Mad Math en Math War - Beter Onderwijs Nederland
Mad Math en Math War - Beter Onderwijs Nederland
Mad Math en Math War - Beter Onderwijs Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
België - Belgique<br />
P.B.<br />
3200 Aarschot 1<br />
2/2578<br />
<strong>Mad</strong> <strong>Math</strong> <strong>en</strong> <strong>Math</strong> <strong>War</strong><br />
Themanummer <strong>Onderwijs</strong>krant & O-ZON-katern<br />
Wiskunde-oorlog <strong>en</strong> reddingsoperatie in <strong>Nederland</strong><br />
National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel pleit voor<br />
computational profici<strong>en</strong>cy plus conceptual understanding<br />
Kritiek van prof. Jan van der Craats<br />
op ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />
Marjolein Kool, hoofdredactrice ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’, bek<strong>en</strong>t:<br />
‘Te weinig parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> veel te weinig inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />
Kritiek op ‘realistische’ aanpak n.a.v. PPON- onderzoek 1997<br />
Inzet voor ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & leerplann<strong>en</strong> (1971-2008)<br />
& verzet teg<strong>en</strong> new math <strong>en</strong> constructivistic math<br />
Volksverteg<strong>en</strong>woordiger Hoebeke bekritiseerde sympathie<br />
Vlaamse overheid voor ‘realistische’ rek<strong>en</strong>aanpak<br />
Geme<strong>en</strong>schappelijk & lichter leerplan in secundair onderwijs:<br />
minder rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> abstractie, meer constructivisme<br />
‘Telling lessons from the TIMSS videotape’:<br />
guided instruction in Japan levert schitter<strong>en</strong>de wiskunde-prestaties op<br />
<strong>Math</strong>ematically Correct: “Don't believe it. ‘Reform math’ in the U.S.<br />
does not mirror what successful countries (Japan …) use”<br />
Context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> remt inzicht <strong>en</strong> transfer af<br />
1<br />
verschijnt driemaandelijks — juli-augustus-september 2008<br />
afgiftekantoor 3200 Aarschot 1 - erk<strong>en</strong>ning: P2A6205
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Themanummer: mad math <strong>en</strong> math-war<br />
1 + 1 = 2; of toch niet? Het vak wiskunde lijkt op e<strong>en</strong><br />
eerste gezicht e<strong>en</strong> exact vak waarover weinig discussie<br />
mogelijk is. De math-wars van de voorbije 40<br />
jaar bewijz<strong>en</strong> dat dit niet het geval is. De professor<strong>en</strong><br />
Holvoet <strong>en</strong> Vermandel maakt<strong>en</strong> ons tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
zomercursus in 1968 wijs dat de klassieke wiskunde<br />
op lem<strong>en</strong> voet<strong>en</strong> stond <strong>en</strong> totaal voorbijgestreefd<br />
was. We voerd<strong>en</strong> vanaf 1971 vanuit de Torhoutse<br />
Normaalschool e<strong>en</strong> lange <strong>en</strong> geslaagde kruistocht<br />
teg<strong>en</strong> de formalistische moderne wiskunde. Vanaf<br />
1987 kwam daar de strijd bij teg<strong>en</strong> het oprukk<strong>en</strong>de constructivisme<br />
binn<strong>en</strong> het realistisch wiskundeonderwijs<br />
van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut (verder FI) – dat ook in<br />
Vlaander<strong>en</strong> veel aanhangers telde. Tegelijk werkt<strong>en</strong><br />
we aan uitgebalanceerde vakdidactische publicaties<br />
voor het basisonderwijs – met veel aandacht voor<br />
de beproefde waard<strong>en</strong>.<br />
Bij de invoering van de constructivistische ‘Standards’<br />
(eindterm<strong>en</strong>) in 1989 brak in de VS prompt e<strong>en</strong> oorlog<br />
uit tuss<strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers van het constructivisme.<br />
Ook in <strong>Nederland</strong> wordt er sinds e<strong>en</strong><br />
paar jaar e<strong>en</strong> ‘oorlog gevoerd’ tuss<strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong>standers van de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />
aanpak van het FI. Als lid van de eindterm<strong>en</strong>commissie<br />
basisonderwijs (1993) <strong>en</strong> van de leerplancommissie<br />
VVKaBaO (1996) slaagd<strong>en</strong> we er in de constructivistische<br />
invloed in het basisonderwijs af te remm<strong>en</strong>.<br />
Beproefde waard<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in ere hersteld. Het constructivistisch<br />
gevaar is ev<strong>en</strong>wel nog niet gewek<strong>en</strong>.<br />
Zowel de DVO (Di<strong>en</strong>st voor <strong>Onderwijs</strong>ontwikkeling)<br />
als de VLOR (Vlaamse <strong>Onderwijs</strong>raad) verkondig<strong>en</strong><br />
geregeld dat we in de toekomst veel meer de constructivistische<br />
<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte richting uit<br />
moet<strong>en</strong>.<br />
Op het niveau van het secundair <strong>en</strong> hoger onderwijs<br />
valt er in Vlaander<strong>en</strong> meer kritiek te beluister<strong>en</strong> –<br />
ondermeer omtr<strong>en</strong>t de daling van het niveau <strong>en</strong> het<br />
onvoldo<strong>en</strong>de voorbereid zijn op het hoger onderwijs.<br />
Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t radioprogramma in mei j.l.<br />
betreurde prof. Alfred <strong>War</strong>rinnier dat de ‘moderne<br />
wiskunde’ vervang<strong>en</strong> werd door e<strong>en</strong> andere e<strong>en</strong>zijdige<br />
visie, deze van de constructivistische ‘fuzzy<br />
mathematics’. Andere critici hebb<strong>en</strong> analoge kritiek<br />
bij het nieuwe leerplan 2009 (VVKSO).<br />
Dit themanummer is volledig gewijd aan het wiskundeonderwijs<br />
– met veel aandacht voor de malaise <strong>en</strong><br />
de wiskunde-oorlog in <strong>Nederland</strong>. Het wiskundeonderwijs<br />
holt op alle niveaus achteruit – volg<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> aantal officiële rapport<strong>en</strong>, het ministerie <strong>en</strong> de<br />
inspectie, de krant<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong>. Dit is<br />
volg<strong>en</strong>s critici vooral het gevolg van de constructivistische<br />
<strong>en</strong> te weinig gestructureerde <strong>en</strong> vakspecifieke<br />
aanpak van het realistisch wiskundeonderwijs<br />
dat de voorbije dec<strong>en</strong>nia door het FI gepromoot werd.<br />
To<strong>en</strong> we merkt<strong>en</strong> dat de Freud<strong>en</strong>thalers de kritiek<br />
ridiculiseerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> als rec<strong>en</strong>t voorsteld<strong>en</strong>, stuurd<strong>en</strong><br />
we e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van onze veelzijdige kritiek –<br />
sinds 1987 – naar e<strong>en</strong> paar critici. Die sam<strong>en</strong>vatting<br />
werd op de BON-website veelvuldig gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
sterk geapprecieerd.<br />
In e<strong>en</strong> eerste bijdrage gaan we uitvoerig in op de<br />
wiskunde-oorlog <strong>en</strong> de hersteloperatie in <strong>Nederland</strong>.<br />
Daarna volg<strong>en</strong> de conclusies uit het rec<strong>en</strong>te advies<br />
van de National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel in de VS.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s verwoordt prof. Jan van de Craats zijn<br />
kritiek op het ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van<br />
het FI. Zonder k<strong>en</strong>nis van onze kritiek komt de<br />
wiskundeprofessor tot ongeveer dezelfde conclusies.<br />
In ‘Kritiek op realistische FI-aanpak n.a.v. PPONonderzoek<br />
1997’ illustrer<strong>en</strong> we vervolg<strong>en</strong>s dat de<br />
kritiek op de FI-aanpak niet nieuw is. Daarna staan<br />
we lang stil bij de eig<strong>en</strong> inzet <strong>en</strong> strijd voor e<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & voor uitgebalanceerde<br />
leerplann<strong>en</strong> (1971-2008). We bested<strong>en</strong> hierbij veel<br />
aandacht aan het verzet teg<strong>en</strong> het realistisch/<br />
constructivistisch wiskundeonderwijs. In e<strong>en</strong> intermezzo<br />
citer<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>komst in de Vlaamse onderwijscommissie<br />
waarbij e<strong>en</strong> volksverteg<strong>en</strong>woordiger de<br />
sympathie van de overheid, de DVO e.d. voor de<br />
realistische <strong>en</strong> constructivistische aanpak bekritiseerde.<br />
T<strong>en</strong> slotte volg<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> viertal bijdrag<strong>en</strong> over<br />
wiskunde in het secundair onderwijs. We stell<strong>en</strong><br />
vooreerst kritische vrag<strong>en</strong> bij het Vlaams leerplan<br />
2009 voor de 1 ste graad: e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong><br />
lichter leerplan voor alle leerling<strong>en</strong> met nog minder<br />
aandacht voor abstractie <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid. De<br />
leerplanontwerpers pleit<strong>en</strong> er ook voluit voor e<strong>en</strong><br />
constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte methodiek.<br />
Het nefaste van de gepropageerde aanpak blijkt ook<br />
uit de laatste 3 bijdrag<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> videotapeonderzoek<br />
heeft de sterke TIMSS-score van de Japanse<br />
14-jarig<strong>en</strong> alles te mak<strong>en</strong> met het feit dat het leerproces<br />
er veel sterker gestuurd wordt dan in de<br />
Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> e.d. Dit is ook het standpunt van<br />
‘<strong>Math</strong>ematically Correct’. De laatste bijdrage illustreert<br />
de gevar<strong>en</strong> van het overbeklemton<strong>en</strong> van het<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanuit context<strong>en</strong> of ‘situations-problèmes’.<br />
Reacties zijn welkom:<br />
owkrant@hotmail.com <strong>en</strong> raf.feys@tel<strong>en</strong>et.be<br />
2
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Wiskunde-oorlog <strong>en</strong> reddingsoperatie in <strong>Nederland</strong><br />
Raf Feys <strong>en</strong> Pieter Van Biervliet<br />
1 Rek<strong>en</strong>oorlog: malaise <strong>en</strong> rol FI<br />
1.1 Rek<strong>en</strong>oorlog<br />
Het <strong>Nederland</strong>s wiskundeonderwijs haalde de voorbije<br />
2 jaar voortdur<strong>en</strong>d de voorpagina van de krant<strong>en</strong>.<br />
Helemaal niet in positieve zin. Er is zelfs sprake van<br />
e<strong>en</strong> wiskunde-oorlog. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal officiële<br />
rapport<strong>en</strong>, de ministers, de inspectie, de krant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
andere comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> holt het wiskundeonderwijs op<br />
alle niveaus gevoelig achteruit. De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
niet vlot meer rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de start van het hoger<br />
onderwijs duik<strong>en</strong> steeds meer lacunes op. De overheid<br />
greep in. In mei j.l. werd e<strong>en</strong> grootschalig <strong>en</strong><br />
duur herstelplan afgekondigd voor het basisonderwijs,<br />
het voortgezet onderwijs <strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding.<br />
Staatssecretaris van Bijsterveldt voerde ook al nieuwe<br />
richtlijn<strong>en</strong> in voor de herzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> verzwaring van<br />
de exam<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> wiskunde in het secundair onderwijs.<br />
In e<strong>en</strong> brief met uitleg hierover aan de Tweede<br />
Kamer van 13 juni j.l. schreef de staatssecretaris:<br />
“Er war<strong>en</strong> twijfels over de ’realistische’ wiskunde –<br />
ook verwoord door de Commissie Dijsselbloem.<br />
Verder twijfeld<strong>en</strong> sommige Kamerled<strong>en</strong> of er wel<br />
voldo<strong>en</strong>de aandacht was voor ‘inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, ze wez<strong>en</strong><br />
ook op de bijspijkercursuss<strong>en</strong> in het hoger onderwijs<br />
<strong>en</strong> het tekort aan aandacht voor basale <strong>en</strong> abstracte<br />
wiskunde, <strong>en</strong> ze hadd<strong>en</strong> aarzeling<strong>en</strong> bij de rol van<br />
instelling<strong>en</strong> als Freud<strong>en</strong>thal Instituut (FI) <strong>en</strong> SLO.”<br />
De commissie Parlem<strong>en</strong>tair Onderzoek <strong>Onderwijs</strong>vernieuwing<strong>en</strong><br />
(’commissie Dijsselbloem’) kloeg in<br />
haar eindrapport over het rek<strong>en</strong>peil (2008, p. 116):<br />
“Uit de PPON peiling blijkt dat er sinds 1987 e<strong>en</strong><br />
negatieve ontwikkeling is op het gebied van de<br />
vaardigheid van kinder<strong>en</strong> met bewerking<strong>en</strong>. Het peil<br />
daarvan is systematisch aan het dal<strong>en</strong>.” In het<br />
PPON 2004-rapport lez<strong>en</strong> we dat “dit zowel geldt<br />
voor optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> als voor verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>gestelde bewerking<strong>en</strong>.” Ook<br />
de commissie Meijerink’ concludeerde in 2007:<br />
“Over e<strong>en</strong> groot aantal jar<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong><br />
zelfs versneld, treedt e<strong>en</strong> daling op in rek<strong>en</strong>vaardigheid<br />
bij leerling<strong>en</strong> in de leerplichtige leeftijd.” Jaap<br />
Vedder, voorzitter van de <strong>Nederland</strong>se Ver<strong>en</strong>iging<br />
tot Ontwikkeling van het Rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs<br />
(Nvorwo) stelde: “Het rek<strong>en</strong>niveau van leerling<strong>en</strong> op<br />
de basisschool holt achteruit. We hadd<strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />
verwacht<strong>en</strong> dat na de vele aandacht voor het rek<strong>en</strong>onderwijs<br />
het niveau op alle front<strong>en</strong> vooruit zou zijn<br />
gegaan. Er moet dring<strong>en</strong>d iets gebeur<strong>en</strong>” (De Volkskrant,<br />
3. 04.06).<br />
1.2 Mislukking ‘realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> FI<br />
“De invoering van het realistisch wiskundeonderwijs<br />
is eén van de meest indrukwekk<strong>en</strong>de onderwijsontwikkeling<strong>en</strong><br />
van de laatste dec<strong>en</strong>nia”, aldus prof.<br />
Fred Korthag<strong>en</strong> in zijn oratie van 1998. Nauwelijks<br />
ti<strong>en</strong> jaar later krijgt het realistisch <strong>en</strong> constructivistisch<br />
wiskunde-onderwijs veel kritiek te verdur<strong>en</strong>.<br />
‘Rek<strong>en</strong>oorlog’, zo luidt de titel van e<strong>en</strong> bijdrage van<br />
Thomas Vanheste in ‘Vrij <strong>Nederland</strong>’ van 17 mei<br />
2008. We citer<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>:<br />
“Het ‘realistische rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ is e<strong>en</strong> mislukte poging<br />
om het leuk voor de leerling<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, oordel<strong>en</strong> de<br />
critici. Het ler<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong><br />
(berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>) br<strong>en</strong>gt louter verwarring, betoogt<br />
de Amsterdamse hoogleraar wiskunde Jan van de<br />
Craats. Bij elke bewerking hoort maar één methode,<br />
die van opa. Welke ramp<strong>en</strong> het realistische rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
heeft aangericht, blijkt volg<strong>en</strong>s van de Craats glashelder<br />
uit de PPON. 'Je schrikt je e<strong>en</strong> ongeluk als je<br />
ziet wat 12-jarige kinder<strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong>.' E<strong>en</strong> voorbeeld?<br />
'Ook met e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>machine kunn<strong>en</strong> ze niet<br />
uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong> hoeveel één strip kost van e<strong>en</strong> stripp<strong>en</strong>kaart<br />
van zes euro veertig met vijfti<strong>en</strong> stripp<strong>en</strong>.' En<br />
de pabo's <strong>en</strong> de universiteit<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> met de brokk<strong>en</strong>.<br />
Want het wiskund<strong>en</strong>iveau van de instrom<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong><br />
is zo belabberd dat ze het alle<strong>en</strong> nog maar<br />
met bijspijkercursuss<strong>en</strong> redd<strong>en</strong>.<br />
Ook e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t in ‘Sci<strong>en</strong>ce’ gepubliceerd onderzoek<br />
lijkt de klagers gelijk te gev<strong>en</strong>: leerling<strong>en</strong> die wiskundige<br />
regels vooral ler<strong>en</strong> aan de hand van concrete<br />
voorbeeld<strong>en</strong> zijn minder goed in staat ze in nieuwe<br />
situaties toe te pass<strong>en</strong>. Het ‘realistische’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
werkt dus averechts. Het FI voor de didactiek van<br />
de wiskunde geldt als de kwade g<strong>en</strong>ius achter de alom<br />
ingevoerde methode van het realistische rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.”<br />
Opvall<strong>en</strong>d is ook dat binn<strong>en</strong> het ‘realistisch<br />
rek<strong>en</strong>onderwijs’ van het FI het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van<br />
problem<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staat <strong>en</strong> dat de 12-jarig<strong>en</strong> precies<br />
voor vraagstukk<strong>en</strong> vrij zwak scor<strong>en</strong>.<br />
3
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
1.3 Freud<strong>en</strong>thalers bevestig<strong>en</strong> mislukking<br />
Als reactie op de kritiek op het FI stell<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers<br />
zich eerder def<strong>en</strong>sief op. Ze pakk<strong>en</strong> niet langer<br />
uit met de vele zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van hun realistische<br />
aanpak, maar de kritiek wordt geridiculiseerd <strong>en</strong>/of<br />
afgewez<strong>en</strong> (zie punt 5). In het redactioneel van<br />
‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ van januari 2008 fulmineerde ook<br />
hoofdredactrice Marjolein Kool teg<strong>en</strong> de critici, maar<br />
ze gaf wel toe dat er veel te weinig aandacht is voor<br />
inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> parate k<strong>en</strong>nis. Zonder voldo<strong>en</strong>de parate<br />
k<strong>en</strong>nis kan e<strong>en</strong> leerling ook moeilijk nieuwe inzicht<strong>en</strong><br />
verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>.<br />
In zijn oratie van 2001 poneerde FI-kopstuk Gravemeijer<br />
nog zegevier<strong>en</strong>d: “We beschikk<strong>en</strong> over uitgebalanceerde<br />
leergang<strong>en</strong> die geleid heruitvind<strong>en</strong> van de<br />
wiskunde mogelijk mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die breed uitgewerkt<br />
zijn in method<strong>en</strong> die breed zijn ingevoerd in het<br />
basisonderwijs.” In zijn verweer teg<strong>en</strong> de critici beweerde<br />
Gravemeijer eind 2007 echter dat de FIaanpak<br />
niet is doorgedrong<strong>en</strong> in de praktijk: “Er heeft<br />
nooit e<strong>en</strong> op de vernieuwing toegesned<strong>en</strong> nascholing<br />
van lerar<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. De didactiek die bij de<br />
FI- vernieuwing past, is daardoor niet goed uit de<br />
verf gekom<strong>en</strong>. In plaats daarvan lat<strong>en</strong> lerar<strong>en</strong> zich<br />
in belangrijke mate leid<strong>en</strong> door de rek<strong>en</strong>methode.<br />
Deels in reactie daarop zijn er steeds meer verfijning<strong>en</strong><br />
in de leergang<strong>en</strong> aangebracht <strong>en</strong> zijn de leerstapjes<br />
binn<strong>en</strong> method<strong>en</strong> zo klein geword<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong><br />
zeld<strong>en</strong> voor echte problem<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> te staan. Als<br />
gevolg hiervan kan het rek<strong>en</strong>onderwijs word<strong>en</strong> getypeerd<br />
als weinig uitdag<strong>en</strong>d, niet echt interactief<br />
<strong>en</strong> meer gericht op het aanler<strong>en</strong> van procedures dan<br />
begrijp<strong>en</strong>” (Rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs anno 2007 –<br />
tuss<strong>en</strong> oude waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe uitdaging<strong>en</strong>.<br />
Panama-Post, winter 2007).<br />
Als je ‘realistisch rek<strong>en</strong>product’ na 37 jaar nog niet<br />
aanslaat, dan moet je als expertisec<strong>en</strong>trum – met 70<br />
medewerkers – hieruit de nodige conclusies trekk<strong>en</strong>.<br />
Gravemeijer pleit echter voor e<strong>en</strong> sprong vooruit,<br />
e<strong>en</strong> totale constructivistische breuk met het klassieke<br />
wiskundeonderwijs dat als gevolg van de informatisering<br />
<strong>en</strong> globalisering compleet overbodig zou zijn.<br />
We zijn het e<strong>en</strong>s met de stelling dat de implem<strong>en</strong>tatie<br />
van de FI-aanpak niet vlot verliep. Dat komt<br />
vooral omdat de ‘realistische’ methodiek in de praktijk<br />
moeilijk uitvoerbaar is, weinig succesvol is <strong>en</strong> op<br />
weerstand stuit. Dat verklaart ook waarom de FIaanpak<br />
in de rec<strong>en</strong>tste rek<strong>en</strong>methodes al op de<br />
terugtocht is; maar intuss<strong>en</strong> zijn de beproefde<br />
war<strong>en</strong> in de vergeethoek geraakt.<br />
E<strong>en</strong> ander FI-kopstuk, Kees Buys, bek<strong>en</strong>de op 28<br />
mei j.l. in zijn proefschrift dat het FI tot nog toe ge<strong>en</strong><br />
succesvolle leergang<strong>en</strong> voor belangrijke onderdel<strong>en</strong><br />
ontwikkeld heeft: “Tot op hed<strong>en</strong> is het ons nog niet<br />
goed gelukt om e<strong>en</strong> succesvolle leergang rond<br />
meercijferig verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong> die<br />
aansluit bij de eig<strong>en</strong> informele ideeën <strong>en</strong> strategieën<br />
van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin deze strategieën gaandeweg<br />
word<strong>en</strong> uitgebouwd tot efficiënte hoofdrek<strong>en</strong>strategieën.<br />
De onderwijsresultat<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> zelfs<br />
e<strong>en</strong> duidelijk neerwaartse t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s” (Ler<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
met meercijferige getall<strong>en</strong>, FI).<br />
Na 37 jaar FI is er nog ge<strong>en</strong> succesvolle aanpak.<br />
Toch stelt Buys het constructivistisch basisprincipe<br />
– het c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> informele berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />
– niet in vraag. Hij br<strong>en</strong>gt in zijn nieuwe<br />
leergang wel wat meer structuur aan – in de richting<br />
van de klassieke aanpak van het verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong>.<br />
Het blijft o.i. nog steeds e<strong>en</strong> te omslachtige <strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de<br />
b<strong>en</strong>adering die e<strong>en</strong> leerkracht in e<strong>en</strong> klas<br />
met 20 leerling<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>s kan toepass<strong>en</strong>. Niet<br />
<strong>en</strong>kel voor verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong>, maar voor de meeste<br />
onderwerp<strong>en</strong> heeft het FI nog ge<strong>en</strong> duidelijke <strong>en</strong><br />
succesvolle leergang<strong>en</strong> opgesteld. Dit blijkt o.a. ook<br />
uit het feit dat het FI-alternatief voor het cijfer<strong>en</strong> in<br />
de method<strong>en</strong> totaal verschill<strong>en</strong>d wordt uitgewerkt <strong>en</strong><br />
dat leerling<strong>en</strong> die die aanpak toepass<strong>en</strong> veel zwakker<br />
scor<strong>en</strong> dan zij die het nog het klassiek cijfer<strong>en</strong>.<br />
1.4 Kritiek in voortgezet onderwijs<br />
In deze <strong>Onderwijs</strong>krant conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> we ons op de<br />
situatie in het basisonderwijs. Er komt echter minst<strong>en</strong>s<br />
ev<strong>en</strong> veel kritiek vanuit het voortgezet <strong>en</strong> hoger<br />
onderwijs. De leuke FI-wiskunde besteedt volg<strong>en</strong>s<br />
vel<strong>en</strong> te weinig aandacht aan de wiskunde als<br />
cultuurproduct <strong>en</strong> aan de meer abstracte elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> te veel aan ‘fuzzy maths’. Ti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
wiskunde, natuurkunde <strong>en</strong> informatica schrev<strong>en</strong> de<br />
brief ‘Lieve Maria. We zijn boos’ aan de vorige<br />
minister. Ze protesteerd<strong>en</strong> omdat ze in het voortgezet<br />
onderwijs onvoldo<strong>en</strong>de bagage meekreg<strong>en</strong>. Uit<br />
e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek bleek ook dat veel verpleegkundig<strong>en</strong><br />
fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> omdat ze het elem<strong>en</strong>taire<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> niet beheers<strong>en</strong>. Op haar website analyseert<br />
Liesbeth van der Plas-Eskes de achteruitgang<br />
van het wiskundeonderwijs. Uit e<strong>en</strong> vergelijking met<br />
vroeger blijkt ook dat de verwachting<strong>en</strong> destijds veel<br />
hoger lag<strong>en</strong> (E<strong>en</strong> kleine analyse van het wiskundeonderwijs<br />
binn<strong>en</strong> twee g<strong>en</strong>eraties).<br />
Staatssecretaris van Bijsterveldt volgde in april j.l.<br />
bij de opstelling van richtlijn<strong>en</strong> voor de exam<strong>en</strong>-<br />
4
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
programma's wiskunde havo-vwo grot<strong>en</strong>deels de<br />
visie van de Resonansgroep (o.l.v. prof. Jan van de<br />
Craats). De kern van degelijk onderwijs is opnieuw<br />
het algebraïsch <strong>en</strong> analytisch rek<strong>en</strong>werk met veel<br />
aandacht voor de rek<strong>en</strong>vaardigheid. De invloed van<br />
de FI-wiskunde <strong>en</strong> de ‘realistische context<strong>en</strong>’ wordt<br />
beperkt. De sympathisant<strong>en</strong> van ‘realistische’ wiskunde<br />
reageerd<strong>en</strong>met het manifest ‘Stop de afbraak<br />
van het wiskundeonderwijs’. FI-directeur Jan van<br />
Maan<strong>en</strong> reageerde verbolg<strong>en</strong>: ‘Wij keur<strong>en</strong> alle besluit<strong>en</strong><br />
van de minister af. Het is onmogelijk geword<strong>en</strong><br />
nog innovatief wiskundeonderwijs te creër<strong>en</strong>.’<br />
De wiskunde-oorlog situeert zich dus ev<strong>en</strong>zeer op<br />
het niveau van het secundair onderwijs. H<strong>en</strong>k Klomp<br />
omschreef op 30 mei 2008 de kritiek vanwege de<br />
critici <strong>en</strong> de Resonansgroep als volgt: "Sinds de invoering<br />
van realistisch wiskundeonderwijs in 1985 is<br />
het aantal scholier<strong>en</strong> dat bèta kiest, achteruit gehold<br />
met zev<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t per jaar. Teg<strong>en</strong>woordig kiest van<br />
alle vwo-(=aso)gediplomeerd<strong>en</strong> nog maar één op de<br />
zes e<strong>en</strong> bètastudie in het hoger onderwijs. … Elk<br />
sommetje is gerelateerd aan e<strong>en</strong> praktisch probleem.<br />
Dat is leuk, maar het conceptuele wordt daardoor<br />
naar de achtergrond verdrong<strong>en</strong>, zodat niemand<br />
meer echte wiskunde kan ler<strong>en</strong>. Het doel van het<br />
wiskundeonderwijs is het ler<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong> van de<br />
taal van de wiskunde <strong>en</strong> het zinvol ler<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> van<br />
de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de wiskunde. De kracht van de<br />
wiskunde ligt namelijk juist in de abstractie, in de inzetbaarheid<br />
van dezelfde instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de meest uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />
toepassingsgebied<strong>en</strong>. Het is goed wanneer<br />
ook de kracht van de wiskunde getoond wordt in<br />
toepassing<strong>en</strong>. Dat moet<strong>en</strong> dan echter wel zinvolle<br />
toepassing<strong>en</strong> zijn waarin kritische modelvorming <strong>en</strong><br />
functioneel gebruik van het wiskundige instrum<strong>en</strong>tarium<br />
c<strong>en</strong>traal staan. Maar opgav<strong>en</strong> die zijn opgebouwd<br />
rond gekunstelde context<strong>en</strong>, of vraagstukk<strong>en</strong> waarbij<br />
de oorspronkelijke zinvolle context door oversimplificaties<br />
krachteloos gemaakt is, zijn contraproductief<br />
<strong>en</strong> schadelijk. Ze gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verkeerd beeld van de<br />
manier waarop wiskunde in de beroepspraktijk, in<br />
het onderzoek <strong>en</strong> in het vervolgonderwijs wordt gebruikt."<br />
( H. Klomp, Realistische wiskunde belemmert<br />
het jonge bètatal<strong>en</strong>t, Technisch Weekblad.)<br />
E<strong>en</strong> lerares wiskunde getuigt: "Er kwam e<strong>en</strong> omslag<br />
in het wiskundeonderwijs, Wiskunde werd e<strong>en</strong> veredelde<br />
vorm van tekstverklaring”. Al ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong><br />
bestempelde de Nijmeegse professor Frans<br />
Keune de ‘realistische wiskunde’ als pann<strong>en</strong>koekwiskunde.<br />
Hij verweet de Freud<strong>en</strong>thalers dat de<br />
leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belabberd wiskundig inzicht hebb<strong>en</strong>.<br />
Ook prof. H<strong>en</strong>k Visser formuleerde veel kritiek.<br />
1.5 Betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> relevantie Vlaander<strong>en</strong><br />
Op 18 januari 2007 deed prof. Jan van de Craats<br />
e<strong>en</strong> poging om e<strong>en</strong> debat over het wiskundeonderwijs<br />
<strong>en</strong> de FI-aanpak aan te wakker<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lezing<br />
onder de titel ‘Myth<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>didactiek’ op de<br />
25ste Panamaconfer<strong>en</strong>tie. Het zag er to<strong>en</strong> nog niet<br />
naar uit dat dit alles <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> later zo’n grote<br />
polemiek <strong>en</strong> instemming zou uitlokk<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> we<br />
merkt<strong>en</strong> dat de Freud<strong>en</strong>thalers de kritiek ridiculiseerd<strong>en</strong>,<br />
stuurd<strong>en</strong> we hem e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de<br />
veelzijdige kritiek die we al bijna 20 jaar formuler<strong>en</strong>.<br />
In februari 2008 versche<strong>en</strong> deze sam<strong>en</strong>vatting op<br />
de website van BON <strong>en</strong> van prof. van de Craats. Die<br />
sam<strong>en</strong>vatting werd gretig gelez<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> 2000 x op<br />
BON-website) <strong>en</strong> we ontving<strong>en</strong> veel <strong>en</strong>thousiaste<br />
reacties. We merk<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s dat onze visie overe<strong>en</strong>stemt<br />
met de rec<strong>en</strong>te richtlijn<strong>en</strong> die we aantreff<strong>en</strong> in<br />
‘Foundations for succes’, het Final report of the<br />
‘National mathematics advisory panel’ van maart<br />
2008 (zie volg<strong>en</strong>de bijdrage). We stell<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
vast dat de Amerikaanse NCTM (de Nationale Raad<br />
van Lerar<strong>en</strong> Wiskunde) die in 1989 de vage <strong>en</strong> constructivistische<br />
‘Standards’ opstelde, in 2006 de<br />
Curriculum Focal Point publiceerde met de de belangrijkste<br />
leerstofpunt<strong>en</strong> per leerjaar. Hierin krijg<strong>en</strong> de<br />
traditionele wiskundeonderwerp<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>kunde,<br />
meetkunde <strong>en</strong> algebra <strong>en</strong> de rek<strong>en</strong>vaardigheid weer<br />
meer aandacht.<br />
De math-wars in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> de VS zijn o.i. ook<br />
verhelder<strong>en</strong>d voor het debat in Vlaander<strong>en</strong> – uit het<br />
verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> hed<strong>en</strong>. Ze bevestig<strong>en</strong> dat het de moeite<br />
loonde om vanaf de late jar<strong>en</strong> tachtig afstand te<br />
nem<strong>en</strong> van het realistisch wiskundeonderwijs <strong>en</strong><br />
van de constructivistische VS-maths. We vreesd<strong>en</strong><br />
dat het extreem van de moderne wiskunde zou vervang<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> door het extreem van de constructivistische<br />
wiskunde. Ook door onze betrokk<strong>en</strong>heid bij<br />
het opstell<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong><br />
(basisonderwijs) kond<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> nieuwe math-war in<br />
het basisonderwijs voorkom<strong>en</strong>. De DVO (nu Entiteit<br />
curriculum) verwoordde onlangs dat ze bij de herzi<strong>en</strong>ing<br />
van de eindterm<strong>en</strong> nog sterker de constructivistische<br />
<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte toer op wil.<br />
We wez<strong>en</strong> vanaf 1987 op het problematisch karakter<br />
van de constructivistische b<strong>en</strong>adering van Freud<strong>en</strong>thal<br />
<strong>en</strong> van de Amerikaanse ‘Standards’, die nu in<br />
<strong>Nederland</strong> volop aan de oppervlakte kom<strong>en</strong>. Die<br />
waarschuwing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door de FI-sympathisant<strong>en</strong><br />
veelal g<strong>en</strong>egeerd. Prof. Van de Craats schreef ons:<br />
“Ik b<strong>en</strong> blij dat Vlaander<strong>en</strong> nog niet t<strong>en</strong> prooi is gevall<strong>en</strong><br />
aan deze wiskunde-ell<strong>en</strong>de, ongetwijfeld<br />
5
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
mede dankzij uw inspanning<strong>en</strong>!” Ook op het congres<br />
van de Vlaamse Ver<strong>en</strong>iging voor WiskundeLeerkracht<strong>en</strong><br />
(Blank<strong>en</strong>berge 30.06.08) wees hij hierop. Op pagina<br />
29 e.v. beschrijv<strong>en</strong> we hoe we ons bij het opstell<strong>en</strong><br />
van de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong> geweerd hebb<strong>en</strong> om<br />
de constructivistische/realistische aanpak in te damm<strong>en</strong>.<br />
Voor het basisonderwijs hebb<strong>en</strong> we de strijd teg<strong>en</strong><br />
het constructivisme <strong>en</strong> andere extreme opvatting<strong>en</strong><br />
grot<strong>en</strong>deels gewonn<strong>en</strong>. Omtr<strong>en</strong>t de toestand in ons<br />
secundair onderwijs <strong>en</strong> de invoering straks van e<strong>en</strong><br />
nieuw <strong>en</strong> lichter leerplan, bestaat er meer controverse.<br />
Begin mei 2008 poneerde prof. Alfred <strong>War</strong>rinnier in<br />
e<strong>en</strong> radioprogramma dat ons secundair onderwijs<br />
zich na de vergissing van de ‘moderne wiskunde’ in<br />
1968, nu al te sterk inspireert op de ‘Fuzzy maths’<br />
uit de VS.<br />
In het ontwerpleerplan wiskunde 2009 (VVKSO)<br />
merk<strong>en</strong> we dat het voor aso-leerling<strong>en</strong> weer e<strong>en</strong><br />
stuk lichter wordt. In de methodische aanwijzing<strong>en</strong><br />
staan de constructivistische refreintjes c<strong>en</strong>traler dan<br />
ooit. In de toelichting lez<strong>en</strong> we: “De constructivistische<br />
leeropvatting stelt dat k<strong>en</strong>nis beter actief geconstrueerd<br />
wordt door de ler<strong>en</strong>de. K<strong>en</strong>nis kan niet<br />
zomaar passief overgedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het gaat om<br />
e<strong>en</strong> proces van structurer<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> van de<br />
eig<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong>. Wiskundevorming biedt meer dan<br />
e<strong>en</strong> voltooid bouwwerk van objectieve, abstracte,<br />
formele k<strong>en</strong>nis. Steeds meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wiskunde<br />
toepass<strong>en</strong>, ook als ze niet beschikk<strong>en</strong> over<br />
de nodige vaardigheid in de rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong>. Het<br />
gebruik van ICT werkt tijdsbespar<strong>en</strong>d. …”<br />
Analoge refreintjes viel<strong>en</strong> te beluister<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
DVO-studiedag van 2004. We hebb<strong>en</strong> de indruk dat<br />
de leerplanontwerpers niet op de hoogte zijn van de<br />
controverse in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders. De geciteerde<br />
uitsprak<strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> sterk af van deze van de <strong>Nederland</strong>se<br />
Resonansgroep <strong>en</strong> van deze van het al geciteerde<br />
‘National mathematics advisory panel’. In<br />
e<strong>en</strong> bijdrage verderop in dit nummer gaan we in op<br />
de situatie in het s.o. <strong>en</strong> vooral op het nieuwe leerplan.<br />
2 Overheid grijpt in: dure hersteloperatie<br />
2.1 Ministers luid<strong>en</strong> alarmbel<br />
Ook de <strong>Nederland</strong>se beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn er al e<strong>en</strong><br />
tijdje van overtuigd dat het niveau al te sterk is gedaald<br />
<strong>en</strong> dat er dring<strong>en</strong>d ingegrep<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>.<br />
Staatsecretaris Dijksma nodigde in oktober 2007 in<br />
allerijl de Canadese onderwijskundige M. Fullan uit<br />
om zich te buig<strong>en</strong> over het lage peil van het rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />
leesonderwijs – <strong>en</strong> dit in e<strong>en</strong> land waar voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> omvangrijke expertisec<strong>en</strong>tra bestaan. Op<br />
zich was dit al e<strong>en</strong> blaam voor de vele wiskundeexpert<strong>en</strong><br />
van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut (FI) dat zich<br />
nu al sinds 1971 ontfermt over het wiskundeonderwijs<br />
<strong>en</strong> van het Expertisec<strong>en</strong>trum <strong>Nederland</strong>s.<br />
Ook minister Plasterk stelde begin september 2007<br />
e<strong>en</strong> expertgroep aan die maar e<strong>en</strong>s moest uitzoek<strong>en</strong><br />
waar de problem<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. De expertgroep publiceerde<br />
het ‘Rapport Meyerinck’ waarin gewez<strong>en</strong><br />
wordt op de achteruitgang van het wiskundeonderwijs<br />
op alle niveaus <strong>en</strong> waarin maatstav<strong>en</strong> (eindterm<strong>en</strong>)<br />
per niveau uitgestippeld word<strong>en</strong>. De overheid di<strong>en</strong>t<br />
prioriteit te gev<strong>en</strong> aan basisk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> basisvaardighed<strong>en</strong><br />
voor taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> te invester<strong>en</strong> in de<br />
noodzakelijke voorwaard<strong>en</strong> (scholing, tijd <strong>en</strong> middel<strong>en</strong>)<br />
om e<strong>en</strong> substantiële niveauverhoging te bereik<strong>en</strong>.<br />
De <strong>Nederland</strong>se professor Bas Braams die in de VS<br />
van nabij het wiskundeonderwijs volgt, vindt het<br />
rapport Meyerinck wel belangrijk, maar stelt o.i. terecht<br />
dat de commissie nog met te lage norm<strong>en</strong> uitpakt.<br />
Hij vergelijkt met de leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> methodes in de<br />
Californische schol<strong>en</strong>. Californië is de staat waarin<br />
afstand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd van de constructivistische<br />
aanpak van de Standards. Het niveau dat kinder<strong>en</strong><br />
aan het einde van de basisschool volg<strong>en</strong>s Meijerink<br />
moet<strong>en</strong> hal<strong>en</strong>, wordt door de Californische leerling<strong>en</strong><br />
al in het vierde leerjaar gehaald. Ook de Vlaamse<br />
eindterm<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuk hoger dan de eindterm<strong>en</strong><br />
van de commissie Meyerinck.<br />
2.2 Hersteloperatie & financiële injectie<br />
Leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> absoluut e<strong>en</strong> hoger niveau hal<strong>en</strong><br />
met rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (<strong>en</strong> taal), vindt het kabinet. Dat is de<br />
kern van e<strong>en</strong> veelomvatt<strong>en</strong>d plan dat de drie bewindslied<strong>en</strong><br />
van het ministerie van onderwijs op maandag<br />
21 april pres<strong>en</strong>teerd<strong>en</strong>. Over twee jaar moet al te<br />
merk<strong>en</strong> zijn dat de prestaties van leerling<strong>en</strong> in basis-,<br />
voortgezet <strong>en</strong> middelbaar beroepsonderwijs verbeter<strong>en</strong>.<br />
Minister Plasterk <strong>en</strong> de staatssecretariss<strong>en</strong> Van Bijsterveldt<br />
<strong>en</strong> Dijksma will<strong>en</strong> dat o.m. bereik<strong>en</strong> door precies<br />
vast te legg<strong>en</strong> wat leerling<strong>en</strong> in de loop van hun<br />
onderwijscarrière moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. De<br />
ministers zull<strong>en</strong> de kom<strong>en</strong>de drie jaar ruim 115 miljo<strong>en</strong><br />
invester<strong>en</strong> om het rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> taalniveau van leerling<strong>en</strong><br />
te verhog<strong>en</strong>. Vanaf 2011 volgt jaarlijks e<strong>en</strong> bedrag<br />
van circa 15 miljo<strong>en</strong>. Landelijk wordt in overleg met<br />
lerar<strong>en</strong> vastgesteld wat leerling<strong>en</strong> van rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
taal moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij de overgang naar<br />
e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d schooltype. Of leerling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan<br />
het vereiste taal- <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>niveau wordt tijd<strong>en</strong>s de<br />
6
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
schoolloopbaan tuss<strong>en</strong>tijds of via exam<strong>en</strong>s getoetst.<br />
De lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke eindterm<strong>en</strong><br />
vaststell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toekomstige onderwijzers<br />
krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale eindtoets.<br />
2.3 Inspiratie vanuit Vlaander<strong>en</strong>?<br />
We rad<strong>en</strong> <strong>Nederland</strong> aan om niet <strong>en</strong>kel te werk<strong>en</strong><br />
met duidelijke eindterm<strong>en</strong> lager onderwijs e.d., maar<br />
ook met leerplann<strong>en</strong> waarin de leerlijn<strong>en</strong> per leerjaar<br />
uitgestippeld zijn – net zoals in Vlaander<strong>en</strong>. Het volstaat<br />
ge<strong>en</strong>szins om vast te legg<strong>en</strong> wat de leerling<strong>en</strong><br />
op het einde van het zesde leerjaar basisonderwijs<br />
of vierde jaar s.o. moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Er is nog meer<br />
nood aan doelstelling<strong>en</strong> per leerjaar (soms graad).<br />
Als inspiratiebron stuurd<strong>en</strong> we ons Vlaams leerplan<br />
basisonderwijs naar Van de Craats e.a.<br />
Jan van de Craats stelde in de media dat m<strong>en</strong> zich<br />
bij de hersteloperatie mede kon inspirer<strong>en</strong> op het<br />
Vlaamse leerplan <strong>en</strong> de Vlaamse leerboek<strong>en</strong> voor<br />
het basisonderwijs. Dat leidde tot de uitspraak in De<br />
Telegraaf van 12.02.2008 dat <strong>Nederland</strong> beter de<br />
Vlaamse methodes kon overnem<strong>en</strong>. En op de BONwebsite<br />
schreef de wiskundige 25.12.1945: “Er is<br />
e<strong>en</strong> makkelijke oplossing uit het rek<strong>en</strong>drama. Maak<br />
gebruik van de (bewez<strong>en</strong>) traditionele didactiek.<br />
Gebruik boekjes uit Vlaander<strong>en</strong>. De klassieke didactiek<br />
is voor leerkracht<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong>voudiger dan de<br />
didactiek van het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.” E<strong>en</strong> probleem<br />
is uiteraard dat e<strong>en</strong> lange <strong>en</strong> stevige traditie doorbrok<strong>en</strong><br />
is <strong>en</strong> dat terugker<strong>en</strong> naar het juiste pad dan<br />
heel moeilijk wordt. De jongere leerkracht<strong>en</strong> leerd<strong>en</strong><br />
tijd<strong>en</strong>s hun opleiding die klassieke aanpak niet meer<br />
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Ze zijn wijsgemaakt dat de ‘beproefde<br />
waard<strong>en</strong>’ waardeloos <strong>en</strong> geestdod<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. We<br />
merk<strong>en</strong> ook in Vlaander<strong>en</strong> dat het na de ‘New<br />
<strong>Math</strong>’-periode voor de leerkracht<strong>en</strong> niet zo makkelijk<br />
was/is om de weggedeemsterde aanpakk<strong>en</strong> weer in<br />
de vingers te krijg<strong>en</strong>.<br />
3 Drie basiskritiek<strong>en</strong> op FI-aanpak<br />
3.1 Afwijzing beproefde waard<strong>en</strong><br />
FI-kopstuk Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer stelde eind 2007 nog<br />
dat de klassieke wiskunde als gevolg van de informatisering<br />
<strong>en</strong> globalisering compleet had afgedaan<br />
(zie punt 1.3). Uit e<strong>en</strong> onderzoek van maart 2007<br />
was nochtans geblek<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> groot deel van de<br />
verpleegkundig<strong>en</strong> misrek<strong>en</strong>t bij de toedi<strong>en</strong>ing van<br />
medicatie omdat ze te weinig elem<strong>en</strong>taire rek<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid bezitt<strong>en</strong> (C.W. de Jong & A.P.<br />
Koster, Rek<strong>en</strong>vaardigheid van verpleegkundig<strong>en</strong>,<br />
Groning<strong>en</strong>, 2007). Slechts 7 proc<strong>en</strong>t berek<strong>en</strong>de<br />
foutloos opgav<strong>en</strong> over omzetting<strong>en</strong> van gewicht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
inhoudsmat<strong>en</strong>. Bijna de helft van de onderzochte groep<br />
kond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> correcte berek<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> vochtbalans<br />
mak<strong>en</strong>. De meeste verpleegkundig<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />
ook moeite met opgav<strong>en</strong> op het gebied van medicatiedosering,<br />
infuussnelheid <strong>en</strong> zuurstoftoedi<strong>en</strong>ing. Opvall<strong>en</strong>d<br />
was verder dat de 50-plus-sers opvall<strong>en</strong>d<br />
beter scoord<strong>en</strong> dan hun jongere collega’s. “Dat<br />
heeft te mak<strong>en</strong> met het feit dat de oudere verpleegkundig<strong>en</strong><br />
nog hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Jonger<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />
dit niet meer goed op school”, stelde Borgers. De<br />
onderzoekers pleit<strong>en</strong> ervoor om het train<strong>en</strong> van de<br />
elem<strong>en</strong>taire rek<strong>en</strong>vaardigheid – met inbegrip van de<br />
regel van drieën – op te nem<strong>en</strong> in de opleiding verpleegkunde.<br />
In veel opleiding<strong>en</strong> is dit nu al het geval.<br />
In zijn oratie van 2001 illustreerde Gravemeijer dat<br />
de klassieke rek<strong>en</strong>vaardigheid haar toepasbaarheid<br />
verlor<strong>en</strong> had, precies aan de hand van het beroep<br />
van de verpleegkundige. Volg<strong>en</strong>s hem gebruik<strong>en</strong><br />
verpleegkundig<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> probleemopgave niet zomaar<br />
e<strong>en</strong> bestaand berek<strong>en</strong>model, maar ze ontwerp<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> mathematisch model om tot e<strong>en</strong> oplossing<br />
te kom<strong>en</strong>. “Dit vergt andere k<strong>en</strong>nis dan het model<br />
kunn<strong>en</strong> doorrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verpleegkundige hoeft<br />
niet te kunn<strong>en</strong> doorrek<strong>en</strong><strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> computer kan.<br />
De informatisering van de maatschappij leidt ertoe<br />
dat e<strong>en</strong> groter beroep zal gedaan word<strong>en</strong> op modeller<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>”. En als reactie op de rec<strong>en</strong>te<br />
kritiek repliceerde Gravemeijer onlangs: “Het type<br />
rek<strong>en</strong>onderwijs dat de critici propager<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong>kel<br />
nut in e<strong>en</strong> tijd waarin je nog veel met p<strong>en</strong> <strong>en</strong> papier<br />
moest uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Inmiddels heeft de rek<strong>en</strong>machine<br />
dit rek<strong>en</strong>werk overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Mechanische rek<strong>en</strong>vaardigheid<br />
heeft zijn maatschappelijke functionaliteit<br />
verlor<strong>en</strong>. Het gevolg is dat wat op de basisschool<br />
geleerd is daarna niet meer beoef<strong>en</strong>d wordt,<br />
waardoor het geleerde erodeert” (Website Volg<strong>en</strong>s<br />
Bartj<strong>en</strong>s, 01-10-2007). Hiermee zocht Gravemeijer<br />
ook e<strong>en</strong> uitvlucht voor het feit dat veel scholier<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> niet meer rek<strong>en</strong>vaardig zijn.<br />
Ook W. Oonk van het FI pakte onlangs uit met e<strong>en</strong><br />
karikatuur van de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek <strong>en</strong> met<br />
