Download - Olst-Wijhe.nl
Download - Olst-Wijhe.nl
Download - Olst-Wijhe.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />
bestemmingsplan<br />
Middelerstraat 4
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
2
Inhoudsopgave<br />
Toelichting 5<br />
Hoofdstuk 1 Belangrijke basisinformatie voor het bestemmingsplan 7<br />
1.1 Aa<strong>nl</strong>eiding van het bestemmingsplan 7<br />
1.2 Het geldende bestemmingsplan 7<br />
1.3 Het bestemmingsplan sluit aan bij het nieuwe buitengebiedplan 7<br />
1.4 De bij het plan behorende stukken 7<br />
1.5 Situering van het plangebied 8<br />
Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plangebied en de beoogde<br />
ontwikkeling 9<br />
2.1 Huidige situatie 9<br />
2.2 Beoogde ontwikkeling 11<br />
Hoofdstuk 3 Het beleidskader voor het bestemmingsplan 13<br />
3.1 Omgevingsvisie Overijssel 13<br />
3.2 Omgevingsverordening Overijssel 2009 14<br />
3.3 Reconstructieplan Salland-Twente 14<br />
3.4 Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> 15<br />
3.5 Landschapsontwikkelingsplan Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte 15<br />
3.6 Visie landbouwontwikkelingsgebied Middel 17<br />
3.7 Bestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (ontwerp) 19<br />
Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten 21<br />
4.1 Milieuaspecten 21<br />
4.2 Watertoets 26<br />
4.3 Natuur, landschap en archeologie 28<br />
4.4 Economische uitvoerbaarheid 29<br />
Hoofdstuk 5 Planologische afweging en planopzet 31<br />
5.1 Planologische afweging 31<br />
5.2 Planopzet 32<br />
Hoofdstuk 6 Inspraak en overleg 33<br />
6.1 Ontwerp 6 weken ter visie 33<br />
6.2 Overleg 33<br />
6.3 Landinrichtingscommissie 33<br />
Bijlagen bij de toelichting 35<br />
Bijlage 1 Situering plangebied 37<br />
Bijlage 2 Bouwplan 39<br />
Bijlage 3 Aanvraag vergunning Nbwet 41<br />
Bijlage 4 Aanvulling aanvraag Nbwetvergunning 43<br />
Bijlage 5 Cumulatieve geurberekening 45<br />
Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek 47<br />
Bijlage 7 Akoestisch onderzoek 49<br />
Bijlage 8 Quickscan natuurtoets 51<br />
Bijlage 9 Landschappelijk inpassingsplan 53<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
3
Regels 55<br />
Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eidende regels 57<br />
Artikel 1 Begrippen 57<br />
Artikel 2 Wijze van meten 68<br />
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 69<br />
Artikel 3 Agrarisch 69<br />
Artikel 4 Verkeer 78<br />
Artikel 5 Waarde - Archeologie - 1 79<br />
Artikel 6 Waarde - Archeologie - 2 81<br />
Artikel 7 Waarde - Landschap - 2 83<br />
Hoofdstuk 3 Algemene regels 85<br />
Artikel 8 Antidubbeltelregel 85<br />
Artikel 9 Algemene bouwregels 86<br />
Artikel 10 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening 87<br />
Artikel 11 Algemene gebruiksregels 88<br />
Artikel 12 Algemene aanduidingsregels 89<br />
Artikel 13 Algemene afwijkingsregels 90<br />
Artikel 14 Algemene wijzigingsregels 92<br />
Artikel 15 Overige regels 94<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 95<br />
Artikel 16 Overgangsregels 95<br />
Artikel 17 Slotregel 96<br />
Bijlagen bij regels 97<br />
Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan Middelerstraat 4 99<br />
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 101<br />
Bijlage 3 Staat van Horeca-activiteiten 103<br />
Bijlage 4 Karakteristieke panden - deel 1 105<br />
Bijlage 5 Karakteristieke panden - deel 2 107<br />
Bijlage 6 Monumente<strong>nl</strong>ijst 109<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
4
Toelichting<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
5
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
6
Hoofdstuk 1 Belangrijke basisinformatie voor het<br />
bestemmingsplan<br />
1.1 Aa<strong>nl</strong>eiding van het bestemmingsplan<br />
Aan de Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> is een varkenshouderijbedrijf (zeugenhouderij)<br />
gevestigd. Het bedrijf ligt binnen het landbouwontwikkelingsgebied Middel. De<br />
varkenshouder is van plan uit te breiden met een vleesvarkenstak. Daarvoor is een<br />
nieuwe stal nodig en moet het agrarisch bouwperceel worden vergroot. De gemeente<br />
<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft besloten hieraan mee te werken. Het bedrijf (met adres Middelerstraat<br />
4) is gelegen ten zuiden van de Middelerstraat. Het voornemen is de nieuwe stal aan<br />
de overzijde van de weg te bouwen. Het voorliggende bestemmingsplan omvat de<br />
planologisch-juridische regeling, waarmee de nieuwe varkensstal op de beoogde<br />
locatie kan worden gebouwd.<br />
1.2 Het geldende bestemmingsplan<br />
Het bestemmingsplan "Middelerstraat 4" is een bestemmingsplanherziening van het<br />
bestemmingsplan "Buitengebied <strong>Olst</strong>", zoals dat door de gemeenteraad van de<br />
voormalige gemeente <strong>Olst</strong> is vastgesteld bij besluit van 30 oktober 1989 en is<br />
goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 12 juni 1990. In<br />
dit bestemmingsplan heeft het perceel Middelerstraat 4 binnen de bestemming<br />
"Agrarisch gebied A" een agrarisch bouwvlak. Het perceel waar de uitbreiding is<br />
gepland heeft geen agrarisch bouwvlak.<br />
1.3 Het bestemmingsplan sluit aan bij het nieuwe buitengebiedplan<br />
De gemeenten <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>, Deventer en Raalte werken samen aan een nieuw<br />
bestemmingsplan buitengebied voor heel Salland. Het ontwerpbestemmingsplan<br />
Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft van 16 september tot en met 27 oktober 2011 ter inzage<br />
gelegen. In paragraaf 3.7 van deze toelichting wordt nader ingegaan op het<br />
ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en de toegekende bestemmingen<br />
en aanduidingen voor het plangebied van dit bestemmingsplan. Voor wat betreft de<br />
plansystematiek van onderhavig bestemmingsplan is aangesloten bij het<br />
ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />
1.4 De bij het plan behorende stukken<br />
Het bestemmingsplan "Middelerstraat 4" bestaat uit de volgende stukken:<br />
• verbeelding (plankaart), ID plannr. NL.IMRO.1773.BP2010001015-0201;<br />
• planregels.<br />
Op de verbeelding is de bestemming van de in het plan begrepen gronden en opstallen<br />
aangegeven. In de planregels zijn bepalingen opgenomen teneinde de uitgangspunten<br />
van het plan veilig te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting, waarin het<br />
aan het plan ten grondslag liggende onderzoek en een planbeschrijving zijn<br />
opgenomen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
7
1.5 Situering van het plangebied<br />
Het varkenshouderijbedrijf aan de Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> ligt ten noordoosten van de<br />
kern <strong>Olst</strong>, in de nabijheid van de Soestwetering. Hierna is een topografisch kaartje<br />
opgenomen met de situering van het plangebied (aan de hand van een rode pijl). Op<br />
het kaartje is ook de begrenzing van het landbouwontwikkelingsgebied Middel<br />
weergegeven (het rood omlijnde gebied). In Bijlage 1 Situering plangebied is de<br />
situering van het plangebied concreet weergegeven.<br />
Afbeelding: Topografisch kaartje met ligging plangebied Middelerstraat 4 in het<br />
landbouwontwikkelingsgebied.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
8
Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plangebied en de beoogde<br />
ontwikkeling<br />
2.1 Huidige situatie<br />
Op het perceel Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> is een varkenshouderijbedrijf (zeugenhouderij)<br />
gevestigd. Voor het bedrijf is een revisievergunning uit 2005 van kracht. Op basis van<br />
deze milieuvergunning zijn de volgende dieraantallen toegestaan:<br />
Vestigingsdata en bestaande milieuvergunningen<br />
Voor deze inrichting is op 2 juni 2005 door burgemeester en wethouders van de<br />
gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> een revisievergunning verleend voor een varkenshouderij onder<br />
nummer 05.0237. Op basis van voornoemde vergunning mogen binnen de inrichting<br />
de volgende dieren worden gehouden:<br />
Tabel 1: Aantallen dieren volgens vergunning d.d. 2 juni 2005<br />
Stal nummer Rav. code 1 Diersoort Aantal dieren<br />
1 D 3.100.2 Opfokzeugen 100<br />
3 D 1.2.100 Kraamzeugen 52<br />
3 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 621<br />
4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 444<br />
4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 464<br />
5 D 1.2.100 Kraamzeugen 64<br />
6 D 2.100 Dekberen 3<br />
6 D 3.100.2 Opfokzeugen 12<br />
6 D 1.3.10 Guste en dragende zeugen 301<br />
6 D 1.3.101 Guste en dragende zeugen 50<br />
7 D2.100 Dekberen 2<br />
7 D 1.1.3.1 Gespeende biggen 616<br />
8 D 3.2.7.2.1. Opfokzeugen 88<br />
De vergunning van 2 juni 2005 heeft o.a. betrekking op een verandering van de<br />
inrichting dat tevens is aan te merken als bouwen in de zin van de Woningwet.<br />
Voor stal 8 (ten behoeve van 88 opfokzeugen) is geen bouwvergunning verleend en<br />
deze stal is niet gerealiseerd. Op grond van artikel 8.18 lid 1a Wm en artikel 20.8 Wm is<br />
de vergunning voor wat betreft de stal voor het houden van 88 opfokzeugen (stal 8) 3<br />
jaar na het verlenen van de vergunning komen te vervallen, en is de milieuvergunning<br />
in werking getreden.<br />
Na het vervallen van de rechten m.b.t. stal 8 mogen binnen de inrichting de volgende<br />
dieren worden gehouden:<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
9
Tabel 2: vergund recht<br />
Stal nummer Rav. code 2 Diersoort Aantal dieren<br />
1 D 3.100.2 Opfokzeugen 100<br />
3 D 1.2.100 Kraamzeugen 52<br />
3 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 621<br />
4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 444<br />
4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 464<br />
5 D 1.2.100 Kraamzeugen 64<br />
6 D 2.100 Dekberen 3<br />
6 D 3.100.2 Opfokzeugen 12<br />
6 D 1.3.10 Guste en dragende<br />
zeugen<br />
6 D 1.3.101 Guste en dragende<br />
zeugen<br />
301<br />
50<br />
7 D2.100 Dekberen 2<br />
7 D 1.1.3.1 Gespeende biggen 616<br />
Hierna is een luchtfoto van het perceel Middelerstraat 4 opgenomen.<br />
Afbeelding: Luchtfoto Middelerstraat 4 (bron: Google Earth).<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
10
2.2 Beoogde ontwikkeling<br />
De varkenshouder is voornemens zijn zeugenbedrijf uit te breiden met een<br />
vleesvarkenstak. Daartoe dient een nieuwe varkensstal te worden gebouwd en dient<br />
het agrarisch bouwperceel te worden vergroot. Ook worden aanpassingen gedaan aan<br />
de bestaande stallen.<br />
Het doel van de uitbreiding is het realiseren van een varkensbedrijf dat voldoet aan alle<br />
verplichtingen uit de Wet milieubeheer en de IPPC-richtlijn met voldoende<br />
bedrijfseconomisch perspectief voor de toekomst. Door schaalvergroting kan het<br />
bedrijf economisch rendabel blijven zodat geïnvesteerd kan worden in een duurzame<br />
en maatschappelijk verantwoorde productie. De belangrijkste eisen hierbij zijn welzijn,<br />
gezondheid, voedselveiligheid, minimalisering van emissies (ammoniak, geur en stof)<br />
en de afzet dierlijke mest. Uitvoering van het uitbreidingsplan resulteert in de gewenste<br />
schaalvergroting waarmee de continuïteit van het bedrijf op langere termijn blijft<br />
gewaarborgd.<br />
Het voornemen is de nieuwe varkensstal aan de noordkant van de Middelerstraat te<br />
bouwen (op het perceel dat kadastraal bekend is als gemeente <strong>Olst</strong>, sectie C nummer<br />
1983). Uitbreiding aansluitend aan het bestaande agrarisch bouwperceel is namelijk<br />
niet mogelijk op basis van de Wet geurhinder en veehouderij. In Bijlage 2 Bouwplan is<br />
de plattegrondtekening opgenomen van het uitbreidingsplan. De nieuwe stal aan de<br />
overzijde van de Middelerstraat (stal 8) krijgt een oppervlakte van circa 3.000 m 2 (30 bij<br />
100 meter). Het totale agrarisch bouwblok wordt, met de uitbreiding, bijna 2 hectare<br />
groot.<br />
De aanvraag milieuvergunning voor de nieuwe situatie bestaat uit de volgende<br />
dieraantallen:<br />
• 2.199 vleesvarkens;<br />
• 116 kraamzeugen;<br />
• 2.145 gespeende biggen;<br />
• 5 beren;<br />
• 43 opfokzeugen;<br />
• 351 guste- en dragende zeugen.<br />
De nieuwe vleesvarkensstal (stal 8) wordt voorzien van een emissiearm stalsysteem<br />
bestaande uit een gecombineerd luchtwassysteem (85% emissiereductie met<br />
watergordijn en biologische wasser).<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
11
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
12
Hoofdstuk 3<br />
Het beleidskader voor het bestemmingsplan<br />
Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient een gemeente rekening te houden<br />
met het door hogere overheden uitgestippelde beleid. Ook heeft de gemeente<br />
<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> zelf beleidslijnen uitgezet. In dit hoofdstuk wordt daarom ingegaan op de -<br />
voor dit bestemmingsplan - relevante onderdelen van het ruimtelijk beleid van de<br />
provincie Overijssel (Omgevingsvisie en -verordening), regionaal beleid<br />
(Reconstructieplan Salland-Twente) en gemeentelijk beleid (Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>,<br />
Landschapsontwikkelingsplan, Visie landbouwontwikkelingsgebied Middel en<br />
ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>).<br />
3.1 Omgevingsvisie Overijssel<br />
Op 1 juli 2009 is de Omgevingsvisie Overijssel vastgesteld door Provinciale Staten. De<br />
Omgevingsvisie Overijssel is het provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving<br />
van Overijssel. Leidende thema's in de Omgevingsvisie zijn duurzaamheid en<br />
ruimtelijke kwaliteit.<br />
Ontwikkelingsperspectief<br />
Voor de groene en stedelijke omgeving geeft de provincie ontwikkelingsperspectieven.<br />
Deze kunnen worden gezien als de ruimtelijke ontwikkelingsvisie om de<br />
beleidsambities en kwaliteitsambities te realiseren. Het plangebied van dit<br />
bestemmingsplan maakt deel uit van een gebied dat aangeduid is als "Buitengebied<br />
met een accent op agrarische productie" en "landbouwontwikkelingsgebied". Als<br />
overige beleidsaanduiding geldt voor het plangebied de beleidsaanduiding "beekdal".<br />
Gebieden met de aanduiding "Buitengebied met een accent op agrarische productie"<br />
en "landbouwontwikkelingsgebied" zijn gebieden die voorkomen in diverse<br />
landschapstypen en waar ruimte is voor ontwikkeling van intensieve veehouderij. In de<br />
landbouwontwikkelingsgebieden stuurt de provincie via gebiedskenmerken onder<br />
andere op de versterking van landschappelijke contrasten. De uitdaging is om de vaak<br />
grote gebouwen in dit gebied zo te lokaliseren en vorm te geven dat ze de ruimtelijke<br />
en milieukwaliteit versterken.<br />
Gebiedskenmerken<br />
Bij het sturen op ruimtelijk kwaliteit is in de Omgevingsvisie een sleutelrol weggelegd<br />
voor de gebiedskenmerken. Dit zijn de ruimtelijke kenmerken van een gebied of een<br />
gebiedstype, die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit ervan. Om de<br />
gebiedskenmerken inzichtelijk te maken onderscheidt de Omgevingsvisie een viertal<br />
lagen: de natuurlijke laag, de laag van het agrarisch cultuurlandschap, de stedelijke<br />
laag en de "lust- en leisure"-laag. Elk gebied in de provincie wordt gekarakteriseerd<br />
door kenmerken uit de vier verschillende lagen. Vaak liggen ze over elkaar heen en<br />
hebben we op één plek te maken met kenmerken van verschillende lagen. Op andere<br />
plekken is dat niet zo en domineert een bepaalde laag.<br />
De gebiedskenmerken van het plangebied komen voort uit de natuurlijke laag, de laag<br />
van het agrarisch cultuurlandschap en de "lust- en leisure"-laag. In de natuurlijke laag<br />
maakt het plangebied deel uit van een gebied dat aangeduid is als "dekzandvlakte en<br />
ruggen". In de laag van het agrarisch cultuurlandschap maakt het plangebied deel uit<br />
van een gebied dat is aangeduid als "oude hoeve<strong>nl</strong>andschap". De zogenaamde "lusten<br />
leisure"-laag is het domein van de belevenis, betekenis en identiteit. In deze laag<br />
maakt het plangebied deel uit van de "donkerte"-gebieden. Donkere gebieden vragen<br />
alleen minimaal noodzakelijke toepassing van kunstlicht en het vermijden van onnodig<br />
kunstlicht bij ontwikkelingen in het buitengebied.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
13
3.2 Omgevingsverordening Overijssel 2009<br />
De Omgevingsverordening Overijssel 2009 is gekoppeld aan de Omgevingsvisie. In de<br />
Omgevingsverordening stelt de provincie regels voor bestemmingsplannen. Als het<br />
gaat om ruimtelijke kwaliteit is onder andere vastgelegd dat de nieuwe ontwikkelingen<br />
die het bestemmingsplan mogelijk maakt, bijdragen aan het versterken van de<br />
ruimtelijke kwaliteit conform de geldende gebiedskenmerken. In de toelichting moet<br />
inzichtelijk worden gemaakt op welke wijze toepassing is gegeven aan de<br />
vierlagenbenadering en op welke wijze de Catalogus Gebiedskenmerken is gebruikt bij<br />
de ruimtelijke inpassing. Ook dient te worden gemotiveerd dat de nieuwe ontwikkeling<br />
past binnen het ontwikkelingsperspectief dat in de Omgevingsvisie Overijssel voor het<br />
gebied is neergelegd.<br />
Daarnaast is in de Omgevingsverordening vastgelegd (in 2.1.6) dat<br />
bestemmingsplannen voor de Groene omgeving kunnen voorzien in nieuwvestiging en<br />
grootschalige uitbreidingen van bestaande functies in de Groene omgeving, uitsluitend<br />
indien hier sociaaleconomische en/of maatschappelijke redenen voor zijn en er is<br />
aangetoond dat het verlies aan ecologische en/of landschappelijke waarden in<br />
voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van<br />
ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.<br />
In de toelichting van de Omgevingsverordening is aangegeven dat de kwaliteitsimpuls<br />
in elk geval van toepassing is, als er een agrarisch bouwperceel ontstaat dat groter is<br />
dan 1,5 hectare.<br />
3.3 Reconstructieplan Salland-Twente<br />
Twente en Salland, waar de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> deel van uitmaakt, hebben net als<br />
andere (zand)gebieden in Zuid- en Oost-Nederland te maken met een hoge<br />
veedichtheid. In deze gebieden, de zogenaamde concentratiegebieden, is de<br />
intensieve veehouderij sterk vertegenwoordigd en doen zich verschillende problemen<br />
voor die nauw met elkaar samenhangen. Kern van de problematiek is dat landbouw,<br />
wonen, werken, mobiliteit, recreatie en natuur en landschap elkaar te vaak in de weg<br />
zitten. Gevolg is dat economische functies in het landelijk gebied beperkt worden in<br />
hun ontwikkelingsmogelijkheden, met alle nadelige gevolgen van dien voor de<br />
sociaaleconomische vitaliteit en de leefbaarheid van het gebied. Om deze<br />
samenhangende problematiek aan te pakken is de Reconstructiewet<br />
concentratiegebieden opgesteld, die op 1 april 2002 in werking is getreden. Het<br />
Reconstructieplan Salland-Twente (2004) vormt voor Salland en Twente de basis voor<br />
de reconstructie.<br />
De Reconstructiewet concentratiegebieden vraagt het reconstructiegebied in te delen<br />
in drie soorten zones of gebieden: landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied<br />
en extensiveringsgebied. Hoofdlijn van het beleid is dat de intensieve veehouderij<br />
geleidelijk uit het extensiveringsgebied zal verdwijnen en zich (verder) zal<br />
concentreren in het landbouwontwikkelingsgebied en op aan te wijzen sterlocaties in<br />
het verwevingsgebied. Het plangebied maakt deel uit van<br />
landbouwontwikkelingsgebied (LOG Middel). De hoofdlijn van beleid in<br />
landbouwontwikkelingsgebied is:<br />
• de intensieve veehouderij een duurzaam perspectief op bedrijfsontwikkeling<br />
geven, binnen de geldende wettelijke randvoorwaarden;<br />
• uitbreiding van andere functies, zoals (verspreide) woningen en recreatie en<br />
toerisme, die de ontwikkeling van de intensieve veehouderij beperkingen kunnen<br />
opleggen zo veel mogelijk tegengaan;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
14
• ruimte bieden voor de uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijbedrijven<br />
en nieuwvestiging van intensieve veehouderij toestaan (initiatieven daartoe zullen<br />
zoveel mogelijk in de vorm van clusters worden gerealiseerd);<br />
• de ontwikkeling van andere landbouwfuncties ruimte bieden en waar mogelijk<br />
stimuleren.<br />
3.4 Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />
Met de Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (2009), met als titel "Versterken van een dijk van een<br />
gemeente", positioneert <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> zich als een dynamisch gebied in de luwte tussen<br />
twee netwerksteden (Zwolle en Deventer), waar het aangenaam wonen, werken en<br />
recreëren is. De structuurvisie (toekomstvisie) vormt een samenhangend<br />
ontwikkelingsbeeld voor de gemeente in 2025. In de toekomstvisie zijn bouwstenen<br />
beschreven die het fundament voor de toekomstvisie vormen. Het gaat om de<br />
volgende bouwstenen: water als drager van de structuur, kwaliteit en diversiteit van<br />
ecologie en natuur, landschap en cultuurhistorie, goed bereikbaar in de regio, een<br />
brede en gezonde landbouw, wonen als krachtig middel voor een vitale gemeente, een<br />
brede economische structuur en recreatie en toerisme als kwalitatieve groeimarkt. Per<br />
bouwsteen is aangegeven wat de belangrijkste (beleids)kaders zijn en welke keuzes<br />
gemaakt worden.<br />
Over de landbouw staat in de structuurvisie vermeld dat de schaalvergroting in de<br />
melkveehouderij, biologische landbouw en de intensieve veehouderij om ruime en<br />
efficiënte kavels vraagt. In de structuurvisie zijn de landbouwontwikkelingsgebieden uit<br />
het reconstructieplan één-op-één overgenomen. Het plangebied maakt op de<br />
beleidskaart van de structuurvisie dan ook deel uit van landbouwontwikkelingsgebied.<br />
In de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's) staat de intensieve veehouderij<br />
centraal. Het huidige reconstructiebeleid wordt gecontinueerd. Voor de LOG's zijn<br />
gemeentelijke visies ontwikkeld. De landschappelijke inpassing van de<br />
bedrijfsgebouwen is daarbij van belang. De LOG-visie Middel wordt in paragraaf 3.6<br />
behandeld.<br />
De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft een geactualiseerde Structuurvisie vastgesteld op 12<br />
december 2011.De actualisatie heeft vooral betrekking op de aanpassing van het<br />
woningbouwprogramma. De actualisatie heeft geen betrekking op de ontwikkeling die<br />
met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt.<br />
3.5 Landschapsontwikkelingsplan Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte<br />
De gemeenten Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte hebben een<br />
Landschapsontwikkelingsplan (LOP, 2008) opgesteld met als doel een gezame<strong>nl</strong>ijk<br />
kader te hebben, op basis waarvan nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied kunnen<br />
worden beoordeeld. Het LOP is een belangrijke onderlegger voor de in voorbereiding<br />
zijnde nieuwe bestemmingsplannen voor het buitengebied van de drie gemeenten.<br />
In de ontwerp-actualisatie van de Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (zie ook 3.4) wordt het LOP<br />
als integraal onderdeel van de gemeentelijke structuurvisie aangewezen, dit is van<br />
belang om in ruimtelijke overeenkomsten bijdragen te kunnen vragen voor realisatie<br />
van doelen uit het LOP.<br />
Een belangrijk onderdeel van het LOP is de LOP-visie "Een plus voor het landschap".<br />
In deze visie wordt het toekomstbeeld voor het buitengebied geschetst. Vanuit de visie<br />
wordt duidelijk welke ontwikkelingen op welke wijze passen in het landschap en hoe<br />
het karakter van het landschap versterkt kan worden.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
15
Het plangebied van dit bestemmingsplan maakt op de visiekaart deel uit van het<br />
deelgebied komme<strong>nl</strong>andschap (onderdeel van het riviere<strong>nl</strong>andschap). Het<br />
komme<strong>nl</strong>andschap is in lichtblauw aangegeven. In onderstaand is een fragment van<br />
de visiekaart opgenomen. Voor het plangebied geldt tevens de structuurdrager<br />
mengelgronden (de verticale groene strepen).<br />
Afbeelding: Fragment visiekaart Landschapsontwikkelingsplan.<br />
Het komgebied van Salland ligt op de overgang van het rivierengebied naar het<br />
dekzandlandschap. Het gebied wordt gekarakteriseerd door een afwisseling tussen<br />
open lagere delen tegenover de beslotenheid van bochtige beplante wegen en<br />
boerderijen op de hogere oost-west gerichte gronden (mengelgronden).<br />
Het landschap van Salland wordt afwisselender en beter leesbaar wanneer de<br />
verschillen tussen de laaggelegen open gebieden en verdichte ruggen wordt versterkt.<br />
Het landschapsbeleid is gericht op behouden en versterken van deze karakteristiek.<br />
De visie van het Landschapsontwikkelingsplan is om bij belangrijke ruimtelijke en<br />
maatschappelijke ontwikkelingen in het gebied de meerwaarde te zoeken voor het<br />
landschap. Nieuwe ontwikkelingen dienen bij te dragen aan de versterking van het<br />
landschap. Hiertoe is per "motor" (ontwikkeling) kort de ruimtelijke opgave benoemd.<br />
Eén van de ontwikkeling is de schaalvergroting van de erven (in de landbouw). De<br />
aanknopingspunten voor ontwikkeling van bestaande en nieuwe erven liggen in de<br />
kenmerken van het omringende landschap. Voor het komme<strong>nl</strong>andschap wordt het<br />
volgende aangegeven: ruimtelijk versterken van de mengelgronden door beplantingen<br />
en nieuwe bedrijven, passend in de maat en schaal van het landschap.<br />
Bij de begeleiding van de opmaak van landschapsplannen voor deze moderne erven<br />
zullen de gemeenten aandacht besteden aan de ontwikkeling van een relatie tussen<br />
erf en landschap door middel van bij het landschapstype passende<br />
beplantingsvormen, erfindeling en sortimentskeuze. Het landschapsplan dient<br />
voorstellen te bevatten voor het samenspel (inpassing) van de grote gebouwen met<br />
robuuste beplantingen. Oplossingen kunnen in deze gevallen niet steeds binnen de<br />
krappe contour van de erven worden gevonden. Bosjes, kavelgrens- en<br />
wegbeplantingen horen deel uit te maken van het landschapsplan.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
16
3.6 Visie landbouwontwikkelingsgebied Middel<br />
Het gebied Middel is in het Reconstructieplan Salland-Twente aangewezen als<br />
landbouwontwikkelingsgebied (LOG). Het plangebied maakt deel uit van het LOG<br />
Middel (zie ook pragraaf 1.5 Situering van het plangebied).<br />
Het reconstructieplan geeft hoofdlijnen voor de gewenste ontwikkelingen in<br />
landbouwontwikkelingsgebied (zie ookparagraaf 3.3). Het is aan de gemeenten<br />
nadere invulling aan de hoofdlijnen te geven. De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft de Visie<br />
landbouwontwikkelingsgebied Middel (2009) opgesteld. Door middel van deze visie<br />
heeft de gemeente een instrument in handen om individuele aanvragen te toetsen,<br />
weten landbouwbedrijven waaraan hun aanvragen moeten voldoen en krijgen<br />
bewoners inzicht in de ontwikkelings(on)mogelijkheden in hun omgeving.<br />
In hoofdstuk 5 van de LOG-visie Middel wordt beschreven hoe omgegaan wordt met<br />
bestaande agrarische bedrijven en welke ruimte geboden wordt aan de nieuwvestiging<br />
van intensieve veehouderij. Voor bestaande agrarische bedrijven zijn de volgende<br />
uitgangspunten vastgelegd:<br />
• er dient ruimte te blijven voor de groei van de bestaande bedrijven;<br />
