24.10.2014 Views

Om recht en staat; een sociologische verkenning van ... - Oapen

Om recht en staat; een sociologische verkenning van ... - Oapen

Om recht en staat; een sociologische verkenning van ... - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong><br />

<strong>Om</strong> <strong>recht</strong> <strong>en</strong> <strong>staat</strong><br />

E<strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

<strong>van</strong> sociale, politieke<br />

<strong>en</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong><br />

W.G. M. Salet<br />

Sdu uitgeverij, Plantijnstraat, 5-Grav<strong>en</strong>hage 1994<br />

Bibliotheek Wet<strong>en</strong>schappeliike Raad voor het Regeringsbeleiu<br />

Plein 1813 nr. 2 2514 JN 's-Grav<strong>en</strong>hage<br />

Postbus 20004 2500 €A 'Grav<strong>en</strong>hage<br />

TelefMn 070 - 564100 toestet 445214454<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad<br />

voor het Regeringsbeleid


CIP-GEGEVENS KOMMaIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG<br />

Salet, W.G.M.<br />

<strong>Om</strong> <strong>recht</strong> <strong>en</strong> <strong>staat</strong>: e<strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> sociale, politieke <strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> / W.G.M. Salet. - D<strong>en</strong> Haag: Sdu Uitgeverij<br />

Plantijnstraat. - (Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> / Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad<br />

voor het Regeringsbeleid, ISSN 0169-6688; V83)<br />

Met lit. opg., reg. - Met sam<strong>en</strong>vatting in het Engels. ISBN 90-399-0694-7<br />

Trefw.: Op<strong>en</strong>baar Ministerie 1 Nederland; <strong>staat</strong>sinrichting / <strong>recht</strong>ssociologie.<br />

OM RECHT EN STAAT


Voorwoord<br />

De discussie over bezuiniging<strong>en</strong> op de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verzorgings<strong>staat</strong> aan<br />

het einde <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> '70 heeft zich in het afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium steeds<br />

verder verbreed tot e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e discussie Over het functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs<br />

over de functie <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>. Deregulering, heroverweging <strong>van</strong> overheidstak<strong>en</strong>,<br />

kerntak<strong>en</strong> <strong>van</strong> overheid <strong>en</strong> <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke vernieuwing<strong>en</strong> zijn<br />

achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de ond<strong>en</strong>verp<strong>en</strong> geweest waarop de discussie zich conc<strong>en</strong>treerde.<br />

E<strong>en</strong> discussie die overig<strong>en</strong>s niet beperkt is tot Nederland,<br />

maar zich op dit mom<strong>en</strong>t voordoet in vrijwel alle westerse land<strong>en</strong>. Onder<br />

druk <strong>van</strong> de maatschappelijke <strong>en</strong> politieke verandering<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> steeds<br />

meer gevestigde idee<strong>en</strong> <strong>en</strong> concept<strong>en</strong> in discussie. In de Bondsrepubliek<br />

wordt a1 gesprok<strong>en</strong> over het thema: "Crisis in de democratie".<br />

E<strong>en</strong> ond<strong>en</strong>verp dat in die discussies tot dusver nog onderbelicht blijft, is<br />

de verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong>, <strong>staat</strong> <strong>en</strong> overheidshandel<strong>en</strong>. Weliswaar komt<br />

dat aspect aan de orde in de notie <strong>van</strong> deregulering, maar die discussie<br />

richt zich in wez<strong>en</strong> op slechts e<strong>en</strong> verschijnsel - wet <strong>en</strong> regelvloed - waarmee<br />

het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verzorgings<strong>staat</strong> gepaard gaat. De t<strong>en</strong>eur<br />

<strong>van</strong> die b<strong>en</strong>adering is het beperk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de regelgeving. Vraag is echter of<br />

de oorzaak niet dieper ligt <strong>en</strong> gezocht moet word<strong>en</strong> bij het verband dat<br />

binn<strong>en</strong> het concept <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> wordt gelegd tuss<strong>en</strong> overheidshandel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>recht</strong>. Zijn we niet doorgeschot<strong>en</strong> in onze idee<strong>en</strong> over beheersing<br />

<strong>en</strong> beperking <strong>van</strong> de overheid door middel <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>? Vastgesteld<br />

moet word<strong>en</strong> dat in dat proces ons d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over <strong>recht</strong> <strong>en</strong> wet ook ingrijp<strong>en</strong>d<br />

is veranderd; <strong>van</strong> algem<strong>en</strong>e norm<strong>en</strong> die het maatschappelijk verkeer<br />

beheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>, zijn we over <strong>recht</strong> <strong>en</strong> wet steeds meer gaan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

in t<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>van</strong> instrum<strong>en</strong>t om bepaalde doelstelling<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. Van<br />

middel om in e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de wereld <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dynamische maatschappelijke<br />

omgeving zekerheid <strong>en</strong> best<strong>en</strong>digheid te schepp<strong>en</strong>, zijn <strong>recht</strong> <strong>en</strong> wet<br />

daarmee zelf e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t <strong>van</strong> verandering geword<strong>en</strong>. Deze <strong>en</strong> andere<br />

vrag<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> aantal studies welke de WRR onder<br />

hand<strong>en</strong> heeft.<br />

De voorligg<strong>en</strong>de studie gaat <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> invalshoek in op<br />

deze vrag<strong>en</strong>. Daarin wordt de wederkerige verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>staat</strong> <strong>en</strong><br />

burger op twee niveaus bestudeerd. Aan de <strong>en</strong>e kant is er de wederkerigheid<br />

die beslot<strong>en</strong> ligt in de moderne opvatting<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t politieke democratie<br />

<strong>en</strong> maatschappelijke belang<strong>en</strong>behartiging, waarbij politici het als<br />

opdracht ervar<strong>en</strong> in hun werkzaamhed<strong>en</strong> de actuele maatschappelijke<br />

streving<strong>en</strong> zo goed mogelijk te weerspiegel<strong>en</strong>. Aan de andere kant de<br />

meer klassieke opdracht <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> om normatieve gedragsregels te<br />

vestig<strong>en</strong> waaraan burgers in hun onderlinge verkeer <strong>en</strong> hun betrekking<strong>en</strong><br />

met de overheid houvast kunn<strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> om met e<strong>en</strong> zekere berek<strong>en</strong>baarheid<br />

<strong>en</strong> betrouwbaarheid verwachting<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> koester<strong>en</strong>. In de<br />

studie wordt ingegaan op de spanning die tuss<strong>en</strong> deze twee vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

wederkerigheid be<strong>staat</strong> <strong>en</strong> de wijze waarop deze in iedere periode e<strong>en</strong><br />

nieuwe uitdrukking krijgt. Vastgesteld wordt dat deze spanning in de<br />

naoorlogse periode vooral gemitigeerd is door het <strong>recht</strong> (via gedelegeerde<br />

normstelling <strong>en</strong> dergelijke) zo wijd mogelijk op te rekk<strong>en</strong> voor de nod<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> de vlott<strong>en</strong>de beleidsrealiteit. De vraag is of de spanning<br />

hiermee wordt opgelost. Vanuit praktisch oogpunt verlangt m<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong><br />

veel directere doelgerichtheid <strong>van</strong> de overheid. Het publiek<strong>recht</strong> is - ook<br />

in zijn opgerekte hoedanigheid - maar matig geschikt om als medium te<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor beleidsvraagstukk<strong>en</strong>, vooral voor beleidsvraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

allocatieve aard. Aan de andere kant verliest het <strong>recht</strong> ook zijn principiele<br />

fundering, juist doordat het zich heeft op<strong>en</strong>gesteld voor de wass<strong>en</strong>de<br />

stroom <strong>van</strong> doelgerichte streving<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


De auteur is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat veel meer ge'investeerd moet word<strong>en</strong> in het<br />

principiele niveau <strong>van</strong> reciprociteit, dat wil zegg<strong>en</strong> in het geheel <strong>van</strong> norm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> duurzame bedding kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> voor de regelgeving.<br />

Eerst in tweede instantie, door consequ<strong>en</strong>te ijking <strong>van</strong> het vlott<strong>en</strong>d<br />

geheel <strong>van</strong> beleidsaspiraties aan dit principieler bestel, kunn<strong>en</strong><br />

adequate antwoord<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor de stroom <strong>van</strong> beleidsvraagstukk<strong>en</strong>.<br />

De auteur illustreert deze mogelijkheid met diverse empirische<br />

voorbeeld<strong>en</strong>.<br />

De Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat<br />

de voorligg<strong>en</strong>de studie ingaat op e<strong>en</strong> aantal belangwekk<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> die<br />

in de kom<strong>en</strong>de tijd e<strong>en</strong> rol zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> in het publieke debat. De<br />

WRR v<strong>en</strong>vacht in kom<strong>en</strong>de rapport<strong>en</strong> nader in te zull<strong>en</strong> gaan op deze vrag<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong>. De voorligg<strong>en</strong>de studie vormt daarvoor e<strong>en</strong> goede aanzet.<br />

Dat is de red<strong>en</strong> waarom de raad heeft geme<strong>en</strong>d deze studie in de<br />

reeks voorstudies op te moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />

Mr. J.P.H. Donner<br />

Voorzitter WRR<br />

OM RECHT EN STAAT


lnhoudsopgave<br />

T<strong>en</strong> geleide<br />

lnleiding<br />

Sociologie als leer <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong><br />

Inleiding: de premisse <strong>van</strong> inter-subjectiviteit<br />

Positiebepaling <strong>van</strong> het inter-subjectieve analysekader<br />

Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de Geistesgeschichte<br />

Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de geschiedkunde<br />

Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de economische b<strong>en</strong>adering<br />

De proef op de som: het actuele debat tuss<strong>en</strong> sociologie <strong>en</strong> economie<br />

Tot besluit: de intolerantie <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke pluriformiteit<br />

Het inter-subjectieve analysemodel nader ontleed<br />

Uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> dilemma's <strong>van</strong> de inter-subjectieve b<strong>en</strong>adering<br />

De beweg<strong>en</strong>de hoekpunt<strong>en</strong>: individu <strong>en</strong> structuur<br />

De <strong>sociologische</strong> duiding <strong>van</strong> kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> duurzaamheid<br />

De verhouding tuss<strong>en</strong> analyses op micro- <strong>en</strong> macroniveau<br />

Conclusie<br />

Reciprociteit<br />

Plaatsbepaling <strong>van</strong> het begrip reciprociteit<br />

Reciprociteit in economische <strong>en</strong> sociale ruilprocess<strong>en</strong><br />

Reciprociteit als morele verplichting<br />

Algem<strong>en</strong>e betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> reciprociteit <strong>van</strong> verantwoordelijke subject<strong>en</strong><br />

Autoriteit, macht <strong>en</strong> gelding<br />

lnleiding<br />

De vestiging <strong>van</strong> autoriteit<br />

Machtsbetrekking<strong>en</strong><br />

De machtsluwte: e<strong>en</strong> begripsbepaling<br />

De kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> modaliteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> sanctionering<br />

De heiliging <strong>van</strong> norm<strong>en</strong><br />

De bekrachtiging <strong>van</strong> sancties<br />

Tot besluit: reciprociteit in hierarchische verhouding<strong>en</strong><br />

Dernocratie in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

lnleiding<br />

Democratie als vertrouw<strong>en</strong>sgrondslag voor de autoriteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong><br />

De coordinat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het democratische speelveld<br />

Onafhankelijke <strong>en</strong> afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie<br />

De verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering<br />

De invloed <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties<br />

Politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vraagstuk <strong>van</strong> repres<strong>en</strong>tatie<br />

De invloed <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> op de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering<br />

De toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maatschappelijke <strong>en</strong> bestuurlijke druk op de verhouding<br />

tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering<br />

De expansie <strong>van</strong> de overheid<br />

Het parlem<strong>en</strong>t als medewetgever<br />

De positie als medebegrotingswetgever<br />

De controler<strong>en</strong>de functies<br />

Tot besluit<br />

OM RECHT EN STAAT


Politiek bestuur <strong>en</strong> <strong>recht</strong> in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> 89<br />

Macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong> 'revisited' 89<br />

Het klassieke vraagstuk geactualiseerd 89<br />

De opzet <strong>van</strong> het hoofdstuk 93<br />

De pragmatische kritiek: het nieuwe verlang<strong>en</strong> naar doelgerichte reciprociteit 94<br />

De toets aan praktische resultat<strong>en</strong><br />

De pragrnatische ori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> Selznick<br />

Afronding <strong>van</strong> de pragrnatische kritiek<br />

De nieuwe <strong>recht</strong>smoraliteit<br />

Opzet <strong>van</strong> de bespreking<br />

Recht als autopoietisch systeern?<br />

De cornrnunicatieve machtscode <strong>van</strong> Haberrnas<br />

De toets <strong>van</strong> doelgerichte beleidsprocess<strong>en</strong> aan principiele <strong>recht</strong>spatron<strong>en</strong><br />

Beknopte balans <strong>van</strong> de discussie<br />

Norrnatieve patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelgerichte procesbe'invloeding<br />

E<strong>en</strong> dynamische orde<br />

Sam<strong>en</strong>vatting Nederlands<br />

Sam<strong>en</strong>vatting Engels<br />

Literatuurlijst<br />

Person<strong>en</strong>register<br />

Zak<strong>en</strong>register<br />

Curriculum vitae<br />

OM RECHT EN STAAT


T<strong>en</strong> geleide<br />

In de voorligg<strong>en</strong>de studie doe ik e<strong>en</strong> poging om de eig<strong>en</strong>tijdse ontwikkeling<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale, politieke <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> in conceptuele sam<strong>en</strong>hang<br />

te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> te interpreter<strong>en</strong>. Het ond<strong>en</strong>verp <strong>van</strong> de studie is nogal<br />

om<strong>van</strong>grijk. <strong>Om</strong> de veelheid <strong>van</strong> ding<strong>en</strong> hanteerbaar te houd<strong>en</strong> heb ik<br />

houvast gezocht in e<strong>en</strong> klassieke b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> de sociologie, die wordt<br />

omschrev<strong>en</strong> als 'leer <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>'. De moderne sociologie is<br />

in zoveel bijzondere <strong>en</strong> toegepaste richting<strong>en</strong> uitgegroeid, dat zij relatief<br />

meer handreiking<strong>en</strong> biedt voor hoog gespecialiseerd onderzoek dan voor<br />

dwarsverbinding<strong>en</strong>. Over de dwarsverbinding<strong>en</strong> gaat het in dit onderzoek:<br />

over dwarsverbinding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de sociale orde, over dwarsverbinding<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> (de eig<strong>en</strong>tijdse spanning tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong>)<br />

<strong>en</strong> over hun onderlinge dynamiek.<br />

De studie is in betrekkelijk korte tijd geschrev<strong>en</strong>, maar er ligt e<strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong>gang<br />

aan t<strong>en</strong> grondslag die in e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> jar<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> groep <strong>van</strong><br />

naaste collega's geleidelijk is gegroeid. De conceptuele opdracht <strong>van</strong> de<br />

studie is naar haar soort <strong>en</strong> ook naar inhoud vergelijkbaar met de WRR<br />

studie Planning als Onderneming, die - alweer ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> - sam<strong>en</strong><br />

met drs. P. d<strong>en</strong> Hoed <strong>en</strong> mr. H. <strong>van</strong> der Sluijs werd geschrev<strong>en</strong>. Ik noem<br />

de nam<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze collega <strong>en</strong> ex-collega nadrukkelijk ook in verband met<br />

de voorligg<strong>en</strong>de studie, omdat onze vele discussies mij ook bij deze studie<br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme stimulans hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

De totstandkoming <strong>van</strong> de studie is int<strong>en</strong>sief begeleid door prof.dr. A.M.J.<br />

Kreukels <strong>en</strong> prof.mr. L.A. Geelhoed. Met de d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide promotor<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong> ik gedur<strong>en</strong>de de twee achterligg<strong>en</strong>de raadsperiod<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

WRR in ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de project<strong>en</strong> zo vertrouwd geraakt (met de eerstg<strong>en</strong>oemde<br />

promotor dater<strong>en</strong> de contact<strong>en</strong> reeds <strong>van</strong> mijn studie in de planologie<br />

in Ut<strong>recht</strong>) dat het voor k<strong>en</strong>ners weinig moeite zal kost<strong>en</strong> om deze<br />

invloed<strong>en</strong> in de voorligg<strong>en</strong>de tekst gewaar te word<strong>en</strong>. Ik heb de begeleiding<br />

opnieuw als bijzonder vruchtbaar <strong>en</strong> leerzaam ervar<strong>en</strong>.<br />

Ik b<strong>en</strong> mijn werkgever, de WRR <strong>en</strong> in zijn persoon de voorzitter mr. J.P.H.<br />

Donner <strong>en</strong> de secretaris dr. A.P.N. Nauta, zeer erk<strong>en</strong>telijk dat ik gedur<strong>en</strong>de<br />

anderhalf jaar in de luwte <strong>van</strong> de reguliere werkzaamhed<strong>en</strong> b<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong> om deze studie - mede in opdracht <strong>van</strong> de WRR - te kunn<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong>.<br />

Vanuit deze fonnele achtergrond fungeerde de secretaris <strong>van</strong> de<br />

WRR tev<strong>en</strong>s als begeleider <strong>van</strong> de studie. De heer Nauta bleek ook inhoudelijk<br />

zeer gei'nteresseerd <strong>en</strong> heeft mij m<strong>en</strong>ige waardevolle suggestie<br />

gedaan. De relatie met de WRR <strong>en</strong> de nauwe contact<strong>en</strong> met collega's<br />

aldaar, lat<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s onverlet dat de verantwoordelijkheid voor de ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

standpunt<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d bij de auteur berust. T<strong>en</strong> slotte wil ik<br />

m<strong>en</strong>. M.Th. Nuyt<strong>en</strong>-P<strong>en</strong>nings hartelijk bedank<strong>en</strong> voor de wijze waarop<br />

zij - snel <strong>en</strong> accuraat zoals gewoonlijk - de laatste hand aan deze studie<br />

heeft gelegd.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Inleiding<br />

M<strong>en</strong> moet we1 e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>zeloos vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

de verzorgings<strong>staat</strong>, wil m<strong>en</strong> deze kunn<strong>en</strong> voorspiegel<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> min of<br />

meer onafw<strong>en</strong>dbare hyperbool <strong>van</strong> de geschied<strong>en</strong>is 1. Nog tijd<strong>en</strong>s de<br />

periode <strong>van</strong> opbouw - in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> begin zestig - to<strong>en</strong> Tho<strong>en</strong>es als<br />

e<strong>en</strong> <strong>van</strong> Nederlands eerste sociolog<strong>en</strong> de betrekkelijk ongeord<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>loop<br />

<strong>van</strong> rnaatschappelijke initiatiev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ideaaltypische maatschappijvorm<br />

analyseerde, k<strong>en</strong>merkte dit nieuw geduide f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> zich juist<br />

door zijn wankele ev<strong>en</strong>wicht. Als compromis tuss<strong>en</strong> de historisch teg<strong>en</strong>gestelde<br />

kracht<strong>en</strong> 'kapitaal' <strong>en</strong> 'arbeid' (<strong>en</strong> 'godsdi<strong>en</strong>st', zo mag m<strong>en</strong> hier<br />

toch we1 aan toevoeg<strong>en</strong>), had deze maatschappijvorm, volg<strong>en</strong>s Tho<strong>en</strong>es,<br />

juist weinig uitgesprok<strong>en</strong> verdedigers. Als ideaaltype belichaamde deze<br />

verzorgings<strong>staat</strong> toch bov<strong>en</strong>al e<strong>en</strong> soort ideologisch 'halfweg-station'. E<strong>en</strong><br />

elite <strong>van</strong> functionariss<strong>en</strong> zou zich, volg<strong>en</strong>s Tho<strong>en</strong>es, als nieuwe woordvoerder<br />

in dit vacuiim gaan nestel<strong>en</strong> 2.<br />

Ongetwijfeld war<strong>en</strong> de kiem<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> georganiseerde uitwisseling <strong>van</strong><br />

rnaatschappelijke belang<strong>en</strong> a1 veel langer aanwezig, maar zelfs to<strong>en</strong> nog<br />

- op weg naar het hoogtepunt - kon m<strong>en</strong> slechts giss<strong>en</strong> of de feitelijke verscheid<strong>en</strong>heid<br />

<strong>van</strong> rnaatschappelijke initiatiev<strong>en</strong> zich meer dan we1 minder<br />

volg<strong>en</strong>s de lijn<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit og<strong>en</strong>schijnlijk spanningsloze ideaaltype zou<br />

ontwikkel<strong>en</strong>. En nu - amper dertig jaar later - slaat opnieuw de onzekerheid<br />

toe. Nog altijd zijn veel aspect<strong>en</strong>, die aan de verzorgings<strong>staat</strong> word<strong>en</strong><br />

toegeschrev<strong>en</strong>, rnaatschappelijke realiteit, maar de pluraliteit <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

initiatiev<strong>en</strong> is inmiddels dermate toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat het oorspronkelijke<br />

macro-<strong>sociologische</strong> ideaaltype hierop niet meer goed aansluit.<br />

Het begrip verzorgings<strong>staat</strong> is inmiddels belast met zoveel<br />

verschill<strong>en</strong>de connotaties, dat ik de voorkeur geef aan meer neutrale <strong>en</strong><br />

minder sam<strong>en</strong>gestelde term<strong>en</strong> om de eig<strong>en</strong>tijdse rnaatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong><br />

te duid<strong>en</strong>.<br />

Het bijzondere <strong>van</strong> de naoorlogse rnaatschappelijke ontwikkeling lag<br />

vooral hierin, dat de groei <strong>van</strong> economische welvaart werd gecombineerd<br />

met e<strong>en</strong> hoog niveau <strong>van</strong> georganiseerde rnaatschappelijke solidariteit.<br />

Deze combinatie zou uiteindelijk e<strong>en</strong> nieuw zwaartepunt krijg<strong>en</strong> in de<br />

kwaliteitsverhoging <strong>van</strong> e<strong>en</strong> breed spectrum <strong>van</strong> infrastructurele <strong>en</strong><br />

rnaatschappelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Deze kwaliteitssprong was aan de <strong>en</strong>e<br />

kant nauw verbond<strong>en</strong> met de economische ontwikkeling: zij werd erdoor<br />

mogelijk gemaakt <strong>en</strong> zou op haar beurt de modernisering <strong>van</strong> de economie<br />

bespoedig<strong>en</strong>. Aan de andere kant was de verhoging <strong>van</strong> het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau<br />

nauw verwev<strong>en</strong> met de doelstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de sociale politiek<br />

met het oog op de toegankelijkheid voor brede groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

bevolking. Aldus groeide in nauwe sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong><br />

maatschappelijke organisaties e<strong>en</strong> gecombineerd aspirati<strong>en</strong>iveau, dat glcbaa1<br />

naar drie clusters kan word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>.<br />

Het betreft de volg<strong>en</strong>de drie sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de clusters:<br />

- de bevordering <strong>van</strong> economische welvaart;<br />

- de bevordering <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hoogwaardige kwaliteit <strong>van</strong> de infrastructurele <strong>en</strong><br />

maatschappelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (sterk doortrokk<strong>en</strong> <strong>van</strong> zowel economische<br />

als sociale motiev<strong>en</strong>);<br />

- de bevordering <strong>van</strong> distributieve voorwaard<strong>en</strong>.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de institutionele onderbouwing <strong>van</strong> de gelijk oplop<strong>en</strong>de<br />

I] A. de Swaan. Zorg <strong>en</strong> de stoot. 1989.<br />

21 P. Tho<strong>en</strong>es, De elite in de verzorgingsstaot. 1971 2e druk. [1962]. blz. 123- 140.<br />

OM RECHT EN STAAT


eleidsaspiraties was de verankering <strong>van</strong> int<strong>en</strong>sieve overlegverhouding<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actief stur<strong>en</strong>de nationale overheid <strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op nationaal<br />

niveau georganiseerde maatschappelijke organisaties. De overheid voerde<br />

de eig<strong>en</strong> beleidsambities op tot e<strong>en</strong> hoog niveau, zij bevorderde in sterke<br />

mate de uitwisseling <strong>van</strong> belang<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke<br />

organisaties <strong>en</strong> bood desnoods de help<strong>en</strong>de hand om deze belang<strong>en</strong><br />

met elkaar te verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Dit globale maatschappelijk patroon begint nu aan alle kant<strong>en</strong> te schuiv<strong>en</strong>.<br />

De op nationale leest geschoeide beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong><br />

steeds meer te wring<strong>en</strong> met de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dynamiek <strong>van</strong> economische <strong>en</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong>, die zich gelijktijdig zowel op internationaal niveau<br />

als op dec<strong>en</strong>trale schaalniveaus voltrekt. De herori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> de nationale<br />

overheid <strong>en</strong> de vertrouwde overlegverband<strong>en</strong> ligt nog achter op deze<br />

verandering<strong>en</strong>. Voorts begint de overheid - mede in verband met de<br />

bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde internationalisering - haar actief stuw<strong>en</strong>de rol geleidelijk<br />

selectiever te hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij neigt ertoe om e<strong>en</strong> aantal beleidsaspiraties<br />

te redresser<strong>en</strong>. Ook is de wrjving tuss<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde aspiraties<br />

langzamerhand toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Waar zij elkaar in e<strong>en</strong> periode <strong>van</strong> groei<br />

automatisch lek<strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> in de huidige periode <strong>van</strong> aanhoud<strong>en</strong>de<br />

economische <strong>en</strong> sociale stagnatie ook de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> meer<br />

bloot te ligg<strong>en</strong>. De gei'nstitutionaliseerde uitwisseling <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

belang<strong>en</strong> voorkomt weliswaar abrupte beleidsw<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>, maar fungeert<br />

in e<strong>en</strong> periode <strong>van</strong> overgang meer als conservator dan als innovator<br />

<strong>van</strong> de beleidsontwikkeling.<br />

De uitkomst is in de huidige overgangsperiode vooralsnog onbestemd. Er<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich tal <strong>van</strong> dilemma's aan die nog niet duurzaam in nieuwe verhouding<strong>en</strong><br />

zijn uitgekristalliseerd. Ligt bijvoorbeeld het toekomstperspectief<br />

<strong>van</strong> de arbeidsmarkt - geactualiseerd door de om<strong>van</strong>grijke werkloosheid<br />

- in e<strong>en</strong> verdere specificatie <strong>van</strong> regelgeving <strong>en</strong> toespitsing <strong>van</strong><br />

het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>beleid, of juist in e<strong>en</strong> vergaande flexibilisering <strong>en</strong> liberalisering<br />

<strong>van</strong> de arbeidsverhouding<strong>en</strong>? Soortgelijke dilemma's do<strong>en</strong> zich<br />

voor op bijna alle beleidsgebied<strong>en</strong>, die de laatste dec<strong>en</strong>nia e<strong>en</strong> grote<br />

expansie hebb<strong>en</strong> ondergaan (zoals sociale zekerheid, milieu, infrastructuur).<br />

Dergelijke vraagstukk<strong>en</strong> zijn nog niet uitgekristalliseerd, m<strong>en</strong><br />

proeft dagelijks de beleidsadviez<strong>en</strong> in beide richting<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong>de<br />

opties lop<strong>en</strong> dwars door politieke <strong>en</strong> maatschappelijke groepering<strong>en</strong> he<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> het ontstaan <strong>van</strong> onzekerheid, waar de naoorlogse maatschappijvorm<br />

zekerheid leek te bied<strong>en</strong>.<br />

Zijn er in algem<strong>en</strong>e zin a1 aanwijziging<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ophand<strong>en</strong> zijnde verandering<br />

<strong>van</strong> het naoorlogse patroon? Zeker is we1 dat het overgangsproces<br />

hier geleidelijker verloopt dan in m<strong>en</strong>ig ander Westers land. Over de<br />

g<strong>en</strong>erieke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bronn<strong>en</strong> <strong>van</strong> economische welvaart <strong>en</strong><br />

het hiermee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de niveau <strong>van</strong> de sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn de<br />

eig<strong>en</strong>tijdse bericht<strong>en</strong> niet onverdeeld. Het C<strong>en</strong>traal Planbureau verschaft<br />

in zijn jaarlijkse rapportages a1 geruime tijd e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d <strong>en</strong> aanhoud<strong>en</strong>d<br />

zorgelijk beeld over de toestand <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> voor groei<br />

<strong>van</strong> de Nederlandse economie. Aan de andere kant wijz<strong>en</strong> de globale verandering<strong>en</strong><br />

in het niveau <strong>van</strong> de sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet op e<strong>en</strong> dramatische<br />

val gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> '80. Het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

gewaagt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> relatieve stabilisatie <strong>van</strong> de sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> sedert<br />

het begin <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> '80, ook a1 lat<strong>en</strong> de tijdreeks<strong>en</strong> grotere verschill<strong>en</strong><br />

zi<strong>en</strong>, wanneer m<strong>en</strong> inzoemt op de doelgroep<strong>en</strong> waarvoor de solidariteit<br />

uiteindelijk is bedoeld.<br />

De globale indicaties nodig<strong>en</strong> niet uit tot overdrijving <strong>van</strong>'de verandering<strong>en</strong><br />

die tot dusverre hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Maar achter het globale<br />

OM RECHT EN STAAT


eeld gaan grote verschill<strong>en</strong> schuil <strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich kracht<strong>en</strong>, die voor<br />

e<strong>en</strong> groot deel nog tot uitdrukking moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. In de taxatie hier<strong>van</strong><br />

steekt onvermijdelijk e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> waardering <strong>en</strong> v<strong>en</strong>vachting. Het<br />

lijkt me zinvol om aan het begin <strong>van</strong> deze studie bij wijze <strong>van</strong> probleemstelling<br />

e<strong>en</strong> expliciete aan<strong>van</strong>gspositie te marker<strong>en</strong>, omdat de keuze <strong>van</strong><br />

de thema's <strong>en</strong> de analyse er<strong>van</strong> gemotiveerd word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> probleembesef<br />

<strong>van</strong> de toestand, waarin de huidige maatschappij - toegespitst op de<br />

sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> - zich bevindt.<br />

De overgang naar e<strong>en</strong> grotere maatschappelijke dynamiek roept veel<br />

onzekerhed<strong>en</strong> op. Gedur<strong>en</strong>de de afgelop<strong>en</strong> ti<strong>en</strong> jaar heb ik me - in nauwe<br />

sam<strong>en</strong>werking met collega onderzoekers - in dit overgangsproces verdiept.<br />

Hierbij lag doorgaans het acc<strong>en</strong>t op bepaalde beleidsvraagstukk<strong>en</strong><br />

of op de ontwikkeling <strong>van</strong> concrete beleidsgebied<strong>en</strong>. In deze studie wil ik<br />

tracht<strong>en</strong> om de mogelijke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal <strong>van</strong> deze drad<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

draadjes, die ontstond<strong>en</strong> in de confrontatie met actuele beleidsvraagstukk<strong>en</strong>,<br />

in e<strong>en</strong> conceptuele sam<strong>en</strong>hang te verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De voorligg<strong>en</strong>de studie<br />

zal derhalve niet uitmond<strong>en</strong> in gerichte beleidsadviez<strong>en</strong>. Zij draagt het<br />

karakter <strong>van</strong> e<strong>en</strong> conceptuele verk<strong>en</strong>ning. We1 zal ik tracht<strong>en</strong> op deze<br />

basis in het slothoofdstuk e<strong>en</strong> brede perspectiefschets uit te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De probleemstelling <strong>van</strong> de voorligg<strong>en</strong>de studie wordt ingegev<strong>en</strong> door<br />

expliciete twijfel of de wijze waarop beleid <strong>en</strong> regelgeving in de afgelop<strong>en</strong><br />

dec<strong>en</strong>nia zijn gecumuleerd, voor de kom<strong>en</strong>de periode e<strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig normatief<br />

houvast zal bied<strong>en</strong>. Deze twijfel komt niet voort uit de behoefte om<br />

de politieke aspiraties als zodanig te relativer<strong>en</strong>, die onder bepaalde<br />

omstandighed<strong>en</strong> aan de overheid word<strong>en</strong> gesteld. De hoge politieke verwachting<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> twintig jaar geled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in deze studie niet gebagatelliseerd<br />

word<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>min als de terugtrekk<strong>en</strong>de beweging<strong>en</strong> die onder de<br />

huidige omstandighed<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. Het politieke systeem heeft zijn eig<strong>en</strong><br />

rationaliteit, zijn voelhor<strong>en</strong>s stek<strong>en</strong> tamelijk direct in de dynamiek <strong>van</strong><br />

maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>, voorzover deze zintuig<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste<br />

niet verstopt zijn geraakt. <strong>Om</strong>gekeerd heeft de sociale orde haar t<strong>en</strong>takels<br />

tamelijk diep in het politieke systeem uitgezet. De mate waarin <strong>van</strong>uit de<br />

sam<strong>en</strong>leving vraagstukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> claims binn<strong>en</strong> het bereik <strong>van</strong> het politieke<br />

systeem word<strong>en</strong> gebracht, vigeert naargelang de omstandighed<strong>en</strong>. Het<br />

politiek bestel in Nederland is e<strong>en</strong> betrekkelijk op<strong>en</strong> bestel, ik heb niet de<br />

indruk dat de communicatie <strong>van</strong>uit deze richting verstopt is geraakt. We1<br />

ondergaat deze communicatie in e<strong>en</strong> corporatief bestel m<strong>en</strong>ige selectie <strong>en</strong><br />

verdikking, <strong>van</strong>wege de georganiseerde toegang via de functionele verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

door belang<strong>en</strong>organisaties. De relatie tuss<strong>en</strong> politieke <strong>en</strong><br />

functionele verteg<strong>en</strong>woordiging is in Nederland zo hecht, dat zij e<strong>en</strong><br />

sterke eig<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sie vormt in de ontwikkeling <strong>van</strong> het politieke proces.<br />

In deze studie zijn de problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide communicatiestrom<strong>en</strong> (de<br />

communicatiestrom<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit de sociale orde naar het politieke systeem,<br />

<strong>en</strong> vice versa) onderwerp <strong>van</strong> aandacht.<br />

Het bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde probleem <strong>van</strong> de gebrekkige normatieve best<strong>en</strong>digheid<br />

als gevolg <strong>van</strong> de wijze waarop beleid <strong>en</strong> regelgeving zijn gecumuleerd,<br />

reikt echter veel dieper dan mogelijke problem<strong>en</strong> in de wijze <strong>van</strong><br />

totstandkoming <strong>van</strong> de politieke ori<strong>en</strong>tatie. Sterker nog, als de politieke<br />

ori<strong>en</strong>tatie e<strong>en</strong>zijdig de overhand krijgt binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong>, ligt hierin zelf e<strong>en</strong><br />

belangrijke oorzaak beslot<strong>en</strong> voor het probleem <strong>van</strong> de gebrekkige normatieve<br />

best<strong>en</strong>digheid. De doelgerichte politieke orde moet zich in de<br />

<strong>staat</strong> verstaan met e<strong>en</strong> <strong>recht</strong>sorde, die naar haar aard niet is gericht op<br />

het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> specifieke doeleind<strong>en</strong>, maar - op eig<strong>en</strong> wijze wortel<strong>en</strong>d<br />

in de sociale orde - haar id<strong>en</strong>titeit ontle<strong>en</strong>t aan de noodzaak om<br />

betrouwbare gedragsverwachting<strong>en</strong> te vestig<strong>en</strong>. Deze id<strong>en</strong>titeit loopt in<br />

OM RECHT EN STAAT


ess<strong>en</strong>tie terug op sociale waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>staat</strong> als zodanig niet<br />

<strong>recht</strong>streeks t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste aan het viger<strong>en</strong>d geheel <strong>van</strong> politieke doeleind<strong>en</strong>.<br />

De verhouding tuss<strong>en</strong> politieke orde <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sorde in de <strong>staat</strong> <strong>en</strong> hun beider<br />

verhouding tot de sociale orde is gecompliceerd, niet in de laatste<br />

plaats omdat ze onlosmakelijk met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> als het ware<br />

d06r elkaar tot uitdrukking moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Het zou echter niet juist zijn<br />

om de verhouding 'sociaal - politiek - <strong>recht</strong>' als e<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>de natuurlijke<br />

beweging voor te stell<strong>en</strong>. Er tek<strong>en</strong><strong>en</strong> zich binn<strong>en</strong> dit bereik tal <strong>van</strong> problem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> af; als de beweging a1 te vloei<strong>en</strong>d <strong>en</strong> <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d<br />

wordt, is de kans op problem<strong>en</strong> groot. In deze studie zull<strong>en</strong> we<br />

tracht<strong>en</strong> om het vraagstuk <strong>van</strong> de normatieve best<strong>en</strong>digheid <strong>van</strong>uit de<br />

verhouding<strong>en</strong> in dit drieluik te conceptualiser<strong>en</strong>. Hiertoe zull<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

ordes analytisch uit elkaar getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>einde de<br />

mogelijke sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit verschill<strong>en</strong>de id<strong>en</strong>titeit<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong>.<br />

Deze conceptuele speurtocht vindt plaats teg<strong>en</strong> de achtergrond <strong>van</strong> de<br />

nieuwe dynamiek, die zich t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de naoorlogse, og<strong>en</strong>schijnlijk<br />

spanningsloze maatschappijvorm bezig is te voltrekk<strong>en</strong>.<br />

De opzet <strong>van</strong> de studie<br />

Als algem<strong>en</strong>e refer<strong>en</strong>tie voor deze conceptuele opdracht di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> tamelijk<br />

klassieke <strong>sociologische</strong> b<strong>en</strong>aderingswijze, die wordt aangeduid als leer<br />

<strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>. In hoofdstuk 2 word<strong>en</strong> de contour<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze<br />

b<strong>en</strong>aderingswijze uite<strong>en</strong>gezet. In deze uite<strong>en</strong>zetting word<strong>en</strong> veel persoonlijke<br />

selecties gemaakt, het is niet de opzet om e<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>d overzicht<br />

<strong>van</strong> opvatting<strong>en</strong> over deze b<strong>en</strong>aderingswijze te gev<strong>en</strong>.<br />

Hoofdstuk 3 geeft uitwerking aan het begrip reciprociteit (e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

kernbegripp<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale orde). De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> reciprociteit wordt in<br />

twee <strong>van</strong> zijn bek<strong>en</strong>dste toepassing<strong>en</strong> onderzocht, te wet<strong>en</strong> als 'principe<br />

<strong>van</strong> mil' <strong>en</strong> als 'morele code'.<br />

In hoofdstuk 4 wordt het reciprociteitsbegrip gehanteerd om de hierarchische<br />

process<strong>en</strong> inzake macht <strong>en</strong> autoriteit te doorgrond<strong>en</strong>. Macht <strong>en</strong><br />

autoriteit kom<strong>en</strong> niet automatisch tot stand als e<strong>en</strong>zijdige wilsuitdrukking<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>geschikte partij, maar word<strong>en</strong> hier geanalyseerd als<br />

bijzondere vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> intersubjectieve betrekking<strong>en</strong>. Macht zoekt<br />

bekrachtiging via sancties, autoriteit kan tot gelding kom<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong><br />

vertrouw<strong>en</strong>srelaties. De v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong> de beoogde macht of autoriteit<br />

is afhankelijk <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>.<br />

Bij machtsprocess<strong>en</strong> is vaak sprake <strong>van</strong> het ontstaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

machtsvacuiim of machtsluwte. T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> autoriteit in<br />

hun onderlinge sam<strong>en</strong>hang belicht.<br />

In de hoofdstukk<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 6 wordt dit conceptuele raam uitgewerkt naar de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> de politieke orde <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>sorde in de <strong>staat</strong>.<br />

Hoofdstuk 5 belicht de ontwikkeling <strong>van</strong> de politieke democratie in de<br />

loop <strong>van</strong> deze eeuw <strong>van</strong>uit twee elem<strong>en</strong>taire vertrouw<strong>en</strong>srelaties: de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> 'repres<strong>en</strong>tatie' <strong>en</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> 'parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering'.<br />

Hoofdstuk 6 belicht de eig<strong>en</strong>tijdse spanning tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> in de<br />

sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>. Dit slothoofdstuk mondt uit in e<strong>en</strong> poging om de<br />

nieuwe dynamiek in de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie onderscheid<strong>en</strong> ordes<br />

te conceptualiser<strong>en</strong>.<br />

De studie besluit met e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> die<br />

in deze verk<strong>en</strong>ning zijn gezet. De invulling <strong>van</strong> het conceptuele raam zelf<br />

kan naar haar aard echter moeilijk in kort bestek word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat.<br />

Hiervoor zijn in de hoofdstukk<strong>en</strong> zelf via tuss<strong>en</strong>balans<strong>en</strong> <strong>en</strong> afrond<strong>en</strong>de<br />

paragraf<strong>en</strong> de nodige voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


Sociologie als leer <strong>van</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong><br />

2.1 Inleiding: de premisse <strong>van</strong> inter-subjectiviteit<br />

In deze studie word<strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> maatschappelijke ord<strong>en</strong>ing in de<br />

sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> geanalyseerd aan de hand <strong>van</strong> het sociologisch begrip<br />

p<strong>en</strong>kader inzake 'sociale betrekking<strong>en</strong>'. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor deze analytische<br />

invalshoek is dat sociaal handel<strong>en</strong> - inclusief de norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>recht</strong><strong>en</strong><br />

die hierin oprijz<strong>en</strong>, de diverse vorm<strong>en</strong> waarin het mogelijkerwijze is gelnstitutionaliseerd<br />

<strong>en</strong> de machtsverhouding<strong>en</strong> waaronder het plaatsvindt -<br />

wordt begrep<strong>en</strong> als inter-subjectief handel<strong>en</strong>. Sociaal handel<strong>en</strong> is derhalve<br />

niet het resultaat of geestesprodukt <strong>van</strong> afzonderlijk handel<strong>en</strong>de subject<strong>en</strong>.<br />

Wat het handel<strong>en</strong> sociaal <strong>en</strong> hiermee tot object <strong>van</strong> de sociologie<br />

maakt, is dat het duidt op <strong>en</strong>igerlei zinvolle betrekking tuss<strong>en</strong> meerdere<br />

subject<strong>en</strong>. Sociale betrekking<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> doorgaans niet louter op ad hoc<br />

basis tot stand, er hebb<strong>en</strong> zich bepaalde patron<strong>en</strong> in het handel<strong>en</strong><br />

gevormd. Deze patron<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> berust<strong>en</strong> op motiev<strong>en</strong> <strong>van</strong> doelgerichte<br />

organisatie, of op duurzaam gevormde waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong>. In het laatste<br />

geval spreekt de sociologie <strong>van</strong> institutionalisering <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>.<br />

De ontwikkeling <strong>van</strong> deze doelrationele <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>rationele patron<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale ord<strong>en</strong>ing vorm<strong>en</strong> het c<strong>en</strong>trale thema <strong>van</strong> deze studie.<br />

Over het soort <strong>van</strong> de subject<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun mate <strong>van</strong> autonomie valt veel te<br />

zegg<strong>en</strong>. Op deze plaats voldoet het om vast te stell<strong>en</strong> dat met subject<strong>en</strong><br />

niet alle<strong>en</strong> op natuurlijke person<strong>en</strong> wordt gedoeld. In de moderne sam<strong>en</strong>leving<br />

hebb<strong>en</strong> person<strong>en</strong> tal <strong>van</strong> activiteit<strong>en</strong> (meer of minder vrijwillig)<br />

'gedelegeerd' naar collectieve <strong>en</strong>titeit<strong>en</strong> die op eig<strong>en</strong> titel operer<strong>en</strong>, met<br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> functionele id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> collectieve handelingsdiscretie,<br />

<strong>en</strong> die als collectieve subject<strong>en</strong> aanspreekbaar zijn. Onder inspiratie<br />

<strong>van</strong> met name J.S. Coleman vorm<strong>en</strong> de nieuwe asymmetrie<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong><br />

als person<strong>en</strong> <strong>en</strong> collectieve subject<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk aandachtspunt<br />

1. De subject<strong>en</strong> (persoonlijk of collectief) zijn niet volledig autonoom;<br />

de eig<strong>en</strong>lijke analyse richt zich op de sociale mechanism<strong>en</strong> die het intersubjectief<br />

verkeer op bepaalde wijze ord<strong>en</strong><strong>en</strong>. Over de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale<br />

betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijke institutionalisering hier<strong>van</strong><br />

(de patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong>) zal nog veel meer word<strong>en</strong><br />

gezegd. Hier voldoet de vaststelling dat het lang niet altijd om <strong>recht</strong>streekse<br />

sociale betrekking<strong>en</strong> zal gaan, zoals bij ruilgedrag of zoals bij<br />

onderlinge afsprak<strong>en</strong> over geme<strong>en</strong>schappelijke gedragscodes het geval is,<br />

maar dat vaak sprake zal zijn <strong>van</strong> indirecte gedragspatron<strong>en</strong> (georganiseerd<br />

of gei'nstitutionaliseerd) <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> a1 hierdoor <strong>van</strong> e<strong>en</strong> grotere complexiteit.<br />

Eerst is het echter nodig om stil te staan bij de keuze <strong>van</strong> de analytische<br />

invalshoek zelf.<br />

Het inter-subjectieve axioma is allerminst nieuw. Het vormt in feite e<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de grondslag<strong>en</strong> waarop e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de moderne sociologie in a1<br />

haar verscheid<strong>en</strong>heid is gebouwd. Het heeft e<strong>en</strong> vertrekpunt gebod<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> theoretische stroming<strong>en</strong>, zoals de sociale handelingssociologie<br />

(Weber, Parsons), diverse ruiltheorie<strong>en</strong> (Homans, Blau), de<br />

zogehet<strong>en</strong> analytische sociologie (Simmel, Von Wiese), de rationele<br />

besluitvormingstheorie (Coleman). Ook be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> directe lijn naar meer<br />

gestructureerde b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale interactie, zoals het functionalisme<br />

(Durkheim, Mauss, Merton) of de institutionele k<strong>en</strong>nissociologie<br />

I] J.S. Coleman. Emerg<strong>en</strong>ce of New Persons; in: 'Power and the Structure of Society'; doorJ.5. Coleman, 1974, blz. 1 1-32. Zie voorts<br />

J.S. Coleman, The Asymmetric Society, 1982. En J.S Coleman, Foundations of Sociol Theory, 1990.<br />

OM RECHT EN STAAT


(Scheler, Mannheim). E<strong>en</strong> specifieke substroming wordt zelfs als het<br />

'interactionisme' of 'symbolisch interactionisme' aangeduid (Mead,<br />

Cassirer, Duncimann). Met het basale uitgangspunt <strong>van</strong> inter-subjectiviteit<br />

wordt derhalve nog niet e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige richting voor de analyse<br />

bepaald.<br />

Ondanks de grote (<strong>en</strong> in sommige period<strong>en</strong> welhaast sektarische 2) verscheid<strong>en</strong>heid<br />

<strong>van</strong> toepassing<strong>en</strong> is de geme<strong>en</strong>schappelijke <strong>sociologische</strong><br />

grondslag <strong>van</strong> inter-subjectiviteit terdege onderscheid<strong>en</strong>d t<strong>en</strong> opzichte<br />

<strong>van</strong> aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de sociaal wet<strong>en</strong>schappelijke disciplines, die overig<strong>en</strong>s<br />

ev<strong>en</strong>min gespe<strong>en</strong>d zijn <strong>van</strong> interne dynamiek. Aangezi<strong>en</strong> de voorligg<strong>en</strong>de<br />

studie naar de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>en</strong>ige ord<strong>en</strong>ingsmechanism<strong>en</strong> in de<br />

sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> <strong>van</strong>uit specifiek <strong>sociologische</strong> invalshoek steeds balanceert<br />

op de rand <strong>van</strong> andere disciplines (met name <strong>van</strong> de economie <strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de <strong>recht</strong>sbeoef<strong>en</strong>ing), is het nodig om eerst de onderscheid<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is<br />

er<strong>van</strong> in de meest algem<strong>en</strong>e zin vast te stell<strong>en</strong>. Analyse op basis <strong>van</strong><br />

inter-subjectieve grondslag maakt <strong>van</strong>wege de aard <strong>van</strong> haar veronderstelling<strong>en</strong><br />

bepaalde vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> begrip mogelijk, t<strong>en</strong>vijl zij andere buit<strong>en</strong>sluit.<br />

De opzet <strong>van</strong> het hoofdstuk<br />

Hoe onderscheid<strong>en</strong>d het vertrekpunt is, wordt pas goed duidelijk als we<br />

in de eerstvolg<strong>en</strong>de paragraaf in kort bestek <strong>en</strong>ige principiele argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

in herinnering br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, die de grondleggers <strong>van</strong> deze wijze <strong>van</strong> sociologiebeoef<strong>en</strong>ing<br />

hanteerd<strong>en</strong> om hun positie te marker<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong><br />

aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de (<strong>en</strong> veelal oudere) sociaal wet<strong>en</strong>schappelijke disciplines.<br />

Deze terugblik beoogt ge<strong>en</strong>szins uitputt<strong>en</strong>d te zijn, zij di<strong>en</strong>t integ<strong>en</strong>deel<br />

bij wijze <strong>van</strong> globale plaatsbepaling <strong>en</strong>ige algem<strong>en</strong>e coordinat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

'inter-subjectieve sociologie' in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, op basis waar<strong>van</strong> ook nu<br />

nog haar globale positie wordt afgebak<strong>en</strong>d (par. 2.2). In het tweede deel<br />

<strong>van</strong> dit hoofdstuk zull<strong>en</strong> we <strong>en</strong>ige principiele dilemma's t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de inter-subjectieve analyse uitwerk<strong>en</strong><br />

(par. 2.3). Hier komt eerst aan de orde de 'mate <strong>van</strong> autonomie' <strong>van</strong><br />

de subject<strong>en</strong> (oftewel de 'hoekpunt<strong>en</strong>' <strong>van</strong> het inter-subjectieve raamwerk).<br />

Vervolg<strong>en</strong>s komt het <strong>sociologische</strong> kans<strong>en</strong>begrip aan de orde, alsmede<br />

de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> duurzaam gevormde betrekking<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong><br />

de mogelijke verhouding<strong>en</strong> belicht tuss<strong>en</strong> analyses op macro- <strong>en</strong> die<br />

op microniveau.<br />

In de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 4 word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ord<strong>en</strong>ingsmechanism<strong>en</strong> geconceptualiseerd.<br />

In hoofdstuk 3 wordt het begrip <strong>van</strong> reciprociteit ontleed aan de hand <strong>van</strong><br />

twee <strong>van</strong> de bek<strong>en</strong>dste toepassing<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> de economische <strong>en</strong> sociale<br />

ruilrelaties <strong>en</strong> de morele gedragscodes (de zogehet<strong>en</strong> 'do ut des' relaties)<br />

op het gr<strong>en</strong>svlak <strong>van</strong> sociologie <strong>en</strong> <strong>recht</strong>. In hoofdstuk 4 wordt vervolg<strong>en</strong>s<br />

het conceptuele kader inzake sociale betrekking<strong>en</strong> uitgebreid met e<strong>en</strong><br />

behandeling <strong>van</strong> vertrouw<strong>en</strong>srelaties <strong>en</strong> hierarchische betrekking<strong>en</strong><br />

(autoriteit <strong>en</strong> macht) alsmede de mechanism<strong>en</strong> waarlangs deze tot gelding<br />

kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

21 De vroege Duitse sociologie - tot 1933 - geeft hier<strong>van</strong> e<strong>en</strong> goed voorbeeld. In dit fasciner<strong>en</strong>de broeistadium <strong>van</strong> de sociolo-<br />

gie (waarin deze voor het eerst in alle richting<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> haar bestaan aftastte) ontstond<strong>en</strong> in grote onderlinge rivaliteit<br />

minst<strong>en</strong>s acht <strong>sociologische</strong> stroming<strong>en</strong>, die nog altijd e<strong>en</strong> bron <strong>van</strong> inspiratie vorm<strong>en</strong> (m<strong>en</strong> vergelijke de overricht<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Freyer, Von Wiese, of <strong>van</strong> Spann). Wellicht heeft het antagonisme tot e<strong>en</strong> grotere diepgang <strong>van</strong> de afzonderlijke variant<strong>en</strong><br />

gestimuleerd. Voor e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke kruisbevruchting bestond in die context echter nauwelijks e<strong>en</strong> basis; de inv<strong>en</strong>tiviteit<br />

<strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de stroming<strong>en</strong> ging gepaard met e<strong>en</strong> hoge mate <strong>van</strong> isolem<strong>en</strong>t.<br />

OM RECHT EN STAAT


2.2 Positiebepaling <strong>van</strong> het inter-subjectieve analysekader<br />

De klassieke sociolog<strong>en</strong> die het bestaans<strong>recht</strong> <strong>van</strong> hun nieuwe vakgebied<br />

nog moest<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> niet ge'interesseerd in de verovering <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

exclusief onderzoeksdomein. Maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> war<strong>en</strong> a1<br />

lang onderwerp <strong>van</strong> studie voor uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de disciplines. De sociolog<strong>en</strong><br />

ambieerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe analytische b<strong>en</strong>adering op e<strong>en</strong> onderzoeksgebied,<br />

waarop reeds diverse andere onderzoeksrichting<strong>en</strong> op hun eig<strong>en</strong> manier<br />

actief war<strong>en</strong>. Het karakteristieke <strong>van</strong> de inter-subjectieve b<strong>en</strong>aderingswijze<br />

werd in alle e<strong>en</strong>voud vermoedelijk nog het best verwoord in de<br />

grondstelling <strong>van</strong> Simmel dat de m<strong>en</strong>s in heel zijn wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle uiting<strong>en</strong><br />

daardoor wordt bepaald 'dass er in Wechselwirkung mit andern<br />

M<strong>en</strong>sch<strong>en</strong> lebt'.<br />

Aan deze basale notie is op veel verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> uitwerking gegev<strong>en</strong>.<br />

Sociolog<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> zich de vraag hoe bepaalde patron<strong>en</strong> in sociaal<br />

handel<strong>en</strong> ontstaan. Zij buig<strong>en</strong> zich over de vraag onder welke condities <strong>en</strong><br />

via welke mechanism<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> oprijz<strong>en</strong> in sociale betrekking<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoe<br />

deze tot gelding kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Zij bestuder<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de mogelijke institutionalisering hier<strong>van</strong>. Zij<br />

onderzoek<strong>en</strong> naar inhoud <strong>en</strong> vorm (zij het zeker in dit opzicht vaak in<br />

onderlinge on<strong>en</strong>igheid) de condities <strong>van</strong> duur <strong>en</strong> verandering in sociale<br />

betrekking<strong>en</strong>. En zij analyser<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de richting<strong>en</strong> waarin<br />

sociale betrekking<strong>en</strong> ontstaan <strong>en</strong> verander<strong>en</strong>. Eerst zull<strong>en</strong> we echter<br />

nagaan hoezeer het uitgangspunt <strong>van</strong> inter-subjectiviteit zich in zijn<br />

embryonale vorm onderscheidt <strong>van</strong> andere disciplines <strong>en</strong> hoe cruciaal dergelijke<br />

elem<strong>en</strong>taire uitgangspunt<strong>en</strong> nog altijd zijn voor het onderscheid<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> de begripsvorming, die met e<strong>en</strong> bepaald analytisch<br />

raam verkreg<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. <strong>Om</strong> de actualiteit <strong>van</strong> de grondslag<strong>en</strong>verk<strong>en</strong>ning<br />

te onderstrep<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we de betek<strong>en</strong>is er<strong>van</strong> aan het eind <strong>van</strong><br />

deze korte rondgang illustrer<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> rec<strong>en</strong>te discussies over<br />

de verhouding tuss<strong>en</strong> economische <strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong>.<br />

2.2.1 Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de Geistesgeschichte<br />

De vroege Duitse inter-subjectieve sociolog<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> niet in de laatste<br />

plaats gemotiveerd door de behoefte om zich 10s te mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de in<br />

Duitsland zeer dominante traditie <strong>van</strong> Geistesgeschichtlichkeit. Door de<br />

grondslag<strong>en</strong> voor hun analyses in de handelingspraktijk <strong>van</strong> sociale<br />

betrekking<strong>en</strong> te wortel<strong>en</strong>, koz<strong>en</strong> zij de maatschappelijke ervaring als hun<br />

vaste uitgangspunt. In wez<strong>en</strong> had reeds Marx op e<strong>en</strong> vroeg tijdstip op zijn<br />

eig<strong>en</strong> structurele wijze (het subject 'als persoon' was hierin niet erg promin<strong>en</strong>t<br />

aanwezig) de aanzet tot deze praktische ori<strong>en</strong>tatie gegev<strong>en</strong>. De<br />

omslag naar 'reele' sociale betrekking<strong>en</strong> werd in deze periode <strong>van</strong>uit zeer<br />

uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de <strong>sociologische</strong> posities beleefd <strong>en</strong> herbeleefd. Van hieruit<br />

werd nog rijkelijk uit het erfgoed <strong>van</strong> hun voorgangers geput, doch selectief<br />

<strong>en</strong> slechts voorzover dit <strong>van</strong>uit het nieuwe perspectief rele<strong>van</strong>t was.<br />

Zij herschikt<strong>en</strong> dit erfgoed <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> praktische positie. Dat veel sociolog<strong>en</strong><br />

het, zoals we straks zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, op hun beurt nodig oordeeld<strong>en</strong> om<br />

voor e<strong>en</strong> begrip <strong>van</strong> complexe verschijnsel<strong>en</strong> de concrete ervaring weer te<br />

abstraher<strong>en</strong> tot formele begripp<strong>en</strong> <strong>van</strong> interactie <strong>en</strong> tot ideaaltypische<br />

hulpconstructies, doet niets af <strong>van</strong> de algeme<strong>en</strong> heers<strong>en</strong>de pret<strong>en</strong>tie om<br />

Wirklichkeitswiss<strong>en</strong>schaft te bied<strong>en</strong> 3.<br />

Ook zonderd<strong>en</strong> zij het nieuwe vakgebied af <strong>van</strong> de psychologie <strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

morele wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. De <strong>sociologische</strong> b<strong>en</strong>adering is niet geschikt voor<br />

e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke bestudering <strong>van</strong> de intrinsieke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>selijke<br />

waard<strong>en</strong> of <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>selijke persoonlijkheid. Process<strong>en</strong> <strong>van</strong> zingeving<br />

zijn <strong>van</strong> elem<strong>en</strong>taire betek<strong>en</strong>is voor de ontwikkeling <strong>van</strong> sociale<br />

OM RECHT EN STAAT


etrekking<strong>en</strong>, maar voor de socioloog ont<strong>staat</strong> dit belang eerst voorzover<br />

het inter-subjectief verkeer hierdoor op <strong>en</strong>igerlei wijze wordt gericht 4.<br />

Eerst door de dim<strong>en</strong>sie <strong>van</strong> sociale Wechselwirkung' kom<strong>en</strong> de zingevingsprocess<strong>en</strong><br />

in het vizier <strong>van</strong> de sociologie.<br />

De klassieke Amerikaanse sociologie heeft het emancipatieproces t<strong>en</strong><br />

opzichte <strong>van</strong> de Geistesgeschichte nooit zo int<strong>en</strong>sief beleefd. Aangezi<strong>en</strong> de<br />

in Amerika zeer dominante filosofie <strong>van</strong> het pragmatisme zelf de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> haar kernbegripp<strong>en</strong> (incl. de ethische dim<strong>en</strong>sie <strong>van</strong> waard<strong>en</strong>!)<br />

doopte in de maatschappelijke handelingspraktijk <strong>en</strong> de uiteindelijke<br />

waardering hier<strong>van</strong> mede liet afhang<strong>en</strong> <strong>van</strong> de praktische uitkomst<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociaal handel<strong>en</strong>, was de afstand tot de inter-subjectieve sociologie<br />

we1 zeer gering. Met name bij Dewey lop<strong>en</strong> de pragmatistische <strong>en</strong> <strong>sociologische</strong><br />

invalshoek<strong>en</strong> schijnbaar moeiteloos door elkaar 5. Idee<strong>en</strong>, oordel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zelfs ethische waard<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> hun betek<strong>en</strong>is d66r het handel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> niet a priori <strong>van</strong>af e<strong>en</strong> vast punt verondersteld word<strong>en</strong>. De pragmatistische<br />

'logic of discovery' (probleemgestuurd <strong>en</strong> resultaat-geori<strong>en</strong>teerd)<br />

is zeer k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de Amerikaanse sociologie inzake het sociaal<br />

proces. Deze traditie is nog altijd zeer invloedrijk <strong>en</strong> wordt in de<br />

huidige Amerikaanse discussies over de ontwikkeling <strong>van</strong> de sociale<br />

<strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> voortgezet <strong>en</strong> geactualiseerd door e<strong>en</strong> stroom <strong>van</strong> onderzoekers,<br />

zoals bijvoorbeeld expliciet in de bijdrag<strong>en</strong> Selznick. In hoofdstuk 6<br />

kom<strong>en</strong> we hierop uitvoerig terug.<br />

Ook t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de psychologie bestond<strong>en</strong> daar veel overlapping<strong>en</strong><br />

met de ontwikkeling <strong>van</strong> het inter-subjectieve sociologiebedrijf. Cooley<br />

was de grote wegbereider op dit gebied, ook a1 gold hij in zijn vroege werk<br />

eerder als sociaal psycholoog dan als socioloog. Typer<strong>en</strong>d voor zijn b<strong>en</strong>adering<br />

is dat m<strong>en</strong>selijke gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> niet voortkom<strong>en</strong> uit<br />

eig<strong>en</strong> bewustzijn maar dat deze groei<strong>en</strong> in communicatie met ander<strong>en</strong>.<br />

Cooley situeerde deze 'ander<strong>en</strong>' echter in de eig<strong>en</strong> geest <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />

(hieraan refereert zijn bek<strong>en</strong>de begrip 'the looking glass self). Sociaal<br />

bewustzijn <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ont<strong>staat</strong> doordat het beeld dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> ander<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>, interfereert met de verbeelde voorstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> ander<strong>en</strong><br />

over h<strong>en</strong> zelf, alsmede met de bestaande collectieve beeldvorming in primaire<br />

groep<strong>en</strong>. Hij beschouwde de voorstelling<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> elkaar<br />

hebb<strong>en</strong> als de 'solid facts of society'. Pas in zijn latere werk 'Social Process'<br />

zou hij het dynamische waard<strong>en</strong>patroon <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer expliciet met<br />

sociale interacties gaan verbind<strong>en</strong>, vooral in primaire groep<strong>en</strong> 6.<br />

De socioloog Mead (die voor e<strong>en</strong> belangrijk deel voortborduurde op de<br />

inzicht<strong>en</strong> <strong>van</strong> Dewey <strong>en</strong> Cooley) zou de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de psychologische<br />

<strong>en</strong> de <strong>sociologische</strong> b<strong>en</strong>aderingswijz<strong>en</strong> scherper stell<strong>en</strong>. Naar zijn m<strong>en</strong>ing<br />

berustt<strong>en</strong> de sociale interacties <strong>van</strong> Cooley nog te veel op introspectie: op<br />

psychische voorstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de betrokk<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Weliswaar had<br />

31 De term Wirklichkeitswiss<strong>en</strong>schaft werd eerst in 1930 gehtroduceerd door Freyer, die hieraan zelf e<strong>en</strong> specifieke, inhoudelijk<br />

<strong>en</strong> historisch gegronde betek<strong>en</strong>is gaf als 'gescheh<strong>en</strong>de Wirklichkeit'. Hij polemiseerde deze specitieke betek<strong>en</strong>is niet alle<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> de vroegere geesteswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> maar ook teg<strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> richting<strong>en</strong> (bijv. teg<strong>en</strong> het reeds oudere werk <strong>van</strong><br />

Simmel <strong>en</strong> vooral teg<strong>en</strong> Von Wiese, die zich conc<strong>en</strong>treerd<strong>en</strong> op 'vorm<strong>en</strong>' <strong>van</strong> sociale interactie in plaats <strong>van</strong> louter inhoude-<br />

lijke analyses). Op hun beurt claimd<strong>en</strong> de 'formele' sociolog<strong>en</strong> dat zij aan de hand <strong>van</strong> het bewegingsspel <strong>van</strong> interactie-vorm<strong>en</strong><br />

meer grip kond<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> op de dynamiek <strong>van</strong> de werkelijkheid dan met behulp <strong>van</strong> inhoudelijke mom<strong>en</strong>topnam<strong>en</strong> mogelijk is.<br />

De ambitie om 'Wirklichkeit' in haar wording te doorgrond<strong>en</strong>, bestond derhalve universeel, maar de werkelijkheid werd <strong>van</strong>-<br />

uit verschill<strong>en</strong>de invalshoek<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd. De discussie komt verderop terug bij de afgr<strong>en</strong>zing t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de historische<br />

wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Zie H. Freyer. Soziologie 01s Wirklichkeitswiss<strong>en</strong>schaft [1930].<br />

41 E<strong>en</strong> mooi voorbeeld is Tonnies fundering <strong>van</strong> Gemeinschaft und Gesellschaft in de waard<strong>en</strong>system<strong>en</strong> <strong>van</strong> 'Wes<strong>en</strong>wille und<br />

Willkur'. Zie F. Tonnies. Gemeinschap und Gesellschaft 1887, deel 2.<br />

s] J, Dewey. Reconstruction in Philosophy, 7e druk 1964. [I 9201. Voorts J. Dewey, The Quest For Certainty, 1960 1 le druk, [I 9291.<br />

6) C.H. Cooley. Sociol Process, 1966 [I 90 I], blz. 283 e.v.<br />

OM RECHT EN STAAT


Cooley 'de ander' <strong>en</strong> 'het zelf op BBn lijn gebracht, maar de eig<strong>en</strong> werking<br />

<strong>van</strong> de objectieve wereld <strong>van</strong> sociale interacties (de bov<strong>en</strong>-individuele<br />

'emerg<strong>en</strong>t properties') bleef zo nog buit<strong>en</strong> beeld 7. De b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> de<br />

eig<strong>en</strong>tijdse sociolog<strong>en</strong> (zoals Thomas, Park <strong>en</strong> Burgess) zou zich steeds<br />

meer op de verband<strong>en</strong> met deze objectieve sociale interacties gaan richt<strong>en</strong>,<br />

zoals trouw<strong>en</strong>s ook Cooley in zijn latere werk. Mead zelf gaf uitwerking<br />

aan de bemiddel<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zelfstandige betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> syrnbol<strong>en</strong> (zoals<br />

in het bijzonder de taal) in het proces <strong>van</strong> communicatie <strong>en</strong> zou hiermee<br />

de basis legg<strong>en</strong> voor het zogehet<strong>en</strong> symbolisch interactionisme 8. Deze<br />

stroming keerde zich af <strong>van</strong> formele relaties <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>treerde zich op<br />

gedragsdefinities <strong>en</strong> bijzondere sociale process<strong>en</strong>, zoals tot uitdrukking<br />

komt in kernbegripp<strong>en</strong> als 'attitude', 'defmitie <strong>van</strong> de situatie', 'meaning'<br />

<strong>en</strong> 'role-taking'. De sociologie <strong>van</strong> Mead heeft onder meer belangrijke<br />

inzicht<strong>en</strong> opgeleverd over het proces <strong>van</strong> socialisatie 9.<br />

2.2.2 Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

Met hun aandacht voor in de praktijk wortel<strong>en</strong>de, inter-subjectieve process<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de mogelijke vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> institutionalisering kwam de vroege<br />

sociologie wellicht nog het meest in aanraking met bestaande b<strong>en</strong>aderingswijz<strong>en</strong><br />

in de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in de geschiedbeoef<strong>en</strong>ing.<br />

Met name in de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> bestond a1 e<strong>en</strong> uitgebreide traditie<br />

<strong>van</strong> analyses inzake '<strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>' <strong>en</strong> <strong>recht</strong>spatron<strong>en</strong> waarin waard<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> op specifieke wijze zijn ge'institutionaliseerd in ov<strong>en</strong>veg<strong>en</strong>d<br />

formele <strong>recht</strong>sverhouding<strong>en</strong>. De inter-subjectieve analyse vertoont<br />

veel v<strong>en</strong><strong>van</strong>tschap met de <strong>recht</strong>skundige analyse <strong>van</strong> 'betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong>' (m<strong>en</strong> vergelijke bij uitstek het werk <strong>van</strong> Max Weber).<br />

Er is natuurlijk we1 e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

sociologie met betrekking tot de reikwijdte <strong>van</strong> het onderzoeksobject, aangezi<strong>en</strong><br />

het onderzoeksdomein <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> wordt<br />

gekleurd door het specifieke <strong>recht</strong>sgebond<strong>en</strong> karakter <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>.<br />

Er is echter e<strong>en</strong> ander <strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teler verschil in b<strong>en</strong>adering tuss<strong>en</strong> de<br />

twee disciplines. Op het gebied <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> - voor de wet<strong>en</strong>schap<br />

vrijwel unieke - verhouding tuss<strong>en</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de theoretische<br />

leer <strong>en</strong> de maatschappelijke <strong>recht</strong>spraktijk. In het verkeer tuss<strong>en</strong><br />

wetgever, <strong>recht</strong>er <strong>en</strong> burger word<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d nieuwe normatieve ijkpunt<strong>en</strong><br />

gevestigd <strong>en</strong> herbevestigd. Rechtsbetrekking<strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> hun normatieve<br />

kracht aan legale organ<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke conflict<strong>en</strong> daaromtr<strong>en</strong>t<br />

word<strong>en</strong> zonodig gearbitreerd door de <strong>recht</strong>er (in het common law<br />

stelsel heeft de <strong>recht</strong>er ook zelf e<strong>en</strong> <strong>recht</strong>zett<strong>en</strong>de functie). De wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

beoef<strong>en</strong>aar <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> is gebond<strong>en</strong> aan de normatieve onb<br />

wikkeling <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> in de praktijk. Ook andersom baser<strong>en</strong> de wetgever<br />

<strong>en</strong> de <strong>recht</strong>er hun oordeel mede op de geld<strong>en</strong>de interpretaties in de<br />

<strong>recht</strong>sleer. Zo be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> bijzondere wisselwerking tuss<strong>en</strong> theorie <strong>en</strong><br />

praktijk <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>sontwikkeling. De socioloog daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> moet zich<br />

behelp<strong>en</strong> met eig<strong>en</strong> rationalisaties. Hierbij kunn<strong>en</strong> empirische inzicht<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> rol vervull<strong>en</strong>, maar hij treedt de dynamische werkelijkheid<br />

noodgedwong<strong>en</strong> tegemoet met e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> geconstrueerde hulplijn<strong>en</strong>.<br />

Wat betreft de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels in sociale betrekking<strong>en</strong><br />

tracht de socioloog de specifieke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit<br />

T] Voor de markering <strong>van</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de <strong>sociologische</strong> <strong>en</strong> de psychologische b<strong>en</strong>aderingswijze is interessant G.H. Mead,<br />

Cooley's Contribution to Americon Thought, 1930, blz. 693-706.<br />

s] Zijderveld geeft e<strong>en</strong> goed inzicht in de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> instituties in deze interacties. Zie A.C. Zijderveld. De Relotiviteit <strong>van</strong> K<strong>en</strong>nis<br />

<strong>en</strong> Werkelgkheid. 1974. blz. 65.<br />

91 G.H. Mead. Mind, Self ond Society, 19e druk 1974. [1934]. E<strong>en</strong> uitgebreide behandeling <strong>van</strong> de vroege Amerikaanse sociologie<br />

geeft D. Manindale. The Nature and Types of Sociological Theory, 1961.<br />

OM RECHT EN STAAT


e<strong>en</strong> ruimere context te duid<strong>en</strong>. Voorts heeft hij meer oog voor de ontstaanscondities<br />

<strong>van</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de mogelijke gelding<br />

hier<strong>van</strong>. De <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapper ori<strong>en</strong>teert zich uiteindelijk op norm<strong>en</strong><br />

die volg<strong>en</strong>s specifieke instituties in het <strong>recht</strong>sverkeer gelegitimeerd zijn.<br />

Zo gezi<strong>en</strong> kan de analyse <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapper bog<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> veel<br />

steviger fundam<strong>en</strong>t. Anderzijds kan deze gebond<strong>en</strong>heid juist ook e<strong>en</strong> knevel<strong>en</strong>de<br />

werking hebb<strong>en</strong>. De wet<strong>en</strong>schappelijke beoef<strong>en</strong>aar <strong>van</strong> het <strong>recht</strong><br />

kan niet e<strong>en</strong>voudig buit<strong>en</strong> de context stapp<strong>en</strong>, waarin de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> het <strong>recht</strong> haar feitelijke loop neemt. Gezi<strong>en</strong> de beleidsgeori<strong>en</strong>teerde<br />

w<strong>en</strong>ding die het <strong>recht</strong> in de loop <strong>van</strong> deze eeuw heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, wordt ook<br />

de wet<strong>en</strong>schappelijke beoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> in sterke mate in deze<br />

administratieve richting getrokk<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>ig beoef<strong>en</strong>aar <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> laat<br />

zich niet gaarne insluit<strong>en</strong> in de instrum<strong>en</strong>tele toepassing die het <strong>recht</strong><br />

heeft gekreg<strong>en</strong>. Hij zal voortdur<strong>en</strong>d tracht<strong>en</strong> om de fundam<strong>en</strong>tele <strong>recht</strong>sbeginsel<strong>en</strong><br />

zo ruim te definier<strong>en</strong> dat hij voldo<strong>en</strong>de armslag overhoudt om<br />

de dagelijkse <strong>recht</strong>sontwikkeling met <strong>en</strong>ige distantie te analyser<strong>en</strong>. Hij<br />

kan zich ev<strong>en</strong>wel niet te ver <strong>van</strong> de praktische toepassing<strong>en</strong> v<strong>en</strong>vijder<strong>en</strong>,<br />

omdat de typer<strong>en</strong>de normatieve gebond<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> zijn vakuitoef<strong>en</strong>ing<br />

dan verlor<strong>en</strong> gaat. Dit dilemma heeft <strong>van</strong>wege de overheers<strong>en</strong>de beleidsmatige<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> e<strong>en</strong> steeds grotere actualiteit gekreg<strong>en</strong>.<br />

In de loop <strong>van</strong> de eeuw is de ongerustheid <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>sbeoef<strong>en</strong>aars<br />

over het <strong>recht</strong>sgehalte <strong>van</strong> formeel gelegaliseerd overheidsingrijp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>orm toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 10. Echter, naarmate de <strong>recht</strong>sbeoef<strong>en</strong>aar zich meer<br />

g<strong>en</strong>oopt ziet om afstand te nem<strong>en</strong> <strong>van</strong> de vaste normatieve aangrijpingspunt<strong>en</strong><br />

in de feitelijke ontwikkeling <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>, komt zijn analyse meer<br />

<strong>en</strong> meer in het vaarwater <strong>van</strong> andere disciplines (bijv. de flosofie of de<br />

sociologie, die elk hun typer<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> <strong>van</strong> analyse<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>). Dit thema zal in de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale vraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderzoek.<br />

2.2.3 Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de geschiedkunde<br />

De afbak<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de sociologie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de historische wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

kan slechts met grote terughoud<strong>en</strong>dheid word<strong>en</strong> gemaakt,<br />

omdat de vele substroming<strong>en</strong> in beide disciplines tot veel verschill<strong>en</strong>de<br />

overlapping<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderscheiding<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong>. We1 is het zinvol<br />

om BBn voortdur<strong>en</strong>d terugker<strong>en</strong>d motief onder de aandacht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Het nieuwe sociologiebedrijf w<strong>en</strong>ste zich te onderscheid<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

geschiedkundig<strong>en</strong> door op zoek te gaan naar algem<strong>en</strong>e principes <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> maatschappelijke interactie. Dergelijke vorm<strong>en</strong> zijn niet gebond<strong>en</strong><br />

aan de naar tijd <strong>en</strong> plaats bepaalde verklaring<strong>en</strong> <strong>van</strong> de historicus,<br />

maar kunn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> als ijkpunt voor e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eriek begrip <strong>van</strong> de maatschappelijke<br />

ontwikkeling<strong>en</strong>, die zich op zeker mom<strong>en</strong>t in a1 hun bijzonderhed<strong>en</strong><br />

voordo<strong>en</strong> 11. Overig<strong>en</strong>s werd deze werkwijze, die als e<strong>en</strong> rode<br />

draad door het werk <strong>van</strong> Tonnies, Simmel, Weber <strong>en</strong> Von Wiese loopt,<br />

door diverse andere sociolog<strong>en</strong> bestred<strong>en</strong>, juist <strong>van</strong>wege de neiging om via<br />

algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> formele mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> interactie bijzondere situaties te<br />

will<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldus afstand te nem<strong>en</strong> <strong>van</strong> de historische loop der ding<strong>en</strong>.<br />

Met name Mannheim <strong>en</strong> Freyer ontpopt<strong>en</strong> zich als woordvoerders<br />

lo] E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de baanbrek<strong>en</strong>de werk<strong>en</strong> over dit dilemma is het boek <strong>van</strong> L.L. Fuller, The Morolity of law, (herzi<strong>en</strong>e uitgave 1969).<br />

[1964]. Fuller maakte onderscheid tuss<strong>en</strong> 'morality of duty' <strong>en</strong> 'morality of aspiration'. Hij was <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat de ovemeldi-<br />

g<strong>en</strong>de to<strong>en</strong>eming <strong>van</strong> de aspiratieve regelgeving slecht te rijm<strong>en</strong> valt met de op de '<strong>recht</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong>' toegesned<strong>en</strong>, klassieke<br />

<strong>recht</strong>sbeginsel<strong>en</strong>.<br />

"1 Cynisch g<strong>en</strong>oeg zou Tonnies' befaamde onderscheid tuss<strong>en</strong> Gemeinschaft und Gesellschaft juist grote bek<strong>en</strong>dheid verkrijg<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>wege de verme<strong>en</strong>de 'historische' betek<strong>en</strong>is. In werkelijkheid betreft het e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de vroege geconstrueerde vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

maatschappelijke interactie. Zie F. Tonnies, [I 8871, Ibid. Zie voorts G. Simmel. Soziologie; Unt<strong>en</strong>uchung<strong>en</strong> iiber die Form<strong>en</strong> der<br />

Gesellschofiung, 1983 6e druk. [I 9081.<br />

OM RECHT EN STAAT


<strong>van</strong> de vele kritiek<strong>en</strong> die aan de logische <strong>en</strong> formele richting<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

sociologie de pret<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> 'Wirklichkeit' wild<strong>en</strong> ontzegg<strong>en</strong> 12. De formele<br />

sociologie heeft altijd het odium meegedrag<strong>en</strong> dat de geconstrueerde vorm<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> interactie nooit meer in de reele praktijk zoud<strong>en</strong> neerdal<strong>en</strong><br />

(reeds de b<strong>en</strong>aming 'formeel', door Simmel oorspronkelijk neutraal<br />

bedoeld, heeft e<strong>en</strong> pejoratieve Hank gekreg<strong>en</strong>). Volg<strong>en</strong>s mij deed deze kritiek<br />

ge<strong>en</strong> <strong>recht</strong> aan de inzet <strong>van</strong> deze wijze <strong>van</strong> sociologiebeoef<strong>en</strong>ing, maar<br />

ik ga op deze plaats aan deze discussies voorbij.<br />

Hoe kond<strong>en</strong> deze vonn-geori<strong>en</strong>teerde sociolog<strong>en</strong> dan zelf hun uitgangspunt<br />

<strong>van</strong> dynamische interacties rijm<strong>en</strong> met het gebruik <strong>van</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> geconstrueerde begripp<strong>en</strong>? Zij war<strong>en</strong> hierover zeer uitvoerig.<br />

In ess<strong>en</strong>tie is de red<strong>en</strong>ering dat zij uit e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> bijzondere praktijksituaties<br />

algem<strong>en</strong>e vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> interactie distiller<strong>en</strong> (die <strong>van</strong> de bijzondere,<br />

situationele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn ontdaan). Simmel ging hierin zelfs<br />

zover dat hij zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de historische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> op BBn lijn<br />

naast elkaar plaatste om daaruit algem<strong>en</strong>e patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> interactie te<br />

kunn<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong>. Op die manier ontdekte hij bijvoorbeeld dat dominantie<br />

door e<strong>en</strong> groep ofwel via nivellering ofwel via rangord<strong>en</strong>ing kan word<strong>en</strong><br />

uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong> dat hierop in beide gevall<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> toepassing<br />

zijn 13. De volg<strong>en</strong>de stap is dan dat dergelijke algem<strong>en</strong>e vorm<strong>en</strong><br />

als onderlegger word<strong>en</strong> gebruikt om e<strong>en</strong> dieper begrip te verkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

concrete situaties in a1 hun bijzonderhed<strong>en</strong>. Het begin- <strong>en</strong> het eindpunt<br />

<strong>van</strong> deze b<strong>en</strong>adering ligt derhalve in de ervaring <strong>van</strong> de praktijk. De algem<strong>en</strong>e<br />

begripp<strong>en</strong> zijn ijkpunt<strong>en</strong> of hulplijn<strong>en</strong> die nodig zijn om teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

meetbare achterpond het bijzondere <strong>van</strong> situaties te kunn<strong>en</strong> met<strong>en</strong>. Het<br />

zijn door ervaring gecumuleerde rationalisaties. Elke wet<strong>en</strong>schap baseert<br />

zich uiteindelijk 'auf solch<strong>en</strong> Gedank<strong>en</strong>dinge' stelt Tijnnies onomwond<strong>en</strong>,<br />

maar het is we1 zaak om het algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> het bijzondere zo nauw mogelijk<br />

te lat<strong>en</strong> spor<strong>en</strong>, want als de afwijking te groot wordt, zijn voor de<br />

meting <strong>van</strong> het bijzondere ge<strong>en</strong> precieze ijkpunt<strong>en</strong> aanwezig 14.<br />

2.2.4 Positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de economische b<strong>en</strong>adering<br />

Belangwekk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> bij nadere beschouwing nog altijd hoogst actueel is<br />

t<strong>en</strong>slotte de oorspronkelijke profilering <strong>van</strong> het inter-subjectieve uitgangspunt<br />

t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de economische wet<strong>en</strong>schap (die opnieuw<br />

wordt gek<strong>en</strong>merkt door verschill<strong>en</strong>de subrichting<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel<br />

aangrijpingspunt voor de algem<strong>en</strong>e afbak<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de twee disciplines <strong>en</strong><br />

voor onderzoek naar mogelijkhed<strong>en</strong> voor uitwisseling biedt het handboek<br />

<strong>van</strong> L. von Wiese. Deze kwam na e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve studie tot de conclusie dat<br />

de elem<strong>en</strong>taire principes <strong>van</strong> de twee disciplines zijn gebaseerd op verschill<strong>en</strong>de<br />

basisverhouding<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>vijl het <strong>sociologische</strong> schema is gefundeerd<br />

in de subject-subjectverhouding, gaat het in de economie in ess<strong>en</strong>tie<br />

om subject-objectverhouding<strong>en</strong>. De kern <strong>van</strong> het economiser<strong>en</strong> berust op<br />

het in ev<strong>en</strong>wicht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> behoeft<strong>en</strong>, voorrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> hieraan verbond<strong>en</strong><br />

kost<strong>en</strong>. Het uitgangspunt <strong>van</strong> optimalisering maakt <strong>van</strong> de economie e<strong>en</strong><br />

normatieve gedragswet<strong>en</strong>schap. In het ev<strong>en</strong>wichtsprobleem 'behoefte t<strong>en</strong><br />

opzichte <strong>van</strong> voorraad, <strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> prijs' is de basisverhouding<br />

<strong>van</strong> het economische d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> vervat.<br />

Aldus kan op elem<strong>en</strong>tair niveau de ratio <strong>van</strong> twee verschill<strong>en</strong>de analyseschema's<br />

word<strong>en</strong> vastgesteld. Ook de econoom buigt zich natuurlijk<br />

veelvuldig over de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de mogelijke<br />

121 Zie vooal H. Freyer, Soziologie 01s Wirklichkeitswiss<strong>en</strong>schofi Logische Grundlegung des Systems der Soziologie, 1964 2e druk. [I 9301:<br />

over Sirnrnel <strong>en</strong> Von Wiese blz. 45-68, over M. Weber, blz. 145- 158.<br />

131 Sirnrnel, lbid.. [I 9081, blz. 15 1.<br />

14] F. Tonnies, lbid.. [1887l, voorwoord.<br />

OM RECHT EN STAAT


ationele organisatie hier<strong>van</strong> in berek<strong>en</strong>bare verhouding<strong>en</strong>. De economische<br />

theorie bevat hierover uitgebreide hoofdstukk<strong>en</strong>. Maar deze economische<br />

inter-subjectieve relaties zijn afgeleid <strong>van</strong> het primaire oogmerk<br />

om de subject-objectverhouding<strong>en</strong> te optimaliser<strong>en</strong>. Wat de econoom kan<br />

gebruik<strong>en</strong> <strong>van</strong> de inter-subjectieve onderzoeksruimte voor zijn primaire<br />

onderzoeksvrag<strong>en</strong> (de economiser<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> naar optimalisering <strong>van</strong><br />

m<strong>en</strong>s-dingverhouding<strong>en</strong>) is e<strong>en</strong> selectief aftreksel <strong>van</strong> de subject-subjectverhouding<strong>en</strong>.<br />

Het zijn doelbewust geselecteerde, normatieve tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het sociale 15. De inter-subjectieve analyse <strong>van</strong> de optimaliser<strong>en</strong>de<br />

economie bevat derhalve weinig diepgang voor de <strong>sociologische</strong> vrag<strong>en</strong><br />

zoals die in de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> paragraaf 2.2 werd<strong>en</strong> opgeworp<strong>en</strong>. Ook omgekeerd<br />

(ik kom daar straks op terug in reactie op Etzioni <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>) levert<br />

het grondschema <strong>van</strong> de homo sociologicus weinig vruchtbare onderzoeksresultat<strong>en</strong><br />

op voor de vrag<strong>en</strong> naar economische optimalisering.<br />

De verschill<strong>en</strong>d geaarde grondslag<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze twee disciplines kunn<strong>en</strong><br />

moeilijk gecombineerd word<strong>en</strong>, dan verliez<strong>en</strong> beide hun bijzondere verklaringskracht.<br />

Maar hierdoor wordt het onderzoeksgebied ge<strong>en</strong>szins<br />

begr<strong>en</strong>sd. In de praktijk blijk<strong>en</strong> de onderzoeksgebied<strong>en</strong> <strong>van</strong> de twee b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong><br />

elkaar voor e<strong>en</strong> groot deel te overlapp<strong>en</strong>. De econoom buigt zich<br />

veelvuldig over vraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale aard, t<strong>en</strong>vijl de socioloog <strong>van</strong><br />

zijn kant wordt geboeid door marktprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

schaarste. Op het gr<strong>en</strong>svlak <strong>van</strong> sociologie <strong>en</strong> economie bevind<strong>en</strong> zich<br />

zelfs subdisciplines, zoals de institutionele economie aan de <strong>en</strong>e kant <strong>en</strong><br />

de economische sociologie aan de andere, die expliciet op e<strong>en</strong> objectverbreding<br />

aanstur<strong>en</strong>. Dit is - zoals we a1 eerder t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> andere<br />

gr<strong>en</strong>sgebied<strong>en</strong> constateerd<strong>en</strong> - de gelukkige consequ<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> het feit dat<br />

op het gebied <strong>van</strong> de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele b<strong>en</strong>aderingswijze<br />

zich e<strong>en</strong> exclusief onderzoeksgebied kan toemet<strong>en</strong>.<br />

De wederzijdse to<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> aanpal<strong>en</strong>de disciplines kan leid<strong>en</strong> tot<br />

interessante kruisbevruchting<strong>en</strong> mits <strong>en</strong> uoorzouer m<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> <strong>van</strong> het eig<strong>en</strong> paradigma goed voor og<strong>en</strong> houdt. Bij vraagstukk<strong>en</strong><br />

die zich op het snijvlak <strong>van</strong> econornie <strong>en</strong> sociologie bevind<strong>en</strong>, kan<br />

m<strong>en</strong> beter naargelang de vraagstelling <strong>van</strong> het onderzoek B<strong>en</strong> <strong>van</strong> de twee<br />

paradigma's als uitgangspunt nem<strong>en</strong>. De institutionele econornie levert<br />

toegevoegde waarde aan de economische inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de economische<br />

vraagstelling. Zij biedt echter ge<strong>en</strong> volwaardig kader voor andere vraagstukk<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> inter-subjectieve aard. <strong>Om</strong>gekeerd kan de economische<br />

sociologie beter niet de optimaliseringsbehoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong> de economie gaan<br />

omvatt<strong>en</strong>.<br />

2.2.5 De proef op de sorn: het actuele debat tuss<strong>en</strong> sociologie <strong>en</strong> econornie.<br />

M<strong>en</strong> kan de actualiteit <strong>van</strong> dit klassieke standpunt niet beter illustrer<strong>en</strong><br />

dan door het te toets<strong>en</strong> aan de actuele discussies tuss<strong>en</strong> de groep <strong>van</strong><br />

zogehet<strong>en</strong> 'nieuwe institutionele econom<strong>en</strong>' <strong>en</strong> die <strong>van</strong> de 'economisch geori<strong>en</strong>teerde<br />

sociolog<strong>en</strong>'. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de neo-institutionele econom<strong>en</strong><br />

is hun belangstelling voor de bestudering <strong>van</strong> sociale interactievorm<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>uit de economische invalshoek. De gangbare assumpties <strong>van</strong> de microeconomie<br />

zijn naar hun oordeel veel te abstract om reele verklaring<strong>en</strong> te<br />

bied<strong>en</strong> voor economisch gedrag. Deze gaan met name voorbij aan de<br />

beperking<strong>en</strong> <strong>van</strong> rationeel keuzegedrag, alsmede aan de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong><br />

opportunistische afweging<strong>en</strong> in het economisch handel<strong>en</strong>. Hun aanvull<strong>en</strong>de<br />

analysemodel komt er in de kern op neer dat e<strong>en</strong> veel grotere betek<strong>en</strong>is<br />

aan de transactiekost<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

'51 L. von Wiese. System der Allgemein<strong>en</strong> Soziologie; 01s Lehre von d<strong>en</strong> soziol<strong>en</strong> Prozess<strong>en</strong> und d<strong>en</strong> soziol<strong>en</strong> Gebild<strong>en</strong> der M<strong>en</strong>sch<strong>en</strong><br />

(Beziehungslehre); 1966 4e druk. [1928]. blz. 629-630.<br />

OM RECHT EN STAAT


elangrijke <strong>en</strong> voor de leer <strong>van</strong> economische instituties zeer opvall<strong>en</strong>de<br />

ontdekking<strong>en</strong> is dat de kost<strong>en</strong> die aan markttransacties zijn verbond<strong>en</strong>,<br />

de keuze voor onderschikking aan hierarchische verhouding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

billijk<strong>en</strong> (zie in het bijzonder het werk <strong>van</strong> Williamson 16).<br />

Bi~<strong>en</strong> het economische schema <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader <strong>van</strong> de economiser<strong>en</strong>de<br />

vraagstelling wordt deze inbr<strong>en</strong>g <strong>van</strong> de neo-institutionele econe<br />

m<strong>en</strong> inmiddels zeer rele<strong>van</strong>t geacht. Ofschoon aanvull<strong>en</strong>d t<strong>en</strong> opzichte<br />

<strong>van</strong> de klassieke uitgangspunt<strong>en</strong>, geeft de b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> transactiekost<strong>en</strong><br />

hieraan e<strong>en</strong> verrijking, zij vormt ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> het<br />

klassieke raam. De inbr<strong>en</strong>g <strong>van</strong> de neo-institutionele econom<strong>en</strong> is complem<strong>en</strong>tair<br />

t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de economische b<strong>en</strong>adering, zij geeft verdieping<br />

aan het primaire oogmerk <strong>van</strong> economische optimalisering.<br />

Vanzelfsprek<strong>en</strong>d zijn die inzicht<strong>en</strong> ook rele<strong>van</strong>t buit<strong>en</strong> de wereld <strong>van</strong> de<br />

economie. Maar de doelrationele, economiser<strong>en</strong>de basis is te smal om deze<br />

inzicht<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>s te verheff<strong>en</strong> tot algeme<strong>en</strong> kader voor de institutionalisering<br />

<strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>, met hun k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> waard<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> norrn<strong>en</strong>. Wie de <strong>sociologische</strong> vraag stelt naar het waarom <strong>en</strong> hoe<br />

<strong>van</strong> ondergeschikte of nev<strong>en</strong>geschikte interacties, kan beter niet het<br />

kader <strong>van</strong> de nieuwe institutionele economie als vertrekpunt nem<strong>en</strong>.<br />

Wanneer m<strong>en</strong> dit nieuwe economische gedacht<strong>en</strong>goed de <strong>sociologische</strong><br />

maat gaat nem<strong>en</strong>, krijgt de omarming <strong>van</strong> de transactiekost<strong>en</strong> a1 gauw<br />

het buit<strong>en</strong>issige <strong>van</strong> de kat in het vreemde pakhuis. En dit pakhuis is volgestouwd<br />

met allerlei soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> hierarchische <strong>en</strong> andere interactievorm<strong>en</strong>,<br />

waarvoor de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de transactiekost<strong>en</strong> slechts BBn <strong>van</strong> de<br />

vele verklaringsgrond<strong>en</strong> kan bied<strong>en</strong>. Met de veronderstelling dat het op<br />

deze economisch-rationele basis mogelijk zou zijn 'to deflect the analysis<br />

of institutions from sociological, historical and legal argum<strong>en</strong>tation and<br />

show instead that they arise as the effici<strong>en</strong>t solution to economic problems',<br />

lijkt de neo-institutionele economie haar brille toch wat te overdrijv<strong>en</strong><br />

17.<br />

Deze stellingname geldt echter ook in de omgekeerde richting. Te'neinde<br />

e<strong>en</strong> vruchtbare wisselwerking tuss<strong>en</strong> het economische <strong>en</strong> het <strong>sociologische</strong><br />

analyseschema mogelijk te mak<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t ook <strong>van</strong> <strong>sociologische</strong> zijde<br />

de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het economische paradigma in zijn eig<strong>en</strong> waarde gerespecteerd<br />

te word<strong>en</strong>. Zoals elk ander grondschema (niet in de laatste plaats<br />

het in deze studie gekoz<strong>en</strong> inter-subjectieve schema) is ook het model <strong>van</strong><br />

de homo economicus beperkt; het is met opzet op e<strong>en</strong> bepaalde manier<br />

geconstrueerd om economische vraagstukk<strong>en</strong> zonder (voor dat doe1 overbodige)<br />

ballast optimaal te kunn<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong>. Als zodanig heeft het<br />

zijn functie binn<strong>en</strong> de economische wet<strong>en</strong>schap ruimschoots bewez<strong>en</strong>.<br />

Niettemin heeft de utilitaire grondslag <strong>en</strong> het <strong>en</strong>ge rationaliteitsbegrip<br />

<strong>van</strong> de homo economicus <strong>van</strong> buit<strong>en</strong>af vrijwel steeds aan kritiek bloot<br />

gestaan.<br />

M<strong>en</strong> kan beter niet de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>en</strong>e paradigma als criterium<br />

nem<strong>en</strong> om het andere de maat te nem<strong>en</strong>. Het is mij dan ook niet duidelijk<br />

waarom vooraanstaande sociaal filosof<strong>en</strong> - zoals Hirschman <strong>en</strong><br />

Elster - <strong>en</strong> sociolog<strong>en</strong>, zoals Etzioni <strong>en</strong> Granovetter (sommig<strong>en</strong> <strong>van</strong> h<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> economische achtergrond!) hun pijl<strong>en</strong> aan het adres<br />

<strong>van</strong> de economie bij herhaling op de exist<strong>en</strong>tiele uitgangspunt<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>.<br />

161 De traditie <strong>van</strong> de institutionele economie be<strong>staat</strong> al langer (bijv. in het beknopte werk <strong>van</strong> Coase), maar het boek <strong>van</strong><br />

Williamson in 1975 heeft aan deze theoretische stroming e<strong>en</strong> belangrijke nieuwe impuls gegev<strong>en</strong>. O.E. Williamson. Markets and<br />

Hierarchies; analysis and onti-trust implications. 1975.<br />

17 M Granovetter. 'Economic Action and Social Structure: The Problem of Embeddedness'; American Journal of Sociology; 1985.<br />

blz. 48 1-5 10.<br />

OM RECHT EN STAAT


Lat<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> paar hoofdpunt<strong>en</strong> in de kritiek <strong>van</strong> de economisch geori<strong>en</strong>teerde<br />

sociolog<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>:<br />

- volg<strong>en</strong>s Hirschman is het economische begrip <strong>van</strong> de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>soevereiniteit<br />

niet adequaat, omdat het gefixeerde rationaliteitsbegrip te weinig<br />

ruimte zou bied<strong>en</strong> voor verandering<strong>en</strong> in prefer<strong>en</strong>ties. In e<strong>en</strong> origineel<br />

betoog stelt hij voor om via introductie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> teleurstellingsfactor meer<br />

dynamiek aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in het economische begrip <strong>van</strong> prefer<strong>en</strong>ties;<br />

voorts zou het prefer<strong>en</strong>tiebegrip naar verschill<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sies bestudeerd<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (introductie <strong>van</strong> 'meta-prefer<strong>en</strong>ties'); ook verdi<strong>en</strong>t de<br />

tijdsdynamiek meer aandacht, prefer<strong>en</strong>ties pleg<strong>en</strong> immers e<strong>en</strong> reactie te<br />

vorm<strong>en</strong> op vroegere verwachting<strong>en</strong>: het te bevredig<strong>en</strong> object heeft<br />

'geschied<strong>en</strong>is' 18. A1 eerder had Hirschman in e<strong>en</strong> historische uite<strong>en</strong>zetting<br />

aandacht gevraagd voor de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'passies' in plaats <strong>van</strong> de<br />

e<strong>en</strong>zijdige tixatie <strong>van</strong> econom<strong>en</strong> op 'belang<strong>en</strong>' 19;<br />

- ook Elster draagt e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> aan voor e<strong>en</strong> grotere dynamiek<br />

<strong>van</strong> het economische begrip <strong>van</strong> prefer<strong>en</strong>ties. Hij laat variaties <strong>van</strong><br />

de tijdsdim<strong>en</strong>sie zi<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> vaak hun keuze uit, of committer<strong>en</strong><br />

zich juist in e<strong>en</strong> te vroeg stadium. Elster wijst op de gebrekkige standvastigheid<br />

<strong>van</strong> prefer<strong>en</strong>ties <strong>van</strong>wege de 'weakness of will', <strong>en</strong>zovoort 20;<br />

- Etzioni vecht de brede toepassing op basis <strong>van</strong> de smalle assumpties <strong>van</strong><br />

het complete utilitaire, rationalistisch-individualistische paradigma aan:<br />

waar de economie steeds berek<strong>en</strong><strong>en</strong>d handel<strong>en</strong> veronderstelt, negeert zij<br />

de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> morele overtuiging. M<strong>en</strong>selijk gedrag is niet zozeer<br />

rationeel bepaald, het wordt veeleer bewog<strong>en</strong> door emoties <strong>en</strong> waarde-oordel<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte zou het economisch individualisme te weinig <strong>recht</strong> do<strong>en</strong><br />

aan machtsfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan geme<strong>en</strong>schapselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 21.<br />

Aldus e<strong>en</strong> greep uit e<strong>en</strong> veel grotere stapel <strong>van</strong> vergelijkbare bezwar<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> het economische strami<strong>en</strong>. Het zijn ov<strong>en</strong>veg<strong>en</strong>d redelijke bezwar<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>t gelijk aan hun zijde lijk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> als<br />

geme<strong>en</strong>schappelijk refer<strong>en</strong>tiepunt dat de kale uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

homo economicus laakbaar zijn <strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> toets hier<strong>van</strong> in de praktijk<br />

<strong>van</strong> het maatschappelijk <strong>en</strong> zelfs <strong>van</strong> het economisch verkeer op weinig<br />

empirische bewijskracht kan bog<strong>en</strong>, omdat hierin ook andere kracht<strong>en</strong><br />

werkzaam zijn. Maar zij hebb<strong>en</strong> ook als geme<strong>en</strong>schappelijk refer<strong>en</strong>tiepunt<br />

dat de typische optimaliseringsvraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de economie niet<br />

apart bestudeerd zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> economisch handel<strong>en</strong><br />

in de praktijk ook door veel sociale factor<strong>en</strong> wordt be'invloed 22. De vrag<strong>en</strong><br />

die als punt<strong>en</strong> <strong>van</strong> kritiek naar de economie word<strong>en</strong> toegeworp<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de assumpties <strong>van</strong> het economische paradigma niet adequaat<br />

beantwoord word<strong>en</strong>, omdat dit daarvoor niet is bedoeld. Het zijn ov<strong>en</strong>veg<strong>en</strong>d<br />

vrag<strong>en</strong> die terug slaan op het inter-subjectieve raamwerk <strong>van</strong> de<br />

sociologie <strong>en</strong> het is nog maar de vraag in hoeverre a1 dergelijke vrag<strong>en</strong><br />

daar beantwoord kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (zij verwijz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel naar de psychologie<br />

<strong>en</strong> andere disciplines).<br />

Op deze wijze word<strong>en</strong> de toonaangev<strong>en</strong>de discussies op dit mom<strong>en</strong>t over<br />

de mogelijke wisselwerking tuss<strong>en</strong> economische <strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> analyses<br />

vertroebeld door misverstand<strong>en</strong> over de mogelijke reikwijdte - de speci-<br />

181 A.O. Hirschman, Shifiing involvem<strong>en</strong>ts; private interest and public action; 1982.<br />

191 A.O. Hirschman. The Possions and the Interests; 1977.<br />

201 J. Elster. Ulysses and the Syr<strong>en</strong>s; 1979. Voorts]. Elster, 'Sour Grapes; utilitarianism and the g<strong>en</strong>esis of wants'; in: Utilitorionism and<br />

Beyond, door Amartya S<strong>en</strong> (red.). 1982, blz. 2 19-238.<br />

211 A. Euioni, The Moral Dim<strong>en</strong>sion: Toward o new economics; 1988.<br />

221 Ibid., blz. 199 e.v. In zijn conclusie (blz. 237 e.v.) schrijft Euioni: 'Thus, many neoclassical economists treat tastes, prefer<strong>en</strong>ces,<br />

and values as exog<strong>en</strong>ous (as giv<strong>en</strong>) and as stable, and focus on change in constraints, while many sociologists study the forma-<br />

tion and changes of tastes, prefer<strong>en</strong>ces and values with little or no int<strong>en</strong>tion to constraints (e.g. prices) or income. (...) Here,<br />

<strong>en</strong>compassing paradigms are more effective than very parsimonious but highly focused ones'.<br />

OM RECHT EN STAAT


fieke beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> de specifieke mogelijkhed<strong>en</strong> - <strong>van</strong> de onderligg<strong>en</strong>de<br />

paradigma's. Het lijkt beter de uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide<br />

paradigma's te respecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong>uit hun verschill<strong>en</strong>de invalshoek<strong>en</strong> als<br />

elkaar aanvull<strong>en</strong>d te hanter<strong>en</strong>. Ook lijkt het mij zinvol dat verschill<strong>en</strong>de<br />

disciplines hun licht lat<strong>en</strong> schijn<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke onderzoeksobject,<br />

maar zij mog<strong>en</strong> niet de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> analyse gaan<br />

v<strong>en</strong>n<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Als deze gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> door elkaar gaan lop<strong>en</strong>, verliez<strong>en</strong> beide aan<br />

betek<strong>en</strong>is. De rec<strong>en</strong>te aanbeveling<strong>en</strong> om de e<strong>en</strong>zijdighed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>sociologische</strong><br />

<strong>en</strong> het economische schema in te pakk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>d analysemodel<br />

(Etzioni spreekt <strong>van</strong> '<strong>en</strong>capsulation', Granovetter <strong>van</strong> 'social<br />

embeddedness' 23) lijk<strong>en</strong> mij dan ook ev<strong>en</strong> vruchtbaar als de suggestie om<br />

boter <strong>en</strong> kanonn<strong>en</strong> voortaan in rose cr6pepapier te verpakk<strong>en</strong>.<br />

2.2.6 Tot besluit: de intolerantie <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke pluriformiteit<br />

Door de grondslag<strong>en</strong> <strong>van</strong> inter-subjectiviteit in de meest algem<strong>en</strong>e zin te<br />

spiegel<strong>en</strong> aan de fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ige aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de disciplines, zijn<br />

geleidelijk de contour<strong>en</strong> <strong>van</strong> de inter-subjectieve b<strong>en</strong>adering zelf ook a1<br />

e<strong>en</strong> beetje zichtbaar geword<strong>en</strong>. Het zoeklicht <strong>van</strong> deze b<strong>en</strong>adering tast<br />

uitgestrekte gebied<strong>en</strong> af, maar is tegelijkertijd uiterst spaarzaam. De<br />

b<strong>en</strong>adering werpt zich met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> profie1 <strong>en</strong> begripp<strong>en</strong>apparaat op als<br />

e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de schakel tuss<strong>en</strong> inhoudelijk gebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> normatieve vakdisciplines,<br />

zoals de economie <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>sbeoef<strong>en</strong>ing. Er zijn veel overlapping<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de onderlinge onderzoeksthema's, maar de bijzondere wijze<br />

<strong>van</strong> zi<strong>en</strong> bindt elke specifieke b<strong>en</strong>adering aan haar eig<strong>en</strong> stek. Deze<br />

opvatting <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke pluriformiteit moedigt wederzijdse<br />

objectoverschrijding<strong>en</strong> aan, maar <strong>staat</strong> kritisch teg<strong>en</strong>over de sam<strong>en</strong>smelting<br />

<strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>d gefundeerde uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> is ronduit intole<br />

rant jeg<strong>en</strong>s imperialistische neiging<strong>en</strong> <strong>van</strong> analytische b<strong>en</strong>aderingswij-<br />

Z<strong>en</strong>, die op bepaalde mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> de algehele toon te kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>.<br />

Overig<strong>en</strong>s be<strong>staat</strong> deze neiging soms ook bij andere dan de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde<br />

disciplines.<br />

De afbak<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de inter-subjectieve grondslag<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de<br />

disciplines heeft de volg<strong>en</strong>de balans opgeleverd. T<strong>en</strong> opzichte<br />

<strong>van</strong> de geesteswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> geldt dat het inter-subjectieve onderzoek is<br />

geworteld in de reele ervaring<strong>en</strong> <strong>van</strong> de handelingspraktijk. Hiervoor<br />

word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> concessies verle<strong>en</strong>d. Dat is nu niet anders dan in het verle<br />

d<strong>en</strong> to<strong>en</strong> de exist<strong>en</strong>tie nog bevocht<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong>. De huidige socioloog<br />

kan bijvoorbeeld Rawls' virtuoze speurtocht naar '<strong>recht</strong>vaardigheid' of<br />

Nozicks' bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> <strong>van</strong> de 'minimale <strong>staat</strong>' best als richtingwijzers in<br />

zijn gedacht<strong>en</strong>goed v<strong>en</strong>verk<strong>en</strong>, maar hij kan de daaraan t<strong>en</strong> grondslag<br />

ligg<strong>en</strong>de constructies (over wat <strong>recht</strong>vaardig is) in deze absolute vorm niet<br />

tot uitgangspunt <strong>van</strong> zijn eig<strong>en</strong> onderzoek nem<strong>en</strong> 24. Hij is gehoud<strong>en</strong> aan<br />

