18.11.2014 Views

Gebruiksdescriptorsysteem (ECHA) - Bureau KLB

Gebruiksdescriptorsysteem (ECHA) - Bureau KLB

Gebruiksdescriptorsysteem (ECHA) - Bureau KLB

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Richtsnoer voor informatie-eisen en<br />

chemische veiligheidsbeoordeling<br />

Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Versie 2<br />

Maart 2010


JURIDISCHE MEDEDELING<br />

Dit document bevat een toelichting op de verplichtingen onder REACH en legt uit hoe deze verplichtingen<br />

moeten worden nagekomen. De gebruiker dient zich echter wel rekenschap te geven van het feit dat de<br />

tekst van de REACH-bepalingen het enige authentieke wettelijke referentiemateriaal vormt en dat de<br />

informatie in dit document niet bedoeld is als juridisch advies. Het Europees Agentschap voor chemische<br />

stoffen aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud van dit document.<br />

VERKLARING VAN AFWIJZING VAN AANSPRAKELIJKHEID<br />

Dit is een werkvertaling van een document dat oorspronkelijk in het Engels werd gepubliceerd en dat op de<br />

<strong>ECHA</strong>-website beschikbaar is.<br />

Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling<br />

Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Referentie: <strong>ECHA</strong>-2010-G-05-NL<br />

Publicatiedatum: 22/03/2010<br />

Taal:<br />

NL<br />

© Europees Agentschap voor chemische stoffen, 2010.<br />

Omslag © Europees Agentschap voor chemische stoffen<br />

Overname is toegestaan op voorwaarde dat de bron volledig wordt vermeld in de vorm "Bron:<br />

Europees Agentschap voor chemische stoffen, http://echa.europa.eu/”, en op voorwaarde dat<br />

hiervan schriftelijk melding wordt gedaan bij de eenheid Communicatie van <strong>ECHA</strong><br />

(publications@echa.europa.eu).<br />

Dit document zal in de volgende 22 talen beschikbaar zijn:<br />

Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws,<br />

Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en<br />

Zweeds<br />

Als u vragen of opmerkingen met betrekking tot dit document heeft, kunt u deze (onder vermelding<br />

van de referentie en de publicatiedatum) toesturen aan de hand van het<br />

informatieaanvraagformulier dat te vinden is op de contactpagina van <strong>ECHA</strong>:<br />

http://echa.europa.eu/about/contact_nl.asp<br />

Europees Agentschap voor chemische stoffen<br />

Postadres: Postbus 400, FI-00121 Helsinki, Finland<br />

Bezoekadres: Annankatu 18, Helsinki, Finland


VOORWOORD<br />

In dit document worden de REACH-informatievereisten beschreven die betrekking hebben op de<br />

eigenschappen van stoffen, de blootstelling, het gebruik en de risicobeheersmaatregelen alsook op<br />

de chemische veiligheidsbeoordeling. Het maakt deel uit van een reeks begeleidingsdocumenten<br />

die bedoeld zijn om alle belanghebbenden te helpen met de voorbereiding om hun verplichtingen<br />

op grond van de REACH-verordening na te komen. Deze documenten bevatten gedetailleerde<br />

richtsnoeren voor een aantal belangrijke REACH-procedures en voor een aantal specifieke<br />

wetenschappelijke en/of technische methoden waar het bedrijfsleven of de overheid gebruik van<br />

moet maken in het kader van REACH.<br />

De begeleidingsdocumenten zijn opgesteld en besproken in het kader van de REACHuitvoeringsprojecten,<br />

verricht onder leiding van diensten van de Europese Commissie, waarbij<br />

belanghebbenden uit de lidstaten, het bedrijfsleven en non-gouvernementele organisaties<br />

betrokken waren. Na acceptatie door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zijn de<br />

begeleidingsdocumenten aan <strong>ECHA</strong> overgedragen voor publicatie en verder onderhoud.<br />

Bijwerkingen van het richtsnoer worden opgesteld door <strong>ECHA</strong> en worden vervolgens onderworpen<br />

aan een adviesprocedure, waarbij belanghebbenden van de lidstaten, het bedrijfsleven en nongouvernementele<br />

organisaties betrokken zijn. Meer informatie over de adviesprocedure kunt u<br />

vinden op:<br />

http://echa.europa.eu/doc/FINAL_MB_30_2007_Consultation_procedure_on_guidance.pdf<br />

De begeleidingsdocumenten zijn verkrijgbaar via de website van het Europees Agentschap voor<br />

chemische stoffen<br />

http://echa.europa.eu/reach_nl.asp<br />

Andere begeleidingsdocumenten zullen op deze website worden gepubliceerd zodra de<br />

uiteindelijke of bijgewerkte versie beschikbaar is.<br />

Dit document is gerelateerd aan de REACH-verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees<br />

Parlement en de Raad van 18 december 2006 1<br />

1 Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006<br />

inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH),<br />

tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en<br />

houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de<br />

Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en<br />

2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006); gewijzigd door Verordening (EG) nr. 1354/2007 van de Raad<br />

van 15 november 2007 tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad<br />

inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH)<br />

in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië (PB L 304 van 22.11.2007, blz. 1).


