12.02.2014 Views

Mad Math en Math War - Beter Onderwijs Nederland

Mad Math en Math War - Beter Onderwijs Nederland

Mad Math en Math War - Beter Onderwijs Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

België - Belgique<br />

P.B.<br />

3200 Aarschot 1<br />

2/2578<br />

<strong>Mad</strong> <strong>Math</strong> <strong>en</strong> <strong>Math</strong> <strong>War</strong><br />

Themanummer <strong>Onderwijs</strong>krant & O-ZON-katern<br />

Wiskunde-oorlog <strong>en</strong> reddingsoperatie in <strong>Nederland</strong><br />

National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel pleit voor<br />

computational profici<strong>en</strong>cy plus conceptual understanding<br />

Kritiek van prof. Jan van der Craats<br />

op ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />

Marjolein Kool, hoofdredactrice ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’, bek<strong>en</strong>t:<br />

‘Te weinig parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> veel te weinig inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />

Kritiek op ‘realistische’ aanpak n.a.v. PPON- onderzoek 1997<br />

Inzet voor ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & leerplann<strong>en</strong> (1971-2008)<br />

& verzet teg<strong>en</strong> new math <strong>en</strong> constructivistic math<br />

Volksverteg<strong>en</strong>woordiger Hoebeke bekritiseerde sympathie<br />

Vlaamse overheid voor ‘realistische’ rek<strong>en</strong>aanpak<br />

Geme<strong>en</strong>schappelijk & lichter leerplan in secundair onderwijs:<br />

minder rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> abstractie, meer constructivisme<br />

‘Telling lessons from the TIMSS videotape’:<br />

guided instruction in Japan levert schitter<strong>en</strong>de wiskunde-prestaties op<br />

<strong>Math</strong>ematically Correct: “Don't believe it. ‘Reform math’ in the U.S.<br />

does not mirror what successful countries (Japan …) use”<br />

Context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> remt inzicht <strong>en</strong> transfer af<br />

1<br />

verschijnt driemaandelijks — juli-augustus-september 2008<br />

afgiftekantoor 3200 Aarschot 1 - erk<strong>en</strong>ning: P2A6205


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Themanummer: mad math <strong>en</strong> math-war<br />

1 + 1 = 2; of toch niet? Het vak wiskunde lijkt op e<strong>en</strong><br />

eerste gezicht e<strong>en</strong> exact vak waarover weinig discussie<br />

mogelijk is. De math-wars van de voorbije 40<br />

jaar bewijz<strong>en</strong> dat dit niet het geval is. De professor<strong>en</strong><br />

Holvoet <strong>en</strong> Vermandel maakt<strong>en</strong> ons tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

zomercursus in 1968 wijs dat de klassieke wiskunde<br />

op lem<strong>en</strong> voet<strong>en</strong> stond <strong>en</strong> totaal voorbijgestreefd<br />

was. We voerd<strong>en</strong> vanaf 1971 vanuit de Torhoutse<br />

Normaalschool e<strong>en</strong> lange <strong>en</strong> geslaagde kruistocht<br />

teg<strong>en</strong> de formalistische moderne wiskunde. Vanaf<br />

1987 kwam daar de strijd bij teg<strong>en</strong> het oprukk<strong>en</strong>de constructivisme<br />

binn<strong>en</strong> het realistisch wiskundeonderwijs<br />

van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut (verder FI) – dat ook in<br />

Vlaander<strong>en</strong> veel aanhangers telde. Tegelijk werkt<strong>en</strong><br />

we aan uitgebalanceerde vakdidactische publicaties<br />

voor het basisonderwijs – met veel aandacht voor<br />

de beproefde waard<strong>en</strong>.<br />

Bij de invoering van de constructivistische ‘Standards’<br />

(eindterm<strong>en</strong>) in 1989 brak in de VS prompt e<strong>en</strong> oorlog<br />

uit tuss<strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers van het constructivisme.<br />

Ook in <strong>Nederland</strong> wordt er sinds e<strong>en</strong><br />

paar jaar e<strong>en</strong> ‘oorlog gevoerd’ tuss<strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong>standers van de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />

aanpak van het FI. Als lid van de eindterm<strong>en</strong>commissie<br />

basisonderwijs (1993) <strong>en</strong> van de leerplancommissie<br />

VVKaBaO (1996) slaagd<strong>en</strong> we er in de constructivistische<br />

invloed in het basisonderwijs af te remm<strong>en</strong>.<br />

Beproefde waard<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in ere hersteld. Het constructivistisch<br />

gevaar is ev<strong>en</strong>wel nog niet gewek<strong>en</strong>.<br />

Zowel de DVO (Di<strong>en</strong>st voor <strong>Onderwijs</strong>ontwikkeling)<br />

als de VLOR (Vlaamse <strong>Onderwijs</strong>raad) verkondig<strong>en</strong><br />

geregeld dat we in de toekomst veel meer de constructivistische<br />

<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte richting uit<br />

moet<strong>en</strong>.<br />

Op het niveau van het secundair <strong>en</strong> hoger onderwijs<br />

valt er in Vlaander<strong>en</strong> meer kritiek te beluister<strong>en</strong> –<br />

ondermeer omtr<strong>en</strong>t de daling van het niveau <strong>en</strong> het<br />

onvoldo<strong>en</strong>de voorbereid zijn op het hoger onderwijs.<br />

Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t radioprogramma in mei j.l.<br />

betreurde prof. Alfred <strong>War</strong>rinnier dat de ‘moderne<br />

wiskunde’ vervang<strong>en</strong> werd door e<strong>en</strong> andere e<strong>en</strong>zijdige<br />

visie, deze van de constructivistische ‘fuzzy<br />

mathematics’. Andere critici hebb<strong>en</strong> analoge kritiek<br />

bij het nieuwe leerplan 2009 (VVKSO).<br />

Dit themanummer is volledig gewijd aan het wiskundeonderwijs<br />

– met veel aandacht voor de malaise <strong>en</strong><br />

de wiskunde-oorlog in <strong>Nederland</strong>. Het wiskundeonderwijs<br />

holt op alle niveaus achteruit – volg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> aantal officiële rapport<strong>en</strong>, het ministerie <strong>en</strong> de<br />

inspectie, de krant<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong>. Dit is<br />

volg<strong>en</strong>s critici vooral het gevolg van de constructivistische<br />

<strong>en</strong> te weinig gestructureerde <strong>en</strong> vakspecifieke<br />

aanpak van het realistisch wiskundeonderwijs<br />

dat de voorbije dec<strong>en</strong>nia door het FI gepromoot werd.<br />

To<strong>en</strong> we merkt<strong>en</strong> dat de Freud<strong>en</strong>thalers de kritiek<br />

ridiculiseerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> als rec<strong>en</strong>t voorsteld<strong>en</strong>, stuurd<strong>en</strong><br />

we e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van onze veelzijdige kritiek –<br />

sinds 1987 – naar e<strong>en</strong> paar critici. Die sam<strong>en</strong>vatting<br />

werd op de BON-website veelvuldig gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

sterk geapprecieerd.<br />

In e<strong>en</strong> eerste bijdrage gaan we uitvoerig in op de<br />

wiskunde-oorlog <strong>en</strong> de hersteloperatie in <strong>Nederland</strong>.<br />

Daarna volg<strong>en</strong> de conclusies uit het rec<strong>en</strong>te advies<br />

van de National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel in de VS.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s verwoordt prof. Jan van de Craats zijn<br />

kritiek op het ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van<br />

het FI. Zonder k<strong>en</strong>nis van onze kritiek komt de<br />

wiskundeprofessor tot ongeveer dezelfde conclusies.<br />

In ‘Kritiek op realistische FI-aanpak n.a.v. PPONonderzoek<br />

1997’ illustrer<strong>en</strong> we vervolg<strong>en</strong>s dat de<br />

kritiek op de FI-aanpak niet nieuw is. Daarna staan<br />

we lang stil bij de eig<strong>en</strong> inzet <strong>en</strong> strijd voor e<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & voor uitgebalanceerde<br />

leerplann<strong>en</strong> (1971-2008). We bested<strong>en</strong> hierbij veel<br />

aandacht aan het verzet teg<strong>en</strong> het realistisch/<br />

constructivistisch wiskundeonderwijs. In e<strong>en</strong> intermezzo<br />

citer<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>komst in de Vlaamse onderwijscommissie<br />

waarbij e<strong>en</strong> volksverteg<strong>en</strong>woordiger de<br />

sympathie van de overheid, de DVO e.d. voor de<br />

realistische <strong>en</strong> constructivistische aanpak bekritiseerde.<br />

T<strong>en</strong> slotte volg<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> viertal bijdrag<strong>en</strong> over<br />

wiskunde in het secundair onderwijs. We stell<strong>en</strong><br />

vooreerst kritische vrag<strong>en</strong> bij het Vlaams leerplan<br />

2009 voor de 1 ste graad: e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong><br />

lichter leerplan voor alle leerling<strong>en</strong> met nog minder<br />

aandacht voor abstractie <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid. De<br />

leerplanontwerpers pleit<strong>en</strong> er ook voluit voor e<strong>en</strong><br />

constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte methodiek.<br />

Het nefaste van de gepropageerde aanpak blijkt ook<br />

uit de laatste 3 bijdrag<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> videotapeonderzoek<br />

heeft de sterke TIMSS-score van de Japanse<br />

14-jarig<strong>en</strong> alles te mak<strong>en</strong> met het feit dat het leerproces<br />

er veel sterker gestuurd wordt dan in de<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> e.d. Dit is ook het standpunt van<br />

‘<strong>Math</strong>ematically Correct’. De laatste bijdrage illustreert<br />

de gevar<strong>en</strong> van het overbeklemton<strong>en</strong> van het<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanuit context<strong>en</strong> of ‘situations-problèmes’.<br />

Reacties zijn welkom:<br />

owkrant@hotmail.com <strong>en</strong> raf.feys@tel<strong>en</strong>et.be<br />

2


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Wiskunde-oorlog <strong>en</strong> reddingsoperatie in <strong>Nederland</strong><br />

Raf Feys <strong>en</strong> Pieter Van Biervliet<br />

1 Rek<strong>en</strong>oorlog: malaise <strong>en</strong> rol FI<br />

1.1 Rek<strong>en</strong>oorlog<br />

Het <strong>Nederland</strong>s wiskundeonderwijs haalde de voorbije<br />

2 jaar voortdur<strong>en</strong>d de voorpagina van de krant<strong>en</strong>.<br />

Helemaal niet in positieve zin. Er is zelfs sprake van<br />

e<strong>en</strong> wiskunde-oorlog. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal officiële<br />

rapport<strong>en</strong>, de ministers, de inspectie, de krant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

andere comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> holt het wiskundeonderwijs op<br />

alle niveaus gevoelig achteruit. De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

niet vlot meer rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de start van het hoger<br />

onderwijs duik<strong>en</strong> steeds meer lacunes op. De overheid<br />

greep in. In mei j.l. werd e<strong>en</strong> grootschalig <strong>en</strong><br />

duur herstelplan afgekondigd voor het basisonderwijs,<br />

het voortgezet onderwijs <strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding.<br />

Staatssecretaris van Bijsterveldt voerde ook al nieuwe<br />

richtlijn<strong>en</strong> in voor de herzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> verzwaring van<br />

de exam<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> wiskunde in het secundair onderwijs.<br />

In e<strong>en</strong> brief met uitleg hierover aan de Tweede<br />

Kamer van 13 juni j.l. schreef de staatssecretaris:<br />

“Er war<strong>en</strong> twijfels over de ’realistische’ wiskunde –<br />

ook verwoord door de Commissie Dijsselbloem.<br />

Verder twijfeld<strong>en</strong> sommige Kamerled<strong>en</strong> of er wel<br />

voldo<strong>en</strong>de aandacht was voor ‘inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, ze wez<strong>en</strong><br />

ook op de bijspijkercursuss<strong>en</strong> in het hoger onderwijs<br />

<strong>en</strong> het tekort aan aandacht voor basale <strong>en</strong> abstracte<br />

wiskunde, <strong>en</strong> ze hadd<strong>en</strong> aarzeling<strong>en</strong> bij de rol van<br />

instelling<strong>en</strong> als Freud<strong>en</strong>thal Instituut (FI) <strong>en</strong> SLO.”<br />

De commissie Parlem<strong>en</strong>tair Onderzoek <strong>Onderwijs</strong>vernieuwing<strong>en</strong><br />

(’commissie Dijsselbloem’) kloeg in<br />

haar eindrapport over het rek<strong>en</strong>peil (2008, p. 116):<br />

“Uit de PPON peiling blijkt dat er sinds 1987 e<strong>en</strong><br />

negatieve ontwikkeling is op het gebied van de<br />

vaardigheid van kinder<strong>en</strong> met bewerking<strong>en</strong>. Het peil<br />

daarvan is systematisch aan het dal<strong>en</strong>.” In het<br />

PPON 2004-rapport lez<strong>en</strong> we dat “dit zowel geldt<br />

voor optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> als voor verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>gestelde bewerking<strong>en</strong>.” Ook<br />

de commissie Meijerink’ concludeerde in 2007:<br />

“Over e<strong>en</strong> groot aantal jar<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong><br />

zelfs versneld, treedt e<strong>en</strong> daling op in rek<strong>en</strong>vaardigheid<br />

bij leerling<strong>en</strong> in de leerplichtige leeftijd.” Jaap<br />

Vedder, voorzitter van de <strong>Nederland</strong>se Ver<strong>en</strong>iging<br />

tot Ontwikkeling van het Rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs<br />

(Nvorwo) stelde: “Het rek<strong>en</strong>niveau van leerling<strong>en</strong> op<br />

de basisschool holt achteruit. We hadd<strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />

verwacht<strong>en</strong> dat na de vele aandacht voor het rek<strong>en</strong>onderwijs<br />

het niveau op alle front<strong>en</strong> vooruit zou zijn<br />

gegaan. Er moet dring<strong>en</strong>d iets gebeur<strong>en</strong>” (De Volkskrant,<br />

3. 04.06).<br />

1.2 Mislukking ‘realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> FI<br />

“De invoering van het realistisch wiskundeonderwijs<br />

is eén van de meest indrukwekk<strong>en</strong>de onderwijsontwikkeling<strong>en</strong><br />

van de laatste dec<strong>en</strong>nia”, aldus prof.<br />

Fred Korthag<strong>en</strong> in zijn oratie van 1998. Nauwelijks<br />

ti<strong>en</strong> jaar later krijgt het realistisch <strong>en</strong> constructivistisch<br />

wiskunde-onderwijs veel kritiek te verdur<strong>en</strong>.<br />

‘Rek<strong>en</strong>oorlog’, zo luidt de titel van e<strong>en</strong> bijdrage van<br />

Thomas Vanheste in ‘Vrij <strong>Nederland</strong>’ van 17 mei<br />

2008. We citer<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>:<br />

“Het ‘realistische rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ is e<strong>en</strong> mislukte poging<br />

om het leuk voor de leerling<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, oordel<strong>en</strong> de<br />

critici. Het ler<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong><br />

(berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>) br<strong>en</strong>gt louter verwarring, betoogt<br />

de Amsterdamse hoogleraar wiskunde Jan van de<br />

Craats. Bij elke bewerking hoort maar één methode,<br />

die van opa. Welke ramp<strong>en</strong> het realistische rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

heeft aangericht, blijkt volg<strong>en</strong>s van de Craats glashelder<br />

uit de PPON. 'Je schrikt je e<strong>en</strong> ongeluk als je<br />

ziet wat 12-jarige kinder<strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong>.' E<strong>en</strong> voorbeeld?<br />

'Ook met e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>machine kunn<strong>en</strong> ze niet<br />

uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong> hoeveel één strip kost van e<strong>en</strong> stripp<strong>en</strong>kaart<br />

van zes euro veertig met vijfti<strong>en</strong> stripp<strong>en</strong>.' En<br />

de pabo's <strong>en</strong> de universiteit<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> met de brokk<strong>en</strong>.<br />

Want het wiskund<strong>en</strong>iveau van de instrom<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong><br />

is zo belabberd dat ze het alle<strong>en</strong> nog maar<br />

met bijspijkercursuss<strong>en</strong> redd<strong>en</strong>.<br />

Ook e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t in ‘Sci<strong>en</strong>ce’ gepubliceerd onderzoek<br />

lijkt de klagers gelijk te gev<strong>en</strong>: leerling<strong>en</strong> die wiskundige<br />

regels vooral ler<strong>en</strong> aan de hand van concrete<br />

voorbeeld<strong>en</strong> zijn minder goed in staat ze in nieuwe<br />

situaties toe te pass<strong>en</strong>. Het ‘realistische’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

werkt dus averechts. Het FI voor de didactiek van<br />

de wiskunde geldt als de kwade g<strong>en</strong>ius achter de alom<br />

ingevoerde methode van het realistische rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.”<br />

Opvall<strong>en</strong>d is ook dat binn<strong>en</strong> het ‘realistisch<br />

rek<strong>en</strong>onderwijs’ van het FI het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van<br />

problem<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staat <strong>en</strong> dat de 12-jarig<strong>en</strong> precies<br />

voor vraagstukk<strong>en</strong> vrij zwak scor<strong>en</strong>.<br />

3


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

1.3 Freud<strong>en</strong>thalers bevestig<strong>en</strong> mislukking<br />

Als reactie op de kritiek op het FI stell<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers<br />

zich eerder def<strong>en</strong>sief op. Ze pakk<strong>en</strong> niet langer<br />

uit met de vele zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van hun realistische<br />

aanpak, maar de kritiek wordt geridiculiseerd <strong>en</strong>/of<br />

afgewez<strong>en</strong> (zie punt 5). In het redactioneel van<br />

‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ van januari 2008 fulmineerde ook<br />

hoofdredactrice Marjolein Kool teg<strong>en</strong> de critici, maar<br />

ze gaf wel toe dat er veel te weinig aandacht is voor<br />

inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> parate k<strong>en</strong>nis. Zonder voldo<strong>en</strong>de parate<br />

k<strong>en</strong>nis kan e<strong>en</strong> leerling ook moeilijk nieuwe inzicht<strong>en</strong><br />

verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>.<br />

In zijn oratie van 2001 poneerde FI-kopstuk Gravemeijer<br />

nog zegevier<strong>en</strong>d: “We beschikk<strong>en</strong> over uitgebalanceerde<br />

leergang<strong>en</strong> die geleid heruitvind<strong>en</strong> van de<br />

wiskunde mogelijk mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die breed uitgewerkt<br />

zijn in method<strong>en</strong> die breed zijn ingevoerd in het<br />

basisonderwijs.” In zijn verweer teg<strong>en</strong> de critici beweerde<br />

Gravemeijer eind 2007 echter dat de FIaanpak<br />

niet is doorgedrong<strong>en</strong> in de praktijk: “Er heeft<br />

nooit e<strong>en</strong> op de vernieuwing toegesned<strong>en</strong> nascholing<br />

van lerar<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. De didactiek die bij de<br />

FI- vernieuwing past, is daardoor niet goed uit de<br />

verf gekom<strong>en</strong>. In plaats daarvan lat<strong>en</strong> lerar<strong>en</strong> zich<br />

in belangrijke mate leid<strong>en</strong> door de rek<strong>en</strong>methode.<br />

Deels in reactie daarop zijn er steeds meer verfijning<strong>en</strong><br />

in de leergang<strong>en</strong> aangebracht <strong>en</strong> zijn de leerstapjes<br />

binn<strong>en</strong> method<strong>en</strong> zo klein geword<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong><br />

zeld<strong>en</strong> voor echte problem<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> te staan. Als<br />

gevolg hiervan kan het rek<strong>en</strong>onderwijs word<strong>en</strong> getypeerd<br />

als weinig uitdag<strong>en</strong>d, niet echt interactief<br />

<strong>en</strong> meer gericht op het aanler<strong>en</strong> van procedures dan<br />

begrijp<strong>en</strong>” (Rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs anno 2007 –<br />

tuss<strong>en</strong> oude waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe uitdaging<strong>en</strong>.<br />

Panama-Post, winter 2007).<br />

Als je ‘realistisch rek<strong>en</strong>product’ na 37 jaar nog niet<br />

aanslaat, dan moet je als expertisec<strong>en</strong>trum – met 70<br />

medewerkers – hieruit de nodige conclusies trekk<strong>en</strong>.<br />

Gravemeijer pleit echter voor e<strong>en</strong> sprong vooruit,<br />

e<strong>en</strong> totale constructivistische breuk met het klassieke<br />

wiskundeonderwijs dat als gevolg van de informatisering<br />

<strong>en</strong> globalisering compleet overbodig zou zijn.<br />

We zijn het e<strong>en</strong>s met de stelling dat de implem<strong>en</strong>tatie<br />

van de FI-aanpak niet vlot verliep. Dat komt<br />

vooral omdat de ‘realistische’ methodiek in de praktijk<br />

moeilijk uitvoerbaar is, weinig succesvol is <strong>en</strong> op<br />

weerstand stuit. Dat verklaart ook waarom de FIaanpak<br />

in de rec<strong>en</strong>tste rek<strong>en</strong>methodes al op de<br />

terugtocht is; maar intuss<strong>en</strong> zijn de beproefde<br />

war<strong>en</strong> in de vergeethoek geraakt.<br />

E<strong>en</strong> ander FI-kopstuk, Kees Buys, bek<strong>en</strong>de op 28<br />

mei j.l. in zijn proefschrift dat het FI tot nog toe ge<strong>en</strong><br />

succesvolle leergang<strong>en</strong> voor belangrijke onderdel<strong>en</strong><br />

ontwikkeld heeft: “Tot op hed<strong>en</strong> is het ons nog niet<br />

goed gelukt om e<strong>en</strong> succesvolle leergang rond<br />

meercijferig verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong> die<br />

aansluit bij de eig<strong>en</strong> informele ideeën <strong>en</strong> strategieën<br />

van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin deze strategieën gaandeweg<br />

word<strong>en</strong> uitgebouwd tot efficiënte hoofdrek<strong>en</strong>strategieën.<br />

De onderwijsresultat<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> zelfs<br />

e<strong>en</strong> duidelijk neerwaartse t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s” (Ler<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

met meercijferige getall<strong>en</strong>, FI).<br />

Na 37 jaar FI is er nog ge<strong>en</strong> succesvolle aanpak.<br />

Toch stelt Buys het constructivistisch basisprincipe<br />

– het c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> informele berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />

– niet in vraag. Hij br<strong>en</strong>gt in zijn nieuwe<br />

leergang wel wat meer structuur aan – in de richting<br />

van de klassieke aanpak van het verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong>.<br />

Het blijft o.i. nog steeds e<strong>en</strong> te omslachtige <strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de<br />

b<strong>en</strong>adering die e<strong>en</strong> leerkracht in e<strong>en</strong> klas<br />

met 20 leerling<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>s kan toepass<strong>en</strong>. Niet<br />

<strong>en</strong>kel voor verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong>, maar voor de meeste<br />

onderwerp<strong>en</strong> heeft het FI nog ge<strong>en</strong> duidelijke <strong>en</strong><br />

succesvolle leergang<strong>en</strong> opgesteld. Dit blijkt o.a. ook<br />

uit het feit dat het FI-alternatief voor het cijfer<strong>en</strong> in<br />

de method<strong>en</strong> totaal verschill<strong>en</strong>d wordt uitgewerkt <strong>en</strong><br />

dat leerling<strong>en</strong> die die aanpak toepass<strong>en</strong> veel zwakker<br />

scor<strong>en</strong> dan zij die het nog het klassiek cijfer<strong>en</strong>.<br />

1.4 Kritiek in voortgezet onderwijs<br />

In deze <strong>Onderwijs</strong>krant conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> we ons op de<br />

situatie in het basisonderwijs. Er komt echter minst<strong>en</strong>s<br />

ev<strong>en</strong> veel kritiek vanuit het voortgezet <strong>en</strong> hoger<br />

onderwijs. De leuke FI-wiskunde besteedt volg<strong>en</strong>s<br />

vel<strong>en</strong> te weinig aandacht aan de wiskunde als<br />

cultuurproduct <strong>en</strong> aan de meer abstracte elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> te veel aan ‘fuzzy maths’. Ti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

wiskunde, natuurkunde <strong>en</strong> informatica schrev<strong>en</strong> de<br />

brief ‘Lieve Maria. We zijn boos’ aan de vorige<br />

minister. Ze protesteerd<strong>en</strong> omdat ze in het voortgezet<br />

onderwijs onvoldo<strong>en</strong>de bagage meekreg<strong>en</strong>. Uit<br />

e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek bleek ook dat veel verpleegkundig<strong>en</strong><br />

fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> omdat ze het elem<strong>en</strong>taire<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> niet beheers<strong>en</strong>. Op haar website analyseert<br />

Liesbeth van der Plas-Eskes de achteruitgang<br />

van het wiskundeonderwijs. Uit e<strong>en</strong> vergelijking met<br />

vroeger blijkt ook dat de verwachting<strong>en</strong> destijds veel<br />

hoger lag<strong>en</strong> (E<strong>en</strong> kleine analyse van het wiskundeonderwijs<br />

binn<strong>en</strong> twee g<strong>en</strong>eraties).<br />

Staatssecretaris van Bijsterveldt volgde in april j.l.<br />

bij de opstelling van richtlijn<strong>en</strong> voor de exam<strong>en</strong>-<br />

4


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

programma's wiskunde havo-vwo grot<strong>en</strong>deels de<br />

visie van de Resonansgroep (o.l.v. prof. Jan van de<br />

Craats). De kern van degelijk onderwijs is opnieuw<br />

het algebraïsch <strong>en</strong> analytisch rek<strong>en</strong>werk met veel<br />

aandacht voor de rek<strong>en</strong>vaardigheid. De invloed van<br />

de FI-wiskunde <strong>en</strong> de ‘realistische context<strong>en</strong>’ wordt<br />

beperkt. De sympathisant<strong>en</strong> van ‘realistische’ wiskunde<br />

reageerd<strong>en</strong>met het manifest ‘Stop de afbraak<br />

van het wiskundeonderwijs’. FI-directeur Jan van<br />

Maan<strong>en</strong> reageerde verbolg<strong>en</strong>: ‘Wij keur<strong>en</strong> alle besluit<strong>en</strong><br />

van de minister af. Het is onmogelijk geword<strong>en</strong><br />

nog innovatief wiskundeonderwijs te creër<strong>en</strong>.’<br />

De wiskunde-oorlog situeert zich dus ev<strong>en</strong>zeer op<br />

het niveau van het secundair onderwijs. H<strong>en</strong>k Klomp<br />

omschreef op 30 mei 2008 de kritiek vanwege de<br />

critici <strong>en</strong> de Resonansgroep als volgt: "Sinds de invoering<br />

van realistisch wiskundeonderwijs in 1985 is<br />

het aantal scholier<strong>en</strong> dat bèta kiest, achteruit gehold<br />

met zev<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t per jaar. Teg<strong>en</strong>woordig kiest van<br />

alle vwo-(=aso)gediplomeerd<strong>en</strong> nog maar één op de<br />

zes e<strong>en</strong> bètastudie in het hoger onderwijs. … Elk<br />

sommetje is gerelateerd aan e<strong>en</strong> praktisch probleem.<br />

Dat is leuk, maar het conceptuele wordt daardoor<br />

naar de achtergrond verdrong<strong>en</strong>, zodat niemand<br />

meer echte wiskunde kan ler<strong>en</strong>. Het doel van het<br />

wiskundeonderwijs is het ler<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong> van de<br />

taal van de wiskunde <strong>en</strong> het zinvol ler<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> van<br />

de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de wiskunde. De kracht van de<br />

wiskunde ligt namelijk juist in de abstractie, in de inzetbaarheid<br />

van dezelfde instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de meest uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />

toepassingsgebied<strong>en</strong>. Het is goed wanneer<br />

ook de kracht van de wiskunde getoond wordt in<br />

toepassing<strong>en</strong>. Dat moet<strong>en</strong> dan echter wel zinvolle<br />

toepassing<strong>en</strong> zijn waarin kritische modelvorming <strong>en</strong><br />

functioneel gebruik van het wiskundige instrum<strong>en</strong>tarium<br />

c<strong>en</strong>traal staan. Maar opgav<strong>en</strong> die zijn opgebouwd<br />

rond gekunstelde context<strong>en</strong>, of vraagstukk<strong>en</strong> waarbij<br />

de oorspronkelijke zinvolle context door oversimplificaties<br />

krachteloos gemaakt is, zijn contraproductief<br />

<strong>en</strong> schadelijk. Ze gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verkeerd beeld van de<br />

manier waarop wiskunde in de beroepspraktijk, in<br />

het onderzoek <strong>en</strong> in het vervolgonderwijs wordt gebruikt."<br />

( H. Klomp, Realistische wiskunde belemmert<br />

het jonge bètatal<strong>en</strong>t, Technisch Weekblad.)<br />

E<strong>en</strong> lerares wiskunde getuigt: "Er kwam e<strong>en</strong> omslag<br />

in het wiskundeonderwijs, Wiskunde werd e<strong>en</strong> veredelde<br />

vorm van tekstverklaring”. Al ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong><br />

bestempelde de Nijmeegse professor Frans<br />

Keune de ‘realistische wiskunde’ als pann<strong>en</strong>koekwiskunde.<br />

Hij verweet de Freud<strong>en</strong>thalers dat de<br />

leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belabberd wiskundig inzicht hebb<strong>en</strong>.<br />

Ook prof. H<strong>en</strong>k Visser formuleerde veel kritiek.<br />

1.5 Betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> relevantie Vlaander<strong>en</strong><br />

Op 18 januari 2007 deed prof. Jan van de Craats<br />

e<strong>en</strong> poging om e<strong>en</strong> debat over het wiskundeonderwijs<br />

<strong>en</strong> de FI-aanpak aan te wakker<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lezing<br />

onder de titel ‘Myth<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>didactiek’ op de<br />

25ste Panamaconfer<strong>en</strong>tie. Het zag er to<strong>en</strong> nog niet<br />

naar uit dat dit alles <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> later zo’n grote<br />

polemiek <strong>en</strong> instemming zou uitlokk<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> we<br />

merkt<strong>en</strong> dat de Freud<strong>en</strong>thalers de kritiek ridiculiseerd<strong>en</strong>,<br />

stuurd<strong>en</strong> we hem e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de<br />

veelzijdige kritiek die we al bijna 20 jaar formuler<strong>en</strong>.<br />

In februari 2008 versche<strong>en</strong> deze sam<strong>en</strong>vatting op<br />

de website van BON <strong>en</strong> van prof. van de Craats. Die<br />

sam<strong>en</strong>vatting werd gretig gelez<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> 2000 x op<br />

BON-website) <strong>en</strong> we ontving<strong>en</strong> veel <strong>en</strong>thousiaste<br />

reacties. We merk<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s dat onze visie overe<strong>en</strong>stemt<br />

met de rec<strong>en</strong>te richtlijn<strong>en</strong> die we aantreff<strong>en</strong> in<br />

‘Foundations for succes’, het Final report of the<br />

‘National mathematics advisory panel’ van maart<br />

2008 (zie volg<strong>en</strong>de bijdrage). We stell<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

vast dat de Amerikaanse NCTM (de Nationale Raad<br />

van Lerar<strong>en</strong> Wiskunde) die in 1989 de vage <strong>en</strong> constructivistische<br />

‘Standards’ opstelde, in 2006 de<br />

Curriculum Focal Point publiceerde met de de belangrijkste<br />

leerstofpunt<strong>en</strong> per leerjaar. Hierin krijg<strong>en</strong> de<br />

traditionele wiskundeonderwerp<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>kunde,<br />

meetkunde <strong>en</strong> algebra <strong>en</strong> de rek<strong>en</strong>vaardigheid weer<br />

meer aandacht.<br />

De math-wars in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> de VS zijn o.i. ook<br />

verhelder<strong>en</strong>d voor het debat in Vlaander<strong>en</strong> – uit het<br />

verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> hed<strong>en</strong>. Ze bevestig<strong>en</strong> dat het de moeite<br />

loonde om vanaf de late jar<strong>en</strong> tachtig afstand te<br />

nem<strong>en</strong> van het realistisch wiskundeonderwijs <strong>en</strong><br />

van de constructivistische VS-maths. We vreesd<strong>en</strong><br />

dat het extreem van de moderne wiskunde zou vervang<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> door het extreem van de constructivistische<br />

wiskunde. Ook door onze betrokk<strong>en</strong>heid bij<br />

het opstell<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong><br />

(basisonderwijs) kond<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> nieuwe math-war in<br />

het basisonderwijs voorkom<strong>en</strong>. De DVO (nu Entiteit<br />

curriculum) verwoordde onlangs dat ze bij de herzi<strong>en</strong>ing<br />

van de eindterm<strong>en</strong> nog sterker de constructivistische<br />

<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte toer op wil.<br />

We wez<strong>en</strong> vanaf 1987 op het problematisch karakter<br />

van de constructivistische b<strong>en</strong>adering van Freud<strong>en</strong>thal<br />

<strong>en</strong> van de Amerikaanse ‘Standards’, die nu in<br />

<strong>Nederland</strong> volop aan de oppervlakte kom<strong>en</strong>. Die<br />

waarschuwing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door de FI-sympathisant<strong>en</strong><br />

veelal g<strong>en</strong>egeerd. Prof. Van de Craats schreef ons:<br />

“Ik b<strong>en</strong> blij dat Vlaander<strong>en</strong> nog niet t<strong>en</strong> prooi is gevall<strong>en</strong><br />

aan deze wiskunde-ell<strong>en</strong>de, ongetwijfeld<br />

5


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

mede dankzij uw inspanning<strong>en</strong>!” Ook op het congres<br />

van de Vlaamse Ver<strong>en</strong>iging voor WiskundeLeerkracht<strong>en</strong><br />

(Blank<strong>en</strong>berge 30.06.08) wees hij hierop. Op pagina<br />

29 e.v. beschrijv<strong>en</strong> we hoe we ons bij het opstell<strong>en</strong><br />

van de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong> geweerd hebb<strong>en</strong> om<br />

de constructivistische/realistische aanpak in te damm<strong>en</strong>.<br />

Voor het basisonderwijs hebb<strong>en</strong> we de strijd teg<strong>en</strong><br />

het constructivisme <strong>en</strong> andere extreme opvatting<strong>en</strong><br />

grot<strong>en</strong>deels gewonn<strong>en</strong>. Omtr<strong>en</strong>t de toestand in ons<br />

secundair onderwijs <strong>en</strong> de invoering straks van e<strong>en</strong><br />

nieuw <strong>en</strong> lichter leerplan, bestaat er meer controverse.<br />

Begin mei 2008 poneerde prof. Alfred <strong>War</strong>rinnier in<br />

e<strong>en</strong> radioprogramma dat ons secundair onderwijs<br />

zich na de vergissing van de ‘moderne wiskunde’ in<br />

1968, nu al te sterk inspireert op de ‘Fuzzy maths’<br />

uit de VS.<br />

In het ontwerpleerplan wiskunde 2009 (VVKSO)<br />

merk<strong>en</strong> we dat het voor aso-leerling<strong>en</strong> weer e<strong>en</strong><br />

stuk lichter wordt. In de methodische aanwijzing<strong>en</strong><br />

staan de constructivistische refreintjes c<strong>en</strong>traler dan<br />

ooit. In de toelichting lez<strong>en</strong> we: “De constructivistische<br />

leeropvatting stelt dat k<strong>en</strong>nis beter actief geconstrueerd<br />

wordt door de ler<strong>en</strong>de. K<strong>en</strong>nis kan niet<br />

zomaar passief overgedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het gaat om<br />

e<strong>en</strong> proces van structurer<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> van de<br />

eig<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong>. Wiskundevorming biedt meer dan<br />

e<strong>en</strong> voltooid bouwwerk van objectieve, abstracte,<br />

formele k<strong>en</strong>nis. Steeds meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wiskunde<br />

toepass<strong>en</strong>, ook als ze niet beschikk<strong>en</strong> over<br />

de nodige vaardigheid in de rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong>. Het<br />

gebruik van ICT werkt tijdsbespar<strong>en</strong>d. …”<br />

Analoge refreintjes viel<strong>en</strong> te beluister<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

DVO-studiedag van 2004. We hebb<strong>en</strong> de indruk dat<br />

de leerplanontwerpers niet op de hoogte zijn van de<br />

controverse in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders. De geciteerde<br />

uitsprak<strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> sterk af van deze van de <strong>Nederland</strong>se<br />

Resonansgroep <strong>en</strong> van deze van het al geciteerde<br />

‘National mathematics advisory panel’. In<br />

e<strong>en</strong> bijdrage verderop in dit nummer gaan we in op<br />

de situatie in het s.o. <strong>en</strong> vooral op het nieuwe leerplan.<br />

2 Overheid grijpt in: dure hersteloperatie<br />

2.1 Ministers luid<strong>en</strong> alarmbel<br />

Ook de <strong>Nederland</strong>se beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn er al e<strong>en</strong><br />

tijdje van overtuigd dat het niveau al te sterk is gedaald<br />

<strong>en</strong> dat er dring<strong>en</strong>d ingegrep<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>.<br />

Staatsecretaris Dijksma nodigde in oktober 2007 in<br />

allerijl de Canadese onderwijskundige M. Fullan uit<br />

om zich te buig<strong>en</strong> over het lage peil van het rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

leesonderwijs – <strong>en</strong> dit in e<strong>en</strong> land waar voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> omvangrijke expertisec<strong>en</strong>tra bestaan. Op<br />

zich was dit al e<strong>en</strong> blaam voor de vele wiskundeexpert<strong>en</strong><br />

van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut (FI) dat zich<br />

nu al sinds 1971 ontfermt over het wiskundeonderwijs<br />

<strong>en</strong> van het Expertisec<strong>en</strong>trum <strong>Nederland</strong>s.<br />

Ook minister Plasterk stelde begin september 2007<br />

e<strong>en</strong> expertgroep aan die maar e<strong>en</strong>s moest uitzoek<strong>en</strong><br />

waar de problem<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. De expertgroep publiceerde<br />

het ‘Rapport Meyerinck’ waarin gewez<strong>en</strong><br />

wordt op de achteruitgang van het wiskundeonderwijs<br />

op alle niveaus <strong>en</strong> waarin maatstav<strong>en</strong> (eindterm<strong>en</strong>)<br />

per niveau uitgestippeld word<strong>en</strong>. De overheid di<strong>en</strong>t<br />

prioriteit te gev<strong>en</strong> aan basisk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> basisvaardighed<strong>en</strong><br />

voor taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> te invester<strong>en</strong> in de<br />

noodzakelijke voorwaard<strong>en</strong> (scholing, tijd <strong>en</strong> middel<strong>en</strong>)<br />

om e<strong>en</strong> substantiële niveauverhoging te bereik<strong>en</strong>.<br />

De <strong>Nederland</strong>se professor Bas Braams die in de VS<br />

van nabij het wiskundeonderwijs volgt, vindt het<br />

rapport Meyerinck wel belangrijk, maar stelt o.i. terecht<br />

dat de commissie nog met te lage norm<strong>en</strong> uitpakt.<br />

Hij vergelijkt met de leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> methodes in de<br />

Californische schol<strong>en</strong>. Californië is de staat waarin<br />

afstand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd van de constructivistische<br />

aanpak van de Standards. Het niveau dat kinder<strong>en</strong><br />

aan het einde van de basisschool volg<strong>en</strong>s Meijerink<br />

moet<strong>en</strong> hal<strong>en</strong>, wordt door de Californische leerling<strong>en</strong><br />

al in het vierde leerjaar gehaald. Ook de Vlaamse<br />

eindterm<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuk hoger dan de eindterm<strong>en</strong><br />

van de commissie Meyerinck.<br />

2.2 Hersteloperatie & financiële injectie<br />

Leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> absoluut e<strong>en</strong> hoger niveau hal<strong>en</strong><br />

met rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (<strong>en</strong> taal), vindt het kabinet. Dat is de<br />

kern van e<strong>en</strong> veelomvatt<strong>en</strong>d plan dat de drie bewindslied<strong>en</strong><br />

van het ministerie van onderwijs op maandag<br />

21 april pres<strong>en</strong>teerd<strong>en</strong>. Over twee jaar moet al te<br />

merk<strong>en</strong> zijn dat de prestaties van leerling<strong>en</strong> in basis-,<br />

voortgezet <strong>en</strong> middelbaar beroepsonderwijs verbeter<strong>en</strong>.<br />

Minister Plasterk <strong>en</strong> de staatssecretariss<strong>en</strong> Van Bijsterveldt<br />

<strong>en</strong> Dijksma will<strong>en</strong> dat o.m. bereik<strong>en</strong> door precies<br />

vast te legg<strong>en</strong> wat leerling<strong>en</strong> in de loop van hun<br />

onderwijscarrière moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. De<br />

ministers zull<strong>en</strong> de kom<strong>en</strong>de drie jaar ruim 115 miljo<strong>en</strong><br />

invester<strong>en</strong> om het rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> taalniveau van leerling<strong>en</strong><br />

te verhog<strong>en</strong>. Vanaf 2011 volgt jaarlijks e<strong>en</strong> bedrag<br />

van circa 15 miljo<strong>en</strong>. Landelijk wordt in overleg met<br />

lerar<strong>en</strong> vastgesteld wat leerling<strong>en</strong> van rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

taal moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij de overgang naar<br />

e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d schooltype. Of leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan<br />

het vereiste taal- <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>niveau wordt tijd<strong>en</strong>s de<br />

6


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

schoolloopbaan tuss<strong>en</strong>tijds of via exam<strong>en</strong>s getoetst.<br />

De lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke eindterm<strong>en</strong><br />

vaststell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toekomstige onderwijzers<br />

krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale eindtoets.<br />

2.3 Inspiratie vanuit Vlaander<strong>en</strong>?<br />

We rad<strong>en</strong> <strong>Nederland</strong> aan om niet <strong>en</strong>kel te werk<strong>en</strong><br />

met duidelijke eindterm<strong>en</strong> lager onderwijs e.d., maar<br />

ook met leerplann<strong>en</strong> waarin de leerlijn<strong>en</strong> per leerjaar<br />

uitgestippeld zijn – net zoals in Vlaander<strong>en</strong>. Het volstaat<br />

ge<strong>en</strong>szins om vast te legg<strong>en</strong> wat de leerling<strong>en</strong><br />

op het einde van het zesde leerjaar basisonderwijs<br />

of vierde jaar s.o. moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Er is nog meer<br />

nood aan doelstelling<strong>en</strong> per leerjaar (soms graad).<br />

Als inspiratiebron stuurd<strong>en</strong> we ons Vlaams leerplan<br />

basisonderwijs naar Van de Craats e.a.<br />

Jan van de Craats stelde in de media dat m<strong>en</strong> zich<br />

bij de hersteloperatie mede kon inspirer<strong>en</strong> op het<br />

Vlaamse leerplan <strong>en</strong> de Vlaamse leerboek<strong>en</strong> voor<br />

het basisonderwijs. Dat leidde tot de uitspraak in De<br />

Telegraaf van 12.02.2008 dat <strong>Nederland</strong> beter de<br />

Vlaamse methodes kon overnem<strong>en</strong>. En op de BONwebsite<br />

schreef de wiskundige 25.12.1945: “Er is<br />

e<strong>en</strong> makkelijke oplossing uit het rek<strong>en</strong>drama. Maak<br />

gebruik van de (bewez<strong>en</strong>) traditionele didactiek.<br />

Gebruik boekjes uit Vlaander<strong>en</strong>. De klassieke didactiek<br />

is voor leerkracht<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong>voudiger dan de<br />

didactiek van het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.” E<strong>en</strong> probleem<br />

is uiteraard dat e<strong>en</strong> lange <strong>en</strong> stevige traditie doorbrok<strong>en</strong><br />

is <strong>en</strong> dat terugker<strong>en</strong> naar het juiste pad dan<br />

heel moeilijk wordt. De jongere leerkracht<strong>en</strong> leerd<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s hun opleiding die klassieke aanpak niet meer<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Ze zijn wijsgemaakt dat de ‘beproefde<br />

waard<strong>en</strong>’ waardeloos <strong>en</strong> geestdod<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. We<br />

merk<strong>en</strong> ook in Vlaander<strong>en</strong> dat het na de ‘New<br />

<strong>Math</strong>’-periode voor de leerkracht<strong>en</strong> niet zo makkelijk<br />

was/is om de weggedeemsterde aanpakk<strong>en</strong> weer in<br />

de vingers te krijg<strong>en</strong>.<br />

3 Drie basiskritiek<strong>en</strong> op FI-aanpak<br />

3.1 Afwijzing beproefde waard<strong>en</strong><br />

FI-kopstuk Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer stelde eind 2007 nog<br />

dat de klassieke wiskunde als gevolg van de informatisering<br />

<strong>en</strong> globalisering compleet had afgedaan<br />

(zie punt 1.3). Uit e<strong>en</strong> onderzoek van maart 2007<br />

was nochtans geblek<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> groot deel van de<br />

verpleegkundig<strong>en</strong> misrek<strong>en</strong>t bij de toedi<strong>en</strong>ing van<br />

medicatie omdat ze te weinig elem<strong>en</strong>taire rek<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis<br />

<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid bezitt<strong>en</strong> (C.W. de Jong & A.P.<br />

Koster, Rek<strong>en</strong>vaardigheid van verpleegkundig<strong>en</strong>,<br />

Groning<strong>en</strong>, 2007). Slechts 7 proc<strong>en</strong>t berek<strong>en</strong>de<br />

foutloos opgav<strong>en</strong> over omzetting<strong>en</strong> van gewicht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

inhoudsmat<strong>en</strong>. Bijna de helft van de onderzochte groep<br />

kond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> correcte berek<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> vochtbalans<br />

mak<strong>en</strong>. De meeste verpleegkundig<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

ook moeite met opgav<strong>en</strong> op het gebied van medicatiedosering,<br />

infuussnelheid <strong>en</strong> zuurstoftoedi<strong>en</strong>ing. Opvall<strong>en</strong>d<br />

was verder dat de 50-plus-sers opvall<strong>en</strong>d<br />

beter scoord<strong>en</strong> dan hun jongere collega’s. “Dat<br />

heeft te mak<strong>en</strong> met het feit dat de oudere verpleegkundig<strong>en</strong><br />

nog hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Jonger<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

dit niet meer goed op school”, stelde Borgers. De<br />

onderzoekers pleit<strong>en</strong> ervoor om het train<strong>en</strong> van de<br />

elem<strong>en</strong>taire rek<strong>en</strong>vaardigheid – met inbegrip van de<br />

regel van drieën – op te nem<strong>en</strong> in de opleiding verpleegkunde.<br />

In veel opleiding<strong>en</strong> is dit nu al het geval.<br />

In zijn oratie van 2001 illustreerde Gravemeijer dat<br />

de klassieke rek<strong>en</strong>vaardigheid haar toepasbaarheid<br />

verlor<strong>en</strong> had, precies aan de hand van het beroep<br />

van de verpleegkundige. Volg<strong>en</strong>s hem gebruik<strong>en</strong><br />

verpleegkundig<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> probleemopgave niet zomaar<br />

e<strong>en</strong> bestaand berek<strong>en</strong>model, maar ze ontwerp<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> mathematisch model om tot e<strong>en</strong> oplossing<br />

te kom<strong>en</strong>. “Dit vergt andere k<strong>en</strong>nis dan het model<br />

kunn<strong>en</strong> doorrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verpleegkundige hoeft<br />

niet te kunn<strong>en</strong> doorrek<strong>en</strong><strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> computer kan.<br />

