03.11.2014 Views

T5 - Trinicom

T5 - Trinicom

T5 - Trinicom

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>T5</strong> - Sitemanager<br />

Handleiding voor beheerders<br />

Auteur: <strong>Trinicom</strong><br />

Datum: April 2010<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2


<strong>Trinicom</strong> Group B.V. (c)<br />

Lathmerweg 5 • 7384 AD Wilp • The Netherlands<br />

T +31 (0)571 26 82 60 • F +31 (0)571 26 82 61<br />

<strong>Trinicom</strong> België N.V.<br />

Bosstraat 54 bus 5 • 3560 Lummen • België<br />

T +32 (0)13 292 777 • F +32 (0)13 292 778<br />

E info@trinicom.be • I www.trinicom.be<br />

<strong>Trinicom</strong> Nederland B.V.<br />

Lathmerweg 5 • 7384 AD Wilp (Gld.) • Nederland<br />

T +31 (0)571 26 82 60 • F +31 (0)571 26 82 61<br />

I www.trinicom.nl


Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

iii<br />

Over deze handleiding 9<br />

Overzicht 9<br />

Doelgroep 9<br />

Gebruik 9<br />

Conventies 10<br />

Typografische conventies 10<br />

Symbolische conventies 10<br />

Basishandelingen 11<br />

Toegang krijgen 11<br />

Onderdelen van het scherm 11<br />

Bewerkingen uitvoeren 12<br />

Inleiding 13<br />

Over <strong>T5</strong> 13<br />

Betere service tegen lagere kosten met <strong>T5</strong> 13<br />

Web selfservice 13<br />

E-mail response management 13<br />

Call management 13<br />

Service chat 13<br />

Baliebezoek, post en fax 14<br />

eMailing 14<br />

Campagnes 14<br />

Event Service 14<br />

Over de Sitemanager 14<br />

Over de Servicemanager 14<br />

Over het Portaal 15<br />

Kennisbank 17<br />

Overzicht van kennis-items 17<br />

Kennis-items aanmaken 17<br />

Kennis-items voor menu’s 17<br />

Kennis-items voor oplossingen 21<br />

Kennis-items voor links 22<br />

Kennis-items zoeken 23<br />

Kennis-items bewerken 24<br />

Soorten kennis-items herkennen 24<br />

Contacten toevoegen aan de lijst met FAQ’s 25<br />

Kennisgids 25<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

iii


Topterm toevoegen of wijzigen 26<br />

NNarrowterm of operator aan een topterm koppelen 27<br />

Kennis-item aan kennisgidsdefinitie koppelen 27<br />

Kennisgidsdialoog aanpassen 28<br />

Configuratie - Instellingen 31<br />

Rating 31<br />

Pagina's 31<br />

Opmaak 34<br />

Parameters 35<br />

Tabblad Portaal 36<br />

Symbolen voor kennis-items 36<br />

Inlogprocedure voor bezoekers 36<br />

Formaat en functie van pop-upvensters 37<br />

Beginpagina voor bezoekers 38<br />

Cookies 41<br />

Bronnen 41<br />

Tabblad Servicemanager 42<br />

Weergave van de kennisbank 42<br />

Servicemanager instellen 44<br />

Outbound instellingen 47<br />

Configuratie - Tabellen 49<br />

Gebruikersgroepen 49<br />

Gebruikersgroepen invoeren en wijzigen 49<br />

Categorieën en producten 49<br />

Categorieën invoeren en wijzigen 50<br />

Producten invoeren en wijzigen 51<br />

Profieltabel 1 en Profieltabel 2 51<br />

Afdelingen 51<br />

Responstijden en escalatiemomenten 51<br />

Afdelingen invoeren 52<br />

Trefwoorden toewijzen aan afdelingen 53<br />

Contacttype, contacturgentie en contactstatus 54<br />

Contacturgentie definiëren 54<br />

Talen 55<br />

Trefwoorden en synoniemen 55<br />

Trefwoorden gebruiken om contacten toe te wijzen 57<br />

Responstijden 57<br />

Onderwerpen 58<br />

Bronnen 41<br />

Buttons Servicemanager 58<br />

Ongewenste domeinnamen 59<br />

Bijlagen 59<br />

Landen 60<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

iv


Chat Urls 60<br />

Tabs outbound contact 60<br />

Skills 60<br />

Campagne statussen 61<br />

Tabs outbound verrijken 61<br />

Kennisdialogen 62<br />

Webcontactformulieren 63<br />

Webcontactformulier toevoegen of wijzigen 63<br />

Objecten van anonieme of niet-anonieme variant definiëren 64<br />

Configuratie - E-mail 67<br />

E-mail configureren 67<br />

Afzenderaccounts 68<br />

Inleesaccounts 69<br />

Inkomende e-mail routeren 69<br />

Inleesaccounts instellen 69<br />

Mailtemplates 71<br />

Alternatieve templates gebruiken 73<br />

Klanten die hetzelfde e-mailadres gebruiken 73<br />

Ongewenste e-mail 74<br />

Logging 74<br />

eMailing 74<br />

eMailing Logging 75<br />

Brief templates en Fax templates 75<br />

eMail templates 76<br />

Configuratie - Gebruikers 79<br />

<strong>T5</strong>-beheerders 79<br />

Servicemedewerkers 79<br />

Trefwoorden toewijzen aan servicemedewerkers 82<br />

Klanten (particuliere bezoekers) 83<br />

Bedrijven 83<br />

Bedrijf invoeren 83<br />

Bedrijf wijzigen 85<br />

Alleen domeinnamen wijzigen 85<br />

Contactpersonen 85<br />

Configuratie - Formulieren 87<br />

Nieuw formulier maken 87<br />

Bestaand formulier wijzigen 88<br />

Afsluitscherm 88<br />

Post-chat formulier 88<br />

Rapportage van het formuliergebruik 89<br />

Configuratie - Campaigns 91<br />

Campagne overzicht 91<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

v


Campagne toevoegen of wijzigen 91<br />

Campagne-instellingen opgeven of wijzigen 91<br />

Tabblad Details 91<br />

Tabblad Scripts 92<br />

Tabblad Agenten 93<br />

Tabblad Bellijst 93<br />

Tabblad Beldagen 94<br />

Belprioriteit 94<br />

Verrijkprioriteit 95<br />

Overige instellingen voor campagnes 95<br />

Belresultaten 96<br />

Configuratie - Scripts 97<br />

Stappen voor het maken van scripts 97<br />

Script aanmaken 97<br />

Nodes schrijven 97<br />

Nodes koppelen en script controleren 99<br />

Script valideren 100<br />

Script activeren 100<br />

Bestaand script kopiëren 100<br />

Configuratie - Event Service 101<br />

Events, consumenten en abonnementen 101<br />

Consumenten aanmelden en abonneren op events 101<br />

Event Service en consumenten monitoren 102<br />

Onderhoud 105<br />

Gegevens verwijderen 105<br />

Bezoekers, bezoekhistorie, zoekzinnen en ratings verwijderen 105<br />

Contacten zoeken en vervolgens verwijderen of wijzigen 106<br />

Analyse 109<br />

Belangrijke opmerkingen 109<br />

Systeem- en softwarevereisten 109<br />

Qlickview 109<br />

Pop-up-/downloadblokkering 109<br />

F11 - Volledig scherm (Internet Explorer) 109<br />

Basisinformatie over Analyse 109<br />

Perspectieven en views 109<br />

KPI-referentiewaarden 110<br />

Detailniveau en actualiteit van de gegevens 111<br />

Configuratie van Analyse 111<br />

KPI's instellen 111<br />

Andere configuratie-instellingen 112<br />

Afdelingen 112<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

vi


Medewerkers 112<br />

Beschikbare informatie 113<br />

Definities 113<br />

Responstijd, doorlooptijd en bewerkingstijd 114<br />

Navigatie 114<br />

Werkbladen 116<br />

Gebruik van Analyse 125<br />

Vergrendelde contacten 126<br />

Gegevens selecteren 127<br />

Meters 127<br />

Staafgrafieken 128<br />

Tabellen 128<br />

Trendlijnen 129<br />

Cirkelgrafieken 129<br />

Veelvoorkomende problemen 131<br />

Bijlage A - Tips en trucs 133<br />

Volgorde van eerste configuratie 133<br />

Variabelen voor mailtemplates 134<br />

Variabelen voor brief-, fax-, eMail- en eMailing-templates 145<br />

Variabelen voor scripts en tabs outbound contact 148<br />

Variabelen voor Servicemanager-knoppen 151<br />

Het gebruik van URL-parameters 154<br />

Index 157<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

vii


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

viii


Over deze handleiding<br />

Overzicht<br />

In deze handleiding vindt u informatie over de configuratie en het beheer van <strong>Trinicom</strong> 5 (<strong>T5</strong>). De<br />

hoofdstukken waaruit de handleiding bestaat, zijn als volgt ingedeeld:<br />

• Basishandelingen bevat een beschrijving van veelvoorkomende handelingen in <strong>T5</strong>.<br />

• Inleiding bevat een algemene beschrijving van <strong>T5</strong>; van de Sitemanager, de beheer- en<br />

configuratieapplicatie van <strong>T5</strong>; en van de Servicemanager, de applicatie van <strong>T5</strong> die wordt gebruikt om<br />

vragen van bezoekers te beantwoorden.<br />

• In Kennisbank wordt beschreven hoe u de kennisbank opbouwt en aanvult.<br />

• In de diverse Configuratiehoofdstukken wordt beschreven hoe u <strong>T5</strong> inricht.<br />

• In Onderhoud wordt beschreven hoe u het systeem opschoont.<br />

• Analyse geeft instructies voor het analyse-onderdeel van <strong>T5</strong>.<br />

• Veelvoorkomende problemen bevat een lijst van veelvoorkomende problemen met de bijbehorende<br />

oplossingen.<br />

• Bijlage A bevat handige tips voor ervaren gebruikers van <strong>T5</strong>.<br />

Doelgroep<br />

Deze handleiding is bedoeld voor beginnende en gevorderde gebruikers van <strong>T5</strong> Sitemanager, de beheer- en<br />

configuratieapplicatie van <strong>T5</strong>. Deze gebruikers worden <strong>T5</strong>-beheerders genoemd. Bij het opstellen van de<br />

handleiding is uitgegaan van een redelijke basiskennis van webtechnieken en -procedures.<br />

Het hoofdstuk Analyse is bedoeld voor managers en supervisors van het contactcenter. Een goede<br />

kennis van de terminologie van <strong>T5</strong> en enige bekendheid met analyse en termen als KPI, First Contact<br />

Resolution en First Line Resolution worden verondersteld.<br />

Deze handleiding is niet bedoeld voor servicemedewerkers. Servicemedewerkers zijn gebruikers van de<br />

Servicemanager, de applicatie van <strong>T5</strong> die wordt gebruikt om vragen van bezoekers (contacten) te verwerken.<br />

Uitgebreide informatie over de Servicemanager vindt u elders.<br />

Gebruik<br />

Deze handleiding is opgebouwd op basis van de volgorde van de knoppen op de knoppenbalk onder in het<br />

scherm van <strong>T5</strong> Sitemanager.<br />

Beginnende gebruikers kunnen de handleiding van het begin tot het einde doorlezen, voor een compleet<br />

overzicht van de mogelijkheden.<br />

Voor meer ervaren gebruikers bieden de inhoudsopgave en de index snel toegang tot de gewenste informatie.<br />

De knoppen Rapportage, en Service portal worden niet beschreven in deze handleiding. Met deze knoppen<br />

kunt u respectievelijk rapporten opvragen en het Web selfservice-portaal van <strong>Trinicom</strong> openen (mits u<br />

beschikt over een internetverbinding vanuit de Sitemanager). Meer informatie over deze knoppen vindt u<br />

elders.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

9


Conventies<br />

In deze handleiding worden de volgende tekstuele, typografische en symbolische conventies gebruikt om de<br />

informatie zo duidelijk mogelijk te maken:<br />

Typografische conventies<br />

Vetgedrukte woorden zijn namen van menu's, velden, opties en andere schermonderdelen van <strong>T5</strong>. Ook<br />

gegevens die u zelf invoert, zijn vetgedrukt.<br />

Symbolische conventies<br />

Na dit symbool volgt een tip<br />

Na dit symbool volgt een waarschuwing<br />

Na dit symbool volgt een verwijzing naar aanvullende informatie<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

10


Basishandelingen<br />

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste basishandelingen in <strong>T5</strong> beschreven. Het is handig als u bekend bent<br />

met deze procedures voordat u begint het programma te configureren of te gebruiken.<br />

Toegang krijgen<br />

U krijgt als volgt toegang tot de Sitemanager van <strong>T5</strong>:<br />

1. Open uw webbrowser.<br />

2. Typ de URL van <strong>T5</strong> Sitemanager op de adresregel van uw browser:<br />

/sitemanager<br />

Als <strong>T5</strong> op uw eigen webserver is geïnstalleerd, heeft uw systeembeheerder een URL (Uniform<br />

Resource Locator) aan <strong>T5</strong> toegekend. Als <strong>T5</strong> op een webserver van <strong>Trinicom</strong> is geïnstalleerd, heeft<br />

<strong>Trinicom</strong> een URL toegekend. Raadpleeg uw systeembeheerder voor meer informatie.<br />

3. Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord voor de netwerkserver waarop <strong>T5</strong> is geïnstalleerd. Deze<br />

gegevens kunt u opvragen bij uw systeembeheerder.<br />

4. Typ de standaard gebruikersnaam en het standaard wachtwoord voor de Sitemanager van <strong>T5</strong>. Deze<br />

gegevens krijgt u aangeleverd bij de installatie van <strong>T5</strong>.<br />

Eenmaal per twee weken verschijnt na het inloggen een scherm waarin u wordt gevraagd om aan te geven of<br />

u tevreden bent over de producten en diensten van <strong>Trinicom</strong>. <strong>Trinicom</strong> gebruikt uw feedback om u beter van<br />

dienst te kunnen zijn.<br />

U kunt ook tussentijds uw tevredenheid over <strong>Trinicom</strong> aangeven door te klikken op de smiley-knop<br />

bovenste balk in de Sitemanager, rechts bovenin naast (de afkorting van) uw naam.<br />

Nadat u bent ingelogd met de standaardgegevens, kunt u de inloggegevens wijzigen. Zie <strong>T5</strong>-<br />

beheerders op pagina 79 voor meer informatie.<br />

in de<br />

Onderdelen van het scherm<br />

Nadat u bent ingelogd, wordt de Sitemanager geopend. Het scherm bestaat uit de volgende onderdelen:<br />

1. Bovenin een balk met (een afkorting van) uw naam en de knop waarmee u het programma<br />

kunt afsluiten.<br />

2. Onderin de knoppenbalkmet knoppen om naar de hoofdmenu’s te navigeren.<br />

3. Links het navigatievenster met de menu's die beschikbaar zijn in het geselecteerde hoofdmenu.<br />

4. Het hoofdvenster. Direct na het inloggen verschijnt hier een overzicht met een klantcontactanalyse,<br />

het aantal klanten, systeeminformatie en het aantal contacten. Dit overzicht verdwijnt zodra u een<br />

submenu selecteert. In het hoofdvenster worden dan de menuopties en -velden weergegeven.<br />

5. De menubalk in het hoofdvenster.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

11


U opent een menu door op de knoppenbalk op de knop voor het gewenste hoofdmenu te klikken, en<br />

vervolgens in het navigatievenster op de menunaam te klikken. Menu's die uit submenu's bestaan, hebben<br />

een puntig haakje naar rechts achter de naam. Klik eerst op de menunaam om de submenu's weer te geven<br />

en klik vervolgens op de naam van het gewenste submenu om het te openen.<br />

Bewerkingen uitvoeren<br />

U kunt in het hoofdvenster op drie manieren bewerkingen uitvoeren:<br />

• Door tekst in te voeren in een veld.<br />

• Door een keuze te maken uit een keuzelijst (klik op ).<br />

• Door een item te selecteren en te klikken op een van de opties in de menubalk (zoals Tonen,<br />

Toevoegen, Wijzigen, Verwijderen, Kopiëren, Knippen, Omhoog/Omlaag verplaatsen). De<br />

beschikbare opties verschillen per menu.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

12


Inleiding<br />

Over <strong>T5</strong><br />

<strong>Trinicom</strong> is de marktleidende software-aanbieder in Europa op het gebied van het afhandelen van<br />

klantcontacten op call- en contactcenters. <strong>Trinicom</strong> heeft meer dan 200 klanten. Door gebruik te maken van<br />

de technologie van <strong>Trinicom</strong> kunt u de service aan uw klanten verbeteren, de interne organisatie beter<br />

ondersteunen en aanzienlijk besparen op de kosten. Met <strong>Trinicom</strong> 5 (<strong>T5</strong>), de opvolger van het succesvolle<br />

eService Center, zet <strong>Trinicom</strong> een innovatieve stap richting nog effectievere service en tevreden klanten.<br />

Betere service tegen lagere kosten met <strong>T5</strong><br />

De resultaten die u met de inzet van <strong>T5</strong> kunt behalen, zijn enorm. De kern van <strong>T5</strong> is een centrale kennisbank<br />

met alle vragen en antwoorden die u over alle klantcontactkanalen gebruikt. Daarmee bewerkstelligt u een<br />

uniforme uitstraling naar de klant en een consistente beantwoording van vragen. Klanten waarderen uw<br />

onderneming daardoor positiever, waardoor zij sneller geneigd zijn bij hun volgende aankoop weer bij u aan te<br />

kloppen. Tegelijkertijd dalen de totale kosten van het klantcontact. Door de inzet van een intelligente<br />

combinatie van on-line service en persoonlijk contact met het contactcenter, bereikt u een forse daling in het<br />

volume van binnenkomende contacten per e-mail en telefoon (gemiddeld 20 tot 50%). Op<br />

http://www.trinicom.nl kunt u in een aantal case studies lezen wat onze klanten hebben bereikt.<br />

Web selfservice<br />

Met de module Web selfservice biedt u 24/7 klantenservice via het internet. De centrale kennisbank van <strong>T5</strong><br />

publiceert u met één druk op de knop op uw website zodat klanten daar in het vervolg snel en gemakkelijk het<br />

antwoord op hun vraag kunnen vinden. <strong>T5</strong> zorgt er middels een geheel vernieuwde matching-technologie voor<br />

dat de vraag van de klant wordt begrepen en dat direct het juiste antwoord wordt getoond. Is er geen antwoord<br />

beschikbaar, dan kan de klant een e-mail sturen.<br />

E-mail response management<br />

Voor het afhandelen van e-mails worden vaak nog systemen gebruikt die oorspronkelijk bedoeld zijn als<br />

persoonlijke e-mail client (bijv. Microsoft Outlook). De module E-mail response management zorgt ervoor dat<br />

e-mails worden gerouteerd naar de juiste afdeling/persoon en worden voorzien van een responstijd. Zodoende<br />

kunt u nooit e-mails kwijtraken en wordt het serviceniveau constant bewaakt. De centrale kennisbank van <strong>T5</strong><br />

wordt gebruikt om veelgestelde vragen te kunnen voorzien van een standaardantwoord. Spellingcontrole in<br />

combinatie met templates zorgen ervoor dat de communicatie met uw klanten gestructureerd en foutloos<br />

verloopt.<br />

Call management<br />

Het telefonisch beantwoorden van vragen is de duurste vorm van klantcontact. Dus hoe beter de informatie<br />

voor het afhandelen van een vraag beschikbaar is, hoe korter en dus goedkoper het contact is. En dat is exact<br />

wat u met <strong>T5</strong> bereikt. De centrale kennisbank van <strong>T5</strong> ondersteunt uw servicemedewerkers bij het vinden van<br />

het juiste antwoord. Voor complexe vragen kunt u scripts maken om de servicemedewerker en de klant<br />

professioneel te ondersteunen.<br />

Service chat<br />

In opkomst is het verlenen van service via chat. Vandaar dat <strong>T5</strong> nu al is uitgerust met een rijk scala aan<br />

functionaliteiten op het gebied van chat. Net als bij alle andere modules van <strong>T5</strong> wordt ook tijdens het chatten<br />

de centrale kennisbank gebruikt om snel en foutloos antwoord te kunnen geven op vragen. Mocht uw<br />

servicemedewerker het antwoord op een vraag niet weten dan kan deze chat worden doorgezet naar de<br />

tweede lijn. Een servicemedewerker kan meerdere chats tegelijkertijd uitvoeren en wordt daarmee direct zeer<br />

efficiënt.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

13


Baliebezoek, post en fax<br />

Vanzelfsprekend kunt u <strong>T5</strong> ook gebruiken als uw klanten vragen stellen aan een baliemedewerker of een brief<br />

of fax sturen. Voor de meeste scanoplossingen zijn adapters beschikbaar.<br />

eMailing<br />

Met de module eMailing kunt u één bericht naar meerdere personen sturen: een mailing per e-mail. U maakt<br />

een template-bericht en selecteert de geadresseerden handmatig of groepsgewijs. De verzonden berichten<br />

worden opgeslagen ten behoeve van de klantcontacthistorie. Deze module stelt u in staat om snel in te spelen<br />

op actuele kwesties.<br />

Campagnes<br />

Met de module Campagnes kunt u telemarketingcampagnes opzetten. U maakt belscripts, selecteert de<br />

klanten die moeten worden gebeld, geeft aan welke servicemedewerkers op welke campagnes moeten<br />

worden ingezet, en stelt campagneparameters in zoals wanneer de campagnes moeten plaatsvinden, welke<br />

campagne de hoogste prioriteit heeft en dergelijke.<br />

Event Service<br />

De gegevens uit <strong>T5</strong> kunnen nodig zijn voor andere applicaties, zoals een ERP-systeem. Periodiek,<br />

bijvoorbeeld 's nachts, vragen deze externe applicaties gegevens op uit <strong>T5</strong>. Met de module Event Service<br />

kunt u real-time informatie doorgeven aan andere applicaties, in plaats van te wachten tot de informatie wordt<br />

opgevraagd.<br />

Over de Sitemanager<br />

De Sitemanager is de beheer- en configuratieapplicatie van <strong>T5</strong>. Alleen beheerders van <strong>T5</strong> hebben toegang<br />

hiertoe.<br />

In de Sitemanager kunt u <strong>T5</strong> configureren voor gebruik binnen uw organisatie. Hier richt u het systeem in en<br />

onderhoudt u het, beheert u de kennisbank, past u de gebruikersinterface aan en bepaalt u de afhandeling van<br />

vragen (contacten).<br />

Verder kunt u met de Sitemanager rapporten en analyses opvragen. Het opvragen van rapporten wordt niet<br />

beschreven in deze handleiding.<br />

Over de Servicemanager<br />

De Servicemanager is de applicatie van <strong>T5</strong> die wordt gebruikt om vragen van bezoekers te beantwoorden.<br />

Alleen servicemedewerkers en <strong>T5</strong>-beheerders hebben toegang hiertoe. De <strong>T5</strong>-beheerder voegt de<br />

servicemedewerkers aan het systeem toe en kent hen rechten toe.<br />

De Servicemanager bevat onder meer functies voor het bekijken, selecteren, behandelen en invoeren van<br />

contacten (vragen). Het bovenste deelvenster van het beginscherm van de Servicemanager bevat een<br />

overzicht van contacten die aan de ingestelde filtercriteria voldoen. Als de servicemedewerker op één van de<br />

contacten in het overzicht klikt, verschijnt in het onderste deelvenster (het behandelvenster) links het<br />

geselecteerde contact en rechts de bijbehorende notities voor intern gebruik. Via de menubalk boven in het<br />

behandelvenster kan onder meer het contact in behandeling worden genomen, worden doorgestuurd naar een<br />

collega of gekoppeld aan een case.<br />

In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van het scherm van de Servicemanager.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

14


Als een servicemedewerker een contact in behandeling neemt, wordt in eerste instantie een trefwoord-scan<br />

uitgevoerd: in de vraag van de bezoeker wordt gezocht naar bepaalde trefwoorden. Vervolgens wordt in de<br />

kennisbank gezocht naar teksten met deze trefwoorden. De resultaten worden in een pop-upscherm getoond.<br />

De servicemedewerker bepaalt vervolgens welk antwoord het meest passend is.<br />

Servicemedewerkers kunnen ook zelf contacten invoeren, bijvoorbeeld na het telefonisch beantwoorden van<br />

een vraag die mogelijk voor andere bezoekers ook interessant is. Vaak wordt ook een nieuw contact<br />

aangemaakt wanneer een servicemedewerker na een zoekactie geen bevredigend antwoord heeft gevonden<br />

op een vraag van een bezoeker.<br />

In deze handleiding wordt niet verder ingegaan op de specifieke functies van de Servicemanager.<br />

Over het Portaal<br />

Het Portaal is de applicatie van <strong>T5</strong> waarmee bezoekers zelf het antwoord op hun vragen kunnen opzoeken. In<br />

het Portaal wordt de kennisbank van <strong>T5</strong> beschikbaar gemaakt op een internetpagina. Met het Portaal kan de<br />

bezoeker:.<br />

• Navigeren door en zoeken in een database met vragen en antwoorden.<br />

• Overzichten opvragen van nieuwe, recent gewijzigde en meestgestelde vragen.<br />

• Contact opnemen met uw organisatie via een webformulier of een chat-aanvraag.<br />

In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van het scherm van het Portaal.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

15


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

16


Kennisbank<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn met de knop Kennisbank op de knoppenbalk.<br />

Beschreven wordt hoe u een kennisbank opzet door kennis-items te definiëren. Een kennis-item kan bestaan<br />

uit een menukeuze, een koppeling tussen een vraag (van een bezoeker) en een antwoord (van <strong>T5</strong>) of een<br />

verwijzing naar een interne of externe webpagina. Met het definiëren van kennis-items legt u de structuur van<br />

<strong>T5</strong> voor bezoekers en servicemedewerkers vast.<br />

Verder wordt beschreven hoe u de inhoud van de kennisbank onderhoudt en hoe u de kennisbank aanvult met<br />

door servicemedewerkers voorgedragen vragen en antwoorden.<br />

Tot slot vindt u informatie over de kennisgids. De kennisgids stelt u in staat om op basis van de zoekopdracht<br />

direct het resultaat ervan te tonen of, indien er meerdere mogelijke resultaten zijn, aanvullende vragen en<br />

keuzemogelijkheden voor te leggen aan de bezoeker of servicemedewerker. Op deze manier wordt het<br />

zoekresultaat van de zoekopdracht verfijnd.<br />

Overzicht van kennis-items<br />

Wanneer u het menu Kennis-items van de knop Kennisbank opent, verschijnt een venster dat in twee delen is<br />

verdeeld. Het bovenste gedeelte toont een overzicht van bestaande kennis-items, hiërarchisch gerangschikt<br />

in een boomstructuur. In het onderste gedeelte worden de eigenschappen getoond van het kennis-item dat u in<br />

het bovenste gedeelte hebt geselecteerd. U kunt op de knop Afdrukken klikken om de eigenschappen van het<br />

kennis-item af te drukken.<br />

Als u de eigenschappen van het geselecteerde kennis-item in een andere taal wilt tonen, klikt u op de afkorting<br />

van de gewenste taal in de rechterbovenhoek van het onderste gedeelte van het venster.U kunt ook het<br />

overzicht van kennis-items in het bovenste gedeelte in een andere taal tonen. Klik hiervoor op de afkorting van<br />

de gewenste taal in de rechterbovenhoek van het venster. Bij het zoeken of wijzigen van kennis-items wordt<br />

de taal gebruikt die u hebt geselecteerd.<br />

Kennis-items aanmaken<br />

<strong>T5</strong> kent drie soorten kennis-items: voor menukeuzes, voor oplossingen en voor links. In de volgende<br />

paragrafen wordt uitgelegd hoe u deze kennis-items aanmaakt en definieert.<br />

Kennis-items voor menu’s<br />

Als een bezoeker een menukennis-item selecteert, verschijnt er een lijst (menu) met opties. Door te klikken<br />

op een van de opties krijgt de bezoeker toegang tot het volgende niveau in de menustructuur. Dit kan een<br />

antwoord op de vraag zijn (oplossingskennis-items), een webpagina (linkkennis-items) of een volgende lijst<br />

(menukennis-items), met opnieuw verschillende opties. Door steeds de gewenste optie(s) te selecteren vindt<br />

de bezoeker uiteindelijk het antwoord op zijn vraag.<br />

U maakt een menukennis-item als volgt aan:<br />

1. Open het menu Kennis-items van de knop Kennisbank. In het hoofdvenster verschijnen de<br />

bestaande kennis-items, hiërarchisch gerangschikt.<br />

2. Klik op het kennis-item waaronder u een nieuw kennis-item wilt aanmaken. De naam van het<br />

geselecteerde kennis-item wordt rood weergegeven.<br />

3. Klik op Toevoegen in de menubalk. Er verschijnt een formulier.<br />

4. Klik boven aan het formulier op de tab Menu. Het formulier ziet er nu als volgt uit:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

17


5. Vul de gegevens voor het nieuwe kennis-item in met behulp van de volgende tabel.<br />

Veld<br />

Tekst kennis-item<br />

Onderwerp<br />

Actief bij zoeken<br />

Introductietekst<br />

Trefwoorden<br />

Beschrijving<br />

Geef hier de titel van het menukennis-item op, bijvoorbeeld Word.<br />

Selecteer hier het onderwerp waarop het kennis-item betrekking heeft,<br />

bijvoorbeeld Applicaties (zie Onderwerpen op pagina 58).<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt het kennis-item gevonden bij zoekacties<br />

op basis van hele zinnen, trefwoorden en in de Servicemanager.<br />

Geef hier de inleidende tekst van het menukennis-item op, bijvoorbeeld<br />

Wat is uw Word-probleem?<br />

Hier kunt u trefwoorden aan het kennis-item koppelen die op basis van de<br />

tekst van het kennis-item niet automatisch gekoppeld zouden worden.<br />

Vragen die bezoekers op de site invoeren en binnenkomende contacten die<br />

servicemedewerkers ontvangen, worden doorzocht op basis van de<br />

trefwoordenlijst, waarna een suggestie wordt gedaan voor een antwoord of<br />

oplossing. Aan de vraag Hoe kan ik Word upgraden? zou u bijvoorbeeld het<br />

trefwoord Handleiding (met synoniem Help) kunnen koppelen. Als<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

18


Veld<br />

Beschrijving<br />

vervolgens in een ingetypte vraag of binnenkomend contact het woord<br />

handleiding (of Help) voorkomt, verschijnt het huidige kennis-item ook als<br />

mogelijk antwoord voor de bezoeker of als mogelijke oplossing voor de<br />

servicemedewerker.<br />

Klik op het vergrootglas om de lijst met trefwoorden te openen (zie<br />

Trefwoorden en synoniemen op pagina 55). Selecteer in de lijst de<br />

trefwoorden die u wilt koppelen en klik op Akkoord om de selectie te<br />

bevestigen.<br />

Als u Geen contact inschakelt, hebben bezoekers bij dit kennis-item niet de<br />

mogelijkheid om een open vraag (contact) aan te maken. Deze optie wordt<br />

meestal ingeschakeld bij menukennis-items.<br />

Contactmanagement<br />

Als u Contact via menu-URL inschakelt, hebben bezoekers bij dit kennisitem<br />

wel de mogelijkheid om een open vraag (contact) aan te maken. Deze<br />

mogelijkheid wordt aangeboden in de vorm van een optie in het menu. De<br />

tekst van het kennis-item zou in dit geval bijvoorbeeld Stel een vraag aan<br />

de sales-afdeling kunnen zijn. Bij Toewijzing kiest u vervolgens de afdeling<br />

en medewerker die de vraag (het contact) moet behandelen.<br />

Als u Contact via scherm-URL inschakelt, hebben bezoekers bij dit kennisitem<br />

wel de mogelijkheid om een open vraag (contact) aan te maken. Deze<br />

mogelijkheid wordt aangeboden in de vorm van een link onder aan het<br />

menu. Bij Toewijzing kiest u vervolgens de afdeling en medewerker die de<br />

vraag (het contact) moet behandelen.<br />

Chat actief<br />

Webform variant<br />

Gebruikersgroepen<br />

Als u deze optie inschakelt, kan de bezoeker bij dit kennis-item op een<br />

knop klikken om een chatsessie te activeren. Voordat deze knop<br />

verschijnt, controleert het systeem of er een servicemedewerker<br />

beschikbaar is voor de chatsessie.<br />

In dit veld kiest u voor dit kennis-item het formulier dat moet worden<br />

getoond aan de bezoeker. U kunt kiezen uit het standaardformulier of een<br />

variant. De varianten maakt u aan in het submenu Webcontactformulieren<br />

(zie Webcontactformulieren op pagina 63).<br />

Selecteer hier de gebruikersgroepen waaraan u het kennis-item wilt<br />

koppelen (zie ook Gebruikersgroepen op pagina 49). Het kennis-item zal<br />

alleen worden getoond aan bezoekers die deel uitmaken van de<br />

geselecteerde gebruikersgroep(en).<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

19


Veld<br />

Categorieën<br />

Producten<br />

Kennis-item<br />

Aangemaakt<br />

Gewijzigd<br />

Beschrijving<br />

Selecteer hier de categorieën waaraan u het kennis-item wilt koppelen (zie<br />

ook Categorieën invoeren en wijzigen op pagina 50). Het kennis-item zal<br />

alleen worden getoond aan bezoekers die de betreffende categorieën<br />

hebben geselecteerd in hun profiel (zie Inlogprocedure voor bezoekers op<br />

pagina 36).<br />

Selecteer hier de producten waaraan u het kennis-item wilt koppelen (zie<br />

ook Producten invoeren en wijzigen op pagina 51). Het kennis-item zal<br />

alleen worden getoond aan bezoekers die de betreffende producten hebben<br />

geselecteerd in hun profiel (zie Inlogprocedure voor bezoekers op pagina<br />

36).<br />

Als u bijvoorbeeld product A en product B van categorie 1 selecteert,<br />

wordt het kennis-item getoond aan bezoekers die product A óf product B<br />

in hun profiel hebben geselecteerd. Als u product A van categorie 1 en<br />

product B van categorie 2 selecteert, wordt het kennis-item alleen<br />

getoond aan bezoekers die zowel product A als product B in hun profiel<br />

hebben geselecteerd.<br />

Hier wordt het nummer van het kennis-item weergegeven.<br />

Hier worden de datum en tijd weergegeven waarop het kennis-item is<br />

aangemaakt, met daarachter de initialen van de auteur.<br />

Hier worden de datum en tijd weergegeven waarop het kennis-item is<br />

gewijzigd, met daarachter de initialen van de <strong>T5</strong>-beheerder.<br />

Hier wordt de oorsprong van het kennis-item weergegeven. Er zijn vier<br />

mogelijkheden:<br />

Beheerder - het kennis-item is aangemaakt door de <strong>T5</strong>-beheerder.<br />

Bron<br />

E-mail - het kennis-item is ontstaan uit een e-mail, die is toegevoegd als<br />

FAQ.<br />

Internet - het kennis-item is ontstaan uit een contact, dat is toegevoegd als<br />

FAQ.<br />

Medewerker - het kennis-item is aangemaakt door een servicemedewerker<br />

op basis van een contact, dat is toegevoegd als FAQ.<br />

External ID<br />

Actief<br />

Hier kunt u een tekst van maximaal 1024 tekens invoeren ter identificatie<br />

van het kennis-item. De waarde die u hier invoert, kunt u gebruiken als<br />

opstartparameter om <strong>T5</strong> op te starten met dit kennis-item. (Zie Variabelen<br />

voor scripts en tabs outbound contact op pagina 148.)<br />

Als u deze optie inschakelt, is het kennis-item beschikbaar.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

20


Veld<br />

Inactief<br />

Periode<br />

Actief bij FAQ<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, is het kennis-item niet beschikbaar. Deze<br />

optie is met name handig als u eerst een aantal kennis-items wilt<br />

aanmaken voordat u deze activeert.<br />

Met deze optie kunt u het kennis-item activeren voor een periode die loopt<br />

van de begindatum die u invoert, tot en met de einddatum die u invoert. Dit<br />

is met name handig bij tijdelijke acties of prijzen.<br />

Als u deze optie uitschakelt, zal dit kennis-item nooit in de top-10 van de<br />

FAQ’s staan.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen om de instellingen te bevestigen.<br />

Kennis-items voor oplossingen<br />

Als een bezoeker een oplossingskennis-item selecteert (meestal een vraag), verschijnt er een antwoord<br />

(oplossing).<br />

U maakt een oplossingskennis-item als volgt aan:<br />

1. Open het menu Kennis-items van de knop Kennisbank. In het hoofdvenster verschijnen de<br />

bestaande kennis-items, hiërarchisch gerangschikt.<br />

2. Klik op het kennis-items waaronder u een nieuw kennis-item wilt aanmaken. De naam van het<br />

geselecteerde kennis-item wordt rood weergegeven.<br />

3. Klik op Toevoegen in de menubalk. Er verschijnt een formulier.<br />

4. Klik boven aan het formulier op de tab Oplossing.<br />

5. Vul de gegevens voor het nieuwe kennis-item in. De meeste velden zijn al beschreven bij Kennisitems<br />

voor menu’s op pagina 17. In de volgende tabel vindt u informatie en velden specifiek voor<br />

oplossingskennis-items.<br />

Veld<br />

Tekst kennis-item<br />

Beschrijving<br />

Geef hier de titel van het oplossingskennis-item op. Bij een oplossingskennis-item is<br />

dit meestal een vraag, bijvoorbeeld Hoe moet ik automatisch pagina's nummeren in<br />

Word?.<br />

Oplossing<br />

Typ hier het antwoord op de vraag in de tekst van het kennis-item, bijvoorbeeld Kies<br />

de optie Paginanummers in het Word-menu Invoegen. Er geldt geen lengterestrictie<br />

voor het antwoord.<br />

Edit<br />

Als u hierop klikt, wordt een HTML-editor geopend waarmee u de tekst van de<br />

oplossing kunt invoeren en opslaan. De editor biedt de meest gangbare<br />

opmaakfuncties, die u bijvoorbeeld ook aantreft in Microsoft Word of Frontpage. Om<br />

de editor te kunnen gebruiken, moet u minimaal Microsoft Internet Explorer versie 6<br />

op uw pc hebben geïnstalleerd. Raadpleeg, indien nodig, uw webbeheerder voor<br />

gedetailleerde informatie.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

21


Veld<br />

Spelling<br />

Direct tonen<br />

Actief<br />

Inactief<br />

Rating actief<br />

Beschrijving<br />

Als u hierop klikt, wordt de spelling gecontroleerd van de tekst in het veld Oplossing.<br />

Als u deze optie inschakelt, zien bezoekers na het selecteren van de tekst van het<br />

kennis-item (vraag) direct het antwoord op de vraag.<br />

Als u deze optie inschakelt, is het kennis-item te vinden met behulp van een<br />

zoekactie.<br />

Als u deze optie inschakelt, is het kennis-item niet te vinden met behulp van een<br />

zoekactie. Deze optie is met name handig als u eerst een aantal kennis-items wilt<br />

aanmaken voordat u deze activeert.<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt bezoekers gevraagd een oordeel te geven over<br />

het antwoord. Zie Rating op pagina 31.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen om de instellingen te bevestigen.<br />

Kennis-items voor links<br />

Als een bezoeker een linkkennis-item selecteert, verschijnt er een webpagina van de <strong>T5</strong>-site of een externe<br />

site.<br />

U maakt een linkkennis-item als volgt aan:<br />

1. Open het menu Kennis-items van de knop Kennisbank. In het hoofdvenster verschijnen de<br />

bestaande kennis-items, hiërarchisch gerangschikt.<br />

1. Klik op het kennis-item waaronder u een nieuw kennis-item wilt aanmaken. De naam van het<br />

geselecteerde kennis-item wordt rood weergegeven.<br />

2. Klik op Toevoegen in de menubalk. Er verschijnt een formulier.<br />

3. Klik boven aan het formulier op de tab Link.<br />

4. Vul de gegevens voor het nieuwe kennis-item in. De meeste velden zijn al beschreven bij Kennisitems<br />

voor menu’s op pagina 17. In de volgende tabel vindt u informatie en velden specifiek voor<br />

linkkennis-items.<br />

Veld<br />

Tekst kennis-item<br />

Beschrijving<br />

Geef hier de titel van het linkkennis-item op. Bij een linkkennis-item is dit<br />

meestal een verwijzing naar een site of pagina, bijvoorbeeld Naar de<br />

website van Microsoft.<br />

Externe link<br />

Als u een verwijzing wilt maken naar een externe website, geeft u hier de<br />

volledige URL op. U kunt hier ook verwijzen naar een (toegankelijke)<br />

netwerkschijf, bijvoorbeeld F://.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

22


Veld<br />

Weergave<br />

Beschrijving<br />

Selecteer in de keuzelijst de gewenste weergave van de webpagina<br />

waarnaar u verwijst. Er zijn vier mogelijkheden:<br />

Standaard - de webpagina verschijnt in het frame van het hoofdmenu (waar<br />

meestal de oplossing verschijnt).<br />

Framevullend - de webpagina verschijnt in hetzelfde frame als <strong>T5</strong>. De<br />

zoekopties verdwijnen hiermee van het scherm.<br />

Nieuwe browser - de webpagina verschijnt in een nieuw browservenster.<br />

Maximale browser - de webpagina verschijnt schermvullend in een nieuw<br />

browservenster.<br />

Interne link<br />

Actief<br />

Inactief<br />

Rating actief<br />

Hier kunt u een link opnemen naar een ander kennis-item, waardoor het<br />

mogelijk wordt om kennis-items op verschillende plaatsen te gebruiken<br />

zonder deze steeds opnieuw te moeten invoeren. Klik op het vergrootglas<br />

en selecteer de kennis-items waarnaar u een verwijzing wilt opnemen.<br />

Als u deze optie inschakelt, is het kennis-item te vinden met behulp van een<br />

zoekactie.<br />

Als u deze optie inschakelt, is het kennis-item niet te vinden met behulp van<br />

een zoekactie. Deze optie is met name handig als u eerst een aantal kennisitems<br />

wilt aanmaken voordat u ze activeert.<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt bezoekers gevraagd een oordeel te geven<br />

over het antwoord. Zie Rating op pagina 31.<br />

5. Klik in de menubalk op Toevoegen om de instellingen te bevestigen.<br />

Kennis-items zoeken<br />

U kunt specifieke kennis-items vinden door te zoeken op basis van het nummer van het kennis-item, een of<br />

twee trefwoorden, gebruikersgroep, categorie, product, enzovoort. U kunt ook zoeken op combinaties<br />

daarvan. Daarnaast kunt u aangeven waarin moet worden gezocht, bijvoorbeeld in de tekst van kennis-items,<br />

of in interne of externe links.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het menu Kennis-items van de knop Kennisbank<br />

1. Klik in de menubalk op Zoeken. Boven in het hoofdvenster verschijnt een zoekvenster.<br />

2. Geef de gewenste selectiecriteria op.<br />

3. Klik op Zoeken. Onder de selectiecriteria verschijnt een lijst met kennis-items die voldoen aan de<br />

criteria.<br />

Als u Interne links hebt geselecteerd in de keuzelijst Zoeken in, toont de linkerkolom kennis-item het<br />

ID-nummer van het kennis-item dat een verwijzing bevat naar een ander kennis-item. In de<br />

rechterkolom kennis-item wordt het ID-nummer weergegeven van het kennis-item waarnaar wordt<br />

verwezen. Als u Interne links verwijzingen hebt geselecteerd in de keuzelijst Zoeken in, toont de<br />

linkerkolom kennis-item het ID-nummer van het kennis-item waarnaar een ander kennis-item met een<br />

interne link verwijst. De rechterkolom kennis-item toont het ID-nummer van het kennis-item met de<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