• groei van bestaande bedrijven, hervestiging en nieuwvestiging dient te voldoen<br />
aan de wettelijke eisen die er zijn vanuit onder andere milieu, ruimtelijke ordening<br />
en volksgezondheid;<br />
• de standaard geurnorm vanuit de Wet geurhinder en veehouderij wordt<br />
gehanteerd;<br />
• voorafgaand aan de uitbreiding dient een uitgewerkt landschapsplan te worden<br />
overlegd;<br />
• in het bestemmingsplan buitengebied wordt een binnenplanse<br />
wijzigingsbevoegdheid opgenomen teneinde te groeien tot een maximale omvang<br />
van 2 hectare;<br />
• onder strikte voorwaarden mogen bedrijven groeien tot een maximale omvang van<br />
2,5 hectare.<br />
Het LOG is op de visiekaart behorende bij de LOG-visie, onderverdeeld in drie zones<br />
(zie afbeelding hierna). Het plangebied Middelerstraat 4 maakt onderdeel uit van de<br />
paarse zone. In de paarse gebieden bestaat de mogelijkheid om een bestaand<br />
bouwblok of bestaande burgerwoning om te zetten naar een intensieve veehouderij.<br />
Gelet op het gegeven dat het voorliggende bestemmingsplan de uitbreiding van een<br />
bestaande intensieve veehouderij betreft wordt niet nader ingegaan op de verdere<br />
ontwikkelingsmogelijkheden binnen de paarse gebieden.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
17
Afbeelding: Visiekaart LOG Middel.<br />
In de LOG-visie Middel wordt ook aangegeven aan welke landschappelijke<br />
voorwaarden uitbreidingen en nieuwvestigingen van agrarische bedrijven moeten<br />
voldoen. Daartoe zijn de deelgebieden uit het Landschapsontwikkelingsplan (zie<br />
afbeelding paragraaf 3.5) verder verfijnd tot de kaart, die hierna is weergegeven. Per<br />
deelgebied zijn inpassingsprincipes opgesteld. Voor het plangebied geldt het principe<br />
"mengelgronden". Randvoorwaarden voor de erfinrichting zijn onder andere: erf heeft<br />
gedraaide ligging ten opzichte van de weg, aanplanten solitaire bomen op erf en langs<br />
weg, de kleuren van de bedrijfsgebouwen dienen gedekt te zijn en het gebruik van<br />
glimmende materialen is niet toegestaan. Verder wordt in de LOG-visie nog vermeld<br />
dat om de erven tot hun recht te laten komen in een groter geheel, het van belang is dat<br />
de bewoningsassen in het gebied versterkt worden.<br />
Afbeelding: Deelgebieden landschappelijke inpassing LOG Middel.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
18
3.7 Bestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (ontwerp)<br />
De gemeenten Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte werken samen aan een nieuw<br />
bestemmingsplan buitengebied voor heel Salland. Het bieden van<br />
ontwikkelingsmogelijkheden met behoud en versterking van het waardevolle<br />
landschap van Salland vormen de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan.<br />
Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP), zie paragraaf 3.5, is leidend voor het<br />
bestemmingsplan buitengebied en vormt de richtlijn voor ontwikkelingen. Het<br />
ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft van 16 september tot en met<br />
27 oktober 2011 ter inzage gelegen.<br />
Toegekende bestemmingen/aanduidingen<br />
In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft het plangebied de<br />
bestemming "Agrarisch" (A). Het bebouwde perceel Middelerstraat 4 heeft een<br />
agrarisch bouwvlak met de aanduiding "intensieve veehouderij" en "karakteristiek". Op<br />
onderstaande afbeelding is een fragment van de verbeelding van het<br />
ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> opgenomen.<br />
Afbeelding: Fragment ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />
Bouwvlakken met de aanduiding "intensieve veehouderij" zijn bestemd voor de<br />
uitoefening van een intensieve veehouderij. Ter plaatse van de aanduiding<br />
"karakteristiek" kunnen nader eisen gesteld worden aan de situering en/of de<br />
lengte-breedteverhouding van nieuw te bouwen bebouwing en de nokrichting van de<br />
kappen van gebouwen, teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of<br />
landschappelijke situatie van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het<br />
karakteristieke pand te verzekeren. Met het in het ontwerpbestemmingsplan<br />
Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> toegekende agrarisch bouwvlak is uitbreiding met bebouwing<br />
mogelijk aan de zuid- en oostkant van de huidige bebouwing. Een uitbreiding aan de<br />
overzijde van de Middelerstraat behoort op basis van het ontwerpbestemmingsplan<br />
niet tot de mogelijkheden.<br />
Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van het vergroten van agrarische<br />
bouwvlakken<br />
In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> is binnen de bestemming<br />
"Agrarisch" een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het vergroten<br />
van agrarische bouwvlakken (onder 3.7.2 van de regels). De volgende voorwaarden<br />
worden hierbij gehanteerd:<br />
a. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar voor zover een<br />
doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;<br />
b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een<br />
bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw<br />
van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;<br />
c. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />
d. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' waar tevens<br />
de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten<br />
behoeve van de uitbreiding van de intensieve veehouderijtak worden vergroot tot<br />
ten hoogste 1,5 ha;<br />
e. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' de aanduiding<br />
'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten behoeve van de<br />
uitbreiding van een grondgebonden agrarische productietak worden vergroot tot<br />
ten hoogste 2 ha;<br />
f. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' mogen worden<br />
vergroot tot ten hoogste 1 ha;<br />
g. overige bouwvlakken mogen worden vergroot tot ten hoogste 2 ha;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
19
h. indien het bouwvlak vergroot wordt tot 1,5 ha, dient er voorzien te worden in een<br />
adequate landschappelijke inpassing;<br />
i. indien het bouwvlak tot meer dan 1,5 ha vergroot wordt, dient door middel van een<br />
inrichtingsplan aangetoond te worden dat sprake is van een goede<br />
landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit van het<br />
gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />
Voor het bouwvlak geldt de aanduiding "reconstructiewetzone -<br />
landbouwontwikkelingsgebied". Dit betekent dat het bouwvlak Middelerstraat 4<br />
binnenplans zou mogen worden vergroot tot ten hoogste 2 hectare.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
20
Hoofdstuk 4<br />
Onderzoeksresultaten<br />
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan aspecten en waarden die relevant zijn<br />
voor het opstellen van dit bestemmingsplan. In de eerste plaats wordt aandacht<br />
besteed aan milieuaspecten. Vervolgens wordt ingegaan op de watertoets en op<br />
waarden van natuur, landschap en archeologie. Tot slot van dit hoofdstuk wordt<br />
ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het plan.<br />
4.1 Milieuaspecten<br />
Bij het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang te onderzoeken in<br />
hoeverre milieuhygiënische aspecten belemmeringen opleveren voor de voorgestane<br />
ontwikkeling. In deze paragraaf wordt daarom ingegaan op (in willekeurige volgorde):<br />
geur, ammoniak, bodem, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid.<br />
De toets aan het merendeel van deze milieuaspecten vindt ook plaats in het kader van<br />
de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu en de benodigde vergunning op<br />
grond van de Natuurbeschermingswet. Bij een aantal milieuaspecten wordt daarom in<br />
onderstaande verwezen naar onderzoeken, die in het kader van de aanvraag<br />
omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu of in het kader van de aanvraag voor<br />
de Nbwet-vergunning zijn uitgevoerd.<br />
Geur<br />
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) schrijft voor op welke wijze de geurhinder<br />
vanwege dierenverblijven beoordeeld moet worden indien een veehouderij een<br />
milieuvergunning aanvraagt. Beoordeeld moet worden of voor de nabijgelegen<br />
woningen van derden een voldoende woon- en leefklimaat blijft gegarandeerd. Op<br />
basis van de Wgv geldt voor de nabijgelegen woningen een geurnorm van 14,0<br />
Oue/m³ (binnen concentratiegebied, buiten de bebouwde kom).<br />
In de nabijheid van de varkenshouderij aan de Middelerstraat 4 zijn de volgende<br />
geurgevoelige objecten aanwezig:<br />
• Middelerstraat 2: woning behorende bij een veehouderij;<br />
• Middelerstraat 1: burgerwoning, buiten de bebouwde kom;<br />
• Middelerstraat 4a: woning behorende bij een veehouderij;<br />
• Middelerstraat 3: woning behorende bij een veehouderij;<br />
• Middelerstraat 5: woning behorende bij een veehouderij;<br />
• Middelerstraat 7: burgerwoning, buiten de bebouwde kom;<br />
• Bruinsweg 6: woning behorende bij een veehouderij.<br />
Met behulp van het programma V-stacks vergunning (versie 2010) is de geurbelasting<br />
als gevolg van het uitbreidingsplan van het varkenshouderijbedrijf aan de<br />
Middelerstraat 4, berekend. Uit de berekeningen blijkt dat de geurnorm van 14,0<br />
Oue/m³ op geen enkele woning in de buurt wordt overschreden. Ten aanzien van de<br />
bedrijfswoningen van de veehouderijen wordt voldaan aan de geldende afstand van 50<br />
meter. Er wordt daarmee voldaan aan de normen die gelden op basis van de Wet<br />
geurhinder en veehouderij. De berekening is opgenomen in de aanvulling van de<br />
omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu (in Bijlage 5 Cumulatieve<br />
geurberekening ), opgenomen als Bijlage 4 Aanvulling aanvraag Nbwetvergunning bij<br />
deze toelichting.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
21
Ook is voor de uitbreiding van het varkenshouderijbedrijf een cumulatieve<br />
geurberekening uitgevoerd. De cumulatieve geurberekening, uitgevoerd door<br />
ARCADIS, is neergelegd in een memo met onderwerp "Cumulatieve geurberekening<br />
Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong>" en datum 16 juni 2011. De volledige memo is opgenomen in<br />
Bijlage 5 Cumulatieve geurberekening. Hierna wordt volstaan met de conclusies.<br />
In de visie voor het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Middel, waar het plangebied<br />
deel van uitmaakt, is de achtergrondbelasting van het LOG in kaart gebracht. Het<br />
niveau van de achtergrondbelasting in en om het LOG is in de huidige situatie ter<br />
plaatse van geurgevoelige objecten (woningen van derden) goed tot redelijk goed.<br />
ARCADIS heeft vervolgens opnieuw de achtergrondbelasting in de omgeving van de<br />
Middelerstraat 4 berekend, inclusief de beoogde uitbreiding van het<br />
varkenshouderijbedrijf aan de Middelerstraat 4. In de omgeving van de Middelerstraat<br />
4 blijft dan een redelijk goed tot goed leefklimaat heersen.<br />
Enkel voor de meest nabijgelegen woning ontstaat een beperkte verslechtering van het<br />
leefklimaat in de nabije omgeving. Deze woning heeft dan een cumulatieve<br />
geurbelasting van 21,8 Oue/m³. Zonder de uitbreiding van de varkenshouderij, dus op<br />
basis van de bestaande situatie heeft deze woning een leefklimaat matig. Er was dus<br />
reeds sprake van een overbelaste situatie.<br />
De uitbreidingsplannen voor de Middelerstraat 4 dragen over het algemeen niet bij aan<br />
een verslechtering van het leefklimaat in de nabije omgeving. Slechts één woning<br />
wordt in beperkte mate negatief beperkt. Deze woning (aan de Middelerstraat 1) heeft<br />
te maken met de geurbelasting van drie nabijgelegen veehouderijen.<br />
De uitbreiding van de varkenshouderij aan de Middelerstraat 4 vindt plaats door<br />
toepassing van stalsystemen met maximale geurreductie en een uitvoering van de<br />
stallen die leidt tot een zo laag mogelijke belasting voor de omgeving. De veehouderij<br />
voldoet aan de individuele geurnormen uit de Wet geurhinder en veehouderij.<br />
ARCADIS co<strong>nl</strong>udeert daarom dat de beoogde uitbreiding mogelijk is aangezien:<br />
• bij de uitbreidingsplannen maximaal rekening is gehouden met zo min mogelijk<br />
belasting voor de omgeving;<br />
• er wordt voldaan aan de eisen van de Wet geurhinder en veehouderij;<br />
• er reeds sprake was van een overbelaste situatie bij de woning aan de<br />
Middelerstraat 1.<br />
Ammoniak<br />
Ammoniakemissie en -depositie<br />
Op het bedrijf vindt uitstoot van ammoniak plaats. De ammoniak die vrijkomt uit de<br />
stallen slaat elders neer. Deze zogenaamde depositie kan een negatief effect hebben<br />
op de kwaliteit van natuur die gevoelig is voor verzuring en vermesting.<br />
De Crisis- en herstelwet, die op 31 maart 2010 van kracht is geworden, omvat regels<br />
met betrekking tot een versnelde ontwikkeling en verweze<strong>nl</strong>ijking van ruimtelijke en<br />
infrastructurele projecten. Eén van de maatregelen waarin deze wet voorziet zijn de<br />
rek- en ruimtemaatregelen in het beschermingsregime voor natuurgebieden. Daartoe<br />
wijzigt de Crisis- en herstelwet de Natuurbeschermingswet 1998. Artikel 19kd van de<br />
Natuurbeschermingswet 1998 houdt in dat de gevolgen voor de stikstofdepositie van<br />
bestaande, niet in betekenende mate gewijzigde activiteiten (peildatum 7 december<br />
2004), niet wordt getoetst bij de beoordeling van een aanvraag van een<br />
Nbwet-vergunning (artikel 19kd, eerste lid, onderdeel a, Nbwet). Dat geldt ook voor<br />
uitbreidingen van bestaande activiteiten en nieuwe activiteiten, onder de voorwaarden<br />
dat er per saldo nergens sprake is van een toename van stikstofdepositie in een Natura<br />
2000-gebied (artikel 19kd, eerste lid, onder b, Nbwet).<br />
In deze situatie worden de stallen emissiearm uitgevoerd, zodat het bedrijf als geheel<br />
voldoet aan het Besluit huisvesting. Een stal wordt uitgerust met een luchtwasser.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
22
Daarnaast wordt er ammoniak'recht' overgenomen van een veehouder, die zijn bedrijf<br />
heeft beëindigd. Door de overname en het nemen van maatregelen aan de stallen<br />
wordt de emissie en depositie verminderd ten opzichte van de bestaande situatie.<br />
Uit de berekeningen uit de vergunningaanvraag uit 2011 bleek dat de emissie zou<br />
toenemen maar door aankoop en compensatie van rechten van derden en het treffen<br />
van maatregelen aan de stallen binnen de normen voor een Nbwetvergunning zou<br />
blijven. De volledige aanvraag is opgenomen in Bijlage 3 Aanvraag vergunning Nbwet.<br />
Uit een uitspraak van de Raad van State bleek dat bij de berekening anders mocht<br />
worden omgegaan met de vergunde aantallen dieren (rekenen met de aantallen van<br />
1999 in plaats van 2004). Door de overname en het nemen van maatregelen aan de<br />
stallen wordt de emissie en depositie verminderdof blijkt gelijk ten opzichte van de<br />
bestaande situatie. Eén en ander blijkt uit de berekeningen, die zijn uitgevoerd in het<br />
kader van de aanvraag voor een vergunning in het kader van de<br />
Natuurbeschermingswet 1998. Deze aanvulling op de aanvraag is opgenomen als<br />
Bijlage 4 Aanvulling aanvraag Nbwetvergunning.<br />
Wet ammoniak en veehouderij<br />
Ter voorkoming van schade aan zeer kwetsbare gebieden is de uitbreiding getoetst<br />
aan de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) en de bijbehorende Regeling ammoniak<br />
en veehouderij. Op grond van artikel 6 van de Wav moet een vergunning voor het<br />
veranderen van een veehouderij worden geweigerd, indien de aanvraag betrekking<br />
heeft op een uitbreiding van het aantal dieren van een of meer diercategorieën en als<br />
een tot die veehouderij behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk gelegen is in een<br />
zeer kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rondom een zodanig<br />
gebied.<br />
De varkenshouderij aan de Middelerstraat 4 is niet gelegen in een zeer kwetsbaar<br />
gebied, dan wel in een zone van 250 meter rondom een dergelijk gebied.<br />
Bodem<br />
In het kader van de bestemmingsplanwijziging en de bouw van de nieuwe stal, is door<br />
Tauw een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is neergelegd in<br />
het rapport "Verkennend bodemonderzoek Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong>" (datum 18 januari<br />
2011) en opgenomen als Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek. Hierna wordt<br />
volstaan met de onderzoeksresultaten.<br />
Zowel in het mengmonster van de bovengrond als in het mengmonster van de<br />
ondergrond, zijn geen van de geanalyseerde parameters aangetoond in gehalten<br />
boven de achtergrondwaarde en/of rapportagegrens.<br />
In het grondwater van peilbuis 1 overschrijdt de concentratie van barium de<br />
streefwaarde in lichte mate. De overige geanalyseerde parameters zijn gemeten in<br />
concentraties beneden de streefwaarde en/of rapportagegrens. De verhoogde<br />
concentratie van barium is naar alle waarschij<strong>nl</strong>ijkheid van nature aanwezig. Dit metaal<br />
komt als complexgebonden metaal voor in de bodem en is niet te relateren aan<br />
bedrijfsmatige activiteiten op het terrein.<br />
Geconcludeerd wordt dat er op basis van de onderzoeksresultaten geen<br />
milieuhygiënische belemmeringen aanwezig zijn voor de voorgenomen<br />
bouwactiviteiten.<br />
Geluid<br />
Geluid vanwege de inrichting<br />
Voor de nieuwe, aangevraagde bedrijfssituatie is door Sain milieuadvies een<br />
akoestisch onderzoek uitgevoerd, neergelegd in het rapport "Akoestisch Onderzoek.<br />
Agrarisch bedrijf H.T. Logtenberg, Middelerstraat 4, <strong>Olst</strong>" (kenmerk 2010-2046-0 en<br />
datum 3 juni 2011). Het akoestisch onderzoeksrapport is opgenomen als Bijlage 7<br />
Akoestisch onderzoek. Hierna wordt volstaan met de conclusies uit het onderzoek.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
23
In het onderzoek zijn het gemiddelde geluidsniveau (langtijdgemiddeld<br />
beoordelingsniveau L Ar,LT ) en het piekgeluidsniveau berekend (maximaal<br />
geluidsniveau L Amax ). Het gemiddelde en het piekgeluidsniveau is berekend op de<br />
woningen, die rondom het bedrijf liggen. Ten aanzien van het langtijdgemiddeld<br />
beoordelingsniveau L Ar,LT luiden de conclusies:<br />
• Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voldoet aan de richtwaarde voor<br />
landelijke omgeving.<br />
• Tijdens de afvoer van vleesvarkens in de vroege ochtend (nachtperiode) wordt de<br />
richtwaarde op de Middelerstraat 1 en 4a met 4 dB overschreden. Organisatorisch<br />
is het niet te voorkomen dat de activiteit in de nachtperiode plaatsvindt.<br />
Maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren zijn niet mogelijk of zullen op<br />
financiële en landschappelijke bezwaren stuiten. Omdat deze activiteit minder dan<br />
een etmaalperiode per week plaatsvindt, kan het gezien worden als een<br />
regelmatige afwijking van de representatieve bedrijfssituatie. Hiervoor kan een<br />
aangepaste normstelling worden vastgesteld.<br />
• Tijdens het mixen van mest aan de zuidzijde van stal 6 is de geluidsbelasting hoger<br />
dan in de representatieve bedrijfssituatie. De richtwaarde wordt in deze situatie op<br />
de Middelerstraat 4a met 6 dB overschreden. Deze activiteit vindt echter slechts<br />
eenmaal per jaar plaats en kan daarom beschouwd worden als incident, zoals<br />
bedoeld in de 12-dagen regeling.<br />
Ten aanzien van het maximaal geluidsniveau L Amax luidt de conclusie:<br />
• Het maximale geluidsniveau voldoet in alle drie de onderzochte situaties aan de<br />
grenswaarde. Het is praktisch niet mogelijk om aan de richtwaarde te voldoen.<br />
Voor wat betreft de indirecte hinder wordt het volgende geconcludeerd:<br />
• De geluidsbelasting ten gevolge van de indirecte hinder voldoet in alle onderzochte<br />
situaties aan de voorkeursgrenswaarde volgens de circulaire "Geluidhinder<br />
veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het<br />
kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer", Minister van<br />
VROM, 29 februari 1996.<br />
Geluid vanwege het wegverkeer<br />
Op grond van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) moet bij de voorbereiding van<br />
de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek<br />
ingesteld worden naar geluidbelastingen op de gevels van woningen, afkomstig van<br />
het wegverkeerslawaai. Omdat in dit geval geen nieuwe geluidgevoelige objecten<br />
worden gerealiseerd is een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk, gelet op artikel 76<br />
lid 3 Wet geluidhinder.<br />
Luchtkwaliteit<br />
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in<br />
de Wet milieubeheer (Wm), hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de<br />
bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een<br />
bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:<br />
a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet<br />
leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer<br />
opgenomen grenswaarde, of;<br />
b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt,<br />
leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buite<strong>nl</strong>ucht van de<br />
desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de<br />
desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een<br />
samenhangende maatregel of een optredend effect, of;<br />
c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet<br />
in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buite<strong>nl</strong>ucht van een stof<br />
waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
24
d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het<br />
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (in werking getreden per<br />
01-08-2009).<br />
In de onderhavige situatie is sprake van de onder a vermelde grond, gelet op het<br />
volgende.<br />
Door Nutreco is onderzocht welke gevolgen de aangevraagde bedrijfssituatie heeft<br />
voor de lokale luchtkwaliteit. Met de daartoe bestemde programma's ISL3a en CAR II<br />
is een model opgezet voor de verspreiding van fijn stof. Hierbij is de aangevraagde<br />
situatie onderzocht voor het jaar 2010. De resultaten zijn vervolgens per rekenpunt<br />
getoetst aan de grenswaarden. Het onderzoek is neergelegd in de "Rapportage<br />
Luchtkwaliteit" en maakt onderdeel uit (bijlage 11) van de aanvulling van de aanvraag<br />
voor de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu, zie Bijlage 4 van deze<br />
toelichting. Hierna wordt volstaan met de conclusie.<br />
In de landbouwsector is voornamelijk de emissie van fijn stof bepalend voor de lokale<br />
luchtkwaliteit. Emissie van overige stoffen zijn voor onderhavig bedrijf<br />
verwaarloosbaar. De stallen zijn de belangrijkste bron van fijn stof emissie.<br />
Voor de aangevraagde situatie is de emissie van fijn stof berekend. Hieruit blijkt dat er<br />
geen overschrijdingen plaatsvinden aangaande de jaargemiddelde concentratie,<br />
alsmede met het aantal overschrijdingsdagen van het etmaalgemiddelde. Verder blijkt<br />
dat de bijdrage van de verkeersaantrekkende werking op de emissie van fijn stof<br />
verwaarloosbaar klein is. Het initiatief leidt dus niet tot overschrijding van de in bijlage 2<br />
van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarden.<br />
Externe veiligheid<br />
Sinds 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking<br />
getreden. Hierin zijn regels gesteld teneinde de risico's waaraan burgers in hun<br />
leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen tot een<br />
aanvaardbaar minimum te beperken. Bedrijven die onder het besluit vallen zijn onder<br />
meer grote chemische bedrijven, lpg-tankstations en bedrijven die 10.000 kilo of meer<br />
chemicaliën opslaan. Het besluit verplicht gemeenten en provincies voortaan met<br />
veiligheidsnormen rekening te houden. Op basis van de Risicokaart van de provincie<br />
Overijssel blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle<br />
bedrijven zijn gevestigd die vallen onder het Bevi.<br />
De basis voor de risicobenadering bij het vervoer van gevaarlijke stoffen (over weg,<br />
water en spoor) ligt in "Omgaan met risico's". De algemene uitgangspunten zijn<br />
uitgewerkt in de "Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" (RNVGS). Sinds<br />
augustus 2004 is er sprake van een "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke<br />
stoffen". Met deze circulaire wordt het beleid als vervat in de RNVGS verder<br />
geoperationaliseerd en verduidelijkt. In de nabijheid van het plangebied is geen sprake<br />
van routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.<br />
Verder dient voor wat betreft het aspect externe veiligheid rekening te worden<br />
gehouden met buisleidingen. In de nabijheid van de Soestwetering is sprake van een<br />
aardgastransportleiding met nummer N-551-20-KR-021-3. Voor deze leiding geldt een<br />
onderzoeksgebied van 95 meter. Het plangebied ligt op een afstand van circa 180<br />
meter van deze leiding en ligt daarmee buiten het onderzoeksgebied. Nader<br />
onderzoek is daarmee niet nodig.<br />
Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het aspect externe veiligheid geen<br />
beperkingen oplegt aan de uitbreiding van het varkenshouderijbedrijf aan de<br />
Middelerstraat 4.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
25
4.2 Watertoets<br />
Standaard Waterparagraaf (verhard oppervlak 1500 - 30000 m²)<br />
Watertoets<br />
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen<br />
te 'toetsen op water', de zogenaamde Watertoets. De Watertoets is een waarborg voor<br />
water in ruimtelijke plannen en besluiten.<br />
Relevant beleid<br />
Het beleid van het Waterschap Groot Salland staat beschreven in het<br />
Waterbeheerplan 2010-2015, de beleidsnota Leven met Water in Stedelijk Gebied,<br />
Strategische Nota Rioleringsbeleid 2007, Visie Beheer en Onderhoud 2050 en het<br />
Beleidskader Recreatief Medegebruik. Daarnaast is de Keur van het Waterschap<br />
Groot Salland een belangrijk regelstellend instrument, waarmee in ruimtelijke plannen<br />
rekening moet worden gehouden. De genoemde beleidsdocumenten liggen ter inzage<br />
op het hoofdkantoor van het Waterschap Groot Salland. Ook zijn deze te raadplegen<br />
op de internetsite: www.wgs.<strong>nl</strong>. Op gemeentelijk niveau is het in overleg met het<br />
waterschap opgestelde gemeentelijk Waterplan en het (verbreed) gemeentelijk<br />
Rioleringsplan (GRP) van belang.<br />
Invloed op de waterhuishouding<br />
Het plangebied bevindt zich niet binnen een beekdal, primair watergebied of een<br />
stedelijke watercorridor. Binnen het plangebied is geen sprake van<br />
(grond)wateroverlast.<br />
Doordat de verharding binnen het plan toeneemt met meer dan 1500 m² moet speciale<br />
aandacht worden besteed aan compenserende waterberging en aan het zoveel<br />
mogelijk vasthouden van hemelwater binnen het plangebied. Bij plannen waarbij het<br />
verharde oppervlak toeneemt tot een oppervlak van 1500 - 30000 m² wordt een<br />
bergingsopgave van 40 mm als uitgangspunt gehanteerd. Hierbij is ook van belang of<br />
er sprake is van gesloten of open verharding (bijvoorbeeld klinkerbestrating). Bij een<br />
beperkte hoeveelheid (gesloten) verhard oppervlak zou dit kunnen betekenen dat het<br />
hemelwater via een bodempassage wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater of dat<br />
het hemelwater via een zakslootje zoveel mogelijk in de bodem wordt geïnfiltreerd met<br />
een lozingsmogelijkheid op het oppervlaktewater. Dit is mede afhankelijk van de<br />