'zijn' Wirklichkeit.<br />

De spiegeling aan de psychologie leerde hoe bepal<strong>en</strong>d voor de inter-sub<br />

jectieve analyse het verloop <strong>van</strong> de objectieve interacties is. Juist door de<br />

objectivering <strong>van</strong> communicatie ontstaan nieuwe eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (emerg<strong>en</strong>t<br />

properties). Beoordeeld naar de maatstav<strong>en</strong> <strong>van</strong> de socioloog is de<br />

psychologische 'introspectie <strong>van</strong> het zelf slechts rele<strong>van</strong>t voorzover deze<br />

in wisselwerking met andere subject<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> nieuwe betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong> voert.<br />

De vergelijking met het <strong>recht</strong> leerde dat de socioloog het zonder vaste<br />

ankerplaats <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> moet stell<strong>en</strong>. De inter-subjectieve context<br />

"1 M. Granovetter. 1985. op. cit, blz. 48 1-510.<br />

"1 Zie ook Coleman. ibid.. 1990. blz. 49.<br />

OM RECHT EN STAAT


waarin norm<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> uiteindelijk tot gelding moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />

is aan voortdur<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong> onderhevig. Dit betek<strong>en</strong>t natuurlijk<br />

niet dat de socioloog de normatieve betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>spraktijk zomaar<br />

kan neger<strong>en</strong>, maar het betek<strong>en</strong>t we1 dat hij <strong>van</strong>uit zijn specifieke<br />

invalshoek in het geval <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>al is gefnteresseerd<br />

in de onderligg<strong>en</strong>de dynamiek <strong>van</strong> voonvaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> geldingsmogelijkhed<strong>en</strong>.<br />

De spiegeling t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de geschiedwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> herinnert de<br />

socioloog aan zijn taak om algem<strong>en</strong>e vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> ord<strong>en</strong>ing op<br />

te spor<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> uitvoerig stil gestaan bij de wijze waarop deze<br />

belangstelling voor algem<strong>en</strong>e vorm<strong>en</strong> zich verhoudt tot de eerderg<strong>en</strong>oemde<br />

pret<strong>en</strong>tie om Wirklichkeitswiss<strong>en</strong>schaft te bied<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte liet de laatste afbak<strong>en</strong>ing t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> het economische vak<br />

zi<strong>en</strong> hoezeer de inter-subjectieve gedragswet<strong>en</strong>schap zich onderscheidt<br />

<strong>van</strong> de inhoudelijk gebond<strong>en</strong>, normatieve gedragswet<strong>en</strong>schap. We hebb<strong>en</strong><br />

hierbij wat uitvoeriger stilgestaan. Uit het totaal <strong>van</strong> dit tuss<strong>en</strong>tijdse<br />

overzicht moge we1 blijk<strong>en</strong>, hoezeer reeds de meest elem<strong>en</strong>taire uitgangspunt<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het inter-subjectieve d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> hun schaduw vooruitwerp<strong>en</strong>.<br />

Nog in hun embryonale vorm gev<strong>en</strong> ze a1 e<strong>en</strong> scherp inzicht in de consequ<strong>en</strong>ties<br />

voor de uiteindelijke mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> specifieke beperking<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> gebruik.<br />

2.3 Het inter-subjectieve analysernodel nader ontleed<br />

2.3.1 Uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> dilemma's <strong>van</strong> de inter-subjectieve b<strong>en</strong>adering<br />

Na de plaatsbepaling <strong>van</strong> de elem<strong>en</strong>taire uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> het intersubjectieve<br />

analysemodel wordt het tijd om de sam<strong>en</strong>stelle'nde uitgangspunt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nader te ontled<strong>en</strong>. Hierbij zal het nodig blijk<strong>en</strong> te<br />

zijn om nieuwe keuz<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> het aantal variant<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

deze b<strong>en</strong>adering to<strong>en</strong>eemt naarmate m<strong>en</strong> meer <strong>en</strong> detail op de onderdel<strong>en</strong><br />

ingaat. Het ligt niet in de lijn <strong>van</strong> dit betoog om op elk onderdeel naar<br />

e<strong>en</strong> compleet overzicht <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de <strong>sociologische</strong> posities te strev<strong>en</strong>.<br />

Ik zal mijn eig<strong>en</strong> positie bepal<strong>en</strong> met gebruikmaking <strong>van</strong> bestaande<br />

opvatting<strong>en</strong>; de discussie met andere zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong> zal ik beperk<strong>en</strong> tot de<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarop daarmee het belang <strong>van</strong> de helderheid wordt gedi<strong>en</strong>d.<br />

De leer <strong>van</strong> de sociale betrekking<strong>en</strong> beziet - volg<strong>en</strong>s de elem<strong>en</strong>taire, naar<br />

het positivisme neig<strong>en</strong>de beschrijving <strong>van</strong> L. von Wiese - maatschappelijke<br />

process<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vlechtwerk <strong>van</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>,<br />

individueel <strong>en</strong> gegroepeerd, in wissel<strong>en</strong>de 'afstand<strong>en</strong>' op elkaar inwerk<strong>en</strong>.<br />

Naar zijn m<strong>en</strong>ing kunn<strong>en</strong> sociale process<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

schaal <strong>van</strong> to<strong>en</strong>adering <strong>en</strong> v<strong>en</strong>vijdering (ook we1 als Bindung und Losung<br />

uitgewerkt). De bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde afstand<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de posities<br />

aan die sociale process<strong>en</strong> op deze 'bewegingsbaan' kunn<strong>en</strong> innem<strong>en</strong>.<br />

Afstand kan dus zowel ver als nabij zijn, de term wordt in neutrale zin<br />

gehanteerd. Voortdur<strong>en</strong>d is er beweging in het proces <strong>van</strong> to<strong>en</strong>adering <strong>en</strong><br />

v<strong>en</strong>vijdering. Zo groot zelfs is deze dynamiek dat het niet zinvol is om dat<br />

wat voortdur<strong>en</strong>d beweegt <strong>van</strong>uit zijn e<strong>en</strong>malige inhoud te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.<br />

Steeds <strong>staat</strong> 'nieuwe inhoud klaar om handel<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>'. Uiteindelijk<br />

berust het sociale volg<strong>en</strong>s Von Wiese op het eindeloze spel <strong>van</strong> deze distantiering<strong>en</strong>.<br />

Zelfs og<strong>en</strong>schijnlijk duurzame instituties, zoals de kerk of de<br />

<strong>staat</strong>, berust<strong>en</strong> uiteindelijk op het bewegingsspel <strong>van</strong> zulke variabele<br />

afstandbepaling<strong>en</strong> 25.<br />

251 L. von Wiese, [I 9281. Ibid.. blz 58.<br />

OM RECHT EN STAAT


Aldus ont<strong>staat</strong> het beeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> met <strong>en</strong>ergie gelad<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>veld<br />

waarin steeds nieuwe verbinding<strong>en</strong> ontstaan. Het is de opgave <strong>van</strong> de<br />

sociologie om hierin bepaalde ord<strong>en</strong>ingspatron<strong>en</strong> te ontdekk<strong>en</strong>. Vanwege<br />

&<strong>en</strong>s onverhulde neiging tot positivering <strong>en</strong> tot het bouw<strong>en</strong> <strong>van</strong> system<strong>en</strong><br />

bereikt<strong>en</strong> de ord<strong>en</strong>ingspatron<strong>en</strong> <strong>van</strong> L. von Wiese niet de diepgang <strong>van</strong><br />

sommige <strong>van</strong> zijn voorgangers <strong>en</strong> geestverwant<strong>en</strong>. Hij reduceerde de werkelijkheid<br />

tot 6611 bewegingsbaan (<strong>van</strong> 'zu' und 'ab' process<strong>en</strong>) <strong>en</strong> trachtte<br />

deze vervolg<strong>en</strong>s uitputt<strong>en</strong>d te systematiser<strong>en</strong>. Maar als ge<strong>en</strong> ander heeft<br />

Von Wiese de consequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> de Beziehungslehre doordacht. A1 bouw<strong>en</strong>d<br />

aan zijn kathedraal beproefde hij alle d<strong>en</strong>kbare problem<strong>en</strong> waarmee<br />

m<strong>en</strong> bij deze wijze <strong>van</strong> sociologiebeoef<strong>en</strong>ing geconfronteerd kan word<strong>en</strong>.<br />

Zijn werk biedt hierdoor e<strong>en</strong> handzaam aangrijpingspunt.voor e<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>d begrip <strong>van</strong> dit analysekader. Ik zal het gebruik<strong>en</strong> als de wegbereider<br />

voor de vrag<strong>en</strong> die bij dit analysekader onvermijdelijk oprijz<strong>en</strong>.<br />

We zull<strong>en</strong> ons met zulke vrag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verstaan. Wat zijn de beginpunt<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het inter-subjectieve kracht<strong>en</strong>veld, zijn dit autonome (in vrijheid<br />

pacter<strong>en</strong>de) subject<strong>en</strong>? Het beeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> contractueel geconstrueerde<br />

werkelijkheid beantwoordt toch niet aan de pret<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> Wirklichkeit'.<br />

Hoe autonoom <strong>en</strong> individueel zijn eig<strong>en</strong>lijk de <strong>sociologische</strong> subject<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

in hoeverre bepal<strong>en</strong> zij hun eig<strong>en</strong> lot? Hoe verhoud<strong>en</strong> deze zich tot de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> sociale structur<strong>en</strong>, of kunn<strong>en</strong> collectieve repres<strong>en</strong>taties ook<br />

als onafhankelijke hoekpunt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgesteld? M<strong>en</strong> kan de vraag<br />

ook omker<strong>en</strong> door te veronderstell<strong>en</strong> dat de sociale feit<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> overweldig<strong>en</strong>de<br />

kracht vooraf gaan aan de keuzemogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> subject<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> hier <strong>en</strong> nu situatie. Voorts zull<strong>en</strong> we het dilemma moet<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong><br />

hoe de beweeglijkheid <strong>van</strong> afzonderlijke sociale betrekking<strong>en</strong> zich<br />

verhoudt tot het massale gewicht <strong>van</strong> duurzaam gevormde realiteit<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte zull<strong>en</strong> we ons moet<strong>en</strong> verstaan over de wijze waarop analyses<br />

op microniveau verbond<strong>en</strong> zijn met analyses op macroniveau. Het zijn<br />

ge<strong>en</strong> retorische vrag<strong>en</strong>, het betreft arbitraire keuzemogelijkhed<strong>en</strong> die de<br />

onderzoeker dwing<strong>en</strong> om er op creatieve wijze mee om te gaan.<br />

2.3.2 De beweg<strong>en</strong>de hoekpunt<strong>en</strong>: individu <strong>en</strong> structuur<br />

Het <strong>sociologische</strong> subject bevindt zich niet op e<strong>en</strong> onbewoond eiland. Het<br />

weet zich omringd door e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> bek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de invloedssfer<strong>en</strong>,<br />

waarmee e<strong>en</strong> in de praktijk wortel<strong>en</strong>d analysemodel op de e<strong>en</strong> of<br />

andere manier moet omgaan. De mate <strong>van</strong> subjectieve autonomie is discutabel.<br />

De vraag wat de beginpunt<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> het inter-subjectieve analyseschema,<br />

heeft de sociologie dan ook <strong>van</strong> meet af aan bezig <strong>en</strong> verdeeld<br />

gehoud<strong>en</strong>. Dat zal in de kom<strong>en</strong>de periode niet veel anders zijn. M<strong>en</strong> is t<strong>en</strong>slotte<br />

gedwong<strong>en</strong> erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> houvast te nem<strong>en</strong> met als <strong>en</strong>ige zekerheid<br />

dat dit op e<strong>en</strong> arbitraire keuze berust.<br />

M<strong>en</strong> ontkomt er niet aan om ook bim<strong>en</strong> de inter-subjectieve b<strong>en</strong>adering<br />

het bestaan <strong>van</strong> <strong>sociologische</strong> diversiteit te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De erkeming<br />

<strong>van</strong> deze diversiteit levert t<strong>en</strong>minste het voordeel op dat <strong>van</strong>uit verschill<strong>en</strong>de<br />

posities onderling aanvull<strong>en</strong>de inzicht<strong>en</strong> bestaan. Toch is dit antwoord<br />

maar t<strong>en</strong> dele bevredig<strong>en</strong>d, het mag er in ieder geval niet toe leid<strong>en</strong><br />

dat de typisch <strong>sociologische</strong> spanning tuss<strong>en</strong> individuele keuze <strong>en</strong><br />

structurele invloed<strong>en</strong> uit het onderzoek zelf wordt weggered<strong>en</strong>eerd. Naar<br />

mijn m<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> voor <strong>sociologische</strong> begripsvonning<br />

juist verrijkt door deze interne dynamiek. Daarom voeg ik me bij deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

die praktische weg<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> om met dergelijke teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />

om te gaan. Overig<strong>en</strong>s moet m<strong>en</strong> ook dan erg<strong>en</strong>s het zwaartepunt<br />

bepal<strong>en</strong>, maar dit kan dan niet meer in absolute zin geld<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


Zowel de structurele als de individuele invalshoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lange<br />

voorgeschied<strong>en</strong>is. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> nog altijd actueel voor het structurele<br />

d<strong>en</strong>kraam is de klassieke bijdrage <strong>van</strong> Marcel Mauss in het spoor <strong>van</strong> de<br />

collectieve repres<strong>en</strong>taties <strong>van</strong> Durkheim. Volg<strong>en</strong>s Mauss <strong>en</strong> Fauconnet<br />

di<strong>en</strong>t de <strong>sociologische</strong> analyse uit te gaan <strong>van</strong> het bestaan <strong>van</strong> 'sociale feit<strong>en</strong>',<br />

die niet (of niet meer) herleidbaar zijn tot individueel gedrag, laat<br />

staan tot natuur<strong>recht</strong>elijke of contractuele premiss<strong>en</strong> <strong>van</strong> individueel<br />

gedrag. In deze zi<strong>en</strong>swijze word<strong>en</strong> collectieve repres<strong>en</strong>taties feitelijk zelf<br />

als hoekpunt<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het inter-subjectieve speelveld. Sociale betrekking<strong>en</strong><br />

vind<strong>en</strong> plaats in e<strong>en</strong> wereld <strong>van</strong> reeel gevormde collectieve instituties.<br />

De instituties staan weliswaar voortdur<strong>en</strong>d bloot aan verandering,<br />

maar dergelijke vernieuwing bouwt telk<strong>en</strong>s voort op oude situaties: 'ri<strong>en</strong><br />

vi<strong>en</strong>t de ri<strong>en</strong>', steeds war<strong>en</strong> er instituties <strong>en</strong> steeds zull<strong>en</strong> hieruit nieuwe<br />

voortkom<strong>en</strong> 26.<br />

Bij deze institutionalisering wordt <strong>van</strong>ouds e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

institutionalisering <strong>van</strong> groepsgedrag in de vorm <strong>van</strong> collectieve actor<strong>en</strong><br />

(m<strong>en</strong> vergelijke de 'corporate subjects' <strong>van</strong> Coleman) <strong>en</strong> institutionalisering<br />

<strong>van</strong> 'sociale feit<strong>en</strong>' (als collectieve waard<strong>en</strong>, zoals religie, cultuur<br />

<strong>en</strong> <strong>staat</strong>). De sociolog<strong>en</strong> in Mauss <strong>en</strong> de zijn<strong>en</strong> gaan op zoek naar beide<br />

soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> dergelijke gevormde sociale realiteit<strong>en</strong> (Mauss heeft dit analyseschema<br />

schitter<strong>en</strong>d toegepast in e<strong>en</strong> antropologische studie <strong>van</strong> ruilrelaties,<br />

zie het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk). Overig<strong>en</strong>s dunkt mij dat zij niet kunn<strong>en</strong><br />

berust<strong>en</strong> in het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale feit<strong>en</strong> als zodanig, maar<br />

t<strong>en</strong>minste zull<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> om de inher<strong>en</strong>te dynamiek zichtbaar te mak<strong>en</strong>.<br />

Aan de andere kant be<strong>staat</strong> minst<strong>en</strong>s zo'n lange traditie <strong>van</strong> b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong><br />

waarin de individuele wil of keuzevrijheid als e<strong>en</strong> natuurlijk uitgangspunt<br />

wordt beschouwd. Het aantrekkelijke <strong>van</strong> deze positie is dat de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> collectieve verband<strong>en</strong> niet op voorhand <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d<br />

in e<strong>en</strong> bepaalde hoedanigheid kan geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de bestaansvoorwaard<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de modaliteit<strong>en</strong> automatisch ond<strong>en</strong>verp <strong>van</strong><br />

studie zijn. Niettemin biedt het individuele uitgangspunt ev<strong>en</strong>min het<br />

onwrikbare houvast voor de inter-subjectieve analyse.<br />

Dit moge duidelijk word<strong>en</strong> uit de twijfels over de autonomic <strong>van</strong> subject<strong>en</strong><br />

in de uitgesprok<strong>en</strong> individuele grondposities (<strong>van</strong> Simmel tot Von<br />

Wiese, <strong>van</strong> Weber tot Coleman). Het vertrekpunt <strong>van</strong> hun onderzoeking<strong>en</strong><br />

ligt veelal bij vrijzimige individuele wez<strong>en</strong>s, die compet<strong>en</strong>t zijn om te ,<br />

oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> die naar verbetering <strong>van</strong> hun lot strev<strong>en</strong>. Maar wat deze<br />

sociolog<strong>en</strong> bezig houdt - <strong>en</strong> vermoedelijk tot sociolog<strong>en</strong> maakt - is niet de<br />

vraag hoe bepaalde individuele behoeft<strong>en</strong> of eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>van</strong> subject<strong>en</strong><br />

geoptimaliseerd kum<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (de economische invalshoek), maar precies<br />

omgekeerd de sociologiser<strong>en</strong>de vraag, hoe de ov<strong>en</strong>veldig<strong>en</strong>de to<strong>en</strong>eming<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke georganiseerdheid <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> deze<br />

eeuw zich laat rijm<strong>en</strong> met de premisse <strong>van</strong> individuele keuzevrijheid.<br />

Welke mechanism<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> ertoe beweg<strong>en</strong> om hun persoonlijk<br />

beheer aan organisaties uit hand<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> 27?<br />

Er is BBn antwoord dat - wonderlijk g<strong>en</strong>oeg, <strong>en</strong> langs verschill<strong>en</strong>de weg<strong>en</strong><br />

bered<strong>en</strong>eerd - opduikt bij alle bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde 'individueel gezinde7 sociolog<strong>en</strong>.<br />

Het is de bevinding dat het veronderstelde ultieme vertrekpunt<br />

- het subject als persoon - juist niet volstrekt autonoom is maar zelf behoort<br />

te word<strong>en</strong> ondemerdeeld in e<strong>en</strong> sociaal deel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onvervreemdbaar persoonlijk<br />

deel. Simmel neemt de individuele wil als natuurlijk vertrek-<br />

261 P. Fauconnet et M. Mauss. 'La Sociologie: Objet et Methode'; in: Gsois de Sociologie; door Marcel Mauss. 1969 [1901].<br />

blz. 6-4 I.<br />

271 Dit is het kernthema <strong>van</strong> Coleman. Ibid., 1990. Zie voorts A.L. Stinchcornbe. 'Simmel Systematized'; Theory and Society; 1992.<br />

blz. 183-202.<br />

OM RECHT EN STAAT


punt 28, maar hij kan zich e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving niet voorstell<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schap die louter wordt gerepres<strong>en</strong>teerd door 'individuele will<strong>en</strong>'.<br />

Het individu kan slechts aan e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving deelnem<strong>en</strong> door iets <strong>van</strong><br />

zijn individualiteit in te lever<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit te ruil<strong>en</strong> voor de algeme<strong>en</strong>heid, die<br />

wordt vereist door e<strong>en</strong> maatschappelijke rol 29. Zo roept het individuele<br />

uitgangspunt e<strong>en</strong> spanning op, e<strong>en</strong> gesplet<strong>en</strong>heid tuss<strong>en</strong> wat k<strong>en</strong>nelijk de<br />

echte oorspronkelijkheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong> persoon is <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e wat deze persoon<br />

met ander<strong>en</strong> moet del<strong>en</strong>. Het gaat hierbij om e<strong>en</strong> analytisch onderscheid,<br />

het lijkt niet goed voorstelbaar dat de uiteindelijke persoonlijke kern <strong>van</strong><br />

het subject helemaal 10s <strong>van</strong> de omgeving zou kunn<strong>en</strong> staan, misschi<strong>en</strong><br />

heeft dit juist e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> omgeving nodig, maar bepal<strong>en</strong>d voor het onderscheid<br />

is dat het subject binn<strong>en</strong> deze gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> bewustzijn<br />

(Simmel spreekt <strong>van</strong> de 'innerlijke roeping') geheel <strong>en</strong> a1 als richtsnoer<br />

neemt. Waar de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het persoonlijke <strong>en</strong> het maatschappelijke<br />

deel <strong>van</strong> person<strong>en</strong> exact ligg<strong>en</strong>, valt niet te zegg<strong>en</strong> omdat er steeds bewe<br />

ging in zit. Eig<strong>en</strong>lijk ware het beter om bij de behandeling <strong>van</strong> de positie<br />

<strong>van</strong> subject<strong>en</strong> als person<strong>en</strong>, de aanduiding 'individueel' maar helemaal te<br />

vermijd<strong>en</strong>, zo concludeerde B<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze sociolog<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t, het valt<br />

immers nog maar te bezi<strong>en</strong> 'waar dividu ophoudt <strong>en</strong> individu begint'! 30.<br />

Het concept <strong>van</strong> de 'deelbaarheid <strong>van</strong> het subject' bleek in a1 deze klassieke<br />

bijdrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onmisbaar ingredi<strong>en</strong>t te zijn om begrijpelijk te kunn<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> waarom subject<strong>en</strong> (opgevat als natuurlijke person<strong>en</strong>) zoveel<br />

<strong>van</strong> hun persoonlijkheid hebb<strong>en</strong> overgegev<strong>en</strong> aan georganiseerde maatschappelijke<br />

verband<strong>en</strong>. Van opvoeding tot arbeid, <strong>van</strong> ond<strong>en</strong>vijs tot verzorging<br />

heeft het georganiseerde lev<strong>en</strong> zich ontfermd over wat vroeger tot<br />

de persoonlijke sfeer behoorde. Het gaat in a1 deze gevall<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> om<br />

e<strong>en</strong> overdracht (vrijwillig dan we1 daartoe door de omstandighed<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oodzaakt) <strong>van</strong> tak<strong>en</strong>, maar ev<strong>en</strong>zeer <strong>van</strong> persoonlijke opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

om overdracht <strong>van</strong> persoonlijke verantwoordelijkhed<strong>en</strong>. Het rester<strong>en</strong>de<br />

'onvervreemdbare' individu weet k<strong>en</strong>nelijk <strong>van</strong> deleger<strong>en</strong>.<br />

Weber v<strong>en</strong>verkte het gegev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de deelbaarheid <strong>van</strong> de subjectieve persoonlijkheid<br />

in zijn ideaaltypische constructie <strong>van</strong> de bureaucratische<br />

organisatie. In deze constructie wordt ge<strong>en</strong> aandacht geschonk<strong>en</strong> aan het<br />

onvervreemdbare, eig<strong>en</strong>standige deel <strong>van</strong> het subject, maar alle<strong>en</strong> nog<br />

aan zijn sociale deel, dat hier verschijnt als e<strong>en</strong> positie. In de bureaucratische<br />

positie zijn subject<strong>en</strong> als person<strong>en</strong> inwisselbaar. De compet<strong>en</strong>ties<br />

zijn afgebak<strong>en</strong>d, het handel<strong>en</strong> is afgestemd op berek<strong>en</strong>baarheid <strong>en</strong><br />

betrouwbaarheid, het is positioneel omlijnd. Het lijkt erop alsof het oorspronkelijke<br />

deel <strong>van</strong> hun persoon is thuis geblev<strong>en</strong>, het wordt geacht zich<br />

niet met de zaak te bemoei<strong>en</strong> 31. Voor andere sociolog<strong>en</strong> was dit weer e<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de belangrijke aanwijzing<strong>en</strong> om organisaties als e<strong>en</strong> nieuw soort <strong>van</strong><br />

onpersoonlijke subject<strong>en</strong> te gaan beschouw<strong>en</strong>. Zo voert de individuele premisse<br />

bij veel sociolog<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> welhaast overgesocialiseerde analyse <strong>van</strong><br />

het sociaal gedrag <strong>van</strong> subject<strong>en</strong>! Gezi<strong>en</strong> de affiniteit met het oorspronkelijke<br />

individuele uitgangspunt pleegt dit ge<strong>recht</strong> met pass<strong>en</strong>de somber-<br />

181 Martindale deelt Simmel hierom consequ<strong>en</strong>t in onder het kopje <strong>van</strong> de 'Kantiaanse formalist<strong>en</strong>', zie D. Martindale. Ibid., 1961.<br />

blz. 2 1 1-288.<br />

191 Zie Martindale. Ibid., blz. 238.<br />

301 L. von Wiese [1928]. Ibid., blz. 143.<br />

3'1 De conceptualisering <strong>van</strong> her subject als e<strong>en</strong> positie was in de to<strong>en</strong>malige omstandighed<strong>en</strong> de belangrijke <strong>sociologische</strong> constatering<br />

die gemaakt moest word<strong>en</strong>. Het was, zoals we in hoofdstuk 6 zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> conceptualisering die nauw was verbond<strong>en</strong><br />

met de ontwikkeling <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> Het was echter ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong> uitputt<strong>en</strong>de karakterisering, alsof de ambt<strong>en</strong>aar<br />

voortaan als e<strong>en</strong> robot door het lev<strong>en</strong> zou gaan. Integ<strong>en</strong>deel, de 'status <strong>van</strong> officialiq' versterkte de positie <strong>van</strong> de ambtsdrager<br />

<strong>en</strong> verlangde dat hii in het algeme<strong>en</strong> belang sterk in ziin scho<strong>en</strong><strong>en</strong> zou staan, niet alle<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over opdring<strong>en</strong>de burgers of<br />

belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, maar ook teg<strong>en</strong>over ziin politieke opdrachtgevers.<br />

OM KECHT EN STAAT


heid te word<strong>en</strong> opgedi<strong>en</strong>d. M<strong>en</strong> beluistert voortdur<strong>en</strong>d de ondertoon 'what<br />

has gone wrong' 32?<br />

De bov<strong>en</strong>staande discussie over de mate <strong>van</strong> autonomie <strong>van</strong> de subject<strong>en</strong><br />

beoogde helderheid te schepp<strong>en</strong> over de basiscompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering,<br />

die betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> w<strong>en</strong>st te analyser<strong>en</strong>. De voorlopige,<br />

nogal cryptische uitkomst <strong>van</strong> de discussie is, dat in deze b<strong>en</strong>adering<br />

ge<strong>en</strong> vaste hoekpunt<strong>en</strong> bestaan. Bij de positiebepaling <strong>van</strong> de<br />

subject<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> noch de structurele, noch de individuele invalshoek e<strong>en</strong><br />

vaste standplaats te kunn<strong>en</strong> opeis<strong>en</strong>. Beide posities zijn gebaseerd op e<strong>en</strong><br />

arbitraire grondslag die spanning veroorzaakt.<br />

We hebb<strong>en</strong> vastgesteld, dat in beide gevall<strong>en</strong> de analyse meer diepgang<br />

kan verkrijg<strong>en</strong>, wanneer het lukt om <strong>van</strong> zulke spanning e<strong>en</strong> produktief<br />

gebruik te mak<strong>en</strong>. Dat maakt de analyse <strong>van</strong> 'collectieve actor<strong>en</strong>7 <strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

'sociale feit<strong>en</strong>' <strong>van</strong>uit de individuele invalshoek zo vruchtbaar. Dan kunn<strong>en</strong><br />

deze collectieve repres<strong>en</strong>taties immers niet 'as such' geld<strong>en</strong>, maar is<br />

voortdur<strong>en</strong>d de vraag aan de orde waarom, in hoeverre <strong>en</strong> onder welke<br />

condities deze daar zijn. Ook in de omgekeerde richting - bij vraagstukk<strong>en</strong><br />

waarvoor m<strong>en</strong> het structurele uitgangspunt verkiest - levert deze problematisering<br />

me<strong>en</strong>vaarde op. Dan zal m<strong>en</strong> zich moet<strong>en</strong> verstaan met dynamiek.<br />

met interacties die <strong>van</strong> de v<strong>en</strong>vachte structuur afwiik<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> voorkomtop<br />

deze manier het gevreesde 'rondlop<strong>en</strong> <strong>van</strong> theorie<strong>en</strong>', die datg<strong>en</strong>e<br />

wat moet word<strong>en</strong> aangetoond, reeds op voorhand veronderstell<strong>en</strong> 33.<br />

Uiteindelijk is dit de terugker<strong>en</strong>de zwakke stee in analyses die ofwel in<br />

het individu ofwel in de structuur het vaste punt <strong>van</strong> red<strong>en</strong>ering gevond<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>.<br />

Hoe ging de systeembouwer Von Wiese op zijn 'simpele bewegingsbaan'<br />

om met het probleem <strong>van</strong> de beweg<strong>en</strong>de hoekpunt<strong>en</strong>? Voor Von Wiese<br />

was beweging ge<strong>en</strong> probleem, maar uitgangspunt. Von Wiese beschouwde<br />

de discussie over structurele dan we1 individuele uitgangspunt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

discussie tuss<strong>en</strong> 'nur-Substanzd<strong>en</strong>kers7. Het zijn zak<strong>en</strong> die zo met elkaar<br />

v<strong>en</strong>vev<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> die door het voortdur<strong>en</strong>de spel <strong>van</strong> distantiering<strong>en</strong> zo<br />

vaak <strong>van</strong> positie verspring<strong>en</strong>, dat de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> inhoudelijke standopnam<strong>en</strong><br />

onmiddellijk verlor<strong>en</strong> gaat. De beginpunt<strong>en</strong> kum<strong>en</strong> daarom<br />

slechts in hun dynamiek - als proces - bepaald word<strong>en</strong>. Het e<strong>en</strong>voudigste<br />

elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> zijn analysemodel is daarom niet e<strong>en</strong> vrijstaand subject,<br />

maar e<strong>en</strong> subject 'in proces'; hieronder ver<strong>staat</strong> hij 'de houding <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

subject in e<strong>en</strong> bepaalde positie <strong>en</strong> onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong>', die<br />

<strong>van</strong> inhoud verandert zodra verandering<strong>en</strong> in positie <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong><br />

optred<strong>en</strong>. Het subject wordt zo gezi<strong>en</strong> in zijn beweging<strong>en</strong> gepositioneerd.<br />

De betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door Von Wiese derhalve - in de<br />

meest simpele vorm - opgevat als %etrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociale process<strong>en</strong>'(!).<br />

2.3.3 De <strong>sociologische</strong> duiding <strong>van</strong> kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> duurzaamheid<br />

In het voorgaande is we1 duidelijk geword<strong>en</strong> dat sociale dynamiek het<br />

handelsmerk is <strong>van</strong> de inter-subjectieve b<strong>en</strong>adering. De b<strong>en</strong>adering<br />

tracht alles wat beweegt, op te zuig<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> grote terughoud<strong>en</strong>dheid<br />

om maatschappelijk handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke process<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit<br />

geslot<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Daar waar begripsvonning vaste aangrijpingspunt<strong>en</strong><br />

voor gedragspatron<strong>en</strong> lijkt te bied<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> terstond<br />

clausules voorzi<strong>en</strong> om het onv<strong>en</strong>vachte binn<strong>en</strong> het vizier <strong>van</strong> de analyse<br />

31] J.S. Coleman, The Asymmetric Society, op. cit.. blz 54. In zijn rec<strong>en</strong>te werk geeft Coleman overig<strong>en</strong>s meer aandacht aan de toe-<br />

nem<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de persoonlijke invloed<strong>en</strong> in organisaties.<br />

331 Zie Coleman. Ibid.. 1990. blz. 16.<br />

OM RECHT EN STAAT


te houd<strong>en</strong>. Ook de algem<strong>en</strong>e begripp<strong>en</strong> (de geobjectiveerde vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

interactie) di<strong>en</strong><strong>en</strong> uiteindelijk als hulpmiddel<strong>en</strong> om de maatschappelijke<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in hun bijzondere 'word<strong>en</strong>de' context te doorgrond<strong>en</strong>.<br />

Dezelfde dynamiek werd bij de Amerikaanse sociolog<strong>en</strong> gesignaleerd in de<br />

opvatting<strong>en</strong> over het 'sociaal proces' volg<strong>en</strong>s welke oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> besluit<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> subject<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de context zich vorm<strong>en</strong> in communicatie<br />

met ander<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong>lijke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> ligt niet<br />

vast maar kan eerst a1 do<strong>en</strong>de blijk<strong>en</strong> in de lev<strong>en</strong>de praktijk. T<strong>en</strong>slotte<br />

werd de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de dynamiek zojuist gesignaleerd in de uite<strong>en</strong>zetting<br />

over de beweg<strong>en</strong>de hoekpunt<strong>en</strong>.<br />

De grootste vetes zijn ontstaan met structurele b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>van</strong> intersubjectiviteit<br />

die we1 zekerheid beloofd<strong>en</strong> door bijvoorbeeld functionele of<br />

organische sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> op voorhand te veronderstell<strong>en</strong>. Dergelijke<br />

b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> chronisch gebrek aan inzicht verton<strong>en</strong> in de<br />

dynamiek <strong>van</strong> maatschappelijke process<strong>en</strong>, reeds hun assumpties drag<strong>en</strong><br />

spor<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> veronderstelde sam<strong>en</strong>hang, waar<strong>van</strong> het bestaan in werkelijkheid<br />

echter nog moet blijk<strong>en</strong>. Met name de neiging om afzonderlijke<br />

handeling<strong>en</strong> of sociale process<strong>en</strong> te will<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> uit collectieve sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>,<br />

stuit op weerstand bij de individuele b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>van</strong> inter-sub<br />

jectiviteit. <strong>Om</strong>gekeerd luidt het verwijt aan hun adres dat de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> duurzaam gevormde sociale bouwwerk<strong>en</strong> niet te achterhal<strong>en</strong> valt via<br />

het beweg<strong>en</strong>de geheel <strong>van</strong> bijzondere interacties. De inter-subjectieve<br />

b<strong>en</strong>adering moet derhalve helderheid schepp<strong>en</strong> over de vraag hoe de<br />

opportuniteit <strong>van</strong> de dynamische interacties zich verhoudt tot het duurzame<br />

karakter <strong>van</strong> gevormde sociale betrekking<strong>en</strong>.<br />

Het antwoord op deze vraag werd in eerste aanleg gezocht in de consequ<strong>en</strong>te<br />

toepassing <strong>van</strong> de begripp<strong>en</strong> 'kans' <strong>en</strong> 'geldigheid'. Deze oplossing<br />

is in het bijzonder verbond<strong>en</strong> met het werk <strong>van</strong> M. Weber. Voor Weber<br />

was de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> dynamiek <strong>en</strong> opportuniteit in de analyse <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

process<strong>en</strong> <strong>van</strong> elem<strong>en</strong>tair belang. Maar aan de andere kant<br />

bestond grote behoefte aan e<strong>en</strong> uitgebreid scala <strong>van</strong> structurele begripp<strong>en</strong>,<br />

waarmee allerlei soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> gei'nstitutionaliseerde<br />

patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd. De introductie<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> 'kans<strong>en</strong>begrip' moest de brug slaan tuss<strong>en</strong> deze<br />

uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de ambities. V66r alles moest e<strong>en</strong> mechanisch gebruik <strong>van</strong><br />

algem<strong>en</strong>e begripp<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarom baseerde hij de diverse<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> duurzaam gevormde sociale betrekking<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t op de<br />

kans dat bepaalde sociale handeling<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> (<strong>en</strong> op de geldigheid<br />

daar<strong>van</strong> bij gelegitimeerde verhouding<strong>en</strong>). De variabele betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong>, of <strong>van</strong> sociale verband<strong>en</strong>, maar ook <strong>van</strong> <strong>recht</strong> of <strong>van</strong><br />

<strong>staat</strong> wordt derhalve afhankelijk geacht <strong>van</strong> kans<strong>en</strong>, de grote of de kleine<br />

kans<strong>en</strong>, dat de constituer<strong>en</strong>de handeling<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> 34.<br />

Het aantrekkelijke <strong>van</strong> deze werkwijze is de voortdur<strong>en</strong>de aandacht voor<br />

vernieuwing <strong>en</strong> verandering, ook wanneer betrekking<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> structureel<br />

of duurzaam karakter aan de orde zijn. Elke sociale verandering<br />

berust immers op e<strong>en</strong> bijzondere sam<strong>en</strong>loop <strong>van</strong> omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> condities,<br />

die m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> analyse met geslot<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> niet in het vizier<br />

kan krijg<strong>en</strong>. Maar waar kom<strong>en</strong> in deze b<strong>en</strong>adering dan de gestructureerde<br />

betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> de duurzame verband<strong>en</strong> <strong>van</strong>daan? Daarvoor<br />

be<strong>staat</strong> ge<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de theoretische verklaring. Ongetwijfeld ligg<strong>en</strong> aan de<br />

grote sociale realiteit<strong>en</strong> (zoals de religie, de cultuur, de technologie of de<br />

<strong>staat</strong>) historische wortels <strong>van</strong> gecumuleerde interacties t<strong>en</strong> grondslag.<br />

M<strong>en</strong> zou dergelijke collectieve f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> als verzameling<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> historisch geaggregeerde sociale betrekking<strong>en</strong>. Het ligt echter<br />

"1 M. Weber. Winschofl und Gesellscho@ Gmndriss der v<strong>en</strong>teh<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Soziologie, 1976 5e uitgave. [I 92 I], hoofdstuk I.<br />

OM RECHT EN STAAT


niet in de lijn <strong>van</strong> de inter-subjectieve sociologie om het historische wordingsproces<br />

stap voor stap te will<strong>en</strong> nalop<strong>en</strong> <strong>en</strong> reconstruer<strong>en</strong>.<br />

De herkomst <strong>van</strong> dergelijke collectiviteit<strong>en</strong> wordt in de individuele b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> inter-subjectiviteit nerg<strong>en</strong>s afdo<strong>en</strong>de bered<strong>en</strong>eerd. Simmel<br />

br<strong>en</strong>gt de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> collectieve begripp<strong>en</strong> spoorslags terug naar wat<br />

deze mogelijk<strong>en</strong>vijze concreet betek<strong>en</strong><strong>en</strong> in het verkeer tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>.<br />

Von Wiese definieert zijn 'soziale Gebilde' als duurzame aggregatie <strong>van</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong>, maar zwijgt over de herkomst. Weber erk<strong>en</strong>t terloops<br />

dat voor de ori<strong>en</strong>tatie op collectieve <strong>en</strong>titeit<strong>en</strong> nuttig vooronderzoek<br />

gedaan kan word<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> organische of functionele ord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> maatschappelijke sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> (hier dus toch!), maar hij haast<br />

zich hieraan toe te voeg<strong>en</strong>, dat dan het eig<strong>en</strong>lijke <strong>sociologische</strong> werk nog<br />

moet beginn<strong>en</strong> 35! Ook bij ander<strong>en</strong> - zoals de eerder g<strong>en</strong>oemde Durkheim<br />

<strong>en</strong> Mauss - wordt voor de vraag naar de herkomst <strong>van</strong> collectieve realiteit<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> beroep gedaan op de functionele analyse.<br />

Kortom, feitelijk beschikk<strong>en</strong> de individuele b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>van</strong> inter-subjectiviteit<br />

niet over e<strong>en</strong> adequate plaatsbepaling <strong>van</strong> 'soziale Gebilde',<br />

zoals cultuur of <strong>staat</strong>. Ze bied<strong>en</strong> in dit opzicht e<strong>en</strong> veel geringere verklaringskracht<br />

dan structurele b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> (bijv. organische of cultuur<strong>sociologische</strong><br />

paradigma's). Hierdoor ontbrek<strong>en</strong> ook de theoretische premiss<strong>en</strong><br />

over <strong>staat</strong> of cultuur, die in bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde paradigma's tot zeer<br />

karakteristieke duiding<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>staat</strong> of cultuur kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

Uiteindelijk speelt m<strong>en</strong> le<strong>en</strong>tjebuur bij de structurele indeling<strong>en</strong>; het<br />

bestaan <strong>van</strong> duurzame collectieve realiteit<strong>en</strong> wordt in eerste instantie<br />

simpelweg aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s tracht m<strong>en</strong> de ontwikkeling er<strong>van</strong><br />

te doorgrond<strong>en</strong>. Per saldo sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> de individuele b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> meer<br />

aandacht aan process<strong>en</strong> dan aan structur<strong>en</strong>.<br />

De individuele b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> inter-subjectiviteit wordt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> we1<br />

zeer actief in haar aanwijzing<strong>en</strong> hoe met deze realiteit<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />

omgegaan, op welke wijze deze realiteit<strong>en</strong> zich verder kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>,<br />

onder welke condities de duurzaam gevormde betrekking<strong>en</strong> geldigheid<br />

kunn<strong>en</strong> v<strong>en</strong>verv<strong>en</strong> in het hier <strong>en</strong> nu, <strong>en</strong>zovoort. Als het aankomt op<br />

de verbinding<strong>en</strong> met sociaal handel<strong>en</strong> probeert de individueel geori<strong>en</strong>teerde<br />

analyse de verschill<strong>en</strong>de verschijningsvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijke betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

daar<strong>van</strong>, hun vele beweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> te bevatt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> te doorgrond<strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong>kader.<br />

2.3.4 De verhouding tuss<strong>en</strong> analyses op micro- <strong>en</strong> macroniveau<br />

Het laatste dilemma heeft betrekking op dg verhouding tuss<strong>en</strong> analyses<br />

op micro- <strong>en</strong> die op macroniveau. Kan de inter-subjectieve analyse het<br />

geheel <strong>van</strong> process<strong>en</strong> op micro- <strong>en</strong> op macroniveau overspann<strong>en</strong>, of is het<br />

beter om uit te gaan <strong>van</strong> het bestaan <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de onderzoekssfer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> voor onderlinge schakeling te verbeter<strong>en</strong>?<br />

Toegespitst op het thema dat in dit onderzoek voortdur<strong>en</strong>d op de achtergrond<br />

speelt - de transitie <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> - gaat het om de<br />

vraag op welke wijze e<strong>en</strong> analytisch verband kan word<strong>en</strong> gelegd tuss<strong>en</strong><br />

mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> orde <strong>en</strong> sociale organisatie op microniveau <strong>en</strong> die op<br />

het niveau <strong>van</strong> de gehele maatschappelijke orde. Deze vraag is voor dit<br />

onderzoek naar de institutionele ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

<strong>van</strong> emin<strong>en</strong>t belang omdat de gebrekkige aansluiting <strong>van</strong> de ord<strong>en</strong>ingsmechanism<strong>en</strong><br />

op de verschill<strong>en</strong>de niveaus wordt geproblematiseerd.<br />

351 Weber, Ibid., blz. 8.<br />

OM RECHT EN STAAT


We zull<strong>en</strong> eerst moet<strong>en</strong> nagaan op welke wijze de inter-subjectieve analyse<br />

is toegerust voor onderzoek op macroniveau. We hebb<strong>en</strong> hierbov<strong>en</strong><br />

vastgesteld dat inschakeling <strong>van</strong> structurele ord<strong>en</strong>ingstheorie<strong>en</strong> onontbeerlijk<br />

is voor analyse <strong>van</strong> macro-<strong>en</strong>titeit<strong>en</strong>, a1 was het maar in individuele<br />

b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> als 'voonverk' voor de eig<strong>en</strong>lijke analyse. In het<br />

andere geval, wanneer m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> structurele b<strong>en</strong>adering als uitgangspunt<br />

neemt, ontstaan problem<strong>en</strong> met de aansluiting op de dynamiek <strong>van</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong>. Poging<strong>en</strong> om op macroniveau structurele system<strong>en</strong><br />

te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> handelingsperspectief, zoals bijvoorbeeld Parsons<br />

expliciet heeft nagestreefd, leid<strong>en</strong> a1 gauw tot categorische schema's die<br />

tekort do<strong>en</strong> aan de kracht <strong>van</strong> de inter-subjectieve dynamiek. Parsons<br />

heeft voortdur<strong>en</strong>d aan zijn analyseschema's gesleuteld om de verschill<strong>en</strong>de<br />

niveaus in 661-1 dynamisch systeem te kunn<strong>en</strong> vatt<strong>en</strong>.<br />

Er zijn mij ge<strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d, waarin het is gelukt om deze spanningsboog<br />

zonder aanzi<strong>en</strong>lijk kwaliteitsverlies te overbrugg<strong>en</strong>. Als vervolg<br />

op de v<strong>en</strong>netele poging<strong>en</strong> <strong>van</strong> Parsons zijn bov<strong>en</strong>al oproep<strong>en</strong> tot<br />

pragmatiek <strong>en</strong> grotere bescheid<strong>en</strong>heid gedaan, met het oogmerk om de<br />

<strong>sociologische</strong> begripsvorming minder afhankelijk te mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> geconstrueerde,<br />

totale sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde via Meinere overzichtelijke<br />

stapp<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d inzicht te bevorder<strong>en</strong>. Dergelijke 'theories of the middle<br />

range' zoud<strong>en</strong> bijvoorbeeld selectieve dwarsdoorsned<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschijnsel<strong>en</strong><br />

op macro- <strong>en</strong> microniveau kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, of zich tot smallere objectafbak<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> 36.<br />

E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bek<strong>en</strong>dste hulpconstructies <strong>van</strong> de inter-subjectieve b<strong>en</strong>adering<br />

voor begrip <strong>van</strong> macroverschijnsel<strong>en</strong> is de ideaaltypische methode,<br />

waar<strong>van</strong> Weber zich bedi<strong>en</strong>de. Bij deze methode is de onderzoeker vrij om<br />

de gew<strong>en</strong>ste schaalniveaus zelf te bepal<strong>en</strong>. Ook bestaan andere method<strong>en</strong><br />

om via geconstrueerde modell<strong>en</strong> <strong>van</strong> interactie de verschill<strong>en</strong>de schaalniveaus<br />

te overbrugg<strong>en</strong>. De eerder g<strong>en</strong>oemde studie <strong>van</strong> Tonnies, e<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de inspiratiebronn<strong>en</strong> voor de latere, meer specifieke ideaaltypische b<strong>en</strong>adering<br />

<strong>van</strong> Weber, gaf hier<strong>van</strong> e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d voorbeeld. Hij construeerde<br />

met het onderscheid tuss<strong>en</strong> Gemeinschaft <strong>en</strong> Gesellschaft 'geaggregeerde'<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> interactie die het hele maatschappelijk lev<strong>en</strong> doorsnijd<strong>en</strong> 37.<br />

Zo reikte het begrip <strong>van</strong> Gemeinschaft <strong>van</strong> de interactie tuss<strong>en</strong> moeder <strong>en</strong><br />

kind tot e<strong>en</strong> communaal systeem <strong>van</strong> dorp<strong>en</strong> <strong>en</strong> sted<strong>en</strong>. Zijn begrip <strong>van</strong><br />

Gesellschaft overspande het hele gebied <strong>van</strong> individuele contract<strong>en</strong> tot <strong>en</strong><br />

met het geheel <strong>van</strong> gei'nstitutionaliseerde zakelijkheid in de moderniser<strong>en</strong>de<br />

sam<strong>en</strong>leving.<br />

E<strong>en</strong> andere bek<strong>en</strong>de variant betreft de k<strong>en</strong>nis<strong>sociologische</strong> ideologieconstructies,<br />

die e<strong>en</strong> inclusieve sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> bestaanswereld <strong>en</strong><br />

d<strong>en</strong>kwereld in beeld br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het vraagstuk <strong>van</strong> de schaalniveaus is dan<br />

(bijv. in de beroemde ideologieconstructies <strong>van</strong> Mannheim 38) <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d<br />

ov<strong>en</strong>vonn<strong>en</strong>, het vormt hierin hoeg<strong>en</strong>aamd ge<strong>en</strong> probleem.<br />

Langs deze weg is e<strong>en</strong> bijzonder vruchtbare begripsvorming tot stand<br />

gekom<strong>en</strong>.<br />

Het boei<strong>en</strong>de <strong>van</strong> deze ideaaltypische constructies is dat zij collectieve<br />

waard<strong>en</strong>system<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> die verschill<strong>en</strong>de schaalniveaus beslaan.<br />

Maar dit tek<strong>en</strong>t natuurlijk ook de betrekkelijkheid er<strong>van</strong>. De moeilijk-<br />

361 E<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> pro- <strong>en</strong> contra-argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> 'theories of the middle range' geeft<br />

R.K Merton, Social Theory ond Social Structure, vergrote uitgave 1968. [1949], blz. 50-68. Zie voorts A.L. Stinchcombe.<br />

Constructing Sociol Theories, 1968.<br />

,I] De interpretaties over het historische karakter <strong>van</strong> Tonnies interactie-vorm<strong>en</strong> zijn overig<strong>en</strong>s niet e<strong>en</strong>duidig, zie bijvoorbeeld<br />

Tromp. Sociologie <strong>en</strong> de Stad, (1985). blz. 9 1-92.<br />

3q Zie vooral K. Mannheim. Ideology ond Utopio, 1936 [oorspronkelijk Bonn. Coh<strong>en</strong> 19291.<br />

31 OM RECHT EN STAAT


hed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> overspann<strong>en</strong>de constructies pleg<strong>en</strong> op te tred<strong>en</strong>,<br />

als m<strong>en</strong> deze begripp<strong>en</strong> moet hanter<strong>en</strong> om uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de praktijksituaties<br />

op lagere schaalniveaus (<strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> die hierin optred<strong>en</strong>)<br />

te duid<strong>en</strong>. Naarmate dergelijke constructies e<strong>en</strong> meer sam<strong>en</strong>gesteld<br />

karakter krijg<strong>en</strong>, wordt het moeilijker om deze als ijkpunt<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong><br />

voor het taxer<strong>en</strong> <strong>van</strong> de gevarieerde ontwikkeling<strong>en</strong> die zich binn<strong>en</strong> dat<br />

bereik afspel<strong>en</strong>. De afstand tuss<strong>en</strong> micro - <strong>en</strong> macro - is dan we1 overbrugd<br />

binn<strong>en</strong> het gezichtsveld <strong>van</strong> de ideaaltypische begripsvorming, maar het<br />

probleem verplaatst zich naar de toepassing er<strong>van</strong> als hulpmiddel om de<br />

gevarieerde werkelijkheid te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Kortom, de onderzoeker komt<br />

zichzelf onvermijdelijk erg<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong>.<br />

Ik kies in deze studie niet voor de methode om het geheel <strong>van</strong> sociale<br />

betrekking<strong>en</strong> op macro- <strong>en</strong> die op microniveau in BBn analysemodel te<br />

omvatt<strong>en</strong>, omdat voor de c<strong>en</strong>trale vraagstelling naar de werking <strong>van</strong><br />

mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale ord<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de maatschappijvorm,<br />

juist de interne beweging<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit maatschappijtype met hun k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de<br />

teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de schaalniveaus <strong>van</strong> groot<br />

belang zijn. De ord<strong>en</strong>ingspatron<strong>en</strong> op macroniveau <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

(zowel de patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> functionele organisatie, als de gei'nstitutionaliseerde<br />

patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong>) ligg<strong>en</strong> niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d<br />

op e<strong>en</strong> lijn met de patron<strong>en</strong> die op microniveau bestaan. Wat betreft de<br />

functionele organisatie <strong>van</strong> de moderne beleidsstelsels zull<strong>en</strong> in deze studie<br />

de 'mismatches' geproblematiseerd word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale organisatie<br />

<strong>van</strong> het beleid <strong>en</strong> de gediffer<strong>en</strong>tieerde micropraktijk<strong>en</strong>, waarin deze<br />

uiteindelijk tot uitdrukking moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. De analyse in hoofdstuk 6 zal<br />

uitvoerig ingaan op de problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> de 'regulatory failures' <strong>van</strong> c<strong>en</strong>traal<br />

georganiseerde beleidssystem<strong>en</strong>. Wat betreft de institutionalisering <strong>van</strong><br />

waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we - op het gr<strong>en</strong>svlak <strong>van</strong> sociologie <strong>en</strong> <strong>recht</strong> -<br />

onderzoek<strong>en</strong> of de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> zijn op macroniveau veronderstelde<br />

gezagsbasis in de praktijk <strong>van</strong> de vele microsituaties kan onderhoud<strong>en</strong>.<br />

Het lijkt mij dat deze vrag<strong>en</strong> het best onderzocht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de<br />

analyse <strong>van</strong>uit de eig<strong>en</strong> context <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de schaalniveaus te<br />

verricht<strong>en</strong>. De teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de schaalniveaus zull<strong>en</strong> blootgelegd<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde mogelijk<strong>en</strong>vijze hier <strong>en</strong> daar nieuwe verbinding<strong>en</strong><br />

te conceptualiser<strong>en</strong>. De beste methode lijkt mij hiertoe te zijn om a1<br />

iterer<strong>en</strong>d de focus steeds <strong>van</strong> het <strong>en</strong>e naar het andere niveau te verlegg<strong>en</strong>,<br />

zodat de bijzonderhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide niveaus in beeld kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, zonder<br />

dat de noodzaak be<strong>staat</strong> om daartuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kunstmatige e<strong>en</strong>heid te<br />

construer<strong>en</strong> 39.<br />

2.4 Conclusie<br />

In dit hoofdstuk werd<strong>en</strong> de contour<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> beoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong><br />

de sociologie als leer <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>. Met het uitgangspunt <strong>van</strong><br />

inter-subjectiviteit nestelt deze b<strong>en</strong>adering zich tuss<strong>en</strong> inhoudelijk gebond<strong>en</strong><br />

normatieve gedragswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, zoals in het bijzonder de econe<br />

mie <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. De premisse <strong>van</strong> inter-subjectiviteit<br />

werd gespiegeld aan de basale uitgangspunt<strong>en</strong> in <strong>en</strong>ige aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de disciplines.<br />

De beknopte grondslag<strong>en</strong>verk<strong>en</strong>ning leverde de volg<strong>en</strong>de afbak<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

op:<br />

de worteling <strong>van</strong> de inter-subjectieve analyse in reele ervaring<strong>en</strong> in de<br />

praktijk (Wirklichkeit versus Geistesgeschichte);<br />

de wisselwerking tuss<strong>en</strong> de lev<strong>en</strong>de werkelijkheid <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e begripp<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> interactievorrn<strong>en</strong> (teg<strong>en</strong>over de geschiedkunde);<br />

3 7 Deze werkwijze is niet ongebruikelijk, ook in in de econornie bestaan soortgeliike wisselwerking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> analyses op micro<strong>en</strong><br />

macroniveau. E<strong>en</strong> uitvoerige <strong>sociologische</strong> argum<strong>en</strong>tatie terzake geeft Coleman. Ibid., 1990.<br />

OM RECHT EN STAAT


de procesmatige <strong>en</strong> objectieve interacties versus de introspectieve d<strong>en</strong>kwereld<br />

(<strong>van</strong> de psychologie);<br />

de sociale g<strong>en</strong>ese <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> versus de gebond<strong>en</strong>heid aan gelegitimeerde<br />

<strong>recht</strong>snorm<strong>en</strong>;<br />

de subject-subjectbetrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ord<strong>en</strong>ingspatron<strong>en</strong> versus de optimalisering<br />

<strong>van</strong> economische subject-objectrelaties (<strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de<br />

patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> economisch rationele organisatie).<br />

De verschill<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>al e<strong>en</strong> supplem<strong>en</strong>taire betek<strong>en</strong>is,<br />

de onderscheid<strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong> nodig<strong>en</strong> niet uit tot overkoepeling<br />

<strong>van</strong> de analysemodell<strong>en</strong>.<br />

In het tweede deel <strong>van</strong> dit hoofdstuk werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige principiele dilemma's<br />

behandeld <strong>van</strong> het inter-subjectieve raamwerk. Subject<strong>en</strong> (persoonlijk of<br />

collectief) vorm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vaste hoekpunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze analyse. De spanning<br />

tuss<strong>en</strong> individuele <strong>en</strong> structurele posities moet produktief gemaakt word<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong>einde het 'rondlop<strong>en</strong> <strong>van</strong> theorie<strong>en</strong>' te vermijd<strong>en</strong>. Voorts werd de<br />

introductie <strong>van</strong> structuurelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in inter-subjectieve analyses onontbeerlijk<br />

geacht. We1 moet hier<strong>van</strong> steeds de dynamiek <strong>van</strong> de constituer<strong>en</strong>de<br />

betrekking<strong>en</strong> geanalyseerd word<strong>en</strong>. De <strong>sociologische</strong> begripp<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> 'kans<strong>en</strong>' <strong>en</strong> 'geldigheid' bied<strong>en</strong> hiertoe e<strong>en</strong> goede handreiking.<br />

T<strong>en</strong>slotte werd beargum<strong>en</strong>teerd dat analyses op macroniveau <strong>en</strong> op<br />

microniveau niet zonder problem<strong>en</strong> geaggregeerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In deze<br />

studie wordt gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> iteratieve werkwijze.<br />

In dit hoofdstuk werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>d <strong>van</strong> de beoogde beoef<strong>en</strong>ing<br />

<strong>van</strong> ds sociologie. In deze verk<strong>en</strong>ning bleek (onder meer bij de<br />

behandeling <strong>van</strong> de 'beweg<strong>en</strong>de hoekpunt<strong>en</strong>') dat de kern <strong>van</strong> dit analytisch<br />

raamwerk niet is geleg<strong>en</strong> in het handel<strong>en</strong> <strong>van</strong> autonome subject<strong>en</strong><br />

(het is ge<strong>en</strong> 'actor<strong>en</strong>' b<strong>en</strong>adering) maar in het voegsel dat de subject<strong>en</strong> via<br />

velerlei sociale mechanism<strong>en</strong> op elkaar betrekt. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk<br />

wordt aan de hand <strong>van</strong> het begrip reciprociteit het karakter <strong>van</strong> de sociale<br />

betrekking<strong>en</strong> nader onderzocht.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Reciprociteit<br />

3.1 Plaatsbepaling <strong>van</strong> het begrip reciprociteit<br />

In de <strong>sociologische</strong> b<strong>en</strong>adering, die wordt opgevat als leer <strong>van</strong> sociale<br />

betrekking<strong>en</strong>, ligt het begrip reciprociteit t<strong>en</strong> grondslag aan mechanism<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale ord<strong>en</strong>ing. In dit hoofdstuk wordt de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het<br />

begrip reciprociteit ontleed <strong>van</strong>uit de inter-subjectieve invalshoek.<br />

Bepal<strong>en</strong>d voor het subjectieve uitgangspunt in de inter-subjectieve analyse<br />

is dat subject<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde zin aan hun handel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, waarvoor<br />

zij uiteindelijk zelf verantwoordelijk zijn. Hun zingeving is niet volledig<br />

auth<strong>en</strong>tiek of ongebond<strong>en</strong>, zij zijn deel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> maatschappelijke omgeving<br />

<strong>en</strong> zij word<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer geconfronteerd met omstandighed<strong>en</strong> die<br />

hun spor<strong>en</strong> nalat<strong>en</strong>. Niettemin beschikk<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> over 's<strong>en</strong>ses of direction'<br />

die in e<strong>en</strong> turbul<strong>en</strong>te omgeving e<strong>en</strong> bepaalde richting aan het handel<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarop zij uiteindelijk aanspreekbaar zijn. Bepal<strong>en</strong>d voor<br />

het inter-subjectieve k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> dit handel<strong>en</strong> is dat subject<strong>en</strong> hun<br />

gedrag op elkaar instell<strong>en</strong>, zij koester<strong>en</strong> v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> over elkaars<br />

gedrag. Subject<strong>en</strong> anticiper<strong>en</strong> <strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op grond <strong>van</strong> bepaalde verwachting<strong>en</strong><br />

op het gedrag <strong>van</strong> ander<strong>en</strong>. In die zin zijn ze geori<strong>en</strong>teerd op<br />

elkaar <strong>en</strong> op het verloop <strong>van</strong> dit sociaal handel<strong>en</strong>.<br />

Met inachtneming <strong>van</strong> het bov<strong>en</strong>staande zal ik het begrip reciprociteit<br />

kortweg opvatt<strong>en</strong> als wederkerige betrokk<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> verantwoordelijke<br />

subject<strong>en</strong>. Reciprociteit is e<strong>en</strong> abstract <strong>en</strong> universeel begrip. Het wordt<br />

echter toegepast in e<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> concrete situaties, die het<br />

algem<strong>en</strong>e begrip op specifieke wijze inkleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> hieraan e<strong>en</strong> bijzondere<br />

inhoud gev<strong>en</strong>. Reciprociteit is vooral in deze bijzondere betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>d geword<strong>en</strong>. Voor de onderhavige analyse is echter <strong>van</strong> belang om<br />

het begrip goed in zijn algem<strong>en</strong>e betek<strong>en</strong>is te doorgrond<strong>en</strong>, omdat het dan<br />

ook op andere manier<strong>en</strong> houvast blijkt te bied<strong>en</strong> dan waarin dit gewoonlijk<br />

wordt gezocht. Zo zal dit elem<strong>en</strong>taire begrip in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk<br />

steun bied<strong>en</strong> om hierarchische betrekking<strong>en</strong> te doorgrond<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> wat<br />

minder gebruikelijk mag het<strong>en</strong>.<br />

<strong>Om</strong> de algem<strong>en</strong>e betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> reciprociteit scherp te krijg<strong>en</strong> zal ik eerst<br />

twee <strong>van</strong> de vruchtbaarste specifieke toepassing<strong>en</strong> onder de loep nem<strong>en</strong>.<br />

In eerste instantie sch<strong>en</strong>k ik aandacht aan de wijze waarop het begrip<br />

wordt toegepast op het gr<strong>en</strong>sgebied <strong>van</strong> de sociologie <strong>en</strong> de economie<br />

(par. 3.2). Het concept reciprociteit blijkt hier e<strong>en</strong> onmisbare sleutel te<br />

zijn om grip te krijg<strong>en</strong> op de werking <strong>van</strong> de economische <strong>en</strong> de sociale<br />

ruiltransacties. De tweede bijzondere toepassing <strong>van</strong> reciprociteit ligt op<br />

het gr<strong>en</strong>sgebied <strong>van</strong> de sociologie <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>sbeoef<strong>en</strong>ing (par. 3.3).<br />

Reciprociteit pleegt in deze toepassing<strong>en</strong> uitgewerkt te word<strong>en</strong> in de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> morele verplichting<strong>en</strong>. In dit verband zal ook aandacht word<strong>en</strong><br />

besteed aan reciprociteit als nonnatief beginsel. Na de ontleding <strong>van</strong> deze<br />

twee bijzondere toepassing<strong>en</strong> wordt ter afronding <strong>van</strong> dit hoofdstuk de<br />

algem<strong>en</strong>e betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het begrip reciprociteit geanalyseerd (par. 3.4).<br />

3.2 Reciprociteit in economische <strong>en</strong> sociale ruilprocess<strong>en</strong><br />

Ruilprocess<strong>en</strong> zijn niet goed d<strong>en</strong>kbaar zonder wederzijdse betrokk<strong>en</strong>heid<br />

<strong>van</strong> verantwoordelijke partij<strong>en</strong>. Reciprociteit is daarom e<strong>en</strong> logisch <strong>en</strong> in<br />

zijn algeme<strong>en</strong>heid wellicht nog wat weinigzegg<strong>en</strong>d aangrijpingspunt voor<br />

alle soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> ruiltheorie<strong>en</strong>. In de context <strong>van</strong> econornische <strong>en</strong> sociale<br />

(met name antropologische of <strong>sociologische</strong>) ruilprocess<strong>en</strong> krijgt het<br />

OM RECHT EN STAAT


egrip reciprociteit echter e<strong>en</strong> bijzondere toegevoegde betek<strong>en</strong>is. M<strong>en</strong> kan<br />

met betrekking tot economische <strong>en</strong> sociale ruiltransacties drie additionele<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit onderscheid<strong>en</strong>.<br />

Het gaat in de eerste plaats om de onderlinge ori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> subject<strong>en</strong> die<br />

op urijwillige basis tot mil <strong>van</strong> bepaalde object<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong>. In hierarchische<br />

verhouding<strong>en</strong> pleegt m<strong>en</strong> niet <strong>van</strong> ruil te sprek<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor<br />

het ruilproces is dat m<strong>en</strong> <strong>van</strong> twee kant<strong>en</strong> spontaan tot transactie besluit.<br />

Voorts is de spontaniteit <strong>van</strong> deze transacties mogelijk omdat beide partij<strong>en</strong><br />

baat hebb<strong>en</strong> bij het ruilproces. Het calculer<strong>en</strong> <strong>van</strong> uoordel<strong>en</strong> op basis<br />

<strong>van</strong> mil is derhalve niet exclusief voorbehoud<strong>en</strong> aan de economische analyse.<br />

Deze eig<strong>en</strong>schap kan op vele wijz<strong>en</strong> in sociale betrekking<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In de derde plaats schept ruilgedrag uerplichting<strong>en</strong> tot<br />

teruggave <strong>van</strong> gelijkwaardige object<strong>en</strong>. De laatstg<strong>en</strong>oemde toevoeging<br />

aan het begrip <strong>van</strong> reciprociteit kan tot intriger<strong>en</strong>de sociale process<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>,<br />

wanneer de verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> <strong>van</strong> de transactie niet tegelijk <strong>en</strong><br />

niet met gelijke munt overstek<strong>en</strong>.<br />

Bij economische transacties gaat het in beginsel om de ruil <strong>van</strong> war<strong>en</strong> of<br />

goeder<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> de waarde op geobjectiveerde wijze is uitgedrukt, in<br />

het bijzonder in geld. Het economisch ruilverkeer k<strong>en</strong>merkt zich in het<br />

bijzonder door wat de econoom Schultze noemt e<strong>en</strong> 'unanimous cons<strong>en</strong>t of<br />

arrangem<strong>en</strong>t' 1. Subject<strong>en</strong> ruil<strong>en</strong> vrijwillig op basis <strong>van</strong> wederzijds profijt.<br />

Hun 'eig<strong>en</strong> belang' functioneert als de zelfreguler<strong>en</strong>de motor <strong>van</strong> de economische<br />

betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuleert op welhaast onnavolgbare wijze tal<br />

<strong>van</strong> economisch rationele aanpassing<strong>en</strong>. Het economisch ruilprincipe<br />

<strong>staat</strong> haaks op afgedwong<strong>en</strong> betrekking<strong>en</strong>, het maakt optimaal gebruik<br />

<strong>van</strong> de keuzeruimte <strong>van</strong> subject<strong>en</strong>. We1 veronderstelt het de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> eig<strong>en</strong>doms<strong>recht</strong><strong>en</strong>. Als de overheid de richting <strong>van</strong> het economisch<br />

ruilverkeer w<strong>en</strong>st te be'invloed<strong>en</strong>, kan zij volg<strong>en</strong>s Schultze (<strong>en</strong> zijn<br />

vakg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>) dan ook beter ingrijp<strong>en</strong> in de afbak<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> deze 'property<br />

rights' dan dat zij tot dwangmatige interv<strong>en</strong>ties besluit, die de zelfreguler<strong>en</strong>de<br />

rationaliteit <strong>van</strong> economische ruilbetrekking<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>.<br />

Schaarste is e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>tair begrip in het economisch ruilverkeer. De combinatie<br />

<strong>van</strong> afnem<strong>en</strong>de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> <strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de marginale kost<strong>en</strong> in<br />

het ruilverkeer dwingt tot e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de stroom <strong>van</strong> aanpassing<strong>en</strong>,<br />

die zijn gericht op e<strong>en</strong> optimale aanw<strong>en</strong>ding <strong>van</strong> schaarse brom<strong>en</strong>. Hier<br />

ligt de sleutel voor e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de dynamiek <strong>en</strong> voor economische<br />

inv<strong>en</strong>tiviteit. Het ruilprincipe op basis <strong>van</strong> wederzijds gecalculeerd profijt<br />

k<strong>en</strong>t ook we1 verliezers, dat zijn de subject<strong>en</strong> (bijv. de verouderde bedrijv<strong>en</strong>)<br />

die ge<strong>en</strong> wederzijds profijtelijke ruilrelaties tot stand kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

De kracht <strong>van</strong> het economisch ruilprincipe is dat het zonder opgelegd<br />

plan dwingt tot vernieuwing op het kleinste schaalniveau <strong>van</strong> vraag- <strong>en</strong><br />

aanbodverhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het uitnodigt tot optimalisering <strong>van</strong> de<br />

keuzevrijheid.<br />

In de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> werd de reciprociteit <strong>van</strong> ruilrelaties aan<strong>van</strong>kelijk<br />

vooral geexploreerd in de antropologie. Hier war<strong>en</strong> het in het<br />

bijzonder de onderzoekers Malinowski ('Argonauts of the Western Pacific')<br />

<strong>en</strong> Mauss ('Essai sur le Don') die als de typische wegbereiders fungeerd<strong>en</strong><br />

voor de ontwikkeling <strong>van</strong> sociale ruiltheorie<strong>en</strong>. Hun b<strong>en</strong>adering zocht <strong>van</strong><br />

meet af aan afstand t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de typische economische ruiltransacties.<br />

Het eerste opvall<strong>en</strong>de verschil is dat zij veel meer gewicht gav<strong>en</strong><br />

aan de eig<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sie <strong>van</strong> het derde k<strong>en</strong>merk in de bov<strong>en</strong>staande karakterisering<br />

<strong>van</strong> reciproque ruilrelaties, namelijk de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de 'verplichting<strong>en</strong>'.<br />

E<strong>en</strong> tweede opvall<strong>en</strong>d verschil is dat het in deze sociale ruil-<br />

'1 Zie Ch.L. Schulne. The public use ofprivate interest, 1977, blz. 16.<br />

OM RECHT EN STAAT


etrekking<strong>en</strong> niet meer primair blijkt te gaan om de mil <strong>van</strong> 'ding<strong>en</strong>',<br />

waar<strong>van</strong> de waarde geobjectiveerd kan word<strong>en</strong>, maar om ingewikkelde<br />

inter-subjectieve process<strong>en</strong> (vooral onderlinge afhankelijkheidsrelaties),<br />

waarin het ruilmiddel onlosmakelijk is verbond<strong>en</strong> met de eig<strong>en</strong> bedoeling<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de ruil<strong>en</strong>de subject<strong>en</strong>. Het gaat hier bij uitstek om ruilprocess<strong>en</strong><br />

die het aanzi<strong>en</strong> (het eergevoel, de status) <strong>van</strong> de ruil<strong>en</strong>de subject<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

verhog<strong>en</strong>.<br />

Malinowski bestudeerde bij de Melanesiers (e<strong>en</strong> betrekkelijk welvar<strong>en</strong>d<br />

volk <strong>van</strong> handelar<strong>en</strong>, zeebevaarders <strong>en</strong> parelvissers, waarnaar de aanduiding<br />

'argonauts' v<strong>en</strong>vijst) e<strong>en</strong> ingewikkeld sociaal ruilstelsel, de zogehet<strong>en</strong><br />

kula, welke zich scherp onderscheidde <strong>van</strong> de gewone commercie <strong>en</strong><br />

waaraan deelname uitsluit<strong>en</strong>d voor de leiders was weggelegd 2. Het eig<strong>en</strong>lijke<br />

object <strong>van</strong> mil was de status die was verbond<strong>en</strong> aan de gevers <strong>van</strong><br />

de <strong>en</strong>e dag <strong>en</strong> sch<strong>en</strong>kers <strong>van</strong> de andere dag. Dit ruilsysteem voltrok zich<br />

in de context <strong>van</strong> grote rivaliteit <strong>en</strong> het werd ev<strong>en</strong>als de economische mil<br />

ingegev<strong>en</strong> door eig<strong>en</strong> belang. Maar de gesch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> niet te lang in<br />

eig<strong>en</strong> bezit blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> riep<strong>en</strong> zware verplichting<strong>en</strong> (in de zin <strong>van</strong> eergevoel<strong>en</strong>s)<br />

op <strong>van</strong> wedergift<strong>en</strong>.<br />

Waar Malinowski nog schreef over de edelmoedigheid <strong>van</strong> het ceremoniele<br />

gesch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>feest, trok Mauss het verplicht<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> de gift<strong>en</strong><br />

veel verder door. Mauss bestudeerde vergelijkbare gesch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>feest<strong>en</strong><br />

op ruilbasis in Amerika <strong>en</strong> Polynesie, de zogehet<strong>en</strong> potlatch. Hij noemde<br />

de verplichting om terug te gev<strong>en</strong> de ess<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> deze ruilbetrekking<strong>en</strong>,<br />

<strong>van</strong> zuivere gift<strong>en</strong> kan volg<strong>en</strong>s Mauss ge<strong>en</strong> sprake zijn, oftewel, zoals hij<br />

het zelf subtiel v<strong>en</strong>voordde, b gift is received with a burd<strong>en</strong> attached' 3.<br />

Het gaat hier om ruilbetrekking<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> totaal karakter. Het object dat<br />

wordt doorgegev<strong>en</strong>, is niet inactief, het bevat de totale spirituele kracht<br />

<strong>van</strong> de gever (emotioneel, religieus), het brandt in hart <strong>en</strong> ziel: 'souls are<br />

mixed with things, things with souls' 4. De mil leverde de gevers niet het<br />

vooruitzicht <strong>van</strong> materieel gewin, maar verhoging <strong>van</strong> hun status. De ereprijs<br />

was hoog, in variant<strong>en</strong> <strong>van</strong> de potlatch waarin de escalatie steeds<br />

verder werd opgevoerd, kon de rivaliteit uitmond<strong>en</strong> in zelfvernietiging. In<br />

deze toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale mil leidd<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> vrijwillige<br />

ruil <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> belang uiteindelijk tot de meest directe sociale verplichting<strong>en</strong>.<br />

In navolging <strong>van</strong> deze baanbrek<strong>en</strong>de studies is veel antropologisch onderzoek<br />

verricht naar afhankelijkheidsrelaties in sociale transfersystem<strong>en</strong>.<br />

In zulke onderzoehng<strong>en</strong> wordt gespeurd naar mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> sam<strong>en</strong>hang<br />

in sociale system<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> de interne e<strong>en</strong>heid wordt verzekerd<br />

door complexe netwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> begunstig<strong>en</strong>de ruiltransacties, die afzonderlijk<br />

voor de partners bepaalde verplichting<strong>en</strong> meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Coleman<br />

beschrijft e<strong>en</strong> aantal <strong>van</strong> deze studies 5. De interne cohesie <strong>van</strong> dergelijke<br />

system<strong>en</strong> wordt verzekerd doordat de deelnemers aan elkaar verplicht<br />

zijn; ze hebb<strong>en</strong> allemaal we1 erg<strong>en</strong>s sociaal krediet uitstaan, t<strong>en</strong>vijl ander<strong>en</strong><br />

op h<strong>en</strong> krediet kunn<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>.<br />

In de sociologie pakte Homans het sociale ruilgedrag op. Hij hanteerde<br />

hierbij overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> economiser<strong>en</strong>de vraagstelling voor onderzoek <strong>van</strong><br />

sociaal ruilgedrag in primaire groep<strong>en</strong>. Homans besteedde veel aandacht<br />

aan het hierbov<strong>en</strong> als tweede g<strong>en</strong>oemde k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> reciprociteit in ruil-<br />

11 0. Malinowski. The Argonouts of the Western Paciric, (1922).<br />

31 M. Mauss. The Gift. in de Engelse vertaling met e<strong>en</strong> voortreffelijke inleiding <strong>van</strong> M. Douglas. (1954). [oorspronkelijk 19251.<br />

blz. 4 1.<br />

41 Mauss, Ibid., blz. 20.<br />

51 Coleman. (1 990). lbid., blz. 306-3 10.<br />

OM RECHT EN STAAT


transacties, namelijk het berek<strong>en</strong><strong>en</strong>de karakter <strong>van</strong> sociale ruilbetrekking<strong>en</strong><br />

6. Homans conc<strong>en</strong>treerde zich vooral op ruilgedrag in primaire<br />

betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'beloning<strong>en</strong>'. In zijn voetspoor heeft<br />

Blau getracht om de analyse <strong>van</strong> ruilprocess<strong>en</strong> op microniveau op te till<strong>en</strong><br />

tot het niveau <strong>van</strong> structurele verhouding<strong>en</strong> 7. Ook Blau kan m<strong>en</strong><br />

rek<strong>en</strong><strong>en</strong> tot de economisch geori<strong>en</strong>teerde sociolog<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> zijn uitwerking<br />

<strong>van</strong> reciprociteit nader bezi<strong>en</strong>.<br />

C<strong>en</strong>traal uitgangspunt in de analyse <strong>van</strong> Blau is dat de vrijwillige ruilbetrekking<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> aantrekkelijk gemaakt word<strong>en</strong> door de<br />

v<strong>en</strong>vachting <strong>van</strong> beloning<strong>en</strong>. Deze beloning<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> berust<strong>en</strong> op persoonlijke<br />

aantrekkingskracht, of op sociale acceptatie, op sociale goedkeuring<br />

of op instrum<strong>en</strong>tele di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Soms gev<strong>en</strong> deze beloning<strong>en</strong> uitdrukking<br />

aan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdigheid <strong>van</strong> verhouding<strong>en</strong>, zoals bij status het<br />

geval kan zijn. Blau maakte e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> extrinsieke<br />

<strong>en</strong> intrinsieke beloning<strong>en</strong>, dat veel navolging heeft gekreg<strong>en</strong>. Extrinsieke<br />

beloning<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> objectieve standaard<strong>en</strong> op pond waar<strong>van</strong> m<strong>en</strong> de<br />

waard<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de sociale betrekking<strong>en</strong> met elkaar kan vergelijk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de aantrekkelijkste kan kiez<strong>en</strong> (bijv. beloning<strong>en</strong> in geld zijn objectief<br />

vergelijkbaar <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maatstaf om zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong><br />

onder e<strong>en</strong> noemer te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>). Voor intrinsiek belon<strong>en</strong>de betrekking<strong>en</strong><br />

bestaan zulke geobjectiveerde maatstav<strong>en</strong> niet. Positieve gevoel<strong>en</strong>s zoals<br />

liefde, respect of goedkeuring zijn beloning<strong>en</strong> die in mil weliswaar e<strong>en</strong><br />

prijs waard zijn, maar niet expliciet als ruilobject aangew<strong>en</strong>d mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

omdat hun waarde als echte gevoel<strong>en</strong>s dan vermindert (sic!) 8.<br />

De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> extrinsieke <strong>en</strong> intrinsieke beloning<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> in<br />

deze zi<strong>en</strong>swijze tev<strong>en</strong>s het belangrijkste verschil tuss<strong>en</strong> economische <strong>en</strong><br />

sociale ruiltransacties. De economische transactie maximaliseert de rationele<br />

calculatie, omdat het ruilobject <strong>van</strong> intrinsieke betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> is onti<br />

daan. Sociale mil houdt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> ongespecificeerde verplichting<strong>en</strong> in,<br />

waar<strong>van</strong> de vervulling slechts door vertrouw<strong>en</strong> gegarandeerd kan word<strong>en</strong>.<br />

Sociale ruil houdt het midd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> pure berek<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> voordeel<br />

<strong>en</strong> expressie <strong>van</strong> eer, haat of liefde. Deze subjectieve verbond<strong>en</strong>heid met<br />

het object <strong>van</strong> ruil maakt het veel moeilijker om de verschill<strong>en</strong>de object<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> ruil onder e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke, geobjectiveerde noemer te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Poging<strong>en</strong> om 'beloning<strong>en</strong>' te classificer<strong>en</strong> of om elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> 'status'<br />

dezelfde objectieve betek<strong>en</strong>is toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> als het geldverkeer in ece<br />

nomische transacties, zijn dan ook vaak hierop stuk gelop<strong>en</strong> dat de<br />

verschill<strong>en</strong>de subject<strong>en</strong> aan zulke 'geobjectiveerde' ruilmiddel<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />

waard<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

In het bov<strong>en</strong>staande was steeds sprake <strong>van</strong> reciprociteit in vrijwillige<br />

ruiltransacties (zelfs bij de vergaande inzicht<strong>en</strong> <strong>van</strong> de antropolog<strong>en</strong> lag<br />

de oorsprong <strong>van</strong> de uiteindelijk zeer verplicht<strong>en</strong>de ruil in vrijwillige keuz<strong>en</strong>).<br />

it beeld verandert bij de introductie <strong>van</strong> machts~erhoudin~<strong>en</strong>. De<br />

betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> macht duidt in het conceptuele schema <strong>van</strong> Blau op e<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>zijdige afhankelijkheidsverhouding. Zodra aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> macht in het<br />

vizier kom<strong>en</strong>, is ge<strong>en</strong> sprake meer <strong>van</strong> reciprociteitsbetrekking<strong>en</strong>, maar<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong>zijdige dwangverhouding<strong>en</strong>. Macht verschijnt bij Blau als e<strong>en</strong><br />

vorm -<strong>van</strong>'deterr<strong>en</strong>ce'. Hij laat hier dan ook consequ<strong>en</strong>t het begrip <strong>van</strong><br />

reciprociteit 10s. In de machtsverhouding word<strong>en</strong> 'negatieve beloning<strong>en</strong>'<br />

opgelegd (dit kan ev<strong>en</strong>tueel ook het intrekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> positieve beloning<strong>en</strong><br />

inhoud<strong>en</strong>). Wanneer partij<strong>en</strong> onderling afhankelijk zijn ontbreekt e<strong>en</strong><br />

dergelijke macht.<br />

61 G. Homans. The Human Group, 1950.<br />

7 P.M. Blau. Exchange and Power in Social Life. 1964.<br />

8] Blau, lbid.. blz 1 12.<br />

OM RECHT EN STAAT


3.2.1 Reciprociteit als morele verplichting<br />

E<strong>en</strong> geheel andere toepassing <strong>van</strong> het begrip reciprociteit vindt plaats op<br />

het gr<strong>en</strong>svlak <strong>van</strong> de sociologie <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>sbeoef<strong>en</strong>ing. Hier gaat het niet<br />

meer om de mil <strong>van</strong> object<strong>en</strong>, maar komt het begrip <strong>van</strong> reciprociteit tot<br />

uitdrukking in gedragsregels die richting gev<strong>en</strong> aan de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

subject<strong>en</strong>. Het gaat om basisregels <strong>van</strong> wederkerigheid tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>,<br />

die e<strong>en</strong> ordelijk sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> mogelijk moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, zoals de Ti<strong>en</strong><br />

Gebod<strong>en</strong>, de grammatica <strong>van</strong> de taal, of de gedragsregels voor het wegverkeer.<br />

Reciprociteit betek<strong>en</strong>t in deze zi<strong>en</strong>swijze dat subject<strong>en</strong> zich aan<br />

elkaar gehoud<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, zij nem<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over elkaar e<strong>en</strong> bepaalde code in<br />

acht. Zo ont<strong>staat</strong> (iuist ook met het oog op de vele onbek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> onzekere<br />

situaties waarin m<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong> verkeert) meer zekerheid over <strong>en</strong> weer<br />

op welke v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> m<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekere betrouwbaarheid kan rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> op welke niet.<br />

E<strong>en</strong> dergelijke inter-subjectieve normering <strong>van</strong> betrouwbare v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong><br />

(Hayek spreekt in dit verband <strong>van</strong> e<strong>en</strong> code <strong>van</strong> 'just conduct' 9) kan<br />

berust<strong>en</strong> op elem<strong>en</strong>taire, onuitgesprok<strong>en</strong> <strong>recht</strong>sgevoel<strong>en</strong>s of op gewoonteregels,<br />

maar is in de moderne 'uitgediffer<strong>en</strong>tieerde' sam<strong>en</strong>leving voor e<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong>lijk deel ook geformaliseerd in <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>. Stellig is het<br />

verlang<strong>en</strong> naar meer zekerheid e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> achter<br />

beweging<strong>en</strong> voor codificatie, ook a1 komt het vaak niet e<strong>en</strong>s tot formalisering.<br />

Zowel in sociale als in gecodificeerde vorm wordt dit beweg<strong>en</strong>de<br />

geheel <strong>van</strong> morele verplichting<strong>en</strong> beschouwd als het integrer<strong>en</strong>de voegsel<br />

dat e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving bije<strong>en</strong> houdt. En omgekeerd heeft zulke binding<br />

eerst effect als <strong>en</strong> voorzover zij berust op wederkerigheid. De <strong>en</strong>e partij<br />

moet erop kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> dat de andere partij zich aan dezelfde code<br />

houdt <strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> weet.<br />

Deze morele verplichting<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zeer we1 sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> met de gecalculeerde<br />

verplichting<strong>en</strong>, die uit de eerder besprok<strong>en</strong> economische <strong>en</strong><br />

sociale ruiltransacties voortvloei<strong>en</strong>. Inderdaad wijz<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />

woordvoerders <strong>van</strong> deze opvatting, zoals Fuller, Hayek of Polanyi, op de<br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met de spontane ruiltransacties in sociaal of economisch<br />

verkeer. Maar het zijn ge<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tieke opvatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit. De<br />

morele reciprociteit bestrijkt meer soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong> dan<br />

louter het spontaan <strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>d ruilgedrag. Als gedragsregel <strong>van</strong><br />

wederkerigheid kan m<strong>en</strong> de toepassing <strong>van</strong> reciprociteit niet reducer<strong>en</strong><br />

tot ruiltransacties <strong>en</strong> m<strong>en</strong> kan ze zeker niet op e<strong>en</strong> lijn stell<strong>en</strong> met de utilitaire<br />

motiev<strong>en</strong> die richting gev<strong>en</strong> aan de economische ruilprocess<strong>en</strong>.<br />

Deze gedragsregels di<strong>en</strong><strong>en</strong> niet het belang <strong>van</strong> e<strong>en</strong> doelgerichte missie of<br />

economische allocatie, typer<strong>en</strong>d is juist hun g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>de karakter.<br />

Het is zelfs zeer we1 mogelijk dat deze verschill<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit<br />

met elkaar in botsing kom<strong>en</strong>.<br />

De kwintess<strong>en</strong>s <strong>van</strong> morele verplichting<strong>en</strong> is dat m<strong>en</strong> nooit de talloze bijzondere<br />

omstandighed<strong>en</strong> kan overzi<strong>en</strong>, die de effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> handeling<strong>en</strong><br />

bepal<strong>en</strong>. Rechtsfilosof<strong>en</strong> als Hayek <strong>en</strong> Fuller bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> zich vooral <strong>van</strong> dit<br />

argum<strong>en</strong>t om de morele gedragsregels af te gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>recht</strong>streekse,<br />

utilitaire allocaties. Het utilitarisme br<strong>en</strong>gt regels terug naar de weloverwog<strong>en</strong><br />

keuze <strong>van</strong> middel<strong>en</strong> voor bek<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> 10. Fuller spreekt in dat<br />

verband ter onderscheiding <strong>van</strong> morele verplichting<strong>en</strong> over 'morality of<br />

aspirations', die e<strong>en</strong> politiek of economisch karakter drag<strong>en</strong>. Het gaat hier<br />

om maatschappelijke of economische streving<strong>en</strong>, die voor e<strong>en</strong> deel ook via<br />

9] F. Hayek. Law, Legislation and Liberty. Volume 2. 1973-1979. blz. 101. Zie voom F. Hayek. New Studies in Philosophy, Politics.<br />

Economics and the History of Ideas. 1978.<br />

'01 Zie bijvoorbeeld Hayek. Ibid.. blz. 23.<br />

39 OM RECHT EN STAAT


de overheid tot gelding word<strong>en</strong> gebracht. Di<strong>en</strong>s 'morality of duties' is echter<br />

niet gericht op het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> zulke doelgerichte streving<strong>en</strong>.<br />

Deze is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> abstractere orde; het oogmerk <strong>van</strong> morele verplichting<strong>en</strong><br />

is in de meest algem<strong>en</strong>e zin dat zij vreedzaam verkeer mogelijk moet<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong>, deze regels zijn niet op zoek naar het marginale nut. Zij vorm<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e bedding voor onbek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de doeleind<strong>en</strong> of<br />

aspiraties.<br />

Soms drag<strong>en</strong> deze regels e<strong>en</strong> louter procedureel karakter, maar de grondslag<br />

hier<strong>van</strong> ligt uiteindelijk in e<strong>en</strong> morele dim<strong>en</strong>sie. Het is niet ongebruikelijk<br />

om dit reciprociteitsbegrip <strong>van</strong>uit de morele posities te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.<br />

Zo verwijst Fuller naar het principe in Mattheus: 'Zoals ge oordeelt,<br />

zult ge beoordeeld word<strong>en</strong>'. Als verdere uitwerking <strong>van</strong> morele reciprociteit<br />

wordt door Fuller als 'goud<strong>en</strong> regel' aangehaald: 'als ik weet dat jij mij<br />

behandelt zoals je jezelf behandelt, dan zal ik jou behandel<strong>en</strong> als mezelf.<br />

Deze regel moge klink<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> zakelijke, bijna vijandige overe<strong>en</strong>komst;<br />

toch wordt zij niet bedoeld als grondslag voor onderhandeling<strong>en</strong>, maar als<br />

e<strong>en</strong> overtuigingsverplichting <strong>van</strong> wederkerigheid. Fuller leest de guld<strong>en</strong><br />

regel ook andersom: 'als duidelijk is dat jij me niet als jezelf behandelt,<br />

dan voel ik me vrij om jou te behandel<strong>en</strong> zoals ik het wi17. Kortom, de<br />

morele verplichting is slechts zinvol als sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong>d<br />

tweerichtingsverkeer, anders verliest deze het bestaans<strong>recht</strong>.<br />

Gouldner ging zelfs zover (naar mijn opvatting in algem<strong>en</strong>e zin te ver) om<br />

het analytisch begrip <strong>van</strong> 'reciprociteit als morele verplichting' uit te werk<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> normatief beginsel. Hij formuleerde e<strong>en</strong> tweeledige gedragsnorm<br />

<strong>van</strong> wederkerigheid: 'in de eerste plaats behor<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> te<br />

help<strong>en</strong>, die h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geholp<strong>en</strong>. In de tweede plaats mog<strong>en</strong> zij niet deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

kwets<strong>en</strong>, die h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geholp<strong>en</strong>'. M<strong>en</strong> zou haast d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hier<br />

sprake is <strong>van</strong> hulp uit e<strong>en</strong> dubbelloops geweer. Gouldner stelt het onverbloemd:<br />

'very well, if you won't do this simply because it is your duty, th<strong>en</strong><br />

remember all that I have done for you in the past and do it to repay your<br />

debt to me' 11. Aldus biedt de norm <strong>van</strong> reciprociteit e<strong>en</strong> tweede orde verdediging<br />

ter behoud <strong>van</strong> het sociaal systeem. Zij kan gebruikt word<strong>en</strong> om<br />

het begin <strong>van</strong> afwijk<strong>en</strong>d gedrag de kop in te drukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> om hulptroep<strong>en</strong><br />

te mobiliser<strong>en</strong>.<br />

Recapituler<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de additionele eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de bov<strong>en</strong>staande gedragsregels <strong>van</strong> 'reciprociteit als morele<br />

verplichting'. In de eerste plaats is (ev<strong>en</strong>als bij de sociaaVeconomische<br />

reciprociteit in ruiltransacties) ook hier sprake <strong>van</strong> vrijwillige deelname<br />

door subject<strong>en</strong>. Impliciet of expliciet gaan deelnemers de morele code zelf<br />

aan. Verplichting begint met 'lidmaatschap', het krijgt eerst echt betek<strong>en</strong>is<br />

als deze deelname met volle wil wordt aangegaan 12. Voorts is sprake<br />

- stilzwijg<strong>en</strong>d of expliciet - <strong>van</strong> e<strong>en</strong> onderlinge verstandhouding. Subject<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> de verplichting t<strong>en</strong>slotte zelf aangaan, niet zo maar, zij di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

zich te verplaats<strong>en</strong> in de positie <strong>van</strong> de ander. Deze reciprociteit veronderstelt<br />

inlevingsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> wederzijdse gehoud<strong>en</strong>heid aan e<strong>en</strong><br />

bepaalde gedragsregel. Het begrip vrijheid krijgt in deze context e<strong>en</strong><br />

actieve morele lading, het impliceert e<strong>en</strong> overtuigingsverplichting 13. In de<br />

derde plaats vergt deze toepassing <strong>van</strong> het reciprociteitsbegrip gelijkwaardigheid<br />

<strong>van</strong> partij<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> verkeert niet in gelijke posities, de praktische<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> zijn voor elk subject juist zeer<br />

verschill<strong>en</strong>d, maar elke positie wordt gelijkelijk gewaardeerd. En t<strong>en</strong>slotte<br />

verlangt deze toepassing <strong>van</strong> reciprociteit de omkeerbaarheid <strong>van</strong><br />

"1 A.W. Gouldner, 'The Norm of Reciprocity: a preliminary statem<strong>en</strong>t'; in: American Sociological Review; 1960, blz. 176<br />

12] M. Walzer, Obligations: Essays on Disobedi<strong>en</strong>ce, War and Citiz<strong>en</strong>ship. 1970, inleiding.<br />

'31 M. Polanyi. The Logic of liberty. 195 1.<br />

OM RECHT EN STAAT


plicht<strong>en</strong>. De e<strong>en</strong> is aan de ander verplicht, in de wet<strong>en</strong>schap dat de ander<br />

dat op het volg<strong>en</strong>de tijdstip aan hem zal zijn. Alle<strong>en</strong> op deze basis be<strong>staat</strong><br />

de kans op morele wederkerigheid.<br />

Morele verplichting<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong>, afzonderlijk of gegroepeerd,<br />

zij bestaan ook jeg<strong>en</strong>s of tuss<strong>en</strong> organisaties <strong>en</strong> zij bestaan over <strong>en</strong><br />

weer jeg<strong>en</strong>s de <strong>staat</strong>. Zij vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pluralistisch geheel dat zich niet tot<br />

de <strong>en</strong>kele verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>staat</strong> <strong>en</strong> burger laat reducer<strong>en</strong>. Hoewel <strong>van</strong><br />

<strong>staat</strong>swege regels word<strong>en</strong> gevestigd kan m<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> moeilijk personificer<strong>en</strong>,<br />

laat staan als gelijkwaardige wederpartij <strong>van</strong> e<strong>en</strong> burger. Strikt<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> drukk<strong>en</strong> <strong>recht</strong>sregels <strong>van</strong> <strong>staat</strong>swege e<strong>en</strong> verhouding tuss<strong>en</strong><br />

maatschappelijke subject<strong>en</strong> uit. Zij vind<strong>en</strong> hierin e<strong>en</strong> oorsprong <strong>en</strong> zij<br />

moet<strong>en</strong> hierin uiteindelijk tot gelding kom<strong>en</strong>. Deze context impliceert e<strong>en</strong><br />

bijzondere toepassing <strong>van</strong> reciprociteit als verzameling <strong>van</strong> morele verplichting<strong>en</strong>.<br />

De uitvinding <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>, democratie <strong>en</strong> de klassieke<br />

<strong>recht</strong>sbeginsel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> uitdrukking aan deze reciprociteit <strong>en</strong> houd<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke<br />

verplichting<strong>en</strong> in; niet alle<strong>en</strong> voor maatschappelijke subject<strong>en</strong><br />

onderling, maar ook voor de <strong>staat</strong> met betrekking tot de kwaliteit <strong>van</strong> de<br />

<strong>recht</strong>sregels.<br />

Willekeur bij de totstandkoming <strong>en</strong> handhaving <strong>van</strong> deze regels holt de<br />

reciprociteit <strong>van</strong> het maatschappelijk draagvlak uit t<strong>en</strong> koste <strong>van</strong> de<br />

beoogde onderlinge verstandhouding <strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste <strong>van</strong> de autoriteit <strong>en</strong> de<br />

geloofwaardigheid <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>. De ban <strong>van</strong> de reciprociteit wordt dan<br />

verbrok<strong>en</strong>. Fuller formuleerde op basis <strong>van</strong> dit reciprociteitsprincipe dertig<br />

jaar geled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal algem<strong>en</strong>e plicht<strong>en</strong> waaraan regels <strong>van</strong> <strong>staat</strong>swege<br />

moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> om mogelijk te mak<strong>en</strong> dat maatschappelijke partij<strong>en</strong><br />

elkaar daaraan kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> 14. Hiermee wordt nog niet<br />

<strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d gelegitimeerd dat regels - zelfs <strong>recht</strong>sregels - noodzakelijkerwijze<br />

via de band <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> moet<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>. Dit wordt soms te snel<br />

als automatisme verondersteld. Fuller stelt 'slechts' dat regels, die niet<br />

<strong>recht</strong>streeks door de subject<strong>en</strong> zelf in het lev<strong>en</strong> zijn geroep<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong><br />

aan kwaliteit<strong>en</strong> als zoud<strong>en</strong> zij vrijwillig tot stand kunn<strong>en</strong> zijn gekom<strong>en</strong>.<br />

Het 'lidmaatschap' moet t<strong>en</strong>minste 'beleefd' kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Als die<br />

elem<strong>en</strong>taire mogelijkhed<strong>en</strong> niet of niet adequaat word<strong>en</strong> gezocht, zull<strong>en</strong><br />

partij<strong>en</strong> dergelijke regels neger<strong>en</strong> of ontwijk<strong>en</strong>. Ook in Nederland laait<br />

periodiek de discussie op over de reciprociteitsgrondslag <strong>van</strong> regelgeving.<br />

Laatstelijk gebeurde dit in het midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> '80 in rapportages<br />

over deregulering <strong>en</strong> <strong>recht</strong>shandhaving. Thans <strong>staat</strong> de zorg voor de<br />

houdbaarheid <strong>en</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> de regelgeving c<strong>en</strong>traal in het algehele<br />

141 Fuller werkte Simmels' concept <strong>van</strong> 'tacit reciprocity' in de verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>staat</strong> <strong>en</strong> burger uit tot de volg<strong>en</strong>de acht elem<strong>en</strong>taire<br />

eis<strong>en</strong> <strong>van</strong> moraliteit, waaraan wetgeving idealiter moet voldo<strong>en</strong>:<br />

I. de wetgever moet in <strong>staat</strong> zijn g<strong>en</strong>erieke regels te vestig<strong>en</strong> (versus ad hoc besluit<strong>en</strong>);<br />

2. de <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vertrouwd (kunn<strong>en</strong>) zijn met de regels;<br />

3. retro-actieve wet- <strong>en</strong> regelgeving ware te vermijd<strong>en</strong>;<br />

4. het vereiste <strong>van</strong> helderheid <strong>van</strong> regelgeving;<br />

5. teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>, of scherper getypeerd: incomptabiliteit <strong>van</strong> regels ware te vermijd<strong>en</strong>;<br />

6. regelgeving mag <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> niet het onmogelijke verlang<strong>en</strong>;<br />

7. het vereiste <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zekere duurzaamheid <strong>van</strong> regelgeving;<br />

8. het vereiste <strong>van</strong> congru<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de ofticiele handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verklaarde regels.<br />

Als de wetgever deze basale eis<strong>en</strong> niet adequaat <strong>en</strong> naar vermog<strong>en</strong> in acht neemt, kan hij moeilijk verlang<strong>en</strong> dat de <strong>recht</strong>ssub-<br />

ject<strong>en</strong> de desbetreff<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong> we1 op hun gedrag betrekk<strong>en</strong>. Hoe elem<strong>en</strong>tair deze reciprociteitsvereist<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>recht</strong>smora-<br />

liteit ook mog<strong>en</strong> zijn, het blijkt niet mogelijk om hieraan volledig <strong>en</strong> in volle sam<strong>en</strong>hang te voldo<strong>en</strong>. Het betreft e<strong>en</strong> ideaal-<br />

typisch pakket <strong>van</strong> procedurele voorwaard<strong>en</strong>, waaraan slechts bij b<strong>en</strong>adering kan word<strong>en</strong> voldaan. Naarmate de wetgever zich<br />

meer begeeft op het niveau <strong>van</strong> de positieve beleidsaspiraties, bijvoorbeeld op het brede gebied <strong>van</strong> economische allocaties die<br />

vraag <strong>en</strong> aanbod op dynamische <strong>en</strong> zeer specifieke wijze beog<strong>en</strong> toe te del<strong>en</strong>, dwaalt hij verder af <strong>van</strong> deze elem<strong>en</strong>taire reci-<br />

prociteitsformule. Reeds de toes <strong>van</strong> de algem<strong>en</strong>e gedragsregels (Fullers 'morality of duty') aan deze basale vereist<strong>en</strong> blijkt e<strong>en</strong><br />

zware beproeving te zijn. L.L. Fuller. Ibid., hoofdstuk 2.<br />

OM RECHT EN STAAT


echtsbeleid <strong>van</strong> de regering, maar het blijft vooralsnog e<strong>en</strong> onderneming<br />

waar<strong>van</strong> de v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> niet te hoog gesteld mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In de<br />

hoofdstukk<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 6 word<strong>en</strong> deze problem<strong>en</strong> uitvoerig behandeld.<br />

Het kernprobleem dat in deze discussies voortdur<strong>en</strong>d oprijst is, dat de<br />

<strong>staat</strong> niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d <strong>van</strong>uit de veronderstelde 'tacit reciprocity'<br />

wordt aangesprok<strong>en</strong>. In feite kom<strong>en</strong> in de <strong>staat</strong> veel complexere verhouding<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong> tot uitdrukking, die aan handeling<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>staat</strong>swege e<strong>en</strong> opgelegd karakter kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. In hoofdstuk 6 wordt dit<br />

vraagstuk uitgewerkt. Nauw verbond<strong>en</strong> hiermee is het probleem dat de<br />

vele beleidsaspiraties <strong>van</strong> de moderne overheid moeilijk in overe<strong>en</strong>stemming<br />

zijn te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met de algem<strong>en</strong>e grondslag <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sregels. De eerder<br />

g<strong>en</strong>oemde <strong>recht</strong>sfilosof<strong>en</strong> behandeld<strong>en</strong> dit thema expliciet. Hayek contrasteerde<br />

de doelgerichte 'beleidsconstructies' <strong>van</strong> de gemaakte orde<br />

<strong>recht</strong>streeks met de regels <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sregels die uit de 'spontane' orde voortkom<strong>en</strong>.<br />

Fuller definieerde e<strong>en</strong> subtielere overgang tuss<strong>en</strong> 'morality of<br />

duty' <strong>en</strong> 'morality of aspiration'. Hij contrasteerde deze verschill<strong>en</strong>de<br />

<strong>recht</strong>s- <strong>en</strong> beleidspraktijk<strong>en</strong> niet, maar signaleerde 'slechts' dat daar waar<br />

de overheid zich op doelgerichte aspiraties toelegt - veel aspiraties blijv<strong>en</strong><br />

overig<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong> haar bereik - het a1 gauw veel moeilijker is om aan de<br />

elem<strong>en</strong>taire vereist<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit te voldo<strong>en</strong>.<br />

Alle eis<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sregels zijn in e<strong>en</strong> context<br />

<strong>van</strong> managem<strong>en</strong>tachtige beleidsvoering lastiger te v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>.<br />

De grootste problem<strong>en</strong> ontstaan met betrekking tot de eis<strong>en</strong> <strong>van</strong> g<strong>en</strong>eraliseerbaarheid<br />

<strong>van</strong> regels, met het principe <strong>van</strong> 'congru<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> officiele<br />

actie <strong>en</strong> verklaarde regel', <strong>en</strong> met de eis <strong>van</strong> betrekkelijke 'duurzaamheid'<br />

<strong>van</strong> <strong>recht</strong>sregels. Deze problem<strong>en</strong> zijn zo groot omdat het bij de<br />

sturing <strong>van</strong> beleidsaspiraties juist aankomt op het behoud <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zo<br />

groot mogelijke w<strong>en</strong>dbaarheid om adequaat op verander<strong>en</strong>de condities te<br />

kunn<strong>en</strong> inspel<strong>en</strong>.<br />

Fuller trok hieruit de - to<strong>en</strong> nog uiterst controversiele - conclusie dat het<br />

c<strong>en</strong>trale dilemma <strong>van</strong> de regelgeving niet betrekking heeft op de vraag of<br />

aan klassieke <strong>recht</strong>sbeginsel<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> vastgehoud<strong>en</strong> dan we1 dat<br />

de discretionaire ruimte <strong>van</strong> de executieve moet word<strong>en</strong> vergroot, maar op<br />

de vraag in hoeverre de v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong> dergelijke aspiraties niet e<strong>en</strong><br />

context verlang<strong>en</strong> die vrij is <strong>van</strong> zulke <strong>recht</strong>sregels 15. De v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking<br />

<strong>van</strong> aspiraties wordt dan geredresseerd naar de sociale orde waar zij uit<br />

voortkom<strong>en</strong>. In deze opvatting zijn <strong>van</strong> <strong>staat</strong>swege nog steeds <strong>recht</strong>sregels<br />

nodig <strong>en</strong> zeker niet alle<strong>en</strong> in arbitrer<strong>en</strong>de zin om de maatschappelijke<br />

vrede te bewar<strong>en</strong> maar ook om daaraan inhoudelijk richting te<br />

gev<strong>en</strong>; de expeditie zelf hoort daar dan echter niet thuis. Zo opgevat<br />

be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>de overgang tuss<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e regels <strong>en</strong> de normatieve<br />

gerichtheid <strong>van</strong> aspiratieve <strong>recht</strong>sregels, maar wordt e<strong>en</strong> scherpe p<strong>en</strong>s<br />

getrokk<strong>en</strong> met betrekking tot de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> doelgerichte operaties.<br />

Met deze vraagstelling zitt<strong>en</strong> we midd<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong>tijdse ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>, e<strong>en</strong> ontwikkeling die in ons land nog slechts<br />

aarzel<strong>en</strong>d op gang is gekom<strong>en</strong>. In de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> (in het bijzonder<br />

in hfdst. 6) pakk<strong>en</strong> we deze draad weer op.<br />

3.2.2 Algem<strong>en</strong>e betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> reciprociteit <strong>van</strong> verantwoordelijke subject<strong>en</strong><br />

In het voorgaande zijn de twee bek<strong>en</strong>dste toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> het begrip<br />

reciprociteit verk<strong>en</strong>d: reciprociteit in sociale <strong>en</strong> economische ruiltransacties<br />

<strong>en</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>sociologische</strong> variant <strong>van</strong> reciprociteit als morele verplichting.<br />

In beide variant<strong>en</strong> treedt e<strong>en</strong> verbijzondering op <strong>van</strong> het alge-<br />

151 Fuller (I 964). lbid., blz 2 14.<br />

OM RECHT EN STAN


m<strong>en</strong>e begrip reciprociteit. Door toevoeging <strong>van</strong> additionele eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

knjgt deze uitwerking e<strong>en</strong> bepaalde bijzondere inhoud. De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong><br />

het kale begrip reciprociteit wordt hierdoor aanzi<strong>en</strong>lijk verrijkt. Tegelijkertijd<br />

treedt echter als gevolg <strong>van</strong> de toegevoegde kwaliteit<strong>en</strong> juist e<strong>en</strong><br />

begripsvernauwing op. Door begripp<strong>en</strong> op bijzondere wijze uit te werk<strong>en</strong>,<br />

verdwijn<strong>en</strong> andere mogelijke toepassing<strong>en</strong> uit het vizier. Daar is niets op<br />

teg<strong>en</strong>, zolang niet de bijzondere toepassing wordt vere<strong>en</strong>zelvigd met het<br />

algem<strong>en</strong>e begrip. De bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde variant<strong>en</strong> zijn zuivere toepassing<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> reciprociteit, maar omgekeerd valt reciprociteit niet sam<strong>en</strong> met deze<br />

variant<strong>en</strong>.<br />

In beide toepassing<strong>en</strong> voert de verbijzondering <strong>van</strong> reciprociteit <strong>recht</strong>streeks<br />

terug naar het k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> de toegevoegde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. In<br />

ruiltransacties valt de focus op de vrijwillige mil <strong>van</strong> object<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong><br />

beide partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d voordeel v<strong>en</strong>vacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> waaruit verplichting<strong>en</strong><br />

voortvloei<strong>en</strong>. Bij de <strong>recht</strong>s<strong>sociologische</strong> toepassing <strong>van</strong> reciprociteit<br />

als morele verplichting gaat het niet om de wederzijdse ori<strong>en</strong>tatie op e<strong>en</strong><br />

