05.05.2014 Views

Download - Olst-Wijhe.nl

Download - Olst-Wijhe.nl

Download - Olst-Wijhe.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />

bestemmingsplan<br />

Middelerstraat 4


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

2


Inhoudsopgave<br />

Toelichting 5<br />

Hoofdstuk 1 Belangrijke basisinformatie voor het bestemmingsplan 7<br />

1.1 Aa<strong>nl</strong>eiding van het bestemmingsplan 7<br />

1.2 Het geldende bestemmingsplan 7<br />

1.3 Het bestemmingsplan sluit aan bij het nieuwe buitengebiedplan 7<br />

1.4 De bij het plan behorende stukken 7<br />

1.5 Situering van het plangebied 8<br />

Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plangebied en de beoogde<br />

ontwikkeling 9<br />

2.1 Huidige situatie 9<br />

2.2 Beoogde ontwikkeling 11<br />

Hoofdstuk 3 Het beleidskader voor het bestemmingsplan 13<br />

3.1 Omgevingsvisie Overijssel 13<br />

3.2 Omgevingsverordening Overijssel 2009 14<br />

3.3 Reconstructieplan Salland-Twente 14<br />

3.4 Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> 15<br />

3.5 Landschapsontwikkelingsplan Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte 15<br />

3.6 Visie landbouwontwikkelingsgebied Middel 17<br />

3.7 Bestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (ontwerp) 19<br />

Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten 21<br />

4.1 Milieuaspecten 21<br />

4.2 Watertoets 26<br />

4.3 Natuur, landschap en archeologie 28<br />

4.4 Economische uitvoerbaarheid 29<br />

Hoofdstuk 5 Planologische afweging en planopzet 31<br />

5.1 Planologische afweging 31<br />

5.2 Planopzet 32<br />

Hoofdstuk 6 Inspraak en overleg 33<br />

6.1 Ontwerp 6 weken ter visie 33<br />

6.2 Overleg 33<br />

6.3 Landinrichtingscommissie 33<br />

Bijlagen bij de toelichting 35<br />

Bijlage 1 Situering plangebied 37<br />

Bijlage 2 Bouwplan 39<br />

Bijlage 3 Aanvraag vergunning Nbwet 41<br />

Bijlage 4 Aanvulling aanvraag Nbwetvergunning 43<br />

Bijlage 5 Cumulatieve geurberekening 45<br />

Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek 47<br />

Bijlage 7 Akoestisch onderzoek 49<br />

Bijlage 8 Quickscan natuurtoets 51<br />

Bijlage 9 Landschappelijk inpassingsplan 53<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

3


Regels 55<br />

Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eidende regels 57<br />

Artikel 1 Begrippen 57<br />

Artikel 2 Wijze van meten 68<br />

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 69<br />

Artikel 3 Agrarisch 69<br />

Artikel 4 Verkeer 78<br />

Artikel 5 Waarde - Archeologie - 1 79<br />

Artikel 6 Waarde - Archeologie - 2 81<br />

Artikel 7 Waarde - Landschap - 2 83<br />

Hoofdstuk 3 Algemene regels 85<br />

Artikel 8 Antidubbeltelregel 85<br />

Artikel 9 Algemene bouwregels 86<br />

Artikel 10 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening 87<br />

Artikel 11 Algemene gebruiksregels 88<br />

Artikel 12 Algemene aanduidingsregels 89<br />

Artikel 13 Algemene afwijkingsregels 90<br />

Artikel 14 Algemene wijzigingsregels 92<br />

Artikel 15 Overige regels 94<br />

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 95<br />

Artikel 16 Overgangsregels 95<br />

Artikel 17 Slotregel 96<br />

Bijlagen bij regels 97<br />

Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan Middelerstraat 4 99<br />

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 101<br />

Bijlage 3 Staat van Horeca-activiteiten 103<br />

Bijlage 4 Karakteristieke panden - deel 1 105<br />

Bijlage 5 Karakteristieke panden - deel 2 107<br />

Bijlage 6 Monumente<strong>nl</strong>ijst 109<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

4


Toelichting<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

5


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

6


Hoofdstuk 1 Belangrijke basisinformatie voor het<br />

bestemmingsplan<br />

1.1 Aa<strong>nl</strong>eiding van het bestemmingsplan<br />

Aan de Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> is een varkenshouderijbedrijf (zeugenhouderij)<br />

gevestigd. Het bedrijf ligt binnen het landbouwontwikkelingsgebied Middel. De<br />

varkenshouder is van plan uit te breiden met een vleesvarkenstak. Daarvoor is een<br />

nieuwe stal nodig en moet het agrarisch bouwperceel worden vergroot. De gemeente<br />

<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft besloten hieraan mee te werken. Het bedrijf (met adres Middelerstraat<br />

4) is gelegen ten zuiden van de Middelerstraat. Het voornemen is de nieuwe stal aan<br />

de overzijde van de weg te bouwen. Het voorliggende bestemmingsplan omvat de<br />

planologisch-juridische regeling, waarmee de nieuwe varkensstal op de beoogde<br />

locatie kan worden gebouwd.<br />

1.2 Het geldende bestemmingsplan<br />

Het bestemmingsplan "Middelerstraat 4" is een bestemmingsplanherziening van het<br />

bestemmingsplan "Buitengebied <strong>Olst</strong>", zoals dat door de gemeenteraad van de<br />

voormalige gemeente <strong>Olst</strong> is vastgesteld bij besluit van 30 oktober 1989 en is<br />

goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 12 juni 1990. In<br />

dit bestemmingsplan heeft het perceel Middelerstraat 4 binnen de bestemming<br />

"Agrarisch gebied A" een agrarisch bouwvlak. Het perceel waar de uitbreiding is<br />

gepland heeft geen agrarisch bouwvlak.<br />

1.3 Het bestemmingsplan sluit aan bij het nieuwe buitengebiedplan<br />

De gemeenten <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>, Deventer en Raalte werken samen aan een nieuw<br />

bestemmingsplan buitengebied voor heel Salland. Het ontwerpbestemmingsplan<br />

Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft van 16 september tot en met 27 oktober 2011 ter inzage<br />

gelegen. In paragraaf 3.7 van deze toelichting wordt nader ingegaan op het<br />

ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en de toegekende bestemmingen<br />

en aanduidingen voor het plangebied van dit bestemmingsplan. Voor wat betreft de<br />

plansystematiek van onderhavig bestemmingsplan is aangesloten bij het<br />

ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />

1.4 De bij het plan behorende stukken<br />

Het bestemmingsplan "Middelerstraat 4" bestaat uit de volgende stukken:<br />

• verbeelding (plankaart), ID plannr. NL.IMRO.1773.BP2010001015-0201;<br />

• planregels.<br />

Op de verbeelding is de bestemming van de in het plan begrepen gronden en opstallen<br />

aangegeven. In de planregels zijn bepalingen opgenomen teneinde de uitgangspunten<br />

van het plan veilig te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting, waarin het<br />

aan het plan ten grondslag liggende onderzoek en een planbeschrijving zijn<br />

opgenomen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

7


1.5 Situering van het plangebied<br />

Het varkenshouderijbedrijf aan de Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> ligt ten noordoosten van de<br />

kern <strong>Olst</strong>, in de nabijheid van de Soestwetering. Hierna is een topografisch kaartje<br />

opgenomen met de situering van het plangebied (aan de hand van een rode pijl). Op<br />

het kaartje is ook de begrenzing van het landbouwontwikkelingsgebied Middel<br />

weergegeven (het rood omlijnde gebied). In Bijlage 1 Situering plangebied is de<br />

situering van het plangebied concreet weergegeven.<br />

Afbeelding: Topografisch kaartje met ligging plangebied Middelerstraat 4 in het<br />

landbouwontwikkelingsgebied.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

8


Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plangebied en de beoogde<br />

ontwikkeling<br />

2.1 Huidige situatie<br />

Op het perceel Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> is een varkenshouderijbedrijf (zeugenhouderij)<br />

gevestigd. Voor het bedrijf is een revisievergunning uit 2005 van kracht. Op basis van<br />

deze milieuvergunning zijn de volgende dieraantallen toegestaan:<br />

Vestigingsdata en bestaande milieuvergunningen<br />

Voor deze inrichting is op 2 juni 2005 door burgemeester en wethouders van de<br />

gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> een revisievergunning verleend voor een varkenshouderij onder<br />

nummer 05.0237. Op basis van voornoemde vergunning mogen binnen de inrichting<br />

de volgende dieren worden gehouden:<br />

Tabel 1: Aantallen dieren volgens vergunning d.d. 2 juni 2005<br />

Stal nummer Rav. code 1 Diersoort Aantal dieren<br />

1 D 3.100.2 Opfokzeugen 100<br />

3 D 1.2.100 Kraamzeugen 52<br />

3 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 621<br />

4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 444<br />

4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 464<br />

5 D 1.2.100 Kraamzeugen 64<br />

6 D 2.100 Dekberen 3<br />

6 D 3.100.2 Opfokzeugen 12<br />

6 D 1.3.10 Guste en dragende zeugen 301<br />

6 D 1.3.101 Guste en dragende zeugen 50<br />

7 D2.100 Dekberen 2<br />

7 D 1.1.3.1 Gespeende biggen 616<br />

8 D 3.2.7.2.1. Opfokzeugen 88<br />

De vergunning van 2 juni 2005 heeft o.a. betrekking op een verandering van de<br />

inrichting dat tevens is aan te merken als bouwen in de zin van de Woningwet.<br />

Voor stal 8 (ten behoeve van 88 opfokzeugen) is geen bouwvergunning verleend en<br />

deze stal is niet gerealiseerd. Op grond van artikel 8.18 lid 1a Wm en artikel 20.8 Wm is<br />

de vergunning voor wat betreft de stal voor het houden van 88 opfokzeugen (stal 8) 3<br />

jaar na het verlenen van de vergunning komen te vervallen, en is de milieuvergunning<br />

in werking getreden.<br />

Na het vervallen van de rechten m.b.t. stal 8 mogen binnen de inrichting de volgende<br />

dieren worden gehouden:<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

9


Tabel 2: vergund recht<br />

Stal nummer Rav. code 2 Diersoort Aantal dieren<br />

1 D 3.100.2 Opfokzeugen 100<br />

3 D 1.2.100 Kraamzeugen 52<br />

3 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 621<br />

4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 444<br />

4 D 1.1.100.1 Gespeende biggen 464<br />

5 D 1.2.100 Kraamzeugen 64<br />

6 D 2.100 Dekberen 3<br />

6 D 3.100.2 Opfokzeugen 12<br />

6 D 1.3.10 Guste en dragende<br />

zeugen<br />

6 D 1.3.101 Guste en dragende<br />

zeugen<br />

301<br />

50<br />

7 D2.100 Dekberen 2<br />

7 D 1.1.3.1 Gespeende biggen 616<br />

Hierna is een luchtfoto van het perceel Middelerstraat 4 opgenomen.<br />

Afbeelding: Luchtfoto Middelerstraat 4 (bron: Google Earth).<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

10


2.2 Beoogde ontwikkeling<br />

De varkenshouder is voornemens zijn zeugenbedrijf uit te breiden met een<br />

vleesvarkenstak. Daartoe dient een nieuwe varkensstal te worden gebouwd en dient<br />

het agrarisch bouwperceel te worden vergroot. Ook worden aanpassingen gedaan aan<br />

de bestaande stallen.<br />

Het doel van de uitbreiding is het realiseren van een varkensbedrijf dat voldoet aan alle<br />

verplichtingen uit de Wet milieubeheer en de IPPC-richtlijn met voldoende<br />

bedrijfseconomisch perspectief voor de toekomst. Door schaalvergroting kan het<br />

bedrijf economisch rendabel blijven zodat geïnvesteerd kan worden in een duurzame<br />

en maatschappelijk verantwoorde productie. De belangrijkste eisen hierbij zijn welzijn,<br />

gezondheid, voedselveiligheid, minimalisering van emissies (ammoniak, geur en stof)<br />

en de afzet dierlijke mest. Uitvoering van het uitbreidingsplan resulteert in de gewenste<br />

schaalvergroting waarmee de continuïteit van het bedrijf op langere termijn blijft<br />

gewaarborgd.<br />

Het voornemen is de nieuwe varkensstal aan de noordkant van de Middelerstraat te<br />

bouwen (op het perceel dat kadastraal bekend is als gemeente <strong>Olst</strong>, sectie C nummer<br />

1983). Uitbreiding aansluitend aan het bestaande agrarisch bouwperceel is namelijk<br />

niet mogelijk op basis van de Wet geurhinder en veehouderij. In Bijlage 2 Bouwplan is<br />

de plattegrondtekening opgenomen van het uitbreidingsplan. De nieuwe stal aan de<br />

overzijde van de Middelerstraat (stal 8) krijgt een oppervlakte van circa 3.000 m 2 (30 bij<br />

100 meter). Het totale agrarisch bouwblok wordt, met de uitbreiding, bijna 2 hectare<br />

groot.<br />

De aanvraag milieuvergunning voor de nieuwe situatie bestaat uit de volgende<br />

dieraantallen:<br />

• 2.199 vleesvarkens;<br />

• 116 kraamzeugen;<br />

• 2.145 gespeende biggen;<br />

• 5 beren;<br />

• 43 opfokzeugen;<br />

• 351 guste- en dragende zeugen.<br />

De nieuwe vleesvarkensstal (stal 8) wordt voorzien van een emissiearm stalsysteem<br />

bestaande uit een gecombineerd luchtwassysteem (85% emissiereductie met<br />

watergordijn en biologische wasser).<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

11


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

12


Hoofdstuk 3<br />

Het beleidskader voor het bestemmingsplan<br />

Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient een gemeente rekening te houden<br />

met het door hogere overheden uitgestippelde beleid. Ook heeft de gemeente<br />

<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> zelf beleidslijnen uitgezet. In dit hoofdstuk wordt daarom ingegaan op de -<br />

voor dit bestemmingsplan - relevante onderdelen van het ruimtelijk beleid van de<br />

provincie Overijssel (Omgevingsvisie en -verordening), regionaal beleid<br />

(Reconstructieplan Salland-Twente) en gemeentelijk beleid (Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>,<br />

Landschapsontwikkelingsplan, Visie landbouwontwikkelingsgebied Middel en<br />

ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>).<br />

3.1 Omgevingsvisie Overijssel<br />

Op 1 juli 2009 is de Omgevingsvisie Overijssel vastgesteld door Provinciale Staten. De<br />

Omgevingsvisie Overijssel is het provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving<br />

van Overijssel. Leidende thema's in de Omgevingsvisie zijn duurzaamheid en<br />

ruimtelijke kwaliteit.<br />

Ontwikkelingsperspectief<br />

Voor de groene en stedelijke omgeving geeft de provincie ontwikkelingsperspectieven.<br />

Deze kunnen worden gezien als de ruimtelijke ontwikkelingsvisie om de<br />

beleidsambities en kwaliteitsambities te realiseren. Het plangebied van dit<br />

bestemmingsplan maakt deel uit van een gebied dat aangeduid is als "Buitengebied<br />

met een accent op agrarische productie" en "landbouwontwikkelingsgebied". Als<br />

overige beleidsaanduiding geldt voor het plangebied de beleidsaanduiding "beekdal".<br />

Gebieden met de aanduiding "Buitengebied met een accent op agrarische productie"<br />

en "landbouwontwikkelingsgebied" zijn gebieden die voorkomen in diverse<br />

landschapstypen en waar ruimte is voor ontwikkeling van intensieve veehouderij. In de<br />

landbouwontwikkelingsgebieden stuurt de provincie via gebiedskenmerken onder<br />

andere op de versterking van landschappelijke contrasten. De uitdaging is om de vaak<br />

grote gebouwen in dit gebied zo te lokaliseren en vorm te geven dat ze de ruimtelijke<br />

en milieukwaliteit versterken.<br />

Gebiedskenmerken<br />

Bij het sturen op ruimtelijk kwaliteit is in de Omgevingsvisie een sleutelrol weggelegd<br />

voor de gebiedskenmerken. Dit zijn de ruimtelijke kenmerken van een gebied of een<br />

gebiedstype, die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit ervan. Om de<br />

gebiedskenmerken inzichtelijk te maken onderscheidt de Omgevingsvisie een viertal<br />

lagen: de natuurlijke laag, de laag van het agrarisch cultuurlandschap, de stedelijke<br />

laag en de "lust- en leisure"-laag. Elk gebied in de provincie wordt gekarakteriseerd<br />

door kenmerken uit de vier verschillende lagen. Vaak liggen ze over elkaar heen en<br />

hebben we op één plek te maken met kenmerken van verschillende lagen. Op andere<br />

plekken is dat niet zo en domineert een bepaalde laag.<br />

De gebiedskenmerken van het plangebied komen voort uit de natuurlijke laag, de laag<br />

van het agrarisch cultuurlandschap en de "lust- en leisure"-laag. In de natuurlijke laag<br />

maakt het plangebied deel uit van een gebied dat aangeduid is als "dekzandvlakte en<br />

ruggen". In de laag van het agrarisch cultuurlandschap maakt het plangebied deel uit<br />

van een gebied dat is aangeduid als "oude hoeve<strong>nl</strong>andschap". De zogenaamde "lusten<br />

leisure"-laag is het domein van de belevenis, betekenis en identiteit. In deze laag<br />

maakt het plangebied deel uit van de "donkerte"-gebieden. Donkere gebieden vragen<br />

alleen minimaal noodzakelijke toepassing van kunstlicht en het vermijden van onnodig<br />

kunstlicht bij ontwikkelingen in het buitengebied.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

13


3.2 Omgevingsverordening Overijssel 2009<br />

De Omgevingsverordening Overijssel 2009 is gekoppeld aan de Omgevingsvisie. In de<br />

Omgevingsverordening stelt de provincie regels voor bestemmingsplannen. Als het<br />

gaat om ruimtelijke kwaliteit is onder andere vastgelegd dat de nieuwe ontwikkelingen<br />

die het bestemmingsplan mogelijk maakt, bijdragen aan het versterken van de<br />

ruimtelijke kwaliteit conform de geldende gebiedskenmerken. In de toelichting moet<br />

inzichtelijk worden gemaakt op welke wijze toepassing is gegeven aan de<br />

vierlagenbenadering en op welke wijze de Catalogus Gebiedskenmerken is gebruikt bij<br />

de ruimtelijke inpassing. Ook dient te worden gemotiveerd dat de nieuwe ontwikkeling<br />

past binnen het ontwikkelingsperspectief dat in de Omgevingsvisie Overijssel voor het<br />

gebied is neergelegd.<br />

Daarnaast is in de Omgevingsverordening vastgelegd (in 2.1.6) dat<br />

bestemmingsplannen voor de Groene omgeving kunnen voorzien in nieuwvestiging en<br />

grootschalige uitbreidingen van bestaande functies in de Groene omgeving, uitsluitend<br />

indien hier sociaaleconomische en/of maatschappelijke redenen voor zijn en er is<br />

aangetoond dat het verlies aan ecologische en/of landschappelijke waarden in<br />

voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van<br />

ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.<br />

In de toelichting van de Omgevingsverordening is aangegeven dat de kwaliteitsimpuls<br />

in elk geval van toepassing is, als er een agrarisch bouwperceel ontstaat dat groter is<br />

dan 1,5 hectare.<br />

3.3 Reconstructieplan Salland-Twente<br />

Twente en Salland, waar de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> deel van uitmaakt, hebben net als<br />

andere (zand)gebieden in Zuid- en Oost-Nederland te maken met een hoge<br />

veedichtheid. In deze gebieden, de zogenaamde concentratiegebieden, is de<br />

intensieve veehouderij sterk vertegenwoordigd en doen zich verschillende problemen<br />

voor die nauw met elkaar samenhangen. Kern van de problematiek is dat landbouw,<br />

wonen, werken, mobiliteit, recreatie en natuur en landschap elkaar te vaak in de weg<br />

zitten. Gevolg is dat economische functies in het landelijk gebied beperkt worden in<br />

hun ontwikkelingsmogelijkheden, met alle nadelige gevolgen van dien voor de<br />

sociaaleconomische vitaliteit en de leefbaarheid van het gebied. Om deze<br />

samenhangende problematiek aan te pakken is de Reconstructiewet<br />

concentratiegebieden opgesteld, die op 1 april 2002 in werking is getreden. Het<br />

Reconstructieplan Salland-Twente (2004) vormt voor Salland en Twente de basis voor<br />

de reconstructie.<br />

De Reconstructiewet concentratiegebieden vraagt het reconstructiegebied in te delen<br />

in drie soorten zones of gebieden: landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied<br />

en extensiveringsgebied. Hoofdlijn van het beleid is dat de intensieve veehouderij<br />

geleidelijk uit het extensiveringsgebied zal verdwijnen en zich (verder) zal<br />

concentreren in het landbouwontwikkelingsgebied en op aan te wijzen sterlocaties in<br />

het verwevingsgebied. Het plangebied maakt deel uit van<br />

landbouwontwikkelingsgebied (LOG Middel). De hoofdlijn van beleid in<br />

landbouwontwikkelingsgebied is:<br />

• de intensieve veehouderij een duurzaam perspectief op bedrijfsontwikkeling<br />

geven, binnen de geldende wettelijke randvoorwaarden;<br />

• uitbreiding van andere functies, zoals (verspreide) woningen en recreatie en<br />

toerisme, die de ontwikkeling van de intensieve veehouderij beperkingen kunnen<br />

opleggen zo veel mogelijk tegengaan;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

14


• ruimte bieden voor de uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijbedrijven<br />

en nieuwvestiging van intensieve veehouderij toestaan (initiatieven daartoe zullen<br />

zoveel mogelijk in de vorm van clusters worden gerealiseerd);<br />

• de ontwikkeling van andere landbouwfuncties ruimte bieden en waar mogelijk<br />

stimuleren.<br />

3.4 Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />

Met de Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (2009), met als titel "Versterken van een dijk van een<br />

gemeente", positioneert <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> zich als een dynamisch gebied in de luwte tussen<br />

twee netwerksteden (Zwolle en Deventer), waar het aangenaam wonen, werken en<br />

recreëren is. De structuurvisie (toekomstvisie) vormt een samenhangend<br />

ontwikkelingsbeeld voor de gemeente in 2025. In de toekomstvisie zijn bouwstenen<br />

beschreven die het fundament voor de toekomstvisie vormen. Het gaat om de<br />

volgende bouwstenen: water als drager van de structuur, kwaliteit en diversiteit van<br />

ecologie en natuur, landschap en cultuurhistorie, goed bereikbaar in de regio, een<br />

brede en gezonde landbouw, wonen als krachtig middel voor een vitale gemeente, een<br />

brede economische structuur en recreatie en toerisme als kwalitatieve groeimarkt. Per<br />

bouwsteen is aangegeven wat de belangrijkste (beleids)kaders zijn en welke keuzes<br />

gemaakt worden.<br />

Over de landbouw staat in de structuurvisie vermeld dat de schaalvergroting in de<br />

melkveehouderij, biologische landbouw en de intensieve veehouderij om ruime en<br />

efficiënte kavels vraagt. In de structuurvisie zijn de landbouwontwikkelingsgebieden uit<br />

het reconstructieplan één-op-één overgenomen. Het plangebied maakt op de<br />

beleidskaart van de structuurvisie dan ook deel uit van landbouwontwikkelingsgebied.<br />

In de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's) staat de intensieve veehouderij<br />

centraal. Het huidige reconstructiebeleid wordt gecontinueerd. Voor de LOG's zijn<br />

gemeentelijke visies ontwikkeld. De landschappelijke inpassing van de<br />

bedrijfsgebouwen is daarbij van belang. De LOG-visie Middel wordt in paragraaf 3.6<br />

behandeld.<br />

De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft een geactualiseerde Structuurvisie vastgesteld op 12<br />

december 2011.De actualisatie heeft vooral betrekking op de aanpassing van het<br />

woningbouwprogramma. De actualisatie heeft geen betrekking op de ontwikkeling die<br />

met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt.<br />

3.5 Landschapsontwikkelingsplan Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte<br />

De gemeenten Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte hebben een<br />