Documentgeschiedenis<br />

Versie Toelichting Datum<br />

Versie 1 Eerste editie Mei 2008<br />

Versie 1.1<br />

Versie 1.2<br />

Versie 2<br />

De procescategorieën (PROC) die voor de bewerking van<br />

metalen en andere mineralen gelden, zijn opgenomen in het<br />

PROC-nummeringsysteem.<br />

De omschrijving van gebruikssector 10 is licht gewijzigd.<br />

“Productcategorie 39, persoonlijke verzorgingsproducten” is<br />

toegevoegd.<br />

In gebruikssector 6 is pulp toegevoegd en er is een<br />

onderverdeling gemaakt voor “overige” productie of diensten (0-1<br />

voor “overige economische bedrijvigheid, gerelateerd aan<br />

chemische stoffen” en 0-2 voor “overige economische<br />

bedrijvigheid, niet gerelateerd aan chemische stoffen”).<br />

Het nummeringsysteem van de voorwerpcategorieën is<br />

gestroomlijnd op basis van technische criteria.<br />

Alles wat onder “overig” valt, is van het einde naar het begin van<br />

de keuzelijst verplaatst.<br />

Correctie van de nummering vanaf PROC 22 in bijlage R.12-3.<br />

De in bijlage R.12-4 op de verkeerde plaats gezette ‘camera’s en<br />

videocamera’s’ zijn verplaatst van AC 9 naar AC 3-4.<br />

Aanpassing van het nummeringsysteem in bijlage R.12-4 aan de<br />

structuur van de categorieën.<br />

De duidelijkheid en consistentie van de inleiding met betrekking<br />

tot het doel van het gebruiksdescriptorsysteem zijn verbeterd.<br />

In paragraaf R.12.1 wordt explicieter verwezen naar artikel 37<br />

(Downstreamgebruiker maakt gebruik bekend aan leverancier)<br />

en paragraaf 3.5 van IUCLID.<br />

Er zijn verduidelijkingen en definities opgenomen in R.12.2.<br />

o De terminologie met betrekking tot “chemische<br />

producten” (= verbindingen als zodanig en in<br />

mengsels) en voorwerpen zijn gestroomlijnd.<br />

o Opgedroogde/uitgeharde mengsels worden gedekt<br />

door Voorwerpcategorieën omdat ze een<br />

gedefinieerde vorm en oppervlak hebben.<br />

Er zijn bijgewerkte voorbeelden opgenomen over het werken met<br />

het descriptorsysteem: Zie de paragrafen R.12.4 en R.12.5.<br />

Er is een nieuwe tabel R.12.1 toegevoegd om de relatie tussen<br />

de gebruiksomschrijving en Tier 1-blootstellingsschattingen beter<br />

uit te leggen.<br />

Er is een korte alinea toegevoegd in paragraaf 12.2.1 over de<br />

verschillende actoren in de levenscyclus van een stof.<br />

De structuur van de paragrafen 12.3.1 tot en met 12.3.5 is<br />

geharmoniseerd. Er zijn drie subparagrafen opgenomen: definitie<br />

en reikwijdte van de descriptor; richtsnoer voor het toekennen<br />

van een geschikte categorie; koppeling met de Tier 1-<br />

beoordeling.<br />

De descriptorlijst voor Gebruikssectoren is gesplitst in twee<br />

Juli 2008<br />

Oktober<br />

2008<br />

Maart 2010


Versie Toelichting Datum<br />

soorten informatie: Hoofdgebruikersgroepen in de levenscyclus<br />

van een stof als belangrijkste descriptor (SU 3, 21, 22) en<br />

Eindgebruikssector (alle items) als aanvullende descriptor, zie<br />

bijlage R.12-1.<br />

Er wordt in paragraaf R.12.3.2 duidelijker onderscheid gemaakt<br />

tussen de twee functies van de Chemische Productcategorie<br />

(PC): (i) het beschrijven van de sectoren die mengsels<br />

formuleren per soort mengsel en (ii) soorten<br />

consumentenproducten die kunnen worden beoordeeld met de<br />

ECETOC Gerichte Risicobeoordeling voor consumenten (zie<br />

bijlage R.12-2.2).<br />

Er wordt in paragraaf 12.3.5 duidelijker onderscheid gemaakt<br />

tussen de twee functies van de Voorwerpcategorie (AC): (i)<br />

Soort voorwerp in relatie tot het gebruiksleven en de<br />

daaropvolgende fase als afval van de stof (het verwerken van<br />

het voorwerp door medewerkers en/of consumenten) en (ii)<br />

soorten consumentenvoorwerpen die kunnen worden<br />

beoordeeld met de TRA. Zie de bijlagen R.12-5.1 en R.12-5.3.<br />

Er is een lijst met productsubcategorieën opgenomen die worden<br />

behandeld in de ECETOC Gerichte Risicobeoordeling (TRA)<br />

voor Consumenten, zie de bijlagen R.12-2.2 en R.12-5.3, waarin<br />

het verband wordt uitgelegd tussen de gebruiksomschrijving en<br />

Tier 1-blootstellingsschattingen in de paragrafen R.12.3.2 en<br />

R.12.3.5.<br />

De verwijzing naar industriële of professionele omgevingen is uit<br />

de meeste procescategorieën verwijderd. De keuze kan worden<br />

gemaakt in de blootstellingsschatting zelf. Op het niveau van<br />

gebruiksomschrijving geven SU 3 of SU 22 aan of verwacht<br />

wordt dat gebruik plaatsvindt in een industriële of een nietindustriële<br />

omgeving.<br />

Er zijn in paragraaf R.12.3.5 voorbeelden opgenomen die<br />

betrekking hebben op de verwerking van voorwerpen door<br />

medewerkers. De lijst met voorwerpcategorieën is opnieuw<br />

gestructureerd om consistente koppelingen met het TARICsysteem<br />

mogelijk te maken. De definitieve subcategorieën in de<br />

lijst met voorwerpcategorieën zijn verwijderd om het aan de<br />

registrant en downstreamgebruikers over te laten om de mate<br />

van detail te bepalen waarmee de fase van het gebruiksleven<br />

van de stof moet worden beschreven. De eerdere<br />

subcategorieën zijn omgezet in voorbeelden waarin wordt<br />

toegelicht welke soort voorwerpen door de algemene<br />

categorieën kunnen worden gedekt.<br />

De Milieu-emissiecategorie (ERC) is ingevoerd als extra<br />

descriptor (zie paragraaf R.12.3.4). De rol van SPERC’s in deze<br />

context wordt uitgelegd.<br />

Er is een nieuwe categorie ERC 12 ingevoerd die de verwerking<br />

van voorwerpen met schurende technieken door medewerkers in<br />

een industriële omgeving behandelt. ERC 10b en 11b zijn<br />

uitgebreid zodat deze ook de verwijdering van stoffen van<br />

oppervlakken van voorwerpen omvatten.<br />

Er is een lijst van functiecategorieën van stoffen opgenomen<br />

(voor paragraaf 1.2 van de eSDS en rapportage in IUCLID) in


Versie Toelichting Datum<br />

bijlage R.12-6. Het doel van deze lijst wordt uitgelegd in een<br />

korte alinea in paragraaf R.12.3.6.<br />

Er is een nieuwe paragraaf R.12.5 ingevoerd met uitleg over hoe<br />

het descriptorsysteem i) het in kaart brengen van vormen van<br />

gebruik als uitgangspunt voor de CSA, ii) het opstellen van titels<br />

voor blootstellingsscenario's en iii) het rapporteren over de<br />

geïdentificeerde vormen van gebruik in paragraaf 3.5 van<br />

IUCLID kan ondersteunen.<br />

Er zijn verfijningen aangebracht in de keuzelijsten.<br />

o Het opnemen van i) wetenschappelijk onderzoek en ii)<br />

elektriciteit, stoom, gas, watervoorziening en<br />

afvalwaterzuivering in de lijst met gebruikssectoren.<br />

o Vulmiddelen en kitten zijn afgesplitst van PC 9 naar PC<br />

9b.<br />

o Vingerverf is afgesplitst van PC 9 naar PC 9c.<br />

o Er wordt duidelijker gemaakt dat PC14 verwijst naar<br />

stoffen die reageren met het metaaloppervlak.<br />

o Verzorgingsproducten voor auto’s (PC6),<br />

kunstenaarsmaterialen (PC5), gazon- en tuinproducten<br />

(PC22) zijn verwijderd aangezien ze grotendeels een<br />

duplicaat zijn van andere categorieën.<br />

o PC10 is verwijderd omdat deze al wordt gedekt door<br />

“overige”.<br />

o Er wordt duidelijker gemaakt dat PC20 verwijst naar<br />

verwerkingshulpmiddelen die in de chemische industrie<br />

worden gebruikt.<br />

o Bleekmiddelen en andere verwerkingshulpmiddelen zijn<br />

opgenomen in PC 26 en PC 34.<br />

o Metalen en andere mineralen zijn opgenomen in PROC<br />

21 tot en met 25 en de beschrijving is aangepast.<br />

o PROC 8 is gesplitst in PROC 8a en 8b.<br />

o PROC 26 en 27a en 27b zijn ingevoerd. Deze verwijzen<br />

naar processen die in het bijzonder relevant zijn voor de<br />

metaalindustrie.<br />

o AC12 is uit de lijst voorwerpcategorieën verwijderd<br />

aangezien deze tot grote inconsistentie leidt met het<br />

categoriseren op basis van materiaal en problemen<br />

geeft bij de compatibiliteit met het TARIC-systeem.<br />

Redactionele aanpassing van de tekst naar aanleiding van<br />

bovengenoemde wijzigingen.<br />

RICHTLIJN VOOR HET UITVOEREN VAN DE BIJWERKINGEN<br />

De meeste bijwerkingen in dit richtsnoer zijn van verklarende aard. Er is ook een aantal wijzigingen<br />

doorgevoerd in de keuzelijsten die de diverse descriptoronderdelen bevatten.<br />

Bijlage R.12.7 bevat een korte leidraad voor bedrijven die gegevens over vormen van gebruik<br />

hebben verzameld op basis van de gebruiksdescriptorkeuzelijsten in eerdere versies van dit


ichtsnoer. Voor elk van de keuzelijsten wordt uitgelegd hoe reeds verzamelde gegevens kunnen<br />

worden omgezet in een vorm die overeenkomt met i) de keuzelijsten van de nieuwe versie 2 van<br />

het richtsnoer (stabiel sinds 9.11.2009) en ii) de vermeldingen van de bijbehorende TRAblootstellingsschattingen<br />

voor consumenten. De nieuwe lijst met descriptoren voor het milieu<br />

(Milieu-emissiecategorieën) bestond niet in versie 1 van dit richtsnoer en deze gegevens dienen<br />

zodoende te worden toegevoegd aan elke gebruiksomschrijving die vóór de zomer van 2009 is<br />

uitgevoerd.<br />

Conventie voor het citeren van REACH-verordeningen<br />

Op plaatsen waar de REACH-verordeningen letterlijk worden geciteerd, wordt dit aangegeven door<br />

schuingedrukte tekst tussen aanhalingstekens.<br />

Tabel met termen en afkortingen<br />

Zie hoofdstuk R.20.<br />

Wegwijzer<br />

In de onderstaande figuur wordt de plaats van hoofdstuk R.12 binnen het begeleidingsdocument<br />

aangegeven.<br />

R12<br />

Informatie: beschikbaar – verplicht/nodig<br />

Gevarenbeoordeling<br />

Blootstellingsbeoordeling<br />

Stop<br />

n<br />

Gevaarlijk<br />

of PBT?<br />

j<br />

Risicokarakterisering<br />

Document in<br />

CSR<br />

j<br />

Risico<br />

beheerst?<br />

n<br />

Herhaling<br />

ES doorgeven<br />

via eSDS


INHOUDSOPGAVE<br />

VOORWOORD ....................................................................................................................1<br />

R.12. GEBRUIKSDESCRIPTORSYSTEEM ........................................................................1<br />

R.12.1. Doel van deze module ..........................................................................................................................................1<br />

R.12.2. Het gebruiksdescriptorsysteem...........................................................................................................................2<br />

R.12.2.1. Beschrijving van het systeem.........................................................................................................................2<br />

R.12.2.2. Koppeling met hulpmiddelen voor blootstellingsschatting ............................................................................3<br />

R.12.3. Definitie van de vijf descriptorlijsten.................................................................................................................4<br />

R.12.3.1 Gebruikssector [SU]........................................................................................................................................4<br />

R.12.3.2. Chemische productcategorie [PC]..................................................................................................................5<br />

R.12.3.3. Procescategorie [PROC].................................................................................................................................6<br />

R.12.3.4. Milieu-emissiecategorie (ERC)......................................................................................................................7<br />

R.12.3.5. Voorwerpcategorieën [AC] ............................................................................................................................9<br />

R.12.3.6. Het specificeren van de technische functie van een stof voor het veiligheidsgegevensblad ........................10<br />

R.12.4. Voorbeelden........................................................................................................................................................10<br />

R.12.4.1. Voorbeelden van het toekennen van vormen van gebruik aan een categorie van het descriptorsysteem.....10<br />

R.12.4.1.2 Voorbeeld van het systematisch beschrijven van de vormen van gebruik van een stof .............................12<br />

R.12.5. Beschrijven van geïdentificeerde vormen van gebruik en het opstellen van titels voor<br />

blootstellingsscenario’s...................................................................................................................................................13<br />

R.12.5.1. In kaart brengen van vormen van gebruik op basis van de structuur van de levenscyclus...........................13<br />

R.12.5.2. Het opstellen van titels voor blootstellingsscenario’s ..................................................................................15<br />

R.12.5.3. Beschrijving van de geïdentificeerde vormen van gebruik in IUCLID........................................................16<br />

Tabellen<br />

Tabel R.12-1: Gebruiksbeschrijving en Tier 1-blootstellingsschattingen.................................................................3<br />

Tabel R.12-2: Voorbeelden van het toekennen van categorieën aan vormen van gebruik door medewerkers<br />

binnenshuis.........................................................................................................................................11<br />

Tabel R.12-3: Voorbeeld voor het in het kort beschrijven van enkele vormen van gebruik van een pigment.12<br />

Tabel R.12-4: Titelgedeelte van een blootstellingsscenario waarbij de activiteiten van medewerkers worden<br />

behandeld ...........................................................................................................................................16<br />

Tabel R.12-5: Tabel voor het rapporteren van geïdentificeerde vormen van gebruik met betrekking tot<br />

industriële medewerkers in IUCLID ................................................................................................18<br />

Figuren<br />

Figuur R.12-1: Standaardstructuur van de boomweergave van de geïdentificeerde vormen van gebruik ......14<br />

Figuur R.12-2: Toelichting van de omschrijving van het gebruik in een boomstructuur van de levenscyclus.15<br />

Bijlagen<br />

Bijlage R.12-1: Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU)......................................................................................19<br />

Bijlage R.12-2.1: Descriptorlijst voor de chemische productcategorie (PC) .........................................................21<br />

Bijlage R.12-3: Descriptorlijst voor procescategorieën (PROC) .............................................................................25<br />

Bijlage R.12-4.1: Beschrijving voor milieu-emissiecategorieën (ERC) ..................................................................29<br />

Bijlage R.12-5.1: Descriptorlijst voor stoffen in voorwerpen (AC)...........................................................................35<br />

Bijlage R.12-6: Lijst van functionele categorieën (optioneel, indien nodig)...........................................................38


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

R.12. GEBRUIKSDESCRIPTORSYSTEEM<br />

R.12.1. Doel van deze module<br />

Elke fabrikant en importeur van stoffen waarvoor een blootstellingsbeoordeling nodig is, zal in het<br />

kader van REACH blootstellingsscenario’s moeten ontwikkelen, beoordelen en communiceren die<br />

de volledige levenscyclus van de stof beslaan. Voor deze doeleinden moet hij elk gebruik van zijn<br />

stof in kaart brengen. Een dergelijk in kaart brengen van vormen van gebruik binnen een<br />

marktsector kan vaak voor een serie stoffen worden hergebruikt, of kan zelfs gezamenlijk worden<br />

uitgevoerd door meerdere fabrikanten/importeurs. Het is daarom van belang om het in kaart<br />

brengen van het gebruik te standaardiseren en om koppeling met blootstellingsscenario’s mogelijk<br />

te maken.<br />

Blootstellingsscenario’s zullen door de hele toevoerketen heen worden gecommuniceerd, samen<br />

met het uitgebreide veiligheidsgegevensblad. Voor downstreamgebruikers is het van belang dat ze<br />

gestandaardiseerde korte titels voor blootstellingsscenario’s ontvangen (bedoeld om de reikwijdte<br />

en de toepasselijkheid van een blootstellingsscenario aan te geven) voor de relevante vormen van<br />

gebruik van de stoffen in de sector waarin zij actief zijn, in plaats van een reeks uiteenlopende<br />

scenario's van verschillende leveranciers.<br />

Dit richtsnoer biedt daarom een systeem van gebruiksdescriptors om de gebruiksomschrijving van<br />

de stoffen te standaardiseren. Dit zal het volgende vergemakkelijken:<br />

<br />

<br />

<br />

het identificeren van de vormen van gebruik die in de registratiedossiers moeten worden<br />

vermeld;<br />

het opstellen van een blootstellingsscenario door leveranciers, op basis van communicatie<br />

in beide richtingen van de toevoerketen;<br />

het opstellen van korte titels voor blootstellingsscenario’s.<br />

De gebruiksdescriptors helpen leveranciers en gebruikers bij het structureren van de onderlinge<br />

communicatie. Op basis van de korte titels zou een downstreamgebruiker snel moeten kunnen<br />

vaststellen of een ontvangen blootstellingsscenario zijn vormen van gebruik dekt. En andersom<br />

zouden de gebruiksdescriptors hem ook kunnen helpen bij het op een gestructureerde manier<br />

beschrijven van het gebruik dat hij aan de leverancier wil doorgeven (zie artikel 37, lid 2).<br />