'object' zoals in de toepassing bij ruiltransacties, maar ont<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> vast<br />

punt, e<strong>en</strong> normatief houvast in de wederzijdse relaties tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>.<br />

Voor het overige be<strong>staat</strong> (ondanks de verschill<strong>en</strong> in context <strong>en</strong> substantie)<br />

we1 e<strong>en</strong> zekere gelijk<strong>en</strong>is met de toegevoegde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> in ruiltransacties.<br />

Immers ook bij reciprociteit als morele verplichting ligt het uitgangspunt<br />

bij vrijwillige of t<strong>en</strong>minste vrijwillig 'te belev<strong>en</strong>' deelname.<br />

Voorts be<strong>staat</strong> hier e<strong>en</strong> onderlinge verstandhouding tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong>slotte geldt gelijkwaardigheid <strong>van</strong> partij<strong>en</strong> als uitgangspunt voor de<br />

morele verplichting<strong>en</strong>.<br />

Eerst zal ik de consequ<strong>en</strong>ties belicht<strong>en</strong> <strong>van</strong> de objectgerichtheid <strong>van</strong> ruiltransacties,<br />

daarna kom<strong>en</strong> de toegevoegde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de twee<br />

variant<strong>en</strong> aan de orde. Wat betreft de objectgerichtheid <strong>van</strong> ruiltransacties<br />

is duidelijk dat de overgang tuss<strong>en</strong> de economische <strong>en</strong> de <strong>sociologische</strong><br />

b<strong>en</strong>adering vloeibaar is. Blau ging zelfs zover dat hij de verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> deze disciplines reduceerde tot verschill<strong>en</strong> in het soort <strong>van</strong> ruilobject.<br />

De economie onderzoekt de ruil <strong>van</strong> object<strong>en</strong> met extrinsieke<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (in het bijzonder object<strong>en</strong> die in geldwaarde word<strong>en</strong> uitgedrukt),<br />

de sociologie zou zich bij uitstek richt<strong>en</strong> op de ruil <strong>van</strong> object<strong>en</strong><br />

met intrinsieke kwaliteit<strong>en</strong>. Mogelijk hebb<strong>en</strong> deze disciplines e<strong>en</strong> soort<br />

natuurlijke affiniteit met de aldus onderscheid<strong>en</strong> object<strong>en</strong> - in de praktijk<br />

komt dit inderdaad vaak voor - maar noodzakelijk <strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel is e<strong>en</strong><br />

dergelijke afbak<strong>en</strong>ing mijns inzi<strong>en</strong>s niet.<br />

Het lijkt mij dat er e<strong>en</strong> principieler verschil in b<strong>en</strong>adering is (waaraan<br />

Homans <strong>en</strong> Blau voorbij ging<strong>en</strong>), namelijk dat de econoom in ess<strong>en</strong>tie<br />

tracht de subject-objectverhouding in ruiltransacties te optimaliser<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>de afweging <strong>van</strong> materiele kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>de<br />

opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>. De socioloog <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapper hanter<strong>en</strong> dit uitgangspunt<br />

in het algeme<strong>en</strong> niet. De <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapper refereert bij uitstek<br />

aan het gehele scala <strong>van</strong> norrn<strong>en</strong> dat in de <strong>recht</strong>spraktijk wordt<br />

gevestigd. De socioloog ontle<strong>en</strong>t bij de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> zijn vak ge<strong>en</strong><br />

vastigheid aan specifieke normatieve uitgangspunt<strong>en</strong>. De vraag of het<br />

object <strong>van</strong> mil getypeerd wordt door intrinsieke dan we1 extrinsieke<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> is - dunkt mij - <strong>van</strong> tweede orde. De econoom bestudeert<br />

bij voorkeur objectiveerbare extrinsieke ruilobject<strong>en</strong>, maar de economiser<strong>en</strong>de<br />

vraagstelling kan zich zeer we1 uitstrekk<strong>en</strong> over object<strong>en</strong> met<br />

intrinsieke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Dit is in feite wat Homans <strong>en</strong> Blau zelf in de<br />

bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde studies hebb<strong>en</strong> nagestreefd, hun beoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de socie<br />

logie is in hoge mate economiser<strong>en</strong>d. De bek<strong>en</strong>dste toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

economiser<strong>en</strong>de vraagstelling met betrekking tot 'sociale object<strong>en</strong>' kan<br />

m<strong>en</strong> aantreff<strong>en</strong> in het voorbeeldige (doch consequ<strong>en</strong>t in <strong>sociologische</strong><br />

OM RECHT EN STAAT


kring omstred<strong>en</strong>) lev<strong>en</strong>swerk <strong>van</strong> de zojuist met de Nobelprijs gelauwerde<br />

Gary Becker ('rass<strong>en</strong>discriminatie is economisch ineffici<strong>en</strong>t ruilgedrag!'<br />

16).<br />

<strong>Om</strong>gekeerd kunn<strong>en</strong> sociolog<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit hun inter-subjectieve invalshoek<br />

terdege ook extrinsieke ruiltransacties in studie nem<strong>en</strong>, maar dan niet<br />

<strong>van</strong>uit het oogmerk <strong>van</strong> optimalisering <strong>van</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>. Zij<br />

zijn dan primair ge'interesseerd in de ontwikkeling <strong>van</strong> bepaalde mechanism<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale interactie <strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale ord<strong>en</strong>ing. Aldus br<strong>en</strong>gt de<br />

specifieke objectgerichtheid <strong>van</strong> reciprociteit in ruiltransacties de typische<br />

paradigrnatische mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> mee, die in het<br />

vorige hoofdstuk meer in algem<strong>en</strong>e zin werd<strong>en</strong> aangeduid.<br />

Tot welke bijzonderhed<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> de andere toegevoegde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de twee besprok<strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit? We zull<strong>en</strong> twee<br />

opvall<strong>en</strong>de gevolg<strong>en</strong> belicht<strong>en</strong>, die de wijdere strekking <strong>van</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

reciprociteit kunn<strong>en</strong> verhelder<strong>en</strong>. In de eerste plaats leidt in beide toepassing<strong>en</strong><br />

de exclusieve aandacht voor vrijwillige to<strong>en</strong>aderingsprocess<strong>en</strong><br />

die in wederzijds commitm<strong>en</strong>t uitmond<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong> afzondering <strong>en</strong> 'uitverkiezing'<br />

<strong>van</strong> min of meer spontane wisselwerking<strong>en</strong>. Zo reeds deze reciprociteit<br />

niet onmiddellijk in directe betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> tot<br />

stand komt, maar op e<strong>en</strong> of andere wijze is ge'institutionaliseerd in indirecte<br />

betrekking<strong>en</strong> (zoals bij duurzame gewoonteregels of bij betrekking<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> <strong>staat</strong> <strong>en</strong> burger het geval is), dan vereist deze toepassing toch<br />

e<strong>en</strong> actieve <strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de herbeleving <strong>van</strong> reciprociteit, als ware<br />

sprake <strong>van</strong> <strong>recht</strong>streekse wederkerigheid (vergelijk bijv. de 8 eis<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Fuller). Zo wordt het reciprociteitsbegrip ook toegepast op indirecte<br />

betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>. Zelfs br<strong>en</strong>gt deze toepassing <strong>van</strong> reciprociteit<br />

- althans t<strong>en</strong> dele - gezagsverhouding<strong>en</strong> in beeld, namelijk voorzover<br />

dit gezag berust op het vertrouw<strong>en</strong> <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die aan dit gezag zijn<br />

ond<strong>en</strong>vorp<strong>en</strong>. Dit is niet altijd het geval, zoals in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk<br />

zal word<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het gezag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> autoriteit vaak<br />

nauw verbond<strong>en</strong> met hierarchische machtsverhouding<strong>en</strong>. Dit is het geval<br />

in het maatschappelijk verkeer, waarin de diverse partij<strong>en</strong> zeer verschill<strong>en</strong>de<br />

posities innem<strong>en</strong>, het is zeker ook het geval bij betrekking<strong>en</strong> die <strong>van</strong><br />

<strong>staat</strong>swege word<strong>en</strong> gevestigd. De hierarchische verhouding<strong>en</strong> (macht of<br />

dwang) word<strong>en</strong> echter expliciet als e<strong>en</strong>zijdige betrekking<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de<br />

reikwijdte <strong>van</strong> het reciprociteitsbegrip geplaatst. Het lijkt erop alsof de<br />

reciprociteitsanalyse zich conc<strong>en</strong>treert op horizontale sociale betrekking<strong>en</strong>,<br />

de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'verticale' (hierarchische) verhouding<strong>en</strong> in het<br />

maatschappelijk <strong>en</strong> het statelijk verkeer verdwijnt hiermee uit het vizier.<br />

In dit opzicht do<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit<br />

nauwelijks voor elkaar onder. Het economische ruilprincipe wordt welhaast<br />

als regel gecontrasteerd met hierarchische interv<strong>en</strong>ties. De antropologische<br />

analyses <strong>van</strong> ruilbetrekking<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> weliswaar oog voor de<br />

scherpe hierarchie <strong>van</strong> afhankelijkheidsrelaties <strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong>, doch<br />

eerst nadat het ruilproces in vrijwilligheid is aangegaan. Blau bespreekt<br />

macht als e<strong>en</strong> soort <strong>van</strong> 'deterr<strong>en</strong>ce'. Hayek komt woord<strong>en</strong> tekort om het<br />

e<strong>en</strong>zijdige <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>talistische k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> de betrekking<strong>en</strong> in de<br />

geconstrueerde orde toe te licht<strong>en</strong>. Fuller is in dit opzicht veel subtieler,<br />

maar trekt uiteindelijk dezelfde scheidslijn. De isolering <strong>van</strong> het reciprociteitsbegrip<br />

tot de sfeer <strong>van</strong> de vrijwillige wederzijdse betrekking<strong>en</strong><br />

levert verschill<strong>en</strong>de vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op. Deze toepassing<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed<br />

houvast voor de bestudering <strong>van</strong> spontane maatschappelijke process<strong>en</strong>,<br />

maar zij drag<strong>en</strong> het risico <strong>van</strong> Verharmlosung <strong>van</strong> de hierarchische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

die daarin beslot<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Vooral in de toepassing <strong>van</strong> politiek<br />

'61 G.S. Becker. The Economics of Discrimination, [1957].<br />

OM RECHT EN STAAT


epaalde <strong>recht</strong>sregels is dit risico aanzi<strong>en</strong>lijk, omdat deze uiteindelijk <strong>van</strong><br />

<strong>staat</strong>swege word<strong>en</strong> gevestigd in e<strong>en</strong> complexe verhouding <strong>van</strong> <strong>recht</strong> <strong>en</strong><br />

macht. Het zou e<strong>en</strong> misvatting zijn om het hierarchische elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong><br />

zulke regels te veronachtzam<strong>en</strong>, ook a1 betreft het de meest elem<strong>en</strong>taire<br />

vrijheidsregels 17.<br />

Mijn grootste aarzeling bij de 'ge'isoleerde' opvatting <strong>van</strong> reciprociteit is<br />

echter dat het ge<strong>en</strong> houvast geeft voor de analyse <strong>van</strong> het afgescheid<strong>en</strong><br />

deel. Hoe kan m<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> autoriteit, hierarchic, macht, dwang<br />

of overheidsplanning doorgrond<strong>en</strong> als de elem<strong>en</strong>taire notie <strong>van</strong> reciprociteit<br />

hieraan wordt onttrokk<strong>en</strong>? Komt de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> heerschappij dan<br />

automatisch tot stand? Voor hierarchische betrekking<strong>en</strong> wordt k<strong>en</strong>nelijk<br />

e<strong>en</strong> structuur <strong>van</strong> het bevelscommando verondersteld. Het algem<strong>en</strong>e<br />

begrip <strong>van</strong> reciprociteit biedt e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiele refer<strong>en</strong>tie voor de bestudering<br />

<strong>van</strong> voonvaard<strong>en</strong> waaronder hierarchische verhouding<strong>en</strong> tot gelding kunn<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong>. Het verschaft e<strong>en</strong> grondslag voor onderzoek naar de kans<strong>en</strong><br />

voor het a1 dan niet oproep<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> sancties. In het volg<strong>en</strong>de<br />

hoofdstuk zal ik de mogelijke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het begrip in deze zin<br />

gaan explorer<strong>en</strong>.<br />

De tweede <strong>en</strong> laatste aantek<strong>en</strong>ing die ik bij de gebezigde opvatting<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

reciprociteit wil plaats<strong>en</strong>, heeft betrekking op de overheers<strong>en</strong>de preoccupatie<br />

met de sam<strong>en</strong>bind<strong>en</strong>de, onderling verplicht<strong>en</strong>de interacties. Het<br />

zijn gelukkige opvatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit, zij sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> meer aandacht<br />

aan het huwelijk dan aan de scheiding. Het conflict <strong>en</strong> de oppositie, de<br />

vergelding <strong>en</strong> de 'return of injuries' dreig<strong>en</strong> uit het vizier te verdwijn<strong>en</strong> 18<br />

(ofschoon in dit opzicht de antropologische studies we1 veel materiaal aandrag<strong>en</strong>).<br />

Als we deze opvatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit moet<strong>en</strong> lokaliser<strong>en</strong> in het spectrum<br />

<strong>van</strong> interactievorm<strong>en</strong>, dat door Von Wiese op e<strong>en</strong> simpele schaal <strong>van</strong><br />

'Bindung und Losung' werd teruggebracht, lijkt het erop dat de modaliteit<strong>en</strong><br />

voornamelijk in BBn richting word<strong>en</strong> gezocht. Door de overheers<strong>en</strong>de<br />

aandacht voor de process<strong>en</strong> <strong>van</strong> to<strong>en</strong>adering, schuiv<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de<br />

process<strong>en</strong> <strong>van</strong> v<strong>en</strong>vijdering naar de achtergrond, maar dreigt ook de perman<strong>en</strong>te<br />

dynamiek tuss<strong>en</strong> process<strong>en</strong> <strong>van</strong> Bindung und Lijsung onderbelicht<br />

te blijv<strong>en</strong>. <strong>Om</strong> e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> begrip te krijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit zal<br />

m<strong>en</strong> de spanning<strong>en</strong> in beeld moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> waaraan het bloot<strong>staat</strong>. Met<br />

inachtneming <strong>van</strong> deze aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zal ik in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk<br />

onderzoek<strong>en</strong>, hoe reciprociteit als houvast kan di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het begrip <strong>van</strong><br />

de process<strong>en</strong> <strong>van</strong> autoriteit <strong>en</strong> macht, die vaak in combinatie voorkom<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> de gelding daar<strong>van</strong>. Aan de hand <strong>van</strong> deze conceptuele verk<strong>en</strong>ning<br />

wordt e<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong>kader ontwikkeld, waarmee in de hoofdstukk<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong><br />

6 de eig<strong>en</strong>tijdse ontwikkeling <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> wordt geanalyseerd,<br />

toegespitst op vraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> democratie <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong>tijdse pre<br />

blematiek <strong>van</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong>.<br />

'7 Het is interessant om in dit opzicht de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de Amerikaanse <strong>en</strong> de Duiae tradities te vergelijk<strong>en</strong>. In de Ver<strong>en</strong>igde<br />

Stat<strong>en</strong> is het besef <strong>van</strong> de vrijheids<strong>recht</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af gegroeid. In deze traditie is m<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>eigd om het hierarchische<br />

k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> de klassieke <strong>recht</strong>sregels te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>. De traditie <strong>van</strong> Obrigkeit in Duitsland daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> laat ge<strong>en</strong> ver-<br />

onachtzaming toe. De vroege <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> in Pruis<strong>en</strong> was gem uitvinding <strong>van</strong> het volk (dat had er veel meer tijd voor nodig),<br />

maar werd <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af geproclameerd. De vestiging <strong>van</strong> vrijheids<strong>recht</strong><strong>en</strong> was hier e<strong>en</strong> coup <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> op het volk! Frederik<br />

de Grote he ft er de feodaliteit mee gegeseld; <strong>en</strong> hij aarzelde ook niet om de intolerante katholiek<strong>en</strong> in Pol<strong>en</strong> de vrijheid <strong>van</strong><br />

B<br />

godsdi<strong>en</strong>st gewap<strong>en</strong>derhand op te legg<strong>en</strong>.<br />

181 Zie voor e<strong>en</strong> goed overzicht <strong>van</strong> standpunt<strong>en</strong> 'Cohesion and Conflict' in L.A. Coser and B. Ros<strong>en</strong>berg. Sociological Theory: a<br />

book of readings. 1964 3th ed.. [I 9571, blz. 187-222.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Autoriteit, macht <strong>en</strong> gelding<br />

4.1 Inleiding<br />

Hoe overheers<strong>en</strong>d hierarchische verhoudmg<strong>en</strong> zich ook mog<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>,<br />

de invalshoek <strong>van</strong> deze studie <strong>staat</strong> niet toe dergelijke uitkomst<strong>en</strong> op<br />

voorhand te veronderstell<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale bov<strong>en</strong>schikking<br />

zull<strong>en</strong> geanalyseerd word<strong>en</strong> als inter-subjectieve process<strong>en</strong>. De<br />

aandacht gaat in het bijzonder naar de process<strong>en</strong> met betrekking tot<br />

'autoriteit', 'macht' <strong>en</strong> 'dwang'. Het doe1 <strong>van</strong> deze wijze <strong>van</strong> analyser<strong>en</strong> is<br />

om inzicht te verkrijg<strong>en</strong> in de condities waaronder dergelijke hierarchische<br />

betrekking<strong>en</strong> ontstaan, <strong>en</strong> inzicht in de verschill<strong>en</strong>de modaliteit<strong>en</strong><br />

waarin zij tot geldmg <strong>en</strong> respectievelijk tot kracht kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

Het universele begrip <strong>van</strong> reciprociteit di<strong>en</strong>t als houvast om deze hierarchische<br />

betrekking<strong>en</strong> te doorgrond<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> reciprociteit in het<br />

vorige hoofdstuk in algem<strong>en</strong>e zin omschrev<strong>en</strong> als 'wederkerige betrokk<strong>en</strong>heid<br />

<strong>van</strong> verantwoordelijke subject<strong>en</strong>'. Nu wordt de stelling betrokk<strong>en</strong><br />

dat de hierarchische begripp<strong>en</strong> autoriteit, macht <strong>en</strong> dwang geanalyseerd<br />

zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als bijzondere uitwerking<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze algem<strong>en</strong>e reciprociteit.<br />

Zo past de onbestemde kleur <strong>van</strong> reciprociteit zich als e<strong>en</strong> ware<br />

kameleon alweer aan aan e<strong>en</strong> nieuwe omgeving. Wellicht zal de hierarchische<br />

context voor toepassing <strong>van</strong> dit begrip wat meer gew<strong>en</strong>ning verg<strong>en</strong><br />

dan de vertrouwde sfeer <strong>van</strong> de spontane ruiltransacties.<br />

Waarom zou m<strong>en</strong> voor de ontleding <strong>van</strong> zulke bijzondere <strong>en</strong> tastbare verschijnsel<strong>en</strong><br />

de abstracte omweg nem<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> onbestemde<br />

noemer <strong>van</strong> reciprociteit? In de eerste plaats laat deze invalshoek de desbetreff<strong>en</strong>de<br />

hierarchische verschijnsel<strong>en</strong> niet zi<strong>en</strong> als verschijnsel<strong>en</strong> sec,<br />

maar als wederkerige betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>. In plaats <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

mechanische toestand <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>geschiktheid is er activiteit aan twee zijd<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> deze betrekking<strong>en</strong> (zowel bij de bov<strong>en</strong>- als bij de ondergeschikt<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> bij de hele ket<strong>en</strong> <strong>van</strong> overige betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> in meer complexe verhouding<strong>en</strong>).<br />

Ook als sprake is <strong>van</strong> <strong>en</strong>igerlei dominantie, ori<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><br />

subject<strong>en</strong> zich <strong>van</strong> weerszijde op grond <strong>van</strong> verwachting<strong>en</strong> over<br />

elkaars handeling<strong>en</strong>. Door het k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> deze wisselwerking<strong>en</strong> is de<br />

afloop tot op zekere hoogte onbestemd. In de tweede plaats wordt <strong>van</strong>uit<br />

deze algem<strong>en</strong>e invalshoek de eig<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g <strong>en</strong> uerantwoordel~kheid <strong>van</strong><br />

de onderligg<strong>en</strong>de subject<strong>en</strong> in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Autoriteit wordt niet<br />

automatisch gevestigd <strong>en</strong> bevestigd; ook de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> macht k<strong>en</strong>t<br />

veel op<strong>en</strong> eind<strong>en</strong>. Het analyseschema moet de speurtocht naar de condities<br />

bevatt<strong>en</strong>.<br />

De opzet <strong>van</strong> het hoofdstuk<br />

De begripp<strong>en</strong> autoriteit <strong>en</strong> macht zijn op verschill<strong>en</strong>de wijze gefundeerd<br />

in maatschappelijke betrekking<strong>en</strong>. In de eerstkom<strong>en</strong>de paragraaf wordt<br />

nagegaan onder welke condities autoriteit kan word<strong>en</strong> gevestigd <strong>en</strong> welke<br />

functie vertrouw<strong>en</strong>srelaties hierin vervull<strong>en</strong> (par. 4.2). In de dan volg<strong>en</strong>de<br />

paragraaf wordt de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> machtsbetreklung<strong>en</strong> geanalyseerd als<br />

bijzondere vorm <strong>van</strong> reciprociteit in e<strong>en</strong> maatschappelijk kracht<strong>en</strong>veld<br />

(par. 4.3). Aldus word<strong>en</strong> autoriteit <strong>en</strong> macht begrep<strong>en</strong> als inter-subjectieve<br />

process<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong>. De paragraaf<br />

sluit af met e<strong>en</strong> kort betoog over de mogelijke onderlinge vervlechting<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> deze verschill<strong>en</strong>de hierarchische betrekking<strong>en</strong>. <strong>Om</strong> het<br />

procesmatige <strong>en</strong> het 'op<strong>en</strong> eind' karakter <strong>van</strong> deze hierarchische betreklung<strong>en</strong><br />

scherp te krijg<strong>en</strong>, wordt in de daaropvolg<strong>en</strong>de paragraaf e<strong>en</strong><br />

OM RECHT EN STAAT


dwarsdoorsnede gegev<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaalde toestand in het hierarchische<br />

proces waarin de beoogde hierarchie niet of nog niet is geeffectueerd.<br />

Hiertoe wordt het begrip 'de machtsluwte' gelntroduceerd (par. 4.4).<br />

Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de condities <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de modaliteit<strong>en</strong> geanalyseerd<br />

waaronder de hierarchische betrekking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan <strong>en</strong> tot<br />

gelding kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Hiertoe wordt in het bijzonder ingegaan op de<br />

betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> sancties, waarin wordt begrep<strong>en</strong> het 'vestig<strong>en</strong>', het 'heilig<strong>en</strong>'<br />

<strong>en</strong> het 'bekrachtig<strong>en</strong>' <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> door oplegging <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />

strafmaat (par. 4.5). Het hoofdstuk besluit met e<strong>en</strong> toepassing <strong>van</strong> de<br />

bevinding<strong>en</strong> op de gangbare interv<strong>en</strong>tietheorie<strong>en</strong>. Deze slotparagraaf<br />

behandelt de context waarin de verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> ord<strong>en</strong>ing<br />

werkzaam kunn<strong>en</strong> zijn (par. 4.6).<br />

4.2 De vestiging <strong>van</strong> autoriteit<br />

Voor de dialectisch geschoolde Simmel was de wisselwerking tuss<strong>en</strong> heerser<br />

<strong>en</strong> overheerste e<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>t aangrijpingspunt voor de analyse <strong>van</strong><br />

heerschappij. Invloed wordt niet uitgeoef<strong>en</strong>d om zich zelfs wille maar met<br />

het oog op de terugwerk<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong>. Zelfs het blote verlang<strong>en</strong> naar<br />

macht draagt e<strong>en</strong> principieel elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> wisselwerking in zich. Simmel<br />

schrijft het als volgt: 'slechts als het te beheers<strong>en</strong> object de heerser volmaakt<br />

onverschillig laat, als deze louter doe1 is voor andere doeleind<strong>en</strong><br />

ongeacht de gevolg<strong>en</strong> voor de beheerste, vervalt het laatste spoortje <strong>van</strong><br />

maatschappelijk zijn 1'. M<strong>en</strong> kan het ook zo formuler<strong>en</strong> dat het onderzoeksobject<br />

zich dan buit<strong>en</strong> het vizier <strong>van</strong> de inter-subjectieve waarnemer<br />

heeft verplaatst. Maar dit zal niet zo vaak voorkom<strong>en</strong>. Anders dan vaak<br />

wordt gedacht, is uitschakeling <strong>van</strong> inter-subjectieve wisselwerking in<br />

e<strong>en</strong> ond<strong>en</strong>verpingsrelatie tamelijk zeldzaam. Slechts bij totale fysieke<br />

ov<strong>en</strong>veldiging wordt deze geheel <strong>en</strong> a1 uitgeslot<strong>en</strong>. Meestal kan de overheerste<br />

we1 weiger<strong>en</strong> of zich verzett<strong>en</strong>, ook a1 zijn aan afwijk<strong>en</strong>d of ontwijk<strong>en</strong>d<br />

gedrag bepaalde kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. Bij geformaliseerde sancties<br />

kan m<strong>en</strong> zich zelfs e<strong>en</strong> precies beeld vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> de maximaal mogelijke<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deze last<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s zijn er ook inspanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> last<strong>en</strong><br />

(zoals we verderop meer gedetailleerd zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>) zowel voor de heerser<br />

als voor deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die geacht word<strong>en</strong> op effectuering of naleving toe te zi<strong>en</strong>.<br />

Autoriteit <strong>en</strong> macht duid<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>,<br />

die eerst in hun eig<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is onderzocht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om<br />

vervolg<strong>en</strong>s te bezi<strong>en</strong> op welke wijze deze betrekking<strong>en</strong> met elkaar v<strong>en</strong>vev<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> zijn. In eerste instantie zull<strong>en</strong> we in deze paragraaf de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> autoriteit onderzoek<strong>en</strong>.<br />

De elem<strong>en</strong>taire vorm <strong>van</strong> autoriteit is e<strong>en</strong> 'ge<strong>recht</strong>igde' sociale betrekking<br />

met aan de <strong>en</strong>e kant subject<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>de of voorbeeldstell<strong>en</strong>de rol <strong>en</strong><br />

aan de andere kant subject<strong>en</strong> die deze rol k<strong>en</strong>nelijk accepter<strong>en</strong> (door<br />

geloof, toestemming of anderszins) <strong>en</strong> hierdoor de autoriteit effectuer<strong>en</strong>.<br />

In het 'ge<strong>recht</strong>igd zijn' ligt de ess<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> autoriteit beslot<strong>en</strong>. De elem<strong>en</strong>taire<br />

vorm <strong>van</strong> <strong>recht</strong>streekse betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 'leiders' <strong>en</strong> 'volgers'<br />

kan zich natuurlijk verbred<strong>en</strong> tot complexe mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> directe <strong>en</strong><br />

indirecte betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> subject<strong>en</strong>. In het meest<br />

directe geval wordt de autoriteit <strong>recht</strong>streeks geconstitueerd door deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

die er zichzelf aan onderwerp<strong>en</strong>. Bij indirecte verhouding<strong>en</strong> is dit<br />

vaak niet het geval. De <strong>recht</strong>matigheid moet dan door e<strong>en</strong> 'rele<strong>van</strong>te<br />

groep' erk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> 2. De autoriteit <strong>van</strong> ouders berust op gelnstitutionaliseerde<br />

waard<strong>en</strong> <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>schap, niet op toek<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> het<br />

gezag door de kinder<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> dit niet <strong>recht</strong>matig te vind<strong>en</strong>, de<br />

I] Simmel. Soziologie. (1908). blz. 136.<br />

21 Ph. Selznick, The Moral Commonwealth. (1992), blz. 266.<br />

OM RECHT EN STAAT


erk<strong>en</strong>ning hier<strong>van</strong> ligt bij ander<strong>en</strong>. Zij di<strong>en</strong><strong>en</strong> deze autoriteit echter we1<br />

te accepter<strong>en</strong> om de autoriteit tot gelding te kum<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het voorbeeld<br />

laat tev<strong>en</strong>s reeds zi<strong>en</strong> hoezeer indirecte autoriteitsbetrekking<strong>en</strong> op<br />

e<strong>en</strong> flinterdun koord balancer<strong>en</strong> <strong>van</strong> gewone machtsverhouding<strong>en</strong>.<br />

Het patroon <strong>van</strong> de autoriteit kan in beginsel steeds langs twee weg<strong>en</strong><br />

gevestigd word<strong>en</strong>. In de eerste plaats kan autoriteit <strong>recht</strong>streeks <strong>van</strong><br />

onder<strong>en</strong> af geconstitueerd word<strong>en</strong> door het vertrouw<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de<br />

autoriteit vestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze hiermee e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>persoonlijke uitstraling<br />

gev<strong>en</strong> (volg<strong>en</strong>s Simmel heeft de autoriteit dan de 'aggregatietoestand <strong>van</strong><br />

de objectiviteit' aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: de m<strong>en</strong>s heeft invloed als 'autoriteit'). In de<br />

tweede plaats kan de autoriteit uit gelegitimeerde georganiseerde verband<strong>en</strong><br />

als het ware <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af ge<strong>recht</strong>igd word<strong>en</strong>. Ook dan g<strong>en</strong>iet de<br />

positie <strong>van</strong> de autoriteit meer erk<strong>en</strong>ning dan louter de kwaliteit <strong>van</strong> zijn<br />

persoon of organisatie. Autoriteit is gebaseerd op erk<strong>en</strong>ning door ander<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> impliceert <strong>van</strong>uit deze machtiging e<strong>en</strong> bepaalde uermeerdering 3. De<br />

kans op het bestaan <strong>van</strong> autoriteit wordt hierdoor geconditioneerd.<br />

Autoriteit kan word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong> (politiek,<br />

cultuur, of bijv. wet<strong>en</strong>schap); voorts kan zij berust<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de<br />

waard<strong>en</strong> (geestelijk, religieus, sociaal of technisch). Autoriteit k<strong>en</strong>t veel<br />

verschijningsvorm<strong>en</strong>, die zich naast <strong>en</strong> soms zelfs teg<strong>en</strong>over elkaar voordo<strong>en</strong>.<br />

Groot is in het algeme<strong>en</strong> de autoriteit die groepsideal<strong>en</strong> weet te belicham<strong>en</strong>.<br />

Subject<strong>en</strong> committer<strong>en</strong> zich <strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecommitteerd aan<br />

diverse vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> autoriteit; zij kunn<strong>en</strong> zich soms op grond <strong>van</strong> hun <strong>en</strong>e<br />

autoriteitsbetrekking verplicht voel<strong>en</strong> om hun loyaliteit t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong><br />

de andere te lat<strong>en</strong> var<strong>en</strong>. Walzer werkte dit thema uit aan de hand <strong>van</strong><br />

het voorbeeld di<strong>en</strong>stweigering. Hij constateerde dat de behoefte aan<br />

di<strong>en</strong>stweigering doorgaans niet op e<strong>en</strong> individuele uiting <strong>van</strong> vrijheid of<br />

protestactie berust, maar door de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> vaak op pond <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

bepaalde geautoriseerde groepsm<strong>en</strong>taliteit juist als e<strong>en</strong> plicht wordt<br />

beschouwd om in dit opzicht niet te gehoorzam<strong>en</strong> aan de legale autoriteit.<br />

Morele, politieke of religieuze ongehoorzaamheid zijn vaak uiting<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

collectief handel<strong>en</strong>. 'Trouw zijn aan je principes' is vaak e<strong>en</strong> metafoor voor<br />

het beschrijv<strong>en</strong> <strong>van</strong> loyaliteit aan andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die deze principes del<strong>en</strong>.<br />

Walzer spreekt in dit verband <strong>van</strong> 'the obligation to disobedi<strong>en</strong>ce' 4. De<br />

botsing <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de kring<strong>en</strong> <strong>van</strong> autoriteit moet soms door e<strong>en</strong><br />

naakte machtsconfrontatie word<strong>en</strong> opgelost 5.<br />

E<strong>en</strong> interessante vorm <strong>van</strong> autoriteit betreft de 'functionele autoriteit',<br />

die door Hartmann int<strong>en</strong>sief is bestudeerd. Hij doelt hiermee op e<strong>en</strong> vorm<br />

<strong>van</strong> autoriteit die wordt gevestigd op de grondslag <strong>van</strong> 'gerespecteerde<br />

deskundigheid' in e<strong>en</strong> handelingssysteem. Dit voorbeeld wordt hier aan-<br />

31 lnteressant is in dit verband de vemijzing <strong>van</strong> Esch<strong>en</strong>burg naar de oorspronkelijke Latijnse betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'auctoritas' <strong>en</strong> her<br />

werkwoord 'augere'. 'Augere' betek<strong>en</strong>t vermeerder<strong>en</strong>, to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, lat<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>, verrijk<strong>en</strong>; <strong>en</strong> ook: 'eis<strong>en</strong>'. Zie Th. Esch<strong>en</strong>burg.<br />

Uber Autoritat. (1965), blz. I I.<br />

41 M. Walzer, Obligations, Ibid., (1970), blz. 5.<br />

51 Dit is de red<strong>en</strong> waarom klassieke sociolog<strong>en</strong> - zoals Weber <strong>en</strong> Durkheim - g<strong>en</strong>eigd war<strong>en</strong> om de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> autoriteit te grond<strong>en</strong> op hun uiteindelijke wijze <strong>van</strong> bekrachtiging. Webers bek<strong>en</strong>de omschrijving <strong>van</strong> de<br />

<strong>staat</strong> als e<strong>en</strong> 'gelegitimeerd geweldsmonopolie' (let op de versmelting <strong>van</strong> autoriteit <strong>en</strong> macht!) was natuurlijk niet bedoeld om<br />

her gebruik <strong>van</strong> geweld als de karakteristieke bezigheid <strong>van</strong> deze autoriteit aan te wijz<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, zeker in zijn moderne<br />

vorm pres<strong>en</strong>teert de <strong>staat</strong> zich vaak eerder als weldo<strong>en</strong>er, met e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>dheid die de ware libertijn tot wanhoop kan stemm<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> vergelijke de typering die Enz<strong>en</strong>sberger geeft <strong>van</strong> de sociale <strong>staat</strong> in Zwed<strong>en</strong> 'waarin de naakte macht e<strong>en</strong> wit nachthemd<br />

aantrekt alsof ze e<strong>en</strong> <strong>en</strong>gel <strong>van</strong> de onschuld is' (met veel meer liefde voegt hij er het ltaliaanse contrast aan toe: 'zulke<br />

verkleedkunst<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> niemand die in ltalie iets te zegg<strong>en</strong> heefS verwijt<strong>en</strong>. De mach~ het privilege der privileges, wordt<br />

niet verborg<strong>en</strong>, ze wordt bezwor<strong>en</strong>, geetaleerd <strong>en</strong> bewonderd'. Zie H.M. Enz<strong>en</strong>sberger. Ach Europo!, (1989), blz. 72. Door de<br />

verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> macht <strong>en</strong> autoriteit naar de uiteindelijke wijze <strong>van</strong> doorrett<strong>en</strong> te typer<strong>en</strong>, wordt duidelijk hoe de<br />

verhouding<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> botsing <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de autoriteit<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


gehaald omdat het e<strong>en</strong> soort autoriteit betreft waar<strong>van</strong> de bestaansvoorwaarde<br />

voortdur<strong>en</strong>d aan de orde is. De deskundige (als personificatie <strong>van</strong><br />

het systeem <strong>van</strong> functionele autoriteit) moet zich waarmak<strong>en</strong>, zijn bevinding<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> idealiter e<strong>en</strong> kritisch gehoor doorstaan, hij moet zijn erk<strong>en</strong>ning<br />

v<strong>en</strong>verv<strong>en</strong>. Functionele autoriteit, zo concludeert Hartmann, be<strong>staat</strong><br />

bij uitstek 'pro tempore'6. De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> functionele autoriteit is in e<strong>en</strong><br />

complexer word<strong>en</strong>de wereld <strong>en</strong>orm toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet zich op m<strong>en</strong>ig<br />

gebied verlat<strong>en</strong> op de deskundigheid die in complexe handelingssystem<strong>en</strong><br />

wordt geg<strong>en</strong>ereerd. Deze vorm <strong>van</strong> autoriteit berust bij uitstek op e<strong>en</strong> uertrouw<strong>en</strong>srelatie,<br />

waarbij het subject zich steeds di<strong>en</strong>t af te vrag<strong>en</strong> of hij de<br />

controle niet te lichtzinnig uit hand<strong>en</strong> heeft gegev<strong>en</strong>. Doorgaans komt<br />

m<strong>en</strong> slechts in aanraking met de laatste hand in e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong>. Wie of wat<br />

moet m<strong>en</strong> dan vertrouw<strong>en</strong>: de apotheker, di<strong>en</strong>s assist<strong>en</strong>te, het beroepsethos<br />

<strong>van</strong> de farmaceutische vakwereld, de industrie, de wet<strong>en</strong>schap? Er<br />

<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> diffuus soort <strong>van</strong> totaal vertrouw<strong>en</strong> op het spel. M<strong>en</strong> moet er<br />

dan op vertrouw<strong>en</strong> dat in het systeem voldo<strong>en</strong>de controles <strong>van</strong> betrouwbaarheid<br />

zijn ingebouwd, 10s <strong>van</strong> de persoonlijke motivatiestructuur.<br />

Luhmann heeft erop gewez<strong>en</strong> dat de afhankelijkheid <strong>van</strong> functionele<br />

autoriteit meebr<strong>en</strong>gt dat m<strong>en</strong> zich e<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudigd beeld <strong>van</strong> de wereld<br />

di<strong>en</strong>t te vorm<strong>en</strong>. Het vertrouw<strong>en</strong> op functionele autoriteit dwingt tot<br />

g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> verlaat zich op e<strong>en</strong> wereld <strong>van</strong> deskundigheid waarop<br />

slechts symbolische controle mogelijk is. Hierin weerspiegelt zich de<br />

kwetsbaarheid <strong>van</strong> deze autoriteit. M<strong>en</strong> kan niet onvoonvaardelijk op<br />

autoriteit vertrouw<strong>en</strong>. Het risico dat m<strong>en</strong> neemt door te vertrouw<strong>en</strong>, kan<br />

m<strong>en</strong> bij b<strong>en</strong>adering tracht<strong>en</strong> te beheers<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> controle op<br />

symbol<strong>en</strong>. Deze symbol<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zich door e<strong>en</strong> hypergevoeligheid<br />

voor mogelijke verstoring<strong>en</strong> <strong>van</strong> het vertrouw<strong>en</strong>. Og<strong>en</strong>schijnlijk incid<strong>en</strong>tele<br />

voorvall<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> symbolisch karakter kunn<strong>en</strong> hierdoor ope<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

symptomatische betek<strong>en</strong>is krijg<strong>en</strong>. Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> spanningsrelatie<br />

die door B<strong>en</strong> leug<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verbrok<strong>en</strong>. Luhmann typeert de uiterst<br />

subtiele werking <strong>van</strong> dit mechanisme als volgt: 'in dieser Zerbrechlichkeit<br />

des Vertrau<strong>en</strong>s spiegelt sich die Zwangslage der G<strong>en</strong>eralisierund 7.<br />

In de wet<strong>en</strong>schap is deze kwetsbaarheid vaak gedemonstreerd, bijvoorbeeld<br />

op het gebied <strong>van</strong> de toekomststudies. Het gaat hierbij om<br />

e<strong>en</strong> deskundigheid die met tal <strong>van</strong> onzekerhed<strong>en</strong> heeft te kamp<strong>en</strong>. Als<br />

dan met grote stelligheid v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> over toekomstige ontwikkeling<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> die stelligheid mede wordt gevoed door<br />

de behoefte om het v<strong>en</strong>vachte onheil door politieke besluit<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong><br />

afw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, komt e<strong>en</strong> zware hypotheek te ligg<strong>en</strong> op de wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

betrouwbaarheid <strong>van</strong> de desbetreff<strong>en</strong>de v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong>. Zo heeft<br />

de reeks <strong>van</strong> wilde 'future shock' studies de autoriteit <strong>van</strong> dit vakgebied<br />

gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ige tijd aangetast. En wat te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>van</strong> het ger<strong>en</strong>ommeerde<br />

rapport aan de gezaghebb<strong>en</strong>de 'Club <strong>van</strong> industriel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

politici in Rome'? Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel ander rapport heeft door zijn wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

<strong>en</strong> politieke uitstraling zoveel autoriteit gegev<strong>en</strong> aan het<br />

vakgebied <strong>van</strong> de toekomststudies. Maar to<strong>en</strong> in werkelijkheid nog<br />

altijd overvloed bleek te bestaan, waar 'uitputting <strong>van</strong> bronn<strong>en</strong>' was<br />

voorspeld, was het vertrouw<strong>en</strong> in deze autoriteit a1 weer ernstiger verstoord<br />

dan door de correcties <strong>van</strong> de voorspelling<strong>en</strong> in het volg<strong>en</strong>de<br />

rapport aan de club <strong>van</strong> Rome kon word<strong>en</strong> goedgemaakt. Het alarmer<strong>en</strong>d<br />

<strong>en</strong> politiser<strong>en</strong>d hanter<strong>en</strong> <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong> levert<br />

voor de gebruikers zeer zichtbare symbol<strong>en</strong> op voor de toets <strong>van</strong> de<br />

vertrouw<strong>en</strong>swaardigheid <strong>van</strong> deze autoriteit. Meestal zijn de symbo-<br />

61 H. Hartmann, Funktionale Autoritat. 1964. blz. 6 1.<br />

7 N Luhmann, Vertrau<strong>en</strong>; ein Mechanismus der Reduktion sozialer Komplexitat, derde herzi<strong>en</strong>e druk 1989, [1968], blz. 30.<br />

OM RECHT EN STAAT


l<strong>en</strong>, die het vertrouw<strong>en</strong> in de autoriteit moet<strong>en</strong> funder<strong>en</strong>, minder<br />

zichtbaar <strong>en</strong> minder ondubbelzinnig.<br />

Meer in het algeme<strong>en</strong> ligt aan verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> autoriteit e<strong>en</strong><br />

vertrouw<strong>en</strong>srelatie t<strong>en</strong> grondslag. Dat geldt zeker ook voor de legitieme<br />

ord<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>sautoriteit, zoals in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk meer<br />

gedetailleerd zal word<strong>en</strong> belicht aan de hand <strong>van</strong> de analyse <strong>van</strong> de politieke<br />

democratie. Voorts is <strong>van</strong> belang te wijz<strong>en</strong> op de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de<br />

'situationele logica'. De mogelijke gelding <strong>van</strong> autoriteit hangt af <strong>van</strong><br />

acceptatie door betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde maatschappelijke constellatie.<br />

Als deze constitutie verandert <strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> andere waardering <strong>van</strong><br />

waard<strong>en</strong> pleegt e<strong>en</strong> Wandel der Autoritat' op te tred<strong>en</strong>.<br />

4.3 Machtsbetrekking<strong>en</strong><br />

Kan m<strong>en</strong> de verschijnsel<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> dwang op soortgelijke inter-subjectieve<br />

wijze duid<strong>en</strong> als bijzondere uitwerking<strong>en</strong> <strong>van</strong> het algem<strong>en</strong>e begrip<br />

<strong>van</strong> reciprociteit? Hier blijk<strong>en</strong> de opvatting<strong>en</strong> toch veel sterker uite<strong>en</strong> te<br />

lop<strong>en</strong>. Lat<strong>en</strong> we eerst e<strong>en</strong> principieel verschil bezi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> autoriteit <strong>en</strong><br />

macht. Autoriteit is 'ge<strong>recht</strong>igd', zij berust op erk<strong>en</strong>ning door ander<strong>en</strong>,<br />

niet in de laatste plaats vaak door deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die de autoriteit beproev<strong>en</strong>. In<br />

beginsel berust<strong>en</strong> noch macht noch dwang op e<strong>en</strong> dergelijke erk<strong>en</strong>ning;<br />

het begrip macht wordt doorgaans aangeduid met de notie dat partij<strong>en</strong><br />

hun zin wet<strong>en</strong> door te zett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de weerstand <strong>van</strong> ander<strong>en</strong> in. Dwang<br />

duidt op e<strong>en</strong> specifieke manier om dit doorzett<strong>en</strong> kracht bij te zett<strong>en</strong>.<br />

Macht kan geautoriseerd zijn, zoals omgekeerd autoriteit doorgaans<br />

macht behoeft om zich in bepaalde situaties te kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, maar<br />

legitieme erk<strong>en</strong>ning vormt ge<strong>en</strong> noodzakelijke voonvaarde voor macht. Zo<br />

kan e<strong>en</strong> straatsch<strong>en</strong>der over de macht beschikk<strong>en</strong> om zich e<strong>en</strong> fink deel<br />

<strong>van</strong> de op<strong>en</strong>bare ruimte toe te eig<strong>en</strong><strong>en</strong>, ook a1 zal hij op zeker mom<strong>en</strong>t we1<br />

op grotere weerstand stuit<strong>en</strong>. Hij is tot deze machtstoeeig<strong>en</strong>ing niet<br />

ge<strong>recht</strong>igd, hij zal veeleer gedrev<strong>en</strong> zijn door de behoefte om <strong>recht</strong> <strong>en</strong><br />

autoriteit te provocer<strong>en</strong>. Kortom, ondanks de vele mogelijkhed<strong>en</strong> tot overlapping<br />

zijn autoriteit <strong>en</strong> macht zeer verschill<strong>en</strong>d gefundeerd.<br />

Zo gezi<strong>en</strong> wortelt macht in 'zelfhandhaving' of 'zelfverhoging' in we<strong>en</strong>vil<br />

<strong>van</strong> de streving<strong>en</strong> <strong>van</strong> ander<strong>en</strong>. Macht refereed uiteindelijk aan overleving<br />

<strong>en</strong> strijd, in ultima ratio aan de pure vernietigingsstrijd. Zo verduidelijkt<br />

J. Pieper in zijn bek<strong>en</strong>de verhandeling over 'maatschappelijke<br />

spelregels' de zuivere <strong>en</strong> meest extreme vorm <strong>van</strong> macht met het voorbeeld<br />

<strong>van</strong> de 'plank <strong>van</strong> Karneades'. Dit is de scheepsplank, waarop twee<br />

schipbreukeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed he<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gezocht, maar die slechts<br />

BBn <strong>van</strong> h<strong>en</strong> kan drag<strong>en</strong> 8. Het hoeR ge<strong>en</strong> vertoog dat Pieper zich bij deze<br />

uiterste beproeving slechts B<strong>en</strong> uitkomst kon voorstell<strong>en</strong>.<br />

Het is dit uiteindelijke machtsresultaat, het volledig doorzett<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

e<strong>en</strong> op de ander, de ov<strong>en</strong>veldiging <strong>en</strong> het schijnbare e<strong>en</strong>richtingverkeer,<br />

dat veel onderzoekers ertoe heeft bewog<strong>en</strong> om het begrip macht af te zonder<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het inter-subjectieve analysemodel (<strong>van</strong> Merton tot Blau, <strong>van</strong><br />

Pieper tot Hartmann). In andere process<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale bei'nvloeding<br />

onderk<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> we1 de grondslag <strong>van</strong> reciprociteit, omdat het onderligg<strong>en</strong>de<br />

subject daarin expliciet e<strong>en</strong> actieve rol vervult (in sommige variant<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale bei'nvloeding ligt hier zelfs de sleutel voor bei'nvloeding),<br />

maar bij uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> macht wordt deze reciprociteit niet meer onderk<strong>en</strong>d.<br />

Aldus wordt de ess<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> de machtsverhouding met e<strong>en</strong>zijdige<br />

onderdompeling gelijk gesteld. Ook in de - overig<strong>en</strong>s zeer gevarieerde -<br />

s] J. Pieper. De regek <strong>van</strong> het moatschappelijk spel. 1956. blz. 107.<br />

OM RECHT EN STAAT


politicologische literatuur over dit thema be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />

om de e<strong>en</strong>zijdigheid <strong>van</strong> machtsverhouding<strong>en</strong> te sublimer<strong>en</strong> 9.<br />

Hoewel de strekking <strong>van</strong> het machtsbegrip onlosmakelijk met deze e<strong>en</strong>zijdige<br />

uitkomst is verbond<strong>en</strong>, wordt e<strong>en</strong> dergelijke perceptie naar mijn<br />

m<strong>en</strong>ing te zeer ingegev<strong>en</strong> door de verwachting a priori <strong>van</strong> het mogelijke<br />

eindresultaat <strong>van</strong> machtsbetrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaat deze te veel voorbij aan de<br />

wez<strong>en</strong>lijke verwikkeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> het inter-subjectieve machtsproces. Voor<br />

de effectuering <strong>van</strong> macht is e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spel <strong>van</strong> diverse partij<strong>en</strong> nodig, <strong>en</strong><br />

ook aan de andere kant <strong>van</strong> de machtsbetrekking (de onderkant) be<strong>staat</strong><br />

activiteit. Tweestrijd op e<strong>en</strong> scheepsplank of in het echtelijk bed kan<br />

natuurlijk ge<strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>ning zijn <strong>van</strong> reciprociteit; strijd is e<strong>en</strong> prototype,<br />

e<strong>en</strong> basisvorm iiberhaupt <strong>van</strong> reciprociteit. Het was juist de veronderstelling<br />

<strong>van</strong> teg<strong>en</strong>spel <strong>en</strong> het inzicht dat de ding<strong>en</strong> vaak wat anders lop<strong>en</strong><br />

dan m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt, die Weber ertoe inspireerd<strong>en</strong> om het kans<strong>en</strong>begrip t<strong>en</strong><br />

grondslag te legg<strong>en</strong> aan alle vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> het 'Sichdurchsetz<strong>en</strong>'. Dit geldt<br />

voor macht, voor legitieme ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> ook voor dwang. Zelfs de meest<br />

drastische dwangrniddel<strong>en</strong> verlang<strong>en</strong> uiteindelijk bewilliging 10. Per saldo<br />

referer<strong>en</strong> macht (<strong>en</strong> dwang) primair aan e<strong>en</strong> mogelijke krachtmeting <strong>en</strong><br />

pas in tweede instantie aan de uitkomst<strong>en</strong> daar<strong>van</strong>.<br />

Bij wijze <strong>van</strong> sam<strong>en</strong>vatting stell<strong>en</strong> we vast dat hierarchische betrekking<strong>en</strong><br />

(zowel autoriteit als macht) <strong>van</strong>uit de wederkerigheid <strong>van</strong> inter-subjectieve<br />

betrekking<strong>en</strong> geanalyseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zij het dat de twee<br />

soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> betrekking<strong>en</strong> berust<strong>en</strong> op uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de grondslag<strong>en</strong>. Deze<br />

verschill<strong>en</strong>de geaardhed<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> mee, dat de manier waarop deze<br />

betrekking<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconstitueerd <strong>en</strong> tot verwez<strong>en</strong>lijking kunn<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s verschilt. Het onderzoek naar de mogelijke gelding <strong>van</strong><br />

autoriteit voert terug naar de vraag onder welke condities <strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong><br />

de betreff<strong>en</strong>de autoriteit is ge<strong>recht</strong>igd <strong>en</strong> onder welke haar gezag tot<br />

gelding kan kom<strong>en</strong>. Het onderzoek naar de mogelijke totstandkoming <strong>van</strong><br />

macht voert terug naar de vraag onder welke condities <strong>en</strong> krachtsverhouding<strong>en</strong><br />

bepaalde machtsposities word<strong>en</strong> gevestigd <strong>en</strong> onder welke<br />

deze bekrachtigd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Autoriteit <strong>en</strong> macht zijn vaak op elkaar aangewez<strong>en</strong>. Terwijl de uitoef<strong>en</strong>ing<br />

<strong>van</strong> macht legitimiteit behoeft, heeft autoriteit macht nodig om haar<br />

gezag tot gelding te kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Deze onderlinge afhankelijkheid <strong>en</strong><br />

verwev<strong>en</strong>heid doet zich veelvuldig voor in maatschappelijke betrekking<strong>en</strong>;<br />

ook in de <strong>staat</strong> is de wisselwerking tuss<strong>en</strong> autoriteit <strong>en</strong> macht op tal<br />

<strong>van</strong> manier<strong>en</strong> gei'nstitutionaliseerd. Ondanks de wederzijdse afhankelijkheid<br />

verloopt de wisselwerking echter lang niet altijd harmonieus. In<br />

wez<strong>en</strong> zijn de ord<strong>en</strong>ingspatron<strong>en</strong> <strong>van</strong> de twee spor<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

orde. Terwijl omtr<strong>en</strong>t de machtsbetrekking<strong>en</strong> patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> rationele<br />

organisatie zijn gevormd, berust de autoriteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> op institutionalisering<br />

<strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> (in dit geval <strong>van</strong> democratie <strong>en</strong> <strong>recht</strong>).<br />

Beide constellaties <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> (onderling vervlocht<strong>en</strong> in het <strong>recht</strong> <strong>en</strong> de<br />

politieke bestuursmacht) wortel<strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> wijze in 'de' maatschappelijke<br />

orde, waardoor e<strong>en</strong> intriger<strong>en</strong>de driehoeksverhouding ont<strong>staat</strong> <strong>van</strong> elkaar<br />

versterk<strong>en</strong>de coalities, die echter ook de perman<strong>en</strong>te neiging verton<strong>en</strong> om<br />

91 In de politicologische literatuur zijn tal <strong>van</strong> verfijning<strong>en</strong> aangebracht op de gebruikelijke omschrijving <strong>van</strong> het rnachtsbegrip, dat<br />

de machthebber de onderligg<strong>en</strong>de partij naar zijn wil doet schikk<strong>en</strong>. Zo voegd<strong>en</strong> Bachrach <strong>en</strong> Barau, (Two foces ofpower, 1962)<br />

als tweede dim<strong>en</strong>sie toe. dat bepaalde deelnemers <strong>van</strong> de beleidsag<strong>en</strong>da word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> (hun stem wordt niet e<strong>en</strong>s<br />

gehoord). Lukes, (Power, a rodical view, 1974) voegde als derde dim<strong>en</strong>sie toe dat machthebbers zelfs de 'conceptie <strong>van</strong> bezwar<strong>en</strong>'<br />

<strong>van</strong> de deelnemers kunn<strong>en</strong> be'invloed<strong>en</strong>. Edelman <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> voegd<strong>en</strong> hier weer het symbolisch gebruik <strong>van</strong> macht aan<br />

toe, <strong>en</strong>zovoort. Zie voor e<strong>en</strong> discussie J.F. Handler. Low and the search for community, (1990). Langs deze weg werd de e<strong>en</strong>zijdigheid<br />

<strong>van</strong> de machtsverhouding steeds meer geacc<strong>en</strong>tueerd.<br />

'01 C.J. Friedrich. Die Politische Wiss<strong>en</strong>schaft, 196 1.<br />

OM RECHT EN STAAT


elkaar te verdring<strong>en</strong>. Deze dynamiek vormt het c<strong>en</strong>trale thema dat in de<br />

twee volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> uitgediept. Hier vervolgt de uite<strong>en</strong>zetting<br />

met het onderzoek naar de mechanism<strong>en</strong> die werkzaam zijn bij<br />

de effectuering <strong>van</strong> macht <strong>en</strong> de gelding <strong>van</strong> autoriteit. <strong>Om</strong> de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> het inter-subjectieve raamwerk in dit verband scherp te krijg<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong><br />

we eerst de veel voorkom<strong>en</strong>de situaties onderzoek<strong>en</strong> waarin de<br />

machtsbetrekking<strong>en</strong> (tijdelijk of soms voorgoed) in e<strong>en</strong> 'luwte' zijn te<strong>recht</strong><br />

gekom<strong>en</strong>.<br />

4.4 De machtsluwte: e<strong>en</strong> begripsbepaling<br />

Door de machtsbetrekking als e<strong>en</strong> krachtmeting op te vatt<strong>en</strong>, kan wellicht<br />

de neiging ontstaan om macht te associer<strong>en</strong> met de kracht <strong>van</strong> de middel<strong>en</strong><br />

waannee de confrontatie wordt aangegaan. Typische bronn<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

macht kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld betreff<strong>en</strong> de psychische of fysieke capaciteit<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, of de materiele of organisatorische compet<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> organisaties.<br />

De wap<strong>en</strong>schouw <strong>van</strong> macht is zeer gevarieerd. Vaak wordt het<br />

predikaat macht reeds op voorhand toegek<strong>en</strong>d aan subject<strong>en</strong> die over<br />

grote capaciteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>. Aan de machtspositie <strong>van</strong> het<br />

grootbedrijf of aan die <strong>van</strong> grote mog<strong>en</strong>dhed<strong>en</strong> wordt doorgaans niet<br />

getwijfeld. In werkelijkheid is macht echter situationeel bepaald <strong>en</strong> moet<br />

zij zich waarmak<strong>en</strong> in bepaalde krachtsverhouding<strong>en</strong>. Daarom acht<strong>en</strong> wij<br />

het nuttiger om macht als e<strong>en</strong> sociale betrekking te analyser<strong>en</strong> dan als<br />

loutere expressie <strong>van</strong> kracht. Ook deze perceptie <strong>van</strong> macht br<strong>en</strong>gt overig<strong>en</strong>s<br />

bepaalde problem<strong>en</strong> mee. Zo is het kracht<strong>en</strong>veld <strong>van</strong> de specifieke<br />

betrekking<strong>en</strong>, waarin macht zich kan ontplooi<strong>en</strong>, niet altijd manifest.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> actor<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>s de neiging om <strong>van</strong>uit zelf-refer<strong>en</strong>tiele<br />

wereld<strong>en</strong> te handel<strong>en</strong>. Zo kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de percepties <strong>van</strong> macht<br />

ontstaan <strong>en</strong> tot op zekere hoogte e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> gaan leid<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong><br />

dit verschijnsel illustrer<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de casus, de<br />

Viermacht<strong>en</strong>confer<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> Miinch<strong>en</strong> in 1938 11.<br />

In 1938 vond in Miinch<strong>en</strong> e<strong>en</strong> Viermacht<strong>en</strong>confer<strong>en</strong>tie plaats naar<br />

aanleiding <strong>van</strong> de internationale crisis over Tsjechoslowakije. Hitler<br />

was Tsjechoslowakije binn<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> had hierdoor het verdrag <strong>van</strong><br />

Versailles opnieuw gebruskeerd. Chamberlain <strong>en</strong> Daladier war<strong>en</strong><br />

door bemiddeling <strong>van</strong> Mussolini bereid gevond<strong>en</strong> om de gespann<strong>en</strong><br />

internationale verhouding<strong>en</strong> met Hitler in Miinch<strong>en</strong> te besprek<strong>en</strong>.<br />

Zoals bek<strong>en</strong>d, zijn Chamberlain <strong>en</strong> Daladier bij deze geleg<strong>en</strong>heid<br />

eezwicht voor de druk <strong>van</strong> Hitler ter behoud <strong>van</strong> de internationale<br />

Gede, zij legd<strong>en</strong> zich neer bij de inlijving <strong>van</strong> de Sudet<strong>en</strong>duitse gebied<strong>en</strong><br />

in het Derde Rijk. We1 wist Daladier als aanvulling op het gedevalueerde<br />

verdrag <strong>van</strong> Versailles e<strong>en</strong> nieuwe internationale garantie<br />

te beding<strong>en</strong> voor de rester<strong>en</strong>de Tsjechische <strong>staat</strong>. Chamberlain vierde<br />

het behoud <strong>van</strong> de vrede, Hitler de verovering <strong>van</strong> zijn nieuwe grondgebied.<br />

Zo bezi<strong>en</strong> was de gebeurt<strong>en</strong>is in Miinch<strong>en</strong> de vooroorlogse<br />

bekroning <strong>van</strong> de expansiepolitiek <strong>van</strong> Hitler. Na de reeds eerdere<br />

Anschluss <strong>van</strong> Oost<strong>en</strong>rijk had hij in betrekkelijke vredestijd de eerste<br />

versie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> groot-Duitse <strong>staat</strong> wet<strong>en</strong> te bewerkstellig<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> groot-<br />

Duitse versie waarvoor de Realpolitiker Bismarck vijftig jaar eerder<br />

steeds was teruggedeinsd). De confer<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> Miinch<strong>en</strong> zou later in<br />

de herinnering blijv<strong>en</strong> als het verraad <strong>van</strong> Miinch<strong>en</strong>.<br />

Er be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> andere lezing <strong>van</strong> dit machtspolitieke gebeur<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s<br />

welke niet Hitler <strong>en</strong> ook niet de bij thuiskomst als vredesheld<br />

111 P. d<strong>en</strong> Hoed <strong>en</strong> W.G.M. Salet hebb<strong>en</strong> deze casus eerder uitgewerkt in het artikel 'Over het rnochtsvocuurn: e<strong>en</strong> begripsbepaling'.<br />

Beleid <strong>en</strong> Maatschappij. 1986, blz. 20-27. Achteraf bezi<strong>en</strong> geeft het begrip 'rnachtsluwte' e<strong>en</strong> duidelijker omschrijving <strong>van</strong> de<br />

bedoelde onvervulde machobetrekking<strong>en</strong> dan het to<strong>en</strong> gebezigde begrip 'machtsvacuiim'.<br />

OM RECHT EN STAAT


gevierde Chamberlain aan het langste eind trok, maar de teg<strong>en</strong>strib<br />

bel<strong>en</strong>de Daladier. Volg<strong>en</strong>s deze interpretatie war<strong>en</strong> in Miinch<strong>en</strong> de<br />

bepaling<strong>en</strong> <strong>van</strong> Versailles weliswaar opnieuw naar de letter geschond<strong>en</strong>,<br />

maar was voor het eerst na bijna twintig jaar de geest <strong>van</strong><br />

Versailles weer springlev<strong>en</strong>d geword<strong>en</strong>. Deze interpretatie kan ge11lustreerd<br />

word<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die eraan vooraf<br />

ging<strong>en</strong>.<br />

Het vredesverdrag ter beeindiging <strong>van</strong> de eerste wereldoorlog was<br />

door de geallieerd<strong>en</strong> eerst na de totale militaire nederlaag <strong>van</strong><br />

Duitsland e<strong>en</strong>zijdig aan de nieuwe leiders <strong>van</strong> de Duitse Weimarrepubliek<br />

gedicteerd. Reeds <strong>van</strong>af het begin kon <strong>en</strong> wilde de nieuwe<br />

republiek niet aan de zware economische <strong>en</strong> politieke vredesvoorwaard<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>. De bewakers <strong>van</strong> het verdrag liet<strong>en</strong> a1 spoedig de<br />

teugels vier<strong>en</strong>. Na het aan<strong>van</strong>kelijk succesvolle re<strong>van</strong>chisme <strong>van</strong><br />

Frankrijk werd alras duidelijk, dat afwijking<strong>en</strong> <strong>van</strong> het verdrag <strong>van</strong><br />

Versailles meer regel dan uitzondering zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

spectaculaire afwijking<strong>en</strong> betrof de verzo<strong>en</strong>ing tuss<strong>en</strong> Rusland <strong>en</strong><br />

Duitsland (Rapallo 1922). Na 1925 nam<strong>en</strong> de sch<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

verdrag toe, in dit opzicht borduurde Hitler derhalve voort op de praktijk<br />

<strong>van</strong> zijn voorgangers 12.<br />

De kans<strong>en</strong> voor de Duitse wederopstanding werd<strong>en</strong> vergroot door de<br />

verandering<strong>en</strong> in de posities <strong>van</strong> de bewakers <strong>van</strong> het verdrag <strong>van</strong><br />

Versailles. De Amerikan<strong>en</strong> trokk<strong>en</strong> zich in militaire zin terug uit<br />

Europa. Het communistische Rusland werd door de andere land<strong>en</strong><br />

steeds meer als bedreiging dan als bondg<strong>en</strong>oot beschouwd. In Britse<br />

kring<strong>en</strong> overheerste schuldgevoel over de als onredelijk ervar<strong>en</strong> vredesvoorwaard<strong>en</strong><br />

13. Alle<strong>en</strong> Frankrijk bleef over <strong>en</strong> dit land kon slechts<br />

zijn kans<strong>en</strong> afwacht<strong>en</strong>. De politiek <strong>van</strong> Hitler verschilde echter in die<br />

<strong>van</strong> zijn voorgangers in de onverhulde off<strong>en</strong>sieve bedoeling<strong>en</strong>. Hij wist<br />

in betrekkelijk korte tijd de inschikkelijke Britse politiek <strong>van</strong> 'appeasem<strong>en</strong>t'<br />

onmogelijk te mak<strong>en</strong>. Hiervoor was in het Britse klimaat<br />

ge<strong>en</strong> geringe omw<strong>en</strong>teling nodig. Dit was de keerzijde <strong>van</strong><br />

Miinch<strong>en</strong> 14. Wanneer <strong>en</strong>ige maand<strong>en</strong> later de Duitse troep<strong>en</strong> naar<br />

Praag marcher<strong>en</strong>, wordt Chamberlain door Frankrijk aan de toegevoegde<br />

garanties <strong>van</strong> Miinch<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> stuit Hitler voor het eerst<br />

op geallieerde weerstand. Naar aanleiding <strong>van</strong> de volg<strong>en</strong>de inval in<br />

Pol<strong>en</strong> zou de wereldoorlog uitbrek<strong>en</strong>.<br />

De casus laat zi<strong>en</strong> hoezeer de twee percepties <strong>van</strong> macht teg<strong>en</strong>over elkaar<br />

kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> te staan. Het groei<strong>en</strong>de machtsgevoel <strong>van</strong> DuitsIand (de<br />

eerste perceptie <strong>van</strong> macht, gebaseerd op de verme<strong>en</strong>de sterkte <strong>van</strong> de<br />

eig<strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong>) leidde tot e<strong>en</strong> feitelijke expansie <strong>en</strong> machtsvergroting<br />

<strong>van</strong> het vooroorlogse Duitsland. De salamipolitiek die op deze basis werd<br />

gevoerd, was voor e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> jar<strong>en</strong> succesvol <strong>van</strong>wege de gebrekkige<br />

teg<strong>en</strong>werking <strong>van</strong> de toezichthoud<strong>en</strong>de mog<strong>en</strong>dhed<strong>en</strong>. Maar in de loop<br />

<strong>van</strong> de tijd werd de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de tweede perceptie <strong>van</strong> macht (macht<br />

beschouwd als e<strong>en</strong> sociale betrekking) steeds rneer zichtbaar. Naarmate<br />

Hitler zich meer de Europese machtslacunes toeeig<strong>en</strong>de, werd<strong>en</strong> de<br />

lat<strong>en</strong>te betrekking<strong>en</strong> waarin de machtsbeproeving plaats vond, meer<br />

manifest. Slechts door misrek<strong>en</strong>ing of onbezonn<strong>en</strong>heid (wellicht door<br />

beide, de historici zijn het er niet over e<strong>en</strong>s) wist Hitler de mildste bewakers<br />

teg<strong>en</strong> zich in het harnas te jag<strong>en</strong>.<br />

121 Zie S. Haffner, Anmerkung<strong>en</strong> zu Hider, 1983. 23e druk. [1978].<br />

131 A. L<strong>en</strong>tin. Lloyd George, Woodrow Wilson and the Guilt of Germany, 1985.<br />

'1 Haffner, lbid., blz. 85 tot <strong>en</strong> met 87.<br />

OM RECHT EN STAAT


De casus beschrijft e<strong>en</strong> situatie, die wordt aangehaald als de machtsluwte.<br />

De machtsluwte duidt op e<strong>en</strong> toestand in sociale betrekking<strong>en</strong> die<br />

m<strong>en</strong> slechts in beeld kan krijg<strong>en</strong> wanneer m<strong>en</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> het<br />

inter-subjectieve machtsproces als zodanig in studie neemt. Het gaat om<br />

e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel begrip waar<strong>van</strong> de betek<strong>en</strong>is veelvuldig in praktijksituaties<br />

kan word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De 'machtsluwte' duidt op situaties<br />

waarin rnachtsbetrekking<strong>en</strong> niet of nog niet geeffectueerd zijn. In veel<br />

gevall<strong>en</strong> gaat het om e<strong>en</strong> tijdelijke situatie - og<strong>en</strong>schijnlijk e<strong>en</strong> stillev<strong>en</strong><br />

maar in werkelijkheid e<strong>en</strong> uiterst dynamische mom<strong>en</strong>topname - in de<br />

overgangszone tuss<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>te <strong>en</strong> manifeste machtsbetrekking<strong>en</strong>.<br />

Het bestaan <strong>van</strong> de machtsluwte laat zi<strong>en</strong> dat rnachtsbetrekking<strong>en</strong> niet<br />

geslot<strong>en</strong> zijn, ev<strong>en</strong>min als andere sociale betrekking<strong>en</strong>. Door haar op<strong>en</strong><br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> behoudt de machtsbetrekking e<strong>en</strong> hoge mate <strong>van</strong> onbest<strong>en</strong>digheid.<br />

Het voorbeeld <strong>van</strong> Duitsland is hiervoor zeer illustratief. Het knevelverdrag<br />

<strong>van</strong> Versailles vertoonde og<strong>en</strong>schijnlijk alle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdige machts- <strong>en</strong> zelfs <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dwangverhouding. Zeld<strong>en</strong> treft<br />

m<strong>en</strong> rnachtsbetrekking<strong>en</strong> waar<strong>van</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zo nauw geslot<strong>en</strong> zijn. En<br />

toch veerde Duitsland op <strong>en</strong> liet<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg alle bewakers <strong>van</strong> het verdrag<br />

vrijwel <strong>van</strong>af het begin de poort<strong>en</strong> voor Duitsland op<strong>en</strong> staan. De<br />

positie <strong>van</strong> Duitsland veranderde spoedig <strong>en</strong> de positie <strong>van</strong> de bewakers<br />

onderging veel verandering<strong>en</strong>, zij hadd<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> besognes. Binn<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> was de constitutie <strong>van</strong> de oorspronkelijke machtsbetrekking<br />

door de feitelijke ontwikkeling<strong>en</strong> achterhaald.<br />

M<strong>en</strong> kan de toestand <strong>van</strong> de machtsluwte vroeg of laat in praktisch alle<br />

rnachtsbetrekking<strong>en</strong> aantreff<strong>en</strong>. Meestal zijn de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> machtsbetrekking<strong>en</strong><br />

niet zo geslot<strong>en</strong> als in het bov<strong>en</strong>staande voorbeeld.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor het ontstaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> machtsluwte is vaak dat de gr<strong>en</strong>-<br />

Z<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaalde handelingsruimte niet duidelijk zijn afgebak<strong>en</strong>d, of<br />

dat - zoals we eerder ook bij de autoriteitsbetrekking hebb<strong>en</strong> vastgesteld -<br />

ge<strong>en</strong> sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige afbak<strong>en</strong>ing <strong>van</strong>wege de overlapping<br />

<strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de machtssfer<strong>en</strong>. En als er we1 duidelijke richtlijn<strong>en</strong> zijn<br />

gesteld over wat m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde positie a1 dan niet vermag, is het<br />

lang niet zeker dat betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> daar<strong>van</strong> op de hoogte zijn <strong>en</strong> daaraan ook<br />

dezelfde interpretatie gev<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> is zich vaak niet e<strong>en</strong>s bewust <strong>van</strong> de<br />

positie waarin m<strong>en</strong> verkeert <strong>en</strong> <strong>van</strong> de begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong> die daarin beslot<strong>en</strong><br />

ligg<strong>en</strong>. Dit gebrek aan positiebewustzijn treft m<strong>en</strong> bij organisaties (zeker<br />

ook bij overheidsorgan<strong>en</strong>) niet minder aan dan bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> 15. Subject<strong>en</strong><br />

zijn maar a1 te snel g<strong>en</strong>eigd om zichzelf het c<strong>en</strong>trum <strong>van</strong> beweging te<br />

wan<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> veelheid <strong>van</strong> signal<strong>en</strong> is de onbek<strong>en</strong>dheid<br />

<strong>van</strong> subject<strong>en</strong> over hun eig<strong>en</strong> positie <strong>en</strong>orm gegroeid. Vaak ont<strong>staat</strong> eerst<br />

goed zicht op de feitelijke rnachtsbetrekking<strong>en</strong> door de confrontaties met<br />

limiet<strong>en</strong> die uit het handel<strong>en</strong> zelf voortvloei<strong>en</strong>. Eerst door te handel<strong>en</strong> - <strong>en</strong><br />

daarbij het domein <strong>van</strong> ander<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> te dring<strong>en</strong> - komt m<strong>en</strong> vaak in<br />

aanraking met de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, die omtr<strong>en</strong>t de gedragsmogelijkhed<strong>en</strong> zijn<br />

gesteld.<br />

Daarnaast rijz<strong>en</strong> de onzekerhed<strong>en</strong> met betrekking tot deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die op de<br />

'bewaking' <strong>van</strong> bepaalde rnachtsbetrekking<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> toezi<strong>en</strong>. Deze bewaking<br />

betreft niet alle<strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>t waarop e<strong>en</strong> machtsbetrekking wordt<br />

gevestigd, maar geldt voor de volle duur <strong>van</strong> het proces <strong>van</strong> machtsverwez<strong>en</strong>lijking.<br />

Vaak treedt gedur<strong>en</strong>de deze periode verandering op in de<br />

positie <strong>van</strong> de 'bewakers'. Hun belang<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>, de aandacht verschuift<br />

naar andere zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondertuss<strong>en</strong> treedt ev<strong>en</strong>zeer verandering op<br />

'51 In feite vormt dit de achtergrond voor e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hardnekkigste problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> het overheidsbeleid. dat we destijds hebb<strong>en</strong><br />

betiteld als het 'bestuursc<strong>en</strong>trisme'. Zie P. d<strong>en</strong> Hoed, W.G.M. Salet <strong>en</strong> H. <strong>van</strong> der Sluijs. Planning als Onderneminc 1983, blz. 35-<br />

57.<br />

OM RECHT EN STAAT


in de positie <strong>van</strong> de onderligg<strong>en</strong>de subject<strong>en</strong>. Ook bij geformaliseerde<br />

machtsverhouding<strong>en</strong> <strong>staat</strong> de bewaking niet altijd op scherp. De problem<strong>en</strong><br />

omtr<strong>en</strong>t de haper<strong>en</strong>de <strong>recht</strong>shandhaving zijn g<strong>en</strong>oegzaam bek<strong>en</strong>d.<br />

In zijn rapport Rechtshandhauing stelde de WRR in 1988 vast dat het<br />

gedurige <strong>recht</strong>ssysteem niet meer adequaat kon beantwoord<strong>en</strong> aan de<br />

explosieve vraag naar bestuurlijke <strong>en</strong> justitiele <strong>recht</strong>shandhaving, die<br />

steeds sneller was gegroeid als gevolg <strong>van</strong> de specialisatie <strong>van</strong> het sociaal<br />

<strong>en</strong> economisch verkeer. De WRR adviseerde om de handhavingslast<strong>en</strong><br />

voorzover mogelijk 'terug te w<strong>en</strong>tel<strong>en</strong>' naar maatschappelijke partij<strong>en</strong>.<br />

Ook hier bestaan mogelijkhed<strong>en</strong> voor handhaving <strong>en</strong> sanctionering (zowel<br />

via sociale mechanism<strong>en</strong> als langs privaat<strong>recht</strong>elijke weg). Voorzover<br />

<strong>recht</strong>shandhaving toekomt aan de publieke sector, zou in eerste instantie<br />

het bestuur zelf de eig<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> administratieve <strong>recht</strong>shandhaving<br />

actiever moet<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> (bijv. door toepassing <strong>van</strong> de administratieve<br />

dwangsom of boete), t<strong>en</strong>einde de zwaardere justitionele handhaving<br />

te ontlast<strong>en</strong> 16.<br />

Overig<strong>en</strong>s behoudt het bestuur bij zijn administratieve sancties mime<br />

marges om a1 dan niet tot sanctionering over te gaan. Soms blijkt uit de<br />

macht om te gedog<strong>en</strong> zelfs e<strong>en</strong> nieuwe (informele) bestuursbevoegdheid te<br />

groei<strong>en</strong> 17. Voor derd<strong>en</strong> blijkt het vaak niet zo e<strong>en</strong>voudig te zijn om aanspraak<br />

te do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> op uitoef<strong>en</strong>ing door het bestuur <strong>van</strong> deze 'bestuursdwangbevoegdhed<strong>en</strong>'.<br />

Bij wettelijke strafsancties die door de <strong>recht</strong>er word<strong>en</strong><br />

opgelegd ligt dit anders, maar ook hier beschikt de <strong>recht</strong>er (althans<br />

in het betrekkelijk flexibele Nederlandse bestel) over e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> ruimte om<br />

zijn overweging<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong> voor de strafbaarstelling. Aldus verton<strong>en</strong><br />

machtsbetrekking<strong>en</strong> dezelfde dynamiek als andere sociale betrekking<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> is hun verloop veel minder voorspelbaar dan m<strong>en</strong> op voorhand vaak<br />

lijkt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

Het bestaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> machtsluwte kan op e<strong>en</strong> onvolkom<strong>en</strong>heid duid<strong>en</strong>,<br />

maar dit is lang niet altijd het geval. In sommige gevall<strong>en</strong> is het met opzet<br />

in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>, of dwing<strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> tot erk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong><br />

de onvermijdelijkheid er<strong>van</strong>. Bij de constitutie <strong>van</strong> geautoriseerde<br />

machtsverhouding<strong>en</strong>, die berust<strong>en</strong> op vertrouw<strong>en</strong> of vrijwillige delegatie,<br />

wordt het bestaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> machtsluwte zelfs doelbewust in het lev<strong>en</strong><br />

geroep<strong>en</strong>. Aan de autoriteit wordt e<strong>en</strong> bepaalde wijze <strong>van</strong> functioner<strong>en</strong><br />

toevertrouwd: wanneer de constitu<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze autoriteit naar hun<br />

machtsmiddel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> grijp<strong>en</strong>, is dit vaak e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> dat er iets schort<br />

aan het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de autoriteit. Als hiertoe te vaak aanleiding<br />

wordt gegev<strong>en</strong> (bijv. in het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de politieke partij<strong>en</strong> in de<br />

parlem<strong>en</strong>taire democratie, in het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> het bankwez<strong>en</strong>, of in<br />

het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> professionele deskundighed<strong>en</strong>), gaan de voordel<strong>en</strong><br />

verlor<strong>en</strong> <strong>van</strong> het toevertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het deleger<strong>en</strong>. Dan hebb<strong>en</strong> de desbetreff<strong>en</strong>de<br />

autoriteit<strong>en</strong> te veel <strong>van</strong> hun krediet verspeeld.<br />

4.5 De kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> modaliteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> sanctionering<br />

De verwez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong> geautoriseerde machtsbetrekking<strong>en</strong> veronderstelt<br />

de aanwezigheid <strong>van</strong> collectieve norm<strong>en</strong> waar<strong>van</strong> naleving wordt<br />

beoogd. Deze norm<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in de desbetreff<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>schap voldo<strong>en</strong>de<br />

breed lev<strong>en</strong> om realiteit te kum<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Niet iedere<strong>en</strong> hoeft het<br />

volledig met de strekking <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s te zijn, maar k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d<br />

voor deze geautoriseerde norm<strong>en</strong> is, dat 'ander<strong>en</strong>' ge<strong>recht</strong>igd zijn om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

eraan te houd<strong>en</strong>. Uiteindelijk zijn het de direct betrokk<strong>en</strong> subject<strong>en</strong><br />

zelf (of de omstaanders), die ook de naleving <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> door ander<strong>en</strong><br />

161<br />

WRR. Rechtshandhaving; Rapport<strong>en</strong> aan de Regering nr. 35. 's-Grav<strong>en</strong>hage. Staauuitgeverij. 1988. blz. 30.<br />

I'] P.J.J. <strong>van</strong> Buur<strong>en</strong>. Gedog<strong>en</strong>d Bestor<strong>en</strong>. 1988.<br />

OM RECHT EN STAAT


verlang<strong>en</strong> <strong>en</strong> die op deze wijze als de primaire bewakers optred<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

beoogde orde. Zo werkt het mechanisme <strong>van</strong> sociale controle bij sociale<br />

tradities, bij conv<strong>en</strong>ties, bij gewoonteregels <strong>en</strong> bij andere sociale instituties<br />

(soms zelfs zeer doordring<strong>en</strong>d <strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d via de sociale druk <strong>van</strong><br />

niet geformaliseerde sancties). Hetzelfde mechanisme ligt uiteindelijk ook<br />

t<strong>en</strong> grondslag aan gevestigde <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, waarin we1 formele<br />

sancties zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om de doonverking <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> te bekrachtig<strong>en</strong>.<br />

De introductie <strong>van</strong> formele sancties is ge<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde<br />

voor het tot gelding lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze betrekking<strong>en</strong>: in m<strong>en</strong>ige <strong>recht</strong>sregel<br />

is ge<strong>en</strong> speciale sanctionering voorzi<strong>en</strong>. De sanctie biedt e<strong>en</strong> concrete<br />

strafmaat (het betreft doorgaans e<strong>en</strong> negatieve prikkel, het is niet<br />

gebruikelijk om positieve aanmoediging<strong>en</strong> tot de sancties te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>), die<br />

subject<strong>en</strong> zonodig kan aanspor<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> bepaalde gedragslijn in acht te<br />

nem<strong>en</strong>. Sommige <strong>recht</strong>sregels of anderszins geautoriseerde verhouding<strong>en</strong><br />

beog<strong>en</strong> louter door hun interne logica of morele overtuigingskracht tot<br />

naleving te inspirer<strong>en</strong>, soms zelfs is de inhoud te delicaat om met dreiging<br />

<strong>van</strong> concrete straff<strong>en</strong> tot gelding te will<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Andere ker<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong><br />

de sancties <strong>en</strong> zelfs de primaire vestiging <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> zelf 18. Kortom,<br />

de aanwezigheid <strong>van</strong> sancties in geautoriseerde machtsbetrekking<strong>en</strong> is<br />

ge<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde, maar feitelijk wordt deze bekrachtiging<br />

<strong>van</strong> <strong>recht</strong>snonn<strong>en</strong> doorgaans we1 gezocht t<strong>en</strong>einde de kans op naleving te<br />

vergrot<strong>en</strong>.<br />

Ook voor deze formele betrekking<strong>en</strong> geldt het bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde principe<br />

<strong>van</strong> sociale controle dat de <strong>recht</strong>sgeme<strong>en</strong>schap de collectieve norm<strong>en</strong>,<br />

inclusief de sancties, moet drag<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> zelf de primaire<br />

bewakers zijn <strong>van</strong> dit normatief bestel. Het proces <strong>van</strong> sanctionering<br />

bevat twee fundam<strong>en</strong>tele bestanddel<strong>en</strong>. In de eerste plaats moet e<strong>en</strong><br />

bepaalde gedragslijn door de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> gecanoniseerd word<strong>en</strong>. De oorspronkelijke<br />

betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de term 'sanctie' v<strong>en</strong>vijst letterlijk naar het<br />

begrip 'heiliging'. In de tweede plaats moet de sanctionering word<strong>en</strong> doorgezet.<br />

Sanctionering veronderstelt bekrachtiging door toepassing <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

strafmaat bij overtreding. De twee bestanddel<strong>en</strong> <strong>van</strong> sanctionering<br />

kom<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s aan de orde.<br />

4.5.1 De heiliging <strong>van</strong> norm<strong>en</strong><br />

De heiliging <strong>van</strong> gedragsnonn<strong>en</strong> kan zowel betrekking hebb<strong>en</strong> op algem<strong>en</strong>e<br />

(min of meer anonieme) maatschappelijke norm<strong>en</strong>, als op concrete<br />

gedragsvoorschrift<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> opgelegd door daartoe bevoegde instanties<br />

in specifieke situaties. De erk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> te respecter<strong>en</strong> gedragslijn<strong>en</strong><br />

betek<strong>en</strong>t niet dat m<strong>en</strong> er ook in alle gevall<strong>en</strong> mee e<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t te zijn of dat<br />

m<strong>en</strong> per se daarnaar moet handel<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de autoriteit <strong>van</strong><br />

deze canonisering is echter we1 dat 'ander<strong>en</strong>' hierdoor het <strong>recht</strong> verwerv<strong>en</strong><br />

om het gedrag <strong>van</strong> subject<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> desnoods de<br />

sancties op naleving <strong>van</strong> de norm bij de <strong>recht</strong>er tracht<strong>en</strong> te activer<strong>en</strong>.<br />

Ook de sancties moet<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>d kum<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zowel door deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

die de sancties kunn<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> (dat zijn vaak andere instanties dan de<br />

norm- <strong>en</strong> sanctiebepalers), als door de subject<strong>en</strong> die geacht word<strong>en</strong> de<br />

norm<strong>en</strong> in acht te nem<strong>en</strong>. De overtreders <strong>van</strong> deze norm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de<br />

risico's <strong>van</strong> de sancties mogelijk gecalculeerd. In e<strong>en</strong> autoriteitsverhouding<br />

moet m<strong>en</strong> erop vertrouw<strong>en</strong> dat de burger zich in de regel meer zal<br />

richt<strong>en</strong> op de norm dan op de maat <strong>van</strong> de mogelijke straf, maar het<br />

<strong>recht</strong>sprincipe <strong>van</strong> sanctionering werkt precies andersom <strong>en</strong> we1 in die<br />

zin, dat de normoplegger de ev<strong>en</strong>tuele sancties k<strong>en</strong>baar di<strong>en</strong>t te mak<strong>en</strong>,<br />

'81 M<strong>en</strong> zie diverse bijdrag<strong>en</strong> in het speciale themanummer <strong>van</strong> het Nederlands Jurist<strong>en</strong> Blad over de Som<strong>en</strong>loop <strong>van</strong> Sondes,<br />

1992.<br />

OM RECHT EN STAAT


waardoor de overtreder zich t<strong>en</strong>minste rek<strong>en</strong>schap kan gev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

mogelijke nadelige gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn eig<strong>en</strong>zinnig gedrag 19.<br />

M<strong>en</strong> mag de reikwijdte <strong>van</strong> de bov<strong>en</strong>staande veronderstelling<strong>en</strong> niet<br />

onderschatt<strong>en</strong>. Deze primaire voonvaard<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> kans op effectieve<br />

sanctionering blijk<strong>en</strong> herhaaldelijk te hoog gegrep<strong>en</strong> te zijn in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving<br />

waarin detaillering <strong>van</strong> gedragsregels <strong>en</strong> pluralisering <strong>van</strong> sam<strong>en</strong>leving<br />

<strong>en</strong> cultuur hand in hand gaan. Waar kom<strong>en</strong> immers die te respecter<strong>en</strong><br />

norm<strong>en</strong> <strong>van</strong>daan, door wie word<strong>en</strong> deze gek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geheiligd, onder<br />

welke condities <strong>en</strong> in welke situaties is hun betek<strong>en</strong>is aan de orde?<br />

De optimale conditie voor sanctionering doet zich voor als de desbetreff<strong>en</strong>de<br />

collectieve norm<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> als norm beleefd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de subject<strong>en</strong><br />

deze in hun houding ge'internaliseerd hebb<strong>en</strong>. Dan be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong><br />

goede kans op spontane naleving <strong>van</strong> gedragsregels. In werkelijkheid zijn<br />

de voonvaard<strong>en</strong> lang niet altijd zo harmonieus. In feite is vaak sprake <strong>van</strong><br />

loyaliteitsconflict<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong> in overlapp<strong>en</strong>de instituties,<br />

die niet allemaal in dezelfde richting wijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> die door betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

meestal niet in dezelfde mate gerespecteerd word<strong>en</strong>. Veeleer is het zo,<br />

dat de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> bepaalde norm<strong>en</strong> in bijzondere omstandighed<strong>en</strong><br />

ope<strong>en</strong>s veel gewicht pleg<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Zo kan de behoefte om negatieve<br />

effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociaal gedrag te beheers<strong>en</strong>, aanleiding gev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> acc<strong>en</strong>tuering<br />

<strong>van</strong> bepaalde norm<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> oplossing moet<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. In het<br />

geheel <strong>van</strong> sociale interacties duidt het opbloei<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzakk<strong>en</strong> <strong>van</strong> collectieve<br />

norm<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vlott<strong>en</strong>d bestand. Het bestaan <strong>van</strong> collectieve norm<strong>en</strong><br />

kan hierom niet automatisch als e<strong>en</strong> vast gegev<strong>en</strong> verondersteld<br />

word<strong>en</strong>. Er is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> diverse orde <strong>van</strong> sociale interacties waarin<br />

problem<strong>en</strong> ontstaan die ter oplossing om bepaalde norm<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>. Bij<br />

terugker<strong>en</strong>de interactie-situaties pleg<strong>en</strong> dergelijke norm<strong>en</strong> tot duurzame<br />

patron<strong>en</strong> uitgekristalliseerd te word<strong>en</strong>.<br />

Op pond <strong>van</strong> studie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>de interactie-situaties <strong>en</strong><br />

met onderbouwing <strong>van</strong> speltheoretische inzicht<strong>en</strong> heeft de Israelische<br />

sociologe Ullmann-Margalit e<strong>en</strong> poging gedaan om uit de diverse orde drie<br />

algem<strong>en</strong>e typ<strong>en</strong> te distiller<strong>en</strong> <strong>van</strong> interactie-situaties, waarin bepaalde<br />

soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> te ontstaan 20. Het zijn situaties <strong>en</strong> norm<strong>en</strong><br />

die om eig<strong>en</strong> sancties vrag<strong>en</strong>. Het onderscheid bevat de volg<strong>en</strong>de drie<br />

algem<strong>en</strong>e vorm<strong>en</strong>:<br />

a. Prisoners' dilemma (PD) type situaties<br />

In deze situaties is sam<strong>en</strong>werking <strong>van</strong> individu<strong>en</strong> te preferer<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het<br />

kiez<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> richting door individu<strong>en</strong>. Deze sam<strong>en</strong>werking is echter<br />

kwetsbaar doordat e<strong>en</strong>zijdig afwijk<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> voor individu<strong>en</strong> nog<br />

gunstiger kan zijn. Individu<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in de verleiding kom<strong>en</strong> om e<strong>en</strong>zijdig<br />

hun eig<strong>en</strong> voordeel na te jag<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste <strong>van</strong> e<strong>en</strong> betere uitkomst voor<br />

het geheel <strong>van</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. De oplossing is dan e<strong>en</strong> methode (de vestiging<br />

<strong>van</strong> de PD-norm) om de beoogde toestand te bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verleiding<br />

om e<strong>en</strong>zijdig te ontsnapp<strong>en</strong> kleiner te mak<strong>en</strong>. Het stereotype antwoord<br />

is dan ook dat sancties op het e<strong>en</strong>zijdig ontsnapp<strong>en</strong> zwaarder<br />

moet<strong>en</strong> zijn dan het mogelijke voordeel dat hierdoor behaald kan word<strong>en</strong>.<br />

De veelbesprok<strong>en</strong> vraag of de ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong> nu we1 of niet met elkaar kun-<br />

I9 In het <strong>recht</strong> geld<strong>en</strong> hiervoor bepaalde speciale beperking<strong>en</strong>. Zo moet bijvoorbeeld het he bis in idem' beginsel verhoed<strong>en</strong> dat<br />

niet tweernaal voor heuelfde feit strafsancties opgelegd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In het gr<strong>en</strong>sgebied <strong>van</strong> strafsancties die door de <strong>recht</strong>er<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelegd <strong>en</strong> administratieve sancties die door her bestuur gehanteerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, bestaan <strong>en</strong>ige<br />

onduidelijkhed<strong>en</strong>. Onlangs is door Rogier bepleit dat de wetgever gehoud<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> om bij e<strong>en</strong> rnogelijke cumulatie <strong>van</strong><br />

administratieve <strong>en</strong> strafsancties te voorzi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>de 'una via-regeling'. Zie L.J.J. Rogier, StrafSancties, administratieve sancties<br />

<strong>en</strong> het una via-beginsel. 1992.<br />

201 E. Ullmann-Margalit, The Emerg<strong>en</strong>ce of Norms. 1977.<br />

58 OM RECHT EN STAA?


n<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>, is bij deze stereotype oplossing niet zo belangrijk. Als e<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de twee de (stilzwijg<strong>en</strong>de of expliciet herbevestigde) afspraak sch<strong>en</strong>dt <strong>en</strong><br />

juist door deze stap e<strong>en</strong>zijdig voordeel kan behal<strong>en</strong>, moet de sanctie groter<br />

onheil in het vooruitzicht stell<strong>en</strong>. Dit type probleem is zeer int<strong>en</strong>sief<br />

bestudeerd in de speltheorie, er bestaan veel variant<strong>en</strong> op het thema.<br />

Interessanter vind ik de consequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> de veel voorkom<strong>en</strong>de volg<strong>en</strong>de<br />

twee types.<br />

b. Coordinatiesituaties<br />

Ook in coordinatiesituaties kunn<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> door sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong> grotere<br />

me<strong>en</strong>vaarde bereik<strong>en</strong> dan afzonderlijk. Als deze sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong>-<br />

'<br />

maal is bereikt, is zij niet kwetsbaar zoals in PD-situaties. Het probleem<br />

is hier dat de sam<strong>en</strong>werking nog niet tot stand is gekom<strong>en</strong>. Er zijn coordinati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong><br />

nodig om sam<strong>en</strong>werking te bereik<strong>en</strong>. Hiertoe hoev<strong>en</strong> de<br />

belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze partij<strong>en</strong> niet id<strong>en</strong>tiek te zijn, we1 di<strong>en</strong>t er zulk e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijk raakvlak te bestaan dat bij hun converger<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bepaalde me<strong>en</strong>vaarde kan ontstaan, die anders niet verkreg<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong>.<br />

Sancties staan in deze situaties minder op de voorgrond dan bij PDsituaties.<br />

Sancties hebb<strong>en</strong> hier vaak e<strong>en</strong> informeel karakter, <strong>en</strong> als ze we1<br />

geformaliseerd rak<strong>en</strong>, berust<strong>en</strong> zij veelal op overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>.<br />

Toch komt de coordinatie niet <strong>van</strong>zelf tot stand, hiervoor zijn oplossing<strong>en</strong><br />

nodig, die bij regelmatig terugker<strong>en</strong>de situaties tot gewoont<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

nonn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitgroei<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> norm nodig die partij<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />

<strong>van</strong> elkaar bindt: vaak is dit e<strong>en</strong> 'source of sali<strong>en</strong>ce' (e<strong>en</strong> owall<strong>en</strong>d 'svmbool'<br />

voor het geme<strong>en</strong>schappelijk belang, e<strong>en</strong> bepaalde 'verbeeldkg',<br />

'geme<strong>en</strong>schappelijke connotaties' <strong>van</strong> e<strong>en</strong> probleem) die het mogelijk<br />

maakt dat actor<strong>en</strong> op zoek gaan naar mogelijkhed<strong>en</strong> die het geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> belang wet<strong>en</strong> te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> typer<strong>en</strong>d probleem<br />

in deze situaties is dat er e<strong>en</strong> handelingsvacuiim be<strong>staat</strong> omdat<br />

partij<strong>en</strong> onzeker zijn over de opstelling <strong>van</strong> ander<strong>en</strong>. Door erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vast<br />

punt te nem<strong>en</strong> kan de coordinati<strong>en</strong>orm dan e<strong>en</strong> signaal gev<strong>en</strong> dat het zinvol<br />

maakt voor ander<strong>en</strong> om tot actie over te gaan.<br />

M<strong>en</strong> treR deze situatie vaak aan bij ontwikkelingsproject<strong>en</strong> of in politieke<br />

besluitvonningsprocess<strong>en</strong> waarin uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> tot<br />

vere<strong>en</strong>de kracht gebracht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> mooi voorbeeld <strong>van</strong><br />

'sali<strong>en</strong>ce' is de wijze waarop de Haagse wethouder Duivesteijn de pati<br />

stelling wist te overbrugg<strong>en</strong> inzake de ontwikkeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nieuw<br />

stadhuis. E<strong>en</strong> nieuw stadhuis zou het c<strong>en</strong>trum verlev<strong>en</strong>dig<strong>en</strong>, zo was<br />

de oorspronkelijke gedachte. Maar e<strong>en</strong> objectieve noodzaak voor e<strong>en</strong><br />

nieuw stadhuis was niet aanwezig <strong>en</strong> de financiele onderbouwing was<br />

op zijn minst riskant. Door e<strong>en</strong> 'ontwerpwedstrijd' uit te schrijv<strong>en</strong><br />

onder wereldvermaarde architect<strong>en</strong> ontstond e<strong>en</strong> beeldvormin~ - over<br />

het plan, die bepal<strong>en</strong>d zou word<strong>en</strong> voor de uiteindelijke besluitvorming.<br />

Het persoonlijke <strong>en</strong> politieke handwerk was in deze case weinig<br />

verheff<strong>en</strong>d (de eerstbetrokk<strong>en</strong> bestuurders werd<strong>en</strong> met ontslag he<strong>en</strong>gezond<strong>en</strong>),<br />

maar de besluitvorming over het stadhuis was door de imaginaire<br />

symboliek <strong>van</strong> het ontwerp op e<strong>en</strong> ander niveau gebracht.<br />

Door deze toegevoegde dim<strong>en</strong>sie werd het voorstel in brede kring aanvaard.<br />

c. Ongelijkheidssituaties<br />

In ongelijkheidssituaties zull<strong>en</strong> superieur<strong>en</strong> vaak tracht<strong>en</strong> om het onti<br />

staan <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong> die hun voorrangspositie in stand kunn<strong>en</strong><br />

houd<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d is dat de norm<strong>en</strong> die in deze situaties ontstaan<br />

niet tot directe onderdrukking <strong>van</strong> afwijk<strong>en</strong>de geluid<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>.<br />

De superieure partij is niet zozeer gei'nteresseerd in de kleinering <strong>van</strong> de<br />

onderligg<strong>en</strong>de partij, als we1 in het behoud <strong>van</strong> de status quo. Aan het<br />

kort houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de onderligg<strong>en</strong>de partij zijn immers nadel<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico's<br />

OM RI.:CkIT EN STAAT


verbond<strong>en</strong>. <strong>Om</strong>dat onderdrukking pleegt te antagoniser<strong>en</strong>, vergt zij<br />

str<strong>en</strong>ge bewakers; bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> loopt de heerser hierdoor het risico om juist<br />

op zijn onbewaakte of zwakke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> geattaqueerd 21.<br />

Vanuit het gezichtspunt <strong>van</strong> de machtsuitoef<strong>en</strong>ing is het veeleer de kunst<br />

om het onpersoonlijk te houd<strong>en</strong>: zolang ongelijkheidsnorm<strong>en</strong> als status<br />

quo kunn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, is hun persoonlijk gedrag hiervoor onkwetsbaar. Via<br />

het <strong>recht</strong> zijn veel <strong>van</strong> zulke status quo norm<strong>en</strong> best<strong>en</strong>digd; ook bij complexe<br />

besluitvorming, zoals bijvoorbeeld de besluitvorming over grote project<strong>en</strong>,<br />

waar veel teg<strong>en</strong>gestelde belang<strong>en</strong> op het spel staan, kan zekerstelling<br />

<strong>van</strong> de status quo norm door het c<strong>en</strong>traal bestuur gepaard gaan<br />

met grote beleidsmarges t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> overige aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> besluitvorming.<br />

De status quo norm<strong>en</strong> verg<strong>en</strong> we1 e<strong>en</strong> hoge mate <strong>van</strong> zelfbinding,<br />

zij moet<strong>en</strong> bij uitstek door de machthebbers zelf in acht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>: hun afwijking in bijzondere gevall<strong>en</strong> zou tot e<strong>en</strong> symptomatisch<br />

verlies <strong>van</strong> de status quo kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Anderzijds pleegt de machthebber<br />

in confrontaties met de onderligg<strong>en</strong>de partij juist mild te zijn in de<br />

beoordeling <strong>van</strong> di<strong>en</strong>s belang<strong>en</strong> in het bijzondere geval. Mits voldo<strong>en</strong>de<br />

garanties word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> voor behoud of versterking <strong>van</strong> de status quo<br />

pleegt e<strong>en</strong> grote onderhandelingsg<strong>en</strong>eigdheid te bestaan over mogelijke<br />

modaliteit<strong>en</strong> (in Miinch<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> Tsjechoslowakije opgegev<strong>en</strong><br />

maar sedertdi<strong>en</strong> was de status quo <strong>van</strong> Versailles weer hersteld).<br />

De bov<strong>en</strong>staande driedeling (vrij bewerkt naar Ullmann-Margalit) gee&<br />

e<strong>en</strong> goed inzicht in de uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> waarin bepaalde<br />

soort<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> als oplossing<strong>en</strong> voor problem<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> te ontstaan. De<br />

betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> meestal door 'heiliging' <strong>van</strong> bijpass<strong>en</strong>de sancties de<br />

doorwerking <strong>van</strong> deze normatieve gedragsregels te verzeker<strong>en</strong>. Hierdoor<br />

erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> ander<strong>en</strong> om op te tred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> deze gedragsregels. Maar de vraag of zulke sancties metterdaad<br />

bekrachtigd zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, roept weer tal <strong>van</strong> nieuwe dilemma's op<br />

inzake besluitvorming <strong>en</strong> collectief handel<strong>en</strong>. Het besluitvormingsproces<br />

is niet afgerond na het vestig<strong>en</strong> <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het erkem<strong>en</strong> <strong>van</strong> sancties,<br />

maar moet ook daarna (als de feitelijke naleving <strong>van</strong> de norm<strong>en</strong> op<br />

de proef wordt gesteld) in nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> collectief handel<strong>en</strong><br />

voorzi<strong>en</strong> voor de bekrachtiging <strong>van</strong> de sancties <strong>en</strong> het telk<strong>en</strong>s weer herbevestig<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> norm<strong>en</strong>.<br />

4.5.2 De bekrachtiging <strong>van</strong> sancties<br />

Voor alle bewakers, in het bijzonder de uiteindelijke sanctie-opleggers,<br />

di<strong>en</strong>t zich in deze fase e<strong>en</strong> nieuwe reeks <strong>van</strong> afweging<strong>en</strong> aan. Het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> strafmaatregel<strong>en</strong> is opnieuw ge<strong>en</strong> automatisme, de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

staan voor tal <strong>van</strong> nieuwe keuzemogelijkhed<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> in het voorgaande<br />

twee weg<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> waarlangs de autoriteitsbetrekking<br />

gevestigd kan word<strong>en</strong>. De autoriteit kan <strong>recht</strong>streeks <strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af<br />

gevestigd word<strong>en</strong> (het gaat dan meestal om het toevertrouw<strong>en</strong> door subject<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>, <strong>recht</strong><strong>en</strong> of deskundighed<strong>en</strong> aan bepaalde georganiseerde<br />

verband<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> vertrouw<strong>en</strong>). Als m<strong>en</strong> op deze wijze<br />

het eig<strong>en</strong> lot in hand<strong>en</strong> <strong>van</strong> ander<strong>en</strong> legt, word<strong>en</strong> in beginsel onder<br />

bepaalde omstandighed<strong>en</strong> ook de eig<strong>en</strong> handelingsmogelijkhed<strong>en</strong> beperkt.<br />

Mag m<strong>en</strong> <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d aannem<strong>en</strong> dat subject<strong>en</strong> hiertoe ook<br />

steeds bereid zull<strong>en</strong> zijn, als de beperking<strong>en</strong> inderdaad op het eig<strong>en</strong> handel<strong>en</strong><br />

terugslaan? Ook de sanctie-opleggers kunn<strong>en</strong> zich bezwaard voel<strong>en</strong><br />

om het ongeliefd mak<strong>en</strong>de toedel<strong>en</strong> <strong>van</strong> straff<strong>en</strong> op zich te nem<strong>en</strong>. Is het<br />

niet aantrekkelijker om ander<strong>en</strong> in het sanctioner<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> voorgaan?<br />

Onder welke condities zull<strong>en</strong> de sanctie-opleggers a1 dan niet g<strong>en</strong>eigd zijn<br />

om hun belast<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>?<br />

2'1 N. Machiavelli wist uit deze bestanddel<strong>en</strong> zeer krachtige ge<strong>recht</strong><strong>en</strong> te bereid<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zie vooral De He<strong>en</strong>er (vertaling 1976).<br />

OM RECHT EN STAAT


Daarnaast kan de autoriteit 'als het ware <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af (Simmel) uit georganiseerde<br />

verband<strong>en</strong> gevestigd word<strong>en</strong>, zoals in het op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

het geval is. Dan word<strong>en</strong> de richtlijn<strong>en</strong> of de norm<strong>en</strong> gesteld door daartoe<br />

bevoegde instanties <strong>en</strong> vindt de bekrachtiging plaats door toedo<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

hiertoe aangewez<strong>en</strong> instanties. Zij kunn<strong>en</strong> hiertoe door andere <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong><br />

desnoods via de <strong>recht</strong>er word<strong>en</strong> aangespoord. Ook in dit geval<br />

behoud<strong>en</strong> de bestuurlijke <strong>en</strong> <strong>recht</strong>erlijke sanctiehouders e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong><br />

beleids- <strong>en</strong> gedoogruimte. Op beleidsgebied<strong>en</strong> die door gedetailleerde<br />

regelgeving word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt, pleg<strong>en</strong> dergelijke instanties bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

structurele capaciteitstekort<strong>en</strong> te ondervind<strong>en</strong>. Met name bij de combinatie<br />

<strong>van</strong> gedetailleerde c<strong>en</strong>trale voorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> delegatie <strong>van</strong> sanctionering<br />

aan derde instanties, blijkt veel lucht te bestaan tuss<strong>en</strong> het vestig<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het bekrachtig<strong>en</strong> <strong>van</strong> norm<strong>en</strong>. De meeste inspecties (inzake milieu,<br />

veiligheid, arbeidsomstandighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort) zijn voor hun gedetailleerde<br />

<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve controletaak onvoldo<strong>en</strong>de toegerust. In e<strong>en</strong> gezaghebb<strong>en</strong>d<br />

essay vroeg Schultze reeds in de jar<strong>en</strong> '70 aandacht voor het<br />

structurele probleem <strong>van</strong> uitholling <strong>van</strong> <strong>recht</strong>shandhaving als gevolg <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> overschatting <strong>van</strong> het directe reguleringsvermog<strong>en</strong> <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale<br />

wetgever 22. Hierdoor zou e<strong>en</strong> te zware hypotheek zijn gelegd op het handhavingsvermog<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> controler<strong>en</strong>de <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de instanties.<br />

