03.01.2014 Views

Flandrien bedwingt Tourmalet - Grinta!

Flandrien bedwingt Tourmalet - Grinta!

Flandrien bedwingt Tourmalet - Grinta!

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de tour 2010 verkend |<br />

84 jaar na Tourwinnaar Lucien Buysse<br />

Flashback<br />

op de<br />

<strong>Tourmalet</strong><br />

› TEKST FREDERIK BacKElanDt<br />

› FOTOGRAFIE DavID StocKman<br />

Op donderdag 22 juli finisht de zeventiende<br />

Touretappe op de top van de Col du <strong>Tourmalet</strong>,<br />

exact 100 jaar na het debuut van deze legendarische<br />

berg in de Ronde van Frankrijk van 1910. In<br />

1926 temde onze landgenoot Lucien Buysse de<br />

Pyreneeënreus en won de Tour. Buysse deed dat<br />

in apocalyptische omstandigheden, in de etappe<br />

Bayonne-Luchon, op een 15 kilo wegende tweewieler.<br />

84 jaar na de stunt van Buysse trokken we<br />

met retrofietser Dieter Gussé (33) uit Deinze, alias<br />

Didier de <strong>Flandrien</strong>, naar de voet van de <strong>Tourmalet</strong>.<br />

Mét de authentieke velo van Buysse keek<br />

hij aan tegen dik 18 loodzware klimkilometers.<br />

<strong>Grinta</strong>! was erbij en volgde zijn gestoemp naar de<br />

top van de <strong>Tourmalet</strong>.<br />

We horen de renners roepen en tempeesten,<br />

want de weg is versperd. Hij<br />

is immers maar drie meter breed.<br />

Die renners? Ze gelijken onzichtbare<br />

stenen, die naar beneden worden<br />

geworpen en met het blote oog niet te<br />

volgen zijn. We dalen. En gaandeweg<br />

verminderen de wolken om naderhand<br />

geheel te verdwijnen. Renners en rotsen<br />

worden weer zichtbaar. Van groep of<br />

groepjes is er geen spraak meer. Het<br />

zijn enkelingen geworden die dolen, en<br />

dolende hun weg zoeken: de weg naar<br />

de zege!<br />

In de verte ligt de <strong>Tourmalet</strong>: een andere<br />

reus. Nog groter. Nog gruwelijker.<br />

Hij gaat 2.200 meter hoog. De hemel<br />

wordt duister. De wolken rollen. De<br />

donder ratelt. Tussen die twee bergketens<br />

maakt hij een ijselijk gedruis alsof<br />

de wereld dreigt te vergaan.<br />

De renners klauteren en klimmen verder.<br />

Naar de donder luisteren ze niet.<br />

Aan de koude en de regen mogen ze niet<br />

toegeven. Niets. Aan de vermoeienis<br />

nog min. Ze moeten vooruit! Ze moeten<br />

naar het hoogste, naar het uiterste. De<br />

aanblik is zo geweldig als schoon.<br />

De <strong>Tourmalet</strong> wordt beklommen.<br />

De wolken liggen weer op de toppen,<br />

maar eenmaal er buiten, en wat lager,<br />

worden die wolken gescheurd, en nu<br />

is de aanblik verrukkelijk schoon:<br />

een heldere bleekblauwe hemel. En<br />

in de diepte, de verre diepte? Dorpjes<br />

die veelkleurige tapijten gelijken van<br />

groenen velden en rode daken. Maar<br />

zeer klein, wat ze liggen wel 1.500<br />

meter diep.<br />

Het zijn de woorden van Karel<br />

Van Wijnendaele, pionier van<br />

de Vlaamse wielerjournalistiek<br />

en kroongetuige van het straffe<br />

sportieve exploot van Lucien Buysse in<br />

1926. Van Wijnendaeles beschrijving<br />

komt akelig in de buurt van wat wij<br />

ervaren, 84 jaar later. De grijze wolken<br />

hebben zich meester gemaakt van de<br />

staalblauwe hemel die er gisteren nog<br />