plaatselijke situatie (veel of weinig oppervlaktewater in de omgeving). Zie ook de tekst<br />
verderop in de waterparagraaf (Voorkeursbeleid hemel- en afvalwater).<br />
Voor de pla<strong>nl</strong>ocatie geldt een toename van de verharding met 4000m². Dit betekent dat<br />
voor onderhavig plan minimaal 160m³ aan berging gerealiseerd moet worden. Hier<br />
wordt in voorzien door de realisatie van een plas-draszone aan de oostzijde van het<br />
plangebied. Indien in de praktijk minder verhard oppervlak wordt gerealiseerd, kan de<br />
hoeveelheid waterberging verhoudingsgewijs naar beneden worden bijgesteld.<br />
Voor de aa<strong>nl</strong>eghoogte wordt door het Waterschap een ontwateringsdiepte<br />
geadviseerd van minimaal 80 centimeter. Dit is de afstand tussen de gemiddelde<br />
hoogste grondwaterstand (GHG) en het maaiveld. Bij het bouwen zonder kruipruimte<br />
kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Grondwateroverlast als<br />
gevolg van afwijkende aa<strong>nl</strong>eghoogten is voor verantwoordelijkheid van de<br />
initiatiefnemers. Om een goed inzicht te krijgen in het grondwatersysteem wordt<br />
geadviseerd om in overleg met het Waterschap zo spoedig mogelijk te starten met een<br />
grondwateronderzoek. Dit kan in eerste instantie op basis van bestaande peilbuizen<br />
binnen of in de omgeving van het plangebied. Indien noodzakelijk kunnen nieuwe<br />
peilbuizen worden geplaatst.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
26
Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen wordt<br />
geadviseerd om een drempelhoogte van 30 centimeter boven het straatpeil te<br />
hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders,<br />
parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van<br />
wateroverlast. Bij de aa<strong>nl</strong>eg van kelderconstructies dient aandacht te worden besteed<br />
aan de toepassing van waterdichte materialen en constructies.<br />
Grenzend aan het plangebied ligt een beschermingszone van een hoofdwatergang of<br />
watergang van het Waterschap Groot Salland. De functie van deze watergang moet te<br />
allen tijde worden gegarandeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de<br />
beschermingszone van deze watergangen zoals in de Keur van het Waterschap Groot<br />
Salland beschreven. Met betrekking tot deze watergang gelden de binnen de Keur van<br />
het Waterschap Groot Salland opgenomen gebods- en verbodsbepalingen. Voor<br />
werkzaamheden binnen de beschermingszone moet een Watervergunning worden<br />
aangevraagd bij het Waterschap Groot Salland. Ten behoeve van het beheer en<br />
onderhoud geldt langs de watergang (vanaf te insteek) een obstakelvrije zone van 5<br />
meter.<br />
Bijna alle agrarische bedrijven vallen onder het lozingenbesluit Open teelt en<br />
veehouderij. Voor akkerbouwbedrijven gelden aanvullende voorschriften voor de<br />
toepassing van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Bij de inrichting van het plan moet<br />
rekening worden gehouden met de voorschriften uit het lozingenbesluit Open teelt en<br />
veehouderij.<br />
Het plan bevat een rioleringscomponent, want door het plan neemt het<br />
afvalwaterdebiet in het bestaande gemengde - of vuilwaterstelsel toe. Door de<br />
uitvoering van het bestemmingsplan neemt de belasting van het bestaande<br />
rioleringsstelsel toe. Dit levert geen problemen op ten aanzien van de capaciteit van<br />
het riolerinsstelsel en de capaciteit van de rioolwaterzuiveringsinstallatie.<br />
Voorkeursbeleid hemel- en afvalwater<br />
Bij de afvoer van overtollig hemelwater is infiltratie in de bodem het uitgangspunt.<br />
Oppervlakkige afvoer naar de infiltratievoorziening en infiltratie via wadi's geniet daarbij<br />
de voorkeur. Als oppervlakkige infiltratie niet mogelijk is, is ondergrondse infiltratie door<br />
middel van bijvoorbeeld een infiltratieriool (IT-riool) of infiltratiekratten een optie. Als<br />
infiltratie niet mogelijk is, kan hemelwater via een bodempassage worden geloosd op<br />
oppervlaktewater. Schoon hemelwater (bijvoorbeeld vanaf dakoppervlakken) kan<br />
direct worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Speciale aandacht wordt besteed aan<br />
duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede<br />
kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen.<br />
Watertoetsproces<br />
De initiatiefnemer heeft het Waterschap Groot Salland geïnformeerd over het plan door<br />
gebruik te maken van http://www.dewatertoets.<strong>nl</strong>//. De beantwoording van de vragen<br />
heeft er toe geleid dat de korte procedure van de watertoets is toegepast. De<br />
bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de<br />
waterhuishouding en de afvalwaterketen. De procedure in het kader van de watertoets<br />
is goed doorlopen. Waterschap Groot Salland geeft een positief wateradvies.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
27
4.3 Natuur, landschap en archeologie<br />
Natuurwaarden<br />
De Flora- en faunawet (2002) richt zich op de bescherming van in het wild levende<br />
planten en dieren. Op basis van deze wet is het onder meer verplicht om bij het<br />
opstellen van bestemmingsplannen na te gaan of er mogelijk nadelige consequenties<br />
zijn voor beschermde inheemse soorten. In dit kader en in het kader van geldende<br />
regelgeving op basis van de Natuurbeschermingswet 1998, is door Bureau Veldkamp<br />
een quickscan natuurtoets uitgevoerd, neergelegd in een brief met als onderwerp<br />
"Uitbreiding van een bestaand bouwblok en de bouw van één en op termijn wellicht<br />
twee varkensstallen aan de Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> en de ecologische gevolgen<br />
daarvan onder meer in het kader van de Flora- en faunawet" (brief met datum 13<br />
oktober 2009). Deze brief is opgenomen als Bijlage 8 Quickscan natuurtoets. Hierna<br />
wordt volstaan met de conclusies.<br />
Aangetroffen en te verwachten soorten - Uit de natuurtoets wordt het volgende<br />
geconcludeerd.<br />
• Op het perceel groeien geen zeldzame en/of beschermingswaardige planten en<br />
zeker geen soorten die genoemd worden in de Flora- en faunawet.<br />
• Ter plekke van de beoogde uitbreiding broeden geen kieviten of andere<br />
weidevogels.<br />
• Aanwijzingen voor het voorkomen van de in de Flora- en faunawet genoemde<br />
diersoorten werden op het beoogde terrein niet verkregen.<br />
• Omdat er op het perceel zeer weinig bloemplanten groeien, ligt het niet in de lijn<br />
der verwachting dat er zeldzame of beschermenswaardige insecten voorkomen.<br />
• Op het beoogde perceel is geen biotoop voor amfibieën en reptielen aanwezig.<br />
• Aanwijzingen voor het voorkomen van in de Flora- en faunawet genoemde<br />
zoogdieren werden niet verkregen.<br />
• Aan de oostzijde van het perceel is een watergang aanwezig. De waterkwaliteit lijkt<br />
redelijk. Omdat de sloot op enige afstand van het bouwblok ligt en de te bouwen<br />
varkensstallen er geen afvalwater op zullen lozen, valt niet te verwachten dat de<br />
beoogde uitbreiding van het bouwblok en de bouw van varkensstallen afbreuk<br />
zullen doen aan de ecologische kwaliteiten van de watergang.<br />
Gebiedsgericht natuurbeleid - Op enkele kilometers afstand van het plangebied ligt het<br />
Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel. De kortste afstand tot de IJssel is ongeveer<br />
2,2 kilometer. De afstand tot een zeer belangrijk onderdeel van het Natura<br />
2000-gebied, de Duursche Waarden, bedraagt 3,3 kilometer. Bureau Veldkamp<br />
verwacht niet dat de uitbreiding van het varkenshouderijbedrijf een negatieve invloed<br />
kan hebben op de ecologische waarden van het Natura 2000-gebied, temeer omdat<br />
het plangebied ten oosten van de IJssel ligt (weinig of geen inwaai van nutriënten).<br />
Incidenteel foerageren er ganzen en zwanen op het grasland. Mogelijk zijn dit vogels<br />
die pleisteren in de Duursche Waarden. Beziet men het in een groter geheel dan zal de<br />
nieuwe bebouwing van maximaal 1 hectare geen meetbare invloed hebben op de<br />
aantallen pleisterende ganzen in de IJsseluiterwaarden, aldus Bureau Veldkamp.<br />
In het kader van de aanvraag van de vergunning in het kader van de<br />
Natuurbeschermingswet 1998 zijn berekeningen uitgevoerd ten aanzien van de<br />
ammoniakemissie en -depositie, zie daarvoor paragraaf 4.1 Milieuaspecten onder het<br />
kopje "ammoniak".<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
28
Landschapswaarden<br />
In het landschapsontwikkelingsplan (LOP) Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte, zie ook<br />
paragraaf 3.5, wordt uitgebreid ingegaan op de bijzondere waarden die in het<br />
landschap aanwezig zijn. Uit de analyse van het LOP kan geconcludeerd worden dat<br />
het plangebied binnen de structuurdrager mengelgronden ligt. De mengelgronden<br />
kennen een zekere mate van beslotenheid met bochtige beplante wegen en<br />
boerderijen op de hogere oost-west gerichte gronden. Het landschapsbeleid is gericht<br />
op het behouden en versterken van deze landschapskarakteristiek. In dit geval dienen<br />
de verschillen tussen de laaggelegen open gebieden en verdichte ruggen te worden<br />
versterkt. In het kader van de schaalvergroting van het erf is door Eelerwoude een<br />
landschappelijk inpassingsplan gemaakt. In paragraaf 5.1 Planologische afweging<br />
wordt nader ingegaan op de landschappelijke inpassing van het nieuwe erf.<br />
Archeologische waarden<br />
Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen dient rekening te worden<br />
gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Op 4<br />
oktober 2010 heeft de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> de "Beleidsnota Archeologie gemeente<br />
<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>" vastgesteld. Op de van deze beleidsnota deel uitmakende archeologische<br />
verwachtings- en beleidsadvieskaart geldt voor het plangebied een middelhoge en<br />
lage archeologische verwachtingswaarde. Ook maakt het plangebied deel uit van een<br />
een blauw omlijnd gebied met het nummer 4166. Voor een deel van dit blauw omlijnde<br />
gebied, grenzend aan de projectlocatie, is in 1995 een archeologische veldverkenning<br />
uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat in dit gebied aardewerkresten zijn aangetroffen.<br />
Ten behoeve van het uitbreidingsplan wordt een nieuwe stal gebouwd van circa<br />
3.000m². Omdat de "Beleidsnota Archeologie gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>" stelt dat voor<br />
gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde een onderzoeksplicht geldt bij<br />
plangebieden groter dan 5.000m², wordt in dit geval geen onderzoeksverplichting<br />
opgelegd.<br />
4.4 Economische uitvoerbaarheid<br />
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient een onderzoek te worden<br />
ingesteld naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Het betreft hier een<br />
particulier initiatief. De kosten voor de planprocedure en de kosten voor de nieuwbouw<br />
komen voor rekening van de agrariër. Het kostenverhaal is middels een anterieure<br />
overeenkomst vastgelegd. Ook is de landschappelijke inpassing in een overeenkomst<br />
tussen de gemeente en de agrariër vastgelegd. De agrariër heeft voldoende<br />
aannemelijk gemaakt dat het hier gaat om een economisch uitvoerbaar plan. In het<br />
kader van het bestemmingsplan heeft ook een planschaderisicoanalyse<br />
plaatsgevonden. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat door de planologische<br />
verandering naar verwachting geen schade zal optreden die, op basis van artikel 6.1<br />
Wro, voor vergoeding in aanmerking kan komen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
29
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
30
Hoofdstuk 5<br />
Planologische afweging en planopzet<br />
In Hoofdstuk 3 van deze toelichting is het beleidskader voor het bestemmingsplan aan<br />
de orde gekomen. In Hoofdstuk 4 is het uitbreidingsplan van het varkenshouderijbedrijf<br />
aan de Middelerstraat 4 getoetst aan meerdere aspecten en waarden. Dit hoofdstuk<br />
omvat een planologische afweging op basis van het geschetste beleidskader<br />
(paragraaf 5.1) en een beschrijving van de planopzet (paragraaf 5.2), dat wil zeggen op<br />
welke wijze het initiatief planologisch-juridisch is vastgelegd.<br />
5.1 Planologische afweging<br />
Dit bestemmingsplan maakt de uitbreiding van een varkenshouderijbedrijf mogelijk.<br />
Het bedrijf aan de Middelerstraat 4 ligt binnen landbouwontwikkelingsgebied. In deze<br />
gebieden is, op basis van het Reconstructieplan Salland-Twente, ruimte voor de<br />
ontwikkeling van de intensieve veehouderij.<br />
In de Omgevingsverordening Overijssel is vastgelegd dat bestemmingsplannen voor<br />
de Groene omgeving kunnen voorzien in nieuwvestiging en grootschalige<br />
uitbreidingen van bestaande functies, uitsluitend indien hier sociaaleconomische en/of<br />
maatschappelijke redenen voor zijn en er is aangetoond dat het verlies aan<br />
ecologische en/of landschappelijke waarden in voldoende mate wordt gecompenseerd<br />
door investeringen ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.<br />
Aangegeven wordt dat de kwaliteitsimpuls in elk geval van toepassing is, als er een<br />
agrarisch bouwperceel ontstaat dat groter is dan 1,5 hectare. In deze situatie is de<br />
kwaliteitsimpuls van toepassing, gelet op het feit dat er een agrarisch bouwperceel<br />
ontstaat met een totale oppervlakte van circa 2 hectare (oppervlakte aan beide zijden<br />
van de weg).<br />
In deze situatie is sprake van een uitbreiding van een bestaande functie in de Groene<br />
omgeving. Hieraan liggen sociaaleconomische en maatschappelijke redenen ten<br />
grondslag. Door schaalvergroting kan het bedrijf namelijk economisch rendabel blijven<br />
zodat geïnvesteerd kan worden in een duurzame en maatschappelijk verantwoorde<br />
productie (zie ook 2.2 van deze toelichting).<br />
De quickscan natuurtoets (zie paragraaf 4.3 en Bijlage 8) toont aan dat er met de<br />
uitbreiding niet kan worden gesproken van een verlies aan ecologische waarden.<br />
Verder is in het kader van de schaalvergroting van het erf door Eelerwoude een<br />
landschappelijk inpassingsplan gemaakt. Het Landschapsontwikkelingsplan (zie ook<br />
3.5) heeft hiervoor als basis gediend. Het landschappelijk inpassingsplan van<br />
Eelerwoude is opgenomen als Bijlage 9 bij deze toelichting. Voorgesteld wordt om ook<br />
het van oorsprong meer besloten karakter van het bestaande erf te herstellen door de<br />
inpassing van het gehele erf met gemengde houtsingels, bomenrijen en enkele<br />
solitaire eiken. Daarnaast wordt voorgesteld aan de westzijde van de nieuw te bouwen<br />
stal een singel aan te planten. Voor de verdere inpassing van de bebouwing wordt<br />
kortheidshalve verwezen naar het landschappelijk inpassingsplan. De uitvoering zal<br />
plaatsvinden met inachtneming van het landschappelijk inpassingsplan.<br />
Eén van de uitgangspunten van de LOG-visie Middel (zie 3.6) is dat bij groei van<br />
bestaande intensieve veehouderijen dient te worden voldaan aan de wettelijke eisen<br />
die er zijn vanuit onder andere milieu (onder andere geurwetgeving), ruimtelijke<br />
ordening en volksgezondheid. Deze toets heeft in paragraaf 4.1 van deze toelichting<br />
plaatsgevonden. Hieruit mag geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan geen<br />
negatieve gevolgen dan wel effecten heeft.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
31
Verder is in de LOG-visie Middel voor het agrarisch bouwvlak een maximale<br />
oppervlakte van 2 hectare opgenomen. In deze situatie wordt hieraan voldaan. Alle<br />
bestaande bebouwing is in gebruik ten behoeve van de varkenshouderij. Sloop en<br />
herbouw is hier daarom niet aan de orde.<br />
In de Omgevingsvisie Overijssel maakt het plangebied deel uit van de zogenaamde<br />
"donkerte"-gebieden. De bedrijfsuitbreiding zal niet zorgen voor een toename van<br />
kunstlicht, omdat het gaat om dichte stallen.<br />
In hoofdstuk 4 van deze toelichting is de bedrijfsuitbreiding getoetst aan meerdere<br />
aspecten en waarden. Hieruit mag geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan<br />
geen negatieve gevolgen dan wel effecten heeft.<br />
5.2 Planopzet<br />
Het bestemmingsplan is opgezet conform de RO standaarden voor digitaal<br />
raadpleegbare bestemmingsplannen: IMRO2008/SVBP2008/STRI2008. Daarbij is<br />
zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied<br />
<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />
Het toegekende agrarisch bouwvlak, met de aanduiding "intensieve veehouderij", is<br />
afgestemd op het uitbreidingsplan. Het bouwvlak bestaat uit twee delen. De<br />
aanduiding "relatie" geeft aan dat sprake is van één bedrijf. Het totale agrarische<br />
bouwvlak (aan beide zijden van de weg) bedraagt bijna 2 hectare. De verschillende<br />
dubbelbestemmingen voor landschap en archeologie zijn overgenomen uit het<br />
ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Ten behoeve van de<br />
landschappelijke inpassing van het (toekomstige) erf is in het bestemmingsplan een<br />
regeling opgenomen: de landschappelijke inpassing moet worden uitgevoerd in<br />
overeenstemming met het inpassingsplan.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
32
Hoofdstuk 6<br />
Inspraak en overleg<br />
6.1 Ontwerp 6 weken ter visie<br />
Het ontwerpbestemmingsplan "Middelerstraat 4" wordt in het kader van de inspraak<br />
gedurende een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Eventuele zienswijzen zullen te<br />
zijner tijd in deze paragraaf aan de orde komen.<br />
6.2 Overleg<br />
Conform artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening wordt het bestemmingsplan<br />
voorgelegd aan het waterschap en - indien nodig - aan andere instanties. De resultaten<br />
van het overleg worden te zijner tijd in deze paragraaf vermeld.<br />
6.3 Landinrichtingscommissie<br />
De landinrichtingscommissie <strong>Olst</strong>-Wesepe moet toestemming geven voor de<br />
uitbreiding van het bedrijf. De toestemming is aangevraagd.<br />
februari 2012.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
33
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
34
Regels<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
55
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
56
Hoofdstuk 1<br />
I<strong>nl</strong>eidende regels<br />
Artikel 1<br />
Begrippen<br />
1.1 plan<br />
het bestemmingsplan Middelerstraat 4 van de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />
1.2 bestemmingsplan<br />
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand<br />
NL.IMRO.1773.BP2010001015-0201 met de bijbehorende regels.<br />
1.3 verbeelding<br />
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale<br />
ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.1773.BP2010001015-0201.<br />
1.4 aanduiding<br />
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar<br />
ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het<br />
bebouwen van deze gronden.<br />
1.5 aanduidingsgrens<br />
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />
1.6 aan- en uitbouw<br />
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te<br />
onderscheiden is van het hoofdgebouw.<br />
1.7 afhankelijke woonruimte<br />
een voor de huisvesting van een huishouden geschikt gebouw, dat ruimtelijk<br />
ondergeschikt is en/of een geheel vormt met het hoofdgebouw en blijvend onderdeel<br />
uitmaakt van de kavel van het hoofdgebouw.<br />
1.8 agrarisch aanverwant bedrijf<br />
een bedrijf dat in nauwe relatie staat tot het agrarisch bedrijf, waarvan de<br />
werkzaamheden in hoofdzaak bestaan in de vorm van het houden van dieren en/of het<br />
telen en bewerken van gewassen, al dan niet in combinatie met het verlenen van<br />
diensten aan derden.<br />
1.9 agrarisch aanverwante nevenfunctie<br />
een nevenfunctie die betrekking heeft op activiteiten, naast een volwaardig agrarisch<br />
bedrijf, die nauw verwant zijn met of direct voortkomen uit de agrarische<br />
bedrijfsvoering, zoals verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten,<br />
zorgboerderij, ambachtelijke verwerking van agrarische producten, inpandige opslag<br />
en stalling van agrarische producten.<br />
1.10 agrarisch bedrijf<br />
een ter plaatse functionerend deeltijd, reëel of volwaardig agrarisch bedrijf, gericht op<br />
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het<br />
houden van dieren, nader te onderscheiden in de volgende productietakken:<br />
a. akker- en vollegrondtuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder<br />
niet begrepen sier-, fruit- en boomkwekerij;<br />
b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg)<br />
geheel op open grond, waaronder tevens een paardenfokkerij wordt verstaan;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
57
c. intensieve veehouderij: een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met ten minste<br />
250 m² bedrijfsoppervlakte dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet<br />
milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden, of dieren 'biologisch'<br />
en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve<br />
van natuurbeheer;<br />
d. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;<br />
e. sierteelt en boomkwekerij: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen in open<br />
grond, in potten of in containers al dan niet met behulp van kassen en al dan niet<br />
gecombineerd met de handel in deze gewassen;<br />
f. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;<br />
g. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van<br />
intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.<br />
1.11 ambachtelijke be- of verwerking van agrarische producten<br />
het be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn van het eigen bedrijf<br />
of het be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn uit de eigen regio.<br />
1.12 archeologisch onderzoek<br />
een onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een<br />
opgravingsvergunning beschikt.<br />
1.13 archeologische verwachtingswaarde<br />
de kans op het aantreffen van archeologische resten in een bepaald gebied.<br />
1.14 archeologische waarde<br />
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende<br />
overblijfselen uit oude tijden.<br />
1.15 bebouwing<br />
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
1.16 bed & breakfast<br />
een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op<br />
het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de<br />
woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in<br />
verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of<br />
arbeid of permanente kamerverhuur.<br />
1.17 bedrijf<br />
een onderneming, niet zijnde een agrarisch bedrijf, gericht op het produceren,<br />
bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag<br />
en distributie van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als<br />
ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering<br />
van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in<br />
rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.<br />
1.18 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie<br />
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een<br />
verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van<br />
recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.<br />
1.19 bedrijfsplan<br />
een weergave van de huidige en toekomstige situatie van een bedrijf en haar<br />
omgeving waarin de doelstellingen op korte en lange termijn zijn weergegeven en<br />
waarin tevens richtlijnen in zijn opgenomen om de doelstellingen te realiseren.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
58
1.20 bedrijfs- of dienstwoning<br />
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor<br />
bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar<br />
noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.<br />
1.21 bedrijfsvloeroppervlakte<br />
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de<br />
daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.<br />
1.22 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen<br />
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van<br />
tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan tot stand zijn gekomen of tot stand<br />
zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de<br />
Wabo.<br />
1.23 bestaande bedrijven<br />
bedrijven zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het<br />
ontwerpbestemmingsplan; een bedrijf dat via nieuwvestiging in een<br />
landbouwontwikkelingsgebied is gerealiseerd, wordt na 5 jaar onder bestaand bedrijf<br />
gerekend.<br />
1.24 bestemmingsgrens<br />
de grens van een bestemmingsvlak.<br />
1.25 bestemmingsvlak<br />
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de<br />
regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.<br />
1.26 bevoegd gezag<br />
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.<br />
1.27 biomassavergistingsinstallatie<br />
een afgesloten systeem van tanken/silo's dat gebruikt wordt voor de<br />
biomassavergisting van mest, bermafval, compost en dergelijke ten behoeve van de<br />
productie van energie.<br />
1.28 bouwen<br />
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het<br />
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten,<br />
vernieuwen of veranderen van een standplaats.<br />
1.29 bouwgrens<br />
de grens van een bouwvlak.<br />
1.30 bouwvlak<br />
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij<br />
elkaar behorende bebouwing is toegelaten.<br />
1.31 bouwwerk<br />
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die<br />
hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt<br />
in of op de grond.<br />
1.32 bijgebouw<br />
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan<br />
een op hetzelfde bouwperceel gelegen (bedrijfs)woning.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
59
1.33 cultuurhistorische waarde<br />
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is<br />
ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt<br />
van dat bouwwerk of dat gebied in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.<br />
1.34 deel<br />
een bedrijfsgedeelte in de stal of schuur dat aangebouwd is aan de bedrijfswoning.<br />
1.35 deeltijd agrarisch bedrijf<br />
een agrarisch bedrijf met een omvang van 10 tot 40 Nge.<br />
1.36 detailhandel<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen, verhuren en leveren van goederen,<br />
geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die deze goederen kopen of huren voor<br />
gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of<br />
bedrijfsactiviteit.<br />
1.37 dienstverlening<br />
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet<br />
via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus,<br />
kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en<br />
bankfilialen.<br />
1.38 evenementen<br />
gebeurtenissen die ten hoogste 5 dagen duren, gericht op een groot publiek, met<br />
betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.<br />
1.39 extensieve dagrecreatie<br />
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten,<br />
paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.<br />
1.40 extensiveringsgebied<br />
een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen<br />
of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve<br />
veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk is gemaakt.<br />
1.41 gebouw<br />
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk<br />
met wanden omsloten ruimte vormt.<br />
1.42 geluidsgevoelige objecten<br />
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, als<br />
bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.<br />
1.43 gevoelige functies<br />
woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen.<br />
1.44 hellend dak<br />
een afdekking van een gebouw of bouwwerk, die geen horizontale of gebogen vlakken<br />
bevat, met uitzondering van dakkapellen of vergelijkbare onderdelen.<br />
1.45 hobbymatige activiteiten<br />
het uitoefenen van agrarische of natuurgerichte activiteiten die bijdragen aan het<br />
beheer van het landschap maar niet als volwaardig, reëel of deeltijd agrarisch bedrijf<br />
aangemerkt kunnen worden.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
60
1.46 hoofdgebouw<br />
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als<br />
het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.<br />
1.47 horecabedrijf<br />
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het<br />
bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken<br />
van nachtverblijf.<br />
1.48 hoveniersbedrijf<br />
een bedrijf, gericht op de aa<strong>nl</strong>eg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen,<br />
met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder<br />
dat detailhandel wordt uitgeoefend.<br />
1.49 inrichtingsplan<br />
een inrichtingsplan is de grafische beschrijving van de gewenste ruimtelijke<br />
ontwikkeling waarin de situering van bouwwerken ten opzichte van elkaar en van de<br />
omgeving en het al dan niet aanbrengen van beplanting op een goede manier is<br />
weergegeven.<br />
1.50 kampeermiddelen<br />
niet als een bouwwerk aan te merken tenten, vouwwagens, kampeerauto's, tenthuisjes<br />
caravans, geen stacaravans zijnde of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die<br />
bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders<br />
hebben.<br />
1.51 kampeerseizoen<br />
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.<br />
1.52 kantoor<br />
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel,<br />
architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het<br />
publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en<br />
geholpen.<br />
1.53 karakteristiek<br />
panden die op basis van de volgende criteria gewaardeerd zijn als karakteristiek:<br />
• relatie met het landschap;<br />
• erfstructuur en erfinrichting;<br />
• streekeigen verschijningsvorm;<br />
• herkenbaarheid en mate van gaafheid;<br />
• architectuur en cultuurhistorische waarde;<br />
• de waardering van de karakteristieke eigenschappen hebben betrekking op<br />
hoofdgebouwen tenzij anders in bijlage 4, 5 of 6 van deze regels is aangegeven.<br />
1.54 kassen<br />
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de<br />
agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-,<br />
schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.<br />
1.55 kinderboerderij<br />
een recreatieve voorziening waarop, al dan niet in combinatie met andere recreatieve<br />
voorzieningen, dieren worden gehouden.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
61
1.56 kleinschalige beroepen en bedrijven-aan-huis<br />
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning of bijgebouw door de bewoner<br />
wordt uitgeoefend alsmede het in een woning of bijgebouw door de bewoner op<br />
bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of<br />
vergunningplicht op grond van het Besluit omgevingsrecht geldt, op een oppervlak van<br />
niet meer dan 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van<br />
100 m² en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een<br />
ruimtelijke uitstraling die daarbij past.<br />
1.57 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen<br />
voorzieningen, zoals aa<strong>nl</strong>egsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten,<br />
informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen,<br />
vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.<br />
1.58 kleinschalig kampeerterrein<br />
een kampeerterrein voor kampeermiddelen en trekkershutten, niet zijnde overige<br />
permanente kampeermiddelen, zoals tenthuisjes en stacaravans, gedurende de<br />
periode van 15 maart tot en met 31 oktober.<br />
1.59 kunstobject<br />
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van culturele aard en bedoeld ter expositie al dan<br />
niet in de buite<strong>nl</strong>ucht.<br />
1.60 landhuis<br />
landhuis al of niet met gebouwde aanhorigheden, tuin, park, lanen en wateren.<br />
1.61 Landschapsontwikkelingsplan<br />
het Landschapsontwikkelingsplan zoals vastgesteld op 24 november 2008.<br />
1.62 landschappelijke inpassing<br />
de situering van de ontwikkeling waarbij rekening gehouden wordt met de<br />
landschappelijke kenmerken van de nabije omgeving en waarbij de ontwikkeling wordt<br />
ingepast middels bijvoorbeeld erfbeplanting.<br />
1.63 landschapswaarde<br />
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van<br />
de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid van<br />
gebiedskenmerken en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en<br />
niet-levende natuur.<br />
1.64 landbouwontwikkelingsgebied<br />
een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat<br />
landbouw dat geheel of gedeeltelijk voorziet, of in het kader van de reconstructie is<br />
voorzien, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van<br />
intensieve veehouderij.<br />
1.65 landwinkel<br />
een beperkte ruimte die is ingericht voor de verkoop van levensmiddelen en<br />
streekgebonden producten.<br />
1.66 langdurig<br />
ten minste 14 tot 18 uur per dag gedurende minimaal 1 jaar.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
62
1.67 manege<br />
een onderneming die gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden<br />
en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee<br />
samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden<br />
en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het<br />
houden van wedstrijden of andere evenementen.<br />
1.68 maatschappelijke voorzieningen<br />
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke<br />
voorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening,<br />
alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.<br />
1.69 mantelzorg<br />
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan<br />
een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening<br />
rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten<br />
voor elkaar overstijgt.<br />
1.70 natuurwaarde<br />
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.<br />
1.71 Nge (Nederlandse grootte-eenheden)<br />
een economische maatstaf voor het bepalen van de bedrijfsomvang en het bedrijfstype<br />
van agrarische bedrijven.<br />
1.72 niet-permanente verblijfsrecreatie<br />
verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen voor<br />
kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt.<br />
1.73 nevenfunctie<br />
een of meer bedrijfsmatige activiteiten in combinatie met en ondergeschikt aan de<br />
uitoefening van het ter plaatse en bij wijze van hoofdfunctie uitgeoefende (agrarische)<br />
bedrijf of wonen.<br />
1.74 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden<br />
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de<br />
gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering<br />
van de bestemming.<br />
1.75 nutsvoorzieningen<br />
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes,<br />
gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties,<br />
gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse)<br />
afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.<br />
1.76 overkapping<br />
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.<br />
1.77 paardenbak<br />
een rijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten in de open lucht met een bodem van<br />
zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen, al dan niet<br />
voorzien van een omheining.<br />
1.78 paardenfokkerij<br />
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop<br />
van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
63
1.79 paardenhouderij<br />
een gebruiksgericht bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen en/of<br />
africhten van paarden, alsmede de handel in paarden met daaraan ondergeschikte<br />
functies behorende bij een paardenhouderij.<br />
1.80 peil<br />
a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg<br />
grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;<br />
b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de<br />
weg grenst: 10 cm boven de hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein ter<br />
hoogte van de hoofdingang, waarbij, plaatselijke, niet bij het verdere verloop van<br />
het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk,<br />
anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.<br />
1.81 permanente standplaats kampeermiddel<br />
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel,<br />
inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals<br />
bijzettenten, gedurende het gehele jaar.<br />
1.82 plattelandskamer<br />
een min of meer zelfstandig appartement dat aangeboden wordt ten behoeve van<br />
recreatief nachtverblijf.<br />
1.83 praktijkruimte<br />
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van<br />
diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch,<br />
paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.<br />
1.84 reconstructiegebied<br />
een gebied waarvoor een reconstructieplan, als bedoeld in artikel 11 van de<br />
Reconstructiewet concentratiegebieden, is opgesteld.<br />
1.85 recreatieruimte<br />
een ruimte met een lichte horecafunctie die bedoeld is voor het organiseren van kleine<br />
activiteiten (klein van omvang, relatief weinig tot geen impact op de omgeving, activiteit<br />
meestal bijfunctie en ondergeschikt aan de hoofdfunctie). De recreatieruimte heeft<br />
zowel een functie voor het kampeerterrein als een dagrecreatiefunctie.<br />
1.86 recreatieverblijf<br />
een gebouw of kampeermiddel, dat uitsluitend bedoeld is voor een huishouden of<br />
daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft.<br />
1.87 recreatiewoning<br />
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen<br />
stacaravan of andere constructie op wielen zijnde, dat uitsluitend bedoeld is om door<br />
een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf<br />
elders heeft.<br />
1.88 reëel agrarisch bedrijf<br />
een agrarisch bedrijf met een omvang van 40 en de 70 Nge.<br />
1.89 ruimtelijke kwaliteit<br />
het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt<br />
maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
64
1.90 Sallandse boerderijvorm<br />
een Sallandse boerderij die zich kenmerkt door een typische hoofdvorm, te<br />
onderscheiden in:<br />
• hallenhuisboerderij: woning en bedrijf in een hoofdvolume, zowel grote als kleine<br />
oppervlakken;<br />
• dwarshuisboerderij/krukhuisboerderij: woning en bedrijf wel in één gebouw, maar<br />
in de architectuur duidelijk van elkaar onderscheiden, T-vormige (dwarshuis) of<br />
L-vormige plattegrond (krukhuis).<br />
1.91 seizoensgebonden standplaats kampeermiddel<br />
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel,<br />
inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals<br />
bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen.<br />
1.92 Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.<br />
1.93 Staat van Horeca-activiteiten<br />
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.<br />
1.94 stacaravan<br />
een stacaravan is een recreatief onderkomen met kenmerken van een caravan waarin<br />
voorzieningen zijn getroffen voor dag- en/of nachtverblijf, dat, in één geheel en op een<br />
eigen as/wielstelsel kan worden aangevoerd en is bestemd voor recreatief verblijf,<br />
waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.<br />
1.95 standplaats voor kampeermiddel<br />
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel,<br />
inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals<br />
bijzettenten.<br />
1.96 stap vooruit-principe<br />
beginsel dat erop gericht is de risico's op verontreiniging van het grondwater te<br />
verminderen en de grondwaterkwaliteit te verbeteren.<br />
1.97 teeltondersteunende voorzieningen<br />
a. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen:<br />
• teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van niet meer dan 1,5 m<br />
(niet zijnde teeltondersteunende kassen of boomteelthekken) die maximaal 6<br />
maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden waaronder worden verstaan<br />
folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, boogkassen tot 0,5 m, hagelnetten,<br />
wandelkappen en schaduwhallen.<br />
b. permanente teeltondersteunende voorzieningen:<br />
• laag: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van niet meer dan<br />
1,5 m die langer dan 6 maanden worden gebruikt, zoals bakken op stellingen,<br />
regenkappen en containervelden; hieronder worden niet verstaan<br />
teeltondersteunende kassen en boomteelthekken;<br />
• hoog: teeltondersteunende kassen met een bouwhoogte van meer dan 1,5 m die<br />
langer dan 6 maanden worden gebruikt.<br />
1.98 trekkershut<br />
een trekkershut is een gebouw, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor<br />
kortstondig recreatief dag- en/of nachtverblijf voor steeds wisselende groepjes<br />
recreanten, die hun hoofdverblijf ergens anders hebben.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
65
1.99 tuincentrum<br />
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten,<br />
bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van<br />
artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals<br />
tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.<br />
1.100 verblijfsrecreatieve terreinen<br />
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en bedrijfsmatig geëxploiteerd, en<br />
blijkens die inrichting en exploitatie bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het<br />
plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen, recreatiewoningen en/of landere<br />
recreatieverblijven ten behoeve van recreatief nachtverblijf.<br />
1.101 verkoop agrarische producten<br />
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan<br />
particulieren, voor zover deze producten op het eigen bedrijf zijn geteeld of het<br />
resultaat zijn van ambachtelijke be- of verwerking van agrarische producten.<br />
1.102 verkoopvloeroppervlakte<br />
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.<br />
1.103 vervolgfunctie<br />
een of meer functies of een of meer activiteiten als alternatief voor de agrarische<br />
bedrijfsvoering die ter plaatse is beëindigd.<br />
1.104 verwevingsgebied<br />
een gedeelte van een reconstructiegebied ingericht op verweving van landbouw,<br />
wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij<br />
mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen<br />
verzetten, zoals dat gedeelte dat is aangeduid als verwevingsgebied.<br />
1.105 volkstuinen<br />
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en<br />
siergewassen worden geteeld.<br />
1.106 volwaardig agrarisch bedrijf<br />
een agrarisch bedrijf met een omvang van meer dan 70 Nge.<br />
1.107 voorgevel<br />
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als<br />
belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.<br />
1.108 voormalige bedrijfsbebouwing<br />
bebouwing die niet meer in gebruik is voor de uitoefening van een (agrarisch) bedrijf.<br />
1.109 Wgh-inrichtingen<br />
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in<br />
belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.<br />
1.110 windturbine<br />
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met<br />
uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.<br />
1.111 woning<br />
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één<br />
afzonderlijk huishouden.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
66
1.112 wooneenheid<br />
een woning.<br />
1.113 zorgboerderij als nevenfunctie<br />
een (voormalig) agrarisch bedrijf waar ouderen en/of mensen met een lichamelijke<br />
beperking of een verstandelijke handicap begeleid werkzaamheden kunnen verrichten<br />
en waar geen sprake is van nachtverblijf.<br />
1.114 zorgboerderij als vervolgfunctie<br />
een maatschappelijke functie waar ouderen en/of mensen met een lichamelijke<br />
beperking of een verstandelijke handicap begeleid werkzaamheden kunnen verrichten<br />
en waar tevens sprake kan zijn van nachtverblijf.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
67
Artikel 2 Wijze van meten<br />
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:<br />
2.1 afstand<br />
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot<br />
perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.<br />
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk<br />
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen<br />
gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals<br />
schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />
2.3 dakhelling<br />
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />
2.4 goothoogte van een bouwwerk<br />
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een<br />
daarmee gelijk te stellen constructiedeel.<br />
2.5 hoogte van een windturbine<br />
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.<br />
2.6 inhoud van een bouwwerk, niet zijnde een recreatiewoning<br />
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of<br />
het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />
2.7 inhoud van een recreatiewoning<br />
tussen de onderzijde van de onderste grondvloer (inclusief ondergrondse gedeelten),<br />
de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde<br />
van daken en dakkapellen.<br />
2.8 oppervlakte van een bouwwerk<br />
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren,<br />
neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein<br />
ter plaatse van het bouwwerk.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
68
Hoofdstuk 2<br />
Bestemmingsregels<br />
Artikel 3<br />
Agrarisch<br />
3.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder a,<br />
b, e, f en g;<br />
alsmede voor:<br />
b. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij<br />
zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder c;<br />
c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's,<br />
voedersilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen,<br />
paardenbakken, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, (erf)ontsluitingen, voeten<br />
fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding<br />
waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het tijdelijk bergen van water;<br />
d. landschappelijke inpassing conform het Landschappelijk inpassingsplan<br />
Middelerstraat 4, gedateerd op 8 juli 2010 en opgesteld door Eelerwoude dat als<br />
bijlage 1 bij deze regels is opgenomen;<br />
met daaraan ondergeschikt:<br />
e. bed & breakfast;<br />
f. evenementen;<br />
g. extensieve dagrecreatie;<br />
h. kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;<br />
i. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties;<br />
met dien verstande dat:<br />
j. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet<br />
is toegestaan.<br />
Tabel 3.1 Niet-agrarische nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan<br />
nevenfunctie maximaal aantal m²<br />
gronden in<br />
gebruik voor<br />
nevenfunctie<br />
bestaande<br />
bebouwing in<br />
gebruik voor<br />
nevenfunctie<br />
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten - 100<br />
inpandige opslag en stalling - 500<br />
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten<br />
(kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)<br />
- 200<br />
kano-, boot- of fietsenverhuur - 100<br />
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe<br />
als ontvangstruimte)<br />
gehele bedrijf 100<br />
zorgboerderij (exclusief overnachten) gehele bedrijf 200<br />
- = niet van toepassing<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
69
3.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het<br />
bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;<br />
b. paardenbakken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />
c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen,<br />
veekeringen en lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen ook buiten het<br />
bouwvlak gerealiseerd mogen worden;<br />
d. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat kuilvoerplaten, sleufsilo's,<br />
mestplaten en mestzakken ook buiten het bouwvlak, maar aansluitend aan het<br />
bouwvlak en binnen een zone van 50 m vanaf de grens van het bouwvlak<br />
gerealiseerd mogen worden, met dien verstande dat voldoende afstand tot<br />
omliggende hindergevoelige objecten in acht wordt genomen;<br />
e. in afwijking op het bepaalde onder a geldt dat lage permanente teeltondersteunende<br />
voorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 2 ha en hoge tijdelijke<br />
teeltondersteunende voorzieningen met een maximum hoogte van 4 m ook buiten<br />
het bouwvlak, mits aansluitend aan het bouwvlak, gerealiseerd mogen worden;<br />
f. verder geldt het volgende:<br />
max. aantal per<br />
bouwvlak<br />
max. max.<br />
oppervlak inhoud<br />
max.<br />
goothoogte<br />
max.<br />
bouwhoogte<br />
dakhelling<br />
(min./max.)<br />
bedrijfswoning (inclusief aan- één, tenzij middels - 750 m³ 4,5 m 10 m 20/55°**<br />
en uitbouwen, bijgebouwen en een aanduiding<br />
overkappingen)<br />
anders is<br />
aangegeven<br />
hoge permanente teeltondersteunende<br />
voorzieningen<br />
rijhal ten behoeve van een<br />
paardenfokkerij > 70 Nge<br />
- 500 m² - 6 m -<br />
- 1.000 m² - 5,5 m 12 m 12°/55°<br />
overige bedrijfsgebouwen - volledig<br />
bouwvlak<br />
- 5,5 m 12 m 12°/55°**<br />
- sleufsilo's<br />
- voedersilo's<br />
- mestsilo's<br />
- - - - 2 m<br />
15 m<br />
6 m<br />
-<br />
mestopslagplaten - - - - 3 m -<br />
luchtwassers - - - - 10 m -<br />
lichtmasten ten behoeve van<br />
paardenbakken<br />
- - - - 6 m -<br />
erf of terreinafscheiding:<br />
- voor de voorgevel<br />
- buiten bouwvlakken<br />
- overige plaatsen<br />
- - - -<br />
1<br />
1<br />
2<br />
-<br />
overige bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde<br />
- - - -<br />
3 m<br />
-<br />
- = niet van toepassing<br />
* = Zoals aanwezig op het moment van tervisielegging van het<br />
ontwerpbestemmingsplan.<br />
** = Niet van toepassing voor platte ondergeschikte bouwdelen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
70
3.3 Nadere eisen<br />
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen:<br />
a. indien en voor zover meer dan 1.000 m² aan bebouwing wordt opgericht kunnen<br />
nadere eisen worden gesteld aan de situering en de afmeting van de bebouwing<br />
alsmede aan de terreininrichting teneinde een verantwoorde landschappelijke<br />
inpassing van het agrarisch bedrijf te verzekeren;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' kunnen nadere eisen gesteld worden<br />
aan de situering en/of de lengte-breedteverhouding van nieuw te bouwen<br />
bebouwing en de nokrichting van de kappen van gebouwen, teneinde een<br />
verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van zowel de<br />
bebouwing onderling als ten opzichte van het karakteristieke pand te verzekeren.<br />
3.4 Afwijken van de bouwregels<br />
3.4.1 Ten behoeve van overschrijding van het bouwvlak<br />
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een<br />
omgevingsvergunning afwijken van de op de verbeelding aangegeven begrenzing van<br />
een bouwvlak en het bepaalde in lid 3.2 onder a, met inachtneming van het volgende:<br />
a. overschrijding van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige<br />
bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt; hiervan is in ieder geval sprake, indien de<br />
overschrijding van het bouwvlak vanwege de milieuwetgeving of het dierenwelzijn<br />
is vereist;<br />
b. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;<br />
c. het bouwvlak mag eenmalig worden overschreden met niet meer dan 25 m, met<br />
dien verstande dat het maximum te overschrijden oppervlak ten hoogste 100 m²<br />
bedraagt;<br />
d. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt indien de<br />
omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering worden<br />
beperkt.<br />
3.4.2 Ten behoeve van de bouw van afwijkende stalsystemen in de vorm van serrestallen en<br />
boogstallen<br />
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een<br />
omgevingsvergunning afwijken van de goothoogte en dakhelling voor<br />
bedrijfsgebouwen zoals bepaald in lid 3.2 onder f teneinde een afwijkende dakvorm<br />
voor bedrijfsgebouwen te realiseren, met inachtneming van het volgende:<br />
a. ten behoeve van de bouw van serrestallen en/of boogstallen;<br />
b. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruik gemaakt voor zover een<br />
doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;<br />
c. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.<br />
3.4.3 Ten behoeve van regenkappen<br />
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een<br />
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a teneinde<br />
permanente teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van regenkappen buiten<br />
het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:<br />
• de bevoegdheid tot afwijken is uitsluitend van toepassing op regenkappen<br />
behorende bij een fruitteeltbedrijf.<br />
3.4.4 Ten behoeve van extra woonruimte<br />
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bij een<br />
omgevingsvergunning afwijken van de voor de bedrijfswoning geldende maximale<br />
inhoudsmaat, teneinde het mogelijk te maken de inhoud van de woning te vergroten tot<br />
1.000 m³, zulks ten behoeve van de inwoning van een tweede arbeidskracht, of een<br />
rustende boer met inachtneming van het volgende:<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
71
a. aan de bevoegdheid tot afwijken inzake extra woonruimte wordt uitsluitend<br />
medewerking verleend indien sprake is van een bedrijfseconomisch duurzaam,<br />
volwaardig agrarisch bedrijf en de extra woonruimte noodzakelijk is voor de<br />
huisvesting van een tweede arbeidskracht of een rustende boer;<br />
b. uitbreiding van de woning dient bij voorkeur plaats te vinden binnen het bestaande<br />
hoofdgebouw;<br />
c. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt, indien op het<br />
bouwvlak reeds een woning aanwezig is die voor de bedoelde huisvesting geschikt<br />
of geschikt te maken is;<br />
d. van de bevoegdheid tot afwijken wordt geen gebruikgemaakt indien er reeds twee<br />
of meer woningen op het perceel aanwezig zijn.<br />
3.4.5 Ten behoeve van paardenbakken behorende bij een agrarisch bedrijf<br />
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in<br />
lid 3.2 om paardenbakken buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het<br />
volgende:<br />
a. per agrarisch bedrijf is maximaal één paardenbak buiten het bouwvlak toegestaan;<br />
b. de afmeting van een paardenbak mag maximaal 1.200 m² bedragen;<br />
c. de paardenbakken dienen aansluitend aan het agrarische bouwvlak gerealiseerd<br />
te worden;<br />
d. de afstand tussen de paardenbak en de bestemmingsvlakken van derden of<br />
agrarische bouwvlakken bedraagt ten minste 25 m;<br />
e. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 6 m;<br />
f. lichtvervuiling als gevolg van verlichting bij paardenbakken dient tot een minimum<br />
te worden beperkt;<br />
g. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.<br />
3.4.6 Realisatie biomassavergistingsinstallatie<br />
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de realisatie van een<br />
