Richtlijnen voor auteurs OSO - kitlv

OSO
TIJDSCHRIFT VOOR SURINAMISTIEK
EN HET CARAÏBISCH GEBIED
Richtlijnen voor auteurs
Oso, Tijdschrift voor Surinamistiek en het Caraïbisch gebied is een wetenschappelijk tijdschrift in de Nederlandse
taal. In de Oso worden artikelen geplaatst die betrekking hebben op Surinaamse Taalkunde, Letterkunde, Cultuur en
Geschiedenis. Oso is een zogenaamd refereed journal. Aangeboden artikelen worden anoniem gejureerd door twee
daartoe aangezochte wetenschappers.
Het aanbieden van artikelen
Artikelen worden ingediend bij de eindredacteur Rosemarijn Hoefte. Dat kan digitaal via het e-mail adres:
hofte@kitlv.nl. Het artikel mag niet elders zijn gepubliceerd of aangeboden. De omvang van een artikel is maximaal
6.000 woorden (inclusief noten en literatuurlijst).
Zie verderop de richtlijnen voor de opmaak van de kopij. Mocht een toegestuurd artikel daaraan niet voldoen, dan
wordt het door de hoofdredacteur teruggestuurd, met het verzoek een en ander in orde te maken. Zijn deze zaken wel
in orde dan zendt de hoofdredacteur de kopij anoniem aan de redactie en twee externe adviseurs, die de kopij toetsen
aan de hand van de volgende criteria:
• Het artikel behandelt een aspect uit de Surinamistiek.
• Het artikel is in goed Nederlands geschreven.
• Vakjargon moet zoveel mogelijk vermeden worden; indien vakjargon onontkoombaar is, moet dat helder,
voor een algemeen publiek zijn toegelicht, eventueel in de voetnoten.
• Het artikel is de weerslag van een empirisch, wetenschappelijk onderzoek.
• In het artikel wordt op wetenschappelijke wijze verwezen naar gebruikte literatuur.
• Uit het artikel blijkt dat de auteur de relevante literatuur over het onderwerp bestudeerd heeft.
• Het moet duidelijk zijn hoe de auteur het empirische materiaal heeft verzameld.
• Het artikel moet meerwaarde hebben ten opzichte van eerder gepubliceerde boeken of artikelen.
• Het artikel eindigt met een opgave van de gebruikte literatuur.
De auteurs ontvangen binnen een maand na inlevering het oordeel van de redactie. Er zijn drie verschillende
oordelen:
• Het artikel is geaccepteerd. De redactie houdt zich dan het recht voor kleine wijzigingen aan te brengen of
voor te stellen,
• Het artikel zal worden gepubliceerd, zodra de opmerkingen van de redactie zijn verwerkt. De beslissing of
dit in voldoende mate is gebeurd, neemt de redactie, of
• Het artikel wordt afgewezen.
Richtlijnen voor de opmaak van de kopij
• Aangemaakt in Word, niet afbreken en niet opmaken (platte tekst).
o De spatiebalk alleen gebruiken om één spatie tussen twee woorden te zetten.
Versie 2008

OSO
o De harde return alleen gebruiken aan het einde van een alinea en aan het einde van een titel in de
literatuurlijst.
o Geen secties aanmaken, geen markeringen invoegen.
• Gebruik als lettertype: Times New Roman, 10 puntsletter, zowel voor de tekst als voor de eindnoten.
• Cursieven
o In Oso zetten wij niet-Nederlandse woorden cursief (dus woorden in het Sranantongo en Engels
bijvoorbeeld). Dan geen aanhalingstekens gebruiken.
o Cursief staan ook de titels in de literatuurlijst.
• Het artikel bevat tussenkopjes, voorafgegaan door één witregel.
o Die kopjes bij voorkeur vet maken
• De tekst is ingedeeld in alinea’s.
o Een alinea eindigt met een harde return.
o Een nieuwe alinea begint vooraan de regel (geen tab, geen spaties en/of witregels).
