Gebruiksdescriptorsysteem (ECHA) - Bureau KLB
Gebruiksdescriptorsysteem (ECHA) - Bureau KLB
Gebruiksdescriptorsysteem (ECHA) - Bureau KLB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Richtsnoer voor informatie-eisen en<br />
chemische veiligheidsbeoordeling<br />
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Versie 2<br />
Maart 2010
JURIDISCHE MEDEDELING<br />
Dit document bevat een toelichting op de verplichtingen onder REACH en legt uit hoe deze verplichtingen<br />
moeten worden nagekomen. De gebruiker dient zich echter wel rekenschap te geven van het feit dat de<br />
tekst van de REACH-bepalingen het enige authentieke wettelijke referentiemateriaal vormt en dat de<br />
informatie in dit document niet bedoeld is als juridisch advies. Het Europees Agentschap voor chemische<br />
stoffen aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud van dit document.<br />
VERKLARING VAN AFWIJZING VAN AANSPRAKELIJKHEID<br />
Dit is een werkvertaling van een document dat oorspronkelijk in het Engels werd gepubliceerd en dat op de<br />
<strong>ECHA</strong>-website beschikbaar is.<br />
Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling<br />
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Referentie: <strong>ECHA</strong>-2010-G-05-NL<br />
Publicatiedatum: 22/03/2010<br />
Taal:<br />
NL<br />
© Europees Agentschap voor chemische stoffen, 2010.<br />
Omslag © Europees Agentschap voor chemische stoffen<br />
Overname is toegestaan op voorwaarde dat de bron volledig wordt vermeld in de vorm "Bron:<br />
Europees Agentschap voor chemische stoffen, http://echa.europa.eu/”, en op voorwaarde dat<br />
hiervan schriftelijk melding wordt gedaan bij de eenheid Communicatie van <strong>ECHA</strong><br />
(publications@echa.europa.eu).<br />
Dit document zal in de volgende 22 talen beschikbaar zijn:<br />
Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws,<br />
Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en<br />
Zweeds<br />
Als u vragen of opmerkingen met betrekking tot dit document heeft, kunt u deze (onder vermelding<br />
van de referentie en de publicatiedatum) toesturen aan de hand van het<br />
informatieaanvraagformulier dat te vinden is op de contactpagina van <strong>ECHA</strong>:<br />
http://echa.europa.eu/about/contact_nl.asp<br />
Europees Agentschap voor chemische stoffen<br />
Postadres: Postbus 400, FI-00121 Helsinki, Finland<br />
Bezoekadres: Annankatu 18, Helsinki, Finland
VOORWOORD<br />
In dit document worden de REACH-informatievereisten beschreven die betrekking hebben op de<br />
eigenschappen van stoffen, de blootstelling, het gebruik en de risicobeheersmaatregelen alsook op<br />
de chemische veiligheidsbeoordeling. Het maakt deel uit van een reeks begeleidingsdocumenten<br />
die bedoeld zijn om alle belanghebbenden te helpen met de voorbereiding om hun verplichtingen<br />
op grond van de REACH-verordening na te komen. Deze documenten bevatten gedetailleerde<br />
richtsnoeren voor een aantal belangrijke REACH-procedures en voor een aantal specifieke<br />
wetenschappelijke en/of technische methoden waar het bedrijfsleven of de overheid gebruik van<br />
moet maken in het kader van REACH.<br />
De begeleidingsdocumenten zijn opgesteld en besproken in het kader van de REACHuitvoeringsprojecten,<br />
verricht onder leiding van diensten van de Europese Commissie, waarbij<br />
belanghebbenden uit de lidstaten, het bedrijfsleven en non-gouvernementele organisaties<br />
betrokken waren. Na acceptatie door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zijn de<br />
begeleidingsdocumenten aan <strong>ECHA</strong> overgedragen voor publicatie en verder onderhoud.<br />
Bijwerkingen van het richtsnoer worden opgesteld door <strong>ECHA</strong> en worden vervolgens onderworpen<br />
aan een adviesprocedure, waarbij belanghebbenden van de lidstaten, het bedrijfsleven en nongouvernementele<br />
organisaties betrokken zijn. Meer informatie over de adviesprocedure kunt u<br />
vinden op:<br />
http://echa.europa.eu/doc/FINAL_MB_30_2007_Consultation_procedure_on_guidance.pdf<br />
De begeleidingsdocumenten zijn verkrijgbaar via de website van het Europees Agentschap voor<br />
chemische stoffen<br />
http://echa.europa.eu/reach_nl.asp<br />
Andere begeleidingsdocumenten zullen op deze website worden gepubliceerd zodra de<br />
uiteindelijke of bijgewerkte versie beschikbaar is.<br />
Dit document is gerelateerd aan de REACH-verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees<br />
Parlement en de Raad van 18 december 2006 1<br />
1 Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006<br />
inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH),<br />
tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en<br />
houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de<br />
Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en<br />
2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006); gewijzigd door Verordening (EG) nr. 1354/2007 van de Raad<br />
van 15 november 2007 tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad<br />
inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH)<br />
in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië (PB L 304 van 22.11.2007, blz. 1).
Documentgeschiedenis<br />
Versie Toelichting Datum<br />
Versie 1 Eerste editie Mei 2008<br />
Versie 1.1<br />
Versie 1.2<br />
Versie 2<br />
De procescategorieën (PROC) die voor de bewerking van<br />
metalen en andere mineralen gelden, zijn opgenomen in het<br />
PROC-nummeringsysteem.<br />
De omschrijving van gebruikssector 10 is licht gewijzigd.<br />
“Productcategorie 39, persoonlijke verzorgingsproducten” is<br />
toegevoegd.<br />
In gebruikssector 6 is pulp toegevoegd en er is een<br />
onderverdeling gemaakt voor “overige” productie of diensten (0-1<br />
voor “overige economische bedrijvigheid, gerelateerd aan<br />
chemische stoffen” en 0-2 voor “overige economische<br />
bedrijvigheid, niet gerelateerd aan chemische stoffen”).<br />
Het nummeringsysteem van de voorwerpcategorieën is<br />
gestroomlijnd op basis van technische criteria.<br />
Alles wat onder “overig” valt, is van het einde naar het begin van<br />
de keuzelijst verplaatst.<br />
Correctie van de nummering vanaf PROC 22 in bijlage R.12-3.<br />
De in bijlage R.12-4 op de verkeerde plaats gezette ‘camera’s en<br />
videocamera’s’ zijn verplaatst van AC 9 naar AC 3-4.<br />
Aanpassing van het nummeringsysteem in bijlage R.12-4 aan de<br />
structuur van de categorieën.<br />
De duidelijkheid en consistentie van de inleiding met betrekking<br />
tot het doel van het gebruiksdescriptorsysteem zijn verbeterd.<br />
In paragraaf R.12.1 wordt explicieter verwezen naar artikel 37<br />
(Downstreamgebruiker maakt gebruik bekend aan leverancier)<br />
en paragraaf 3.5 van IUCLID.<br />
Er zijn verduidelijkingen en definities opgenomen in R.12.2.<br />
o De terminologie met betrekking tot “chemische<br />
producten” (= verbindingen als zodanig en in<br />
mengsels) en voorwerpen zijn gestroomlijnd.<br />
o Opgedroogde/uitgeharde mengsels worden gedekt<br />
door Voorwerpcategorieën omdat ze een<br />
gedefinieerde vorm en oppervlak hebben.<br />
Er zijn bijgewerkte voorbeelden opgenomen over het werken met<br />
het descriptorsysteem: Zie de paragrafen R.12.4 en R.12.5.<br />
Er is een nieuwe tabel R.12.1 toegevoegd om de relatie tussen<br />
de gebruiksomschrijving en Tier 1-blootstellingsschattingen beter<br />
uit te leggen.<br />
Er is een korte alinea toegevoegd in paragraaf 12.2.1 over de<br />
verschillende actoren in de levenscyclus van een stof.<br />
De structuur van de paragrafen 12.3.1 tot en met 12.3.5 is<br />
geharmoniseerd. Er zijn drie subparagrafen opgenomen: definitie<br />
en reikwijdte van de descriptor; richtsnoer voor het toekennen<br />
van een geschikte categorie; koppeling met de Tier 1-<br />
beoordeling.<br />
De descriptorlijst voor Gebruikssectoren is gesplitst in twee<br />
Juli 2008<br />
Oktober<br />
2008<br />
Maart 2010
Versie Toelichting Datum<br />
soorten informatie: Hoofdgebruikersgroepen in de levenscyclus<br />
van een stof als belangrijkste descriptor (SU 3, 21, 22) en<br />
Eindgebruikssector (alle items) als aanvullende descriptor, zie<br />
bijlage R.12-1.<br />
Er wordt in paragraaf R.12.3.2 duidelijker onderscheid gemaakt<br />
tussen de twee functies van de Chemische Productcategorie<br />
(PC): (i) het beschrijven van de sectoren die mengsels<br />
formuleren per soort mengsel en (ii) soorten<br />
consumentenproducten die kunnen worden beoordeeld met de<br />
ECETOC Gerichte Risicobeoordeling voor consumenten (zie<br />
bijlage R.12-2.2).<br />
Er wordt in paragraaf 12.3.5 duidelijker onderscheid gemaakt<br />
tussen de twee functies van de Voorwerpcategorie (AC): (i)<br />
Soort voorwerp in relatie tot het gebruiksleven en de<br />
daaropvolgende fase als afval van de stof (het verwerken van<br />
het voorwerp door medewerkers en/of consumenten) en (ii)<br />
soorten consumentenvoorwerpen die kunnen worden<br />
beoordeeld met de TRA. Zie de bijlagen R.12-5.1 en R.12-5.3.<br />
Er is een lijst met productsubcategorieën opgenomen die worden<br />
behandeld in de ECETOC Gerichte Risicobeoordeling (TRA)<br />
voor Consumenten, zie de bijlagen R.12-2.2 en R.12-5.3, waarin<br />
het verband wordt uitgelegd tussen de gebruiksomschrijving en<br />
Tier 1-blootstellingsschattingen in de paragrafen R.12.3.2 en<br />
R.12.3.5.<br />
De verwijzing naar industriële of professionele omgevingen is uit<br />
de meeste procescategorieën verwijderd. De keuze kan worden<br />
gemaakt in de blootstellingsschatting zelf. Op het niveau van<br />
gebruiksomschrijving geven SU 3 of SU 22 aan of verwacht<br />
wordt dat gebruik plaatsvindt in een industriële of een nietindustriële<br />
omgeving.<br />
Er zijn in paragraaf R.12.3.5 voorbeelden opgenomen die<br />
betrekking hebben op de verwerking van voorwerpen door<br />
medewerkers. De lijst met voorwerpcategorieën is opnieuw<br />
gestructureerd om consistente koppelingen met het TARICsysteem<br />
mogelijk te maken. De definitieve subcategorieën in de<br />
lijst met voorwerpcategorieën zijn verwijderd om het aan de<br />
registrant en downstreamgebruikers over te laten om de mate<br />
van detail te bepalen waarmee de fase van het gebruiksleven<br />
van de stof moet worden beschreven. De eerdere<br />
subcategorieën zijn omgezet in voorbeelden waarin wordt<br />
toegelicht welke soort voorwerpen door de algemene<br />
categorieën kunnen worden gedekt.<br />
De Milieu-emissiecategorie (ERC) is ingevoerd als extra<br />
descriptor (zie paragraaf R.12.3.4). De rol van SPERC’s in deze<br />
context wordt uitgelegd.<br />
Er is een nieuwe categorie ERC 12 ingevoerd die de verwerking<br />
van voorwerpen met schurende technieken door medewerkers in<br />
een industriële omgeving behandelt. ERC 10b en 11b zijn<br />
uitgebreid zodat deze ook de verwijdering van stoffen van<br />
oppervlakken van voorwerpen omvatten.<br />
Er is een lijst van functiecategorieën van stoffen opgenomen<br />
(voor paragraaf 1.2 van de eSDS en rapportage in IUCLID) in
Versie Toelichting Datum<br />
bijlage R.12-6. Het doel van deze lijst wordt uitgelegd in een<br />
korte alinea in paragraaf R.12.3.6.<br />
Er is een nieuwe paragraaf R.12.5 ingevoerd met uitleg over hoe<br />
het descriptorsysteem i) het in kaart brengen van vormen van<br />
gebruik als uitgangspunt voor de CSA, ii) het opstellen van titels<br />
voor blootstellingsscenario's en iii) het rapporteren over de<br />
geïdentificeerde vormen van gebruik in paragraaf 3.5 van<br />
IUCLID kan ondersteunen.<br />
Er zijn verfijningen aangebracht in de keuzelijsten.<br />
o Het opnemen van i) wetenschappelijk onderzoek en ii)<br />
elektriciteit, stoom, gas, watervoorziening en<br />
afvalwaterzuivering in de lijst met gebruikssectoren.<br />
o Vulmiddelen en kitten zijn afgesplitst van PC 9 naar PC<br />
9b.<br />
o Vingerverf is afgesplitst van PC 9 naar PC 9c.<br />
o Er wordt duidelijker gemaakt dat PC14 verwijst naar<br />
stoffen die reageren met het metaaloppervlak.<br />
o Verzorgingsproducten voor auto’s (PC6),<br />
kunstenaarsmaterialen (PC5), gazon- en tuinproducten<br />
(PC22) zijn verwijderd aangezien ze grotendeels een<br />
duplicaat zijn van andere categorieën.<br />
o PC10 is verwijderd omdat deze al wordt gedekt door<br />
“overige”.<br />
o Er wordt duidelijker gemaakt dat PC20 verwijst naar<br />
verwerkingshulpmiddelen die in de chemische industrie<br />
worden gebruikt.<br />
o Bleekmiddelen en andere verwerkingshulpmiddelen zijn<br />
opgenomen in PC 26 en PC 34.<br />
o Metalen en andere mineralen zijn opgenomen in PROC<br />
21 tot en met 25 en de beschrijving is aangepast.<br />
o PROC 8 is gesplitst in PROC 8a en 8b.<br />
o PROC 26 en 27a en 27b zijn ingevoerd. Deze verwijzen<br />
naar processen die in het bijzonder relevant zijn voor de<br />
metaalindustrie.<br />
o AC12 is uit de lijst voorwerpcategorieën verwijderd<br />
aangezien deze tot grote inconsistentie leidt met het<br />
categoriseren op basis van materiaal en problemen<br />
geeft bij de compatibiliteit met het TARIC-systeem.<br />
Redactionele aanpassing van de tekst naar aanleiding van<br />
bovengenoemde wijzigingen.<br />
RICHTLIJN VOOR HET UITVOEREN VAN DE BIJWERKINGEN<br />
De meeste bijwerkingen in dit richtsnoer zijn van verklarende aard. Er is ook een aantal wijzigingen<br />
doorgevoerd in de keuzelijsten die de diverse descriptoronderdelen bevatten.<br />
Bijlage R.12.7 bevat een korte leidraad voor bedrijven die gegevens over vormen van gebruik<br />
hebben verzameld op basis van de gebruiksdescriptorkeuzelijsten in eerdere versies van dit
ichtsnoer. Voor elk van de keuzelijsten wordt uitgelegd hoe reeds verzamelde gegevens kunnen<br />
worden omgezet in een vorm die overeenkomt met i) de keuzelijsten van de nieuwe versie 2 van<br />
het richtsnoer (stabiel sinds 9.11.2009) en ii) de vermeldingen van de bijbehorende TRAblootstellingsschattingen<br />
voor consumenten. De nieuwe lijst met descriptoren voor het milieu<br />
(Milieu-emissiecategorieën) bestond niet in versie 1 van dit richtsnoer en deze gegevens dienen<br />
zodoende te worden toegevoegd aan elke gebruiksomschrijving die vóór de zomer van 2009 is<br />
uitgevoerd.<br />
Conventie voor het citeren van REACH-verordeningen<br />
Op plaatsen waar de REACH-verordeningen letterlijk worden geciteerd, wordt dit aangegeven door<br />
schuingedrukte tekst tussen aanhalingstekens.<br />
Tabel met termen en afkortingen<br />
Zie hoofdstuk R.20.<br />
Wegwijzer<br />
In de onderstaande figuur wordt de plaats van hoofdstuk R.12 binnen het begeleidingsdocument<br />
aangegeven.<br />
R12<br />
Informatie: beschikbaar – verplicht/nodig<br />
Gevarenbeoordeling<br />
Blootstellingsbeoordeling<br />
Stop<br />
n<br />
Gevaarlijk<br />
of PBT?<br />
j<br />
Risicokarakterisering<br />
Document in<br />
CSR<br />
j<br />
Risico<br />
beheerst?<br />
n<br />
Herhaling<br />
ES doorgeven<br />
via eSDS
INHOUDSOPGAVE<br />
VOORWOORD ....................................................................................................................1<br />
R.12. GEBRUIKSDESCRIPTORSYSTEEM ........................................................................1<br />
R.12.1. Doel van deze module ..........................................................................................................................................1<br />
R.12.2. Het gebruiksdescriptorsysteem...........................................................................................................................2<br />
R.12.2.1. Beschrijving van het systeem.........................................................................................................................2<br />
R.12.2.2. Koppeling met hulpmiddelen voor blootstellingsschatting ............................................................................3<br />
R.12.3. Definitie van de vijf descriptorlijsten.................................................................................................................4<br />
R.12.3.1 Gebruikssector [SU]........................................................................................................................................4<br />
R.12.3.2. Chemische productcategorie [PC]..................................................................................................................5<br />
R.12.3.3. Procescategorie [PROC].................................................................................................................................6<br />
R.12.3.4. Milieu-emissiecategorie (ERC)......................................................................................................................7<br />
R.12.3.5. Voorwerpcategorieën [AC] ............................................................................................................................9<br />
R.12.3.6. Het specificeren van de technische functie van een stof voor het veiligheidsgegevensblad ........................10<br />
R.12.4. Voorbeelden........................................................................................................................................................10<br />
R.12.4.1. Voorbeelden van het toekennen van vormen van gebruik aan een categorie van het descriptorsysteem.....10<br />
R.12.4.1.2 Voorbeeld van het systematisch beschrijven van de vormen van gebruik van een stof .............................12<br />
R.12.5. Beschrijven van geïdentificeerde vormen van gebruik en het opstellen van titels voor<br />
blootstellingsscenario’s...................................................................................................................................................13<br />
R.12.5.1. In kaart brengen van vormen van gebruik op basis van de structuur van de levenscyclus...........................13<br />
R.12.5.2. Het opstellen van titels voor blootstellingsscenario’s ..................................................................................15<br />