Opmerking: Om geschikte blootstellingsscenario’s op te stellen zal de registrant in veel gevallen<br />

meer informatie nodig hebben over de gebruiksomstandigheden dan alleen maar een lijst met<br />

gebruiksdescriptors.<br />

Elke registrant is ook verplicht om een korte algemene beschrijving van alle geïdentificeerde<br />

vormen van gebruik op te nemen in zijn technische dossier (zie hoofdstuk 3.5 van IUCLID) 2 en in<br />

paragraaf 2 van het CSR. Het verdient aanbeveling om de korte algemene beschrijving van het<br />

gebruik te baseren op het descriptorsysteem in dit richtsnoer, en (indien relevant) te verwijzen naar<br />

hoofdstuk 3.5 van IUCLID naar de blootstellingsscenario's in het CSR). Dit is om te garanderen dat<br />

de omschrijving van geïdentificeerde vormen van gebruik en de titel en inhoud van de<br />

blootstellingsscenario's consistent zijn met elkaar. Opmerking: Deze consistentie tussen de korte<br />

algemene beschrijving van de geïdentificeerde vormen van gebruik en de korte titels van het<br />

blootstellingsscenario in het CSR is een wettelijke vereiste die is vastgelegd in paragraaf 5.1.1 van<br />

bijlage I van REACH.<br />

2 Zie artikel 10, onder a) iii), van REACH in combinatie met paragraaf 3.5 van bijlage VI.<br />

1


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Sommige gebruiksdescriptoren weerspiegelen aan blootstelling gerelateerde gebruikskenmerken.<br />

Ze kunnen daarom worden gebruikt als invoerparameters voor een aantal van de bestaande<br />

hulpmiddelen voor het schatten van de blootstelling.<br />

Het doel van dit hoofdstuk is om de achtergrond en de toepassing van het descriptorsysteem meer<br />

in detail uit te leggen. De keuzelijsten met de categorieën voor het kort beschrijven van het gebruik<br />

staan in bijlage R.12-1 tot R.12-6.<br />

R.12.2. Het gebruiksdescriptorsysteem<br />

R.12.2.1. Beschrijving van het systeem<br />

Er zijn zeven hoofdgroepen van actoren die een rol spelen tijdens de levenscyclus van de stof:<br />

Fabrikanten en importeurs van chemische stoffen (met inbegrip van metalen en mineralen),<br />

bedrijven die chemicaliën mengen (formuleerders) voor de productie van mengsels, distributeurs 3 ,<br />

industriële eindgebruikers, professionele eindgebruikers en consumenten. Het importeren en<br />

distribueren worden in dit richtsnoer verder niet besproken.<br />

Het gebruiksdescriptorsysteem is gebaseerd op vijf afzonderlijke descriptorlijsten die in<br />

combinatie met elkaar een korte omschrijving vormen van het gebruik of een titel voor een<br />

blootstellingsscenario:<br />

<br />

De gebruikssectorcategorie (SU) beschrijft in welke economische sector de stof wordt<br />

gebruikt. Hiertoe behoort ook het mengen of ompakken van stoffen op het niveau van de<br />

formuleerder, evenals industrieel, professioneel en consumenteneindgebruik 4 .<br />

De chemische productcategorie (PC) beschrijft in welke soorten chemische producten (=<br />

stoffen als zodanig of in mengsels) 5 de stof uiteindelijk is opgenomen wanneer deze voor het<br />

uiteindelijke gebruik wordt aangewend (door industriële of professionele gebruikers of<br />

consumenten).<br />

<br />

<br />

<br />

De procescategorie (PROC) beschrijft de toepassingstechnieken of procestypen gedefinieerd<br />

vanuit beroepsmatig oogpunt<br />

De milieu-emissiecategorie (ERC) beschrijft in brede zin de gebruiksomstandigheden vanuit<br />

milieukundig oogpunt.<br />

De voorwerpcategorie (AC) beschrijft het soort voorwerp waarin de stof uiteindelijk is verwerkt.<br />

Hiertoe behoren ook mengsels in opgedroogde of uitgeharde vorm (bijv. droge drukinkt in<br />

kranten; gedroogde coatings op diverse oppervlakken).<br />

Let ook op het volgende: Om harmonisatie tussen de diverse markten te verkrijgen, dient het<br />

aantal categorieën in de vijf descriptorlijsten beperkt te worden gehouden. Organisaties uit een<br />

sector of afzonderlijke registranten wordt aangeraden om alleen extra categorieën te definiëren als<br />

de bestaande categorieën echt niet passen bij een bepaald soort proces, product of sector en<br />

3 Distributie als zodanig is geen gebruik volgens REACH. Als distributie echter de overdracht van stoffen omvat (bijv.<br />

bijvullen) is het echter wel een gebruik.<br />

4 Het eindgebruik van een stof als zodanig of in een preparaat is het laatste gebruik voordat de stof onderdeel wordt van<br />

een voorwerpmatrix, reageert bij gebruik (en zodoende verdwijnt) en/of in afval, afvalwater of luchtemissie terechtkomt.<br />

Gebruiken die er uitsluitend op zijn gericht om de stof tot onderdeel te maken van een preparaat [mengsel] zijn geen<br />

eindgebruiken. Dit onderscheid wordt gemaakt om te voorkomen dat elke fase van mengen in een langere keten van<br />

preparaatbereiders afzonderlijk wordt beschreven.<br />

5 De term chemisch product beslaat stoffen als zodanig of in een preparaat [mengsel]. De bedoeling hiervan is dat zowel<br />

de beschrijving mogelijk is van geleverde producten die uitsluitend de stof als zodanig bevatten als van producten die<br />

preparaten zijn. In de context van dit richtsnoer dekt de term ook metalen (inclusief legeringen) in hun primaire vorm<br />

(bijv. ingots, poeder).<br />

2


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

deze kort te omschrijven. Als andere relevante details van een activiteit moeten worden<br />

beschreven, kunnen ze ook binnen het blootstellingsscenario zelf worden behandeld.<br />

R.12.2.2. Koppeling met hulpmiddelen voor blootstellingsschatting<br />

Naast hun beschrijvende functie ondersteunen sommige descriptorlijsten het vinden van de<br />

geschikte vermelding van de blootstellingsschatting in een van de beschikbare Tier 1-<br />

hulpmiddelen voor blootstellingsschatting (zie paragraaf D.5 in hoofdstuk D van het richtsnoer) 6 .<br />

Tabel R.12.1 geeft een overzicht van de verschillende onderdelen van het<br />

gebruiksdescriptorsysteem en de relatie met vermeldingen voor Tier 1-blootstellingsschattingen.<br />

Tabel R.12-1: Gebruiksbeschrijving en Tier 1-blootstellingsschattingen<br />

SU<br />

PC<br />

Naam van<br />

descriptorlijst<br />

Gebruikssectorcateg<br />

orie<br />

Chemische<br />

productcategorie 7<br />

PROC Procescategorie<br />

ERC<br />

Milieuemissiecategorie<br />

Aspect beschreven gebruik<br />

Drie hoofdgebruikersgroepen (eerste rijen<br />

in bijlage R.12-1), relevant voor alle<br />

vormen van gebruik van de stof.<br />

Gebruikssectoren industrie en<br />

dienstverlening<br />

Chemisch producttype waarin de stof<br />

uiteindelijk wordt gebruikt. Deze<br />

categorieën kunnen ook gebruikt worden<br />

om de marktsectoren<br />

(formuleringssectoren) te beschrijven<br />

waaraan de fabrikant mogelijk zijn stof<br />

levert.<br />

Consumentenproductcategorieën,<br />

waarvoor een Tier 1-<br />

blootstellingsschatting kan worden<br />

gemaakt.<br />

Toepassingstechnieken of procestypen<br />

gedefinieerd vanuit beroepsmatig oogpunt<br />

Algemene gebruiksomstandigheden<br />

gedefinieerd vanuit milieuoogpunt,<br />

relevant voor alle vormen van gebruik van<br />

de stof en het daaropvolgende<br />

gebruiksleven in voorwerpen<br />

AC Voorwerpcategorie Voorwerptypen tijdens het<br />

daaropvolgende gebruiksleven en de<br />

afvalfase, mogelijk relevant voor<br />

Categorieën die overeenkomen<br />

met vermeldingen in een van de<br />

beschikbare Tier 1-hulpmiddelen<br />

voor blootstellingsschatting<br />

Gerichte Risicobeoordeling voor<br />

blootstelling van medewerkers (TRA)<br />

TRA voor consumentenblootstelling<br />

voor geselecteerde producttypen<br />

TRA voor blootstelling van<br />

medewerkers<br />

Milieu-emissiecategorieën (ERC)<br />

6 Tier 1 blootstellingsschatting wil zeggen een gemodelleerde, behoudende voorspelling van de blootstelling, gebaseerd<br />

op eigenschappen van de stof en een aantal gemakkelijk toegankelijke en eenvoudig te interpreteren invoerparameters.<br />

Er zijn diverse hulpmiddelen beschikbaar voor het uitvoeren van dergelijke schattingen. Een voorbeeld daarvan is het<br />

hulpmiddel voor Gerichte Risicobeoordeling voor beroepsmatige blootstelling en consumentenblootstelling ontwikkeld<br />

door ECETOC (update gepubliceerd in juli 2009, http://www.ECETOC.org ). Voor het milieu kunnen de milieuemissiecategorieën<br />

(ERC’s) worden gebruikt om een Tier 1 emissieschatting te bepalen. Deze emissieschattingen<br />

maken blootstellingsschattingen gebaseerd op EUSES mogelijk. De module voor het berekenen van de emissie die<br />

hiervoor nodig is zal worden beschreven in het bijgewerkte hoofdstuk R.16 van het Richtsnoer over schatting van de<br />

milieublootstelling.<br />

7 Dezelfde productcategorie kan aan beide functies van de PC die hier worden beschreven voldoen (zie R.12.3.2 voor<br />

meer informatie).<br />

3


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Naam van Aspect beschreven gebruik Categorieën die overeenkomen<br />

descriptorlijst<br />

met vermeldingen in een van de<br />

beschikbare Tier 1-hulpmiddelen<br />

voor blootstellingsschatting<br />

consumenten, medewerkers en<br />

blootstelling aan het milieu.<br />

Consumentenproductcategorieën,<br />

waarvoor Tier 1-blootstellingsschattingen<br />

kunnen worden gemaakt.<br />

TRA voor consumentenblootstelling<br />

voor geselecteerde voorwerptypen<br />

Let op: Als een bepaalde gebruiksomschrijvingscategorie dienst doet als ingang voor een<br />

hulpmiddel voor Tier 1-blootstellingsschatting (bijv. PROC’s voor het schatten van beroepsmatige<br />

blootstelling), is de schatting van de blootstelling ook van andere parameters afhankelijk die niet<br />

worden weerspiegeld in de omschrijving van de categorie zelf (bijv. beschikbaarheid van<br />

plaatselijke afzuiging, de concentratie van de stof, de duur van het gebruik, de toepassing van<br />

persoonlijke beschermingsmiddelen). Een PROC kan dus betrekking hebben op meerdere<br />

blootstellingsscenario’s en de bijbehorende blootstellingsschattingen. Hetzelfde is van toepassing<br />

op consumentenmengsel/voorwerpcategorieën en de milieu-emissiecategorieën.<br />

R.12.3. Definitie van de vijf descriptorlijsten<br />

R.12.3.1 Gebruikssector [SU]<br />

Definitie en reikwijdte<br />

Bijlage R.12-1 geeft een lijst met Gebruikssectoren. De drie hoofdgebruikersgroepen staan als<br />

belangrijkste descriptors bovenaan de tabel vermeld. Ze vertegenwoordigen de minimale<br />

hoeveelheid details die een registrant wordt geacht te verschaffen bij het omschrijven van de<br />

gebruikssector, en ze zijn belangrijk voor de beoordelaar aangezien ze helpen bij het sturen van<br />

de blootstellingsbeoordeling (bijv. het kiezen van de juiste hulpmiddelen). De rapportages over<br />

vormen van gebruik in IUCLID en in het CSR zijn gestructureerd op basis van deze hoofdgroepen.<br />