• Indien gebruik gemaakt wordt van tabellen en/of afbeeldingen dient daarnaar in de tekst verwezen te
worden, (een tabel of afbeelding kan bij de opmaak op een afstand van de begeleidende tekst komen te
staan, hiermee moet in de tekst rekening gehouden worden).
o De tabellen, kaartjes en afbeeldingen nummeren (dus in de tekst bijvoorbeeld: zie tabel 4),
o Tabellen, kaartjes en afbeeldingen hebben een titel en een bronvermelding.
o Tabellen, kaartjes en afbeeldingen dienen in aparte bestanden te worden aangeleverd.
• Hoewel we in de Oso met voetnoten werken, dient de tekst met eindnoten te worden aangeleverd.
o Deze kunnen automatisch in Word aangemaakt worden, doorgenummerd en met cijfers.
o Verwijzingen naar archiefstukken en URL’s (internetpagina’s) in de eindnoten plaatsen.
o Literatuurverwijzingen dienen in de tekst te geschieden (Dus geen literatuur in de noten!)
o In de tekst verwijzen naar auteur + jaartal + pagina tussen haakjes. Indien geciteerd of
geparafraseerd wordt, dient altijd naar een pagina te worden verwezen (bijvoorbeeld: Hartsinck
1770: 213).
• Het artikel eindigt met wat persoonlijke informatie over de auteur van het artikel, en
• In de Oso worden de post- en e-mailadressen van de auteurs vermeld. Wij verzoeken de auteurs deze onder
het artikel te vermelden.
Enkele bijzondere richtlijnen
• Voor de gedachtestreep moet de middellange streep – worden gebruikt, en niet de afbreekstreep -,
• Het verdient aanbeveling kleine getallen in letters te schrijven (een, zes, vijftien, honderd, duizend),
langere in cijfers: 21, 101, 500, 2003). Dit geldt niet voor die plaatsen waar geldbedragen of cijfermatig
empirisch materiaal wordt gebruikt.
• Citaten kunnen in de tekst worden opgenomen wanneer ze kort zijn, en dan tussen enkele
aanhalingstekens ‘Het is een complexe zaak.’ Een citaat binnen een citaat tussen dubbele
aanhalingstekens: ‘Hij zei dat het een “verduveld-moeilijke” zaak zou zijn.’
• Citaten langer dan drie regels inspringen en tussen witregels; geen aanhalingstekens. (Citaten
daarbinnen kunnen dan wel weer met enkele aanhalingstekens.)
• Het aanhalingsteken-open moet de kommavorm hebben (‘) en niet de variant `.
• Surinaamse bevolkingsgroepen worden met hoofdletters aangeduid: Marrons, Hindostanen, Karaïben
enz.
• Samengestelde woorden moeten aanelkaarvast worden geschreven.
• Woorden samengesteld uit twee delen uit verschillende talen krijgen een verbindingsstreepje: friyaribijeenkomst.
• Het verdient aanbeveling met de zoekfunctie te checken of er nog ergens dubbele spaties in de tekst zijn
blijven hangen.
Versie 2008 2

OSO
De bibliografie
De literatuurlijst dient opgemaakt te zijn volgens de Oso-werkwijze (zie hiervoor een recente Oso; let op de
juiste volgorde; let ook op: de plaats van uitgave + uitgever). De titelbeschrijvingen moeten zo volledig mogelijk
worden aangeleverd. Let bij de digitale aanmaak op het volgende:
• Indien binnen een titel naar een volgende regel gegaan moet worden, geef dat dan aan met een zachte
return (shift+ enter).
• Zet op het eind van de titel een harde return.
Dit is de volgorde van de items in de literatuurlijst:
Eerste regel
Auteurs + jaar van uitgave:
• Bij de auteur de volledige voornaam gebruiken als dat bij de publicatie ook is gebeurd.
