Een monumenten magazine voor Zwolle! - Schnitger-orgel Zwolle
Een monumenten magazine voor Zwolle! - Schnitger-orgel Zwolle
Een monumenten magazine voor Zwolle! - Schnitger-orgel Zwolle
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Een</strong> <strong>monumenten</strong> <strong>magazine</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>Zwolle</strong>!<br />
Colofon<br />
ISBN: 978-90-8533-048-6<br />
Uitgave: Gemeente <strong>Zwolle</strong><br />
Stad en Landschap, Expertisecentrum<br />
Postbus 10007<br />
8000 GA <strong>Zwolle</strong><br />
Druk: Waanders drukkers, <strong>Zwolle</strong><br />
Tekst: Harry Stalknecht<br />
Inzetten: Peter Boer, arcx buro <strong>voor</strong><br />
<strong>monumenten</strong>zorg en cultuurhistorie<br />
Programma: Harry Vrielink<br />
Vormgeving: Hidde Heikamp<br />
Redactie: Hemmy Clevis<br />
Fotoverantwoording: Historisch Centrum Overijssel;<br />
Hans Westerink; Archeologie <strong>Zwolle</strong>; Monique Eller;<br />
Herman Zuidberg; Harry Vrielink.<br />
<strong>Zwolle</strong> kent al vele jaren een brochure over het thema van de Open<br />
Monumentendag. Het programma van alle activiteiten op die dag wordt uitgereikt<br />
aan belangstellenden. De eerste brochures verschenen in zwartwit, maar de<br />
laatste jaren in kleur. In 2007 kreeg het programma overzicht een facelift; het<br />
werd een kleurrijke brochure, goed om te bewaren.<br />
<strong>Een</strong> volgende en laatste stap was dan ook niet meer ver: een <strong>monumenten</strong><br />
<strong>magazine</strong> <strong>voor</strong> de Open Monumentendag. Het eerste nummer ligt nu <strong>voor</strong> u.<br />
Het is mede tot stand gekomen door de financiële ondersteuning van een aantal<br />
bedrijven waarvan een advertentie is opgenomen. We bedanken ze hartelijk <strong>voor</strong><br />
die steun.<br />
Het thema <strong>voor</strong> deze Open Monumentendag is ‘sporen’. 2008 is het jaar van het<br />
religieus erfgoed. Daarom heeeft <strong>Zwolle</strong> gekozen <strong>voor</strong> een invulling van ‘Sporen<br />
van religieus erfgoed’. Hans Stalknecht heeft de religieuze geschiedenis van<br />
de inwoners van <strong>Zwolle</strong> en de overgebleven ‘sporen’ daarvan in grote lijnen<br />
beschreven. <strong>Een</strong> aantal van die ‘sporen’ wordt door middel van inzetjes van<br />
de hand van Peter Boer geaccentueerd. Sommige zijn bekend, maar andere<br />
ontsnappen veelal aan de aandacht. Dat maakt dit <strong>magazine</strong> nog interessanter.<br />
De Open Monumentendag biedt weer een mooi programma van activiteiten.<br />
Natuurlijk zijn veel <strong>monumenten</strong> opengesteld en te bezichtigen, maar er zijn ook<br />
vele <strong>orgel</strong>- en koorconcerten bij te wonen. De Passiebloem is in werking en in<br />
het Vrouwenhuis kan men even terug in de tijd. Van het monumentale openlucht<br />
zwembad is een bijzondere foto expositie te zien in het Stadhuis.<br />
En niet alleen kennen we dit jaar, 2008, het eerste <strong>monumenten</strong> <strong>magazine</strong><br />
<strong>Zwolle</strong>, maar ook een erfgoedprijs Kampen/<strong>Zwolle</strong> die dit jaar <strong>voor</strong> het eerst<br />
is ingesteld. Dit jaar valt de eer te beurt aan de kapel aan de Plasweg in<br />
IJsselmuiden <strong>voor</strong> een goede wijze van beheren, restaureren en instandhouden<br />
van cultuurhistorisch erfgoed. Volgend jaar komt een monument in <strong>Zwolle</strong> aan<br />
de beurt. Ik wens de bezoekers van onze <strong>monumenten</strong> een dag toe vol inspiratie.<br />
Comite Open Monumentendag <strong>Zwolle</strong><br />
“De Hoofdwacht”<br />
S.J.C. Cnossen<br />
Wethouder Monumentenzorg<br />
Grote Markt 20<br />
8011 LW <strong>Zwolle</strong><br />
Tel. (038)4651565 / 4239651<br />
E-mail: harry.vrielink@home.nl<br />
Internetadres Landelijke Stichting OMD:<br />
www.open<strong>monumenten</strong>dag.nl<br />
Internetadres Zwols Comite OMD:<br />
http://home.hetnet.nl/~harry.vrielink/comd.htm
Van houten kerkje tot partycentrum<br />
De geschiedenis van het kerkelijk leven in <strong>Zwolle</strong><br />
in vogelvlucht<br />
Het prille begin<br />
Je zou een stad, en dus ook <strong>Zwolle</strong>, kunnen zien als een min<br />
of meer toevallige verzameling van huizen en gebouwen, langzaam<br />
tot stand gekomen in de tijd. Maar wie de stad zo opvat<br />
gaat <strong>voor</strong>bij aan het wezen: ontstaan en groei zijn het resultaat<br />
van menselijk handelen. Geen van de gebouwen staat er zonder<br />
reden, niets zonder een doel. En zo beschouwd is de stad dus<br />
heel wat meer dan de stenen alleen, het is het product van de<br />
menselijke geest, van het menselijke denken dat immers aan<br />
ieder handelen <strong>voor</strong>afgaat. Geldt dit <strong>voor</strong> de stad als geheel,<br />
<strong>voor</strong> religieuze gebouwen en overblijfselen misschien nog wel<br />
meer. In kerken en kloosters is het geloof van de <strong>voor</strong>vaderen<br />
als het ware steen geworden en het heersende godsbeeld vastgelegd.<br />
Daarmee zijn het de tastbare getuigenissen van het<br />
geloven door de eeuwen heen.<br />
De streken rondom <strong>Zwolle</strong> zijn niet altijd christelijk geweest. De<br />
kerstening voltrok zich vanaf de achtste eeuw met de komst van<br />
de Franken. Tot die tijd domineerden hier de Germaanse godsdiensten<br />
van de Saksen. Het is de periode die we ons misschien<br />
nog herinneren van onze schooltijd met legendarische namen<br />
als Bonifatius en Karel de Grote. De eerste bebouwing van de<br />
stad vond plaats op de zandrug die evenwijdig langs het riviertje<br />
de Aa lag: het prille begin van de Sassenstraat. Wanneer de<br />
eerste kerk in <strong>Zwolle</strong> is gebouwd blijft giswerk. Soms wordt<br />
diezelfde achtste eeuw als stichtingstijd van de eerste Zwolse<br />
kerk genoemd. De gedachte daarachter is dat de kerstening van<br />
de streek in die tijd ook wel een kerkje zal hebben opgeleverd.<br />
Maar recent onderzoek laat zien dat <strong>voor</strong> deze stelling geen<br />
bewijs is te vinden. Eerder lijkt het erop dat de eerste kerk hier<br />
in de loop van de tiende eeuw werd gebouwd, toen na een periode<br />
van achteruitgang als gevolg van de invallen van de Noormannen<br />
in onze streken, het kerkelijk bestuur weer hersteld en<br />
uitgebouwd kon worden.<br />
14de-eeuws passantenhuis<br />
Het Heilige-Geestgasthuis is gesticht in<br />
het begin van de 14de eeuw, waarschijnlijk<br />
op initiatief van het stadsbestuur,<br />
met als doel gedurende enkele dagen<br />
huisvesting en verzorging te bieden aan<br />
zwervers, pelgrims, marskramers en<br />
andere reizigers. Daarnaast bood men<br />
later ook onderdak aan zogenaamde<br />
proveniers, die in ruil <strong>voor</strong> (een deel van)<br />
hun bezittingen onderdak en verzorging<br />
kregen. In de loop van de 15de eeuw<br />
werden de inkomsten en bezittingen van<br />
de proveniers gescheiden van die van<br />
de armen die in het Gasthuis verbleven.<br />
Vanaf 1422 zijn er aanwijzingen dat de<br />
accommodatie uitgebreid werd met een<br />
huis <strong>voor</strong> priesters en de proveniers.<br />
Het complex lag aan de Diezerstraat,<br />
met een langgerekte vleugel langs de<br />
Gasthuissteeg waarin de kapel en een<br />
ziekenzaal ondergebracht waren. De<br />
hoofdopzet van deze panden bleef grotendeels<br />
bewaard, zij het dat het geheel<br />
later in verschillende delen opgesplitst<br />
is, die nu in particuliere handen zijn.<br />
De vleugel langs de Gasthuissteeg is<br />
vanaf het binnenterrein nog het best<br />
herkenbaar. In de gevel valt een schat<br />
aan informatie af te lezen. In de gevel<br />
is een rij hoge spitsboogvensters aangebracht<br />
die later afgedekt werden met<br />
een inmiddels al weer verdwenen gebouw.<br />
Van dit gebouw rust een deel van<br />
de oorspronkelijke natuurstenen goot<br />
nog op consoles van basaltlava. Ook de<br />
dichtgezette balkgaten van de vloerbalken<br />
zijn goed herkenbaar.<br />
Deze vleugel dateert uit de 14de eeuw.<br />
Zowel het muurwerk als de eiken kapconstructie<br />
dateren nog uit die tijd.<br />
Heilige Geestgasthuis
Van een klein houten kerkje naar een godshuis<br />
In de tijd van de stichting van de eerste Zwolse kerk was <strong>Zwolle</strong> niet meer dan<br />
een klein dorpje met een sterk agrarisch karakter, bestaande uit eenvoudige<br />
woningen van hout, leem en stro. De huizen werden hoofdzakelijk bewoond<br />
door boeren, vissers en ambachtslieden als smeden en wagenmakers. Handelaren<br />
deden de plaats al wel aan, gelegen als die was op een kruispunt van<br />
handelsroutes en bij een overbrugging van de Aa. Het eerste Zwolse kerkje zal<br />
net als de rest van het dorp ongetwijfeld ook van hout zijn geweest en eenvoudig<br />
van bouw, passend bij het nog bescheiden karakter van de nederzetting.<br />
In de loop der tijd is de houten kerk vervangen door een stenen godshuis in de<br />
toen heersende Romaanse stijl, dat wil zeggen robuust en sober. Deze vroege<br />
stenen kerk heeft de grote stadsbrand van 1324, toen de heer van het nabijgelegen<br />
slot Voorst de hele stad in de as liet leggen, hoogstwaarschijnlijk niet<br />
zonder schade doorstaan. De zestiende-eeuwse kloosterling en kroniekschrijver<br />
Gerardus Coccius vertelt over deze brand dat slechts negen huizen en het<br />
kerkje van het Bethlehemklooster gespaard bleven. Kort na de grote brand is<br />
er in ieder geval grondig gebouwd aan de kerk . Toen al was de kerk eigenlijk<br />
te klein geworden. Rond 1370 werd de oude Romaanse kerk vervangen door<br />
een veel grotere kerk. Zeker zal bij dit besluit ook de status die <strong>Zwolle</strong> als rijke<br />
handelsstad ondertussen had weten te bereiken, daarbij een rol gespeeld hebben.<br />
Want in niets kwam destijds de welvaart en macht van een stad meer tot<br />
uitdrukking dan in zijn kerk. De nieuwe kerk leek dan ook totaal niet op zijn<br />
eenvoudige <strong>voor</strong>ganger. De kerk werd opgetrokken in de meer eigentijdse gotische<br />
stijl met zijn hemelreikende karakter en ranke spitsbogen. En als een<br />
ultiem teken van stedelijke macht en welvaart werd de kerk <strong>voor</strong>zien van een<br />
toren, die met een hoogte van 113,5 meter hoger was dan de Domtoren van de<br />
bisschoppelijke stad Utrecht. De toren van de Zwolse parochiekerk was daarmee<br />
zelfs de hoogste toren van het land. Het is deze kerk die vandaag de dag<br />
- weliswaar zonder toren (verschillende blikseminslagen werden hem in 1682<br />
fataal) - nog steeds in het hart van de stad is te vinden: de Grote of St Michaëlkerk.
Groei en bloei van het kerkelijk leven<br />
De nieuwe Sint Michaëlkerk was trouwens niet de enige monumentale kerk die<br />
in die tijd in <strong>Zwolle</strong> werd gebouwd. Op korte afstand van de parochiekerk werd<br />
een compleet nieuw godshuis opgetrokken: de Onze Lieve Vrouwekerk. Daarvóór<br />
had het stadsbestuur de zogeheten Hof van <strong>Zwolle</strong> gekocht van het Deventer<br />
Lebuinuskapittel. Dit complex, gelegen rond de huidige Ossenmarkt, bood nog<br />
volop ruimte. In 1395 werd met de bouw begonnen. In 1399 werd de kerk gewijd<br />
en rond 1417 werd de bouw afgerond. En alsof de toren van de Sint Michaëlkerk<br />
niet al genoeg de gewichtigheid van <strong>Zwolle</strong> benadrukte, werd in 1463 direct naast<br />
de Onze Lieve Vrouwekerk een begin gemaakt met de bouw van nog een kerktoren<br />
die in 1481 gereed was: de huidige Peperbus.<br />
Al met al getuigen deze bouwactiviteiten van een bloeiend kerkelijk leven. En inderdaad,<br />
behalve de Sint Michaëlparochie met bijbehorende kerk en de Onze Lieve<br />
Vrouwekerk waren er nog meer centra van godsdienstige activiteit in de stad te<br />
vinden. Zo was er het klooster van de Augustijner monniken, het Bethlehemklooster<br />
met kapel en kerkhof. Dit klooster was in het begin van de veertiende eeuw<br />
door toedoen van de welgestelde Zwolse geestelijke Bernardus van Vollenho tot<br />
stand gekomen. De pastoors van de Sint Michaëlkerk waren trouwens niet onverdeeld<br />
gelukkig met de aanwezigheid van dit klooster in het midden van hun parochie.<br />
De broeders van het klooster verrichtten geestelijk werk dat in de ogen van<br />
de pastoors eigenlijk aan hen toekwam. In die zin waren het concurrenten. En niet<br />
onbelangrijk, het scheelde de parochie en pastoor inkomsten. Zo vormden lange<br />
tijd de rechten van de parochie op een deel van de offergaven in de kapel en op de<br />
begraafgelden <strong>voor</strong> het naastgelegen kerkhof lange tijd een bron van onenigheid.<br />
Romaans Boogveld<br />
Gevelsteen in de Grote of St. Michaëlkerk<br />
In de buitenmuur van het koor van de Grote<br />
of St. Michaëlkerk langs de Korte Ademhalingssteeg<br />
is een opvallend reliëf van rode<br />
zandsteen ingemetseld. De <strong>voor</strong>stelling op<br />
de steen bestaat uit een man met een baard<br />
die zijn beide handen opgeheven houdt. Op<br />
de <strong>voor</strong>grond staan drie kleinere figuren.<br />
Lange tijd werd geloofd dat de hoofdfiguur<br />
de bouwmeester van de kerk <strong>voor</strong>stelt, die<br />
wegens geldgebrek het werk op de aangegeven<br />
hoogte moest onderbreken. De<br />
kroost van de bouwmeester was afgebeeld<br />
omdat deze had verklaard dat als hij verder<br />
moest bouwen, zijn familie van honger om<br />
zou komen. Blijkens een slecht leesbare<br />
inscriptie gaat het in werkelijkheid om een<br />
afbeelding van de aartsvader Abraham, die<br />
zijn armen zegenend uitgestrekt houdt. De<br />
drie figuren op de <strong>voor</strong>grond, met ieder een<br />
aureool, stellen hoogstwaarschijnlijk heiligen<br />
<strong>voor</strong>. Langs de rand van de steen is een<br />
latijnse teks aangebracht die luidt: ‘prem(i)<br />
a f(e)rt vitae locus ut domus ista venite!’,<br />
wat zoveel betekent als ‘<strong>Een</strong> plaats gelijk<br />
dit huis schenkt het loon des levens, komt!’<br />
Het zegenende gebaar van de hoofdfiguur is<br />
eigenlijk alleen gebruikelijk bij afbeeldingen<br />
van God de Vader. De maker heeft mogelijk<br />
de beide figuren verwisseld. De <strong>voor</strong>stelling<br />
van de schoot van Abraham met daarin<br />
de zielen van drie gestorvenen gaat terug<br />
op de parabel van Jezus over de bedelaar<br />
Lazarus. Het symboliseert het paradijs,<br />
met een verwijzing naar het kerkgebouw<br />
als <strong>voor</strong>portaal <strong>voor</strong> de naar verlossing<br />
zoekende mens. Dit was in de 13de eeuw<br />
een populair thema. De vorm en de tekst<br />
op de steen duiden op de plaatsing van de<br />
steen in een boogveld boven de ingang van<br />
de kerk. Het gaat dan om de in Romaanse<br />
stijl opgetrokken <strong>voor</strong>ganger van de huidige<br />
driebeukige hallenkerk die in omvang een<br />
stuk kleiner geweest moet zijn. Bij de bouw<br />
van de huidige kerk in de periode 1370-1452<br />
was het oude reliëf nog dusdanig betekenisvol<br />
<strong>voor</strong> de Zwolse gelovigen, dat het een<br />
prominente plaats in de buitenmuur van de<br />
nieuwe kerk kreeg.<br />
Tijdens de aanleg van de verwarming in de<br />
Grote Kerk in 2005 is onder het hoogkoor<br />
een aantal grafkelders ontdekt. In de periode<br />
na de Reformatie was het hoogkoor<br />
bestemd <strong>voor</strong> het begraven van de ‘rijkere’<br />
adel. <strong>Een</strong> tekening van Gesina ter Borch<br />
laat zien dat achter het koorhek het lage en<br />
hoge koor versierd was met rouwborden,<br />
vlaggen en vaandels. Over de grafkelders<br />
deden de wildste verhalen de ronde. Nu<br />
konden echter zes grafkelder gelokaliseerd<br />
en bekeken worden. Door de hoge grondwaterstand<br />
onder het hoogkoor is echter<br />
van het interieur van de grafkelders niet<br />
veel bewaard gebleven. Het onderzoek leverde<br />
helaas geen informatie op over de<br />
vermeende crypte van de Romaanse kerk.