De informatisering van de maatschappij leidt ertoe<br />

dat e<strong>en</strong> groter beroep zal gedaan word<strong>en</strong> op modeller<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>”. En als reactie op de rec<strong>en</strong>te<br />

kritiek repliceerde Gravemeijer onlangs: “Het type<br />

rek<strong>en</strong>onderwijs dat de critici propager<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong>kel<br />

nut in e<strong>en</strong> tijd waarin je nog veel met p<strong>en</strong> <strong>en</strong> papier<br />

moest uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Inmiddels heeft de rek<strong>en</strong>machine<br />

dit rek<strong>en</strong>werk overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Mechanische rek<strong>en</strong>vaardigheid<br />

heeft zijn maatschappelijke functionaliteit<br />

verlor<strong>en</strong>. Het gevolg is dat wat op de basisschool<br />

geleerd is daarna niet meer beoef<strong>en</strong>d wordt,<br />

waardoor het geleerde erodeert” (Website Volg<strong>en</strong>s<br />

Bartj<strong>en</strong>s, 01-10-2007). Hiermee zocht Gravemeijer<br />

ook e<strong>en</strong> uitvlucht voor het feit dat veel scholier<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> niet meer rek<strong>en</strong>vaardig zijn.<br />

Ook W. Oonk van het FI pakte onlangs uit met e<strong>en</strong><br />

karikatuur van de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek <strong>en</strong> met<br />

het verloss<strong>en</strong>de alternatief: “Inzicht gev<strong>en</strong> vond m<strong>en</strong><br />

vroeger onnodig <strong>en</strong> zonde van de tijd. De leerling<strong>en</strong><br />

moest<strong>en</strong> zo snel <strong>en</strong> zo goed mogelijk ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

voor het lev<strong>en</strong> van alledag.” Vanaf 1971 werkte het<br />

FI volg<strong>en</strong>s Oonk aan e<strong>en</strong> totale ommekeer. Volg<strong>en</strong>s<br />

hem heeft Hans Ter Heege b.v. vastgesteld dat<br />

“kinder<strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> kracht e<strong>en</strong> adequaat netwerk<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> voor basisproduct<strong>en</strong>. De<br />

oplossing<strong>en</strong> die ‘het kind zelf uitvindt’ blijk<strong>en</strong> beter<br />

7


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

<strong>en</strong> diepgaander begrep<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> dan oplossing<strong>en</strong><br />

die word<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van lerar<strong>en</strong>. (K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> vakdidactische theorie, Panama-Post,<br />

herfst 2007, p. 23).<br />

De voorstanders van de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />

aanpak beging<strong>en</strong> precies dezelfde fout<strong>en</strong><br />

als de voorstanders van de ‘moderne wiskunde’<br />

destijds. Ze plaatst<strong>en</strong> de beproefde waard<strong>en</strong> in de<br />

verdomhoek. De ‘hemelse’ (te formele) New <strong>Math</strong><br />

werd vervang<strong>en</strong> door de ‘aardse’, contextgebond<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> constructivistische aanpak die al te weinig aandacht<br />

heeft voor rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> parate k<strong>en</strong>nis,<br />

voor veralgem<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> abstrahering <strong>en</strong> voor wiskunde<br />

als cultuurproduct. De zelfstandige constructie van<br />

eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> vanuit context<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het ler<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de kern<br />

van de nieuwe aanpak. De ‘realistische’ aanpak blijft<br />

te veel stek<strong>en</strong> in het stadium van de voor-wiskunde<br />

<strong>en</strong> remt het vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> af. De leerling<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

stek<strong>en</strong> in dagdagelijkse <strong>en</strong> aardse rek<strong>en</strong>context<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> te weinig de zondagse, abstracte <strong>en</strong><br />

vakdidactische region<strong>en</strong>. De Freud<strong>en</strong>thalers d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> onrechte dat het creër<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvolle<br />

situaties niet gelinkt kan word<strong>en</strong> aan de inhoud <strong>en</strong><br />

structuur van de wiskunde als vakdiscipline. Zowel<br />

de voorstanders van de ‘New <strong>Math</strong>’ als van de<br />

‘Constructivistic <strong>Math</strong>’ beweerd<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte dat<br />

het klassieke rek<strong>en</strong>onderwijs op lem<strong>en</strong> voet<strong>en</strong><br />

berustte <strong>en</strong> totaal voorbijgestreefd was.<br />

Zelf pleit<strong>en</strong> we al dertig jaar voor e<strong>en</strong> herwaardering<br />

van de beproefde inhoudelijke waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> oerdegelijke<br />

leerprincipes. Het al vermelde ‘National Panel’<br />

in de VS deed dit ook in maart 2008. De Freud<strong>en</strong>thalers<br />

hing<strong>en</strong> na 1980 e<strong>en</strong> karikatuur op van het<br />

klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ze voortaan als mechanistisch<br />

<strong>en</strong> geestdod<strong>en</strong>d bestempeld<strong>en</strong> – net zoals de<br />

voorstanders van de ‘moderne wiskunde’ dit ded<strong>en</strong><br />

rond 1970. Het nieuwe FI-rek<strong>en</strong><strong>en</strong> verwaarloosde in<br />

het basisonderwijs tal van beproefde waard<strong>en</strong>: het<br />

automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong> van somm<strong>en</strong> <strong>en</strong> tafels,<br />

het ‘gestandaardiseerd’ hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong>,<br />

het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van het klassieke met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

het traditionele vraagstukk<strong>en</strong>onderwijs … Gert Gelderblom<br />

(CPS) schreef onlangs nog: “Sinds realistische<br />

rek<strong>en</strong>-wiskunde-method<strong>en</strong> het onderwijs hebb<strong>en</strong><br />

veroverd, is het gericht oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> automatiser<strong>en</strong> van<br />

basisvaardighed<strong>en</strong> ernstig verwaarloosd” (Basisschool-<br />

Managem<strong>en</strong>t, april 2007, p. 3). Gelderblom verwees<br />

ook naar e<strong>en</strong> bijdrage hierover in Onderwjskrant.<br />

Ook voor het voortgezet onderwijs toonde het FI<br />

weinig respect voor de klassieke waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<br />

alles wat naar abstractie rook.<br />

In onze visie <strong>en</strong> in deze van het ‘National panel’ is<br />

het zo dat parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd<br />

berek<strong>en</strong><strong>en</strong> (= mechanistisch aspect), het<br />

inzichtelijk werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong><br />

drie invalshoek<strong>en</strong> zijn die elkaar onderling<br />

ondersteun<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>. En hoe jonger de<br />

leerling<strong>en</strong> zijn, hoe belangrijker het ler<strong>en</strong> vlot (geautomatiseerd)<br />

berek<strong>en</strong><strong>en</strong> is. Het ‘National Panel’<br />

stelt:“Procedural skills (e.g. the standard algorithms)<br />

and conceptual knowledge are mutually supportive,<br />

each facilitating learning of the others. Conceptual<br />

understanding of mathematical operations, flu<strong>en</strong>t<br />

execution of procedures, and fast access to number<br />

combinations together support effective and effici<strong>en</strong>t<br />

problem solving.” Het gaat om e<strong>en</strong> drie-e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong><br />

om tweerichtingsverkeer, van k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> naar kunn<strong>en</strong>,<br />

maar ev<strong>en</strong>zeer van kunn<strong>en</strong> naar k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. In 1935<br />

gewaagde de Vlaamse vakdidacticus Deckers van<br />

e<strong>en</strong> combinatie van transpiratie (oef<strong>en</strong><strong>en</strong>) <strong>en</strong> inspiratie<br />

(inzicht).<br />

We gaan er verder ook van uit dat wiskunde als<br />

(vak)discipline e<strong>en</strong> cultuurproduct is dat cultuuroverdracht<br />

vereist. Wiskunde is niet e<strong>en</strong> product dat<br />

de leerling zoveel mogelijk zelfstandig moet (re)construer<strong>en</strong><br />

(zie 3.2). De Freud<strong>en</strong>thalers houd<strong>en</strong> verder<br />

te weinig rek<strong>en</strong>ing met de wetmatighed<strong>en</strong> van het<br />

cognitief functioner<strong>en</strong>. Klassieke leerprincipes als<br />

progressief complicer<strong>en</strong>, inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> vastzett<strong>en</strong> van<br />

de k<strong>en</strong>nis word<strong>en</strong> zomaar opzijgeschov<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nis<br />

<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> te weinig stapsgewijs opgebouwd<br />

<strong>en</strong> te weinig opgeslag<strong>en</strong> in het langetermijn-geheug<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het dan<br />

ook moeilijk om zonder stevige verankerpunt<strong>en</strong><br />

nieuwe k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vraagstukk<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong> (zie 3.3).<br />

3.2 Negatie wiskunde als cultuurproduct<br />

Ook nog begin 2007 pakte FI-kopstuk Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer<br />

uit met de constructivistische aanpak van het<br />

leerproces. Hij schreef: “De grondslag van de FI-aanpak<br />

wordt gevormd door het socio-constructivistische<br />

uitgangspunt dat de leerling<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

construer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de beïnvloeding hiervan door het<br />

onderwijs slechts indirect kan plaatsvind<strong>en</strong>. … Via<br />

eig<strong>en</strong> activiteit ontwikkelt de leerling zelf wiskunde”<br />

(K. Gravemeijer <strong>en</strong> P. Cobb, Ontwikkelingsonderzoek<br />

als methode voor onderzoek rond innovatieve leergang<strong>en</strong>,<br />

2007, Pedagogische Studiën, (84), pag. 331).<br />

In 1987 – twintig jaar geled<strong>en</strong> – formuleerd<strong>en</strong> we al<br />

onze basiskritiek op de constructivistische visie van<br />

Freud<strong>en</strong>thal. Na correspond<strong>en</strong>tie met de G<strong>en</strong>tse<br />

8


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

prof. Leo Apostel over het constructivisme <strong>en</strong> de FIaanpak<br />

steld<strong>en</strong> we sam<strong>en</strong> met Apostel dat de visie<br />

van Freud<strong>en</strong>thal ge<strong>en</strong> volwaardig alternatief bood<br />

voor de ‘moderne wiskunde’. Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> co zag<strong>en</strong><br />

het wiskunde-ler<strong>en</strong> o.i. al te e<strong>en</strong>zijdig als e<strong>en</strong> constructie<br />

van individuele leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> al te weinig als<br />

verwerving van e<strong>en</strong> cultuurproduct, gericht op economischer<br />

<strong>en</strong> efficiënter handel<strong>en</strong>. Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong><br />

zijn medewerkers onderschatt<strong>en</strong> het socio-cultureel<br />

karakter van de wiskunde als vakdiscipline, het<br />

aspect ‘cultuuroverdracht’ <strong>en</strong> de maatschappelijke<br />

<strong>en</strong> economische waarde (Raf Feys, ‘Nationaal plan<br />

voor het wiskunde onderwijs’, <strong>Onderwijs</strong>krant nr. 48,<br />

juli 1987). Ook het ‘National Panel’ in de VS vroeg<br />

rec<strong>en</strong>telijk meer waardering voor de wiskunde als<br />

cultuurproduct <strong>en</strong> vakdiscipline.<br />

3.3 FI-aanpak haaks op cognitief functioner<strong>en</strong><br />

Twee courante kritiek<strong>en</strong> luid<strong>en</strong> dat de FI-aanpak<br />

veel te moeilijk <strong>en</strong> omslachtig uitvalt voor de leerling<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> weinig aandacht besteedt aan het vastzett<strong>en</strong><br />

(beklijv<strong>en</strong>) van het geleerde, aan de parate k<strong>en</strong>nis.<br />

De Freud<strong>en</strong>thalers <strong>en</strong> de constructivist<strong>en</strong> houd<strong>en</strong><br />

weinig rek<strong>en</strong>ing met de wetmatighed<strong>en</strong> van het<br />

cognitief functioner<strong>en</strong>. Mede gezi<strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong><br />

van het werkgeheug<strong>en</strong> is het b.v. belangrijk dat de<br />

leerling bij nieuwe of moeilijkere opgav<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep<br />

kan do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> breed ars<strong>en</strong>aal van geautomatiseerde<br />

vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> parate k<strong>en</strong>nis, die opgeslag<strong>en</strong><br />

zijn in het lange-termijn-geheug<strong>en</strong>. Het didactisch<br />

principe van de progressieve complicering is hierbij<br />

e<strong>en</strong> oerdegelijk principe. Het houdt in dat m<strong>en</strong> stap<br />

voor stap verder bouwt op k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> (deel)<br />

vaardighed<strong>en</strong> die al opgeslag<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> aldus voorkomt<br />

dat de leerling met te veel nieuwe zak<strong>en</strong><br />

ine<strong>en</strong>s geconfronteerd wordt. Overbelasting van het<br />

werkgeheug<strong>en</strong> moet voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

De ‘realistische’ theorie houdt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met<br />

de cognitieve architectuur <strong>en</strong> met de geheug<strong>en</strong>belastingstheorie<br />

(John Sweller) <strong>en</strong> vindt ook<br />

progressieve complicering uit d<strong>en</strong> boze. Bij de op<strong>en</strong>,<br />

context- <strong>en</strong> probleemgestuurde leerprocess<strong>en</strong> à la<br />

FI word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> met te veel nieuwe zak<strong>en</strong><br />

tegelijk geconfronteerd <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze te weinig aansluiting<br />

vind<strong>en</strong> bij (deel)vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> basisk<strong>en</strong>nis<br />

die al verworv<strong>en</strong> moet zijn <strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> in het<br />

lange-termijngeheug<strong>en</strong>. Bij het constructivistische<br />

probleemoploss<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> wordt het werkgeheug<strong>en</strong><br />

grot<strong>en</strong>deels in beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om wildweg naar<br />

bruikbare informatie te zoek<strong>en</strong> voor de probleemoplossing.<br />

Het werkgeheug<strong>en</strong> wordt niet gericht op<br />

het grot<strong>en</strong>deels gebruik mak<strong>en</strong> van opgeslag<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nis. Het doel van effectieve instructie bestaat er<br />

niet in de leerling<strong>en</strong> lange tijd te lat<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> naar<br />

informatie of ze die zelf te lat<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong>. Het bestaat<br />

er vooral in de leerling<strong>en</strong> specifieke leiding te<br />

gev<strong>en</strong> in functie van het ler<strong>en</strong> cognitief manipuler<strong>en</strong><br />

van informatie in functie van het leerdoel. Het is<br />

verder ook de bedoeling dat het resultaat ook stevig<br />

wordt opgeslag<strong>en</strong> in het lange-termijn-geheug<strong>en</strong>.<br />

Aan het vastzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> besteedt de FIaanpak<br />

veel te weinig aandacht.<br />

In ons boek ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd (Wolters-Plantyn<br />

1998) wijz<strong>en</strong> we in dit verband op het opsplits<strong>en</strong> van<br />

vaardighed<strong>en</strong> in deelvaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het belang<br />

van het vastzett<strong>en</strong> van de verworv<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis of (deel-)<br />

vaardighed<strong>en</strong> in het lange-termijn-geheug<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong><br />

de fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de cognitieve architectuur van<br />

het brein niet degelijk zijn, dan wordt ook het verwerv<strong>en</strong><br />

van nieuwe k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong> heel moeilijk. Dat leerling<strong>en</strong><br />

met de FI-aanpak over weinig parate k<strong>en</strong>nis<br />

beschikk<strong>en</strong>, maar des te meer over inzicht <strong>en</strong> probleemoploss<strong>en</strong>d<br />

vermog<strong>en</strong>, klinkt ongeloofwaardig. Uit de<br />

PPON-peilingsonderzoek blijkt dat ze ook veel last<br />

hebb<strong>en</strong> met het oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong>.<br />

We bested<strong>en</strong> in de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek dan<br />

ook veel aandacht aan alles wat te mak<strong>en</strong> heeft met<br />

het complexe proces van automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>.<br />

Als ‘realist<strong>en</strong>’ als Marjolein Kool nu bek<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

dat het automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> inderdaad wordt<br />

verwaarloosd, dan wijst dit er op dat de realistische<br />

aanpak onvoldo<strong>en</strong>de leerpsychologisch is doordacht.<br />

In tal van onderzoek<strong>en</strong> werd verder duidelijk<br />

dat zwakkere leerling<strong>en</strong> nog het meest de dupe zijn<br />

van de realistische aanpak. In de publicatie ‘Jonge<br />

kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ van het Tal-team gaf ook<br />

FI-directeur Adri Treffers in 1999 tuss<strong>en</strong> de lijn<strong>en</strong><br />

door deze fout toe. Hij bek<strong>en</strong>de: “Aanvankelijk was<br />

het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs niet g<strong>en</strong>eigd om het<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats te gev<strong>en</strong>. Maar inmiddels<br />

is het tij gekeerd: oef<strong>en</strong><strong>en</strong> staat nu weer<br />

duidelijk in het didactische blikveld” (p. 56). Jammer<br />

g<strong>en</strong>oeg word<strong>en</strong> in de Tal-publicatie de basisprincipes<br />

inzake automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong> niet uitgewerkt.<br />

Er wordt ook niet vermeld dat automatisering gebaseerd<br />

is op korte <strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> opbouw via progressieve complicering,<br />

twee basisvoorwaard<strong>en</strong> die haaks staan op de<br />

realistische aanpak. Met de overbeklemtoning van<br />

‘gevarieerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt ook in die Tal-publicatie<br />

nog steeds veel verwarring gesticht. En jammer g<strong>en</strong>oeg<br />

war<strong>en</strong> de realistische methodes van de 2 de<br />

g<strong>en</strong>eratie in 1999 al op de markt <strong>en</strong> werd die fout de<br />

9


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

erop volg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> ook niet expliciet meer erk<strong>en</strong>d.<br />

De Freud<strong>en</strong>thalers pakt<strong>en</strong> achteraf wel uit met zgn.<br />

‘productief oef<strong>en</strong><strong>en</strong>’ ter vervanging van het klassieke<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar dit zog<strong>en</strong>aamd ‘productief oef<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />

is niet voldo<strong>en</strong>de productief.<br />

In ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’ legg<strong>en</strong> we ook uit wat er<br />

leerpsychologisch schort aan de FI-aanpak inzake<br />

de aanschouwelijke ondersteuning van berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

De Freud<strong>en</strong>thalers lat<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> b.v. veel te<br />

lang berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op het rek<strong>en</strong>rek tot 20 <strong>en</strong><br />

op de 100-getall<strong>en</strong>lijn. Hierdoor wordt de verinnerlijking<br />

afgeremd <strong>en</strong> funger<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>rek <strong>en</strong> getall<strong>en</strong>lijn als<br />

e<strong>en</strong> soort uitrek<strong>en</strong>machine. En door het feit dat de<br />

Freud<strong>en</strong>thalers niet expliciet aanstur<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> korte<br />

<strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ing is de overschakeling<br />

op louter ‘m<strong>en</strong>taal’ berek<strong>en</strong><strong>en</strong> heel moeilijk. In<br />

het rec<strong>en</strong>te proefschrift van Kees Buys (zie 1.3)<br />

blijkt opnieuw dat de leerling<strong>en</strong> verstrikt gerak<strong>en</strong> in<br />

de omslachtige schematisering<strong>en</strong>.<br />

3.4 Sam<strong>en</strong>vatting basiskritiek<br />

De kritiek op het FI <strong>en</strong> op de Amerikaanse Standards<br />

(1989) slaat dus vooreerst op de minachting<br />

<strong>en</strong> verwaarlozing van de beproefde waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />

de wiskunde als cultuurproduct <strong>en</strong> vakdiscipline.<br />

Veel critici m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het wiskundeonderwijs op<br />

e<strong>en</strong> sterke traditie kan bog<strong>en</strong> <strong>en</strong> betreur<strong>en</strong> dat de<br />

FI-hervormers hier ge<strong>en</strong> waardering voor ton<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

pronk<strong>en</strong> met polarisering<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> realistisch <strong>en</strong><br />

mechanistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aanler<strong>en</strong> van de vakdisciplinaire<br />

inhoud<strong>en</strong> … FI-directeur Jan van Man<strong>en</strong> toont in<br />

zijn reactie op de kritiek dat er binn<strong>en</strong> het FI nog<br />

steeds weinig waardering is voor de beproefde<br />

waard<strong>en</strong>. Hij fantaseert: “Vroeger beschikt<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

slechts over e<strong>en</strong> beperkt standaardrepertoire. Dat<br />

had echt iets geestdod<strong>en</strong>ds. De nieuwe aanpak<br />

biedt ruimte aan de creativiteit van de jonger<strong>en</strong>. Nu<br />

raadpleg<strong>en</strong> ze me zelfs over wiskundige vrag<strong>en</strong> die<br />

ti<strong>en</strong> of twintig jaar geled<strong>en</strong> absoluut niet naar bov<strong>en</strong><br />

kwam<strong>en</strong>” (De Telegraaf, 13.02.08). Ook FI-medewerker<br />

Willem Vermeul<strong>en</strong> beweert (o.c.): “De noodzakelijke<br />

attitude van handig <strong>en</strong> kritisch zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> selecter<strong>en</strong><br />

maakt dat onze jonger<strong>en</strong> andere feit<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

andere vaardighed<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> dan oudere g<strong>en</strong>eraties.<br />

De jeugd gaat minder slaafs met informatie<br />

om, juist omdat er zo veel <strong>en</strong> zo veel verschill<strong>en</strong>de<br />

informatie snel beschikbaar is.” Van Man<strong>en</strong> <strong>en</strong> co<br />

hanter<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg dezelfde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: de veranderde<br />

maatschappij vereiste e<strong>en</strong> totaal ander soort<br />

wiskundeonderwijs.<br />

Onze kritiek slaat ook op het feit dat de realistische<br />

theorie op tal van vlakk<strong>en</strong> in strijd is met de werking<br />

van de cognitieve architectuur van het brein <strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />

ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houdt met de geheug<strong>en</strong>belastingstheorie<br />

<strong>en</strong> de theorie in verband met automatiser<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>.<br />

In 1995 vatte de Leuv<strong>en</strong>se prof. Liev<strong>en</strong> Verschaffel<br />

de kritiek van Feys (1990) e.a. op de FI-aanpak als<br />

volgt sam<strong>en</strong>: “Zo zou de realistische aanpak:<br />

*onvoldo<strong>en</strong>de aandacht bested<strong>en</strong> aan het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> consolider<strong>en</strong> van elem<strong>en</strong>taire rek<strong>en</strong>feit<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

-vaardighed<strong>en</strong>; *e<strong>en</strong> te negatief beeld ophang<strong>en</strong><br />

van k<strong>en</strong>nis die m<strong>en</strong> aangereikt krijgt zonder het allemaal<br />

zelf uit te vind<strong>en</strong>; *al te sterk vertrouw<strong>en</strong> op de<br />

natuurlijke constructies <strong>en</strong> inv<strong>en</strong>ties van leerling<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> h<strong>en</strong> al te veel vrijheid sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij het kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong> van modell<strong>en</strong>” (in: Verschaffel L. e.a.,<br />

Naar e<strong>en</strong> nieuwe rek<strong>en</strong>/wiskundedidactiek voor de<br />

basisschool <strong>en</strong> de basiseducatie, deel 1, Acco, 1995.)<br />

In onze bijdrag<strong>en</strong> in deze STOHO-publicatie komt<br />

duidelijk tot uiting dat we afstand nam<strong>en</strong> van de FIfilosofie<br />

<strong>en</strong> van de ‘realistische’ bijdrag<strong>en</strong> van Hans<br />

Ter Heege <strong>en</strong> co. De huidige kritiek in <strong>Nederland</strong> komt<br />

in sterke mate overe<strong>en</strong> met de kritiek die we al 20 jaar<br />

formuler<strong>en</strong>. Zelf betreurd<strong>en</strong> we ook steeds de invoering<br />

van vage <strong>en</strong> rekbare term<strong>en</strong> als ‘realistisch’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ‘gecijferdheid’. In e<strong>en</strong> bijdrage op p. 29 e.v. diep<strong>en</strong><br />

we onze kritiek op de FI-visie verder uit. We schets<strong>en</strong><br />

er ook de kroniek van e<strong>en</strong> aangekondigde malaise.<br />

4 FI ridiculiseert <strong>en</strong> zoekt uitvlucht<strong>en</strong><br />

In hun reactie op de kritiek minimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> karikaturiser<strong>en</strong><br />

de Freud<strong>en</strong>thalers meestal de kritiek op<br />

het te lage niveau <strong>en</strong> op het aandeel van het FI in<br />

de malaise. Het zou om vals alarm gaan vanwege<br />

<strong>en</strong>kele snoodaards die het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> will<strong>en</strong> herleid<strong>en</strong><br />

tot mechanistisch cijfer<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Hans ter Heege<br />

– hoofdredacteur ‘Panama-Post – zijn de problem<strong>en</strong><br />

gewoon het gevolg van het feit dat “opleiding <strong>en</strong><br />

nascholing van lerar<strong>en</strong> maar in beperkte mate gelijke<br />

tred gehoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de ontwikkeling<strong>en</strong> in het<br />

vak”. Volg<strong>en</strong>s hem was de rek<strong>en</strong>vaardigheid van de<br />

leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de komst van het<br />

FI lam<strong>en</strong>tabel. Precies daarom zocht<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers<br />

e<strong>en</strong> nieuwe aanpak. Ook volg<strong>en</strong>s Treffers e.a.<br />

zijn de leerkracht<strong>en</strong> te weinig wiskundig opgeleid<br />

<strong>en</strong>/of slag<strong>en</strong> ze er onvoldo<strong>en</strong>de in om de realistische<br />

principes toe te pass<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Gravemeijer is het<br />

klassieke – <strong>en</strong> zelfs huidige – wiskundeonderwijs<br />

totaal voorbijgestreefd (zie punt 1.3). En volg<strong>en</strong>s<br />

hem kan het niveau moeilijk gedaald zijn, aangezi<strong>en</strong><br />

de leerling<strong>en</strong> vroeger ook ge<strong>en</strong> niveau haald<strong>en</strong>: “Er<br />

10


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

werd dertig jaar geled<strong>en</strong> veel geïnvesteerd in het<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van weetjes <strong>en</strong> procedures, maar de leerling<strong>en</strong><br />

kond<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis niet toepass<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog<br />

minder in contextopgav<strong>en</strong>. In plaats van e<strong>en</strong> staartdeling<br />

te mak<strong>en</strong>, koz<strong>en</strong> ze bijvoorbeeld voor herhaald<br />

aftrekk<strong>en</strong>” (Rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs anno<br />

2007 – tuss<strong>en</strong> oude waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe uitdaging<strong>en</strong>.<br />

Panama-Post, 2007).<br />

In ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ ridiculiseerde ook hoofdredactrice<br />

Marjolein Kool in september 2007 de kritiek:<br />

“Hoe moet ons rek<strong>en</strong>onderwijs er over <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong><br />

uitzi<strong>en</strong>? Cijfer<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> of flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>de<br />

kinder<strong>en</strong>?” Daarop volgde de peilingsvraag: ‘Moet<br />

het handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong> afgeschaft word<strong>en</strong>?’ Lucide<br />

lezers repliceerd<strong>en</strong> op de website dat het debat<br />

ge<strong>en</strong>szins ging om e<strong>en</strong> keuze tuss<strong>en</strong> hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de Freud<strong>en</strong>thalers de zwakke rek<strong>en</strong>vaardigheid<br />

t<strong>en</strong> onrechte tot zwakke cijfervaardigheid<br />

reduceerd<strong>en</strong>. Op de PPON-vaststelling dat het<br />

klassieke cijfer<strong>en</strong> veel betere resultat<strong>en</strong> oplevert dan<br />

het omslachtige FI-alternatief, wordt vaak gereageerd<br />

met de stelling dat cijfer<strong>en</strong> niet meer belangrijk is.<br />

Ook FI-medewerker Willem Vermeul<strong>en</strong> minimaliseerde<br />

in maart 2008 de kritiek <strong>en</strong> het aantal critici:<br />

“Het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong> ligt ‘de laatste tijd’ onder<br />

vuur. In <strong>Nederland</strong> spreekt onder meer prof. Jan van<br />

de Craats zich teg<strong>en</strong> deze stroming uit, in België<br />

Raf Feys, <strong>en</strong> in krant<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong> de laatste tijd<br />

verschill<strong>en</strong>de artikel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de realistische aanpak.<br />

Volg<strong>en</strong>s critici leidt het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot verslechtering<br />

van cijfervaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis van de<br />

tafels.” (Vermeul<strong>en</strong> W., Vals alarm, of is er iets aan<br />

de hand?, Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s, maart 2008). Vermeul<strong>en</strong><br />

verzwijgt dat ook de meeste beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun<br />

vertrouw<strong>en</strong> in het FI-expertisec<strong>en</strong>trum verlor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

Hij verzwijgt ook dat het FI al bijna 20 jaar de veelzijdige<br />

kritiek vanwege de Vlaamse lerar<strong>en</strong>opleiders<br />

Feys <strong>en</strong> Van Biervliet doodzwijgt. Het gaat dus niet<br />

louter om rec<strong>en</strong>te kritiek <strong>en</strong> onze kritiek betreft de<br />

meeste domein<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet louter de verwaarlozing<br />

van het klassieke cijfer<strong>en</strong> <strong>en</strong> de klassieke tafels.<br />

Ook in <strong>Nederland</strong> beluister<strong>en</strong> we al vele jar<strong>en</strong> kritiek<br />

vanwege leerkracht<strong>en</strong>, inspecteurs, orthopedagog<strong>en</strong><br />

(Ruijss<strong>en</strong>aers, Van Luit, Danhof, Timmermans …),<br />

professor<strong>en</strong> wiskunde (Keune), doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hoger<br />

onderwijs, officiële rapport<strong>en</strong>… We verwijz<strong>en</strong> ook<br />

naar de interessante kritiek die in 1999-2000 opdook<br />

in het kader van het teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de PPONpeilingsonderzoek<br />

(zie p. 24 e.v.).<br />

Voor de vele vrijgesteld<strong>en</strong> van het expertisec<strong>en</strong>trum<br />

wiskunde van het FI komt de rec<strong>en</strong>te kritiek ongeleg<strong>en</strong>.<br />

Dat de minister e<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep deed<br />

op de Canadese onderwijskundige Michael Fullan<br />

om e<strong>en</strong> oplossing te zoek<strong>en</strong> voor de niveaudaling,<br />

werd al als e<strong>en</strong> kaakslag ervar<strong>en</strong>. De voortdur<strong>en</strong>de<br />

kritiek in de krant<strong>en</strong> <strong>en</strong> in officiële rapport<strong>en</strong> kwam<br />

ongetwijfeld ook hard aan. Enkele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong><br />

kreeg het FI nog veel lof vanwege het ministerie. Nu<br />

slaan de ministers alarm <strong>en</strong> ze pakk<strong>en</strong> uit met e<strong>en</strong><br />

herstelplan. Ze publiceerd<strong>en</strong> ook al nieuwe exam<strong>en</strong>eis<strong>en</strong><br />

voor havo-vwo-leerling<strong>en</strong> die afwijk<strong>en</strong> van de<br />

FI-visie.<br />

In het verled<strong>en</strong> ded<strong>en</strong> de FI-kopstukk<strong>en</strong> jammer<br />

g<strong>en</strong>oeg hun best om onze kritiek te verzwijg<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of<br />

af te wijz<strong>en</strong>. In 1993 publiceerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> kritische<br />

bijdrage in hun tijdschrift Panama-Post onder de<br />

sprek<strong>en</strong>de titel ‘Laat het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd niet in<br />

het honderd lop<strong>en</strong>’. We kreg<strong>en</strong> veel sympathiser<strong>en</strong>de<br />

reacties, maar FI-directeur Treffers bestempelde ons<br />

mete<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘traditionele realist’ die niet bereid<br />

was de constructivistische FI-w<strong>en</strong>ding te onderschrijv<strong>en</strong>.<br />

Nooit werd nog in e<strong>en</strong> bijdrage verwez<strong>en</strong><br />

naar onze kritiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> vakdidactische publicaties of<br />

naar de goede prestaties van Vlaamse leerling<strong>en</strong> op<br />

TIMSS of PISA. De Leuv<strong>en</strong>se prof. Liev<strong>en</strong> Verschaffel<br />

werd wel geregeld uitg<strong>en</strong>odigd om zijn sympathie<br />

voor het FI te betuig<strong>en</strong>.<br />

Nu zijn de Freud<strong>en</strong>thalers e<strong>en</strong> beetje verrast door<br />

de escalatie van de kritiek tijd<strong>en</strong>s de voorbije 2 jaar<br />

<strong>en</strong> door de weerklank van de actie van prof. Jan van<br />

de Craats e.a. Ze prober<strong>en</strong> dan maar de kritiek te<br />

ridiculiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> allerhande uitvlucht<strong>en</strong> voor<br />

de teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de prestaties. Volg<strong>en</strong>s Vermeul<strong>en</strong><br />

e.a. mog<strong>en</strong> we de uitslag<strong>en</strong> van nu niet vergelijk<strong>en</strong><br />

met de uitslag<strong>en</strong> van vroeger. Volg<strong>en</strong>s Treffers ligg<strong>en</strong><br />

de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> te<br />

hoog. Als we de PPON-opgav<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>, dan krijg<strong>en</strong><br />

we ge<strong>en</strong>szins de indruk dat dit het geval is – <strong>en</strong> nog<br />

minder als we vergelijk<strong>en</strong> met opgav<strong>en</strong> in rek<strong>en</strong>boekjes<br />

uit de jar<strong>en</strong> zestig. Joost Klep (SLO) betwijfelt<br />

of we nog wel veel moet<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>: “Moet<strong>en</strong> we<br />

nog steeds alles oef<strong>en</strong><strong>en</strong>? En tot welk niveau?<br />

Moet<strong>en</strong> we cijfer<strong>en</strong> überhaupt oef<strong>en</strong><strong>en</strong>? En cijfer<strong>en</strong>?<br />

Moet<strong>en</strong> we nog somm<strong>en</strong> met mat<strong>en</strong> <strong>en</strong> metriek<br />

stelsel lat<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> of gev<strong>en</strong> we de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

tabell<strong>en</strong>boek. En welke vaardighed<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong> nog 3 jaar ná het verlat<strong>en</strong> van de basisschool<br />

nog? En zijn de ding<strong>en</strong> die ze verget<strong>en</strong> zijn<br />

dan eig<strong>en</strong>lijk het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> wel waard geweest?”<br />

Zoals de meeste Freud<strong>en</strong>thalers beseft Klep niet<br />

dat geautomatiseerde k<strong>en</strong>nis die vastgezet is in het<br />

lange-termijngeheug<strong>en</strong> meestal veel langer bijblijft<br />

dan inzicht.<br />

11


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Terloops: we merkt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> dat Treffers<br />

– inmiddels op p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> – af <strong>en</strong> toe wat afstand<br />

nam van de constructivistische ambities van Gravemeijer<br />

<strong>en</strong> co. Hij gaf in de eerste TAL-publicatie ook<br />

toe dat de Freud<strong>en</strong>thalers het aspect (in)oef<strong>en</strong><strong>en</strong> te<br />

veel verwaarloosd hadd<strong>en</strong>. Maar nu er van buit<strong>en</strong>uit<br />

veel kritiek komt, sluit<strong>en</strong> de FI-geleder<strong>en</strong> zich weer.<br />

5 Aandeel van FI e.a. in malaise<br />

Als wellicht de belangrijkste schuldige voor de achteruitgang<br />

van het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt het FI met de vinger<br />

gewez<strong>en</strong>. Het FI met zijn 70 vrijgesteld<strong>en</strong> domineert<br />

al e<strong>en</strong> paar dec<strong>en</strong>nia het wiskundeveld. Als expertisec<strong>en</strong>trum<br />

was ook het FI steeds op zoek naar expansie<br />

<strong>en</strong> werk voor de eig<strong>en</strong> winkel. Vanuit die logica nam<br />

het FI al te vlug afstand van de beproefde waard<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> constructivistische cultuuromslag gepropageerd<br />

– mede als legitimatie voor de grote <strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong>de investering. De voorbije 37 jaar ontwikkelde<br />

het FI wel leuke ideeën <strong>en</strong> frisse invalshoek<strong>en</strong>,<br />

maar ge<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige <strong>en</strong> werkbare visie <strong>en</strong> nog<br />

steeds ge<strong>en</strong> concrete <strong>en</strong> duidelijke leerplann<strong>en</strong> zoals<br />

we die in Vlaander<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De rec<strong>en</strong>te bek<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is<br />

van Kees Buys dat er na 37 jaar nog<br />

steeds ge<strong>en</strong> uitgebalanceerde <strong>en</strong> succesvolle leergang<strong>en</strong><br />

voor verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> bestaan (zie punt<br />

1.3), geldt ook voor tal van andere domein<strong>en</strong>. We<br />

zoud<strong>en</strong> hier kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> over schuldig verzuim.<br />

In welke mate heeft het FI het wiskundeonderwijs<br />

nefast beïnvloed? Volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het<br />

rapport-Dijsselbloem is het totale niveau van het<br />

<strong>Nederland</strong>se onderwijs de voorbije dec<strong>en</strong>nia flink<br />

gedaald als gevolg van ontscholingst<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> allerhande.<br />

Er was globaal gezi<strong>en</strong> minder aandacht voor<br />

de leerprestaties <strong>en</strong> het peil van de leerkracht<strong>en</strong> is<br />

gedaald. Voor het wiskundeonderwijs heeft het FI<br />

volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> nefaste invloed gehad, vooral<br />

ook op de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de nieuwe<br />

‘realistische’ method<strong>en</strong>. In de vroege jar<strong>en</strong> tachtig<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het basisonderwijs de eerste<br />

versies van ‘De wereld in getall<strong>en</strong>’, ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wiskunde’ … Enkele jar<strong>en</strong> later versch<strong>en</strong><strong>en</strong> er al<br />

herwerkte versies van de ‘realistische’ method<strong>en</strong><br />

waarin de FI-invloed al wat verminderde.<br />

Bij het inschatt<strong>en</strong> van de invloed van het FI, mak<strong>en</strong><br />

we ook e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> het FI-gedachtegoed,<br />

de realistische methodes <strong>en</strong> de concrete lespraktijk.<br />

In het rapport-Dijsselbloem lez<strong>en</strong> we dat leerkracht<strong>en</strong><br />

er vaak in slaagd<strong>en</strong> de schade van nefaste hervorming<strong>en</strong><br />

te beperk<strong>en</strong>. Ervar<strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

niet zomaar alle FI-refreintjes overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

De FI-verwachting dat de leerkracht zou het inspel<strong>en</strong><br />

op de individuele constructies van elke leerling, was<br />

ook niet realiseerbaar. Gravemeijer e.a. steld<strong>en</strong> in<br />

1993 binn<strong>en</strong> het ‘More-onderzoek’ al vast dat less<strong>en</strong><br />

met realistische method<strong>en</strong> slechts ‘beperkt<br />

realistisch’ war<strong>en</strong>. Gravemijer beweerde onlangs –<br />

vergoelijk<strong>en</strong>d – dat de realistische FI-aanpak nog<br />

steeds de werkvloer niet heeft bereikt <strong>en</strong> zelfs bijna<br />

niet meer aanwezig is in de realistische methodes<br />

(zie punt 1.3).<br />

De belangrijkste schade betreft o.i. het verwaarloz<strong>en</strong><br />

van de beproefde waard<strong>en</strong> waardoor het doorgev<strong>en</strong><br />

van die traditie door ervar<strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> lerar<strong>en</strong>opleiders<br />

doorbrok<strong>en</strong> werd. De ‘meesters’ die de<br />

oerdegelijke aanpakk<strong>en</strong> nog in de vingers hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> demonstrer<strong>en</strong>, zijn inmiddels met p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>.<br />

Dit is e<strong>en</strong> schade die moeilijk te herstell<strong>en</strong> is. We<br />

stipp<strong>en</strong> nog aan dat niet <strong>en</strong>kel het FI, maar ook de<br />

lerar<strong>en</strong>opleiders wiskunde, de <strong>Nederland</strong>se Ver<strong>en</strong>iging<br />

voor de Ontwikkeling van het Rek<strong>en</strong>-Wiskunde<br />

<strong>Onderwijs</strong> (NVORWO), de SLO <strong>en</strong> het APS, <strong>en</strong> veel<br />

onderwijskundig<strong>en</strong> heel sterk de realistische aanpak<br />

propageerd<strong>en</strong>.<br />

6 Correspond<strong>en</strong>tie & sam<strong>en</strong>werking<br />

met <strong>Nederland</strong>se critici<br />

We merkt<strong>en</strong> de voorbije maand<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kele <strong>Nederland</strong>se<br />

professor<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>didactici ongeveer<br />

dezelfde kritiek aan het adres van de FI-aanpak<br />

formuleerd<strong>en</strong> als deze die we al vele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong><br />

formuleerd<strong>en</strong> – <strong>en</strong> dit zonder k<strong>en</strong>nis van onze kritiek.<br />

De Freud<strong>en</strong>thalers wez<strong>en</strong> alle kritiek af <strong>en</strong> karikaturiseerd<strong>en</strong><br />

de klassieke aanpak als ‘mechanistisch<br />

cijfer<strong>en</strong>’. Dit alles zette ons aan om te reager<strong>en</strong> op<br />

deze karikatuur <strong>en</strong> op de reductie van de veelzijdige<br />

kritiek. In die context stuurd<strong>en</strong> we o.a. e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting<br />

van onze kritiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal publicaties<br />

naar prof. Jan van de Craats <strong>en</strong> zijn medestanders.<br />

In deze bijdrage vermeld<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> wat correspond<strong>en</strong>tie<br />

van prof. van de Craats hieromtr<strong>en</strong>t. Hij<br />

schreef ons begin februari: “Met veel g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> las<br />

ik uw beide vakdidactische publicaties (Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot<br />

honderd <strong>en</strong> Met<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>) <strong>en</strong> de bijdrage<br />

over cijfer<strong>en</strong> die u me toezond. Deze bundels zijn<br />

duidelijk geschrev<strong>en</strong> vanuit de praktijk. Waar u verschill<strong>en</strong>de<br />

b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> vergelijkt – vooral ook met<br />

deze van het FI, komt u steeds tot conclusies die<br />

12


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

me als buit<strong>en</strong>gewoon verstandig voorkom<strong>en</strong>. Met<br />

plaatsvervang<strong>en</strong>de schaamte zie ik dan weer met<br />

welke misschi<strong>en</strong> goedbedoelde, maar voor ervar<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de onderwijspraktijk duidelijk onzinnige<br />

theorieën de Freud<strong>en</strong>thalers het debat hebb<strong>en</strong> gedomineerd.<br />

Zo hebb<strong>en</strong> ze het <strong>Nederland</strong>se rek<strong>en</strong>onderwijs<br />

in dertig jaar volledig in de soep lat<strong>en</strong><br />

lop<strong>en</strong>. Dank ook voor het toez<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van het<br />

‘Leerplan wiskunde'. Ook dat heb ik met veel belangstelling<br />

gelez<strong>en</strong>. Dit leerplan is concreet <strong>en</strong><br />

duidelijk; e<strong>en</strong> verademing naast de vage <strong>Nederland</strong>se<br />

Kerndoel<strong>en</strong>.<br />

Dank verder voor uw steun in de wiskundecampagne<br />

die ik mom<strong>en</strong>teel aan het voer<strong>en</strong> b<strong>en</strong>. Ik b<strong>en</strong> blij in<br />

Vlaander<strong>en</strong> geestverwant<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> ontdekt! Er<br />

woedt mom<strong>en</strong>teel in <strong>Nederland</strong> e<strong>en</strong> hevige strijd<br />

teg<strong>en</strong> de ‘nieuwe rek<strong>en</strong>aars’. Ze hebb<strong>en</strong> in <strong>Nederland</strong><br />

zo lang hun gang kunn<strong>en</strong> gaan omdat echte<br />

deskundig<strong>en</strong> niets in de gat<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>. Ik heb ook<br />

pas anderhalf jaar geled<strong>en</strong> ontdekt welke ramp<strong>en</strong><br />

ze hebb<strong>en</strong> aangericht. Verder stel ik veel prijs op<br />

verder contact. Intuss<strong>en</strong> b<strong>en</strong> ik blij dat Vlaander<strong>en</strong><br />

nog niet t<strong>en</strong> prooi is gevall<strong>en</strong> aan deze ell<strong>en</strong>de,<br />

ongetwijfeld mede dankzij uw inspanning<strong>en</strong>! De<br />

Freud<strong>en</strong>thalers hebb<strong>en</strong> jammer g<strong>en</strong>oeg uw grondige<br />

kritiek <strong>en</strong> publicaties steeds doodgezweg<strong>en</strong>. Ik ga er<br />

nu voluit teg<strong>en</strong>in, <strong>en</strong> uw artikel<strong>en</strong> <strong>en</strong> boek<strong>en</strong> zijn<br />

daarbij e<strong>en</strong> grote steun voor me.”<br />

Van de Craats stuurde op 9 februari e<strong>en</strong> lange brief<br />

naar de sympathisant<strong>en</strong> van zijn <strong>Nederland</strong>se<br />

rek<strong>en</strong>groep waarin hij verwijst naar de kritiek van<br />

Feys <strong>en</strong> Van Biervliet <strong>en</strong> de <strong>Nederland</strong>ers oproept<br />

om zich mede te inspirer<strong>en</strong> op de Vlaamse aanpak.<br />

Van de Craats schrijft: “Geachte dames <strong>en</strong> her<strong>en</strong>,<br />

Raf Feys, pedagoog & rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> wiskundedidacticus<br />

uit Brugge maakte me opmerkzaam op het feit dat<br />

m<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> al heel lang de ontwikkeling<strong>en</strong> in<br />

<strong>Nederland</strong> kritisch volgt, <strong>en</strong> er ook veel aandacht<br />

aan besteedt in de didactische vakliteratuur. Zo<br />

publiceerde Feys 3 vakdidactische boek<strong>en</strong>. Ook in<br />

de <strong>Onderwijs</strong>krant, e<strong>en</strong> onafhankelijk tijdschrift<br />

waarvan Feys e<strong>en</strong> van de redacteur<strong>en</strong> is, versch<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

er de voorbije 25 jaar veel bijdrag<strong>en</strong>.<br />

In september 2000 heeft de <strong>Onderwijs</strong>krant e<strong>en</strong><br />

speciaal nummer uitgebracht over Constructivisme<br />

als leertheorie <strong>en</strong> constructivistische wiskunde met<br />

daarin twee bijdrag<strong>en</strong> van Raf Feys <strong>en</strong> Pieter van<br />

Biervliet die ik u hierbij toestuur. Het gehele themanummer<br />

kan ook word<strong>en</strong> gedownload vanaf de website<br />

van de <strong>Onderwijs</strong>krant. De eerste bijdrage heeft<br />

als titel: Realistisch wiskundeonderwijs: lager peil <strong>en</strong><br />

constructivistische invloed<strong>en</strong>. Dit artikel bespreekt<br />

de voor <strong>Nederland</strong> teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> van<br />

PPON-1997 in het licht van e<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong><br />

het rek<strong>en</strong>onderwijs in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Daarbij moet bedacht word<strong>en</strong> dat Vlaander<strong>en</strong> in<br />

zowel TIMSS als in PISA 2003 <strong>en</strong> 2006 de beste<br />

prestaties van alle Europese land<strong>en</strong> levert op het<br />

gebied van rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> wiskunde.<br />

Verbijster<strong>en</strong>d <strong>en</strong> bescham<strong>en</strong>d vond ik het te lez<strong>en</strong><br />

hoe arrogant de `realistische rek<strong>en</strong>aars' destijds<br />

reageerd<strong>en</strong> op ernstige kritiek vanuit Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Bijdrag<strong>en</strong> vanuit Vlaander<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> achteloos terzijde<br />

geschov<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> citaat: ‘We hebb<strong>en</strong> verder de<br />

indruk dat in <strong>Nederland</strong> veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> schrik hebb<strong>en</strong><br />

om teg<strong>en</strong> het wiskunde-establishm<strong>en</strong>t in te gaan.<br />