23


interne link. Wanneer dit meerdere kennis-items zijn, worden de ID-nummers gescheiden door een<br />

komma.<br />

4. Selecteer een kennis-item in de lijst en klik in de menubalk op Tonen. U keert terug naar het overzicht<br />

van kennis-items. Het gevonden kennis-item wordt lichtrood weergegeven.<br />

5. Bewerk het kennis-item desgewenst met de opties in de menubalk (zie Kennis-items bewerken op<br />

pagina 24).<br />

Kennis-items bewerken<br />

U kunt als volgt bestaande kennis-items bewerken:<br />

1. Open het menu Kennis-items van de knop Kennisbank.<br />

2. Klik op een kennis-item en klik op een van de opties in de menubalk.<br />

Optie<br />

Beschrijving<br />

Toevoegen Zie Kennis-items aanmaken op pagina 17.<br />

Wijzigen<br />

Verwijderen<br />

Kopiëren<br />

Knippen<br />

Omhoog<br />

Omlaag<br />

Hiermee kunt u de tekst en gegevens van het kennis-item veranderen. Zie<br />

Kennis-items aanmaken op pagina 17 voor informatie over de velden.<br />

Hiermee kunt u een kennis-item verwijderen.<br />

Hiermee kunt u een bestaand kennis-item kopiëren en de kopie een plaats<br />

geven in de structuur. In het venster dat verschijnt, selecteert u het kennis-item<br />

waaronder u de kopie wilt neerzetten. Klik vervolgens in de menubalk boven in<br />

dat venster op Plakken.<br />

Het gekopieerde kennis-item neemt de gebruikersgroep(en) over van het<br />

bovenliggende kennis-item.<br />

Hiermee kunt u een kennis-item op een andere plaats in de structuur<br />

neerzetten. In het venster dat verschijnt selecteert u het kennis-item<br />

waaronder u het kennis-item wilt neerzetten. Klik vervolgens in de menubalk<br />

boven in dat venster op Plakken.<br />

Hiermee verplaatst u een kennis-item één plaats omhoog op hetzelfde niveau.<br />

Hiermee verplaatst u een kennis-item één plaats omlaag op hetzelfde niveau.<br />

Soorten kennis-items herkennen<br />

U kunt de verschillende soorten kennis-items herkennen aan de symbolen bij de naam:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

24


Contacten toevoegen aan de lijst met FAQ’s<br />

Servicemedewerkers kunnen na behandeling van een contact aangeven dat zij dit willen laten opnemen in de<br />

lijst met FAQ's. U, de <strong>T5</strong>-beheerder, bepaalt uiteindelijk welke contacten daadwerkelijk in de lijst worden<br />

opgenomen. Om een contact op te nemen in de lijst met FAQ's gaat u als volgt te werk:<br />

1. Open het menu Contact 2 FAQ van de knop Kennisbank. Boven in het hoofdvenster verschijnt<br />

een zoekvenster.<br />

2. Geef in het zoekvenster de selectiecriteria op. U kunt selecteren op basis van afdeling,<br />

servicemedewerker, status, onderwerp, periode (Datum t/m) en bron. Daarnaast kunt u in de<br />

keuzelijst Standaard antwoord aangeven of u wilt zoeken naar contacten die beantwoord zijn met een<br />

standaardantwoord (selecteer Ja), contacten die beantwoord zijn met een niet-standaard antwoord<br />

(selecteer Nee) of beide (selecteer Alle). U kunt ook specifiek zoeken naar contacten waarvoor<br />

servicemedewerkers hebben aangegeven dat ze moeten worden opgenomen in de lijst met FAQ's.<br />

Schakel hiervoor het selectievakje FAQ gemarkeerd in.<br />

3. Klik in het zoekvenster op Zoeken. Er verschijnt een lijst met contacten die aan de selectiecriteria<br />

voldoen. De vinkjes in de kolom FAQ geven aan welke contacten servicemedewerkers willen<br />

opnemen in de lijst met FAQ’s.<br />

4. Selecteer een contact dat u in de lijst wilt opnemen en klik in de menubalk op Behandelen. De<br />

gegevens van het contact verschijnen op het scherm.<br />

5. Klik op SCAN TREFWOORDEN om op basis van de in de vraag gemarkeerde trefwoorden te zoeken<br />

naar vergelijkbare items in de kennisbank. U kunt in het rechterdeelvenster Gevonden verwijzingen<br />

ook handmatig trefwoorden opgeven. Het systeem zoekt eerst naar items met beide trefwoorden en<br />

daarna, als dat geen resultaat geeft, naar items met een van beide trefwoorden. Gevonden items<br />

verschijnen in het rechterdeelvenster. Als u hierop klikt, verschijnt de kennisbank in een popupvenster.<br />

6. Klik op TEKST BEWERKEN om de tekst van de vraag te bewerken. Het antwoord kunt u pas later<br />

bewerken, bij het toevoegen van het contact aan de kennisbank.<br />

7. Klik in de menubalk op Naar kennisbank als u na het bekijken van de gegevens besluit het contact op<br />

te nemen in de lijst met FAQ's. Er verschijnt een venster met kennis-items.<br />

8. Selecteer het kennis-item waaronder u het contact wilt plaatsen en klik in de menubalk op<br />

Toevoegen. Zie Kennis-items aanmaken op pagina 17 voor verdere instructies.<br />

Kennisgids<br />

De kennisgids stelt <strong>T5</strong> in staat om een ’gesprek’ (dialoog) aan te gaan met bezoekers of servicemedewerkers.<br />

Op basis van wat een bezoeker of servicemedewerker vraagt, toont <strong>T5</strong> direct het resultaat van de<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

25


zoekopdracht of stelt <strong>T5</strong> een aanvullende vraag met keuzemogelijkheden om de zoekopdracht te verfijnen. Op<br />

basis van de keuzes die de bezoeker of servicemedewerker vervolgens maakt, toont <strong>T5</strong> ofwel het resultaat<br />

van deze nieuwe zoekopdracht ofwel stelt <strong>T5</strong> opnieuw een aanvullende vraag met keuzemogelijkheden. Op<br />

deze manier wordt de zoekpdracht verfijnd.<br />

De kennisgids is een verzameling van wat in <strong>T5</strong> kennisgidsdefinities worden genoemd. Zo’n definitie bestaat<br />

uit een unieke combinatie van een aantal termen die in een matrix wordt vastgelegd. Deze termen heten<br />

toptermen, narrowtermen en operators. Een topterm is een hoofdcategorie waar informatie over beschikbaar<br />

is, bijvoorbeeld een rekening. Een narrowterm is een onderverdeling van zo’n topterm, bijvoorbeeld betaal,<br />

internet of spaar. Een operator is een activiteit die op een topterm (al dan niet in combinatie met een<br />

narrowterm) kan worden uitgevoerd, zoals afsluiten en opzeggen.<br />

De wijze waarop deze termen en operators in de matrix aan elkaar zijn verbonden, bepaalt het resultaat van de<br />

zoekopdracht. Met andere woorden, op basis van de zoekzin (bijvoorbeeld ’rekening openen’) worden alle<br />

potentiële cellen (dit kan er maar één zijn) in een of meer matrices bepaald. De inhoud van deze cel(len) wordt<br />

vervolgens aan de bezoeker of servicemedewerker getoond.<br />

Het opbouwen van de kennisgids begint met het definiëren van toptermen. Vanuit een topterm definieert u<br />

vervolgens de bijbehorende narrowtermen en operators. Tot slot geeft u in een matrix per combinatie van<br />

topterm, narrowterm en operator aan of en zo ja, welke kennis-item of items aan de bezoeker moeten worden<br />

getoond.<br />

Een voorbeeld:<br />

Stel de kennisgids bevat een matrix met de topterm "Rekening", met de<br />

narrowtermen "Betaal", "Internet" en "Spaar" en de operators "Afsluiten" en<br />

"Opzeggen". Zie Kennis-item aan kennisgidsdefinitie koppelen op pagina 27 voor<br />

een voorbeeld van zo’n matrix.<br />

Zodra een bezoeker het woord "rekening" typt en op Zoeken klikt, zoekt <strong>T5</strong> dat<br />

woord op in de kennisgids. Vervolgens ziet de bezoeker de vraag: "Wat voor<br />

rekening bedoelt u?" met een keuze uit "Betaal", "Internet" en "Spaar". Kiest de<br />

bezoeker "Internet", dan verschijnt de tekst "Ik wil een internetrekening" met een<br />

keuze uit "afsluiten" en "opzeggen". Kiest de bezoeker "afsluiten" dan toont <strong>T5</strong> het<br />

zoekresultaat of de zoekresultaten die in de matrix gekoppeld zijn aan de combinatie<br />

van de drie gekozen termen, in dit voorbeeld "rekening", "internet" en "afsluiten".<br />

U kunt de kennisgids zowel voor bezoekers als voor servicemedewerkers aan- of uitzetten. Zie Tabblad<br />

Portaal op pagina 36 en Tabblad Servicemanager op pagina 42.<br />

<strong>T5</strong> corrigeert onder meer spelfouten en vult synoniemen aan. Mocht de bezoeker uit het voorgaande<br />

voorbeeld "rekeniing" typen, dan zal het zoekresultaat identiek zijn.<br />

Topterm toevoegen of wijzigen<br />

1. Open het menu Kennisgids van de knop Kennisbank. In het hoofdvenster verschijnen de<br />

bestaande toptermen binnen de kennisgids, in alfabetische volgorde.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer de topterm en klik op Wijzigen. Er verschijnt een<br />

formulier.<br />

3. Typ of wijzig de gegevens met behulp van de volgende tabel.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

26


Veld<br />

Topterm<br />

Gebruikersgroepen<br />

Beschrijving<br />

Typ of wijzig de naam voor de topterm in de verschillende talen.<br />

Selecteer de gebruikersgroepen die gebruik mogen maken van deze topterm.<br />

Standaard zijn alle gebruikersgroepen geselecteerd.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de nieuwe of gewijzigde topterm op te slaan.<br />

U kunt toptermen ook verwijderen. Selecteer hiervoor de topterm en klik op Verwijderen in de menubalk.<br />

Narrowterm of operator aan een topterm koppelen<br />

Narrowtermen en operators worden op precies dezelfde manier aan een topterm gekoppeld.<br />

1. Open het menu Kennisgids van de knop Kennisbank. In het hoofdvenster verschijnen de<br />

bestaande toptermen binnen de kennisgids, in alfabetische volgorde.<br />

2. Klik op de topterm waaraan u een narrowterm of operator wilt koppelen en klik in de menubalk op<br />

Kennisgidsmatrix. De matrix wordt getoond. Deze kan leeg of reeds gevuld zijn.<br />

3. Klik in de menubalk op Narrowterm toevoegen of Operator toevoegen. Er verschijnt een formulier.<br />

4. Typ de naam voor de narrowterm of operator in de diverse talen en klik op Toevoegen. In het onderste<br />

gedeelte van het venster wordt een preview getoond, zodat u kunt zien hoe de dialoog met bezoekers<br />

en servicemedewerkers eruit zal zien. U kunt de preview in elke taal weergeven.<br />

U kunt narrowtermen en operators ook wijzigen of verwijderen verwijderen.<br />

Kennis-item aan kennisgidsdefinitie koppelen<br />

Aan elke unieke combinatie van topterm, narrowterm en operator (een cel in de matrix) kunt u een kennis-item<br />

koppelen. Dit item wordt dan het resultaat van de zoekopdracht. Kennis-items die u koppelt aan een<br />

kennisgidsdefinitie, kunnen afkomstig zijn uit de <strong>T5</strong>-kennisbank of uit een externe kennnisbron.<br />

1. Open het menu Kennisgids van de knop Kennisbank. In het hoofdvenster verschijnen de<br />

bestaande toptermen binnen de kennisgids, in alfabetische volgorde.<br />

2. Klik op de gewenste topterm en klik in de menubalk op Kennisgidsmatrix. De matrix voor de gekozen<br />

topterm verschijnt. Hieronder ziet u een voorbeeld van een matrix.<br />

3. Klik in de gewenste cel. Er verschijnt een formulier met de volgende opties:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

27


Optie<br />

Kennisbron<br />

gebruiken<br />

Kennisbron<br />

Beschrijving<br />

Schakel deze optie in als u een kennisbron wilt gebruiken. Als u deze optie niet<br />

inschakelt, wordt de geselecteerde kennisgidsdefinitie niet gebruikt. Met andere<br />

woorden, u biedt deze mogelijkheid niet aan de bezoeker of servicemedewerker. De<br />

matrixcel is nu leeg.<br />

Selecteer hier de kennisbron die u wilt gebruiken: de kennisbank van <strong>T5</strong> of een externe<br />

kennisbron.<br />

Als u in de keuzelijst Kennisbron <strong>T5</strong> hebt geselecteerd als kennisbron, verschijnt het<br />

veld Kennis-item ID. Vul hier het nummer in van het kennis-item dat u wilt koppelen<br />

aan de geselecteerde kennisgidsdefinitie. U kunt een kennis-item ook overnemen uit<br />

het overzicht van kennis-items. Het overzicht roept u via het pijltje op. Selecteer<br />

vervolgens het juiste kennis-item en klik op Overnemen.<br />

Als u in de keuzelijst Kennisbron een externe kennisbron hebt geselecteerd, verschijnt<br />

het veld Extern ID. Vul hier het nummer in van het item dat u wilt koppelen aan de<br />

geselecteerde kennisgidsdefinitie.<br />

Het nummer van het kennis-item wordt in de matrixcel getoond.<br />

Zoekopdracht<br />

(standaard)<br />

Zoekopdracht<br />

met specifieke<br />

termen<br />

Schakel deze optie in als u voor de geselecteerde kennisgidsdefinitie een<br />

zoekopdracht wilt laten uitvoeren gebaseerd op de drie termen. De matrixcel bevat nu<br />

een vergrootglas.<br />

Schakel deze optie in als u voor de geselecteerde kennisgidsdefinitie een<br />

zoekopdracht wilt laten uitvoeren gebaseerd op specifieke termen. U kunt de<br />

zoektermen invullen in het invoerveld dat verschijnt als u deze optie selecteert.<br />

4. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Kennisgidsdialoog aanpassen<br />

Voor elke matrix kunt u de kennisgidsdialoog aanpassen voor bezoekers en/of servicemedewerkers.<br />

1. Open het menu Kennisgids van de knop Kennisbank. In het hoofdvenster verschijnen de<br />

bestaande toptermen binnen de kennisgids.<br />

2. Klik op de gewenste topterm en klik in de menubalk op Matrix dialogen.<br />

Er verschijnt een venster dat in twee delen is verdeeld. In het bovenste gedeelte kunt u wijzigingen<br />

aanbrengen in de kennisgidsdialoog voor het portaal en/of de Servicemanager. In het onderste<br />

gedeelte van het venster ziet u hoe de (gewijzigde) dialoog eruit ziet voor bezoekers en<br />

servicemedewerkers.<br />

3. Breng in het bovenste deel van het venster de gewenste wijzigingen aan:<br />

Als u de dialoog wilt aanpassen voor het portaal of voor de Servicemanager, brengt u respectievelijk<br />

wijzigingen aan in de kolom Portal of in de kolom Servicemanager. Als u de dialoog voor zowel het<br />

portaal als de Servicemanager wilt aanpassen, brengt u wijzigingen aan in de kolom Standaard. Klik<br />

in de cel die overeenkomt met de vraag die of het zinsdeel dat u wilt wijzigen. Breng vervolgens de<br />

wijzigingen aan in het formulier dat verschijnt.<br />

4. Klik in de menubalk op Wijzigen om de wijzigingen te bevestigen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

28


5. Herhaal stap 3 en 4 voor alle vragen en zinsdelen van de dialoog die u wilt aanpassen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

29


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

30


Configuratie - Instellingen<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn met het menu Instellingen dat u opent via de knop<br />

Configuratie op de knoppenbalk. Met de submenu’s van het menu Instellingen stelt u de uiterlijke kenmerken<br />

van <strong>T5</strong> in, zoals look & feel van de gebruikersinterface, het formaat van pop-upvensters, en de indeling van<br />

het hoofdscherm. Verder legt u hier de belinstellingen vast voor telemarketingcampagnes in de module<br />

Campagnes. (Zie Configuratie - Campaigns op pagina 91 voor meer informatie over<br />

telemarketingcampagnes.)<br />

Het submenu KPI instellingen toont de instellingen van Key Performance Indicators die voor<br />

analysedoeleinden worden gebruikt. Dit submenu wordt beschreven in het hoofdstuk over de<br />

analysefunctionaliteit van <strong>T5</strong> (zie Analyse).<br />

Rating<br />

Bij een kennis-item met een rating kan een bezoeker een oordeel geven over het antwoord. Deze oordelen zijn<br />

op te vragen in rapporten. Met het submenu Rating stelt u in uit welke mogelijkheden de bezoeker kan kiezen<br />

bij het geven van zijn oordeel. Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Rating in het menu Instellingen van de knop Configuratie.<br />

2. Gebruik de opties in de menubalk om "antwoordmogelijkheden", dat wil zeggen de oordelen waaruit<br />

bezoekers kunnen kiezen, toe te voegen, te wijzigen, te verwijderen en omhoog of omlaag te<br />

verplaatsen.<br />

Pagina's<br />

Met het submenu Pagina’s kunt u de indeling, inhoud en functionaliteit van pagina's en formulieren in <strong>T5</strong><br />

instellen. U kunt de titels, inleidende teksten, helpteksten, schermteksten, buttons en meldingsteksten<br />

wijzigen, en de volgorde daarvan aanpassen. U kunt velden in formulieren verplicht of onzichtbaar maken en<br />

Alt-teksten (teksten die verschijnen wanneer de cursor over een veld wordt verplaatst) opgeven. Het hangt af<br />

van de pagina of het formulier welke van deze functies beschikbaar zijn.<br />

Voor alle pagina’s en formulieren kunt u tevens een vertaling invoeren.<br />

De algemene werkwijze voor het bijwerken van pagina’s en formulieren is als volgt:<br />

1. Open het submenu Pagina's in het menu Instellingen van de knop Configuratie.<br />

Er verschijnt een lijst met pagina's en formulieren. Dit zijn de pagina's die u kunt bewerken. Aan de<br />

linkerkant ziet u de ID-nummers en de systeemnamen van de pagina's, aan de rechterkant de titels<br />

die de bezoeker van <strong>T5</strong> ziet.<br />

2. Klik op de punthaken in de menubalk om door de lijst te bladeren en selecteer de pagina die u wilt<br />

wijzigen.<br />

3. Klik in de menubalk op Wijzigen. Er verschijnt een lijst met de objecten die u in de geselecteerde<br />

pagina kunt selecteren, wijzigen, verplaatsen of vertalen.<br />

4. Selecteer het object dat u wilt wijzigen en klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

5. Breng de gewenste wijzigingen aan en klik in de menubalk op Akkoord om deze te bevestigen.<br />

6. Klik in de menubalke op Terug om terug te gaan naar het pagina-overzicht.<br />

In de volgende tabel vindt u een korte toelichting op de pagina’s.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

31


Pagina-ID Systeemnaam Beschrijving<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Registratie NAWgegevens<br />

Registratie<br />

bedrijfsgegevens<br />

Selecteer een<br />

geregistreerd product<br />

De onderdelen van het klantenoverzicht in de<br />

Servicemanager en het scherm voor de registratie van<br />

klantgegegevens op het portaal.<br />

De onderdelen van het bedrijvenoverzicht in de<br />

Servicemanager.<br />

De onderdelen van het scherm in het portaal om een profiel te<br />

kiezen.<br />

7 Inloggen klant<br />

De onderdelen voor het scherm waarmee bezoekers zich<br />

aanmelden.<br />

8<br />

Klant inloggegevens<br />

vergeten<br />

De onderdelen van het scherm dat verschijnt als een klant zijn<br />

of haar inloggegevens is vergeten en op Inloggegevens<br />

vergeten heeft klikt.<br />

9 Hoofdscherm De algemene onderdelen van het <strong>T5</strong>-hoofdscherm.<br />

10<br />

Inloggen<br />

servicemedewerker<br />

De onderdelen voor het scherm waarmee<br />

servicemedewerkers zich aanmelden.<br />

11<br />

Hoofdscherm<br />

zoekmenu<br />

servicemedewerker<br />

De onderdelen van de kennisbank in de Servicemanager.<br />

13<br />

14<br />

Contactoverzicht<br />

servicemedewerker<br />

Servicemedewerker<br />

inloggegevens<br />

vergeten<br />

Deze pagina heeft geen functie in deze versie van <strong>T5</strong>.<br />

De onderdelen van het scherm dat verschijnt wanneer een<br />

servicemedewerker de inloggegevens voor de<br />

Servicemanager vergeten is.<br />

16<br />

Contact aanmaken<br />

servicemedewerker<br />

Deze pagina heeft geen functie in deze versie van <strong>T5</strong>.<br />

17 Profiel klant wijzigen<br />

De onderdelen van het scherm waarmee de bezoeker een<br />

profiel kan kiezen en wijzigen.<br />

19<br />

25<br />

26<br />

Registratie profiel<br />

klant<br />

Profielschets 2<br />

(Sitemanager)<br />

Profielschets 1<br />

(Sitemanager)<br />

De pagina waarmee de bezoeker een gebruikersprofiel<br />

opgeeft.<br />

De naam die is gekoppeld aan profieltabel 2 in de<br />

Sitemanager.<br />

De naam die is gekoppeld aan profieltabel 1 in de<br />

Sitemanager.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

32


Pagina-ID Systeemnaam Beschrijving<br />

De onderdelen van het formulier dat de bezoeker invult bij het<br />

stellen van een vraag.<br />

27 en 28<br />

Contact aanmaken<br />

anonieme klant<br />

Contact aanmaken<br />

klant<br />

Enkele bijzonderheden over deze pagina’s:<br />

U kunt het veld waarin de bezoeker zijn of haar vraag typt,<br />

aan- of uitzetten. Als u voor het object Schermtekst vraag<br />

instelt dat het veld niet zichtbaar of niet verplicht is, dan wordt<br />

een streepje getoond in het vraagveld van het contact.<br />

U kunt bezoekers de mogelijkheid geven om maximaal vijf<br />

bijlagen mee te sturen met een webcontactformulier in dat het<br />

veld zichtbaar moet zijn als u het veld wilt activeren. Als u<br />

aangeeft dat het veld verplicht is, moeten bezoekers een<br />

bijlage meesturen met het webcontactformulier.<br />

U kunt instellen dat bezoekers altijd een<br />

ontvangstbevestiging ontvangen. Selecteer hiervoor de optie<br />

verplicht voor het object Schermtekst ontvangstbevestiging<br />

contact. De bezoeker moet dan dit selectievakje op het<br />

webcontactformulier inschakelen om het formulier te kunnen<br />

verzenden.<br />

Voor de routering van de vraag kunt u een dropdown keuzelijst<br />

definiëren waaruit de gebruiker een keuze mag of moet<br />

maken. Bijvoorbeeld een lijst getiteld "Kies uw provincie",<br />

bestaande uit een lijst provincienamen. Per item uit de lijst (in<br />

het voorbeeld dus per provincie) stelt u in naar welke afdeling<br />

of servicemedewerker het formulier wordt doorgestuurd als de<br />

gebruiker dit item kiest.<br />

U definieert als volgt een keuzelijst voor de routering:<br />

1. Klik in de menubalk op de punthaak > om naar de<br />

volgende pagina met objecten te gaan.<br />

2. Selecteer het object Schermtekst routering en klik in<br />

de menubalk op Wijzigen.<br />

3. Typ bij Schermtekst de titel van de lijst, en selecteer<br />

desgewenst de optie om de keuzelijst verplicht te<br />

maken.<br />

4. Klik in de menubalk op Routing.<br />

5. Klik in de menubalk op Toevoegen; geef de tekst van<br />

het lijstitem op en de afdeling en/of<br />

servicemedewerker die u daaraan wilt koppelen; en<br />

klik weer op Toevoegen.<br />

6. Herhaal de vorige stap voor elk item dat u aan de lijst<br />

wilt toevoegen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

33


Pagina-ID Systeemnaam Beschrijving<br />

29<br />

Contactbevestiging<br />

klant<br />

De onderdelen voor de bevestiging die de bezoeker ontvangt<br />

na het invullen van een webcontactformulier.<br />

30 Contactoverzicht klant<br />

31 Contactdetail klant<br />

De onderdelen van het contactoverzicht van de ingelogde<br />

bezoeker.<br />

De onderdelen van het overzicht met contactdetails van de<br />

ingelogde bezoeker.<br />

32 Helpscherm De onderdelen van het helpscherm op het portaal.<br />

36<br />

Registratie profiel<br />

anoniem<br />

De pagina waarmee een anonieme bezoeker een<br />

gebruikersprofiel opgeeft.<br />

37 Rating<br />

De onderdelen van het scherm waarmee bezoekers een<br />

oordeel over een antwoord kan geven.<br />

38<br />

39<br />

Chat aanvraag<br />

anonieme klant<br />

Chatvenster<br />

notificaties Frontzijde<br />

De onderdelen van een pre-chatformulier dat een klant invult<br />

voordat de chatdialoog start, zodat de servicemedewerker<br />

tijdens de chat sneller toekomt aan het beantwoorden van de<br />

eigenlijke vraag.<br />

Om pagina 38 te gebruiken, moet u de optie Pre-chat voorkant<br />

aanzetten op het tabblad Portaalin het submenu Parameters<br />

De onderdelen van een formulier om de standaardteksten die<br />

het systeem bij een chat weergeeft, aan te passen aan het<br />

publiek van de site.<br />

Opmaak<br />

Met het submenu Opmaak kunt u de schermkleuren in <strong>T5</strong> aanpassen aan uw eigen huisstijl. Het gaat hierbij<br />

om de kleur van bijvoorbeeld links, tekst, kaders en achtergrond. Om de kleuren aan te passen, moet u<br />

beschikken over de 6-cijferige codes van de kleuren die op uw eigen website worden gebruikt. Raadpleeg<br />

indien nodig het huisstijlhandboek van uw organisatie of uw webbeheerder. Er zijn op internet ook<br />

verschillende shareware-applicaties verkrijgbaar waarmee u de kleurcodes van uw bedrijfssite kunt inlezen.<br />

Verder geeft u met dit submenu aan welke afbeeldingen u wilt weergeven in het bovenste gedeelte van een<br />

chatdialoogvenster, bijvoorbeeld een achtergrondafbeelding met daaroverheen een kleinere afbeelding van het<br />

bedrijfslogo.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Opmaak in het menu Instellingen van de knop Configuratie.<br />

2. Vul in de lijst met schermonderdelen de gewenste kleurcodes in.<br />

3. Geef aan of u kleurverloop wilt van de achtergrond van de menubalk. Als u kleurverloop wilt, vult u bij<br />

Lichte achtergrond menubalk en Donkere achtergrond menubalk de kleurcodes in voor een lichte en<br />

een donkere versie van de gewenste kleur. Als u geen kleurverloop wilt, vult u voor de lichte<br />

achtergrond en de donkere achtergrond dezelfde kleurcode in.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

34


4. Geef met de velden voor lichte achtergrond en donkere achtergrond van de knoppenbalk en het<br />

tekstzoekkader aan of u kleurverloop wilt voor deze schermonderdelen.<br />

5. Geef onder Chat aan welke achtergrondafbeelding u boven aan het chatdialoogvenster wilt<br />

weergeven, en welke kleinere afbeelding u daarbovenop wilt weergeven: klik op Upload (498 x 110<br />

px) voor de achtergrondafbeelding of op Upload (201 x 41 px) voor de bovenliggende afbeelding, klik<br />

op Bladeren om het afbeeldingsbestand te selecteren en klik vervolgens op Start upload.<br />

Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Parameters<br />

Met het submenu Parameters stelt u de algemene kenmerken van <strong>T5</strong> in, die de globale werking van het<br />

systeem bepalen. De opties van dit submenu zijn verdeeld over twee tabbladen. Met de opties op het tabblad<br />

Portaal stelt u aspecten van het webportaal in, zoals het formaat van pop-upvensters en de inlogprocedure<br />

voor bezoekers. Met de opties op het tabblad Servicemanager stelt u mogelijkheden in waarover<br />

servicemedewerkers beschikken bij gebruik van de Servicemanager, zoals het mogen versturen van bijlagen.<br />

Meer gedetailleerde kenmerken, zoals kleuren en opmaak stelt u in met de andere submenu’s in het menu<br />

Instellingen van de knop Configuratie. Zie Rating, Pagina's en Opmaak.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

35


Tabblad Portaal<br />

Op het tabblad Portaal worden groepen verwante opties weergegeven, gescheiden door doorgetrokken<br />

strepen. U vindt hier groepen opties voor symbolen voor kennis-items, inlogprocedure voor bezoekers,<br />

formaat en functie van pop-upvensters, beginpagina voor bezoekers, cookies en bronnen die een bezoeker<br />

mag inzien.<br />

U gaat als volgt naar het tabblad Portaal:<br />

1. Open het submenu Parameters in het menu Instellingen van de knop Configuratie en klik in het<br />

hoofvenster op de tab Portaal.<br />

Symbolen voor kennis-items<br />

In het portaal dat bezoekers te zien krijgen, worden kennis-items voorafgegaan door een symbool.<br />

U stelt als volgt in welk kennis-itemsymbool wordt weergegeven:<br />

1. Op het tabblad Portaal staan in het eerste gedeelte (boven de eerste streep) achter Kennisitemsymbool<br />

diverse symbolen. Selecteer het keuzerondje bij het gewenste symbool.<br />

2. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instelling te bevestigen.<br />

Inlogprocedure voor bezoekers<br />

<strong>T5</strong> kent drie soorten gebruikers: bezoekers (klanten), servicemedewerkers en <strong>T5</strong>-beheerders. De<br />

inlogprocedure voor servicemedewerkers en <strong>T5</strong>-beheerders is standaard ingesteld (zie Toegang krijgen op<br />

pagina 11). De inlogprocedure voor bezoekers wordt ingesteld door u, de <strong>T5</strong>-beheerder.<br />

U stelt de inlogprocedure voor bezoekers als volgt in:<br />

1. Selecteer op het tabblad Portaal in het tweede gedeelte (tussen de eerste en de tweede streep)<br />

de gewenste opties, met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

Registreren<br />

Anoniem<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, kunnen bezoekers van het Portaal zelf een<br />

inlognaam en wachtwoord opgeven en zich zo registreren.<br />

Als u deze optie uitschakelt, moet u, de <strong>T5</strong>-beheerder, nieuwe bezoekers<br />

registreren, dat wil zeggen voorzien van een inlognaam en wachtwoord.<br />

Als u deze optie inschakelt, kunnen bezoekers het Portaal bezoeken zonder<br />

inlognaam en wachtwoord. Na het inloggen kunnen deze anonieme bezoekers<br />

zich alsnog registreren indien de opties Registreren en Inloggen zijn<br />

ingeschakeld.<br />

Als u deze optie uitschakelt, moeten bezoekers het Portaal niet bezoeken zonder<br />

eerst in te loggen.<br />

Inloggen<br />

Als u deze optie inschakelt, moeten bezoekers inloggen om toegang te krijgen tot<br />

het Portaal.<br />

Als u deze optie uitschakelt, mogen bezoekers anoniem inloggen. De optie kan<br />

niet worden uitgeschakeld als Registreren is ingeschakeld.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

36


Optie<br />

Beschrijving<br />

Als u Profiel aan inschakelt, moeten bezoekers bij de registratie een uitgebreid<br />

profiel vastleggen.<br />

Profiel<br />

Als u Profieluit inschakelt, hoeven bezoekers bij de registratie geen profiel vast te<br />

leggen.<br />

Als u Profiel multi inschakelt, mogen bezoekers meerdere profielen vastleggen,<br />

waaruit tijdens het inloggen moet worden gekozen.<br />

Toon<br />

profielinformatie bij<br />

zoekresultaten<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt het profiel dat aan een kennis-item is<br />

gekoppeld, getoond in de zoekresultaten.<br />

Kennis-itemtekst<br />

verplicht<br />

Toon profiel op<br />

portaal<br />

Inlogscherm actief<br />

Profiel vooraf<br />

vragen<br />

Mogelijk hebt u een kennisbank met meerdere talen. Met deze optie kunt u in- of<br />

uitschakelen of het verplicht is om kennis-items in elke taal in te voeren en bij te<br />

houden (in geval van wijzigingen van bestaande kennis-items).<br />

Als u deze optie uitschakelt, heeft dat consequenties voor het beheer: de<br />

verschillende taalversies lopen dan wellicht niet synchroon.<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt het profiel van de bezoeker op het portaal<br />

weergegeven, zodat de bezoeker met behulp daarvan selecties kan maken.<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt bij het inloggen altijd eerst het inlogscherm<br />

weergegeven.<br />

Als u deze optie uitschakelt, wordt het inlogscherm niet weergegeven en komen<br />

bezoekers direct in het systeem als anonieme bezoekers.<br />

Als u deze optie inschakelt, moeten anonieme bezoekers bij het inloggen<br />

bepaalde producten of categorieën kiezen. Deze optie kan alleen worden<br />

ingeschakeld als Profiel aan of Profiel multi is ingeschakeld.<br />

Als u deze optie uitschakelt, krijgen anonieme bezoekers direct toegang tot <strong>T5</strong> en<br />

zijn alle producten en categorieën automatisch geselecteerd. Later kan het profiel<br />

worden verfijnd.<br />

2. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Zie Cookies op pagina 41 voor informatie over het gebruik van cookies bij de inlogprocedure.<br />

Nadat u voor het eerst als <strong>T5</strong>-beheerder bent ingelogd, kunt u de inloggegevens van alle gebruikers<br />

wijzigen, inclusief die van uzelf. Zie Buttons Servicemanager op pagina 58.<br />

Formaat en functie van pop-upvensters<br />

U kunt de indeling en de functie van de pop-upvensters NAW, Profiel en Helpscherm gedeeltelijk zelf<br />

instellen. Pop-upvensters worden niet automatisch voorzien van een schuifbalk als er te veel informatie in<br />

staat. Let er daarom op dat u het formaat ruim instelt.<br />

U stelt het formaat en de functie van pop-upvensters als volgt in:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

37


1. Geef op het tabblad Portaal in het derde gedeelte (tussen de tweede en de derde streep) de<br />

gewenste breedte en hoogte op (in pixels) bij Pop-up NAW, Pop-upProfiel en Pop-upHelpscherm.<br />

2. Selecteer de gewenste opties in de keuzelijsten bij Pop-up NAW en Pop-up Profiel:<br />

Button niet tonen wil zeggen dat de button van het pop-upvenster niet wordt weergegeven in de<br />

knoppenbalk. Inzien wil zeggen dat gegevens in het pop-upvenster wel kunnen worden ingezien, maar<br />

niet gewijzigd. Wijzigen wil zeggen dat de gegevens in het pop-upvenster kunnen worden gewijzigd.<br />

3. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Beginpagina voor bezoekers<br />

Hier kunt u instellen hoe de beginpagina voor bezoekers van <strong>T5</strong> Web selfservice wordt ingedeeld en welke<br />

elementen worden weergegeven. Ook kunt u de lengte van bepaalde velden instellen. In de volgende<br />

afbeelding ziet u een voorbeeld van een beginscherm.<br />

U stelt de indeling en inhoud van de beginpagina van <strong>T5</strong> als volgt in:<br />

1. Selecteer op het tabblad Portaal in het vierde gedeelte (tussen de derde en de vierde streep) de<br />

gewenste opties, met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

Menu-opmaak<br />

Beschrijving<br />

U kunt kiezen uit menu of portaal. Bij de instelling menu worden in het<br />

hoofdvenster alleen de categorieën weergegeven, bij portaal worden zowel de<br />

categorieën als de producten weergegeven, waardoor de bezoeker direct een<br />

overzicht heeft van de beschikbare onderwerpen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

38


Optie<br />

FAQ's in portaal<br />

Aantal FAQ's<br />

Top FAQ op basis<br />

laatste<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt linksboven in het scherm een lijst met FAQ's<br />

(Frequently Asked Questions, veelgestelde vragen) weergegeven, afgestemd<br />

op het profiel van de bezoeker. Als u deze optie uitschakelt, wordt geen lijst<br />

met FAQ’s weergegeven, maar een link naar de FAQ’s.<br />

Het is ook mogelijk om helemaal geen FAQ’s weer te geven, zelfs geen<br />

link. U stelt dit in met het object BUTTON FAQ-lijst, Hoofdscherm> van het<br />

submenu Pagina's in het menu Instellingen van de knop Configuratie.<br />

Hier kunt u opgeven hoeveel FAQ's (Frequently Asked Questions) u in de lijst<br />

wilt opnemen. De FAQ's worden automatisch geselecteerd.<br />

De lijst met FAQ’s, bijvoorbeeld de top-10 FAQ’s of de top-5, komt tot stand in<br />

samenhang met het aantal malen dat bezoekers na het vinden van een<br />

antwoord hebben geklikt op de knop Vraag beantwoord.<br />

Door alleen van de laatste x weken (bijvoorbeeld 4 weken) te laten meewegen<br />

hoe vaak op Vraag beantwoord is geklikt, kunt u de lijst FAQ’s actueel houden.<br />

Vul hiertoe bij weken een aantal weken in.<br />

Als u Ja kiest, kunnen bezoekers zoekacties uitvoeren op basis van zinnen,<br />

als u Nee kiest, is zoeken op basis van zinnen niet mogelijk.<br />

Zoeken op zinnen<br />

Zoeken met kennisgids<br />

Titel verlengen onder<br />

Geef bij Invulbox de maximale lengte van de zoekzin op.<br />

Geef bij Aantal op hoeveel resultaten u maximaal per pagina wilt laten<br />

weergeven na een zoekactie. Let daarbij op de beschikbare ruimte in het<br />

hoofdvenster (zie Formaat en functie van pop-upvensters op pagina 37).<br />

Kies Ja als u de kennisgids wilt activeren voor bezoekers. Kies Nee als u deze<br />

wilt uitschakelen.<br />

Deze optie is alleen actief als de module HyperSearch is geactiveerd.<br />

Als u hier bijvoorbeeld de waarde 10 opgeeft, wordt bij zoekresultaten (kennisitems)<br />

die minder dan tien tekens lang zijn, het bijbehorende menu tussen<br />

haakjes weergegeven, om de inhoud te verduidelijken.<br />

Sectiebox<br />

Geef hier de maximale lengte in pixels op van de sectiebox, het veld dat wordt<br />

gebruikt om een zoekactie in de kennisbank te beperken. De sectiebox bevat<br />

bijvoorbeeld een keuzelijst waarmee de bezoeker de categorie selecteert<br />

waarin hij wil zoeken.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

39


Optie<br />

Beschrijving<br />

Kies hier Nee als u niet wilt dat bezoekers in de kennisbank kunnen zoeken op<br />

basis van trefwoorden. Kies 1 of 2 om aan te geven dat zoeken op basis van<br />

één trefwoord of twee trefwoorden mogelijk is.<br />

Zoeken trefwoorden<br />

Geef bij Invulbox de maximale lengte van een trefwoord op.<br />

Geef bij Aantal op hoeveel resultaten u maximaal per pagina wilt laten<br />

weergeven na een zoekactie. Let daarbij op de beschikbare ruimte in het<br />

hoofdvenster (zie Formaat en functie van pop-upvensters op pagina 37).<br />

Rating<br />

Als u deze optie inschakelt, kunt u per kennis-item een<br />

tevredenheidsonderzoek activeren of deactiveren. Bij een kennis-item met een<br />

rating kan een bezoeker een oordeel geven over het antwoord. De<br />

waarderingen per kennis-item worden bewaard en zijn op te vragen in rapporten<br />

(via menu’s van de knop Rapportage).<br />

U kunt de beschikbare antwoordmogelijkheden voor ratings instellen met het<br />

submenu Rating in het menu Instellingen van de knop Configuratie<br />

Contactoptie bij<br />

zoekresultaten<br />

Als u deze optie inschakelt, verschijnt onder aan lijsten met zoekresultaten de<br />

knop Stel een vraag. Als bezoekers op deze knop klikken, wordt een formulier<br />

geopend waarin zij een vraag kunnen stellen die vervolgens naar een<br />

restmedewerker van de betreffende afdeling wordt verzonden. Deze optie is<br />

handig als een lijst met zoekresultaten niet het gewenste antwoord op een<br />

vraag oplevert.<br />

Taalselectie mogelijk<br />

door klant<br />

Als u deze optie inschakelt, kunnen bezoekers klikken op de taalcodes<br />

rechtsboven in het venster, om de gebruikersinterface en de content in een<br />

andere taal weer te geven (voor zover de content in de andere taal beschikbaar<br />

is).<br />

Als u gebruikmaakt van de chatfunctionaliteit van <strong>T5</strong>, geeft u met deze optie<br />

aan wat er gebeurt als een bezoeker op de chatknop klikt.<br />

Pre-chat voorkant<br />

Chat emoticons<br />

Chat - Typen als chat<br />

geaccepteerd<br />

Schakel deze optie in als eerst een formulier moet verschijnen met vragen aan<br />

de bezoeker. Dit formulier is pagina ID 38, "Chat aanvraag anonieme klant" in<br />

het submenu Pagina’s van het menu Instellingen (zie Pagina's op pagina 31).<br />

Schakel deze optie uit als direct een chatcommunicatievenster moet<br />

verschijnen.<br />

Als u deze optie inschakelt, kan zowel de bezoeker als de servicemedewerker<br />

gebruikmaken van emoticons in het chatcommunicatievenster.<br />

Als u deze optie inschakelt, moet een chat door een servicemedewerker<br />

worden geaccepteerd voordat een bezoeker kan typen in het<br />

chatcommunicatievenster. Deze optie is standaard uitgeschakeld.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

40


Optie<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt de lijst met FAQ's aangepast aan de<br />

categorie van het gekozen kennis-item. Een volgende zoekactie van de<br />

bezoeker vindt plaats binnen de categorie van het reeds gevonden item.<br />

Volg categorie van<br />

gekozen kennis-item<br />

Schakel deze optie uit als u wilt dat volgende zoekacties op alle categorieën<br />

van de kennisbank worden uitgevoerd.<br />

Overigens kan de bezoeker altijd een andere categorie selecteren om in te<br />

zoeken of aangeven dat hij in Alle categorieën wil zoeken.<br />

Extern - contact info<br />

tonen<br />

Webform: Max. grootte<br />

bijlage<br />

Extensies<br />

Als u deze optie inschakelt, heeft de servicemedewerker de mogelijkheid om<br />

de contacthistorie voor een case te tonen bij het doorsturen van een contact<br />

naar een externe contactpersoon.<br />

Standaard is deze optie uitgeschakeld.<br />

Geef hier de maximale bestandsgrootte op voor bijlagen die bezoekers<br />

meesturen met webcontactformulieren. Standaard is deze optie ingesteld op<br />

512 KB.<br />

Geef hier op welke extensies bijlagen mogen hebben die meegestuurd worden<br />

bij webcontactformulieren. U kunt meerdere extensies, gescheiden door een<br />

komma, opgeven.<br />

2. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Cookies<br />

Een cookie is informatie die door een website op de harde schijf van een bezoeker wordt geplaatst, zodat bij<br />

een volgend bezoek bepaalde gegevens over die bezoeker al bekend zijn. In <strong>T5</strong> worden ook cookies gebruikt.<br />