R.12.5.3. Beschrijving van de geïdentificeerde vormen van gebruik in IUCLID........................................................16<br />
Tabellen<br />
Tabel R.12-1: Gebruiksbeschrijving en Tier 1-blootstellingsschattingen.................................................................3<br />
Tabel R.12-2: Voorbeelden van het toekennen van categorieën aan vormen van gebruik door medewerkers<br />
binnenshuis.........................................................................................................................................11<br />
Tabel R.12-3: Voorbeeld voor het in het kort beschrijven van enkele vormen van gebruik van een pigment.12<br />
Tabel R.12-4: Titelgedeelte van een blootstellingsscenario waarbij de activiteiten van medewerkers worden<br />
behandeld ...........................................................................................................................................16<br />
Tabel R.12-5: Tabel voor het rapporteren van geïdentificeerde vormen van gebruik met betrekking tot<br />
industriële medewerkers in IUCLID ................................................................................................18<br />
Figuren<br />
Figuur R.12-1: Standaardstructuur van de boomweergave van de geïdentificeerde vormen van gebruik ......14<br />
Figuur R.12-2: Toelichting van de omschrijving van het gebruik in een boomstructuur van de levenscyclus.15<br />
Bijlagen<br />
Bijlage R.12-1: Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU)......................................................................................19<br />
Bijlage R.12-2.1: Descriptorlijst voor de chemische productcategorie (PC) .........................................................21<br />
Bijlage R.12-3: Descriptorlijst voor procescategorieën (PROC) .............................................................................25<br />
Bijlage R.12-4.1: Beschrijving voor milieu-emissiecategorieën (ERC) ..................................................................29<br />
Bijlage R.12-5.1: Descriptorlijst voor stoffen in voorwerpen (AC)...........................................................................35<br />
Bijlage R.12-6: Lijst van functionele categorieën (optioneel, indien nodig)...........................................................38
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
R.12. GEBRUIKSDESCRIPTORSYSTEEM<br />
R.12.1. Doel van deze module<br />
Elke fabrikant en importeur van stoffen waarvoor een blootstellingsbeoordeling nodig is, zal in het<br />
kader van REACH blootstellingsscenario’s moeten ontwikkelen, beoordelen en communiceren die<br />
de volledige levenscyclus van de stof beslaan. Voor deze doeleinden moet hij elk gebruik van zijn<br />
stof in kaart brengen. Een dergelijk in kaart brengen van vormen van gebruik binnen een<br />
marktsector kan vaak voor een serie stoffen worden hergebruikt, of kan zelfs gezamenlijk worden<br />
uitgevoerd door meerdere fabrikanten/importeurs. Het is daarom van belang om het in kaart<br />
brengen van het gebruik te standaardiseren en om koppeling met blootstellingsscenario’s mogelijk<br />
te maken.<br />
Blootstellingsscenario’s zullen door de hele toevoerketen heen worden gecommuniceerd, samen<br />
met het uitgebreide veiligheidsgegevensblad. Voor downstreamgebruikers is het van belang dat ze<br />
gestandaardiseerde korte titels voor blootstellingsscenario’s ontvangen (bedoeld om de reikwijdte<br />
en de toepasselijkheid van een blootstellingsscenario aan te geven) voor de relevante vormen van<br />
gebruik van de stoffen in de sector waarin zij actief zijn, in plaats van een reeks uiteenlopende<br />
scenario's van verschillende leveranciers.<br />
Dit richtsnoer biedt daarom een systeem van gebruiksdescriptors om de gebruiksomschrijving van<br />
de stoffen te standaardiseren. Dit zal het volgende vergemakkelijken:<br />
<br />
<br />
<br />
het identificeren van de vormen van gebruik die in de registratiedossiers moeten worden<br />
vermeld;<br />
het opstellen van een blootstellingsscenario door leveranciers, op basis van communicatie<br />
in beide richtingen van de toevoerketen;<br />
het opstellen van korte titels voor blootstellingsscenario’s.<br />
De gebruiksdescriptors helpen leveranciers en gebruikers bij het structureren van de onderlinge<br />
communicatie. Op basis van de korte titels zou een downstreamgebruiker snel moeten kunnen<br />
vaststellen of een ontvangen blootstellingsscenario zijn vormen van gebruik dekt. En andersom<br />
zouden de gebruiksdescriptors hem ook kunnen helpen bij het op een gestructureerde manier<br />
beschrijven van het gebruik dat hij aan de leverancier wil doorgeven (zie artikel 37, lid 2).<br />
Opmerking: Om geschikte blootstellingsscenario’s op te stellen zal de registrant in veel gevallen<br />
meer informatie nodig hebben over de gebruiksomstandigheden dan alleen maar een lijst met<br />
gebruiksdescriptors.<br />
Elke registrant is ook verplicht om een korte algemene beschrijving van alle geïdentificeerde<br />
vormen van gebruik op te nemen in zijn technische dossier (zie hoofdstuk 3.5 van IUCLID) 2 en in<br />
paragraaf 2 van het CSR. Het verdient aanbeveling om de korte algemene beschrijving van het<br />
gebruik te baseren op het descriptorsysteem in dit richtsnoer, en (indien relevant) te verwijzen naar<br />
hoofdstuk 3.5 van IUCLID naar de blootstellingsscenario's in het CSR). Dit is om te garanderen dat<br />
de omschrijving van geïdentificeerde vormen van gebruik en de titel en inhoud van de<br />
blootstellingsscenario's consistent zijn met elkaar. Opmerking: Deze consistentie tussen de korte<br />
algemene beschrijving van de geïdentificeerde vormen van gebruik en de korte titels van het<br />
blootstellingsscenario in het CSR is een wettelijke vereiste die is vastgelegd in paragraaf 5.1.1 van<br />
bijlage I van REACH.<br />
2 Zie artikel 10, onder a) iii), van REACH in combinatie met paragraaf 3.5 van bijlage VI.<br />
1
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Sommige gebruiksdescriptoren weerspiegelen aan blootstelling gerelateerde gebruikskenmerken.<br />
Ze kunnen daarom worden gebruikt als invoerparameters voor een aantal van de bestaande<br />
hulpmiddelen voor het schatten van de blootstelling.<br />
Het doel van dit hoofdstuk is om de achtergrond en de toepassing van het descriptorsysteem meer<br />
in detail uit te leggen. De keuzelijsten met de categorieën voor het kort beschrijven van het gebruik<br />
staan in bijlage R.12-1 tot R.12-6.<br />
R.12.2. Het gebruiksdescriptorsysteem<br />
R.12.2.1. Beschrijving van het systeem<br />
Er zijn zeven hoofdgroepen van actoren die een rol spelen tijdens de levenscyclus van de stof:<br />
Fabrikanten en importeurs van chemische stoffen (met inbegrip van metalen en mineralen),<br />
bedrijven die chemicaliën mengen (formuleerders) voor de productie van mengsels, distributeurs 3 ,<br />
industriële eindgebruikers, professionele eindgebruikers en consumenten. Het importeren en<br />
distribueren worden in dit richtsnoer verder niet besproken.<br />
Het gebruiksdescriptorsysteem is gebaseerd op vijf afzonderlijke descriptorlijsten die in<br />
combinatie met elkaar een korte omschrijving vormen van het gebruik of een titel voor een<br />
blootstellingsscenario:<br />
<br />
De gebruikssectorcategorie (SU) beschrijft in welke economische sector de stof wordt<br />
gebruikt. Hiertoe behoort ook het mengen of ompakken van stoffen op het niveau van de<br />
formuleerder, evenals industrieel, professioneel en consumenteneindgebruik 4 .<br />
De chemische productcategorie (PC) beschrijft in welke soorten chemische producten (=<br />
stoffen als zodanig of in mengsels) 5 de stof uiteindelijk is opgenomen wanneer deze voor het<br />
uiteindelijke gebruik wordt aangewend (door industriële of professionele gebruikers of<br />
consumenten).<br />
<br />
<br />
<br />
De procescategorie (PROC) beschrijft de toepassingstechnieken of procestypen gedefinieerd<br />
vanuit beroepsmatig oogpunt<br />
De milieu-emissiecategorie (ERC) beschrijft in brede zin de gebruiksomstandigheden vanuit<br />
milieukundig oogpunt.<br />
De voorwerpcategorie (AC) beschrijft het soort voorwerp waarin de stof uiteindelijk is verwerkt.<br />
Hiertoe behoren ook mengsels in opgedroogde of uitgeharde vorm (bijv. droge drukinkt in<br />
kranten; gedroogde coatings op diverse oppervlakken).<br />
Let ook op het volgende: Om harmonisatie tussen de diverse markten te verkrijgen, dient het<br />
aantal categorieën in de vijf descriptorlijsten beperkt te worden gehouden. Organisaties uit een<br />
sector of afzonderlijke registranten wordt aangeraden om alleen extra categorieën te definiëren als<br />
de bestaande categorieën echt niet passen bij een bepaald soort proces, product of sector en<br />
3 Distributie als zodanig is geen gebruik volgens REACH. Als distributie echter de overdracht van stoffen omvat (bijv.<br />
bijvullen) is het echter wel een gebruik.<br />
4 Het eindgebruik van een stof als zodanig of in een preparaat is het laatste gebruik voordat de stof onderdeel wordt van<br />
een voorwerpmatrix, reageert bij gebruik (en zodoende verdwijnt) en/of in afval, afvalwater of luchtemissie terechtkomt.<br />
Gebruiken die er uitsluitend op zijn gericht om de stof tot onderdeel te maken van een preparaat [mengsel] zijn geen<br />
eindgebruiken. Dit onderscheid wordt gemaakt om te voorkomen dat elke fase van mengen in een langere keten van<br />
preparaatbereiders afzonderlijk wordt beschreven.<br />
5 De term chemisch product beslaat stoffen als zodanig of in een preparaat [mengsel]. De bedoeling hiervan is dat zowel<br />
de beschrijving mogelijk is van geleverde producten die uitsluitend de stof als zodanig bevatten als van producten die<br />
preparaten zijn. In de context van dit richtsnoer dekt de term ook metalen (inclusief legeringen) in hun primaire vorm<br />
(bijv. ingots, poeder).<br />
2
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
deze kort te omschrijven. Als andere relevante details van een activiteit moeten worden<br />
beschreven, kunnen ze ook binnen het blootstellingsscenario zelf worden behandeld.<br />
R.12.2.2. Koppeling met hulpmiddelen voor blootstellingsschatting<br />
Naast hun beschrijvende functie ondersteunen sommige descriptorlijsten het vinden van de<br />
geschikte vermelding van de blootstellingsschatting in een van de beschikbare Tier 1-<br />
hulpmiddelen voor blootstellingsschatting (zie paragraaf D.5 in hoofdstuk D van het richtsnoer) 6 .<br />
Tabel R.12.1 geeft een overzicht van de verschillende onderdelen van het<br />
gebruiksdescriptorsysteem en de relatie met vermeldingen voor Tier 1-blootstellingsschattingen.<br />
Tabel R.12-1: Gebruiksbeschrijving en Tier 1-blootstellingsschattingen<br />
SU<br />
PC<br />
Naam van<br />
descriptorlijst<br />
Gebruikssectorcateg<br />
orie<br />
Chemische<br />
productcategorie 7<br />
PROC Procescategorie<br />
ERC<br />
Milieuemissiecategorie<br />
Aspect beschreven gebruik<br />
Drie hoofdgebruikersgroepen (eerste rijen<br />
in bijlage R.12-1), relevant voor alle<br />
vormen van gebruik van de stof.<br />
Gebruikssectoren industrie en<br />
dienstverlening<br />
Chemisch producttype waarin de stof<br />
uiteindelijk wordt gebruikt. Deze<br />
categorieën kunnen ook gebruikt worden<br />
om de marktsectoren<br />
(formuleringssectoren) te beschrijven<br />
waaraan de fabrikant mogelijk zijn stof<br />
levert.<br />
Consumentenproductcategorieën,<br />
waarvoor een Tier 1-<br />
blootstellingsschatting kan worden<br />
gemaakt.<br />
Toepassingstechnieken of procestypen<br />
gedefinieerd vanuit beroepsmatig oogpunt<br />
Algemene gebruiksomstandigheden<br />
gedefinieerd vanuit milieuoogpunt,<br />
relevant voor alle vormen van gebruik van<br />
de stof en het daaropvolgende<br />
gebruiksleven in voorwerpen<br />
AC Voorwerpcategorie Voorwerptypen tijdens het<br />
daaropvolgende gebruiksleven en de<br />
afvalfase, mogelijk relevant voor<br />
Categorieën die overeenkomen<br />
met vermeldingen in een van de<br />
beschikbare Tier 1-hulpmiddelen<br />
voor blootstellingsschatting<br />
Gerichte Risicobeoordeling voor<br />
blootstelling van medewerkers (TRA)<br />
TRA voor consumentenblootstelling<br />
voor geselecteerde producttypen<br />
TRA voor blootstelling van<br />
medewerkers<br />
Milieu-emissiecategorieën (ERC)<br />
6 Tier 1 blootstellingsschatting wil zeggen een gemodelleerde, behoudende voorspelling van de blootstelling, gebaseerd<br />
op eigenschappen van de stof en een aantal gemakkelijk toegankelijke en eenvoudig te interpreteren invoerparameters.<br />
Er zijn diverse hulpmiddelen beschikbaar voor het uitvoeren van dergelijke schattingen. Een voorbeeld daarvan is het<br />
hulpmiddel voor Gerichte Risicobeoordeling voor beroepsmatige blootstelling en consumentenblootstelling ontwikkeld<br />
door ECETOC (update gepubliceerd in juli 2009, http://www.ECETOC.org ). Voor het milieu kunnen de milieuemissiecategorieën<br />
(ERC’s) worden gebruikt om een Tier 1 emissieschatting te bepalen. Deze emissieschattingen<br />
maken blootstellingsschattingen gebaseerd op EUSES mogelijk. De module voor het berekenen van de emissie die<br />
hiervoor nodig is zal worden beschreven in het bijgewerkte hoofdstuk R.16 van het Richtsnoer over schatting van de<br />
milieublootstelling.<br />
7 Dezelfde productcategorie kan aan beide functies van de PC die hier worden beschreven voldoen (zie R.12.3.2 voor<br />
meer informatie).<br />
3
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Naam van Aspect beschreven gebruik Categorieën die overeenkomen<br />
descriptorlijst<br />
met vermeldingen in een van de<br />
beschikbare Tier 1-hulpmiddelen<br />
voor blootstellingsschatting<br />
consumenten, medewerkers en<br />
blootstelling aan het milieu.<br />
Consumentenproductcategorieën,<br />
waarvoor Tier 1-blootstellingsschattingen<br />
kunnen worden gemaakt.<br />
TRA voor consumentenblootstelling<br />
voor geselecteerde voorwerptypen<br />
Let op: Als een bepaalde gebruiksomschrijvingscategorie dienst doet als ingang voor een<br />
hulpmiddel voor Tier 1-blootstellingsschatting (bijv. PROC’s voor het schatten van beroepsmatige<br />
blootstelling), is de schatting van de blootstelling ook van andere parameters afhankelijk die niet<br />
worden weerspiegeld in de omschrijving van de categorie zelf (bijv. beschikbaarheid van<br />
plaatselijke afzuiging, de concentratie van de stof, de duur van het gebruik, de toepassing van<br />
persoonlijke beschermingsmiddelen). Een PROC kan dus betrekking hebben op meerdere<br />
blootstellingsscenario’s en de bijbehorende blootstellingsschattingen. Hetzelfde is van toepassing<br />
op consumentenmengsel/voorwerpcategorieën en de milieu-emissiecategorieën.<br />
R.12.3. Definitie van de vijf descriptorlijsten<br />
R.12.3.1 Gebruikssector [SU]<br />
Definitie en reikwijdte<br />
Bijlage R.12-1 geeft een lijst met Gebruikssectoren. De drie hoofdgebruikersgroepen staan als<br />
belangrijkste descriptors bovenaan de tabel vermeld. Ze vertegenwoordigen de minimale<br />
hoeveelheid details die een registrant wordt geacht te verschaffen bij het omschrijven van de<br />
gebruikssector, en ze zijn belangrijk voor de beoordelaar aangezien ze helpen bij het sturen van<br />
de blootstellingsbeoordeling (bijv. het kiezen van de juiste hulpmiddelen). De rapportages over<br />
vormen van gebruik in IUCLID en in het CSR zijn gestructureerd op basis van deze hoofdgroepen.<br />
Bijlage R.12-1 bevat ook een selectie van internationaal geharmoniseerde NACE-categorieën<br />
(Nomenclature générale des Activités économiques dans les Communautés Européennes) voor<br />
het classificeren van activiteiten in de industrie en dienstverlening. Deze categorieën zijn bedoeld<br />
om een fabrikant/importeur (F/I) te helpen bij het in kaart brengen van zijn markt buiten zijn directe<br />
klanten in de formuleringssectoren 8 . Een dergelijke “kaart” kan helpen bij het ontwikkelen van<br />
passende blootstellingsscenario’s die alle eindvormen van gebruik van de stof als zodanig of in<br />
mengsels omvatten, evenals de daaropvolgende fases van de levenscyclus daarvan. Zo kan het<br />
van belang zijn om de bedrijfssectoren aan te duiden waarop een blootstellingsscenario van<br />
toepassing is, bijvoorbeeld “gesloten verwerking van gassen in de halfgeleiderindustrie” of<br />
“immersie [onderdompeling] in de textielafwerking”. Het koppelen van een bepaald<br />
toepassingsproces (PROC) of bepaalde milieu-emissiecategorie (ERC) aan een bepaalde sector<br />
(SU) kan vooral goed van pas komen in de volgende situaties: Wanneer een<br />
blootstellingsbeoordeling uit een hogere Tier nodig is om risicobeheersing aan te tonen, en de<br />
gebruiksomstandigheden in het blootstellingsscenario specifiek betrekking hebben op een proces<br />
binnen een bepaalde bedrijfstak. De gebruikssector kan daarnaast een referentie zijn om bepaalde<br />
toepassingen af te raden.<br />
8 De sectoren die preparaten [= mengsels = chemische producten] produceren (= formuleren = mengen) kunnen beter<br />
worden omschreven aan de hand van het type chemisch product dan aan de hand van de NACE-code, aangezien het<br />
NACE-systeem niet voldoende differentiatie toestaat.<br />
4
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />
Het aantal categorieën is beperkt tot algemene sectoren waarvan bekend is dat ze de grootste<br />
gebruikers van chemicaliën vertegenwoordigen. Als een fabrikant of importeur het nodig vindt om<br />
het gebruik meer in detail te beschrijven of vormen van gebruik te beschrijven in een sector die<br />
niet wordt vermeld, zou hij de NACE-codes moeten toepassen (en de overeenkomstige<br />
bewoordingen), toegankelijk via de internetlink op het eind van bijlage R.12-1. Het gebruiken van<br />
