Stepping Stones 2 thv

Stepping Stones 2 thv – Chapter 8: Make a Difference
Stone 34
Zo vraag je om hulp:
Excuse me. Can you help me with raising Neem me niet kwalijk. Kun je me helpen geld
money for charity?
in te zamelen voor liefdadigheid?
Excuse me. Could you help me with carrying Pardon. Zou je me kunnen helpen met het
my bags?
dragen van mijn tassen?
Excuse me. Could you give me a hand with Neem me niet kwalijk. Zou je me kunnen
the dishes?
helpen met de afwas?
Excuse me. Can you help me with my Pardon. Kun je me helpen met mijn
homework?
huiswerk?
Excuse me. Can you give me a hand with Pardon. Kun je me helpen met het inzamelen
raising money for charity?
van geld voor liefdadigheid?
Excuse me. Could you give me a hand with Neem me niet kwalijk. Zou je me kunnen
carrying my bags?
helpen met het dragen van mijn tassen?
Excuse me. Can you help me with the dishes? Pardon. Kun je me helpen met de afwas?
Excuse me. Could you help me with my Neem me niet kwalijk. Zou je me kunnen
homework?
helpen met mijn huiswerk?
Stone 35
Zo bied je iemand je hulp aan:
Can I help you?
Could I be of any help (to you)?
Could I give you a hand?
Do you need any help?
Can I give you a hand?
Zo reageer je:
Yes, you can.
No, you couldn't.
Yes, you could.
No, I don't.
Yes, please.
No, thank you.
Kan ik u helpen?
Kan ik je helpen?
Kan ik je helpen?
Heb je hulp nodig?
Kan ik je helpen?
Ja.
Nee.
Ja.
Nee.
Ja, graag.
Nee, dank je
Stone 36
Zo wijs je iets of iemand aan:
This is an email from Jack.
That is my sister.
This is the woman who needed my help.
That is the boy I met yesterday.
These are my shoes.
Those are my brother's trousers.
These are the pupils that won the award.
Those are the clothes we collected for
charity.
These are my brother's trousers.
Those are my shoes.
Dit is een e-mail van Jack.
Dat is mijn zus.
Dit is de vrouw die mijn hulp nodig had.
Dat is de jongen die ik gisteren heb ontmoet.
Dit zijn mijn schoenen.
Dat is de broek van mijn broer.
Dit zijn de leerlingen die de prijs hebben
gewonnen.
Dat zijn de kleren die we verzameld hebben
voor liefdadigheid.
Dit is de broek van mijn broer.
Dat zijn mijn schoenen.
1

This is an email from my sister.
That is the woman who needed my help.
Dit is een e-mail van mijn zus.
Dat is de vrouw die mijn hulp nodig had.
Stone 37
Zo feliciteer je iemand:
Happy birthday!
Many happy returns.
Congratulations on your wedding day.
Congratulations on your new job.
Congratulations on passing your exams.
Congratulations on winning the club
tournament.
Well done!
Gefeliciteerd met je verjaardag!
Nog vele jaren.
Gefeliciteerd met je trouwdag.
Gefeliciteerd met je nieuwe baan.
Gefeliciteerd met het slagen voor je examen.
Gefeliciteerd met het winnen van de
clubkampioenschappen.
Goed gedaan!
Stone 38
Zo wens je iemand het beste:
All the best!
Take care!
Look after yourself.
Good luck!
Best wishes!
Merry Christmas!
Happy New Year!
Het beste!
Het beste!
Pas goed op jezelf.
Succes!
De beste wensen!
Prettige kerstdagen!
Gelukkig Nieuwjaar!
Stone 39
Zo laat je iemand de groeten doen:
Give my love to Peter
Love to your parents.
Say hello to your friends.
Please say hi to Alex.
Give my love to your parents.
Love to your friends.
Please say hi to your friends.
Love to Alex.
Say hello to Peter.
Doe Peter de groeten.
Doe je ouders de groeten.
Doe je vrienden de groeten.
Doe Alex de groeten.
Doe je ouders de groeten.
Doe je vrienden de groeten.
Doe je vrienden de groeten.
Doe Alex de groeten.
Doe Peter de groeten.
2