Bijlage R.12-1 bevat ook een selectie van internationaal geharmoniseerde NACE-categorieën<br />

(Nomenclature générale des Activités économiques dans les Communautés Européennes) voor<br />

het classificeren van activiteiten in de industrie en dienstverlening. Deze categorieën zijn bedoeld<br />

om een fabrikant/importeur (F/I) te helpen bij het in kaart brengen van zijn markt buiten zijn directe<br />

klanten in de formuleringssectoren 8 . Een dergelijke “kaart” kan helpen bij het ontwikkelen van<br />

passende blootstellingsscenario’s die alle eindvormen van gebruik van de stof als zodanig of in<br />

mengsels omvatten, evenals de daaropvolgende fases van de levenscyclus daarvan. Zo kan het<br />

van belang zijn om de bedrijfssectoren aan te duiden waarop een blootstellingsscenario van<br />

toepassing is, bijvoorbeeld “gesloten verwerking van gassen in de halfgeleiderindustrie” of<br />

“immersie [onderdompeling] in de textielafwerking”. Het koppelen van een bepaald<br />

toepassingsproces (PROC) of bepaalde milieu-emissiecategorie (ERC) aan een bepaalde sector<br />

(SU) kan vooral goed van pas komen in de volgende situaties: Wanneer een<br />

blootstellingsbeoordeling uit een hogere Tier nodig is om risicobeheersing aan te tonen, en de<br />

gebruiksomstandigheden in het blootstellingsscenario specifiek betrekking hebben op een proces<br />

binnen een bepaalde bedrijfstak. De gebruikssector kan daarnaast een referentie zijn om bepaalde<br />

toepassingen af te raden.<br />

8 De sectoren die preparaten [= mengsels = chemische producten] produceren (= formuleren = mengen) kunnen beter<br />

worden omschreven aan de hand van het type chemisch product dan aan de hand van de NACE-code, aangezien het<br />

NACE-systeem niet voldoende differentiatie toestaat.<br />

4


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />

Het aantal categorieën is beperkt tot algemene sectoren waarvan bekend is dat ze de grootste<br />

gebruikers van chemicaliën vertegenwoordigen. Als een fabrikant of importeur het nodig vindt om<br />

het gebruik meer in detail te beschrijven of vormen van gebruik te beschrijven in een sector die<br />

niet wordt vermeld, zou hij de NACE-codes moeten toepassen (en de overeenkomstige<br />

bewoordingen), toegankelijk via de internetlink op het eind van bijlage R.12-1. Het gebruiken van<br />

de NACE-codes en -terminologie heeft als voordeel dat het geharmoniseerd is en welbekend is bij<br />

bedrijven in heel Europa. Als een fabrikant of importeur van mening is dat het industriële gebruik<br />

niet zo specifiek hoeft te worden aangeduid, kan hij volstaan met het toekennen van alleen de<br />

hoofdgebruikersgroep, bijv. industrieel gebruik, waarmee hij aangeeft dat de stof bestemd is voor<br />

een breed industrieel gebruik onder de in het blootstellingsscenario genoemde omstandigheden.<br />

Als de gebruiker besluit om het gebruik meer in detail te beschrijven door een eindgebruikssector<br />

toe te kennen, dient hij een categorie te kiezen uit bijlage R12-1, in aanvulling op een categorie die<br />

de hoofdgebruikersgroep omschrijft.<br />

Let op: Het vervaardigen van stoffen (bijv. SU8, SU9, SU14) of het formuleren van mengsels<br />

(SU10) is bedoeld om de eindvormen van gebruik van een stof (bijv. een tussenproduct of een<br />

verwerkingshulpmiddel) te beschrijven. Voor het beschrijven van de vervaardiging of formulering<br />

tot een mengsel als zodanig is het niet nodig om een eindgebruikssector toe te kennen.<br />

Koppeling met Tier 1-blootstellingsschatting<br />

De hoofdgebruikersgroepen “industrieel gebruik" (SU 3) en “professioneel gebruik” (SU 22) kunnen<br />

worden gebruikt als invoerparameter voor de Tier 1-blootstellingsschatting in de TRA voor<br />

medewerkers. De overige categorieën hebben geen rechtstreekse koppeling met beschikbare<br />

hulpmiddelen voor het schatten van de blootstelling. Voor veel industriële sectoren zijn echter<br />

OECD Emissiescenariodocumenten beschikbaar, waarin de gebruiksomstandigheden van<br />

bepaalde soorten chemicaliën (en de bijbehorende emissiefactoren) worden beschreven vanuit<br />

milieuoogpunt.<br />

R.12.3.2. Chemische productcategorie [PC]<br />

Definitie en reikwijdte<br />

Een fabrikant of importeur kan de belangrijkste vormen van gebruik van een stof bepalen aan de<br />

hand van zijn klantenbestand of de marktsectoren die hij bedient. In veel gevallen zullen zijn<br />

directe klanten formuleerders en/of ompakkers 9 zijn, of distributeurs die diverse<br />

downstreamgebruikers bedienen. Het kan echter ook voorkomen dat de fabrikant van de stof zelf<br />

mengsels produceert en/of zijn stof als zodanig of in een mengsel rechtstreeks aan grotere<br />

eindgebruikers levert.<br />

De chemische productcategorie beschrijft het gebruik van een stof aan de hand van het soort<br />

eindproduct (bijv. smeermiddel, reinigingsmiddel, kleefmiddel) waarvan bekend is dat de stof<br />

daarin wordt gebruikt. Deze categorie is niet bedoeld om de specifieke technische functie van de<br />

stof als zodanig te beschrijven (bijv. uv-stabilisator, corrosieremmer, pigment, brandvertrager). De<br />

reden hiervoor is dat de productcategorie meer informatie bevat over mogelijke blootstelling dan<br />

over de functie van de stof als zodanig. Er wordt bijvoorbeeld met betrekking tot de blootstelling<br />

onderscheid gemaakt tussen of een stof (bijv. een oplosmiddel) in luchtverfrissers (PC3) of in<br />

reinigingsproducten (PC35) wordt gebruikt. De productcategorieën zijn nuttig bij het in kaart<br />

brengen van toevoerketens. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het volgen van de massastroom van een<br />

stof door de markt met als doel het beoordelen van het effect op het milieu.<br />

9 Ompakkers zijn bedrijven die stoffen als zodanig of in preparaten overbrengen van grote containers naar kleinere<br />

containers voor eindgebruik. Deze activiteit wordt in het kader van REACH als “gebruik” beschouwd.<br />

5


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-2.1 geeft een lijst met productcategorieën 10 . De vermelde categorieën zijn bedoeld<br />

om de markt van een stof in te delen op grond van de productsoorten.<br />

Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />

Op grond van de intern beschikbare kennis en eventueel van klanten verkregen aanvullende<br />

gegevens, kent de fabrikant/importeur een of meer productcategorieën toe die het type<br />

eindgebruikmengsels weergeven waarvan bekend is dat de stof daarin wordt gebruikt. Vormen van<br />

gebruik waarvan de fabrikant zich niet bewust is, bijvoorbeeld gebruik dat via distributeurs of via<br />

een langere keten van formuleerders plaatsvindt, kunnen van onderaf aan hem worden<br />

doorgegeven tijdens het uitvoeren van de REACH-verordening. Diverse verenigingen van<br />

downstreamgebruikers hebben de hoofdgebruiksgebieden in kaart gebracht en de tabellen met<br />

vormen van gebruik op hun websites gepubliceerd (bijv. CEPE, A.I.S.E., COLIPA, FEICA). Dit is<br />

ook bruikbaar referentiemateriaal voor de fabrikant of importeur.<br />

Als de fabrikant of importeur of de downstreamgebruiker niet in staat is om de juiste<br />

productcategorie te vinden in bijlage 12-2.1, kan het gebruik worden omschreven als “overige”.<br />

Indien mogelijk moet om een dergelijk gebruik te beschrijven een code (met de bijbehorende<br />

bewoordingen) worden gekozen uit het UCN-systeem (zie de internetlink op het eind van bijlage<br />

R.12-2).<br />

Het is ook mogelijk dat een van de product- of voorwerpsubcategorieën die worden gebruikt als<br />

ingang voor de TRA geschikter is, en deze wordt daarom beschreven onder “overige”.<br />

Koppeling met Tier 1-blootstellingsschatting<br />

Voor een aantal gekozen productcategorieën geeft het ECETOC TRA-hulpmiddel Tier 1-<br />

blootstellingsschattingen voor consumenten.<br />

Bijlage R.12-2.2 geeft een overzicht van deze productcategorieën en productsubcategorieën.<br />

Naast de product(sub)categorie zelf kunnen andere invoerparameters nodig zijn, bijvoorbeeld de<br />

concentratie van de stof in het product of de hoeveelheid product die per keer wordt gebruikt.<br />

Er dient te worden opgemerkt dat er ook andere hulpmiddelen zijn om blootstellingsschattingen<br />

voor consumenten te verkrijgen (zie hoofdstuk R.15 van het richtsnoer).<br />

R.12.3.3. Procescategorie [PROC]<br />

Definitie en reikwijdte<br />

Toepassingstechnieken of procestypen hebben een rechtstreekse invloed op de te verwachten<br />

blootstelling en dus op de benodigde risicobeheersmaatregelen. Bijlage R.12-3 geeft een lijst met<br />

procescategorieën die de kans op algemene beroepsmatige blootstelling weergeven van de<br />

technieken en processen die deze beslaan. Deze indeling is gebaseerd op i) de hoeveelheid<br />

energie die tijdens een proces wordt toegepast en de vorm daarvan (bijv. warmte, mechanische<br />

energie, straling) ii) het voor blootstelling beschikbare oppervlak van de stof (stofvorming van het<br />

materiaal of dikte van de materiaallagen) en iii) het niveau van insluiting en technische regulering<br />

dat kan worden verwacht.<br />

Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />

Als de registrant en/of de downstreamgebruikers de vormen van gebruik en<br />

gebruiksomstandigheden van een stof eenmaal in kaart hebben gebracht, kunnen de juiste<br />

productcategorieën aan de geïdentificeerde processen en toepassingstechnieken worden<br />