was. De <strong>Tourmalet</strong> is nu eens gehuld<br />

in een dichte mist, dan weer niet. Het<br />

bliksemt en het dondert. Het regent.<br />

Hard. Water stroomt van de berg. We<br />

hadden geen beter moment kunnen<br />

uitpikken om de helletocht van Lucien<br />

Buysse te reconstrueren. Maar helletocht<br />

of niet, Dieter glundert. “Dit<br />

is een droom die uitkomt. Het slechte<br />

weer? Ik kick erop. Het is zoals het<br />

toen was. Zo heb ik het graag.” ><br />

<strong>Grinta</strong>! | 45


de tour 2010 verkend |<br />

Ode aan de flandrien<br />

Aan de voet in Luz Saint Sauveur<br />

tilt Dieter vakkundig het achterwiel<br />

uit het stalen Automoto-frame van<br />

1926. Hij draait het wiel en monteert<br />

het opnieuw. “Om van versnelling te<br />

veranderen moesten ze toen nog het<br />

wiel draaien. Ik ruil nu 20 kransjes<br />

in voor 25 stuks. Het zal nodig zijn.<br />

> Dit is een droom<br />

die uitkomt. Ik kick<br />

op slecht weer. <<br />

Vooraan ligt immers een 46.” Met een<br />

46x25 de <strong>Tourmalet</strong> omhoog? Ik denk<br />

er het mijne van. Ik prijs me gelukkig<br />

met de waaier aan versnellingen die<br />

ik vanaf het stuur met enkele klikken<br />

kan activeren. Het kleinste molentje<br />

dat ik draaien kan, is een 38x25. Een<br />

luxe. Dieter en ik denken hetzelfde:<br />

wat moeten die coureurs uit de prehistorie<br />

van het wielrennen toch sterke<br />

beren zijn geweest. Dieter hijst zich in<br />

het zadel, zet zijn pet en stofbril netjes<br />

op het voorhoofd, trekt zijn wollen<br />

tricot strak en begint aan zijn eerste<br />

kilometers van de <strong>Tourmalet</strong>, Lucien<br />

komen zijn richting uit. Blikken van<br />

verwondering, bewondering en soms<br />

zelfs onbegrip. “Vroeger dachten ook<br />

de mensen in Vlaanderen dat ik ontsnapt<br />

was uit het circus. Maar intussen<br />

kennen ze me bij ons al een beetje.<br />

(Lacht) Toen ik enkele jaren geleden<br />

met deze hobby begon, wist niemand<br />

wat een flandrien was. Intussen is dat<br />

al flink veranderd en ik denk dat ik<br />

daar mijn steentje heb toe bijgedragen.<br />

Ook vandaag breng ik een ode aan de<br />

flandrien. Echt, dit doet me wel iets.”<br />

Als een slang<br />

De <strong>Tourmalet</strong> heeft zijn naam te<br />

‘danken’ aan de uitdrukking ‘un<br />

tour malet’, vrij vertaald een gemene<br />

streek. Want dat was het nu eenmaal<br />

toen de Tourorganisatoren de berg in<br />

1910 in het parcours opnamen: een gemene<br />

streek ten aanzien van die arme<br />

renners die gedoemd waren erover te<br />

zwalpen. “De wegen waren barslecht,<br />

de versnellingen niet aangepast. Het<br />

was een kunst zich niet te veel te<br />

forceren want de volgende dag volgde<br />

alweer een etappe van 350 (!) km of<br />

meer dan 17 (!) uur op de fiets.” Dieter<br />

kent de fiets van Lucien Buysse. Hij<br />

fietst er al enkele jaren intensief mee,<br />

Parijs-Roubaix. “De fiets zit me als<br />

gegoten. Ik rij er doodgraag mee,<br />

liever zelfs dan op mijn moderne racefiets,<br />

een carbon Time.” Dieter moet<br />

veel uit het zadel tijdens het klimmen.<br />

De spieren van benen en onderrug<br />

spannen zich strak op bij elke trap<br />

Buysse achterna. Heel wat blikken zelfs de Ronde van Vlaanderen en die hij geeft.<br />