Als er al wat kritiek komt, is het meestal vanuit de hoek<br />

van de orthodidactici. Nog e<strong>en</strong> pijnlijke anecdote.<br />

Destijds werd in Willem Bartj<strong>en</strong>s de goede score<br />

van de Vlaamse leerling<strong>en</strong> op het TIMSS-onderzoek<br />

weggemoffeld, door te schrijv<strong>en</strong> dat de vijfde plaats<br />

(<strong>en</strong> de beste van Europa) bekleed werd door Wallonië,<br />

waar in de TIMSS-tabel duidelijk Belgium Flemish<br />

stond. To<strong>en</strong> we vroeg<strong>en</strong> om dit in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d<br />

nummer recht te zett<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> we als antwoord dat<br />

inderdaad Belgium Flemish t<strong>en</strong> onrechte vertaald<br />

werd als Wallonië, maar dat e<strong>en</strong> rechtzetting in<br />

Willem Bartj<strong>en</strong>s niet nodig was. De <strong>Nederland</strong>ers<br />

mocht<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong> dat Vlaamse leerling<strong>en</strong> goed<br />

scoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs beter dan hun <strong>Nederland</strong>se bur<strong>en</strong>.’<br />

E<strong>en</strong> tweede bijdrage van Feys <strong>en</strong> Van Biervliet<br />

draagt als titel: Standards <strong>en</strong> <strong>Math</strong> wars. Dit artikel<br />

beschrijft de <strong>Math</strong> wars die in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />

woed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers van het<br />

constructivistische (realistische) rek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat in 1989<br />

vorm had gekreg<strong>en</strong> in Standards (NCTM) voor<br />

wiskunde- <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>onderwijs. Dat leidde gaandeweg<br />

tot steeds heviger word<strong>en</strong>de protest<strong>en</strong> van de<br />

kant van wiskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> bètawet<strong>en</strong>schappers, uitmond<strong>en</strong>d<br />

in e<strong>en</strong> manifest van november 1999. De<br />

staat Californië, e<strong>en</strong> van de eerst<strong>en</strong> die de nieuwe<br />

Standards had omarmd, besloot al in 1997 het roer<br />

radikaal om te gooi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoekscommissie<br />

had de curricula van de op wiskundegebied wereldwijd<br />

best prester<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>; Hong-Kong, Singapore,<br />

Japan, Korea, Vlaander<strong>en</strong> (!) <strong>en</strong> Tsjechië bestudeerd,<br />

<strong>en</strong> was daarop gekom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t,<br />

het Californische ‘Key Standard' mathematics<br />

curriculum, e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>t waarnaar rec<strong>en</strong>t<br />

ook Bas Braams verwez<strong>en</strong> heeft in zijn kritiek op het<br />

rapport van de commissie Meijerink.<br />

13


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Inmiddels is het me duidelijk geword<strong>en</strong> wat er moet<br />

gebeur<strong>en</strong> om de dramatisch slechte toestand van<br />

het rek<strong>en</strong>onderwijs in <strong>Nederland</strong> te verbeter<strong>en</strong>.<br />

Anders dan in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> we hier<br />

ge<strong>en</strong> uitgebreide studie te verricht<strong>en</strong> naar hoe we te<br />

werk moet<strong>en</strong> gaan. Alle <strong>Nederland</strong>se leermiddel<strong>en</strong><br />

voor de basisschool, of ze nu Pluspunt het<strong>en</strong>, De<br />

Wereld in Getall<strong>en</strong>, Rek<strong>en</strong>rijk, Alles Telt, Talrijk<br />

of Wis <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong>, allemaal zijn ze doortrokk<strong>en</strong> van<br />

realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, inclusief, kolomsgewijs rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

happ<strong>en</strong> in plaats van staartdel<strong>en</strong>, handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hoofdrek<strong>en</strong>-fetisjisme, <strong>en</strong> allemaal ontber<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong><br />

systematische opzet <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgelez<strong>en</strong> collectie<br />

oef<strong>en</strong>materiaal. Maar de Vlaming<strong>en</strong> do<strong>en</strong> het uitstek<strong>en</strong>d.<br />

Zij combiner<strong>en</strong> moderne inzicht<strong>en</strong> die hun<br />

waarde bewez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met traditioneel degelijke<br />

onderwijsmethod<strong>en</strong>. Ze sprek<strong>en</strong> dezelfde taal, hebb<strong>en</strong><br />

hetzelfde metrieke stelsel <strong>en</strong> dezelfde munte<strong>en</strong>heid<br />

als wij. Waarom nem<strong>en</strong> we niet gewoon ook hun<br />

rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> wiskundeboek<strong>en</strong> over?”<br />

7 Besluit<strong>en</strong><br />

In voorligg<strong>en</strong>d themanummer beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong><br />

we vooral de constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />

b<strong>en</strong>adering binn<strong>en</strong> het wiskundeonderwijs.<br />

We bested<strong>en</strong> hierbij veel aandacht aan de rek<strong>en</strong>oorlog<br />

in <strong>Nederland</strong>. Ook in andere land<strong>en</strong> (VS,<br />

Frankrijk, Québec …) e<strong>en</strong> analoog wiskundedebat<br />

gaande is. We participer<strong>en</strong> zelf aan het <strong>Nederland</strong>s<br />

debat omwille van meerdere red<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vooreerst<br />

omdat we will<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het stoffer<strong>en</strong> ervan,<br />

mede vanuit onze ervaring als lerar<strong>en</strong>opleiders <strong>en</strong><br />

vanuit onze vakdidactische publicaties. We betreur<strong>en</strong><br />

in dit verband dat de Freud<strong>en</strong>thalers de kritiek t<strong>en</strong><br />

onrechte ridiculiser<strong>en</strong>.<br />

We bekijk<strong>en</strong> het huidige debat ook vanuit reflectie<br />

op het verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toekomst van ons (wiskunde)<br />

onderwijs. We beschrijv<strong>en</strong> onze inspanning<strong>en</strong> om<br />

zo’n rek<strong>en</strong>oorlog in Vlaander<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> – ook<br />

binn<strong>en</strong> de commissies voor de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong>.<br />

We hop<strong>en</strong> op nog meer steun voor de<br />

verdere herwaardering van de beproefde wiskundewaard<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> van het belang van directe <strong>en</strong> gestructureerde<br />

instructie. De DVO (nu Entiteit curriculum)<br />

verwoordde onlangs dat ze bij de herzi<strong>en</strong>ing van de<br />

eindterm<strong>en</strong> nog sterker de constructivistische <strong>en</strong><br />

compet<strong>en</strong>tiegerichte toer op wil. We mak<strong>en</strong> ons<br />

daar grote zorg<strong>en</strong> over. Reflectie op de rec<strong>en</strong>te<br />

wiskunde-oorlog in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders kan er toe<br />

bijdrag<strong>en</strong> dat ook de DVO <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal begeleiders,<br />

opleiders <strong>en</strong> inspecteurs meer afstand nem<strong>en</strong> van<br />

het realistische <strong>en</strong> constructivistische gedachtegoed.<br />

De kritiek in <strong>Nederland</strong> op de realistische inslag van<br />

het voortgezet onderwijs <strong>en</strong> de geprogrammeerde<br />

bijsturing<strong>en</strong> zijn ook belangrijk voor het debat over<br />

de wiskunde in ons secundair onderwijs. Er was<br />

bijvoorbeeld tot nu toe nog ge<strong>en</strong> debat over het<br />

ontwerpleerplan voor 2009. Met e<strong>en</strong> bijdrage hierover<br />

op pagina 43 e.v. will<strong>en</strong> we zo’n debat op gang<br />

trekk<strong>en</strong>. We vind<strong>en</strong> verder dat zowel <strong>Nederland</strong> als<br />

Vlaander<strong>en</strong> baat hebb<strong>en</strong> bij het uitwissel<strong>en</strong> van<br />

ideeën, leerplann<strong>en</strong>, c<strong>en</strong>trale toets<strong>en</strong> e.d. Als<br />

O-ZON-ver<strong>en</strong>iging vind<strong>en</strong> we verder dat Periodiek<br />

Peilingsonderzoek ook bij ons nuttig zou zijn. Zo’n<br />

onderzoek is belangrijker dan de huidige minimale<br />

evaluatie van de minimale eindterm<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> slotte vind<strong>en</strong> we het debat ook belangrijk omdat<br />

de zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het constructivisme vaak geïllustreerd<br />

werd<strong>en</strong> aan de hand van het wiskundeonderwijs.<br />

Zo legitimeerde prof. Fred Korthag<strong>en</strong> zijn<br />

‘realistisch’ concept voor de lerar<strong>en</strong>opleiding in zijn<br />

oratie ‘Lerar<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>’ (1998): “Eén van de<br />

meest indrukwekk<strong>en</strong>de onderwijsontwikkeling<strong>en</strong> van<br />

de laatste dec<strong>en</strong>nia is de invoering van het zgn.<br />

realistisch wiskundeonderwijs. Er is daarin vrij rigoureus<br />

gebrok<strong>en</strong> met de traditionele b<strong>en</strong>adering die<br />

uitging van de theorie. In het realistisch wiskundeonderwijs<br />

ligt het vertrekpunt steeds in de aanname<br />

dat leerling<strong>en</strong> zelf wiskundige noties kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong><br />

op basis van reële problem<strong>en</strong>. Die problem<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd in voor de leerling<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare<br />

context<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> vaak uit het dagelijks<br />

lev<strong>en</strong>”. Korthag<strong>en</strong> fantaseert dat we de leerkracht<strong>en</strong><br />

louter opleid(d<strong>en</strong>) vanuit de theorie <strong>en</strong> hij propageert<br />

als betover<strong>en</strong>d alternatief zijn ‘Realistisch<br />

Opleidingsonderwijs’ dat uitgaat van concrete praktijkproblem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> concerns, zoals ervar<strong>en</strong> door de<br />

(aanstaande) leraar in reële context<strong>en</strong>.” Nu de tover<br />

van het realistische <strong>en</strong> ‘gesitueerde’ wiskundeonderwijs<br />

aan het verdwijn<strong>en</strong> is, zull<strong>en</strong> Korthag<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> co hun legitimering elders moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>.<br />

14


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Bijlage: Illustraties lage peil basisonderwijs<br />

1 ‘Al 20 jaar onder de maat’<br />

Sinds 1986 is er in <strong>Nederland</strong> geregeld e<strong>en</strong> Periodiek<br />

Peilingsonderzoek (PPON) van het CITO bij<br />

leerling<strong>en</strong> uit het zesde leerjaar. In PPON 1997<br />

werd vastgesteld dat de resultat<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> stuk<br />

lager war<strong>en</strong> dan deze van 1986 <strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande<br />

de grote investering van c<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie<br />

in de ‘realistische’ hervorming. Ook de alternatieve<br />

aanpak van het cijfer<strong>en</strong> bleek catastrofaal. En volg<strong>en</strong>s<br />

ex-Cito-hoofd Paul van Dam was het peil van<br />

1986 ook al e<strong>en</strong> flink stuk lager dan in 1970 <strong>en</strong><br />

1960.<br />

Ook de PPON-resultat<strong>en</strong> van 2004 lokt<strong>en</strong> veel kritiek<br />

uit. We verwijz<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> rapport van<br />

Paul van Dam, voormalig Cito-hoofd (Cito = c<strong>en</strong>traal<br />

toetsinstituut). Van Dam analyseerde over e<strong>en</strong><br />

periode van twintig jaar de uitslag<strong>en</strong> van de<br />

Periodieke Peiling<strong>en</strong> van het <strong>Onderwijs</strong>niveau<br />

(PPON) die werd<strong>en</strong> uitgevoerd door het Cito, omdat<br />

het hem verontrustte dat die onderzoek<strong>en</strong> nooit tot<br />

e<strong>en</strong> discussie over het niveau van het onderwijs<br />

leidd<strong>en</strong>.<br />

In april 2007 publiceerde van Dam zijn bevinding<strong>en</strong>.<br />

Zijn conclusie luidt: “In bijna alle vakk<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

al bijna 20 jaar onder de maat” (Niveau<br />

Basisonderwijs is al meer dan 20 jaar te laag, zegt<br />

oud-Citoman, NRC, 12.04.08). Als oorzak<strong>en</strong> voor<br />

de achteruitgang van het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />

hem meerdere zak<strong>en</strong> vermeld word<strong>en</strong>. Van Dam<br />

wijst o.a. op de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de ontscholing <strong>en</strong> ‘verleuking’<br />

sinds 1970, op het ontbrek<strong>en</strong> van duidelijke<br />

eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de negatieve invloed<br />

van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut.<br />

2 Illustraties lage peil uit PPON-2004<br />

Van Dam illustreert in zijn rapport <strong>en</strong> in krant<strong>en</strong>bijdrag<strong>en</strong><br />

dat veel leerling<strong>en</strong> ook volg<strong>en</strong>s PPON-2004<br />

voor wiskunde al te zwak prester<strong>en</strong>. Hij poneert:<br />

“Voor bewerking<strong>en</strong> als optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong>, verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> del<strong>en</strong> haalde minder dan 30 proc<strong>en</strong>t van<br />

de kinder<strong>en</strong> in 2004 de norm, <strong>en</strong> dat was duidelijk<br />

slechter dan in het eerste PPON-rapport van 1986.<br />

Voor cijfer<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> bijzonder<br />

zwak. De leerling<strong>en</strong> die de door het FI gepropageerde<br />

alternatieve aanpak van het cijfer<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong><br />

slag<strong>en</strong> er zelfs meestal niet in e<strong>en</strong><br />

correcte berek<strong>en</strong>ing te mak<strong>en</strong>. … In 2004 kon minder<br />

dan 10 % van de leerling<strong>en</strong> groep 8 (= zesde<br />

leerjaar) volg<strong>en</strong>de opgave oploss<strong>en</strong>: “De ontwikkelduur<br />

van e<strong>en</strong> filmpje is 12 minut<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong><br />

speciaal effect moet de tijd met 10 % word<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gd.<br />

Hoe lang duurt het ontwikkel<strong>en</strong> dan?”<br />

Als de oud-Citoman de toetsopgav<strong>en</strong> van nu vergelijkt<br />

met de moeilijkheidsgraad van toetsopgav<strong>en</strong> 30<br />

à 50 jaar geled<strong>en</strong>, dan merkt hij nog veel meer dat<br />

het niveau sterk is gedaald. Het niveau was volg<strong>en</strong>s<br />

Van Dam ook al twintig jaar geled<strong>en</strong> (bij PPONonderzoek<br />

van 1986) e<strong>en</strong> flink stuk gedaald. De<br />

eerste PPON-opgav<strong>en</strong> uit 1986 war<strong>en</strong> al veel e<strong>en</strong>voudiger<br />

dan deze van 30 à 50 jaar geled<strong>en</strong>.<br />

Paul Van Dam verzucht: “Wat is er de voorbije<br />

dec<strong>en</strong>nia al niet gedaan om het rek<strong>en</strong>onderwijs te<br />

verbeter<strong>en</strong>? Er is zelfs e<strong>en</strong> heel instituut voor opgericht,<br />

het Freud<strong>en</strong>thal Instituut. Als ik alle onderzoeksresultat<strong>en</strong><br />

zie <strong>en</strong> de rapportages bekijk van de<br />

inspectie, dan is de opbr<strong>en</strong>gst echter niet om over<br />

naar huis te schrijv<strong>en</strong>. Nog steeds zijn er grote<br />

aantall<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>voudige somm<strong>en</strong> niet<br />

kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.”<br />

We vermeld<strong>en</strong> nog ev<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de<br />

resultat<strong>en</strong> uit PPON-onderzoek van 2004. Slechts<br />

ruim e<strong>en</strong> derde van de leerling<strong>en</strong> kon volg<strong>en</strong>de<br />

vraag beantwoord<strong>en</strong>: “Het aantal inwoners van<br />

Obelin is in zes jaar van 189 500 naar e<strong>en</strong> kwart<br />

miljo<strong>en</strong> gesteg<strong>en</strong>. Hoeveel inwoners zijn er in die<br />

zes jaar bijgekom<strong>en</strong>?”<br />

De gemiddelde 12-jarige leerling uit PPON 2004<br />

beheerste ook opgav<strong>en</strong> van het volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>re niet:<br />

− Hoeveel kost<strong>en</strong> 25 atlass<strong>en</strong> van € 19,50 per<br />

stuk?<br />

− Martijn heeft 200 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> verstuurd. 52 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong><br />

kwam<strong>en</strong> ingevuld terug. Hoeveel proc<strong>en</strong>t<br />

is dat?<br />

− Ko<strong>en</strong> heeft autopech op de snelweg. Hij staat bij<br />

het bordje 36,4 km. Bij het bordje 37,0 km kan hij<br />

om hulp bell<strong>en</strong>. Hoeveel meter moet hij lop<strong>en</strong> tot<br />

het bordje 37,0 km?<br />

− 1 cm 2 = . . . mm 2<br />

− Eén ton is 1000 kg. E<strong>en</strong> tram weegt 28 ton.<br />

Hoeveel kg weegt de tram?’<br />

15


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel pleit in VS voor<br />

computational profici<strong>en</strong>cy plus conceptual understanding<br />

1 Inleiding (Raf Feys)<br />

In de Ver<strong>en</strong>igde stat<strong>en</strong> lokt<strong>en</strong> de constructivistische<br />

<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte eindterm<strong>en</strong>, de Standards)<br />

van 1989, e<strong>en</strong> wiskunde-oorlog uit. Ook de lage<br />

score op het internationaal vergelijk<strong>en</strong>d TIMSSonderzoek<br />

veroorzaakte veel misnoegdheid. Om uit<br />

de impasse te gerak<strong>en</strong> werd vorig jaar e<strong>en</strong> ‘National<br />

<strong>Math</strong>ematics Advisory Panel’ aangesteld dat e<strong>en</strong><br />

advies moest formuler<strong>en</strong>. In zijn ‘Final Report’ van<br />

maart 2008 nam het Panel afstand van e<strong>en</strong>zijdige<br />

visies zoals deze van de constructivistische<br />

Standards van 1989.<br />

Het Panel vat zijn methodische visie sam<strong>en</strong> in term<strong>en</strong><br />

van vaardig <strong>en</strong> vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> plus conceptueel<br />

inzicht. Het pleit voor e<strong>en</strong> uitgebalanceerde aanpak<br />

die nauw aansluit bij de visie die we binn<strong>en</strong> de<br />

Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding steeds verkondigd<br />

hebb<strong>en</strong>. De Panel-richtlijn<strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> in sterke mate<br />

af van de visie van het realistisch wiskundeonderwijs<br />

van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut.<br />

E<strong>en</strong> vergelijking met de rec<strong>en</strong>te methodische richtlijn<strong>en</strong><br />

in het (ontwerp)leerplan 2009 (VVKSO) voor<br />

de eerste graad secundair onderwijs (zie pagina 43<br />

e.v.) is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s leerrijk. De modieuze refreintjes uit<br />

het ontwerpleerplan – constructivisme e.d. – treft<br />

m<strong>en</strong> niet aan in het Final Report. Er is ook meer<br />

aandacht voor rek<strong>en</strong>vaardigheid.<br />

We citer<strong>en</strong> in punt 2 de belangrijkste algem<strong>en</strong>e<br />

conclusies in verband met de methodische aanpak.<br />

Het gaat om stelling<strong>en</strong> die ook binn<strong>en</strong> het debat in<br />

<strong>Nederland</strong> weerklink<strong>en</strong>.<br />

2 Algem<strong>en</strong>e conclusies<br />

“Debates regarding the relative importance of conceptual<br />

knowledge, procedural skills (e.g., the standard<br />

algorithms), and the commitm<strong>en</strong>t of addition,<br />

subtraction, multiplication, and division facts to longterm<br />

memory are misguided. These capabilities are<br />

mutually supportive, each facilitating learning of the<br />

others. Conceptual understanding of mathematical<br />

operations, flu<strong>en</strong>t execution of procedures, and fast<br />

access to number combinations together support<br />

effective and effici<strong>en</strong>t problem solving.<br />

Computational facility with whole number operations<br />

rests on the automatic recall of addition and related<br />

subtraction facts, and of multiplication and related<br />

division facts. It requires flu<strong>en</strong>cy with the standard<br />

algorithms for addition, subtraction, multiplication,<br />

and division. Flu<strong>en</strong>t use of the algorithms not only<br />

dep<strong>en</strong>ds on the automatic recall of number facts but<br />

also reinforces it.<br />

Studies of childr<strong>en</strong> in the United States, comparisons<br />

of these childr<strong>en</strong> with childr<strong>en</strong> from other nations<br />

with higher mathematics achievem<strong>en</strong>t, and ev<strong>en</strong><br />

cross-g<strong>en</strong>erational changes within the United States<br />

indicate that many contemporary U.S. childr<strong>en</strong> do<br />

not reach the point of fast and effici<strong>en</strong>t solving of<br />

single-digit addition, subtraction, multiplication, and<br />

division with whole numbers, much less flu<strong>en</strong>t execution<br />

of more complex algorithms as early as<br />

childr<strong>en</strong> in many other countries. Surprisingly, many<br />

never gain such profici<strong>en</strong>cy.<br />

The reasons for differ<strong>en</strong>ces in the computational<br />

flu<strong>en</strong>cy of childr<strong>en</strong> in the United States and peers in<br />

countries with higher mathematics achievem<strong>en</strong>t are<br />

multifaceted. They include quantity and quality of<br />

practice, emphases within curricula, and par<strong>en</strong>tal<br />

involvem<strong>en</strong>t in mathematics learning. As an example,<br />

in elem<strong>en</strong>tary school textbooks in the United States,<br />

easier arithmetic problems are pres<strong>en</strong>ted far more<br />

frequ<strong>en</strong>tly than harder problems. The opposite is the<br />

case in countries with higher mathematics achievem<strong>en</strong>t,<br />

such as Singapore. Few curricula in the<br />

United States provide suffici<strong>en</strong>t practice to <strong>en</strong>sure<br />

fast and effici<strong>en</strong>t solving of basic fact combinations<br />

and execution of the standard algorithms.<br />

Understanding core concepts is also a necessary<br />

compon<strong>en</strong>t of profici<strong>en</strong>cy with arithmetic and is<br />

needed to transfer previously learned procedures to<br />

solve novel problems. U.S. stud<strong>en</strong>ts’ poor knowledge<br />

of the core arithmetical concepts impedes<br />

their learning of algebra and is an unacceptable<br />

indication of a substantive gap in the mathematics<br />

curricula that must be addressed. (National <strong>Math</strong>ematics<br />

Advisory Panel Final Report, p. 27)<br />

16


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Kritiek van prof. Jan van de Craats<br />

op ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />

1 Inleiding<br />

Op donderdag 18 januari 2007 hield ik op de 25ste<br />

Panamaconfer<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> lezing onder de titel<br />

‘Myth<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>didactiek. Waarom Daan <strong>en</strong><br />

Sanne niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daan <strong>en</strong> Sanne zijn<br />

gemiddelde leerling<strong>en</strong> van groep 8 (= zesde leerjaar),<br />

de hoogste klas van de basisschool. Ze kunn<strong>en</strong> niet<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hoe we dat wet<strong>en</strong>? Uit de media bijvoorbeeld.<br />

Daar is de laatste tijd breed uitgemet<strong>en</strong> dat<br />

scholier<strong>en</strong> <strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> grote moeite met rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>. Maar het is ook objectief vastgesteld in e<strong>en</strong><br />

grootschalig statistisch onderzoek dat al in 2004 op<br />

de <strong>Nederland</strong>se basisschol<strong>en</strong> is gehoud<strong>en</strong>. Het gaat<br />

hier om PPON 2004, de door het Cito in opdracht<br />

van het Ministerie van OCW uitgevoerde Periodieke<br />

Peiling van het <strong>Onderwijs</strong>niveau voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wiskunde. Daan <strong>en</strong> Sanne kunn<strong>en</strong>, zo blijkt uit dat<br />

onderzoek, zelfs de e<strong>en</strong>voudigste rek<strong>en</strong>somm<strong>en</strong><br />

niet mak<strong>en</strong>.<br />

De verhal<strong>en</strong> in de media zijn helaas maar al te<br />

waar. In mijn boek hierover staan e<strong>en</strong> stuk of vijftig<br />

voorbeeldopgav<strong>en</strong>. Allemaal kom<strong>en</strong> ze uit het<br />

PPON-onderzoek <strong>en</strong> ze hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> dat de<br />

doorsneeleerling van groep 8 (= zesde leerjaar) ze<br />

niet kan mak<strong>en</strong>. Onvoorstelbaar, maar waar. Het<br />

gaat dan om somm<strong>en</strong> als:<br />

• Pieter is met de auto op vakantie geweest. Aan<br />

het begin stond de kilometerstand op<br />

0038796,00, aan het eind op 0040372,00. Hoeveel<br />

kilometer heeft Pieter in de vakantie gered<strong>en</strong>?<br />

• 99 × 99 = . . .<br />

• Wilma <strong>en</strong> haar twee zuss<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong> € 8, 85.<br />

Hoeveel krijgt ieder?<br />

• Oma verdeelt 12 liter vanillevla eerlijk over drie<br />

bakjes. Hoeveel vanillevla komt er in elk bakje?<br />

• De Albo bank geeft 4 proc<strong>en</strong>t r<strong>en</strong>te per jaar.<br />

Hoeveel r<strong>en</strong>te levert e<strong>en</strong> bedrag van € 100 op in<br />

e<strong>en</strong> jaar?<br />

• Ko<strong>en</strong> heeft autopech op de snelweg. Hij staat bij<br />

het bordje 36,4 km. Bij het bordje 37,0 km kan hij<br />

om hulp bell<strong>en</strong>. Hoeveel meter moet hij lop<strong>en</strong> tot<br />

het bordje 37,0 km?<br />

In deze bijdrage laat ik zi<strong>en</strong> hoe ernstig de situatie in<br />

feite is. Welke didactische blunders deze narigheid<br />

hebb<strong>en</strong> veroorzaakt. Wat er mis is met het huidige<br />

lesmateriaal.<br />

Hoe het komt dat matige <strong>en</strong> zwakke leerling<strong>en</strong> door<br />

de moderne methodes tot wanhoop word<strong>en</strong> gedrev<strong>en</strong>.<br />

Waarom veel leerling<strong>en</strong> al in groep 4 (= 2 de leerjaar)<br />

van de basisschool e<strong>en</strong> geweldige hekel aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>. En hoe het komt dat zelfs de beste leerling<strong>en</strong><br />

op school niet meer ler<strong>en</strong> hoe je vlot <strong>en</strong> foutloos<br />

getall<strong>en</strong> kunt optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong>, verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> del<strong>en</strong>.<br />

2 Waarom Daan <strong>en</strong> Sanne<br />

niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

Het toeval wilde dat ik eind 2006 gevraagd werd<br />

e<strong>en</strong> lezing te houd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de Panama-confer<strong>en</strong>tie<br />

op 18 januari 2007. Dat is e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie voor<br />

pabodoc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>didactici (Panama staat voor<br />

PAbo NAscholing MAthematische Activiteit<strong>en</strong>). Ik koos<br />

voor ‘Myth<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>didactiek’, e<strong>en</strong> lezing die veel<br />

stof deed opwaai<strong>en</strong>. Die lezing heb ik kort daarna<br />

uitgewerkt tot e<strong>en</strong> artikel Waarom Daan <strong>en</strong> Sanne<br />

niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Pas bij de voorbereiding van<br />

mijn lezing b<strong>en</strong> ik me gaan verdiep<strong>en</strong> in de ‘revolutie in<br />

het rek<strong>en</strong>onderwijs’ (Treffers) die zich de afgelop<strong>en</strong><br />

dertig jaar heeft voltrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> die onder andere tot<br />

uiting komt in het huidige lesmateriaal voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

op de basisschool <strong>en</strong> de pabo (= normaalschool).<br />

In mijn Daan-<strong>en</strong>-Sanne-stuk heb ik mijn geschokte<br />

reactie daarop beschrev<strong>en</strong>. ‘Handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, ‘kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, ‘happ<strong>en</strong> in plaats van staart-del<strong>en</strong>’,<br />

het zijn allemaal concept<strong>en</strong> die ik niet anders kan<br />

kwalificer<strong>en</strong> dan als kolossale didactische blunders.<br />

Dat ik in die opinie niet alle<strong>en</strong> sta, bewijz<strong>en</strong> de talrijke<br />

reacties op mijn stuk, onder andere van doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

primair onderwijs, interne begeleiders <strong>en</strong> remedial<br />

teachers. Wat promin<strong>en</strong>t uit de reacties op Daan-<strong>en</strong>-<br />

Sanne naar vor<strong>en</strong> komt, is de klacht dat er in het<br />

primair onderwijs ge<strong>en</strong> keuze meer is: alle leerboek<strong>en</strong><br />

zijn opgezet volg<strong>en</strong>s het nieuwe rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Ook het rek<strong>en</strong>onderwijs op de pabo wordt er geheel<br />

door gedomineerd.<br />

17


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Wie als kritische buit<strong>en</strong>staander de moeite neemt<br />

het lesmateriaal voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de basisschool <strong>en</strong><br />

de pabo door te kijk<strong>en</strong>, moet al snel vaststell<strong>en</strong> dat<br />

het ge<strong>en</strong> wonder is dat Daan <strong>en</strong> Sanne (<strong>en</strong> hun<br />

meesters <strong>en</strong> juff<strong>en</strong>) niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Naast<br />

prachtige plaatjes, leuke rek<strong>en</strong>context<strong>en</strong>, mooie<br />

voorbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>de puzzeltjes, verton<strong>en</strong> die<br />

boek<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkschrift<strong>en</strong> ook ernstige didactische<br />

gebrek<strong>en</strong>. Vooral bij middelmatige <strong>en</strong> zwakke leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> die wel tot grote problem<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

Kort sam<strong>en</strong>gevat luid<strong>en</strong> die manco’s als volgt:<br />

−<br />

−<br />

−<br />

−<br />

de leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> omslachtige rek<strong>en</strong>method<strong>en</strong><br />

(berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>) voorgezet,<br />

de pres<strong>en</strong>tatie is chaotisch,<br />

er is veel te weinig aandacht voor systematisch<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in verwarring gebracht doordat<br />

er bij elk type rek<strong>en</strong>bewerking allerlei berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />

door <strong>en</strong> naast elkaar word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd.<br />

Soms zijn dat alle<strong>en</strong> maar foefjes waarmee<br />

je af <strong>en</strong> toe bepaalde berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kunt<br />

verkort<strong>en</strong>, maar die ge<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e geldigheid<br />

hebb<strong>en</strong>. Ze word<strong>en</strong> in het moderne jargon<br />

‘handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ g<strong>en</strong>oemd. Voorbeeld: 24 × 125<br />

rek<strong>en</strong> je uit door 12 × 250 te nem<strong>en</strong> of 6 × 500,<br />

<strong>en</strong> dat kun je uit je hoofd. Leuk <strong>en</strong> slim, maar bij<br />

26 × 127 of 29 × 123 werkt het niet meer.<br />

Het is niet moeilijk te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat zwakke leerling<strong>en</strong><br />

door die overvloed aan handigheidjes al snel de<br />

kluts kwijtrak<strong>en</strong>: iedere som wordt op die manier<br />

immers e<strong>en</strong> totaal nieuw probleem waarvoor in<br />

gedacht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> heel repertoire aan trucjes afgelop<strong>en</strong><br />

moet word<strong>en</strong>. En natuurlijk kiez<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dan<br />

vaak niet de handigste methode. Of ze bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

zelf iets, dat dan niet zeld<strong>en</strong> ook nog fout is. …<br />

Andere rek<strong>en</strong>methodes in de moderne boekjes<br />

werk<strong>en</strong> wel altijd, maar ze zijn zo onhandig <strong>en</strong> omslachtig,<br />

dat rek<strong>en</strong>fout<strong>en</strong> haast onvermijdelijk zijn.<br />

Dat geldt met name voor het zog<strong>en</strong>aamde ‘kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ – ik zal later uitlegg<strong>en</strong> wat daarmee<br />

wordt bedoeld, <strong>en</strong> voor de ‘hapmethodes’ die de<br />

staartdeling hebb<strong>en</strong> verdrong<strong>en</strong>.<br />

Nu al zeg ik dat ik het e<strong>en</strong> schandaal vind dat dit<br />

soort rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in het lesmateriaal terecht is gekom<strong>en</strong>.<br />

2 Mythes<br />

Veel van de narigheid in het wiskundeonderwijs is<br />

terug te voer<strong>en</strong> op drie hardnekkige myth<strong>en</strong> in de<br />

rek<strong>en</strong>didactiek. Je vindt ze in allerlei vorm<strong>en</strong> terug in<br />

het rek<strong>en</strong>materiaal <strong>en</strong> in de moderne rek<strong>en</strong>didactische<br />

vakliteratuur. Ik behandel ze stuk voor stuk.<br />

2.1 Mythe 1: eerst begrijp<strong>en</strong>, dan pas oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

Deze mythe k<strong>en</strong>t ook allerlei andere formulering<strong>en</strong>.<br />

Bijvoorbeeld: het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaardigheid<br />

kan pas met vrucht gebeur<strong>en</strong> nadat inzicht in die<br />

vaardigheid is verkreg<strong>en</strong>. Of: let op, leer ge<strong>en</strong> onbegrep<strong>en</strong><br />

regels uit je hoofd! Of: oef<strong>en</strong><strong>en</strong> zonder<br />

inzicht geeft k<strong>en</strong>nis zonder uitzicht.<br />

Het klinkt allemaal heel aannemelijk, vooral als het<br />

op rijm gesteld is, maar het is kletskoek. Ler<strong>en</strong><br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> gaat namelijk heel anders. Het is eerder<br />

het omgekeerde: juist tijd<strong>en</strong>s het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> ontstaat<br />

geleidelijk steeds meer begrip. Eig<strong>en</strong>lijk is het de<br />

oude wijsheid oef<strong>en</strong>ing baart kunst, waarbij kunst<br />

hier niet alle<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid, maar ook begrip<br />

omvat. Zeker wanneer het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> systematisch<br />

opgezet is <strong>en</strong> wordt ingebed in verdiepingsrond<strong>en</strong><br />

zoals hieronder wordt beschrev<strong>en</strong>.<br />

Hoe verlop<strong>en</strong> succesvolle leerprocess<strong>en</strong>?<br />

Succesvolle leerprocess<strong>en</strong> in het rek<strong>en</strong>onderwijs<br />

doorlop<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong>:<br />

1. Oriëntering (context, voorbeeld<strong>en</strong>)<br />

2. Oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, eerst makkelijk, dan iets moeilijker.<br />

Ge<strong>en</strong> context<strong>en</strong>!<br />

3. Verdieping met context<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong><br />

4. Meer oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zonder context<strong>en</strong><br />

5. Verdere verdieping, voorbeeld<strong>en</strong>, context<strong>en</strong>...<br />

waarbij de stapp<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 5 naar behoefte herhaald<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

In stap 1 wordt aangehaakt bij datg<strong>en</strong>e wat de leerling<br />

al weet <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. Daarbij hoort e<strong>en</strong> uitleg van de nieuwe<br />

methode (berek<strong>en</strong>ingswijze) in de allere<strong>en</strong>voudigste<br />

gevall<strong>en</strong>, net g<strong>en</strong>oeg om aan de eerste serie gemakkelijke<br />

oef<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>. Voor<br />

bijles of bijspijkeronderwijs kan fase 1 kort gehoud<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> of zelfs achterwege blijv<strong>en</strong>; op school moet<br />

aan die fase daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> juist veel aandacht word<strong>en</strong><br />

besteed met allerlei voorbeeld<strong>en</strong> uit de dagelijkse<br />

rek<strong>en</strong>praktijk. En het moet gezegd word<strong>en</strong>: juist op<br />

dit gebied bevatt<strong>en</strong> de moderne methodes e<strong>en</strong><br />

schat aan aantrekkelijk <strong>en</strong> effectief materiaal.<br />

18


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> in fase 2 zal daarna echter meestal<br />

met ‘uitgeklede’ rek<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> omdat<br />

context<strong>en</strong> in dat stadium de aandacht alle<strong>en</strong> maar<br />

afleid<strong>en</strong> van de ess<strong>en</strong>tie. Belangrijk is wel dat die<br />

oef<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> zeer e<strong>en</strong>voudig beginn<strong>en</strong> <strong>en</strong> heel<br />

geleidelijk moeilijker word<strong>en</strong>. Zo blijv<strong>en</strong> ook de<br />

zwakste leerling<strong>en</strong> bij de les, <strong>en</strong> zo bouw<strong>en</strong> ook die<br />

leerling<strong>en</strong> zelfvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> op.<br />

In fase 3, de eerste verdiepingsfase, kunn<strong>en</strong> de<br />

praktijkvoorbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de context<strong>en</strong> weer terugker<strong>en</strong>.<br />

Je kijkt daarbij terug op wat je geleerd hebt<br />

<strong>en</strong> de doc<strong>en</strong>t legt opnieuw uit hoe <strong>en</strong> waarom de<br />

methode werkt. Dat valt dan in vruchtbare aarde, <strong>en</strong><br />

zo neemt bij de leerling<strong>en</strong> geleidelijk het begrip toe.<br />

Met de fas<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 5 wordt de methode telk<strong>en</strong>s verder<br />

uitgediept.<br />

Als doc<strong>en</strong>t moet je niet verbaasd zijn als er tijd<strong>en</strong>s<br />

de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de fas<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 4 telk<strong>en</strong>s andere<br />

leerling<strong>en</strong> steeds weer dezelfde vraag stell<strong>en</strong>, vaak<br />

over iets dat je nog ge<strong>en</strong> twee minut<strong>en</strong> eerder aan<br />

de hele klas hebt uitgelegd. Maar to<strong>en</strong> ging het blijkbaar<br />

over de hoofd<strong>en</strong> he<strong>en</strong>; pas doordat leerling<strong>en</strong><br />

zelf somm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geprobeerd, valt het kwartje.<br />

Elke goede doc<strong>en</strong>t k<strong>en</strong>t zulke ervaring<strong>en</strong>.<br />

2.2 Mythe 2: leerling<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> rijtjes<br />

somm<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> vreselijk<br />

De tweede mythe gaat over de bek<strong>en</strong>de, <strong>en</strong> in<br />

sommige kring<strong>en</strong> beruchte rijtjes oef<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong>.<br />

Ook deze mythe is wijdverbreid. De werkelijkheid is<br />

echter dat leerling<strong>en</strong> graag rijtjes somm<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>,<br />

mits die goed <strong>en</strong> systematisch zijn opgebouwd zodat<br />

ze het idee krijg<strong>en</strong> dat ze echt iets ler<strong>en</strong>. Helaas<br />

wordt die mythe ook gevoed door veel van het<br />

moderne lesmateriaal. Daarin staan namelijk ook<br />

wel rijtjes somm<strong>en</strong>, maar dan rijtjes waarbij elke<br />

opgave weer e<strong>en</strong> nieuwe moeilijkheid of truc<br />

(berek<strong>en</strong>ingswijze) bevat.<br />

Rijtjes gelijksoortige somm<strong>en</strong> waarbij je e<strong>en</strong> vaardigheid<br />

door systematisch oef<strong>en</strong><strong>en</strong> onder de knie krijgt,<br />

zijn helaas zeldzaam. Ge<strong>en</strong> wonder dat leerling<strong>en</strong><br />

dan e<strong>en</strong> hekel krijg<strong>en</strong> aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> als ze de kans<br />

niet krijg<strong>en</strong> door oef<strong>en</strong><strong>en</strong> zelfvertrouw<strong>en</strong> op te<br />

bouw<strong>en</strong>. Laat ze rustig ti<strong>en</strong> somm<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van<br />

hetzelfde type. Het zal steeds vlotter gaan, <strong>en</strong> als ze<br />

na afloop aan de hand van de antwoord<strong>en</strong>lijst constater<strong>en</strong><br />

dat ze ze goed hebb<strong>en</strong>, zijn ze buit<strong>en</strong>gewoon<br />

tevred<strong>en</strong> – <strong>en</strong> terecht. Ze hebb<strong>en</strong> weer wat<br />

geleerd!<br />

Mythe 1 <strong>en</strong> mythe 2 hebb<strong>en</strong> ertoe geleid dat systematisch<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de laatste tijd in het verdomhoekje<br />

terecht is gekom<strong>en</strong>. Er wordt in de moderne rek<strong>en</strong>didactiek<br />

ook e<strong>en</strong> aparte vakterm voor gebruikt:<br />

cijfer<strong>en</strong>. Bij ‘cijfer<strong>en</strong>’ gaat het volg<strong>en</strong>s de didactici<br />

alle<strong>en</strong> maar om het mechanisch (‘mechanistisch’<br />

zegg<strong>en</strong> ze, <strong>en</strong> dat klinkt nog veel vreselijker!) uitvoer<strong>en</strong><br />

van rek<strong>en</strong>recept<strong>en</strong>. Daarbij werk je volg<strong>en</strong>s<br />

h<strong>en</strong> niet met getall<strong>en</strong>, maar alle<strong>en</strong> maar betek<strong>en</strong>isloos<br />

met losse cijfers, als e<strong>en</strong> soort rek<strong>en</strong>machine<br />

van vlees <strong>en</strong> bloed. De achterligg<strong>en</strong>de gedachte is<br />

dat dit e<strong>en</strong> minderwaardige activiteit is (‘zo traint<br />

m<strong>en</strong> aapjes’), <strong>en</strong> in elk geval niet nodig wanneer je<br />

maar goed begrijpt wat getall<strong>en</strong> <strong>en</strong> getall<strong>en</strong>relaties<br />

‘eig<strong>en</strong>lijk’ zijn. Dat leerling<strong>en</strong> op die manier aantoonbaar<br />

niet ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, wordt achteloos terzijde<br />

geschov<strong>en</strong>.<br />

Ook is het betreur<strong>en</strong>swaardig dat leerling<strong>en</strong> door de<br />

aparte term ‘cijfer<strong>en</strong>’ t<strong>en</strong> onrechte de indruk krijg<strong>en</strong><br />

dat er e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling zou bestaan tuss<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong>. Als ik het voor het zegg<strong>en</strong> had, zou de<br />

term cijfer<strong>en</strong> onmiddellijk uit het rek<strong>en</strong>onderwijs verdwijn<strong>en</strong>.<br />

Ook het vreselijke woord ‘gecijferdheid’<br />

wordt alle<strong>en</strong> maar door rek<strong>en</strong>didactici gebruikt.<br />

Waarom niet gewoon sprek<strong>en</strong> over rek<strong>en</strong>vaardigheid,<br />

want daar gaat het toch om?<br />

2.3 Gevarieerde oplossingsstrategieën<br />

De derde mythe is zonder twijfel de meest schadelijke.<br />

Ze luidt: het is goed als leerling<strong>en</strong> meerdere oplossingsstrategieën<br />

ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong><br />

welke methode ze bij e<strong>en</strong> concrete opgave will<strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong>. Ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> bladzijd<strong>en</strong> in het moderne<br />

rek<strong>en</strong>lesmateriaal word<strong>en</strong> gevuld met handigheidjes,<br />

foefjes, trucs <strong>en</strong> hap-snapmethodes die alle<strong>en</strong><br />

in heel speciale gevall<strong>en</strong> vlot werk<strong>en</strong>. Voor de<br />

beginner <strong>en</strong> voor de gevorderde matige of zwakke<br />

leerling is dit ‘handige rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ rampzalig.<br />

In feite is er voor elk type rek<strong>en</strong>bewerking één<br />

beproefd, e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> altijd werk<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong>recept.<br />

Alle aandacht moet gericht zijn op het stap-voorstap<br />

aanler<strong>en</strong> van die standaardrecept<strong>en</strong>. Het zijn<br />

er precies twaalf, namelijk voor optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong>,<br />

verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong> van achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s<br />

natuurlijke getall<strong>en</strong>, kommagetall<strong>en</strong> (zo het<strong>en</strong> decimale<br />

breuk<strong>en</strong> op school) <strong>en</strong> breuk<strong>en</strong>. De recept<strong>en</strong><br />

voor kommagetall<strong>en</strong> zijn daarbij in wez<strong>en</strong> gelijk aan<br />

de recept<strong>en</strong> voor natuurlijke getall<strong>en</strong>, dus eig<strong>en</strong>lijk<br />

gaat het maar om acht verschill<strong>en</strong>de recept<strong>en</strong>. Al<br />

het verdere rek<strong>en</strong>onderwijs kan aan deze kapstok<br />

word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong>.<br />

19


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Het is treurig dat leerling<strong>en</strong> van de basisschool kom<strong>en</strong><br />

zonder dat zij deze twaalf (of eig<strong>en</strong>lijk dus maar<br />

acht) recept<strong>en</strong> door <strong>en</strong> door beheers<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s,<br />

ook het voortgezet onderwijs treft blaam, want daar<br />

word<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> vaak niet bijgehoud<strong>en</strong> of<br />

bijgespijkerd. Liever wordt ongestraft toegelat<strong>en</strong> dat<br />

leerling<strong>en</strong> naar de rek<strong>en</strong>machine grijp<strong>en</strong> om bijvoorbeeld<br />

7 × 8 uit te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ik haast me er bij te zegg<strong>en</strong><br />

dat er gelukkig ook steeds meer schol<strong>en</strong> in het voortgezet<br />

onderwijs zijn waarbij de wiskundesectie wèl<br />

aandacht aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is gaan bested<strong>en</strong>. Daar wordt<br />

met kale rijtjes oef<strong>en</strong>somm<strong>en</strong> gerepareerd wat er op<br />

de basisschool verwaarloosd is, net zoals op hbo <strong>en</strong><br />

universiteit via extra wiskundecursuss<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>de<br />

havo- <strong>en</strong> vwo-stof bijgespijkerd wordt. Betreur<strong>en</strong>swaardig,<br />

maar helaas nog steeds noodzakelijk.<br />

3 Kolomsgewijs rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

3.1 Kolomsgewijs optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong><br />

Bij het kolomsgewijs optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> werk je<br />

van links naar rechts. Zie figuur 1, ontle<strong>en</strong>d aan [4],<br />

e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t boek dat toekomstige pabo-stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

moet voorbereid<strong>en</strong> op de rek<strong>en</strong>toets. Bij het optell<strong>en</strong><br />

van getall<strong>en</strong> van drie cijfers tel je dus eerst de honderdtall<strong>en</strong>,<br />

dan de ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan de e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> op.<br />

Natuurlijk is dat niet fout, maar het is wel ontzett<strong>en</strong>d<br />

onhandig bij grotere aantall<strong>en</strong> <strong>en</strong> grotere getall<strong>en</strong><br />

(zie figuur 3, linkerkolom).<br />

Werkelijk van de zotte is kolomsgewijs aftrekk<strong>en</strong><br />

(figuur 1, rechts), want daar moet je dan eig<strong>en</strong>lijk al<br />

met negatieve getall<strong>en</strong> gaan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (‘tekort’). Let<br />

wel, dit wordt thans op de basisschol<strong>en</strong> gedaan met<br />

kinder<strong>en</strong> die nog helemaal nooit eerder met aftreksomm<strong>en</strong><br />

te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad!<br />

Ik heb het hierbov<strong>en</strong> al gehad over ‘kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, e<strong>en</strong> moderne didactiekterm waarmee e<strong>en</strong><br />

aantal ‘nieuwe’ methodes voor optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> wordt aangeduid. Dat de onhandighed<strong>en</strong><br />

van die methodes in de rek<strong>en</strong>boekjes<br />

niet e<strong>en</strong>s zo evid<strong>en</strong>t word<strong>en</strong>, komt doordat kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> daar alle<strong>en</strong> maar uitgelegd wordt<br />

voor getall<strong>en</strong> van twee of hoogst<strong>en</strong>s drie cijfers.<br />