Ga als volgt te werk om het gebruik van cookies in te stellen (zie ook Inlogprocedure voor bezoekers op<br />

pagina 36):<br />

1. Schakel op het tabblad Portaal in het vijfde gedeelte (tussen de vierde en de vijfde streep) Cookie<br />

bij inloggen in of uit. Als u deze functie inschakelt, wordt er tijdens het inloggen een cookie op de<br />

pc van de bezoeker geplaatst. Als deze bezoeker de volgende keer inlogt, worden<br />

gebruikersnaam en wachtwoord automatisch ingevuld.<br />

2. Schakel Auto login in of uit. Deze functie is alleen beschikbaar als Cookie bij inloggen is<br />

ingeschakeld. Als u deze functie inschakelt, worden de gebruikersnaam en het wachtwoord van<br />

bekende bezoekers automatisch ingevuld in het inlogscherm en kan op basis daarvan worden<br />

ingelogd.<br />

3. Schakel Cookie anoniem in of uit. Als u deze functie inschakelt, worden de NAW-gegevens van<br />

anonieme bezoekers tijdens het invullen van een vragenformulier opgeslagen. Bij een volgende vraag<br />

van dezelfde bezoeker worden deze gegevens automatisch in het formulier geplaatst.<br />

4. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Bronnen<br />

Als een klant op het portaal inlogt, kan de klant zijn eigen gegevens bekijken. In <strong>T5</strong> kunt u instellen welke<br />

informatiebronnen de klant na het inloggen mag inzien. Bijvoorbeeld de eigen contacten die via e-mail tot<br />

stand zijn gekomen, contacten van anderen uit hetzelfde bedrijf of bijlagen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

41


U stelt als volgt in welke bronnen de klant na het inloggen kan bekijken:<br />

1. Selecteer op het tabblad Portaal in het zesde gedeelte (onder de vijfde streep) de gewenste<br />

opties, met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

Te tonen bronnen<br />

Beschrijving<br />

Gebruik deze keuzelijst om aan te geven welke bronnen van contacten zichtbaar<br />

zijn voor de klant, bijvoorbeeld contacten die zijn voortgekomen uit campagnes,<br />

of contacten die via internet tot stand zijn gekomen.<br />

Klik op een contactbron om deze te selecteren. Als u meerdere bronnen wilt<br />

selecteren, houdt u CTRL ingedrukt en klikt u op de gewenste bronnen.<br />

Als u deze optie inschakelt, kan de klant ook contacten inzien van andere<br />

medewerkers van het bedrijf van de klant.<br />

Inzien contacten<br />

bedrijf<br />

Via de knop Bedrijven kunt u per bedrijf het inzien van contacten aan- of<br />

uitzetten.<br />

Schakel Default bij toevoegen bedrijf in als u het inzien van contacten standaard<br />

wilt aanzetten voor nieuwe bedrijven.<br />

Alle bijlagen tonen<br />

Als u deze optie inschakelt, kan de klant bijlagen inzien die hij zelf heeft<br />

verzonden, bijlagen die hij heeft ontvangen, en bijlagen die aanwezig zijn in het<br />

systeem maar nooit zijn verzonden. Een voorbeeld van dat laatste is een<br />

formulier dat de klant aan de balie heeft ingevuld, en dat vervolgens is gescand<br />

en aan het elektronische dossier toegevoegd.<br />

Als u deze optie uitschakelt, kan de klant alleen bijlagen inzien die hij zelf heeft<br />

verzonden.<br />

2. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Tabblad Servicemanager<br />

Op het tabblad Servicemanager worden twee groepen opties weergegeven, gescheiden door een<br />

doorgetrokken streep. U vindt hier opties voor de weergave van de kennisbank in de Servicemanager en<br />

opties voor het instellen van de Servicemanager.<br />

U gaat als volgt naar het tabblad Servicemanager:<br />

1. Open het submenu Parameters in het menu Instellingen van de knop Configuratie en klik in het<br />

hoofvenster op de tab Servicemanager.<br />

Weergave van de kennisbank<br />

Hier kunt u instellen hoe de kennisbank in de Servicemanager (die gebruikt wordt door de<br />

servicemedewerkers) wordt ingedeeld en welke elementen worden weergegeven. Ook kunt u de lengte van<br />

bepaalde velden instellen.<br />

1. Selecteer op het tabblad Servicemanager boven de doorgetrokken streep de gewenste opties,<br />

met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

42


Optie<br />

Menu-opmaak<br />

Beschrijving<br />

U kunt kiezen uit menu of portaal. Bij de instelling menu worden in het<br />

hoofdvenster alleen de categorieën weergegeven, bij portaal worden zowel de<br />

categorieën als de producten weergegeven, waardoor direct een overzicht<br />

wordt getoond van de beschikbare onderwerpen.<br />

FAQ's in portaal<br />

Aantal FAQ's<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt linksboven in het scherm een lijst met<br />

FAQ's (Frequently Asked Questions, veelgestelde vragen) weergegeven. Als<br />

u deze optie uitschakelt, wordt geen lijst met FAQ’s weergegeven, maar een<br />

link naar de FAQ’s.<br />

Het is ook mogelijk om helemaal geen FAQ’s weer te geven, zelfs geen<br />

link. U stelt dit in met het object BUTTON FAQ-lijst Hoofdscherm van het<br />

submenu Pagina's in het menu Instellingen van de knop Configuratie.<br />

Hier kunt u opgeven hoeveel FAQ's (Frequently Asked Questions) u in de lijst<br />

wilt opnemen. De FAQ's worden automatisch geselecteerd.<br />

Als u Ja kiest, kunnen servicemedewerkers zoekacties uitvoeren op basis van<br />

zinnen, als u Nee kiest, is zoeken op basis van zinnen niet mogelijk.<br />

Zoeken op zinnen<br />

Zoeken met kennisgids<br />

Titel verlengen onder<br />

Geef bij Invulbox de maximale lengte in pixels van de zoekzin op.<br />

Geef bij Aantal op hoeveel resultaten u maximaal wilt laten weergeven na een<br />

zoekactie. Let daarbij op de beschikbare ruimte in het hoofdvenster (zie<br />

Formaat en functie van pop-upvensters op pagina 37).<br />

Kies Ja als u de kennisgids wilt activeren voor servicemedewerkers. Kies Nee<br />

als u deze wilt uitschakelen.<br />

Als u hier bijvoorbeeld de waarde 10 opgeeft, wordt bij zoekresultaten (kennisitems)<br />

die minder dan tien tekens lang zijn, het bijbehorende menu tussen<br />

haakjes weergegeven, om de inhoud te verduidelijken.<br />

Sectiebox<br />

Geef hier de maximale lengte in pixels op van de sectiebox, het veld dat wordt<br />

gebruikt om een zoekactie in de kennisbank te beperken. De sectiebox bevat<br />

bijvoorbeeld een keuzelijst waarmee de servicemedewerker de categorie<br />

selecteert waarin hij wil zoeken.<br />

Kies hier Nee als u niet wilt dat servicemedewerkers in de kennisbank kunnen<br />

zoeken op basis van trefwoorden. Kies 1 of 2 om aan te geven dat zoeken op<br />

basis van één trefwoord of twee trefwoorden mogelijk is.<br />

Zoeken trefwoorden<br />

Geef bij Invulbox de maximale lengte in pixels op elk trefwoord.<br />

Geef bij Aantal op hoeveel resultaten u maximaal wilt laten weergeven na een<br />

zoekactie. Let daarbij op de beschikbare ruimte in het hoofdvenster (zie<br />

Formaat en functie van pop-upvensters op pagina 37).<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

43


Optie<br />

Volg categorie van<br />

gekozen kennis-item<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt de lijst met FAQ’s aangepast aan de<br />

categorie van het gekozen kennis-item. Een volgende zoekactie van de<br />

servicemedewerker vindt plaats binnen de categorie van het reeds gevonden<br />

item.<br />

Schakel deze optie uit als u wilt dat volgende zoekacties op alle categorieën<br />

van de kennisbank worden uitgevoerd.<br />

Overigens kan de servicemedewerker altijd een andere categorie selecteren<br />

om in te zoeken of aangeven dat hij in Alle categorieën wil zoeken.<br />

Servicemanager instellen<br />

De Servicemanager van <strong>T5</strong> is de module die door servicemedewerkers wordt gebruikt om vragen van<br />

bezoekers te beantwoorden. U kunt voor deze module een aantal globale instellingen opgeven.<br />

U stelt de basisconfiguratie van de Servicemanager als volgt in:<br />

1. Selecteer op het tabblad Servicemanager onder de doorgetrokken streep de gewenste opties,<br />

met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

Servicemanager -<br />

Kennisgids<br />

antwoordsuggestie<br />

Servicemanager -<br />

Onderwerp verplicht<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt Hypersearch gebruikt bij het zoeken naar<br />

mogelijke antwoorden op een vraag van een klant. Met stijlattributen (vet,<br />

onderstreping en kleur) wordt aangegeven hoe relevant de gevonden resultaten<br />

zijn.<br />

Schakel deze optie uit als geen gebruik moet worden gemaakt van<br />

Hypersearch bij het zoeken.<br />

Bij elke vraag die een servicemedewerker in behandeling neemt, kan een<br />

onderwerp worden opgegeven. Hier bepaalt u of het opgeven van een<br />

onderwerp verplicht, optioneel of uitgeschakeld (uit) is.<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt het onderwerp alleen in het afsluitscherm<br />

getoond en niet in het behandelvenster in de Servicemanager.<br />

Onderwerp tonen op<br />

afsluitscherm<br />

Servicemanager -<br />

Geregistreerd zoeken<br />

U kunt deze optie alleen inschakelen als u de optie Servicemanager -<br />

Afsluitscherm hebt ingeschakeld en de optie Servicemanager - Onderwerp<br />

verplicht niet hebt uitgeschakeld.<br />

Als u ook de optie Servicemanager - Direct naar afsluitscherm hebt<br />

ingeschakeld, is het onderwerp dat u hebt geselecteerd in de keuzelijst default<br />

onderwerp Afsluitscherm contact, al ingevuld wanneer de servicemedewerker<br />

direct naar het afsluitscherm gaat.<br />

Als u deze optie inschakelt, kan de servicemedewerker bij het aanmaken van<br />

een nieuw contact ervoor kiezen om eerst de kennisbank te raadplegen en<br />

daarna het contact aan te maken.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

44


Optie<br />

Beschrijving<br />

Direct contact<br />

aanpassen<br />

Toon preview antwoord<br />

bij lopende contacten<br />

Servicemanager - Call<br />

Back<br />

Servicemanager -<br />

Afsluitscherm<br />

Als u deze functie inschakelt, heeft de servicemedewerker de mogelijkheid<br />

een vraag (contact) door te sturen naar een andere afdeling en de status aan te<br />

passen, zonder de vraag eerst in behandeling te nemen.<br />

Als u deze optie inschakelt, kan de servicemedewerker een preview van het<br />

antwoord bekijken tijdens het behandelen van een contact.<br />

Als u deze functie inschakelt, heeft de servicemedewerker de mogelijkheid om<br />

de responstijd te wijzigen voor contacten met een bron die u hebt geselecteerd<br />

in de keuzelijst Responstijd wijzigbaar voor. De datum en het tijdstip waarop<br />

de klant uiterlijk een antwoord moet krijgen, kunnen dan met de klant worden<br />

afgesproken.<br />

Als u deze functie inschakelt, verschijnt het afsluitscherm nadat de<br />

servicemedewerker een contact heeft afgehandeld.<br />

Deze functie is alleen beschikbaar als u de functie Servicemanager -<br />

Afsluitscherm hebt ingeschakeld.<br />

Servicemanager -<br />

Direct naar<br />

afsluitscherm<br />

Als u deze functie inschakelt, krijgt de servicemedewerker de mogelijkheid om<br />

de handelingen voor het registreren van een contact over te slaan, en direct<br />

naar het afsluitscherm te gaan. Dit is bedoeld voor het geval<br />

servicemedewerkers vaak eenzelfde, snel te beantwoorden vraag krijgen,<br />

bijvoorbeeld "Wat zijn de openingstijden?".<br />

Op de achtergrond wordt voor de klant een leeg contact geregistreerd, waarbij<br />

vraag en antwoord niet zijn ingevuld. Alleen het onderwerp is vermeld. In de<br />

keuzelijst default onderwerp Afsluitscherm contact selecteert u wat het<br />

onderwerp moet zijn dat standaard wordt vermeld in deze gevallen.<br />

Uit welke onderwerpen u hier kunt kiezen, bepaalt u met het submenu<br />

Onderwerpen in het menu Tabellen van de knop Configuratie. De inhoud van<br />

het afsluitscherm stelt u in door met het menu Formulieren van de knop<br />

Configuratie een formulier te maken.<br />

Snel contact<br />

Servicemanager -<br />

NAW-gegevens<br />

Als u deze optie inschakelt, kan de servicemedewerker dezelfde<br />

zoekmethoden gebruiken als anonieme bezoekers (menugestuurd, op basis<br />

van vragen, enzovoort).<br />

Kies Wijzigen als u wilt toestaan dat servicemedewerkers klantgegevens<br />

wijzigen. Of stel deze optie in op Niet wijzigen als dat niet is toegestaan.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

45


Optie<br />

Verplichte<br />

spellingcontrole<br />

(uitgaande mail)<br />

Default urgentie bij<br />

aanmaken contact<br />

Print vrije velden bij<br />

printen contact<br />

Servicemanager -<br />

Bijlagen versturen<br />

Servicemanager - Max.<br />

grootte bijlagen<br />

Max. aantal contacten<br />

in overzicht<br />

Max. aantal klanten in<br />

overzicht per pagina<br />

Chat - maximale<br />

responstijd<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt de spelling automatisch gecontroleerd van<br />

alle uitgaande e-mailberichten die via de voorbeeldeditor worden gestuurd. De<br />

servicemedewerker kan deze functionaliteit niet uitschakelen.<br />

!Dit geldt niet voor berichten die extern worden doorgestuurd.<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt de urgentie van een nieuw contact<br />

automatisch ingesteld op de laagste urgentie.<br />

Als u deze optie inschakelt, worden bij het afdrukken van een contact ook de<br />

ingevulde vrije velden afgedrukt. Houd er rekening mee dat er maximaal 200<br />

tekens per vrij veld worden afgedrukt.<br />

Selecteer Nee als u niet wilt toestaan dat servicemedewerkers bijlagen<br />

meesturen met de antwoorden die zij geven. Selecteer Ja, vrije keuze als de<br />

servicemedewerkers lokaal opgeslagen bestanden als bijlage mogen<br />

meesturen. Selecteer Ja, beperkte keuze als servicemedewerkers alleen<br />

bijlagen uit een bepaalde centrale map mogen meesturen. (In het submenu<br />

Bijlagen in het menu Tabellen van de knop Configuratie stelt u deze map in.)<br />

Selecteer Beide als servicemedewerkers zowel lokaal opgeslagen, als<br />

centraal opgeslagen bijlagen mogen versturen.<br />

Geef hier op hoeveel MB aan bijlagen servicemedewerkers maximaal mogen<br />

meesturen met een antwoord dat zij geven.<br />

Geef hier op hoeveel contacten per pagina moeten worden weergegeven in het<br />

contactenoverzicht. U kunt maximaal 100 en minimaal 8 contacten per pagina<br />

laten weergeven.<br />

Geef hier op hoeveel klanten per pagina moeten worden weergegeven in het<br />

klantenoverzicht. U kunt maximaal 100 en minimaal 8 klanten per pagina laten<br />

weergeven.<br />

Geef hier op hoeveel seconden de servicemedewerker de tijd heeft om in een<br />

chatsessie te reageren op een vraag van een klant. Als dit aantal seconden<br />

wordt overschreden, wordt de tijdsduur voor de chatsessie rood om de<br />

servicemedewerker daarop te attenderen.<br />

Schakel het vakje Actief in als u een wachtrij wilt toestaan voor chatsessies.<br />

Chat - wachtrij<br />

Schakel Maximale wachtrij in om aan te geven dat er een maximun aantal<br />

chats in de wachtrij is toegestaan. In het veld Aantal vult u dan het maximum<br />

aantal chats in.<br />

Als u een wachtrij hebt ingesteld, moet u ook een tijdschema opgeven. Vul in<br />

de velden Maandag tot en met Zondag de tijden in waarop de wachtrij actief is.<br />

Door bijvoorbeeld de eindtijd vóór sluitingstijd in te stellen, kunt u de wachtrij<br />

aan het einde van de dag afbouwen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

46


Optie<br />

Beschrijving<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt in de Servicemanager de knop Taken<br />

weergegeven.<br />

Taken<br />

Klant wijzigen<br />

Spellingcontrole<br />

Woorden toevoegen<br />

aan woordenboek<br />

Originele antwoord<br />

behouden<br />

Direct filter tonen<br />

Responstijd wijzigbaar<br />

voor<br />

Met deze knop kan de servicemedewerker een takenlijst bijhouden. Hierin<br />

staat wanneer de taak klaar moet zijn, waarmee de taak te maken heeft en bij<br />

welk contact de taak hoort.<br />

Selecteer deze optie als u voor alle servicemedewerkers wilt toestaan dat zij<br />

contacten kunnen verplaatsen van de ene klant naar de andere.<br />

Als bij de spellingcontrole een woord wordt gevonden dat waarschijnlijk foutief<br />

is gespeld, verschijnen mogelijke correcties in de vorm van een lijst<br />

vergelijkbare woorden.<br />

Selecteer fonetisch als dit correcties moeten zijn op basis van fonetische<br />

gelijkenis met het foutieve woord.<br />

Selecteer distance als dit correcties moeten zijn op basis van gelijkenis in<br />

spelling. Specifeer dan tevens bij nauwkeurigheid het aantal verschillen dat er<br />

mag zijn tussen het foutieve woord en een correctie. Met verschil wordt<br />

bijvoorbeeld bedoeld een letter meer of minder of een omwisseling van twee<br />

letters. Dus hoe groter het aantal dat u selecteert bij nauwkeurigheid, hoe<br />

langer de lijst met mogelijke correcties.<br />

Selecteer deze optie als u voor alle servicemedewerkers wilt toestaan dat zij<br />

woorden toevoegen aan het woordenboek dat wordt gebruikt voor<br />

spellingcontrole.<br />

Als u deze optie inschakelt, worden de antwoorden die servicemedewerkers<br />

aan klanten sturen, opgeslagen zonder de opmaak van de mailtemplate.<br />

Standaard is deze optie uitgeschakeld en worden de complete e-mails<br />

opgeslagen, inclusief opmaak, aanhef en handtekening.<br />

Als u deze optie inschakelt, verschijnt bij het openen van het klantenoverzicht<br />

direct een pop-upvenster waarin servicemedewerkers de klant(en) kunnen<br />

zoeken die ze willen weergeven in het overzicht.<br />

Selecteer in de keuzelijst de bronnen waarvoor de servicemedewerker de<br />

responstijd mag wijzigen.<br />

2. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Outbound instellingen<br />

Met het submenu Outbound instellingen geeft u voor telemarketingcampagnes instellingen op die betrekking<br />

hebben op het bellen. Bijvoorbeeld op welke tijdstippen er wordt gebeld, en hoeveel pogingen mogen worden<br />

gedaan om de gewenste respondent aan de lijn te krijgen. Het gaat hier om algemene belinstellingen voor alle<br />

campagnes. Zie Configuratie - Campaigns op pagina 91 voor meer informatie over telemarketingcampagnes.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

47


1. Open het submenu Outbound instellingen in het menu Instellingen van de knop Configuratie.<br />

2. Geef de gewenste instellingen op, met behulp van de volgende tabel.<br />

Optie<br />

Maximum-aantal<br />

belpogingen<br />

Omslagpunt prioriteit<br />

belvoorraad<br />

Opties voor Begin- en<br />

eindtijd ochtend,<br />

middag en avond<br />

Terugbelafspraak<br />

mogelijk tot<br />

Beschrijving<br />

Stel hier in hoeveel pogingen mogen worden gedaan om iemand aan de lijn te<br />

krijgen. Na het maxiumaantal pogingen zal <strong>T5</strong> het nummer niet meer aan een<br />

servicemedewerker presenteren als een te bellen nummer.<br />

Bedenk dat bijvoorbeeld in gesprek zijn of beantwoording door een<br />

antwoordapparaat gelden als poging.<br />

De belvoorraad is het resterende aantal nummers dat nog niet is gebeld.<br />

Stel hier in bij welke grootte van de belvoorraad een campagne voorrang moet<br />

krijgen zodat deze binnen korte tijd wordt afgerond.<br />

Vul hier de openingstijden van het callcenter in (de uren dat er wordt gebeld).<br />

Geef een begin- en eindtijd op in 24-uursnotatie voor elk van de dagdelen<br />

ochtend, middag en avond.<br />

Klanten kunnen aangeven liever op een ander moment te worden teruggebeld,<br />

bijvoorbeeld later in de week of na de vakantie. Hier kunt u opgeven hoe ver in<br />

de toekomst een dergelijke terugbelafspraak mag liggen. U kunt maximaal 90<br />

dagen opgeven.<br />

Door een limiet te stellen aan de periode waarin een terugbelafspraak kan<br />

worden gemaakt, wordt voorkomen dat het systeem bij doorlopende<br />

campagnes toestaat dat bijvoorbeeld een afspraak wordt gemaakt voor over<br />

een jaar.<br />

3. Klik in de menubalk op Opslaan om de instellingen te bevestigen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

48


Configuratie - Tabellen<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn met het menu Tabellen dat u opent via de knop<br />

Configuratie op de knoppenbalk. Met de submenu’s van het menu Tabellen stelt u de basisgegevens van het<br />

systeem in, zoals afdelingen, trefwoorden en responstijden.<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u tabellen invoert in <strong>T5</strong>. De tabellen in <strong>T5</strong> bevatten informatie over uw<br />

organisatie, zoals producten, gebruikersgroepen, afdelingen, medewerkers, enzovoort. Door tabellen in te<br />

voeren, maakt u <strong>T5</strong> geschikt voor gebruik in uw organisatie: u maakt van een standaardapplicatie een<br />

applicatie die is aangepast aan uw situatie.<br />

Gebruikersgroepen<br />

Gebruikersgroepen zijn groepen bezoekers met belangrijke gemeenschappelijke kenmerken, zoals<br />

medewerkers, klanten van een bepaald bedrijf of personen die werken met hetzelfde besturingssysteem.<br />

Door kennis-items te koppelen aan gebruikersgroepen, bepaalt u welke informatie aan de verschillende<br />

bezoekers wordt getoond.<br />

Raadpleeg Kennis-items aanmaken op pagina 17 voor informatie over het definiëren van kennis--items.<br />

Er zijn twee standaard gebruikersgroepen:<br />

• Extern: alle bezoekers die zichzelf in <strong>T5</strong> hebben geregistreerd<br />

• Anoniem: alle bezoekers die anoniem zijn ingelogd<br />

(zie Inlogprocedure voor bezoekers op pagina 36).<br />

Geregistreerde bezoekers worden standaard gekoppeld aan de gebruikersgroep Extern.<br />

Gebruikersgroepen invoeren en wijzigen<br />

U kunt zelf gebruikersgroepen toevoegen, wijzigen en verwijderen. Ga hiervoor als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Gebruikersgroepen in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een gebruikersgroep en klik op Wijzigen.<br />

3. Geef de naam van de gebruikersgroep op.<br />

4. Schakel de optie Selecteerbaar in als u de gebruikersgroep selecteerbaar wilt maken.<br />

5. Schakel Intern in als het een interne gebruikersgroep betreft (bijvoorbeeld medewerkers binnen uw<br />

vestiging).<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

U kunt gebruikersgroepen ook verwijderen of omhoog/omlaag verplaatsen. Selecteer hiervoor de<br />

betreffende gebruikersgroep en klik op de gewenste optie in de menubalk.<br />

Categorieën en producten<br />

Twee belangrijke tabellen in <strong>T5</strong> zijn Categorieën en Producten. Wanneer bezoekers zich aanmelden bij <strong>T5</strong>,<br />

kunnen zij opgeven welke productcategorieën en producten voor hen van belang zijn. Op basis hiervan wordt<br />

een gebruikersprofiel gemaakt. Dit profiel wordt vervolgens gekoppeld aan bepaalde kennis-items (vragen en<br />

antwoorden), waardoor bezoekers alleen informatie te zien krijgen die relevant is voor hun situatie. Hierdoor<br />

kunnen zij snel en eenvoudig de gewenste informatie vinden.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

49


Categorieën zijn groepen producten met gemeenschappelijke kenmerken. Bij een ICT-bedrijf zouden<br />

bijvoorbeeld de volgende categorieën en producten kunnen worden gedefinieerd:<br />

Computer<br />

Desktop<br />

Notebook<br />

Handheld<br />

Besturingssysteem<br />

Software<br />

Windows 98<br />

Windows 2000<br />

Windows XP<br />

Word 2000<br />

Excel 2000<br />

Exact<br />

Telebanking<br />

Wanneer bezoekers zich registreren bij <strong>T5</strong>, maken zij een keuze uit de aangeboden categorieën en producten.<br />

Op basis van deze selectie wordt een gebruikersprofiel gemaakt. Dit gebruikersprofiel bepaalt vervolgens<br />

welke menu's, vragen en antwoorden relevant zijn voor de bezoeker. Vragen en antwoorden die niet relevant<br />

zijn, worden niet weergegeven.<br />

Een voorbeeld:<br />

De vraag "Kan Word 2000 werken in combinatie met Windows XP?" wordt gekoppeld<br />

aan het product Word 2000 in de categorie Software en aan het product Windows XP<br />

in de categorie Besturingssystemen.<br />

Bezoeker A heeft bij registratie aangegeven dat hij een pc met Windows XP en Word<br />

2000 heeft. Bezoeker B heeft aangegeven dat hij een pc met Windows 2000 en Word<br />

2000 heeft. Alleen bezoeker A krijgt de bovenstaande vraag te zien, omdat hij de<br />

betreffende categorieën en producten in zijn profiel heeft geselecteerd.<br />

Categorieën invoeren en wijzigen<br />

Ga als volgt te werk om categorieën in te voeren:<br />

1. Open het submenu Categorieën in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een categorie en klik op Wijzigen.<br />

3. Vul de velden Naam en Introductietekst in.<br />

4. Schakel de optie Selecteerbaar in of uit. Als u de optie inschakelt, kunnen (nieuwe) bezoekers de<br />

categorie selecteren in het registratieformulier. Als u de optie uitschakelt, is de categorie niet<br />

selecteerbaar in het registratieformulier.<br />

5. Schakel de optie Verplicht in of uit om aan te geven of de categorie verplicht moet worden<br />

geselecteerd.<br />

6. Schakel de optie Multi-select in of uit. Als de optie is ingeschakeld, mogen bezoekers meerdere<br />

producten binnen deze categorie selecteren. Geef bij Aantal regels aan hoeveel regels er beschikbaar<br />

moeten zijn voor het selecteren van meerdere producten.<br />

7. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen de instellingen te bevestigen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

50


U kunt categorieën ook verwijderen of omhoog/omlaag verplaatsen. Selecteer hiervoor de categorie en<br />

klik op de gewenste optie in de menubalk.<br />

Producten invoeren en wijzigen<br />

Ga als volgt te werk om producten in te voeren of te wijzigen:<br />

1. Open het submenu Producten in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer in de keuzelijst de categorie waaronder u het nieuwe product wilt invoeren.<br />

3. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een product en klik op Wijzigen.<br />

4. Geef de naam van het product op en selecteer, indien nodig, de gewenste categorie voor het product.<br />

5. Schakel de optie Selecteerbaar in of uit. Als u de optie inschakelt, kunnen bezoekers het product<br />

selecteren in het registratieformulier. Als u de optie uitschakelt, is het product niet selecteerbaar in<br />

het registratieformulier.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

U kunt producten ook verwijderen of omhoog/omlaag verplaatsen: Selecteer hiervoor het betreffende<br />

product en klik op de gewenste optie in de menubalk.<br />

Profieltabel 1 en Profieltabel 2<br />

Bezoekers kunnen een gebruikersprofiel opgeven. Hiervoor is pagina ID 19, Registratie profiel klant<br />

opgenomen in het submenu Pagina’s in het menu Instellingen van de knop Configuratie.<br />

Dit gebruikersprofiel kunt u geheel naar eigen wens uitbreiden door met de submenu’s Profieltabel 1 en<br />

Profieltabel 2 extra tabellen te maken. Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Profieltabel 1 of Profieltabel 2 in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen, vul de weergegeven velden in en klik ter bevestiging nogmaals op<br />

Toevoegen.<br />

3. Herhaal dit voor alle onderdelen die u aan de tabel wilt toevoegen.<br />

4. Pas eventueel de volgorde aan, door een onderdeel te selecteren en in de menubalk op Omhoog of<br />

Omlaag te klikken om het te verplaatsen.<br />

Afdelingen<br />

Vragen van bezoekers (contacten) kunnen worden verzonden naar afdelingen of naar servicemedewerkers.<br />

Dit stelt u in met het submenu Inleesaccounts in het menu E-mail van de knop Configuratie. Per afdeling stelt<br />

u responstijden en escalatiemomenten in.<br />

Responstijden en escalatiemomenten<br />

Responstijden zijn perioden waarbinnen een vraag (contact) afgehandeld moet zijn. De term responstijd wordt<br />

voor twee zaken gebruikt:<br />

• De responsuren: het aantal werkuren waarbinnen een contact moet worden afgehandeld.<br />

• De oplossingstijd: de periode waarbinnen een contact afgehandeld moet zijn. Het systeem rekent op<br />

basis van responsuren, openingstijden, afdeling en urgentie uit op welke datum en welk tijdstip<br />

uiterlijk een antwoord moet zijn gegeven.<br />

Om de afgesproken responstijd (oplossingstijd) te halen, zijn escalatiemomenten ingesteld.<br />

Escalatiemomenten zijn momenten waarop afdelingen en/of medewerkers worden geattendeerd op het<br />

verlopen van de responstijd. Bijvoorbeeld, voor sommige escalatiemomenten verschijnt in de module<br />

Servicemanager een waarschuwing in de vorm van een pictogram. Escalatiemomenten worden berekend op<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

51


asis van de verstreken responsuren of op basis van de verstreken tijd. In het eerste geval wordt rekening<br />

gehouden met de openingstijden en in het tweede geval niet.<br />

Een voorbeeld:<br />

Een contact komt binnen op vrijdagmiddag, 16.00 uur. De responstijd is<br />

twee dagen en de openingstijden zijn 9 uur per dag, niet in het weekend.<br />

Het eerste escalatiemoment is ingesteld op 50% van de responstijd.<br />

Bij berekening op basis van verstreken responsuren, is het eerste<br />

escalatiemoment op maandagmiddag 16.00 uur. Er is dan immers één<br />

werkdag verstreken, dus de helft (50%) van de responstijd van twee<br />

dagen.<br />

Echter, 50% van de tijd tussen het moment dat het contact binnenkomt<br />

en het moment dat het contact moet zijn afgehandeld, valt op<br />

zondagmiddag. Bij berekening op basis van verstreken tijd, is het<br />

eerste escalatiemoment dus eerder bereikt.<br />

Om responstijden en escalatiemomenten te kunnen instellen, moet u de gegevens hebben ingevoerd voor de<br />

Responstijden en Afdelingen (zie Responstijden op pagina 57 en Afdelingen invoeren hierna) en voor de<br />

Servicemedewerkers (zie Servicemedewerkers op pagina 79).<br />

Afdelingen invoeren<br />

Voor het invoeren en wijzigen van afdelingen gaat u als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Afdelingen in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen als u een nieuwe afdeling wilt toevoegen, of selecteer een afdeling<br />

in de lijst en klik op Wijzigen als u een bestaande afdeling wilt wijzigen.<br />

3. Vul het weergegeven formulier in met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

Initialen<br />

Omschrijving<br />

Lijn<br />

E-mail<br />

Notificatie-e-mail<br />

Beschrijving<br />

Voer een afkorting van de naam van de afdeling in (maximaal drie letters).<br />

Voer de naam of een beschrijving van de afdeling in.<br />

Geef aan of het om een eerste-, tweede of derdelijnsafdeling gaat. Zo kan bij<br />

rapportages onderscheid worden gemaakt bijvoorbeeld tussen het aantal<br />

contacten dat in de eerste lijn is afgehandeld en het aantal contacten dat in de<br />

tweede lijn is afgehandeld.<br />

Standaard is deze optie ingesteld op 1e lijn.<br />

Geef het e-mailadres op waarnaar een notificatie moet worden verzonden als er<br />

een nieuwe vraag (een nieuw contact) voor de afdeling binnenkomt.<br />

Schakel deze optie uit als u geen melding wilt laten verzenden als een nieuwe<br />

vraag voor de afdeling binnenkomt.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

52


Optie<br />

Responstijden uit<br />

tabel<br />

# % notificatie naar<br />

Beschrijving<br />

Selecteer een van de responstijden die u hebt opgegeven in de tabel<br />

Responstijden (zie Responstijden op pagina 57 en Responstijden en<br />

escalatiemomenten op pagina 51).<br />

Per afdeling kunnen zeven escalatiemomenten worden opgegeven. De eerste<br />

drie zijn bedoeld om een melding te verzenden naar een afdeling of medewerker.<br />

De escalatiemomenten 4 tot en met 6 zijn bedoeld om vragen (contacten) te<br />

verplaatsen naar een andere afdeling of medewerker. Bij escalatiemoment 7<br />

wordt meestal een excuus voor het overschrijden van de responstijd verzonden<br />

naar de betreffende bezoeker.<br />

De escalatiepercentages zijn percentages van de responstijd. Indien u ergens<br />

een percentage 0 opgeeft, wordt de betreffende notificatie overgeslagen. Zie<br />

Responstijden en escalatiemomenten op pagina 51.<br />

Zodra een vraag (contact) de status Afgesloten heeft, wordt het escalatieproces<br />

beëindigd.<br />

Bereken percentages<br />

over<br />

Behandeltalen<br />

Selecteer 7x24 voor berekening van escalatiemomenten op basis van<br />

verstreken tijd.<br />

Selecteer openingstijden voor berekening van escalatiemomenten op basis van<br />

verstreken responsuren.<br />

Geef aan in welke taal of talen de afdeling contacten mag afhandelen.<br />

4. Klik in de menubalk op Wijzigen of Toevoegen om de instellingen te bevestigen.<br />

Trefwoorden toewijzen aan afdelingen<br />

U kunt instellen dat vragen (contacten) waarin bepaalde termen voorkomen, automatisch worden gekoppeld<br />

aan de juiste afdelingen. Hiertoe moet er eerst een lijst met trefwoorden zijn gemaakt (zie Trefwoorden en<br />

synoniemen op pagina 55). U kiest per afdeling bepaalde (combinaties van) trefwoorden uit deze<br />

trefwoordenlijst. Deze methode om contacten te routeren, is echter wel onderhoudsgevoelig en foutgevoelig.<br />

U kunt per afdeling een oneindig aantal trefwoordcombinaties aanmaken. Elke combinatie kan minimaal één<br />

en maximaal vier trefwoorden bevatten. Een koppeling tussen een vraag (contact) en een afdeling komt tot<br />

stand wanneer een vraag ALLE trefwoorden binnen een bepaalde combinatie bevat. Zie Trefwoorden<br />

gebruiken om contacten toe te wijzen op pagina 57 voor een nadere toelichting.<br />

Ga als volgt te werk om trefwoorden in te voeren voor een afdeling:<br />

1. Open het submenu Afdelingen in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer een afdeling en klik in de menubalk op Trefwoorden.<br />

3. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen. De beschikbare lijst met trefwoorden verschijnt. Zie<br />

Trefwoorden en synoniemen op pagina 55.<br />

4. Selecteer per combinatie de gewenste trefwoorden (maximaal vier) en klik ter bevestiging in de<br />

menubalk op Toevoegen of Wijzigen. De trefwoordcombinaties worden toegevoegd aan de lijst.<br />

5. Met de opties Omhoog en Omlaag in de menubalk kunt u eventueel de volgorde van de combinaties<br />

aanpassen. Er wordt gezocht van boven naar beneden.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

53


Het is ook mogelijk trefwoorden toe te wijzen aan servicemedewerkers. ZieTrefwoorden toewijzen aan<br />

servicemedewerkers op pagina 82 voor meer informatie.<br />

Contacttype, contacturgentie en contactstatus<br />

<strong>T5</strong> bevat drie tabellen voor het definiëren van vragen (contacten):<br />

• Contacttype: soorten vragen definiëren, bijvoorbeeld Opmerking, Klacht, Suggestie.<br />

• Contacturgentie: verschillende soorten urgentie definiëren, bijvoorbeeld Hoog, Gemiddeld, Laag.<br />

Desgewenst kunt u responstijden aan de gedefinieerde urgenties koppelen. Deze responstijden<br />

kunnen vervolgens gedifferentieerd aan bedrijven worden gekoppeld.<br />

• Contactstatus: statussen van vragen definiëren, bijvoorbeeld Nieuw, Inbehandeling, Afgesloten.<br />

Deze omschrijvingen kunnen vervolgens door bezoekers en servicemedewerkers als informatie bij<br />

een vraag worden geselecteerd en bekeken.<br />

De werkwijze voor contacttypes en -statussen is eenvoudig en behoeft geen verdere uitleg. Het definiëren<br />

van contacturgenties wordt hierna beschreven.<br />

Contacturgentie definiëren<br />

U kunt urgenties opgeven en voor elke urgentie een van de responstijden selecteren die u hebt aangemaakt in<br />

de tabel Responstijden (zie Responstijden op pagina 57). Als u bijvoorbeeld de urgentie Hoog koppelt aan de<br />

responstijd 24 uur, moeten vragen (contacten) met de urgentie Hoog worden behandeld binnen 24 uur.<br />

U kunt ook trefwoorden koppelen aan een urgentie. Contacten met deze trefwoorden krijgen dan automatisch<br />

de juiste urgentie. U zou bijvoorbeeld de naam van een belangrijk product van uw bedrijf kunnen invoeren in de<br />

lijst met trefwoorden en synoniemen (zie Trefwoorden en synoniemen op pagina 55) en dit trefwoord<br />

vervolgens koppelen aan de urgentie Hoog. Vragen over dit product worden dan altijd als eerste in behandeling<br />

genomen.<br />

Voor bedrijven (in zakelijk <strong>T5</strong>) hebt u een extra mogelijkheid. U kunt naast de standaardkoppeling van<br />

urgenties en responstijden, nog vijf alternatieve schema’s van koppelingen tussen urgenties en responstijden<br />

maken. De urgenties die u hebt opgegeven, komen in alle schema’s voor. Maar welke responstijd u aan een<br />

urgentie koppelt, kan per schema verschillen. Bijvoorbeeld:<br />

Urgentie<br />

Responstijd<br />

Default<br />

Responstijd<br />

Schema 1<br />

Responstijd<br />

Schema 2<br />

hoog 24 uur 2 uur 4 uur<br />

middel 48 uur 8 uur 24 uur<br />

laag 72 uur 24 uur 36 uur<br />

Vervolgens koppelt u bedrijven aan schema’s (zie Bedrijven op pagina 83). Sommige bedrijven krijgen<br />

Schema 1, andere Schema 2, enzovoorts.<br />

Ga als volgt te werk om urgenties te definiëren, daaraan standaardresponstijden te verbinden, en maximaal<br />

vijf urgentie-/responstijdenschema’s te definiëren:<br />

1. Open het submenu Contacturgentie in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen.<br />

3. Typ in het veld Urgentie-omschrijving de naam die u aan de urgentie wilt geven.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

54


4. Selecteer in het veld Responstijd de responstijd die u standaard ("default") wilt gebruiken voor deze<br />

urgentie. Voor particulieren is dit altijd de responstijd die bij de betreffende urgentie hoort. Voor<br />

bedrijven is dit de responstijd voor deze urgentie als er geen schema en geen vaste responstijd aan<br />

het bedrijf is gekoppeld.<br />

5. Selecteer in de velden Schema 1 tot en met Schema 5 de responstijden die u aan de urgentie wilt<br />

koppelen. Als u geen waarde invult, wordt de standaardresponstijd gebruikt.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen.<br />

7. Selecteer de zojuist gedefinieerde urgentie en klik in de menubalk op Trefwoorden.<br />

8. Klik in de menubalk op Toevoegen. De beschikbare lijst met trefwoorden verschijnt. Zie Trefwoorden<br />

en synoniemen op pagina 55.<br />

9. Selecteer de trefwoorden (maximaal vier) die u aan de urgentie wilt koppelen en klik ter bevestiging in<br />

de menubalk van de trefwoordenlijst op Toevoegen.<br />

10. Klik in de menubalk op Terug om terug te gaan naar het urgentiedefinitiescherm.<br />

Herhaal deze stappen voor elke urgentie die u wilt definiëren.<br />

Bij nieuwe contacten kent het systeem een urgentie toe op basis van de trefwoorden die in het contact worden<br />

aangetroffen. In het geval van een bedrijf wordt de responstijd toegekend uit het schema dat aan het bedrijf is<br />

gekoppeld. Heeft het bedrijf geen schema, dan wordt de standaard responstijd van het bedrijf gebruikt. Bevat<br />

het contact geen trefwoord, dan krijgt het de responstijd die bij de afdeling hoort.<br />

Wanneer u in een bestaand schema andere responstijden selecteert, leidt dit niet tot een herberekening van<br />

de responstijd van contacten van bedrijven waarvoor dat schema van toepassing is. Servicemedewerkers<br />

kunnen de responstijd handmatig wijzigen. Maar als daarbij de responstijd korter zou worden dan de huidige,<br />

dan wordt de wijziging niet doorgevoerd.<br />

Talen<br />

Indien u over meerdere talen beschikt, kunt u hier instellen welke talen beschikbaar zijn voor selectie in<br />

andere menu’s.<br />

Trefwoorden en synoniemen<br />

Trefwoorden en synoniemen in <strong>T5</strong> worden op een centrale plaats aangemaakt en beheerd. In de volgende<br />

afbeelding ziet u een voorbeeld van een trefwoordenlijst:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

55


Trefwoorden worden gebruikt voor de volgende doeleinden:<br />

• Zoeken op basis van hele zinnen: door zo veel mogelijk woorden uit de zoekzin te koppelen aan<br />

trefwoorden en/of synoniemen, wordt het meest relevante antwoord gezocht.<br />

• Vindbaar maken van kennis-items: door kennis-items te koppelen aan trefwoorden en/of synoniemen<br />

die niet in het kennis-item voorkomen, wordt de vindbaarheid vergroot.<br />

• Automatisch selecteren van de juiste urgentie: met behulp van trefwoorden en/of synoniemen in de<br />

vraag van de bezoeker kan de urgentie worden vastgesteld. Zie Contacttype, contacturgentie en<br />

contactstatus op pagina 54.<br />

• Automatisch genereren van mogelijke antwoorden: met behulp van trefwoorden en/of synoniemen in<br />

de vraag van de bezoeker kunnen mogelijke antwoorden automatisch worden gegenereerd. Zie<br />

Trefwoorden toewijzen aan servicemedewerkers op pagina 82.<br />

• Automatisch toewijzen van vragen (contacten): door trefwoorden en/of synoniemen te koppelen aan<br />

afdelingen en servicemedewerkers, worden vragen (contacten) direct doorgestuurd naar de juiste<br />

afdeling of persoon. Zie Trefwoorden toewijzen aan afdelingen op pagina 53 en Trefwoorden<br />

toewijzen aan servicemedewerkers op pagina 82.<br />

U maakt trefwoorden aan in het submenu Trefwoorden van het menu Tabellen. De volgende punten zijn<br />

daarbij van belang:<br />

• Elk trefwoord en synoniem moet uniek zijn. U mag een bestaand trefwoord niet elders in de lijst als<br />

synoniem invoeren en u mag een bestaand synoniem niet elders in de lijst als trefwoord invoeren.<br />

• Houd trefwoorden en synoniemen zo kort en uniek mogelijk. Gebruik bijvoorbeeld 'bel' in plaats van<br />

'bellen' of 'gebeld', omdat u dan kunt volstaan met één trefwoord in plaats van meerdere vormen of<br />

verbuigingen van hetzelfde woord.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