><br />

<strong>Grinta</strong>! | 47


de tour 2010 verkend |<br />

Een 46x25 vlot rondtrappen is geen<br />

sinecure. Net voorbij Barèges, er ligt<br />

nog tien kilometer klimwerk voor de<br />

boeg, krijgt Dieter het wat moeilijker.<br />

De steiltegraad van de <strong>Tourmalet</strong> eist<br />

zijn tol. De logica zelve natuurlijk.<br />

Toch doet hij het meer dan behoorlijk.<br />

Onverstoorbaar slingert hij zich verder<br />

naar de top. Als een slang zigzagt<br />

hij over de steilste pentes. Het blijft<br />

regenen. Zelfs iets harder nu. Er is<br />

niemand. Alleen de fietser en de berg.<br />

En een kudde koeien dat de vreemde<br />

passant in die gekke wollen leeuwentrui<br />

aanstaart. Mopperen doet Dieter<br />

niet. Nooit. Geconcentreerd tuurt hij<br />

voor zich uit. Soms zoekt hij de top.<br />

“Hoeveel kilometer is het nog?” Het<br />

zijn er vijf.<br />

Nog meer respect<br />

Die laatste vijf kilometer zijn net de<br />

zwaarste. ‘Courage! Ce n’est pas loin!’,<br />

roept een chauffeur Dieter toe wanneer<br />

die hem met de wagen voorbij<br />

rijdt. “Ik heb geen keuze. Ik moet<br />

door”, zegt Dieter. “Tijdens de Ronde<br />

van Vlaanderen vraag ik me soms ook<br />

af: hoe geraak ik na 240 km nog relatief<br />

gezwind die Muur van Geraards-<br />

bergen boven met een fiets van 15 kilo?<br />

Welnu, ik heb totaal geen idee hoe ik<br />

dat doe. Het is alsof ik met deze fiets<br />

méér kan afzien, alsof ik bereid ben te<br />

aanvaarden dat ik evenveel moet af-<br />

zien als Lucien en zijn collega’s toen.”<br />

Na anderhalf uur neemt Dieter aan de<br />

laatste steile bocht van de <strong>Tourmalet</strong>.<br />

Het doet pijn. De koude, de vochtig-<br />

heid, het moordverzet, de steiltegraad:<br />

het begint nu te wegen. Toch perst<br />

hij er nog een sprintje uit richting ‘Le<br />

Géant’, het grote fietsstandbeeld op de<br />

top van de <strong>Tourmalet</strong>.<br />

> Die coureurs van<br />

toen moeten toch<br />

enorm sterke beren<br />

zijn geweest. <<br />

“De fiets heeft het toch maar gehaald”,<br />

is het eerste wat Dieter uitbrengt.<br />

“Zo ben ik: het materiaal komt<br />

voor mij op de eerste plaats. Mijn<br />

fietsen zijn als kinderen voor mij”,<br />

lacht hij. “Ik sta er altijd van versteld<br />

hoe goed dat frame, die houten wielen<br />

en alle andere onderdelen dit soort<br />

beproevingen overleven.” Ook Dieter<br />

zelf heeft het dus overleefd. Meer nog,<br />

hij is heel fris. “De laatste kilometers<br />

waren echt lastig maar ik heb vandaag<br />

bewezen dat ik het kon. Zonder<br />

specifieke training want het was de<br />

eerste keer dat ik met deze fiets een<br />

col beklom. Laat staan een col van<br />

dit kaliber. Het opent perspectieven.<br />

Want stel dat ik erop ga trainen… Ik<br />

weet nu al dat ik ooit de hele etappe<br />

uit 1926 zal fietsen. Tussen Bayonne<br />

en Luchon over Aubisque, <strong>Tourmalet</strong>,<br />

Aspin en Peyresourde. Een uidaging,<br />

ja. Maar het moet fantastisch zijn.”<br />

Dieter ventileert zijn stoute plannen<br />

in het café dat op de top van de<br />

<strong>Tourmalet</strong> verdwaalde en verkleumde<br />

fietsers opvangt. Lucien Buysse bestelde<br />