Landschapsontwikkelingsplan (LOP, 2008) opgesteld met als doel een gezame<strong>nl</strong>ijk<br />

kader te hebben, op basis waarvan nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied kunnen<br />

worden beoordeeld. Het LOP is een belangrijke onderlegger voor de in voorbereiding<br />

zijnde nieuwe bestemmingsplannen voor het buitengebied van de drie gemeenten.<br />

In de ontwerp-actualisatie van de Structuurvisie <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (zie ook 3.4) wordt het LOP<br />

als integraal onderdeel van de gemeentelijke structuurvisie aangewezen, dit is van<br />

belang om in ruimtelijke overeenkomsten bijdragen te kunnen vragen voor realisatie<br />

van doelen uit het LOP.<br />

Een belangrijk onderdeel van het LOP is de LOP-visie "Een plus voor het landschap".<br />

In deze visie wordt het toekomstbeeld voor het buitengebied geschetst. Vanuit de visie<br />

wordt duidelijk welke ontwikkelingen op welke wijze passen in het landschap en hoe<br />

het karakter van het landschap versterkt kan worden.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

15


Het plangebied van dit bestemmingsplan maakt op de visiekaart deel uit van het<br />

deelgebied komme<strong>nl</strong>andschap (onderdeel van het riviere<strong>nl</strong>andschap). Het<br />

komme<strong>nl</strong>andschap is in lichtblauw aangegeven. In onderstaand is een fragment van<br />

de visiekaart opgenomen. Voor het plangebied geldt tevens de structuurdrager<br />

mengelgronden (de verticale groene strepen).<br />

Afbeelding: Fragment visiekaart Landschapsontwikkelingsplan.<br />

Het komgebied van Salland ligt op de overgang van het rivierengebied naar het<br />

dekzandlandschap. Het gebied wordt gekarakteriseerd door een afwisseling tussen<br />

open lagere delen tegenover de beslotenheid van bochtige beplante wegen en<br />

boerderijen op de hogere oost-west gerichte gronden (mengelgronden).<br />

Het landschap van Salland wordt afwisselender en beter leesbaar wanneer de<br />

verschillen tussen de laaggelegen open gebieden en verdichte ruggen wordt versterkt.<br />

Het landschapsbeleid is gericht op behouden en versterken van deze karakteristiek.<br />

De visie van het Landschapsontwikkelingsplan is om bij belangrijke ruimtelijke en<br />

maatschappelijke ontwikkelingen in het gebied de meerwaarde te zoeken voor het<br />

landschap. Nieuwe ontwikkelingen dienen bij te dragen aan de versterking van het<br />

landschap. Hiertoe is per "motor" (ontwikkeling) kort de ruimtelijke opgave benoemd.<br />

Eén van de ontwikkeling is de schaalvergroting van de erven (in de landbouw). De<br />

aanknopingspunten voor ontwikkeling van bestaande en nieuwe erven liggen in de<br />

kenmerken van het omringende landschap. Voor het komme<strong>nl</strong>andschap wordt het<br />

volgende aangegeven: ruimtelijk versterken van de mengelgronden door beplantingen<br />

en nieuwe bedrijven, passend in de maat en schaal van het landschap.<br />

Bij de begeleiding van de opmaak van landschapsplannen voor deze moderne erven<br />

zullen de gemeenten aandacht besteden aan de ontwikkeling van een relatie tussen<br />

erf en landschap door middel van bij het landschapstype passende<br />

beplantingsvormen, erfindeling en sortimentskeuze. Het landschapsplan dient<br />

voorstellen te bevatten voor het samenspel (inpassing) van de grote gebouwen met<br />

robuuste beplantingen. Oplossingen kunnen in deze gevallen niet steeds binnen de<br />

krappe contour van de erven worden gevonden. Bosjes, kavelgrens- en<br />

wegbeplantingen horen deel uit te maken van het landschapsplan.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

16


3.6 Visie landbouwontwikkelingsgebied Middel<br />

Het gebied Middel is in het Reconstructieplan Salland-Twente aangewezen als<br />

landbouwontwikkelingsgebied (LOG). Het plangebied maakt deel uit van het LOG<br />

Middel (zie ook pragraaf 1.5 Situering van het plangebied).<br />

Het reconstructieplan geeft hoofdlijnen voor de gewenste ontwikkelingen in<br />

landbouwontwikkelingsgebied (zie ookparagraaf 3.3). Het is aan de gemeenten<br />

nadere invulling aan de hoofdlijnen te geven. De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft de Visie<br />

landbouwontwikkelingsgebied Middel (2009) opgesteld. Door middel van deze visie<br />

heeft de gemeente een instrument in handen om individuele aanvragen te toetsen,<br />

weten landbouwbedrijven waaraan hun aanvragen moeten voldoen en krijgen<br />

bewoners inzicht in de ontwikkelings(on)mogelijkheden in hun omgeving.<br />

In hoofdstuk 5 van de LOG-visie Middel wordt beschreven hoe omgegaan wordt met<br />

bestaande agrarische bedrijven en welke ruimte geboden wordt aan de nieuwvestiging<br />

van intensieve veehouderij. Voor bestaande agrarische bedrijven zijn de volgende<br />

uitgangspunten vastgelegd:<br />

• er dient ruimte te blijven voor de groei van de bestaande bedrijven;<br />

• groei van bestaande bedrijven, hervestiging en nieuwvestiging dient te voldoen<br />

aan de wettelijke eisen die er zijn vanuit onder andere milieu, ruimtelijke ordening<br />

en volksgezondheid;<br />

• de standaard geurnorm vanuit de Wet geurhinder en veehouderij wordt<br />

gehanteerd;<br />

• voorafgaand aan de uitbreiding dient een uitgewerkt landschapsplan te worden<br />

overlegd;<br />

• in het bestemmingsplan buitengebied wordt een binnenplanse<br />

wijzigingsbevoegdheid opgenomen teneinde te groeien tot een maximale omvang<br />

van 2 hectare;<br />

• onder strikte voorwaarden mogen bedrijven groeien tot een maximale omvang van<br />

2,5 hectare.<br />

Het LOG is op de visiekaart behorende bij de LOG-visie, onderverdeeld in drie zones<br />

(zie afbeelding hierna). Het plangebied Middelerstraat 4 maakt onderdeel uit van de<br />

paarse zone. In de paarse gebieden bestaat de mogelijkheid om een bestaand<br />

bouwblok of bestaande burgerwoning om te zetten naar een intensieve veehouderij.<br />

Gelet op het gegeven dat het voorliggende bestemmingsplan de uitbreiding van een<br />

bestaande intensieve veehouderij betreft wordt niet nader ingegaan op de verdere<br />

ontwikkelingsmogelijkheden binnen de paarse gebieden.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

17


Afbeelding: Visiekaart LOG Middel.<br />

In de LOG-visie Middel wordt ook aangegeven aan welke landschappelijke<br />

voorwaarden uitbreidingen en nieuwvestigingen van agrarische bedrijven moeten<br />

voldoen. Daartoe zijn de deelgebieden uit het Landschapsontwikkelingsplan (zie<br />

afbeelding paragraaf 3.5) verder verfijnd tot de kaart, die hierna is weergegeven. Per<br />

deelgebied zijn inpassingsprincipes opgesteld. Voor het plangebied geldt het principe<br />

"mengelgronden". Randvoorwaarden voor de erfinrichting zijn onder andere: erf heeft<br />

gedraaide ligging ten opzichte van de weg, aanplanten solitaire bomen op erf en langs<br />

weg, de kleuren van de bedrijfsgebouwen dienen gedekt te zijn en het gebruik van<br />

glimmende materialen is niet toegestaan. Verder wordt in de LOG-visie nog vermeld<br />

dat om de erven tot hun recht te laten komen in een groter geheel, het van belang is dat<br />

de bewoningsassen in het gebied versterkt worden.<br />

Afbeelding: Deelgebieden landschappelijke inpassing LOG Middel.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

18


3.7 Bestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> (ontwerp)<br />

De gemeenten Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte werken samen aan een nieuw<br />

bestemmingsplan buitengebied voor heel Salland. Het bieden van<br />

ontwikkelingsmogelijkheden met behoud en versterking van het waardevolle<br />

landschap van Salland vormen de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan.<br />

Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP), zie paragraaf 3.5, is leidend voor het<br />

bestemmingsplan buitengebied en vormt de richtlijn voor ontwikkelingen. Het<br />

ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft van 16 september tot en met<br />

27 oktober 2011 ter inzage gelegen.<br />

Toegekende bestemmingen/aanduidingen<br />

In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft het plangebied de<br />

bestemming "Agrarisch" (A). Het bebouwde perceel Middelerstraat 4 heeft een<br />

agrarisch bouwvlak met de aanduiding "intensieve veehouderij" en "karakteristiek". Op<br />

onderstaande afbeelding is een fragment van de verbeelding van het<br />

ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> opgenomen.<br />

Afbeelding: Fragment ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />

Bouwvlakken met de aanduiding "intensieve veehouderij" zijn bestemd voor de<br />

uitoefening van een intensieve veehouderij. Ter plaatse van de aanduiding<br />

"karakteristiek" kunnen nader eisen gesteld worden aan de situering en/of de<br />

lengte-breedteverhouding van nieuw te bouwen bebouwing en de nokrichting van de<br />

kappen van gebouwen, teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of<br />

landschappelijke situatie van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het<br />

karakteristieke pand te verzekeren. Met het in het ontwerpbestemmingsplan<br />

Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> toegekende agrarisch bouwvlak is uitbreiding met bebouwing<br />

mogelijk aan de zuid- en oostkant van de huidige bebouwing. Een uitbreiding aan de<br />

overzijde van de Middelerstraat behoort op basis van het ontwerpbestemmingsplan<br />

niet tot de mogelijkheden.<br />

Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van het vergroten van agrarische<br />

bouwvlakken<br />

In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> is binnen de bestemming<br />

"Agrarisch" een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het vergroten<br />

van agrarische bouwvlakken (onder 3.7.2 van de regels). De volgende voorwaarden<br />

worden hierbij gehanteerd:<br />

a. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar voor zover een<br />

doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;<br />

b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een<br />

bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw<br />

van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;<br />

c. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />

d. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' waar tevens<br />

de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten<br />

behoeve van de uitbreiding van de intensieve veehouderijtak worden vergroot tot<br />

ten hoogste 1,5 ha;<br />

e. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' de aanduiding<br />

'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten behoeve van de<br />

uitbreiding van een grondgebonden agrarische productietak worden vergroot tot<br />

ten hoogste 2 ha;<br />

f. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' mogen worden<br />

vergroot tot ten hoogste 1 ha;<br />

g. overige bouwvlakken mogen worden vergroot tot ten hoogste 2 ha;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

19


h. indien het bouwvlak vergroot wordt tot 1,5 ha, dient er voorzien te worden in een<br />

adequate landschappelijke inpassing;<br />

i. indien het bouwvlak tot meer dan 1,5 ha vergroot wordt, dient door middel van een<br />

inrichtingsplan aangetoond te worden dat sprake is van een goede<br />

landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit van het<br />

gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />

Voor het bouwvlak geldt de aanduiding "reconstructiewetzone -<br />

landbouwontwikkelingsgebied". Dit betekent dat het bouwvlak Middelerstraat 4<br />

binnenplans zou mogen worden vergroot tot ten hoogste 2 hectare.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

20


Hoofdstuk 4<br />

Onderzoeksresultaten<br />

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan aspecten en waarden die relevant zijn<br />

voor het opstellen van dit bestemmingsplan. In de eerste plaats wordt aandacht<br />

besteed aan milieuaspecten. Vervolgens wordt ingegaan op de watertoets en op<br />

waarden van natuur, landschap en archeologie. Tot slot van dit hoofdstuk wordt<br />

ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het plan.<br />

4.1 Milieuaspecten<br />

Bij het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang te onderzoeken in<br />

hoeverre milieuhygiënische aspecten belemmeringen opleveren voor de voorgestane<br />

ontwikkeling. In deze paragraaf wordt daarom ingegaan op (in willekeurige volgorde):<br />

geur, ammoniak, bodem, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid.<br />

De toets aan het merendeel van deze milieuaspecten vindt ook plaats in het kader van<br />

de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu en de benodigde vergunning op<br />

grond van de Natuurbeschermingswet. Bij een aantal milieuaspecten wordt daarom in<br />

onderstaande verwezen naar onderzoeken, die in het kader van de aanvraag<br />

omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu of in het kader van de aanvraag voor<br />

de Nbwet-vergunning zijn uitgevoerd.<br />

Geur<br />

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) schrijft voor op welke wijze de geurhinder<br />

vanwege dierenverblijven beoordeeld moet worden indien een veehouderij een<br />

milieuvergunning aanvraagt. Beoordeeld moet worden of voor de nabijgelegen<br />

woningen van derden een voldoende woon- en leefklimaat blijft gegarandeerd. Op<br />

basis van de Wgv geldt voor de nabijgelegen woningen een geurnorm van 14,0<br />

Oue/m³ (binnen concentratiegebied, buiten de bebouwde kom).<br />

In de nabijheid van de varkenshouderij aan de Middelerstraat 4 zijn de volgende<br />

geurgevoelige objecten aanwezig:<br />

• Middelerstraat 2: woning behorende bij een veehouderij;<br />

• Middelerstraat 1: burgerwoning, buiten de bebouwde kom;<br />

• Middelerstraat 4a: woning behorende bij een veehouderij;<br />

• Middelerstraat 3: woning behorende bij een veehouderij;<br />

• Middelerstraat 5: woning behorende bij een veehouderij;<br />

• Middelerstraat 7: burgerwoning, buiten de bebouwde kom;<br />

• Bruinsweg 6: woning behorende bij een veehouderij.<br />

Met behulp van het programma V-stacks vergunning (versie 2010) is de geurbelasting<br />

als gevolg van het uitbreidingsplan van het varkenshouderijbedrijf aan de<br />

Middelerstraat 4, berekend. Uit de berekeningen blijkt dat de geurnorm van 14,0<br />

Oue/m³ op geen enkele woning in de buurt wordt overschreden. Ten aanzien van de<br />

bedrijfswoningen van de veehouderijen wordt voldaan aan de geldende afstand van 50<br />

meter. Er wordt daarmee voldaan aan de normen die gelden op basis van de Wet<br />

geurhinder en veehouderij. De berekening is opgenomen in de aanvulling van de<br />

omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu (in Bijlage 5 Cumulatieve<br />

geurberekening ), opgenomen als Bijlage 4 Aanvulling aanvraag Nbwetvergunning bij<br />

deze toelichting.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

21


Ook is voor de uitbreiding van het varkenshouderijbedrijf een cumulatieve<br />

geurberekening uitgevoerd. De cumulatieve geurberekening, uitgevoerd door<br />

ARCADIS, is neergelegd in een memo met onderwerp "Cumulatieve geurberekening<br />

Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong>" en datum 16 juni 2011. De volledige memo is opgenomen in<br />

Bijlage 5 Cumulatieve geurberekening. Hierna wordt volstaan met de conclusies.<br />

In de visie voor het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Middel, waar het plangebied<br />

deel van uitmaakt, is de achtergrondbelasting van het LOG in kaart gebracht. Het<br />

niveau van de achtergrondbelasting in en om het LOG is in de huidige situatie ter<br />

plaatse van geurgevoelige objecten (woningen van derden) goed tot redelijk goed.<br />

ARCADIS heeft vervolgens opnieuw de achtergrondbelasting in de omgeving van de<br />

Middelerstraat 4 berekend, inclusief de beoogde uitbreiding van het<br />

varkenshouderijbedrijf aan de Middelerstraat 4. In de omgeving van de Middelerstraat<br />

4 blijft dan een redelijk goed tot goed leefklimaat heersen.<br />

Enkel voor de meest nabijgelegen woning ontstaat een beperkte verslechtering van het<br />

leefklimaat in de nabije omgeving. Deze woning heeft dan een cumulatieve<br />

geurbelasting van 21,8 Oue/m³. Zonder de uitbreiding van de varkenshouderij, dus op<br />

basis van de bestaande situatie heeft deze woning een leefklimaat matig. Er was dus<br />

reeds sprake van een overbelaste situatie.<br />

De uitbreidingsplannen voor de Middelerstraat 4 dragen over het algemeen niet bij aan<br />

een verslechtering van het leefklimaat in de nabije omgeving. Slechts één woning<br />

wordt in beperkte mate negatief beperkt. Deze woning (aan de Middelerstraat 1) heeft<br />

te maken met de geurbelasting van drie nabijgelegen veehouderijen.<br />

De uitbreiding van de varkenshouderij aan de Middelerstraat 4 vindt plaats door<br />

toepassing van stalsystemen met maximale geurreductie en een uitvoering van de<br />

stallen die leidt tot een zo laag mogelijke belasting voor de omgeving. De veehouderij<br />

voldoet aan de individuele geurnormen uit de Wet geurhinder en veehouderij.<br />

ARCADIS co<strong>nl</strong>udeert daarom dat de beoogde uitbreiding mogelijk is aangezien:<br />

• bij de uitbreidingsplannen maximaal rekening is gehouden met zo min mogelijk<br />

belasting voor de omgeving;<br />

• er wordt voldaan aan de eisen van de Wet geurhinder en veehouderij;<br />

• er reeds sprake was van een overbelaste situatie bij de woning aan de<br />

Middelerstraat 1.<br />

Ammoniak<br />

Ammoniakemissie en -depositie<br />

Op het bedrijf vindt uitstoot van ammoniak plaats. De ammoniak die vrijkomt uit de<br />

stallen slaat elders neer. Deze zogenaamde depositie kan een negatief effect hebben<br />

op de kwaliteit van natuur die gevoelig is voor verzuring en vermesting.<br />

De Crisis- en herstelwet, die op 31 maart 2010 van kracht is geworden, omvat regels<br />

met betrekking tot een versnelde ontwikkeling en verweze<strong>nl</strong>ijking van ruimtelijke en<br />

infrastructurele projecten. Eén van de maatregelen waarin deze wet voorziet zijn de<br />

rek- en ruimtemaatregelen in het beschermingsregime voor natuurgebieden. Daartoe<br />

wijzigt de Crisis- en herstelwet de Natuurbeschermingswet 1998. Artikel 19kd van de<br />

Natuurbeschermingswet 1998 houdt in dat de gevolgen voor de stikstofdepositie van<br />

bestaande, niet in betekenende mate gewijzigde activiteiten (peildatum 7 december<br />

2004), niet wordt getoetst bij de beoordeling van een aanvraag van een<br />

Nbwet-vergunning (artikel 19kd, eerste lid, onderdeel a, Nbwet). Dat geldt ook voor<br />

uitbreidingen van bestaande activiteiten en nieuwe activiteiten, onder de voorwaarden<br />

dat er per saldo nergens sprake is van een toename van stikstofdepositie in een Natura<br />

2000-gebied (artikel 19kd, eerste lid, onder b, Nbwet).<br />

In deze situatie worden de stallen emissiearm uitgevoerd, zodat het bedrijf als geheel<br />

voldoet aan het Besluit huisvesting. Een stal wordt uitgerust met een luchtwasser.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

22


Daarnaast wordt er ammoniak'recht' overgenomen van een veehouder, die zijn bedrijf<br />

heeft beëindigd. Door de overname en het nemen van maatregelen aan de stallen<br />

wordt de emissie en depositie verminderd ten opzichte van de bestaande situatie.<br />

Uit de berekeningen uit de vergunningaanvraag uit 2011 bleek dat de emissie zou<br />

toenemen maar door aankoop en compensatie van rechten van derden en het treffen<br />

van maatregelen aan de stallen binnen de normen voor een Nbwetvergunning zou<br />

blijven. De volledige aanvraag is opgenomen in Bijlage 3 Aanvraag vergunning Nbwet.<br />

Uit een uitspraak van de Raad van State bleek dat bij de berekening anders mocht<br />

worden omgegaan met de vergunde aantallen dieren (rekenen met de aantallen van<br />

1999 in plaats van 2004). Door de overname en het nemen van maatregelen aan de<br />

stallen wordt de emissie en depositie verminderdof blijkt gelijk ten opzichte van de<br />

bestaande situatie. Eén en ander blijkt uit de berekeningen, die zijn uitgevoerd in het<br />

kader van de aanvraag voor een vergunning in het kader van de<br />

Natuurbeschermingswet 1998. Deze aanvulling op de aanvraag is opgenomen als<br />

Bijlage 4 Aanvulling aanvraag Nbwetvergunning.<br />

Wet ammoniak en veehouderij<br />

Ter voorkoming van schade aan zeer kwetsbare gebieden is de uitbreiding getoetst<br />

aan de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) en de bijbehorende Regeling ammoniak<br />

en veehouderij. Op grond van artikel 6 van de Wav moet een vergunning voor het<br />

veranderen van een veehouderij worden geweigerd, indien de aanvraag betrekking<br />

heeft op een uitbreiding van het aantal dieren van een of meer diercategorieën en als<br />

een tot die veehouderij behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk gelegen is in een<br />

zeer kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rondom een zodanig<br />

gebied.<br />

De varkenshouderij aan de Middelerstraat 4 is niet gelegen in een zeer kwetsbaar<br />

gebied, dan wel in een zone van 250 meter rondom een dergelijk gebied.<br />

Bodem<br />

In het kader van de bestemmingsplanwijziging en de bouw van de nieuwe stal, is door<br />

Tauw een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is neergelegd in<br />

het rapport "Verkennend bodemonderzoek Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong>" (datum 18 januari<br />

2011) en opgenomen als Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek. Hierna wordt<br />

volstaan met de onderzoeksresultaten.<br />

Zowel in het mengmonster van de bovengrond als in het mengmonster van de<br />

ondergrond, zijn geen van de geanalyseerde parameters aangetoond in gehalten<br />

boven de achtergrondwaarde en/of rapportagegrens.<br />

In het grondwater van peilbuis 1 overschrijdt de concentratie van barium de<br />

streefwaarde in lichte mate. De overige geanalyseerde parameters zijn gemeten in<br />

concentraties beneden de streefwaarde en/of rapportagegrens. De verhoogde<br />

concentratie van barium is naar alle waarschij<strong>nl</strong>ijkheid van nature aanwezig. Dit metaal<br />

komt als complexgebonden metaal voor in de bodem en is niet te relateren aan<br />

bedrijfsmatige activiteiten op het terrein.<br />

Geconcludeerd wordt dat er op basis van de onderzoeksresultaten geen<br />

milieuhygiënische belemmeringen aanwezig zijn voor de voorgenomen<br />

bouwactiviteiten.<br />

Geluid<br />

Geluid vanwege de inrichting<br />

Voor de nieuwe, aangevraagde bedrijfssituatie is door Sain milieuadvies een<br />

akoestisch onderzoek uitgevoerd, neergelegd in het rapport "Akoestisch Onderzoek.<br />

Agrarisch bedrijf H.T. Logtenberg, Middelerstraat 4, <strong>Olst</strong>" (kenmerk 2010-2046-0 en<br />

datum 3 juni 2011). Het akoestisch onderzoeksrapport is opgenomen als Bijlage 7<br />

Akoestisch onderzoek. Hierna wordt volstaan met de conclusies uit het onderzoek.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