• Indien er meer auteurs zijn het teken & gebruiken (dus niet ‘en’ of ‘and’).
• Het jaar van uitgave staat achter de auteurs, voorafgaand door een komma en een spatie.
• Het jaar van uitgave verwijst naar de editie die gebruikt is.
• Nu een zachte return voor een nieuwe regel.
Tweede en volgende regels (achter elkaar zetten, geen returns)
Titels
• Titel, ondertitel en eventuele genreaanduiding cursief: Arme boeren; De landbouw in Nickerie; Een
verkenning.
• Titel en ondertitel gescheiden door een puntkomma, en gevolgd door een hoofdletter.Achter de titel een
punt plaatsen.
• In de titels geen kapitalen gebruiken (behalve het eerste woord, eigennamen, aardrijkskundige namen enz.);
in Engelstalige titels kunnen belangrijke woorden wel met kapitaal worden geschreven: Citizenship in
Diverse Societies.
• Na de titelbeschrijving eventueel: reeks tussen haakjes (Bronnen voor de Studie van Suriname 3.). Daarna
ook nog eventueel tussen haakjes: (Proefschrift.) (3 delen.) Titelbeschrijvingen kunnen eenvoudig gecheckt
worden bij de on line-catalogus van de KB of grote universiteitsbibliotheken.
• Als het om een herdruk gaat, dit direct na de titel/ondertitel vermelden: Derde herziene druk. Na de gehele
titelbeschrijving toevoegen: (Eerste druk: 1931.).
• Op het eind van de titel een harde return.
Plaats en uitgever:
• Plaats & uitgever: Eerst de plaats van uitgave, daarna een dubbele punt, daarna een spatie en daarna de
uitgever, gevolgd door een punt. Dus: Delft: Eburon.
• Bij artikelen uit readers:
o Een punt achter het artikel, daarna
o
o
In:
daarna de redacteuren, waarbij de voornamen voor de achternamen komen en de redacteuren
onderling door het teken & gescheiden zijn.
• Als verwezen wordt naar een titel in een tijdschrift, geschiedt dit als volgt: Oso, Tijdschrift voor
Surinamistiek 12(2): 189-213. (Dus geen ‘in’ gebruiken en ook geen ‘pp’).
Afbeeldingen
Auteurs wordt verzocht bij hun artikel afbeeldingen en/of kaartjes plaatsen. Hiervoor geldt het volgende:
• Bij voorkeur twee, maar maximaal drie afbeeldingen en/of kaartjes per artikel.
• De afbeeldingen dienen digitaal aangeleverd te worden met een resolutie van 300 dpi in bmp- of jpgformat.
• De afbeeldingen mogen niet in het tekst staan maar moeten als aparte files worden aangeleverd. Dit kan als
attached file (hofte@kitlv.nl) of gebrand op een cd-rom. (Toesturen aan Rosemarijn Hoefte, eindredacteur
Oso, KITLV, Postbus 9515, 2300 RA Leiden).
Versie 2008 3

OSO
Over het copyright
• Met het insturen van kopij geeft de auteur automatisch toestemming tot eventuele plaatsing; het copyright wordt
overgedragen aan de Stichting IBS,
• Het is de auteur toegestaan na publicatie een versie in een andere taal te publiceren (in een tijdschrift of boek).
Dit mag zonder toestemming,
• Indien de Oso uitverkocht is, zal IBS de artikelen op het internet plaatsen, en
• Auteurs krijgen geen vergoeding voor geleverde artikelen, wel krijgen zij twee gratis exemplaren van het
nummer toegestuurd.
De uiterste inleverdatum voor de bijdragen zijn:
Voorjaarsnummer (april): 1 november
Najaarsnummer (oktober): 1 mei
Recensies:
Recensies worden op verzoek van de redactie geschreven. Recensies in Oso concentreren zich op het belang van de
besproken publicatie voor de surinamistiek/caraïbistiek. Een recensie mag niet reeds elders zijn gepubliceerd of
aangeboden.
