorseijd sonder dat hij comparant<br />
ofte ijemant anders binnen dese jurisdictie een andere coornmolen sal mogen setten binnen de<br />
tijt <strong>van</strong> 10 jaer achtereenvolgende jaren ende als „t soo soude mogen gebeuren dat hij ofte<br />
ijemant anders binnen dese 10 jaren alhier een andere coornmolen quame te stellen so sal hij<br />
comparant gehouden sijn aende voornoemde molenaers ofte hare active (?) hebbende te<br />
betalen de somme <strong>van</strong> 1800 gulden daer onder verbindende tot speciale hijpoteke de<br />
coornmolen alhier te versetten met alle dependentien ende toebehooren <strong>van</strong> denselven daer<br />
aen de voornoemde molen vrij … te houden deselve hare gerechticheijt sullen mogen ende …<br />
halen ter plaetse deselve … sal vrijgewaren . Voorts generalijcken ende specialijcken zijne<br />
andere goederen, roerende ende onroerende gheene uijtgesondert subjecten ende deselve te<br />
verbinden vrij alle rechten ende rechteren<br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 26
Alles sonder bedrog ende in oirconde der waerheijt hebben wij Schepenen voorseijd elcx<br />
onsen segel hier beneden aen gehangen opten 16 augustus [1628] in kennisse <strong>van</strong> mij<br />
secretaris<br />
Blz. 240r<br />
“Wij Sijmon Cornelisz Gorter ende Jan Aeriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong><br />
oirconden ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert is Jan Lammertsz Oude<br />
Jan onsen medepoorter ende bekende voor hem ende sijnen erven vercoft te hebben ende<br />
vercoopt mist desen Cornelis Cornelisz ende Jan Hendricxsz molenaers binnen <strong>Schagen</strong> de<br />
molen huijs ende werff met sulcke gerechticheden als hen ‟t selve is competerende staende<br />
ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Loet belent Eeuwout Vertest Schout binnen <strong>Schagen</strong> ten<br />
westen de wech nae tjaersdorp ten oosten…”<br />
(Actum 29-12-1628) (Eronder op hetzelfde blad staat de contra-acte: nog vermeldende:<br />
„een molen huijs ende werff met sulcke gerechticht als hem ‟t selve is competerende …‟<br />
ze betalen 2865 gulden te xl groot vlaems ‟t stuck…)<br />
Blz. 267v<br />
“Wij Willem Gerritsz ende Jan Adriaensz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />
ende kennen eenen ijegelijcken dat voor ons gecompareert sijn Cornelis Cornelisz Wijck ende<br />
Jan Hendricxsz molenaer opte wester ende noorder coornmolens binnen <strong>Schagen</strong> ende<br />
bekenden sij voornoemde comparanten dat Olfert Olfertsz voor hen of comparanten opte<br />
uitcoop <strong>van</strong>de molen aen Adriaen Jansz Spaniaert verschoten heeft de somme <strong>van</strong> 815 gulden<br />
waertoe Cornelis Cornelisz bekende schuldich te wesen de somme <strong>van</strong> vijff hondert ende<br />
tachtich gulden 14 stuijvers ende Jan Hendricxsz de somme <strong>van</strong> 233 - 6 - 0 welcke versp… sij<br />
comparanten beloven te betalen in vijn suijver gelde sonder eenige cortinge int minst noch uit<br />
… Cornelis Cornelisz 315 gulden meij anno 1633 ende meij 1634 266 gulden 14 stuijvers<br />
ende Jan Hendricxsz meij 1634 133 - 6 - 0 ende meij 1635 hondert gulden verbonden sij<br />
comparanten voorde voorsijede betalinghe tot speciale hijpoteke elcx voor het sijne<br />
Cornelis Cornelisz Wijck „sijn coornmolen molenhuijs staende ende leggende binnen<br />
<strong>Schagen</strong> opte Loet belent Eeuwout Vertest Schout binnen <strong>Schagen</strong> ten westen Jan Allertsz<br />
ten oosten mitsgaders het halve molenhuijs ende molenwerff inde Molenstraet belent Anthoni<br />
le Febre ten westen ende Cornelis Aeriaensz ten oosten en Jan Hendricxsz sijn halve<br />
coornmolen ende ‟t halve molenhuijs staende ende leggende binnen <strong>Schagen</strong> opte Noort<br />
belent Cornelis Bregman ten noorden Maritgen Hilbrants ende Garbrant Verduijns erven ten<br />
suijden noch het halve molenhuijs ende molenwerff inde Molenstraet belent als boven Voorts<br />
generalijcken ende specialijcken alle hare andere goederen ” enz.<br />
(Actum 08-06-1630)<br />
Het project "VAN PAPIER NAAR DIGITAAL”<br />
is een onderdeel <strong>van</strong> <strong>Geneaknowhow</strong>.<strong>net</strong><br />
<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1618-1630 - 27