Nog een centrum van geestelijk leven was het Broerenklooster met bijbehorende<br />
grote kerk op een deel van de stad dat het Eiland wordt genoemd. Ook op die<br />
plaats was in die tijd nog volop ruimte. Het gebied was omgeven door de stadsgracht<br />
en de Kleine Aa -een aftakking van de (Grote) Aa- en lag toen nog net buiten<br />
de stadsmuren. De bouw werd in 1465 gestart en duurde ongeveer vijftig jaar.<br />
Hier woonden en werkten de dominicaner broeders, die een gelofte van armoede<br />
hadden afgelegd. Het verkondigen van ‘het Woord’ was <strong>voor</strong> hen de belangrijkste<br />
opdracht. Dat verklaart de bouw van een aparte bibliotheek, de Librije, nu <strong>voor</strong>al<br />
bekend als onderkomen van het gelijknamige toprestaurant. Nog tijdens de bouw<br />
van het klooster werd het Eiland door het verleggen van de stadsmuur bij de zich<br />
steeds verder uitbreidende stad getrokken.<br />
Tussen Blijmarkt, Papenstraat, Praubstraat en Goudsteeg lag weer een ander<br />
aanzienlijk religieus complex: het convent of fraterhuis van de Broeders des<br />
Gemenen (gemeenschappelijke) Levens. Het was een belangrijk centrum van<br />
de Moderne Devotie, een religieuze vernieuwingsbeweging uit het eind van de<br />
veertiende eeuw. Het Fraterhuis dateert uit 1384. Op de Nemelerberg (later naar<br />
het klooster ook Agnietenberg genoemd), even buiten de stad en ver weg van<br />
het drukke stadsleven, bouwden de broeders in 1395 een nieuw onderkomen<br />
dat een paar jaar later een regulier klooster<br />
zou worden: het Agnietenklooster. De<br />
broeders predikten een terugkeer naar de<br />
oorspronkelijke eenvoud van het christelijk<br />
leven. Jezus werd tot <strong>voor</strong>beeld gesteld,<br />
waarbij soberheid, nederigheid en kuisheid<br />
<strong>voor</strong>op stonden. De alom aanwezige corruptie,<br />
baantjesjagerei en wereldse rijkdom zowel<br />
buiten als binnen de kerk werden resoluut<br />
afgewezen. Het was hier dat de befaamde<br />
Thomas a Kempis (± 1380-1472) zijn nog<br />
beroemdere ‘Imitatione Christi’ (Over de<br />
navolging van Christus) schreef. Het was na de<br />
Bijbel het meest verbreide boek van de Late<br />
Middeleeuwen. De stoffelijke resten van deze<br />
vermaarde Zwolse ingezetene worden sinds<br />
2006 bewaard in de Onze Lieve Vrouwekerk aan<br />
de Ossenmarkt.
HOF VAN VOLLENHO<br />
Veranderingen rond het <strong>voor</strong>malige Bethlehemklooster<br />
Ten tijde van de stadsrechtverlening aan<br />
<strong>Zwolle</strong> in 1230 was de nederzetting nog<br />
maar beperkt van omvang. De eerste bewoning<br />
was geconcentreerd op een dekzandrug<br />
langs de zuidelijke oever van het<br />
riviertje de Grote Aa, die stroomde ter<br />
hoogte van de huidige Oude Vismarkt en<br />
Melkmarkt. De westelijke begrenzing van<br />
de stad werd gevormd door een havenkwartier<br />
met daar achter ter hoogte van<br />
de O.L.V. Kerk, de Zwolse hof van de proost<br />
van Deventer. In het oosten lag tussen de<br />
Wolweverstraat, de Aa, de Schoutenstraat<br />
en de Sassenstraat de Hof van Vollenho,<br />
waar begin 14de eeuw het Bethlehemklooster<br />
gebouwd zou worden. Deze Hof was eigendom<br />
van het adellijke geslacht Rading<br />
van Vollenho. Hoewel de gebouwen van het<br />
Betlehemklooster verdwenen zijn, is de<br />
omvang van de Hof van Vollenho nog duidelijk<br />
aan het stratenpatroon herkenbaar.<br />
Het eerste deel van de Sassenstraat volgt<br />
de oever van de Aa maar moet ter hoogte<br />
van het Betlehemkerkplein een scherpe<br />
hoek maken om het klooster heen.<br />
Bij een grote stadsbrand in 1324 werd een<br />
groot gedeelte van het klooster in de as<br />
gelegd. De kapel van het Bethlehemklooster<br />
en negen huizen ontsprongen de dans.<br />
Het convent werd spoedig herbouwd, de<br />
kloosterterreinen strekken zich uit tot aan<br />
de huidige Schoutenstraat en de Wolweverstraat.<br />
De Nieuwe Markt was toen nog<br />
een onderdeel van de kloostertuin. Na de<br />
reformatie verviel het klooster aan de stad<br />
die de gebouwen, uitgezonderd het Reventer<br />
en de kapel, in het begin van 1644<br />
liet slopen om op de vrijgekomen ruimte<br />
een nieuw marktplein aan te kunnen leggen.<br />
De bebouwing van nieuwe huizen<br />
rondom het nieuwe marktplein was strikt<br />
gereguleerd. De stad liet aan de noordzijde<br />
zes modelwoningen bouwen aan de hand<br />
waarvan particulieren in de volgende jaren<br />
de andere percelen rond de Nieuwe Markt<br />
bebouwden. De kloosterkapel werd in gebruik<br />
genomen door de Gereformeerde<br />
gemeente. Van de kloostergebouwen bleef<br />
alleen het Refter bewaard. Na de reformatie<br />
is het gebouw <strong>voor</strong> verschillende doeleinden<br />
gebruikt. Onder het Franse bewind<br />
kreeg het een militaire functie als kazerne,<br />
een functie die later veranderde in garnizoensmagazijn.<br />
In 1846 opende de<br />
Overijsselse Vereniging ter Ontwikkeling<br />
van Provinciale Welvaart in het gebouw een<br />
museum en bibliotheek. Tussen 1915 en<br />
1917 werd het Refter ingrijpend gerestaureerd<br />
om daarna onderdak te bieden aan de<br />
Gemeentelijke Handelsschool en de VVV.<br />
De laatste eredienst werd in de Bethlehemkerk<br />
gehouden op 22 juni 1958. Kort<br />
daarop kondigde het Centraal College van<br />
Kerkvoogden der Hervormde Gemeente<br />
aan het gebouw te willen slopen. Het aantal<br />
diensten in de binnenstad werd kleiner<br />
en daardoor kon volstaan worden met de<br />
Grote en de Broerenkerk. Uiteindelijk stak<br />
de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten<br />
en Wetenschappen een stokje <strong>voor</strong> de<br />
sloopplannen. Het College van Kerkvoogden<br />
wendde zich daarop tot het college van<br />
B en W met het <strong>voor</strong>stel dat de burgerlijke<br />
gemeente de kerk over zou nemen. In 1963<br />
vond de overdracht plaats <strong>voor</strong> een symbolisch<br />
bedrag van één gulden en fl 50.000,--<br />
<strong>voor</strong> het <strong>orgel</strong>. De kerk ging dienst doen als<br />
tentoonstellings- en beursruimte.<br />
In 1979 werd overeengekomen dat in ruil<br />
<strong>voor</strong> de Broerenkerk de kerkvoogdij kon<br />
beschikken over het Refter en de Bethlehemkerk.<br />
De gemeente <strong>Zwolle</strong> droeg de<br />
kosten van een inmiddels zeer noodzakelijk<br />
geworden restauratie van de kerk. Inmiddels<br />
is de kerk in particuliere handen<br />
overgegaan en in gebruik als exclusief horeca<br />
en party etablissement.
Scheiding der geesten<br />
In de zestiende eeuw begon er op religieus gebied een wind te waaien die<br />
uiteindelijk zou leiden tot wat de Reformatie wordt genoemd. Al langere tijd was<br />
er kritiek op sommige misstanden binnen de katholieke kerk. Zelfverrijking en<br />
het <strong>voor</strong>trekken van familie (nepotisme) waren daar enkele van. Maar ook door<br />
hernieuwde aandacht <strong>voor</strong> de oorspronkelijke Bijbelse geschriften werd een<br />
kritische houding aangewakkerd. Er was een zoeken naar de oorspronkelijke<br />
wortelen van de eerste christelijke kerk. Vooral de Duitse hervormer Maarten<br />
Luther had grote invloed.<br />
Ook in <strong>Zwolle</strong> werd de roep om hervorming in de loop van de zestiende eeuw<br />
steeds luider gehoord. De vele handelscontacten die de stad had met het Duitse<br />
achterland droegen daaraan bij. In <strong>Zwolle</strong> vervulde sinds 1515 Gerard Lijster of<br />
Listrius als rector van de Latijnse school bij de verspreiding van Luthers gedachten<br />
een belangrijke rol. Listrius onderhield zelfs een briefwisseling met de grote<br />
Duitse hervormer. Hij was verder een bewonderaar en vriend van de grote humanistische<br />
denker Erasmus. De Latijnse school stond ongeveer op de plek waar nu<br />
de ingang van het nieuwe stadshuis is.<br />
In ongewijde aarde begraven<br />
De eerste openlijke afwijzing van het katholieke geloof zien we in <strong>Zwolle</strong> door<br />
een betrekkelijk kleine groep, die zich de Wederdopers noemden. De Wederdopers<br />
hielden er een radicale maatschappijvisie op na. Geen wonder dus dat de<br />
gevestigde kerk en de overheid niets met hen op hadden en hun doen en laten<br />
met argusogen bekeken. Helemaal toen zij in 1534 in het Duitse Munster de<br />
macht in handen wisten te krijgen en er het ‘Nieuwe Jeruzalem’ uitriepen. De<br />
schok die dit teweegbracht, was groot. Ook het stadsbestuur van <strong>Zwolle</strong> vreesde<br />
een doperse opstand. De stad werd in de hoogste staat van paraatheid gebracht.<br />
Wapens en troepen werden naar Munster gestuurd om mee te helpen met de<br />
herovering van de stad. De Wederdopers op hun beurt riepen alle aanhangers<br />
op om zich te wapenen en de geloofsgenoten<br />
in het Nieuwe Jeruzalem bij te staan. Enkele<br />
duizenden van hen, afkomstig uit het hele<br />
land, probeerden met 27 schepen het Zwarte<br />
Water op te varen, op weg naar Duitsland. Bij<br />
Genemuiden werden ze tegengehouden en<br />
ontwapend. Meer zorgen nog maakte <strong>Zwolle</strong><br />
zich over een grote groep van Wederdopers,<br />
zowel mannen, vrouwen als kinderen, die zich<br />
op weg naar het oosten, bij het klooster op de<br />
Agnietenberg wilde hergroeperen. Het stadsbestuur<br />
liet een honderdtal van hen arresteren.<br />
De meesten van hen werden uiteindelijk<br />
weer vrij gelaten. <strong>Een</strong> vijftal dat werd gezien<br />
als de leiders, werd ter dood gebracht en in de<br />
ongewijde aarde van de stadswallen begraven.<br />
Munster viel in 1534. De Wederdopers werden<br />
in de Nederlanden stevig aangepakt. Van de<br />
ongeveer 3000 mensen die tot 1574 vanwege<br />
hun geloof hier werden terechtgesteld, was<br />
tweederde deel doopsgezind.
Voormalige schuilkerk uit het begin van de 17de eeuw<br />
In de 16e eeuw werden de doopsgezinden als<br />
ketters vervolgd, in <strong>Zwolle</strong> zette het stadsbestuur<br />
herhaaldelijk mensen gevangen op<br />
verdenking van doperse ketterij. In het begin<br />
van de 17de eeuw werd de kleine groep<br />
Menisten of doopsgezinden steeds meer gedoogd<br />
en in 1638 kon de Zwolse gemeente<br />
een kerkgebouw laten bouwen. In januari<br />
van dat jaar werd een stuk grond gekocht<br />
<strong>voor</strong> 525 gulden. Achter of in een aantal bestaande<br />
huisjes in de Wolweverstraat werd<br />
een ruimte <strong>voor</strong> samenkomsten ingericht.<br />
Hoewel de doopsgezinden toen niet meer<br />
vervolgd werden, behoorde een prominent<br />
aanwezig gebouw nog niet tot de mogelijkheden.<br />
Het kerkgebouw moest dus een onopvallend<br />
karakter hebben in de vorm van<br />
een schuilkerk. Nadat men er in geslaagd<br />
was de belendende percelen aan te kopen,<br />
kon van 1847-1856 een grondige verbouwing<br />
plaatsvinden, die zowel het interieur als het<br />
exterieur betrof. Bij deze verbouwing heeft<br />
het gebouw de huidige verschijningsvorm<br />
gekregen. De vormgeving van de <strong>voor</strong>gevel is<br />
destijds volgens de toen heersende mode in<br />
een Neoclassicistische stijl vormgegeven. De<br />
gepleisterde gevel is symmetrisch ingedeeld<br />
en kent een opbouw die verwijst naar gebouwen<br />
uit de klassieke oudheid. In de jaren<br />
zeventig is de kerk gerestaureerd, maar ondanks<br />
uitbreidingen en aanpassingen heeft<br />
het gebouw in de Wolweverstraat zijn karakter<br />
als schuilkerk goed behouden.<br />
Doopsgezinde kerk<br />
‘heymelicke conventiculen ende nachtpreken’<br />
Ondertussen werd de roep om hervorming steeds sterker. Onder toenemende<br />
druk van het landsheerlijk gezag, zag de Zwolse magistraat zich gedwongen<br />
harder tegen de ‘ketterij’ op te treden. Zo werd in 1560 bepaald dat er <strong>voor</strong>taan<br />
streng zou worden opgetreden tegen de ‘heymelicke conventiculen (bijeenkomsten)<br />
ende nachtpreken.’ <strong>Een</strong> bepaling die de jaren daarop keer op keer werd hernieuwd,<br />
wat erop wijst dat de dreiging weinig effect sorteerde. Blijkbaar gingen<br />
de aanhangers van de Reformatie door met hun illegale bijeenkomsten. De harde<br />
maatregelen waarmee de magistraat dreigde, bleken in de praktijk mee te vallen.<br />
De zwaarste straffen die werden uitgedeeld, bestonden uit verbanning uit de stad.<br />
Feit is dat de reformatorische beweging in <strong>Zwolle</strong> groeide. De latere Zwolse pastoor<br />
en deken Van Kessel schreef in de negentiende eeuw daarover: ‘Alhoewel de<br />
uitbreiding van elke nieuwe godsdienstleer van regeringswege in den beginne met<br />
kracht werd tegengewerkt, kon men het nochtans niet weeren, dat […] zeer vele<br />
ingezetenen er zich aan overgaven en de godsdienstoefeningen door een of andere<br />
nieuwlichter in stilte gevoerd en in latere jaren oogluikend toegelaten, kwamen<br />
bijwonen.’ Zo stond in Assendorp een kapelletje opgedragen aan Maria. De<br />
kapel lag ongeveer op de hoek van de huidige Assendorperstraat en de Van der<br />
Laenstraat, toen een eenvoudige veldweg. Het was bij deze kapel dat de Zwolse<br />
protestanten in 1566 <strong>voor</strong> het eerst openlijk hun godsdienstoefeningen hielden.
