Agendapunt 3 (notulen 9 nov 2012) - Koninklijke Nederlandsche ...

internationale evenementen) toen gegeven heeft. Van deze afbeelding is een poster gemaakt die
beschikbaar is voor de verenigingen.
De voorzitter heeft op 13 oktober 2012 geconcludeerd dat niemand zich tegen de gepresenteerde visie en
het beoogde nieuwe roeimodel heeft uitgesproken. Evenmin heeft iemand bezwaar gemaakt tegen de
voorgestelde tweesporenbenadering voor het vervolg: enerzijds het verder uitwerken van het
ecosysteem/roeimodel, zij het inclusief de door de vergadering gevraagde visie op de rol van de
verschillende roeibanen in Nederland, en anderzijds de normale voortgang, waarbij het
meerjarenbeleidsplan jaarlijks vertaald wordt in een jaarplan. De kanttekeningen die gemaakt zijn tijdens de
bespreking zullen meegenomen worden in de vervolgstappen. De voorzitter vraagt of de ALV akkoord gaat
met het voorstel van het bestuur. Aldus wordt besloten.
4. Uitbreiding Olympisch Trainingscentrum (OTC)
De voorzitter brengt in herinnering dat ook de uitbreiding van het OTC op 13 oktober 2012 uitgebreid
behandeld is. Hij was onder de indruk van de gedachtewisseling die daarbij plaatsvonden heeft. Aan het
eind van de bespreking heeft hij geconcludeerd dat de ALV voornemens was in te stemmen met het
voorstel van het bestuur om:
• verder te gaan met voorbereidingen voor de uitbreiding van het OTC in Amsterdam;
• verder te gaan met de ontwikkeling van het roeimodel, inclusief een visie op de rol van de verschillende
banen in Nederland;
• 70.000 euro uit te trekken voor die voorbereiding;
• toe te werken naar een ‘go/no-go besluit’ in maart 2013;
• en de mogelijkheden voor een versnelde aflossing van een lening te onderzoeken.
De heer Van der Burg (De Maas) brengt in herinnering dat hij op 13 oktober 2012 aan het bestuur gevraagd
heeft om vooral de dialoog met de gemeente Rotterdam voort te zetten. Mocht onverhoopt de financiering
niet rond komen, dan zou het onverstandig zijn geen enkel alternatief meer te hebben. Hij is blij dat het
bestuur zijn advies ter harte heeft genomen.
De voorzitter heeft inderdaad direct na de vergadering van 13 oktober 2012 een brief gestuurd aan de
wethouder van Rotterdam met informatie over wat besproken is in de ALV. Hij verzekert de heer Van der
Berg bovendien dat het bestuur daaraan zeker ook aandacht zal besteden bij de uitwerking van het
roeimodel.
Besluit: De voorzitter stelt vast dat er geen bezwaar is tegen het voorgenmen besluit van de AV van 13
oktober 2012 en conculdeert daarom dat dit voorgenomen besluit kan worden uitgevoerd.
5. Benoeming op grond van tuchtreglement KNRB commissie inzake de kamer belast met
tuchtrechtspraak, inzake dopingovertreding
De voorzitter stelt voor om de op 13 oktober 2012 voorgestelde benoeming te bekrachtigen: mevrouw mr. J.
Frima (De Maas) en de heer drs. Van de Graaff (De Hunze). De heer mr. M.A. Dorgelo was reeds benoemd
tot voorzitter van de Algemene Kamer. Hij is derhalve op basis van het reglement, ook te benoemen tot
voorzitter van de Dopingkamer.
De heer Landman (secretaris) merkt op dat in de notulen van 13 oktober 2012 per abuis rappelkamer staat
in plaats van appelkamer.
De voorzitter concludeert dat de ALV akkoord gaat met het voorstel, waarmee de KNRB voldaan heeft aan
alle dertien aanbevelingen voor goed sportbestuur van NOC*NSF. Hij voegt daaraan toe dat het bestuur het
initiatief genomen heeft om de KNRB te laten doorlichten door een organisatiebureau dat werkt in opdracht
van NOC*NSF.
6. Rondvraag
De heer Barendregt (De Hertog) heeft drie vragen:
1. Hoewel spreker het principe van de Open Roeidag toejuicht, vindt hij half april een ongelukkig moment
daarvoor, omdat dit net iets te laat is voor de introductieperiode die dan al gestart is. Hij stelt voor om te
kiezen voor een datum aan het eind van het zomerseizoen, bijvoorbeeld ergens in september, zodat
potentiële nieuwe leden dan weten dat zij in het voorjaar kunnen beginnen met roeien.
2. De procedure rond het wedstrijdcontract is onduidelijk. Het zou halverwege december 2012 te
downloaden zijn. Spreker vraagt waarom het zo laat komt en wat er precies van de verenigingen
verwacht wordt. Hij stelt voor daarover duidelijkere informatie te verstrekken.
2