56


Trefwoorden gebruiken om contacten toe te wijzen<br />

Het is mogelijk om trefwoorden toe te wijzen aan een afdeling of servicemedewerker, zodat contacten waarin<br />

die trefwoorden voorkomen, automatisch naar die afdeling of servicemedewerker worden doorgestuurd. Houd<br />

daarbij rekening met het volgende:<br />

U kunt combinaties van trefwoorden opgeven. Een koppeling tussen een vraag (contact) en een afdeling of<br />

servicemedewerker komt alleen tot stand wanneer een vraag ALLE trefwoorden binnen een bepaalde<br />

combinatie bevat. Stel dat een afdeling of servicemedewerker de volgende drie trefwoordcombinaties heeft:<br />

Trefwoord 1 Trefwoord 2 Trefwoord 3 Trefwoord 4<br />

hypotheek tweede huis<br />

tweede<br />

huis<br />

huis<br />

hypotheek<br />

De vraag: "Kan ik een tweede hypotheek nemen op mijn huis?" wordt automatisch gekoppeld aan de afdeling<br />

of servicemedewerker, op basis van de trefwoordcombinatie 'hypotheek', 'tweede' en 'huis'. De afdeling of<br />

servicemedewerker zal de vraag automatisch ontvangen en verder moeten behandelen.<br />

De vraag "Kan ik een tweede hypotheek nemen?" wordt echter niet aan de afdeling of servicemedewerker<br />

gekoppeld, omdat de vraag bij alle drie de trefwoordcombinaties slechts een deel van de trefwoorden bevat.<br />

Als een vraag aan geen van de beschikbare afdelingen kan worden gekoppeld, wordt deze doorgestuurd naar<br />

een restmedewerker. Restmedewerkers behandelen vragen (contacten) die niet automatisch aan<br />

servicemedewerkers of afdelingen kunnen worden gekoppeld.<br />

Responstijden<br />

Voor een goede service aan uw klanten is het belangrijk dat vragen (contacten) worden opgelost binnen de<br />

afgesproken tijd. Daarom biedt <strong>T5</strong> de mogelijkheid om per afdeling of per urgentie vaste responstijden in te<br />

stellen. Zie Responstijden en escalatiemomenten op pagina 51.<br />

Ga als volgt te werk om responstijden op te geven:<br />

1. Open het submenu Responstijden in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen als u een nieuwe responstijd wilt invoeren of selecteer een<br />

responstijd en klik op Wijzigen als u een bestaande responstijd wilt wijzigen.<br />

3. Geef in het formulier dat verschijnt de omschrijving op, de responstijd en de tijden waarop de afdeling<br />

bereikbaar is. Als een responstijd bijvoorbeeld 24 uur is en een afdeling 8 uur per dag bereikbaar is,<br />

betekent dit dat een vraag (contact) binnen drie dagen moet worden opgelost.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

De responstijden die u hebt ingevoerd, kunt u vervolgens koppelen aan afdeling (zie Afdelingen op pagina 51)<br />

en aan urgentie (zie Contacttype, contacturgentie en contactstatus.<br />

Servicemedewerkers kunnen de responstijd niet zelf wijzigen, behalve als de <strong>T5</strong>-beheerder Servicemanager<br />

Call Back heeft ingeschakeld en in de keuzelijst Responstijd wijzigbaar voor heeft aangegeven voor welke<br />

contactbronnen de servicemedewerker de responstijd kan wijzigen (zie Servicemanager instellen op pagina<br />

44).<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

57


Het is niet noodzakelijk om responstijden te koppelen aan een urgentie. Indien de tabel met responstijden<br />

niet is gekoppeld aan een urgentie, wordt automatisch de tabel met responstijden gebruikt die gekoppeld is<br />

aan de afdeling.<br />

Onderwerpen<br />

Met dit submenu kunt u de mogelijke onderwerpen van de verschillende kennis-items definiëren. De<br />

onderwerpen die gekoppeld worden aan kennis-items zijn bedoeld voor rapportagedoeleinden. Klanten kunnen<br />

geen onderwerp selecteren. Servicemedewerkers kunnen dit wel, maar zij selecteren handmatig een<br />

onderwerp, waarmee het contact geclassificeerd wordt. Verder worden de onderwerpen gebruikt in het<br />

afsluitscherm (zie Servicemanager - Direct naar afsluitscherm op pagina 45 en Onderwerp tonen op<br />

afsluitscherm op pagina 44).<br />

Bronnen<br />

Met dit submenu kunt u de standaardbenaming van de bron of afkomst van vragen (contacten) en antwoorden<br />

wijzigen. Vragen hangen samen met inkomende bronnen, en antwoorden met uitgaande bronnen. Er zijn vele<br />

mogelijke bronnen, bijvoorbeeld Beheerder, Brief in, Brief uit, Internet en Chat. In de Servicemanager wordt<br />

de inkomende bron van een contact automatisch vermeld.<br />

Verder kunt u in dit submenu bij een inkomende bron (aangegeven met een vinkje in de kolom Inkomend)<br />

instellen welke uitgaande bron daar standaard bij hoort. In de Servicemanager wordt bij een contact dan<br />

tevens de uitgaande bron voor het antwoord automatisch vermeld zodat de servicemedewerker deze niet<br />

handmatig hoeft te selecteren. Overigens kan de servicemedewerker altijd een andere uitgaande bron<br />

selecteren.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Bronnen in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer een bron en klik op Wijzigen.<br />

3. Typ in het veld Omschrijving de gewenste benaming.<br />

4. Selecteer bij een inkomende bron in het veld Bron uit de bijbehorende standaard uitgaande bron.<br />

5. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Buttons Servicemanager<br />

Met dit submenu kunt u een knop aanmaken waarmee servicemedewerkers snel een bepaalde website<br />

kunnen openen, bijvoorbeeld het intranet van de eigen organisatie. U kunt hierbij gebruikmaken van<br />

verschillende variabelen. Raadpleeg Variabelen voor Servicemanager-knoppen op pagina 151 voor een<br />

overzicht van de beschikbare variabelen.<br />

Ga als volgt te werk om knoppen met een koppeling naar een website aan te maken in de Servicemanager:<br />

1. Open het submenu Buttons Servicemanager in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen als u een nieuwe knop wilt toevoegen of klik op Wijzigen als u een<br />

bestaande knoptoewijzing wilt veranderen.<br />

3. Vul het weergegeven formulier in met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

58


Optie<br />

Beschrijving<br />

Selecteer het gewenste knoptype.<br />

Button type<br />

Met Toolbarbutton is het mogelijk om variabelen te gebruiken in de URL en<br />

wordt de website in een popup getoond. Deze knop verschijnt in de<br />

Servicemanager van <strong>T5</strong> wanneer een contact in behandeling wordt genomen<br />

of als een klant wordt geselecteerd.<br />

Met Navigatiebutton is het niet mogelijk om variabelen te gebruiken in de URL.<br />

De website wordt in de Servicemanager van <strong>T5</strong> getoond (in een iframe). Deze<br />

knop staat op de knoppenbalk van de Servicemanager.<br />

Naam<br />

Omschrijving<br />

URL<br />

Afmeting pop-up<br />

Voer het opschrift van de knop in.<br />

Voer de naam of een beschrijving in van de website waarmee de knop is<br />

gekoppeld.<br />

Voer de URL in naar de website waarmee de knop moet worden gekoppeld.<br />

Deze optie is alleen beschikbaar als u bij Button type hebt gekozen voor<br />

Toolbarbutton.<br />

Geef bij Breedte en Hoogte het formaat in pixels op van het pop-upvenster<br />

waarin de website wordt weergegeven.<br />

Plaats pop-up<br />

Deze optie is alleen beschikbaar als u bij Button type hebt gekozen voor<br />

Toolbarbutton.<br />

Geef hier op waar het pop-upvenster met de website moet verschijnen,<br />

gemeten vanaf de linkerbovenhoek.<br />

Ongewenste domeinnamen<br />

Het is mogelijk om bezoekers op basis van de domeinnaam in hun e-mailadres automatisch te rangschikken<br />

onder het bedrijf waartoe ze behoren (zie Bedrijven op pagina 83). Met het submenu Ongewenste<br />

domeinnamen kunt u domeinnamen opgeven of wijzigen waarvan u niet wilt dat ze gekoppeld kunnen worden<br />

aan bedrijven, denk bijvoorbeeld aan domeinnamen zoals @hotmail.com.<br />

Als u een domeinnaam wilt toevoegen of wijzigen, verschijnt het veld Omschrijving. Hierin voert u de<br />

ongewenste domeinnaam in, voorafgegaan door het teken @.<br />

Bijlagen<br />

Het is mogelijk dat servicemedewerkers bijlagen meesturen bij het beantwoorden van contacten. In hoeverre<br />

dat is toegestaan, kunt u instellen in het submenu Parameters in het menu Instellingen (zie Servicemanager<br />

instellen op pagina 44).<br />

In het submenu Bijlagen in het menu Tabellen geeft u de centraal opgeslagen bijlagen op, die mogen worden<br />

meegestuurd.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

59


Als u een bijlage wilt toevoegen of wijzigen, verschijnt het veld Naam. Hier voert u een omschrijving van de<br />

bijlage in. De naam en de locatie van het bestand geeft u op door te klikken op de knop Bladeren naast het<br />

veld Bestandsnaam en te navigeren naar het bestand.<br />

Landen<br />

De landen die u met dit submenu toevoegt of wijzigt, verschijnen als keuzemogelijkheden in het submenu<br />

Bedrijven in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

Chat Urls<br />

Het is mogelijk dat servicemedewerkers tijdens een chatsessie willen doorverwijzen naar een website. In dit<br />

submenu kunt u een omschrijving en het adres definiëren van websites waarnaar vaak wordt verwezen. De<br />

servicemedewerkers kunnen de gedefinieerde websites eenvoudig invoegen tijdens de chatsessie en zo<br />

typefouten in het adres van de website voorkomen.<br />

Als u een website wilt toevoegen of wijzigen, vult u in het veld Chat Urls een omschrijving van de site in. In het<br />

veld Url typt u de URL van de site, bijvoorbeeld http://www.trinicom.nl.<br />

Tabs outbound contact<br />

In dit submenu definieert u de tabbladen die in de Servicemanager worden weergegeven voor het ophalen van<br />

gegevens uit externe systemen ten behoeve van telemarketingcampagnes.<br />

U kunt als volgt een Servicemanager-tabblad toevoegen of wijzigen:<br />

1. Open het submenu Tabs outbound contact in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen als u een nieuwe tab wilt maken of selecteer een tab en klik op<br />

Wijzigen als u een bestaande tab wilt aanpassen.<br />

3. Geef in het veld Naam op welke naam op de tab moet worden weergegeven.<br />

4. Typ in het veld Omschrijving een beschrijving van het externe systeem.<br />

5. Typ in het veld Url het adres waar het externe systeem zich bevindt, bijvoorbeeld<br />

http://www.trinicom.nl. In dit veld kunt u gebruikmaken van variabelen. Bijvoorbeeld, als de Url het<br />

adres van een webbrowser is, kunt u door middel van variabelen alvast zoektermen specificeren. Zie<br />

Variabelen voor scripts en tabs outbound contact op pagina 148 voor een overzicht van de<br />

beschikbare variabelen.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

De bovenste tab in de lijst bij dit submenu wordt in de Servicemanager weergegeven als de eerste tab links,<br />

rechts daarvan wordt de tweede tab in de lijst weergegeven, enzovoorts. Selecteer een tab en klik in de<br />

menubalk op Omhoog of Omlaag om de volgorde te wijzigen.<br />

U kunt een tab ook als standaardtab instellen. Deze tab wordt dan getoond als in de Servicemanager op de<br />

knop Campagnes wordt geklikt. Selecteer een tab en klik in de menubalk op Standaard. Achter de naam van<br />

de tab verschijnt een vinkje in de kolom Standaard om aan te geven dat dit de standaardtab is. U maakt deze<br />

instelling ongedaan door de standardtab te selecteren en in de menubalk op Wissen te klikken.<br />

Skills<br />

In dit submenu benoemt u vaardigheden of kwaliteiten van servicemedewerkers, bijvoorbeeld<br />

"verkoopgerichtheid", en geeft u aan welke servicemedewerkers deze vaardigheid of kwaliteit bezitten. Onder<br />

Aantal gelinkte agents ziet u per vaardigheid hoeveel servicemedewerkers die vaardigheid bezitten. In het<br />

menu Campagnes van de knop Configuratie kunt u vervolgens aangeven welke van de gedefinieerde<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

60


vaardigheden van belang zijn voor een telemarketingcampagne. Mede op basis daarvan wordt bepaald welke<br />

medewerkers op de campagne worden ingezet.<br />

U kunt als volgt een vaardigheid toevoegen of wijzigen:<br />

1. Open het submenu Skills in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen als u een nieuwe vaardigheid wilt toevoegen of klik op Wijzigen als<br />

u een bestaande vaardigheid wilt veranderen.<br />

3. Vul het weergegeven formulier in met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

Omschrijving<br />

Actief<br />

Toon alleen actieve<br />

agenten<br />

Beschikbare<br />

outbound agents<br />

Beschrijving<br />

Voer een beschrijving in van de vaardigheid.<br />

Selecteer dit veld als de vaardigheid nodig is in een lopende campagne.<br />

Deselecteer dit veld als de vaardigheid niet nodig is in een lopende campagne,<br />

maar u de vaardigheid wel wilt bewaren voor later gebruik.<br />

Selecteer dit veld als u alleen actieve servicemedewerkers wilt tonen in de lijst<br />

van beschikbare outboud agents.<br />

Deselecteer dit veld als u actieve en niet-actieve servicemedewerkers wilt tonen<br />

tonen in de lijst.<br />

Dit is een lijst van servicemedewerkers voor wie in het submenu<br />

Servicemedewerkers van het menu Gebruikers is aangegeven dat zij outbound<br />

activiteiten mogen uitvoeren. Een groen bolletje geeft aan dat de<br />

servicemedewerker actief is.<br />

Selecteer het vakje voor de naam van de servicemedewerker om aan te geven<br />

dat deze de gedefinieerde vaardigheid bezit.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Campagne statussen<br />

Er zijn vijf standaardstatussen voor telemarketingcampagnes: nieuw, huidig, on hold, geannuleerd en<br />

gesloten. Als u een nieuwe campagne aanmaakt, krijgt deze de status nieuw. Als u een campagne live zet,<br />

krijgt deze de status huidig. Voor gebruik door u als <strong>T5</strong>-beheerder kunt u uw eigen statusbenamingen<br />

toevoegen aan de vijf standaardstatussen. Onderliggend hebben deze echter dezelfde gevolgen als een van<br />

de vijf standaardstatussen.<br />

Als u een status wilt toevoegen of wijzigen, typt u in het veld Status Code de naam van de code. Selecteer het<br />

veld Actief als de status moet worden getoond in de rest van het systeem.<br />

Tabs outbound verrijken<br />

Niet alle records van een bellijst bevatten een telefoonnummer. De servicemedewerkers moeten dan het<br />

ontbrekende telefoonnummer opzoeken en opslaan. Dit heet "verrijken". Met het submenu Tabs outbound<br />

verrijken zorgt u dat in de Servicemanager tabs worden weergegeven waarmee de servicemedewerkers snel<br />

toegang krijgen tot externe systemen die benodigd zijn voor het verrijken, zoals een online telefoongids.<br />

Ga als volgt te werk om een Servicemanager-tab te specificeren voor het verrijken van bellijsten:<br />

1. Open het submenu Tabs outbound verrijken in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

61


2. Klik in de menubalk op Toevoegen als u een nieuwe tab wilt maken of selecteer een tab en klik op<br />

Wijzigen als u een bestaande tab wilt aanpassen.<br />

3. Geef in het veld Naam op welke naam op de tab moet worden weergegeven.<br />

4. Typ in het veld Omschrijving een beschrijving van het externe systeem.<br />

5. Typ in het veld URL het adres waar het externe systeem zich bevindt, bijvoorbeeld<br />

http://www.telefoongids.nl.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

De bovenste tab in de lijst bij dit submenu wordt in de Servicemanager weergegeven als de eerste tab links,<br />

rechts daarvan wordt de tweede tab in de lijst weergegeven, enzovoorts. Selecteer een tab en klik in de<br />

menubalk op Omhoog of Omlaag om de volgorde te wijzigen.<br />

U kunt een tab ook als standaardtab instellen. Deze tab wordt dan getoond als in de Servicemanager op de<br />

knop Verrijking wordt geklikt. Selecteer een tab en klik in de menubalk op Standaard. Achter de naam van de<br />

tab verschijnt nu een vinkje in de kolom Standaard.<br />

Kennisdialogen<br />

<strong>T5</strong> bevat een kennisgids die u in staat stelt een ’gesprek’ (dialoog) aan te gaan met bezoekers of<br />

servicemedewerkers om zo het zoekresultaat van hun zoekopdracht te verfijnen. Zo’n gesprek kan bestaan<br />

uit aanvullende vragen en zinsdelen met keuzemogelijkheden. Deze aanvullende vragen en zinsdelen zijn<br />

gedefinieerd in de tabel Kennisdialogen. De keuzemogelijkheden worden bepaald door de inhoud van de<br />

kennisgidsmatrix.<br />

Raadpleeg Kennisgids op pagina 25 voor meer informatie en een voorbeeld van een dialoog.<br />

De tabel Kennisdialogen toont de vragen en zinsdelen met de bijbehorende omschrijving. U kunt zelf geen<br />

vragen en zinsdelen toevoegen of verwijderen. U kunt wel een vraag of zinsdeel en de bijbehorende<br />

vertalingen voor de talen die u wilt ondersteunen, wijzigen. Ook kunt u vragen en zinsdelen aanpassen voor<br />

het portaal en/of de Servicemanager. Een preview van de dialoog toont hoe deze eruit ziet voor bezoekers en<br />

servicemedewerkers.<br />

Vragen en zinsdelen kunnen bestaan uit alleen tekst (bijvoorbeeld "Ik bedoel iets anders") of uit tekst en tags<br />

(bijvoorbeeld "Ik wil een [narrowterm][topterm] [Choice]". De tags worden omsloten door [ en ]. De combinatie<br />

van tags bepaalt of er wel of geen spatie tussen staat. De volgende tabel toont de mogelijke tags met<br />

voorbeelden:<br />

Tag Omschrijving Resultaat<br />

[Choice]<br />

[topterm]<br />

[narrowterm]<br />

Legt een keuze voor aan de bezoeker. De<br />

keuzemogelijkheden worden bepaald door de<br />

inhoud van de kennisgidsmatrix.<br />

Voorbeeld: Bedoelt u [choice]<br />

Vult de topterm in op basis waarvan het<br />

dialoog is gestart.<br />

Voorbeeld: Ik wil een [topterm] [choice]<br />

Vult de narrowterm in die de bezoeker heeft<br />

geselecteerd.<br />

Voorbeeld: Ik wil een [narrowterm][topterm]<br />

Bedoelt u<br />

betaal<br />

internet<br />

spaar<br />

Ik wil een rekening<br />

afsluiten<br />

opzeggen<br />

Ik wilt een internetrekening<br />

afsluiten<br />

opzeggen<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

62


Tag Omschrijving Resultaat<br />

[choice]<br />

[operator]<br />

Vult de operator in die de bezoeker heeft<br />

geselecteerd.<br />

Voorbeeld: Wat voor [topterm] wilt u [operator]<br />

[choice]<br />

Wat voor rekening wilt u afsluiten?<br />

betaal<br />

internet<br />

spaar<br />

Houd er rekening mee dat er tussen tags soms wel en soms geen spaties moeten voorkomen. Dit<br />

verschilt per taal.<br />

Ga als volgt te werk om een vraag of zinsdeel in één om meer talen te wijzigen:<br />

1. Open het submenu Kennisdialogen in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Wijzig de vraag of zinsdeel in de gewenste kolom:<br />

Als u de dialoog wilt aanpassen voor het portaal of voor de Servicemanager, brengt u respectievelijk<br />

wijzigingen aan in de kolom Portal of in de kolom Servicemanager. Als u de dialoog voor zowel het<br />

portaal als de Servicemanager wilt aanpassen, brengt u wijzigingen aan in de kolom Standaard. Klik<br />

in de cel die overeenkomt met de vraag die of het zinsdeel dat u wilt wijzigen. Breng vervolgens de<br />

wijzigingen aan in het formulier dat verschijnt.<br />

3. Klik in de menubalk op Wijzigen om de wijzigingen te bevestigen. U keert terug naar het hoofdvenster.<br />

Onderin het venster kunt u zien hoe de aangepaste dialoog eruit ziet.<br />

Webcontactformulieren<br />

Van elk contactformulier bestaan altijd twee varianten: een anonieme en een niet-anonieme. Dit zijn de<br />

pagina’s met ID 27 en 28 (zie Pagina's op pagina 31). Zodra u bij een kennis-item de webformvariant<br />

’Standaard’ kiest (zie Kennis-items voor menu’s op pagina 17), wordt de anonieme variant gebruikt voor<br />

bezoekers die niet zijn ingelogd op het portaal, en de niet-anonieme variant voor bezoekers die wel zijn<br />

ingelogd.<br />

U kunt aan een kennis-item ook een andere webformvariant koppelen. Welke varianten dat zijn, definieert u in<br />

het submenu Webcontactformulieren. Denk bijvoorbeeld aan een vragen-, klachten- of aanvraagformulier.<br />

Ook van deze varianten bestaat telkens een anonieme en een niet-anonieme variant. En ook deze varianten<br />

worden respectievelijk aan niet-ingelogde of ingelogde bezoekers getoond.<br />

Webcontactformulier toevoegen of wijzigen<br />

1. Open het submenu Webcontactformulieren in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer het formulier dat u wilt wijzigen en klik op Wijzigen. Er<br />

verschijnt een formulier.<br />

3. Typ of wijzig de gegevens met behulp van de volgende tabel.<br />

Veld<br />

Omschrijving<br />

Beschrijving<br />

Typ of wijzig de naam voor de variant in de diverse talen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

63


Veld<br />

URL<br />

Beschrijving<br />

Typ of wijzig de URL naar een alternatief, extern formulier. Zodra u een URL<br />

hebt ingevoerd, is het niet-externe webcontactformulier niet meer toegankelijk.<br />

De URL wordt actief wanneer u bij het betreffende kennis-item het juiste<br />

webcontactformulier hebt geselecteerd in de keuzelijst Webform variant onder<br />

Contactmanagement (zie Kennis-items aanmaken op pagina 17).<br />

Weergave<br />

Selecteer in de keuzelijst de gewenste weergave van het externe<br />

webcontactformulier. Er zijn twee mogelijkheden:<br />

Zelfde venster - het formulier verschijnt in het zelfde venster.<br />

Nieuw venster - het formulier verschijnt in een nieuw venster. Dit is alleen<br />

mogelijk als bij het kennis-item de optie Contact via scherm-URL is<br />

geselecteerd onder Contactmanagement.<br />

4. Klik in de menubalk op Opslaan om het nieuwe of gewijzigde formulier op te slaan.<br />

Objecten van anonieme of niet-anonieme variant definiëren<br />

Per webcontactformulier kunt u een anonieme en een niet-anonieme variant definiëren. De basis voor deze<br />

variant is het standaardformulier (ID’s 27 en 28).<br />

Ga als volgt te werk om een anonieme of niet-anonieme variant voor een webcontactformulier te maken:<br />

1. Open het submenu Webcontactformulieren in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer het webcontactformulier waarvoor u een anonieme en/of niet-anonieme variant wilt<br />

definiëren en klik in de menubalk op Wijzigen. Er verschijnt een formulier.<br />

3. Klik in de menubalk op Anoniem of Niet-Anoniem. De objecten van het standaardformulier worden<br />

getoond. Per object ziet u of deze zichtbaar is op het standaardformulier en of het een verplicht veld<br />

is. Hieronder ziet u een voorbeeld van de objecten voor de anonieme variant:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

64


4. Selecteer het object waarvan u bepaalde instellingen wilt wijzigen en klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

Er verschijnt een formulier.<br />

5. Typ of wijzig de gegevens met behulp van de volgende tabel.<br />

Veld<br />

Schermtekst<br />

Alt-tekst<br />

Verplicht<br />

Zichtbaar<br />

Type veld<br />

Lengte van het invoerveld<br />

Beschrijving<br />

Dit is de naam van het object zoals het op het formulier wordt getoond. Typ<br />

of wijzig de naam in de verschillende talen.<br />

Dit is de tekst die verschijnt wanneer de cursor over een veld wordt<br />

verplaatst. Typ of wijzig de naam in de verschillende talen.<br />

Selecteer dit vakje als dit veld verplicht moet worden ingevuld.<br />

Selecteer dit vakje als u dit veld op het formulier wilt tonen. Laat u dit vakje<br />

leeg, dan is het veld onzichtbaar.<br />

Hier geeft u aan of het veld een tekst- of datumveld is, of als selectievakje<br />

(checkbox) moet worden weergegeven.<br />

Hier vult u het maximale aantal toegestane tekens in.<br />

6. Klik in de menubalk op Akkoord om de instellingen te bevestigen.<br />

7. Herhaal stappen 4 tot en met 6 voor elk object waarvan u de instellingen wilt wijzigen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

65


Met de knoppen Omhoog en Omlaag kunt u de volgorde van de objecten op het formulier aanpassen.<br />

De velden Alt-tekst, Verplicht, Zichtbaar, Type veld en Lengte van het invoerveld zijn niet altijd<br />

beschikbaar.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

66


Configuratie - E-mail<br />

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de mogelijkheden zijn met het menu E-mail dat u opent via de knop<br />

Configuratie op de knoppenbalk. Met dit menu stelt u basisgegevens voor e-mail in, zoals accounts in voor inen<br />

uitgaande e-mail en templates voor veelgebruikte soorten e-mailberichten.<br />

E-mail configureren<br />

Voordat u accounts aanmaakt, moet u de algemene werking van inkomende en uitgaande e-mail in <strong>T5</strong><br />

configureren. Dit doet u als volgt:<br />

1. Open het submenu Configuratie in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Kies de gewenste instellingen met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

Reply toewijzen aan<br />

Beschrijving<br />

Als een bezoeker een reactie stuurt op een antwoord dat hij van een<br />

servicemedewerker heeft ontvangen, kunt u met deze optie bepalen aan wie<br />

deze nieuwe e-mail wordt toegewezen.<br />

Als een bezoeker een reactie stuurt op een bericht dat hij heeft ontvangen,<br />

kunt u met deze optie bepalen of het systeem deze twee berichten aan elkaar<br />

koppelt.<br />

Reply koppelen<br />

Als u deze optie inschakelt, controleert het systeem eerst of het<br />

oorspronkelijke contact al is afgesloten. Zo ja, dan wordt dit gekoppeld onder<br />

het nieuwe contact (de reactie); in de Servicemanager is dit herkenbaar aan<br />

een rood plusje bij de case. Zo nee, dan wordt het nieuwe contact onder het<br />

oorspronkelijke, openstaande contact gekoppeld; in de Servicemanager is dit<br />

herkenbaar aan een grijs plusje.<br />

Als u deze optie uitschakelt, wordt de reactie als nieuw contact onder een<br />

nieuw nummer opgeslagen.<br />

Badmail verwijderen<br />

Bijlagen opslaan<br />

E-mail naar<br />

servicemedewerker<br />

E-mail naar<br />

geregistreerde klant<br />

Als een e-mail niet door <strong>T5</strong> kan worden ingelezen doordat deze onvolledig is<br />

(als er bijvoorbeeld geen afzender is ingevuld), blijft deze in de inleesdirectory<br />

staan. Als u deze optie inschakelt, wordt mail die in de inleesdirectory<br />

blijft staan, automatisch verwijderd.<br />

Als u deze optie inschakelt, worden bijlagen van klanten bij e-mail<br />

automatisch opgeslagen. Omdat bijlagen virussen kunnen bevatten, is het<br />

soms raadzaam deze optie uit te schakelen.<br />

Dit is de naam van een mailtemplate (zie Mailtemplates op pagina 71). Kies<br />

Aan om de template in te schakelen, kies Uit om deze uit te schakelen.<br />

Dit is de naam van een mailtemplate (zie Mailtemplates op pagina 71). Kies<br />

Aan om de template in te schakelen, kies Uit om deze uit te schakelen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

67


Optie<br />

Beschrijving<br />

Geslachttekst<br />

man/vrouw/onbekend<br />

Geef hier de gewenste aanhef op bij het verzenden van e-mail naar een<br />

bezoeker.<br />

3. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Afzenderaccounts<br />

Afzenderaccounts worden gebruikt voor uitgaande e-mails, dus voor het verzenden van antwoorden op e-<br />

mails die door bezoekers van <strong>T5</strong> zijn verzonden. Deze antwoorden worden meestal verzonden door<br />

servicemedewerkers. Het e-mailadres dat u voor een afzenderaccount opgeeft (of de bijbehorende alias),<br />

wordt gebruikt als afzender bij het beantwoorden van vragen van bezoekers.<br />

Het is belangrijk dat e-mailadressen die u aanmaakt in <strong>T5</strong> allemaal hetzelfde domein hebben (het gedeelte na<br />

het @-teken). Voorbeeld van een domein is @trinicom.nl. Een geldig e-mailadres in <strong>T5</strong> zou in dit voorbeeld<br />

helpdesk@trinicom.nl kunnen zijn. Het domein van het e-mailadres zorgt ervoor dat de e-mail op een<br />

bepaalde server terechtkomt en vervolgens door <strong>T5</strong> kan worden verwerkt. Vraag uw systeembeheerder naar<br />

de details.<br />

Als u van uw systeembeheerder een geldige domeinnaam hebt gekregen, kunt u zelf in <strong>T5</strong> de verschillende<br />

afzenderaccounts binnen dit domein aanmaken. Hiertoe gaat u als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Afzenderaccounts in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen, of selecteer een bestaande account in de lijst en klik op Wijzigen<br />

als u accountgegevens wilt wijzigen.<br />

3. Vul de gegevens in en kies de gewenste instellingen met behulp van de onderstaande tabel:<br />

Optie<br />

Naam<br />

Alias<br />

E-mail<br />

Gebruikersgroep<br />

Taal<br />

Reply<br />

Beschrijving<br />

Geef hier de gewenste naam van de account op, bijvoorbeeld Customer Service.<br />

Geef hier de alias van de account op, bijvoorbeeld <strong>Trinicom</strong> Customer Service.<br />

Deze alias wordt in het veld Afzender geplaatst bij het beantwoorden van een e-<br />

mail.<br />

Geef hier het e-mailadres op, bijvoorbeeld service@trinicom.nl.<br />

Selecteer hier de gebruikersgroep aan de ontvangende kant waarvoor u het e-<br />

mailadres wilt gebruiken. Het kan bijvoorbeeld wenselijk zijn om antwoorden aan<br />

anonieme klanten afkomstig te laten zijn van een ander e-mailadres dan<br />

antwoorden aan geregistreerde klanten.<br />

Selecteer hier de taal waarvoor het e-mailadres bedoeld is.<br />

Als u deze optie inschakelt, kan de reactie van een bezoeker op een antwoord<br />

opnieuw door <strong>T5</strong> worden ingelezen en automatisch worden toegewezen aan de<br />

juiste servicemedewerker. Op deze manier kan er een dialoog ontstaan tussen<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

68


Optie<br />

Beschrijving<br />

servicemedewerker en bezoeker.<br />

Als u deze optie niet inschakelt, worden reacties niet toegewezen aan de<br />

medewerker die het hoofdcontact in behandeling heeft.<br />

Bevestigen<br />

Handtekening<br />

Deze optie is van belang als u de optie Reply hebt ingeschakeld. Er kunnen dan<br />

op de afzenderaccount ook e-mailberichten van bezoekers worden ingelezen. Als<br />

u wilt dat daarbij een ontvangstbevestiging wordt verzonden, schakelt u de optie<br />

Bevestigen in.<br />

Geef hier de tekst op die u aan het einde van e-mailberichten aan bezoekers wilt<br />

opnemen, bijvoorbeeld de naam en afdeling van de servicemedewerker.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Inleesaccounts<br />

Inleesaccounts worden gebruikt voor inkomende e-mails, dus voor het inlezen van e-mails die door bezoekers<br />

van <strong>T5</strong> worden verzonden. Bezoekers die via <strong>T5</strong> een vraag willen stellen, sturen hun e-mail aan het adres dat<br />

u hier instelt.<br />

Inkomende e-mail routeren<br />

Met de menu’s van de knop Configuratie zijn er verschillende manieren om aan te geven wat er moet gebeuren<br />

met inkomende e-mails:<br />

• Bij de inleesaccount opgeven of e-mails die daar binnenkomen moeten worden behandeld en zo ja,<br />

naar welke afdeling en/of servicemedewerker ze moeten worden doorgestuurd. Gebruik hiervoor het<br />

submenu Inleesaccounts van het menu E-mail.<br />

• Trefwoorden toewijzen aan een afdeling of servicemedewerker, zodat e-mails op basis van<br />

trefwoorden aan een afdeling of servicemedewerker worden doorgestuurd. Gebruik hiervoor het<br />

submenu Afdelingen van het menu Tabellen en het submenu Servicemedewerkers van het menu<br />

Gebruikers.<br />

• E-mail afkomstig van een bedrijf koppelen aan een bepaalde afdeling of servicemedewerker. Gebruik<br />

hiervoor het submenu Bedrijven in het menu Gebruikers (zie Bedrijven op pagina 83).<br />

Inleesaccounts instellen<br />

Het is belangrijk dat e-mailadressen die u aanmaakt in <strong>T5</strong> allemaal hetzelfde domein hebben (het gedeelte na<br />

het @-teken). Voorbeeld van een domein is @trinicom.nl. Een geldig e-mailadres in <strong>T5</strong> zou in dit voorbeeld<br />

helpdesk@trinicom.nl kunnen zijn. Het domein van het e-mailadres zorgt ervoor dat de e-mail op een<br />

bepaalde server terechtkomt en vervolgens door <strong>T5</strong> kan worden verwerkt. Vraag uw systeembeheerder naar<br />

de details.<br />

Als u van uw systeembeheerder een geldige domeinnaam hebt gekregen, kunt u zelf in <strong>T5</strong> de verschillende<br />

inleesaccounts binnen dit domein aanmaken. Hiertoe gaat u als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Inleesaccounts in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen, of selecteer een bestaande account in de lijst en klik op Wijzigen<br />

als u accountgegevens wilt wijzigen.<br />

3. Vul de gegevens in en kies de gewenste instellingen met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

69


Optie<br />

Naam<br />

Alias<br />

E-mail<br />

E-mailtype<br />

Beschrijving<br />

Geef hier de gewenste naam van de account op, bijvoorbeeld Service.<br />

Geef hier de alias van het e-mailadres op, bijvoorbeeld Service <strong>Trinicom</strong>. Deze<br />

alias wordt in het veld Afzender geplaatst bij ontvangstbevestigingen.<br />

Geef hier het e-mailadres op, bijvoorbeeld service@trinicom.nl.<br />

Selecteer hier het protocol dat wordt gebruikt voor het ontvangen van e-mail.<br />

Raadpleeg uw systeembeheerder.<br />

Inkomende bron<br />

Selecteer hier de bron van de inkomende e-mails. De standaardselectie is E-<br />

mail, maar u kunt de bron wijzigen om bijvoorbeeld ingescande brieven vanaf de<br />

scanner per e-mail naar <strong>T5</strong> te kunnen sturen.<br />

Gebruikersgroepen<br />

Taal<br />

Bevestigen<br />

Handtekening<br />

Selecteer hier de gebruikersgroep (maximaal één) waaraan u het e-mailadres wilt<br />

koppelen. Indien er e-mail wordt ontvangen van een onbekende bezoeker, wordt<br />

deze bezoeker automatisch toegevoegd aan de geselecteerde gebruikersgroep.<br />

Op deze manier kunt u bijvoorbeeld gemakkelijk een scheiding maken tussen<br />

bezoekers afkomstig uit de particuliere en de zakelijke markt.<br />

Selecteer hier de taal waarvoor het e-mailadres bedoeld is.<br />

Als u deze optie inschakelt, wordt na ontvangst van een e-mail van een bezoeker<br />

een ontvangstbevestiging verzonden.<br />

Geef hier de tekst op die u aan het einde van e-mailberichten aan bezoekers wilt<br />

opnemen, bijvoorbeeld de naam en afdeling van de servicemedewerker.<br />

Kies Niet behandelen als u e-mail gericht aan dit adres niet wilt laten behandelen.<br />

Er wordt in dit geval een e-mail verzonden naar de bezoeker, waarin verwezen<br />

wordt naar andere bronnen van informatie.<br />

Accounttype<br />

Kies Behandelen als u e-mail gericht aan dit adres wilt laten behandelen.<br />

Kies Behandelen na reply als u e-mail gericht aan dit adres de eerste keer niet<br />

wilt laten behandelen. Er wordt in dit geval een e-mail verzonden naar de<br />

bezoeker, waarin dit wordt gemeld. Pas nadat de bezoeker deze e-mail<br />

beantwoordt, wordt de e-mail ingelezen in <strong>T5</strong> en behandeld door de<br />

geselecteerde servicemedewerker en afdeling.<br />

Deze optie verschijnt als Behandelen of Behandelen na reply is gekozen als<br />

Accounttype.<br />

Toewijzen<br />

Kies Automatisch om de e-mail te laten toewijzen aan een servicemedewerker<br />

en afdeling op basis van trefwoorden. Kies een Afdeling en selecteer een<br />

afdeling en een Medewerker voor toewijzing aan een vaste servicemedewerker<br />

en afdeling.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

70


4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Mailtemplates<br />

Mailtemplates zijn standaard e-mails die kunnen worden verzonden naar bezoekers, externe<br />

contactpersonen, <strong>T5</strong>-beheerders of servicemedewerkers. Met behulp van templates kunnen met een enkele<br />

muisklik veelvoorkomende e-mails worden verzonden, waardoor veel tijd kan worden bespaard.<br />

Voor de mailtemplates 1 (E-mail naar klant, antwoord), 5 (E-mail als antwoord op externe mail) en 15 (E-mail<br />

naar klant, reactie) is het mogelijk een alternatieve vorm in html-formaat te maken. Deze html-variant wordt<br />

eMail template genoemd, in plaats van mailtemplate. Hierbij kunt u opmaakelementen en afbeeldingen<br />

toevoegen en kunt u per gebruikersgroep een aparte versie maken. Raadpleeg eMail templates op pagina 76<br />

voor informatie over het aanmaken of wijzigen van alternatieve templates, en Alternatieve templates<br />

gebruiken voor informatie over het in gebruik nemen daarvan.<br />

U kunt als volgt een mailtemplate aanmaken of wijzigen:<br />

1. Open het submenu Mailtemplates in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer een template uit de lijst die verschijnt en klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

De standaardtekst van de e-mail verschijnt. Breng de gewenste wijzigingen aan en klik desgewenst<br />

op de knop Spelling om de spelling te laten controleren.<br />

3. Klik in de menubalk op Wijzigen om de template te bevestigen.<br />

In elke template kunt u gebruikmaken van verschillende variabelen. Raadpleeg Variabelen voor mailtemplates<br />

op pagina 134 voor een overzicht van de beschikbare variabelen.<br />

Bij sommige templates kunt u ook een afzenderadres opgeven. Als u geen afzenderadres opgeeft, wordt het<br />

afzenderadres bepaald door de gebruikersgroep van de klant. Als deze ook niet wordt gevonden, wordt het<br />

inleesaccount gebruikt.<br />

In de volgende tabel vindt u een overzicht van de mailtemplates en een korte toelichting.<br />

Template-ID Naam Beschrijving<br />

1<br />

2<br />

3<br />

E-mail naar klant,<br />

antwoord<br />

E-mail naar<br />

servicemedewerker<br />

E-mail bij wachtwoord<br />

vergeten<br />

Antwoord naar een bezoeker die een vraag heeft gesteld via<br />

een webcontactformulier of de telefoon.<br />

Notificatiebericht naar een servicemedewerker of afdeling als<br />

er een nieuw contact is binnengekomen.<br />

E-mail naar een bezoeker die het wachtwoord om in te loggen<br />

is vergeten.<br />

4<br />

5<br />

E-mail naar<br />

geregistreerde klant<br />

E-mail als antwoord<br />

op externe mail<br />

E-mail naar een bezoeker die zich heeft geregistreerd.<br />

Antwoord naar een bezoeker die een vraag heeft gesteld via<br />

e-mail.<br />

6<br />

E-mail naar<br />

servicemedewerker<br />

na externe mail<br />

Notificatiebericht naar een servicemedewerker of afdeling als<br />

er een nieuw contact is binnengekomen (via doorsturen).<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

71


Template-ID Naam Beschrijving<br />

7<br />

E-mail naar klant,<br />

ontvangstbevestiging<br />

ingelezen e-mail<br />

Ontvangstbevestiging naar een bezoeker die een vraag heeft<br />

gesteld per e-mail.<br />

8<br />

E-mail naar<br />

servicemedewerker,<br />

SLA attentie<br />

E-mail om een servicemedewerker te attenderen op het<br />

verlopen van de responstijd voor een contact.<br />

9<br />

Fout bij importeren e-<br />

mails, e-mail naar<br />

klant<br />

E-mail naar een bezoeker nadat een fout is opgetreden bij het<br />

importeren van zijn of haar e-mail.<br />

10<br />

11<br />

12<br />

E-mail, accounttype<br />

niet behandelen<br />

E-mail, accounttype<br />

behandelen na reply<br />

Notificatie-e-mail naar<br />

klant, te laat<br />

beantwoord<br />

E-mail naar een bezoeker als voor de inleesaccount Niet<br />

behandelen is ingesteld bij Accounttype.<br />

E-mail naar een bezoeker als voor de inleesaccount<br />

Behandelen na reply is ingesteld bij Accounttype.<br />

E-mail naar een bezoeker als de responstijd voor het<br />

beantwoorden van de vraag van de bezoeker is overschreden<br />

(zie Afdelingen invoeren op pagina 52).<br />

13<br />

Fout bij importeren e-<br />

mails, e-mail naar<br />

beheerder<br />

E-mail naar de beheerder nadat een fout is opgetreden bij het<br />

importeren van e-mails.<br />

14<br />

E-mail naar<br />

servicemedewerker,<br />

activiteit<br />

E-mail naar een servicemedewerker om deze te laten weten<br />

dat een activiteit voor hem of haar is klaargezet.<br />

15<br />

E-mail naar klant,<br />

reactie<br />

E-mail om een bezoeker te laten weten dat zijn of haar vraag<br />

is ontvangen en spoedig zal worden beantwoord.<br />

16<br />

E-mail chatverslag<br />

naar geregistreerde<br />

klant<br />

E-mail met chatverslag naar een geregistreerde bezoeker.<br />

17<br />

18<br />

19<br />

E-mail chatverslag<br />

naar klant<br />

E-mail contact naar<br />

contactpersoon<br />

E-mail activiteit naar<br />

contactpersoon<br />

E-mail met chatverslag naar een bezoeker.<br />

E-mail om een vraag ter beantwoording door te sturen naar<br />

een externe contactpersoon.<br />

E-mail om een activiteit ter afhandeling door te sturen naar<br />

een externe contactpersoon.<br />

20<br />

E-mail antwoord<br />

contactpersoon naar<br />

klant<br />

Antwoord aan de bezoeker van een externe contactpersoon.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

72


Template-ID Naam Beschrijving<br />

21<br />

22<br />

E-mail inloggegevens<br />

naar medewerker<br />

Email<br />

ontvangstbevestiging<br />

op internetcontact<br />

E-mail naar een servicemedewerker die de inloggegevens is<br />

vergeten.<br />

Ontvangstbevestiging naar een bezoeker als voor een<br />

webcontactformulier is ingesteld dat een<br />

ontvangtbevestiging verplicht is.<br />

Alternatieve templates gebruiken<br />

Wanneer u eMail templates hebt gemaakt als alternatieve templates voor de mailtemplates 1, 5 of 15, moet u<br />

deze nog in gebruik nemen. Dit doet u door gebruikersgroepen te koppelen aan eMail templates.<br />