23


In het onderzoek zijn het gemiddelde geluidsniveau (langtijdgemiddeld<br />

beoordelingsniveau L Ar,LT ) en het piekgeluidsniveau berekend (maximaal<br />

geluidsniveau L Amax ). Het gemiddelde en het piekgeluidsniveau is berekend op de<br />

woningen, die rondom het bedrijf liggen. Ten aanzien van het langtijdgemiddeld<br />

beoordelingsniveau L Ar,LT luiden de conclusies:<br />

• Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voldoet aan de richtwaarde voor<br />

landelijke omgeving.<br />

• Tijdens de afvoer van vleesvarkens in de vroege ochtend (nachtperiode) wordt de<br />

richtwaarde op de Middelerstraat 1 en 4a met 4 dB overschreden. Organisatorisch<br />

is het niet te voorkomen dat de activiteit in de nachtperiode plaatsvindt.<br />

Maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren zijn niet mogelijk of zullen op<br />

financiële en landschappelijke bezwaren stuiten. Omdat deze activiteit minder dan<br />

een etmaalperiode per week plaatsvindt, kan het gezien worden als een<br />

regelmatige afwijking van de representatieve bedrijfssituatie. Hiervoor kan een<br />

aangepaste normstelling worden vastgesteld.<br />

• Tijdens het mixen van mest aan de zuidzijde van stal 6 is de geluidsbelasting hoger<br />

dan in de representatieve bedrijfssituatie. De richtwaarde wordt in deze situatie op<br />

de Middelerstraat 4a met 6 dB overschreden. Deze activiteit vindt echter slechts<br />

eenmaal per jaar plaats en kan daarom beschouwd worden als incident, zoals<br />

bedoeld in de 12-dagen regeling.<br />

Ten aanzien van het maximaal geluidsniveau L Amax luidt de conclusie:<br />

• Het maximale geluidsniveau voldoet in alle drie de onderzochte situaties aan de<br />

grenswaarde. Het is praktisch niet mogelijk om aan de richtwaarde te voldoen.<br />

Voor wat betreft de indirecte hinder wordt het volgende geconcludeerd:<br />

• De geluidsbelasting ten gevolge van de indirecte hinder voldoet in alle onderzochte<br />

situaties aan de voorkeursgrenswaarde volgens de circulaire "Geluidhinder<br />

veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het<br />

kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer", Minister van<br />

VROM, 29 februari 1996.<br />

Geluid vanwege het wegverkeer<br />

Op grond van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) moet bij de voorbereiding van<br />

de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek<br />

ingesteld worden naar geluidbelastingen op de gevels van woningen, afkomstig van<br />

het wegverkeerslawaai. Omdat in dit geval geen nieuwe geluidgevoelige objecten<br />

worden gerealiseerd is een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk, gelet op artikel 76<br />

lid 3 Wet geluidhinder.<br />

Luchtkwaliteit<br />

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in<br />

de Wet milieubeheer (Wm), hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de<br />

bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een<br />

bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:<br />

a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet<br />

leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer<br />

opgenomen grenswaarde, of;<br />

b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt,<br />

leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buite<strong>nl</strong>ucht van de<br />

desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de<br />

desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een<br />

samenhangende maatregel of een optredend effect, of;<br />

c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet<br />

in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buite<strong>nl</strong>ucht van een stof<br />

waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

24


d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het<br />

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (in werking getreden per<br />

01-08-2009).<br />

In de onderhavige situatie is sprake van de onder a vermelde grond, gelet op het<br />

volgende.<br />

Door Nutreco is onderzocht welke gevolgen de aangevraagde bedrijfssituatie heeft<br />

voor de lokale luchtkwaliteit. Met de daartoe bestemde programma's ISL3a en CAR II<br />

is een model opgezet voor de verspreiding van fijn stof. Hierbij is de aangevraagde<br />

situatie onderzocht voor het jaar 2010. De resultaten zijn vervolgens per rekenpunt<br />

getoetst aan de grenswaarden. Het onderzoek is neergelegd in de "Rapportage<br />

Luchtkwaliteit" en maakt onderdeel uit (bijlage 11) van de aanvulling van de aanvraag<br />

voor de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu, zie Bijlage 4 van deze<br />

toelichting. Hierna wordt volstaan met de conclusie.<br />

In de landbouwsector is voornamelijk de emissie van fijn stof bepalend voor de lokale<br />

luchtkwaliteit. Emissie van overige stoffen zijn voor onderhavig bedrijf<br />

verwaarloosbaar. De stallen zijn de belangrijkste bron van fijn stof emissie.<br />

Voor de aangevraagde situatie is de emissie van fijn stof berekend. Hieruit blijkt dat er<br />

geen overschrijdingen plaatsvinden aangaande de jaargemiddelde concentratie,<br />

alsmede met het aantal overschrijdingsdagen van het etmaalgemiddelde. Verder blijkt<br />

dat de bijdrage van de verkeersaantrekkende werking op de emissie van fijn stof<br />

verwaarloosbaar klein is. Het initiatief leidt dus niet tot overschrijding van de in bijlage 2<br />

van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarden.<br />

Externe veiligheid<br />

Sinds 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking<br />

getreden. Hierin zijn regels gesteld teneinde de risico's waaraan burgers in hun<br />

leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen tot een<br />

aanvaardbaar minimum te beperken. Bedrijven die onder het besluit vallen zijn onder<br />

meer grote chemische bedrijven, lpg-tankstations en bedrijven die 10.000 kilo of meer<br />

chemicaliën opslaan. Het besluit verplicht gemeenten en provincies voortaan met<br />

veiligheidsnormen rekening te houden. Op basis van de Risicokaart van de provincie<br />

Overijssel blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle<br />

bedrijven zijn gevestigd die vallen onder het Bevi.<br />

De basis voor de risicobenadering bij het vervoer van gevaarlijke stoffen (over weg,<br />

water en spoor) ligt in "Omgaan met risico's". De algemene uitgangspunten zijn<br />

uitgewerkt in de "Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" (RNVGS). Sinds<br />

augustus 2004 is er sprake van een "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke<br />

stoffen". Met deze circulaire wordt het beleid als vervat in de RNVGS verder<br />

geoperationaliseerd en verduidelijkt. In de nabijheid van het plangebied is geen sprake<br />

van routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.<br />

Verder dient voor wat betreft het aspect externe veiligheid rekening te worden<br />

gehouden met buisleidingen. In de nabijheid van de Soestwetering is sprake van een<br />

aardgastransportleiding met nummer N-551-20-KR-021-3. Voor deze leiding geldt een<br />

onderzoeksgebied van 95 meter. Het plangebied ligt op een afstand van circa 180<br />

meter van deze leiding en ligt daarmee buiten het onderzoeksgebied. Nader<br />

onderzoek is daarmee niet nodig.<br />

Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het aspect externe veiligheid geen<br />

beperkingen oplegt aan de uitbreiding van het varkenshouderijbedrijf aan de<br />

Middelerstraat 4.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

25


4.2 Watertoets<br />

Standaard Waterparagraaf (verhard oppervlak 1500 - 30000 m²)<br />

Watertoets<br />

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen<br />

te 'toetsen op water', de zogenaamde Watertoets. De Watertoets is een waarborg voor<br />

water in ruimtelijke plannen en besluiten.<br />

Relevant beleid<br />

Het beleid van het Waterschap Groot Salland staat beschreven in het<br />

Waterbeheerplan 2010-2015, de beleidsnota Leven met Water in Stedelijk Gebied,<br />

Strategische Nota Rioleringsbeleid 2007, Visie Beheer en Onderhoud 2050 en het<br />

Beleidskader Recreatief Medegebruik. Daarnaast is de Keur van het Waterschap<br />

Groot Salland een belangrijk regelstellend instrument, waarmee in ruimtelijke plannen<br />

rekening moet worden gehouden. De genoemde beleidsdocumenten liggen ter inzage<br />

op het hoofdkantoor van het Waterschap Groot Salland. Ook zijn deze te raadplegen<br />

op de internetsite: www.wgs.<strong>nl</strong>. Op gemeentelijk niveau is het in overleg met het<br />

waterschap opgestelde gemeentelijk Waterplan en het (verbreed) gemeentelijk<br />

Rioleringsplan (GRP) van belang.<br />

Invloed op de waterhuishouding<br />

Het plangebied bevindt zich niet binnen een beekdal, primair watergebied of een<br />

stedelijke watercorridor. Binnen het plangebied is geen sprake van<br />

(grond)wateroverlast.<br />

Doordat de verharding binnen het plan toeneemt met meer dan 1500 m² moet speciale<br />

aandacht worden besteed aan compenserende waterberging en aan het zoveel<br />

mogelijk vasthouden van hemelwater binnen het plangebied. Bij plannen waarbij het<br />

verharde oppervlak toeneemt tot een oppervlak van 1500 - 30000 m² wordt een<br />

bergingsopgave van 40 mm als uitgangspunt gehanteerd. Hierbij is ook van belang of<br />

er sprake is van gesloten of open verharding (bijvoorbeeld klinkerbestrating). Bij een<br />

beperkte hoeveelheid (gesloten) verhard oppervlak zou dit kunnen betekenen dat het<br />

hemelwater via een bodempassage wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater of dat<br />

het hemelwater via een zakslootje zoveel mogelijk in de bodem wordt geïnfiltreerd met<br />

een lozingsmogelijkheid op het oppervlaktewater. Dit is mede afhankelijk van de<br />

plaatselijke situatie (veel of weinig oppervlaktewater in de omgeving). Zie ook de tekst<br />

verderop in de waterparagraaf (Voorkeursbeleid hemel- en afvalwater).<br />

Voor de pla<strong>nl</strong>ocatie geldt een toename van de verharding met 4000m². Dit betekent dat<br />

voor onderhavig plan minimaal 160m³ aan berging gerealiseerd moet worden. Hier<br />

wordt in voorzien door de realisatie van een plas-draszone aan de oostzijde van het<br />

plangebied. Indien in de praktijk minder verhard oppervlak wordt gerealiseerd, kan de<br />

hoeveelheid waterberging verhoudingsgewijs naar beneden worden bijgesteld.<br />

Voor de aa<strong>nl</strong>eghoogte wordt door het Waterschap een ontwateringsdiepte<br />

geadviseerd van minimaal 80 centimeter. Dit is de afstand tussen de gemiddelde<br />

hoogste grondwaterstand (GHG) en het maaiveld. Bij het bouwen zonder kruipruimte<br />

kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Grondwateroverlast als<br />

gevolg van afwijkende aa<strong>nl</strong>eghoogten is voor verantwoordelijkheid van de<br />

initiatiefnemers. Om een goed inzicht te krijgen in het grondwatersysteem wordt<br />

geadviseerd om in overleg met het Waterschap zo spoedig mogelijk te starten met een<br />

grondwateronderzoek. Dit kan in eerste instantie op basis van bestaande peilbuizen<br />

binnen of in de omgeving van het plangebied. Indien noodzakelijk kunnen nieuwe<br />

peilbuizen worden geplaatst.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

26


Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen wordt<br />

geadviseerd om een drempelhoogte van 30 centimeter boven het straatpeil te<br />

hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders,<br />

parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van<br />

wateroverlast. Bij de aa<strong>nl</strong>eg van kelderconstructies dient aandacht te worden besteed<br />

aan de toepassing van waterdichte materialen en constructies.<br />

Grenzend aan het plangebied ligt een beschermingszone van een hoofdwatergang of<br />

watergang van het Waterschap Groot Salland. De functie van deze watergang moet te<br />

allen tijde worden gegarandeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de<br />

beschermingszone van deze watergangen zoals in de Keur van het Waterschap Groot<br />

Salland beschreven. Met betrekking tot deze watergang gelden de binnen de Keur van<br />

het Waterschap Groot Salland opgenomen gebods- en verbodsbepalingen. Voor<br />

werkzaamheden binnen de beschermingszone moet een Watervergunning worden<br />

aangevraagd bij het Waterschap Groot Salland. Ten behoeve van het beheer en<br />

onderhoud geldt langs de watergang (vanaf te insteek) een obstakelvrije zone van 5<br />

meter.<br />

Bijna alle agrarische bedrijven vallen onder het lozingenbesluit Open teelt en<br />

veehouderij. Voor akkerbouwbedrijven gelden aanvullende voorschriften voor de<br />

toepassing van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Bij de inrichting van het plan moet<br />

rekening worden gehouden met de voorschriften uit het lozingenbesluit Open teelt en<br />

veehouderij.<br />

Het plan bevat een rioleringscomponent, want door het plan neemt het<br />

afvalwaterdebiet in het bestaande gemengde - of vuilwaterstelsel toe. Door de<br />

uitvoering van het bestemmingsplan neemt de belasting van het bestaande<br />

rioleringsstelsel toe. Dit levert geen problemen op ten aanzien van de capaciteit van<br />

het riolerinsstelsel en de capaciteit van de rioolwaterzuiveringsinstallatie.<br />

Voorkeursbeleid hemel- en afvalwater<br />

Bij de afvoer van overtollig hemelwater is infiltratie in de bodem het uitgangspunt.<br />

Oppervlakkige afvoer naar de infiltratievoorziening en infiltratie via wadi's geniet daarbij<br />

de voorkeur. Als oppervlakkige infiltratie niet mogelijk is, is ondergrondse infiltratie door<br />

middel van bijvoorbeeld een infiltratieriool (IT-riool) of infiltratiekratten een optie. Als<br />

infiltratie niet mogelijk is, kan hemelwater via een bodempassage worden geloosd op<br />

oppervlaktewater. Schoon hemelwater (bijvoorbeeld vanaf dakoppervlakken) kan<br />

direct worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Speciale aandacht wordt besteed aan<br />

duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede<br />

kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen.<br />

Watertoetsproces<br />

De initiatiefnemer heeft het Waterschap Groot Salland geïnformeerd over het plan door<br />

gebruik te maken van http://www.dewatertoets.<strong>nl</strong>//. De beantwoording van de vragen<br />

heeft er toe geleid dat de korte procedure van de watertoets is toegepast. De<br />

bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de<br />

waterhuishouding en de afvalwaterketen. De procedure in het kader van de watertoets<br />

is goed doorlopen. Waterschap Groot Salland geeft een positief wateradvies.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

27


4.3 Natuur, landschap en archeologie<br />

Natuurwaarden<br />

De Flora- en faunawet (2002) richt zich op de bescherming van in het wild levende<br />

planten en dieren. Op basis van deze wet is het onder meer verplicht om bij het<br />

opstellen van bestemmingsplannen na te gaan of er mogelijk nadelige consequenties<br />

zijn voor beschermde inheemse soorten. In dit kader en in het kader van geldende<br />

regelgeving op basis van de Natuurbeschermingswet 1998, is door Bureau Veldkamp<br />

een quickscan natuurtoets uitgevoerd, neergelegd in een brief met als onderwerp<br />

"Uitbreiding van een bestaand bouwblok en de bouw van één en op termijn wellicht<br />

twee varkensstallen aan de Middelerstraat 4 te <strong>Olst</strong> en de ecologische gevolgen<br />

daarvan onder meer in het kader van de Flora- en faunawet" (brief met datum 13<br />

oktober 2009). Deze brief is opgenomen als Bijlage 8 Quickscan natuurtoets. Hierna<br />

wordt volstaan met de conclusies.<br />

Aangetroffen en te verwachten soorten - Uit de natuurtoets wordt het volgende<br />

geconcludeerd.<br />

• Op het perceel groeien geen zeldzame en/of beschermingswaardige planten en<br />

zeker geen soorten die genoemd worden in de Flora- en faunawet.<br />

• Ter plekke van de beoogde uitbreiding broeden geen kieviten of andere<br />

weidevogels.<br />

• Aanwijzingen voor het voorkomen van de in de Flora- en faunawet genoemde<br />

diersoorten werden op het beoogde terrein niet verkregen.<br />

• Omdat er op het perceel zeer weinig bloemplanten groeien, ligt het niet in de lijn<br />

der verwachting dat er zeldzame of beschermenswaardige insecten voorkomen.<br />

• Op het beoogde perceel is geen biotoop voor amfibieën en reptielen aanwezig.<br />

• Aanwijzingen voor het voorkomen van in de Flora- en faunawet genoemde<br />

zoogdieren werden niet verkregen.<br />

• Aan de oostzijde van het perceel is een watergang aanwezig. De waterkwaliteit lijkt<br />

redelijk. Omdat de sloot op enige afstand van het bouwblok ligt en de te bouwen<br />

varkensstallen er geen afvalwater op zullen lozen, valt niet te verwachten dat de<br />

beoogde uitbreiding van het bouwblok en de bouw van varkensstallen afbreuk<br />

zullen doen aan de ecologische kwaliteiten van de watergang.<br />

Gebiedsgericht natuurbeleid - Op enkele kilometers afstand van het plangebied ligt het<br />

Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel. De kortste afstand tot de IJssel is ongeveer<br />

2,2 kilometer. De afstand tot een zeer belangrijk onderdeel van het Natura<br />

2000-gebied, de Duursche Waarden, bedraagt 3,3 kilometer. Bureau Veldkamp<br />

verwacht niet dat de uitbreiding van het varkenshouderijbedrijf een negatieve invloed<br />

kan hebben op de ecologische waarden van het Natura 2000-gebied, temeer omdat<br />

het plangebied ten oosten van de IJssel ligt (weinig of geen inwaai van nutriënten).<br />

Incidenteel foerageren er ganzen en zwanen op het grasland. Mogelijk zijn dit vogels<br />

die pleisteren in de Duursche Waarden. Beziet men het in een groter geheel dan zal de<br />

nieuwe bebouwing van maximaal 1 hectare geen meetbare invloed hebben op de<br />

aantallen pleisterende ganzen in de IJsseluiterwaarden, aldus Bureau Veldkamp.<br />

In het kader van de aanvraag van de vergunning in het kader van de<br />

Natuurbeschermingswet 1998 zijn berekeningen uitgevoerd ten aanzien van de<br />

ammoniakemissie en -depositie, zie daarvoor paragraaf 4.1 Milieuaspecten onder het<br />

kopje "ammoniak".<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

28


Landschapswaarden<br />

In het landschapsontwikkelingsplan (LOP) Deventer, <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> en Raalte, zie ook<br />

paragraaf 3.5, wordt uitgebreid ingegaan op de bijzondere waarden die in het<br />

landschap aanwezig zijn. Uit de analyse van het LOP kan geconcludeerd worden dat<br />

het plangebied binnen de structuurdrager mengelgronden ligt. De mengelgronden<br />

kennen een zekere mate van beslotenheid met bochtige beplante wegen en<br />

boerderijen op de hogere oost-west gerichte gronden. Het landschapsbeleid is gericht<br />

op het behouden en versterken van deze landschapskarakteristiek. In dit geval dienen<br />

de verschillen tussen de laaggelegen open gebieden en verdichte ruggen te worden<br />

versterkt. In het kader van de schaalvergroting van het erf is door Eelerwoude een<br />

landschappelijk inpassingsplan gemaakt. In paragraaf 5.1 Planologische afweging<br />

wordt nader ingegaan op de landschappelijke inpassing van het nieuwe erf.<br />

Archeologische waarden<br />

Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen dient rekening te worden<br />

gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Op 4<br />

oktober 2010 heeft de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> de "Beleidsnota Archeologie gemeente<br />

<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>" vastgesteld. Op de van deze beleidsnota deel uitmakende archeologische<br />

verwachtings- en beleidsadvieskaart geldt voor het plangebied een middelhoge en<br />

lage archeologische verwachtingswaarde. Ook maakt het plangebied deel uit van een<br />

een blauw omlijnd gebied met het nummer 4166. Voor een deel van dit blauw omlijnde<br />

gebied, grenzend aan de projectlocatie, is in 1995 een archeologische veldverkenning<br />

uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat in dit gebied aardewerkresten zijn aangetroffen.<br />

Ten behoeve van het uitbreidingsplan wordt een nieuwe stal gebouwd van circa<br />

3.000m². Omdat de "Beleidsnota Archeologie gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>" stelt dat voor<br />

gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde een onderzoeksplicht geldt bij<br />

plangebieden groter dan 5.000m², wordt in dit geval geen onderzoeksverplichting<br />

opgelegd.<br />

4.4 Economische uitvoerbaarheid<br />

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient een onderzoek te worden<br />

ingesteld naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Het betreft hier een<br />

particulier initiatief. De kosten voor de planprocedure en de kosten voor de nieuwbouw<br />

komen voor rekening van de agrariër. Het kostenverhaal is middels een anterieure<br />

overeenkomst vastgelegd. Ook is de landschappelijke inpassing in een overeenkomst<br />

tussen de gemeente en de agrariër vastgelegd. De agrariër heeft voldoende<br />

aannemelijk gemaakt dat het hier gaat om een economisch uitvoerbaar plan. In het<br />

kader van het bestemmingsplan heeft ook een planschaderisicoanalyse<br />

plaatsgevonden. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat door de planologische<br />

verandering naar verwachting geen schade zal optreden die, op basis van artikel 6.1<br />

Wro, voor vergoeding in aanmerking kan komen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

29


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

30


Hoofdstuk 5<br />

Planologische afweging en planopzet<br />

In Hoofdstuk 3 van deze toelichting is het beleidskader voor het bestemmingsplan aan<br />

de orde gekomen. In Hoofdstuk 4 is het uitbreidingsplan van het varkenshouderijbedrijf<br />

aan de Middelerstraat 4 getoetst aan meerdere aspecten en waarden. Dit hoofdstuk<br />

omvat een planologische afweging op basis van het geschetste beleidskader<br />

(paragraaf 5.1) en een beschrijving van de planopzet (paragraaf 5.2), dat wil zeggen op<br />

welke wijze het initiatief planologisch-juridisch is vastgelegd.<br />

5.1 Planologische afweging<br />

Dit bestemmingsplan maakt de uitbreiding van een varkenshouderijbedrijf mogelijk.<br />

Het bedrijf aan de Middelerstraat 4 ligt binnen landbouwontwikkelingsgebied. In deze<br />

gebieden is, op basis van het Reconstructieplan Salland-Twente, ruimte voor de<br />

ontwikkeling van de intensieve veehouderij.<br />

In de Omgevingsverordening Overijssel is vastgelegd dat bestemmingsplannen voor<br />

de Groene omgeving kunnen voorzien in nieuwvestiging en grootschalige<br />

uitbreidingen van bestaande functies, uitsluitend indien hier sociaaleconomische en/of<br />

maatschappelijke redenen voor zijn en er is aangetoond dat het verlies aan<br />

ecologische en/of landschappelijke waarden in voldoende mate wordt gecompenseerd<br />

door investeringen ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.<br />

Aangegeven wordt dat de kwaliteitsimpuls in elk geval van toepassing is, als er een<br />

agrarisch bouwperceel ontstaat dat groter is dan 1,5 hectare. In deze situatie is de<br />

kwaliteitsimpuls van toepassing, gelet op het feit dat er een agrarisch bouwperceel<br />

ontstaat met een totale oppervlakte van circa 2 hectare (oppervlakte aan beide zijden<br />

van de weg).<br />

In deze situatie is sprake van een uitbreiding van een bestaande functie in de Groene<br />

omgeving. Hieraan liggen sociaaleconomische en maatschappelijke redenen ten<br />

grondslag. Door schaalvergroting kan het bedrijf namelijk economisch rendabel blijven<br />

zodat geïnvesteerd kan worden in een duurzame en maatschappelijk verantwoorde<br />

productie (zie ook 2.2 van deze toelichting).<br />

De quickscan natuurtoets (zie paragraaf 4.3 en Bijlage 8) toont aan dat er met de<br />

uitbreiding niet kan worden gesproken van een verlies aan ecologische waarden.<br />

Verder is in het kader van de schaalvergroting van het erf door Eelerwoude een<br />

landschappelijk inpassingsplan gemaakt. Het Landschapsontwikkelingsplan (zie ook<br />

3.5) heeft hiervoor als basis gediend. Het landschappelijk inpassingsplan van<br />