10 De lijst is afgeleid van het bestaande UC55-systeem, het Scandinavische UCN-systeem, en de productcategorieën<br />

die in zowel TRA als ConsExpo worden gebruikt. In feite zijn de meest frequent gebruikte categorieën die gebaseerd zijn<br />

op gegevens uit Scandinavische Productregisters gebruikt.<br />

6


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

toegekend. Let wel dat voldoende ervaring op het gebied van beroepsmatige hygiëne nodig is om<br />

de best passende PROC te bepalen voor een bepaald proces of bepaalde toepassingstechniek.<br />

Het verdient aanbeveling om voordat een categorie wordt toegekend, de geïdentificeerde<br />

processen en technieken in het kort te beschrijven in voor de sector specifieke terminologie, om de<br />

keuze van de categorieën inzichtelijk te houden.<br />

Als geen van de activiteiten/procescategorieën van toepassing lijkt, kan de fabrikant, importeur of<br />

downstreamgebruiker de aard van het toepassingsproces in zijn eigen woorden beschrijven in<br />

plaats van een van de gedefinieerde categorieën toe te kennen. Het kan echter nuttig zijn om een<br />

korte toelichting op te nemen in het CSR over welke bestaande categorieën in bijlage R.12-3 zijn<br />

overwogen en de reden dat deze dit specifieke geval niet dekken. Met een dergelijke toelichting<br />

wordt het mogelijk om bestaande categorieën te wijzigen of aanvullende categorieën te definiëren<br />

in de volgende versie van het richtsnoer.<br />

Koppeling met Tier 1-blootstellingsschatting<br />

Op slechts twee uitzonderingen na, kunnen alle procescategorieën die in bijlage R.12-3 zijn<br />

vermeld worden gebruikt als invoerparameter voor het ECETOC TRA-hulpmiddel 11 om een Tier 1-<br />

blootstellingsschatting voor medewerkers af te leiden. Naast de procescategorie zelf kunnen<br />

andere invoerparameters nodig zijn, zoals: de concentratie van de stof in de producten die door<br />

medewerkers worden gebruikt, of het gebruik plaatsvindt onder industriële omstandigheden, de<br />

duur van de blootstelling of de aan- of afwezigheid van plaatselijke afzuiging.<br />

R.12.3.4. Milieu-emissiecategorie (ERC)<br />

Definitie en reikwijdte<br />

Milieu-emissiecategorieën [ERC] duiden de kenmerken van een gebruik aan op basis van zes<br />

aspecten die relevant zijn vanuit milieuoogpunt, met inbegrip van de kenmerken die een<br />

massastroomanalyse voor de hele levenscyclus van een stof mogelijk maken:<br />

a) Het beoogde technische lot (doel) van de stof tijdens het gebruik bepaalt in welke mate een<br />

stof tijdens het gebruik wordt verbruikt, wordt verwacht vrij te komen door lozingen, emissies<br />

naar de lucht of afval, of wordt verwacht over te gaan naar de volgende fase van de<br />

levenscyclus. In het algemeen zijn er drie mogelijkheden:<br />

De stof is bedoeld om onderdeel te worden van een voorwerp (met inbegrip van<br />

opgedroogde/uitgeharde mengsels), ofwel omdat het een functie vervult in het voorwerp of<br />

omdat het zonder functie (uit een eerdere fase van de levenscyclus) in het voorwerp<br />

achterblijft.<br />

Het is de bedoeling dat de stof bij gebruik reageert, en deze is zodoende niet meer<br />

beschikbaar voor verdere stappen in de levenscyclus of emissie naar het milieu.<br />

Het is de bedoeling dat de stof dienst doet als hulpmiddel bij de verwerking, en deze komt<br />

als zodanig vrij bij een industrieel proces (bijv. oppervlakteactief middel bij de afwerking<br />

van textiel, oplosmiddel bij verfspuiten) of een niet-industriële toepassing (bijv.<br />

oplosmiddelen of oppervlakteactieve middelen uit schoonmaakmiddelen) in afvalwater,<br />

luchtemissie en/of afval.<br />

b) De fase in de levenscyclus gedurende welke een gebruik plaatsvindt (vervaardiging,<br />

formulering of eindgebruik) is bepalend voor de mate waarin het tot een minimum beperken<br />

van verliezen kan worden verwacht (gestuurd door het economische belang voor de actor om<br />

geen product te verliezen dat hij kan verkopen, en het gebruik van gespecialiseerde apparatuur<br />

om chemicaliën te verwerken).<br />

11 Gerichte Risicobeoordeling door ECETOC, gereviseerde versie gepubliceerd in juli 2009 (www.ecetoc.org/tra)<br />

7


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

c) De mate van verspreid gebruik (gebruik op industriële locaties [puntbronnen] en/of wijdverbreid<br />

gebruik bij professionele en consumententoepassingen) bepaalt de verdeling van de emissies<br />

in tijd en ruimte.<br />

d) Besloten toepassingssystemen tijdens het eindgebruik (bijv. hydraulische systemen met daarin<br />

besloten functionele vloeistoffen, gesloten systemen voor het reinigen van textiel of metalen<br />

onderdelen) beperken de mogelijke afgifte aan lucht en water.<br />

e) Of een stof binnen of buiten wordt gebruikt bepaalt in welke mate emissies in lucht en water<br />

mogelijk kunnen worden opgevangen voor behandeling, en in welke mate<br />

slijtageomstandigheden het vrijkomen van de stoffen uit de voorwerpen vergroten.<br />

f) Voor voorwerpen die onder omstandigheden worden gebruikt die emissies bevorderen (zoals<br />

slijtage van banden of remblokjes) kan worden verwacht dat de fractie die aan het milieu wordt<br />

afgegeven relatief hoog is. Dit is ook van toepassing op voorwerpen waarbij de afgifte van<br />

stoffen zelfs de bedoeling is (bijv. geurproducten). Ook de verwerking van voorwerpen met<br />

schurende technieken (bijv. schuren of het onder hoge druk verwijderen van coatings) valt<br />

onder dit criterium.<br />

De genoemde kenmerken geven een eerste indicatie van de kans dat de stof kan vrijkomen in het<br />

milieu. Bijlage 12-4.2 geeft een overzicht van welke van de verschillende combinaties van de zes<br />

aspecten overeenkomen met elke milieu-emissiecategorie (ERC). Bijlage R.12-4.1 geeft een lijst<br />

van 23 milieu-emissiecategorieën met de overeenkomstige beschrijvende definities. Deze<br />

categorieën beslaan de vervaardiging, formulering en het gebruik van de stof op industriële<br />

locaties (ERC 1 tot en met 7), wijdverbreid gebruik binnen of buiten (ERC 8 en ERC 9) en het<br />

gebruiksleven (ERC 10 tot en met ERC 12). De categorieën met betrekking tot het gebruiksleven<br />

omvatten ook activiteiten door medewerkers die leiden tot emissies door het verwerken van<br />

voorwerpen (ERC 10b, 11b en 12a/b).<br />

Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />

Als de registrant eenmaal de vormen van gebruik en gebruiksomstandigheden van een stof in<br />

kaart heeft gebracht (met inbegrip van het daaropvolgende gebruiksleven in voorwerpen), kunnen<br />

de overeenkomstige milieu-emissiecategorieën worden toegekend aan de vormen van gebruik die<br />

relevant zijn voor de diverse fases van de levenscyclus en de hoofdgebruikersgroepen. De milieuemissiecategorieën<br />

kunnen samen met de productcategorieën de registrant helpen bij het in<br />

voldoende detail uitsplitsen van de markt in gebruiksgroepen.<br />

Als geen van de activiteiten/procescategorieën van toepassing lijkt, kan de fabrikant, importeur of<br />

downstreamgebruiker de aard van de milieukenmerken in zijn eigen woorden beschrijven in plaats<br />

van een van de gedefinieerde categorieën toe te kennen. Het kan echter nuttig zijn om een korte<br />

toelichting op te nemen in het CSR over welke bestaande categorieën in bijlage R.12-4 zijn<br />

overwogen en de reden dat deze dit specifieke geval niet dekken. Met een dergelijke toelichting<br />

wordt het mogelijk om bestaande categorieën te wijzigen of aanvullende categorieën te definiëren<br />

in de volgende versie van het richtsnoer.<br />

Koppeling met Tier 1-emissieschatting<br />

Voor alle milieu-emissiecategorieën is het mogelijk om een Tier 1-standaardschatting (ergste<br />

geval) van de emissie (naar lucht, water, bodem) af te leiden op basis van de<br />

emissieberekeningsmodule en de standaardemissiefactoren die worden gedefinieerd in tabel<br />

R.16-22 van hoofdstuk R.16 van het richtsnoer, bijlage 1. De berekende emissie kan worden<br />

omgezet in een schatting van de blootstelling op lokaal en regionaal niveau (zie Richtsnoer<br />

R.16.3).<br />

Verwacht wordt dat de diverse industriële sectoren specifiekere beschrijvingen zullen ontwikkelen<br />

van de gebruiksomstandigheden die betrekking hebben op het milieu (Specifieke milieuemissiecategorieën<br />

[SPERC’s]), wat leidt tot verfijnde emissiefactoren. Als de SPERC’s eenmaal<br />

beschikbaar zijn, kunnen ze worden gebruikt om emissieschattingen af te leiden die specifiek zijn<br />

voor de sector of het product. Bijlage R.12.4-3 geeft een overzicht van beschikbare SPERC’s (die<br />

moeten worden opgenomen wanneer de industrie de eerste reeks SPERC’s heeft voltooid).<br />

8


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

R.12.3.5. Voorwerpcategorieën [AC]<br />

Definitie en reikwijdte<br />

Een chemische veiligheidsbeoordeling moet niet alleen de vormen van gebruik van een stof<br />

beslaan, maar ook de daaropvolgende fases van de levenscyclus van stoffen die in of op de matrix<br />

van een voorwerp zijn opgenomen. Voor gevaarlijke stoffen die in voorwerpen zijn verwerkt kan de<br />

fabrikant of importeur van de stof het zodoende nodig achten om aan te duiden welke soorten<br />

voorwerpen worden gedekt in de chemische veiligheidsbeoordeling en de<br />

blootstellingsschattingen. De relevantie van de fase van het gebruiksleven wordt aan de hand van<br />

twee voorbeelden toegelicht: i) Voor blootstelling van consumenten of het milieu maakt het uit of<br />

de stof wordt gebruikt bij de textielafwerking van kleding (contact met de huid, veelvuldig wassen)<br />

of als onderdeel van isolatiemateriaal in de bouw. ii) Voor blootstelling van medewerkers en het<br />

milieu maakt het uit of een stof deel uit gaat maken van het gecoate oppervlak van een schip of<br />

staalconstructies in de buitenlucht (stofvorming tijdens het verwijderen van verf door schurende<br />

technieken als regelmatige onderhoudsactiviteit), of dat het deel uit gaat maken van het gecoate<br />

oppervlak van huishoudelijke apparaten (verwijdering van de verf aan het eind van de levensduur<br />

vindt plaats tijdens een industrieel afvalverwerkingsproces).<br />

Bijlage R.12-5.1 geeft een lijst met algemene voorwerpsoorten zonder beoogde emissie, inclusief<br />

voorbeelden van welke voorwerpen onder deze algemene categorie kunnen vallen. De nadruk ligt<br />

op een indeling op basis van het materiaal. Om ook de beschrijving van het gebruiksleven mogelijk<br />

