15.01.2014 Views

1 Opening 2 Vaststelling agenda 3 Vaststelling verslag ...

1 Opening 2 Vaststelling agenda 3 Vaststelling verslag ...

1 Opening 2 Vaststelling agenda 3 Vaststelling verslag ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

5<br />

Verslag van de 6de overlegvergadering van faculteitsraad en –bestuur Geesteswetenschappen<br />

op woensdag 25 februari 2009<br />

Aanwezigen (raad)<br />

Aanwezigen (bestuur)<br />

Aanwezigen (bureau)<br />

Afwezig met bericht<br />

Verder afwezig<br />

Augusteijn, Van Berkel (vice-vz), Dahman, De Greef, Groot<br />

Karsijn, De Haas, Van Leest, Muñoz Chandia, Van Os, Praamstra,<br />

Stoker, Todd, Van der Veere (vz), Veldman, Van de Wetering,<br />

Winkel,<br />

Kooijmans, Verhagen (vice-decaan), alsmede Van den Doel<br />

(laatste deel vergadering, vanaf punt 7)<br />

Bos (<strong>verslag</strong>)<br />

(raad) Ter Borg, Hofstee, Kaburis, De Muijnck, Tilanus, Van<br />

Woerkom-Chong<br />

(bestuur) Van den Doel, Riel<br />

Bouwman, Van Kooten, Koenig, Mooi, Van der Schaar, Sneep<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

1 <strong>Opening</strong><br />

De vice-decaan opent de vergadering om 15.00 uur. Omdat de decaan deelneemt aan het<br />

bestuursberaad, zit de vice-decaan deze vergadering voor.<br />

2 <strong>Vaststelling</strong> <strong>agenda</strong><br />

De vice-decaan meldt dat zeer recent een advies van de commissie Onderwijs voor <strong>agenda</strong>put<br />

5.1 beschikbaar is gekomen alsmede een advies van deze commissie over het voertaalbeleid.<br />

De raad wil graag met het bestuur van gedachten wisselen over de integratie van de<br />

bibliotheken in de UB-organisatie; dit gebeurt bij <strong>agenda</strong>punt 7. De <strong>agenda</strong> wordt met deze<br />

aanvullingen vastgesteld.<br />

3 <strong>Vaststelling</strong> <strong>verslag</strong> overlegvergadering 28 januari 2009<br />

Tekstueel<br />

(pagina 1) Op verzoek van Augusteijn wordt de tekst onder <strong>agenda</strong>punt 3 zo aangepast dat<br />

hierin ook duidelijk wordt ook het bestuur de DP-factor van 0.85 herkent als het product van<br />

een aantal gemaakte keuzes in de inrichting van het onderliggende rekenmodel.<br />

(pagina 4) Op verzoek van Augusteijn wordt de formulering van regel 30-40 nader<br />

gespecificeerd.<br />

Het <strong>verslag</strong> wordt nog met enkele kleine tekstaanpassingen vastgesteld.<br />

Naar aanleiding van het <strong>verslag</strong><br />

(pagina 3) Naar aanleiding van de passage over het BA-programma Cultuurwetenschap (r. 39<br />

e.v.) meldt de vice-decaan op een opmerking van De Haas dat veel meer dan de tekst van het<br />

voorstel doet vermoeden gebruik wordt gemaakt van bestaand onderwijs van het Instituut<br />

voor Wijsbegeerte.<br />

(pagina 4) De Haas informeert of een compensatieregeling als beoogd nu al mogelijk is onder<br />

de geldende regelingen en het mandaat van de examencommissies. De vice-decaan meldt dat<br />

het bestuur ervoor gekozen heeft de plannen waarover in januari met de raad is gesproken pas<br />

per 1 september 2010 faculteitsbreed in te voeren. Het komende jaar kunnen opleidingen<br />

hiermee experimenteren. Onderdeel daarvan is een compensatiesysteem, waarover ook in de<br />

universitaire task force Studiesuccces is gesproken. Het werk van deze task force resulteert in<br />

een aanpassing van de standaard model onderwijs- en examenregeling op dit punt.<br />