In ons land verdi<strong>en</strong>t <strong>van</strong>wege het overheers<strong>en</strong>de c<strong>en</strong>tralisme in de binn<strong>en</strong>lands<br />

bestuurlijke verhouding<strong>en</strong> de figuur <strong>van</strong> 'sanctionering in medebewind'<br />

bijzondere aandacht. Op sommige beruchte beleidsgebied<strong>en</strong>,<br />

zoals sociale zekerheid, milieu of ond<strong>en</strong>vijs komt zelfs met <strong>en</strong>ige regelmaat<br />

de primaire vraag aan de orde of de lagere 'uitvoer<strong>en</strong>de' publiek<strong>recht</strong>elijke<br />

instanties de desbetreff<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong> reeds 'gecanoniseerd'<br />

hebb<strong>en</strong>, of kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de aanhoud<strong>en</strong>de stroom <strong>van</strong> c<strong>en</strong>trale<br />

voorschrift<strong>en</strong>. Als over de heiliging <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> reeds bij de sanctie-opleggers<br />

vraagtek<strong>en</strong>s rijz<strong>en</strong>, hoe zal het dan met de bekrachtiging er<strong>van</strong><br />

gaan?<br />

Als vorm <strong>van</strong> bestraffing is het sanctioner<strong>en</strong> doorgaans e<strong>en</strong> ondankbare<br />

activiteit. <strong>Om</strong> het oplegg<strong>en</strong> <strong>van</strong> sancties in complexe handelingssystem<strong>en</strong><br />

te effectuer<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> derhalve bepaalde sociale mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijk handel<strong>en</strong> georganiseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De sanctieopleggers<br />

zull<strong>en</strong> bijvoorbeeld gemotiveerd of geactiveerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

door deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die schade ondervind<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> <strong>van</strong> handeling<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> derd<strong>en</strong>. Met name wanneer individu<strong>en</strong> afzonderlijk geraakt<br />

word<strong>en</strong> door handeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> georganiseerde verband<strong>en</strong>, is bundeling<br />

<strong>van</strong> reacties nodig om e<strong>en</strong> adequate respons te kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. Er is dan<br />

e<strong>en</strong> inspanning nodig die uitstijgt bov<strong>en</strong> het geheel <strong>van</strong> individuele reacties.<br />

In feite ont<strong>staat</strong> zo e<strong>en</strong> nieuw besluitvormingsvraagstuk met vergelijkbare<br />

condities <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als die waaronder subject<strong>en</strong> ertoe neig<strong>en</strong><br />

om gezam<strong>en</strong>lijk normatieve gedragsregels te vestig<strong>en</strong> of te do<strong>en</strong> vestig<strong>en</strong>.<br />

In geautoriseerde machtsbetrekking<strong>en</strong> slaat de kans op uiteindelijke<br />

bekrachtiging <strong>van</strong> sancties doorgaans terug naar de wijze waarop de norm<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> gevestigd. E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de grote problem<strong>en</strong> in deze fase is onder<br />

welke condities nu de norm- <strong>en</strong> sanctiehouders dit zogehet<strong>en</strong> second freeriders<br />

problem kunn<strong>en</strong> ov<strong>en</strong>vim<strong>en</strong> 23.<br />

In sociale verhouding<strong>en</strong> bestaan hiervoor onder de noemer <strong>van</strong> 'sociale<br />

controle' veel verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> ter beschikking, die hier verder<br />

niet behandeld zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (zoals het gebruik <strong>van</strong> de 'leverages', de ver-<br />

22] Ch.L. Schul~e. The public use ofprivate interest, 1977. Schultze bepleitte - ook voor handhaving <strong>van</strong> publieke norm<strong>en</strong> - e<strong>en</strong> veel<br />

actiever gebruik <strong>van</strong> marktprikkels, in het bijzonder <strong>van</strong> financiele inc<strong>en</strong>tives.<br />

23] Zie in het biizonder J.S. Coleman, Ibid., 1990. blz. 266-279. Alrmede J.S. Coleman, Risk and Responsibility, in: J.S. Coleman, Ibid.,<br />

1982. blz. 79- 1 17.<br />

OM RECHT EN STAAT


m<strong>en</strong>igvuldiging <strong>van</strong> stuurkracht door koppel<strong>en</strong> <strong>van</strong> subsystem<strong>en</strong>, het<br />

sluit<strong>en</strong> <strong>van</strong> netwerk<strong>en</strong>, het onder druk zett<strong>en</strong> of juist het aanmoedig<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de sanctie-opleggers). Hier is het <strong>van</strong> belang om vast te stell<strong>en</strong> dat er<br />

vaak georganiseerde oplossing<strong>en</strong> nodig zijn <strong>van</strong> de veelal grote groep <strong>van</strong><br />

sanctiehouders om de uiteindelijke sanctie-opleggers te mobiliser<strong>en</strong>.<br />

De bureaucratische organisatiegraad <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong><br />

formalisering <strong>van</strong> sancties mee, in die zin dat subject<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> '<strong>van</strong>uit<br />

posities' <strong>en</strong> dat sancties 'zonder aanzi<strong>en</strong> des persoons' opgelegd pleg<strong>en</strong> te<br />

word<strong>en</strong>. In Nederland laat dit formele model overig<strong>en</strong>s vaak nog we1 <strong>en</strong>ige<br />

ruimte voor ov<strong>en</strong>veging<strong>en</strong> in het bijzondere geval <strong>en</strong> voor 'gedog<strong>en</strong>'. In<br />

beginsel be<strong>staat</strong> omtr<strong>en</strong>t de toepassing <strong>van</strong> dergelijke sancties echter e<strong>en</strong><br />

voor bureaucratische organisaties typer<strong>en</strong>de vorm <strong>van</strong> objectiviteit, die in<br />

sommige gevall<strong>en</strong> als onpersoonlijk hard <strong>en</strong> in andere gevall<strong>en</strong> juist als te<br />

weinig 'tot in de prive-sfeer doordring<strong>en</strong>d' wordt ervar<strong>en</strong> om in de vele<br />

bijzondere omstandighed<strong>en</strong> het beoogde effect te bereik<strong>en</strong>. Attitudeverandering<br />

langs de lijn <strong>van</strong> formeel geautoriseerde gedragssancties is<br />

e<strong>en</strong> vruchteloze (<strong>en</strong> soms tot perversiteit neig<strong>en</strong>de) onderneming, als deze<br />

onvoldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>schap gev<strong>en</strong> <strong>van</strong> gedragsnorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Daar<strong>van</strong> kan m<strong>en</strong> vele illustraties vind<strong>en</strong> in de bloemrijk gedocum<strong>en</strong>teerde<br />

geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het sociaal beleid in de Amerikaanse sted<strong>en</strong> (<strong>van</strong><br />

Banfield <strong>en</strong> Moynihan, tot Derrick, Murray <strong>en</strong> Glazer <strong>en</strong> Mead 24). Ook in<br />

Nederland is de objectivering <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de sancties via<br />

geformaliseerde betrekking<strong>en</strong> ver doorgeschot<strong>en</strong>, waardoor de oorspronkelijke<br />

mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale controle ook zijn weggedrukt in die<br />

gevall<strong>en</strong>, waar deze juist de b<strong>en</strong>odigde int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> flexibiliteit kunn<strong>en</strong><br />

bied<strong>en</strong>, die met geobjectiveerde uiterlijke gedragscontrole niet haalbaar<br />

is. Het is e<strong>en</strong> oud thema maar de actualiteit er<strong>van</strong> lijkt alle<strong>en</strong> maar toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Als het voertuig <strong>van</strong> sociale controle bewaakt de publieke opinie<br />

sociale vrede door morele claims, die de wet niet kan ondersteun<strong>en</strong>.<br />

Ross formuleerde het pregnant aan het begin <strong>van</strong> deze eeuw: 'Public opinion<br />

is the jetcof compressed air that clears out corners and crevices that<br />

the clumsy broom of the law will never reach 25'. In hoofdstuk 6 keert dit<br />

thema nadrukkelijk terug.<br />

4.6 Tot besluit: reciprociteit in hierarchische verhouding<strong>en</strong><br />

Het is in sociale <strong>en</strong> economische gedragstheorie<strong>en</strong> niet ongebruikelijk om<br />

de organisatie- <strong>en</strong> beheersingsmechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> de maatschappelijke<br />

orde in twee globale categorie<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong>. Er wordt dan e<strong>en</strong> scherp<br />

onderscheid aangebracht tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> transacties.<br />

Aan de <strong>en</strong>e kant treft m<strong>en</strong> de orde <strong>van</strong> de spontane ruil- <strong>en</strong> wederzijdse<br />

aanpassingsprocess<strong>en</strong> in markt <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> aan de andere kant<br />

bevindt zich de orde <strong>van</strong> de hierarchische verhouding<strong>en</strong>, de geautoriseerde<br />

machtsbetrekking<strong>en</strong> die veelal <strong>van</strong> <strong>staat</strong>swege aan maatschappelijke<br />

subject<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelegd. Bij beide soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> interacties hor<strong>en</strong><br />

dan bepaalde mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> beheersing <strong>en</strong> <strong>van</strong> organisatie.<br />

Als descriptief model levert e<strong>en</strong> dergelijke tweedeling we1 e<strong>en</strong> erg vere<strong>en</strong>voudigd<br />

<strong>en</strong> v<strong>en</strong>vrong<strong>en</strong> beeld op <strong>van</strong> de werkelijkheid. Staat <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving<br />

zijn immers d<strong>en</strong>nate <strong>van</strong> elkaar doordrong<strong>en</strong> dat het niet e<strong>en</strong>voudig<br />

is om in de realiteit sociale process<strong>en</strong> te ontdekk<strong>en</strong>, die volledig beant-<br />

14] E<strong>en</strong> boei<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zeer betrokk<strong>en</strong> terugblik op 25 jaar sociaal beleid in de Amerikaanse sted<strong>en</strong> geeft N. Glazer. The limits ofsociol<br />

policy, 1988.<br />

251 E.A. Ross, Social Controt a survey of the foundation of order. 190 I, blz. 95.<br />

261 In zijn bek<strong>en</strong>de boek 'The An ofjudgm<strong>en</strong>t' (1965) ging G. Vickers zelfs zover dat hij het bestaan <strong>van</strong> beide begripp<strong>en</strong> (de tweedeling<br />

plan - markt) in hun zuivere vorm nauwelijks rele<strong>van</strong>t achtte voor bestudering <strong>van</strong> mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

ord<strong>en</strong>ing. G. Vickers, blz. 122.<br />

OM RECHT EN STAA?


woord<strong>en</strong> aan de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> B<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide geconstrueerde ordes 26.<br />

Daarom wordt het onderscheid meestal in analytische zin gehanteerd.<br />

Dan wordt het mogelijk om bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> beide ordes te combiner<strong>en</strong> tot<br />

sam<strong>en</strong>gestelde analyseschema's. Zo wordt bijvoorbeeld in interv<strong>en</strong>tietheorie<strong>en</strong><br />

veelvuldig gebruik gemaakt <strong>van</strong> oplop<strong>en</strong>de schaalmodell<strong>en</strong>.<br />

Hierin word<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale beheersing geclassificeerd volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

oplop<strong>en</strong>de schaal <strong>van</strong> de int<strong>en</strong>siteit <strong>van</strong> de bemoei<strong>en</strong>is. Aan het <strong>en</strong>e uiteinde<br />

bevindt zich de figuur <strong>van</strong> 'zelfregulering' als vorm <strong>van</strong> spontane<br />

wederzijdse be'invloeding <strong>en</strong> aan het andere uiteinde treft m<strong>en</strong> de e<strong>en</strong>zijdig<br />

opgelegde 'directe sturing' <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af. Daar tuss<strong>en</strong>in bevind<strong>en</strong> zich<br />

diverse graduele tuss<strong>en</strong>posities <strong>van</strong> interv<strong>en</strong>tie, zoals publiek-private<br />

overlegverband<strong>en</strong>. Het hangt dan <strong>van</strong> de soort <strong>van</strong> de beoogde belnvloeding<br />

<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bijzondere omstandighed<strong>en</strong> af welke combinatie <strong>van</strong> interv<strong>en</strong>ties<br />

de grootste effectiviteit lijkt te belov<strong>en</strong>. Aldus word<strong>en</strong> op grond<br />

<strong>van</strong> het e<strong>en</strong>voudige basisstrami<strong>en</strong> <strong>van</strong> spontane <strong>en</strong> hierarchische transacties<br />

<strong>en</strong> daarbij behor<strong>en</strong>de controlemechanism<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde m<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong><br />

ontwikkeld, waarmee complexe verhouding<strong>en</strong> geanalyseerd kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>.<br />

Toch is e<strong>en</strong> dergelijke b<strong>en</strong>aderingswijze in deze studie niet als uitgangspunt<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, omdat deze - hoe verfijnd soms ook - niet over haar eig<strong>en</strong><br />

schaduw <strong>van</strong> instrum<strong>en</strong>tele ori<strong>en</strong>tatie kan spring<strong>en</strong>. Het is zeker zinvol<br />

om e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> interacties <strong>en</strong><br />

daarbij behor<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong>, maar m<strong>en</strong> kan dergelijke mechanism<strong>en</strong><br />

niet op eig<strong>en</strong> schouders lat<strong>en</strong> rust<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> getracht hun mogelijke<br />

betek<strong>en</strong>is te duid<strong>en</strong> als bijzondere vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>. M<strong>en</strong><br />

kan er namelijk niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d op vertrouw<strong>en</strong> dat de louter<strong>en</strong>de<br />

werking <strong>van</strong> de spontane reciprociteit tot ev<strong>en</strong>wichtssituaties zal voer<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> het <strong>staat</strong> ev<strong>en</strong>min op voorhand vast dat hierarchische sturing <strong>van</strong>zelf<br />

tot verwez<strong>en</strong>lijking zal kom<strong>en</strong> als deze maar adequaat is toegerust (met<br />

juridische, financiele <strong>en</strong> personele middel<strong>en</strong>).<br />

Daar waar in de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde reguleringsschema's spontaniteit <strong>en</strong><br />

hierarchie als vaste ankerplaats<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>, word<strong>en</strong> hier juist de beweging<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de op<strong>en</strong> eind<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong> onderzocht. Voortdur<strong>en</strong>d<br />

is de vraag aan de orde naar de condities <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> voor<br />

gelding <strong>van</strong> mechanism<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tele b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d<br />

word<strong>en</strong> verondersteld. Vanuit dit perspectief werd reeds in het<br />

vorige hoofdstuk gewez<strong>en</strong> op de mogelijke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> hierarchische<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in 'spontane' reciprociteitsrelaties <strong>van</strong> de sociale orde. De kern<br />

<strong>van</strong> het betoog in dit hoofdstuk was dat ook hierarchische betrekking<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>te toepassing vind<strong>en</strong>. We zijn in feite op zoek gegaan naar de<br />

spontaniteit in hierarchische betrekking<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit de veronderstelling dat<br />

het vestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bekrachtig<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>igerlei sociale hierarchie veel<br />

keuzemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevat die qualitate qua tot zeer verschill<strong>en</strong>de uitkomst<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>.<br />

In dit hoofdstuk werd<strong>en</strong> de beheersingsvraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale orde<br />

belicht door de mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> twee cruciale vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> dominantie,<br />

autoriteit <strong>en</strong> macht, als sociale betrekking<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong>. De voonvaard<strong>en</strong><br />

voor de vestiging <strong>en</strong> voor de verwez<strong>en</strong>lijking hier<strong>van</strong> werd<strong>en</strong> voor<br />

beide spor<strong>en</strong> afzonderlijk nagegaan. Het vertrouw<strong>en</strong>sbeginsel is het voegsel<br />

<strong>van</strong> de autoritaire betrekking<strong>en</strong>. De toedeling <strong>van</strong> compet<strong>en</strong>ties <strong>en</strong><br />

bevoegdhed<strong>en</strong> is het voegsel <strong>van</strong> de machtsbetrekking<strong>en</strong>. De gelding <strong>van</strong><br />

autoriteit <strong>en</strong> de bekrachtiging <strong>van</strong> macht moet<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de<br />

condities. Autoriteit <strong>en</strong> macht kom<strong>en</strong> vaak in gecombineerde<br />

vorm voor, zoals in de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> - het ond<strong>en</strong>verp <strong>van</strong> de twee volg<strong>en</strong>de<br />

hoofdstukk<strong>en</strong> - expliciet het geval is. In zulke gecombineerde betrekking<strong>en</strong><br />

ligg<strong>en</strong> de condities <strong>van</strong> autoriteit <strong>en</strong> macht echter niet automatisch in<br />

OM RECHT EN STAAT


elkaars verl<strong>en</strong>gde. Hun onderlinge wisselwerking in de politieke orde <strong>en</strong><br />

de <strong>recht</strong>sorde binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> vormt e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de bron <strong>van</strong> onrust in<br />

de huidige ontwikkeling <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>.<br />

Geautoriseerde machtsbetrekking<strong>en</strong> berust<strong>en</strong> op vertrouw<strong>en</strong>srelaties die<br />

niet onkwetsbaar zijn. Er is in geautoriseerde machtsbetrekking<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bepaalde sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> het vestig<strong>en</strong> <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijke<br />

canonisering <strong>en</strong> bekrachtiging daar<strong>van</strong> door sanctionering. De sleutelrol<br />

<strong>van</strong> het vertrouw<strong>en</strong>sbeginsel in dit soort betrekking<strong>en</strong> is zeer manifest in<br />

autoriteitsbetrekking<strong>en</strong> die <strong>recht</strong>streeks '<strong>van</strong> onder<strong>en</strong> at' gevestigd word<strong>en</strong>.<br />

Maar deze rol is niet minder overtuig<strong>en</strong>d in autoriteitsbetrekking<strong>en</strong><br />

die 'als het ware' (zo hebb<strong>en</strong> we het steeds g<strong>en</strong>oemd) <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af word<strong>en</strong><br />

gevestigd. Uiteindelijk berust<strong>en</strong> de formele <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, die <strong>van</strong><br />

bov<strong>en</strong>af word<strong>en</strong> gevestigd <strong>en</strong> met gelegitimeerde macht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

doorgezet, immers op dezelfde vertrouw<strong>en</strong>sgrondslag, die (zij het voornamelijk<br />

via indirecte betrekking<strong>en</strong>) is begrep<strong>en</strong> in hun democratische<br />

fundering, alsmede in de principiele onderbouwing <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>.<br />

De problem<strong>en</strong> om de geautoriseerde machtsbetrekking<strong>en</strong> in de sociale<br />

<strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> tot gelding te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, hang<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> groot deel sam<strong>en</strong><br />

met de wijze waarop de vertrouw<strong>en</strong>srelatie als grondslag <strong>van</strong> deze autoriteit<br />

functioneert. Dit vraagstuk br<strong>en</strong>gt ons naar het c<strong>en</strong>trale thema <strong>van</strong><br />

het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk, waarin het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de democratische<br />

grondslag <strong>van</strong> de autoriteit <strong>van</strong> de politieke orde in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

aan e<strong>en</strong> minitieus onderzoek wordt onderworp<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


Dernocratie in de sociale<br />

rec hts<strong>staat</strong><br />

5.1 Inleiding<br />

Het stelsel <strong>van</strong> de politieke democratie vormt e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de belangrijkste pijlers<br />

waarop de autoriteit <strong>van</strong> de moderne <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> rust. In dit hoofdstuk<br />

wordt de feitelijke evolutie <strong>van</strong> dit stelsel in Nederland geanalyseerd<br />

door op systematische wijze na te gaan, welke inhoud in de loop <strong>van</strong> de<br />

tijd is gegev<strong>en</strong> aan <strong>en</strong>ige <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke basispatron<strong>en</strong> die hieromtr<strong>en</strong>t<br />

zijn gevormd. Het analytische k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> dit hoofdstuk wijkt sterk af<br />

<strong>van</strong> het conceptualiser<strong>en</strong>de karakter <strong>van</strong> de voorgaande hoofdstukk<strong>en</strong>.<br />

De feitelijke informatie die langs deze systematische weg wordt verkreg<strong>en</strong>,<br />

is echter onontbeerlijk om in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk de institutionele<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> (dan weer hoofdzakelijk in conceptuele<br />

zin) te kunn<strong>en</strong> problematiser<strong>en</strong>.<br />

Het weefsel <strong>van</strong> de democratie is opgebouwd uit zoveel verschill<strong>en</strong>de<br />

sociale betrekking<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong> systematische analyse er<strong>van</strong> alle<strong>en</strong> mogelijk<br />

is door het object <strong>van</strong> studie strak <strong>en</strong> selectief af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong>. Reeds de<br />

focus in dit hoofdstuk op de 'politieke' democratie houdt e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke<br />

beperking in <strong>van</strong> de veel ruimere betek<strong>en</strong>is, die aan het algem<strong>en</strong>e begrip<br />

<strong>van</strong> 'sociale' democratie wordt toegek<strong>en</strong>d. Weliswaar is het begrip <strong>van</strong><br />

politieke democratie niet 10s te zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn ruimere sociale inbedding,<br />

maar hiermee is niet gezegd dat alle uiting<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale democratie in<br />

het politieke <strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire spectrum tot uitdrukking zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

Ook de focus op het 'stelsel' <strong>van</strong> politieke democratie bak<strong>en</strong>t het object<br />

sterk af. Het vertrekpunt <strong>van</strong> de analyse ligt bij de duurzame patron<strong>en</strong><br />

die in het <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong> zijn gevormd omtr<strong>en</strong>t de democratische betrekking<strong>en</strong><br />

in het politieke stelsel. Het constitutionele raamwerk <strong>van</strong> de parlem<strong>en</strong>taire<br />

democratie is in ons land in de loop <strong>van</strong> deze eeuw niet meer<br />

ingrijp<strong>en</strong>d veranderd, maar de feitelijke praktijk die hieromtr<strong>en</strong>t in de<br />

moderne sam<strong>en</strong>leving is gegroeid, wijkt welhaast diametraal af <strong>van</strong> die in<br />

de aan<strong>van</strong>gsperiode. Gepoogd wordt om deze ontwikkeling scherp in beeld<br />

te krijg<strong>en</strong>.<br />

Aansluit<strong>en</strong>d op de uite<strong>en</strong>zetting over geiags- <strong>en</strong> machtsbetrekking<strong>en</strong>,<br />

gaat de aandacht naar twee strategische communicatiestrom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

democratische <strong>staat</strong>svorm. Het betreft in de eerste plaats de vertrouw<strong>en</strong>srelatie<br />

tuss<strong>en</strong> het volk <strong>en</strong> zijn verteg<strong>en</strong>woordiging: de aard <strong>en</strong> wijze<br />

<strong>van</strong> de politieke repres<strong>en</strong>tatie. In de tweede plaats zull<strong>en</strong> we de aandacht<br />

richt<strong>en</strong> op de vertrouw<strong>en</strong>srelatie tuss<strong>en</strong> de eerstverantwoordelijke politieke<br />

organ<strong>en</strong> (regering <strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t) in de <strong>staat</strong>. Er zijn natuurlijk we1<br />

meer macht<strong>en</strong> werkzaam in de <strong>staat</strong> (op Europese schaal lijkt de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> het <strong>recht</strong>ers<strong>recht</strong> <strong>van</strong> de derde macht de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de eerste<br />

twee macht<strong>en</strong> soms zelfs te overvleugel<strong>en</strong>), maar onze vraag naar de vertrouw<strong>en</strong>sbasis<br />

<strong>van</strong> de democratie speelt primair binn<strong>en</strong> de twee bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde<br />

coordinat<strong>en</strong>.<br />

De opzet uan het hoofdstuk<br />

In eerste instantie wordt nagegaan wat het begrip <strong>van</strong> democratie kan<br />

betek<strong>en</strong><strong>en</strong>, als het wordt opgevat als fundering <strong>van</strong> de vertrouw<strong>en</strong>sgrondslag<br />

voor de autoriteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> (par. 5.2). Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de<br />

twee bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde coordinat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het democratische speelveld uitgewerkt,<br />

te wet<strong>en</strong> het beginsel <strong>van</strong> repres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> de vertrouw<strong>en</strong>srelatie<br />

tuss<strong>en</strong> de politieke organ<strong>en</strong> in de <strong>staat</strong>. Van beide coordinat<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we<br />

OM RECHT EN STAAT


door de bepaling <strong>van</strong> hun <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke <strong>en</strong> politieke randposities de<br />

mogelijke manoevreerruimte afbak<strong>en</strong><strong>en</strong> -(par. 5.3). Dan volgt in 2 paragraf<strong>en</strong><br />

het onderzoek <strong>van</strong> de feitelijke ontwikkeling die zich binn<strong>en</strong> de<br />

twee coordinat<strong>en</strong> heeft voltrokk<strong>en</strong>. In paragraaf 5.4 wordt hierbij nagegaan<br />

welke feitelijke invloed<strong>en</strong> hierop <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> maab<br />

schappelijke organisaties is uitgegaan. In paragraaf 5.5 wordt geanalyseerd<br />

hoezeer de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bestuursdruk voor de moderne, actief<br />

interv<strong>en</strong>ier<strong>en</strong>de overheid e<strong>en</strong> stempel heeft gedrukt op de wetgev<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

controler<strong>en</strong>de functies <strong>van</strong> de politieke organ<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> uitgebreide conclusie<br />

rondt het hoofdstuk af (par. 5.6).<br />

5.2 Dernocratie als vertrouw<strong>en</strong>sgrondslag voor de autoriteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong><br />

Het beginsel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> democratische <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> berust in de kern op e<strong>en</strong><br />

vertrouw<strong>en</strong>srelatie tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> <strong>staat</strong>. De binding <strong>van</strong> de moderne<br />

<strong>staat</strong> aan democratie <strong>en</strong> <strong>recht</strong> moet de heerschappij <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

zodanige vertrouw<strong>en</strong>sbasis verzeker<strong>en</strong> dat gedragsnorm<strong>en</strong> die <strong>van</strong> <strong>staat</strong>swege<br />

word<strong>en</strong> bezegeld, als autoriteit tot gelding kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

Uit deze aanhef blijkt reeds dat het bestaan <strong>van</strong> de heerschappij <strong>van</strong> de<br />

<strong>staat</strong> als e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de belangrijke maatschappelijke machtsconstellaties<br />

niet ter discussie wordt gesteld. De prealabele vraag naar de exist<strong>en</strong>tie<br />

<strong>van</strong> deze heerschappij valt buit<strong>en</strong> het bestek <strong>van</strong> het onderzoek. In de<br />

theorievorming over de democratische <strong>staat</strong> bestaan diverse onderzoeksrichting<strong>en</strong>,<br />

die de exist<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> deze heerschappij <strong>van</strong>uit bepaalde<br />

invalshoek<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> te bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> of zelfs te reconstruer<strong>en</strong>; dit<br />

gebeurt bijvoorbeeld <strong>van</strong>uit premiss<strong>en</strong> inzake rationeel individueel<br />

gedrag, of <strong>van</strong>uit de invalshoek <strong>van</strong> maatschappelijke contract<strong>en</strong>. Dat is<br />

niet de weg die in deze studie wordt bewandeld. Weliswaar is het voorligg<strong>en</strong>de<br />

onderzoek gefundeerd in het inter-subjectieve analysemodel maar,<br />

zoals in het eerste hoofdstuk werd uite<strong>en</strong>gezet, zull<strong>en</strong> we de heerschappij<br />

<strong>van</strong> dit duurzaam collectieve gebouw als e<strong>en</strong> praktisch bestaansgegev<strong>en</strong><br />

aannem<strong>en</strong> om vervolg<strong>en</strong>s de volle aandacht te kunn<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op de intersubjectieve<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> die zich hieromtr<strong>en</strong>t voordo<strong>en</strong>.<br />

De soevereiniteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>smacht geldt in dit onderzoek als e<strong>en</strong><br />

predispositie.<br />

De soevereiniteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> is echter niet ongeconditioneerd. De binding<br />

aan democratie <strong>en</strong> <strong>recht</strong> br<strong>en</strong>gt m<strong>en</strong>ige beperk<strong>en</strong>de clausulering aan<br />

op de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de heerschappij <strong>en</strong> bindt deze machtsuitoef<strong>en</strong>ing<br />

meer in het algeme<strong>en</strong> aan voonvaard<strong>en</strong>. De democratische dim<strong>en</strong>sie<br />

bevat e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stel <strong>van</strong> regels ter vestiging, begr<strong>en</strong>zing <strong>en</strong> richtingbepaling<br />

<strong>van</strong> de <strong>staat</strong>sheerschappij 1. Zo is het e<strong>en</strong> belangrijke opdracht <strong>van</strong><br />

de democratische inrichting <strong>van</strong> het <strong>staat</strong>sbestel om te voork6m<strong>en</strong> dat<br />

zich binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> e<strong>en</strong> bepaalde macht <strong>van</strong> de soevereiniteit gaat meester<br />

mak<strong>en</strong> 2. Maar het k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> democratie misk<strong>en</strong>t niet de heerschappij<br />

<strong>van</strong> de <strong>staat</strong> als zodanig. In dit opzicht verschilt de democratische<br />

<strong>staat</strong>svorm niet <strong>van</strong> autocratische <strong>staat</strong>svorm<strong>en</strong> 3. Veeleer is het aan<br />

democratie <strong>en</strong> <strong>recht</strong> om hieraan e<strong>en</strong> bepaalde richting, e<strong>en</strong> principiele<br />

grondslag <strong>en</strong> de b<strong>en</strong>odigde begr<strong>en</strong>zing te gev<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>einde deze heerschap-<br />

I] P. Graf Kielmansegg: Volkssouveranitat, 1977.<br />

21 Hier wordt in navolging <strong>van</strong> M. Kriele e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds soevereiniteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> in omvatt<strong>en</strong>de zin<br />

(inhoud<strong>en</strong>de het geheel <strong>van</strong> <strong>staat</strong>sorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels <strong>van</strong> het <strong>staat</strong>sverkeer) t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de sarn<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> anderzijds de<br />

soevereiniteit die macht<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze omvatt<strong>en</strong>de <strong>staat</strong> zich kunn<strong>en</strong> toeeig<strong>en</strong><strong>en</strong>. Soevereiniteit in de eerste zin geldt als e<strong>en</strong><br />

onontkoombare premise voor de democratische <strong>staat</strong>svorm, die in dit opzicht niet verschilt <strong>van</strong> autocratische <strong>staat</strong>svorm<strong>en</strong>.<br />

Soevereiniteit <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>smacht<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong>, is echter niet te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> met de dernocratische toedeling <strong>van</strong><br />

compet<strong>en</strong>ties. Zie M. Kriele. Einfiihrung in die Stootslehre. 1980, hoofdstuk 2. blz. 47 dm 66.<br />

31 0. Stammer. 'Politische Soziologie'; in: Soziologie; ein Lehr- und Hondbuch zur rnodern<strong>en</strong> Gesellschafiskunde, herausgegeb<strong>en</strong> von<br />

A. Gehl<strong>en</strong> und H. Schelsky. 1963 be druk. [1955]. blz. 277 t/m 333.<br />

OM RECHT EN STAAT


pij 'e<strong>en</strong> beetje draaglijk' te houd<strong>en</strong>, zoals A.M. Donner het e<strong>en</strong>s uitdrukte<br />

4. Het principiele verschil met de autocratische <strong>staat</strong>svonn is dat<br />

de democratie niet tot naakte machtsuitoef<strong>en</strong>ing vervalt, maar aan deze<br />

heerschappij voldo<strong>en</strong>de vertrouw<strong>en</strong>sgrondslag biedt om als autoriteit te<br />

kunn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. Dit is niet louter e<strong>en</strong> kwestie <strong>van</strong> 'democratische dekking'<br />

<strong>van</strong> de macht, het impliceert - met veel meer oog voor de zin <strong>en</strong> de consequ<strong>en</strong>ties<br />

<strong>van</strong> deze vorm <strong>van</strong> heerschappij - vooral e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>nan<strong>en</strong>te investering<br />

in de vertrouw<strong>en</strong>swaardigheid er<strong>van</strong>.<br />

De democratie als <strong>staat</strong>svorm kan kortweg getypeerd word<strong>en</strong> als het strev<strong>en</strong><br />

naar e<strong>en</strong> ge<strong>recht</strong>vaardigd <strong>staat</strong>sbestel waarin e<strong>en</strong> voorwaardelijk<br />

door het volk gemachtigde leiding politieke verantwoordelijkheid draagt<br />

voor de integratie <strong>van</strong> maatschappelijke verdeeldheid. De politieke leiding<br />

circuleert, er is sprake <strong>van</strong> macht<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>macht<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zijn tal<br />

<strong>van</strong> andere procedures voor het democratisch gehalte <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>. Toch<br />

duidt deze typering er reeds op dat de democratische <strong>staat</strong>svorm voor de<br />

opdracht <strong>staat</strong> om het onver<strong>en</strong>igbare te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>. De verantwoordelijkheid<br />

voor de politieke integratie wordt afhankelijk gesteld <strong>van</strong> het vertrouw<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> volk, waar<strong>van</strong> de pluraliteit het structurele k<strong>en</strong>merk is.<br />

De gesplet<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> het democratiebegrip moet welhaast b<strong>en</strong>aderd word<strong>en</strong><br />

door e<strong>en</strong> onvolkom<strong>en</strong> geheel <strong>van</strong> 'stelregels <strong>en</strong> spelregels' 5. Hierin<br />

weerspiegelt zich maar t<strong>en</strong> dele het geheel <strong>van</strong> maatschappelijke waard<strong>en</strong>.<br />

Daarom kan de onvoltooide democratie nooit geheel <strong>en</strong> a1 sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong><br />

met het sam<strong>en</strong>stel <strong>van</strong> instituties dat onder deze naam is sam<strong>en</strong>gebracht<br />

6.<br />

Verteg<strong>en</strong>woordiging verlangt e<strong>en</strong> autonome beoordelingsruimte voor de<br />

verteg<strong>en</strong>woordiger, die echter niet als vrijbrief kan word<strong>en</strong> opgevat.<br />

Anders dan de louter formele omschrijving aangeeft, moet verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

betrouwbaar <strong>en</strong> corrigeerbaar zijn 7. Het machtsgebruik vergt e<strong>en</strong><br />

voortdur<strong>en</strong>de verantwoording, niet louter e<strong>en</strong> toelichting op het specifiek<br />

oogrnerk <strong>van</strong> besluit<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> 'k<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> zinnige doorgronding' <strong>van</strong><br />

de basis waarop deze g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Deze argum<strong>en</strong>tatie wordt<br />

hechter naannate zij door principieel verschill<strong>en</strong>de visies wordt gevoed 8.<br />

Tegelijkertijd vergt het ook e<strong>en</strong> actieve beleving <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die word<strong>en</strong><br />

verteg<strong>en</strong>woordigd, niet alle<strong>en</strong> met betrekking tot besluit<strong>en</strong> waarin sub<br />

ject<strong>en</strong> e<strong>en</strong> direct eig<strong>en</strong> belang herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar vooral ook in klassieke zin<br />

als e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> gecultiveerd <strong>staat</strong>sburgerschap. Sommige variant<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de actuele discussies over burgerschap lijk<strong>en</strong> zich minder int<strong>en</strong>sief te<br />

onderhoud<strong>en</strong> met dit wez<strong>en</strong>lijk bestanddeel <strong>van</strong> burgerschap, alsof de<br />

<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> categorie is die buit<strong>en</strong> de burgerlijke verantwoordelijkheid valt.<br />

Het is de combinatie <strong>van</strong> deze twee voorwaard<strong>en</strong> (voorwaard<strong>en</strong> zowel t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verteg<strong>en</strong>woordiger als t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die zich<br />

] A.M. Donner. 'De ontwikkeling von het democrotisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>'; in: J.J.A. Thomass<strong>en</strong> (red.). Democratie. Theorie <strong>en</strong> Praktijk. 1981.<br />

blz. 14 dm 44.<br />

51 In zijn gelijknamige oratie beklemtoont Van d<strong>en</strong> Berg mi. te<strong>recht</strong> de noodzaak <strong>van</strong> wisselwerking <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> staao<strong>recht</strong>elijke<br />

stelregels <strong>en</strong> politicologische spelregels in de politiek. Zie J.Th.1. <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Berg. Stelregels <strong>en</strong> Spelregels in de<br />

Nederlandse Politiek. 1990. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk wordt e<strong>en</strong> aantal problem<strong>en</strong> in deze verhouding belicht.<br />

61 G. Sartori. Democracy. Encyclopedia of the Social Sci<strong>en</strong>ces. Vol. 3, blz. 112. Zie voorts H. Pitkin. 'The Concept of<br />

Repres<strong>en</strong>tation'; in: H. Pitkin (ed.). Repres<strong>en</strong>tation, New York, Atherton Press, 1969, blz. I dm 23.<br />

7 E<strong>en</strong> gegarandeerd schema <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging is er niet. De autonome ruimte stelt de verteg<strong>en</strong>woordiger voor diverse<br />

keuzernogelijkhed<strong>en</strong>. Hierop moet correctie mogelijk zijn. Zie de WRR-publikatie Eig<strong>en</strong>tijds Burg<strong>en</strong>chap, onder leiding <strong>van</strong><br />

H. <strong>van</strong> Gunster<strong>en</strong>. 1992, blz. 47-48.<br />

8] Zie bijvoorbeeld de boei<strong>en</strong>de uite<strong>en</strong>zetting<strong>en</strong> hierover <strong>van</strong> G. Majone, Evid<strong>en</strong>ce, Argum<strong>en</strong>t ond P<strong>en</strong>uosion in the Policy Process;<br />

1989. En R. Boudon. L'on de se P<strong>en</strong>uader. 1990.<br />

OM RECHT EN STAAT


lat<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>), die Pitkin begrijpt onder de 'substance of repres<strong>en</strong>tation'<br />

9.<br />

Voor de verscheid<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> individuele burgers br<strong>en</strong>gt dit k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong><br />

verteg<strong>en</strong>woordiging ook mee dat zij zonder veel kans<strong>en</strong> voor <strong>recht</strong>streekse<br />

bei'nvloeding (de mogelijkhed<strong>en</strong> voor directe controle drag<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong><br />

symbolisch karakter), macht toevertrouw<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> collectiviteit, die w61<br />

zeer direct hun persoonlijke lev<strong>en</strong>somstandighed<strong>en</strong> belnvloedt. Voor<br />

gezagdragers betek<strong>en</strong>t het dat zij publiekelijk rek<strong>en</strong>schap gev<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

gebruik dat zij hebb<strong>en</strong> gemaakt <strong>van</strong> het aan h<strong>en</strong> geschonk<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>,<br />

dat zij hun argum<strong>en</strong>tatie door hoor <strong>en</strong> wederhoor <strong>van</strong> andersd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> overtuigingsverplichting drag<strong>en</strong>. Morele condities,<br />

zoals hierbov<strong>en</strong> v<strong>en</strong>voord, zijn fragiele gegev<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> - zeker in e<strong>en</strong><br />

context die kwetsbaar is voor doodgewoon machtsgebruik - maar zij smed<strong>en</strong><br />

de band die mogelijk maakt, dat democratische besluit<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de<br />

overtuigingskracht <strong>van</strong> het bestel als zodanig, ook navolging kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong><br />

bij burgers die <strong>van</strong> de besluit<strong>en</strong> in casu nadeel ondervind<strong>en</strong>. De geldingskracht<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> democratisch bestel is niet primair afhankelijk <strong>van</strong><br />

de mogelijkheid om met behulp <strong>van</strong> sancties bepaald gedrag af te dwing<strong>en</strong><br />

(ook a1 di<strong>en</strong>t over de mogelijke toepassing <strong>van</strong> sancties e<strong>en</strong> zekere<br />

berek<strong>en</strong>baarheid te bestaan), alswel <strong>van</strong> de morele verbond<strong>en</strong>heid <strong>van</strong><br />

burgers <strong>en</strong> gezagsdragers. De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> deze waard<strong>en</strong>dim<strong>en</strong>sie wordt<br />

vaak eerst goed zichtbaar wanneer zij tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> erosie vertoont. De<br />

lev<strong>en</strong>svatbaarheid <strong>van</strong> deze autoriteit vergt e<strong>en</strong> continue stroom <strong>van</strong><br />

onderhoudsinvestering<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> democratisch bestel raakt in grote problem<strong>en</strong> wanneer de <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>dheid<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> dergelijke vertrouw<strong>en</strong>sbasis ontbreekt <strong>en</strong> bijgevolg<br />

het sam<strong>en</strong>stel <strong>van</strong> regels zelf <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de kant<strong>en</strong> onder druk komt<br />

te staan. Deze waarneming doet de praktijk <strong>van</strong> e<strong>en</strong> redelijk functioner<strong>en</strong>de<br />

democratie uitstijg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> theoretische voorstelling<strong>en</strong> als zou het<br />

democratiebegrip herleidbaar zijn <strong>van</strong> utilitaire of contractuele schema's.<br />

Op het wantrouw<strong>en</strong>de 'voor wat, hoort wat' schema kan ge<strong>en</strong> democratisch<br />

stelsel gefundeerd word<strong>en</strong>. Er is niets mis aan het calculer<strong>en</strong>, maar<br />

dit biedt - zeker in e<strong>en</strong> plurale <strong>en</strong> complexe sam<strong>en</strong>leving - e<strong>en</strong> te schraal<br />

houvast om e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>ssysteem hoog te houd<strong>en</strong>. Het mist de wederzijdse<br />

bezieling die overbrugging <strong>van</strong> rationele patstelling<strong>en</strong> mogelijk<br />

moet mak<strong>en</strong>. Het mist de kracht <strong>van</strong> de illusie, zoals Plam<strong>en</strong>atz het<br />

begrip democratie in de kern omschreef, die ver<strong>en</strong>iging <strong>van</strong> het onver<strong>en</strong>igbare<br />

moet mogelijk mak<strong>en</strong> lo. Als e<strong>en</strong> dergelijke calculatie in de praktijk<br />

zou uitgroei<strong>en</strong> tot het symbool, waarop het vertrouw<strong>en</strong> in de deme<br />

cratische besluit<strong>en</strong> wordt getoetst, raakt het democratische stelsel in<br />

diskrediet. In dit opzicht heeft de oude opvatting <strong>van</strong> Bonger <strong>van</strong> democratie<br />

als 'gecontroleerd vertrouw<strong>en</strong>' in plaats <strong>van</strong> 'georganiseerd wantrouw<strong>en</strong>'<br />

niet aan actualiteit verlor<strong>en</strong>.<br />

5.3 De coordinat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het democratische speelveld<br />

5.3.1 Onafhankelijke <strong>en</strong> afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie<br />

De eerste strategische voorzi<strong>en</strong>ing ter democratisering <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>smacht<br />

heeft betrekking op de wijze waarop het volk in de politieke leiding<br />

wordt verteg<strong>en</strong>woordigd. Over de aard <strong>van</strong> de verteg<strong>en</strong>woordiging lop<strong>en</strong><br />

de d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de oplossing<strong>en</strong> in de praktijk nogal uite<strong>en</strong>. In grote<br />

91 Ibid, blz. 22.<br />

lo]<br />

W.A. Bonger. Problem<strong>en</strong> der Democrotie. 1934. De problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> de utilitaire <strong>en</strong> contractuele schema's met betrekking tot<br />

democratie word<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief behandeld door J. Plam<strong>en</strong>atz. Democracy and Illosion, 1973. (zie vooral di<strong>en</strong>s conclusies op blz. 28).<br />

Voorts A.M. Donner, Ibid.. 198 1. blz. 14 tlm 44.<br />

OM RECHT EN STAAT


lijn<strong>en</strong> staan sedert de opkomst <strong>van</strong> de moderne democratie - die in het<br />

begin <strong>van</strong> deze eeuw werd geactiveerd door de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de medeverantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordiging voor het <strong>staat</strong>sbestuur,<br />

door de invoering <strong>van</strong> het algeme<strong>en</strong> kies<strong>recht</strong> <strong>en</strong> door de drijkacht <strong>van</strong><br />

de politieke partij<strong>en</strong> - twee tradities naast elkaar. Deze word<strong>en</strong> hier aangeduid<br />

als onafhankelijke <strong>en</strong> afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie 11.<br />

Onafhankelike repres<strong>en</strong>tatie<br />

De klassieke doctrine <strong>van</strong> onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie refereert aan het<br />

beginsel dat de volksverteg<strong>en</strong>woordiger, e<strong>en</strong>maal gemachtigd door de kiezer,<br />

onafhankelijk naar eig<strong>en</strong> inzicht <strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> handelt in het belang<br />

<strong>van</strong> het gehele volk. Elzinga spreekt in dit verband ook we1 <strong>van</strong> 'kiezersdemocratie'<br />

12. Politieke verteg<strong>en</strong>woordigers operer<strong>en</strong> in deze visie niet als<br />

zaakwaarnemers <strong>van</strong> georganiseerde belang<strong>en</strong>, maar zijn gehoud<strong>en</strong> om<br />

als onafhankelijke persoonlijkhed<strong>en</strong> alle rele<strong>van</strong>te gezichtspunt<strong>en</strong> in hun<br />

oordeel te betrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> op d<strong>en</strong>kbare consequ<strong>en</strong>ties te weg<strong>en</strong>, opdat e<strong>en</strong><br />

zakelijke ord<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> prioriteit<strong>en</strong> kan plaatsvind<strong>en</strong>. Het ethos <strong>van</strong> deze<br />

wijze <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging is e<strong>en</strong> ethos <strong>van</strong> zakelijkheid <strong>en</strong> onpartijdigheid.<br />

Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> het aangrijpingspunt om ideologische interpretatieschema's<br />

te relativer<strong>en</strong> <strong>en</strong> concrete oplossingsrichting<strong>en</strong> in discussie<br />

te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Ook <strong>van</strong>uit deze optiek wordt we1 ingezi<strong>en</strong> dat het in de praktijk lang niet<br />

altijd mogelijk zal zijn om e<strong>en</strong>stemmigheid te krijg<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> onbevooroordeelde<br />

argum<strong>en</strong>tatie. We1 wordt de kans hiertoe vergroot doordat<br />

in de loop <strong>van</strong> tijd e<strong>en</strong> - bij voorkeur in het <strong>recht</strong> gestolde - ervaring wordt<br />

opgebouwd <strong>van</strong> te volg<strong>en</strong> procedures voor e<strong>en</strong> rationele afweging <strong>van</strong><br />

belang<strong>en</strong>. Aldus kan e<strong>en</strong> grotere best<strong>en</strong>digheid ontstaan dan de willekeurige<br />

m<strong>en</strong>ingsvorming op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t. M. Kriele is e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de<br />

- <strong>en</strong>igszins idealiser<strong>en</strong>de - woordvoerder <strong>van</strong> de opvatting dat door de<br />

ervaring <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de rationaliteit <strong>en</strong> <strong>recht</strong>vaardigheid<br />

<strong>van</strong> politieke afweging<strong>en</strong> kan ontstaan 13. Zo di<strong>en</strong>t bijvoorbeeld het beginsel<br />

<strong>van</strong> op<strong>en</strong>baarheid de repres<strong>en</strong>tatie niet zozeer door directe deelneming<br />

<strong>van</strong> de burgers aan het besluitvormingsproces mogelijk te mak<strong>en</strong>, maar<br />

dwingt het veeleer tot doorzichtigheid <strong>van</strong> beslissing<strong>en</strong>.<br />

De traditie <strong>van</strong> onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie claimt zelfstandige bewegingsruimte<br />

voor verteg<strong>en</strong>woordigers om naar bevind <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> te handel<strong>en</strong>.<br />

Zij word<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>, maar hun handelwijze wordt niet gemandateerd.<br />

Het ideaalbeeld <strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordiging als onpartijdige<br />

elite refereert primair aan het algeme<strong>en</strong> belang: de 'verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

<strong>van</strong> het gehele volk'. Zowel in dit beginsel als in het beginsel <strong>van</strong> de 'vrijwaring<br />

<strong>van</strong> lastgeving' heeft deze traditie de weg naar de Grondwet<br />

gevond<strong>en</strong>. Het vaststell<strong>en</strong> <strong>van</strong> richtlijn<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit beginselmatig georganiseerde<br />

maatschappelijke groepering<strong>en</strong> wordt in deze zi<strong>en</strong>swijze niet voor-<br />

111 Het onderscheid tuss<strong>en</strong> onafhankelijke <strong>en</strong> afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie knoopt grot<strong>en</strong>deels aan bij het onderscheid dat Leibholz<br />

aanbracht tuss<strong>en</strong> onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitsverteg<strong>en</strong>woordiging. Dit onderscheid wordt hier e<strong>en</strong> beetle aan-<br />

gepast. omdat Leibholz de twee begripp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> specifieke<br />

interpretatie polariseerde. Onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie krijgt<br />

bij Leibholz e<strong>en</strong> beperkte <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ideologische (19e eeuws liberale) invulling. Leibholz vere<strong>en</strong>zelvigde zich sterk met de<br />

id<strong>en</strong>titeitsverteg<strong>en</strong>woordiging. Hij bepleitte de erk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> als politieke organ<strong>en</strong> in de <strong>staat</strong>. Van zijn pre-<br />

occupaties ontdaan, geeft het onderscheid <strong>van</strong> Leibholz echter e<strong>en</strong> nuttig houvast om het perman<strong>en</strong>te spanningsveld met<br />

betrekking tot de aard <strong>van</strong> de verteg<strong>en</strong>woordiging in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. G. Leibholz, Strukturprobleme der modern<strong>en</strong> Demokrotie.<br />

1958. En G. Leibholz. Das Wes<strong>en</strong> der Repros<strong>en</strong>tation und der Gestoltwondel der Demokratie im 20 johrhundert. 1966. E<strong>en</strong> voor-<br />

treffelijke behandeling <strong>van</strong> deze discussie biedt W. Mantl. Repras<strong>en</strong>totion und Id<strong>en</strong>titiit. 1975. Zie voor Nederlandse bijdrag<strong>en</strong><br />

over dit thema 1.H. Prins. Over repres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit, 1978. En D.J. Elzinga. De politieke ponij <strong>en</strong> het constitutionele re&. 1982.<br />

121 D.J. Elzinga. op. cit, hoofdstuk I. blz 4-22.<br />

131 M. Kriele, Ibid., 1980. Zie ook M. Kriele, Recht und praktische Vernunft, 1979, blz. 57-62.<br />

OM RECHT EN STAAT


gestaan. De geme<strong>en</strong>schappelijke ori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> de verteg<strong>en</strong>woordiger met<br />

e<strong>en</strong> 'achterban' geeft hem nog ge<strong>en</strong> vrijbrief om groepsbelang<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong><br />

prevaler<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> het gehele volk 14.<br />

De traditie <strong>van</strong> onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie roept vrag<strong>en</strong> op naar de<br />

mate <strong>van</strong> onbe<strong>van</strong>g<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de politieke verteg<strong>en</strong>woordigers <strong>en</strong> naar de<br />

afstand tuss<strong>en</strong> volk <strong>en</strong> politieke verteg<strong>en</strong>woordiging. Daarnaast rijst de<br />

vraag of de onafhankelijke verteg<strong>en</strong>woordigers, niet gehinderd maar derhalve<br />

ook niet gesteund door de viger<strong>en</strong>de machtsverhouding<strong>en</strong> in de<br />

sam<strong>en</strong>leving, we1 in <strong>staat</strong> zijn om <strong>van</strong>uit hun ongebond<strong>en</strong> verdeeldheid<br />

e<strong>en</strong>heid te verkrijg<strong>en</strong> over wat in de <strong>staat</strong> in positieve zin te do<strong>en</strong> <strong>staat</strong> l5.<br />

Afiankelijke repres<strong>en</strong>tatie<br />

De traditie <strong>van</strong> afiankelijke repres<strong>en</strong>tatie zoekt e<strong>en</strong> nauwere aansluiting<br />

tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de gegroepeerde maatschappelijke richting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

gekoz<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers. De normatieve uitgangspunt<strong>en</strong> knop<strong>en</strong> hier<br />

directer aan bij de reele maatschappelijke <strong>en</strong> politieke verhouding<strong>en</strong><br />

waarin verteg<strong>en</strong>woordigers hun lijn moet<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. De positie <strong>van</strong> de<br />

repres<strong>en</strong>tant wordt gekleurd door het ideologische kracht<strong>en</strong>veld waarin<br />

hij opereert. Als dominer<strong>en</strong>de nieuwe factor <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> deze<br />

eeuw wordt in dit verband doorgaans v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong> naar de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

invloed <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong>. Elzinga spreekt in dit verband <strong>van</strong> de<br />

'repres<strong>en</strong>tatieve partij<strong>en</strong>democratie' 16. Zijdelings kan hierbij word<strong>en</strong> aangetek<strong>en</strong>d<br />

dat in de aan<strong>van</strong>gsperiode <strong>van</strong> de partijvorming tuss<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong><br />

grote verschill<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> inzake de mate <strong>van</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong><br />

de verteg<strong>en</strong>woordiging 17. Teg<strong>en</strong>woordig word<strong>en</strong> in dit opzicht ge<strong>en</strong> significante<br />

verschill<strong>en</strong> meer gesignaleerd tuss<strong>en</strong> de concrete gedraging<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de meeste fracties <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> 18.<br />

De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie wordt nog het best v<strong>en</strong>voord<br />

door d<strong>en</strong>krichting<strong>en</strong> waarin de politieke verteg<strong>en</strong>woordiging wordt<br />

beschouwd als e<strong>en</strong> mogelijkheid om gegroeide maatschappelijke machtsverhouding<strong>en</strong><br />

te behoud<strong>en</strong> of in bepaalde richting te be'invloed<strong>en</strong>. Dit<br />

int<strong>en</strong>tionele karakter ligt t<strong>en</strong> grondslag aan de vorming <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong>.<br />

Het ontneemt echter ook de onbe<strong>van</strong>g<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordiger.<br />

Zo gezi<strong>en</strong> normeert de repres<strong>en</strong>tant zijn politiek gedrag <strong>van</strong>uit<br />

e<strong>en</strong> maatschappij-opvatting die hij met geestv<strong>en</strong><strong>van</strong>t<strong>en</strong> in ess<strong>en</strong>tie deelt.<br />

De repres<strong>en</strong>tant degradeert hierdoor nog niet tot de passieve uitvoerder<br />

<strong>van</strong> de lijn<strong>en</strong> die in zijn georganiseerde groepering word<strong>en</strong> uitgezet, hij<br />

17 Zie E. Fra<strong>en</strong>kel, Die repras<strong>en</strong>tative und die plebiszitare Kompon<strong>en</strong>te im demakratisch<strong>en</strong> Verfassungsstoat. In: Deutschland und die<br />

westlich<strong>en</strong> Demokrati<strong>en</strong>. 1979 7e druk, [1964]. blz. 1 19.<br />

151 Zie J.H. Prins, op. cit. blz. 5. Voor Burke was hierin, aldus Prins, e<strong>en</strong> belangrijk argum<strong>en</strong>t geleg<strong>en</strong> om zijn standpunt t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie gepaard te do<strong>en</strong> gaan met e<strong>en</strong> pleidooi voor discipline binn<strong>en</strong> raadsfracties.<br />

161<br />

DJ. Elzinga, op. cit. blz. 16.<br />

l q 1. Lipschits, Politieke Stroming<strong>en</strong> in Nederland; inleiding tot de geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de Nederlandse politieke panij<strong>en</strong>, 1977, blz. 12.<br />

Lipschits verwijst in dit verband naar de m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de anti-revolutionaire groepering (tuss<strong>en</strong> de geleder<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Savornin Lohman <strong>en</strong> die <strong>van</strong> Kuyper) over de wijze <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging.<br />

181 In achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> is aangetoond dat het feitelijk gedrag <strong>van</strong> volksverteg<strong>en</strong>woordigers wordt gek<strong>en</strong>rnerkt<br />

door afhankelijkheidsrelaties, temijl de vraag naar de gew<strong>en</strong>ste situatie bij volksverteg<strong>en</strong>woordigers ovemeg<strong>en</strong>d het beeld <strong>van</strong><br />

onafhankelijkheid oproept. In dit opzicht bestaan ge<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> politieke partij<strong>en</strong>. Zie bijvoorbeeld Daalder<br />

(1974) <strong>en</strong> Van Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong> (1980).<br />

191 A.M. Donner wees er meer in algem<strong>en</strong>e zin op dat de volksverteg<strong>en</strong>woordiger het volk niet alle<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt bij het<br />

bestuur, maar ook bij het volk! Hij rek<strong>en</strong>t het tot de taak <strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordiger om bepaalde gedacht<strong>en</strong> zodanig te<br />

verwoord<strong>en</strong> dat de burgers hieraan houvast kunn<strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit mechanisme lijkt me binn<strong>en</strong> het strami<strong>en</strong> <strong>van</strong> partii<strong>en</strong> min-<br />

st<strong>en</strong>s zo sterk aanwezig. Zie A.M. Donner. 'Over repres<strong>en</strong>tatie'; opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in: Tuss<strong>en</strong> het echte <strong>en</strong> het gemaakte. 1986, biz.<br />

107-1 17.<br />

OM RECHT EN STAAT


vervult hierin daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actieve <strong>en</strong> kanaliser<strong>en</strong>de rol19. We1 br<strong>en</strong>gt<br />

deze politieke achtergrond e<strong>en</strong> bijzondere wijze <strong>van</strong> verantwoording mee.<br />

In het perspectief <strong>van</strong> afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie be<strong>staat</strong> ruimte voor<br />

argum<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> onafhankelijke oordeelsvorming. We1 wordt <strong>van</strong>uit deze<br />

optiek de mogelijkheid in twijfel getrokk<strong>en</strong> om op basis <strong>van</strong> onpartijdige<br />

argum<strong>en</strong>tatie de ratio te ontdekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> wat wordt geacht in het belang<br />

te zijn <strong>van</strong> het gehele volk. Wat op e<strong>en</strong> bepaald tijdstip als algeme<strong>en</strong><br />

belang tot uitdrukking komt, wordt veeleer gezi<strong>en</strong> als de resultante <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> politieke integratie <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de georganiseerde maatschappijbeeld<strong>en</strong>.<br />

In vergelijking tot de rationaliteit als c<strong>en</strong>trale drijfveer <strong>van</strong> de<br />

onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie, pleegt in de afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie de<br />

onderlinge politieke krachtmeting <strong>en</strong> verstandhouding als het integrer<strong>en</strong>de<br />

mechanisme op te tred<strong>en</strong>.<br />

Wanneer m<strong>en</strong> het aspect <strong>van</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong> de verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

absoluut zou stell<strong>en</strong>, wordt de democratie in feite gelijk gesteld aan de<br />

<strong>recht</strong>streekse mandatering. Dan gaat het elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

verlor<strong>en</strong> <strong>en</strong> verliest de repres<strong>en</strong>tatie haar normatieve kracht in e<strong>en</strong><br />

context waarin selectering door politieke verteg<strong>en</strong>woordigers als onontkoombaar<br />

geldt. Daarom wordt hier het uitgangspunt bij verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

gelegd. Wij zull<strong>en</strong> het aspect <strong>van</strong> afhankelijkheid beschouw<strong>en</strong> als<br />

e<strong>en</strong> bijzondere wijze <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging.<br />

Deze wijze <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging roept t<strong>en</strong>slotte de vraag op of de <strong>staat</strong><br />

niet te instrum<strong>en</strong>teel wordt beschouwd in de lijn <strong>van</strong> de viger<strong>en</strong>de<br />

machtsverhouding<strong>en</strong>. Wanneer de democratische <strong>staat</strong>svorm te zeer overhelt<br />

naar afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie, ont<strong>staat</strong> het risico dat het algeme<strong>en</strong><br />

belang uiteindelijk wordt teruggebracht tot e<strong>en</strong> machtsstrijd tuss<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers<br />

<strong>van</strong> bepaalde richting<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> de uitkomst meer<br />

wordt beheerst door actuele machtsverhouding<strong>en</strong>, doelrationele belang<strong>en</strong>conflict<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> politieke mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> conflictbeslechting dan door<br />

de opdracht om op het niveau <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> stabiele <strong>en</strong><br />

betrouwbare gedragsv<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> te vestig<strong>en</strong>.<br />

Het constitutioneel raamwerk laat beide posities <strong>van</strong> afhankelijke <strong>en</strong><br />

onafhankelijke repres<strong>en</strong>tatie toe als de twee hoekpunt<strong>en</strong>, waarbinn<strong>en</strong> het<br />

proces <strong>van</strong> de politieke democratie zich voltrekt. De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

deze posities zijn niet extreem, te meer daar e<strong>en</strong> breed geme<strong>en</strong>schappelijk<br />

raakvlak be<strong>staat</strong>. Toch is het <strong>van</strong> belang om het onderscheid tuss<strong>en</strong> de<br />

twee posities duidelijk te marker<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> omdat zich in de praktijk<br />

gezi<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> langere periode opvall<strong>en</strong>de acc<strong>en</strong>tsverschuiving<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

afgetek<strong>en</strong>d in de wijze <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging, maar ook omdat de verandering<strong>en</strong><br />

hierin e<strong>en</strong> maatschappelijk dynamiek weerspiegel<strong>en</strong> <strong>van</strong> politieke<br />

organisatie. Achter de wijze <strong>van</strong> repres<strong>en</strong>tatie gaat e<strong>en</strong> wereld<br />

schuil <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> verbond<strong>en</strong>heid met maatschappelijke<br />

organisaties, verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> politieke mobilisering <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

recrutering <strong>van</strong> politieke verteg<strong>en</strong>woordigers. De wijze <strong>van</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatie symboliseert de ingewikkelde verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burgers,<br />

politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verteg<strong>en</strong>woordigers.<br />

5.3.2 De verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering<br />

De tweede coordinaat in ons onderzoek naar de werking <strong>van</strong> de vertrouw<strong>en</strong>sbasis<br />

in de democratische <strong>staat</strong>svorm heeft betrekking op de verhouding<br />

tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering. Volg<strong>en</strong>s de klassieke leerstukk<strong>en</strong><br />

wordt de vrijheid <strong>van</strong> de burger het best beschermd wanneer de overheidsbevoegdheid<br />

over verschill<strong>en</strong>de macht<strong>en</strong> is verdeeld. In de constitutionele<br />

regeling<strong>en</strong> is het doctrinaire schema <strong>van</strong> de wetgev<strong>en</strong>de, de uitr<br />

OM RECHT EN STAAT


voer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>erlijke macht echter nerg<strong>en</strong>s volledig overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Reeds bij de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de constitutionele stelsels blek<strong>en</strong> de verhouding<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de <strong>staat</strong>smacht<strong>en</strong> dermate complex <strong>en</strong> door zoveel verschill<strong>en</strong>de<br />

praktische omstandighed<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt te zijn, dat de onderlinge<br />

positionering <strong>van</strong> de macht<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> in elk land anders werd uitr<br />

gewerkt in e<strong>en</strong> pragmatisch bestek <strong>van</strong> onderlinge controles <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>wicht<strong>en</strong>.<br />

Dit bestek is met de verandering<strong>en</strong> <strong>van</strong> de maatschappelijke<br />

functies <strong>van</strong> de overheid in de loop <strong>van</strong> de tijd geevolueerd. Slechts de<br />

positie <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>er is in de constitutionele regeling<strong>en</strong> nog we1 grot<strong>en</strong>deels<br />

als onafhankelijke macht behoud<strong>en</strong>. Maar het dualisme tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

wetgev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de macht heeft in zijn pure vorm nerg<strong>en</strong>s<br />

wortel geschot<strong>en</strong>, ook a1 bestaan in dit opzicht grote verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

Westerse stat<strong>en</strong> 20.<br />

In de praktijk <strong>van</strong> het <strong>staat</strong>sbestuur komt het niet zozeer aan op de<br />

strikte scheiding <strong>van</strong> wetgev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong>, maar <strong>staat</strong> veeleer de behoefte aan reger<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bestur<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal. Telk<strong>en</strong>s weer verg<strong>en</strong> maatschappelijke problem<strong>en</strong> concrete<br />

antwoord<strong>en</strong> in bestuurlijke zin. De meeste constitutionele regeling<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> dit gegev<strong>en</strong> zo v<strong>en</strong>verkt dat de bestuurstaak <strong>van</strong> de overheid<br />

in eerste aanleg toekomt aan de regering. De wetgev<strong>en</strong>de functie behoort<br />

doorgaans, zoals ook bij ons, tot de gezam<strong>en</strong>lijke verantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering, waarbij de regering in de meeste gevall<strong>en</strong> het<br />

voortouw neemt, t<strong>en</strong>vijl de volksverteg<strong>en</strong>woordiging via de zogehet<strong>en</strong><br />

controle<strong>recht</strong><strong>en</strong> (budget<strong>recht</strong>, <strong>recht</strong> <strong>van</strong> interpellatie, <strong>recht</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>qugte)<br />

toezicht uitoef<strong>en</strong>t op het bestuur. Aldus zijn de compet<strong>en</strong>ties binn<strong>en</strong> de<br />

<strong>staat</strong> zodanig verspreid, dat althans de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

regering in hoge mate wordt gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> wederzijdse afhankelijkheid.<br />

Binn<strong>en</strong> deze interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie hebb<strong>en</strong> zich in de loop <strong>van</strong> de<br />

geschied<strong>en</strong>is steeds wissel<strong>en</strong>de zwaartepunt<strong>en</strong> afgetek<strong>en</strong>d. Ondanks de<br />

wissel<strong>en</strong>de zwaartepunt<strong>en</strong> weegt de onderlinge afhankelijkheid tuss<strong>en</strong><br />

regering <strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t zo zwaar dat de versterking <strong>van</strong> de <strong>en</strong>e macht niet<br />

<strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d gepaard gaat met de verzwakking <strong>van</strong> de andere. Er zijn<br />

verschill<strong>en</strong>de schakering<strong>en</strong> mogelijk. Soms kan het parlem<strong>en</strong>t zich juist<br />

bij e<strong>en</strong> krachtig bestuur in blokker<strong>en</strong>de zin sterk do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>vijl het<br />

hiertoe bij e<strong>en</strong> passieve regering over minder mogelijkhed<strong>en</strong> beschikt.<br />

De grondslag <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>taire regeringsstelsel wordt gevonnd door<br />

de regel dat de regering het vertrouw<strong>en</strong> <strong>van</strong> de meerderheid <strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordiging<br />

behoefi. In ons land vond deze regel geleidelijk toepassing<br />

nadat eerst de ministeriele verantwoordelijkheid was bedong<strong>en</strong>.<br />

In de praktijk ontstond als uiterste sanctie op de ministeriele verantwoordelijkheid<br />

de negatieve vertrouw<strong>en</strong>sregel, dat e<strong>en</strong> minister wi<strong>en</strong>s<br />

beleidsvoering het parlem<strong>en</strong>t niet bevredigt, di<strong>en</strong>t he<strong>en</strong> te gaan. Deze toepassing<br />

is gevond<strong>en</strong> in de periode 1866-1868, to<strong>en</strong> kwam vast te staan dat<br />

de ministeriele verantwoordelijkheid zich over elke regeringsdaad uitstrekt<br />

<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> minister zich niet kan handhav<strong>en</strong> zonder vertrouw<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t 21.<br />

Gegev<strong>en</strong> de pragmatische spreiding <strong>van</strong> compet<strong>en</strong>ties over parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

regering om sam<strong>en</strong>balling <strong>van</strong> de soevereiniteit teg<strong>en</strong> te gaan <strong>en</strong>erzijds,<br />

<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> - tegelijkertijd - de noodzaak om tot overe<strong>en</strong>stemming te gerak<strong>en</strong><br />

kracht<strong>en</strong>s de afhankelijkheids- <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>srelatie anderzijds, is<br />

sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> duurzaam spanningsveld in de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> regering. Deze spanning betreft de vraag in hoeverre het parle-<br />

lo] C.W. <strong>van</strong> der Pot <strong>en</strong> (de int<strong>en</strong>sieve bewerking <strong>van</strong>) A.M. Donner. Handboek <strong>van</strong> het Nederlandse Staats<strong>recht</strong>. 1983 1 le druk,<br />

blz. 421-422.<br />

211 C.W. <strong>van</strong> der Pot <strong>en</strong> A.M. Donner, op. cit. blz. 425.<br />

OM RECHT EN STAAT


m<strong>en</strong>t zijn politieke verantwoordelijkheid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bestuurstaak<br />

neemt door normstelling <strong>en</strong> toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing op afstand dan we1 dat<br />

het juist tracht zijn verantwoordelijkheid te do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> door vergaande<br />

vere<strong>en</strong>zelviging met de bestuurstaak, zodat het als het ware op de stoel<br />

<strong>van</strong> de regering gaat zitt<strong>en</strong>.<br />

De toepassing <strong>van</strong> de vertrouw<strong>en</strong>sregel aan het eind <strong>van</strong> de vorige eeuw<br />

markeerde na de eerdere v<strong>en</strong>verving <strong>van</strong> het budget<strong>recht</strong> <strong>en</strong> de doorvoering<br />

<strong>van</strong> de ministeriele verantwoordelijkheid ongetwijfeld de belangrijkste<br />

stap in het proces waarin het parlem<strong>en</strong>t evolueerde <strong>van</strong> e<strong>en</strong> soort<br />

'insprek<strong>en</strong>d orgaan bij de <strong>staat</strong>smacht' tot e<strong>en</strong> positie waarin het zelf tot<br />

in de kern <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>smacht is doorgedrong<strong>en</strong>.<br />

De wijze waarop het parlem<strong>en</strong>t sedertdi<strong>en</strong> de politieke medeverantwoordelijkheid<br />

heeft waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, beweegt zich tuss<strong>en</strong> beide uiteind<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde spanningsveld. In de kortstondige periode tot de eerste<br />

wereldoorlog ontpopte het parlem<strong>en</strong>t zich via normstelling <strong>en</strong> toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing<br />

als e<strong>en</strong> richtinggev<strong>en</strong>d orgaan. Geleidelijk veranderde<br />

deze krachtige afstandelijke positie, niet alle<strong>en</strong> door omstandighed<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

politieke <strong>en</strong> <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke aard maar vooral ook in structurele zin door<br />

de verandering<strong>en</strong> in de aard <strong>van</strong> het overheidsoptred<strong>en</strong> zelf. De beleidsmatige<br />

int<strong>en</strong>sivering <strong>van</strong> het overheidsoptred<strong>en</strong> noopte het parlem<strong>en</strong>t om<br />

het bestuur meer armslag te gev<strong>en</strong>, de normstelling zelf werd in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

mate gedelegeerd <strong>en</strong> hierdoor veranderde ook de toepassing <strong>van</strong> de<br />

controle<strong>recht</strong><strong>en</strong>.<br />

In de expansieve beleidsperiode na de oorlog heeft dit proces zich nog<br />

int<strong>en</strong>siever voltrokk<strong>en</strong>, mede gevoed door partijpolitieke binding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

beide organ<strong>en</strong>. De vertrouw<strong>en</strong>srelatie met de regering wordt in deze<br />

periode vooral aangew<strong>en</strong>d om ter comp<strong>en</strong>satie <strong>van</strong> het verantwoordelijkheidsverlies<br />

directe toegang tot het bestuur te verkrijg<strong>en</strong>. Zo heeft zich<br />

gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> '70 bijvoorbeeld de praktijk ontwikkeld dat de kamerfracties<br />

<strong>en</strong> hiermee het parlem<strong>en</strong>t meer word<strong>en</strong> ingeschakeld bij de kabinetsformatie.<br />

Wat betreft de informele kanal<strong>en</strong> springt sedert Romme het<br />

'meereger<strong>en</strong> <strong>van</strong> fractieleiders <strong>van</strong> regeringspartij<strong>en</strong>' in het oog. Zelfs via<br />

gebruikrnaking <strong>van</strong> de controle<strong>recht</strong><strong>en</strong> zocht het parlem<strong>en</strong>t to<strong>en</strong>adering<br />

tot de bestuurlijke activiteit. Hoewel de oorspronkelijke normer<strong>en</strong>de functie<br />

ge<strong>en</strong>szins is stil gevall<strong>en</strong> (ondanks de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de delegatie was ook in<br />

dit opzicht sprake <strong>van</strong> expansie!), heeft zich in grote lijn<strong>en</strong> het beeld afgetek<strong>en</strong>d,<br />

dat de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering over e<strong>en</strong> breed<br />

gebied <strong>van</strong> modern overheidsbeleid is opgeschov<strong>en</strong> <strong>van</strong> afstandelijke<br />

normstelling <strong>en</strong> toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing 'op afstand' naar e<strong>en</strong> 'geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

vere<strong>en</strong>zelviging met de bestuurstaak. Deze ontwikkeling zull<strong>en</strong> we<br />

verderop meer gedetailleerd analyser<strong>en</strong>.<br />

5.4 De invloed <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties<br />

5.4.1 Politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vraagstuk <strong>van</strong> repres<strong>en</strong>tatie<br />

Politieke partij<strong>en</strong> zijn maatschappelijke organisaties die - buit<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

de <strong>staat</strong> - e<strong>en</strong> publieke taak uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zij werk<strong>en</strong> mee aan de politieke<br />

wilsvorming <strong>van</strong> het volk. Deze functie is niet exclusief voorbehoud<strong>en</strong><br />

aan politieke partij<strong>en</strong>, ook niet voorzover het de ori<strong>en</strong>tatie op de <strong>staat</strong><br />

betreft. Andere maatschappelijke organisaties kanaliser<strong>en</strong> maatschappelijke<br />

wilsvorming ev<strong>en</strong>zeer naar e<strong>en</strong> bepaald belang of oogrnerk <strong>en</strong> drag<strong>en</strong><br />

langs deze weg ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bij aan de politieke wilsvorming <strong>van</strong> de bevolking.<br />

Het accommoder<strong>en</strong>de - deels corporatieve - politieke bestel in<br />

Nederland heeft hiertoe zelfs e<strong>en</strong> aantal directe toegangsmogelijkhed<strong>en</strong><br />

gecreeerd. Politieke partij<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d het voortouw<br />

OM RECHT EN STAAT


ij de kanalisering <strong>van</strong> politieke wilsvorming, deze pleegt te verlop<strong>en</strong><br />

langs grillige patron<strong>en</strong>, die alle<strong>en</strong> a1 <strong>van</strong>wege de dynamiek <strong>van</strong> de onderlinge<br />

betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> politieke <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties<br />

vaak moeilijk getraceerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de onderscheid<strong>en</strong>de positie <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

opzichte <strong>van</strong> andere rnaatschappelijke organisaties is, dat zij de kandidat<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong> voor de verkiezing <strong>van</strong> volksverteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong>.<br />

Hiermee hangt t<strong>en</strong> nauwste e<strong>en</strong> tweede k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d onderscheid sam<strong>en</strong>.<br />

Via de ori<strong>en</strong>tatie op het politieke systeem vervull<strong>en</strong> de politieke partij<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> integrer<strong>en</strong>de functie. Het belang of oogrnerk dat partij<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong><br />

is in het algeme<strong>en</strong> ruimer dan dat <strong>van</strong> rnaatschappelijke organisaties,<br />

maar dit is ge<strong>en</strong> noodzakelijke voonvaarde. De ori<strong>en</strong>tatie op het politieke<br />

systeem br<strong>en</strong>gt echter de noodzaak <strong>van</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke ori<strong>en</strong>tatie<br />

mee. Ondanks de id<strong>en</strong>titeitsverschill<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> politieke partij<strong>en</strong> als<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke waarde hun ori<strong>en</strong>tatie op de <strong>staat</strong> <strong>en</strong> op de kaders<br />

waarin politieke besluitvorming gestalte krijgt. Politieke partij<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

derhalve gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> dynamiek tuss<strong>en</strong> het zogehet<strong>en</strong> 'particularisme'<br />

<strong>en</strong> de noodzakelijke 'integratie' met andere stroming<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde de<br />

b<strong>en</strong>odigde e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> politiek handel<strong>en</strong> te v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. Deze dynamiek<br />

br<strong>en</strong>gt mee dat politieke verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> ook hun<br />

weerslag krijg<strong>en</strong> in de politieke lijn<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgezet.<br />

De meeste politieke partij<strong>en</strong> lokaliser<strong>en</strong> het zwaartepunt <strong>van</strong> hun activiteit<br />

bij de overheid. Kwam het aan het begin <strong>van</strong> de eeuw nog met <strong>en</strong>ige<br />

regelmaat voor dat partijleiders e<strong>en</strong> rnaatschappelijke functie verkoz<strong>en</strong>,<br />

thans zetel<strong>en</strong> de voorlied<strong>en</strong> <strong>van</strong> het hele partijpolitieke spectrum in volksverteg<strong>en</strong>woordiging<br />

of regering 22. AS kristallisatiepunt voor maatschappelijke<br />

beweging<strong>en</strong> is de rol <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> minder promin<strong>en</strong>t<br />

geword<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de natuurlijke inbedding <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> in<br />

het maatschappelijk zuil<strong>en</strong>stelsel in sterke mate geerodeerd. De ontzuiling<br />

werd bevorderd door de to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> welvaart <strong>en</strong> mobiliteit <strong>en</strong> door<br />

de professionalisering <strong>van</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Cultureel manifesteerde dit<br />

proces zich vooral in de secularisatie, <strong>en</strong> in de to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> individualisering<br />

<strong>en</strong> rnaatschappelijke pluriformiteit.<br />

De organisatorische schakels <strong>van</strong> het zuil<strong>en</strong>stelsel zijn minder snel afgebrokkeld<br />

dan de culturele instituties waarin zij ontstond<strong>en</strong>. In het onderwijs<br />

zijn zij e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> gaan leid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook bijvoorbeeld in de media<br />

zijn de oude organisatorische verband<strong>en</strong> slechts t<strong>en</strong> dele aangepast. In de<br />

sociaal economische sector is zelfs nog onlangs via de reorganisatie <strong>van</strong> de<br />

arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing nieuw lev<strong>en</strong> ingeblaz<strong>en</strong> in het corporatieve organisatiemodel.<br />

Ondanks het voortbestaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal residuele organisatievorm<strong>en</strong><br />

is de v<strong>en</strong><strong>van</strong>tschap tuss<strong>en</strong> de politieke <strong>en</strong> rnaatschappelijke<br />

bestanddel<strong>en</strong> zelfs hier veel diffuser geword<strong>en</strong>, omdat de <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>de<br />

e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke waard<strong>en</strong> is verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> 23. Terwijl<br />

de positie <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> vroeger als <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d was ingebed<br />

in geord<strong>en</strong>de rnaatschappelijke patron<strong>en</strong>, beluistert m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig de<br />

behoefte aan marketing techniek<strong>en</strong> om de zwev<strong>en</strong>de kiezers te interesser<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> be<strong>staat</strong> periodiek de neiging om <strong>van</strong>uit het politieke domein e<strong>en</strong><br />

mars door de instituties te 'organiser<strong>en</strong>'; de rnaatschappelijke instelling<strong>en</strong><br />

221 W. Drees, sr.. Het Nederlandse Parlem<strong>en</strong>t, vroeger <strong>en</strong> nu. 1975, blz. 47.<br />

231 Onderzoek <strong>van</strong> Dekker <strong>en</strong> Ester naar de verandering <strong>van</strong> ideologische attitudes heeft uitgewez<strong>en</strong>, dat de erosie <strong>van</strong> de subjectieve<br />

id<strong>en</strong>tificatie met de religieuze d<strong>en</strong>ominaties zich veel ingrijp<strong>en</strong>der heeft voltrokk<strong>en</strong> dan het afbrokkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de id<strong>en</strong>tificaties<br />

met de 'seculiere zuil<strong>en</strong>' (liberaal, socialistisch). Deze verschill<strong>en</strong> word<strong>en</strong> mogelijk veroorzaakt door de verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraties, in die zin dat de jongere g<strong>en</strong>eraties minder religieus geori<strong>en</strong>teerd zijn. Zie P. Dekker <strong>en</strong> P. Ester. Social and<br />

Political Attitudes in Dutch Society. 1993. blz. 52.<br />

OM RECHT EN STAAT


tracht<strong>en</strong> op hun beurt de belang<strong>en</strong> in de politiek veilig te stell<strong>en</strong> door hun<br />

kanal<strong>en</strong> <strong>van</strong> be'invloeding tegelijkertijd in verschill<strong>en</strong>de politieke stroming<strong>en</strong><br />

te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. Zij zijn terughoud<strong>en</strong>der geword<strong>en</strong> om zich met het lot<br />

<strong>van</strong> k<strong>en</strong> verwante stroming in de politiek te verbind<strong>en</strong>. Ondanks de nog<br />

altijd int<strong>en</strong>sieve onderlinge uitwisseling<strong>en</strong> (onderling politiek beraad,<br />

wederzijdse recrutering, <strong>en</strong>zovoort) is de 'natuurlijke' binding tuss<strong>en</strong> politieke<br />

stroming<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun specifieke 'achterban' veel minder <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d<br />

geword<strong>en</strong>. In de plaats hier<strong>van</strong> is e<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> organisaties<br />

met specifieke oogrnerk<strong>en</strong> ontstaan, waartuss<strong>en</strong> meer dan<br />

voorhe<strong>en</strong> flu'ide geleg<strong>en</strong>heidscoalities word<strong>en</strong> gevormd (ook a1 zijn de traditionele<br />

affiniteit<strong>en</strong> natuurlijk niet compleet verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>).<br />

Teg<strong>en</strong> de achtergrond <strong>van</strong> dit overgangsproces houdt het vraagstuk <strong>van</strong><br />

de repres<strong>en</strong>tatie, oftewel die gevoelige combinatie <strong>van</strong> vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

(veelal symbolische) controle, de politieke partij<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bijzondere<br />

manier bezig. Typer<strong>en</strong>d voor het partijwez<strong>en</strong> in Nederland was <strong>en</strong> is<br />

inmiddels nog maar t<strong>en</strong> dele - meer dan in sommige andere land<strong>en</strong> - de<br />

traditionele binding rond e<strong>en</strong> bepaalde ideologic of id<strong>en</strong>titeit. Voor partijled<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de groep <strong>van</strong> sympathisant<strong>en</strong> was hierin bij uitstek het traditie<br />

nele aangrijpingspunt geleg<strong>en</strong> voor de symbolische controle <strong>van</strong> hun vertrouw<strong>en</strong>srelatie.<br />

De doorsnee kiezer kan de technische system<strong>en</strong>, die<br />

onderwerp zijn <strong>van</strong> politieke besluitvorming, doorgaans niet doorgrond<strong>en</strong><br />

maar vertrouwt er we1 op dat 'zijn' verteg<strong>en</strong>woordigers <strong>van</strong>uit bepaalde<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke waard<strong>en</strong> operer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding <strong>van</strong> deze symbolische<br />

verbond<strong>en</strong>heid kan zelfs bij og<strong>en</strong>schijnlijk betrekkelijk onbeduid<strong>en</strong>de<br />

issues soms meer politiek dynamiet bevatt<strong>en</strong> dan majeure technische<br />

beleidsoperaties waannee aanzi<strong>en</strong>lijke geldstrom<strong>en</strong> zijn gemoeid.<br />

Hierin verschilt de politieke rationaliteit t<strong>en</strong> principale <strong>van</strong> de diverse<br />

rationaliteit<strong>en</strong> die in wet<strong>en</strong>schappelijke disciplines heers<strong>en</strong>. Aldus vervult<br />

het id<strong>en</strong>titeitsgebond<strong>en</strong> karakter <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> <strong>van</strong> oudsher<br />

e<strong>en</strong> belangrijke integrer<strong>en</strong>de functie.<br />

T<strong>en</strong> dele leeft deze situatie nog steeds voort. Vanwege de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

maatschappelijke diversiteit heeft deze traditionele karakteristiek <strong>van</strong><br />

het Nederlandse partijwez<strong>en</strong>, zoals gezegd, echter aan betek<strong>en</strong>is ingeboet.<br />

Enerzijds verbindt de traditionele id<strong>en</strong>titeit zich met nieuwe 'ad hoc'<br />

beweging<strong>en</strong>, anderzijds di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich concurrer<strong>en</strong>de, minder beginselvaste<br />

beweging<strong>en</strong> aan. In beide gevall<strong>en</strong> is de traditionele id<strong>en</strong>titeit <strong>van</strong> het<br />

partijwez<strong>en</strong> 'ulott<strong>en</strong>der' geword<strong>en</strong>. Ook a1 bestaan verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong><br />

in het tempo <strong>en</strong> de mate <strong>van</strong> vernieuwing, de verandering<strong>en</strong> in de<br />

<strong>sociologische</strong> context drag<strong>en</strong> ook zelf condities aan over wat gerepres<strong>en</strong>teerd<br />

kan word<strong>en</strong>. Per saldo draagt de uitkomst <strong>van</strong> de repres<strong>en</strong>tatie door<br />

politieke verteg<strong>en</strong>woordigers meer opportunistische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. De aangrijpingspunt<strong>en</strong><br />

voor symbolische controle <strong>van</strong> de politieke vertrouw<strong>en</strong>srelatie<br />

zijn hierdoor <strong>van</strong> hun vaste stek verdrev<strong>en</strong>, bij implicatie wordt<br />

hierdoor ook het vroegere politieke integratievermog<strong>en</strong> aangetast. De<br />

maatschappelijke constitutie <strong>van</strong> politieke verteg<strong>en</strong>woordiging, die in de<br />

jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig op allerlei gebied c<strong>en</strong>trale akkoord<strong>en</strong> mogelijk<br />

maakte tuss<strong>en</strong> de politieke <strong>en</strong> maatschappelijke topp<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

zuil<strong>en</strong>, is <strong>van</strong> sam<strong>en</strong>stelling veranderd. De internationalisering <strong>van</strong><br />

maatschappelijke <strong>en</strong> politieke verhouding<strong>en</strong> zal de constituer<strong>en</strong>de context<br />

in de kom<strong>en</strong>de periode nog meer gaan bei'nvloed<strong>en</strong>.<br />

Het lijkt erop dat de persoonlijke uitstraling <strong>van</strong> politieke voorlied<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de hete adem <strong>van</strong> actuele issues e<strong>en</strong> steeds belangrijkere symboolfunctie<br />

gaan vervull<strong>en</strong> naast de traditionele vere<strong>en</strong>zelviging met politieke waard<strong>en</strong>,<br />

zoals die in partijbeginsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> - programma's zijn neergelegd. De<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'persoonlijkhed<strong>en</strong> in de politiek' geeft mijns<br />

inzi<strong>en</strong>s dan ook meer uitdrukking aan e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving die 'op drift is<br />

OM RECHT EN STAAT


geraakt' dan aan de persoonlijke uitstraling <strong>van</strong> politici of aan de nieuwe<br />

communicatievorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> de media. Het integratievermog<strong>en</strong> <strong>van</strong> politieke<br />

partij<strong>en</strong> is hierdoor minder gebaseerd op de bind<strong>en</strong>de kracht <strong>van</strong><br />

duurzame waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> is kwetsbaar geword<strong>en</strong> voor toevallige <strong>en</strong> persoonlijke<br />

invloed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dreigt steeds meer terug te vall<strong>en</strong> op geleg<strong>en</strong>heidsargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Dan ligt in e<strong>en</strong> bestel dat in ess<strong>en</strong>tie drijft op geloofwaardigheid<br />

<strong>en</strong> op het 'hooghoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> de illusie', zoals we het eerder hebb<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd, het risico <strong>van</strong> cynisme <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> a1 gauw op de loer. In<br />

deze overgangsperiode staan politieke partij<strong>en</strong> voor de moeilijke opdracht<br />

om onder sterk veranderde maatschappelijke condities - elk <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong> invalshoek <strong>van</strong> politieke waard<strong>en</strong> - nieuwe sam<strong>en</strong>bind<strong>en</strong>de ori<strong>en</strong>taties<br />

te ontwikkel<strong>en</strong>, die normatief houvast kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> in de vlott<strong>en</strong>de<br />

praktijk <strong>van</strong> de dagelijkse politiek. E<strong>en</strong> dergelijke normatieve gelad<strong>en</strong>heid<br />

di<strong>en</strong>t niet de verwez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong> e<strong>en</strong> utopie, de herori<strong>en</strong>tatie op het<br />

'Soll<strong>en</strong>' behelst e<strong>en</strong> duurzame investering in het integratievermog<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de politieke democratie als zodanig.<br />

5.4.2 De invloed <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> op de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> regering<br />

Ook wat betreft de tweede coordinaat <strong>van</strong> de democratie - de verhouding<br />

tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering - nem<strong>en</strong> de politieke partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijzondere<br />

positie in. Deze invloedssfeer voltrekt zich grot<strong>en</strong>deels buit<strong>en</strong> het geschrev<strong>en</strong><br />

<strong>staat</strong>s<strong>recht</strong> om. Poging<strong>en</strong> om in navolging <strong>van</strong> andere land<strong>en</strong> bij<br />

grondwettelijke herzi<strong>en</strong>ing bepaling<strong>en</strong> inzake de positie <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong><br />

op te nem<strong>en</strong>, zijn in ons land nooit succesvol geweest 24. Het positieve<br />

<strong>recht</strong> k<strong>en</strong>t de politieke partij voornamelijk als <strong>recht</strong>spersoon (ver<strong>en</strong>iging<br />

of stichting).<br />

In B<strong>en</strong> opzicht komt de Grondwet we1 tot e<strong>en</strong> indirecte erk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong><br />

de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de politieke partij<strong>en</strong> - althans <strong>van</strong> politieke groepering<strong>en</strong><br />

- voor het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>staat</strong>sorgan<strong>en</strong>. Het betreft de<br />

invoering <strong>van</strong> het kiesstelsel in het verl<strong>en</strong>gde <strong>van</strong> het algeme<strong>en</strong> kies<strong>recht</strong>.<br />

Het algeme<strong>en</strong> kies<strong>recht</strong> kreeg zijn uiteindelijke beslag bij de<br />

Grondwetsherzi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> 1922. De technische verwez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong><br />

het algeme<strong>en</strong> kies<strong>recht</strong> werd via het kiesstelsel <strong>van</strong> ev<strong>en</strong>redige verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bij Grondwet bepaald (voor 1917 gold e<strong>en</strong> district<strong>en</strong>stelsel).<br />

In de Kieswet, t<strong>en</strong>slotte, krijgt de technische v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking<br />

specifieke inhoud. De keuze voor het kiesstelsel heeft<br />

<strong>recht</strong>streekse gevolg<strong>en</strong> voor de sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordiging<br />

<strong>en</strong> hiermee, indirect, <strong>van</strong> de regering. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor<br />

dit kiesstelsel is de ev<strong>en</strong>redige verhouding tuss<strong>en</strong> het aantal op e<strong>en</strong><br />

partij uitgebrachte stemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het door e<strong>en</strong> partij behaalde zetels. In<br />

teg<strong>en</strong>stelling tot het meerderheidsprincipe <strong>van</strong> het district<strong>en</strong>stelsel<br />

kunn<strong>en</strong> aldus de stemm<strong>en</strong> <strong>van</strong> relatief kleine minderhed<strong>en</strong> direct tot<br />

gelding kom<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> althans de kiesdeler wordt gehaald. E<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>tie<br />

<strong>van</strong> het stelsel <strong>van</strong> ev<strong>en</strong>redige verteg<strong>en</strong>woordiging is dat hiermee<br />

- zij het zonder expliciete vermelding - de aanwezigheid <strong>van</strong> politieke<br />

partij<strong>en</strong> wordt verondersteld. Weliswaar was de partijvorming<br />

in ons land reeds voordi<strong>en</strong> op gang gekom<strong>en</strong>, maar met het nieuwe<br />

kiesstelsel werd e<strong>en</strong> systeem gei'ntroduceerd, dat zonder politieke partij<strong>en</strong><br />

niet verwez<strong>en</strong>lijkt kan word<strong>en</strong>. Het kiesstelsel verlangt niet<br />

alle<strong>en</strong> kandidaatstelling door 'politieke groepering<strong>en</strong>', maar ook partijbeginsel<strong>en</strong><br />

of - programma's omdat het met e<strong>en</strong> lijst<strong>en</strong>stelsel werkt.<br />

Politieke partij<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> lijst<strong>en</strong> in met kandidat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kiezers stem-<br />

"1 Voorstell<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Commissie-Van Schaik in 1954 <strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> minderheid <strong>van</strong> de Commissie-CalslDonner in 1971 zijn niet<br />

opgevolgd.<br />

AD. Belinfante, Beginsel<strong>en</strong> <strong>van</strong> Nederlands Staats<strong>recht</strong>, 198 1.<br />

OM RECHT EN STAAT


m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lijst, niet op e<strong>en</strong> persoon. Het programma is e<strong>en</strong> typisch<br />

verschijnsel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> partij 25. Dit programma kan overig<strong>en</strong>s uiterst<br />

summier zijn, de politieke partij is vrij in de formulering <strong>van</strong> beginsel<strong>en</strong><br />

of programmatische richtpunt<strong>en</strong>.<br />

Ondanks de <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke terughoud<strong>en</strong>dheid smed<strong>en</strong> de band<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het partijwez<strong>en</strong> in de praktijk we1 de b<strong>en</strong>odigde e<strong>en</strong>heid voor politieke<br />

besluitvorming. Het kiesstelsel <strong>van</strong> ev<strong>en</strong>redige verteg<strong>en</strong>woordiging geeft<br />

hieraan e<strong>en</strong> bijzondere inkleuring. In combinatie met de lage kiesdeler<br />

voert dit kiesstelsel immers tot e<strong>en</strong> veelpartij<strong>en</strong> systeem, waarin voortdur<strong>en</strong>d<br />

coalitievorming nodig is. Onder deze omstandighed<strong>en</strong> zijn regeringspartij<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> die het reger<strong>en</strong> ambier<strong>en</strong>, nauw op elkaar aangewez<strong>en</strong>.<br />

Bij regeringsgerichte partij<strong>en</strong> manifesteert zich dan e<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong>lijke middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht. Polarisatie tuss<strong>en</strong> de dominante<br />

stroming<strong>en</strong> komt ook in ons bestel we1 voor maar juist omdat het bestel<br />

noopt tot geleidelijkheid <strong>en</strong> coalitievorming, is de opbr<strong>en</strong>gst hier<strong>van</strong> vaak<br />

ave<strong>recht</strong>s.<br />

In ons land zijn het veeleer de kleine partij<strong>en</strong> zonder opvall<strong>en</strong>de regeerambitie,<br />

die zich als ongebond<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitspartij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong>.<br />

Deze partij<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zich in principiele kwesties vaak juist door e<strong>en</strong><br />

middelpuntulied<strong>en</strong>de compromisloze kracht. Hoewel deze partij<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong><br />

hun gelijk kunn<strong>en</strong> verzilver<strong>en</strong>, dwing<strong>en</strong> zij voortdur<strong>en</strong>d tot e<strong>en</strong> <strong>recht</strong>vaardiging<br />

<strong>en</strong> onderbouwing <strong>van</strong> het machtsgebruik. Deze bijzonderheid<br />

k<strong>en</strong>merkt tev<strong>en</strong>s de positie <strong>van</strong> de politieke partij<strong>en</strong> in hun buit<strong>en</strong>-parlem<strong>en</strong>taire<br />

activiteit<strong>en</strong>. De regeringsgerichte partij<strong>en</strong> balancer<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> compromis; de overige partij<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ook in dit opzicht<br />

meer bewegingsruimte om de principiele of afwijk<strong>en</strong>de geluid<strong>en</strong> op te zuig<strong>en</strong>.<br />

De geleidelijkheid <strong>en</strong> continui'teit <strong>van</strong> de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bestuursgeori<strong>en</strong>teerde<br />

partij<strong>en</strong> miss<strong>en</strong> hun doonverking niet in de wijze waarop<br />

het overheidsbeleid gestalte krijgt. Zo is de reguliere duur <strong>van</strong> e<strong>en</strong> regeerperiode<br />

niet bepal<strong>en</strong>d voor de duur <strong>van</strong> het wetgevingsproces. Het gemak<br />

waarmee de totstandkoming <strong>van</strong> beleids- <strong>en</strong> wetgevingsprocess<strong>en</strong> de<br />

regeringstermijn<strong>en</strong> overschrijdt, laat zich in meerderheidsstelsels (met<br />

name in twee-partij<strong>en</strong>stelsels) niet snel ind<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, omdat beeindiging <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> kabinetsperiode gevolgd kan word<strong>en</strong> door volstrekt andere politieke<br />

verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot wisseling <strong>van</strong> de ambtelijke topp<strong>en</strong>. Dezelfde t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />

<strong>van</strong> geleidelijkheid tek<strong>en</strong>t zich af t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de strategische beleidsvorming,<br />

waar de besluitvorming meer uitloopt op het aangaan <strong>van</strong> politieke<br />

dan <strong>van</strong> juridische binding<strong>en</strong>. De desbetreff<strong>en</strong>de plannota's pleg<strong>en</strong><br />

twee, soms drie regeerperiodes vooruit te zi<strong>en</strong>.<br />

Ook in het <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijk verkeer tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering smed<strong>en</strong><br />

de partij<strong>en</strong> de band die e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> handel<strong>en</strong> mogelijk maakt. De vertrouw<strong>en</strong>sregel<br />

verlangt dat de regering t<strong>en</strong>minste kan bog<strong>en</strong> op de steun<br />

<strong>van</strong> de meerderheid <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t. Kostte het gedur<strong>en</strong>de de opkomst<br />

<strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>tarisme nog veel moeite om de parlem<strong>en</strong>taire wilsvorming<br />

in de richting <strong>van</strong> het bestuur e<strong>en</strong> positieve w<strong>en</strong>ding te gev<strong>en</strong>, in de<br />

loop <strong>van</strong> de tijd is het e<strong>en</strong> vertrouwd verschijnsel geword<strong>en</strong> dat politieke<br />

partij<strong>en</strong> deze integrer<strong>en</strong>de functie realiser<strong>en</strong>. Historisch heeft zich (in alle<br />

geleidelijkheid) de omw<strong>en</strong>teling voltrokk<strong>en</strong>, dat het aan<strong>van</strong>kelijk nog<br />

relatief buit<strong>en</strong>-staande parlem<strong>en</strong>t met zijn fracties tot in de kern <strong>van</strong> de<br />

<strong>staat</strong>smacht is doorgedrong<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>woordig drag<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> de taak<br />

om via de fracties in het parlem<strong>en</strong>t de werkbaarheid <strong>van</strong> het bestuur<br />

mogelijk te mak<strong>en</strong>. De specifieke inbr<strong>en</strong>g <strong>van</strong> de politieke partij<strong>en</strong> berust<br />

erop dat zij meerderheidsvorming mogelijk mak<strong>en</strong>, zodat de regering in<br />

OM RECHT EN STAAT


elangrijke kwesties kan steun<strong>en</strong> op de regeringsfracties in het parlem<strong>en</strong>t.<br />

Deze selectieve vertrouw<strong>en</strong>srelatie verdeelt de posities <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

fracties in het parlem<strong>en</strong>t, waardoor de mogelijkhed<strong>en</strong> om als collectief<br />

orgaan de onafhankelijke bevoegdhed<strong>en</strong> volledig te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>, word<strong>en</strong><br />

aangetast. De leiding <strong>van</strong> de regeringsfractie v<strong>en</strong>verft via het vooroverleg<br />

over vitale beleidskwesties weliswaar e<strong>en</strong> bepaalde <strong>recht</strong>streekse invloed<br />

op de besluitvorming <strong>van</strong> de regering, maar weet zich hierdoor ook op<br />

voorhand gebond<strong>en</strong> aan het bestuursresultaat. Deze afhankelijkheid<br />

drukt niet alle<strong>en</strong> op de verhouding met de oppositiepartij<strong>en</strong> maar ook op<br />

de eig<strong>en</strong> fractieled<strong>en</strong>. De prikkel<strong>en</strong>de stelling <strong>van</strong> Duynstee dat de ministeriele<br />

verantwoordelijkheid teg<strong>en</strong>woordig vooral uitwerkt als e<strong>en</strong> disciplinering<br />

<strong>van</strong> regeringsfracties, spreekt boekdel<strong>en</strong>.<br />

Door de neiging tot 'meereger<strong>en</strong> op hoofdlijn<strong>en</strong> <strong>van</strong> beleid' lever<strong>en</strong> de regeringsfracties<br />

e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de parlem<strong>en</strong>taire onafhankelijkheid in, maar<br />

hiermee bereik<strong>en</strong> zij we1 de door h<strong>en</strong> nagestreefde e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> bestuur.<br />

De osmose tuss<strong>en</strong> de twee politieke organ<strong>en</strong> werkt stabiliser<strong>en</strong>d; zo stabiliser<strong>en</strong>d<br />

zelfs, dat na de oorlog nog maar zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kabinet of zelfs<br />

maar e<strong>en</strong> minister door het parlem<strong>en</strong>t is he<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong>. Stellig speelt<br />

hierbij e<strong>en</strong> rol dat de portefeuillekwestie <strong>van</strong> de individuele minister a1<br />

snel tot e<strong>en</strong> kabinetskwestie wordt verhev<strong>en</strong>, waardoor het debat over het<br />

strijdpunt zich verplaatst naar dat <strong>van</strong> het voortbestaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> kabinet.<br />

Dat het naoorlogse regeerklimaat desondanks niet zo stabiel was (slechts<br />

weinig kabinett<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de eindstreep gehaald) is dan ook niet direct<br />

herleidbaar tot de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering, maar voert<br />

in hoofdzaak terug tot de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de coalitiepartners binn<strong>en</strong><br />

de regering.<br />

De scheidslijn tuss<strong>en</strong> regeringspartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> oppositiepartij<strong>en</strong> loopt niet<br />

altijd ev<strong>en</strong> scherp. Het mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> de parlem<strong>en</strong>taire werkzaamhed<strong>en</strong><br />

speelt zich af in de schaduw <strong>van</strong> de publieke belangstelling <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de<br />

directe druk <strong>van</strong> de coalitieverhouding<strong>en</strong>. Het betreft de vele lop<strong>en</strong>de parlem<strong>en</strong>taire<br />

zak<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> bij de behandeling meer de technische dan de<br />

politieke aspect<strong>en</strong> voorop staan, of die slechts voor bepaalde onderdel<strong>en</strong><br />

politiek gevoelig zijn. Wat betreft de deelname <strong>van</strong> de kamerled<strong>en</strong> is bij<br />

deze zak<strong>en</strong> vaak de mate <strong>van</strong> ervaring of specifieke deskundigheid op e<strong>en</strong><br />

bepaald beleidsgebied meer maatgev<strong>en</strong>d dan de specifieke politieke achtergrond.<br />

Deze zak<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot het domein <strong>van</strong> de routiniers <strong>en</strong> de specialist<strong>en</strong><br />

in de vaste kamercommissies, die e<strong>en</strong> gezagspositie hebb<strong>en</strong><br />

v<strong>en</strong>vorv<strong>en</strong> <strong>en</strong> invloedrijke contact<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong> met bestuurders, adviseurs<br />

<strong>en</strong> ambtelijke topp<strong>en</strong>.<br />

Het specialisme heeft na de oorlog e<strong>en</strong> hoge vlucht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Nadat de<br />

to<strong>en</strong>eming <strong>van</strong> parlem<strong>en</strong>taire werkzaamhed<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> '50 tot de<br />

instelling <strong>van</strong> vijf afdelingsvergadering<strong>en</strong> noopte (micro-parlem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met<br />

ov<strong>en</strong>veg<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>eralistisch ingestelde led<strong>en</strong>) ontstond behoefte aan verdergaand<br />

specialisme, dat evolueerde tot het huidige systeem <strong>van</strong> ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong><br />

vaste <strong>en</strong> bijzondere kamercommissies. Het commissiestelsel raakte<br />

in de jar<strong>en</strong> '70 ge'institutionaliseerd met eig<strong>en</strong> personeel, voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong> in het Reglem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> Orde. De besluitvonning in de<br />

Tweede Kamer is grot<strong>en</strong>deels naar dit commissiestelsel verschov<strong>en</strong>, het<br />

pl<strong>en</strong>aire debat di<strong>en</strong>t doorgaans niet zozeer de besluitvorming als we1 de<br />

publieke verantwoording <strong>van</strong> besluit<strong>en</strong> die in ess<strong>en</strong>tie reeds g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

zijn 26.<br />

161 M.P.C.M. <strong>van</strong> Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. 'Kamercommissies <strong>en</strong> fracties'; in: M.P.C.M. <strong>van</strong> Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong>.].J.A. Thomass<strong>en</strong> <strong>en</strong> H. Daudt. Led<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de Stot<strong>en</strong> G<strong>en</strong>erool .... 198 1. blz. 99- 1 19.<br />

OM RECHT EN STAAT


Via het commissiestelsel beschikt het gespecialiseerde kamerlid over e<strong>en</strong><br />

betrekkelijk grote ruimte voor e<strong>en</strong> onafhankelijke inbr<strong>en</strong>g. Via het stemadvies<br />

koerst de fractie op zijn oordeel. Anderzijds be<strong>staat</strong> hier het risico<br />

<strong>van</strong> 'particularisme', de kans op e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>redige doonverking <strong>van</strong> specifieke<br />

<strong>en</strong> beroepsmatige interesses is bij deze beleidsaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> niet<br />

d<strong>en</strong>kbeeldig. Ook voor de georganiseerde belang<strong>en</strong>behartiging <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

organisaties be<strong>staat</strong> hier e<strong>en</strong> nieuwe kans om hun belang<strong>en</strong><br />

naar vor<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (nadat zij doorgaans reeds in eerste instantie de<br />

regering <strong>van</strong> advies hebb<strong>en</strong> gedi<strong>en</strong>d over de opstelling <strong>van</strong> wetsontwerp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> beleidsvoornem<strong>en</strong>s). Ook <strong>van</strong> deze toegangspoort voor maatschappelijke<br />

organisaties wordt e<strong>en</strong> actief gebruik gemaakt. Binn<strong>en</strong> de onderscheid<strong>en</strong><br />

fracties word<strong>en</strong> weer verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> gehanteerd om<br />

aan het specialisme e<strong>en</strong> zeker teg<strong>en</strong>wicht te bied<strong>en</strong>. Maar de algem<strong>en</strong>e<br />

t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s overheerst nog altijd dat specifieke belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> beroepsinteress<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>redig grote invloed krijg<strong>en</strong> op de parlem<strong>en</strong>taire besluitvorming.<br />

5.5 De toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maatschappelijke <strong>en</strong> bestuurlijke druk op de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering<br />

5.5.1 De expansie <strong>van</strong> de overheid<br />

In de loop <strong>van</strong> de eeuw is de maatschappelijke <strong>en</strong> bestuurlijke druk op de<br />

overheid aanzi<strong>en</strong>lijk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Stond de wetgev<strong>en</strong>de activiteit in het<br />

begin <strong>van</strong> de eeuw nog vooral in het tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de algem<strong>en</strong>e <strong>recht</strong>sbesch<strong>en</strong>ning,<br />

geleidelijk aan <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke versnelling in de<br />

periode na de tweede wereldoorlog hebb<strong>en</strong> de doelgerichte aspiraties de<br />

overhand gekreg<strong>en</strong> over de brede h ie <strong>van</strong> het overheidsbeleid. Het constitutionele<br />

geraamte waarop de <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering zijn ge<strong>en</strong>t, is grot<strong>en</strong>deels gevormd in e<strong>en</strong> periode<br />

waarin de klassieke rol <strong>van</strong> de algem<strong>en</strong>e <strong>recht</strong>sbescherming nog domineerde.<br />

Hoewel reeds in de vorige eeuw bepaalde doel- <strong>en</strong> sturingsgerichte<br />

streving<strong>en</strong> <strong>van</strong> de overheid uitging<strong>en</strong>, heeft dit k<strong>en</strong>merk de<br />

werkzaamheid <strong>van</strong> de moderne overheid zozeer overvleugeld, dat de klassieke<br />

<strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke media teg<strong>en</strong>woordig in volstrekt andere omstandighed<strong>en</strong><br />

toegepast moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In formele zin heeft de <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke<br />

infrastructuur betrekkelijk weinig verandering<strong>en</strong> ondergaan, maar<br />

de feitelijke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> deze betrekking<strong>en</strong> is onder de nieuwe omstandighed<strong>en</strong><br />

welhaast diametraal omgekeerd.<br />

In deze paragraaf gaan we na hoezeer de positie <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t t<strong>en</strong><br />

opzichte <strong>van</strong> de regering is veranderd door - in kort bestek - de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> twee cruciale <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke betrekking<strong>en</strong> te tracer<strong>en</strong>. Het<br />

onderzoek richt zich achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s op de functie <strong>van</strong> medewetgeving<br />