te maken voor complexe voorwerpen die uit meerdere materialen bestaan, zijn ook categorieën<br />

voor voertuigen en apparatuur opgenomen in de lijst. De voorwerpcategorieën corresponderen<br />

met specifieke categorieën van het TARIC 12 -systeem, en dus kan een verdere specificatie worden<br />

gemaakt binnen de CSA op basis van de TARIC-catalogus, als de registrant of<br />

downstreamgebruiker dit nodig acht. Ook kan een aantal van de voorwerpsoorten die als<br />

voorbeeld worden vermeld helpen bij het beschrijven van voorwerpen die voor een specifieke<br />

blootstelling van medewerkers kunnen zorgen, bijv. het dragen van leren en rubberen<br />

handschoenen, voorwerpen voor schurende polijstwerkzaamheden, het verwijderen van coatings<br />

van grote voertuigen, het dragen van geïmpregneerde beschermende kleding.<br />

Bijlage R.12-5.2 geeft een lijst van voorbeelden van voorwerpen met beoogde emissie. Stoffen die<br />

bedoeld zijn vrij te komen moeten in het kader van REACH worden geregistreerd en hebben<br />

zodoende een specifieke status in de gebruiksdescriptorsystemen. Gedurende het<br />

invoeringsproces van REACH kan deze lijst worden aangevuld, maar aangenomen wordt dat het<br />

beperkt blijft tot een aantal afzonderlijke gevallen.<br />

Hulp bij het toekennen van de relevante categorie<br />

Op basis van de intern beschikbare kennis en eventueel van klanten verkregen aanvullende<br />

gegevens, kent de fabrikant/importeur een of meer voorwerpcategorieën toe die het type<br />

voorwerpen weergeven waarvan bekend is dat de stof daarin wordt gebruikt (door de laatste<br />

downstreamgebruiker in de keten of door consumenten). Als van een stof niet wordt verwacht dat<br />

deze tijdens het gebruik in voorwerpen wordt opgenomen (bijv. oplosmiddelen, reinigingsmiddelen,<br />

wasmiddelen) hoeft geen voorwerpcategorie te worden toegekend.<br />

Het is niet mogelijk of nodig om alle voorwerpsoorten waarin de stof terecht kan komen in detail te<br />

beschrijven. De registrant moet echter in zijn chemische veiligheidsbeoordeling wel de mogelijke<br />

risico’s van de stof tijdens het gebruiksleven van het voorwerp (en de daaropvolgende fases als<br />

afval) beoordelen en het kan nodig zijn dat hij aan de toevoerketen maatregelen doorgeeft om<br />

emissies uit/blootstelling door voorwerpen te beperken, bijv. emissies van kleur- en<br />

afwerkingschemicaliën uit textiel. De registrant moet dus gegevens voor blootstellingsscenario’s<br />

opstellen voor representatieve voorwerpsoorten die voor zijn stof relevant zijn.<br />

12 Categorieën/codes voor groepen goederen in het kader van de geïntegreerde gegevensbank met douanetarieven<br />

van de Europese Gemeenschap (Taric); http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds/tarhome_en.htm<br />

9


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Als de fabrikant of importeur of de downstreamgebruiker niet in staat is om de juiste<br />

voorwerpcategorie te vinden in bijlage 12-5.1 of specifieker wil zijn, dan kan het gebruik worden<br />

omschreven onder “overige”. Indien mogelijk moet een code (met de bijbehorende bewoordingen)<br />

worden gekozen uit het TARIC-systeem (zie de internetlink op het eind van bijlage R.12-5.1.)<br />

Koppeling met Tier 1-emissieschatting<br />

Voor een aantal voorwerpcategorieën is het mogelijk om een Tier 1-blootstellingsschatting voor<br />

consumenten te geven gebaseerd op het ECETOC TRA-hulpmiddel voor het schatten van<br />

blootstelling voor consumenten. Bijlage R.12-5.3 vermeldt in het bijzonder de voorwerpcategorieën<br />

die kunnen worden beoordeeld met het ECETOC TRA-hulpmiddel.<br />

R.12.3.6. Het specificeren van de technische functie van een stof voor het<br />

veiligheidsgegevensblad<br />

Het specificeren van de technische functie van de stof als zodanig (wat deze daadwerkelijk doet) is<br />

nodig voor paragraaf 1.2 van het veiligheidsgegevensblad voor stoffen die voldoen aan de criteria<br />

om als gevaarlijk te worden aangemerkt. Hiervoor kan de registrant gebruikmaken van de soorten<br />

stoffen die worden vermeld in bijlage R.12-6. Een dergelijke specificatie kan ook bruikbaar zijn om<br />

aan te duiden dat een blootstellingsscenario (of een reeks blootstellingsscenario's) is uitgewerkt<br />

voor een bepaald type stof (bijv. oplosmiddel, pigment).<br />

Volgens bijlage II van REACH moet het gebruik ook voor mengsels worden aangeduid. Er dient te<br />

worden opgemerkt dat het niet nodig is om de technische functie van elke afzonderlijke stof in een<br />

mengsel aan te duiden. Op een veiligheidsgegevensblad voor een mengsel moet alleen het<br />

gebruik van het mengsel als geheel worden beschreven.<br />

R.12.4. Voorbeelden<br />

R.12.4.1. Voorbeelden van het toekennen van vormen van gebruik aan een categorie<br />

van het descriptorsysteem<br />

10


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Tabel R.12-2 licht voor een aantal processen/activiteiten toe welke categorie moet worden<br />

toegekend en welke algemene kenmerken van de gebruiksomstandigheden de categorie omvat.<br />

Het voorbeeld heeft betrekking op vormen van gebruik door medewerkers binnenshuis (industrieel<br />

of professioneel) en beslaat stoffen i) die zijn opgenomen in voorwerpen of ii) die niet zijn<br />

opgenomen in voorwerpen. De voorbeelden laten zien dat meerdere soorten activiteiten kunnen<br />

worden uitgedrukt door een categorie voor de blootstelling van de medewerkers en een categorie<br />

voor de blootstelling van het milieu.<br />

Tabel R.12-2: Voorbeelden van het toekennen van categorieën aan vormen van gebruik door medewerkers<br />

binnenshuis<br />

Voorbeelden voor<br />

proces/activiteit<br />

Het spuiten van verf,<br />

reinigingsmiddelen,<br />

smeermiddelen,<br />

kleefmiddelen<br />

Kleuren en afwerken<br />

van textiel, leer of papier<br />

Coating van vloeren,<br />

schilderen van muren<br />

met kwast of roller,<br />

reinigen/polijsten van<br />

oppervlakken door<br />

wrijven<br />

Mechanisch snijden,<br />

slijpen, boren of polijsten<br />

van voorwerpen<br />

Het mengen van vaste<br />

stoffen en vloeistoffen bij<br />

de batchformulering van<br />

coatings,<br />

reinigingsmiddelen,<br />

kunststofverbindingen,<br />

textielkleurstoffen<br />

Procescategorie uit bijlage R.12-3<br />

en milieu-emissiecategorie uit<br />

bijlage R.12-4<br />

Luchtverstuivingstechnieken, zoals<br />

spuiten (PROC 7 of PROC 11)<br />

Industrieel gebruik of wijdverbreid<br />

professioneel gebruik van een stof<br />

die bedoeld is deel te worden van<br />

een voorwerp (ERC 5/ ERC 8c) of<br />

niet (ERC 4/ERC 8a)<br />

Immersiebewerkingen zoals<br />

onderdompelen en overgieten<br />

(PROC 13)<br />

Industrieel gebruik van stoffen die al<br />

dan niet bedoeld zijn om onderdeel<br />

te worden van een voorwerp (ERC 4<br />

of 5)<br />

Laagenergetische verspreiding, zoals<br />

met een roller, kwast (PROC 10)<br />

Wijdverbreid professioneel gebruik<br />

(ERC 8a of 8c)<br />

Hoogenergetische (mechanische)<br />

veredeling van massieve metalen, en<br />

in materialen of voorwerpen<br />

gebonden stoffen (PROC 24).<br />

Industriële of verspreide verwerking<br />

van voorwerpen door medewerkers<br />

onder omstandigheden die het<br />

vrijkomen bevorderen (ERC 11b of<br />

12)<br />

Gebruik in een gesloten batchproces<br />

(PROC 3) of het mengen in een<br />

batchproces (multistage en/of<br />

aanzienlijk contact) (PROC 5);<br />

bijbehorende overdracht van stoffen<br />

(PROC 8a, 8b en 9)<br />

Formulering van/tot mengsels (ERC<br />

2 of ERC 3)<br />

11<br />

Blootstellingspatroon “gecodeerd”<br />

door de procescategorie en de milieuemissiecategorie.<br />

Stoffen kunnen worden ingeademd als<br />

damp en aerosolen. De energie van de<br />

aerosoldeeltjes kan vragen om specifieke<br />

vormen van blootstellingsbeheersing; bij<br />

coatings kan door overspuiten afvalwater<br />

en afvaloplosmiddel in de lucht<br />

terechtkomen.<br />

De stof wordt op een oppervlak<br />

aangebracht door het voorwerp in een bad<br />

onder te dompelen en het is de bedoeling<br />

dat deze onderdeel wordt van het<br />

voorwerp. De doorgaans geringe vorming<br />

van stof en aerosolen kan gemakkelijk<br />

worden beheerst. Lozing of afvoer van<br />

afvalwater en/of verbruikte baden kan<br />

relevant zijn.<br />

Blootstelling tijdens het uitspreiden van de<br />

stof wordt voornamelijk bepaald door de<br />

eigenschappen ervan (bijv. de dampdruk)<br />

of direct contact met de huid. Vorming van<br />

stof en aerosolen niet waarschijnlijk;<br />

reinigen van apparatuur en machines kan<br />

afvalwater en/of afval opleveren.<br />

Oplosmiddelen kunnen in de lucht<br />

terechtkomen.<br />

Er wordt een aanzienlijke hoeveelheid<br />

thermische of kinetische energie op de stof<br />

toegepast door het slijpen, mechanisch<br />

snijden, boren of schuren. Te verwachten<br />

valt dat er vaste stoffen (poeder) of<br />

dampen vrijkomen. Neerslag moet als<br />

afval worden afgevoerd.<br />

Voornamelijk verwerking in een gesloten<br />

proces (bijv. via afgesloten overdracht)<br />

maar met enige kans op contact (bijv.<br />

tijdens monstername)<br />

Vaste of vloeibare materialen kunnen<br />

vrijkomen in de vorm van damp of stof,<br />

aanzienlijk contact is mogelijk.