(pagina 5) Todd meldt (r. 21 e.v.) dat het GPA-systeen in de USA en het class-systeem Groot-<br />

Brittannië nogal van elkaar verschillen.<br />

(pagina 6) Op een vraag van De Haas hoe het bestuur om wil gaan met het in regel 4 en 5<br />

gestelde antwoordt de vice-decaan dat hier een groot belang hecht aan de werking van het<br />

kwaliteitszorgsysteem (evaluaties, rol opleidingscommissies, enz.); het bestuur heeft de<br />

Overlegvergadering 25 februari 2009 / <strong>verslag</strong> 1


5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

45<br />

50<br />

55<br />

indruk dat dit stelsel nu al de nodige garanties biedt. Augusteijn meldt dat Geschiedenis met<br />

het ICLON contact heeft over de kwaliteit van de toetsing los van studentenoordelen daarover.<br />

De vice-decaan houdt zich aanbevolen voor de bevindingen van het ICLON in dezen. Van der<br />

Veere wijst erop dat de enquêtering van studenten vaak plaatsvindt voor het tentamen;<br />

evaluatie<strong>verslag</strong>en geven dan ook geen informatie daarover. De vice-decaan is zich hiervan<br />

bewust.<br />

De raad stelt de besluitenlijst vast, met dien verstande dat de formulering van besluit 12 in<br />

overeenstemming wordt gebracht met het bijgestelde <strong>verslag</strong> (zie hierboven, pagina 4). De<br />

raad informeert naar de uitkomst van de stemming bij besluit 10, daar waar de raad optreedt<br />

als medezeggenschapsorgaan voor het personeel. Het bestuur gaat na of dit te reconstrueren<br />

valt.<br />

4 Conceptpersoneelsplan Academie der Kunsten<br />

Zoals in de stukken aangekondigd legt het bestuur de raad op dit moment nog niet het<br />

conceptpersoneelsplan voor, maar alleen maar het tijdpad voor de verdere reorganisatie. Dit is<br />

mogelijk omdat het moment van de eerstvolgende bijeenkomst van het Lokaal Overleg het<br />

mogelijk maakt om eerst de betrokken medewerkers een visie op het conceptdocument te<br />

laten geven, daarna daaruit de noodzakelijke conclusies te trekken voor het conceptplan en<br />

dan de uiteindelijke versie van dit document te bespreken met de raad. Deze bespreking wordt<br />

voorzien voor eind maart; de verzending van het document aan de raadsleden geschiedt dan<br />

op 18 maart. Het bestuur acht het niet wenselijk het document nu al aan de raad ter<br />

beschikking te stellen.<br />

Er bereiken de raad geluiden als zou de vacante functie van artistiek manager al de facto<br />

vergeven zijn. Het bestuur staat op het standpunt dat deze functie eerst voor<br />

ontslagbedreigden c.q. herplaatsingskandidaten beschikbaar komt.<br />

5 Herstructurering en reorganisatie: onderwijs<br />

5.1 BA-programma’s<br />

Dit <strong>agenda</strong>punt bestaat feitelijk uit drie delen, (i) een toelichting over de plannen voor de BA<br />

Azië, (ii) de behandeling van een voorstel voor een nieuwe BA Midden-Oosten Studies en (ii)<br />

een beperkte wijziging van het BA-programma van Arabische, Nieuwperzische en Turkse<br />

talen en culturen (2009 / 10).<br />

Plannen voor Azië-BA’s<br />

De vice-decaan meldt dat het bestuur uiteindelijk heeft vastgesteld dat de voorstellen voor de<br />