Eelerwoude is opgenomen als Bijlage 9 bij deze toelichting. Voorgesteld wordt om ook<br />

het van oorsprong meer besloten karakter van het bestaande erf te herstellen door de<br />

inpassing van het gehele erf met gemengde houtsingels, bomenrijen en enkele<br />

solitaire eiken. Daarnaast wordt voorgesteld aan de westzijde van de nieuw te bouwen<br />

stal een singel aan te planten. Voor de verdere inpassing van de bebouwing wordt<br />

kortheidshalve verwezen naar het landschappelijk inpassingsplan. De uitvoering zal<br />

plaatsvinden met inachtneming van het landschappelijk inpassingsplan.<br />

Eén van de uitgangspunten van de LOG-visie Middel (zie 3.6) is dat bij groei van<br />

bestaande intensieve veehouderijen dient te worden voldaan aan de wettelijke eisen<br />

die er zijn vanuit onder andere milieu (onder andere geurwetgeving), ruimtelijke<br />

ordening en volksgezondheid. Deze toets heeft in paragraaf 4.1 van deze toelichting<br />

plaatsgevonden. Hieruit mag geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan geen<br />

negatieve gevolgen dan wel effecten heeft.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

31


Verder is in de LOG-visie Middel voor het agrarisch bouwvlak een maximale<br />

oppervlakte van 2 hectare opgenomen. In deze situatie wordt hieraan voldaan. Alle<br />

bestaande bebouwing is in gebruik ten behoeve van de varkenshouderij. Sloop en<br />

herbouw is hier daarom niet aan de orde.<br />

In de Omgevingsvisie Overijssel maakt het plangebied deel uit van de zogenaamde<br />

"donkerte"-gebieden. De bedrijfsuitbreiding zal niet zorgen voor een toename van<br />

kunstlicht, omdat het gaat om dichte stallen.<br />

In hoofdstuk 4 van deze toelichting is de bedrijfsuitbreiding getoetst aan meerdere<br />

aspecten en waarden. Hieruit mag geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan<br />

geen negatieve gevolgen dan wel effecten heeft.<br />

5.2 Planopzet<br />

Het bestemmingsplan is opgezet conform de RO standaarden voor digitaal<br />

raadpleegbare bestemmingsplannen: IMRO2008/SVBP2008/STRI2008. Daarbij is<br />

zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied<br />

<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />

Het toegekende agrarisch bouwvlak, met de aanduiding "intensieve veehouderij", is<br />

afgestemd op het uitbreidingsplan. Het bouwvlak bestaat uit twee delen. De<br />

aanduiding "relatie" geeft aan dat sprake is van één bedrijf. Het totale agrarische<br />

bouwvlak (aan beide zijden van de weg) bedraagt bijna 2 hectare. De verschillende<br />

dubbelbestemmingen voor landschap en archeologie zijn overgenomen uit het<br />

ontwerpbestemmingsplan Buitengebied <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Ten behoeve van de<br />

landschappelijke inpassing van het (toekomstige) erf is in het bestemmingsplan een<br />

regeling opgenomen: de landschappelijke inpassing moet worden uitgevoerd in<br />

overeenstemming met het inpassingsplan.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

32


Hoofdstuk 6<br />

Inspraak en overleg<br />

6.1 Ontwerp 6 weken ter visie<br />

Het ontwerpbestemmingsplan "Middelerstraat 4" wordt in het kader van de inspraak<br />

gedurende een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Eventuele zienswijzen zullen te<br />

zijner tijd in deze paragraaf aan de orde komen.<br />

6.2 Overleg<br />

Conform artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening wordt het bestemmingsplan<br />

voorgelegd aan het waterschap en - indien nodig - aan andere instanties. De resultaten<br />

van het overleg worden te zijner tijd in deze paragraaf vermeld.<br />

6.3 Landinrichtingscommissie<br />

De landinrichtingscommissie <strong>Olst</strong>-Wesepe moet toestemming geven voor de<br />

uitbreiding van het bedrijf. De toestemming is aangevraagd.<br />

februari 2012.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

33


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

34


Regels<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

55


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

56


Hoofdstuk 1<br />

I<strong>nl</strong>eidende regels<br />

Artikel 1<br />

Begrippen<br />

1.1 plan<br />

het bestemmingsplan Middelerstraat 4 van de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />

1.2 bestemmingsplan<br />

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand<br />

NL.IMRO.1773.BP2010001015-0201 met de bijbehorende regels.<br />

1.3 verbeelding<br />

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale<br />

ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.1773.BP2010001015-0201.<br />

1.4 aanduiding<br />

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar<br />

ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het<br />

bebouwen van deze gronden.<br />

1.5 aanduidingsgrens<br />

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />

1.6 aan- en uitbouw<br />

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te<br />

onderscheiden is van het hoofdgebouw.<br />

1.7 afhankelijke woonruimte<br />

een voor de huisvesting van een huishouden geschikt gebouw, dat ruimtelijk<br />

ondergeschikt is en/of een geheel vormt met het hoofdgebouw en blijvend onderdeel<br />

uitmaakt van de kavel van het hoofdgebouw.<br />

1.8 agrarisch aanverwant bedrijf<br />

een bedrijf dat in nauwe relatie staat tot het agrarisch bedrijf, waarvan de<br />

werkzaamheden in hoofdzaak bestaan in de vorm van het houden van dieren en/of het<br />

telen en bewerken van gewassen, al dan niet in combinatie met het verlenen van<br />

diensten aan derden.<br />

1.9 agrarisch aanverwante nevenfunctie<br />

een nevenfunctie die betrekking heeft op activiteiten, naast een volwaardig agrarisch<br />

bedrijf, die nauw verwant zijn met of direct voortkomen uit de agrarische<br />

bedrijfsvoering, zoals verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten,<br />

zorgboerderij, ambachtelijke verwerking van agrarische producten, inpandige opslag<br />

en stalling van agrarische producten.<br />

1.10 agrarisch bedrijf<br />

een ter plaatse functionerend deeltijd, reëel of volwaardig agrarisch bedrijf, gericht op<br />

het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het<br />

houden van dieren, nader te onderscheiden in de volgende productietakken:<br />

a. akker- en vollegrondtuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder<br />

niet begrepen sier-, fruit- en boomkwekerij;<br />

b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg)<br />

geheel op open grond, waaronder tevens een paardenfokkerij wordt verstaan;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

57


c. intensieve veehouderij: een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met ten minste<br />

250 m² bedrijfsoppervlakte dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet<br />

milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden, of dieren 'biologisch'<br />

en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve<br />

van natuurbeheer;<br />

d. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;<br />

e. sierteelt en boomkwekerij: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen in open<br />

grond, in potten of in containers al dan niet met behulp van kassen en al dan niet<br />

gecombineerd met de handel in deze gewassen;<br />

f. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;<br />

g. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van<br />

intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.<br />

1.11 ambachtelijke be- of verwerking van agrarische producten<br />

het be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn van het eigen bedrijf<br />

of het be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn uit de eigen regio.<br />

1.12 archeologisch onderzoek<br />

een onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een<br />

opgravingsvergunning beschikt.<br />

1.13 archeologische verwachtingswaarde<br />

de kans op het aantreffen van archeologische resten in een bepaald gebied.<br />

1.14 archeologische waarde<br />

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende<br />

overblijfselen uit oude tijden.<br />

1.15 bebouwing<br />

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />

1.16 bed & breakfast<br />

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op<br />

het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de<br />

woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in<br />

verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of<br />

arbeid of permanente kamerverhuur.<br />

1.17 bedrijf<br />

een onderneming, niet zijnde een agrarisch bedrijf, gericht op het produceren,<br />

bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag<br />

en distributie van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als<br />

ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering<br />

van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in<br />

rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.<br />

1.18 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie<br />

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een<br />

verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van<br />

recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.<br />

1.19 bedrijfsplan<br />

een weergave van de huidige en toekomstige situatie van een bedrijf en haar<br />

omgeving waarin de doelstellingen op korte en lange termijn zijn weergegeven en<br />

waarin tevens richtlijnen in zijn opgenomen om de doelstellingen te realiseren.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

58


1.20 bedrijfs- of dienstwoning<br />

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor<br />

bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar<br />

noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.<br />

1.21 bedrijfsvloeroppervlakte<br />

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de<br />

daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.<br />

1.22 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen<br />

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van<br />

tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan tot stand zijn gekomen of tot stand<br />

zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de<br />

Wabo.<br />

1.23 bestaande bedrijven<br />

bedrijven zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het<br />

ontwerpbestemmingsplan; een bedrijf dat via nieuwvestiging in een<br />

landbouwontwikkelingsgebied is gerealiseerd, wordt na 5 jaar onder bestaand bedrijf<br />

gerekend.<br />

1.24 bestemmingsgrens<br />

de grens van een bestemmingsvlak.<br />

1.25 bestemmingsvlak<br />

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de<br />

regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.<br />

1.26 bevoegd gezag<br />

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.<br />

1.27 biomassavergistingsinstallatie<br />

een afgesloten systeem van tanken/silo's dat gebruikt wordt voor de<br />

biomassavergisting van mest, bermafval, compost en dergelijke ten behoeve van de<br />

productie van energie.<br />

1.28 bouwen<br />

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het<br />

vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten,<br />

vernieuwen of veranderen van een standplaats.<br />

1.29 bouwgrens<br />

de grens van een bouwvlak.<br />

1.30 bouwvlak<br />

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij<br />

elkaar behorende bebouwing is toegelaten.<br />

1.31 bouwwerk<br />

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die<br />

hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt<br />

in of op de grond.<br />

1.32 bijgebouw<br />

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan<br />

een op hetzelfde bouwperceel gelegen (bedrijfs)woning.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

59


1.33 cultuurhistorische waarde<br />

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is<br />

ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt<br />

van dat bouwwerk of dat gebied in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.<br />

1.34 deel<br />

een bedrijfsgedeelte in de stal of schuur dat aangebouwd is aan de bedrijfswoning.<br />

1.35 deeltijd agrarisch bedrijf<br />

een agrarisch bedrijf met een omvang van 10 tot 40 Nge.<br />

1.36 detailhandel<br />

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen, verhuren en leveren van goederen,<br />

geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die deze goederen kopen of huren voor<br />

gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of<br />

bedrijfsactiviteit.<br />

1.37 dienstverlening<br />

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet<br />

via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus,<br />

kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en<br />

bankfilialen.<br />

1.38 evenementen<br />

gebeurtenissen die ten hoogste 5 dagen duren, gericht op een groot publiek, met<br />

betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.<br />

1.39 extensieve dagrecreatie<br />

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten,<br />

paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.<br />

1.40 extensiveringsgebied<br />

een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen<br />

of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve<br />

veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk is gemaakt.<br />

1.41 gebouw<br />

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk<br />

met wanden omsloten ruimte vormt.<br />

1.42 geluidsgevoelige objecten<br />

woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, als<br />

bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.<br />

1.43 gevoelige functies<br />

woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen.<br />

1.44 hellend dak<br />

een afdekking van een gebouw of bouwwerk, die geen horizontale of gebogen vlakken<br />

bevat, met uitzondering van dakkapellen of vergelijkbare onderdelen.<br />

1.45 hobbymatige activiteiten<br />

het uitoefenen van agrarische of natuurgerichte activiteiten die bijdragen aan het<br />

beheer van het landschap maar niet als volwaardig, reëel of deeltijd agrarisch bedrijf<br />

aangemerkt kunnen worden.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

60


1.46 hoofdgebouw<br />

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als<br />

het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.<br />

1.47 horecabedrijf<br />

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het<br />

bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken<br />

van nachtverblijf.<br />

1.48 hoveniersbedrijf<br />

een bedrijf, gericht op de aa<strong>nl</strong>eg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen,<br />

met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder<br />

dat detailhandel wordt uitgeoefend.<br />

1.49 inrichtingsplan<br />

een inrichtingsplan is de grafische beschrijving van de gewenste ruimtelijke<br />

ontwikkeling waarin de situering van bouwwerken ten opzichte van elkaar en van de<br />

omgeving en het al dan niet aanbrengen van beplanting op een goede manier is<br />

weergegeven.<br />

1.50 kampeermiddelen<br />

niet als een bouwwerk aan te merken tenten, vouwwagens, kampeerauto's, tenthuisjes<br />

caravans, geen stacaravans zijnde of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die<br />

bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders<br />

hebben.<br />

1.51 kampeerseizoen<br />

de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.<br />

1.52 kantoor<br />

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel,<br />

architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het<br />

publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en<br />

geholpen.<br />

1.53 karakteristiek<br />

panden die op basis van de volgende criteria gewaardeerd zijn als karakteristiek:<br />

• relatie met het landschap;<br />

• erfstructuur en erfinrichting;<br />

• streekeigen verschijningsvorm;<br />

• herkenbaarheid en mate van gaafheid;<br />

• architectuur en cultuurhistorische waarde;<br />

• de waardering van de karakteristieke eigenschappen hebben betrekking op<br />

hoofdgebouwen tenzij anders in bijlage 4, 5 of 6 van deze regels is aangegeven.<br />

1.54 kassen<br />

bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de<br />

agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-,<br />

schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.<br />

1.55 kinderboerderij<br />

een recreatieve voorziening waarop, al dan niet in combinatie met andere recreatieve<br />

voorzieningen, dieren worden gehouden.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

61


1.56 kleinschalige beroepen en bedrijven-aan-huis<br />

een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning of bijgebouw door de bewoner<br />

wordt uitgeoefend alsmede het in een woning of bijgebouw door de bewoner op<br />

bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of<br />

vergunningplicht op grond van het Besluit omgevingsrecht geldt, op een oppervlak van<br />

niet meer dan 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van<br />

100 m² en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een<br />

ruimtelijke uitstraling die daarbij past.<br />

1.57 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen<br />

voorzieningen, zoals aa<strong>nl</strong>egsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten,<br />

informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen,<br />

vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.<br />

1.58 kleinschalig kampeerterrein<br />

een kampeerterrein voor kampeermiddelen en trekkershutten, niet zijnde overige<br />

permanente kampeermiddelen, zoals tenthuisjes en stacaravans, gedurende de<br />

periode van 15 maart tot en met 31 oktober.<br />

1.59 kunstobject<br />

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van culturele aard en bedoeld ter expositie al dan<br />

niet in de buite<strong>nl</strong>ucht.<br />

1.60 landhuis<br />

landhuis al of niet met gebouwde aanhorigheden, tuin, park, lanen en wateren.<br />

1.61 Landschapsontwikkelingsplan<br />

het Landschapsontwikkelingsplan zoals vastgesteld op 24 november 2008.<br />

1.62 landschappelijke inpassing<br />

de situering van de ontwikkeling waarbij rekening gehouden wordt met de<br />

landschappelijke kenmerken van de nabije omgeving en waarbij de ontwikkeling wordt<br />

ingepast middels bijvoorbeeld erfbeplanting.<br />

1.63 landschapswaarde<br />

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van<br />

de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid van<br />

gebiedskenmerken en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en<br />

niet-levende natuur.<br />

1.64 landbouwontwikkelingsgebied<br />

een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat<br />

landbouw dat geheel of gedeeltelijk voorziet, of in het kader van de reconstructie is<br />

voorzien, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van<br />

intensieve veehouderij.<br />

1.65 landwinkel<br />

een beperkte ruimte die is ingericht voor de verkoop van levensmiddelen en<br />

streekgebonden producten.<br />

1.66 langdurig<br />

ten minste 14 tot 18 uur per dag gedurende minimaal 1 jaar.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

62


1.67 manege<br />

een onderneming die gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden<br />

en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee<br />

samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden<br />

en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het<br />

houden van wedstrijden of andere evenementen.<br />

1.68 maatschappelijke voorzieningen<br />

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke<br />

voorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening,<br />

alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.<br />

1.69 mantelzorg<br />

langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan<br />

een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening<br />

rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten<br />

voor elkaar overstijgt.<br />

1.70 natuurwaarde<br />

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.<br />

1.71 Nge (Nederlandse grootte-eenheden)<br />

een economische maatstaf voor het bepalen van de bedrijfsomvang en het bedrijfstype<br />

van agrarische bedrijven.<br />

1.72 niet-permanente verblijfsrecreatie<br />

verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen voor<br />

kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt.<br />

1.73 nevenfunctie<br />

een of meer bedrijfsmatige activiteiten in combinatie met en ondergeschikt aan de<br />

uitoefening van het ter plaatse en bij wijze van hoofdfunctie uitgeoefende (agrarische)<br />

bedrijf of wonen.<br />

1.74 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden<br />

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de<br />

gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering<br />

van de bestemming.<br />

1.75 nutsvoorzieningen<br />

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes,<br />

gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties,<br />

gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse)<br />

afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.<br />

1.76 overkapping<br />

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.<br />

1.77 paardenbak<br />

een rijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten in de open lucht met een bodem van<br />

zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen, al dan niet<br />

voorzien van een omheining.<br />

1.78 paardenfokkerij<br />

een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop<br />

van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

63


1.79 paardenhouderij<br />

een gebruiksgericht bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen en/of<br />

africhten van paarden, alsmede de handel in paarden met daaraan ondergeschikte<br />

functies behorende bij een paardenhouderij.<br />

1.80 peil<br />

a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg<br />

grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;<br />

b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de<br />

weg grenst: 10 cm boven de hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein ter<br />

hoogte van de hoofdingang, waarbij, plaatselijke, niet bij het verdere verloop van<br />

het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk,<br />

anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.<br />

1.81 permanente standplaats kampeermiddel<br />

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel,<br />

inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals<br />

bijzettenten, gedurende het gehele jaar.<br />

1.82 plattelandskamer<br />

een min of meer zelfstandig appartement dat aangeboden wordt ten behoeve van<br />

recreatief nachtverblijf.<br />

1.83 praktijkruimte<br />

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van<br />

diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch,<br />

paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.<br />

1.84 reconstructiegebied<br />

een gebied waarvoor een reconstructieplan, als bedoeld in artikel 11 van de<br />

Reconstructiewet concentratiegebieden, is opgesteld.<br />

1.85 recreatieruimte<br />

een ruimte met een lichte horecafunctie die bedoeld is voor het organiseren van kleine<br />

activiteiten (klein van omvang, relatief weinig tot geen impact op de omgeving, activiteit<br />

meestal bijfunctie en ondergeschikt aan de hoofdfunctie). De recreatieruimte heeft<br />

zowel een functie voor het kampeerterrein als een dagrecreatiefunctie.<br />

1.86 recreatieverblijf<br />

een gebouw of kampeermiddel, dat uitsluitend bedoeld is voor een huishouden of<br />

daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft.<br />

1.87 recreatiewoning<br />

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen<br />

stacaravan of andere constructie op wielen zijnde, dat uitsluitend bedoeld is om door<br />

een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf<br />

elders heeft.<br />

1.88 reëel agrarisch bedrijf<br />

een agrarisch bedrijf met een omvang van 40 en de 70 Nge.<br />

1.89 ruimtelijke kwaliteit<br />

het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt<br />

maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

64


1.90 Sallandse boerderijvorm<br />

een Sallandse boerderij die zich kenmerkt door een typische hoofdvorm, te<br />

onderscheiden in:<br />

• hallenhuisboerderij: woning en bedrijf in een hoofdvolume, zowel grote als kleine<br />

oppervlakken;<br />

• dwarshuisboerderij/krukhuisboerderij: woning en bedrijf wel in één gebouw, maar<br />

in de architectuur duidelijk van elkaar onderscheiden, T-vormige (dwarshuis) of<br />

L-vormige plattegrond (krukhuis).<br />

1.91 seizoensgebonden standplaats kampeermiddel<br />

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel,<br />

inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals<br />

bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen.<br />

1.92 Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.<br />

1.93 Staat van Horeca-activiteiten<br />

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.<br />

1.94 stacaravan<br />

een stacaravan is een recreatief onderkomen met kenmerken van een caravan waarin<br />

voorzieningen zijn getroffen voor dag- en/of nachtverblijf, dat, in één geheel en op een<br />

eigen as/wielstelsel kan worden aangevoerd en is bestemd voor recreatief verblijf,<br />

waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.<br />

1.95 standplaats voor kampeermiddel<br />

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel,<br />

inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals<br />

bijzettenten.<br />

1.96 stap vooruit-principe<br />

beginsel dat erop gericht is de risico's op verontreiniging van het grondwater te<br />

verminderen en de grondwaterkwaliteit te verbeteren.<br />

1.97 teeltondersteunende voorzieningen<br />

a. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen:<br />

• teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van niet meer dan 1,5 m<br />

(niet zijnde teeltondersteunende kassen of boomteelthekken) die maximaal 6<br />

maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden waaronder worden verstaan<br />

folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, boogkassen tot 0,5 m, hagelnetten,<br />

wandelkappen en schaduwhallen.<br />

b. permanente teeltondersteunende voorzieningen:<br />

• laag: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van niet meer dan<br />

1,5 m die langer dan 6 maanden worden gebruikt, zoals bakken op stellingen,<br />

regenkappen en containervelden; hieronder worden niet verstaan<br />

teeltondersteunende kassen en boomteelthekken;<br />

• hoog: teeltondersteunende kassen met een bouwhoogte van meer dan 1,5 m die<br />

langer dan 6 maanden worden gebruikt.<br />

1.98 trekkershut<br />

een trekkershut is een gebouw, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor<br />

kortstondig recreatief dag- en/of nachtverblijf voor steeds wisselende groepjes<br />

recreanten, die hun hoofdverblijf ergens anders hebben.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

65


1.99 tuincentrum<br />

een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten,<br />

bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van<br />

artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals<br />

tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.<br />

1.100 verblijfsrecreatieve terreinen<br />

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en bedrijfsmatig geëxploiteerd, en<br />

blijkens die inrichting en exploitatie bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het<br />

plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen, recreatiewoningen en/of landere<br />

recreatieverblijven ten behoeve van recreatief nachtverblijf.<br />

1.101 verkoop agrarische producten<br />

het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan<br />

particulieren, voor zover deze producten op het eigen bedrijf zijn geteeld of het<br />

resultaat zijn van ambachtelijke be- of verwerking van agrarische producten.<br />

1.102 verkoopvloeroppervlakte<br />

de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.<br />

1.103 vervolgfunctie<br />

een of meer functies of een of meer activiteiten als alternatief voor de agrarische<br />

bedrijfsvoering die ter plaatse is beëindigd.<br />

1.104 verwevingsgebied<br />

een gedeelte van een reconstructiegebied ingericht op verweving van landbouw,<br />

wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij<br />

mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen<br />

verzetten, zoals dat gedeelte dat is aangeduid als verwevingsgebied.<br />

1.105 volkstuinen<br />

gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en<br />

siergewassen worden geteeld.<br />

1.106 volwaardig agrarisch bedrijf<br />

een agrarisch bedrijf met een omvang van meer dan 70 Nge.<br />

1.107 voorgevel<br />

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als<br />

belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.<br />

1.108 voormalige bedrijfsbebouwing<br />

bebouwing die niet meer in gebruik is voor de uitoefening van een (agrarisch) bedrijf.<br />

1.109 Wgh-inrichtingen<br />

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in<br />

belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.<br />

1.110 windturbine<br />

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met<br />

uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.<br />

1.111 woning<br />

een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één<br />

afzonderlijk huishouden.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

66


1.112 wooneenheid<br />

een woning.<br />

1.113 zorgboerderij als nevenfunctie<br />

een (voormalig) agrarisch bedrijf waar ouderen en/of mensen met een lichamelijke<br />

beperking of een verstandelijke handicap begeleid werkzaamheden kunnen verrichten<br />

en waar geen sprake is van nachtverblijf.<br />

1.114 zorgboerderij als vervolgfunctie<br />

een maatschappelijke functie waar ouderen en/of mensen met een lichamelijke<br />

beperking of een verstandelijke handicap begeleid werkzaamheden kunnen verrichten<br />

en waar tevens sprake kan zijn van nachtverblijf.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