In dat jaar bracht de Beeldenstorm de Nederlanden in rep en roer. <strong>Een</strong> golf van<br />
anti-katholiek geweld verplaatste zich van stad tot stad. Heiligenbeelden en altaren<br />
werden vernield of beschadigd. In <strong>Zwolle</strong> bleef het <strong>voor</strong>lopig rustig. Alleen<br />
op het kerkhof naast de Sint Michaëlkerk - tegenwoordig het Grote Kerkplein<br />
- werd een beeld van zijn sokkel getrokken. De Protestanten eisten een eigen<br />
gebedshuis en namen de Onze Lieve Vrouwekerk aan de Ossenmarkt met geweld<br />
in bezit. Voor het eerst werden in een Zwolse kerk protestantse erediensten<br />
gehouden. De Spaanse landvoogd Alva was vast besloten de oproermakers van<br />
1566 te straffen. Daar<strong>voor</strong> stelde hij de ‘Raad van Beroerten’ in, een bijzondere<br />
rechtbank. Ook in <strong>Zwolle</strong> werd een onderzoek ingesteld naar de gang van zaken<br />
tijdens de woelingen. In totaal twaalf <strong>Zwolle</strong>naren werden veroordeeld <strong>voor</strong> hun<br />
rol in de ongeregeldheden van 1566. De Opstand van de Nederlanden tegen de<br />
Spaanse koning escaleerde ondertussen verder. In 1578 kwam Overijssel in handen<br />
van de opstandelingen. Na wisseling van de zittende magistraat kondigde<br />
het nieuwe stadsbestuur een religievrede af. De kerk aan de Ossenmarkt werd<br />
officieel ter beschikking van de protestanten gesteld. Daarmee was men de protestanten<br />
een heel eind tegemoet gekomen.<br />
Straatgevechten<br />
Maar van echte vrede was geen sprake. De rivaliserende partijen vlogen elkaar<br />
nog regelmatig in de haren. Het stadsbestuur probeerde de zaak te sussen door<br />
de sterk tegen de protestanten gekante Dominicanen de stad uit te zetten. Dat<br />
leidde natuurlijk weer tot onvrede onder de katholieken. De spanningen liepen<br />
hoog op toen in mei 1580 Spaanse troepen Overijssel binnen marcheerden. De<br />
katholieken hoopten dat in <strong>Zwolle</strong> orde op zaken zou worden gesteld, de protestanten<br />
vreesden het. De uitbarsting kwam op<br />
15 juni. Aanleiding was een ruzie tussen een<br />
groepje katholieken en een protestant op de<br />
Grote Markt. De ruzie werd met degens kracht<br />
bijgezet. Het was de aanleiding tot een ware<br />
veldslag in de straten van <strong>Zwolle</strong> waarbij de<br />
protestanten en de staatsgezinden zich met<br />
veldgeschut in de Roggenstraat verschansten.<br />
De Sint Michaëlkerk werd door de protestanten<br />
bezet, net als de Kamperpoort, de Melkmarkt<br />
en het Rodetorenplein. De volgende<br />
dag werden de protestantse wapenbroeders<br />
in Kampen, Hattem, Deventer en Amsterdam<br />
opgeroepen hulp te bieden. Men was namelijk<br />
bang, en niet helemaal ten onrechte, dat de<br />
katholieken van het omliggende platteland in<br />
de Zwolse strijd zouden ingrijpen, gedupeerd<br />
en gefrustreerd als zij waren door de plundering<br />
van rondtrekkende staatse troepen. Sommige<br />
toegangswegen naar de stad waren al<br />
afgesloten. <strong>Een</strong> twaalftal bewapende Kamper<br />
protestanten op weg naar <strong>Zwolle</strong> werd door<br />
Mastenbroeker boeren om het leven gebracht.<br />
Hun lijken werden in de IJssel gegooid. <strong>Een</strong><br />
ander groepje gewapende schutterij uit Kampen<br />
lukte het via het Katerveer wel de stad<br />
binnen te komen. Weer een andere kleine troep<br />
gewapende protestanten wist vanuit Holland<br />
<strong>Zwolle</strong> te bereiken. Daar kwam het opnieuw tot<br />
felle straatgevechten waarbij de katholieken op
19 juni de handdoek in de ring moesten gooien. Ongeveer tweehonderd katholieken<br />
namen <strong>voor</strong> alle zekerheid de wijk. <strong>Een</strong> aantal huizen van prominente katholieken<br />
werd geplunderd. Ook de Sint Michaëlkerk moest het ditmaal ontgelden.<br />
Altaren en heiligenbeelden werden aan stukken geslagen. Sporen daarvan zijn<br />
tot op de dag van vandaag in de kerk zichtbaar. Op de Grote Markt werden vuren<br />
ontstoken waarop kerkelijke <strong>voor</strong>werpen werden verbrand. Bijna tien mannen<br />
waren door het geweld om het leven gekomen. De katholieke geestelijkheid werd<br />
gedwongen de stad te verlaten. Daaronder was ook Hendrik Fokking, die in 1570<br />
tot pastoor van de Sint Michaëlkerk was benoemd. Na een laatste oproep tot<br />
‘volherdinge in ’t catholijcke gelove’ verliet hij te voet de stad. Daarbij volgde hem<br />
‘al weenende’ een grote menigte getrouwen. Aangekomen bij de kapel van het<br />
heilige Kruisgasthuis aan de Hoogstraat, klom hij op de voet van het stenen kruis<br />
dat daar stond en sprak <strong>voor</strong> de laatste keer zijn mensen troostend toe.<br />
Voor <strong>Zwolle</strong> kwam een einde aan een tijdperk van vele eeuwen waarin het katholicisme<br />
het religieuze leven van de stad had bepaald. Openlijke uitoefening<br />
van het katholieke geloof werd verboden, kerkelijke goederen werden onteigend.<br />
De oude Sint Michaëlkerk werd door de protestanten in bezit genomen. De Onze<br />
Lieve Vrouwekerk en de Broerenkerk kwamen leeg te staan. De Broerenkerk<br />
werd gebruikt als opslagruimte maar ook als tijdelijk onderkomen <strong>voor</strong> artiesten<br />
zoals komedianten, koorddansers en dergelijke. Ook werden er exotische dieren<br />
gestald. De zeventiende-eeuwse Zwolse kroniekschrijver en pastoor Arnold Waeijer<br />
geeft een merkwaardig verhaal over een olifant. Deze olifant maakte op een<br />
nacht zoveel herrie dat zijn verzorger er wakker van werd. Toen die ging kijken<br />
wat er aan de hand was, zag hij twee geestverschijningen van monniken in de<br />
kerk rondspoken. De monniken waren zichtbaar somber, naar het scheen vanwege<br />
de deplorabele toestand van het kerkgebouw dat eens ter ere van God was<br />
gebouwd. De monniken werden opgevolgd door de verschijning van een drietal in<br />
het zwart gestoken en veel misbaar makende spoken. Volgens Waeijer waren het<br />
de geesten van protestantse dominees die samen overlegden hoe het godshuis<br />
weer in ere hersteld kon worden. Geschrokken rende de olifantenhouder naar<br />
het stadhuis en deed daar zijn verhaal en vertrok daarna ijlings uit <strong>Zwolle</strong>.
Vervolgen en gedogen<br />
Met de Reformatie begint een periode waarin de protestanten het maatschappelijk<br />
leven domineerden. De staatskerk kreeg officieel de naam Nederduits<br />
Gereformeerde Kerk. De overige religies werden aanvankelijk onderdrukt,<br />
maar later gedoogd. Deze situatie zou tot 1796 duren. Vooral <strong>voor</strong> de katholieken<br />
begon een moeilijke periode. Geschat wordt dat na de Reformatie ongeveer<br />
twintig procent van de <strong>Zwolle</strong>naren het katholieke geloof trouw bleef.<br />
Maar de aloude en zo vertrouwde kerkelijke structuren waren volledig weggevallen.<br />
Na 1580 was er in <strong>Zwolle</strong> zelfs een tijdje helemaal geen katholieke<br />
geestelijke <strong>voor</strong>handen. Pas in 1586 veranderde dat, toen <strong>Zwolle</strong> af en toe bezocht<br />
werd door een enkele katholieke geestelijke, meestal een Jezuïet. Deze<br />
priesters deden hun best ‘om hen in ’t ware Catholijcke gelove te bewaren, te<br />
verstercken, ende te vertroosten, te meer omdat se niet gelijck veele anderen,<br />
haer waere gelove en souden verlaten, ende hen tot een nieuw gesinde gelove<br />
begeven.’<br />
De eerste katholieke geestelijken die zich weer in de stad waagden, moesten<br />
er <strong>voor</strong> zorgen <strong>voor</strong>al niet op te vallen. <strong>Een</strong> vaste verblijfplaats hadden ze<br />
daarom ook niet. Ze logeerden dan hier, dan daar, meestal bij gegoede katho-<br />
lieken. Ook de godsdienstoefeningen werden<br />
in gewone huizen gehouden. Omdat dit zich in<br />
het verborgene moest afspelen spreken we van<br />
schuilkerken. Maar in een toch kleine gemeenschap<br />
als <strong>Zwolle</strong> was, bleef natuurlijk niets<br />
echt geheim. In 1613 lukte het de pater Jezuïet<br />
Arnoldus Cathius, die al vanaf 1600 in <strong>Zwolle</strong><br />
werkzaam was, een vast verblijf te krijgen in<br />
het huis de Drie Kranen in de Diezerstraat (nu<br />
Diezerstraat 21), tegenover de Spiegelsteeg.<br />
Zulke katholieke schuilkerken werden staties<br />
genoemd, een benaming die de volgende 250<br />
jaar het woord parochie zou vervangen. <strong>Zwolle</strong><br />
kende in de loop van de tijd in totaal vijf staties:<br />
de Steegjeskerk in de Hoornsteeg (nu Melkmarkt<br />
6), Onder den Bogen in de Nieuwstraat,<br />
en de staties in de Spiegel- en Koesteeg.<br />
Van schuilkerk ‘Onder de Bogen’ tot appartementengebouw<br />
Nadat <strong>Zwolle</strong> zich aangesloten had bij de<br />
opstandelingen tegen het Spaanse gezag,<br />
werd in 1580 de gereformeerde godsdienst<br />
de enig toegestane religie. <strong>Een</strong> belangrijk<br />
deel van de bevolking bleef nog geruime<br />
tijd katholiek. Officieel waren katholieke<br />
vergaderingen verboden, het katholieke<br />
bevolkingsdeel bleef dus niets anders<br />
over dan ondergronds te gaan. Zij richtten<br />
in hun huizen ruimten in die als kerk konden<br />
dienen. De stedelijke gezagsdragers<br />
traden af en toe wel op tegen deze praktijken,<br />
waarbij betrokkenen er meestal<br />
met een forse geldboete vanaf kwamen.<br />
In het huis van Sophia van Sweersen in<br />
de Bitterstraat was de schuilkerk Onder<br />
de Bogen ondergebracht. Deze kerk was<br />
met geheime doorgangen verbonden met<br />
de omringende huizen.<br />
Na de omwenteling in de Franse tijd kregen<br />
de katholieken gelijke rechten en<br />
vrijheden. In 1809 kregen zij de beschikking<br />
over de Onze Lieve Vrouwekerk aan<br />
de Ossenmarkt. Ter plaatse van de schuilkerk<br />
Onder de bogen werd in 1848 <strong>voor</strong> f<br />
36.000,-- een nieuwe kerk gebouwd, gewijd<br />
aan de beschermengel van de stad<br />
St. Michaël. Deze bouw van de eerste<br />
katholieke kerk na de Middeleeuwen was<br />
van grote betekenis <strong>voor</strong> het zelfbewustzijn<br />
van de katholieken.<br />
Aan het eind van de 19de eeuw was ongeveer<br />
23% van de Zwolse bevolking katholiek.<br />
Voor deze groeiende gemeenschap<br />
werd in 1892 op de hoek van de Roggestraat<br />
en de Nieuwstraat, op de plaats<br />
van de huidige V & D, een grote driebeukige<br />
hallenkerk gebouwd, ter vervanging<br />
van de nabijgelegen oude parochiekerk.<br />
De oude Michaëlkerk werd overgenomen<br />
door de Rooms Katholieke Werkliedenvereniging<br />
en vernoemd naar hun schutspatroon<br />
St. Joseph. Door een financiële<br />
crisis in het Zwolse bankwezen in het begin<br />
van de jaren ’20 van de vorige eeuw,<br />
moest de werkliedenvereniging in 1926<br />
het St. Josephgebouw gedwongen afstoten.<br />
Het gebouw kwam later in eigendom<br />
van de gemeente <strong>Zwolle</strong>. In 1976 stond het<br />
gebouw al geruime tijd leeg en was men<br />
<strong>voor</strong>nemens het te slopen. Gelukkig was<br />
de raadsmeerderheid tegen. Het gebouw<br />
werd echter wel aan zijn lot over gelaten.<br />
Om sloop te <strong>voor</strong>komen was een nieuwe<br />
bestemming noodzakelijk. Aanvankelijk<br />
leek een bestemming met woonappartementen<br />
niet haalbaar, daarna is gekeken<br />
naar de mogelijkheid hier een machinemuseum<br />
onder te brengen. Later is toch<br />
besloten tot het indelen van het gebouw<br />
in appartementen.