Wanneer je laat zi<strong>en</strong> hoe omslachtig zulke methodes<br />

word<strong>en</strong> bij grotere getall<strong>en</strong>, zegg<strong>en</strong> de verdedigers<br />

ervan dat de leerling<strong>en</strong> dan maar op het<br />

‘traditionele’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> moet<strong>en</strong> overstapp<strong>en</strong>, of e<strong>en</strong><br />

rek<strong>en</strong>machine moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Maar dat staat lang<br />

niet altijd in de boekjes: daar wordt kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vaak als e<strong>en</strong> volwaardige methode gepres<strong>en</strong>teerd.<br />

Vaak zelfs als beter (inzichtelijker’ dan de<br />

traditionele methode, die dan als het ‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />

opa’ wordt afgedaan. Maar ook als het wèl gepres<strong>en</strong>teerd<br />

wordt als opstapje naar ‘cijfer<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’,<br />

krijgt kolomsgewijs rek<strong>en</strong><strong>en</strong> het volle licht van de<br />

schijnwerpers terwijl de traditionele methodes haast<br />

nerg<strong>en</strong>s meer fatso<strong>en</strong>lijk word<strong>en</strong> uitgelegd.<br />

We lez<strong>en</strong> bijvoorbeeld in [1]: ‘Omdat het cijfer<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het basisschoolprogramma e<strong>en</strong><br />

minder grote aandacht krijgt <strong>en</strong> het kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal zal staan, zal eerst dit onderdeel<br />

geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>’ (blz. 23). Vervolg<strong>en</strong>s wordt het<br />

‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong> van opa’ gemakshalve maar helemaal niet<br />

meer behandeld.<br />

Figuur 1<br />

E<strong>en</strong> simpel voorbeeld met iets grotere getall<strong>en</strong> toont<br />

de absurditeit van de ‘methode’ afdo<strong>en</strong>de aan (zie<br />

figuur 3).<br />

3.2 Kolomsgewijs verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

Maar het kan nog erger: kolomsgewijs verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

(zie figuur 3 rechts).<br />

In het voorbeeld uit e<strong>en</strong> bepaalde methode (zie<br />

figuur 2) wordt de verm<strong>en</strong>igvuldiging ook ev<strong>en</strong> ‘op<br />

de manier van opa’ gedaan (van rechts naar links).<br />

20


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Figuur 2: Kolomsgewijs verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> ([4], blz. 74)<br />

Figuur 4: De ‘hapmethode’ voor del<strong>en</strong> ([4], blz. 76)<br />

200, 00<br />

210, 00<br />

19, 00<br />

2, 30<br />

0, 25 +<br />

400, 00<br />

20, 00<br />

11, 00<br />

0, 50<br />

0, 05 +<br />

431, 55<br />

78, 12<br />

13, 34<br />

142, 57<br />

92, 63<br />

104, 89 +<br />

200, 00<br />

210, 00<br />

19, 00<br />

2, 30<br />

0, 25 +<br />

400, 00<br />

20, 00<br />

11, 00<br />

0, 50<br />

0, 05 +<br />

431, 55<br />

413, 92<br />

376, 75 –<br />

100, 00<br />

60, 00 tekort<br />

3, 00 tekort<br />

0, 20<br />

0, 03 tekort<br />

40, 00<br />

3, 00 tekort<br />

0, 20<br />

0, 03 tekort<br />

37, 00<br />

0, 20<br />

0, 03 tekort<br />

37, 20<br />

0, 03 tekort<br />

37, 17<br />

Figuur 3: Kolomsgewijs optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

met iets grotere getall<strong>en</strong><br />

345<br />

729 x<br />

210000<br />

28000<br />

3500<br />

6000<br />

800<br />

100<br />

2700<br />

360<br />

45 +<br />

200000<br />

30000<br />

19000<br />

2400<br />

100<br />

5 +<br />

251505<br />

4 Happ<strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> i.p.v. cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong><br />

Het is al vaak in de media gezegd: de kinder<strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong> niet meer wat e<strong>en</strong> staartdeling is. Inderdaad<br />

krijgt die op school teg<strong>en</strong>woordig maar weinig, of<br />

zelfs helemaal ge<strong>en</strong> aandacht. In plaats daarvan<br />

wordt de ‘hapmethode’ gepropageerd. Die komt er<br />

eig<strong>en</strong>lijk op neer dat de leerling maar wat doet:<br />

telk<strong>en</strong>s happ<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> van het deeltal totdat er e<strong>en</strong><br />

rest overblijft die kleiner is dan de deler. Figuur 4<br />

laat er voorbeeld<strong>en</strong> van zi<strong>en</strong>.<br />

Gelukkig word<strong>en</strong> daar de tuss<strong>en</strong>resultat<strong>en</strong> niet met<br />

‘kolomsgewijs aftrekk<strong>en</strong>’ berek<strong>en</strong>d. Je moet er niet<br />

aan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat dit wel zou gebeur<strong>en</strong>. Ook bij de<br />

hapmethode is het argum<strong>en</strong>t weer dat leerling<strong>en</strong><br />

dan zoud<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat ze do<strong>en</strong>, terwijl dat bij de<br />

staartdeling niet het geval zou zijn. Of dat werkelijk<br />

waar is, is echter nooit onderzocht. Erger is natuurlijk<br />

dat de hapmethode weer uitnodigt tot onhandig<br />

<strong>en</strong> omslachtig rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, juist omdat het ge<strong>en</strong> systematische<br />

methode is. Natuurlijk leidt dat dan ook<br />

ook tot meer fout<strong>en</strong>.<br />

Onderzoek van dr. C.M. van Putt<strong>en</strong> <strong>en</strong> drs. M. Hick<strong>en</strong>dorff<br />

van de Leidse universiteit heeft inderdaad aangetoond<br />

dat leerling<strong>en</strong> van groep 8 (= zesde leerjaar)<br />

die e<strong>en</strong> hapmethode gebruik<strong>en</strong>, significant<br />

meer fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dan leerling<strong>en</strong> die werk<strong>en</strong> met<br />

de traditionele staartdeling. Zelfs als ze alle<strong>en</strong> maar<br />

deling<strong>en</strong> met kleine getall<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

De staartdeling is e<strong>en</strong> overzichtelijke, efficiënte rek<strong>en</strong>methode<br />

die haar waarde in vele g<strong>en</strong>eraties rek<strong>en</strong>onderwijs<br />

bewez<strong>en</strong> heeft. In mijn Basisboek Rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

kun je op de bladzijd<strong>en</strong> 42 <strong>en</strong> 43 aan de hand van<br />

e<strong>en</strong> erf<strong>en</strong>isverdeling zi<strong>en</strong> waarom de staartdeling<br />

werkt, <strong>en</strong> hoe die werkt. Er is niets raadselachtigs of<br />

onnatuurlijks aan. Maar ook hier geldt weer: je leert<br />

<strong>en</strong> begrijpt het recept pas volledig nadat je er veel<br />

mee hebt geoef<strong>en</strong>d. Juist omdat staartdel<strong>en</strong> ongetwijfeld<br />

het lastigste rek<strong>en</strong>recept is, moet er heel<br />

veel mee geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> zijn dus<br />

gebaat bij e<strong>en</strong> voorzichtige, didactisch verantwoorde,<br />

stapsgewijze opbouw. Niet bij e<strong>en</strong> alternatieve<br />

methode waarbij ze aangemoedigd word<strong>en</strong> maar<br />

wat aan te rommel<strong>en</strong> (‘Maak je eig<strong>en</strong> voorkeur bij<br />

het noter<strong>en</strong> van de happ<strong>en</strong>.’).<br />

21


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Boek<strong>en</strong>, artikel<strong>en</strong>, rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> websites<br />

[1] Jos van d<strong>en</strong> Bergh, Petra van d<strong>en</strong> Brom-Snijders,<br />

Marijke Creus<strong>en</strong>, Jan Haarsma, Rek<strong>en</strong>wijzer, Thieme<br />

Meul<strong>en</strong>hof, Utrecht/Zutph<strong>en</strong>, 2005<br />

[2] Jan van de Craats, Rob Bosch, Basisboek rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

Pearson Education, Amsterdam, 2007<br />

[3] Fred Goffree, Wil Oonk, Rek<strong>en</strong> Vaardig – Op weg<br />

naar basale <strong>en</strong> professionele gecijferdheid, Wolters-<br />

Noordhoff, Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong>, 2004<br />

[4] Ed de Moor, Willem Uitt<strong>en</strong>bogaard, Sieb Kemme<br />

(eindredactie), Basisvaardighed<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de<br />

pabo, Wolters-Noordhoff, Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong>, 2006<br />

[5] Jan van de Craats, Waarom Daan <strong>en</strong> Sanne niet<br />

kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, Nieuw Archief Voor Wiskunde,<br />

vijfde serie, jaargang 8, nr. 2, juni 2007, 132-136.<br />

[6] Jan Jans<strong>en</strong>, Frank van der Schoot, Bas Hemker,<br />

Balans van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs aan het<br />

einde van de basisschool 4, Uitkomst<strong>en</strong> van de<br />

vierde peiling in 2004, Cito, 2005.<br />

[7] Over de drempels met taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, eindrapport<br />

van de Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong><br />

Rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, januari 2008 (SLO, Enschede).<br />

[8] PISA-rapport<strong>en</strong>, zie: http://www.pisa.oecd.org/<br />

[9] TIMSS-rapport<strong>en</strong>, zie: http://nces.ed.gov/timss/index.asp<br />

[10] Rapport van het C<strong>en</strong>traal Planbureau over o.a.<br />

TIMSS <strong>en</strong> PISA, zie: http://www.cpb.nl/nl/pub/<br />

cpbreeks<strong>en</strong>/bijzonder/69/<br />

[11] http://www.rek<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trale.nl/. Dit is de website van<br />

De rek<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trale van Rob <strong>en</strong> Marisca Milikowski.<br />

Bijlage over cijfer<strong>en</strong><br />

Prof. Kees van Putt<strong>en</strong> (Leid<strong>en</strong>) onderzoekt al vele<br />

jar<strong>en</strong> de PPON-resultat<strong>en</strong> voor cijfer<strong>en</strong>. Hij stuurde<br />

hierover volg<strong>en</strong>de reactie naar prof. van de Craats<br />

op 28-01-08. “Mijn eerste onderzoekjes naar de traditionele<br />

staartdeling dater<strong>en</strong> uit 1989; het was to<strong>en</strong><br />

werk op de vierkante millimeter (computersimulatie<br />

van staartdel<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> regelgeleide cognitieve<br />

vaardigheid) <strong>en</strong> het interesseerde vrijwel niemand.<br />

Nu strijdt m<strong>en</strong> publiekelijk om de staartdeling e.d.<br />

(ook in de USA is er e<strong>en</strong> war on math). Op de <strong>Onderwijs</strong><br />

Research Dag<strong>en</strong> op 6 juni 2007 in Groning<strong>en</strong><br />

heb ik e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatie verzorgd over strategiegebruik<br />

bij het onderdeel Bewerking<strong>en</strong>: verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

uit PPON 1997 <strong>en</strong> 2004. In 2006 hebb<strong>en</strong><br />

Marian Hick<strong>en</strong>dorff <strong>en</strong> ik sam<strong>en</strong> met zes stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

bijna 10 000 verm<strong>en</strong>igvuldigopgav<strong>en</strong> van ruim 1500<br />

leerling<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> in de PPON-toetsboekjes die<br />

door het Cito aan de Universiteit Leid<strong>en</strong> ter beschikking<br />

zijn gesteld. Dit zijn de eerste resultat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

mijn AIO Marian gaat binn<strong>en</strong>kort beginn<strong>en</strong> met gedetailleerdere<br />

analyses. De traditionele verm<strong>en</strong>igvuldiging<br />

‘onder elkaar’ (zoals opa het deed) komt<br />

nog steeds veel voor (in teg<strong>en</strong>stelling tot de staartdeling),<br />

maar is wel aan het teruglop<strong>en</strong> in 2004 vergelek<strong>en</strong><br />

met 1997.<br />

Ik heb speciaal ingezoomd op de opgave ‘99 × 99<br />

= ?’ omdat deze zich zo goed le<strong>en</strong>t voor de zog<strong>en</strong>aamde<br />

realistische aanpak. Ik heb e<strong>en</strong> groot deel<br />

van testboekjes met deze opgave uit PPON 2004<br />

op e<strong>en</strong> avond zelf nagekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> heb die nacht bijzonder<br />

slecht geslap<strong>en</strong>: zolang de leerling<strong>en</strong> maar<br />

‘volg<strong>en</strong>s opa’ rek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, ging het meestal goed, maar<br />

realistische aanpakk<strong>en</strong> via bijvoorbeeld 100 × 99 of<br />

100 × 100 leverd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> slagveld aan foutieve uitwerking<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> op. Het begon al met<br />

fout<strong>en</strong> in 100 × 99 of 100 × 100 (met fout<strong>en</strong> als 990<br />

respectievelijk 1000 of 100 000), <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s het<br />

probleem hoeveel daarvan af te trekk<strong>en</strong><br />

(comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>) met fout<strong>en</strong> als 1 of 2, 100 of 200<br />

eraf. Eig<strong>en</strong>lijk was alle<strong>en</strong> de traditionele aanpak hier<br />

succesvol <strong>en</strong> kond<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de sterke rek<strong>en</strong>aars<br />

(beste 33 %) zich e<strong>en</strong> realistische aanpak veroorlov<strong>en</strong>;<br />

alle andere combinaties war<strong>en</strong> kansloos.<br />

Deze opgave bleek ook lastig op de nationale<br />

rek<strong>en</strong>test van december j.l. omdat die daar onder<br />

tijdsdruk uit het hoofd gedaan moest word<strong>en</strong>. Twee<br />

van de drie finalist<strong>en</strong> bezwek<strong>en</strong> <strong>en</strong> to<strong>en</strong> kreeg de<br />

derde de tijd om het goed uit te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>: (100 × 99)<br />

− 99 = 9801. Kom<strong>en</strong>de maand analyser<strong>en</strong> we het<br />

onderdeel ‘Bewerking<strong>en</strong>’: aftrekk<strong>en</strong>.<br />

Bij het slagveld aan problem<strong>en</strong> in de realistische<br />

aanpak van de opgave 99 × 99 rees bij mij de vraag<br />

waarom getalbegrip, inzicht <strong>en</strong> schatt<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> à<br />

la FI hier zo weinig leerling<strong>en</strong> op het juiste pad hield<strong>en</strong>.<br />

Deze speerpunt<strong>en</strong> van het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

lat<strong>en</strong> op de peiling<strong>en</strong> vooruitgang zi<strong>en</strong>, maar blijk<strong>en</strong><br />

niet goed te functioner<strong>en</strong> als er e<strong>en</strong> beroep op wordt<br />

gedaan. Waarom gaat 100 × 100 of 100 × 99 zo<br />

vaak fout? Hoezo getalbegrip? Waarom wordt zo<br />

vaak e<strong>en</strong> onjuiste comp<strong>en</strong>satie gebruikt? In het<br />

oppervlaktemodel van 100 × 100 tegels verwijder je<br />

eerst 100 <strong>en</strong> daarna 99 tegels, zodat je op 9801<br />

uitkomt voor e<strong>en</strong> oppervlakte van 99 × 99. Ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele leerling in het PPON-materiaal heb ik e<strong>en</strong><br />

dergelijke visualisatie zi<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>; hoezo inzichtelijk<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>? Ik heb de indruk dat de Freud<strong>en</strong>thalers er<br />

ge<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ul van hebb<strong>en</strong> hoe lastig zo’n ‘inzicht’ als<br />

onderwijsdoel eig<strong>en</strong>lijk is <strong>en</strong> voor hoe weinig leerling<strong>en</strong><br />

het t<strong>en</strong>slotte is weggelegd.”<br />

22


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Marjolein Kool, hoofdredactrice ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ bek<strong>en</strong>t:<br />

“Te weinig parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> veel te weinig inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>”<br />

Raf Feys<br />

1 Karikatuur van kritiek<br />

Marjolein Kool is al vele jar<strong>en</strong> hoofdredacteur van het<br />

tijdschrift ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>te wiskunde<br />

op e<strong>en</strong> PABO. In het redactioneel van september<br />

2007 manifesteerde Marjolein Kool zich nog als e<strong>en</strong><br />

kritiekloze verteg<strong>en</strong>woordiger van het realistisch<br />

wiskundeonderwijs van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut (FI).<br />

In het redactioneel van januari 2008 gaf ze ruiterlijk<br />

toe dat er veel te weinig aandacht is voor parate<br />

k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> (zie punt 2).<br />

In het redactioneel van september 2007 wees<br />

Marjolein Kool nog alle kritiek resoluut van de hand:<br />

“Ons rek<strong>en</strong>onderwijs haalt de laatste tijd regelmatig<br />

de voorpagina van de krant. Wat is het toch jammer<br />

dat de pers altijd staat te trappel<strong>en</strong> om negatief<br />

nieuws voor het voetlicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> terwijl positieve<br />

zak<strong>en</strong> nauwelijks in de schijnwerpers kom<strong>en</strong>….”<br />

Marjolein stelde het vervolg<strong>en</strong>s voor alsof critici het<br />

hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> totaal overbodig vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kel<br />

kiez<strong>en</strong> voor mechanistisch cijfer<strong>en</strong>. Ze schreef: “Leer<br />

kinder<strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong>, dat is g<strong>en</strong>oeg, aldus de kritiek.”<br />

Marjolein spoorde de lezers ook aan om de bijdrage<br />

te lez<strong>en</strong> van FI-man Willem Uitt<strong>en</strong>bogaard waarin<br />

deze fulmineerde: “Als Van de Craats <strong>en</strong> co hun zin<br />

krijg<strong>en</strong> ontstaan hier Amerikaanse toestand<strong>en</strong> waar<br />

kinder<strong>en</strong> zelfs 7 + 8 onder elkaar uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>”.<br />

De hoofdredactrice voegde er e<strong>en</strong> peiling aan toe<br />

waarbij de lezers mocht<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘handig<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘cijfer<strong>en</strong>’. De lucide onderwijzer Kees Kan<br />

repliceerde op deze peiling: “We moet<strong>en</strong> uiteraard<br />

het schatt<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> e.d. niet afschaff<strong>en</strong>. Maar het<br />

kan toch ook niet de bedoeling zijn dat dit het cijfer<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> gaat vervang<strong>en</strong>!? En laat de kinder<strong>en</strong><br />

alsjeblieft óók de tafels van verm<strong>en</strong>igvuldiging <strong>en</strong> de<br />

meeste rek<strong>en</strong>algoritmes automatiser<strong>en</strong>. Werk a.u.b.<br />

ook aan degelijk onderwijs in het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> met<br />

breuk<strong>en</strong> (ja, óók del<strong>en</strong> door!). De intuïtieve <strong>en</strong><br />

inzichtelijke aanpak van het FI klinkt verder wel<br />

mooi, maar suggereert dat elke opgave zijn eig<strong>en</strong><br />

‘heldere ingeving van het mom<strong>en</strong>t’ vereist. Wie systematisch<br />

d<strong>en</strong>kt (<strong>en</strong> dat is vooral bij rek<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> wel<br />

handig) extrapoleert de hap-snap methodes op<br />

natuurlijke wijze tot e<strong>en</strong> functioneel algoritme. Wie<br />

zo'n algoritme beheerst schept bij zichzelf d<strong>en</strong>kruimte<br />

voor vervolgbegripp<strong>en</strong>. Aldus zie ik ‘inzicht<br />

<strong>en</strong> intuïtie’ vooral als het effectief conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

combiner<strong>en</strong> van eerder opgedane k<strong>en</strong>nis” (zie website<br />

‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’).<br />

2 Marjolein Kool : weinig parate k<strong>en</strong>nis<br />

Marjolein start het redactioneel van januari 2008<br />

nog steeds rancuneus: “Als de krant<strong>en</strong> niets meer<br />

hebb<strong>en</strong> te meld<strong>en</strong> over het klimaat of Geert Wilders,<br />

dan gaat het over rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarbij word<strong>en</strong> de<br />

schijnwerpers gretig gericht op weer e<strong>en</strong> nieuwe<br />

groep die het ‘niet’ blijkt te kunn<strong>en</strong>. Er wordt<br />

naarstig gezocht naar oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Zwarte Piet<strong>en</strong>.<br />

Zit het hem in de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> van de<br />

afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>? Moet het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

verbod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?”<br />

Na die uitval teg<strong>en</strong> de critici bek<strong>en</strong>t Marjolein<br />

ev<strong>en</strong>wel: “Laat ik e<strong>en</strong>s meedo<strong>en</strong> aan het koor van<br />

wanhopig<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn duit in het rek<strong>en</strong>zakje do<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s mij wordt er op de basisschool te weinig<br />

geoef<strong>en</strong>d. Ik merk dat leerkracht<strong>en</strong> prachtige rek<strong>en</strong>less<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong>. In die less<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de<br />

kans om zelf ontdekking<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, om inzicht op te<br />

do<strong>en</strong>. Heel goed. Maar ik mis iets. Wordt de k<strong>en</strong>nis<br />

die kinder<strong>en</strong> in die fantastische less<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong> wel<br />

g<strong>en</strong>oeg verankerd? Wordt hun k<strong>en</strong>nis wel parate<br />

k<strong>en</strong>nis? Het lijkt e<strong>en</strong> simpele oplossing, maar volg<strong>en</strong>s<br />

mij moet er meer geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Ik droom<br />

van de balans, de guld<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg. Eindelijk die<br />

slinger e<strong>en</strong>s in het midd<strong>en</strong>. Wat zou dat prachtig zijn.”<br />

Het verwaarloz<strong>en</strong> van de parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

is op zich al e<strong>en</strong> zware (zelf)kritiek. Dat<br />

leerling<strong>en</strong> met de FI-aanpak over weinig parate<br />

k<strong>en</strong>nis beschikk<strong>en</strong>, maar wel over inzicht <strong>en</strong> probleemoploss<strong>en</strong>d<br />

vermog<strong>en</strong>, klinkt wel ongeloofwaardig.<br />

Zonder parate k<strong>en</strong>nis, ziet ook Marjolein op stagebezoek<br />

ge<strong>en</strong> prachtige rek<strong>en</strong>less<strong>en</strong>.<br />

De kritiek op de FI-aanpak is ook veel ruimer dan<br />

M. Kool laat uitschijn<strong>en</strong>. Zo’n 7 jaar geled<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

we op onze Torhoutse Normaalschool e<strong>en</strong> lang <strong>en</strong><br />

sympathiek gesprek met Marjolein. We legd<strong>en</strong> haar<br />

bij die geleg<strong>en</strong>heid ook onze veelzijdige kritiek voor<br />

<strong>en</strong> bezorgd<strong>en</strong> haar e<strong>en</strong> aantal publicaties waarin we<br />

e<strong>en</strong> uitgebalanceerde rek<strong>en</strong>didactiek uittek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

23


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Kritiek op ‘realistische’ FI-aanpak n.a.v. PPON- onderzoek 1997<br />

Pieter Van Biervliet <strong>en</strong> Raf Feys<br />

1 Achteruitgang tuss<strong>en</strong> 1987 <strong>en</strong> 1997<br />

De Freud<strong>en</strong>thalers wekk<strong>en</strong> op vandaag de indruk<br />

dat de kritiek op de FI-aanpak vrij rec<strong>en</strong>t is <strong>en</strong> vooral<br />

te mak<strong>en</strong> heeft met de keuze voor cijfer<strong>en</strong> i.p.v.<br />

hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Mede om dit te weerlegg<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong><br />

we in e<strong>en</strong> bijdrage verderop e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van<br />

de vele kritiek die we al in de periode 1987-1993<br />

formuleerd<strong>en</strong>. Maar ook in <strong>Nederland</strong> viel er al in<br />

het verled<strong>en</strong> kritiek te beluister<strong>en</strong>. In het NRC<br />

Handelsblad van 6 november ’99 stond bijvoorbeeld<br />

te lez<strong>en</strong>: “Leerling<strong>en</strong> aan het einde van de basisschool<br />

zijn de laatste ti<strong>en</strong> jaar slechter geword<strong>en</strong> in<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat blijkt uit onderzoek van het Citoinstituut<br />

voor toetsontwikkeling. De prestaties bij<br />

hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>, met<strong>en</strong> <strong>en</strong> het cijfer<strong>en</strong> zijn minder.” Uit<br />

de PPON-gegev<strong>en</strong>s bleek dus dat de 12-jarig<strong>en</strong> in<br />

1997 lager scoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande die<br />

leerling<strong>en</strong> opgegroeid war<strong>en</strong> met nieuwe ‘realistische’<br />

methodes. De terugloop van de prestaties werd<br />

door e<strong>en</strong> aantal comm<strong>en</strong>tator<strong>en</strong> precies in verband<br />

gebracht met de sterke to<strong>en</strong>ame van het gebruik<br />

van de realistische methodes in de periode 1992-<br />

1997. Ook in de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> werd er al lang<br />

ge<strong>en</strong> aandacht meer besteed aan de beproefde<br />

waard<strong>en</strong>.<br />

De meest schokk<strong>en</strong>de conclusie in het rapport over<br />

de PPON-peiling van1997 luidde: “In vergelijking<br />

met 1992 is er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal onderwerp<strong>en</strong><br />

waarop t<strong>en</strong> opzichte van 1987 e<strong>en</strong> negatief<br />

jaareffect wordt gevond<strong>en</strong>. Slechts bij 8 van de 24<br />

onderwerp<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> positief effect gevond<strong>en</strong>. Er<br />

lijkt sprake te zijn van e<strong>en</strong> geleidelijke negatieve<br />

ontwikkeling in de rek<strong>en</strong>prestaties van de leerling<strong>en</strong>”<br />

(Jans<strong>en</strong>, J., van der Schoot, B. & N. Verhelst, 1999,<br />

Balans van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs aan het<br />

einde van de basisschool, Cito). Was er in 1992 al<br />

sprake van e<strong>en</strong> gevoelige terugloop in rek<strong>en</strong>prestaties<br />

t<strong>en</strong> opzichte van 1987, in 1997 bleek die terugloop<br />

zich voort te zett<strong>en</strong>.<br />

<strong>Nederland</strong>se kinder<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> na 1987 minder goed<br />

te gaan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande de vele<br />

inspanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> c<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de hervorming van het<br />

wiskundeonderwijs sinds 1971 <strong>en</strong> onder leiding van<br />

het veelkoppige Freud<strong>en</strong>thal Instituut. To<strong>en</strong>malige<br />

Cito-medewerker Paul van Dam voegde er onlangs<br />

nog aan toe dat het rek<strong>en</strong>niveau ook al in 1987<br />

gevoelig gedaald was in vergelijking bijvoorbeeld<br />

met de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. En aangezi<strong>en</strong><br />

schol<strong>en</strong> met veel zorgleerling<strong>en</strong> minder vlug bereid<br />

zijn om aan het PPON-onderzoek deel te nem<strong>en</strong>,<br />

mag m<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> dat de gemiddelde resultat<strong>en</strong><br />

voor alle schol<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> flink stuk lager lag.<br />

Op de Panama-confer<strong>en</strong>tie van 1999 stond het<br />

debat over de teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> in PPON-<br />

1997 c<strong>en</strong>traal. In ‘Panama-Post’ <strong>en</strong> ‘Willem<br />

Bartj<strong>en</strong>s’ werd<strong>en</strong> er ook bijdrag<strong>en</strong> aan gewijd.<br />

Belangrijk hierbij was het feit dat ook e<strong>en</strong> paar<br />

propagandist<strong>en</strong> van de ‘realistische’ aanpak, J. Neliss<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> K. Buys, de nodige zelfkritiek formuleerd<strong>en</strong><br />

(zie punt 2). Daarnaast formuleerd<strong>en</strong> ook tal van<br />

andere sprekers op de Panama-confer<strong>en</strong>tie hun<br />

kritiek (zie punt 3). Maar ook in 1999-2000 war<strong>en</strong> de<br />

FI-kopstukk<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>eigd om de kritiek ter harte te<br />

nem<strong>en</strong> (zie punt 4) <strong>en</strong> de kritiek viel weer gedur<strong>en</strong>de<br />

e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> stil. Het nieuwe rapport over<br />

PPON-2004 bracht weer wat lev<strong>en</strong> in de brouwerij.<br />

2 Neliss<strong>en</strong> & Buys erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

achteruitgang<br />

2.1 Analyse van Neliss<strong>en</strong><br />

We lat<strong>en</strong> nu eerst Jo Neliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kees Buys, twee<br />

sympathisant<strong>en</strong> van het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs, het<br />

PPON-rapport-1997 becomm<strong>en</strong>tariër<strong>en</strong>. Jo Neliss<strong>en</strong><br />

vatte de peiling als volgt sam<strong>en</strong>: ”Welke vaardighed<strong>en</strong><br />

zijn de voorbije jar<strong>en</strong> precies afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>?<br />

Zwakker is vooreerst het hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>: basisoperaties<br />

(dictee op tempo); hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>: verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> del<strong>en</strong> (zonder papier); bewerking<strong>en</strong>:<br />

verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong> (met papier), sam<strong>en</strong>gestelde<br />

bewerking<strong>en</strong> (met papier). Ook voor<br />

breuk<strong>en</strong> (basisk<strong>en</strong>nis én begrip) is er e<strong>en</strong> achteruitgang<br />

geconstateerd. E<strong>en</strong> grote achteruitgang t<strong>en</strong><br />

opzichte van de vorige peiling werd ook gevond<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> het domein ‘met<strong>en</strong>’. Ongeveer de helft van<br />

de leerling<strong>en</strong> heeft nauwelijks notie van de gangbare<br />

oppervlaktemat<strong>en</strong> <strong>en</strong> veel leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

moeite met het uitvoer<strong>en</strong> van operaties met inhoudsmat<strong>en</strong>.<br />

Op 5 van de 8 meetonderwerp<strong>en</strong> boek<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> in 1997 e<strong>en</strong> achteruitgang t<strong>en</strong> opzichte<br />

van 1992. De algem<strong>en</strong>e eindconclusie kan luid<strong>en</strong><br />

24


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

dat er e<strong>en</strong> geleidelijke negatieve ontwikkeling in de<br />

rek<strong>en</strong>prestaties geconstateerd kan word<strong>en</strong>”. Dit was<br />

overig<strong>en</strong>s ook de conclusie van het CITO.<br />

Neliss<strong>en</strong> stelde verder: “We constater<strong>en</strong> dat de<br />

standaard ’voldo<strong>en</strong>de’ slechts door 50 % van de<br />

leerling<strong>en</strong> wordt gehaald, terwijl we graag zoud<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> dat deze standaard door ongeveer 70 à 75 %<br />

van de leerling<strong>en</strong> wordt bereikt. Als het verschil<br />

tuss<strong>en</strong> het werkelijke niveau <strong>en</strong> dat wat de leerling<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> om de standaard ‘voldo<strong>en</strong>de’<br />

te hal<strong>en</strong> niet kleiner wordt, maar groter, is<br />

dat natuurlijk wel zorgelijk. Uit e<strong>en</strong> aantal analyses<br />

is geblek<strong>en</strong> dat de achteruitgang bij opgav<strong>en</strong> met<br />

kommagetall<strong>en</strong> veel groter is dan de achteruitgang<br />

bij opgav<strong>en</strong> met gehele getall<strong>en</strong>. Vandaar dat voor<br />

de hoogste leerjar<strong>en</strong> de problematiek van de<br />

kommagetall<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s goed onder de loep moet<br />

word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Op de tweede plaats verdi<strong>en</strong>t het ‘meetdomein’ in<br />

de groep<strong>en</strong> 7 <strong>en</strong> 8 aandacht. Veel leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

moeite met de begripp<strong>en</strong> ‘oppervlakte’ <strong>en</strong> ‘inhoud’.<br />

Ook de onderwerp<strong>en</strong> ‘praktische meetproblem<strong>en</strong>’<br />

<strong>en</strong> ‘ruimtelijk red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> ’ verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> meer aandacht.<br />

De kerndoel<strong>en</strong> die we met het onderwijs in met<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> meetkunde will<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verder geoperationaliseerd<br />

word<strong>en</strong>.” Ook voor vraagstukk<strong>en</strong><br />

(toepassing<strong>en</strong>) scoord<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> veelal zwakker.<br />

Neem b.v. de PPON-opgave: 756 leerling<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong><br />

stemm<strong>en</strong>. 79 koz<strong>en</strong> voor partij ‘nieuwe aanpak’,<br />

124 voor milieupartij, 517 voor ‘huiswerkvri<strong>en</strong>delijke<br />

school. De rest van de uitgebrachte stemm<strong>en</strong> was<br />

ongeldig. Hoeveel ongeldige stemm<strong>en</strong> war<strong>en</strong> dat?<br />

Neliss<strong>en</strong> schreef: “Deze laatste opgave werd in<br />

1987 nog door 70 % van de leerling<strong>en</strong> goed gemaakt<br />

<strong>en</strong> in 1997 door 56 % van de leerling<strong>en</strong>. De<br />

achteruitgang is hier wel erg groot” (J. Neliss<strong>en</strong>, Het<br />

rek<strong>en</strong>peil aan het eind van de <strong>Nederland</strong>se basisschool,<br />

Willem Bartj<strong>en</strong>s, jg. 19, nr. 4, 2000). Het<br />

realistisch wiskunde-onderwijs beklemtoont sterk<br />

het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> ‘in context<strong>en</strong>’, maar de<br />

leerling<strong>en</strong> scoord<strong>en</strong> in 1997 toch zwakker voor<br />

vraagstukk<strong>en</strong> dan in 1987.<br />

Neliss<strong>en</strong> pleitte verder terecht voor meer aandacht<br />

voor ‘praktische meetproblem<strong>en</strong>’. Ook uit e<strong>en</strong> ander<br />

onderzoek bleek dat voor toepassing<strong>en</strong> op met<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nu zwakker scoord<strong>en</strong> dan<br />

vroeger. Het gaat dan om opgav<strong>en</strong> als: “De vloer is<br />

12 bij 20 meter, hoeveel meter tapijt van 4 breed<br />

moet gekocht word<strong>en</strong> om hem te bedekk<strong>en</strong>?” Zelf<br />

hebb<strong>en</strong> we destijds voor het met<strong>en</strong> in de lagere<br />

klass<strong>en</strong> inspiratie gevond<strong>en</strong> in Wiskobas-publicaties<br />

van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig, maar tegelijk vond<strong>en</strong> we dat<br />

het klassieke met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de hogere klass<strong>en</strong><br />

nogal verwaarloosd werd. Dit was ook de red<strong>en</strong><br />

waarom we het leerplan de titel ‘met<strong>en</strong> én met<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ invoerd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet louter de modieuze term<br />

‘met<strong>en</strong>’ zoals in <strong>Nederland</strong>, bij de Vlaamse eindterm<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>z. Bij de voorstelling van het leerplan<br />

(katholiek onderwijs) in 1998 hebb<strong>en</strong> we ook uitdrukkelijk<br />

gewez<strong>en</strong> op het feit dat in FI-publicaties<br />

de waarde van het traditionele ‘met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />

verwaarloosd werd. We zorgd<strong>en</strong> er voor dat het<br />

Vlaamse leerplan niet dezelfde fout<strong>en</strong> beging als<br />

het FI <strong>en</strong> dat het ‘metriek’ kind niet met het (realistische)<br />

meet-badwater werd weggegooid.<br />

2.2 Buys: achteruitgang hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

Ook de SLO-er Kees Buys toonde in 1999 zijn bezorgdheid.<br />

Buys schreef: “De teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de PPONresultat<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> heel wat stof do<strong>en</strong> opwaai<strong>en</strong>.<br />

Deze zijn des te opmerkelijker omdat ze zich over<br />

e<strong>en</strong> betrekkelijk breed front voordo<strong>en</strong>: zowel op het<br />

gebied van hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>, getall<strong>en</strong>, cijfer<strong>en</strong> als op<br />

het gebied van het met<strong>en</strong>, blijk<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van<br />

1997 in groep 8 (= zesde leerjaar) minder dan die<br />

van 1992 <strong>en</strong> 1987. Deze ontwikkeling is zeker wat<br />

het hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> betreft zorgwekk<strong>en</strong>d is. Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

is immers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate aan het<br />

uitgroei<strong>en</strong> tot de ‘stam’ van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs,<br />

met cijfer<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> schatt<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> als belangrijke vertakking<strong>en</strong>.” Uit deze uitspraak<br />

blijkt duidelijk dat de kritiek niet <strong>en</strong>kel <strong>en</strong> in<br />

de eerste plaats te mak<strong>en</strong> had met het cijfer<strong>en</strong>.<br />

Kees Buys vervolgde: ”Het is van goot belang dat<br />

ook zwakkere leerling<strong>en</strong> optimaal kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong><br />

van de realistische ontwikkeling. Op dit mom<strong>en</strong>t lijkt<br />

dit nog niet het geval te zijn. Zo scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

zwak op elem<strong>en</strong>taire opgav<strong>en</strong> als 20 x 2400, 8 x 98.<br />

Verder word<strong>en</strong> b.v. het ‘sokk<strong>en</strong>probleem’ (m<strong>en</strong>eer<br />

fluiters koopt vijf paar sokk<strong>en</strong> voor 8 guld<strong>en</strong>. Hoeveel<br />

kost<strong>en</strong> die sokk<strong>en</strong> per paar?) <strong>en</strong> het<br />

‘folderprobleem’ door de zwakkere leerling<strong>en</strong> in<br />

groep 8 (= zesde leerjaar) niet goed gemaakt.<br />

(Folderprobleem: Kees verdi<strong>en</strong>t met het rondbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

van folders 7,50 per keer. Na hoeveel keer kan hij<br />

zijn fel begeerde televisie van 299 guld<strong>en</strong> kop<strong>en</strong>?).<br />

Het gaat hier toch om opgav<strong>en</strong> die door vrijwel alle<br />

leerling<strong>en</strong> goed gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>” (Tijdschrift<br />

nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>wiskundeonderwijs,<br />

april 2000).<br />

25


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

3 FI staat niet op<strong>en</strong> voor kritiek<br />

Het FI <strong>en</strong> de meest ferv<strong>en</strong>te aanhangers van het<br />

realistisch wiskundeonderwijs zat<strong>en</strong> verveeld met de<br />

PPON-uitslag van 1997. De Panama-najaarsconfer<strong>en</strong>tie<br />

van 1999 stond dan ook in het tek<strong>en</strong> van die PPONevaluatie.<br />

Door de ferv<strong>en</strong>te voorstanders werd<strong>en</strong><br />

allerhande verklaring<strong>en</strong> (lees: uitvlucht<strong>en</strong>) naar vor<strong>en</strong><br />

geschov<strong>en</strong>, maar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele zocht e<strong>en</strong> belangrijke<br />

oorzaak in mogelijke tekort<strong>en</strong> in de realistische<br />

methodiek. B. Imandt, doc<strong>en</strong>t PABO-Heerl<strong>en</strong>, die de<br />

Panama-confer<strong>en</strong>tie bijwoonde, verwoordde achteraf<br />

in e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is zijn ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> over de al te<br />

gemakkelijke verklaring<strong>en</strong> die FI-directeur Treffers<br />

(FI) <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> op de confer<strong>en</strong>tie formuleerd<strong>en</strong>.<br />

Imandt schreef: “K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de beluisterde<br />

stellingnam<strong>en</strong> vind ik het onwrikbare geloof in het<br />

eig<strong>en</strong> model. Het paradigma van de constructivistische<br />

rek<strong>en</strong>didactiek wordt niet verlat<strong>en</strong>, integ<strong>en</strong>deel:<br />

de theorie klopt, <strong>en</strong> dus de method<strong>en</strong> ook, dus<br />

moet het erg<strong>en</strong>s anders aan ligg<strong>en</strong>: de opleiding, de<br />

na- <strong>en</strong> bijscholing. Ik vind het e<strong>en</strong> gemiste kans. Er<br />

zijn g<strong>en</strong>oeg m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die anders d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over rek<strong>en</strong>wiskundeonderwijs.<br />

Dus: laat e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gesteld<br />

geluid hor<strong>en</strong>, stel je eig<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ter discussie,<br />

verantwoord het maar” (Tijdschrift voor nascholing<br />

<strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>wiskunde-onderwijs,<br />

december ’99, p. 9).<br />

Wat ook opviel was dat er op de Panamaconfer<strong>en</strong>tie<br />

nerg<strong>en</strong>s verwez<strong>en</strong> werd naar e<strong>en</strong> mogelijk verband<br />

tuss<strong>en</strong> de teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> in het PPONrapport<br />

van 1999 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal knelpunt<strong>en</strong> die al in<br />

het inspectierapport ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> wiskunde in het<br />

primair onderwijs’ (1997) opgesomd werd<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />

het inspectierapport war<strong>en</strong> vaak voorkom<strong>en</strong>de knelpunt<strong>en</strong>:<br />

−<br />

−<br />

−<br />

−<br />

Te weinig aandacht voor automatisering <strong>en</strong> te<br />

weinig oef<strong>en</strong>stof<br />

Onvoldo<strong>en</strong>de inzicht in de opbouw van leerlijn<strong>en</strong><br />

Te weinig oef<strong>en</strong>stof <strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> voor zowel<br />

de goede als de zwakke rek<strong>en</strong>aars<br />

Te weinig voorbeeld<strong>en</strong> van contextproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

toepassingsgerichte oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (vraagstukk<strong>en</strong>)<br />

4 Verwarr<strong>en</strong>d alternatief cijfer<strong>en</strong><br />

Wat lerar<strong>en</strong>opleider B. Imandt op de Panamaconfer<strong>en</strong>tie<br />

wel apprecieerde was de kritische sfeer<br />

in e<strong>en</strong> werkgroep waarin uit het PPON-leerling<strong>en</strong>materiaal<br />

voor de topic cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong> bleek dat<br />

‘leerling<strong>en</strong> voor het cijfer<strong>en</strong> verdwal<strong>en</strong> <strong>en</strong> het licht in<br />

het bos van de hoofdrek<strong>en</strong>stapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schematische<br />

notatiewijz<strong>en</strong> niet meer zi<strong>en</strong>”. Dit was dus<br />

kritiek op de nefaste alternatieve aanpak van het<br />

cijfer<strong>en</strong>. Zelf publiceerd<strong>en</strong> we al vele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong><br />

vernietig<strong>en</strong>de kritiek op de alternatieve aanpak van<br />

het cijfer<strong>en</strong>. We begrep<strong>en</strong> echt niet hoe wiskundig<strong>en</strong><br />

als Treffers de ess<strong>en</strong>tie van het handig cijfer<strong>en</strong> –<br />

het positioneel splits<strong>en</strong> van het deeltal – links liet<br />

ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijk de indruk wekt<strong>en</strong> dat die cijfer<strong>en</strong>de<br />

aanpak niet inzichtelijk aangebracht kon word<strong>en</strong>.<br />

Terloops: uit PPON-2004 bleek e<strong>en</strong>s te meer dat de<br />

alternatieve FI-aanpak niet deugt.<br />

5 Te gevarieerd hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

ge<strong>en</strong> gestandaardiseerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

Kees Buys, redacteur van e<strong>en</strong> realistische methode<br />

<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>teel FI-medewerker, formuleerde in zijn<br />

bijdrage e<strong>en</strong> belangrijke verklaring voor de zwakke<br />

scores. We volg<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> zijn betoog: “E<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk<br />

k<strong>en</strong>merk van realistisch rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs is<br />

geleg<strong>en</strong> in de wijze waarop de overdracht van<br />

k<strong>en</strong>nis plaatsvindt. Het is in deze b<strong>en</strong>adering niet<br />

zozeer de leraar die haar k<strong>en</strong>nis overdraagt op de<br />

kinder<strong>en</strong> door uit te legg<strong>en</strong> hoe het kan of moet. De<br />

kinder<strong>en</strong> zelf hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële inbr<strong>en</strong>g in hun<br />

leerproces, doordat zij uitg<strong>en</strong>odigd word<strong>en</strong> bij<br />

zichzelf te rade te gaan <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> strategieën aan te<br />

drag<strong>en</strong>; <strong>en</strong> doordat in het onderwijs aansluiting<br />

wordt gezocht bij deze strategieën <strong>en</strong> gepoogd<br />

wordt de kinder<strong>en</strong> op basis van deze eig<strong>en</strong> strategieën<br />

verder te help<strong>en</strong>…<br />

Het is echter de vraag in hoeverre in de praktijk ook<br />

de zwakkere leerling<strong>en</strong> profijt van deze opzet hebb<strong>en</strong>.<br />

Immers, er kan zich e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan<br />

aanpakk<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>, die niet alle<strong>en</strong> voor leerling<strong>en</strong>,<br />

maar ook voor de leraar soms niet zo makkelijk te<br />

over- <strong>en</strong> te doorzi<strong>en</strong> zijn. Hoe ga je als leraar daar<br />

mee in de praktijk om? Wat stel je uitgebreid aan de<br />

orde, wat minder? En, meer toegespitst op de zwakkere<br />

leerling<strong>en</strong>, hoe bereik je dat ook die leerling<strong>en</strong><br />

de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de strategieën<br />

ler<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> optimaal de geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong><br />

om e<strong>en</strong> repertoire aan efficiënte hoofdrek<strong>en</strong>strategieën<br />

op te bouw<strong>en</strong>? Het zal duidelijk zijn dat er hier nogal<br />

wat mis kan gaan zeker in klass<strong>en</strong> met veel leerling<strong>en</strong>.<br />

Bij e<strong>en</strong> realistische onderwijsopzet doet zich in de<br />

praktijk van het onderwijs veelal e<strong>en</strong> grote diversiteit<br />

van aanpakk<strong>en</strong> voor die niet zo gemakkelijk te overzi<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> te doorzi<strong>en</strong> zijn. Word<strong>en</strong> dergelijke aanpakk<strong>en</strong><br />

niet in voldo<strong>en</strong>de mate met elkaar in verband ge-<br />

26


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

bracht, dan bestaat voor de zwakkere leerling<strong>en</strong> het<br />

gevaar dat ze zich moet<strong>en</strong> vastklamp<strong>en</strong> aan werkwijz<strong>en</strong><br />

die ze niet echt begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Daardoor<br />

is de opgebouwde k<strong>en</strong>nis niet goed ‘retraceerbaar’<br />

in de zin dat de kinder<strong>en</strong> naderhand niet kunn<strong>en</strong><br />

‘reconstruer<strong>en</strong>’ waar e<strong>en</strong> strategie vandaan komt’,<br />

<strong>en</strong> zich dus ook niet goed kunn<strong>en</strong> vergewiss<strong>en</strong> of<br />

deze correct is. Voor de verdere uitbouw <strong>en</strong> niveauverhoging<br />

van hun k<strong>en</strong>nis kan deze omstandigheid<br />

remm<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>.<br />

Ook bij Tal-onderzoekjes is geblek<strong>en</strong> waartoe dat<br />

kan leid<strong>en</strong>: sommige kinder<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong> niet goed<br />

wat nu precies wel <strong>en</strong> niet mag <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

oppervlakkige manier tot e<strong>en</strong> vorm van handig<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> die m<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> typer<strong>en</strong> als ‘al te flexibel<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’. … Er moet e<strong>en</strong> zeker acc<strong>en</strong>t gelegd word<strong>en</strong><br />

op het op modelmatig niveau met elkaar in verband<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de meer omslachtige met <strong>en</strong>kele meer<br />

geavanceerde maar toch basale aanpakk<strong>en</strong>” (Buys,<br />

Kees; Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> anno 2000, Tijdschrift voor<br />

nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>wiskundeonderwijs,<br />

april 2000).<br />

Dit was ook onze basiskritiek in onze bijdrage ‘Laat<br />

het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd niet in het honderd lop<strong>en</strong>’<br />

die we in 1993 in Panama-Post formuleerd<strong>en</strong>. We<br />

vond<strong>en</strong> het in 1999 moedig dat de ‘realist’ Kees Buys<br />

deze zelfkritiek durfde formuler<strong>en</strong>. Hij had er aan toe<br />

moet<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kel korte <strong>en</strong> gestandaardiseerde<br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> zich lat<strong>en</strong> automatiser<strong>en</strong>.<br />