67


Artikel 2 Wijze van meten<br />

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:<br />

2.1 afstand<br />

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot<br />

perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.<br />

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk<br />

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen<br />

gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals<br />

schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />

2.3 dakhelling<br />

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />

2.4 goothoogte van een bouwwerk<br />

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een<br />

daarmee gelijk te stellen constructiedeel.<br />

2.5 hoogte van een windturbine<br />

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.<br />

2.6 inhoud van een bouwwerk, niet zijnde een recreatiewoning<br />

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of<br />

het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />

2.7 inhoud van een recreatiewoning<br />

tussen de onderzijde van de onderste grondvloer (inclusief ondergrondse gedeelten),<br />

de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde<br />

van daken en dakkapellen.<br />

2.8 oppervlakte van een bouwwerk<br />

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren,<br />

neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein<br />

ter plaatse van het bouwwerk.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

68


Hoofdstuk 2<br />

Bestemmingsregels<br />

Artikel 3<br />

Agrarisch<br />

3.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder a,<br />

b, e, f en g;<br />

alsmede voor:<br />

b. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij<br />

zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder c;<br />

c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's,<br />

voedersilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen,<br />

paardenbakken, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, (erf)ontsluitingen, voeten<br />

fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding<br />

waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het tijdelijk bergen van water;<br />

d. landschappelijke inpassing conform het Landschappelijk inpassingsplan<br />

Middelerstraat 4, gedateerd op 8 juli 2010 en opgesteld door Eelerwoude dat als<br />

bijlage 1 bij deze regels is opgenomen;<br />

met daaraan ondergeschikt:<br />

e. bed & breakfast;<br />

f. evenementen;<br />

g. extensieve dagrecreatie;<br />

h. kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;<br />

i. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties;<br />

met dien verstande dat:<br />

j. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet<br />

is toegestaan.<br />

Tabel 3.1 Niet-agrarische nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan<br />

nevenfunctie maximaal aantal m²<br />

gronden in<br />

gebruik voor<br />

nevenfunctie<br />

bestaande<br />

bebouwing in<br />

gebruik voor<br />

nevenfunctie<br />

verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten - 100<br />

inpandige opslag en stalling - 500<br />

ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten<br />

(kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)<br />

- 200<br />

kano-, boot- of fietsenverhuur - 100<br />

rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe<br />

als ontvangstruimte)<br />

gehele bedrijf 100<br />

zorgboerderij (exclusief overnachten) gehele bedrijf 200<br />

- = niet van toepassing<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

69


3.2 Bouwregels<br />

Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />

a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het<br />

bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;<br />

b. paardenbakken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;<br />

c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen,<br />

veekeringen en lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen ook buiten het<br />

bouwvlak gerealiseerd mogen worden;<br />

d. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat kuilvoerplaten, sleufsilo's,<br />

mestplaten en mestzakken ook buiten het bouwvlak, maar aansluitend aan het<br />

bouwvlak en binnen een zone van 50 m vanaf de grens van het bouwvlak<br />

gerealiseerd mogen worden, met dien verstande dat voldoende afstand tot<br />

omliggende hindergevoelige objecten in acht wordt genomen;<br />

e. in afwijking op het bepaalde onder a geldt dat lage permanente teeltondersteunende<br />

voorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 2 ha en hoge tijdelijke<br />

teeltondersteunende voorzieningen met een maximum hoogte van 4 m ook buiten<br />

het bouwvlak, mits aansluitend aan het bouwvlak, gerealiseerd mogen worden;<br />

f. verder geldt het volgende:<br />

max. aantal per<br />

bouwvlak<br />

max. max.<br />

oppervlak inhoud<br />

max.<br />

goothoogte<br />

max.<br />

bouwhoogte<br />

dakhelling<br />

(min./max.)<br />

bedrijfswoning (inclusief aan- één, tenzij middels - 750 m³ 4,5 m 10 m 20/55°**<br />

en uitbouwen, bijgebouwen en een aanduiding<br />

overkappingen)<br />

anders is<br />

aangegeven<br />

hoge permanente teeltondersteunende<br />

voorzieningen<br />

rijhal ten behoeve van een<br />

paardenfokkerij > 70 Nge<br />

- 500 m² - 6 m -<br />

- 1.000 m² - 5,5 m 12 m 12°/55°<br />

overige bedrijfsgebouwen - volledig<br />

bouwvlak<br />

- 5,5 m 12 m 12°/55°**<br />

- sleufsilo's<br />

- voedersilo's<br />

- mestsilo's<br />

- - - - 2 m<br />

15 m<br />

6 m<br />

-<br />

mestopslagplaten - - - - 3 m -<br />

luchtwassers - - - - 10 m -<br />

lichtmasten ten behoeve van<br />

paardenbakken<br />

- - - - 6 m -<br />

erf of terreinafscheiding:<br />

- voor de voorgevel<br />

- buiten bouwvlakken<br />

- overige plaatsen<br />

- - - -<br />

1<br />

1<br />

2<br />

-<br />

overige bouwwerken, geen<br />

gebouwen zijnde<br />

- - - -<br />

3 m<br />

-<br />

- = niet van toepassing<br />

* = Zoals aanwezig op het moment van tervisielegging van het<br />

ontwerpbestemmingsplan.<br />

** = Niet van toepassing voor platte ondergeschikte bouwdelen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

70


3.3 Nadere eisen<br />

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen:<br />

a. indien en voor zover meer dan 1.000 m² aan bebouwing wordt opgericht kunnen<br />

nadere eisen worden gesteld aan de situering en de afmeting van de bebouwing<br />

alsmede aan de terreininrichting teneinde een verantwoorde landschappelijke<br />

inpassing van het agrarisch bedrijf te verzekeren;<br />

b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' kunnen nadere eisen gesteld worden<br />

aan de situering en/of de lengte-breedteverhouding van nieuw te bouwen<br />

bebouwing en de nokrichting van de kappen van gebouwen, teneinde een<br />

verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van zowel de<br />

bebouwing onderling als ten opzichte van het karakteristieke pand te verzekeren.<br />

3.4 Afwijken van de bouwregels<br />

3.4.1 Ten behoeve van overschrijding van het bouwvlak<br />

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een<br />

omgevingsvergunning afwijken van de op de verbeelding aangegeven begrenzing van<br />

een bouwvlak en het bepaalde in lid 3.2 onder a, met inachtneming van het volgende:<br />

a. overschrijding van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige<br />

bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt; hiervan is in ieder geval sprake, indien de<br />

overschrijding van het bouwvlak vanwege de milieuwetgeving of het dierenwelzijn<br />

is vereist;<br />

b. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;<br />

c. het bouwvlak mag eenmalig worden overschreden met niet meer dan 25 m, met<br />

dien verstande dat het maximum te overschrijden oppervlak ten hoogste 100 m²<br />

bedraagt;<br />

d. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt indien de<br />

omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering worden<br />

beperkt.<br />

3.4.2 Ten behoeve van de bouw van afwijkende stalsystemen in de vorm van serrestallen en<br />

boogstallen<br />

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een<br />

omgevingsvergunning afwijken van de goothoogte en dakhelling voor<br />

bedrijfsgebouwen zoals bepaald in lid 3.2 onder f teneinde een afwijkende dakvorm<br />

voor bedrijfsgebouwen te realiseren, met inachtneming van het volgende:<br />

a. ten behoeve van de bouw van serrestallen en/of boogstallen;<br />

b. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruik gemaakt voor zover een<br />

doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;<br />

c. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.<br />

3.4.3 Ten behoeve van regenkappen<br />

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een<br />

omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a teneinde<br />

permanente teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van regenkappen buiten<br />

het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:<br />

• de bevoegdheid tot afwijken is uitsluitend van toepassing op regenkappen<br />

behorende bij een fruitteeltbedrijf.<br />

3.4.4 Ten behoeve van extra woonruimte<br />

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bij een<br />

omgevingsvergunning afwijken van de voor de bedrijfswoning geldende maximale<br />

inhoudsmaat, teneinde het mogelijk te maken de inhoud van de woning te vergroten tot<br />

1.000 m³, zulks ten behoeve van de inwoning van een tweede arbeidskracht, of een<br />

rustende boer met inachtneming van het volgende:<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

71


a. aan de bevoegdheid tot afwijken inzake extra woonruimte wordt uitsluitend<br />

medewerking verleend indien sprake is van een bedrijfseconomisch duurzaam,<br />

volwaardig agrarisch bedrijf en de extra woonruimte noodzakelijk is voor de<br />

huisvesting van een tweede arbeidskracht of een rustende boer;<br />

b. uitbreiding van de woning dient bij voorkeur plaats te vinden binnen het bestaande<br />

hoofdgebouw;<br />

c. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt, indien op het<br />

bouwvlak reeds een woning aanwezig is die voor de bedoelde huisvesting geschikt<br />

of geschikt te maken is;<br />

d. van de bevoegdheid tot afwijken wordt geen gebruikgemaakt indien er reeds twee<br />

of meer woningen op het perceel aanwezig zijn.<br />

3.4.5 Ten behoeve van paardenbakken behorende bij een agrarisch bedrijf<br />

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in<br />

lid 3.2 om paardenbakken buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het<br />

volgende:<br />

a. per agrarisch bedrijf is maximaal één paardenbak buiten het bouwvlak toegestaan;<br />

b. de afmeting van een paardenbak mag maximaal 1.200 m² bedragen;<br />

c. de paardenbakken dienen aansluitend aan het agrarische bouwvlak gerealiseerd<br />

te worden;<br />

d. de afstand tussen de paardenbak en de bestemmingsvlakken van derden of<br />

agrarische bouwvlakken bedraagt ten minste 25 m;<br />

e. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 6 m;<br />

f. lichtvervuiling als gevolg van verlichting bij paardenbakken dient tot een minimum<br />

te worden beperkt;<br />

g. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.<br />

3.4.6 Realisatie biomassavergistingsinstallatie<br />

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de realisatie van een<br />

biomassavergistingsinstallatie bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 3.2<br />

gestelde bouwregels, met inachtneming van het volgende:<br />

a. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt indien sprake is<br />

van een volwaardig agrarisch bedrijf;<br />

b. realisatie van de biomassavergistingsinstallatie dient plaats te vinden binnen het<br />

bestaande bouwvlak;<br />

c. de gezame<strong>nl</strong>ijke inhoud van de biomassavergistingssilo's bedraagt ten hoogste<br />

3.000 m³;<br />

d. de verwerkingscapaciteit bedraagt ten hoogste 80 ton per dag;<br />

e. de biomassavergisting dient milieuhygiënisch aanvaardbaar te zijn;<br />

f. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.<br />

3.5 Specifieke gebruiksregels<br />

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:<br />

a. buitenopslag is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met dien verstande dat<br />

de totale stapelhoogte ten hoogste 4 m bedraagt;<br />

b. buitenopslag ten behoeve van nevenfuncties is niet toegestaan;<br />

c. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve<br />

van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan<br />

gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan<br />

onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;<br />

d. bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de woning;<br />

e. het aantal slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast bedraagt ten<br />

hoogste 10;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

72


f. paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;<br />

g. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar;<br />

h. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige beroepen- en<br />

bedrijven-aan-huis bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane<br />

bebouwing met een maximum van 100 m²; in het kader van deze kleinschalige<br />

bedrijfsmatige activiteiten is geen horeca en detailhandel toegestaan;<br />

i. de landschappelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen en de buitenopslag, voor<br />

zover begrepen in dit plan vor het perceel Middelerstraat 4, moet overeenkomstig<br />

het Landschappelijk inpassingsplan Middelerstraat 4 dat als bijlage 1 bij de regels<br />

is opgenomen, zijn gerealiseerd in het plantseizoen waarin de nieuwbouw gereed<br />

is gekomen of in het hierop volgend plantseizoen en dient vervolgens in stand te<br />

worden gehouden.<br />

3.6 Afwijken van de gebruiksregels<br />

3.6.1 Ten behoeve van nevenfuncties<br />

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in<br />

lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van een of meer nevenfuncties, anders dan bij<br />

recht toegestane nevenfuncties, met inachtneming van het volgende:<br />

a. de nevenfunctie dient plaats te vinden binnen de bestaande bebouwing;<br />

b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat nieuwbouw ten behoeve van de<br />

nevenfunctie tot ten hoogste 100 m² is toegestaan, met dien verstande dat<br />

aangetoond dient te worden dat deze nevenactiviteit niet passend is in de<br />

bestaande bebouwing;<br />

c. in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt dat nieuwbouw voor agrarisch<br />

aanverwante nevenfuncties tot ten hoogste 850 m² is toegestaan, met dien<br />

verstande dat de nieuwbouw niet meer dan 50% van de totale bebouwing mag<br />

uitmaken en dat aangetoond dient te worden dat deze nevenactiviteit niet passend<br />

is in de bestaande bebouwing;<br />

d. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat (het gedeelte van) nevenfuncties<br />

waarvoor geen bebouwing nodig is, tevens zijn toegestaan op gronden buiten het<br />

bouwvlak, mits grenzend aan een bouwvlak;<br />

e. indien er sprake is van het bepaalde onder b of c dient er voorzien te worden in een<br />

adequate landschappelijke inpassing;<br />

f. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />

g. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende<br />

(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;<br />

h. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;<br />

i. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet<br />

onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op<br />

de nieuwe activiteit;<br />

j. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;<br />

k. de agrarische uitstraling van de bedrijfsgebouwen en het erf dient behouden te<br />

worden en waar mogelijk te worden versterkt;<br />

l. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste<br />

staat van de nevenactiviteit;<br />

m. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat<br />

van de nevenactiviteit;<br />

n. het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten mag niet meer bedragen<br />

dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 250 m²;<br />

o. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve<br />

van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan<br />

gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan<br />

onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

73


p. ten behoeve van de nevenfunctie niet-agrarische bedrijven geldt tevens het<br />

volgende:<br />

1. bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet<br />

toegestaan;<br />

2. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit<br />

milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd<br />

in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;<br />

q. ten behoeve van de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het<br />

volgende:<br />

1. de nevenfunctie is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met<br />

31 oktober;<br />

2. uitsluitend mobiele kampeermiddelen zijn toegestaan met dien verstande dat<br />

trekkershutten wel zijn toegestaan en stacaravans niet;<br />

3. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25 waarvan ten hoogste 3<br />

bestemd mogen worden voor een trekkershut;<br />

4. de trekkershutten dienen aansluitend aan de bebouwing gerealiseerd te<br />

worden;<br />

5. de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;<br />

6. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;<br />

7. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;<br />

r. ten behoeve van de nevenfunctie plattelandskamers geldt tevens het volgende:<br />

1. het aantal kamers bedraagt ten hoogste 5;<br />

2. de oppervlakte per kamer bedraagt ten hoogste 50 m²;<br />

3. de totale gezame<strong>nl</strong>ijk oppervlakte bedraagt ten hoogste 250 m²;<br />

s. ten behoeve van gevoelige functies waar langdurig kinderen verblijven geldt het<br />

volgende:<br />

1. deze functies zijn niet toegestaan op gronden gelegen binnen 50 m ten<br />

opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />

2. het bepaalde onder 1 is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat<br />

het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen.<br />

3.6.2 Ten behoeve van een aangepaste landschappelijke inpassing<br />

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid<br />

3.5 onder i ten behoeve van een aangepaste landschappelijke inpassing met<br />

inachtneming van het volgende:<br />

a. door middel van een inrichtingsplan dient te worden aangetoond dat sprake is van<br />

een goede landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit<br />

van het gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />

3.7 Wijzigingsbevoegdheden<br />

3.7.1 Ten behoeve van het vergroten van agrarische bouwvlakken<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het<br />

vergroten van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met inachtneming van het<br />

volgende:<br />

a. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar voor zover een<br />

doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;<br />

b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een<br />

bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw<br />

van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;<br />

c. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

74


d. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' waar tevens<br />

de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten<br />

behoeve van de uitbreiding van de intensieve veehouderijtak worden vergroot tot<br />

ten hoogste 1,5 ha;<br />

e. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' de aanduiding<br />

'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt, mogen ten behoeve van de<br />

uitbreiding van een grondgebonden agrarische productietak worden vergroot tot<br />

ten hoogste 2 ha;<br />

f. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' mogen worden<br />

vergroot tot ten hoogste 1 ha;<br />

g. overige bouwvlakken mogen worden vergroot tot ten hoogste 2 ha;<br />

h. indien het bouwvlak vergroot wordt tot 1,5 ha, dient er voorzien te worden in een<br />

adequate landschappelijke inpassing;<br />

i. indien het bouwvlak tot meer dan 1,5 ha vergroot wordt, dient door middel van een<br />

inrichtingsplan aangetoond te worden dat sprake is van een goede<br />

landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit van het<br />

gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />

3.7.2 Ten behoeve van de omschakeling naar een paardenhouderij<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de<br />

omschakeling van een agrarisch bedrijf naar een paardenhouderij, met inachtneming<br />

van het volgende:<br />

a. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast ten behoeve van een<br />

volwaardige paardenhouderij;<br />

b. bij een volwaardige paardenhouderij bedraagt het oppervlak van het bouwvlak<br />

(inclusief alle voorzieningen) ten hoogste 1 ha;<br />

c. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende<br />

(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;<br />

d. door middel van een inrichtingsplan dient aangetoond te worden dat sprake is van<br />

een goede landschappelijke inpassing en een toename van ruimtelijke kwaliteit<br />

van het gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan.<br />

3.7.3 Ten behoeve van vervolgfuncties<br />

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch zodanig wijzigen dat<br />

- indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf -<br />

vervolgfuncties toegestaan zijn, met inachtneming van het volgende:<br />

a. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen<br />

worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;<br />

b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat eenmalig nieuwe gebouwen mogen<br />

worden gebouwd indien en voor zover sloop van legaal opgerichte<br />

landschapsontsierende gebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt het<br />

volgende:<br />

1. indien er sprake is van sloop tot 250 m² mag het gesloopte oppervlak<br />

teruggebouwd worden;<br />

2. indien er sprake is van sloop van meer dan 250 m² mag te allen tijde 250 m²<br />

teruggebouwd worden;<br />

3. van het gesloopte oppervlak boven 250 m² mag ten hoogste 1/3 worden<br />

teruggebouwd met dien verstande dat het maximum oppervlak dat wordt<br />

teruggebouwd nooit meer bedraagt dan 850 m²;<br />

c. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;<br />

d. indien er sprake is van het bepaalde onder b dient door middel van een<br />

inrichtingsplan aangetoond te worden dat sprake is van een goede<br />

landschappelijke inpassing en een toename van de ruimtelijke kwaliteit van het<br />

gebied conform de richtlijnen uit het Landschapsontwikkelingsplan;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

75


e. de bestemming wordt gewijzigd in een op de vervolgfunctie toegesneden<br />

bestemming;<br />

f. na de bestemmingswijziging dient een aanduiding te worden opgenomen,<br />

waarmee wordt aangegeven dat het voormalige bedrijfsbebouwing betreft;<br />

g. er mag geen sprake zijn van buitenopslag of andere bedrijfsactiviteiten die buiten<br />

de gebouwen plaatsvinden;<br />

h. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties dient niet<br />

onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op<br />

de nieuwe activiteit;<br />

i. parkeren dient landschappelijk te worden ingepast en binnen het bouwvlak plaats<br />

te vinden;<br />

j. de agrarische uitstraling van de bedrijfsgebouwen en het erf dient behouden te<br />

worden en waar mogelijk te worden versterkt;<br />

k. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste<br />

staat van de nieuwe hoofdbestemming;<br />

l. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat<br />

van de nieuwe hoofdbestemming;<br />

m. de vervolgfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;<br />

n. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende<br />

(agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;<br />

o. de her- en nieuwvestiging van intensieve veehouderijen in<br />

landbouwontwikkelingsgebieden mag niet worden beperkt;<br />

p. het aantal woningen mag niet toenemen;<br />

q. op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding -<br />

Hoogspanningsverbinding is wijziging naar gevoelige functies niet toegestaan;<br />

r. het bepaalde onder q is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />

jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />

s. ten behoeve van de vervolgfunctie niet-agrarische bedrijven geldt tevens het<br />

volgende:<br />

1. bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet<br />

toegestaan;<br />

2. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit<br />

milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd<br />

in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.<br />

3.7.4 Ten behoeve van een tweede agrarische bedrijfswoning<br />

Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de<br />

bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning binnen bouwvlakken met de<br />

bestemming Agrarisch, met inachtneming van het volgende:<br />

a. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien permanent toezicht<br />

door twee bedrijfshoofden noodzakelijk is;<br />

b. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien er nog niet eerder een<br />

tweede agrarische bedrijfswoning voor het bedrijf aanwezig is geweest;<br />

c. de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast, indien inwoning of<br />

uitbreiding van de bestaande eerste agrarische bedrijfswoning niet mogelijk is;<br />

d. de wijzigingsbevoegdheid is niet van toepassing op gronden gelegen binnen 50 m<br />

ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />

e. het bepaalde onder d is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />

jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />

f. de afstand tussen de tweede bedrijfswoning en de overige bedrijfsgebouwen<br />

bedraagt ten hoogste 25 m;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

76


g. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />

voorkeursgrenswaarde dan wel de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de<br />

Wet geluidhinder, niet overschrijden;<br />

h. de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.<br />

3.7.5 Ten behoeve van nieuwe natuur<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch te wijzigen in<br />

de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:<br />

a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken<br />

gronden in eigendom zijn overgedragen aan een terreinbeherende instantie of<br />

natuur via particulier natuurbeheerschap wordt gerealiseerd of in het kader van de<br />

realisatie van een nieuw landgoed of als er contractueel is vastgelegd dat gronden<br />

worden overgedragen aan een terreinbeherende instantie;<br />

b. er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging<br />

voor omringende bestaande bestemmingen.<br />

3.7.6 Ten behoeve van waterberging<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten behoeve van waterberging de<br />

bestemming Agrarisch te wijzigen in de bestemming Water, met inachtneming van het<br />

volgende:<br />

• er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging<br />

voor omringende bestaande bestemmingen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

77


Artikel 4<br />

Verkeer<br />

4.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken,<br />

busstroken, voet- en fietspaden;<br />

b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende<br />

voorzieningen, verkeers- en informatieborden, parkeervoorzieningen,<br />

kunstobjecten, tunnelbakken, tunnels, taluds, viaducten, bruggen, duikers,<br />

faunapassages, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, groen en water.<br />

