juridische aspecten

2014
Bedrijf en veiligheid
Juridische aspecten
Datum: 16-02-2014
Michel van der Goot – 320331
Alle Rutger Hof - 327115
Silvan Kanis - 352977
Maxim Triemstra - 346446
Jorrit van der Wal - 299871
Henk Wever - 347027
0

Bedrijf en veiligheid
Juridische aspecten
Michel van der Goot - 320331
Alle Rutger Hof - 327115
Silvan Kanis - 352977
Maxim Triemstra - 346446
Jorrit van der Wal - 299871
Henk Wever - 347027
Docent: M.J.B. Boerma
Datum: 16-02-2014
Bedrijf en Veiligheid Juridische aspecten
Versie 2.0
Bedrijf en veiligheid
Integrale veiligheid voltijd jaar 1
IV1B
Periode 3
Semester 2
1

Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ............................................................................................................................. 2
Inleiding ....................................................................................................................................... 3
Opdracht 1 Arbo: Risico inventarisatie en evaluatie ....................................................................... 4
Wat is de RI&E ..................................................................................................................................... 4
Verantwoordelijkheid .......................................................................................................................... 4
Sancties ................................................................................................................................................ 4
De RI&E in vijf stappen ........................................................................................................................ 5
Relevante wet- en regelgeving risico-inventarisatie en- evaluatie ..................................................... 7
Literatuur ..................................................................................................................................... 9
Bijlagen ...................................................................................................................................... 10
Artikel 5 Arbeidsomstandighedenwet ............................................................................................... 10
Artikel 34 Arbeidsomstandighedenwet............................................................................................. 11
Artikel 2.1. Arbeidsomstandighedenregeling .................................................................................... 12
Artikel 2.5 arbeidsomstandighedenbesluit ....................................................................................... 13
2

Inleiding
Voor bedrijvigheid en veiligheid hadden we de keuze uit verschillende onderwerpen. Het onderwerp
van ons eerste opdracht is, risico inventarisatie en evaluatie. Dit onderwerp sprak ons als groepje het
meeste aan, we wilden hier namelijk wel wat meer over weten. Wat houdt het nou precies in en hoe
ziet het er in de praktijk uit?
Risico inventarisatie en evaluatie vindt plaats binnen bedrijven, maar hoe ziet dit er nou precies uit?
Zijn hier regels voor vastgelegd, of moeten de werkgevers dit zelf opstellen en controleren? Hoe ziet
de aanpak er uit en zijn er ook verschillende mogelijkheden om een risico inventarisatie en evaluatie
uit te voeren? Dit zijn allemaal vragen waar je van te voren mee zit, maar waar we uiteindelijk door
het uitwerken ervan een antwoord op hebben gekregen.
In ons werkstukje komen de volgende onderwerpen aan bod:
-Wat is de RI&E?
-Bij wie ligt de verantwoordelijkheid?
-De RI&E in vijf stappen
-De relevante wet- en regelgeving
We hebben deze onderwerpen uitgewerkt tot een logisch samenhangend geheel en het is er voor
ons een stuk duidelijker op geworden.
Michel van der Goot
Alle Rutger Hof
Silvan Kanis
Maxim Triemstra
Jorrit van der Wal
Henk Wever
3