het verloss<strong>en</strong>de alternatief: “Inzicht gev<strong>en</strong> vond m<strong>en</strong><br />
vroeger onnodig <strong>en</strong> zonde van de tijd. De leerling<strong>en</strong><br />
moest<strong>en</strong> zo snel <strong>en</strong> zo goed mogelijk ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
voor het lev<strong>en</strong> van alledag.” Vanaf 1971 werkte het<br />
FI volg<strong>en</strong>s Oonk aan e<strong>en</strong> totale ommekeer. Volg<strong>en</strong>s<br />
hem heeft Hans Ter Heege b.v. vastgesteld dat<br />
“kinder<strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> kracht e<strong>en</strong> adequaat netwerk<br />
moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> voor basisproduct<strong>en</strong>. De<br />
oplossing<strong>en</strong> die ‘het kind zelf uitvindt’ blijk<strong>en</strong> beter<br />
7
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
<strong>en</strong> diepgaander begrep<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> dan oplossing<strong>en</strong><br />
die word<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van lerar<strong>en</strong>. (K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> vakdidactische theorie, Panama-Post,<br />
herfst 2007, p. 23).<br />
De voorstanders van de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />
aanpak beging<strong>en</strong> precies dezelfde fout<strong>en</strong><br />
als de voorstanders van de ‘moderne wiskunde’<br />
destijds. Ze plaatst<strong>en</strong> de beproefde waard<strong>en</strong> in de<br />
verdomhoek. De ‘hemelse’ (te formele) New <strong>Math</strong><br />
werd vervang<strong>en</strong> door de ‘aardse’, contextgebond<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> constructivistische aanpak die al te weinig aandacht<br />
heeft voor rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> parate k<strong>en</strong>nis,<br />
voor veralgem<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> abstrahering <strong>en</strong> voor wiskunde<br />
als cultuurproduct. De zelfstandige constructie van<br />
eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> vanuit context<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> het ler<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de kern<br />
van de nieuwe aanpak. De ‘realistische’ aanpak blijft<br />
te veel stek<strong>en</strong> in het stadium van de voor-wiskunde<br />
<strong>en</strong> remt het vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> af. De leerling<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />
stek<strong>en</strong> in dagdagelijkse <strong>en</strong> aardse rek<strong>en</strong>context<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> te weinig de zondagse, abstracte <strong>en</strong><br />
vakdidactische region<strong>en</strong>. De Freud<strong>en</strong>thalers d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> onrechte dat het creër<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvolle<br />
situaties niet gelinkt kan word<strong>en</strong> aan de inhoud <strong>en</strong><br />
structuur van de wiskunde als vakdiscipline. Zowel<br />
de voorstanders van de ‘New <strong>Math</strong>’ als van de<br />
‘Constructivistic <strong>Math</strong>’ beweerd<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte dat<br />
het klassieke rek<strong>en</strong>onderwijs op lem<strong>en</strong> voet<strong>en</strong><br />
berustte <strong>en</strong> totaal voorbijgestreefd was.<br />
Zelf pleit<strong>en</strong> we al dertig jaar voor e<strong>en</strong> herwaardering<br />
van de beproefde inhoudelijke waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> oerdegelijke<br />
leerprincipes. Het al vermelde ‘National Panel’<br />
in de VS deed dit ook in maart 2008. De Freud<strong>en</strong>thalers<br />
hing<strong>en</strong> na 1980 e<strong>en</strong> karikatuur op van het<br />
klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ze voortaan als mechanistisch<br />
<strong>en</strong> geestdod<strong>en</strong>d bestempeld<strong>en</strong> – net zoals de<br />
voorstanders van de ‘moderne wiskunde’ dit ded<strong>en</strong><br />
rond 1970. Het nieuwe FI-rek<strong>en</strong><strong>en</strong> verwaarloosde in<br />
het basisonderwijs tal van beproefde waard<strong>en</strong>: het<br />
automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong> van somm<strong>en</strong> <strong>en</strong> tafels,<br />
het ‘gestandaardiseerd’ hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong>,<br />
het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van het klassieke met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
het traditionele vraagstukk<strong>en</strong>onderwijs … Gert Gelderblom<br />
(CPS) schreef onlangs nog: “Sinds realistische<br />
rek<strong>en</strong>-wiskunde-method<strong>en</strong> het onderwijs hebb<strong>en</strong><br />
veroverd, is het gericht oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> automatiser<strong>en</strong> van<br />
basisvaardighed<strong>en</strong> ernstig verwaarloosd” (Basisschool-<br />
Managem<strong>en</strong>t, april 2007, p. 3). Gelderblom verwees<br />
ook naar e<strong>en</strong> bijdrage hierover in Onderwjskrant.<br />
Ook voor het voortgezet onderwijs toonde het FI<br />
weinig respect voor de klassieke waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<br />
alles wat naar abstractie rook.<br />
In onze visie <strong>en</strong> in deze van het ‘National panel’ is<br />
het zo dat parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd<br />
berek<strong>en</strong><strong>en</strong> (= mechanistisch aspect), het<br />
inzichtelijk werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong><br />
drie invalshoek<strong>en</strong> zijn die elkaar onderling<br />
ondersteun<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>. En hoe jonger de<br />
leerling<strong>en</strong> zijn, hoe belangrijker het ler<strong>en</strong> vlot (geautomatiseerd)<br />
berek<strong>en</strong><strong>en</strong> is. Het ‘National Panel’<br />
stelt:“Procedural skills (e.g. the standard algorithms)<br />
and conceptual knowledge are mutually supportive,<br />
each facilitating learning of the others. Conceptual<br />
understanding of mathematical operations, flu<strong>en</strong>t<br />
execution of procedures, and fast access to number<br />
combinations together support effective and effici<strong>en</strong>t<br />
problem solving.” Het gaat om e<strong>en</strong> drie-e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong><br />
om tweerichtingsverkeer, van k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> naar kunn<strong>en</strong>,<br />
maar ev<strong>en</strong>zeer van kunn<strong>en</strong> naar k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. In 1935<br />
gewaagde de Vlaamse vakdidacticus Deckers van<br />
e<strong>en</strong> combinatie van transpiratie (oef<strong>en</strong><strong>en</strong>) <strong>en</strong> inspiratie<br />
(inzicht).<br />
We gaan er verder ook van uit dat wiskunde als<br />
(vak)discipline e<strong>en</strong> cultuurproduct is dat cultuuroverdracht<br />
vereist. Wiskunde is niet e<strong>en</strong> product dat<br />
de leerling zoveel mogelijk zelfstandig moet (re)construer<strong>en</strong><br />
(zie 3.2). De Freud<strong>en</strong>thalers houd<strong>en</strong> verder<br />
te weinig rek<strong>en</strong>ing met de wetmatighed<strong>en</strong> van het<br />
cognitief functioner<strong>en</strong>. Klassieke leerprincipes als<br />
progressief complicer<strong>en</strong>, inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> vastzett<strong>en</strong> van<br />
de k<strong>en</strong>nis word<strong>en</strong> zomaar opzijgeschov<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> te weinig stapsgewijs opgebouwd<br />
<strong>en</strong> te weinig opgeslag<strong>en</strong> in het langetermijn-geheug<strong>en</strong>.<br />
De leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het dan<br />
ook moeilijk om zonder stevige verankerpunt<strong>en</strong><br />
nieuwe k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vraagstukk<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong> (zie 3.3).<br />
3.2 Negatie wiskunde als cultuurproduct<br />
Ook nog begin 2007 pakte FI-kopstuk Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer<br />
uit met de constructivistische aanpak van het<br />
leerproces. Hij schreef: “De grondslag van de FI-aanpak<br />
wordt gevormd door het socio-constructivistische<br />
uitgangspunt dat de leerling<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />
construer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de beïnvloeding hiervan door het<br />
onderwijs slechts indirect kan plaatsvind<strong>en</strong>. … Via<br />
eig<strong>en</strong> activiteit ontwikkelt de leerling zelf wiskunde”<br />
(K. Gravemeijer <strong>en</strong> P. Cobb, Ontwikkelingsonderzoek<br />
als methode voor onderzoek rond innovatieve leergang<strong>en</strong>,<br />
2007, Pedagogische Studiën, (84), pag. 331).<br />
In 1987 – twintig jaar geled<strong>en</strong> – formuleerd<strong>en</strong> we al<br />
onze basiskritiek op de constructivistische visie van<br />
Freud<strong>en</strong>thal. Na correspond<strong>en</strong>tie met de G<strong>en</strong>tse<br />
8
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
prof. Leo Apostel over het constructivisme <strong>en</strong> de FIaanpak<br />
steld<strong>en</strong> we sam<strong>en</strong> met Apostel dat de visie<br />
van Freud<strong>en</strong>thal ge<strong>en</strong> volwaardig alternatief bood<br />
voor de ‘moderne wiskunde’. Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> co zag<strong>en</strong><br />
het wiskunde-ler<strong>en</strong> o.i. al te e<strong>en</strong>zijdig als e<strong>en</strong> constructie<br />
van individuele leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> al te weinig als<br />
verwerving van e<strong>en</strong> cultuurproduct, gericht op economischer<br />
<strong>en</strong> efficiënter handel<strong>en</strong>. Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong><br />
zijn medewerkers onderschatt<strong>en</strong> het socio-cultureel<br />
karakter van de wiskunde als vakdiscipline, het<br />
aspect ‘cultuuroverdracht’ <strong>en</strong> de maatschappelijke<br />
<strong>en</strong> economische waarde (Raf Feys, ‘Nationaal plan<br />
voor het wiskunde onderwijs’, <strong>Onderwijs</strong>krant nr. 48,<br />
juli 1987). Ook het ‘National Panel’ in de VS vroeg<br />
rec<strong>en</strong>telijk meer waardering voor de wiskunde als<br />
cultuurproduct <strong>en</strong> vakdiscipline.<br />
3.3 FI-aanpak haaks op cognitief functioner<strong>en</strong><br />
Twee courante kritiek<strong>en</strong> luid<strong>en</strong> dat de FI-aanpak<br />
veel te moeilijk <strong>en</strong> omslachtig uitvalt voor de leerling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> weinig aandacht besteedt aan het vastzett<strong>en</strong><br />
(beklijv<strong>en</strong>) van het geleerde, aan de parate k<strong>en</strong>nis.<br />
De Freud<strong>en</strong>thalers <strong>en</strong> de constructivist<strong>en</strong> houd<strong>en</strong><br />
weinig rek<strong>en</strong>ing met de wetmatighed<strong>en</strong> van het<br />
cognitief functioner<strong>en</strong>. Mede gezi<strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong><br />
van het werkgeheug<strong>en</strong> is het b.v. belangrijk dat de<br />
leerling bij nieuwe of moeilijkere opgav<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep<br />
kan do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> breed ars<strong>en</strong>aal van geautomatiseerde<br />
vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> parate k<strong>en</strong>nis, die opgeslag<strong>en</strong><br />
zijn in het lange-termijn-geheug<strong>en</strong>. Het didactisch<br />
principe van de progressieve complicering is hierbij<br />
e<strong>en</strong> oerdegelijk principe. Het houdt in dat m<strong>en</strong> stap<br />
voor stap verder bouwt op k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> (deel)<br />
vaardighed<strong>en</strong> die al opgeslag<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> aldus voorkomt<br />
dat de leerling met te veel nieuwe zak<strong>en</strong><br />
ine<strong>en</strong>s geconfronteerd wordt. Overbelasting van het<br />
werkgeheug<strong>en</strong> moet voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
De ‘realistische’ theorie houdt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met<br />
de cognitieve architectuur <strong>en</strong> met de geheug<strong>en</strong>belastingstheorie<br />
(John Sweller) <strong>en</strong> vindt ook<br />
progressieve complicering uit d<strong>en</strong> boze. Bij de op<strong>en</strong>,<br />
context- <strong>en</strong> probleemgestuurde leerprocess<strong>en</strong> à la<br />
FI word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> met te veel nieuwe zak<strong>en</strong><br />
tegelijk geconfronteerd <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze te weinig aansluiting<br />
vind<strong>en</strong> bij (deel)vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> basisk<strong>en</strong>nis<br />
die al verworv<strong>en</strong> moet zijn <strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> in het<br />
lange-termijngeheug<strong>en</strong>. Bij het constructivistische<br />
probleemoploss<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> wordt het werkgeheug<strong>en</strong><br />
grot<strong>en</strong>deels in beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om wildweg naar<br />
bruikbare informatie te zoek<strong>en</strong> voor de probleemoplossing.<br />
Het werkgeheug<strong>en</strong> wordt niet gericht op<br />
het grot<strong>en</strong>deels gebruik mak<strong>en</strong> van opgeslag<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nis. Het doel van effectieve instructie bestaat er<br />
niet in de leerling<strong>en</strong> lange tijd te lat<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> naar<br />
informatie of ze die zelf te lat<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong>. Het bestaat<br />
er vooral in de leerling<strong>en</strong> specifieke leiding te<br />
gev<strong>en</strong> in functie van het ler<strong>en</strong> cognitief manipuler<strong>en</strong><br />
van informatie in functie van het leerdoel. Het is<br />
verder ook de bedoeling dat het resultaat ook stevig<br />
wordt opgeslag<strong>en</strong> in het lange-termijn-geheug<strong>en</strong>.<br />
Aan het vastzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> besteedt de FIaanpak<br />
veel te weinig aandacht.<br />
In ons boek ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd (Wolters-Plantyn<br />
1998) wijz<strong>en</strong> we in dit verband op het opsplits<strong>en</strong> van<br />
vaardighed<strong>en</strong> in deelvaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het belang<br />
van het vastzett<strong>en</strong> van de verworv<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis of (deel-)<br />
vaardighed<strong>en</strong> in het lange-termijn-geheug<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong><br />
de fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de cognitieve architectuur van<br />
het brein niet degelijk zijn, dan wordt ook het verwerv<strong>en</strong><br />
van nieuwe k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong> heel moeilijk. Dat leerling<strong>en</strong><br />
met de FI-aanpak over weinig parate k<strong>en</strong>nis<br />
beschikk<strong>en</strong>, maar des te meer over inzicht <strong>en</strong> probleemoploss<strong>en</strong>d<br />
vermog<strong>en</strong>, klinkt ongeloofwaardig. Uit de<br />
PPON-peilingsonderzoek blijkt dat ze ook veel last<br />
hebb<strong>en</strong> met het oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong>.<br />
We bested<strong>en</strong> in de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek dan<br />
ook veel aandacht aan alles wat te mak<strong>en</strong> heeft met<br />
het complexe proces van automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>.<br />
Als ‘realist<strong>en</strong>’ als Marjolein Kool nu bek<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
dat het automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> inderdaad wordt<br />
verwaarloosd, dan wijst dit er op dat de realistische<br />
aanpak onvoldo<strong>en</strong>de leerpsychologisch is doordacht.<br />
In tal van onderzoek<strong>en</strong> werd verder duidelijk<br />
dat zwakkere leerling<strong>en</strong> nog het meest de dupe zijn<br />
van de realistische aanpak. In de publicatie ‘Jonge<br />
kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ van het Tal-team gaf ook<br />
FI-directeur Adri Treffers in 1999 tuss<strong>en</strong> de lijn<strong>en</strong><br />
door deze fout toe. Hij bek<strong>en</strong>de: “Aanvankelijk was<br />
het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs niet g<strong>en</strong>eigd om het<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats te gev<strong>en</strong>. Maar inmiddels<br />
is het tij gekeerd: oef<strong>en</strong><strong>en</strong> staat nu weer<br />
duidelijk in het didactische blikveld” (p. 56). Jammer<br />
g<strong>en</strong>oeg word<strong>en</strong> in de Tal-publicatie de basisprincipes<br />
inzake automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong> niet uitgewerkt.<br />
Er wordt ook niet vermeld dat automatisering gebaseerd<br />
is op korte <strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> opbouw via progressieve complicering,<br />
twee basisvoorwaard<strong>en</strong> die haaks staan op de<br />
realistische aanpak. Met de overbeklemtoning van<br />
‘gevarieerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt ook in die Tal-publicatie<br />
nog steeds veel verwarring gesticht. En jammer g<strong>en</strong>oeg<br />
war<strong>en</strong> de realistische methodes van de 2 de<br />
g<strong>en</strong>eratie in 1999 al op de markt <strong>en</strong> werd die fout de<br />
9
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
erop volg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> ook niet expliciet meer erk<strong>en</strong>d.<br />
De Freud<strong>en</strong>thalers pakt<strong>en</strong> achteraf wel uit met zgn.<br />
‘productief oef<strong>en</strong><strong>en</strong>’ ter vervanging van het klassieke<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar dit zog<strong>en</strong>aamd ‘productief oef<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />
is niet voldo<strong>en</strong>de productief.<br />
In ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’ legg<strong>en</strong> we ook uit wat er<br />
leerpsychologisch schort aan de FI-aanpak inzake<br />
de aanschouwelijke ondersteuning van berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
De Freud<strong>en</strong>thalers lat<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> b.v. veel te<br />
lang berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op het rek<strong>en</strong>rek tot 20 <strong>en</strong><br />
op de 100-getall<strong>en</strong>lijn. Hierdoor wordt de verinnerlijking<br />
afgeremd <strong>en</strong> funger<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>rek <strong>en</strong> getall<strong>en</strong>lijn als<br />
e<strong>en</strong> soort uitrek<strong>en</strong>machine. En door het feit dat de<br />
Freud<strong>en</strong>thalers niet expliciet aanstur<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> korte<br />
<strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ing is de overschakeling<br />
op louter ‘m<strong>en</strong>taal’ berek<strong>en</strong><strong>en</strong> heel moeilijk. In<br />
het rec<strong>en</strong>te proefschrift van Kees Buys (zie 1.3)<br />
blijkt opnieuw dat de leerling<strong>en</strong> verstrikt gerak<strong>en</strong> in<br />
de omslachtige schematisering<strong>en</strong>.<br />
3.4 Sam<strong>en</strong>vatting basiskritiek<br />
De kritiek op het FI <strong>en</strong> op de Amerikaanse Standards<br />
(1989) slaat dus vooreerst op de minachting<br />
<strong>en</strong> verwaarlozing van de beproefde waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />
de wiskunde als cultuurproduct <strong>en</strong> vakdiscipline.<br />
Veel critici m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het wiskundeonderwijs op<br />
e<strong>en</strong> sterke traditie kan bog<strong>en</strong> <strong>en</strong> betreur<strong>en</strong> dat de<br />
FI-hervormers hier ge<strong>en</strong> waardering voor ton<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
pronk<strong>en</strong> met polarisering<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> realistisch <strong>en</strong><br />
mechanistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aanler<strong>en</strong> van de vakdisciplinaire<br />
inhoud<strong>en</strong> … FI-directeur Jan van Man<strong>en</strong> toont in<br />
zijn reactie op de kritiek dat er binn<strong>en</strong> het FI nog<br />
steeds weinig waardering is voor de beproefde<br />
waard<strong>en</strong>. Hij fantaseert: “Vroeger beschikt<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />
slechts over e<strong>en</strong> beperkt standaardrepertoire. Dat<br />
had echt iets geestdod<strong>en</strong>ds. De nieuwe aanpak<br />
biedt ruimte aan de creativiteit van de jonger<strong>en</strong>. Nu<br />
raadpleg<strong>en</strong> ze me zelfs over wiskundige vrag<strong>en</strong> die<br />
ti<strong>en</strong> of twintig jaar geled<strong>en</strong> absoluut niet naar bov<strong>en</strong><br />
kwam<strong>en</strong>” (De Telegraaf, 13.02.08). Ook FI-medewerker<br />
Willem Vermeul<strong>en</strong> beweert (o.c.): “De noodzakelijke<br />
attitude van handig <strong>en</strong> kritisch zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> selecter<strong>en</strong><br />
maakt dat onze jonger<strong>en</strong> andere feit<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
andere vaardighed<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> dan oudere g<strong>en</strong>eraties.<br />
De jeugd gaat minder slaafs met informatie<br />
om, juist omdat er zo veel <strong>en</strong> zo veel verschill<strong>en</strong>de<br />
informatie snel beschikbaar is.” Van Man<strong>en</strong> <strong>en</strong> co<br />
hanter<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg dezelfde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: de veranderde<br />
maatschappij vereiste e<strong>en</strong> totaal ander soort<br />
wiskundeonderwijs.<br />
Onze kritiek slaat ook op het feit dat de realistische<br />
theorie op tal van vlakk<strong>en</strong> in strijd is met de werking<br />
van de cognitieve architectuur van het brein <strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />
ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houdt met de geheug<strong>en</strong>belastingstheorie<br />
<strong>en</strong> de theorie in verband met automatiser<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>.<br />
In 1995 vatte de Leuv<strong>en</strong>se prof. Liev<strong>en</strong> Verschaffel<br />
de kritiek van Feys (1990) e.a. op de FI-aanpak als<br />
volgt sam<strong>en</strong>: “Zo zou de realistische aanpak:<br />
*onvoldo<strong>en</strong>de aandacht bested<strong>en</strong> aan het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> consolider<strong>en</strong> van elem<strong>en</strong>taire rek<strong>en</strong>feit<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
-vaardighed<strong>en</strong>; *e<strong>en</strong> te negatief beeld ophang<strong>en</strong><br />
van k<strong>en</strong>nis die m<strong>en</strong> aangereikt krijgt zonder het allemaal<br />
zelf uit te vind<strong>en</strong>; *al te sterk vertrouw<strong>en</strong> op de<br />
natuurlijke constructies <strong>en</strong> inv<strong>en</strong>ties van leerling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> h<strong>en</strong> al te veel vrijheid sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij het kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gebruik<strong>en</strong> van modell<strong>en</strong>” (in: Verschaffel L. e.a.,<br />
Naar e<strong>en</strong> nieuwe rek<strong>en</strong>/wiskundedidactiek voor de<br />
basisschool <strong>en</strong> de basiseducatie, deel 1, Acco, 1995.)<br />
In onze bijdrag<strong>en</strong> in deze STOHO-publicatie komt<br />
duidelijk tot uiting dat we afstand nam<strong>en</strong> van de FIfilosofie<br />
<strong>en</strong> van de ‘realistische’ bijdrag<strong>en</strong> van Hans<br />
Ter Heege <strong>en</strong> co. De huidige kritiek in <strong>Nederland</strong> komt<br />
in sterke mate overe<strong>en</strong> met de kritiek die we al 20 jaar<br />
formuler<strong>en</strong>. Zelf betreurd<strong>en</strong> we ook steeds de invoering<br />
van vage <strong>en</strong> rekbare term<strong>en</strong> als ‘realistisch’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ‘gecijferdheid’. In e<strong>en</strong> bijdrage op p. 29 e.v. diep<strong>en</strong><br />
we onze kritiek op de FI-visie verder uit. We schets<strong>en</strong><br />
er ook de kroniek van e<strong>en</strong> aangekondigde malaise.<br />
4 FI ridiculiseert <strong>en</strong> zoekt uitvlucht<strong>en</strong><br />
In hun reactie op de kritiek minimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> karikaturiser<strong>en</strong><br />
de Freud<strong>en</strong>thalers meestal de kritiek op<br />
het te lage niveau <strong>en</strong> op het aandeel van het FI in<br />
de malaise. Het zou om vals alarm gaan vanwege<br />
<strong>en</strong>kele snoodaards die het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> will<strong>en</strong> herleid<strong>en</strong><br />
tot mechanistisch cijfer<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Hans ter Heege<br />
– hoofdredacteur ‘Panama-Post – zijn de problem<strong>en</strong><br />
gewoon het gevolg van het feit dat “opleiding <strong>en</strong><br />
nascholing van lerar<strong>en</strong> maar in beperkte mate gelijke<br />
tred gehoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de ontwikkeling<strong>en</strong> in het<br />
vak”. Volg<strong>en</strong>s hem was de rek<strong>en</strong>vaardigheid van de<br />
leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de komst van het<br />
FI lam<strong>en</strong>tabel. Precies daarom zocht<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers<br />
e<strong>en</strong> nieuwe aanpak. Ook volg<strong>en</strong>s Treffers e.a.<br />
zijn de leerkracht<strong>en</strong> te weinig wiskundig opgeleid<br />
<strong>en</strong>/of slag<strong>en</strong> ze er onvoldo<strong>en</strong>de in om de realistische<br />
principes toe te pass<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Gravemeijer is het<br />
klassieke – <strong>en</strong> zelfs huidige – wiskundeonderwijs<br />
totaal voorbijgestreefd (zie punt 1.3). En volg<strong>en</strong>s<br />
hem kan het niveau moeilijk gedaald zijn, aangezi<strong>en</strong><br />
de leerling<strong>en</strong> vroeger ook ge<strong>en</strong> niveau haald<strong>en</strong>: “Er<br />
10
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
werd dertig jaar geled<strong>en</strong> veel geïnvesteerd in het<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van weetjes <strong>en</strong> procedures, maar de leerling<strong>en</strong><br />
kond<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis niet toepass<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog<br />
minder in contextopgav<strong>en</strong>. In plaats van e<strong>en</strong> staartdeling<br />
te mak<strong>en</strong>, koz<strong>en</strong> ze bijvoorbeeld voor herhaald<br />
aftrekk<strong>en</strong>” (Rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs anno<br />
2007 – tuss<strong>en</strong> oude waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe uitdaging<strong>en</strong>.<br />
Panama-Post, 2007).<br />
In ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ ridiculiseerde ook hoofdredactrice<br />
Marjolein Kool in september 2007 de kritiek:<br />
“Hoe moet ons rek<strong>en</strong>onderwijs er over <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong><br />
uitzi<strong>en</strong>? Cijfer<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> of flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>de<br />
kinder<strong>en</strong>?” Daarop volgde de peilingsvraag: ‘Moet<br />
het handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong> afgeschaft word<strong>en</strong>?’ Lucide<br />
lezers repliceerd<strong>en</strong> op de website dat het debat<br />
ge<strong>en</strong>szins ging om e<strong>en</strong> keuze tuss<strong>en</strong> hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de Freud<strong>en</strong>thalers de zwakke rek<strong>en</strong>vaardigheid<br />
t<strong>en</strong> onrechte tot zwakke cijfervaardigheid<br />
reduceerd<strong>en</strong>. Op de PPON-vaststelling dat het<br />
klassieke cijfer<strong>en</strong> veel betere resultat<strong>en</strong> oplevert dan<br />
het omslachtige FI-alternatief, wordt vaak gereageerd<br />
met de stelling dat cijfer<strong>en</strong> niet meer belangrijk is.<br />
Ook FI-medewerker Willem Vermeul<strong>en</strong> minimaliseerde<br />
in maart 2008 de kritiek <strong>en</strong> het aantal critici:<br />
“Het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong> ligt ‘de laatste tijd’ onder<br />
vuur. In <strong>Nederland</strong> spreekt onder meer prof. Jan van<br />
de Craats zich teg<strong>en</strong> deze stroming uit, in België<br />
Raf Feys, <strong>en</strong> in krant<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong> de laatste tijd<br />
verschill<strong>en</strong>de artikel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de realistische aanpak.<br />
Volg<strong>en</strong>s critici leidt het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot verslechtering<br />
van cijfervaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis van de<br />
tafels.” (Vermeul<strong>en</strong> W., Vals alarm, of is er iets aan<br />
de hand?, Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s, maart 2008). Vermeul<strong>en</strong><br />
verzwijgt dat ook de meeste beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun<br />
vertrouw<strong>en</strong> in het FI-expertisec<strong>en</strong>trum verlor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
Hij verzwijgt ook dat het FI al bijna 20 jaar de veelzijdige<br />
kritiek vanwege de Vlaamse lerar<strong>en</strong>opleiders<br />
Feys <strong>en</strong> Van Biervliet doodzwijgt. Het gaat dus niet<br />
louter om rec<strong>en</strong>te kritiek <strong>en</strong> onze kritiek betreft de<br />
meeste domein<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet louter de verwaarlozing<br />
van het klassieke cijfer<strong>en</strong> <strong>en</strong> de klassieke tafels.<br />
Ook in <strong>Nederland</strong> beluister<strong>en</strong> we al vele jar<strong>en</strong> kritiek<br />
vanwege leerkracht<strong>en</strong>, inspecteurs, orthopedagog<strong>en</strong><br />
(Ruijss<strong>en</strong>aers, Van Luit, Danhof, Timmermans …),<br />
professor<strong>en</strong> wiskunde (Keune), doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hoger<br />
onderwijs, officiële rapport<strong>en</strong>… We verwijz<strong>en</strong> ook<br />
naar de interessante kritiek die in 1999-2000 opdook<br />
in het kader van het teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de PPONpeilingsonderzoek<br />
(zie p. 24 e.v.).<br />
Voor de vele vrijgesteld<strong>en</strong> van het expertisec<strong>en</strong>trum<br />
wiskunde van het FI komt de rec<strong>en</strong>te kritiek ongeleg<strong>en</strong>.<br />
Dat de minister e<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep deed<br />
op de Canadese onderwijskundige Michael Fullan<br />
om e<strong>en</strong> oplossing te zoek<strong>en</strong> voor de niveaudaling,<br />
werd al als e<strong>en</strong> kaakslag ervar<strong>en</strong>. De voortdur<strong>en</strong>de<br />
kritiek in de krant<strong>en</strong> <strong>en</strong> in officiële rapport<strong>en</strong> kwam<br />
ongetwijfeld ook hard aan. Enkele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong><br />
kreeg het FI nog veel lof vanwege het ministerie. Nu<br />
slaan de ministers alarm <strong>en</strong> ze pakk<strong>en</strong> uit met e<strong>en</strong><br />
herstelplan. Ze publiceerd<strong>en</strong> ook al nieuwe exam<strong>en</strong>eis<strong>en</strong><br />
voor havo-vwo-leerling<strong>en</strong> die afwijk<strong>en</strong> van de<br />
FI-visie.<br />
In het verled<strong>en</strong> ded<strong>en</strong> de FI-kopstukk<strong>en</strong> jammer<br />
g<strong>en</strong>oeg hun best om onze kritiek te verzwijg<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of<br />
af te wijz<strong>en</strong>. In 1993 publiceerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> kritische<br />
bijdrage in hun tijdschrift Panama-Post onder de<br />
sprek<strong>en</strong>de titel ‘Laat het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd niet in<br />
het honderd lop<strong>en</strong>’. We kreg<strong>en</strong> veel sympathiser<strong>en</strong>de<br />
reacties, maar FI-directeur Treffers bestempelde ons<br />
mete<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘traditionele realist’ die niet bereid<br />
was de constructivistische FI-w<strong>en</strong>ding te onderschrijv<strong>en</strong>.<br />
Nooit werd nog in e<strong>en</strong> bijdrage verwez<strong>en</strong><br />
naar onze kritiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> vakdidactische publicaties of<br />
naar de goede prestaties van Vlaamse leerling<strong>en</strong> op<br />
TIMSS of PISA. De Leuv<strong>en</strong>se prof. Liev<strong>en</strong> Verschaffel<br />
werd wel geregeld uitg<strong>en</strong>odigd om zijn sympathie<br />
voor het FI te betuig<strong>en</strong>.<br />
Nu zijn de Freud<strong>en</strong>thalers e<strong>en</strong> beetje verrast door<br />
de escalatie van de kritiek tijd<strong>en</strong>s de voorbije 2 jaar<br />
<strong>en</strong> door de weerklank van de actie van prof. Jan van<br />
de Craats e.a. Ze prober<strong>en</strong> dan maar de kritiek te<br />
ridiculiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> allerhande uitvlucht<strong>en</strong> voor<br />
de teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de prestaties. Volg<strong>en</strong>s Vermeul<strong>en</strong><br />
e.a. mog<strong>en</strong> we de uitslag<strong>en</strong> van nu niet vergelijk<strong>en</strong><br />
met de uitslag<strong>en</strong> van vroeger. Volg<strong>en</strong>s Treffers ligg<strong>en</strong><br />
de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> te<br />
hoog. Als we de PPON-opgav<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>, dan krijg<strong>en</strong><br />
we ge<strong>en</strong>szins de indruk dat dit het geval is – <strong>en</strong> nog<br />
minder als we vergelijk<strong>en</strong> met opgav<strong>en</strong> in rek<strong>en</strong>boekjes<br />
uit de jar<strong>en</strong> zestig. Joost Klep (SLO) betwijfelt<br />
of we nog wel veel moet<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>: “Moet<strong>en</strong> we<br />
nog steeds alles oef<strong>en</strong><strong>en</strong>? En tot welk niveau?<br />
Moet<strong>en</strong> we cijfer<strong>en</strong> überhaupt oef<strong>en</strong><strong>en</strong>? En cijfer<strong>en</strong>?<br />
Moet<strong>en</strong> we nog somm<strong>en</strong> met mat<strong>en</strong> <strong>en</strong> metriek<br />
stelsel lat<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> of gev<strong>en</strong> we de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
tabell<strong>en</strong>boek. En welke vaardighed<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong><br />
kinder<strong>en</strong> nog 3 jaar ná het verlat<strong>en</strong> van de basisschool<br />
nog? En zijn de ding<strong>en</strong> die ze verget<strong>en</strong> zijn<br />
dan eig<strong>en</strong>lijk het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> wel waard geweest?”<br />
Zoals de meeste Freud<strong>en</strong>thalers beseft Klep niet<br />
dat geautomatiseerde k<strong>en</strong>nis die vastgezet is in het<br />
lange-termijngeheug<strong>en</strong> meestal veel langer bijblijft<br />
dan inzicht.<br />
11
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Terloops: we merkt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> dat Treffers<br />
– inmiddels op p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> – af <strong>en</strong> toe wat afstand<br />
nam van de constructivistische ambities van Gravemeijer<br />
<strong>en</strong> co. Hij gaf in de eerste TAL-publicatie ook<br />
toe dat de Freud<strong>en</strong>thalers het aspect (in)oef<strong>en</strong><strong>en</strong> te<br />
veel verwaarloosd hadd<strong>en</strong>. Maar nu er van buit<strong>en</strong>uit<br />
veel kritiek komt, sluit<strong>en</strong> de FI-geleder<strong>en</strong> zich weer.<br />
5 Aandeel van FI e.a. in malaise<br />
Als wellicht de belangrijkste schuldige voor de achteruitgang<br />
van het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt het FI met de vinger<br />
gewez<strong>en</strong>. Het FI met zijn 70 vrijgesteld<strong>en</strong> domineert<br />
al e<strong>en</strong> paar dec<strong>en</strong>nia het wiskundeveld. Als expertisec<strong>en</strong>trum<br />
was ook het FI steeds op zoek naar expansie<br />
<strong>en</strong> werk voor de eig<strong>en</strong> winkel. Vanuit die logica nam<br />
het FI al te vlug afstand van de beproefde waard<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> constructivistische cultuuromslag gepropageerd<br />
– mede als legitimatie voor de grote <strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong>de investering. De voorbije 37 jaar ontwikkelde<br />
het FI wel leuke ideeën <strong>en</strong> frisse invalshoek<strong>en</strong>,<br />
maar ge<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige <strong>en</strong> werkbare visie <strong>en</strong> nog<br />
steeds ge<strong>en</strong> concrete <strong>en</strong> duidelijke leerplann<strong>en</strong> zoals<br />
we die in Vlaander<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De rec<strong>en</strong>te bek<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is<br />
van Kees Buys dat er na 37 jaar nog<br />
steeds ge<strong>en</strong> uitgebalanceerde <strong>en</strong> succesvolle leergang<strong>en</strong><br />
voor verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> bestaan (zie punt<br />
1.3), geldt ook voor tal van andere domein<strong>en</strong>. We<br />
zoud<strong>en</strong> hier kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> over schuldig verzuim.<br />
In welke mate heeft het FI het wiskundeonderwijs<br />
nefast beïnvloed? Volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het<br />
rapport-Dijsselbloem is het totale niveau van het<br />
<strong>Nederland</strong>se onderwijs de voorbije dec<strong>en</strong>nia flink<br />
gedaald als gevolg van ontscholingst<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> allerhande.<br />
Er was globaal gezi<strong>en</strong> minder aandacht voor<br />
de leerprestaties <strong>en</strong> het peil van de leerkracht<strong>en</strong> is<br />
gedaald. Voor het wiskundeonderwijs heeft het FI<br />
volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> nefaste invloed gehad, vooral<br />
ook op de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de nieuwe<br />
‘realistische’ method<strong>en</strong>. In de vroege jar<strong>en</strong> tachtig<br />
versch<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het basisonderwijs de eerste<br />
versies van ‘De wereld in getall<strong>en</strong>’, ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
wiskunde’ … Enkele jar<strong>en</strong> later versch<strong>en</strong><strong>en</strong> er al<br />
herwerkte versies van de ‘realistische’ method<strong>en</strong><br />
waarin de FI-invloed al wat verminderde.<br />
Bij het inschatt<strong>en</strong> van de invloed van het FI, mak<strong>en</strong><br />
we ook e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> het FI-gedachtegoed,<br />
de realistische methodes <strong>en</strong> de concrete lespraktijk.<br />
In het rapport-Dijsselbloem lez<strong>en</strong> we dat leerkracht<strong>en</strong><br />
er vaak in slaagd<strong>en</strong> de schade van nefaste hervorming<strong>en</strong><br />
te beperk<strong>en</strong>. Ervar<strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />
niet zomaar alle FI-refreintjes overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
De FI-verwachting dat de leerkracht zou het inspel<strong>en</strong><br />
op de individuele constructies van elke leerling, was<br />
ook niet realiseerbaar. Gravemeijer e.a. steld<strong>en</strong> in<br />
1993 binn<strong>en</strong> het ‘More-onderzoek’ al vast dat less<strong>en</strong><br />
met realistische method<strong>en</strong> slechts ‘beperkt<br />
realistisch’ war<strong>en</strong>. Gravemijer beweerde onlangs –<br />
vergoelijk<strong>en</strong>d – dat de realistische FI-aanpak nog<br />
steeds de werkvloer niet heeft bereikt <strong>en</strong> zelfs bijna<br />
niet meer aanwezig is in de realistische methodes<br />
(zie punt 1.3).<br />
De belangrijkste schade betreft o.i. het verwaarloz<strong>en</strong><br />
van de beproefde waard<strong>en</strong> waardoor het doorgev<strong>en</strong><br />
van die traditie door ervar<strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> lerar<strong>en</strong>opleiders<br />
doorbrok<strong>en</strong> werd. De ‘meesters’ die de<br />
oerdegelijke aanpakk<strong>en</strong> nog in de vingers hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> demonstrer<strong>en</strong>, zijn inmiddels met p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>.<br />
Dit is e<strong>en</strong> schade die moeilijk te herstell<strong>en</strong> is. We<br />
stipp<strong>en</strong> nog aan dat niet <strong>en</strong>kel het FI, maar ook de<br />
lerar<strong>en</strong>opleiders wiskunde, de <strong>Nederland</strong>se Ver<strong>en</strong>iging<br />
voor de Ontwikkeling van het Rek<strong>en</strong>-Wiskunde<br />
<strong>Onderwijs</strong> (NVORWO), de SLO <strong>en</strong> het APS, <strong>en</strong> veel<br />
onderwijskundig<strong>en</strong> heel sterk de realistische aanpak<br />
propageerd<strong>en</strong>.<br />
6 Correspond<strong>en</strong>tie & sam<strong>en</strong>werking<br />
met <strong>Nederland</strong>se critici<br />
We merkt<strong>en</strong> de voorbije maand<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kele <strong>Nederland</strong>se<br />
professor<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>didactici ongeveer<br />
dezelfde kritiek aan het adres van de FI-aanpak<br />
formuleerd<strong>en</strong> als deze die we al vele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong><br />
formuleerd<strong>en</strong> – <strong>en</strong> dit zonder k<strong>en</strong>nis van onze kritiek.<br />
De Freud<strong>en</strong>thalers wez<strong>en</strong> alle kritiek af <strong>en</strong> karikaturiseerd<strong>en</strong><br />
de klassieke aanpak als ‘mechanistisch<br />
cijfer<strong>en</strong>’. Dit alles zette ons aan om te reager<strong>en</strong> op<br />
deze karikatuur <strong>en</strong> op de reductie van de veelzijdige<br />
kritiek. In die context stuurd<strong>en</strong> we o.a. e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting<br />
van onze kritiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal publicaties<br />
naar prof. Jan van de Craats <strong>en</strong> zijn medestanders.<br />
In deze bijdrage vermeld<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> wat correspond<strong>en</strong>tie<br />
van prof. van de Craats hieromtr<strong>en</strong>t. Hij<br />
schreef ons begin februari: “Met veel g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> las<br />
ik uw beide vakdidactische publicaties (Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot<br />
honderd <strong>en</strong> Met<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>) <strong>en</strong> de bijdrage<br />
over cijfer<strong>en</strong> die u me toezond. Deze bundels zijn<br />
duidelijk geschrev<strong>en</strong> vanuit de praktijk. Waar u verschill<strong>en</strong>de<br />
b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> vergelijkt – vooral ook met<br />
deze van het FI, komt u steeds tot conclusies die<br />
12
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
me als buit<strong>en</strong>gewoon verstandig voorkom<strong>en</strong>. Met<br />
plaatsvervang<strong>en</strong>de schaamte zie ik dan weer met<br />
welke misschi<strong>en</strong> goedbedoelde, maar voor ervar<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de onderwijspraktijk duidelijk onzinnige<br />
theorieën de Freud<strong>en</strong>thalers het debat hebb<strong>en</strong> gedomineerd.<br />
Zo hebb<strong>en</strong> ze het <strong>Nederland</strong>se rek<strong>en</strong>onderwijs<br />
in dertig jaar volledig in de soep lat<strong>en</strong><br />
lop<strong>en</strong>. Dank ook voor het toez<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van het<br />
‘Leerplan wiskunde'. Ook dat heb ik met veel belangstelling<br />
gelez<strong>en</strong>. Dit leerplan is concreet <strong>en</strong><br />
duidelijk; e<strong>en</strong> verademing naast de vage <strong>Nederland</strong>se<br />
Kerndoel<strong>en</strong>.<br />
Dank verder voor uw steun in de wiskundecampagne<br />
die ik mom<strong>en</strong>teel aan het voer<strong>en</strong> b<strong>en</strong>. Ik b<strong>en</strong> blij in<br />
Vlaander<strong>en</strong> geestverwant<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> ontdekt! Er<br />
woedt mom<strong>en</strong>teel in <strong>Nederland</strong> e<strong>en</strong> hevige strijd<br />
teg<strong>en</strong> de ‘nieuwe rek<strong>en</strong>aars’. Ze hebb<strong>en</strong> in <strong>Nederland</strong><br />
zo lang hun gang kunn<strong>en</strong> gaan omdat echte<br />
deskundig<strong>en</strong> niets in de gat<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>. Ik heb ook<br />
pas anderhalf jaar geled<strong>en</strong> ontdekt welke ramp<strong>en</strong><br />
ze hebb<strong>en</strong> aangericht. Verder stel ik veel prijs op<br />
verder contact. Intuss<strong>en</strong> b<strong>en</strong> ik blij dat Vlaander<strong>en</strong><br />
nog niet t<strong>en</strong> prooi is gevall<strong>en</strong> aan deze ell<strong>en</strong>de,<br />
ongetwijfeld mede dankzij uw inspanning<strong>en</strong>! De<br />
Freud<strong>en</strong>thalers hebb<strong>en</strong> jammer g<strong>en</strong>oeg uw grondige<br />
kritiek <strong>en</strong> publicaties steeds doodgezweg<strong>en</strong>. Ik ga er<br />
nu voluit teg<strong>en</strong>in, <strong>en</strong> uw artikel<strong>en</strong> <strong>en</strong> boek<strong>en</strong> zijn<br />
daarbij e<strong>en</strong> grote steun voor me.”<br />
Van de Craats stuurde op 9 februari e<strong>en</strong> lange brief<br />
naar de sympathisant<strong>en</strong> van zijn <strong>Nederland</strong>se<br />
rek<strong>en</strong>groep waarin hij verwijst naar de kritiek van<br />
Feys <strong>en</strong> Van Biervliet <strong>en</strong> de <strong>Nederland</strong>ers oproept<br />
om zich mede te inspirer<strong>en</strong> op de Vlaamse aanpak.<br />
Van de Craats schrijft: “Geachte dames <strong>en</strong> her<strong>en</strong>,<br />
Raf Feys, pedagoog & rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> wiskundedidacticus<br />
uit Brugge maakte me opmerkzaam op het feit dat<br />
m<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> al heel lang de ontwikkeling<strong>en</strong> in<br />
<strong>Nederland</strong> kritisch volgt, <strong>en</strong> er ook veel aandacht<br />
aan besteedt in de didactische vakliteratuur. Zo<br />
publiceerde Feys 3 vakdidactische boek<strong>en</strong>. Ook in<br />
de <strong>Onderwijs</strong>krant, e<strong>en</strong> onafhankelijk tijdschrift<br />
waarvan Feys e<strong>en</strong> van de redacteur<strong>en</strong> is, versch<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
er de voorbije 25 jaar veel bijdrag<strong>en</strong>.<br />
In september 2000 heeft de <strong>Onderwijs</strong>krant e<strong>en</strong><br />
speciaal nummer uitgebracht over Constructivisme<br />
als leertheorie <strong>en</strong> constructivistische wiskunde met<br />
daarin twee bijdrag<strong>en</strong> van Raf Feys <strong>en</strong> Pieter van<br />
Biervliet die ik u hierbij toestuur. Het gehele themanummer<br />
kan ook word<strong>en</strong> gedownload vanaf de website<br />
van de <strong>Onderwijs</strong>krant. De eerste bijdrage heeft<br />
als titel: Realistisch wiskundeonderwijs: lager peil <strong>en</strong><br />
constructivistische invloed<strong>en</strong>. Dit artikel bespreekt<br />
de voor <strong>Nederland</strong> teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> van<br />
PPON-1997 in het licht van e<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong><br />
het rek<strong>en</strong>onderwijs in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Daarbij moet bedacht word<strong>en</strong> dat Vlaander<strong>en</strong> in<br />
zowel TIMSS als in PISA 2003 <strong>en</strong> 2006 de beste<br />
prestaties van alle Europese land<strong>en</strong> levert op het<br />
gebied van rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> wiskunde.<br />
Verbijster<strong>en</strong>d <strong>en</strong> bescham<strong>en</strong>d vond ik het te lez<strong>en</strong><br />
hoe arrogant de `realistische rek<strong>en</strong>aars' destijds<br />
reageerd<strong>en</strong> op ernstige kritiek vanuit Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Bijdrag<strong>en</strong> vanuit Vlaander<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> achteloos terzijde<br />
geschov<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> citaat: ‘We hebb<strong>en</strong> verder de<br />
indruk dat in <strong>Nederland</strong> veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> schrik hebb<strong>en</strong><br />
om teg<strong>en</strong> het wiskunde-establishm<strong>en</strong>t in te gaan.<br />
Als er al wat kritiek komt, is het meestal vanuit de hoek<br />
van de orthodidactici. Nog e<strong>en</strong> pijnlijke anecdote.<br />
Destijds werd in Willem Bartj<strong>en</strong>s de goede score<br />
van de Vlaamse leerling<strong>en</strong> op het TIMSS-onderzoek<br />
weggemoffeld, door te schrijv<strong>en</strong> dat de vijfde plaats<br />
