25.10.2014 Views

IMPLEMENTATIEPLAN LBZ - Dutch Hospital Data

IMPLEMENTATIEPLAN LBZ - Dutch Hospital Data

IMPLEMENTATIEPLAN LBZ - Dutch Hospital Data

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>IMPLEMENTATIEPLAN</strong> LANDELIJKE<br />

BASISREGISTRATIE ZIEKENHUISZORG<br />

Hulpmiddel voor de implementatie van de <strong>LBZ</strong> in uw ziekenhuis<br />

Dit document is geschreven door Q-Consult in opdracht van<br />

<strong>Dutch</strong> <strong>Hospital</strong> <strong>Data</strong>.<br />

Nils van Herpen<br />

Monique van Lipzig<br />

November 2011<br />

Utrecht


Voorwoord<br />

Op verzoek van de stuurgroep Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (<strong>LBZ</strong>) en in<br />

opdracht van <strong>Dutch</strong> <strong>Hospital</strong> <strong>Data</strong> (DHD) heeft Q-Consult een implementatieplan <strong>LBZ</strong><br />

opgesteld, dat ziekenhuizen kunnen gebruiken bij de start van de invoering van de <strong>LBZ</strong>.<br />

De landelijke stuurgroep <strong>LBZ</strong> 1 , waarin Nederlandse Federatie van Universitaire Centra<br />

(NFU), de NVZ ziekenhuizen en DHD zijn vertegenwoordigd, coördineert de invoering van de<br />

<strong>LBZ</strong>, daarbij ondersteund door DHD. Door de stuurgroep is een werkgroep Implementatie<br />

<strong>LBZ</strong> in het leven geroepen, die is samengesteld uit medewerkers van ziekenhuizen en<br />

andere betrokkenen. Deze werkgroep zal de invoering door ziekenhuizen monitoren en<br />

nagaan op welke wijze deze optimaal kan worden ondersteund.<br />

De werkgroep heeft het implementatieplan <strong>LBZ</strong> besproken. Vastgesteld is dat de impact van<br />

de invoering van de <strong>LBZ</strong> voor ziekenhuizen groot is. De invoering van de ICD-10 vraagt een<br />

ziekenhuisbrede visie op de (verantwoordelijkheidsverdeling voor de) registratie van deze<br />

diagnosegegevens. Op basis van deze visie zal de administratieve organisatie worden<br />

ingericht en de opleiding van medisch specialisten en medisch codeurs inhoud worden<br />

gegeven. Naar opvatting van de werkgroep kan de diagnosethesaurus hierbij een belangrijk<br />

hulpmiddel bieden. Het invoeren van het Verrichtingenbestand (CBV) heeft belangrijke<br />

consequenties voor de registratie door medisch specialisten en andere ziekenhuismedewerkers<br />

en de inrichting van de ZIS-modules. Het aantal vast te leggen codes zal in de<br />

regel toenemen, dit vraagt een goede facilitering per medisch specialisme. De aanlevering<br />

aan de <strong>LBZ</strong> zal volgens het datamodel en de aanleverspecificaties worden geregeld. Daartoe<br />

is een inventarisatie van de voor de <strong>LBZ</strong> noodzakelijke gegevens nodig en zullen afspraken<br />

met de ZIS-leveranciers over data-extractie en een registratiemodule noodzakelijk zijn.<br />

Gezien de impact, het tijdschema (invoering ICD-10 uiterlijk per 1 januari 2013, het<br />

Verrichtingenbestand (CBV) en <strong>LBZ</strong> uiterlijk per 1 januari 2014) en de eerste ervaringen,<br />

adviseert de werkgroep Implementatie <strong>LBZ</strong> ziekenhuizen, voor zo ver dat nog niet heeft<br />

plaatsgevonden, zo spoedig mogelijk een impactanalyse uit te voeren, een projectplan op te<br />

stellen en een projectorganisatie in te richten. Het implementatieplan kan daarbij een goed<br />

hulpmiddel vormen.<br />

De komende periode zullen alle ziekenhuizen meer ervaring opdoen met de implementatie<br />

van de <strong>LBZ</strong> (inclusief de ICD-10 en het Verrichtingenbestand (CBV). De werkgroep<br />

Implementatie <strong>LBZ</strong> en DHD vernemen graag van u uw ervaringen, opmerkingen en<br />

aanvullingen. DHD heeft daarvoor een helpdesk ingericht (uw vragen kunt u richten aan<br />

registraties@hospitaldata.eu).<br />

Wij wensen ziekenhuizen veel succes bij de invoering van de <strong>LBZ</strong>.<br />

Inez Joung,<br />

Directeur DHD/voorzitter stuurgroep <strong>LBZ</strong><br />

1<br />

Voor samenstelling van de <strong>LBZ</strong>-projectorganisatie en andere informatie verwijzen wij u<br />

naar de website van dutch.hospitaldata.eu).<br />

2


Samenvatting<br />

De landelijke Basisregistratie Zorg (<strong>LBZ</strong>) vormt de opvolger van de LMR en LAZR. De <strong>LBZ</strong><br />

registreert kerngegevens rondom de patiënt en is van groot belang voor<br />

beleidsontwikkeling, benchmarking, internationale rapportages, het vaststellen van de<br />

HSMR en wetenschappelijk onderzoek.<br />

De landelijk afgesproken planning voor de invoering van de <strong>LBZ</strong> is als volgt:<br />

<br />

<br />

<br />

Uiterlijk vanaf 1 januari 2013 leveren ziekenhuizen diagnoses aan in de ICD-10.<br />

Uiterlijk vanaf 1 januari 2014 leveren ziekenhuizen verrichtingen aan in CBV-codes.<br />

Uiterlijk vanaf 1 januari 2014 wordt van ziekenhuizen verwacht dat zij aan de <strong>LBZ</strong><br />

deelnemen.<br />

De impact van de invoering van de <strong>LBZ</strong> is groot en het tijdschema is strak, zo zijn de eerste<br />

ervaringen van ziekenhuizen. Het tijdig uitvoeren van een impactanalyse en het opstellen<br />

van een projectplan verdient nadrukkelijk aanbeveling, om ziekenhuisbreed helder te<br />

hebben op welke wijze de <strong>LBZ</strong> wordt geïmplementeerd en welke (interne) planning daarbij<br />

wordt gevolgd.<br />

Op verzoek van DHD/de stuurgroep <strong>LBZ</strong> is dit implementatieplan opgesteld dat<br />

ziekenhuizen kunnen gebruiken bij de voorbereiding van de implementatie. Dit plan vormt<br />

input voor een eigen ziekenhuis-specifiek implementatieplan <strong>LBZ</strong>.<br />

Als eerste is het van belang vast te stellen voor welke doeleinden het ziekenhuis de <strong>LBZ</strong><br />

gaat gebruiken en welk invoeringsscenario wordt gekozen. Voor het opstellen van het<br />

invoeringsscenario, waarbij gekozen kan worden uit diverse tijdpaden voor het<br />

Verrichtingenbestand (CBV), ICD-10 en <strong>LBZ</strong>, is het van belang goed inzicht te hebben in de<br />

benodigde wijzigingen en impact op de organisatie. In het implementatieplan wordt<br />

informatie over deze onderdelen van de <strong>LBZ</strong>-implementatie en het uitvoeren van zo’n<br />

impactanalyse verstrekt (paragraaf 3.1 projectdefinitie). De bijhorende bijlagen geven een<br />

nadere toelichting op een gedetailleerder niveau.<br />

Vervolgens zal de inrichting van de implementatie dienen te worden opgepakt. Het gaat dan<br />

om het opstellen van een activiteitenplanning en begroting, het inrichten van een<br />

projectorganisatie, het definiëren van de wijze waarop het project wordt beheerst en de<br />

randvoorwaarden worden ingevuld en de communicatie wordt verzorgd. Het<br />

implementatieplan biedt daarvoor aanwijzingen, voorbeelden en praktische instrumenten,<br />

zoals checklists. Tevens wordt informatie verstrekt over de wijze waarop de CBV en de ICD-<br />

10 kan worden ingevoerd. Bij dat laatst verdient het aanbeveling kennis te nemen van de<br />

recent in samenwerking tussen UMCU/LUMC en DHD ontwikkelde diagnosethesaurus,<br />

waarmee een enkelvoudig registratie voor meervoudig gebruik (o.a. ICD-10 en DBCzorgproducten)<br />

mogelijk wordt.<br />

3


Inhoudsopgave<br />

1. INLEIDING .................................................................................................................................. 6<br />

1.1 AANLEIDING ................................................................................................................................................ 6<br />

1.2 <strong>LBZ</strong> DATAMODEL ......................................................................................................................................... 7<br />

1.3 REGISTRATIEMODULE ................................................................................................................................. 8<br />

1.4 ICD-10 EN DIAGNOSETHESAURUS ........................................................................................................... 9<br />

1.5 VERRICHTINGENBESTAND (CBV).............................................................................................................. 9<br />

1.6 LEESWIJZER ............................................................................................................................................... 10<br />

2. KEUZEBEPALING INVOERING <strong>LBZ</strong> ................................................................................ 11<br />

2.1 INTERNE EN/OF EXTERNE DOELEINDEN ................................................................................................... 11<br />

2.2 INVOERSCENARIO’S .................................................................................................................................. 12<br />

3. IMPLEMENTATIE <strong>LBZ</strong> ........................................................................................................... 14<br />

3.1 PROJECTDEFINITIE .................................................................................................................................... 14<br />

3.1.1 Inventarisatie uitgangssituatie .................................................................................................. 14<br />

3.1.2 Projectopdracht en -doelstellingen ........................................................................................... 16<br />

3.2 INRICHTING ............................................................................................................................................... 16<br />

3.2.1 Planning en begroting ................................................................................................................... 16<br />

3.2.2 Projectorganisatie ........................................................................................................................... 16<br />

3.2.3 Projectbeheersing ........................................................................................................................... 18<br />

3.2.4 Randvoorwaarden ........................................................................................................................... 18<br />

3.2.5 Communicatieplan ...................................................................................................................... 19<br />

3.3 VOORBEREIDING ....................................................................................................................................... 19<br />

3.3.1 Ontwerp blauwdruk ........................................................................................................................ 19<br />

3.3.2 Inventarisatie stappen ter voorbereiding op implementatie .......................................... 20<br />

3.3.3 Uitvoeren stappen ter voorbereiding op de implementatie ............................................ 20<br />

3.4 IMPLEMENTATIE ......................................................................................................................................... 22<br />

3.4.1 Implementatie .................................................................................................................................. 22<br />

3.4.2 Conversies uitvoeren ..................................................................................................................... 22<br />

3.5 BORGING ................................................................................................................................................... 22<br />

3.5.1 Continue evaluatie .......................................................................................................................... 22<br />

BIJLAGE 1 DATAMODEL <strong>LBZ</strong> ................................................................................................................ 24<br />

BIJLAGE 2 LMR VERSUS <strong>LBZ</strong> ............................................................................................................... 25<br />

BIJLAGE 3 MOGELIJKE INVOERSCENARIO’S <strong>LBZ</strong> 2012 – 2014 ........................................ 32<br />

BIJLAGE 4 VOORTGANG LMR – LAZR IN 2012 – 2013 .......................................................... 38<br />

BIJLAGE 5 FORMAT ACTIVITEITENPLANNING ......................................................................... 40<br />

BIJLAGE 6 FORMAT CAPACITEITSPLANNING ............................................................................ 41<br />

BIJLAGE 7 FORMAT PROJECTBEHEERSING GOKIT ................................................................. 42<br />

4


BIJLAGE 8 FORMAT STAKEHOLDERANALYSE ............................................................................ 43<br />

BIJLAGE 9 FORMAT ACTIE- EN BESLUITENLIJST .................................................................... 44<br />

BIJLAGE 10 IMPLEMENTATIE VERRICHTINGENREGISTRATIE CBV .................................. 45<br />

BIJLAGE 11 INLEIDING ICD-10 EN DIAGNOSETHESAURUS ................................................. 52<br />

5


1. Inleiding<br />

1.1 Aanleiding<br />

De Landelijke Medische Registratie (LMR) en Landelijke Ambulante Zorg Registratie (LAZR)<br />

worden omgevormd en gemoderniseerd tot één geïntegreerde dataverzameling: de<br />

Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (<strong>LBZ</strong>).<br />

Met behulp van de <strong>LBZ</strong> worden de basis gegevens van instellingen rondom de zorg aan<br />

patiënten, vastgelegd en verzameld ten behoeve van de volgende informatiebehoeften:<br />

Bedrijfsvoering ziekenhuizen<br />

Monitoren zorgproductie<br />

Monitoren gezondheidstoestand van bevolking<br />

Benchmarking<br />

Marktinformatie<br />

Wettelijke verplichtingen (DIS)<br />

Internationale verplichtingen van de overheid (CBS, EU)<br />

Onderzoek en onderwijs<br />

In de <strong>LBZ</strong> zijn de volgende vernieuwingen opgenomen:<br />

1. Integratie van de poliklinische en klinische zorg in één registratie;<br />

2. Koppeling van een medisch inhoudelijke en financiële dataset;<br />

3. Invoering van de ICD-10 voor de diagnosecodering;<br />

4. Gebruik van het Verrichtingenbestand (CBV) voor het vastleggen van verrichtingen.<br />

Bij het inrichten van de <strong>LBZ</strong> zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:<br />

Eenmalige vastlegging in ziekenhuizen: bij het uitvragen van de gegevens wordt zoveel<br />

mogelijk aangesloten op de door ziekenhuizen voor interne en extern doeleinden<br />

vastgelegde gegevens.<br />

Standaardisatie: de op te vragen gegevens sluiten zoveel mogelijk aan op<br />

(internationaal) gebruikte standaarden, die zowel primair de zorgverlening als secundair<br />

het gebruik voor onderzoek, kwaliteitsverbetering, monitoren van ziekten, de<br />

bekostiging, enz. kunnen ondersteunen.<br />

Eenmalige aanlevering door ziekenhuizen: het optimaal faciliteren daarvan door o.a.<br />

handleidingen, tabellen en ICT-specificaties.<br />

Toegevoegde waarde: de gegevens zijn relevant en bevatten de door de NVZ en NFU<br />

noodzakelijk geachte gegevens ten behoeve van intern en extern gebruik.<br />

Veelvuldig gebruik: het zo doelmatig mogelijk verzamelen, opslaan en uitleveren van de<br />

geleverde gegevens voor meerdere doeleinden en aan meerdere gebruikers.<br />

Privacy: Het borgen van de privacy van patiënten door het gebruik maken van en/of het<br />

verstrekken van niet tot individuele patiënten te herleiden gegevens (onder andere via<br />

het BSN en aanmelding van de <strong>LBZ</strong> bij het CBP).<br />

Ziekenhuizen kunnen met ingang van 1 januari 2012 hun gegevens aan de <strong>LBZ</strong> aanleveren.<br />