<strong>en</strong> op de controler<strong>en</strong>de functies <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de<br />

regering.<br />

5.5.2 Het parlem<strong>en</strong>t als medewetgever<br />

De medeverantwoordelijkheid <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t voor het regeringsbeleid<br />

komt allereerst tot uitdrukking in de functie <strong>van</strong> medewetgeving. Voor de<br />

meeste wetsvoorstell<strong>en</strong> is het parlem<strong>en</strong>t afhankelijk <strong>van</strong> het initiatief <strong>van</strong><br />

de regering (<strong>van</strong> het eig<strong>en</strong> <strong>recht</strong> <strong>van</strong> initiatief heeft de Tweede Kamer<br />

nooit e<strong>en</strong> om<strong>van</strong>grijk gebruik gemaakt). Doordat het initiatief doorgaans<br />

bij de regering ligt, kan zij ook de hoofdrichting <strong>van</strong> de wetsvoorstell<strong>en</strong><br />

zelf bepal<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom de fracties tracht<strong>en</strong> hun<br />

invloed reeds voor de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nieuwe regeerperiode aan te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

bij de kabinetsformatie. Het regeerakkoord is zodo<strong>en</strong>de uitgegroeid<br />

tot e<strong>en</strong> belangrijk politiek akkoord, waarop fracties <strong>en</strong> regering elkaar<br />

OM RECHT EN STAAT


pleg<strong>en</strong> aan te sprek<strong>en</strong>. Deze praktijk wordt overig<strong>en</strong>s vaak bekritiseerd<br />

omdat <strong>van</strong> de vele tot in details uitgespom<strong>en</strong> programmapunt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verlamm<strong>en</strong>de<br />

invloed pleegt uit te gaan op het politiek proces. Soms wordt<br />

het akkoord tijd<strong>en</strong>s de regeerperiode bijgesteld. Voor het overige neemt de<br />

Tweede Kamer gedur<strong>en</strong>de de regeerperiode doorgaans e<strong>en</strong> secundaire<br />

positie in met betrekking tot het wetgevingsproces. Dan is vooral <strong>van</strong><br />

belang dat de wetsvoorstell<strong>en</strong> nog gewijzigd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, met name<br />

via het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />

Via het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t herneemt de Tweede Kamer het initiatief.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> dit <strong>recht</strong> heeft e<strong>en</strong> lage drempel <strong>en</strong> maakt grondige verandering<strong>en</strong><br />

mogelijk 27. In de werkingssfeer <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<br />

ontwikkelt zich doorgaans e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve communicatie tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> regering, i.c. tuss<strong>en</strong> kamercommissie(s) <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><br />

minister(s1. Het verslag <strong>van</strong> de kamercommissie <strong>en</strong> de memorie <strong>van</strong> antwoord<br />

<strong>van</strong> de regering kan zich over meerdere rond<strong>en</strong> uitstrekk<strong>en</strong> (voorlopig<br />

verslag, nota's <strong>van</strong> wijziging <strong>en</strong>z.). Het is bij ingewikkelde of gevoelige<br />

kwesties niet ongebruikelijk dat de regering de mogelijkhed<strong>en</strong> aftast<br />

via voorontwerp<strong>en</strong> of nota's die aan de eig<strong>en</strong>lijke wetsvoorstell<strong>en</strong> vooraf<br />

gaan. Via het commissiestelsel kan de Tweede Kamer e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke<br />

invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vaak heeft het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t zelfs e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve<br />

werking, in die zin dat de minister zelf wijziging<strong>en</strong> aanbr<strong>en</strong>gt om<br />

am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de minister de totstandkoming <strong>van</strong> de wetgeving wil bespoedig<strong>en</strong><br />

maar in het beraad met de kamercommissie ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming<br />

kan bereik<strong>en</strong>, wordt de Tweede Kamer bij zijn 'onaanvaardbaar' relatief<br />

snel met het machtswoord geconfronteerd (de portefeuillekwestie <strong>van</strong> 66n<br />

minister wordt niet zo vaak gesteld), waarmee doorgaans de geleder<strong>en</strong> in<br />

de regeringsfracties geslot<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De ministers verker<strong>en</strong> derhalve<br />

ook bij hun 'onaanvaardbaar' nog in e<strong>en</strong> relatief sterke machtspositie<br />

wanneer de kabinetskwestie wordt gesteld 28. Het kabinet verliest echter<br />

aan gezag wanneer de vertrouw<strong>en</strong>skwestie te vaak moet word<strong>en</strong><br />

gesteld. Dan moet de wet ook nog goedgekeurd word<strong>en</strong> door de Eerste<br />

Kamer. Deze kamer heeft niet het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t. Niettemin kan<br />

zij aangev<strong>en</strong> wat haar in e<strong>en</strong> wet niet bevredigt, langs deze uitzonderlijke<br />

weg <strong>van</strong> de zogehet<strong>en</strong> 'novelle' komt zij toch in de buurt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verkapt<br />

initiatief<strong>recht</strong>. Het rec<strong>en</strong>te veelvuldig gebruik <strong>van</strong> deze werkwijze duidt<br />

op e<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling, die het proces <strong>van</strong> wetgeving compliceert.<br />

Daar <strong>staat</strong> teg<strong>en</strong>over dat door de actievere rol <strong>van</strong> de Eerste Kamer de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> de wetgeving soms verhoogd kan word<strong>en</strong>.<br />

Meestal komt het niet tot zulke krachtmeting<strong>en</strong>, omdat in het vooroverleg<br />

in de commissies overe<strong>en</strong>stemming wordt gevond<strong>en</strong>. De kamer weet<br />

zich als geheel invloedrijk bij de behandeling <strong>van</strong> wetsvoorstell<strong>en</strong>, in de<br />

praktijk tek<strong>en</strong>t zich in dit opzicht e<strong>en</strong> succesvolle cooperatie af tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> regering. Soms ont<strong>staat</strong> zelfs e<strong>en</strong> te grote kans voor be'invloeding,<br />

wanneer e<strong>en</strong> wetsvoorstel na jar<strong>en</strong>lange voorbereiding in het laatr<br />

ste stadium <strong>van</strong> beslissing te zeer gedetailleerd raakt. Het komt niet<br />

zeld<strong>en</strong> voor dat belang<strong>en</strong>organisaties, wier stem bij de adviser<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

departem<strong>en</strong>tale voorbereiding reeds is gehoord, via de kamerspecialist<strong>en</strong><br />

opnieuw prober<strong>en</strong> invloed uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de materiele inhoud <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

wetsvoorstel.<br />

271 Het Reglem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> Orde stelt hieraan de beperking dat am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet teg<strong>en</strong>gesteld mog<strong>en</strong> zijn am de strekking <strong>van</strong> het<br />

wetsontwerp, het stelt echter ook dat de Kamer zelf over de toelaatbaarheid beslist Het <strong>recht</strong> pleegt ruimt te word<strong>en</strong> opge-<br />

B]<br />

vat. B. de Gaay Fortman. 'Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Wetgeving'; in: Problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> Wetgeving, W.F. de Gaay Fortman (red.), 1982.<br />

blz. 43-7 I.<br />

Uitvoerig hierover E. <strong>van</strong> Raalte. Het Nederlandse Parlem<strong>en</strong>t, blz. 24 dm 3 1.<br />

OM RECHT EN STAAT


De wijze waarop de kamerled<strong>en</strong> thans in nauw sam<strong>en</strong>spel met de ministers<br />

in beleidsbepal<strong>en</strong>de zin inhoud gev<strong>en</strong> aan de medewetgev<strong>en</strong>de functie,<br />

<strong>staat</strong> in contrast tot de <strong>staat</strong>kundige verhouding<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tijde <strong>van</strong> de<br />

invoering <strong>van</strong> deze gezam<strong>en</strong>lijke verantwoordelijkheid halverwege de 19e<br />

eeuw. De aan<strong>van</strong>kelijke betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de medewetgev<strong>en</strong>de functie werd<br />

vooral ingegev<strong>en</strong> door de to<strong>en</strong>malige krachtsverhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Koning,<br />

ministers <strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t. Aan de hand <strong>van</strong> de gezam<strong>en</strong>lijke verantwoordelijkheid<br />

voor de wetgeving wist het parlem<strong>en</strong>t zich verzekerd <strong>van</strong> e<strong>en</strong> 'instrum<strong>en</strong>t'<br />

om gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> aan bestuurlijke maatregel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

Koning <strong>en</strong> steeds meer aan die <strong>van</strong> de ministers. Eerst nadat het parlem<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> volwaardige positie in de <strong>staat</strong> had verworv<strong>en</strong>, kon de medeverantwoordelijkheid<br />

voor de wetgeving geleidelijk uitgroei<strong>en</strong> tot de<br />

hed<strong>en</strong>daagse verhouding waarin parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering beide <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong><br />

beleidsperspectief <strong>en</strong> ov<strong>en</strong>veg<strong>en</strong>d in nauwe sam<strong>en</strong>werking gestalte gev<strong>en</strong><br />

aan de besluitvorming inzake wetgeving. De beleidsori<strong>en</strong>tatie in de commissies<br />

loopt soms zelfs op het bestuur vooruit.<br />

De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vere<strong>en</strong>zelviging met de bestuurstaak komt ook in e<strong>en</strong><br />

andere structurele ontwikkeling naar vor<strong>en</strong>. Het betreft de relatieve achteruitgang<br />

<strong>van</strong> de nomatieve betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de wet in het hed<strong>en</strong>daagse<br />

bestuur. Weliswaar is ook in dit opzicht de wetgev<strong>en</strong>de activiteit teg<strong>en</strong>woordig<br />

bepaald niet stil gevall<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> veel groter deel <strong>van</strong> het<br />

nieuwe beleid onttrekt zich aan het proces <strong>van</strong> wetgeving in directe zin;<br />

het komt formeel nog we1 tot stand op voet <strong>van</strong> de wet, maar doorgaans is<br />

dit e<strong>en</strong> ver v<strong>en</strong>vijderd verband <strong>en</strong> wordt dergelijk beleid in grote vrijheid<br />

door het bestuur gevormd. Dit betreft in het bijzonder de expansieve<br />

beleidssfeer inzake overheidsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de overheid gefaciliteerde<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. De eis <strong>van</strong> wetmatiheid is hiewoor reeds <strong>van</strong>af het<br />

eind <strong>van</strong> de vorige eeuw niet meer strikt <strong>van</strong> toepassing, omdat aan naleving<br />

<strong>van</strong> de betreff<strong>en</strong>de beleidsmaatregel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> strafsancties zijn verbond<strong>en</strong>.<br />

De aard <strong>van</strong> de naoorlogse beleidsproblematiek heeft het parlem<strong>en</strong>t<br />

g<strong>en</strong>oopt om zijn medeverantwoordelijkheid voor de wetgeving op grote<br />

schaal te deleger<strong>en</strong>. Dit proces <strong>van</strong> delegatie is in de juridische vakliteratuur<br />

uitvoerig gedocum<strong>en</strong>teerd. Voor het huidig betoog leidt deze ontwikkeling<br />

tot de gevolgtrekking dat de Tweede Kamer, verstok<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> die in het wetgevingsprocede beslot<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> om aan de<br />

besluitvorming deel te nem<strong>en</strong>, comp<strong>en</strong>satie zoekt in de controler<strong>en</strong>de<br />

functie ex ante. T<strong>en</strong>vijl de controler<strong>en</strong>de functie oorspronkelijk vooral<br />

werd toegepast voor toetsing post-hoc, grijpt de Tweede Kamer thans de<br />

controle<strong>recht</strong><strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s aan om op voorhand <strong>en</strong>ige betrokk<strong>en</strong>heid te krijg<strong>en</strong><br />

bij de beleidsbepaling <strong>van</strong> niet-wettelijke bestuursmaatregel<strong>en</strong>. Hier<br />

doet zich het probleem voor dat de Tweede Kamer zich bij de besluitvorming<br />

over deze maatregel<strong>en</strong> in bestuursmatige zin doet geld<strong>en</strong>, waardoor<br />

zij gecommitteerd raakt aan de strekking <strong>van</strong> het beleid, terwijl zij aan de<br />

andere kant tev<strong>en</strong>s de ex-post controler<strong>en</strong>de functie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit<br />

beleid draagt. Gedistantieerde toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing wordt op deze manier<br />

bemoeilijkt, omdat de kamer zich op voorhand teveel met het betreff<strong>en</strong>de<br />

beleid heeft vere<strong>en</strong>zelvigd. Met name in de sfeer <strong>van</strong> de indicatieve planning<br />

lijkt dit verschijnsel <strong>van</strong> inspraak vooraf tot e<strong>en</strong> onduidelijke afbak<strong>en</strong>ing<br />

<strong>van</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s krijgt het parlem<strong>en</strong>t<br />

we1 <strong>en</strong>ige invloed vooraf maar het kan via de controler<strong>en</strong>de functie<br />

nooit de volledige comp<strong>en</strong>satie voor het verlies aan zegg<strong>en</strong>schap verwerv<strong>en</strong>,<br />

die in het proces <strong>van</strong> formele wetgeving is verzekerd.<br />

In aanvulling op de vertrouwde <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke figuur <strong>van</strong> delegatie <strong>van</strong><br />

de wetgev<strong>en</strong>de bevoegdheid heeft zich het verschijnsel ontwikkeld, dat de<br />

OM RECHT EN STAAT


wet aan de volksverteg<strong>en</strong>woordiging e<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g geeft bij de totstandkoming<br />

of het voortbestaan <strong>van</strong> gedelegeerde wetgeving 29. E<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk<br />

k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> de 'Van Anger<strong>en</strong>-constructies' is dat tuss<strong>en</strong> formele<br />

wetgeving <strong>en</strong> zuivere delegatie aan lagere organ<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>gebied<br />

is ontstaan, waar parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering elkaar teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Hierbij moet<br />

we1 e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong><br />

waarop de parlem<strong>en</strong>taire inbr<strong>en</strong>g gestalte krijgt. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de<br />

eerste twee constructies is dat de formele wetgever (parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering)<br />

op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t het heft weer in hand<strong>en</strong> neemt. Bij de gecontroleerde<br />

delegatie valt het parlem<strong>en</strong>t echter terug op de controler<strong>en</strong>de<br />

functie. Het probleem is dan dat de volksverteg<strong>en</strong>woordiging ge<strong>en</strong> wettelijke<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> meer heeft om de lagere regeling<strong>en</strong> te wijzig<strong>en</strong>.<br />

Hiertoe beschikt de Tweede Kamer in dit geval slechts over politieke<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> (de motie). Controle vooraf kan het verlies <strong>van</strong> het wettelijke<br />

karakter <strong>van</strong> regeling<strong>en</strong> nooit geheel goed mak<strong>en</strong>. Daarom di<strong>en</strong>t de<br />

voorkeur uit te gaan naar constructies waarin de formele wetgever de<br />

betreff<strong>en</strong>de regeling op <strong>en</strong>igerlei wijze bekrachtigt 30.<br />

5.5.3 De positie als rnedebegrotingswetgever<br />

De ontwikkeling <strong>van</strong> het begrotings<strong>recht</strong> weerspiegelt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de verschuiving<strong>en</strong><br />

die in de loop <strong>van</strong> de tijd hebb<strong>en</strong> plaats gevond<strong>en</strong> in de verhouding<br />

tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering. Aan<strong>van</strong>kelijk heeft het parlem<strong>en</strong>t<br />

met succes getracht vooral de autoriser<strong>en</strong>de functie <strong>van</strong> de begrotingswet<br />

te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. Middels de begrotingswet word<strong>en</strong> de krediet<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d<br />

voor de financiering <strong>van</strong> de beleidsdoeleind<strong>en</strong> die in de begrotingspost<strong>en</strong><br />

staan vermeld. Met name gedur<strong>en</strong>de de 19e eeuw verle<strong>en</strong>de het parlem<strong>en</strong>t<br />

niet steeds automatisch zijn fiat aan de begrotingsontwerp<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

regering, aangezi<strong>en</strong> het aan de hand <strong>van</strong> dit <strong>recht</strong> niet alle<strong>en</strong> trachtte de<br />

uitgav<strong>en</strong> <strong>van</strong> de regering (aan<strong>van</strong>kelijk de Koning) te beteugel<strong>en</strong>, maar<br />

het tev<strong>en</strong>s aanw<strong>en</strong>dde om zijn positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de regering als<br />

zodanig te verstevig<strong>en</strong>. Nadat in 1848 het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t ook voor<br />

begrotingsontwerp<strong>en</strong> was doorgevoerd <strong>en</strong> het parlem<strong>en</strong>t zich nadi<strong>en</strong>,<br />

vooral to<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong>maal het kies<strong>recht</strong> op breder schaal werd toegek<strong>en</strong>d,<br />

steeds int<strong>en</strong>siever op het regeringsbeleid begon te ori<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, ontwikkeld<strong>en</strong><br />

'de begrotingsdebatt<strong>en</strong> zich <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bespreking, in hoeverre de<br />

gevraagde geld<strong>en</strong> toegestaan moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong> jaarlijkse beschouwing<br />

<strong>van</strong> het regeringsbeleid, waarbij all<strong>en</strong>gs de roep om nieuwe initiatiev<strong>en</strong><br />

het verlang<strong>en</strong> naar zuinigheid overstemde' 31.<br />

Thans heeft de autoriser<strong>en</strong>de functie <strong>van</strong> de begrotingswet veel aan<br />

belang ingeboet. De zegg<strong>en</strong>schap <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

toewijzing <strong>van</strong> de financiele middel<strong>en</strong> in dit kader is in de praktijk vergaand<br />

uitgehold. Basisbeslissing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

voorbereid, bij grote bedrag<strong>en</strong> beslist het kabinet, doorgaans na voorafgaande<br />

onderhandeling<strong>en</strong> met de minister <strong>van</strong> Financi<strong>en</strong> die de coordiner<strong>en</strong>de<br />

bevoegdheid draagt. Voor het parlem<strong>en</strong>t bestaan dan materieel<br />

nog slechts geringe mogelijkhed<strong>en</strong> om wijziging<strong>en</strong> aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in het<br />

begrotingspakket. Niet alle<strong>en</strong> zijn veel financiele verplichting<strong>en</strong> voor lan-<br />

291<br />

J.A.M. Van Anger<strong>en</strong> onderscheidde al <strong>en</strong>ige tijd geled<strong>en</strong> vier vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> 'De parlem<strong>en</strong>taire inbr<strong>en</strong>g bij gedelegeerde wetgeving'; in:<br />

NIB, (1 978):<br />

- de tijdelijke delegatie (wetsvoorstel volgt);<br />

- de voorwaardelijke delegatie (goedkeuringswet vereist);<br />

- de gecontroleerde delegatie (controle op instellingsbesluit);<br />

- m<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bov<strong>en</strong>staande.<br />

301 Ibid., blz. 354.<br />

311 C.W. <strong>van</strong> der Pot <strong>en</strong> A.M Donner. 1983. Ibid.. blz. 505.<br />

321 1. Kooiman, Over de Kamer gesprok<strong>en</strong>. 1976, blz. 172 e.v.<br />

OM RECHT EN STAAT


gere duur aangegaan waardoor de bewegingsruimte bij de huidige begrotingscyclus<br />

<strong>van</strong> BBn jaar wordt ingeperkt, maar bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vindt via de<br />

begroting slechts e<strong>en</strong> globale verdeling <strong>van</strong> geld<strong>en</strong> plaats. De regering<br />

kan dan de toedeling specificer<strong>en</strong> bij regelgeving die zich aan de parlem<strong>en</strong>taire<br />

besluitvorming a priori onttrekt. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de begroting<br />

treedt met andere woord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschuiving op <strong>van</strong> medebegrotingswetgeving<br />

naar controle achteraf. Deze controlefunctie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

uitgav<strong>en</strong> <strong>van</strong> het bestuur wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> selectief gehanteerd.<br />

E<strong>en</strong> derde red<strong>en</strong> voor het in belang verminder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de autoriser<strong>en</strong>de<br />

functie <strong>van</strong> de begrotingswet is het gegev<strong>en</strong> dat de afzonderlijke begr*<br />

tingspost<strong>en</strong> zozeer sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> dat het parlem<strong>en</strong>t onvoldo<strong>en</strong>de overzicht<br />

houdt over het totaal32. Wijziging<strong>en</strong> <strong>van</strong> de jaarlijkse begroting drag<strong>en</strong><br />

hierom vooral nog e<strong>en</strong> symbolische betek<strong>en</strong>is; in materieel opzicht<br />

bedrag<strong>en</strong> de wijziging<strong>en</strong> doorgaans nog ge<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>de <strong>van</strong> B<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t. Er is<br />

we1 geopperd dat de Tweede Kamer <strong>van</strong>wege het toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> specialisme<br />

<strong>en</strong> het principe <strong>van</strong> non-interv<strong>en</strong>tie zelf mede debet is aan het gebrekkige<br />

totaaloverzicht. Zulk specialisme kan ertoe leid<strong>en</strong> dat de Kamer in details<br />

gaat meereger<strong>en</strong> door het begrotings<strong>recht</strong> te hanter<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<br />

om gedetailleerde condities op te legg<strong>en</strong> aan afzonderlijke begrotingsactiviteit<strong>en</strong>.<br />

Poging<strong>en</strong> om hierin verbetering te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> door instelling <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e begrotingscommissie in het Reglem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> Orde hebb<strong>en</strong> in<br />

1983 schipbreuk geled<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de voorbereiding <strong>van</strong> de begroting kan met betrekking tot belangrijke<br />

beleidsvoornem<strong>en</strong>s langs informele weg we1 invloed word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d<br />

door de fractievoorzitters <strong>van</strong> de regeringsfracties. Hier doet zich het<br />

verschijnsel <strong>van</strong> politieke osmose voor waar<strong>van</strong> eerder melding werd<br />

gemaakt. Maar de op<strong>en</strong>bare behandeling <strong>van</strong> de begroting in de kamer<br />

heeft steeds meer het karakter <strong>van</strong> algem<strong>en</strong>e politieke beschouwing<strong>en</strong><br />

gekreg<strong>en</strong>. De algem<strong>en</strong>e behandeling <strong>van</strong> de jaarlijkse begroting is nog<br />

steeds e<strong>en</strong> belangrijke politieke gebeurt<strong>en</strong>is, maar in teg<strong>en</strong>stelling tot<br />

voorhe<strong>en</strong> is het belang <strong>van</strong> de begroting er veeleer in geleg<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de weinige mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betreft waarop het parlem<strong>en</strong>t, i.c. de fracties,<br />

e<strong>en</strong> beoordeling kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> over de richting <strong>van</strong> het gevoerde <strong>en</strong> het te<br />

voer<strong>en</strong> beleid.<br />

5.5.4 De controler<strong>en</strong>de functies<br />

De controler<strong>en</strong>de functie <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> het regeringsbeleid<br />

k<strong>en</strong>merkt zich <strong>van</strong> oorsprong door gedistantieerde toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing.<br />

De wijze waarop deze functie wordt uitgeoef<strong>en</strong>d k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong><br />

vaste procedure (in teg<strong>en</strong>stelling tot de medewetgeving). We1 ligt bij de<br />

uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de controle <strong>recht</strong><strong>en</strong> steeds het initiatief bij het parlem<strong>en</strong>t,<br />

soms bij de kamers als geheel, andere ker<strong>en</strong> bij de afzonderlijke led<strong>en</strong>. De<br />

belangrijkste controle <strong>recht</strong><strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> interpellatie, het<br />

vrag<strong>en</strong><strong>recht</strong> <strong>en</strong> het <strong>en</strong>qugte<strong>recht</strong>.<br />

De parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quete was min of meer in onbruik geraakt, maar<br />

wordt de laatste jar<strong>en</strong> weer actief toegepast. Van deze actieve toepassing<br />

gaat het opvall<strong>en</strong>de <strong>en</strong> belangrijke signaal uit dat het in alle gevall<strong>en</strong><br />

onderzoek<strong>en</strong> betreft naar de fal<strong>en</strong>de uitvoering <strong>van</strong> ingewikkelde stelsels.<br />

E<strong>en</strong> probleem <strong>van</strong> dit krachtige instrum<strong>en</strong>t is dat het gebruik tot dusverre<br />

te politiek belast<strong>en</strong>d is om het als e<strong>en</strong> regulier controlemiddel te<br />

kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. De overige <strong>recht</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> zeer int<strong>en</strong>sief b<strong>en</strong>ut. Met<br />

name het vrag<strong>en</strong><strong>recht</strong> (e<strong>en</strong> <strong>recht</strong> <strong>van</strong> individuele kamerled<strong>en</strong>) is vruchtbaar<br />

<strong>van</strong>wege de informatieve achterstand t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de beleidsinitiatiev<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de regering. E<strong>en</strong> belangrijke ontwikkeling is dat de<br />

kamer zich in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate door externe deskundig<strong>en</strong> laat bijstaan<br />

OM RECHT EN STAAT


om de controler<strong>en</strong>de functie te kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> interpellatie,<br />

t<strong>en</strong>slotte, kan uitmond<strong>en</strong> in moties, waar<strong>van</strong> overig<strong>en</strong>s maar zo'n<br />

20 proc<strong>en</strong>t pleegt te word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, onder meer als gevolg <strong>van</strong> 'overwaging'.<br />

Tev<strong>en</strong>s verliest de motie als controle<strong>recht</strong> aan betek<strong>en</strong>is wanneer<br />

het verschijnsel <strong>van</strong> politieke osmose het beoogde afstandelijke toezicht<br />

doorkruist.<br />

E<strong>en</strong> naar huidige om<strong>van</strong>g gemet<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling betreft de aanw<strong>en</strong>ding<br />

<strong>van</strong> de controle<strong>recht</strong><strong>en</strong> om de kamer a priori te lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong><br />

aan de beleidsvoornem<strong>en</strong>s <strong>van</strong> de regering. Met name in de 'nota-praktijk'<br />

heeft dit verschijnsel e<strong>en</strong> hoge vlucht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het is inmiddels niet<br />

meer ongebruikelijk dat beleidsnota's die slechts globale beleidsvoornem<strong>en</strong>s<br />

bevatt<strong>en</strong>, waaraan ook maar lichte juridische gevolg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>,<br />

met inspraak-, overleg-, <strong>en</strong> adviseringsprocedures word<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s ter goedkeuring aan de Tweede Kamer word<strong>en</strong> voorgelegd.<br />

De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het verschijnsel laat zich aflez<strong>en</strong> aan de honderd<strong>en</strong> moties<br />

die nogal e<strong>en</strong>s per nota word<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d. Gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> '80 heeft<br />

zich e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d <strong>van</strong> verdergaande instrum<strong>en</strong>talisering <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />

plannota's voltrokk<strong>en</strong> (bijv. de planologische kernbeslissing<strong>en</strong>) met als<br />

resultaat dat e<strong>en</strong> sterkere bestuurlijke binding wordt aangegaan voor de<br />

ess<strong>en</strong>tiele beslissing<strong>en</strong>.<br />

Per saldo hebb<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering zich in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate aan de<br />

gezam<strong>en</strong>lijke taak gezet <strong>van</strong> het voer<strong>en</strong> <strong>van</strong> beleid, waardoor de normering<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong> het toezicht op het beleid aan betek<strong>en</strong>is heeft verlor<strong>en</strong>. In de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering gaat de aandacht niet meer<br />

<strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d uit naar het stell<strong>en</strong> <strong>van</strong> zodanige norm<strong>en</strong> dat in het verkeer<br />

tuss<strong>en</strong> de onderdel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de overheid <strong>en</strong> de burgerij betrouwbare<br />

patron<strong>en</strong> kum<strong>en</strong> ontstaan. De wederzijdse omarming <strong>van</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

regering in gedetailleerde beleidsgerichte handeling<strong>en</strong> kan voor het stell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> dergelijke norm<strong>en</strong> te knell<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. De consequ<strong>en</strong>ties<br />

zijn niet mals:<br />

Wanneer parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering hun opdracht als e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke<br />

beleidstaak definier<strong>en</strong>, vervaagt het verschil tuss<strong>en</strong> wet <strong>en</strong> niet-wettelijk<br />

besluit omdat dun beid<strong>en</strong> als instrum<strong>en</strong>teel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

beschouwd voor het realiser<strong>en</strong> <strong>van</strong> doelspecifieke project<strong>en</strong>. Beginsel<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> democratie <strong>en</strong> <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> vereis<strong>en</strong> echter meer dun fiatie op e<strong>en</strong><br />

voortdur<strong>en</strong>de stroom <strong>van</strong> doelspecifieke activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>igmaal zitt<strong>en</strong><br />

zij elkaar in de weg.<br />

Aan dit vraagstuk zull<strong>en</strong> we in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk e<strong>en</strong> nadere verdieping<br />

gev<strong>en</strong>.<br />

5.6 Tot besluit<br />

Het onderzoek naar de democratische binding<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> werd<br />

toegespitst op twee c<strong>en</strong>trale coordinat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het democratiebegrip: de<br />

wijze <strong>van</strong> repres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> volksverteg<strong>en</strong>woordiging<br />

<strong>en</strong> regering. De keuze vie1 op deze twee stelsels <strong>van</strong> betrekking<strong>en</strong> omdat<br />

de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de vertrouw<strong>en</strong>sgrondslag <strong>van</strong> de democratie bij uitstek via<br />

deze communicatiestrom<strong>en</strong> wordt gevoed. Tev<strong>en</strong>s werd nagegaan op<br />

welke wijze de ontwikkeling <strong>van</strong> het partijwez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de maatschappelijke<br />

<strong>en</strong> bestuurlijke druk <strong>van</strong> invloed zijn geweest op de feitelijke<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> de twee coordinat<strong>en</strong>.<br />

Voor beide coordinat<strong>en</strong> biedt weliswaar de Grondwet e<strong>en</strong> normatief houvast,<br />

maar kan hieraan door toedo<strong>en</strong> <strong>van</strong> politieke binding<strong>en</strong> in de praktijk<br />

e<strong>en</strong> zeer rekkelijke - <strong>en</strong> soms bijna teg<strong>en</strong>overgestelde - uitwerking<br />

OM RECHT EN STAAT


word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Terwijl het grondwettelijk kader betrekkelijk duurzaam<br />

is geblek<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> de democratische vertrouw<strong>en</strong>srelaties via repres<strong>en</strong>tatie<br />

<strong>en</strong> via het verkeer tuss<strong>en</strong> de politieke organ<strong>en</strong> derhalve in elke<br />

periode e<strong>en</strong> andere betek<strong>en</strong>is. De wijze <strong>van</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging beweegt<br />

in de loop <strong>van</strong> de tijd tuss<strong>en</strong> onafhankelijke <strong>en</strong> afhankelijke repres<strong>en</strong>tatie.<br />

De verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering beweegt zich tuss<strong>en</strong><br />

afstandelijkheid (via e<strong>en</strong> sterk acc<strong>en</strong>t op normstelling <strong>en</strong> controle) tot vergaande<br />

vere<strong>en</strong>zelviging met de bestuurstaak (via het acc<strong>en</strong>t op het 'meereger<strong>en</strong>'<br />

door het parlem<strong>en</strong>t).<br />

Met betrekking tot repres<strong>en</strong>tatie is in de loop <strong>van</strong> de tijd e<strong>en</strong> negatieve<br />

afstemming ontstaan tuss<strong>en</strong> de onakankelijke <strong>en</strong> de afhankelijke beginsel<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> repres<strong>en</strong>tatie. De grondwettelijke norm<strong>en</strong> <strong>van</strong> onpartijdigheid<br />

<strong>en</strong> onafhankelijkheid (de verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> ?let gehele volk' <strong>en</strong> het<br />

voork6m<strong>en</strong> <strong>van</strong> 'lastgeving') garander<strong>en</strong> nog steeds dat e<strong>en</strong> onafhankelijke<br />

opstelling <strong>van</strong> de led<strong>en</strong> niet ongedaan kan word<strong>en</strong> gemaakt, maar<br />

feitelijk heers<strong>en</strong> de partijpolitieke binding<strong>en</strong>. Deze binding<strong>en</strong> zijn tweeerlei.<br />

De partijband<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> <strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af <strong>van</strong>uit de achterban word<strong>en</strong><br />

aangetrokk<strong>en</strong>; vooral gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> '70 was in diverse partij<strong>en</strong><br />

sprake <strong>van</strong> vergaande mandatering (curieus g<strong>en</strong>oeg vond deze 'activering<br />

<strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af plaats onder e<strong>en</strong> gelijktijdige <strong>en</strong> veel structurelere t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />

<strong>van</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de maatschappelijke <strong>en</strong> politieke vlott<strong>en</strong>dheid), thans<br />

is deze mandatering niet meer dominant. Aan de andere kant zi<strong>en</strong> de politieke<br />

leiders <strong>van</strong>uit de behoefte aan politieke integratie <strong>en</strong> coalitievorming<br />

toe op e<strong>en</strong> sterke disciplinering <strong>van</strong> politieke besluitvorming. Mede<br />

als gevolg <strong>van</strong> de bijzonderhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het kiesstelsel werkt deze binding<br />

voor verschill<strong>en</strong>de fracties anders uit, vooral voor led<strong>en</strong> <strong>van</strong> de regeringsfracties<br />

pleegt deze integratie '<strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af zwaar te weg<strong>en</strong>. Bij vraagstukk<strong>en</strong><br />

die minder op de voorgrond tred<strong>en</strong>, is de bewegingsruimte voor<br />

de fractiespecialist<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk groter.<br />

Wat betreft de tweede coijrdinaat - de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

regering - biedt de Grondwet e<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gd sam<strong>en</strong>stel <strong>van</strong> normatieve binding<strong>en</strong>.<br />

De bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> controle <strong>en</strong> bestuur zijn verdeeld over parlem<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> regering, t<strong>en</strong>vijl de wetgev<strong>en</strong>de taak gezam<strong>en</strong>lijk wordt uitgeoef<strong>en</strong>d.<br />

In de ministeriele verantwoordelijkheid is de wederzijdse<br />

afhankelijkheid uitgedrukt in die zin dat de regering het vertrouw<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de parlem<strong>en</strong>taire meerderheid behoeft. In de praktijk is binn<strong>en</strong> dit kader<br />

gedur<strong>en</strong>de deze eeuw e<strong>en</strong> sterke acc<strong>en</strong>tverschuiving opgetred<strong>en</strong> <strong>van</strong> normering<br />

<strong>en</strong> toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing op afstand naar e<strong>en</strong> sterke vere<strong>en</strong>zelviging<br />

<strong>van</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering in e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke beleidsop<br />

dracht:<br />

de functie <strong>van</strong> medewetgeving is weliswaar ge<strong>en</strong>szins stilgevall<strong>en</strong>; niettemin<br />

wordt zij overvleugeld door de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> delegatie <strong>van</strong> regelgeving<br />

aan het bestuur;<br />

de aard <strong>van</strong> de wetgeving zelf is in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate ov<strong>en</strong>voekerd door<br />

het beleidsperspectief. Dit blijkt <strong>en</strong>erzijds uit het toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> procedurele<br />

karakter <strong>van</strong> wetgeving (de materiele norm<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> vaak), anderzijds<br />

uit e<strong>en</strong> vergaande detaillering <strong>van</strong> de gezam<strong>en</strong>lijke wetgeving op<br />

grond <strong>van</strong> specifieke sturingsbehoeft<strong>en</strong>. Via het actieve <strong>recht</strong> <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<br />

is deze verbijzondering toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>;<br />

de autoriser<strong>en</strong>de functie <strong>van</strong> de begrotingswet heeft plaats gemaakt voor<br />

algem<strong>en</strong>e politieke beschouwing<strong>en</strong>, waarin doorgaans nieuwe beleidsopties<br />

naar vor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebracht;<br />

Wat betreft de controler<strong>en</strong>de functies word<strong>en</strong> het vrag<strong>en</strong><strong>recht</strong> <strong>en</strong> het<br />

<strong>recht</strong> <strong>van</strong> interpellatie <strong>en</strong> zelfs het <strong>recht</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>qui?te actief b<strong>en</strong>ut, maar<br />

is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s sprake <strong>van</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de beleidsmatige vere<strong>en</strong>zelviging <strong>van</strong><br />

het parlem<strong>en</strong>t met het bestuur. Informeel treedt deze op via het ver-<br />

OM RECHT EN STAAT


schijnsel <strong>van</strong> politieke osmose, via het 'meereger<strong>en</strong> <strong>van</strong> de leiders <strong>van</strong><br />

regeringsfracties' <strong>en</strong> via de invloed <strong>van</strong> deze fracties bij de kabinetsformatie.<br />

In de formele procedures heeft zich e<strong>en</strong> relatieve verschuiving<br />

voorgedaan <strong>van</strong> controle ex post naar controle ex ante, waardoor de<br />

kamer zich op voorhand committeert aan bestuurlijke werkzaamhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de controle achteraf bezwaart. T<strong>en</strong> slotte is ook het meereger<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

fractiespecialist<strong>en</strong> in het overleg met de ministers in de kamercommissies<br />

in betek<strong>en</strong>is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Het geheel <strong>van</strong> <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke <strong>en</strong> politieke binding<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot de twee coordinat<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>d, concludeer ik dat het traditionele<br />

zwaartepunt <strong>van</strong> het bestuur in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> niet alle<strong>en</strong> wordt<br />

bevestigd, maar nog e<strong>en</strong>s extra wordt versterkt nu het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zelfs<br />

de politieke partij<strong>en</strong> zich in het beleidsperspectief hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>esteld.<br />

Gezi<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> langere periode heeft de democratie e<strong>en</strong> gedaantev<strong>en</strong>visseling<br />

ondergaan welke het vertrouw<strong>en</strong>svraagstuk in e<strong>en</strong> geheel ander<br />

licht plaatst.<br />

Met name de positieverandering <strong>van</strong> de politieke partij<strong>en</strong> is opmerkelijk.<br />

Voorzover geori<strong>en</strong>teerd op de <strong>staat</strong> hebb<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> twee belangrijke<br />

functies. De eerste functie <strong>van</strong> maatschappelijke legitimering is de laatr<br />

ste dec<strong>en</strong>nia sterk onder druk kom<strong>en</strong> te staan, omdat de oude beginselvaste<br />

id<strong>en</strong>titeit in mindere mate houvast lijkt te bied<strong>en</strong> voor het bind<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> kiezers in e<strong>en</strong> plurale sam<strong>en</strong>leving. Door veel waarnemers wordt<br />

betwijfeld dat de partij<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> duurzame binding nieuwe weg<strong>en</strong> heb<br />

b<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> is het georganiseerde politieke<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> vlott<strong>en</strong>der geword<strong>en</strong>, waarbij in de laatste categorie de onverschilligheid<br />

jeg<strong>en</strong>s de politieke partij<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>baar is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Ondertuss<strong>en</strong> wordt de tweede functie <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> - de bevordering<br />

<strong>van</strong> politieke e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> - met kracht uitgeoef<strong>en</strong>d.<br />

Binn<strong>en</strong> het strami<strong>en</strong> <strong>van</strong> de 'regierungsfahige' partij<strong>en</strong> is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

sterke beleidsgerichte integratie <strong>van</strong>uit de politieke topp<strong>en</strong>. Zo lijkt de<br />

positie <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> in de loop <strong>van</strong> de tijd welhaast omgekeerd.<br />

T<strong>en</strong>vijl de <strong>staat</strong>kundige betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> partij<strong>en</strong> <strong>van</strong> oudsher in het <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong><br />

is gewantrouwd <strong>van</strong>wege het odium <strong>van</strong> partijdigheid <strong>en</strong> plebiscitaire<br />

afhankelijkheid (ook in ons land e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />

<strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke positie teg<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>), is in werkelijkheid juist door<br />

toedo<strong>en</strong> <strong>van</strong> de partij<strong>en</strong> de afhankelijkheid <strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordigers<br />

<strong>van</strong> de regering via fractiediscipline e<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>de garantie geblek<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> plebiscitaire afbankelijkheid <strong>en</strong> werd zij basis voor meerderheidsvorming.<br />

De positieverandering <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t in de <strong>staat</strong>kundige verhouding<strong>en</strong><br />

is - over e<strong>en</strong> lange periode gezi<strong>en</strong> - niet minder spectaculair. Vrijwel<br />

alle klassieke v<strong>en</strong>vorv<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> waannee het parlem<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> <strong>staat</strong>kundige<br />

positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de regering wist te verwerv<strong>en</strong>, drag<strong>en</strong><br />

onder de huidige omstandighed<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> afhankelijkheid<br />

<strong>van</strong> de regering <strong>en</strong> word<strong>en</strong> nu bov<strong>en</strong>al ingezet om e<strong>en</strong> beleidsgeori<strong>en</strong>teerde<br />

sam<strong>en</strong>werking te bereik<strong>en</strong>. Medewetgeving, begrotings<strong>recht</strong>,<br />

controler<strong>en</strong>de bevoegdheid, ministeriele verantwoordelijkheid <strong>en</strong><br />

de vertrouw<strong>en</strong>sregel (grondslag <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>taire stelsel!) zijn thans<br />

ev<strong>en</strong> zovele symbol<strong>en</strong> <strong>van</strong> nauwe verstr<strong>en</strong>geling tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

regering in e<strong>en</strong> beleidsperspectief. Overig<strong>en</strong>s past hier we1 e<strong>en</strong> onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> de twee kamers; de minder gepositioneerde, doch steeds<br />

actievere Eerste Kamer lijkt zich nog het meest <strong>van</strong> haar gedistantieerde<br />

positie te vergewiss<strong>en</strong>). Stellig heeft het parlem<strong>en</strong>t langs deze weg e<strong>en</strong><br />

nieuwe medeverantwoordelijkheid v<strong>en</strong>vorv<strong>en</strong>, maar de normering <strong>en</strong><br />

controle <strong>van</strong> het beleid heeft <strong>van</strong>wege deze inm<strong>en</strong>ging aan betek<strong>en</strong>is<br />

verlor<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


De nauwe vervlechting tuss<strong>en</strong> politieke partij<strong>en</strong>, belang<strong>en</strong>organisaties,<br />

parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering roept onder de huidige omstandighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> legitimeringsvraagstuk<br />

op dat in de kern betrekking heeft op de condities die<br />

in de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> dit hoofdstuk werd<strong>en</strong> v<strong>en</strong>voord naar aanleiding <strong>van</strong> de<br />

noodzakelijke vertrouw<strong>en</strong>sbasis <strong>van</strong> de dernocratie. E<strong>en</strong> politiek systeem<br />

dat op het niveau <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ori<strong>en</strong>tatie biedt <strong>en</strong> zich in de<br />

plaats daar<strong>van</strong> met vere<strong>en</strong>de kracht achter de vlott<strong>en</strong>dheid <strong>van</strong> beleidsproblem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> -aspiraties schaart, moet op d<strong>en</strong> duur inter<strong>en</strong> op zijn<br />

sam<strong>en</strong>bind<strong>en</strong>de kwaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> op zijn maatschappelijk integratievermog<strong>en</strong>.<br />

We hebb<strong>en</strong> dit vraagstuk c<strong>en</strong>traal gesteld in de behandeling <strong>van</strong> het<br />

begrip politieke repres<strong>en</strong>tatie. Ook in de <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke betrekking<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering komt (vooral in het relatieve verlies <strong>van</strong> de<br />

normatieve kracht <strong>van</strong> de wetgeving) tot uitdrukking dat de primaire<br />

politieke opdracht om in het verkeer tuss<strong>en</strong> maatschappelijke subject<strong>en</strong><br />

stabiele gedragsv<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> te creer<strong>en</strong>, wordt overvleugeld door e<strong>en</strong><br />

overheers<strong>en</strong>d instrum<strong>en</strong>teel beleidsperspectief. Hierdoor zijn in dit beleid<br />

<strong>en</strong> in de gecumuleerde beleidssystem<strong>en</strong> systematische vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

geslop<strong>en</strong>, die het in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> steeds moeilijker hebb<strong>en</strong><br />

gemaakt om norm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>staat</strong>swege als autoriteit tot gelding te lat<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong>. Hiermee rak<strong>en</strong> we de kern <strong>van</strong> het thema dat in het volg<strong>en</strong>de<br />

hoofdstuk aan de orde wordt gesteld.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Politiek bestuur <strong>en</strong> <strong>recht</strong> in<br />

de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

6. I Macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong> 'revisited'<br />

6.1.1 Het klassieke vraagstuk geactualiseerd<br />

De 'reele' ontwikkeling <strong>van</strong> de democratie heeft de 'autonome' <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

op<strong>en</strong>gesteld voor de directe v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong> concurrer<strong>en</strong>de politieke<br />

aspiraties. Langs dit spoor is de klassieke <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> geleidelijk geevolueerd<br />

in de 'sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>', zoals we de huidige <strong>staat</strong>svorm pleg<strong>en</strong> te<br />

noem<strong>en</strong>. Het verschijnsel is inmiddels zo vertrouwd geraakt <strong>en</strong> het wordt<br />

met zoveel empirische bewijskracht ondersteund, dat de onderhuidse<br />

spanning die er <strong>van</strong> meet af aan t<strong>en</strong> grondslag heeft geleg<strong>en</strong>, soms uit het<br />

vizier lijkt te verdwijn<strong>en</strong>. Het betreft de spanning tuss<strong>en</strong> depolitieke orde,<br />

die voor maatschappelijke kracht<strong>en</strong> uiteindelijk het medium biedt om in<br />

de <strong>staat</strong> e<strong>en</strong> directe bekrachtiging <strong>van</strong> aspiraties te zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>sorde,<br />

waarin maatschappelijke waard<strong>en</strong> juist zijn gei'nstitutionaliseerd<br />

met het oogmerk om het politiek gebruik <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>smacht aan <strong>recht</strong>sprincipes<br />

te bind<strong>en</strong> <strong>en</strong> om aan dit gebruik gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. De wijze<br />

waarop deze instituties onder de huidige omstandighed<strong>en</strong> op elkaar<br />

inwerk<strong>en</strong>, vormt het c<strong>en</strong>trale ond<strong>en</strong>verp <strong>van</strong> dit hoofdstuk.<br />

Politieke orde <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sorde vervull<strong>en</strong> beide e<strong>en</strong> - verschill<strong>en</strong>de - legitimer<strong>en</strong>de<br />

functie voor de <strong>staat</strong>. Complicer<strong>en</strong>d voor de analyse is dat zij niet<br />

goed 10s <strong>van</strong> elkaar beschouwd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: zij constituer<strong>en</strong> elkaar<br />

<strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> bredere maatschappelijke orde, bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn zij voor e<strong>en</strong><br />

groot deel <strong>van</strong> elkaar doortrokk<strong>en</strong>. Het zijn immers de politieke organ<strong>en</strong><br />

in de <strong>staat</strong>, die de <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> - t<strong>en</strong>minste voor e<strong>en</strong> deel <strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste<br />

in aanzet - moet<strong>en</strong> vestig<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> om deze complexe<br />

betrekking<strong>en</strong> in dit loop <strong>van</strong> dit hoofdstuk nauwgezet te analyser<strong>en</strong>. Op<br />

deze plaats moet de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> zulke algem<strong>en</strong>e begripp<strong>en</strong> als 'de' politieke<br />

orde, 'de' <strong>recht</strong>sorde in de <strong>staat</strong> <strong>en</strong> het verloop <strong>van</strong> 'hun' onderlinge<br />

verhouding in eerste instantie echter veel schematischer word<strong>en</strong> aangeduid,<br />

om het thema <strong>van</strong> het onderzoek te kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de ontwikkeling <strong>van</strong> de politieke orde is dat zij uitdrukking<br />

geeft aan het proces <strong>van</strong> politieke emancipatie, waarin de <strong>staat</strong><br />

uit naam <strong>van</strong> steeds bredere groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bevolking tot voertuig werd<br />

gemaakt voor de beheersing <strong>van</strong> maatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>. In deze<br />

uiteindelijk instrum<strong>en</strong>tele ori<strong>en</strong>tatie steekt e<strong>en</strong> belangrijk deel <strong>van</strong> haar<br />

legitimer<strong>en</strong>de kracht. E<strong>en</strong> <strong>staat</strong> die niet goed kan beantwoord<strong>en</strong> aan de<br />

resultaatgebond<strong>en</strong> politieke opdracht die op zeker mom<strong>en</strong>t wordt gesteld,<br />

verliest in dit opzicht aan politieke legitimiteit. In naam <strong>van</strong> het politiek<br />

democratische proces heeft de modernisering <strong>van</strong> de sam<strong>en</strong>leving steeds<br />

meer vraagstukk<strong>en</strong> in het bereik <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> gebracht, vraagstukk<strong>en</strong> die<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> volstrekt andere functies weerspiegel<strong>en</strong> dan het vroeger zo<br />

overheers<strong>en</strong>de aspect <strong>van</strong> de algem<strong>en</strong>e <strong>recht</strong>sbescherming. De <strong>staat</strong> is<br />

langs deze weg betrokk<strong>en</strong> geraakt in allerlei soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

sturing. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor het ontstaan <strong>van</strong> de klassieke <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

was daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> dat deze zich aan<strong>van</strong>kelijk juist aan de directe kracht<br />

<strong>van</strong> de politiek had ontworsteld. De emancipatie <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> was<br />

gericht op de v<strong>en</strong>verving <strong>van</strong> e<strong>en</strong> relatieve autonomie, waarmee de <strong>staat</strong><br />

werd afgeschermd <strong>van</strong> a1 te directe politieke invloed<strong>en</strong> '<strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af. De<br />

legitimer<strong>en</strong>de functie <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>gedachte komt er in de kern op<br />

neer dat de politieke macht wordt gebond<strong>en</strong> aan de gelnstitutionaliseerde<br />

waard<strong>en</strong> in het <strong>recht</strong>. Deze 'gedachte' vond uitdrukking in <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>e-<br />

OM RECHT EN STAAT


lijke regels, in procedures, in de formalisering <strong>van</strong> ambt<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de positionering<br />

<strong>van</strong> de bureaucratie als zodanig. De institutionalisering <strong>van</strong><br />

deze <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> was in veel land<strong>en</strong> (ondanks de grote historische <strong>en</strong> institutionele<br />

verschill<strong>en</strong>) a1 gevormd <strong>en</strong> gerijpt, to<strong>en</strong> de modernisering <strong>van</strong> de<br />

politieke democratie via activering <strong>van</strong> kies<strong>recht</strong> <strong>en</strong> partijwez<strong>en</strong> op gang<br />

kwam <strong>en</strong> geheel nieuwe functies in het bereik <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> zou br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Gedur<strong>en</strong>de de geleidelijke ontwikkeling naar de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> werd<br />

de binding <strong>van</strong> het politieke systeem aan de klassieke <strong>recht</strong>sinstituties<br />

voortdur<strong>en</strong>d op de proef gesteld door de nieuwe claims op de <strong>staat</strong>, die via<br />

het democratische proces (nu als het ware '<strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af) werd<strong>en</strong> gelegitimeerd.<br />

Langs deze weg ontstond geleidelijk weer e<strong>en</strong> nieuwe <strong>recht</strong>streekse<br />

wisselwerking tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong>, maar deze verhouding<br />

was niet <strong>van</strong> spanning<strong>en</strong> ontbloot. De verhouding tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong><br />

raakte geproblematiseerd. Reeds in de periode tuss<strong>en</strong> de wereldoorlog<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de twee legitimer<strong>en</strong>de instituties in de <strong>staat</strong><br />

actief verk<strong>en</strong>d 1. Zij werd<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit eig<strong>en</strong> historische<br />

<strong>en</strong> institutionele achtergrond<strong>en</strong> bestudeerd. Vooral in Duitsland,<br />

met zijn bijzondere v<strong>en</strong>veving <strong>van</strong> Obrigkeit <strong>en</strong> <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>, was het<br />

thema voortdur<strong>en</strong>d ond<strong>en</strong>verp <strong>van</strong> discussie; maar ook in de Ver<strong>en</strong>igde<br />

Stat<strong>en</strong> (welhaast de institutionele teg<strong>en</strong>pool), waar de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> zich<br />

niet eerst hoefde te emanciper<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar ook de <strong>recht</strong>straditie in hoge<br />

mate wortelde in e<strong>en</strong> maatschappelijk geori<strong>en</strong>teerd common law stelsel,<br />

riep het overgangsproces naar de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> grote problem<strong>en</strong> op 2.<br />

Teg<strong>en</strong>woordig is de spanning in de converg<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> niet<br />

in kracht verminderd, maar zij is t<strong>en</strong> dele onder de oppervlakte weggezakt<br />

omdat in de praktijk geleidelijk bepaalde omgangsvorm<strong>en</strong> zijn<br />

gevond<strong>en</strong>. In de praktijk heeft de begr<strong>en</strong>zing <strong>van</strong> de politiek democratische<br />

legitimiteit door de legitimiteit <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> geleidelijk aan<br />

betek<strong>en</strong>is ingeboet. Deze feitelijke globale ontwikkeling kon zich voordo<strong>en</strong>,<br />

niet zozeer omdat 'het <strong>recht</strong>' het teg<strong>en</strong> 'de politiek' zou hebb<strong>en</strong> afgelegd,<br />

maar vooral omdat de kracht <strong>van</strong> de moderne beleidsvraagstukk<strong>en</strong><br />

haar eig<strong>en</strong> weg in beide sfer<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> heeft gebaand. Uiteindelijk<br />

heeft dit maatschappelijk proces de positie <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> zelf - in<br />

<strong>sociologische</strong> zin - do<strong>en</strong> kantel<strong>en</strong>. Politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> ligg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig<br />

goeddeels in elkaars directe verl<strong>en</strong>gde, ver<strong>en</strong>igd in e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

opgave om collectieve sturings- <strong>en</strong> beschermingsbehoeff<strong>en</strong> doelbewust<br />

te organiser<strong>en</strong>. Het oorspronkelijk op algem<strong>en</strong>e besch<strong>en</strong>ningsprincipes<br />

geconc<strong>en</strong>treerde <strong>recht</strong> raakte overvleugeld door de behoefte om via<br />

de overheid e<strong>en</strong> stroom <strong>van</strong> gerichte doeleind<strong>en</strong> tot v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking te<br />

lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Deze overheers<strong>en</strong>de doelrationaliteit beperkt zich inmiddels<br />

allang niet meer tot de sfeer <strong>van</strong> het prester<strong>en</strong>d of stimuler<strong>en</strong>d overheidsbeleid,<br />

maar is ook diep binn<strong>en</strong>gedrong<strong>en</strong> in het expansieve geheel<br />

<strong>van</strong> de beschermings<strong>recht</strong><strong>en</strong> zelf.<br />

Aldus hebb<strong>en</strong> de <strong>sociologische</strong> kracht<strong>en</strong> het fiere standbeeld <strong>van</strong> de traditionele<br />

<strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> 'the rule of law' geleidelijk <strong>van</strong> het voetstuk getrokk<strong>en</strong>.<br />

Als symbool, oorspronkelijk <strong>van</strong> inperking <strong>van</strong> absoluut gebruik <strong>van</strong><br />

I] In Duitsland refereerd<strong>en</strong> bijvoorbeeld de uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de posities <strong>van</strong> Schmitt <strong>en</strong> Radbruch voortdur<strong>en</strong>d aan de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

deze ordes. E<strong>en</strong> boei<strong>en</strong>d overzicht <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong>, waarin deze spanningsrelatie in verschill<strong>en</strong>de periodes tot<br />

uitdrukking is gekom<strong>en</strong>, geeft J.A.A. <strong>van</strong> Doorn. Rede <strong>en</strong> Macht, 1988.<br />

11 In hoofdstuk 3 werd deze discussie reeds aangesned<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goed overzicht <strong>van</strong> de problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit overgangsproces gev<strong>en</strong><br />

Ph. Nonet and Ph. Selznick, Law and Society in Transition. 1978. Zij onderscheid<strong>en</strong> drie etappes in de ontwikkeling <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s-<br />

staac<br />

I. repressief <strong>recht</strong> (<strong>recht</strong> ondergeschikt aan de politieke macht);<br />

2. autonoom <strong>recht</strong> (de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> schermt zich af <strong>van</strong> directe politieke invloed<strong>en</strong>);<br />

3. responsief <strong>recht</strong> (het <strong>recht</strong> stelt zich weer op<strong>en</strong>).<br />

OM RECHT EN STAAT


<strong>staat</strong>smacht ter bescherming <strong>van</strong> het volk, geeft zij nu - in naam <strong>van</strong> het<br />

volk - uitdrukking aan de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> inmiddels minst<strong>en</strong>s zo<br />

ambitieuze, doch niet meer in autonoom <strong>recht</strong> reflecter<strong>en</strong>de, politieke<br />

macht. Hetzelfde lot was voorbestemd aan het apparaat <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

'de bureaucratie'. De aan de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> gelieerde conceptie <strong>van</strong><br />

bureaucratie - die juist <strong>van</strong>wege haar betrokk<strong>en</strong>heid op de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> e<strong>en</strong><br />

hoge mate <strong>van</strong> autonomie v<strong>en</strong>vierf, 'steil <strong>en</strong> onkreukbaar' niet alle<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong>over de burger maar ook teg<strong>en</strong>over de grill<strong>en</strong> <strong>van</strong> de politiek 3 -<br />

groeide langs dezelfde weg <strong>van</strong> maatschappelijke modernisering uit tot de<br />

doelgerichte managem<strong>en</strong>tindustrie, zoals we die teg<strong>en</strong>woordig vooral op<br />

het brede gebied <strong>van</strong> de nieuwe overheidsfuncties kunn<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de principiele vrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sord<strong>en</strong>ing is de Massieke<br />

ori<strong>en</strong>tatie we1 veel lev<strong>en</strong>skrachtiger geblev<strong>en</strong>, ook a1 is de omgeving turbul<strong>en</strong>t.<br />

Anders dan het in de Arnerikaanse vakliteratuur doorgaans wordt voorgesteld,<br />

symboliseerd<strong>en</strong> 'rule of law' <strong>en</strong> 'bureaucratie' niet de uniforme<br />

dwangheerschappij <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>, maar war<strong>en</strong> deze bedoeld (<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong>ige tijd met resultaat in praktijk gebracht) als binding <strong>van</strong> de onontkoombare<br />

<strong>staat</strong>ssoevereiniteit aan de waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> principes <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>.<br />

De ironie wil dat beide syrnbol<strong>en</strong> - precies omgekeerd - juist <strong>van</strong>wege<br />

de secularisering <strong>en</strong> utilitarisering <strong>van</strong> hun waardegebond<strong>en</strong><br />

grondslag<strong>en</strong>, op het gebied <strong>van</strong> moderne beleidsvraagstukk<strong>en</strong> in het kielzog<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> directe machtsuitoef<strong>en</strong>ing zijn getrokk<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit<br />

instrum<strong>en</strong>tele raamwerk de geformaliseerde <strong>recht</strong>sinstituties strikt zou<br />

gaan toepass<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> de maatschappelijke betrekking<strong>en</strong> volstrekt gejuridificeerd<br />

word<strong>en</strong>!<br />

Op de bov<strong>en</strong>staande stelling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> tal <strong>van</strong> correcties <strong>en</strong> nuancering<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> aangebracht, ook a1 kunn<strong>en</strong> deze de algem<strong>en</strong>e t<strong>en</strong>eur niet ontkracht<strong>en</strong>.<br />

De belangrijkste kanttek<strong>en</strong>ing is we1 dat de g<strong>en</strong>oemde spanningsverhouding<br />

- hoe onderhuids soms ook - niet is uitgekristalliseerd.<br />

Het <strong>recht</strong> als waarborg is niet volledig ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> door het <strong>recht</strong> als instrum<strong>en</strong>t.<br />

Het leeft voort, niet alle<strong>en</strong> in de traditionele waarborgfuncties<br />

die de primaire <strong>recht</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> burgers moet<strong>en</strong> bewak<strong>en</strong>, of die principiele<br />

verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar ook - zij het<br />

juist daar vaak met minder feitelijke zeggingskracht - in de moderne<br />

beleidssystem<strong>en</strong>. Het is georganiseerd binn<strong>en</strong> de <strong>recht</strong>erlijke macht <strong>en</strong><br />

haar omring<strong>en</strong>de instanties. De <strong>recht</strong>erlijke macht heeft altijd e<strong>en</strong> hoge<br />

mate <strong>van</strong> autonomie behoud<strong>en</strong>, soms ziet zij zich zelfs g<strong>en</strong>oopt om deze<br />

betrekkelijke autonomie nog ruimer af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de onachtzaamheid<br />

of onbestemdheid <strong>van</strong> de wet- <strong>en</strong> regelgeving. In internationaal<br />

verband heeft de eig<strong>en</strong> dynamiek <strong>van</strong> het Europese '<strong>recht</strong>ers<strong>recht</strong>' de politieke<br />

wetgevers <strong>van</strong> de lidstat<strong>en</strong> zelfs meermal<strong>en</strong> voor verrassing<strong>en</strong><br />

geplaatst (vooral op het vlak <strong>van</strong> de ord<strong>en</strong>ingswetgeving, maar in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

mate ook t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de doelgerichte regelgeving).<br />

31 De traditie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zelfstandige bureaucratie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> illegitiem politiek machtsgebruik - nerg<strong>en</strong>s in het west<strong>en</strong> zo<br />

gecultiveerd als in de Duitse geschied<strong>en</strong>is - werd onder Hitler op traumatische wijze op de proef gesteld. Dit thema vormde<br />

e<strong>en</strong> hot issue in de vroege naoorlogse sociologie in Duitsland (over dit thema versch<strong>en</strong><strong>en</strong> tal <strong>van</strong> publikaties, onder meer <strong>van</strong><br />

W. Weber <strong>en</strong> Th. Esch<strong>en</strong>burg). Principieel <strong>en</strong> nog altijd steekhoud<strong>en</strong>d is uit deze periode de argum<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> H. von Borch.<br />

die consequ<strong>en</strong>t de bureaucratie uitriep tot de '<strong>en</strong>ige plaats waar <strong>recht</strong> op verzet tot plicht kan uitgroei<strong>en</strong>'. Zie H. von Borch.<br />

Obrigkeit und Widerstand; zur politisch<strong>en</strong> Soziologie des Beamt<strong>en</strong>turns. (1954). Hij waarschuwde teg<strong>en</strong> de directe onderschikking<br />

<strong>van</strong> de bureaucratie aan de naoorlogse democratische partij<strong>en</strong><strong>staat</strong> <strong>van</strong> Bonn <strong>en</strong> adviseerde om de oude status <strong>van</strong> ambt<strong>en</strong> als<br />

<strong>recht</strong>lich fxi<strong>en</strong>e off<strong>en</strong>tliche Auftrage in ere te houd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te Nederlandse publikatie over dit thema, doch hier vooral <strong>van</strong>uit<br />

de achtergrond <strong>van</strong> de persoonlijke vrijheid <strong>van</strong> ambtsdragers om verzet aan te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedragslijn die <strong>van</strong>uit<br />

hun positie wordt verlangd (de verheffing <strong>van</strong> de 'klokkeluider'), versche<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> M. Bov<strong>en</strong>s. Veranwoordelijkheid <strong>en</strong><br />

Organisatie, 1990.<br />

OM RECHT EN STAAT


Ook in de wetgev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> beleidvorm<strong>en</strong>de activiteit zelf is de eig<strong>en</strong> functie<br />

<strong>van</strong> het <strong>recht</strong> nog altijd krachtig georganiseerd, maar hier kost het<br />

veel meer moeite om de waard<strong>en</strong>dim<strong>en</strong>sie <strong>van</strong> gevormde <strong>recht</strong>sbeginsel<strong>en</strong><br />

als structurer<strong>en</strong>d principe te behoud<strong>en</strong> onder de aanhoud<strong>en</strong>de stroom <strong>van</strong><br />

operationele beleidsvraagstukk<strong>en</strong>. Bim<strong>en</strong> de ambtelijke context wordt<br />

deze betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> vaak weer wat beter bewaakt (bijv. via de<br />

departem<strong>en</strong>tale afdeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> wetgeving) dan in de politieke strata. Ook<br />

het oude legaliteitsbeginsel is in formele zin nog altijd onverkort <strong>van</strong><br />

kracht. Het overheidsoptred<strong>en</strong> berust volledig op de wet of 'op voet' <strong>van</strong> de<br />

wet, ook a1 is dit beginsel door veelvuldige delegatie aanzi<strong>en</strong>lijk opgerekt.<br />

Echter, het initiatief <strong>van</strong> wet- <strong>en</strong> regelgeving ligt bij de politiek gehonoreerde<br />

problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> aspiraties, die zich met grote kracht aandi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hun eis<strong>en</strong> aan het <strong>recht</strong> oplegg<strong>en</strong>. Zolang de politieke besluitnemers zich<br />

er maar <strong>van</strong> vergewiss<strong>en</strong> dat zij 'zorgvuldig de procedures in acht nem<strong>en</strong>'<br />

- om het maar e<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> aan de macht eig<strong>en</strong> cynisme uit te drukk<strong>en</strong> -<br />

word<strong>en</strong> hun ambities nauwelijks door de vereiste <strong>recht</strong>- <strong>en</strong> wetmatigheid<br />

ingetoomd. <strong>Om</strong>gekeerd, is het veeleer zo, dat de eis <strong>van</strong> wetmatigheid<br />

wordt gebruikt om aan de sturingsambities kracht <strong>van</strong> uitvoering te<br />

gev<strong>en</strong>.<br />

In grote lijn<strong>en</strong> neemt het <strong>recht</strong> in de moderne beleidsprodukties niet meer<br />

zijn vroegere functie waar om het politieke bedrijf aan gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te bind<strong>en</strong>.<br />

Wat betreR de <strong>recht</strong>vaardiging <strong>van</strong> de politieke macht ligg<strong>en</strong> de belangrijkste<br />

formele marges <strong>van</strong> de democratische <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> teg<strong>en</strong>woordig in<br />

de uitkomst <strong>van</strong> de politieke concurr<strong>en</strong>tiestrijd. Dat daarnaast de politieke<br />

keuzeruimte nog wordt ingesnoerd door tal <strong>van</strong> feitelijke begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong><br />

(zoals de invloed <strong>van</strong> belang<strong>en</strong>organisaties, of de dwang der omstandighed<strong>en</strong><br />

die bepaalde beslissing<strong>en</strong> min of meer onontkomelijk maakt),<br />

doet niet af aan het prevaler<strong>en</strong> <strong>van</strong> het beginsel <strong>van</strong> politieke zelflegitimatie.<br />

Spiegeling <strong>van</strong> actuele ontwikkeling<strong>en</strong> aan g<strong>en</strong>ormeerde verhouding<strong>en</strong><br />

die in de context <strong>van</strong> het verled<strong>en</strong> meer algeme<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>gt<br />

altijd nieuwe dim<strong>en</strong>sies aan het licht, maar de klok kan - ondanks het<br />

dring<strong>en</strong>d verzoek <strong>van</strong> Hayek <strong>en</strong> zijn geestverwant<strong>en</strong> - niet word<strong>en</strong> teruggezet.<br />

Als het <strong>recht</strong> zich, gebiologeerd door de oorspronkelijke algem<strong>en</strong>e<br />

<strong>recht</strong>sprincipes, zou afzonder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de moderne 'geconstrueerde' wereld<br />

(de zo door Hayek g<strong>en</strong>oemde <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t op afstand gehoud<strong>en</strong> 'taxis'),<br />

zou het spoedig in het mausoleum <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vroeger tijdperk kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

bijgezet. Het <strong>recht</strong>sflosofische werk <strong>van</strong> Hayek heeft - als teg<strong>en</strong>wicht<br />

teg<strong>en</strong> de almaar uitdij<strong>en</strong>de directe uitwisseling <strong>van</strong> macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong> in de<br />

democratische <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> - e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eerste fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gelegd voor<br />

e<strong>en</strong> nieuw oplev<strong>en</strong>d <strong>recht</strong>smoralisme (zie hfdst. 3). Als zodanig biedt het<br />

e<strong>en</strong> stevig <strong>en</strong> principieel houvast. Dit laat echter onverlet dat het <strong>recht</strong> -<br />

anders dan het polariser<strong>en</strong>de terugverlang<strong>en</strong> <strong>van</strong> Hayek - e<strong>en</strong> nieuwe<br />

balans zal moet<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de duurzaamheid <strong>van</strong> principes <strong>en</strong> het<br />

fluctuer<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bijzondere doeleind<strong>en</strong> in zijn <strong>recht</strong>sregels.<br />

Zie hier het lastige dilemma waarin de democratische <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> zich<br />

teg<strong>en</strong>woordig bevindt. Aan de <strong>en</strong>e kant moet het moderne <strong>staat</strong>sbestuur<br />

resporis bied<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onophoudelijke stroom <strong>van</strong> politieke aansprak<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moet het zich ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s instell<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de reeks <strong>van</strong> min of<br />

meer onontkoombare 'Sachzwange'; de aansprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdaging<strong>en</strong> die elk<br />

afzonderlijk weliswaar welov<strong>en</strong>vog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgepakt, maar in hun<br />

sam<strong>en</strong>hang tot betrekkelijk amorfe beleidsstelsels pleg<strong>en</strong> uit te groei<strong>en</strong>.<br />

Aan de andere kant moet de in het <strong>recht</strong> vervatte politieke sturing aan de<br />

vlott<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> onbestemdheid <strong>van</strong> de politieke invoerrelaties zelf voldo<strong>en</strong>de<br />

gezag ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, om zich met de autoriteit <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

tooi<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


Met name hetpubliek<strong>recht</strong> bevindt zich in de vuurlinie. Oueruraagd op<br />

het niveau <strong>van</strong> de doelrationaliteit heeft het - mede door zijn uormvereist<strong>en</strong><br />

- moeite om de beoogde praktische resultat<strong>en</strong> op efici<strong>en</strong>te wijze<br />

te verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>: als 'medium' <strong>staat</strong> het publiek<strong>recht</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

mate bloot aan de kritiek <strong>van</strong> de pragmatische toets. Aangesprok<strong>en</strong> op<br />

zijn autoriteit - het niveau <strong>van</strong> de waard<strong>en</strong>rationaliteit - heeft het<br />

publiek<strong>recht</strong> moeite om de best<strong>en</strong>digheid <strong>van</strong> zijn principes te onderhoud<strong>en</strong>.<br />

Zo heeft het ook als morele institutie aan overtuigingskracht<br />

ingeboet.<br />

Zo gezi<strong>en</strong> - de polarisatie is met opzet wat aangezet - <strong>staat</strong> het publiek<strong>recht</strong><br />

<strong>van</strong> twee kant<strong>en</strong> onder druk. Overhell<strong>en</strong> naar de <strong>en</strong>e dim<strong>en</strong>sie<br />

pleegt dan a1 gauw aan de andere tekort te do<strong>en</strong>. Niettemin zull<strong>en</strong> onder<br />

sterk gewijzigde omstandighed<strong>en</strong> steeds nieuwe weg<strong>en</strong> gezocht moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, die aan de twee verschill<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sies in onderlinge wisselwerking<br />

<strong>recht</strong> kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

De actuele omstandighed<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> di<strong>en</strong> aard dat de inher<strong>en</strong>te spanning<br />

tuss<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde structuurelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de moderne <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

weer lijkt toe te nem<strong>en</strong>. Weliswaar heeft gedur<strong>en</strong>de de laatste jar<strong>en</strong><br />

de democratisch bemiddelde 'rise of expectations' plaatsgemaakt voor e<strong>en</strong><br />

zekere tempering <strong>en</strong> ne<strong>en</strong>vaartse ombuiging <strong>van</strong> het volume <strong>van</strong> de sturingsambities,<br />

maar hierdoor wordt niet <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d bewerkstelligd<br />

dat de overheid meer praktische resultat<strong>en</strong> boekt met haar doelgerichte<br />

interv<strong>en</strong>ties dan we1 dat de autoriteit waarop haar optred<strong>en</strong> rust, principieler<br />

wordt gegrond. Herord<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> beleidssystem<strong>en</strong> (bijv. door overdracht<br />

<strong>van</strong> beleidstak<strong>en</strong>) vergt juist e<strong>en</strong> versterking <strong>van</strong> de principiele<br />

grondslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> scherpere normering <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>sverkeer.<br />

De rec<strong>en</strong>te neiging naar e<strong>en</strong> regressieve beleidsontwikkeling volgt echter<br />

in m<strong>en</strong>ig opzicht hetzelfde patroon als het stapsgewijze uitbreidingsproces<br />

in de daaraan voorafgaande periode. E<strong>en</strong> niet onbetek<strong>en</strong><strong>en</strong>de factor is<br />

hierbij dat de georganiseerde belang<strong>en</strong>, die de overheid gedur<strong>en</strong>de haar<br />

periode <strong>van</strong> expansie binn<strong>en</strong> de circuits <strong>van</strong> besluitvorming heeft getrokk<strong>en</strong>,<br />

nu ook in het proces <strong>van</strong> herori<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> herord<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> krachtige<br />

invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, waardoor process<strong>en</strong> <strong>van</strong> fundam<strong>en</strong>tele herbezinning<br />

vaak in compromisrijke onderhandelingsresultat<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> uit te mond<strong>en</strong>.<br />

Zo blijkt de behoefte aan e<strong>en</strong> scherpere normering <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sverhouding<strong>en</strong>,<br />

die juist door de terugtred <strong>van</strong> de stur<strong>en</strong>de overheid wordt opgeroep<strong>en</strong>,<br />

vaak moeilijk gerealiseerd te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Ondertuss<strong>en</strong> neemt de<br />

druk op het bestuur <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de kant<strong>en</strong> toe. Zo verlangt de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

pluraliteit <strong>van</strong> de sam<strong>en</strong>leving (weliswaar niet exclusief, maar<br />

zeker 06k) <strong>van</strong> <strong>staat</strong>swege e<strong>en</strong> sterkere integrer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> gezaghebb<strong>en</strong>de<br />

rol. En zo noopt bijvoorbeeld ook de op<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> op economisch<br />

<strong>en</strong> maatschappelijk gebied tot e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>der <strong>en</strong> snellere aanpassing<br />

<strong>van</strong> de traditionele beleidsstelsels. De actuele omstandighed<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het<br />

dilemma waarvoor de moderne <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> is geplaatst, eerder verscherp<strong>en</strong><br />

dan verzacht<strong>en</strong> 4.<br />

6.1.2 De opzet <strong>van</strong> het hoofdstuk<br />

In dit hoofdstuk onderzoek<strong>en</strong> we de spanning tuss<strong>en</strong> politieke macht <strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong> onder de huidige omstandighed<strong>en</strong>. Hiertoe zull<strong>en</strong> we in eerste<br />

instantie de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> empirische bevinding<strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>, die <strong>van</strong>uit<br />

de invalshoek <strong>van</strong> de pragmatische kritiek naar vor<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gebracht. Van die zijde wordt bepleit om de ori<strong>en</strong>tatie op doel- <strong>en</strong> resultaatgericht<br />

managem<strong>en</strong>t nog veel consequ<strong>en</strong>ter door te zett<strong>en</strong>, althans<br />

41<br />

Zie de Rapportage <strong>van</strong> de Secretariss<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal, De Orgonisotie <strong>en</strong> Reikwijdte <strong>van</strong> de Rijksdi<strong>en</strong>st. 1993, blz. 13.<br />

OM RECHT EN STAAT


voorzover het de produktieve beleidsfuncties betreft (bij vraagstukk<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> algem<strong>en</strong>e <strong>recht</strong>sbescherming ligt dit wat anders). Vanuit deze invalshoek<br />

wordt gepleit voor e<strong>en</strong> redressering <strong>van</strong> dergelijke activiteit<strong>en</strong> naar<br />

de particuliere sector; voorzover dit niet mogelijk is, verschuift de aandacht<br />

naar mogelijkhed<strong>en</strong> om meer marktmechanism<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

publieke sector te introducer<strong>en</strong>. Meer in algem<strong>en</strong>e zin word<strong>en</strong> het bestuur<br />

<strong>en</strong> het <strong>recht</strong> aangesprok<strong>en</strong> op praktische resultat<strong>en</strong>. Het <strong>recht</strong> mag zich<br />

dan we1 hebb<strong>en</strong> geschikt naar de eis<strong>en</strong> <strong>van</strong> de moderne tijd, zo wordt <strong>van</strong>uit<br />

deze invalshoek b<strong>en</strong>adrukt, maar het sleept als residu <strong>van</strong> e<strong>en</strong> positie<br />

die het inmiddels heeft verlor<strong>en</strong>, nog e<strong>en</strong> karrevracht procedures achter<br />

zich aan die e<strong>en</strong> effici<strong>en</strong>te allocatie <strong>van</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod lijk<strong>en</strong> te bemoeilijk<strong>en</strong>.<br />

Het overheers<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> deze categorie <strong>van</strong> praktische<br />

aandachtspunt<strong>en</strong> is de behoefte aan e<strong>en</strong> directere uitwisseling <strong>van</strong> belang<strong>en</strong><br />

ter optimalisering <strong>van</strong> doelgerichte betrekking<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>over de hierarchische<br />

<strong>en</strong> uniforme wetmatigheid <strong>van</strong> het bestuur wordt in deze aandachtspunt<strong>en</strong><br />

de behoefte v<strong>en</strong>voord aan e<strong>en</strong> grotere bestuurlijke<br />

responsiviteit. In paragraaf 6.2 zull<strong>en</strong> we deze positie nader onderzoek<strong>en</strong><br />

aan de hand <strong>van</strong> inzicht<strong>en</strong> uit de <strong>recht</strong>ssociologie <strong>en</strong> de empirische so&<br />

logie (Selznick, Nonet, Bardach and Kagan, Frug, Handler, <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>).<br />

Vanuit de andere pool - de kritiek <strong>van</strong>uit het gezichtspunt <strong>van</strong> de nieuwe<br />

<strong>recht</strong>smoraliteit - di<strong>en</strong>t de verdergaande horizontalisering <strong>van</strong> macht <strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong> eerder als negatief refer<strong>en</strong>tiepunt <strong>en</strong> wordt bepleit om nieuwe - op<br />

de moderne periode toegesned<strong>en</strong> - legitimer<strong>en</strong>de 'filters' aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Niet de hierarchie <strong>van</strong> het publiek<strong>recht</strong> geldt hier als probleem, maar de<br />

ongeremde op<strong>en</strong>stelling er<strong>van</strong> voor politieke nutsbepaling die langs deze<br />

weg zonder extra <strong>recht</strong>vaardiging nag<strong>en</strong>oeg elke maatschappelijke sfeer<br />

kan binn<strong>en</strong>dring<strong>en</strong>. De politiek, het <strong>recht</strong> <strong>en</strong> andere maatschappelijke<br />

kring<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zichzelf wat meer moet<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de allesdoordring<strong>en</strong>de<br />

maatschappelijke permissiviteit. Zoud<strong>en</strong> deze <strong>en</strong> andere maatschappelijke<br />

domein<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld ook de wet<strong>en</strong>schap 5, zich niet<br />

als relatief autonome kring<strong>en</strong> wat meer in de eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit moet<strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> met dit oogmerk juist meer barri6res aan hun gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

opwerp<strong>en</strong>? Deze vrag<strong>en</strong> zijn vooral ond<strong>en</strong>verp <strong>van</strong> discussie in de Duitse<br />

<strong>recht</strong>ssociologie <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> aan de hand hier<strong>van</strong> nader geanalyseerd word<strong>en</strong><br />

in paragraaf 6.3 (Luhmann, Teubner, Habermas).<br />

T<strong>en</strong> slotte zull<strong>en</strong> we moet<strong>en</strong> nagaan of niet beide categorie<strong>en</strong> <strong>van</strong> aandachtspunt<strong>en</strong><br />

constructieve elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>, die <strong>van</strong>uit verschill<strong>en</strong>de<br />

pol<strong>en</strong> tot mogelijke kruisbevruchting kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Bij deze poging tot<br />

recombinatie zull<strong>en</strong> we de waard<strong>en</strong>dim<strong>en</strong>sie <strong>en</strong> de dim<strong>en</strong>sie <strong>van</strong> doelrationaliteit<br />

goed uit elkaar houd<strong>en</strong> omdat de discussie zich anders in ongelijke<br />

ruimt<strong>en</strong> zou voltrekk<strong>en</strong>. Deze balans wordt opgemaakt in paragraaf<br />

6.4. De balans loopt uit op bevinding<strong>en</strong> die over deze vraagstukk<strong>en</strong> in<br />

eig<strong>en</strong> empirisch beleidsonderzoek zijn opgedaan. In de slotparagraaf<br />

(par. 6.5) wordt deze discussie vervolgd <strong>en</strong> in het bijzonder toegespitst op<br />

de b<strong>en</strong>odigde dynamiek langs welke politieke <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> zich<br />

met maatschappelijke betrekking<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>.<br />

6.2 De pragmatische kritiek: het nieuwe verlang<strong>en</strong> naar doelgerichte<br />

reciprociteit<br />

6.2.1 De toets aan praktische resultat<strong>en</strong><br />

De pragmatische kritiek op het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> <strong>en</strong> de<br />

bureaucratie kwam in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> ongeveer ti<strong>en</strong> jaar eerder op<br />

gang dan in de meeste Westeuropese land<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft daar vermoedelijk<br />

5] Zie Luhrnann. Die Wiss<strong>en</strong>schaji der Gesellschaji, 1992.<br />

OM RECHT EN STAAT


ook de hoogste int<strong>en</strong>siteit bereikt. Voortgestuwd door e<strong>en</strong> actieve maatschappelijke<br />

teg<strong>en</strong>beweging (met als opvall<strong>en</strong>d boegbeeld de 'revolutie<br />

<strong>van</strong> de belastingbetalers' na het Jarvis-am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t in Californie 1978)<br />

heeft het sc<strong>en</strong>ario <strong>van</strong> de overheidskritiek daar gedur<strong>en</strong>de vijfti<strong>en</strong> jaar<br />

kunn<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> 6. Het praktische comm<strong>en</strong>taar op het doelmatig functioner<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar bestuur omvat e<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de reeks <strong>van</strong><br />

economische, organisatiekundige <strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> diagnoses <strong>en</strong> bijbehe<br />

r<strong>en</strong>de remedies, die in dit klimaat e<strong>en</strong> goede kans hadd<strong>en</strong> om in de praktijk<br />

te word<strong>en</strong> toegepast.<br />

De radicale variant <strong>van</strong> deze remedies - de onvoonvaardelijke substitutie<br />

<strong>van</strong> zowel publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong> als de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> overheidstak<strong>en</strong><br />

door de particuliere sector - werd <strong>van</strong> meet af aan uitgeprobeerd,<br />

t<strong>en</strong> dele met resultaat, maar bleek ook sneller op politieke <strong>en</strong> institutionele<br />

marges te stuit<strong>en</strong> dan in theorie was voorspeld. Voor veel<br />

publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidstak<strong>en</strong> geldt dat de overheid<br />

deze niet had opgepakt, indi<strong>en</strong> zij reeds naar behor<strong>en</strong> door de particuliere<br />

sector war<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de theoretische schema's over<br />

welke verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidstak<strong>en</strong> aan de overheid toevall<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> welke aan de particuliere sector, doorkruist door de eig<strong>en</strong> werking <strong>van</strong><br />

de politieke rationaliteit. De perman<strong>en</strong>te dynamiek tuss<strong>en</strong> maatschappelijke<br />

<strong>en</strong> politieke verhouding<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong><br />

publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidstak<strong>en</strong>, die niet tot pure schema's<br />

herleid kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Voor de radicale 'free-to-choose econom<strong>en</strong>'<br />

liep<strong>en</strong> de beloft<strong>en</strong> <strong>van</strong> Reagan reeds in di<strong>en</strong>s eerste regeerperiode uit op<br />

e<strong>en</strong> deceptie 7.<br />

Het zwaartepunt <strong>van</strong> de organisatiekundige analyses verschoof dan ook<br />

in de omgekeerde richting naar de introductie <strong>van</strong> 'market-type mechanisms'<br />

binn<strong>en</strong> de publieke sector, alsmede naar nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong><br />

voor coordinatie <strong>van</strong> sociale <strong>en</strong> economische activiteit<strong>en</strong>. Hierbij werd<br />

veelal e<strong>en</strong> onderscheid aangebracht tuss<strong>en</strong> publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de overheid <strong>en</strong> de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> publieke tak<strong>en</strong> op afstand <strong>van</strong><br />

de overheid. Het is dan ook e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d gegev<strong>en</strong> dat de vele handboek<strong>en</strong><br />

over privatisering, waarmee de organisatiekundige literatuur inzake<br />

de publieke sector de laatste ti<strong>en</strong> jaar is verrijkt, niet zozeer de receptuur<br />

<strong>van</strong> de marktwerking in beeld br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, als we1 de diverse manier<strong>en</strong><br />

waarop de werking <strong>van</strong> de uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de deelmarkt<strong>en</strong> gecoordineerd kan<br />

word<strong>en</strong> met het oog op de particuliere uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> bepaalde door de<br />

overheid omlijnde tak<strong>en</strong> 8. Doordat de vroegere e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> beleidsbepaling<br />

<strong>en</strong> beleidsuitvoering (door de overheid) wordt doorgesned<strong>en</strong>, ont<strong>staat</strong><br />

de behoefte om de beheersing <strong>van</strong> de door de overheid omlijnde tak<strong>en</strong> op<br />

nieuwe, meer gedistantieerde wijze te regel<strong>en</strong>.<br />

Naast haar rol als marktord<strong>en</strong>aar - of in sam<strong>en</strong>hang met deze klassieke<br />

functie - legt de overheid dan resultaatgerichte condities op <strong>en</strong> zij verle<strong>en</strong>t<br />

61 In e<strong>en</strong> breed longitudinaal onderzoek steld<strong>en</strong> Lipset <strong>en</strong> Schneider vast dat het maatschappelijk vertrouw<strong>en</strong> in de effect<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

overheidsregulering in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> '70 sterk begon af te nem<strong>en</strong> (vijf tot ti<strong>en</strong> jaar voor het<br />

begin <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vergelijkbare omslag in Europa). Mogelijk heeft hierbij e<strong>en</strong> rol gespeeld het wat grotere culturele ongeduld in de<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de a-typische verheffmg <strong>van</strong> de actieve <strong>staat</strong> in de Great Society <strong>van</strong> Johnson. Zie S.M. Lipset and<br />

W. Schneider. The Confid<strong>en</strong>ce Gap. 1983. blz. 228 e.v.<br />

7 E<strong>en</strong> zeer lez<strong>en</strong>~waardi~ <strong>en</strong> persoonlijk gekleurd verslag <strong>van</strong> deze grimmige politieke orde geeft D.A. Stockman. The Triumph of<br />

Politics, 1986.<br />

81 ZO bevat het bek<strong>en</strong>de standaardwerk inzake privatisering <strong>van</strong> Savas tal <strong>van</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor gerichte marktcoordinatie <strong>van</strong><br />

activiteit<strong>en</strong> waar<strong>van</strong> de uitvoering door de overheid naar particuliere of semi-particuliere instanties wordt overgeheveld.<br />

Welbeschouwd is dit handboek inzake privatisering e<strong>en</strong> handboek over overheidsinterv<strong>en</strong>ties, die op nieuwe leest word<strong>en</strong><br />

geschoeid. Zie (vooral ook de veelzegg<strong>en</strong>de ondertitel) E.S. Savas. Privatization: The Key To Better Governm<strong>en</strong>t, 1988. Zie voor<br />

e<strong>en</strong> internationaal vergeliik<strong>en</strong>d overzicht OECD, Managing with Market-type Mechanisms. 1993.<br />

OM RECHT EN STAAT


onder bepaalde voonvaard<strong>en</strong> concessies aan autonome instanties voor de<br />

uitvoering, waar zij voorhe<strong>en</strong> de uitvoering <strong>van</strong> de politieke programma's<br />

uit eig<strong>en</strong> hand trachtte te realiser<strong>en</strong>. Op uitvoeringsniveau word<strong>en</strong> langs<br />

deze weg veel <strong>van</strong> de procedurele fixaties vermed<strong>en</strong>, die het publiek<strong>recht</strong><br />

als ineffici<strong>en</strong>t medium voor de v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met<br />

zich meebr<strong>en</strong>gt; bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ontstaan op dit niveau meer mogelijkhed<strong>en</strong><br />

voor economisering <strong>en</strong> dynamisering <strong>van</strong> de produktie <strong>van</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Toch is deze vorm <strong>van</strong> 'politieke beheersing op afstand' ge<strong>en</strong> sinecure. Zij<br />

dwingt tot e<strong>en</strong> verscherping <strong>van</strong> marktord<strong>en</strong>ing, alsmede tot nauwkeurige<br />

afbak<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> publiek<strong>recht</strong>elijke voonvaard<strong>en</strong>. Vaak treft m<strong>en</strong> deelmarkt<strong>en</strong><br />

waar de controle door de markt op zijn minst onvolledig is. Dit<br />

probleem doet zich bij uitstek voor bij de zogehet<strong>en</strong> 'legal monopolies' die<br />

door concessies word<strong>en</strong> verstrekt. Soms betreft het activiteit<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong><br />

bepaald schaalniveau welhaast monopolistisch moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d<br />

9. Het ord<strong>en</strong>ingsdeficiet <strong>van</strong>wege het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> concurr<strong>en</strong>tie is<br />

bij wettelijke monopolies niet altijd e<strong>en</strong>voudig op te loss<strong>en</strong>. Ook in<br />

Nederland zijn zulke problem<strong>en</strong> zeer herk<strong>en</strong>baar. Vanwege de traditionee1<br />

uitgebreide 'intermediaire sector' geldt hier als bijzonderheid het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> exclusieve verantwoordelijkhed<strong>en</strong> aan intermediaire instanties,<br />

die noch door de markt noch door de overheid gecontroleerd pleg<strong>en</strong><br />

te word<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s kan de ord<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> deze sector nog op veel plaats<strong>en</strong><br />

aan ordepolitieke scherpte winn<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> laatste veel voorkom<strong>en</strong>de<br />

complicatie betreft het zogehet<strong>en</strong> 'dubbele cli<strong>en</strong>t<strong>en</strong> probleem'. Bij de uitr<br />

plaatsing <strong>van</strong> taakuitoef<strong>en</strong>ing draagt de overheid e<strong>en</strong> verantwoordelijkheid<br />

niet alle<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de uitvoerders maar ook jeg<strong>en</strong>s de burgers <strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> specifiekere rol de eindgebruikers. Nog 10s <strong>van</strong> het mogelijke doelspecifieke<br />

belang <strong>van</strong> de overheid, moet<strong>en</strong> dan verschill<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>ormeerde<br />

relatiesystem<strong>en</strong> in onderlinge aansluiting word<strong>en</strong> gebracht. Dit compliceert<br />

bijvoorbeeld de inrichting <strong>van</strong> beleidsstelsels in de gezondheidszorg<br />

in hoge mate.<br />

T<strong>en</strong>slotte heeft de overheid, die de uitvoering op afstand plaatst, vaak<br />

moeite om de doelspecifieke voonvaard<strong>en</strong> scherp te definier<strong>en</strong>. Het komt<br />

nogal " e<strong>en</strong>s voor dat de ~olitieke standaard<strong>en</strong> voor het eerst moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

vastgesteld, als e<strong>en</strong>maal tot privatisering wordt beslot<strong>en</strong>! K<strong>en</strong>nelijk<br />

noopt privatisering tot e<strong>en</strong> grotere precisie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de formulering<br />

<strong>van</strong> de politieke beleidslijn, maar dit neemt niet weg dat de meeste<br />

kwaliteitsstandaard<strong>en</strong> <strong>van</strong> publieke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> naar hun aard doorgaans<br />

t<strong>en</strong>minste voor e<strong>en</strong> deel e<strong>en</strong> onbestemd karakter zull<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong><br />

10.<br />

Aldus t<strong>en</strong>der<strong>en</strong> de vele praktische recept<strong>en</strong> voor de directe inschakeling<br />

<strong>van</strong> het particulier belang bij de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> door de overheid<br />

omlijnde tak<strong>en</strong> we1 tot e<strong>en</strong> terugtred <strong>van</strong> de overheid met betrekking tot<br />

de uitvoering <strong>van</strong> beleidstak<strong>en</strong> maar ook tot e<strong>en</strong> verscherping <strong>van</strong> de aan-<br />

91<br />

Zie W.G.M. Salet, E<strong>en</strong> dynomische orde, 1992, blz. 187- 199.<br />

lo] E<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de studie over de toerek<strong>en</strong>ingsproblem<strong>en</strong> <strong>van</strong> publieke taakuitoef<strong>en</strong>ing door 'organisaties op afstand' op basis <strong>van</strong><br />

empirisch onderzoek in verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> dateert reeds <strong>van</strong> 1979: 1. Sharkansky. Whither the State?. Sharkansky concludeerde<br />

dat het gedrag <strong>van</strong> verzelfstandigde organisaties weliswaar op bepaalde outputnorm<strong>en</strong> gecontroleerd kan word<strong>en</strong>, maar<br />

dat zich in de dagelijkse praktijk juist buit<strong>en</strong> die geformaliseerde toezichtsverhouding veel onb<strong>en</strong>oemde <strong>en</strong> op voorhand onbek<strong>en</strong>de<br />

beleidsdilemma's met e<strong>en</strong> politiek karakter aftek<strong>en</strong><strong>en</strong>, die bij zelfstandige organisaties e<strong>en</strong> andere, meer marktbepaalde<br />

invulling krijg<strong>en</strong>. Zo bespeurde hij bij geprivatiseerde infrastructurele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> omslag <strong>van</strong> lange termijn investering<strong>en</strong><br />

naar investering<strong>en</strong>, die op korte termijn r<strong>en</strong>der<strong>en</strong>. Uitvoering op afstand leidt weliswaar tot e<strong>en</strong> scherpere externe controle<br />

op nauwkeurig omschrev<strong>en</strong> relaties, maar ook tot onbedoelde uitkomst<strong>en</strong> voor aspect<strong>en</strong> die daarbuit<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Zie ook<br />

Ph. Selznick. The Moral Commonwealth. 1992, blz. 343 e.v.<br />

OM RECHT EN STAAT


dacht voor de publieke randvoonvaard<strong>en</strong> terzake ll. De problem<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

doelmatigheid <strong>en</strong> effectiviteit verschuiv<strong>en</strong> dan t<strong>en</strong>minste voor e<strong>en</strong> deel<br />

naar e<strong>en</strong> ander vlak. De scheiding <strong>van</strong> 'governance' <strong>en</strong> 'managem<strong>en</strong>t'<br />

trekt e<strong>en</strong> steeds zwaardere wissel op het vermog<strong>en</strong> tot governance<br />

(Selznick 12). M<strong>en</strong> moet hierbij in aanmerking nem<strong>en</strong> dat inmiddels ook<br />

de conditioner<strong>en</strong>de interv<strong>en</strong>ties e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke expansie hebb<strong>en</strong> ondergaan<br />

(maatregel<strong>en</strong> ter activering <strong>van</strong> het prijsmechanisme, of <strong>van</strong> aansprakelijkheid,<br />

de gedetailleerde uitwerking<strong>en</strong> <strong>van</strong> concessievoonvaard<strong>en</strong>;<br />

voonvaard<strong>en</strong> voor rnilieubescherming, of arbeidsvoonvaard<strong>en</strong>, de<br />

uitbreiding <strong>van</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>- <strong>en</strong> werknemers<strong>recht</strong><strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort). De conditionering<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke zelfregulering is zelf uitgegroeid tot e<strong>en</strong><br />

flinke industrie.<br />

Ook t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> deze voonvaard<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>de taak<br />

ondervindt het bestuur kritiek <strong>van</strong>uit sommige pragmatische richting<strong>en</strong>.<br />

Het zuivere model <strong>van</strong> 'controle op afstand' - de conditionering <strong>van</strong> buit<strong>en</strong>af<br />

- veronderstelt e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdige verhouding tuss<strong>en</strong> beleidsbepaling <strong>en</strong><br />

de uitvoering, het zou onvoldo<strong>en</strong>de aansluit<strong>en</strong> op de praktische uitvoeringsmodaliteit<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het zou ge<strong>en</strong> gelijke tred wet<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> met de<br />

dynamiek die omtr<strong>en</strong>t de uitvoering pleegt te ontstaan. De kritiek richt<br />

zich ook in dit verband met nadruk op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> 'rule of law' <strong>en</strong><br />

'bureaucratie'. Typer<strong>en</strong>d voor de <strong>recht</strong>sstatelijke vereist<strong>en</strong> is dat de<br />

publiek<strong>recht</strong>elijke voonvaard<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s beginsel<strong>en</strong> <strong>van</strong> wetmatigheid <strong>en</strong><br />

gelijkheid aan de marktpartij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelegd. De afstandelijke verhouding<br />

tuss<strong>en</strong> beleidscondities <strong>en</strong> beleidsuitvoering wordt in beginsel op<br />

uniforme wijze gejuridificeerd <strong>van</strong>wege het vereiste <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sgelijkheid.<br />

Overig<strong>en</strong>s is dit beginsel - zeker in Nederland - opgerekt, de behoefte aan<br />

beleidsmatige flexibiliteit <strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> is vooral langs de<br />

weg <strong>van</strong> op<strong>en</strong> delegatiebepaling<strong>en</strong> gezocht. Zo is via gelede normstelling<br />

meer rekkelijkheid in ons bestel gebracht dan de precisie <strong>van</strong> het gelijkheidsbeginsel<br />

in principe verlangt. Ook in de bureaucratische organisatie<br />

is onder de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de beleidsdruk langzamerhand e<strong>en</strong> grote discretie<br />

naire ruimte ontstaan. De keerzijde <strong>van</strong> de in beginsel afstandelijke <strong>en</strong> in<br />

ess<strong>en</strong>tie hierarchisch geformaliseerde verhouding is dat de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

voor horizontale interacties tuss<strong>en</strong> bestuurders <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

bemoeilijkt. Het k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> de geformaliseerde externe verantwoording<br />

<strong>staat</strong> teg<strong>en</strong>over het pragmatische <strong>en</strong> oplossingsgerichte verlang<strong>en</strong> naar<br />

dialoog <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> principals <strong>en</strong> ag<strong>en</strong>ts.<br />

6.2.2 De pragmatische ori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> Selznick<br />

Selznick heeft zich ontpopt als e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de belangrijke theoretische woordvoerders<br />

<strong>van</strong> deze pragmatische kntiek op de geformaliseerde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> <strong>en</strong> bureaucratie 13. In 'Law and Society in Transition' analyseerde<br />

hij met Nonet de overgang <strong>van</strong> de autonome <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> - met<br />

zijn dogmatische regelmaat <strong>van</strong> wetgeving <strong>en</strong> bureaucratie - naar e<strong>en</strong><br />

responsieve stijl <strong>van</strong> wetgeving <strong>en</strong> administratie. Zij ging<strong>en</strong> niet zover om<br />

het wez<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sdogmatiek <strong>en</strong> bureaucratie als zodanig te betwist<strong>en</strong><br />

- hetge<strong>en</strong> later door e<strong>en</strong> radicalere stroming <strong>van</strong> Harvard jurist<strong>en</strong>, ver<strong>en</strong>igd<br />

in de groep <strong>van</strong> 'critical legal studies', we1 zou gebeur<strong>en</strong> 14 - maar zij<br />

introduceerd<strong>en</strong> het responsieve model als aanvulling op de traditionele<br />

I)] M<strong>en</strong> vergelijke de stroom <strong>van</strong> publikaties inzake 'the public use of private interest' sinds het gelijknamige boek <strong>van</strong><br />

Ch.L. Schulae. Ibid.. 1977.<br />

121<br />

Ph. Selznick. Law, Society and Industrial justice. 1969.<br />

131 Ph. Selznick. Ibid.. (1969). met Nonet (1978); (1992).<br />

141 Zie bijv. G. Frug, die alle kwaliteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bureaucratie als objectieve, onpersoonlijke <strong>recht</strong>sstatelijke institutie trachtte te<br />

deconstruer<strong>en</strong>. G. Frug. The Ideology of lkrrocracy in American Law. 1984, 1277-1388. E<strong>en</strong> kritisch ov<strong>en</strong>icht <strong>van</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

deze 'critical legal studies' in Handler (1990) <strong>en</strong> Teubner (1989).<br />

OM RECHT EN STAAT


dogma's <strong>van</strong> het publiek<strong>recht</strong>. Het c<strong>en</strong>trale argum<strong>en</strong>t is dat het <strong>recht</strong> te<br />

veel op zijn eig<strong>en</strong> integriteit <strong>van</strong> 'regels <strong>en</strong> procedures' was gefkeerd <strong>en</strong> te<br />

weinig op 'overleg, onderhandeling <strong>en</strong> doelgerichte resultat<strong>en</strong>'. Voorts<br />

zoud<strong>en</strong> wetgeving <strong>en</strong> bureaucratie zich veel directer in op<strong>en</strong> communicatie<br />

met betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> op de ontwikkeling <strong>van</strong> doeleind<strong>en</strong> <strong>en</strong> praktische<br />

probleemoplossing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> in plaats <strong>van</strong> zich <strong>van</strong> deze<br />

op<strong>en</strong> eind<strong>en</strong> af te scherm<strong>en</strong>. Nonet <strong>en</strong> Selznick sprek<strong>en</strong> onomwond<strong>en</strong> over<br />

de behoefte aan e<strong>en</strong> sovereignty of purpose 15. Aangewakkerd in e<strong>en</strong><br />

periode waarin de autoriteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> als zodanig ter discussie stond,<br />

is deze responsieve stijl geleidelijk ingeburgerd <strong>en</strong> uitgegroeid tot e<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

dominante k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het bestuurssysteem, dat langs deze weg e<strong>en</strong><br />

overmaat <strong>van</strong> juridificering tracht teg<strong>en</strong> te gaan 16. In het Nederlandse<br />

bestel wordt de discretionaire bestuursruimte a1 geruime tijd afgetast <strong>en</strong><br />

heeft rec<strong>en</strong>telijk de horizontale dim<strong>en</strong>sionering <strong>van</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong><br />

bestuursorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke instanties e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme vlucht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Het model <strong>van</strong> responsiviteit verlangt op<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> doeleind<strong>en</strong>, meer<br />

communicatie <strong>en</strong> institutionele veerkracht <strong>en</strong> in algeme<strong>en</strong> opzicht e<strong>en</strong><br />

sterk vergrote discretionaire ruimte voor zowel de wetgever als het<br />

bestuur <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>erlijke macht 17. Deze oplossing geeft h<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong><br />

meer vrijheid <strong>van</strong> handel<strong>en</strong> maar zij dwingt ook tot e<strong>en</strong> nadere argum<strong>en</strong>tatie<br />

<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> uitwerking <strong>van</strong> de legitimering <strong>van</strong> dit handel<strong>en</strong> aan de<br />

hand <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de doeleind<strong>en</strong>. Anders dan het formele uitr<br />

gangspunt dat e<strong>en</strong> soort bruto <strong>recht</strong>vaardiging lijkt te veronderstell<strong>en</strong> ('to<br />

vote, to shut up and to obey'), houdt legitimering niet op als e<strong>en</strong> wet of<br />

regel e<strong>en</strong>maal is gevestigd, alsof kritische geluid<strong>en</strong> <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> dan<br />

niet meer zijn toegestaan. Selznick omschrijft het kernachtig als volgt:<br />

'The transition is from a blanket certification of the source of authority to<br />

a sustained justification of its use' 18. De klassieke opvatting <strong>van</strong> regelgeving<br />

<strong>en</strong> bureaucratie mag dan superieur zijn in precisie, in stabiliteit, in<br />

string<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> discipline, in betrouwbaarheid, maar strikte toepassing<br />

<strong>van</strong> deze klassieke waard<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> blok aan het be<strong>en</strong> bij het initier<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

probleem- <strong>en</strong> doelgerichte verandering<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>over de traditionele<br />

bureaucratische afbak<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> compet<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over de klassieke<br />

'governance by rules' stelt het responsieve model e<strong>en</strong> flexibel systeem <strong>van</strong><br />

wetgeving <strong>en</strong> beleidsvoering, dat op<strong>en</strong> <strong>staat</strong> voor omgevingskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dat zich op de opportuniteit <strong>van</strong> de situationele logica baseert.<br />

De participant<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> beleidsproces mak<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> afweging<strong>en</strong>, ook<br />

in e<strong>en</strong> formele <strong>en</strong> bureaucratische omgeving zijn zij niet gerangschikt in<br />

e<strong>en</strong> mechanisch regime. Vanuit de pragmatische optiek di<strong>en</strong>t ruimte<br />

gecreeerd te word<strong>en</strong> voor groei <strong>van</strong> verantwoordelijkheid <strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af.<br />

Teg<strong>en</strong>over de moraliteit <strong>van</strong> de restricties (de gedragsvoorschrift<strong>en</strong>, overgebracht<br />

door neutrale functionariss<strong>en</strong> die <strong>van</strong> eig<strong>en</strong> initiatief verstok<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>) wordt e<strong>en</strong> moraliteit <strong>van</strong> cooperatie geplaatst volg<strong>en</strong>s<br />

welke wederzijdse accommodatie tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong> wordt<br />

aangemoedigd <strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer directe afweging <strong>van</strong> last<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> wordt<br />

mogelijk gemaakt. Wetgeving op deze basis kan wellicht uitgroei<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong> duurzaam bestel, maar veel garanties geeft deze werkwijze niet <strong>en</strong><br />

'51 Ph. Nonet and Ph. Selznick. Ibid.. 1978, blz. 80.<br />

'61 De overbelasting <strong>van</strong> de formele hierarchische kanal<strong>en</strong> <strong>van</strong> besluitvorming <strong>en</strong> <strong>recht</strong>spraak heeft er rnede toe geleid dat veel<br />

conflict<strong>en</strong> uit het circuit <strong>van</strong> juridische afhandeling word<strong>en</strong> teruggeduwd naar informele oplossing<strong>en</strong>. lllustratief is in dit ver-<br />

band de analyse <strong>van</strong> de sociale 'geschill<strong>en</strong>piramide'. waar<strong>van</strong> slecha het bov<strong>en</strong>ste topje het formeel juridische niveau bereikt.<br />

Zie M. Galanter. Landscape of Disputes. 1983.<br />

171 E<strong>en</strong> goed ov<strong>en</strong>icht <strong>van</strong> pro-argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> zulke 'loose laws' geeft R.E. Goodin, Public Theory and Public Policy, 1982.<br />

blz. 59-72.<br />

In] Ph. Selznick, lbid.. 1992, blz. 273.<br />

OM RECHT EN STAAT


het wordt zeker niet op voorhand afgedwong<strong>en</strong>. Veeleer is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

hier-<strong>en</strong>-nu gerichtheid. We1 claimt deze b<strong>en</strong>aderingswijze dat de basis<br />

<strong>van</strong> cooperatie tot e<strong>en</strong> grotere effectiviteit <strong>van</strong> beleid voert dan de formele<br />

toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing op afstand, doordat het steunt op directe reciprociteit.<br />

Ook volg<strong>en</strong>s speltheoretische inzicht<strong>en</strong> zou sam<strong>en</strong>werking tot duurzame<br />

naleving <strong>van</strong> regels kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, als er t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> continue<br />

basis voor deze directe wisselwerking be<strong>staat</strong>. Hiermee wordt bedoeld dat<br />

de kans op onderlinge verstandhouding <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking to<strong>en</strong>eemt, als<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> of organisaties (of bijv. stat<strong>en</strong> in hun onderlinge betrekking<strong>en</strong>)<br />

wet<strong>en</strong> dat zij in de toekomst weer met elkaar te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />

Axelrod zou dit k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> continuiteit zelfs bepal<strong>en</strong>der zijn voor de<br />

kans op sam<strong>en</strong>werking dan de mate waarin met elkaar e<strong>en</strong>s is 19.<br />