(<strong>en</strong> de beste van Europa) bekleed werd door Wallonië,<br />
waar in de TIMSS-tabel duidelijk Belgium Flemish<br />
stond. To<strong>en</strong> we vroeg<strong>en</strong> om dit in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d<br />
nummer recht te zett<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> we als antwoord dat<br />
inderdaad Belgium Flemish t<strong>en</strong> onrechte vertaald<br />
werd als Wallonië, maar dat e<strong>en</strong> rechtzetting in<br />
Willem Bartj<strong>en</strong>s niet nodig was. De <strong>Nederland</strong>ers<br />
mocht<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong> dat Vlaamse leerling<strong>en</strong> goed<br />
scoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs beter dan hun <strong>Nederland</strong>se bur<strong>en</strong>.’<br />
E<strong>en</strong> tweede bijdrage van Feys <strong>en</strong> Van Biervliet<br />
draagt als titel: Standards <strong>en</strong> <strong>Math</strong> wars. Dit artikel<br />
beschrijft de <strong>Math</strong> wars die in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />
woed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers van het<br />
constructivistische (realistische) rek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat in 1989<br />
vorm had gekreg<strong>en</strong> in Standards (NCTM) voor<br />
wiskunde- <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>onderwijs. Dat leidde gaandeweg<br />
tot steeds heviger word<strong>en</strong>de protest<strong>en</strong> van de<br />
kant van wiskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> bètawet<strong>en</strong>schappers, uitmond<strong>en</strong>d<br />
in e<strong>en</strong> manifest van november 1999. De<br />
staat Californië, e<strong>en</strong> van de eerst<strong>en</strong> die de nieuwe<br />
Standards had omarmd, besloot al in 1997 het roer<br />
radikaal om te gooi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoekscommissie<br />
had de curricula van de op wiskundegebied wereldwijd<br />
best prester<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>; Hong-Kong, Singapore,<br />
Japan, Korea, Vlaander<strong>en</strong> (!) <strong>en</strong> Tsjechië bestudeerd,<br />
<strong>en</strong> was daarop gekom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t,<br />
het Californische ‘Key Standard' mathematics<br />
curriculum, e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>t waarnaar rec<strong>en</strong>t<br />
ook Bas Braams verwez<strong>en</strong> heeft in zijn kritiek op het<br />
rapport van de commissie Meijerink.<br />
13
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Inmiddels is het me duidelijk geword<strong>en</strong> wat er moet<br />
gebeur<strong>en</strong> om de dramatisch slechte toestand van<br />
het rek<strong>en</strong>onderwijs in <strong>Nederland</strong> te verbeter<strong>en</strong>.<br />
Anders dan in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> we hier<br />
ge<strong>en</strong> uitgebreide studie te verricht<strong>en</strong> naar hoe we te<br />
werk moet<strong>en</strong> gaan. Alle <strong>Nederland</strong>se leermiddel<strong>en</strong><br />
voor de basisschool, of ze nu Pluspunt het<strong>en</strong>, De<br />
Wereld in Getall<strong>en</strong>, Rek<strong>en</strong>rijk, Alles Telt, Talrijk<br />
of Wis <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong>, allemaal zijn ze doortrokk<strong>en</strong> van<br />
realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, inclusief, kolomsgewijs rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
happ<strong>en</strong> in plaats van staartdel<strong>en</strong>, handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hoofdrek<strong>en</strong>-fetisjisme, <strong>en</strong> allemaal ontber<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong><br />
systematische opzet <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgelez<strong>en</strong> collectie<br />
oef<strong>en</strong>materiaal. Maar de Vlaming<strong>en</strong> do<strong>en</strong> het uitstek<strong>en</strong>d.<br />
Zij combiner<strong>en</strong> moderne inzicht<strong>en</strong> die hun<br />
waarde bewez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met traditioneel degelijke<br />
onderwijsmethod<strong>en</strong>. Ze sprek<strong>en</strong> dezelfde taal, hebb<strong>en</strong><br />
hetzelfde metrieke stelsel <strong>en</strong> dezelfde munte<strong>en</strong>heid<br />
als wij. Waarom nem<strong>en</strong> we niet gewoon ook hun<br />
rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> wiskundeboek<strong>en</strong> over?”<br />
7 Besluit<strong>en</strong><br />
In voorligg<strong>en</strong>d themanummer beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong><br />
we vooral de constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />
b<strong>en</strong>adering binn<strong>en</strong> het wiskundeonderwijs.<br />
We bested<strong>en</strong> hierbij veel aandacht aan de rek<strong>en</strong>oorlog<br />
in <strong>Nederland</strong>. Ook in andere land<strong>en</strong> (VS,<br />
Frankrijk, Québec …) e<strong>en</strong> analoog wiskundedebat<br />
gaande is. We participer<strong>en</strong> zelf aan het <strong>Nederland</strong>s<br />
debat omwille van meerdere red<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vooreerst<br />
omdat we will<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het stoffer<strong>en</strong> ervan,<br />
mede vanuit onze ervaring als lerar<strong>en</strong>opleiders <strong>en</strong><br />
vanuit onze vakdidactische publicaties. We betreur<strong>en</strong><br />
in dit verband dat de Freud<strong>en</strong>thalers de kritiek t<strong>en</strong><br />
onrechte ridiculiser<strong>en</strong>.<br />
We bekijk<strong>en</strong> het huidige debat ook vanuit reflectie<br />
op het verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toekomst van ons (wiskunde)<br />
onderwijs. We beschrijv<strong>en</strong> onze inspanning<strong>en</strong> om<br />
zo’n rek<strong>en</strong>oorlog in Vlaander<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> – ook<br />
binn<strong>en</strong> de commissies voor de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong>.<br />
We hop<strong>en</strong> op nog meer steun voor de<br />
verdere herwaardering van de beproefde wiskundewaard<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> van het belang van directe <strong>en</strong> gestructureerde<br />
instructie. De DVO (nu Entiteit curriculum)<br />
verwoordde onlangs dat ze bij de herzi<strong>en</strong>ing van de<br />
eindterm<strong>en</strong> nog sterker de constructivistische <strong>en</strong><br />
compet<strong>en</strong>tiegerichte toer op wil. We mak<strong>en</strong> ons<br />
daar grote zorg<strong>en</strong> over. Reflectie op de rec<strong>en</strong>te<br />
wiskunde-oorlog in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders kan er toe<br />
bijdrag<strong>en</strong> dat ook de DVO <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal begeleiders,<br />
opleiders <strong>en</strong> inspecteurs meer afstand nem<strong>en</strong> van<br />
het realistische <strong>en</strong> constructivistische gedachtegoed.<br />
De kritiek in <strong>Nederland</strong> op de realistische inslag van<br />
het voortgezet onderwijs <strong>en</strong> de geprogrammeerde<br />
bijsturing<strong>en</strong> zijn ook belangrijk voor het debat over<br />
de wiskunde in ons secundair onderwijs. Er was<br />
bijvoorbeeld tot nu toe nog ge<strong>en</strong> debat over het<br />
ontwerpleerplan voor 2009. Met e<strong>en</strong> bijdrage hierover<br />
op pagina 43 e.v. will<strong>en</strong> we zo’n debat op gang<br />
trekk<strong>en</strong>. We vind<strong>en</strong> verder dat zowel <strong>Nederland</strong> als<br />
Vlaander<strong>en</strong> baat hebb<strong>en</strong> bij het uitwissel<strong>en</strong> van<br />
ideeën, leerplann<strong>en</strong>, c<strong>en</strong>trale toets<strong>en</strong> e.d. Als<br />
O-ZON-ver<strong>en</strong>iging vind<strong>en</strong> we verder dat Periodiek<br />
Peilingsonderzoek ook bij ons nuttig zou zijn. Zo’n<br />
onderzoek is belangrijker dan de huidige minimale<br />
evaluatie van de minimale eindterm<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> slotte vind<strong>en</strong> we het debat ook belangrijk omdat<br />
de zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het constructivisme vaak geïllustreerd<br />
werd<strong>en</strong> aan de hand van het wiskundeonderwijs.<br />
Zo legitimeerde prof. Fred Korthag<strong>en</strong> zijn<br />
‘realistisch’ concept voor de lerar<strong>en</strong>opleiding in zijn<br />
oratie ‘Lerar<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>’ (1998): “Eén van de<br />
meest indrukwekk<strong>en</strong>de onderwijsontwikkeling<strong>en</strong> van<br />
de laatste dec<strong>en</strong>nia is de invoering van het zgn.<br />
realistisch wiskundeonderwijs. Er is daarin vrij rigoureus<br />
gebrok<strong>en</strong> met de traditionele b<strong>en</strong>adering die<br />
uitging van de theorie. In het realistisch wiskundeonderwijs<br />
ligt het vertrekpunt steeds in de aanname<br />
dat leerling<strong>en</strong> zelf wiskundige noties kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong><br />
op basis van reële problem<strong>en</strong>. Die problem<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd in voor de leerling<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare<br />
context<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> vaak uit het dagelijks<br />
lev<strong>en</strong>”. Korthag<strong>en</strong> fantaseert dat we de leerkracht<strong>en</strong><br />
louter opleid(d<strong>en</strong>) vanuit de theorie <strong>en</strong> hij propageert<br />
als betover<strong>en</strong>d alternatief zijn ‘Realistisch<br />
Opleidingsonderwijs’ dat uitgaat van concrete praktijkproblem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> concerns, zoals ervar<strong>en</strong> door de<br />
(aanstaande) leraar in reële context<strong>en</strong>.” Nu de tover<br />
van het realistische <strong>en</strong> ‘gesitueerde’ wiskundeonderwijs<br />
aan het verdwijn<strong>en</strong> is, zull<strong>en</strong> Korthag<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> co hun legitimering elders moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>.<br />
14
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Bijlage: Illustraties lage peil basisonderwijs<br />
1 ‘Al 20 jaar onder de maat’<br />
Sinds 1986 is er in <strong>Nederland</strong> geregeld e<strong>en</strong> Periodiek<br />
Peilingsonderzoek (PPON) van het CITO bij<br />
leerling<strong>en</strong> uit het zesde leerjaar. In PPON 1997<br />
werd vastgesteld dat de resultat<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> stuk<br />
lager war<strong>en</strong> dan deze van 1986 <strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande<br />
de grote investering van c<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie<br />
in de ‘realistische’ hervorming. Ook de alternatieve<br />
aanpak van het cijfer<strong>en</strong> bleek catastrofaal. En volg<strong>en</strong>s<br />
ex-Cito-hoofd Paul van Dam was het peil van<br />
1986 ook al e<strong>en</strong> flink stuk lager dan in 1970 <strong>en</strong><br />
1960.<br />
Ook de PPON-resultat<strong>en</strong> van 2004 lokt<strong>en</strong> veel kritiek<br />
uit. We verwijz<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> rapport van<br />
Paul van Dam, voormalig Cito-hoofd (Cito = c<strong>en</strong>traal<br />
toetsinstituut). Van Dam analyseerde over e<strong>en</strong><br />
periode van twintig jaar de uitslag<strong>en</strong> van de<br />
Periodieke Peiling<strong>en</strong> van het <strong>Onderwijs</strong>niveau<br />
(PPON) die werd<strong>en</strong> uitgevoerd door het Cito, omdat<br />
het hem verontrustte dat die onderzoek<strong>en</strong> nooit tot<br />
e<strong>en</strong> discussie over het niveau van het onderwijs<br />
leidd<strong>en</strong>.<br />
In april 2007 publiceerde van Dam zijn bevinding<strong>en</strong>.<br />
Zijn conclusie luidt: “In bijna alle vakk<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />
al bijna 20 jaar onder de maat” (Niveau<br />
Basisonderwijs is al meer dan 20 jaar te laag, zegt<br />
oud-Citoman, NRC, 12.04.08). Als oorzak<strong>en</strong> voor<br />
de achteruitgang van het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />
hem meerdere zak<strong>en</strong> vermeld word<strong>en</strong>. Van Dam<br />
wijst o.a. op de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de ontscholing <strong>en</strong> ‘verleuking’<br />
sinds 1970, op het ontbrek<strong>en</strong> van duidelijke<br />
eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de negatieve invloed<br />
van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut.<br />
2 Illustraties lage peil uit PPON-2004<br />
Van Dam illustreert in zijn rapport <strong>en</strong> in krant<strong>en</strong>bijdrag<strong>en</strong><br />
dat veel leerling<strong>en</strong> ook volg<strong>en</strong>s PPON-2004<br />
voor wiskunde al te zwak prester<strong>en</strong>. Hij poneert:<br />
“Voor bewerking<strong>en</strong> als optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong>, verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> del<strong>en</strong> haalde minder dan 30 proc<strong>en</strong>t van<br />
de kinder<strong>en</strong> in 2004 de norm, <strong>en</strong> dat was duidelijk<br />
slechter dan in het eerste PPON-rapport van 1986.<br />
Voor cijfer<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> bijzonder<br />
zwak. De leerling<strong>en</strong> die de door het FI gepropageerde<br />
alternatieve aanpak van het cijfer<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong><br />
slag<strong>en</strong> er zelfs meestal niet in e<strong>en</strong><br />
correcte berek<strong>en</strong>ing te mak<strong>en</strong>. … In 2004 kon minder<br />
dan 10 % van de leerling<strong>en</strong> groep 8 (= zesde<br />
leerjaar) volg<strong>en</strong>de opgave oploss<strong>en</strong>: “De ontwikkelduur<br />
van e<strong>en</strong> filmpje is 12 minut<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong><br />
speciaal effect moet de tijd met 10 % word<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gd.<br />
Hoe lang duurt het ontwikkel<strong>en</strong> dan?”<br />
Als de oud-Citoman de toetsopgav<strong>en</strong> van nu vergelijkt<br />
met de moeilijkheidsgraad van toetsopgav<strong>en</strong> 30<br />
à 50 jaar geled<strong>en</strong>, dan merkt hij nog veel meer dat<br />
het niveau sterk is gedaald. Het niveau was volg<strong>en</strong>s<br />
Van Dam ook al twintig jaar geled<strong>en</strong> (bij PPONonderzoek<br />
van 1986) e<strong>en</strong> flink stuk gedaald. De<br />
eerste PPON-opgav<strong>en</strong> uit 1986 war<strong>en</strong> al veel e<strong>en</strong>voudiger<br />
dan deze van 30 à 50 jaar geled<strong>en</strong>.<br />
Paul Van Dam verzucht: “Wat is er de voorbije<br />
dec<strong>en</strong>nia al niet gedaan om het rek<strong>en</strong>onderwijs te<br />
verbeter<strong>en</strong>? Er is zelfs e<strong>en</strong> heel instituut voor opgericht,<br />
het Freud<strong>en</strong>thal Instituut. Als ik alle onderzoeksresultat<strong>en</strong><br />
zie <strong>en</strong> de rapportages bekijk van de<br />
inspectie, dan is de opbr<strong>en</strong>gst echter niet om over<br />
naar huis te schrijv<strong>en</strong>. Nog steeds zijn er grote<br />
aantall<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>voudige somm<strong>en</strong> niet<br />
kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.”<br />
We vermeld<strong>en</strong> nog ev<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de<br />
resultat<strong>en</strong> uit PPON-onderzoek van 2004. Slechts<br />
ruim e<strong>en</strong> derde van de leerling<strong>en</strong> kon volg<strong>en</strong>de<br />
vraag beantwoord<strong>en</strong>: “Het aantal inwoners van<br />
Obelin is in zes jaar van 189 500 naar e<strong>en</strong> kwart<br />
miljo<strong>en</strong> gesteg<strong>en</strong>. Hoeveel inwoners zijn er in die<br />
zes jaar bijgekom<strong>en</strong>?”<br />
De gemiddelde 12-jarige leerling uit PPON 2004<br />
beheerste ook opgav<strong>en</strong> van het volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>re niet:<br />
− Hoeveel kost<strong>en</strong> 25 atlass<strong>en</strong> van € 19,50 per<br />
stuk?<br />
− Martijn heeft 200 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> verstuurd. 52 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong><br />
kwam<strong>en</strong> ingevuld terug. Hoeveel proc<strong>en</strong>t<br />
is dat?<br />
− Ko<strong>en</strong> heeft autopech op de snelweg. Hij staat bij<br />
het bordje 36,4 km. Bij het bordje 37,0 km kan hij<br />
om hulp bell<strong>en</strong>. Hoeveel meter moet hij lop<strong>en</strong> tot<br />
het bordje 37,0 km?<br />
− 1 cm 2 = . . . mm 2<br />
− Eén ton is 1000 kg. E<strong>en</strong> tram weegt 28 ton.<br />
Hoeveel kg weegt de tram?’<br />
15
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel pleit in VS voor<br />
computational profici<strong>en</strong>cy plus conceptual understanding<br />
1 Inleiding (Raf Feys)<br />
In de Ver<strong>en</strong>igde stat<strong>en</strong> lokt<strong>en</strong> de constructivistische<br />
<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte eindterm<strong>en</strong>, de Standards)<br />
van 1989, e<strong>en</strong> wiskunde-oorlog uit. Ook de lage<br />
score op het internationaal vergelijk<strong>en</strong>d TIMSSonderzoek<br />
veroorzaakte veel misnoegdheid. Om uit<br />
de impasse te gerak<strong>en</strong> werd vorig jaar e<strong>en</strong> ‘National<br />
<strong>Math</strong>ematics Advisory Panel’ aangesteld dat e<strong>en</strong><br />
advies moest formuler<strong>en</strong>. In zijn ‘Final Report’ van<br />
maart 2008 nam het Panel afstand van e<strong>en</strong>zijdige<br />
visies zoals deze van de constructivistische<br />
Standards van 1989.<br />
Het Panel vat zijn methodische visie sam<strong>en</strong> in term<strong>en</strong><br />
van vaardig <strong>en</strong> vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> plus conceptueel<br />
inzicht. Het pleit voor e<strong>en</strong> uitgebalanceerde aanpak<br />
die nauw aansluit bij de visie die we binn<strong>en</strong> de<br />
Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding steeds verkondigd<br />
hebb<strong>en</strong>. De Panel-richtlijn<strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> in sterke mate<br />
af van de visie van het realistisch wiskundeonderwijs<br />
van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut.<br />
E<strong>en</strong> vergelijking met de rec<strong>en</strong>te methodische richtlijn<strong>en</strong><br />
in het (ontwerp)leerplan 2009 (VVKSO) voor<br />
de eerste graad secundair onderwijs (zie pagina 43<br />
e.v.) is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s leerrijk. De modieuze refreintjes uit<br />
het ontwerpleerplan – constructivisme e.d. – treft<br />
m<strong>en</strong> niet aan in het Final Report. Er is ook meer<br />
aandacht voor rek<strong>en</strong>vaardigheid.<br />
We citer<strong>en</strong> in punt 2 de belangrijkste algem<strong>en</strong>e<br />
conclusies in verband met de methodische aanpak.<br />
Het gaat om stelling<strong>en</strong> die ook binn<strong>en</strong> het debat in<br />
<strong>Nederland</strong> weerklink<strong>en</strong>.<br />
2 Algem<strong>en</strong>e conclusies<br />
“Debates regarding the relative importance of conceptual<br />
knowledge, procedural skills (e.g., the standard<br />
algorithms), and the commitm<strong>en</strong>t of addition,<br />
subtraction, multiplication, and division facts to longterm<br />
memory are misguided. These capabilities are<br />
mutually supportive, each facilitating learning of the<br />
others. Conceptual understanding of mathematical<br />
operations, flu<strong>en</strong>t execution of procedures, and fast<br />
access to number combinations together support<br />
effective and effici<strong>en</strong>t problem solving.<br />
Computational facility with whole number operations<br />
rests on the automatic recall of addition and related<br />
subtraction facts, and of multiplication and related<br />
division facts. It requires flu<strong>en</strong>cy with the standard<br />
algorithms for addition, subtraction, multiplication,<br />
and division. Flu<strong>en</strong>t use of the algorithms not only<br />
dep<strong>en</strong>ds on the automatic recall of number facts but<br />
also reinforces it.<br />
Studies of childr<strong>en</strong> in the United States, comparisons<br />
of these childr<strong>en</strong> with childr<strong>en</strong> from other nations<br />
with higher mathematics achievem<strong>en</strong>t, and ev<strong>en</strong><br />
cross-g<strong>en</strong>erational changes within the United States<br />
indicate that many contemporary U.S. childr<strong>en</strong> do<br />
not reach the point of fast and effici<strong>en</strong>t solving of<br />
single-digit addition, subtraction, multiplication, and<br />
division with whole numbers, much less flu<strong>en</strong>t execution<br />
of more complex algorithms as early as<br />
childr<strong>en</strong> in many other countries. Surprisingly, many<br />
never gain such profici<strong>en</strong>cy.<br />
The reasons for differ<strong>en</strong>ces in the computational<br />
flu<strong>en</strong>cy of childr<strong>en</strong> in the United States and peers in<br />
countries with higher mathematics achievem<strong>en</strong>t are<br />
multifaceted. They include quantity and quality of<br />
practice, emphases within curricula, and par<strong>en</strong>tal<br />
involvem<strong>en</strong>t in mathematics learning. As an example,<br />
in elem<strong>en</strong>tary school textbooks in the United States,<br />
easier arithmetic problems are pres<strong>en</strong>ted far more<br />
frequ<strong>en</strong>tly than harder problems. The opposite is the<br />
case in countries with higher mathematics achievem<strong>en</strong>t,<br />
such as Singapore. Few curricula in the<br />
United States provide suffici<strong>en</strong>t practice to <strong>en</strong>sure<br />
fast and effici<strong>en</strong>t solving of basic fact combinations<br />
and execution of the standard algorithms.<br />
Understanding core concepts is also a necessary<br />
compon<strong>en</strong>t of profici<strong>en</strong>cy with arithmetic and is<br />
needed to transfer previously learned procedures to<br />
solve novel problems. U.S. stud<strong>en</strong>ts’ poor knowledge<br />
of the core arithmetical concepts impedes<br />
their learning of algebra and is an unacceptable<br />
indication of a substantive gap in the mathematics<br />
curricula that must be addressed. (National <strong>Math</strong>ematics<br />
Advisory Panel Final Report, p. 27)<br />
16
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Kritiek van prof. Jan van de Craats<br />
op ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />
1 Inleiding<br />
Op donderdag 18 januari 2007 hield ik op de 25ste<br />
Panamaconfer<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> lezing onder de titel<br />
‘Myth<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>didactiek. Waarom Daan <strong>en</strong><br />
Sanne niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daan <strong>en</strong> Sanne zijn<br />
gemiddelde leerling<strong>en</strong> van groep 8 (= zesde leerjaar),<br />
de hoogste klas van de basisschool. Ze kunn<strong>en</strong> niet<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hoe we dat wet<strong>en</strong>? Uit de media bijvoorbeeld.<br />
Daar is de laatste tijd breed uitgemet<strong>en</strong> dat<br />
scholier<strong>en</strong> <strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> grote moeite met rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>. Maar het is ook objectief vastgesteld in e<strong>en</strong><br />
grootschalig statistisch onderzoek dat al in 2004 op<br />
de <strong>Nederland</strong>se basisschol<strong>en</strong> is gehoud<strong>en</strong>. Het gaat<br />
hier om PPON 2004, de door het Cito in opdracht<br />
van het Ministerie van OCW uitgevoerde Periodieke<br />
Peiling van het <strong>Onderwijs</strong>niveau voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
wiskunde. Daan <strong>en</strong> Sanne kunn<strong>en</strong>, zo blijkt uit dat<br />
onderzoek, zelfs de e<strong>en</strong>voudigste rek<strong>en</strong>somm<strong>en</strong><br />
niet mak<strong>en</strong>.<br />
De verhal<strong>en</strong> in de media zijn helaas maar al te<br />
waar. In mijn boek hierover staan e<strong>en</strong> stuk of vijftig<br />
voorbeeldopgav<strong>en</strong>. Allemaal kom<strong>en</strong> ze uit het<br />
PPON-onderzoek <strong>en</strong> ze hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> dat de<br />
doorsneeleerling van groep 8 (= zesde leerjaar) ze<br />
niet kan mak<strong>en</strong>. Onvoorstelbaar, maar waar. Het<br />
gaat dan om somm<strong>en</strong> als:<br />
• Pieter is met de auto op vakantie geweest. Aan<br />
het begin stond de kilometerstand op<br />
0038796,00, aan het eind op 0040372,00. Hoeveel<br />
kilometer heeft Pieter in de vakantie gered<strong>en</strong>?<br />
• 99 × 99 = . . .<br />
• Wilma <strong>en</strong> haar twee zuss<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong> € 8, 85.<br />
Hoeveel krijgt ieder?<br />
• Oma verdeelt 12 liter vanillevla eerlijk over drie<br />
bakjes. Hoeveel vanillevla komt er in elk bakje?<br />
• De Albo bank geeft 4 proc<strong>en</strong>t r<strong>en</strong>te per jaar.<br />
Hoeveel r<strong>en</strong>te levert e<strong>en</strong> bedrag van € 100 op in<br />
e<strong>en</strong> jaar?<br />
• Ko<strong>en</strong> heeft autopech op de snelweg. Hij staat bij<br />
het bordje 36,4 km. Bij het bordje 37,0 km kan hij<br />
om hulp bell<strong>en</strong>. Hoeveel meter moet hij lop<strong>en</strong> tot<br />
het bordje 37,0 km?<br />
In deze bijdrage laat ik zi<strong>en</strong> hoe ernstig de situatie in<br />
feite is. Welke didactische blunders deze narigheid<br />
hebb<strong>en</strong> veroorzaakt. Wat er mis is met het huidige<br />
lesmateriaal.<br />
Hoe het komt dat matige <strong>en</strong> zwakke leerling<strong>en</strong> door<br />
de moderne methodes tot wanhoop word<strong>en</strong> gedrev<strong>en</strong>.<br />
Waarom veel leerling<strong>en</strong> al in groep 4 (= 2 de leerjaar)<br />
van de basisschool e<strong>en</strong> geweldige hekel aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>. En hoe het komt dat zelfs de beste leerling<strong>en</strong><br />
op school niet meer ler<strong>en</strong> hoe je vlot <strong>en</strong> foutloos<br />
getall<strong>en</strong> kunt optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong>, verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> del<strong>en</strong>.<br />
2 Waarom Daan <strong>en</strong> Sanne<br />
niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
Het toeval wilde dat ik eind 2006 gevraagd werd<br />
e<strong>en</strong> lezing te houd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de Panama-confer<strong>en</strong>tie<br />
op 18 januari 2007. Dat is e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie voor<br />
pabodoc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>didactici (Panama staat voor<br />
PAbo NAscholing MAthematische Activiteit<strong>en</strong>). Ik koos<br />
voor ‘Myth<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>didactiek’, e<strong>en</strong> lezing die veel<br />
stof deed opwaai<strong>en</strong>. Die lezing heb ik kort daarna<br />
uitgewerkt tot e<strong>en</strong> artikel Waarom Daan <strong>en</strong> Sanne<br />
niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Pas bij de voorbereiding van<br />
mijn lezing b<strong>en</strong> ik me gaan verdiep<strong>en</strong> in de ‘revolutie in<br />
het rek<strong>en</strong>onderwijs’ (Treffers) die zich de afgelop<strong>en</strong><br />
dertig jaar heeft voltrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> die onder andere tot<br />
uiting komt in het huidige lesmateriaal voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op de basisschool <strong>en</strong> de pabo (= normaalschool).<br />
In mijn Daan-<strong>en</strong>-Sanne-stuk heb ik mijn geschokte<br />
reactie daarop beschrev<strong>en</strong>. ‘Handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, ‘kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, ‘happ<strong>en</strong> in plaats van staart-del<strong>en</strong>’,<br />
het zijn allemaal concept<strong>en</strong> die ik niet anders kan<br />
kwalificer<strong>en</strong> dan als kolossale didactische blunders.<br />
Dat ik in die opinie niet alle<strong>en</strong> sta, bewijz<strong>en</strong> de talrijke<br />
reacties op mijn stuk, onder andere van doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
primair onderwijs, interne begeleiders <strong>en</strong> remedial<br />
teachers. Wat promin<strong>en</strong>t uit de reacties op Daan-<strong>en</strong>-<br />
Sanne naar vor<strong>en</strong> komt, is de klacht dat er in het<br />
primair onderwijs ge<strong>en</strong> keuze meer is: alle leerboek<strong>en</strong><br />
zijn opgezet volg<strong>en</strong>s het nieuwe rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Ook het rek<strong>en</strong>onderwijs op de pabo wordt er geheel<br />
door gedomineerd.<br />
17
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Wie als kritische buit<strong>en</strong>staander de moeite neemt<br />
het lesmateriaal voor rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de basisschool <strong>en</strong><br />
de pabo door te kijk<strong>en</strong>, moet al snel vaststell<strong>en</strong> dat<br />
het ge<strong>en</strong> wonder is dat Daan <strong>en</strong> Sanne (<strong>en</strong> hun<br />
meesters <strong>en</strong> juff<strong>en</strong>) niet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Naast<br />
prachtige plaatjes, leuke rek<strong>en</strong>context<strong>en</strong>, mooie<br />
voorbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>de puzzeltjes, verton<strong>en</strong> die<br />
boek<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkschrift<strong>en</strong> ook ernstige didactische<br />
gebrek<strong>en</strong>. Vooral bij middelmatige <strong>en</strong> zwakke leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> die wel tot grote problem<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />
Kort sam<strong>en</strong>gevat luid<strong>en</strong> die manco’s als volgt:<br />
−<br />
−<br />
−<br />
−<br />
de leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> omslachtige rek<strong>en</strong>method<strong>en</strong><br />
(berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>) voorgezet,<br />
de pres<strong>en</strong>tatie is chaotisch,<br />
er is veel te weinig aandacht voor systematisch<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in verwarring gebracht doordat<br />
er bij elk type rek<strong>en</strong>bewerking allerlei berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />
door <strong>en</strong> naast elkaar word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd.<br />
Soms zijn dat alle<strong>en</strong> maar foefjes waarmee<br />
je af <strong>en</strong> toe bepaalde berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kunt<br />
verkort<strong>en</strong>, maar die ge<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e geldigheid<br />
hebb<strong>en</strong>. Ze word<strong>en</strong> in het moderne jargon<br />
‘handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ g<strong>en</strong>oemd. Voorbeeld: 24 × 125<br />
rek<strong>en</strong> je uit door 12 × 250 te nem<strong>en</strong> of 6 × 500,<br />
<strong>en</strong> dat kun je uit je hoofd. Leuk <strong>en</strong> slim, maar bij<br />
26 × 127 of 29 × 123 werkt het niet meer.<br />
Het is niet moeilijk te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat zwakke leerling<strong>en</strong><br />
door die overvloed aan handigheidjes al snel de<br />
kluts kwijtrak<strong>en</strong>: iedere som wordt op die manier<br />
immers e<strong>en</strong> totaal nieuw probleem waarvoor in<br />
gedacht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> heel repertoire aan trucjes afgelop<strong>en</strong><br />
moet word<strong>en</strong>. En natuurlijk kiez<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dan<br />
vaak niet de handigste methode. Of ze bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
zelf iets, dat dan niet zeld<strong>en</strong> ook nog fout is. …<br />
Andere rek<strong>en</strong>methodes in de moderne boekjes<br />
werk<strong>en</strong> wel altijd, maar ze zijn zo onhandig <strong>en</strong> omslachtig,<br />
dat rek<strong>en</strong>fout<strong>en</strong> haast onvermijdelijk zijn.<br />
Dat geldt met name voor het zog<strong>en</strong>aamde ‘kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ – ik zal later uitlegg<strong>en</strong> wat daarmee<br />
wordt bedoeld, <strong>en</strong> voor de ‘hapmethodes’ die de<br />
staartdeling hebb<strong>en</strong> verdrong<strong>en</strong>.<br />
Nu al zeg ik dat ik het e<strong>en</strong> schandaal vind dat dit<br />
soort rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in het lesmateriaal terecht is gekom<strong>en</strong>.<br />
2 Mythes<br />
Veel van de narigheid in het wiskundeonderwijs is<br />
terug te voer<strong>en</strong> op drie hardnekkige myth<strong>en</strong> in de<br />
rek<strong>en</strong>didactiek. Je vindt ze in allerlei vorm<strong>en</strong> terug in<br />
het rek<strong>en</strong>materiaal <strong>en</strong> in de moderne rek<strong>en</strong>didactische<br />
vakliteratuur. Ik behandel ze stuk voor stuk.<br />
2.1 Mythe 1: eerst begrijp<strong>en</strong>, dan pas oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
Deze mythe k<strong>en</strong>t ook allerlei andere formulering<strong>en</strong>.<br />
Bijvoorbeeld: het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaardigheid<br />
kan pas met vrucht gebeur<strong>en</strong> nadat inzicht in die<br />
vaardigheid is verkreg<strong>en</strong>. Of: let op, leer ge<strong>en</strong> onbegrep<strong>en</strong><br />
regels uit je hoofd! Of: oef<strong>en</strong><strong>en</strong> zonder<br />
inzicht geeft k<strong>en</strong>nis zonder uitzicht.<br />
Het klinkt allemaal heel aannemelijk, vooral als het<br />
op rijm gesteld is, maar het is kletskoek. Ler<strong>en</strong><br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> gaat namelijk heel anders. Het is eerder<br />
het omgekeerde: juist tijd<strong>en</strong>s het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> ontstaat<br />
geleidelijk steeds meer begrip. Eig<strong>en</strong>lijk is het de<br />
oude wijsheid oef<strong>en</strong>ing baart kunst, waarbij kunst<br />
hier niet alle<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid, maar ook begrip<br />
omvat. Zeker wanneer het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> systematisch<br />
opgezet is <strong>en</strong> wordt ingebed in verdiepingsrond<strong>en</strong><br />
zoals hieronder wordt beschrev<strong>en</strong>.<br />
Hoe verlop<strong>en</strong> succesvolle leerprocess<strong>en</strong>?<br />
Succesvolle leerprocess<strong>en</strong> in het rek<strong>en</strong>onderwijs<br />
doorlop<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong>:<br />
1. Oriëntering (context, voorbeeld<strong>en</strong>)<br />
2. Oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, eerst makkelijk, dan iets moeilijker.<br />
Ge<strong>en</strong> context<strong>en</strong>!<br />
3. Verdieping met context<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong><br />
4. Meer oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zonder context<strong>en</strong><br />
5. Verdere verdieping, voorbeeld<strong>en</strong>, context<strong>en</strong>...<br />
waarbij de stapp<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 5 naar behoefte herhaald<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
In stap 1 wordt aangehaakt bij datg<strong>en</strong>e wat de leerling<br />
al weet <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. Daarbij hoort e<strong>en</strong> uitleg van de nieuwe<br />
methode (berek<strong>en</strong>ingswijze) in de allere<strong>en</strong>voudigste<br />
gevall<strong>en</strong>, net g<strong>en</strong>oeg om aan de eerste serie gemakkelijke<br />
oef<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>. Voor<br />
bijles of bijspijkeronderwijs kan fase 1 kort gehoud<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> of zelfs achterwege blijv<strong>en</strong>; op school moet<br />
aan die fase daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> juist veel aandacht word<strong>en</strong><br />
besteed met allerlei voorbeeld<strong>en</strong> uit de dagelijkse<br />
rek<strong>en</strong>praktijk. En het moet gezegd word<strong>en</strong>: juist op<br />
dit gebied bevatt<strong>en</strong> de moderne methodes e<strong>en</strong><br />
schat aan aantrekkelijk <strong>en</strong> effectief materiaal.<br />
18
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> in fase 2 zal daarna echter meestal<br />
met ‘uitgeklede’ rek<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> omdat<br />
context<strong>en</strong> in dat stadium de aandacht alle<strong>en</strong> maar<br />
afleid<strong>en</strong> van de ess<strong>en</strong>tie. Belangrijk is wel dat die<br />
oef<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> zeer e<strong>en</strong>voudig beginn<strong>en</strong> <strong>en</strong> heel<br />
geleidelijk moeilijker word<strong>en</strong>. Zo blijv<strong>en</strong> ook de<br />
zwakste leerling<strong>en</strong> bij de les, <strong>en</strong> zo bouw<strong>en</strong> ook die<br />
leerling<strong>en</strong> zelfvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> op.<br />
In fase 3, de eerste verdiepingsfase, kunn<strong>en</strong> de<br />
praktijkvoorbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de context<strong>en</strong> weer terugker<strong>en</strong>.<br />
Je kijkt daarbij terug op wat je geleerd hebt<br />
<strong>en</strong> de doc<strong>en</strong>t legt opnieuw uit hoe <strong>en</strong> waarom de<br />
methode werkt. Dat valt dan in vruchtbare aarde, <strong>en</strong><br />
zo neemt bij de leerling<strong>en</strong> geleidelijk het begrip toe.<br />
Met de fas<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 5 wordt de methode telk<strong>en</strong>s verder<br />
uitgediept.<br />
Als doc<strong>en</strong>t moet je niet verbaasd zijn als er tijd<strong>en</strong>s<br />
de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de fas<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 4 telk<strong>en</strong>s andere<br />
leerling<strong>en</strong> steeds weer dezelfde vraag stell<strong>en</strong>, vaak<br />
over iets dat je nog ge<strong>en</strong> twee minut<strong>en</strong> eerder aan<br />
de hele klas hebt uitgelegd. Maar to<strong>en</strong> ging het blijkbaar<br />
over de hoofd<strong>en</strong> he<strong>en</strong>; pas doordat leerling<strong>en</strong><br />
zelf somm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geprobeerd, valt het kwartje.<br />
Elke goede doc<strong>en</strong>t k<strong>en</strong>t zulke ervaring<strong>en</strong>.<br />
2.2 Mythe 2: leerling<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> rijtjes<br />
somm<strong>en</strong> <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> vreselijk<br />
De tweede mythe gaat over de bek<strong>en</strong>de, <strong>en</strong> in<br />
sommige kring<strong>en</strong> beruchte rijtjes oef<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong>.<br />
Ook deze mythe is wijdverbreid. De werkelijkheid is<br />
echter dat leerling<strong>en</strong> graag rijtjes somm<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>,<br />
mits die goed <strong>en</strong> systematisch zijn opgebouwd zodat<br />
ze het idee krijg<strong>en</strong> dat ze echt iets ler<strong>en</strong>. Helaas<br />
wordt die mythe ook gevoed door veel van het<br />
moderne lesmateriaal. Daarin staan namelijk ook<br />
wel rijtjes somm<strong>en</strong>, maar dan rijtjes waarbij elke<br />
opgave weer e<strong>en</strong> nieuwe moeilijkheid of truc<br />
(berek<strong>en</strong>ingswijze) bevat.<br />
Rijtjes gelijksoortige somm<strong>en</strong> waarbij je e<strong>en</strong> vaardigheid<br />
door systematisch oef<strong>en</strong><strong>en</strong> onder de knie krijgt,<br />
zijn helaas zeldzaam. Ge<strong>en</strong> wonder dat leerling<strong>en</strong><br />
dan e<strong>en</strong> hekel krijg<strong>en</strong> aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> als ze de kans<br />
niet krijg<strong>en</strong> door oef<strong>en</strong><strong>en</strong> zelfvertrouw<strong>en</strong> op te<br />
bouw<strong>en</strong>. Laat ze rustig ti<strong>en</strong> somm<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van<br />
hetzelfde type. Het zal steeds vlotter gaan, <strong>en</strong> als ze<br />
na afloop aan de hand van de antwoord<strong>en</strong>lijst constater<strong>en</strong><br />
dat ze ze goed hebb<strong>en</strong>, zijn ze buit<strong>en</strong>gewoon<br />
tevred<strong>en</strong> – <strong>en</strong> terecht. Ze hebb<strong>en</strong> weer wat<br />
geleerd!<br />
Mythe 1 <strong>en</strong> mythe 2 hebb<strong>en</strong> ertoe geleid dat systematisch<br />
oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de laatste tijd in het verdomhoekje<br />
terecht is gekom<strong>en</strong>. Er wordt in de moderne rek<strong>en</strong>didactiek<br />
ook e<strong>en</strong> aparte vakterm voor gebruikt:<br />
cijfer<strong>en</strong>. Bij ‘cijfer<strong>en</strong>’ gaat het volg<strong>en</strong>s de didactici<br />
alle<strong>en</strong> maar om het mechanisch (‘mechanistisch’<br />
zegg<strong>en</strong> ze, <strong>en</strong> dat klinkt nog veel vreselijker!) uitvoer<strong>en</strong><br />
van rek<strong>en</strong>recept<strong>en</strong>. Daarbij werk je volg<strong>en</strong>s<br />
h<strong>en</strong> niet met getall<strong>en</strong>, maar alle<strong>en</strong> maar betek<strong>en</strong>isloos<br />
met losse cijfers, als e<strong>en</strong> soort rek<strong>en</strong>machine<br />
van vlees <strong>en</strong> bloed. De achterligg<strong>en</strong>de gedachte is<br />
dat dit e<strong>en</strong> minderwaardige activiteit is (‘zo traint<br />
m<strong>en</strong> aapjes’), <strong>en</strong> in elk geval niet nodig wanneer je<br />
maar goed begrijpt wat getall<strong>en</strong> <strong>en</strong> getall<strong>en</strong>relaties<br />
‘eig<strong>en</strong>lijk’ zijn. Dat leerling<strong>en</strong> op die manier aantoonbaar<br />
niet ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, wordt achteloos terzijde<br />
geschov<strong>en</strong>.<br />
Ook is het betreur<strong>en</strong>swaardig dat leerling<strong>en</strong> door de<br />
aparte term ‘cijfer<strong>en</strong>’ t<strong>en</strong> onrechte de indruk krijg<strong>en</strong><br />
dat er e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling zou bestaan tuss<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong>. Als ik het voor het zegg<strong>en</strong> had, zou de<br />
term cijfer<strong>en</strong> onmiddellijk uit het rek<strong>en</strong>onderwijs verdwijn<strong>en</strong>.<br />
Ook het vreselijke woord ‘gecijferdheid’<br />
wordt alle<strong>en</strong> maar door rek<strong>en</strong>didactici gebruikt.<br />
Waarom niet gewoon sprek<strong>en</strong> over rek<strong>en</strong>vaardigheid,<br />
want daar gaat het toch om?<br />
2.3 Gevarieerde oplossingsstrategieën<br />
De derde mythe is zonder twijfel de meest schadelijke.<br />
Ze luidt: het is goed als leerling<strong>en</strong> meerdere oplossingsstrategieën<br />
ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong><br />
welke methode ze bij e<strong>en</strong> concrete opgave will<strong>en</strong><br />
gebruik<strong>en</strong>. Ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> bladzijd<strong>en</strong> in het moderne<br />
rek<strong>en</strong>lesmateriaal word<strong>en</strong> gevuld met handigheidjes,<br />
foefjes, trucs <strong>en</strong> hap-snapmethodes die alle<strong>en</strong><br />
in heel speciale gevall<strong>en</strong> vlot werk<strong>en</strong>. Voor de<br />
beginner <strong>en</strong> voor de gevorderde matige of zwakke<br />
leerling is dit ‘handige rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ rampzalig.<br />
In feite is er voor elk type rek<strong>en</strong>bewerking één<br />
beproefd, e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> altijd werk<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong>recept.<br />
Alle aandacht moet gericht zijn op het stap-voorstap<br />
aanler<strong>en</strong> van die standaardrecept<strong>en</strong>. Het zijn<br />
er precies twaalf, namelijk voor optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong>,<br />
verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong> van achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s<br />
natuurlijke getall<strong>en</strong>, kommagetall<strong>en</strong> (zo het<strong>en</strong> decimale<br />
breuk<strong>en</strong> op school) <strong>en</strong> breuk<strong>en</strong>. De recept<strong>en</strong><br />
voor kommagetall<strong>en</strong> zijn daarbij in wez<strong>en</strong> gelijk aan<br />
de recept<strong>en</strong> voor natuurlijke getall<strong>en</strong>, dus eig<strong>en</strong>lijk<br />
gaat het maar om acht verschill<strong>en</strong>de recept<strong>en</strong>. Al<br />
het verdere rek<strong>en</strong>onderwijs kan aan deze kapstok<br />
word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong>.<br />
19
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Het is treurig dat leerling<strong>en</strong> van de basisschool kom<strong>en</strong><br />
zonder dat zij deze twaalf (of eig<strong>en</strong>lijk dus maar<br />
acht) recept<strong>en</strong> door <strong>en</strong> door beheers<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s,<br />
ook het voortgezet onderwijs treft blaam, want daar<br />
word<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> vaak niet bijgehoud<strong>en</strong> of<br />
bijgespijkerd. Liever wordt ongestraft toegelat<strong>en</strong> dat<br />
leerling<strong>en</strong> naar de rek<strong>en</strong>machine grijp<strong>en</strong> om bijvoorbeeld<br />
7 × 8 uit te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ik haast me er bij te zegg<strong>en</strong><br />
dat er gelukkig ook steeds meer schol<strong>en</strong> in het voortgezet<br />
onderwijs zijn waarbij de wiskundesectie wèl<br />
aandacht aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is gaan bested<strong>en</strong>. Daar wordt<br />
met kale rijtjes oef<strong>en</strong>somm<strong>en</strong> gerepareerd wat er op<br />
de basisschool verwaarloosd is, net zoals op hbo <strong>en</strong><br />
universiteit via extra wiskundecursuss<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>de<br />
havo- <strong>en</strong> vwo-stof bijgespijkerd wordt. Betreur<strong>en</strong>swaardig,<br />
maar helaas nog steeds noodzakelijk.<br />
3 Kolomsgewijs rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
3.1 Kolomsgewijs optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong><br />
Bij het kolomsgewijs optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> werk je<br />
van links naar rechts. Zie figuur 1, ontle<strong>en</strong>d aan [4],<br />
e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t boek dat toekomstige pabo-stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
moet voorbereid<strong>en</strong> op de rek<strong>en</strong>toets. Bij het optell<strong>en</strong><br />
van getall<strong>en</strong> van drie cijfers tel je dus eerst de honderdtall<strong>en</strong>,<br />
dan de ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan de e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> op.<br />
Natuurlijk is dat niet fout, maar het is wel ontzett<strong>en</strong>d<br />
onhandig bij grotere aantall<strong>en</strong> <strong>en</strong> grotere getall<strong>en</strong><br />
(zie figuur 3, linkerkolom).<br />
Werkelijk van de zotte is kolomsgewijs aftrekk<strong>en</strong><br />
(figuur 1, rechts), want daar moet je dan eig<strong>en</strong>lijk al<br />
met negatieve getall<strong>en</strong> gaan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (‘tekort’). Let<br />
wel, dit wordt thans op de basisschol<strong>en</strong> gedaan met<br />
kinder<strong>en</strong> die nog helemaal nooit eerder met aftreksomm<strong>en</strong><br />
te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad!<br />
Ik heb het hierbov<strong>en</strong> al gehad over ‘kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, e<strong>en</strong> moderne didactiekterm waarmee e<strong>en</strong><br />
aantal ‘nieuwe’ methodes voor optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> wordt aangeduid. Dat de onhandighed<strong>en</strong><br />
van die methodes in de rek<strong>en</strong>boekjes<br />
niet e<strong>en</strong>s zo evid<strong>en</strong>t word<strong>en</strong>, komt doordat kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> daar alle<strong>en</strong> maar uitgelegd wordt<br />
voor getall<strong>en</strong> van twee of hoogst<strong>en</strong>s drie cijfers.<br />
Wanneer je laat zi<strong>en</strong> hoe omslachtig zulke methodes<br />
word<strong>en</strong> bij grotere getall<strong>en</strong>, zegg<strong>en</strong> de verdedigers<br />
ervan dat de leerling<strong>en</strong> dan maar op het<br />
‘traditionele’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> moet<strong>en</strong> overstapp<strong>en</strong>, of e<strong>en</strong><br />
rek<strong>en</strong>machine moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Maar dat staat lang<br />
niet altijd in de boekjes: daar wordt kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vaak als e<strong>en</strong> volwaardige methode gepres<strong>en</strong>teerd.<br />
Vaak zelfs als beter (inzichtelijker’ dan de<br />
traditionele methode, die dan als het ‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />
opa’ wordt afgedaan. Maar ook als het wèl gepres<strong>en</strong>teerd<br />
wordt als opstapje naar ‘cijfer<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’,<br />
krijgt kolomsgewijs rek<strong>en</strong><strong>en</strong> het volle licht van de<br />