Door de NFU en NVZ is afgesproken dat ziekenhuizen uiterlijk per 1 januari 2013 de<br />

diagnosen in de ICD-10 aanleveren. Uiterlijk per 1 januari 2014 dienen de verrichtingen in<br />

CBV-codes en de aanlevering aan de <strong>LBZ</strong> plaats te vinden. Dit betekent dat de<br />

implementatie van deze zaken voorafgaand aan deze data dient te zijn gerealiseerd.<br />

6


1.2 <strong>LBZ</strong> datamodel<br />

Het datamodel <strong>LBZ</strong> definieert welke gegevens ziekenhuizen verzocht worden landelijk aan te<br />

leveren. Begin november 2011 is dit model, dat in nauwe samenwerking tussen<br />

medewerkers uit ziekenhuizen, DHD en Tieto is opgesteld, vastgesteld. In onderstaand<br />

schema wordt samengevat welke gegevens de ziekenhuizen gevraagd worden aan te<br />

leveren aan de <strong>LBZ</strong>.<br />

Figuur 1: <strong>LBZ</strong> <strong>Data</strong>model<br />

In grote lijnen kunnen er 2 stromen van gegevensaanlevering worden onderscheiden:<br />

Financiële gegevens:<br />

De financiële gegevens (groep 3 tot en met 8) zijn conform de aan de DIS aan te<br />

leveren gegevens (DBC 6.0 versie 4.2 (DOT)).<br />

Ten behoeve van de koppeling met de medische gegevens zal DBC Onderhoud/DIS<br />

de financiële gegevens (t.o.v. DBC 6.0 versie 4.2) uitbreiden met een blijvend unieke<br />

patient-id en het opnamenummer voor die zorgactiviteiten welke een vorm van<br />

opname (klinisch of dagbehandeling) representeren.<br />

De set die via ZorgTTP aan de DIS wordt verstrekt, wordt in kopie naar DHD<br />

verzonden.<br />

7


Medische gegevens:<br />

De groepen 9 tot 13 bestaan uit medische gegevens, dat wil zeggen:<br />

o Zorgmomenten: gegevens over de opnames en ambulante contacten (o.a.<br />

urgentie, verwijzer, specialisme, opnamenummer, herkomst, bestemming).<br />

o Diagnoses: o.a. hoofd, primaire en nevendiagnoses (uiterlijk 2013: ICD-10,<br />

voor 2013: eventueel CvZ80) en worden vastgelegd voor (dag)opnamen<br />

(verplicht) en ambulante contacten (vooralsnog facultatief).<br />

o Verrichtingen: o.a. hoofd- en nevenverrichtingen (uiterlijk 2014: CBV, voor<br />

2013 eventueel Zorgactiviteiten of CvV verplicht voor poortspecialismen,<br />

facultatief voor ondersteunende specialismen).<br />

Voor het doorontwikkelen van het <strong>LBZ</strong>-model is een aanvullende gegevensgroep<br />

gedefinieerd (groep 14).<br />

De medische gegevens worden (vooralsnog ) niet aangeleverd in de vorm van zorgtrajecten<br />

(het casenummer is facultatief). De aanlevering vindt als volgt plaats: eerste aanlevering<br />

1 maand na einde kalendermaand, heraanlevering (met aanvullingen en correcties) na 3, 6,<br />

12 en 18 maanden.<br />

In bijlage 1 is het datamodel <strong>LBZ</strong> op hoofdlijnen opgenomen. Voor een nadere toelichting<br />

verwijzen wij u naar het datamodel <strong>LBZ</strong> en het document <strong>LBZ</strong> gegevensaanlevering<br />

(www.dutchhospitaldata.nl). Een concept gebruikershandleiding <strong>LBZ</strong> is in voorbereiding en<br />

zal zo spoedig mogelijk, na gereedkomen, via de website van DHD worden gepubliceerd.<br />

Dit geldt ook voor de ‘<strong>LBZ</strong>-tabellen’, die aangeven op welke wijze bepaalde gegevens aan de<br />

<strong>LBZ</strong> dienen te worden aangeleverd.<br />

In bijlage 2 vindt u een overzicht waarin is weergegeven hoe de diverse elementen van de<br />

LMR in de <strong>LBZ</strong> zijn opgenomen. De LAZR bevat minder gegevens, het betreft vooral de<br />

poliklinische contactmomenten, ook deze zijn opgenomen in de <strong>LBZ</strong>.<br />

1.3 Registratiemodule<br />

De meeste gegevens uit de <strong>LBZ</strong> dataset kunnen direct worden afgeleid uit de bron.<br />

Een uitzondering geldt voor de hoofddiagnose ICD-10 en de hoofdverrichting, die in ieder<br />

geval voor de (dag)opnamen dienen te worden vastgelegd. Voor het valideren of aanvullen<br />

van deze gegevens is het wenselijk dat er een decentrale registratiemodule <strong>LBZ</strong> wordt<br />

ingericht (dit in tegenstelling tot de HV2, die nu in gebruik is voor de LMR registratie).<br />

De registratiemodule zou verschillende functies kunnen omvatten. Het gaat daarbij onder<br />

andere om:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Het – over een bepaald tijdvak - bijeenbrengen van de voor de <strong>LBZ</strong> benodigde<br />

gegevens vanuit het ZIS.<br />

Het valideren en aanvullen van gegevens voor zover noodzakelijk en gewenst (m.n.<br />

hoofddiagnose en hoofdverrichting per (dag)opname).<br />

Het uitvoeren <strong>LBZ</strong> controles zowel wat betreft inhoud als volledigheid.<br />

Het aanmaken verzendberichten naar zorgTTP/DHD.<br />

8


Door de werkgroep Ontwikkeling datamodel <strong>LBZ</strong> en werkgroep Implementatie <strong>LBZ</strong> worden<br />

de functies van een dergelijk registratiemodel op dit moment uitgewerkt. Van belang is dat<br />

de (gezamenlijke) ziekenhuizen met hun ZIS-leverancier afspraken maken over de<br />

vormgeving van deze module. Uiteraard is er ook de mogelijkheid dat de registratiemodule<br />

door een andere leverancier wordt gebouwd.<br />

1.4 ICD-10 en diagnosethesaurus<br />

Een belangrijk onderdeel van de <strong>LBZ</strong> vormt de aanlevering van de diagnose volgens de ICD-<br />

10, de nieuwste versie van het internationaal gestandaardiseerde classificatiesysteem van<br />

diagnosen. Dit classificatiesysteem wordt beheerd door de World Health Organization<br />

(WHO). De WHO-FIC Collaborating Centre in the Netherlands (kortweg: <strong>Dutch</strong> Collaborating<br />

Centre, DCC) heeft als taak om op nationaal niveau vooral informatie verstrekking en<br />

advisering met betrekking tot de classificaties en hun (mogelijke) toepassingen te<br />

verzorgen. Het RIVM draagt zorg voor de uitgifte van de ICD-10<br />

Ook voor diagnoses is eenmalige registratie voor meerdere doeleinden gewenst. Nu wordt<br />

van ziekenhuizen gevraagd voor verschillende doeleinden diagnosegegevens aan te leveren<br />

conform verschillende diagnoseclassificaties. Voor bijvoorbeeld de DBC en DOT declaraties<br />

en de aanlevering van de DIS gegevens moeten de diagnoses conform de DBC<br />

diagnosecodes worden aangeleverd. Het CBS en het RIVM willen gedetailleerde ICD-codes<br />

per (dag)opname ontvangen. Om een correcte diagnoseregistratie mogelijk te maken die<br />

tevens voldoet aan de dagelijkse gebruikseisen van de professionals en aan éénmalige<br />

registratie aan de bron, met optimaal hergebruik voor allerlei doeleinden, is er een<br />

diagnosethesaurus ontwikkeld. De diagnosethesaurus is een zo volledig mogelijke<br />

verzameling van diagnoses met begrijpelijke, gangbare en door (para)medici dagelijks<br />

gebruikte medische terminologie, die op de achtergrond is gekoppeld met de voor in- en<br />

extern gebruik relevante codestelsels (zowel nationaal als internationaal gebruikte stelsels).<br />

De diagnosethesaurus, die in nauwe samenwerking tussen het UMCU, het LUMC en DHD is<br />

ontwikkeld, vormt daarmee een belangrijk hulpmiddel voor het vastleggen van diagnose.<br />

Gebruik van de diagnosetheasurus leidt tot eenheid van taal, waardoor de communicatie<br />

rond het EPD wordt verbeterd en de kwaliteit toeneemt. Een belangrijk aspect van de<br />

diagnosethesaurus is, dat hieruit gerelateerde registraties (Snomed, ICD-10 en DBC<br />

diagnosetypering) worden afgeleid, zonder verdere tussenkomst van medewerkers. Hiermee<br />

wordt aan de vereisten voor de ICD-10 in de basisregistratie (het EPD) en de aanlevering<br />

aan de <strong>LBZ</strong> voldaan.<br />

1.5 Verrichtingenbestand (CBV)<br />

Het Verrichtingenbestand (CBV) vormt een ander belangrijk onderdeel van de aanlevering<br />

aan de <strong>LBZ</strong>. Het Verrichtingenbestand is een in de praktijk gegroeid referentiebestand<br />

waarin zo veel mogelijk medisch en paramedische verrichtingen zijn opgenomen. In het<br />

Verrichtingenbestand is een koppeling tot stand gebracht naar de Zorgactiviteitencodes van<br />

DBC Onderhoud/NZa en de CvV. Door DHD is een Minimale <strong>Data</strong>set (MDS) per medisch<br />

poortspecialisme ontwikkeld die ziekenhuizen bij invoering van de CBV kunnen gebruiken<br />

als startset en die zij naar behoefte kunnen uitbreiden.<br />

9


1.6 Leeswijzer<br />

Dit document beoogt de implementatie van de <strong>LBZ</strong> in de ziekenhuizen te ondersteunen.<br />

Bij de invoering van de <strong>LBZ</strong> is het van belang om op korte termijn allereerst een aantal<br />

belangrijke keuzes te maken.<br />

1. Voor welke interne doeleinden wil het ziekenhuis <strong>LBZ</strong> gebruiken?<br />

2. Welk invoerscenario gaat het ziekenhuis kiezen?<br />

Hoofdstuk 2 ‘Keuzebepaling’ ondersteunt het ziekenhuis bij het maken van deze keuzes.<br />

In hoofdstuk 3 staat vervolgens de impact op de procesinrichting van het ziekenhuis<br />

toegelicht. Tevens worden de benodigde activiteiten benoemd die het ziekenhuis kan<br />

initiëren om <strong>LBZ</strong> te operationaliseren.<br />

Zoals eerder aangegeven, vormen Verrichtingenbestand (CBV) en ICD-<br />

10/diagnosethesaurus belangrijke fundamenten van de <strong>LBZ</strong>. Daarom zijn in respectievelijk<br />

bijlage 10 en 11 aandachtpunten bij implementatie hiervan weergegeven. Tevens leest u in<br />

bijlage 4 de benodigdheden voor een (blijvende) toepassing van LMR/LAZR.<br />

Om het onderscheid tussen implementatie van <strong>LBZ</strong>, CBV, ICD-10 en LMR/LAZR duidelijk aan<br />

te geven, heeft ieder onderdeel van dit implementatieplan een eigen herkenbare kleur. De<br />

boven- en onderkant van pagina’s met tekst over een specifiek onderdeel zijn met deze<br />

kleur weergegeven:<br />

<strong>LBZ</strong>:<br />

CBV:<br />

ICD-10:<br />

LMR/LAZR:<br />

blauw<br />

rood<br />

groen<br />

oranje<br />

10


2. Keuzebepaling invoering <strong>LBZ</strong><br />

2.1 Interne en/of externe doeleinden<br />

De <strong>LBZ</strong>-registratie- en gegevensaanlevering levert informatie op voor externe en interne<br />

doeleinden. Hieronder wordt een aantal van deze doeleinden kort toegelicht.<br />

Figuur 2: Doeleinden<br />

Het datamodel van <strong>LBZ</strong> bevat de benodigde data voor veel externe doeleinden.<br />

Hieronder worden deze nader benoemd.<br />

EXTERNE DOELEINDEN<br />

Externe doeleinden<br />

Berekenen <strong>Hospital</strong> Standardized<br />

Mortality Ratio (HSMR) en andere<br />

prestatie-indicatoren<br />

Adherentie berekening<br />

Genereren van branche-informatie*<br />

Toelichting<br />

De HSMR en ‘onverwacht lange opnameduur’<br />

kunnen aan de hand van de <strong>LBZ</strong>-registratie<br />

worden berekend. Andere indicatoren (IGZ, VMS,<br />

Zichtbare Zorg) gedeeltelijk.<br />

Hierdoor ontstaat een overzicht van welke<br />

patiënten naar welke ziekenhuizen gaan.<br />

Vooralsnog (in ieder geval tot 2014) onder andere<br />

van belang voor de budgetparameter ‘adherentie’.<br />

Genereren van branche-informatie voor de NVZ<br />

en NFU.<br />

11


Aanleveren (markt)informatie<br />

Aanleveren van (markt)informatie richting CBS,<br />

RIVM en SWOV. Het CBS levert deze gegevens<br />

jaarlijks aan richting OECD, WHO en Eurostat.<br />

Onder andere gebruiken deze instanties deze<br />

informatie voor bijvoorbeeld epidemiologisch<br />

onderzoek en internationale vergelijkingen.<br />

Daarnaast kunnen in de <strong>LBZ</strong> voor het eerst<br />

bewegingen van individuele patiënten tussen<br />

ziekenhuizen inzichtelijk worden gemaakt.<br />

Het vastleggen en aanleveren van de gegevens kan intern voor ziekenhuizen ook<br />

belangrijke voordelen opleveren. Een adequate vastlegging en controle op de diagnoses is<br />

van belang voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek, een adequate declaratie en het<br />

verkrijgen van een HSMR. Het met behulp van de CBV invoeren van een gedetailleerde<br />

registratie van verrichtingen is van belang voor een adequate declaratie en<br />

kostprijsbepaling. De ervaring leert dat hoe meer een ziekenhuis de data voor eigen gebruik<br />

hanteert, des te beter de kwaliteit en volledigheid ervan.<br />

De voor externe doeleinden vastgelegde gegvens leveren eveneens informatie op voor<br />

ziekenhuizen. Het gaat dan vooral om het benchmarken van de eigen prestaties ten<br />

opzichte van de door andere geleverde prestaties. De in het kader van de <strong>LBZ</strong> verzamelde<br />

gegevens worden beschikbaar gesteld aan de deelnemende ziekenhuizen. Door DHD zullen<br />

met de werkgroep Implementatie <strong>LBZ</strong> worden besproken welke gegevens op welke wijze<br />

daartoe kunnen worden aangeleverd<br />

Het belang dat ziekenhuizen aan de verschillende gegevens hecht, bepaalt mede het<br />

invoerscenario voor de <strong>LBZ</strong> (zie paragraaf 2.2).<br />

2.2 Invoerscenario’s<br />

Voor een gefaseerde invoering van de <strong>LBZ</strong> dient het ziekenhuis drie keuzes te maken.<br />