Van staties en ‘menigerleij quellingen’<br />
Vooral in de eerste helft van de zeventiende eeuw werd het verbod op de uitoefening<br />
van de katholieke godsdienst serieus ter hand genomen. Blijkbaar wilde de<br />
nieuwe protestantse kerk zijn dominante positie duidelijk maken. Vaak genoeg<br />
werden de Zwolse katholieken geconfronteerd met invallen, huiszoekingen, boetes<br />
en aanhoudingen. Daarover schrijft de tijdgenoot en katholiek priester Arnoldus<br />
Waijer: ‘Hebben de Catholijcken […] menigerleij quellingen ende overlast<br />
moeten lijden, met citeren, compareren, ende dwingen tot betalingh der boeten<br />
<strong>voor</strong> ’t Huijs, priester ende volck.’ Heel wat tijd en moeite werd besteed aan pogingen<br />
onder deze boetes uit te komen: ‘Oversulx de Catholijcken bij de Heeren<br />
in ’t bijsonder, elck daer sij de beste kennisse aen hadden, gegaen sijn, om de<br />
verstoorde vergaderingen te ontschuldigen, met vleijen ende smeken, datse met<br />
hen genadelijck wilden handelen.’ Veel succes had men daar vaak niet bij, de<br />
boetes waren niet misselijk en <strong>voor</strong> de stedelijke overheid een aantrekkelijke<br />
vorm van inkomsten. Boetes waren er <strong>voor</strong> de huiseigenaar die zijn woning <strong>voor</strong><br />
de mis beschikbaar stelde, <strong>voor</strong> de kerkgangers en natuurlijk <strong>voor</strong> de priester<br />
die de viering leidde. Het bedrag liep al gauw in de honderden guldens, toen een<br />
hoog bedrag. De antikatholieke maatregelen werden uitgebreid. Op 27 februari<br />
1670 werd door de Zwolse magistraat zelfs een wet afgekondigd, waarin werd<br />
bepaald dat het <strong>voor</strong>taan verboden was dat katholieken naast elkaar woningen<br />
zouden bezitten. Hierdoor werd het lastiger de staties in stand te houden.<br />
St. Josephgebouw<br />
<strong>Een</strong> rondleiding in de ondergrondse<br />
Op paasavond van het jaar 1653, 9 april, kreeg pastoor Waeijer van de statie<br />
Spiegelsteeg hoog bezoek. Het was de nuntius van Keulen, Don Josepho de<br />
Margarita, tevens bisschop van Cosenza (Sicilië). De nuntius had gehoord van de<br />
penibele positie van de katholieke kerk in de Nederlanden. Het zal <strong>voor</strong> hem als<br />
Italiaanse bisschop moeilijk <strong>voor</strong> te stellen zijn geweest. Hij was dan ook meer<br />
dan nieuwsgierig naar het reilen en zeilen van katholiek <strong>Zwolle</strong>. Vooral het fenomeen<br />
van de schuilkerken prikkelde zijn nieuwsgierigheid. Waeijer liet hem alle<br />
verborgen ruimten van de kapel in de Spiegelsteeg zien. De vele geheime doorgangen<br />
en schuilplaatsen maakten op de nuntius diepe indruk.<br />
Overige godsdiensten<br />
Zonder twijfel vormden de katholieken na de protestanten de grootste kerkelijke<br />
groepering in <strong>Zwolle</strong>. Maar niet alleen de katholieken werden gehinderd in de uitoefening<br />
van het geloof. Ook de kleine groep Zwolse Menisten of doopsgezinden moesten<br />
hun geloof in stilte praktiseren. Maar de tijden dat zij werden vervolgd, zoals in<br />
1534, waren <strong>voor</strong>bij. Blijkbaar konden de autoriteiten <strong>voor</strong> protestantse andersgelovigen<br />
meer begrip opbrengen. In de Wolweverstraat staat op nummer 9 nog steeds<br />
onopvallend de Doopsgezinde kerk die in 1638 in gebruik werd genomen. Van buiten<br />
lijkt het in niets op een kerkgebouw en zo was het ook precies bedoeld.<br />
<strong>Een</strong> andere groep die zich op de achtergrond moest houden waren de Luthersen.<br />
We zagen al dat door de vele handelscontacten met Duitsland er al vroeg Lutherse<br />
diensten in <strong>Zwolle</strong> werden gehouden. Duitse kooplieden, die destijds <strong>Zwolle</strong> aandeden,<br />
kwamen in het geheim bijeen in zogenaamde “huisgemeenten”. Deze groeiden<br />
door de jaren heen uit tot één Lutherse kerk. Pas in 1649 was het <strong>voor</strong> de Luthersen
mogelijk een eigen kerk te bouwen. Deze kerk is nu nog te vinden in de Koestraat<br />
op nummer 2 en oogt net als de Doopsgezinde kerk met opzet onopvallend.<br />
Aanmerkelijk meer gastvrijheid dan de Luthersen en Menisten, ondervonden de<br />
Franse Hugenoten die na de herroeping van het edict van Nantes door de Franse<br />
koning en de daaropvolgende vervolging in 1685, massaal Frankrijk ontvluchtten.<br />
Zij werden als Franse broeders door de Zwolse bestuurders met liefde en<br />
sympathie ontvangen. Het feit dat de Hugenoten zich bedienden van de Franse<br />
taal zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan het enthousiasme waarmee ze door<br />
de magistraat werden verwelkomd. Frans was toen immers de taal van de maatschappelijke<br />
elite. De Hugenoten die in <strong>Zwolle</strong> hun toevlucht zochten, kregen in<br />
1686 meteen al de in onbruik geraakte St. Geertruidskapel in de Schoutenstraat<br />
als kerkgebouw aangeboden. Deze in het begin van de 16de eeuw gebouwde<br />
kapel maakte deel uit van het omstreeks 1390 gestichte convent van de Zusters<br />
des Gemenen Levens. Tot op de dag van vandaag worden daar in wat de Waalse<br />
kerk is gaan heten de diensten in het Frans gehouden.<br />
Van meer tolerantie naar gelijke rechten<br />
Was de eerste helft van de zeventiende eeuw <strong>voor</strong>al een tijd waarin de niet Hervormde<br />
religies de uitoefening van hun geloof lastig werd gemaakt en soms -zoals<br />
bij katholieken- zelfs werden vervolgd, de daaropvolgende periode kenmerkt<br />
zich juist weer door een grotere mate van gedogen. Zolang de concurrerende<br />
religies zich niet al te openlijk manifesteerden, mochten zij hun gang gaan. Maar<br />
het bekleden van bestuurlijke openbare functies of ambten bleef <strong>voor</strong>behouden<br />
aan de lidmaten van de officiële kerk.<br />
Deze meer tolerante houding zien we terug in de houding ten opzichte van de<br />
joden. Veel waren er niet in <strong>Zwolle</strong> te vinden. Pas rond 1720 is er sprake van<br />
een kleine gemeenschap. In 1722 hielden zij hun eerste bijeenkomsten in een<br />
woning aan de Bitterstraat. In dat jaar werd er bij de Luurderschans ook, naar<br />
Joods <strong>voor</strong>schrift buiten de muren van de stad, een begraafplaats ingericht. Deze<br />
begraafplaats, die in 1985 werd geruimd, lag destijds op de plaats waar nu de<br />
parkeerplaats van het Ecodrome is te vinden. Niet lang daarna, in 1757 kreeg de<br />
Joodse gemeente de Librije als godshuis in gebruik. De Librije zou tot 1899 als<br />
synagoge dienst doen.<br />
In 1795 werd de Republiek der Zeven Verenigde<br />
Nederlanden door de troepen van het revolutionaire<br />
Frankrijk onder de voet gelopen. De<br />
Bataafse Republiek werd uitgeroepen. De kreten<br />
‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’ werden<br />
ook bij ons naar de praktijk vertaald. Op 5<br />
augustus 1796 nam de Nationale Vergadering<br />
het historische besluit staat en religie te scheiden.<br />
‘Er kan of zal geen be<strong>voor</strong>rechte noch<br />
heersende kerk in Nederland meer geduld<br />
worden’, zo luidde de tekst. De Nederduits Gerefomeerde<br />
kerk verloor zijn be<strong>voor</strong>rechte positie.<br />
Het veranderde de situatie van de overige<br />
godsdienstige richtingen drastisch en maakte
Bedrijfsactiviteiten in een <strong>voor</strong>malig begijnenhuis<br />
Gertrude Kadeneter stichtte rond 1390 in de<br />
Schoutensteeg een huis <strong>voor</strong> alleenstaande<br />
devote vrouwen. De idealen en levenswijze<br />
van deze samenleving waren geïnspireerd<br />
door de Moderne Devotie en deze groeide<br />
later uit tot een Begijnenconvent. In 1417<br />
verwierven de vrouwen van de stad een<br />
stuk grond bij de stadsmuur in erfpacht.<br />
In ruil hier<strong>voor</strong> moesten zij beloven rustig,<br />
in onderdanigheid en kuisheid te leven. In<br />
1501 kregen de zusters toestemming om<br />
een kapel te bouwen, die werd gewijd aan<br />
St. Geertruid. Deze kapel doet sinds 1686<br />
dienst als Waalse kerk.<br />
Na de hervorming in <strong>Zwolle</strong> kwamen de<br />
conventsbezittingen in 1580 in handen van<br />
de burgerlijke gemeente die de huizen<br />
verhuurde. Uit de administratie der <strong>voor</strong>malige<br />
geestelijke goederen blijkt dat de<br />
zusters een uitgebreid huizenbezit hadden<br />
dat bestond uit het eigenlijke convent in de<br />
Schoutenstraat en een lange rij huizen in<br />
de Walstraat, vanaf de hoek met de Sassenstraat<br />
tot aan de Wolweverstraat. Langs de<br />
Wolweverstraat bezat het klooster nog een<br />
koehuis.<br />
Voor de nog resterende begijnen wordt een<br />
overgangsregeling getroffen; hoewel zij hun<br />
geloof niet openlijk meer kunnen belijden,<br />
mogen zij tot aan hun dood in de <strong>voor</strong>malige<br />
conventsgebouwen blijven wonen. In<br />
1617 richt Jenne Greven, een van de nonnen,<br />
een verzoekschrift aan het stadsbestuur.<br />
Zij stelt dat zij ‘boven haer merckelijck olderdoom<br />
een persoone gantsch dooff ende<br />
impotent is ende van haar maghet daghelijckx<br />
aan ende uuytgecledet wert gelijck een<br />
ionck kint’. Zij verzoekt om een verhoging<br />
van haar alimentatie met 50 goudguldens,<br />
mede omdat het stadsbestuur haar twee<br />
koeien heeft afgenomen. Ze krijgt een verhoging<br />
van 25 goudguldens. Ze was al 90<br />
jaar. In 1629 treffen we Bette Wijcherts, conventuale<br />
in St. Geertruyds Klooster, nog in<br />
de administratie aan.<br />
Vanaf 1634 worden de huizen successievelijk<br />
aan particulieren verkocht. In de 17de<br />
eeuw zijn in dit stadsdeel veel wevers gevestigd.<br />
Wever Jan Coertsen van Kampen trouwt<br />
in 1617 met Anna Jans. Bij het archeologisch<br />
onderzoek kwam een zogenaamd<br />
huwelijksbord te <strong>voor</strong>schijn met daarop het<br />
jaartal 1617 en de <strong>voor</strong>stelling van een echtpaar!<br />
Dit kan geen toeval zijn. In het begin<br />
van de 18de eeuw is een groot deel van het<br />
<strong>voor</strong>malige Kadenetershuis in handen van<br />
Jacobus van Barneveld die in de Walstraat<br />
een bierbrouwerij en een jeneverstokerij<br />
vestigt.<br />
St. Geertruidenconvent<br />
de weg in beginsel vrij <strong>voor</strong> hun vrije ontwikkeling en emancipatie. Voortaan was<br />
de achterstelling van de katholieke religie - en andere minderheidsgodsdiensten<br />
- verleden tijd en konden de katholieken openlijk hun overtuiging tonen. Ook na<br />
het vertrek van de Fransen in 1813 en de vestiging van het Verenigd Koninkrijk<br />
der Nederlanden in 1815 bleef de in de Franse Tijd ingevoerde scheiding tussen<br />
kerk en staat ongewijzigd.<br />
Onwennig maar vastbesloten<br />
Voor de Zwolse katholieken begon er een tijd waarin zij zich langzaam en nog<br />
wat onwennig aanpasten aan de nieuwe omstandigheden. Zij waren tot dan toe<br />
nog altijd aangewezen op de kleine huiskerkjes. In 1809 werd de Onze Lieve<br />
Vrouwekerk aan de katholieken teruggegeven. De Steegjeskerk nam de kerk in<br />
gebruik. Onder de Bogen liet in 1848 op de plaats van de al zo’n twee eeuwen in<br />
gebruik zijnde statie aan de Nieuwstraat een nieuwe kerk bouwen. Deze kerk<br />
staat er nu nog en is bekend als het Sint Jozef gebouw. In 1853 werd de katholieke<br />
kerkelijke structuur in Nederland in ere hersteld. In <strong>Zwolle</strong> leidde dit tot de
Nieuwbouw uit 1897-‘99<br />
Het Zwolse stadsbestuur voerde in de 18de<br />
eeuw een vrij liberale politiek ten opzichte<br />
van haar joodse inwoners. Vanaf 1721 was het<br />
<strong>voor</strong> joden zelfs mogelijk om het kleine burgerrecht<br />
te krijgen, waarmee zij toegelaten<br />
konden worden tot het koopmansgilde. Aan<br />
het eind van de 18de eeuw telde de joodse<br />
gemeenschap in <strong>Zwolle</strong> ongeveer 350 zielen.<br />
In 1757 kregen de joden toestemming om een<br />
synagoge te stichten in een gedeelte van het<br />
<strong>voor</strong>malige Broerenklooster, nu beter bekend<br />
als de Librije. Aan het eind van de 19de eeuw<br />
werd dit gebouw zo bouwvallig, dat besloten<br />
werd om een nieuwe synagoge te bouwen. In<br />
1892 werden vijf huizen in de Schoutenstraat<br />
opgekocht en in 1897 diende de Zwolse architect<br />
F.C. Koch een aanvraag <strong>voor</strong> een bouwvergunning<br />
<strong>voor</strong> nieuwbouw in. De bouw kon<br />
in januari van 1898 starten. Aannemer was L.<br />
Meyer jr. Het nieuwe gebouw werd op 21 juli<br />
1899 onder grote belangstelling ingewijd.<br />
Bij het ontwerp liet Koch zich in belangrijke<br />
mate inspireren door het eclecticisme, een<br />
aan het eind van de 19de eeuw sterk opkomende<br />
bouwstijl, waarbij aan de hand van<br />
verschillende historische bouwstijlen een<br />
nieuw geheel geschapen werd. De nieuwe<br />
synagoge bestond uit een grote eenbeukige<br />
ruimte waarin de heilige ark, dit is de kast<br />
<strong>voor</strong> de Tora-rollen, aan de oostzijde geplaatst<br />
is. Aan de westzijde is een vrouwengalerij<br />
aangebracht. Op die manier konden<br />
de mannen zich bij de gebedsdienst niet af<br />
laten leiden. Naar de wens van de toenmalige<br />
opperrabbijn S.J.S. Hirsch is in 1920 de<br />
galerij met een hoger hek afgezet ten einde<br />
oogcontact tussen mannen en vrouwen verder<br />
te beperken. Aan de <strong>voor</strong>zijde is in een<br />
apart gedeelte een wintersynago of kleine<br />
sjoel met daar boven een woning gerealiseerd.<br />
In een torentje is de trap naar de vrouwengalerij<br />
ondergebracht.<br />
Hoewel het gebouw vrijwel ongeschonden<br />
door de oorlog en de bezetting heen was<br />
gekomen, was de joodse gemeente door de<br />
Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen en in<br />
aantal gedecimeerd. Om te kunnen functioneren<br />
<strong>voor</strong> de kleine gemeenschap moest<br />
de grote synagoge verkleind worden met<br />
een wand en een verlaagd plafond. Dit kon<br />
Synagoge<br />
echter niet verhinderen dat het verval van<br />
het gebouw langzaam <strong>voor</strong>tschreed, zodat<br />
aan het eind van de jaren ’70 de instandhouding<br />
van het gebouw de draagkracht van de<br />
joodse gemeente te boven ging. Hoewel aanvankelijk<br />
de gedachte uitging naar verkoop<br />
en sloop, werd het gebouw later op de <strong>monumenten</strong>lijst<br />
geplaatst. Hierdoor was het<br />
behoud gewaarborgd en kwam subsidie beschikbaar<br />
<strong>voor</strong> de noodzakelijke restauratie.<br />
Deze restauratie werd gefaseerd uitgevoerd<br />
in de periode 1984-1989. Hierbij is de indeling<br />
aangepast aan de kleinere gemeente en<br />
werd de grote zaal geschikt gemaakt <strong>voor</strong><br />
een multifunctioneel gebruik.
vorming van een tweetal parochies: de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming en<br />
de Sint Michaëlparochie. De grens tussen de beide parochies werd gevormd door<br />
het riviertje de Aa, dat toen nog over de Vis- en Melkmarkt liep. De kerk die de<br />
Sint Michaëlparochie in 1848 had laten bouwen bleek al snel te klein. Uiteindelijk<br />
werd de historische plek verlaten <strong>voor</strong> nieuwbouw in de Roggenstraat, hoek<br />
Nieuwstraat. Hier verrees in 1892 een kerk in fraai neogotische stijl, een godshuis<br />
dat trots en zelfbewust getuigde van de nieuwe positie die de katholieken in<br />
de Zwolse samenleving hadden ingenomen. Ook op andere plaatsen in de stad<br />
waren er <strong>voor</strong>beelden van het herwonnen elan van de katholieke kerk. In 1901<br />
verrees in Assendorp het complex van het Dominicanenklooster en in 1902 het<br />
rooms katholieke ziekenhuis de Weezenlanden. Veelzeggend is ook dat het een<br />
katholiek was, mr. A.J. Vos de Wael, die tussen 1813 en 1855 het ambt van burgemeester<br />
van <strong>Zwolle</strong> bekleedde.<br />
Ook de Joodse gemeenschap kon onder de nieuwe omstandigheden de vleugels<br />
uitslaan. In 1898 werd begonnen met de bouw van een geheel nieuwe synagoge<br />
in de Schoutensteeg. De synagoge werd in 1899 in gebruik genomen en ligt nu<br />
aan de Samuel Hirschstraat. De straat kreeg deze nieuwe naam bij de herinwijding<br />
van de synagoge in 1990. Samuel Hirsch was van 1902 tot 1941 de opperrabbijn<br />
van Overijssel. De Librije werd verlaten. Links van de synagoge werd<br />
gelijktijdig een ‘wintersynagoge’ gebouwd. Deze ´kleine sjoel´is momenteel nog<br />
in gebruik als synagoge.<br />
Afsplitsingen<br />
De verhoudingen tussen de verschillende geloofsrichtingen in de negentiende<br />
eeuw was goed te noemen. Het gemeenteverslag van 1831 spreekt in ieder geval<br />
van ‘eener loffelijke verdraagzaamheid tusschen de leden der verschillende<br />
kerkgenootschappen, die van den gezegendsten invloed is’. Minder welwillend<br />
stonden de gevestigde kerken aanvankelijk tegenover nieuwkomers. In de jaren<br />
dertig van de negentiende eeuw werd de eenheid <strong>voor</strong>al in de vroegere staatskerk<br />
danig op de proef gesteld. Sinds 1816 droeg deze de naam Nederlandse<br />
Hervormde Kerk. In 1834 vond binnen die kerk de zogenoemde Afscheiding<br />
plaats, waarbij het meer orthodoxe deel van de<br />
kerk zich afsplitste. Ook in <strong>Zwolle</strong> was er een<br />
kleine groep die overging naar de nieuwe kerk.<br />
Deze groep, bestaande uit ongeveer 65 gezinnen,<br />
bestond <strong>voor</strong> het merendeel uit mensen<br />
uit de kleine burgerij en de wat lagere klassen.<br />
Het was de grote <strong>voor</strong>man van de Afscheiding<br />
Hendrik de Cock zelf die op 11 juni 1835 in het<br />
huis van Willempje Schutte, even buiten de<br />
Diezerpoort (nu Thomas a Kempisstraat 3) de<br />
Zwolse Christelijk Gereformeerde Gemeente<br />
stichtte. Na een turbulente periode waarbij<br />
de overheid de nieuwe kerk beschouwde als<br />
oproerkraaiers en ook de nieuwlichters zelf<br />
onderling ruzieden, dwarrelde uiteindelijk<br />
het stof neer en werd de nieuwe kerk geaccepteerd.<br />
In 1869 liet de Christelijke Gereformeerde<br />
Gemeente in het Ter Pelwijkpark<br />
een kerk bouwen. Deze kerk staat bekend als<br />
de Plantagekerk, vanwege de vele bomen die<br />
destijds nog in de omgeving te vinden waren.<br />
In 1887 vond er opnieuw een afsplitsing van de<br />
Hervormde gemeente plaats, bekend onder<br />
de naam Doleantie. Deze Dolerenden lieten in<br />
1888 op een steenworp van de Plantagekerk<br />
de Oosterkerk bouwen. De beide kerkelijke<br />
gemeenschappen gingen in 1897 samen in de<br />
Gereformeerde Kerk <strong>Zwolle</strong>.