4.2 Bouwregels<br />

Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />

a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />

zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;<br />

b. de inhoud van een gebouw bedraagt ten hoogste 25 m³;<br />

c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m;<br />

d. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de<br />

verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 15 m;<br />

e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve<br />

van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt<br />

ten hoogste 3 m.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

78


Artikel 5 Waarde - Archeologie - 1<br />

5.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere<br />

aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en<br />

veiligstelling van archeologische waarden in een archeologische verwachtingszone<br />

met een hoge archeologische verwachting.<br />

5.2 Bouwregels<br />

Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />

a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde bestemming<br />

uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een<br />

bouwhoogte van ten hoogste 3 m;<br />

b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag<br />

- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende<br />

(bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:<br />

1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft<br />

overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het<br />

oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />

2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de<br />

bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden<br />

voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te<br />

verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem,<br />

het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten<br />

door een archeologische deskundige;<br />

c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan<br />

betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:<br />

1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de<br />

oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en<br />

waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;<br />

2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m²;<br />

3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder<br />

heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.<br />

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde,<br />

of van werkzaamheden<br />

5.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning<br />

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 1<br />

zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de<br />

volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:<br />

a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm (zoals<br />

diepploegen) en ontginnen;<br />

b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander<br />

oppervlaktewater, aa<strong>nl</strong>eggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van<br />

bestaande drainage;<br />

c. de aa<strong>nl</strong>eg van verhardingen > 50 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en<br />

kavelpaden;<br />

d. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband<br />

houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />

e. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

79


5.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod<br />

Het verbod van 5.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:<br />

a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 5.2 in acht is<br />

genomen;<br />

b. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 2.500 m²;<br />

c. een diepte hebben van ten hoogste 50 cm onder maaiveld;<br />

d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;<br />

e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.<br />

5.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning<br />

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 5.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar,<br />

indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,<br />

geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch<br />

onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden<br />

aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:<br />

a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen<br />

bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de<br />

archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd<br />

gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />

b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet<br />

worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de<br />

vergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische<br />

resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de<br />

bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

80


Artikel 6 Waarde - Archeologie - 2<br />

6.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere<br />

aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en<br />

veiligstelling van archeologische waarden in een archeologische verwachtingszone<br />

met een middelhoge archeologische verwachting.<br />

6.2 Bouwregels<br />

Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />

a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde bestemming<br />

uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een<br />

bouwhoogte van ten hoogste 3 m;<br />

b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag<br />

- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende<br />

(bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:<br />

1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft<br />

overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het<br />

oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />

2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de<br />

bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden<br />

voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te<br />

verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem,<br />

het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten<br />

door een archeologische deskundige;<br />

c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan<br />

betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:<br />

1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de<br />

oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en<br />

waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;<br />

2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5.000 m²;<br />

3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder<br />

heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.<br />

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde,<br />

of van werkzaamheden<br />

6.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning<br />

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2<br />

zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de<br />

volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden met een oppervlakte<br />

groter dan 50 m² uit te voeren:<br />

a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm (zoals<br />

diepploegen) en ontginnen;<br />

b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander<br />

oppervlaktewater, aa<strong>nl</strong>eggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van<br />

bestaande drainage;<br />

c. de aa<strong>nl</strong>eg van verhardingen > 50 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en<br />

kavelpaden;<br />

d. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband<br />

houdende constructies, installaties of apparatuur;<br />

e. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

81


6.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod<br />

Het verbod van lid 6.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:<br />

a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 6.2 in acht is<br />

genomen;<br />

b. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 5.000 m²;<br />

c. een diepte hebben van ten hoogste 50 cm onder maaiveld;<br />

d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;<br />

e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.<br />

6.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning<br />

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 6.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar,<br />

indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,<br />

geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch<br />

onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden<br />

aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:<br />

a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen<br />

bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin de<br />

archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd<br />

gezag in voldoende mate is vastgesteld;<br />

b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet<br />

worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de<br />

vergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische<br />

resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de<br />

bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

82


Artikel 7 Waarde - Landschap - 2<br />

7.1 Bestemmingsomschrijving<br />

De voor 'Waarden - Landschap - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor behoud,<br />

versterking en ontwikkeling van waarden die samenhangen met de kommen, te weten:<br />

a. openheid;<br />

met dien verstande dat:<br />

b. omschakeling naar fruit- en sierteelt en boomkwekerij zoals opgenomen in artikel 3<br />

lid 3.1, op gronden met deze dubbelbestemming niet is toegestaan.<br />

7.2 Bouwregels<br />

Met betrekking tot het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde,<br />

gelden in afwijking van artikel 3 de volgende regels:<br />

a. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak<br />

zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.2 op gronden met deze dubbelbestemming niet<br />

zijn toegestaan.<br />

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde,<br />

of van werkzaamheden<br />

7.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning<br />

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Landschap - 2<br />

zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de<br />

volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te<br />

voeren:<br />

a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm (zoals<br />

diepploegen) en ontginnen;<br />

b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander<br />

oppervlaktewater, aa<strong>nl</strong>eggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van<br />

bestaande drainage;<br />

c. het aanbrengen van opgaande beplanting uitgezonderd erfbeplanting;<br />

d. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.<br />

7.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod<br />

Het verbod van lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:<br />

a. plaatsvinden binnen een bouwvlak of op de gronden waarop mag worden<br />

gebouwd ingevolge een bevoegdheid tot afwijken voor overschrijding van het<br />

bouwvlak;<br />

b. reeds vergunningplichtig zijn ingevolge de andere voor deze gronden geldende<br />

bestemming(en);<br />

c. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;<br />

d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.<br />

7.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning<br />

De werken of werkzaamheden, zoals in lid 7.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar,<br />

indien daardoor de waarden, zoals in lid 7.1 bedoeld, niet onevenredig worden<br />

aangetast.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

83


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

84


Hoofdstuk 3<br />

Algemene regels<br />

Artikel 8<br />

Antidubbeltelregel<br />

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan<br />

waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling<br />

van latere bouwplannen buiten beschouwing.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

85


Artikel 9<br />

Algemene bouwregels<br />

9.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten<br />

a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning op het tijdstip van<br />

inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel<br />

gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten,<br />

maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen<br />

afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende<br />

bestemming, geldt dat:<br />

1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven,<br />

mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;<br />

2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven,<br />

mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.<br />

b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de<br />

herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.<br />

c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als<br />

opgenomen in dit plan niet van toepassing;<br />

d. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op voormalige agrarische<br />

bebouwing en op bijgebouwen binnen de bestemming Wonen.<br />

9.2 Overschrijding bouwgrenzen<br />

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van<br />

aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden<br />

door:<br />

a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen,<br />

hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de<br />

overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;<br />

b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m<br />

bedraagt;<br />

c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten<br />

hoogste 1,5 m bedraagt.<br />

9.3 Herbouw (bedrijfs)woningen<br />

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt dat algehele herbouw van<br />

(bedrijfs)woningen uitsluitend mag plaatsvinden op of binnen de bestaande<br />

funderingen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

86


Artikel 10<br />

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening<br />

De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5<br />

van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:<br />

a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;<br />

b. brandweeringang;<br />

c. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;<br />

d. de ruimte tussen bouwwerken;<br />

e. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

87


Artikel 11<br />

Algemene gebruiksregels<br />

a. Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige of afhankelijke woonruimte is niet<br />

toegestaan.<br />

b. Het gebruik van plattelandskamers voor permanente bewoning is niet toegestaan.<br />

c. Het gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning is niet toegestaan.<br />

d. Prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

88


Artikel 12<br />

Algemene aanduidingsregels<br />

12.1 reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied<br />

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding<br />

'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' het bepaalde in:<br />

• artikel 3 lid 3.7.3;<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

89


Artikel 13<br />

Algemene afwijkingsregels<br />

13.1 Mantelzorg<br />

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is -<br />

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11 ten behoeve van<br />

het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw/bedrijfsgebouw als afhankelijke<br />

woonruimte, met inachtneming van het volgende:<br />

a. een afhankelijke woonruimte noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;<br />

b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen,<br />

waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;<br />

c. de afhankelijke woonruimte is gesitueerd binnen het bouwvlak en voldoet aan de<br />

regels inzake bijgebouwen, met dien verstande dat de oppervlakte van de<br />

afhankelijke woonruimte niet meer dan 75 m² bedraagt;<br />

d. een afhankelijke woonruimte heeft geen zelfstandig recht op bijgebouwen;<br />

e. een verzoek om afwijking wordt voorgelegd aan een deskundige met de vraag of<br />

aan het bepaalde onder a wordt voldaan.<br />

13.2 Vergroten inhoudsmaat Sallandse boerderijvorm<br />

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in<br />

hoofdstuk 2 ten behoeve van de vergroting van de inhoudsmaat van Sallandse<br />

boerderijen met inachtneming van het volgende:<br />

a. de maximum inhoud van 750 m³ overschreden mag worden indien er sprake is van<br />

het betrekken van een deel bij de woning;<br />

b. de bestaande afmetingen van dat gebouw mogen niet worden vergroot;<br />

c. de Sallandse boerderijvorm dient in stand te worden gehouden.<br />

13.3 Afwijkingsregels voor de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten bestaande<br />

funderingen<br />

Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is –<br />

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3 ten behoeve van de<br />

herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen met inachtneming<br />

van het volgende:<br />

a. de herbouw vindt plaats binnen hetzelfde bouwvlak;<br />

b. de nieuwe situering van de (bedrijfs)woning leidt niet tot extra belemmeringen voor<br />

de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende<br />

uit de milieuwetgeving;<br />

c. de nieuwe (bedrijfs)woning mag niet worden gerealiseerd op gronden gelegen<br />

binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />

d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />

jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />

e. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;<br />

f. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />

voorkeursgrenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet<br />

overschrijden;<br />

g. de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

90


13.4 Kleinschalige windturbines<br />

Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is –<br />

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten einde de<br />

realisatie van windmolens mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:<br />

a. windturbines zijn uitsluitend toegestaan binnen een bouwvlak;<br />

b. per bouwvlak is ten hoogste 1 windturbine toegestaan;<br />

c. de hoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 15 m.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

91


Artikel 14<br />

Algemene wijzigingsregels<br />

14.1 Woningsplitsing karakteristieke panden<br />

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde het toestaan van<br />

extra woningen in monumenten en karakteristieke panden die hoofdgebouwen zijn,<br />

met inachtneming van het volgende:<br />

a. woningsplitsing is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';<br />

b. de aanduiding 'karakteristiek' dient opgenomen te zijn omdat het blijkens bijlage 4,<br />

5 of 6 een karakteristiek hoofdgebouw betreft;<br />

c. woningsplitsing is niet toegestaan op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte<br />

van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />

d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />

jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />

e. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden;<br />

f. de cultuurhistorische waarde van deze panden wordt niet aangetast;<br />

g. woningsplitsing in twee woningen is uitsluitend toegestaan als de inhoud van het te<br />

splitsen pand meer dan 1.000 m³ bedraagt;<br />

h. woningsplitsing in 3 woningen is uitsluitend toegestaan als de inhoud van het te<br />

splitsen pand meer dan 1.500 m³ bedraagt;<br />

i. ter plaatse van de gesplitste woning dient de bouwaanduiding 'aaneengebouwd' te<br />

worden opgenomen, waarmee wordt aangegeven dat de woning aaneengebouwd<br />

is en dient te blijven;<br />

j. het gebruik vindt plaats binnen het bestaande bouwvolume; uitbreiding van<br />

bebouwing is niet toegestaan waardoor het uitwendige karakter van het<br />

hoofdgebouw – zoals dit bepaald is door hoofdafmetingen, onderlinge<br />

maatverhoudingen, dakvorm en nokrichting – behouden blijft;<br />

k. bij het wijzigingsplan kunnen beperkingen worden gesteld aan de oppervlakte van<br />

bijgebouwen bij de nieuwe woning;<br />

l. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />

uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.<br />

14.2 Realisatie woning in een karakteristiek bijgebouw<br />

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde het toestaan van een<br />

extra woningen in een karakteristiek gebouw of monument dat niet is aangebouwd aan<br />

de (voormalige) bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:<br />

a. het realiseren van een woning in een bijgebouw is alleen toegestaan ter plaatse<br />

van de aanduiding 'karakteristiek';<br />

b. de aanduiding 'karakteristiek' dient opgenomen te zijn omdat het blijkens bijlage 4,<br />

5 of 6 een karakteristiek bijgebouw betreft;<br />

c. de realisatie van een woning in een bijgebouw, gelegen op gronden binnen 50 m<br />

ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding is niet<br />

toegestaan;<br />

d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />

jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />

e. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze gebouwen;<br />

f. de cultuurhistorische waarde van deze gebouwen wordt niet aangetast;<br />

g. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />

uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden;<br />

met dien verstande dat:<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

92


h. het gebruik plaatsvindt binnen het bestaande bouwvolume; uitbreiding van<br />

bebouwing is niet toegestaan waardoor het uitwendige karakter van het bijgebouw<br />

– zoals dit bepaald is door hoofdafmetingen, onderlinge maatverhoudingen,<br />

dakvorm en nokrichting – behouden blijft;<br />

i. bij het wijzigingsplan beperkingen kunnen worden gesteld aan de oppervlakte van<br />

bijgebouwen bij deze nieuwe woning.<br />

14.3 Waarde archeologie<br />

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de<br />

bestemming Waarde - Archeologie - 1 of Waarde - Archeologie - 2 geheel of<br />

gedeeltelijk verwijderen, indien:<br />

a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen<br />

archeologische waarden aanwezig zijn;<br />

b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt<br />

geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van<br />

archeologische waarden voorziet.<br />

14.4 Herbouw van (bedrijfs)woningen buiten bestaande funderingen<br />

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde de herbouw van<br />

(bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen mogelijk te maken met<br />

inachtneming van het volgende:<br />

a. de herbouw vindt plaats binnen hetzelfde bouwvlak;<br />

b. de nieuwe situering van de (bedrijfs)woning leidt niet tot extra belemmeringen voor<br />

de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende<br />

uit de milieuwetgeving;<br />

c. de nieuwe (bedrijfs)woning mag niet worden gerealiseerd op gronden gelegen<br />

binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;<br />

d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het<br />

jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;<br />

e. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;<br />

f. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de<br />

uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

93


Artikel 15<br />

Overige regels<br />

15.1 Werking wettelijke regelingen<br />

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze<br />

luiden op het moment van vaststelling van het plan.<br />

15.2 Relatie<br />

Indien er blijkens het figuur 'relatie' sprake is van een gekoppeld bouwvlak, dan zijn<br />

voor het gebruik, het bouwen, bevoegdheid tot afwijken en wijzigingsbevoegdheden,<br />

de bepalingen met betrekking tot een 'enkel' bouwvlak van overeenkomstige<br />

toepassing.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

94


Hoofdstuk 4<br />

Overgangs- en slotregels<br />

Artikel 16<br />

Overgangsregels<br />

16.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:<br />

a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan<br />

aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een<br />

bouwvergunning of omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het<br />

plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:<br />

1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />

2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of<br />

veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen<br />

wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is<br />

tenietgegaan;<br />

b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een<br />

omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een<br />

bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;<br />

c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het<br />

tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning<br />

en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de<br />

overgangsbepaling van dat plan.<br />

16.2 Overgangsrecht gebruik<br />

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:<br />

a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van<br />

inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden<br />

voortgezet;<br />

b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit<br />

lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig<br />

gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt<br />

verkleind;<br />

c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan<br />

voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit<br />

gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;<br />

d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het<br />

voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de<br />

overgangsbepalingen van dat plan.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

95


Artikel 17<br />

Slotregel<br />

Deze regels worden aangehaald onder de naam bestemmingsplan 'Middelerstraat 4'.<br />

februari 2012.<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

96


Bijlagen bij regels<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

97


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

98


Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan Middelerstraat 4<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

99


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

100


Bijlage 2<br />

Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

101


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

102


Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />

Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />

- niet van toepassing of niet relevant<br />

< kleiner dan<br />

> groter<br />

= gelijk aan<br />

cat. categorie<br />

e.d. en dergelijke<br />

kl. klasse<br />

n.e.g. niet elders genoemd<br />

o.c. opslagcapaciteit<br />

p.c. productiecapaciteit<br />

p.o. productieoppervlak<br />

b.o. bedrijfsoppervlak<br />

v.c. verwerkingscapaciteit<br />

u uur<br />

d dag<br />

w<br />

j<br />

B<br />

C<br />

D<br />

L<br />

Z<br />

R<br />

V<br />

week<br />

jaar<br />

bodemverontreiniging<br />

continu<br />

divers<br />

luchtverontreiniging<br />

zonering op basis van Wet geluidhinder<br />

risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van<br />

toepassing)<br />

Vuurwerkbesluit van toepassing<br />

G/P verkeersaantrekkende werking goederenvervoer/personenvervoer:<br />

1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking<br />

2. potentieel aanzie<strong>nl</strong>ijke verkeersaantrekkende werking<br />

3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW<br />

0112 0 Tuinbouw:<br />

0112 4 - champignonkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />

0112 5 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 100 10 30 C 10 100 3.2 1 G<br />

0112 6 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />

0112 7 - witlofkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />

014 0 Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:<br />

014 1 - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 D 3.1 2 G<br />

014 2 - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. 10 ton: zie SBI-code 51.55<br />

014 3 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 3.1 2 G<br />

014 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. 1.000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G<br />

151 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o.


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

151 8<br />

- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o.<br />

< 2.000 m² 50 0 50 10 50 3.1 2 G<br />

152 0 Visverwerkingsbedrijven:<br />

152 5 - conserveren of verwerken anderszins: p.o.


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

1589.2 0 Soep- en soeparomafabrieken:<br />

1589.2 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2 2 G<br />

1593 t/m<br />

1595 Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke 10 0 30 C 0 30 2 1 G<br />

1598 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2 3 G<br />

17 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />

171 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2 2 G<br />

172 0 Weven van textiel:<br />

172 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2 2 G<br />

173 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1 2 G<br />

174, 175 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1 1 G<br />

176, 177 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1 1 G<br />

18 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT<br />

181 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1 1 G<br />

183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1 1 G<br />

19 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)<br />

192 Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1 2 G<br />

193 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1 2 G<br />

20 -<br />

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN<br />

DERGELIJKE<br />

2010.1 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2 2 G<br />

2010.2 0 Houtconserveringsbedrijven:<br />

2010.2 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1 2 G<br />

202 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2 3 G<br />

203, 204,<br />

205 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2 2 G


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

203, 204,<br />

205 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² 0 30 50 0 50 3.1 1 G<br />

205 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 30 2 1 G<br />

21 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN<br />

2112 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />

2112 1 - p.c. < 3 ton/uur 50 30 50 C 30 R 50 3.1 1 G<br />

212 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G<br />

2121.2 0 Golfkartonfabrieken:<br />

2121.2 1 - p.c. < 3 ton/uur 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G<br />

22 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA<br />

2221 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2 3 G<br />

2222 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2 3 G<br />

2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 30 2 1 P<br />

2223 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1 1 G<br />

223 Reproductiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1 1 G<br />

23 -<br />

AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT-<br />

/KWEEKSTOFFEN<br />

2320.2 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2 2 G<br />

24 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN<br />

2442 0 Farmaceutische productenfabrieken:<br />

2442 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1 2 G<br />

2462 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />

2462 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2 3 G<br />

2464 Fotochemische productenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2 3 G<br />

2466 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1 3 G


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

25 - VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF<br />

2512 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />

2512 1 - vloeroppervlak < 100 m² 50 10 30 30 50 3.1 1 G<br />

2513 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2 1 G<br />

252 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />

252 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1 2 G<br />

26 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN<br />

261 0 Glasfabrieken:<br />

261 1 - glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar 30 30 100 30 100 3.2 1 G<br />

2612 Glas-in-loodzetterij 10 30 30 10 30 2 1 G<br />

2615 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1 1 G<br />

262, 263 0 Aardewerkfabrieken:<br />

262, 263 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 30 2 1 G<br />

262, 263 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2 2 G<br />

2661.2 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />

2661.2 1 - p.c. < 100.000 ton/jaar 10 50 100 30 100 3.2 2 G<br />

2662 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2 2 G<br />

2663, 2664 0 Betonmortelcentrales:<br />

2663, 2664 1 - p.c. < 100 ton/uur 10 50 100 10 100 3.2 3 G<br />

2665, 2666 0 Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:<br />

2665, 2666 1 - p.c. < 100 ton/dag 10 50 100 50 R 100 3.2 2 G<br />

267 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />

267 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2 1 G<br />

267 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o.


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

2682 C Minerale productenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2 2 G<br />

28 -<br />

VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF<br />

MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)<br />

281 0 Constructiewerkplaatsen:<br />

281 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2 2 G<br />

281 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² 30 30 50 10 50 3.1 1 G<br />

284 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke 50 30 100 30 100 D 3.2 2 G<br />

284 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² 30 30 50 10 50 D 3.1 1 G<br />

2851 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />

2851 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2 2 G<br />

2851 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2 1 G<br />

2851 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2 2 G<br />

2851 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2 2 G<br />

2851 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2 2 G<br />

2851 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2 2 G<br />

2851 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2 2 G<br />

2851 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2 2 G<br />

2851 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2 2 G<br />

2851 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2 1 G<br />

2851 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) 30 30 100 50 100 3.2 2 G<br />

2852 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2 1 G<br />

2852 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² 10 30 50 10 50 D 3.1 1 G<br />

287 A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:<br />

287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 100 3.2 2 G<br />

287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m² 30 30 50 10 50 3.1 1 G<br />

29 - VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN<br />

29 0 Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie:


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

29 1 - p.o. < 2.000 m² 30 30 100 30 100 D 3.2 2 G<br />

- reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren ≥<br />

29<br />

1 MW 30 30 50 30 50 3.1 1 G<br />

30 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS<br />

30 A Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie 30 10 30 10 30 2 1 G<br />

31 -<br />

VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN<br />

BENODIGDHEDEN<br />

314 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2 2 G<br />

316 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 30 2 1 G<br />

32 -<br />

321 t/m 323<br />

VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN<br />

-BENODIGDHEDEN<br />

Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke,<br />

inclusief reparatie 30 0 50 30 50 D 3.1 2 G<br />

3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1 1 G<br />

33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN<br />

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke,<br />

33 A inclusief reparatie 30 0 30 0 30 2 1 G<br />

34 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS<br />

341 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />

343 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G<br />

35 -<br />

VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S,<br />

AANHANGWAGENS)<br />

351 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />

351 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1 2 G


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

351 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2 2 G<br />

351 - onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen 30 50 50 30 50 3.1 2 G<br />

352 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />

352 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2 2 G<br />

353 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />

354 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G<br />

355 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2 2 G<br />

36 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.<br />

361 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2 2 G<br />

361 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² 0 10 10 0 10 1 1 P<br />

362 Fabricage van munten, sieraden en dergelijke 30 10 10 10 30 2 1 G<br />

364 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G<br />

365 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G<br />

3661.1 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2 1 P<br />

3661.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1 2 G<br />

40 - PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER<br />

40 B0 Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe:<br />

- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen<br />

40 B1 voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2 2 G<br />

40 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2 2 G<br />

40 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:<br />

40 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2 1 P<br />

40 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1 1 P<br />

40 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2 1 P<br />

40 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />

40 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A 0 0 10 C 10 10 1 1 P<br />

40 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 0 0 30 C 10 30 2 1 P


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

40 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, categorie D 0 0 50 C 50 R 50 3.1 1 P<br />

40 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />

40 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2 1 P<br />

40 E2 - blokverwarming 10 0 30 C 10 30 2 1 P<br />

41 - WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER<br />

41 A0 Waterwinning-/bereidingbedrijven:<br />

41 A2 - bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1 1 G<br />

41 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:<br />

41 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2 1 P<br />

41 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2 1 P<br />

45 - BOUWNIJVERHEID<br />

45 Bouwbedrijven/aannemers algemeen<br />

45 0 - bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2 2 G<br />

45 1 - bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1000 m²: b.o.