Opdracht 1 Arbo: Risico inventarisatie en evaluatie
Wat is de RI&E
De risico inventarisatie en evaluatie is een schriftelijke inventarisatie en evaluatie van de risico’s
binnen een bedrijf op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. Op basis van de risico
inventarisatie en evaluatie moeten de werkgevers maatregelen treffen om risico’s te voorkomen of
eventueel te beperken. Ook moeten deze maatregelen schriftelijk zijn vastgelegd. De Risico
inventarisatie en evaluatie is een middel om noodzakelijke verbeteringen aan te brengen op de
werkplek of in de organisatie. De risico inventarisatie en evaluatie is op grond van de Arbowet
1 vastgelegd. (Zwart, 2005)
Verantwoordelijkheid
Het opstellen van de RI&E kan door het bedrijf zelf worden gedaan. Het opstellen van de RI&E is een
taak van de preventiemedewerker binnen het bedrijf. Een preventiemedewerker is een persoon die
zich binnen het bedrijf naast zijn taken binnen het bedrijf ook bezig houdt met de veiligheid en
gezondheid van de medewerkers. In grote bedrijven 2 moet er iemand als preventiemedewerker zijn
aangewezen. In kleine bedrijven is het vaak de directeur die de rol van preventiemedewerker op zich
neemt. Het uitvoeren van de RI&E is een wettelijke taak van de preventiemedewerker. In
uitzonderingsgevallen mag het opstellen van de RI&E uitbesteed worden aan een externe partij. Bij
uitzonderingsgevallen kan men denken aan een preventiemedewerker die niet objectief naar de
risico’s binnen het bedrijf kijkt. Externe adviseurs hebben geen last van deze bedrijfsblindheid. Het
controleren op het aanwezig zijn van de RI&E is een taak van de inspectie SZW 3 . En het
verantwoordelijke ministerie is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(www.rie.nl geraadpleegd op 08-02-2014)
Sancties
Volgens artikel 34 van de Arbeidsomstandighedenwet ( Art. 34 arbeidsomstandighedenwet) wordt er
bij een overtreding van de RI&E plicht een boete van teen hoogste de vijfde categorie opgelegd. Als
er binnen een periode van vijf jaar nog één of meerdere overtreding wordt waargenomen dan kan
de boete met respectievelijk 100% en 200% worden verhoogd.
1 De Arbowet bevat de algemene rechten en plichten voor werkgevers en werknemers.
(http://www.rijksoverheid.nl/ geraadpleegd op 08-02-2014)
2 Bedrijven met meer dan 25 medewerkers
3 Vanaf 1 januari 2012 vormen de oude Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen (WI)en de Sociale
Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) samen de inspectie SZW (www.rie.nl geraadpleegd op 08-02-2014 )
4

De RI&E in vijf stappen
Volgens Steunpunt RI&E 4 (www.rie.nl geraadpleegd op 08-02-2014 ) kan de RI&E opgesteld worden
aan de hand van vijf stappen:
1. Inventarisatie
De eerste stap is het maken van een lijst van risico’s binnen uw bedrijf. De RI&E onderscheidt
drie verschillende categorieën van risico’s die zich binnen en bedrijf voor kunnen doen :
fysieke risico’s/ergonomie, Psychosociale risico’s en Veiligheidsrisico’s/omgevingsrisico’s.
Type risico
fysieke risico’s/ergonomie
Psychosociale risico’s
Voorbeelden
Tillen,kracht zetten, werken in ongemakkelijke houding, lang
staan, beeldschermwerken,trillingen
Emotioneel zwaar werk, werkdruk, stress, agressie op het werk,
onregelmatige werktijden
Valgevaar, snijgevaar, aanrijdgevaar, werken met gevaarlijke
stoffen, werken in de hitte of kou, lawaai
Veiligheidsrisico’s/omgevings
risico’s
Tabel 1. Overgenomen van [stap 1: inventarisatie] (z.j.). Auteursrechthebbende niet bekend.
Geraadpleegd via http://www.rie.nl/informatie-voor-bedrijven/stap-1-inventarisatie-1
2. Evaluatie
Nadat de lijst met risico’s binnen het bedrijf is opgesteld komt het evalueren van de risico’s
aan bod. De risico’s moeten met elkaar vergeleken worden en op volgorde gezet worden. De
belangrijkste risico’s moeten bovenaan worden geplaatst. De volgende vragen zijn van belang
om prioriteiten te stellen
1. Hoe groot is de kans op dit risico?
2. Hoe vaak wordt men blootgesteld aan dit risico?
3. Hoeveel werknemers lopen er gevaar?
4. Wat zijn de mogelijke gevolgen van dit risico?
5. Welke risico’s kunnen schade veroorzaken aan uw medewerkers, apparaten of het
productieproces?
6. Welke risico’s zien uw medewerkers graag aangepakt?
3. Plan van Aanpak
In het plan van Aanpak wordt aangegeven welke maatregelen er worden genomen om de
risico’s op te lossen. Het motto is dan ook “voorkomen is beter dan genezen’’. In het plan van
Aanpak wordt ook beschreven wie er verantwoordelijk is voor het oplossen, wat de
benodigdheden zijn, wat de kosten zijn en welke kennis en ervaring er nodig is.
De Arbocatalogus kan hierbij uitkomst bieden. De Arbocatalogus is een digitaal document
waarin op sectorniveau oplossingen en aanbevelingen zijn vastgelegd om veilig en gezond te
werken.
4 Het steunpunt RI&E is ondergebracht bij de Stichting van Arbeid Het Steunpunt geeft uitvoering aan de taak
van sociale partners om erkenningsaanvragen van RI&E-instrumenten te behandelen en draagt zorg voor de
toegankelijkheid ervan voor betrokken werkgevers en werknemers. Het Steunpunt is met behulp van subsidie
van SZW tot stand gekomen. Het project loopt tot 2015. TNO voert het uitvoerend secretariaat van het
Steunpunt RI&E-instrumenten.(www.rie.nl)
5