“Aziatische” opleidingen uiteindelijk niet voldoende ver uitgekristalliseerd waren om ze op<br />

dit moment het verdere traject voor accreditatie in te laten gaan. Het klopt inderdaad dat het<br />

traject al langere tijd loopt. De opdracht zoals gegeven in het begin van de afgelopen zomer,<br />

was wat anders dan de richting waarin de plannen zich ontwikkeld hebben; het bestuur heeft<br />

hiervoor in eerste instantie ruimte gegeven, maar moet nu constateren dat wat er nu ligt nog<br />

niet voldoet aan de gestelde randvoorwaarden voor draagvlak bij alle betrokken partijen. Het<br />

is niet realistisch te veronderstellen dat een voorstel meegaat met de andere in de verdere<br />

procesgang zodat een start per september 2010 gegarandeerd is.<br />

Op een vraag antwoordt de vice-decaan dat het College de andere dossiers – inclusief dat voor<br />

het Midden-Oosten wanneer de uitkomst van het overleg positief is – op of omstreeks 1 maart<br />

naar de NVAO zal sturen.<br />

Voorstel BA Midden-Oosten Studies<br />

Het bestuur betreurt dat het voorstel pas op een laat moment beschikbaar is; de opstellers<br />

ervan hebben alles op alles gezet om dit toch mogelijk te maken. Dit leidt er wel toe dat de<br />

commissie Onderwijs het document niet meer in haar reguliere vergadering heeft kunnen<br />

bespreken. Op 26 februari komt de commissie in een extra sessie bijeen om over het voorstel<br />

Overlegvergadering 25 februari 2009 / <strong>verslag</strong> 2


te spreken. De vice-decaan stelt dan ook voor om de bevindingen van de raad in deze<br />

bijeenkomst in te brengen.<br />

5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

45<br />

50<br />

55<br />

De raadsvoorzitter meldt dat mw. Kaburis, helaas verhinderd, de raadsleden heeft gemeld de<br />

verschuiving van de balans tussen taalverwerving Arabisch en inhoudsvakken, ten gunste van<br />

deze laatste component van het programma, problematisch te achten. De raad wil dit graag<br />

nadrukkelijk onder de aandacht van het bestuur brengen. In dit kader wordt gewezen op een<br />

spanning tussen enerzijds de eindtermen – waar het de productieve beheersing van de taal<br />

betreft – en het programma: er lijkt nauwelijks of in elk geval onvoldoende vertaalonderwijs<br />

te zijn om deze eindtermen te halen. Raadsleden hebben hier grote zorgen over. De vicedecaan<br />

antwoordt dat voor het bestuur een belangrijk gegeven ligt in het oordeel van de<br />

betrokken wetenschappelijke staf: deze heeft nadrukkelijk gesteld dat het met dit programma<br />

goed mogelijk is de gestelde eindtermen te realiseren. Raadsleden vragen hoe dit dan in het<br />

programma ingepast is; in dit kader zijn er ook zorgen over het verdwijnen van het vak<br />

Vertalen. Het bestuur heeft begrip voor de zorg van de raad en zegt toe met het oog op de<br />

behandeling van het voorstel in de commissie Onderwijs bij Sijpesteijn na te gaan hoe de<br />

realisatie van de gestelde doelen voor de productieve beheersing van de taal in het programma<br />

verankerd en gewaarborgd zijn.<br />

Hierbij tekent het bestuur aan dat het nieuwe programma zo is geconcipieerd dat het<br />

ook aantrekkelijk is voor een nieuwe groep van studenten die behoefte heeft aan een minder<br />

nadrukkelijk talig profiel; dat laat onverlet dat, met de keuze-elementen in het programma die<br />

inzetten of een programma waar de beheersing van de taal zwaar is aangezet dit door goed te<br />

kiezen kunnen realiseren. Overigens is met de beschikbare ruimte een heel behoorlijk niveau<br />

te halen. Dahman wijst erop dat het in lijn met het portaal concept gedefinieerde brede eerste<br />