In zijn rec<strong>en</strong>te scriptie over verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> heeft<br />

Kees Buys dit nog e<strong>en</strong>s vastgesteld.<br />

6 Weinig aandacht voor automatiser<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> klacht die door vel<strong>en</strong> <strong>en</strong> al lang geformuleerd<br />

wordt betreft de verwaarlozing van alles wat te<br />

mak<strong>en</strong> heeft met het automatiser<strong>en</strong>, met het mechanistisch<br />

aspect van het vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />

<strong>War</strong>d van de Vijver van het Christelijk Pedagogisch<br />

C<strong>en</strong>trum war<strong>en</strong> de realistische methodes wel<br />

degelijk verantwoordelijk voor de geconstateerde<br />

daling in rek<strong>en</strong>prestaties. “De realistische method<strong>en</strong><br />

bested<strong>en</strong> immers te weinig aandacht aan het onderdeel<br />

‘automatiser<strong>en</strong>’. Ze zijn leuk <strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d<br />

voor de kinder<strong>en</strong> maar mak<strong>en</strong> ze afhankelijk van de<br />

rek<strong>en</strong>machine. Juist op die onderdel<strong>en</strong> waar de<br />

leerling<strong>en</strong> minder prester<strong>en</strong> dan vroeger speelt<br />

automatiser<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol. Het is niet verwonderlijk dat<br />

daar de prestaties verslechter<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong>methodes<br />

zoud<strong>en</strong> hun originaliteit daarom niet alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

stopp<strong>en</strong> in motiver<strong>en</strong>de context<strong>en</strong> <strong>en</strong> modell<strong>en</strong> maar<br />

ook in automatiseringsmodell<strong>en</strong> die de kinder<strong>en</strong><br />

aansprek<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Van de Vijver moet<strong>en</strong> ook de<br />

Pabo’s (normaalschol<strong>en</strong>) meer aandacht bested<strong>en</strong><br />

aan automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ‘abstracte’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong>: ‘Het<br />

abstracte d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> verliest aan actualiteit.<br />

De lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer de nadruk<br />

legg<strong>en</strong> op de overgang van concreet naar abstract”<br />

(Didactief & School’, nov. ’99).<br />

E<strong>en</strong> ‘verontruste lezer’ betwijfelde de zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

van de FI-aanpak <strong>en</strong> schreef in e<strong>en</strong> brief aan de<br />

redactie van Willem Bartj<strong>en</strong>s: “M<strong>en</strong> zegt dat kinder<strong>en</strong><br />

veel meer inzicht hebb<strong>en</strong>, maar wat heb je aan<br />

inzicht als je er niet door leert rek<strong>en</strong><strong>en</strong>? E<strong>en</strong> voorbeeld:<br />

als kinder<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig de tafels van<br />

verm<strong>en</strong>igvuldiging moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, dan ler<strong>en</strong> ze allerlei<br />

maniertjes om de uitkomst te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Maar als<br />

het daarbij blijft is dit heel omslachtig <strong>en</strong> de tafels<br />

gerak<strong>en</strong> niet meer gememoriseerd. Is het lat<strong>en</strong><br />

opdreun<strong>en</strong> van tafels niet langer belangrijk als je<br />

weet dat ieder kind het op d<strong>en</strong> duur zal wet<strong>en</strong> voor<br />

de rest van zijn lev<strong>en</strong>?”.<br />

In e<strong>en</strong> reactie op die klacht antwoordde HansTer<br />

Heege (FI) de verontruste lezer dat het memoriser<strong>en</strong><br />

van tafels volstrekt overbodig was <strong>en</strong> legde nog<br />

e<strong>en</strong>s uit hoe in de realistische aanpak 8 x 6 kan<br />

berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> als 10 x 6 – 2 x 6, of 5 x 6 + 3 x 6<br />

of 6 x 8 of …” (Vrag<strong>en</strong> van lezers, Willem Bartj<strong>en</strong>s,<br />

jg. 19 nr.4, p. 17). Zelf probeerd<strong>en</strong> we al in 1993 de<br />

Freud<strong>en</strong>thaler ter Heege te overtuig<strong>en</strong> van het nut<br />

van het memoriser<strong>en</strong> to<strong>en</strong> we sam<strong>en</strong>werkt<strong>en</strong> aan<br />

Vlaamse Stoho-publicaties over wiskunde. Tevergeefs.<br />

7 Uitvlucht<strong>en</strong> FI-kopstukk<strong>en</strong><br />

In teg<strong>en</strong>stelling met Imandt, van de Vijver, Buys, de<br />

inspectie … bracht de directeur van het Freud<strong>en</strong>thalinstituut,<br />

prof. Adri Treffers, de oorzaak van de<br />

mindere resultat<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>szins in verband met de<br />

door het F.I. gepropageerde aanpak. Op het Panamacongres<br />

1999 stelde hij o.a.: “De zere plek ligt op de<br />

pabo’s (= normaalschol<strong>en</strong>); daar bested<strong>en</strong> ze te<br />

weinig aandacht aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> wiskunde." Volg<strong>en</strong>s<br />

Hans ter Heege lag het vooral aan de leerkracht<strong>en</strong><br />

die veel moeite hadd<strong>en</strong> met de overgang<br />

naar e<strong>en</strong> nieuwe methode <strong>en</strong> naar de nieuwe realistische<br />

didactiek (PPON, onderzoek van e<strong>en</strong> steekproef<br />

op <strong>Nederland</strong>se basisschol<strong>en</strong>. Enige vraagtek<strong>en</strong>s,<br />

Panama-Post, 2000, jg. 19, nr. 2).<br />

Verder formuleerd<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers vooral<br />

kritiek op de vormgeving van de toetsvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> op<br />

de afnamecondities. Bijvoorbeeld het niet gebruik<br />

mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van papier bij hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ze<br />

27


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

vond<strong>en</strong> dit ge<strong>en</strong> ‘natuurlijke’ toetssituatie gezi<strong>en</strong> de<br />

praktijk van het realistisch rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs<br />

waar het gebruik van p<strong>en</strong> <strong>en</strong> papier wordt toegelat<strong>en</strong><br />

(lees: meestal e<strong>en</strong> noodzaak is omdat de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

te omslachtig zijn <strong>en</strong> het werkgeheug<strong>en</strong><br />

overbelast<strong>en</strong>.) Traditioneel verlop<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige<br />

op-gav<strong>en</strong> hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> uit het hoofd <strong>en</strong> is er zelfs<br />

e<strong>en</strong> tempodruk. De Freud<strong>en</strong>thalers gaan er blijkbaar<br />

vanuit uit dat leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ook bij e<strong>en</strong>voudige<br />

hoofdrek<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> steeds nood hebb<strong>en</strong><br />

aan papier <strong>en</strong> p<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> schets te mak<strong>en</strong> (b.v.<br />

getall<strong>en</strong>lijn) <strong>en</strong>/of om de deeloplossing<strong>en</strong> neer te<br />

schrijv<strong>en</strong>.<br />

In het verl<strong>en</strong>gde van deze discussie rees daarom de<br />

vraag of het onderscheid tuss<strong>en</strong> aparte schal<strong>en</strong><br />

‘Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘Bewerking<strong>en</strong>/Cijfer<strong>en</strong>’ nog wel<br />

volgehoud<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong>? Is het vanuit de<br />

nieuwe onderwijspraktijk niet realistischer om leerling<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> stel opgav<strong>en</strong> voor te legg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> aan h<strong>en</strong><br />

zélf over te lat<strong>en</strong> hoe zij die will<strong>en</strong> uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>: uit<br />

het hoofd of op papier of e<strong>en</strong> handige combinatie<br />

van beide? Diverse Freud<strong>en</strong>thalers wild<strong>en</strong> ook de<br />

toetspraktijk nog verdergaand herzi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het realistische<br />

principe dat het niveau van de oplossingsstrategie<br />

ev<strong>en</strong> belangrijk of belangrijker is dan het<br />

gegev<strong>en</strong> antwoord, opnem<strong>en</strong> in de evaluatie<br />

(Tijdschrift voor nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het<br />

rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs, april 2000).<br />

Op de Panamaconfer<strong>en</strong>tie 1999 werd<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong><br />

zev<strong>en</strong>tal geselecteerde contextopgav<strong>en</strong> van het<br />

PPON-onderzoek geanalyseerd <strong>en</strong> ook hier war<strong>en</strong><br />

afweerreflex<strong>en</strong> <strong>en</strong> rationalisaties troef. Bij opgave X<br />

waarvoor de kinder<strong>en</strong> zwak scoord<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> we in<br />

het verslag bij deze opgave volg<strong>en</strong>de reactie:<br />

“En dan komt het bommetje. H. Meijer haalt de<br />

context<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> paar opgav<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adeloos onderuit.<br />

‘Vader’ (die schijnt erbij te hor<strong>en</strong> ter geruststelling<br />

van de kinder<strong>en</strong>) ‘legt tegelrij<strong>en</strong> van 23 tegels<br />

naast elkaar’. Hoe bed<strong>en</strong>kt hij het! Nou blijkt hij ook<br />

nog 621 tegels in voorraad te hebb<strong>en</strong>! Welke vader<br />

bewaart 621 tegels in zijn tuintje? Zo werkt dat toch<br />

niet in de realiteit. Als je tegels moet legg<strong>en</strong>, dan ga<br />

je eerst uitzoek<strong>en</strong> hoeveel tegels je nodig hebt <strong>en</strong><br />

dan ga je naar de bouwmarkt <strong>en</strong> dan die zomerprijs<br />

voor de gordijnstof! Welke winkelier bed<strong>en</strong>kt e<strong>en</strong><br />

prijs van 30,10 guld<strong>en</strong>? De c<strong>en</strong>trale vraag wordt nu:<br />

Waarom beginn<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> zonder meer te rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

aan zo’n onzinnige opgav<strong>en</strong>?“ (Tijdschrift voor<br />

nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs,<br />

dec. ’99, p. 6).<br />

8 Besluit<br />

De Freud<strong>en</strong>thalers verzwijg<strong>en</strong> anno 2008 de kritiek<br />

van weleer. Ze wekk<strong>en</strong> de indruk dat de huidige<br />

kritiek van rec<strong>en</strong>te datum is, vooral slaat op het verwaarloz<strong>en</strong><br />

van het klassieke cijfer<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechts door<br />

<strong>en</strong>kele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geformuleerd wordt. Met deze bijdrage<br />

toond<strong>en</strong> we aan dat ook al ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong><br />

in <strong>Nederland</strong> pertin<strong>en</strong>te kritiek op de FI-aanpak<br />

werd geformuleerd – ook door FI-sympathisant<strong>en</strong><br />

als Jo Neliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kees Buys.<br />

Het viel ons in 1999 ook op dat de kritiek<strong>en</strong> op de<br />

realistische aanpak die naar aanleiding van het<br />

PPON-onderzoek naar bov<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>, precies<br />

deze war<strong>en</strong> die wij al jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> formuleerd<strong>en</strong> in<br />

<strong>Onderwijs</strong>krant, Willem Bartj<strong>en</strong>s, PanamaPost,<br />

STOHO-publicatie van 1995, Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’<br />

(Wolters-Plantyn, 1998). De FI-kopstukk<strong>en</strong> wez<strong>en</strong><br />

echter elke kritiek af. Zelf schrev<strong>en</strong> we al in 1987 –<br />

21 jaar geled<strong>en</strong> – dat het constructivisme à la<br />

Freud<strong>en</strong>thal ge<strong>en</strong> alternatief bood voor de gangbare<br />

aanpak in Vlaander<strong>en</strong>. We propageerd<strong>en</strong> vanuit de<br />

Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding e<strong>en</strong> uitgebalanceerde<br />

visie, met veel aandacht voor de herwaardering van<br />

de beproefde waard<strong>en</strong>. In de hierop volg<strong>en</strong>de<br />

bijdrage diep<strong>en</strong> we deze thematiek verder uit.<br />

Jammer g<strong>en</strong>oeg stond<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers niet<br />

op<strong>en</strong> voor kritiek.<br />

Het feit dat FI-directeur Adri Treffers zich in 1999<br />

geroep<strong>en</strong> voelde om naar het brede publiek <strong>en</strong> de<br />

overheid toe de kritiek op de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />

aanpak af te wijz<strong>en</strong>, belette o.i. niet<br />

dat hij er zelf wel <strong>en</strong>igszins rek<strong>en</strong>ing mee hield. Zo<br />

gaf Treffers in de Tal-publicatie van 1999 tuss<strong>en</strong> de<br />

lijn<strong>en</strong> door toe dat het FI in het verled<strong>en</strong> al te weinig<br />

aandacht besteedde aan het automatiser<strong>en</strong>. FIkopstukk<strong>en</strong><br />

als Gravemeijer, ter Heege … war<strong>en</strong><br />

niet tot toegeving<strong>en</strong> bereid. Het is uitgerek<strong>en</strong>d<br />

Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer die nu onlangs het FI verliet.<br />

We wet<strong>en</strong> niet wat de red<strong>en</strong> is, maar wellicht krijgt<br />

de gematigde strekking nu meer kans om zich te<br />

lat<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>.<br />

28


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Inzet voor ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & leerplann<strong>en</strong> (1971-2008)<br />

& verzet teg<strong>en</strong> new math <strong>en</strong> constructivistic math<br />

Raf Feys & Pieter Van Biervliet<br />

1 Wiskunde bedreigt door extremisme<br />

1.1 Kruistocht teg<strong>en</strong> moderne wiskunde<br />

(1971-1995)<br />

Al meer dan 40 jaar is het vak wiskunde e<strong>en</strong> controversieel<br />

vak geword<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> we als stud<strong>en</strong>t in 1968<br />

in Leuv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zomercursus over moderne wiskunde<br />

volgd<strong>en</strong>, vernam<strong>en</strong> we al dat wiskunde(didactiek)<br />

e<strong>en</strong> controversiële aangeleg<strong>en</strong>heid was. De professor<strong>en</strong><br />

Holvoet <strong>en</strong> Vermandel maakt<strong>en</strong> ons wijs dat<br />

de klassieke wiskunde op lem<strong>en</strong> voet<strong>en</strong> stond <strong>en</strong><br />

totaal voorbijgestreefd was. Onze interesse was<br />

mede ingegev<strong>en</strong> door het feit dat we to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> scriptie<br />

maakt<strong>en</strong> over Jean Piaget, boegbeeld van de<br />

new math. Lang heeft ons geloof in de ‘moderne<br />

wiskunde’ niet geduurd. Vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />

merkt<strong>en</strong> we dat de beproefde waard<strong>en</strong> door de<br />

intrede van de ‘moderne wiskunde’ in de verdrukking<br />

geraakt<strong>en</strong> – ook in de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong>. Als<br />

doc<strong>en</strong>t op de Torhoutse Normaalschool bestred<strong>en</strong><br />

we de moderne wiskunde <strong>en</strong> we ijverd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

herwaardering <strong>en</strong> optimalisering van de beproefde<br />

waard<strong>en</strong>. Wie de c<strong>en</strong>trale toets<strong>en</strong> (kantonnale <strong>en</strong><br />

interdiocesane) uit die tijd bekijkt, beseft dat het<br />

niveau rond 1970 nog vrij hoog lag.<br />

Gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> kwarteeuw voerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> kruistocht<br />

teg<strong>en</strong> de ‘moderne wiskunde’. Op het VLOstartcolloquium<br />

van 1973 riep<strong>en</strong> we de vele aanwezig<strong>en</strong><br />

op om de ‘moderne wiskunde’ niet in te<br />

voer<strong>en</strong> in het lager onderwijs. In tal van publicaties<br />

voerd<strong>en</strong> we dan vanaf 1974 onze kruistocht met<br />

e<strong>en</strong> eerste bijdrage in Persoon <strong>en</strong> Geme<strong>en</strong>schap<br />

(1974) <strong>en</strong> spreekbeurt<strong>en</strong> her <strong>en</strong> der. We voeld<strong>en</strong><br />

ons lange tijd e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zame klokk<strong>en</strong>luider. Vanaf de<br />

publicatie ‘Moderne wiskunde: e<strong>en</strong> vlag op e<strong>en</strong><br />

modderschuit’ – <strong>Onderwijs</strong>krant april 1982 – <strong>en</strong> het<br />

wiskundecolloquium van 1983 begon het tij te ker<strong>en</strong>.<br />

Er versch<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> publicaties meer over de zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

van de new ma(d)th. Met de invoering van<br />

de eindterm<strong>en</strong> wiskunde (1995) <strong>en</strong> de nieuwe<br />

leerplann<strong>en</strong> (1998) werd de ’moderne wiskunde’<br />

volledig geschrapt in het basisonderwijs.<br />

Op het VLO-colloquium van 1973 <strong>en</strong> in de ‘Modderschuit’<br />

van 1982 formuleerd<strong>en</strong> we ons alternatief.<br />

Het kwam er o.i. op aan “de vele oerdegelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

uit het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> – die door de rage<br />

van de moderne wiskunde onder het stof war<strong>en</strong><br />

geraakt, weer op te delv<strong>en</strong> <strong>en</strong> om er waardevolle<br />

nieuwe elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan toe te voeg<strong>en</strong>” (p. 3). Verder<br />

schrev<strong>en</strong> we: “De vele verantwoordelijk<strong>en</strong> voor de<br />

nieuwe wiskunde k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de de oude<br />

wiskunde met haar vele mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> oerdegelijke<br />

methodiek<strong>en</strong>” (p. 37). We herhaald<strong>en</strong><br />

deze oproep tijd<strong>en</strong>s het wiskunde-colloquium van<br />

1983. We opteerd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige visie <strong>en</strong><br />

voor veelzijdige leerprocess<strong>en</strong>, b.v. zowel oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

memoriser<strong>en</strong> als conceptualisering <strong>en</strong> problem solving.<br />

In de leerplann<strong>en</strong>, de bijscholing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong><br />

ging vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig alle<br />

aandacht naar de moderne wiskunde. Vanuit de<br />

Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding startt<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> lange <strong>en</strong><br />

zelfs lev<strong>en</strong>sgevaarlijke kruistocht teg<strong>en</strong> de invoering<br />

van de ’moderne wiskunde’. We werkt<strong>en</strong> tegelijk<br />

aan de herwaardering <strong>en</strong> optimalisering van de<br />

klassieke waard<strong>en</strong>, o.a. via verspreiding van onze<br />

cursuss<strong>en</strong> vakdidactiek <strong>en</strong> via bijscholingssessies.<br />

E<strong>en</strong> klein voorbeeld. Onderwijzers 1 ste leerjaar<br />

ded<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig hun beklag over het feit<br />

dat ze niet langer meer de klassieke kwadraatbeeld<strong>en</strong><br />

als getalvoorstelling mocht<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.<br />

We dokterd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> methodiek uit voor het zinvol<br />

gebruik van kwadraatbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> toond<strong>en</strong> ook aan<br />

dat die getalvoorstelling<strong>en</strong> veel interessanter war<strong>en</strong> dan<br />

Cuis<strong>en</strong>aire-stav<strong>en</strong>, V<strong>en</strong>n-diagram-voorstelling<strong>en</strong>,<br />

rek<strong>en</strong>mannetje (Van Erp <strong>en</strong> Van Parrer<strong>en</strong>), dominobeeld<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>rek. We stell<strong>en</strong> met tevred<strong>en</strong>heid<br />

vast dat anno 2008 zo’n 90 % van de leerkracht<strong>en</strong><br />

weer de kwadraatbeeld<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ingevoerd.<br />

1.2 Strijd teg<strong>en</strong> constructivisme vanaf 1987<br />

Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig bestempelde het <strong>Nederland</strong>se<br />

Freud<strong>en</strong>thal Instituut (verder FI) die beproefde<br />

aanpakk<strong>en</strong> als ouderwets <strong>en</strong> louter mechanistisch.<br />

Zelf spann<strong>en</strong> we ons al meer dan dertig jaar in om<br />

die beproefde waard<strong>en</strong> in ere te herstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

verlev<strong>en</strong>dig<strong>en</strong>. Daarnaast propageerd<strong>en</strong> we nieuwe<br />

invalshoek<strong>en</strong> zoals de invoering van ruimtelijke<br />

oriëntatie in het nieuwe leerplan van 1998. Vernieuwing<br />

in continuïteit stond bij dit alles c<strong>en</strong>traal.<br />

29


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

In de late jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> bij het opstell<strong>en</strong> van de<br />

eindterm<strong>en</strong> (1993) <strong>en</strong> iets later van de nieuwe leerplann<strong>en</strong>,<br />

ging<strong>en</strong> er veel stemm<strong>en</strong> op om de<br />

‘moderne wiskunde’ te vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> ander<br />

extreem: de constructivistische wiskunde zoals die<br />

gepropageerd werd door het FI <strong>en</strong> door de Amerikaanse<br />

Standards. De voorstanders van de zgn.<br />

realistische <strong>en</strong> constructivistische aanpak beging<strong>en</strong><br />

precies dezelfde fout<strong>en</strong> als de voorstanders van de<br />

‘moderne wiskunde’ destijds. Ze steld<strong>en</strong> de beproefde<br />

waard<strong>en</strong> radicaal in vraag <strong>en</strong> wild<strong>en</strong> het extreem<br />

van de ‘hemelse’ (te abstracte) New <strong>Math</strong> vervang<strong>en</strong><br />

door de aardse teg<strong>en</strong>pool – de constructivistische<br />

wiskunde, waarbij de leerkracht al te lang blijft<br />

stek<strong>en</strong> in de realiteit (voor-wiskunde, context<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

alles uit de leerling<strong>en</strong> moet lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. De typisch<br />

wiskundige vakk<strong>en</strong>nis, het vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, de abstrahering <strong>en</strong> veralgem<strong>en</strong>ing war<strong>en</strong><br />

niet langer belangrijk, maar vooral het ler<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> het construer<strong>en</strong> (uitvind<strong>en</strong>) van eig<strong>en</strong><br />

begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Oerdegelijke leerprincipes<br />

war<strong>en</strong> ook plots ouderwets: gestructureerde<br />

<strong>en</strong> progressieve complicering, directe instructie,<br />

inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>… We<br />

voerd<strong>en</strong> vanaf de late jar<strong>en</strong> tachtig actie om de<br />

overschakeling op constructivistische/realistische<br />

wiskunde te voorkom<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> bijdrage van 1987<br />

wez<strong>en</strong> we al het constructivisme van Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong><br />

co af (zie punt 4). Aan de situatie in ons secundair<br />

onderwijs bested<strong>en</strong> we verderop e<strong>en</strong> aparte bijdrage.<br />

Onze publicaties <strong>en</strong> oproep<strong>en</strong> in <strong>Onderwijs</strong>krant <strong>en</strong><br />

elders war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t om de ‘New<br />

<strong>Math</strong>’ te bestrijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> om vanaf 1987 de overschakeling<br />

op constructivistische (realistische)<br />

wiskunde in het basisonderwijs te voorkom<strong>en</strong>.<br />

Actieve participatie aan het opstell<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong><br />

(1993) <strong>en</strong> de nieuwe leerplann<strong>en</strong> (1996)<br />

was ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s belangrijk. We slaagd<strong>en</strong> in het<br />

reducer<strong>en</strong> van de invloed van de constructivistische<br />

druk vanwege de DVO <strong>en</strong> vanwege e<strong>en</strong> aantal<br />

beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, vakdidactici, begeleiders <strong>en</strong> lerar<strong>en</strong>opleiders<br />

die dweept<strong>en</strong> met het FI. In de periode<br />

1993-1995 zorgd<strong>en</strong> we ook als mede-auteur voor<br />

e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gewicht voor de vele ‘realistische’ bijdrag<strong>en</strong><br />

van FI-medewerkers in de vierdelige boek<strong>en</strong>reeks<br />

Naar e<strong>en</strong> nieuwe rek<strong>en</strong>/wiskunde-didactiek voor de<br />

basisschool <strong>en</strong> de basiseducatie (Stoho, Acco-<br />

Leuv<strong>en</strong>). Vanaf 1998 publiceerd<strong>en</strong> we onze vakdidactische<br />

ideeën meer uitgebreid in 3 boek<strong>en</strong>:<br />

Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd, Met<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Meetkunde (Wolters Plantyn).<br />

1.3 Wiskunde-oorlog in <strong>Nederland</strong><br />

In e<strong>en</strong> brief schreef de <strong>Nederland</strong>se prof. van de<br />

Craats ons in februari 2008: “Ik b<strong>en</strong> blij dat Vlaander<strong>en</strong><br />

nog niet t<strong>en</strong> prooi is gevall<strong>en</strong> aan de <strong>Nederland</strong>se<br />

wiskunde-ell<strong>en</strong>de, ongetwijfeld mede dankzij uw<br />

inspanning<strong>en</strong>!” Die inspanning<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er nodig om<br />

e<strong>en</strong> tweede wiskunde-oorlog te voorkom<strong>en</strong>. Het<br />

verheugt ons dat prof. van de Craats <strong>en</strong> andere<br />

<strong>Nederland</strong>ers nu stell<strong>en</strong> dat <strong>Nederland</strong> zich best<br />

kan inspirer<strong>en</strong> aan de Vlaamse leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

methodes voor het basisonderwijs <strong>en</strong> aan onze<br />

publicaties. In het advies Foundations for success<br />

van het Amerikaanse ‘National mathematics advisory<br />

panel’ van maart 2008 lez<strong>en</strong> we ook dat het VSpanel<br />

zich inspireerde op de Vlaamse leerplann<strong>en</strong><br />

voor 6- à 14-jarig<strong>en</strong> – naast deze van Singapore,<br />

Japan… Onlangs heeft ook de commissie die in<br />

1989 de e<strong>en</strong>zijdige ‘Standards’ opstelde, deze<br />

gecorrigeerd in de richting die het ‘National Panel’<br />

adviseert. Ook vanuit Franstalig België is er de laatste<br />

tijd interesse voor onze leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpak (cf.<br />

studie van Nico Hirtt).<br />

2 Van Wiskobas-sympathisant<br />

naar FI-criticus<br />

2.1 Wiskobas-sympathisant<br />

De startperiode van het FI – de Wiskobasperiode<br />

van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig – zag er veelbelov<strong>en</strong>d uit. Het<br />

verlev<strong>en</strong>dig<strong>en</strong> van het klassieke rek<strong>en</strong>onderwijs<br />

stond c<strong>en</strong>traal. Dit was ook nog grot<strong>en</strong>deels het<br />

geval in de volumineuze Wiskobas-leerplanpublicatie<br />

van 1975 <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de erop volg<strong>en</strong>de<br />

jar<strong>en</strong>. We sympathiseerd<strong>en</strong> vooral ook met het feit<br />

dat de Wiskobassers afstand nam<strong>en</strong> van de opkom<strong>en</strong>de<br />

mode van het ‘zelfstandig’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

niveaurek<strong>en</strong><strong>en</strong> zoals dit bijvoorbeeld gestalte kreeg<br />

in de methode ‘Niveaucursus rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> in de<br />

methodeschol<strong>en</strong>. Vanaf de start van het ‘Vernieuwd<br />

lager onderwijs’ in 1973 werd ook in Vlaander<strong>en</strong> het<br />

individueel <strong>en</strong> het niveau-ler<strong>en</strong> sterk gepromoot. En<br />

in de methodeschol<strong>en</strong> was dit nog meer het geval.<br />

Prof. Hans Freud<strong>en</strong>thal was ook e<strong>en</strong> belangrijke<br />

bondg<strong>en</strong>oot in onze strijd teg<strong>en</strong> de ‘moderne<br />

wiskunde’. Bij het begin van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />

steld<strong>en</strong> we met g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> vast dat de <strong>Nederland</strong>se<br />

inspectie <strong>en</strong> wat later ook Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> co zich<br />

verzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de intrede van ‘New <strong>Math</strong>’ in het<br />

lager onderwijs. Wiskobas wees net als wij de<br />

formele New <strong>Math</strong>-aanpak af <strong>en</strong> streefde naar e<strong>en</strong><br />

toepassingsgerichte <strong>en</strong> functionele b<strong>en</strong>adering van<br />

30


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

het rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. We beschouwd<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers als<br />

onze bondg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruikt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele Wiskobasbijdrag<strong>en</strong><br />

in de Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding – vooral<br />

i.v.m. met<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruimtelijke oriëntatie.<br />

In 1983 nodigd<strong>en</strong> we Freud<strong>en</strong>thal uit als spreker op<br />

het grote wiskunde-colloquium over de toekomst<br />

van ons wiskundeonderwijs. Prof. Roger Holvoet <strong>en</strong><br />

inspecteur André Van Landeghem trad<strong>en</strong> op als<br />

verdedigers van de moderne wiskunde; Feys <strong>en</strong><br />

Freud<strong>en</strong>thal als teg<strong>en</strong>standers. Met de steun van<br />

Freud<strong>en</strong>thal slaagd<strong>en</strong> we erin de meeste deelnemers<br />

te overtuig<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> gesprek over de middag steld<strong>en</strong><br />

we wel vast dat Freud<strong>en</strong>thal veel minder waardering<br />

toonde voor het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

2.2 Stemmingmakerij teg<strong>en</strong><br />

beproefde waard<strong>en</strong><br />

Vooral vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig nam binn<strong>en</strong> het FI de<br />

stemmingmakerij teg<strong>en</strong> de beproefde inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

methodiek<strong>en</strong> sterk toe. De oude aanpak werd karikaturaal<br />

voorgesteld als ‘mechanistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ (of<br />

cijfer<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de realistische/constructivistische aanpak<br />

van het FI zou de verlossing uit de ell<strong>en</strong>de<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> stelde het zelfs voor alsof het klassieke<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> niet beklijfde <strong>en</strong> na e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> totaal<br />

wegdeemsterde, omdat het ging om feit<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />

gedachteloos rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> niet om inzicht<strong>en</strong>.<br />

In die gematigde leerplanpublicatie van 1995 kreg<strong>en</strong><br />

we al e<strong>en</strong> voorsmaakje van de latere aberraties.<br />

Adri Treffers <strong>en</strong> co nam<strong>en</strong> voor het cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong><br />

plots radicaal afstand van de ess<strong>en</strong>tie van het<br />

cijfer<strong>en</strong> – het positioneel of kolomsgewijs splits<strong>en</strong><br />

van het deeltal in b.v. honderdtall<strong>en</strong>, ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Ze nam<strong>en</strong> ook afstand van e<strong>en</strong> daarbij<br />

hor<strong>en</strong>de splitsingscontext waarbij b.v. eerst de<br />

briefjes van 100 verdeeld word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan deze van<br />

10, <strong>en</strong>z. Treffers <strong>en</strong> co drong<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke<br />

context op van het g<strong>en</strong>re: ‘1128 soldat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

vervoerd word<strong>en</strong> met buss<strong>en</strong> die 36 zitplaats<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>. Hoeveel buss<strong>en</strong> zijn er nodig?’ Die context<br />

leidde de aandacht af van het positioneel splits<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dreef de leerling<strong>en</strong> in de richting van het herhaald<br />

aftrekk<strong>en</strong> van veelvoud<strong>en</strong> van de deler (b.v.<br />

10 x 36, 10 x 36, 5 x 36, 2 x 36…). De leerling<strong>en</strong><br />

moest<strong>en</strong> ook elk voor zich de grootte van de<br />

‘happ<strong>en</strong>’ bepal<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> langdradig soort hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

op papier, op eig<strong>en</strong> constructie <strong>en</strong> tempo<br />

<strong>en</strong> in vele stapp<strong>en</strong> (happ<strong>en</strong>). Achteraf moet<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong>s de vele deelresultat<strong>en</strong><br />

optell<strong>en</strong> (10 + 10 + 5 + 2 …). Dit had o.i. niets meer met<br />

echt <strong>en</strong> handig cijfer<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> (zie ook p. 20 & 21).<br />

Enkele jar<strong>en</strong> later stelde Treffers deze omslachtige<br />

<strong>en</strong> onwiskundige aanpak voor als hét model van de<br />

realistische aanpak. De basisprincipes luidd<strong>en</strong> dan<br />

‘zelf construer<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> (informele) berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />

vanuit e<strong>en</strong> concrete (autobus)context’, het<br />

achteraf zelf <strong>en</strong> in groep ‘reflecter<strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong><br />

constructies <strong>en</strong> op deze van de medeleerling<strong>en</strong>, het<br />

progressief verkort<strong>en</strong> (schematiser<strong>en</strong>) van de omslachtige<br />

berek<strong>en</strong>ing (grotere happ<strong>en</strong>). De leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> procedure ontdekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> geleidelijk<br />

aan de omslachtige berek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> aanschouwelijke<br />

voorstelling verkort<strong>en</strong> (‘schematiser<strong>en</strong>’).<br />

Waarom ded<strong>en</strong> Treffers <strong>en</strong> co hier plots afstand van<br />

het ‘handige’ cijfer<strong>en</strong>? Waarom voerd<strong>en</strong> ze het oneconomische<br />

herhaald aftrekk<strong>en</strong> in? Waarom<br />

propageerd<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> buscontext die de leerling<strong>en</strong><br />

aanzet tot primitief herhaald aftrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

context die het kolomsgewijs cijfer<strong>en</strong> ondersteunt?<br />

In de geciteerde publicatie van 1995 werd nog<br />

erk<strong>en</strong>d dat ook het klassieke cijfer<strong>en</strong> ‘het inzicht<br />

bevordert <strong>en</strong> de cijfervaardigheid op e<strong>en</strong> hoog peil<br />

br<strong>en</strong>gt’ (p. 142), maar het droeg volg<strong>en</strong>s Treffers te<br />

weinig bij tot de zelfstandige constructie van eig<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot de geleidelijke verkorting.<br />

In de context van de omslachtige berek<strong>en</strong>ingswijze<br />

werd progressieve schematisering (verkorting van<br />

berek<strong>en</strong>ing) achteraf e<strong>en</strong> noodzaak. Dit ‘realistische’<br />

principe verving volg<strong>en</strong>s de Freud<strong>en</strong>thalers<br />

het klassieke principe van de progressieve complicering<br />

– b.v. eerst cijfer<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>voudige getall<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> pas achteraf met moeilijke, eerst 75 – 20 <strong>en</strong> pas<br />

later 75 – 28. Enkele jar<strong>en</strong> later typeerd<strong>en</strong> Treffers<br />

<strong>en</strong> co het klassieke cijfer<strong>en</strong> als louter mechanistisch<br />

<strong>en</strong> inzichtsloos. En nog later werd eraan toegevoegd<br />

dat cijfer<strong>en</strong> zijn maatschappelijke functie totaal<br />

verlor<strong>en</strong> had.<br />

Naast het vaarwel zegg<strong>en</strong> aan het <strong>en</strong>ige <strong>en</strong> echte<br />

cijfer<strong>en</strong> in 1975, voerd<strong>en</strong> Treffers <strong>en</strong> co <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong><br />

later plots het zog<strong>en</strong>aamd kolomsgewijs hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

in vanaf het derde leerjaar. Nadat het positioneel<br />

<strong>en</strong> kolomsgewijs cijfer<strong>en</strong> in 1975 als te weinig<br />

inzichtelijk <strong>en</strong> ‘realistisch’ werd afgevoerd, werd e<strong>en</strong><br />

paar jaar later plots het kolomsgewijs werk<strong>en</strong> weer<br />

ingevoerd, maar nu als e<strong>en</strong> alternatieve vorm van<br />

hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanaf het derde leerjaar. Bij 215 – 28,<br />

moest m<strong>en</strong> dan al onmiddellijk als deeloplossing in<br />

de kolom van de honderdtall<strong>en</strong> 200 noter<strong>en</strong>, in de<br />

kolom van de ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> –10 (10 – 20) <strong>en</strong> –3 (5 – 8)<br />

in de kolom van de e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Het resultaat werd<br />

dan 200 – 10 – 3 = 187 (zie ook illustraties op<br />

pagina 20 <strong>en</strong> 21).<br />

31


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Eerst bestempelde Treffers het kolomsgewijs cijfer<strong>en</strong>d<br />

del<strong>en</strong> als mechanistisch <strong>en</strong> achteraf werd het<br />

kolomsgewijs hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> ingevoerd <strong>en</strong> dat werd<br />

dan wel als inzichtelijk bestempeld. We kond<strong>en</strong> de<br />

(on)logica van het FI niet volg<strong>en</strong>. Vlaamse leerkracht<strong>en</strong><br />

die ooit in e<strong>en</strong> methode met kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> of met het FI-cijfer<strong>en</strong> geconfronteerd<br />

werd<strong>en</strong>, steld<strong>en</strong> al vlug vast dat dit niet goed werkte.<br />

Bepaalde realistische methodes behield<strong>en</strong> ook het<br />

klassieke cijfer<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> nooit begrep<strong>en</strong> waarom<br />

die fantasierijke aanpakk<strong>en</strong> van Treffers <strong>en</strong> co in<br />

<strong>Nederland</strong> zo gretig ingang vond<strong>en</strong>.<br />

3 To<strong>en</strong>ame constructivisme sinds 1985<br />

Mede door het aantred<strong>en</strong> van nieuwe FI-medewerkers<br />

van de strekking Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer ging<br />

het FI sinds 1985 steeds meer de constructivistische<br />

toer op. En in de VS versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1989 de constructivistische<br />

’Standards’. De voorstanders van de<br />

moderne wiskunde spand<strong>en</strong> destijds Jean Piaget<br />

voor hun kar, <strong>en</strong> nu werd in de VS Paolo Freire het<br />

boegbeeld van de constructivistische b<strong>en</strong>adering op<br />

internationale wiskundecongress<strong>en</strong>. Wat later verwez<strong>en</strong><br />

de constructivist<strong>en</strong> ook naar Piaget. Zo werd<br />

Piaget eerst de patroon van de formalistische moderne<br />

wiskunde <strong>en</strong> 20 jaar later van de teg<strong>en</strong>pool –<br />

de constructivistische wiskunde. Raar maar waar.<br />

Goffree, Treffers <strong>en</strong> De Lange bestempeld<strong>en</strong> de<br />

constructivistische w<strong>en</strong>ding binn<strong>en</strong> het FI als de<br />

derde periode in de ontwikkeling van het realistische<br />

gedachtegoed. Ze werd volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> ook sterk beinvloed<br />

door de contact<strong>en</strong> met constructivist<strong>en</strong> als<br />

Cobb (Goffree, F., Treffers A. & J. De Lange (red.)<br />

Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> anno 2002, 1992, NRVWO.) De FI-aanpak<br />

werd constructivistischer – mede door het aantred<strong>en</strong><br />

van constructivist<strong>en</strong> als Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer (o.m.<br />

via contact<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Gravemeijer <strong>en</strong> Cobb) <strong>en</strong> door<br />

de rage van het constructivisme in de onderwijskunde.<br />

De gematigde strekking binn<strong>en</strong> het FI liet<br />

haar stem te weinig hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> belangrijke t<strong>en</strong>or<strong>en</strong><br />

ging<strong>en</strong> op p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>.<br />

Prof. Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer beschreef in zijn oratie van<br />

2001 het constructivisme van het FI als volgt: “Het<br />

k<strong>en</strong>theoretisch uitgangspunt is hierbij dat alle k<strong>en</strong>nis<br />

waarover iemand beschikt door de individuele<br />

persoon zelf wordt geconstrueerd. K<strong>en</strong>nis is daarom<br />

uniek voor elke persoon. Je zou kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat<br />

iedere<strong>en</strong> zijn of haar eig<strong>en</strong> werkelijkheid maakt. In<br />

het realistisch wiskundeonderwijs wordt ernaar gestreefd<br />

de leerling<strong>en</strong> te begeleid<strong>en</strong> in het heruitvind<strong>en</strong><br />

van wiskunde. Het nieuwe ler<strong>en</strong> veronderstelt e<strong>en</strong><br />

andere rolverdeling tuss<strong>en</strong> leraar <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dan<br />

het traditionele rek<strong>en</strong>onderwijs. In het traditionele<br />

rek<strong>en</strong>onderwijs was het de taak van de leerling<strong>en</strong><br />

uit te vind<strong>en</strong> wat de leraar in zijn/haar hoofd had. In<br />

het nieuwe onderwijs moet de leraar prober<strong>en</strong> om<br />

erachter te kom<strong>en</strong> wat de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>”. Volg<strong>en</strong>s<br />

Gravemeijer vereiste de informatiemaatschappij nog<br />

meer creativiteit dan de wiskunde in toepassing<strong>en</strong> à<br />

la Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> in de realistische method<strong>en</strong>. De<br />

realistische visie moest constructivistischer word<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de leerkracht<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> constructivistischer te<br />

werk gaan. Nietteg<strong>en</strong>staande de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de kritiek<br />

poneerde Gravemeijer nog in 2007: “De grondslag<br />

(van de FI-aanpak) wordt gevormd door het socioconstructivistische<br />

uitgangspunt dat de leerling<strong>en</strong><br />

hun eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis construer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de beïnvloeding<br />

hiervan door het onderwijs slechts indirect kan<br />

plaatsvind<strong>en</strong> (Ontwikkelingsonderzoek als methode<br />

voor onderzoek rond innovatieve leergang<strong>en</strong>, 2007,<br />

Pedag. Studiën, (84), pag. 331).<br />

De Amerikaanse prof. G. Quirk typeerde de visie van<br />

de constructivist<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de Amerikaanse Standards<br />

als volgt: “De constructivist<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Standards<br />

vind<strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> behoorlijke dosis<br />

wiskundige k<strong>en</strong>nis niet belangrijk. Ze gelov<strong>en</strong> verder<br />

dat het mogelijk is e<strong>en</strong> duidelijk onderscheid te<br />

mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>k- <strong>en</strong> probleemoplossingsvaardighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> anderzijds het step-bystep<br />

process of building a remembered knowledge<br />

base of specific math facts and skills”. … “De constructivist<strong>en</strong><br />

gelov<strong>en</strong> bijgevolg ook niet in het belang<br />

van het vooraf specifiër<strong>en</strong> van wat de leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Dit leidt ertoe dat ze veel te weinig<br />

aandacht hebb<strong>en</strong> voor de specifieke inhoudelijke<br />

doel<strong>en</strong>, voor duidelijke leerplann<strong>en</strong>, voor de traditionele<br />

methodiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het toets<strong>en</strong> van de<br />

concrete leerresultat<strong>en</strong>”, aldus Quirk (http://www.<br />

wgquirk.com/key.html).<br />

4 1987: kritiek op FI & constructivisme<br />

Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig nam dus de stemmingmakerij<br />

teg<strong>en</strong> het klassieke rek<strong>en</strong>onderwijs toe – zowel op<br />

het niveau van het basis – als van het voortgezet<br />

onderwijs. Klassieke aanpakk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> als ‘mechanistisch’<br />

<strong>en</strong> geestdod<strong>en</strong>d bestempeld. Nieuwe,<br />

fantasierijke <strong>en</strong> zelfs onlogische aanpakk<strong>en</strong> (bijv.<br />

van het cijfer<strong>en</strong>) werd<strong>en</strong> de hemel in geprez<strong>en</strong>. De<br />

nieuwe ‘realistische wiskunde’ zou komaf mak<strong>en</strong><br />

met de oude ‘mechanistische’ wiskunde uit het<br />

verled<strong>en</strong>. Sinds 1987 hebb<strong>en</strong> we steeds meer bijdrag<strong>en</strong><br />

gewijd aan de e<strong>en</strong>zijdigheid van de FIaanpak<br />

<strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande onze sympathie<br />

32


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

voor bepaalde frisse ideeën – b.v. inzake met<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ruimtelijke oriëntatie. In het nieuwe leerplan van<br />

1998 hebb<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele van die ideeën dan ook<br />

overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

In 1987 steld<strong>en</strong> we – sam<strong>en</strong> met de G<strong>en</strong>tse prof.<br />

Leo Apostel – dat de visie van Freud<strong>en</strong>thal ge<strong>en</strong><br />

alternatief bood voor de ‘moderne wiskunde’.<br />

Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> co zag<strong>en</strong> het wiskunde-ler<strong>en</strong> o.i. al<br />

te e<strong>en</strong>zijdig als e<strong>en</strong> constructie van individuele leerling<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> al te weinig als verwerving van e<strong>en</strong> cultuurproduct,<br />

gericht op economischer <strong>en</strong> efficiënter<br />

handel<strong>en</strong>. Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> zijn medewerkers onderschatt<strong>en</strong><br />

het socio-cultureel karakter van de wiskunde<br />

als vakdiscipline, het aspect ‘cultuuroverdracht’ <strong>en</strong><br />

de maatschappelijke waarde (R. Feys, ‘Nationaal<br />

plan voor het wiskunde onderwijs’ <strong>Onderwijs</strong>krant<br />

nr. 48, juli 1987). Ook op het niveau van het secundair<br />

onderwijs bleek dat het FI al te weinig waardering<br />

toonde voor de klassieke waard<strong>en</strong>.<br />

De constructivistische visie van boegbeeld Freud<strong>en</strong>thal,<br />

maar ev<strong>en</strong>zeer zijn bevlog<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> betweterij<br />

<strong>en</strong> zijn aversie voor alles wat te mak<strong>en</strong> had met<br />

leerpsychologie, leidd<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>zijdige opvatting<strong>en</strong>.<br />