schijnwerpers terwijl de traditionele methodes haast<br />
nerg<strong>en</strong>s meer fatso<strong>en</strong>lijk word<strong>en</strong> uitgelegd.<br />
We lez<strong>en</strong> bijvoorbeeld in [1]: ‘Omdat het cijfer<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het basisschoolprogramma e<strong>en</strong><br />
minder grote aandacht krijgt <strong>en</strong> het kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal zal staan, zal eerst dit onderdeel<br />
geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>’ (blz. 23). Vervolg<strong>en</strong>s wordt het<br />
‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong> van opa’ gemakshalve maar helemaal niet<br />
meer behandeld.<br />
Figuur 1<br />
E<strong>en</strong> simpel voorbeeld met iets grotere getall<strong>en</strong> toont<br />
de absurditeit van de ‘methode’ afdo<strong>en</strong>de aan (zie<br />
figuur 3).<br />
3.2 Kolomsgewijs verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
Maar het kan nog erger: kolomsgewijs verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
(zie figuur 3 rechts).<br />
In het voorbeeld uit e<strong>en</strong> bepaalde methode (zie<br />
figuur 2) wordt de verm<strong>en</strong>igvuldiging ook ev<strong>en</strong> ‘op<br />
de manier van opa’ gedaan (van rechts naar links).<br />
20
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Figuur 2: Kolomsgewijs verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> ([4], blz. 74)<br />
Figuur 4: De ‘hapmethode’ voor del<strong>en</strong> ([4], blz. 76)<br />
200, 00<br />
210, 00<br />
19, 00<br />
2, 30<br />
0, 25 +<br />
400, 00<br />
20, 00<br />
11, 00<br />
0, 50<br />
0, 05 +<br />
431, 55<br />
78, 12<br />
13, 34<br />
142, 57<br />
92, 63<br />
104, 89 +<br />
200, 00<br />
210, 00<br />
19, 00<br />
2, 30<br />
0, 25 +<br />
400, 00<br />
20, 00<br />
11, 00<br />
0, 50<br />
0, 05 +<br />
431, 55<br />
413, 92<br />
376, 75 –<br />
100, 00<br />
60, 00 tekort<br />
3, 00 tekort<br />
0, 20<br />
0, 03 tekort<br />
40, 00<br />
3, 00 tekort<br />
0, 20<br />
0, 03 tekort<br />
37, 00<br />
0, 20<br />
0, 03 tekort<br />
37, 20<br />
0, 03 tekort<br />
37, 17<br />
Figuur 3: Kolomsgewijs optell<strong>en</strong>, aftrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
met iets grotere getall<strong>en</strong><br />
345<br />
729 x<br />
210000<br />
28000<br />
3500<br />
6000<br />
800<br />
100<br />
2700<br />
360<br />
45 +<br />
200000<br />
30000<br />
19000<br />
2400<br />
100<br />
5 +<br />
251505<br />
4 Happ<strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> i.p.v. cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong><br />
Het is al vaak in de media gezegd: de kinder<strong>en</strong><br />
wet<strong>en</strong> niet meer wat e<strong>en</strong> staartdeling is. Inderdaad<br />
krijgt die op school teg<strong>en</strong>woordig maar weinig, of<br />
zelfs helemaal ge<strong>en</strong> aandacht. In plaats daarvan<br />
wordt de ‘hapmethode’ gepropageerd. Die komt er<br />
eig<strong>en</strong>lijk op neer dat de leerling maar wat doet:<br />
telk<strong>en</strong>s happ<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> van het deeltal totdat er e<strong>en</strong><br />
rest overblijft die kleiner is dan de deler. Figuur 4<br />
laat er voorbeeld<strong>en</strong> van zi<strong>en</strong>.<br />
Gelukkig word<strong>en</strong> daar de tuss<strong>en</strong>resultat<strong>en</strong> niet met<br />
‘kolomsgewijs aftrekk<strong>en</strong>’ berek<strong>en</strong>d. Je moet er niet<br />
aan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat dit wel zou gebeur<strong>en</strong>. Ook bij de<br />
hapmethode is het argum<strong>en</strong>t weer dat leerling<strong>en</strong><br />
dan zoud<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wat ze do<strong>en</strong>, terwijl dat bij de<br />
staartdeling niet het geval zou zijn. Of dat werkelijk<br />
waar is, is echter nooit onderzocht. Erger is natuurlijk<br />
dat de hapmethode weer uitnodigt tot onhandig<br />
<strong>en</strong> omslachtig rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, juist omdat het ge<strong>en</strong> systematische<br />
methode is. Natuurlijk leidt dat dan ook<br />
ook tot meer fout<strong>en</strong>.<br />
Onderzoek van dr. C.M. van Putt<strong>en</strong> <strong>en</strong> drs. M. Hick<strong>en</strong>dorff<br />
van de Leidse universiteit heeft inderdaad aangetoond<br />
dat leerling<strong>en</strong> van groep 8 (= zesde leerjaar)<br />
die e<strong>en</strong> hapmethode gebruik<strong>en</strong>, significant<br />
meer fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dan leerling<strong>en</strong> die werk<strong>en</strong> met<br />
de traditionele staartdeling. Zelfs als ze alle<strong>en</strong> maar<br />
deling<strong>en</strong> met kleine getall<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />
De staartdeling is e<strong>en</strong> overzichtelijke, efficiënte rek<strong>en</strong>methode<br />
die haar waarde in vele g<strong>en</strong>eraties rek<strong>en</strong>onderwijs<br />
bewez<strong>en</strong> heeft. In mijn Basisboek Rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
kun je op de bladzijd<strong>en</strong> 42 <strong>en</strong> 43 aan de hand van<br />
e<strong>en</strong> erf<strong>en</strong>isverdeling zi<strong>en</strong> waarom de staartdeling<br />
werkt, <strong>en</strong> hoe die werkt. Er is niets raadselachtigs of<br />
onnatuurlijks aan. Maar ook hier geldt weer: je leert<br />
<strong>en</strong> begrijpt het recept pas volledig nadat je er veel<br />
mee hebt geoef<strong>en</strong>d. Juist omdat staartdel<strong>en</strong> ongetwijfeld<br />
het lastigste rek<strong>en</strong>recept is, moet er heel<br />
veel mee geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> zijn dus<br />
gebaat bij e<strong>en</strong> voorzichtige, didactisch verantwoorde,<br />
stapsgewijze opbouw. Niet bij e<strong>en</strong> alternatieve<br />
methode waarbij ze aangemoedigd word<strong>en</strong> maar<br />
wat aan te rommel<strong>en</strong> (‘Maak je eig<strong>en</strong> voorkeur bij<br />
het noter<strong>en</strong> van de happ<strong>en</strong>.’).<br />
21
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Boek<strong>en</strong>, artikel<strong>en</strong>, rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> websites<br />
[1] Jos van d<strong>en</strong> Bergh, Petra van d<strong>en</strong> Brom-Snijders,<br />
Marijke Creus<strong>en</strong>, Jan Haarsma, Rek<strong>en</strong>wijzer, Thieme<br />
Meul<strong>en</strong>hof, Utrecht/Zutph<strong>en</strong>, 2005<br />
[2] Jan van de Craats, Rob Bosch, Basisboek rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
Pearson Education, Amsterdam, 2007<br />
[3] Fred Goffree, Wil Oonk, Rek<strong>en</strong> Vaardig – Op weg<br />
naar basale <strong>en</strong> professionele gecijferdheid, Wolters-<br />
Noordhoff, Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong>, 2004<br />
[4] Ed de Moor, Willem Uitt<strong>en</strong>bogaard, Sieb Kemme<br />
(eindredactie), Basisvaardighed<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de<br />
pabo, Wolters-Noordhoff, Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong>, 2006<br />
[5] Jan van de Craats, Waarom Daan <strong>en</strong> Sanne niet<br />
kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, Nieuw Archief Voor Wiskunde,<br />
vijfde serie, jaargang 8, nr. 2, juni 2007, 132-136.<br />
[6] Jan Jans<strong>en</strong>, Frank van der Schoot, Bas Hemker,<br />
Balans van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs aan het<br />
einde van de basisschool 4, Uitkomst<strong>en</strong> van de<br />
vierde peiling in 2004, Cito, 2005.<br />
[7] Over de drempels met taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, eindrapport<br />
van de Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong><br />
Rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, januari 2008 (SLO, Enschede).<br />
[8] PISA-rapport<strong>en</strong>, zie: http://www.pisa.oecd.org/<br />
[9] TIMSS-rapport<strong>en</strong>, zie: http://nces.ed.gov/timss/index.asp<br />
[10] Rapport van het C<strong>en</strong>traal Planbureau over o.a.<br />
TIMSS <strong>en</strong> PISA, zie: http://www.cpb.nl/nl/pub/<br />
cpbreeks<strong>en</strong>/bijzonder/69/<br />
[11] http://www.rek<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trale.nl/. Dit is de website van<br />
De rek<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trale van Rob <strong>en</strong> Marisca Milikowski.<br />
Bijlage over cijfer<strong>en</strong><br />
Prof. Kees van Putt<strong>en</strong> (Leid<strong>en</strong>) onderzoekt al vele<br />
jar<strong>en</strong> de PPON-resultat<strong>en</strong> voor cijfer<strong>en</strong>. Hij stuurde<br />
hierover volg<strong>en</strong>de reactie naar prof. van de Craats<br />
op 28-01-08. “Mijn eerste onderzoekjes naar de traditionele<br />
staartdeling dater<strong>en</strong> uit 1989; het was to<strong>en</strong><br />
werk op de vierkante millimeter (computersimulatie<br />
van staartdel<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> regelgeleide cognitieve<br />
vaardigheid) <strong>en</strong> het interesseerde vrijwel niemand.<br />
Nu strijdt m<strong>en</strong> publiekelijk om de staartdeling e.d.<br />
(ook in de USA is er e<strong>en</strong> war on math). Op de <strong>Onderwijs</strong><br />
Research Dag<strong>en</strong> op 6 juni 2007 in Groning<strong>en</strong><br />
heb ik e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatie verzorgd over strategiegebruik<br />
bij het onderdeel Bewerking<strong>en</strong>: verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
uit PPON 1997 <strong>en</strong> 2004. In 2006 hebb<strong>en</strong><br />
Marian Hick<strong>en</strong>dorff <strong>en</strong> ik sam<strong>en</strong> met zes stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
bijna 10 000 verm<strong>en</strong>igvuldigopgav<strong>en</strong> van ruim 1500<br />
leerling<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> in de PPON-toetsboekjes die<br />
door het Cito aan de Universiteit Leid<strong>en</strong> ter beschikking<br />
zijn gesteld. Dit zijn de eerste resultat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
mijn AIO Marian gaat binn<strong>en</strong>kort beginn<strong>en</strong> met gedetailleerdere<br />
analyses. De traditionele verm<strong>en</strong>igvuldiging<br />
‘onder elkaar’ (zoals opa het deed) komt<br />
nog steeds veel voor (in teg<strong>en</strong>stelling tot de staartdeling),<br />
maar is wel aan het teruglop<strong>en</strong> in 2004 vergelek<strong>en</strong><br />
met 1997.<br />
Ik heb speciaal ingezoomd op de opgave ‘99 × 99<br />
= ?’ omdat deze zich zo goed le<strong>en</strong>t voor de zog<strong>en</strong>aamde<br />
realistische aanpak. Ik heb e<strong>en</strong> groot deel<br />
van testboekjes met deze opgave uit PPON 2004<br />
op e<strong>en</strong> avond zelf nagekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> heb die nacht bijzonder<br />
slecht geslap<strong>en</strong>: zolang de leerling<strong>en</strong> maar<br />
‘volg<strong>en</strong>s opa’ rek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, ging het meestal goed, maar<br />
realistische aanpakk<strong>en</strong> via bijvoorbeeld 100 × 99 of<br />
100 × 100 leverd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> slagveld aan foutieve uitwerking<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> op. Het begon al met<br />
fout<strong>en</strong> in 100 × 99 of 100 × 100 (met fout<strong>en</strong> als 990<br />
respectievelijk 1000 of 100 000), <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s het<br />
probleem hoeveel daarvan af te trekk<strong>en</strong><br />
(comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>) met fout<strong>en</strong> als 1 of 2, 100 of 200<br />
eraf. Eig<strong>en</strong>lijk was alle<strong>en</strong> de traditionele aanpak hier<br />
succesvol <strong>en</strong> kond<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de sterke rek<strong>en</strong>aars<br />
(beste 33 %) zich e<strong>en</strong> realistische aanpak veroorlov<strong>en</strong>;<br />
alle andere combinaties war<strong>en</strong> kansloos.<br />
Deze opgave bleek ook lastig op de nationale<br />
rek<strong>en</strong>test van december j.l. omdat die daar onder<br />
tijdsdruk uit het hoofd gedaan moest word<strong>en</strong>. Twee<br />
van de drie finalist<strong>en</strong> bezwek<strong>en</strong> <strong>en</strong> to<strong>en</strong> kreeg de<br />
derde de tijd om het goed uit te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>: (100 × 99)<br />
− 99 = 9801. Kom<strong>en</strong>de maand analyser<strong>en</strong> we het<br />
onderdeel ‘Bewerking<strong>en</strong>’: aftrekk<strong>en</strong>.<br />
Bij het slagveld aan problem<strong>en</strong> in de realistische<br />
aanpak van de opgave 99 × 99 rees bij mij de vraag<br />
waarom getalbegrip, inzicht <strong>en</strong> schatt<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> à<br />
la FI hier zo weinig leerling<strong>en</strong> op het juiste pad hield<strong>en</strong>.<br />
Deze speerpunt<strong>en</strong> van het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
lat<strong>en</strong> op de peiling<strong>en</strong> vooruitgang zi<strong>en</strong>, maar blijk<strong>en</strong><br />
niet goed te functioner<strong>en</strong> als er e<strong>en</strong> beroep op wordt<br />
gedaan. Waarom gaat 100 × 100 of 100 × 99 zo<br />
vaak fout? Hoezo getalbegrip? Waarom wordt zo<br />
vaak e<strong>en</strong> onjuiste comp<strong>en</strong>satie gebruikt? In het<br />
oppervlaktemodel van 100 × 100 tegels verwijder je<br />
eerst 100 <strong>en</strong> daarna 99 tegels, zodat je op 9801<br />
uitkomt voor e<strong>en</strong> oppervlakte van 99 × 99. Ge<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kele leerling in het PPON-materiaal heb ik e<strong>en</strong><br />
dergelijke visualisatie zi<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>; hoezo inzichtelijk<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>? Ik heb de indruk dat de Freud<strong>en</strong>thalers er<br />
ge<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ul van hebb<strong>en</strong> hoe lastig zo’n ‘inzicht’ als<br />
onderwijsdoel eig<strong>en</strong>lijk is <strong>en</strong> voor hoe weinig leerling<strong>en</strong><br />
het t<strong>en</strong>slotte is weggelegd.”<br />
22
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Marjolein Kool, hoofdredactrice ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ bek<strong>en</strong>t:<br />
“Te weinig parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> veel te weinig inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>”<br />
Raf Feys<br />
1 Karikatuur van kritiek<br />
Marjolein Kool is al vele jar<strong>en</strong> hoofdredacteur van het<br />
tijdschrift ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’ <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>te wiskunde<br />
op e<strong>en</strong> PABO. In het redactioneel van september<br />
2007 manifesteerde Marjolein Kool zich nog als e<strong>en</strong><br />
kritiekloze verteg<strong>en</strong>woordiger van het realistisch<br />
wiskundeonderwijs van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut (FI).<br />
In het redactioneel van januari 2008 gaf ze ruiterlijk<br />
toe dat er veel te weinig aandacht is voor parate<br />
k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> (zie punt 2).<br />
In het redactioneel van september 2007 wees<br />
Marjolein Kool nog alle kritiek resoluut van de hand:<br />
“Ons rek<strong>en</strong>onderwijs haalt de laatste tijd regelmatig<br />
de voorpagina van de krant. Wat is het toch jammer<br />
dat de pers altijd staat te trappel<strong>en</strong> om negatief<br />
nieuws voor het voetlicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> terwijl positieve<br />
zak<strong>en</strong> nauwelijks in de schijnwerpers kom<strong>en</strong>….”<br />
Marjolein stelde het vervolg<strong>en</strong>s voor alsof critici het<br />
hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> totaal overbodig vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kel<br />
kiez<strong>en</strong> voor mechanistisch cijfer<strong>en</strong>. Ze schreef: “Leer<br />
kinder<strong>en</strong> cijfer<strong>en</strong>, dat is g<strong>en</strong>oeg, aldus de kritiek.”<br />
Marjolein spoorde de lezers ook aan om de bijdrage<br />
te lez<strong>en</strong> van FI-man Willem Uitt<strong>en</strong>bogaard waarin<br />
deze fulmineerde: “Als Van de Craats <strong>en</strong> co hun zin<br />
krijg<strong>en</strong> ontstaan hier Amerikaanse toestand<strong>en</strong> waar<br />
kinder<strong>en</strong> zelfs 7 + 8 onder elkaar uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>”.<br />
De hoofdredactrice voegde er e<strong>en</strong> peiling aan toe<br />
waarbij de lezers mocht<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘handig<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘cijfer<strong>en</strong>’. De lucide onderwijzer Kees Kan<br />
repliceerde op deze peiling: “We moet<strong>en</strong> uiteraard<br />
het schatt<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> e.d. niet afschaff<strong>en</strong>. Maar het<br />
kan toch ook niet de bedoeling zijn dat dit het cijfer<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> gaat vervang<strong>en</strong>!? En laat de kinder<strong>en</strong><br />
alsjeblieft óók de tafels van verm<strong>en</strong>igvuldiging <strong>en</strong> de<br />
meeste rek<strong>en</strong>algoritmes automatiser<strong>en</strong>. Werk a.u.b.<br />
ook aan degelijk onderwijs in het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> met<br />
breuk<strong>en</strong> (ja, óók del<strong>en</strong> door!). De intuïtieve <strong>en</strong><br />
inzichtelijke aanpak van het FI klinkt verder wel<br />
mooi, maar suggereert dat elke opgave zijn eig<strong>en</strong><br />
‘heldere ingeving van het mom<strong>en</strong>t’ vereist. Wie systematisch<br />
d<strong>en</strong>kt (<strong>en</strong> dat is vooral bij rek<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> wel<br />
handig) extrapoleert de hap-snap methodes op<br />
natuurlijke wijze tot e<strong>en</strong> functioneel algoritme. Wie<br />
zo'n algoritme beheerst schept bij zichzelf d<strong>en</strong>kruimte<br />
voor vervolgbegripp<strong>en</strong>. Aldus zie ik ‘inzicht<br />
<strong>en</strong> intuïtie’ vooral als het effectief conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
combiner<strong>en</strong> van eerder opgedane k<strong>en</strong>nis” (zie website<br />
‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’).<br />
2 Marjolein Kool : weinig parate k<strong>en</strong>nis<br />
Marjolein start het redactioneel van januari 2008<br />
nog steeds rancuneus: “Als de krant<strong>en</strong> niets meer<br />
hebb<strong>en</strong> te meld<strong>en</strong> over het klimaat of Geert Wilders,<br />
dan gaat het over rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarbij word<strong>en</strong> de<br />
schijnwerpers gretig gericht op weer e<strong>en</strong> nieuwe<br />
groep die het ‘niet’ blijkt te kunn<strong>en</strong>. Er wordt<br />
naarstig gezocht naar oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Zwarte Piet<strong>en</strong>.<br />
Zit het hem in de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> van de<br />
afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>? Moet het realistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
verbod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?”<br />
Na die uitval teg<strong>en</strong> de critici bek<strong>en</strong>t Marjolein<br />
ev<strong>en</strong>wel: “Laat ik e<strong>en</strong>s meedo<strong>en</strong> aan het koor van<br />
wanhopig<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn duit in het rek<strong>en</strong>zakje do<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s mij wordt er op de basisschool te weinig<br />
geoef<strong>en</strong>d. Ik merk dat leerkracht<strong>en</strong> prachtige rek<strong>en</strong>less<strong>en</strong><br />
gev<strong>en</strong>. In die less<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de<br />
kans om zelf ontdekking<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, om inzicht op te<br />
do<strong>en</strong>. Heel goed. Maar ik mis iets. Wordt de k<strong>en</strong>nis<br />
die kinder<strong>en</strong> in die fantastische less<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong> wel<br />
g<strong>en</strong>oeg verankerd? Wordt hun k<strong>en</strong>nis wel parate<br />
k<strong>en</strong>nis? Het lijkt e<strong>en</strong> simpele oplossing, maar volg<strong>en</strong>s<br />
mij moet er meer geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Ik droom<br />
van de balans, de guld<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg. Eindelijk die<br />
slinger e<strong>en</strong>s in het midd<strong>en</strong>. Wat zou dat prachtig zijn.”<br />
Het verwaarloz<strong>en</strong> van de parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het inoef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
is op zich al e<strong>en</strong> zware (zelf)kritiek. Dat<br />
leerling<strong>en</strong> met de FI-aanpak over weinig parate<br />
k<strong>en</strong>nis beschikk<strong>en</strong>, maar wel over inzicht <strong>en</strong> probleemoploss<strong>en</strong>d<br />
vermog<strong>en</strong>, klinkt wel ongeloofwaardig.<br />
Zonder parate k<strong>en</strong>nis, ziet ook Marjolein op stagebezoek<br />
ge<strong>en</strong> prachtige rek<strong>en</strong>less<strong>en</strong>.<br />
De kritiek op de FI-aanpak is ook veel ruimer dan<br />
M. Kool laat uitschijn<strong>en</strong>. Zo’n 7 jaar geled<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />
we op onze Torhoutse Normaalschool e<strong>en</strong> lang <strong>en</strong><br />
sympathiek gesprek met Marjolein. We legd<strong>en</strong> haar<br />
bij die geleg<strong>en</strong>heid ook onze veelzijdige kritiek voor<br />
<strong>en</strong> bezorgd<strong>en</strong> haar e<strong>en</strong> aantal publicaties waarin we<br />
e<strong>en</strong> uitgebalanceerde rek<strong>en</strong>didactiek uittek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
23
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Kritiek op ‘realistische’ FI-aanpak n.a.v. PPON- onderzoek 1997<br />
Pieter Van Biervliet <strong>en</strong> Raf Feys<br />
1 Achteruitgang tuss<strong>en</strong> 1987 <strong>en</strong> 1997<br />
De Freud<strong>en</strong>thalers wekk<strong>en</strong> op vandaag de indruk<br />
dat de kritiek op de FI-aanpak vrij rec<strong>en</strong>t is <strong>en</strong> vooral<br />
te mak<strong>en</strong> heeft met de keuze voor cijfer<strong>en</strong> i.p.v.<br />
hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Mede om dit te weerlegg<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong><br />
we in e<strong>en</strong> bijdrage verderop e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van<br />
de vele kritiek die we al in de periode 1987-1993<br />
formuleerd<strong>en</strong>. Maar ook in <strong>Nederland</strong> viel er al in<br />
het verled<strong>en</strong> kritiek te beluister<strong>en</strong>. In het NRC<br />
Handelsblad van 6 november ’99 stond bijvoorbeeld<br />
te lez<strong>en</strong>: “Leerling<strong>en</strong> aan het einde van de basisschool<br />
zijn de laatste ti<strong>en</strong> jaar slechter geword<strong>en</strong> in<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat blijkt uit onderzoek van het Citoinstituut<br />
voor toetsontwikkeling. De prestaties bij<br />
hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>, met<strong>en</strong> <strong>en</strong> het cijfer<strong>en</strong> zijn minder.” Uit<br />
de PPON-gegev<strong>en</strong>s bleek dus dat de 12-jarig<strong>en</strong> in<br />
1997 lager scoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande die<br />
leerling<strong>en</strong> opgegroeid war<strong>en</strong> met nieuwe ‘realistische’<br />
methodes. De terugloop van de prestaties werd<br />
door e<strong>en</strong> aantal comm<strong>en</strong>tator<strong>en</strong> precies in verband<br />
gebracht met de sterke to<strong>en</strong>ame van het gebruik<br />
van de realistische methodes in de periode 1992-<br />
1997. Ook in de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> werd er al lang<br />
ge<strong>en</strong> aandacht meer besteed aan de beproefde<br />
waard<strong>en</strong>.<br />
De meest schokk<strong>en</strong>de conclusie in het rapport over<br />
de PPON-peiling van1997 luidde: “In vergelijking<br />
met 1992 is er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal onderwerp<strong>en</strong><br />
waarop t<strong>en</strong> opzichte van 1987 e<strong>en</strong> negatief<br />
jaareffect wordt gevond<strong>en</strong>. Slechts bij 8 van de 24<br />
onderwerp<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> positief effect gevond<strong>en</strong>. Er<br />
lijkt sprake te zijn van e<strong>en</strong> geleidelijke negatieve<br />
ontwikkeling in de rek<strong>en</strong>prestaties van de leerling<strong>en</strong>”<br />
(Jans<strong>en</strong>, J., van der Schoot, B. & N. Verhelst, 1999,<br />
Balans van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs aan het<br />
einde van de basisschool, Cito). Was er in 1992 al<br />
sprake van e<strong>en</strong> gevoelige terugloop in rek<strong>en</strong>prestaties<br />
t<strong>en</strong> opzichte van 1987, in 1997 bleek die terugloop<br />
zich voort te zett<strong>en</strong>.<br />
<strong>Nederland</strong>se kinder<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> na 1987 minder goed<br />
te gaan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande de vele<br />
inspanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> c<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de hervorming van het<br />
wiskundeonderwijs sinds 1971 <strong>en</strong> onder leiding van<br />
het veelkoppige Freud<strong>en</strong>thal Instituut. To<strong>en</strong>malige<br />
Cito-medewerker Paul van Dam voegde er onlangs<br />
nog aan toe dat het rek<strong>en</strong>niveau ook al in 1987<br />
gevoelig gedaald was in vergelijking bijvoorbeeld<br />
met de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. En aangezi<strong>en</strong><br />
schol<strong>en</strong> met veel zorgleerling<strong>en</strong> minder vlug bereid<br />
zijn om aan het PPON-onderzoek deel te nem<strong>en</strong>,<br />
mag m<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> dat de gemiddelde resultat<strong>en</strong><br />
voor alle schol<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> flink stuk lager lag.<br />
Op de Panama-confer<strong>en</strong>tie van 1999 stond het<br />
debat over de teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> in PPON-<br />
1997 c<strong>en</strong>traal. In ‘Panama-Post’ <strong>en</strong> ‘Willem<br />
Bartj<strong>en</strong>s’ werd<strong>en</strong> er ook bijdrag<strong>en</strong> aan gewijd.<br />
Belangrijk hierbij was het feit dat ook e<strong>en</strong> paar<br />
propagandist<strong>en</strong> van de ‘realistische’ aanpak, J. Neliss<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> K. Buys, de nodige zelfkritiek formuleerd<strong>en</strong><br />
(zie punt 2). Daarnaast formuleerd<strong>en</strong> ook tal van<br />
andere sprekers op de Panama-confer<strong>en</strong>tie hun<br />
kritiek (zie punt 3). Maar ook in 1999-2000 war<strong>en</strong> de<br />
FI-kopstukk<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>eigd om de kritiek ter harte te<br />
nem<strong>en</strong> (zie punt 4) <strong>en</strong> de kritiek viel weer gedur<strong>en</strong>de<br />
e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> stil. Het nieuwe rapport over<br />
PPON-2004 bracht weer wat lev<strong>en</strong> in de brouwerij.<br />
2 Neliss<strong>en</strong> & Buys erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
achteruitgang<br />
2.1 Analyse van Neliss<strong>en</strong><br />
We lat<strong>en</strong> nu eerst Jo Neliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kees Buys, twee<br />
sympathisant<strong>en</strong> van het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs, het<br />
PPON-rapport-1997 becomm<strong>en</strong>tariër<strong>en</strong>. Jo Neliss<strong>en</strong><br />
vatte de peiling als volgt sam<strong>en</strong>: ”Welke vaardighed<strong>en</strong><br />
zijn de voorbije jar<strong>en</strong> precies afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>?<br />
Zwakker is vooreerst het hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>: basisoperaties<br />
(dictee op tempo); hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>: verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> del<strong>en</strong> (zonder papier); bewerking<strong>en</strong>:<br />
verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong> (met papier), sam<strong>en</strong>gestelde<br />
bewerking<strong>en</strong> (met papier). Ook voor<br />
breuk<strong>en</strong> (basisk<strong>en</strong>nis én begrip) is er e<strong>en</strong> achteruitgang<br />
geconstateerd. E<strong>en</strong> grote achteruitgang t<strong>en</strong><br />
opzichte van de vorige peiling werd ook gevond<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> het domein ‘met<strong>en</strong>’. Ongeveer de helft van<br />
de leerling<strong>en</strong> heeft nauwelijks notie van de gangbare<br />
oppervlaktemat<strong>en</strong> <strong>en</strong> veel leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
moeite met het uitvoer<strong>en</strong> van operaties met inhoudsmat<strong>en</strong>.<br />
Op 5 van de 8 meetonderwerp<strong>en</strong> boek<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> in 1997 e<strong>en</strong> achteruitgang t<strong>en</strong> opzichte<br />
van 1992. De algem<strong>en</strong>e eindconclusie kan luid<strong>en</strong><br />
24
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
dat er e<strong>en</strong> geleidelijke negatieve ontwikkeling in de<br />
rek<strong>en</strong>prestaties geconstateerd kan word<strong>en</strong>”. Dit was<br />
overig<strong>en</strong>s ook de conclusie van het CITO.<br />
Neliss<strong>en</strong> stelde verder: “We constater<strong>en</strong> dat de<br />
standaard ’voldo<strong>en</strong>de’ slechts door 50 % van de<br />
leerling<strong>en</strong> wordt gehaald, terwijl we graag zoud<strong>en</strong><br />
will<strong>en</strong> dat deze standaard door ongeveer 70 à 75 %<br />
van de leerling<strong>en</strong> wordt bereikt. Als het verschil<br />
tuss<strong>en</strong> het werkelijke niveau <strong>en</strong> dat wat de leerling<strong>en</strong><br />
zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> om de standaard ‘voldo<strong>en</strong>de’<br />
te hal<strong>en</strong> niet kleiner wordt, maar groter, is<br />
dat natuurlijk wel zorgelijk. Uit e<strong>en</strong> aantal analyses<br />
is geblek<strong>en</strong> dat de achteruitgang bij opgav<strong>en</strong> met<br />
kommagetall<strong>en</strong> veel groter is dan de achteruitgang<br />
bij opgav<strong>en</strong> met gehele getall<strong>en</strong>. Vandaar dat voor<br />
de hoogste leerjar<strong>en</strong> de problematiek van de<br />
kommagetall<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s goed onder de loep moet<br />
word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Op de tweede plaats verdi<strong>en</strong>t het ‘meetdomein’ in<br />
de groep<strong>en</strong> 7 <strong>en</strong> 8 aandacht. Veel leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
moeite met de begripp<strong>en</strong> ‘oppervlakte’ <strong>en</strong> ‘inhoud’.<br />
Ook de onderwerp<strong>en</strong> ‘praktische meetproblem<strong>en</strong>’<br />
<strong>en</strong> ‘ruimtelijk red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> ’ verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> meer aandacht.<br />
De kerndoel<strong>en</strong> die we met het onderwijs in met<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> meetkunde will<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verder geoperationaliseerd<br />
word<strong>en</strong>.” Ook voor vraagstukk<strong>en</strong><br />
(toepassing<strong>en</strong>) scoord<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> veelal zwakker.<br />
Neem b.v. de PPON-opgave: 756 leerling<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong><br />
stemm<strong>en</strong>. 79 koz<strong>en</strong> voor partij ‘nieuwe aanpak’,<br />
124 voor milieupartij, 517 voor ‘huiswerkvri<strong>en</strong>delijke<br />
school. De rest van de uitgebrachte stemm<strong>en</strong> was<br />
ongeldig. Hoeveel ongeldige stemm<strong>en</strong> war<strong>en</strong> dat?<br />
Neliss<strong>en</strong> schreef: “Deze laatste opgave werd in<br />
1987 nog door 70 % van de leerling<strong>en</strong> goed gemaakt<br />
<strong>en</strong> in 1997 door 56 % van de leerling<strong>en</strong>. De<br />
achteruitgang is hier wel erg groot” (J. Neliss<strong>en</strong>, Het<br />
rek<strong>en</strong>peil aan het eind van de <strong>Nederland</strong>se basisschool,<br />
Willem Bartj<strong>en</strong>s, jg. 19, nr. 4, 2000). Het<br />
realistisch wiskunde-onderwijs beklemtoont sterk<br />
het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> ‘in context<strong>en</strong>’, maar de<br />
leerling<strong>en</strong> scoord<strong>en</strong> in 1997 toch zwakker voor<br />
vraagstukk<strong>en</strong> dan in 1987.<br />
Neliss<strong>en</strong> pleitte verder terecht voor meer aandacht<br />
voor ‘praktische meetproblem<strong>en</strong>’. Ook uit e<strong>en</strong> ander<br />
onderzoek bleek dat voor toepassing<strong>en</strong> op met<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> nu zwakker scoord<strong>en</strong> dan<br />
vroeger. Het gaat dan om opgav<strong>en</strong> als: “De vloer is<br />
12 bij 20 meter, hoeveel meter tapijt van 4 breed<br />
moet gekocht word<strong>en</strong> om hem te bedekk<strong>en</strong>?” Zelf<br />
hebb<strong>en</strong> we destijds voor het met<strong>en</strong> in de lagere<br />
klass<strong>en</strong> inspiratie gevond<strong>en</strong> in Wiskobas-publicaties<br />
van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig, maar tegelijk vond<strong>en</strong> we dat<br />
het klassieke met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de hogere klass<strong>en</strong><br />
nogal verwaarloosd werd. Dit was ook de red<strong>en</strong><br />
waarom we het leerplan de titel ‘met<strong>en</strong> én met<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ invoerd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet louter de modieuze term<br />
‘met<strong>en</strong>’ zoals in <strong>Nederland</strong>, bij de Vlaamse eindterm<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong>z. Bij de voorstelling van het leerplan<br />
(katholiek onderwijs) in 1998 hebb<strong>en</strong> we ook uitdrukkelijk<br />
gewez<strong>en</strong> op het feit dat in FI-publicaties<br />
de waarde van het traditionele ‘met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />
verwaarloosd werd. We zorgd<strong>en</strong> er voor dat het<br />
Vlaamse leerplan niet dezelfde fout<strong>en</strong> beging als<br />
het FI <strong>en</strong> dat het ‘metriek’ kind niet met het (realistische)<br />
meet-badwater werd weggegooid.<br />
2.2 Buys: achteruitgang hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
Ook de SLO-er Kees Buys toonde in 1999 zijn bezorgdheid.<br />
Buys schreef: “De teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de PPONresultat<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> heel wat stof do<strong>en</strong> opwaai<strong>en</strong>.<br />
Deze zijn des te opmerkelijker omdat ze zich over<br />
e<strong>en</strong> betrekkelijk breed front voordo<strong>en</strong>: zowel op het<br />
gebied van hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>, getall<strong>en</strong>, cijfer<strong>en</strong> als op<br />
het gebied van het met<strong>en</strong>, blijk<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van<br />
1997 in groep 8 (= zesde leerjaar) minder dan die<br />
van 1992 <strong>en</strong> 1987. Deze ontwikkeling is zeker wat<br />
het hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> betreft zorgwekk<strong>en</strong>d is. Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
is immers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate aan het<br />
uitgroei<strong>en</strong> tot de ‘stam’ van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs,<br />
met cijfer<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> schatt<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> als belangrijke vertakking<strong>en</strong>.” Uit deze uitspraak<br />
blijkt duidelijk dat de kritiek niet <strong>en</strong>kel <strong>en</strong> in<br />
de eerste plaats te mak<strong>en</strong> had met het cijfer<strong>en</strong>.<br />
Kees Buys vervolgde: ”Het is van goot belang dat<br />
ook zwakkere leerling<strong>en</strong> optimaal kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong><br />
van de realistische ontwikkeling. Op dit mom<strong>en</strong>t lijkt<br />
dit nog niet het geval te zijn. Zo scor<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />
zwak op elem<strong>en</strong>taire opgav<strong>en</strong> als 20 x 2400, 8 x 98.<br />
Verder word<strong>en</strong> b.v. het ‘sokk<strong>en</strong>probleem’ (m<strong>en</strong>eer<br />
fluiters koopt vijf paar sokk<strong>en</strong> voor 8 guld<strong>en</strong>. Hoeveel<br />
kost<strong>en</strong> die sokk<strong>en</strong> per paar?) <strong>en</strong> het<br />
‘folderprobleem’ door de zwakkere leerling<strong>en</strong> in<br />
groep 8 (= zesde leerjaar) niet goed gemaakt.<br />
(Folderprobleem: Kees verdi<strong>en</strong>t met het rondbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
van folders 7,50 per keer. Na hoeveel keer kan hij<br />
zijn fel begeerde televisie van 299 guld<strong>en</strong> kop<strong>en</strong>?).<br />
Het gaat hier toch om opgav<strong>en</strong> die door vrijwel alle<br />
leerling<strong>en</strong> goed gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>” (Tijdschrift<br />
nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>wiskundeonderwijs,<br />
april 2000).<br />
25
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
3 FI staat niet op<strong>en</strong> voor kritiek<br />
Het FI <strong>en</strong> de meest ferv<strong>en</strong>te aanhangers van het<br />
realistisch wiskundeonderwijs zat<strong>en</strong> verveeld met de<br />
PPON-uitslag van 1997. De Panama-najaarsconfer<strong>en</strong>tie<br />
van 1999 stond dan ook in het tek<strong>en</strong> van die PPONevaluatie.<br />
Door de ferv<strong>en</strong>te voorstanders werd<strong>en</strong><br />
allerhande verklaring<strong>en</strong> (lees: uitvlucht<strong>en</strong>) naar vor<strong>en</strong><br />
geschov<strong>en</strong>, maar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele zocht e<strong>en</strong> belangrijke<br />
oorzaak in mogelijke tekort<strong>en</strong> in de realistische<br />
methodiek. B. Imandt, doc<strong>en</strong>t PABO-Heerl<strong>en</strong>, die de<br />
Panama-confer<strong>en</strong>tie bijwoonde, verwoordde achteraf<br />
in e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is zijn ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> over de al te<br />
gemakkelijke verklaring<strong>en</strong> die FI-directeur Treffers<br />
(FI) <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> op de confer<strong>en</strong>tie formuleerd<strong>en</strong>.<br />
Imandt schreef: “K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de beluisterde<br />
stellingnam<strong>en</strong> vind ik het onwrikbare geloof in het<br />
eig<strong>en</strong> model. Het paradigma van de constructivistische<br />
rek<strong>en</strong>didactiek wordt niet verlat<strong>en</strong>, integ<strong>en</strong>deel:<br />
de theorie klopt, <strong>en</strong> dus de method<strong>en</strong> ook, dus<br />
moet het erg<strong>en</strong>s anders aan ligg<strong>en</strong>: de opleiding, de<br />
na- <strong>en</strong> bijscholing. Ik vind het e<strong>en</strong> gemiste kans. Er<br />
zijn g<strong>en</strong>oeg m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die anders d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over rek<strong>en</strong>wiskundeonderwijs.<br />
Dus: laat e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gesteld<br />
geluid hor<strong>en</strong>, stel je eig<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ter discussie,<br />
verantwoord het maar” (Tijdschrift voor nascholing<br />
<strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>wiskunde-onderwijs,<br />
december ’99, p. 9).<br />
Wat ook opviel was dat er op de Panamaconfer<strong>en</strong>tie<br />
nerg<strong>en</strong>s verwez<strong>en</strong> werd naar e<strong>en</strong> mogelijk verband<br />
tuss<strong>en</strong> de teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> in het PPONrapport<br />
van 1999 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal knelpunt<strong>en</strong> die al in<br />
het inspectierapport ‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> wiskunde in het<br />
primair onderwijs’ (1997) opgesomd werd<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />
het inspectierapport war<strong>en</strong> vaak voorkom<strong>en</strong>de knelpunt<strong>en</strong>:<br />
−<br />
−<br />
−<br />
−<br />
Te weinig aandacht voor automatisering <strong>en</strong> te<br />
weinig oef<strong>en</strong>stof<br />
Onvoldo<strong>en</strong>de inzicht in de opbouw van leerlijn<strong>en</strong><br />
Te weinig oef<strong>en</strong>stof <strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> voor zowel<br />
de goede als de zwakke rek<strong>en</strong>aars<br />
Te weinig voorbeeld<strong>en</strong> van contextproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
toepassingsgerichte oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (vraagstukk<strong>en</strong>)<br />
4 Verwarr<strong>en</strong>d alternatief cijfer<strong>en</strong><br />
Wat lerar<strong>en</strong>opleider B. Imandt op de Panamaconfer<strong>en</strong>tie<br />
wel apprecieerde was de kritische sfeer<br />
in e<strong>en</strong> werkgroep waarin uit het PPON-leerling<strong>en</strong>materiaal<br />
voor de topic cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong> bleek dat<br />
‘leerling<strong>en</strong> voor het cijfer<strong>en</strong> verdwal<strong>en</strong> <strong>en</strong> het licht in<br />
het bos van de hoofdrek<strong>en</strong>stapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schematische<br />
notatiewijz<strong>en</strong> niet meer zi<strong>en</strong>”. Dit was dus<br />
kritiek op de nefaste alternatieve aanpak van het<br />
cijfer<strong>en</strong>. Zelf publiceerd<strong>en</strong> we al vele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong><br />
vernietig<strong>en</strong>de kritiek op de alternatieve aanpak van<br />
het cijfer<strong>en</strong>. We begrep<strong>en</strong> echt niet hoe wiskundig<strong>en</strong><br />
als Treffers de ess<strong>en</strong>tie van het handig cijfer<strong>en</strong> –<br />
het positioneel splits<strong>en</strong> van het deeltal – links liet<br />
ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijk de indruk wekt<strong>en</strong> dat die cijfer<strong>en</strong>de<br />
aanpak niet inzichtelijk aangebracht kon word<strong>en</strong>.<br />
Terloops: uit PPON-2004 bleek e<strong>en</strong>s te meer dat de<br />
alternatieve FI-aanpak niet deugt.<br />
5 Te gevarieerd hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
ge<strong>en</strong> gestandaardiseerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
Kees Buys, redacteur van e<strong>en</strong> realistische methode<br />
<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>teel FI-medewerker, formuleerde in zijn<br />
bijdrage e<strong>en</strong> belangrijke verklaring voor de zwakke<br />
scores. We volg<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> zijn betoog: “E<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk<br />
k<strong>en</strong>merk van realistisch rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs is<br />
geleg<strong>en</strong> in de wijze waarop de overdracht van<br />
k<strong>en</strong>nis plaatsvindt. Het is in deze b<strong>en</strong>adering niet<br />
zozeer de leraar die haar k<strong>en</strong>nis overdraagt op de<br />
kinder<strong>en</strong> door uit te legg<strong>en</strong> hoe het kan of moet. De<br />
kinder<strong>en</strong> zelf hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële inbr<strong>en</strong>g in hun<br />
leerproces, doordat zij uitg<strong>en</strong>odigd word<strong>en</strong> bij<br />
zichzelf te rade te gaan <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> strategieën aan te<br />
drag<strong>en</strong>; <strong>en</strong> doordat in het onderwijs aansluiting<br />
wordt gezocht bij deze strategieën <strong>en</strong> gepoogd<br />
wordt de kinder<strong>en</strong> op basis van deze eig<strong>en</strong> strategieën<br />
verder te help<strong>en</strong>…<br />
Het is echter de vraag in hoeverre in de praktijk ook<br />
de zwakkere leerling<strong>en</strong> profijt van deze opzet hebb<strong>en</strong>.<br />
Immers, er kan zich e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan<br />
aanpakk<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>, die niet alle<strong>en</strong> voor leerling<strong>en</strong>,<br />
maar ook voor de leraar soms niet zo makkelijk te<br />
over- <strong>en</strong> te doorzi<strong>en</strong> zijn. Hoe ga je als leraar daar<br />
mee in de praktijk om? Wat stel je uitgebreid aan de<br />
orde, wat minder? En, meer toegespitst op de zwakkere<br />
leerling<strong>en</strong>, hoe bereik je dat ook die leerling<strong>en</strong><br />
de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de strategieën<br />
ler<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> optimaal de geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong><br />
om e<strong>en</strong> repertoire aan efficiënte hoofdrek<strong>en</strong>strategieën<br />
op te bouw<strong>en</strong>? Het zal duidelijk zijn dat er hier nogal<br />
wat mis kan gaan zeker in klass<strong>en</strong> met veel leerling<strong>en</strong>.<br />
Bij e<strong>en</strong> realistische onderwijsopzet doet zich in de<br />
praktijk van het onderwijs veelal e<strong>en</strong> grote diversiteit<br />
van aanpakk<strong>en</strong> voor die niet zo gemakkelijk te overzi<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> te doorzi<strong>en</strong> zijn. Word<strong>en</strong> dergelijke aanpakk<strong>en</strong><br />
niet in voldo<strong>en</strong>de mate met elkaar in verband ge-<br />
26
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
bracht, dan bestaat voor de zwakkere leerling<strong>en</strong> het<br />
gevaar dat ze zich moet<strong>en</strong> vastklamp<strong>en</strong> aan werkwijz<strong>en</strong><br />
die ze niet echt begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Daardoor<br />
is de opgebouwde k<strong>en</strong>nis niet goed ‘retraceerbaar’<br />
in de zin dat de kinder<strong>en</strong> naderhand niet kunn<strong>en</strong><br />
‘reconstruer<strong>en</strong>’ waar e<strong>en</strong> strategie vandaan komt’,<br />
<strong>en</strong> zich dus ook niet goed kunn<strong>en</strong> vergewiss<strong>en</strong> of<br />
deze correct is. Voor de verdere uitbouw <strong>en</strong> niveauverhoging<br />
van hun k<strong>en</strong>nis kan deze omstandigheid<br />
remm<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>.<br />
Ook bij Tal-onderzoekjes is geblek<strong>en</strong> waartoe dat<br />
kan leid<strong>en</strong>: sommige kinder<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong> niet goed<br />
wat nu precies wel <strong>en</strong> niet mag <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
oppervlakkige manier tot e<strong>en</strong> vorm van handig<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> die m<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> typer<strong>en</strong> als ‘al te flexibel<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’. … Er moet e<strong>en</strong> zeker acc<strong>en</strong>t gelegd word<strong>en</strong><br />
op het op modelmatig niveau met elkaar in verband<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de meer omslachtige met <strong>en</strong>kele meer<br />
geavanceerde maar toch basale aanpakk<strong>en</strong>” (Buys,<br />
Kees; Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> anno 2000, Tijdschrift voor<br />
nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>wiskundeonderwijs,<br />
april 2000).<br />
Dit was ook onze basiskritiek in onze bijdrage ‘Laat<br />
het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd niet in het honderd lop<strong>en</strong>’<br />
die we in 1993 in Panama-Post formuleerd<strong>en</strong>. We<br />
vond<strong>en</strong> het in 1999 moedig dat de ‘realist’ Kees Buys<br />
deze zelfkritiek durfde formuler<strong>en</strong>. Hij had er aan toe<br />
moet<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kel korte <strong>en</strong> gestandaardiseerde<br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> zich lat<strong>en</strong> automatiser<strong>en</strong>.<br />
In zijn rec<strong>en</strong>te scriptie over verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> heeft<br />
Kees Buys dit nog e<strong>en</strong>s vastgesteld.<br />
6 Weinig aandacht voor automatiser<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> klacht die door vel<strong>en</strong> <strong>en</strong> al lang geformuleerd<br />
wordt betreft de verwaarlozing van alles wat te<br />
mak<strong>en</strong> heeft met het automatiser<strong>en</strong>, met het mechanistisch<br />
aspect van het vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />
<strong>War</strong>d van de Vijver van het Christelijk Pedagogisch<br />
C<strong>en</strong>trum war<strong>en</strong> de realistische methodes wel<br />
degelijk verantwoordelijk voor de geconstateerde<br />
daling in rek<strong>en</strong>prestaties. “De realistische method<strong>en</strong><br />
bested<strong>en</strong> immers te weinig aandacht aan het onderdeel<br />
‘automatiser<strong>en</strong>’. Ze zijn leuk <strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>d<br />
voor de kinder<strong>en</strong> maar mak<strong>en</strong> ze afhankelijk van de<br />