Verzuiling en ontkerkelijking<br />
De tweede helft van de negentiende eeuw stond in het teken van de emancipatie<br />
van de godsdiensten die eeuwenlang de tweede viool hadden moeten spelen. Tegelijkertijd<br />
zien we als gevolg van de opkomende industrialisering dat er zich een<br />
zelfbewuste arbeidersklasse ontwikkelde. In de decennia daarop zien we dat die<br />
emancipatie leidde tot wat de Verzuiling wordt genoemd. Kenmerkend daarbij is<br />
dat iedere richting zijn eigen leefwereld creëerde. Contacten met andere overtuigingen<br />
en richtingen waren miniem. Iedere zuil had zijn eigen kerk, politieke<br />
partij, omroep, krant, vakbond, verenigingen en scholen. Zo ver ging de verzuiling,<br />
dat bij<strong>voor</strong>beeld winkelbedrijven alleen personeelsleden uit eigen kerkgenootschap<br />
in dienst namen. Andersom deed je inkopen bij je ‘eigen mensen’.<br />
Lopend door de stad zijn er talloze gebouwen die aan dit verzuilde leven herinneren:<br />
christelijke scholen van allerlei pluimage, verenigingsgebouwen met daarop<br />
de aanduiding van de geloofsrichting. Aan die starre Verzuiling kwam in de jaren<br />
zestig van de vorige eeuw een einde. Het is ook de tijd dat de ontkerkelijking inzet.<br />
Steeds meer mensen gaven aan niet meer tot een kerkgenootschap te willen<br />
behoren. Het is een ontwikkeling die zich tot de dag van vandaag <strong>voor</strong>tzet. De<br />
gevolgen daarvan zijn dat steeds vaker kerken noodgedwongen worden gesloten.<br />
In 2005 overkwam dat bij<strong>voor</strong>beeld de Sint Michaëlkerk aan de Willebrandlaan.<br />
Suggesties het gebouw beschikbaar te stellen <strong>voor</strong> de islamitische gemeenschap<br />
werden van de hand gewezen.<br />
Nieuwkomers<br />
En dat brengt ons bij de nieuwe godsdienst die zich in het laatste kwart van de<br />
twintigste eeuw aandiende: de Islam. De inbedding van de nieuwe en in de ogen<br />
van veel Nederlanders uitheemse religie verloopt niet zonder strubbelingen.<br />
Het waren de Surinaamse Moslims die bij de bouw van een eigen moskee het<br />
initiatief namen. Aanvankelijk kerkten zij in de <strong>voor</strong>malige Oranjeschool aan de<br />
Jufferenwal, maar de geplande komst van het COC, de belangenvereniging <strong>voor</strong><br />
homoseksuelen, in het gebouw deed de gemoederen onder de moslimsbroeders<br />
hoog oplopen wat uiteindelijk leidde tot de bouw van een echte moskee aan de<br />
Wilhelminastraat met als naam Gulzar-E-Medina (de tuin van Medina), compleet<br />
met minaretten. Onder sommige bewoners van het Veeralleekwartier bestond<br />
weerstand tegen de komst van de moskee. Er werd geprobeerd de bouw stil te<br />
leggen. Desondanks kon in 1988 de moskee in gebruik worden genomen. Behalve<br />
het islamitische gebedshuis aan de Wilhelminastraat zijn er in <strong>Zwolle</strong> nog<br />
meer te vinden. Zo is er de Turkse Ulu moskee aan het Assendorperplein, de<br />
moskee van de Marokkaanse Islamitische Vereniging aan de Schubertstraat en<br />
de Surinaamse moskee aan de Hemerkenstraat. Steeds vaker manifesteert deze<br />
van oorsprong buitenlandse religie zich openlijk in het Zwolse leven. Zo vond<br />
er op 1 mei 2004 de allereerste niet christelijke processie plaats: zo’n veertig<br />
moslims en twintig versierde auto’s trokken door het Zwolse centrum ter ere<br />
van de geboortedag van de profeet Mohammed. In feite is de ontwikkeling die<br />
de moslimgemeenschap in Nederland doormaakt te vergelijken met die van de<br />
emancipatie van christelijke groepen zoals de katholieken die in de negentiende<br />
en begin twintigste eeuw doormaakten. Maar het samen opgaan van de verschillende<br />
culturen blijft een punt van zorg. Niet in de laatste plaats wordt dit door de
Zwolse islamitische gemeenschap zelf beseft. Initiatieven als de jaarlijkse interreligieuze<br />
gebedsdienst <strong>voor</strong> de vrede laten dat zien. In deze gebedsdienst zijn de<br />
Zwolse joden, moslims en christenen samen gebroederlijk vertegenwoordigd.<br />
Vrijheid in verscheidenheid<br />
De laatste decennia is er sprake van een <strong>voor</strong>tgaande ontkerkelijking, ook in<br />
<strong>Zwolle</strong>. Op de plaats van de eens zo trotse Michaëlkerk aan de Roggenstraat ligt<br />
nu het V&D complex. De Broerenkerk is een multifunctioneel centrum geworden<br />
met ruimte <strong>voor</strong> exposities, uitvoeringen en feestjes. De Bethlehemkerk is momenteel<br />
onder de naam Proosdij in gebruik als ‘party- en horeca-etablissement’.<br />
De kerken zijn al lang niet meer de hoogste gebouwen van de stad. Honderdvijftig<br />
jaar geleden was bijna iedere <strong>Zwolle</strong>naar wel lid van een kerkgenootschap,<br />
verdeeld over zeven gezindten en tien kerkgebouwen. Wie vandaag de dag het<br />
palet van godsdienstige groeperingen in <strong>Zwolle</strong> overziet telt niet minder dan 32<br />
groepen met alles bij elkaar meer dan 60 plaatsen van samenkomst. Tegelijkertijd<br />
geeft nog maar de helft van alle <strong>Zwolle</strong>naren te kennen bij een kerkgenootschap<br />
te horen. Zo bezien lijkt er onder de gelovigen sprake van een Babylonische<br />
spraakverwarring. <strong>Een</strong>heid lijkt vervangen door verscheidenheid. Tegelijkertijd<br />
geeft die verscheidenheid ook de vrijheid weer die er in ons land heerst.<br />
<strong>Een</strong> ieder is vrij te geloven wat hij wil. En wie er zo naar kijkt ziet in de vele kerken<br />
die <strong>Zwolle</strong> rijk is niet alleen een losse verzameling van gebouwen. Hij ziet ze<br />
ook samen als onderdeel van en verbonden in het grote goed dat de vrijheid is.
Erfgoedprijs <strong>Zwolle</strong>-Kampen<br />
De gemeenten <strong>Zwolle</strong> en Kampen hebben besloten<br />
om één gezamenlijke gemeentelijke<br />
‘<strong>monumenten</strong>prijs’ in te stellen. Dit is een<br />
jaarlijkse prijs als waardering <strong>voor</strong> de inzet<br />
van het op een goede wijze beheren, restaureren<br />
en instandhouden van cultuurhistorisch<br />
erfgoed. De nieuwe prijs wordt elk jaar afwisselend<br />
in <strong>Zwolle</strong> en Kampen uitgereikt tijdens<br />
de Open Monumentendag. In 2008 wordt de<br />
prijs in Kampen uitgereikt en in 2009 in <strong>Zwolle</strong>.<br />
Na de opening van Open Monumentendag in<br />
<strong>Zwolle</strong> door wethouder S.J.C. Cnossen zullen<br />
de wethouders <strong>monumenten</strong>zorg van <strong>Zwolle</strong> en<br />
Kampen (J. Wieten) later op de ochtend de erfgoedprijs<br />
uitreiken aan de eigenaren van de kapel<br />
aan de Plasweg in IJsselmuiden. De kapel<br />
is recent gerestaureerd. De restauratie heeft de<br />
kapel weer in een goede staat gebracht en het<br />
object heeft weer een gebruiksfunctie gekregen.<br />
Aan de prijs is een oorkonde en een geldbedrag<br />
ter grootte van € 1.000 verbonden.<br />
Bouwen doe je nooit alleen<br />
Bouwbedrijf Heldoorn B.V. ruim 70 jaar uw totaalbouwer<br />
Pascalweg 10 - <strong>Zwolle</strong> - Tel. 038-429 76 30 - www.heldoornbouw.nl - info@heldoornbouw.nl<br />
• Woningbouw<br />
• Utiliteitsbouw<br />
• Renovatie<br />
• Verbouw<br />
• Advies<br />
• Onderhoud<br />
• Restauratie
Centraal informatiepunt: De Hoofdwacht op de<br />
Grote Markt van 10.00-17.00 uur<br />
De volgende <strong>monumenten</strong> zijn open gesteld van 10-17 uur:<br />
1. De Grote- of St. Michaëlkerk, Grote Markt 18<br />
In de kerk zijn nog enkele fragmenten bewaard<br />
gebleven van fresco’s uit de 15de eeuw van Meester<br />
Joan van der Mynnesten, een fragment van de<br />
<strong>voor</strong>malige Sacramentstoren van de beeldhouwer<br />
Willem Backerweerd en een timpaan van fijnkorrelig<br />
zandsteen in het Noorderportaal van bouwmeester<br />
Arnt van Calcar, <strong>voor</strong>stellend het oude<br />
Stadswapen. Verder is er een fraai koorhek(1597),<br />
de renaissance Kansel, gemaakt door Adam Straes<br />
tussen 1617 en 1622 en een fraai barok <strong>orgel</strong> dat<br />
gebouwd is door de Hamburger <strong>orgel</strong>bouwer Arp<br />
<strong>Schnitger</strong> in 1721. De <strong>orgel</strong>kast is van Jurriaan<br />
Westermann, een Amsterdamse bouwmeester. De<br />
hierachter liggende consistoriekamer is gebouwd<br />
door Berend Tigler, Hermannus van den Borg en<br />
Hermannus van Arnhem. Kunstwerken zijn het<br />
schilderij uit 1691 van de Zwolse schilder Hendrick<br />
ten Oever en de Verguld houten Kaarsenkroon<br />
uit 1724, die gemaakt is naar een ontwerp<br />
van de Franse bouwmeester Daniël Marôt.<br />
Tentoonstellingen:<br />
Michaëls Gouden Eeuw over de bouw en het gebruik van<br />
de kerk door de eeuwen heen.<br />
Graven en begraven in de Grote Kerk, overzicht van de<br />
onlangs gevonden adellijke grafkelders in het hoogkoor<br />
en een iconografie van het kerkgebouw. Op het hoogkoor<br />
zal de vloerbedekking worden verwijderd waardoor men<br />
op de grafkelders kan kijken.<br />
Koor en <strong>orgel</strong>concerten:<br />
11.30 uur Neutrale Zang en Operette Vereniging <strong>Zwolle</strong><br />
14.10 uur Christelijk zang en oratoriumvereniging De<br />
Nieuwe Ster<br />
16.30 uur Concert op het <strong>Schnitger</strong><strong>orgel</strong> door organiste<br />
David Jansen.<br />
Toon Hagen, organist van de Grote Kerk geeft tot 15.30<br />
geïnteresseerden de mogelijkheid het <strong>orgel</strong> te bezichtigen,<br />
ook boven bij de speeltafel. Orgelconcerten in het<br />
kader van Nationale Orgeldag.
Onzichtbare restauratie van de toren van de O.L.V. kerk<br />
Met de bouw van de toren van de Onze Lieve<br />
Vrouwe kerk werd begonnen in 1463. Wegens<br />
geldgebrek moest worden gestopt bij<br />
de tweede geleding. Tussen 1478 en 1481<br />
werd de toren verder verhoogd tot aan de<br />
eerste omloop. In de hoogste geleding van<br />
de torenromp werden toen in een houten<br />
klokkenstoel zes klokken opgehangen. In<br />
1537 besloten de kerkmeesters de toren verder<br />
te verhogen met een lantaarn. Dit werk<br />
werd opgedragen aan bouwmeester Simon<br />
Penet. Al spoedig bleek dat de bouw veel<br />
meer zou kosten dan <strong>voor</strong>af berekend; Penet<br />
werd beschuldigd van fraude en vertrok met<br />
de noorderzon.<br />
In 1540 kwam in een aangepaste vorm het<br />
werk <strong>voor</strong>lopig gereed. Pas aan het einde<br />
van de zeventiende eeuw kreeg de toren een<br />
Peperbus<br />
uivormige bekroning. Na een brand in 1815,<br />
waarbij de top geheel uitbrandde, kreeg de<br />
lantaarn het huidige koepeldak dat de toren<br />
de naam Peperbus opleverde.<br />
Het carillon, dat oorspronkelijk 42 klokken<br />
bevatte, dateert uit 1930 en is door de Commissie<br />
tot overbrugging van den IJssel nabij<br />
het Katerveer geschonken ter gelegenheid<br />
van de opening van de IJsselbrug.<br />
In de jaren 2001-2004 heeft de Peperbus in<br />
de steigers gestaan <strong>voor</strong> een grondige restauratie.<br />
Dit was nodig omdat de bouwkundige<br />
staat van de toren te wensen overliet<br />
en op een groot aantal plaatsen metselwerk<br />
en natuursteenonderdelen los dreigden te<br />
raken. Bij deze restauratie is gekozen <strong>voor</strong><br />
een conserverende benadering, hetgeen betekent<br />
dat de bestaande situatie zoveel mogelijk<br />
behouden bleef. Hoewel er <strong>voor</strong> ruim<br />
vier miljoen euro aan de toren verspijkerd is,<br />
valt zeker van een afstand <strong>voor</strong> een leek niet<br />
te zien wat er <strong>voor</strong> dat geld eigenlijk allemaal<br />
gebeurd is, en daar zijn de <strong>monumenten</strong>zorgers<br />
best trots op. De meest in het<br />
oog springende verandering was de nieuwe<br />
kleurstelling. Voor de restauratie was het<br />
hout- en natuursteenwerk van de lantaarn<br />
wit/roze geschilderd. Na een kleuronderzoek<br />
is besloten om deze onderdelen weer<br />
de oorspronkelijke zandsteenkleur te geven.<br />
In het begin was dit <strong>voor</strong> vele <strong>Zwolle</strong>naren<br />
wel even een schok, maar inmiddels zijn de<br />
meesten wel aan de nieuwe kleur gewend.<br />
2. Onze Lieve Vrouwenbasiliek en Onze Lieve Vrouwentoren (Peperbus),<br />
Ossenmarkt 10<br />
In de inmiddels tot basiliek verheven kerk zijn vele kunstwerken te bewonderen. Uit de<br />
Middeleeuwen stammen gepolychromeerde beelden van Maria met het kindeke Jezus<br />
(15de eeuw), een piëta (Maria met Christus), een Eikenhouten Kruis (14de eeuw) en<br />
het beeld van de heilige Fransiscus van de hand van de Zwolse Stadsbouwmeester<br />
Arnt van Calcar (1484). Er zijn veel schilderijen, zoals de Heilige familie uit 1560, toegeschreven<br />
aan de Mechelse schilder Vincent Sellaert en een schilderij van Thomas a<br />
Kempis, zittend <strong>voor</strong> zijn klooster op de Agnietenberg. Verder bezit de kerk veel kunstschatten<br />
en reliekhouders. De fraaie Neogotische altaren en andere kunstwerken zijn<br />
van de 19de-eeuwse bouwmeester Friederich Willem Mengelberg, de Utrechtse geelgieter<br />
Gerard Brom en de Utrechtse <strong>orgel</strong>bouwer Maarschalkerweerd. Sinds juni 2006<br />
is de reliekschrijn van Thomas a Kempis in de basiliek opgesteld. In de kerk treft U een<br />
uitgebreide beschrijving aan.<br />
Rondleidingen: informatie in de kerk<br />
Koor en <strong>orgel</strong>concerten<br />
10.30 uur zang Multiple Voice<br />
10.50 uur zang Melodysingers<br />
Torenmuziek van de beiaard van de Onze Lieve Vrouwtoren (Peperbus). Bij het centraal Informatiepunt<br />
De Hoofdwacht op de Grote Markt kunnen verzoeken worden doorgegeven aan de Zwolse<br />
Stadsbeiaardier Roy Kroezen.