4. Toetsen van de RI&E
Volgens artikel 2 lid 1 en 2 van de arbeidsomstandighedenregeling geldt dat de RI&E door
een gecertificeerde arbodienst of deskundige getoetst wordt.(art. 2,
arbeidsomstandighedenregeling) De toetsing vindt plaats door middel van een
bedrijfsbezoek. Tijdens het bezoek wordt er gekeken of alle risico’s op de lijst staan en dat de
situatie binnen het bedrijf goed is beschreven. Ook wordt er gekeken of het bedrijf de laatste
normen en richtlijnen hanteert. Tevens wordt er advies uitgesproken met betrekking tot het
Plan van Aanpak. De ondernemingsraad en personeelsvertegenwoordiging moeten met de
RI&E en het Plan van Aanpak instemmen. In de Arbowet is in artikel 5 lid 6 (Art.5,
arbeidsomstandighedenwet) vastgelegd dat werknemers de RI&E moeten kunnen inzien. De
werknemers kunnen de RI&E bij de werkgever opvragen.
5. Aan de slag
De laatste stap is er op gericht dat het Plan van Aanpak wordt uitgevoerd. Het is van belang
dat de voortgang wordt geïnventariseerd. Het plan van Aanpak moet ook een richtlijn
worden om toekomstige investeringen meteen goed aan te pakken. Het is tevens belangrijk
dat de RI&E actueel blijft. Het verbeteren van de veiligheid binnen het bedrijf is een continue
proces.
6

Relevante wet- en regelgeving risico-inventarisatie en- evaluatie
Figuur 2. Overgenomen van [Bent u RI&E plichtig?] (z.j.). Auteursrechthebbende niet bekend.
Geraadpleegd via http://www.rie.nl/informatie-voor-bedrijven/bent-u-ri-e-plichtig
Volgens artikel 2.5b en c van de arbeidsomstandighedenbesluit geldt dat bedrijven die met
gevaarlijke stoffen werken een aanvullende risico inventarisatie en evaluatie moeten maken.
Bedrijven met uitzendkrachten in dienst moeten op grond van artikel 5 van de
arbeidsomstandighedenwet ook de RI&E aan de uitzendbureaus verschaffen. De werkgevers is
namelijk verplicht de RI&E kenbaar te maken aan al het personeel.
(Heer, Groenedaal, Molier, Peters, 2009)
De risico-inventarisatie en- evaluatie(ook wel de RIE of RI&E genoemd) is sinds 1 januari 1994
verplicht voor alle werknemers, in de arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staat dat het plan van
aanpak een verplicht onderdeel is voor de risico-inventarisatie en -evaluatie. Om een RI&E op te
stellen kan men gebruik maken van een branche RI&E instrument, ook is er een verkorte versie van
de RI&E. De verkorte versie is de checklist gezondheidsrisico’s. Op de afbeelding is te zien wanneer
een organisatie een RI&E moet opstellen. (http://www.rie.nl geraadpleegd op 08-02-2014)
Volgens artikel 5 van de arbeidsomstandighedenwet (Art.5 Arbeidsomstandighedenwet)
gelden de volgende bepalingen:
1. Schriftelijk vastleggen risico’s bij een RI&E
2. Werknemers moeten deskundigheid krijgen op hun werkomgeving en vakgebied
3. Plan van aanpak dient aanwezig te zijn
4. De RI&E dient actueel te zijn
5. De werknemers moeten door hun werkgever op de hoogte worden gesteld bij eventuele risico’s
6. Werknemer dient op de hoogte te zijn van de RI&E, het is verplicht dat de werknemers deze in
kunnen zien
7