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Voorbeelden voor Procescategorie uit bijlage R.12-3 Blootstellingspatroon “gecodeerd”<br />

proces/activiteit en milieu-emissiecategorie uit door de procescategorie en de milieubijlage<br />

R.12-4<br />

emissiecategorie.<br />

Afval of afvalwater afkomstig van het<br />

reinigen van apparatuur is te verwachten.<br />

R.12.4.1.2 Voorbeeld van het systematisch beschrijven van de vormen van gebruik<br />

van een stof<br />

Tabel R.12-3 licht het descriptorsysteem toe vanuit het oogpunt van de levenscyclus. In het<br />

voorbeeld is de stof een pigment dat wordt gebruikt in verven voor houten voorwerpen (voor<br />

gebruik binnen en buiten). De verf (met inbegrip van het pigment) wordt in een multistage<br />

batchproces geproduceerd. Hij wordt door medewerkers aangebracht door middel van spuiten en<br />

kwasten. Consumenten gebruiken de verven die het pigment bevatten ook. Het eventueel<br />

verwijderen van de verf bij renovatie wordt ook door dit voorbeeld gedekt. Tabel R.12-3 geeft een<br />

reeks vragen die een registrant wellicht moet beantwoorden bij het in kaart brengen van de<br />

vormen van gebruik van zijn stof.<br />

Tabel R.12-3: Voorbeeld voor het in het kort beschrijven van enkele vormen van gebruik van een pigment<br />

Vragen voor het in het kort beschrijven van<br />

een gebruik in algemene termen<br />

Welke sectoren van de formuleringsindustrie<br />

kopen de stof? In welke categorieën chemische<br />

producten wordt het gebruikt?<br />

Welke processen worden toegepast tijdens het<br />

mengen/formuleren van de stof?<br />

Wordt de stof als zodanig of in mengsels gebruikt<br />

door industriële medewerkers, professionals of<br />

consumenten?<br />

In welke soort processen wordt de stof als<br />

eindgebruik toegepast (vanuit het oogpunt van de<br />

medewerker)?<br />

PC 9a<br />

Categorie<br />

PROC 3, 8b, 9<br />

ERC 2<br />

SU 3, 21, 22<br />

PROC 7, 10, 11,<br />

13<br />

Toelichting voor een pigment<br />

Verven en coatings<br />

Mengen van het vloeibare mengsel in<br />

een gesloten batchproces, met<br />

inbegrip van overdracht van de stof<br />

Industriële medewerkers,<br />

professionals buiten industriële<br />

locaties en consumenten<br />

Spuiten, borstelen, onderdompelen<br />

Wat zijn de algemene milieukenmerken van deze<br />

vormen van gebruik: gebruik binnen/buiten;<br />

gebruik op een industriële locatie of wijdverbreid<br />

gebruik; stof bedoeld onderdeel te worden van de<br />

matrix van een voorwerp of bedoeld om dienst te<br />

doen als een verwerkingshulpmiddel of bedoeld<br />

te reageren bij gebruik?<br />

In welke consumentenproducten wordt de stof<br />

gebruikt? Wat zijn de algemene milieukenmerken<br />

van deze vormen van gebruik?<br />

Als de stof onderdeel wordt van een voorwerp: In<br />

welke voorwerpen wordt het opgenomen tijdens<br />

het gebruiksleven (en vervolgens als<br />

afvalproduct)?<br />

Als de stof onderdeel wordt van een voorwerp:<br />

Wat zijn de algemene milieukenmerken van de<br />

stof tijdens zijn gebruiksleven: gebruik<br />

binnen/buiten van het voorwerp, lage of hoge<br />

afgifte van de stof uit het voorwerp?<br />

ERC 5<br />

ERC 8c/f<br />

PC 9a<br />

ERC 8c/f<br />

AC 11<br />

ERC 10a/11a<br />

Industriële locaties en wijdverbreid<br />

gebruik, gebruik binnen en buiten.<br />

Stof wordt onderdeel van<br />

voorwerpen.<br />

Verven en coatings voor<br />

consumentengebruik<br />

Houten voorwerpen<br />

Gebruik binnen en buiten, lage afgifte<br />

van de stof uit het voorwerp<br />

Als de stof onderdeel wordt van een voorwerp: ERC 10b/11b Gebruik binnen en buiten, hoge<br />

12


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Vragen voor het in het kort beschrijven van Categorie Toelichting voor een pigment<br />

een gebruik in algemene termen<br />

Zijn er voorspelbare activiteiten met het<br />

voorwerp die leiden tot verwijdering van stoffen<br />

van het oppervlak bij het verwerken of<br />

onderhoud met schurende technieken (bijv.<br />

verfstrippen)<br />

afgifte van de stof uit het voorwerp<br />

R.12.5. Beschrijven van geïdentificeerde vormen van gebruik en het<br />

opstellen van titels voor blootstellingsscenario’s<br />

Het gebruiksdescriptorsysteem kan helpen bij de omschrijving van de geïdentificeerde vormen van<br />

gebruik in paragraaf 3.5 van IUCLID (als onderdeel van het registratiedossier), de bijbehorende<br />

omschrijving van vormen van gebruik in paragraaf 2 van het CSR en het opnemen van<br />

geharmoniseerde, gestructureerde informatie in de korte titels van blootstellingsscenario’s.<br />

Chesar 13 , het CSA-hulpmiddel van <strong>ECHA</strong>, omvat een gebruiksomschrijvingmodule, die een<br />

standaardboomstructuur geeft van de levenscyclus om de vormen van gebruik van een stof in<br />

kaart te brengen (zie figuur R.12-1)<br />

R.12.5.1. In kaart brengen van vormen van gebruik op basis van de structuur van de<br />

levenscyclus<br />

Het documenteren van de activiteiten tijdens de vervaardiging en het gebruik van een stof in een<br />

hiërarchische “boom”-structuur van de levenscyclus vergemakkelijkt het rapporteren en<br />

communiceren met het oog op de toevoerketen, en het maakt de koppeling van vormen van<br />

gebruik aan massastromen van de stof mogelijk, wat nodig is voor de milieubeoordeling. De<br />

“boom” heeft zijn wortels in het vervaardigen van de stof en de takken worden gevormd door het<br />

formuleren van diverse chemische producten. De vormen van gebruik binnen een categorie<br />

chemische producten vertakken op hun beurt in diverse industriële en professionele vormen van<br />

gebruik en vormen van gebruik door consumenten, die mogelijk worden gevolgd door een<br />

gebruiksleven in voorwerpen.<br />

Het gebruiksdescriptorsysteem ondersteunt het documenteren in een hiërarchische structuur<br />

zodanig dat het in feite acht combinaties vertegenwoordigt van fases van de levenscyclus<br />

(vervaardiging, formulering, eindgebruik of gebruiksleven) en de hoofdgebruikersgroepen<br />

(industriële medewerkers, professionals of consumenten) 14 .<br />

Daarnaast kunnen de formulerende sectoren waaraan de fabrikant of importeur een bepaalde stof<br />

levert worden gespecificeerd als marktsectoren (zoals smeermiddelen, reinigingsmiddelen,<br />

kleefmiddelen, coatings, kunststofverbindingen).<br />

Op het niveau van de fase kan de juiste milieu-emissiecategorie worden toegekend, die<br />

vervolgens op alle vormen van gebruik door medewerkers of consumenten van toepassing is die<br />

onder die fase worden vermeld. Onder een fase kunnen alle relevante activiteiten (vormen van<br />

gebruik) met de stof door medewerkers en consumenten worden vermeld en beschreven door er<br />

13 <strong>ECHA</strong> ontwikkelt momenteel een hulpmiddel, Chesar genaamd (Chemical Safety Assessment and Reporting tool) om<br />

registranten te helpen bij de voorbereiding van hun CSA en CSR. <strong>ECHA</strong> probeert begin 2010 een eerste versie van dat<br />

hulpmiddel uit te geven.<br />

14 “Gebruiken” worden gedefinieerd door de activiteiten van medewerkers of consumenten met een stof (inclusief<br />

processen tijdens de vervaardiging van een stof en het verwerken van voorwerpen die een stof bevatten). “Fases”<br />

omvatten één of meer gebruiken in een bepaalde fase van de levenscyclus die worden gekenmerkt door vergelijkbare<br />

gebruiksomstandigheden met i) betrekking tot het milieu en ii) de hoofdgebruikersgroep. Er zijn drie<br />

hoofdgebruikersgroepen en vier fasen. Voor de fasen “vervaardiging” en “formulering” wordt aangenomen dat ze altijd<br />

onder industriële omstandigheden worden uitgevoerd.<br />

13


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

een PROC (activiteiten van werknemers) of PC (consumentenproducten) aan toe te kennen. Let<br />

op: De keuzelijst voor productcategorieën (PC) bevat ook producten die niet relevant zijn voor<br />

gebruik door consumenten.<br />

Vervaardiging/Import<br />

o Vervaardigingsfase [per ERC] [1]<br />

• Processen tijdens de vervaardiging [per PROC]<br />

Marktsector [per PC]<br />

o Formuleringsfase [per ERC] [2]<br />

• Vormen van gebruik voor formulering [per PROC]<br />

o Industrieel‐eindgebruikfase [per ERC en SU] [3]<br />

• Industriële vormen van gebruik [per PROC]<br />

o Professioneel‐eindgebruikfase [per ERC en SU] [4]<br />

• Professionele vormen van gebruik [per PROC]<br />

o Eindgebruikfase consument [per ERC] [5]<br />

• Consumentengebruik [per PC]<br />

o Fase gebruiksleven (consument) [per ERC en AC] [6]<br />

• “Vormen van gebruik” in voorwerpen (door consumenten) [per AC]<br />

o Fase gebruiksleven (industriële werknemers) [per ERC, AC, SU] [7]<br />

• “Vormen van gebruik" in voorwerpen (door industriële<br />

medewerkers)[per AC en PROC]<br />

o Fase gebruiksleven (professionele medewerkers) [per ERC, AC, SU] [8]<br />

• “Vormen van gebruik” in voorwerpen (door professionele<br />

medewerkers) [per AC en PROC]<br />

Figuur R.12-1: Standaardstructuur van de boomweergave van de geïdentificeerde vormen van gebruik<br />

Een registrant kan zijn markt structureren op basis van zijn klanten in de verschillende<br />

formuleringssectoren (per soort product dat door deze sectoren wordt geproduceerd) of<br />

eindgebruiksectoren (per economische sector die uiteindelijk de stof als zodanig of in een mengsel<br />

gebruikt) 15 . Hij kan daarbij gebruikmaken van de PC- en SU-keuzelijsten. Als hij de stof<br />

rechtstreeks aan eindgebruikers verkoopt, kunnen de marktsector en de formuleringsfase<br />

achterwege worden gelaten. Het verdient aanbeveling om te beginnen met een beschrijving van<br />

marktsectoren (per PC) waarvoor de vormen van gebruik in het daaropvolgende proces moeten<br />

worden beschreven.<br />

Voor het beschrijven van de vervaardiging of formulering tot een mengsel als zodanig is het niet<br />

nodig om een eindgebruiksector toe te kennen.<br />

Als blijkt dat de milieuomstandigheden van het gebruik tussen de sectoren onderling sterk<br />

verschillen binnen een fase van de levenscyclus, kan de beoordelaar dezelfde fase van de<br />

levenscyclus opnieuw creëren voor een andere sector van de industrie. Het combineren van ERC<br />

en SU bij de eindgebruikfase kan dus helpen bij het identificeren en beschrijven van<br />

gebruiksomstandigheden die betrekking hebben op het milieukenmerk voor bepaalde sectoren van<br />

de industrie.<br />

Als blijkt dat de beroepsmatige omstandigheden die betrekking hebben op het gebruik door<br />

medewerkers tussen de sectoren onderling sterk verschillen binnen een fase van de levenscyclus,<br />

kan de beoordelaar dezelfde fase van de levenscyclus opnieuw creëren voor een andere sector<br />

van de industrie.<br />

15 De sectoren die preparaten [= mengsels = chemische producten] produceren (= formuleren = mengen) kunnen beter<br />

worden omschreven aan de hand van het type chemisch product dan aan de hand van de NACE-code, aangezien het<br />