Ga als volgt te werk om alternatieve templates in gebruik te nemen:<br />

1. Open het submenu Mailtemplates in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer template 1, 5 of 15 uit de lijst die verschijnt en klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

3. Klik in de menubalk op Alternatieve templates. Er verschijnt een lijst van gebruikersgroepen.<br />

4. Selecteer een gebruikersgroep en klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

5. Selecteer in de keuzelijst eMail template de template die u aan deze gebruikersgroep wilt koppelen.<br />

6. Klik in de menubalk op Wijzigen om de instelling te bevestigen. De lijst van gebruikersgroepen<br />

verschijnt weer; in de kolom eMail template omschrijving staat nu de naam vermeld van de<br />

gekoppelde eMail template.<br />

7. Herhaal stap 4 tot en met 6 voor elke gebruikersgroep waarvoor u een specifieke eMailtemplate wilt<br />

gebruiken en/of voor de gebruikersgroep Alle.<br />

De eMail template die u koppelt aan de gebruikersgroep Alle wordt gebruikt voor alle gebruikersgroepen<br />

waaraan niet een andere eMail template is gekoppeld.<br />

<strong>T5</strong> Servicemanager bepaalt als volgt welke template moet worden gebruikt: <strong>T5</strong> gaat eerst na of er aan de<br />

specifieke gebruikersgroep een alternatieve eMail-template is gekoppeld. Zo niet, dan gaat <strong>T5</strong> na of er in het<br />

algemeen aan 'alle' gebruikersgroepen een alternatieve eMail-template is gekoppeld. Zo niet, dan gebruikt <strong>T5</strong><br />

de gewone mailtemplate.<br />

Klanten die hetzelfde e-mailadres gebruiken<br />

Herkenning van klanten gebeurt in <strong>T5</strong> op basis van e-mailadres. Het komt echter voor dat klanten een e-<br />

mailadres delen. Bijvoorbeeld, de zoon gebruikt het e-mailadres van zijn moeder om contact op te nemen. Het<br />

is belangrijk dat het voor de servicemanager direct duidelijk is wanneer dat het geval is en van welke klant het<br />

contact afkomstig is, zodat informatie niet naar een verkeerde klant wordt gestuurd. Daarom is de Pre- en<br />

suffixmodule ontwikkeld. Deze module biedt de volgende mogelijkheden:<br />

• Op de klantkaart kan aan elk e-mailadres een prefix en/of suffix worden toegekend, bijvoorbeeld het<br />

klantnummer. Het prefix en suffix worden niet automatisch toegekend. Bij ontvangst van een bericht van de<br />

klant worden het toegekende prefix en suffix aan het e-mailadres toegevoegd, en bij verzending van een<br />

bericht aan de klant worden het prefix en suffix weer van het e-mailadres verwijderd.<br />

• In de Servicemanager wordt duidelijk aangegeven wanneer meerdere klanten de mogelijke afzender zijn van<br />

een ontvangen contact: in het contactoverzicht staat dan ‘MEERDERE OPTIES’ vermeld in plaats van de<br />

klantnaam.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

73


• Wanneer de servicemedewerker een contact met meerdere mogelijke afzenders in behandeling neemt,<br />

verschijnt een scherm waarin de servicemanager de juiste klant kan selecteren of kan aangeven dat het om<br />

een nieuwe klant gaat.<br />

Wanneer uw organisatie prefixen en suffixen bij e-mailadressen wil gebruiken, vraagt u <strong>Trinicom</strong> om de Preen<br />

suffix-module te activeren. Als beheerder van <strong>T5</strong> hoeft u de module verder niet in te stellen. Wel zult u de<br />

pre- en suffixen tegenkomen op de klantkaarten de Sitemanager.<br />

Ongewenste e-mail<br />

U kunt e-mailadressen opgeven, bijvoorbeeld de adressen van verzenders van spam, waarvan e-mails niet<br />

mogen worden ingelezen in <strong>T5</strong>. Het is ook mogelijk om domeinnamen op te geven waarvan geen e-mails<br />

mogen worden ingelezen; zie daarvoor Ongewenste domeinnamen op pagina 59.<br />

U kunt als volgt adressen opgeven of wijzigen waarvan u e-mail wilt weren:<br />

1. Open het submenu Ongewenste e-mail in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een e-mailadres en klik op Wijzigen.<br />

3. Voer in het veld Omschrijving het e-mailadres in.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om het adres te bevestigen.<br />

Logging<br />

Met het submenu Logging kunt u een logboek opvragen waarin staat hoeveel e-mails op een bepaald tijdstip<br />

zijn ingelezen of geweigerd op de accounts voor inkomende e-mail. Zo kunt u controleren of er wellicht iets<br />

verkeerd is gegaan met het inlezen van e-mails.<br />

U vraagt als volgt een logboek op van ingekomen e-mails:<br />

1. Open het submenu Logging in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Geef een Begindatum en een Einddatum op.<br />

3. Selecteer een type Account. Welke keuzes u hier hebt, hangt af van wat is ingevoerd bij de optie E-<br />

mailtype in het submenu Inleesaccount (Dropfolder, POP3 of IMAP).<br />

4. Klik in de menubalk op Uitvoeren. Het logboek verschijnt.<br />

eMailing<br />

U kunt de lijst sorteren op een bepaald gegeven door op de betreffende kolomkop te klikken. Klik<br />

herhaaldelijk op de kolomkop om afwisselend oplopende of aflopende volgorde te zien.<br />

"eMailing" is de mogelijkheid voor servicemedewerkers om met behulp van een verzendlijst een e-mailbericht<br />

te verzenden aan een grote groep personen tegelijk. Met andere woorden: een mailing versturen per e-mail,<br />

bijvoorbeeld een nieuwsbrief. Hierbij kunnen de servicemedewerkers kiezen uit een aantal speciale<br />

templates. Deze templates in html-formaat stelt u samen met het submenu eMailing.<br />

U kunt als volgt een template voor eMailing opstellen of wijzigen:<br />

1. Open het submenu eMailing in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een template en klik op Wijzigen.<br />

3. Selecteer in de keuzelijst Afzenderadres de inleesaccount waarnaar de ontvanger een eventuele<br />

reactie kan terugsturen. Servicemedewerkers kunnen de afzender desgewenst aanpassen.<br />

Als u de blanco regel selecteert, moet de servicemedewerker zelf een afzender invullen.<br />

4. Voer in het veld Onderwerp de tekst in die moet verschijnen in de onderwerpregel van het e-<br />

mailbericht. Servicemedewerkers kunnen zelf de onderwerptekst aanpassen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

74


5. Stel in het veld Template de inhoud van de eMailing samen met behulp van de uitgebreide editor.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de template op te slaan.<br />

7. Klik rechts in de menubalk op een van de andere talen in het systeem om ook voor die talen een<br />

template samen te stellen, en herhaal de bovengenoemde stappen. Voor elk van de talen moet een<br />

template worden gemaakt.<br />

In elke template kunt u gebruikmaken van verschillende variabelen. Raadpleeg Variabelen voor brief-, fax-,<br />

eMail- en eMailing-templates op pagina 145 voor een overzicht van de beschikbare variabelen.<br />

Standaard is uitgeschakeld dat servicemedewerkers eMailing kunnen gebruiken. Als u wilt dat een<br />

servicemedewerker wel gebruik kan maken van eMailing, geeft u dat aan via het submenu<br />

Servicemedewerkers van het menu Gebruikers (zie Servicemedewerkers op pagina 79).<br />

Bij verzending van e-mailberichten aan grote groepen personen bestaat het risico dat de afzender op een<br />

zwarte lijst van spam-verzenders wordt geplaatst. Om dat te voorkomen, controleert de functie eMailing de<br />

grootte van de berichten voordat zij worden verstuurd.<br />

eMailing Logging<br />

Met het submenu eMailing Logging kunt u een overzicht opvragen van verzonden mailings. Het overzicht<br />

toont gegevens zoals het onderwerp van de mailing, het tijdstip van verzenden, de servicemedewerker die de<br />

mailing heeft verstuurd en het aantal klanten waaraan de mailing is verzonden.<br />

U kunt het overzicht sorteren op een bepaald gegeven door op de betreffende kolomkop te klikken. Klik<br />

herhaaldelijk op de kolomkop om afwisselend oplopende of aflopende volgorde te zien.<br />

Brief templates en Fax templates<br />

Met de submenu’s Brief templates en Fax templates maakt u templates voor brieven, respectievelijk faxen.<br />

De werkwijze is voor beide templates gelijk.<br />

Uiteraard voert u de tekst van de brief of fax in en maakt u de tekst op. Maar u kunt desgewenst ook paginaeinden<br />

invoegen om een brief of fax van meerdere pagina's te maken met een afwijkende opmaak voor het<br />

voorblad en de vervolgpagina's; marges instellen; en paginanummers toevoegen en opmaken.<br />

U kunt als volgt een template voor een brief of fax aanmaken of wijzigen:<br />

1. Open het gewenste submenu (Brief templates of Fax templates) in het menu E-mail van de knop<br />

Configuratie.<br />

2. Klik op Toevoegen of selecteer een template uit de lijst en klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

3. Voer in het veld Omschrijving een naam voor de template in.<br />

4. Selecteer het veld Standaard als dit de brief of fax is die standaard wordt gebruikt als uitgaande bron.<br />

De servicemedewerker kan desgewenst een van de andere gedefinieerde brief- of faxtemplates<br />

kiezen.<br />

5. Stel in het veld Template de inhoud van de brief of fax samen met behulp van de uitgebreide editor.<br />

6. Klik desgewenst op de knop (Pagina-einde invoegen) om een nieuwe pagina te beginnen.<br />

Het pagina-einde is in de editor zichtbaar als een grijze balk die u kunt verslepen. Klik op de grijze balk<br />

en druk op de toets Delete op het toetsenbord als u een pagina-einde wilt verwijderen.<br />

7. Stel onder de editor bij Marges (mm) de kantlijnen in. De marges boven en onder mogen maximaal 80<br />

mm zijn; de marges links en rechts maximaal 120 mm. In de editor is het effect van deze instellingen<br />

niet zichtbaar.<br />

8. Stel het paginanummer in met behulp van de volgende tabel. Het paginanummer wordt in de editor<br />

niet getoond.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

75


Optie<br />

Paginanummer<br />

Lettertype<br />

Lettergrootte<br />

Opmaak<br />

Hoogte (mm)<br />

Beschrijving<br />

De standaardwaarde is Geen. Als u wel een paginanummer wilt, selecteert<br />

u hier of het nummer links, midden of rechts in de voettekst onder aan de<br />

pagina moet komen.<br />

Selecteer het gewenste lettertype voor het paginanummer.<br />

Selecteer de gewenste grootte van het paginanummer.<br />

Kies 1 als u alleen het paginanummer wilt weergeven.<br />

Kies 1/5 als u het huidige paginanummer wilt weergeven en het totale aantal<br />

pagina's.<br />

Typ de hoogte in mm van de voettekst.<br />

9. Klik in de menubalk op PDF Voorbeeld om een voorbeeld te zien van hoe de uiteindelijke brief of fax<br />

eruit zal zien.<br />

De brief of fax wordt getoond in uw PDF-reader. Het voorbeeld toont wel de paginanummers, en geeft<br />

het gebied van de voettekst aan met een rood kader en het tekstgebied met een zwart kader. In de<br />

gegenereerde brief of fax zijn deze kaders niet zichtbaar.<br />

10. Klik in de menubalk op Toevoegen of op Wijzigen om de template op te slaan.<br />

11. Klik rechts in de menubalk op een van de andere talen in het systeem om ook voor die talen een<br />

template samen te stellen, en herhaal de bovengenoemde stappen. Voor elk van de talen moet een<br />

template worden gemaakt.<br />

In elke template kunt u gebruikmaken van verschillende variabelen. Raadpleeg Variabelen voor brief-, fax-,<br />

eMail- en eMailing-templates op pagina 145 voor een overzicht van de beschikbare variabelen.<br />

eMail templates<br />

Met het submenu eMail templates maakt u templates voor e-mailberichten in html-formaat. Zij dienen als<br />

alternatief voor e-mailberichten in de vorm van platte tekst die met bepaalde mailtemplates worden gemaakt.<br />

Het gaat hierbij om de mailtemplates 1 (E-mail naar klant, antwoord), 5 (E-mail als antwoord op externe mail)<br />

en 15 (E-mail naar klant, reactie).<br />

Deze alternatieve eMail templates kunt u bovendien aan gebruikersgroepen koppelen. Klanten ontvangen dan<br />

e-mails waarvan de opmaak en huisstijl verschilt al naar gelang de gebruikersgroep waartoe de klant behoort.<br />

Voor elk van de mailtemplates 1, 5 en 15 kunt u meerdere gebruikersgroep-specifieke eMail templates maken.<br />

Deze paragraaf beschrijft hoe u eMail templates aanmaakt. Hoe u eMail templates koppelt aan<br />

gebruikersgroepen, is beschreven in Alternatieve templates gebruiken.<br />

U kunt als volgt een eMail template aanmaken of wijzigen:<br />

1. Open het submenu eMail templates in het menu E-mail van de knop Configuratie.<br />

2. Klik op Toevoegen of selecteer een template uit de lijst met bestaande templates en klik in de<br />

menubalk op Wijzigen.<br />

3. Voer in het veld Omschrijving een naam voor de template in.<br />

4. Voer in het veld Betreft het onderwerp van de template in.<br />

5. Stel in het veld Template de inhoud van de eMailing samen met behulp van de uitgebreide editor.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

76


6. Klik in de menubalk op Toevoegen of op Wijzigen om de template op te slaan.<br />

7. Klik rechts in de menubalk op een van de andere talen in het systeem om ook voor die talen een<br />

template samen te stellen, en herhaal de bovengenoemde stappen.<br />

8. Ga naar Alternatieve templates gebruiken om de eMail template in gebruik te nemen en te koppelen<br />

aan een gebruikersgroep.<br />

In elke template kunt u gebruikmaken van verschillende variabelen. Raadpleeg Variabelen voor brief-, fax-,<br />

eMail- en eMailing-templates op pagina 145 voor een overzicht van de beschikbare variabelen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

77


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

78


Configuratie - Gebruikers<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn met het menuGebruikers dat u opent via de knop<br />

Configuratie op de knoppenbalk.<br />

<strong>T5</strong> kent drie soorten gebruikers:<br />

• <strong>T5</strong>-beheerders: beheerders van <strong>T5</strong> die werken met de Sitemanager<br />

• Servicemedewerkers: personen die vragen van bezoekers verwerken<br />

• Bezoekers: personen die via <strong>T5</strong> op zoek zijn naar informatie; bezoekers kunnen particuliere klanten<br />

zijn, of verbonden zijn aan een bedrijf.<br />

Nadat u als <strong>T5</strong>-beheerder bent ingelogd (zie Toegang krijgen op pagina 11), beschikt u over de rechten om de<br />

gegevens van alle soorten gebruikers (inclusief die van uzelf) in te voeren, te wijzigen en te verwijderen.<br />

Daarnaast zijn er externe contactpersonen die via <strong>T5</strong> vragen en activiteiten ter afhandeling doorgestuurd<br />

krijgen. In het menu Gebruikers kunt u gegevens van deze personen bijhouden.<br />

<strong>T5</strong>-beheerders<br />

Ga als volgt te werk om beheerders van <strong>T5</strong> toe te voegen of te wijzigen:<br />

1. Open het submenu <strong>T5</strong>-beheerders in het menu Gebruikers van de knop Configuratie. Er<br />

verschijnt een lijst met geautoriseerde <strong>T5</strong>-beheerders.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een <strong>T5</strong>-beheerder en klik op Wijzigen. Er verschijnt<br />

een formulier.<br />

3. Vul het formulier in.<br />

Met de optie Taal selecteert u de taal van de interface; met Tabeltaal selecteert u de taal voor de<br />

inhoud van tabellen.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Als u de rechten van een <strong>T5</strong>-beheerder wilt bekijken of wijzigen, selecteert u de betreffende <strong>T5</strong>-beheerder<br />

en klikt u in de menubalk op Rechten. Er verschijnt een boomstructuur met de menu's en submenu's<br />

waarvoor de <strong>T5</strong>-beheerder beheerrechten heeft. U kunt items uit de structuur verwijderen of items<br />

toevoegen.<br />

Als u een <strong>T5</strong>-beheerder inloggegevens wilt toesturen, selecteert u de betreffende <strong>T5</strong>-beheerder en klikt u<br />

in de menubalk op Inloggegevens. De <strong>T5</strong>-beheerder ontvangt een e-mailbericht met diens gebruikersnaam<br />

en wachtwoord.<br />

Servicemedewerkers<br />

Servicemedewerkers ontvangen en verwerken de vragen van bezoekers van <strong>T5</strong>. U, de <strong>T5</strong>-beheerder, voert de<br />

servicemedewerkers in en kent de rechten toe. Ook stelt u per servicemedewerker bepaalde kenmerken in,<br />

die bepalen hoe en door wie de verschillende vragen (contacten) van bezoekers worden afgehandeld. Zie ook<br />

Trefwoorden toewijzen aan servicemedewerkers op pagina 82, Bedrijven op pagina 83 en Inleesaccounts op<br />

pagina 69.<br />

Om servicemedewerkers in te voeren en gegevens te wijzigen gaat u als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Servicemedewerkers in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

79


In het hoofdvenster verschijnt een lijst met servicemedewerkers. U kunt de lijst sorteren op een<br />

bepaald gegeven door op de betreffende kolomkop te klikken. Klik herhaaldelijk op de kolomkop om<br />

afwisselend oplopende of aflopende volgorde te zien. Klik bijvoorbeeld op de kolomkop Naam om de<br />

lijst te sorteren op achternaam van de servicemedewerkers, van A tot Z. Als u nogmaals op Naam<br />

klikt, wordt de lijst gesorteerd op achternaam van Z tot A.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen als u een servicemedewerker wilt toevoegen. Er verschijnt een<br />

formulier met drie tabbladen: Algemeen, Inbound, en Outbound. Op deze tabbladen vult u de vereiste<br />

gegevens in met behulp van de tabellen hierna.<br />

Als u de gegevens van een servicemedewerker wilt wijzigen, selecteert u een afdeling in de keuzelijst<br />

Afdeling en selecteert u een servicemedewerker in de lijst die verschijnt. Klik vervolgens in de<br />

menubalk op Wijzigen en vul de vereiste gegevens in op de drie tabbladen van het weergegeven<br />

formulier. Gebruik waar nodig de volgende tabellen. (Het is ook mogelijk direct een<br />

servicemedewerker te selecteren, zonder eerst een afdeling te selecteren, en vervolgens in de<br />

menubalk op Wijzigen te klikken.)<br />

3. Vul het tabblad Algemeen in. De velden voor voor- en achternaam, telefoon, initialen en dergelijke<br />

spreken voor zich. Vul de overige velden in met behulp van de volgende tabel:<br />

Optie<br />

Inlognaam<br />

Wachtwoord<br />

Taal<br />

Tabeltaal<br />

eMailing<br />

Niveau<br />

Tarief<br />

Beschrijving<br />

De naam waarmee de servicemedewerker zich aanmeldt bij het systeem.<br />

Het wachtwoord waarmee de servicemedewerker zich aanmeldt bij het<br />

systeem.<br />

Selecteer de taal van de interface.<br />

Selecteer de taal van de inhoud van de tabellen.<br />

Met deze optie geeft u aan of de servicemedewerker een e-mailbericht naar<br />

meerdere personen tegelijk mag sturen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van<br />

verzendlijsten en speciale templates die anders zijn dan de mailtemplates (zie<br />

eMailing op pagina 74).<br />

Kies Geen rechten als u niet toestaat dat de servicemedewerker e-<br />

mailberichten naar meerdere personen tegelijk stuurt. Kies een van de andere<br />

opties als u dat wel toestaat. Als u Klantselectie kiest, kan de<br />

servicemedewerker een verzendlijst samenstellen door via de klantkaarten<br />

klanten te selecteren. Met Klantselectie + bulkmailing kan de medewerker<br />

bovendien een verzendlijst genereren op basis van criteria, bijvoorbeeld vragen<br />

die in een bepaalde periode zijn gesteld.<br />

Selecteer het niveau 1, 2 of 3. Dit kunt u zien als junior, medior en senior. Deze<br />

optie is bedoeld voor analyses.<br />

Vul het bedrag in dat de medewerker per uur kost. Dit is geen verplicht veld,<br />

maar als u niets invult, is het niet mogelijk om hiermee berekeningen uit te<br />

voeren in de Analyse-omgeving.<br />

Inbound<br />

servicemedewerker<br />

Selecteer dit veld als de medewerker inbound activiteiten mag uitvoeren.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

80


Optie<br />

Beschrijving<br />

Outbound<br />

servicemedewerker<br />

XServer<br />

servicemedewerker<br />

Selecteer dit veld als de medewerker outbound activiteiten<br />

(telemarketingcampagnes) mag uitvoeren.<br />

Selecteer dit veld als de medewerker mag inloggen op de x-server van<br />

<strong>Trinicom</strong>.<br />

4. Vul op het tabblad Inbound gegevens in die van belang zijn voor inbound activiteiten, met behulp van<br />

de volgende tabel:<br />

Optie<br />

Alias<br />

Afdeling<br />

Gebruikersgroep<br />

Rechten<br />

Vraag wijzigbaar<br />

Standaard-selectie<br />

Notificatie-e-mail<br />

Restmedewerker<br />

Chat<br />

Aantal gelijktijdige<br />

chats<br />

Beschrijving<br />

De naam die een bezoeker in een chatsessie te zien krijgt als naam van de<br />

servicemedewerker waarmee hij aan het chatten is.<br />

De afdeling waartoe de servicemedewerker behoort.<br />

Selecteer hier de gebruikersgroep(en) waarvoor de servicemedewerker vragen<br />

(contacten) mag afhandelen. Met de gebruikersgroep(en) die u hier selecteert,<br />

bepaalt u ook welke vragen de servicemedewerker mag zien.<br />

Selecteer hier welke vragen (contacten) de servicemedewerker mag<br />

behandelen.<br />

Schakel deze optie in als de servicemedewerker vragen (contacten) met als bron<br />

Klantbezoek mag aanvullen of wijzigen nadat ze zijn opgeslagen.<br />

Selecteer hier welke vragen (contacten) in eerste instantie worden weergegeven<br />

wanneer de servicemedewerker inlogt bij de Servicemanager.<br />

Schakel deze optie in als de servicemedewerker per e-mail moet worden<br />

gewaarschuwd wanneer er een vraag (contact) voor hem binnenkomt.<br />

Schakel deze optie in als de geselecteerde servicemedewerker alle vragen<br />

(contacten) moet behandelen die niet op basis van trefwoorden aan een bepaalde<br />

servicemedewerker kunnen worden toegewezen.<br />

Als de optie Contactoptie bij zoekresultaten is ingeschakeld (zie Beginpagina<br />

voor bezoekers op pagina 38) ontvangt de geselecteerde servicemedewerker<br />

ook de vragen die bezoekers via de knop Stel een vraag stellen.<br />

Schakel deze optie in als de servicemedewerker chatsessies met bezoekers<br />

mag voeren. Schakel deze optie uit als de servicemedewerker niet mag chatten.<br />

Geef hier aan hoeveel chatsessies de servicemedewerker tegelijk mag voeren.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

81


Optie<br />

Beschrijving<br />

Dashboard<br />

Extern doorsturen<br />

Extern activiteit<br />

versturen<br />

Behandeltalen<br />

Casebijlagen<br />

Schakel deze optie in om te zorgen dat het Dashboard in de Servicemanager<br />

zichtbaar is voor de servicemedewerker. Schakel deze optie uit om het<br />

Dashboard niet weer te geven.<br />

Schakel deze optie in als de servicemedewerker vragen ter beantwoording mag<br />

doorsturen naar externen. Schakel deze optie uit als de servicemedewerker geen<br />

vragen mag doorsturen naar externen. Zie Contactpersonen op pagina 85.<br />

Schakel deze optie in als de servicemedewerker activiteiten ter afhandeling mag<br />

doorsturen naar externen. Schakel deze optie uit als de servicemedewerker geen<br />

activiteiten mag doorsturen naar externen.<br />

Geef aan in welke taal of talen de servicemedewerker contacten mag<br />

afhandelen.<br />

Met deze optie geeft u aan wat de servicemedewerker mag doen met bijlagen die<br />

bij een case worden ontvangen of verzonden of die aan een case worden<br />

gekoppeld: Alleen lezen, Toevoegen of Toevoegen en verwijderen.<br />

5. Vul op het tabblad Outbound gegevens in die van belang zijn voor outbound activiteiten, met behulp<br />

van de volgende tabel:<br />

Optie<br />

Telefoonnummer<br />

Actief<br />

Skills<br />

Beschrijving<br />

Het toestelnummer van de servicemedewerker.<br />

Deselecteer dit veld als de servicemedewerker wel outbound activiteiten mag<br />

uitvoeren, maar daar momenteel niet voor beschikbaar is.<br />

Selecteer de vaardigheden die de servicemedewerker bezit. Deze<br />

vaardigheden kunt u definiëren in het submenu Skills van het menu Tabellen.<br />

6. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Als u een servicemedewerker inloggegevens wilt toesturen, selecteert u de betreffende medewerker en<br />

klikt u in de menubalk op Inloggegevens. De servicemedewerker ontvangt een e-mailbericht met diens<br />

gebruikersnaam en wachtwoord.<br />

Trefwoorden toewijzen aan servicemedewerkers<br />

U kunt instellen dat vragen (contacten) waarin bepaalde termen voorkomen, automatisch worden gekoppeld<br />

aan de juiste servicemedewerkers. Hiertoe kiest u per servicemedewerker bepaalde (combinaties van)<br />

trefwoorden uit de beschikbare trefwoordenlijst (zie Trefwoorden en synoniemen op pagina 55).<br />

U kunt per servicemedewerker een oneindig aantal trefwoordcombinaties aanmaken. Elke combinatie kan<br />

minimaal één en maximaal vier trefwoorden bevatten. Een koppeling tussen een vraag (contact) en een<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

82


servicemedewerker komt tot stand wanneer een vraag ALLE trefwoorden binnen een bepaalde combinatie<br />

bevat. Zie Trefwoorden gebruiken om contacten toe te wijzen op pagina 57 voor een nadere toelichting.<br />

Ga als volgt te werk om trefwoorden in te voeren voor een servicemedewerker:<br />

1. Open het submenu Servicemedewerkers in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer een servicemedewerker en klik in de menubalk op Trefwoorden.<br />

3. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen. De beschikbare lijst met trefwoorden verschijnt (zie<br />

Trefwoordenen synoniemenop pagina55).<br />

4. Selecteer per combinatie de gewenste trefwoorden (maximaal vier) en klik ter bevestiging op<br />

Toevoegen of Wijzigen. De trefwoordcombinaties worden toegevoegd aan de lijst.<br />

5. Met Omhoog en Omlaag kunt u eventueel de volgorde van de combinaties aanpassen. Er wordt<br />

gezocht van boven naar beneden.<br />

Het is ook mogelijk trefwoorden toe te wijzen aan afdelingen. Zie Afdelingen op pagina 51 voor meer<br />

informatie.<br />

Klanten (particuliere bezoekers)<br />

Het opgeven van bezoekers is nodig als u de optie Registreren hebt uitgeschakeld omdat u bijvoorbeeld geen<br />

registratie van bezoekers buiten het bedrijf wilt toelaten.<br />

Ga als volgt te werk om bezoekers van <strong>T5</strong> toe te voegen of te wijzigen:<br />

1. Open het submenu Klanten in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

2. Als u een klant (bezoeker) wilt toevoegen, klikt u in de menubalk op Toevoegen en vult u de vereiste<br />

gegevens in het weergegeven formulier in.<br />

U kunt een bezoeker koppelen aan een bedrijf door zakelijk te selecteren bij Type klant. Klik op bedrijf<br />

zoeken en selecteer in het pop-upvenster het gewenste bedrijf. Klik vervolgens in de menubalk van<br />

het pop-upvenster op Overnemen om de klant te koppelen aan het bedrijf.<br />

Klik in de menubalk nogmaals op Toevoegen om de instellingen te bevestigen.<br />

3. Als u de gegevens van een bezoeker wilt wijzigen, geeft u in de velden Gebruikersgroep, Taal en<br />

Trefwoord de selectiecriteria op van de betreffende bezoeker(s) en klikt u op het<br />

vergrootglaspictogram om te zoeken.<br />

In het hoofdvenster verschijnt een lijst met bezoekers die aan de opgegeven criteria voldoen. De lijst<br />

toont maximaal 500 zoekresultaten. U kunt de lijst sorteren op een bepaald gegeven door op de<br />

betreffende kolomkop te klikken. Klik herhaaldelijk op de kolomkop om afwisselend oplopende of<br />

aflopende volgorde te zien.<br />

4. Selecteer de gewenste bezoeker en klik op Wijzigen. Breng de gewenste wijzigingen aan in het<br />

formulier dat verschijnt en klik in de menubalk nogmaals op Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

U kunt bezoekers (klanten) ook verwijderen. Selecteer hiervoor de betreffende bezoeker en klik op<br />

Verwijderen in de menubalk.<br />

Bedrijven<br />

Met het submenu Bedrijven kunt u bedrijfsgegevens invoeren en bepaalde aspecten van <strong>T5</strong>, zoals urgentie,<br />

afdeling, servicemedewerker, responstijd en bezoekers koppelen aan bedrijven.<br />

Bedrijf invoeren<br />

U voert als volgt een bedrijf in:<br />

1. Open het submenu Bedrijven in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

83


2. Klik in de menubalk op Toevoegen. Er verschijnt een formulier.<br />

3. Vul het formulier in. De velden voor NAW-gegevens spreken voor zich. Vul de overige velden in met<br />

behulp van de volgende tabel.<br />

Optie<br />

Vrij veld 1 t/m 5<br />

Land<br />

Responstijd<br />

Urgentie responstijden<br />

Afdeling<br />

Medewerker<br />

Domeinnamen<br />

Inzien contacten op<br />

portaal<br />

Beschrijving<br />

Hier kunt u overige, niet vooraf gedefinieerde gegevens invoeren.<br />

Welke keuzes u hier hebt, is afhankelijk van de landen die zijn ingevoerd in<br />

het submenu Landen in het menu Tabellen van de knop Configuratie.<br />

Selecteer hier een responstijd als u een vaste responstijd wilt toewijzen aan<br />

e-mail- of internetcontacten afkomstig van bezoekers die bij dit bedrijf<br />

horen.<br />

Selecteer desgewenst een urgentie-/responstijdenschema. Contacten<br />

afkomstig van bezoekers die bij dit bedrijf horen, krijgen een responstijd op<br />

basis van het geselecteerde schema (zie Contacturgentie definiëren op<br />

pagina 54).<br />

Selecteer hier een afdeling als u een vaste afdeling wilt toewijzen aan e-<br />

mailcontacten afkomstig van bezoekers die bij dit bedrijf horen.<br />

Selecteer hier een servicemedewerker als u een vaste servicemedewerker<br />

wilt toewijzen aan e-mailcontacten afkomstig van bezoekers die bij dit<br />

bedrijf horen.<br />

Uit welke servicemedewerkers u kunt kiezen, hangt af van de afdeling die u<br />

hebt geselecteerd.<br />

Hier geeft u een of meer domeinnamen van het bedrijf op, om nieuwe<br />

bezoekers automatisch aan het bedrijf te koppelen op basis van het<br />

domeinnaamgedeelte van hun e-mailadres.<br />

Vul bij @ een domeinnaam in en klik op Toevoegen > om een domeinnaam te verwijderen.<br />

Schakel deze optie in als u wilt dat medewerkers van een bedrijf de<br />

contacten van andere medewerkers van datzelfde bedrijf mogen inzien.<br />

Deze optie is standaard ingeschakeld als de optie Default bij toevoegen<br />

bedrijf op het tabblad Portaal (menu Instellingen, submenu Parameters) is<br />

ingeschakeld. Zie Bronnen op pagina 41.<br />

De koppeling van een bedrijf aan een afdeling en/of servicemedewerker (routering) en aan een responstijd<br />

heeft altijd voorrang. Bijvoorbeeld, er komt een vraag binnen die op grond van de inhoud naar<br />

servicemedewerker A moet worden gestuurd. De vraag is echter afkomstig van iemand die bij een bedrijf<br />

hoort, en het bedrijf is gekoppeld aan servicemedewerker B. De vraag wordt dan niet naar<br />

servicemedewerker A gestuurd, maar naar servicemedewerker B.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen om de instellingen te bevestigen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

84


Bedrijf wijzigen<br />

U wijzigt de gegevens van een bestaand bedrijf als volgt:<br />

1. Open het submenu Bedrijven in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

2. Zoek het bedrijf door bij Landen een land te selecteren en bij Trefwoorden een gegeven in te voeren<br />

zoals een (gedeelte van een) bedrijfsnaam, domein, of plaats.<br />

3. Selecteer het bedrijf in de lijst en klik in de menubalk op Wijzigen. Er verschijnt een formulier.<br />

4. Vul het formulier in met behulp van de tabel uit Bedrijf invoeren op pagina 83.<br />

5. Klik in de menubalk op Wijzigen om de gegevens te bevestigen.<br />

Alleen domeinnamen wijzigen<br />

Als u alleen een of meer domeinnamen van een bedrijf wilt wijzigen, kunt u een korter formulier gebruiken:<br />

1. Open het submenu Bedrijven in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

2. Zoek het bedrijf door bij Landen een land te selecteren en bij Trefwoorden een gegeven in te voeren<br />

zoals een (gedeelte van een) bedrijfsnaam, domein, of plaats.<br />

3. Selecteer het bedrijf en klik in de menubalk op Domein omzetten.<br />

4. Selecteer de te wijzigen domeinnaam en klik in de menubalk op Omzetten.<br />

5. Vul in het veld Omschrijving de nieuwe domeinnaam in en klik in de menubalk nogmaals op Omzetten<br />

om de nieuwe domeinnaam te bevestigen.<br />

Contactpersonen<br />

Met contactpersonen worden externen bedoeld die buiten het <strong>T5</strong>-systeem werken. Servicemedewerkers<br />

kunnen via <strong>T5</strong> een contact (vraag) doorsturen aan een externe contactpersoon. Deze ontvangt een e-<br />

mailbericht op basis van een mailtemplate. Het bericht bevat een link waarop de contactpersoon moeten<br />

klikken om de vraag rechtstreeks te beantwoorden. Op vergelijkbare wijze kunnen servicemedewerkers via<br />

<strong>T5</strong> een activiteit versturen naar een externe contactpersoon. Ook dan ontvangt de contactpersoon een e-<br />

mailbericht op basis van een mailtemplate. U, de <strong>T5</strong>-beheerder, bepaalt of servicemedewerkers van die<br />

mogelijkheden gebruik mogen maken. Zie Servicemedewerkers op pagina 79. Ook past u desgewenst de<br />

mailtemplates aan. Zie Mailtemplates op pagina 71.<br />

Met het submenu Contactpersonen legt u namen en e-mailadressen van externen vast. Dat vergemakkelijkt<br />

het versturen van vragen en activiteiten. Ga als volgt te werk om externe contactpersonen toe te voegen of te<br />

wijzigen:<br />

1. Open het submenu Contactpersonen in het menu Gebruikers van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een contactpersoon en klik op Wijzigen. Er verschijnt<br />

een formulier.<br />

3. Vul het formulier in.<br />

Schakel de optie Zichtbaar in om te zorgen dat de contactpersoon wordt weergegeven in de<br />

Servicemanager.<br />

4. Klik in de menubalk op Toevoegen of Wijzigen om de instellingen te bevestigen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

85


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

86


Configuratie - Formulieren<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn met het menu Formulieren dat u opent via de knop<br />

Configuratie op de knoppenbalk.<br />

Nieuw formulier maken<br />

Met het submenu Formulieren maakt u in een WYSIWYG-editor de formulieren die de servicemedewerker via<br />

tabbladen kan openen. De servicemedewerker vult het benodigde formulier in, waarna het wordt opgeslagen<br />

en kan worden gebruikt voor rapportages.<br />

Ga als volgt te werk om een nieuw formulier te maken:<br />

1. Open het submenu Formulieren in het menu Formulieren van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen.<br />

3. Typ in het pop-upvenster een naam voor het formulier en klik op Opslaan. Het veld Actief is standaard<br />

ingeschakeld zodat in de Servicemanager het formulier wordt getoond als tabblad. Schakel dit veld uit<br />

als u het formulier pas in een later stadium beschikbaar wilt maken in de Servicemanager. Zie<br />

Bestaand formulier wijzigen op pagina 88.<br />

4. Klik achter de formuliernaam op het plusteken om een blok toe te voegen. Een blok kan een of<br />

meer elementen (selectievakjes, keuzelijsten of invoervelden) bevatten.<br />

Typ in het pop-upvenster een omschrijving voor het blok. Het veld Zichtbaar is standaard<br />

ingeschakeld. Schakel dit veld uit als u wilt dat het blok bij gebruik van het formulier in de<br />

Servicemanager verborgen blijft. Dit wordt na het opslaan van het formulier aangegeven met een<br />

onderbroken lijn rond het blok. Geef bij Uitlijning aan of het blok in de linker- of rechterkolom van het<br />

formulier moet staan.<br />

5. Klik in het pop-upvenster op Opslaan. Er verschijnt een balkje met de blokomschrijving.<br />

6. Klik achter de blokomschrijving op het plusteken om een element toe te voegen aan het blok.<br />

Geef in het pop-upvenster bij Veldtype aan of u een CheckBox (selectievakje), DropDown (keuzelijst)<br />

of Invoerveld wilt maken en typ de tekst die u bij het vakje, de lijst of het invoerveld wilt weergeven.<br />

Als u DropDown kiest, verschijnt het veld Afhankelijk. Door hier een andere keuzelijst te selecteren,<br />

maakt u de keuzelijst afhankelijk van die andere keuzelijst. Het item dat de servicemedewerker in de<br />

eerste keuzelijst kiest, bepaalt welke items van de afhankelijke keuzelijst worden weergegeven. Het<br />

is niet mogelijk om een keuzelijst afhankelijk te maken van meer dan één andere keuzelijst.<br />

Door Verplicht te selecteren, verplicht u de servicemedewerker het element in te vullen. Dit wordt<br />

aangegeven met een rood sterretje.<br />

7. Klik in het pop-upvenster op Opslaan. Het element verschijnt onder de blokomschrijving.<br />

Als u een keuzelijst hebt gemaakt, heeft deze nog geen inhoud. Klik achter de keuzelijst op het<br />

penpictogram om de lijst te bewerken. Voer bij Label de titel van de keuzelijst in. Voer bij Items de<br />

items in waaruit gekozen kan worden. Als u een item invoert, kunt u Vervolgvragen overslaan<br />

selecteren om aan te geven dat de resterende vragen in het blok moeten worden overgeslagen nadat<br />

het betreffende item is gekozen. Zo voorkomt u dat vragen worden gesteld die na een bepaald<br />

antwoord niet meer relevant zijn. Bijvoorbeeld: door deze optie in te schakelen voor het antwoord Nee<br />

op de vraag Hebt u een auto?, zorgt u dat de vervolgvragen in het blok over het merk, type en<br />

bouwjaar van de auto worden overgeslagen. Er wordt dan automatisch naar de eerste vraag van het<br />

volgende blok gesprongen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

87


Klik in het pop-upvenster op Opslaan als u tevreden bent met de inhoud van de keuzelijst.<br />

8. Herhaal stap 6 en 7 om meer elementen aan het blok toe te voegen, en herhaal stap 4 tot en met 7 om<br />

meer blokken met elementen aan het formulier toe te voegen. Klik desgewenst op de pictogrammen<br />

omhoog en omlaag om de volgorde te veranderen en klik op het penpictogram om elementen<br />

te bewerken.<br />

Als u nu op het submenu Formulieren klikt, wordt het nieuwe formulier weergegeven in de lijst.<br />

Bestaand formulier wijzigen<br />

Ga als volgt te werk om een bestaand formulier te bewerken:<br />

1. Open het submenu Formulieren in het menu Formulieren van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer een van de formulieren in de lijst en klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

3. Kik achter de formuliernaam op het plusteken om een blok toe te voegen, en klik op om de<br />

formuliernaam te wijzigen of om het veld Actief in of uit te schakelen.<br />

4. Klik achter een blokomschrijving op het plusteken om een element toe te voegen, en klik op<br />

om de bloknaam te wijzigen of om het veld Zichtbaar in of uit te schakelen.<br />

5. Klik achter de elementen op de pictogrammen omhoog en omlaag om de volgorde te veranderen,<br />

en klik op het penpictogram om het element te bewerken.<br />

Als u nu op het submenu Formulieren klikt, keert u terug naar de weergave van de lijst met formulieren.<br />

Afsluitscherm<br />

Een afsluitscherm is een formulier dat de servicemedewerker te zien krijgt bij het afsluiten van een contact.<br />

De servicemedewerker vult het formulier in, waarna het wordt opgeslagen bij het contact en kan worden<br />

gebruikt voor rapportages. Ga als volgt te werk om een afsluitscherm te maken:<br />

1. Stel het formulier samen zoals is beschreven in Nieuw formulier maken op pagina 87.<br />

2. Open het submenu Formulieren in het menu Formulieren van de knop Configuratieen selecteer het<br />

formulier in de lijst.<br />

3. Klik in de menubalk op de knop Afsluitschermom aan te geven dat u het formulier wilt gebruiken als<br />

afsluitscherm.<br />

4. Klik in het pop-upvenster op OK. Achter de naam van het formulier verschijnt nu een vinkje in de<br />

kolom Afsluitscherm.<br />

Post-chat formulier<br />

Een post-chat formulier is een formulier dat een bezoeker krijgt te zien nadat de live chatsessie is afgesloten.<br />

Met dit formulier kunt u bijvoorbeeld aanvullende vragen stellen over het verloop van de chatsessie. Ga als<br />

volgt te werk om een post-chat formulier te maken:<br />

1. Stel het formulier samen zoals is beschreven in Nieuw formulier maken op pagina 87.<br />

2. Open het submenu Formulieren in het menu Formulieren van de knop Configuratie en selecteer het<br />

formulier in de lijst.<br />

3. Klik in de menubalk op de knop Post-chat om aan te geven dat u het formulier wilt gebruiken als postchat<br />

formulier.<br />

4. Klik in het pop-upvenster op OK. Achter de naam van het formulier verschijnt nu een vinkje in de<br />

kolom Post-chat.<br />

U kunt maar één formulier als afsluitscherm of als post-chat formulier instellen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

88


Rapportage van het formuliergebruik<br />

Het is mogelijk om na te gaan in welke mate de formulieren zijn gebruikt, welke velden zijn geselecteerd,<br />

enzovoorts. Ga als volgt te werk om een rapportage van een formulier op te vragen:<br />

1. Open het submenu Formulieren in het menu Formulieren van de knop Configuratie en selecteer<br />

het formulier in de lijst.<br />

1. Klik in de menubalk op de knop Matrix om aan te geven dat u een rapportage over het formulier<br />

wilt opvragen.<br />

2. Klik in de menubalk van het browservenster dat nu verschijnt op de knop Filter, geef de gewenste<br />

rapportage-instellingen op en klik op OK.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