Freud<strong>en</strong>thal was hierbij beïnvloed door zijn leermeester<br />

Brouwer <strong>en</strong> door P.M. Van Hiele. De leerling<strong>en</strong><br />

moest<strong>en</strong> de wiskunde heruitvind<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Freud<strong>en</strong>thal sprak in 1976 zelfs de w<strong>en</strong>s uit dat het<br />

vak wiskunde rond 2000 als zelfstandig leerdomein<br />

zou verdwijn<strong>en</strong>. Wiskunde zou dan als ‘Sachrechn<strong>en</strong>’<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn binn<strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong> in<br />

leerdomein<strong>en</strong> als wereldoriëntatie, fysica e.d. Op<br />

bijscholing<strong>en</strong> confronteerde Freud<strong>en</strong>thal de deelnemers<br />

graag met realistische ‘vuurtor<strong>en</strong>wiskunde’<br />

waarbij ze method<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> om bijvoorbeeld<br />

de hoogte van e<strong>en</strong> vuur- of watertor<strong>en</strong> te<br />

achterhal<strong>en</strong>. Van Hiele schreef al in 1957 in zijn<br />

proefschrift dat de klassieke rek<strong>en</strong>vaardigheid totaal<br />

voorbijgestreefd was.<br />

Op het grote wiskunde-colloquium van 1983 in het<br />

Brussels Congress<strong>en</strong>paleis steunde Freud<strong>en</strong>thal<br />

ons in de strijd teg<strong>en</strong> de moderne wiskunde. In e<strong>en</strong><br />

persoonlijk gesprek over de middag merkt<strong>en</strong> we wel<br />

dat hij weinig interesse toonde voor de beproefde<br />

waard<strong>en</strong>. Freud<strong>en</strong>thal zelf heeft op hoge leeftijd ooit<br />

teleurgesteld bek<strong>en</strong>d: ‘To<strong>en</strong> ik begon met realistisch<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, kond<strong>en</strong> basisscholier<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar optell<strong>en</strong>,<br />

aftrekk<strong>en</strong>, verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong>. Erna kond<strong>en</strong><br />

ze zelfs dat niet meer’, aldus Freud<strong>en</strong>thal.<br />

5 Kritiek in ‘Panama-Post’: 1990-93<br />

5.1 Inleiding<br />

We formuleerd<strong>en</strong> vanaf 1987 veel kritiek op de<br />

aanpak van het FI <strong>en</strong> op de Amerikaanse<br />

‘Standards’ in <strong>Onderwijs</strong>krant <strong>en</strong> in <strong>Nederland</strong>se<br />

tijdschrift<strong>en</strong>. We probeerd<strong>en</strong> aldus ook te voorkom<strong>en</strong><br />

dat de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de nieuwe<br />

leerplann<strong>en</strong> die strekking zoud<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong>. Dit<br />

gevaar was reëel. De DVO, de VLOR, e<strong>en</strong> aantal<br />

onderwijskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders propageerd<strong>en</strong><br />

voluit het constructivisme <strong>en</strong> de compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />

aanpak – ook voor het rek<strong>en</strong>onderwijs. E<strong>en</strong> aantal<br />

normaalschooldoc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wiskunde zocht<strong>en</strong> in die tijd<br />

aansluiting bij het FI-gedachtegoed. Ook Luc<br />

Heyerick, directeur Pedagogisch C<strong>en</strong>trum G<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

leerplanvoorzitter OVSG, opteerde voor de FI-aanpak.<br />

In het kader van de coöperatie stimuleerde ons<br />

ministerie de uitvoer van het ‘realistisch wiskundeonderwijs<br />

naar Cuba. Na e<strong>en</strong> lange kruistocht teg<strong>en</strong><br />

de moderne wiskunde, stond<strong>en</strong> we nu voor e<strong>en</strong><br />

nieuwe uitdaging.<br />

5.2 Kritische bijdrag<strong>en</strong> in ‘Panama-Post’<br />

(1990 <strong>en</strong> 1993)<br />

Via bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> oproep<strong>en</strong> in <strong>Onderwijs</strong>krant, maar<br />

ook in Panama-Post <strong>en</strong> Willem Bartj<strong>en</strong>s confronteerd<strong>en</strong><br />

we onze visie met deze van de Freud<strong>en</strong>thalers.<br />

We wild<strong>en</strong> aldus e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> debat uitlokk<strong>en</strong>.<br />

We hoopt<strong>en</strong> in 1988 nog dat het FI zijn polariser<strong>en</strong>de<br />

opstelling binn<strong>en</strong> het didactisch kracht<strong>en</strong>veld zou<br />

verlat<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> <strong>Onderwijs</strong>krantartikel van 1988 over<br />

het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot 20 poneerd<strong>en</strong> we dat het ‘realistisch<br />

wiskundeonderwijs’ veel te vlug de oude waard<strong>en</strong><br />

opzij schoof <strong>en</strong> e<strong>en</strong> karikatuur maakte van het<br />

‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong> van opa’ met veel aandacht voor het gestandaardiseerd<br />

<strong>en</strong> vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het FI-tijdschrift<br />

‘Panama-Post’ nam in juni 1990 deze bijdrage over.<br />

We schrev<strong>en</strong> er o.a. dat “de Wiskobas-groep (FI) te<br />

weinig aandacht besteedde aan alles wat te mak<strong>en</strong><br />

had met vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> met parate k<strong>en</strong>nis” <strong>en</strong><br />

dat dit jammer g<strong>en</strong>oeg ook het geval was in de<br />

nieuwe realistische method<strong>en</strong>. We steld<strong>en</strong> ook dat<br />

het bijbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van inzicht à la FI niet zomaar tot<br />

automatiser<strong>en</strong> leidde. We illustreerd<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />

het belang van geautomatiseerde rek<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong><br />

aan de hand van het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot 20 (Oerdegelijke<br />

kwadraatbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> modieuze rek<strong>en</strong>mannetjes,<br />

Panama-Post, juni 1990). Er kwam ge<strong>en</strong> reactie<br />

vanwege de Freud<strong>en</strong>thalers. De orthopedagoog<br />

Osinga reageerde wel positief <strong>en</strong> opteerde ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

voor e<strong>en</strong> meer gestructureerde b<strong>en</strong>adering<br />

33


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

van de rek<strong>en</strong>vaardigheid met meer aandacht voor<br />

automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>. De propagandist<strong>en</strong><br />

van het rek<strong>en</strong>mannetje – mevrouw Jos Van Erp <strong>en</strong><br />

haar nieuwe (rek<strong>en</strong>)man prof. Van Parrer<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />

wel niet gelukkig met de kritiek op hun ‘rek<strong>en</strong>mannetje’<br />

als getalbeeld. We reageerd<strong>en</strong> op ‘het<br />

rek<strong>en</strong>mannetje’ omdat we merkt<strong>en</strong> dat deze gekunstelde<br />

getalvoorstelling ook in Vlaander<strong>en</strong> verspreid<br />

werd via de revalidatiec<strong>en</strong>tra, het buit<strong>en</strong>gewoon<br />

onderwijs e.d.<br />

Vanuit onze bezorgdheid omtr<strong>en</strong>t het gebrek aan<br />

structuur binn<strong>en</strong> het ‘realistisch’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> publiceerd<strong>en</strong><br />

we in 1993 e<strong>en</strong> langere bijdrage in ‘Panama-<br />

Post’ onder de sprek<strong>en</strong>de titel ‘Laat het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot<br />

100 niet in het honderd lop<strong>en</strong>’ (Tijdschrift voor<br />

nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs,<br />

jg. 11, 1993, nr. 3, p. 3-16). Hierop werd<br />

in het volg<strong>en</strong>d nummer afwijz<strong>en</strong>d gereageerd door<br />

Adri Treffers. De FI-directeur schreef dat onze aanpak<br />

meer aansloot bij de ‘traditionele ‘realistische visie,<br />

maar minder bij de rec<strong>en</strong>te, de meer constructivistische,<br />

“die meer de klemtoon legt op de zelfontdekk<strong>en</strong>de<br />

b<strong>en</strong>adering, de informele (eig<strong>en</strong>) berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> constructies van de individuele leerling”.<br />

Volg<strong>en</strong>s Treffers mocht m<strong>en</strong> “vanuit het realistisch<br />

wiskundeonderwijs nieuwe stijl de leerling<strong>en</strong><br />

zeker niet oplegg<strong>en</strong> hoe ze bijvoorbeeld aftrekking<strong>en</strong><br />

op het rek<strong>en</strong>rek of de getall<strong>en</strong>lijn moest<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.”<br />

Voor gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> was niet<br />

langer ruimte meer. Wij opteerd<strong>en</strong> voor het start<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijze; pas<br />

later wordt dan ‘flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ ingebouwd.<br />

‘Flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ is overig<strong>en</strong>s mede gebaseerd op<br />

de voork<strong>en</strong>nis van vlotte berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>: – 39 als<br />

– 40 <strong>en</strong> + 1 omdat – 40 vlot kan berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>.<br />

Onze vakdidactische boek<strong>en</strong> <strong>en</strong> onze wiskundeartikels<br />

werd<strong>en</strong> voortaan ook doodgezweg<strong>en</strong> in de<br />

FI-publicaties.<br />

We kreg<strong>en</strong> wel in hetzelfde nummer van Panama-<br />

Post de steun van prof. M. Beishuiz<strong>en</strong> (Leid<strong>en</strong>) die<br />

de ‘realistische voorkeur om te start<strong>en</strong> met ‘gevarieerde’<br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> afwees, <strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met<br />

ons koos voor het eerst aanbied<strong>en</strong> van gestandaardiseerde<br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> die makkelijk geautomatiseerd<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. We ontving<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong><br />

lov<strong>en</strong>de reactie vanwege het C<strong>en</strong>trum voor Educatieve<br />

Di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing (CED) van Rotterdam. J. de<br />

With (CED) schreef ons: “Met grote belangstelling<br />

hebb<strong>en</strong> we bij het verschijn<strong>en</strong> van het artikel ‘Laat<br />

het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd niet in het honderd lop<strong>en</strong>’<br />

k<strong>en</strong>nis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van uw visie. De red<strong>en</strong> van deze<br />

belangstelling was <strong>en</strong> is, dat wij op dit mom<strong>en</strong>t<br />

binn<strong>en</strong> het CED bezig war<strong>en</strong> met het ontwikkel<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>methode voor kinder<strong>en</strong> met rek<strong>en</strong>problem<strong>en</strong>.<br />

Ook wij gaan er bijvoorbeeld van uit dat<br />

het ontbrek<strong>en</strong> van de automatisering tot ti<strong>en</strong>, de basis<br />

is van ernstige rek<strong>en</strong>problem<strong>en</strong>. We zijn het verder<br />

e<strong>en</strong>s met stelling<strong>en</strong> als: “Voor het vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

automatiser<strong>en</strong> opter<strong>en</strong> we voor e<strong>en</strong> sobere aanpak,<br />

wars van overbodige <strong>en</strong> omslachtige franjes. Het<br />

inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van deelstapp<strong>en</strong> is belangrijk. Leermiddel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> visualisering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong><br />

goed gestructureerd zijn <strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st staan van de<br />

overgang naar het m<strong>en</strong>taal <strong>en</strong> verkort uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>.”<br />

We beschrev<strong>en</strong> onze kritiek op de FI-aanpak <strong>en</strong><br />

onze eig<strong>en</strong> aanpak heel uitvoerig in ons boek<br />

‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’ (Wolters-Plantyn, 1998). In dit<br />

boek ton<strong>en</strong> we ook aan dat de ‘realistische’ theorie<br />

ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing hield met de cognitieve architectuur<br />

<strong>en</strong> met geheug<strong>en</strong>belastingstheorie (John Sweller).<br />

Stapsgewijs werk<strong>en</strong> via het oerdegelijke principe<br />

van de progressieve complicering was uit d<strong>en</strong> boze<br />

(zie ook uitleg hierover op pagina 9). Voor e<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>vatting van onze veelzijdige kritiek in<br />

‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’ verwijz<strong>en</strong> we naar de bijlage<br />

bij dit artikel.<br />

6 Strijd binn<strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>- <strong>en</strong> leerplan<br />

commissie: 1993-1996<br />

6.1 Inleiding<br />

To<strong>en</strong> rond 1990 duidelijk werd dat de ‘moderne<br />

wiskunde’ weer opgedoekt zou word<strong>en</strong>, was de vraag<br />

welke richting we uit moest<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> lange kruistocht<br />

teg<strong>en</strong> de new math war<strong>en</strong> de beproefde<br />

waard<strong>en</strong> ondergesneeuwd geraakt. We werd<strong>en</strong><br />

mete<strong>en</strong> ook geconfronteerd met e<strong>en</strong> nieuwe bedreiging<br />

van de beproefde waard<strong>en</strong>, met het oprukk<strong>en</strong>de<br />

constructivisme dat ook sterk het vak wiskunde<br />

beïnvloedde. Het ‘realistisch wiskundeonderwijs’ van<br />

het FI <strong>en</strong> de constructivistische ‘Standards’ schov<strong>en</strong> al<br />

te vlug de oude waard<strong>en</strong> opzij, <strong>en</strong> ze hing<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

karikatuur op van het ‘klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’.<br />

Ook in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> op onze lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong><br />

nam de sympathie voor het constructivistisch gedachtegoed<br />

<strong>en</strong> voor de aanpak van het FI <strong>en</strong> van de<br />

‘Standards’ toe. Tijd<strong>en</strong>s de eerste vergadering van<br />

de commissie eindterm<strong>en</strong> in 1992 was dit duidelijk<br />

voelbaar – vooral ook bij de verteg<strong>en</strong>woordigers van<br />

de universiteit.<br />

Via actieve betrokk<strong>en</strong>heid bij het opstell<strong>en</strong> van de<br />

eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> van het leerplan (VVKaBaO), ded<strong>en</strong><br />

34


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

we ons best om de oerdegelijke waard<strong>en</strong> van onze<br />

Vlaamse traditie te herwaarder<strong>en</strong> <strong>en</strong> om de nefaste<br />

constructivistische aanpakk<strong>en</strong> te bestrijd<strong>en</strong>. Op die<br />

manier slaagd<strong>en</strong> we erin weerstand te bied<strong>en</strong> aan<br />

de nieuwe wiskundige hypes <strong>en</strong> de extreme kant<strong>en</strong><br />

van het realistisch wiskundeonderwijs uit te bann<strong>en</strong>.<br />

6.2 Strijd binn<strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>commissie<br />

In 1992 werd<strong>en</strong> we lid van de commissie ‘Eindterm<strong>en</strong><br />

wiskunde’ <strong>en</strong> in 1995 van de leerplancommissie.<br />

Binn<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong>commissie stond<strong>en</strong> bepaalde<br />

led<strong>en</strong> vrij positief t.o.v. het constructivisme van het<br />

FI <strong>en</strong> van de Amerikaanse ‘Standards’. Zo zwaaid<strong>en</strong><br />

prof. Gilberte Schuyt<strong>en</strong> (RUG<strong>en</strong>t) e.a. met de constructivitische<br />

Standards <strong>en</strong> met de stelling dat het<br />

bij wiskunde niet gaat om knowing mathematics,<br />

maar om doing mathematics (wiskunde do<strong>en</strong>!). E<strong>en</strong><br />

belangrijke passage uit de begeleid<strong>en</strong>de tekst bij de<br />

(ontwerp)eindterm<strong>en</strong> verwijst expliciet naar deze<br />

controverse: “Sommige didactici nem<strong>en</strong> het standpunt<br />

in van constructivistisch/zelfontdekk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>.<br />

Ander<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> meer voor e<strong>en</strong> geleid-ontdekk<strong>en</strong>de<br />

b<strong>en</strong>adering. Dit betek<strong>en</strong>t dat volg<strong>en</strong>s de laatst<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nis deels wordt aangereikt, de kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

niet alles zelf ontdekk<strong>en</strong>, maar toch wordt er ook<br />

d<strong>en</strong>k(activiteit) van h<strong>en</strong> verondersteld. De leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> actief meed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanuit aangereikte<br />

perspectiev<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> ‘verder d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’. Ook vanuit de vrees<br />

dat het ‘zelf ontdekk<strong>en</strong>’ slechts weggelegd is voor<br />

de verstandigste kinder<strong>en</strong>, pleit<strong>en</strong> deze didactici<br />

voor meer structurering <strong>en</strong> voor het voldo<strong>en</strong>de<br />

inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> automatiser<strong>en</strong> van actief verworv<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>….”.<br />

We hadd<strong>en</strong> zelf sterk aangedrong<strong>en</strong> op inlassing van<br />

deze passage – mede omdat we wist<strong>en</strong> dat de DVOkopstukk<strong>en</strong><br />

volop het constructivisme propageerd<strong>en</strong>.<br />

De constructivist<strong>en</strong> slaagd<strong>en</strong> erin om volg<strong>en</strong>de<br />

passage te lat<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>: “Om leerling<strong>en</strong> zelfredzaam<br />

te mak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de evoluer<strong>en</strong>de maatschappij zal<br />

voor het leergebied wiskunde <strong>en</strong> op het niveau van<br />

de lagere school de nadruk kom<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong> op het<br />

ontwikkel<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij<br />

het oploss<strong>en</strong> van (nieuwe) problem<strong>en</strong> eerder dan op<br />

e<strong>en</strong> vaststaand k<strong>en</strong>nispakket.” Aldus werd binn<strong>en</strong><br />

de werkgroep e<strong>en</strong> vergelijk bereikt <strong>en</strong> werd voor de<br />

lezer duidelijk dat er in Vlaander<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus<br />

omtr<strong>en</strong>t de methodiek bestond.<br />

We zorgd<strong>en</strong> er verder wel voor dat in de lijst van<br />

concrete eindterm<strong>en</strong> de invloed van de constructivistische<br />

wiskunde relatief beperkt bleef <strong>en</strong> dat er<br />

toch e<strong>en</strong> ‘vaststaand <strong>en</strong> vrij omvangrijk k<strong>en</strong>nispakket’<br />

werd opgelegd – ook al is dit in strijd met de<br />

constructivistische uitgangspunt<strong>en</strong> van ‘doing<br />

mathematics’. In teg<strong>en</strong>stelling met de <strong>Nederland</strong>se<br />

eindterm<strong>en</strong>, de Waalse ‘socles de compét<strong>en</strong>ces’<br />

werd<strong>en</strong> de wiskundige leerinhoud<strong>en</strong> duidelijker <strong>en</strong><br />

omvangrijker uitgetek<strong>en</strong>d, veel concreter ook dan in de<br />

eindterm<strong>en</strong> <strong>Nederland</strong>s, Frans <strong>en</strong> Wereldoriëntatie.<br />

We ging<strong>en</strong> ook niet in op het voorstel van de DVOdirecteur<br />

om de leerstof i.v.m. breuk<strong>en</strong> te schrapp<strong>en</strong>.<br />

We betreur<strong>en</strong> dat de DVO-directeur Roger Standaert<br />

<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> achteraf beweerd<strong>en</strong> dat ook bij de<br />

opstelling van de ‘eindterm<strong>en</strong>’ wiskunde vertrokk<strong>en</strong><br />

werd vanuit de constructivistische <strong>en</strong> ‘realistische’<br />

filosofie.<br />

Op e<strong>en</strong> aantal vlakk<strong>en</strong> verloor onze strekking wel<br />

het pleit, maar bij de latere opstelling van het leerplan<br />

kond<strong>en</strong> we veel zak<strong>en</strong> weer rechtzett<strong>en</strong>. Enkele<br />

voorbeeld<strong>en</strong>. De belangrijke klassieke tweedeling<br />

tuss<strong>en</strong> ‘gestandaardiseerd’ <strong>en</strong> ‘flexibel’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

werd uit onze ontwerptekst voor de bewerking<strong>en</strong><br />

geschrapt. De constructivist<strong>en</strong> <strong>en</strong> Freud<strong>en</strong>thalers<br />

hebb<strong>en</strong> weinig waardering voor gestandaardiseerde<br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> dwep<strong>en</strong> met de term ‘handig’<br />

of ‘gevarieerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In onze ontwerptekst wild<strong>en</strong><br />

we met de tweedeling ‘gestandaardiseerd’ <strong>en</strong><br />

‘flexibel’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> duidelijk mak<strong>en</strong> dat we aanslot<strong>en</strong><br />

bij de klassieke aanpak <strong>en</strong> niet bij deze van het FI.<br />

Vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd berek<strong>en</strong><strong>en</strong> bleef voor<br />

ons e<strong>en</strong> belangrijke eindterm.<br />

In het leerplan (VVKaBaO) hebb<strong>en</strong> we het onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> gestandaardiseerd <strong>en</strong> flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

weer ingevoerd. Ook de parate k<strong>en</strong>nis van de meest<br />

elem<strong>en</strong>taire formules voor de berek<strong>en</strong>ing van<br />

oppervlakte <strong>en</strong> inhoud werd<strong>en</strong> na lange discussie<br />

als eindterm<strong>en</strong> geschrapt. Die parate k<strong>en</strong>nis was<br />

volg<strong>en</strong>s de constructivist<strong>en</strong> nadelig voor het inzicht.<br />

Over het belang van de ‘regel van drieën’ <strong>en</strong> de<br />

‘traditionele vraagstukk<strong>en</strong>’ was er zelfs ge<strong>en</strong> discussie<br />

mogelijk. Er mocht<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> (klassieke) eindterm<strong>en</strong><br />

voor vraagstukk<strong>en</strong> (over bruto, tarra, netto; m<strong>en</strong>gsels;<br />

ongelijke verdeling<strong>en</strong> …) geformuleerd word<strong>en</strong><br />

“omdat het opsomm<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beperkt aantal context<strong>en</strong><br />

moeilijk ver<strong>en</strong>igbaar is met het nastrev<strong>en</strong> van<br />

wiskundeonderwijs waarin de band met de realiteit<br />

c<strong>en</strong>traal staat”. De term ‘vraagstukk<strong>en</strong>’ was voor<br />

e<strong>en</strong> aantal commissieled<strong>en</strong> ook niet langer aanvaardbaar<br />

omdat deze term connotaties naar het<br />

klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> opriep. Ook de term ‘met<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ sneuvelde <strong>en</strong> werd vervang<strong>en</strong> door de<br />

modieuze, maar beperk<strong>en</strong>de FI-term ‘met<strong>en</strong>’.<br />

35


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

6.3 Strijd binn<strong>en</strong> leerplancommissie<br />

In de context van de opstelling van nieuwe leerplann<strong>en</strong><br />

formuleerd<strong>en</strong> we onze vrees <strong>en</strong> onze<br />

bezwar<strong>en</strong> i.v.m. de mogelijke invloed van het constructivisme<br />

<strong>en</strong> de FI-aanpak – o.a. in de bijdrage<br />

<strong>Math</strong>ematics: warming up and warning in O.Kr. nr.<br />

90. Bij de uitwerking van de nieuwe leerplann<strong>en</strong><br />

(1995-1998) werd<strong>en</strong> we geconfronteerd met ‘constructivistische’<br />

(ontwerp)tekst<strong>en</strong> waarin al te veel<br />

afstand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd van het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

We werkt<strong>en</strong> int<strong>en</strong>s mee aan het opstell<strong>en</strong> van het<br />

leerplan (VVKaBaO) <strong>en</strong> slaagd<strong>en</strong> erin de constructivistische<br />

refreintjes grot<strong>en</strong>deels uit te bann<strong>en</strong>. Ter<br />

illustratie citer<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> constructivistische<br />

sneuveltekst: “Het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong><br />

vanuit context<strong>en</strong> moet voortaan c<strong>en</strong>traal staan. De<br />

leraar kan ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis, inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong><br />

aanler<strong>en</strong>, maar stimuleert <strong>en</strong>kel constructieve leerprocess<strong>en</strong>.<br />

Gestandaardiseerde <strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>de methodiek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> procedures moet<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Informele <strong>en</strong> intuïtieve berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>traal staan.”<br />

We reageerd<strong>en</strong> uitvoerig op bov<strong>en</strong>staande ontwerppassage.<br />

We steld<strong>en</strong> in onze schriftelijke reactie<br />

voor om veel meer aan te sluit<strong>en</strong> bij de sterke<br />

kant<strong>en</strong> van de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek die dreigd<strong>en</strong><br />

verlor<strong>en</strong> te gaan door het intermezzo van de<br />

‘moderne wiskunde’, de visie van het FI <strong>en</strong> de opkomst<br />

van het constructivisme. In het uiteindelijke<br />

leerplan komt de term ‘constructivisme’ ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

keer voor. We slaagd<strong>en</strong> erin om e<strong>en</strong> stevig pakket<br />

leerinhoud<strong>en</strong> duidelijk te omschrijv<strong>en</strong>, om de tweedeling<br />

gestandaardiseerd versus flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in<br />

te voer<strong>en</strong> i.p.v. de verwarr<strong>en</strong>de FI-term<strong>en</strong> als<br />

‘handig’ of ‘gevarieerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, om meer aandacht<br />

te vrag<strong>en</strong> voor het automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> vastzett<strong>en</strong> van<br />

de k<strong>en</strong>nis, om terug e<strong>en</strong> aantal formules voor de<br />

berek<strong>en</strong>ing van oppervlakte <strong>en</strong> inhoud op te nem<strong>en</strong>.<br />

We voerd<strong>en</strong> de dubbele term ‘met<strong>en</strong> én met<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ in om duidelijk te mak<strong>en</strong> dat we in teg<strong>en</strong>stelling<br />

met de Freud<strong>en</strong>thalers <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong>,<br />

ook veel belang hecht<strong>en</strong> aan het klassieke met<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

In het hoofdstuk over de methodiek koz<strong>en</strong> we voor<br />

gevarieerde werkvorm<strong>en</strong> naargelang van het onderwerp<br />

<strong>en</strong> de fase in de verwerving. Zelf vind<strong>en</strong> we<br />

overig<strong>en</strong>s dat e<strong>en</strong> leerplan ge<strong>en</strong> stellige uitsprak<strong>en</strong><br />

over de methodiek mag bevatt<strong>en</strong>; maar de overheid<br />

wou ook aanwijzing<strong>en</strong> voor de methodiek <strong>en</strong><br />

evaluatie. We start<strong>en</strong> het methodiek-hoofdstuk als<br />

volgt: “In het wiskundeonderwijs moet<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />

veel soort<strong>en</strong> wiskundige k<strong>en</strong>nis, inzicht<strong>en</strong>, vaardighed<strong>en</strong>,<br />

strategieën <strong>en</strong> attitudes verwerv<strong>en</strong>. … Zo’n<br />

brede waaier van doelstelling<strong>en</strong> vereist e<strong>en</strong> groot<br />

scala van didactische sc<strong>en</strong>ario’s. De leerinhoud <strong>en</strong><br />

de concrete doelstelling die aan de orde is, speelt<br />

hierbij e<strong>en</strong> belangrijke rol. D<strong>en</strong>k maar aan het verschil<br />

in aanpak bij het verwerv<strong>en</strong> van inzicht in de<br />

tafels <strong>en</strong> anderzijds bij het automatiser<strong>en</strong> ervan. De<br />

wijze waarop de leerkracht e<strong>en</strong> onderwijsleersituatie<br />

aanpakt is verder afhankelijk van de leeftijd <strong>en</strong> de<br />

ontwikkeling van de kinder<strong>en</strong>.” We bested<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

aparte paragraaf aan het klassieke principe van het<br />

stapsgewijs opbouw<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong><br />

(= progressief complicer<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> oerdegelijk principe<br />

dat de Freud<strong>en</strong>thalers liet<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. De steun vanwege<br />

de leerkracht wordt omschrev<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van<br />

uitlegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> demonstrer<strong>en</strong>, help<strong>en</strong> <strong>en</strong> leergesprekk<strong>en</strong><br />

opzett<strong>en</strong>. We herleid<strong>en</strong> de rol van de leerkracht niet<br />

tot deze van coach. We wijz<strong>en</strong> op het belang van de<br />

aanschouwelijkheid, maar voeg<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> ‘klassieke’<br />

waarschuwing aan toe: “E<strong>en</strong> overvloed <strong>en</strong> te grote<br />

variëteit aan leermateriaal <strong>en</strong> voorstellingsmiddel<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> de begripsvorming <strong>en</strong> de verinnerlijking bemoeilijk<strong>en</strong>.”<br />

Hiermee nem<strong>en</strong> we ook afstand van de<br />

‘realistische aanpak’ die de leerling<strong>en</strong> eindeloos<br />

lat<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de getall<strong>en</strong>lijn of met het rek<strong>en</strong>rek.<br />

Ook bij de regionale voorstelling<strong>en</strong> van dit leerplan<br />

hebb<strong>en</strong> we er uitdrukkelijk op gewez<strong>en</strong> dat we<br />

uitdrukking<strong>en</strong> als constructivisme <strong>en</strong> het kind construeert<br />

zelf zijn k<strong>en</strong>nis uitdrukkelijk vermed<strong>en</strong>. Voor<br />

het domein ‘met<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ wez<strong>en</strong> we<br />

de deelnemers op het verschil met het e<strong>en</strong>zijdige<br />

domein ‘met<strong>en</strong>’ binn<strong>en</strong> de visie van het FI. We<br />

legd<strong>en</strong> ook uit waarom we in teg<strong>en</strong>stelling met het<br />

FI <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> opnieuw formules voor oppervlakteberek<strong>en</strong>ing<br />

e.d. hadd<strong>en</strong> ingevoerd.<br />

In andere leerplann<strong>en</strong> komt de invloed van de constructivistische/realistische<br />

aanpak vooral tot uiting<br />

in het hoofdstuk over de methodiek, maar gelukkig<br />

weinig of niet in de kern van het leerplan, de concrete<br />

leerdoel<strong>en</strong>. In het OVSG-leerplan treff<strong>en</strong> we op<br />

pagina 10 e<strong>en</strong> paragraaf aan over ‘ler<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

constructief proces’. We lez<strong>en</strong>: “Het klassieke model<br />

van de k<strong>en</strong>nisoverdracht biedt weinig garantie voor<br />

de m<strong>en</strong>tale activiteit van de leerling<strong>en</strong>. Die activiteit<br />

is er wel wanneer leerling<strong>en</strong> zelf oplossing<strong>en</strong><br />

zoek<strong>en</strong> voor wiskundige problem<strong>en</strong>, oplossing<strong>en</strong> die<br />

niet voorgekauwd werd<strong>en</strong> maar die ze zelf moet<strong>en</strong><br />

construer<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitprober<strong>en</strong>. Constructief ler<strong>en</strong> vergt<br />

dus probleemgericht onderwijs” (OVSG-leerplan,<br />

1998, p. 10). In e<strong>en</strong> tekst van de OVSG-begeleiding<br />

lez<strong>en</strong> we verder: “Het ‘aan wiskunde do<strong>en</strong>’ (e<strong>en</strong><br />

36


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

vertaling van de uitdrukking ‘doing mathematics’ in<br />

de Standards) komt in de plaats van wiskundige<br />

k<strong>en</strong>nis. Kinder<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong> zelf hun wiskunde op. Ze<br />

construer<strong>en</strong> zelf oplossing<strong>en</strong>. De nadruk ligt op<br />

eig<strong>en</strong> (informele) constructies <strong>en</strong> producties van<br />

leerling<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat de onderwijsgev<strong>en</strong>de<br />

opgelegde methodes moet vermijd<strong>en</strong>. Constructief<br />

ler<strong>en</strong> staat haaks op k<strong>en</strong>nisoverdracht” (OVSGnieuws,<br />

1995, nr. 5). In de wiskundemethodes die in<br />

het OVSG-net gebruikt word<strong>en</strong>, merk<strong>en</strong> we echter<br />

dat er ev<strong>en</strong>zeer gewerkt wordt met gestandaardiseerde<br />

<strong>en</strong> opgelegde berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Ook in het<br />

ARGO-leerplan (geme<strong>en</strong>schapsonderwijs) lez<strong>en</strong> we<br />

als algem<strong>en</strong>e stelregel: “Wiskunde wordt door de<br />

leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk door eig<strong>en</strong> activiteit verworv<strong>en</strong>.<br />

… We moet<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel begeleid<strong>en</strong><br />

bij het zelf ontdekk<strong>en</strong>” (ARGO-leerplan).<br />

7 Themanummer constructivisme 2000<br />

Vanaf 1990 trad het constructivisme ook in Vlaander<strong>en</strong><br />

steeds meer op de voorgrond. Het werd ook de<br />

officiële ideologie van de Di<strong>en</strong>st voor <strong>Onderwijs</strong>ontwikkeling<br />

(DVO), van de VLOR <strong>en</strong> van de<br />

beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. In de tekst ‘Uitgangspunt<strong>en</strong>’ van de<br />

eindterm<strong>en</strong> (1995) komt dit duidelijk tot uiting.<br />

Monique Van De V<strong>en</strong>, doc<strong>en</strong>te wiskunde Normaalschool<br />

Mechel<strong>en</strong>, schrijft dat ook zij zelf <strong>en</strong> veel<br />

collega’s binn<strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding aansluiting<br />

zocht<strong>en</strong> bij het FI-gedachtegoed (Het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong><br />

gecijferdheid in de opleiding voor aanstaande<br />

lerar<strong>en</strong> over de gr<strong>en</strong>s <strong>en</strong> weer, Panama-Post, jg. 21,<br />

2002, nr. 2). Ook aan de universiteit <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

DVO was dit het geval. Van de V<strong>en</strong> voegde er wel<br />

aan toe dat Feys <strong>en</strong> Van Biervliet (Torhout) expliciet<br />

afstand nam<strong>en</strong> van de FI-filosofie. Ook voor de aanpak<br />

binn<strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding bleef m<strong>en</strong> het constructivisme<br />

propager<strong>en</strong>. In ‘TRiOS op weg. Taal <strong>en</strong><br />

Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in Opleidingsdidactische Sam<strong>en</strong>hang, e<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong>balans’ (SLO, 2000) lez<strong>en</strong> we: “Voor opleiders<br />

betek<strong>en</strong>t de nieuwe constructivistische kijk op<br />

ler<strong>en</strong> dat zij hun eig<strong>en</strong> ‘lesgev<strong>en</strong>’ onder de loep<br />

moet<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> of het de constructivistische<br />

toetsste<strong>en</strong> kan doorstaan.” De TriOS-groep<br />

voegde er wel relativer<strong>en</strong>d aan toe: “Met Raf Feys<br />

(<strong>Onderwijs</strong>krant 1997) vindt de TRiOS-ontwikkelgroep<br />

ev<strong>en</strong>wel dat niet alles zonder meer overboord moet.”<br />

Als lid van de eindterm<strong>en</strong>commissie basisonderwijs<br />

(1993) <strong>en</strong> als lid van de leerplancommissie VVKBaO<br />

(1996) slaagd<strong>en</strong> we er wel in de constructivistische<br />

invloed in te damm<strong>en</strong>. Ook auteurs van rek<strong>en</strong>methodes<br />

raadpleegd<strong>en</strong> onze publicaties <strong>en</strong>/of<br />

vroeg<strong>en</strong> om advies; in bepaalde handleiding<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> we gretig geciteerd. We merkt<strong>en</strong> ook overal<br />

dat de verguisde kwadraatbeeld<strong>en</strong> terug e<strong>en</strong> plaats<br />

kreg<strong>en</strong>. In de methodische richtlijn<strong>en</strong> in andere leerplann<strong>en</strong><br />

kwam<strong>en</strong> de constructivistische refreintjes<br />

wel duidelijk tot uiting. Dit was ook het geval in leerplann<strong>en</strong><br />

secundair onderwijs.<br />

Het constructivistisch gevaar was nog niet gewek<strong>en</strong>.<br />

Dit alles stimuleerde ons in september 2000 tot het<br />

publicer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> themanummer over het oprukk<strong>en</strong>de<br />

constructivisme <strong>en</strong> over de constructivistische<br />

wiskunde in het bijzonder. In <strong>Onderwijs</strong>krant nr. 113<br />

voorspeld<strong>en</strong> we dat ook in <strong>Nederland</strong> e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>oorlog<br />

zou uitbrek<strong>en</strong>, net zoals in de Ver<strong>en</strong>igde<br />

Stat<strong>en</strong> na de publicatie van de vage <strong>en</strong> constructivistische<br />

eindterm<strong>en</strong> (Standards, NCTM 1989). De<br />

‘Standards’ wild<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totale ommekeer vanuit het<br />

nieuwe credo dat stelde ‘dat e<strong>en</strong> leerling zijn eig<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nis moet construer<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> dat het voortaan gaat<br />

om ‘doing mathematics’, vooral problem<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

oploss<strong>en</strong> als c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> vaag compet<strong>en</strong>tiedoel. Die<br />

‘<strong>Math</strong> <strong>War</strong>’ leidde er o.a. toe dat de staat Californië<br />

afstand nam van de nationale ‘Standards’, e<strong>en</strong> meer<br />

klassiek curriculum opstelde <strong>en</strong> betere resultat<strong>en</strong><br />

behaalde. Pas vorig jaar kwam er e<strong>en</strong> gevoelige<br />

bijstelling van de e<strong>en</strong>zijdige ‘Standards’.<br />

In het themanummer beschrev<strong>en</strong> we uitvoerig de<br />

‘<strong>Math</strong> <strong>War</strong>’ in de VS. We toond<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s aan<br />

dat de <strong>Nederland</strong>se aanpak van het FI in hetzelfde<br />

constructivistisch bedje ziek was. We verheugd<strong>en</strong><br />

ons over het feit dat er in 1999 scherpe kritiek op de<br />

FI-aanpak geformuleerd werd naar aanleiding van de<br />

zwakke prestaties op het PPON-peilings-onderzoek<br />

van 1997. Die kritiek was zeker heilzaam voor het<br />

basisonderwijs, maar jammer g<strong>en</strong>oeg voerd<strong>en</strong> intuss<strong>en</strong><br />

constructivistische hardliners van de groep Gravemeijer<br />

het hoge woord binn<strong>en</strong> het FI.<br />

8 Betrokk<strong>en</strong>heid bij rec<strong>en</strong>t debat<br />

We merkt<strong>en</strong> dat er in 2007 in <strong>Nederland</strong> steeds<br />

meer bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> rapport<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong> waarin<br />

gewez<strong>en</strong> werd op de daling van het niveau <strong>en</strong><br />

waarin het ‘realistische wiskundeonderwijs’ van het<br />

FI met de vinger gewez<strong>en</strong> werd. In ‘Volg<strong>en</strong>s<br />

Bartj<strong>en</strong>s’ van september 2007 ridiculiseerde Marjolein<br />

Kool de kritiek met de uitspraak: “Hoe moet ons<br />

rek<strong>en</strong>onderwijs er over <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> uitzi<strong>en</strong>?<br />

Cijfer<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> of flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>.<br />

Moet het handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong> afgeschaft word<strong>en</strong>?’ To<strong>en</strong><br />

beslot<strong>en</strong> we dat het opportuun was e<strong>en</strong> themanummer<br />

aan deze thematiek te wijd<strong>en</strong>.<br />

37


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Bij de voorbereiding van dit themanummer kwam<strong>en</strong><br />

we in contact met prof. Jan van de Craats – lid van<br />

de commissie Meyerink – <strong>en</strong> met andere critici. We<br />

stuurd<strong>en</strong> van de Craats <strong>en</strong> co wat ‘Vlaamse’ docum<strong>en</strong>tatie<br />

op: het Vlaams leerplan met leerdoel<strong>en</strong><br />

per leerjaar (basisonderwijs), e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van<br />

onze veelzijdige kritiek op de aanpak van het FI <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele vakdidactische publicaties. Die sam<strong>en</strong>vatting<br />

(zie bijlage) werd o.a. opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de website<br />

van BON <strong>en</strong> daar door e<strong>en</strong> 2000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>.<br />

Prof. van de Craats stelde inmiddels al e<strong>en</strong> alternatief<br />

leerplan op dat mede geïnspireerd is op de<br />

publicaties die we hem toestuurd<strong>en</strong> – Vlaams leerplan<br />

e.d. Voor het boek De Gelukkige Rek<strong>en</strong>klas<br />

(redactie Tom Braams <strong>en</strong> Marisca Milikowski, uitgeverij<br />

Boom) schreef Pieter Van Biervliet de bijdrage<br />

‘Effectief rek<strong>en</strong>onderwijs: niet te realistisch maar<br />

functioneel’. Hij vergelijkt er de rek<strong>en</strong>aanpak van de<br />

Torhoutse Normaalschool met deze van het Utrechtse<br />

Freud<strong>en</strong>thal Instituut.<br />

9 Besluit<br />

De invoering van de ‘moderne wiskunde’ leidde er<br />

toe dat de beproefde waard<strong>en</strong> in de verdrukking<br />

kwam<strong>en</strong>. Daarom pleit<strong>en</strong> we al sinds 1973 voor de<br />

herwaardering <strong>en</strong> verlev<strong>en</strong>diging van oerdegelijke<br />

aanpakk<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> het extreem van de ‘moderne<br />

wiskunde’ dreigde vervang<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door het<br />

extreem van de constructivistische/realistische<br />

wiskunde ded<strong>en</strong> we de nodige inspanning<strong>en</strong> om dit<br />

te voorkom<strong>en</strong>. We zijn tevred<strong>en</strong> dat we daar voor<br />

het basisonderwijs grot<strong>en</strong>deels in geslaagd zijn.<br />

Dit betek<strong>en</strong>t nog niet dat de strijd gestred<strong>en</strong> is. Het<br />

zal bijvoorbeeld nog e<strong>en</strong> tijdje dur<strong>en</strong> vooraleer de<br />

leerkracht<strong>en</strong> de oerdegelijke aanpakk<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> goed<br />

in de vingers krijg<strong>en</strong> als vroeger het geval was. De<br />

schade kan overig<strong>en</strong>s nooit volledig hersteld<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> we zull<strong>en</strong> waarschijnlijk nooit meer het<br />

niveau van weleer bereik<strong>en</strong>.<br />

We hop<strong>en</strong> dat de rec<strong>en</strong>te kritiek <strong>en</strong> evolutie in<br />

<strong>Nederland</strong> de og<strong>en</strong> zal op<strong>en</strong><strong>en</strong> van de ‘constructivistische’<br />

kapers op de Vlaamse kust. D<strong>en</strong>k maar<br />

aan de DVO (Entiteit Curriculum), de VLOR, de topambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>,<br />

de beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> veel onderwijskundig<strong>en</strong><br />

die nog steeds het constructivisme <strong>en</strong> het<br />

ermee verwante compet<strong>en</strong>tiegerichte d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> propager<strong>en</strong>.<br />

Het debat in <strong>Nederland</strong> is ook interessant<br />

voor de toekomst van ons secundair onderwijs.<br />

Verderop in dit nummer bested<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> bijdrage<br />

aan het (ontwerp)leerplan 2009 voor de eerste<br />

graad dat ook sterk het constructivisme propageert.<br />

Bijlage: sam<strong>en</strong>vatting kritiek op FI-aanpak<br />

Het Freud<strong>en</strong>thal Instituut maakte vanaf 1980 e<strong>en</strong><br />

karikatuur van het rek<strong>en</strong>onderwijs anno 1970-80 <strong>en</strong><br />

bestempelde dit t<strong>en</strong> onrechte als louter mechanistisch.<br />

Het is nochtans bek<strong>en</strong>d dat de meeste<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vroeger vlot kond<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De misleid<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong> kunstmatige teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> realistisch <strong>en</strong><br />

mechanistisch rek<strong>en</strong>onderwijs doet ge<strong>en</strong> recht aan<br />

de klassieke vakdidactiek. De term ‘realistisch’<br />

kreeg binn<strong>en</strong> het FI alle mogelijke betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

(toepass<strong>en</strong> op realiteit, zich realiser<strong>en</strong>, zelfconstructie,<br />

modeller<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.)<br />

Volg<strong>en</strong>s de klassieke vakdidactiek berust degelijk<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op inspiratie (inzicht), maar ev<strong>en</strong>zeer op<br />

transpiratie (inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>,<br />

parate k<strong>en</strong>nis). Het FI besteedde weinig of ge<strong>en</strong><br />

aandacht aan de mechanistische aspect<strong>en</strong>. In de<br />

realistische aanpak is er al te weinig aandacht voor<br />

het gericht oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Ook in de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek was er overig<strong>en</strong>s<br />

aandacht voor inzicht. Maar het inzicht in de betek<strong>en</strong>is<br />

van bewerking<strong>en</strong> e.d. is al bij al niet zo moeilijk<br />

als de Freud<strong>en</strong>thalers het voorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergt (in de<br />

lagere leerjar<strong>en</strong>) minder tijd dan het vlot ler<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Voor het begrip optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> moet<br />

m<strong>en</strong> bijvoorbeeld niet eindeloos in klas autobusje<br />

spel<strong>en</strong> à la Jan Van d<strong>en</strong> Brink. Naast de weg van<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> naar kunn<strong>en</strong>, is er ook de weg van kunn<strong>en</strong><br />

naar k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Van ‘Kunn<strong>en</strong> naar k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’ was<br />

overig<strong>en</strong>s de naam van de Vlaamse methode van<br />

Schneider rond 1945. De Freud<strong>en</strong>thalers veronderstell<strong>en</strong><br />

verder t<strong>en</strong> onrechte dat geautomatiseerde <strong>en</strong><br />

gememoriseerde k<strong>en</strong>nis vlug wegdeemstert <strong>en</strong> dat<br />

dit bij inzicht niet het geval is.<br />

Sterke kant<strong>en</strong> van het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> belandd<strong>en</strong><br />

zo in de verdomhoek. Deze ‘verloss<strong>en</strong>de’ opstelling<br />

is inher<strong>en</strong>t voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die vrijgesteld word<strong>en</strong> voor<br />

de perman<strong>en</strong>te revolutie van het onderwijs <strong>en</strong> ook<br />

voor de rest van hun lev<strong>en</strong> vrijgesteld will<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

Vrijgesteld<strong>en</strong> pakk<strong>en</strong> bijna steeds uit met het<br />

verlossingsparadigma i.p.v. te vernieuw<strong>en</strong> ‘in<br />

continuïteit’.<br />

Bij de op<strong>en</strong>, context- <strong>en</strong> probleemgestuurde leerprocess<strong>en</strong><br />

à la FI word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> met te veel<br />

nieuwe zak<strong>en</strong> tegelijk geconfronteerd <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />

te weinig aansluiting vind<strong>en</strong> bij (deel)vaardighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> basisk<strong>en</strong>nis die al verworv<strong>en</strong> moet zijn <strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong><br />

in het lange-termijngeheug<strong>en</strong>. De FItheorie<br />

houdt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met de cognitieve<br />

38


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

architectuur <strong>en</strong> met de geheug<strong>en</strong>-belastings-theorie<br />

(John Sweller) <strong>en</strong> vindt ook progressieve complicering<br />

uit d<strong>en</strong> boze (zie ook op pagina 9).<br />

Het FI onderschat het grote belang van het vlot <strong>en</strong><br />

gestandaardiseerd hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>, van het gestandaardiseerd<br />

cijfer<strong>en</strong>, het vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd<br />

met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> van de parate k<strong>en</strong>nis (tafelproduct<strong>en</strong>,<br />

formules voor berek<strong>en</strong>ing van oppervlakte<br />

<strong>en</strong> inhoud, standaardmat<strong>en</strong> <strong>en</strong> metriek stelsel voor<br />

met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> …).<br />

Vlot, vaardig <strong>en</strong> geautomatiseerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> parate<br />

k<strong>en</strong>nis is maar mogelijk bij gestandaardiseerd<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (= vaste <strong>en</strong> korte berek<strong>en</strong>ingswijze die op<br />

elke opgave toepasbaar is) <strong>en</strong> veel oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het<br />

aantal deelstapp<strong>en</strong> moet hierbij zo klein mogelijk<br />

zijn omdat het werkgeheug<strong>en</strong> beperkt is. Traditioneel<br />

wordt aanvankelijk slechts 1 korte <strong>en</strong> gestandaardiseerde<br />

berek<strong>en</strong>ingswijze aangeleerd. De Freud<strong>en</strong>thalers<br />

<strong>en</strong> constructivist<strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong> het gestandaardiseerd<br />

berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> opter<strong>en</strong> voor flexibel <strong>en</strong><br />

gevarieerd hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> voor flexibel cijfer<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong>wijze <strong>en</strong>/of context- of opgavegebond<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Elke leerling moet<br />

hierbij zoveel mogelijk zijn eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijze<br />

ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de specifieke<br />

getall<strong>en</strong> <strong>en</strong> opgave. Achteraf word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

in principe met die verschill<strong>en</strong>de berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />

geconfronteerd. De meeste leerling<strong>en</strong> gerak<strong>en</strong> hierdoor<br />

in de war of gerak<strong>en</strong> gefixeerd aan e<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>ingswijze die veelal niet handig is. De<br />

Freud<strong>en</strong>thalers noem<strong>en</strong> dit t<strong>en</strong> onrechte ‘handig’ <strong>en</strong><br />

beschouw<strong>en</strong> de andere aanpakk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte als<br />

onhandig <strong>en</strong> louter mechanistisch.<br />

De Freud<strong>en</strong>thalers verget<strong>en</strong> verder ook dat zo’n<br />

flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de rug zit van het gestandaardiseerd<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Enkel wie – 40 vlot kan berek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

beseft ev<strong>en</strong>tueel dat hij – 39 ook vlot kan berek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

via eerst – 40 <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s + 1. Zwakkere leerling<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> echter toch nog problem<strong>en</strong> met zo’n e<strong>en</strong>voudige<br />

vorm<strong>en</strong> van flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Te veel <strong>en</strong> te lang ‘voor-wiskunde’, te lang ‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

in context<strong>en</strong>’ als doel op zich; te veel contextualiser<strong>en</strong><br />