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

5123 Groothandel in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2 2 G<br />

5124 Groothandel in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1 2 G<br />

5125, 5131 Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1 2 G<br />

5132, 5133 Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1 2 G<br />

5148.7 0 Groothandel in vuurwerk en munitie:<br />

5148.7 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 10 0 30 50 V 50 3.1 2 G<br />

5151.1 0 Groothandel in vaste brandstoffen:<br />

5151.1 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1 2 P<br />

5151.2 0 Groothandel in vloeibare brandstoffen:<br />

5151.2 - ondergronds, K1/K2/K3-klasse 10 0 10 10 10 1 1 G<br />

5151.2 - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³ 10 0 10 50 R 50 3.1 1 G<br />

5151.2 - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³ 30 0 30 100 R 100 3.2 1 G<br />

5151.2 - bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³ 10 0 10 10 30 2 1 G<br />

5151.2 - bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³ 30 0 30 50 50 3.1 1 G<br />

5151.2 0 Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):<br />

5151.2 - bovengronds, < 2 m³ 0 0 0 30 30 2 1 G<br />

5151.2 - bovengronds, 2 - 8 m³ 10 0 0 50 R 50 3.1 1 G<br />

5151.2 - bovengronds, 8 - 80 m³ 10 0 10 100 R 100 3.2 1 G<br />

5151.2 - ondergronds, < 80 m³ 10 0 10 50 R 50 3.1 1G G<br />

5151.2 Gasvormige brandstoffen in gasflessen<br />

5151.2 - kleine hoeveelheden < 10 ton 0 0 0 10 10 1 1 G<br />

5151.2 - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau 10 0 10 30 R 30 2 1 G<br />

5151.2 Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld 10 0 10 50 50 3.1 1 G<br />

5151.3 Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2 2 G<br />

5152.1 0 Groothandel in metaalertsen:<br />

5152.2 /.3 Groothandel in metalen en -halffabricaten 0 10 100 10 100 3.2 2 G<br />

5153 0 Groothandel in hout en bouwmaterialen:<br />

5153 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 10 50 10 50 3.1 2 G<br />

5153 2 - algemeen: b.o.


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

5153.4 4 Zand en grind:<br />

5153.4 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 0 30 100 0 100 3.2 2 G<br />

5153.4 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1 2 G<br />

5154 2 - algemeen: b.o. 1.000 m² 10 30 100 30 100 3.2 2 G<br />

5157 1 - autosloperijen: b.o. 1.000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2 2 G<br />

5157.2/3 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o.


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

63 - DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER<br />

631 Loswal 10 30 50 30 50 3.1 2 G<br />

6312 A Distributiecentra, pak- en koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1 2 G<br />

6321 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2 2 G<br />

71 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN<br />

712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G<br />

713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G<br />

72 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />

725 Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines 0 0 10 0 10 1 1 P<br />

72 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2 1 P<br />

73 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK<br />

731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 30 2 1 P<br />

74 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />

74701 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1 1 P<br />

90 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />

9001 A0 RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks:<br />

9001 B Rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2 1 P<br />

9002.1 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke 50 30 50 10 50 3.1 2 G<br />

9002.1 B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1 2 G<br />

9002.2 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />

9002.2 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2 1 G<br />

9002.2 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1 1 G<br />

9002.2 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2 1 G


nummer<br />

GEUR<br />

STOF<br />

GELUID<br />

GEVAAR<br />

GROOTSTE<br />

AFSTAND<br />

CATEGORIE<br />

VERKEER<br />

SBI-CODE<br />

1993 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES<br />

9002.2 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2 1 G<br />

9002.2 C0 Composteerbedrijven:<br />

9002.2 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jaar 100 100 100 10 100 3.2 2 G<br />

93 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />

9301.1 A Wasserijen en linnenverhuur 30 0 50 C 30 50 3.1 2 G<br />

9301.1 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1 2 G<br />

9301.3 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2 1 G


Bijlage 3<br />

Staat van Horeca-activiteiten<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

103


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

104


Categorie I 'lichte horeca'<br />

Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking<br />

van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor<br />

omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën<br />

onderscheiden:<br />

1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca<br />

- automatiek;<br />

- broodjeszaak;<br />

- cafetaria;<br />

- croissanterie;<br />

- koffiebar;<br />

- lunchroom;<br />

- ijssalon;<br />

- snackbar;<br />

- tearoom;<br />

- traiteur.<br />

1b. Overige lichte horeca<br />

- bistro;<br />

- restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);<br />

- hotel.<br />

1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking<br />

- bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan<br />

250 m²;<br />

- restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).<br />

Categorie 2 'middelzware horeca'<br />

Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzie<strong>nl</strong>ijke<br />

hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:<br />

- bar;<br />

- bierhuis;<br />

- biljartcentrum;<br />

- café;<br />

- proeflokaal;<br />

- shoarma/grillroom;<br />

- zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).<br />

Categorie 3 'zware horeca'<br />

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot<br />

aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee<br />

kunnen brengen:<br />

- dancing;<br />

- discotheek;<br />

- nachtclub;<br />

- partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.<br />

Adviesbureau RBOI<br />

Rotterdam / Middelburg<br />

plannummer<br />

SvH 1997


Bijlage 4 Karakteristieke panden - deel 1<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

105


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

106


Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />

Karakteristieke panden en erven<br />

Deel 1<br />

Het buitengebied<br />

pt<br />

t<br />

Concept<br />

© Het Oversticht, Zwolle 2009<br />

mw. drs. J.M.A.C. Clarijs<br />

mw. drs. M van Zanten


Inhoudsopgave<br />

1. Karakteristieke bebouwing in het buitengebied bedreigd p. 2<br />

2. Opdracht p. 3<br />

3. Werkwijze p. 4<br />

4. Rapportage en advies p. 6<br />

4.1 waardevolle erven p. 8<br />

4.2 karakteristieke panden p. 9<br />

4.3 voorgedragen gemeentelijke monumenten (advies Oversticht 2008) p.24<br />

5. Aanbevelingen tot slot p.32<br />

Colofon p.35


1 Karakteristieke bebouwing in het buitengebied bedreigd<br />

Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

Boerderijen verliezen steeds vaker hun agrarische functie en zijn mede hierdoor onderhevig aan<br />

wijzigingen en vernieuwingen. Het ligt in de lijn der verwachting dat in de toekomst meer<br />

sloopaanvragen, bouwaanvragen voor vernieuwing of aanpassing van de boerderij en bijbehorende<br />

bijgebouwen ingediend zullen worden. Boerderijen zijn karakteristiek voor de streek en daarmee<br />

vanuit cultuurhistorisch oogpunt waardevol. De streekeigen bebouwing bepaalt in belangrijke mate het<br />

beeld en de beleving van het buitengebied. Het in stand houden van deze waardevolle elementen is<br />

een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het buitengebeid. Deze kwaliteiten behoren tot de<br />

identiteit van gemeenten en zorgen voor een aantrekkelijke omgeving voor wonen, werken en<br />

recreëren.<br />

De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> is gezame<strong>nl</strong>ijk met de gemeenten Deventer en Raalte bezig met de<br />

actualisatie van het bestemmingsplan voor het buitengebied. De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> constateert dat<br />

de voor de streek kenmerkende agrarische bebouwing in het buitengebied langzaam maar zeker<br />

verdwijnt. De actualisatie wordt dan ook aangegrepen om binnen het bestemmingsplan, door het<br />

aanwijzen van zogenaamde karakteristieke panden en erven, de oorspronkelijke kwaliteit van de<br />

bebouwing in het buitengebied beter te behouden. De gemeenten hebben vooralsnog hun beleid ten<br />

aanzien van de karakteristieke panden niet scherp bepaald. Deze inventarisatie is een eerste stap in<br />

het proces om de karakteristieke panden in het bestemmingsplan en in het ruimtelijk beleid te<br />

integreren.<br />

De uitkomst van de inventarisatie is een lijst met de meest bijzondere, opvallende, kenmerkende of<br />

agrarische bebouwing die een duidelijke relatie met zijn omgeving (erf, landschap en regio) heeft.<br />

Voor deze groep wordt in het bestemmingsplan geregeld dat er meerdere functies in de gebouwen<br />

ondergebracht kunnen worden. Hierdoor is er voor deze groep meer aandacht voor hergebruik en<br />

behoud van de bebouwing en erven en voor de manier waarop wijzigingen worden aangebracht. Dit<br />

wil niet zeggen dat de agrarische bebouwing die niet op de lijst voorkomt geen waarde heeft en geen<br />

aandacht verdient. Bijvoorbeeld boerderijen waarvan de erven erg verschraald of geheel verdwenen<br />

zijn. Hier liggen kansen om de erven te herstellen en de boerderijen op een goede manier te<br />

hergebruiken, aan te passen of voor sloop te behoeden. De manier en de mate waarin dit gebeurd is<br />

afhankelijk van het ambitieniveau van de gemeente in samenhang met de bestaande of verwachte<br />

dynamiek. Het maken van een visie en beleid is onontbeerlijk.<br />

2 Opdracht<br />

De gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> heeft behoefte aan een overzicht van karakteristieke panden en erven in het<br />

buitengebied van het gemeentelijk grondgebied. De gemeente heeft Het Oversticht gevraagd deze<br />

inventarisatie uit te voeren.<br />

3 Werkwijze<br />

Het project is uitgevoerd door drie adviseurs ruimtelijke kwaliteit (erfgoed) van Het Oversticht. Zij zijn<br />

daarbij ondersteund door de betrokken ambtenaar; de coördinator ruimtelijke ontwikkeling van de<br />

gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Om te bepalen welke panden en erven karakteristiek zijn, zijn drie stappen<br />

genomen:<br />

inventariseren (3.1)<br />

waarderen (3.2)<br />

rapporteren en adviseren (4)<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 2


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

3.1 Inventariseren<br />

Voor de inventarisatie van de objecten is een adresse<strong>nl</strong>ijst opgesteld van potentiële karakteristieke<br />

panden en erven. Deze lijst is samengesteld door Het Oversticht, de gemeente en een<br />

klankbordgroep die is ingesteld door de gemeente. Het Oversticht heeft naast de aangeleverde<br />

adressen van de gemeente en de begeleidingscommissie diverse bronnen geraadpleegd om een lijst<br />

van te beoordelen panden en erven samen te stellen, waaronder bestaande inventarisaties, literatuur<br />

en databases.<br />

Deze adresse<strong>nl</strong>ijst vormde de basis voor het veldwerk waarbij deskundigen van Het Oversticht de<br />

objecten hebben bekeken en gefotografeerd. Tijdens de uitvoering van het veldwerk is nadrukkelijk<br />

gekeken of er objecten misten op de lijst. Wanneer dat nodig bleek, zijn adressen toegevoegd. Tijdens<br />

het veldwerk zijn 150 objecten bezocht, waarvan het overgrote deel buiten de bebouwde kom waren<br />

gelegen.<br />

De inventarisatiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden vanaf de openbare weg. Het erf werd<br />

alleen betreden wanneer er onvoldoende zicht was op de bebouwing, indien dit mogelijk was en de<br />

eigenaar toestemming gaf. Vanuit privacyoverwegingen werd hier terughoudend mee omgegaan. Van<br />

enkele objecten waren het erf en de bijgebouwen niet goed zichtbaar en niet betreedbaar. Deze zijn<br />

met een ‘?’ opgenomen in de waardering.<br />

3.2 Waarderingscriteria<br />

Na de inventarisatiewerkzaamheden heeft Het Oversticht de bezochte panden en erven beoordeeld<br />

op vooraf vastgestelde criteria. Het Oversticht richt zich bij het waarderen op drie onderdelen, namelijk<br />

de relatie met het landschap, de erfstructuur en erfinrichting en tot slot het gebouw. 1<br />

Zij vormen de basis van de vijf criteria die Het Oversticht bij de inventarisatie en selectie van<br />

karakteristieke panden en erven hanteert:<br />

relatie met het landschap<br />

erfstructuur en erfinrichting<br />

streekeigen verschijningsvorm<br />

herkenbaarheid en mate van gaafheid<br />

architectuur- en cultuurhistorische waarde<br />

A. Relatie met het landschap<br />

Bij dit criterium is gekeken naar de ligging van het object in het landschap, met accent op de relatie<br />

tussen het gebouw en het landschap en de mate waarin het gebouw beeldbepalend is voor zijn<br />

directe omgeving. In de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> zijn de volgende kenmerken van belang:<br />

Bij boerenerven in de oude essen- en kampe<strong>nl</strong>andschappen:<br />

Het oudere landschap is besloten door singels, erfbossen en perceelbeplanting.<br />

Boerderijen zijn gelegen aan de essen en kampen op zandruggen in het landschap.<br />

Boerderijen liggen in nabijheid van lagergelegen hooi en weilanden.<br />

Erf kan zowel met de voor- als achterzijde naar de weg zijn gelegen.<br />

Rafelige erfbegrenzing (open karakter)<br />

Bij boerenerven in jong ontginningslandschap (heidegebied):<br />

Landschap is rechtlijnig van opzet.<br />

Erf voegt zich in de rechtlijnige opzet.<br />

Heldere begrenzing door singelbeplanting.<br />

1 Zie ook: Traditie en vernieuwing; Inspiratieboek voor de transformatie van erven en boerderij in Overijssel, Het Oversticht<br />

(Zwolle) 2008.<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 3


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

B. Erfstructuur en erfinrichting<br />

Bij dit criterium wordt gelet op de ligging van hoofd- en bijgebouwen, de onderlinge samenhang van<br />

de bebouwing op het erf en de (groene) inrichting van het erf. De volgende kenmerken zijn hierbij van<br />

belang:<br />

Bij boerenerven in de oude essen- en kampe<strong>nl</strong>andschappen:<br />

Eenvoudige vorm en opzet van boerderij en erf.<br />

Veel bijgebouwen.<br />

Traditionele indeling in voor-, zij- en achterf.<br />

Heldere scheiding van functies in voorerf (nutstuin, moestuin en fruitgaard gecombineerd met<br />

siertuin) en achtererf (functionele bedrijfsvoering).<br />

De grotere dwarshuisboerderijen hebben soms een formele siertuin.<br />

Op de erven staan solitaire bomen (eik, lindes, berk, bruine beuk, wilg, es, populier).<br />

Bij boerenerven in jong ontginningslandschap (heidegebied):<br />

Weinig bijgebouwen.<br />

Erfbeplanting in strakke singels en erfbossen.<br />

C. Streekeigen verschijningsvorm<br />

Onder streekeigen verschijningsvorm verstaat Het Oversticht een typische hoofdvorm en detaillering<br />

die kenmerkend is voor een bepaalde streek of gebied of in het algemeen kenmerkend voor<br />

hoofdzakelijk (voormalige) agrarische bebouwing. Het Oversticht hanteert een indeling van gebouwen<br />

op basis van de hoofdvorm. Hierin worden de volgende typen onderscheiden:<br />

a) erin: woning en bedrijf ineen.<br />

b) eraan: woning en bedrijf gescheiden in één gebouw.<br />

c) erbij: woning en bedrijf gescheiden als afzonderlijke gebouwen.<br />

In de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> komen, evenals in Salland en Raalte, verschillende boerderijtypologieën<br />

voor. In de oudere landschappen overheersen twee typen: een hallenhuisboerderij (erin) en een<br />

dwarshuisboerderij, soms ook krukhuisboerderij (eraan). Dit laatste type komt relatief veel voor in <strong>Olst</strong>-<br />

<strong>Wijhe</strong>. In de jongere landschappen komen (doorwerkingen van) deze traditionele hoofdvormen voor,<br />

maar ook boerderijcomplexen met vrijstaande woonhuizen (erbij).<br />

Kenmerken hallenhuisboerderij<br />

Woning en bedrijf in een hoofdvolume.<br />

Zowel grote als kleine oppervlakken.<br />

De kapvorm vaak gekenmerkt door een wolfseind op het voorhuis en een doorlopend dakschild bij<br />

het bedrijfsgedeelte.<br />

Pannen- en rietendak of combinaties daarvan.<br />

Gepleisterde gevels komen voor.<br />

Asymmetrische voorgevels.<br />

Kenmerken dwarshuisboerderij/krukhuisboerderij<br />

Woning en bedrijf wel in één gebouw, maar in de architectuur duidelijk van elkaar onderscheiden.<br />

T- vormige (dwarshuis) of L-vormige plattegrond (krukhuis).<br />

Pannen- en rietendaken of combinaties daarvan.<br />

Architectonische details zijn sober.<br />

Gepleisterde gevels komen voor.<br />

Asymmetrische voorgevels.<br />

D. Herkenbaarheid/ mate van gaafheid<br />

De meest gave exemplaren zijn over het algemeen reeds als rijks- of gemeentelijk monument<br />

beschermd. Wijzigingen zijn echter van alle tijden en kunnen een pand ook een extra historische ‘laag’<br />

geven. Voor de niet beschermde bebouwing wordt bij dit criterium gelet op de volgende elementen:<br />

herkenbaarheid hoofdvorm<br />

herkenbaarheid in relatie tot zijn functie of voormalige functie<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 4


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

E. Architectuur- en/of cultuurhistorische waarde<br />

Tijdens de inventarisatie kan het voorkomen dat panden gesignaleerd worden die van<br />

architectuurhistorisch of cultuurhistorisch belang zijn. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld:<br />

niet-streekeigen boerderijtypen.<br />

industrieel erfgoed.<br />

woonhuizen (kleinschalig en vrijstaand).<br />

overige bijzondere bebouwing.<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 5


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

4 Rapportage en advies<br />

Op basis van de waardering is een eerste advies opgesteld, dat wordt besproken met de<br />

opdrachtgever. Het is mogelijk dat het definitief advies op onderdelen kan afwijken van het<br />

voorliggende concept. In de onderstaande overzicht volgt een lijst van panden en erven waarvan Het<br />

Oversticht adviseert ze in het bestemmingplan op te nemen als karakteristiek, inclusief foto en de<br />

toegekende waardering zoals beschreven in de criteria<br />

A: relatie met het landschap;<br />

B: erfstructuur en erfinrichting;<br />

C: streekeigen verschijningsvorm;<br />

D: herkenbaarheid/mate van gaafheid;<br />

E: architectuur- en/of cultuurhistorische waarde.<br />

De selectie is tot stand gekomen aan de hand van de volgende waarderingssystematiek. Een object<br />

kon per criterium worden gewaardeerd als “zeer positief” (++), “positief” (+), “neutraal” (geen) of<br />

“negatief” (- ). Wanneer het erf met gebouwen minimaal vier punten scoorde, is het voorgedragen als<br />

karakteristiek pand. Wanneer het erf met gebouwen drie punten scoorde viel het binnen de<br />

zogenoemde ‘twijfelgevallen’. Deze twijfelgevallen zijn voorgelegd aan de gemeente. Een deel van de<br />

twijfelgevallen is op verzoek van de gemeente wel opgenomen als karakteristiek.<br />

De foto’s in de adresse<strong>nl</strong>ijst zijn bedoeld als ondersteuningsmateriaal en zijn geen weergaven van de<br />

volumes die het kenmerk karakteristiek krijgen. De exacte bouwvolumes zullen, voor zover mogelijk<br />

analoog op kaartmateriaal aangeleverd worden.<br />

Tabel1: Lijst met karakteristieke panden<br />

plaats adres nr<br />

Boerhaar L.T. Andersonstraat 8<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 9<br />

Wesepe Bonekampweg 2<br />

Wesepe Bonekampweg 5<br />

Welsum Bosweg 1<br />

Wesepe Boxbergerweg 49<br />

Wesepe Boxbergerweg 50<br />

<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 9<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 2<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 22<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 24/24a<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 8<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 14<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 23<br />

<strong>Wijhe</strong> Elshof 3<br />

Welsum Erveweg 3<br />

Welsum Erveweg 9<br />

Welsum Erveweg 24<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 1<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 3<br />

<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 18a<br />

Herxen Herxen 32<br />

Herxen Herxen 95<br />

Herxen Herxen 99<br />

<strong>Wijhe</strong> Het Anem 4<br />

Den Nul Holstweg 35<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 6


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Zandweteringpad 3<br />

<strong>Wijhe</strong> Hooglandweg 3<br />

Welsum IJsseldijk 21<br />

Welsum IJsseldijk 27<br />

Welsum IJsseldijk 115<br />

<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 28<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 5-5a<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 11<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 15<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 44<br />

<strong>Olst</strong> Kletterstraat 3<br />

<strong>Olst</strong> Kletterstraat 25<br />

<strong>Wijhe</strong> Kloosterstraat 12<br />

Welsum Kloosterhoekweg 11<br />

<strong>Olst</strong> Koedijk 2<br />

<strong>Olst</strong> Koedijk 4<br />

<strong>Olst</strong> Langedijk 4<br />

<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 6<br />

Marle Marledijk 15<br />

Marle Marledijk 31<br />

Wesepe Marsweg 3 en 5<br />

<strong>Olst</strong> Middelerstraat 14<br />

<strong>Olst</strong> Middelerstraat 19<br />

<strong>Olst</strong> Molenweg 4<br />

<strong>Olst</strong> Molenweg 10<br />

<strong>Olst</strong> Molenweg 42a<br />

<strong>Olst</strong> Nieuwe Kampen 2<br />

<strong>Olst</strong> Oude Allee Bij 4<br />

<strong>Olst</strong> Oude Allee 4<br />

Welsum Polderweg 1<br />

Wesepe Raalterweg 89<br />

Wesepe Raalterweg 91<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 8<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 10<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 11<br />

Wesepe Rozenvoorderdijk 3<br />

<strong>Wijhe</strong> Schippershuizen 3<br />

<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 5<br />

<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 6<br />

<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 7a<br />

Welsum Veenweg 2<br />

<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 2<br />

<strong>Wijhe</strong> Waterstraat 18<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 8<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 29<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 33<br />

<strong>Wijhe</strong> Withuisweg 8<br />

<strong>Wijhe</strong> <strong>Wijhe</strong>seweg 4<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 7


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Zandweteringpad 3<br />

4.1 Erven<br />

Omdat oude, traditionele erfinrichting en -structuren ras verdwijnen uit het landschapsbeeld maar<br />

tegelijkertijd wel heel bepalend zijn voor de beleving van de gebouwen en een belangrijk aspect zijn<br />

voor samenhang met de omgeving, is op verzoek van de gemeente extra aandacht besteed aan een<br />

waarderingslijst van de waardevolle erven. Een aandachtspunt is wel dat de erven vanaf de openbare<br />

weg geïnventariseerd zijn en dat deze werkwijze met zich meebrengt dat enkele erven slechts deels<br />

(goed) zichtbaar waren.<br />

Voor alle erven en panden die als karakteristiek aangemerkt worden adviseert Het Oversticht om<br />

zorgvuldig met de inrichting, gebouwen, beplanting en betrating om te gaan en een advies van een<br />

ervenconsulent te betrekken bij de planvorming van eventuele wijzigingen. Aanvullend volgt<br />

onderstaand een lijst van adressen met waardevolle erven die erg hoog gescoord hebben in de<br />

inventarisatie (de adressen komen terug in de lijst karakteristieke panden). Bij deze erven is extra<br />

aandacht voor het erf van groot belang. Het Oversticht adviseert om bij wijzigingen op of van deze<br />

erven in ieder geval een advies van een ervenconsulent te betrekken bij de planvorming zodat de<br />

karakteristieken gewaarborgd blijven of zelfs versterkt worden.<br />

Tabel 2: waardevolle erven<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 9<br />

Welsum Bosweg 1<br />

<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 9<br />

<strong>Wijhe</strong> Elshof 3<br />

Welsum Erveweg 3<br />

Welsum Erveweg 9<br />

Welsum Erveweg 24<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 1<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 3<br />

Herxen Herxen 32<br />

Herxen Herxen 97<br />

Welsum IJsseldijk 27<br />

<strong>Olst</strong> Langedijk 4<br />

<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 6<br />

Marle Marledijk 15<br />

<strong>Olst</strong> Molenweg 42a<br />

<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 6<br />

<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 7a<br />

Welsum Veenweg 2<br />

<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 2<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 18<br />

<strong>Wijhe</strong> <strong>Wijhe</strong>seweg 4<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 8


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

4.2 Waarderingslijst karakteristieke panden/erven<br />

Waarderingsonderdelen:<br />

A relatie met het landschap<br />

B erfstructuur en erfinrichting<br />

C streekeigen verschijningsvorm<br />

D herkenbaarheid/mate van gaafheid<br />

E architectuur- en/of cultuurhistorische waarde<br />

Boerhaar<br />

plaats adres nr<br />

L.T.<br />

Andersonstraat<br />

8<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ ++ ++<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 9<br />

