10.09.2014 Views

Les 25 - Talencentrum Barneveld

Les 25 - Talencentrum Barneveld

Les 25 - Talencentrum Barneveld

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

English, you will do it better!!<br />

WOORDEN 10<br />

tegenwoordige verledentijd have/ has + betekenis<br />

tijd<br />

1 mean meant meant bedoelen<br />

2 spend spent spent besteden<br />

3 bleed bled bled bloeden<br />

4 think thought thought denken<br />

5 spend spent spent doorbrengen<br />

6 wear wore worn dragen<br />

7 go went gone gaan<br />

8 deal dealt dealt handelen<br />

9 creep crept crept kruipen<br />

10 show showed shown laten zien<br />

11 teach taught taught onderwijzen<br />

12 hit hit hit raken<br />

13 rise rose risen opstijgen<br />

14 hurt hurt hurt pijn doen<br />

15 tear tore torn scheuren<br />

16 beat beat beaten slaan<br />

17 strike struck struck staken<br />

18 draw drew drawn tekenen<br />

19 catch caught caught vangen<br />

20 sweep swept swept vegen<br />

21 hide hid hidden verbergen<br />

22 sell sold sold verkopen<br />

23 leave left left vertrekken<br />

24 freeze froze frozen vriezen<br />

<strong>25</strong> bet bet bet wedden<br />

26 become became become worden<br />

We leren deze keer onregelmatige werkwoorden. Leer deze goed!<br />

We leren ze in één keer!<br />

Hoe ga je ze leren?<br />

• Bekijk de woorden eens goed. Welke kun je makkelijk onthouden?<br />

• Lees vervolgens de woorden goed door. Spreek ze zachtjes uit.<br />

• Zet steeds een hele regel in je hoofd. Voorbeeld: tear-tore-torn-scheuren<br />

• De volgende pagina is een WERKBLAD. Druk het werkblad af en maak (zoveel mogelijk<br />

zonder te spieken) de beide activerende oefeningen.<br />

• Veel succes!


English, you will do it better!!<br />

Opdracht 1: Lijntrekken<br />

become 1 1 wedden<br />

catch 2 2 laten zien<br />

bet 3 3 besteden<br />

show 4 4 vangen<br />

leave 5 5 raken<br />

spend 6 6 worden<br />

sell 7 7 pijn doen<br />

hit 8 8 verkopen<br />

sweep 9 9 staken<br />

hurt 10 10 vertrekken<br />

strike 11 11 slaan<br />

beat 12 12 vegen<br />

Kijk zelf na!<br />

Noteer hier de woorden die je moeilijk vond:<br />

....................................... = ..........................................<br />

....................................... = ..........................................<br />

Oefening 2: Vul de lege plaatsen in! Kijk daarna zelf na!<br />

tegenwoordige verledentijd have/ has + betekenis<br />

tijd<br />

1 mean<br />

2 went<br />

3 frozen<br />

4 thought<br />

5 draw<br />

6 dragen<br />

7 went<br />

8 risen<br />

9 kruipen<br />

10 tore<br />

11 taught<br />

12 bleed<br />

Ga zelf na of je deze onregelmatige werkwoorden feilloos kent!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!