de NACE-codes en -terminologie heeft als voordeel dat het geharmoniseerd is en welbekend is bij<br />
bedrijven in heel Europa. Als een fabrikant of importeur van mening is dat het industriële gebruik<br />
niet zo specifiek hoeft te worden aangeduid, kan hij volstaan met het toekennen van alleen de<br />
hoofdgebruikersgroep, bijv. industrieel gebruik, waarmee hij aangeeft dat de stof bestemd is voor<br />
een breed industrieel gebruik onder de in het blootstellingsscenario genoemde omstandigheden.<br />
Als de gebruiker besluit om het gebruik meer in detail te beschrijven door een eindgebruikssector<br />
toe te kennen, dient hij een categorie te kiezen uit bijlage R12-1, in aanvulling op een categorie die<br />
de hoofdgebruikersgroep omschrijft.<br />
Let op: Het vervaardigen van stoffen (bijv. SU8, SU9, SU14) of het formuleren van mengsels<br />
(SU10) is bedoeld om de eindvormen van gebruik van een stof (bijv. een tussenproduct of een<br />
verwerkingshulpmiddel) te beschrijven. Voor het beschrijven van de vervaardiging of formulering<br />
tot een mengsel als zodanig is het niet nodig om een eindgebruikssector toe te kennen.<br />
Koppeling met Tier 1-blootstellingsschatting<br />
De hoofdgebruikersgroepen “industrieel gebruik" (SU 3) en “professioneel gebruik” (SU 22) kunnen<br />
worden gebruikt als invoerparameter voor de Tier 1-blootstellingsschatting in de TRA voor<br />
medewerkers. De overige categorieën hebben geen rechtstreekse koppeling met beschikbare<br />
hulpmiddelen voor het schatten van de blootstelling. Voor veel industriële sectoren zijn echter<br />
OECD Emissiescenariodocumenten beschikbaar, waarin de gebruiksomstandigheden van<br />
bepaalde soorten chemicaliën (en de bijbehorende emissiefactoren) worden beschreven vanuit<br />
milieuoogpunt.<br />
R.12.3.2. Chemische productcategorie [PC]<br />
Definitie en reikwijdte<br />
Een fabrikant of importeur kan de belangrijkste vormen van gebruik van een stof bepalen aan de<br />
hand van zijn klantenbestand of de marktsectoren die hij bedient. In veel gevallen zullen zijn<br />
directe klanten formuleerders en/of ompakkers 9 zijn, of distributeurs die diverse<br />
downstreamgebruikers bedienen. Het kan echter ook voorkomen dat de fabrikant van de stof zelf<br />
mengsels produceert en/of zijn stof als zodanig of in een mengsel rechtstreeks aan grotere<br />
eindgebruikers levert.<br />
De chemische productcategorie beschrijft het gebruik van een stof aan de hand van het soort<br />
eindproduct (bijv. smeermiddel, reinigingsmiddel, kleefmiddel) waarvan bekend is dat de stof<br />
daarin wordt gebruikt. Deze categorie is niet bedoeld om de specifieke technische functie van de<br />
stof als zodanig te beschrijven (bijv. uv-stabilisator, corrosieremmer, pigment, brandvertrager). De<br />
reden hiervoor is dat de productcategorie meer informatie bevat over mogelijke blootstelling dan<br />
over de functie van de stof als zodanig. Er wordt bijvoorbeeld met betrekking tot de blootstelling<br />
onderscheid gemaakt tussen of een stof (bijv. een oplosmiddel) in luchtverfrissers (PC3) of in<br />
reinigingsproducten (PC35) wordt gebruikt. De productcategorieën zijn nuttig bij het in kaart<br />
brengen van toevoerketens. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het volgen van de massastroom van een<br />
stof door de markt met als doel het beoordelen van het effect op het milieu.<br />
9 Ompakkers zijn bedrijven die stoffen als zodanig of in preparaten overbrengen van grote containers naar kleinere<br />
containers voor eindgebruik. Deze activiteit wordt in het kader van REACH als “gebruik” beschouwd.<br />
5
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-2.1 geeft een lijst met productcategorieën 10 . De vermelde categorieën zijn bedoeld<br />
om de markt van een stof in te delen op grond van de productsoorten.<br />
Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />
Op grond van de intern beschikbare kennis en eventueel van klanten verkregen aanvullende<br />
gegevens, kent de fabrikant/importeur een of meer productcategorieën toe die het type<br />
eindgebruikmengsels weergeven waarvan bekend is dat de stof daarin wordt gebruikt. Vormen van<br />
gebruik waarvan de fabrikant zich niet bewust is, bijvoorbeeld gebruik dat via distributeurs of via<br />
een langere keten van formuleerders plaatsvindt, kunnen van onderaf aan hem worden<br />
doorgegeven tijdens het uitvoeren van de REACH-verordening. Diverse verenigingen van<br />
downstreamgebruikers hebben de hoofdgebruiksgebieden in kaart gebracht en de tabellen met<br />
vormen van gebruik op hun websites gepubliceerd (bijv. CEPE, A.I.S.E., COLIPA, FEICA). Dit is<br />
ook bruikbaar referentiemateriaal voor de fabrikant of importeur.<br />
Als de fabrikant of importeur of de downstreamgebruiker niet in staat is om de juiste<br />
productcategorie te vinden in bijlage 12-2.1, kan het gebruik worden omschreven als “overige”.<br />
Indien mogelijk moet om een dergelijk gebruik te beschrijven een code (met de bijbehorende<br />
bewoordingen) worden gekozen uit het UCN-systeem (zie de internetlink op het eind van bijlage<br />
R.12-2).<br />
Het is ook mogelijk dat een van de product- of voorwerpsubcategorieën die worden gebruikt als<br />
ingang voor de TRA geschikter is, en deze wordt daarom beschreven onder “overige”.<br />
Koppeling met Tier 1-blootstellingsschatting<br />
Voor een aantal gekozen productcategorieën geeft het ECETOC TRA-hulpmiddel Tier 1-<br />
blootstellingsschattingen voor consumenten.<br />
Bijlage R.12-2.2 geeft een overzicht van deze productcategorieën en productsubcategorieën.<br />
Naast de product(sub)categorie zelf kunnen andere invoerparameters nodig zijn, bijvoorbeeld de<br />
concentratie van de stof in het product of de hoeveelheid product die per keer wordt gebruikt.<br />
Er dient te worden opgemerkt dat er ook andere hulpmiddelen zijn om blootstellingsschattingen<br />
voor consumenten te verkrijgen (zie hoofdstuk R.15 van het richtsnoer).<br />
R.12.3.3. Procescategorie [PROC]<br />
Definitie en reikwijdte<br />
Toepassingstechnieken of procestypen hebben een rechtstreekse invloed op de te verwachten<br />
blootstelling en dus op de benodigde risicobeheersmaatregelen. Bijlage R.12-3 geeft een lijst met<br />
procescategorieën die de kans op algemene beroepsmatige blootstelling weergeven van de<br />
technieken en processen die deze beslaan. Deze indeling is gebaseerd op i) de hoeveelheid<br />
energie die tijdens een proces wordt toegepast en de vorm daarvan (bijv. warmte, mechanische<br />
energie, straling) ii) het voor blootstelling beschikbare oppervlak van de stof (stofvorming van het<br />
materiaal of dikte van de materiaallagen) en iii) het niveau van insluiting en technische regulering<br />
dat kan worden verwacht.<br />
Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />
Als de registrant en/of de downstreamgebruikers de vormen van gebruik en<br />
gebruiksomstandigheden van een stof eenmaal in kaart hebben gebracht, kunnen de juiste<br />
productcategorieën aan de geïdentificeerde processen en toepassingstechnieken worden<br />
10 De lijst is afgeleid van het bestaande UC55-systeem, het Scandinavische UCN-systeem, en de productcategorieën<br />
die in zowel TRA als ConsExpo worden gebruikt. In feite zijn de meest frequent gebruikte categorieën die gebaseerd zijn<br />
op gegevens uit Scandinavische Productregisters gebruikt.<br />
6
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
toegekend. Let wel dat voldoende ervaring op het gebied van beroepsmatige hygiëne nodig is om<br />
de best passende PROC te bepalen voor een bepaald proces of bepaalde toepassingstechniek.<br />
Het verdient aanbeveling om voordat een categorie wordt toegekend, de geïdentificeerde<br />
processen en technieken in het kort te beschrijven in voor de sector specifieke terminologie, om de<br />
keuze van de categorieën inzichtelijk te houden.<br />
Als geen van de activiteiten/procescategorieën van toepassing lijkt, kan de fabrikant, importeur of<br />
downstreamgebruiker de aard van het toepassingsproces in zijn eigen woorden beschrijven in<br />
plaats van een van de gedefinieerde categorieën toe te kennen. Het kan echter nuttig zijn om een<br />
korte toelichting op te nemen in het CSR over welke bestaande categorieën in bijlage R.12-3 zijn<br />
overwogen en de reden dat deze dit specifieke geval niet dekken. Met een dergelijke toelichting<br />
wordt het mogelijk om bestaande categorieën te wijzigen of aanvullende categorieën te definiëren<br />
in de volgende versie van het richtsnoer.<br />
Koppeling met Tier 1-blootstellingsschatting<br />
Op slechts twee uitzonderingen na, kunnen alle procescategorieën die in bijlage R.12-3 zijn<br />
vermeld worden gebruikt als invoerparameter voor het ECETOC TRA-hulpmiddel 11 om een Tier 1-<br />
blootstellingsschatting voor medewerkers af te leiden. Naast de procescategorie zelf kunnen<br />
andere invoerparameters nodig zijn, zoals: de concentratie van de stof in de producten die door<br />
medewerkers worden gebruikt, of het gebruik plaatsvindt onder industriële omstandigheden, de<br />
duur van de blootstelling of de aan- of afwezigheid van plaatselijke afzuiging.<br />
R.12.3.4. Milieu-emissiecategorie (ERC)<br />
Definitie en reikwijdte<br />
Milieu-emissiecategorieën [ERC] duiden de kenmerken van een gebruik aan op basis van zes<br />
aspecten die relevant zijn vanuit milieuoogpunt, met inbegrip van de kenmerken die een<br />
massastroomanalyse voor de hele levenscyclus van een stof mogelijk maken:<br />
a) Het beoogde technische lot (doel) van de stof tijdens het gebruik bepaalt in welke mate een<br />
stof tijdens het gebruik wordt verbruikt, wordt verwacht vrij te komen door lozingen, emissies<br />
naar de lucht of afval, of wordt verwacht over te gaan naar de volgende fase van de<br />
levenscyclus. In het algemeen zijn er drie mogelijkheden:<br />
De stof is bedoeld om onderdeel te worden van een voorwerp (met inbegrip van<br />
opgedroogde/uitgeharde mengsels), ofwel omdat het een functie vervult in het voorwerp of<br />
omdat het zonder functie (uit een eerdere fase van de levenscyclus) in het voorwerp<br />
achterblijft.<br />
Het is de bedoeling dat de stof bij gebruik reageert, en deze is zodoende niet meer<br />
beschikbaar voor verdere stappen in de levenscyclus of emissie naar het milieu.<br />
Het is de bedoeling dat de stof dienst doet als hulpmiddel bij de verwerking, en deze komt<br />
als zodanig vrij bij een industrieel proces (bijv. oppervlakteactief middel bij de afwerking<br />
van textiel, oplosmiddel bij verfspuiten) of een niet-industriële toepassing (bijv.<br />
oplosmiddelen of oppervlakteactieve middelen uit schoonmaakmiddelen) in afvalwater,<br />
luchtemissie en/of afval.<br />
b) De fase in de levenscyclus gedurende welke een gebruik plaatsvindt (vervaardiging,<br />
formulering of eindgebruik) is bepalend voor de mate waarin het tot een minimum beperken<br />
van verliezen kan worden verwacht (gestuurd door het economische belang voor de actor om<br />
geen product te verliezen dat hij kan verkopen, en het gebruik van gespecialiseerde apparatuur<br />
om chemicaliën te verwerken).<br />
11 Gerichte Risicobeoordeling door ECETOC, gereviseerde versie gepubliceerd in juli 2009 (www.ecetoc.org/tra)<br />
7
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
c) De mate van verspreid gebruik (gebruik op industriële locaties [puntbronnen] en/of wijdverbreid<br />
gebruik bij professionele en consumententoepassingen) bepaalt de verdeling van de emissies<br />
in tijd en ruimte.<br />
d) Besloten toepassingssystemen tijdens het eindgebruik (bijv. hydraulische systemen met daarin<br />
besloten functionele vloeistoffen, gesloten systemen voor het reinigen van textiel of metalen<br />
onderdelen) beperken de mogelijke afgifte aan lucht en water.<br />
e) Of een stof binnen of buiten wordt gebruikt bepaalt in welke mate emissies in lucht en water<br />
mogelijk kunnen worden opgevangen voor behandeling, en in welke mate<br />
slijtageomstandigheden het vrijkomen van de stoffen uit de voorwerpen vergroten.<br />
f) Voor voorwerpen die onder omstandigheden worden gebruikt die emissies bevorderen (zoals<br />
slijtage van banden of remblokjes) kan worden verwacht dat de fractie die aan het milieu wordt<br />
afgegeven relatief hoog is. Dit is ook van toepassing op voorwerpen waarbij de afgifte van<br />
stoffen zelfs de bedoeling is (bijv. geurproducten). Ook de verwerking van voorwerpen met<br />
schurende technieken (bijv. schuren of het onder hoge druk verwijderen van coatings) valt<br />
onder dit criterium.<br />
De genoemde kenmerken geven een eerste indicatie van de kans dat de stof kan vrijkomen in het<br />
milieu. Bijlage 12-4.2 geeft een overzicht van welke van de verschillende combinaties van de zes<br />
aspecten overeenkomen met elke milieu-emissiecategorie (ERC). Bijlage R.12-4.1 geeft een lijst<br />
van 23 milieu-emissiecategorieën met de overeenkomstige beschrijvende definities. Deze<br />
categorieën beslaan de vervaardiging, formulering en het gebruik van de stof op industriële<br />
locaties (ERC 1 tot en met 7), wijdverbreid gebruik binnen of buiten (ERC 8 en ERC 9) en het<br />
gebruiksleven (ERC 10 tot en met ERC 12). De categorieën met betrekking tot het gebruiksleven<br />
omvatten ook activiteiten door medewerkers die leiden tot emissies door het verwerken van<br />
voorwerpen (ERC 10b, 11b en 12a/b).<br />
Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />
Als de registrant eenmaal de vormen van gebruik en gebruiksomstandigheden van een stof in<br />
kaart heeft gebracht (met inbegrip van het daaropvolgende gebruiksleven in voorwerpen), kunnen<br />
de overeenkomstige milieu-emissiecategorieën worden toegekend aan de vormen van gebruik die<br />
relevant zijn voor de diverse fases van de levenscyclus en de hoofdgebruikersgroepen. De milieuemissiecategorieën<br />
kunnen samen met de productcategorieën de registrant helpen bij het in<br />
voldoende detail uitsplitsen van de markt in gebruiksgroepen.<br />
Als geen van de activiteiten/procescategorieën van toepassing lijkt, kan de fabrikant, importeur of<br />
downstreamgebruiker de aard van de milieukenmerken in zijn eigen woorden beschrijven in plaats<br />
van een van de gedefinieerde categorieën toe te kennen. Het kan echter nuttig zijn om een korte<br />
toelichting op te nemen in het CSR over welke bestaande categorieën in bijlage R.12-4 zijn<br />
overwogen en de reden dat deze dit specifieke geval niet dekken. Met een dergelijke toelichting<br />
wordt het mogelijk om bestaande categorieën te wijzigen of aanvullende categorieën te definiëren<br />
in de volgende versie van het richtsnoer.<br />
Koppeling met Tier 1-emissieschatting<br />
Voor alle milieu-emissiecategorieën is het mogelijk om een Tier 1-standaardschatting (ergste<br />
geval) van de emissie (naar lucht, water, bodem) af te leiden op basis van de<br />
emissieberekeningsmodule en de standaardemissiefactoren die worden gedefinieerd in tabel<br />
R.16-22 van hoofdstuk R.16 van het richtsnoer, bijlage 1. De berekende emissie kan worden<br />
omgezet in een schatting van de blootstelling op lokaal en regionaal niveau (zie Richtsnoer<br />
R.16.3).<br />
Verwacht wordt dat de diverse industriële sectoren specifiekere beschrijvingen zullen ontwikkelen<br />
van de gebruiksomstandigheden die betrekking hebben op het milieu (Specifieke milieuemissiecategorieën<br />
[SPERC’s]), wat leidt tot verfijnde emissiefactoren. Als de SPERC’s eenmaal<br />
beschikbaar zijn, kunnen ze worden gebruikt om emissieschattingen af te leiden die specifiek zijn<br />
voor de sector of het product. Bijlage R.12.4-3 geeft een overzicht van beschikbare SPERC’s (die<br />
moeten worden opgenomen wanneer de industrie de eerste reeks SPERC’s heeft voltooid).<br />
8
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
R.12.3.5. Voorwerpcategorieën [AC]<br />
Definitie en reikwijdte<br />
Een chemische veiligheidsbeoordeling moet niet alleen de vormen van gebruik van een stof<br />
beslaan, maar ook de daaropvolgende fases van de levenscyclus van stoffen die in of op de matrix<br />
van een voorwerp zijn opgenomen. Voor gevaarlijke stoffen die in voorwerpen zijn verwerkt kan de<br />
fabrikant of importeur van de stof het zodoende nodig achten om aan te duiden welke soorten<br />
voorwerpen worden gedekt in de chemische veiligheidsbeoordeling en de<br />
blootstellingsschattingen. De relevantie van de fase van het gebruiksleven wordt aan de hand van<br />
twee voorbeelden toegelicht: i) Voor blootstelling van consumenten of het milieu maakt het uit of<br />
de stof wordt gebruikt bij de textielafwerking van kleding (contact met de huid, veelvuldig wassen)<br />
of als onderdeel van isolatiemateriaal in de bouw. ii) Voor blootstelling van medewerkers en het<br />
milieu maakt het uit of een stof deel uit gaat maken van het gecoate oppervlak van een schip of<br />
staalconstructies in de buitenlucht (stofvorming tijdens het verwijderen van verf door schurende<br />
technieken als regelmatige onderhoudsactiviteit), of dat het deel uit gaat maken van het gecoate<br />
oppervlak van huishoudelijke apparaten (verwijdering van de verf aan het eind van de levensduur<br />
vindt plaats tijdens een industrieel afvalverwerkingsproces).<br />
Bijlage R.12-5.1 geeft een lijst met algemene voorwerpsoorten zonder beoogde emissie, inclusief<br />
voorbeelden van welke voorwerpen onder deze algemene categorie kunnen vallen. De nadruk ligt<br />
op een indeling op basis van het materiaal. Om ook de beschrijving van het gebruiksleven mogelijk<br />
te maken voor complexe voorwerpen die uit meerdere materialen bestaan, zijn ook categorieën<br />
voor voertuigen en apparatuur opgenomen in de lijst. De voorwerpcategorieën corresponderen<br />
met specifieke categorieën van het TARIC 12 -systeem, en dus kan een verdere specificatie worden<br />
gemaakt binnen de CSA op basis van de TARIC-catalogus, als de registrant of<br />
