1 HET SCHATBOEK der verklaringen over de ... - De Evangelist
1 HET SCHATBOEK der verklaringen over de ... - De Evangelist
1 HET SCHATBOEK der verklaringen over de ... - De Evangelist
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
32<br />
en lichaam in <strong>de</strong> dood, waarin echter <strong>de</strong> vereniging <strong><strong>de</strong>r</strong> naturen onverbroken<br />
gebleven is. Want daar <strong>de</strong> ziel van het lichaam geschei<strong>de</strong>n was, bleef zij niet met<br />
het lichaam in het graf, en daarom is ze niet alomtegenwoordig; an<strong><strong>de</strong>r</strong>s was<br />
Christus niet werkelijk gestorven.<br />
Men dient er hier ook op te letten, dat Christus niet onwillig en Zijns ondanks<br />
gestorven is, maar dat Hij Zichzelf vrijwillig tot in <strong>de</strong> dood verne<strong><strong>de</strong>r</strong><strong>de</strong>.<br />
(Lansbergen. Want wanneer <strong>de</strong> <strong>Evangelist</strong>en getuigen, dat Hij <strong>de</strong> soldaten<br />
tegemoet ging, toen zij kwamen om Hem gevangen te nemen (Joh. 18 : 4) en voor<br />
Pilatus stond om het oor<strong>de</strong>el in ontvangst te nemen, zon<strong><strong>de</strong>r</strong> voor Zichzelf tot Zijn<br />
verontschuldiging en loslating te spreken (Joh. 18 : 33-38, en 19 : 9), wat geven zij<br />
daar dan an<strong><strong>de</strong>r</strong>s door te kennen, dan dat Hij vrijwillig sterven wil<strong>de</strong>? En <strong>de</strong><br />
Apostel (Hebr. 10 : 7) wijst met nadruk op Christus' vrijwillig lij<strong>de</strong>n en sterven, als<br />
hij <strong>de</strong> Messias op grond van Psalm 40 : 8v. als volgt spreken<strong>de</strong> invoert: „Zie, Ik<br />
kom; in <strong>de</strong> rol <strong>de</strong>s boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God, om Uw<br />
welbehagen te doen; en Uwe Wet is in het mid<strong>de</strong>n Mijns ingewands.” Want indien<br />
Hij door dwang gestorven was, zou Zijn dood geen gehoorzaamheid geweest zijn,<br />
en bijgevolg zou ze ons niet van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n hebben kunnen verlossen. Maar nu is<br />
Hij <strong>de</strong> Va<strong><strong>de</strong>r</strong> gehoorzaam geweest tot <strong>de</strong> dood, ja <strong>de</strong> dood <strong>de</strong>s kruises. Daarom is<br />
er geen twijfel aan, of Hij heeft ons door <strong>de</strong>ze gehoorzaamheid rechtvaardig<br />
gemaakt; zoals <strong>de</strong> Apostel leert, als hij (Rom. 5 : 19) zegt: „Want gelijk door <strong>de</strong><br />
ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn gewor<strong>de</strong>n,<br />
alzo zullen ook door <strong>de</strong> gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld<br />
wor<strong>de</strong>n").<br />
2. Waarom het nodig was, dat Christus voor ons stierf.<br />
Het is — opdat Christus voor onze zon<strong>de</strong>n voldoen zou — nodig geweest, dat Hij<br />
niet alleen moest lij<strong>de</strong>n, maar ook <strong>de</strong> dood sterven.<br />
A. Om <strong>de</strong> rechtvaardigheid Gods, d.w.z. opdat aan Gods rechtvaardigheid<br />
genoeggedaan zou wor<strong>de</strong>n, welke eiste, dat <strong>de</strong> zondaar vernield zou wor<strong>de</strong>n. Want<br />
<strong>de</strong> krenking van het hoogste Goed moet ook met <strong>de</strong> hoogste straf, d.w.z. met <strong>de</strong><br />
uiterste vernieling <strong><strong>de</strong>r</strong> zondigen<strong>de</strong> natuur gestraft wor<strong>de</strong>n; zoals er geschreven<br />
staat, Rom. 6 : 23: „<strong>De</strong> bezoldiging <strong><strong>de</strong>r</strong> zon<strong>de</strong> is <strong>de</strong> dood.” En Christus had Zich in<br />
onze plaats gesteld. Hij had <strong>de</strong> persoon van <strong>de</strong> zondigen<strong>de</strong> partij aangenomen,<br />
d.w.z. van ons, die gezondigd had<strong>de</strong>n, en niet alleen <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke, maar ook <strong>de</strong><br />
eeuwige dood verdiend had<strong>de</strong>n. Zo kan Hij aan God niet an<strong><strong>de</strong>r</strong>s genoegdoen dan<br />
door <strong>de</strong> dood. Zulk een groot kwaad is <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>, dat ze naar Gods rechtvaardigheid<br />
<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke en eeuwige vernieling van <strong>de</strong> zondaar verdient.<br />
Tegenwerping. Maar indien dan <strong>de</strong> éne mens voor <strong>de</strong> an<strong><strong>de</strong>r</strong> gestorven ware?<br />
Antwoord. Het was nodig, dat niet maar een bloot mens, maar dat <strong>de</strong> Zone Gods,<br />
God én Mens, voor <strong>de</strong> mensen stierf, opdat het een genoegzame verlossing zijn<br />
zou. Want geen enkel schepsel zou zo'n straf hebben kunnen verdragen, die wel<br />
tij<strong>de</strong>lijk was, maar even zwaar als een eeuwige.<br />
Om <strong>de</strong> waarheid Gods, d.w.z. opdat aan Gods waarachtigheid zou voldaan wor<strong>de</strong>n,<br />
Die gezegd had, dat Hij <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n met vernieling van <strong>de</strong> zondaar straffen zou.<br />
Gen. 2 : 17: „Ten dage als gij daarvan eet, zult gij <strong>de</strong>n dood sterven.” <strong>De</strong>ze<br />
bedreiging moest volbracht wor<strong>de</strong>n, nadat het gebod <strong>over</strong>tre<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> zon<strong>de</strong><br />
begaan was.<br />
Tegenwerping. Maar Adam is niet da<strong>de</strong>lijk op diezelf<strong>de</strong> dag nog gestorven,<br />
als hij <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> gedaan had. Dus dan is het niet om het verbreken van dit gebod,