In onderstaand overzicht ziet u de te maken keuzes voor 2012 – 2014:<br />

Keuze 1 (rood):<br />

Betreft de verrichtingenregistratie (op welke moment wordt de<br />

CBV ingevoerd en/of aangeleverd?)<br />

Keuze 2 (groen):<br />

Betreft de de diagnoseregistratie (op welk moment wordt de<br />

ICD10 ingevoerd en/of aangeleverd?)<br />

Keuze 3 (blauw/oranje): Betreft de de <strong>LBZ</strong>-gegevensset (op welk moment worden de<br />

noodzakelijke gegevens verzameld en aangeleverd aan de<br />

<strong>LBZ</strong>?)<br />

Per keuze is een aantal opties mogelijk (zie schema op volgende bladzijde).<br />

Een toelichting op de gebruikte symbolen:<br />

M : Geeft aan in welke jaren deze opties mogelijk zijn (en niet verplicht).<br />

√ :<br />

Deze manier van registreren of database voor aanlevering is verplicht.<br />

Implementatie of deelname door het ziekenhuis is verplicht.<br />

12


: Deze manier van registreren of database voor aanlevering is niet meer<br />

mogelijk/beschikbaar. Het ziekenhuis kan deze manier/database in het kader<br />

van de landelijke aanlevering niet meer gebruiken.<br />

Figuur 3: invoerscenario’s<br />

* Dit betreft de AA-variant (beperkte set) van LAZR<br />

Uit deze keuzes en de verschillende opties is per jaar een aantal invoerscenario’s af te<br />

leiden. De concrete inrichting per ziekenhuis kan verschillen. Het ziekenhuis kan voor de<br />

aanlevering van het Verrichtingenbestand (CBV) bestand en ICD-10 gedurende het jaar de<br />

overstap maken. Dat kan ook voor de overstap van LMR op <strong>LBZ</strong>. Voor de LAZR dient het<br />

ziekenhuis wel het volledige kalenderjaar aan te leveren.<br />

Mogelijke invoerscenario’s <strong>LBZ</strong> zijn uitgewerkt in bijlage 3.<br />

Aansluitend in bijlage 4 leest u hoe u in 2012/2013 de LAZR en LMR kunt voortzetten.<br />

De keuzebepaling dient in een vroeg stadium te worden opgepakt, omdat het de basis<br />

vormt voor het implementatieplan <strong>LBZ</strong>.<br />

13


3. Implementatie <strong>LBZ</strong><br />

Onderstaand leest u de projectmatige stappen om de impact van de <strong>LBZ</strong> te inventariseren<br />

en vervolgens te implementeren. Deze zijn in vijf projectfases weergegeven:<br />

1. Projectdefinitie<br />

2. Inrichting<br />

3. Voorbereiding<br />

4. Implementatie<br />

5. Borging<br />

Elke fase eindigt met een of meerdere resultaten, die tevens als start/basis kunnen dienen<br />

voor de volgende fase. De stuurgroep of opdrachtgever moet de resultaten eerst<br />

goedkeuren, voordat het project overgaat naar de volgende fase.<br />

3.1 Projectdefinitie<br />

De resultaten van de fase ‘Projectdefinitie’:<br />

Inventarisatie uitgangssituatie<br />

Projectopdracht en –doelstellingen<br />

3.1.1 Inventarisatie uitgangssituatie<br />

Als input voor de projectopdracht en –doelstellingen dienen eerst alle huidige manieren en<br />

doeleinden van registratie in beeld te worden gebracht. Wie legt om welke reden informatie<br />

waar vast?<br />

De uitgangssituatie voor de implementatie van <strong>LBZ</strong> verschilt per ziekenhuis.<br />

Met de volgende checklist kunt u de uitgangspositie van het ziekenhuis bepalen door te<br />

inventariseren in hoeverre de registratie van financiële & medische gegevens en technische<br />

inrichting reeds op orde zijn.<br />

14


Technische inrichting<br />

Registratie medische gegevens<br />

Registratie financiële<br />

gegevens<br />

CHECKLIST<br />

‘UITGANGSSITUATIE IMPLEMENTATIE <strong>LBZ</strong>’<br />

-NAAM ZIEKENHUIS-<br />

Fase Benodigde resultaten voor implementatie <strong>LBZ</strong> ok?<br />

1. Alle gegevens uit de DIS dataset (DBC 6.0 versie 4.2) worden vastgelegd.<br />

2. Er kan een uniek patiënt-id die de patiënt in het ziekenhuis blijvend<br />

identificeert worden gegenereerd.<br />

3. Er is sprake van een opnamenummer bij de vastlegging van een<br />

“(dag)opname”, “verpleegdag” of “ IC dag”. Dit is nodig om een relatie te<br />

kunnen leggen tussen Subtrajecten en Zorgmomenten.<br />

4. Registratie van minimaal alle verplichte gegevens betreffende de<br />

patiëntdata.<br />

5. Registratie van minimaal alle verplichte gegevens betreffende opnames.<br />

6. Registratie van minimaal alle verplichte gegevens betreffende de diagnose<br />

(vanaf 01-01-2013 is dit altijd ICD-10, vóór die datum is ICD-9 optioneel).<br />

7. Registratie van minimaal alle verplichte gegevens betreffende ambulante<br />

contacten.<br />

8. Registratie van minimaal alle verplichte gegevens betreffende verrichtingen<br />

(vanaf 01-01-2014 betreft het altijd CBV verrichtingen, vóór die datum zijn<br />

zorgactiviteiten en CVV optioneel).<br />

9. Het ziekenhuis is in staat minimaal de verplichte velden van de <strong>LBZ</strong> dataset<br />

volledig te “vullen” met de geregistreerde financiële en medische<br />

gegevens.<br />

10. Het ziekenhuis is in staat <strong>LBZ</strong> datasets via Zorg TTP te verzenden.<br />

11. Het ziekenhuis is in staat om retourinformatie betreffende de aangeleverde<br />

bestanden te ontvangen.<br />

15


3.1.2 Projectopdracht en -doelstellingen<br />

Naar aanleiding van de doelstellingen, keuzen invoeringstraject en uitgangspunten van het<br />

ziekenhuis kunt u de projectopdracht en -doelstellingen formuleren. Welke resultaten wil het<br />

ziekenhuis met de implementatie van <strong>LBZ</strong> bereiken? Hoe ziet de gewenste situatie voor het<br />

ziekenhuis er uit? Wat is de uitgangssituatie? Voor het realiseren van deze opdracht is het<br />

advies is om dit zo SMART 2 mogelijk te formuleren.<br />

3.2 Inrichting<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Het resultaat van de fase ‘Inrichting’:<br />

Planning en begroting<br />

Projectorganisatie<br />

Projectbeheersing<br />

Randvoorwaarden<br />

Communicatieplan<br />

3.2.1 Planning en begroting<br />

Activiteitenplanning<br />

De activiteitenplanning beschrijft alle benodigde activiteiten die nodig zijn om de<br />

projectopdracht en –doelstellingen te bereiken. In bijlage 5 is een format voor een<br />

activiteitenplanning opgenomen. Afhankelijk van het gewenste detailniveau kunt u deze<br />

planning aanpassen. Uit een inventarisatie blijkt dat de doorlooptijd van het proces van<br />

strategiebepaling tot en met het operationaliseren van <strong>LBZ</strong> tussen een half jaar en één jaar<br />

in beslag neemt. Het nadrukkelijke advies is dan ook om op zeer korte termijn te starten<br />

met het opstellen en het opvolgen van de planning. Bij een gefaseerde invoering door de<br />

diverse specialismen, is één planning per specialisme aan te raden.<br />

Capaciteitsplanning<br />

Een capaciteitsplanning geeft inzicht in de mensen en middelen die voor het project nodig<br />

zijn. Tevens geeft deze planning weer over welke perioden inzet van wie nodig is. Ook wordt<br />

per rol het gewenste kennisniveau aangegeven. In bijlage 6 vindt u een voorbeeld van een<br />

format. Indien gebruikers tegen problemen aanlopen is het van belang dat deze spoedig<br />

worden opgelost. Hiervoor dienen escalatie-procedures aanwezig te zijn en is tijdelijke extra<br />

capaciteit tijdens en een korte periode na de implementatie aanbevolen.<br />

Projectbegroting<br />

Aan de capaciteitsplanning kunt u tevens tarieven en kosten koppelen. Hieruit volgt de<br />

projectbegroting. Deze kan in de begroting van het ziekenhuis worden opgenomen.<br />

3.2.2 Projectorganisatie<br />

Afhankelijk van de omvang van het project voor de implementatie van <strong>LBZ</strong> en de eventuele<br />

standaardwerkwijze van uw ziekenhuis geeft u invulling aan de projectorganisatie.<br />

Onderstaand ziet u een voorbeeld van een projectorganisatie. Dit betreft een omvangrijke<br />

variant en gaat uit van een implementatie van zowel de <strong>LBZ</strong> als CBV en ICD-10. Bij een<br />

afzonderlijke implementatie dan wel al gerealiseerde onderdelen (CBV en/of<br />

ICD-10) kan voor een afgeslankte vorm worden gekozen.<br />

2 Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden<br />

16


Stuurgroep <strong>LBZ</strong><br />

- Head (voorzitter)<br />

- Bestuurlid medische staf<br />

- Hoofd stafgroep Ondersteunend<br />

- Projectleider<br />

Projectgroep <strong>LBZ</strong><br />

- Hoofd zorgadministratie<br />

- (staf) medewerker P&C<br />

- (staf) medewerker ICT<br />

- (staf) medewerker kwaliteit<br />

- Projectleider (voorzitter)<br />

Communicatie<br />

- (staf) medewerker interne<br />

communicatie<br />

- DBC consulent<br />

Werkgroep ICT<br />

- Hoofd<br />

zorgadministratie<br />

(voorzitter)<br />

- Functioneel<br />

applicatiebeheerder<br />

- Technisch<br />

applicatiebeheerder<br />

- (staf)medewerker P&C<br />

Werkgroep <strong>LBZ</strong><br />

- Lid projectgroep<br />

- Gemandateerd<br />

- Arts/specialist<br />

- DBC consulent<br />

- Medisch codeur<br />

- Medewerker P&C<br />

- Medewerker<br />

kwaliteit<br />

Werkgroep CBV<br />

- Lid projectgroep<br />

- Gemandateerd<br />

- Arts/specialist<br />

- DBC consulent<br />

- Medisch codeur<br />

- Medewerker<br />

P&C<br />

- Medewerker<br />

kwaliteit<br />

Werkgroep<br />

ICD-10<br />

- Lid projectgroep<br />

- Gemandateerd<br />

- Arts/specialist<br />

- DBC consulent<br />

- Medisch codeur<br />

- Medewerker<br />

P&C<br />

- Medewerker<br />

kwaliteit<br />

Werkgroepen <strong>LBZ</strong>/CBV/ICD-10 geven input aan werkgroep ICT<br />

In het voorbeeld van de projectorganisatie is tevens een communicatieorgaan ingericht. Dit<br />

orgaan kan een uitvoerende en adviserende rol innemen bij het opstellen en uitvoeren van<br />

het communicatieplan.<br />

Per groep (stuurgroep, projectgroep en werkgroepen) formuleert u de aandachtsgebieden,<br />

bevoegdheden (adviserend, uitvoerend of besluitvormend), frequentie van vergaderen en<br />

evaluatiemomenten. Deze kunt u verwerken in de activiteitenplanning.<br />

17


3.2.3 Projectbeheersing<br />

Binnen elke projectfase moet rekening worden gehouden met de verschillende risico’s en<br />

beheersaspecten. De beheersaspecten kunt u zien als sturende satellieten rondom de<br />

inhoudelijke projectactiviteiten. U kunt bijvoorbeeld onderscheid maken in vijf<br />

beheersaspecten middels het GOKIT-model (eerste letters van beheersaspecten vormen<br />

GOKIT):<br />

Bijlage 7 geeft een format weer, waarmee u de beheersaspecten in het project kunt<br />

concretiseren en toepassen. Elementen uit de gedane inventarisatie en analyse kunt u hierin<br />

meenemen. Toepassing van het format kan voor het hele project of fasegewijs.<br />

Een ingevuld format vormt input voor het formuleren van randvoorwaarden.<br />

3.2.4 Randvoorwaarden<br />

Bij randvoorwaarden kunt u denken aan interne aspecten:<br />

Draagvlak medisch specialisten, medische secretaresses, medewerkers (medisch<br />

codeurs) en betrokken management.<br />

Beschikbaarheid van de ICT leverancier en testomgeving.<br />

Voldoende (personeels)capaciteit en middelen om alle activiteiten te kunnen<br />

uitvoeren.<br />

Ook is er een aantal externe randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan om <strong>LBZ</strong> te<br />

kunnen implementeren. Indien deze inzichtelijk zijn, kan hiermee in de planning rekening<br />

worden gehouden. In de volgende tabel worden al twee voorwaarden genoemd.<br />

18


EXTERNE RANDVOORWAARDEN <strong>LBZ</strong><br />

Instrument/document<br />

<strong>Data</strong>model en aanleverspecificaties<br />

<strong>LBZ</strong><br />

Gegevensextractie, diagnosethesuarus,<br />

registratiemodule en<br />

verzending dataset als onderdeel van<br />

ZIS<br />

Verwacht tijdstip van oplevering<br />

November 2011<br />

Neem hiervoor contact op met uw ZIS-leverancier<br />

Voor het slagen van de implementatie van het project is het van belang dat aan alle<br />

randvoorwaarden daadwerkelijk wordt voldaan. In veel gevallen is de Raad van Bestuur<br />

verantwoordelijk om er voor zorg te dagen dat de interne randvoorwaarden worden<br />

gerealiseerd.<br />

3.2.5 Communicatieplan<br />

Met een stakeholderanalyse (bijlage 8) brengt u relevante actoren, beïnvloeders,<br />

belanghebbenden en betrokkenen in kaart. Centrale vraag hierbij is: wie speelt, vanuit welk<br />

belang een rol? De resultaten van de analyse vormen de input voor een uit te werken<br />

communicatieplan om de <strong>LBZ</strong> succesvol te implementeren. Dit leidt vervolgens naar een<br />

doelgericht actieplan waarin is opgenomen, wie, met welk middel, welke boodschap,<br />

wanneer moet worden benaderd?<br />

3.3 Voorbereiding<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

De resultaten van de fase ‘Voorbereiding’:<br />

Ontwerp blauwdruk<br />

Inventarisatie stappen ter voorbereiding op implementatie<br />

Uitvoeren stappen ter voorbereiding<br />

3.3.1 Ontwerp blauwdruk<br />

Het ontwerp van de blauwdruk betreft een essentieel denkproces.<br />

Hierin formuleert het projectteam in detailniveau de gewenste situatie.<br />

Gewenste detailniveau van registratie.<br />

Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden: wie registreert, controleert en/of<br />

ondersteunt? En op welk moment?<br />

Instructies: hoe kan ieder zijn werkzaamheden uitvoeren en welke systemen zijn<br />

daarbij nodig?<br />

Aan de hand van de gestelde interne en externe doelen dient bepaald te worden welke<br />

gegevens er naast de verplichte gegevens additioneel geregistreerd moeten worden om alle<br />

gestelde (interne) doelen te realiseren. Hierbij is het raadzaam het door DHD ter<br />

beschikking gestelde datamodel en de aanleverspecificaties voor de <strong>LBZ</strong> goed te<br />

raadplegen. Indien er hiervoor gegevens geregistreerd moeten worden die op dat moment<br />

nog niet vastgelegd worden of waarvan de vastlegging niet volledig aan de gestelde eisen<br />

voldoet, dient bepaald te worden hoe dat wel gerealiseerd kan worden.<br />

19


Bepaal waar in het proces en bij wie de registratie belegd kan worden en vervolgens wat<br />

daarvoor in de invoersystemen aangepast dient te worden. Hiervoor is een goede<br />

afstemming met minimaal de key-users noodzakelijk.<br />

Een belangrijk aandachtspunt is dat de registratie en ontsluiting van alle benodigde<br />

gegevens altijd plaats dienen te vinden voor het verzamelen en verzenden van de <strong>LBZ</strong>dataset.<br />