rek<strong>en</strong>machine. Juist op die onderdel<strong>en</strong> waar de<br />
leerling<strong>en</strong> minder prester<strong>en</strong> dan vroeger speelt<br />
automatiser<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol. Het is niet verwonderlijk dat<br />
daar de prestaties verslechter<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong>methodes<br />
zoud<strong>en</strong> hun originaliteit daarom niet alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
stopp<strong>en</strong> in motiver<strong>en</strong>de context<strong>en</strong> <strong>en</strong> modell<strong>en</strong> maar<br />
ook in automatiseringsmodell<strong>en</strong> die de kinder<strong>en</strong><br />
aansprek<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Van de Vijver moet<strong>en</strong> ook de<br />
Pabo’s (normaalschol<strong>en</strong>) meer aandacht bested<strong>en</strong><br />
aan automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ‘abstracte’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong>: ‘Het<br />
abstracte d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> verliest aan actualiteit.<br />
De lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> meer de nadruk<br />
legg<strong>en</strong> op de overgang van concreet naar abstract”<br />
(Didactief & School’, nov. ’99).<br />
E<strong>en</strong> ‘verontruste lezer’ betwijfelde de zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
van de FI-aanpak <strong>en</strong> schreef in e<strong>en</strong> brief aan de<br />
redactie van Willem Bartj<strong>en</strong>s: “M<strong>en</strong> zegt dat kinder<strong>en</strong><br />
veel meer inzicht hebb<strong>en</strong>, maar wat heb je aan<br />
inzicht als je er niet door leert rek<strong>en</strong><strong>en</strong>? E<strong>en</strong> voorbeeld:<br />
als kinder<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig de tafels van<br />
verm<strong>en</strong>igvuldiging moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, dan ler<strong>en</strong> ze allerlei<br />
maniertjes om de uitkomst te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Maar als<br />
het daarbij blijft is dit heel omslachtig <strong>en</strong> de tafels<br />
gerak<strong>en</strong> niet meer gememoriseerd. Is het lat<strong>en</strong><br />
opdreun<strong>en</strong> van tafels niet langer belangrijk als je<br />
weet dat ieder kind het op d<strong>en</strong> duur zal wet<strong>en</strong> voor<br />
de rest van zijn lev<strong>en</strong>?”.<br />
In e<strong>en</strong> reactie op die klacht antwoordde HansTer<br />
Heege (FI) de verontruste lezer dat het memoriser<strong>en</strong><br />
van tafels volstrekt overbodig was <strong>en</strong> legde nog<br />
e<strong>en</strong>s uit hoe in de realistische aanpak 8 x 6 kan<br />
berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> als 10 x 6 – 2 x 6, of 5 x 6 + 3 x 6<br />
of 6 x 8 of …” (Vrag<strong>en</strong> van lezers, Willem Bartj<strong>en</strong>s,<br />
jg. 19 nr.4, p. 17). Zelf probeerd<strong>en</strong> we al in 1993 de<br />
Freud<strong>en</strong>thaler ter Heege te overtuig<strong>en</strong> van het nut<br />
van het memoriser<strong>en</strong> to<strong>en</strong> we sam<strong>en</strong>werkt<strong>en</strong> aan<br />
Vlaamse Stoho-publicaties over wiskunde. Tevergeefs.<br />
7 Uitvlucht<strong>en</strong> FI-kopstukk<strong>en</strong><br />
In teg<strong>en</strong>stelling met Imandt, van de Vijver, Buys, de<br />
inspectie … bracht de directeur van het Freud<strong>en</strong>thalinstituut,<br />
prof. Adri Treffers, de oorzaak van de<br />
mindere resultat<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>szins in verband met de<br />
door het F.I. gepropageerde aanpak. Op het Panamacongres<br />
1999 stelde hij o.a.: “De zere plek ligt op de<br />
pabo’s (= normaalschol<strong>en</strong>); daar bested<strong>en</strong> ze te<br />
weinig aandacht aan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> wiskunde." Volg<strong>en</strong>s<br />
Hans ter Heege lag het vooral aan de leerkracht<strong>en</strong><br />
die veel moeite hadd<strong>en</strong> met de overgang<br />
naar e<strong>en</strong> nieuwe methode <strong>en</strong> naar de nieuwe realistische<br />
didactiek (PPON, onderzoek van e<strong>en</strong> steekproef<br />
op <strong>Nederland</strong>se basisschol<strong>en</strong>. Enige vraagtek<strong>en</strong>s,<br />
Panama-Post, 2000, jg. 19, nr. 2).<br />
Verder formuleerd<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers vooral<br />
kritiek op de vormgeving van de toetsvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> op<br />
de afnamecondities. Bijvoorbeeld het niet gebruik<br />
mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van papier bij hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ze<br />
27
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
vond<strong>en</strong> dit ge<strong>en</strong> ‘natuurlijke’ toetssituatie gezi<strong>en</strong> de<br />
praktijk van het realistisch rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs<br />
waar het gebruik van p<strong>en</strong> <strong>en</strong> papier wordt toegelat<strong>en</strong><br />
(lees: meestal e<strong>en</strong> noodzaak is omdat de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
te omslachtig zijn <strong>en</strong> het werkgeheug<strong>en</strong><br />
overbelast<strong>en</strong>.) Traditioneel verlop<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige<br />
op-gav<strong>en</strong> hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> uit het hoofd <strong>en</strong> is er zelfs<br />
e<strong>en</strong> tempodruk. De Freud<strong>en</strong>thalers gaan er blijkbaar<br />
vanuit uit dat leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ook bij e<strong>en</strong>voudige<br />
hoofdrek<strong>en</strong>opgav<strong>en</strong> steeds nood hebb<strong>en</strong><br />
aan papier <strong>en</strong> p<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> schets te mak<strong>en</strong> (b.v.<br />
getall<strong>en</strong>lijn) <strong>en</strong>/of om de deeloplossing<strong>en</strong> neer te<br />
schrijv<strong>en</strong>.<br />
In het verl<strong>en</strong>gde van deze discussie rees daarom de<br />
vraag of het onderscheid tuss<strong>en</strong> aparte schal<strong>en</strong><br />
‘Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘Bewerking<strong>en</strong>/Cijfer<strong>en</strong>’ nog wel<br />
volgehoud<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong>? Is het vanuit de<br />
nieuwe onderwijspraktijk niet realistischer om leerling<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> stel opgav<strong>en</strong> voor te legg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> aan h<strong>en</strong><br />
zélf over te lat<strong>en</strong> hoe zij die will<strong>en</strong> uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>: uit<br />
het hoofd of op papier of e<strong>en</strong> handige combinatie<br />
van beide? Diverse Freud<strong>en</strong>thalers wild<strong>en</strong> ook de<br />
toetspraktijk nog verdergaand herzi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het realistische<br />
principe dat het niveau van de oplossingsstrategie<br />
ev<strong>en</strong> belangrijk of belangrijker is dan het<br />
gegev<strong>en</strong> antwoord, opnem<strong>en</strong> in de evaluatie<br />
(Tijdschrift voor nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het<br />
rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs, april 2000).<br />
Op de Panamaconfer<strong>en</strong>tie 1999 werd<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong><br />
zev<strong>en</strong>tal geselecteerde contextopgav<strong>en</strong> van het<br />
PPON-onderzoek geanalyseerd <strong>en</strong> ook hier war<strong>en</strong><br />
afweerreflex<strong>en</strong> <strong>en</strong> rationalisaties troef. Bij opgave X<br />
waarvoor de kinder<strong>en</strong> zwak scoord<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> we in<br />
het verslag bij deze opgave volg<strong>en</strong>de reactie:<br />
“En dan komt het bommetje. H. Meijer haalt de<br />
context<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> paar opgav<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adeloos onderuit.<br />
‘Vader’ (die schijnt erbij te hor<strong>en</strong> ter geruststelling<br />
van de kinder<strong>en</strong>) ‘legt tegelrij<strong>en</strong> van 23 tegels<br />
naast elkaar’. Hoe bed<strong>en</strong>kt hij het! Nou blijkt hij ook<br />
nog 621 tegels in voorraad te hebb<strong>en</strong>! Welke vader<br />
bewaart 621 tegels in zijn tuintje? Zo werkt dat toch<br />
niet in de realiteit. Als je tegels moet legg<strong>en</strong>, dan ga<br />
je eerst uitzoek<strong>en</strong> hoeveel tegels je nodig hebt <strong>en</strong><br />
dan ga je naar de bouwmarkt <strong>en</strong> dan die zomerprijs<br />
voor de gordijnstof! Welke winkelier bed<strong>en</strong>kt e<strong>en</strong><br />
prijs van 30,10 guld<strong>en</strong>? De c<strong>en</strong>trale vraag wordt nu:<br />
Waarom beginn<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> zonder meer te rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
aan zo’n onzinnige opgav<strong>en</strong>?“ (Tijdschrift voor<br />
nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs,<br />
dec. ’99, p. 6).<br />
8 Besluit<br />
De Freud<strong>en</strong>thalers verzwijg<strong>en</strong> anno 2008 de kritiek<br />
van weleer. Ze wekk<strong>en</strong> de indruk dat de huidige<br />
kritiek van rec<strong>en</strong>te datum is, vooral slaat op het verwaarloz<strong>en</strong><br />
van het klassieke cijfer<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechts door<br />
<strong>en</strong>kele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geformuleerd wordt. Met deze bijdrage<br />
toond<strong>en</strong> we aan dat ook al ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong><br />
in <strong>Nederland</strong> pertin<strong>en</strong>te kritiek op de FI-aanpak<br />
werd geformuleerd – ook door FI-sympathisant<strong>en</strong><br />
als Jo Neliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kees Buys.<br />
Het viel ons in 1999 ook op dat de kritiek<strong>en</strong> op de<br />
realistische aanpak die naar aanleiding van het<br />
PPON-onderzoek naar bov<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>, precies<br />
deze war<strong>en</strong> die wij al jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> formuleerd<strong>en</strong> in<br />
<strong>Onderwijs</strong>krant, Willem Bartj<strong>en</strong>s, PanamaPost,<br />
STOHO-publicatie van 1995, Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’<br />
(Wolters-Plantyn, 1998). De FI-kopstukk<strong>en</strong> wez<strong>en</strong><br />
echter elke kritiek af. Zelf schrev<strong>en</strong> we al in 1987 –<br />
21 jaar geled<strong>en</strong> – dat het constructivisme à la<br />
Freud<strong>en</strong>thal ge<strong>en</strong> alternatief bood voor de gangbare<br />
aanpak in Vlaander<strong>en</strong>. We propageerd<strong>en</strong> vanuit de<br />
Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding e<strong>en</strong> uitgebalanceerde<br />
visie, met veel aandacht voor de herwaardering van<br />
de beproefde waard<strong>en</strong>. In de hierop volg<strong>en</strong>de<br />
bijdrage diep<strong>en</strong> we deze thematiek verder uit.<br />
Jammer g<strong>en</strong>oeg stond<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers niet<br />
op<strong>en</strong> voor kritiek.<br />
Het feit dat FI-directeur Adri Treffers zich in 1999<br />
geroep<strong>en</strong> voelde om naar het brede publiek <strong>en</strong> de<br />
overheid toe de kritiek op de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />
aanpak af te wijz<strong>en</strong>, belette o.i. niet<br />
dat hij er zelf wel <strong>en</strong>igszins rek<strong>en</strong>ing mee hield. Zo<br />
gaf Treffers in de Tal-publicatie van 1999 tuss<strong>en</strong> de<br />
lijn<strong>en</strong> door toe dat het FI in het verled<strong>en</strong> al te weinig<br />
aandacht besteedde aan het automatiser<strong>en</strong>. FIkopstukk<strong>en</strong><br />
als Gravemeijer, ter Heege … war<strong>en</strong><br />
niet tot toegeving<strong>en</strong> bereid. Het is uitgerek<strong>en</strong>d<br />
Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer die nu onlangs het FI verliet.<br />
We wet<strong>en</strong> niet wat de red<strong>en</strong> is, maar wellicht krijgt<br />
de gematigde strekking nu meer kans om zich te<br />
lat<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>.<br />
28
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Inzet voor ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & leerplann<strong>en</strong> (1971-2008)<br />
& verzet teg<strong>en</strong> new math <strong>en</strong> constructivistic math<br />
Raf Feys & Pieter Van Biervliet<br />
1 Wiskunde bedreigt door extremisme<br />
1.1 Kruistocht teg<strong>en</strong> moderne wiskunde<br />
(1971-1995)<br />
Al meer dan 40 jaar is het vak wiskunde e<strong>en</strong> controversieel<br />
vak geword<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> we als stud<strong>en</strong>t in 1968<br />
in Leuv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zomercursus over moderne wiskunde<br />
volgd<strong>en</strong>, vernam<strong>en</strong> we al dat wiskunde(didactiek)<br />
e<strong>en</strong> controversiële aangeleg<strong>en</strong>heid was. De professor<strong>en</strong><br />
Holvoet <strong>en</strong> Vermandel maakt<strong>en</strong> ons wijs dat<br />
de klassieke wiskunde op lem<strong>en</strong> voet<strong>en</strong> stond <strong>en</strong><br />
totaal voorbijgestreefd was. Onze interesse was<br />
mede ingegev<strong>en</strong> door het feit dat we to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> scriptie<br />
maakt<strong>en</strong> over Jean Piaget, boegbeeld van de<br />
new math. Lang heeft ons geloof in de ‘moderne<br />
wiskunde’ niet geduurd. Vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />
merkt<strong>en</strong> we dat de beproefde waard<strong>en</strong> door de<br />
intrede van de ‘moderne wiskunde’ in de verdrukking<br />
geraakt<strong>en</strong> – ook in de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong>. Als<br />
doc<strong>en</strong>t op de Torhoutse Normaalschool bestred<strong>en</strong><br />
we de moderne wiskunde <strong>en</strong> we ijverd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
herwaardering <strong>en</strong> optimalisering van de beproefde<br />
waard<strong>en</strong>. Wie de c<strong>en</strong>trale toets<strong>en</strong> (kantonnale <strong>en</strong><br />
interdiocesane) uit die tijd bekijkt, beseft dat het<br />
niveau rond 1970 nog vrij hoog lag.<br />
Gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> kwarteeuw voerd<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> kruistocht<br />
teg<strong>en</strong> de ‘moderne wiskunde’. Op het VLOstartcolloquium<br />
van 1973 riep<strong>en</strong> we de vele aanwezig<strong>en</strong><br />
op om de ‘moderne wiskunde’ niet in te<br />
voer<strong>en</strong> in het lager onderwijs. In tal van publicaties<br />
voerd<strong>en</strong> we dan vanaf 1974 onze kruistocht met<br />
e<strong>en</strong> eerste bijdrage in Persoon <strong>en</strong> Geme<strong>en</strong>schap<br />
(1974) <strong>en</strong> spreekbeurt<strong>en</strong> her <strong>en</strong> der. We voeld<strong>en</strong><br />
ons lange tijd e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zame klokk<strong>en</strong>luider. Vanaf de<br />
publicatie ‘Moderne wiskunde: e<strong>en</strong> vlag op e<strong>en</strong><br />
modderschuit’ – <strong>Onderwijs</strong>krant april 1982 – <strong>en</strong> het<br />
wiskundecolloquium van 1983 begon het tij te ker<strong>en</strong>.<br />
Er versch<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> publicaties meer over de zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
van de new ma(d)th. Met de invoering van<br />
de eindterm<strong>en</strong> wiskunde (1995) <strong>en</strong> de nieuwe<br />
leerplann<strong>en</strong> (1998) werd de ’moderne wiskunde’<br />
volledig geschrapt in het basisonderwijs.<br />
Op het VLO-colloquium van 1973 <strong>en</strong> in de ‘Modderschuit’<br />
van 1982 formuleerd<strong>en</strong> we ons alternatief.<br />
Het kwam er o.i. op aan “de vele oerdegelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
uit het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> – die door de rage<br />
van de moderne wiskunde onder het stof war<strong>en</strong><br />
geraakt, weer op te delv<strong>en</strong> <strong>en</strong> om er waardevolle<br />
nieuwe elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan toe te voeg<strong>en</strong>” (p. 3). Verder<br />
schrev<strong>en</strong> we: “De vele verantwoordelijk<strong>en</strong> voor de<br />
nieuwe wiskunde k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de de oude<br />
wiskunde met haar vele mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> oerdegelijke<br />
methodiek<strong>en</strong>” (p. 37). We herhaald<strong>en</strong><br />
deze oproep tijd<strong>en</strong>s het wiskunde-colloquium van<br />
1983. We opteerd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige visie <strong>en</strong><br />
voor veelzijdige leerprocess<strong>en</strong>, b.v. zowel oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
memoriser<strong>en</strong> als conceptualisering <strong>en</strong> problem solving.<br />
In de leerplann<strong>en</strong>, de bijscholing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong><br />
ging vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig alle<br />
aandacht naar de moderne wiskunde. Vanuit de<br />
Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding startt<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> lange <strong>en</strong><br />
zelfs lev<strong>en</strong>sgevaarlijke kruistocht teg<strong>en</strong> de invoering<br />
van de ’moderne wiskunde’. We werkt<strong>en</strong> tegelijk<br />
aan de herwaardering <strong>en</strong> optimalisering van de<br />
klassieke waard<strong>en</strong>, o.a. via verspreiding van onze<br />
cursuss<strong>en</strong> vakdidactiek <strong>en</strong> via bijscholingssessies.<br />
E<strong>en</strong> klein voorbeeld. Onderwijzers 1 ste leerjaar<br />
ded<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig hun beklag over het feit<br />
dat ze niet langer meer de klassieke kwadraatbeeld<strong>en</strong><br />
als getalvoorstelling mocht<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.<br />
We dokterd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> methodiek uit voor het zinvol<br />
gebruik van kwadraatbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> toond<strong>en</strong> ook aan<br />
dat die getalvoorstelling<strong>en</strong> veel interessanter war<strong>en</strong> dan<br />
Cuis<strong>en</strong>aire-stav<strong>en</strong>, V<strong>en</strong>n-diagram-voorstelling<strong>en</strong>,<br />
rek<strong>en</strong>mannetje (Van Erp <strong>en</strong> Van Parrer<strong>en</strong>), dominobeeld<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>rek. We stell<strong>en</strong> met tevred<strong>en</strong>heid<br />
vast dat anno 2008 zo’n 90 % van de leerkracht<strong>en</strong><br />
weer de kwadraatbeeld<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ingevoerd.<br />
1.2 Strijd teg<strong>en</strong> constructivisme vanaf 1987<br />
Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig bestempelde het <strong>Nederland</strong>se<br />
Freud<strong>en</strong>thal Instituut (verder FI) die beproefde<br />
aanpakk<strong>en</strong> als ouderwets <strong>en</strong> louter mechanistisch.<br />
Zelf spann<strong>en</strong> we ons al meer dan dertig jaar in om<br />
die beproefde waard<strong>en</strong> in ere te herstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
verlev<strong>en</strong>dig<strong>en</strong>. Daarnaast propageerd<strong>en</strong> we nieuwe<br />
invalshoek<strong>en</strong> zoals de invoering van ruimtelijke<br />
oriëntatie in het nieuwe leerplan van 1998. Vernieuwing<br />
in continuïteit stond bij dit alles c<strong>en</strong>traal.<br />
29
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
In de late jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> bij het opstell<strong>en</strong> van de<br />
eindterm<strong>en</strong> (1993) <strong>en</strong> iets later van de nieuwe leerplann<strong>en</strong>,<br />
ging<strong>en</strong> er veel stemm<strong>en</strong> op om de<br />
‘moderne wiskunde’ te vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> ander<br />
extreem: de constructivistische wiskunde zoals die<br />
gepropageerd werd door het FI <strong>en</strong> door de Amerikaanse<br />
Standards. De voorstanders van de zgn.<br />
realistische <strong>en</strong> constructivistische aanpak beging<strong>en</strong><br />
precies dezelfde fout<strong>en</strong> als de voorstanders van de<br />
‘moderne wiskunde’ destijds. Ze steld<strong>en</strong> de beproefde<br />
waard<strong>en</strong> radicaal in vraag <strong>en</strong> wild<strong>en</strong> het extreem<br />
van de ‘hemelse’ (te abstracte) New <strong>Math</strong> vervang<strong>en</strong><br />
door de aardse teg<strong>en</strong>pool – de constructivistische<br />
wiskunde, waarbij de leerkracht al te lang blijft<br />
stek<strong>en</strong> in de realiteit (voor-wiskunde, context<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
alles uit de leerling<strong>en</strong> moet lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. De typisch<br />
wiskundige vakk<strong>en</strong>nis, het vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, de abstrahering <strong>en</strong> veralgem<strong>en</strong>ing war<strong>en</strong><br />
niet langer belangrijk, maar vooral het ler<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> het construer<strong>en</strong> (uitvind<strong>en</strong>) van eig<strong>en</strong><br />
begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Oerdegelijke leerprincipes<br />
war<strong>en</strong> ook plots ouderwets: gestructureerde<br />
<strong>en</strong> progressieve complicering, directe instructie,<br />
inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>… We<br />
voerd<strong>en</strong> vanaf de late jar<strong>en</strong> tachtig actie om de<br />
overschakeling op constructivistische/realistische<br />
wiskunde te voorkom<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> bijdrage van 1987<br />
wez<strong>en</strong> we al het constructivisme van Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong><br />
co af (zie punt 4). Aan de situatie in ons secundair<br />
onderwijs bested<strong>en</strong> we verderop e<strong>en</strong> aparte bijdrage.<br />
Onze publicaties <strong>en</strong> oproep<strong>en</strong> in <strong>Onderwijs</strong>krant <strong>en</strong><br />
elders war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t om de ‘New<br />
<strong>Math</strong>’ te bestrijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> om vanaf 1987 de overschakeling<br />
op constructivistische (realistische)<br />
wiskunde in het basisonderwijs te voorkom<strong>en</strong>.<br />
Actieve participatie aan het opstell<strong>en</strong> van de eindterm<strong>en</strong><br />
(1993) <strong>en</strong> de nieuwe leerplann<strong>en</strong> (1996)<br />
was ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s belangrijk. We slaagd<strong>en</strong> in het<br />
reducer<strong>en</strong> van de invloed van de constructivistische<br />
druk vanwege de DVO <strong>en</strong> vanwege e<strong>en</strong> aantal<br />
beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, vakdidactici, begeleiders <strong>en</strong> lerar<strong>en</strong>opleiders<br />
die dweept<strong>en</strong> met het FI. In de periode<br />
1993-1995 zorgd<strong>en</strong> we ook als mede-auteur voor<br />
e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gewicht voor de vele ‘realistische’ bijdrag<strong>en</strong><br />
van FI-medewerkers in de vierdelige boek<strong>en</strong>reeks<br />
Naar e<strong>en</strong> nieuwe rek<strong>en</strong>/wiskunde-didactiek voor de<br />
basisschool <strong>en</strong> de basiseducatie (Stoho, Acco-<br />
Leuv<strong>en</strong>). Vanaf 1998 publiceerd<strong>en</strong> we onze vakdidactische<br />
ideeën meer uitgebreid in 3 boek<strong>en</strong>:<br />
Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd, Met<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Meetkunde (Wolters Plantyn).<br />
1.3 Wiskunde-oorlog in <strong>Nederland</strong><br />
In e<strong>en</strong> brief schreef de <strong>Nederland</strong>se prof. van de<br />
Craats ons in februari 2008: “Ik b<strong>en</strong> blij dat Vlaander<strong>en</strong><br />
nog niet t<strong>en</strong> prooi is gevall<strong>en</strong> aan de <strong>Nederland</strong>se<br />
wiskunde-ell<strong>en</strong>de, ongetwijfeld mede dankzij uw<br />
inspanning<strong>en</strong>!” Die inspanning<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er nodig om<br />
e<strong>en</strong> tweede wiskunde-oorlog te voorkom<strong>en</strong>. Het<br />
verheugt ons dat prof. van de Craats <strong>en</strong> andere<br />
<strong>Nederland</strong>ers nu stell<strong>en</strong> dat <strong>Nederland</strong> zich best<br />
kan inspirer<strong>en</strong> aan de Vlaamse leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
methodes voor het basisonderwijs <strong>en</strong> aan onze<br />
publicaties. In het advies Foundations for success<br />
van het Amerikaanse ‘National mathematics advisory<br />
panel’ van maart 2008 lez<strong>en</strong> we ook dat het VSpanel<br />
zich inspireerde op de Vlaamse leerplann<strong>en</strong><br />
voor 6- à 14-jarig<strong>en</strong> – naast deze van Singapore,<br />
Japan… Onlangs heeft ook de commissie die in<br />
1989 de e<strong>en</strong>zijdige ‘Standards’ opstelde, deze<br />
gecorrigeerd in de richting die het ‘National Panel’<br />
adviseert. Ook vanuit Franstalig België is er de laatste<br />
tijd interesse voor onze leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpak (cf.<br />
studie van Nico Hirtt).<br />
2 Van Wiskobas-sympathisant<br />
naar FI-criticus<br />
2.1 Wiskobas-sympathisant<br />
De startperiode van het FI – de Wiskobasperiode<br />
van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig – zag er veelbelov<strong>en</strong>d uit. Het<br />
verlev<strong>en</strong>dig<strong>en</strong> van het klassieke rek<strong>en</strong>onderwijs<br />
stond c<strong>en</strong>traal. Dit was ook nog grot<strong>en</strong>deels het<br />
geval in de volumineuze Wiskobas-leerplanpublicatie<br />
van 1975 <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de erop volg<strong>en</strong>de<br />
jar<strong>en</strong>. We sympathiseerd<strong>en</strong> vooral ook met het feit<br />
dat de Wiskobassers afstand nam<strong>en</strong> van de opkom<strong>en</strong>de<br />
mode van het ‘zelfstandig’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
niveaurek<strong>en</strong><strong>en</strong> zoals dit bijvoorbeeld gestalte kreeg<br />
in de methode ‘Niveaucursus rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>en</strong> in de<br />
methodeschol<strong>en</strong>. Vanaf de start van het ‘Vernieuwd<br />
lager onderwijs’ in 1973 werd ook in Vlaander<strong>en</strong> het<br />
individueel <strong>en</strong> het niveau-ler<strong>en</strong> sterk gepromoot. En<br />
in de methodeschol<strong>en</strong> was dit nog meer het geval.<br />
Prof. Hans Freud<strong>en</strong>thal was ook e<strong>en</strong> belangrijke<br />
bondg<strong>en</strong>oot in onze strijd teg<strong>en</strong> de ‘moderne<br />
wiskunde’. Bij het begin van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />
steld<strong>en</strong> we met g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> vast dat de <strong>Nederland</strong>se<br />
inspectie <strong>en</strong> wat later ook Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> co zich<br />
verzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de intrede van ‘New <strong>Math</strong>’ in het<br />
lager onderwijs. Wiskobas wees net als wij de<br />
formele New <strong>Math</strong>-aanpak af <strong>en</strong> streefde naar e<strong>en</strong><br />
toepassingsgerichte <strong>en</strong> functionele b<strong>en</strong>adering van<br />
30
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
het rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. We beschouwd<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers als<br />
onze bondg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruikt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele Wiskobasbijdrag<strong>en</strong><br />
in de Torhoutse lerar<strong>en</strong>opleiding – vooral<br />
i.v.m. met<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruimtelijke oriëntatie.<br />
In 1983 nodigd<strong>en</strong> we Freud<strong>en</strong>thal uit als spreker op<br />
het grote wiskunde-colloquium over de toekomst<br />
van ons wiskundeonderwijs. Prof. Roger Holvoet <strong>en</strong><br />
inspecteur André Van Landeghem trad<strong>en</strong> op als<br />
verdedigers van de moderne wiskunde; Feys <strong>en</strong><br />
Freud<strong>en</strong>thal als teg<strong>en</strong>standers. Met de steun van<br />
Freud<strong>en</strong>thal slaagd<strong>en</strong> we erin de meeste deelnemers<br />
te overtuig<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> gesprek over de middag steld<strong>en</strong><br />
we wel vast dat Freud<strong>en</strong>thal veel minder waardering<br />
toonde voor het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
2.2 Stemmingmakerij teg<strong>en</strong><br />
beproefde waard<strong>en</strong><br />
Vooral vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig nam binn<strong>en</strong> het FI de<br />
stemmingmakerij teg<strong>en</strong> de beproefde inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
methodiek<strong>en</strong> sterk toe. De oude aanpak werd karikaturaal<br />
voorgesteld als ‘mechanistisch rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ (of<br />
cijfer<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de realistische/constructivistische aanpak<br />
van het FI zou de verlossing uit de ell<strong>en</strong>de<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> stelde het zelfs voor alsof het klassieke<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> niet beklijfde <strong>en</strong> na e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> totaal<br />
wegdeemsterde, omdat het ging om feit<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />
gedachteloos rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> niet om inzicht<strong>en</strong>.<br />
In die gematigde leerplanpublicatie van 1995 kreg<strong>en</strong><br />
we al e<strong>en</strong> voorsmaakje van de latere aberraties.<br />
Adri Treffers <strong>en</strong> co nam<strong>en</strong> voor het cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong><br />
plots radicaal afstand van de ess<strong>en</strong>tie van het<br />
cijfer<strong>en</strong> – het positioneel of kolomsgewijs splits<strong>en</strong><br />
van het deeltal in b.v. honderdtall<strong>en</strong>, ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Ze nam<strong>en</strong> ook afstand van e<strong>en</strong> daarbij<br />
hor<strong>en</strong>de splitsingscontext waarbij b.v. eerst de<br />
briefjes van 100 verdeeld word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan deze van<br />
10, <strong>en</strong>z. Treffers <strong>en</strong> co drong<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke<br />
context op van het g<strong>en</strong>re: ‘1128 soldat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
vervoerd word<strong>en</strong> met buss<strong>en</strong> die 36 zitplaats<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>. Hoeveel buss<strong>en</strong> zijn er nodig?’ Die context<br />
leidde de aandacht af van het positioneel splits<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dreef de leerling<strong>en</strong> in de richting van het herhaald<br />
aftrekk<strong>en</strong> van veelvoud<strong>en</strong> van de deler (b.v.<br />
10 x 36, 10 x 36, 5 x 36, 2 x 36…). De leerling<strong>en</strong><br />
moest<strong>en</strong> ook elk voor zich de grootte van de<br />
‘happ<strong>en</strong>’ bepal<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> langdradig soort hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op papier, op eig<strong>en</strong> constructie <strong>en</strong> tempo<br />
<strong>en</strong> in vele stapp<strong>en</strong> (happ<strong>en</strong>). Achteraf moet<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong>s de vele deelresultat<strong>en</strong><br />
optell<strong>en</strong> (10 + 10 + 5 + 2 …). Dit had o.i. niets meer met<br />
echt <strong>en</strong> handig cijfer<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> (zie ook p. 20 & 21).<br />
Enkele jar<strong>en</strong> later stelde Treffers deze omslachtige<br />
<strong>en</strong> onwiskundige aanpak voor als hét model van de<br />
realistische aanpak. De basisprincipes luidd<strong>en</strong> dan<br />
‘zelf construer<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> (informele) berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />
vanuit e<strong>en</strong> concrete (autobus)context’, het<br />
achteraf zelf <strong>en</strong> in groep ‘reflecter<strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong><br />
constructies <strong>en</strong> op deze van de medeleerling<strong>en</strong>, het<br />
progressief verkort<strong>en</strong> (schematiser<strong>en</strong>) van de omslachtige<br />
berek<strong>en</strong>ing (grotere happ<strong>en</strong>). De leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> procedure ontdekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> geleidelijk<br />
aan de omslachtige berek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> aanschouwelijke<br />
voorstelling verkort<strong>en</strong> (‘schematiser<strong>en</strong>’).<br />
Waarom ded<strong>en</strong> Treffers <strong>en</strong> co hier plots afstand van<br />
het ‘handige’ cijfer<strong>en</strong>? Waarom voerd<strong>en</strong> ze het oneconomische<br />
herhaald aftrekk<strong>en</strong> in? Waarom<br />
propageerd<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> buscontext die de leerling<strong>en</strong><br />
aanzet tot primitief herhaald aftrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
context die het kolomsgewijs cijfer<strong>en</strong> ondersteunt?<br />
In de geciteerde publicatie van 1995 werd nog<br />
erk<strong>en</strong>d dat ook het klassieke cijfer<strong>en</strong> ‘het inzicht<br />
bevordert <strong>en</strong> de cijfervaardigheid op e<strong>en</strong> hoog peil<br />
br<strong>en</strong>gt’ (p. 142), maar het droeg volg<strong>en</strong>s Treffers te<br />
weinig bij tot de zelfstandige constructie van eig<strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot de geleidelijke verkorting.<br />
In de context van de omslachtige berek<strong>en</strong>ingswijze<br />
werd progressieve schematisering (verkorting van<br />
berek<strong>en</strong>ing) achteraf e<strong>en</strong> noodzaak. Dit ‘realistische’<br />
principe verving volg<strong>en</strong>s de Freud<strong>en</strong>thalers<br />
het klassieke principe van de progressieve complicering<br />
– b.v. eerst cijfer<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>voudige getall<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> pas achteraf met moeilijke, eerst 75 – 20 <strong>en</strong> pas<br />
later 75 – 28. Enkele jar<strong>en</strong> later typeerd<strong>en</strong> Treffers<br />
<strong>en</strong> co het klassieke cijfer<strong>en</strong> als louter mechanistisch<br />
<strong>en</strong> inzichtsloos. En nog later werd eraan toegevoegd<br />
dat cijfer<strong>en</strong> zijn maatschappelijke functie totaal<br />
verlor<strong>en</strong> had.<br />
Naast het vaarwel zegg<strong>en</strong> aan het <strong>en</strong>ige <strong>en</strong> echte<br />
cijfer<strong>en</strong> in 1975, voerd<strong>en</strong> Treffers <strong>en</strong> co <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong><br />
later plots het zog<strong>en</strong>aamd kolomsgewijs hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
in vanaf het derde leerjaar. Nadat het positioneel<br />
<strong>en</strong> kolomsgewijs cijfer<strong>en</strong> in 1975 als te weinig<br />
inzichtelijk <strong>en</strong> ‘realistisch’ werd afgevoerd, werd e<strong>en</strong><br />
paar jaar later plots het kolomsgewijs werk<strong>en</strong> weer<br />
ingevoerd, maar nu als e<strong>en</strong> alternatieve vorm van<br />
hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> vanaf het derde leerjaar. Bij 215 – 28,<br />
moest m<strong>en</strong> dan al onmiddellijk als deeloplossing in<br />
de kolom van de honderdtall<strong>en</strong> 200 noter<strong>en</strong>, in de<br />
kolom van de ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> –10 (10 – 20) <strong>en</strong> –3 (5 – 8)<br />
in de kolom van de e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Het resultaat werd<br />
dan 200 – 10 – 3 = 187 (zie ook illustraties op<br />
pagina 20 <strong>en</strong> 21).<br />
31
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Eerst bestempelde Treffers het kolomsgewijs cijfer<strong>en</strong>d<br />
del<strong>en</strong> als mechanistisch <strong>en</strong> achteraf werd het<br />
kolomsgewijs hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> ingevoerd <strong>en</strong> dat werd<br />
dan wel als inzichtelijk bestempeld. We kond<strong>en</strong> de<br />
(on)logica van het FI niet volg<strong>en</strong>. Vlaamse leerkracht<strong>en</strong><br />
die ooit in e<strong>en</strong> methode met kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> of met het FI-cijfer<strong>en</strong> geconfronteerd<br />
werd<strong>en</strong>, steld<strong>en</strong> al vlug vast dat dit niet goed werkte.<br />
Bepaalde realistische methodes behield<strong>en</strong> ook het<br />
klassieke cijfer<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> nooit begrep<strong>en</strong> waarom<br />
die fantasierijke aanpakk<strong>en</strong> van Treffers <strong>en</strong> co in<br />
<strong>Nederland</strong> zo gretig ingang vond<strong>en</strong>.<br />
3 To<strong>en</strong>ame constructivisme sinds 1985<br />
Mede door het aantred<strong>en</strong> van nieuwe FI-medewerkers<br />
van de strekking Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer ging<br />
het FI sinds 1985 steeds meer de constructivistische<br />
toer op. En in de VS versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1989 de constructivistische<br />
’Standards’. De voorstanders van de<br />
moderne wiskunde spand<strong>en</strong> destijds Jean Piaget<br />
voor hun kar, <strong>en</strong> nu werd in de VS Paolo Freire het<br />
boegbeeld van de constructivistische b<strong>en</strong>adering op<br />
internationale wiskundecongress<strong>en</strong>. Wat later verwez<strong>en</strong><br />
de constructivist<strong>en</strong> ook naar Piaget. Zo werd<br />
Piaget eerst de patroon van de formalistische moderne<br />
wiskunde <strong>en</strong> 20 jaar later van de teg<strong>en</strong>pool –<br />
de constructivistische wiskunde. Raar maar waar.<br />
Goffree, Treffers <strong>en</strong> De Lange bestempeld<strong>en</strong> de<br />
constructivistische w<strong>en</strong>ding binn<strong>en</strong> het FI als de<br />
derde periode in de ontwikkeling van het realistische<br />
gedachtegoed. Ze werd volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> ook sterk beinvloed<br />
door de contact<strong>en</strong> met constructivist<strong>en</strong> als<br />
Cobb (Goffree, F., Treffers A. & J. De Lange (red.)<br />
Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> anno 2002, 1992, NRVWO.) De FI-aanpak<br />
werd constructivistischer – mede door het aantred<strong>en</strong><br />
van constructivist<strong>en</strong> als Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer (o.m.<br />
via contact<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Gravemeijer <strong>en</strong> Cobb) <strong>en</strong> door<br />
de rage van het constructivisme in de onderwijskunde.<br />
De gematigde strekking binn<strong>en</strong> het FI liet<br />
haar stem te weinig hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> belangrijke t<strong>en</strong>or<strong>en</strong><br />
ging<strong>en</strong> op p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>.<br />
Prof. Ko<strong>en</strong>o Gravemeijer beschreef in zijn oratie van<br />
2001 het constructivisme van het FI als volgt: “Het<br />
k<strong>en</strong>theoretisch uitgangspunt is hierbij dat alle k<strong>en</strong>nis<br />
waarover iemand beschikt door de individuele<br />
persoon zelf wordt geconstrueerd. K<strong>en</strong>nis is daarom<br />
uniek voor elke persoon. Je zou kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat<br />
iedere<strong>en</strong> zijn of haar eig<strong>en</strong> werkelijkheid maakt. In<br />
het realistisch wiskundeonderwijs wordt ernaar gestreefd<br />
de leerling<strong>en</strong> te begeleid<strong>en</strong> in het heruitvind<strong>en</strong><br />
van wiskunde. Het nieuwe ler<strong>en</strong> veronderstelt e<strong>en</strong><br />
andere rolverdeling tuss<strong>en</strong> leraar <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dan<br />
het traditionele rek<strong>en</strong>onderwijs. In het traditionele<br />
rek<strong>en</strong>onderwijs was het de taak van de leerling<strong>en</strong><br />
uit te vind<strong>en</strong> wat de leraar in zijn/haar hoofd had. In<br />
het nieuwe onderwijs moet de leraar prober<strong>en</strong> om<br />
erachter te kom<strong>en</strong> wat de leerling<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>”. Volg<strong>en</strong>s<br />
Gravemeijer vereiste de informatiemaatschappij nog<br />
meer creativiteit dan de wiskunde in toepassing<strong>en</strong> à<br />
la Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> in de realistische method<strong>en</strong>. De<br />
realistische visie moest constructivistischer word<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de leerkracht<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> constructivistischer te<br />
werk gaan. Nietteg<strong>en</strong>staande de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de kritiek<br />
poneerde Gravemeijer nog in 2007: “De grondslag<br />
(van de FI-aanpak) wordt gevormd door het socioconstructivistische<br />
uitgangspunt dat de leerling<strong>en</strong><br />
hun eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis construer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de beïnvloeding<br />
hiervan door het onderwijs slechts indirect kan<br />
plaatsvind<strong>en</strong> (Ontwikkelingsonderzoek als methode<br />
voor onderzoek rond innovatieve leergang<strong>en</strong>, 2007,<br />
Pedag. Studiën, (84), pag. 331).<br />
De Amerikaanse prof. G. Quirk typeerde de visie van<br />
de constructivist<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de Amerikaanse Standards<br />
als volgt: “De constructivist<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Standards<br />
vind<strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> behoorlijke dosis<br />
wiskundige k<strong>en</strong>nis niet belangrijk. Ze gelov<strong>en</strong> verder<br />
dat het mogelijk is e<strong>en</strong> duidelijk onderscheid te<br />
mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>k- <strong>en</strong> probleemoplossingsvaardighed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> anderzijds het step-bystep<br />
process of building a remembered knowledge<br />
base of specific math facts and skills”. … “De constructivist<strong>en</strong><br />
gelov<strong>en</strong> bijgevolg ook niet in het belang<br />
van het vooraf specifiër<strong>en</strong> van wat de leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Dit leidt ertoe dat ze veel te weinig<br />
aandacht hebb<strong>en</strong> voor de specifieke inhoudelijke<br />
doel<strong>en</strong>, voor duidelijke leerplann<strong>en</strong>, voor de traditionele<br />
methodiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het toets<strong>en</strong> van de<br />
concrete leerresultat<strong>en</strong>”, aldus Quirk (http://www.<br />
wgquirk.com/key.html).<br />
4 1987: kritiek op FI & constructivisme<br />
Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig nam dus de stemmingmakerij<br />
teg<strong>en</strong> het klassieke rek<strong>en</strong>onderwijs toe – zowel op<br />
het niveau van het basis – als van het voortgezet<br />
onderwijs. Klassieke aanpakk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> als ‘mechanistisch’<br />
<strong>en</strong> geestdod<strong>en</strong>d bestempeld. Nieuwe,<br />
fantasierijke <strong>en</strong> zelfs onlogische aanpakk<strong>en</strong> (bijv.<br />
van het cijfer<strong>en</strong>) werd<strong>en</strong> de hemel in geprez<strong>en</strong>. De<br />
nieuwe ‘realistische wiskunde’ zou komaf mak<strong>en</strong><br />
met de oude ‘mechanistische’ wiskunde uit het<br />
verled<strong>en</strong>. Sinds 1987 hebb<strong>en</strong> we steeds meer bijdrag<strong>en</strong><br />
gewijd aan de e<strong>en</strong>zijdigheid van de FIaanpak<br />
<strong>en</strong> dit nietteg<strong>en</strong>staande onze sympathie<br />
32
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
voor bepaalde frisse ideeën – b.v. inzake met<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ruimtelijke oriëntatie. In het nieuwe leerplan van<br />
1998 hebb<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele van die ideeën dan ook<br />
overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
In 1987 steld<strong>en</strong> we – sam<strong>en</strong> met de G<strong>en</strong>tse prof.<br />
Leo Apostel – dat de visie van Freud<strong>en</strong>thal ge<strong>en</strong><br />
alternatief bood voor de ‘moderne wiskunde’.<br />
Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> co zag<strong>en</strong> het wiskunde-ler<strong>en</strong> o.i. al<br />
te e<strong>en</strong>zijdig als e<strong>en</strong> constructie van individuele leerling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> al te weinig als verwerving van e<strong>en</strong> cultuurproduct,<br />
gericht op economischer <strong>en</strong> efficiënter<br />
handel<strong>en</strong>. Freud<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> zijn medewerkers onderschatt<strong>en</strong><br />
het socio-cultureel karakter van de wiskunde<br />
als vakdiscipline, het aspect ‘cultuuroverdracht’ <strong>en</strong><br />
de maatschappelijke waarde (R. Feys, ‘Nationaal<br />
plan voor het wiskunde onderwijs’ <strong>Onderwijs</strong>krant<br />
nr. 48, juli 1987). Ook op het niveau van het secundair<br />
onderwijs bleek dat het FI al te weinig waardering<br />
toonde voor de klassieke waard<strong>en</strong>.<br />
De constructivistische visie van boegbeeld Freud<strong>en</strong>thal,<br />
maar ev<strong>en</strong>zeer zijn bevlog<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> betweterij<br />
<strong>en</strong> zijn aversie voor alles wat te mak<strong>en</strong> had met<br />
leerpsychologie, leidd<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>zijdige opvatting<strong>en</strong>.<br />
Freud<strong>en</strong>thal was hierbij beïnvloed door zijn leermeester<br />
Brouwer <strong>en</strong> door P.M. Van Hiele. De leerling<strong>en</strong><br />
moest<strong>en</strong> de wiskunde heruitvind<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Freud<strong>en</strong>thal sprak in 1976 zelfs de w<strong>en</strong>s uit dat het<br />
vak wiskunde rond 2000 als zelfstandig leerdomein<br />
zou verdwijn<strong>en</strong>. Wiskunde zou dan als ‘Sachrechn<strong>en</strong>’<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn binn<strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong> in<br />
leerdomein<strong>en</strong> als wereldoriëntatie, fysica e.d. Op<br />
bijscholing<strong>en</strong> confronteerde Freud<strong>en</strong>thal de deelnemers<br />
graag met realistische ‘vuurtor<strong>en</strong>wiskunde’<br />
waarbij ze method<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> om bijvoorbeeld<br />
de hoogte van e<strong>en</strong> vuur- of watertor<strong>en</strong> te<br />
achterhal<strong>en</strong>. Van Hiele schreef al in 1957 in zijn<br />
proefschrift dat de klassieke rek<strong>en</strong>vaardigheid totaal<br />
voorbijgestreefd was.<br />
Op het grote wiskunde-colloquium van 1983 in het<br />
Brussels Congress<strong>en</strong>paleis steunde Freud<strong>en</strong>thal<br />
ons in de strijd teg<strong>en</strong> de moderne wiskunde. In e<strong>en</strong><br />
persoonlijk gesprek over de middag merkt<strong>en</strong> we wel<br />
dat hij weinig interesse toonde voor de beproefde<br />
waard<strong>en</strong>. Freud<strong>en</strong>thal zelf heeft op hoge leeftijd ooit<br />
teleurgesteld bek<strong>en</strong>d: ‘To<strong>en</strong> ik begon met realistisch<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, kond<strong>en</strong> basisscholier<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar optell<strong>en</strong>,<br />
aftrekk<strong>en</strong>, verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong>. Erna kond<strong>en</strong><br />
ze zelfs dat niet meer’, aldus Freud<strong>en</strong>thal.<br />
5 Kritiek in ‘Panama-Post’: 1990-93<br />
5.1 Inleiding<br />
We formuleerd<strong>en</strong> vanaf 1987 veel kritiek op de<br />
aanpak van het FI <strong>en</strong> op de Amerikaanse<br />
‘Standards’ in <strong>Onderwijs</strong>krant <strong>en</strong> in <strong>Nederland</strong>se<br />
tijdschrift<strong>en</strong>. We probeerd<strong>en</strong> aldus ook te voorkom<strong>en</strong><br />
dat de Vlaamse eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de nieuwe<br />
leerplann<strong>en</strong> die strekking zoud<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong>. Dit<br />
gevaar was reëel. De DVO, de VLOR, e<strong>en</strong> aantal<br />
onderwijskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleiders propageerd<strong>en</strong><br />
voluit het constructivisme <strong>en</strong> de compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />
aanpak – ook voor het rek<strong>en</strong>onderwijs. E<strong>en</strong> aantal<br />