Eisen aan recensies:
♦ De titelbeschrijving van het boek dient er als volgt uit te zien: Auteur, Titel (cursief). Plaats van uitgave:
Uitgever, jaartal. Aantal pagina’s, ISBN, prijs. Bijvoorbeeld: Ad de Bruijne, Libanezen in Suriname; Van
Bcharre naar Paramaribo, 1890-2006. Leiden: KITLV Uitgeverij, 2006. 153 p., ISBN 90 6718 2826, prijs €
19,95.
♦ Een recensie bedraagt 800 - 1000 woorden. Indien de bespreker meent meer dan 1000 woorden nodig te hebben
voor een bespreking (in het geval van bundels e.d.), dan dient dit vooraf te worden geaccordeerd door de
eindredacteur van de recensierubriek.
♦ De recensent geeft een bondige weergave van de hoofdlijnen, stellingen en/of theses uit de besproken publicatie
en plaatst deze binnen de relevante ontwikkelingen en inzichten van het vakgebied in kwestie, maar doet dat met
oog op de algemeen surinamistische context van Oso.
♦ De recensent geeft zijn/haar visie op de belangrijke bevindingen uit de besproken publicatie. Wat zijn de
pluspunten, Wat de minpunten? Doe dit laatste zorgvuldig. Motiveer negatieve kritiek daarom altijd met
voorbeelden of citaten uit het boek. Verwijs naar de desbetreffende bladzijde. Rond de bespreking af met een
korte algemene concluderende beschouwing.
♦ Een recensie bevat geen voetnoten. Eventuele verwijzingen naar andere literatuur staan in de hoofdtekst en
worden beargumenteerd.
♦ Recensies dienen uiterlijk acht weken na ontvangst van het boek, via e-mail gezonden te worden naar de
eindredacteur van de recensie rubriek Peter Sanches (oso.recensieredactie@surinamistiek.nl), tenzij door de
omvang van de publicatie een ruimere tijd voor het schrijven van de recensie nodig is. Hierover dient contact te
worden opgenomen met de eindredacteur van de recensierubriek.
♦ De redactie heeft het recht om wijzigingen in taalkundige zin en toevoegingen in de tekst aan te brengen en
zonodig de tekst in te korten. De richtlijn voor auteurs van de artikelen geldt overeenkomstig.
♦ De redactie behoudt zich het recht voor een recensie te allen tijde te weigeren.
♦ Er worden maximaal twee boekbesprekingen per recensent per Oso-nummer gepubliceerd, tenzij de
recensieredactie anders besluit.
♦ Recensenten krijgen geen vergoeding voor hun recensies; zij mogen het besproken boek behouden en krijgen
een gratis exemplaar toegestuurd van het nummer, waarin de boekbespreking is opgenomen. Als zij al abonnee
zijn, ontvangen zij derhalve een extra nummer.
Versie 2008 4

OSO
♦
♦
Onder aan de boekbespreking moet de naam van de recensent worden vermeld, eventueel met vermelding van
het instituut waar hij/zij werkt.
Voor de overige instructies inzake opmaak, aanlevering en copyright van de kopij, zie de richtlijnen voor auteurs
van de artikelen.
Ingezonden mededelingen
Ingezonden mededelingen worden geplaatst in de rubriek ‘Berichten & Commentaar’
• De tekst van een ingezonden mededeling mag hoogstens 400 woorden bevatten.
• Indien de ingezonden mededeling een commentaar op een artikel is, dan dient de auteur ervoor te zorgen
zakelijk en niet kwetsend te argumenteren.
• De redactie kan in de ingezonden mededelingen veranderingen aanbrengen. Indien die ingrijpender zijn dan
tekstcorrecties, dan wordt de gewijzigde tekst aan de auteur voorgelegd.
• De redactie houdt zich het recht voor ingezonden mededelingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.
Versie 2008 5