89


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

90


Configuratie - Campaigns<br />

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de mogelijkheden zijn met het menu Campaigns dat u opent via de<br />

knop Configuratie op de knoppenbalk. In het submenu Campagne overzicht van dit menu geeft u instellingen<br />

op voor telemarketingcampagnes. In het submenu Belresultaten geeft u aan hoeveel minuten na een mislukte<br />

belpoging het nummer opnieuw aan een servicemedewerker moet worden gepresenteerd als een te bellen<br />

nummer.<br />

Campagne overzicht<br />

Met het submenu Campagne overzicht voegt u een nieuwe telemarketingcampagne toe of wijzigt u de<br />

instellingen voor een bestaande campagne. De keuzemogelijkheden die u hebt, kunnen afhangen van<br />

instellingen in andere menu’s die ook met telemarketingcampagnes te maken hebben. Zie Overige instellingen<br />

voor campagnes op pagina 95 voor een overzicht.<br />

Campagne toevoegen of wijzigen<br />

Ga als volgt te werk om een telemarketingcampagne toe te voegen of te wijzigen:<br />

1. Open het submenu Campagne overzicht in het menu Campaigns van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen of selecteer een campagne en klik op Wijzigen. Er verschijnt een<br />

dialoogvenster met vijf tabbladen.<br />

3. Vul de tabbladen in zoals is beschreven in Campagne-instellingen opgeven of wijzigen op pagina 91.<br />

4. Klik in de menubalk op Terug om terug te gaan naar het scherm met de lijst van campagnes.<br />

Campagne-instellingen opgeven of wijzigen<br />

In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe u campagne-instellingen opgeeft of wijzigt op de tabbladen<br />

Details, Scripts, Agenten, Bellijst en Beldagen.<br />

Tabblad Details<br />

Op het tabblad Details geeft u onder andere de naam en de begin- en einddatum van de campagne op.<br />

Ga als volgt te werk om algemene gegevens van de campagne op te geven:<br />

1. Open het tabblad Details.<br />

2. Kies de gewenste instellingen met behulp van de volgende tabel.<br />

Optie<br />

Omschrijving<br />

Code<br />

Startdatum en Einddatum<br />

Beschrijving<br />

Vul een beschrijving of naam van de campagne in.<br />

Dit is een referentieveld dat u bijvoorbeeld kunt gebruiken om een code uit<br />

een campagnemanagementsysteem in te typen.<br />

Vul de datum in van de eerste en de laatste dag waarop de campagne moet<br />

worden uitgevoerd.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

91


Optie<br />

Beschrijving<br />

Hier kunt u desgewenst een afwijkend aantal belpogingen opgeven.<br />

Aantal belpogingen<br />

Het standaardaantal belpogingen stelt u in met het submenu Outbound<br />

instellingen in het menu Instellingen van de knop Configuratie (zie Outbound<br />

instellingen op pagina 47).<br />

Selecteer in de keuzelijst de status van de campagne.<br />

Status<br />

Toon alleen actieve skills<br />

Vaardigheden<br />

De keuzelijst bevat de statussen die zijn gedefinieerd in het submenu<br />

Campagne statussen in het menu Tabellen van de knop Configuratie (zie<br />

Campagne statussen op pagina 61). De status Huidig geeft aan dat de<br />

campagne draait en wordt getoond in de Servicemanager.<br />

Schakel dit selectievakje in als u alleen actieve vaardigheden wilt tonen in de<br />

lijst van vaardigheden.<br />

Schakel dit selectievakje uit als u alle vaardigheden wilt tonen.<br />

Hier koppelt u vooraf gedefinieerde vaardigheden aan de campagne.<br />

Selecteer Omschrijving om alle vermelde vaardigheden te selecteren.<br />

Klik op het selectievakje bij een vaardigheid om deze te selecteren of<br />

deselecteren.<br />

U kunt extra vaardigheden definiëren in het submenu Skills in het menu<br />

Tabellen van de knop Configuratie (zie Skills op pagina 60).<br />

3. Klik in de menubalk op Opslaan om de instellingen te bevestigen.<br />

Tabblad Scripts<br />

Op het tabblad Scripts koppelt u vooraf gedefinieerde scripts aan de campagne. Raadpleeg Overige<br />

instellingen voor campagnes op pagina 95 voor informatie over het definiëren van scripts.<br />

Ga als volgt te werk om scripts aan een telemarketingcampagne te koppelen:<br />

1. Open het tabblad Scripts.<br />

2. Voer de gewenste acties uit met behulp van de volgende tabel.<br />

Knop<br />

Toevoegen<br />

Beschrijving<br />

Klik op deze knop en selecteer een belscript uit de keuzelijst. Klik op OK om<br />

uw keuze te bevestigen.<br />

U kunt meerdere scripts of scriptversies aan de campagne koppelen.<br />

Verwijderen<br />

Selecteer een script en klik op deze knop om het geselecteerde script te<br />

verwijderen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

92


Knop<br />

Zet live<br />

Beschrijving<br />

Selecteer een script en klik op deze knop om het geselecteerde script live te<br />

zetten. Binnen een campagne kan slechts één script live staan.<br />

Tabblad Agenten<br />

Met het tabblad Agenten koppelt u servicemedewerkers aan de campagne. U stelt eerst filtercriteria in. Dit<br />

zijn de voorwaarden waaraan servicemedewerkers moeten voldoen voor deze campagne. Dit resulteert in een<br />

lijst medewerkers en daaruit maakt u vervolgens uw keuze. Raadpleeg Overige instellingen voor campagnes<br />

op pagina 95 voor informatie over het definiëren van vaardigheden en het koppelen van vaardigheden aan<br />

servicemedewerkers.<br />

Ga als volgt te werk om servicemedewerkers aan een telemarketingcampagne te koppelen:<br />

1. Open het tabblad Agenten.<br />

2. Klik op Filter om criteria op te geven voor de lijst servicemedewerkers.<br />

3. Selecteer in het dialoogvenster dat verschijnt Actieve agenten als u alleen actieve<br />

servicemedewerkers wilt zien; selecteer de vaardigheden die voor deze campagne van belang zijn;<br />

en klik vervolgens op OK.<br />

4. Er verschijnt een lijst met servicemedewerkers die aan de filtercriteria voldoen. Actieve medewerkers<br />

worden aangeduid met een groen bolletje. Selecteer het veld Agent om alle servicemedewerkers in de<br />

lijst te selecteren, of selecteer/deselecteer individuele servicemedewerkers.<br />

5. Klik in de menubalk op Opslaan om de instellingen te bevestigen.<br />

Tabblad Bellijst<br />

Met het tabblad Bellijst legt u vast welke groepen personen tijdens de campagne moeten worden gebeld.<br />

Ga als volgt te werk om een bellijst te maken voor een telemarketingcampagne:<br />

1. Open het tabblad Bellijst.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen. Er verschijnen drie tabs.<br />

3. Stel een bellijst samen met behulp van de volgende tabel.<br />

Tabblad<br />

Beschrijving<br />

Met dit tabblad plaatst u individuele geregistreerde gebruikers die aan<br />

bepaalde voorwaarden voldoen op de bellijst.<br />

Gebruikers zoeken<br />

Vul de velden in voor de gewenste voorwaarden en klik op Zoeken. Er<br />

verschijnt een lijst van gebruikers die in het systeem zijn geregistreerd en<br />

wiens gegevens overeenstemmen met wat u in de velden hebt ingevuld.<br />

Selecteer gebruikers door het veld ID te selecteren, of door individuele<br />

gebruikers te selecteren/deselecteren.<br />

Klik op Toevoegen om de geselecteerde gebruikers toe te voegen aan de<br />

bellijst, of klik op Reset om opnieuw te beginnen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

93


Tabblad<br />

Beschrijving<br />

Met dit tabblad plaatst u grote groepen personen op de bellijst.<br />

Selectie grote aantallen<br />

Selecteer de gebruikersgroep en eventueel een categorie en product.<br />

Selecteer en specificeer de velden voor de gewenste voorwaarden en klik op<br />

Zoeken. Er verschijnt een lijst van gebruikers die in het systeem zijn<br />

geregistreerd en voldoen aan wat u in de velden hebt ingevuld.<br />

Selecteer gebruikers door het veld ID te selecteren, of door individuele<br />

gebruikers te selecteren/deselecteren.<br />

Klik op Toevoegen om de lijst toe te voegen aan de bellijst, of klik op Reset<br />

om opnieuw te beginnen.<br />

Met dit tabblad kunt u gebruikersgegevens ophalen uit een extern bestand.<br />

Gebruikers importeren<br />

Geef in het veld Bestand de naam en locatie van het externe bestand op.<br />

Typ een omschrijving in het veld Importnaam.<br />

Klik op Importeren om gebruikers uit het externe bestand toe te voegen aan<br />

de bellijst en bovendien te importeren in het systeem. Er worden<br />

klantkaarten aangemaakt zodat u verdere bewerkingen kunt uitvoeren,<br />

bijvoorbeeld een nieuwe gebruikersgroep maken en de geïmporteerde<br />

gebruikers daaronder rangschikken.<br />

of<br />

Klik op Toevoegen om gebruikers uit het externe bestand toe te voegen aan<br />

de bellijst.<br />

Er verschijnt een bellijst met de gegevens van de personen of groepen die worden gebeld. Als u personen of<br />

groepen van de lijst wilt schrappen, selecteert u deze en klikt u vervolgens op Verwijderen in de menubalk.<br />

Tabblad Beldagen<br />

Met het tabblad Beldagen specificeert u op welke datums en dagdelen er binnen de campagne moet worden<br />

gebeld. U maakt eerst een lijst van datums. Daarna kunt u hier nadere selecties op uitvoeren.<br />

Ga als volgt te werk om beldagen te specificeren:<br />

1. Open het tabblad Beldagen.<br />

2. Klik in menubalk op Datums toevoegen.<br />

3. Er verschijnt een dialoogvenster. Klik op datums, weeknummers of maanden om deze te selecteren;<br />

selecteer een of meer dagdelen; en klik vervolgens op OK.<br />

4. In de lijst met beldagen en dagdelen die nu verschijnt, selecteert u de gewenste dagen en dagdelen. U<br />

kunt bijvoorbeeld alle dagen kiezen door Datum te selecteren en vervolgens dagen die in het weekend<br />

vallen deselecteren.<br />

5. Klik in de menubalk op Opslaan om de instellingen te bevestigen.<br />

Belprioriteit<br />

Wellicht hebt u verschillende campagnes ingesteld met looptijden die deels overlappen. Het systeem zorgt<br />

dat voor alle lopende campagnes de servicemedewerkers telefoonnummers krijgen gepresenteerd die zij<br />

moeten bellen. Als echter een van de campagnes voor u extra belangrijk is, kunt u aan deze campagne<br />

belprioriteit geven. U kunt daarnaast verrijkprioriteit geven aan dezelfde of een andere campagne.<br />

Ga als volgt te werk om belprioriteit te geven aan een campagne:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

94


1. Open het submenu Campagne overzicht in het menu Campaigns van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer een campagne.<br />

3. Klik in de menubalk op Zet Bel Prioriteit. Achter de naam van de campagne verschijnt een vinkje in de<br />

kolom Bel Prioriteit.<br />

Verrijkprioriteit<br />

Als u een bellijst importeert, controleert het systeem voor elk record of dit een telefoonnummer bevat. Zo niet,<br />

dan komt het record op de zogenaamde verrijk-lijst van de campagne. De servicemedewerkers krijgen de<br />

verrijklijst gepresenteerd en moeten de ontbrekende telefoonnummers opzoeken en opslaan. Daarna plaatst<br />

het systeem de betreffende persoon op de bellijst.<br />

Het systeem zorgt dat voor alle lopende campagnes waarvoor dat van toepassing is, de servicemedewerkers<br />

verrijklijsten krijgen gepresenteerd. Als echter een van de campagnes voor u extra belangrijk is, kunt u aan<br />

deze campagne verrijkprioriteit geven. U kunt daarnaast belprioriteit geven aan dezelfde of een andere<br />

campagne.<br />

Ga als volgt te werk om verrijkprioriteit te geven aan een campagne:<br />

1. Open het submenu Campagne overzicht in het menu Campaigns van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer een campagne.<br />

3. Klik in de menubalk op Zet Verrijk Prioriteit. Achter de naam van de campagne verschijnt een vinkje in<br />

de kolom Verrijk Prioriteit.<br />

Overige instellingen voor campagnes<br />

Sommige instellingen en voorbereidingen voor telemarketingcampagnes vindt u in andere menu’s en<br />

submenu’s. De volgende tabel geeft een overzicht van deze overige instellingen en voorbereidende acties, de<br />

lokatie in de software waar u deze opgeeft of uitvoert, en de plaats in deze handleiding waar u meer informatie<br />

vindt.<br />

Instelling of actie Lokatie in de software Zie<br />

Belinstellingen<br />

Knop Configuratie > menu Instellingen > submenu<br />

Outbound instellingen<br />

Outbound<br />

instellingen op<br />

pagina 47<br />

Vaardigheden definiëren Knop Configuratie > menu Tabellen > submenu Skills Skills op pagina 60<br />

Vaardigheden koppelen<br />

aan<br />

servicemedewerkers<br />

Knop Configuratie > menu Gebruikers > submenu<br />

Servicemedewerkers > tab Outbound<br />

Servicemedewerkers<br />

Campagnestatus<br />

Knop Configuratie > menu Tabellen > submenu<br />

Campagne statussen<br />

Campagne<br />

statussen<br />

Scripts definiëren<br />

Knop Configuratie > menu Scripts > submenu Script<br />

overview<br />

Configuratie - Scripts<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

95


Belresultaten<br />

Wanneer een belpoging mislukt, is het van belang om de gebelde persoon opnieuw te bellen. In het submenu<br />

Belresultaten kunt u bij een aantal belresultaten aangeven na hoeveel minuten het gebelde nummer opnieuw<br />

aan een servicemedewerker moet worden gepresenteerd. Belresultaten met de waarde ’--’ kunt u niet opnieuw<br />

inplannen.<br />

U kunt zelf geen belresultaten toevoegen. Ga als volgt te werk om het aantal minuten in te stellen:<br />

1. Open het submenu Campagne overzicht in het menu Campaigns van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer het belresultaat waarvoor u de tijd wilt instellen en klik in de menubalk op Wijzigen. Er<br />

verschijnt een formulier.<br />

3. Vul in het veld Opnieuw inplannen na het gewenste aantal uren en/of minuten in en klik op Opslaan.<br />

De afkorting WBP in het belresultaat Bezwaar WBP staat voor Wet Bescherming Persoonsgegevens.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

96


Configuratie - Scripts<br />

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u scripts voor telemarketingcampagnes maakt met submenu Script<br />

overview van het menu Scripts dat u opent via de knop Configuratie op de knoppenbalk. Verder wordt<br />

uitgelegd hoe u een script inclusief alle versies kopieert.<br />

Als u het submenu Script overview opent, wordt bovenin in het venster Scripts een lijst met scripts<br />

weergegeven, en onderin in het venster Versie een lijst met de verschillende versies van het script dat in het<br />

bovenste venster is geselecteerd. Dit versiebeheer is van belang om te voorkomen dat problemen onstaan bij<br />

de resultaatverwerking als reeds is gebeld met het oude script.<br />

Als u een scriptversie aanmaakt of wijzigt, komt u in de Scripteditor. Dit is een lijst met de teksten waaruit het<br />

script bestaat. Daaronder wordt het formulier Node eigenschappen weergegeven, waarin de inhoud en<br />

eigenschappen van het geselecteerde tekstdeel staan. Klik in de bovenste menubalk op Scripts om terug te<br />

gaan naar het scherm Scripts.<br />

Stappen voor het maken van scripts<br />

Het maken van een telemarketingscript bestaat in grote lijnen uit de volgende stappen:<br />

1. U begint met het aanmaken van het script door een scriptnaam op te geven.<br />

2. Vervolgens schrijft u de afzonderlijke tekstdelen, bijvoorbeeld vragen, waaruit het script bestaat.<br />

Deze teksten worden nodes genoemd.<br />

3. Daarna koppelt u de nodes in de gewenste volgorde aan elkaar en controleert u in een previewmodus<br />

of het naar wens is.<br />

4. Dan laat u het script valideren door het systeem. Bij de validatie wordt de werking van het script<br />

gecontroleerd. Er wordt bijvoorbeeld gekeken of het script uitkomt bij een afsluitende node.<br />

5. Tot slot activeert u het script zodat het beschikbaar komt voor gebruik.<br />

In de volgende paragrafen worden deze stappen beschreven.<br />

Script aanmaken<br />

Ga als volgt te werk om een telemarketingscript toe te voegen:<br />

1. Open het submenu Script overview in het menu Scripts van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk van het bovenste deelvenster op Toevoegen om een script toe te voegen.<br />

3. Geef in het dialoogvenster dat verschijnt een naam en omschrijving van het nieuwe script op, en klik<br />

op OK.<br />

Het script verschijnt in het bovenste deelvenster, maar het heeft nog geen inhoud. Het volgende gedeelte<br />

beschrijft hoe u de inhoud van het script samenstelt.<br />

Nodes schrijven<br />

Scripts bestaan uit ’nodes’. U schrijft eerst de verschillende nodes, en koppelt die pas later aan elkaar omdat<br />

u dan een beter overzicht hebt van alle nodes. Bij elke node moet u niet alleen tekst schrijven, maar ook<br />

diverse instellingen specificeren.<br />

Ga als volgt te werk om nodes te schrijven:<br />

1. Voer indien nodig deze voorgaande stappen uit: ga naar Configuratie > Scripts > Script overview.<br />

2. Selecteer het gewenste script in het bovenste venster.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

97


3. Desgewenst kunt u nu een scriptversie toevoegen: klik in de menubalk van het onderste venster op<br />

Toevoegen voor een nieuwe, blanco scriptversie; of klik op Kopiëren voor een nieuwe scriptversie die<br />

reeds is gevuld met de nodes van het origineel.<br />

4. Selecteer de gewenste scriptversie (bij een nieuw script is dit uiteraard versie 1) en klik in de<br />

menubalk van het onderste venster op Wijzigen. De Scripteditor wordt geopend.<br />

5. Klik in de menubalk op Toevoegen om een node aan te maken. Er verschijnt een formulier met nodeeigenschappen.<br />

6. Vul de velden in met behulp van de onderstaande tabel.<br />

Optie<br />

ID<br />

Naam<br />

Start node<br />

Eind node<br />

Type<br />

Beschrijving<br />

Dit veld wordt later automatisch ingevuld.<br />

Een korte omschrijving van de inhoud van de node.<br />

Selecteer dit veld als dit de eerste node van het script is.<br />

Het script kan maar één startnode hebben.<br />

Selecteer dit veld als dit een node is waar het script stopt.<br />

Een eindnode hoeft maar aan een kant te zijn verbonden met een of meer<br />

andere nodes. Er kunnen meerdere eindnodes zijn.<br />

Hier geeft u aan wat de aard van de node is.<br />

Label: alleen tekst (geen vraag).<br />

Open vraag: het is mogelijk om vrije tekst als antwoord in te vullen.<br />

Keuzevraag: uit de mogelijke antwoorden moet er één worden gekozen.<br />

Meerkeuzevraag: uit de mogelijke antwoorden mogen er meerdere worden<br />

gekozen.<br />

Als u Keuzevraag of Meerkeuzevraag kiest, verschijnt onderin het venster<br />

Antwoorden waarin u de antwoorden opgeeft waaruit de respondent kan kiezen.<br />

Klik in de menubalk van dit venster op Toevoegen, typ een antwoord en klik op<br />

het diskettepictogram voor elk antwoord dat u wilt toevoegen.<br />

Bij elk antwoord op een Keuzevraag wordt tevens een keuzelijst weergegeven<br />

om de vervolgvraag (volgende node) te selecteren. Dit doet u doorgaans pas<br />

later, als u alle nodes klaar hebt.<br />

Met de andere knoppen op de menubalk Antwoorden kunt u de antwoorden later<br />

nog bewerken of verwijderen, of de volgorde veranderen.<br />

Antwoordtype<br />

In geval van een Keuzevraag geeft u in dit veld aan welke actie van de<br />

servicemedewerker nodig is om naar de volgende node te gaan.<br />

Link: het script gaat automatisch naar de volgende node als de<br />

servicemedewerker het antwoord aanklikt.<br />

Radiobutton: de servicemedewerker moet het antwoord aanklikken en op<br />

Volgende klikken om naar de volgende node te gaan.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

98


Optie<br />

Volgende node<br />

Tekst<br />

Verplicht<br />

Memoveld<br />

Referentie 1 en<br />

Referentie 2<br />

Beschrijving<br />

Selecteer de node die na deze node komt, als het gaat om een Label, Open<br />

vraag of Meerkeuzevraag. (Bij een Keuzevraag geeft u de volgende node aan bij<br />

elk van de antwoorden.)<br />

Typ hier de tekst van de node, bijvoorbeeld een inleiding of een vraag. Ook kunt<br />

u hier aanwijzingen voor de servidemedewerker typen.<br />

Raadpleeg Variabelen voor scripts en tabs outbound contact op pagina 148<br />

voor een overzicht van de variabelen die u in de scripttekst kunt gebruiken.<br />

Selecteer dit veld als het script alleen naar de volgende node mag gaan als de<br />

respondent de vraag heeft beantwoord.<br />

Selecteer dit veld om aan te geven dat de servicemedewerker bij deze node<br />

opmerkingen of andere informatie kan noteren in een memoveld.<br />

De tekst die u hier typt, wordt samen met het antwoord opgeslagen in de<br />

database voor later gebruik bij de resultaatverwerking.<br />

7. Klik in de menubalk op Opslaan om de node op te slaan. U keert terug naar de Scripteditor.<br />

8. Begin weer bij punt 3 om nog meer nodes te schrijven.<br />

U hebt nu diverse nodes gemaakt, maar nog geen verbanden aangegeven. Het volgende gedeelte beschrijft<br />

hoe u nodes koppelt en het script controleert.<br />

Nodes koppelen en script controleren<br />

De Scripteditor bevat een lijst van de nodes die u hebt geschreven. Door de nodes in deze lijst omhoog of<br />

omlaag te schuiven, krijgt u voor uzelf een overzicht van welke nodes u wilt gebruiken en wat de juiste<br />

volgorde is. Daarna kunt u de nodes gaan koppelen tot een script en controleren of het script goed doorloopt.<br />

Ga als volgt te werk om nodes te koppelen en het script te controleren:<br />

1. Voer indien nodig deze voorgaande stappen uit: ga naar Configuratie > Scripts > Script overview,<br />

selecteer een script, selecteer een scriptversie en open de Scripteditor door in de onderste<br />

menubalk te klikken op Wijzigen.<br />

2. Selecteer een node en klik in de menubalk op Omhoog of Omlaag tot de node op de juiste plaats staat.<br />

Doe dit ook met de andere nodes totdat alle nodes die u wilt gebruiken in de juiste volgorde staan.<br />

Deze stap dient slechts om een overzicht te krijgen.<br />

3. Open de startnode door deze te selecteren en in de onderste menubalk op Bewerken te klikken. (De<br />

startnode is aangegeven met een vinkje in de kolom Start.) Koppel nu de startnode aan de node die<br />

erna moet komen:<br />

• Bij een node van het type Label, Open vraag of Meerkeuzevraag selecteert u de vervolgnode in het<br />

veld Volgende node. Klik daarna in de menubalk op Opslaan.<br />

• Bij een node van het type Keuzevraag selecteert u de vervolgnode bij elk van de antwoorden in het<br />

venster Antwoorden. Op deze manier wordt een Keuzevraag gekoppeld aan evenzoveel nodes<br />

als er antwoorden zijn. Klik daarna in de menubalk op Opslaan.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

99


4. Open de volgende node en koppel deze aan een andere node. Ga zo door totdat u alle benodigde<br />

nodes hebt gekoppeld en alle vertakkingen eindigen bij een eindnode (aangegeven met een vinkje in<br />

de kolom Eind).<br />

Omdat een script door de verschillende antwoordmogelijkheden meerdere vertakkingen krijgt,<br />

kunnen er ook meerdere eindnodes zijn. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat verschillende<br />

vertakkingen eindigen bij dezelfde eindnode.<br />

5. Klik in de menubalk van de Scripteditor op Weergeven om het script "af te spelen" in een<br />

previewmodus, ongeveer zoals de servicemedewerker het script gepresenteerd krijgt. Zo kunt u<br />

controleren of de overgangen tussen de nodes kloppen.<br />

Als u tevreden bent met de koppelingen, moet u nog een technische controle laten uitvoeren zoals in de<br />

volgende paragraaf wordt beschreven.<br />

Script valideren<br />

Scripts zijn onwerkbaar als niet alle vertakkingen eindigen met een eindnode. Daarom is het noodzakelijk het<br />

systeem te laten controleren of dat in orde is. Dit wordt de validatie van het script genoemd.<br />

Ga als volgt te werk om een script te valideren:<br />

1. Voer indien nodig deze voorgaande stappen uit: ga naar Configuratie > Scripts > Script overview,<br />

selecteer een script, selecteer een scriptversie en open de Scripteditor door in de onderste<br />

menubalk te klikken op Wijzigen.<br />

2. Klik in de menubalk van de Scripteditor op Valideren. Als het script technisch gezien in orde is,<br />

verschijnt de melding "Validatie geslaagd".<br />

Als u nu teruggaat naar het venster Scripts en het script selecteert, ziet u dat in het venster Versie een vinkje<br />

staat in de kolom Gevalideerd. Het script is klaar. De laatste stap is om het script beschikbaar te stellen voor<br />

gebruik in campagnes, zoals hierna wordt beschrevn.<br />

Script activeren<br />

Als het script is gevalideerd, kunt u het activeren. Pas nadat het script is geactiveerd, wordt het weergegeven<br />

als een van de keuzemogelijkheden wanneer u voor een campagne een script selecteert (zie Tabblad Scripts<br />

op pagina 92).<br />

Ga als volgt te werk om een script te activeren:<br />

1. Voer indien nodig deze voorgaande stappen uit: ga naar Configuratie > Scripts > Script overview,<br />

selecteer een script en selecteer een scriptversie.<br />

2. Klik in de menubalk van het venster Versie op Activeren. Er verschijnt een vinkje in de kolom Actief.<br />

Indien nodig kunt u dit terugdraaien door te klikken op de knop Deactiveren.<br />

Zet nooit een script actief voordat het is gevalideerd.<br />

Bestaand script kopiëren<br />

U kunt een script inclusief alle versies kopiëren. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u vergelijkbare<br />

telemarketingcampagnes uitvoert voor verschillende relaties.<br />

Ga als volgt te werk om een script met alle versies te kopiëren:<br />

1. Open het submenu Script overview in het menu Scripts van de knop Configuratie.<br />

2. Selecteer het gewenste script in het bovenste venster.<br />

3. Klik in de menubalk van het bovenste venster op Kopiëren. De kopie van het script wordt in de lijst in<br />

het bovenste venster weergegeven met een sterretje achter de scriptnaam totdat u de naam van de<br />

kopie wijzigt.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

100


Configuratie - Event Service<br />

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de mogelijkheden zijn van het menu Event Service dat u opent via de<br />

knop Configuratie op de knoppenbalk.<br />

Event Service is een module die is ontwikkeld voor de samenwerking tussen <strong>T5</strong> en andere applicaties. De<br />

gegevens uit <strong>T5</strong> kunnen nodig zijn voor andere applicaties, bijvoorbeeld een ERP-systeem. De integratielaag<br />

tussen <strong>T5</strong> en die externe applicaties wordt gevormd door X-Server. Via X-Server vragen externe applicaties<br />

veranderingen in de gegevens op uit <strong>T5</strong>. Dit gebeurt periodiek, bijvoorbeeld ‘s nachts. Met de module Event<br />

Service kan informatie real-time worden doorgegeven aan andere applicaties. De andere applicatie ontvangt<br />

real-time een bericht dat er een event heeft plaatsgevonden in plaats van dat de applicatie er periodiek om<br />

moet vragen.<br />

Events, consumenten en abonnementen<br />

Bij handelingen in <strong>T5</strong> waarbij informatie wordt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd, wordt deze verandering<br />

vastgelegd in de database van <strong>T5</strong>. Event Service zorgt ervoor dat bovendien een ‘event’ wordt gelogd. Een<br />

event is een signaal dat aangeeft dat een bepaalde handeling heeft plaatsgevonden. Events kunnen<br />

automatisch worden doorgestuurd naar applicaties die hierin zijn geïnteresseerd.<br />

In de Sitemanager voert u als <strong>T5</strong>-beheerder de volgende taken uit voor Event Service:<br />

• ‘Consumenten’ aanmaken. Een consument is een externe applicatie die op de hoogte moet worden<br />

gesteld van bepaalde events.<br />

• Aangeven op welke events de consument is ‘geabonneerd’, dat wil zeggen welke events via Event<br />

Service aan de externe applicatie moeten worden doorgestuurd.<br />

• Event Service en de consumenten monitoren: opvragen welke events zijn doorgestuurd. Hierbij<br />

worden ook eventuele foutmeldingen getoond, bijvoorbeeld als een consument niet beschikbaar is.<br />

Consumenten aanmelden en abonneren op events<br />

U kunt een externe applicatie aanmelden als consument van Event Service, en vervolgens de consument<br />

abonneren op bepaalde events zodat die events worden doorgestuurd ten behoeve van de als consument<br />

aangemelde applicatie.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Consumenten in het menu Event Service van de knop Configuratie.<br />

2. Klik in de menubalk op Toevoegen. Het scherm toont enkele invoervelden en een tabel met events.<br />

3. Meld de externe applicatie aan als consument van Event Service:<br />

• Vul bij Naam de naam van de externe applicatie in.<br />

• Vul bij Omschrijving een nadere beschrijving van de externe applicatie in.<br />

De Consument ID wordt automatisch gegenereerd. Dit ID-nummer identificeert de externe applicatie<br />

bij Event Service.<br />

4. Abonneer de consument op events door in de tabel met events in de kolom Abonnee de<br />

selectievakjes van de benodigde events te selecteren.<br />

De tabel met events geeft de volgende informatie zodat u kunt bepalen welke events nodig zijn:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

101


Kolom<br />

Entity<br />

Event<br />

Omschrijving<br />

Beschrijving<br />

Het gebied waarop de event betrekking heeft: chats, bedrijven, contacten,<br />

bijlagen bij contacten, notities bij contacten, klanten, afdelingen, klanten die<br />

voor een campagne worden benaderd, kennis-items,of<br />

servicemedewerkers.<br />

De naam van de event zoals die op de integratielaag wordt gebruikt.<br />

De handeling in <strong>T5</strong> waarvoor de event wordt gelogd.<br />

Als u de consument op heel veel events wilt abonneren, selecteer dan alle events door het selectievakje<br />

direct achter de kolomnaam Abonnee te selecteren, en deselecteer vervolgens de niet-benodigde events.<br />

5. Klik in de menubalk op Toevoegen om de instellingen te bevestigen.<br />

Event Service en consumenten monitoren<br />

U kunt controleren voor welke consumenten (externe applicaties) welke events in een bepaalde periode zijn<br />

doorgestuurd.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Monitoring in het menu Event Service van de knop Configuratie.<br />

Er verschijnt een venster dat in twee delen is verdeeld. In het bovenste gedeelte geeft u<br />

selectiecriteria op waarmee u onder andere aangeeft of u Event Service wilt monitoren, of<br />

consumenten wilt monitoren. In het gedeelte daaronder verschijnen de events die aan de criteria<br />

voldoen.<br />

2. Geef in het bovenste gedeelte van het venster de gewenste selectiecriteria op met behulp van de<br />

volgende tabel:<br />

Optie<br />

Beschrijving<br />

Begin datum<br />

Eind datum<br />

Niveau<br />

Gebruik deze twee opties om het begin en einde te specificeren van de<br />

periode waarvoor u de versturing van events wilt controleren.<br />

Hiermee specificeert u het niveau van events:<br />

Alle – alle events.<br />

DEBUG – events die zijn gelogd bij foutopsporing.<br />

INFO – events die zijn gelogd bij het vastleggen van informatie.<br />

WARN – events die zijn gelogd bij systeemwaarschuwingen.<br />

ERROR – events die zijn gelogd bij systeemfouten.<br />

FATAL – events die zijn gelogd bij fatale systeemfouten.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

102


Optie<br />

Filter<br />

Consument<br />

Beschrijving<br />

Hiermee specificeert u welke event-meldingen u wilt zien:<br />

Alle – toont alle meldingen.<br />

Event Service – toont meldingen die specifiek voor EventService zijn. Kies<br />

deze optie als u Event Service wilt monitoren.<br />

Alle consumenten – toont meldingen voor alle consumenten.<br />

Consument – toont meldingen voor een specifieke consument.<br />

Als u bij Filter hebt gekozen voor Consument, selecteert u in deze keuzelijst<br />

de consument waar het u om gaat.<br />

3. Klik op Toon details. Onder de selectiecriteria verschijnt een lijst met events die voldoen aan de<br />

criteria.<br />

De lijst toont maximaal de 500 recentste zoekresultaten. U kunt de lijst sorteren op een bepaald<br />

gegeven door op de betreffende kolomkop te klikken. Klik herhaaldelijk op de kolomkop om<br />

afwisselend oplopende of aflopende volgorde te zien. De lijst met zoekresultaten geeft de volgende<br />

informatie:<br />

Optie<br />

Consument naam<br />

Tijdstip<br />

Niveau<br />

Bericht<br />

Consument guid<br />

Cons.Online<br />

Beschrijving<br />

De naam van de consument waarvoor de event is verstuurd.<br />

Het tijdstip waarop de event is verstuurd.<br />

Het niveau waarop de event is gelogd.<br />

De (fout)melding die is doorgestuurd.<br />

De ID van de consument.<br />

Geeft aan of de consument online is, dat wil zeggen of Event Service kan<br />

communiceren met de consument zodat deze de event kan ontvangen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

103


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

104


Onderhoud<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn met het menu Onderhoud, dat u opent met de knop<br />

Onderhoud op de knoppenbalk. Om te voorkomen dat uw systeem overvol raakt met verouderde gegevens,<br />

zijn er verschillende functies beschikbaar om gegevens actueel te houden.<br />

Gegevens verwijderen<br />

U kunt in <strong>T5</strong> heel eenvoudig grote hoeveelheden gegevens tegelijk verwijderen. Bijvoorbeeld gegevens uit een<br />

bepaalde periode. Het is niet nodig om dit vaker dan gemiddeld eenmaal per twee jaar te doen, omdat u anders<br />

geen inzicht meer hebt in de historie van bepaalde gegevens (in rapportages komen verwijderde gegevens niet<br />

voor). Wel is het handig om na de installatie en testperiode van <strong>T5</strong> op uw site eenmaal alle gegevens te<br />

verwijderen, zodat u begint met een 'schone lei'.<br />

Verwijderopdrachten worden niet direct uitgevoerd, maar dagelijks voor een vast tijdstip ingepland en<br />

automatisch uitgevoerd. De gegevens worden dan definitief uit de database verwijderd.<br />

Het menu Onderhoud bevat de volgende submenu’s voor het verwijderen van gegevens:<br />

Klant historie - hiermee verwijdert u bezoekers uit een bepaalde periode, op basis van de laatste<br />

bezoekdatum. U kunt aangeven welke bezoekers u wilt verwijderen door een gebruikersgroep te<br />

selecteren. Alle gegevens van de betreffende bezoekers worden verwijderd, inclusief alle contacten.<br />

Bezoekhistorie - hiermee verwijdert u de bezoekhistorie van een bepaalde periode.<br />

Zoekzinnen - hiermee verwijdert u alle zoekzinnen die in een bepaalde periode zijn gebruikt.<br />

Rating - hiermee verwijdert u alle beoordelingen van bezoekers over antwoorden die zij hebben<br />

ontvangen.<br />

Contactbeheer - hiermee zoekt u op basis van bepaalde criteria naar contacten die u wilt verwijderen<br />

of wijzigen, of waarvan u de bijlage(n) wilt verwijderen.<br />

Geplande taken - hiermee toont u een overzicht van geplande verwijdertaken. U kunt een geplande<br />

taak verwijderen voordat deze wordt uitgevoerd door de taak in het overzicht te selecteren en in de<br />

menubalk op Verwijderen te klikken. Als u wilt zien welke taken al zijn uitgevoerd, schakelt u het<br />

selectievakje Toon reeds uitgevoerde taken in.<br />

Bezoekers, bezoekhistorie, zoekzinnen en ratings verwijderen<br />

Met de submenu's Klant historie, Bezoekhistorie, Zoekzinnen en Rating van het menu Onderhoud verwijdert u<br />

gegevens uit een bepaalde periode.<br />

In deze submenu’s verwijdert u gegevens als volgt:<br />

1. Selecteer het gewenste submenu in het menu Onderhoud van de knop Onderhoud.<br />

2. Geef de periode op waarvan de gegevens moeten worden verwijderd, door bij Begindatum en<br />

Einddatum de eerste en laatste datum van de periode in te voeren.<br />

3. Klik in de menubalk op Uitvoeren om de verwijdering te bevestigen.<br />

In het submenu Klant historie kunt u naast een periode, een gebruikersgroep selecteren waarvan u de<br />

gegevens wilt verwijderen. Nadat u op Uitvoeren hebt geklikt, ziet u een overzicht van de gegevens die zullen<br />

worden verwijderd. Als u op Doorgaan klikt, worden de gegevens ingepland voor definitieve verwijdering.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

105


Contacten zoeken en vervolgens verwijderen of wijzigen<br />

U kunt contacten zoeken op basis van bepaalde criteria, de gevonden contacten en/of bijlagen verwijderen of<br />

een nadere selectie maken van de gevonden contacten en de geselecteerde contacten vervolgens wijzigen.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu Contactbeheer van het menu Onderhoud van de knop Onderhoud op de<br />

knoppenbalk.<br />

Er verschijnt een venster dat in drie delen is verdeeld. In het bovenste gedeelte geeft u selectiecriteria<br />

op. In het gedeelte daaronder verschijnen de contacten die aan de criteria voldoen en kunt u alle<br />

gevonden contacten en/of bijlagen verwijderen óf contacten selecteren die u wilt wijzigen. In het<br />

onderste gedeelte van het venster geeft u aan welke wijzigingen u wilt aanbrengen in de<br />

geselecteerde contacten.<br />

2. Geef in het bovenste gedeelte van het venster de gewenste selectiecriteria op. Enkele<br />

bijzonderheden:<br />

De keuzemogelijkheden bij Servicemedewerker hangen af van de gekozen Afdeling en de status van<br />

het vakje Inactief: deselecteer dit vakje als u alleen actieve medewerkers wilt kunnen kiezen, of<br />

selecteer het als u zowel actieve als inactieve servicemedewerkers wilt kunnen kiezen.<br />

Bij Betreft kunt u tekst opgeven die moet voorkomen in de Betreft-regel van een contact. Dit is echter<br />

niet mogelijk wanneer Alle is geselecteerd als Status.<br />

Schakel het selectievakje 1 pagina in om de gevonden contacten op één pagina weer te geven, in<br />

plaats van verdeeld over meerdere pagina’s (als er veel contacten zijn die aan de criteria voldoen).<br />

3. Klik op Zoeken. Onder de selectiecriteria verschijnt een lijst met contacten die voldoen aan de criteria.<br />

4. Klik desgewenst op het vergrootglaspictogram in de kolom uiterst rechts (naast de kolom FAQ) om<br />

een nieuw venster met de details van een contact te openen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

106


5. Ga als volgt te werk om in het middelste deel van het venster contacten te selecteren en deze<br />

vervolgens te wijzigen:<br />

Schakel het selectievakje boven de kolom uiterst links (naast de kolom bron) in om alle gevonden<br />

contacten te selecteren, of schakel het vakje uit om alle gevonden contacten te deselecteren.<br />

of<br />

Schakel per contact het selectievakjes links naast het bronpictogram in of uit om het contact te<br />

selecteren of deselecteren.<br />

Geef in het onderste gedeelte van het venster aan waar u bepaalde gegevens van de contacten in wilt<br />

veranderen. Als u bijvoorbeeld de urgentie van de geselecteerde contacten wilt veranderen in Hoog,<br />

selecteert u onder urgentie de optie Hoog. Selecteer in de keuzelijst Niet wijzigen als u bepaalde<br />

gegevens niet wilt wijzigen.<br />

Klik in de menubalk op Wijzigen.<br />

6. Ga als volgt te werk om alle gevonden contacten of de bijlagen bij de gevonden contacten te<br />

verwijderen:<br />

Klik in de menubalk van het middelste deel van het venster op Alles verwijderen om alle gevonden<br />

contacten, inclusief bijlagen, te verwijderen.<br />

of<br />

Klik in de menubalk van het middelste deel van het venster op Bijlagen verwijderen om alle bijlagen bij<br />

de gevonden contacten te verwijderen.<br />

Met de knoppen Alles verwijderen en Bijlagen verwijderen verwijdert u alle contacten en bijlagen van<br />

contacten die zijn gevonden op basis van de door u opgegeven zoekcriteria. U kunt geen nadere<br />

selectie uitvoeren op de gevonden contacten: de selectievakjes in het middelste deelvenster dienen<br />

uitsluitend om contacten te selecteren die u wilt wijzigen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

107


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

108


Analyse<br />

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de mogelijkheden zijn met de knop Analyse op de knoppenbalk. De<br />

volgende onderwerpen komen aan de orde:<br />

• Basisinformatie over het onderdeel Analyse.<br />

• Configuratie van Key Performance Indicators (KPI’s) en andere instellingen.<br />

• Beschikbare informatie die Analyse verschaft: definities en beschikbare werkbladen met analyseresultaten.<br />

• Gebruik van Analyse: openen, navigatie, beschikbare functies, selecties.<br />

Belangrijke opmerkingen<br />

Systeem- en softwarevereisten<br />

U kunt Analye alleen gebruiken als het clientwerkstation aan de volgende voorwaarde voldoet:<br />

• HTTP-toegang tot de Analysis-server.<br />

Qlickview<br />

Als de invoegtoepassing QlikView op uw werkstation geïnstalleerd is, moet u deze verwijderen van uw<br />

browser. U kunt de functionaliteit 'zero footprint' alleen gebruiken als de invoegtoepassing Qlikview niet op uw<br />

werkstation is geïnstalleerd.<br />

Pop-up-/downloadblokkering<br />

Het downloaden van Excel-werkbladen kan worden geblokkeerd door door het ip-adres van de Qlikviewserver<br />

toe te voegen aan uw lijst van vertrouwde sites. Neem hiervoor contact op met uw <strong>Trinicom</strong>systeembeheerder.<br />

F11 - Volledig scherm (Internet Explorer)<br />

Het is mogelijk dat de analysepagina's niet op sommige kleinere schermen passen. Gebruik de volledige<br />

schermweergave van Internet Explorer om dit probleem te omzeilen: functietoets 11 / F11.<br />

Basisinformatie over Analyse<br />

Dit gedeelte licht enkele basisbegrippen toe die van belang bij het werken met Analyse.<br />

Perspectieven en views<br />

De Analyse-functionaliteit van <strong>T5</strong> levert analyseresultaten die zijn onderverdeeld in vier perspectieven:<br />

Organisatie, Kennis, Contact en Klant. Elk van deze perspectieven voorziet in views op de overige drie<br />

perspectieven. De volgende afbeelding toont de perspectieven als bollen en de views als pijlen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

109


In deze handleiding worden views (de pijlen in de bovenstaande afbeelding) vermeld als ><br />

. Bijvoorbeeld, views vanuit het perspectief van de Organisatie op Kennis worden vermeld als<br />

Organisatie > Kennis.<br />

Perspectief en view bepalen welk soort resultaten Analyse genereert. Welke werkbladen met<br />

analyseresultaten en bijbehorende grafieken beschikbaar zijn, wordt bepaald door het perspectief. De view<br />

bepaalt welke filters (selectiemogelijkheden) beschikbaar zijn voor de werkbladen.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

• Wanneer u op de view Organisatie > Contact klikt, geven de werkbladen informatie weer zoals Meest<br />

bezochte items, Meest bezochte oplossingen, Webcontacten en Zoekgedrag en kunt u filters gebruiken voor<br />