downstreamgebruiker dit nodig acht. Ook kan een aantal van de voorwerpsoorten die als<br />
voorbeeld worden vermeld helpen bij het beschrijven van voorwerpen die voor een specifieke<br />
blootstelling van medewerkers kunnen zorgen, bijv. het dragen van leren en rubberen<br />
handschoenen, voorwerpen voor schurende polijstwerkzaamheden, het verwijderen van coatings<br />
van grote voertuigen, het dragen van geïmpregneerde beschermende kleding.<br />
Bijlage R.12-5.2 geeft een lijst van voorbeelden van voorwerpen met beoogde emissie. Stoffen die<br />
bedoeld zijn vrij te komen moeten in het kader van REACH worden geregistreerd en hebben<br />
zodoende een specifieke status in de gebruiksdescriptorsystemen. Gedurende het<br />
invoeringsproces van REACH kan deze lijst worden aangevuld, maar aangenomen wordt dat het<br />
beperkt blijft tot een aantal afzonderlijke gevallen.<br />
Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />
Op basis van de intern beschikbare kennis en eventueel van klanten verkregen aanvullende<br />
gegevens, kent de fabrikant/importeur een of meer voorwerpcategorieën toe die het type<br />
voorwerpen weergeven waarvan bekend is dat de stof daarin wordt gebruikt (door de laatste<br />
downstreamgebruiker in de keten of door consumenten). Als van een stof niet wordt verwacht dat<br />
deze tijdens het gebruik in voorwerpen wordt opgenomen (bijv. oplosmiddelen, reinigingsmiddelen,<br />
wasmiddelen) hoeft geen voorwerpcategorie te worden toegekend.<br />
Het is niet mogelijk of nodig om alle voorwerpsoorten waarin de stof terecht kan komen in detail te<br />
beschrijven. De registrant moet echter in zijn chemische veiligheidsbeoordeling wel de mogelijke<br />
risico’s van de stof tijdens het gebruiksleven van het voorwerp (en de daaropvolgende fases als<br />
afval) beoordelen en het kan nodig zijn dat hij aan de toevoerketen maatregelen doorgeeft om<br />
emissies uit/blootstelling door voorwerpen te beperken, bijv. emissies van kleur- en<br />
afwerkingschemicaliën uit textiel. De registrant moet dus gegevens voor blootstellingsscenario’s<br />
opstellen voor representatieve voorwerpsoorten die voor zijn stof relevant zijn.<br />
12 Categorieën/codes voor groepen goederen in het kader van de geïntegreerde gegevensbank met douanetarieven<br />
van de Europese Gemeenschap (Taric); http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds/tarhome_en.htm<br />
9
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Als de fabrikant of importeur of de downstreamgebruiker niet in staat is om de juiste<br />
voorwerpcategorie te vinden in bijlage 12-5.1 of specifieker wil zijn, dan kan het gebruik worden<br />
omschreven onder “overige”. Indien mogelijk moet een code (met de bijbehorende bewoordingen)<br />
worden gekozen uit het TARIC-systeem (zie de internetlink op het eind van bijlage R.12-5.1.)<br />
Koppeling met Tier 1-emissieschatting<br />
Voor een aantal voorwerpcategorieën is het mogelijk om een Tier 1-blootstellingsschatting voor<br />
consumenten te geven gebaseerd op het ECETOC TRA-hulpmiddel voor het schatten van<br />
blootstelling voor consumenten. Bijlage R.12-5.3 vermeldt in het bijzonder de voorwerpcategorieën<br />
die kunnen worden beoordeeld met het ECETOC TRA-hulpmiddel.<br />
R.12.3.6. Het specificeren van de technische functie van een stof voor het<br />
veiligheidsgegevensblad<br />
Het specificeren van de technische functie van de stof als zodanig (wat deze daadwerkelijk doet) is<br />
nodig voor paragraaf 1.2 van het veiligheidsgegevensblad voor stoffen die voldoen aan de criteria<br />
om als gevaarlijk te worden aangemerkt. Hiervoor kan de registrant gebruikmaken van de soorten<br />
stoffen die worden vermeld in bijlage R.12-6. Een dergelijke specificatie kan ook bruikbaar zijn om<br />
aan te duiden dat een blootstellingsscenario (of een reeks blootstellingsscenario's) is uitgewerkt<br />
voor een bepaald type stof (bijv. oplosmiddel, pigment).<br />
Volgens bijlage II van REACH moet het gebruik ook voor mengsels worden aangeduid. Er dient te<br />
worden opgemerkt dat het niet nodig is om de technische functie van elke afzonderlijke stof in een<br />
mengsel aan te duiden. Op een veiligheidsgegevensblad voor een mengsel moet alleen het<br />
gebruik van het mengsel als geheel worden beschreven.<br />
R.12.4. Voorbeelden<br />
R.12.4.1. Voorbeelden van het toekennen van vormen van gebruik aan een categorie<br />
van het descriptorsysteem<br />
10
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Tabel R.12-2 licht voor een aantal processen/activiteiten toe welke categorie moet worden<br />
toegekend en welke algemene kenmerken van de gebruiksomstandigheden de categorie omvat.<br />
Het voorbeeld heeft betrekking op vormen van gebruik door medewerkers binnenshuis (industrieel<br />
of professioneel) en beslaat stoffen i) die zijn opgenomen in voorwerpen of ii) die niet zijn<br />
opgenomen in voorwerpen. De voorbeelden laten zien dat meerdere soorten activiteiten kunnen<br />
worden uitgedrukt door een categorie voor de blootstelling van de medewerkers en een categorie<br />
voor de blootstelling van het milieu.<br />
Tabel R.12-2: Voorbeelden van het toekennen van categorieën aan vormen van gebruik door medewerkers<br />
binnenshuis<br />
Voorbeelden voor<br />
proces/activiteit<br />
Het spuiten van verf,<br />
reinigingsmiddelen,<br />
smeermiddelen,<br />
kleefmiddelen<br />
Kleuren en afwerken<br />
van textiel, leer of papier<br />
Coating van vloeren,<br />
schilderen van muren<br />
met kwast of roller,<br />
reinigen/polijsten van<br />
oppervlakken door<br />
wrijven<br />
Mechanisch snijden,<br />
slijpen, boren of polijsten<br />
van voorwerpen<br />
Het mengen van vaste<br />
stoffen en vloeistoffen bij<br />
de batchformulering van<br />
coatings,<br />
reinigingsmiddelen,<br />
kunststofverbindingen,<br />
textielkleurstoffen<br />
Procescategorie uit bijlage R.12-3<br />
en milieu-emissiecategorie uit<br />
bijlage R.12-4<br />
Luchtverstuivingstechnieken, zoals<br />
spuiten (PROC 7 of PROC 11)<br />
Industrieel gebruik of wijdverbreid<br />
professioneel gebruik van een stof<br />
die bedoeld is deel te worden van<br />
een voorwerp (ERC 5/ ERC 8c) of<br />
niet (ERC 4/ERC 8a)<br />
Immersiebewerkingen zoals<br />
onderdompelen en overgieten<br />
(PROC 13)<br />
Industrieel gebruik van stoffen die al<br />
dan niet bedoeld zijn om onderdeel<br />
te worden van een voorwerp (ERC 4<br />
of 5)<br />
Laagenergetische verspreiding, zoals<br />
met een roller, kwast (PROC 10)<br />
Wijdverbreid professioneel gebruik<br />
(ERC 8a of 8c)<br />
Hoogenergetische (mechanische)<br />
veredeling van massieve metalen, en<br />
in materialen of voorwerpen<br />
gebonden stoffen (PROC 24).<br />
Industriële of verspreide verwerking<br />
van voorwerpen door medewerkers<br />
onder omstandigheden die het<br />
vrijkomen bevorderen (ERC 11b of<br />
12)<br />
Gebruik in een gesloten batchproces<br />
(PROC 3) of het mengen in een<br />
batchproces (multistage en/of<br />
aanzienlijk contact) (PROC 5);<br />
bijbehorende overdracht van stoffen<br />
(PROC 8a, 8b en 9)<br />
Formulering van/tot mengsels (ERC<br />
2 of ERC 3)<br />
11<br />
Blootstellingspatroon “gecodeerd”<br />
door de procescategorie en de milieuemissiecategorie.<br />
Stoffen kunnen worden ingeademd als<br />
damp en aerosolen. De energie van de<br />
aerosoldeeltjes kan vragen om specifieke<br />
vormen van blootstellingsbeheersing; bij<br />
coatings kan door overspuiten afvalwater<br />
en afvaloplosmiddel in de lucht<br />
terechtkomen.<br />
De stof wordt op een oppervlak<br />
aangebracht door het voorwerp in een bad<br />
onder te dompelen en het is de bedoeling<br />
dat deze onderdeel wordt van het<br />
voorwerp. De doorgaans geringe vorming<br />
van stof en aerosolen kan gemakkelijk<br />
worden beheerst. Lozing of afvoer van<br />
afvalwater en/of verbruikte baden kan<br />
relevant zijn.<br />
Blootstelling tijdens het uitspreiden van de<br />
stof wordt voornamelijk bepaald door de<br />
eigenschappen ervan (bijv. de dampdruk)<br />
of direct contact met de huid. Vorming van<br />
stof en aerosolen niet waarschijnlijk;<br />
reinigen van apparatuur en machines kan<br />
afvalwater en/of afval opleveren.<br />
Oplosmiddelen kunnen in de lucht<br />
terechtkomen.<br />
Er wordt een aanzienlijke hoeveelheid<br />
thermische of kinetische energie op de stof<br />
toegepast door het slijpen, mechanisch<br />
snijden, boren of schuren. Te verwachten<br />
valt dat er vaste stoffen (poeder) of<br />
dampen vrijkomen. Neerslag moet als<br />
afval worden afgevoerd.<br />
Voornamelijk verwerking in een gesloten<br />
proces (bijv. via afgesloten overdracht)<br />
maar met enige kans op contact (bijv.<br />
tijdens monstername)<br />
Vaste of vloeibare materialen kunnen<br />
vrijkomen in de vorm van damp of stof,<br />
aanzienlijk contact is mogelijk.
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Voorbeelden voor Procescategorie uit bijlage R.12-3 Blootstellingspatroon “gecodeerd”<br />
proces/activiteit en milieu-emissiecategorie uit door de procescategorie en de milieubijlage<br />
R.12-4<br />
emissiecategorie.<br />
Afval of afvalwater afkomstig van het<br />
reinigen van apparatuur is te verwachten.<br />
R.12.4.1.2 Voorbeeld van het systematisch beschrijven van de vormen van gebruik<br />
van een stof<br />
Tabel R.12-3 licht het descriptorsysteem toe vanuit het oogpunt van de levenscyclus. In het<br />
voorbeeld is de stof een pigment dat wordt gebruikt in verven voor houten voorwerpen (voor<br />
gebruik binnen en buiten). De verf (met inbegrip van het pigment) wordt in een multistage<br />
batchproces geproduceerd. Hij wordt door medewerkers aangebracht door middel van spuiten en<br />
kwasten. Consumenten gebruiken de verven die het pigment bevatten ook. Het eventueel<br />
verwijderen van de verf bij renovatie wordt ook door dit voorbeeld gedekt. Tabel R.12-3 geeft een<br />
reeks vragen die een registrant wellicht moet beantwoorden bij het in kaart brengen van de<br />
vormen van gebruik van zijn stof.<br />
Tabel R.12-3: Voorbeeld voor het in het kort beschrijven van enkele vormen van gebruik van een pigment<br />
Vragen voor het in het kort beschrijven van<br />
een gebruik in algemene termen<br />
Welke sectoren van de formuleringsindustrie<br />
kopen de stof? In welke categorieën chemische<br />
producten wordt het gebruikt?<br />
Welke processen worden toegepast tijdens het<br />
mengen/formuleren van de stof?<br />
Wordt de stof als zodanig of in mengsels gebruikt<br />
door industriële medewerkers, professionals of<br />
consumenten?<br />
In welke soort processen wordt de stof als<br />
eindgebruik toegepast (vanuit het oogpunt van de<br />
medewerker)?<br />
PC 9a<br />
Categorie<br />
PROC 3, 8b, 9<br />
ERC 2<br />
SU 3, 21, 22<br />
PROC 7, 10, 11,<br />
13<br />
Toelichting voor een pigment<br />
Verven en coatings<br />
Mengen van het vloeibare mengsel in<br />
een gesloten batchproces, met<br />
inbegrip van overdracht van de stof<br />
Industriële medewerkers,<br />
professionals buiten industriële<br />
locaties en consumenten<br />
Spuiten, borstelen, onderdompelen<br />
Wat zijn de algemene milieukenmerken van deze<br />
vormen van gebruik: gebruik binnen/buiten;<br />
gebruik op een industriële locatie of wijdverbreid<br />
gebruik; stof bedoeld onderdeel te worden van de<br />
matrix van een voorwerp of bedoeld om dienst te<br />
doen als een verwerkingshulpmiddel of bedoeld<br />
te reageren bij gebruik?<br />
In welke consumentenproducten wordt de stof<br />
gebruikt? Wat zijn de algemene milieukenmerken<br />
van deze vormen van gebruik?<br />
Als de stof onderdeel wordt van een voorwerp: In<br />
welke voorwerpen wordt het opgenomen tijdens<br />
het gebruiksleven (en vervolgens als<br />
afvalproduct)?<br />
Als de stof onderdeel wordt van een voorwerp:<br />
Wat zijn de algemene milieukenmerken van de<br />
stof tijdens zijn gebruiksleven: gebruik<br />
binnen/buiten van het voorwerp, lage of hoge<br />
afgifte van de stof uit het voorwerp?<br />
ERC 5<br />
ERC 8c/f<br />
PC 9a<br />
ERC 8c/f<br />
AC 11<br />
ERC 10a/11a<br />
Industriële locaties en wijdverbreid<br />
gebruik, gebruik binnen en buiten.<br />
Stof wordt onderdeel van<br />
voorwerpen.<br />
Verven en coatings voor<br />
consumentengebruik<br />
Houten voorwerpen<br />
Gebruik binnen en buiten, lage afgifte<br />
van de stof uit het voorwerp<br />
Als de stof onderdeel wordt van een voorwerp: ERC 10b/11b Gebruik binnen en buiten, hoge<br />
12
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Vragen voor het in het kort beschrijven van Categorie Toelichting voor een pigment<br />
een gebruik in algemene termen<br />
Zijn er voorspelbare activiteiten met het<br />
voorwerp die leiden tot verwijdering van stoffen<br />
van het oppervlak bij het verwerken of<br />
onderhoud met schurende technieken (bijv.<br />
verfstrippen)<br />
afgifte van de stof uit het voorwerp<br />
R.12.5. Beschrijven van geïdentificeerde vormen van gebruik en het<br />
opstellen van titels voor blootstellingsscenario’s<br />
Het gebruiksdescriptorsysteem kan helpen bij de omschrijving van de geïdentificeerde vormen van<br />
gebruik in paragraaf 3.5 van IUCLID (als onderdeel van het registratiedossier), de bijbehorende<br />
omschrijving van vormen van gebruik in paragraaf 2 van het CSR en het opnemen van<br />
geharmoniseerde, gestructureerde informatie in de korte titels van blootstellingsscenario’s.<br />
Chesar 13 , het CSA-hulpmiddel van <strong>ECHA</strong>, omvat een gebruiksomschrijvingmodule, die een<br />
standaardboomstructuur geeft van de levenscyclus om de vormen van gebruik van een stof in<br />
kaart te brengen (zie figuur R.12-1)<br />
R.12.5.1. In kaart brengen van vormen van gebruik op basis van de structuur van de<br />
levenscyclus<br />
Het documenteren van de activiteiten tijdens de vervaardiging en het gebruik van een stof in een<br />
hiërarchische “boom”-structuur van de levenscyclus vergemakkelijkt het rapporteren en<br />
communiceren met het oog op de toevoerketen, en het maakt de koppeling van vormen van<br />
gebruik aan massastromen van de stof mogelijk, wat nodig is voor de milieubeoordeling. De<br />
“boom” heeft zijn wortels in het vervaardigen van de stof en de takken worden gevormd door het<br />
formuleren van diverse chemische producten. De vormen van gebruik binnen een categorie<br />
chemische producten vertakken op hun beurt in diverse industriële en professionele vormen van<br />
gebruik en vormen van gebruik door consumenten, die mogelijk worden gevolgd door een<br />
gebruiksleven in voorwerpen.<br />
Het gebruiksdescriptorsysteem ondersteunt het documenteren in een hiërarchische structuur<br />
zodanig dat het in feite acht combinaties vertegenwoordigt van fases van de levenscyclus<br />
(vervaardiging, formulering, eindgebruik of gebruiksleven) en de hoofdgebruikersgroepen<br />
(industriële medewerkers, professionals of consumenten) 14 .<br />
Daarnaast kunnen de formulerende sectoren waaraan de fabrikant of importeur een bepaalde stof<br />
levert worden gespecificeerd als marktsectoren (zoals smeermiddelen, reinigingsmiddelen,<br />
kleefmiddelen, coatings, kunststofverbindingen).<br />
Op het niveau van de fase kan de juiste milieu-emissiecategorie worden toegekend, die<br />
vervolgens op alle vormen van gebruik door medewerkers of consumenten van toepassing is die<br />
onder die fase worden vermeld. Onder een fase kunnen alle relevante activiteiten (vormen van<br />
gebruik) met de stof door medewerkers en consumenten worden vermeld en beschreven door er<br />
13 <strong>ECHA</strong> ontwikkelt momenteel een hulpmiddel, Chesar genaamd (Chemical Safety Assessment and Reporting tool) om<br />
registranten te helpen bij de voorbereiding van hun CSA en CSR. <strong>ECHA</strong> probeert begin 2010 een eerste versie van dat<br />
hulpmiddel uit te geven.<br />
14 “Gebruiken” worden gedefinieerd door de activiteiten van medewerkers of consumenten met een stof (inclusief<br />
processen tijdens de vervaardiging van een stof en het verwerken van voorwerpen die een stof bevatten). “Fases”<br />
omvatten één of meer gebruiken in een bepaalde fase van de levenscyclus die worden gekenmerkt door vergelijkbare<br />
gebruiksomstandigheden met i) betrekking tot het milieu en ii) de hoofdgebruikersgroep. Er zijn drie<br />
hoofdgebruikersgroepen en vier fasen. Voor de fasen “vervaardiging” en “formulering” wordt aangenomen dat ze altijd<br />
onder industriële omstandigheden worden uitgevoerd.<br />
13
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
een PROC (activiteiten van werknemers) of PC (consumentenproducten) aan toe te kennen. Let<br />
op: De keuzelijst voor productcategorieën (PC) bevat ook producten die niet relevant zijn voor<br />
gebruik door consumenten.<br />
Vervaardiging/Import<br />
o Vervaardigingsfase [per ERC] [1]<br />
• Processen tijdens de vervaardiging [per PROC]<br />
Marktsector [per PC]<br />
o Formuleringsfase [per ERC] [2]<br />
• Vormen van gebruik voor formulering [per PROC]<br />
o Industrieel‐eindgebruikfase [per ERC en SU] [3]<br />
• Industriële vormen van gebruik [per PROC]<br />
o Professioneel‐eindgebruikfase [per ERC en SU] [4]<br />
• Professionele vormen van gebruik [per PROC]<br />
o Eindgebruikfase consument [per ERC] [5]<br />
• Consumentengebruik [per PC]<br />
o Fase gebruiksleven (consument) [per ERC en AC] [6]<br />
• “Vormen van gebruik” in voorwerpen (door consumenten) [per AC]<br />
o Fase gebruiksleven (industriële werknemers) [per ERC, AC, SU] [7]<br />
• “Vormen van gebruik" in voorwerpen (door industriële<br />
medewerkers)[per AC en PROC]<br />
o Fase gebruiksleven (professionele medewerkers) [per ERC, AC, SU] [8]<br />
• “Vormen van gebruik” in voorwerpen (door professionele<br />
medewerkers) [per AC en PROC]<br />
Figuur R.12-1: Standaardstructuur van de boomweergave van de geïdentificeerde vormen van gebruik<br />