normaalschooldoc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wiskunde zocht<strong>en</strong> in die tijd<br />
aansluiting bij het FI-gedachtegoed. Ook Luc<br />
Heyerick, directeur Pedagogisch C<strong>en</strong>trum G<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />
leerplanvoorzitter OVSG, opteerde voor de FI-aanpak.<br />
In het kader van de coöperatie stimuleerde ons<br />
ministerie de uitvoer van het ‘realistisch wiskundeonderwijs<br />
naar Cuba. Na e<strong>en</strong> lange kruistocht teg<strong>en</strong><br />
de moderne wiskunde, stond<strong>en</strong> we nu voor e<strong>en</strong><br />
nieuwe uitdaging.<br />
5.2 Kritische bijdrag<strong>en</strong> in ‘Panama-Post’<br />
(1990 <strong>en</strong> 1993)<br />
Via bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> oproep<strong>en</strong> in <strong>Onderwijs</strong>krant, maar<br />
ook in Panama-Post <strong>en</strong> Willem Bartj<strong>en</strong>s confronteerd<strong>en</strong><br />
we onze visie met deze van de Freud<strong>en</strong>thalers.<br />
We wild<strong>en</strong> aldus e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> debat uitlokk<strong>en</strong>.<br />
We hoopt<strong>en</strong> in 1988 nog dat het FI zijn polariser<strong>en</strong>de<br />
opstelling binn<strong>en</strong> het didactisch kracht<strong>en</strong>veld zou<br />
verlat<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> <strong>Onderwijs</strong>krantartikel van 1988 over<br />
het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot 20 poneerd<strong>en</strong> we dat het ‘realistisch<br />
wiskundeonderwijs’ veel te vlug de oude waard<strong>en</strong><br />
opzij schoof <strong>en</strong> e<strong>en</strong> karikatuur maakte van het<br />
‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong> van opa’ met veel aandacht voor het gestandaardiseerd<br />
<strong>en</strong> vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het FI-tijdschrift<br />
‘Panama-Post’ nam in juni 1990 deze bijdrage over.<br />
We schrev<strong>en</strong> er o.a. dat “de Wiskobas-groep (FI) te<br />
weinig aandacht besteedde aan alles wat te mak<strong>en</strong><br />
had met vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> met parate k<strong>en</strong>nis” <strong>en</strong><br />
dat dit jammer g<strong>en</strong>oeg ook het geval was in de<br />
nieuwe realistische method<strong>en</strong>. We steld<strong>en</strong> ook dat<br />
het bijbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van inzicht à la FI niet zomaar tot<br />
automatiser<strong>en</strong> leidde. We illustreerd<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />
het belang van geautomatiseerde rek<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong><br />
aan de hand van het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot 20 (Oerdegelijke<br />
kwadraatbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> modieuze rek<strong>en</strong>mannetjes,<br />
Panama-Post, juni 1990). Er kwam ge<strong>en</strong> reactie<br />
vanwege de Freud<strong>en</strong>thalers. De orthopedagoog<br />
Osinga reageerde wel positief <strong>en</strong> opteerde ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
voor e<strong>en</strong> meer gestructureerde b<strong>en</strong>adering<br />
33
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
van de rek<strong>en</strong>vaardigheid met meer aandacht voor<br />
automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>. De propagandist<strong>en</strong><br />
van het rek<strong>en</strong>mannetje – mevrouw Jos Van Erp <strong>en</strong><br />
haar nieuwe (rek<strong>en</strong>)man prof. Van Parrer<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />
wel niet gelukkig met de kritiek op hun ‘rek<strong>en</strong>mannetje’<br />
als getalbeeld. We reageerd<strong>en</strong> op ‘het<br />
rek<strong>en</strong>mannetje’ omdat we merkt<strong>en</strong> dat deze gekunstelde<br />
getalvoorstelling ook in Vlaander<strong>en</strong> verspreid<br />
werd via de revalidatiec<strong>en</strong>tra, het buit<strong>en</strong>gewoon<br />
onderwijs e.d.<br />
Vanuit onze bezorgdheid omtr<strong>en</strong>t het gebrek aan<br />
structuur binn<strong>en</strong> het ‘realistisch’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> publiceerd<strong>en</strong><br />
we in 1993 e<strong>en</strong> langere bijdrage in ‘Panama-<br />
Post’ onder de sprek<strong>en</strong>de titel ‘Laat het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot<br />
100 niet in het honderd lop<strong>en</strong>’ (Tijdschrift voor<br />
nascholing <strong>en</strong> onderzoek van het rek<strong>en</strong>-wiskundeonderwijs,<br />
jg. 11, 1993, nr. 3, p. 3-16). Hierop werd<br />
in het volg<strong>en</strong>d nummer afwijz<strong>en</strong>d gereageerd door<br />
Adri Treffers. De FI-directeur schreef dat onze aanpak<br />
meer aansloot bij de ‘traditionele ‘realistische visie,<br />
maar minder bij de rec<strong>en</strong>te, de meer constructivistische,<br />
“die meer de klemtoon legt op de zelfontdekk<strong>en</strong>de<br />
b<strong>en</strong>adering, de informele (eig<strong>en</strong>) berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> constructies van de individuele leerling”.<br />
Volg<strong>en</strong>s Treffers mocht m<strong>en</strong> “vanuit het realistisch<br />
wiskundeonderwijs nieuwe stijl de leerling<strong>en</strong><br />
zeker niet oplegg<strong>en</strong> hoe ze bijvoorbeeld aftrekking<strong>en</strong><br />
op het rek<strong>en</strong>rek of de getall<strong>en</strong>lijn moest<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.”<br />
Voor gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> was niet<br />
langer ruimte meer. Wij opteerd<strong>en</strong> voor het start<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijze; pas<br />
later wordt dan ‘flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ ingebouwd.<br />
‘Flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ is overig<strong>en</strong>s mede gebaseerd op<br />
de voork<strong>en</strong>nis van vlotte berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>: – 39 als<br />
– 40 <strong>en</strong> + 1 omdat – 40 vlot kan berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>.<br />
Onze vakdidactische boek<strong>en</strong> <strong>en</strong> onze wiskundeartikels<br />
werd<strong>en</strong> voortaan ook doodgezweg<strong>en</strong> in de<br />
FI-publicaties.<br />
We kreg<strong>en</strong> wel in hetzelfde nummer van Panama-<br />
Post de steun van prof. M. Beishuiz<strong>en</strong> (Leid<strong>en</strong>) die<br />
de ‘realistische voorkeur om te start<strong>en</strong> met ‘gevarieerde’<br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> afwees, <strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met<br />
ons koos voor het eerst aanbied<strong>en</strong> van gestandaardiseerde<br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> die makkelijk geautomatiseerd<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. We ontving<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong><br />
lov<strong>en</strong>de reactie vanwege het C<strong>en</strong>trum voor Educatieve<br />
Di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing (CED) van Rotterdam. J. de<br />
With (CED) schreef ons: “Met grote belangstelling<br />
hebb<strong>en</strong> we bij het verschijn<strong>en</strong> van het artikel ‘Laat<br />
het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd niet in het honderd lop<strong>en</strong>’<br />
k<strong>en</strong>nis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van uw visie. De red<strong>en</strong> van deze<br />
belangstelling was <strong>en</strong> is, dat wij op dit mom<strong>en</strong>t<br />
binn<strong>en</strong> het CED bezig war<strong>en</strong> met het ontwikkel<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>methode voor kinder<strong>en</strong> met rek<strong>en</strong>problem<strong>en</strong>.<br />
Ook wij gaan er bijvoorbeeld van uit dat<br />
het ontbrek<strong>en</strong> van de automatisering tot ti<strong>en</strong>, de basis<br />
is van ernstige rek<strong>en</strong>problem<strong>en</strong>. We zijn het verder<br />
e<strong>en</strong>s met stelling<strong>en</strong> als: “Voor het vlot berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
automatiser<strong>en</strong> opter<strong>en</strong> we voor e<strong>en</strong> sobere aanpak,<br />
wars van overbodige <strong>en</strong> omslachtige franjes. Het<br />
inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van deelstapp<strong>en</strong> is belangrijk. Leermiddel<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> visualisering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong><br />
goed gestructureerd zijn <strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st staan van de<br />
overgang naar het m<strong>en</strong>taal <strong>en</strong> verkort uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>.”<br />
We beschrev<strong>en</strong> onze kritiek op de FI-aanpak <strong>en</strong><br />
onze eig<strong>en</strong> aanpak heel uitvoerig in ons boek<br />
‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’ (Wolters-Plantyn, 1998). In dit<br />
boek ton<strong>en</strong> we ook aan dat de ‘realistische’ theorie<br />
ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing hield met de cognitieve architectuur<br />
<strong>en</strong> met geheug<strong>en</strong>belastingstheorie (John Sweller).<br />
Stapsgewijs werk<strong>en</strong> via het oerdegelijke principe<br />
van de progressieve complicering was uit d<strong>en</strong> boze<br />
(zie ook uitleg hierover op pagina 9). Voor e<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>vatting van onze veelzijdige kritiek in<br />
‘Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd’ verwijz<strong>en</strong> we naar de bijlage<br />
bij dit artikel.<br />
6 Strijd binn<strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>- <strong>en</strong> leerplan<br />
commissie: 1993-1996<br />
6.1 Inleiding<br />
To<strong>en</strong> rond 1990 duidelijk werd dat de ‘moderne<br />
wiskunde’ weer opgedoekt zou word<strong>en</strong>, was de vraag<br />
welke richting we uit moest<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> lange kruistocht<br />
teg<strong>en</strong> de new math war<strong>en</strong> de beproefde<br />
waard<strong>en</strong> ondergesneeuwd geraakt. We werd<strong>en</strong><br />
mete<strong>en</strong> ook geconfronteerd met e<strong>en</strong> nieuwe bedreiging<br />
van de beproefde waard<strong>en</strong>, met het oprukk<strong>en</strong>de<br />
constructivisme dat ook sterk het vak wiskunde<br />
beïnvloedde. Het ‘realistisch wiskundeonderwijs’ van<br />
het FI <strong>en</strong> de constructivistische ‘Standards’ schov<strong>en</strong> al<br />
te vlug de oude waard<strong>en</strong> opzij, <strong>en</strong> ze hing<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
karikatuur op van het ‘klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’.<br />
Ook in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> op onze lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong><br />
nam de sympathie voor het constructivistisch gedachtegoed<br />
<strong>en</strong> voor de aanpak van het FI <strong>en</strong> van de<br />
‘Standards’ toe. Tijd<strong>en</strong>s de eerste vergadering van<br />
de commissie eindterm<strong>en</strong> in 1992 was dit duidelijk<br />
voelbaar – vooral ook bij de verteg<strong>en</strong>woordigers van<br />
de universiteit.<br />
Via actieve betrokk<strong>en</strong>heid bij het opstell<strong>en</strong> van de<br />
eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> van het leerplan (VVKaBaO), ded<strong>en</strong><br />
34
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
we ons best om de oerdegelijke waard<strong>en</strong> van onze<br />
Vlaamse traditie te herwaarder<strong>en</strong> <strong>en</strong> om de nefaste<br />
constructivistische aanpakk<strong>en</strong> te bestrijd<strong>en</strong>. Op die<br />
manier slaagd<strong>en</strong> we erin weerstand te bied<strong>en</strong> aan<br />
de nieuwe wiskundige hypes <strong>en</strong> de extreme kant<strong>en</strong><br />
van het realistisch wiskundeonderwijs uit te bann<strong>en</strong>.<br />
6.2 Strijd binn<strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong>commissie<br />
In 1992 werd<strong>en</strong> we lid van de commissie ‘Eindterm<strong>en</strong><br />
wiskunde’ <strong>en</strong> in 1995 van de leerplancommissie.<br />
Binn<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong>commissie stond<strong>en</strong> bepaalde<br />
led<strong>en</strong> vrij positief t.o.v. het constructivisme van het<br />
FI <strong>en</strong> van de Amerikaanse ‘Standards’. Zo zwaaid<strong>en</strong><br />
prof. Gilberte Schuyt<strong>en</strong> (RUG<strong>en</strong>t) e.a. met de constructivitische<br />
Standards <strong>en</strong> met de stelling dat het<br />
bij wiskunde niet gaat om knowing mathematics,<br />
maar om doing mathematics (wiskunde do<strong>en</strong>!). E<strong>en</strong><br />
belangrijke passage uit de begeleid<strong>en</strong>de tekst bij de<br />
(ontwerp)eindterm<strong>en</strong> verwijst expliciet naar deze<br />
controverse: “Sommige didactici nem<strong>en</strong> het standpunt<br />
in van constructivistisch/zelfontdekk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>.<br />
Ander<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> meer voor e<strong>en</strong> geleid-ontdekk<strong>en</strong>de<br />
b<strong>en</strong>adering. Dit betek<strong>en</strong>t dat volg<strong>en</strong>s de laatst<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nis deels wordt aangereikt, de kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
niet alles zelf ontdekk<strong>en</strong>, maar toch wordt er ook<br />
d<strong>en</strong>k(activiteit) van h<strong>en</strong> verondersteld. De leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> actief meed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanuit aangereikte<br />
perspectiev<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> ‘verder d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’. Ook vanuit de vrees<br />
dat het ‘zelf ontdekk<strong>en</strong>’ slechts weggelegd is voor<br />
de verstandigste kinder<strong>en</strong>, pleit<strong>en</strong> deze didactici<br />
voor meer structurering <strong>en</strong> voor het voldo<strong>en</strong>de<br />
inoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> automatiser<strong>en</strong> van actief verworv<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>….”.<br />
We hadd<strong>en</strong> zelf sterk aangedrong<strong>en</strong> op inlassing van<br />
deze passage – mede omdat we wist<strong>en</strong> dat de DVOkopstukk<strong>en</strong><br />
volop het constructivisme propageerd<strong>en</strong>.<br />
De constructivist<strong>en</strong> slaagd<strong>en</strong> erin om volg<strong>en</strong>de<br />
passage te lat<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>: “Om leerling<strong>en</strong> zelfredzaam<br />
te mak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de evoluer<strong>en</strong>de maatschappij zal<br />
voor het leergebied wiskunde <strong>en</strong> op het niveau van<br />
de lagere school de nadruk kom<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong> op het<br />
ontwikkel<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij<br />
het oploss<strong>en</strong> van (nieuwe) problem<strong>en</strong> eerder dan op<br />
e<strong>en</strong> vaststaand k<strong>en</strong>nispakket.” Aldus werd binn<strong>en</strong><br />
de werkgroep e<strong>en</strong> vergelijk bereikt <strong>en</strong> werd voor de<br />
lezer duidelijk dat er in Vlaander<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus<br />
omtr<strong>en</strong>t de methodiek bestond.<br />
We zorgd<strong>en</strong> er verder wel voor dat in de lijst van<br />
concrete eindterm<strong>en</strong> de invloed van de constructivistische<br />
wiskunde relatief beperkt bleef <strong>en</strong> dat er<br />
toch e<strong>en</strong> ‘vaststaand <strong>en</strong> vrij omvangrijk k<strong>en</strong>nispakket’<br />
werd opgelegd – ook al is dit in strijd met de<br />
constructivistische uitgangspunt<strong>en</strong> van ‘doing<br />
mathematics’. In teg<strong>en</strong>stelling met de <strong>Nederland</strong>se<br />
eindterm<strong>en</strong>, de Waalse ‘socles de compét<strong>en</strong>ces’<br />
werd<strong>en</strong> de wiskundige leerinhoud<strong>en</strong> duidelijker <strong>en</strong><br />
omvangrijker uitgetek<strong>en</strong>d, veel concreter ook dan in de<br />
eindterm<strong>en</strong> <strong>Nederland</strong>s, Frans <strong>en</strong> Wereldoriëntatie.<br />
We ging<strong>en</strong> ook niet in op het voorstel van de DVOdirecteur<br />
om de leerstof i.v.m. breuk<strong>en</strong> te schrapp<strong>en</strong>.<br />
We betreur<strong>en</strong> dat de DVO-directeur Roger Standaert<br />
<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> achteraf beweerd<strong>en</strong> dat ook bij de<br />
opstelling van de ‘eindterm<strong>en</strong>’ wiskunde vertrokk<strong>en</strong><br />
werd vanuit de constructivistische <strong>en</strong> ‘realistische’<br />
filosofie.<br />
Op e<strong>en</strong> aantal vlakk<strong>en</strong> verloor onze strekking wel<br />
het pleit, maar bij de latere opstelling van het leerplan<br />
kond<strong>en</strong> we veel zak<strong>en</strong> weer rechtzett<strong>en</strong>. Enkele<br />
voorbeeld<strong>en</strong>. De belangrijke klassieke tweedeling<br />
tuss<strong>en</strong> ‘gestandaardiseerd’ <strong>en</strong> ‘flexibel’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
werd uit onze ontwerptekst voor de bewerking<strong>en</strong><br />
geschrapt. De constructivist<strong>en</strong> <strong>en</strong> Freud<strong>en</strong>thalers<br />
hebb<strong>en</strong> weinig waardering voor gestandaardiseerde<br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> dwep<strong>en</strong> met de term ‘handig’<br />
of ‘gevarieerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In onze ontwerptekst wild<strong>en</strong><br />
we met de tweedeling ‘gestandaardiseerd’ <strong>en</strong><br />
‘flexibel’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> duidelijk mak<strong>en</strong> dat we aanslot<strong>en</strong><br />
bij de klassieke aanpak <strong>en</strong> niet bij deze van het FI.<br />
Vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd berek<strong>en</strong><strong>en</strong> bleef voor<br />
ons e<strong>en</strong> belangrijke eindterm.<br />
In het leerplan (VVKaBaO) hebb<strong>en</strong> we het onderscheid<br />
tuss<strong>en</strong> gestandaardiseerd <strong>en</strong> flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
weer ingevoerd. Ook de parate k<strong>en</strong>nis van de meest<br />
elem<strong>en</strong>taire formules voor de berek<strong>en</strong>ing van<br />
oppervlakte <strong>en</strong> inhoud werd<strong>en</strong> na lange discussie<br />
als eindterm<strong>en</strong> geschrapt. Die parate k<strong>en</strong>nis was<br />
volg<strong>en</strong>s de constructivist<strong>en</strong> nadelig voor het inzicht.<br />
Over het belang van de ‘regel van drieën’ <strong>en</strong> de<br />
‘traditionele vraagstukk<strong>en</strong>’ was er zelfs ge<strong>en</strong> discussie<br />
mogelijk. Er mocht<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> (klassieke) eindterm<strong>en</strong><br />
voor vraagstukk<strong>en</strong> (over bruto, tarra, netto; m<strong>en</strong>gsels;<br />
ongelijke verdeling<strong>en</strong> …) geformuleerd word<strong>en</strong><br />
“omdat het opsomm<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beperkt aantal context<strong>en</strong><br />
moeilijk ver<strong>en</strong>igbaar is met het nastrev<strong>en</strong> van<br />
wiskundeonderwijs waarin de band met de realiteit<br />
c<strong>en</strong>traal staat”. De term ‘vraagstukk<strong>en</strong>’ was voor<br />
e<strong>en</strong> aantal commissieled<strong>en</strong> ook niet langer aanvaardbaar<br />
omdat deze term connotaties naar het<br />
klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> opriep. Ook de term ‘met<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ sneuvelde <strong>en</strong> werd vervang<strong>en</strong> door de<br />
modieuze, maar beperk<strong>en</strong>de FI-term ‘met<strong>en</strong>’.<br />
35
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
6.3 Strijd binn<strong>en</strong> leerplancommissie<br />
In de context van de opstelling van nieuwe leerplann<strong>en</strong><br />
formuleerd<strong>en</strong> we onze vrees <strong>en</strong> onze<br />
bezwar<strong>en</strong> i.v.m. de mogelijke invloed van het constructivisme<br />
<strong>en</strong> de FI-aanpak – o.a. in de bijdrage<br />
<strong>Math</strong>ematics: warming up and warning in O.Kr. nr.<br />
90. Bij de uitwerking van de nieuwe leerplann<strong>en</strong><br />
(1995-1998) werd<strong>en</strong> we geconfronteerd met ‘constructivistische’<br />
(ontwerp)tekst<strong>en</strong> waarin al te veel<br />
afstand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd van het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
We werkt<strong>en</strong> int<strong>en</strong>s mee aan het opstell<strong>en</strong> van het<br />
leerplan (VVKaBaO) <strong>en</strong> slaagd<strong>en</strong> erin de constructivistische<br />
refreintjes grot<strong>en</strong>deels uit te bann<strong>en</strong>. Ter<br />
illustratie citer<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> constructivistische<br />
sneuveltekst: “Het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong><br />
vanuit context<strong>en</strong> moet voortaan c<strong>en</strong>traal staan. De<br />
leraar kan ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis, inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong><br />
aanler<strong>en</strong>, maar stimuleert <strong>en</strong>kel constructieve leerprocess<strong>en</strong>.<br />
Gestandaardiseerde <strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>de methodiek<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> procedures moet<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Informele <strong>en</strong> intuïtieve berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>traal staan.”<br />
We reageerd<strong>en</strong> uitvoerig op bov<strong>en</strong>staande ontwerppassage.<br />
We steld<strong>en</strong> in onze schriftelijke reactie<br />
voor om veel meer aan te sluit<strong>en</strong> bij de sterke<br />
kant<strong>en</strong> van de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek die dreigd<strong>en</strong><br />
verlor<strong>en</strong> te gaan door het intermezzo van de<br />
‘moderne wiskunde’, de visie van het FI <strong>en</strong> de opkomst<br />
van het constructivisme. In het uiteindelijke<br />
leerplan komt de term ‘constructivisme’ ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
keer voor. We slaagd<strong>en</strong> erin om e<strong>en</strong> stevig pakket<br />
leerinhoud<strong>en</strong> duidelijk te omschrijv<strong>en</strong>, om de tweedeling<br />
gestandaardiseerd versus flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in<br />
te voer<strong>en</strong> i.p.v. de verwarr<strong>en</strong>de FI-term<strong>en</strong> als<br />
‘handig’ of ‘gevarieerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’, om meer aandacht<br />
te vrag<strong>en</strong> voor het automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> vastzett<strong>en</strong> van<br />
de k<strong>en</strong>nis, om terug e<strong>en</strong> aantal formules voor de<br />
berek<strong>en</strong>ing van oppervlakte <strong>en</strong> inhoud op te nem<strong>en</strong>.<br />
We voerd<strong>en</strong> de dubbele term ‘met<strong>en</strong> én met<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ in om duidelijk te mak<strong>en</strong> dat we in teg<strong>en</strong>stelling<br />
met de Freud<strong>en</strong>thalers <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong>,<br />
ook veel belang hecht<strong>en</strong> aan het klassieke met<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
In het hoofdstuk over de methodiek koz<strong>en</strong> we voor<br />
gevarieerde werkvorm<strong>en</strong> naargelang van het onderwerp<br />
<strong>en</strong> de fase in de verwerving. Zelf vind<strong>en</strong> we<br />
overig<strong>en</strong>s dat e<strong>en</strong> leerplan ge<strong>en</strong> stellige uitsprak<strong>en</strong><br />
over de methodiek mag bevatt<strong>en</strong>; maar de overheid<br />
wou ook aanwijzing<strong>en</strong> voor de methodiek <strong>en</strong><br />
evaluatie. We start<strong>en</strong> het methodiek-hoofdstuk als<br />
volgt: “In het wiskundeonderwijs moet<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />
veel soort<strong>en</strong> wiskundige k<strong>en</strong>nis, inzicht<strong>en</strong>, vaardighed<strong>en</strong>,<br />
strategieën <strong>en</strong> attitudes verwerv<strong>en</strong>. … Zo’n<br />
brede waaier van doelstelling<strong>en</strong> vereist e<strong>en</strong> groot<br />
scala van didactische sc<strong>en</strong>ario’s. De leerinhoud <strong>en</strong><br />
de concrete doelstelling die aan de orde is, speelt<br />
hierbij e<strong>en</strong> belangrijke rol. D<strong>en</strong>k maar aan het verschil<br />
in aanpak bij het verwerv<strong>en</strong> van inzicht in de<br />
tafels <strong>en</strong> anderzijds bij het automatiser<strong>en</strong> ervan. De<br />
wijze waarop de leerkracht e<strong>en</strong> onderwijsleersituatie<br />
aanpakt is verder afhankelijk van de leeftijd <strong>en</strong> de<br />
ontwikkeling van de kinder<strong>en</strong>.” We bested<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
aparte paragraaf aan het klassieke principe van het<br />
stapsgewijs opbouw<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong><br />
(= progressief complicer<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> oerdegelijk principe<br />
dat de Freud<strong>en</strong>thalers liet<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. De steun vanwege<br />
de leerkracht wordt omschrev<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van<br />
uitlegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> demonstrer<strong>en</strong>, help<strong>en</strong> <strong>en</strong> leergesprekk<strong>en</strong><br />
opzett<strong>en</strong>. We herleid<strong>en</strong> de rol van de leerkracht niet<br />
tot deze van coach. We wijz<strong>en</strong> op het belang van de<br />
aanschouwelijkheid, maar voeg<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> ‘klassieke’<br />
waarschuwing aan toe: “E<strong>en</strong> overvloed <strong>en</strong> te grote<br />
variëteit aan leermateriaal <strong>en</strong> voorstellingsmiddel<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> de begripsvorming <strong>en</strong> de verinnerlijking bemoeilijk<strong>en</strong>.”<br />
Hiermee nem<strong>en</strong> we ook afstand van de<br />
‘realistische aanpak’ die de leerling<strong>en</strong> eindeloos<br />
lat<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de getall<strong>en</strong>lijn of met het rek<strong>en</strong>rek.<br />
Ook bij de regionale voorstelling<strong>en</strong> van dit leerplan<br />
hebb<strong>en</strong> we er uitdrukkelijk op gewez<strong>en</strong> dat we<br />
uitdrukking<strong>en</strong> als constructivisme <strong>en</strong> het kind construeert<br />
zelf zijn k<strong>en</strong>nis uitdrukkelijk vermed<strong>en</strong>. Voor<br />
het domein ‘met<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>’ wez<strong>en</strong> we<br />
de deelnemers op het verschil met het e<strong>en</strong>zijdige<br />
domein ‘met<strong>en</strong>’ binn<strong>en</strong> de visie van het FI. We<br />
legd<strong>en</strong> ook uit waarom we in teg<strong>en</strong>stelling met het<br />
FI <strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong> opnieuw formules voor oppervlakteberek<strong>en</strong>ing<br />
e.d. hadd<strong>en</strong> ingevoerd.<br />
In andere leerplann<strong>en</strong> komt de invloed van de constructivistische/realistische<br />
aanpak vooral tot uiting<br />
in het hoofdstuk over de methodiek, maar gelukkig<br />
weinig of niet in de kern van het leerplan, de concrete<br />
leerdoel<strong>en</strong>. In het OVSG-leerplan treff<strong>en</strong> we op<br />
pagina 10 e<strong>en</strong> paragraaf aan over ‘ler<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
constructief proces’. We lez<strong>en</strong>: “Het klassieke model<br />
van de k<strong>en</strong>nisoverdracht biedt weinig garantie voor<br />
de m<strong>en</strong>tale activiteit van de leerling<strong>en</strong>. Die activiteit<br />
is er wel wanneer leerling<strong>en</strong> zelf oplossing<strong>en</strong><br />
zoek<strong>en</strong> voor wiskundige problem<strong>en</strong>, oplossing<strong>en</strong> die<br />
niet voorgekauwd werd<strong>en</strong> maar die ze zelf moet<strong>en</strong><br />
construer<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitprober<strong>en</strong>. Constructief ler<strong>en</strong> vergt<br />
dus probleemgericht onderwijs” (OVSG-leerplan,<br />
1998, p. 10). In e<strong>en</strong> tekst van de OVSG-begeleiding<br />
lez<strong>en</strong> we verder: “Het ‘aan wiskunde do<strong>en</strong>’ (e<strong>en</strong><br />
36
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
vertaling van de uitdrukking ‘doing mathematics’ in<br />
de Standards) komt in de plaats van wiskundige<br />
k<strong>en</strong>nis. Kinder<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong> zelf hun wiskunde op. Ze<br />
construer<strong>en</strong> zelf oplossing<strong>en</strong>. De nadruk ligt op<br />
eig<strong>en</strong> (informele) constructies <strong>en</strong> producties van<br />
leerling<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat de onderwijsgev<strong>en</strong>de<br />
opgelegde methodes moet vermijd<strong>en</strong>. Constructief<br />
ler<strong>en</strong> staat haaks op k<strong>en</strong>nisoverdracht” (OVSGnieuws,<br />
1995, nr. 5). In de wiskundemethodes die in<br />
het OVSG-net gebruikt word<strong>en</strong>, merk<strong>en</strong> we echter<br />
dat er ev<strong>en</strong>zeer gewerkt wordt met gestandaardiseerde<br />
<strong>en</strong> opgelegde berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Ook in het<br />
ARGO-leerplan (geme<strong>en</strong>schapsonderwijs) lez<strong>en</strong> we<br />
als algem<strong>en</strong>e stelregel: “Wiskunde wordt door de<br />
leerling<strong>en</strong> zoveel mogelijk door eig<strong>en</strong> activiteit verworv<strong>en</strong>.<br />
… We moet<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel begeleid<strong>en</strong><br />
bij het zelf ontdekk<strong>en</strong>” (ARGO-leerplan).<br />
7 Themanummer constructivisme 2000<br />
Vanaf 1990 trad het constructivisme ook in Vlaander<strong>en</strong><br />
steeds meer op de voorgrond. Het werd ook de<br />
officiële ideologie van de Di<strong>en</strong>st voor <strong>Onderwijs</strong>ontwikkeling<br />
(DVO), van de VLOR <strong>en</strong> van de<br />
beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. In de tekst ‘Uitgangspunt<strong>en</strong>’ van de<br />
eindterm<strong>en</strong> (1995) komt dit duidelijk tot uiting.<br />
Monique Van De V<strong>en</strong>, doc<strong>en</strong>te wiskunde Normaalschool<br />
Mechel<strong>en</strong>, schrijft dat ook zij zelf <strong>en</strong> veel<br />
collega’s binn<strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding aansluiting<br />
zocht<strong>en</strong> bij het FI-gedachtegoed (Het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong><br />
gecijferdheid in de opleiding voor aanstaande<br />
lerar<strong>en</strong> over de gr<strong>en</strong>s <strong>en</strong> weer, Panama-Post, jg. 21,<br />
2002, nr. 2). Ook aan de universiteit <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />
DVO was dit het geval. Van de V<strong>en</strong> voegde er wel<br />
aan toe dat Feys <strong>en</strong> Van Biervliet (Torhout) expliciet<br />
afstand nam<strong>en</strong> van de FI-filosofie. Ook voor de aanpak<br />
binn<strong>en</strong> de lerar<strong>en</strong>opleiding bleef m<strong>en</strong> het constructivisme<br />
propager<strong>en</strong>. In ‘TRiOS op weg. Taal <strong>en</strong><br />
Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in Opleidingsdidactische Sam<strong>en</strong>hang, e<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong>balans’ (SLO, 2000) lez<strong>en</strong> we: “Voor opleiders<br />
betek<strong>en</strong>t de nieuwe constructivistische kijk op<br />
ler<strong>en</strong> dat zij hun eig<strong>en</strong> ‘lesgev<strong>en</strong>’ onder de loep<br />
moet<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> of het de constructivistische<br />
toetsste<strong>en</strong> kan doorstaan.” De TriOS-groep<br />
voegde er wel relativer<strong>en</strong>d aan toe: “Met Raf Feys<br />
(<strong>Onderwijs</strong>krant 1997) vindt de TRiOS-ontwikkelgroep<br />
ev<strong>en</strong>wel dat niet alles zonder meer overboord moet.”<br />
Als lid van de eindterm<strong>en</strong>commissie basisonderwijs<br />
(1993) <strong>en</strong> als lid van de leerplancommissie VVKBaO<br />
(1996) slaagd<strong>en</strong> we er wel in de constructivistische<br />
invloed in te damm<strong>en</strong>. Ook auteurs van rek<strong>en</strong>methodes<br />
raadpleegd<strong>en</strong> onze publicaties <strong>en</strong>/of<br />
vroeg<strong>en</strong> om advies; in bepaalde handleiding<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> we gretig geciteerd. We merkt<strong>en</strong> ook overal<br />
dat de verguisde kwadraatbeeld<strong>en</strong> terug e<strong>en</strong> plaats<br />
kreg<strong>en</strong>. In de methodische richtlijn<strong>en</strong> in andere leerplann<strong>en</strong><br />
kwam<strong>en</strong> de constructivistische refreintjes<br />
wel duidelijk tot uiting. Dit was ook het geval in leerplann<strong>en</strong><br />
secundair onderwijs.<br />
Het constructivistisch gevaar was nog niet gewek<strong>en</strong>.<br />
Dit alles stimuleerde ons in september 2000 tot het<br />
publicer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> themanummer over het oprukk<strong>en</strong>de<br />
constructivisme <strong>en</strong> over de constructivistische<br />
wiskunde in het bijzonder. In <strong>Onderwijs</strong>krant nr. 113<br />
voorspeld<strong>en</strong> we dat ook in <strong>Nederland</strong> e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>oorlog<br />
zou uitbrek<strong>en</strong>, net zoals in de Ver<strong>en</strong>igde<br />
Stat<strong>en</strong> na de publicatie van de vage <strong>en</strong> constructivistische<br />
eindterm<strong>en</strong> (Standards, NCTM 1989). De<br />
‘Standards’ wild<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totale ommekeer vanuit het<br />
nieuwe credo dat stelde ‘dat e<strong>en</strong> leerling zijn eig<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nis moet construer<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> dat het voortaan gaat<br />
om ‘doing mathematics’, vooral problem<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />
oploss<strong>en</strong> als c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> vaag compet<strong>en</strong>tiedoel. Die<br />
‘<strong>Math</strong> <strong>War</strong>’ leidde er o.a. toe dat de staat Californië<br />
afstand nam van de nationale ‘Standards’, e<strong>en</strong> meer<br />
klassiek curriculum opstelde <strong>en</strong> betere resultat<strong>en</strong><br />
behaalde. Pas vorig jaar kwam er e<strong>en</strong> gevoelige<br />
bijstelling van de e<strong>en</strong>zijdige ‘Standards’.<br />
In het themanummer beschrev<strong>en</strong> we uitvoerig de<br />
‘<strong>Math</strong> <strong>War</strong>’ in de VS. We toond<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s aan<br />
dat de <strong>Nederland</strong>se aanpak van het FI in hetzelfde<br />
constructivistisch bedje ziek was. We verheugd<strong>en</strong><br />
ons over het feit dat er in 1999 scherpe kritiek op de<br />
FI-aanpak geformuleerd werd naar aanleiding van de<br />
zwakke prestaties op het PPON-peilings-onderzoek<br />
van 1997. Die kritiek was zeker heilzaam voor het<br />
basisonderwijs, maar jammer g<strong>en</strong>oeg voerd<strong>en</strong> intuss<strong>en</strong><br />
constructivistische hardliners van de groep Gravemeijer<br />
het hoge woord binn<strong>en</strong> het FI.<br />
8 Betrokk<strong>en</strong>heid bij rec<strong>en</strong>t debat<br />
We merkt<strong>en</strong> dat er in 2007 in <strong>Nederland</strong> steeds<br />
meer bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> rapport<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong> waarin<br />
gewez<strong>en</strong> werd op de daling van het niveau <strong>en</strong><br />
waarin het ‘realistische wiskundeonderwijs’ van het<br />
FI met de vinger gewez<strong>en</strong> werd. In ‘Volg<strong>en</strong>s<br />
Bartj<strong>en</strong>s’ van september 2007 ridiculiseerde Marjolein<br />
Kool de kritiek met de uitspraak: “Hoe moet ons<br />
rek<strong>en</strong>onderwijs er over <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> uitzi<strong>en</strong>?<br />
Cijfer<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> of flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>.<br />
Moet het handig rek<strong>en</strong><strong>en</strong> afgeschaft word<strong>en</strong>?’ To<strong>en</strong><br />
beslot<strong>en</strong> we dat het opportuun was e<strong>en</strong> themanummer<br />
aan deze thematiek te wijd<strong>en</strong>.<br />
37
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Bij de voorbereiding van dit themanummer kwam<strong>en</strong><br />
we in contact met prof. Jan van de Craats – lid van<br />
de commissie Meyerink – <strong>en</strong> met andere critici. We<br />
stuurd<strong>en</strong> van de Craats <strong>en</strong> co wat ‘Vlaamse’ docum<strong>en</strong>tatie<br />
op: het Vlaams leerplan met leerdoel<strong>en</strong><br />
per leerjaar (basisonderwijs), e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van<br />
onze veelzijdige kritiek op de aanpak van het FI <strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kele vakdidactische publicaties. Die sam<strong>en</strong>vatting<br />
(zie bijlage) werd o.a. opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de website<br />
van BON <strong>en</strong> daar door e<strong>en</strong> 2000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>.<br />
Prof. van de Craats stelde inmiddels al e<strong>en</strong> alternatief<br />
leerplan op dat mede geïnspireerd is op de<br />
publicaties die we hem toestuurd<strong>en</strong> – Vlaams leerplan<br />
e.d. Voor het boek De Gelukkige Rek<strong>en</strong>klas<br />
(redactie Tom Braams <strong>en</strong> Marisca Milikowski, uitgeverij<br />
Boom) schreef Pieter Van Biervliet de bijdrage<br />
‘Effectief rek<strong>en</strong>onderwijs: niet te realistisch maar<br />
functioneel’. Hij vergelijkt er de rek<strong>en</strong>aanpak van de<br />
Torhoutse Normaalschool met deze van het Utrechtse<br />
Freud<strong>en</strong>thal Instituut.<br />
9 Besluit<br />
De invoering van de ‘moderne wiskunde’ leidde er<br />
toe dat de beproefde waard<strong>en</strong> in de verdrukking<br />
kwam<strong>en</strong>. Daarom pleit<strong>en</strong> we al sinds 1973 voor de<br />
herwaardering <strong>en</strong> verlev<strong>en</strong>diging van oerdegelijke<br />
aanpakk<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> het extreem van de ‘moderne<br />
wiskunde’ dreigde vervang<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door het<br />
extreem van de constructivistische/realistische<br />
wiskunde ded<strong>en</strong> we de nodige inspanning<strong>en</strong> om dit<br />
te voorkom<strong>en</strong>. We zijn tevred<strong>en</strong> dat we daar voor<br />
het basisonderwijs grot<strong>en</strong>deels in geslaagd zijn.<br />
Dit betek<strong>en</strong>t nog niet dat de strijd gestred<strong>en</strong> is. Het<br />
zal bijvoorbeeld nog e<strong>en</strong> tijdje dur<strong>en</strong> vooraleer de<br />
leerkracht<strong>en</strong> de oerdegelijke aanpakk<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> goed<br />
in de vingers krijg<strong>en</strong> als vroeger het geval was. De<br />
schade kan overig<strong>en</strong>s nooit volledig hersteld<br />
word<strong>en</strong> <strong>en</strong> we zull<strong>en</strong> waarschijnlijk nooit meer het<br />
niveau van weleer bereik<strong>en</strong>.<br />
We hop<strong>en</strong> dat de rec<strong>en</strong>te kritiek <strong>en</strong> evolutie in<br />
<strong>Nederland</strong> de og<strong>en</strong> zal op<strong>en</strong><strong>en</strong> van de ‘constructivistische’<br />
kapers op de Vlaamse kust. D<strong>en</strong>k maar<br />
aan de DVO (Entiteit Curriculum), de VLOR, de topambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>,<br />
de beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> veel onderwijskundig<strong>en</strong><br />
die nog steeds het constructivisme <strong>en</strong> het<br />
ermee verwante compet<strong>en</strong>tiegerichte d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> propager<strong>en</strong>.<br />
Het debat in <strong>Nederland</strong> is ook interessant<br />
voor de toekomst van ons secundair onderwijs.<br />
Verderop in dit nummer bested<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> bijdrage<br />
aan het (ontwerp)leerplan 2009 voor de eerste<br />
graad dat ook sterk het constructivisme propageert.<br />
Bijlage: sam<strong>en</strong>vatting kritiek op FI-aanpak<br />
Het Freud<strong>en</strong>thal Instituut maakte vanaf 1980 e<strong>en</strong><br />
karikatuur van het rek<strong>en</strong>onderwijs anno 1970-80 <strong>en</strong><br />
bestempelde dit t<strong>en</strong> onrechte als louter mechanistisch.<br />
Het is nochtans bek<strong>en</strong>d dat de meeste<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vroeger vlot kond<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De misleid<strong>en</strong>de<br />
<strong>en</strong> kunstmatige teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> realistisch <strong>en</strong><br />
mechanistisch rek<strong>en</strong>onderwijs doet ge<strong>en</strong> recht aan<br />
de klassieke vakdidactiek. De term ‘realistisch’<br />
kreeg binn<strong>en</strong> het FI alle mogelijke betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
(toepass<strong>en</strong> op realiteit, zich realiser<strong>en</strong>, zelfconstructie,<br />
modeller<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.)<br />
Volg<strong>en</strong>s de klassieke vakdidactiek berust degelijk<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op inspiratie (inzicht), maar ev<strong>en</strong>zeer op<br />
transpiratie (inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, automatiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> memoriser<strong>en</strong>,<br />
parate k<strong>en</strong>nis). Het FI besteedde weinig of ge<strong>en</strong><br />
aandacht aan de mechanistische aspect<strong>en</strong>. In de<br />
realistische aanpak is er al te weinig aandacht voor<br />
het gericht oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>.<br />
Ook in de klassieke rek<strong>en</strong>didactiek was er overig<strong>en</strong>s<br />
aandacht voor inzicht. Maar het inzicht in de betek<strong>en</strong>is<br />
van bewerking<strong>en</strong> e.d. is al bij al niet zo moeilijk<br />
als de Freud<strong>en</strong>thalers het voorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergt (in de<br />
lagere leerjar<strong>en</strong>) minder tijd dan het vlot ler<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Voor het begrip optell<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekk<strong>en</strong> moet<br />
m<strong>en</strong> bijvoorbeeld niet eindeloos in klas autobusje<br />
spel<strong>en</strong> à la Jan Van d<strong>en</strong> Brink. Naast de weg van<br />
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> naar kunn<strong>en</strong>, is er ook de weg van kunn<strong>en</strong><br />
naar k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Van ‘Kunn<strong>en</strong> naar k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’ was<br />
overig<strong>en</strong>s de naam van de Vlaamse methode van<br />
Schneider rond 1945. De Freud<strong>en</strong>thalers veronderstell<strong>en</strong><br />
verder t<strong>en</strong> onrechte dat geautomatiseerde <strong>en</strong><br />
gememoriseerde k<strong>en</strong>nis vlug wegdeemstert <strong>en</strong> dat<br />
dit bij inzicht niet het geval is.<br />
Sterke kant<strong>en</strong> van het klassieke rek<strong>en</strong><strong>en</strong> belandd<strong>en</strong><br />
zo in de verdomhoek. Deze ‘verloss<strong>en</strong>de’ opstelling<br />
is inher<strong>en</strong>t voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die vrijgesteld word<strong>en</strong> voor<br />
de perman<strong>en</strong>te revolutie van het onderwijs <strong>en</strong> ook<br />
voor de rest van hun lev<strong>en</strong> vrijgesteld will<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />
Vrijgesteld<strong>en</strong> pakk<strong>en</strong> bijna steeds uit met het<br />
verlossingsparadigma i.p.v. te vernieuw<strong>en</strong> ‘in<br />
continuïteit’.<br />
Bij de op<strong>en</strong>, context- <strong>en</strong> probleemgestuurde leerprocess<strong>en</strong><br />
à la FI word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> met te veel<br />
nieuwe zak<strong>en</strong> tegelijk geconfronteerd <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />
te weinig aansluiting vind<strong>en</strong> bij (deel)vaardighed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> basisk<strong>en</strong>nis die al verworv<strong>en</strong> moet zijn <strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong><br />
in het lange-termijngeheug<strong>en</strong>. De FItheorie<br />
houdt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met de cognitieve<br />
38
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
architectuur <strong>en</strong> met de geheug<strong>en</strong>-belastings-theorie<br />
(John Sweller) <strong>en</strong> vindt ook progressieve complicering<br />
uit d<strong>en</strong> boze (zie ook op pagina 9).<br />
Het FI onderschat het grote belang van het vlot <strong>en</strong><br />
gestandaardiseerd hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong>, van het gestandaardiseerd<br />
cijfer<strong>en</strong>, het vlot <strong>en</strong> gestandaardiseerd<br />
met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> van de parate k<strong>en</strong>nis (tafelproduct<strong>en</strong>,<br />
formules voor berek<strong>en</strong>ing van oppervlakte<br />
<strong>en</strong> inhoud, standaardmat<strong>en</strong> <strong>en</strong> metriek stelsel voor<br />
met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> …).<br />
Vlot, vaardig <strong>en</strong> geautomatiseerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> parate<br />
k<strong>en</strong>nis is maar mogelijk bij gestandaardiseerd<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (= vaste <strong>en</strong> korte berek<strong>en</strong>ingswijze die op<br />
elke opgave toepasbaar is) <strong>en</strong> veel oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het<br />
aantal deelstapp<strong>en</strong> moet hierbij zo klein mogelijk<br />
zijn omdat het werkgeheug<strong>en</strong> beperkt is. Traditioneel<br />
wordt aanvankelijk slechts 1 korte <strong>en</strong> gestandaardiseerde<br />
berek<strong>en</strong>ingswijze aangeleerd. De Freud<strong>en</strong>thalers<br />
<strong>en</strong> constructivist<strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong> het gestandaardiseerd<br />
berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> opter<strong>en</strong> voor flexibel <strong>en</strong><br />
gevarieerd hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> voor flexibel cijfer<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong>wijze <strong>en</strong>/of context- of opgavegebond<strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Elke leerling moet<br />
hierbij zoveel mogelijk zijn eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijze<br />
ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de specifieke<br />
getall<strong>en</strong> <strong>en</strong> opgave. Achteraf word<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />
in principe met die verschill<strong>en</strong>de berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />
geconfronteerd. De meeste leerling<strong>en</strong> gerak<strong>en</strong> hierdoor<br />
in de war of gerak<strong>en</strong> gefixeerd aan e<strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong>ingswijze die veelal niet handig is. De<br />
Freud<strong>en</strong>thalers noem<strong>en</strong> dit t<strong>en</strong> onrechte ‘handig’ <strong>en</strong><br />
beschouw<strong>en</strong> de andere aanpakk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte als<br />
onhandig <strong>en</strong> louter mechanistisch.<br />
De Freud<strong>en</strong>thalers verget<strong>en</strong> verder ook dat zo’n<br />
flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de rug zit van het gestandaardiseerd<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Enkel wie – 40 vlot kan berek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
beseft ev<strong>en</strong>tueel dat hij – 39 ook vlot kan berek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
via eerst – 40 <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s + 1. Zwakkere leerling<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> echter toch nog problem<strong>en</strong> met zo’n e<strong>en</strong>voudige<br />
vorm<strong>en</strong> van flexibel rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Te veel <strong>en</strong> te lang ‘voor-wiskunde’, te lang ‘rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
in context<strong>en</strong>’ als doel op zich; te veel contextualiser<strong>en</strong><br />
(context- of situatiegebond<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> e.d.),<br />
te weinig decontextualiser<strong>en</strong>. Zo word<strong>en</strong> het vakmatig<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het cijfer<strong>en</strong> afgeremd door binding<br />