De bov<strong>en</strong>staande theoretische d<strong>en</strong>ktrant is in tal <strong>van</strong> empirische onderzoeking<strong>en</strong><br />

beproefd 20. E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de meest gedocum<strong>en</strong>teerde studies betreft<br />

het onderzoek onder leiding <strong>van</strong> Bardach and Kagan gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong><br />

periode <strong>van</strong> zes jaar naar het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de inspectiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

de Amerikaanse administratie (milieu, volksgezondheid, arbeidsvoonvaard<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> dergelijke) 21. Bardach <strong>en</strong> Kagan conc<strong>en</strong>treerd<strong>en</strong> zich op<br />

het probleem <strong>van</strong> de asymmetrie tuss<strong>en</strong> regels op macroniveau <strong>en</strong> de toepassing<br />

er<strong>van</strong> op microniveau. Ook maatregel<strong>en</strong> die op macroniveau goed<br />

beargum<strong>en</strong>teerd <strong>en</strong> functioneel lijk<strong>en</strong> te zijn, blijk<strong>en</strong> op microniveau vaak<br />

zeer onredelijk uit te werk<strong>en</strong>. Zij sprek<strong>en</strong> in dit verband <strong>van</strong> het probleem<br />

<strong>van</strong> 'site-level unreasonabl<strong>en</strong>ess'. De moeilijke aansluiting <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale<br />

regelgeving (met haar k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de uniformiteit, gelijkheid <strong>en</strong><br />

beoogde consist<strong>en</strong>tie) op de gevarieerde microwereld <strong>van</strong> bijzondere situaties<br />

waarin de regels tot gelding moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, bezwaart vooral de positie<br />

<strong>van</strong> de 'uitvoerders', de 'handhavers7 <strong>en</strong> de 'inspecteurs', die zich op de<br />

ontmoetingsplaats bevind<strong>en</strong> <strong>van</strong> de g<strong>en</strong>erieke <strong>en</strong> de specifieke modaliteit<strong>en</strong>.<br />

De strekking <strong>van</strong> het brede empirische onderzoek is dat de onredelijkheid<br />

<strong>van</strong> toepassing op microniveau pleegt toe te nem<strong>en</strong> naarmate het<br />

e<strong>en</strong>richtingverkeer <strong>van</strong> de algeme<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>de uniforme regeling<strong>en</strong><br />

strakker wordt aangetrokk<strong>en</strong>.<br />

Vanuit het oogpunt <strong>van</strong> uitvoering <strong>en</strong> handhaving blijk<strong>en</strong> veel c<strong>en</strong>traal<br />

bepaalde regels over-inclusief te zijn. Bardach <strong>en</strong> Kagan hekel<strong>en</strong> het<br />

mechanisme dat de ontdekking <strong>van</strong> specifieke problem<strong>en</strong> te gemakkelijk<br />

tot invoering <strong>van</strong> algeme<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>de regels leidt, die dan bij toepassing<br />

in specifieke gevall<strong>en</strong> op hun beurt onredelijk blijk<strong>en</strong> te zijn. De explosie<br />

<strong>van</strong> beschermings<strong>recht</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong>af de jar<strong>en</strong> '60 zou in dit opzicht dan ook<br />

voor e<strong>en</strong> deel contra-produktief zijn. Deze conclusie is niet onomstred<strong>en</strong>,<br />

we1 wordt het onderligg<strong>en</strong>de mechanisme <strong>van</strong> over-inclusiviteit alom<br />

bevestigd 22. Opmerkelijk is de bevinding dat dit mechanisme niet alle<strong>en</strong><br />

bij de directe beheersingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> maar ook bij de indirecte middel<strong>en</strong>,<br />

zoals de zogehet<strong>en</strong> 'gemandateerde zelfregulering', tot problem<strong>en</strong><br />

blijkt te lijd<strong>en</strong> (het onderzoek strekt zich uit over alle soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> directe<br />

<strong>en</strong> indirecte interv<strong>en</strong>ties). Het probleem <strong>van</strong> over-inclusiviteit wordt derhalve<br />

ook gesignaleerd bij de expansie <strong>van</strong> de indirecte regulering (bij de<br />

vergroting <strong>van</strong> particuliere aansprakelijkheid, bij procedurele verplichting<strong>en</strong><br />

aan bedrijv<strong>en</strong> of organisaties om bepaalde zak<strong>en</strong> in eig<strong>en</strong> beheer<br />

op te loss<strong>en</strong>, bij de toepassing <strong>van</strong> hanciele prikkels, bij de erk<strong>en</strong>ning<br />

<strong>van</strong> de status <strong>van</strong> maatschappelijke zelfregulator<strong>en</strong>, bij informatiever-<br />

19] Expliciet hierover R. Axelrod. The evolution of cooperotion, 1984.<br />

lo] Bek<strong>en</strong>d is bijvoorbeeld M. Lipsky, Street-level Bureaucracy. 1980.<br />

2'1 E. Bardach and R.E. Kagan, Going by the Book; the problem of regulatory unreosonobl<strong>en</strong>ess. 1982.<br />

221 In e<strong>en</strong> snijd<strong>en</strong>de kritiek op het onderzoek <strong>van</strong> Bardach and Kagan beschrijft Abel de ontwikkeling <strong>van</strong> bescherrnings<strong>recht</strong><strong>en</strong><br />

veeleer als e<strong>en</strong> uitkornst <strong>van</strong> conflicter<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> dan als e<strong>en</strong> beheersingstechnisch rnacro-rnicroprobleem. Hij kan het pro-<br />

bleem <strong>van</strong> over-inclusiviteit echter niet ontkracht<strong>en</strong>. R.L. Abel. Risk os on or<strong>en</strong>o of Struggle. 1985, blz. 772-81 2.<br />

OM RECHT EN STAAT


plichting<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.). M<strong>en</strong> moet hierbij in aanmerking nem<strong>en</strong> dat de categorie<br />

<strong>van</strong> indirecte interv<strong>en</strong>ties in ambtelijke <strong>en</strong> politieke afweging<strong>en</strong> mede<br />

hierom e<strong>en</strong> grote aantrekkingskracht uitoef<strong>en</strong>t, omdat de bijbehor<strong>en</strong>de<br />

last<strong>en</strong> (die nu e<strong>en</strong>maal aan alle vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> regulering verbond<strong>en</strong> zijn) in<br />

dit geval niet <strong>recht</strong>streeks naar de overheid zelf terug slaan maar bij<br />

ander<strong>en</strong> te<strong>recht</strong> kom<strong>en</strong>. <strong>Om</strong> deze red<strong>en</strong> is het risico <strong>van</strong> het ontstaan <strong>van</strong><br />

over-inclusiviteit bij indirecte interv<strong>en</strong>ties zelfs groter dan bij de lastige<br />

<strong>en</strong> vaak kostbare directe sturingsmechanism<strong>en</strong>!<br />

Zo br<strong>en</strong>gt het empirisch onderzoek opnieuw de spanning aan het licht tuss<strong>en</strong><br />

de <strong>recht</strong>sstatelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> uniformiteit <strong>en</strong> gelijkheid <strong>van</strong><br />

regels <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de objectiviteit <strong>en</strong> neutraliteit <strong>van</strong> de bureaucratie<br />

<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de behoefte aan spontaniteit <strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie in de gevarieerde<br />

praktijktoepassing<strong>en</strong> anderzijds. We hebb<strong>en</strong> vastgesteld dat in de<br />

praktijk steeds wordt getracht deze spanning te mitiger<strong>en</strong>, door de klassieke<br />

<strong>recht</strong>sbeginsel<strong>en</strong> zo op<strong>en</strong> als mogelijk is, toe te pass<strong>en</strong>. Ook Bardach<br />

<strong>en</strong> Kagan neig<strong>en</strong> naar de tweede zijde <strong>van</strong> dit spanningsveld. Hun remedie<br />

vraagt aandacht voor e<strong>en</strong> grotere discretionaire ruimte in regels voor<br />

betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde op het raakvlak <strong>van</strong> de algeme<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>de<br />

regels <strong>en</strong> de specifieke toepassing e<strong>en</strong> grotere differ<strong>en</strong>tiatie mogelijk te<br />

mak<strong>en</strong>; voorts zou langs deze weg e<strong>en</strong> directere uitwisseling <strong>van</strong> belang<strong>en</strong><br />

bevorderd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> overleg, onderhandeling <strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de regulator<strong>en</strong>, de tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de instanties<br />

(inspecteurs, uitvoerders, <strong>en</strong>zovoort) <strong>en</strong> de gereguleerd<strong>en</strong>. De goede<br />

inspecteur of de goede uitvoerder <strong>van</strong> beleid laat zich niet e<strong>en</strong>zijdig door<br />

de 'boek<strong>en</strong>' leid<strong>en</strong>. Hij doorgrondt de ratio <strong>van</strong> de regels die hij wordt<br />

geacht te handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het overige is hij responsief: hij hoort <strong>en</strong><br />

overlegt, hij selecteert de goede <strong>en</strong> de kwade praktijk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hij vergeeft <strong>en</strong><br />

vergeldt naar eig<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> 23.<br />

Afronding <strong>van</strong> de pragmatische kritiek<br />

Kort sam<strong>en</strong>gevat prefereert deze pragmatische b<strong>en</strong>aderingswijze e<strong>en</strong><br />

horizontale stijl <strong>van</strong> bestur<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de traditionele formele hierarchie.<br />

Weliswaar di<strong>en</strong>t dit verlang<strong>en</strong> naar directe reciprociteit (op het niveau<br />

<strong>van</strong> de doelrationaliteit) meer als aanvulling op dan als ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong><br />

deze klassieke beginsel<strong>en</strong>. In die zin kan hooguit sprake zijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

ommekeer t<strong>en</strong> halve, alsof het aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de macht wat redelijker<br />

geschikt moet word<strong>en</strong>. Niettemin wijz<strong>en</strong> de pijl<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>gestelde richting<strong>en</strong>:<br />

naast 'rule of law', toch ook weer e<strong>en</strong> beetje 'rule of man'; naast de<br />

onpersoonlijkheid <strong>van</strong> de bureaucratie, toch ook e<strong>en</strong> beroep op persoonlijke<br />

oordel<strong>en</strong>; naast het legaal formalisme extra aandacht voor discretionaire<br />

beleidsvergroting; naast hierarchie tuss<strong>en</strong> bestuurders <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong><br />

extra aandacht voor tolerantie, dialoog <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking; naast<br />

'deterr<strong>en</strong>ce' bij voorrang 'compliance' 24; naast regelvaste principes alle<br />

aandacht voor de ontwikkeling <strong>van</strong> op<strong>en</strong> beleidsdoeleind<strong>en</strong> <strong>en</strong> praktische<br />

resultat<strong>en</strong>. Kortom, de pragmatische oplossing zoekt e<strong>en</strong> opportunistische<br />

overbrugging <strong>van</strong> opvatting<strong>en</strong> die in wez<strong>en</strong> aan elkaar teg<strong>en</strong>gesteld zijn.<br />

131 Over de 'goede' inspecteur, de 'goede' politieman, <strong>en</strong>zovoort, be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> uitgebreide literatuur. Belangwekk<strong>en</strong>d is de rec<strong>en</strong>te<br />

toepassing <strong>van</strong> deze begripp<strong>en</strong> - overig<strong>en</strong>s 10s <strong>van</strong> de pragmatische invalshoek waar<strong>van</strong> hierbov<strong>en</strong> sprake is- in de conceptualisering<br />

<strong>van</strong> het burgerschapsbegrip. Burgerrchap wordt <strong>en</strong>erzijds geconceptualiseerd als uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ambt (de burger<br />

repres<strong>en</strong>teert in de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> zijn ambt de principes die omtr<strong>en</strong>t zijn positie word<strong>en</strong> gevestigd), anderzijds is burgerschap<br />

e<strong>en</strong> uitdrukking <strong>van</strong> de persoonlijke waard<strong>en</strong> <strong>van</strong> burgers. Volg<strong>en</strong>s Van Gunster<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Hoed c.s. moet burgerschap in dit<br />

spanningsveld tot wasdom kom<strong>en</strong> (WRR. Eig<strong>en</strong>tijds Burgerschop, 1992). E<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong>de illustratie <strong>van</strong> deze spanning in de uitoef<strong>en</strong>ing<br />

<strong>van</strong> het politie-ambt in het straatbeeld <strong>van</strong> Chicago geeft de klassieker <strong>van</strong> W.K. Muir, Police: Streetcorner Politicians,<br />

1977.<br />

'41 A.J. Reiss. 'Selecting Strategies of Social Control over Organizational Life'; in: K. Hawkins and M. Thomas (eds.), Enforcing<br />

Regulation. 1984.<br />

OM RECHT EN STAAT


De principiele kant<strong>en</strong> <strong>van</strong> de discussie word<strong>en</strong> door deze 'middle range'<br />

remedie niet t<strong>en</strong> volle uitgediept. Binn<strong>en</strong> het raamwerk <strong>van</strong> de doelrationaliteit<br />

zoekt de pragmatische b<strong>en</strong>adering naar mogelijkhed<strong>en</strong> die de<br />

teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> kum<strong>en</strong> overbrugg<strong>en</strong>.<br />

Vanuit e<strong>en</strong> meer gedistantieerde zi<strong>en</strong>swijze, die niet volledig w<strong>en</strong>st op te<br />

gaan in de pragmatische 'doel- <strong>en</strong> resultaatlegitimering' <strong>van</strong> het publiek<strong>recht</strong><br />

<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar bestuur, rijst echter de vraag of de humanisering<br />

<strong>van</strong> de 'inhumane bureaucratie' <strong>en</strong> de horizontalisering <strong>van</strong> 'governance<br />

by law' inderdaad in de sam<strong>en</strong>leving meer gezag <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

inboezem<strong>en</strong>. Het probleem steekt niet zozeer in ev<strong>en</strong>tuele excessieve<br />

praktijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> horizontalisering, zoals vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> fraude, corruptie of<br />

nepotisme waarvoor in discretionaire bestuurssystem<strong>en</strong> wellicht meer<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> bestaan. De zorg over dergelijke excess<strong>en</strong> lijkt inderdaad<br />

wat toe te nem<strong>en</strong>, maar het zijn vooral de pragmatische p<strong>en</strong>nevoerders<br />

zelf die teg<strong>en</strong> te ver doorgeschot<strong>en</strong> <strong>en</strong> onheuse horizontalisering waarschuw<strong>en</strong>.<br />

Het echte probleem <strong>van</strong> horizontalisering steekt echter niet in<br />

de excess<strong>en</strong> maar in de 'normaliteit' <strong>van</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> doelmatigheidsdrang<br />

<strong>en</strong> <strong>van</strong> de commitm<strong>en</strong>tsdwang <strong>van</strong> directe cooperatieve beleidsbetrekking<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong> iiberhaupt. Ook in de directe<br />

reciprociteit tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong> steekt e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> hierarchie<br />

(e<strong>en</strong> dwang <strong>van</strong> doordring<strong>en</strong>de doelgerichtheid <strong>en</strong> opportuniteit die<br />

voor derd<strong>en</strong> juist bedreig<strong>en</strong>d kan zijn), ook a1 wordt deze door de <strong>recht</strong>streeks<br />

betrokk<strong>en</strong> initiatiefnemers beschouwd als vorm <strong>van</strong> vrijwillige<br />

sam<strong>en</strong>werking 25. De overheid kan zich voor bepaalde zakelijke aspect<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> haar werkzaamheid we1 in directe zin verbind<strong>en</strong> met maatschappelijke<br />

partij<strong>en</strong>, haar rol verschilt in dit opzicht dan niet <strong>van</strong> andere partners<br />

in het zakelijke contract. Maar voor de uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> het publiek<br />

gezag is het principieel onjuist om e<strong>en</strong> horizontale verhouding te veronderstell<strong>en</strong><br />

26.<br />

Meer resultaatgerichtheid <strong>en</strong> schikkelijkheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>g <strong>en</strong> forrneel<br />

beleidssysteem leidt nog niet tot e<strong>en</strong> pervertering <strong>van</strong> dit systeem per se.<br />

M<strong>en</strong> hoeft het systeem <strong>van</strong> de doelrationaliteit er niet op aan te zi<strong>en</strong> dat<br />

het weg<strong>en</strong> zoekt ter vergroting <strong>van</strong> zijn effectiviteit <strong>en</strong> dat het hierbij de<br />

verleidingskunst<strong>en</strong> niet schuwt, maar m<strong>en</strong> moet het we1 blijv<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

als e<strong>en</strong> geheel <strong>van</strong> doelrationele activiteit<strong>en</strong>, dat als zodanig toetsing<br />

aan waard<strong>en</strong> behoeft. De steilheid <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sregels <strong>en</strong> bureaucratie was<br />

er niet om zich zelfs wille, maar di<strong>en</strong>de bov<strong>en</strong>al om de a1 te doordring<strong>en</strong>de<br />

onmiddellijkheid <strong>van</strong> doel- <strong>en</strong> resultaatgerichte streving<strong>en</strong> aan meer<br />

best<strong>en</strong>dige principes te herimer<strong>en</strong>. De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> deze dim<strong>en</strong>sie zull<strong>en</strong><br />

we in de volg<strong>en</strong>de sectie nader onderzoek<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> <strong>en</strong>ige<br />

rec<strong>en</strong>te bijdrag<strong>en</strong> uit de Duitse sociologie.<br />

6.3 De nieuwe <strong>recht</strong>srnoraliteit<br />

6.3.1 Opzet <strong>van</strong> de bespreking<br />

Hoe wez<strong>en</strong>lijk anders moet de ontwikkeling <strong>van</strong> de moderne <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

geanalyseerd word<strong>en</strong> als de vervolmaking <strong>van</strong> de praktische behoeft<strong>en</strong><br />

251 Zie1.F. Handler, Low and the Search for Community, (1990).<br />

261 E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de problem<strong>en</strong> die bij publiek-private sam<strong>en</strong>werking regelmatig optred<strong>en</strong>. is dat de overe<strong>en</strong>komst zich niet beperkt tot<br />

het zakelijke aspect waarin de overheid als gewone contractpartij kan optred<strong>en</strong>, maw zich uitstrekt over vraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

publieke autoriteit. De positie <strong>van</strong> de overheid is dan ambival<strong>en</strong>t, haar dubbele pet roept niet alle<strong>en</strong> principiele problem<strong>en</strong> op<br />

met betrekking tot de legitimering <strong>van</strong> het publiek gezag. maar pleegt ook in het praktisch vervolg tot wisselvallighed<strong>en</strong> aan-<br />

leiding te gev<strong>en</strong>, op grond waar<strong>van</strong> de overheid voor de zakelijke partners weinig betrouwbaar blijkt te zijn. Bij de uinoering<br />

<strong>van</strong> her milieubeleid is de horizontalisering <strong>van</strong> het publiek gezag soms zover voortgeschred<strong>en</strong>, dat de overheid soms binn<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> caws meerdere mal<strong>en</strong> <strong>van</strong> positie verspringt. T<strong>en</strong> Heuvelhof beschreef hier<strong>van</strong> e<strong>en</strong> voorbeeld met betrek-<br />

king tot de bodemsanering. Zie E. t<strong>en</strong> Heuvelhof, Gedrogsnorm<strong>en</strong> voor Overhed<strong>en</strong> in Horizontole Strunur<strong>en</strong>. 1993.<br />

OM RECHT EN STAAT


niet als oplossing maar - in haar onbemiddelde pragmatische vorm - zelf<br />

als e<strong>en</strong> <strong>van</strong> haar kernproblem<strong>en</strong> wordt beschouwd. Toch vormt deze<br />

<strong>recht</strong>streekse uitwisseling tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> het probleem dat als<br />

negatief refer<strong>en</strong>tiepunt e<strong>en</strong> aantal sociolog<strong>en</strong> <strong>van</strong> zeer verschill<strong>en</strong>de achtergrond<br />

(varier<strong>en</strong>d <strong>van</strong> Hayek tot Habermas) althans in dit opzicht<br />

onder e<strong>en</strong> noemer heeft do<strong>en</strong> schar<strong>en</strong>. De inmiddels a1 wat klassiekere<br />

bijdrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> Fuller <strong>en</strong> Hayek met betrekking tot de opwaardering <strong>van</strong><br />

de <strong>recht</strong>smoraliteit kwam<strong>en</strong> reeds eerder in hoofdstuk 3 aan de orde. We<br />

zull<strong>en</strong> ons hier conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op de rec<strong>en</strong>tere bijdrag<strong>en</strong> aan het debat. De<br />

aandacht gaat in eerste instantie naar de nieuwe autonomietheorie<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Luhmann <strong>en</strong> - in di<strong>en</strong>s voetspoor - vooral ook <strong>van</strong> Teubner. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

zull<strong>en</strong> we ingaan op het meer <strong>recht</strong>shistorisch gefundeerde vertoog <strong>van</strong><br />

Habermas.<br />

6.3.2 Recht als autopoietisch systeem?<br />

De argum<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> Luhmann komt er in de kern op neer dat het omvatt<strong>en</strong>de<br />

maatschappelijk systeem zich heeft 'uitgediffer<strong>en</strong>tieerd' in verschill<strong>en</strong>de<br />

functionele kring<strong>en</strong> ('Bereiche') - in het bijzonder de politiek, het<br />

<strong>recht</strong>, de economie <strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schap - die zich als maatschappelijke subsystem<strong>en</strong><br />

min of meer autonoom verder ontwikkel<strong>en</strong> onder 'refer<strong>en</strong>tie'<br />

aan hun interne communicatiestructur<strong>en</strong>. Luhmann spreekt in dit verband<br />

<strong>van</strong> 'zelfrefer<strong>en</strong>tie', waarmee hij bedoelt dat de ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde sociale subsystem<strong>en</strong> terugvoert op e<strong>en</strong> auth<strong>en</strong>tieke basis<br />

<strong>van</strong> waard<strong>en</strong>, die de eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit <strong>van</strong> het desbetreff<strong>en</strong>de subsysteem<br />

bepal<strong>en</strong>. Van kardinaal belang is de notie dat de verschill<strong>en</strong>de functionele<br />

subsystem<strong>en</strong> elkaar niet volledig kunn<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij elkaar<br />

niet <strong>van</strong> buit<strong>en</strong>af kunn<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>. Weliswaar be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve communicatie<br />

tuss<strong>en</strong> de gescheid<strong>en</strong> subsystem<strong>en</strong> (zij vonn<strong>en</strong> input <strong>en</strong> output<br />

voor elkaar), maar elk subsysteem verwerkt de signal<strong>en</strong> <strong>van</strong> de andere<br />

Bereiche op autonome wijze door deze te referer<strong>en</strong> aan zijn eig<strong>en</strong> 'bronn<strong>en</strong>'<br />

27.<br />

In de <strong>sociologische</strong> theorie be<strong>staat</strong> e<strong>en</strong> uitgebreide traditie <strong>van</strong> conceptvorming<br />

over institutionele differ<strong>en</strong>tiatie, zeker ook met het oog op e<strong>en</strong><br />

duiding <strong>van</strong> overheidsinterv<strong>en</strong>ties 28. Luhmann trekt de structurer<strong>en</strong>de<br />

betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke instituties echter radicaal<br />

door, door hun ontwikkeling in zelf-refer<strong>en</strong>tiele geslot<strong>en</strong>heid te postuler<strong>en</strong>.<br />

Luhmann oordeelde het nodig om deze conceptie verder uit te werk<strong>en</strong> met<br />

behulp <strong>van</strong> de algem<strong>en</strong>e systeemtheorie <strong>en</strong> de cybernetica, omdat hierin<br />

nieuwe inzicht<strong>en</strong> zijn gerez<strong>en</strong> inzake de 'autonome reproduktie <strong>van</strong> zelfrefer<strong>en</strong>tiele<br />

system<strong>en</strong>'. De overstap naar deze geformaliseerde systeemrelaties<br />

roept <strong>van</strong>uit de invalshoek <strong>van</strong> deze studie e<strong>en</strong> aantal bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong><br />

op, maar lat<strong>en</strong> we in kort bestek bezi<strong>en</strong> welke inzicht<strong>en</strong> Luhmann<br />

langs deze omweg heeft ontwikkeld.<br />

Vanuit sociaal-wet<strong>en</strong>schappelijk gezichtspunt was de aandacht <strong>van</strong><br />

Luhmann voor de op zichzelf betrokk<strong>en</strong> reproduktie <strong>van</strong> geslot<strong>en</strong> subsystem<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> verrass<strong>en</strong>de <strong>en</strong> nieuwe stap. In de eerste g<strong>en</strong>eratie <strong>van</strong> toepassing<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> theoretische concept<strong>en</strong> uit de systeedcybernetische koker<br />

op het sociaal-wet<strong>en</strong>schappelijk vakgebied heeft immers juist het k<strong>en</strong>merk<br />

<strong>van</strong> op<strong>en</strong> system<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote aantrekkingskracht uitgeoef<strong>en</strong>d. Ook<br />

in op<strong>en</strong> system<strong>en</strong> zijn mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> zelfregulering binn<strong>en</strong> subsystem<strong>en</strong><br />

werkzaam, maar k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor deze system<strong>en</strong> is hun leerver-<br />

Zie vooral N. Luhmann, Saziale Systeme, 1984. Voorts N. Luhmann, Die Wiss<strong>en</strong>schafi der Gesellschafi, 1992.<br />

la] E<strong>en</strong> goed inzicht geeft bijvoorbeeld F.H. T<strong>en</strong>bruck. Zur Kritik der plan<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Vernunfi. 1972, blz. 38-55. In Nederland was het<br />

begrip <strong>van</strong> institutionele pluraliteit als noodzakelijke onderlegger voor e<strong>en</strong> begrip <strong>van</strong> planning het c<strong>en</strong>trale thema in de studie<br />

<strong>van</strong> A.M.J. Kreukels. Planning <strong>en</strong> Planningproces. 1979, blz. 9-22; <strong>en</strong> blz. 93- 120.<br />

OM RECHT EN STAAT


mog<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun adaptiviteit t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> omgevingskracht<strong>en</strong>. Op<strong>en</strong><br />

system<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over het vermog<strong>en</strong> om verstoring<strong>en</strong> uit de omgeving<br />

(of beleidsmatige injecties) te verwerk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aanpassing <strong>van</strong> hun<br />

interne organisatie <strong>en</strong> <strong>van</strong> hun zelfreguler<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong>. Voor planningtheorie<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> voor bestuursinstanties heeft deze b<strong>en</strong>adering <strong>en</strong>ige tijd<br />

e<strong>en</strong> grote aantrekkingskracht uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>van</strong>wege het vooruitzicht <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> verhoogd beheersingspot<strong>en</strong>tieel (vooral in de periode tuss<strong>en</strong> 1965 <strong>en</strong><br />

1980 werd er frequ<strong>en</strong>t naar v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>). Door externe toedi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de<br />

juiste impuls<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> de zelfreguler<strong>en</strong>de pot<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> system<strong>en</strong> voor<br />

bestuursdoeleind<strong>en</strong> geactiveerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> 29.<br />

Deze e<strong>en</strong>zijdige sturingsgerichte vertaling <strong>van</strong> het op<strong>en</strong> systeemkybernetische<br />

model eiste volg<strong>en</strong>s Luhmann echter ook haar tol. Als gevolg <strong>van</strong><br />

de louter instrum<strong>en</strong>tele toepassing <strong>van</strong> deze <strong>en</strong> andere overheers<strong>en</strong>de<br />

reguleringsmechanism<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> sociale system<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate<br />

gedetermineerd door hun beleidsomgeving <strong>en</strong> andere externe kracht<strong>en</strong>.<br />

De interne verandering in sociale system<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door externe oorzak<strong>en</strong><br />

bewerkstelligd. Luhmann stelt het bondig in zijn kritiek op dit gebruik<br />

<strong>van</strong> de op<strong>en</strong> systeemconcepties: 'de omgevingsverhouding werd in e<strong>en</strong><br />

inputjoutput schema begrep<strong>en</strong>' 30. Weliswaar moet de mate <strong>van</strong> toepassing<br />

die het systeemkybernetische perspectief in de praktijk heeft gekreg<strong>en</strong>,<br />

niet overtrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar in zijn instrum<strong>en</strong>tele perceptie was<br />

het gebruik er<strong>van</strong> ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig als andere sturingsmodell<strong>en</strong>. Teubner<br />

formuleerde zijn kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij dit op<strong>en</strong> reguleringsmodel nog radicaler.<br />

Het eig<strong>en</strong>lijke probleem <strong>van</strong> deze b<strong>en</strong>adering, zo schrijft hij, schuilt<br />

in de onderligg<strong>en</strong>de opvatting <strong>van</strong> '<strong>recht</strong>spolitiek als interv<strong>en</strong>tiemiddel<br />

iiberhaupt' 31. Dit radicale standpunt zal verderop meer gedetailleerd<br />

besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vanuit deze kritische attitude jeg<strong>en</strong>s de <strong>recht</strong>streekse<br />

doordringing <strong>van</strong> de instrum<strong>en</strong>teel ver<strong>en</strong>igde kracht<strong>en</strong> <strong>van</strong> macht <strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong> in sociale subsystem<strong>en</strong>, ontstond bij deze sociolog<strong>en</strong> belangstelling<br />

voor e<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling in de systeemtheorie, waarin juist de geslot<strong>en</strong>heid<br />

in de ontwikkeling <strong>van</strong> autonome subsystem<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal <strong>staat</strong>.<br />

In de formele systeemtaal spreekt m<strong>en</strong> <strong>van</strong> autonome zelf-reproducer<strong>en</strong>de<br />

system<strong>en</strong>, oftewel autopoietische system<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor deze<br />

system<strong>en</strong> is dat zij voortdur<strong>en</strong>d hun functionele organisatie <strong>van</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> operaties reproducer<strong>en</strong>. Het beste voorbeeld <strong>van</strong> deze wijze <strong>van</strong><br />

reproduktie komt nog altijd <strong>van</strong> het terrein waar de theorie werd ontwikkeld<br />

(door de celbiolog<strong>en</strong> Maturana <strong>en</strong> Varela): het continue proces <strong>van</strong><br />

celdeling 32. Autopoietische system<strong>en</strong> zijn niet gei'soleerd <strong>van</strong> hun omgeving,<br />

zij nem<strong>en</strong> we1 externe impuls<strong>en</strong> op <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> zelf impuls<strong>en</strong> naar buit<strong>en</strong>,<br />

maar de interne operaties <strong>van</strong> deze system<strong>en</strong> zelf zijn bepal<strong>en</strong>d voor<br />

191 Zie W. Ross Ashby, An Introduction to Cybernetics. (1956) <strong>en</strong> St. Beer, Decision and Control, (1975) voor de uitwerking <strong>van</strong> het<br />

cybernetische model <strong>en</strong> Buckley, Sociology and Modern Systems Theory, (1967) voor de uitwerking naar sociale system<strong>en</strong>. Mijn<br />

persoonlijke taxatie <strong>van</strong> de toepassingsmogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het systeemlcybernetische perspectief op het gebied <strong>van</strong> de sociale<br />

wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de analyse <strong>van</strong> het overheidsbeleid was veel terughoud<strong>en</strong>der. In e<strong>en</strong> studierapport voor de<br />

Rijksplanologische Di<strong>en</strong>st Planningtheorie in P<strong>en</strong>pectief kwam ik na bestudering <strong>van</strong> de wet<strong>en</strong>schapstheoretische grondslag<strong>en</strong> tot<br />

de conclusie, dat het systeemlcybernetische paradigma teveel eig<strong>en</strong>soortige uitgangspunt<strong>en</strong> bevat om zo maar naar sociale<br />

system<strong>en</strong> te transplanter<strong>en</strong>. Mijn bevinding was - <strong>en</strong> is nog steeds - dat deze toepassing<strong>en</strong>, hoe inspirer<strong>en</strong>d ook, voornamelijk<br />

berust<strong>en</strong> op rnetafor<strong>en</strong> <strong>en</strong> semantiek (zie Salet 1979. 1980 <strong>en</strong> 1982). De in wez<strong>en</strong> nog specifiekere uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

rec<strong>en</strong>te theorie<strong>en</strong> over autopoietische system<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> deze vertaalslag niet e<strong>en</strong>voudiger mak<strong>en</strong>.<br />

301 Luhmann. lbid.. 1984, blz. 24.<br />

"1 G. Teubner. Recht 01s outopoietisches System. 1989. blz. 23.<br />

j2] De behandeling <strong>van</strong> de onataansgeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> de discussie over verschill<strong>en</strong>de uitwerking<strong>en</strong> <strong>van</strong> de autopoietische theorie<br />

blijft hier beknopt. Voor e<strong>en</strong> uitgebreidere behandeling <strong>van</strong> de begripp<strong>en</strong> in Nederland verwijs ik kortheidshalve naar de informatieve<br />

uitgav<strong>en</strong> <strong>van</strong> M.J.W. <strong>van</strong> Twist <strong>en</strong> L. Schaap. E<strong>en</strong> theorie over outopoietische system<strong>en</strong> voor de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. 1991.<br />

biz. 299 tlm 322. Alsrnede N.J. Huls <strong>en</strong> H.D. Stout (red.). Reflecties op Reflexief Recht. 1992. Hierin wordt tev<strong>en</strong>s ingegaan op<br />

de invloed <strong>van</strong> deze d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> beleidsnota's <strong>van</strong> de overheid (in het bijzonder <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> Justitie).<br />

103 OM RECHT EN STAAT


hun reproduktie. Slechts in de organisatie <strong>van</strong> hun reproduktie zijn deze<br />

system<strong>en</strong> derhalve geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> autonoom. Luhmann heeft getracht om<br />

deze theorie over te drag<strong>en</strong> naar de hogere orde system<strong>en</strong> <strong>van</strong> de maatschappelijke<br />

leefwereld. In sociale system<strong>en</strong> gaat het niet meer over 'elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>'<br />

<strong>en</strong> 'operaties' die zich reproducer<strong>en</strong> maar over 'bewustzijn' <strong>en</strong><br />

'communicatiestructur<strong>en</strong>'.<br />

Volg<strong>en</strong>s Luhmann komt in maatschappelijke system<strong>en</strong> het proces <strong>van</strong><br />

functionele differ<strong>en</strong>tiatie tot stand, doordat subsystem<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over hun<br />

omgeving e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit ontwikkel<strong>en</strong> 33. Zij gaan hiermee door totdat<br />

zij e<strong>en</strong> communicatiewaarde bereik<strong>en</strong> die zich op autonome wijze binn<strong>en</strong><br />

het subsysteem verder ontwikkelt. Voortdur<strong>en</strong>d kom<strong>en</strong> er nieuwe impuls<strong>en</strong><br />

uit de omgeving of uit andere auto-poietische system<strong>en</strong>, die <strong>van</strong>uit de<br />

eig<strong>en</strong> communicatiestructuur word<strong>en</strong> gepercipieerd <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het subsysteem<br />

autonoom verder word<strong>en</strong> ontwikkeld. Van e<strong>en</strong> <strong>recht</strong>streekse<br />

onderlinge doordringing <strong>van</strong> de uitgediffer<strong>en</strong>tieerde subsystem<strong>en</strong> is dan<br />

echter ge<strong>en</strong> sprake meer.<br />

Teubner heeft getracht om het <strong>recht</strong> als auto-poietisch subsysteem <strong>van</strong>uit<br />

deze theoretische invalshoek te duid<strong>en</strong>. Hij beschouwt de autonomie <strong>van</strong><br />

het <strong>recht</strong> als e<strong>en</strong> op zichzelf betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong>d communicati<strong>en</strong>et<br />

dat interfereert met andere communicati<strong>en</strong>ett<strong>en</strong>. In wez<strong>en</strong> draait zijn<br />

auto-poietische <strong>recht</strong>stheorie om twee belangrijke coordinat<strong>en</strong>. De eerste<br />

coordinaat betreft de continue <strong>en</strong> cyclische ontwikkeling <strong>van</strong> het <strong>recht</strong><br />

door alle nieuwe impuls<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> naar <strong>recht</strong> 'nur in Rekurs auf sich<br />

selbst' te herb<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit de communicatieve onderbouw <strong>van</strong> het<br />

eig<strong>en</strong> subsysteem. De tweede coordinaat betreft de verhouding <strong>van</strong> deze<br />

geslot<strong>en</strong> cirkelbeweging <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> met de omgeving <strong>en</strong> vooral ook met<br />

andere a1 ev<strong>en</strong>zeer geslot<strong>en</strong> subsystem<strong>en</strong>.<br />

Wat betreft de eerste coordinaat me<strong>en</strong>t Teubner dat de werkelijkheid <strong>van</strong><br />

het <strong>recht</strong> voortbeweegt <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> veelheid <strong>van</strong> interne circulaire beweging<strong>en</strong>:<br />

handeling<strong>en</strong>, norm<strong>en</strong>, process<strong>en</strong>, de <strong>recht</strong>sid<strong>en</strong>titeit (zoals die<br />

principieel wordt bewaakt in de '<strong>recht</strong>sleer' <strong>en</strong> de '<strong>recht</strong>sdogmatiek'), <strong>en</strong><br />

de <strong>recht</strong>swerkelijkheid zijn de z<strong>en</strong>uw<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssysteem, die in e<strong>en</strong><br />

voortdur<strong>en</strong>de cyclische beweging op elkaar betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot vernieuwing<br />

leid<strong>en</strong>. Het <strong>recht</strong> ontwikkelt zich zo gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> 'eindeloze<br />

dans <strong>van</strong> interne correlaties' in e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> cirkelbeweging. <strong>Om</strong>gevingsimpuls<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> concrete handeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gethematiseerd <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong><br />

geslot<strong>en</strong> 'argum<strong>en</strong>tatiesam<strong>en</strong>hang', die door voortdur<strong>en</strong>de terugkoppeling<br />

op de eig<strong>en</strong> grondslag<strong>en</strong> - in teg<strong>en</strong>stelling tot de vlott<strong>en</strong>dheid <strong>van</strong><br />

op<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssystem<strong>en</strong> - e<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>de voortgang <strong>van</strong> e<strong>en</strong> autonome <strong>recht</strong>sid<strong>en</strong>titeit<br />

kan verzeker<strong>en</strong>. Tegelijkertijd laat deze interne dynamiek<br />

- anders dan de fixatie <strong>van</strong> Hayek op klassieke <strong>recht</strong>sregels - ruimte voor<br />

principieel gewog<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> op alle niveaus <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>ssysteem.<br />

Wat betreft de tweede coordinaat <strong>van</strong> de autopoietische <strong>recht</strong>stheorie (de<br />

verhouding <strong>van</strong> het op zichzelf betrokk<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssysteem met de omgeving)<br />

neemt Teubner e<strong>en</strong> pragmatisch standpunt in over het ontstaan <strong>van</strong><br />

het autonome <strong>recht</strong>ssysteem. Het <strong>recht</strong>ssysteem werd oorspronkelijk juist<br />

heteronoom bepaald <strong>van</strong>uit maatschappelijke of politieke verhouding<strong>en</strong>;<br />

doorslaggev<strong>en</strong>d is ev<strong>en</strong>wel dat het zich hieruit in de loop <strong>van</strong> de tijd met<br />

hoge mate <strong>van</strong> autonomie heeft losgemaakt (m<strong>en</strong> vergelijke Luhmanns<br />

functionele differ<strong>en</strong>tiatie). Als we dit mog<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> voor<br />

het <strong>recht</strong>, maar ook voor de andere bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde maatschappelijke<br />

331 Zie Luhmann, Ibid., 1984, blz. 57-65; alsmede blz. 233 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de.<br />

104 OM RECHT EN STAAT


subsystem<strong>en</strong>, zoals de politiek <strong>en</strong> de economie, ont<strong>staat</strong> het probleem <strong>van</strong><br />

de 'dubbele autonomie'. De autonome politiek kan niet <strong>recht</strong>streeks doordring<strong>en</strong><br />

in de autonomie <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>, het <strong>recht</strong> niet in de autonomie <strong>van</strong><br />

de economie, <strong>en</strong> vice versa. Kan maatschappelijke of politieke sturing dan<br />

nog door het <strong>recht</strong> georganiseerd word<strong>en</strong> 34? Het antwoord <strong>van</strong> Teubner is<br />

ondubbelzinnig, hij problematiseert het <strong>recht</strong> als direct interv<strong>en</strong>tiemiddel<br />

iiberhaupt: <strong>van</strong> <strong>recht</strong>streekse juridische interv<strong>en</strong>ties in andere subsystem<strong>en</strong><br />

zal in e<strong>en</strong> autopoietische orde ge<strong>en</strong> sprake meer zijn! Teubner onderk<strong>en</strong>t<br />

we1 de behoefte aan regulering <strong>van</strong> verhouding<strong>en</strong> in diverse sub<br />

system<strong>en</strong>, maar het <strong>recht</strong> zal hier niet <strong>recht</strong>streeks <strong>van</strong>uit zijn eig<strong>en</strong><br />

geslot<strong>en</strong>heid op ingrijp<strong>en</strong>.<br />

Hoe moet de beheersing <strong>van</strong> maatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong> dan tot<br />

stand kom<strong>en</strong>? De oplossing word<strong>en</strong> gezocht in e<strong>en</strong> co-evolutie <strong>van</strong> de verschdl<strong>en</strong>de<br />

subsystem<strong>en</strong>. Voonvaarde hiervoor is dat het <strong>recht</strong> e<strong>en</strong> variatie<br />

<strong>van</strong> mogelijke <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> op<strong>en</strong>houdt, die eerst na iteratie met<br />

de variaties binn<strong>en</strong> andere subsystem<strong>en</strong> naar meer duurzame <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong><br />

toegroeit 35. De e<strong>en</strong>voudigste vonn <strong>van</strong> co-evolutie beperkt<br />

zich tot de onderlinge informatie. De subsystem<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> elkaars signal<strong>en</strong><br />

dan <strong>van</strong>uit hun eig<strong>en</strong> waarnemingssystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij gaan er op hun<br />

eig<strong>en</strong> manier mee om. Indring<strong>en</strong>der wordt de co-evolutie als er geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

handeling<strong>en</strong> ontstaan <strong>van</strong> de functionele subwereld<strong>en</strong>, gebaseerd<br />

op e<strong>en</strong> tweerichtingsverkeer. De toverfonnule is dat het <strong>recht</strong> de<br />

sam<strong>en</strong>leving reguleert, waarin deze zichzelf reguleert: 'Fremdsteuerung<br />

durch Selbststeuerung'. Dit vraagt om <strong>en</strong>ige explicatie. Teubner geeft de<br />

volg<strong>en</strong>de uitwerking aan deze cryptische formule. Op de externe vraag<br />

naar wat als <strong>recht</strong> of on<strong>recht</strong> mag geld<strong>en</strong> in het maatschappelijk of economisch<br />

verkeer, geeft het <strong>recht</strong>ssysteem (referer<strong>en</strong>d aan zijn principiele<br />

grondslag<strong>en</strong>) bepaalde concrete handreiking<strong>en</strong>, maar het legt deze niet<br />

dwing<strong>en</strong>d op. Eerst als deze 'handreiking' wordt opgepakt in het desbetreff<strong>en</strong>de<br />

economische of sociale subsysteem, zal zij verplicht<strong>en</strong>d zijn. De<br />

interactie tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong> wordt dan zo ingericht dat de<br />

laatst<strong>en</strong> zich zelf stur<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>vijl hierarchische sturing <strong>van</strong> buit<strong>en</strong>af altijd met motivatieproblem<strong>en</strong><br />

kampt <strong>en</strong> <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> machtspositie aanvull<strong>en</strong>de communicatie moet bied<strong>en</strong><br />

om de <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> te beweg<strong>en</strong> zich naar bepaalde regels te gedrag<strong>en</strong>,<br />

wordt via het primaat <strong>van</strong> de bov<strong>en</strong>omschrev<strong>en</strong> zelfregulering juist<br />

optimaal ingezet op de inv<strong>en</strong>tiviteit <strong>en</strong> <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>ssub<br />

ject<strong>en</strong> zelf.<br />

Teubner illustreert deze opvatting aan de hand <strong>van</strong> twee klassieke<br />

mechanism<strong>en</strong> die ook in combinatie gehanteerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: het<br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><strong>recht</strong> <strong>en</strong> de subjectieve <strong>recht</strong><strong>en</strong>. In de 'overe<strong>en</strong>komst'<br />

wordt de wil <strong>van</strong> partij<strong>en</strong> <strong>recht</strong>. Bij 'subjectieve <strong>recht</strong><strong>en</strong>' wordt de<br />

<strong>recht</strong>sgelding gelegd in het geloof dat de subject<strong>en</strong> aan regels hecht<strong>en</strong>.<br />

Het <strong>recht</strong> is dan variabel <strong>en</strong> sluit zich aan bij de oplossing<strong>en</strong> die bijvoorbeeld<br />

in het economisch subsysteem word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. In combinatie<br />

zoud<strong>en</strong> deze mechanism<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

'Optionspolitik': het <strong>recht</strong>ssysteem formuleert dan bepaalde opties die<br />

het economisch subsysteem kan gebruik<strong>en</strong>, of niet. Als e<strong>en</strong> optie<br />

inderdaad wordt b<strong>en</strong>ut - ev<strong>en</strong>tueel na verplichting om e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

opties te kiez<strong>en</strong> - is &t subsysteem dan ook aan de voorwaard<strong>en</strong> er<strong>van</strong><br />

gebond<strong>en</strong>. Naast deze mogelijkhed<strong>en</strong> zou het <strong>recht</strong> bijvoorbeeld ook<br />

341 Teubner. Ibid.. blz. 81 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de.<br />

351 Deze interfer<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> subsystem<strong>en</strong> zou mogelijk zijn doordat de communicaties in de verschill<strong>en</strong>de subsystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de<br />

totale lev<strong>en</strong>swereld weliswaar op verschill<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>tatiesam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> berust<strong>en</strong>, maar slechts in 'e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> handel<strong>en</strong>' tot<br />

uitdrukking kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. De uitleg <strong>van</strong> Teubner wordt raadselachtig (Ibid.. blz. 107).<br />

OM RECHT EN STAAT


variabele ord<strong>en</strong>ingsopties kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> die zich beperk<strong>en</strong> tot<br />

regeling <strong>van</strong> verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> in subsystem<strong>en</strong>, maar<br />

daaraan ge<strong>en</strong> nadere doelgerichte inhoud gev<strong>en</strong>.<br />

De theoretische bijdrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> Luhmann <strong>en</strong> Teubner hebb<strong>en</strong> de discussie<br />

over macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk verruimd. Door de frontale aanval op de<br />

onmiddellijkheid <strong>van</strong> de met behulp <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> opgetuigde, politieke<br />

interv<strong>en</strong>ties in maatschappelijke leefwereld<strong>en</strong> <strong>en</strong> door hun consequ<strong>en</strong>te<br />

vlagvertoon aan de andere einder, hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> ruim gebied op<strong>en</strong> gelegd,<br />

dat gereed ligt voor nadere ontginning. Kritiek op het <strong>recht</strong>streekse<br />

ingrijp<strong>en</strong> <strong>van</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> op sociale leefwereld<strong>en</strong> is a1 zo oud als deze<br />

ingrep<strong>en</strong> zelf. Het radicale postulaat <strong>van</strong> circulaire geslot<strong>en</strong>heid <strong>van</strong><br />

zowel het politieke als het juridische systeem, alsmede <strong>van</strong> diverse maati<br />

schappelijke subdomein<strong>en</strong>, mag echter verreik<strong>en</strong>d het<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> fundering<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke beheersingstheorie<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> zulke geslot<strong>en</strong><br />

cirkels is bij mijn wet<strong>en</strong> niet eerder vertoond.<br />

Theoretisch interessant is vooral de notie dat interv<strong>en</strong>ties, <strong>van</strong> het <strong>en</strong>e<br />

subsysteem in het andere, consequ<strong>en</strong>t buit<strong>en</strong> het analytisch raamwerk<br />

word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. De causale sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

bestuurssysteem <strong>en</strong> gedragsreacties <strong>van</strong> e<strong>en</strong> te bestur<strong>en</strong> systeem wordt<br />

analytisch ontk<strong>en</strong>d (ongeacht of het gedragsreacties op directe sturing<br />

betreft dan we1 op indirecte interv<strong>en</strong>ties, zoals prijsprikkels 36). Dit is e<strong>en</strong><br />

belangwekk<strong>en</strong>d gezichtspunt, aangezi<strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> <strong>en</strong> economische<br />

sturingstheorie<strong>en</strong> bepaalde gedragsreacties maar a1 te impliciet pleg<strong>en</strong> te<br />

veronderstell<strong>en</strong>. Het autopoietische subsysteem 'leest' de impuls<strong>en</strong> uit de<br />

omgeving <strong>en</strong> v<strong>en</strong>verkt ze op eig<strong>en</strong> wijze. Wat de omgeving ook moge verlang<strong>en</strong><br />

of veronderstell<strong>en</strong>, er zit altijd e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> filter <strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> determinator<br />

tuss<strong>en</strong>. Dit inzicht wordt echter zover doorgevoerd dat de<br />

intransig<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> autonome subsystem<strong>en</strong> als zodanig tot analytische<br />

norm wordt verhev<strong>en</strong>.<br />

Ondertuss<strong>en</strong> is deze radicale constructie we1 kwetsbaar, niet alle<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege<br />

de duiding in systeem/cybernetische term<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> de grondslag<strong>en</strong><br />

toch op grotere afstand zijn blijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> dan het veelvuldig gebruik<br />

<strong>van</strong> de concept<strong>en</strong> doet vermoed<strong>en</strong>, maar vooral ook <strong>van</strong>wege de esoterische<br />

<strong>sociologische</strong> positionering. De analytische constructie <strong>van</strong> het <strong>recht</strong><br />

als autopoietisch subsysteem berust - zoals elke andere wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

constructie - op e<strong>en</strong> systematische vertek<strong>en</strong>ing (Luhmann spreekt<br />

liever over 'tek<strong>en</strong>ing' of betek<strong>en</strong>ing') <strong>van</strong> de werkelijkheid. Welke wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

constructie zou zich immers op analogie aan de werkelijkheid<br />

zelf durv<strong>en</strong> beroep<strong>en</strong>? Luhmann <strong>en</strong> Teubner stek<strong>en</strong> echter veel meer<br />

<strong>en</strong>ergie in hun constructie <strong>van</strong> de wereld dan dat zij de wereld in hun constructie<br />

lat<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Maakt hun sporadische empirische waarneming,<br />

namelijk de constatering <strong>van</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de transig<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> macht,<br />

<strong>recht</strong> <strong>en</strong> leefwereld - die mijns inzi<strong>en</strong>s te<strong>recht</strong> als negatief refer<strong>en</strong>tiepunt<br />

wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> - de keuze voor het diametraal teg<strong>en</strong>overgestelde analytische<br />

postulaat <strong>van</strong> intransig<strong>en</strong>tie niet e<strong>en</strong> beetje suspect? Het lijkt erop<br />

dat de gepostuleerde eig<strong>en</strong>standigheid <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> andere subsystem<strong>en</strong><br />

in deze analytische constructie te ver doorschiet <strong>en</strong> nu aan de<br />

andere einder problem<strong>en</strong> oproept. Luhmann <strong>en</strong> Teubner ondervind<strong>en</strong> dan<br />

ook grote moeilijkhed<strong>en</strong> als zij dwarsverbinding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de subsystem<strong>en</strong>, die zij eerst zo autonoom hebb<strong>en</strong> geconstrueerd.<br />

Het lijkt erop alsof zij de e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de 'republiek' weer w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> terug te<br />

draai<strong>en</strong> naar de onaantastbaarheid <strong>van</strong> de 'autonome vorst<strong>en</strong>dommetjes'.<br />

361 Zie voor e<strong>en</strong> uitwerking <strong>van</strong> deze consequ<strong>en</strong>ties M. <strong>van</strong> Eet<strong>en</strong>. Autopoiese; <strong>en</strong> de zin <strong>van</strong> nieuwe begripp<strong>en</strong>, 1993.<br />

106 OM RECHT EN STAAT


Door het <strong>recht</strong> aan de invoerzijde <strong>van</strong> zijn maatschappelijke <strong>en</strong> politieke<br />

legitimeringsgrond<strong>en</strong> te ontdo<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het aan de andere kant als 'output'<br />

de functie <strong>van</strong> maatschappelijke integratie te ontzegg<strong>en</strong> (waardoor<br />

het 'dubbel indiffer<strong>en</strong>t' wordt gemaakt, zoals Habermas met red<strong>en</strong> kritisch<br />

aantek<strong>en</strong>t 37), wordt het <strong>van</strong> zijn lev<strong>en</strong>ssapp<strong>en</strong> afgesned<strong>en</strong>. Niettemin<br />

vertrekt ook de theorie <strong>van</strong> Habermas <strong>van</strong>uit hetzelfde negatieve<br />

refer<strong>en</strong>tiepunt. Hoe wap<strong>en</strong>t Habermas zich dan teg<strong>en</strong> de alles doordring<strong>en</strong>de<br />

ruil <strong>van</strong> politieke macht, <strong>recht</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke leefivereld?<br />

Het analytisch raamwerk <strong>van</strong> Habermas berust op di<strong>en</strong>s theorie <strong>van</strong> het<br />

'communicatieve handel<strong>en</strong>', die ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> werd ontwikkeld 38. Voor<br />

ons ond<strong>en</strong>verp is <strong>van</strong> groot belang dat Habermas zijn communicatiethee<br />

rie in e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te studie heeft geworteld in de reele ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

<strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>.<br />

6.3.3 De communicatieve machtscode <strong>van</strong> Habermas<br />

In de communicatieve theorie geld<strong>en</strong> het individu <strong>en</strong> de <strong>staat</strong> niet meer<br />

als vaste punt<strong>en</strong> (zoals in de klassieke opvatting <strong>van</strong> democratie als 'zichzelf<br />

bestur<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving') maar ligt het uitgangspunt in interacties<br />

die lev<strong>en</strong>svorm<strong>en</strong> structurer<strong>en</strong>. Zo is bijvoorbeeld integratie <strong>van</strong> het<br />

belangrijke medium taal alle<strong>en</strong> mogelijk doordat communicatief handel<strong>en</strong><br />

is ingebed in e<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>de context <strong>van</strong> leefivereld<strong>en</strong>. Het begrip <strong>van</strong><br />

communicatief handel<strong>en</strong> gaat uit <strong>van</strong> inter-subjectieve betrekking<strong>en</strong>, die<br />

zijn gericht op het verkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> onderlinge verstandhouding (Verstandigung).<br />

Het is ge<strong>en</strong> normatieve maar e<strong>en</strong> procedurele theorie. Verondersteld<br />

wordt 'slechts' dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in <strong>staat</strong> zijn om via argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over <strong>en</strong><br />

weer gedeeld begrip tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Zij zijn dus in <strong>staat</strong> om te reager<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zij zijn in <strong>staat</strong> op basis <strong>van</strong> onderlinge uitwisseling <strong>van</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

hun eig<strong>en</strong> positie te overstijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke waard<strong>en</strong> te<br />

ontwikkel<strong>en</strong>. Deze cons<strong>en</strong>sus is niet louter doelrationeel, zij kan op drie<br />

niveaus tot stand kom<strong>en</strong>: deze betreff<strong>en</strong> de objectieve aansprak<strong>en</strong> (m<strong>en</strong> is<br />

het e<strong>en</strong>s over de objectieve duiding <strong>van</strong> feit<strong>en</strong>), de normatieve geldigheidsaansprak<strong>en</strong><br />

(m<strong>en</strong> wordt het e<strong>en</strong>s over de norm<strong>en</strong> die zull<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong> de expressieve aansprak<strong>en</strong> (m<strong>en</strong> is het e<strong>en</strong>s over de waarachtigheid<br />

<strong>van</strong> de int<strong>en</strong>ties; Habermas d<strong>en</strong>kt in dit verband aan de expressieve<br />

inbr<strong>en</strong>g uit de wereld <strong>van</strong> de kunst<strong>en</strong>). Deze elem<strong>en</strong>taire uitgangspunt<strong>en</strong><br />

ligg<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag aan de communicatieve dialoog.<br />

Op het - theoretisch nog veel verder verfijnde - communicatieve paradigma<br />

<strong>van</strong> Habermas uit 1981 is <strong>van</strong> veel kant<strong>en</strong> de kritiek geuit dat het<br />

teveel in e<strong>en</strong> ideele 'discours-theorie' is bliiv<strong>en</strong> stek<strong>en</strong>: de basisconce~tie<br />

<strong>van</strong> communicatie als 'rationele, inter-subjectieve Verstandigung' zou op<br />

te grote afstand zijn geblev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de maatschappelijke realiteit met haar<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de voorgevormde structur<strong>en</strong>, haar vele differ<strong>en</strong>tiaties <strong>en</strong><br />

machtsongelijkhed<strong>en</strong>. Het prototype <strong>van</strong> de 'herrschaftsfreie Dialog' zou<br />

meer e<strong>en</strong> produkt zijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ver doorgevoerde, geestelijke exercitie dan<br />

dat deze voeling houdt met de maatschappelijke realiteit. Teg<strong>en</strong> de achtergrond<br />

<strong>van</strong> deze comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> wordt des te boei<strong>en</strong>der de rec<strong>en</strong>te toepassing<br />

door Habermas <strong>van</strong> zijn communicatieve paradigma op het<br />

aardse <strong>en</strong> zeer belad<strong>en</strong> vraagstuk <strong>van</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong> <strong>en</strong><br />

macht. We zull<strong>en</strong> ons conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op dit diepgrav<strong>en</strong>de werk Faktizitat<br />

und Geltung (19921, waarin het klassieke normatieve gehalte <strong>van</strong> het<br />

<strong>recht</strong> wordt gereconstrueerd <strong>van</strong>uit de communicatieve theorie, onder de<br />

reele voorwaard<strong>en</strong> <strong>van</strong> de moderne complexe sam<strong>en</strong>leving.<br />

37 E<strong>en</strong> kritische bespreking <strong>van</strong> de autopoiese theorie geeft J. Habermas in: Foktizitat und Gehung. 1992, blz. 62-78.<br />

381 1. Habermas. Theorie des kommunikotiv<strong>en</strong> Hondelns. 198 1. In het Nederlands vertaald <strong>en</strong> bewerkt door H. Kunnernan. Hoberrnos'<br />

theorie <strong>van</strong> het comrnunicatieve handel<strong>en</strong>, 1983.<br />

107 OM RECHT EN STAAT


Habermas beschouwt het <strong>recht</strong> als e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de belangrijkste integratiemechanism<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de moderne sam<strong>en</strong>leving. Waar m<strong>en</strong> vroeger meer kon<br />

vertrouw<strong>en</strong> op de integrer<strong>en</strong>de werking <strong>van</strong> communicatief handel<strong>en</strong> in<br />

primaire groep<strong>en</strong>, is in de moderne gespecialiseerde <strong>en</strong> plurale sam<strong>en</strong>leving<br />

de kans op diss<strong>en</strong>sus aanzi<strong>en</strong>lijk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt steeds frequ<strong>en</strong>ter<br />

e<strong>en</strong> beroep gedaan op het communicatieve integratievermog<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> geobjectiveerde mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> maatschappelijke ord<strong>en</strong>ing. Het<br />

<strong>recht</strong> tracht deze functie waar te mak<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> combinatie <strong>van</strong> objectieve<br />

gesanctioneerde binding<strong>en</strong> <strong>en</strong> rationele overtuiging. Het <strong>recht</strong> ontle<strong>en</strong>t<br />

zijn bind<strong>en</strong>de kracht vooral aan de aanspraak op legitimiteit, ofwel<br />

in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> Habermas aan gedeelde waard<strong>en</strong>, norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> process<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> Verstandigung'. Naast deze communicatieve dim<strong>en</strong>sie wordt de<br />

moderne sam<strong>en</strong>leving via het <strong>recht</strong> echter ook systematisch gei'ntegreerd<br />

door structurele maatschappelijke kracht<strong>en</strong> (in het bijzonder economische<br />

belang<strong>en</strong>) <strong>en</strong> min of meer zichzelf programmer<strong>en</strong>de administraties. In<br />

beginsel geldt ook voor dit systematische machtsgebruik <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> het<br />

ideele vereiste <strong>van</strong> communicatieve <strong>recht</strong>vaardiging, maar in de praktijk<br />

is dit vaak ver te zoek<strong>en</strong>.<br />

Habermas idealiseert het <strong>recht</strong> derhalve niet. Als organisatiemiddel <strong>van</strong><br />

de politieke heerschappij blijft het gesplet<strong>en</strong>, het <strong>recht</strong> functioneert als<br />

'zweideutiges Medium' <strong>van</strong> maatschappelijke integratie. Op het eerste<br />

gezicht is vaak niet duidelijk of de legitimiteit waarop het positieve <strong>recht</strong><br />

zich beroept, ontspringt aan het idealisme <strong>van</strong> communicatief handel<strong>en</strong><br />

dan we1 aan het materialisme <strong>van</strong> de functionele imperatiev<strong>en</strong>. Het<br />

moderne <strong>recht</strong> begeeft zich in alle functionele lacunes <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

ord<strong>en</strong>ing, zijn sociale integratievermog<strong>en</strong> wordt overvraagd.<br />

Naarmate het zich meer laat leid<strong>en</strong> door de behoefte aan de integratie <strong>van</strong><br />

systematische maatschappelijke kracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de zelfprogrammering<br />

<strong>van</strong> de administraties, neemt de kritiek op de tekortkoming<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

communicatieve dim<strong>en</strong>sie toe 39.<br />

In zijn poging tot reconstructie <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> sch<strong>en</strong>kt Habermas veel<br />

aandacht aan de conceptie <strong>van</strong> <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke zelfbestemming, zoals<br />

die in de zin <strong>van</strong> vrij associer<strong>en</strong>de burgers in de grond<strong>recht</strong><strong>en</strong> is verankerd.<br />

Maar het grond<strong>recht</strong>elijk gedacht<strong>en</strong>goed vormt ge<strong>en</strong> ideeel eiland.<br />

Van meet af aan wordt ook de noodzakelijke aanwezigheid <strong>van</strong> e<strong>en</strong> politieke<br />

macht voorondersteld (niet alle<strong>en</strong> als historisch feit maar ook in conceptuele<br />

zin). De politieke macht zorgt zowel voor de verbind<strong>en</strong>dheid <strong>van</strong><br />

de <strong>recht</strong>sbepaling als voor de doorzetting <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>. Andersom veronderstelt<br />

de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> dat politieke machtsuitoef<strong>en</strong>ing is gebond<strong>en</strong> aan<br />

het <strong>recht</strong>. Deze binding <strong>van</strong> macht aan <strong>recht</strong> veronderstelt volg<strong>en</strong>s<br />

Habermas e<strong>en</strong> communicatieve overtuiging. Anders dan bij Luhmann <strong>en</strong><br />

Teubner trekk<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong> derhalve geme<strong>en</strong>schappelijk op, zij constituer<strong>en</strong><br />

elkaar.<br />

Dat betek<strong>en</strong>t echter niet dat zij geheel <strong>en</strong> a1 in elkaar kunn<strong>en</strong> overvloei<strong>en</strong>.<br />

Recht is geori<strong>en</strong>teerd op het bereik<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> waard<strong>en</strong>- <strong>en</strong> norm<strong>en</strong>verstandhouding,<br />

het di<strong>en</strong>t gedragsv<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> te stabiliser<strong>en</strong>. Conflict<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>aangaande word<strong>en</strong> opgelost door cons<strong>en</strong>sus. De eig<strong>en</strong> functie <strong>van</strong> de<br />

politieke macht is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> collectieve doeleind<strong>en</strong>.<br />

Hier word<strong>en</strong> conflict<strong>en</strong> opgelost op basis <strong>van</strong> compromis <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>uitruil<br />

40.<br />

391 1. Habermas. Faktizitat und Gehung. blz. 45-60.<br />

41 Habermas sluit in dit verband aan bij het onderscheid <strong>van</strong> Parsons tuss<strong>en</strong> 'pattern maint<strong>en</strong>ance' <strong>en</strong> 'goal attainm<strong>en</strong>t', e<strong>en</strong> onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> duurzame verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelgerichte gedraging<strong>en</strong>. Habermas. Ibid., blz. 173 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de.<br />

OM RECHT EN STAAT


Het kernprobleem <strong>van</strong> de moderne <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> is, volg<strong>en</strong>s Habermas, dat<br />

deze verschill<strong>en</strong>d geaarde modaliteit<strong>en</strong> we1 <strong>recht</strong>streeks teg<strong>en</strong> elkaar<br />

word<strong>en</strong> uitgeruild. Macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong> zijn gei'nstitutionaliseerd in ambt<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> georganiseerde uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de <strong>staat</strong>smacht mogelijk mak<strong>en</strong>.<br />

Het gevolg is ev<strong>en</strong>wel dat ook andersom het <strong>recht</strong> kan word<strong>en</strong> ingezet<br />

voor e<strong>en</strong> directe uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de politieke macht, hetge<strong>en</strong> dan ook veelvuldig<br />

pleegt te gebeur<strong>en</strong>. Habermas is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat hiertuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

communicatieve wijze <strong>van</strong> verantwoording - e<strong>en</strong> 'geactualiseerde machtscode'<br />

- werkzaam di<strong>en</strong>t te zijn <strong>en</strong> we1 in die zin dat de administraties word<strong>en</strong><br />

gestuurd t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> collectief bind<strong>en</strong>de beslissing<strong>en</strong>, in plaats<br />

<strong>van</strong> andersom. Habermas overstijgt hiermee het pragmatische model op<br />

twee manier<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste negeert hij de directe doelrationele reciprociteit<br />

tuss<strong>en</strong> beide sfer<strong>en</strong>, hij vraagt in wez<strong>en</strong> om herstel <strong>van</strong> de hierarchie<br />

(de administratie wordt ingebed in e<strong>en</strong> patroon <strong>van</strong> <strong>recht</strong>scondities). T<strong>en</strong><br />

tweede zal deze 'hierarchie' zelf gegrond moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het niveau <strong>van</strong><br />

communicatieve Verstandigung, <strong>en</strong> we1 door herstel <strong>van</strong> de democratische<br />

g<strong>en</strong>ese <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>. Het politieke proces moet vrij gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de wereld <strong>van</strong> corporatieve <strong>en</strong> andere directe belang<strong>en</strong>.<br />

Hoe stelt Habermas zich deze communicatieve machtscode voor? Hij<br />

werkt in dit verband zijn oudere opvatting<strong>en</strong> over communicatief handel<strong>en</strong><br />

uit. De kernvoonvaarde voor het bereik<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> communicatief<br />

gewog<strong>en</strong> politiek is de organisatie <strong>van</strong> cons<strong>en</strong>sus op discursieue grondslag<br />

41. Deze conceptie grijpt terug naar Habermas' kritiek op de opvatting<br />

<strong>van</strong> democratie als e<strong>en</strong> in de <strong>staat</strong> gec<strong>en</strong>treerde sam<strong>en</strong>leving. Het communicatieve<br />

discours is niet gec<strong>en</strong>treerd rond de vaste hoekpunt<strong>en</strong> individu<br />

<strong>en</strong> <strong>staat</strong> maar is e<strong>en</strong> discours <strong>van</strong> de sam<strong>en</strong>leving, dat zich t<strong>en</strong> dele<br />

aan het discours <strong>van</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> onttrekt. Politiek noch <strong>recht</strong> zijn<br />

het c<strong>en</strong>trum <strong>van</strong> beweging in deze perceptie, zij vorm<strong>en</strong> specifieke normerings-<br />

<strong>en</strong> handelingssystem<strong>en</strong> naast andere. Weliswaar zijn politiek <strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong> gehoud<strong>en</strong> om (daar waar zij tot handel<strong>en</strong> overgaan) zich met alle<br />

andere rele<strong>van</strong>te maatschappelijke domein<strong>en</strong> te verstaan, maar doorslaggev<strong>en</strong>d<br />

is de vraag in hoeverre de op<strong>en</strong>bare m<strong>en</strong>ingsvorming uitdrukking<br />

zoekt via de overheid. Habermas neemt het vertrekpunt in ongeord<strong>en</strong>de<br />

maatschappelijke process<strong>en</strong> <strong>van</strong> op<strong>en</strong>bare m<strong>en</strong>ingsvorming, die - als<br />

beweeglijke fora <strong>van</strong> 'inter-subjectieve discours' - om praktijk te word<strong>en</strong> af<br />

<strong>en</strong> toe e<strong>en</strong> handelingsdomein zoek<strong>en</strong>. De overheid vormt slechts 66n <strong>van</strong><br />

deze domein<strong>en</strong> naast andere. Hij plaatst hiermee de overheid nog niet op<br />

gelijke voet met andere maatschappelijke domein<strong>en</strong>, maar omlijnt <strong>en</strong><br />

beperkt haar bereik consequ<strong>en</strong>t <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> maatschappelijke betrokk<strong>en</strong>heid<br />

42. De algem<strong>en</strong>e op<strong>en</strong>baarheid verloopt niet zelfg<strong>en</strong>oegzaam langs<br />

door politieke besluitnemers georganiseerde ban<strong>en</strong>, zij zoekt e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong><br />

bedding. Het politieke systeem kan - waar het tot actie wordt g<strong>en</strong>oopt -<br />

<strong>van</strong> zijn kant we1 weg<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> om deze ontdekkingssam<strong>en</strong>hang te bevorder<strong>en</strong>,<br />

maar zal dan expliciet afstand moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn overheers<strong>en</strong>de<br />

neiging tot beleidsintrovertie.<br />

Aldus tracht Habermas de democratische <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> te begrijp<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

institutionalisering <strong>van</strong> discursieve maatschappelijke m<strong>en</strong>ingsvorming,<br />

die - e<strong>en</strong>maal binn<strong>en</strong> het bereik <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> gebracht - volg<strong>en</strong>s principes<br />

<strong>van</strong> legitiem <strong>recht</strong> gestalte krijgt. Als nieuwe elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor participatie<br />

<strong>en</strong> beheersing suggereert Habermas t<strong>en</strong>slotte de volg<strong>en</strong>de procedurele<br />

uitgangspunt<strong>en</strong> 43. De wetgev<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich in eerste instan-<br />

411<br />

Ibid., blz. 35 1 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de.<br />

421 De bundel Publiek Domein onder redactie <strong>van</strong> A.M.J. Kreukels <strong>en</strong> J.B.D. Simonis (1988) bevat e<strong>en</strong> aantal uitgewerkte voorbeeld<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> vergelijkbare perceptie. waarin de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het publiek domein telk<strong>en</strong>s consequ<strong>en</strong>t <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> bepaalde maat-<br />

schappelijke in plaats <strong>van</strong> statelijke invalshoek wordt b<strong>en</strong>oemd.<br />

431 Ibid.. blz. 5 16-537.<br />

OM RECHT EN STAAT


tie op metaniveau de vraag te stell<strong>en</strong> of zij iiberhaupt zelf di<strong>en</strong><strong>en</strong> te besliss<strong>en</strong>.<br />

Als dit het geval is, rijst de vraag of de wetgever zelf kan normer<strong>en</strong><br />

dan we1 zich g<strong>en</strong>oopt ziet tot delegatie naar bestuursorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>er.<br />

In het geval <strong>van</strong> delegatie zull<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de procedures nodig zijn<br />

ter versterking <strong>van</strong> het legitimiteitsgehalte <strong>van</strong> het bestuur. In het door<br />

op<strong>en</strong> delegatie zo wijd opgerekte schemergebied tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> <strong>recht</strong>er<br />

zal e<strong>en</strong> nieuwe <strong>recht</strong>sop<strong>en</strong>baarheid georganiseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, die<br />

uitstijgt bov<strong>en</strong> de expert<strong>en</strong>cultuur <strong>en</strong> die e<strong>en</strong> discussie over normatieve<br />

grondslag<strong>en</strong> mogelijk maakt door op<strong>en</strong>bare controverses te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> 44.<br />

Aanvull<strong>en</strong>de legitimatiefilters zijn nodig - voorafgaand aan de besluitvorming<br />

- om te voorkom<strong>en</strong> dat het bestuur op eig<strong>en</strong> houtje gaat reger<strong>en</strong>.<br />

Hierbij zull<strong>en</strong> neo-corporatieve t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> zelfversterk<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

beroepssfer<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet tev<strong>en</strong>s gewaakt<br />

word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de neiging tot verstatelijking <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong>. De politieke<br />

op<strong>en</strong>baarheid wordt <strong>van</strong>uit deze perceptie niet slechts als voortuin<br />

<strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>taire complex voorgesteld, maar als de impulsgev<strong>en</strong>de<br />

periferie, die het politieke c<strong>en</strong>trum insluit.<br />

6.4 De toets <strong>van</strong> doelgerichte beleidsprocess<strong>en</strong> aan principiele<br />

<strong>recht</strong>spatron<strong>en</strong><br />

6.4.1 Beknopte balans <strong>van</strong> de discussie<br />

Zo eindigt de fundam<strong>en</strong>tele analyse <strong>van</strong> Habermas met tamelijk concrete<br />

suggesties voor communicatieve participatieprocedures die e<strong>en</strong> nadere<br />

<strong>recht</strong>vaardiging vrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> de gedelegeerde beleidsuitoef<strong>en</strong>ing. Zijn suggesties<br />

terzake mog<strong>en</strong> - althans <strong>van</strong>uit Nederlandse og<strong>en</strong> - niet echt<br />

nieuw of hemelbestorm<strong>en</strong>d het<strong>en</strong>. In wez<strong>en</strong> betreft het aanvull<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale democratie op basis <strong>van</strong> discursieve op<strong>en</strong>bare<br />

m<strong>en</strong>ingsvorming. In Nederland ontbreekt het niet aan e<strong>en</strong> gearticuleerde<br />

op<strong>en</strong>bare m<strong>en</strong>ingsvorming, noch aan procedures die deze zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

activer<strong>en</strong>. We1 pleegt dit maatschappelijk discours nog vaak aan te hak<strong>en</strong><br />

bij e<strong>en</strong> tamelijk introverte beleidscultuur, zoals bijvoorbeeld in de rec<strong>en</strong>te<br />

besluitvorming over 'grote project<strong>en</strong>' herhaaldelijk is gesignaleerd. In dit<br />

opzicht biedt de discursieve participatie <strong>van</strong> Habermas nog altijd belangwekk<strong>en</strong>de<br />

aanknopingspunt<strong>en</strong>. Het concept roept herinnering<strong>en</strong> op aan<br />

het - weliswaar weinig effectieve maar t<strong>en</strong> on<strong>recht</strong>e gebagatelliseerde -<br />

experim<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de Brede Maatschappelijke Discussie over de controverse<br />

<strong>van</strong> kern<strong>en</strong>ergie. Er zijn inmiddels we1 effectievere toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze<br />

discursieve formule gevond<strong>en</strong>. Toch is in de uitwerking <strong>van</strong> dergelijke<br />

m<strong>en</strong>ings- <strong>en</strong> cons<strong>en</strong>susvorm<strong>en</strong>de procedures op basis <strong>van</strong> bewust<br />

gecreeerde controverses mijns inzi<strong>en</strong>s niet de kern geleg<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Habermas' analyse <strong>van</strong> <strong>recht</strong> <strong>en</strong> macht. Het probleem <strong>van</strong> participatie<br />

raakt naar mijn opvatting niet de kern <strong>van</strong> het probleem waarvoor de<br />

sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> in Nederland is gesteld. De analyse <strong>van</strong> Habermas<br />

reikt veel dieper dan de specifieke communicatieve procedures, waarin<br />

zijn analyse uitmondt. Van fundam<strong>en</strong>teler belang voor het huidige betoog<br />

acht ik de strekking <strong>van</strong> zijn wijdere bijdrage met betrekking tot de<br />

wederzijdse constituering <strong>van</strong> politieke macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong>.<br />

Terwijl de pragrnatische diagnose <strong>van</strong> het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de sociale<br />

<strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> (par. 6.2) blijft stek<strong>en</strong> in het verlang<strong>en</strong> naar optimalisering<br />

<strong>van</strong> resultaatgerichte beleidsprocess<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het instrum<strong>en</strong>tele raam<br />

'1 Terugverwijz<strong>en</strong>d naar de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde drie dim<strong>en</strong>sies <strong>van</strong> Habermas' communicatieve dialoog, is het interessant om te zi<strong>en</strong><br />

hoe hij voor de 'expressieve dim<strong>en</strong>sie' in dit verband expliciet ruimte creeert voor e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g uit de wereld <strong>van</strong> de<br />

expressies <strong>en</strong> de kunst<strong>en</strong>. In Nederland is deze dim<strong>en</strong>sie de laatste jar<strong>en</strong> vooral weer geactiveerd in de vakwereld <strong>van</strong> stede-<br />

bouw <strong>en</strong> architectuur. E<strong>en</strong> wijs bestuur zal zich hoed<strong>en</strong> om gevoelige fysieke <strong>en</strong> natuurlijke structur<strong>en</strong> 'uit eig<strong>en</strong> vuist' te gaan<br />

bestemm<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


<strong>van</strong> e<strong>en</strong> doelgeori<strong>en</strong>teerde politiek (<strong>en</strong> met dit oogmerk de verhouding<br />

tuss<strong>en</strong> <strong>staat</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving zelfs nog verder laat horizontaliser<strong>en</strong>), trekt<br />

Habermas <strong>staat</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving juist principieel uit elkaar door de uitoef<strong>en</strong>ing<br />

<strong>van</strong> de <strong>staat</strong>smacht aan strikte <strong>recht</strong>scondities te ond<strong>en</strong>verp<strong>en</strong>. In<br />

dit opzicht actualiseert hij de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> klassieke <strong>recht</strong>shierarchie:<br />

de politieke desiderata word<strong>en</strong> niet zonder ommekeer in juridische<br />

instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vertaald, zij moet<strong>en</strong> strok<strong>en</strong> met de eig<strong>en</strong> opdracht <strong>van</strong> het<br />

<strong>recht</strong> om normatieve gedragsverwachting<strong>en</strong> te stabiliser<strong>en</strong>. Het <strong>recht</strong> onb<br />

le<strong>en</strong>t deze bind<strong>en</strong>de kracht aan zijn aanspraak <strong>van</strong> (uiteindelijk tot de<br />

burgerlijke grond<strong>recht</strong><strong>en</strong> terugvoer<strong>en</strong>de) legitimiteit, die door Habermas<br />

in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> communicatieve Verstandigung wordt geactualiseerd. De<br />

uitoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> politieke macht is zo gezi<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong> aan de 'communicatieve<br />

hierarchie' <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>.<br />

Aan de andere kant mag m<strong>en</strong> dit <strong>recht</strong> niet lat<strong>en</strong> droogzwemm<strong>en</strong>, zoals<br />

bij de hypercyclisch geslot<strong>en</strong> cirkelbeweging<strong>en</strong> <strong>van</strong> Luhmann <strong>en</strong> Teubner<br />

dreigt te gebeur<strong>en</strong> (par. 6.3.2 <strong>en</strong> 6.3.3). De <strong>staat</strong> is niet de <strong>en</strong>ige bron <strong>van</strong><br />

het <strong>recht</strong>, maar voorzover het <strong>recht</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> wordt gezet, is het<br />

afhankelijk <strong>van</strong> de politieke macht, zowel voor zijn vestiging als uiteindelijk<br />

voor zijn maatschappelijke bekrachtiging. Zonder deze politieke richting<br />

<strong>en</strong> zonder deze macht kan het zijn maatschappelijk integratievermog<strong>en</strong><br />

niet waarmak<strong>en</strong>. Als in dit richtinggev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> politieke<br />

machtsbolwerk gat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, verliest ook het <strong>recht</strong> zijn tand<strong>en</strong>. Het onb<br />

staan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dergelijk machtsvacuiim kan m<strong>en</strong> bijvoorbeeld waarnem<strong>en</strong><br />

in het achterblijv<strong>en</strong> <strong>van</strong> de nationale politieke stelsels bij de internationalisering<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke betrekking<strong>en</strong>. Hiat<strong>en</strong> in het machtsbestel<br />

leid<strong>en</strong> tot hiat<strong>en</strong> in het integratievermog<strong>en</strong> <strong>van</strong> het publieke <strong>recht</strong>sbestel.<br />

Het politieke systeem voimt derhalve niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedreiging<br />

voor de eig<strong>en</strong> functie <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> (namelijk als het zich met zijn collectieve<br />

doeleind<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te directe toegang tracht te verschaff<strong>en</strong>), maar het is<br />

tegelijkertijd BBn <strong>van</strong> de cruciale voorwaard<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn exist<strong>en</strong>tie.<br />

Habermas weet de onderscheid<strong>en</strong> functies <strong>van</strong> politieke macht <strong>en</strong> <strong>recht</strong><br />

geihtegreerd te behandel<strong>en</strong>, met behoud <strong>van</strong> hun afzonderlijke id<strong>en</strong>titeit<br />

<strong>en</strong> zonder het integrale produkt tot de c<strong>en</strong>trale draaischijf <strong>van</strong> de<br />

sam<strong>en</strong>leving te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.<br />

Hierin is mijns inzi<strong>en</strong>s de kracht <strong>van</strong> 'Faktizitat und Geltung' geleg<strong>en</strong>. De<br />

inbedding in e<strong>en</strong> 'communicatieve' dim<strong>en</strong>sie moet verhoed<strong>en</strong> dat de<br />

wederzijdse interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie tot e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke instrum<strong>en</strong>tele<br />

ori<strong>en</strong>tatie kan uitgroei<strong>en</strong>.<br />

6.4.2 Normatieve patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelgerichte procesbei'nvloeding<br />

Ondertuss<strong>en</strong> betreft het onderscheid<strong>en</strong> kwaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> subtiele verhouding<strong>en</strong><br />

die door dezelfde organ<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> in acht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Met name in de wetgev<strong>en</strong>de activiteit overlapp<strong>en</strong> het politieke <strong>en</strong><br />

het <strong>recht</strong>sdomein elkaar zozeer - de politieke organ<strong>en</strong> in de <strong>staat</strong> zijn in<br />

ons bestel tev<strong>en</strong>s de wetgev<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong> - dat zij in grote lijn<strong>en</strong> zelf hun<br />

praktijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Zoals in het<br />

vorige hoofdstuk werd uite<strong>en</strong>gezet, zijn in ons op<strong>en</strong> <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijk bestel<br />

weinig 'filters' ge'institutionaliseerd; zelfs de Grondwet laat aan de<br />

gewone wetgever alle ruimte <strong>en</strong> vermoedelijk is dat ook we1 wijs. Het<br />

gevolg is ev<strong>en</strong>wel dat het aan de besluitnemers zelf is om in het tumult<br />

<strong>van</strong> alledag lijn in het beleid <strong>en</strong> in de <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Dit<br />

blijkt in de doel- <strong>en</strong> vooral probleemgestuurde praktijk <strong>van</strong> de politieke<br />

besluitvorming ge<strong>en</strong> sinecure te zijn. Het resultaat is zichtbaar in massieve<br />

beleidslicham<strong>en</strong>, die broksgewijs word<strong>en</strong> aangevuld <strong>en</strong> afgebrok<strong>en</strong><br />

OM RECHT EN STAAT


(<strong>van</strong> probleem tot probleem) <strong>en</strong> zo eig<strong>en</strong>lijk toch ook niet bedoeld kunn<strong>en</strong><br />

zijn. Zo bijt het pragrnatisch instrum<strong>en</strong>talisme vroeg of laat in zijn eig<strong>en</strong><br />

staart.<br />

Ligt het dan in de rede om in het <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijk verkeer nieuwe procedurele<br />

buffers op te werp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> dit voortschrijd<strong>en</strong>de, probleemgestuurde<br />

increm<strong>en</strong>talisme? Tot op zekere hoogte kan deze werkwijze uitkomst<br />

bied<strong>en</strong>. Zo zijn bijvoorbeeld de aanwijzing<strong>en</strong> voor wet- <strong>en</strong><br />

regelgeving aangescherpt, zo is de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de juridisch coordiner<strong>en</strong>de<br />

afdeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opgewaardeerd <strong>en</strong> zo zint het<br />

ministerie <strong>van</strong> Justitie geregeld op procedures om de totstandkoming <strong>van</strong><br />

beleidswetgeving te zev<strong>en</strong> naar maatstav<strong>en</strong> <strong>van</strong> juridische kwaliteit. Het<br />

zijn nuttige opties, maar de mogelijkhed<strong>en</strong> langs dit spoor moet<strong>en</strong> niet<br />

overdrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste zijn deze niet bestand teg<strong>en</strong> de druk waaronder<br />

het politieke systeem moet operer<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan het politieke bedrijf<br />

niet verwijt<strong>en</strong> dat het door alledaagse problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tele vrag<strong>en</strong><br />

wordt voortbewog<strong>en</strong>, deze rak<strong>en</strong> de exist<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> zijn bestaan. Ik<br />

sluit zeker niet uit dat zelfs de door Habermas beoogde communicatie<br />

onbedoeld juist dit elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> directe doelgerichtheid nog e<strong>en</strong>s zou versterk<strong>en</strong>.<br />

Het lijkt niet raadzaam om het <strong>recht</strong> in absolute zin teg<strong>en</strong> deze<br />

exist<strong>en</strong>tiele drijfver<strong>en</strong> te will<strong>en</strong> mobiliser<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede zou e<strong>en</strong> activering<br />

<strong>van</strong> deze strategie (de versterking <strong>van</strong> procedurele <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke<br />

buffers) de confrontatie op de verkeerde plaats <strong>en</strong> op het verkeerde tijdstip,<br />

namelijk in het procedurele voorportaal <strong>van</strong> urg<strong>en</strong>te inhoudelijke<br />

beleidsafweging<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> plaats vind<strong>en</strong>. De juridificering <strong>van</strong> de Duitse<br />

Grondwet via de jurisprud<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> het Bundesverfassungsgericht geeft<br />

e<strong>en</strong> illustratie <strong>van</strong> het soort <strong>van</strong> problem<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> dan te mak<strong>en</strong><br />

krijgt. T<strong>en</strong> derde - <strong>en</strong> dit is het principiele argum<strong>en</strong>t - kan de betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> het <strong>recht</strong> niet gereduceerd word<strong>en</strong> tot die <strong>van</strong> e<strong>en</strong> procedureel keurslijf<br />

voor doelgerichte activiteit<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong> opdracht <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> verwijst<br />

naar de normering <strong>van</strong> verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>.<br />

Het lijkt mij dat de vertaalslag beter gezocht kan word<strong>en</strong> in de principiele<br />

fundering <strong>van</strong> normatieve grondslag<strong>en</strong> op de diverse beleidsgebied<strong>en</strong>.<br />

Hier ligt de gecombineerde opgave voor politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong>. Deze fundering<br />

kan dan echter niet meer <strong>van</strong> de eerstverantwoordelijke actor<strong>en</strong> (de politieke<br />

annex wetgev<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>. Zij zull<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong><br />

dieptelaag in hun beleidsstelsels moet<strong>en</strong> aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> Bn - wat in de praktijk<br />

<strong>van</strong> zelf-ingestelde reflectiemechanism<strong>en</strong> nog moeilijker blijkt te zijn -<br />

zij zull<strong>en</strong> ervoor moet<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> om de dring<strong>en</strong>de politieke nod<strong>en</strong> <strong>van</strong> alledag<br />

aan dit duurzame patroon <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> te toets<strong>en</strong> dan we1<br />

de grondslag<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zelf principieel te herzi<strong>en</strong>. Deze oplossing druist<br />

regel<strong>recht</strong> in teg<strong>en</strong> Selznicks 'sovereignty of purpose', <strong>en</strong> zo mogelijk nog<br />

meer teg<strong>en</strong> de opportunistische verheerlijking <strong>van</strong> de 'situationele logica'.<br />

Niet de doelgerichtheid of de situatiegebond<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> politieke afweging<strong>en</strong><br />

zijn <strong>van</strong>uit dit perspectief zo problematisch, maar de soevereiniteit<br />

<strong>van</strong> de onmiddellijkheid er<strong>van</strong>, die de praktische betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> principiele<br />

grondslag<strong>en</strong> uitholt.<br />

De ijking <strong>van</strong> de dagelijkse stroom <strong>van</strong> nieuwe beleidsbehoeft<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

duurzaam kader <strong>van</strong> principiele <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, veronderstelt dat de<br />

politiek in <strong>staat</strong> is om voor de rele<strong>van</strong>te beleidsthema's <strong>en</strong> beleidsgebied<strong>en</strong><br />

normatieve patron<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekere duurzaamheid te vestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

onderhoud<strong>en</strong>. In de huidige overgangsperiode, waarin de og<strong>en</strong>schijnlijk<br />

harmonieuze opbouw <strong>van</strong> de naoorlogse maatschappij tamelijk abrupt<br />

aan e<strong>en</strong> nieuwe dynamiek <strong>van</strong> maatschappelijke verhouding<strong>en</strong> wordt<br />

blootgesteld, is de behoefte aan e<strong>en</strong> stevige normatieve fundering <strong>van</strong><br />

<strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> groot. De stilzwijg<strong>en</strong>d veronderstelde reciprociteit<br />

<strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de sociale orde <strong>en</strong> <strong>van</strong> hieruit in verhou-<br />

OM RECHT EN STAAT


ding tot de <strong>staat</strong>, is in e<strong>en</strong> aantal opzicht<strong>en</strong> geblokkeerd geraakt door de<br />

e<strong>en</strong>zijdige overheersing <strong>van</strong> maatregel<strong>en</strong> op het niveau <strong>van</strong> de doelratie<br />

naliteit. T<strong>en</strong>vijl in de vroege periode <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> (overig<strong>en</strong>s<br />

op e<strong>en</strong> veel lager kwaliteitsniveau <strong>van</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> primaire<br />

sociale reciprociteit de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong> beheerste, is deze<br />

gedur<strong>en</strong>de de uitbreiding <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> vele mal<strong>en</strong> bemiddeld,<br />

geobjectiveerd <strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn scherpe rand<strong>en</strong> ontdaan door tal <strong>van</strong> doelgerichte<br />

<strong>en</strong> beleidmatige interv<strong>en</strong>ties. Hierdoor is e<strong>en</strong> zekere vervreemding<br />

ontstaan tuss<strong>en</strong> de expansieve doelrationele beleidsstelsels <strong>en</strong> de<br />

eig<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> in het verkeer tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>.<br />

In het vervolg <strong>van</strong> dit hoofdstuk wordt gezocht naar mogelijkhed<strong>en</strong> om de<br />

betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het normatieve reciprociteitsbegrip te herwaarder<strong>en</strong>, niet<br />

als teg<strong>en</strong>hanger <strong>van</strong> de moderne beleidsaspiraties, maar als logisch vertrekpunt<br />

voor e<strong>en</strong> onderzoek naar de normering <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>,<br />

waarin ook beleidsaspiraties <strong>van</strong> de overheid <strong>en</strong> <strong>van</strong> andere partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bedding di<strong>en</strong><strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>.<br />

Deze patron<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich op e<strong>en</strong> ander niveau - namelijk op het cons<strong>en</strong>suele<br />

waard<strong>en</strong>niveau - <strong>en</strong> zij beweg<strong>en</strong> zich met e<strong>en</strong> ander ritme dan de<br />

naar tijd <strong>en</strong> plaats bepaalde, specifieke doeleind<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong>, waarvoor<br />

het politieke bedrijf in de dagelijkse praktijk wordt gesteld. Het veronderstelt<br />

dat de politieke (annex wetgev<strong>en</strong>de) organ<strong>en</strong> invester<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong> dieptelaag, die niet met onmiddellijke omgang praktisch r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<br />

verzekert <strong>en</strong> waar<strong>van</strong> de betek<strong>en</strong>is eerst geleidelijk kan groei<strong>en</strong> door de<br />

voortgang <strong>van</strong> de dagelijkse beleidsbehoeft<strong>en</strong> aan de toets er<strong>van</strong> te onderwerp<strong>en</strong>.<br />

Het is echter we1 e<strong>en</strong> investering die noodzakelijk is om e<strong>en</strong><br />

best<strong>en</strong>dige gezagsbasis te onderhoud<strong>en</strong>.<br />

Gezi<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit de directe operationele beleidsbehoeft<strong>en</strong> wordt langs deze<br />

weg e<strong>en</strong> extra dim<strong>en</strong>sie gecreeerd, die de <strong>recht</strong>streekse v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking<br />

<strong>van</strong> urg<strong>en</strong>t geachte beleidsopties niet alle<strong>en</strong> lijkt te bemoeilijk<strong>en</strong>, maar<br />

soms zelfs <strong>recht</strong>streeks in gevaar kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De principiele toets kan<br />

inderdaad in voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong> dat de overheid zich <strong>van</strong><br />

bepaalde beleidsaansprak<strong>en</strong> beter afzijdig kan houd<strong>en</strong> of dat de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

voor haar ingrijp<strong>en</strong> op bepaalde wijze word<strong>en</strong> geselecteerd. Dit<br />

effect is ge<strong>en</strong>szins e<strong>en</strong> onbedoeld nev<strong>en</strong>effect, de confiontatie tuss<strong>en</strong> doel<strong>en</strong><br />

waard<strong>en</strong>rationaliteit di<strong>en</strong>t bewust te word<strong>en</strong> aangegaan om e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>bare<br />

lijn in het beleid te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> vast te houd<strong>en</strong>. Met name bij problem<strong>en</strong><br />

waar<strong>van</strong> de oplossing urg<strong>en</strong>t wordt geacht, pleg<strong>en</strong> de meest<br />

e<strong>en</strong>zijdige toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> het doelrationele motief door te brek<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

cumuler<strong>en</strong>. Dat wordt dan achteraf we1 vastgesteld, zoals bijvoorbeeld in<br />

de achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>qustes inzake RSV, de bouwsubsidies,<br />

<strong>en</strong> de sociale zekerheid, die niet toevallig steeds de gebrekkige uitvoering<br />

als onderwerp hadd<strong>en</strong> (bij de staart!), maar dan geeft het onev<strong>en</strong>redig<br />

veel last <strong>en</strong> moeite om de balans weer te herstell<strong>en</strong> (bij de kop <strong>van</strong><br />

de regelgeving). Bij de introductie <strong>van</strong> nieuw beleid pleegt deze confrontatie<br />

echter verdrong<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> onder de druk <strong>van</strong> de omstandighed<strong>en</strong>.<br />

De <strong>en</strong>qugte inzake de sociale zekerheid hekelde het onderbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

werkloz<strong>en</strong> in ziekte-uitkering<strong>en</strong>, alsmede de geringe uitstroom <strong>van</strong> uitkeringsont<strong>van</strong>gers<br />

uit de sociale zekerheidsregeling<strong>en</strong>, maar dreigt op zijn<br />

beurt de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> sociale zekerheid af te leid<strong>en</strong> <strong>van</strong> regeling<strong>en</strong><br />

inzake de arbeidsparticipatie. Het instrum<strong>en</strong>tele motief verspringt naargelang<br />

de nod<strong>en</strong> <strong>van</strong> de dag, maar juist ook voor de oplossing <strong>van</strong> nieuwe<br />

<strong>en</strong> als urg<strong>en</strong>t ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> is de wetgever gehoud<strong>en</strong> om zijn ev<strong>en</strong>tuele<br />

rol hierin te ijk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> principieel bestek <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sverhouding<strong>en</strong>.<br />

Het doe1 heiligt derhalve niet de directe inzet <strong>van</strong> '<strong>recht</strong>smiddel<strong>en</strong>', maar<br />

het moet voor wat betreft de inm<strong>en</strong>ging <strong>van</strong> de wetgever zelf getoetst<br />

OM RECHT EN STAAT


word<strong>en</strong> aan de <strong>recht</strong>sprincipes, die in het verkeer tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong><br />

zijn gevestigd <strong>en</strong> <strong>van</strong> hieruit ook de positie <strong>van</strong> de wetgever zelf in zijn<br />

dagelijkse activiteit<strong>en</strong> normatief bestemm<strong>en</strong>. De hoge werkloosheid onder<br />

allochton<strong>en</strong> of andere categorie<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bevolking <strong>recht</strong>vaardigt nog niet<br />

de vestiging <strong>van</strong> positief discriminer<strong>en</strong>de gedragsregels of <strong>van</strong> informatieverplichting<strong>en</strong><br />

voor bedrijv<strong>en</strong>. De bestrijding <strong>van</strong> misdaad, corruptie of<br />

misbruik <strong>van</strong> overheidsregeling<strong>en</strong> <strong>recht</strong>vaardigt niet de koppeling <strong>van</strong><br />

informatiebestand<strong>en</strong>. De combinatie <strong>van</strong> werkloosheid, inadequate<br />

beroepsopleiding <strong>en</strong> e<strong>en</strong> (op d<strong>en</strong> duur wellicht) adequaat aanbod <strong>van</strong> sche<br />

lingsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, <strong>recht</strong>vaardigt niet e<strong>en</strong> uitbreiding <strong>van</strong> de scholingsplicht.<br />

Deze betrekkelijk willekeurige greep <strong>van</strong> actuele suggesties voor<br />

de directe oplossing <strong>van</strong> allerhande acute vraagstukk<strong>en</strong>, illustreert dat de<br />

problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> doeleind<strong>en</strong> die als aanleiding voor overheidsoptred<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangevoerd, niet als zodanig de invoering <strong>van</strong> instrum<strong>en</strong>tele antwoord<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> <strong>recht</strong>vaardig<strong>en</strong>. Zij di<strong>en</strong><strong>en</strong> geijkt te word<strong>en</strong> aan de<br />

onderligg<strong>en</strong>de (soms strijdige) <strong>recht</strong>sprincipes. De behoefte aan int<strong>en</strong>sivering<br />

<strong>van</strong> beleid wordt vaak opgeroep<strong>en</strong> door onbevredig<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> bestaande beleidsfigur<strong>en</strong>. Door de nieuwe behoeft<strong>en</strong> te toets<strong>en</strong> aan<br />

meer principiele <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, zou de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de bestaande<br />

beleidsfigur<strong>en</strong> zelf we1 e<strong>en</strong>s geproblematiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Deze discussie<br />

ontbreekt in e<strong>en</strong> louter op doeleind<strong>en</strong> gerichte praktijk. In sommige<br />

gevall<strong>en</strong> zal deze principiele toets mogelijk dezelfde uitkomst <strong>van</strong> beleidsint<strong>en</strong>sivering<br />

oplever<strong>en</strong>, maar zelfs dan is de argum<strong>en</strong>tatie anders <strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teler<br />

dan de aanleiding zelf. Op dezelfde wijze zou de wetgever zich<br />

kunn<strong>en</strong> wap<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het nog altijd hardnekkige probleem <strong>van</strong> overinclusiviteit<br />

dat in paragraaf 6.2 werd besprok<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> het<br />

onderzoek <strong>van</strong> Bardach <strong>en</strong> Kagan.<br />

De vraag naar fundering <strong>van</strong> overheidsbeleid kan wat systematischer<br />

behandeld word<strong>en</strong> bij de bestudering <strong>van</strong> de moderne produktieve<br />

beleidsstelsels. De ontwikkeling <strong>van</strong> deze beleidsstelsels pleegt zich in<br />

hoofdzaak op het niveau <strong>van</strong> de doelrationaliteit te voltrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merkt<br />

zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> door het ad hoc karakter <strong>van</strong> de vele toevoeging<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> inkrimping<strong>en</strong>. Door dergelijke beleidsstelsels te <strong>en</strong>t<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> duurzame<br />

ord<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, kan de wetgever voorkom<strong>en</strong> dat<br />

hij verstrikt raakt in zijn eig<strong>en</strong> cumulatie <strong>van</strong> specifieke doelgerichte procesbelnvloeding<strong>en</strong>.<br />

Dit verwijst naar de noodzaak <strong>van</strong> investering<strong>en</strong> in<br />

normatieve patron<strong>en</strong> waarop de dagelijkse doelgerichte process<strong>en</strong> geijkt<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In de sociologie wordt vaak met zulke tweedeling<strong>en</strong><br />

gewerkt, bijvoorbeeld door Weber <strong>en</strong> in di<strong>en</strong>s voetspoor Parsons. In het<br />

economisch <strong>recht</strong> wordt vaak gerefereerd aan het vergelijkbare Duitse<br />

onderscheid tuss<strong>en</strong> 'Dauerordnung und Prozessl<strong>en</strong>kung' (door Geelhoed<br />

in 1983 binn<strong>en</strong>gehaald als onderlegger voor e<strong>en</strong> typologie <strong>van</strong> overheidsinterv<strong>en</strong>ties)<br />

45. In de oorspronkelijke Duitse literatuur refereerde de<br />

betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> 'Dauerordnung' louter aan de ord<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> economische<br />

marktverhouding<strong>en</strong> 46. Geleidelijk is e<strong>en</strong> ruimere toepassing <strong>van</strong> dit analysekader<br />

ontstaan, waarin ook gem<strong>en</strong>gde politieke beleidsstelsels werd<strong>en</strong><br />

geanalyseerd met behulp <strong>van</strong> het onderscheid tuss<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ings- <strong>en</strong><br />

sturingsdim<strong>en</strong>sies. De mogelijke betek<strong>en</strong>is hier<strong>van</strong> voor de ontwikkeling<br />

'51 Zie L.A. Geelhoed. De intew<strong>en</strong>ier<strong>en</strong>de stoat. (1983). blz. 2 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de. Geelhoed rnaakte e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> vier functies<br />

die globaal gezi<strong>en</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> in de afgelop<strong>en</strong> eeuw rnarkeerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in de periode na de oorlog allemaal<br />

e<strong>en</strong> sterke expansie hebb<strong>en</strong> ondergaan. Het betreft respectievelijk de ord<strong>en</strong><strong>en</strong>de functie, de prester<strong>en</strong>de functie, de stur<strong>en</strong>de<br />

functie <strong>en</strong> de arbitrer<strong>en</strong>de functie.<br />

461 E<strong>en</strong> goed overzicht <strong>van</strong> deze achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de historische ontwikkeling <strong>van</strong> dit analysekader in Duitsland, waarin vooral<br />

ook de rol <strong>van</strong> W. Euck<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> kornt, geeft K.J.M. Mortelmans. Ord<strong>en</strong><strong>en</strong>d <strong>en</strong> Stur<strong>en</strong>d Beleid <strong>en</strong> Publiek<strong>recht</strong>. 1985. Zie<br />

voorts K. Hellingrnan <strong>en</strong> J.K.M. Mortelmans. Economisch Publiek<strong>recht</strong> <strong>recht</strong>swoorborg<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. 1989.<br />

OM RECHT EN STAAT


<strong>van</strong> beleid <strong>en</strong> <strong>recht</strong> in de praktijk is op verschill<strong>en</strong>de beleidsgebied<strong>en</strong><br />

onderzocht 47.<br />

Door e<strong>en</strong> vast bestek te kiez<strong>en</strong> in de normering <strong>van</strong> de onderlinge verwachting<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> zakelijke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de rol <strong>van</strong> de<br />

overheid te positioner<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit &t fundam<strong>en</strong>tele inter-subjectieve <strong>recht</strong>spatroon<br />

(dat wortelt in waard<strong>en</strong> in plaats <strong>van</strong> doelrationaliteit), kan de<br />

wetgever e<strong>en</strong> 'meta-kader' ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoog houd<strong>en</strong>, dat richting geeft<br />

aan zijn mogelijke reacties op de dagelijkse stroom <strong>van</strong> doelgerichte problem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> actuele nod<strong>en</strong>, die op hem word<strong>en</strong> afgevuurd. Slechts door<br />

bewust e<strong>en</strong> afstandelijke vorm <strong>van</strong> 'zelfreflectie' te organiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> door<br />

zichzelf aan de hieruit voortvloei<strong>en</strong>de marges te bind<strong>en</strong>, kan de wetgever<br />

ontsnapp<strong>en</strong> aan de dwang <strong>van</strong> onmiddellijkheid <strong>van</strong> instrum<strong>en</strong>tele<br />

beleidsvraagstukk<strong>en</strong>. Ook dit fundam<strong>en</strong>tele <strong>recht</strong>spatroon is aan verandering<strong>en</strong><br />

onderhevig <strong>en</strong> roept telk<strong>en</strong>s nieuwe controverses op, die vaak<br />

naar aanleiding <strong>van</strong> concrete vraagstukk<strong>en</strong> ontstaan. De discussies hierover<br />

<strong>en</strong> de mogelijke best<strong>en</strong>diging <strong>van</strong> nieuwe <strong>recht</strong>sverhouding<strong>en</strong> zijn<br />

echter <strong>van</strong> e<strong>en</strong> andere orde dan de dring<strong>en</strong>de kracht, die in de probleemgerichte<br />

aanleiding<strong>en</strong> zelf beslot<strong>en</strong> ligt.<br />

De v<strong>en</strong>vijzing naar de bov<strong>en</strong>bedoelde constituer<strong>en</strong>de <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>,<br />

die e<strong>en</strong> normatief houvast moet<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> aan burgers maar<br />

ook aan de overheid die op veel verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de sturingsambities<br />

wordt aangesprok<strong>en</strong>, voert in feite terug naar tamelijk klassieke<br />

<strong>recht</strong>sopvatting<strong>en</strong>. De bedoelde <strong>recht</strong>sregels zijn er niet op gericht om specifieke<br />

prestaties te instrum<strong>en</strong>taliser<strong>en</strong>, zij beog<strong>en</strong> 'slechts' algem<strong>en</strong>e<br />

gedragsnorm<strong>en</strong> te vestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> te onderhoud<strong>en</strong>. Deze functie <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sregels<br />

is allerminst nieuw, zij berust op e<strong>en</strong> oude <strong>recht</strong>straditie. Nu wordt<br />

de betek<strong>en</strong>is er<strong>van</strong> echter niet meer op de proef gesteld op het traditionele<br />

werkgebied <strong>van</strong> de nachtwakers<strong>staat</strong> maar op de expansieve beleidsstelsels<br />

<strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>.<br />

Uit de bov<strong>en</strong>geciteerde empirisch gefundeerde onderzoek<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal<br />

moderne produktieve beleidsgebied<strong>en</strong>, komt als opvall<strong>en</strong>d gegev<strong>en</strong> naar<br />

vor<strong>en</strong> dat de wetgever zich met geregelde tuss<strong>en</strong>poz<strong>en</strong> terdege rek<strong>en</strong>schap<br />

geeft <strong>van</strong> de mogelijk structurer<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> dergelijke constituer<strong>en</strong>de<br />

<strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, ook a1 zijn deze vaak aan vernieuwing<br />

toe. Het blijkt echter nog veel moeilijker te zijn om dergelijke principieel<br />

gegronde patron<strong>en</strong> als richtsnoer te nem<strong>en</strong> in de dagelijkse ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> het beleid. Naarmate de maatschappelijke <strong>en</strong> politieke druk op<br />

beleidsstelsels to<strong>en</strong>eemt, pleegt het verlang<strong>en</strong> naar directe instrum<strong>en</strong>tele<br />

oplossing<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> elem<strong>en</strong>taire gedragscodes te overvleugel<strong>en</strong>.<br />

Dit verschijnsel kan ge'illustreerd word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> korte impressie <strong>van</strong><br />

eig<strong>en</strong> onderzoek inzake de ontwikkeling <strong>van</strong> het volkshuisvestingsbeleid.<br />

De ordepolitieke diagnose <strong>van</strong> het naoorlogse volkshuisvestingsbeleid<br />

leidde tot de onthuts<strong>en</strong>de bevinding dat de wetgever reeds in 1968 e<strong>en</strong><br />

nieuw ordepolitiek fundam<strong>en</strong>t in de huurprijz<strong>en</strong>wetgeving heeft<br />

gelegd (namelijk het beginsel <strong>van</strong> contractvrijheid), zonder dat dit e<strong>en</strong><br />

noem<strong>en</strong>swaardige praktische invloed heeft uitgeoef<strong>en</strong>d op de stormachtige<br />

ontwikkeling, die het beleid <strong>en</strong> de wetgeving terzake gedur<strong>en</strong>de<br />

de daaropvolg<strong>en</strong>de twintig jaar zoud<strong>en</strong> doormak<strong>en</strong> 48. Het feite<br />

471 In het kader <strong>van</strong> het WRR-project Marges <strong>van</strong> Overheidsbeleid werd<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de beleidsobject<strong>en</strong> op deze basis geanalyseerd.<br />

Zie W.G.M. Salet Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Sturing in het Volkshuisvestingsbeleid, 1987. H. <strong>van</strong> der Sluijs. Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Sturing in de<br />