Een registrant kan zijn markt structureren op basis van zijn klanten in de verschillende<br />
formuleringssectoren (per soort product dat door deze sectoren wordt geproduceerd) of<br />
eindgebruiksectoren (per economische sector die uiteindelijk de stof als zodanig of in een mengsel<br />
gebruikt) 15 . Hij kan daarbij gebruikmaken van de PC- en SU-keuzelijsten. Als hij de stof<br />
rechtstreeks aan eindgebruikers verkoopt, kunnen de marktsector en de formuleringsfase<br />
achterwege worden gelaten. Het verdient aanbeveling om te beginnen met een beschrijving van<br />
marktsectoren (per PC) waarvoor de vormen van gebruik in het daaropvolgende proces moeten<br />
worden beschreven.<br />
Voor het beschrijven van de vervaardiging of formulering tot een mengsel als zodanig is het niet<br />
nodig om een eindgebruiksector toe te kennen.<br />
Als blijkt dat de milieuomstandigheden van het gebruik tussen de sectoren onderling sterk<br />
verschillen binnen een fase van de levenscyclus, kan de beoordelaar dezelfde fase van de<br />
levenscyclus opnieuw creëren voor een andere sector van de industrie. Het combineren van ERC<br />
en SU bij de eindgebruikfase kan dus helpen bij het identificeren en beschrijven van<br />
gebruiksomstandigheden die betrekking hebben op het milieukenmerk voor bepaalde sectoren van<br />
de industrie.<br />
Als blijkt dat de beroepsmatige omstandigheden die betrekking hebben op het gebruik door<br />
medewerkers tussen de sectoren onderling sterk verschillen binnen een fase van de levenscyclus,<br />
kan de beoordelaar dezelfde fase van de levenscyclus opnieuw creëren voor een andere sector<br />
van de industrie.<br />
15 De sectoren die preparaten [= mengsels = chemische producten] produceren (= formuleren = mengen) kunnen beter<br />
worden omschreven aan de hand van het type chemisch product dan aan de hand van de NACE-code, aangezien het<br />
NACE-systeem niet voldoende differentiatie toestaat.<br />
14
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
De fase van het gebruiksleven kan worden gekarakteriseerd met milieu-emissiecategorieën (ERC)<br />
en de relevante voorwerpcategorieën (AC).<br />
Onder de fases van het gebruiksleven kunnen activiteiten van medewerkers en consumenten met<br />
bepaalde voorwerpen worden beschreven. Deze activiteiten zijn geen “vormen van gebruik” in de<br />
betekenis van REACH (en zodoende zijn hieraan geen verplichtingen van eindgebruikers<br />
gekoppeld). De registrant is echter wel verplicht om de omstandigheden tijdens het gebruiksleven<br />
in zijn CSR te beschrijven. Het “consumentengebruik” van voorwerpen kan worden omschreven<br />
met een AC, terwijl de activiteiten van medewerkers met voorwerpen kunnen worden beschreven<br />
als een combinatie van een procescategorie (PROC) en de relevante voorwerpcategorieën (AC)<br />
Als blijkt dat de milieuomstandigheden tijdens het gebruiksleven tussen verschillende soorten<br />
voorwerpen sterk verschillen, kan de beoordelaar dezelfde fase van de levenscyclus opnieuw<br />
creëren voor een ander voorwerp (of groep voorwerpen). Het combineren van ERC en AC bij de<br />
fase van de levenscyclus kan dus helpen bij het identificeren en beschrijven van omstandigheden<br />
die betrekking hebben op milieukenmerken voor bepaalde (groepen) voorwerpen.<br />
Let op: De ervaring leert dat de beschrijving van vormen van gebruik uitsluitend op basis van het<br />
gebruiksdescriptorsysteem doorgaans onvoldoende is voor het opzetten en communiceren van<br />
blootstellingsscenario’s. Daarom is als aanvulling doorgaans nadere toelichting nodig bij de<br />
omschrijving van vormen van gebruik.<br />
Figuur R.12-2 laat de vormen van gebruik van een stof zien beschreven in een boomstructuur van<br />
de levenscyclus.<br />
Figuur R.12-2: Toelichting van de omschrijving van het gebruik in een boomstructuur van de levenscyclus<br />
Wordt in een latere fase opgenomen<br />
R.12.5.2. Het opstellen van titels voor blootstellingsscenario’s<br />
De registrant geeft elk blootstellingsscenario in het CSR dat gekoppeld is aan het uitgebreide<br />
veiligheidsgegevensblad een korte titel, waarin wordt aangegeven welke vormen van gebruik door<br />
het blootstellingsscenario worden gedekt. Aangezien blootstellingsscenario’s algemeen (meerdere<br />
vormen van gebruik beslaand) of specifiek (slechts één of enkele vormen van gebruik worden<br />
gedekt) kunnen zijn, kan de titel van de blootstellingsscenario’s dienovereenkomstig variëren:<br />
Een gebruik (zoals gedefinieerd door de registrant) kan onder verschillende omstandigheden<br />
plaatsvinden in verschillende marktsectoren, waardoor verschillende blootstellingsscenario's<br />
nodig kunnen zijn. In dergelijke gevallen kunnen verschillende blootstellingsscenario’s dezelfde<br />
PROC en dezelfde ERC in de titel hebben, elk in combinatie met een andere gebruikssector<br />
(SU). Voor dezelfde categorie consumentenproducten (PC) kunnen verschillende<br />
blootstellingsscenario’s nodig zijn, als de blootstellingsbeoordeling bijvoorbeeld aangeeft dat<br />
de concentratie van de stof in bepaalde consumentenproducten binnen dezelfde categorie 16<br />
beperkt moet worden tot een lagere concentratie.<br />
<br />
Verschillende vormen van gebruik (zoals gedefinieerd door de registrant) kunnen mogelijk in<br />
hetzelfde blootstellingsscenario worden behandeld, als voor al deze vormen van gebruik<br />
dezelfde bedrijfsomstandigheden en risicobeheersmaatregelen gelden. In een dergelijk geval<br />
zou de titel van het blootstellingsscenario de diverse procescategorieën, productcategorieën,<br />
voorwerpcategorieën en of milieu-emissiecategorieën vermelden.<br />
16 Zie productsubcategorieën die kunnen worden beoordeeld met de ECETOC TRA voor consumenten.<br />
15
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
<br />
Voor communicatiedoeleinden kan de registrant ervoor kiezen om alle activiteiten met een stof<br />
die relevant zijn in een bepaalde toevoerketen in slechts één blootstellingsscenario te<br />
vermelden. Zodoende kan het blootstellingsscenario verschillende reeksen<br />
bedrijfsomstandigheden en risicobeheersmaatregelen bevatten die betrekking hebben op<br />
verschillende activiteiten. Er dient echter voor te worden gezorgd dat een dergelijk document<br />
nog steeds begrijpelijk is en relevant voor elke downstreamgebruiker.<br />
Tabel R.12-4: Titelgedeelte van een blootstellingsscenario waarbij de activiteiten van medewerkers worden<br />
behandeld 17<br />
Blootstellingsscenarioformaat (1) voor vormen van gebruik door medewerkers<br />
1. Titel<br />
Vrije korte titel<br />
Systematische titel gebaseerd op<br />
gebruiksdescriptor<br />
Gedekte processen, taken,<br />
activiteiten<br />
R.12.5.3. Beschrijving van de geïdentificeerde vormen van gebruik in IUCLID<br />
Elke registrant is ook verplicht om een korte algemene beschrijving van alle geïdentificeerde<br />
vormen van gebruik op te nemen in zijn technische dossier (zie hoofdstuk 3.5 van IUCLID) 18 en in<br />
paragraaf 2 van het CSR. Het verdient aanbeveling om de korte algemene beschrijving van het<br />
gebruik te baseren op het descriptorsysteem in dit richtsnoer, en (indien relevant) te verwijzen naar<br />
paragraaf 3.5 van IUCLID naar de blootstellingsscenario's in het CSR. Dit is om te garanderen dat<br />
de beschrijving van geïdentificeerde vormen van gebruik en de titel en inhoud van de<br />
blootstellingsscenario's consistent zijn met elkaar. Opmerking: Deze consistentie is een wettelijke<br />
vereiste die is vastgelegd in paragraaf 5.1.1 van bijlage I van REACH.<br />
Het CSA-hulpmiddel Chesar zal een functionaliteit bevatten om geïdentificeerde vormen van<br />
gebruik en de bijbehorende blootstellingsscenario's te rapporteren nadat de beoordelingen zijn<br />
afgerond en de blootstellingsscenario's zijn opgesteld. Een dergelijk rapportageoverzicht van de<br />
vormen van gebruik kan worden opgenomen in paragraaf 2 van het CSR en in paragraaf 3.5 van<br />
IUCLID. De informatie die in paragraaf 3.5 van IUCLID wordt gerapporteerd zal in één aspect<br />
verschillen ten opzichte van wat wordt opgenomen in het CSR: De beschrijving van<br />
daaropvolgende fases van de levenscyclus (gebruiksleven en afval) zal geen onderdeel zijn van<br />
IUCLID 3.5. De reden is dat bijlage VI van REACH wel naar de geïdentificeerde vormen van<br />
gebruik verwijst maar niet naar het daaropvolgende gebruiksleven.<br />
De informatie die in IUCLID 3.5 moet worden gerapporteerd is een korte algemene beschrijving<br />
van de geïdentificeerde vormen van gebruik en een indicatie van of het daaropvolgende<br />
gebruiksleven in voorwerpen plaatsvindt.<br />
Het rapporteren van geïdentificeerde vormen van gebruik in de IUCLID-structuur zal gebaseerd<br />
zijn op de volgende principes:<br />
Het rapport over geïdentificeerde vormen van gebruik is verdeeld in drie blokken, in<br />
overeenstemming met de hoofdgebruikersgroepen: medewerkers in een industriële omgeving<br />
17 Zie voorlopige versie van de bijgewerkte paragraaf D.2.2 (Blootstellingsscenarioformaat) in Deel D van het Richtsnoer<br />
voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling.<br />
18 Zie artikel 10, onder a) iii), van REACH in combinatie met paragraaf 3.5 van bijlage VI.<br />
16
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
(industrieel gebruik); medewerkers in niet-industriële omgevingen (professioneel gebruik),<br />
consumenten (consumentengebruik).<br />
<br />
Per regel moet een unieke naam/titel van het geïdentificeerde gebruik 19 worden vermeld. Elk<br />
geïdentificeerde gebruik wordt gekenmerkt door een aantal gebruiksdescriptors.<br />
o<br />
Voor elk geïdentificeerde gebruik moet een procescategorie (PROC) voor medewerkers<br />
of een productcategorie (PC) voor consumenten worden vermeld. Het is mogelijk om<br />
meerdere procescategorieën (PROC) of productcategorieën (PC) per regel te<br />
vermelden. Dit kan bijvoorbeeld aanvaardbaar zijn als een reeks processen wordt<br />
gedekt door één blootstellingsscenario en één geschatte blootstelling (gebaseerd op<br />
een reeks meetgegevens) die overeenkomt met een dergelijke reeks processen.<br />
Desalniettemin verdient het aanbeveling om in de meeste gevallen maar één categorie<br />
per regel te vermelden om de consistentie met de blootstellingsschatting en het<br />
beschrijven van de risico's in de chemische veiligheidsbeoordeling te garanderen.<br />
o Voor elk geïdentificeerde gebruik moet één of meer milieu-emissiecategorie (ERC)<br />
worden vermeld. Als bijvoorbeeld geen relevante verschillen zijn geïdentificeerd tussen<br />
gebruik binnen en buiten, mogen beide ERC’s door één soort gebruik worden gedekt.<br />
Desalniettemin verdient het aanbeveling om in de meeste gevallen maar één categorie<br />
per regel te vermelden om de consistentie met de blootstellingsschatting en het<br />
beschrijven van de risico's in de chemische veiligheidsbeoordeling te garanderen.<br />
o<br />
Als de marktsector(en) een onderdeel vormt (vormen) van de titel van het<br />
blootstellingsscenario, moet ook deze descriptor worden vermeld (één of meer per<br />
regel). Daarnaast kan elk geïdentificeerde gebruik indien nodig worden beschreven<br />
door één of meer "gebruikssectoren" (SU). Als gevolg hiervan zijn meerdere<br />
vermeldingen per marktsector (beschreven per soort chemisch product, [PC] en<br />
gebruikssector (SU) toegestaan.<br />
<br />
Als een geïdentificeerd gebruik leidt tot het opnemen van een stof in een voorwerp (en/of het<br />
achterblijven van een stof in een opgedroogd mengsel), dan wordt dit aangeduid, aangezien dit<br />
leidt tot de noodzaak om het gebruiksleven van de relevante voorwerpen (of opgedroogde of<br />
uitgeharde mengsels) te beoordelen. De verwachte voorwerpcategorieën (AC) voor het<br />
daaropvolgende gebruiksleven kunnen worden gemeld. Een verdere beschrijving van de<br />
omstandigheden van het gebruiksleven is in het rapport over geïdentificeerde vormen van<br />
gebruik 20 niet nodig.<br />
<br />
Voor elk geïdentificeerde gebruik is het mogelijk om te verwijzen naar het nummer of de vrije<br />
korte titel (één of meer blootstellingsscenario’s) van het blootstellingsscenario dat relevant is<br />
voor dat gebruik. Deze koppeling garandeert dat alle geïdentificeerde vormen van gebruik,<br />
wanneer relevant, door ten minste één blootstellingsscenario worden gedekt.<br />
Tabel R.12-5 toont de kolommen die beschikbaar zijn in paragraaf 3.5 van IUCLID om de<br />
geïdentificeerde vormen van gebruik van een stof te beschrijven met betrekking tot de activiteiten<br />
van industriële medewerkers. Er zijn twee vergelijkbare tabellen beschikbaar voor medewerkers in<br />
niet-industriële omgevingen (professioneel gebruik) en consumenten.<br />
19 “Vrije tekst” naam van het gebruik<br />
20 Opmerking: De fase van het gebruiksleven van een stof in voorwerpen en de fase als afvalproduct zijn geen<br />
“gebruiken” in het kader van REACH.<br />
17
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Tabel R.12-5: Tabel voor het rapporteren van geïdentificeerde vormen van gebruik met betrekking tot<br />
industriële medewerkers in IUCLID<br />
IU<br />
nr<br />
Naam<br />
geïdenti<br />
ficeerd<br />
gebruik<br />
Procesc<br />
ategorie<br />
(PROC)<br />
Milieuemissiec<br />
ategorie<br />
(ERC)<br />
Stof voor<br />
dat<br />
gebruik<br />
toegepast<br />
in de vorm<br />
van…<br />
stof<br />
mengsel<br />
Marktsector<br />
per soort<br />
chemisch<br />
product<br />
(PC)<br />
Gebruik<br />
ssector<br />
(SU)<br />
Daaropvol<br />
gend<br />
gebruiksle<br />
ven<br />
relevant<br />
voor dat<br />
gebruik?<br />
ja/nee<br />
Voorwerp<br />
categorie<br />
(AC) met<br />
betrekking<br />
tot<br />
daaropvol<br />
gend<br />
gebruiksle<br />
ven<br />
Verwijzin<br />
g<br />
blootstell<br />
ingsscen<br />
ario in<br />
het CSR<br />
18
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-1: Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU)<br />
SU 3<br />
SU 21<br />
SU 22<br />
Belangrijkste descriptor: Hoofdgebruikersgroepen<br />
Industrieel gebruik: Gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten* in een industriële omgeving<br />
Consumentengebruik: Particuliere huishoudens (= algemeen publiek = consumenten)<br />
Professioneel gebruik: Publiek domein (administratie, onderwijs, amusement, dienstverlening,<br />
ambachtslieden)<br />
Aanvullende descriptor Eindgebruiksectoren<br />
SU1 Landbouw, bosbouw en visserij A<br />
SU2a Winning van delfstoffen (geen offshore) B<br />
SU2b Offshore-industrie B 6<br />
SU4 Vervaardiging van voedingsmiddelen C 10,11<br />
SU5 Vervaardiging van textiel, leer en bont C 13-15<br />
SU6a Vervaardiging van hout en houtproducten C 16<br />
SU6b Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren C 17<br />
SU7 Drukken en reproduceren van opgenomen media C 18<br />
SU8<br />
Vervaardiging van chemische stoffen op grote schaal (waaronder geraffineerde<br />
aardolieproducten)<br />
NACE 21<br />
codes<br />
C 19.2+20.1<br />
SU9 Vervaardiging van fijnere chemische stoffen C 20.2-20.6<br />
SU 10 Formuleren [mengen] van preparaten en/of ompakken (geen legeringen) C 20.3-20.5<br />
SU11 Vervaardiging van producten van rubber C 22.1<br />
SU12<br />
SU13<br />
Vervaardiging van producten van kunststof, ondermeer door samenstelling of<br />
omvorming<br />
Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, waaronder<br />
gips en cement<br />
SU14 Vervaardiging van metalen in primaire vorm, inclusief legeringen C 24<br />
SU15 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C 25<br />
SU16<br />
Vervaardiging van computers, elektronische en optische producten, elektrische<br />
apparatuur<br />
SU17 Vervaardiging van machines, apparaten, voertuigen en andere<br />
transportmiddelen voor algemeen gebruik<br />
SU18 Vervaardiging van meubelen C 31<br />
SU19 Bouwnijverheid F<br />
SU20 Gezondheidszorg Q 86<br />
C 22.2<br />
C 23<br />
C 26-27<br />
C 28-30,33<br />
SU23 Elektriciteit, stoom, gas- en watervoorziening en afvalwaterzuivering C 35-37<br />
SU24 Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling C72<br />
SU0<br />
Overige<br />
http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/nace_all.html<br />
21 Europese Commissie, Concurrentie: Lijst van NACE-codes (19.11.2007);<br />
http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/nace_all.html<br />
19
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />
lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />
20
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-2.1: Descriptorlijst voor de chemische productcategorie (PC)<br />
PC1<br />
PC2<br />
PC3<br />
PC4<br />
PC7<br />
PC8<br />
PC9a<br />
PC9b<br />
PC9c<br />
PC11<br />
PC12<br />
PC13<br />
PC14<br />
PC15<br />
PC16<br />
PC17<br />
PC18<br />
PC19<br />
PC20<br />
PC21<br />
PC23<br />
PC24<br />
PC25<br />
PC26<br />
PC27<br />
PC28<br />
PC29<br />
PC30<br />
PC31<br />
Chemische productcategorie (PC)<br />
Categorie voor het omschrijven van<br />
marktsectoren (op toevoerniveau) met<br />
betrekking tot alle vormen van gebruik<br />
(medewerkers en consumenten)<br />
Kleefmiddelen, afdichtingsmiddelen<br />
Adsorptiemiddelen<br />
Luchtverfrissers<br />
Antivries- en ontdooimiddelen<br />
Basismetalen en legeringen<br />
Biociden (bijv. desinfecteermiddelen,<br />
bestrijdingsmiddelen)<br />
Coatings en verven, verdunners,<br />
verfafbijtmiddelen<br />
Vulmiddelen, kit, gips, modelleerklei<br />
Vingerverf<br />
Explosieven<br />
Meststoffen<br />
Brandstoffen<br />
Producten voor het behandelen van metalen<br />
oppervlakken, waaronder producten voor het<br />
galvaniseren<br />
Producten voor het behandelen van niet-metalen<br />
oppervlakken<br />
Warmtetransportvloeistoffen<br />
Hydraulische vloeistoffen<br />
Inkt en toners<br />
Tussenproducten<br />
Producten zoals pH-regelaars, uitvlokkings-,<br />