De <strong>LBZ</strong> heeft immers in tegenstelling tot de LMR een maandelijkse<br />

aanleverfrequentie, voor een goede aanlevering is daarom het frequent doorgeven van de<br />

registraties vanuit de subsystemen een vereiste.<br />

3.3.2 Inventarisatie stappen ter voorbereiding op implementatie<br />

Om de blauwdruk te realiseren dient het ziekenhuis een aantal stappen te doorlopen.<br />

Voor het in beeld brengen van deze stappen zijn een aantal inventarisaties en analyses van<br />

toevoegde waarde.<br />

Procedurele inventarisaties en analyses<br />

<br />

<br />

<br />

Inventarisatie documenten en formulieren: welke documenten en formulieren voor<br />

de input van de registratiesystemen moeten worden aangepast om de output te<br />

kunnen genereren?<br />

Procesanalyse: welke (bedrijfs)processen worden geraakt door de aanpassingen en<br />

wat zijn de risico’s voor de bedrijfsvoering van de organisatie? Moeten<br />

(management)rapportages worden aangepast? Hoe gaan we om met trendbreuken<br />

in de informatievoorziening?<br />

Stakeholderanalyse: wie zijn de betrokkenen en belanghebbenden bij de<br />

implementatie? Hoe is de bereidheid van deze personen. Wie zijn de voor- en<br />

tegenstanders? Wat is hun argumentatie? Zie bijlage 8 voor een format.<br />

Technische inventarisaties en analyses<br />

o Inventarisatie ICT-systemen: op welke detailniveau moet worden geregistreerd?<br />

Welke registratiesystemen, facturatiesystemen en rapportagesystemen moeten<br />

worden aangepast?<br />

o Technische impactanalyse: welke systemen worden beïnvloed door de invoering van<br />

<strong>LBZ</strong>? Hoe groot zijn de aanpassingen voor de betrokken registratiesystemen? Moeten<br />

conversies worden uitgevoerd? Is de koppeling tussen registratiesystemen en<br />

facturatie- en rapportagesystemen aanwezig?<br />

Naar aanleiding van deze inventarisaties en analyses kunt u de activiteitenplanning op een<br />

gedetailleerde niveau vullen. Dit geeft richting voor het uitvoeren van de stappen ter<br />

voorbereiding op de implementatie.<br />

3.3.3 Uitvoeren stappen ter voorbereiding op de implementatie<br />

Onderstaand zijn een aantal mogelijke stappen ter voorbereiding toegelicht.<br />

Testomgeving<br />

Bij het inrichten van de testomgeving zijn er twee mogelijkheden om software juist en<br />

volledig aan gebruikers beschikbaar te kunnen stellen:<br />

Iemand binnen het ziekenhuis leest de software in.<br />

ICT leverancier zorgt ervoor dat de software steeds juist en volledig beschikbaar is.<br />

20


Verantwoordelijkheden<br />

Bepaal voor alle gegevens in het datamodel:<br />

Wie er (eind)verantwoordelijk voor de registratie van bepaalde gegevens.<br />

Wie er (eind)verantwoordelijk voor het verzenden van gegevens vanuit een<br />

(deel)systeem naar het doelsysteem.<br />

Wie er (eind)verantwoordelijk is voor het verzenden van de <strong>LBZ</strong>-dataset via ZorgTTP.<br />

Wie er (eind)verantwoordelijk is voor het uitvoeren van controles en het verwerken van<br />

mogelijke foutmeldingen op basis van de inhoudelijke relatiecontroles van de <strong>LBZ</strong>.<br />

Wie er (eind)verantwoordelijk is voor het verzenden van (interne) rapportages<br />

gebaseerd op de <strong>LBZ</strong>.<br />

Leg dit vervolgens vast.<br />

Training key-users<br />

Om de betrokken interne medewerkers (key-users) te faciliteren in hun ondersteunende,<br />

instruerende en motiverende rol richting gebruikers zijn trainingen nodig. Hiermee worden<br />

ambassadeurs gecreëerd, waarop de gebruikers op elk moment kunnen terugvallen.<br />

Formulieren, AO/IC procedures en procesbeschrijvingen<br />

Toetsen of termen die in formulieren, AO/IC procedures en/of procesbeschrijvingen<br />

voorkomen, moeten worden aangepast aan de overgang op <strong>LBZ</strong>.<br />

Instructiedocumenten<br />

Inhoud van de te ontwikkelen instructiedocumenten met name voor ICT-systemen geeft een<br />

toelichting op:<br />

De veranderingen voor de gebruiker.<br />

De doelen en meerwaarde van de veranderingen.<br />

Handleiding om veranderingen toe te passen.<br />

Helpdesk<br />

Gedurende de implementatie van <strong>LBZ</strong> en een periode daarna zal extra ondersteuning nodig<br />

zijn. Dit geldt ook bij een goede softwarematige ondersteuning.<br />

Voor deze helpdeskfunctie is het nodig dat de betrokkenen kennis hebben van de medische<br />

terminologie. Deze taak kan worden belegd bij een medisch codeur, medisch secretaresse,<br />

decentrale DBC-medewerker of DBC consulent. Laatstgenoemden zullen wel nog moeten<br />

worden opgeleid in het coderen.<br />

Training gebruikers en informeren betrokkenen<br />

Kennisoverdracht en trainen van vaardigheden in de registratie. Gebruik hierbij het<br />

ontwikkelde instructiemateriaal en aangepaste formulieren, AO/IC procedures en<br />

procesbeschrijvingen. Daarnaast is het van belang dat iedereen die betrokken is bij de<br />

implementatie, op de hoogte is van de effecten en verwachtingen. Het communicatieplan<br />

geeft hierin inzicht.<br />

21


Verfijnen en toetsen testomgeving van registratie-, rapportage en facturatiesysteem<br />

Toetsen of de koppelingen naar de rapportagesystemen functioneren. Tevens de<br />

bruikbaarheid toetsen door overige gebruikers (verantwoordelijke voor facturatie, medisch<br />

codeurs e.d.) te betrekken.<br />

Daarnaast is het raadzaam om de aanlevering van de <strong>LBZ</strong> eerst te testen alvorens de eerste<br />

definitieve aanlevering te doen. Gebruik voor de testaanlevering een kleine dataset.<br />

Dit heeft als voordeel dat het testen van de verzending an sich niet veel tijd in beslag neemt<br />

(het duurt immers langer om grotere datasets te verzenden). Een ander voordeel is dat bij<br />

foutmeldingen de oorzaak eenvoudiger achterhaald kan worden.<br />

3.4 Implementatie<br />

<br />

<br />

<br />

De resultaten van de fase ‘Implementatie’:<br />

Implementatie<br />

Conversies uitvoeren<br />

3.4.1 Implementatie<br />

Indien alle stappen ter voorbereiding op de implementatie goed zijn doorlopen, is de<br />

implementatiefase relatief eenvoudig. Iedereen werkt volgens gemaakte afspraken. Het is<br />

verstandig dit eerst te doen bij een pilotspecialisme en dit later ziekenhuisbreed uit te<br />

rollen. Hierdoor kunnen ‘kinderziektes’ tijdig worden opgelost.<br />

3.4.2 Conversies uitvoeren<br />

Indien van toepassing: conversies uitvoeren om historische data te kunnen blijven<br />

gebruiken en interpretatie van gegevens mogelijk te maken.<br />

3.5 Borging<br />

Het resultaat van de fase ‘Borging’:<br />

Continue evaluatie<br />

3.5.1 Continue evaluatie<br />

Om de kwaliteit van de registratie te behouden en continu te verbeteren is het van belang<br />

om de registratie continu onder de aandacht te houden. Dit is mogelijk door bijvoorbeeld<br />

een medewerker van de zorgadministratie (bij voorkeur met voldoende medische kennis) in<br />

het begin maandelijks en eventueel later eens per kwartaal, kort de dataset met de medisch<br />

specialist te laten evalueren.<br />

Hierbij is beantwoording van de volgende vragen door de medisch specialist van belang:<br />

Hoe verloopt de registratie?<br />

Wat gaat er goed?<br />

Wat kan beter?<br />

De acties en besluiten die hieruit voortkomen, kunnen bijvoorbeeld door een medewerker<br />

van de Zorgadministratie worden vastgelegd in een Actie- en BesluitenLijst (ABL). In bijlage<br />

9 is een voorbeeld weergegeven. Hij/zij kan per actie weergeven wie met een bepaalde<br />

actie aan de slag gaat en voor wanneer. Deze lijst loopt de medewerker Zorgadministratie<br />

het volgende overleg kort met de medisch specialist door en licht toe welke verbeteringen<br />

zijn doorgevoerd. Ook kunnen geplande verbeteracties door de medisch specialist worden<br />

22


esproken. Er ontstaat een continu verbeterproces, waardoor de registratie onder de<br />

aandacht blijft en is geborgd.<br />

De <strong>LBZ</strong> wordt maandelijks aangeleverd. Het kan zijn dat gegevens in vergelijking tot<br />

voorgaande aanleveringen veranderen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij het aanpassen<br />

van een verrichting, diagnose of patiëntnummer. De <strong>LBZ</strong> voorziet in een mogelijkheid<br />

onjuiste registraties te corrigeren of onvolledige registraties aan te vullen door opnieuw aan<br />

te leveren. Daarnaast is het zaak om bij registraties die veelvuldig tot foutmeldingen leiden<br />

ook de oorzaak van de fout te achterhalen en deze mogelijk weg te nemen. In een ideaal<br />

scenario worden controles al zoveel mogelijk bij invoer uitgevoerd zodat deze later in het<br />

proces niet meer tot fouten leiden.<br />

23


Bijlage 1 <strong>Data</strong>model <strong>LBZ</strong><br />

24


Bijlage 2 LMR versus <strong>LBZ</strong><br />

LMR versus <strong>LBZ</strong><br />

LMR<br />

In <strong>LBZ</strong><br />

Recordtype Rubriek Nee Ja Ja Ja<br />

Opmerking<br />

vervangen door ongewijzigd gewijzigd<br />

In dit overzicht wordt inzicht gegeven in hoe de LMR in de <strong>LBZ</strong> is opgenomen.<br />

De LMR is een registratie van in ziekenhuizen opgenomen en ontslagen patiënten.<br />

De <strong>LBZ</strong> is een registratie van ALLE door ziekenhuizen verleende zorg aan patiënten, waarbij een opname in de vorm van een zorgmoment met type zorg K(linisch) of<br />

D(agverpleging) en daaraan gekoppelde opname, diagnosen en verrichtingen herkenbaar zijn.<br />

Dit impliceert dat alle opnamen uit de historie van LMR in <strong>LBZ</strong> worden opgenomen<br />

In het volgende overzicht wordt, uitgaande van de LMR data zoals deze nu door de ziekenhuizen worden<br />

aangeleverd, aangegeven of en zo ja waar en hoe huidige LMR rubrieken in de <strong>LBZ</strong> zijn opgenomen.<br />

R1 OPOS<br />

Instellingsnummer<br />

Locatie/Functiedeel<br />

Opnamenummer<br />

Heropname<br />

Type Zorgverlening<br />

Opnamedatum<br />

Opname-uur<br />

Opname-afdeling<br />

Opname-reden<br />

X<br />

X<br />

X<br />

Instelling volgnr DIS<br />

Contact-id<br />

Opname-urgentie X Aangepaste definitie<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

OPOS als entiteit vervalt, gegevens worden deels opgenomen in<br />

structuur PATIËNT/ZORGMOMENT/OPNAME<br />

Contact-id wordt registratiejaar/opnamenummer<br />

Herkomst X Aangepaste codelijst<br />

Herkomst-instelling<br />

X<br />

Patiëntnummer<br />

Patient-id<br />

Geslacht X Aangepaste codelijst<br />

Geboortedatum<br />

X<br />

Woongemeente<br />

postcode<br />

Woongemeente en wijk worden samengevoegd tot het veld postcode<br />

Wijk<br />

postcode<br />

Huisarts X VEKTIS lijst<br />

Verzekeringswijze<br />

X<br />

25


Betalende instantie<br />

Voorzorg - Zorg-verlener<br />

Voorzorg - Zorg-instantie<br />

Voorzorg - Zorg-instelling<br />

Voorzorg - Zorg-type<br />

Ontslag-uur<br />

Vawp Hoofddiagnose<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

UZOVI nummer<br />

X<br />

X X Hoofddiagnose Zorgmoment<br />

X X Hoofdverrichting Zorgmoment<br />

Vawp Hoofdverrichting<br />

Bestemming X Aangepaste codelijst<br />

Bestemming-instelling X<br />

Obductie<br />

X<br />

X<br />

Nazorg - Zorg-verlener<br />

Nazorg - Zorg-instantie<br />

X<br />

X<br />

Nazorg - Zorg-instelling<br />

Nazorg - Zorg-type<br />

X<br />

Vrij ruimte<br />

X<br />

BSN nummer<br />

X<br />

R2 VAWP X VAWP als entiteit vervalt, gegevens worden deels opgenomen in<br />

structuur ZORGMOMENT/DIAGNOSE/OPNAME<br />

Instellingsnummer<br />

X<br />

Opnamenummer Contact-id Contact-id wordt registratiejaar/opnamenummer<br />

X<br />

Verantw.periode nummer<br />

Verantw.specialist<br />

X<br />

Medebehandelaar/<br />

Consulent (1)<br />

- Volgnummer (= 1) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Opnamespecialisme<br />