Literatuur
Art.5 arbeidsomstandighedenwet. Geraadpleegd via http://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/
Geraadpleegd op 09-02-2014
Art.34 arbeidsomstandighedenwet. Geraadpleegd via http://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/
Geraadpleegd op 16-02-2014
art. 2.1 arbeidsdomstandighedenregeling. Geraadpleegd via
http://wetten.overheid.nl/BWBR0008587/. Geraadpleegd op 16-02-2014
Artikel 2.5 arbeidsomstandighedenbesluit. Geraadpleegd via
http://wetten.overheid.nl/BWBR0008498/. Geraadpleegd op 16-02-2014
Heer J. de, Groenedaal E., Molier J., Peters J.(2009). Dossier Risico inventarisatie en
Evaluatie (RI&E). Geraadpleegd via:
http://www.arbokennisnet.nl/images/dynamic/Dossiers/Arbobeleid/D_RIE.pdf
Zwart, A. de (2005). Integraal veiligheidszorgmanagement. Alphen aan den Rijn: Kluwer
[vrouwe justitia] [Foto]. [z.j.]. Geraadpleegd via http://www.expeditieduurzaam.nl/duurzaamindividu/duurzaamheid-ethiek-en-organisaties-hoe-staat-het-met-uw-morele-vaardigheden
[stap 1: inventarisatie] [Tabel]. [z.j.]. Geraadpleegd via http://www.rie.nl/informatie-voorbedrijven/stap-1-inventarisatie-1
[Bent u RI&E plichtig?] [Afbeelding]. [z.j.]. Geraadpleegd via http://www.rie.nl/informatie-voorbedrijven/bent-u-ri-e-plichtig
9

Bijlagen
Artikel 5 Arbeidsomstandighedenwet
(Art.5 Arbeidsomstandighedenwet)
1. Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een
inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico's de arbeid voor de
werknemers met zich brengt. Deze risico-inventarisatie en -evaluatie bevat tevens
een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico's
voor bijzondere categorieën van werknemers.
2. In de risico-inventarisatie en -evaluatie wordt aandacht besteed aan de toegang van
werknemers tot een deskundige werknemer of persoon, bedoeld in de artikelen
13 en 14, of de arbodienst.
3. Een plan van aanpak, waarin is aangegeven welke maatregelen zullen worden
genomen in verband met de bedoelde risico's en de samenhang daartussen, een en
ander overeenkomstig artikel 3, maakt deel uit van de risico-inventarisatie en -
evaluatie. In het plan van aanpak wordt tevens aangegeven binnen welke termijn
deze maatregelen zullen worden genomen.
4. De risico-inventarisatie en -evaluatie wordt aangepast zo dikwijls als de daarmee
opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand
van de wetenschap en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven.
5. Indien de werkgever arbeid doet verrichten door een werknemer die hem ter
beschikking wordt gesteld, verstrekt hij tijdig voor de aanvang van de
werkzaamheden aan degene, die de werknemer ter beschikking stelt, de beschrijving
uit de risico-inventarisatie en -evaluatie van de gevaren en risicobeperkende
maatregelen en van de risico's voor de werknemer op de in te nemen arbeidsplaats,
opdat diegene deze beschrijving verstrekt aan de betrokken werknemer.
6. De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer kennis kan nemen van de risicoinventarisatie
en -evaluatie.
10