neerslag- en neutraliseermiddelen<br />
Laboratoriumchemicaliën<br />
Producten voor het looien, verven, afwerken,<br />
impregneren en verzorgen van leer<br />
Smeermiddelen, vetten, lossingsmiddelen<br />
Metaalbewerkingsvloeistoffen<br />
Producten voor het kleuren, afwerken en<br />
impregneren van papier en karton: inclusief<br />
bleekmiddelen en andere<br />
verwerkingshulpmiddelen<br />
Gewasbeschermingsmiddelen<br />
Parfums, geurmiddelen<br />
Farmaceutische producten<br />
Fotochemische producten<br />
Glansmiddelen en wasmengsels<br />
21<br />
Voorbeelden en toelichtingen<br />
PC 35 moet worden toegekend aan<br />
desinfecteermiddelen die worden gebruikt in<br />
reinigingsproducten<br />
Hieronder vallen stoffen die permanent met het<br />
metalen oppervlak binden<br />
Bijvoorbeeld voor de behandeling van muren<br />
voor het schilderen.<br />
Deze categorie beslaat<br />
verwerkingshulpmiddelen die in de chemische<br />
industrie worden gebruikt
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Chemische productcategorie (PC)<br />
Categorie voor het omschrijven van<br />
marktsectoren (op toevoerniveau) met<br />
betrekking tot alle vormen van gebruik<br />
Voorbeelden en toelichtingen<br />
(medewerkers en consumenten)<br />
PC32 Polymeerpreparaten en polymeerverbindingen<br />
PC33 Halfgeleiders<br />
Producten voor het kleuren, afwerken en<br />
impregneren van textiel, inclusief bleekmiddelen<br />
PC34 en andere verwerkingshulpmiddelen<br />
Was- en reinigingsmiddelen (inclusief op<br />
PC35 oplosmiddelbasis)<br />
PC36 Wateronthardingsmiddelen<br />
PC37 Chemische stoffen voor de waterzuivering<br />
Las- en soldeermiddelen (met vloeicoatings of<br />
PC38 vloeikernen), vloeimiddelen<br />
PC39 Cosmetica, persoonlijke verzorgingsproducten<br />
PC40 Extractiemiddelen<br />
PC0 Overige (gebruik UCN-codes: zie laatste rij)<br />
http://www.rivm.nl/en/healthanddisease/productsafety/ConsExpo.jsp<br />
http://195.215.251.229/fmi/xsl/spin/SPIN/guide/menuguide.xsl?-db=spinguide&-lay=overview&-view#<br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />
lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />
22
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-2.2: Consumentenproducten die worden behandeld in de ECETOC gerichte risicobeoordeling<br />
Product/Preparaatcategorie<br />
PC1: Kleefmiddelen, afdichtmiddelen<br />
PC3:Luchtverfrissers<br />
PC9a:Coatings, verven 22 , verdunners,<br />
verfafbijtmiddelen<br />
PC9b: Vulmiddelen, kit, gips,<br />
modelleerklei<br />
PC9c: Vingerverven<br />
PC12: Meststoffen<br />
PC13: Brandstoffen<br />
PC24: Smeermiddelen, vetten,<br />
lossingsmiddelen<br />
Product/Preparaat–subcategorie<br />
Lijmen, hobbymatig gebruik<br />
Lijmen, doe-het-zelfgebruik (tapijtlijm, tegellijm, parketlijm)<br />
Lijm uit een spuitbus<br />
Afdichtmiddelen<br />
Luchtverfrissen, directe werking (spuitbussen met<br />
aerosolen)<br />
Luchtverfrissen, continue werking (vast en vloeibaar)<br />
Watergedragen latexmuurverf<br />
Oplosmiddelrijke, watergedragen verf met een hoog vastestofgehalte<br />
Spuitbus met aerosolen<br />
Afbijtmiddelen (verf-, lijm-, behang-,<br />
afdichtmiddelverwijderaars)<br />
Vulmiddelen en kit<br />
Gips en egaliseermiddelen voor vloeren<br />
Modelleerklei<br />
Vingerverven<br />
Preparaten voor gazon en tuin<br />
Vloeistoffen<br />
Vloeistoffen<br />
Pasta’s<br />
Spuitbussen<br />
PC31:Glansmiddelen en wasmengsels Glansmiddelen, was/crème (vloer, meubels, schoenen)<br />
Glansmiddelen, spuitbus (meubels, schoenen)<br />
PC35: Was- en reinigingsmiddelen<br />
Wasmiddelen en vaatwasmiddelen<br />
(inclusief op oplosmiddelbasis)<br />
Reinigingsmiddelen, vloeistoffen (allesreinigers, sanitaire<br />
producten, vloerreinigers, glasreinigers, tapijtreinigers,<br />
metaalreinigers)<br />
Reinigingsmiddelen, spuitflacons (allesreinigers, sanitaire<br />
producten, glasreinigers)<br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
22 Consumentenblootstelling vanuit opgedroogde/uitgeharde verf op voorwerpen is opgenomen in de TRA<br />
blootstellingsschattingen met betrekking tot houten voorwerpen (zie Bijlage R.13-5.3). Hiertoe behoort ook een<br />
blootstellingsschatting voor emissies uit opgedroogde muurverven.<br />
23
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />
lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />
24
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-3: Descriptorlijst voor procescategorieën (PROC)<br />
PROC1<br />
Procescategorieën<br />
Gebruik in een gesloten proces,<br />
blootstelling niet waarschijnlijk<br />
Procescategorieën [PROC]<br />
Voorbeelden en toelichtingen<br />
Gebruik van stoffen in een zeer betrouwbaar, gesloten<br />
systeem met weinig kans op blootstelling; zo worden alle<br />
monsters genomen via gesloten lussystemen<br />
PROC2<br />
PROC3<br />
PROC4<br />
PROC5<br />
Gebruik in een gesloten, continu proces<br />
met incidentele, beheerste blootstelling<br />
Gebruik in een gesloten batchproces<br />
(synthese of formulering)<br />
Gebruik in een batchproces of ander<br />
proces (synthese) met kans op<br />
blootstelling<br />
Mengen in batchprocessen om<br />
preparaten* en voorwerpen te<br />
formuleren (multistage en/of aanzienlijk<br />
contact)<br />
Continu proces waarbij het ontwerp niet specifiek is<br />
gericht op het minimaliseren van emissies<br />
Het is niet een uiterst betrouwbaar systeem en<br />
incidentele blootstelling vindt plaats, bijvoorbeeld tijdens<br />
onderhoud, monstername en breken van uitrusting<br />
Batchvervaardiging van een chemische stof of<br />
formulering, waarbij de behandeling grotendeels op een<br />
gesloten wijze plaatsvindt, bijv. door middel van gesloten<br />
overdracht, maar waarbij er toch enige kans op contact<br />
bestaat, bijvoorbeeld tijdens het nemen van monsters<br />
Gebruik bij batchvervaardiging van een chemische stof<br />
waarbij de kans op blootstelling aanzienlijk is, bijv. tijdens<br />
het vullen, het nemen van monsters of het weg laten<br />
lopen van het materiaal, en waarbij de aard van het<br />
ontwerp waarschijnlijk blootstelling tot gevolg heeft<br />
Vervaardigen of formuleren van chemische producten of<br />
voorwerpen door gebruik te maken van technologieën<br />
waarbij vaste of vloeibare materialen worden gemengd,<br />
waarbij het proces in een aantal fases verloopt en<br />
waarbij in elke fase de kans op aanzienlijk contact<br />
aanwezig is<br />
PROC6 Kalandeerbewerkingen Bewerking van de productmatrix. Onder hoge<br />
temperatuur een groot, blootliggend oppervlak<br />
kalanderen<br />
PROC7 Spuiten in een industriële omgeving Luchtverstuivingstechnieken<br />
PROC8a<br />
Overbrengen van een stof of preparaat<br />
(vullen/leeg laten lopen) van/naar<br />
vaten/grote containers in nietgespecialiseerde<br />
voorzieningen<br />
Spuiten van oppervlaktecoating, kleefmiddelen, glans- en<br />
reinigingsmiddelen, luchtverfrissers, zandstralen<br />
Stoffen kunnen worden ingeademd als aerosolen. De<br />
energie van de aerosoldeeltjes kan vragen om specifieke<br />
vormen van blootstellingsbeheersing; bij coatings kan<br />
door overspuiten afvalwater en afval ontstaan.<br />
Monsters nemen, laden, vullen, overbrengen, dumpen,<br />
verpakken in niet-gespecialiseerde voorzieningen.<br />
Blootstelling te verwachten in verband met stof, damp,<br />
aerosolen of uitvloeiing, evenals bij het reinigen van<br />
apparatuur.<br />
PROC8b<br />
PROC9<br />
Overbrengen van een stof of preparaat<br />
(vullen/leeg laten lopen) van/naar<br />
vaten/grote containers in<br />
gespecialiseerde voorzieningen<br />
Overbrengen van een stof of preparaat<br />
naar kleine containers<br />
(gespecialiseerde vullijn, inclusief<br />
Monsters nemen, laden, vullen, overbrengen, dumpen,<br />
verpakken in gespecialiseerde voorzieningen.<br />
Blootstelling te verwachten in verband met stof, damp,<br />
aerosolen of uitvloeiing, evenals bij het reinigen van<br />
apparatuur.<br />
Vullijnen die speciaal ontworpen zijn om vrijkomende<br />
dampen en aerosolen op te vangen en om uitvloeiing zo<br />
laag mogelijk te houden<br />
25
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
wegen)<br />
Procescategorieën<br />
Procescategorieën [PROC]<br />
Voorbeelden en toelichtingen<br />
PROC10 Met roller of kwast aanbrengen Laagenergetische verspreiding van bijv. coatings<br />
Inclusief het reinigen van oppervlakken. Stoffen kunnen<br />
worden ingeademd als dampen, of kunnen met de huid<br />
in contact komen via druppels, spatten of het werken met<br />
doekjes en het behandelen van bewerkte oppervlakken.<br />
PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen Luchtverstuivingstechnieken<br />
Spuiten van oppervlaktecoating, kleefmiddelen, glans- en<br />
reinigingsmiddelen, luchtverfrissers, zandstralen<br />
Stoffen kunnen worden ingeademd als aerosolen. De<br />
energie van de aerosoldeeltjes kan vragen om specifieke<br />
vormen van blootstellingsbeheersing.<br />
PROC12<br />
Gebruik van schuimmiddelen bij de<br />
vervaardiging van schuim<br />
PROC13 Behandelen van voorwerpen door<br />
onderdompelen of overgieten<br />
PROC14<br />
Productie van preparaten* of<br />
voorwerpen door tabletteren,<br />
comprimeren, extruderen en<br />
pelletiseren<br />
Immersiebewerkingen<br />
Behandeling van voorwerpen door onderdompelen,<br />
overgieten, immersie, weken, uitwassen of inwassen van<br />
stoffen; met inbegrip van koudeformatiemallen of<br />
harsmallen. Onder meer behandeling van bewerkte<br />
objecten (na het verven, galvaniseren, etc.).<br />
De stof wordt op een oppervlak aangebracht met behulp<br />
van laagenergetische technieken, zoals het<br />
onderdompelen van het voorwerp in een bad of het<br />
uitstorten van een preparaat op een oppervlak.<br />
Het verwerken van preparaten en/of stoffen (vloeibaar en<br />
vast) tot preparaten of voorwerpen. Stoffen in de<br />
chemische matrix kunnen bloot komen te staan aan<br />
omstandigheden met een verhoogde mechanische en/of<br />
thermische energie. De blootstelling hangt voornamelijk<br />
samen met vluchtige stoffen en/of vrijkomende dampen.<br />
Daarnaast kan stof worden gevormd.<br />
PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens Gebruik van stoffen in een klein laboratorium (< 1 l of 1<br />
kg aanwezig op de werkplek). Grotere laboratoria en<br />
O&O-installaties worden tot de industriële processen<br />
gerekend.<br />
PROC16<br />
PROC17<br />
Gebruik van materiaal als brandstof, er<br />
is geringe blootstelling aan nietverbrande<br />
producten te verwachten<br />
Smeren onder hoogenergetische<br />
omstandigheden en in een deels open<br />
proces<br />
Bestrijkt het gebruik van materialen als brandstof (met<br />
inbegrip van additieven) waarbij een geringe blootstelling<br />
aan het product in onverbrande vorm te verwachten valt.<br />
Bestrijkt niet de blootstelling als gevolg van uitvloeiing of<br />
verbranding.<br />
Smeren onder hoogenergetische omstandigheden<br />
(temperatuur, wrijving) tussen bewegende delen en de<br />
stof; een aanzienlijk deel van het proces is toegankelijk<br />
voor medewerkers.<br />
De metaalbewerkingsvloeistof kan aerosolen of dampen<br />
vormen vanwege snel bewegende metalen onderdelen.<br />
PROC18 Invetten onder hoogenergetische Gebruik als smeermiddel als er voldoende energie of een<br />
26
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
omstandigheden<br />
Procescategorieën<br />
Procescategorieën [PROC]<br />
Voorbeelden en toelichtingen<br />
voldoende hoge temperatuur wordt toegepast tussen de<br />
stof en de bewegende delen<br />
PROC19<br />
Handmatig mengen met intiem contact<br />
en uitsluitend persoonlijke<br />
beschermingsmiddelen beschikbaar.<br />
Heeft betrekking op beroepen waarbij intiem en beoogd<br />
contact met de stoffen plaatsvindt, terwijl er geen sprake<br />
is van specifieke beheersing van de blootstelling,<br />
behalve persoonlijke beschermingsmiddelen.<br />
PROC20<br />
PROC21<br />
PROC22<br />
PROC23<br />
PROC24<br />
Warmte- en druktransportvloeistoffen in Motoroliën, remvloeistoffen<br />
dispergerende maar gesloten systemen<br />
Ook bij deze toepassingen kan het smeermiddel bloot<br />
voor professioneel gebruik<br />
komen te staan aan hoogenergetische omstandigheden<br />
en kunnen tijdens het gebruik chemische reacties<br />
optreden. Onbruikbare vloeistoffen dienen als afval te<br />
worden verwijderd. Door herstel en onderhoud kunnen<br />
de stoffen in contact komen met de huid.<br />
Laagenergetische bewerking van in<br />
materialen en/of voorwerpen gebonden<br />
stoffen<br />
Mogelijk gesloten bewerking met<br />
mineralen/metalen bij hogere<br />
temperaturen<br />
Industriële omgeving<br />
Open bewerking en overdracht met<br />
mineralen/metalen bij hogere<br />
temperaturen<br />
Hoogenergetische (mechanische)<br />
veredeling van in materialen of<br />
voorwerpen gebonden stoffen<br />
Handmatig snijden, koudwalsen of assembleren/uit<br />
elkaar halen van een materiaal/voorwerp (met inbegrip<br />
van metalen in massieve vorm), met als mogelijk gevolg<br />
dat er vezels, metaaldampen of stof vrijkomen<br />
Activiteiten bij smelterijen, ovens, raffinaderijen,<br />
cokesovens.<br />
Blootstelling aan stof en dampen is te verwachten.<br />
Emissie uit directe koeling kan relevant zijn.<br />
Zand- en vormgieten, tappen en gieten van gesmolten<br />
vaste stoffen, egaliseren van gesmolten vaste stoffen,<br />
ontslakken van gesmolten vaste stoffen, thermisch<br />
verzinken, egaliseren van gesmolten vaste stoffen in<br />
bestrating.<br />
Blootstelling aan stof en dampen is te verwachten<br />
Er wordt een aanzienlijke hoeveelheid thermische of<br />
kinetische energie op de stof toegepast (met inbegrip<br />
van metalen in massieve vorm) door het<br />
warmwalsen/vormen, slijpen, mechanisch snijden, boren<br />
of schuren. De te verwachten blootstelling is<br />
voornamelijk in de vorm van stof. Emissie van stof of<br />
aerosolen als gevolg van directe koeling is te<br />
verwachten.<br />
PROC25 Overige hittebewerking van metalen Lassen, solderen, gutsen, hardsolderen, snijbranden<br />
PROC26<br />
Verwerking van vaste anorganische<br />
stoffen bij omgevingstemperatuur<br />
PROC27a Productie van metaalpoeders<br />
(hittebewerking)<br />
PROC27b Productie van metaalpoeders (natte<br />
Blootstelling wordt voornamelijk verwacht in de vorm van<br />
dampen en gassen.<br />
Overdracht en verwerking van erts, concentraten, ruwe<br />
metaaloxides en schroot, verpakken, uitpakken, mengen<br />
en afwegen van metaalpoeders of andere mineralen 23<br />
Productie van metaalpoeders door verhitte<br />
metallurgische processen (atomiseren, droge<br />
dispersie) 24<br />
Productie van metaalpoeders door middel van natte<br />
23 geen overeenkomstig TRA-item<br />
24 geen overeenkomstig TRA-item<br />
27
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Procescategorieën [PROC]<br />
Procescategorieën<br />
Voorbeelden en toelichtingen<br />
bewerking) metallurgische processen (elektrolyse, natte dispersie) 25<br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />
lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />
25 geen overeenkomstig TRA-item<br />
28
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-4.1: Beschrijving voor milieu-emissiecategorieën (ERC)<br />
ERC-<br />
NUMMER<br />
Naam<br />
Omschrijving<br />
ERC1 Vervaardiging van stoffen Vervaardiging van organische en anorganische stoffen in<br />
chemische, petrochemische, primaire metaal- en mineralen<br />
industrie, met inbegrip van tussenproducten, monomeren met<br />
gebruik van continue processen of batchprocessen waarbij<br />
speciale apparatuur wordt gebruikt of apparatuur die voor<br />
meerdere doeleinden geschikt is, hetzij technisch aangestuurd,<br />
hetzij handmatig bediend<br />
ERC2<br />
Formulering van<br />
preparaten*<br />
Mengen van stoffen tot (chemische) preparaten in alle soorten<br />
formuleringsindustrie, zoals verf- en doe-het-zelfproducten,<br />
pigmentpasta, brandstoffen, huishoudelijke producten<br />
(schoonmaakproducten), smeermiddelen, etc.<br />
ERC3 Formulering in materialen Mengen van stoffen die fysisch of chemisch worden gebonden<br />
in of op een matrix (materiaal) zoals kunststofadditieven in<br />
kleurconcentraten of kunststofverbindingen. Bijvoorbeeld<br />
weekmakers of stabilisators in PVC kleurconcentraten of<br />
producten, kristalgroeiregulatoren in fotografische films etc.<br />
ERC4<br />
ERC5<br />
ERC6a<br />
ERC6b<br />
Industrieel gebruik van<br />
verwerkingshulpmiddelen in<br />
processen en producten die<br />
geen onderdeel worden<br />
van voorwerpen<br />
Industrieel gebruik dat leidt<br />
tot opname in of op een<br />
matrix<br />
Industrieel gebruik dat<br />
resulteert in de<br />
vervaardiging van een<br />
andere stof (gebruik van<br />
tussenproducten)<br />
Industrieel gebruik van<br />
reactieve<br />
verwerkingshulpmiddelen<br />
Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in continue<br />
processen of batchprocessen waarbij speciale apparatuur wordt<br />
gebruikt of apparatuur die voor meerdere doeleinden geschikt<br />
is, hetzij technisch aangestuurd, hetzij handmatig bediend.<br />
Bijvoorbeeld oplosmiddelen die in chemische reacties worden<br />
gebruikt of het ‘gebruik’ van oplosmiddelen tijdens het<br />
opbrengen van verven, smeermiddelen in<br />
metaalverwerkingsvloeistoffen, anti-set-offmiddelen bij het<br />
gieten van polymeren.<br />
Industrieel gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten<br />
(niet-verwerkingshulpmiddelen) die fysisch of chemisch worden<br />
gebonden in of op een matrix (materiaal) zoals een bindmiddel<br />
in verven en coatings of kleefmiddelen, kleurstoffen in textielen<br />
leerproducten, metalen in coatings die worden opgebracht<br />
door middel van galvaniseerprocessen. De categorie beslaat<br />