biomassavergistingsinstallatie bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 3.2<br />
gestelde bouwregels, met inachtneming van het volgende:<br />
a. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt indien sprake is<br />
van een volwaardig agrarisch bedrijf;<br />
b. realisatie van de biomassavergistingsinstallatie dient plaats te vinden binnen het<br />
bestaande bouwvlak;<br />
c. de gezame<strong>nl</strong>ijke inhoud van de biomassavergistingssilo's bedraagt ten hoogste<br />
3.000 m³;<br />
d. de verwerkingscapaciteit bedraagt ten hoogste 80 ton per dag;<br />
e. de biomassavergisting dient milieuhygiënisch aanvaardbaar te zijn;<br />
f. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.<br />
3.5 Specifieke gebruiksregels<br />
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:<br />
a. buitenopslag is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met dien verstande dat<br />
de totale stapelhoogte ten hoogste 4 m bedraagt;<br />
b. buitenopslag ten behoeve van nevenfuncties is niet toegestaan;<br />
c. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve<br />
van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan<br />
gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan<br />
onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;<br />
d. bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de woning;<br />
e. het aantal slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast bedraagt ten<br />
hoogste 10;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
72
f. paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;<br />
g. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar;<br />
h. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige beroepen- en<br />
bedrijven-aan-huis bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane<br />
bebouwing met een maximum van 100 m²; in het kader van deze kleinschalige<br />
bedrijfsmatige activiteiten is geen horeca en detailhandel toegestaan;<br />
i. de landschappelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen en de buitenopslag, voor<br />
zover begrepen in dit plan vor het perceel Middelerstraat 4, moet overeenkomstig<br />
het Landschappelijk inpassingsplan Middelerstraat 4 dat als bijlage 1 bij de regels<br />
is opgenomen, zijn gerealiseerd in het plantseizoen waarin de nieuwbouw gereed<br />
is gekomen of in het hierop volgend plantseizoen en dient vervolgens in stand te<br />
worden gehouden.<br />
3.6 Afwijken van de gebruiksregels<br />
3.6.1 Ten behoeve van nevenfuncties<br />
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in<br />
lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van een of meer nevenfuncties, anders dan bij<br />
recht toegestane nevenfuncties, met inachtneming van het volgende:<br />
a. de nevenfunctie dient plaats te vinden binnen de bestaande bebouwing;<br />
b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat nieuwbouw ten behoeve van de<br />
nevenfunctie tot ten hoogste 100 m² is toegestaan, met dien verstande dat<br />
aangetoond dient te worden dat deze nevenactiviteit niet passend is in de<br />
bestaande bebouwing;<br />
c. in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt dat nieuwbouw voor agrarisch<br />
aanverwante nevenfuncties tot ten hoogste 850 m² is toegestaan, met dien<br />
verstande dat de nieuwbouw niet meer dan 50% van de totale bebouwing mag<br />
uitmaken en dat aangetoond dient te worden dat deze nevenactiviteit niet passend<br />
is in de bestaande bebouwing;<br />
d. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat (het gedeelte van) nevenfuncties<br />
waarvoor geen bebouwing nodig is, tevens zijn toegestaan op gronden buiten het<br />
bouwvlak, mits grenzend aan een bouwvlak;<br />
e. indien er sprake is van het bepaalde onder b of c dient er voorzien te worden in een<br />
adequate landschappelijke inpassing;<br />
f. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />
g. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende<br />
(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;<br />
h. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;<br />
i. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet<br />
onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op<br />
de nieuwe activiteit;<br />
j. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;<br />
k. de agrarische uitstraling van de bedrijfsgebouwen en het erf dient behouden te<br />
worden en waar mogelijk te worden versterkt;<br />
l. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste<br />
staat van de nevenactiviteit;<br />
m. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat<br />
van de nevenactiviteit;<br />
n. het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten mag niet meer bedragen<br />
dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 250 m²;<br />
o. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve<br />
van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan<br />
gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan<br />
onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
73
p. ten behoeve van de nevenfunctie niet-agrarische bedrijven geldt tevens het<br />
volgende:<br />
1. bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet<br />
toegestaan;<br />
2. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit<br />
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd<br />
in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;<br />
q. ten behoeve van de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het<br />
volgende:<br />
1. de nevenfunctie is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met<br />
31 oktober;<br />
2. uitsluitend mobiele kampeermiddelen zijn toegestaan met dien verstande dat<br />
trekkershutten wel zijn toegestaan en stacaravans niet;<br />
3. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25 waarvan ten hoogste 3<br />
bestemd mogen worden voor een trekkershut;<br />
4. de trekkershutten dienen aansluitend aan de bebouwing gerealiseerd te<br />
worden;<br />
5. de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;<br />
6. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;<br />
7. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;<br />
r. ten behoeve van de nevenfunctie plattelandskamers geldt tevens het volgende:<br />
1. het aantal kamers bedraagt ten hoogste 5;<br />
2. de oppervlakte per kamer bedraagt ten hoogste 50 m²;<br />
3. de totale gezame<strong>nl</strong>ijk oppervlakte bedraagt ten hoogste 250 m²;<br />
s. ten behoeve van gevoelige functies waar langdurig kinderen verblijven geldt het<br />
volgende:<br />
1. deze functies zijn niet toegestaan op gronden gelegen binnen 50 m ten<br />
opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />
2. het bepaalde onder 1 is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat<br />
het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen.<br />
3.6.2 Ten behoeve van een aangepaste landschappelijke inpassing<br />
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid<br />
3.5 onder i ten behoeve van een aangepaste landschappelijke inpassing met<br />
inachtneming van het volgende:<br />
a. door middel van een inrichtingsplan dient te worden aangetoond dat sprake is van<br />
een goede landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit<br />
van het gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />
3.7 Wijzigingsbevoegdheden<br />
3.7.1 Ten behoeve van het vergroten van agrarische bouwvlakken<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het<br />
vergroten van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met inachtneming van het<br />
volgende:<br />
a. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar voor zover een<br />
doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;<br />
b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een<br />
bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw<br />
van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;<br />
c. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
74
d. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' waar tevens<br />
de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten<br />
behoeve van de uitbreiding van de intensieve veehouderijtak worden vergroot tot<br />
ten hoogste 1,5 ha;<br />
e. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' de aanduiding<br />
'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten behoeve van de<br />
uitbreiding van een grondgebonden agrarische productietak worden vergroot tot<br />
ten hoogste 2 ha;<br />
f. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' mogen worden<br />
vergroot tot ten hoogste 1 ha;<br />
g. overige bouwvlakken mogen worden vergroot tot ten hoogste 2 ha;<br />
h. indien het bouwvlak vergroot wordt tot 1,5 ha, dient er voorzien te worden in een<br />
adequate landschappelijke inpassing;<br />
i. indien het bouwvlak tot meer dan 1,5 ha vergroot wordt, dient door middel van een<br />
inrichtingsplan aangetoond te worden dat sprake is van een goede<br />
landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit van het<br />
gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />
3.7.2 Ten behoeve van de omschakeling naar een paardenhouderij<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de<br />
omschakeling van een agrarisch bedrijf naar een paardenhouderij, met inachtneming<br />
van het volgende:<br />
a. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast ten behoeve van een<br />
volwaardige paardenhouderij;<br />
b. bij een volwaardige paardenhouderij bedraagt het oppervlak van het bouwvlak<br />
(inclusief alle voorzieningen) ten hoogste 1 ha;<br />
c. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende<br />
(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;<br />
d. door middel van een inrichtingsplan dient aangetoond te worden dat sprake is van<br />
een goede landschappelijke inpassing en een toename van ruimtelijke kwaliteit<br />
van het gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />
3.7.3 Ten behoeve van vervolgfuncties<br />
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch zodanig wijzigen dat<br />
- indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf -<br />
vervolgfuncties toegestaan zijn, met inachtneming van het volgende:<br />
a. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen<br />
worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;<br />
b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat eenmalig nieuwe gebouwen mogen<br />
worden gebouwd indien en voor zover sloop van legaal opgerichte<br />
landschapsontsierende gebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt het<br />
volgende:<br />
1. indien er sprake is van sloop tot 250 m² mag het gesloopte oppervlak<br />
teruggebouwd worden;<br />
2. indien er sprake is van sloop van meer dan 250 m² mag te allen tijde 250 m²<br />
teruggebouwd worden;<br />
3. van het gesloopte oppervlak boven 250 m² mag ten hoogste 1/3 worden<br />
teruggebouwd met dien verstande dat het maximum oppervlak dat wordt<br />
teruggebouwd nooit meer bedraagt dan 850 m²;<br />
c. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;<br />
d. indien er sprake is van het bepaalde onder b dient door middel van een<br />
inrichtingsplan aangetoond te worden dat sprake is van een goede<br />
landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit van het<br />
gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
75
e. de bestemming wordt gewijzigd in een op de vervolgfunctie toegesneden<br />
bestemming;<br />
f. na de bestemmingswijziging dient een aanduiding te worden opgenomen,<br />
waarmee wordt aangegeven dat het voormalige bedrijfsbebouwing betreft;<br />
g. er mag geen sprake zijn van buitenopslag of andere bedrijfsactiviteiten die buiten<br />
de gebouwen plaatsvinden;<br />
h. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties dient niet<br />
onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op<br />
de nieuwe activiteit;<br />
i. parkeren dient landschappelijk te worden ingepast en binnen het bouwvlak plaats<br />
te vinden;<br />
j. de agrarische uitstraling van de bedrijfsgebouwen en het erf dient behouden te<br />
worden en waar mogelijk te worden versterkt;<br />
k. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste<br />
staat van de nieuwe hoofdbestemming;<br />
l. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat<br />
van de nieuwe hoofdbestemming;<br />
m. de vervolgfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />
n. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende<br />
(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;<br />
o. de her- en nieuwvestiging van intensieve veehouderijen in<br />
landbouwontwikkelingsgebieden mag niet worden beperkt;<br />
p. het aantal woningen mag niet toenemen;<br />
q. op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding -<br />
Hoogspanningsverbinding is wijziging naar gevoelige functies niet toegestaan;<br />
r. het bepaalde onder q is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />
jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />
s. ten behoeve van de vervolgfunctie niet-agrarische bedrijven geldt tevens het<br />
volgende:<br />
1. bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet<br />
toegestaan;<br />
2. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit<br />
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd<br />
in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.<br />
3.7.4 Ten behoeve van een tweede agrarische bedrijfswoning<br />
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de<br />
bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning binnen bouwvlakken met de<br />
bestemming Agrarisch, met inachtneming van het volgende:<br />
a. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien permanent toezicht<br />
door twee bedrijfshoofden noodzakelijk is;<br />
b. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien er nog niet eerder een<br />
tweede agrarische bedrijfswoning voor het bedrijf aanwezig is geweest;<br />
c. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast, indien inwoning of<br />
uitbreiding van de bestaande eerste agrarische bedrijfswoning niet mogelijk is;<br />
d. de wijzigingsbevoegdheid is niet van toepassing op gronden gelegen binnen 50 m<br />
ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />
e. het bepaalde onder d is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />
jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />
f. de afstand tussen de tweede bedrijfswoning en de overige bedrijfsgebouwen<br />
bedraagt ten hoogste 25 m;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
76
g. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />
voorkeursgrenswaarde dan wel de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de<br />
Wet geluidhinder, niet overschrijden;<br />
h. de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.<br />
3.7.5 Ten behoeve van nieuwe natuur<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch te wijzigen in<br />
de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:<br />
a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken<br />
gronden in eigendom zijn overgedragen aan een terreinbeherende instantie of<br />
natuur via particulier natuurbeheerschap wordt gerealiseerd of in het kader van de<br />
realisatie van een nieuw landgoed of als er contractueel is vastgelegd dat gronden<br />
worden overgedragen aan een terreinbeherende instantie;<br />
b. er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging<br />
voor omringende bestaande bestemmingen.<br />
3.7.6 Ten behoeve van waterberging<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten behoeve van waterberging de<br />
bestemming Agrarisch te wijzigen in de bestemming Water, met inachtneming van het<br />
volgende:<br />
• er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging<br />
voor omringende bestaande bestemmingen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
77
Artikel 4<br />
Verkeer<br />
4.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken,<br />
busstroken, voet- en fietspaden;<br />
b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende<br />
voorzieningen, verkeers- en informatieborden, parkeervoorzieningen,<br />
kunstobjecten, tunnelbakken, tunnels, taluds, viaducten, bruggen, duikers,<br />
faunapassages, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, groen en water.<br />
4.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;<br />
b. de inhoud van een gebouw bedraagt ten hoogste 25 m³;<br />
c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m;<br />
d. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de<br />
verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 15 m;<br />
e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve<br />
van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt<br />
ten hoogste 3 m.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
78
Artikel 5 Waarde - Archeologie - 1<br />
5.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere<br />
aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en<br />
veiligstelling van archeologische waarden in een archeologische verwachtingszone<br />
met een hoge archeologische verwachting.<br />
5.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde bestemming<br />
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een<br />
bouwhoogte van ten hoogste 3 m;<br />
b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag<br />
- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende<br />
(bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:<br />
1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft<br />
overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het<br />
oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />
2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de<br />
bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden<br />
voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te<br />
verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem,<br />
het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten<br />
door een archeologische deskundige;<br />
c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan<br />
betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:<br />
1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de<br />
oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en<br />
waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;<br />
2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m²;<br />
3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder<br />
heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.<br />
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde,<br />
of van werkzaamheden<br />
5.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning<br />
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 1<br />
zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de<br />
volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:<br />
a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm (zoals<br />
diepploegen) en ontginnen;<br />
b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander<br />
oppervlaktewater, aa<strong>nl</strong>eggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van<br />
bestaande drainage;<br />
c. de aa<strong>nl</strong>eg van verhardingen > 50 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en<br />
kavelpaden;<br />
d. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband<br />
houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />
e. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
79
5.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod<br />
Het verbod van 5.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:<br />
a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 5.2 in acht is<br />
genomen;<br />
b. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 2.500 m²;<br />
c. een diepte hebben van ten hoogste 50 cm onder maaiveld;<br />
d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;<br />
e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.<br />
5.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning<br />
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 5.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar,<br />
indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,<br />
geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch<br />
onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden<br />
aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:<br />
a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen<br />
bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de<br />
archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd<br />
gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />
b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet<br />
worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de<br />
vergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische<br />
resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de<br />
bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
80
Artikel 6 Waarde - Archeologie - 2<br />
6.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere<br />
aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en<br />
veiligstelling van archeologische waarden in een archeologische verwachtingszone<br />
met een middelhoge archeologische verwachting.<br />
6.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde bestemming<br />
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een<br />
bouwhoogte van ten hoogste 3 m;<br />
b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag<br />
- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende<br />
(bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:<br />
1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft<br />
overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het<br />
oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />
2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de<br />
bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden<br />
voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te<br />
verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem,<br />
het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten<br />
door een archeologische deskundige;<br />
c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan<br />
betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:<br />
1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de<br />
oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en<br />
waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;<br />
2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5.000 m²;<br />
3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder<br />
heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.<br />
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde,<br />
of van werkzaamheden<br />
6.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning<br />
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2<br />
zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de<br />
volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden met een oppervlakte<br />
groter dan 50 m² uit te voeren:<br />
a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm (zoals<br />
diepploegen) en ontginnen;<br />
b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander<br />
oppervlaktewater, aa<strong>nl</strong>eggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van<br />
bestaande drainage;<br />
c. de aa<strong>nl</strong>eg van verhardingen > 50 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en<br />
kavelpaden;<br />
d. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband<br />
houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />
e. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
81
6.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod<br />
Het verbod van lid 6.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:<br />
a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 6.2 in acht is<br />
genomen;<br />
b. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 5.000 m²;<br />
c. een diepte hebben van ten hoogste 50 cm onder maaiveld;<br />
d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;<br />
e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.<br />
6.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning<br />
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 6.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar,<br />
indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,<br />
geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch<br />
onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden<br />
aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:<br />
a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen<br />
bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de<br />
archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd<br />
gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />
b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet<br />
worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de<br />
vergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische<br />
resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de<br />
bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
82
Artikel 7 Waarde - Landschap - 2<br />
7.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Waarden - Landschap - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor behoud,<br />
versterking en ontwikkeling van waarden die samenhangen met de kommen, te weten:<br />
a. openheid;<br />
met dien verstande dat:<br />
b. omschakeling naar fruit- en sierteelt en boomkwekerij zoals opgenomen in artikel 3<br />
lid 3.1, op gronden met deze dubbelbestemming niet is toegestaan.<br />
7.2 Bouwregels<br />
Met betrekking tot het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde,<br />
gelden in afwijking van artikel 3 de volgende regels:<br />
a. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak<br />
zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.2 op gronden met deze dubbelbestemming niet<br />
zijn toegestaan.<br />
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde,<br />
of van werkzaamheden<br />
7.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning<br />
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Landschap - 2<br />
zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de<br />
volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te<br />
voeren:<br />
a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm (zoals<br />
diepploegen) en ontginnen;<br />
b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander<br />
oppervlaktewater, aa<strong>nl</strong>eggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van<br />
bestaande drainage;<br />
c. het aanbrengen van opgaande beplanting uitgezonderd erfbeplanting;<br />
d. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.<br />
7.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod<br />
Het verbod van lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:<br />
a. plaatsvinden binnen een bouwvlak of op de gronden waarop mag worden<br />
gebouwd ingevolge een bevoegdheid tot afwijken voor overschrijding van het<br />
bouwvlak;<br />
b. reeds vergunningplichtig zijn ingevolge de andere voor deze gronden geldende<br />
bestemming(en);<br />
c. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;<br />
d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.<br />
7.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning<br />
De werken of werkzaamheden, zoals in lid 7.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar,<br />
indien daardoor de waarden, zoals in lid 7.1 bedoeld, niet onevenredig worden<br />
aangetast.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
83
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
84
Hoofdstuk 3<br />