semester studenten met een belangstelling voor het Arabische track onvoldoende kan<br />

voorbereiden op het als zwaar ervaren grammaticaonderwijs in het volgende semester. Hij<br />

pleit dan ook voor een bijstelling. De vice-decaan antwoordt dat bij de uitwerking bezien kan<br />

worden welke bijstellingen nodig zijn.<br />

De raad neemt bij acclamatie besluit 14 aan, met dien verstande dat hierin wordt aangetekend<br />

dat de raad hecht aan de borging van de realisatie van de eindtermen voor de passieve en<br />

actieve beheersing van het Arabisch.<br />

Wijziging BA-programma Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen (2009 / 10)<br />

Het voorliggende voorstel betreft een bescheiden aanpassing van het programma van het track<br />

Turkse talen en culturen in het komende jaar; de wijziging betreft het vervangen van het<br />

keuzevak Oezbeeks door een historische cursus. Deze wijziging is noodzakelijk omdat de<br />

relevante expertise effectief is weggevallen. Verschillende raadsleden betreuren het ten<br />

zeerste dat een talige cursus vervangen wordt door een inhoudsvak. Dit past in een patroon<br />

waarin de aandacht voor talen en taalbeheersing aan belang lijkt te verliezen; dit vervult hen<br />

met zorg. Van de Wetering constateert dat er van studenten evenzeer geluiden zijn die hier<br />

positief zijn. Met de geuite reserves komt de raad tot een positief standpunt over dit voorstel.<br />

5.2 Graduate programma’s<br />

De vice-decaan meldt dat er sinds de laatste vergadering / rapportage over dit onderwerp geen<br />

wezenlijke ontwikkelingen zijn. De geesteswetenschappelijke faculteiten zitten nog steeds op<br />

de koers van het definiëren van een beperkt aantal (8 à 9) CROHO-labels waarbinnen<br />

verschillende programma’s zijn te positioneren. Dit sluit aan bij het rapport Cohen. Met de<br />

follow up van het rapport van deze commissie verwacht het bestuur dat verdere<br />

ontwikkelingen binnen afzienbare tijd op gang zullen komen. In dat kader zal dan de omgang<br />

met het task force-rapport MA-opleidingen vorm moeten krijgen.<br />

6 Instituutsreglementen<br />

Ten tijde van de raadsvergadering zijn er voor vier instituten inmiddels reglementen<br />

beschikbaar. Door een vergissing is een conceptversie van het reglement van het Instituut<br />

voor Culturele Disciplines meegestuurd.<br />

Overlegvergadering 25 februari 2009 / <strong>verslag</strong> 3


5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

45<br />

50<br />

55<br />

Augusteijn wijst erop dat in de besprekingen over de reorganisatie en herstructurering het<br />

faculteitsbestuur heeft toegezegd dat de instituutsraad een rol zou spelen bij de voordracht en<br />

benoeming van de wetenschappelijk directeur van een instituut. Hij ziet dit niet terug in de<br />

voorliggende reglementen. In dit kader wijst Todd op de hechte relatie tussen directeur en<br />

Raad van Advies: de laatste adviseert over de benoeming van de directeur, terwijl deze weer<br />

de raadsleden voordraagt. Hij pleit voor een opener construct. De vice-decaan antwoordt dat<br />

het bestuur natuurlijk zorgvuldig volgt wat er in instituten speelt en dat anderzijds, als er<br />

dingen niet goed mochten lopen, de leden van het instituut natuurlijk de mogelijkheid hebben<br />

zich tot het faculteitsbestuur te wenden.<br />

Van de Wetering en andere studentleden vragen naar de positie van studenten in de<br />

organisatiestructuur van de instituten. De vice-decaan antwoordt dat het werkterrein van de<br />

instituten ligt op het vlak van het onderzoek en dat zij personele eenheden zijn; voorts maken<br />

zij expertise beschikbaar voor de onderwijsprogramma’s en hebben zij daarbij de taak<br />

kwaliteit te leveren. De verantwoordelijkheid voor de opleidingen ligt echter bij hun besturen,<br />

die op nadrukkelijk verzoek van de raad voorzien zijn van een bestuur met daarin een studentlid.<br />