Periode, Service Line, Afdeling en Medewerker.<br />

• In de omgekeerde view Contact > Organisatie worden dezelfde werkbladen weergegeven, maar met andere<br />

filters (Periode, Kanaal, Contacttype, Onderwerp en Prioriteit).<br />

Analyse geeft dus vergelijkbare analyseresultaten weer met verschillende filters. Zie Beschikbare informatie<br />

voor een overzicht van de beschikbare werkbladen met analyseresultaten voor elke view.<br />

KPI-referentiewaarden<br />

Voor veel van de grafieken en meters in Analyse zijn Key Performance Indicator (KPI's) als referentiewaarden<br />

beschikbaar. Deze waarden geven aan of de analyseresultaten beter of slechter zijn dan de KPI's. De KPI's<br />

configureert u in de Sitemanager.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

110


Detailniveau en actualiteit van de gegevens<br />

Bij de analyse wordt uitgegaan van een vaste verzameling geaggregeerde gegevens, net als in andere<br />

Business Intelligence (BI) programma's. Hoewel zo veel mogelijk detailinformatie in de dataset is<br />

opgenomen, betekent dit dat de dataset geen gedetailleerde contacthistorie omvat. De gegevens worden 's<br />

nachts vernieuwd, waarmee alle wijzigingen van vandaag pas de volgende ochtend in Analyse beschikbaar<br />

zijn. Analyse bevat dus geen real-time informatie. Voor inzicht in actuele gegegevens kunt u de het onderdeel<br />

Dashboard in de Servicemanager raadplegen.<br />

Configuratie van Analyse<br />

Voor een optimaal gebruik van het Analyse-onderdeel moet u KPI's instellen en de configuratie controleren<br />

van afdelingen en medewerkers.<br />

KPI's instellen<br />

U kunt KPI's instellen als referentiewaarden om de analyseresultaten mee te vergelijken.<br />

Ga als volgt te werk:<br />

1. Open het submenu KPI instellingen in het menu Instellingen van de knop Configuratie. Het<br />

scherm toont de KPI's.<br />

2. Klik in de menubalk op Wijzigen .<br />

3. Voer waarden in voor de KPI's met behulp van de volgende tabel.<br />

KPI<br />

Beschrijving<br />

Currency *<br />

De naam van de munteenheid voor Waarde per Contact en Gewenste<br />

besparing. Gebruik bij voorkeur de uit drie letters bestaande internationale<br />

valutacode, bijvoorbeeld EUR voor Euro.<br />

Waarde per Contact *<br />

Gewenste besparing *<br />

Serfservice % *<br />

Zoekzin-klik ratio % *<br />

Standaard antwoord %<br />

FCR %<br />

De waarde van een contact dat via <strong>Trinicom</strong> worden afgehandeld: de<br />

hoeveelheid geld die wordt bespaard door een contact via <strong>Trinicom</strong> af te<br />

handelen.<br />

Streefwaarde voor het bedrag dat maandelijks wordt bespaard via <strong>Trinicom</strong>:<br />

het aantal afgehandelde contacten maal de waarde per contact.<br />

Streefwaarde voor het selfservicepercentage voor het Portaal: het aantal<br />

malen dat een bezoek aan het portaal niet tot een webcontact heeft geleid.<br />

Streefwaarde voor de verhouding tussen zoekopdrachten en keren klikken<br />

in het portaal.<br />

Streefwaarde voor het percentage standaardantwoorden voor contacten die<br />

via de Servicemanager worden afgehandeld: contacten met een<br />

standaardantwoord in verhouding tot alle contacten.<br />

Streefwaarde voor het percentage First Contact Resolution (FCR):<br />

contacten zonder gekoppelde contacten of reacties.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

111


KPI<br />

FTR %<br />

FLR %<br />

Doorsturen %<br />

Service level %<br />

Gemiddelde<br />

bewerkingstijd in minuten<br />

Wachttijd in minuten<br />

Kennisbank effectiviteit %<br />

Beschrijving<br />

Streefwaarde voor het percentage van First Touch Resolution (FTR):<br />

contacten die worden afgehandeld bij de eerste keer dat het contact wordt<br />

geopend.<br />

Streefwaarde voor het percentage van First Line Resolution (FLR):<br />

contacten die zijn afgehandeld door een afdeling die als eerste lijn is<br />

aangemerkt.<br />

Streefwaarde voor het percentage doorgestuurde contacten: contacten die<br />

naar een andere afdeling of medewerker zijn doorgestuurd.<br />

Streefwaarde voor het serviceniveaupercentage: contacten die zijn<br />

afgehandeld binnen de geregistreerde responstijd.<br />

Streefwaarde voor de bewerkingstijd in minuten: de tijd waarin contacten<br />

worden afgehandeld.<br />

Streefwaarde voor de responstijd in minuten.<br />

Streefwaarde voor de effectiviteit van de kennisbank: het aantal<br />

kennisitems dat is opgevraagd in verhouding tot het totaalaantal<br />

kennisitems in de kennisbank.<br />

* = Toekomstig gebruik<br />

KPI's met de aanduiding 'toekomstig gebruik', zijn nog niet in de huidige Analyse-module<br />

geïmplementeerd.<br />

4. Klik in de menubalk op Opslaan om de instellingen te bevestigen.<br />

Andere configuratie-instellingen<br />

Het is raadzaam om naast de KPI-instellingen ook de configuratie-instellingen voor de volgende items in de<br />

Sitemanager te controleren:<br />

Afdelingen<br />

Controleer de instelling die bepaalt tot welke Lijn een afdeling behoort (1e, 2e of 3e). Deze instelling vindt u in<br />

in het submenu Afdelingenvan het menu Tabellen van de knop Configuratie (zie Afdelingen invoeren).<br />

Standaard wordt de instelling 1e lijn gebruikt. Deze instelling is relevant voor de KPI First Line Resolution<br />

(FLR).<br />

Medewerkers<br />

Configureer voor elke medewerker de volgende instellingen:<br />

1. Niveau: het vaardigheidsniveau, variërend van 1 (laag) tot 3 (hoog). Standaard wordt de instelling ‘1'<br />

gebruikt.<br />

2. Tarief: de kosten per uur. Standaard wordt de instelling ‘1' gebruikt.<br />

Deze beide instelling vindt u het submenu Servicemedewerkers van het menu Gebruikers van de knop<br />

Configuratie (zie Servicemedewerkers). Momenteel worden deze instellingen niet gebruikt in Analyse.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

112


Beschikbare informatie<br />

In dit gedeelte vindt u definities, een navigatieoverzicht en een gedetailleerde beschrijving van de beschikbare<br />

analyseresultaten.<br />

Het is mogelijk dat informatie uit de optionele modules Hypersearch en Outbound in uw analyseresultaten niet<br />

aanwezig is. Raadpleeg de handleiding <strong>T5</strong> Outbound Analysis voor meer informatie over de Outboundanalyse.<br />

Definities<br />

De volgende tabel bevat definities voor termen die worden gebruikt in de beschrijving van de<br />

analyseresultaten.<br />

Term Afkorting Definities<br />

Kanaal<br />

Kanalen als e-mail, chat, telefoon, enzovoort.<br />

Contacttype<br />

Contacttypen die zijn geconfigureerd in Sitemanager.<br />

Klant sinds<br />

First Contact<br />

Resolution<br />

FCR<br />

Het aantal dagen dat een klant in het systeem voorkomt op het<br />

moment dat het contact voor die klant wordt gemaakt.<br />

Kwesties die bij het eerste contact zijn opgelost en waaraan dus<br />

geen andere contacten of reacties zijn gekoppeld. KPI uitgedrukt als<br />

percentage van het totaalaantal afgesloten contacten.<br />

First Line<br />

Resolution<br />

FLR<br />

Een contact dat uitsluitend via de eerstelijnsafdeling wordt verwerkt<br />

(niet afgehandeld door tweede- of derdelijnsafdelingen). Het niveau<br />

van een chatcontact wordt bepaald door het niveau van de laatste<br />

medewerker. KPI uitgedrukt als percentage van het totaalaantal<br />

afgesloten contacten.<br />

First Touch<br />

De eerste keer dat een contact wordt geopend voor verwerking.<br />

First Touch<br />

Resolution<br />

Doorsturen<br />

Responstijd<br />

Doorlooptijd<br />

Bewerkingstijd<br />

FTR<br />

Contact is beantwoord bij eerste keer dat contact werd geopend. KPI<br />

uitgedrukt als percentage van het totaalaantal afgesloten contacten.<br />

Contacten die naar een andere afdeling of medewerker worden<br />

doorgestuurd.<br />

De tijd die verstrijkt tussen het invoeren van een contact en de 'first<br />

touch'. Zie ook Responstijd, doorlooptijd en bewerkingstijd.<br />

De tijd die verstrijkt tussen het invoeren en het sluiten van een<br />

contact. Zie ook Responstijd, doorlooptijd en bewerkingstijd.<br />

De totale tijd die wordt besteed aan de verwerking van een contact.<br />

Zie ook Responstijd, doorlooptijd en bewerkingstijd.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

113


Term Afkorting Definities<br />

Kennisbank<br />

effectiviteit<br />

Bekeken pagina)<br />

Verversingsgraad<br />

Service Level<br />

(zoals in SLA)<br />

Service Line<br />

Bezoek<br />

Het aantal kennisitems dat is opgevraagd in verhouding tot het totale<br />

aantal kennisitems in de kennisbank (%).<br />

Een bezoek aan een pagina met een vraag en antwoord.<br />

Het aantal items dat wordt ververst in verhouding tot het totaalaantal<br />

kennisitems (%).<br />

Aan het Service Level wordt voldaan als een contact wordt<br />

afgehandeld binnen de gedefinieerde responstijd (knop Info ><br />

Antwoord voor).<br />

Het hoogste niveau (1, 2 of 3) waarop een contact is afgehandeld (bij<br />

(live) chat is dit de laatste lijn waarop een contact is verwerkt).<br />

Een bezoek aan de website.<br />

Bezochte<br />

oplossingen<br />

De oplossingen die door een medewerker of klant zijn bezocht.<br />

Responstijd, doorlooptijd en bewerkingstijd<br />

Aan de hand van de volgende afbeelding worden de begrippen responstijd, doorlooptijd en bewerkingstijd<br />

uitgelegd.<br />

Navigatie<br />

Hierna ziet u een overzicht van de navigatieopties voor de verschillende werkbladen met analyseresultaten<br />

die beschikbaar zijn.<br />

Legenda:<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

114


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

115


Werkbladen<br />

In de volgende tabel worden de beschikbare werkbladen met analyseresultaten beschreven. De<br />

hoofdperspectieven worden vet weergegeven.<br />

De werkbladen voor Outbound en Hypersearch zijn alleen zichtbaar voor gebruikers van deze modules.<br />

Kies Help (<br />

) voor meer informatie over de afzonderlijke grafieken, diagrammen, enzovoort.<br />

Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

KPI<br />

Dashboard<br />

KPI Dashboard<br />

KPI Outbound<br />

First Contact<br />

Resolution<br />

First Touch Resolution<br />

Hoofdblad voor KPI's: FCR, FTR, FLR, Service level,<br />

Responstijden, Bewerkingstijden<br />

Gemiddeld aantal belpogingen per dag, percentage bereikt,<br />

percentage gevonden per periode/campagne<br />

Details van First Contact Resolution, weergegeven per<br />

contactkenmerk, bijvoorbeeld Kanaal, Contacttype, Afdeling,<br />

enzovoort<br />

Details van First Touch Resolution, weergegeven per<br />

contactkenmerk, bijvoorbeeld Kanaal, Contacttype, Afdeling,<br />

enzovoort<br />

First Line Resolution<br />

Details van First Line Resolution, weergegeven per<br />

contactkenmerk, bijvoorbeeld Kanaal, Contacttype, Afdeling,<br />

enzovoort<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

116


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

Service Level<br />

Responstijden<br />

Prestaties<br />

Details van service level, weergegeven per<br />

contactkenmerk, bijvoorbeeld Kanaal, Contacttype,<br />

Afdeling, enzovoort<br />

Details van responstijden, weergegeven per<br />

contactkenmerk, bijvoorbeeld Kanaal, Contacttype,<br />

Afdeling, enzovoort<br />

Prestatiedetails<br />

Organisatie<br />

Dashboard<br />

Hoofdblad voor KPI's van Organisatie: FCR, FTR, FLR,<br />

Standaardantwoorden, Service Level, Doorsturen,<br />

Aantallen.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

117


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

ContactID’s<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

118


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

First Contact<br />

Resolution<br />

First Touch<br />

Resolution<br />

First Line<br />

Resolution<br />

Service Line<br />

Resolution<br />

Standaardantwoord<br />

Service Level<br />

Doorsturen<br />

Aantallen<br />

Prestaties<br />

medewerkers<br />

Agent<br />

Performance<br />

Outbound<br />

Prestaties<br />

Campagnes<br />

ScriptVariables<br />

Details van First Contact Resolution, weergegeven per<br />

contactkenmerk: Kanaal, Onderwerp, Contacttype,<br />

Prioriteit, Responstijd, Afdeling, Medewerker<br />

Details van First Touch Resolution, weergegeven per<br />

contactkenmerk: Kanaal, Onderwerp, Contacttype,<br />

Prioriteit, Responstijd, Afdeling, Medewerker<br />

Details van First Line Resolution, weergegeven per<br />

contactkenmerk: Kanaal, Onderwerp, Contacttype,<br />

Prioriteit, Responstijd, Afdeling, Medewerker<br />

De procentuele verdeling van afgesloten contacten op<br />

basis van het hoogste service level dat is bezocht<br />

Gebruik van standaardantwoorden per afdeling en<br />

medewerker, weergegeven van hoog naar laag en laag<br />

naar hoog<br />

Details van het Service Level, weergegeven per<br />

contactkenmerk: Kanaal, Onderwerp, Contacttype,<br />

Prioriteit, Responstijd, Afdeling, Medewerker<br />

Details van doorsturen weergegeven per<br />

contactkenmerk: Kanaal, Onderwerp, Contacttype,<br />

Prioriteit, Responstijd, Afdeling en Medewerker.<br />

Aantallen contacten; details per Kanaal, Afdeling en<br />

Werknemer.<br />

Overzicht van de scores van medewerkers<br />

Overzicht van de scores van medewerkers voor<br />

Outbound-campagnes<br />

(Outbound) Tabellen met gegevens over calls, call<br />

stock en deelnemers per periode; grafiek voor<br />

voortgang campagnes<br />

(Outbound) Tabellen met gegevens over<br />

referentiecodes van ScriptVariables, geregistreerd<br />

tijdens het script<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

119


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

ScriptAnswers<br />

ContactID’s<br />

(Outbound) Tabellen met gegevens over antwoorden en<br />

commentaar dat is ingevoerd door de medewerker die<br />

het script heeft gevolgd<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

Organisatie ><br />

Kennis<br />

Organisatie ><br />

Contact<br />

Organisatie ><br />

Klant<br />

Meest bezochte<br />

menu's<br />

Meest bezochte<br />

oplossingen<br />

Zoekgedrag<br />

Afgesloten contacten<br />

ContactID’s<br />

Dashboard<br />

First Contact<br />

Resolution<br />

Service Level<br />

Lijst van meest bezochte menu's (meest bezochte bovenaan)<br />

- gerangschikt op servicemedewerker<br />

Lijst van meest bezochte oplossingen (meest bezochte<br />

bovenaan) - gerangschikt op servicemedewerker<br />

Meest gebruikte zoekzinnen, verdeling van gebruikte<br />

zoektermen, aantal bezochte pagina's, aantal beantwoorde<br />

vragen<br />

Afgesloten contacten; verdeling per kanaal, prioriteit,<br />

onderwerp en contacttype<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

KPI's en trends voor First Contact Resolution en service<br />

level<br />

Details van First Contact Resolution: verdeling van aantal<br />

contacten dat nodig was om vraag/kwestie van klant op te<br />

lossen<br />

Details van Service Level: doorlooptijd per kanaal, behaald<br />

service level (in %) per prioriteit; selectie/verdeling per<br />

onderwerp en contacttype<br />

eMailing<br />

eMailing per periode, aantal verzonden eMailings<br />

Aantal klanten betrokken bij eMailings<br />

Medewerkers die de eMailings hebben verzonden<br />

Kennis Kennis Details kennisbank (effectiviteit, verversingsgraad,<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

120


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

verdeling 'leeftijd' kennisitems)<br />

Kennisitems<br />

Zoekresultaten<br />

Alle details van de bestaande kennisitems in de kennisbank<br />

(Hypersearch) De resultaten van de zoekzinnen die zijn<br />

ingevoerd door de klanten, resultaten uit de kennisbank die<br />

aan de klant zijn getoond, het gebruik dat de klant heeft<br />

gemaakt van de resultaten<br />

Analysis-vragen<br />

(Hypersearch) Hoe wordt het taalgebruik in de zoekzinnen<br />

geanalyseerd/verbeterd door het systeem; hoe worden deze<br />

woorden gecombineerd en welke concepten worden<br />

gevonden, welke kennisitems zijn getoond<br />

Kennisgids<br />

(Hypersearch) Hoe is de kennisgids gebruikt; welke termen<br />

zijn gevonden, is de vraag van de klant beantwoord, welke<br />

concepten zijn gevonden, welke zoekzinnen gaven geen<br />

resultaten<br />

Kennis ><br />

Contact<br />

Standaardantwoorden<br />

Trend<br />

standaardantwoorden<br />

Lijst van standaardantwoorden die het meest zijn gebruikt bij<br />

het beantwoorden van contacten (meest gebruikte<br />

bovenaan); verdeling/selectie per prioriteit, onderwerp,<br />

contacttype<br />

Trend (in de loop van de tijd) in het gebruik van<br />

standaardantwoorden voor contacten per kanaal, onderwerp<br />

en contacttype<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

121


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

Kennis > Klant<br />

Kennis ><br />

Organisatie<br />

Meest bezochte<br />

menu's<br />

Meest bezochte<br />

oplossingen<br />

Webcontact<br />

Zoekgedrag<br />

Meest bezochte<br />

menu's<br />

Meest bezochte<br />

oplossingen<br />

Zoekgedrag<br />

Lijst van meest bezochte menu's (meest bezochte bovenaan)<br />

- gerangschikt op klant<br />

Lijst van meest bezochte oplossingen (meest bezochte<br />

bovenaan) - gerangschikt op klant<br />

Aantal webcontacten per menu of per antwoord<br />

Meest gebruikte zoekzinnen, verdeling van gebruikte<br />

zoektermen, aantal bezochte pagina's (voor actieve selectie),<br />

aantal beantwoorde vragen<br />

Lijst van meest bezochte menu's (meest bezochte bovenaan)<br />

- gerangschikt op servicemedewerker<br />

Lijst van meest bezochte oplossingen (meest bezochte<br />

bovenaan) - gerangschikt op servicemedewerker<br />

Meest gebruikte zoekzinnen, verdeling van gebruikte<br />

zoektermen, aantal bezochte pagina's (voor actieve selectie),<br />

aantal beantwoorde vragen<br />

Contact<br />

Contactoverzicht<br />

Contactdetails (verdeling per kanaal); Trend in escalaties<br />

(tijd); Verdeling per contacttype<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

122


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

Bewerkingstijd<br />

Het aantal afgesloten contacten, de gemiddelde responstijd<br />

in minuten, de gemiddelde doorlooptijd in minuten en de<br />

gemiddelde bewerkingstijd in minuten voor de actieve<br />

selectie; getoond voor de verschillende contactkenmerken,<br />

zoals: Kanaal, Onderwerp, Contacttype, Prioriteit, Afdeling,<br />

Medewerker<br />

Contact ><br />

Klant<br />

Formulieren<br />

Trend formulieren<br />

Selecties formulieren<br />

Prestaties formulieren<br />

ContactID’s<br />

Overzicht<br />

klantcontacten<br />

Gegevens in de formulieren van <strong>T5</strong>; items ingevoerd in de<br />

verschillende formulieren (formulieren, afsluitschermen, postchat<br />

formulieren); beschikbaar per contact en resultaten<br />

gegroepeerd per periode; jaar, maand, week en dag<br />

Verdeling van ingevoerde items in de loop van de tijd<br />

Hiermee kan een complex filter voor formulieren worden<br />

gedefinieerd<br />

Resultaten van formulieren geteld per item en gekoppeld aan<br />

prestatiegegevens voor contacten, zoals respons-, doorloopen<br />

bewerkingstijd<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

Klantcontacten per gebruikersgroep en jaar;<br />

verdeling/selectie per kanaal, onderwerp en contacttype<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

123


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

Contact ><br />

Organisatie<br />

Contact ><br />

Kennis<br />

Standaardantwoorden<br />

B2B-overzicht<br />

ContactID’s<br />

Afgesloten contacten<br />

ContactID’s<br />

Standaardantwoorden<br />

Trend<br />

standaardantwoorden<br />

ContactID’s<br />

Lijst van gebruikte standaardantwoorden; verdeling/selectie<br />

per kanaal, onderwerp en contacttype<br />

Aantal contacten per bedrijf / contactpersoon<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

Details van afgesloten contacten, getoond per<br />

contactkenmerk, zoals Prioriteit, Onderwerp, Contacttype<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

Standaardantwoorden die zijn gebruikt in het beantwoorden<br />

van contacten<br />

Trend (in de loop van de tijd) van standaardantwoorden die<br />

zijn gebruikt in contacten<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

Klant<br />

Klanten<br />

Tellingen van klanten met aantal klanten per<br />

gebruikersgroep en taal; aantal klanten nieuw aangemaakt<br />

in periode<br />

Klant ><br />

Organisatie<br />

Dashboard<br />

FCR<br />

KPI’s en trends voor First Contact Resolution en service<br />

level<br />

Details van First Contact Resolution: verdeling van aantal<br />

contacten dat nodig was om vraag/kwestie van klant op te<br />

lossen<br />

Service Level<br />

Details van service level: doorlooptijd per kanaal, behaald<br />

service level (in %) per prioriteit; selectie/verdeling per<br />

onderwerp en contacttype<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

124


Perspectief<br />

> View<br />

Werkblad<br />

Beschrijving<br />

Klant > Kennis<br />

Klant ><br />

Contact<br />

Bezoeken<br />

Meest bezochte<br />

menu's<br />

Meest bezochte<br />

oplossingen<br />

Webcontact<br />

Zoekgedrag<br />

Overzicht<br />

klantcontacten<br />

Standaardantwoord<br />

B2B-overzicht<br />

ContactID’s<br />

Verhouding bezoeken/bekeken pagina's, bezoeken en<br />

weergegeven pagina's per dag - gerangschikt op klant<br />

Lijst van meest bezochte menu's (meest bezochte bovenaan)<br />

- gerangschikt op klant<br />

Lijst van meest bezochte oplossingen (meest bezochte<br />

bovenaan) - gerangschikt op klant<br />

Aantal webcontacten per menu of per oplossing<br />

Meest gebruikte zoekzinnen, verdeling van gebruikte<br />

zoektermen, aantal bezochte pagina's (voor actieve selectie),<br />

aantal beantwoorde vragen<br />

Klantcontacten per gebruikersgroep en jaar;<br />

verdeling/selectie per kanaal, onderwerp en contacttype<br />

Lijst van gebruikte standaardantwoorden; verdeling/selectie<br />

per kanaal, onderwerp en contacttype<br />

Aantal contacten per bedrijf / contactpersoon<br />

Lijst van contactID’s met details van het contact<br />

Gebruik van Analyse<br />

Ga als volgt te werk om Analyse te openen en analysegegevens op te vragen en te manipuleren:<br />

1. Klik op de knop Analyse 3 op de knoppenbalk. Het volgende scherm verschijnt.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

125


2. Klik op KPI Dashboard, Organisatie, Kennis, Contact of een van de pijlen om een perspectief of view<br />

te selecteren.<br />

Er verschijnt een scherm met tabbladen. De tabbladen corresponderen met de werkbladen die<br />

beschikbaar zijn voor het geselecteerde perspectief of de geselecteerde view.<br />

3. Klik op een tab om het bijbehorende werkblad met analyseresultaten te bekijken.<br />

4. Klik desgewenst op de tab Home om terug te gaan naar het startscherm van Analyse en een ander<br />

perspectief of een andere view te selecteren..<br />

Raadpleeg de paragrafen hierna voor meer details over het gebruik van Analyse.<br />

Vergrendelde contacten<br />

Op de contactpagina's zijn de `pure' contacten vergrendeld. Dat betekent dat contacten met betrekking tot<br />

activiteiten, reacties, campagnes en eMailings niet worden meegeteld.<br />

Op het werkblad Prestaties van het perspectief Contact en het werkblad Prestaties van KPI Dashboard kunt u<br />

reacties en activiteiten selecteren. Die werkbladen hebben een keuzelijst Kanaaltype en een knop Unlock.<br />

Klik op de knop Unlock om via de keuzelijst Kanaal activiteiten en reacties te selecteren.<br />

Houd er rekening mee dat voor activiteiten en reacties alleen de telling van contacten geldig is. De<br />

waarden voor de responstijd, bewerkingstijd en doorlooptijd zijn ongeldig.<br />

Wanneer u een andere werkblad kiest (Contactoverzicht, Formulier, Trend formulieren, Selecties formulieren,<br />

Prestaties formulieren) wordt het kanaaltype Contact automatisch vergrendeld. Dit is niet het geval voor het<br />

werkblad ContactID's. Hier wordt de ontgrendeling gehandhaafd.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

126


Gegevens selecteren<br />

U kunt gegevens selecteren door aan de linkerkant van het scherm een filter of (onderdeel van) een keuzelijst<br />

te selecteren, of door bijvoorbeeld een staaf in een staafdiagram te selecteren.<br />

De selectie wordt gebruikt voor alle werkbladen, dus blijft actief als u naar een ander werkblad<br />

overschakelt.<br />

Klik op de knop Reset aan de linkerkant van het scherm om de selectie op te heffen. Hiermee wordt op alle<br />

werkbladen de selectie van gegevens opgeheven.<br />

Alle keuzelijsten ondersteunen meerdere gelijktijdige selecties. Dat betekent dat u kunt:<br />

• klikken en slepen om meerdere opties in een keuzelijst te selecteren<br />

• + gebruiken om specifieke opties te selecteren of te deselecteren<br />

• klikken op de titel van een keuzelijst en dan een paar tekens typen om alleen de waarden met die tekens te<br />

selecteren<br />

De onderstaande tabel toont de kleuren die worden gebruikt in de keuzelijsten en hun betekenis.<br />

Meters<br />

De meters die in Analysis worden weergegeven, laten zien welke waarden gelijk zijn aan of beter zijn dan de<br />

geconfigureerde KPI-referentiewaarde (groen) en welke waarden slechter zijn dan de geconfigureerde KPIreferentiewaarde<br />

(rood). In het onderstaande voorbeeld is de KPI voor FTR geconfigureerd als 60%, het<br />

werkelijke FTR-percentage is lager dan de referentiewaarde en dus staat de wijzer in het rood.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

127


U kunt klikken op alle knoppen die onder de meters worden weergegeven om het werkblad te activeren dat<br />

de gedetailleerde numerieke informatie voor de KPI bevat.<br />

Staafgrafieken<br />

In de titelbalk van staafgrafieken worden knoppen voor speciale acties weergegeven.<br />

Klik op de knop (Snel wisselen) om de weergavemodus voor grafieken te wijzigen. In de meeste gevallen<br />

gaat u met deze knop van een grafische weergave naar een tabelweergave van de numerieke gegevens<br />

waarop de grafiek is gebaseerd. (Deze knop is nog niet functioneel.)<br />

Tabellen<br />

In de titelbalk van tabellen worden knoppen voor speciale acties weergegeven.<br />

Klik op de knop (Exporteren naar Excel) om de getoonde waarden, inclusief de kopgegevens, te<br />

exporteren naar Excel voor verdere analyse.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

128


Het is mogelijk dat de instellingen van uw browser pop-ups blokkeren. Om blokkering te voorkomen, houdt<br />

u de toets Ctrl ingedrukt terwijl u op het Excel-pictogram klikt.<br />

Klik op de knop<br />

(Afdrukken) om de gegevens af te drukken.<br />

Trendlijnen<br />

Trendgrafieken en alle andere grafieken die gegevens tonen op basis van een groepering van datums, hebben<br />

een knop waarmee u kunt bepalen welke groepering van datums wordt gebruikt.<br />

Wanneer u Dag selecteert voor de groepering en een periode met meerdere maanden is geselecteerd, zijn de<br />

weergegeven cijfers het gecombineerde totaal voor de geselecteerde maanden voor de desbetreffende dag<br />

van de maand. Dat betekent dat als u het exacte cijfer wilt weten voor 1 januari 2007, u 2007-Jan (en alleen<br />

2007-Jan) moet selecteren in de keuzelijst Periode en dan als groepering Dag.<br />

Cirkelgrafieken<br />

Cirkelgrafieken hebben een selectiemechanisme waarmee u uw selectie kunt wijzigen door op een deel van<br />

de grafiek te klikken. U kunt hierbij op de cirkeldelen van de grafiek klikken of op de legenda naast de<br />

cirkelgrafiek. U kunt klikken en slepen en + gebruiken om meerdere opties te selecteren.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

129


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

130


Veelvoorkomende problemen<br />

In de volgende tabel vindt u een lijst van veelvoorkomende problemen en/of vragen met betrekking tot <strong>T5</strong>, met<br />

de bijbehorende oplossingen.<br />

Als uw probleem niet in de lijst voorkomt, neemt u contact op met een van de vertegenwoordigers van<br />

<strong>Trinicom</strong> via service@trinicom.helptu.nl of telefoonnummer +31 (0)571 26 82 60, optie 1.<br />

Hoe wordt de responstijd bepaald?<br />

Kan de responstijd worden aangepast<br />

in de module Servicemanager?<br />

De responstijd van het contact wordt bepaald door de koppeling<br />

met afdeling/urgentie. De responstijd kan niet meer worden<br />

aangepast, omdat deze direct na het stellen van de vraag wordt<br />

medegedeeld aan de klant.<br />

Hier is een uitzondering op: als de optie Servicemanager Call<br />

Back is ingeschakeld en de bron van het contact is geselecteerd<br />

in de keuzelijst Responstijd wijzigbaar voor (zie Servicemanager<br />

instellen op pagina 44), heeft de servicemedewerker de<br />

mogelijkheid om de responstijd in overleg met de klant te<br />

bepalen.<br />

Schakel in de parameters de optie FAQ in portaal uit.<br />

Verwijder de knop Top FAQ in het hoofdscherm (Configuratie<br />

>Pagina’s).<br />

Hoe kan ik zelf een top FAQ-lijst<br />

maken?<br />

Is het mogelijk om voor elke afdeling<br />

een eigen handtekening te maken?<br />

Hoe kan de toegang tot de modules<br />

Sitemanager en Servicemanager<br />

worden beperkt?<br />

Hoe kan ik zorgen dat verplichte<br />

feestdagen niet meetellen voor het<br />

serviceniveau op responstijden?<br />

Hoe kan ik zien of het systeem nog<br />

bezig is?<br />

Wis het blokje (Configuratie >Opmaak) en vul ‘FFFFFF’ in bij het<br />

blokje.<br />

U kunt nu zelf een kennis-item aanmaken met de titel:<br />

'meestgestelde vragen' en daaronder uw eigen kennis-items<br />

zetten. Eventueel kunt u de knop 'vraag beantwoord' verwijderen<br />

(Configuratie >Pagina’s >Hoofdscherm).<br />

In de afzenderaccount kan een handtekening worden geplaatst.<br />

De handtekening kan variabelen bevatten, zoals #afdeling en<br />

#servicemedewerker.<br />

De toegang tot de Sitemanager en de Servicemanager kan<br />

worden beperkt door er een IP block op te zetten.<br />

Bij feestdagen moet de responstijd worden aangepast. Zet vrije<br />

dagen op 00:00.<br />

Het is mogelijk een groene balk (die volloopt zolang het systeem<br />

bezig is) in Internet Explorer te tonen. Dit moet u op uw eigen<br />

computer instellen, door Statusbalk te selecteren in het menu<br />

Beeld. In Windows XP staat deze optie standaard uit.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

131


Is het gevaarlijk om alle anonieme<br />

klanten te verwijderen?<br />

Is het mogelijk de responstijd voor<br />

een klacht te veranderen?<br />

Bijlagen worden niet opgeslagen; hoe<br />

kan dit?<br />

Wijzigingen (bijvoorbeeld<br />

toevoegingen in de kennis-items)<br />

worden soms niet direct doorgevoerd.<br />

Ik moet de wijzigingen dan opnieuw<br />

uitvoeren.<br />

Er is een loop ontstaan doordat onze<br />

ontvangstbevestiging ook door de<br />

ontvanger wordt bevestigd. Hoe kan<br />

dit worden opgelost?<br />

Pictogrammen van contacten die te<br />

laat zijn beantwoord, veranderen niet<br />

in de module Servicemanager.<br />

Verwijdering van anonieme klanten heeft invloed op de<br />

rapportage. Het verdient aanbeveling om de anonieme klanten<br />

niet te verwijderen.<br />

Maak een kennis-item aan voor klachten, bijvoorbeeld met ‘vul<br />

hier uw klacht in’. Koppel aan dit kennis-item een andere afdeling<br />

met een andere responstijd. Daarnaast is het mogelijk om de<br />

servicemedewerker handmatig de urgentie van het contact te<br />

laten bepalen.<br />

Bijlagen worden uitsluitend opgeslagen als bij de e-<br />

mailconfiguratie Bijlagen opslaan is geselecteerd. Een bijlage<br />

mag niet te groot zijn: bijlagen groter dan 2 MB worden door de<br />

SMTP-server genegeerd.<br />

Testen:<br />

Controleer of het opslaan van bijlagen is geselecteerd:<br />

Sitemanager >E-mail >Configuratie;<br />

Stuur een e-mail met bijlagen van verschillende bestandstypen<br />

(Word, Excel, plaatje, tekst, html) naar <strong>T5</strong>;<br />

Controleer de verschillende bestanden;<br />

Controleer de rechten in de map privatedata.<br />

Open in Internet Explorer Extra>Internet-opties> tab<br />

Algemeen>Instellingen en selecteer het keuzerondje<br />

Automatisch. Hierdoor worden pictogrammen sneller opgehaald<br />

en zijn pagina’s beduidend sneller. Neem contact op met de<br />

helpdesk van <strong>Trinicom</strong> als het probleem hiermee niet is<br />

verholpen.<br />

Neem de naam van de afzenderaccount op in de lijst met spamadressen<br />

(Sitemanager ‡ E-mail ‡ Ongewenste e-mail).<br />

De SLA wordt niet volgens een schema uitgevoerd. Neem<br />

contact op met de helpdesk van <strong>Trinicom</strong>.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

132


Bijlage A - Tips en trucs<br />

In deze bijlage vindt u een aantal tips en trucs die handig kunnen zijn bij het werken met <strong>T5</strong>. De tips zijn met<br />

name bedoeld voor ervaren <strong>T5</strong>-beheerders die goed op de hoogte zijn van de basishandelingen in <strong>T5</strong>.<br />

Volgorde van eerste configuratie<br />

U configureert het systeem met de menu’s van de knop Configuratie op de knoppenbalk. Dit zijn de volgende<br />

menu’s:<br />

Instellingen<br />

Tabellen<br />

E-mail<br />

Met dit menu stelt u de uiterlijke kenmerken van e-Service Center in, zoals look &<br />

feel van de gebruikersinterface, het formaat van pop-upvensters, en de indeling<br />

van het hoofdscherm.<br />

Met dit menu stelt u de basisgegevens van het systeem in, zoals afdelingen,<br />

trefwoorden en responstijden.<br />

Met dit menu stelt u de basisgegevens voor e-mail in, zoals accounts in voor inen<br />

uitgaande e-mail en templates voor veelgebruikte soorten e-mailberichten.<br />

Gebruikers Met dit menu stelt u de basisgegevens in voor diverse soorten gebruikers van <strong>T5</strong>.<br />

Formulieren<br />

Campaigns<br />

Scripts<br />

Met dit menu stelt u een formulier in dat servicemedewerkers bij het afsluiten van<br />

een contact invullen.<br />

Met dit menu stelt u telemarketingcampagnes in.<br />

Met dit menu maakt u scripts voor gebruik in telemarketingcampagnes.<br />

De structuuropzet van de kennisbank met de knop Kennisbank maakt ook deel uit van de eerste configuratie.<br />

De volgorde waarin menu’s en submenu’s in de software zijn gepresenteerd, wijkt echter af van de logische<br />

volgorde van de eerste configuratie, die aldus is:<br />

1. Talen (Configuratie > Tabellen > Talen)<br />

2. Gebruikersgroepen (Configuratie > Tabellen > Gebruikersgroepen)<br />

3. Onderwerpen voor rapportage (Configuratie > Tabellen > Onderwerpen)<br />

4. Afdelingen (Configuratie > Tabellen > Afdelingen)<br />

5. Kennis-items (Kennisbank > Kennis-items)<br />

6. Verdere configuratie van afdelingen, escalaties en responstijden (Configuratie > Tabellen ><br />

Responstijden en Configuratie > Tabellen > Afdelingen)<br />

7. Trefwoorden (Configuratie > Tabellen > Trefwoorden)<br />

8. Pagina’s en opmaak (Configuratie > Instellingen > submenu’s Rating, Pagina’s, Opmaak en<br />

Parameters)<br />

9. Parameters (Configuratie > Instellingen > Parameters)<br />

10. Inleesaccounts (Configuratie > E-mail > Inleesaccounts)<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

133


11. Templates (Configuratie > E-mail > Mailtemplates)<br />

12. Koppeling met eigen systemen (Configuratie > Tabellen > Buttons Servicemanager)<br />

13. Telemarketingcampagnes (Configuratie > Campaigns > Campaign overview en Configuratie > Scripts<br />

> Script overview)<br />

Variabelen voor mailtemplates<br />

U kunt bij het definiëren van mailtemplates gebruikmaken van verschillende variabelen (zie Mailtemplates op<br />

pagina 71). Sommige variabelen zijn alleen beschikbaar voor het onderwerpgedeelte (Subject) van een e-mail,<br />

andere alleen voor het tekstgedeelte (Body).<br />

Hierna volgt eerst een tabel met de variabelen voor een negental mailtemplates die een groot aantal<br />

gemeenschappelijke variabelen hebben en daarnaast elk een of meer extra variabelen. Het gaat om de<br />

templates 1, 2, 5, 6, 7, 11, 14, 15 en 22. (De variabelen voor de overige templates zijn in een aparte tabel<br />

opgenomen.)<br />

Variabelen voor de mailtemplates 1, 2, 5, 6, 7, 11, 14, 15 en 22<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

1, 2, 5, 6, 7, 11,<br />

14, 15, 22<br />

#achternaam Achternaam van de bezoeker. Subject en body<br />

#voornaam<br />

#inlognaam<br />

#password<br />

#telefoon<br />

#telefoonnummer<br />

#e-mail<br />

#email<br />

#fax<br />

#faxnummer<br />

#straat<br />

#huisnummer<br />

Voornaam van de bezoeker.<br />

Inlognaam van de bezoeker.<br />

Wachtwoord van de bezoeker.<br />

Telefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

Telefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Straatnaam van de bezoeker.<br />

Huisnummer van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

134


Variabelen voor de mailtemplates 1, 2, 5, 6, 7, 11, 14, 15 en 22<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

#postcode<br />

#plaats<br />

#woonplaats<br />

#mobiele telefoon<br />

#mobieletelefoon<br />

#vrij veld 1<br />

t/m<br />

#vrij veld 20<br />

#geslacht<br />

#klantgroep<br />

#extuserid<br />

#bedrijf naam<br />

#bedrijfsnaam<br />

#bedrijf straat<br />

#bedrijf huisnummer<br />

#bedrijf postcode<br />

#bedrijf woonplaats<br />

#bedrijf post straat<br />

Postcode van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

Vrij veld 1 van de bezoeker<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van de bezoeker.<br />

Geslacht van de bezoeker.<br />

Klantgroep van de bezoeker.<br />

Extuserid van de bezoeker.<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het<br />

bezoekadres van het bedrijf.<br />

Huisnummer van bezoekadres<br />

van het bedrijf.<br />

Postcode van bezoekadres van<br />

het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van bezoekadres<br />

van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het postadres<br />

van het bedrijf.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

135


Variabelen voor de mailtemplates 1, 2, 5, 6, 7, 11, 14, 15 en 22<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

#bedrijf post huisnummer<br />

#bedrijf post postcode<br />

#bedrijf post woonplaats<br />

#bedrijf faxnummer<br />

#bedrijf telefoonnummer<br />

#bedrijf emailadres<br />

#bedrijf vrij veld 1<br />

t/m<br />

#bedrijf vrij veld 5<br />

#bedrijf internet domein<br />

#bedrijf land<br />

#vraag<br />

#urgentie<br />

#typevraag<br />

#config<br />

#callnr<br />

#contactid<br />

#betreft<br />

#contact vrij veld 1<br />

Huisnummer van het postadres<br />

van het bedrijf.<br />

Postcode van het postadres<br />

van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van het postadres<br />

van het bedrijf.<br />

Faxnummer van het bedrijf.<br />

Telefoonnummer van het<br />

bedrijf.<br />

E-mailadres van het bedrijf.<br />

Vrij veld 1 van het bedrijf<br />

t/m<br />

vrij veld 5 van het bedrijf<br />

Internetdomein van het bedrijf.<br />

Land van het bedrijf.<br />

Vraag van de bezoeker.<br />

Urgentie van de vraag.<br />

Soort vraag.<br />

Opsomming geselecteerde<br />

categorieën van de bezoeker.<br />

Nummer van het contact.<br />

ID-nummer van het contact.<br />

Veld Betreft van het contact.<br />

Vrij veld 1 van het contact<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

136


Variabelen voor de mailtemplates 1, 2, 5, 6, 7, 11, 14, 15 en 22<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

Extra voor 1<br />

t/m<br />

#contact vrij veld 20<br />

#datum<br />

#tijd<br />

#responsetijdstip<br />

#responsedatum<br />

#verzoek<br />

#antwoord<br />

#wijze<br />

#supportmedewerker<br />

#agent achternaam<br />

#agent voornaam<br />

#afdeling<br />

#responsetijd<br />

#calldescription<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van het contact.<br />

Datum waarop het contact<br />

werd aangemaakt.<br />

Tijdstip waarop het contact<br />

werd aangemaakt.<br />

Aantal uren waarbinnen het<br />

contact moet worden opgelost.<br />

Datum waarop het contact<br />

moet worden opgelost.<br />

Verzoek van<br />

servicemedewerker aan<br />

collega.<br />

Antwoord van de<br />

servicemedewerker.<br />

Wijze van terugkoppeling door<br />

de servicemedewerker.<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Voornaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

Aantal uren waarbinnen het<br />

contact moet worden opgelost.<br />

Idem als #betreft.<br />

Extra voor 2 #zoekpad Zoekpad in het menu.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

137


Variabelen voor de mailtemplates 1, 2, 5, 6, 7, 11, 14, 15 en 22<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

Extra voor 5<br />

#supportmedewerker<br />

#agent achternaam<br />

#agent voornaam<br />

#afdeling<br />

#responsetijd<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Voornaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

Aantal uren waarbinnen het<br />

contact moet worden opgelost.<br />

#calldescription Idem als #betreft. Subject<br />

Extra voor 6 #zoekpad Zoekpad in het menu. Body<br />

Extra voor 7<br />

#supportmedewerker<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Body<br />

#afdeling<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

#responsetijd<br />

Aantal uren waarbinnen het<br />

contact moet worden opgelost.<br />

Extra voor 11<br />

#supportmedewerker<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Body<br />