stoffen in voorwerpen met een specifieke functie en ook stoffen<br />
die in het voorwerp achterblijven nadat deze in een eerdere<br />
fase van de levenscyclus zijn gebruikt als<br />
verwerkingshulpmiddel (bijv. warmtestabilisatoren bij de<br />
verwerking van kunststoffen).<br />
Vervaardiging van tussenproducten in voornamelijk de<br />
chemische industrie met gebruik van continue processen of<br />
batchprocessen waarbij speciale apparatuur wordt gebruikt of<br />
apparatuur die voor meerdere doeleinden geschikt is, hetzij<br />
technisch aangestuurd, hetzij handmatig bediend, voor de<br />
synthese (vervaardiging) van andere stoffen. Bijvoorbeeld het<br />
gebruik van chemische bouwblokken (grondstoffen) bij de<br />
synthese van landbouwchemicaliën, farmaceutische producten,<br />
monomeren, etc.<br />
Industrieel gebruik van reactieve verwerkingshulpmiddelen in<br />
continue processen of batchprocessen waarbij speciale<br />
apparatuur wordt gebruikt of apparatuur die voor meerdere<br />
doeleinden geschikt is, hetzij technisch aangestuurd, hetzij<br />
handmatig bediend. Bijvoorbeeld het gebruik van<br />
bleekmiddelen in de papierindustrie.<br />
29
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
ERC- Naam Omschrijving<br />
NUMMER<br />
ERC6c<br />
ERC6d<br />
ERC7<br />
ERC8a<br />
ERC8b<br />
ERC8c<br />
ERC8d<br />
ERC8e<br />
ERC8f<br />
Industrieel gebruik van<br />
monomeren voor de<br />
vervaardiging van<br />
thermoplasten<br />
Industrieel gebruik van<br />
procesregulatoren voor<br />
polymerisatieprocessen bij<br />
de productie van harsen,<br />
rubbers, polymeren<br />
Industrieel gebruik van<br />
stoffen in gesloten<br />
systemen<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(binnen) van<br />
verwerkingshulpmiddelen in<br />
open systemen<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(binnen) van reactieve<br />
stoffen in open systemen<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(binnen) dat leidt tot<br />
opname in of op een matrix<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(buiten) van<br />
verwerkingshulpmiddelen in<br />
open systemen<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(buiten) van reactieve<br />
stoffen in open systemen<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(buiten) dat leidt tot<br />
opname in of op een matrix<br />
Industrieel gebruik van monomeren bij de productie van<br />
polymeren, plastics (thermoplasten), polymerisatieprocessen.<br />
Bijvoorbeeld het gebruik van vinylchloridemonomeren bij de<br />
productie van PVC.<br />
Industrieel gebruik van chemicaliën (crosslinkende middelen,<br />
uithardingsmiddelen) bij de productie van thermohardende<br />
kunststoffen en rubbers, verwerking van polymeren.<br />
Bijvoorbeeld het gebruik van styreen bij de productie van<br />
polyester of vulkaniserende middelen bij de productie van<br />
rubbers.<br />
Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen. Gebruik in<br />
gesloten apparatuur, zoals het gebruik van vloeistoffen in<br />
hydraulische systemen, koelvloeistoffen in koelkasten en<br />
smeermiddelen in motors en diëlektrische vloeistoffen in<br />
elektrische transformators en olie in warmtewisselaars. Er wordt<br />
geen bedoeld contact tussen functionele vloeistoffen en<br />
producten voorzien en zodoende worden lage emissies via<br />
afvalwater en afvallucht verwacht.<br />
Gebruik binnenshuis van verwerkingshulpmiddelen op grote<br />
schaal door het publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt<br />
(doorgaans) tot directe emissie in het milieu/rioleringssysteem,<br />
bijvoorbeeld wasmiddelen bij het wassen van textiel,<br />
wasvloeistoffen voor wasmachines en toiletreinigers,<br />
verzorgingsproducten voor auto’s en fietsen (glansmiddelen,<br />
smeermiddelen, ontdooimiddelen), oplosmiddelen in verven en<br />
kleefmiddelen of geurstoffen en aerosolverspreiders in<br />
luchtverfrissers.<br />
Gebruik binnenshuis van reactieve stoffen op grote schaal door<br />
het publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt (doorgaans)<br />
tot directe emissie in het milieu, bijvoorbeeld<br />
natriumhypochloriet in toiletreinigingsmiddelen, bleekmiddelen<br />
in wasproducten, waterstofperoxide in<br />
gebitsverzorgingsproducten.<br />
Gebruik van stoffen binnenshuis (geen<br />
verwerkingshulpmiddelen) op grote schaal door het publiek of<br />
professioneel gebruik, die fysisch of chemisch worden<br />
gebonden in of op een matrix (materiaal) zoals bindmiddelen in<br />
verven en coatings of kleefmiddelen, kleurstoffen voor textiel.<br />
Gebruik buiten van verwerkingshulpmiddelen op grote schaal<br />
door het publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt<br />
(doorgaans) tot directe emissie in het milieu, bijvoorbeeld<br />
verzorgingsproducten voor auto’s en fietsen (glansmiddelen,<br />
smeermiddelen, ontdooimiddelen, schoonmaakmiddelen),<br />
oplosmiddelen in verven en kleefmiddelen.<br />
Gebruik (buiten) van reactieve stoffen op grote schaal door het<br />
publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt (doorgaans) tot<br />
directe emissie in het milieu, bijvoorbeeld, het gebruik van<br />
natriumhypochloriet of waterstofperoxide bij het reinigen van<br />
oppervlakken (bouwmaterialen)<br />
Gebruik van stoffen buiten (niet-verwerkingshulpmiddelen) op<br />
grote schaal door het publiek, of professioneel gebruik, die<br />
fysisch of chemisch worden gebonden in of op een matrix<br />
(materiaal) zoals bindmiddelen in verven en coatings of<br />
kleefmiddelen.<br />
30
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
ERC-<br />
NUMMER<br />
ERC9a<br />
ERC9b<br />
ERC10a<br />
ERC10b<br />
ERC11a<br />
ERC11b<br />
ERC12a<br />
ERC12b<br />
Naam<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(binnen) van stoffen in<br />
gesloten systemen<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(buiten) van stoffen in<br />
gesloten systemen<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(buiten) van voorwerpen<br />
met een lange levensduur<br />
en materialen met lage<br />
emissie<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(buiten) van voorwerpen<br />
met een lange levensduur<br />
en materialen met hoge of<br />
beoogde emissie<br />
(waaronder schurende<br />
verwerking)<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(binnen) van voorwerpen<br />
met een lange levensduur<br />
en materialen met lage<br />
emissie<br />
Wijdverbreid gebruik<br />
(binnen) van voorwerpen<br />
met een lange levensduur<br />
en materialen met hoge of<br />
beoogde emissie<br />
(waaronder schurende<br />
verwerking)<br />
Industriële verwerking van<br />
voorwerpen met schurende<br />
technieken (lage emissie)<br />
Industriële verwerking van<br />
voorwerpen met schurende<br />
technieken (hoge emissie)<br />
31<br />
Omschrijving<br />
Gebruik binnenshuis van stoffen op grote schaal door het<br />
publiek of professioneel gebruik (kleinschalig) in gesloten<br />
systemen. Gebruik in gesloten apparatuur, zoals het gebruik<br />
van koelvloeistoffen in koelkasten, of elektrische<br />
verwarmingssystemen die olie gebruiken.<br />
Gebruik van stoffen (buiten) op grote schaal door het publiek of<br />
professioneel gebruik (kleinschalig) in gesloten systemen.<br />
Gebruik in gesloten systemen, zoals het gebruik van<br />
hydraulische vloeistoffen in ophanging van auto's,<br />
smeermiddelen in motorolie en remvloeistoffen in remsystemen<br />
van auto's.<br />
Lage emissie van stoffen die tijdens hun gebruiksleven bij<br />
gebruik buiten zijn opgenomen in of op voorwerpen en<br />
materialen, zoals metalen, houten en kunststof bouwmaterialen<br />
(goten, afvoeren, kozijnen, etc.)<br />
Stoffen opgenomen in of op voorwerpen en materialen met<br />
hoge of beoogde emissie tijdens hun gebruiksleven door<br />
gebruik buiten. Bijvoorbeeld banden, behandelde houten<br />
producten, behandeld textiel en stof zoals zonneschermen en<br />
parasols en meubels, zinkanodes in de commerciële en<br />
pleziervaart, en remblokken in vrachtwagens of auto's.<br />
Hieronder valt ook de emissie uit de matrix van een voorwerp<br />
als gevolg van verwerking door medewerkers. Dit zijn<br />
processen die doorgaans verband houden met PROC 21, 24,<br />
25, bijvoorbeeld: Schuren van gebouwen (bruggen, gevels) of<br />
voertuigen (schepen).<br />
Stoffen opgenomen in of op voorwerpen en materialen met lage<br />
emissie tijdens hun gebruiksleven door gebruik binnenshuis.<br />
Bijvoorbeeld vloeren, meubels, speelgoed, bouwmateriaal,<br />
gordijnen, schoeisel, leerproducten, papier- en kartonproducten<br />
(tijdschriften, boeken, kranten en inpakpapier), elektronische<br />
apparatuur (behuizing).<br />
Stoffen opgenomen in of op voorwerpen en materialen met<br />
hoge of beoogde emissie tijdens hun gebruiksleven door<br />
gebruik binnenshuis. Bijvoorbeeld: emissie uit stoffen, textiel<br />
(kleding, tapijten) tijdens het wassen. Hieronder valt ook de<br />
emissie uit de matrix van een voorwerp als gevolg van<br />
verwerking door medewerkers. Dit zijn processen die<br />
doorgaans verband houden met PROC 21, 24, 25, bijvoorbeeld<br />
het verwijderen van verven binnenshuis.<br />
Stoffen die zijn opgenomen in of op voorwerpen en materialen<br />
komen (al dan niet bedoeld) vrij uit de matrix van een voorwerp<br />
als gevolg van verwerking door medewerkers. Deze processen<br />
houden doorgaans verband met PROC 21, 24, 25. Processen<br />
waarbij het verwijderen van materiaal beoogd is, maar waarbij<br />
de verwachte emissie laag blijft, zijn bijvoorbeeld: het knippen<br />
van textiel, knippen, machinaal bewerken of slijpen van metaal<br />
of polymeren in de technische industrie.<br />
Stoffen die zijn opgenomen in of op voorwerpen en materialen<br />
komen (al dan niet bedoeld) vrij uit de matrix van een voorwerp<br />
als gevolg van verwerking door medewerkers. Deze processen<br />
houden doorgaans verband met PROC 21, 24, 25. Processen<br />
waarbij het verwijderen van materiaal beoogd is en grote<br />
hoeveelheden stof kunnen worden verwacht, zijn bijvoorbeeld:
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
ERC- Naam Omschrijving<br />
NUMMER<br />
schuurwerkzaamheden of verfstrippen door gritstralen.<br />
Overige milieukenmerken:<br />
gaarne specificeren<br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />
lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />
32
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-4.2: Gebruikskenmerken per milieu-emissiecategorie<br />
ERC<br />
Fase<br />
levenscyclus<br />
Mate van<br />
beslotenheid<br />
Beoogd technisch lot<br />
van de stof<br />
Verspreiding van<br />
emissiebronnen<br />
Binnen/buiten<br />
1 Vervaardiging Open-gesloten Industrieel Binnen n.v.t.<br />
2 Formulering Open-gesloten Niet opgenomen in<br />
matrix<br />
Industrieel Binnen n.v.t.<br />
3 Formulering Open-gesloten Opname in/op matrix Industrieel Binnen n.v.t.<br />
4 Eindgebruik Open-gesloten Verwerkingshulpmiddel Industrieel Binnen n.v.t.<br />
5 Eindgebruik Open-gesloten Opname in/op matrix Industrieel Binnen n.v.t.<br />
6a Eindgebruik Open-gesloten Tussenproducten Industrieel Binnen n.v.t.<br />
6b Eindgebruik Open-gesloten Reactief<br />
verwerkingshulpmiddel<br />
6c Eindgebruik Open-gesloten Monomeren voor<br />
polymeren<br />
6d Eindgebruik Open-gesloten Monomeren voor<br />
rubbers of<br />
thermohardende<br />
kunststoffen<br />
7 Eindgebruik Gesloten<br />
systeem<br />
Industrieel Binnen n.v.t.<br />
Industrieel Binnen n.v.t.<br />
Industrieel Binnen n.v.t.<br />
Verwerkingshulpmiddel Industrieel Binnen n.v.t.<br />
8a Eindgebruik Open-gesloten Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />
8b Eindgebruik Open-gesloten Reactie bij gebruik Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />
8c Eindgebruik Open-gesloten Opname in/op matrix Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />
8d Eindgebruik Open-gesloten Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />
8e Eindgebruik Open-gesloten Reactie bij gebruik Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />
8f Eindgebruik Open-gesloten Opname in/op matrix Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />
9a Eindgebruik Gesloten<br />
systemen<br />
9b Eindgebruik Gesloten<br />
systemen<br />
Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />
Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />
10a Gebruiksleven Open Opname in/op matrix Wijdverbreid Buiten Laag<br />
10b Gebruiksleven Open Opname in/op matrix<br />
Verwijdering uit matrix<br />
Wijdverbreid Buiten Hoog<br />
11a Gebruiksleven Open Opname in/op matrix Wijd verspreid Binnen Laag<br />
11b Gebruiksleven Open Opname in/op matrix<br />
Verwijdering uit matrix<br />
12a Gebruiksleven Open-gesloten Verliezen uit matrix<br />
tijdens de verwerking<br />
van het voorwerp<br />
12b Gebruiksleven Open-gesloten Verliezen uit matrix<br />
tijdens de verwerking<br />
van het voorwerp<br />
Wijdverbreid Binnen Hoog<br />
Industrieel Binnen Laag<br />
Industrieel Binnen Hoog<br />
Bevordering<br />
van emissie<br />
tijdens<br />
gebruiksleven<br />
33
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-4.3: Overzicht van de beschikbare Specifieke Milieu-emissiecategorieën (SPERC’s)<br />
Wordt in een latere fase opgenomen<br />
34
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-5.1: Descriptorlijst voor stoffen in voorwerpen (AC)<br />
Voorwerpcategorieën, geen beoogde emissie (AC)<br />
Voorwerpcategorieën (en niet-uitputtende voorbeelden) voor het beschrijven<br />
van het soort artikel waarin de stof tijdens het gebruiksleven en als afval is<br />
opgenomen<br />
Categorieën van complexe voorwerpen<br />
Bijbehorende<br />
TARIChoofdstukken<br />
AC1 Voertuigen 86-89<br />
Voorbeelden: Vrachtwagens, personenwagens en motorfietsen, fietsen, driewielers<br />
en bijbehorende transportuitrusting; overige voertuigen: Spoorvoertuigen,<br />
luchtvaartuigen, schepen, boten<br />
AC2 Machines, mechanische apparatuur, elektrische/elektronische voorwerpen 84/85<br />
Voorbeelden: Machines en mechanische apparatuur; elektrische en elektronische<br />
voorwerpen, bijv. computers, video- en geluidsopnameapparatuur,<br />
communicatieapparatuur; lampen en verlichting; camera’s; koelkast, vaatwasser,<br />
wasmachines<br />
AC3 Elektrische batterijen en accu’s 8506/07<br />
Categorieën van op materiaal gebaseerde voorwerpen<br />
AC4 Steen, gips, cement, glazen en keramische voorwerpen 68/69/70<br />
Voorbeelden: Glazen en keramische voorwerpen: bijv. eetgerei, drinkglazen, potten,<br />
pannen, voedselverpakkingen, bouw- en isolatievoorwerpen; natuurlijk of kunstmatig<br />
schuurpoeder of –korrels, op basis van textielmateriaal of papier of karton of andere<br />
materialen<br />
AC5 Stoffen, textiel en kleding 50-63, 94/95<br />
, Voorbeelden: Kleding, beddengoed, matrassen, gordijnen, stoffering,<br />
tapijt/vloerbedekking, autostoelen, speelgoed van textiel<br />
AC6 Producten van leer 41-42, 64, 94<br />
Voorbeelden: Handschoenen, portemonnee, portefeuille, schoeisel, meubels<br />
AC7 Producten van metaal 71, 73-83, 95<br />
Voorbeelden: Bestek, kookgerei, potten, pannen, sieraden, speelgoed, meubels,<br />
bouwproducten<br />
AC8 Producten van papier 48-49<br />
Voorbeelden: Producten van papier: tissues, handdoeken, wegwerpserviezen,<br />
luiers, producten voor de vrouwelijke hygiëne, incontinentieproducten voor<br />
volwassenen, schrijfpapier, papieren kantoorbenodigdheden, gedrukte<br />
papierproducten; bijv, kranten, boeken, tijdschriften, fotoafdrukken; behang<br />
AC10 Producten van rubber 40, 64, 95<br />
Voorbeelden: Banden, vloeren, handschoenen, schoeisel, speelgoed<br />
AC11 Producten van hout 44, 94/95<br />
Voorbeelden: Vloeren, muren, meubels, speelgoed, bouwproducten<br />
AC13 Producten van kunststof 39, 94/95, 85/86<br />
Voorbeelden: Kunststof eetgerei, voedselopslagproducten, voedselverpakking,<br />
babyflesjes; vloeren, speelgoed, meubels, kleine kunststof producten voor dagelijks<br />
gebruik, zoals ballpoints, pc, mobiele telefoon, bouwproducten<br />
Overige (gebruik TARIC-codes: zie laatste rij)<br />
http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds/tarhome_en.htm<br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
35
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-5.2: Voorwerpen met beoogd vrijkomen van stoffen<br />
Gebruiksdescriptor voor voorwerpen met beoogd vrijkomen van stoffen<br />
Descriptor gebaseerd op een indicatieve lijst voorbeelden<br />
AC30 Overige voorwerpen met beoogd vrijkomen van stoffen, gaarne specificeren 26<br />
AC31 Geparfumeerde kleding<br />
AC32 Geparfumeerde gum<br />
AC33 Item is verwijderd na de REACH-CA-bijeenkomst in maart 2008<br />
AC34 Geparfumeerd speelgoed<br />
AC35 Geparfumeerde papierwaren<br />
AC36 Geparfumeerde cd’s<br />
AC38 Verpakkingsmateriaal voor metalen onderdelen, waaruit vet en/of roestwerende middelen vrijkomen<br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
26 Zie de vorige voetnoot; bedenk dat voorwerpen ook tot blootstelling tijdens het werk kunnen leiden, vooral als het<br />
gaat om schuurmiddelen (zie PROC 21 en 24) en handelingen waarbij warmte wordt gebruikt (PROC 25). Elektrodes<br />
voor lassen en solderen worden als preparaat vermeld onder PC38.<br />
36
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-5.3: Consumentenproducten die worden behandeld in de ECETOC gerichte risicobeoordeling<br />
Voorwerpcategorie<br />
AC5: Stoffen, textiel en kleding<br />
AC6: Producten van leer<br />
AC8: Producten van papier<br />
AC10: Producten van rubber<br />
AC11: Producten van hout<br />
Voorwerp–subcategorie in TRA voor consumentenblootstelling<br />
Kleding (alle soorten materialen), handdoeken<br />
Beddengoed, matrassen<br />
Speelgoed (knuffelbeesten)<br />
Autostoel, stoel, vloerbedekking<br />
Portemonnee, portefeuille, stuurbekleding (auto)<br />