Artikel 34 Arbeidsomstandighedenwet
(art 34, Arbeidsomstandighedenwet)
1.Een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar legt de
bestuurlijke boete op aan de overtreder op wie de verplichtingen rusten die voortvloeien uit deze
wet en de daarop berustende bepalingen, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als
overtreding.
2.De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, is niet reeds aangewezen als toezichthouder.
3.De bestuurlijke boete die voor een overtreding kan worden opgelegd bedraagt ten hoogste het
bedrag van de vijfde categorie, bedoeld inartikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
4.De bestuurlijke boete die voor een overtreding van artikel 6, eerste lid, of voor het niet naleven van
een voorschrift of verbod bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 6,
eerste lid, voor zover aangemerkt als overtreding, kan worden opgelegd bedraagt ten hoogste het
bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
5.Onverminderd het derde en vierde lid verhoogt de op grond van het eerste lid aangewezen
ambtenaar de op te leggen bestuurlijke boete met 100 procent van het boetebedrag, vastgesteld op
grond van het tiende lid, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dag van
constatering van de overtreding een eerdere overtreding, bestaande uit het niet naleven van
eenzelfde wettelijke verplichting of verbod of het niet naleven van bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur aan te wijzen soortgelijke verplichtingen en verboden, is geconstateerd en de
bestuurlijke boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.
6.De verhoging van de bestuurlijke boete, bedoeld in het vijfde lid, bedraagt 200 procent indien
zowel de overtreding als de eerdere overtreding, bedoeld in dat lid, bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur zijn aangewezen als ernstige overtredingen.
7.Onverminderd het derde en vierde lid verhoogt de op grond van het eerste lid aangewezen
ambtenaar de op te leggen bestuurlijke boete met 200 procent van het boetebedrag, vastgesteld op
grond van het tiende lid, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dag van
constatering van de overtreding twee maal een eerdere overtreding, bestaande uit het niet naleven
van eenzelfde wettelijke verplichting of verbod of het niet naleven van bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur aan te wijzen soortgelijke verplichtingen en verboden, is geconstateerd en de
bestuurlijke boeten wegens de eerdere overtredingen onherroepelijk zijn geworden.
8.Voor de toepassing van het vijfde en zevende lid wordt met een onherroepelijke bestuurlijke boete
gelijkgesteld een onherroepelijke strafrechtelijke sanctie wegens een overtreding als bedoeld
in artikel 6, derde lid.
9.In afwijking van het vijfde en zevende lid is het tijdvak van vijf jaar in die leden tien jaar indien de
onherroepelijke boetes, bedoeld in die leden, zijn opgelegd wegens bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur aangewezen ernstige overtredingen.
10.Onze Minister stelt beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de overtredingen worden
vastgesteld. Artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing indien een artikel
gesteld bij of krachtens deze wet op grond waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd,
niet is nageleefd.
11.In afwijking van artikel 8:69 van de Algemene wet bestuursrecht kan de rechter in beroep of hoger
beroep de hoogte van de boete ook ten nadele van de belanghebbende wijzigen.
11

Artikel 2.1. Arbeidsomstandighedenregeling
(Art2.1, Arbeidsomstandighedenregeling)
1.Bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder a, van de wet verricht de
deskundige of de bedrijfarts, bedoeld in artikel 2.14a, eerste lid, van het besluit of de arbodienst de
volgende werkzaamheden:
a.het toetsen of de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld inartikel 5 van de wet, volledig en
betrouwbaar is;
b.het toetsen of in de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld onder a, de actuele inzichten op het
terrein van arbeidsomstandigheden zijn verwerkt;
c.het op basis van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld onder a, uitbrengen van een advies
aan de werkgever. Dit advies heeft mede betrekking op de in het plan van aanpak, bedoeld inartikel
5, derde lid, van de wet, voorgestelde wijze waarop de geconstateerde tekortkomingen kunnen
worden verholpen en de prioriteiten en de volgorde waarin de maatregelen worden genomen.
2.Bij de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2.14b, tweede en derde lid, onder b, van het
besluit verricht de deskundige of de bedrijfarts, bedoeld in artikel 2.14a, eerste lid, van het besluit of
de arbodienst de volgende werkzaamheden:
a.het toetsen of het model, bedoeld in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 1°, van de wet of
het instrument, bedoeld in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 2°, van de wet, volledig en
betrouwbaar is;
b.het toetsen of in het model of het instrument, bedoeld onder a, de actuele inzichten op het terrein
van arbeidsomstandigheden in de desbetreffende branche zijn verwerkt;
c.het toetsen of het model of het instrument, bedoeld onder a, adequate aanwijzingen bevat voor
het kunnen opstellen van een plan van aanpak, bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet.
3.De Stichting van de Arbeid, te Den Haag, wordt aangewezen als de instelling waar een instrument
als bedoeld in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 2°, van de wet kan worden aangemeld.
4.De Stichting van de Arbeid draagt zorg voor plaatsing van een aangemeld instrument als bedoeld
in artikel 14, twaalfde lid, onderdeel b, onder 2°, van de wet op de website www.rie.nl.
12