+ ++ + +<br />

Wesepe Bonekampweg 2<br />

+ + + +<br />

Wesepe Bonekampweg 5<br />

+ + + ++<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 9


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

Welsum Bosweg 1<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ ++ + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

Wesepe Boxbergerweg 49<br />

+ + ++ ++<br />

Wesepe Boxbergerweg 50<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 9<br />

+ ++ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 2<br />

+ + ++ +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 10


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 4<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

+ + + + ++<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 22<br />

+ + ++<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 24/<br />

24a + + + ++<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 8<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 14<br />

+ + + ++<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 11


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 23<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ + ++<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Elshof 3<br />

+ ++ + +<br />

Welsum Erveweg 3<br />

+ ++ + ++<br />

Welsum Erveweg 9<br />

+ ++ + ++<br />

Welsum Erveweg 24<br />

+ ++ + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 12


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 1<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ ++ + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 3<br />

+ ++ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 18a<br />

+ + + ++<br />

Herxen Herxen 32<br />

+ ++ + ++<br />

Herxen Herxen 95<br />

++ ++ + ++<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 13


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

Herxen Herxen 99<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

++ + + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Het Anem 4<br />

+ + + +<br />

Den Nul Holstweg 35<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hooglandweg 3<br />

+ + +<br />

Welsum IJsseldijk 21<br />

++ ? ++ +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 14


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

Welsum IJsseldijk 27<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

++ ++ + +? ?<br />

Welsum IJsseldijk 115<br />

++ +? + +? ?<br />

<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 28<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 5-5a<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 11<br />

+ + + ++<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 15


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 15<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ + + ++<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Olst</strong> Kleistraat 44<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Kletterstraat 3<br />

+ + + ++<br />

<strong>Olst</strong> Kletterstraat 25<br />

+ + + ++<br />

<strong>Wijhe</strong> Kloosterstraat 12<br />

+ + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 16


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

Welsum Kloosterhoekweg 11<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ + + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Olst</strong> Koedijk 2<br />

+ + ++<br />

<strong>Olst</strong> Koedijk 4<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Langedijk 4<br />

+ ++ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 6<br />

+ ++ + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 17


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

Marle Marledijk 15<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ ++ + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

Marle Marledijk 31<br />

++ ++ + +<br />

Wesepe Marsweg 3 en<br />

5 + + + +<br />

<strong>Olst</strong> Middelerstraat 14<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Middelerstraat 19<br />

+ + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 18


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Molenweg 4<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

+ + + ++<br />

<strong>Olst</strong> Molenweg 10<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Molenweg 42a<br />

+ ++ + +<br />

<strong>Olst</strong> Nieuwe Kampen 2<br />

+ + + ++<br />

<strong>Olst</strong><br />

Oude Allee<br />

(wordt gesloopt)<br />

Bij 4<br />

+ + + + ++<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 19


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 4<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

+ + + + ++<br />

Welsum Polderweg 1<br />

+ +? + +<br />

Wesepe Raalterweg 89<br />

+ + + +<br />

Wesepe Raalterweg 91<br />

+ + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 8<br />

+ +? ++ +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 20


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 10<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ + + ++<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 11<br />

+ + +<br />

Wesepe Rozenvoorderdijk 3<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Schippershuizen 3<br />

+ +? + ++ ++<br />

<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 5<br />

+ + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 21


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Steunenbergerweg 6<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

+ ++ + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Olst</strong><br />

Steunenbergerweg 7a<br />

+ ++ + +<br />

Welsum Veenweg 2<br />

+ ++ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 2<br />

+ ++ +<br />

<strong>Wijhe</strong> Waterstraat 18<br />

+ + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 22


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 8<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

+ ++ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 29<br />

+ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterhol 33<br />

+ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Withuisweg 8<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> <strong>Wijhe</strong>seweg 4<br />

+ ++ + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 23


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats adres nr<br />

<strong>Olst</strong> Zandweteringpad 3<br />

B<br />

A<br />

erf<br />

relatie<br />

structuur<br />

met het<br />

en in<br />

landschap<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenbaar<br />

heid/<br />

gaafheid<br />

++ + + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

4.3 Toekomstige gemeentelijke monumenten die karakteristiek zijn<br />

In 2008 heeft de gemeente opdracht aan Het Oversticht gegeven om de lijst van gemeentelijke<br />

monumenten te actualiseren. In de eerste helft van 2008 zijn de werkzaamheden uitgevoerd en is het<br />

gemeente bestuur geadviseerd om 97 panden aan te wijzen als gemeentelijk monument. Omdat het<br />

daadwerkelijke besluit door Burgemeester en wethouders van de gemeente nog niet genomen is en<br />

de monumentenverordening geen voorbescherming kent, heeft de gemeente Het Oversticht gevraagd<br />

om de toekomstige gemeentelijke monumenten in het buitengebied eveneens te inventariseren en te<br />

waarderen in deze selectie. Dat niet alle toekomstige gemeentelijke monumenten karakteristiek zijn<br />

komt door de verschillende waarderingsmethoden. Kort gezegd is het waarderen van gemeentelijke<br />

monumenten voornamelijk object gericht, het pand en haar geschiedenis is alleen van belang. Het<br />

waarderen van karakteristieke panden richt zich naast het pand veelal op de context en<br />

stedenbouwkundige waarden: het hoofdgebouw en bijgebouwen, het erf en het landschap.<br />

Omdat het hier om een afzonderlijke (juridische) groep panden/erven gaat wordt dit in een aparte lijst<br />

opgenomen. Een attentiepunt is als de objecten in lijst in het bestemmingsplan de aanduiding<br />

karakteristiek krijgen en later toch opgenomen worden in de gemeentelijke monumente<strong>nl</strong>ijst, dat deze<br />

panden een dubbele status hebben. Dit zal leiden tot onduidelijkheden in het beleid en uitvoering en<br />

tevens onduidelijk zijn voor de eigenaar. Daarnaast zullen de twee regelingen elkaar in de weg zitten.<br />

Om dit te voorkomen is het goed om de monumentenverordening aan te passen. Bijvoorbeeld: de<br />

aanduiding karakteristiek dient bij aanwijzing als Gemeentelijk monument te vervallen voor in ieder<br />

geval die volumes die beschermd worden en in de redengevende omschrijving vermeld worden. Het<br />

Oversticht adviseert het gemeentebestuur de voorgenomen aanwijzing van de gemeentelijke<br />

monumenten effectief te maken en zo de monumentale waarden te waarborgen.<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 24


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

Voorgedragen gemeentelijke monumenten die karakteristiek zijn<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

Wesepe<br />

Boxbergerweg<br />

30<br />

-<br />

32 ++ ++ +<br />

++<br />

+<br />

<strong>Wijhe</strong> Bremmelerstraat 2 + + + +<br />

<strong>Olst</strong> Diepenveenseweg 26 + + ++<br />

<strong>Olst</strong><br />

Diepenveenseweg<br />

24<br />

24<br />

a + + + ++<br />

<strong>Wijhe</strong> Duisterendijk 2 + + + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 25


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 5 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 6 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 9 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hagenvoorde 12 + + + + +<br />

Herxen Herxen 34 + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 26


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

Herxen Herxen 93 + + +<br />

Marle Marledijk 21 + + + + ++<br />

<strong>Wijhe</strong> Het Anem 10 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Het Anem 16 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Het Anem 24 + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 27


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Het Anem 26 ++ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 12 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 14 + + + ++ +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 20 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 8 + + + ++ +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 28


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 23 + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 25 + ++ + ++ +<br />

<strong>Wijhe</strong> Liederholthuisweg 3 + + + ++ ++<br />

<strong>Wijhe</strong> Omloop 1a + ++ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Raalterweg 11 + + ++ +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 29


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 2 ++ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 3 + + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 4 + + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 10 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Runneboomweg 1 + + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 30


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Schaarshoekweg 2 + + + + +?<br />

<strong>Wijhe</strong> Schaarshoekweg 7 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong><br />

Scherpenzeelse<br />

weg 9 + ++ + ++ ++<br />

<strong>Wijhe</strong> Schippershuizen 12 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Waterstraat 16 + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 31


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

plaats Adres nr foto<br />

A<br />

relatie<br />

met het<br />

landscha<br />

p<br />

B<br />

erf<br />

structuu<br />

r en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenba<br />

ar/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.hist.<br />

waarden<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 4 + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Zandhuisweg 11 + + + +<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 32


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

5 Aanbevelingen tot slot<br />

Hieronder vindt u een aantal aanbevelingen dat een direct gevolg is van het aanwijzen van<br />

karakteristieke panden (enkele zijn eerder genoemd). Tevens noemen wij hier enkele zaken die ons<br />

zijn opgevallen tijdens de werkzaamheden.<br />

Aansluitend beleid formuleren en kansen benutten<br />

Dit advies richt zich op het opnemen van karakteristieke panden en erven in het bestemmingsplan<br />

buitengebied van de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Het is wenselijk dat de gemeente aansluitend beleid<br />

formuleert waarin zij vastlegt hoe zij wil omgaan met de karakteristieke panden en erven en wat het<br />

ambitieniveau is: behoud of behoud en versterken.<br />

Het aanwijzen van karakteristieke panden en erven is geen doel, maar slechts een instrument om de<br />

ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied te waarborgen. Hiervoor is het van belang dat er visie en<br />

beleid wordt ontwikkeld maar ook dat de hieruit voortvloeiende kansen voor o.a. recreatie en toerisme<br />

benut worden. Desgewenst kan Het Oversticht daar nader over adviseren.<br />

Aanpassen monumentenverordening bij aanwijzen voorgenomen gemeentelijke monumenten<br />

als karakteristiek<br />

Een aantal geïnventariseerde panden verdient de status van gemeentelijk monument. De gemeente<br />

heeft om diverse redenen ervoor gekozen deze panden vooralsnog niet aan te wijzen als gemeentelijk<br />

monument, maar wel als karakteristiek. Wanneer het betreffende pand in het bestemmingsplan op dit<br />

moment de aanduiding karakteristiek krijgt en later alsnog opgenomen wordt als gemeentelijke<br />

monument, is er sprake van een dubbele status.<br />

Dit kan leiden tot onduidelijkheden en tegenstrijdigheden in het beleid en uitvoering. De regelingen<br />

dienen immers ieder een afzonderlijk doel die niet altijd verenigbaar zijn. Daarnaast schept het<br />

verwarring naar eigenaren. Om dit te voorkomen is het goed om de monumentenverordening aan te<br />

passen.<br />

Een voorbeeld van aanpassing van de monumentenverordening is: de belemmering karakteristiek<br />

dient bij aanwijzing als gemeentelijk monument te vervallen voor in ieder geval die volumes die<br />

beschermd worden en dienen in de redengevende omschrijving vermeld worden.<br />

Bovenal adviseert Het Oversticht het gemeentebestuur de voorgenomen aanwijzing van de<br />

gemeentelijke monumenten effectief te maken en zo de monumentale waarden te waarborgen.<br />

Waarborgen van effectieve procedures en heldere communicatie naar eigenaren en<br />

ambtenaren<br />

Effectieve procedures en heldere communicatie naar eigenaren en ambtenaren zijn essentieel voor<br />

het slagen van beleid. Enkele aandachtspunten daarbij zijn:<br />

-‘Wat betekent het voor een eigenaar om een ‘karakteristiek’ pand te hebben’. Het moet voor een<br />

eigenaar geheel duidelijk zijn wat de consequenties, kansen en mogelijkheden zijn. De eigenaren zijn<br />

immers de belangrijkste actoren als het gaat om het behouden en versterken van de ruimtelijke<br />

kwaliteit en het ontwikkelen van nieuwe, passende economische dragers in het landelijk gebied.<br />

Ambtenaren zouden hier een ondersteunende rol in kunnen/moeten hebben.<br />

- Een helder afgesproken proces ontwikkelen en uitvoeren: ‘Wie doet wat en in welke volgorde’ bij<br />

(aan)vragen. Dit is van groot belang bij het effectief uitvoeren van het beleid.<br />

- Begeleiding en advisering van eigenaren, architecten door adviseurs en ambtenaren in een vroeg<br />

stadium van het ontwikkelproces (dus ver voor de bouwaanvraag) in plaats van achteraf toetsend in<br />

het vergunningtraject.<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 33


Karakteristieke panden en erven in het buitengebied<br />

Aandacht voor dijkstructuur en directe omgeving<br />

De dijk is een belangrijke ruimtelijke structuur in de gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Als landschapselement,<br />

maar ook - als onderdeel van de (historische) infrastructuur - als een (historische) stedenbouwkundige<br />

ruggengraat voor het IJsselgebied. Het bestaat uit de dijk (profiel), de weg, de berm, de inrichting, de<br />

bebouwing aan de dijk, parcellering, knooppunten met de wegen die de dijk kruisen en eventuele<br />

beplanting, of het juist ontbreken daarvan. Deze samenhangende structuur verdient het om behouden<br />

en versterkt te worden. Ook kunnen de bestaand kwaliteiten dienen als basis voor nieuwe<br />

ontwikkelingen zoals nieuwbouw aan de dijk, toeristische routes, verbetering van de bereikbaarheid<br />

van de dijk en het IJsselgebied.<br />

Om hier grip op te krijgen verdient het de aanbeveling om ruimtelijk (stedenbouwkundig) onderzoek<br />

naar de dijk en omgeving te doen. Er zal goed gekeken moeten worden naar wat de karakteristieken<br />

en waardevolle onderdelen en structuren nu precies zijn en dit als input te gebruiken voor op te stellen<br />

kaders, richtlijnen en criteria. Het Oversticht kan desgewenst hierbij adviseren.<br />

De wijze waarop de bijzondere kwaliteiten gewaarborgd en benut kunnen worden is bijvoorbeeld in<br />

het bestemmingsplan, aanvullende welstandscriteria, en/of in een Beeldkwaliteitplan.<br />

Van belang zijn in ieder geval de volgende zaken.<br />

- Behoud of herstel van het profiel van de dijk<br />

- De inrichting van de dijk.<br />

- De bebouwing aan de dijk (volume, type, oriëntatie, aansluiting gevelwanden, aansluiting van de<br />

bebouwing aan de dijk - de zgn. dijkstoep).<br />

- Behoud van de bestaande historische bebouwing en dijkwoningen.<br />

- Parcellering: kleinere percelen bij de bebouwingskernen, grotere percelen verder in het<br />

buitengebied).<br />

- De bestaande/historische bebouwing en parcellering als basis en inspiratie voor eventuele<br />

nieuwbouw.<br />

- De ruimtelijke identiteit van de kernen herkenbaar houden in de dijkbebouwing en parcellering<br />

(kerntypen: <strong>Olst</strong> is dijkdorp, <strong>Wijhe</strong> is esdorp).<br />

- Wegen van en aan de dijk (haaks op de dijk op een verhoging in het landschap, langs het talud:<br />

enkel of dubbel).<br />

- Behoud van de historische bebouwing in de buurt van de dijk (IJsselhoeves en andere boerderijen<br />

en molens).<br />

- Behoud of bescherming van bijzondere cultuurhistorische objecten in de buurt van de dijk<br />

(grenspaaltjes, objecten van de IJssellinie (o.a. kazematten, bunkers etc), Watererfgoed (dijkstoelen,<br />

molens, bruggen, hoefslagpalen, i<strong>nl</strong>aat).<br />

- Behoud of herstel van historische infrastructuur (wegen, paden).<br />

Het Oversticht, kennis en advies over ruimtelijke kwaliteit 34


Bijlage 5 Karakteristieke panden - deel 2<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

107


estemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

108


Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />

Karakteristieke panden en waardevolle erven<br />

Deel 2<br />

Het buitengebied, aanvulling<br />

voorstel mei 2011<br />

Het Oversticht, Zwolle<br />

mw. drs. J. Batelaan MA<br />

mw. drs. M van Zanten<br />

1


Inhoudsopgave<br />

1 Legenda voorkomende elementen 3<br />

2 Voordracht karakteristieke panden in het buitengebied 4<br />

3 Voordracht waardevolle erven buitengebied 16<br />

2


1 Legenda voorkomende elementen<br />

ah = achterhuis<br />

bh = bakhuis<br />

drgs = droogschuur<br />

hb + hooiberg<br />

hsch = hooischuur<br />

hv = hoofdvolume<br />

ks = kapschuur<br />

kips = kipschuur<br />

mv = mestvaal<br />

rm + rosmolen<br />

s = schuur<br />

st = stal<br />

tl = tusse<strong>nl</strong>id<br />

tr = toerit<br />

wp = waterput<br />

zh = zomerhuis<br />

zk = zomerkeuken<br />

3


2 Definitieve voordracht karakteristieke panden in het buitengebied<br />

Waarderingsonderdelen:<br />

A relatie met het landschap<br />

B erfstructuur en erfinrichting<br />

C streekeigen verschijningsvorm<br />

D herkenbaarheid/mate van gaafheid<br />

E architectuur- en/of cultuurhistorische waarde<br />

Enkele panden zijn ondanks dat ze niet erg hoog scoorden, op verzoek van de gemeente op de lijst<br />

gezet. De redenen hiervoor zijn uitee<strong>nl</strong>opend.<br />

Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Olst</strong> Beltenweg 19 hv<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

+ + + + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Olst</strong><br />

Bockhorster<br />

straat<br />

3 hv, st<br />

+ 0 + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerhaarseweg 2 hv<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 10/<br />

10a<br />

hv,<br />

st, s,<br />

hb<br />

+ ++ + ++<br />

4


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 13 hv, st<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

+<br />

0<br />

+ +<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 18 Hv,<br />

st,<br />

sch,<br />

hb<br />

++ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Boxbergerweg 14 hv, st<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Boxbergerweg 28 hv, st,<br />

bh,<br />

ks, tr<br />

+ ++ + +<br />

<strong>Olst</strong> Damshoekweg 2 hv, s<br />

+ + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Daslever 6 ? hv, s,<br />

s ++ 0 + +<br />

5


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Wijhe</strong> De Wesenberg 2 hv,<br />

bh,<br />

hb<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

+<br />

0<br />

+ +<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Wijhe</strong> De Wesenberg 6 hv,<br />

ks,<br />

zh, st<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> De Wesenberg 9 hv,<br />

drgs + + + +<br />

<strong>Olst</strong> Dingshofweg 6 hv, st,<br />

zh, tr + ++ + +<br />

<strong>Olst</strong> Dingshofweg 3 hv en<br />

st +<br />

0<br />

+<br />

0<br />

<strong>Olst</strong> Duursestraat 1 hv, s<br />

++ ++ + +<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 35 hv,<br />

ks,<br />

zk,<br />

wp,<br />

mv<br />

+ ++ + +<br />

6


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

Welsum Erveweg 26 hv, st,<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

drsch + + + + +<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Wijhe</strong> Gravenweg 5 Hv,<br />

st,<br />

wp,<br />

rm,<br />

++ + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 18 hv<br />

+ / + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hamelweg 24 hv, s,<br />

wp?,<br />

tr<br />

+ + + +<br />

Herxen Herxen 30 hv, st,<br />

tl + + + +<br />

Herxen Herxen 77 hv,<br />

st/zk,<br />

hsch<br />

++ + + +<br />

7


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Wijhe</strong> Herxerenk 1 hv, s,<br />

ks,<br />

wp?,<br />

tr<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

+ + + +<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Wijhe</strong> Het Anem 14 hv, s,<br />

zk? ++ + + +<br />

<strong>Olst</strong> Holstweg 45 hv<br />

++ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Hooglandweg 4 hv,<br />

hb, st + + + +<br />

Welsum IJsseldijk 77 hv,<br />

wp +<br />

nvt<br />

nvt<br />

++ ++<br />

<strong>Olst</strong><br />

Jan Scharmharstraat<br />

101 hv,<br />

st,<br />

kips?<br />

+ + + +<br />

8


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Wijhe</strong> Kappeweg 16 hv<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

+ + + +<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Wijhe</strong> Keizersweg 7 hv<br />

+<br />

0 0 ? ?<br />

<strong>Olst</strong> Koetsweg 4 hv, s,<br />

bh? ++ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Langeveldsloo 2 hv,<br />

zh, ks + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Leugenshorst 3 hv, s,<br />

s, ks ++ + + +<br />

Marle Marledijk 27 hv, st<br />

+ + + + +<br />

<strong>Olst</strong> Middelerstraat 4 hv,<br />

zh/st + + + + +<br />

9


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Olst</strong><br />

Oude<br />

Deventerweg<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

3 hv 0 0<br />

+ +<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Olst</strong><br />

Oude<br />

Deventerweg<br />

14/<br />

14a<br />

hv<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong><br />

Oude<br />

Deventerweg<br />

17 Hv<br />

+<br />

nvt<br />

nvt<br />

+ +<br />

<strong>Wijhe</strong> Raalterweg 13 hv, st<br />

+ ? + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 1 hv, s,<br />

s, tr + ++ + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 5<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 13 Hv<br />

+ 0 + +<br />

10


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Wijhe</strong> Rijksstraatweg 15/<br />

15a<br />

hv,s<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

+ 0 + +<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

<strong>Olst</strong><br />

Rozenvoorder<br />

dijk<br />

4 hv<br />

+ + + +<br />

<strong>Olst</strong><br />

Scherpenzeelse<br />

weg<br />

5/7 hv,<br />

zh, st ++ ++ + +<br />

<strong>Olst</strong><br />

Schuilenberger<br />

weg<br />

2 hv, s<br />

+ 0 + 0<br />

<strong>Olst</strong> Stapelhaarspad 4 hv<br />

+ + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Vettewinkelweg 1 hv,<br />

zh? ++ ++ + +<br />

11


Plaats Adres Nr. Elem<br />

ente<br />

n<br />

<strong>Wijhe</strong> Wechterholt 35 Hv,<br />

bh,<br />

ks<br />

Foto<br />

A<br />

relatie<br />

land<br />

schap<br />

B<br />

erf<br />

structuur<br />

en in<br />

richting<br />

C<br />

streek<br />

eigen<br />

+ + + +<br />

D<br />

herkenb<br />

aarheid/<br />

gaafheid<br />

E<br />

arch.<br />

cult.his<br />

waarde<br />

?<br />

<strong>Wijhe</strong><br />

Weseperenk<br />

weg<br />

3 hv,<br />

st? + + + +<br />

<strong>Wijhe</strong> Zandhuisweg 13 hv,<br />

zh ++ ++ + +<br />

Welsum Zijlweg 2 hv<br />

++ + + + +/0<br />

Welsum Zijlweg 27/<br />

27A<br />

hv<br />

+ +? + +<br />

0<br />

12


3 Voordracht waardevolle erven buitengebied<br />

plaats adres nr foto<br />

<strong>Wijhe</strong> Boerlestraat 10/10a<br />

<strong>Olst</strong><br />

Boxberger<br />

weg<br />

28<br />

<strong>Olst</strong> Dingshofweg 6<br />

<strong>Olst</strong> Duursestraat 1<br />

<strong>Olst</strong> Eikelhofweg 35<br />

<strong>Wijhe</strong> Rietbergweg 1<br />

13


<strong>Olst</strong><br />

Scherpenzeel<br />

seweg<br />

5/7<br />

<strong>Wijhe</strong><br />

Vettewinkel<br />

weg<br />

1<br />

<strong>Wijhe</strong> Zandhuisweg 13<br />

14


Colofon<br />

Titel:<br />

Karakteristieke panden<br />

Aanvullende inventarisatie naar karakteristieke panden in het buitengebied van de gemeente <strong>Olst</strong>-<br />

<strong>Wijhe</strong><br />

Opdrachtgever:<br />

Samenstelling:<br />

Gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong><br />

drs. J. Batelaan MA<br />

drs. M. van Zanten<br />

Datum: mei 2011<br />

15


Bijlage 6<br />

Monumente<strong>nl</strong>ijst<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

109


Eindnoten<br />

1. Categorie als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij<br />

2. Categorie als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij<br />

bestemmingsplan "Middelerstraat 4" (ontwerp)<br />

110

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!