3. Dominicanenklooster en kerk Rectoraat<br />
‘St. Thomas van Aquino’, Assendorperstraat<br />
27-29<br />
De eerste steen <strong>voor</strong> het te bouwen Dominicanenklooster<br />
en de kerk Sint Thomas van Aquino werd<br />
gelegd op 3 mei 1900 en op 19 augustus 1902 is de<br />
kerk ingewijd door Mgr. Henricus van de Wetering,<br />
aartsbisschop van Utrecht. Het gehele neogotisch<br />
kerk- en kloostercomplex is uitgevoerd naar een<br />
ontwerp van architect J. Kayser. Het Kerkgebouw<br />
is van binnen fraai ingericht met een lang koor<br />
met het koorgestoelte <strong>voor</strong> de Dominicanen en<br />
een fraai Frans Koor<strong>orgel</strong> uit 1912 van P.J. Adema.<br />
In de kerk is verder een sacramentsaltaar gebouwd<br />
naar <strong>voor</strong>beeld van de Sacramentstoren<br />
van Gabriël van der Bruyne in de St.Jacobskerk te<br />
Leuven (16de eeuw). Het koorhek is <strong>voor</strong>zien van<br />
een bronzen baldakijn, gedragen door kolommen<br />
en dragende Engelenfiguren door Jan Eloy Brom<br />
uit Utrecht. De kloostergang, eveneens in Neogotiek<br />
opgetrokken geeft een bepaalde rust langs<br />
de deuren en trappen die verbinding geven tot<br />
de kloostergebouwen, waaronder de refter en de<br />
sacristie. In de kloostergang is een expositie van<br />
oude ornamenten van het kerkgebouw die vervangen<br />
zijn door nieuwe.<br />
Rondleidingen op speciale tijden: programma in de<br />
kerk<br />
Koor en <strong>orgel</strong>concerten<br />
11.10 uur Convocaal<br />
13.10 uur Overijssels Kamerkoor<br />
4. Waalse Kerk (Eglise Wallonne), Schoutenstraat 4<br />
In het koor van de kerk zijn nog steeds resten te vinden uit de tijd van het Begijnenconvent.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld een aantal grafstenen van de zusters en een altaarsteen met<br />
wijkruisjes. Achter en aan de zijkant van het kerkgebouw zijn resten te zien van de<br />
kloostergebouwen. In het koorgedeelte van de kerk zijn nog grafstenen zichtbaar<br />
van vóór de Reformatie. Ook zijn er in de kerk gewelfschilderingen en kaarsennissen<br />
zichtbaar. Het <strong>orgel</strong> is in 1820 door Jan Willem Timpe vervaardigd en in 1840 hier<br />
geplaatst.<br />
Koorconcerten<br />
11.30 uur Multiple Voice<br />
12.30 uur Inn Singers
Evangelisch-Lutherse kerk<br />
Gebouwd tegen de verdedigingswerken van de stad<br />
Toen tegen het midden van de 17de eeuw<br />
het stadsbestuur zich wat gematigder op<br />
ging stellen tegenover aanhangers van een<br />
andere dan de ware gereformeerde religie,<br />
besloten de Lutheranen in de stad om aan<br />
de Blijmarkt een kerkgebouw te openen. De<br />
kleine lutherse gemeente, die <strong>voor</strong>al aanhangers<br />
telde onder Duitse immigranten en<br />
uit het oosten afkomstige soldaten, kooplieden<br />
en andere personen die op doorreis waren,<br />
werd oogluikend toegestaan.<br />
De kerk was tegen de binnenzijde van de<br />
14de eeuwse stadsmuur aangebouwd. De<br />
Koestraat liep langs de binnenzijde van het<br />
zuidelijke deel van de eerste omwalling. Om<br />
zich te wapenen tegen de steeds grotere<br />
effectiviteit van kanonnen werd de vestinggordel<br />
<strong>voor</strong>tdurend gemoderniseerd. In het<br />
begin van de 15de eeuw werd de gehele zuidzijde,<br />
van Rode Torenplein tot Kruittoren (bij<br />
de huidige Plantagekerk) <strong>voor</strong>zien van een<br />
extra muur aan de buitenzijde. Tussen de<br />
hoofdwal en deze lagere buitenmuur lag een<br />
gracht.<br />
Vanwege de dreiging van Spaanse troepen<br />
uit het oosten dient <strong>Zwolle</strong> aan het eind van<br />
de 16de eeuw bij de Staten Generaal in Den<br />
Haag een verzoek in om de stad te mogen<br />
fortificeren en te <strong>voor</strong>zien van nieuwe wallen<br />
en bastions. De nieuwe verdedigingswerken<br />
waren in 1619 grotendeels klaar. Aan de<br />
zuidzijde van de stad was de situatie ingrijpend<br />
gewijzigd. Voor de Sassenpoort was<br />
een hoornwerk gemaakt en in 1616 was het<br />
Suikerbergbastion verrezen. Het lijkt er op<br />
dat de bestaande middeleeuwse buitenmuur<br />
daarbij verlaagd en opgenomen is in een extra<br />
<strong>voor</strong>wal tussen de Sassenpoort en de<br />
Suikerberg. Vanaf 1663 protesteren de bewoners<br />
van dit deel van de stad tegen stankoverlast<br />
van de binnengracht. Zij weigeren<br />
grondgeld te betalen en raken in een lang<br />
en ingewikkeld proces met het stadsbestuur<br />
verwikkeld. Overigens bleef de middeleeuwse<br />
stadsmuur nog lange tijd als binnenste<br />
verdediging tegen mens en water bestaan.<br />
In de eerste helft van de 17de eeuw worden<br />
bewoners van de zuidzijde van de Koestraat<br />
meerdere malen gemaand om in de oude<br />
stadsmuur gemaakte doorgangen dicht te<br />
metselen of van tralies te <strong>voor</strong>zien.<br />
In de 18de eeuw raakten de wallen en grachten<br />
rond de stad steeds verder in verval. In<br />
1797 wordt de <strong>voor</strong>malige binnengracht, dan<br />
niet veel meer dan een stinkend moeras, gedempt.<br />
De grond achter de kerk wordt aan<br />
de Lutheranen afgestaan. Niet veel later, zo<br />
rond 1830, werden de bastions afgegraven<br />
en omgevormd tot een wandelgebied, vormgegeven<br />
in Engelse landschapsstijl. Ook de<br />
nog zichtbare restanten van de middeleeuwse<br />
ommuring verdwenen daarbij onder de<br />
slopershamer.<br />
Het kerkgebouw is in 1967 ingrijpend gerestaureerd,<br />
waarbij het gebouw weer zoveel<br />
mogelijk het oorspronkelijke sobere uiterlijk<br />
van een schuilkerk terugkreeg.<br />
5. Lutherse Kerk, Koestraat 2<br />
Het kerkgebouw is ontstaan uit een schuilkerk die hier in 1649 al stond. Latere verbouwingen<br />
gaven het kerkgebouw het huidige uiterlijk van een typische zaalkerk met een<br />
balkon aan weerzijden. In de kerk ligt een beschrijving.<br />
6. Plantagekerk, Ter Pelkwijkstraat 15-17<br />
De preekstoel dateert van 1883 en is afkomstig uit<br />
de Grote Kerk van Hoorn en het <strong>orgel</strong> werd in 1845<br />
aangeschaft en in 1876 in deze kerk geplaatst.<br />
Koorconcerten<br />
12.10 uur Zang en Vriendschap Westenholte<br />
Koor en <strong>orgel</strong>concerten<br />
10.30 uur Orgelbespeling door Gerrit Bril<br />
11.30 uur Orgelbespeling door Martin van Heerde<br />
12.30 uur Dubbelkwartet en <strong>orgel</strong>bespeling door Jan<br />
Jaap Wietsma<br />
13.30 uur Orgelbespeling door Henk Visscher<br />
14.30 uur Christelijk Gemengd Koor <strong>Zwolle</strong><br />
15.10 uur Tourdion
7. Doopsgezinde kerk, Wolweverstraat 9<br />
Op de plaats waar het kerkgebouw van de Doopgezinde Gemeente in <strong>Zwolle</strong> staat, wordt al sinds<br />
1638 “gekerkt”. Achter reeds bestaande huisjes werd een ruimte <strong>voor</strong> samenkomsten ingericht.<br />
Begin 1700 is het gebouw aanzienlijk uitgebreid en de huidige gevel dateert van een verbouwing<br />
tussen 1847 en 1856. Het karakter van het gebouw is gebleven. Niets in de <strong>voor</strong>gevel wijst erop dat<br />
er sprake is van een kerkgebouw; een schuilkerk dus, een van de weinige die <strong>Zwolle</strong> nog heeft.<br />
Koorconcerten<br />
13.50 uur Blent<br />
14.50 uur De Roepstem<br />
8. Synagoge, Samuël Hirschstraat<br />
Op 21 juli 1899 is deze synagoge <strong>voor</strong> een ruim 600<br />
leden tellende Joodse Gemeente ingewijd. Omdat<br />
de tegenwoordige Joodse Gemeente zo klein is<br />
(geworden), plaatste men na de restauratie (1989)<br />
een mechietsa, een hek dat de ruimte <strong>voor</strong> de eredienst<br />
afscheidt van de ruimte die een cultureel/<br />
educatieve bestemming heeft. Aan de wanden zijn<br />
de namen van de 500 Zwolse joden aangebracht<br />
die in de Tweede Wereldoorlog in de vernietigingskampen<br />
zijn vermoord. Boven de toog is de spreuk<br />
aangebracht: “Gedenk de Tora van Mozes mijn<br />
dienstknecht die hem is aangeboden op de berg<br />
Horeb”. De straat waaraan de synagoge is gelegen<br />
werd in 1989 vernoemd naar de laatste opperrabbijn<br />
Samuel Juda Hirsch.<br />
Koorconcerten<br />
12.50 uur De Koor<br />
Kruitmakers- of Houttoren<br />
Toen in de jaren ’70 van de 19de eeuw het<br />
kerkgebouw van de Christelijk Gereformeerde<br />
Gemeente aan de Nieuwstraat uit zijn voegen<br />
barstte, besloot men een nieuwe kerk te<br />
bouwen. De hier<strong>voor</strong> benodigde grond werd<br />
gevonden aan het eind van de Spoelstraat,<br />
op de plek van de vroegere achterbuurt Het<br />
Slurink dat na de sloop van de vestingwerken<br />
omstreeks 1875 omgevormd was tot het<br />
Terpelkwijkplantsoen. Het ontwerp in een<br />
eclectische vormentaal was van stadsarchitect<br />
J.W. Bosboom Sr. Het complex ligt op het<br />
punt waar de Aa <strong>voor</strong>afgaand aan de demping<br />
de stad binnenstroomde. Het ontwerp<br />
van Bosboom is sterk geïnspireerd op de uit<br />
1868 daterende Nederlands Hervormde Kerk<br />
in Voorschoten. Bij een verbouwing in 1894<br />
naar ontwerp van de Zwolse architect S.J.H.<br />
Trooster is de toren boven de hoofdingang<br />
vervangen door de huidige neorenaissance<br />
gevelbekroning.<br />
Uit recent archeologisch onderzoek is duidelijk<br />
geworden dat <strong>Zwolle</strong> omstreeks<br />
1260-1280 al volledig ommuurd was. De<br />
zuid- en de oostzijde van de stad is het<br />
zwaarst verdedigd, hier is tussen 1488 en<br />
1524 aan de veldzijde een extra muur aangebracht.<br />
Onder invloed van de steeds verder<br />
toenemende vuurkracht van geschut<br />
werd de stadsverdediging aan het begin van<br />
de 17de eeuw ingrijpend gemoderniseerd.<br />
Naar plannen van ingenieur Mr. Adriaen<br />
Anthonisse besluit men nieuwe grachten<br />
aan te leggen en binnen dit grachtenstelsel<br />
bastions aan te leggen. De oude stadsmuur<br />
bleef daarbij functioneren, waarbij opgemerkt<br />
dient te worden dat in de loop van de<br />
17de eeuw tegen de binnenzijde van de muur<br />
steeds meer bebouwing verrees. In 1790 verloor<br />
<strong>Zwolle</strong> zijn status als vesting en kon een<br />
begin gemaakt worden met de ontmanteling.<br />
Op de plek van de Plantagekerk stond<br />
de Kruitmakers- of Houttoren. Deze toren<br />
wordt in 1329 al genoemd als de Schepenen<br />
van de stad deze toren in erfpacht geven aan<br />
Hillebrand van Baerlo en Berte zijn wijf om<br />
er te wonen. De Kruitmakerstoren wordt in<br />
1840 samen met een stuk stadsmuur <strong>voor</strong><br />
afbraak verkocht ‘bestaande uit het vierkant<br />
muurwerk, met het dak, balkens en zolders,<br />
uitgezonderd het kantoor dat onder in het<br />
gebouw staat, alsmede twee losse zoldertjes<br />
Plantagekerk<br />
dewelke niet mede in de verkoop worden begrepen,<br />
overigens zal hij het gehele gebouw<br />
moeten afbreken met deszelfs fondamenten,<br />
ter diepte van twee en halve el beneden<br />
de oppervlakte van de straat…’<br />
De Kleine Aa werd in de jaren 1855-1858 gedempt<br />
en vormde de inleiding tot verdere<br />
ingrijpende veranderingen in dit stadsdeel.<br />
In de jaren daarna wordt het aangrenzende<br />
vestingterrein omgevormd tot een aangenaam<br />
wandel en woongebied.
9. Broeren- of oude Dominicanenklooster (ArtEZ<br />
Hogeschool <strong>voor</strong> de kunsten, Conservatorium<br />
<strong>Zwolle</strong>), Aan de Stadsmuur 88<br />
De gewelfschilderingen zijn in volle pracht te zien.<br />
Tijdens de Open Monumentendag is het pandhof<br />
opengesteld waar de concerten plaats zullen vinden<br />
Koorconcerten in de kloostergang<br />
12.10 uur Convocaal<br />
Broerenkerk<br />
Oorspronkelijke kapconstructie en dakpannen<br />
Kort <strong>voor</strong> 1466 verwerven de broeders Dominicanen<br />
een stuk grond van zo´n 80 are<br />
groot met als doel daar een klooster op te<br />
vestigen. Het bouwterrein lag toen nog buiten<br />
de noordelijke begrenzing van de stad,<br />
die destijds gevormd werd door de Kleine<br />
Aa. Het aangekochte terrein was onbebouwd<br />
en werd omschreven als ´gaarde´,<br />
de ten oosten en ten westen van het klooster<br />
gelegen hoven werden gebruikt als moestuin.<br />
De Dominicanen behoren tot de zogenaamde<br />
bedelorden. Door middel van preken<br />
verzamelen zij geld en goederen in een<br />
termijngebied. Met de bouw van een nieuwe<br />
stadsmuur vanaf omstreeks 1475 komt het<br />
klooster binnen de stad te liggen.<br />
De bouwactiviteiten aan kerk en klooster<br />
starten in 1466. Waarschijnlijk werd tegelijk<br />
gebouwd aan het koor van de kloosterkerk<br />
en aan de kloostergebouwen, die gesitueerd<br />
zijn rond een rechthoekige pandhof ten<br />
noorden van deze kerk.<br />
Het koor is het oudste deel van het gebouw.<br />
Het eikenhout van de kapconstructie is blijkens<br />
dendrochronologisch onderzoek gekapt<br />
in het najaar of de winter van 1477. Omstreeks<br />
1480 was dit deel gereed en werd het<br />
aan de westzijde met een provisorische wand<br />
afgesloten. Op het meest westelijke gebint<br />
zijn de kepen nog zichtbaar van de stijlen die<br />
deel uitmaakten van deze wand. Omstreeks<br />
1490 worden de bouwwerkzaamheden hervat.<br />
Het tweebeukige en zes traveeën lange<br />
schip wordt in 1512 feestelijk ingewijd. Het<br />
eikenhout van de kapconstructie van dit deel<br />
is gekapt in 1504 en zal kort daarna verwerkt<br />
zijn. In de hoofdbeuk bleven twee windassen<br />
bewaard die nog uit de bouwtijd dateren.<br />
Tussen 1512 en 1560 wordt de zijbeuk aan de<br />
oostzijde met één travee uitgebreid. Op deze<br />
plaats wordt tegelijk een nieuwe ingang met<br />
een zandstenen portaal gerealiseerd.<br />
Op de daken van het schip (en ook op het dak<br />
van de Librije) ligt een zeldzaam type linksdekkende<br />
dakpan, genaamd Hildesheimer<br />
pan. In een Zwolse rekening van 1511 wordt<br />
dit type pan ook Friese pan genoemd.<br />
In de jaren ´80 van de vorige eeuw is ten behoeve<br />
van huisvesting van het conservatorium<br />
het complex ingrijpend verbouwd, waarbij<br />
de pandhof gereconstrueerd werd. De<br />
destijds noodzakelijke reparatiewerkzaamheden<br />
aan de kap zijn uitgevoerd zonder de<br />
zeldzame Hildesheimer dakpannen te verwijderen.<br />
Men vreesde dat bij het opnemen<br />
en herleggen van de dakbedekking het door<br />
de jaren ontstane natuurlijke beeld van door<br />
stof, mos en algen gepatineerde dakvlakken<br />
ingrijpend verstoord zou worden. Daarnaast<br />
zou ongeacht de zorgvuldigheid van de uitvoering<br />
bij een dergelijke werkwijze een bepaald<br />
percentage schade en verlies ingecalculeerd<br />
moeten worden.<br />
Toen recentelijk bleek dat ten gevolge van<br />
aantastingen door Bonte Knaagkever en<br />
houtrot de kap gerestaureerd diende te worden<br />
is opnieuw besloten om daarbij de zeer<br />
zeldzame dakpannen niet af te nemen en de<br />
werkzaamheden geheel vanaf de binnenzijde<br />
uit te voeren.