Algemene regels<br />
Artikel 8<br />
Antidubbeltelregel<br />
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan<br />
waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling<br />
van latere bouwplannen buiten beschouwing.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
85
Artikel 9<br />
Algemene bouwregels<br />
9.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten<br />
a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning op het tijdstip van<br />
inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel<br />
gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten,<br />
maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen<br />
afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende<br />
bestemming, geldt dat:<br />
1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven,<br />
mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;<br />
2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven,<br />
mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.<br />
b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de<br />
herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.<br />
c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als<br />
opgenomen in dit plan niet van toepassing;<br />
d. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op voormalige agrarische<br />
bebouwing en op bijgebouwen binnen de bestemming Wonen.<br />
9.2 Overschrijding bouwgrenzen<br />
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van<br />
aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden<br />
door:<br />
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen,<br />
hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de<br />
overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;<br />
b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m<br />
bedraagt;<br />
c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten<br />
hoogste 1,5 m bedraagt.<br />
9.3 Herbouw (bedrijfs)woningen<br />
In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt dat algehele herbouw van<br />
(bedrijfs)woningen uitsluitend mag plaatsvinden op of binnen de bestaande<br />
funderingen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
86
Artikel 10<br />
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening<br />
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5<br />
van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:<br />
a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;<br />
b. brandweeringang;<br />
c. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;<br />
d. de ruimte tussen bouwwerken;<br />
e. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
87
Artikel 11<br />
Algemene gebruiksregels<br />
a. Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige of afhankelijke woonruimte is niet<br />
toegestaan.<br />
b. Het gebruik van plattelandskamers voor permanente bewoning is niet toegestaan.<br />
c. Het gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning is niet toegestaan.<br />
d. Prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
88
Artikel 12<br />
Algemene aanduidingsregels<br />
12.1 reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied<br />
In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding<br />
'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' het bepaalde in:<br />
• artikel 3 lid 3.7.3;<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
89
Artikel 13<br />
Algemene afwijkingsregels<br />
13.1 Mantelzorg<br />
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is -<br />
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11 ten behoeve van<br />
het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw/bedrijfsgebouw als afhankelijke<br />
woonruimte, met inachtneming van het volgende:<br />
a. een afhankelijke woonruimte noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;<br />
b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen,<br />
waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;<br />
c. de afhankelijke woonruimte is gesitueerd binnen het bouwvlak en voldoet aan de<br />
regels inzake bijgebouwen, met dien verstande dat de oppervlakte van de<br />
afhankelijke woonruimte niet meer dan 75 m² bedraagt;<br />
d. een afhankelijke woonruimte heeft geen zelfstandig recht op bijgebouwen;<br />
e. een verzoek om afwijking wordt voorgelegd aan een deskundige met de vraag of<br />
aan het bepaalde onder a wordt voldaan.<br />
13.2 Vergroten inhoudsmaat Sallandse boerderijvorm<br />
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in<br />
hoofdstuk 2 ten behoeve van de vergroting van de inhoudsmaat van Sallandse<br />
boerderijen met inachtneming van het volgende:<br />
a. de maximum inhoud van 750 m³ overschreden mag worden indien er sprake is van<br />
het betrekken van een deel bij de woning;<br />
b. de bestaande afmetingen van dat gebouw mogen niet worden vergroot;<br />
c. de Sallandse boerderijvorm dient in stand te worden gehouden.<br />
13.3 Afwijkingsregels voor de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten bestaande<br />
funderingen<br />
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is –<br />
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3 ten behoeve van de<br />
herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen met inachtneming<br />
van het volgende:<br />
a. de herbouw vindt plaats binnen hetzelfde bouwvlak;<br />
b. de nieuwe situering van de (bedrijfs)woning leidt niet tot extra belemmeringen voor<br />
de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende<br />
uit de milieuwetgeving;<br />
c. de nieuwe (bedrijfs)woning mag niet worden gerealiseerd op gronden gelegen<br />
binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />
d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />
jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />
e. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;<br />
f. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />
voorkeursgrenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet<br />
overschrijden;<br />
g. de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
90
13.4 Kleinschalige windturbines<br />
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is –<br />
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten einde de<br />
realisatie van windmolens mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:<br />
a. windturbines zijn uitsluitend toegestaan binnen een bouwvlak;<br />
b. per bouwvlak is ten hoogste 1 windturbine toegestaan;<br />
c. de hoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 15 m.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
91
Artikel 14<br />
Algemene wijzigingsregels<br />
14.1 Woningsplitsing karakteristieke panden<br />
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde het toestaan van<br />
extra woningen in monumenten en karakteristieke panden die hoofdgebouwen zijn,<br />
met inachtneming van het volgende:<br />
a. woningsplitsing is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';<br />
b. de aanduiding 'karakteristiek' dient opgenomen te zijn omdat het blijkens bijlage 4,<br />
5 of 6 een karakteristiek hoofdgebouw betreft;<br />
c. woningsplitsing is niet toegestaan op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte<br />
van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />
d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />
jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />
e. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden;<br />
f. de cultuurhistorische waarde van deze panden wordt niet aangetast;<br />
g. woningsplitsing in twee woningen is uitsluitend toegestaan als de inhoud van het te<br />
splitsen pand meer dan 1.000 m³ bedraagt;<br />
h. woningsplitsing in 3 woningen is uitsluitend toegestaan als de inhoud van het te<br />
splitsen pand meer dan 1.500 m³ bedraagt;<br />
i. ter plaatse van de gesplitste woning dient de bouwaanduiding 'aaneengebouwd' te<br />
worden opgenomen, waarmee wordt aangegeven dat de woning aaneengebouwd<br />
is en dient te blijven;<br />
j. het gebruik vindt plaats binnen het bestaande bouwvolume; uitbreiding van<br />
bebouwing is niet toegestaan waardoor het uitwendige karakter van het<br />
hoofdgebouw – zoals dit bepaald is door hoofdafmetingen, onderlinge<br />
maatverhoudingen, dakvorm en nokrichting – behouden blijft;<br />
k. bij het wijzigingsplan kunnen beperkingen worden gesteld aan de oppervlakte van<br />
bijgebouwen bij de nieuwe woning;<br />
l. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />
uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.<br />
14.2 Realisatie woning in een karakteristiek bijgebouw<br />
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde het toestaan van een<br />
extra woningen in een karakteristiek gebouw of monument dat niet is aangebouwd aan<br />
de (voormalige) bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:<br />
a. het realiseren van een woning in een bijgebouw is alleen toegestaan ter plaatse<br />
van de aanduiding 'karakteristiek';<br />
b. de aanduiding 'karakteristiek' dient opgenomen te zijn omdat het blijkens bijlage 4,<br />
5 of 6 een karakteristiek bijgebouw betreft;<br />
c. de realisatie van een woning in een bijgebouw, gelegen op gronden binnen 50 m<br />
ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding is niet<br />
toegestaan;<br />
d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />
jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />
e. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze gebouwen;<br />
f. de cultuurhistorische waarde van deze gebouwen wordt niet aangetast;<br />
g. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />
uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden;<br />
met dien verstande dat:<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
92
h. het gebruik plaatsvindt binnen het bestaande bouwvolume; uitbreiding van<br />
bebouwing is niet toegestaan waardoor het uitwendige karakter van het bijgebouw<br />
– zoals dit bepaald is door hoofdafmetingen, onderlinge maatverhoudingen,<br />
dakvorm en nokrichting – behouden blijft;<br />
i. bij het wijzigingsplan beperkingen kunnen worden gesteld aan de oppervlakte van<br />
bijgebouwen bij deze nieuwe woning.<br />
14.3 Waarde archeologie<br />
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de<br />
bestemming Waarde - Archeologie - 1 of Waarde - Archeologie - 2 geheel of<br />
gedeeltelijk verwijderen, indien:<br />
a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen<br />
archeologische waarden aanwezig zijn;<br />
b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt<br />
geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van<br />
archeologische waarden voorziet.<br />
14.4 Herbouw van (bedrijfs)woningen buiten bestaande funderingen<br />
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde de herbouw van<br />
(bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen mogelijk te maken met<br />
inachtneming van het volgende:<br />
a. de herbouw vindt plaats binnen hetzelfde bouwvlak;<br />
b. de nieuwe situering van de (bedrijfs)woning leidt niet tot extra belemmeringen voor<br />
de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende<br />
uit de milieuwetgeving;<br />
c. de nieuwe (bedrijfs)woning mag niet worden gerealiseerd op gronden gelegen<br />
binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />
d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />
jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />
e. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;<br />
f. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />
uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
93
Artikel 15<br />
Overige regels<br />
15.1 Werking wettelijke regelingen<br />
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze<br />
luiden op het moment van vaststelling van het plan.<br />
15.2 Relatie<br />
Indien er blijkens het figuur 'relatie' sprake is van een gekoppeld bouwvlak, dan zijn<br />
voor het gebruik, het bouwen, bevoegdheid tot afwijken en wijzigingsbevoegdheden,<br />
de bepalingen met betrekking tot een 'enkel' bouwvlak van overeenkomstige<br />
toepassing.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
94
Hoofdstuk 4<br />
Overgangs- en slotregels<br />
Artikel 16<br />
Overgangsregels<br />
16.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:<br />
a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan<br />
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een<br />
bouwvergunning of omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het<br />
plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:<br />
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of<br />
veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen<br />
wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is<br />
tenietgegaan;<br />
b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een<br />
omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een<br />
bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;<br />
c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het<br />
tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning<br />
en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de<br />
overgangsbepaling van dat plan.<br />
16.2 Overgangsrecht gebruik<br />
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:<br />
a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van<br />
inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden<br />
voortgezet;<br />
b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit<br />
lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig<br />
gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt<br />
verkleind;<br />
c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan<br />
voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit<br />
gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;<br />
d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het<br />
voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de<br />
overgangsbepalingen van dat plan.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
95
Artikel 17<br />
Slotregel<br />
Deze regels worden aangehaald onder de naam bestemmingsplan 'Middelerstraat 4'.<br />
februari 2012.<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
96
Bijlagen bij regels<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
97
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
98
Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan Middelerstraat 4<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
99
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
100
Bijlage 2<br />
Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
101
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
102
Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />
- niet van toepassing of niet relevant<br />
< kleiner dan<br />
> groter<br />
= gelijk aan<br />
cat. categorie<br />
e.d. en dergelijke<br />
kl. klasse<br />
n.e.g. niet elders genoemd<br />
o.c. opslagcapaciteit<br />
p.c. productiecapaciteit<br />
p.o. productieoppervlak<br />
b.o. bedrijfsoppervlak<br />
v.c. verwerkingscapaciteit<br />
u uur<br />
d dag<br />
w<br />
j<br />
B<br />
C<br />
D<br />
L<br />
Z<br />
R<br />
V<br />
week<br />
jaar<br />
bodemverontreiniging<br />
continu<br />
divers<br />
luchtverontreiniging<br />
zonering op basis van Wet geluidhinder<br />
risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van<br />
toepassing)<br />
Vuurwerkbesluit van toepassing<br />
G/P verkeersaantrekkende werking goederenvervoer/personenvervoer:<br />
1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking<br />
2. potentieel aanzie<strong>nl</strong>ijke verkeersaantrekkende werking<br />
3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW<br />
0112 0 Tuinbouw:<br />
0112 4 - champignonkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />
0112 5 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 100 10 30 C 10 100 3.2 1 G<br />
0112 6 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />
0112 7 - witlofkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />
014 0 Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:<br />
014 1 - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 D 3.1 2 G<br />
014 2 - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. 10 ton: zie SBI-code 51.55<br />
014 3 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 3.1 2 G<br />
014 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. 1.000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G<br />
151 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o.
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
151 8<br />
- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o.<br />
< 2.000 m² 50 0 50 10 50 3.1 2 G<br />
152 0 Visverwerkingsbedrijven:<br />
152 5 - conserveren of verwerken anderszins: p.o.
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
1589.2 0 Soep- en soeparomafabrieken:<br />
1589.2 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2 2 G<br />
1593 t/m<br />
1595 Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke 10 0 30 C 0 30 2 1 G<br />
1598 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2 3 G<br />
17 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />
171 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2 2 G<br />
172 0 Weven van textiel:<br />
172 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2 2 G<br />
173 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1 2 G<br />
174, 175 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1 1 G<br />
176, 177 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1 1 G<br />
18 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT<br />
181 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1 1 G<br />
183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1 1 G<br />
19 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)<br />
192 Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1 2 G<br />
193 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1 2 G<br />
20 -<br />
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN<br />
DERGELIJKE<br />
2010.1 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2 2 G<br />
2010.2 0 Houtconserveringsbedrijven:<br />
2010.2 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1 2 G<br />
202 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2 3 G<br />
203, 204,<br />
205 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2 2 G
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
203, 204,<br />
205 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² 0 30 50 0 50 3.1 1 G<br />
205 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 30 2 1 G<br />
21 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN<br />
2112 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />
2112 1 - p.c. < 3 ton/uur 50 30 50 C 30 R 50 3.1 1 G<br />
212 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G<br />
2121.2 0 Golfkartonfabrieken:<br />
2121.2 1 - p.c. < 3 ton/uur 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G<br />
22 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />
2221 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2 3 G<br />
2222 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2 3 G<br />
2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 30 2 1 P<br />
2223 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1 1 G<br />
223 Reproductiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1 1 G<br />
23 -<br />
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT-<br />
/KWEEKSTOFFEN<br />
2320.2 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2 2 G<br />
24 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN<br />
2442 0 Farmaceutische productenfabrieken:<br />
2442 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1 2 G<br />
2462 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />
2462 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2 3 G<br />
2464 Fotochemische productenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2 3 G<br />
2466 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1 3 G
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
25 - VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF<br />
2512 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />
2512 1 - vloeroppervlak < 100 m² 50 10 30 30 50 3.1 1 G<br />
2513 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2 1 G<br />
252 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />
252 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1 2 G<br />
26 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN<br />
261 0 Glasfabrieken:<br />
261 1 - glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar 30 30 100 30 100 3.2 1 G<br />
2612 Glas-in-loodzetterij 10 30 30 10 30 2 1 G<br />
2615 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1 1 G<br />
262, 263 0 Aardewerkfabrieken:<br />
262, 263 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 30 2 1 G<br />
262, 263 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2 2 G<br />
2661.2 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />
2661.2 1 - p.c. < 100.000 ton/jaar 10 50 100 30 100 3.2 2 G<br />
2662 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2 2 G<br />
2663, 2664 0 Betonmortelcentrales:<br />
2663, 2664 1 - p.c. < 100 ton/uur 10 50 100 10 100 3.2 3 G<br />
2665, 2666 0 Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:<br />
2665, 2666 1 - p.c. < 100 ton/dag 10 50 100 50 R 100 3.2 2 G<br />
267 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />
267 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2 1 G<br />
267 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o.
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
2682 C Minerale productenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2 2 G<br />
28 -<br />
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF<br />
MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)<br />
281 0 Constructiewerkplaatsen:<br />
281 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2 2 G<br />
281 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² 30 30 50 10 50 3.1 1 G<br />
284 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke 50 30 100 30 100 D 3.2 2 G<br />
284 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² 30 30 50 10 50 D 3.1 1 G<br />
2851 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />
2851 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2 2 G<br />
2851 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2 1 G<br />
2851 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2 2 G<br />
2851 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2 2 G<br />
2851 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2 2 G<br />
2851 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2 2 G<br />
2851 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2 2 G<br />
2851 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2 2 G<br />
2851 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2 2 G<br />
2851 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2 1 G<br />
2851 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) 30 30 100 50 100 3.2 2 G<br />
2852 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2 1 G<br />
2852 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² 10 30 50 10 50 D 3.1 1 G<br />
287 A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:<br />
287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 100 3.2 2 G<br />
287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m² 30 30 50 10 50 3.1 1 G<br />
29 - VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN<br />
29 0 Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie:
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
29 1 - p.o. < 2.000 m² 30 30 100 30 100 D 3.2 2 G<br />
- reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren ≥<br />
29<br />
1 MW 30 30 50 30 50 3.1 1 G<br />
30 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS<br />
30 A Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie 30 10 30 10 30 2 1 G<br />
31 -<br />
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN<br />
BENODIGDHEDEN<br />
314 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2 2 G<br />
316 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 30 2 1 G<br />
32 -<br />
321 t/m 323<br />
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN<br />
-BENODIGDHEDEN<br />
Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke,<br />
inclusief reparatie 30 0 50 30 50 D 3.1 2 G<br />
3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1 1 G<br />
33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke,<br />
33 A inclusief reparatie 30 0 30 0 30 2 1 G<br />
34 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS<br />
341 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />
343 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G<br />
35 -<br />
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S,<br />
AANHANGWAGENS)<br />
351 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />
351 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1 2 G
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
351 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2 2 G<br />
351 - onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen 30 50 50 30 50 3.1 2 G<br />
352 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />
352 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2 2 G<br />
353 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />
354 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G<br />
355 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2 2 G<br />
36 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.<br />
361 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2 2 G<br />
361 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² 0 10 10 0 10 1 1 P<br />
362 Fabricage van munten, sieraden en dergelijke 30 10 10 10 30 2 1 G<br />
364 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G<br />
365 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G<br />
3661.1 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2 1 P<br />
3661.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1 2 G<br />
40 - PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />
40 B0 Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe:<br />
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen<br />
40 B1 voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2 2 G<br />
40 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2 2 G<br />
40 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:<br />
40 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2 1 P<br />
40 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1 1 P<br />
40 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2 1 P<br />
40 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />
40 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A 0 0 10 C 10 10 1 1 P<br />
40 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 0 0 30 C 10 30 2 1 P
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
40 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, categorie D 0 0 50 C 50 R 50 3.1 1 P<br />
40 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />
40 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2 1 P<br />
40 E2 - blokverwarming 10 0 30 C 10 30 2 1 P<br />
41 - WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER<br />
41 A0 Waterwinning-/bereidingbedrijven:<br />
41 A2 - bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1 1 G<br />
41 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:<br />
41 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2 1 P<br />
41 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2 1 P<br />
45 - BOUWNIJVERHEID<br />
45 Bouwbedrijven/aannemers algemeen<br />
45 0 - bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2 2 G<br />
45 1 - bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1000 m²: b.o.