Ontslagspecialisme<br />

26


X<br />

Medebehandelaar/<br />

Consulent (2)<br />

- Volgnummer (= 2) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Medebehandelaar/<br />

X<br />

Consulent (3)<br />

- Volgnummer (= 3) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Medebehandelaar/<br />

X<br />

Consulent (4)<br />

- Volgnummer (= 4) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Medebehandelaar/<br />

X<br />

Consulent (5)<br />

- Volgnummer (= 5) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Medebehandelaar/<br />

X<br />

Consulent (6)<br />

- Volgnummer (= 6) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Medebehandelaar/<br />

X<br />

Consulent (7)<br />

- Volgnummer (= 7) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Medebehandelaar/<br />

X<br />

Consulent (8)<br />

- Volgnummer (= 8) X<br />

- Specialistcode X<br />

- Indicatie M/C X<br />

Primaire Diagnose<br />

- E/M/C-code X<br />

- Diagnose-code X<br />

X<br />

27


Nummer Primaire Verrichting<br />

Neven-Diagnose (1)<br />

- Volgnummer (= 1) X<br />

X<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

- Diagnose-code CvZ80 of<br />

ICD10<br />

X<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

- Verwijsnummer<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (2)<br />

- Volgnummer (= 2) X<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

- Diagnose-code<br />

CvZ80<br />

- Verwijsnummer<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (3)<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- Volgnummer (= 3) X<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

- Diagnose-code<br />

CvZ80<br />

- Verwijsnummer<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (4)<br />

- Volgnummer (= 4) X<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

CvZ80<br />

- Diagnose-code<br />

- Verwijsnummer<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (5)<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- Volgnummer (= 5) X<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

CvZ80<br />

- Diagnose-code<br />

- Verwijsnummer<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (6)<br />

- Volgnummer (= 6) X<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

28


- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

- Diagnose-code<br />

CvZ80<br />

- Verwijsnummer<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (7)<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- Volgnummer (= 7) X<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

- Diagnose-code<br />

CvZ80<br />

- Verwijsnummer<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (8)<br />

- Volgnummer (= 8) X<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

- Diagnose-code<br />

CvZ80<br />

- Verwijsnummer<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (9)<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- Volgnummer (= 9) X<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

CvZ80<br />

- Diagnose-code<br />

- Verwijsnummer<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

Medebehandelaar<br />

Neven-Diagnose (10)<br />

Diagnosen worden per (neven)diagnose vastgelegd in Diagnose<br />

- Volgnummer (= 10)<br />

X<br />

- E/M/C-code X E/M vervalt bij ICD10<br />

Diagnose<br />

Aanlevering CvZ80 in overgangsperiode<br />

CvZ80<br />

- Diagnose-code<br />

- Verwijsnummer<br />

Medebehandelaar<br />

Datum<br />

Overdracht/Ontslag/Overlijden<br />

Indicatie Vervolg<br />

Vrij Ruimte<br />

X<br />

X<br />

Specialisme<br />

diagnose<br />

X<br />

Ontslagdatum/tijd<br />

29


R3 VERR<br />

Primaire Diagnose ICD-10<br />

Neven-Diagnose (1) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (2) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (3) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (4) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (5) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (6) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (7) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (8) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (9) ICD-10<br />

Neven-Diagnose (10) ICD-10<br />

Instellingsnummer<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

VERR blijft maar zal alle zorgactiviteiten omvatten en niet alleen de<br />

verrichtingen zoals die in LMR worden vastgelegd<br />

Opnamenummer Contact-id Contact-id wordt registratiejaar/opnamenummer<br />

Verrichtings-nummer<br />

- Verant.periode-nr X<br />

- Volgnummer<br />

Verrichting<br />

volgnummer<br />

Uniek nummer verrichting binnen instelling<br />

Verrichting X CBV, in overgangsperiode CvV of ZA<br />

Verwijsnr. Diagnose<br />

X<br />

Datum Verrichting X Startdatum/tijd<br />

Operateur<br />

- Specialist-code<br />

Mede-operateur (1)<br />

X<br />

- Volgnummer (= 1) X<br />

- Specialist-code X<br />

Uitvoerend<br />

specialisme<br />

30


R4 AFDP<br />

Mede-operateur (2)<br />

X<br />

- Volgnummer X<br />

- Specialist-code X<br />

Instelling Verrichting<br />

Specialisme Verrichting<br />

Instellingsnummer<br />

X<br />

Opnamenummer<br />

X<br />

X<br />

Uitvoerende<br />

instelling<br />

Uitvoerend<br />

specialisme<br />

AFDP vervalt geheel<br />

Afdelingsperiode-nummer<br />

Afdelingscode<br />

Datum Binnenkomst<br />

Uur Binnenkomst<br />

X<br />

X<br />

X<br />

31


Bijlage 3 Mogelijke invoerscenario’s <strong>LBZ</strong> 2012 – 2014<br />

Uit deze keuzes en de verschillende opties is per jaar een aantal invoerscenario’s af te<br />

leiden. Daarbij kan de concrete inrichting per ziekenhuis wel verschillen en kan het<br />

ziekenhuis voor de invoering van het CBV bestand en ICD-10 ook gedurende het jaar de<br />

overstap maken. Voor LAZR dient het ziekenhuis wel het volledige kalenderjaar aan te<br />

leveren. Gestart wordt met het jaar 2012 om de startpositie te verduidelijken.<br />

Advies<br />

Ziekenhuizen die in 2011 geen ICD-9 registratie hebben en niet deelnemen aan de LMR<br />

wordt geadviseerd om direct de overstap naar <strong>LBZ</strong> met ICD-10 te maken. Hiermee<br />

voorkomt u dubbel werk, omdat het ziekenhuis de overstap op termijn toch zal moeten<br />

maken; wanneer het ziekenhuis nu nog investeert in het volledig inrichten van de ICD-9<br />

registratie, betekent dit een investering in een systeem dat op korte termijn vervangen<br />

moet worden.<br />

Dit geldt tevens voor het opstarten van de verrichtingenregistratie volgens de standaard<br />

van het CvV.<br />

De gebruikte kleuren in de tabel van paragraaf 2.2 zijn in onderstaande schema’s opnieuw<br />

gebruikt. Het linkerdeel geeft de interne activiteiten van het ziekenhuis weer. Rechts zijn de<br />

externe activiteiten weergegeven. Deze scheiding is middels een stippellijn weergegeven.<br />

2012<br />

2012/scenario 1<br />

INTERNE ACTIVITEITEN<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN<br />

LAZR<br />

DIS<br />

Toelichting:<br />

o Het ziekenhuis neemt niet deel aan de LMR, wel aan de LAZR.<br />

o Het ziekenhuis registreert geen diagnoses in ICD.<br />

o Het ziekenhuis registreert geen verrichtingen volgens CvV.<br />

o De DIS gegevens en LAZR bevatten geen CvV en ICD-9.<br />

32


2012<br />

2012/scenario 2<br />

INTERNE ACTIVITEITEN<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN<br />

LMR<br />

LAZR: AA-variant<br />

Conversie<br />

CvV of CBV*<br />

ICD-9 en/of<br />

ICD-10<br />

<strong>LBZ</strong><br />

DIS<br />

DIS-data wordt<br />

verzonden en<br />

toegevoegd aan<br />

aan <strong>LBZ</strong><br />

Toelichting:<br />

Het ziekenhuis neemt deel aan de LMR en de LAZR. Door middel van een conversie worden<br />

deze gegevens vertaald naar de <strong>LBZ</strong>. De <strong>LBZ</strong> is bij deze variant niet geïmplementeerd.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Het ziekenhuis neemt deel aan de LMR en de LAZR. Door middel van een conversie<br />

worden deze gegevens vertaald naar <strong>LBZ</strong>. Hierdoor is alle informatie op één niveau<br />

beschikbaar, tevens van voorgaande jaren. De <strong>LBZ</strong> is bij deze variant niet<br />

geïmplementeerd.<br />

De LMR levert het ziekenhuis na afloop van een jaar voor een heel registratiejaar<br />

aan.<br />

Het ziekenhuis levert diagnoseregistratie aan middels ICD-10 en/of ICD-9.<br />

Het ziekenhuis levert de verrichtingenregistratie aan middels CvV. Het is ook<br />

mogelijk om CBV of DBC zorgactiviteiten te registreren en CvV daaruit af te leiden en<br />

op te sturen. *Bij de keuze voor CBV of DBC zorgactiviteiten moet voor de LMR de<br />

CvV worden afgeleid uit deze geregistreerde codes.<br />

DIS gegevens worden door de DIS organisatie doorgegeven aan DHD. In de<br />

toekomst (na 2012) worden deze gegevens ook aan de dataset toegevoegd.<br />

Het ziekenhuis levert de DIS gegevens maandelijks aan.<br />

33


2012<br />

2012/scenario 3<br />

INTERNE ACTIVITEITEN<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN<br />

<strong>LBZ</strong><br />

Verwerken<br />

<strong>LBZ</strong><br />

CvV of CBV<br />

ICD-9 en/of<br />

ICD-10<br />

DIS<br />

DIS-data wordt<br />

verzonden en<br />

toegevoegd aan <strong>LBZ</strong><br />

Toelichting:<br />

<br />

<br />

<br />

Het ziekenhuis levert maandelijks de <strong>LBZ</strong> aan.<br />

Het ziekenhuis levert de diagnoseregistratie aan middels ICD-10 en/of ICD-9.<br />

Het ziekenhuis levert de verrichtingenregistratie aan middels CvV of CBV of<br />

DBC zorgactiviteiten (dat laatste geldt in ieder geval voor de ambucontacten).<br />

Het is voor ziekenhuizen mogelijk om aparte velden in de aanlevering te<br />

gebruiken voor CvV, CBV en zorgactiviteitencodes.<br />

34


013/scenario 1<br />

2013<br />

INTERNE ACTIVITEITEN<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN<br />

LMR<br />

LAZR: AA-variant<br />

Conversie<br />

CBV of CvV*<br />

ICD-10<br />

DIS<br />

DIS-data wordt<br />

verzonden en<br />

toegevoegd aan<br />

<strong>LBZ</strong><br />

<strong>LBZ</strong><br />

Toelichting:<br />

Het ziekenhuis neemt deel aan de LMR en de LAZR. Door middel van een<br />

conversie worden deze gegevens vertaald naar <strong>LBZ</strong>. Hierdoor is alle informatie op<br />

één niveau beschikbaar, tevens van voorgaande jaren. De <strong>LBZ</strong> is bij deze variant<br />

niet geïmplementeerd. Voor aanlevering aan de LMR dient het ziekenhuis<br />

aanpassingen in HV2 of een andere invoermodule te doen en een<br />

gepseudonimiseerd BSN aan te leveren. De LMR levert het ziekenhuis na afloop<br />

van een jaar voor een heel registratiejaar aan.<br />

Het ziekenhuis levert de diagnoseregistratie aan middels ICD-10.<br />

Aanlevering van ICD-9 codes is niet meer mogelijk.<br />

Het ziekenhuis levert de verrichtingenregistratie aan middels CvV. Het is ook<br />

mogelijk om CBV te registreren en CvV daaruit af te leiden en op te sturen.<br />

*Bij de keuze voor CBV moet voor de LMR de CvV worden afgeleid uit de<br />

geregistreerde CBV codes.<br />

DIS gegevens worden door de DIS organisatie doorgegeven aan DHD en worden<br />

aan de <strong>LBZ</strong> toegevoegd. Het ziekenhuis levert de DIS gegevens maandelijks aan.<br />

35


2013<br />

2013/scenario 2<br />

INTERNE ACTIVITEITEN<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN<br />

<strong>LBZ</strong><br />

DIS<br />

Verwerken<br />

Verwerken<br />

<strong>LBZ</strong><br />

DIS<br />

CvV of CBV<br />

ICD-10<br />

Toelichting:<br />

o Het ziekenhuis levert maandelijks de <strong>LBZ</strong> aan.<br />

o Het ziekenhuis levert de diagnoseregistratie aan middels ICD-10. Aanlevering van ICD-9<br />

codes is niet meer mogelijk.<br />

o Het ziekenhuis levert de verrichtingenregistratie aan middels CvV of CBV. Het is voor<br />

ziekenhuizen mogelijk om aparte velden in de aanlevering te gebruiken voor CvV en<br />

CBV codes.<br />

o Indien de <strong>LBZ</strong> volledig en juist op orde is, kan het ziekenhuis met één registratie via<br />

twee gegevensstromen zowel de DIS als <strong>LBZ</strong> voeden. Deze twee gegevensstromen<br />

dienen ziekenhuizen apart in gang te zetten. DIS GGZ dient nog apart te worden<br />

aangeleverd. Het ziekenhuis levert ook de DIS gegevens maandelijks aan.<br />

36


2014<br />

2014/scenario 1<br />

INTERNE ACTIVITEITEN<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN<br />

<strong>LBZ</strong><br />

CBV<br />

DIS<br />

ICD-10<br />

Verwerken<br />

Verwerken<br />

<strong>LBZ</strong><br />

DIS<br />

Toelichting:<br />

o Het ziekenhuis levert maandelijks de <strong>LBZ</strong> aan.<br />

o Het ziekenhuis levert de diagnoseregistratie aan middels ICD-10.<br />

o Het ziekenhuis levert de verrichtingenregistratie aan middels CBV. CvV kan eventueel<br />

hieruit worden afgeleid.<br />

o Indien de <strong>LBZ</strong> volledig en juist op orde is, kan het ziekenhuis vanuit een enkele<br />

gegevensverzameling via twee gegevensstromen zowel de DIS als <strong>LBZ</strong> voeden.<br />

Deze twee gegevensstromen dienen ziekenhuizen apart in gang te zetten. DIS GGZ<br />

dient nog apart te worden aangeleverd. Het ziekenhuis levert ook de DIS gegevens<br />

maandelijks aan.<br />

37


Bijlage 4 Voortgang LMR – LAZR in 2012 – 2013<br />

Ziekenhuizen dienen uiterlijk per 1 januari 2014 hun gegevens aan de <strong>LBZ</strong> aan te leveren.<br />

Indien ziekenhuizen ervoor kiezen om voor 2012 en 2013 nog geen <strong>LBZ</strong> aan te leveren,<br />

dienen zij in deze jaren de LMR en LAZR aan te leveren.<br />

LMR 2012 - 2013<br />

Een ziekenhuis kan ervoor kiezen om de ICD-10 te implementeren en op een later moment<br />

te starten met <strong>LBZ</strong>. Dit betekent dat het ziekenhuis voor 2012 en mogelijk 2013 de LMR<br />

aanlevert. Deze gegevens worden geconverteerd naar <strong>LBZ</strong>.<br />

Voor het aanleveren van de LMR kan gebruik worden gemaakt van <strong>Hospital</strong>View2 (HV2).<br />