10. Oosterkerk, Bagijnensingel<br />
De Oosterkerk dateert van 1888. Zij is gebouwd volgens een ontwerp van de architecten<br />
J.W. en C.W. Meyer. De bouwstijl van de Oosterkerk heet formeel eclectisch. Dit<br />
betekent dat de ontwerpers stijlelementen uit diverse vroegere perioden door elkaar<br />
gebruikten. Kenmerkend <strong>voor</strong> het interieur zijn het tongewelf, de kloeke preekstoel en<br />
de zuilengalerijen. Dat het begrip ‘stijlelementen uit vroegere perioden’ ruim opgevat<br />
moet worden, blijkt als we de zuilen nader bekijken. In de oudheid en de renaissance<br />
waren zuilen van hout of van steen Als je tegen deze zuiltjes tikt zul je ontdekken dat ze<br />
van gietijzer zijn. Het is een aardige combinatie van een klassiek thema met een vroeg<br />
industriële techniek. Sfeerbepalend <strong>voor</strong> de Oosterkerk is de verlichting door middel<br />
van grote en kleine koperen armaturen. In 1980 kwam de Oosterkerk op de rijks<strong>monumenten</strong>lijst.<br />
Dat kwam goed uit omdat de kerk nodig gerestaureerd moest worden.<br />
Door het gedaalde grondwaterpeil waren de houten funderingspalen aangetast. De<br />
ingrijpende restauratie vond plaats in de jaren 1988 -1990 onder leiding van architect<br />
G.E.B.J. Nijhoff. Hij slaagde erin de historische karakteristiek te behouden en toch de<br />
kerk geschikter te maken <strong>voor</strong> de moderne liturgische praktijk.<br />
Concerten:<br />
Van 11.00 tot 12.00 en 14.00 tot 15.00<br />
Rudie Altelaar, de organist van de Oosterkerk, samen met Heleen Hoogveld, dwarsfluit.<br />
11. Bibliotheek met Statenzaal (vml. Provinciehuis en Gouvernementsgebouw van de<br />
Provincie Overijssel), Diezerstraat 80<br />
Onder leiding van Rijksbouwmeester Jacobus van Lockhorst werd de Statenzaal opgetrokken<br />
in Neo-gotische stijl. Tussen 1895 en 1898 is hieraan gewerkt. Jacobus van<br />
Lockhorst was in <strong>Zwolle</strong> geen onbekende; al eerder tekende hij <strong>voor</strong> het ontwerp van<br />
het ‘Gouvernementspaleis’ en de restauratie van de eeuwenoude Sassenpoort. Het<br />
Gouvernementsgebouw van de Provincie Overijssel stond er al, het witte gebouw met<br />
pilasters en een fronton dateert van 1874 en werd in Neo Classicistische stijl opgetrokken.<br />
De Statenzaal, de vergaderzaal van de Overijsselse bevolking, werd toegevoegd<br />
aan het reeds bestaande pand. De <strong>voor</strong>malige Statenzaal zelf is ook van binnen neogotisch<br />
ingericht. De stijl is doorgevoerd tot in het kleinste detail van wandversieringen<br />
en meubilair. Dit maakt het tot een bijzondere ruimte omdat deze bouwstijl tot die<br />
datum alleen op kerkelijke bouwkunst is toegepast. Van uitzonderlijke technische en<br />
kunstzinnige kwaliteit zijn de glas in lood vensters die vervaardigd zijn in het atelier van<br />
Nicolas in Roermond naar een ontwerp van Jan de Quack. Afgebeeld zijn de wapens van<br />
de Overijsselse gemeenten in 1894. De gemeenten, steden en dorpen zijn ingedeeld in<br />
de bekende Overijsselse kwartieren: Salland, Twente en het land van Vollenhove. De<br />
IJsselsteden hebben hun eigen raam waar ook de Overijsselse Ridderschap aanwezig<br />
is. Monumentaal zijn de grote wandschilderingen (op doek) van de hoogtepunten uit de<br />
geschiedenis van de provincie Overijssel. De doeken zijn geschilderd door kunstschilder<br />
Van der Laars naar een ontwerp van Sturm.<br />
Concerten<br />
11.50 uur Musica Vocalis<br />
13.30 uur Overdagkoor
12. Zuiderkerk, Kerkstraat<br />
Het bijna 100 jaar oude kerkgebouw staat in de schaduw van de Sassenpoort aan de<br />
Zuiderkerkstraat nr. 31 en is beeldbepalend <strong>voor</strong> dit deel van Assendorp. De met leien<br />
gedekte toren markeert de kruiskerk aan de entree van de <strong>voor</strong>oorlogse stadswijk<br />
Assendorp. De hoofdingang is gelegen aan de <strong>voor</strong>malige ‘touwbaan’ een langgerekt<br />
terrein dat tot in de jaren 50 van de vorige eeuw ingericht was en gebruikt werd als<br />
touwslagerij. Thans is dit terrein beter bekend als de parkeerplaats aan de van Karnebeekstraat.<br />
De Zuiderkerk was de eerste kerk in <strong>Zwolle</strong> die niet is gebouwd volgens<br />
de van oudsher bekende stijlen zoals de neogotiek, het classicisme, de waterstaatsstijl<br />
of het eclecticisme. De opvattingen van de beroemde architect Berlage hebben de<br />
bouwstijl van de Zuiderkerk sterk beïnvloed. De oude hoofdvorm van een kruiskerk<br />
met toren is gebleven maar verder is geprobeerd aan alle details de <strong>voor</strong> die tijd moderne<br />
vormen te geven. Voor de preekstoel en kerkbanken zijn duurzame materialen<br />
zoals zeer fraai marmer en robuust eikenhout gebruikt. Het interieur van de kerk is<br />
sindsdien nauwelijks veranderd en ademt nog de sfeer van de vroeg twintigste-eeuwse<br />
architectuur. Ook kan het 2-klaviers Valckx & van Kouteren <strong>orgel</strong> uit 1925 bezichtigd en<br />
beluisterd worden. Het electro-pneumatische <strong>orgel</strong> dat in de tachtiger jaren ternauwernood<br />
aan de sloop ontkomen is, wordt door kenners geroemd en kan tot de grotere<br />
<strong>orgel</strong>s van <strong>Zwolle</strong> gerekend worden. In de Tweede Wereldoorlog bood de kerk schuilplaats<br />
aan de bekende verzetsstrijder ‘Frits de Zwerver’. Sedert 1970 is het gebouw in<br />
bezit en in gebruik bij de Nederlands Gereformeerde Kerk.<br />
13. Fraterhuizen, Papenstraat/ingang Praubstraat (alleen binnenhof<br />
te bezichtigen)<br />
In het middeleeuwse <strong>Zwolle</strong> nam het Fraterhuis een belangrijke<br />
plaats in. Hier verrichtten de fraters hun werkzaamheden met betrekking<br />
tot de huisvesting van scholieren of de zielzorg van de zusters<br />
van het gemene leven. Daarnaast hielden zij zich binnen de muren<br />
van het gebouw bezig met kopiëren en illustreren van religieuze<br />
werken. Het fraterhuis was een stichting van Geert Grote die <strong>voor</strong><br />
de Zwolse fraters de door God uitverkoren leider was, de inspirator<br />
van de Moderne Devotie en de stichter van hun huis te <strong>Zwolle</strong>.<br />
De geschiedenis van het Fraterhuis en zijn bewoners is omstreeks<br />
1500 opgetekend door Jacobus de Voecht. Hij maakte sinds 1450<br />
deel uit van de fratergemeenschap en bekleedde een vrij hoge<br />
functie als provisor. Het Gregoriushuis of Domus Clericorum, was<br />
de bibliotheek waar ook de boekproductie plaats vond. Dit gebouw<br />
moest plaats maken <strong>voor</strong> de huidige manegezaal van schouwburg<br />
Odeon. Het Domus Parva, Het Domus Vinicia, de ziekenzaal, de<br />
brouwerij (later kapel) en de rectorwoningen staan er nog. In een<br />
van de gotische kelders (Domus Parva) bevinden zich de fundamenten<br />
van het huis dat Geert Grote hier liet bouwen. Het Zwolse<br />
Fraterhuis beleefde, zowel materieel als spiritueel zijn bloeitijd in<br />
de 15de eeuw. In de loop van de 16de eeuw kwam deze ontwikkeling<br />
tot stilstand. In 1592 werd de gemeenschap van het Fraterhuis<br />
ontbonden. De vier overgebleven fraters werden elders in <strong>Zwolle</strong><br />
gehuisvest.
14. Sassenpoort, Van Nahuijsplein 1<br />
In 1409 is deze forse Stadspoort opgetrokken als vervanging van een ouder poortgebouw<br />
‘die Zaggingporte’ dat zich waarschijnlijk aan het einde van de Krommejak<br />
bevond. De Stadsrekeningen van december 1409 maken melding van de kosten <strong>voor</strong><br />
de sloop van de oude poort en het optrekken van de ‘nieuwe’ Sassenpoort. De stenen<br />
werden met schepen aangevoerd naar het Rodetorenplein en de Grote Markt en van<br />
daaruit met karren gebracht naar de Sassenpoort. Verantwoordelijk <strong>voor</strong> de bouw was<br />
‘Meister Henric van Roden ende sijne knechten’. De poort is opgetrokken van baksteen<br />
en vertoont vele sierwerken van natuursteen zoals Drakenfelder steen, trachiet<br />
en Bentheimer zandsteen. Het binnenpoortgebouw laat tussen de twee vestingtorens<br />
aan de veldzijde een speciale weergang zien waar naar Franse aard de vijand werd verrast<br />
met kokende pek en olie. De ronde gaten onder de vensters op de bovenverdieping<br />
werden gebruikt <strong>voor</strong> falconetten of ‘slangen’ waar brandende vuurkogels naar beneden<br />
werden geworpen. De verdediging is gemaakt <strong>voor</strong> het gebruik van pijl en boog,<br />
kruisboog en speren. Na het aanleggen van de bastions en vestingwerken (1592-1612)<br />
werd de Sassenpoort een gevangenis. Door tussenkomst van de Rijksbouwmeester Jos<br />
Cuijpers en de Staatscretaris van Kunsten & Wetenschappen Victor de Stuers werd het<br />
poortgebouw gespaard <strong>voor</strong> de sloop en kreeg het zijn huidige bekroning (1894-1897).<br />
Monumentenherstel<br />
Al vanaf 1950 landelijk gespecialiseerd in:<br />
• Houtrestauratie • Duivenwering<br />
• Houtconservering • Onderhoudscontracten<br />
• Vochtbestrijding<br />
Recente projecten: Westerkerk, Zuiderkerk, Paleis op de Dam, Paleis ‘t Loo, Paleis<br />
Soestdijk, Kasteel Drakestein, Koninklijke stallen, Binnenhof, Ridderzaal, Stadhuis<br />
Groningen, Kruisherencomplex Maastricht, Kathedrale Sint Bavo Kerk Haarlem,<br />
molens Kinderdijk en vele andere molens, kerken en monumentale panden.<br />
Postbus 72 | 5420 AB Gemert | tel. 0492-364292 | www.protekta.nl
15. Stadhuis (oude raadhuis met hal en schepenzaal), Sassenstr. 2<br />
De oude hal en de Schepenzaal herinneren aan het oorspronkelijke Zwolse Raadhuis<br />
dat tussen 1447 en 1450 werd opgetrokken als tweede raadhuis op deze plek. Meer dan<br />
600 voet Drakenfelder Stenen, Baumberger en Bentheimer zandsteen, balken, lood<br />
en tichels om dat ‘dack tho decken’ worden via het havenhoofd <strong>voor</strong> de Rodetoren<br />
aangevoerd. Het zijn Meester Bartolomeus met behulp van de bouwmeesters Berend<br />
van Covelenz en Arnt van Calkar die het fraaie stadhuis bouwen. De oorspronkelijke<br />
Schepenzaal wordt nu gebruikt als trouwzaal; <strong>voor</strong> de Franse revolutie was hier de<br />
rechtbank. Veel inventaris herinnert aan de rechtsspraak zoals de beulszwaarden, wat<br />
teksten en het schilderij boven de schouw uit het eind der 16de eeuw. De schouw zelf<br />
is van Drachenfelder Trachiet geleverd door Herman van Ceulen. De figuren (hoofden)<br />
aan het plafond dateren uit de eerste helft van de 15de eeuw evenals de muurkasten.<br />
Het fraaie staande Horloge van de Zwolse klokkenmaker Wilhelm Bramer uit 1728<br />
vervangt een oudere klok, en is pas gerestaureerd.<br />
Expositie stadhuis: Het Openluchtbad<br />
Gefotografeerd door de ogen van Monique Eller<br />
“Als klein meisje liep ik langs het terrein van<br />
Philips met mijn abonnement in de tas. Op weg<br />
naar het openluchtbad. De hele zomer druk om<br />
op elke dag een knip in mijn kaartje te krijgen!<br />
Regelmatig stond een badmeester aan het<br />
hek <strong>voor</strong> abonnementhouders. Voor als het<br />
druk was. Daar sloot ik mij graag bij aan. Met<br />
een glimlach nam ik het abonnement weer in<br />
ontvangst. Het was weer gelukt!”
16. Oude Ambachtschool, Hortensiastraat, ingang<br />
Seringenstraat<br />
Het jongste rijksmonument van <strong>Zwolle</strong> (1933) is<br />
een combinatie van de Amsterdamse School en<br />
het Nieuwe Bouwen (Nieuwe Zakelijkheid). Naast<br />
de bouwstijl is ook de culturele invulling interessant<br />
om te bekijken.<br />
Openstelling werkruimtes van kunstenaars en ambachtslieden<br />
Workshops <strong>voor</strong> kinderen van 10.00-1600 uur<br />
17. Stedelijk Museum <strong>Zwolle</strong>, Melkmarkt 41<br />
Het Drostenhuis, onderdeel van het Stedelijk Museum<br />
<strong>Zwolle</strong>, is een van oorsprong 16de-eeuws<br />
pand. De bouwheer was Engelbert van Ensse. Hij<br />
stamde uit een Kamper magistraatsfamilie en was<br />
rentmeester van Salland en later drost van Drenthe.<br />
Het Drostenhuis behoorde met z’n tien haardplaatsen<br />
van meet af aan tot de grootste huizen in<br />
<strong>Zwolle</strong>. Het Drostenhuis heeft natuurlijk in de loop<br />
der eeuwen verschillende bewoners gehad. De familie<br />
Podt heeft in de 18de eeuw de grootste veranderingen<br />
laten aanbrengen. Het pand werd vergroot,<br />
de ingang verplaatst en de kamers werden<br />
naar de mode van de tijd, de rococo, verbouwd en<br />
ingericht. Ondanks andere bestemmingen die het<br />
gebouw daarna nog heeft gehad, is het interieur<br />
goed bewaard gebleven. Nadat het pand een museumbestemming<br />
had gekregen heeft men in de<br />
loop der tijd een aantal stijlkamers ingericht die<br />
passen bij het nog aanwezige interieur. Behalve de<br />
18de-eeuws ingerichte keuken zijn er drie stijlkamers<br />
te zien. De salon is een prachtig <strong>voor</strong>beeld<br />
van de rococoperiode. Maar ook de Blokzijlkamer<br />
(17de eeuw, Hollandse renaissance) en de Patriottenkamer<br />
(eind 18de eeuw, neoclassicisme) zijn<br />
de moeite waard.