Ouder<strong>en</strong>zorg. 1988. Voorts (interne publikatie WRR) J. de Pree. Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing in het loon- <strong>en</strong> prijsbeleid. 1988. De beteke-<br />

nis <strong>van</strong> 'ord<strong>en</strong>ing' wordt in deze studies niet opgevat als strikte marktord<strong>en</strong>ing, maar meer algeme<strong>en</strong> als in het <strong>recht</strong> gefun-<br />

deerde normatieve betrekking<strong>en</strong>, die t<strong>en</strong> principale de posities <strong>en</strong> de onderlinge verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> bepa-<br />

l<strong>en</strong>. De stur<strong>en</strong>de interv<strong>en</strong>ties moet<strong>en</strong> hieraan geijkt word<strong>en</strong>.<br />

481 W.G.M. Salet. Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Sturing in het Volkihuisvestingsbeleid, 1988.<br />

OM RECHT EN STAAT


lijke huurprijz<strong>en</strong>beleid was <strong>van</strong>wege de cumulatie <strong>van</strong> bijzondere problem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> doeleind<strong>en</strong> uiterst gecompliceerd <strong>en</strong> gefragm<strong>en</strong>teerd (naar<br />

verschill<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong>). Het<br />

maakte in deze periode vrijwel jaarlijks verandering<strong>en</strong> door, waarbij<br />

de wetgever zich door telk<strong>en</strong>s andere problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> doeleind<strong>en</strong> liet<br />

voortbeweg<strong>en</strong> (!). Regulering t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het prijsmechanisme<br />

vormt wellicht de belangrijkste determinant voor de inrichting <strong>van</strong><br />

produktieve beleidsstelsels, niet alle<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de <strong>recht</strong>streekse<br />

bei'nvloeding <strong>en</strong> mogelijke verstoring <strong>van</strong> vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong>,<br />

maar ook <strong>van</strong>wege de impact op andere overheidsregeling<strong>en</strong>,<br />

zoals bijvoorbeeld op het geheel <strong>van</strong> subsidies, op de financiele regeling<strong>en</strong>,<br />

of op de distributieregelgeving. De <strong>recht</strong>streekse bemoei<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> de wetgever met het gevoelige prijsmechanisme was ontstaan<br />

onder extreme omstandighed<strong>en</strong> (de oorlog). De wetgever had sinds de<br />

oorlog de huurprijsontwikkeling <strong>recht</strong>streeks per decreet bepaald,<br />

maar nam in 1968 het principiele <strong>en</strong> verreik<strong>en</strong>de besluit om de contracturzjheid<br />

<strong>van</strong> verhuurders <strong>en</strong> huurders tot ordepolitiek uitgangspunt<br />

te nem<strong>en</strong>. Vanaf dat mom<strong>en</strong>t kon hij de prijsontwikkeling nog<br />

'slechts' indirect bei'nvloed<strong>en</strong>. De wetgever bewandelde deze indirecte<br />

weg echter d<strong>en</strong>nate int<strong>en</strong>sief <strong>en</strong> liet zich hierbij zozeer door ad hoc<br />

ov<strong>en</strong>veging<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, dat de majeure wijziging <strong>van</strong> dit ordepolitieke<br />

fundam<strong>en</strong>t in de praktijk e<strong>en</strong> dode letter is geblev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de geschied<strong>en</strong>is<br />

<strong>van</strong> het naoorlogse volkshuisvestingsbeleid niet als e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de<br />

mijlpaal wordt gezi<strong>en</strong>. Eerst nu onlangs e<strong>en</strong> herbezinning op de<br />

grondslag<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit beleidsgebied heeft plaatsgevond<strong>en</strong> (de 'operatie-<br />

Heerma' 49) komt de structurer<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het beginsel <strong>van</strong><br />

contractvrijheid weer in beeld. De volledige doonverking <strong>van</strong> dit principe<br />

wordt nu nog slechts door bepaalde overgangsproblem<strong>en</strong> opgehoud<strong>en</strong>.<br />

Ook het (om<strong>van</strong>grijke) subsidie- <strong>en</strong> financieringsbeleid inzake de<br />

volkshuisvesting werd <strong>van</strong>uit deze invalshoek geanalyseerd. Hier<br />

bleek het niet goed mogelijk om in de geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de wetgeving<br />

e<strong>en</strong> ordepolitieke ori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> de wetgever te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> deze dim<strong>en</strong>sie heeft tot bizarre bestuurspraktijk<strong>en</strong><br />

gevoerd. Koers<strong>en</strong>d op e<strong>en</strong> bestek <strong>van</strong> louter probleem- <strong>en</strong> doelgerichte<br />

aspiraties, liet de wetgever zich (opnieuw onder uitzonderlijke<br />

omstandighed<strong>en</strong>, namelijk de ongewoon hoge inflatie medio '70 <strong>en</strong> het<br />

instort<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ~articuliere wonin~bouw) verleid<strong>en</strong> tot de introductie<br />

u<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> subsidie- <strong>en</strong> financieringssysteem, waarin e<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>de<br />

ex~loitatie <strong>van</strong> nieuwe huunvonin~<strong>en</strong> werd berek<strong>en</strong>d over e<strong>en</strong> <strong>en</strong>o ode<br />

u<br />

<strong>van</strong> 50 jaar. Dit systeem voorzag in de combinatie <strong>van</strong> lage aan<strong>van</strong>gs-<br />

hur<strong>en</strong> <strong>en</strong> lage aan<strong>van</strong>gssubsidies met langdurig oplop<strong>en</strong>de verplichting<strong>en</strong><br />

voor de overheid <strong>en</strong> de exploitant<strong>en</strong> (de subsidiebijdrag<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>s de aannam<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de 40 jaar to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de<br />

financiele schuld zou langdurig oplop<strong>en</strong>). De woning<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> dus we1<br />

gebouwd <strong>en</strong> bereikbaar gemaakt voor de doelgroep<strong>en</strong>, maar de bijbehor<strong>en</strong>de<br />

last<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels tot in de verre toekomst doorgeschov<strong>en</strong>.<br />

Invoering <strong>van</strong> dit systeem werd niet getoetst aan <strong>en</strong>ig ordepolitiek<br />

criterium, maar als feitelijk gevolg <strong>van</strong> dit systeem werd<strong>en</strong> de<br />

overheid <strong>en</strong> de exploitant<strong>en</strong> voor zeer lange termijn elkaars ge<strong>van</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

In dit opzicht ontstond e<strong>en</strong> rigiditeit, die m<strong>en</strong> zelfs onder c<strong>en</strong>tralistische<br />

ord<strong>en</strong>ingsprincipes niet snel zal aantreff<strong>en</strong>. Niettemin bleek<br />

deze langdurige wederzijdse afhankelijkheid tot diep in de jar<strong>en</strong> '80<br />

nauwelijks e<strong>en</strong> bron <strong>van</strong> verontrusting te zijn. Er war<strong>en</strong> we1 kritische<br />

geluid<strong>en</strong>, maar de politieke discussies <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>tijdse evaluaties <strong>van</strong><br />

dit ingrijp<strong>en</strong>de stelsel ging<strong>en</strong> over de politieke doeleind<strong>en</strong>, over de<br />

491<br />

Tweede Kamer. Volkshuisvesting in de jar<strong>en</strong> Neg<strong>en</strong>tig, 1989.<br />

OM RECHT EN STAAT


technische doelmatigheid <strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate (naarmate het<br />

beslag op het overheidsbudget groeide) over de betaalbaarheid er<strong>van</strong>.<br />

Zelfs commerciele exploitant<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> op deze subsidiebasis investering<strong>en</strong><br />

in de woningbouw aan, hoewel in deze kring de reserves we1<br />

<strong>van</strong> meet af aan groot war<strong>en</strong>. Inmiddels is het stelsel vastgelop<strong>en</strong> op<br />

de politieke <strong>en</strong> budgettaire gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> de overheid. Het is in 1989<br />

afgeschaft voor nieuwe woning<strong>en</strong>. Via de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde 'operatie-<br />

Heerma' werd het beleid inzake de financiering <strong>en</strong> (voorzover nu nog<br />

aanwezig) de subsidiebijdrag<strong>en</strong> geschoeid op e<strong>en</strong> nieuw fundam<strong>en</strong>t<br />

<strong>van</strong> ord<strong>en</strong>ing; nu dus we1 <strong>en</strong> zelfs zeer expliciet.<br />

Aan het laatste voorbeeld zit nog e<strong>en</strong> actueel 'staartje'. De oude verplichting<strong>en</strong><br />

die immers voor lange tijd war<strong>en</strong> aangegaan, lop<strong>en</strong> nog<br />

steeds door. Het gaat hierbij om subsidiebijdrag<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> totaalbedrag dat tuss<strong>en</strong> 29 <strong>en</strong> 90 miljard guld<strong>en</strong> wordt geraamd<br />

(afhankelijk <strong>van</strong> de rek<strong>en</strong>norm<strong>en</strong>); daar <strong>staat</strong> 35 a 40 miljard<br />

guld<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over voor de l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, die nog aan de overheid terugbetaald<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> 50. De overheid heeft zich inmiddels echter <strong>van</strong><br />

de ernstigste budgettaire consequ<strong>en</strong>ties afgeschermd door e<strong>en</strong>zijdige<br />

aanpassing<strong>en</strong> achteraf. T<strong>en</strong> eerste werd<strong>en</strong> de tr<strong>en</strong>dmatige huurprij-<br />

Z<strong>en</strong> (die voorhe<strong>en</strong> kunstmatig laag war<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>) nu jaarlijks<br />

bov<strong>en</strong> het niveau <strong>van</strong> de inflatie getrokk<strong>en</strong>. Dit gebeurt - in we<strong>en</strong>vil<br />

<strong>van</strong> het eerder g<strong>en</strong>oemde beginsel <strong>van</strong> contractvrijheid - inmiddels a1<br />

14 jaar achtere<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt ook voor de kom<strong>en</strong>de periode nog voorzi<strong>en</strong>.<br />

De extra huurprijsverhoging wordt op de g<strong>en</strong>oemde subsidies in mindering<br />

gebracht. Ook voor e<strong>en</strong> aantal woningexploitant<strong>en</strong> was dit profijtelijk,<br />

voorzover zij over woning<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> waarop ge<strong>en</strong> subsidie<br />

meer rust. T<strong>en</strong> tweede veranderde de overheid tzjd<strong>en</strong>s de looptQd e<strong>en</strong>zijdig<br />

de rek<strong>en</strong>voonvaard<strong>en</strong> voor de subsidiebijdrag<strong>en</strong> aan de woningbeheerders<br />

door invoering <strong>van</strong> e<strong>en</strong> 'subsidie-afbraakperc<strong>en</strong>tage'. Hierdoor<br />

werd<strong>en</strong> de woningbeheerders met de oplop<strong>en</strong>de last<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

exploitatierisico's opgezadeld. Nood breekt wett<strong>en</strong>, de rigiditeit <strong>van</strong> de<br />

duurzame afhankelijkheidsverhouding blijkt e<strong>en</strong>zijdig opzegbaar, als<br />

de instrum<strong>en</strong>tele regelgever zelf in nood geraakt. Als de woningexploitant<strong>en</strong><br />

ook maar e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> gehad dat de overheid<br />

haar verplichting<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig zou bijstell<strong>en</strong>, was er vermoedelijk niet<br />

e<strong>en</strong> woning op deze basis gebouwd. Overig<strong>en</strong>s hadd<strong>en</strong> de woningbeheerders<br />

ook niet bevroed dat zij (althans e<strong>en</strong> aantal <strong>van</strong> h<strong>en</strong>) door de<br />

extra prijsverhoging<strong>en</strong> langdurig door de huurders gesubsidieerd zoud<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>! Per saldo is de winst- <strong>en</strong> verliesrek<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> individuele<br />

woningexploitant<strong>en</strong> bei'nvloed door zoveel onverhoede manipulaties<br />

(op macroniveau) <strong>van</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> subsidies, dat als toevallig resultaat<br />

daar<strong>van</strong> <strong>en</strong> niet zozeer als resultaat <strong>van</strong> hun eig<strong>en</strong> beleid, de <strong>en</strong>e<br />

woningcorporatie e<strong>en</strong> redelijke marktpositie inneemt, terwijl de<br />

andere tot sanering <strong>en</strong> uitverkoop gedwong<strong>en</strong> zal zijn. Onder deze<br />

omstandighed<strong>en</strong> wordt mom<strong>en</strong>teel e<strong>en</strong> monsterakkoord voorbereid<br />

tuss<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> de koepelorganisaties om in eBn besluit alle<br />

langdurige verplichting<strong>en</strong> af te kop<strong>en</strong> (de huurders zijn buit<strong>en</strong> de<br />

onderhandeling gehoud<strong>en</strong>). Voor het herkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun ordepolitieke<br />

zelfstandigheid zull<strong>en</strong> de koepelorganisaties vermoedelijk e<strong>en</strong> Ainke<br />

prijs over hebb<strong>en</strong>. De cumulatie <strong>van</strong> bedrog<strong>en</strong> v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

wet<strong>en</strong>schap dat de overheid g<strong>en</strong>eigd is de regels nog drastischer bij te<br />

stell<strong>en</strong> (met dit dreigem<strong>en</strong>t wordt op<strong>en</strong>lijk geschermd, zowel door de<br />

overheid als door de koepelorganisaties t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de afzonderlijke<br />

woningbedrijv<strong>en</strong>), zal de onwillige schap<strong>en</strong> mogelijk over de dam<br />

kunn<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>; maar het is we1 zeker dat e<strong>en</strong> aantal <strong>van</strong> h<strong>en</strong> in de<br />

put zal blijv<strong>en</strong> stek<strong>en</strong>.<br />

so] Berek<strong>en</strong>ing volg<strong>en</strong>s J.B.S. Conijn. 'Wie betaalt de brutering!'; in: Economisch Stotistische Bericht<strong>en</strong>, 24- 1 1-1993, blz. 1079<br />

OM RECHT EN STAAT


M<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t zich bij de bov<strong>en</strong>staande casus te realiser<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

zeer weinige beleidsgebied<strong>en</strong> betreft, waarop de wetgever e<strong>en</strong> nieuw<br />

bestek <strong>van</strong> verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de diverse partij<strong>en</strong> (incl. de overheid)<br />

heeft bepaald, dat richtinggev<strong>en</strong>d is voor nieuw beleid. Hoewel dit bestek<br />

nog niet volledig is uitgekristalliseerd, lijkt het mij als zodanig in grote lijn<strong>en</strong><br />

vruchtbaar <strong>en</strong> kansrijk. De actuele problem<strong>en</strong> die het nu nog ondervindt,<br />

word<strong>en</strong> vooral bewerkstelligd door de imm<strong>en</strong>se last <strong>van</strong> beleidsmatige<br />

onbeheersbaarheid die door e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>stapeling <strong>van</strong> louter doel- <strong>en</strong><br />

probleemgerichte interv<strong>en</strong>ties is opgebouwd. De wetgever is bezig om zich<br />

<strong>van</strong> deze ballast te bevrijd<strong>en</strong>, ook a1 gebeurt dat niet altijd ev<strong>en</strong> fraai. Als<br />

zich straks nieuwe grote maatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong> inzake de volkshuisvesting<br />

aandi<strong>en</strong><strong>en</strong>, zoals in Duitsland <strong>en</strong> Frankrijk reeds op grote<br />

schaal het geval is, zijn de verhouding<strong>en</strong> in de volkshuisvesting echter<br />

zodanig herschikt dat de nieuwe aansprak<strong>en</strong> (ook op de overheid) met<br />

veel grotere betrouwbaarheid kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangegaan.<br />

De meeste beleidsgebied<strong>en</strong> staan nog maar aan het begin <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dergelijke<br />

fundam<strong>en</strong>tele herori<strong>en</strong>tatie. De wetgever zal moet<strong>en</strong> invester<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> hoger betrouwbaarheidsgehalte <strong>van</strong> zijn regelgeving, juist ook daar<br />

waar de overheid zelf actief op maatschappelijke handelingsprocess<strong>en</strong><br />

ingrijpt. Dit vergt e<strong>en</strong> grotere betrokk<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> de wetgever op de fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

die hij zelf heeft gelegd, die in veel gevall<strong>en</strong> nog verbetering<br />

behoev<strong>en</strong> <strong>en</strong> die hij zelf di<strong>en</strong>t hoog te houd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> louter doelgerichte<br />

ori<strong>en</strong>tatie leidt op d<strong>en</strong> duur tot e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>stapeling <strong>van</strong> bedrog<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong>,<br />

die zijn gezagsbasis ondermijnt. Mij dunkt dat het parlem<strong>en</strong>t<br />

(als medewetgever) langs deze zelfdiscipliner<strong>en</strong>de weg meer diepte aan<br />

zijn gezagsbasis kan gev<strong>en</strong> dan via de aanvull<strong>en</strong>de <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke, naar<br />

het plebiscitaire overhell<strong>en</strong>de kunststukjes, waarop de commissie inzake<br />

de <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke vernieuwing (de Commissie-Deetman) haar poging<br />

tot <strong>staat</strong>s- <strong>en</strong> bestuurs<strong>recht</strong>elijke vernieuwing vooralsnog heeft geconc<strong>en</strong>treerd.<br />

6.5 E<strong>en</strong> dynamische orde<br />

Als de wetgever zich met het oog op de vele doelgerichte aansprak<strong>en</strong> die<br />

op de overheid word<strong>en</strong> gedaan, op de grondslag <strong>van</strong> zijn eig<strong>en</strong> positie herbezint,<br />

heeft dat grote gevolg<strong>en</strong> voor de inrichting <strong>van</strong> zijn moderne<br />

beleidsstelsels. Deze verhouding laat zich echter niet omker<strong>en</strong>. Het tot<br />

stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> hooghoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>recht</strong>sorde <strong>van</strong> stabiele gedragsv<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>t niet te word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> manipuleerbaar<br />

medium t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> de organisatie <strong>van</strong> het geheel <strong>van</strong> doelgerichte<br />

beleidsaspiraties. De 'morality of duty' <strong>en</strong> de 'morality of aspirations' zijn<br />

niet direct inwisselbaar <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> doelgericht organisatiemotief. De principiele<br />

<strong>recht</strong>scode berust niet op e<strong>en</strong> beginsel <strong>van</strong> prud<strong>en</strong>te organisatie,<br />

maar op e<strong>en</strong> stilzwijg<strong>en</strong>de 'moral bond of reciprocity' 51. Zij gaat niet op<br />

zoek naar het marginale nut, maar bindt de <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> <strong>en</strong> de beleidvoer<strong>en</strong>de<br />

overheid aan e<strong>en</strong> morele code <strong>van</strong> wat we1 of niet behoort. In die<br />

zin is 'orde-politiek' ge<strong>en</strong> organisatie-instrum<strong>en</strong>t, ook niet e<strong>en</strong> organisatie-instrum<strong>en</strong>t<br />

<strong>van</strong> hogere orde. Als de politieke (annex wetgev<strong>en</strong>de) organ<strong>en</strong><br />

het patroon <strong>van</strong> duurzame <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit dezelfde aspiratieve<br />

int<strong>en</strong>ties zoud<strong>en</strong> inricht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder ontwikkel<strong>en</strong>, als reeds<br />

gebruikelijk is bij de inrichting <strong>van</strong> de produktieve beleidsstelsels, zou het<br />

instrum<strong>en</strong>talisme dat dit moderne beleid zo sterk aankleeft, zelf tot e<strong>en</strong><br />

hogere orde word<strong>en</strong> verhev<strong>en</strong>. De rol <strong>van</strong> <strong>recht</strong>sregels op basis <strong>van</strong> waard<strong>en</strong>rationaliteit<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> derhalve niet <strong>van</strong>uit doelrationele motiev<strong>en</strong> georganiseerd<br />

te word<strong>en</strong>, zij vind<strong>en</strong> hun grondslag in de normering <strong>van</strong> het<br />

verkeer tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong>.<br />

511 L. Fuller. lbid.. blz. 17.<br />

OM RECHT EN STAAT


Dit klassieke onderscheid tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de rationaliteit<strong>en</strong> is actueler<br />

dan ooit, wanneer het wordt toegepast op de reeks <strong>van</strong> herschikking<strong>en</strong><br />

waartoe de wetgever zich gedur<strong>en</strong>de de laatste vijfti<strong>en</strong> jaar zag g<strong>en</strong>oopt<br />

<strong>van</strong>wege de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dynamiek <strong>van</strong> de maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>.<br />

Het na de oorlog zozeer op nationale leest geschoeide model <strong>van</strong> de<br />

sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> ondervond steeds meer aansluitingsproblem<strong>en</strong> met<br />

maatschappelijke activiteit<strong>en</strong>, die <strong>en</strong>erzijds steeds meer op internationale<br />

schaal geori<strong>en</strong>teerd zijn <strong>en</strong> op dit schaalniveau concurrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds<br />

veel grotere <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>standige dynamiek g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> op dec<strong>en</strong>traal niveau.<br />

Het bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de maatschappelijke leefwereld <strong>van</strong> techniek <strong>en</strong> cultuur<br />

zijn de nationale overhed<strong>en</strong> voorgegaan in deze gelijktijdige tr<strong>en</strong>ds<br />

<strong>van</strong> internationalisering <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>tralisatie. Mede teg<strong>en</strong> deze achtergrond<br />

zag het nationale beleidssysteem zich g<strong>en</strong>oodzaakt tot velerlei aanpassing<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> herord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn beleidsstelsels.<br />

Het aanpassingsproces verloopt tot dusverre echter niet optimaal <strong>en</strong> het<br />

is mede hierom zo weinig innover<strong>en</strong>d omdat het nationale beleidssysteem,<br />

inclusief de omring<strong>en</strong>de wereld <strong>van</strong> nationale belang<strong>en</strong>behartiging, de<br />

eig<strong>en</strong> doelrationaliteit tot uitgangspunt <strong>van</strong> de herschikking<strong>en</strong> pleegt te<br />

nem<strong>en</strong>. Wat betreft de noodzaak <strong>van</strong> internationale aanpassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

politieke systeem in Europa kan m<strong>en</strong> dit niet e<strong>en</strong>zijdig aan de<br />

Nederlandse inbr<strong>en</strong>g toerek<strong>en</strong><strong>en</strong>; integ<strong>en</strong>deel, <strong>van</strong> deze zijde wordt vaak<br />

juist het belang <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verdergaande communautaire ori<strong>en</strong>tatie onderk<strong>en</strong>d.<br />

Politieke integratie '<strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af kan echter niet verder reik<strong>en</strong><br />

dan de machtsverhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> compromiss<strong>en</strong> <strong>van</strong> de associer<strong>en</strong>de lidstat<strong>en</strong><br />

toestaan. Het proces <strong>van</strong> Europese integratie verloopt op basis <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> unieke <strong>en</strong> weinig ev<strong>en</strong>wichtige m<strong>en</strong>gverhouding <strong>van</strong> inter-gouvernem<strong>en</strong>tele<br />

<strong>en</strong> communautaire compet<strong>en</strong>ties 52. Op sommige gebied<strong>en</strong>, zoals<br />

bij uitstek de mededingingswetgeving, is de bov<strong>en</strong>nationale ori<strong>en</strong>tatie<br />

zeer sterk ontwikkeld, op andere gebied<strong>en</strong> dreigt de doelrationaliteit <strong>van</strong><br />

machtige lidstat<strong>en</strong> nu op hoger schaalniveau te hypertrofier<strong>en</strong> (landbouw,<br />

het nieuwe regionale beleid <strong>en</strong> soms zelfs op het jonge gebied <strong>van</strong> de<br />

milieuregelgeving). Als het integratieproces zich gaat uitstrekk<strong>en</strong> over<br />

grotere del<strong>en</strong> <strong>van</strong> de nationale begroting<strong>en</strong> (hetge<strong>en</strong> indirect reeds uit de<br />

str<strong>en</strong>gere begrotingseis<strong>en</strong> voortvloeit) mag gevreesd word<strong>en</strong>, dat ook dit<br />

steekspel suboptimale uitkomst<strong>en</strong> zal oplever<strong>en</strong>. Aan de andere kant zull<strong>en</strong><br />

sommige vertrouwde doelrationele fixaties, zoals de Nederlandse traditie<br />

<strong>van</strong> corporatieve accommodatie <strong>van</strong> de hoofdlijn<strong>en</strong> <strong>van</strong> het sociaal <strong>en</strong><br />

economisch beleid, door verdergaande integratie juist geproblematiseerd<br />

word<strong>en</strong>. Over het geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is het proces <strong>van</strong> 'politieke integratie<br />

<strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af nog onbestemd. Het resultaat is grillig, <strong>en</strong> wijst vooralsnog<br />

op e<strong>en</strong> tekort aan maatschappelijk integratiev<strong>en</strong>nog<strong>en</strong> dat langs deze<br />

weg wordt bereikt.<br />

Echter, ook bij hun interne aanpassing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de nationale beleidsactor<strong>en</strong><br />

- zeker in Nederland met zijn sedert de oorlog zo beleidsexpansieve<br />

<strong>en</strong> gec<strong>en</strong>traliseerde beleidsori<strong>en</strong>tatie - overweg<strong>en</strong>d de eig<strong>en</strong> doelrationaliteit<br />

lat<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> bij de initiatiev<strong>en</strong> tot herinrichting <strong>van</strong> bestuur <strong>en</strong><br />

beleid. De ontwikkeling <strong>van</strong> de grote bestuurlijke operaties geeft hier<strong>van</strong><br />

- in vogelvlucht - e<strong>en</strong> indicatie. De operaties in de jar<strong>en</strong> '70 t<strong>en</strong>deerd<strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong>al naar e<strong>en</strong> versterking <strong>van</strong> de planmatige coordinatie <strong>van</strong> de verspreide<br />

beleidsinitiatiev<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de rijksdi<strong>en</strong>st. Met het aantred<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het eerste kabinet-Lubbers werd dit acc<strong>en</strong>t radicaal verlegd. De gelijktijdige<br />

introductie <strong>van</strong> vijf forse bestuurlijke operaties moest het overbelaste<br />

apparaat <strong>van</strong> de rijksdi<strong>en</strong>st ontlast<strong>en</strong>. Deze 'grote operaties' betroff<strong>en</strong> de<br />

521 E<strong>en</strong> strategisch overzicht <strong>van</strong> de verdeling <strong>van</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> de dilemma's die zich hieromtr<strong>en</strong>t voordo<strong>en</strong> geeft L.A.<br />

Geelhoed. Compet<strong>en</strong>tieperikel<strong>en</strong>; De bevoegdhed<strong>en</strong>verdeling tuss<strong>en</strong> de Geme<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> de Lid-Stat<strong>en</strong> in her licht <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong><br />

het Europese integrotieproces. 1992. blz. 82- I0 I.<br />

119 OM RECHT EN STAAT


financiele herov<strong>en</strong>veging <strong>van</strong> het beleid, de juridische deregulering <strong>van</strong><br />

de fijnmazige regelgeving, de economische deregulering, de dec<strong>en</strong>tralisatie<br />

<strong>van</strong> het beleid <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte diverse aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> personeel <strong>en</strong> organisatie.<br />

Nog in dezelfde periode werd<strong>en</strong> hieraan initiatiev<strong>en</strong> <strong>van</strong> privatisering<br />

<strong>en</strong> bestuurlijk zelfbeheer toegevoegd. In de daaropvolg<strong>en</strong>de<br />

regeerperiode werd<strong>en</strong> de band<strong>en</strong> met externe partij<strong>en</strong> aangehaald. Via<br />

organisatorische netwerk<strong>en</strong> werd het realiteitsgehalte <strong>van</strong> beleidsinitiatiev<strong>en</strong><br />

afgetast <strong>en</strong> werd vooral ook het aspect <strong>van</strong> de beleidsimplem<strong>en</strong>tatie<br />

verstevigd. Daarnaast werd nu ook voor sommige specifieke beleidssector<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele herord<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> verhouding<strong>en</strong> voorbereid. In<br />

de rec<strong>en</strong>te regeerperiode werd<strong>en</strong> diverse nieuwe method<strong>en</strong> <strong>van</strong> managem<strong>en</strong>t<br />

gei'ntroduceerd. Er werd onderzoek gedaan naar mogelijkhed<strong>en</strong> voor<br />

bestuurlijke <strong>en</strong> <strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke vernieuwing. Het proces <strong>van</strong> regiovorming<br />

kreeg e<strong>en</strong> stevige impuls. T<strong>en</strong>slotte kwam via <strong>en</strong>ige opvall<strong>en</strong>de privatiseringsoperaties<br />

(PTT, NS, ABP) nu ook meer acc<strong>en</strong>t op aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

economische dec<strong>en</strong>tralisatie te ligg<strong>en</strong> (in combinatie met herregulering<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de condities). Het betreft overig<strong>en</strong>s vooralsnog in hoofdzaak<br />

verzelfstandiging <strong>van</strong> overheidsbedrijv<strong>en</strong>, de beleidsstelsels zelf zijn<br />

nog niet in economische zin gedec<strong>en</strong>traliseerd.<br />

Het geme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> deze operaties was de behoefte om<br />

de topzware rijksdi<strong>en</strong>st te ontlast<strong>en</strong>. Behoud<strong>en</strong>s sommige sectorale herschikking<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de rec<strong>en</strong>te privatisering<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> deze operaties niet<br />

zozeer gevoed door activering <strong>van</strong> 'onder<strong>en</strong> af of <strong>van</strong> 'buit<strong>en</strong>af. Zij beoogd<strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong>al om onder behoud <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale doelrationaliteit de beleidslast<br />

te verlicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> te versmall<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitvoering binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de<br />

overheid te deleger<strong>en</strong>. Geleidelijk ontsponn<strong>en</strong> zich <strong>van</strong>uit deze invalshoek<br />

nieuwe interactieve netwerk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> met maab<br />

schappelijke participant<strong>en</strong>. De beleidsmatige positie <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale overheid<br />

<strong>en</strong> de verbinding hier<strong>van</strong> met maatschappelijke organisaties zelf<br />

werd echter niet ter discussie gesteld. Zo wordt bijvoorbeeld zelfs het<br />

rec<strong>en</strong>te proces <strong>van</strong> regionalisering in belangrijke mate voortgestuwd <strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>uit de vakdepartem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> materieel ondersteund met het oogmerk om<br />

de uitvoering <strong>van</strong> de nationale plann<strong>en</strong> te stroomlijn<strong>en</strong> (i.c. de beleidsnota's<br />

inzake ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, verkeer <strong>en</strong> vervoer, milieu). Er word<strong>en</strong><br />

met regionale bestuursorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> met maatschappelijke actor<strong>en</strong> nieuwe<br />

dwarsverbinding<strong>en</strong> gevormd om het uitvoeringspot<strong>en</strong>tieel te vergrot<strong>en</strong>.<br />

Het tweede opvall<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> deze bestuurlijke operaties betreft<br />

de fixatie op de %eleidsmiddel<strong>en</strong>7. De verandering <strong>van</strong> inhoudelijke<br />

beleidsstelsels werd gestimuleerd door <strong>van</strong>uit de procedurele flank<strong>en</strong> de<br />

druk op de beleidsmiddel<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong> (resp. de budgettaire druk, de<br />

druk op het personeelsbeleid, de druk op de om<strong>van</strong>g <strong>en</strong> int<strong>en</strong>siteit <strong>van</strong><br />

regelgeving, de druk op aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> organisatie) <strong>en</strong> werd zeld<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>t op<br />

e<strong>en</strong> normatief fundam<strong>en</strong>t. De pressie <strong>van</strong>uit de flank<strong>en</strong> op de middel<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> beleid heeft stellig e<strong>en</strong> grote dynamiek teweeg gebracht in de organisatie<br />

<strong>en</strong> ook in de uiteindelijke inhoudelijke effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de naoorlogse<br />

beleidsstelsels. Het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> inhoudelijke ori<strong>en</strong>tatie die berust<br />

op normatieve <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, heeft hier echter m<strong>en</strong>igmaal tot cynische<br />

beleidsaanpassing<strong>en</strong> geleid. De stelselvernieuwing in de gezondheidszorg<br />

(meer e<strong>en</strong> inhoudelijke dan e<strong>en</strong> bestuurlijke operatie) is e<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de weinige operaties, die consequ<strong>en</strong>t werd bered<strong>en</strong>eerd <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong><br />

nieuw <strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel bestek <strong>van</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>, waarin ook de<br />

stur<strong>en</strong>de rol <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale overheid zelf ond<strong>en</strong>verp <strong>van</strong> verandering is.<br />

Het valt dan ook te betreur<strong>en</strong> dat uitgerek<strong>en</strong>d deze operatie voor onbepaalde<br />

tijd is weggezakt in e<strong>en</strong> moeras <strong>van</strong> belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>. De<br />

sectorale herschikking<strong>en</strong> in del<strong>en</strong> <strong>van</strong> het welzijnsbeleid <strong>en</strong> het volkshuisvestingsbeleid<br />

lijk<strong>en</strong> we1 meer geslaagd te zijn. Ook de herschikking<br />

<strong>van</strong> de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing werd geeffectueerd. Aan de neo-corporatieve<br />

OM RECHT EN STAAT


opzet hier<strong>van</strong> klev<strong>en</strong> echter nog zoveel problem<strong>en</strong>, dat de vraag rijst of<br />

hiermee e<strong>en</strong> duurzaam patroon is gevond<strong>en</strong>. Op andere brede beleidsgebied<strong>en</strong>,<br />

zoals bijvoorbeeld <strong>van</strong> Sociale Zak<strong>en</strong> of Verkeer <strong>en</strong> Water<strong>staat</strong><br />

(ondanks privatisering <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal bedrijfsmatige activiteit<strong>en</strong>) is e<strong>en</strong><br />

structurele herori<strong>en</strong>tatie tot dusverre uitgeblev<strong>en</strong>.<br />

Bij deze stand <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> is de 'periferie' (zoals Habermas de eig<strong>en</strong>lijke<br />

constituer<strong>en</strong>de context met gevoel voor understatem<strong>en</strong>t noemde) nog<br />

altijd weinig 'impulsgev<strong>en</strong>d'. Zij sluit het c<strong>en</strong>trum niet in, maar wordt er<br />

zelf door ingeslot<strong>en</strong>. Het spectrum <strong>van</strong> uitvoerders wordt verbreed, maar<br />

de strekking <strong>van</strong> het gefunctionaliseerde beleid zelf is nog niet geproblematiseerd.<br />

De redressering <strong>van</strong> uitvoeringstak<strong>en</strong> naar primair betrokk<strong>en</strong><br />

person<strong>en</strong> <strong>en</strong> instanties dreigt dan de door Coleman zo gevreesde asymmetrie<br />

tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong> <strong>en</strong> collectieve organisaties te sublimer<strong>en</strong>. Eerst<br />

werd<strong>en</strong> in de aanloop naar de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> tal <strong>van</strong> beleidsverantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

uit de primaire kring <strong>van</strong> betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke<br />

instanties in het bereik <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale beleidsinstanties<br />

gebracht (dit gebeurde vaak met aandrang <strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af <strong>van</strong>wege de<br />

behoefte aan professionalisering, aan gelijke behandeling <strong>en</strong> vooral ook<br />

aan financiele ondersteuning), nu word<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit dit collectieve gebouw<br />

weer bepaalde verantwoordelijkhed<strong>en</strong> ter uitvoering geredresseerd.<br />

Ondertuss<strong>en</strong> is niet alle<strong>en</strong> de oorspronkelijke maatschappelijke constitutie<br />

<strong>van</strong> sam<strong>en</strong>stelling veranderd, maar zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

die in voorgesorteerde pakketjes 'ter uitvoering word<strong>en</strong> teruggegev<strong>en</strong>'<br />

<strong>van</strong> inhoud <strong>en</strong> functie veranderd: zij zijn als het ware functioneel<br />

gezuiverd <strong>en</strong> voorbestemd 53. De ontwikkeling <strong>van</strong> de maatschappelijke<br />

zorg geeft e<strong>en</strong> treff<strong>en</strong>de illustratie <strong>van</strong> deze ontwikkeling.<br />

De maatschappelijke zorg, de bijstand, het ond<strong>en</strong>vijs, de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing,<br />

de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, maar ook produktieve publieke tak<strong>en</strong>, zoals<br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer, de huisvesting of de nutsbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs diverse<br />

aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> op<strong>en</strong>bare orde <strong>en</strong> criminaliteitsprev<strong>en</strong>tie zijn voorbeeld<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> publieke activiteit<strong>en</strong>, die tot in de jar<strong>en</strong> '50 zeer hecht in maatschap<br />

pelijke leefwereld<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ingebed, met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> actieve verantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke instanties, waarop het beleid <strong>van</strong> de<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogere overhed<strong>en</strong> <strong>recht</strong>streeks aansluiting zocht. Hun<br />

sociale ord<strong>en</strong>ing werd veelal bewaakt door mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

norm<strong>en</strong>. Reciprociteit was tot de helft <strong>van</strong> deze eeuw veel minder geobjectiveerd<br />

<strong>en</strong> bemiddeld in indirecte, geformaliseerde betrekking<strong>en</strong>, zij<br />

vormde ge<strong>en</strong> abstract vraagstuk maar was overheers<strong>en</strong>de <strong>en</strong> zichtbare<br />

realiteit, met indring<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale cohesie <strong>en</strong> sociale verstoting.<br />

In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de vroege 'social control' sociolog<strong>en</strong><br />

(zoals Ross <strong>en</strong> Sumner) dergelijke beheersingsmechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

sociale orde reeds aan het begin <strong>van</strong> de eeuw uitgebreid bestudeerd.<br />

Het is fasciner<strong>en</strong>d om hierin <strong>van</strong>uit de huidige situatie terug te lez<strong>en</strong>,<br />

hoe de geleidelijke overgang naar de moderne georganiseerde sam<strong>en</strong>leving<br />

zich daar voltrok. De <strong>staat</strong> was soeverein in de uitoef<strong>en</strong>ing zijn<br />

klassieke functies, maar er werd<strong>en</strong> in dit overgangsproces geleidelijk<br />

steeds meer vraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale beheersing in zijn bereik<br />

gebracht. Vooral bij Ross, overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verklaard voorstander <strong>van</strong><br />

zulke modernisering, komt voortdur<strong>en</strong>d het verschil in diepgang <strong>en</strong><br />

reikwijdte naar vor<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de sociale beheersingsmechanism<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de formeel georganiseerde mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale orde. T<strong>en</strong>vijl de<br />

sociale beheersing via 'publieke s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, publieke oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

publiek handel<strong>en</strong>' werkzaam is op het niveau <strong>van</strong> gei'nternaliseerde<br />

531 Zie Coleman (1992). Foundations of Social Theory. hoofdstuk 21.<br />

OM RECHT EN STAAT


waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> als zodanig in alle hoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> gat<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociaal<br />

gedrag binn<strong>en</strong>dringt (de wil, de gevoel<strong>en</strong>s, het oordeel), moet<strong>en</strong> de<br />

geobjectiveerde <strong>en</strong> gelegaliseerde beheersingsmechanism<strong>en</strong> zich <strong>van</strong><br />

buit<strong>en</strong>af met bepaalde sancties e<strong>en</strong> weg zi<strong>en</strong> te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> in het sociaal<br />

gedrag. Ross beschrijft de laatste categorie in feite als ord<strong>en</strong>ing op e<strong>en</strong><br />

lager niveau <strong>van</strong> sociale organisatie, met minder vernuft, minder<br />

indring<strong>en</strong>d (ondanks de wettelijke verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> sancties), minder<br />

moreel onderscheid<strong>en</strong>d <strong>en</strong> minder wijd vertakt 54.<br />

Ross zag we1 dat ook het ord<strong>en</strong>ingspot<strong>en</strong>tieel <strong>van</strong> sociale waard<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

norm<strong>en</strong> wordt 'georganiseerd' <strong>en</strong> getransformeerd via maatschappelijke<br />

instituties. Hij besteedde veel aandacht aan de internalisering<br />

<strong>van</strong> gei'nstitutionaliseerde waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de dynamiek<br />

daar<strong>van</strong>. <strong>Om</strong>gekeerd had hij er echter opvall<strong>en</strong>d weinig oog voor, dat<br />

ook de als 'exoge<strong>en</strong>' betitelde (bij uitstek de wettelijke) mechanism<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale beheersing <strong>en</strong> sturing berust<strong>en</strong> op grondslag <strong>van</strong> indirecte<br />

reciprociteit <strong>en</strong> dat deze - als het goed is - ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> gei'nternaliseerd<br />

in de individuele persoonlijkheid <strong>en</strong> in m<strong>en</strong>selijk gedrag.<br />

Integ<strong>en</strong>deel, de uiterlijkheid <strong>van</strong> geformaliseerde beheersingsmechanism<strong>en</strong><br />

werd juist gecontrasteerd met de innerlijkheid <strong>van</strong> sociale<br />

beheersingsmechanism<strong>en</strong>. Zijn theorie bevat derhalve e<strong>en</strong> belangrijke<br />

omissie, maar we1 e<strong>en</strong> omissie die bewust was gekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong> die ons e<strong>en</strong><br />

eeuw later in welhaast teg<strong>en</strong>overgestelde maatschappelijke omstandighed<strong>en</strong><br />

nog volop bezig houdt. De grote moeite die het de moderne<br />

<strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> in zijn overgeorganiseerde vorm kost, om wB1 e<strong>en</strong> grondslag<br />

<strong>van</strong> (stilzwijg<strong>en</strong>de) reciprociteit vast te houd<strong>en</strong>, heeft ons in deze<br />

hele studie bezig gehoud<strong>en</strong>.<br />

Na de oorlog zijn de 'publieke domein<strong>en</strong>', waar<strong>van</strong> hierbov<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige voorbeeld<strong>en</strong><br />

zijn g<strong>en</strong>oemd, geleidelijk uit elkaar getrokk<strong>en</strong>. Aan de <strong>en</strong>e kant<br />

werd de publieke verantwoordelijkheid voor e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel overgeheveld<br />

naar nationale beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die in functionele doelrationaliteit<br />

op grote schaal verder uitgroeid<strong>en</strong> (<strong>en</strong> onder beheersing werd<strong>en</strong><br />

gebracht <strong>van</strong> mechanism<strong>en</strong>, die door Ross - ongezi<strong>en</strong> - a1 op voorhand als<br />

louter 'exoge<strong>en</strong>' war<strong>en</strong> bestempeld). Hier weekt<strong>en</strong> de publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

geleidelijk 10s <strong>van</strong> de primaire, maatschappelijke leefwereld<strong>en</strong>,<br />

waarin ze oorspronkelijk war<strong>en</strong> gekweekt. Aan de andere kant<br />

onderging<strong>en</strong> de oorspronkelijke maatschappelijke leefwereld<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong><br />

grote dynamiek. De traditionele homog<strong>en</strong>iteit binn<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

leefwereld<strong>en</strong> is immers goeddeels verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de territoriale gebond<strong>en</strong>heid<br />

<strong>van</strong> geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> is door de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maatschappelijke<br />

mobiliteit doorkruist. Zo ging<strong>en</strong> de beleidsontwikkeling <strong>en</strong> de maatschap<br />

pelijke leefwereld elk hun eig<strong>en</strong> weg. Het gegev<strong>en</strong> dat de publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> in gefunctionaliseerde<br />

beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, is <strong>van</strong>af de jar<strong>en</strong> '70 onderwerp <strong>van</strong> aanhoud<strong>en</strong>de<br />

kritiek 55. In rec<strong>en</strong>te discussies over 'publiek domein' <strong>en</strong> over de actuele<br />

betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> burgerschap' wordt de eig<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de maatschappelijke<br />

dynamiek op tal <strong>van</strong> gebied<strong>en</strong> geexploreerd. De 'publieke verantwoordelijkheid'<br />

wordt hierin niet afgeleid <strong>van</strong> de functionele rationaliteit<br />

<strong>van</strong> de beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 56.<br />

s4] E.A. Ross, Social Control; a survey of the foundations of order, 190 1, blz. 89- 125.<br />

IS]<br />

Zie bijvoorbeeld de eerdere verwijzing<strong>en</strong> naar F.H. T<strong>en</strong>bruck (1972) <strong>en</strong> A.M.J. Kreukels (1979). Veelbesprok<strong>en</strong> is Habermas'<br />

diagnose <strong>van</strong> de 'kolonisatie <strong>van</strong> de sociale leefwereld' (J. Habermas. 1981). Overig<strong>en</strong>s werd in Nederland veelvuldig door de<br />

'leefwereld' op zulke 'kolonisatie' aangedrong<strong>en</strong>. Eerst nu de overheid terugtrekk<strong>en</strong>de beweging<strong>en</strong> maakt, kom<strong>en</strong> de 'koloni-<br />

ser<strong>en</strong>de' aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beleidsexpansie op<strong>en</strong> <strong>en</strong> bloot te ligg<strong>en</strong>.<br />

56] lie A.M.J. Kreukels <strong>en</strong>1.B.D. Simonis. Publiek Domein, 1988. Zie voorts de WRR-publikatie Eig<strong>en</strong>tijds Burgerschap, onder leiding<br />

<strong>van</strong> H.R. <strong>van</strong> Gunster<strong>en</strong>. 1992.<br />

122 OM RECHT EN STAAT


Teg<strong>en</strong> de achtergrond <strong>van</strong> deze dude context (de expansieve wereld <strong>van</strong><br />

het doelrationele beleid <strong>en</strong> de vlott<strong>en</strong>de maatschappelijke context) gaf de<br />

overbelaste nationale overheid in 1982 het startsein voor het redresser<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de gefunctionaliseerde werkzaamhed<strong>en</strong>. Opgepord door de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde<br />

bestuurlijke operaties <strong>en</strong> door de aanhoud<strong>en</strong>de druk op de collectieve<br />

uitgav<strong>en</strong> werd de uitvoering <strong>van</strong> het beleid geleidelijk meer overgelat<strong>en</strong><br />

aan geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> regionale sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>, aan<br />

marktpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan intermediaire organisaties. Zo ont<strong>staat</strong> op dec<strong>en</strong>traal<br />

schaalniveau geleidelijk e<strong>en</strong> nieuw institutioneel landschap, zeer<br />

gediffer<strong>en</strong>tieerd <strong>en</strong> belad<strong>en</strong> met de spanning dat deze instanties <strong>van</strong>uit<br />

e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal bepaalde, functioneel omlijnde positie (ongeacht of het territoriale<br />

of functionele dec<strong>en</strong>tralisatie betreft!) moet<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op de<br />

maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>, die zich op dit schaalniveau voordo<strong>en</strong>.<br />

Soms werd<strong>en</strong> voor de doelrationeel geconditioneerde uitvoering<br />

nieuwe instanties in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>, die op zoek gaan naar hun<br />

maatschappelijke context <strong>en</strong> in dit opzicht <strong>van</strong>uit hun verschill<strong>en</strong>de<br />

achtergrond<strong>en</strong> met vergelijkbare problem<strong>en</strong> kamp<strong>en</strong>. Het betreft<br />

onder meer de volg<strong>en</strong>de instanties: de RIAGG (aan<strong>van</strong>kelijk nog niet<br />

door de 'cli<strong>en</strong>t<strong>en</strong>' ontdekt, maar inmiddels frequ<strong>en</strong>t aangezocht voor<br />

gevall<strong>en</strong>, die buit<strong>en</strong> hun functie-omschrijving vall<strong>en</strong>); de nieuwe regie<br />

nale kantor<strong>en</strong> voor de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing (c<strong>en</strong>traal gefinancierd, doch<br />

<strong>van</strong> de politieke bemoei<strong>en</strong>is afgeschermd, tripartiet bestuurd op e<strong>en</strong><br />

schaalniveau waarop ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> de drie partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke traditie<br />

heeft, bevoegd met e<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ingsmonopolie, alsmede belast met de<br />

arbeidsbemiddeling die nog niet altijd goed wil lukk<strong>en</strong>); de nieuwe<br />

regionale politie-organisaties (66rst nog op zoek naar hun interne e<strong>en</strong>heid);<br />

de functioneel geconc<strong>en</strong>treerde schol<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (op<br />

zoek naar hun 'geme<strong>en</strong>schap'); de nieuwe milieudi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (voorzi<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> c<strong>en</strong>trale bijdrag<strong>en</strong>, maar vooralsnog zodanig gei'nvolveerd met de<br />

instructies voor hun vergunningverl<strong>en</strong>ing, dat ze vooralsnog ge<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong> externe ori<strong>en</strong>tatie hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>). Daarnaast<br />

bestaan de traditionele uitvoer<strong>en</strong>de instanties, die geleidelijk wat<br />

meer zelfstandigheid krijg<strong>en</strong>, maar <strong>van</strong>wege de positionering in funtionele<br />

organisatiesystem<strong>en</strong> in de loop <strong>van</strong> de tijd e<strong>en</strong> metamorfose<br />

hebb<strong>en</strong> ondergaan; het betreft bijvoorbeeld de sociale di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, die<br />

<strong>van</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde <strong>en</strong> sociaal onderscheid<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong> zijn uitgegroeid<br />

tot administratiekantor<strong>en</strong>, die geobjectiveerde aansprak<strong>en</strong><br />

effici<strong>en</strong>t moet<strong>en</strong> v<strong>en</strong>verk<strong>en</strong>; of de geme<strong>en</strong>telijke verkeers-vervoersdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>,<br />

die vroeger krachtige ~ntwikkelin~sorgan<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, maar<br />

voor hun huidige ontwikkelingsplann<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels <strong>van</strong> externe voorwaard<strong>en</strong><br />

afhankelijk zijn.<br />

In sommige gevall<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ook de beleidsbepaling <strong>en</strong> de financiering<br />

gedec<strong>en</strong>traliseerd, maar doorgaans gaat het om verzelfstandiging <strong>van</strong> de<br />

beleidsuitvoering. De uitvoer<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> dan vast zitt<strong>en</strong> aan de<br />

c<strong>en</strong>trale financiele bijdrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> aan de hiermee verbond<strong>en</strong> functie-eis<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> doelmatigheidseis<strong>en</strong>. Als vooruitgeschov<strong>en</strong> post<strong>en</strong> <strong>van</strong> terugtrekk<strong>en</strong>de<br />

nationale beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> deze instanties vaak moeite om<br />

weer e<strong>en</strong> directe aansluiting te vind<strong>en</strong> op de sterk gewijzigde sociale context.<br />

Hun beleidsbepal<strong>en</strong>de <strong>en</strong> financiele verantwoordelijkhed<strong>en</strong> zijn vaak<br />

niet adequaat toegerust om de publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong>, die ook<br />

op dec<strong>en</strong>traal niveau (<strong>van</strong>uit verschill<strong>en</strong>de invalshoek<strong>en</strong>) g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, mede te onderbouw<strong>en</strong>.<br />

Hiermee rak<strong>en</strong> we de kern <strong>van</strong> het institutionele probleem, dat na het<br />

eerste dec<strong>en</strong>nium <strong>van</strong> bestuurlijke herori<strong>en</strong>tatie weliswaar e<strong>en</strong> stuk is<br />

opgeschov<strong>en</strong>, maar nog altijd lev<strong>en</strong>sgroot aanwezig is. In dit eerste overgangsstadium<br />

<strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> heeft nog relatief weinig bezin-<br />

OM RECHT EN STAAT


ning plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>van</strong> de doelrationele beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op het<br />

onderligg<strong>en</strong>de niveau <strong>van</strong> normatieve patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> inter-subjectieve<br />

<strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>, terwijl op doelrationeel niveau we1 reeds e<strong>en</strong> nieuwe<br />

delegatie <strong>van</strong> uitvoer<strong>en</strong>de werkzaamhed<strong>en</strong> in gang is gezet, die op dec<strong>en</strong>traal<br />

niveau dan weer met problem<strong>en</strong> kampt <strong>van</strong> aansluiting op maatschappelijke<br />

ontwikkeling<strong>en</strong>. Als gevolg hier<strong>van</strong> ondervindt de b<strong>en</strong>odigde<br />

vergroting <strong>van</strong> de dynamiek op stedelijk <strong>en</strong> regionaal niveau nog veel<br />

belemmering<strong>en</strong>.<br />

In het WRR-rapport Van de Stad <strong>en</strong> de Rand werd<strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

dit institutionele vraagstuk gesteld <strong>en</strong> empirisch onderzocht over de brede<br />

linie <strong>van</strong> de grootstedelijke <strong>en</strong> regionale ontwikkeling. Hoewel het huidige<br />

betoog mede in dat kader in belangrijke mate is ge'inspireerd, kan er in dit<br />

bestek slechts beknopt <strong>en</strong> in algem<strong>en</strong>e zin naar v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> 57. De<br />

algem<strong>en</strong>e bevinding <strong>van</strong> dit rapport was dat de institutionele veerkracht<br />

<strong>van</strong> de diverse beleidsactor<strong>en</strong> in de stedelijke gebied<strong>en</strong> ernstig tekort<br />

schiet om de maatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>, die zich op dit schaalniveau<br />

aandi<strong>en</strong><strong>en</strong>, adequaat te beantwoord<strong>en</strong>. In het grootstedelijk milieu<br />

tek<strong>en</strong>de zich de paradoxale situatie af dat het economisch, sociaal <strong>en</strong><br />

financieel draagvlak <strong>van</strong>af het midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> '60 tot aan het eind<br />

<strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> '80 hier aanzi<strong>en</strong>lijk is uitgehold, terwijl de reacties <strong>van</strong> de<br />

publieke <strong>en</strong> (semi-)particuliere instanties ter plaatse nog war<strong>en</strong> ingesteld<br />

(<strong>en</strong> dit t<strong>en</strong> dele nog zijn) op de vertrouwde routines <strong>van</strong> de nationale<br />

beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij blev<strong>en</strong> - inclusief het stedelijk bestuur - gedur<strong>en</strong>de<br />

het eerste stadium <strong>van</strong> functionele herori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> de nationale<br />

beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te veel afgeschermd <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> publieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>van</strong> de prikkels <strong>en</strong> risico's, die hiermee verbond<strong>en</strong><br />

zijn. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor deze institutionele structuur is nog altijd het<br />

int<strong>en</strong>sieve beleidsinterne verkeer met zijn hoge transactiekost<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>trale beleidsbepaling <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale uitvoering, alsmede de gebrekkige<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> om op stedelijk of regionaal niveau nieuwe zwaartepunt<strong>en</strong><br />

te ontwikkel<strong>en</strong> in het geheel <strong>van</strong> functioneel voorgestructureerde beleidsgebied<strong>en</strong>.<br />

Het grootste probleem is nog we1 dat de stedelijke administraties<br />

<strong>en</strong> de vele beleidsinstanties in deze context meer als tuss<strong>en</strong>schakel<br />

functioner<strong>en</strong> in het geheel <strong>van</strong> c<strong>en</strong>traal bepaalde beleidsdeposito's dan<br />

dat zij <strong>recht</strong>streeks intermedier<strong>en</strong> in de stedelijke sam<strong>en</strong>leving.<br />

Inmiddels begint zich in de politieke cultuur <strong>van</strong> de grote sted<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

omslag af te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>, die in e<strong>en</strong> aantal middelgrote sted<strong>en</strong> reeds eerder<br />

werd gesignaleerd. Het restrictieve beleid <strong>van</strong> de nationale overheid<br />

br<strong>en</strong>gt geleidelijk weer de noodzaak <strong>van</strong> primaire integratiemechanism<strong>en</strong><br />

in beeld. De oorspronkelijke vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> communale integratie zijn<br />

inmiddels goeddeels verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> of <strong>van</strong> karakter veranderd, maar als de<br />

redressering <strong>van</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> doorzet, dwingt zij tot het ontstaan<br />

<strong>van</strong> nieuwe <strong>recht</strong>streekse mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale orde. Nu reeds<br />

wordt zichtbaar dat de door jar<strong>en</strong> <strong>van</strong> feitelijk beleid gecultiveerde verwachting,<br />

dat e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> cumulering <strong>van</strong> problem<strong>en</strong> in de sted<strong>en</strong><br />

automatisch gecorrigeerd zou word<strong>en</strong> door nationale toedelingsstelsels,<br />

wordt gelog<strong>en</strong>straft door e<strong>en</strong> terugtred<strong>en</strong>de nationale overheid. Elke stap<br />

terug <strong>van</strong> het nationale verzorgingspatroon komt het hardst aan, daar<br />

waar de afhankelijkheid er<strong>van</strong> zich het meest heeft opgehoopt. De automatische<br />

comp<strong>en</strong>satie komt zich wrek<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> bij het bestuur <strong>van</strong><br />

de stad maar ook <strong>recht</strong>streeks bij de bewoners <strong>en</strong> organisaties, die er aan-<br />

57 Het WRR-rapport Van de Stod <strong>en</strong> de Rond (1990) bevat e<strong>en</strong> institutionele analyse <strong>van</strong> de groootedelijke gebied<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot de econornische ontwikkeling, het sociaal beleid, de ontwikkeling <strong>van</strong> het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>beleid (onderwijs <strong>en</strong> gezond-<br />

heidszorg. de arbeidsvoorzi<strong>en</strong>ing) <strong>en</strong> de financieellbestuurlijke verhouding<strong>en</strong>. Naar aanleiding <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bilaterale confer<strong>en</strong>tie<br />

over dit rapport <strong>en</strong> over de ontwikkeling <strong>van</strong> de groootedelijke gebied<strong>en</strong> in Groot Brittannie versche<strong>en</strong> A.M.]. Kreukels and<br />

W.G.M. Salet (eds.). Debating Institutions and Cities (1992).<br />

OM RECHT EN STAAT


spraak op mak<strong>en</strong>. Veel stedelijke instanties zi<strong>en</strong> zich g<strong>en</strong>oopt tot versterlung<br />

<strong>van</strong> hun ondernemingsgezindheid, desnoods naast hun gebruikelijke<br />

werkzaamheid, zoals in het onderwijs <strong>en</strong> bijvoorbeeld bij bejaard<strong>en</strong>oord<strong>en</strong>,<br />

maar ook bij geme<strong>en</strong>telijke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> het geval is. Wat voor deze<br />

instanties in het klein geldt, gaat op voor de gehele stedelijke geme<strong>en</strong>schap:<br />

zij zal opnieuw in haar kracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> invester<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> in<br />

strikt economische zin maar in de volle breedte.<br />

Zo wordt op microniveau op uiterst cynische wijze opnieuw de betek<strong>en</strong>is<br />

zichtbaar <strong>van</strong> e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>tair toerek<strong>en</strong>ingsmotief, het geheel <strong>van</strong> materiele<br />

inc<strong>en</strong>tives, dat welbeschouwd nooit zo ver v<strong>en</strong>vijderd had mog<strong>en</strong><br />

zijn. Het bevat - veelal als onbedoeld gevolg (!) - e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de noodzakelijke<br />

sleutels voor e<strong>en</strong> nieuwe lokale <strong>en</strong> grootstedelijke revitalisering. Deze<br />

pot<strong>en</strong>tie is echter niet ongelimiteerd <strong>en</strong> niet ongeconditioneerd <strong>en</strong> zij kan<br />

- bov<strong>en</strong>al - niet op louter de eig<strong>en</strong> schouders rust<strong>en</strong>. Afw<strong>en</strong>teling <strong>van</strong><br />

beleidsverantwoordelijkhed<strong>en</strong> schept nog ge<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>skrachtige structuur;<br />

de herori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> beleid zal op c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>traal niveau zorgvuldig<br />

gedoseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vaak zijn het vooral de allocatieve aspect<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> beleid die goed op dec<strong>en</strong>traal niveau afgewikkeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />

maar dit veronderstelt dan we1 e<strong>en</strong> krachtige structuur <strong>van</strong> dit beleid op<br />

c<strong>en</strong>traal niveau. Versterking <strong>van</strong> rek<strong>en</strong>schap vraagt tegelijkertijd versterking<br />

<strong>van</strong> de publieke uerantwoordel~kheid, binn<strong>en</strong> het publiek bestel<br />

<strong>en</strong> (t<strong>en</strong> dele'spontaan) daarbuit<strong>en</strong>. Publieke verantwoordelijkheid laat<br />

zich niet volledig via de overheid organiser<strong>en</strong>, zij baant haar eig<strong>en</strong> weg.<br />

Maar waar het de herinrichting <strong>van</strong> beleidsstelsels betreft, kan de overheid<br />

- c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>traal - zich niet onttrekk<strong>en</strong> aan haar eig<strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

terzake. E<strong>en</strong> kaal saneringsproces dat louter door de<br />

noodzaak <strong>van</strong> bezuiniging<strong>en</strong> wordt ingegev<strong>en</strong>, kan in korte tijd sociaal<br />

kapitaal vernietig<strong>en</strong> dat in lange tijd is opgebouwd. Deze vrag<strong>en</strong> zijn kritiek<br />

bij langdurig gesubsidieerde voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zoals het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

of de sociale huisvesting. Door herbezinning op e<strong>en</strong> duurzaam bestek<br />

<strong>van</strong> verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het overgangsproces via aangepaste condities<br />

<strong>en</strong> ontwikkelingsbeleid te begeleid<strong>en</strong>, kan dit sociaal kapitaal geactiveerd<br />

word<strong>en</strong> in plaats <strong>van</strong> dat het wordt geconsumeerd.<br />

E<strong>en</strong> gestructureerde overgang verlangt niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> omschakeling naar<br />

lokale inspanning<strong>en</strong>, maar problematiseert ook fundam<strong>en</strong>teel de mechanische<br />

systematiek <strong>van</strong> de beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Hier komt opnieuw de<br />

structurer<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de normatieve <strong>recht</strong>spatron<strong>en</strong> in beeld. De<br />

herijking <strong>van</strong> de naoorlogse beleidssystem<strong>en</strong> vraagt e<strong>en</strong> nonnatief houvast<br />

in duurzame <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>. Het publiek<strong>recht</strong> dat als 'medium'<br />

zo ongeschikt blijkt te zijn voor de instrum<strong>en</strong>tering <strong>van</strong> vlott<strong>en</strong>d beleid <strong>en</strong><br />

in deze hoedanigheid via de vele probleemgestuurde verfijning<strong>en</strong> de<br />

moderne beleidsstelsels zozeer dreigt te ossificer<strong>en</strong>, dat het nu door de<br />

praktisch geori<strong>en</strong>teerde geest<strong>en</strong> zelf liever wordt g<strong>en</strong>egeerd 58, wordt nu<br />

aangesprok<strong>en</strong> op de actualisering <strong>van</strong> zijn oorspronkelijke functie om e<strong>en</strong><br />

principiele grondslag te legg<strong>en</strong> onder de b<strong>en</strong>odigde herschikking<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

beleidsfabriek. Het uitgangspunt voor deze b<strong>en</strong>adering ligt dan niet meer<br />

in de doelrationele sturing <strong>van</strong> de wetgever als subject teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> te<br />

beheers<strong>en</strong> object, maar het vertrekpunt komt dan te ligg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> normering<br />

De huidige stand <strong>van</strong> de bestuurskunde in Nederland geeft e<strong>en</strong> indicatie <strong>van</strong> deze zorgwekk<strong>en</strong>de ontwikkeling. Temijl dit praktisch<br />

geori<strong>en</strong>teerde, expansieve jonge vakgebied oorspronkelijk in nauwe associatie optrok met het <strong>staat</strong>s- <strong>en</strong> administratief<br />

<strong>recht</strong> alsmede met de sociologie <strong>van</strong> het <strong>staat</strong>sbestuur (het heeft er <strong>en</strong>ige tijd op gelek<strong>en</strong> dat bij wijze <strong>van</strong> '<strong>staat</strong>sleer' e<strong>en</strong> soon<br />

gecombineerde studierichting zou ontstaan), heeft de exclusieve ori<strong>en</strong>tatie op directe, doelgerichte interactie-process<strong>en</strong> inzake<br />

besluitvorming <strong>en</strong> organisatie in sterke mate de overhand gekreg<strong>en</strong>. In deze nieuwe ori<strong>en</strong>tatie wordt gedur<strong>en</strong>de de laatste vijf<br />

jaar aan de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het publiek<strong>recht</strong> nog voornameliik gerefereerd als negatief ijkpunt (als zijnde 'unitair' <strong>en</strong> 'formalistisch').<br />

In die zin is de praktische invalshoek, die in deze studie vooral <strong>van</strong>uit de Amerikaanse literatuur werd besprok<strong>en</strong>, ook<br />

in Nederland ver doorgeschot<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


<strong>van</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong>, waarin het geheel doelgerichte<br />

streving<strong>en</strong> <strong>van</strong> burgers, maatschappelijke organisaties <strong>en</strong> ook <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong><br />

zelf wordt ingebed.<br />

De acc<strong>en</strong>tuering in het voorgaande <strong>van</strong> de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> dec<strong>en</strong>tralisatie<br />

(in diverse richting<strong>en</strong>), juist ook t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal beleidsbepal<strong>en</strong>de<br />

verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> financiele inc<strong>en</strong>tives, behelst niet<br />

e<strong>en</strong> pleidooi voor complete lokale autarkie. Juist voor dergelijke voorzi<strong>en</strong>ings-<br />

<strong>en</strong> verdelingsvraagstukk<strong>en</strong> zal de nationale wetgever de kernprincipes<br />

<strong>van</strong> <strong>recht</strong>vaardigheid <strong>en</strong> herverdeling moet<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> <strong>en</strong> we1 zo<br />

stevig, dat deze ook bij de doelmatige of organisatorische herschikking<strong>en</strong><br />

inzake de uitvoering <strong>van</strong> beleid houvast blijv<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. Maar daar waar<br />

de <strong>recht</strong>sprincipes naar hun distributieve of conditioner<strong>en</strong>de aard, of<br />

anderszins, c<strong>en</strong>traal vastgesteld di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, hoev<strong>en</strong> nog niet complete<br />

<strong>en</strong> gespecificeerde pakkett<strong>en</strong> <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>af gedeponeerd te word<strong>en</strong>.<br />

Door zulke verbijzondering wordt het publiek<strong>recht</strong> niet alle<strong>en</strong> belast met<br />

e<strong>en</strong> hypotheek die het niet aankan, maar is het in zijn uitwerking dan a1<br />

gauw ave<strong>recht</strong>s in tal <strong>van</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde microsituaties. Het ontpopt<br />

zich dan niet alle<strong>en</strong> als ineffici<strong>en</strong>te allocatie, maar - ernstiger - ook als<br />

on<strong>recht</strong>. In dit opzicht lijkt mij de analyse <strong>van</strong> Bardach and Kagan met<br />

betrekking tot het probleem <strong>van</strong> 'over-inclusiviteit' <strong>en</strong> de welhaast structurele<br />

'site-level unreasonabl<strong>en</strong>ess' steekhoud<strong>en</strong>d.<br />

Waar <strong>recht</strong>sprincipes niet de grote hoeveelheid <strong>van</strong> bijzondere condities<br />

kunn<strong>en</strong> opzuig<strong>en</strong>, waaronder in concrete situaties aansprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gedaan, moet<strong>en</strong> procedures uitkomst bied<strong>en</strong> die niet e<strong>en</strong> specifiek inhoudelijk<br />

houvast kunn<strong>en</strong> garander<strong>en</strong>, maar we1 de zorgvuldigheid <strong>van</strong> de<br />

afweging<strong>en</strong>, die in zulke situaties gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; <strong>en</strong> dit kan pas<br />

in laatste instantie de <strong>recht</strong>er zijn. Daarom is het <strong>van</strong> belang dat <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> onder<strong>en</strong> af beginn<strong>en</strong>, niet <strong>van</strong>uit geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of functionee1<br />

georganiseerde, semi-publieke organisaties - die kom<strong>en</strong> op zeker<br />

mom<strong>en</strong>t ook we1 in beeld - maar <strong>van</strong>uit primaire verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> burgers <strong>en</strong> organisaties in hun onderling verkeer: de verhouding tuss<strong>en</strong><br />

werkgever <strong>en</strong> werknemer, tuss<strong>en</strong> arts <strong>en</strong> pati<strong>en</strong>t, tuss<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er<br />

<strong>en</strong> klant. Door verantwoordelijkhed<strong>en</strong> ook in c<strong>en</strong>trale collectieve stelsels<br />

zo te construer<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> de twee noodzakelijke ingredi<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />

zorgvuldige beleidsafweging - rek<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> normatieve verantwoordelijkheid<br />

- gezam<strong>en</strong>lijk oplop<strong>en</strong>. Ook bij de distributieve stelsels, die nu nog<br />

word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door precieze toepassing <strong>van</strong> het materieel gelijkheidsbeginsel,<br />

moet<strong>en</strong> op microniveau onder tal <strong>van</strong> specifieke omstandighed<strong>en</strong><br />

arbitraire beslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de toegang tot de<br />

voorzi<strong>en</strong>ing, over het specifieke kwaliteitsniveau <strong>en</strong> zelfs het specifieke<br />

uitkeringsniveau, <strong>en</strong>zovoort. Overmatige detaillering <strong>van</strong> c<strong>en</strong>trale 'geobjectiveerde'<br />

norm<strong>en</strong> biedt voor deze problem<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> duurzaam houvast,<br />

hier zal de combinatie <strong>van</strong> rek<strong>en</strong>schapsprikkels (financieel of anderszins)<br />

met nauwkeurig gei'nstitutionaliseerde zorgvuldigheidsvereist<strong>en</strong> (desnoods<br />

met inschakeling <strong>van</strong> externe beoordelingscommissies) uitkomst<br />

moet<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>.<br />

Zo gezi<strong>en</strong> berust het b<strong>en</strong>odigde proces <strong>van</strong> dec<strong>en</strong>tralisatie niet op delegatie<br />

<strong>van</strong> uitvoeringstak<strong>en</strong> naar territoriale of functionele e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (het<br />

voortdur<strong>en</strong>de twistpunt in het huidige stadium <strong>van</strong> dec<strong>en</strong>tralisatie), maar<br />

verlangt het primair e<strong>en</strong> herdefiniering <strong>van</strong> normatieve gedragsregels in<br />

maatschappelijke verhouding<strong>en</strong>, die op zekere duurzaamheid kunn<strong>en</strong><br />

bog<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>te spreiding <strong>van</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> basis kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> voor positief beleid. De nationale wetgever kan<br />

langs deze weg e<strong>en</strong> grotere betrouwbaarheid bied<strong>en</strong> voor de stabilisering<br />

<strong>van</strong> zijn algem<strong>en</strong>e kernprincipes, tegelijkertijd ont<strong>staat</strong> door de systematiek<br />

<strong>van</strong> gespreide verantwoordelijkhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 'natuurlijke' ruimte voor<br />

OM RECHT EN STAAT


gediffer<strong>en</strong>tieerde beleidsinvulling<strong>en</strong> in veel verschill<strong>en</strong>de specifieke constellaties<br />

op microniveau.<br />

De c<strong>en</strong>trale regelgeving inzake het randvoonvaard<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>d beleid<br />

(milieu, arbeidsvoonvaard<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.) zal langs deze weg minder inclusief<br />

word<strong>en</strong>, de algeme<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>de regels zull<strong>en</strong> weer meer e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>d<br />

in plaats <strong>van</strong> e<strong>en</strong> specificer<strong>en</strong>d karakter drag<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij zull<strong>en</strong> relatief<br />

meer beroep gaan do<strong>en</strong> op bewaking <strong>van</strong> procedurele zorgvuldigheid dan<br />

specifiek inhoudelijke zorgvuldigheid. Binn<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de branches<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke bedrijvigheid <strong>en</strong> op lokaal <strong>en</strong> regionaal niveau zal<br />

in dit perspectief meer e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> inhoud word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> aan de specifieke<br />

voonvaard<strong>en</strong>. Zij zull<strong>en</strong> directer inspel<strong>en</strong> op de concrete initiatiev<strong>en</strong> ter<br />

plaatse <strong>en</strong> er zal meer wisselwerking ontstaan met initiatiev<strong>en</strong> in andere<br />

beleidsgremia. De condities voor het bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor andere maatschappelijke<br />

activiteit<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de regio's meer verschill<strong>en</strong> gaan<br />

verton<strong>en</strong>, de verschill<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> althans meer expliciet word<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>d.<br />

Juist omdat het om specifieke condities gaat, word<strong>en</strong> deze immers nerg<strong>en</strong>s<br />

in dezelfde constellatie aangetroff<strong>en</strong> <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd geheel<br />

<strong>van</strong> specifieke voonvaard<strong>en</strong> onontbeerlijk. De klassieke teg<strong>en</strong>werping<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> 'concurr<strong>en</strong>tievervalsing' <strong>en</strong> '<strong>recht</strong>songelijkheid' lijk<strong>en</strong> soms te abstraher<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de gediffer<strong>en</strong>tieerde omstandighed<strong>en</strong>, die in werkelijkheid<br />

bestaan. We1 mag m<strong>en</strong> verlang<strong>en</strong> dat binn<strong>en</strong> de diverse dec<strong>en</strong>trale kring<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de te specificer<strong>en</strong> gedragsvoonvaard<strong>en</strong> regelmaat <strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong>sgelijkheid wordt betracht.<br />

Ook t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het prester<strong>en</strong>d overheidsbeleid <strong>en</strong> het ontwikkelingsbeleid<br />

word<strong>en</strong> in dit perspectief andere acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gelegd. Voor de<br />

grote project<strong>en</strong> <strong>van</strong> nationale allure zal de nationale overheid de eig<strong>en</strong><br />

verantwoordeliikhed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> wep<strong>en</strong>. Dit zal echter zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> excluu<br />

sieve verantwoordelijkheid zijn. Doorgaans zull<strong>en</strong> project<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit ingewikkelde<br />

coalities tuss<strong>en</strong> diverse ~rivat<strong>en</strong> ~ublieke instanties tot stand<br />

kom<strong>en</strong>. Deze coalities zull<strong>en</strong> meer door coijperatie dan door medebewind<br />

gedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, de verhouding tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> zal <strong>van</strong>uit de gedeelde<br />

verantwoordelijkhed<strong>en</strong> meer e<strong>en</strong> zakelijk karakter krijg<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> concrete project<strong>en</strong> maar meer in het algeme<strong>en</strong> met<br />

betrekking tot het prester<strong>en</strong>d beleid. De c<strong>en</strong>trale overheid zal terzake in<br />

organisatorische zin meer als facilitator <strong>en</strong> stimulator dan als programmeur<br />

optred<strong>en</strong>, in financiele zin meer als sponsor dan als subsidieverschaffer<br />

<strong>en</strong> in juridische zin zal het contract meer in de plaats <strong>van</strong> de e<strong>en</strong>zijdige<br />

beschikking (die de subsidie in ess<strong>en</strong>tie is) gaan tred<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong><br />

principiele wijziging omdat het initiatief dan niet meer e<strong>en</strong>zijdig <strong>van</strong> de<br />

c<strong>en</strong>trale beleidsbepal<strong>en</strong>de instanties uitgaat, bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> de<br />

automatism<strong>en</strong> in de bijdrageregeling<strong>en</strong> (de partij<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zich voor bijdrag<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het rijk meer moet<strong>en</strong> kwalificer<strong>en</strong>) <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte zull<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale<br />

beleidvoerders ook zelf meer aan hun bijdrag<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> zijn dan<br />

het geval is in e<strong>en</strong> systeem <strong>van</strong> subsidiebijdrag<strong>en</strong> als 'gunst<strong>en</strong>', waar<strong>van</strong><br />

de beschikking<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig bijgesteld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet hierbij<br />

we1 in aanmerking nem<strong>en</strong> dat het 'medebewind' <strong>en</strong> de 'subsidiebijdrag<strong>en</strong>'<br />

- de twee kernmechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> het prester<strong>en</strong>d overheidsbeleid - oorspronkelijk<br />

als handelingsverruim<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong> zijn<br />

geroep<strong>en</strong>, maar in het regressieve stadium <strong>van</strong> overheidsbeleid e<strong>en</strong> continue<br />

stroom <strong>van</strong> teleurstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> %edrog<strong>en</strong> v<strong>en</strong>vachting<strong>en</strong>' bleek te<br />

mobiliser<strong>en</strong>. Door de consequ<strong>en</strong>ties naar e<strong>en</strong> andere structurering <strong>van</strong><br />

verantwoordelijkhed<strong>en</strong> door te trekk<strong>en</strong>, kan de stimulans die het nog<br />

altijd aanzi<strong>en</strong>lijke subsidievolume in wez<strong>en</strong> bevat <strong>en</strong> dit - in meer of mindere<br />

mate - ook in de toekomst zal blijv<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, ook daadwerkelijk b<strong>en</strong>ut<br />

word<strong>en</strong> om positieve <strong>en</strong>ergie te mobiliser<strong>en</strong>.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Sam<strong>en</strong>vatting<br />

<strong>Om</strong> <strong>recht</strong> <strong>en</strong> <strong>staat</strong><br />

E<strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> sociale, politieke <strong>en</strong><br />

<strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong><br />

Karakter <strong>en</strong> opzet <strong>van</strong> de studie<br />

De voorligg<strong>en</strong>de studie kan gekarakteriseerd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> poging tot<br />

reflectie over de eig<strong>en</strong>tijdse verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociale orde, politieke<br />

orde <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sorde. Het is e<strong>en</strong> <strong>sociologische</strong> begripsverk<strong>en</strong>ning. Zij poogt<br />

de drie bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde domein<strong>en</strong> in conceptuele sam<strong>en</strong>hang te bestuder<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> hun onderlinge dynamiek te duid<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong>lijke opdracht <strong>van</strong> de<br />

studie ligt derhalve in begripsvorming <strong>en</strong> in interpretatie <strong>van</strong> de feitelijke<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> terzake. De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> deze conceptuele speurtocht<br />

ligt voor het belangrijkste deel in het onderzoeksproces zelf. Daarom werd<strong>en</strong><br />

in de voorgaande hoofdstukk<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong>tijdse balans<strong>en</strong> opgemaakt<br />

<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de discussies reeds bim<strong>en</strong> de hoofdstukk<strong>en</strong> gerecapituleerd.<br />

Als houvast voor de begripsverk<strong>en</strong>ning di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> klassieke <strong>sociologische</strong><br />

b<strong>en</strong>aderingswijze, die in brede zin wordt aangeduid als 'leer <strong>van</strong> sociale<br />

betreklung<strong>en</strong>'. De contour<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze b<strong>en</strong>adering word<strong>en</strong> in hoofdstuk 2<br />

uite<strong>en</strong>gezet <strong>en</strong> bediscussieerd. In de daaropvolg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> wordt<br />

dit conceptuele raamwerk verder ingevuld. Op zoek naar het voegsel <strong>van</strong><br />

sociale betrekking<strong>en</strong> wordt in eerste instantie het begrip sociale reciprociteit<br />

uitgewerkt. Deze uitwerking betreft sociale <strong>en</strong> economische ruilprocess<strong>en</strong>,<br />

alsmede morele gedragsverplichting<strong>en</strong> (hfdst. 3). In het daaropvolg<strong>en</strong>de<br />

hoofdstuk word<strong>en</strong> hierarchische betrekking<strong>en</strong> geanalyseerd, het<br />

betreft in het bijzonder macht <strong>en</strong> autoriteit (hfdst. 4). De twee laatste<br />

hoofdstukk<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 6 hebb<strong>en</strong> de politieke <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> in de<br />

sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> als onderwerp. Hoofdstuk 6 mondt t<strong>en</strong>slotte uit in e<strong>en</strong><br />

perspectiefschets. Deze beoogt de nieuwe dynamiek in de verhouding<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> sociale, politieke <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong> te interpreter<strong>en</strong>.<br />

Hoofdstuksgewijze sam<strong>en</strong>vatting<br />

Sociologie als leer <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong> (hfdst. 2)<br />

In dit hoofdstuk word<strong>en</strong> de contour<strong>en</strong> geschetst voor e<strong>en</strong> beoef<strong>en</strong>ing <strong>van</strong><br />

de sociologie als leer <strong>van</strong> sociale betrekking<strong>en</strong>. Met het uitgangspunt <strong>van</strong><br />

inter-subjectiviteit nestelt deze b<strong>en</strong>adering zich tuss<strong>en</strong> inhoudelijk gebond<strong>en</strong><br />

normatieve gedragswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, zoals in het bijzonder de econe<br />

mie <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>swet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. De premisse <strong>van</strong> inter-subjectiviteit<br />

wordt gespiegeld aan de basale uitgangspunt<strong>en</strong> in <strong>en</strong>ige aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de<br />

disciplines. De beknopte grondslag<strong>en</strong>verk<strong>en</strong>ning levert de volg<strong>en</strong>de afbak<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

op:<br />

- de worteling <strong>van</strong> de inter-subjectieve analyse in reele ervaring<strong>en</strong> in de<br />

praktijk (Wirklichkeit versus Geistesgeschichte);<br />

- de wisselwerking tuss<strong>en</strong> de lev<strong>en</strong>de werkelijkheid <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e begripp<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> interactievorm<strong>en</strong> (teg<strong>en</strong>over de geschiedkunde);<br />

- de procesmatige <strong>en</strong> objectieve interacties versus de introspectieve d<strong>en</strong>kwereld<br />

(<strong>van</strong> de psychologie);<br />

- de sociale g<strong>en</strong>ese <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> versus de gebond<strong>en</strong>heid aan gelegitimeerde<br />

<strong>recht</strong>snorm<strong>en</strong>;<br />

- de nadruk op subject-subjectbetrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ord<strong>en</strong>ingspatron<strong>en</strong> versus<br />

de economische optimalisering <strong>van</strong> subject-objectrelaties (<strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de<br />

patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> economisch rationele organisatie).<br />

OM RECHT EN STAAT


Door de spiegeling aan andere disciplines is de eig<strong>en</strong> positie <strong>van</strong> deze<br />

<strong>sociologische</strong> b<strong>en</strong>adering omlijnd. Onderzoek <strong>van</strong>uit verschill<strong>en</strong>de disciplines<br />

heeft e<strong>en</strong> onderling aanvull<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is, de verschill<strong>en</strong> in de uitgangspunt<strong>en</strong><br />

nodig<strong>en</strong> echter niet uit tot overkoepeling<strong>en</strong> in de wijze <strong>van</strong><br />

b<strong>en</strong>adering.<br />

In het tweede deel <strong>van</strong> dit hoofdstuk word<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige principiele dilemma's<br />

behandeld <strong>van</strong> het inter-subjectieve raamwerk. De kern <strong>van</strong> deze b<strong>en</strong>aderingswijze<br />

is niet geleg<strong>en</strong> in het handel<strong>en</strong> <strong>van</strong> autonome subject<strong>en</strong> (het<br />

is ge<strong>en</strong> 'actor<strong>en</strong>' b<strong>en</strong>adering) maar in het uoegsel dat de subject<strong>en</strong> via<br />

velerlei sociale mechanism<strong>en</strong> op elkaar betrekt. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk<br />

wordt aan de hand <strong>van</strong> het begrip reciprociteit dit verbind<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<br />

<strong>van</strong> de sociale betrekking<strong>en</strong> nader onderzocht.<br />

Reciprociteit (hfdst. 3)<br />

Hoofdstuk 3 behandelt de twee bek<strong>en</strong>dste toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit<br />

in de sociale orde. Het betreft t<strong>en</strong> eerste reciprociteit in economische <strong>en</strong><br />

sociale ruilprocess<strong>en</strong>, die als zelfreguler<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale<br />

orde e<strong>en</strong> veelheid <strong>van</strong> rationele aanpassing<strong>en</strong> mogelijk mak<strong>en</strong> zonder<br />

dwing<strong>en</strong>de ingrep<strong>en</strong> <strong>van</strong> buit<strong>en</strong>af. T<strong>en</strong> tweede betreft het reciprociteit als<br />

morele uerplichting, die als gedragscode in het verkeer tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> bepaalde onderlinge berek<strong>en</strong>baarheid mogelijk maakt. Toepassing<br />

<strong>van</strong> deze reciprociteit is vooral gevond<strong>en</strong> op het gr<strong>en</strong>svlak <strong>van</strong> sociologie<br />

<strong>en</strong> <strong>recht</strong>.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor het economische ruilprincipe is dat mil <strong>van</strong> object<strong>en</strong><br />

vrijwillig wordt aangegaan op basis <strong>van</strong> wederzijds profijt. De onderk<strong>en</strong>ning<br />

<strong>van</strong> het eig<strong>en</strong> belang in combinatie met het optimaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> kost<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> dwingt tot e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de economisering <strong>van</strong><br />

schaarse bronn<strong>en</strong>. Deze 'unanimous cons<strong>en</strong>t of arrangem<strong>en</strong>t' is in de economie<br />

e<strong>en</strong> sleutel voor vernieuwing <strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tiviteit. In antropologische <strong>en</strong><br />

<strong>sociologische</strong> toepassing<strong>en</strong> wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s het ruilkarakter <strong>van</strong> sociale<br />

betrekking<strong>en</strong> onderzocht, vooral ook de hieruit voortvloei<strong>en</strong>de verplichting<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d verschil is dat het object <strong>van</strong> mil in sociale<br />

betrekking<strong>en</strong> vaak met de intrinsieke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ruil<strong>en</strong>de subject<strong>en</strong><br />

is verbond<strong>en</strong>. Status, prestige <strong>en</strong> 'sociale beloning<strong>en</strong>' zijn niet direct<br />

vergelijkbaar met de geobjectiveerde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ruilmiddel<strong>en</strong> in<br />

het economisch verkeer. Mede in verband hi<strong>en</strong>nee kan de sociale ruil niet<br />

op dezelfde e<strong>en</strong>duidige optimalisering berust<strong>en</strong> als in het economisch verkeer<br />

gebruikelijk is.<br />

De reciprociteit als morele verplichting berust niet op mil <strong>van</strong> object<strong>en</strong><br />

maar op e<strong>en</strong> onderlinge gedragscode tuss<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>. Ook deze reciprociteit<br />

berust op vrijwillige deelname, of t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> 'te belev<strong>en</strong>' deelname<br />

door de subject<strong>en</strong> die zich aan e<strong>en</strong> gedragsnorm verplicht wet<strong>en</strong>. Zij veronderstelt<br />

e<strong>en</strong> onderlinge verstandhouding <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijkwaardigheid <strong>van</strong><br />

de betrokk<strong>en</strong> subject<strong>en</strong>. Toegepast op gei'nstitutionaliseerde betrekking<strong>en</strong>,<br />

zoals <strong>recht</strong>sregels, legg<strong>en</strong> deze veronderstelling<strong>en</strong> zware eis<strong>en</strong> op aan<br />

de kwaliteit <strong>van</strong> zulke regels. Zij moet<strong>en</strong> op zijn minst de stilzwijg<strong>en</strong>d veronderstelde,<br />

onderlinge verstandhouding mogelijk mak<strong>en</strong> (de zog<strong>en</strong>aamde<br />

tacit reciprocity <strong>van</strong> Simmel <strong>en</strong> Fuller). Hierin wijk<strong>en</strong> zulke reciprociteitsregels<br />

af <strong>van</strong> louter utilitaire missies of <strong>van</strong> politieke beleidsaspiraties.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor beide toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> het reciprociteitsbegrip is de<br />

acc<strong>en</strong>tuering <strong>van</strong> de vrijwillige deelname door <strong>en</strong> de onderlinge verstandhouding<br />

tuss<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong>, die tot ruil besluit<strong>en</strong> of die zich aan e<strong>en</strong><br />

gedragscode gehoud<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. Het betreft in ess<strong>en</strong>tie horizontale betrekking<strong>en</strong>.<br />

Deze toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> reciprociteit houd<strong>en</strong> de hierarchische rela-<br />

OM RECHT EN STAAT


ties buit<strong>en</strong> het gezichtsveld. Aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> macht, dwang, <strong>en</strong> t<strong>en</strong> dele <strong>van</strong><br />

autoriteit, die niet alle<strong>en</strong> in de <strong>staat</strong> maar ook in de sociale orde beslot<strong>en</strong><br />

ligg<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd of 'verharmlost'. Er treedt e<strong>en</strong> zekere vertek<strong>en</strong>ing<br />

op in die zin, dat de reciprociteit wordt ge'isoleerd tot de wereld <strong>van</strong><br />

de spo&ane aanpassingsprocess<strong>en</strong>. ~ov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt aan hierarchische<br />

betrekking<strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdigheid toegeschrev<strong>en</strong>, alsof deze automatisch tot<br />

bekrachtisng <strong>en</strong> gelding ioud<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk wordt<br />

gepoogd om ook hierarchische betrekking<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit de grondslag <strong>van</strong> reciprociteit<br />

te conceptualiser<strong>en</strong>.<br />

Autoriteit, macht <strong>en</strong> gelding (hfdst. 4)<br />

Dit hoofdstuk behandelt twee verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> hierarchische<br />

betrekking<strong>en</strong>: autoriteit <strong>en</strong> macht. Autoriteit <strong>en</strong> macht kom<strong>en</strong> niet automatisch<br />

tot stand als e<strong>en</strong>zijdige wilsuitdrukking <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>geschikte<br />

partij, maar zij veronderstell<strong>en</strong> - elk op eig<strong>en</strong> wijze - e<strong>en</strong> wederkerigheid<br />

tuss<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>. Vanuit dit reciprociteitsgezichtspunt wordt in<br />

dit hoofdstuk geanalyseerd hoe deze verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> dominantie<br />

word<strong>en</strong> gevestigd <strong>en</strong> hoe deze tot v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijking kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

Typer<strong>en</strong>d voor gezagsverhouding<strong>en</strong> is dat de autoriteit onder bepaalde<br />

voonvaard<strong>en</strong> door ander<strong>en</strong> wordt 'ge<strong>recht</strong>igd' (dit kum<strong>en</strong> maar hoev<strong>en</strong><br />

niet per se dezelfd<strong>en</strong> te zijn als deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het gezag ondergaan). De condities<br />

voor deze vestiging <strong>van</strong> de autoriteit zijn in hoge mate bepal<strong>en</strong>d<br />

voor de wijze waarop autoriteit tot gelding kan word<strong>en</strong> gebracht. Meestal<br />

gaat het om vertrouw<strong>en</strong>srelaties. De autoriteit kan dan tot gelding kom<strong>en</strong><br />

voorzover zij wordt vertrouwd. De vertrouw<strong>en</strong>swaardigheid wordt vooral<br />

symbolisch gecontroleerd. Het onderzoek naar de mogelijke totstandkoming<br />

<strong>van</strong> macht voert terug naar de vraag onder welke condities <strong>en</strong><br />

krachtsverhouding<strong>en</strong> bepaalde machtsposities word<strong>en</strong> gevestigd <strong>en</strong> onder<br />

welke deze bekrachtigd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Autoriteit <strong>en</strong> macht zijn vaak op elkaar aangewez<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld in de<br />

<strong>staat</strong> is deze wisselwerking op tal <strong>van</strong> manier<strong>en</strong> ge'institutionaliseerd.<br />

Ondanks de wederzijdse afhankelijkheid verloopt de wisselwerking echter<br />

lang niet altijd harmonieus. In wez<strong>en</strong> zijn de ord<strong>en</strong>ingspatron<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de twee spor<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de orde. T<strong>en</strong>vijl omtr<strong>en</strong>t de machtsbetrekking<strong>en</strong><br />

vaak patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> rationele organisatie zijn gevormd, berust de<br />

autoriteit op institutionalisering <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong>.<br />

<strong>Om</strong> het procesmatige <strong>en</strong> het 'op<strong>en</strong> eind' karakter <strong>van</strong> hierarchische<br />

betrekking<strong>en</strong> scherp te krijg<strong>en</strong>, wordt het begrip machtsluwte ge'introduceerd.<br />

Dit frequ<strong>en</strong>t voorkom<strong>en</strong>de verschijnsel duidt op e<strong>en</strong> bepaalde toestand<br />

in het machtsproces waarin de beoogde hierarchie niet of nog niet<br />

is geeffectueerd. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de condities <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de modaliteit<strong>en</strong><br />

geanalyseerd waaronder de hierarchische betrekking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

ontstaan <strong>en</strong> tot uitdrukking kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Hiertoe wordt in het bijzonder<br />

ingegaan op de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> sancties, waarin wordt begrep<strong>en</strong> het<br />

'vestig<strong>en</strong>', het %eilig<strong>en</strong>' <strong>en</strong> het 'bekrachtig<strong>en</strong>' <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> door oplegging<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaalde strafmaat. In de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> machthebbers,<br />

sanctie-opleggers <strong>en</strong> ondergeschikt<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> de vele keuzemogelijkhed<strong>en</strong><br />

tot nieuwe besluitvormingsvraagstukk<strong>en</strong> aanleiding te gev<strong>en</strong>. Het hoofdstuk<br />

besluit met e<strong>en</strong> toepassing <strong>van</strong> de bov<strong>en</strong>staande bevinding<strong>en</strong> op de<br />

gangbare sturingstheorie<strong>en</strong>.<br />

Democratie in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> (hfdst. 5)<br />

Het onderzoek naar de democratische binding<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> wordt<br />

toegespitst op twee c<strong>en</strong>trale coordinat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het begrip politieke demo-<br />

OM RECHT EN STAAT


cratie: de wijze <strong>van</strong> repres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> uolksuerteg<strong>en</strong>woordiging<br />

<strong>en</strong> de regering. De keuze valt op deze twee stelsels <strong>van</strong> betrekking<strong>en</strong><br />

omdat de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de vertrouw<strong>en</strong>sgrondslag <strong>van</strong> de democratie<br />

bij uitstek via deze communicatiestrom<strong>en</strong> wordt gevoed. Tev<strong>en</strong>s wordt<br />

nagegaan op welke wijze de ontwikkeling <strong>van</strong> het partijwez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

maatschappelijke <strong>en</strong> bestuurlijke druk <strong>van</strong> invloed zijn geweest<br />

op de feitelijke ontwikkeling <strong>van</strong> de twee coordinat<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de politieke repres<strong>en</strong>tatie wordt geconcludeerd dat de<br />

verteg<strong>en</strong>woordigers met betrekking tot politieke hoofdlijn<strong>en</strong> in de loop<br />

<strong>van</strong> de tijd afhankelijker zijn geword<strong>en</strong> <strong>van</strong> partijpolitieke binding<strong>en</strong>.<br />

Wat betreft zak<strong>en</strong> die minder op de voorgrond tred<strong>en</strong>, is de individuele<br />

ruimte <strong>van</strong> de verteg<strong>en</strong>woordigers daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> veel groter. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering is in de loop <strong>van</strong> de eeuw<br />

e<strong>en</strong> sterke acc<strong>en</strong>tverschuiving opgetred<strong>en</strong>; deze bewoog <strong>van</strong> normering <strong>en</strong><br />

toezichtsuitoef<strong>en</strong>ing op afstand naar e<strong>en</strong> sterke vere<strong>en</strong>zelviging <strong>van</strong> parlem<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> regering in e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke beleidsopdracht. Aldus<br />

wordt het traditionele zwaartepunt <strong>van</strong> het bestuur gedur<strong>en</strong>de de expansie<br />

<strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> niet alle<strong>en</strong> bevestigd, maar wordt het nog<br />

e<strong>en</strong>s extra versterkt nu het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zelfs de politieke partij<strong>en</strong> zich<br />

in het beleidsperspectief hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>esteld.<br />

Gezi<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> langere periode heeft de democratie e<strong>en</strong> gedaanteverwisseling<br />

ondergaan, welke het vertrouw<strong>en</strong>svraagstuk in e<strong>en</strong> geheel ander<br />

licht plaatst. Met name de positieverandering <strong>van</strong> de politieke partij<strong>en</strong> is<br />

opmerkelijk. Voorzover geori<strong>en</strong>teerd op de <strong>staat</strong> hebb<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> twee<br />

belangrijke functies. De eerste functie betreft de maatschappelijke legitimering;<br />

deze is de laatste dec<strong>en</strong>nia sterk onder druk kom<strong>en</strong> te staan,<br />

omdat de oude beginselvaste id<strong>en</strong>titeit in mindere mate houvast blijkt te<br />

bied<strong>en</strong> voor het bind<strong>en</strong> <strong>van</strong> kiezers in e<strong>en</strong> plurale sarn<strong>en</strong>leving. Binn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> is het georganiseerde politieke d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> vlott<strong>en</strong>der geword<strong>en</strong>.<br />

Ondertuss<strong>en</strong> wordt de tweede functie <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> - de<br />

bevordering <strong>van</strong> politieke e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> - met kracht uitgeoef<strong>en</strong>d.<br />

Binn<strong>en</strong> het strami<strong>en</strong> <strong>van</strong> de 'regierungsfahige' partij<strong>en</strong> is sprake<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> sterke beleidsgerichte integratie <strong>van</strong>uit de politieke topp<strong>en</strong>. Zo<br />

lijkt de positie <strong>van</strong> politieke partij<strong>en</strong> in de loop <strong>van</strong> de tijd welhaast omgekeerd.<br />

Terwijl de <strong>staat</strong>kundige betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> partij<strong>en</strong> <strong>van</strong> oudsher in het<br />

<strong>staat</strong>s<strong>recht</strong> is gewantrouwd <strong>van</strong>wege het odium <strong>van</strong> partijdigheid <strong>en</strong> plebiscitaire<br />

afhankelijkheid (ook in ons land e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />

<strong>staat</strong>s<strong>recht</strong>elijke positie teg<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>), is in werkelijkheid juist door<br />

toedo<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

-<br />

partij<strong>en</strong><br />

.<br />

de afhankelijkheid <strong>van</strong> de volksverteg<strong>en</strong>woordigers<br />

<strong>van</strong> de regering via fractiedi~ci~line e<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>de garantie geblek<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> plebiscitaire afhankelijkheid <strong>en</strong> werd zij basis voor meerderheidsvorming.<br />

De positieverandering <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>t in de <strong>staat</strong>kundige verhouding<strong>en</strong><br />

is - over e<strong>en</strong> lange periode gezi<strong>en</strong> - niet minder spectaculair. Vrijwel<br />

alle klassieke v<strong>en</strong>vorv<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> waarmee het parlem<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> <strong>staat</strong>r<br />

kundige positie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de regering wist te v<strong>en</strong>verv<strong>en</strong>, drag<strong>en</strong><br />

onder de huidige omstandighed<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> afhankelijkheid<br />

<strong>van</strong> de regering <strong>en</strong> word<strong>en</strong> nu bov<strong>en</strong>al ingezet om e<strong>en</strong> beleidsgeori<strong>en</strong>teerde<br />

sam<strong>en</strong>werking te bereik<strong>en</strong>. Medewetgeving, begrotings<strong>recht</strong>,<br />

controler<strong>en</strong>de bevoegdheid, ministeriele verantwoordelijkheid <strong>en</strong> de vertrouw<strong>en</strong>sregel<br />

(grondslag <strong>van</strong> het parlem<strong>en</strong>taire stelsel!) zijn thans ev<strong>en</strong><br />

zovele syrnbol<strong>en</strong> <strong>van</strong> nauwe verstr<strong>en</strong>geling tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering<br />

in e<strong>en</strong> beleidsperspectiefi (overig<strong>en</strong>s past hier we1 e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

de twee kamers; de minder gepositioneerde, doch steeds actievere Eerste<br />

Kamer lijkt zich nog het meest <strong>van</strong> haar gedistantieerde positie te vergewiss<strong>en</strong>).<br />

Stellig heeft het parlem<strong>en</strong>t langs deze weg e<strong>en</strong> nieuwe medever-<br />

OM RECHT EN STAAT


antwoordelijkheid voor het beleid v<strong>en</strong>vorv<strong>en</strong>, maar de principiele ori<strong>en</strong>tatie<br />

op normering <strong>en</strong> controle <strong>van</strong> het beleid heeft <strong>van</strong>wege deze inm<strong>en</strong>ging<br />

aan betek<strong>en</strong>is verlor<strong>en</strong>.<br />

Politiek bestuur <strong>en</strong> <strong>recht</strong> in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> (hfdst. 6)<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de politieke orde in de <strong>staat</strong> is dat<br />

zij s<strong>en</strong>sitief is voor maatschappelijke problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> die m<strong>en</strong><br />

via de <strong>staat</strong> tracht te v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. De doelgerichtheid <strong>en</strong> de instrum<strong>en</strong>tele<br />

ori<strong>en</strong>tatie op de <strong>staat</strong> zijn derhalve opvall<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> politieke constellatie. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor de <strong>recht</strong>sorde in de <strong>staat</strong><br />

is dat zij betrouwbare algem<strong>en</strong>e gedragsnorm<strong>en</strong> vestigt in het verkeer<br />

tuss<strong>en</strong> <strong>recht</strong>ssubject<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij op deze basis ook de politieke process<strong>en</strong><br />

in de <strong>staat</strong> aan <strong>recht</strong>sprincipes bindt. Het gaat hier niet om doeleind<strong>en</strong><br />

maar primair om <strong>recht</strong>sregels, die aan waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> appeller<strong>en</strong>.<br />

Gezi<strong>en</strong> <strong>van</strong>uit deze <strong>recht</strong>sorde is de <strong>staat</strong> niet zonder ommekeer e<strong>en</strong><br />

'medium' om beleidsaspiraties te v<strong>en</strong>vez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>, maar word<strong>en</strong> zulke<br />

doelgerichte streving<strong>en</strong> zelf gebond<strong>en</strong> aan <strong>recht</strong>sprincipes. Door hun verschill<strong>en</strong>de<br />

worteling in de sociale orde be<strong>staat</strong> aldus e<strong>en</strong> natuurlijke spanning<br />

tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> in de <strong>staat</strong>; deze spanning manifesteert zich<br />

in elke periode op e<strong>en</strong> andere wijze. Het klassieke geraamte <strong>van</strong> de<br />

<strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> was goeddeels reeds rond de eeuwwisseling gevormd in<br />

<strong>recht</strong>sprocedures <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> fonnele organisatie <strong>van</strong> de bureaucratie. In<br />

formele zin zijn deze betrekking<strong>en</strong> sedertdi<strong>en</strong> niet wez<strong>en</strong>lijk veranderd,<br />

maar de <strong>en</strong>onne expansie <strong>van</strong> beleidsaansprak<strong>en</strong> op de <strong>staat</strong> heeft het feitelijk<br />

functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> radicaal veranderd.<br />

Gedur<strong>en</strong>de de uitbreiding <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> heeft het <strong>recht</strong> zich<br />

geleidelijk meer op<strong>en</strong> gesteld voor de beleidsvrag<strong>en</strong> die op de <strong>staat</strong> werd<strong>en</strong><br />

afgevuurd, door de 'geformaliseerde procedures' zo wijd mogelijk op te<br />

rekk<strong>en</strong> (vooral via delegatie <strong>van</strong> normstelling <strong>en</strong> via vergroting <strong>van</strong> de<br />

bestuurlijke <strong>en</strong> ambtelijke discretionaire ruimte). Og<strong>en</strong>schijnlijk wordt<br />

hierdoor de spanning tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> gemitigeerd. In werkelijkheid<br />

echter wordt de spanning door deze overheers<strong>en</strong>de beleidsori<strong>en</strong>tatie<br />

nog verder opgevoerd. Het publiek<strong>recht</strong> wordt nu <strong>van</strong> twee kant<strong>en</strong><br />

belaagd. Aan de <strong>en</strong>e kant verlangt het resultaatgerichte ongeduld <strong>van</strong> de<br />

praktische kritiek e<strong>en</strong> veel directere uitwisseling <strong>van</strong> belang<strong>en</strong>. Ook in<br />

zijn opgerekte vorm is het publiek<strong>recht</strong> nog altijd e<strong>en</strong> weinig 'praktisch<br />

medium', zo luidt het comm<strong>en</strong>taar <strong>van</strong> de praktische critici. Met name<br />

voor de vele beleidsvraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> allocatieve aard is het publiek<strong>recht</strong><br />

nog te star. Aan de andere kant verliest het zijn principiele <strong>en</strong> normatieve<br />

overtuigingskracht, juist doordat het zich voor e<strong>en</strong> grote hoeveelheid vlott<strong>en</strong>de<br />

beleidsaspiraties heeft op<strong>en</strong>gesteld.<br />

Deze bezwar<strong>en</strong> zijn in beide richting<strong>en</strong> geconceptualiseerd. De remedies<br />

<strong>van</strong>uit de praktische invalshoek kom<strong>en</strong> er in de kern op neer, dat voorzover<br />

beleidsaspiraties niet geheel buit<strong>en</strong> de <strong>staat</strong> gehoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />

de doelgerichte acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door de overheid nog veel meer versterkt<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Voorts wordt door praktische woordvoerders gepleit voor<br />

e<strong>en</strong> veel directere uitwisseling <strong>van</strong> belang<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong>.<br />

Vanuit deze invalshoek wordt e<strong>en</strong> nieuwe sam<strong>en</strong>werkingsmoraliteit<br />

bepleit. De steekwoord<strong>en</strong> zijn overleg, onderhandeling, mil <strong>van</strong> belang<strong>en</strong>,<br />

meer discretionaire ruimte voor bestuur <strong>en</strong> <strong>recht</strong>er, meer situationele<br />

logica <strong>van</strong> beleid, meer 'sovereignty of purpose'. Deze remedie weerspiegelt<br />

in de kern het verlang<strong>en</strong> naar directe reciprociteit tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong><br />

bestuurd<strong>en</strong> op het niveau <strong>van</strong> de doelrationaliteit.<br />

OM RECHT EN STAAT


Vanuit het perspectief <strong>van</strong> het nieuwe <strong>recht</strong>smoralisme wordt juist de to<strong>en</strong>eming<br />

<strong>van</strong> deze doelgerichte doordring<strong>en</strong>dheid als het kernprobleem<br />

beschouwd <strong>van</strong> de moderne <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>. Hier wordt de dwang <strong>van</strong> het<br />

onbemiddelde pragmatisme zelf als kernprobleem beschouwd. De probleem-<br />

<strong>en</strong> doelgestuurde beleidsstelsels dring<strong>en</strong> door de normatieve<br />

<strong>recht</strong>sprincipes he<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun vele praktische w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong>wege de<br />

onbeheerste cumulatie <strong>van</strong> afzonderlijke streving<strong>en</strong> nog onberek<strong>en</strong>baar<br />

ook. Hier beluistert m<strong>en</strong> de behoefte aan e<strong>en</strong> grotere geslot<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> het<br />

<strong>recht</strong>, e<strong>en</strong> herori<strong>en</strong>tatie op de hierarchie <strong>van</strong> zijn waardegebond<strong>en</strong> principes.<br />

Deze behoefte aan hierarchie <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> het <strong>recht</strong> is er niet<br />

om zich zelfs wille, zij berust in ess<strong>en</strong>tie op het verlang<strong>en</strong> naar beginselvaste<br />

id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> op principiele afwijzing <strong>van</strong> het <strong>recht</strong>streekse transiger<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> sociale, politieke <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>.<br />

Beide kritische richting<strong>en</strong> (de pragmatist<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>smoralist<strong>en</strong>) bied<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>uit hun eig<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sie vruchtbare suggesties maar hun remedies<br />

wijz<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong>de richting<strong>en</strong>. Nog verder overhell<strong>en</strong> naar het<br />

praktische vlak doet de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>sprincipes nog meer verblek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vice versa. Ondanks hun verschill<strong>en</strong>de patron<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> politiek<br />

<strong>en</strong> <strong>recht</strong> echter niet als gescheid<strong>en</strong> wereld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgesteld. Zij<br />

constituer<strong>en</strong> elkaar, omdat de B<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> de ander legitimiteit behoeft<br />

om tot uitdrukking te kom<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> t<strong>en</strong> dele<br />

B<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde exist<strong>en</strong>tie. Niet voor niets zijn de politieke organ<strong>en</strong> in de<br />

<strong>staat</strong> tev<strong>en</strong>s de wetgev<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong>. Daarom kan de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde<br />

spanning niet opgelost word<strong>en</strong> door het <strong>recht</strong> te isoler<strong>en</strong> <strong>en</strong> als formele<br />

buffer op te werp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> politieke aspiraties, dan verliest het zelf zijn<br />

normatieve kracht. Het perspectief moet derhalve in e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

opgave <strong>van</strong> politiek <strong>en</strong> <strong>recht</strong> gezocht word<strong>en</strong>.<br />