HV2 is een invoerapplicatie waarmee de benodigde gegevens voor de LMR ingevoerd<br />

worden conform de LMR-specificaties. Het ziekenhuis kan ook gebruik maken van een<br />

andere invoermodule.<br />

In verband met de implementatie van ICD-10 zijn in HV2 benodigde aanpassingen<br />

doorgevoerd om de LMR voor registratiejaren 2012 en 2013 volledig te kunnen aanleveren:<br />

De diagnose conform ICD-10 wordt als facultatieve rubriek toegevoegd en kan per<br />

ontslagjaar worden gebruikt. Als standaard in HV2 wordt vooralsnog ICD-9 gehanteerd.<br />

Op diagnosecodes conform de ICD-10 vinden in HV2 nog geen relatiecontroles plaats.<br />

De controletabellen worden momenteel opgesteld en zijn medio 2012 beschikbaar.<br />

Door DHD wordt nog vastgesteld of HV2 hiervoor nog wordt aangepast. Het ziekenhuis kan<br />

op ieder gewenst moment overgaan naar het gebruik van ICD-10. Er zijn ziekenhuizen die<br />

er voor kiezen de diagnosethesaurus in te voeren (zie bijlage 11) alvorens op de ICD10 over<br />

te stappen.<br />

Het BSN is als rubriek in de LMR toegevoegd en is verplicht vanaf ontslagjaar 2011. HV2 is<br />

daarnaast per 1 januari 2012 geschikt gemaakt voor de database-omgevingen SQLserver<br />

2005 en SQLserver 2008.<br />

De nieuwe versie van HV2 wordt op CD-rom uitgeleverd door Tiëto. Deze is voorzien van<br />

installatiedocumentatie, zodat het ziekenhuis de installatie zelf kan uitvoeren. Tiëto kan<br />

hierbij telefonisch en op locatie ondersteunen. Bij geen gebruik van HV2 dient het<br />

ziekenhuis ook benodigde aanpassingen in de betreffende invoermodule te doen. Naast de<br />

aanpassingen in HV2 (of andere invoermodule) dient het ziekenhuis per 1 januari 2011 een<br />

gepseudonimiseerd BSN aan te leveren.<br />

Voor meer informatie: www.tieto.com<br />

Gebruikershandleiding LMR<br />

Overzicht wijzigingen LMR per registratiejaar<br />

LAZR 2012 - 2013<br />

Voor de Landelijke Ambulante Zorgregistratie (LAZR) kunnen de gegevens niet worden<br />

geconverteerd naar de <strong>LBZ</strong>. De LAZR wordt gebruikt voor het berekenen van de adherentie<br />

en het in kaart brengen van de poliklinische marktpositie van het ziekenhuis. Daarom is<br />

ervoor gekozen om de LAZR gedurende de overgangsfase in stand te houden. Aan de<br />

ziekenhuizen wordt voor registratiejaar 2012 en eventueel 2013 gevraagd een beperktere<br />

set (AA-variant) gegevens aan te leveren.<br />

In de periode maart-april 2012 respectievelijk 2013 leveren ziekenhuizen de aantallen EPB’s<br />

aan per specialisme en postcode (en indien gewenst per polikliniek) over het registratiejaar<br />

2011 respectievelijk 2012.<br />

38


Indien u de overgang naar <strong>LBZ</strong> heeft gemaakt (voor een volledig registratiejaar) hoeft er<br />

geen LAZR meer aangeleverd te worden. In de <strong>LBZ</strong> wordt ten behoeve van de<br />

adherentieberekening, nog minimaal relevant voor de bepaling van het schaduwbudget, ook<br />

(minimaal tot 2013) voorzien in de aanlevering van eerste polikliniekbezoeken of eerste<br />

administratief consulten.<br />

Voor meer informatie: www.tieto.com<br />

Overzicht wijzigingen LAZR per registratiejaar 2011<br />

39


Bijlage 5 Format activiteitenplanning<br />

ACTIVITEITENPLANNING<br />

Huidige week Activiteiten in uitvoering E Evaluatie<br />

Activiteiten nog uitvoeren<br />

Mijlpaal<br />

Activiteiten tijdig afgerond<br />

Activiteiten niet tijdig afgerond<br />

Weeknummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29<br />

PROJECTBEHEERSING<br />

Stuurgroepoverleg<br />

Projectgroepoverleg<br />

Werkgroeoverlegp -naam werkgroep A-<br />

Communicatiemomenten richting gebruikers<br />

Beheersen middels GOKIT<br />

Fasen<br />

Defenitie<br />

Inrichting<br />

Voorbereiding<br />

Implementatie<br />

Borging<br />

40


Bijlage 6 Format capaciteitsplanning<br />

Medewerker/rol Van<br />

(dd-mm-jj)<br />

Tot<br />

(dd-mm-jj)<br />

Dagen inzet per<br />

week (fase)<br />

Dagen inzet<br />

totaal<br />

41


Bijlage 7 Format projectbeheersing GOKIT<br />

PROJECTBEHEERSING<br />

GOKIT<br />

Projectnaam:<br />

Projectleider:<br />

Projectfase:<br />

Risico-omschrijving<br />

Geld -<br />

Kans<br />

(0-10)<br />

-<br />

Effect<br />

(0-10)<br />

-<br />

Risico<br />

(kans x effect)<br />

-<br />

Beheersmaatregel<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

Organisatie -<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

Kwaliteit -<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

Informatie -<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

Tijd -<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

Kans: de kans dat een risico een negatief effect op de implementatie heeft (0 = geen kans, 10 = zeer grote kans).<br />

Effect: het effect dat het risico op de implementatie heeft (0 = geen effect, 10 = zeer groot effect).<br />

Risico: kans x effect. Bepaal een ondergrens voor instellen van een beheersmaatregel.<br />

42


Kritisch<br />

Tegengesteld belang<br />

Niet meewerken<br />

Onverschillig<br />

Wordt niet beïnvloed<br />

Loyaal<br />

Helpt bij totstandkoming<br />

Enthousiaste steun<br />

ACTIE<br />

Bijlage 8 Format stakeholderanalyse<br />

Specialisme x A x x<br />

GROEP<br />

INDIVIDU<br />

B x x<br />

C x x In gesprek gaan en voordelen<br />

voor ‘C’ toelichten.<br />

Specialisme Y<br />

D x x Bijv.: samen met ‘B’ en ‘D’ in<br />

gesprek. D door B laten<br />

overtuigen.<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

Specialisme Z<br />

A<br />

B<br />

Geef met groene kruisjes de gewenste situatie en met zwarte kruisjes de werkelijke situatie weer. Bepaal bij welke personen/groepen acties nodig zijn om de implementatie<br />

succesvol te laten verlopen. En welke acties zijn het meest geschikt?<br />

43


Bijlage 9 Format actie- en besluitenlijst<br />

Onderwerp:<br />

Aanwezig:<br />

Project:<br />

Datum:<br />

Afwezig:<br />

ACTIE/<br />

BESLUIT<br />

OMSCHRIJVING WIE VOOR<br />

WANNEER<br />

OK<br />

44


Bijlage 10 Implementatie verrichtingenregistratie CBV<br />

Situatiebeschrijving CBV<br />

Het Verrichtingenbestand CBV is een registratiesysteem voor verrichtingen. In principe<br />

kan het Verrichtingenbestand (CBV) gebruikt worden voor het vastleggen van alle<br />

verrichtingen, inclusief laboratoriumverrichtingen. Echter voorlopig volstaat het voor de<br />

<strong>LBZ</strong> om voor alle poortspecialismen volgens dit verrichtingenstelsel registreren 3 .<br />

De unieke CBV-codes in het registratiesysteem bieden een gedetailleerde beschrijving<br />

van de verrichtingen die de ziekenhuizen uitvoeren. Deze registratie bevat onder andere<br />

een koppeling met:<br />

<br />

<br />

de Zorgactiviteitentabel van DBC-onderhoud (declaratiecode)<br />

het Classificatiesysteem van verrichtingen (CvV)<br />

Afbeelding: onderdeel van het Verrichtingenbestand (CBV)<br />

Met deze tabel is een eenmalige registratie mogelijk en zijn de corresponderende<br />

registraties automatisch af te leiden.<br />

Bij DHD is een minimale dataset per medisch specialisme verkrijgbaar, die de<br />

ziekenhuizen als startset kunnen gebruiken, om met beperkte inspanning een start te<br />

maken met het vastleggen van verrichtingen met behulp van het Verrichtingenbestand<br />

(CBV). Dit is de minimale dataset (MDS). Ziekenhuizen kunnen er voor kiezen om een<br />

uitgebreidere selectie van bestaande CBV-codes aan de minimale dataset toe te voegen.<br />

De codes die opgenomen dienen te worden kan men bepalen door de dialoog aan te gaan<br />

met de medisch specialist.<br />

Voordelen Verrichtingenbestand (CBV)<br />

Door registratie met behulp van het Verrichtingenbestand CBV kan gedetailleerder<br />

worden gerapporteerd. De keuze om de minimale dataset Verrichtingenbestand (CBV) uit<br />

te breiden, is afhankelijk van de doeleinden waarvoor het ziekenhuis en specialisten de<br />

registratie willen gebruiken. Zo kunnen ziekenhuizen deze registratie gebruiken voor een<br />

gedetailleerd inzicht in kwaliteit van zorg, de organisatie en kosten ervan. Met behulp<br />

van deze specifieke en uniforme registratie is het bijvoorbeeld mogelijk om:<br />

<br />

Deze te koppelen aan andere gegevens van de patiënt. Hiermee worden de<br />

uitgevoerde activiteiten op gedetailleerd niveau per patiënt vastgelegd en kunnen<br />

3 In het CBV-bestand zijn vooralsnog ook de ZA-codes opgenomen.<br />

45


de bijbehorende kosten op ditzelfde niveau in beeld worden gebracht. Dit geldt<br />

tevens voor innovatieve ontwikkelingen.<br />

Verrichtingen bij zorgpaden in beeld te brengen.<br />

Wetenschappelijk onderzoek te doen.<br />

Uit te voeren operatieve activiteiten in het kader van ‘Heelkunde opleidingen’<br />

eenvoudig te rapporteren.<br />

Uitgangssituatie<br />

De uitgangssituatie voor de implementatie van CBV verschilt per ziekenhuis en vaak ook<br />

per specialisme binnen het ziekenhuis. Zie onderstaande tabel. U kunt de uitgangspositie<br />

van uw ziekenhuis en de verschillende poortspecialismen bepalen door te inventariseren<br />

in hoeverre de technische inrichting en het registeren van CBV reeds op orde zijn.<br />

Technische<br />

inrichting<br />

Registreren (minimale<br />

dataset) CBV<br />

CBV<br />

Uitgangssituatie 1 X X<br />

Uitgangssituatie 2 √ X<br />

Uitgangssituatie 3 √ √ Implementatie<br />

CBV voltooid<br />

Deze inventarisatie kunt u aan de hand van een checklist doen. Breng hiermee de stand<br />

van zaken per specialisme of afdeling globaal in beeld, zodat u vervolgens de<br />

voorbereidende en implementatie-activiteiten tevens per specialisme kunt inrichten.<br />

De eerst drie ‘benodigde resultaten’ van de checklist betreft de technische inrichting voor<br />

CBV. De andere ‘benodigde resultaten’ van de checklist betreft de daadwerkelijke<br />

registratie van CBV.<br />

Wanneer u deze checklist heeft ingevuld zijn op hoofdlijnen drie conclusies mogelijk:<br />

1. CBV is nog niet technisch mogelijk gemaakt. Er worden nu geen CBV-codes<br />

geregistreerd. Het ziekenhuis bevindt zich in uitgangssituatie 1.<br />

2. Het ziekenhuis heeft de technische inrichting gereed, maar er worden deels of<br />

geen CBV-codes geregistreerd. Het ziekenhuis bevindt zich in uitgangssituatie 2.<br />

3. Het ziekenhuis heeft de technische inrichting gereed en er worden CBV-codes<br />

geregistreerd. Het ziekenhuis bevindt zich dan in uitgangssituatie 3.<br />

Implementatie van CBV is voltooid.<br />

46


Registreren (minimale dataset) CBV<br />

Technische inrichting<br />

CHECKLIST<br />

‘UITGANGSSITUATIE IMPLEMENTATIE CBV’<br />

-NAAM SPECIALISME/AFDELING-<br />

Benodigde resultaten voor implementatie CBV<br />

ok?<br />

1. Aangepaste en geteste registratiesystemen en koppelingen die output<br />

leveren op het niveau van het CBV bestand.<br />

2. Aangepaste en geteste facturatiesystemen die ingevoerde CBV-codes correct<br />

omzetten naar declaratiecodes (zorgactiviteitencodes) ten behoeve van<br />

(onder andere) de facturatie van DBC’s (straks zorgproducten), add-ons en<br />

overige en ondersteunende producten, ook wel O(V)P’s.<br />

3. Aangepaste en geteste rapportagesystemen die op basis van input op CBVniveau<br />

kunnen rapporteren in het gewenste codestelsel.<br />

4. <strong>Data</strong>set van verrichtingen per specialisme (met minimale dataset als<br />

ondergrens) die is afgestemd op de rapportagebehoefte van zowel het<br />

specialisme als de rapportagebehoefte elders in de organisatie, zoals<br />

facturatie, <strong>LBZ</strong>, kostprijsbepalingen en zorgprofielen. ‘Oude codes’ zijn<br />

geblokkeerd.<br />

5. Aangepaste AO/IC-procedures en procesbeschrijvingen.<br />

6. Opgeleide eindgebruikers (medisch specialisten & ondersteunend personeel)<br />

die de nieuwe registratiecodes en werkprocessen kennen en gebruiken.<br />

De minimale dataset per specialisme vormt hierbij het minimale detailniveau<br />

van registreren.<br />

7. Aangepaste formulieren voor registratie in (deel)registratiesystemen, zoals<br />

bijvoorbeeld digitale en papieren aanvraagformulieren voor diagnostiek.<br />

8. Aangepaste documenten die als handleiding, naslagwerk en/of<br />

instructiemateriaal worden gebruikt.<br />

9. Borgingsdocumenten van processen en CBV-gerelateerde werkzaamheden<br />

zoals het implementeren van updates van het CBV-bestand<br />

47


Externe randvoorwaarden<br />

EXTERNE RANDVOORWAARDEN<br />

Instrument/document<br />

Verwacht tijdstip van oplevering<br />

Verbeterd CBV bestand Voor codes die beginnen met 33 (33-<br />

codes) zijn de verbeteringen uitgevoerd.<br />

Verdere verbetering van het CBV-bestand<br />

is een continu proces.<br />

Platform Onafhankelijke<br />

beheersomgeving<br />

(zodat alle ZIS leveranciers met de CBV<br />

tabel kunnen werken)<br />

Minimale datasets<br />

Gereed<br />

Gereed<br />

Ontwerp blauwdruk<br />

Het verdient aanbeveling het Verrichtingenbestand (CBV) per medisch specialisme in te<br />

voeren. Het verdient aanbeveling om daarbij met een specialisme met een beperkt aantal<br />