Artikel 2.5 arbeidsomstandighedenbesluit
(Art 2.5, arbeidsomstandighedenbesluit)
Artikel 2.5b. Aanvullende voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie
1.In de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet, worden:
a.de risico's van ongevallen met gevaarlijke stoffen systematisch geïdentificeerd en geëvalueerd aan
de hand van daartoe door de werkgever vastgestelde procedures, zowel bij normale werking als bij
abnormale werking van de installatie of het industrieel chemisch proces. Hierbij wordt tevens
rekening gehouden met de aanwezigheid van andere stoffen die in een specifieke situatie bij kunnen
dragen aan het risico van een zwaar ongeval;
b.de scenario's voor mogelijke zware ongevallen beschreven. Bij de keuze van de scenario's wordt
rekening gehouden met externe gevaren voor de installatie. De kans op het ontstaan van een zwaar
ongeval en het effect van een plaatsgevonden zwaar ongeval worden in de scenario's zoveel mogelijk
gekwantificeerd.
2.Op grond van de risico-inventarisatie en- evaluatie, bedoeld in het eerste lid, onder a, worden:
a.ter voorkoming van een zwaar ongeval alle technische en organisatorische maatregelen getroffen
die nodig zijn om de veilige werking van de installaties te garanderen, zowel bij normaal bedrijf als bij
tijdelijke onderbrekingen of onderhoud, dan wel bij wijziging van bestaande installaties of de bouw
van nieuwe installaties. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van alle
opslagplaatsen, apparatuur en infrastructuur die samenhangen met de risico's van een zwaar
ongeval binnen het bedrijf of de inrichting.
b.alle technische en organisatorische maatregelen getroffen om de gevolgen van een zwaar ongeval
zoveel mogelijk te beperken.
3.Een beschrijving van de maatregelen, bedoeld in het tweede lid, wordt opgenomen in de
scenariobeschrijvingen, bedoeld in het eerste lid, onder b.
4.Met de beschrijving van de scenario's, bedoeld in het eerste lid, onder b, en de beschrijving van de
getroffen maatregelen, bedoeld in het derde lid, wordt aangetoond dat de risico's met betrekking tot
zware ongevallen op adequate wijze worden beheerst.
5.Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de procedures, bedoeld
in het eerste lid, onder a, en de beschrijving van scenario's, bedoeld in het eerste lid, onder b.
Artikel 2.5c. Intern noodplan
1.Ten behoeve van de planning voor noodsituaties wordt een intern noodplan opgesteld dat wordt
gebaseerd op de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 2.5b, eerste lid, en de op grond
hiervan getroffen maatregelen, bedoeld in artikel 2.5b, tweede lid.
2.Bij het opstellen of wijzigen van het intern noodplan wordt, bij het ontbreken van een
ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, overleg gevoerd met de belanghebbende
werknemers. Over het intern noodplan en de wijziging daarvan wordt tevens overleg gevoerd met de
werknemers van andere werkgevers, die op basis van een langlopende overeenkomst tot aanneming
van werk mede in het bedrijf of de inrichting werkzaam zijn.
3.Het intern noodplan wordt ten minste eenmaal per drie jaar beproefd, geëvalueerd en indien
nodig gewijzigd.
4.De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers, de bedrijfshulpverleners, bedoeld in artikel 15,
eerste lid, van de wet, en de externe hulpverleningsorganisaties, bedoeld in artikel 3, eerste lid,
onderdeel e, van de wet, de deskundigen, genoemd in artikel 13 van de wet, de deskundigen of
arbodiensten, genoemd in de artikelen 14 en14a van de wet, en de werknemers van andere
werkgevers, die mede in het bedrijf of de inrichting werkzaam zijn, desgewenst kennis kunnen
nemen van het intern noodplan.
5.Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de gegevens die in het
noodplan worden opgenomen.
13