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
5123 Groothandel in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2 2 G<br />
5124 Groothandel in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1 2 G<br />
5125, 5131 Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1 2 G<br />
5132, 5133 Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1 2 G<br />
5148.7 0 Groothandel in vuurwerk en munitie:<br />
5148.7 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 10 0 30 50 V 50 3.1 2 G<br />
5151.1 0 Groothandel in vaste brandstoffen:<br />
5151.1 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1 2 P<br />
5151.2 0 Groothandel in vloeibare brandstoffen:<br />
5151.2 - ondergronds, K1/K2/K3-klasse 10 0 10 10 10 1 1 G<br />
5151.2 - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³ 10 0 10 50 R 50 3.1 1 G<br />
5151.2 - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³ 30 0 30 100 R 100 3.2 1 G<br />
5151.2 - bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³ 10 0 10 10 30 2 1 G<br />
5151.2 - bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³ 30 0 30 50 50 3.1 1 G<br />
5151.2 0 Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):<br />
5151.2 - bovengronds, < 2 m³ 0 0 0 30 30 2 1 G<br />
5151.2 - bovengronds, 2 - 8 m³ 10 0 0 50 R 50 3.1 1 G<br />
5151.2 - bovengronds, 8 - 80 m³ 10 0 10 100 R 100 3.2 1 G<br />
5151.2 - ondergronds, < 80 m³ 10 0 10 50 R 50 3.1 1G G<br />
5151.2 Gasvormige brandstoffen in gasflessen<br />
5151.2 - kleine hoeveelheden < 10 ton 0 0 0 10 10 1 1 G<br />
5151.2 - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau 10 0 10 30 R 30 2 1 G<br />
5151.2 Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld 10 0 10 50 50 3.1 1 G<br />
5151.3 Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2 2 G<br />
5152.1 0 Groothandel in metaalertsen:<br />
5152.2 /.3 Groothandel in metalen en -halffabricaten 0 10 100 10 100 3.2 2 G<br />
5153 0 Groothandel in hout en bouwmaterialen:<br />
5153 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 10 50 10 50 3.1 2 G<br />
5153 2 - algemeen: b.o.
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
5153.4 4 Zand en grind:<br />
5153.4 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 0 30 100 0 100 3.2 2 G<br />
5153.4 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1 2 G<br />
5154 2 - algemeen: b.o. 1.000 m² 10 30 100 30 100 3.2 2 G<br />
5157 1 - autosloperijen: b.o. 1.000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2 2 G<br />
5157.2/3 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o.
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
63 - DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER<br />
631 Loswal 10 30 50 30 50 3.1 2 G<br />
6312 A Distributiecentra, pak- en koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1 2 G<br />
6321 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2 2 G<br />
71 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN<br />
712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G<br />
713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G<br />
72 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />
725 Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines 0 0 10 0 10 1 1 P<br />
72 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2 1 P<br />
73 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK<br />
731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 30 2 1 P<br />
74 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />
74701 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1 1 P<br />
90 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />
9001 A0 RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks:<br />
9001 B Rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2 1 P<br />
9002.1 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke 50 30 50 10 50 3.1 2 G<br />
9002.1 B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1 2 G<br />
9002.2 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />
9002.2 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2 1 G<br />
9002.2 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1 1 G<br />
9002.2 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2 1 G
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
SBI-CODE<br />
1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />
9002.2 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2 1 G<br />
9002.2 C0 Composteerbedrijven:<br />
9002.2 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jaar 100 100 100 10 100 3.2 2 G<br />
93 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />
9301.1 A Wasserijen en linnenverhuur 30 0 50 C 30 50 3.1 2 G<br />
9301.1 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1 2 G<br />
9301.3 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2 1 G
Bijlage 3<br />
Staat van Horeca-activiteiten<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
103
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
104
Categorie I 'lichte horeca'<br />
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking<br />
van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor<br />
omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën<br />
onderscheiden:<br />
1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca<br />
- automatiek;<br />
- broodjeszaak;<br />
- cafetaria;<br />
- croissanterie;<br />
- koffiebar;<br />
- lunchroom;<br />
- ijssalon;<br />
- snackbar;<br />
- tearoom;<br />
- traiteur.<br />
1b. Overige lichte horeca<br />
- bistro;<br />
- restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);<br />
- hotel.<br />
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking<br />
- bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan<br />
250 m²;<br />
- restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).<br />
Categorie 2 'middelzware horeca'<br />
Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzie<strong>nl</strong>ijke<br />
hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:<br />
- bar;<br />
- bierhuis;<br />
- biljartcentrum;<br />
- café;<br />
- proeflokaal;<br />
- shoarma/grillroom;<br />
- zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).<br />
Categorie 3 'zware horeca'<br />
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot<br />
aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee<br />
kunnen brengen:<br />
- dancing;<br />
- discotheek;<br />
- nachtclub;<br />
- partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
plannummer<br />
SvH 1997
Bijlage 4 Karakteristieke panden - deel 1<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
105
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
106
Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />
Karakteristieke panden en erven<br />
Deel 1<br />
Het buitengebied<br />
pt<br />
t<br />
Concept<br />
© Het Oversticht, Zwolle 2009<br />
mw. drs. J.M.A.C. Clarijs<br />
mw. drs. M van Zanten
Inhoudsopgave<br />
1. Karakteristieke bebouwing in het buitengebied bedreigd p. 2<br />
2. Opdracht p. 3<br />
3. Werkwijze p. 4<br />
4. Rapportage en advies p. 6<br />
4.1 waardevolle erven p. 8<br />
4.2 karakteristieke panden p. 9<br />
4.3 voorgedragen gemeentelijke monumenten (advies Oversticht 2008) p.24<br />
5. Aanbevelingen tot slot p.32<br />
Colofon p.35
1 Karakteristieke bebouwing in het buitengebied bedreigd<br />
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
Boerderijen verliezen steeds vaker hun agrarische functie en zijn mede hierdoor onderhevig aan<br />
wijzigingen en vernieuwingen. Het ligt in de lijn der verwachting dat in de toekomst meer<br />
sloopaanvragen, bouwaanvragen voor vernieuwing of aanpassing van de boerderij en bijbehorende<br />
bijgebouwen ingediend zullen worden. Boerderijen zijn karakteristiek voor de streek en daarmee<br />
vanuit cultuurhistorisch oogpunt waardevol. De streekeigen bebouwing bepaalt in belangrijke mate het<br />
beeld en de beleving van het buitengebied. Het in stand houden van deze waardevolle elementen is<br />
een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het buitengebeid. Deze kwaliteiten behoren tot de<br />
identiteit van gemeenten en zorgen voor een aantrekkelijke omgeving voor wonen, werken en<br />
recreëren.<br />
De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> is gezame<strong>nl</strong>ijk met de gemeenten Deventer en Raalte bezig met de<br />
actualisatie van het bestemmingsplan voor het buitengebied. De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> constateert dat<br />
de voor de streek kenmerkende agrarische bebouwing in het buitengebied langzaam maar zeker<br />
verdwijnt. De actualisatie wordt dan ook aangegrepen om binnen het bestemmingsplan, door het<br />
aanwijzen van zogenaamde karakteristieke panden en erven, de oorspronkelijke kwaliteit van de<br />
bebouwing in het buitengebied beter te behouden. De gemeenten hebben vooralsnog hun beleid ten<br />
aanzien van de karakteristieke panden niet scherp bepaald. Deze inventarisatie is een eerste stap in<br />
het proces om de karakteristieke panden in het bestemmingsplan en in het ruimtelijk beleid te<br />
integreren.<br />
De uitkomst van de inventarisatie is een lijst met de meest bijzondere, opvallende, kenmerkende of<br />
agrarische bebouwing die een duidelijke relatie met zijn omgeving (erf, landschap en regio) heeft.<br />
Voor deze groep wordt in het bestemmingsplan geregeld dat er meerdere functies in de gebouwen<br />
ondergebracht kunnen worden. Hierdoor is er voor deze groep meer aandacht voor hergebruik en<br />
behoud van de bebouwing en erven en voor de manier waarop wijzigingen worden aangebracht. Dit<br />
wil niet zeggen dat de agrarische bebouwing die niet op de lijst voorkomt geen waarde heeft en geen<br />
aandacht verdient. Bijvoorbeeld boerderijen waarvan de erven erg verschraald of geheel verdwenen<br />
zijn. Hier liggen kansen om de erven te herstellen en de boerderijen op een goede manier te<br />
hergebruiken, aan te passen of voor sloop te behoeden. De manier en de mate waarin dit gebeurd is<br />
afhankelijk van het ambitieniveau van de gemeente in samenhang met de bestaande of verwachte<br />
dynamiek. Het maken van een visie en beleid is onontbeerlijk.<br />
2 Opdracht<br />
De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft behoefte aan een overzicht van karakteristieke panden en erven in het<br />
buitengebied van het gemeentelijk grondgebied. De gemeente heeft Het Oversticht gevraagd deze<br />
inventarisatie uit te voeren.<br />
3 Werkwijze<br />
Het project is uitgevoerd door drie adviseurs ruimtelijke kwaliteit (erfgoed) van Het Oversticht. Zij zijn<br />
daarbij ondersteund door de betrokken ambtenaar; de coördinator ruimtelijke ontwikkeling van de<br />
gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Om te bepalen welke panden en erven karakteristiek zijn, zijn drie stappen<br />
genomen:<br />
inventariseren (3.1)<br />
waarderen (3.2)<br />
rapporteren en adviseren (4)<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 2
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
3.1 Inventariseren<br />
Voor de inventarisatie van de objecten is een adresse<strong>nl</strong>ijst opgesteld van potentiële karakteristieke<br />
panden en erven. Deze lijst is samengesteld door Het Oversticht, de gemeente en een<br />
klankbordgroep die is ingesteld door de gemeente. Het Oversticht heeft naast de aangeleverde<br />
adressen van de gemeente en de begeleidingscommissie diverse bronnen geraadpleegd om een lijst<br />
van te beoordelen panden en erven samen te stellen, waaronder bestaande inventarisaties, literatuur<br />
en databases.<br />
Deze adresse<strong>nl</strong>ijst vormde de basis voor het veldwerk waarbij deskundigen van Het Oversticht de<br />
objecten hebben bekeken en gefotografeerd. Tijdens de uitvoering van het veldwerk is nadrukkelijk<br />
gekeken of er objecten misten op de lijst. Wanneer dat nodig bleek, zijn adressen toegevoegd. Tijdens<br />
het veldwerk zijn 150 objecten bezocht, waarvan het overgrote deel buiten de bebouwde kom waren<br />
gelegen.<br />
De inventarisatiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden vanaf de openbare weg. Het erf werd<br />
alleen betreden wanneer er onvoldoende zicht was op de bebouwing, indien dit mogelijk was en de<br />
eigenaar toestemming gaf. Vanuit privacyoverwegingen werd hier terughoudend mee omgegaan. Van<br />
enkele objecten waren het erf en de bijgebouwen niet goed zichtbaar en niet betreedbaar. Deze zijn<br />
met een ‘?’ opgenomen in de waardering.<br />
3.2 Waarderingscriteria<br />
Na de inventarisatiewerkzaamheden heeft Het Oversticht de bezochte panden en erven beoordeeld<br />
op vooraf vastgestelde criteria. Het Oversticht richt zich bij het waarderen op drie onderdelen, namelijk<br />
de relatie met het landschap, de erfstructuur en erfinrichting en tot slot het gebouw. 1<br />
Zij vormen de basis van de vijf criteria die Het Oversticht bij de inventarisatie en selectie van<br />
karakteristieke panden en erven hanteert:<br />
relatie met het landschap<br />
erfstructuur en erfinrichting<br />
streekeigen verschijningsvorm<br />
herkenbaarheid en mate van gaafheid<br />
architectuur- en cultuurhistorische waarde<br />
A. Relatie met het landschap<br />
Bij dit criterium is gekeken naar de ligging van het object in het landschap, met accent op de relatie<br />
tussen het gebouw en het landschap en de mate waarin het gebouw beeldbepalend is voor zijn<br />
directe omgeving. In de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> zijn de volgende kenmerken van belang:<br />
Bij boerenerven in de oude essen- en kampe<strong>nl</strong>andschappen:<br />
Het oudere landschap is besloten door singels, erfbossen en perceelbeplanting.<br />
Boerderijen zijn gelegen aan de essen en kampen op zandruggen in het landschap.<br />
Boerderijen liggen in nabijheid van lagergelegen hooi en weilanden.<br />
Erf kan zowel met de voor- als achterzijde naar de weg zijn gelegen.<br />
Rafelige erfbegrenzing (open karakter)<br />
Bij boerenerven in jong ontginningslandschap (heidegebied):<br />
Landschap is rechtlijnig van opzet.<br />
Erf voegt zich in de rechtlijnige opzet.<br />
Heldere begrenzing door singelbeplanting.<br />
1 Zie ook: Traditie en vernieuwing; Inspiratieboek voor de transformatie van erven en boerderij in Overijssel, Het Oversticht<br />
(Zwolle) 2008.<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 3
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
B. Erfstructuur en erfinrichting<br />
Bij dit criterium wordt gelet op de ligging van hoofd- en bijgebouwen, de onderlinge samenhang van<br />
de bebouwing op het erf en de (groene) inrichting van het erf. De volgende kenmerken zijn hierbij van<br />
belang:<br />
Bij boerenerven in de oude essen- en kampe<strong>nl</strong>andschappen:<br />
Eenvoudige vorm en opzet van boerderij en erf.<br />
Veel bijgebouwen.<br />
Traditionele indeling in voor-, zij- en achterf.<br />
Heldere scheiding van functies in voorerf (nutstuin, moestuin en fruitgaard gecombineerd met<br />
siertuin) en achtererf (functionele bedrijfsvoering).<br />
De grotere dwarshuisboerderijen hebben soms een formele siertuin.<br />
Op de erven staan solitaire bomen (eik, lindes, berk, bruine beuk, wilg, es, populier).<br />
Bij boerenerven in jong ontginningslandschap (heidegebied):<br />
Weinig bijgebouwen.<br />
Erfbeplanting in strakke singels en erfbossen.<br />
C. Streekeigen verschijningsvorm<br />
Onder streekeigen verschijningsvorm verstaat Het Oversticht een typische hoofdvorm en detaillering<br />
die kenmerkend is voor een bepaalde streek of gebied of in het algemeen kenmerkend voor<br />
hoofdzakelijk (voormalige) agrarische bebouwing. Het Oversticht hanteert een indeling van gebouwen<br />
op basis van de hoofdvorm. Hierin worden de volgende typen onderscheiden:<br />
a) erin: woning en bedrijf ineen.<br />
b) eraan: woning en bedrijf gescheiden in één gebouw.<br />
c) erbij: woning en bedrijf gescheiden als afzonderlijke gebouwen.<br />
In de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> komen, evenals in Salland en Raalte, verschillende boerderijtypologieën<br />
voor. In de oudere landschappen overheersen twee typen: een hallenhuisboerderij (erin) en een<br />
dwarshuisboerderij, soms ook krukhuisboerderij (eraan). Dit laatste type komt relatief veel voor in <strong>Olst</strong>-<br />
<strong>Wijhe</strong>. In de jongere landschappen komen (doorwerkingen van) deze traditionele hoofdvormen voor,<br />
maar ook boerderijcomplexen met vrijstaande woonhuizen (erbij).<br />
Kenmerken hallenhuisboerderij<br />
Woning en bedrijf in een hoofdvolume.<br />
Zowel grote als kleine oppervlakken.<br />
De kapvorm vaak gekenmerkt door een wolfseind op het voorhuis en een doorlopend dakschild bij<br />
het bedrijfsgedeelte.<br />
Pannen- en rietendak of combinaties daarvan.<br />
Gepleisterde gevels komen voor.<br />
Asymmetrische voorgevels.<br />
Kenmerken dwarshuisboerderij/krukhuisboerderij<br />
Woning en bedrijf wel in één gebouw, maar in de architectuur duidelijk van elkaar onderscheiden.<br />
T- vormige (dwarshuis) of L-vormige plattegrond (krukhuis).<br />
Pannen- en rietendaken of combinaties daarvan.<br />
Architectonische details zijn sober.<br />
Gepleisterde gevels komen voor.<br />
Asymmetrische voorgevels.<br />
D. Herkenbaarheid/ mate van gaafheid<br />
De meest gave exemplaren zijn over het algemeen reeds als rijks- of gemeentelijk monument<br />
beschermd. Wijzigingen zijn echter van alle tijden en kunnen een pand ook een extra historische ‘laag’<br />
geven. Voor de niet beschermde bebouwing wordt bij dit criterium gelet op de volgende elementen:<br />
herkenbaarheid hoofdvorm<br />
herkenbaarheid in relatie tot zijn functie of voormalige functie<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 4
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
E. Architectuur- en/of cultuurhistorische waarde<br />
Tijdens de inventarisatie kan het voorkomen dat panden gesignaleerd worden die van<br />
architectuurhistorisch of cultuurhistorisch belang zijn. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld:<br />
niet-streekeigen boerderijtypen.<br />
industrieel erfgoed.<br />
woonhuizen (kleinschalig en vrijstaand).<br />
overige bijzondere bebouwing.<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 5
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
4 Rapportage en advies<br />
Op basis van de waardering is een eerste advies opgesteld, dat wordt besproken met de<br />
opdrachtgever. Het is mogelijk dat het definitief advies op onderdelen kan afwijken van het<br />
voorliggende concept. In de onderstaande overzicht volgt een lijst van panden en erven waarvan Het<br />
Oversticht adviseert ze in het bestemmingplan op te nemen als karakteristiek, inclusief foto en de<br />
toegekende waardering zoals beschreven in de criteria<br />
A: relatie met het landschap;<br />
B: erfstructuur en erfinrichting;<br />
C: streekeigen verschijningsvorm;<br />
D: herkenbaarheid/mate van gaafheid;<br />
E: architectuur- en/of cultuurhistorische waarde.<br />
De selectie is tot stand gekomen aan de hand van de volgende waarderingssystematiek. Een object<br />
kon per criterium worden gewaardeerd als “zeer positief” (++), “positief” (+), “neutraal” (geen) of<br />
“negatief” (- ). Wanneer het erf met gebouwen minimaal vier punten scoorde, is het voorgedragen als<br />
karakteristiek pand. Wanneer het erf met gebouwen drie punten scoorde viel het binnen de<br />
zogenoemde ‘twijfelgevallen’. Deze twijfelgevallen zijn voorgelegd aan de gemeente. Een deel van de<br />
twijfelgevallen is op verzoek van de gemeente wel opgenomen als karakteristiek.<br />
De foto’s in de adresse<strong>nl</strong>ijst zijn bedoeld als ondersteuningsmateriaal en zijn geen weergaven van de<br />
volumes die het kenmerk karakteristiek krijgen. De exacte bouwvolumes zullen, voor zover mogelijk<br />
analoog op kaartmateriaal aangeleverd worden.<br />
Tabel1: Lijst met karakteristieke panden<br />
plaats adres nr<br />
Boerhaar L.T. Andersonstraat 8<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 9<br />
Wesepe Bonekampweg 2<br />
Wesepe Bonekampweg 5<br />
Welsum Bosweg 1<br />
Wesepe Boxbergerweg 49<br />
Wesepe Boxbergerweg 50<br />
<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 9<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 2<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 22<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 24/24a<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 8<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 14<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 23<br />
<strong>Wijhe</strong> Elshof 3<br />
Welsum Erveweg 3<br />
Welsum Erveweg 9<br />
Welsum Erveweg 24<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 1<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 3<br />
<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 18a<br />
Herxen Herxen 32<br />
Herxen Herxen 95<br />
Herxen Herxen 99<br />
<strong>Wijhe</strong> Het Anem 4<br />
Den Nul Holstweg 35<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 6
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Zandweteringpad 3<br />
<strong>Wijhe</strong> Hooglandweg 3<br />
Welsum IJsseldijk 21<br />
Welsum IJsseldijk 27<br />
Welsum IJsseldijk 115<br />
<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 28<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 5-5a<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 11<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 15<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 44<br />
<strong>Olst</strong> Kletterstraat 3<br />
<strong>Olst</strong> Kletterstraat 25<br />
<strong>Wijhe</strong> Kloosterstraat 12<br />
Welsum Kloosterhoekweg 11<br />
<strong>Olst</strong> Koedijk 2<br />
<strong>Olst</strong> Koedijk 4<br />
<strong>Olst</strong> Langedijk 4<br />
<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 6<br />
Marle Marledijk 15<br />
Marle Marledijk 31<br />
Wesepe Marsweg 3 en 5<br />
<strong>Olst</strong> Middelerstraat 14<br />
<strong>Olst</strong> Middelerstraat 19<br />
<strong>Olst</strong> Molenweg 4<br />
<strong>Olst</strong> Molenweg 10<br />
<strong>Olst</strong> Molenweg 42a<br />
<strong>Olst</strong> Nieuwe Kampen 2<br />
<strong>Olst</strong> Oude Allee Bij 4<br />
<strong>Olst</strong> Oude Allee 4<br />
Welsum Polderweg 1<br />
Wesepe Raalterweg 89<br />
Wesepe Raalterweg 91<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 8<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 10<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 11<br />
Wesepe Rozenvoorderdijk 3<br />
<strong>Wijhe</strong> Schippershuizen 3<br />
<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 5<br />
<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 6<br />
<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 7a<br />
Welsum Veenweg 2<br />
<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 2<br />
<strong>Wijhe</strong> Waterstraat 18<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 8<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 29<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 33<br />
<strong>Wijhe</strong> Withuisweg 8<br />
<strong>Wijhe</strong> <strong>Wijhe</strong>seweg 4<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 7
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Zandweteringpad 3<br />
4.1 Erven<br />
Omdat oude, traditionele erfinrichting en -structuren ras verdwijnen uit het landschapsbeeld maar<br />
tegelijkertijd wel heel bepalend zijn voor de beleving van de gebouwen en een belangrijk aspect zijn<br />
voor samenhang met de omgeving, is op verzoek van de gemeente extra aandacht besteed aan een<br />
waarderingslijst van de waardevolle erven. Een aandachtspunt is wel dat de erven vanaf de openbare<br />
weg geïnventariseerd zijn en dat deze werkwijze met zich meebrengt dat enkele erven slechts deels<br />
(goed) zichtbaar waren.<br />
Voor alle erven en panden die als karakteristiek aangemerkt worden adviseert Het Oversticht om<br />
zorgvuldig met de inrichting, gebouwen, beplanting en betrating om te gaan en een advies van een<br />
ervenconsulent te betrekken bij de planvorming van eventuele wijzigingen. Aanvullend volgt<br />
onderstaand een lijst van adressen met waardevolle erven die erg hoog gescoord hebben in de<br />
inventarisatie (de adressen komen terug in de lijst karakteristieke panden). Bij deze erven is extra<br />
aandacht voor het erf van groot belang. Het Oversticht adviseert om bij wijzigingen op of van deze<br />
erven in ieder geval een advies van een ervenconsulent te betrekken bij de planvorming zodat de<br />
karakteristieken gewaarborgd blijven of zelfs versterkt worden.<br />
Tabel 2: waardevolle erven<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 9<br />
Welsum Bosweg 1<br />
<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 9<br />
<strong>Wijhe</strong> Elshof 3<br />
Welsum Erveweg 3<br />
Welsum Erveweg 9<br />
Welsum Erveweg 24<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 1<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 3<br />
Herxen Herxen 32<br />
Herxen Herxen 97<br />
Welsum IJsseldijk 27<br />
<strong>Olst</strong> Langedijk 4<br />
<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 6<br />
Marle Marledijk 15<br />
<strong>Olst</strong> Molenweg 42a<br />
<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 6<br />
<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 7a<br />
Welsum Veenweg 2<br />
<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 2<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 18<br />
<strong>Wijhe</strong> <strong>Wijhe</strong>seweg 4<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 8
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
4.2 Waarderingslijst karakteristieke panden/erven<br />
Waarderingsonderdelen:<br />
A relatie met het landschap<br />
B erfstructuur en erfinrichting<br />
C streekeigen verschijningsvorm<br />
D herkenbaarheid/mate van gaafheid<br />
E architectuur- en/of cultuurhistorische waarde<br />
Boerhaar<br />
plaats adres nr<br />
L.T.<br />
Andersonstraat<br />
8<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ ++ ++<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 9<br />
+ ++ + +<br />
Wesepe Bonekampweg 2<br />
+ + + +<br />
Wesepe Bonekampweg 5<br />
+ + + ++<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 9
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
Welsum Bosweg 1<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ ++ + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
Wesepe Boxbergerweg 49<br />