Schoeisel (schoenen, laarzen)<br />
Meubels (bank)<br />
Luiers<br />
Maandverband<br />
Tissues, papieren handdoekjes, vochtige tissues, toiletpapier<br />
Gedrukt papier (kranten, tijdschriften, boeken)<br />
Rubberen handvatten, banden<br />
Vloerbedekking<br />
Schoeisel (schoenen, laarzen)<br />
Rubberen speelgoed<br />
Meubels (stoel)<br />
Muren en vloerbedekking (ook van toepassing op niet-houten<br />
materiaal)<br />
Klein speelgoed (auto, trein)<br />
Speelgoed, uitrusting voor buitengebruik<br />
Kunststof, grotere voorwerpen (kunststof stoel, PVC-vloeren,<br />
AC13: Producten van kunststof<br />
grasmaaier, pc)<br />
Speelgoed (pop, auto, dieren, bijtringen)<br />
Kunststof, kleine voorwerpen (ballpoint, mobiele telefoon)<br />
Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />
beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />
gebruik.<br />
37
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Bijlage R.12-6: Lijst van functionele categorieën (optioneel, indien nodig) 27<br />
Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />
voorwerp<br />
Functie<br />
Aerosolverstuivers<br />
Middelen die gassen of<br />
vloeistoffen adsorberen en<br />
absorberen<br />
Anticondensmiddelen<br />
Antivriesmiddelen<br />
Anti-set off- en<br />
kleefmiddelen<br />
Antistatische middelen<br />
Bindmiddelen<br />
Toelichting<br />
Samengedrukte of vloeibaar gemaakte gassen waarin stoffen zijn<br />
opgelost of gesuspendeerd die uit een houder worden gespoten na<br />
ontlading van inwendige druk door uitzetting van het gas<br />
Stoffen die worden gebruikt om gassen of vloeistoffen te absorberen of<br />
adsorberen: filtermaterialen/media: moleculaire zeven; silicagel, etc.<br />
Stoffen die worden gebruikt om condensvorming op oppervlakken en in<br />
de lucht te voorkomen: anti-nevelmiddelen; condensverwijderaars<br />
Stoffen die worden gebruikt om de vorming van ijs te voorkomen en ijs te<br />
verwijderen: antivriesvloeistoffen; ontdooimiddelen<br />
Stoffen die afgeven en adhesie voorkomen: spuitpoeder en anti-setoffadditieven<br />
voor printen; oliën en wassen voor latten en bekisting;<br />
gietpotten, etc.<br />
Stoffen die worden gebruikt om de neiging om elektrostatische lading op<br />
te bouwen te voorkomen of te verminderen: antistatische additieven;<br />
stoffen voor oppervlaktebehandeling tegen statische elektriciteit<br />
Hars- of polymeerverbindingen in coatings en kleefmiddelen<br />
Biociden<br />
Bleekmiddelen<br />
Stoffen die worden gebruikt om materialen wit te maken of te ontkleuren.<br />
Niet: cosmetica; fotografische bleekmiddelen; optische witmakers.<br />
Kleurmiddelen, kleurstoffen<br />
Kleurmiddelen, pigmenten<br />
Complexvormende<br />
middelen<br />
Geleidende middelen<br />
Corrosieremmers en<br />
antikalkmiddelen<br />
Stofbindende middelen<br />
Stoffen die worden gebruikt om met andere stoffen (voornamelijk<br />
metaalionen) te combineren om complexen te vormen<br />
Stoffen die worden gebruikt om elektrische stroom te geleiden.<br />
Subcategorieën elektrolyten; elektrodematerialen.<br />
Stoffen die worden gebruikt om corrosie te voorkomen:<br />
corrosieremmende additieven; roestwerende middelen<br />
Stoffen die worden gebruikt om fijn verdeelde vaste deeltjes van<br />
verpoederd of vermalen materiaal te beheersen om hun emissie naar de<br />
lucht te verminderen<br />
27 Deze lijst is afgeleid uit de combinatie van de lijst met functiecategorieën die is toegepast bij het vorige systeem<br />
voor het melden van nieuwe stoffen aan de EU (TGD voor het opstellen van een samenvattingsformulier voor een<br />
nieuwe chemische stof met gebruik van SNIF (Structured Notification Interchange Format), Bijlage 3;<br />
http://ecb.jrc.ec.europa.eu/DOCUMENTS/New-Chemicals/SNIF_Guidance.pdf) en de lijst met industriële functies in<br />
bijlage E van de Instructions for Reporting for the 2006 Partial Updating of the TSCA Chemical Inventory Database<br />
(www.epa.gov/iur/pubs/2006_inst_tsca_cheminv.pdf). Alle items die duidelijk chemische producten (preparaten)<br />
beschrijven zijn verwijderd.<br />
38
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />
voorwerp<br />
Functie<br />
Toelichting<br />
Explosieven<br />
Meststoffen<br />
Vulmiddelen<br />
Fixeermiddelen<br />
Brandvertragers<br />
Flotatiemiddelen<br />
Vloeimiddelen voor gieten<br />
Schuimmiddelen<br />
Relatief inerte en doorgaans niet-vezelige, fijn verdeelde stoffen die<br />
worden toegevoegd aan elastomeren, kunststoffen, verven, keramische<br />
stoffen etc., doorgaans om het volume te vergroten<br />
Stoffen die worden gebruikt om een interactie aan te gaan met een<br />
kleurstof op vezels om de kleurechtheid te verbeteren<br />
Stoffen die zijn opgenomen in, of aangebracht op het oppervlak van<br />
materialen om ontbranding te vertragen of voorkomen<br />
Stoffen die worden gebruikt om mineralen uit erts te concentreren en<br />
verkrijgen: flotatieolie, flotatieverlagende middelen<br />
Stoffen die worden gebruikt om het fuseren van mineralen te bevorderen<br />
of de vorming van oxiden te voorkomen<br />
Stoffen die worden gebruikt om een schuim of cellulaire structuur te<br />
vormen in een kunststof of rubbermateriaal: fysisch door expansie van<br />
samengedrukte gassen of verdamping van een vloeistof, of chemisch<br />
door ontleding waarbij een gas ontstaat<br />
Additieven voor<br />
voeding/voer<br />
Brandstoffen en<br />
brandstofadditieven<br />
Warmteoverdrachtmiddelen<br />
Impregneermiddelen<br />
Stoffen die worden gebruikt om met vaste materialen te mengen en die<br />
daarbij hun oorspronkelijke vorm behouden: impregneermiddelen voor<br />
leer, papier, textiel en hout. Niet: brandvertragers;<br />
conserveringsmiddelen; biociden.<br />
Tussenproducten<br />
Laboratoriumchemicaliën<br />
Smeermiddelen en<br />
additieven voor<br />
smeermiddelen<br />
Geurmiddelen<br />
Oxiderende middelen<br />
Stoffen die in laboratoria worden gebruikt voor analytische doeleinden<br />
Stoffen die worden meegevoerd tussen twee oppervlakken waarmee ze<br />
de wrijving verminderen: oliën; vetten; wassen; wrijvingsverminderende<br />
additieven<br />
Stoffen die worden gebruikt om een geur te produceren, versterken of<br />
maskeren. Niet: additieven voor voedingsmiddelen; cosmetica.<br />
Stoffen die gemakkelijk zuurstof afgeven, waterstof verwijderen uit andere<br />
stoffen of elektronen aannemen in chemische reacties en voor dergelijke<br />
doeleinden worden aangewend<br />
Farmaceutische stof<br />
Lichtgevoelige middelen en<br />
andere fotochemicaliën<br />
Stoffen die worden gebruikt om een permanent fotografisch beeld te<br />
creëren. Subcategorieën: desensibilisators; ontwikkelaars;<br />
fixeermiddelen; lichtgevoelige middelen; sensibilisators, anti-<br />
39
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />
voorwerp<br />
Functie<br />
Toelichting<br />
nevelmiddelen; lichtstabilisatoren; versterkers.<br />
pH-regulerende middelen<br />
Actieve stof<br />
gewasbescherming<br />
Galvaniseermiddelen en<br />
middelen voor de<br />
behandeling van<br />
metaaloppervlakken<br />
Drukoverdrachtsmiddelen<br />
Procesregulatoren, niet<br />
voor polymerisatie- of<br />
vulkanisatieprocessen<br />
Procesregulatoren, gebruikt<br />
in vulkanisatie- of<br />
polymerisatieprocessen<br />
Stoffen die worden gebruikt om de snelheid van een (chemisch) proces te<br />
regelen, bijv. versnellers; activators; katalysators; inhibitors; siccatieven;<br />
antisiccatieven; crosslinkende middelen; initiators; foto-initiators, etc.<br />
Stoffen die worden gebruikt om de snelheid van een (chemisch) proces te<br />
regelen, bijv. versnellers; activators; katalysators; inhibitors; siccatieven;<br />
antisiccatieven; crosslinkende middelen; initiators; foto-initiators, etc.<br />
Verwerkingshulpmiddelen,<br />
niet elders vermeld<br />
Reducerende middelen<br />
Reprografische middelen<br />
(Toners)<br />
Halfgeleiders en<br />
fotovoltaïsche middelen<br />
Weekmakers<br />
Oplosmiddelen<br />
Stabilisatoren<br />
Oppervlakteactieve<br />
middelen<br />
Bruiningsmiddelen<br />
Viscositeitsaanpassers<br />
Stoffen die worden gebruikt om zuurstof te verwijderen, te hydrogeneren<br />
of, in het algemeen, dienst te doen als elektronendonoren in chemische<br />
reacties<br />
Stoffen die worden gebruikt om een permanent beeld te creëren.<br />
Stoffen die een soortelijke weerstand hebben die ligt tussen die van<br />
isolatoren en metalen, en doorgaans kunnen worden veranderd door<br />
licht, warmte of een elektrisch of magnetisch veld, of een<br />
elektromotorische kracht kunnen genereren bij invallen van<br />
stralingsenergie<br />
Stoffen die worden gebruikt om materialen zachter te maken zodat ze<br />
beter aanvoelen, om afwerkingsprocessen te vergemakkelijken of om<br />
flexibiliteit en bewerkbaarheid te verschaffen. Subcategorieën:<br />
coalescentiemiddelen; looistoffen (leertechnologie); devulkaniserende<br />
middelen; zachtmakers; zwelmiddelen; waterontharders; weekmakers.<br />
Stoffen gebruikt om op te lossen, te verdunnen en te extraheren:<br />
extractiemiddelen; oplosmiddelen en verdunningsmiddelen voor verven,<br />
lakken, kleefmiddelen en andere materialen<br />
Stoffen die worden gebruikt om spontane veranderingen in en<br />
veroudering van materialen te voorkomen of vertragen<br />
Stoffen die worden gebruikt om de oppervlakte- en of grenslaagspanning<br />
van vloeistoffen te verlagen en schoonmaken, bevochtigen, dispergeren,<br />
etc. te bevorderen.<br />
Stoffen die worden gebruikt voor het behandelen van huiden en de huid<br />
Stoffen die worden gebruikt om de stromingskarakteristieken van andere<br />
40
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />
voorwerp<br />
Functie<br />
Toelichting<br />
stoffen of preparaten waaraan ze worden toegevoegd te wijzigen<br />
Overige<br />
* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />
lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />
41
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Appendix R.12-7: Richtsnoer voor het omzetten van omschrijvingen van vormen van gebruik op basis van<br />
voormalige keuzelijsten voor descriptors (in V1) in informatie die compatibel is met de verfijnde keuzelijsten<br />
voor descriptors<br />
Inleiding<br />
In het kader van de verdere ontwikkeling van het Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische<br />
veiligheidsbeoordeling, heeft <strong>ECHA</strong> een bijgewerkte versie opgesteld van hoofdstuk R.12 van het<br />
Richtsnoer (<strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong>). Deze bijwerking was nodig om een descriptorelement in<br />
te voeren dat het milieu dekt, om het gebruik van het descriptorsysteem in de praktijk beter uit te<br />
leggen en de relatie tussen het gebruiksdescriptorsysteem en Tier 1-blootstellingsschattingen voor<br />
medewerkers, consumenten en het milieu duidelijker te structureren.<br />
De volgende korte leidraad is bedoeld ter ondersteuning van bedrijven die gegevensverzameling<br />
hebben uitgevoerd over gebruik op basis van de gebruiksdescriptorkeuzelijsten in eerdere versies<br />
van dit richtsnoer. Voor elk van de keuzelijsten wordt uitgelegd hoe reeds verzamelde gegevens<br />
kunnen worden omgezet in een vorm die overeenkomt met i) de keuzelijsten van de voorlopige<br />
versie V2 (9.11.09) en ii) de vermeldingen van de bijbehorende TRA blootstellingsschattingen voor<br />
consumenten.<br />
De nieuwe lijst met descriptoren voor het milieu (Milieu-emissiecategorieën) bestond niet in versie<br />
1 van dit richtsnoer en deze gegevens dienen zodoende te worden toegevoegd aan elke<br />
gebruiksomschrijving die voor de zomer van 2009 is uitgevoerd. Er wordt hiervoor verder geen<br />
leidraad geboden in de volgende tabellen.<br />
42
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Tabel 1: Descriptorlijst voor de gebruikssectoren<br />
Gewijzigd<br />
item<br />
Wat is gewijzigd?<br />
Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />
betrekking tot reeds verzamelde gegevens<br />
over vormen van gebruik<br />
SU20,23,24 Nieuwe items Geen aanpassing nodig<br />
SU2 SU2 is gesplitst in 2a en 2b Geen aanpassing nodig<br />
SU6 and 6a<br />
SU6a is nieuw ingevoerd en SU6 is<br />
gewijzigd in SU6b<br />
Zet SU6 om in SU6b<br />
Tabel 2: Descriptorlijst voor de chemische productcategorieën<br />
Gewijzigd<br />
item<br />
Wat is gewijzigd?<br />
Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />
betrekking tot reeds verzamelde gegevens<br />
over vormen van gebruik<br />
PC9 PC9 is gesplitst in 9a, 9b en 9c; Vormen van gebruik die zijn beschreven met het<br />
vorige item PC9 moeten worden beschreven als<br />
PC 9a, 9b en (indien relevant) 9c. Als verder geen<br />
specifieke informatie beschikbaar is, vervang PC9<br />
dan door de drie nieuwe categorieën.<br />
PC4<br />
Afbijtmiddelen zijn opgenomen in 9a<br />
Gips en modelleerklei zijn toegevoegd<br />
aan PC9b<br />
Uitgeharde, opgedroogde muurverf is<br />
verplaatst naar AC11<br />
Item niet gewijzigd, maar de<br />
subcategorie voor TRA<br />
blootstellingsschattingen voor<br />
consumenten is verwijderd<br />
Er zijn geen wijzigingen nodig met betrekking tot<br />
vormen van gebruik die eerder onder PC9 zijn<br />
beschreven<br />
Modelleerklei moet worden beschreven met PC9b<br />
in plaats van PC5<br />
Er zijn geen wijzigingen nodig met betrekking tot<br />
vormen van gebruik die eerder onder PC9 zijn<br />
beschreven<br />
Geen TRA blootstellingsschatting voor<br />
consumenten mogelijk voor PC4<br />
TRA Blootstellingsschatting voor consumenten<br />
voor afbijtmiddelen kan worden uitgevoerd via de<br />
subcategorieën onder PC9a<br />
PC5 PC5 verwijderd Vormen van gebruik die zijn beschreven onder dit<br />
item moeten opnieuw worden toegekend aan PC1<br />
(kleefmiddelen), PC9b (vulmiddelen, kit,<br />
modelleerklei), PC9c (vingerverven)<br />
PC6 PC6 verwijderd Vormen van gebruik die onder dit item zijn<br />
beschreven moeten opnieuw worden toegekend<br />
aan PC31 (glansmiddelen en wasmengsels) of<br />
PC35 (was- en reinigingsproducten)<br />
PC10 PC10 verwijderd Beschrijf gebruik onder “overige”, verzameling van<br />
aanvullende gegevens kan nodig zijn. TRA<br />
blootstellingsschatting voor afbijtmiddelen kan<br />
worden uitgevoerd via de subcategorieën onder<br />
PC9a<br />
PC22 PC22 verwijderd Vormen van gebruik die onder dit item zijn<br />
beschreven moeten opnieuw worden toegekend<br />
aan PC12 (meststoffen)<br />
43
Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />
Tabel 3: Descriptorlijst voor de procescategorieën<br />
Gewijzigd<br />
item<br />
Wat is gewijzigd?<br />
Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />
betrekking tot reeds verzamelde gegevens over<br />
vormen van gebruik<br />
PROC8 PROC8 is gesplitst in 8a en 8b Vormen van gebruik die zijn beschreven met het<br />
vorige item PROC8 moeten worden beschreven als<br />
PROC 8a of 8b. Als verder geen specifieke<br />
informatie beschikbaar is, vervang dan PROC8<br />
door PROC8a.<br />
PROC22-25<br />
Correctie van nummering ten opzichte<br />
van Versie 1: PROC22=>23;<br />
PROC23=>24; PROC24=>25<br />
De inhoud van de categorieën is niet gewijzigd.<br />
Correctie van de nummering ten opzichte van<br />
versie 1 is nodig.<br />
PROC26,27 PROC 26 en 27 zijn nieuw ingevoerd Geen aanpassing nodig<br />
Alle PROC’s<br />
Voor de meeste PROC’s is het<br />
onderscheid tussen industriële<br />
omgeving en niet-industriële omgeving<br />
verwijderd. Keuze kan nu in de<br />
schatting zelf plaatsvinden.<br />
Geen aanpassing nodig<br />
Tabel 4: Descriptorlijst voor de voorwerpcategorieën<br />
Gewijzigd<br />
item<br />
AC2<br />
AC3<br />
AC4<br />
Wat is gewijzigd?<br />
Elektrische en elektronische producten<br />
opgenomen<br />
Alle voorwerpen zijn naar AC2 verplaatst,<br />
met uitzondering van batterijen en accu’s<br />
Voorwerpen van steen, gips en cement<br />
opgenomen<br />
Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />
betrekking tot reeds verzamelde gegevens over<br />
vormen van gebruik<br />
Geen aanpassing nodig<br />
Verander de omschrijving van het gebruik in AC2, met<br />
uitzondering van batterijen en accu’s<br />
Geen aanpassing nodig<br />
AC9 AC9 is verwijderd Beschrijf camera’s en videocamera’s met AC2 en<br />
afgedrukte foto’s met AC8<br />
AC11<br />
De subcategorieën voor de TRA<br />
blootstellingsschattingen voor<br />
consumenten zijn gewijzigd in:<br />
<br />
<br />
Meubels (stoel)<br />
Muren en vloerbedekking (ook van<br />
toepassing op niet-houten materiaal)<br />
De tweede subcategorie is algemener geworden en<br />
maakt de beoordeling mogelijk van coatings op alle<br />
soorten grote oppervlakken binnenshuis. Voor reeds<br />
verzamelde gegevens moet worden gecontroleerd of ze<br />
betrekking hebben op meubels of vloeren. Als er verder<br />
geen gedetailleerde informatie beschikbaar is, voer dan<br />
voor beide subcategorieën blootstellingsschattingen uit.<br />
AC12 AC12 is verwijderd Beschrijf het gebruik onder “overige” (verzameling van<br />
aanvullende gegevens kan nodig zijn) of beschrijf het<br />
gebruik met de op materiaal gebaseerde categorieën<br />
AC4, AC7, AC8, AC10, AC11, AC13 (ken deze allemaal<br />
toe als verder geen specifieke informatie beschikbaar is)<br />
Alle AC<br />
Genummerde subcategorieën zijn<br />
verwijderd en omgezet in een lijst van<br />
voorbeelden die de reikwijdte van de<br />
voorwerpcategorie toelichten<br />
Vormen van gebruik beschreven met een subcategorie<br />
kunnen ook worden beschreven met de bijbehorende<br />
AC. Indien de registrant of downstreamgebruiker de<br />
gedetailleerdere informatie en het subcategorieniveau wil<br />
behouden, dan is dat mogelijk.<br />
Voor TRA blootstellingsschattingen voor consumenten<br />
kan echter beschrijving tot op subcategorieniveau nog<br />
steeds nodig zijn.<br />
44