CBV-codes te starten (bijvoorbeeld dermatologie of KNO-heelkunde) en daarna de<br />

complexere specialismen te plannen.<br />

Aan de hand van de inventarisatie en analyse ‘Doeleinden dataset’ kan de<br />

zorgadministratie en/of medisch codeur per poortspecialisme een selectie van benodigde<br />

CBV-codes maken. Hierbij vormt de minimale dataset het minimaal vereiste<br />

registratieniveau. Als extra check is het een goed idee om te verifiëren of voor de CvV<br />

verrichtingen die in de afgelopen 2 jaar voor de LMR zijn geregistreerd ook passende<br />

CBV-codes in de minimale dataset zijn opgenomen. Indien dat niet het geval is kunnen<br />

deze worden toegevoegd aan de blauwdruk.<br />

De gemaakte selectie leggen zij voor aan de medisch specialisten, zodat op basis van<br />

hun praktijkkennis een dataset kan worden opgesteld. De bruikbaarheid van de dataset<br />

wordt vervolgens getest door alle overige gebruikers (facturatie, planning & control,<br />

kwaliteit en dergelijke). Inventariseer hierbij ook welke “eigen” codes (die voor interne<br />

doeleinden en tellingen worden gebruikt) vervangen kunnen worden door CBV-codes.<br />

Hierna kunt u de dataset laten vaststellen.<br />

Afhankelijk van de huidige situatie en de gewenste dataset moeten de benodigde CBVcodes<br />

en koppelingen per specialisme in de input en output van de registratiesystemen<br />

worden doorgevoerd. Gebruik hierbij de resultaten van de ‘technische impactanalyse’ en<br />

‘inventarisatie ICT-systemen’.<br />

48


Door middel van onderstaande tabel kunt u per poortspecialisme de te registreren CBV-codes vastleggen.<br />

-naam poortspecialisme-<br />

Doeleinden CBV-registratie Doeleinden intern/extern Benodigde CBV-codes in registratie<br />

naast de minimale dataset<br />

Ziekenhuisbreed<br />

…<br />

…<br />

CBV<br />

…<br />

(sub)Specialisme specifiek<br />

…<br />

…<br />

…<br />

…<br />

Specialist specifiek<br />

…<br />

…<br />

…<br />

…<br />

…<br />

…<br />

49


Inventarisatie stappen ter voorbereiding op implementatie<br />

Voorbereidende activiteiten zijn sterk afhankelijk van de uitgangspositie van de<br />

specialismen/het ziekenhuis. Deze heeft u in de fase ‘Projectdefinitie’ met behulp van de<br />

checklist inzichtelijk gemaakt:<br />

<br />

<br />

Indien stadium 1 (technische inrichting) volledig is doorlopen, kunt u de<br />

technische inventarisatie en analyse laten vervallen.<br />

Indien stadium 1 (technische inrichting) nog niet is doorlopen, kunt u alle<br />

voorbereidende activiteiten doorlopen.<br />

Beïnvloede systemen<br />

Aanvullend op de vraag ‘Welke systemen worden beïnvloed door de invoering (van<br />

CBV)?’.<br />

Dit zijn vaak alle systemen waarin nu verrichtingencodes worden vastgelegd, gebruikt of<br />

gerapporteerd. Hierbij is het van belang:<br />

<br />

<br />

Om vast te stellen of hiervoor het inlezen van (een deel van) het<br />

Verrichtingenbestand (CBV) noodzakelijk is.<br />

Dat de verbindingen technisch worden getest, door te kijken of de CBV-codes die<br />

worden ingevoerd (input) in de diverse bronsystemen ook als output zichtbaar zijn<br />

in de diverse doelsystemen. Daarbij is het belangrijk om te verifiëren of ook de<br />

benodigde vertaalslagen juist worden doorgegeven. Bijvoorbeeld van CBV-codes<br />

naar zorgactiviteitencodes voor wat betreft de facturatie van DBC’s of<br />

zorgproducten.<br />

De beïnvloede systemen door de invoering van CBV kunnen schematisch in beeld worden<br />

gebracht. Zie onderstaand voorbeeld.<br />

Om de juistheid en volledigheid van het Verrichtingenbestand (CBV) te garanderen, kan<br />

dit in de testomgeving worden uitgeprobeerd en kunnen eventuele verbeteringen worden<br />

doorgevoerd.<br />

50


Uitvoeren stappen ter voorbereiding<br />

Iemand (bijvoorbeeld een functioneel beheerder) maakt de selectie van de vastgestelde<br />

dataset per specialisme beschikbaar. Hierdoor worden aan de specialist uitsluitend de<br />

verrichtingscodes (CBV) die voor hem/haar van toepassing zijn als<br />

registratiemogelijkheid aangeboden.<br />

Vervolgens wordt getoetst of met de vastgestelde datasets middels koppelingen de<br />

huidige rapportagesystemen kunnen worden ontsloten. Tevens kan de bruikbaarheid van<br />

datasets worden getoetst door overige gebruikers (bijvoorbeeld verantwoordelijken voor<br />

facturatie, planning en control etc.). Voor een veilige overgang dienen de wijzigingen<br />

vooraf in een test- en een acceptatieomgeving ook getoetst te worden.<br />

51


Bijlage 11 Inleiding ICD-10 en diagnosethesaurus<br />

Situatiebeschrijving<br />

ICD-10 (International Classification of Diseases) is de opvolger van ICD-9 (lees ICD-9CM)<br />

en daarmee de nieuwste versie van dit internationaal gestandaardiseerde<br />

classificatiesysteem van diagnosen.<br />

De ICD-10 is opgebouwd uit hoofdstukken van zeer globale diagnose-omschrijvingen.<br />

Elk hoofdstuk is vervolgens opgebouwd uit steeds diepere lagen, die uiteindelijk leiden<br />

tot een diagnosecode op detailniveau. Op deze manier is er een logische opbouw van het<br />

diagnosestelsel, die maakt dat deze een classificatie genoemd kan worden.<br />

Ziekenhuizen hebben nu al de mogelijkheid om ziektebeelden en diagnosen van patiënten<br />

volgens ICD-10 te registreren. Ook voor de LMR kan worden aangeleverd in ICD-10.<br />

Hierbij moeten ziekenhuizen wel bepalen of alle randvoorwaarden voor het door hen<br />

gewenste scenario beschikbaar zijn.<br />

Voordelen ICD-10<br />

ICD-10 staat voor wereldwijde, gestandaardiseerde patiënteninformatie.<br />

Dit levert een aantal voordelen op:<br />

ICD-10 sluit beter aan bij de huidige klinische praktijk. De ICD-9 wordt immers<br />

niet meer onderhouden en is achterhaald.<br />

ICD-10 zal de basis vormen voor de berekening van de <strong>Hospital</strong> Standardized<br />

Mortality Ratio (HSMR) en andere prestatie-indicatoren.<br />

Met de registratie van ICD-10 sluit men aan bij de internationale standaard en is<br />

gegevensvergelijking op zowel nationaal- als internationaal niveau mogelijk.<br />

Dit maakt ICD-10 uitermate geschikt voor bijvoorbeeld het gebruik van medisch<br />

wetenschappelijk onderzoek, aanlevering voor prestatie-indicatoren en kunnen<br />

instanties als het CBS en de EU de gegevens gebruiken voor marktanalyses.<br />

Ziekenhuizen kunnen ICD-10 gebruiken als hulpmiddel voor het vastleggen van<br />

diagnoses en voor de ontwikkeling en het in gebruik nemen van het EPD of<br />

zorgpaden. Voordeel van de ICD-10 is dat het om een uniform en specialismeoverstijgend<br />

stelsel gaat. Bij aandoeningen waarbij multidisciplinaire behandeling<br />

52


een rol speelt, zijn de (in het EPD) vastgelegde gegevens makkelijker door ieder<br />

specialisme te herkennen.<br />

In de toekomst vormt ICD-10 de basis voor de verplichte aanlevering aan de<br />

Grouper van DOT, zodat een zorgproductgroep kan worden afgeleid en<br />

gedeclareerd.<br />

Door de grote mate van detail en daarmee de mogelijkheid tot onderscheid van<br />

patiëntengroepen, is de ICD-10 uitermate goed te gebruiken voor stuur- of<br />

managementinformatie. Een ziekenhuis kan bijvoorbeeld in onderhandeling met<br />

de zorgverzekeraar onderbouwd aantonen dat het ziekenhuis in verhouding met<br />

een zware patiëntenpopulatie te maken heeft.<br />

Diagnosethesaurus<br />

De Diagnosethesaurus is een instrument om diagnoses eenmalig aan de bron vast te<br />

kunnen leggen. Hierbij is gebruik gemaakt van begrijpelijke, gangbare en door<br />

specialisten dagelijks gebruikte medische terminologie. De vastgelegde diagnoses zijn op<br />

de achtergrond gekoppeld met de in- en extern gebruikte codestelsels. Zowel met de<br />

voor Nederland specifieke (DBC e.d.) als met internationaal gebruikte stelsels (ICD-10,<br />

Snomed). Door te werken met mappings van de relatief statische bronregistratie op<br />

sneller wisselende stelsels worden toekomstige informatiebreuken voorkomen, en hebben<br />

de medisch specialisten en de ziekenhuizen geen last van dergelijke<br />

wisselingen/aanpassingen in classificatiestelsels.<br />

De Diagnosethesaurus is een hulpmddel waarmee:<br />

Éénmalige diagnoseregistratie aan de bron voor meervoudig gebruik mogelijk<br />

wordt.<br />

Gebruikersgemak voor de arts ontstaat.<br />

Sprake is van eenheid van taal.<br />

Diverse codestelsels zijn te koppelen.<br />

De ICD-10 gemakkelijk kan worden ingevoerd.<br />

Reductie van de administratieve werklast.<br />

Juiste, betrouwbare en eenduidige registraties.<br />

De ontwikkeling van de diagnosethesaurus is in nauwe samenwerking tussen het UMCU,<br />

LUMC en DHD tot stand gekomen. Het landelijke beheer en onderhoud van de<br />

diagnosethesaurus ligt bij <strong>Dutch</strong> <strong>Hospital</strong> <strong>Data</strong> (DHD). DHD zal de mappings van de<br />

diagnosetermen op de diverse codestelsels voor autorisatie voorleggen aan de diverse<br />

gremia. Tenslotte zal DHD bewaken dat de ontwikkelde logica en inhoud beschikbaar<br />

komt voor alle ZIS-leveranciers en daarmee voor alle ziekenhuizen.<br />

Inmiddels zijn er ICT-specificaties voor de diagnosethesaurus opgesteld en verspreid aan<br />

de ZIS-leveranciers. De tabellen van de diagnosethesaurus zijn momenteel voor<br />

testdoeleinden beschikbaar.<br />

53


Uitgangssituatie<br />

Een essentiële keuze die de basis voor de implementatie van ICD-10 vormt, betreft het coderen en vastleggen van de ICD-10<br />

code. Bij welke functie worden deze activiteiten belegd? In de scenario’s wordt gesproken over artsen (scenario 1 en 2) of medisch<br />

codeurs (scenario 3) die de ICD-10 vastleggen. Ook in scenario 1 en 2 hebben de medisch codeurs een taak, gericht op controle<br />

op juistheid en volledigheid. Tevens dient de werkwijze bij het vaststellen van de hoofddiagnose (en hoofdverrichting) per<br />

zorgmoment te worden vastgesteld (zie <strong>LBZ</strong> datamodel), met name wanneer er sprake is van meerdere primaire diagnoses.<br />

De taken van de medisch codeurs kunnen uiteraard ook bij andere personen in de organisatie (bijvoorbeeld DBC-consulenten)<br />

worden belegd, mits zij (mogelijk na een opleiding) over de juiste kennis en vaardigheden beschikken. In alle scenario’s is een<br />

streven naar eenmalige registratie het uitgangspunt. Hieronder hebben we de drie uiterste scenario’s toegelicht.<br />

SCENARIO 1 VOORDELEN NADELEN<br />

ARTS:<br />

1. legt de diagnose op het gewenste<br />

ICD-10 niveau in het systeem vast<br />

MEDISCH CODEUR:<br />

1. controleert steekproefsgewijs<br />

2. ondersteunt de arts bij<br />

vastlegging (bijvoorbeeld bij<br />

moeilijke gevallen)<br />

3. draagt zorg voor aanvullende<br />

coderingen waar nodig<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Eenmalige vastlegging aan de bron. Dit komt de<br />

tijdigheid ten goede en voorkomt “dubbel” werk.<br />

Vastleggen van de ICD-10 diagnose (met een<br />

gekoppelde ICD-10 code) ligt bij de arts. Hierdoor<br />

is (in de toekomst) facturatie op basis van ICD-10<br />

codes mogelijk.<br />

Doordat de specialist op een eenduidige manier (in<br />

formulering en niveau) diagnoses vastlegt, kan de<br />

gedetailleerde output (bijvoorbeeld binnen EPD)<br />

eenvoudig worden gebruikt voor onderzoek en<br />

managementinformatie.<br />

Meer betrokkenheid en inzicht in HSMR<br />

o De vastlegging van ICD-10 diagnose<br />

vraagt tijd en bereidwilligheid van de<br />

specialist. Dit geldt voor de<br />

administratieve handeling zelf en de<br />

benodigde tijd om deze manier van<br />

diagnoseregistratie eigen te maken.<br />

o Vastleggen van nevendiagnoses kan<br />

moeilijk zijn onder andere omdat<br />

nevendiagnoses betrekking kunnen<br />

hebben op een ander vakgebied dan dat<br />

van de specialist<br />

o Stelt eisen aan het ZIS/EPD waarin de<br />

vastlegging van ICD-10 plaatsvindt .<br />

54


SCENARIO 2 VOORDELEN NADELEN<br />

ARTS:<br />

1. legt de diagnose met behulp van de<br />

diagnosethesaurus vast. Hieruit<br />

wordt de ICD-10 diagnose afgeleid<br />

MEDISCH CODEUR:<br />

1. indien gewenst kunnen de afgeleide<br />

ICD-10 codes steekproefsgewijs<br />

worden gecontroleerd<br />

2. draagt zorg voor aanvullende<br />

coderingen waar nodig<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Eenmalige vastlegging aan de bron. Dit komt de<br />

tijdigheid ten goede.<br />

Vastleggen van de diagnoseterm uit de thesaurus<br />

(met een gekoppelde ICD-10 diagnose en code) ligt<br />

bij de arts. Hierdoor is (in de toekomst) facturatie<br />

op basis van de registratie met behulp van de<br />

thesaurus mogelijk.<br />

Doordat de specialisten op een eenduidige manier<br />

(in formulering en niveau) diagnoses vastleggen,<br />

kan de gedetailleerde output (bijvoorbeeld binnen<br />

een EPD) eenvoudig worden gebruikt voor<br />

onderzoek en managementinformatie.<br />

Bij wijzigingen in een codestelsel dat is gekoppeld<br />

aan de diagnosethesaurus, heeft dit geen (of zeer<br />

geringe) consequenties voor de invoer door de<br />

medisch specialist.<br />

o De vastlegging van ICD-10 diagnose<br />

vraagt tijd en bereidwilligheid van de<br />

specialist. Dit geldt voor de<br />

administratieve handeling zelf en de<br />

benodigde tijd om deze manier van<br />

diagnoseregistratie eigen te maken.<br />

De eerste ervaringen leren dat met<br />

behulp van de diagnosethesaurus dit een<br />

beperkte investering vraagt.<br />

o Vastleggen van nevendiagnoses kan<br />

moeilijk zijn onder andere omdat<br />

nevendiagnoses betrekking kunnen<br />

hebben op een ander vakgebied dan dat<br />

van de specialist<br />

o Stelt hoge eisen aan het ZIS/EPD waarin<br />

de vastlegging van ICD-10 plaatsvindt.<br />

o<br />

Het vastleggen van de DBC-diagnose is op deze<br />

wijze geregeld.<br />

55


SCENARIO 3 VOORDELEN NADELEN<br />

DECENTRALE of CENTRALE MEDISCH<br />

CODEUR:<br />

1. codeert ICD-10<br />

2. legt dit in het systeem vast<br />

CENTRALE MEDISCH CODEUR:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Geringe belasting van de arts.<br />