aan e<strong>en</strong> specifieke context. E<strong>en</strong> voorbeeld. Door<br />
bijvoorbeeld de binding van de aftrekking aan de<br />
lineaire context <strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing op de<br />
getall<strong>en</strong>lijn (e<strong>en</strong> traject van 85 km, al 27 km afgelegd,<br />
hoeveel km moet ik nog aflegg<strong>en</strong>) wordt het basisinzicht<br />
in aftrekk<strong>en</strong> als wegnem<strong>en</strong> vertroebeld <strong>en</strong><br />
stimuleert m<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> om aftrekk<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig<br />
te interpret<strong>en</strong> als aanvull<strong>en</strong>d optell<strong>en</strong>: 85 – 27 wordt<br />
dan: 27 + 3 + 10 + 10 + 10 + 10 + 10 + 5. De leerling<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> getall<strong>en</strong>lijn nodig <strong>en</strong> achteraf moet<strong>en</strong><br />
ze dan nog die vele tuss<strong>en</strong>uitkomst<strong>en</strong> optell<strong>en</strong>.<br />
Precies daarom betreurt het FI dat de leerling<strong>en</strong> in<br />
de CITO- <strong>en</strong> PPON-toets hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gebruik<br />
mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van potlood <strong>en</strong> papier <strong>en</strong> 75 – 28 nog<br />
echt uit het hoofd moet<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
is bij h<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> meer.<br />
Foutieve b<strong>en</strong>adering van de aanschouwelijkheid <strong>en</strong><br />
te lang aanschouwelijk werk<strong>en</strong>. Fixatie van leerling<strong>en</strong><br />
op aanschouwelijke hulpmiddel<strong>en</strong>: de leerling<strong>en</strong><br />
mog<strong>en</strong> veel te lang gebruik mak<strong>en</strong> van hulpmiddel<strong>en</strong><br />
als getall<strong>en</strong>lijn, rek<strong>en</strong>rek… Die realist<strong>en</strong> bemoeilijk<strong>en</strong><br />
het loskom<strong>en</strong> van de aanschouwelijke steun <strong>en</strong> het<br />
kort <strong>en</strong> handig uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De vele moeilijke (lange)<br />
voorstellingswijz<strong>en</strong> van berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op rek<strong>en</strong>rek<br />
<strong>en</strong> getall<strong>en</strong>lijn <strong>en</strong> de vele stapp<strong>en</strong> bemoeilijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
gestandaardiseerde <strong>en</strong> vlotte berek<strong>en</strong>ing. De aanschouwelijke<br />
voorstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> material<strong>en</strong> (rek<strong>en</strong>rek<br />
tot 20, getall<strong>en</strong>lijn …) functioner<strong>en</strong> te veel <strong>en</strong> te lang<br />
als uitrek<strong>en</strong>instrum<strong>en</strong>t in plaats van als modell<strong>en</strong><br />
voor algem<strong>en</strong>e berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> die de overgang<br />
naar het louter m<strong>en</strong>taal rek<strong>en</strong><strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong>.<br />
Binn<strong>en</strong> de FI-aanpak word<strong>en</strong> de klassieke tafels van<br />
verm<strong>en</strong>igvuldiging niet ingeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gememoriseerd<br />
zoals dit vroeger al het geval was in groep 4<br />
(= tweede leerjaar). Ze word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte verschov<strong>en</strong><br />
naar groep 5 <strong>en</strong> er vervang<strong>en</strong> door flexibele<br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> op basis van het toepass<strong>en</strong> van<br />
eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van bewerking<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong><strong>en</strong> dan bijvoorbeeld 8 x 7 via 4 x 7 = 28;<br />
8 x 7 = 28 + 28 = 56. Ze mak<strong>en</strong> veel fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
berek<strong>en</strong>ing vergt te veel tijd.<br />
De tafels van x word<strong>en</strong> traditioneel in het 2 de leerjaar<br />
aangeleerd. De meeste leerling<strong>en</strong> beseff<strong>en</strong> dan<br />
al dat 7 x 8 neerkomt op 7 x e<strong>en</strong> groep van 8. Dit<br />
inzicht is voorlopig voldo<strong>en</strong>de. Het eig<strong>en</strong>schapsrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
wordt traditioneel pas in hogere leerjar<strong>en</strong><br />
gepres<strong>en</strong>teerd <strong>en</strong> dit in de context van grotere opgav<strong>en</strong><br />
als 13 x 7, 25 x 7… waar het toepass<strong>en</strong> van<br />
de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere handigheid oplevert.<br />
Maar ook dan gaat veel aandacht naar het gestandaardiseerd<br />
berek<strong>en</strong><strong>en</strong>: 13 x 7 = (10 x 7) + (3 x 7).<br />
Kritiek<strong>en</strong> op constructivistische uitgangspunt<strong>en</strong> :<br />
−<br />
te veel constructie van individuele leerling(<strong>en</strong>), te<br />
weinig waardering voor wiskunde als cultuur-<br />
39
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
−<br />
−<br />
−<br />
−<br />
product <strong>en</strong> vakdiscipline, onderschatting van het<br />
socio-culturele karakter <strong>en</strong> van de functionele<br />
betek<strong>en</strong>is van de wiskunde. Te veel respect voor<br />
de eig<strong>en</strong> constructies <strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong> van de<br />
leerling bemoeilijkt het ler<strong>en</strong> van korte <strong>en</strong> vaste<br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>, de begeleiding, de verinnerlijking<br />
<strong>en</strong> automatisatie van de rek<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong>.<br />
eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> ook de<br />
fixatie van de leerling op eig<strong>en</strong>, informele constructies<br />
<strong>en</strong> primitieve rek<strong>en</strong>wijz<strong>en</strong>.<br />
e<strong>en</strong>zijdig ‘bottom-up problem’ solving, overbeklemtoning<br />
van zelfontdekte <strong>en</strong> informele begripp<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>.<br />
te weinig sturing <strong>en</strong> structurering door de leerkracht,<br />
te weinig ‘guided construction of knowledge’.<br />
te weinig stapsgewijs opgebouwde leerlijn<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>s het principe van de progressieve complicering.<br />
Waar we bij het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 20 <strong>en</strong><br />
100, bij het cijfer<strong>en</strong>… e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>,<br />
legg<strong>en</strong> de Freud<strong>en</strong>thalers onmiddellijk<br />
de moeilijkste opgave (b.v. 54 – 28) voor.<br />
Totaal overbodige invoering van het kolomsgewijs<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> in de war br<strong>en</strong>gt zowel<br />
inzake het gewone hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> als inzake het<br />
cijfer<strong>en</strong> dat normaliter ook bij het begin van groep 5<br />
(= derde leerjaar) zou moet<strong>en</strong> start<strong>en</strong>. Bij het<br />
kolomsgewijs aftrekk<strong>en</strong> met tekort<strong>en</strong> b.v. wordt het<br />
voor de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> poespas.<br />
Het traditioneel cijfer<strong>en</strong> wordt verwaarloosd <strong>en</strong> de<br />
Freud<strong>en</strong>thalers introducer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totaal gekunsteld<br />
alternatief dat niets meer te mak<strong>en</strong> heeft met<br />
wiskundig cijfer<strong>en</strong>. Het cijfer<strong>en</strong>d FI-del<strong>en</strong> werd door<br />
Treffers <strong>en</strong> co als hèt model van realistisch onderwijs<br />
voorgesteld. Het FI-cijfer<strong>en</strong> ontaardde echter in<br />
e<strong>en</strong> soort langdradig hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> op basis van<br />
schatt<strong>en</strong>d aftrekk<strong>en</strong> van happ<strong>en</strong>. De autobuscontext<br />
(‘Hoeveel buss<strong>en</strong> met 36 plaats<strong>en</strong> zijn er nodig om<br />
1128 soldat<strong>en</strong> te vervoer<strong>en</strong>) én het primitief <strong>en</strong> zelfconstructief<br />
lat<strong>en</strong> uitrek<strong>en</strong><strong>en</strong> via het herhaald<br />
aftrekk<strong>en</strong> van happ<strong>en</strong> (b.v. 10 x deler 36, <strong>en</strong>z.), leid<strong>en</strong><br />
de aandacht af van het handig cijfer<strong>en</strong> dat gebaseerd<br />
is op het positioneel opsplits<strong>en</strong> van het deeltal. Dit is<br />
e<strong>en</strong> aanpak met veel deelresultat<strong>en</strong> die omslachtig<br />
is <strong>en</strong> die zich niet laat automatiser<strong>en</strong>, zodat het<br />
cijfer<strong>en</strong>d del<strong>en</strong> nooit e<strong>en</strong> vaardigheid kan word<strong>en</strong>.<br />
van oppervlakte <strong>en</strong> inhoud. Het klassieke met<strong>en</strong>d<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de bov<strong>en</strong>bouw van het lager onderwijs<br />
wordt verwaarloosd. Daarom duidt m<strong>en</strong> dit domein<br />
<strong>en</strong>kel met de term ‘met<strong>en</strong>’ aan. Om die e<strong>en</strong>zijdigheid<br />
te vermijd<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> we in het Vlaams leerplan<br />
(VVKaBaO) over ‘met<strong>en</strong> én met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
We betreur<strong>en</strong> ook nog steeds dat volg<strong>en</strong>s de eindterm<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele formule voor oppervlakteberek<strong>en</strong>ing<br />
e.d. nog gek<strong>en</strong>d moet zijn. In de leerplann<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> we wel de basisformules opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Ge<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtig <strong>en</strong> uitgewerkte visie op vraagstukk<strong>en</strong>:<br />
te veel kritiek op klassieke vraagstukk<strong>en</strong>, te<br />
weinig valabele alternatiev<strong>en</strong> in realistische publicaties<br />
<strong>en</strong> method<strong>en</strong>. Te weinig toepassing<strong>en</strong> (vraagstukk<strong>en</strong>)<br />
ook voor met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> te weinig<br />
moeilijke opgav<strong>en</strong>. We begrep<strong>en</strong> ook niet waarom<br />
de duidelijke term ‘vraagstukk<strong>en</strong>’ moest verdwijn<strong>en</strong>.<br />
De moeilijkheid bij veel context-vraagstukk<strong>en</strong> ligt<br />
vaak eerder bij het onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de<br />
context (b.v. ervaring van parker<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> auto in<br />
opgave over hoeveel auto’s op parking van 70 bij 50<br />
meter), bij het feit dat de tekst te lang <strong>en</strong> te moeilijk<br />
is <strong>en</strong> bij het feit dat er te veel berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ine<strong>en</strong>s<br />
bij betrokk<strong>en</strong> zijn.<br />
Kloof tuss<strong>en</strong> idealistische theorie <strong>en</strong> de praktijk. In<br />
e<strong>en</strong> klas met 20 leerling<strong>en</strong> is het inspel<strong>en</strong> op individuele<br />
d<strong>en</strong>kwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> gewoon<br />
niet haalbaar. In ‘realistische’ method<strong>en</strong> wordt<br />
gelukkig minder realistisch gewerkt dan in de<br />
‘rea-listische theorie’ <strong>en</strong> dit is nog meer het geval bij<br />
de leerkracht<strong>en</strong>. Dit bleek ook uit het MOREonderzoek<br />
<strong>en</strong> uit dit van E. Wijffels (1994).<br />
Uit onderzoek <strong>en</strong> ervaring blijkt dat de zwakke, maar<br />
ook de betere leerling<strong>en</strong> de dupe zijn. E<strong>en</strong> aantal<br />
onderzoekers <strong>en</strong> auteurs (Osinga, Ruijss<strong>en</strong>aers,<br />
Vedder, Timmermans, van Luit, Ames…) stell<strong>en</strong><br />
terecht dat de zwakkere leerling<strong>en</strong> het meest de<br />
dupe zijn van de realistische <strong>en</strong> constructivistische<br />
aanpak. De sterkere leerling<strong>en</strong> prester<strong>en</strong> onder hun<br />
niveau als gevolg van het te lang werk<strong>en</strong> met<br />
concrete context<strong>en</strong> <strong>en</strong> het tijdverlies bij de nondirectieve<br />
aanpak van de rek<strong>en</strong>basisvaardighed<strong>en</strong>.<br />
Er rest dan te weinig tijd voor moeilijkere opgav<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vraagstukk<strong>en</strong>.<br />
Onderwaardering voor het klassieke met<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> voor de klassieke meetkunde – met inbegrip van<br />
de k<strong>en</strong>nis van basisformules voor de berek<strong>en</strong>ing<br />
40
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Volksverteg<strong>en</strong>woordiger Hoebeke bekritiseerde sympathie van<br />
Vlaamse overheid voor ‘realistische’ rek<strong>en</strong>aanpak op 19.06.06<br />
Raf Feys<br />
1 Inleiding<br />
In <strong>Onderwijs</strong>krant las volksverteg<strong>en</strong>woordiger Anne<br />
Marie Hoebeke (Op<strong>en</strong> VLD) dat leerling<strong>en</strong> – <strong>en</strong> de<br />
zwakkere in het bijzonder – vooral nood hebb<strong>en</strong> aan<br />
e<strong>en</strong> vaste <strong>en</strong> gestandaardiseerde berek<strong>en</strong>ingswijze.<br />
In die bijdrage verwez<strong>en</strong> we ook naar rec<strong>en</strong>t onderzoek<br />
van Timmermans waarin deze aantoonde dat<br />
de ‘realistische aanpak’ van het Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />
(FI) nefast was voor zwakkere leerling<strong>en</strong>. Mevrouw<br />
Hoebeke ging er terecht vanuit dat die realistische/<br />
constructivistische aanpak ook gepropageerd wordt<br />
door de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de DVO <strong>en</strong> in bepaalde leerplann<strong>en</strong>.<br />
In de bije<strong>en</strong>komst van de commissie<br />
onderwijs van 29.06.2006 stelde mevrouw Hoebeke<br />
hierover e<strong>en</strong> bezorgde vraag aan minister Vand<strong>en</strong>broucke.<br />
In zijn antwoord stelde Vand<strong>en</strong>broucke – t<strong>en</strong><br />
onrechte – dat de overheid zich principieel niet<br />
inlaat met pedagogische aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />
Vand<strong>en</strong>broucke voegde er vervolg<strong>en</strong>s aan toe dat<br />
zijn medewerkers ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de<br />
‘realistische’ b<strong>en</strong>adering van het FI. De minister<br />
verzweeg dat in de toelichting bij de officiële eindterm<strong>en</strong><br />
gesteld wordt dat deze gestoeld zijn op constructivistische<br />
uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanstur<strong>en</strong> op het<br />
zelf construer<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis door de leerling<strong>en</strong>.<br />
Ook in leerplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvoedingsproject<strong>en</strong> van<br />
bepaalde onderwijsnett<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> constructivistische<br />
visie gepropageerd – met o.m. e<strong>en</strong> verwijzing<br />
naar de zgn. ‘realistische’ visie van het Freud<strong>en</strong>thal<br />
Instituut (FI). Het aanler<strong>en</strong> van gestandaardiseerde<br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> wordt dan bijvoorbeeld afgerad<strong>en</strong>.<br />
De leerling moet zijn eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis construer<strong>en</strong>.<br />
Het is ook bek<strong>en</strong>d dat ons ministerie destijds in het<br />
kader van de coöperatie met derdewereldland<strong>en</strong> de<br />
realistische/constructivistische wiskunde van het FI<br />
naar o.a. Cuba exporteerde. To<strong>en</strong> we hierover geraadpleegd<br />
werd<strong>en</strong>, wez<strong>en</strong> we de coöperante nochtans<br />
op de nefaste kant<strong>en</strong> van deze aanpak.<br />
2 Tuss<strong>en</strong>komst mevrouw Hoebeke<br />
“Mijnheer de minister, geachte led<strong>en</strong>, ooit heb ik<br />
e<strong>en</strong> tijd gewerkt in het onderwijs. Ik kwam vaak tot<br />
de conclusie dat leerling<strong>en</strong> zelfs met de e<strong>en</strong>voudige<br />
regel van drieën moeite hadd<strong>en</strong>. Zo was er het<br />
voorbeeld van de loonberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
arbeider, met daarop de RSZ. Ik moest uitlegg<strong>en</strong><br />
dat er eerst 8 perc<strong>en</strong>t bij kwam <strong>en</strong> dan 12,07 perc<strong>en</strong>t<br />
af ging. Dat moest ik met hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> voet<strong>en</strong><br />
uitlegg<strong>en</strong>. Hetzelfde gold voor de berek<strong>en</strong>ing van de<br />
forfaitaire bedrijfslast bij verloning.<br />
Ik las rec<strong>en</strong>t in het tijdschrift <strong>Onderwijs</strong>krant dat ik<br />
als gewez<strong>en</strong> leerkracht nog ontvang, dat de <strong>Nederland</strong>se<br />
pedagoog Timmermans dit onderwerp heeft<br />
onderzocht. Hij is tot de conclusie gekom<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de aanleg voor wiskunde <strong>en</strong><br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De minderbegaafde leerling<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met de vele aangereikte<br />
wiskundige methodes (berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>) waar ze<br />
zelf e<strong>en</strong> oplossing uit moet<strong>en</strong> distiller<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />
professor Timmermans kom<strong>en</strong> de bestaande realistische<br />
rek<strong>en</strong>methodes de zwakker begaafde leerling<strong>en</strong><br />
niet t<strong>en</strong> goede. Zij zijn meer gedi<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong><br />
gestructureerde rek<strong>en</strong>methode. Maar in <strong>Nederland</strong><br />
wordt op grote schaal de voorkeur gegev<strong>en</strong> aan de<br />
ontwikkeling van eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>. Ook de<br />
heer Raf Feys, e<strong>en</strong> Vlaams pedagoog, verdedigt het<br />
principe dat goed rek<strong>en</strong>onderwijs gestructureerd<br />
rek<strong>en</strong>onderwijs is. In mijn schooltijd moest<strong>en</strong> we<br />
eindeloos oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> van die oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
zat<strong>en</strong> in ons geheug<strong>en</strong> verankerd.<br />
Ook in Vlaander<strong>en</strong> bestaat de mogelijkheid leerling<strong>en</strong><br />
zo veel mogelijk volstrekt willekeurige<br />
manier<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> om tot de juiste oplossing<br />
te kom<strong>en</strong>. Deze mogelijkheid is zelfs in het<br />
pedagogisch project (van bepaalde schoolnett<strong>en</strong>)<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> tijd geled<strong>en</strong> dat dit onderwerp<br />
in Vlaander<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s is onderzocht. Als ik<br />
me niet vergis, is de rec<strong>en</strong>tste studie in de loop van<br />
de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig uitgevoerd door e<strong>en</strong> <strong>Nederland</strong>se<br />
onderzoeker die dan verbond<strong>en</strong> was aan de KU<br />
Leuv<strong>en</strong>. (NvdR: prof. Ruijss<strong>en</strong>aers die tot dezelfde<br />
conclusie kwam als Timmermans <strong>en</strong> Feys.)<br />
41
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Mijnheer de minister, wat is uw visie op het in de<br />
studies aangehaalde <strong>en</strong> door pedagog<strong>en</strong> verdedigde<br />
gestructureerd rek<strong>en</strong>onderwijs? Hebt u de int<strong>en</strong>tie<br />
het gestructureerd rek<strong>en</strong>onderwijs in de toekomst in<br />
te voer<strong>en</strong>? Zo ja, kunt u dit toelicht<strong>en</strong>? Zo ne<strong>en</strong>,<br />
waarom b<strong>en</strong>t u dit niet van plan? Kunt u in verband<br />
met dit onderwerp iets in het vooruitzicht stell<strong>en</strong>?<br />
T<strong>en</strong> slotte vind<strong>en</strong> we allemaal dat iedere<strong>en</strong> goed<br />
moet kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.”<br />
3 Antwoord Minister Vand<strong>en</strong>broucke<br />
“Het is niet gebruikelijk dat e<strong>en</strong> minister van <strong>Onderwijs</strong><br />
zijn visie op methodes naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt. Desondanks<br />
wil ik naar aanleiding van de vrag<strong>en</strong> van<br />
mevrouw Hoebeke e<strong>en</strong> aantal bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Mijn eerste bed<strong>en</strong>king betreft het wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
onderzoek naar rek<strong>en</strong>onderwijs. Er is ontzett<strong>en</strong>d<br />
veel onderzoek over rek<strong>en</strong>onderwijs versch<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Het door mevrouw Hoebeke aangehaalde proefschrift<br />
vormt hier e<strong>en</strong> onderdeel van. In Vlaander<strong>en</strong><br />
is vooral de KUL op dit vlak erg actief. Professor De<br />
Corte <strong>en</strong> professor Verschaffel pleit<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
krachtige leeromgeving. Ze opter<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> goed<br />
uitgebalanceerde <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sociale omgeving gekaderde<br />
combinatie van informatieverwerving <strong>en</strong> –<br />
verwerking. In discussies over methodes spel<strong>en</strong><br />
opvatting<strong>en</strong> over wat belangrijk <strong>en</strong> minder belangrijk<br />
is ook e<strong>en</strong> rol. De m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hierover zijn vaak verdeeld.<br />
De onderzoeksresultat<strong>en</strong> zijn vaak nietveralgeme<strong>en</strong>baar<br />
<strong>en</strong> contextgebond<strong>en</strong>. Zolang de<br />
discussie onder deskundig<strong>en</strong> nog loopt, wil ik hierover<br />
a fortiori ge<strong>en</strong> standpunt innem<strong>en</strong>.<br />
Mijn medewerkers zijn wel van m<strong>en</strong>ing dat het<br />
realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs ook gestructureerd is.<br />
Volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> heeft het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs<br />
niet de bedoeling de leerling<strong>en</strong> met alle mogelijke<br />
methodes te overstelp<strong>en</strong>. Het realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs<br />
doet e<strong>en</strong> beroep op het probleemoploss<strong>en</strong>d<br />
vermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat kinder<strong>en</strong> meed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. In het<br />
realistisch onderwijs gaat het niet <strong>en</strong>kel om de uitkomst,<br />
maar vooral om het begeleide rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />
d<strong>en</strong>kproces. De veronderstelling dat dit bij zwakkere<br />
rek<strong>en</strong>aars niet werkt, lijkt me vrij stigmatiser<strong>en</strong>d.<br />
In Vlaander<strong>en</strong> geldt in principe de vrijheid van<br />
onderwijs. Dit houdt onder meer in dat de minister<br />
van <strong>Onderwijs</strong> ge<strong>en</strong> onderwijsmethodes oplegt. Ik<br />
vertrouw op de professionaliteit van de schoolteams<br />
die e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>methode moet<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. De schol<strong>en</strong><br />
wet<strong>en</strong> dat het belangrijk is om bij de sturing van het<br />
leerproces rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de verschill<strong>en</strong>de<br />
leerstijl<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>.”<br />
4 Ge<strong>en</strong> inm<strong>en</strong>ging van overheid?<br />
Zelf vind<strong>en</strong> we dat de overheid in officiële tekst<strong>en</strong><br />
wel geregeld uitsprak<strong>en</strong> doet over de pedagogische<br />
aanpak. In de ‘Uitgangspunt<strong>en</strong>’ van de door de overheid<br />
opgelegde eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> basiscompet<strong>en</strong>ties<br />
wordt expliciet gepleit voor constructivistische<br />
principes. In het verled<strong>en</strong> werd ook de moderne wiskunde<br />
door minister Vermeyl<strong>en</strong> gepropageerd <strong>en</strong><br />
opgelegd. Zonder zijn tuss<strong>en</strong>komst zou het nooit<br />
zo’n vaart gelop<strong>en</strong> zijn. De tuss<strong>en</strong>komst van het<br />
ministerie was er destijds ook i.v.m. de methodiek<br />
voor het taalonderwijs. Meer rec<strong>en</strong>t binn<strong>en</strong> de zorgverbreding<br />
moest<strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> de door het Steunpunt<br />
NT2 (Leuv<strong>en</strong>) gepropageerde taalvaardigheidsdidactiek<br />
volg<strong>en</strong>. De inspectie basisonderwijs propageerde<br />
tot voor kort heel expliciet het ‘ervaringsgericht<br />
onderwijs’ van Laevers. De inspectie secundair<br />
onderwijs, de DVO <strong>en</strong> de VLOR propager<strong>en</strong> de<br />
compet<strong>en</strong>tiegerichte aanpak.<br />
In de erk<strong>en</strong>de proeftuin<strong>en</strong> van minister Vand<strong>en</strong>broucke<br />
gaat het overig<strong>en</strong>s vaak om project<strong>en</strong> in de<br />
richting van het nieuwe, zelfstandige, compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />
… ler<strong>en</strong>, die door de minister uitgekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
dus ook indirect gepropageerd word<strong>en</strong>. In het<br />
overheidstijdschrift KLASSE word<strong>en</strong> bijna uitsluit<strong>en</strong>d<br />
modieuze onderwijsopvatting<strong>en</strong> gepropageerd. Dit<br />
verklaart ook waarom publicaties, opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
activiteit<strong>en</strong> van bijvoorbeeld de ver<strong>en</strong>iging O-ZON<br />
nooit e<strong>en</strong> vermelding krijg<strong>en</strong>. Jan T’Sas, hoofdredacteur<br />
KLASSE, deed onlangs wel zijn best om<br />
O-ZON te ridiculiser<strong>en</strong> in het tijdschrift VONK (zie<br />
website VONK).<br />
De heer Timmermans, de door mevrouw Hoebeke<br />
aangehaalde pedagoog, pleit ervoor om zwakkere<br />
rek<strong>en</strong>aars eerst e<strong>en</strong> stevige basis te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />
niet te snel naar e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d taxonomisch niveau<br />
over te stapp<strong>en</strong>. Dit sluit echter niet uit dat deze<br />
leerling<strong>en</strong> ook realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs kunn<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>.<br />
42
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Geme<strong>en</strong>schappelijk & lichter leerplan wiskunde in s.o.:<br />
minder rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> abstractie, meer constructivisme<br />
Raf Feys<br />
1 Inleiding<br />
In de context van ons O-ZON-pleidooi voor herwaardering<br />
van de basisk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> basisvaardighed<strong>en</strong><br />
kreg<strong>en</strong> we ook opvall<strong>en</strong>d veel respons van leraars<br />
<strong>en</strong> professor<strong>en</strong> wiskunde. Ze getuigd<strong>en</strong> dat ook in<br />
Vlaander<strong>en</strong> het niveau in het secundair onderwijs er<br />
op achteruit ging (zie punt 2). Op de radio betreurde<br />
de Leuv<strong>en</strong>s prof. em. Alfred <strong>War</strong>rinnier begin mei<br />
2008 dat de ‘moderne wiskunde’ in ons secundair<br />
onderwijs steeds meer vervang<strong>en</strong> werd door e<strong>en</strong><br />
andere extreme visie, deze van de constructivistische<br />
‘fuzzy mathematics’.<br />
Enkele maand<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> versche<strong>en</strong> het (ontwerp)<br />
leerplan 2009 van het Vlaams Verbond van het<br />
Katholiek Secundair onderwijs voor de eerste graad<br />
– het zoveelste in de rij sinds 1970. “De actuele<br />
d<strong>en</strong>kwijze over wiskundevorming gaat uit van compet<strong>en</strong>ties<br />
<strong>en</strong> van de constructivistische gedachte dat<br />
leerling<strong>en</strong> best zelf die compet<strong>en</strong>ties ontwikkel<strong>en</strong>”,<br />
aldus de leerplanontwerpers. De huidige gediffer<strong>en</strong>tieerde<br />
a- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> b-leerplann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong><br />
door e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk leerplan dat lichter<br />
uitvalt <strong>en</strong> minder aandacht besteedt aan (abstracte)<br />
k<strong>en</strong>nis. De leerplanontwerpers wekk<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kel mom<strong>en</strong>t de indruk dat ze k<strong>en</strong>nis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> van de rec<strong>en</strong>te debatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> math-wars in<br />
<strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders <strong>en</strong> van de kritiek in eig<strong>en</strong> land.<br />
Dat blijkt ook uit de e<strong>en</strong>zijdige bibliografie. De<br />
controversiële methodische <strong>en</strong> inhoudelijke opties<br />
word<strong>en</strong> als vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid geserveerd. Zo<br />
lez<strong>en</strong> we ook dat de vaardigheid in de rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong><br />
minder belangrijk is.<br />
In <strong>Nederland</strong> werd<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schappelijke leerplann<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schappelijke basisvorming<br />
weer afgeschaft. In <strong>Nederland</strong>, de VS, Engeland,<br />
Franstalig België… beluisterd<strong>en</strong> we de voorbije jar<strong>en</strong><br />
veel kritiek op die controversiële <strong>en</strong> constructivistische<br />
opties. Te lage eis<strong>en</strong>, te weinig (algebraïsche) rek<strong>en</strong>vaardigheid,<br />
te weinig aandacht voor beproefde<br />
waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor wiskunde als vakdiscipline, al te<br />
veel rek<strong>en</strong><strong>en</strong> in context<strong>en</strong> (situations-problèmes)<br />
<strong>en</strong>z. De leerling<strong>en</strong> zijn onvoldo<strong>en</strong>de voorbereid op<br />
het hoger onderwijs; de bijspijkercursuss<strong>en</strong> in het<br />
hoger <strong>en</strong> universitair onderwijs zijn talrijk. Al ti<strong>en</strong> jaar<br />
geled<strong>en</strong> bestempelde de Nijmeegse professor Frans<br />
Keune de ‘realistische wiskunde’ als pann<strong>en</strong>koekwiskunde.<br />
Hij verweet de Utrechters dat de leerling<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> belabberd wiskundig inzicht hebb<strong>en</strong>. De<br />
leuke wiskunde <strong>en</strong> gekunstelde toepassingscontext<strong>en</strong><br />
van het FI bested<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> te weinig aandacht<br />
aan de wiskunde als cultuurproduct, aan de<br />
meer abstracte elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de rek<strong>en</strong>vaardigheid.<br />
Ook in de VS adviseert het Final report of the<br />
‘National mathematics advisory panel’ (maart 2008)<br />
e<strong>en</strong> niveauverhoging, e<strong>en</strong> herwaardering van beproefde<br />
waard<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> meer ev<strong>en</strong>wichtige didactiek<br />
met meer sturing vanwege de leerkracht, meer aandacht<br />
voor rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> de taal van de wiskunde<br />
(zie pagina 16). In Franstalig België word<strong>en</strong><br />
de zwakke prestaties door Nico Hirtt <strong>en</strong> vele ander<strong>en</strong><br />
in verband gebracht met de vage compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />
b<strong>en</strong>adering. In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te evaluatie bereikte<br />
slechts 20 % van de 14-jarig<strong>en</strong> de eindterm<strong>en</strong>,<br />
40 % voldeed helemaal niet.<br />
De vele klacht<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong> in <strong>Nederland</strong> al tot de<br />
opstelling van nieuwe officiële richtlijn<strong>en</strong> voor zwaardere<br />
(exam<strong>en</strong>)programma's wiskunde havo-vwo die<br />
beter voorbereid<strong>en</strong> op hogere studies. De kern van<br />
degelijk wiskundeonderwijs is volg<strong>en</strong>s de toelichting<br />
opnieuw het algebraïsch <strong>en</strong> analytisch rek<strong>en</strong>werk<br />
<strong>en</strong> de leerstofeis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verhoogd. E<strong>en</strong> aantal<br />
beproefde waard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook in ere hersteld. De<br />
sympathisant<strong>en</strong> van ‘realistische’ wiskunde à la FI<br />
reageerd<strong>en</strong> met het manifest ‘Stop de afbraak van<br />
het wiskunde-onderwijs’. Ze nem<strong>en</strong> het niet dat de<br />
‘realistische’ <strong>en</strong> contextrijke ‘everyday’-aanpak van<br />
het FI als ‘franje’ bestempeld wordt.<br />
Dit alles stimuleert ons om ook e<strong>en</strong> paar bijdrag<strong>en</strong><br />
aan wiskunde in ons secundair onderwijs te wijd<strong>en</strong>.<br />
Bepaalde <strong>Nederland</strong>se <strong>en</strong> Waalse critici gelov<strong>en</strong><br />
alvast dat <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> Wallonië kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> van<br />
Vlaander<strong>en</strong>. Ook het ‘National mathematics advisory<br />
panel’ van de VS inspireerde zich aan de<br />
Vlaamse leerplann<strong>en</strong> basisonderwijs <strong>en</strong> eerste<br />
graad – naast deze van TIMSS-succesland<strong>en</strong> als<br />
Singapore (Foundations for success’, het Final<br />
Report, maart 2008). Maar straks krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong><br />
nieuw leerplan dat meer de richting van het constructivisme<br />
<strong>en</strong> de zelfstandigheidsdidactiek uit wil.<br />
43
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Jammer g<strong>en</strong>oeg is er in Vlaander<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> op<strong>en</strong><br />
debat over ons (wiskunde)onderwijs. To<strong>en</strong> we in de<br />
periode 1973-1982 kritische vrag<strong>en</strong> over de ‘moderne<br />
wiskunde’ steld<strong>en</strong>, kreg<strong>en</strong> we lange tijd niet de<br />
minste respons. Pas na 1982 kwam er <strong>en</strong>ige op<strong>en</strong>heid.<br />
Ook op onze kritiek op het constructivisme <strong>en</strong><br />
op het realistisch wiskundeonderwijs van het FI<br />
kwam er weinig reactie. Maar to<strong>en</strong> we als O-ZONactiegroep<br />
in 2007 vrag<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de basisk<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> basisvaardighed<strong>en</strong>, ontving<strong>en</strong> we heel wat<br />
klacht<strong>en</strong> i.v.m. wiskunde in ons secundair onderwijs<br />
<strong>en</strong> de didactische aanpak. In punt 2 gaan we hier ev<strong>en</strong><br />
op in. Daarna staan we stil bij het nieuwe leerplan.<br />
2 Kritiek op niveau <strong>en</strong> methodiek<br />
2.1 Kritiek op niveau<br />
Prof. Stefaan Ca<strong>en</strong>epeel (VUB) schreef ons: “Aan<br />
de universiteit ondervind<strong>en</strong> wij dat in <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong><br />
zowel k<strong>en</strong>nis als vaardighed<strong>en</strong> wiskunde van beginn<strong>en</strong>de<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sterk zijn achteruitgegaan. Ik heb<br />
het dan wel over echte vaardighed<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld<br />
het optell<strong>en</strong> van breuk<strong>en</strong>, opgav<strong>en</strong> over rechthoekige<br />
driehoek<strong>en</strong> ... Het zog<strong>en</strong>aamde vaardigheidsgerichte<br />
onderwijs leidt niet alle<strong>en</strong> tot minder<br />
k<strong>en</strong>nis, het leidt ook tot minder vaardighed<strong>en</strong>. De<br />
leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> niets, maar kunn<strong>en</strong> ook niets. In<br />
<strong>Nederland</strong> heeft m<strong>en</strong> dat al lang ondervond<strong>en</strong>. Ik wil<br />
hierbij dan ook uw o-zoninitiatief voluit steun<strong>en</strong>.”<br />
Prof. Ca<strong>en</strong>epeel stelde ook al in 2001 terecht: “Ik<br />
vrees voor het niveau van het onderwijs. De eindterm<strong>en</strong><br />
voor wiskunde zijn bijzonder mager. Het is<br />
e<strong>en</strong> minimum minimorum.”<br />
‘Onze eerstejaars wiskunde krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vak 'bewijz<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>’, vertelt Caroli<strong>en</strong> Van Saam, monitor<br />
aan de Leuv<strong>en</strong>se wet<strong>en</strong>schapsfaculteit. ‘Vroeger<br />
kon iedere<strong>en</strong> b.v. e<strong>en</strong> bewijs opstell<strong>en</strong>. Nu miss<strong>en</strong><br />
ze de precisie om iets op e<strong>en</strong> wiskundige manier uit<br />
te schrijv<strong>en</strong>.’ Net zoals andere universiteit<strong>en</strong> organiseert<br />
de KU-Leuv<strong>en</strong> al jar<strong>en</strong> cursuss<strong>en</strong> wiskunde om<br />
het niveau van start<strong>en</strong>de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij te spijker<strong>en</strong>.<br />
Zelfs aan praktijkgerichte hogeschol<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />
over het probleem meesprek<strong>en</strong>. ‘In onze k<strong>en</strong>nisgerichte<br />
richting<strong>en</strong>, zoals industriële wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />
is bijspijker<strong>en</strong> aan de orde’, vertelt Jacques Peeters<br />
van de Hogeschool Antwerp<strong>en</strong>. … De UG<strong>en</strong>t organiseerde<br />
in december e<strong>en</strong> rondvraag bij de professor<strong>en</strong><br />
uit de eerste bachelor. Opvall<strong>en</strong>d: ‘de proff<strong>en</strong><br />
klag<strong>en</strong> er vooral over dat de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vooral<br />
minder kunn<strong>en</strong>’, zegt Annick Eelbode (Bijdrage in<br />
‘De Morg<strong>en</strong>’ van 14.03.07: Leerling<strong>en</strong> zijn niet<br />
dommer geword<strong>en</strong>. Het onderwijs haalt er gewoon<br />
minder uit). In de context van de laatste wiskundeolympiade<br />
formuleerd<strong>en</strong> naar verluidt ook e<strong>en</strong><br />
aantal professor<strong>en</strong> (Paul Igodt, Wim Schep<strong>en</strong>s …)<br />
kritiek op het dal<strong>en</strong>de niveau. Relatief e<strong>en</strong>voudige<br />
vrag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door vel<strong>en</strong> niet juist beantwoord.<br />
2.2 Kritiek op constructivistische methodiek<br />
Marie-Claire Deleersnijder, voorzitster van de<br />
Vlaamse Ver<strong>en</strong>iging voor Wiskundeleerkracht<strong>en</strong>,<br />
getuigde: "In wiskunde draait vandaag alles mom<strong>en</strong>teel<br />
om inzicht. De didactische methode is ook<br />
gewijzigd, m<strong>en</strong> spreekt van 'contextonderwijs'. Als<br />
leerkracht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> we gestimuleerd om wiskundeoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
te betrekk<strong>en</strong> op actuele, concrete situaties.<br />
Minder abstracte theorie dus. Dat maakt dat<br />
'bewijz<strong>en</strong>' minder goed gek<strong>en</strong>d zijn. En mede doordat<br />
de leerling<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig bij zowat elke toets e<strong>en</strong><br />
rek<strong>en</strong>machine of hun formularia mog<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>,<br />
zijn ze minder goed in hoofdrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid.<br />
Zelfs voor de k<strong>en</strong>nis van de maaltafels,<br />
jawel. Ook analytische meetkunde komt niet meer in<br />
elk wiskundeprogramma voor” (In: Marjan Justaert,<br />
Vlaamse scholier<strong>en</strong> struikel<strong>en</strong> over maaltafels <strong>en</strong><br />
sukkel<strong>en</strong> met dt-regels, DM, 6.12.06).<br />
Net zoals prof. <strong>War</strong>rinnier heeft de voorzitster blijkbaar<br />
problem<strong>en</strong> met te veel ‘contextwiskunde’.<br />
Andere term<strong>en</strong> hiervoor zijn ‘fuzzy maths’,<br />
‘everyday-maths’ <strong>en</strong>/of ‘gesitueerde wiskunde’ in het<br />
constructivistisch jargon; ‘situations-problèmes’ in<br />
het Frans. In <strong>Nederland</strong> krijgt het FI veel kritiek met<br />
zijn ‘contextwiskunde’. ‘Fuzzy’ <strong>en</strong>/of ‘Everyday’<br />
<strong>Math</strong>ematics die veel werk<strong>en</strong> met context<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
‘situations-problèmes’ zijn soms wel leuk (fuzzy),<br />
maar het conceptuele, de abstractie <strong>en</strong> de wiskundetaal<br />
word<strong>en</strong> daardoor naar de achtergrond gedrong<strong>en</strong>,<br />
zodat niemand meer echte wiskunde kan ler<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> in de meest uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de toepassingsgebied<strong>en</strong>.<br />
Vorig jaar stuurde ook de G<strong>en</strong>tse prof. H<strong>en</strong>ri Verschelde<br />
e<strong>en</strong> brief naar O-ZON waarin hij niet <strong>en</strong>kel<br />
zijn beklag deed over de wiskundige voork<strong>en</strong>nis van<br />
de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar ook wees op het dubieuze<br />
karakter van de constructivistische leertheorie die<br />
o.a. pleit voor zelfconstruer<strong>en</strong>d <strong>en</strong> contextgebond<strong>en</strong><br />
ler<strong>en</strong>. Prof. Verschelde, e<strong>en</strong> van onze emin<strong>en</strong>tste<br />
wet<strong>en</strong>schappers, schreef: “Geachte O-ZONm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>,<br />
uw visie op degelijk onderwijs <strong>en</strong> uw kritiek<br />
op het constructivisme word<strong>en</strong> volledig gesteund<br />
door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met gezond verstand <strong>en</strong> met <strong>en</strong>ig<br />
inzicht in hoe de realiteit werkelijk in elkaar zit. Als<br />
wet<strong>en</strong>schapper verbaast het me iedere dag opnieuw<br />
44
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
welke larie sommige onderwijskundig<strong>en</strong> als ‘wet<strong>en</strong>schappelijke<br />
theorie’ de wereld durv<strong>en</strong> instur<strong>en</strong>.<br />
Deze theorieën do<strong>en</strong> me heel erg d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de<br />
onzin die de constructivistische filosof<strong>en</strong> uitkram<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> die op meesterlijke wijze aan de kaak gesteld is<br />
door Alan Sokal <strong>en</strong> Jean Bricmont in hun boek<br />
‘Intellectueel bedrog’. Beid<strong>en</strong> zijn collega's theoretische<br />
fysica . Ik probeer h<strong>en</strong> ervan te overtuig<strong>en</strong> om<br />
e<strong>en</strong> analoog boek te schrijv<strong>en</strong> over de constructivistische<br />
stroming in de onderwijskunde. Het is immers<br />
niet moeilijk om aan te ton<strong>en</strong> dat de constructivistische<br />
aanpak haaks staat op de wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
gefundeerde bevinding<strong>en</strong> van de cognitieve psychologie.<br />
Gefeliciteerd ook met uw initiatief <strong>en</strong> uw zeer<br />
informatieve O-ZON-website.” Ook op het rec<strong>en</strong>te<br />
congres van de VVWL (Blank<strong>en</strong>berge, 30.06.08)<br />
beluisterd<strong>en</strong> we in de wandelgang<strong>en</strong> analoge<br />
kritiek; L.V.M. beloofde ons e<strong>en</strong> bijdrage hierover<br />
voor volg<strong>en</strong>de <strong>Onderwijs</strong>krant.<br />
In het nieuwe leerplan wordt ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong><br />
met de kritiek. Er wordt zelfs meer dan ooit gepleit<br />
voor de constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />
aanpak (zie punt 3). We steld<strong>en</strong> de voorbije jar<strong>en</strong><br />
ook vast dat de pedagogische begeleiding, de VLOR,<br />
WIVO … geregeld prof. F. Dochy uitnodigd<strong>en</strong> om<br />
zijn constructivistische hypes te kom<strong>en</strong> verkondig<strong>en</strong>.<br />
Ook de DVO (Entiteit Curriculum) blijft heel sterk de<br />
‘constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte b<strong>en</strong>adering<br />
van de k<strong>en</strong>nisverwerving’ propager<strong>en</strong> in de<br />
rec<strong>en</strong>te brochures van ‘de confer<strong>en</strong>ties na de<br />
peiling’ van eindterm<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te spreekbeurt<br />
(Aalst, 8.11.07) maakte professor Paul Kirschner<br />
ev<strong>en</strong>wel brandhout van de rec<strong>en</strong>te didactische<br />
hypes inzake constructivisme, ontdekk<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />
leerlinggestuurd ler<strong>en</strong> e.d. (Pieter Van Biervliet,<br />
Ler<strong>en</strong>: Broodje aap of wet<strong>en</strong>schap? <strong>Onderwijs</strong>krant<br />
nr. 144, januari 2008).<br />
3 Minder rek<strong>en</strong>vaardigheid & abstractie,<br />
constructivistisch <strong>en</strong> zelfstandig ler<strong>en</strong><br />
Veel <strong>Nederland</strong>se critici hebb<strong>en</strong> veel moeite met de<br />
realistische, contextgebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> constructivistische<br />
aanpak van het FI. De kritische <strong>Nederland</strong>se<br />
Resonansgroep wiskunde stelt o.i. ook terecht dat<br />
officiële docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> leerplan <strong>en</strong>/of de<br />
exam<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> preciese didactische richtlijn<strong>en</strong><br />
mog<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>. De Resonansgroep is van oordeel<br />
dat didactiek uiteindelijk vooral e<strong>en</strong> zaak is van de<br />
leerkracht die in vrijheid moet kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> over<br />
de weg waarlangs hij zijn doel wil bereik<strong>en</strong>. Aanwijzing<strong>en</strong><br />
of richtlijn<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d karakter<br />
suggerer<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. De twijfelachtige<br />
resultat<strong>en</strong> van het ‘studiehuis’ <strong>en</strong> het<br />
‘nieuwe ler<strong>en</strong>’ zoud<strong>en</strong> in dit verband tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong>. Het is ook bek<strong>en</strong>d dat er methodisch<br />
gezi<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> in opvatting<strong>en</strong> bestaan.<br />
Dit is e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> te meer om ge<strong>en</strong> stellige<br />
uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> leerplan dat <strong>en</strong>kel de<br />
leerplandoel<strong>en</strong> moet vastlegg<strong>en</strong>.<br />
Het verbaast ons dan ook dat het nieuwe (ontwerp)<br />
leerplan VVKSO veel stellige <strong>en</strong> controversiële uitsprak<strong>en</strong><br />
over de methodiek bevat. We citer<strong>en</strong> ev<strong>en</strong><br />
het nieuwe leerplan: “Ondertuss<strong>en</strong> is het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
over het ler<strong>en</strong> van wiskunde geëvolueerd. De<br />
‘constructivistische’ leeropvatting stelt dat k<strong>en</strong>nis<br />
beter actief geconstrueerd wordt door de ler<strong>en</strong>de.<br />
K<strong>en</strong>nis kan niet zomaar passief overgedrag<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>. … Het gaat om e<strong>en</strong> proces van structurer<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong>. Wiskundevorming<br />
biedt meer dan e<strong>en</strong> voltooid bouwwerk van<br />
objectieve, abstracte, formele k<strong>en</strong>nis. Steeds meer<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wiskunde toepass<strong>en</strong>, ook als ze<br />
niet beschikk<strong>en</strong> over de nodige vaardigheid in de<br />
rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong>. Het gebruik van ICT werkt tijdsbespar<strong>en</strong>d.<br />
… E<strong>en</strong> actuele d<strong>en</strong>kwijze over wiskundevorming<br />
gaat uit van compet<strong>en</strong>ties. Het gaat om e<strong>en</strong><br />
breed geheel van vorming, aansluit<strong>en</strong>d bij e<strong>en</strong> aantal<br />
algem<strong>en</strong>e compet<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> de constructivistische<br />
gedachte dat leerling<strong>en</strong> best zelf die compet<strong>en</strong>ties<br />
ontwikkel<strong>en</strong>. In de vorming word<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />
aspect<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis, vaardighed<strong>en</strong>, attitudes <strong>en</strong><br />
opvatting<strong>en</strong> geïntegreerd. … Als er ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />
aanwezig is, zal er uiteraard ook de compet<strong>en</strong>tie<br />
niet aanwezig kunn<strong>en</strong> zijn. Dit verantwoordt echter<br />
niet het geïsoleerd werk<strong>en</strong> aan k<strong>en</strong>nisverwerving.<br />
K<strong>en</strong>nis wordt beter verworv<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actief<br />
leerproces… In de basisschool hebb<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong><br />
veelal k<strong>en</strong>nisgemaakt met ‘hoek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> contractwerk’<br />
<strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van activer<strong>en</strong>d of begeleid zelfstandig<br />
ler<strong>en</strong>. Ook in het secundair onderwijs moet<br />
het ler<strong>en</strong> vertaald word<strong>en</strong> in aangepaste <strong>en</strong> activer<strong>en</strong>de<br />
werkvorm<strong>en</strong>.”<br />
Het verwondert ons dat de leerplanopstellers er op<br />