Voorts zijn er de opleidingscommissies die paritair – studenten en staf – zijn<br />

samengesteld. Daar ligt de bestuurlijke rol van de studenten. Overigens staat het een instituut<br />

vrij een student in adviserende rol bij een MT te betrekken. Van Berkel erkent dit, maar<br />

betreurt dat de frasering van de reglementen tot gevolg kan hebben dat er blokkades ontstaan.<br />

Van de Wetering wijst op artikel 4 lid 2 dat gaat over de verantwoordelijkheid van de<br />

directeur voor de onderwijskwaliteit van de staf; hoe kunnen studenten deze directeur<br />

aanspreken. De vice-decaan antwoordt dat dit gaat via het proces van onderwijsevaluatie en<br />

R&O-gesprekken en via dat van het samenspel van instituut en opleidingsbestuur. Cruciaal is<br />

hier de term verantwoordelijkheid; hiermee wordt eenduidig wie aangesproken kan worden<br />

als er problemen zijn. Wat in de discussie verwarrend kan werken is dat bij sommige<br />

instituten het instituut en bepaalde opleidingen een nauwe 1-op-1 relatie hebben. Conceptueel<br />

hoort er echter een onderscheid gemaakt te worden tussen de structuur van het instituut<br />

(directeur, Raad van Advies, instituutsraad) en de opleidingsorganen (bestuur, commissie,<br />

enz.). Door gericht tot personele unies te komen moet het mogelijk zijn specifieke situaties<br />

goed te accommoderen.<br />

Van Berkel pleit ervoor veel concreter in het reglement op te nemen wat de minimale<br />

frequentie is van overleg van de wetenschappelijk directeur met de instituutsraad.<br />

Op een vraag van Dahman over de vervanging van de wetenschappelijk directeur<br />

antwoordt de vice-decaan dat het reglement de directeur de ruimte laat dit naar bevind van<br />

zaken in te vullen.<br />

Ten aanzien van afzonderlijke reglementen:<br />

• Geschiedenis: Augusteijn betreurt dat in artikel 2 de door het instituut voorgestelde<br />

rol van de opleidingsvoorzitter is weggevallen. De vice-decaan antwoordt dat dit<br />

artikel de eigen verantwoordelijkheid van de directeur regelt. Dat laat onverlet dat de<br />

opleidingsvoorzitter bij de besluiten over de inzet van de staf voor het onderwijs een<br />

eigen rol heeft.<br />

• Wijsbegeerte: de raad betreurt het samenvallen van Raad van Advies en instituutsraad.<br />

Dit betekent dat, anders dan bij andere instituten, niet alle medewerkers deel<br />

uitmaken van de instituutsraad. De vice-decaan antwoordt dat het bestuur deze<br />

configuratie gezien de specifieke omstandigheden van dit instituut gerechtvaardigd<br />

acht.<br />

De vice-decaan meldt dat het bestuur een standpunt zal bepalen over de opmerkingen van de<br />

raad.<br />

7 Mededelingen<br />

De meegezonden mededelingen onder a. t/m d. geven geen aanleiding tot nadere discussie.<br />