Coderen (inclusief nevendiagnoses) is de<br />

specialiteit van een medisch codeur.<br />

Geen veranderingen in ZIS/EPD noodzakelijk.<br />

o ICD-10 wordt niet gebruikt voor<br />

facturatie.<br />

o ICD-10 wordt in de toekomst gebruikt<br />

voor DOT (declaratie). Codering komt<br />

dan waarschijnlijk bij specialist te liggen.<br />

Verandering moet alsnog worden<br />

doorgevoerd.<br />

1. controleert steekproefsgewijs (arts<br />

codeert en autoriseert eventueel<br />

de DBC)<br />

o Codeurs zijn afhankelijk van diagnoseinformatie<br />

verstrekt door arts. Hier moet<br />

in geïnvesteerd worden.<br />

o Geen betrokkenheid van arts. Risico<br />

bestaat dat arts zich niet herkent in de<br />

informatie die op basis van de<br />

vastgelegde codes wordt gegenereerd:<br />

bijvoorbeeld de berekende HSMR.<br />

Let op: het is mogelijk om verschillende scenario’s voor de verschillende settings te kiezen. Bijvoorbeeld:<br />

Wat betreft de bovengenoemde scenario’s zijn er ook tussenvormen mogelijk. Bijvoorbeeld: arts legt de hoofd- en nevendiagnose<br />

vast en een medisch codeur checkt de nevendiagnoses bij klinische patiënten (i.v.m. bijvoorbeeld betrouwbaarheid HSMR aan de<br />

hand van brieven).<br />

Het is ten zeerste aan te bevelen de verschillende scenario’s en mogelijkheden voor de invoer van ICD-10 in de eerste fase te<br />

bespreken met een groep van (mogelijke) stakeholders. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de volgende personen: HEAD, hoofd<br />

zorgadministratie, vertegenwoordiger(s) medische staf, hoofd medische administratie, hoofd informatisering en/of ICT, hoofd van<br />

de afdeling kwaliteit. Op deze manier kunnen de mogelijkheden voor diagnoseregistratie in kaart worden gebracht en kan het<br />

draagvlak voor het gekozen scenario worden vergroot.<br />

56


Na de keuze voor een scenario kunt u de volgende checklist gebruiken bij de implementatie van ICD-10. Breng hiermee de stand<br />

van zaken per specialisme of afdeling globaal in beeld, zodat u vervolgens de voorbereidende en implementatie-activiteiten tevens<br />

per specialisme kunt inrichten.<br />

Hierbij dienen per specialisme of afdeling na afloop van de implementatiefase in iedere geval de zaken uit onderstaande checklist<br />

gerealiseerd te zijn.<br />

57


CHECKLIST<br />

‘IMPLEMENTATIE ICD-10’<br />

-NAAM SPECIALISME/AFDELING-<br />

Benodigde resultaten voor implementatie ICD-10<br />

ok?<br />

1. Aangepaste en geteste up-to date registratiesystemen (en eventuele koppelingen) die<br />

output leveren op minimaal ICD-10 niveau.<br />

2. Aangepaste en geteste managementinformatiesystemen die op basis van input op<br />

ICD-10 niveau rapporteren.<br />

3. Aangepaste en geteste koppelingen naar andere systemen die gebruik maken van de<br />

vastgelegde diagnose-informatie (bijv. bij overname vastgelegde diagnose-informatie<br />

voor ontslagbrieven).<br />

4. Aangepaste procedures en procesbeschrijvingen (bijvoorbeeld m.b.t. het up-to-date<br />

houden van de ingelezen “digitale” ICD-10 in het ZIS.<br />

5. Opgeleide eindgebruikers die afhankelijk van het gekozen scenario de manier van<br />

diagnoseregistratie en de bijbehorende werkprocessen kennen en gebruiken.<br />

6. Aangepaste formulieren/velden voor registratie in (deel)registratiesystemen<br />

bijvoorbeeld voor het plaatsen van iemand op de wachtlijst voor opnames.<br />

7. Aangepaste documenten die als handleiding, naslagwerk en/of instructiemateriaal<br />

worden gebruikt.<br />

8. Ingerichte en actieve helpdesk (afhankelijk van gekozen scenario).<br />

9. Ingerichte en actieve controlefunctie voor de vastgelegde (of afgeleide) ICD-10 codes.<br />

58


Randvoorwaarden<br />

Instrument/document Verwacht tijdstip van oplevering Bron<br />

Geaccordeerde koppeltabel met een<br />

vertaling van ICD-10 naar DBC<br />

diagnoses óf een geaccordeerde<br />

diagnosethesaurus<br />

Koppeltabel met een vertaling van<br />

ICD-9 naar ICD-10<br />

Koppeltabel met een vertaling van<br />

ICD-10 naar ICD-9<br />

Digitale versie ICD-10 in ClamL<br />

formaat, geschikt voor<br />

gebruik/inlezen in software<br />

Middels een koppeltabel zal voor een groot<br />

deel van de ICD-10 codes een koppeling naar<br />

DBC diagnoses te maken zijn. In veel<br />

gevallen is dit toereikend. Een geautoriseerde<br />

versie van deze koppeltabel is naar<br />

verwachting eind 2011 gereed.<br />

Voor de diagnosethesaurus geldt de<br />

verwachting is dat deze eind 2011<br />

(geautoriseerd) gereed is voor gebruik door<br />

de ziekenhuizen.<br />

Gereed<br />

Gereed en in afwachting van autorisatie door<br />

WHO-FIC<br />

Gereed<br />

DHD<br />

Landelijk<br />

projectteam<br />

ICD-10<br />

DHD<br />

RIVM<br />

Nederlands Handboek ICD-10 Gereed Landelijk<br />

projectteam<br />

ICD-10<br />

Transfercursus coderen ‘van ICD-9<br />

naar ICD-10’ voor codeurs<br />

Gereed<br />

Diverse<br />

aanbieders<br />

Cursus coderen ICD-10 voor<br />

startende codeurs<br />

Cursus ICD-10 voor medisch<br />

specialisten<br />

Cursus ICD-10 voor administratief<br />

personeel<br />

E-Learning tool ICD-10 in het Engels,<br />

Nederlandstalige versie volgt later<br />

Gereed<br />

Nog niet standaard beschikbaar<br />

Nog niet standaard beschikbaar<br />

Gereed<br />

Diverse<br />

aanbieders<br />

Diverse<br />

aanbieders<br />

Diverse<br />

aanbieders<br />

WHO-FIC<br />

59


Ontwerp blauwdruk<br />

Na implementatie van ICD-10 is mogelijk een aantal huidige manieren van<br />

diagnosevastlegging overbodig. Deze kunnen immers worden afgeleid van de<br />

vastgelegde ICD-10 codes. Dit leidt tot een vermindering van administratieve lasten.<br />

Om de overbodige registraties te kunnen benoemen dienen eerst alle huidige manieren<br />

en doeleinden van diagnosevastlegging in beeld te worden gebracht. Wie legt om welke<br />

reden diagnose-informatie waar vast?<br />

In de fase ‘projectdefinitie’ zijn de doeleinden van de ICD-10 diagnoseregistratie reeds<br />

benoemd. Tevens zijn specifieke diagnoseregistraties in beeld gebracht, die na de<br />

implementatie van ICD-10 niet meer nodig zijn. Door beoordeling aan de hand van de<br />

mogelijkheden binnen de ICD-10, kan worden bepaald of al deze behoeften zijn geborgd.<br />

Daarnaast verdienen de ICD-10 diagnoses in de hoofdstukken XX ‘Uitwendige oorzaken<br />

van ziekte en sterfte’ en M ‘Morfologie van nieuwvormingen’ extra aandacht, omdat deze<br />

hoofdstukken anders zijn ingedeeld. Afgesproken dient te worden door wie deze<br />

gegevens worden vastgelegd.<br />

Uitvoeren stappen ter voorbereiding<br />

Testomgeving<br />

De DBC-diagnose kan met behulp van de koppeltabel/diagnosethesaurus aan de hand<br />

van de ICD-10 code worden afgeleid. Kortom: de extra vastlegging van DBCdiagnoseregistratie<br />

wordt overbodig. Echter, het is wel aan te raden om deze registratie<br />

gedurende een (pilot)periode te handhaven en te gebruiken als controlemiddel op de<br />

ICD-10 registratie.<br />

U kunt ook historische data als controlemiddel inzetten. In veel gevallen is immers<br />

diagnose informatie in ICD-9 (LMR) beschikbaar en hetzelfde geldt voor DBC diagnoses.<br />

ICD-10 diagnoses kunnen worden vergeleken met de historische ICD-9 codes. Daarnaast<br />

kan de afgeleide DBC diagnose middels de koppeltabel/diagnosethesaurus met deze<br />

historische DBC-diagnoses worden vergeleken.<br />

Het ICD-10 bestand en de koppeltabellen worden in het ICT systeem van het ziekenhuis<br />

ingelezen. In overleg met uw ICT leverancier kunt u de mogelijkheden voor uw<br />

ziekenhuis bespreken. Advies is om het systeem zo gebruiksvriendelijk mogelijk in te<br />

richten. Het kiezen van de juiste ICD-10 diagnose moet voor iedereen makkelijk mogelijk<br />

zijn en zoveel mogelijk binnen het huidige administratieve proces passen. Indien<br />

registratie bij de arts wordt belegd is het belangrijk vastlegging zo veel mogelijk aan te<br />

laten sluiten bij het reguliere werkproces van de arts. Hierin kan de afdeling<br />

Informatisering (of een soortgelijke afdeling) een belangrijke rol spelen. Ook is het<br />

gezien de koppeling naar de DBC-diagnose goed om de afdeling verantwoordelijk voor de<br />

facturatie, te betrekken.<br />

Training gebruikers en informeren betrokkenen<br />

Medisch codeurs<br />

Bij alle drie de beschreven scenario’s hebben de medisch codeurs een controlefunctie om<br />

de kwaliteit van de vastgelegde of afgeleide ICD-10 codes te kunnen beoordelen.<br />

Gedetailleerde kennis van ICD-10 en benodigde vaardigheden zijn dus in alle gevallen<br />

noodzakelijk.<br />

60


Daarnaast is het van belang om op een constructieve wijze feedback (na geconstateerde<br />

fouten of via de helpdesk) aan medisch specialisten te kunnen geven. Dit leidt tot een<br />

juiste, volledige en tijdige vastlegging, zodat er steeds minder correctiewerkzaamheden<br />

hoeven worden uitgevoerd.<br />

De hierboven beschreven benodigde kennis en vaardigheden kunnen de codeurs door<br />

middel van een training leren. Er zijn specifieke cursussen beschikbaar voor codeurs die<br />

al ervaring hebben met ICD-9. Codeurs zonder deze ervaring kunnen een training enkel<br />

gericht op ICD-10 volgen.<br />

Het geven van feedback verdient tevens extra aandacht. Door het geven van feedback<br />

kunnen de medisch specialisten in hun registratie worden gestimuleerd, bijgestuurd en<br />

verbeterd.<br />

Opleiden professionals<br />

Afhankelijk van het gekozen scenario is het van belang om de medisch specialist op te<br />

leiden:<br />

SCENARIO<br />

Scenario 1<br />

Scenario 2<br />

Scenario 3<br />

Benodigde opleiding<br />

Om op het gewenste detailniveau te kunnen registreren hebben medisch<br />

specialisten kennis en vaardigheden betreffende ICD-10 diagnoseregistratie<br />

nodig. Hierbij gaat het om de omschrijvingen van de diagnoses en minder om<br />

de bijhorende codes. Daarnaast is registratie van poliklinische en<br />

nevendiagnoses ‘nieuw’, deze processen verdienen extra aandacht.<br />

Medisch specialisten hebben kennis nodig over het werken met de<br />

diagnosethesaurus. Daarnaast moeten zij weten wat zij in de cursus,<br />

ontslagbrieven e.d. moeten vastleggen, zodat de controle door medisch<br />

codeurs kan plaatsvinden. De registratie van poliklinische en nevendiagnoses<br />

is ‘nieuw’, deze processen verdienen extra aandacht.<br />

Medisch specialisten hebben een gedeelte van de kennis betreffende ICD-10<br />

diagnoseregistratie nodig. Deze kennis dient dusdanig te zijn, dat medisch<br />

specialisten weten wat zij in de cursus, ontslagbrieven e.d. moeten vastleggen<br />

om de ICD-10 code op gewenst detailniveau door een codeur te kunnen laten<br />

registreren. De registratie van poliklinische en nevendiagnoses is ‘nieuw’, deze<br />

processen verdienen extra aandacht.<br />

Voor het opleiden van de professionals kunnen de E-Learning tool en de ICD-10 in<br />

boekvorm worden gebruikt. Deze worden door het landelijke projectteam ICD10<br />

opgeleverd (zie ook www.icd-10.nl).<br />

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!