18. Vrouwenhuis van Aleida Greve (1670-1742), Voorstraat 46<br />
In het (Oude) Vrouwenhuis van Aleida Greve (1670-1742), een <strong>voor</strong>malig hofje <strong>voor</strong> bejaarde<br />
vrouwen van protestantse huize, vallen verschil lende soorten interieurs uit de<br />
periode 1680 tot 1980 te bewonderen. Op deze dag komen op verschillende plekken in<br />
het huis bewoners uit de geschiedenis van het pand tot leven…<br />
Vanaf 14.00 uur wordt elk half uur de achterdeur geopend door de trouwe dienstbode<br />
van de stichteres van het Vrouwenhuis, Sophia Jans (Ida Wijkel). De bezoekers worden<br />
verwelkomd door de welgestelde Aleida Greve (Saskia Zwiers). Zij leidt hen rond<br />
door haar prachtige huis en tevens door de geschiedenis van het pand. In kamer 2<br />
nodigt anno 1975 mevrouw Van der Molen (Antonie van Laarhoven), één van de laatste<br />
bewoonsters van het Vrouwenhuis, de bezoekers uit haar knusse kamertje te komen<br />
zien. Zij is bezig het vlees aan te braden <strong>voor</strong> de zondag en haar schoenen te poetsen.<br />
Op de binnenplaats wordt anno 1900 de dronken bewoonster Sientje Jansen (Will de<br />
Wit) door de dienstbode op het tonnetje ontdekt. Ze loopt nog in haar nachthemd rond.<br />
Voor haar dreigt na drie waarschuwingen inhouding van het maandgeld en uiteindelijk<br />
uitzetting uit het Vrouwenhuis als haar dronkenschap de directeur van het Vrouwenhuis<br />
ter ore zou komen.<br />
In de Regentenkamer toont Aleida Greve de schilderijen die zij rond 1686 met haar halfzus<br />
en nichten schilderde. Haar achter-achterneef mr. Willem Steven van der Gronden<br />
(Albert Mensema), directeur van het Vrouwenhuis, houdt ontvangst in de Stenen Kamer<br />
en bepaalt rond 1885 wie er in het Vrouwenhuis mogen komen wonen en wie er<br />
wegens wangedrag moeten worden uitgezet. Aleida Greve en Sophia Jans zwaaien de<br />
bezoekers na ca. 25 minuten weer uit aan de <strong>voor</strong>zijde van het huis, Melkmarkt 53.<br />
De laatste rondleiding begint om 16.30 uur. Vooraf telefonisch reserveren wordt vanwege<br />
de te verwachten drukte aanbevolen.<br />
Theatrale rondleidingen om 14.00, 14.30, 15.00, 15.30,<br />
16.00 en 16.30 uur <strong>voor</strong> max. 15 personen per rondleiding.<br />
Ingang: Voorstraat 46.<br />
Duur: ca. 25 minuten.<br />
Entree gratis. Reserveren op tel. 038 4224823.<br />
Ook bij<br />
behoud van<br />
<strong>monumenten</strong><br />
heb je<br />
constructief<br />
advies nodig!<br />
Molen Windesheim<br />
’t Spinhuis <strong>Zwolle</strong><br />
Postbus 40159 Tesselschadestraat 55-A<br />
8004 DD ZWOLLE 8023 BJ ZWOLLE<br />
T: 038-4280888 F:038-4280899 E: info@a-vs.nl<br />
Stoomgemaal Mastenbroek<br />
Celepoortje / Heymanshuis <strong>Zwolle</strong>
19. ‘Groote Sociëteit’, Koestraat 8 en 8 I<br />
Hier stonden drie huizen die eertijds ongetwijfeld<br />
een <strong>voor</strong>naam Herenhuis hebben gevormd met<br />
vleugels aan weerzijden van een ommuurd <strong>voor</strong>plein.<br />
Het geheel werd in 1805 door koop eigendom<br />
van de Grote Sociëteit. De grote restauratie vond<br />
plaats in 1964. Het geheel werd in het midden van<br />
de 17de eeuw opgetrokken. In de oostelijke vleugel<br />
bevindt zich in de westgevel een decoratieve<br />
omlijsting van een venster op de eerste verdieping<br />
aan het besloten plein. Bij de algehele restauratie<br />
is onder het stucplafond in de biljartzaal een<br />
beschilderde balkzoldering te<strong>voor</strong>schijn gekomen<br />
uit het midden van de 17de eeuw. De zeven vakken<br />
vertonen cartouches met <strong>voor</strong>stellingen van de tekens<br />
van de dierenriem en andere mythologische<br />
figuren.<br />
20. De Proosdij (<strong>voor</strong>malige kloosterkerk Bethlehem)<br />
De <strong>voor</strong>malige kloosterkerk is momenteel in gebruik als partycentrum. Zo werd de<br />
historische naam, Bethlehemse kerk, omgedoopt in ‘De Proosdij’. In het Reventer is<br />
een vergadercentrum gevestigd.<br />
De Bethlehemse Kerk is een tweeschepige gotische hallenkerk, die geheel door gemetselde<br />
gewelven wordt overdekt. Zij bestaat uit een hoofdkoor van twee rechthoekige<br />
vakken en een wat smaller driezijdig gesloten eindvak, een zuiderzijkoor van twee<br />
rechthoekige vakken, en een tweebeukig schip. De hoofdingang, die met het venster<br />
daarboven wordt omlijst door een geprofileerde bakstenen spitsboog, bevindt zich in<br />
de westelijke gevel van de noorderbeuk. De kerk heeft twee evenwijdige, met leien belegde<br />
kappen. Dat het schip aan de noordzijde geen steunberen heeft, is ongetwijfeld<br />
het gevolg van het feit dat het aan die zijde door het winterpaleis van de familie Van<br />
Ittersum was ingesloten. In de kerk bevindt zich een groot aantal rijke grafstenen en<br />
een aantal adellijke grafkelders. De grafkelder van de adellijke familie Van Ittersum is<br />
open gelegd. Via een glasplaat kan men een kijkje nemen in deze grote grafkelder die<br />
waarschijnlijk al in de 16de eeuw is aangelegd. In de zuidmuur van het schip zijn aan de<br />
buitenzijde drie reliëfstenen ingemetseld: een steen met een kruis, bladornamenten<br />
en rozen, Maria met Christus na de kruisafname en een afbeelding van de gekruisigde<br />
Christus uitgevoerd in Baumberger steen. Deze laatste is de grafsteen van Prior Johannes<br />
(Hemerken) van Kempen, de oudere broer van Thomas a Kempis. Op initiatief<br />
van de Utrechtse Bisschop Rudolf van Diepholt werd op 29 oktober 1449 een aflaat<br />
verleend aan alle pelgrims die neer knielden <strong>voor</strong> deze, eens, fraaie afbeelding van<br />
Christus Kruisiging. De steen wordt daarom ook de ‘Nood Gods’ genoemd.
21. Museum ‘De Fundatie’, <strong>voor</strong>malig Paleis van<br />
Justitie aan de Blijmarkt<br />
In het <strong>voor</strong>malige Paleis van Justitie, gebouwd in<br />
1838 in neoclassicistische stijl, is sinds juni 2005<br />
Museum de Fundatie gevestigd. Dit museum <strong>voor</strong><br />
moderne en hedendaagse kunst legt zich toe op<br />
de passie van het verzamelen en de verrassingen<br />
van particuliere collecties. De collecties van Paul<br />
Citroen en Dirk Hannema, <strong>voor</strong>malig directeur<br />
van Boymans-Van Beuningen en de laatste bewoner<br />
van kasteel Het Nijenhuis in Heino, vormen<br />
de basis. Daarnaast is er aandacht <strong>voor</strong> andere<br />
spraakmakende verzamelaars uit heden en verleden.<br />
Te zien zijn werken van o.a. Appel, Mondriaan,<br />
Sluijters, Rachid Ben Ali, Zadkine, Van Elk, Visch<br />
en Voerman. In verband met de inrichting van een<br />
grote overzichtstentoonstelling van het werk van<br />
Paul Citroen (v.a. 21 september te zien) zal de<br />
toegang tot het Paleis a/d Blijmarkt zich wel beperken<br />
tot de benedenverdieping, waar onze vaste<br />
collectie te zien is.<br />
Op open <strong>monumenten</strong>dag zijn onze beide locaties (ook<br />
Kasteel Het Nijenhuis bij Heino) gratis toegankelijk <strong>voor</strong><br />
publiek van 11.00 – 17.00 uur.
22. Hopmanshuis, Rodetorenplein<br />
Het Hopmanshuis is eigenlijk een dubbel pak- of faktoorshuis, hier in 1662 gesticht<br />
door de Zwolse koopman Claes de Cock. De pakhuizen stonden buiten de stadsmuur<br />
op het oude haventerrein aan de kade van het Rodetorenplein, genoemd naar de toren<br />
die toegang gaf tot de stad. Het pand stond met de achterzijde aan het water waardoor<br />
de schepen direct konden worden gelost. Hopman Nauta, eveneens factoor en koopman,<br />
liet het pand verbouwen waarbij de grote gevel aan de <strong>voor</strong>zijde is ontstaan met<br />
hoge ramen en een trapopgang. In november 1986 werd een start gemaakt met de<br />
algehele restauratie van het pand. Het pakhuis is beneden ingericht als kantoor. Aan<br />
de bovenverdiepingen is de functie als pakhuis nog duidelijk zichtbaar. De oude kelders<br />
hebben een horecabestemming gekregen.<br />
23. De Hoofdwacht, Grote Markt<br />
In 1600 vond het stadsbestuur het wenselijk op deze plek de Hoofwacht te bouwen ter<br />
vervanging van het zogenaamde ‘wachthuijs’ op het Grote Kerkplein. Op deze manier<br />
kreeg men meer controle op de Grote Markt. De Hoofdwacht was de hoofdzetel van de<br />
militaire en burgerwacht in de Stad. Het gebouw zou verdeeld worden in twee ruimten:<br />
een kleine kazerne als wachtlokaal <strong>voor</strong> de soldaten en aan de westzijde een kantoor<br />
<strong>voor</strong> de stadscommandant. Het is gebouwd naar een ontwerp van Thomas Berentz in<br />
zogenaamde Hollandse Renaissance stijl. Het gebouw bestaat uit baksteen en lagen<br />
zandsteen, de zogenaamde speklagen. In Bentheimer zandsteen zijn diverse figuren<br />
uitgebeeld: kanonnen, harnassen en helmen. Boven op de bekroning is het wapen van<br />
<strong>Zwolle</strong> te zien. De drie luiken boven de Latijnse spreuk ‘Vigilate et Orate’ (Wees waakzaam<br />
en bidt) diende als balustrade. Van daarachter sloegen de Schepenen de openbare<br />
executies en terechtstellingen gade. De prachtige koppen onder de zandstenen<br />
waterlijst zijn gemaakt door de beeldhouwer Adam Strass uit Weilburg die later ook<br />
opdracht kreeg de fraaie kansel in de kerk te bouwen. Zij beelden de klassieke helden<br />
uit zoals Alexander de Grote, Karel de Grote, Constantijn de Grote, Julius Caesar,<br />
Claudius Civilus e.a.<br />
Het pand is in 1880 gerestaureerd en in zijn oude glorie teruggebracht. In het gebouw<br />
wordt informatie gegeven over de Open Monumentendag en geeft de Stichting Levende<br />
Stadsgeschiedenis informatie over ‘sporen’ van de stadsgeschiedenis.<br />
24. Windoliemolen ‘De Passiebloem’,<br />
Vondelkade 175<br />
Dit is een houten stellingmolen waarvan de romp<br />
gedekt is met riet. De molen wordt geflankeerd<br />
door twee houten schuurvleugels. Toen de molen<br />
uit 1776 buiten gebruik was gesteld is hij door aankoop<br />
eigendom geworden van de gemeente <strong>Zwolle</strong><br />
die in 1965 tot restauratie is overgegaan. Indien de<br />
wind het niet laat afweten zal het nieuwe lijnzaad<br />
die dag worden verwerkt <strong>voor</strong> de vervaardiging van<br />
olie en veekoeken.<br />
Rondom De Passiebloem in <strong>Zwolle</strong> zullen pannenkoeken<br />
gebakken worden, bezoekers kunnen<br />
op de foto in historische kleding, er wordt olie geslagen,<br />
rondgeleid en het molenwinkeltje is open<br />
<strong>voor</strong> olie en meel.<br />
Vanaf de Potgieterssingel vaart een rondvaartboot van<br />
Vadesto vanaf de stad naar de molen. Men kan alleen<br />
met deze speciale boot gratis mee, laatste afvaart is om<br />
15.30 uur.
25. R.K. Begraafplaats, Bisschop Willebrandlaan<br />
De R.K. Begraafplaats werd rond 1841 aangelegd<br />
op grond die verkregen was van F.W.J. baron van<br />
Lamsweerde. Het gietijzeren toegangshek is neogotisch.<br />
De neogotische kapel dateert van 1883<br />
en is een geschenk van Paulina Vos de Wael. Aan<br />
weerszijden van de ingang bevinden zich de naamplaten<br />
van de pastoors en geestelijken van de St.<br />
Michaël- en O.L.Vrouweparochie, waaronder J.W.<br />
van Kessel, Aartspriester van Salland en Drente.<br />
De stoffelijke overschotten zijn in de gesloten grafkelder,<br />
<strong>voor</strong> deze kapel, bijgezet. Vooraan rechts<br />
heeft men toegang beneden tot de hal met gewelven<br />
waarin de oorspronkelijke grafplaten van<br />
de geestelijkheid uit de 18de en 19de eeuw zijn<br />
ingemetseld.<br />
26. Windkorenmolen ‘Windesheim’, Hollewandsweg 33<br />
Deze achtkantige stellingmolen met een lage gemetselde voet is bedekt met riet. Op<br />
de baard zijn het stichtingsjaar 1748 en het jaar van restauratie 1952 te zien. Deze molen<br />
is momenteel wederom in restauratie.<br />
Geopend van 10.00-12.00 uur<br />
Rondleidingen: 13.30 en 15.00 uur over de monumentale<br />
begraafplaats en in de Neogotische kapel.
27. Openluchtbad <strong>Zwolle</strong> 1933 – 2008<br />
Het Openluchtbad <strong>Zwolle</strong> bestaat dit jaar, 2008, precies 75 jaar! In<br />
1933 werd het bad <strong>voor</strong>tijdig geopend <strong>voor</strong> publiek in verband met<br />
de toen heersende ziekte van Weill in de grachten en buitenwateren<br />
van <strong>Zwolle</strong>.<br />
Het ontwerp is van constructeur-architect Jan Gerko Wiebenga en is<br />
ontworpen naar de functionele, zakelijke en heldere uitgangspunten<br />
van het Nieuwe Bouwen. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de<br />
strakke en functionalistische indeling van het terrein, de ranke constructies<br />
en het gebruik van moderne materialen als beton, staal en<br />
glas.<br />
Het zwembad is gebouwd naar olympische maatstaven en beschikt<br />
over twee 50-meterbaden, twee 40-meterbaden en twee peuterbaden<br />
en heeft in combinatie met het omliggende groen door de jaren<br />
heen een parkachtig karakter gekregen.<br />
Aardig detail is dat de ‘scheiding der sexen’ uit de jaren dertig nog<br />
goed zichtbaar is; mannen en vrouwen waren toentertijd verplicht<br />
gescheiden te zwemmen ...<br />
Sinds 1994 is het openluchtbad rijksmonument en is zowel architectonisch<br />
als cultuurhistorisch van grote betekenis en kent een zeldzaamheidwaarde<br />
op nationaal en internationaal niveau.<br />
Nog een uniek gegeven: het openluchtbad wordt al weer 16 jaar geëxploiteerd<br />
door een enthousiaste vereniging die de ‘bejaarde’ van<br />
75 jaar nog springlevend houdt!
Koorprogramma Open Monumentendag 2006:<br />
in samenwerking met de Zwolse Zangraad<br />
Tijd Koor locatie<br />
10.30 Multiple Voice OLV Basiliek<br />
10.50 Melodysingers OLV Basiliek<br />
11.10 Convocaal Dominicanenkerk<br />
11.30 Neutrale Zang en Operette ver.<br />
Grote Kerk<br />
11.30 Multiple Voice Waalse Kerk<br />
11.50 Musica Vocalis Bibliotheek<br />
12.10 Zang en Vriendschap Westenholte<br />
Lutherse Kerk<br />
12.10 Convocaal Kloostergang Broerenkerk<br />
12.30 Inn Singers Waalse Kerk<br />
12.50 De Koor Synagoge<br />
13.10 Overijssels Kamerkoor Dominicanenkerk<br />
13.30 Overdagkoor Statenzaal Bibliotheek<br />
13.30 Inn Singers Lutherse Kerk<br />
13.50 Blent Doopsgezinde kerk<br />
14.10 Chr. Zang- en Oratorium. De Nieuw Ster<br />
Grote Kerk<br />
14.30 Chr. Gemengd Koor <strong>Zwolle</strong><br />
Plantagekerk<br />
14.50 De Roepstem Doopgezinde kerk<br />
15.10 Tourdion Plantagekerk<br />
Nationale Open Orgeldag<br />
Op diverse <strong>orgel</strong>s in de Zwolse kerken wordt gespeeld en zal tevens<br />
de mogelijkheid worden geboden de speeltafels en plaats van de organist<br />
van dichtbij te bekijken waarbij uitleg wordt gegeven.<br />
Monumentenboekjes als handleiding:<br />
Bij de informatiestand van de Open Monumentendag zijn handzame<br />
gidsjes verkrijgbaar die zijn uitgegeven door de landelijke Stichting<br />
Open Monumentdag. Zij behandelen diverse thema’s die een relatie<br />
hebben met de <strong>monumenten</strong>. De boekjes zijn <strong>voor</strong> € 5,00 Euro per<br />
stuk te verkrijgen. De volgende thema’s zijn nog beschikbaar:<br />
Bouwstijlen herkennen<br />
Interieurstijlen<br />
Monumenten in beeld<br />
Bouwgeschiedenis van <strong>monumenten</strong><br />
Variatie in <strong>monumenten</strong><br />
Industrieel erfgoed<br />
Archeologische <strong>monumenten</strong><br />
Historische verdedigingswerken<br />
Hollandse molens<br />
Monumentale kerkgebouwen<br />
Monumentale schoolgebouwen<br />
Monumentaal groen<br />
Historische boerderijen<br />
Historische bouwmaterialen<br />
Kastelen/buitenplaats<br />
Monumentaal groen<br />
Van de nieuwe themareeks kosten de boekjes € 15,00 per exemplaar.<br />
Hiervan zijn de volgende nummers nog verkrijgbaar:<br />
Nederland Waterstaat<br />
Huis en Haard<br />
Koopmansgeest<br />
Boerenbouw<br />
‘Merck toch hoe sterck’<br />
Religieus erfgoed
Havezate Werkeren<br />
De Heren van Werkeren en hun kasteel<br />
ISBN 978-90-807575-9-2<br />
€ 25,00<br />
Opgeruimd staat Netjes<br />
Keukengoed en tafelgerei van een bouwhuis<br />
van de Kranenburg (1840-1865)<br />
ISBN 978-90-8932-005-6<br />
€ 39,50<br />
<strong>Een</strong> Steenhuijs ontmanteld<br />
Archeologisch en historisch onder zoek van<br />
de havezate Kranenburg in <strong>Zwolle</strong><br />
ISBN 978-90-8932-008-6<br />
€ 27,50
22<br />
9<br />
18<br />
17<br />
11<br />
2<br />
1<br />
23<br />
7<br />
15<br />
20<br />
8<br />
13<br />
4<br />
21<br />
5<br />
19<br />
14