#afdeling<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

#responsetijd<br />

Aantal uren waarbinnen het<br />

contact moet worden opgelost.<br />

Extra voor 14 #zoekpad Zoekpad in het menu. Body<br />

#naarvan<br />

Verzoek of antwoord wordt<br />

automatisch ingevuld.<br />

Subject<br />

Extra voor 15<br />

#supportmedewerker<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Subject en body<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

138


Variabelen voor de mailtemplates 1, 2, 5, 6, 7, 11, 14, 15 en 22<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

#agent achternaam<br />

#agent voornaam<br />

#afdeling<br />

#responsetijd<br />

Achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Voornaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

Aantal uren waarbinnen het<br />

contact moet worden opgelost.<br />

#calldescription Idem als #betreft. Subject<br />

Extra voor 22<br />

#supportmedewerker<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Body<br />

#afdeling<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

#responsetijd<br />

Aantal uren waarbinnen het<br />

contact moet worden opgelost.<br />

De volgende tabel bevat de variabelen voor de overige mailtemplates.<br />

Variabelen voor de mailtemplates 3, 4, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20 en 21<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

3, 4 #voornaam Voornaam van de bezoeker. Body<br />

#achternaam<br />

#gebruikersnaam<br />

#wachtwoord<br />

#geslacht<br />

Achternaam van de bezoeker.<br />

Gebruikersnaam van de<br />

bezoeker.<br />

Wachtwoord van de bezoeker.<br />

Geslacht van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

139


Variabelen voor de mailtemplates 3, 4, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20 en 21<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

8 #callnr Nummer van het contact. Subject en body<br />

#betreft Veld Betreft van het contact. Subject<br />

#voornaam Voornaam van de bezoeker. Body<br />

#achternaam<br />

#orgAchternaamMedewerker<br />

#orgVoornaamMedewerker<br />

#orgAfdeling<br />

Achternaam van de bezoeker.<br />

Achternaam van de<br />

servicemedewerker aan wie<br />

het contact tot de escalatie<br />

was toegewezen.<br />

Voornaam van de<br />

servicemedewerker aan wie<br />

het contact tot de escalatie<br />

was toegewezen.<br />

Afdeling waaraan het contact<br />

tot de escalatie was<br />

toegewezen.<br />

9 #vraag Vraag van de bezoeker Body<br />

10 #betreft Veld Betreft van het contact. Subject<br />

#vraag Vraag van de bezoeker Body<br />

12 #callnr Nummer van het contact. Subject en body<br />

#betreft Veld Betreft van het contact. Subject<br />

#achternaam Achternaam van de bezoeker. Body<br />

#voornaam<br />

13 #errors<br />

Voornaam van de bezoeker.<br />

De fouten die gemeld zijn voor<br />

het importeren van e-mails.<br />

Body<br />

16 en 17 #achternaam Achternaam van de bezoeker. Body<br />

#voornaam<br />

#inlognaam<br />

Voornaam van de bezoeker.<br />

Inlognaam van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

140


Variabelen voor de mailtemplates 3, 4, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20 en 21<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

#password<br />

#telefoon<br />

#telefoonnummer<br />

#e-mail<br />

#email<br />

#fax<br />

#faxnummer<br />

#straat<br />

#huisnummer<br />

#postcode<br />

#plaats<br />

#woonplaats<br />

#mobiele telefoon<br />

#mobieletelefoon<br />

#vrij veld 1<br />

t/m<br />

#vrij veld 20<br />

#geslacht<br />

#klantgroep<br />

Wachtwoord van de bezoeker.<br />

Telefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

Telefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Straatnaam van de bezoeker.<br />

Huisnummer van de bezoeker.<br />

Postcode van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

Vrij veld 1 van de bezoeker<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van de bezoeker.<br />

Geslacht van de bezoeker.<br />

Klantgroep van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

141


Variabelen voor de mailtemplates 3, 4, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20 en 21<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

#extuserid<br />

#bedrijf naam<br />

#bedrijfsnaam<br />

#bedrijf straat<br />

#bedrijf huisnummer<br />

#bedrijf postcode<br />

#bedrijf woonplaats<br />

#bedrijf post straat<br />

#bedrijf post huisnummer<br />

#bedrijf post postcode<br />

#bedrijf post woonplaats<br />

#bedrijf faxnummer<br />

#bedrijf telefoonnummer<br />

#bedrijf emailadres<br />

#bedrijf vrij veld 1<br />

t/m<br />

#bedrijf vrij veld 5<br />

#bedrijf internet domein<br />

Extuserid van de bezoeker.<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het<br />

bezoekadres van het bedrijf.<br />

Huisnummer van bezoekadres<br />

van het bedrijf.<br />

Postcode van bezoekadres<br />

van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van bezoekadres<br />

van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het postadres<br />

van het bedrijf.<br />

Huisnummer van het<br />

postadres van het bedrijf.<br />

Postcode van het postadres<br />

van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van het postadres<br />

van het bedrijf.<br />

Faxnummer van het bedrijf.<br />

Telefoonnummer van het<br />

bedrijf.<br />

E-mailadres van het bedrijf.<br />

Vrij veld 1 van het bedrijf<br />

t/m<br />

vrij veld 5 van het bedrijf<br />

Internetdomein van het bedrijf.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

142


Variabelen voor de mailtemplates 3, 4, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20 en 21<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

#bedrijf land<br />

#chatconversatie<br />

#datum<br />

#tijd<br />

#supportmedewerker<br />

#agentalias<br />

#afdeling<br />

18 en 19 #contactinfo<br />

#voornaam<br />

Land van het bedrijf.<br />

Complete historie van de<br />

chatconversatie.<br />

Datum waarop de<br />

chatconversatie werd gevoerd.<br />

Tijdstip waarop de<br />

chatconversatie werd gevoerd.<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Alias van de<br />

servicemedewerker.<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

Link naar het betreffende<br />

contact.<br />

Voornaam van de bezoeker.<br />

Body<br />

#achternaam<br />

Achternaam van de bezoeker.<br />

#klantgroep<br />

Klantgroep van de bezoeker.<br />

#inlognaam<br />

#vrij veld 1<br />

t/m<br />

#vrij veld 5<br />

#password<br />

#telefoon<br />

#email<br />

Inlognaam van de bezoeker.<br />

Vrij veld 1 van de bezoeker<br />

t/m<br />

vrij veld 5 van de bezoeker.<br />

Wachtwoord van de bezoeker.<br />

Vastetelefoonnummer van de<br />

bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

143


Variabelen voor de mailtemplates 3, 4, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20 en 21<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

#e-mail<br />

#fax<br />

#mobiele telefoon<br />

#straat<br />

#huisnummer<br />

#plaats<br />

#postcode<br />

#supportmedewerker<br />

#afdeling<br />

#geslacht<br />

#notitie<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Mobieletelefoonnummer van<br />

de bezoeker.<br />

Straatnaam van de bezoeker.<br />

Huisnummer van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Postcode van de bezoeker.<br />

Voor- en achternaam van de<br />

servicemedewerker.<br />

Afdeling van de<br />

servicemedewerker.<br />

Geslacht van de<br />

contactpersoon.<br />

Notitie die de<br />

servicemedewerker heeft<br />

getypt in de Servicemanager.<br />

#betreft Veld Betreft van het contact. Subject<br />

#callnr<br />

Nummer van het contact.<br />

20 #betreft Veld Betreft van het contact. Subject<br />

#antwoord<br />

#datum<br />

#emailadrescontactpersoon<br />

Antwoord van de<br />

contactpersoon.<br />

Datum waarop het contact<br />

werd aangemaakt.<br />

Naam en e-mailadres van de<br />

contactpersoon.<br />

Body<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

144


Variabelen voor de mailtemplates 3, 4, 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20 en 21<br />

Template-ID Beschikbare variabelen Betekenis<br />

Waar te<br />

gebruiken<br />

21 #employeetype<br />

Type medewerker:<br />

servicemedewerker of<br />

beheerder.<br />

Subject<br />

#firstname<br />

Voornaam van de<br />

servicemedewerker of<br />

beheerder.<br />

#lastname<br />

Achternaam van de<br />

servicemedewerker of<br />

beheerder.<br />

#loginname<br />

Nieuwe inlognaam van de<br />

servicemedewerker of<br />

beheerder.<br />

Body<br />

#password<br />

Nieuw wachtwoord van de<br />

servicemedewerker of<br />

beheerder.<br />

Variabelen voor brief-, fax-, eMail- en eMailing-templates<br />

U kunt bij het definiëren van templates voor brieven, faxen, eMail en eMailing gebruikmaken van verschillende<br />

variabelen (zie Brief templates en Fax templates op pagina 75, eMail templates op pagina 76 en eMailing op<br />

pagina 74).<br />

In de volgende tabel volgt een opsomming van deze variabelen. In eMailing-templates kunt u een<br />

afzenderadres opnemen.<br />

Type<br />

variabele<br />

Beschikbare variabelen<br />

Betekenis<br />

Klant #achternaam Achternaam van de bezoeker.<br />

#voornaam<br />

#inlognaam<br />

#password<br />

#telefoon<br />

Voornaam van de bezoeker.<br />

Inlognaam van de bezoeker.<br />

Wachtwoord van de bezoeker.<br />

Telefoonnummer van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

145


Type<br />

variabele<br />

Beschikbare variabelen<br />

Betekenis<br />

#telefoonnummer<br />

#e-mail<br />

#email<br />

#fax<br />

#faxnummer<br />

#straat<br />

#huisnummer<br />

#postcode<br />

#plaats<br />

#woonplaats<br />

#mobiele telefoon<br />

#mobieletelefoon<br />

#vrij veld 1<br />

t/m<br />

#vrij veld 20<br />

#geslacht<br />

#klantgroep<br />

#extuserid<br />

Telefoonnummer van de bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Straatnaam van de bezoeker.<br />

Huisnummer van de bezoeker.<br />

Postcode van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de bezoeker.<br />

Vrij veld 1 van de bezoeker<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van de bezoeker.<br />

Geslacht van de bezoeker.<br />

Klantgroep van de bezoeker.<br />

Extuserid van de bezoeker.<br />

Bedrijf #bedrijf naam Naam van het bedrijf.<br />

#bedrijfsnaam<br />

#bedrijf straat<br />

#bedrijf huisnummer<br />

#bedrijf postcode<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het bezoekadres van het bedrijf.<br />

Huisnummer van bezoekadres van het bedrijf.<br />

Postcode van bezoekadres van het bedrijf.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

146


Type<br />

variabele<br />

Beschikbare variabelen<br />

Betekenis<br />

#bedrijf woonplaats<br />

#bedrijf post straat<br />

#bedrijf post huisnummer<br />

#bedrijf post postcode<br />

#bedrijf post woonplaats<br />

#bedrijf faxnummer<br />

#bedrijf telefoonnummer<br />

#bedrijf emailadres<br />

#bedrijf vrij veld 1<br />

t/m<br />

#bedrijf vrij veld 5<br />

#bedrijf internet domein<br />

#bedrijf land<br />

Plaatsnaam van bezoekadres van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het postadres van het bedrijf.<br />

Huisnummer van het postadres van het bedrijf.<br />

Postcode van het postadres van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van het postadres van het bedrijf.<br />

Faxnummer van het bedrijf.<br />

Telefoonnummer van het bedrijf.<br />

E-mailadres van het bedrijf.<br />

Vrij veld 1 van het bedrijf<br />

t/m<br />

vrij veld 5 van het bedrijf.<br />

Internetdomein van het bedrijf.<br />

Land van het bedrijf.<br />

Contact #vraag Vraag van de bezoeker.<br />

#urgentie<br />

#typevraag<br />

#config<br />

#callnr<br />

#contactid<br />

#betreft<br />

#calldescription<br />

#contact vrij veld 1<br />

t/m<br />

#contact vrij veld 20<br />

Urgentie van de vraag.<br />

Soort vraag.<br />

Opsomming geselecteerde categorieën van de<br />

bezoeker.<br />

Nummer van het contact.<br />

ID-nummer van het contact.<br />

Veld Betreft van het contact.<br />

Idem als #betreft.<br />

Vrij veld 1 van het contact<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van het contact.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

147


Type<br />

variabele<br />

Beschikbare variabelen<br />

Betekenis<br />

#datum<br />

#datumvandaag<br />

#datumvandaag2<br />

#tijd<br />

#responsetijdstip<br />

#responsetijd<br />

#responsedatum<br />

#verzoek<br />

#antwoord<br />

#wijze<br />

#afdeling<br />

Datum waarop het contact werd aangemaakt.<br />

De huidige datum in verkorte notatie (dd-mm-jjjj),<br />

bijvoorbeeld 16-5-2010.<br />

De huidige datum in uitgeschreven notatie (dddmmm-jjjj),<br />

bijvoorbeeld 16 mei 2010.<br />

De opmaak van dit datumveld is afhankelijk van de<br />

taal van het contact. Bijvoorbeeld, in een<br />

Engelstalige brief wordt 12 mei 2010 geschreven als<br />

12 May 2010.<br />

Tijdstip waarop het contact werd aangemaakt.<br />

Aantal uren waarbinnen het contact moet worden<br />

opgelost.<br />

Aantal uren waarbinnen het contact moet worden<br />

opgelost.<br />

Datum waarop het contact moet worden opgelost.<br />

Verzoek van servicemedewerker aan collega.<br />

Antwoord van de servicemedewerker.<br />

Wijze van terugkoppeling door de<br />

servicemedewerker.<br />

De naam van de afdeling die het contact behandelt.<br />

Agent #supportmedewerker Voor- en achternaam van de servicemedewerker.<br />

#agent voornaam<br />

#agent achternaam<br />

Voornaam van de servicemedewerker.<br />

Achternaam van de servicemedewerker.<br />

Variabelen voor scripts en tabs outbound contact<br />

U kunt gebruikmaken van variabelen bij het definiëren van scripts voor telemarketingcampagnes en het<br />

definiëren van tabbladen die in de Servicemanager worden weergegeven om voor telemarketingcampagnes<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

148


gegevens uit externe systemen op te halen (zie Nodes schrijven op pagina 97 en Tabs outbound contact op<br />

pagina 60).<br />

In de volgende tabel volgt een opsomming van deze variabelen. De bedrijfsvariabelen zijn alleen beschikbaar<br />

voor scripts, dus niet voor de outbound tabs in de Servicemanager.<br />

Type<br />

variabele<br />

Beschikbare<br />

variabelen<br />

Betekenis<br />

Algemeen #agent achternaam Achternaam van de betrokken servicemedewerker.<br />

#agent inlognaam<br />

#agent voornaam<br />

#agent wachtwoord<br />

#campagne code<br />

#dagdeel<br />

#loginnameagent<br />

#passwordagent<br />

Inlognaam van de betrokken servicemedewerker.<br />

Voornaam van de betrokken servicemedewerker.<br />

Wachtwoord van de betrokken servicemedewerker.<br />

Code van de telemarketingcampagne zoals vermeld<br />

in het submenu Campaign overview.<br />

Dagdeel op moment van verzenden, bijvoorbeeld<br />

"morgen".<br />

Hetzelfde als #agent inlognaam: de inlognaam van<br />

de betrokken servicemedewerker.<br />

Hetzelfde als #agent wachtwoord: het wachtwoord<br />

van de betrokken servicemedewerker .<br />

Klant #achternaam Achternaam van de bezoeker.<br />

#email<br />

#e-mail<br />

#email veld 2<br />

t/m<br />

#email veld 10<br />

#faxnummer<br />

#geslacht<br />

#huisnummer<br />

#klantid<br />

#mobieletelefoon<br />

E-mailadres van de klant.<br />

E-mailadres van de klant.<br />

Extra e-mailadresvelden die een klant kan hebben.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Geslacht van de bezoeker.<br />

Huisnummer van de bezoeker.<br />

ID-nummer van de klant.<br />

Mobieletelefoonnummer van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

149


Type<br />

variabele<br />

Beschikbare<br />

variabelen<br />

#postcode<br />

#straat<br />

#telefoonnummer<br />

#voornaam<br />

#woonplaats<br />

#vrij veld 1<br />

t/m<br />

#vrij veld 20<br />

Betekenis<br />

Postcode van de bezoeker.<br />

Straatnaam van de bezoeker.<br />

Vastetelefoonnummer van de bezoeker.<br />

Voornaam van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Vrij veld 1 van de bezoeker<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van de bezoeker.<br />

Bedrijf #bedrijf emailadres E-mailadres van het bedrijf.<br />

#bedrijf faxnummerbedrijf<br />

#bedrijf huisnummer<br />

#bedrijf internet domein<br />

#bedrijf naam<br />

#bedrijf postcode<br />

#bedrijf post huisnummer<br />

#bedrijf post postcode<br />

#bedrijf post straat<br />

#bedrijf post woonplaats<br />

#bedrijf straat<br />

#bedrijf telefoonnummer<br />

#bedrijf woonplaats<br />

#bedrijf vrij veld 1<br />

t/m<br />

#bedrijf vrij veld 5<br />

Faxnummer van het bedrijf.<br />

Huisnummer van het bezoekadres van het bedrijf.<br />

Internetdomein van het bedrijf.<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Postcode van het bezoekadres van het bedrijf.<br />

Huisnummer van het postadres van het bedrijf.<br />

Postcode van het postadres van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het postadres van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van het postadres van het bedrijf<br />

Straatnaam van het bezoekadres van het bedrijf.<br />

Telefoonnummer van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van het bezoekadres van het bedrijf.<br />

Vrij veld 1 van het bedrijf<br />

t/m<br />

vrij veld 5 van bedrijf.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

150


Variabelen voor Servicemanager-knoppen<br />

U kunt gebruikmaken van variabelen bij het aanmaken van knoppen waarmee servicemedewerkers in de<br />

Servicemanager snel een bepaalde website kunnen openen (zie Buttons Servicemanager op pagina 58).<br />

In de volgende tabel volgt een opsomming van deze variabelen.<br />

Type<br />

variabele<br />

Beschikbare<br />

variabelen<br />

Betekenis<br />

Algemeen #afdeling Afdeling van de servicemedewerker.<br />

#agent achternaam<br />

#agent alias<br />

#agent inlognaam<br />

#agent naam<br />

#agent password<br />

#agent voornaam<br />

#antwoord<br />

#callnummer<br />

#datumtijd<br />

#loginnameagent<br />

#medewerker<br />

#mobielnummer<br />

#passwordagent<br />

#taalid<br />

#userid<br />

#usertaalid<br />

#wachtwoord<br />

Achternaam van de servicemedewerker.<br />

Alias van de servicemedewerker.<br />

Inlognaam van de servicemedewerker.<br />

Naam van de servicemedewerker.<br />

Wachtwoord van de servicemedewerker.<br />

Voornaam van de servicemedewerker.<br />

Antwoord op het contact.<br />

Nummer van het contact.<br />

Datum en tijdstip waarop het contact werd aangemaakt.<br />

Inlognaam van de servicemedewerker.<br />

Naam van de servicemedewerker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de gebruiker.<br />

Wachtwoord van de servicemedewerker.<br />

Taal van de servicemedewerker.<br />

ID-nummer van de gebruiker.<br />

Taal van de klant.<br />

Wachtwoord van de gebruiker.<br />

Contact #antwoord Antwoord van de servicemedewerker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

151


Type<br />

variabele<br />

Beschikbare<br />

variabelen<br />

#betreft<br />

#callnr<br />

#config<br />

#contactid<br />

#datum<br />

#responsetijdstip<br />

#responsedatum<br />

#tijd<br />

#typevraag<br />

#urgentie<br />

#verzoek<br />

#vraag<br />

#wijze<br />

#contact vrij veld 1<br />

t/m<br />

#contact vrij veld 20<br />

Betekenis<br />

Veld Betreft van het contact.<br />

Nummer van het contact.<br />

Opsomming geselecteerde categorieën van de<br />

bezoeker.<br />

ID-nummer van het contact.<br />

Datum waarop het contact werd aangemaakt.<br />

Tijdstip waarop het contact moet worden opgelost.<br />

Datum waarop het contact moet worden opgelost.<br />

Tijdstip waarop het contact werd aangemaakt.<br />

Soort vraag.<br />

Urgentie van de vraag.<br />

Verzoek van servicemedewerker aan collega.<br />

Vraag van de bezoeker.<br />

Wijze van terugkoppeling door de servicemedewerker.<br />

Vrij veld 1 van het contact<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van het contact.<br />

Klant #achternaam Achternaam van de bezoeker.<br />

#email<br />

#e-mail<br />

#extuserid<br />

#fax<br />

#faxnummer<br />

#geslacht<br />

#huisnummer<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

E-mailadres van de bezoeker.<br />

Extuserid van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Faxnummer van de bezoeker.<br />

Geslacht van de bezoeker.<br />

Huisnummer van de bezoeker.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

152


Type<br />

variabele<br />

Beschikbare<br />

variabelen<br />

#inlognaam<br />

#klantgroep<br />

#mobiele telefoon<br />

#mobieltelefoon<br />

#password<br />

#plaats<br />

#postcode<br />

#straat<br />

#telefoon<br />

#telefoonnummer<br />

#voornaam<br />

#woonplaats<br />

#vrij veld 1<br />

t/m<br />

#vrij veld 20<br />

Betekenis<br />

Inlognaam van de bezoeker.<br />

Klantgroep van de bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de bezoeker.<br />

Mobieltelefoonnummer van de bezoeker.<br />

Wachtwoord van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Postcode van de bezoeker.<br />

Straatnaam van de bezoeker.<br />

Telefoonnummer van de bezoeker.<br />

Telefoonnummer van de bezoeker.<br />

Voornaam van de bezoeker.<br />

Woonplaats van de bezoeker.<br />

Vrij veld 1 van de bezoeker<br />

t/m<br />

vrij veld 20 van de bezoeker.<br />

Bedrijf #bedrijf emailadres E-mailadres van het bedrijf.<br />

#bedrijf faxnummer<br />

#bedrijf huisnummer<br />

#bedrijf internet domein<br />

#bedrijf land<br />

#bedrijf naam<br />

#bedrijfsnaam<br />

#bedrijf post<br />

huisnummer<br />

#bedrijf post postcode<br />

Faxnummer van het bedrijf.<br />

Huisnummer van bezoekadres van het bedrijf.<br />

Internetdomein van het bedrijf.<br />

Land van het bedrijf.<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Naam van het bedrijf.<br />

Huisnummer van het postadres van het bedrijf.<br />

Postcode van het postadres van het bedrijf.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

153


Type<br />

variabele<br />

Beschikbare<br />

variabelen<br />

#bedrijf post straat<br />

#bedrijf post<br />

woonplaats<br />

#bedrijf postcode<br />

#bedrijf straat<br />

#bedrijf<br />

telefoonnummer<br />

#bedrijf woonplaats<br />

#bedrijf vrij veld 1<br />

t/m<br />

#bedrijf vrij veld 5<br />

Betekenis<br />

Straatnaam van het postadres van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van het postadres van het bedrijf.<br />

Postcode van bezoekadres van het bedrijf.<br />

Straatnaam van het bezoekadres van het bedrijf.<br />

Telefoonnummer van het bedrijf.<br />

Plaatsnaam van bezoekadres van het bedrijf.<br />

Vrij veld 1 van het bedrijf<br />

t/m<br />

vrij veld 5 van bedrijf<br />

Het gebruik van URL-parameters<br />

Met behulp van parameters achter de URL kan <strong>T5</strong> direct in een bepaalde configuratie worden aangeroepen.<br />

Ook is het mogelijk kennis-items direct op te vragen met een URL-verwijzing. In de onderstaande tabel<br />

worden de beschikbare URL-parameters beschreven.<br />

De nummers (#) in de parameters verwijzen naar de ID's die door <strong>T5</strong> zijn toegekend bij het aanmaken van<br />

tabellen (zieConfiguratie - Tabellen op pagina 49). U kunt deze nummers terugvinden in de diverse submenu's<br />

van het menu Tabellen.<br />

Het is mogelijk meerdere parameters te combineren. Let er daarbij op, dat de eerste parameter na de URL<br />

wordt voorafgegaan door een ? (vraagteken), en alle volgende parameters door een & (ampersand).<br />

URL<br />

URL/index.aspx?SL=1<br />

URL/index.aspx?S=#<br />

URL/index.aspx?UG=#<br />

URL/direct.aspx?C=#<br />

Beschrijving<br />

<strong>T5</strong> wordt aangeroepen en het inlogscherm verschijnt (als Inloggen is<br />

ingeschakeld; zie Inlogprocedure voor bezoekers op pagina 36).<br />

S staat voor schuifbalken. Bij S=0 wordt <strong>T5</strong> aangeroepen zonder<br />

schuifbalken. Standaard worden er wel schuifbalken gebruikt.<br />

UG staat voor User Group. Als een bezoeker zich laat registreren,<br />

kan met de parameter UG=# vooraf worden bepaald in welke<br />

gebruikersgroep hij wordt ingedeeld.<br />

C staat voor Categorie. <strong>T5</strong> wordt aangeroepen met een vooraf<br />

bepaalde categorie. Alleen de kennis-items die relevant zijn voor<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

154


URL<br />

Beschrijving<br />

deze categorie worden getoond.<br />

URL/direct.aspx?ExternalID=xxx<br />

ExternalID staat voor de handmatig ingevoerde tekstuele identificatie<br />

van het kennis-item. xxx is een string die bestaat uit de waarde in het<br />

veld External ID van het kennis-item. (Zie Kennis-items aanmaken<br />

op pagina 17.)<br />

<strong>T5</strong> wordt aangeroepen met een vooraf bepaald kennis-item. Deze<br />

parameter is bijvoorbeeld handig als u in de website van uw bedrijf<br />

een directe link naar een kennis-item in <strong>T5</strong> wilt opnemen.<br />

URL/direct.aspx?N=#<br />

N staat voor het automatisch toegekende nummer van een kennisitem.<br />

<strong>T5</strong> wordt aangeroepen met een vooraf bepaald kennis-item.<br />

Deze parameter is bijvoorbeeld handig als u in de website van uw<br />

bedrijf een directe link naar een kennis-item in <strong>T5</strong> wilt opnemen.<br />

URL/direct.aspx?P=#<br />

P staat voor Product. <strong>T5</strong> wordt aangeroepen met een vooraf bepaald<br />

product. Alleen de kennis-items die relevant zijn voor dit product<br />

worden getoond.<br />

URL/direct.aspx?S=#<br />

S staat voor schuifbalken. Bij S=0 wordt <strong>T5</strong> aangeroepen zonder<br />

schuifbalken. Standaard worden wel schuifbalken gebruikt.<br />

URL/direct.aspx?T=#<br />

T staat voor taal. Dit geeft aan welke taalvariant van <strong>T5</strong> wordt<br />

aangeroepen. De gebruiker kan nog wel overschakelen naar een<br />

andere taal.<br />

De mogelijkheden zijn: T=DE (Duits), T=FR (Frans), T=NL<br />

(Nederlands) en T=EN (Engels).<br />

URL/direct.aspx?UG=#<br />

UG staat voor User Group. <strong>T5</strong> wordt aangeroepen met een vooraf<br />

bepaalde gebruikersgroep. Alleen de kennis-items die relevant zijn<br />

voor deze gebruikersgroep worden getoond.<br />

URL/direct.aspx?Z=#<br />

Z staat voor zoekzin. Hiermee kan <strong>T5</strong> gestart worden met een vooraf<br />

opgegeven zoekzin, zodat de resultaten van de zoekzin direct<br />

worden getoond.<br />

Hieronder volgen enkele voorbeelden van het gebruik van URL-parameters:<br />

http:///index.aspx?UG=1&S=0<br />

<strong>T5</strong> wordt opgestart. Gebruikersgroep 1 is geselecteerd en er worden geen schuifbalken gebruikt.<br />

http:///index.aspx?UG=2<br />

<strong>T5</strong> wordt opgestart. Gebruikersgroep 2 is geselecteerd en er worden wel schuifbalken gebruikt.<br />

http:///direct.aspx?UG=1&P=1,2,3,4<br />

<strong>T5</strong> wordt opgestart. Gebruikersgroep 1 en de producten met de nummers 1, 2, 3 en 4 zijn geselecteerd.<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

155


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

156


Index<br />

A<br />

abonneren op events 101<br />

account<br />

inkomende e-mail 69<br />

uitgaande e-mail 68<br />

actieperiode 21<br />

activiteit<br />

doorsturen naar externen 82<br />

afdeling<br />

invoeren 51<br />

koppelen aan bedrijf 84<br />

trefwoorden 53<br />

afdrukken<br />

kennis-item 17<br />

afhandelen<br />

stappen overslaan 45<br />

afsluiten, programma 11<br />

afsluitscherm 45, 87<br />

rapportage 88<br />

weergeven 45<br />

afzenderaccount 68<br />

agenten koppelen aan campagne 93<br />

analyse<br />

knop 109<br />

perspectieven 109<br />

pop-up- en downloadblokkering 109<br />

Qlikview 109<br />

referentiewaarden instellen 111<br />

systeem- en softwarevereisten 109<br />

views 109<br />

zichtbaarheid op klein scherm 109<br />

anoniem webcontactformulier 64<br />

anonieme klant verwijderen 132<br />

antwoord 21<br />

kennis-item 21<br />

B<br />

bedrijf 83, 85<br />

bezoeker koppelen 83<br />

koppelen aan afdeling 84<br />

koppelen aan responstijdenschema 84<br />

koppelen aan vaste responstijd 84<br />

behandelen van e-mail 70<br />

beheerders van <strong>T5</strong> 79<br />

beldagen instellen voor campagne 94<br />

bellijst importeren 94<br />

bellijst maken voor campagne 93<br />

belpogingen 92<br />

belpogingen, maximum 48<br />

belprioriteit 94<br />

belresultaat 96<br />

belvoorraad 48<br />

bewerkingstijd<br />

definitie 113<br />

illustratie 114<br />

bezoeker<br />

koppelen aan bedrijf 83<br />

toevoegen 83<br />

bezoekers<br />

inlogprocedure 36<br />

bijlage<br />

bij case 82<br />

bijlage opgeven 59<br />

bijlage opslaan 132<br />

bijlage tonen 42<br />

binnenkomende e-mail<br />

gebruikersgroep 70<br />

brieftemplate 75<br />

brieftemplates 145<br />

bron<br />

contacten tonen 41<br />

bron van contact 58<br />

bronnen tonen 42<br />

bulkmailing 80<br />

C<br />

campagne<br />

toevoegen 91<br />

wijzigen 91<br />

campagne-instellingen opgeven 91<br />

campagnes 14<br />

campagnes, meerdere lopende 94<br />

campagnestatus 92<br />

categorie<br />

invoeren 50<br />

koppelen aan kennis-item 20<br />

tabel 50<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

157


chat<br />

aanpassen aan publiek 34<br />

aantal sessies 81<br />

emoticons 40<br />

formulier 40<br />

maximale responstijd 46<br />

optie chat actief 19<br />

pre-chatformulier 34<br />

url’s 60<br />

wachtrij 46<br />

chatten toestaan 81<br />

checkbox<br />

formulieren 87<br />

configuratie<br />

campagnes 91<br />

e-mail 67<br />

formulieren 87<br />

gebruikers 79<br />

instellingen 31<br />

tabellen 49<br />

configuratievolgorde 133<br />

consument van events 101<br />

contact<br />

behandelen 106<br />

bekijken 106<br />

bron 58<br />

definiëren 54<br />

verwijderen 106<br />

contact aanmaken (anonieme) klant<br />

pagina 33<br />

contact wijzigen na opslaan 81<br />

contactafhandeling<br />

stappen overslaan 45<br />

contactbron 41<br />

contacten eigen bedrijf inzien 42<br />

contactroutering instellen 33<br />

contactstatus 54<br />

contacttype 54<br />

cookie instellen 41<br />

D<br />

dashboard 82<br />

definiëren<br />

contacten 54<br />

dialoog 68<br />

domein<br />

voor inkomende e-mail 69<br />

voor uitgaande e-mail 68<br />

domeinnaam 84<br />

doorlooptijd<br />

definitie 113<br />

illustratie 114<br />

doorsturen<br />

vraag 45<br />

downloadblokkering 109<br />

dropdown<br />

formulieren 87<br />

vervolgvragen overslaan 87<br />

dropdown voor routering 33<br />

dropfolder 74<br />

E<br />

e-mail<br />

naar meerdere personen 80<br />

ongewenste 74<br />

template 71<br />

veelvoorkomende 71<br />

wel/niet behandelen 70<br />

e-mailadres<br />

inkomende e-mail 69<br />

uitgaande e-mail 68<br />

eMailing 74, 80<br />

template 74<br />

verzendlijst 74<br />

eMailingtemplates 145<br />

eMailtemplates 76, 145<br />

emoticons 40<br />

escalatiemoment 53<br />

instellen 51<br />

Event Service, menu 101<br />

events 101<br />

monitoring 102<br />

versturing controleren 102<br />

extern activiteit versturen 82<br />

extern doorsturen 82<br />

extern systeem, gegevens ophalen 60<br />

external ID 20<br />

externe link 22<br />

externe website<br />

kennis-item 22<br />

externen 82, 85<br />

vragen doorsturen 82<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

158


F<br />

FAQ’s, top-10 21, 39<br />

faxtemplates 75, 145<br />

FCR<br />

definitie 113<br />

first contact resolution<br />

definitie 113<br />

first line resolution<br />

definitie 113<br />

first touch resolution<br />

definitie 113<br />

FLR<br />

definitie 113<br />

formulier, voorafgaand aan chat 40<br />

formulieren<br />

afsluitscherm 87<br />

checkbox 87<br />

dropdown 87<br />

gebruik controleren 89<br />

invoerveld 87<br />

keuzelijst 87<br />

post-chat 88<br />

rapportage 89<br />

selectievakje 87<br />

vervolgvragen overslaan 87<br />

FTR<br />

definitie 113<br />

G<br />

gebruik van formulieren 89<br />

gebruikersgroep 80-82, 84<br />

anoniem 49<br />

binnenkomende e-mail 70<br />

definitie 49<br />

extern 49<br />

koppelen aan kennis-item 19<br />

uitgaande e-mail 68<br />

gebruikersprofiel 37<br />

definitie 50<br />

pagina 32<br />

uitbreiden 51<br />

gegevens uitwisselen 101<br />

H<br />

handtekening 131<br />

helpscherm<br />

pop-upvenster instellen 37<br />

hergebruik kennis-item 23<br />

hoofdvenster 11<br />

huisstijl 34<br />

I<br />

IMAP 74<br />

importeren bellijst 94<br />

inbound servicemedewerker 80<br />

indeling<br />

pagina 31<br />

ingescande bijlage 42<br />

inkomende bron 58<br />

inkomende e-mail<br />

instellen 67<br />

inleesaccount 69<br />

instellen 69<br />

inloggen bij Sitemanager 11<br />

inlogprocedure<br />

bezoekers 36<br />

instellen<br />

cookie 41<br />

inkomende e-mail 67<br />

inleesaccount 69<br />

kleur 34<br />

pop-upvensters 37<br />

Servicemanager 44<br />

servicemedewerker 79<br />

uitgaande e-mail 67<br />

interne link 23<br />

invoerveld<br />

formulieren 87<br />

inzien bijlagen 42<br />

inzien contacten 42, 84<br />

K<br />

kennis-item<br />

beschikbaar maken 20<br />

definitie 17<br />

eigenschappen afdrukken 17<br />

eigenschappen tonen 17<br />

hergebruik 23<br />

koppelen aan categorie 20<br />

koppelen aan gebruikersgroep 19<br />

koppelen aan kennisgidsdefinitie 27<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

159


koppelen aan product 20<br />

koppelen aan webcontactformulier 19<br />

menustructuur 17<br />

overzicht 17<br />

voor links 22<br />

voor menu’s 17<br />

voor oplossingen 21<br />

zoeken 23<br />

kennisbank<br />

knop 17<br />

vraag en antwoord bewerken 25<br />

zoeken in 25<br />

kennisdialogen 62<br />

kennisgids<br />

aan- of uitzetten 39, 43<br />

definitie 17, 62<br />

functionaliteit 25<br />

kennisgidsdefinitie 26<br />

kennisgidsmatrix 27, 62<br />

keuzelijst<br />

formulieren 87<br />

vervolgvragen overslaan 87<br />

keuzelijst voor routering 33<br />

keuzevraag in script 98<br />

key performance indicators 110<br />

klant<br />

toevoegen 83<br />

verwijderen 132<br />

klant wijzigen 47<br />

klantbezoek 81<br />

klantselectie 80<br />

kleur instellen 34<br />

kleurverloop 34<br />

knop<br />

analyse 109<br />

kennisbank 17<br />

taken 47<br />

vraag beantwoord 39<br />

knoppenbalk 11<br />

koppeling<br />

externe link 22<br />

interne link 23<br />

KPI's 110<br />

instellen 111<br />

L<br />

label in script 98<br />

link<br />

externe 22<br />

interne 23<br />

kennis-item 22<br />

weergave 23<br />

loop 132<br />

lopende campagnes 94<br />

M<br />

mailing<br />

per e-mail 74, 80<br />

template 74<br />

mailtemplate 134<br />

Marges<br />

in templates 75<br />

meerkeuzevraag in script 98<br />

menu<br />

kennis-item 17<br />

menubalk 11<br />

module campagnes 14<br />

module voor telemarketingcampagne 14<br />

monitoring<br />

events 102<br />

N<br />

narrowterm 26<br />

definiëren 27<br />

navigatievenster 11<br />

NAW<br />

pop-upvenster instellen 37<br />

niet-anoniem webcontactformulier 64<br />

node-eigenschappen 97<br />

nodes 97<br />

nodes koppelen 98-99<br />

notificatie 81<br />

O<br />

omslagpunt belvoorraad 48<br />

onderwerp<br />

definiëren 58<br />

selecteren 58<br />

ongewenste e-mail 74<br />

ontvangstbevestiging 69-70, 132<br />

open vraag 19<br />

open vraag in script 98<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

160


operator 26<br />

definiëren 27<br />

oplossing 21<br />

kennis-item 21<br />

oplossingstijd<br />

responstijd 51<br />

opmaak<br />

pagina 31<br />

outbound instellingen 47<br />

outbound servicemedewerker 81<br />

outbound tabs Servicemanager<br />

variabelen 148<br />

P<br />

pagina<br />

chat aanpassen aan publiek 34<br />

contact aanmaken (anonieme) klant 33<br />

gebruikersprofiel 32<br />

pre-chatformulier 34<br />

Pagina-einden<br />

in templates 75<br />

pagina-indeling 31<br />

Paginanummers<br />

in templates 75<br />

parameters 35<br />

voor URL 154<br />

perspectieven<br />

analyse 109<br />

pop-upblokkering 109<br />

pop-upvensters instellen 37<br />

POP3 74<br />

portaal<br />

tabblad met instellingen 36<br />

post-chat 88<br />

pre-chat 40<br />

pre-chatformulier<br />

pagina 34<br />

prioriteit<br />

bellen 94<br />

verrijken van records 95<br />

product<br />

invoeren 51<br />

koppelen aan kennis-item 20<br />

tabel 50<br />

profiel<br />

pop-upvenster instellen 37<br />

Q<br />

Qlikview 109<br />

R<br />

rapportage<br />

afsluitscherm 88<br />

formuliergebruik 89<br />

rating 22-23<br />

antwoordmogelijkheden 31<br />

instellen 40<br />

reactie op antwoord 68<br />

reageren op antwoord 67<br />

reply 67<br />

responstijd 51, 131<br />

definitie 113<br />

illustratie 114<br />

klacht 132<br />

koppelen aan afdeling 57<br />

koppelen aan urgentie 57<br />

oplossingstijd 51<br />

responsuren 51<br />

schema 54<br />

vaste, koppelen aan bedrijf 84<br />

wijzigen 45<br />

responstijdenschema<br />

koppelen aan bedrijf 84<br />

responsuren<br />

responstijd 51<br />

restmedewerker 57, 81<br />

routering contact instellen 33<br />

S<br />

schema<br />

koppelen aan bedrijf 84<br />

responstijden 54<br />

schermkleur<br />

instellen 34<br />

script<br />

variabelen 148<br />

scripteditor 97<br />

scripts kopiëren 100<br />

scripts koppelen aan campagne 92<br />

scripts selecteren 92<br />

scripts, menu 97<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

161


scriptversie 97<br />

sectiebox 39, 43<br />

selectievakje<br />

formulieren 87<br />

service level<br />

definitie 114<br />

service line<br />

definitie 114<br />

Servicemanager<br />

instellen 44<br />

tabblad met instellingen 42<br />

variabelen voor knoppen 151<br />

Servicemanager, <strong>T5</strong> 14<br />

servicemedewerker 9<br />

toevoegen 79<br />

servicemedewerkers koppelen aan campagne 93<br />

skills 60, 82<br />

snelle vraag 45<br />

spam 74, 132<br />

spellingcontrole 47<br />

verplicht 46<br />

standaard e-mail 71<br />

status, campagne 92<br />

symbolen<br />

kennisitems 36<br />

synoniem<br />

doel 56<br />

template 134<br />

brief 75, 145<br />

eMailing 74, 145<br />

fax 145<br />

mailing per e-mail 74<br />

templates<br />

eMail 145<br />

Templates<br />

marges 75<br />

pagina-einden 75<br />

paginanummers 75<br />

terugbelafspraak 48<br />

tijdelijke actie 21<br />

toegang<br />

beperken 131<br />

tot Sitemanager 11<br />

top-10 FAQ’s 39<br />

top FAQ-lijst 131<br />

topterm 26<br />

definiëren 26<br />

trefwoord<br />

doel 56<br />

koppelen aan kennis-item 18<br />

koppelen aan urgentie 54<br />

toewijzen aan afdeling 53<br />

toewijzen aan servicemedewerker 82<br />

zoeken 40, 43<br />

T<br />

<strong>T5</strong>-beheerders 79<br />

tabblad<br />

agenten 93<br />

beldagen 94<br />

bellijst 93<br />

details 91<br />

portaal 36<br />

scripts 92<br />

servicemanager 42<br />

tabel<br />

categorie 50<br />

definitie 49<br />

product 50<br />

tabs outbound contact 60<br />

tags in kennisdialogen 62<br />

taken 47<br />

telemarketingcampagne 14<br />

U<br />

uitgaande bron 58<br />

uitgaande e-mail<br />

gebruikersgroep 68<br />

instellen 67<br />

uitwisseling van gegevens 101<br />

urgentie 54<br />

URL-parameters 154<br />

V<br />

vaardigheden 60, 92<br />

variabelen 134, 145<br />

outbound tabs Servicemanager 148<br />

scripts 148<br />

Servicemanager-knoppen 151<br />

veelvoorkomende e-mail 71<br />

vereisten<br />

voor analyse 109<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

162


verrijken 61<br />

verrijkprioriteit 95<br />

versie van script 97<br />

verversingsgraad<br />

definitie 114<br />

verwijderen<br />

anonieme klant 132<br />

verwijzen naar kennis-item 23<br />

verzendlijst<br />

eMailing 74<br />

views<br />

analyse 109<br />

vindbaar maken<br />

kennis-item 22-23<br />

virussen 67<br />

volgorde, eerste configuratie 133<br />

vraag<br />

bron 58<br />

doorsturen 45<br />

snel afhandelen 45<br />

wijzigen na opslaan 81<br />

vraag beantwoord<br />

knop 39<br />

vragen<br />

doorsturen naar externen 82<br />

W<br />

webcontactformulieren 63<br />

anoniem en niet-anoniem 64<br />

koppelen aan kennis-item 19<br />

toevoegen of wijzigen 63<br />

webpagina<br />

kennis-item 23<br />

wijzigen<br />

contact na opslaan 81<br />

X<br />

X-Server 101<br />

Z<br />

zoeken<br />

Hypersearch 44<br />

kennis-item 23<br />

zoeken op trefwoord 40, 43<br />

zoeken, beperkt deel van kennisbank 39, 43<br />

Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

163


Versie: 5.12 - 2010Q2<br />

<strong>T5</strong> Sitemanager - Handleiding voor beheerders<br />

164

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!