aanstur<strong>en</strong> om nog meer richting<strong>en</strong> uit te gaan die<br />
mom<strong>en</strong>teel in <strong>Nederland</strong> <strong>en</strong> elders sterk gecontesteerd<br />
word<strong>en</strong>: constructivistische methodiek, minder<br />
rek<strong>en</strong>vaardigheid, minder abstracte <strong>en</strong> vakdisciplinaire<br />
b<strong>en</strong>adering, meer geïntegreerde aanpak, meer<br />
werk<strong>en</strong> met algem<strong>en</strong>e compet<strong>en</strong>ties. De uitspraak<br />
‘Steeds meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wiskunde toepass<strong>en</strong>,<br />
ook als ze niet beschikk<strong>en</strong> over de nodige vaardigheid<br />
in de rek<strong>en</strong>algoritm<strong>en</strong>”, wekt ook de indruk dat<br />
rek<strong>en</strong>vaardigheid minder belangrijk is. Dit zijn allemaal<br />
zak<strong>en</strong> die al e<strong>en</strong> tijdje onder vuur ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
45
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
verantwoordelijk geacht word<strong>en</strong> voor de niveaudaling<br />
<strong>en</strong> malaise. In de VS wordt de niveaudaling<br />
grot<strong>en</strong>deels toegeschrev<strong>en</strong> aan de invoering van de<br />
constructivistische ‘Standards’ van 1989 (zie ook<br />
volg<strong>en</strong>de bijdrage). In <strong>Nederland</strong> wordt de realistische<br />
aanpak à la Freud<strong>en</strong>- thal Instituut met de<br />
vinger gewez<strong>en</strong>. Terloops: ook de drammerige <strong>en</strong><br />
oppervlakkige VVKSO-tekst ‘zelfstandigheidsdidactiek’<br />
zint ons niet. De zwakkere leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het<br />
meest de dupe zijn van het verminder<strong>en</strong> van de<br />
(bege-)leiding <strong>en</strong> de sterkere zull<strong>en</strong> onderprester<strong>en</strong>.<br />
Activer<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> bij 12- à 14-jarig<strong>en</strong> is o.i. vooral<br />
interactief ler<strong>en</strong> dat goed geleid wordt door de leerkracht.<br />
In de hogere klass<strong>en</strong> van het basisonderwijs<br />
is het de door het leerplan gepropageerde hoek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
contractwerk overig<strong>en</strong>s al op de terugtocht. In dit<br />
verband kunn<strong>en</strong> we ook veel ler<strong>en</strong> uit het uitgebreid<br />
rapport ‘Telling lessons from the TIMSS videotape’<br />
<strong>en</strong> de comm<strong>en</strong>taar vanwege <strong>Math</strong>ematically Correct<br />
(zie volg<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong>).<br />
4 Geme<strong>en</strong>schappelijk = lichter leerplan<br />
Leerplanvoorzitter André Van der Spiegel deelde op<br />
14 april 2008 in de krant ‘De Morg<strong>en</strong>’ mee dat er<br />
e<strong>en</strong> nieuw leerplan wordt ingevoerd <strong>en</strong> dat dit leerplan<br />
lichter <strong>en</strong> minder abstract zou uitvall<strong>en</strong>. De verklaring<br />
hiervoor klonk aldus: “We stell<strong>en</strong> vast dat 12-<br />
jarig<strong>en</strong> veel moeite hebb<strong>en</strong> met rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> met<br />
wiskundetaal.”<br />
De leerplanvoorzitter vermeldde er echter niet bij dat<br />
er niet langer gewerkt wordt met e<strong>en</strong> (zwaarder) a-<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> (lichter) b-leerplan voor respectievelijk aso<strong>en</strong><br />
andere leerling<strong>en</strong>. Het plots opdoek<strong>en</strong> van het<br />
onderscheid tuss<strong>en</strong> a- <strong>en</strong> b-leerplann<strong>en</strong> voor de A-<br />
stroom van de eerste graad, roept tal van vrag<strong>en</strong><br />
op. De leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> zelf werd<strong>en</strong> hierover<br />
niet geraadpleegd. We vermoed<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />
peiling zou uitwijz<strong>en</strong> dat ze het hiermee niet e<strong>en</strong>s<br />
zijn. Wil de katholieke koepel met de invoering van<br />
e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk leerplan vooruitlop<strong>en</strong> op<br />
e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele compreh<strong>en</strong>sieve eerste graad? E<strong>en</strong><br />
peiling zou uitwijz<strong>en</strong> dat de meeste leerkracht<strong>en</strong><br />
hier niet voor gewonn<strong>en</strong> zijn.<br />
In <strong>Nederland</strong> wordt de daling van het wiskund<strong>en</strong>iveau<br />
in de eerste graad vooral op naam gebracht<br />
van de invoering destijds van de geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
basisvorming met ook voor wiskunde e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk<br />
leerplan voor alle leerling<strong>en</strong>. Het geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
curriculum bleek voor vmbo-ers<br />
(= tso- <strong>en</strong> bso-leerling<strong>en</strong>) te moeilijk <strong>en</strong> voor vwoers<br />
(= aso-ers) te gemakkelijk. Daarom werd de geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
basisvorming weer opgedoekt. In<br />
het rapport ‘Rijk aan betek<strong>en</strong>is’ van de <strong>Nederland</strong>se<br />
commissie Toekomst Wiskunde<strong>Onderwijs</strong> (2006)<br />
lez<strong>en</strong> we: “De uniformiteit in geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
doel<strong>en</strong>, niveau <strong>en</strong> wiskundige inhoud, is slecht geblek<strong>en</strong><br />
voor de ontwikkeling van de tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />
havo- <strong>en</strong> vwo- leerling<strong>en</strong>. Deze krijg<strong>en</strong> in de onderbouw<br />
te weinig kans om te groei<strong>en</strong> in wiskundek<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> zo geleidelijk aan inzicht te verwerv<strong>en</strong> in<br />
de onderligg<strong>en</strong>de wiskundige concept<strong>en</strong>.” Ook de<br />
commissievoorzitter van het rapport-Dijsselbloem<br />
was heel str<strong>en</strong>g in zijn oordeel: “De ideologie van de<br />
gelijke kans<strong>en</strong> leidde in de praktijk tot gelijke behandeling<br />
van zeer ongelijke leerling<strong>en</strong>. Daardoor<br />
kreg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> niet de leerinhoud <strong>en</strong> begeleiding<br />
die ze nodig hadd<strong>en</strong>.”<br />
Volg<strong>en</strong>s onze leerplancommissie viel het leerplan<br />
van 1997 te zwaar uit. <strong>War</strong><strong>en</strong> beide leerplann<strong>en</strong> te<br />
zwaar, of <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> van beide? E<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk<br />
leerplan voor alle 12-jarig<strong>en</strong> leidt uiteraard tot<br />
het lichter mak<strong>en</strong> in vergelijking met de vroegere a-<br />
versie. De sterkere a-leerling<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> met zo’n<br />
lichter <strong>en</strong> minder abstract leerplan onder hun niveau<br />
aangesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (=niveaudaling). En als dit<br />
nieuwe leerplan zwaarder uitvalt dan de vroegere b-<br />
versie, dan zull<strong>en</strong> de b-leerling<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> hun niveau<br />
word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>. We vrez<strong>en</strong> dus dat het leerplan<br />
voor de a-leerling<strong>en</strong> te licht uitvalt <strong>en</strong> voor de<br />
b-leerling<strong>en</strong> zwaarder. En wordt nu overig<strong>en</strong>s al<br />
op<strong>en</strong>lijk gezegd dat het wiskund<strong>en</strong>iveau van de asoleerling<strong>en</strong><br />
te laag is <strong>en</strong> dat ze te weinig voorbereid<br />
zijn op bèta-richting<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> beperkte evaluatie van<br />
de al te minimale eindterm<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> volstaat ge<strong>en</strong>szins<br />
om het niveau te bewak<strong>en</strong>. Vanuit de O-ZONbeweging<br />
vrag<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> meer ernstige controle<br />
van de leerresultat<strong>en</strong> – net zoals de <strong>Nederland</strong>se<br />
overheid dit nu vraagt.<br />
5 Besluit<br />
In het nieuw leerplan 2009 wijk<strong>en</strong> de polariser<strong>en</strong>de<br />
methodische basisprincipes sterk af van de meer<br />
uitgebalanceerde visies die mom<strong>en</strong>teel in <strong>Nederland</strong><br />
<strong>en</strong> Frankrijk <strong>en</strong> in de VS door het National <strong>Math</strong>ematics<br />
Advisory Panel word<strong>en</strong> verkondigd <strong>en</strong> die<br />
aansluit<strong>en</strong> bij de visie van de meeste leerkracht<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> leerplan mag o.i. ook ge<strong>en</strong> methodiek oplegg<strong>en</strong>.<br />
Het VVKSO stelt terecht dat de inspectie zich niet<br />
mag moei<strong>en</strong> met de methodiek in klas, maar is<br />
anderzijds g<strong>en</strong>eigd dit zelf te do<strong>en</strong>. De 3 hierop<br />
volg<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> ook uitsprak<strong>en</strong> die onze<br />
kritiek op het nieuw leerplan ondersteun<strong>en</strong>.<br />
46
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
‘Telling lessons from the TIMSS videotape’<br />
Guided instruction in Japan levert schitter<strong>en</strong>de wiskunde-prestaties op<br />
Raf Feys <strong>en</strong> R<strong>en</strong>ske Bos<br />
1 Inleiding<br />
In het uitgebreid rapport ‘Telling lessons from the<br />
TIMSS videotape’ onderzocht<strong>en</strong> prof. Alan Siegel<br />
e.a. met behulp van video-opnames (e<strong>en</strong> 300-tal<br />
less<strong>en</strong>) welke de typische aanpak is van de wiskundedidactiek<br />
bij 13- à 14-jarig<strong>en</strong> in Jap<strong>en</strong> – <strong>en</strong> dat in<br />
vergelijking met de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> (zie Internet).<br />
Op die manier probeerd<strong>en</strong> ze te achterhal<strong>en</strong> waarom<br />
de Japanse leerling<strong>en</strong> zoveel beter prester<strong>en</strong><br />
dan deze in de VS. Zij steld<strong>en</strong> vast dat in Japan het<br />
leerproces veel sterker geleid werd door de leerkracht<strong>en</strong>.<br />
Dit is volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> ook de verklaring voor<br />
de uitstek<strong>en</strong>de score op TIMSS e.d. We vermoed<strong>en</strong><br />
dat dit ook de belangrijkste oorzaak is van de goede<br />
score van de Vlaamse 14-jarig<strong>en</strong>. De Vlaamse<br />
leraars gev<strong>en</strong> meestal nog gestructureerd les, ook<br />
al stur<strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerplann<strong>en</strong>, inspecteurs,<br />
begeleiders, DVO, VLOR … aan op zelfontdekk<strong>en</strong>d<br />
ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />
aanpak.<br />
2 Videotape-onderzoek<br />
Het videotape-onderzoek was aanvankelijk vooral in<br />
hand<strong>en</strong> van beleidsadviseurs die in het verled<strong>en</strong><br />
verantwoordelijk war<strong>en</strong> voor de uitwerking van leerplann<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> methodiek<strong>en</strong> die sterk constructivistisch<br />
geïnspireerd war<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarbij de leerling<strong>en</strong> zoveel<br />
mogelijk zelfstandig of in groepjes alles zelf moest<strong>en</strong><br />
uitzoek<strong>en</strong> met minimale begeleiding vanwege de<br />
leerkracht<strong>en</strong>. Dit is ook de filosofie achter de zgn.<br />
‘Standards’, eindterm<strong>en</strong> van 1989. Deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>eigd de zwakke prestaties van de<br />
Amerikaanse leerling<strong>en</strong> op naam te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />
hun constructivistische filosofie. Enkele Amerikaanse<br />
beleidsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviseurs beweerd<strong>en</strong> dat de<br />
Japanse leerkracht<strong>en</strong> de Standards-principes beter<br />
toepast<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldus betere resultat<strong>en</strong> behaald<strong>en</strong>. Zij<br />
betreurd<strong>en</strong> dat de leerkracht<strong>en</strong> hun constructivistische<br />
filosofie onvoldo<strong>en</strong>de toepast<strong>en</strong> <strong>en</strong> steld<strong>en</strong> dat<br />
naarmate de filosofie van de Standards beter zou<br />
doordring<strong>en</strong>, de resultat<strong>en</strong> van de Amerikaanse<br />
leerling<strong>en</strong> deze van de Japanse zoud<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>.<br />
Onafhankelijke onderzoekers van de video-tapes<br />
kwam<strong>en</strong> echter tot totaal andere conclusies. Uit de<br />
studie van professor Alan Siegel (New York) <strong>en</strong> van<br />
ander<strong>en</strong> bleek precies het omgekeerde: “De Japanse<br />
less<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> niet volg<strong>en</strong>s de constructivistische<br />
reformrichtlijn<strong>en</strong> à la Amerikaanse Standardsleerplan.<br />
Ze bevatt<strong>en</strong> veel meer directe instructie <strong>en</strong><br />
demonstratie dan zelfs de meer traditionele Amerikaanse<br />
less<strong>en</strong>”. … Zo lez<strong>en</strong> we: “Japanese math<br />
instruction has be<strong>en</strong> erroneously portrayed as<br />
favoring so-called discovery learning. Alan Siegel, a<br />
professor of computer sci<strong>en</strong>ce at New York University,<br />
took a careful look at Japanese math instruction<br />
and finds that the underlying approach is direct<br />
instruction and repetitive practice.” Siegel legde e<strong>en</strong><br />
dik rapport voor waarin hij de video’s heel uitvoerig<br />
be-schrijft <strong>en</strong> protocolleert:Telling Lessons from<br />
TIMMS Videotapes (200 pagina’s, zie Internet).<br />
Binn<strong>en</strong> het bestek van deze bijdrage kunn<strong>en</strong> we die<br />
uitvoerige beschrijving<strong>en</strong> van de Japanse less<strong>en</strong><br />
in algebra, meetkunde, vraagstukk<strong>en</strong> (problem<br />
solving) … niet sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>. We staan hier <strong>en</strong>kel<br />
stil bij de conclusies van Alan Siegel.<br />
Siegel betreurt dat in bepaalde officiële Amerikaanse<br />
rapport<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het succes van de Japanse<br />
leerling<strong>en</strong> de hoge kwaliteit van de directe instructie<br />
in Japan niet e<strong>en</strong>s wordt vermeld. Zo hangt het<br />
rec<strong>en</strong>te Gl<strong>en</strong>n Commission Report e<strong>en</strong> totaal verkeerde<br />
<strong>en</strong> fabuleuze voorstelling van de Japanse<br />
aanpak op. We lez<strong>en</strong> in dat officieel rapport: “In<br />
Japan, … closely supervised, collaborative work<br />
among stud<strong>en</strong>ts is the norm. Teachers begin by<br />
pres<strong>en</strong>ting stud<strong>en</strong>ts with a mathematical problem<br />
employing principles they have not yet learned. They<br />
work alone or in small groups to devise a solution.<br />
After a few minutes, stud<strong>en</strong>ts are called on to pres<strong>en</strong>t<br />
their answers; the whole class works through the<br />
problems and solutions, uncovering the related<br />
mathematical concepts and reasoning.” Volg<strong>en</strong>s Siegel<br />
wordt hier t<strong>en</strong> onrechte de indruk gewekt dat de<br />
Japanse 14-jarig<strong>en</strong> na slechts <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
problem<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> zonder hierbij principes<br />
<strong>en</strong> theorie te gebruik<strong>en</strong> die ze vooraf geleerd hebb<strong>en</strong>.<br />
De studie van Siegel wijst verder uit dat het lat<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> belangrijk<br />
constructivistisch principe – ge<strong>en</strong>szins c<strong>en</strong>traal staat<br />
in het Japan: “stud<strong>en</strong>ts rarely work in small groups<br />
to solve problems until they have worked first by<br />
themselves”.<br />
47
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
De pleitbezorgers van de constructivistische ‘Standards’<br />
besteedd<strong>en</strong> veel aandacht aan het aspect<br />
‘problem solving’ (vraagstukk<strong>en</strong> e.d.) binn<strong>en</strong> het<br />
Japanse onderwijs. Siegel weerlegt de stelling dat<br />
het succes van Japanse leerling<strong>en</strong> met betrekking<br />
tot het oploss<strong>en</strong> van vraagstukk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevolg zou<br />
zijn van het feit dat ze bij de start van het leerproces<br />
eerst zelf e<strong>en</strong> lange tijd zelfstandig met de oplossing<br />
van problem<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> worstel<strong>en</strong>. De Japanners<br />
bested<strong>en</strong> wel veel aandacht aan het ler<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong><br />
van oplossingsmethodes <strong>en</strong> aan het oordeelkundig<br />
kiez<strong>en</strong> van uitdag<strong>en</strong>de opdracht<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> grondig<br />
begrip van de oplossingsmethodes bij te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Maar de sterke leiding hierbij is opvall<strong>en</strong>d. Bij het<br />
bestuder<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> van de typisch probleemoploss<strong>en</strong>de<br />
situaties (probleem-opgav<strong>en</strong>, vraagstukk<strong>en</strong>)<br />
moet m<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Siegel e<strong>en</strong> groot aantal<br />
factor<strong>en</strong> incalculer<strong>en</strong> met inbegrip van het zelf<br />
worstel<strong>en</strong> met probleem versus uitgelegd krijg<strong>en</strong>,<br />
het gebruik van to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de hints <strong>en</strong> modellering,<br />
<strong>en</strong> de al dan niet voorbereid<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong> met<br />
hints <strong>en</strong> toepasbare leerinhoud. Tegelijk moet<strong>en</strong> de<br />
roll<strong>en</strong> van de leerkracht bij de pres<strong>en</strong>tatie van allerhande<br />
problem<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
In het deel van het videomateriaal over problemsolving<br />
zi<strong>en</strong> we leerkracht<strong>en</strong> aan het werk die de<br />
leerling<strong>en</strong> instruer<strong>en</strong> in het toepass<strong>en</strong> van fundam<strong>en</strong>tele<br />
principes om problem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s<br />
merk<strong>en</strong> we dat de klas vooraf al de basismethode<br />
geleerd heeft om de uitdaging aan te gaan. De leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> vooraf al de methode goed begrep<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> vooraleer ze succesvol toegepast kan word<strong>en</strong>.<br />
Deze vorm van instructie <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> vereist bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> diepgaand begrip van de onderligg<strong>en</strong>de wiskunde<br />
<strong>en</strong> van haar moeilijkheidsgraad. De leerling<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> vooraf al degelijk voorbereid zijn zodat ze<br />
op e<strong>en</strong> vlotte manier met die wiskundige inhoud<br />
kunn<strong>en</strong> omspring<strong>en</strong>. Meestal zull<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />
niet in staat zijnde fundam<strong>en</strong>tele begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> principes<br />
toe te pass<strong>en</strong> in nieuwe situaties vooraleer ze<br />
stap voor stap geconfronteerd geweest zijn met voorbeeld<strong>en</strong><br />
die de leerkracht heeft uitgewerkt. Pas dan<br />
krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de kans om in de voetstapp<strong>en</strong><br />
van de leerkracht te tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aangeleerde<br />
aanpak op e<strong>en</strong> nieuw probleem toe te pass<strong>en</strong>.<br />
Dat zijn alle less<strong>en</strong> die we moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> uit de<br />
videotapes van het Japanse onderwijz<strong>en</strong>. Zoals de<br />
videotapes aanton<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> goede leerkracht elke<br />
stap in e<strong>en</strong> probleemoplossing pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> zonder<br />
telk<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong>wel het antwoord zelf onmiddellijk te<br />
onthull<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> hieruit besluit dat de Japanse<br />
leerling<strong>en</strong> de ideeën <strong>en</strong> probleemoplossing zelfstandig<br />
ontdekt hebb<strong>en</strong>, dan maakt m<strong>en</strong> zich illusies.<br />
Aan de hand van e<strong>en</strong> gedetailleerde analyse van<br />
e<strong>en</strong> groot aantal videotapes van wiskundeless<strong>en</strong> in<br />
Japan <strong>en</strong> Amerika concludeert Siegel dus dat direct<br />
<strong>en</strong> guided instruction veel meer aandacht krijgt in<br />
Japan dan in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. Het Japanse<br />
wiskunde-onderwijs vertoont ge<strong>en</strong>szins de filosofie<br />
van het constructivisme binn<strong>en</strong> de Amerikaanse<br />
‘Standards’.<br />
3 Belang van klassiek bordgebruik<br />
In e<strong>en</strong> andere studie van de videotapes wijst prof.<br />
Makoto Yoshida op het belang van het klassieke<br />
bordgebruik binn<strong>en</strong> het Japanse wiskundeonderwijs.<br />
De professor betreurt dat Amerikaanse leerkracht<strong>en</strong><br />
veel minder <strong>en</strong> veel minder effectief gebruik mak<strong>en</strong><br />
van het bord. We lez<strong>en</strong>:<br />
“In Japan, carefully planned and well-organized<br />
blackboard use during a lesson is considered one of<br />
the most important teaching skills that fosters<br />
stud<strong>en</strong>t understanding. In this paper, Makoto<br />
Yoshida, an expert in lesson study and Japanese<br />
teaching practices, describes how Japanese<br />
teachers develop effective use of the blackboard.<br />
He explains a typical lesson process in Japan and<br />
how the use of the blackboard fits into that process.<br />
Yoshida describes six important functions of blackboard<br />
use in Japan:<br />
• keeping a record of the lesson,<br />
• helping stud<strong>en</strong>ts remember what they need to do<br />
and think about,<br />
• helping stud<strong>en</strong>ts see the connection betwe<strong>en</strong><br />
differ<strong>en</strong>t parts of the lesson and the progression<br />
of the lesson,<br />
• contrasting and discussing ideas stud<strong>en</strong>ts pres<strong>en</strong>t,<br />
• helping to organize stud<strong>en</strong>t thinking and discover<br />
new ideas,<br />
• fostering organized stud<strong>en</strong>t note taking skills by<br />
modelling logical organization.”<br />
4 Besluit<br />
De huidige Vlaamse praktijk vertoont o.i. veel gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
met de sterk geleide aanpak in Japan <strong>en</strong><br />
leverde ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> goede TIMSS-score op. Er is<br />
ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om die aanpak drastisch te wijzig<strong>en</strong>.<br />
48
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
<strong>Math</strong>ematically Correct: ‘Don't believe it. ‘Reform math’ in the U.S.<br />
does not mirror what successful countries use’<br />
De verantwoordelijk<strong>en</strong> voor de constructivistische<br />
wiskunde-hervorming in de VS (Standards, 1989)<br />
war<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd te verkondig<strong>en</strong> dat de TIMSSresultat<strong>en</strong><br />
van de Amerikaanse leerling<strong>en</strong> aan de<br />
lage kant war<strong>en</strong> omdat de leerkracht<strong>en</strong> nog niet<br />
voldo<strong>en</strong>de hun constructivistische richtlijn<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong>.<br />
In het sterk scor<strong>en</strong>de Japan zou dit wel het<br />
geval zijn. Ook de ver<strong>en</strong>iging ‘<strong>Math</strong>ematically<br />
Correct’ reageerde hierop met het manifest Don't<br />
Believe It’. The Japanese system is NOT ‘stud<strong>en</strong>tdirected’<br />
or ‘stud<strong>en</strong>t-c<strong>en</strong>tered’ but rather the progress<br />
of the class is carefully designed and directed by the<br />
teacher.<br />
• In Japan and Singapore, they do value the correct<br />
answer, NOT just the process or the effort.<br />
• The Japanese kids get pl<strong>en</strong>ty of drill. They practice in<br />
class and at home, and some in after-school school<br />
(juku). They have workbooks for this purpose. Also,<br />
there is reason to believe that not all of this practice<br />
shows up as ‘homework’ in TIMSS data. While the<br />
‘reform math’advocates do NOT want drill, stud<strong>en</strong>ts in<br />
Japan are very compet<strong>en</strong>t in their math facts and use of<br />
operations. This success comes with practice.<br />
• Part of the REAL differ<strong>en</strong>ce betwe<strong>en</strong> the U.S. and<br />
Japan is the organization of schools. Teachers conc<strong>en</strong>trate<br />
on their subject matter lessons much more. The<br />
focus on the cont<strong>en</strong>t of the lessons is the subject of the<br />
film Polished Stones. Such a focus is NOT typical in the<br />
U.S. under either ‘traditional’ or ‘reform’ designs.<br />
• Most ‘reform’ programs push ‘applications’ very strongly.<br />
They want all practice to occur in the context of ‘realworld’<br />
problems. They emphasize the concrete over the<br />
abstract. However, the symbolic abstraction that gives<br />
power to mathematics is not the <strong>en</strong>emy. The TIMSS<br />
videotape study showed that the proportion of abstract<br />
pres<strong>en</strong>tations was high in Japan (86 %). This successful<br />
country does NOT expect all mathematics to be learned<br />
in the context of applications.<br />
• The Japanese classroom does NOT emphasize group<br />
activity.<br />
• The Japanese texts do NOT look at all like the ‘reform’<br />
texts in this country. If anything, they look more like the<br />
antithesis of ‘reform’. They contain clear explanations<br />
and procedures, for example, rather than leaving all<br />
these matters up to the childr<strong>en</strong> to discover. Many new<br />
U.S. programs push a ‘don't tell’ approach, ev<strong>en</strong> admonishing<br />
par<strong>en</strong>ts NOT to teach solution methods to<br />
their childr<strong>en</strong>. By contrast, the program in Japan is more<br />
likely to give explicit solution methods.<br />
• The use of calculators is common in ‘reform math’. In<br />
fact, the 1992 California <strong>Math</strong> Framework advocates<br />
their availability for all grade levels at all times, including<br />
use for homework, class work and tests. This is NOT<br />
true in Japan, where calculators are not used until later<br />
grades, and ev<strong>en</strong> th<strong>en</strong> not used much.<br />
• The American ‘reform math’ folks do NOT want a strong<br />
focus on proof in mathematics, and their programs evid<strong>en</strong>ce<br />
the gradual deletion of proof from the curriculum<br />
over the years. In fact, the TIMSS study report indicates<br />
... "It is likely that the kind of mathematics that<br />
stud<strong>en</strong>ts learn is related to the nature of the mathematics<br />
that they are asked to study. Although constructing<br />
proofs and reasoning deductively are important aspects<br />
of mathematics, American stud<strong>en</strong>ts lacked opportunities<br />
to <strong>en</strong>gage in these kinds of activities. None of the US<br />
lessons included proofs, whereas 53 perc<strong>en</strong>t of Japanese<br />
lessons included proofs." "In a separate analysis of<br />
30 lessons from each country conducted by a group of<br />
experi<strong>en</strong>ced college mathematics teachers, 62 perc<strong>en</strong>t<br />
of Japanese lessons were found to include deductive<br />
reasoning, compared to 21 perc<strong>en</strong>t in Germany and<br />
zero perc<strong>en</strong>t in the US."<br />
• There is a great t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cy on the part of the "reform"<br />
movem<strong>en</strong>t to avoid details about just what a stud<strong>en</strong>t<br />
should know and be able to do in each year of the curriculum.<br />
The NCTM Standards are "...without specific<br />
recomm<strong>en</strong>dations for homework, grades, or any one<br />
part of the educational <strong>en</strong>terprise." This is part of the<br />
REAL differ<strong>en</strong>ce betwe<strong>en</strong> the U.S. and other countries.<br />
There are national standards in both Japan and Singapore.<br />
In Japan, these standards are not very detailed,<br />
but they really don't need to be because they have a<br />
standardized curriculum.<br />
• The new ‘integrated’ forms of high school mathematics<br />
are NOT similar to the programs found in countries like<br />
Japan, where the ‘integrated’ nature is fundam<strong>en</strong>tally<br />
differ<strong>en</strong>t. In one s<strong>en</strong>se, ‘integration’ is ess<strong>en</strong>tial – that is<br />
including algebraic thinking in geometry and vice versa.<br />
This is the case in Japan. However, they conc<strong>en</strong>trate on<br />
algebra for part of the year and geometry for the rest of<br />
the year. By contrast, ‘integrated’ mathematics in some<br />
of the new U.S. high school programs doesn't conc<strong>en</strong>trate<br />
on algebra or geometry at all. Instead, the focus is<br />
on specific problems. The hope is that stud<strong>en</strong>ts will absorb<br />
suffici<strong>en</strong>t mathematics knowledge secondary to the<br />
process of dealing with varied "non-routine" problems.<br />
Success in Japan cannot be used to justify this new<br />
form of ‘integrated’ mathematics.<br />
49
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> remt inzicht <strong>en</strong> transfer af<br />
Pieter Van Biervliet<br />
1 Concept<strong>en</strong> vanuit context<strong>en</strong>?<br />
Binn<strong>en</strong> de constructivistische <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>tiegerichte<br />
aanpak staat het contextrek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>/of het ‘gesitueerd’<br />
<strong>en</strong> ‘geïntegreerd’ rek<strong>en</strong><strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal. Ook in het<br />
leerplan 2009 VVKSO voor de eerste graad s.o.<br />
wordt gepleit voor e<strong>en</strong> geïntegreerde <strong>en</strong> constructivistische<br />
aanpak (zie bijdrage hierover). We lez<strong>en</strong> in<br />
de richtlijn<strong>en</strong> van de Amerikaanse Standards (1989)<br />
<strong>en</strong> elders dat wiskundige begripp<strong>en</strong> slechts begrep<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> als ze aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> context.<br />
De leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zelf wiskundige noties kunn<strong>en</strong><br />
ontwikkel<strong>en</strong> op basis van reële problem<strong>en</strong>. Die problem<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd in voor de leerling<strong>en</strong><br />
herk<strong>en</strong>bare context<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> vaak uit het dagelijks<br />
lev<strong>en</strong>. Het onderligg<strong>en</strong>de wiskundeconcept zou<br />
dan bijna automatisch volg<strong>en</strong>, via ‘doing mathematics’.<br />
Ook binn<strong>en</strong> het ‘realistisch rek<strong>en</strong>onderwijs’ van<br />
het Freud<strong>en</strong>thal Instituut is dit e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal principe.<br />
In officiële tekst<strong>en</strong> over wiskundeonderwijs wordt in<br />
Frankrijk, Franstalig België, Québec … ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s het<br />
voortdur<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> vanuit ‘situations problèmes’<br />
opgelegd. Zo lez<strong>en</strong> we in het leerplan voor de<br />
lagere cyclus s.o. in Frankrijk: "Il est indisp<strong>en</strong>sable<br />
que les connaissances ai<strong>en</strong>t pris du s<strong>en</strong>s pour<br />
l’élève à partir de questions qu'il s'est posées et qu'il<br />
sache les mobiliser pour résoudre des problèmes<br />
(programme des collèges)". Het gaat hier niet om<br />
het klassieke toepass<strong>en</strong> van zijn k<strong>en</strong>nis in vraagstukk<strong>en</strong>.<br />
We lez<strong>en</strong> in die context ook geregeld: “Val<br />
de kinder<strong>en</strong> niet lastig met kale of abstracte opgav<strong>en</strong>.<br />
Kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> realistische context<strong>en</strong>, lev<strong>en</strong>sechte<br />
problem<strong>en</strong> nodig om goed te ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>!”<br />
2 Kritiek op contextrek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
In tal van land<strong>en</strong> beluister<strong>en</strong> we veel kritiek op het<br />
context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, op het voortdur<strong>en</strong>d<br />
werk<strong>en</strong> vanuit ‘situati-ons problèmes’. De kritische<br />
reactie van de Amerikaanse professor David Klein<br />
luidt: “Applications are important and story problems<br />
make good motivators, but understanding should<br />
come from building the math for universal application.<br />
Wh<strong>en</strong> story problems take c<strong>en</strong>ter stage, the<br />
math it leads to is oft<strong>en</strong> not practiced or applied<br />
widely <strong>en</strong>ough for stud<strong>en</strong>ts to learn how to apply the<br />
concept to other problems. Solutions of problems need<br />
to be rounded off with a mathematical discussion of<br />
the underlying mathematics. If new tools are fashioned<br />
to solve a problem, th<strong>en</strong> these tools have to be put<br />
in the proper mathematical perspective. Otherwise<br />
the curriculum lacks mathematical cohesion."<br />
De kritiek van ‘Matimatically Correct’ luidt: “Most<br />
‘reform’ programs push ‘applications’ very strongly.<br />
They want all practice to occur in the context of<br />
‘real-world’ problems. They emphasize the concrete<br />
over the abstract. However, the symbolic abstraction<br />
that gives power to mathematics is not the <strong>en</strong>emy.<br />
The TIMSS videotape study showed that the proportion<br />
of abstract pres<strong>en</strong>tations was high in Japan<br />
(86 %). This successful country does not expect all<br />
mathematics to be learned in the context of applications”<br />
(zie vorige bijdrage).<br />
In onze eig<strong>en</strong> publicaties bested<strong>en</strong> we heel wat<br />
aandacht aan het (on)doordacht gebruik van<br />
context<strong>en</strong> (zie o.a. R. Feys, 1998; P. Van Biervliet,<br />
2006). Het gaat hier al te vaak om e<strong>en</strong> uitdrukking<br />
die vele lading<strong>en</strong> dekt <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> soort toverformule.<br />
M<strong>en</strong> wekt dan de indruk dat m<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d vanuit<br />
context<strong>en</strong> moet werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> zelf<br />
wiskundige noties, regels <strong>en</strong>/of berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> op basis van reële problem<strong>en</strong>.<br />
Zelf mak<strong>en</strong> we hierbij o.a. e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong><br />
drie soort<strong>en</strong> context<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige instapcontext<br />
om e<strong>en</strong> nieuw begrip aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, context<strong>en</strong><br />
in het kader van het vlot ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> – die<br />
veelal overbodig zijn, <strong>en</strong> anderzijds de meer complexe<br />
vraagstukcontext<strong>en</strong>. We steld<strong>en</strong> o.a. dat het te<br />
lang werk<strong>en</strong> met realistische context<strong>en</strong> het abstraher<strong>en</strong><br />
bemoeilijkt. Het gevaar bestaat immers dat de<br />
rek<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis van leerling<strong>en</strong> ‘gesitueerd’ blijft <strong>en</strong> dat<br />
zij die k<strong>en</strong>nis niet in nieuwe <strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de situaties<br />
zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>,<br />
de leerling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> niet tot ‘decontextualisatie’ <strong>en</strong><br />
‘transfer’. Zo hebb<strong>en</strong> we de meeste moeite met het<br />
feit dat het Freud<strong>en</strong>thal Instituut het begrip<br />
‘aftrekking’ steeds associeert met e<strong>en</strong> lineaire context<br />
(b.v. afstand van 85 km, je hebt al 27 km afgelegd,<br />
hoeveel nog). Met deze context drijft m<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> in de richting van het omslachtige aanvull<strong>en</strong>d<br />
optell<strong>en</strong> van 27 naar 85. En daar ze in de fase<br />
van het vlot ler<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong> lange tijd gebruik mog<strong>en</strong><br />
mak<strong>en</strong> van de lineaire getall<strong>en</strong>lijn kom<strong>en</strong> ze niet vlug<br />
50
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
tot e<strong>en</strong> gestandaardiseerde <strong>en</strong> korte berek<strong>en</strong>ingswijze.<br />
Het werk<strong>en</strong> met context<strong>en</strong> <strong>en</strong> op aanschouwelijk<br />
niveau is complexer dan m<strong>en</strong> veelal d<strong>en</strong>kt.<br />
3 Zonder abstractie ge<strong>en</strong> transfer<br />
In De Standaard van 30 april 2008 laz<strong>en</strong> we over<br />
e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te studie die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot de conclusie<br />
komt dat kinder<strong>en</strong> vaak beter concept<strong>en</strong>, regels <strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> wanneer ze voldo<strong>en</strong>de op<br />
abstract niveau werk<strong>en</strong>, dan wanneer ze die concept<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> regels moet<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> uit context<strong>en</strong>,<br />
rek<strong>en</strong>verhal<strong>en</strong> of probleemsituaties (The Advantage<br />
of Abstract Examples in Learning <strong>Math</strong>, in Sci<strong>en</strong>ce,<br />
25.04.08, pp. 454 -455. De studie werd uitgevoerd<br />
door drie onderzoekers van het C<strong>en</strong>tre for Cognitive<br />
Sci<strong>en</strong>ce van Ohio State University: J. A. Kaminski,<br />
V. M. Sloutsky <strong>en</strong> A. F. Heckler.<br />
Volg<strong>en</strong>s Kaminski e.a. wijst hun onderzoek uit dat je<br />
abstracte wiskundige concept<strong>en</strong> niet echt kunt ler<strong>en</strong><br />
op basis van overweg<strong>en</strong>d realistische rek<strong>en</strong>context<strong>en</strong>.<br />
In verschill<strong>en</strong>de experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de <strong>en</strong>e groep<br />
leerling<strong>en</strong> concept<strong>en</strong>/regels aangeleerd via concrete<br />
voorbeeld<strong>en</strong> aangeleerd, bij de andere groep via<br />
abstracte symbol<strong>en</strong>. Zo onderzocht<strong>en</strong> Kaminski e.a.<br />
bijvoorbeeld de verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> waarop de<br />
commutativiteit (bijv. 3 + 2 of 2 + 3 blijft 5) <strong>en</strong> andere<br />
rek<strong>en</strong>regels werd<strong>en</strong> geleerd. Sommige kinder<strong>en</strong><br />
leerd<strong>en</strong> de rek<strong>en</strong>eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong> via tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />
context<strong>en</strong> met kopjes water, stukjes pizza,<br />
<strong>en</strong> de andere op e<strong>en</strong> meer abstracte wijze.<br />
De meeste kinder<strong>en</strong> ondervond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel probleem<br />
om de regels te begrijp<strong>en</strong>, maar m<strong>en</strong> stelde wel<br />
vast dat leerling<strong>en</strong> die via abstracte voorstelling<strong>en</strong><br />
hadd<strong>en</strong> geleerd, gemakkelijker tot toepassing in<br />
nieuwe situaties (transfer) kwam<strong>en</strong> dan leerling<strong>en</strong><br />
die via realistische context<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong>. Als het abstracte<br />
idee zelf wordt onderwez<strong>en</strong>, beheers<strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> die toepassing veel beter. Leerling<strong>en</strong> die<br />
e<strong>en</strong> wiskundig principe ler<strong>en</strong> aan de hand van praktische<br />
voorbeeld<strong>en</strong>, wet<strong>en</strong> vaak niet hoe ze dat principe<br />
moet<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> op nieuwe situaties. Ook als<br />
ze verschill<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, zei<br />
hun dat niets over e<strong>en</strong> nieuwe toepassing. Zelfs niet<br />
als h<strong>en</strong> was gevraagd op de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de voorbeeld<strong>en</strong> te lett<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> die<br />
meer abstracte less<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, wist<strong>en</strong> wel<br />
raad met nieuwe toepassing<strong>en</strong>. Ze war<strong>en</strong> er ook<br />
beter in dan de groep die eerst voorbeeld<strong>en</strong> had<br />
gekreg<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna abstracte regels. K<strong>en</strong>nelijk leidt<br />
al die concrete informatie in het voorbeeld alle<strong>en</strong><br />
maar de aandacht van de ess<strong>en</strong>tie af.<br />
Tot dezelfde conclusie kwam<strong>en</strong> de onderzoekers<br />
ook voor volg<strong>en</strong>d probleem bij oudere leerling<strong>en</strong>:<br />
E<strong>en</strong> trein vertrekt om 18 uur uit station A <strong>en</strong> rijdt aan<br />
40 km/h naar station B. E<strong>en</strong> tweede trein verlaat<br />
station B om 19 uur <strong>en</strong> rijdt aan 50 km/h naar station<br />
A. De stations ligg<strong>en</strong> op 400 km afstand van elkaar.<br />
Wanneer passeert de <strong>en</strong>e trein de andere? Het probleem<br />
kan via de volg<strong>en</strong>de abstracte vergelijking<br />
word<strong>en</strong> opgelost: 40(t + 1) = 400 – 50t, waarbij t de<br />
reistijd van de tweede trein is. Als leerling<strong>en</strong> het<br />
probleem echter zelf met behulp van eig<strong>en</strong> ontwikkelde<br />
schema’s moest<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet via e<strong>en</strong><br />
abstracte vergelijking, dan war<strong>en</strong> zij ook niet in staat<br />
om de opgedane k<strong>en</strong>nis in nieuwe situaties toe te<br />
pass<strong>en</strong> (bijvoorbeeld in context<strong>en</strong> met stijg<strong>en</strong>d<br />
water). Bij de eerste groep was er wel die transfer.<br />
Kaminski e.a. onderzocht<strong>en</strong> de wijdverspreide –<br />
maar nooit geteste – opvatting dat leerling<strong>en</strong> het<br />
beste via concrete voorbeeld<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />
Kaminski zijn realistische context<strong>en</strong> wellicht<br />
de beste manier om op het einde van het leerproces<br />
na te gaan of e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> welbepaald wiskundig<br />
concept beheerst, maar niet om nieuwe wiskundige<br />
concept<strong>en</strong>, berek<strong>en</strong>ings- of oplossingswijz<strong>en</strong> aan te<br />
ler<strong>en</strong>. In het dagblad ‘Trouw’ (25.04.08) laz<strong>en</strong> we<br />
hieromtr<strong>en</strong>t: “De uitkomst<strong>en</strong> verbaz<strong>en</strong> prof. Jan van<br />
der Craats niet. ‘Bij het werk<strong>en</strong> met voorbeeld<strong>en</strong> ga<br />
je ervan uit dat de leerling zelf de theorie ontdekt.<br />
Maar dat werkt niet; dat is maar <strong>en</strong>kel<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.’<br />
Jan van Maan<strong>en</strong>, FI-directeur, stelt: ‘Veel schoolboek<strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong> ook naar mijn idee erg veel in concrete<br />
voorbeeld<strong>en</strong> hang<strong>en</strong>. Maar voor veel abstracte<br />
begripp<strong>en</strong> zoals functies geldt dat de meeste leerling<strong>en</strong><br />
er eerst e<strong>en</strong> concreet beeld van moet<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> voordat ze het zich eig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>’.”<br />
Kaminski e.a. ded<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> over het gebruik<br />
van e<strong>en</strong> context ‘als instap’ bij het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> nieuw begrip of oplossingswijze. E<strong>en</strong> korte<br />
instapcontext kan o.i. vaak bijdrag<strong>en</strong> tot rek<strong>en</strong>begrip.<br />
Literatuur<br />
• Abstracte wiskunde leert beter dan praktische voorbeeld<strong>en</strong>.<br />
De Standaard 30/04 – 01/05/08, Wet<strong>en</strong>schap, p. 1.<br />
• Feys, R. (1998). Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot honderd. Mechel<strong>en</strong>: Uitgeverij<br />
Wolters Plantyn.<br />
• Kaminski, J.A., Sloutsky, V.M. & Heckler, A.F. (2008).<br />
The Advantage of Abstract Examples in Learning <strong>Math</strong>.<br />
Sci<strong>en</strong>ce, vol. 320, no. 5875 (p. 454 - 455).<br />
• Van Biervliet, P. (2006). Effective teaching of numeracy:<br />
not too realistic, but functional! ETEN 16, The Proceedings<br />
of the 16th Annual Confer<strong>en</strong>ce of the European Teacher<br />
Education Network, Gre<strong>en</strong>wich: University of Gre<strong>en</strong>wich<br />
(p.188-191).<br />
51
<strong>Onderwijs</strong>krant 146 (juli-augustus-september 2008)<br />
Redactiesecretariaat<br />
<strong>en</strong> eindredactie<br />
alle correspond<strong>en</strong>tie i.v.m. artikels<br />
aan:<br />
Noël Gybels<br />
Stey<strong>en</strong>hoflaan 11<br />
3130 Betekom<br />
tel. 016 56 93 46<br />
owkrant@hotmail.com<br />
www.onderwijskrant.be<br />
Tijdschrift, verschijnt driemaandelijks<br />
juli-augustus-september 2008 – € 5,00<br />
Redactie<br />
Annie Beull<strong>en</strong>s, R<strong>en</strong>ske Bos, Eddy<br />
Declercq, Ann Deketelaere, Raf Feys,<br />
Ignace Geurts, Noël Gybels, Walter<br />
Lot<strong>en</strong>s, Pieter Van Biervliet, Hilde<br />
Van Iseghem, Anita Wuest<strong>en</strong>berg,<br />
Danny Wyffels<br />
<strong>Onderwijs</strong>krant br<strong>en</strong>gt beschrijving<strong>en</strong><br />
van - <strong>en</strong> kritische reflecties over<br />
onderwijs <strong>en</strong> onderwijsvernieuwing.<br />
Bepaalde bijdrag<strong>en</strong> zijn wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
gestoffeerd; andere zijn e<strong>en</strong><br />
directe neerslag of weergave van<br />
opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong>.<br />
<strong>Onderwijs</strong>krant wordt gemaakt met<br />
medewerking van praktijkm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
van medewerkers uit de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de pedagogische <strong>en</strong><br />
wet<strong>en</strong>schappelijke c<strong>en</strong>tra.<br />
<strong>Onderwijs</strong>krant is e<strong>en</strong> onderwijstijdschrift<br />
met redactieled<strong>en</strong> uit de<br />
drie onderwijsnett<strong>en</strong>.<br />
Lid van de Unie<br />
van de Uitgevers van<br />
de Periodieke Pers<br />
Themanummer: mad math <strong>en</strong> math-war<br />
Wiskunde-oorlog <strong>en</strong> reddingsoperatie in <strong>Nederland</strong><br />
National <strong>Math</strong>ematics Advisory Panel pleit voor<br />
computational profici<strong>en</strong>cy plus conceptual understanding<br />
Kritiek van prof. Jan van der Craats<br />
op ‘realistisch’ wiskunde-onderwijs van Freud<strong>en</strong>thal Instituut<br />
Marjolein Kool, hoofdredactrice ‘Volg<strong>en</strong>s Bartj<strong>en</strong>s’, bek<strong>en</strong>t:<br />
‘Te weinig parate k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> veel te weinig inoef<strong>en</strong><strong>en</strong>’<br />
Kritiek op realistische FI-aanpak in PPON- onderzoek ‘97<br />
Inzet voor ev<strong>en</strong>wichtige rek<strong>en</strong>didactiek & leerplann<strong>en</strong> (1971-2008)<br />
& verzet teg<strong>en</strong> realistisch/constructivistisch wiskundeonderwijs<br />
Volksverteg<strong>en</strong>woordiger bekritiseerde sympathie Vlaamse<br />
overheid voor ‘realistische’ rek<strong>en</strong>aanpak op 19.06.06<br />
Geme<strong>en</strong>schappelijk & lichter leerplan wiskunde in s.o.:<br />
minder rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> abstractie, meer constructivisme<br />
‘Telling lessons from the TIMSS videotape’<br />
Guided instruction Japan levert schitter<strong>en</strong>de wiskunde-prestaties op<br />
“Don't believe it. ‘Reform math’ in the U.S.<br />
does not mirror what successful countries (Japan …) use”<br />
Context- of gesitueerd rek<strong>en</strong><strong>en</strong> remt inzicht <strong>en</strong> transfer af<br />
2<br />
3<br />
16<br />
17<br />
23<br />
24<br />
29<br />
41<br />
43<br />
47<br />
49<br />
50<br />
Abonnem<strong>en</strong>t (4 nrs.): € 16<br />
Buit<strong>en</strong>land: € 25<br />
Rek<strong>en</strong>ing: 001-0965165-91<br />
(BIC GEBABEBB / IBAN BE23 0010<br />
9651 6591) van <strong>Onderwijs</strong>krant vzw,<br />
3130 Betekom<br />
Inlichting<strong>en</strong>, bestelling<strong>en</strong>, proefnrs.<br />
bij verantwoordelijke uitgever:<br />
Noël Gybels<br />
Stey<strong>en</strong>hoflaan 11<br />
3130 Betekom<br />
tel. 016 56 93 46<br />
owkrant@hotmail.com<br />
Indi<strong>en</strong> hiernaast e<strong>en</strong> x staat<br />
is dit het (voor)laatste nummer<br />
dat u ontvangt.<br />
HERABONNEER dus om onderbreking<br />
te vermijd<strong>en</strong>!<br />
52