Overlegvergadering 25 februari 2009 / <strong>verslag</strong> 4


5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

45<br />

Wat de stukken onder e. en f. over de voorbereidingen voor het cursusjaar 2009 /10 betreft<br />

vraagt Praamstra naar de concretisering van de in de eerste brief (9 januari) aangekondigde<br />

randvoorwaarden. De vice-decaan meldt dat het bestuur hiervoor twee items voor ogen<br />

stonden, maar dat na overleg met de instituten zich dit uiteindelijk gericht heeft op één<br />

richtlijn over wat een redelijke onderwijsbelasting voor de wetenschappelijke staf is. Deze<br />

richtlijn is bekend gemaakt in de tweede brief; de aangekondigde bijlage bij deze brief wordt<br />

nog nagestuurd. De richtlijn uit de tweede brief is met opzet globaal geformuleerd omdat al<br />

ras duidelijk werd dat het afleiden van een meer concrete richtlijn uit normprofielen voor de<br />

programma’s tot allerlei vragen leidt.<br />

Het advies van de commissie Onderwijs over het voertaalbeleid geeft geen aanleiding tot<br />

discussie op dit moment. Het bestuur zal met een verder uitgewerkte notitie komen.<br />

Toegevoegd aan dit <strong>agenda</strong>punt is de problematiek van de integratie van de decentrale<br />

bibliotheken in de UB-organisatie. De raadsvoorzitter meldt dat er hierover onrust is ontstaan.<br />

Recent hebben de verhuizers zich onaangekondigd gemeld bij de bibliotheek Kern. Ook is er<br />

nog geen enkel zicht op een meer concreet plan hoe de integratie ten uitvoer wordt gelegd. De<br />

decaan, inmiddels gearriveerd, constateert dat er op de communicatie rond het gehele proces<br />

wel wat aan te merken valt. Dat heeft geleid tot de conclusie dat er een goed begeleidend<br />

communicatieplan moet komen. Wat het bezoek van de verhuizers betreft meldt hij dat dit<br />

niet meer is dan een inventarisatie van informatie voor het uitbrengen van een offerte. Er is<br />

nog geen concrete datum voor de verhuizing van de bibliotheek Kern; dat zal zeker later dan<br />

2009 worden.<br />

In aanvulling op het voorgaande bericht de decaan dat het plan van aanpak voor de<br />

UB-organisatie in concept gereed is en nu voor bespreking bij het CvB ligt. Voor de zomer<br />

van 2009 wordt nu een verhuizing van de bibliotheken van Geschiedenis en<br />

Kunstgeschiedenis naar de UB voorzien. Kern komt misschien in 2010 en waarschijnlijker<br />

nog pas in 2011 of later aan bod. Strikt genomen los van deze operatie staan plannen voor<br />

sloop en nieuwbouw voor de huidige clusters gebouwen ten zuiden en ten noorden van de UB.<br />

8 Rondvraag en beantwoording van de rondvraag<br />

Van den Doel meldt dat op 6 maart a.s. de constituerende vergadering plaats vindt voor de<br />

nieuwe landelijke onderzoeksschool voor islamstudies, ISIS. Deze school ontvangt een<br />

jaarlijkse subsidie van het Ministerie van OC&W van € 500.000,=. Leiden is penvoerder.<br />

Mede naar aanleiding hiervan vraagt Winkel aandacht voor de wat benarde situatie van<br />

de ISIM-staf. Formeel bestaat dit instituut niet meer sinds 1 januari jl. De medewerkers tasten<br />

in het duister over hun positie op dit moment.<br />

Groot Karsijn vraagt de aandacht van het bestuur voor de het slechte functioneren van de<br />

koffieautomaten en verzoekt het bestuur zich hierover te verstaan met het UFB.<br />

Van Leest betreurt dat het Johan Huizinga in de avonduren gesloten is. Hierdoor komen de<br />

mogelijkheden voor het gebruik van onderwijsruimtes voor studieverenigingen onder druk te<br />

staan; vooral de dinsdag is problematisch. Decaan en vice-decaan wijzen erop dat vanaf 2009<br />

/ 10 in het Lipsius meer ruimtes voor onderwijs beschikbaar zullen komen. Tot dan is het<br />

helaas een kwestie van passen en meten.<br />

9 Sluiting<br />

De vice-decaan sluit de vergadering om 17.55 uur.<br />

Overlegvergadering 25 februari 2009 / <strong>verslag</strong> 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!