in 1926 24 eieren, zoog die leeg<br />

en was meteen weer opgekikkerd. Wij<br />

houden het op een ‘Menu Cyclo’ voor<br />

10 euro: een pastabord en een cola. De<br />

wanden ademen nostalgie met talrijke<br />

> Lengte: 18,7 meter<br />

> Gem. stijging: 7,7 %<br />

> Max. stijging: 10%<br />

5%<br />

7%<br />

Barèges, 1.220 m<br />

8%<br />

7%<br />

7,5%<br />

7,5%<br />

7%<br />

7% 8% 7%<br />

foto’s van hoe het er toen, in de tijd<br />

toen de dieren nog spraken, aan toe<br />

moet zijn gegaan. Dieter wordt er stil<br />

van. “Ik heb vandaag nog véél meer<br />

respect gekregen voor wat die mannen<br />

toen presteerden. Man, wat had ik<br />

graag in die tijd gekoerst.”<br />

8%<br />

9,5%<br />

8%<br />

9%<br />

8,5%<br />

7,5%<br />

8,5%<br />

9,5%<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 km<br />

Luz St. Sauveur,<br />

710 m<br />

Col du <strong>Tourmalet</strong>,<br />

2.115 m<br />

><br />

<strong>Grinta</strong>! | 49


de tour 2010 verkend |<br />

Anders<br />

fietsen<br />

Fietsen in 1926 was anders dan in<br />

2010. Dat is het minste wat je kan<br />

zeggen. Een complete (carbon) racefiets<br />

van een Tourrenner weegt nu 6,8<br />

kg; de (stalen) Automoto waarmee<br />

Lucien Buysse en Dieter Gussé de<br />

<strong>Tourmalet</strong> bedwongen, weegt ruim<br />

het dubbele. “Verder is de geometrie<br />

van de fiets van tachtig jaar geleden<br />

helemaal anders”, weet Dieter. “Het<br />

frame is veel langer, wat voor een<br />

comfortabeler wegligging moest<br />

zorgen. Logisch met al die barslechte<br />

wegen van toen. Eigenlijk heeft de<br />

geometrie een beetje weg van een<br />

cyclocrossframe: langer en comfortabeler.<br />

De voorvork is fel gebogen<br />

waardoor het voorwiel veel verder<br />

van je verwijderd is. Dat zorgt niet alleen<br />

voor meer opspattend vuil maar<br />

ook voor een apart stuurgevoel waaraan<br />

ik aanvankelijk toch wat moest<br />

wennen. Ik zit ook veel lager dan op<br />

mijn moderne fiets: dat komt omdat<br />

ik verder achter het bracket zit. Het<br />

zadel is extra lang, bedoeld om te<br />

kunnen ‘schuiven’: meer naar de top<br />

van het zadel bij hoge snelheden,<br />

meer naar achteren bij het klimmen.<br />

De velgen zijn niet uit aluminium of<br />

staal maar van hout.<br />

> Het is alsof ik met<br />

deze fiets méér kan<br />

en wil afzien. <<br />

Daarop liggen brede tubes waarin<br />

maximaal 5 kilo mag gepompt<br />

worden, zoniet bestaat het risico dat<br />

het hout barst. Op de trappers staan<br />

uiteraard geen klikpedalen zoals nu<br />

maar toeclips met riempjes. En dan<br />

zijn er natuurlijk de versnellingen. Een<br />

voorblad met 46 tandjes en achteraan<br />

een 20 en 25. Van versnelling<br />

veranderen deden ze niet met één<br />

klik of klak aan de schakelhendels op<br />

het stuur. Ook van buiscommandeurs<br />

was toen nog geen sprake. Je moest<br />

het achterwiel draaien. Thuis heb ik<br />

nog een pignon met 18 tanden, die<br />

gebruik ik voor toertochten zoals<br />

Parijs-Roubaix. Geloof me, daarmee<br />

kan ik knallen. Je mag 50 per uur<br />

rijden, je krijgt me niet los. (Lacht)”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!