Het <strong>recht</strong> is ook in zijn principiele functie doortrokk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het sociale <strong>en</strong><br />

het politieke. Het is de opdracht aan de politieke wetgever om in zijn politieke<br />

regelgeving duurzaamheid <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sprincipes te zoek<strong>en</strong>. Deze<br />

grondslag di<strong>en</strong>t zoveel normatieve kracht te bevatt<strong>en</strong>, dat de dagelijkse<br />

stroom <strong>van</strong> beleidsaansprak<strong>en</strong> hierop e<strong>en</strong> <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>de ori<strong>en</strong>tatie<br />

kan vind<strong>en</strong>.<br />

Deze opdracht is ge<strong>en</strong> nieuwe ontdekking, zij ligt in de <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> beslot<strong>en</strong>.<br />

De politieke wetgever heeft <strong>van</strong>ouds deze principiele dim<strong>en</strong>sie<br />

gezocht <strong>en</strong> in de <strong>staat</strong> tot uitdrukking gebracht. In de context <strong>van</strong> de<br />

moderne <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> wordt deze opdracht echter niet meer alle<strong>en</strong> gesteld<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het vertrouwde gebied <strong>van</strong> de beschermings<strong>recht</strong><strong>en</strong>. Zij<br />

wordt nu juist gesteld met betrekking tot de stroom <strong>van</strong> moderne beleidsaspiraties.<br />

Hier ligg<strong>en</strong> de grote problem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de normatieve<br />

best<strong>en</strong>digheid <strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong>. In de tekst word<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige empirische<br />

uitwerking<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze lastige relatie tuss<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

normatieve best<strong>en</strong>digheid <strong>en</strong> de dagelijkse process<strong>en</strong> <strong>van</strong> doelgerichte<br />

beleidsbe'invloeding.<br />

Mede aan de hand <strong>van</strong> empirische bevinding<strong>en</strong> (bijv. inzake het volkshuisvestingsbeleid)<br />

wordt geconcludeerd dat de og<strong>en</strong>schijnlijke harmonie<br />

in de totstandkoming <strong>van</strong> beleid <strong>en</strong> regelgeving in de laatste dec<strong>en</strong>nia<br />

vooral op het praktische niveau <strong>van</strong> doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> gestalte<br />

heeft gekreg<strong>en</strong>. Op beleidsgebied<strong>en</strong> die zich k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> hoge<br />

druk op produktieve beleidsontwikkeling, werd de eig<strong>en</strong>lijke functie <strong>van</strong><br />

het <strong>recht</strong> om OD het niveau <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> betrouwbare <strong>en</strong><br />

best<strong>en</strong>dige <strong>recht</strong>sverwachting<strong>en</strong> te vestig<strong>en</strong>, vaak overvleugeld door de<br />

~raktische behoefte om de wass<strong>en</strong>de stroom <strong>van</strong> concrete doelgerichte<br />

6eleidsvraagstukk<strong>en</strong> <strong>recht</strong>streeks te beantwoord<strong>en</strong>. ~edur<strong>en</strong>de-de uitbreiding<br />

<strong>van</strong> de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> hebb<strong>en</strong> de politieke orde <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>s-<br />

OM RECHT EN STAAT


orde in de <strong>staat</strong> zich met vere<strong>en</strong>de kracht aan deze praktische politieke<br />

opdracht gezet. Er is op deze moderne beleidsgebied<strong>en</strong> relatief weinig<br />

gelnvesteerd in normatieve best<strong>en</strong>digheid <strong>en</strong> waar dit gebeurde, bleek het<br />

niet e<strong>en</strong>voudig te zijn om de praktische beleidsbehoeft<strong>en</strong> aan de toets<br />

er<strong>van</strong> te onderwerp<strong>en</strong>.<br />

De overheers<strong>en</strong>de neiging tot uitbreiding <strong>van</strong> beleid <strong>en</strong> regelgeving op het<br />

niveau <strong>van</strong> de doelrationaliteit heeft ertoe geleid dat de waard<strong>en</strong>dim<strong>en</strong>sie<br />

naar verhouding onderbelicht is geblev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ips0 facto weinig basis voor<br />

normatieve best<strong>en</strong>digheid biedt. Maar ook <strong>van</strong>uit praktisch gezichtspunt<br />

zijn de problem<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, omdat de gecumuleerde beleidsstelsels<br />

steeds moeilijker de toets <strong>van</strong> effectiviteit kunn<strong>en</strong> doorstaan. De ope<strong>en</strong>stapeling<br />

<strong>van</strong> doelgerichte beleidsaspiraties (cumuler<strong>en</strong>d <strong>van</strong> probleem<br />

tot probleem) heeft tot massieve beleidsstelsels gevoerd, die in hun totaliteit<br />

steeds moeilijker beheersbaar zijn. Zo grijpt e<strong>en</strong> louter praktische<br />

ori<strong>en</strong>tatie op de stroom <strong>van</strong> problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> doeleind<strong>en</strong> uiteindelijk in de<br />

eig<strong>en</strong> staart.<br />

Beide t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (de onderbelichting <strong>van</strong> de <strong>recht</strong>sprincipes <strong>en</strong> de overvraging<br />

<strong>van</strong> doelgericht beleid) hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere vervreemdmg<br />

gecreeerd tuss<strong>en</strong> de politieke orde <strong>en</strong> de <strong>recht</strong>sorde in de sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong><br />

<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de sociale orde anderzijds. De <strong>staat</strong> verschijnt zo als e<strong>en</strong><br />

massief probleemgestuurd <strong>en</strong> weinig beginselvast lichaam in het sociaal<br />

verkeer. Rec<strong>en</strong>telijk word<strong>en</strong> veel praktische initiatiev<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om<br />

deze geblokkeerde reciprociteit tuss<strong>en</strong> sociale <strong>recht</strong>s<strong>staat</strong> <strong>en</strong> sociale orde te<br />

herstell<strong>en</strong>. Zo wordt bijvoorbeeld het overbelaste nationale beleidsniveau<br />

ontlast door overheveling <strong>van</strong> de beleidsuitvoering naar andere instanties;<br />

zo ook ontstaan ter versterking <strong>van</strong> de beleidsimplem<strong>en</strong>tatie tal <strong>van</strong><br />

directe interacties (netwerk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> bestuurd<strong>en</strong>). Hierdoor is<br />

het verkeer tuss<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale beleidsbepal<strong>en</strong>de instanties <strong>en</strong> de andere<br />

partij<strong>en</strong> zeer int<strong>en</strong>sief geword<strong>en</strong>. Deze praktische initiatiev<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong><br />

zich echter overweg<strong>en</strong>d op het niveau <strong>van</strong> de doelrationaliteit. Zij hebb<strong>en</strong><br />

de beleidsbepal<strong>en</strong>de rol <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale beleidsinstanties zelf nog niet ter<br />

discussie gesteld. Slechts zeld<strong>en</strong> werd bij deze herschikking<strong>en</strong> ook de<br />

structuur <strong>van</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> zelf aangepast.<br />

De aanpassing <strong>van</strong> de naoorlogse nationale beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de<br />

sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maatschappelijke dynamiek zal tot nieuwe invulling<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wisselwerking tuss<strong>en</strong> sociale, politieke <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sbetrekking<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> sociaal geord<strong>en</strong>de beleidsdomein<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> grotere<br />

differ<strong>en</strong>tiatie <strong>van</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> ontstaan, die het mechanisch<br />

karakter <strong>van</strong> de nog altijd c<strong>en</strong>traal geaccordeerde beleidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> aantal onderdel<strong>en</strong> ter discussie stelt. Dit fundam<strong>en</strong>tele proces <strong>van</strong><br />

herijking werkt overig<strong>en</strong>s op elk beleidsgebied anders uit. Het gaat niet<br />

om louter spreiding <strong>van</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> over meer partij<strong>en</strong>. De rol<br />

<strong>van</strong> de nationale overheid zal soms zelfs nog versterkt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Wez<strong>en</strong>lijk voor het hier v<strong>en</strong>voorde perspectief is echter dat de herord<strong>en</strong>ing<br />

<strong>van</strong> de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde betrekking<strong>en</strong> wordt geijkt aan beginselvaste<br />

principes <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> nonn<strong>en</strong>. Anders dan de overheers<strong>en</strong>de neiging<br />

tot directe uitwisseling<strong>en</strong> op het niveau <strong>van</strong> de doelrationaliteit, zou juist<br />

gestreefd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar mechanism<strong>en</strong> die de in hoofdstuk 3 behandelde<br />

'tacit reciprocity7 weer in ere kunn<strong>en</strong> herstell<strong>en</strong>. Ter illustratie werd<strong>en</strong><br />

langs dit spoor <strong>en</strong>ige handreiking<strong>en</strong> gedaan.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Summary<br />

On Law and State<br />

A Sociological Exploration of Social, Political and Legal Relations<br />

Nature and Structure of the Study<br />

The study summarised here may be described as a discussion of the<br />

modern relationships betwe<strong>en</strong> society, politics and the law. It is, thus, an<br />

exploration of sociological concepts. The wish was to examine the conceptual<br />

aspects of the three elem<strong>en</strong>ts collectively, and to describe the dynamics<br />

existing betwe<strong>en</strong> them. Interim summaries were included in each<br />

preceding chapter and the rele<strong>van</strong>t issues were reviewed within the individual<br />

chapters.<br />

A classical sociological approach -which one might loosely describe as 'the<br />

study of social relations' - forms the basis for the conceptual exploration.<br />

This approach is outlined and discussed in Chapter 2. The cont<strong>en</strong>t of the<br />

following chapters serves to fill in the conceptual framework thus constructed.<br />

In an effort to id<strong>en</strong>tify the link betwe<strong>en</strong> social relations, the concept<br />

of social reciprocity is first examined. This involves considering the<br />

social and economic exchange processes as well as moral behavioural obligations<br />

(Chapter 3). In Chapter 4, hierarchical relations are analysed,<br />

particular att<strong>en</strong>tion being giv<strong>en</strong> topower and authority. The subject of the<br />

last two chapters, Chapters 5 and 6, is political and legal relations in the<br />

social constitutional state. Finally, Chapter 6 closes with an attempt to<br />

interpret the likely future dynamics of the relations betwe<strong>en</strong> society, politics<br />

and the law.<br />

Chapter Summaries<br />

Chapter 2: Sociology as the Study of Social Relations<br />

This chapter outlines a form of sociology based on the study of social relations.<br />

Being intersubjective, such an approach has much in common with<br />

cont<strong>en</strong>t-ori<strong>en</strong>ted normative behavioural sci<strong>en</strong>ces such as economics and<br />

jurisprud<strong>en</strong>ce. The premise of intersubjectivity is compared with the fundam<strong>en</strong>tal<br />

principles of a number of related disciplines. A limited survey of<br />

fundam<strong>en</strong>tal principles id<strong>en</strong>tifies the following:<br />

- intersubjective analysis rooted in actual ev<strong>en</strong>ts (Wirklichkeit versus<br />

Geistesgeschichte);<br />

- interaction betwe<strong>en</strong> living actuality and g<strong>en</strong>eral concepts of interaction<br />

forms (as opposed to a time and place related historical study);<br />

- process-related and objective interactions versus the introspective<br />

thought processes (from psychology);<br />

- the social g<strong>en</strong>esis of standards versus the ori<strong>en</strong>tation on legitimised legal<br />

standards;<br />

- emphasis on subject-subject relations and their arrangem<strong>en</strong>t patterns<br />

versus the economic optimisation of subject-object relations (and the associated<br />

patterns of economically rational organisation).<br />

The sociological approach used for this study was defined by refer<strong>en</strong>ce to<br />

other disciplines. Studies conducted within various disciplines can be<br />

mutually complem<strong>en</strong>tary, but differ<strong>en</strong>ces in the principles used do not<br />

invite the adoption of an integrated approach.<br />

The second part of this chapter examines a few of the main dilemmas<br />

associated with the intersubjective framework. This approach is not based<br />

OM RECHT EN STAAT


on autonomous subjects (it is not an 'actor-ori<strong>en</strong>ted' approach) but on the<br />

link that relates subjects via a range of social mechanisms. In the following<br />

chapter, the characteristic which links the social relations is more<br />

closely considered with refer<strong>en</strong>ce to the concept of reciprocity.<br />

Chapter 3: Reciprocity<br />

Chapter 3 deals with the two best known applications of reciprocity in<br />

society. First, reciprocity within social and economic exchange processes is<br />

considered; these self-regulating social mechanisms make numerous<br />

rational adaptations possible without change being imposed from outside.<br />

Discussion th<strong>en</strong> turns to reciprocity as a moral obligation; forming a code<br />

of behaviour, such reciprocity makes a certain degree of mutual predictability<br />

possible in the dealings betwe<strong>en</strong> subjects. Such reciprocity applies<br />

mainly in the grey area which borders sociology and law.<br />

The characteristic feature of the economic exchange principle is that the<br />

exchange of objects is voluntarily undertak<strong>en</strong> for mutual gain. The recognition<br />

of individual interests in combination with the optimisation of costs<br />

and rev<strong>en</strong>ues <strong>en</strong>sures the continuous economising of scarce sources. This<br />

unanimous cons<strong>en</strong>t of arrangem<strong>en</strong>t is a key to economic innovation and<br />

inv<strong>en</strong>tiv<strong>en</strong>ess. The importance of exchange within social relations is also<br />

considered in anthropological and sociological contexts, with particular<br />

att<strong>en</strong>tion being giv<strong>en</strong> to the obligations which arise out of such exchange.<br />

One notable differ<strong>en</strong>ce is that the object of exchange in social relations is<br />

oft<strong>en</strong> related to the intrinsic properties of the exchanging subjects. Status,<br />

prestige and social reward are not directly comparable with the objectivised<br />

characteristics of the objects of exchange in commercial traffic. Partly<br />

for this reason, the process of optimisation which forms the clear basis of<br />

commercial traffic cannot underpin social exchange.<br />

As a moral obligation, reciprocity is not based on the exchange of objects<br />

but on a code of behaviour common to the subjects. Like reciprocity within<br />

exchange processes, 'obligatory' reciprocity in fact relies on voluntary<br />

participation, or at least on a perception of participation by the subjects<br />

who feel obliged to follow a code of behaviour. Such reciprocity assumes<br />

the exist<strong>en</strong>ce of mutual understanding and the equality of the subjects<br />

involved. Institutionalised relations such as legal rules must be of a very<br />

hard standard if they are to provide for such reciprocity. Such rules must<br />

at the very least make possible what Simmel and Fuller refer to as 'tacit<br />

reciprocity'. In this respect, such rules of reciprocity differ from those<br />

imposed for purely utilitarian or political reasons.<br />

Characteristic of both applications of the reciprocity concept is the emphasis<br />

on voluntary participation by and mutual understanding betwe<strong>en</strong><br />

the parties who decide to make an exchange or submit to a code of behaviour.<br />

The relations involved are ess<strong>en</strong>tially horizontal. These applications<br />

of reciprocity exclude hierarchical relations. Power, coercion and to<br />

some ext<strong>en</strong>t authority, which exist not only within the fabric of the state<br />

but also within the fabric of society are ignored or made teethless. A certain<br />

distortion takes place, in the s<strong>en</strong>se that reciprocity is narrowed down<br />

to spontaneous processes of adaptation. In addition, hierarchical relations<br />

are treated as being one-sided, as if such relations would automatically<br />

lead to <strong>en</strong>dorsem<strong>en</strong>t. In the following chapter, an attempt is also made to<br />

conceptualise hierarchical relations on the basis of reciprocity.<br />

OM RECHT EN STAAT


Chapter 4: Authority, Power and Legitimisation<br />

This chapter deals with two kinds of hierarchical relation: those based on<br />

authority and those based on power. Authority and power are not necessarily<br />

reflected in the unilateral expression of will by the hierarchically<br />

superior party; in its own way each assumes reciprocity betwe<strong>en</strong> superior<br />

and inferior parties. With refer<strong>en</strong>ce to such reciprocity, this chapter analyses<br />

how these differ<strong>en</strong>t forms of dominance are established and realised.<br />

In authoritarian relations, the authority is typically legitimised' by other<br />

parties, subject to certain conditions (the legitimising parties may be but<br />

are not necessarily the same as those who are subject to the authority).<br />

The conditions for the establishm<strong>en</strong>t of such authority to a large ext<strong>en</strong>t<br />

determine the way in which the authority can be legitimised. Such relations<br />

are g<strong>en</strong>erally based on trust. The authority can th<strong>en</strong> be legitimised<br />

insofar as it is trusted, with trustworthiness for the most part being syrnbolically<br />

controlled. A study of the establishm<strong>en</strong>t ofpower leads back to<br />

the id<strong>en</strong>tification of the conditions under which and the str<strong>en</strong>gth relations<br />

through which certain positions of power can be established and <strong>en</strong>dorsed.<br />

Authority and power are frequ<strong>en</strong>tly interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t. In the state, for<br />

instance, the interaction betwe<strong>en</strong> the two is institutionalised in numerous<br />

ways. However, despite being interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t, authority and power by no<br />

means always interact harmoniously. In fact, the two are arranged in<br />

quite differ<strong>en</strong>t ways. While patterns of rational organisation are oft<strong>en</strong> formed<br />

around power relations, authority is based on the institutionalisation<br />

of values and standards.<br />

To accurately describe the process-based and op<strong>en</strong>-<strong>en</strong>ded nature of hierarchical<br />

relations, the concept of the 'power vacancy' is introduced. This<br />

widespread ph<strong>en</strong>om<strong>en</strong>on is indicative of a power process in which the<br />

<strong>en</strong>visaged hierarchy is not or has not yet be<strong>en</strong> effected. Following the<br />

introduction of this concept, an analysis is made of the conditions under<br />

which and the various modalities via which the hierarchical relations can<br />

come into being and be expressed. To this <strong>en</strong>d, particular att<strong>en</strong>tion is<br />

giv<strong>en</strong> to the importance of sanctions, including 'establishing', 'conferring<br />

authority upon' and '<strong>en</strong>dorsing' standards by imposing certain p<strong>en</strong>alties.<br />

In relations betwe<strong>en</strong> those in power, those imposing sanctions and subordinates,<br />

the many options t<strong>en</strong>d to lead to new decision-making problems.<br />

At the <strong>en</strong>d of the chapter, the above conclusions are applied to curr<strong>en</strong>t<br />

theories on how to influ<strong>en</strong>ce a society's behaviour.<br />

Chapter 5: Democracy in the Social Constitutional State<br />

Study of the democratic bonds within the constitutional state focuses on<br />

two important features of political democracy: the means of repres<strong>en</strong>tation<br />

and the relation betwe<strong>en</strong> parliam<strong>en</strong>tarians and the governm<strong>en</strong>t. These<br />

features - or forms of communication - were chos<strong>en</strong> for study because of<br />

their rele<strong>van</strong>ce to the basis of trust which characterises democracy.<br />

Consideration is also giv<strong>en</strong> to the ways in which the developm<strong>en</strong>t of the<br />

party system and the increasing social and administrative pressures have<br />

influ<strong>en</strong>ced developm<strong>en</strong>ts in the two areas.<br />

The study concludes that where the major political issues are concerned,<br />

members of parliam<strong>en</strong>t have become more dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t on party political<br />

ties over the years. However, wh<strong>en</strong> it comes to less promin<strong>en</strong>t matters,<br />

individual repres<strong>en</strong>tatives <strong>en</strong>joy far greater autonomy. During the course<br />

of the c<strong>en</strong>tury there has also be<strong>en</strong> a marked shift of emphasis in relations<br />

OM RECHT EN STAAT


etwe<strong>en</strong> parliam<strong>en</strong>t and governm<strong>en</strong>t; putting norms and supervision at<br />

distance have giv<strong>en</strong> way to a situation in which parliam<strong>en</strong>t and governm<strong>en</strong>t<br />

are closely id<strong>en</strong>tified and share the job of policy-making. H<strong>en</strong>ce,<br />

during the expansion of the social constitutional state, the traditional<br />

administrative c<strong>en</strong>tre of gravity has be<strong>en</strong> not merely <strong>en</strong>dorsed but actually<br />

consolidated as parliam<strong>en</strong>t and ev<strong>en</strong> the political parties have won<br />

roles for themselves in the goal ori<strong>en</strong>ted policy developm<strong>en</strong>t process.<br />

Viewed historically, it is appar<strong>en</strong>t that democracy has tak<strong>en</strong> on a new<br />

form, placing the issue of trust in a very differ<strong>en</strong>t light. The change in the<br />

role of the political parties is particularly striking. In relation to the state,<br />

the parties have two important functions. The first is one of social legitimisation;<br />

the parties' ability to fulfil this function has be<strong>en</strong> seriously<br />

threat<strong>en</strong>ed in rec<strong>en</strong>t decades as old id<strong>en</strong>tities based on fixed principles<br />

have seemed to offer less scope for uniting voters in a pluralistic community.<br />

Both within the fabric of the state and beyond, organised political<br />

thinking has become more flexible. At the same time, however, the political<br />

parties have fulfilled their second function - the promotion of political<br />

unity within the state - with great vigour. Amongst the 'regierungsfahige'<br />

parties, there has be<strong>en</strong> considerable policy-based integration, promoted<br />

by the party leaders. Thus it would seem that over the years the position<br />

of the political parties has be<strong>en</strong> reversed. While there has traditionally<br />

be<strong>en</strong> a-reluctance to accord political parties any constitutional position<br />

because of the odium of partiality and electoral dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce (an important<br />

reason for withholding constitutional status here in the Netherlands),<br />

party discipline has in fact - by making parliam<strong>en</strong>tarians dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t on<br />

the governm<strong>en</strong>t - proved to be an effective guarantee against electoral<br />

dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce and has made the formation of parliam<strong>en</strong>tary majorities possible.<br />

Viewed historically, the change in parliam<strong>en</strong>t's role has be<strong>en</strong> no less spectacular.<br />

In practically all the important areas where parliam<strong>en</strong>t had established<br />

a political role for itself in relation to the governm<strong>en</strong>t, there are<br />

nowadays at least signs of parliam<strong>en</strong>t being dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t upon the governm<strong>en</strong>t,<br />

while parliam<strong>en</strong>t now uses its position to promote policy-ori<strong>en</strong>ted<br />

co-operation. Co-legislation, budgetary rights, supervisory powers, ministerial<br />

responsibility and the rule of confid<strong>en</strong>ce (the basis of the parliam<strong>en</strong>tary<br />

system) are nowadays merely so many symbols of the close<br />

<strong>en</strong>tanglem<strong>en</strong>t of parliam<strong>en</strong>t and governm<strong>en</strong>t in policy planning. (A distinction<br />

should in this regard be made betwe<strong>en</strong> the two houses: the less<br />

party political but increasingly active Upper House appears to be most<br />

secure in its isolation). Thus, while parliam<strong>en</strong>t has unquestionably secured<br />

a policy-making role, its primary role - regulating and monitoring<br />

policy - has be<strong>en</strong> diminished.<br />

Chapter 6: Political Administration and Law in the Social Constitutional<br />

State<br />

The function of the political system within the state is to respond to social<br />

problems and to accommodate ideas regarding what should be achieved<br />

via the state. State-c<strong>en</strong>tred organisation and a conc<strong>en</strong>tration on specific<br />

objectives are therefore the most obvious features of the political set-up.<br />

The function of the legal system within the state is to establish reliable<br />

g<strong>en</strong>eral standards of behaviour in dealings betwe<strong>en</strong> legal subjects, thereby<br />

also binding the political processes of the state to legal principles. The<br />

law is not concerned with objectives but with legal rules which appeal to<br />

values and standards. From the legal viewpoint, the state is not merely a<br />

medium through which to realise policy objectives; rather, such goalori<strong>en</strong>ted<br />

activities are themselves linked to legal principles. Because of<br />

OM RECHT EN STAAT


the differ<strong>en</strong>t ways in which they are established within the social order,<br />

there is a natural conflict betwe<strong>en</strong> politics and the law within the state;<br />

every era sees a new manifestation of this conflict. The traditional framework<br />

of the constitutional state was already mostly in place by the turn<br />

of the c<strong>en</strong>tury in the form of legal procedures and a formally organised<br />

bureaucracy. In a formal s<strong>en</strong>se, such relations have not in fact ess<strong>en</strong>tially<br />

changed since th<strong>en</strong>, but the <strong>en</strong>ormous expansion in the number policy<br />

issues which the state has to address has radically altered the way politics<br />

and the law actually function.<br />

During the expansion of the social constitutional state, the law has gradually<br />

become more op<strong>en</strong> to the policy demands which are placed upon the<br />

state. This has be<strong>en</strong> achieved by mahng the law's 'formalised procedures'<br />

as flexible as possible, mainly by delegating responsibility for the establishm<strong>en</strong>t<br />

of standards and by increasing the discretion giv<strong>en</strong> to administrators<br />

and officials. One might expect this to mitigate the conflict<br />

betwe<strong>en</strong> politics and the law. However, the confiict is in fact int<strong>en</strong>sified by<br />

this universal policy-ori<strong>en</strong>tation. As a result, public law is under pressure<br />

from two sides. On the one side pragmatists impati<strong>en</strong>t for results are<br />

demanding a much more direct exchange of interests. Ev<strong>en</strong> in its flexible<br />

form, public law is not a very practical medium, the pragmatists argue.<br />

They cont<strong>en</strong>d that public law remains too rigid to deal with the many<br />

policy issues whose nature is ess<strong>en</strong>tially allocative. On the other hand,<br />

the law stands accused of losing its principle-based, normative power of<br />

persuasion, precisely because it has tried to accommodate a plethora of<br />

transi<strong>en</strong>t policy goals.<br />

Dissatisfaction with the public legal system has be<strong>en</strong> conceptualised by<br />

the two opposing schools of thought. In a nutshell, the pragmatists advocate<br />

that insofar as policy goals cannot be held completely separate from<br />

the state, the goal-ori<strong>en</strong>tation of the law should be str<strong>en</strong>gth<strong>en</strong>ed ev<strong>en</strong><br />

further by the governm<strong>en</strong>t. This school also calls for a much more direct<br />

exchange of interests betwe<strong>en</strong> the governm<strong>en</strong>t and the governed, and<br />

h<strong>en</strong>ce for the establishm<strong>en</strong>t of a new collaborative morality. The keys are<br />

se<strong>en</strong> as being consultation, negotiation, exchange of interests, greater<br />

powers of discretion for the governm<strong>en</strong>t and the courts, more situational<br />

policy logic and more sovereignty of purpose. This remedy ess<strong>en</strong>tially<br />

reflects the wish for direct reciprocity betwe<strong>en</strong> the governm<strong>en</strong>t and the<br />

governed, based on goal rationality.<br />

For their part the new legal moralists argue that it is the very pervasiv<strong>en</strong>ess<br />

of goal-ori<strong>en</strong>tation that is the real problem facing the modern constitutional<br />

state. This school of thought sees the coercion of unbridled<br />

pragmatism as the fundam<strong>en</strong>tal problem with the legal system. Problemori<strong>en</strong>ted<br />

and goal-ori<strong>en</strong>ted policy systems permeate normative legal principles,<br />

while the many practical changes associated with such systems are<br />

unpredictable because of the uncontrolled accumulation of separate objectives.<br />

This school of thought argues for a more closed legal system, and<br />

the reaffirmation of the hierarchy of value-based principles within the<br />

law. A more hierarchical and closed legal system is not advocated for its<br />

own sake; the argum<strong>en</strong>t in its favour turns on:<br />

a. the desirability of an id<strong>en</strong>tity based on fixed principles; and<br />

b. the rejection, on principle, of the direct accommodation of social, political<br />

and legal relations.<br />

Both the pragmatists and the legal moralists have some useful suggestions<br />

to make, but the remedies proposed are quite at odds with one another.<br />

Still greater pragmatism would further dilute the legal principles<br />

and vice versa. Despite their structural differ<strong>en</strong>ces, politics and the law<br />

OM RECIiT EN STAAT


cannot be se<strong>en</strong> as separate <strong>en</strong>tities; each is ess<strong>en</strong>tial to the other, because<br />

the one requires power and the other legitimacy to be effective. Politics<br />

and the law are, furthermore, to some ext<strong>en</strong>t one and the same thing. It<br />

is not without reason that the political organs of state are also the legislative<br />

organs. The conflict betwe<strong>en</strong> the two cannot therefore be resolved<br />

by isolating the law and making it into a formal barrier to political aspirations,<br />

or it will itself lose its normative power. The answer must therefore<br />

be sought in the converg<strong>en</strong>ce of politics and the law.<br />

Ev<strong>en</strong> wh<strong>en</strong> fulfilling its principle-based function, the law is permeated by<br />

the social and the political. It is the task of thepolitical legislator to develop<br />

a solid base of durable and legally principled political legislation. Such<br />

a legislative foundation should have suffici<strong>en</strong>t normative str<strong>en</strong>gth that<br />

everyday policy measures can easily be based upon it.<br />

This definition of the legislator's task is not new; it is inher<strong>en</strong>t within the<br />

constitutional state. Down the years, political legislators repeatedly<br />

sought to id<strong>en</strong>tify a body of fundam<strong>en</strong>tal principles and to consolidate<br />

them within the state. In the modern constitutional state, however, this<br />

task is no longer confined to the familiar sphere of protective legislation.<br />

Its scope now specifically <strong>en</strong>compasses the constant stream of modern<br />

policy goals. Herein lie the major problems pertaining to the normative<br />

str<strong>en</strong>gth of the social constitutional state. The full text provides a few<br />

empirical examples of this difficult relation betwe<strong>en</strong>patterns of normative<br />

str<strong>en</strong>gth and the day-to-day processes of pursuing goal-ori<strong>en</strong>ted policies.<br />

Partly on the basis of the empirical observations, it is concluded that the<br />

appar<strong>en</strong>t harmony in the developm<strong>en</strong>t of policy and legislation in rec<strong>en</strong>t<br />

decades has be<strong>en</strong> realised mainly at the practical level: in the developm<strong>en</strong>t<br />

of objective-ori<strong>en</strong>ted and problem-ori<strong>en</strong>ted policy. In areas characterised<br />

by considerable pressure for productive policy developm<strong>en</strong>t, the<br />

law's true function - the application of values and standards to establish<br />

reliable and resili<strong>en</strong>t legal expectations - has oft<strong>en</strong> be<strong>en</strong> subordinated to<br />

the practical need to respond directly to the goal-ori<strong>en</strong>ted policy issues<br />

which are constantly emerging. During the expansion of the social constitutional<br />

state, the political and legal systems of the state have be<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergetically<br />

used to satisfy this practical political need. In such modern policy<br />

areas, relatively little thought was giv<strong>en</strong> to normative str<strong>en</strong>gth and where<br />

it was, it did not prove easy to test the normative str<strong>en</strong>gth of the practical<br />

policy requirem<strong>en</strong>ts.<br />

The prevailing t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cy to expand policy and regulation on the basis of<br />

goal rationality has led to values being relatively under-stressed, so that<br />

little basis is provided for normative str<strong>en</strong>gth. Ev<strong>en</strong> viewed on a purely<br />

practical level, problems have increased, because as the policy systems<br />

accumulate, it becomes much harder to make them effective. The accumulation<br />

of goal-ori<strong>en</strong>ted policies as one problem after another is addressed<br />

has led to the developm<strong>en</strong>t of massive policy systems, which on their<br />

own are more and more difficult to manage. Conc<strong>en</strong>trating purely on the<br />

practical issues - the constant flow of problems and objectives - therefore<br />

leads to the developm<strong>en</strong>t of a vicious circle.<br />

Both the t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cy for legal principles to be neglected, and the t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cy<br />

for too much goal-ori<strong>en</strong>ted policy to be expected have caused politics and<br />

law in the social constitutional state to become somewhat ali<strong>en</strong>ated from<br />

each other and from society. The state th<strong>en</strong> appears to society as a massive<br />

problem-driv<strong>en</strong> body with few consist<strong>en</strong>t principles. Many practical<br />

steps have rec<strong>en</strong>tly be<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> to restore the obstructed reciprocity<br />

betwe<strong>en</strong> the social constitutional state and society. So, for instance, the<br />

OM RECHT EN STAAT


overworked national policy level has be<strong>en</strong> relieved by shifting responsibility<br />

for policy implem<strong>en</strong>tation to other bodies; numerous direct interactions<br />

(networks linking the governm<strong>en</strong>t and the governed) have be<strong>en</strong><br />

developed to <strong>en</strong>hance policy implem<strong>en</strong>tation. As a result, dealings<br />

betwe<strong>en</strong> the c<strong>en</strong>tral policy-making bodies and the other parties has<br />

become very heavy. However, these practical initiatives are based largely<br />

on goal rationality; the policy-making role of the c<strong>en</strong>tral bodies has not yet<br />

be<strong>en</strong> brought into question. It is rare for such moves to modify the actual<br />

structure of responsibilities.<br />

The postwar modification of national policy arrangem<strong>en</strong>ts in line with the<br />

strongly increased social dynamism should lead to new forms of interaction<br />

betwe<strong>en</strong> society, politics and the law. Within socially ordered policy<br />

areas, greater differ<strong>en</strong>tiation of responsibilities will come about, leading<br />

to the reappraisal of a number of compon<strong>en</strong>ts of the policy arrangem<strong>en</strong>ts<br />

which are still c<strong>en</strong>trally decided. However, this process of fundam<strong>en</strong>tal<br />

reassessm<strong>en</strong>t will produce differ<strong>en</strong>t results in each policy area. It is not<br />

simply a question of distributing responsibility betwe<strong>en</strong> a greater number<br />

of parties. The role of the national governm<strong>en</strong>t will in some cases have to<br />

be increased ev<strong>en</strong> further. However, the realisation of the outlook described<br />

here is dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t on the rearrangem<strong>en</strong>t of the above-m<strong>en</strong>tioned<br />

relations being made on the basis of fixed principles, values and standards.<br />

Rather than direct exchange on the basis of goal rationality (which<br />

t<strong>en</strong>ds to take place at pres<strong>en</strong>t), what is required are mechanisms for restoring<br />

the tacit reciprocity discussed in Chapter 3. A number of specific<br />

suggestions along these lines were made by way of illustration.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Literatuurlijst<br />

Abel, R.L. (1985), 'Risk as an ar<strong>en</strong>a of struggle'; in: Michigan Law Review,<br />

Vol. 83, pp. 772-812.<br />

Anger<strong>en</strong>, J.A.M. <strong>van</strong> (1978), 'De parlem<strong>en</strong>taire inbr<strong>en</strong>g bij gedelegeerde<br />

wetgeving'; in: Nederlands Jurist<strong>en</strong> Blad, 13 mei 1978, afl. 19.<br />

Ashby, W. Ross (1956), An Introduction to Cybernetics; London, Chapman<br />

and Hall.<br />

Axelrod, R. (1984), The Evolution of Cooperation; New York, Basic Books.<br />

Bachrach, P. and Baratz, M.S. (1962), 'Two Faces of Power'; in: American<br />

Political Sci<strong>en</strong>ce Review, Vol. 56.<br />

Baier, A. (1986), 'Trust and Antitrust'; in: Ethics, Vol. 96, pp. 231-260.<br />

Bardach, E. and Kagan, R.A. (19821, Going by the Book; the problem of<br />

regulatory unreasonabl<strong>en</strong>ess; Philadelphia, Temple University Press.<br />

Becker, G.S. (1971 sec.ed.1, The Economics of Discrimination; Chicago,<br />

University of Chicago Press, [19571.<br />

Beer, St. (1975), Decision and Control; New York, Wiley.<br />

Belinfante, A.D. (1981), Beginsel<strong>en</strong> <strong>van</strong> Nederlands Staats<strong>recht</strong>; Alph<strong>en</strong><br />

a/d Rijn, Samson.<br />

Berg, J.Th.J. <strong>van</strong> d<strong>en</strong> (1990), Stelregels <strong>en</strong> Spelregels in de Nederlandse<br />

Politiek, inaugurale rede, Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn, Samson, H.D. Tje<strong>en</strong>k<br />

Willink.<br />

Berting, J. (1977), 'Ruiltheorie'; in: Sociologische Stroming<strong>en</strong>, Ut<strong>recht</strong>,<br />

Spectrum, blz. 196-218.<br />

Blau, P.M. (1964), Exchange and Power in Social Life; New York, Wiley.<br />

Bonger, W.A. (1934), Problem<strong>en</strong> der Democratie; Groning<strong>en</strong>, Noordhof.<br />

Borch, H. von (1954), Obrigkeit und Widerstand; zur politisch<strong>en</strong><br />

Soziologie des Beamt<strong>en</strong>tums; Tiibing<strong>en</strong>, Mohr.<br />

Boudon, R. (1990), L'art de se Persuader; Paris, Fayard.<br />

Bov<strong>en</strong>s, M. (1990), VerantwoordelQkheid <strong>en</strong> Organisatie; Zwolle, Tje<strong>en</strong>k<br />

Willink.<br />

Buckley, W. (1967), Sociology and Modern Systems Theory; New York,<br />

Pr<strong>en</strong>tice Hall.<br />

Buur<strong>en</strong>, P.J.J. <strong>van</strong> (1988), Gedog<strong>en</strong>d bestur<strong>en</strong>; inaugurale rede, Dev<strong>en</strong>ter,<br />

Kluwer.<br />

Coleman, J.S. (19741, Power and the Structure of Society; New York,<br />

Norton.<br />

OM RECHT EN STAAT


Coleman, J.S. (19821, The Asymmetric Society; Syracuse, Syracuse<br />

University Press.<br />

Coleman, J.S. (19901, Foundations of Social Theory; Cambridge (Mass.),<br />

The Belknap Press of Harvard University Press, 1990.<br />

Conijn, J.B.S. (19931, 'Wie betaalt de brutering?'; in: Economisch<br />

Statistische Bericht<strong>en</strong>, nr. 3938, jrg. 78, 24-11-1993, blz. 1078 t/m 1081.<br />

Cooley, C.H. (19011, Social Process; Carbondale, Southern Illinois<br />

University Press, 1966 [19011.<br />

Coser, L.A. and Ros<strong>en</strong>berg, B. [1957], Sociological Theory: A Book of<br />

Readings; New York, Mac Millan, 1964 (3th ed.).<br />

Daalder, H. (1974), Politisering <strong>en</strong> lijdelijkheid in de Nederlandse Politiek;<br />

Ass<strong>en</strong>, <strong>van</strong> Gorcum.<br />

Dekker, P. and Ester, P. (1993), Social and Political Attitudes in Dutch<br />

Society; Rijswijk, SCP (D<strong>en</strong> Haag, Vuga).<br />

Dewey, J. (1920), Reconstruction in Philosophy; Boston, The Beacon<br />

Press, 7e druk 1964, [19201.<br />

Dewey, J. (1929), The Quest for Certainty; New York, G.P. Putnam's Sons,<br />

1960, lle druk, [19291.<br />

Donner, A.M. (1981), 'De ontwikkeling <strong>van</strong> het democratisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>'; in:<br />

J.J.A. Thomass<strong>en</strong> (red.), Democratie, Theorie <strong>en</strong> Praktijk, Alph<strong>en</strong> dd Rijn,<br />

Samson.<br />

Donner, A.M. (1986), Tuss<strong>en</strong> het echte <strong>en</strong> het gemaakte; Zwolle, Tje<strong>en</strong>k<br />

Willink.<br />

Doom, J.A.A. (1988), Rede <strong>en</strong> Macht; D<strong>en</strong> Haag, Vuga.<br />

Drees, W. sr. (1975), Het Nederlandse Parlem<strong>en</strong>t, vroeger <strong>en</strong> nu; Naard<strong>en</strong>,<br />

Str<strong>en</strong>gholt.<br />

Eet<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong> (1993), Autopoiese; <strong>en</strong> de zin <strong>van</strong> nieuwe begripp<strong>en</strong>; Leid<strong>en</strong>,<br />

doktoraalscriptie Bestuurskunde.<br />

Elster, J. (1979), Ulysses and the Syr<strong>en</strong>s; Cambridge (Mass.), Cambridge<br />

University Press.<br />

Elster, J. (1982), 'Sour Grapes; utilitarianism and the g<strong>en</strong>esis of wants';<br />

in: Utilitarianism and Beyond, door Amartya S<strong>en</strong> and Bernard Williams<br />

(red.), Cambridge (Mass.), Cambridge University Press, 1982, pp. 219-238.<br />

Elzinga, D.J. (1982), De politieke partij <strong>en</strong> het constitutionele <strong>recht</strong>;<br />

Nijmeg<strong>en</strong>, Ars Aequi.<br />

Enz<strong>en</strong>sberger, H.M. (1989), Ach Europa!; Amsterdam, De Bezige Bij,<br />

[19871.<br />

Esch<strong>en</strong>burg, Th. (1965), Uber Autoritat; Frankfurt am Main, Suhrkamp.<br />

OM RECHT EN STAAT


Etzioni, A. (1988), The Moral Dim<strong>en</strong>sion: Toward a new economics;<br />

New York, The Free Press.<br />

Fauconnet, P. et Mauss, M. (1901), 'La Sociologie: Objet et Methode'; in:<br />

Essais de Sociologie; door Marcel Mauss, Paris, Editions de Minuit, 1969<br />

[1901], blz. 6-41.<br />

Fra<strong>en</strong>kel, E. (1979), 'Die repras<strong>en</strong>tative und die plebeszitare Kompon<strong>en</strong>te<br />

im demokratisch<strong>en</strong> Verfassungs<strong>staat</strong>'; in: Deutschland und die westlich<strong>en</strong><br />

Demokrati<strong>en</strong>, Stuttgart, Kohlhammer 119641.<br />

Freyer, H. (1930), Soziologie als Wirklichkeitswiss<strong>en</strong>schaft. Logische<br />

Grundlegung des Systems der Soziologie; Stuttgart, Teubner Verlag, 1964<br />

2e druk, [19301.<br />

Friedrich, C.J. (1953), Der Verfassungs<strong>staat</strong> der Neuzeit; Berlin, Springer<br />

Verlag.<br />

Friedrich, C.J. (1961), Die Politische Wiss<strong>en</strong>schaft; Freiburg, Verlag Karl<br />

Alber.<br />

Frug, G.E. (1984), The Ideology of bureaucracy in American Law; in:<br />

Harvard Law Review, Vol. 97, pp. 1277-1388.<br />

Fuller, L.L. (1964), The Morality of Law; New Hav<strong>en</strong>, Yale University<br />

Press, (herzi<strong>en</strong>e uitgave 1969), [1964].<br />

Gaay Fortman, W.F. de (1982), Problem<strong>en</strong> <strong>van</strong> Wetgeving (red.), Dev<strong>en</strong>ter,<br />

Kluwer.<br />

Galanter, M. (1983), 'Landscape of Disputes'; in: UCLA Law Review,<br />

Vol. 31, pp. 4-71.<br />

Geelhoed, L.A. (19831, De Interu<strong>en</strong>ier<strong>en</strong>de Staat; Rapport <strong>van</strong> de<br />

Projectgroep Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Directe Zin; s.1, s.n.<br />

Geelhoed, L.A. (1992), 'Compet<strong>en</strong>tieperikel<strong>en</strong>; de bevoegdhed<strong>en</strong>verdeling<br />

tuss<strong>en</strong> de Geme<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> de Lid-Stat<strong>en</strong> in het licht <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong><br />

het Europese integratieproces'; in: H.J. de Ru <strong>en</strong> J.A. Hofman (red.),<br />

Nieuw Europees Constitutioneel Recht, Nijmeg<strong>en</strong>, Ars Aequi Libri,<br />

blz. 82-101.<br />

Geelhoed, L.A. (1993), 'Deregulering, Herregulering <strong>en</strong> Zelfregulering'; in:<br />

Ph. Eijlander, P.C. Gilhuis, <strong>en</strong> J.A.F. Peters, (red.), Overheid <strong>en</strong><br />

Zelfregulering, Zwolle, Tje<strong>en</strong>k Willink.<br />

Gehl<strong>en</strong>, A. und Schelsky, H. (her.) (1966), Soziologie; Ein Lehr- und<br />

Handbuch zur modern<strong>en</strong> Gesellschaftskunde; Diisseldorf, Diederichs<br />

Verlag, 6e druk 1966, U9551.<br />

Glazer, N. (1988), The limits of social policy; Cambridge Mass., Harvard<br />

University Press.<br />

Goodin, R.E. (19821, Political Theory and Public Policy; Chicago, Chicago<br />

University Press.<br />

Gouldner, A.W. (1960), 'The Norm of Reciprocity: a preliminary statem<strong>en</strong>t',<br />

in: American Sociological Review; 1960, Volume 25, nr. 2,<br />

pp. 161-178.<br />

OM RECHT EN STAAT


Granovetter, M. (1985), 'Economic Action and Social Structure: The<br />

Problem of Embeddedness'; in: American Journal of Sociology; 1985,<br />

Volume 91 nr. 3, pp. 481-510.<br />

Habermas, J. (1981), Theorie des kommunikativ<strong>en</strong> Handelns, Bd 1 <strong>en</strong> 2;<br />

Frankfurt, Suhrkamp.<br />

Habermas, J. (1989), De nieuwe onoverzichtelijkheid, Meppel, Boom<br />

[1985].<br />

Habermas, J. (1993), Faktizitat und Geltung, Frankfurt, Suhrkamp,<br />

derde oplage [1992].<br />

Hafher, S. (1978), Anmerkung<strong>en</strong> zu Hitler; Miinch<strong>en</strong>, Kindler Verlag,<br />

1983 (23e druk), [19781.<br />

Handler, J.F. (1990), Law and the Search for Community; Philadelphia,<br />

University of P<strong>en</strong>nsyl<strong>van</strong>ia Press.<br />

Hartmann, H. (1964), Funktionale Autoritat; Stuttgart, F. Enke Verlag.<br />

Hawkins, K. and Thomas, J.M. (eds.) (1984), Enforcing Regulation; The<br />

Hague, Kluwer/Nijhoff.<br />

Hayek, F. (1978), New Studies in Philosophy, Politics, Economics, and the<br />

History of Ideas; London, Routledge and Kegan Paul.<br />

Hayek, F. (1973-1979), Law, Legislation and Liberty; London, Routledge<br />

and Kegan Paul, 3 Volumes.<br />

Hellingman, K. <strong>en</strong> Mortelmans, K.J.M. (1989), Economisch Publiek<strong>recht</strong>:<br />

<strong>recht</strong>swaarborg<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; Dev<strong>en</strong>ter, Kluwer.<br />

Heuvelhof, E. t<strong>en</strong> (1993), Gedragsnorm<strong>en</strong> voor Overhed<strong>en</strong> in Horizontale<br />

Structur<strong>en</strong>; oratie, D<strong>en</strong> Haag, Vuga.<br />

Hirschman, A.O. (1977), The Passions and the Interests; Princeton,<br />

Princeton University Press.<br />

Hirschman, A.O. (1982), Shifting Involvem<strong>en</strong>ts; private interest and<br />

public action; Oxford, M. Robertson.<br />

Hoed, P. d<strong>en</strong>, Salet, W.G.M. <strong>en</strong> Sluijs, H. <strong>van</strong> der (1983), Planning als<br />

Onderneming; Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> V34, WRR, D<strong>en</strong> Haag,<br />

Staatsuitgeverij.<br />

Hoed, P. d<strong>en</strong> <strong>en</strong> Salet, W.G.M. (1986), 'Over het Machtsvacuiim: e<strong>en</strong><br />

begripsbepaling', in: Beleid <strong>en</strong> Maatschappij; jaargang 13, blz. 20-27.<br />

Homans, G.C. (1950), The Human Group; New York, Harcourt Brace.<br />

Huls, N.J.H. <strong>en</strong> Stout, H.D. (red.) (1992), Reflecties op Reflexief Recht;<br />

Zwolle, Tje<strong>en</strong>k Willink.<br />

Kielmansegg, P. Graf (1977), Volkssouveranitat; eine Untersuchung der<br />

Bedingung<strong>en</strong> demokratischer Legitimitat; Stuttgart, Klett Verlag.<br />

Kooiman, J. (1976), Over de Kamer gesprok<strong>en</strong>; 's-Grav<strong>en</strong>hage,<br />

Staatsuitgeverij.<br />

OM RECHT EN STAAT


Kreukels, A.M.J. (19791, Planning <strong>en</strong> Planningproces; D<strong>en</strong> Haag, Vuga.<br />

Kreukels, A.M.J. <strong>en</strong> Simonis, J.B.D. (19881, Publiek Domein; Meppel,<br />

Boom.<br />

Kreukels, A.M.J. and Salet, W.G.M. (eds.) (19921, Debating Institutions<br />

and Cities; Voorstudies <strong>en</strong> Achtergrond<strong>en</strong> V76, WRR, D<strong>en</strong> Haag, SDU-<br />

Uitgeverij.<br />

Kriele, M. (1979), Recht und praktische Vernunft; Gotting<strong>en</strong>,<br />

Vand<strong>en</strong>hoeck und Rup<strong>recht</strong>.<br />

Kriele, M. (1980), Einfihrung in die Staatslehre; Oplad<strong>en</strong>, Westdeutscher<br />

Verlag [19751.<br />

Kumeman, H. (1983), Habermas' Theorie <strong>van</strong> het Communicatieve<br />

Handel<strong>en</strong>; Meppel, Boom.<br />

Leibholz, G. (1958), Strukturprobleme der modern<strong>en</strong> Demokratie;<br />

Karlsruhe, Verlag C.F. Miiller.<br />

Leibholz, G. (1966), Das Wes<strong>en</strong> der Repras<strong>en</strong>tation und der Gestaltwandel<br />

der Demokratie im 20 Jahrhundert; De Gruyter, Berlin.<br />

L<strong>en</strong>tin, A. (1985), Lloyd George, Woodrow Wilson and the Guilt of<br />

Germany; Baton Rouge, Louisiana State University Press.<br />

Lipschits, I. (1977), Politieke Stroming<strong>en</strong> in Nederland; inleiding tot de<br />

geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de Nederlandse politieke partij<strong>en</strong>; Dev<strong>en</strong>ter, Kluwer.<br />

Lipset, M. and Schneider, W. (1983), The Confid<strong>en</strong>ce Gap; New York, The<br />

Free Press.<br />

Lipsky, M. (1980), Street-level Bureaucracy: Dilemmas of the individual in<br />

public services; New York, Russell Sage Foundation.<br />

Luhmam, N. (1977), Zweckbegriff und Systemrationalitat; Frankfurt,<br />

Suhrkamp, 2e druk [1968].<br />

Luhmann, N. (1984), Soziale Systeme; Frankfurt, Suhrkamp.<br />

Luhmann, N. (1989), Vertrau<strong>en</strong>; ein Mechanismus der Reduktion sozialer<br />

Komplexitat; Stuttgart, F. Enke Verlag, (derde herzi<strong>en</strong>e druk 1989),<br />

[1968].<br />

Luhmann, N. (1992), Die Wiss<strong>en</strong>schaft der Gesellschaft; Frankfurt,<br />

Suhrkamp.<br />

Lukes, St. (1974), Power, a radical view; London, McMillan.<br />

Machiavelli, N. (1982), De Heerser; Amsterdam, Ath<strong>en</strong>aeumIPolak <strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Gemep, (1982 vierde druk), [19761.<br />

Majone, G. (1989), Evid<strong>en</strong>ce, Argum<strong>en</strong>t and Persuasion in the Policy<br />

Process; New Hav<strong>en</strong> and London, Yale University Press.<br />

Malinowski, B. (1922), The Argonauts of the Western Pacific; London,<br />

G. Routledge.<br />

OM RECHT EN STAAT


Mamheim, K. (19291, Ideology and Utopia; London and Kegan Paul, 1936<br />

[oorspronkelijk Bonn, Coh<strong>en</strong> 19291.<br />

Mantl, W. (1975), Repras<strong>en</strong>tation und Id<strong>en</strong>titat; Wi<strong>en</strong>, Springer Verlag,<br />

Forschung<strong>en</strong> aus Staat und Recht, nr. 29.<br />

Mauss, M. (1954), The Gift; The form and reason for exchange in archaic<br />

societies; New York, Free Press, [1925].<br />

Mead, G.H. (1930), 'Cooley's Contribution to American Thought'; in: The<br />

American Journal of Sociology; March 1930, Volume 35, nr. 5, pp. 693-706.<br />

Mead, G.H. (1934), Mind, Self and Society; from the Standpoint of a Social<br />

Behaviorist; Chicago, The University of Chicago Press, 19e druk 1974,<br />

[1934].<br />

Merton, R.K. (1949), Social Theory and Social Structure; New York,<br />

Macmillan, vergrote uitgave 1968, [1949].<br />

Mortelmans, J.K.M. (1985), Ord<strong>en</strong><strong>en</strong>d <strong>en</strong> Stur<strong>en</strong>d Beleid <strong>en</strong> Economisch<br />

Publiek<strong>recht</strong>; Dev<strong>en</strong>ter, Kluwer.<br />

Muir, W.K. (1977), Police; Streetcorner Politicians; Chicago, The<br />

University of Chicago Press.<br />

Nederlands Jurist<strong>en</strong> Blad (1992), Sam<strong>en</strong>loop <strong>van</strong> Sancties; NJB,<br />

19 november, afl. 41, (speciaal themanummer), blz. 1321-1400.<br />

Nonet, Ph. and Selznick, Ph. (1978), Law and Society in Transition; New<br />

York, Harper and Row.<br />

OECD (1993), Managing with Market-type Mechanisms; Paris, OECD.<br />

Pieper, J. (1956), De regels <strong>van</strong> het maatschappelijk spel; Ut<strong>recht</strong>, Het<br />

Spectrum.<br />

Pitkin, H. (ed.) (1969), Repres<strong>en</strong>tation; New York, Atherton Press.<br />

Plam<strong>en</strong>atz, J. (1973), Democracy and Illusion; an examination of certain<br />

aspects of modern democratic theory; London, Longman.<br />

Polanyi, M. (1951), The Logic of Liberty; London, Routledge and Kegan<br />

Paul.<br />

Pot, C.W. <strong>van</strong> der (1983), Handboek <strong>van</strong> het Nederlandse Staats<strong>recht</strong>;<br />

bewerkt door A.M. Donner, Zwolle, Tje<strong>en</strong>k Willink, lle druk 1983.<br />

Pree, J. de (1989), Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het loon- <strong>en</strong> prijsbeleid;<br />

(interne publikatie WRR, 1989).<br />

Prins, J.H. (1978), Over Repres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> Id<strong>en</strong>titeit; Dev<strong>en</strong>ter, Kluwer.<br />

Raalte, E. <strong>van</strong> (1977), Het Nederlandse Parlem<strong>en</strong>t; 's-Grav<strong>en</strong>hage,<br />

Staatsuitgeverij.<br />

Rapportage <strong>van</strong> de Secretariss<strong>en</strong>-g<strong>en</strong>eraal (1993), Organisatie <strong>en</strong><br />

Werkwijze <strong>van</strong> de Rijksdi<strong>en</strong>st; D<strong>en</strong> Haag, Uitgave <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong><br />

Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>, (juni 1993).<br />

OM RECIIT EN STAAT


Rogier, L.J.J. (1992), Strafsancties, administratieve sancties <strong>en</strong> het una<br />

via-beginsel; Gouda, Quint.<br />

Ross, E.A. (1901), Social Control; a survey of the foundations of order; New<br />

York, McMillan.<br />

Salet, W.G.M. (1979), Enige planningtheoretische perspectiev<strong>en</strong> voor de<br />

praktijk <strong>van</strong> de planning; Ut<strong>recht</strong>, Uitgave Planologisch Instituut, Rijksuniversiteit<br />

Ut<strong>recht</strong>.<br />

Salet, W.G.M. (19801, Planningtheorie in Perspectief; Studierapport<strong>en</strong><br />

Rijksplanologische Di<strong>en</strong>st, Nr. 16, D<strong>en</strong> Haag, Uitgave rninisterie<br />

Volkshuisvesting <strong>en</strong> Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing.<br />

Salet, W.G.M. (1982), 'Planningtheory: The quest for Id<strong>en</strong>tity'; in: Socio<br />

Economic Planning Sci<strong>en</strong>ces; Vol. 16, nr. 4, blz. 179-193.<br />

Salet, W.G.M. (1987), Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Sturing in het Volkshuisvestingsbeleid;<br />

Voorstudies <strong>en</strong> Achtergrond<strong>en</strong> WRR, V59, D<strong>en</strong> Haag, Staatsuitgeverij.<br />

Salet, W.G.M. (19921, 'E<strong>en</strong> Dynamische Orde'; in: Socialisme <strong>en</strong><br />

Democratie; nr. 6, blz. 187-199.<br />

Sartori, G. (1967), 'Democracy'; in: Encyclopedy of the Social Sci<strong>en</strong>ces;<br />

Vol. 3, New York, McMillan [1930-19351.<br />

Savas, E.S. (1987), Privatization: the Key to better Governm<strong>en</strong>t; Chatham<br />

(N.J.), Chatham House.<br />

Savas, E.S. (1989), 'A Taxonomy of Privatization Strategies'; in: Policy<br />

Studies Journal; Vol. 18, No. 2, Winter, blz 343-355.<br />

Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong>, M.P.C.M., Thomass<strong>en</strong>, J.J.A. <strong>en</strong> Daudt, H. (1980), Led<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de Stat<strong>en</strong> G<strong>en</strong>eraal. .. , D<strong>en</strong> Haag, WGA.<br />

Schultze, Ch.L. (1977), The public use of private interest; Washington<br />

D.C., The Brookings Institution.<br />

Schuyt, C.J.M. (1991), Op zoek naar het hart <strong>van</strong> de verzorgings<strong>staat</strong>;<br />

Leid<strong>en</strong>. St<strong>en</strong>fert Kroese.<br />

Selznick, Ph. (1969), Law, Society and Industrial Justice; New York,<br />

Russell Sage.<br />

Selznick, Ph. (1992), The Moral Commonwealth; Berkely, University of<br />

California Press.<br />

Sharkansky, I. (1979), Whither the State? Politics and public <strong>en</strong>terprise in<br />

three countries; Chatham N.J., Chatham House Publ. Inc.<br />

Simmel, G. (1908), Soziologie; Untersuchung<strong>en</strong> iiber die Form<strong>en</strong> der<br />

Gesellschaftung; Berlin, Duncker und Humblot, (1983 6e druk), [19081.<br />

Sluijs, H. <strong>van</strong> der (1988), Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Sturing in de Ouder<strong>en</strong>zorg;<br />

Voorstudies <strong>en</strong> Achtergrond<strong>en</strong> WRR, V61, D<strong>en</strong> Haag, Staatsuitgeverij.<br />

Stinchcombe, A.L. (1968), Constructing Social Theories; New York,<br />

Harcourt, Brace and World.<br />

OM RECHT EN STAAT


Stinchcombe, A.L. (1992), Simmel Systematized; Theory and Society;<br />

Vol. 21, blz. 183-202.<br />

Stockman, D.A. (1987), The Triumf of Politics; New York, Avon Books.<br />

Swaan, A. de (19891, Zorg <strong>en</strong> de Staat; Amsterdam, Bakker.<br />

T<strong>en</strong>bruck, F.H. (1972), Zur Kritik der plan<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Vernunft; Freiburg,<br />

Verlag Karl Alber.<br />

Teubner, G. (1989), Recht als autopoietisches System; Frankfurt,<br />

Suhrkamp.<br />

Tho<strong>en</strong>es, P. (1962), De Elite in de Verzorgings<strong>staat</strong>; St<strong>en</strong>fert Kroese,<br />

Leid<strong>en</strong>, 1971 2e druk, [19621.<br />

Tonnies, F. (1887), Gemeinschaft und Gesellschaft, Abhandlung des<br />

Communismus und des Socialismus als empirischer Culturform<strong>en</strong>;<br />

Leipzig, Fues7s Verlag.<br />

Tromp, B. (1985), 'Sociologie <strong>en</strong> de Stad'; in: Sociologische Gids; jrg. 32,<br />

nr. 2, blz. 90-104.<br />

Tweede Kamer (1989), Volkshuisvesting in de Jar<strong>en</strong> Neg<strong>en</strong>tig; 1988-1989,<br />

20, 691, 2-3.<br />

Twist, M.J.W. <strong>van</strong> <strong>en</strong> Schaap, L. (1991), 'E<strong>en</strong> theorie over autopoietische<br />

system<strong>en</strong> voor de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>'; in: Beleidswet<strong>en</strong>schap; 199114,<br />

blz. 299-322.<br />

Ullmann-Margalit, E. (1977), The Emerg<strong>en</strong>ce of Norms; Oxford, At The<br />

Clar<strong>en</strong>don Press.<br />

Vickers, G. (1968), The Art of Judgm<strong>en</strong>t; London, Methuan, 2e ed. [19651.<br />

Walzer, M. (1970), Essays on Disobedi<strong>en</strong>ce, War and Citiz<strong>en</strong>ship;<br />

Cambridge (Mass.), Harvard University Press.<br />

Weber, M. (1921), Wirtschaft und Gesellschaft: Grundriss der<br />

Versteh<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Soziologie; Tiibing<strong>en</strong>, J.C.B. Mohr, 1976 5e uitgave, [1921].<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1988), Rechtshandhauing;<br />

Rapport<strong>en</strong> aan de Regering nr. 35, D<strong>en</strong> Haag, Staatsuitgeverij.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1990), Van de Stud <strong>en</strong><br />

de Rand; Rapport<strong>en</strong> aan de Regering nr. 37, D<strong>en</strong> Haag, SDU-Uitgeverij.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1992), Eig<strong>en</strong>tijds<br />

Burgerschap; WRR-publikatie 0.1.v. H. <strong>van</strong> Gunster<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag, SDU-<br />

Uitgeverij.<br />

Wiese, L. von (1928), System der Allgemein<strong>en</strong> Soziologie; als Lehre von<br />

d<strong>en</strong> sozial<strong>en</strong> Prozess<strong>en</strong> und d<strong>en</strong> sozial<strong>en</strong> Gebild<strong>en</strong> der M<strong>en</strong>sch<strong>en</strong><br />

(Beziehungslehre); Berlin, Duncker und Humblot, 1966 4e druk, [19281.<br />

Williamson, O.E. (1975), Markets and Hierarchies; analysis and anti-trust<br />

implications; New York, The Free Press Mc. Millan.<br />

OM RECHT EN STAAT


Williamson, O.E. (1991) 'Comparative Economic Organization: The<br />

Analysis of Discrete Structural Alternatives'; in: Administrative Sci<strong>en</strong>ce<br />

Quarterly; Vo1.36, blz. 269-296.<br />

Zijderveld, A.C. (1974), De relativiteit <strong>van</strong> K<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> Werkelijkheid;<br />

Meppel, Boom.<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Abel, R.L., 99<br />

Anger<strong>en</strong>, J.A.M. <strong>van</strong>, 82<br />

Axelrod, R., 99<br />

Bachrach, 52<br />

Banfield, 62<br />

Baratz, 52<br />

Bardach, E., 94,99,100, 114,126<br />

Becker, G.S., 44<br />

Beer, St., 103<br />

Belinfante, 76<br />

Berg, J.Th.J. <strong>van</strong> d<strong>en</strong>, 67<br />

Bismarck, 53<br />

Blau, P.M., 13,38,43,44, 51<br />

Bonger, W.A., 68<br />

Borch, H. von, 91<br />

Boudon, R., 67<br />

Bov<strong>en</strong>s, M., 91<br />

Buckley, 103<br />

Burgess, 17<br />

Burke, 70<br />

Buur<strong>en</strong>, P.J.J. <strong>van</strong>, 56<br />

Cassirer, 14<br />

Chamberlain, 53, 54<br />

Coase, 21<br />

Coleman, J.S., 13, 23, 26, 28, 32, 37, 61, 121<br />

Conijn, J.B.S., 117<br />

Cooley, C.H., 16, 17<br />

Coser, L.A., 45<br />

Daalder, 70<br />

Daladier, 53, 54<br />

Daudt, H., 78<br />

Deetman, 118<br />

Dekker, P., 74<br />

Derrick, 62<br />

Dewey, J., 16<br />

Donner, A.M., 67,68,70,72, 76,82<br />

Doom, J.A.A. <strong>van</strong>, 90<br />

Douglas, M., 37<br />

Drees sr., W., 74<br />

Duivesteijn, 59<br />

Duncimann, 14<br />

Durkheim, 13,26,30,49<br />

Duynstee, 78<br />

Edelman, 52<br />

Eet<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong>, 106<br />

Elster, J., 21, 22<br />

Elzinga, D.J., 69, 70<br />

Enz<strong>en</strong>sberger, H.M., 49<br />

Esch<strong>en</strong>burg, Th., 49,91<br />

Ester, P., 74<br />

Etzioni, A., 20-23<br />

Euck<strong>en</strong>, W., 114<br />

Fauconnet, P., 26<br />

Fra<strong>en</strong>kel, E., 70<br />

Freyer, H., 14, 16, 18, 19<br />

OM RECHT EN STAAT


Friedrich, C.J., 52<br />

Frug, G., 94,97<br />

Fuller, L.L., 18,39,40,42,43,44, 102, 118, 130, 138<br />

Frederik de Grote, 45<br />

Gaay Fortman, B. de, 80<br />

Gaay Fortman, W.F. de, 80<br />

Galanter, M., 98<br />

Geelhoed, L.A., 114, 119<br />

Gehl<strong>en</strong>, A., 66<br />

Glazer, N., 62<br />

Goodin, R.E., 98<br />

Gouldner, A.W., 40<br />

Graf Kielmansegg, P., 66<br />

Granovetter, M., 21,23<br />

Gunster<strong>en</strong>, H.R. <strong>van</strong>, 67, 100,122<br />

Haberrnas, J., 94, 102,106-112, 121, 122<br />

Haffner, S., 54<br />

Handler, J.F., 52, 94, 97, 101<br />

Hartmann, H., 49,50,51<br />

Hawkins, K., 100<br />

Hayek, F., 39, 42, 44, 92, 102, 104<br />

Heerma, 116<br />

Hellingman, K., 114<br />

Heuvelhof, E. t<strong>en</strong>, 101<br />

Hirschman, A.O., 21,22<br />

Hitler, 53, 54, 91<br />

Hoed, P. d<strong>en</strong>, 53, 55, 100<br />

Homans, G., 13,37,38,43<br />

Huls, N.J., 103<br />

Jarvis, 95<br />

Kagan, R.E., 94,99,100,114,126<br />

Kooiman, J., 82<br />

Kreukels, A.M.J., 102, 109, 122, 124<br />

Kriele, M., 66, 69<br />

Kunneman, H., 107<br />

Kuyper, 70<br />

Leibholz, G., 69<br />

L<strong>en</strong>tin, A., 54<br />

Lipschits, I., 70<br />

Lipset, S.M., 95<br />

Lipsky, M., 99<br />

Lubbers, 119<br />

Luhmann, N., 50,94,102,103,104,106, 108,111<br />

Lukes, 52<br />

Machiavelli, N., 60<br />

Majone, G., 67<br />

Malinowski, B., 36, 37<br />

Mannheim, K., 14, 18,31<br />

Mantl, W., 69<br />

Martindale, D., 17, 27<br />

Marx, 15<br />

Mattheus, 40<br />

Maturana, 103<br />

Mauss, M., 13, 26, 30,36, 37<br />

Mead, G.H., 14,16,17<br />

OM RECHT EN STAAT


Mead, L., 62<br />

Merton, R.K., 13,31,51<br />

Mortelmans, K.J.M., 114<br />

Moynihan, 62<br />

Muir, W.K., 100<br />

Murray, 62<br />

Mussolini, 53<br />

Nonet, Ph., 90, 94, 97, 98<br />

Park, 17<br />

Parsons, 13, 31, 108, 114<br />

Pieper, J., 51<br />

Pitkin, H., 67, 68<br />

Plam<strong>en</strong>atz, J., 68<br />

Polanyi, M., 39, 40<br />

Pot, C.W. <strong>van</strong> der, 72,82<br />

Pree, J. de, 114<br />

Prins, J.H., 69, 70<br />

Raalte, E. <strong>van</strong>, 80<br />

Radbruch, 90<br />

Rawls, 23<br />

Reagan, 95<br />

Reiss, A.J., 100<br />

Rogier, L.J.J., 58<br />

Romme, 73<br />

Ros<strong>en</strong>berg, B., 45<br />

Ross, E.A., 62, 121, 122<br />

Ross Ashby, W., 103<br />

Salet, W.G.M., 53, 55, 96, 103, 114, 115, 124<br />

Sartori, G., 67<br />

Savas, E.S., 95<br />

Savornin Lohman, 70<br />

Schaap, L., 103<br />

Scheler, 14<br />

Schelsky, H., 66<br />

Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong>, M.P.C.M. <strong>van</strong>, 70,78<br />

Schmitt, C., 90<br />

Schneider, W., 95<br />

Schultze, Ch.L., 36, 61, 96<br />

Selznick, Ph., 16, 48, 90, 94,96, 97, 98<br />

Sharkansky, I., 96<br />

Simmel, G., 13, 15, 18, 19, 26,27, 30, 48, 49, 60, 130, 138<br />

Simonis, J.B.D., 109, 122<br />

Sluijs, H. <strong>van</strong> der, 55, 114<br />

Spann, 14<br />

Stammer, O., 66<br />

Stinchcombe, A.L., 26,31<br />

Stockman, D.A., 95<br />

Stout, H.D., 103<br />

Sumner, 121<br />

Swaan, A. de, 9<br />

T<strong>en</strong>bruck, F.H., 102, 122<br />

Teubner, G., 94, 97, 102, 103,104-106, 108, 111<br />

Tho<strong>en</strong>es, P., 9<br />

Thomas, 17<br />

Thomas, M., 100<br />

Thomass<strong>en</strong>, J.J.A., 67, 78<br />

Tonnies, F., 16, 18, 19, 31<br />

Tromp, 31<br />

hst, M.J.W. <strong>van</strong>, 103<br />

OM RECHT EN STAAT


Ullmann-Margalit, E., 58, 60<br />

Varela, 103<br />

Vickers, G., 62<br />

Walzer, M., 40, 49<br />

Weber, M., 13, 17-19, 26, 27, 29-31,49, 52, 114<br />

Weber, W., 91<br />

Wiese, L. von, 13-15, 18-20,24-28,30,45<br />

Williamson, O.E., 21<br />

Zijderveld, A.C., 17<br />

OM RECHT EN STAAT


Aansprakelijkheid 97,99<br />

Analytische sociologie 13<br />

- formele sociolog<strong>en</strong> 19<br />

Auto-poietisch systeem (- system<strong>en</strong>) 102,103,104<br />

- subsysteem 104, 106<br />

Autoriteit 47-53, passim<br />

- functionele - 49, 50<br />

Bestuursc<strong>en</strong>trisme 55<br />

Beziehungslehre 20, 25<br />

Budget<strong>recht</strong> 72,73<br />

- begrotingswet 82, 83, 85<br />

Bureaucratie 90,91,94,97,98,100, 101, 133<br />

- bureaucratische positie 27<br />

Collectieve realiteit<strong>en</strong> 30<br />

Collectieve subject<strong>en</strong> 13<br />

- actor<strong>en</strong> 26, 28<br />

Commissie 76, 118<br />

- stelsel 78, 80<br />

- kamer- 80<br />

Common law 17,90<br />

Communicatieve theorie 107<br />

- communicatief handel<strong>en</strong> 107-109<br />

- communicatietheorie 107<br />

- dialoog 107, 110<br />

- machtscode 107, 109<br />

Concessievoorwaard<strong>en</strong> 97<br />

Contractvrijheid 115,116, 117<br />

Controle <strong>recht</strong><strong>en</strong> (-<strong>recht</strong><strong>en</strong>, -functie, controler<strong>en</strong>de functie) par. 5.5.4,<br />

132-133<br />

- achteraf (ex post) 83, 86<br />

- ex ante 86<br />

Cultuur<strong>sociologische</strong> paradigma's 30<br />

Cybernetics (Cybernetische) 102, 103, 106<br />

Doelrationaliteit Hfdst. 6, passim<br />

Economische ruilbetrekking<strong>en</strong> 35,36<br />

- economisch ruilprincipe 36<br />

Ev<strong>en</strong>redige verteg<strong>en</strong>woordiging 76,77<br />

Functionalisme 13<br />

Functionele verteg<strong>en</strong>woordiging 11<br />

Functionele differ<strong>en</strong>tiatie 104<br />

Geistesgeschichte 15,16,32,129,137<br />

Gelijkheidsbeginsel 97, 126<br />

Gemeinschaft und Gesellschaft 16, 18<br />

Gewoonteregels 39,44,57<br />

Governance 97,98, 101<br />

Hierarchische betrekking<strong>en</strong> Hfdst. 4, passim<br />

Huurprijz<strong>en</strong>beleid 115<br />

OM RECHT EN STAAT


Ideaaltype (Ideaaltypisch) 9, 41<br />

Id<strong>en</strong>titeitsverteg<strong>en</strong>woordiging 69<br />

- partij<strong>en</strong> 77<br />

Institutionalisering 13, passim<br />

Institutionele economie 20, 21<br />

- neo-institutionele econom<strong>en</strong> 20, 21<br />

- nieuwe - econom<strong>en</strong> 20<br />

Hans par. 2.2.3, passim<br />

- de <strong>sociologische</strong> duiding <strong>van</strong> kans<strong>en</strong> 28<br />

K<strong>en</strong>nissociologie (k<strong>en</strong>nis<strong>sociologische</strong>) 13, 31<br />

Kies<strong>recht</strong> 76,82,90<br />

- stelsel 76, 77, 85<br />

Legaliteitsbeginsel 92<br />

Machtsbetrekking<strong>en</strong> Hfdst. 4, passim<br />

Machtsluwte 12,48, 53-56, 131<br />

Machtsvacuiim 12,53,111<br />

Mandatering 71,85<br />

Marktord<strong>en</strong>ing 96, 114<br />

- coordinatie 95<br />

Mededingingswetgeving 119<br />

Ministeriele verantwoordelijkheid 72,73,78,85,86, 132<br />

Morele reciprociteit 39,40<br />

Morele gedragsregels 39<br />

- morality of duties 40, 118<br />

- morality of aspirations 39, 118<br />

Morele verplichting par. 3.2.1, passim<br />

- code 12,40, 118<br />

Norm<strong>en</strong><br />

- collectieve - 56-58<br />

- gelede normstelling 97<br />

- heiliging <strong>van</strong> - 57,61<br />

- vestiging <strong>van</strong> - 57<br />

Optimalisering (optimaliser<strong>en</strong>de) 20, passim<br />

- vraagstukk<strong>en</strong> 22<br />

Ordepolitiek 115, 116<br />

- ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing 114,115<br />

Over-inclusiviteit (over-inclusief) 99, 100, 114, 126<br />

Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>qu6te 83, 113<br />

Politieke osmose 83-86<br />

Prisoners' dilemma 58<br />

Privatisering 95'96, 119,120<br />

Property rights 36<br />

Publiek domein 109, 122<br />

Recht<br />

- <strong>van</strong> <strong>en</strong>qu6te 72,85<br />

- <strong>van</strong> initiatief 79<br />

- <strong>van</strong> interpellatie 72, 83, 85<br />

- <strong>van</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t 80,82,85<br />

- vrag<strong>en</strong>- 83,85<br />

Rechtshandhaving 41,56, 61<br />

- administratieve - 56<br />

- justitiele handhaving 56<br />

OM RECHT EN STAAT


Rechtsmoraliteit 41, 94, 101, 102<br />

Ruiltheorie<strong>en</strong> (zie economische ruilbetrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale mil)<br />

par. 3.2, passim<br />

- transacties par. 3.2, passim<br />

Rule of law 90,91,97, 100<br />

Sancties (sanctionering) par. 4.5, passim<br />

- administratieve - 56, 58<br />

- straf- 56, 58, 81<br />

- formele - 57<br />

- geformaliseerde - 48, 57<br />

- bekrachtiging <strong>van</strong> - 60, 61<br />

- heiliging <strong>van</strong> norm<strong>en</strong> 57, 61<br />

- sanctie-opleggers 60-62, 131<br />

- sanctiehouders 61,62<br />

Schaarste 20,36<br />

- schaarse bronn<strong>en</strong> 36, 130<br />

Situationele logica 51,98, 112, 133<br />

Social control 62, 100,121, 122<br />

Sociale mil 36-38, 130<br />

- sociaal ruilstelsel 37<br />

- sociale ruilgedrag 37<br />

- sociale ruilbetrekking<strong>en</strong> 38<br />

Soevereiniteit <strong>van</strong> de <strong>staat</strong> 66<br />

- <strong>staat</strong>ssoevereiniteit 91<br />

Sovereignty of purpose 98,112,133,141<br />

Symbolisch interactionisme 14, 17<br />

Symbolische controle 50, 75<br />

Tacit reciprocity 41,42, 130, 135,138, 143<br />

Transactiekost<strong>en</strong> 20,21, 124<br />

Utilitaire 21, 22, 39, 68, 130<br />

- utilitarisering 91<br />

- utilitarisme 39<br />

Vertrouw<strong>en</strong>sbeginsel 63,64<br />

- regel 72, 73, 77, 86, 132<br />

- waardigheid 50, 67, 131<br />

Verzorgings<strong>staat</strong> 9<br />

Waarborgfuncties 91<br />

Waard<strong>en</strong>rationaliteit 93, 113, 118<br />

Wetgev<strong>en</strong>de functie par. 5.5.2<br />

Wirklichkeitswiss<strong>en</strong>schaft 15, 19,24<br />

Zelfrefer<strong>en</strong>tie 102<br />

- zelfrefer<strong>en</strong>tile system<strong>en</strong> 102<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Curriculum vitae<br />

W.G.M. Salet is gebor<strong>en</strong> op 20 april 1951 te Wamel. Na zijn eindexam<strong>en</strong><br />

Gymnasium A in 1970 aan het Canisius College te Nijmeg<strong>en</strong>, studeerde<br />

hij Sociaal Culturele Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> aan de Rijksuniversiteit Ut<strong>recht</strong>. In<br />

1975 behaalde hij het doctoraal exam<strong>en</strong> met als hoofdvak planologie. Na<br />

e<strong>en</strong> korte betrekking als stedebouwkundige in de geme<strong>en</strong>te Dord<strong>recht</strong>,<br />

behaalde hij in 1977 het doctoraalexam<strong>en</strong> sociologie aan de Rijksuniversiteit<br />

Ut<strong>recht</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s werd Salet door de Rijksplanologische<br />

Di<strong>en</strong>st (RPD) gedetacheerd aan het Instituut voor Planologie (RUU) met<br />

e<strong>en</strong> studie-opdracht inzake het planningkader <strong>van</strong> de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing.<br />

Dit resulteerde in het RPD-studierapport Planningtheorie in<br />

Perspectief (1980). In 1980 kwam Salet in di<strong>en</strong>st bij de Wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

Raad voor het Regeringsbeleid. Hier heeR hij zich vooral beziggehoud<strong>en</strong><br />

met vraagstukk<strong>en</strong> <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> <strong>van</strong> omgevingsbeleid. Enige<br />

publikaties bij de WRR betreff<strong>en</strong> Planning als Onderneming in 1983<br />

(sam<strong>en</strong> met P. d<strong>en</strong> Hoed <strong>en</strong> H. <strong>van</strong> der Sluijs); Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Sturing in het<br />

Volkshuisvestingsbeleid (1987) met medewerking <strong>van</strong> P. Haighton <strong>en</strong> in<br />

1992, met A.M.J. Kreukels, Debating Institutions and Cities. Salet was<br />

onder meer projectsecretaris <strong>van</strong> de WRR-project<strong>en</strong> Marges <strong>van</strong> Overheidsbeleid<br />

<strong>en</strong> Van de Stad <strong>en</strong> de Rand (1990). Mom<strong>en</strong>teel is hij bij <strong>en</strong>ige<br />

lop<strong>en</strong>de WRR-project<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>. De WRR heeR tev<strong>en</strong>s faciliteit<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong><br />

voor de voltooiing <strong>van</strong> de onderhavige studie. In 1993 werd Salet in<br />

deeltijd b<strong>en</strong>oemd als hoogleraar Regionaal Bestuur aan de Faculteit<br />

Technische Bestuurskunde <strong>van</strong> de Technische Universiteit Delft (de<br />

Grotius stoel).<br />

OM RECHT EN STAAT


OM RECHT EN STAAT


Rapport<strong>en</strong> aan de Regering<br />

Eerste raadsperiode:<br />

Europese Unie*<br />

Structuur <strong>van</strong> de Nederlandse economie*<br />

Energiebeleid<br />

Gebundeld in e<strong>en</strong> publikatie (l974)*<br />

Milieubeleid (l974)*<br />

Bevolkingsgroei (I 974)*<br />

De organisatie <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar bestuur (1975)*<br />

Buit<strong>en</strong>landse invloed<strong>en</strong> op Nederland: lnternationale migratie (1976)*<br />

Buit<strong>en</strong>landse invloed<strong>en</strong> op Nederland:<br />

Beschikbaarheid <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> technische k<strong>en</strong>nis (1976)*<br />

Comm<strong>en</strong>taar op de Discussi<strong>en</strong>ota Sectorrad<strong>en</strong> (1976)*<br />

Comm<strong>en</strong>taar op de nota Contour<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> toekomstig onderwijsbestel(1976)*<br />

Overzicht externe adviesorgan<strong>en</strong> <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale overheid (1976)*<br />

Externe adviesorgan<strong>en</strong> <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale overheid (1976)*<br />

Mak<strong>en</strong> wij er werk <strong>van</strong>?<br />

Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de verhouding tuss<strong>en</strong> actiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-actiev<strong>en</strong> (1977)*<br />

Interne adviesorgan<strong>en</strong> <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>trale overheid (1977)*<br />

De kom<strong>en</strong>de vijf<strong>en</strong>twintig jaar - E<strong>en</strong> toekomstverk<strong>en</strong>ning voor Nederland (1977)*<br />

Over sociale ongelijkheid - E<strong>en</strong> beleidsgerichte probleemverk<strong>en</strong>ning (1977)*<br />

Tweede raadsperiode:<br />

Etnische minderhed<strong>en</strong> (I 979)*<br />

A. Rapport aan de Regering<br />

B. Naar e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> etnisch minderhed<strong>en</strong>beleid?<br />

Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1980)*<br />

Beleidsgerichte toekomswerk<strong>en</strong>ning<br />

Deel I: E<strong>en</strong> poging tot uitlokking (l980)*<br />

Democratie <strong>en</strong> geweld<br />

Probleemanalyse naar aanleiding <strong>van</strong> de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in Amsterdam op 30 april 1980*<br />

Vernieuwing<strong>en</strong> in het arbeidsbestel ( 198 I)*<br />

Herwaardering <strong>van</strong> welzijnsbeleid (1982)*<br />

Onder invloed <strong>van</strong> Duitsland<br />

E<strong>en</strong> onderzoek naar gevoeligheid <strong>en</strong> kwetsbaarheid in de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Nederland <strong>en</strong> de Bondsrepubliek<br />

( 1982)*<br />

Sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d mediabeleid (I 982)*<br />

Derde raadsperiode:<br />

Beleidsgerichte toekomswerk<strong>en</strong>ning<br />

Deel2: E<strong>en</strong> verruiming <strong>van</strong> perspectief (l983)*<br />

Waarborg<strong>en</strong> voor zekerheid<br />

E<strong>en</strong> nieuw stelsel <strong>van</strong> sociale zekerheid in hoofdlijn<strong>en</strong> (1985)<br />

Basisvorming in het onderwijs (1986)<br />

De onvoltooide Europese integratie (I 986)<br />

Ruimte voor groei; kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedreiging<strong>en</strong> voor de Nederlandse economie in de kom<strong>en</strong>de ti<strong>en</strong> jaar (1987)<br />

Op maat <strong>van</strong> het midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> kleinbedrijf (1987)<br />

Deel I: Rapport aan de Regering; Deel2: Pre-adviez<strong>en</strong><br />

Cultuur zonder gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> (1987)*<br />

De financiering <strong>van</strong> de Europese Geme<strong>en</strong>schap: e<strong>en</strong> interimrapport (1987)<br />

Activer<strong>en</strong>d arbeidsmarktbeleid (1987)<br />

Overheid <strong>en</strong> toekomstonderzoek: e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie (1988)<br />

* Uiwerkocht<br />

OM RECHT EN STAAT


Vierde raadsperiode:<br />

Rechtshandhaving (1988)<br />

Allochton<strong>en</strong>beleid (1989)<br />

Van de stad <strong>en</strong> de rand (1990)<br />

E<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>d perspectief:<br />

Arbeidsparticipatie in de jar<strong>en</strong> '90 (1990)<br />

Technologie <strong>en</strong> overheid<br />

De onderwijsverzorging in de toekornst (I 991)<br />

Milieubeleid;<br />

Strategie, instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> handhaafbaarheid (1992)<br />

Grond voor keuz<strong>en</strong>;<br />

Vier perspectiev<strong>en</strong> voor de landelijkegebied<strong>en</strong> in de Europese Gerne<strong>en</strong>schap (1992)<br />

Ouder<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong>; Demografische ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid (1993)<br />

Rapport<strong>en</strong> aan de Regering <strong>en</strong> publikaties in de reeks 'Voorstudies <strong>en</strong> achtergmnd<strong>en</strong>'zijn verkrijgbaar in de boekhandel<br />

of via de SDU Uitgeverij. Christoffel Plantijnstraat 2. Postbus 20014, 2500 EA 's-Grav<strong>en</strong>hage. tel. 070-37899 1 I.<br />

OM RECHT EN STAAT


'Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>'<br />

Eerste raadsperiode:<br />

W.A.W. <strong>van</strong> Walstijn e.a.: Kans<strong>en</strong> op onderwijs; e<strong>en</strong> literatuurstudie over ongelijkheid in het Nederlandse onderwijs<br />

(1 975)*<br />

I.]. Schoon<strong>en</strong>boom <strong>en</strong> H.M. In 't Veld-Langeveld: De emancipatie <strong>van</strong> de vrouw (1 976)*<br />

G.R. Mustert: Van dubbeltjes <strong>en</strong> kwartjes: e<strong>en</strong> literatuurstudie over ongelijkheid in de Nederlandse inkom<strong>en</strong>s-<br />

verdeling (1 976)*<br />

IVAIlnstituut voor Sociaal-Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek <strong>van</strong> de Katholieke Hogeschool Tilburg: De verdeling <strong>en</strong> de<br />

waardering <strong>van</strong> arbeid; e<strong>en</strong> studie over ongelijkheid in het arbeidsbestel(1976)*<br />

'Adviser<strong>en</strong> aan de overheid', met bijdrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> economische, juridische <strong>en</strong> politicologische bestuurskundig<strong>en</strong> (1 977)*<br />

Verslag Eerste Raadsperiode: 1972- 1977*<br />

Tweede raadsperiode:<br />

J.J.C. Voorhoeve: Internationale macht <strong>en</strong> interne autonomie - E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> de Nederlandse situatie (1 978)*<br />

W.M. de Jong: Techniek <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap als basis voor industrille innovatie - Verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> interviews<br />

(1 978)*<br />

R. Gerritsellnstituut voor Onderzoek <strong>van</strong> Overheidsuitgav<strong>en</strong>: De publieke sector: ontwikkeling <strong>en</strong> waardevorming<br />

- E<strong>en</strong> vooronderroek (I 979)*<br />

VIO<br />

Vakgroep Planning <strong>en</strong> BeleidlSociologisch lnstituut Rijksuniversiteit Ut<strong>recht</strong>:<br />

Konsumptieverandering in maatschappelijk perspectief (I 979)*<br />

R. P<strong>en</strong>ninx: Naar e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> etnisch minderhed<strong>en</strong>beleid? Opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in rapport nr. 17 (1 979)*<br />

De quartaire sector - Maatschappelijke behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid - Verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> werkconfer<strong>en</strong>tie (I 979)*<br />

W. Driehuis <strong>en</strong> P.. <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Noord: Produktie. werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> sectorstructuur in Nederland 1960-1985<br />

Modelstudie bij het rapport Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1980)*<br />

S.K. Kuipers.]. Muysk<strong>en</strong>, D.J. <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Berg <strong>en</strong> A.H. <strong>van</strong> Zon: Sectorstructuur <strong>en</strong> economische groei: e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig<br />

groeimodel met zes sector<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Nederlandse economie in de periode na de tweede wereldoorlog. Modelstudie<br />

bij het rapport Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1980)*<br />

F. Muller. P.J.J. Lesuis <strong>en</strong> N.M. Boxhoorn: E<strong>en</strong> multisectormodel voor de Nederlandse economie in 23 bedrijfstakk<strong>en</strong><br />

F. Muller: Verandering<strong>en</strong> in de sectorstructuur <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1 980)*<br />

A.B.T.M. <strong>van</strong> Schaik: Arbeidsplaats<strong>en</strong>, bezettingsgraad <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid in derti<strong>en</strong> bedrijfstakk<strong>en</strong><br />

Modelstudie bij het rapport Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1 980)*<br />

A.J. Basoski. A. Budd, A. Kalff, L.B.M. M<strong>en</strong>nes. E Racke <strong>en</strong>1.C. Ramaer: Exportbeleid <strong>en</strong> sectorstructuurbeleid<br />

Pre-adviez<strong>en</strong> bij het rapport Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1980)*<br />

1.). <strong>van</strong> Duijn. M.J. Ellman. C.A. de Feyter, C. Inja. H.W. de Jong. M.L. Mog<strong>en</strong>dorff <strong>en</strong> P. VerLor<strong>en</strong> <strong>van</strong> Themaac<br />

Sectorstructuurbeleid: mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong><br />

Pre-adviez<strong>en</strong> bij het rapport Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1 980)*<br />

C.P.A. Bartels: Regio's aan het werk: ontwikkeling<strong>en</strong> in de ruimtelijke spreiding <strong>van</strong> economische activiteit<strong>en</strong> in<br />

Nederland<br />

Studie bij her rapport Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1980)*<br />

Uitverkocht<br />

OM RECHT EN STAAT


V2O<br />

M.Th. Brouwer. W. Driehuis. K.A. Koekoek.]. Kol. L.B.M. M<strong>en</strong>nes, PJ.<strong>van</strong>d<strong>en</strong> Noord. D.Sinke, K.Vij1brief<strong>en</strong>J.C. <strong>van</strong><br />

Ours: Raming <strong>van</strong> de finale besteding<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele andere groothed<strong>en</strong> in Nederland in 1985<br />

Technische nota's bij het rapport Plaats <strong>en</strong> toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse industrie (1980)*<br />

V21 J.A.H. Bron: Arbeidsaanbod-projecties 1980-2000 (1980)*<br />

V22<br />

P Tho<strong>en</strong>es. R.J. In 't Veld, 1.Th.M. Snell<strong>en</strong>. A. Faludi: B<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>van</strong> planning<br />

Vier pre-adviez<strong>en</strong> over beleidsvorming in het op<strong>en</strong>baar bestuur (1980)*<br />

V23<br />

Beleid <strong>en</strong> toekomst<br />

Verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> symposium over het rapport Beleidsgerichte toekomstverk<strong>en</strong>ning deel 1 (1981)*<br />

V24<br />

L.J. <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Bosch, G. <strong>van</strong> Enckevort, Ria Jaarsma, D.B.P Kall<strong>en</strong>. PN. Karstanje, K.B. Koster: Educatie <strong>en</strong> welzijn<br />

(1981)*<br />

V25<br />

J.C. <strong>van</strong> Ours, D. Hamersma. G. Hupkes. PH. Admiraal: Consumptiebeleid voor de werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />

Pre-adviez<strong>en</strong> bij het rapport Vernieuwing<strong>en</strong> in het arbeidsbestel (1 982)*<br />

V26<br />

J.C. <strong>van</strong> Ours, C. Mol<strong>en</strong>aar, J.A.M. Heijke: De wisselwerking tuss<strong>en</strong> schaarsteverhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> beloningsstructuur<br />

Pre-adviez<strong>en</strong> bij het rapport Vernieuwing<strong>en</strong> in het arbeidsbestel (1982)*<br />

V27<br />

A.A. <strong>van</strong> Duijn. W.H.C. Kerkhoff, L.U. de Sitter, Ch.J. De Wolff, F. Sturmans:<br />

Kwaliteit <strong>van</strong> de arbeid<br />

Pre-adviez<strong>en</strong> bij het rapport Vernieuwing<strong>en</strong> in hetarbeidsbestel (1982)*<br />

V28<br />

J.G. Lambooy, K.M. Huigsloot <strong>en</strong> R.E. <strong>van</strong> de Lustgraaf: Greep op de stad?<br />

E<strong>en</strong> institutionele visie op stedelijke ontwikkeling <strong>en</strong> de beinvloedbaarheid daar<strong>van</strong> (1 982)*<br />

V29<br />

J.C. Hess, F. Wiel<strong>en</strong>ga: Duitsland in de Nederlandse pers - altijd e<strong>en</strong> probleem!<br />

Drie dagblad<strong>en</strong> over de Bondsrepubliek 1969-1980 (1 982)*<br />

V30<br />

C.W.A.M. <strong>van</strong> Paridon, E.K. Greup. A. Ketting: De handelsbetrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Nederland <strong>en</strong> de Bondsrepubliek<br />

Duitsland (1 982)*<br />

V3 1<br />

W.A. Smit, G.W.M. Tiemess<strong>en</strong>. R. Geerts: Ahaus. Ling<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kalkar; Duitse nucleaire installaties <strong>en</strong> degevolg<strong>en</strong> voor<br />

Nederland (1983)*<br />

V32 J.H. von Eije: Geldstrom<strong>en</strong> <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sverdeling in de verzorgings<strong>staat</strong> (1982)*<br />

V33 Verslag <strong>van</strong> de tweede Raadsperiode 1978- l982*<br />

V34 P d<strong>en</strong> Hoed, W.G.M. Salet <strong>en</strong> H. <strong>van</strong> der Sluijs: Planning als onderneming (1983)*<br />

V35<br />

H.F. Munneke e.a.: Organ<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>recht</strong>sperson<strong>en</strong> rondom de c<strong>en</strong>trale overheid (1 983); 2 del<strong>en</strong>*<br />

V36<br />

M.C. Brands, H.J.G. Beunders, H.H. Selier: D<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d aan Duitsland; E<strong>en</strong> essay over moderne Duitsegeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>ige hoofdstukk<strong>en</strong> over de Nederlands-Duitse betrekking<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig (1 983)*<br />

V37 L.G. Gerrichhauz<strong>en</strong>: Woningcorporaties; E<strong>en</strong> beleidsanalyse (I 983)*<br />

V38 J. Kassies: Notities over e<strong>en</strong> herori<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> het kunstbeleid (1 983)*<br />

V39 Leo Jans<strong>en</strong>: Sociocratische t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ties in West-Europa (1983)*<br />

* Uitverkocht<br />

OM RECHT EN STAAT


'Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> mediabeleid'<br />

M I J.M. de Meij: Overheid <strong>en</strong> uitingsvrijheid (l982)*<br />

M 2 E.H. Hollander: Kleinschalige massacommunicatie: lokale omroepvorm<strong>en</strong> in West-Europa (1 982)*<br />

M 3 L.J. HeinsmanlNOS: De kulturele betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de instroom <strong>van</strong> buit<strong>en</strong>landse televisieprogramma's in Nederland -<br />

E<strong>en</strong> literatuurstudie (I 982)*<br />

M 4<br />

L.P.H. Schoonderwoerd. W.P. KnulsdSociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau:<br />

Mediagebruik bii verruiming <strong>van</strong> het aanbod (1 982)*<br />

M 5<br />

N. Boerma. J.J. <strong>van</strong> Cuil<strong>en</strong>burg, E. Diemer,].). Oost<strong>en</strong>brink, J. <strong>van</strong> Putt<strong>en</strong>: De omroep: wet <strong>en</strong> beleid: e<strong>en</strong> juridisch-<br />

politicologische evaluatie <strong>van</strong> de omroepwet ( l982)*<br />

M 6 lntomart b.v.: Etherpirat<strong>en</strong> in Nederland (1 982)*<br />

M 7<br />

P.J. Kalff/lnstituutvoor Grafische Techniek TNO: Nieuwe techniek<strong>en</strong>voor produktie <strong>en</strong>disvibutie<strong>van</strong>dagblad<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

tijdschrift<strong>en</strong> ( 1982)*<br />

M 8 J.J. <strong>van</strong> Cuil<strong>en</strong>burg. D. McQuail: Media <strong>en</strong> pluriformiteit; E<strong>en</strong> beoordeling <strong>van</strong> de stand <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> (1 982)*<br />

M 9<br />

K.J. Alsem. M.A. Boorsma. G.J. <strong>van</strong> Held<strong>en</strong>.J.C. Hoekstra. P.S.H. Leeflang. H.H.M. Visser: Deaanbodstructuur<strong>van</strong> de<br />

periodiek verschijn<strong>en</strong>de pers in Nederland ( 1982)*<br />

M I0<br />

W.P. KnulsdSociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau: Mediabeleid <strong>en</strong> cultuurbeleid; E<strong>en</strong> studie over de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de<br />

twee beleidsveld<strong>en</strong> (I 982)*<br />

MI I A.P. Bolle: Het gebruik <strong>van</strong> glasvezelkabel in lokale telecommunicati<strong>en</strong>ett<strong>en</strong> (1982)*<br />

M I2 P. te Nuyl: Structuur <strong>en</strong> oncwikkeling <strong>van</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod op de markt voor televisieprodukties (1 982)*<br />

M 13<br />

P.J.M. Wilms/lnstituut voor Onderzoek <strong>van</strong> Overheidsuitgav<strong>en</strong>: Hor<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> betal<strong>en</strong>: E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>de studie<br />

naar de toekomstige kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bekostiging <strong>van</strong> de omroep (1982)'<br />

M 14 W.M. deJong: lnformatietechniek in beweging: consequ<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> voor Nederland (1 982)*<br />

M 15 J.C. <strong>van</strong> Ours: Mediaconsumptie; E<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> het verled<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> de toekomst (1982)*<br />

M 16<br />

J.G. Stappers. A.D. Reijnders, W.A.J. Moller: De werking <strong>van</strong> massa-media:<br />

E<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> inzicht<strong>en</strong> (1983)*<br />

M 17 F.J. Schrijver: De invoering <strong>van</strong> kabeltelevisie in Nederland ( 1983)*<br />

* Uitverkocht<br />

OM RECHT EN STAAT


Derde raadsperiode:<br />

G.J. <strong>van</strong> Driel. C. <strong>van</strong> Rav<strong>en</strong>zwaaij, J. Spronk <strong>en</strong> F.R. Ve<strong>en</strong>eklaas: Gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het economisch<br />

stelsel in Nederland (1 983)"<br />

Adviesorgan<strong>en</strong> in de politieke besluitvorming. Symposiumverslag onder redactie <strong>van</strong> A.Th. <strong>van</strong> Deld<strong>en</strong> <strong>en</strong> J. Kooiman<br />

( 1983)*<br />

E.W. <strong>van</strong> Luijk. R.J. de Bruijn: Vrijwilligerswerk tuss<strong>en</strong> betaald <strong>en</strong> huishoudelijk werk; e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de studie op<br />

basis <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quite (1 984)<br />

Planning <strong>en</strong> beleid; verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> symposium over de studie Planning als onderneming (I 984)<br />

W.J. <strong>van</strong> der Weijd<strong>en</strong>. H. <strong>van</strong> der Wal. H.J. de Graaf, N.A. <strong>van</strong> Brussel. W.J. ter Keurs: Bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> gehte-<br />

greerde landbouw (I 984)*<br />

Vos, I? de Koning, S. Blom: Onderwijs op de tweesprong; over de inrichting <strong>van</strong> basisvorming in de eerste fase <strong>van</strong><br />

het voortgezet onderwijs (1 985)*<br />

G. Meester, D. Strijker: Het Europese landbouwbeleid voorbij de scheidslijn <strong>van</strong> zelfvoorri<strong>en</strong>ing (1985)<br />

1. Pelkmans: De interne EG-markt voor industriele produkt<strong>en</strong> (1985)<br />

J.J. Fe<strong>en</strong>stra, K.J.M. Mortelmans: Gediffer<strong>en</strong>tieerde integratie <strong>en</strong> Geme<strong>en</strong>schaps<strong>recht</strong>: institutioneel- <strong>en</strong> materieel-<br />

<strong>recht</strong>elijke aspect<strong>en</strong> (1 985)<br />

T.H.A. <strong>van</strong> der Voort, M. Beishuiz<strong>en</strong>: Massamedia <strong>en</strong> basisvorming (1986)<br />

C.A. Adriaans<strong>en</strong>s, H. Priemus: Marges <strong>van</strong> volkshuisvestingsbeleid (1986)<br />

EIL. Smeets. Th.1.N.N. Buis: Lerar<strong>en</strong> over de eerste fase <strong>van</strong> het voortgezet onderwijs (1 986)<br />

J. Moon<strong>en</strong>: Toepassing <strong>van</strong> computersystem<strong>en</strong> in het onderwijs (1 986)<br />

A.L. Heinink (red.), H. Riddersma. J. Braaksma: Basisvorming in het buit<strong>en</strong>land (1986)*<br />

Zelfstandige bestuursorgan<strong>en</strong>; verslag <strong>van</strong> de studiedag op 12 november 1985 (1 986)<br />

Europese integratie in beweging: verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie, gehoud<strong>en</strong> op 16 mei 1986 (1 986)<br />

C. de Klein. J. Collaris: Sociale ziektekost<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong> in Europees perspectief (1987)<br />

R.M.A.Jansweijer: Private leefvorm<strong>en</strong>, publieke gevolg<strong>en</strong>; naar e<strong>en</strong> overheidsbeleid met betrekking tot individua-<br />

lisering (1 987)<br />

De ongelijke verdeling <strong>van</strong> gezondheid; verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie gehoud<strong>en</strong> op 16- 17 maart 1987 (1 987)<br />

W.G.M. Salet: Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing in het volkshuisvestingsbeleid (1 987)<br />

H.G. Eijg<strong>en</strong>huijs<strong>en</strong>,]. Koelewijn, H. Visser: lnvestering<strong>en</strong> <strong>en</strong> de financiele infrastructuur (1987)<br />

H. <strong>van</strong> der Sluijs: Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> sturing in de ouder<strong>en</strong>zorg (I 988)<br />

Verslag <strong>en</strong> evaluatie <strong>van</strong> de derde raadsperiode 1983- 1987*<br />

* Uitverkocht<br />

OM RECHT EN STAAT


Vierde raadsperiode:<br />

V63 Milieu <strong>en</strong> groei: Verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> studiedag op I I februari 1988 (1 988)<br />

V64 De maatschappelijke gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> erfelijkheidsonderroek; Verslag <strong>van</strong> e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie op 16- 17 juni 1988 (1988)<br />

V65 H.F.L. Garrets<strong>en</strong>. H. Raat: Gezondheid in de vier grote sted<strong>en</strong> (1989)<br />

V66 !? de Grauwe e.a.: De Europese Monetaire Integratie: vier visies (1 989)<br />

V67 Th. Roelandt,). Ve<strong>en</strong>man: Allochton<strong>en</strong> <strong>van</strong> school naar werk (1990)<br />

V68 W.H. Leeuw<strong>en</strong>burgh. !?<strong>van</strong> d<strong>en</strong> Eed<strong>en</strong>: Ondemijs in de viergrote sted<strong>en</strong> (1990)<br />

V69 M.W. deJong, !?A. de Ruijter (red.): Logistiek, infrastructuur <strong>en</strong> de grote stad (1990)<br />

V70 C.A. Bartels, E.J.J. Roos: Sociaal-economische vernieuwing in grootstedelijke gebied<strong>en</strong> (1990)<br />

V71 W.J. Dercks<strong>en</strong> (ed.): The Future of Industrial Relations in Europe: Proceedings of a confer<strong>en</strong>ce in honour of prof. W.<br />

Albeda ( 1 990)<br />

V72 Sociaal-economische gezondheidsverschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid: preadviez<strong>en</strong> (199 1)<br />

V73 F.JJ?M. Hoefnagel: Cultuurpolitiek: het mog<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> (1992)<br />

V74<br />

K.W.H. <strong>van</strong> Beek. B.M.S. <strong>van</strong> Praag: Kiez<strong>en</strong> uit sollicitant<strong>en</strong>; Concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zonder baan<br />

(1992)<br />

V75 Jeugd in ontwikkeling: Wet<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> overheidsbeleid (1992)<br />

V76<br />

A.M.J. Kreukels. W.G.M. Salet(ed.): Debatinginstitutions and Cities: Proceedingsofthe Anglo Dutch Confer<strong>en</strong>ce on<br />

Urban Reg<strong>en</strong>eration (1992)<br />

V77 HA. <strong>van</strong> Gunster<strong>en</strong> <strong>en</strong> !? d<strong>en</strong> Hoed: Burgerschap in praktijk<strong>en</strong> (I 992)<br />

V78<br />

F. Bletz. W. Dercks<strong>en</strong> and K. <strong>van</strong> Paridon (ed.): Shaping Factors for the Business Environm<strong>en</strong>t in the Netherlands<br />

after 1992 (1 993)<br />

V79 N.T. Bischoff. R.H.G.Jongman: Developm<strong>en</strong>t of Rural Areas in Europe: The Claim for Nature (1993)<br />

V80 Verslag <strong>en</strong> evaluatie <strong>van</strong> de vierde raadsperiode (1 993)<br />

V8I EJ.!?M. Hoefnagel m.m.v. H.G.M. H<strong>en</strong>driks <strong>en</strong> M.D. Verdaasdonk: Het Duitse Cultuurbeleid in Europa (1993)<br />

V82<br />

W.J. Dercks<strong>en</strong> e.a.: Beroepswijs ondemijs; Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> dilemma's in de aansluiting<strong>van</strong> ondemijs <strong>en</strong><br />

arbeid (1993)<br />

* Uitverkocht<br />

OM RECHT EN STAAT


Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> technologiebeleid:<br />

TI W.M. delong: Perspectief in innovatie: de chemische industrie nader beschouwd (1991)<br />

T2<br />

C.L.J. <strong>van</strong> der Meer, H. Rutt<strong>en</strong>. N.A. Dijkveld Stoll Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoekl Landbouw<br />

Economisch Instituut: Technologie in de landbouw: effect<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidsoverweging<strong>en</strong> voor de<br />

toekomst (I99 1)<br />

T3<br />

F.H. Mischgofskyl Grondmechanica Delft: Overheid <strong>en</strong> innovatiebevordering in de grond-, water- <strong>en</strong> weg<strong>en</strong>bouw-<br />

sector: e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning (I99 1)<br />

T4 F.M. Roschar (red.). H.L.Jonkers, F! Nijkamp: Meer dan transport alle<strong>en</strong>: 'veredeling' als overlevingsstrategie (1 99 1)<br />

T5<br />

0. Dankbaar, Th. <strong>van</strong> Dijk. L. Soete. 0. Verspag<strong>en</strong>l Maastricht Economic Research Institute on Innovation and Tech-<br />

nology: Technologie <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schapsbeleid in verander<strong>en</strong>de economische theorievorming (1991)<br />

T6<br />

J.M. Roobeek. E. Broesterhuiz<strong>en</strong>: Verschuiving<strong>en</strong> in het technologiebeleid: e<strong>en</strong> internationale vergelijking <strong>van</strong>uit de<br />

praktijk (I99 1)<br />

T7<br />

H.L. Jonkers. F.M. Roschar: Sam<strong>en</strong>hang in do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong>; de ontwikkeling <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schaps- <strong>en</strong> technologiebeleid<br />

(1991)<br />

Overige pubiklaties:<br />

Voor de e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> beleid; Beschouwing<strong>en</strong> ter geleg<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> vijftig jaar Ministerie <strong>van</strong> Algem<strong>en</strong>e Zak<strong>en</strong> (1 987)<br />

Eig<strong>en</strong>tijds burgerschap; WRR-publikatie vervaardigd onder leiding <strong>van</strong> H.R. <strong>van</strong> Gunster<strong>en</strong> (1 992)<br />

OM RECHT EN STAAT

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!