(context- of situatiegebond<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> e.d.),<br />

te weinig decontextualiser<strong>en</strong>. Zo word<strong>en</strong> het vakmatig<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het cijfer<strong>en</strong> afgeremd door binding<br />

aan e<strong>en</strong> specifieke context. E<strong>en</strong> voorbeeld. Door<br />

bijvoorbeeld de binding van de aftrekking aan de<br />

lineaire context <strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing op de<br />

getall<strong>en</strong>lijn (e<strong>en</strong> traject van 85 km, al 27 km afgelegd,<br />

hoeveel km moet ik nog aflegg<strong>en</strong>) wordt het basisinzicht<br />

in aftrekk<strong>en</strong> als wegnem<strong>en</strong> vertroebeld <strong>en</strong><br />

stimuleert m<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> om aftrekk<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig<br />

te interpret<strong>en</strong> als aanvull<strong>en</strong>d optell<strong>en</strong>: 85 – 27 wordt<br />

dan: 27 + 3 + 10 + 10 + 10 + 10 + 10 + 5. De leerling<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> getall<strong>en</strong>lijn nodig <strong>en</strong> achteraf moet<strong>en</strong><br />

ze dan nog die vele tuss<strong>en</strong>uitkomst<strong>en</strong> optell<strong>en</strong>.<br />

Precies daarom betreurt het FI dat de leerling<strong>en</strong> in<br />

de CITO- <strong>en</strong> PPON-toets hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gebruik<br />

mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van potlood <strong>en</strong> papier <strong>en</strong> 75 – 28 nog<br />

echt uit het hoofd moet<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

is bij h<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> meer.<br />

Foutieve b<strong>en</strong>adering van de aanschouwelijkheid <strong>en</strong><br />

te lang aanschouwelijk werk<strong>en</strong>. Fixatie van leerling<strong>en</strong><br />

op aanschouwelijke hulpmiddel<strong>en</strong>: de leerling<strong>en</strong><br />

mog<strong>en</strong> veel te lang gebruik mak<strong>en</strong> van hulpmiddel<strong>en</strong><br />

als getall<strong>en</strong>lijn, rek<strong>en</strong>rek… Die realist<strong>en</strong> bemoeilijk<strong>en</strong><br />

het loskom<strong>en</strong> van de aanschouwelijke steun <strong>en</strong> het<br />

kort <strong>en</strong> handig uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De vele moeilijke (lange)<br />

voorstellingswijz<strong>en</strong> van berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op rek<strong>en</strong>rek<br />

<strong>en</strong> getall<strong>en</strong>lijn <strong>en</strong> de vele stapp<strong>en</strong> bemoeilijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

gestandaardiseerde <strong>en</strong> vlotte berek<strong>en</strong>ing. De aanschouwelijke<br />

voorstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> material<strong>en</strong> (rek<strong>en</strong>rek<br />

tot 20, getall<strong>en</strong>lijn …) functioner<strong>en</strong> te veel <strong>en</strong> te lang<br />

als uitrek<strong>en</strong>instrum<strong>en</strong>t in plaats van als modell<strong>en</strong><br />

voor algem<strong>en</strong>e berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> die de overgang<br />

naar het louter m<strong>en</strong>taal rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> de FI-aanpak word<strong>en</strong> de klassieke tafels van<br />

verm<strong>en</strong>igvuldiging niet ingeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gememoriseerd<br />

zoals dit vroeger al het geval was in groep 4<br />

(= tweede leerjaar). Ze word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte verschov<strong>en</strong><br />

naar groep 5 <strong>en</strong> er vervang<strong>en</strong> door flexibele<br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> op basis van het toepass<strong>en</strong> van<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van bewerking<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong><strong>en</strong> dan bijvoorbeeld 8 x 7 via 4 x 7 = 28;<br />

8 x 7 = 28 + 28 = 56. Ze mak<strong>en</strong> veel fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

berek<strong>en</strong>ing vergt te veel tijd.<br />

De tafels van x word<strong>en</strong> traditioneel in het 2 de leerjaar<br />

aangeleerd. De meeste leerling<strong>en</strong> beseff<strong>en</strong> dan<br />

al dat 7 x 8 neerkomt op 7 x e<strong>en</strong> groep van 8. Dit<br />

inzicht is voorlopig voldo<strong>en</strong>de. Het eig<strong>en</strong>schapsrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

wordt traditioneel pas in hogere leerjar<strong>en</strong><br />

gepres<strong>en</strong>teerd <strong>en</strong> dit in de context van grotere opgav<strong>en</strong><br />

als 13 x 7, 25 x 7… waar het toepass<strong>en</strong> van<br />

de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere handigheid oplevert.<br />

Maar ook dan gaat veel aandacht naar het gestandaardiseerd<br />

berek<strong>en</strong><strong>en</strong>: 13 x 7 = (10 x 7) + (3 x 7).<br />

Kritiek<strong>en</strong> op constructivistische uitgangspunt<strong>en</strong> :<br />

−<br />

te veel constructie van individuele leerling(<strong>en</strong>), te<br />

weinig waardering voor wiskunde als cultuur-<br />

39


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

−<br />

−<br />

−<br />

−<br />

product <strong>en</strong> vakdiscipline, onderschatting van het<br />

socio-culturele karakter <strong>en</strong> van de functionele<br />

betek<strong>en</strong>is van de wiskunde. Te veel respect voor<br />

de eig<strong>en</strong> constructies <strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong> van de<br />

leerling bemoeilijkt het ler<strong>en</strong> van korte <strong>en</strong> vaste<br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>, de begeleiding, de verinnerlijking<br />

<strong>en</strong> automatisatie van de rek<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong>.<br />

eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> ook de<br />

fixatie van de leerling op eig<strong>en</strong>, informele constructies<br />

<strong>en</strong> primitieve rek<strong>en</strong>wijz<strong>en</strong>.<br />

e<strong>en</strong>zijdig ‘bottom-up problem’ solving, overbeklemtoning<br />

van zelfontdekte <strong>en</strong> informele begripp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>.<br />

te weinig sturing <strong>en</strong> structurering door de leerkracht,<br />

te weinig ‘guided construction of knowledge’.<br />

te weinig stapsgewijs opgebouwde leerlijn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>s het principe van de progressieve complicering.<br />

Waar we bij het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 20 <strong>en</strong><br />

100, bij het cijfer<strong>en</strong>… e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>,<br />

legg<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers onmiddellijk<br />

de moeilijkste opgave (b.v. 54 – 28) voor.<br />

Totaal overbodige invoering van het kolomsgewijs<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> in de war br<strong>en</strong>gt zowel<br />

inzake het gewone hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> als inzake het<br />

cijfer<strong>en</strong> dat normaliter ook bij het begin van groep 5<br />

(= derde leerjaar) zou moet<strong>en</strong> start<strong>en</strong>. Bij het<br />

kolomsgewijs aftrekk<strong>en</strong> met tekort<strong>en</strong> b.v. wordt het<br />

voor de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> poespas.<br />

Het traditioneel cijfer<strong>en</strong> wordt verwaarloosd <strong>en</strong> de<br />

Freud<strong>en</strong>thalers introducer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totaal gekunsteld<br />

alternatief dat niets meer te mak<strong>en</strong> heeft met<br />

wiskundig cijfer<strong>en</strong>. Het cijfer<strong>en</strong>d FI-del<strong>en</strong> werd door<br />

Treffers <strong>en</strong> co als hèt model van realistisch onderwijs<br />

voorgesteld. Het FI-cijfer<strong>en</strong> ontaardde echter in<br />

e<strong>en</strong> soort langdradig hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> op basis van<br />

schatt<strong>en</strong>d aftrekk<strong>en</strong> van happ<strong>en</strong>. De autobuscontext<br />

(‘Hoeveel buss<strong>en</strong> met 36 plaats<strong>en</strong> zijn er nodig om<br />

1128 soldat<strong>en</strong> te vervoer<strong>en</strong>) én het primitief <strong>en</strong> zelfconstructief<br />

lat<strong>en</strong> uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong> via het herhaald<br />

aftrekk<strong>en</strong> van happ<strong>en</strong> (b.v. 10 x deler 36, <strong>en</strong>z.), leid<strong>en</strong><br />

de aandacht af van het handig cijfer<strong>en</strong> dat gebaseerd<br />

is op het positioneel opsplits<strong>en</strong> van het deeltal. Dit is<br />

e<strong>en</strong> aanpak met veel deelresultat<strong>en</strong> die omslachtig<br />

is <strong>en</strong> die zich niet laat automatiser<strong>en</strong>, zodat het<br />

cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong> nooit e<strong>en</strong> vaardigheid kan word<strong>en</strong>.<br />

van oppervlakte <strong>en</strong> inhoud. Het klassieke met<strong>en</strong>d<br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de bov<strong>en</strong>bouw van het lager onderwijs<br />

wordt verwaarloosd. Daarom duidt m<strong>en</strong> dit domein<br />

<strong>en</strong>kel met de term ‘met<strong>en</strong>’ aan. Om die e<strong>en</strong>zijdigheid<br />

te vermijd<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> we in het Vlaams leerplan<br />

(VVKaBaO) over ‘met<strong>en</strong> én met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

We betreur<strong>en</strong> ook nog steeds dat volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele formule voor oppervlakteberek<strong>en</strong>ing<br />

e.d. nog gek<strong>en</strong>d moet zijn. In de leerplann<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> we wel de basisformules opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Ge<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtig <strong>en</strong> uitgewerkte visie op vraagstukk<strong>en</strong>:<br />

te veel kritiek op klassieke vraagstukk<strong>en</strong>, te<br />

weinig valabele alternatiev<strong>en</strong> in realistische publicaties<br />

<strong>en</strong> method<strong>en</strong>. Te weinig toepassing<strong>en</strong> (vraagstukk<strong>en</strong>)<br />

ook voor met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> te weinig<br />

moeilijke opgav<strong>en</strong>. We begrep<strong>en</strong> ook niet waarom<br />

de duidelijke term ‘vraagstukk<strong>en</strong>’ moest verdwijn<strong>en</strong>.<br />

De moeilijkheid bij veel context-vraagstukk<strong>en</strong> ligt<br />

vaak eerder bij het onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de<br />

context (b.v. ervaring van parker<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> auto in<br />

opgave over hoeveel auto’s op parking van 70 bij 50<br />

meter), bij het feit dat de tekst te lang <strong>en</strong> te moeilijk<br />

is <strong>en</strong> bij het feit dat er te veel berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ine<strong>en</strong>s<br />

bij betrokk<strong>en</strong> zijn.<br />

Kloof tuss<strong>en</strong> idealistische theorie <strong>en</strong> de praktijk. In<br />

e<strong>en</strong> klas met 20 leerling<strong>en</strong> is het inspel<strong>en</strong> op individuele<br />

d<strong>en</strong>kwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> gewoon<br />

niet haalbaar. In ‘realistische’ method<strong>en</strong> wordt<br />

gelukkig minder realistisch gewerkt dan in de<br />

‘rea-listische theorie’ <strong>en</strong> dit is nog meer het geval bij<br />

de leerkracht<strong>en</strong>. Dit bleek ook uit het MOREonderzoek<br />

<strong>en</strong> uit dit van E. Wijffels (1994).<br />

Uit onderzoek <strong>en</strong> ervaring blijkt dat de zwakke, maar<br />

ook de betere leerling<strong>en</strong> de dupe zijn. E<strong>en</strong> aantal<br />

onderzoekers <strong>en</strong> auteurs (Osinga, Ruijss<strong>en</strong>aers,<br />

Vedder, Timmermans, van Luit, Ames…) stell<strong>en</strong><br />

terecht dat de zwakkere leerling<strong>en</strong> het meest de<br />

dupe zijn van de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />

aanpak. De sterkere leerling<strong>en</strong> prester<strong>en</strong> onder hun<br />

niveau als gevolg van het te lang werk<strong>en</strong> met<br />

concrete context<strong>en</strong> <strong>en</strong> het tijdverlies bij de nondirectieve<br />

aanpak van de rek<strong>en</strong>basisvaardighed<strong>en</strong>.<br />

Er rest dan te weinig tijd voor moeilijkere opgav<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vraagstukk<strong>en</strong>.<br />

Onderwaardering voor het klassieke met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> voor de klassieke meetkunde – met inbegrip van<br />

de k<strong>en</strong>nis van basisformules voor de berek<strong>en</strong>ing<br />

40


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Volksverteg<strong>en</strong>woordiger Hoebeke bekritiseerde sympathie van<br />

Vlaamse overheid voor ‘realistische’ rek<strong>en</strong>aanpak op 19.06.06<br />

Raf Feys<br />

1 Inleiding<br />

In <strong>Onderwijs</strong>krant las volksverteg<strong>en</strong>woordiger Anne<br />

Marie Hoebeke (Op<strong>en</strong> VLD) dat leerling<strong>en</strong> – <strong>en</strong> de<br />

zwakkere in het bijzonder – vooral nood hebb<strong>en</strong> aan<br />

e<strong>en</strong> vaste <strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijze.<br />

In die bijdrage verwez<strong>en</strong> we ook naar rec<strong>en</strong>t onderzoek<br />

van Timmermans waarin deze aantoonde dat<br />

de ‘realistische aanpak’ van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />

(FI) nefast was voor zwakkere leerling<strong>en</strong>. Mevrouw<br />

Hoebeke ging er terecht vanuit dat die realistische/<br />

constructivistische aanpak ook gepropageerd wordt<br />

door de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de DVO <strong>en</strong> in bepaalde leerplann<strong>en</strong>.<br />

In de bije<strong>en</strong>komst van de commissie<br />

onderwijs van 29.06.2006 stelde mevrouw Hoebeke<br />

hierover e<strong>en</strong> bezorgde vraag aan minister Vand<strong>en</strong>broucke.<br />

In zijn antwoord stelde Vand<strong>en</strong>broucke – t<strong>en</strong><br />

onrechte – dat de overheid zich principieel niet<br />

inlaat met pedagogische aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />

Vand<strong>en</strong>broucke voegde er vervolg<strong>en</strong>s aan toe dat<br />

zijn medewerkers ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de<br />

‘realistische’ b<strong>en</strong>adering van het FI. De minister<br />

verzweeg dat in de toelichting bij de officiële eindterm<strong>en</strong><br />

gesteld wordt dat deze gestoeld zijn op constructivistische<br />

uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanstur<strong>en</strong> op het<br />

zelf construer<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis door de leerling<strong>en</strong>.<br />

Ook in leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvoedingsproject<strong>en</strong> van<br />

bepaalde onderwijsnett<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> constructivistische<br />

visie gepropageerd – met o.m. e<strong>en</strong> verwijzing<br />

naar de zgn. ‘realistische’ visie van het Freud<strong>en</strong>thal<br />

Instituut (FI). Het aanler<strong>en</strong> van gestandaardiseerde<br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> wordt dan bijvoorbeeld afgerad<strong>en</strong>.<br />

De leerling moet zijn eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis construer<strong>en</strong>.<br />

Het is ook bek<strong>en</strong>d dat ons ministerie destijds in het<br />

kader van de coöperatie met derdewereldland<strong>en</strong> de<br />

realistische/constructivistische wiskunde van het FI<br />

naar o.a. Cuba exporteerde. To<strong>en</strong> we hierover geraadpleegd<br />

werd<strong>en</strong>, wez<strong>en</strong> we de coöperante nochtans<br />

op de nefaste kant<strong>en</strong> van deze aanpak.<br />

2 Tuss<strong>en</strong>komst mevrouw Hoebeke<br />

“Mijnheer de minister, geachte led<strong>en</strong>, ooit heb ik<br />

e<strong>en</strong> tijd gewerkt in het onderwijs. Ik kwam vaak tot<br />

de conclusie dat leerling<strong>en</strong> zelfs met de e<strong>en</strong>voudige<br />

regel van drieën moeite hadd<strong>en</strong>. Zo was er het<br />

voorbeeld van de loonberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

arbeider, met daarop de RSZ. Ik moest uitlegg<strong>en</strong><br />

dat er eerst 8 perc<strong>en</strong>t bij kwam <strong>en</strong> dan 12,07 perc<strong>en</strong>t<br />

af ging. Dat moest ik met hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> voet<strong>en</strong><br />

uitlegg<strong>en</strong>. Hetzelfde gold voor de berek<strong>en</strong>ing van de<br />

forfaitaire bedrijfslast bij verloning.<br />

Ik las rec<strong>en</strong>t in het tijdschrift <strong>Onderwijs</strong>krant dat ik<br />

als gewez<strong>en</strong> leerkracht nog ontvang, dat de <strong>Nederland</strong>se<br />

pedagoog Timmermans dit onderwerp heeft<br />

onderzocht. Hij is tot de conclusie gekom<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aanleg voor wiskunde <strong>en</strong><br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De minderbegaafde leerling<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met de vele aangereikte<br />

wiskundige methodes (berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>) waar ze<br />

zelf e<strong>en</strong> oplossing uit moet<strong>en</strong> distiller<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />

professor Timmermans kom<strong>en</strong> de bestaande realistische<br />

rek<strong>en</strong>methodes de zwakker begaafde leerling<strong>en</strong><br />

niet t<strong>en</strong> goede. Zij zijn meer gedi<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong><br />

gestructureerde rek<strong>en</strong>methode. Maar in <strong>Nederland</strong><br />

wordt op grote schaal de voorkeur gegev<strong>en</strong> aan de<br />

ontwikkeling van eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Ook de<br />

heer Raf Feys, e<strong>en</strong> Vlaams pedagoog, verdedigt het<br />

principe dat goed rek<strong>en</strong>onderwijs gestructureerd<br />

rek<strong>en</strong>onderwijs is. In mijn schooltijd moest<strong>en</strong> we<br />

eindeloos oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> van die oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

zat<strong>en</strong> in ons geheug<strong>en</strong> verankerd.<br />

Ook in Vlaander<strong>en</strong> bestaat de mogelijkheid leerling<strong>en</strong><br />

zo veel mogelijk volstrekt willekeurige<br />

manier<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> om tot de juiste oplossing<br />

te kom<strong>en</strong>. Deze mogelijkheid is zelfs in het<br />

pedagogisch project (van bepaalde schoolnett<strong>en</strong>)<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> tijd geled<strong>en</strong> dat dit onderwerp<br />

in Vlaander<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s is onderzocht. Als ik<br />

me niet vergis, is de rec<strong>en</strong>tste studie in de loop van<br />

de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig uitgevoerd door e<strong>en</strong> <strong>Nederland</strong>se<br />

onderzoeker die dan verbond<strong>en</strong> was aan de KU<br />

Leuv<strong>en</strong>. (NvdR: prof. Ruijss<strong>en</strong>aers die tot dezelfde<br />

conclusie kwam als Timmermans <strong>en</strong> Feys.)<br />

41


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Mijnheer de minister, wat is uw visie op het in de<br />

studies aangehaalde <strong>en</strong> door pedagog<strong>en</strong> verdedigde<br />

gestructureerd rek<strong>en</strong>onderwijs? Hebt u de int<strong>en</strong>tie<br />

het gestructureerd rek<strong>en</strong>onderwijs in de toekomst in<br />

te voer<strong>en</strong>? Zo ja, kunt u dit toelicht<strong>en</strong>? Zo ne<strong>en</strong>,<br />

waarom b<strong>en</strong>t u dit niet van plan? Kunt u in verband<br />

met dit onderwerp iets in het vooruitzicht stell<strong>en</strong>?<br />

T<strong>en</strong> slotte vind<strong>en</strong> we allemaal dat iedere<strong>en</strong> goed<br />

moet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.”<br />

3 Antwoord Minister Vand<strong>en</strong>broucke<br />

“Het is niet gebruikelijk dat e<strong>en</strong> minister van <strong>Onderwijs</strong><br />

zijn visie op methodes naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt. Desondanks<br />

wil ik naar aanleiding van de vrag<strong>en</strong> van<br />

mevrouw Hoebeke e<strong>en</strong> aantal bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Mijn eerste bed<strong>en</strong>king betreft het wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

onderzoek naar rek<strong>en</strong>onderwijs. Er is ontzett<strong>en</strong>d<br />

veel onderzoek over rek<strong>en</strong>onderwijs versch<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Het door mevrouw Hoebeke aangehaalde proefschrift<br />

vormt hier e<strong>en</strong> onderdeel van. In Vlaander<strong>en</strong><br />

is vooral de KUL op dit vlak erg actief. Professor De<br />

Corte <strong>en</strong> professor Verschaffel pleit<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

krachtige leeromgeving. Ze opter<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> goed<br />

uitgebalanceerde <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociale omgeving gekaderde<br />

combinatie van informatieverwerving <strong>en</strong> –<br />

verwerking. In discussies over methodes spel<strong>en</strong><br />

opvatting<strong>en</strong> over wat belangrijk <strong>en</strong> minder belangrijk<br />

is ook e<strong>en</strong> rol. De m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hierover zijn vaak verdeeld.<br />

De onderzoeksresultat<strong>en</strong> zijn vaak nietveralgeme<strong>en</strong>baar<br />

<strong>en</strong> contextgebond<strong>en</strong>. Zolang de<br />

discussie onder deskundig<strong>en</strong> nog loopt, wil ik hierover<br />

a fortiori ge<strong>en</strong> standpunt innem<strong>en</strong>.<br />

Mijn medewerkers zijn wel van m<strong>en</strong>ing dat het<br />

realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs ook gestructureerd is.<br />

Volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> heeft het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs<br />

niet de bedoeling de leerling<strong>en</strong> met alle mogelijke<br />

methodes te overstelp<strong>en</strong>. Het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs<br />

doet e<strong>en</strong> beroep op het probleemoploss<strong>en</strong>d<br />

vermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat kinder<strong>en</strong> meed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. In het<br />

realistisch onderwijs gaat het niet <strong>en</strong>kel om de uitkomst,<br />

maar vooral om het begeleide rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

d<strong>en</strong>kproces. De veronderstelling dat dit bij zwakkere<br />

rek<strong>en</strong>aars niet werkt, lijkt me vrij stigmatiser<strong>en</strong>d.<br />

In Vlaander<strong>en</strong> geldt in principe de vrijheid van<br />

onderwijs. Dit houdt onder meer in dat de minister<br />

van <strong>Onderwijs</strong> ge<strong>en</strong> onderwijsmethodes oplegt. Ik<br />

vertrouw op de professionaliteit van de schoolteams<br />

die e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>methode moet<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. De schol<strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong> dat het belangrijk is om bij de sturing van het<br />

leerproces rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de verschill<strong>en</strong>de<br />

leerstijl<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>.”<br />

4 Ge<strong>en</strong> inm<strong>en</strong>ging van overheid?<br />

Zelf vind<strong>en</strong> we dat de overheid in officiële tekst<strong>en</strong><br />

wel geregeld uitsprak<strong>en</strong> doet over de pedagogische<br />

aanpak. In de ‘Uitgangspunt<strong>en</strong>’ van de door de overheid<br />

opgelegde eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> basiscompet<strong>en</strong>ties<br />

wordt expliciet gepleit voor constructivistische<br />

principes. In het verled<strong>en</strong> werd ook de moderne wiskunde<br />

door minister Vermeyl<strong>en</strong> gepropageerd <strong>en</strong><br />

opgelegd. Zonder zijn tuss<strong>en</strong>komst zou het nooit<br />

zo’n vaart gelop<strong>en</strong> zijn. De tuss<strong>en</strong>komst van het<br />

ministerie was er destijds ook i.v.m. de methodiek<br />

voor het taalonderwijs. Meer rec<strong>en</strong>t binn<strong>en</strong> de zorgverbreding<br />

moest<strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> de door het Steunpunt<br />

NT2 (Leuv<strong>en</strong>) gepropageerde taalvaardigheidsdidactiek<br />

volg<strong>en</strong>. De inspectie basisonderwijs propageerde<br />

tot voor kort heel expliciet het ‘ervaringsgericht<br />

onderwijs’ van Laevers. De inspectie secundair<br />

onderwijs, de DVO <strong>en</strong> de VLOR propager<strong>en</strong> de<br />

compet<strong>en</strong>tiegerichte aanpak.<br />

In de erk<strong>en</strong>de proeftuin<strong>en</strong> van minister Vand<strong>en</strong>broucke<br />

gaat het overig<strong>en</strong>s vaak om project<strong>en</strong> in de<br />

richting van het nieuwe, zelfstandige, compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />

… ler<strong>en</strong>, die door de minister uitgekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dus ook indirect gepropageerd word<strong>en</strong>. In het<br />

overheidstijdschrift KLASSE word<strong>en</strong> bijna uitsluit<strong>en</strong>d<br />

modieuze onderwijsopvatting<strong>en</strong> gepropageerd. Dit<br />

verklaart ook waarom publicaties, opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

activiteit<strong>en</strong> van bijvoorbeeld de ver<strong>en</strong>iging O-ZON<br />

nooit e<strong>en</strong> vermelding krijg<strong>en</strong>. Jan T’Sas, hoofdredacteur<br />

KLASSE, deed onlangs wel zijn best om<br />

O-ZON te ridiculiser<strong>en</strong> in het tijdschrift VONK (zie<br />

website VONK).<br />

De heer Timmermans, de door mevrouw Hoebeke<br />

aangehaalde pedagoog, pleit ervoor om zwakkere<br />

rek<strong>en</strong>aars eerst e<strong>en</strong> stevige basis te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />

niet te snel naar e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d taxonomisch niveau<br />

over te stapp<strong>en</strong>. Dit sluit echter niet uit dat deze<br />

leerling<strong>en</strong> ook realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs kunn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>.<br />

42


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Geme<strong>en</strong>schappelijk & lichter leerplan wiskunde in s.o.:<br />

minder rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> abstractie, meer constructivisme<br />

Raf Feys<br />

1 Inleiding<br />

In de context van ons O-ZON-pleidooi voor herwaardering<br />

van de basisk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> basisvaardighed<strong>en</strong><br />

kreg<strong>en</strong> we ook opvall<strong>en</strong>d veel respons van leraars<br />

<strong>en</strong> professor<strong>en</strong> wiskunde. Ze getuigd<strong>en</strong> dat ook in<br />

Vlaander<strong>en</strong> het niveau in het secundair onderwijs er<br />

op achteruit ging (zie punt 2). Op de radio betreurde<br />

de Leuv<strong>en</strong>s prof. em. Alfred <strong>War</strong>rinnier begin mei<br />

2008 dat de ‘moderne wiskunde’ in ons secundair<br />

onderwijs steeds meer vervang<strong>en</strong> werd door e<strong>en</strong><br />

andere extreme visie, deze van de constructivistische<br />

‘fuzzy mathematics’.<br />

Enkele maand<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> versche<strong>en</strong> het (ontwerp)<br />

leerplan 2009 van het Vlaams Verbond van het<br />

Katholiek Secundair onderwijs voor de eerste graad<br />

– het zoveelste in de rij sinds 1970. “De actuele<br />

d<strong>en</strong>kwijze over wiskundevorming gaat uit van compet<strong>en</strong>ties<br />

<strong>en</strong> van de constructivistische gedachte dat<br />

leerling<strong>en</strong> best zelf die compet<strong>en</strong>ties ontwikkel<strong>en</strong>”,<br />

aldus de leerplanontwerpers. De huidige gediffer<strong>en</strong>tieerde<br />

a- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> b-leerplann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong><br />

door e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk leerplan dat lichter<br />

uitvalt <strong>en</strong> minder aandacht besteedt aan (abstracte)<br />

k<strong>en</strong>nis. De leerplanontwerpers wekk<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kel mom<strong>en</strong>t de indruk dat ze k<strong>en</strong>nis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> van de rec<strong>en</strong>te debatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> math-wars in<br />

<strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders <strong>en</strong> van de kritiek in eig<strong>en</strong> land.<br />

Dat blijkt ook uit de e<strong>en</strong>zijdige bibliografie. De<br />

controversiële methodische <strong>en</strong> inhoudelijke opties<br />

word<strong>en</strong> als vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid geserveerd. Zo<br />

lez<strong>en</strong> we ook dat de vaardigheid in de rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong><br />

minder belangrijk is.<br />

In <strong>Nederland</strong> werd<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schappelijke leerplann<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schappelijke basisvorming<br />

weer afgeschaft. In <strong>Nederland</strong>, de VS, Engeland,<br />

Franstalig België… beluisterd<strong>en</strong> we de voorbije jar<strong>en</strong><br />

veel kritiek op die controversiële <strong>en</strong> constructivistische<br />

opties. Te lage eis<strong>en</strong>, te weinig (algebraïsche) rek<strong>en</strong>vaardigheid,<br />

te weinig aandacht voor beproefde<br />

waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor wiskunde als vakdiscipline, al te<br />

veel rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in context<strong>en</strong> (situations-problèmes)<br />

<strong>en</strong>z. De leerling<strong>en</strong> zijn onvoldo<strong>en</strong>de voorbereid op<br />

het hoger onderwijs; de bijspijkercursuss<strong>en</strong> in het<br />

hoger <strong>en</strong> universitair onderwijs zijn talrijk. Al ti<strong>en</strong> jaar<br />

geled<strong>en</strong> bestempelde de Nijmeegse professor Frans<br />

Keune de ‘realistische wiskunde’ als pann<strong>en</strong>koekwiskunde.<br />

Hij verweet de Utrechters dat de leerling<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> belabberd wiskundig inzicht hebb<strong>en</strong>. De<br />

leuke wiskunde <strong>en</strong> gekunstelde toepassingscontext<strong>en</strong><br />

van het FI bested<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> te weinig aandacht<br />

aan de wiskunde als cultuurproduct, aan de<br />

meer abstracte elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de rek<strong>en</strong>vaardigheid.<br />

Ook in de VS adviseert het Final report of the<br />

‘National mathematics advisory panel’ (maart 2008)<br />

e<strong>en</strong> niveauverhoging, e<strong>en</strong> herwaardering van beproefde<br />

waard<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> meer ev<strong>en</strong>wichtige didactiek<br />

met meer sturing vanwege de leerkracht, meer aandacht<br />

voor rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> de taal van de wiskunde<br />

(zie pagina 16). In Franstalig België word<strong>en</strong><br />

de zwakke prestaties door Nico Hirtt <strong>en</strong> vele ander<strong>en</strong><br />

in verband gebracht met de vage compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />

b<strong>en</strong>adering. In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te evaluatie bereikte<br />

slechts 20 % van de 14-jarig<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong>,<br />

40 % voldeed helemaal niet.<br />

De vele klacht<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong> in <strong>Nederland</strong> al tot de<br />

opstelling van nieuwe officiële richtlijn<strong>en</strong> voor zwaardere<br />

(exam<strong>en</strong>)programma's wiskunde havo-vwo die<br />

beter voorbereid<strong>en</strong> op hogere studies. De kern van<br />

degelijk wiskundeonderwijs is volg<strong>en</strong>s de toelichting<br />

opnieuw het algebraïsch <strong>en</strong> analytisch rek<strong>en</strong>werk<br />

<strong>en</strong> de leerstofeis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verhoogd. E<strong>en</strong> aantal<br />

beproefde waard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook in ere hersteld. De<br />

sympathisant<strong>en</strong> van ‘realistische’ wiskunde à la FI<br />

reageerd<strong>en</strong> met het manifest ‘Stop de afbraak van<br />

het wiskunde-onderwijs’. Ze nem<strong>en</strong> het niet dat de<br />

‘realistische’ <strong>en</strong> contextrijke ‘everyday’-aanpak van<br />

het FI als ‘franje’ bestempeld wordt.<br />

Dit alles stimuleert ons om ook e<strong>en</strong> paar bijdrag<strong>en</strong><br />

aan wiskunde in ons secundair onderwijs te wijd<strong>en</strong>.<br />

Bepaalde <strong>Nederland</strong>se <strong>en</strong> Waalse critici gelov<strong>en</strong><br />

alvast dat <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> Wallonië kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> van<br />

Vlaander<strong>en</strong>. Ook het ‘National mathematics advisory<br />

panel’ van de VS inspireerde zich aan de<br />

Vlaamse leerplann<strong>en</strong> basisonderwijs <strong>en</strong> eerste<br />

graad – naast deze van TIMSS-succesland<strong>en</strong> als<br />

Singapore (Foundations for success’, het Final<br />

Report, maart 2008). Maar straks krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong><br />

nieuw leerplan dat meer de richting van het constructivisme<br />

<strong>en</strong> de zelfstandigheidsdidactiek uit wil.<br />

43


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Jammer g<strong>en</strong>oeg is er in Vlaander<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> op<strong>en</strong><br />

debat over ons (wiskunde)onderwijs. To<strong>en</strong> we in de<br />

periode 1973-1982 kritische vrag<strong>en</strong> over de ‘moderne<br />

wiskunde’ steld<strong>en</strong>, kreg<strong>en</strong> we lange tijd niet de<br />

minste respons. Pas na 1982 kwam er <strong>en</strong>ige op<strong>en</strong>heid.<br />

Ook op onze kritiek op het constructivisme <strong>en</strong><br />

op het realistisch wiskundeonderwijs van het FI<br />

kwam er weinig reactie. Maar to<strong>en</strong> we als O-ZONactiegroep<br />

in 2007 vrag<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de basisk<strong>en</strong>nis<br />

<strong>en</strong> basisvaardighed<strong>en</strong>, ontving<strong>en</strong> we heel wat<br />

klacht<strong>en</strong> i.v.m. wiskunde in ons secundair onderwijs<br />

<strong>en</strong> de didactische aanpak. In punt 2 gaan we hier ev<strong>en</strong><br />

op in. Daarna staan we stil bij het nieuwe leerplan.<br />

2 Kritiek op niveau <strong>en</strong> methodiek<br />

2.1 Kritiek op niveau<br />

Prof. Stefaan Ca<strong>en</strong>epeel (VUB) schreef ons: “Aan<br />

de universiteit ondervind<strong>en</strong> wij dat in <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong><br />

zowel k<strong>en</strong>nis als vaardighed<strong>en</strong> wiskunde van beginn<strong>en</strong>de<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sterk zijn achteruitgegaan. Ik heb<br />

het dan wel over echte vaardighed<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld<br />

het optell<strong>en</strong> van breuk<strong>en</strong>, opgav<strong>en</strong> over rechthoekige<br />

driehoek<strong>en</strong> ... Het zog<strong>en</strong>aamde vaardigheidsgerichte<br />

onderwijs leidt niet alle<strong>en</strong> tot minder<br />

k<strong>en</strong>nis, het leidt ook tot minder vaardighed<strong>en</strong>. De<br />

leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> niets, maar kunn<strong>en</strong> ook niets. In<br />

<strong>Nederland</strong> heeft m<strong>en</strong> dat al lang ondervond<strong>en</strong>. Ik wil<br />

hierbij dan ook uw o-zoninitiatief voluit steun<strong>en</strong>.”<br />

Prof. Ca<strong>en</strong>epeel stelde ook al in 2001 terecht: “Ik<br />

vrees voor het niveau van het onderwijs. De eindterm<strong>en</strong><br />

voor wiskunde zijn bijzonder mager. Het is<br />

e<strong>en</strong> minimum minimorum.”<br />

‘Onze eerstejaars wiskunde krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vak 'bewijz<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>’, vertelt Caroli<strong>en</strong> Van Saam, monitor<br />

aan de Leuv<strong>en</strong>se wet<strong>en</strong>schapsfaculteit. ‘Vroeger<br />

kon iedere<strong>en</strong> b.v. e<strong>en</strong> bewijs opstell<strong>en</strong>. Nu miss<strong>en</strong><br />

ze de precisie om iets op e<strong>en</strong> wiskundige manier uit<br />

te schrijv<strong>en</strong>.’ Net zoals andere universiteit<strong>en</strong> organiseert<br />

de KU-Leuv<strong>en</strong> al jar<strong>en</strong> cursuss<strong>en</strong> wiskunde om<br />

het niveau van start<strong>en</strong>de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij te spijker<strong>en</strong>.<br />

Zelfs aan praktijkgerichte hogeschol<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />

over het probleem meesprek<strong>en</strong>. ‘In onze k<strong>en</strong>nisgerichte<br />

richting<strong>en</strong>, zoals industriële wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />

is bijspijker<strong>en</strong> aan de orde’, vertelt Jacques Peeters<br />

van de Hogeschool Antwerp<strong>en</strong>. … De UG<strong>en</strong>t organiseerde<br />

in december e<strong>en</strong> rondvraag bij de professor<strong>en</strong><br />

uit de eerste bachelor. Opvall<strong>en</strong>d: ‘de proff<strong>en</strong><br />

klag<strong>en</strong> er vooral over dat de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vooral<br />

minder kunn<strong>en</strong>’, zegt Annick Eelbode (Bijdrage in<br />

‘De Morg<strong>en</strong>’ van 14.03.07: Leerling<strong>en</strong> zijn niet<br />

dommer geword<strong>en</strong>. Het onderwijs haalt er gewoon<br />

minder uit). In de context van de laatste wiskundeolympiade<br />

formuleerd<strong>en</strong> naar verluidt ook e<strong>en</strong><br />

aantal professor<strong>en</strong> (Paul Igodt, Wim Schep<strong>en</strong>s …)<br />

kritiek op het dal<strong>en</strong>de niveau. Relatief e<strong>en</strong>voudige<br />

vrag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door vel<strong>en</strong> niet juist beantwoord.<br />

2.2 Kritiek op constructivistische methodiek<br />

Marie-Claire Deleersnijder, voorzitster van de<br />

Vlaamse Ver<strong>en</strong>iging voor Wiskundeleerkracht<strong>en</strong>,<br />

getuigde: "In wiskunde draait vandaag alles mom<strong>en</strong>teel<br />

om inzicht. De didactische methode is ook<br />

gewijzigd, m<strong>en</strong> spreekt van 'contextonderwijs'. Als<br />

leerkracht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> we gestimuleerd om wiskundeoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

te betrekk<strong>en</strong> op actuele, concrete situaties.<br />

Minder abstracte theorie dus. Dat maakt dat<br />

'bewijz<strong>en</strong>' minder goed gek<strong>en</strong>d zijn. En mede doordat<br />

de leerling<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig bij zowat elke toets e<strong>en</strong><br />

rek<strong>en</strong>machine of hun formularia mog<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>,<br />

zijn ze minder goed in hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid.<br />

Zelfs voor de k<strong>en</strong>nis van de maaltafels,<br />

jawel. Ook analytische meetkunde komt niet meer in<br />

elk wiskundeprogramma voor” (In: Marjan Justaert,<br />

Vlaamse scholier<strong>en</strong> struikel<strong>en</strong> over maaltafels <strong>en</strong><br />

sukkel<strong>en</strong> met dt-regels, DM, 6.12.06).<br />

Net zoals prof. <strong>War</strong>rinnier heeft de voorzitster blijkbaar<br />

problem<strong>en</strong> met te veel ‘contextwiskunde’.<br />

Andere term<strong>en</strong> hiervoor zijn ‘fuzzy maths’,<br />

‘everyday-maths’ <strong>en</strong>/of ‘gesitueerde wiskunde’ in het<br />

constructivistisch jargon; ‘situations-problèmes’ in<br />

het Frans. In <strong>Nederland</strong> krijgt het FI veel kritiek met<br />

zijn ‘contextwiskunde’. ‘Fuzzy’ <strong>en</strong>/of ‘Everyday’<br />

<strong>Math</strong>ematics die veel werk<strong>en</strong> met context<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

‘situations-problèmes’ zijn soms wel leuk (fuzzy),<br />

maar het conceptuele, de abstractie <strong>en</strong> de wiskundetaal<br />

word<strong>en</strong> daardoor naar de achtergrond gedrong<strong>en</strong>,<br />

zodat niemand meer echte wiskunde kan ler<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> in de meest uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de toepassingsgebied<strong>en</strong>.<br />

Vorig jaar stuurde ook de G<strong>en</strong>tse prof. H<strong>en</strong>ri Verschelde<br />

e<strong>en</strong> brief naar O-ZON waarin hij niet <strong>en</strong>kel<br />

zijn beklag deed over de wiskundige voork<strong>en</strong>nis van<br />

de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar ook wees op het dubieuze<br />

karakter van de constructivistische leertheorie die<br />

o.a. pleit voor zelfconstruer<strong>en</strong>d <strong>en</strong> contextgebond<strong>en</strong><br />

ler<strong>en</strong>. Prof. Verschelde, e<strong>en</strong> van onze emin<strong>en</strong>tste<br />

wet<strong>en</strong>schappers, schreef: “Geachte O-ZONm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>,<br />

uw visie op degelijk onderwijs <strong>en</strong> uw kritiek<br />

op het constructivisme word<strong>en</strong> volledig gesteund<br />

door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met gezond verstand <strong>en</strong> met <strong>en</strong>ig<br />

inzicht in hoe de realiteit werkelijk in elkaar zit. Als<br />

wet<strong>en</strong>schapper verbaast het me iedere dag opnieuw<br />

44


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

welke larie sommige onderwijskundig<strong>en</strong> als ‘wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

theorie’ de wereld durv<strong>en</strong> instur<strong>en</strong>.<br />

Deze theorieën do<strong>en</strong> me heel erg d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de<br />

onzin die de constructivistische filosof<strong>en</strong> uitkram<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> die op meesterlijke wijze aan de kaak gesteld is<br />

door Alan Sokal <strong>en</strong> Jean Bricmont in hun boek<br />

‘Intellectueel bedrog’. Beid<strong>en</strong> zijn collega's theoretische<br />

fysica . Ik probeer h<strong>en</strong> ervan te overtuig<strong>en</strong> om<br />

e<strong>en</strong> analoog boek te schrijv<strong>en</strong> over de constructivistische<br />

stroming in de onderwijskunde. Het is immers<br />

niet moeilijk om aan te ton<strong>en</strong> dat de constructivistische<br />

aanpak haaks staat op de wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

gefundeerde bevinding<strong>en</strong> van de cognitieve psychologie.<br />

Gefeliciteerd ook met uw initiatief <strong>en</strong> uw zeer<br />

informatieve O-ZON-website.” Ook op het rec<strong>en</strong>te<br />

congres van de VVWL (Blank<strong>en</strong>berge, 30.06.08)<br />

beluisterd<strong>en</strong> we in de wandelgang<strong>en</strong> analoge<br />

kritiek; L.V.M. beloofde ons e<strong>en</strong> bijdrage hierover<br />

voor volg<strong>en</strong>de <strong>Onderwijs</strong>krant.<br />

In het nieuwe leerplan wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong><br />

met de kritiek. Er wordt zelfs meer dan ooit gepleit<br />

voor de constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />

aanpak (zie punt 3). We steld<strong>en</strong> de voorbije jar<strong>en</strong><br />

ook vast dat de pedagogische begeleiding, de VLOR,<br />

WIVO … geregeld prof. F. Dochy uitnodigd<strong>en</strong> om<br />

zijn constructivistische hypes te kom<strong>en</strong> verkondig<strong>en</strong>.<br />

Ook de DVO (Entiteit Curriculum) blijft heel sterk de<br />

‘constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte b<strong>en</strong>adering<br />

van de k<strong>en</strong>nisverwerving’ propager<strong>en</strong> in de<br />

rec<strong>en</strong>te brochures van ‘de confer<strong>en</strong>ties na de<br />

peiling’ van eindterm<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te spreekbeurt<br />

(Aalst, 8.11.07) maakte professor Paul Kirschner<br />

ev<strong>en</strong>wel brandhout van de rec<strong>en</strong>te didactische<br />

hypes inzake constructivisme, ontdekk<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

leerlinggestuurd ler<strong>en</strong> e.d. (Pieter Van Biervliet,<br />

Ler<strong>en</strong>: Broodje aap of wet<strong>en</strong>schap? <strong>Onderwijs</strong>krant<br />

nr. 144, januari 2008).<br />

3 Minder rek<strong>en</strong>vaardigheid & abstractie,<br />

constructivistisch <strong>en</strong> zelfstandig ler<strong>en</strong><br />

Veel <strong>Nederland</strong>se critici hebb<strong>en</strong> veel moeite met de<br />

realistische, contextgebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> constructivistische<br />

aanpak van het FI. De kritische <strong>Nederland</strong>se<br />

Resonansgroep wiskunde stelt o.i. ook terecht dat<br />

officiële docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> leerplan <strong>en</strong>/of de<br />

exam<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> preciese didactische richtlijn<strong>en</strong><br />

mog<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>. De Resonansgroep is van oordeel<br />

dat didactiek uiteindelijk vooral e<strong>en</strong> zaak is van de<br />

leerkracht die in vrijheid moet kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> over<br />

de weg waarlangs hij zijn doel wil bereik<strong>en</strong>. Aanwijzing<strong>en</strong><br />

of richtlijn<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d karakter<br />

suggerer<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. De twijfelachtige<br />

resultat<strong>en</strong> van het ‘studiehuis’ <strong>en</strong> het<br />

‘nieuwe ler<strong>en</strong>’ zoud<strong>en</strong> in dit verband tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong>. Het is ook bek<strong>en</strong>d dat er methodisch<br />

gezi<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> in opvatting<strong>en</strong> bestaan.<br />

Dit is e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> te meer om ge<strong>en</strong> stellige<br />

uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> leerplan dat <strong>en</strong>kel de<br />

leerplandoel<strong>en</strong> moet vastlegg<strong>en</strong>.<br />

Het verbaast ons dan ook dat het nieuwe (ontwerp)<br />

leerplan VVKSO veel stellige <strong>en</strong> controversiële uitsprak<strong>en</strong><br />

over de methodiek bevat. We citer<strong>en</strong> ev<strong>en</strong><br />

het nieuwe leerplan: “Ondertuss<strong>en</strong> is het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

over het ler<strong>en</strong> van wiskunde geëvolueerd. De<br />

‘constructivistische’ leeropvatting stelt dat k<strong>en</strong>nis<br />

beter actief geconstrueerd wordt door de ler<strong>en</strong>de.<br />

K<strong>en</strong>nis kan niet zomaar passief overgedrag<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. … Het gaat om e<strong>en</strong> proces van structurer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong>. Wiskundevorming<br />

biedt meer dan e<strong>en</strong> voltooid bouwwerk van<br />

objectieve, abstracte, formele k<strong>en</strong>nis. Steeds meer<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wiskunde toepass<strong>en</strong>, ook als ze<br />

niet beschikk<strong>en</strong> over de nodige vaardigheid in de<br />

rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong>. Het gebruik van ICT werkt tijdsbespar<strong>en</strong>d.<br />

… E<strong>en</strong> actuele d<strong>en</strong>kwijze over wiskundevorming<br />

gaat uit van compet<strong>en</strong>ties. Het gaat om e<strong>en</strong><br />

breed geheel van vorming, aansluit<strong>en</strong>d bij e<strong>en</strong> aantal<br />

algem<strong>en</strong>e compet<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> de constructivistische<br />

gedachte dat leerling<strong>en</strong> best zelf die compet<strong>en</strong>ties<br />

ontwikkel<strong>en</strong>. In de vorming word<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

aspect<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis, vaardighed<strong>en</strong>, attitudes <strong>en</strong><br />

opvatting<strong>en</strong> geïntegreerd. … Als er ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

aanwezig is, zal er uiteraard ook de compet<strong>en</strong>tie<br />

niet aanwezig kunn<strong>en</strong> zijn. Dit verantwoordt echter<br />

niet het geïsoleerd werk<strong>en</strong> aan k<strong>en</strong>nisverwerving.<br />

K<strong>en</strong>nis wordt beter verworv<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actief<br />

leerproces… In de basisschool hebb<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />

veelal k<strong>en</strong>nisgemaakt met ‘hoek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> contractwerk’<br />

<strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van activer<strong>en</strong>d of begeleid zelfstandig<br />

ler<strong>en</strong>. Ook in het secundair onderwijs moet<br />

het ler<strong>en</strong> vertaald word<strong>en</strong> in aangepaste <strong>en</strong> activer<strong>en</strong>de<br />

werkvorm<strong>en</strong>.”<br />

Het verwondert ons dat de leerplanopstellers er op<br />

aanstur<strong>en</strong> om nog meer richting<strong>en</strong> uit te gaan die<br />

mom<strong>en</strong>teel in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders sterk gecontesteerd<br />

word<strong>en</strong>: constructivistische methodiek, minder<br />

rek<strong>en</strong>vaardigheid, minder abstracte <strong>en</strong> vakdisciplinaire<br />

b<strong>en</strong>adering, meer geïntegreerde aanpak, meer<br />

werk<strong>en</strong> met algem<strong>en</strong>e compet<strong>en</strong>ties. De uitspraak<br />

‘Steeds meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wiskunde toepass<strong>en</strong>,<br />

ook als ze niet beschikk<strong>en</strong> over de nodige vaardigheid<br />

in de rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong>”, wekt ook de indruk dat<br />

rek<strong>en</strong>vaardigheid minder belangrijk is. Dit zijn allemaal<br />

zak<strong>en</strong> die al e<strong>en</strong> tijdje onder vuur ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

45


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

verantwoordelijk geacht word<strong>en</strong> voor de niveaudaling<br />

<strong>en</strong> malaise. In de VS wordt de niveaudaling<br />

grot<strong>en</strong>deels toegeschrev<strong>en</strong> aan de invoering van de<br />

constructivistische ‘Standards’ van 1989 (zie ook<br />

volg<strong>en</strong>de bijdrage). In <strong>Nederland</strong> wordt de realistische<br />

aanpak à la Freud<strong>en</strong>- thal Instituut met de<br />

vinger gewez<strong>en</strong>. Terloops: ook de drammerige <strong>en</strong><br />

oppervlakkige VVKSO-tekst ‘zelfstandigheidsdidactiek’<br />

zint ons niet. De zwakkere leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het<br />

meest de dupe zijn van het verminder<strong>en</strong> van de<br />

(bege-)leiding <strong>en</strong> de sterkere zull<strong>en</strong> onderprester<strong>en</strong>.<br />

Activer<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> bij 12- à 14-jarig<strong>en</strong> is o.i. vooral<br />

interactief ler<strong>en</strong> dat goed geleid wordt door de leerkracht.<br />

In de hogere klass<strong>en</strong> van het basisonderwijs<br />

is het de door het leerplan gepropageerde hoek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

contractwerk overig<strong>en</strong>s al op de terugtocht. In dit<br />

verband kunn<strong>en</strong> we ook veel ler<strong>en</strong> uit het uitgebreid<br />

rapport ‘Telling lessons from the TIMSS videotape’<br />

<strong>en</strong> de comm<strong>en</strong>taar vanwege <strong>Math</strong>ematically Correct<br />

(zie volg<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong>).<br />

4 Geme<strong>en</strong>schappelijk = lichter leerplan<br />

Leerplanvoorzitter André Van der Spiegel deelde op<br />

14 april 2008 in de krant ‘De Morg<strong>en</strong>’ mee dat er<br />

e<strong>en</strong> nieuw leerplan wordt ingevoerd <strong>en</strong> dat dit leerplan<br />

lichter <strong>en</strong> minder abstract zou uitvall<strong>en</strong>. De verklaring<br />

hiervoor klonk aldus: “We stell<strong>en</strong> vast dat 12-<br />

jarig<strong>en</strong> veel moeite hebb<strong>en</strong> met rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> met<br />

wiskundetaal.”<br />

De leerplanvoorzitter vermeldde er echter niet bij dat<br />

er niet langer gewerkt wordt met e<strong>en</strong> (zwaarder) a-<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> (lichter) b-leerplan voor respectievelijk aso<strong>en</strong><br />

andere leerling<strong>en</strong>. Het plots opdoek<strong>en</strong> van het<br />

onderscheid tuss<strong>en</strong> a- <strong>en</strong> b-leerplann<strong>en</strong> voor de A-<br />

stroom van de eerste graad, roept tal van vrag<strong>en</strong><br />

op. De leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> zelf werd<strong>en</strong> hierover<br />

niet geraadpleegd. We vermoed<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

peiling zou uitwijz<strong>en</strong> dat ze het hiermee niet e<strong>en</strong>s<br />

zijn. Wil de katholieke koepel met de invoering van<br />

e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk leerplan vooruitlop<strong>en</strong> op<br />

e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele compreh<strong>en</strong>sieve eerste graad? E<strong>en</strong><br />

peiling zou uitwijz<strong>en</strong> dat de meeste leerkracht<strong>en</strong><br />

hier niet voor gewonn<strong>en</strong> zijn.<br />

In <strong>Nederland</strong> wordt de daling van het wiskund<strong>en</strong>iveau<br />

in de eerste graad vooral op naam gebracht<br />

van de invoering destijds van de geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

basisvorming met ook voor wiskunde e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk<br />

leerplan voor alle leerling<strong>en</strong>. Het geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

curriculum bleek voor vmbo-ers<br />

(= tso- <strong>en</strong> bso-leerling<strong>en</strong>) te moeilijk <strong>en</strong> voor vwoers<br />

(= aso-ers) te gemakkelijk. Daarom werd de geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

basisvorming weer opgedoekt. In<br />

het rapport ‘Rijk aan betek<strong>en</strong>is’ van de <strong>Nederland</strong>se<br />

commissie Toekomst Wiskunde<strong>Onderwijs</strong> (2006)<br />

lez<strong>en</strong> we: “De uniformiteit in geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

doel<strong>en</strong>, niveau <strong>en</strong> wiskundige inhoud, is slecht geblek<strong>en</strong><br />

voor de ontwikkeling van de tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />

havo- <strong>en</strong> vwo- leerling<strong>en</strong>. Deze krijg<strong>en</strong> in de onderbouw<br />

te weinig kans om te groei<strong>en</strong> in wiskundek<strong>en</strong>nis<br />

<strong>en</strong> zo geleidelijk aan inzicht te verwerv<strong>en</strong> in<br />

de onderligg<strong>en</strong>de wiskundige concept<strong>en</strong>.” Ook de<br />

commissievoorzitter van het rapport-Dijsselbloem<br />

was heel str<strong>en</strong>g in zijn oordeel: “De ideologie van de<br />

gelijke kans<strong>en</strong> leidde in de praktijk tot gelijke behandeling<br />

van zeer ongelijke leerling<strong>en</strong>. Daardoor<br />

kreg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet de leerinhoud <strong>en</strong> begeleiding<br />

die ze nodig hadd<strong>en</strong>.”<br />

Volg<strong>en</strong>s onze leerplancommissie viel het leerplan<br />

van 1997 te zwaar uit. <strong>War</strong><strong>en</strong> beide leerplann<strong>en</strong> te<br />

zwaar, of <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> van beide? E<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk<br />

leerplan voor alle 12-jarig<strong>en</strong> leidt uiteraard tot<br />

het lichter mak<strong>en</strong> in vergelijking met de vroegere a-<br />

versie. De sterkere a-leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> met zo’n<br />

lichter <strong>en</strong> minder abstract leerplan onder hun niveau<br />

aangesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (=niveaudaling). En als dit<br />

nieuwe leerplan zwaarder uitvalt dan de vroegere b-<br />

versie, dan zull<strong>en</strong> de b-leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> hun niveau<br />

word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>. We vrez<strong>en</strong> dus dat het leerplan<br />

voor de a-leerling<strong>en</strong> te licht uitvalt <strong>en</strong> voor de<br />

b-leerling<strong>en</strong> zwaarder. En wordt nu overig<strong>en</strong>s al<br />

op<strong>en</strong>lijk gezegd dat het wiskund<strong>en</strong>iveau van de asoleerling<strong>en</strong><br />

te laag is <strong>en</strong> dat ze te weinig voorbereid<br />

zijn op bèta-richting<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> beperkte evaluatie van<br />

de al te minimale eindterm<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> volstaat ge<strong>en</strong>szins<br />

om het niveau te bewak<strong>en</strong>. Vanuit de O-ZONbeweging<br />

vrag<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> meer ernstige controle<br />

van de leerresultat<strong>en</strong> – net zoals de <strong>Nederland</strong>se<br />

overheid dit nu vraagt.<br />

5 Besluit<br />

In het nieuw leerplan 2009 wijk<strong>en</strong> de polariser<strong>en</strong>de<br />

methodische basisprincipes sterk af van de meer<br />

uitgebalanceerde visies die mom<strong>en</strong>teel in <strong>Nederland</strong><br />

<strong>en</strong> Frankrijk <strong>en</strong> in de VS door het National <strong>Math</strong>ematics<br />

Advisory Panel word<strong>en</strong> verkondigd <strong>en</strong> die<br />

aansluit<strong>en</strong> bij de visie van de meeste leerkracht<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> leerplan mag o.i. ook ge<strong>en</strong> methodiek oplegg<strong>en</strong>.<br />

Het VVKSO stelt terecht dat de inspectie zich niet<br />

mag moei<strong>en</strong> met de methodiek in klas, maar is<br />

anderzijds g<strong>en</strong>eigd dit zelf te do<strong>en</strong>. De 3 hierop<br />

volg<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> ook uitsprak<strong>en</strong> die onze<br />

kritiek op het nieuw leerplan ondersteun<strong>en</strong>.<br />

46


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

‘Telling lessons from the TIMSS videotape’<br />

Guided instruction in Japan levert schitter<strong>en</strong>de wiskunde-prestaties op<br />

Raf Feys <strong>en</strong> R<strong>en</strong>ske Bos<br />

1 Inleiding<br />

In het uitgebreid rapport ‘Telling lessons from the<br />

TIMSS videotape’ onderzocht<strong>en</strong> prof. Alan Siegel<br />

e.a. met behulp van video-opnames (e<strong>en</strong> 300-tal<br />

less<strong>en</strong>) welke de typische aanpak is van de wiskundedidactiek<br />

bij 13- à 14-jarig<strong>en</strong> in Jap<strong>en</strong> – <strong>en</strong> dat in<br />

vergelijking met de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> (zie Internet).<br />

Op die manier probeerd<strong>en</strong> ze te achterhal<strong>en</strong> waarom<br />

de Japanse leerling<strong>en</strong> zoveel beter prester<strong>en</strong><br />

dan deze in de VS. Zij steld<strong>en</strong> vast dat in Japan het<br />

leerproces veel sterker geleid werd door de leerkracht<strong>en</strong>.<br />

Dit is volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> ook de verklaring voor<br />

de uitstek<strong>en</strong>de score op TIMSS e.d. We vermoed<strong>en</strong><br />

dat dit ook de belangrijkste oorzaak is van de goede<br />

score van de Vlaamse 14-jarig<strong>en</strong>. De Vlaamse<br />

leraars gev<strong>en</strong> meestal nog gestructureerd les, ook<br />

al stur<strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong>, inspecteurs,<br />

begeleiders, DVO, VLOR … aan op zelfontdekk<strong>en</strong>d<br />

ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />

aanpak.<br />

2 Videotape-onderzoek<br />

Het videotape-onderzoek was aanvankelijk vooral in<br />

hand<strong>en</strong> van beleidsadviseurs die in het verled<strong>en</strong><br />

verantwoordelijk war<strong>en</strong> voor de uitwerking van leerplann<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> methodiek<strong>en</strong> die sterk constructivistisch<br />

geïnspireerd war<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarbij de leerling<strong>en</strong> zoveel<br />

mogelijk zelfstandig of in groepjes alles zelf moest<strong>en</strong><br />

uitzoek<strong>en</strong> met minimale begeleiding vanwege de<br />

leerkracht<strong>en</strong>. Dit is ook de filosofie achter de zgn.<br />

‘Standards’, eindterm<strong>en</strong> van 1989. Deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>eigd de zwakke prestaties van de<br />

Amerikaanse leerling<strong>en</strong> op naam te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />

hun constructivistische filosofie. Enkele Amerikaanse<br />

beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviseurs beweerd<strong>en</strong> dat de<br />

Japanse leerkracht<strong>en</strong> de Standards-principes beter<br />

toepast<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldus betere resultat<strong>en</strong> behaald<strong>en</strong>. Zij<br />

betreurd<strong>en</strong> dat de leerkracht<strong>en</strong> hun constructivistische<br />

filosofie onvoldo<strong>en</strong>de toepast<strong>en</strong> <strong>en</strong> steld<strong>en</strong> dat<br />

naarmate de filosofie van de Standards beter zou<br />

doordring<strong>en</strong>, de resultat<strong>en</strong> van de Amerikaanse<br />

leerling<strong>en</strong> deze van de Japanse zoud<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>.<br />

Onafhankelijke onderzoekers van de video-tapes<br />

kwam<strong>en</strong> echter tot totaal andere conclusies. Uit de<br />

studie van professor Alan Siegel (New York) <strong>en</strong> van<br />

ander<strong>en</strong> bleek precies het omgekeerde: “De Japanse<br />

less<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> niet volg<strong>en</strong>s de constructivistische<br />

reformrichtlijn<strong>en</strong> à la Amerikaanse Standardsleerplan.<br />

Ze bevatt<strong>en</strong> veel meer directe instructie <strong>en</strong><br />

demonstratie dan zelfs de meer traditionele Amerikaanse<br />

less<strong>en</strong>”. … Zo lez<strong>en</strong> we: “Japanese math<br />

instruction has be<strong>en</strong> erroneously portrayed as<br />

favoring so-called discovery learning. Alan Siegel, a<br />

professor of computer sci<strong>en</strong>ce at New York University,<br />

took a careful look at Japanese math instruction<br />

and finds that the underlying approach is direct<br />

instruction and repetitive practice.” Siegel legde e<strong>en</strong><br />

dik rapport voor waarin hij de video’s heel uitvoerig<br />

be-schrijft <strong>en</strong> protocolleert:Telling Lessons from<br />

TIMMS Videotapes (200 pagina’s, zie Internet).<br />

Binn<strong>en</strong> het bestek van deze bijdrage kunn<strong>en</strong> we die<br />

uitvoerige beschrijving<strong>en</strong> van de Japanse less<strong>en</strong><br />

in algebra, meetkunde, vraagstukk<strong>en</strong> (problem<br />

solving) … niet sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>. We staan hier <strong>en</strong>kel<br />

stil bij de conclusies van Alan Siegel.<br />

Siegel betreurt dat in bepaalde officiële Amerikaanse<br />

rapport<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het succes van de Japanse<br />

leerling<strong>en</strong> de hoge kwaliteit van de directe instructie<br />

in Japan niet e<strong>en</strong>s wordt vermeld. Zo hangt het<br />

rec<strong>en</strong>te Gl<strong>en</strong>n Commission Report e<strong>en</strong> totaal verkeerde<br />

<strong>en</strong> fabuleuze voorstelling van de Japanse<br />

aanpak op. We lez<strong>en</strong> in dat officieel rapport: “In<br />

Japan, … closely supervised, collaborative work<br />

among stud<strong>en</strong>ts is the norm. Teachers begin by<br />

pres<strong>en</strong>ting stud<strong>en</strong>ts with a mathematical problem<br />

employing principles they have not yet learned. They<br />

work alone or in small groups to devise a solution.<br />

After a few minutes, stud<strong>en</strong>ts are called on to pres<strong>en</strong>t<br />

their answers; the whole class works through the<br />

problems and solutions, uncovering the related<br />

mathematical concepts and reasoning.” Volg<strong>en</strong>s Siegel<br />

wordt hier t<strong>en</strong> onrechte de indruk gewekt dat de<br />

Japanse 14-jarig<strong>en</strong> na slechts <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

problem<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> zonder hierbij principes<br />

<strong>en</strong> theorie te gebruik<strong>en</strong> die ze vooraf geleerd hebb<strong>en</strong>.<br />

De studie van Siegel wijst verder uit dat het lat<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> belangrijk<br />

constructivistisch principe – ge<strong>en</strong>szins c<strong>en</strong>traal staat<br />

in het Japan: “stud<strong>en</strong>ts rarely work in small groups<br />

to solve problems until they have worked first by<br />

themselves”.<br />

47


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

De pleitbezorgers van de constructivistische ‘Standards’<br />

besteedd<strong>en</strong> veel aandacht aan het aspect<br />

‘problem solving’ (vraagstukk<strong>en</strong> e.d.) binn<strong>en</strong> het<br />

Japanse onderwijs. Siegel weerlegt de stelling dat<br />

het succes van Japanse leerling<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot het oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevolg zou<br />

zijn van het feit dat ze bij de start van het leerproces<br />

eerst zelf e<strong>en</strong> lange tijd zelfstandig met de oplossing<br />

van problem<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> worstel<strong>en</strong>. De Japanners<br />

bested<strong>en</strong> wel veel aandacht aan het ler<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong><br />

van oplossingsmethodes <strong>en</strong> aan het oordeelkundig<br />

kiez<strong>en</strong> van uitdag<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> grondig<br />

begrip van de oplossingsmethodes bij te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Maar de sterke leiding hierbij is opvall<strong>en</strong>d. Bij het<br />

bestuder<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> van de typisch probleemoploss<strong>en</strong>de<br />

situaties (probleem-opgav<strong>en</strong>, vraagstukk<strong>en</strong>)<br />

moet m<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Siegel e<strong>en</strong> groot aantal<br />

factor<strong>en</strong> incalculer<strong>en</strong> met inbegrip van het zelf<br />

worstel<strong>en</strong> met probleem versus uitgelegd krijg<strong>en</strong>,<br />

het gebruik van to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de hints <strong>en</strong> modellering,<br />

<strong>en</strong> de al dan niet voorbereid<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong> met<br />

hints <strong>en</strong> toepasbare leerinhoud. Tegelijk moet<strong>en</strong> de<br />

roll<strong>en</strong> van de leerkracht bij de pres<strong>en</strong>tatie van allerhande<br />

problem<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

In het deel van het videomateriaal over problemsolving<br />

zi<strong>en</strong> we leerkracht<strong>en</strong> aan het werk die de<br />

leerling<strong>en</strong> instruer<strong>en</strong> in het toepass<strong>en</strong> van fundam<strong>en</strong>tele<br />

principes om problem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s<br />

merk<strong>en</strong> we dat de klas vooraf al de basismethode<br />

geleerd heeft om de uitdaging aan te gaan. De leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> vooraf al de methode goed begrep<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> vooraleer ze succesvol toegepast kan word<strong>en</strong>.<br />

Deze vorm van instructie <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> vereist bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> diepgaand begrip van de onderligg<strong>en</strong>de wiskunde<br />

<strong>en</strong> van haar moeilijkheidsgraad. De leerling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> vooraf al degelijk voorbereid zijn zodat ze<br />

op e<strong>en</strong> vlotte manier met die wiskundige inhoud<br />

kunn<strong>en</strong> omspring<strong>en</strong>. Meestal zull<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

niet in staat zijnde fundam<strong>en</strong>tele begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> principes<br />

toe te pass<strong>en</strong> in nieuwe situaties vooraleer ze<br />

stap voor stap geconfronteerd geweest zijn met voorbeeld<strong>en</strong><br />

die de leerkracht heeft uitgewerkt. Pas dan<br />

krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de kans om in de voetstapp<strong>en</strong><br />

van de leerkracht te tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aangeleerde<br />

aanpak op e<strong>en</strong> nieuw probleem toe te pass<strong>en</strong>.<br />

Dat zijn alle less<strong>en</strong> die we moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> uit de<br />

videotapes van het Japanse onderwijz<strong>en</strong>. Zoals de<br />

videotapes aanton<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> goede leerkracht elke<br />

stap in e<strong>en</strong> probleemoplossing pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> zonder<br />

telk<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong>wel het antwoord zelf onmiddellijk te<br />

onthull<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> hieruit besluit dat de Japanse<br />

leerling<strong>en</strong> de ideeën <strong>en</strong> probleemoplossing zelfstandig<br />

ontdekt hebb<strong>en</strong>, dan maakt m<strong>en</strong> zich illusies.<br />

Aan de hand van e<strong>en</strong> gedetailleerde analyse van<br />

e<strong>en</strong> groot aantal videotapes van wiskundeless<strong>en</strong> in<br />

Japan <strong>en</strong> Amerika concludeert Siegel dus dat direct<br />

<strong>en</strong> guided instruction veel meer aandacht krijgt in<br />

Japan dan in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. Het Japanse<br />

wiskunde-onderwijs vertoont ge<strong>en</strong>szins de filosofie<br />

van het constructivisme binn<strong>en</strong> de Amerikaanse<br />

‘Standards’.<br />

3 Belang van klassiek bordgebruik<br />

In e<strong>en</strong> andere studie van de videotapes wijst prof.<br />

Makoto Yoshida op het belang van het klassieke<br />

bordgebruik binn<strong>en</strong> het Japanse wiskundeonderwijs.<br />

De professor betreurt dat Amerikaanse leerkracht<strong>en</strong><br />

veel minder <strong>en</strong> veel minder effectief gebruik mak<strong>en</strong><br />

van het bord. We lez<strong>en</strong>:<br />

“In Japan, carefully planned and well-organized<br />

blackboard use during a lesson is considered one of<br />

the most important teaching skills that fosters<br />

stud<strong>en</strong>t understanding. In this paper, Makoto<br />

Yoshida, an expert in lesson study and Japanese<br />

teaching practices, describes how Japanese<br />

teachers develop effective use of the blackboard.<br />

He explains a typical lesson process in Japan and<br />

how the use of the blackboard fits into that process.<br />

Yoshida describes six important functions of blackboard<br />

use in Japan:<br />

• keeping a record of the lesson,<br />

• helping stud<strong>en</strong>ts remember what they need to do<br />

and think about,<br />

• helping stud<strong>en</strong>ts see the connection betwe<strong>en</strong><br />

differ<strong>en</strong>t parts of the lesson and the progression<br />

of the lesson,<br />

• contrasting and discussing ideas stud<strong>en</strong>ts pres<strong>en</strong>t,<br />

• helping to organize stud<strong>en</strong>t thinking and discover<br />

new ideas,<br />

• fostering organized stud<strong>en</strong>t note taking skills by<br />

modelling logical organization.”<br />

4 Besluit<br />

De huidige Vlaamse praktijk vertoont o.i. veel gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

met de sterk geleide aanpak in Japan <strong>en</strong><br />

leverde ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> goede TIMSS-score op. Er is<br />

ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om die aanpak drastisch te wijzig<strong>en</strong>.<br />

48


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

<strong>Math</strong>ematically Correct: ‘Don't believe it. ‘Reform math’ in the U.S.<br />

does not mirror what successful countries use’<br />

De verantwoordelijk<strong>en</strong> voor de constructivistische<br />

wiskunde-hervorming in de VS (Standards, 1989)<br />

war<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd te verkondig<strong>en</strong> dat de TIMSSresultat<strong>en</strong><br />

van de Amerikaanse leerling<strong>en</strong> aan de<br />

lage kant war<strong>en</strong> omdat de leerkracht<strong>en</strong> nog niet<br />

voldo<strong>en</strong>de hun constructivistische richtlijn<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong>.<br />

In het sterk scor<strong>en</strong>de Japan zou dit wel het<br />

geval zijn. Ook de ver<strong>en</strong>iging ‘<strong>Math</strong>ematically<br />

Correct’ reageerde hierop met het manifest Don't<br />

Believe It’. The Japanese system is NOT ‘stud<strong>en</strong>tdirected’<br />

or ‘stud<strong>en</strong>t-c<strong>en</strong>tered’ but rather the progress<br />

of the class is carefully designed and directed by the<br />

teacher.<br />

• In Japan and Singapore, they do value the correct<br />

answer, NOT just the process or the effort.<br />

• The Japanese kids get pl<strong>en</strong>ty of drill. They practice in<br />

class and at home, and some in after-school school<br />

(juku). They have workbooks for this purpose. Also,<br />

there is reason to believe that not all of this practice<br />

shows up as ‘homework’ in TIMSS data. While the<br />

‘reform math’advocates do NOT want drill, stud<strong>en</strong>ts in<br />

Japan are very compet<strong>en</strong>t in their math facts and use of<br />

operations. This success comes with practice.<br />

• Part of the REAL differ<strong>en</strong>ce betwe<strong>en</strong> the U.S. and<br />

Japan is the organization of schools. Teachers conc<strong>en</strong>trate<br />

on their subject matter lessons much more. The<br />

focus on the cont<strong>en</strong>t of the lessons is the subject of the<br />

film Polished Stones. Such a focus is NOT typical in the<br />

U.S. under either ‘traditional’ or ‘reform’ designs.<br />

• Most ‘reform’ programs push ‘applications’ very strongly.<br />

They want all practice to occur in the context of ‘realworld’<br />

problems. They emphasize the concrete over the<br />

abstract. However, the symbolic abstraction that gives<br />

power to mathematics is not the <strong>en</strong>emy. The TIMSS<br />

videotape study showed that the proportion of abstract<br />

pres<strong>en</strong>tations was high in Japan (86 %). This successful<br />

country does NOT expect all mathematics to be learned<br />

in the context of applications.<br />

• The Japanese classroom does NOT emphasize group<br />

activity.<br />

• The Japanese texts do NOT look at all like the ‘reform’<br />

texts in this country. If anything, they look more like the<br />

antithesis of ‘reform’. They contain clear explanations<br />

and procedures, for example, rather than leaving all<br />

these matters up to the childr<strong>en</strong> to discover. Many new<br />

U.S. programs push a ‘don't tell’ approach, ev<strong>en</strong> admonishing<br />

par<strong>en</strong>ts NOT to teach solution methods to<br />

their childr<strong>en</strong>. By contrast, the program in Japan is more<br />

likely to give explicit solution methods.<br />

• The use of calculators is common in ‘reform math’. In<br />

fact, the 1992 California <strong>Math</strong> Framework advocates<br />

their availability for all grade levels at all times, including<br />

use for homework, class work and tests. This is NOT<br />

true in Japan, where calculators are not used until later<br />

grades, and ev<strong>en</strong> th<strong>en</strong> not used much.<br />

• The American ‘reform math’ folks do NOT want a strong<br />

focus on proof in mathematics, and their programs evid<strong>en</strong>ce<br />

the gradual deletion of proof from the curriculum<br />

over the years. In fact, the TIMSS study report indicates<br />

... "It is likely that the kind of mathematics that<br />

stud<strong>en</strong>ts learn is related to the nature of the mathematics<br />

that they are asked to study. Although constructing<br />

proofs and reasoning deductively are important aspects<br />

of mathematics, American stud<strong>en</strong>ts lacked opportunities<br />

to <strong>en</strong>gage in these kinds of activities. None of the US<br />

lessons included proofs, whereas 53 perc<strong>en</strong>t of Japanese<br />

lessons included proofs." "In a separate analysis of<br />

30 lessons from each country conducted by a group of<br />

experi<strong>en</strong>ced college mathematics teachers, 62 perc<strong>en</strong>t<br />

of Japanese lessons were found to include deductive<br />

reasoning, compared to 21 perc<strong>en</strong>t in Germany and<br />

zero perc<strong>en</strong>t in the US."<br />

• There is a great t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cy on the part of the "reform"<br />

movem<strong>en</strong>t to avoid details about just what a stud<strong>en</strong>t<br />

should know and be able to do in each year of the curriculum.<br />

The NCTM Standards are "...without specific<br />

recomm<strong>en</strong>dations for homework, grades, or any one<br />

part of the educational <strong>en</strong>terprise." This is part of the<br />

REAL differ<strong>en</strong>ce betwe<strong>en</strong> the U.S. and other countries.<br />

There are national standards in both Japan and Singapore.<br />

In Japan, these standards are not very detailed,<br />

but they really don't need to be because they have a<br />

standardized curriculum.<br />

• The new ‘integrated’ forms of high school mathematics<br />

are NOT similar to the programs found in countries like<br />

Japan, where the ‘integrated’ nature is fundam<strong>en</strong>tally<br />

differ<strong>en</strong>t. In one s<strong>en</strong>se, ‘integration’ is ess<strong>en</strong>tial – that is<br />

including algebraic thinking in geometry and vice versa.<br />

This is the case in Japan. However, they conc<strong>en</strong>trate on<br />

algebra for part of the year and geometry for the rest of<br />

the year. By contrast, ‘integrated’ mathematics in some<br />

of the new U.S. high school programs doesn't conc<strong>en</strong>trate<br />

on algebra or geometry at all. Instead, the focus is<br />

on specific problems. The hope is that stud<strong>en</strong>ts will absorb<br />

suffici<strong>en</strong>t mathematics knowledge secondary to the<br />

process of dealing with varied "non-routine" problems.<br />

Success in Japan cannot be used to justify this new<br />

form of ‘integrated’ mathematics.<br />

49


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> remt inzicht <strong>en</strong> transfer af<br />

Pieter Van Biervliet<br />

1 Concept<strong>en</strong> vanuit context<strong>en</strong>?<br />

Binn<strong>en</strong> de constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />

aanpak staat het contextrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>/of het ‘gesitueerd’<br />

<strong>en</strong> ‘geïntegreerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal. Ook in het<br />

leerplan 2009 VVKSO voor de eerste graad s.o.<br />

wordt gepleit voor e<strong>en</strong> geïntegreerde <strong>en</strong> constructivistische<br />

aanpak (zie bijdrage hierover). We lez<strong>en</strong> in<br />

de richtlijn<strong>en</strong> van de Amerikaanse Standards (1989)<br />

<strong>en</strong> elders dat wiskundige begripp<strong>en</strong> slechts begrep<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> als ze aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> context.<br />

De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zelf wiskundige noties kunn<strong>en</strong><br />

ontwikkel<strong>en</strong> op basis van reële problem<strong>en</strong>. Die problem<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd in voor de leerling<strong>en</strong><br />

herk<strong>en</strong>bare context<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> vaak uit het dagelijks<br />

lev<strong>en</strong>. Het onderligg<strong>en</strong>de wiskundeconcept zou<br />

dan bijna automatisch volg<strong>en</strong>, via ‘doing mathematics’.<br />

Ook binn<strong>en</strong> het ‘realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs’ van<br />

het Freud<strong>en</strong>thal Instituut is dit e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal principe.<br />

In officiële tekst<strong>en</strong> over wiskundeonderwijs wordt in<br />

Frankrijk, Franstalig België, Québec … ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s het<br />

voortdur<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> vanuit ‘situations problèmes’<br />

opgelegd. Zo lez<strong>en</strong> we in het leerplan voor de<br />

lagere cyclus s.o. in Frankrijk: "Il est indisp<strong>en</strong>sable<br />

que les connaissances ai<strong>en</strong>t pris du s<strong>en</strong>s pour<br />

l’élève à partir de questions qu'il s'est posées et qu'il<br />

sache les mobiliser pour résoudre des problèmes<br />

(programme des collèges)". Het gaat hier niet om<br />

het klassieke toepass<strong>en</strong> van zijn k<strong>en</strong>nis in vraagstukk<strong>en</strong>.<br />

We lez<strong>en</strong> in die context ook geregeld: “Val<br />

de kinder<strong>en</strong> niet lastig met kale of abstracte opgav<strong>en</strong>.<br />

Kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> realistische context<strong>en</strong>, lev<strong>en</strong>sechte<br />

problem<strong>en</strong> nodig om goed te ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>!”<br />

2 Kritiek op contextrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

In tal van land<strong>en</strong> beluister<strong>en</strong> we veel kritiek op het<br />

context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, op het voortdur<strong>en</strong>d<br />

werk<strong>en</strong> vanuit ‘situati-ons problèmes’. De kritische<br />

reactie van de Amerikaanse professor David Klein<br />

luidt: “Applications are important and story problems<br />

make good motivators, but understanding should<br />

come from building the math for universal application.<br />

Wh<strong>en</strong> story problems take c<strong>en</strong>ter stage, the<br />

math it leads to is oft<strong>en</strong> not practiced or applied<br />

widely <strong>en</strong>ough for stud<strong>en</strong>ts to learn how to apply the<br />

concept to other problems. Solutions of problems need<br />

to be rounded off with a mathematical discussion of<br />

the underlying mathematics. If new tools are fashioned<br />

to solve a problem, th<strong>en</strong> these tools have to be put<br />

in the proper mathematical perspective. Otherwise<br />

the curriculum lacks mathematical cohesion."<br />

De kritiek van ‘Matimatically Correct’ luidt: “Most<br />

‘reform’ programs push ‘applications’ very strongly.<br />

They want all practice to occur in the context of<br />

‘real-world’ problems. They emphasize the concrete<br />

over the abstract. However, the symbolic abstraction<br />

that gives power to mathematics is not the <strong>en</strong>emy.<br />

The TIMSS videotape study showed that the proportion<br />

of abstract pres<strong>en</strong>tations was high in Japan<br />

(86 %). This successful country does not expect all<br />

mathematics to be learned in the context of applications”<br />

(zie vorige bijdrage).<br />

In onze eig<strong>en</strong> publicaties bested<strong>en</strong> we heel wat<br />

aandacht aan het (on)doordacht gebruik van<br />

context<strong>en</strong> (zie o.a. R. Feys, 1998; P. Van Biervliet,<br />

2006). Het gaat hier al te vaak om e<strong>en</strong> uitdrukking<br />

die vele lading<strong>en</strong> dekt <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> soort toverformule.<br />

M<strong>en</strong> wekt dan de indruk dat m<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d vanuit<br />

context<strong>en</strong> moet werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> zelf<br />

wiskundige noties, regels <strong>en</strong>/of berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> op basis van reële problem<strong>en</strong>.<br />

Zelf mak<strong>en</strong> we hierbij o.a. e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

drie soort<strong>en</strong> context<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige instapcontext<br />

om e<strong>en</strong> nieuw begrip aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, context<strong>en</strong><br />

in het kader van het vlot ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> – die<br />

veelal overbodig zijn, <strong>en</strong> anderzijds de meer complexe<br />

vraagstukcontext<strong>en</strong>. We steld<strong>en</strong> o.a. dat het te<br />

lang werk<strong>en</strong> met realistische context<strong>en</strong> het abstraher<strong>en</strong><br />

bemoeilijkt. Het gevaar bestaat immers dat de<br />

rek<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis van leerling<strong>en</strong> ‘gesitueerd’ blijft <strong>en</strong> dat<br />

zij die k<strong>en</strong>nis niet in nieuwe <strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de situaties<br />

zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>,<br />

de leerling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> niet tot ‘decontextualisatie’ <strong>en</strong><br />

‘transfer’. Zo hebb<strong>en</strong> we de meeste moeite met het<br />

feit dat het Freud<strong>en</strong>thal Instituut het begrip<br />

‘aftrekking’ steeds associeert met e<strong>en</strong> lineaire context<br />

(b.v. afstand van 85 km, je hebt al 27 km afgelegd,<br />

hoeveel nog). Met deze context drijft m<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> in de richting van het omslachtige aanvull<strong>en</strong>d<br />

optell<strong>en</strong> van 27 naar 85. En daar ze in de fase<br />

van het vlot ler<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong> lange tijd gebruik mog<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> van de lineaire getall<strong>en</strong>lijn kom<strong>en</strong> ze niet vlug<br />

50


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

tot e<strong>en</strong> gestandaardiseerde <strong>en</strong> korte berek<strong>en</strong>ingswijze.<br />

Het werk<strong>en</strong> met context<strong>en</strong> <strong>en</strong> op aanschouwelijk<br />

niveau is complexer dan m<strong>en</strong> veelal d<strong>en</strong>kt.<br />

3 Zonder abstractie ge<strong>en</strong> transfer<br />

In De Standaard van 30 april 2008 laz<strong>en</strong> we over<br />

e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te studie die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot de conclusie<br />

komt dat kinder<strong>en</strong> vaak beter concept<strong>en</strong>, regels <strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> wanneer ze voldo<strong>en</strong>de op<br />

abstract niveau werk<strong>en</strong>, dan wanneer ze die concept<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> regels moet<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit context<strong>en</strong>,<br />

rek<strong>en</strong>verhal<strong>en</strong> of probleemsituaties (The Advantage<br />

of Abstract Examples in Learning <strong>Math</strong>, in Sci<strong>en</strong>ce,<br />

25.04.08, pp. 454 -455. De studie werd uitgevoerd<br />

door drie onderzoekers van het C<strong>en</strong>tre for Cognitive<br />

Sci<strong>en</strong>ce van Ohio State University: J. A. Kaminski,<br />

V. M. Sloutsky <strong>en</strong> A. F. Heckler.<br />

Volg<strong>en</strong>s Kaminski e.a. wijst hun onderzoek uit dat je<br />

abstracte wiskundige concept<strong>en</strong> niet echt kunt ler<strong>en</strong><br />

op basis van overweg<strong>en</strong>d realistische rek<strong>en</strong>context<strong>en</strong>.<br />

In verschill<strong>en</strong>de experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de <strong>en</strong>e groep<br />

leerling<strong>en</strong> concept<strong>en</strong>/regels aangeleerd via concrete<br />

voorbeeld<strong>en</strong> aangeleerd, bij de andere groep via<br />

abstracte symbol<strong>en</strong>. Zo onderzocht<strong>en</strong> Kaminski e.a.<br />

bijvoorbeeld de verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> waarop de<br />

commutativiteit (bijv. 3 + 2 of 2 + 3 blijft 5) <strong>en</strong> andere<br />

rek<strong>en</strong>regels werd<strong>en</strong> geleerd. Sommige kinder<strong>en</strong><br />

leerd<strong>en</strong> de rek<strong>en</strong>eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong> via tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />

context<strong>en</strong> met kopjes water, stukjes pizza,<br />

<strong>en</strong> de andere op e<strong>en</strong> meer abstracte wijze.<br />

De meeste kinder<strong>en</strong> ondervond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel probleem<br />

om de regels te begrijp<strong>en</strong>, maar m<strong>en</strong> stelde wel<br />

vast dat leerling<strong>en</strong> die via abstracte voorstelling<strong>en</strong><br />

hadd<strong>en</strong> geleerd, gemakkelijker tot toepassing in<br />

nieuwe situaties (transfer) kwam<strong>en</strong> dan leerling<strong>en</strong><br />

die via realistische context<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong>. Als het abstracte<br />

idee zelf wordt onderwez<strong>en</strong>, beheers<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> die toepassing veel beter. Leerling<strong>en</strong> die<br />

e<strong>en</strong> wiskundig principe ler<strong>en</strong> aan de hand van praktische<br />

voorbeeld<strong>en</strong>, wet<strong>en</strong> vaak niet hoe ze dat principe<br />

moet<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> op nieuwe situaties. Ook als<br />

ze verschill<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, zei<br />

hun dat niets over e<strong>en</strong> nieuwe toepassing. Zelfs niet<br />

als h<strong>en</strong> was gevraagd op de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de voorbeeld<strong>en</strong> te lett<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> die<br />

meer abstracte less<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, wist<strong>en</strong> wel<br />

raad met nieuwe toepassing<strong>en</strong>. Ze war<strong>en</strong> er ook<br />

beter in dan de groep die eerst voorbeeld<strong>en</strong> had<br />

gekreg<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna abstracte regels. K<strong>en</strong>nelijk leidt<br />

al die concrete informatie in het voorbeeld alle<strong>en</strong><br />

maar de aandacht van de ess<strong>en</strong>tie af.<br />

Tot dezelfde conclusie kwam<strong>en</strong> de onderzoekers<br />

ook voor volg<strong>en</strong>d probleem bij oudere leerling<strong>en</strong>:<br />

E<strong>en</strong> trein vertrekt om 18 uur uit station A <strong>en</strong> rijdt aan<br />

40 km/h naar station B. E<strong>en</strong> tweede trein verlaat<br />

station B om 19 uur <strong>en</strong> rijdt aan 50 km/h naar station<br />

A. De stations ligg<strong>en</strong> op 400 km afstand van elkaar.<br />

Wanneer passeert de <strong>en</strong>e trein de andere? Het probleem<br />

kan via de volg<strong>en</strong>de abstracte vergelijking<br />

word<strong>en</strong> opgelost: 40(t + 1) = 400 – 50t, waarbij t de<br />

reistijd van de tweede trein is. Als leerling<strong>en</strong> het<br />

probleem echter zelf met behulp van eig<strong>en</strong> ontwikkelde<br />

schema’s moest<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet via e<strong>en</strong><br />

abstracte vergelijking, dan war<strong>en</strong> zij ook niet in staat<br />

om de opgedane k<strong>en</strong>nis in nieuwe situaties toe te<br />

pass<strong>en</strong> (bijvoorbeeld in context<strong>en</strong> met stijg<strong>en</strong>d<br />

water). Bij de eerste groep was er wel die transfer.<br />

Kaminski e.a. onderzocht<strong>en</strong> de wijdverspreide –<br />

maar nooit geteste – opvatting dat leerling<strong>en</strong> het<br />

beste via concrete voorbeeld<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />

Kaminski zijn realistische context<strong>en</strong> wellicht<br />

de beste manier om op het einde van het leerproces<br />

na te gaan of e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> welbepaald wiskundig<br />

concept beheerst, maar niet om nieuwe wiskundige<br />

concept<strong>en</strong>, berek<strong>en</strong>ings- of oplossingswijz<strong>en</strong> aan te<br />

ler<strong>en</strong>. In het dagblad ‘Trouw’ (25.04.08) laz<strong>en</strong> we<br />

hieromtr<strong>en</strong>t: “De uitkomst<strong>en</strong> verbaz<strong>en</strong> prof. Jan van<br />

der Craats niet. ‘Bij het werk<strong>en</strong> met voorbeeld<strong>en</strong> ga<br />

je ervan uit dat de leerling zelf de theorie ontdekt.<br />

Maar dat werkt niet; dat is maar <strong>en</strong>kel<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.’<br />

Jan van Maan<strong>en</strong>, FI-directeur, stelt: ‘Veel schoolboek<strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong> ook naar mijn idee erg veel in concrete<br />

voorbeeld<strong>en</strong> hang<strong>en</strong>. Maar voor veel abstracte<br />

begripp<strong>en</strong> zoals functies geldt dat de meeste leerling<strong>en</strong><br />

er eerst e<strong>en</strong> concreet beeld van moet<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> voordat ze het zich eig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>’.”<br />

Kaminski e.a. ded<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> over het gebruik<br />

van e<strong>en</strong> context ‘als instap’ bij het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> nieuw begrip of oplossingswijze. E<strong>en</strong> korte<br />

instapcontext kan o.i. vaak bijdrag<strong>en</strong> tot rek<strong>en</strong>begrip.<br />

Literatuur<br />

• Abstracte wiskunde leert beter dan praktische voorbeeld<strong>en</strong>.<br />

De Standaard 30/04 – 01/05/08, Wet<strong>en</strong>schap, p. 1.<br />

• Feys, R. (1998). Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd. Mechel<strong>en</strong>: Uitgeverij<br />

Wolters Plantyn.<br />

• Kaminski, J.A., Sloutsky, V.M. & Heckler, A.F. (2008).<br />

The Advantage of Abstract Examples in Learning <strong>Math</strong>.<br />

Sci<strong>en</strong>ce, vol. 320, no. 5875 (p. 454 - 455).<br />

• Van Biervliet, P. (2006). Effective teaching of numeracy:<br />

not too realistic, but functional! ETEN 16, The Proceedings<br />

of the 16th Annual Confer<strong>en</strong>ce of the European Teacher<br />

Education Network, Gre<strong>en</strong>wich: University of Gre<strong>en</strong>wich<br />

(p.188-191).<br />

51


<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />

Redactiesecretariaat<br />

<strong>en</strong> eindredactie<br />

alle correspond<strong>en</strong>tie i.v.m. artikels<br />

aan:<br />

Noël Gybels<br />

Stey<strong>en</strong>hoflaan 11<br />

3130 Betekom<br />

tel. 016 56 93 46<br />

owkrant@hotmail.com<br />

www.onderwijskrant.be<br />

Tijdschrift, verschijnt driemaandelijks<br />

juli-augustus-september 2008 – € 5,00<br />

Redactie<br />

Annie Beull<strong>en</strong>s, R<strong>en</strong>ske Bos, Eddy<br />

Declercq, Ann Deketelaere, Raf Feys,<br />

Ignace Geurts, Noël Gybels, Walter<br />

Lot<strong>en</strong>s, Pieter Van Biervliet, Hilde<br />

Van Iseghem, Anita Wuest<strong>en</strong>berg,<br />

Danny Wyffels<br />

<strong>Onderwijs</strong>krant br<strong>en</strong>gt beschrijving<strong>en</strong><br />

van - <strong>en</strong> kritische reflecties over<br />

onderwijs <strong>en</strong> onderwijsvernieuwing.<br />

Bepaalde bijdrag<strong>en</strong> zijn wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

gestoffeerd; andere zijn e<strong>en</strong><br />

directe neerslag of weergave van<br />

opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong>.<br />

<strong>Onderwijs</strong>krant wordt gemaakt met<br />

medewerking van praktijkm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

van medewerkers uit de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de pedagogische <strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong>schappelijke c<strong>en</strong>tra.<br />

<strong>Onderwijs</strong>krant is e<strong>en</strong> onderwijstijdschrift<br />

met redactieled<strong>en</strong> uit de<br />

drie onderwijsnett<strong>en</strong>.<br />

Lid van de Unie<br />

van de Uitgevers van<br />

de Periodieke Pers<br />

Themanummer: mad math <strong>en</strong> math-war<br />

Wiskunde-oorlog <strong>en</strong> reddingsoperatie in <strong>Nederland</strong><br />

National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel pleit voor<br />

computational profici<strong>en</strong>cy plus conceptual understanding<br />

Kritiek van prof. Jan van der Craats<br />

op ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />

Marjolein Kool, hoofdredactrice ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’, bek<strong>en</strong>t:<br />

‘Te weinig parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> veel te weinig inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />

Kritiek op realistische FI-aanpak in PPON- onderzoek ‘97<br />

Inzet voor ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & leerplann<strong>en</strong> (1971-2008)<br />

& verzet teg<strong>en</strong> realistisch/constructivistisch wiskundeonderwijs<br />

Volksverteg<strong>en</strong>woordiger bekritiseerde sympathie Vlaamse<br />

overheid voor ‘realistische’ rek<strong>en</strong>aanpak op 19.06.06<br />

Geme<strong>en</strong>schappelijk & lichter leerplan wiskunde in s.o.:<br />

minder rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> abstractie, meer constructivisme<br />

‘Telling lessons from the TIMSS videotape’<br />

Guided instruction Japan levert schitter<strong>en</strong>de wiskunde-prestaties op<br />

“Don't believe it. ‘Reform math’ in the U.S.<br />

does not mirror what successful countries (Japan …) use”<br />

Context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> remt inzicht <strong>en</strong> transfer af<br />

2<br />

3<br />

16<br />

17<br />

23<br />

24<br />

29<br />

41<br />

43<br />

47<br />

49<br />

50<br />

Abonnem<strong>en</strong>t (4 nrs.): € 16<br />

Buit<strong>en</strong>land: € 25<br />

Rek<strong>en</strong>ing: 001-0965165-91<br />

(BIC GEBABEBB / IBAN BE23 0010<br />

9651 6591) van <strong>Onderwijs</strong>krant vzw,<br />

3130 Betekom<br />

Inlichting<strong>en</strong>, bestelling<strong>en</strong>, proefnrs.<br />

bij verantwoordelijke uitgever:<br />

Noël Gybels<br />

Stey<strong>en</strong>hoflaan 11<br />

3130 Betekom<br />

tel. 016 56 93 46<br />

owkrant@hotmail.com<br />

Indi<strong>en</strong> hiernaast e<strong>en</strong> x staat<br />

is dit het (voor)laatste nummer<br />

dat u ontvangt.<br />

HERABONNEER dus om onderbreking<br />

te vermijd<strong>en</strong>!<br />

52

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!