+ + ++ ++<br />
Wesepe Boxbergerweg 50<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 9<br />
+ ++ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 2<br />
+ + ++ +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 10
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 4<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
+ + + + ++<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 22<br />
+ + ++<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 24/<br />
24a + + + ++<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 8<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 14<br />
+ + + ++<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 11
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 23<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ + ++<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Elshof 3<br />
+ ++ + +<br />
Welsum Erveweg 3<br />
+ ++ + ++<br />
Welsum Erveweg 9<br />
+ ++ + ++<br />
Welsum Erveweg 24<br />
+ ++ + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 12
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 1<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ ++ + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 3<br />
+ ++ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 18a<br />
+ + + ++<br />
Herxen Herxen 32<br />
+ ++ + ++<br />
Herxen Herxen 95<br />
++ ++ + ++<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 13
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
Herxen Herxen 99<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
++ + + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Het Anem 4<br />
+ + + +<br />
Den Nul Holstweg 35<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hooglandweg 3<br />
+ + +<br />
Welsum IJsseldijk 21<br />
++ ? ++ +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 14
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
Welsum IJsseldijk 27<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
++ ++ + +? ?<br />
Welsum IJsseldijk 115<br />
++ +? + +? ?<br />
<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 28<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 5-5a<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 11<br />
+ + + ++<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 15
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 15<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ + + ++<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Olst</strong> Kleistraat 44<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Kletterstraat 3<br />
+ + + ++<br />
<strong>Olst</strong> Kletterstraat 25<br />
+ + + ++<br />
<strong>Wijhe</strong> Kloosterstraat 12<br />
+ + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 16
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
Welsum Kloosterhoekweg 11<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ + + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Olst</strong> Koedijk 2<br />
+ + ++<br />
<strong>Olst</strong> Koedijk 4<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Langedijk 4<br />
+ ++ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 6<br />
+ ++ + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 17
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
Marle Marledijk 15<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ ++ + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
Marle Marledijk 31<br />
++ ++ + +<br />
Wesepe Marsweg 3 en<br />
5 + + + +<br />
<strong>Olst</strong> Middelerstraat 14<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Middelerstraat 19<br />
+ + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 18
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Molenweg 4<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
+ + + ++<br />
<strong>Olst</strong> Molenweg 10<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Molenweg 42a<br />
+ ++ + +<br />
<strong>Olst</strong> Nieuwe Kampen 2<br />
+ + + ++<br />
<strong>Olst</strong><br />
Oude Allee<br />
(wordt gesloopt)<br />
Bij 4<br />
+ + + + ++<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 19
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 4<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
+ + + + ++<br />
Welsum Polderweg 1<br />
+ +? + +<br />
Wesepe Raalterweg 89<br />
+ + + +<br />
Wesepe Raalterweg 91<br />
+ + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 8<br />
+ +? ++ +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 20
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 10<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ + + ++<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 11<br />
+ + +<br />
Wesepe Rozenvoorderdijk 3<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Schippershuizen 3<br />
+ +? + ++ ++<br />
<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 5<br />
+ + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 21
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 6<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
+ ++ + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Olst</strong><br />
Steunenbergerweg 7a<br />
+ ++ + +<br />
Welsum Veenweg 2<br />
+ ++ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 2<br />
+ ++ +<br />
<strong>Wijhe</strong> Waterstraat 18<br />
+ + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 22
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 8<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
+ ++ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 29<br />
+ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterhol 33<br />
+ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Withuisweg 8<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> <strong>Wijhe</strong>seweg 4<br />
+ ++ + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 23
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats adres nr<br />
<strong>Olst</strong> Zandweteringpad 3<br />
B<br />
A<br />
erf<br />
relatie<br />
structuur<br />
met het<br />
en in<br />
landschap<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenbaar<br />
heid/<br />
gaafheid<br />
++ + + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
4.3 Toekomstige gemeentelijke monumenten die karakteristiek zijn<br />
In 2008 heeft de gemeente opdracht aan Het Oversticht gegeven om de lijst van gemeentelijke<br />
monumenten te actualiseren. In de eerste helft van 2008 zijn de werkzaamheden uitgevoerd en is het<br />
gemeente bestuur geadviseerd om 97 panden aan te wijzen als gemeentelijk monument. Omdat het<br />
daadwerkelijke besluit door Burgemeester en wethouders van de gemeente nog niet genomen is en<br />
de monumentenverordening geen voorbescherming kent, heeft de gemeente Het Oversticht gevraagd<br />
om de toekomstige gemeentelijke monumenten in het buitengebied eveneens te inventariseren en te<br />
waarderen in deze selectie. Dat niet alle toekomstige gemeentelijke monumenten karakteristiek zijn<br />
komt door de verschillende waarderingsmethoden. Kort gezegd is het waarderen van gemeentelijke<br />
monumenten voornamelijk object gericht, het pand en haar geschiedenis is alleen van belang. Het<br />
waarderen van karakteristieke panden richt zich naast het pand veelal op de context en<br />
stedenbouwkundige waarden: het hoofdgebouw en bijgebouwen, het erf en het landschap.<br />
Omdat het hier om een afzonderlijke (juridische) groep panden/erven gaat wordt dit in een aparte lijst<br />
opgenomen. Een attentiepunt is als de objecten in lijst in het bestemmingsplan de aanduiding<br />
karakteristiek krijgen en later toch opgenomen worden in de gemeentelijke monumente<strong>nl</strong>ijst, dat deze<br />
panden een dubbele status hebben. Dit zal leiden tot onduidelijkheden in het beleid en uitvoering en<br />
tevens onduidelijk zijn voor de eigenaar. Daarnaast zullen de twee regelingen elkaar in de weg zitten.<br />
Om dit te voorkomen is het goed om de monumentenverordening aan te passen. Bijvoorbeeld: de<br />
aanduiding karakteristiek dient bij aanwijzing als Gemeentelijk monument te vervallen voor in ieder<br />
geval die volumes die beschermd worden en in de redengevende omschrijving vermeld worden. Het<br />
Oversticht adviseert het gemeentebestuur de voorgenomen aanwijzing van de gemeentelijke<br />
monumenten effectief te maken en zo de monumentale waarden te waarborgen.<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 24
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
Voorgedragen gemeentelijke monumenten die karakteristiek zijn<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
Wesepe<br />
Boxbergerweg<br />
30<br />
-<br />
32 ++ ++ +<br />
++<br />
+<br />
<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 2 + + + +<br />
<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 26 + + ++<br />
<strong>Olst</strong><br />
Diepenveenseweg<br />
24<br />
24<br />
a + + + ++<br />
<strong>Wijhe</strong> Duisterendijk 2 + + + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 25
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 5 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 6 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 9 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 12 + + + + +<br />
Herxen Herxen 34 + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 26
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
Herxen Herxen 93 + + +<br />
Marle Marledijk 21 + + + + ++<br />
<strong>Wijhe</strong> Het Anem 10 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Het Anem 16 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Het Anem 24 + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 27
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Het Anem 26 ++ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 12 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 14 + + + ++ +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 20 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 8 + + + ++ +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 28
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 23 + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 25 + ++ + ++ +<br />
<strong>Wijhe</strong> Liederholthuisweg 3 + + + ++ ++<br />
<strong>Wijhe</strong> Omloop 1a + ++ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Raalterweg 11 + + ++ +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 29
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 2 ++ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 3 + + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 4 + + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 10 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Runneboomweg 1 + + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 30
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Schaarshoekweg 2 + + + + +?<br />
<strong>Wijhe</strong> Schaarshoekweg 7 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong><br />
Scherpenzeelse<br />
weg 9 + ++ + ++ ++<br />
<strong>Wijhe</strong> Schippershuizen 12 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Waterstraat 16 + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 31
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
plaats Adres nr foto<br />
A<br />
relatie<br />
met het<br />
landscha<br />
p<br />
B<br />
erf<br />
structuu<br />
r en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenba<br />
ar/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.hist.<br />
waarden<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 4 + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Zandhuisweg 11 + + + +<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 32
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
5 Aanbevelingen tot slot<br />
Hieronder vindt u een aantal aanbevelingen dat een direct gevolg is van het aanwijzen van<br />
karakteristieke panden (enkele zijn eerder genoemd). Tevens noemen wij hier enkele zaken die ons<br />
zijn opgevallen tijdens de werkzaamheden.<br />
Aansluitend beleid formuleren en kansen benutten<br />
Dit advies richt zich op het opnemen van karakteristieke panden en erven in het bestemmingsplan<br />
buitengebied van de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Het is wenselijk dat de gemeente aansluitend beleid<br />
formuleert waarin zij vastlegt hoe zij wil omgaan met de karakteristieke panden en erven en wat het<br />
ambitieniveau is: behoud of behoud en versterken.<br />
Het aanwijzen van karakteristieke panden en erven is geen doel, maar slechts een instrument om de<br />
ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied te waarborgen. Hiervoor is het van belang dat er visie en<br />
beleid wordt ontwikkeld maar ook dat de hieruit voortvloeiende kansen voor o.a. recreatie en toerisme<br />
benut worden. Desgewenst kan Het Oversticht daar nader over adviseren.<br />
Aanpassen monumentenverordening bij aanwijzen voorgenomen gemeentelijke monumenten<br />
als karakteristiek<br />
Een aantal geïnventariseerde panden verdient de status van gemeentelijk monument. De gemeente<br />
heeft om diverse redenen ervoor gekozen deze panden vooralsnog niet aan te wijzen als gemeentelijk<br />
monument, maar wel als karakteristiek. Wanneer het betreffende pand in het bestemmingsplan op dit<br />
moment de aanduiding karakteristiek krijgt en later alsnog opgenomen wordt als gemeentelijke<br />
monument, is er sprake van een dubbele status.<br />
Dit kan leiden tot onduidelijkheden en tegenstrijdigheden in het beleid en uitvoering. De regelingen<br />
dienen immers ieder een afzonderlijk doel die niet altijd verenigbaar zijn. Daarnaast schept het<br />
verwarring naar eigenaren. Om dit te voorkomen is het goed om de monumentenverordening aan te<br />
passen.<br />
Een voorbeeld van aanpassing van de monumentenverordening is: de belemmering karakteristiek<br />
dient bij aanwijzing als gemeentelijk monument te vervallen voor in ieder geval die volumes die<br />
beschermd worden en dienen in de redengevende omschrijving vermeld worden.<br />
Bovenal adviseert Het Oversticht het gemeentebestuur de voorgenomen aanwijzing van de<br />
gemeentelijke monumenten effectief te maken en zo de monumentale waarden te waarborgen.<br />
Waarborgen van effectieve procedures en heldere communicatie naar eigenaren en<br />
ambtenaren<br />
Effectieve procedures en heldere communicatie naar eigenaren en ambtenaren zijn essentieel voor<br />
het slagen van beleid. Enkele aandachtspunten daarbij zijn:<br />
-‘Wat betekent het voor een eigenaar om een ‘karakteristiek’ pand te hebben’. Het moet voor een<br />
eigenaar geheel duidelijk zijn wat de consequenties, kansen en mogelijkheden zijn. De eigenaren zijn<br />
immers de belangrijkste actoren als het gaat om het behouden en versterken van de ruimtelijke<br />
kwaliteit en het ontwikkelen van nieuwe, passende economische dragers in het landelijk gebied.<br />
Ambtenaren zouden hier een ondersteunende rol in kunnen/moeten hebben.<br />
- Een helder afgesproken proces ontwikkelen en uitvoeren: ‘Wie doet wat en in welke volgorde’ bij<br />
(aan)vragen. Dit is van groot belang bij het effectief uitvoeren van het beleid.<br />
- Begeleiding en advisering van eigenaren, architecten door adviseurs en ambtenaren in een vroeg<br />
stadium van het ontwikkelproces (dus ver voor de bouwaanvraag) in plaats van achteraf toetsend in<br />
het vergunningtraject.<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 33
Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />
Aandacht voor dijkstructuur en directe omgeving<br />
De dijk is een belangrijke ruimtelijke structuur in de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Als landschapselement,<br />
maar ook - als onderdeel van de (historische) infrastructuur - als een (historische) stedenbouwkundige<br />
ruggengraat voor het IJsselgebied. Het bestaat uit de dijk (profiel), de weg, de berm, de inrichting, de<br />
bebouwing aan de dijk, parcellering, knooppunten met de wegen die de dijk kruisen en eventuele<br />
beplanting, of het juist ontbreken daarvan. Deze samenhangende structuur verdient het om behouden<br />
en versterkt te worden. Ook kunnen de bestaand kwaliteiten dienen als basis voor nieuwe<br />
ontwikkelingen zoals nieuwbouw aan de dijk, toeristische routes, verbetering van de bereikbaarheid<br />
van de dijk en het IJsselgebied.<br />
Om hier grip op te krijgen verdient het de aanbeveling om ruimtelijk (stedenbouwkundig) onderzoek<br />
naar de dijk en omgeving te doen. Er zal goed gekeken moeten worden naar wat de karakteristieken<br />
en waardevolle onderdelen en structuren nu precies zijn en dit als input te gebruiken voor op te stellen<br />
kaders, richtlijnen en criteria. Het Oversticht kan desgewenst hierbij adviseren.<br />
De wijze waarop de bijzondere kwaliteiten gewaarborgd en benut kunnen worden is bijvoorbeeld in<br />
het bestemmingsplan, aanvullende welstandscriteria, en/of in een Beeldkwaliteitplan.<br />
Van belang zijn in ieder geval de volgende zaken.<br />
- Behoud of herstel van het profiel van de dijk<br />
- De inrichting van de dijk.<br />
- De bebouwing aan de dijk (volume, type, oriëntatie, aansluiting gevelwanden, aansluiting van de<br />
bebouwing aan de dijk - de zgn. dijkstoep).<br />
- Behoud van de bestaande historische bebouwing en dijkwoningen.<br />
- Parcellering: kleinere percelen bij de bebouwingskernen, grotere percelen verder in het<br />
buitengebied).<br />
- De bestaande/historische bebouwing en parcellering als basis en inspiratie voor eventuele<br />
nieuwbouw.<br />
- De ruimtelijke identiteit van de kernen herkenbaar houden in de dijkbebouwing en parcellering<br />
(kerntypen: <strong>Olst</strong> is dijkdorp, <strong>Wijhe</strong> is esdorp).<br />
- Wegen van en aan de dijk (haaks op de dijk op een verhoging in het landschap, langs het talud:<br />
enkel of dubbel).<br />
- Behoud van de historische bebouwing in de buurt van de dijk (IJsselhoeves en andere boerderijen<br />
en molens).<br />
- Behoud of bescherming van bijzondere cultuurhistorische objecten in de buurt van de dijk<br />
(grenspaaltjes, objecten van de IJssellinie (o.a. kazematten, bunkers etc), Watererfgoed (dijkstoelen,<br />
molens, bruggen, hoefslagpalen, i<strong>nl</strong>aat).<br />
- Behoud of herstel van historische infrastructuur (wegen, paden).<br />
Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 34
Bijlage 5 Karakteristieke panden - deel 2<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
107
estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
108
Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />
Karakteristieke panden en waardevolle erven<br />
Deel 2<br />
Het buitengebied, aanvulling<br />
voorstel mei 2011<br />
Het Oversticht, Zwolle<br />
mw. drs. J. Batelaan MA<br />
mw. drs. M van Zanten<br />
1
Inhoudsopgave<br />
1 Legenda voorkomende elementen 3<br />
2 Voordracht karakteristieke panden in het buitengebied 4<br />
3 Voordracht waardevolle erven buitengebied 16<br />
2
1 Legenda voorkomende elementen<br />
ah = achterhuis<br />
bh = bakhuis<br />
drgs = droogschuur<br />
hb + hooiberg<br />
hsch = hooischuur<br />
hv = hoofdvolume<br />
ks = kapschuur<br />
kips = kipschuur<br />
mv = mestvaal<br />
rm + rosmolen<br />
s = schuur<br />
st = stal<br />
tl = tusse<strong>nl</strong>id<br />
tr = toerit<br />
wp = waterput<br />
zh = zomerhuis<br />
zk = zomerkeuken<br />
3
2 Definitieve voordracht karakteristieke panden in het buitengebied<br />
Waarderingsonderdelen:<br />
A relatie met het landschap<br />
B erfstructuur en erfinrichting<br />
C streekeigen verschijningsvorm<br />
D herkenbaarheid/mate van gaafheid<br />
E architectuur- en/of cultuurhistorische waarde<br />
Enkele panden zijn ondanks dat ze niet erg hoog scoorden, op verzoek van de gemeente op de lijst<br />
gezet. De redenen hiervoor zijn uitee<strong>nl</strong>opend.<br />
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Olst</strong> Beltenweg 19 hv<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
+ + + + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Olst</strong><br />
Bockhorster<br />
straat<br />
3 hv, st<br />
+ 0 + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerhaarseweg 2 hv<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 10/<br />
10a<br />
hv,<br />
st, s,<br />
hb<br />
+ ++ + ++<br />
4
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 13 hv, st<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
+<br />
0<br />
+ +<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 18 Hv,<br />
st,<br />
sch,<br />
hb<br />
++ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Boxbergerweg 14 hv, st<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Boxbergerweg 28 hv, st,<br />
bh,<br />
ks, tr<br />
+ ++ + +<br />
<strong>Olst</strong> Damshoekweg 2 hv, s<br />
+ + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Daslever 6 ? hv, s,<br />
s ++ 0 + +<br />
5
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Wijhe</strong> De Wesenberg 2 hv,<br />
bh,<br />
hb<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
+<br />
0<br />
+ +<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Wijhe</strong> De Wesenberg 6 hv,<br />
ks,<br />
zh, st<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> De Wesenberg 9 hv,<br />
drgs + + + +<br />
<strong>Olst</strong> Dingshofweg 6 hv, st,<br />
zh, tr + ++ + +<br />
<strong>Olst</strong> Dingshofweg 3 hv en<br />
st +<br />
0<br />
+<br />
0<br />
<strong>Olst</strong> Duursestraat 1 hv, s<br />
++ ++ + +<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 35 hv,<br />
ks,<br />
zk,<br />
wp,<br />
mv<br />
+ ++ + +<br />
6
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
Welsum Erveweg 26 hv, st,<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
drsch + + + + +<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Wijhe</strong> Gravenweg 5 Hv,<br />
st,<br />
wp,<br />
rm,<br />
++ + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 18 hv<br />
+ / + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 24 hv, s,<br />
wp?,<br />
tr<br />
+ + + +<br />
Herxen Herxen 30 hv, st,<br />
tl + + + +<br />
Herxen Herxen 77 hv,<br />
st/zk,<br />
hsch<br />
++ + + +<br />
7
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Wijhe</strong> Herxerenk 1 hv, s,<br />
ks,<br />
wp?,<br />
tr<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
+ + + +<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Wijhe</strong> Het Anem 14 hv, s,<br />
zk? ++ + + +<br />
<strong>Olst</strong> Holstweg 45 hv<br />
++ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Hooglandweg 4 hv,<br />
hb, st + + + +<br />
Welsum IJsseldijk 77 hv,<br />
wp +<br />
nvt<br />
nvt<br />
++ ++<br />
<strong>Olst</strong><br />
Jan Scharmharstraat<br />
101 hv,<br />
st,<br />
kips?<br />
+ + + +<br />
8
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 16 hv<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
+ + + +<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Wijhe</strong> Keizersweg 7 hv<br />
+<br />
0 0 ? ?<br />
<strong>Olst</strong> Koetsweg 4 hv, s,<br />
bh? ++ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 2 hv,<br />
zh, ks + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Leugenshorst 3 hv, s,<br />
s, ks ++ + + +<br />
Marle Marledijk 27 hv, st<br />
+ + + + +<br />
<strong>Olst</strong> Middelerstraat 4 hv,<br />
zh/st + + + + +<br />
9
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Olst</strong><br />
Oude<br />
Deventerweg<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
3 hv 0 0<br />
+ +<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Olst</strong><br />
Oude<br />
Deventerweg<br />
14/<br />
14a<br />
hv<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong><br />
Oude<br />
Deventerweg<br />
17 Hv<br />
+<br />
nvt<br />
nvt<br />
+ +<br />
<strong>Wijhe</strong> Raalterweg 13 hv, st<br />
+ ? + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 1 hv, s,<br />
s, tr + ++ + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 5<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 13 Hv<br />
+ 0 + +<br />
10
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 15/<br />
15a<br />
hv,s<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
+ 0 + +<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
<strong>Olst</strong><br />
Rozenvoorder<br />
dijk<br />
4 hv<br />
+ + + +<br />
<strong>Olst</strong><br />
Scherpenzeelse<br />
weg<br />
5/7 hv,<br />
zh, st ++ ++ + +<br />
<strong>Olst</strong><br />
Schuilenberger<br />
weg<br />
2 hv, s<br />
+ 0 + 0<br />
<strong>Olst</strong> Stapelhaarspad 4 hv<br />
+ + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 1 hv,<br />
zh? ++ ++ + +<br />
11
Plaats Adres Nr. Elem<br />
ente<br />
n<br />
<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 35 Hv,<br />
bh,<br />
ks<br />
Foto<br />
A<br />
relatie<br />
land<br />
schap<br />
B<br />
erf<br />
structuur<br />
en in<br />
richting<br />
C<br />
streek<br />
eigen<br />
+ + + +<br />
D<br />
herkenb<br />
aarheid/<br />
gaafheid<br />
E<br />
arch.<br />
cult.his<br />
waarde<br />
?<br />
<strong>Wijhe</strong><br />
Weseperenk<br />
weg<br />
3 hv,<br />
st? + + + +<br />
<strong>Wijhe</strong> Zandhuisweg 13 hv,<br />
zh ++ ++ + +<br />
Welsum Zijlweg 2 hv<br />
++ + + + +/0<br />
Welsum Zijlweg 27/<br />
27A<br />
hv<br />
+ +? + +<br />
0<br />
12
3 Voordracht waardevolle erven buitengebied<br />
plaats adres nr foto<br />
<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 10/10a<br />
<strong>Olst</strong><br />
Boxberger<br />
weg<br />
28<br />
<strong>Olst</strong> Dingshofweg 6<br />
<strong>Olst</strong> Duursestraat 1<br />
<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 35<br />
<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 1<br />
13
<strong>Olst</strong><br />
Scherpenzeel<br />
seweg<br />
5/7<br />
<strong>Wijhe</strong><br />
Vettewinkel<br />
weg<br />
1<br />
<strong>Wijhe</strong> Zandhuisweg 13<br />
14
Colofon<br />
Titel:<br />
Karakteristieke panden<br />
Aanvullende inventarisatie naar karakteristieke panden in het buitengebied van de gemeente <strong>Olst</strong>-<br />
<strong>Wijhe</strong><br />
Opdrachtgever:<br />
Samenstelling:<br />
Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />
drs. J. Batelaan MA<br />
drs. M. van Zanten<br />
Datum: mei 2011<br />
15
Bijlage 6<br />
Monumente<strong>nl</strong>ijst<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
109
Eindnoten<br />
1. Categorie als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij<br />
2. Categorie als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij<br />
bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />
110