NACE-systeem niet voldoende differentiatie toestaat.<br />

14


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

De fase van het gebruiksleven kan worden gekarakteriseerd met milieu-emissiecategorieën (ERC)<br />

en de relevante voorwerpcategorieën (AC).<br />

Onder de fases van het gebruiksleven kunnen activiteiten van medewerkers en consumenten met<br />

bepaalde voorwerpen worden beschreven. Deze activiteiten zijn geen “vormen van gebruik” in de<br />

betekenis van REACH (en zodoende zijn hieraan geen verplichtingen van eindgebruikers<br />

gekoppeld). De registrant is echter wel verplicht om de omstandigheden tijdens het gebruiksleven<br />

in zijn CSR te beschrijven. Het “consumentengebruik” van voorwerpen kan worden omschreven<br />

met een AC, terwijl de activiteiten van medewerkers met voorwerpen kunnen worden beschreven<br />

als een combinatie van een procescategorie (PROC) en de relevante voorwerpcategorieën (AC)<br />

Als blijkt dat de milieuomstandigheden tijdens het gebruiksleven tussen verschillende soorten<br />

voorwerpen sterk verschillen, kan de beoordelaar dezelfde fase van de levenscyclus opnieuw<br />

creëren voor een ander voorwerp (of groep voorwerpen). Het combineren van ERC en AC bij de<br />

fase van de levenscyclus kan dus helpen bij het identificeren en beschrijven van omstandigheden<br />

die betrekking hebben op milieukenmerken voor bepaalde (groepen) voorwerpen.<br />

Let op: De ervaring leert dat de beschrijving van vormen van gebruik uitsluitend op basis van het<br />

gebruiksdescriptorsysteem doorgaans onvoldoende is voor het opzetten en communiceren van<br />

blootstellingsscenario’s. Daarom is als aanvulling doorgaans nadere toelichting nodig bij de<br />

omschrijving van vormen van gebruik.<br />

Figuur R.12-2 laat de vormen van gebruik van een stof zien beschreven in een boomstructuur van<br />

de levenscyclus.<br />

Figuur R.12-2: Toelichting van de omschrijving van het gebruik in een boomstructuur van de levenscyclus<br />

Wordt in een latere fase opgenomen<br />

R.12.5.2. Het opstellen van titels voor blootstellingsscenario’s<br />

De registrant geeft elk blootstellingsscenario in het CSR dat gekoppeld is aan het uitgebreide<br />

veiligheidsgegevensblad een korte titel, waarin wordt aangegeven welke vormen van gebruik door<br />

het blootstellingsscenario worden gedekt. Aangezien blootstellingsscenario’s algemeen (meerdere<br />

vormen van gebruik beslaand) of specifiek (slechts één of enkele vormen van gebruik worden<br />

gedekt) kunnen zijn, kan de titel van de blootstellingsscenario’s dienovereenkomstig variëren:<br />

Een gebruik (zoals gedefinieerd door de registrant) kan onder verschillende omstandigheden<br />

plaatsvinden in verschillende marktsectoren, waardoor verschillende blootstellingsscenario's<br />

nodig kunnen zijn. In dergelijke gevallen kunnen verschillende blootstellingsscenario’s dezelfde<br />

PROC en dezelfde ERC in de titel hebben, elk in combinatie met een andere gebruikssector<br />

(SU). Voor dezelfde categorie consumentenproducten (PC) kunnen verschillende<br />

blootstellingsscenario’s nodig zijn, als de blootstellingsbeoordeling bijvoorbeeld aangeeft dat<br />

de concentratie van de stof in bepaalde consumentenproducten binnen dezelfde categorie 16<br />

beperkt moet worden tot een lagere concentratie.<br />

<br />

Verschillende vormen van gebruik (zoals gedefinieerd door de registrant) kunnen mogelijk in<br />

hetzelfde blootstellingsscenario worden behandeld, als voor al deze vormen van gebruik<br />

dezelfde bedrijfsomstandigheden en risicobeheersmaatregelen gelden. In een dergelijk geval<br />

zou de titel van het blootstellingsscenario de diverse procescategorieën, productcategorieën,<br />

voorwerpcategorieën en of milieu-emissiecategorieën vermelden.<br />

16 Zie productsubcategorieën die kunnen worden beoordeeld met de ECETOC TRA voor consumenten.<br />

15


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

<br />

Voor communicatiedoeleinden kan de registrant ervoor kiezen om alle activiteiten met een stof<br />

die relevant zijn in een bepaalde toevoerketen in slechts één blootstellingsscenario te<br />

vermelden. Zodoende kan het blootstellingsscenario verschillende reeksen<br />

bedrijfsomstandigheden en risicobeheersmaatregelen bevatten die betrekking hebben op<br />

verschillende activiteiten. Er dient echter voor te worden gezorgd dat een dergelijk document<br />

nog steeds begrijpelijk is en relevant voor elke downstreamgebruiker.<br />

Tabel R.12-4: Titelgedeelte van een blootstellingsscenario waarbij de activiteiten van medewerkers worden<br />

behandeld 17<br />

Blootstellingsscenarioformaat (1) voor vormen van gebruik door medewerkers<br />

1. Titel<br />

Vrije korte titel<br />

Systematische titel gebaseerd op<br />

gebruiksdescriptor<br />

Gedekte processen, taken,<br />

activiteiten<br />

R.12.5.3. Beschrijving van de geïdentificeerde vormen van gebruik in IUCLID<br />

Elke registrant is ook verplicht om een korte algemene beschrijving van alle geïdentificeerde<br />

vormen van gebruik op te nemen in zijn technische dossier (zie hoofdstuk 3.5 van IUCLID) 18 en in<br />

paragraaf 2 van het CSR. Het verdient aanbeveling om de korte algemene beschrijving van het<br />

gebruik te baseren op het descriptorsysteem in dit richtsnoer, en (indien relevant) te verwijzen naar<br />

paragraaf 3.5 van IUCLID naar de blootstellingsscenario's in het CSR. Dit is om te garanderen dat<br />

de beschrijving van geïdentificeerde vormen van gebruik en de titel en inhoud van de<br />

blootstellingsscenario's consistent zijn met elkaar. Opmerking: Deze consistentie is een wettelijke<br />

vereiste die is vastgelegd in paragraaf 5.1.1 van bijlage I van REACH.<br />

Het CSA-hulpmiddel Chesar zal een functionaliteit bevatten om geïdentificeerde vormen van<br />

gebruik en de bijbehorende blootstellingsscenario's te rapporteren nadat de beoordelingen zijn<br />

afgerond en de blootstellingsscenario's zijn opgesteld. Een dergelijk rapportageoverzicht van de<br />

vormen van gebruik kan worden opgenomen in paragraaf 2 van het CSR en in paragraaf 3.5 van<br />

IUCLID. De informatie die in paragraaf 3.5 van IUCLID wordt gerapporteerd zal in één aspect<br />

verschillen ten opzichte van wat wordt opgenomen in het CSR: De beschrijving van<br />

daaropvolgende fases van de levenscyclus (gebruiksleven en afval) zal geen onderdeel zijn van<br />

IUCLID 3.5. De reden is dat bijlage VI van REACH wel naar de geïdentificeerde vormen van<br />

gebruik verwijst maar niet naar het daaropvolgende gebruiksleven.<br />

De informatie die in IUCLID 3.5 moet worden gerapporteerd is een korte algemene beschrijving<br />

van de geïdentificeerde vormen van gebruik en een indicatie van of het daaropvolgende<br />

gebruiksleven in voorwerpen plaatsvindt.<br />

Het rapporteren van geïdentificeerde vormen van gebruik in de IUCLID-structuur zal gebaseerd<br />

zijn op de volgende principes:<br />

Het rapport over geïdentificeerde vormen van gebruik is verdeeld in drie blokken, in<br />

overeenstemming met de hoofdgebruikersgroepen: medewerkers in een industriële omgeving<br />

17 Zie voorlopige versie van de bijgewerkte paragraaf D.2.2 (Blootstellingsscenarioformaat) in Deel D van het Richtsnoer<br />

voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling.<br />

18 Zie artikel 10, onder a) iii), van REACH in combinatie met paragraaf 3.5 van bijlage VI.<br />

16


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

(industrieel gebruik); medewerkers in niet-industriële omgevingen (professioneel gebruik),<br />

consumenten (consumentengebruik).<br />

<br />

Per regel moet een unieke naam/titel van het geïdentificeerde gebruik 19 worden vermeld. Elk<br />

geïdentificeerde gebruik wordt gekenmerkt door een aantal gebruiksdescriptors.<br />

o<br />

Voor elk geïdentificeerde gebruik moet een procescategorie (PROC) voor medewerkers<br />

of een productcategorie (PC) voor consumenten worden vermeld. Het is mogelijk om<br />

meerdere procescategorieën (PROC) of productcategorieën (PC) per regel te<br />

vermelden. Dit kan bijvoorbeeld aanvaardbaar zijn als een reeks processen wordt<br />

gedekt door één blootstellingsscenario en één geschatte blootstelling (gebaseerd op<br />

een reeks meetgegevens) die overeenkomt met een dergelijke reeks processen.<br />

Desalniettemin verdient het aanbeveling om in de meeste gevallen maar één categorie<br />

per regel te vermelden om de consistentie met de blootstellingsschatting en het<br />

beschrijven van de risico's in de chemische veiligheidsbeoordeling te garanderen.<br />

o Voor elk geïdentificeerde gebruik moet één of meer milieu-emissiecategorie (ERC)<br />

worden vermeld. Als bijvoorbeeld geen relevante verschillen zijn geïdentificeerd tussen<br />

gebruik binnen en buiten, mogen beide ERC’s door één soort gebruik worden gedekt.<br />

Desalniettemin verdient het aanbeveling om in de meeste gevallen maar één categorie<br />

per regel te vermelden om de consistentie met de blootstellingsschatting en het<br />

beschrijven van de risico's in de chemische veiligheidsbeoordeling te garanderen.<br />

o<br />

Als de marktsector(en) een onderdeel vormt (vormen) van de titel van het<br />

blootstellingsscenario, moet ook deze descriptor worden vermeld (één of meer per<br />

regel). Daarnaast kan elk geïdentificeerde gebruik indien nodig worden beschreven<br />

door één of meer "gebruikssectoren" (SU). Als gevolg hiervan zijn meerdere<br />

vermeldingen per marktsector (beschreven per soort chemisch product, [PC] en<br />

gebruikssector (SU) toegestaan.<br />

<br />

Als een geïdentificeerd gebruik leidt tot het opnemen van een stof in een voorwerp (en/of het<br />

achterblijven van een stof in een opgedroogd mengsel), dan wordt dit aangeduid, aangezien dit<br />

leidt tot de noodzaak om het gebruiksleven van de relevante voorwerpen (of opgedroogde of<br />

uitgeharde mengsels) te beoordelen. De verwachte voorwerpcategorieën (AC) voor het<br />

daaropvolgende gebruiksleven kunnen worden gemeld. Een verdere beschrijving van de<br />

omstandigheden van het gebruiksleven is in het rapport over geïdentificeerde vormen van<br />

gebruik 20 niet nodig.<br />

<br />

Voor elk geïdentificeerde gebruik is het mogelijk om te verwijzen naar het nummer of de vrije<br />

korte titel (één of meer blootstellingsscenario’s) van het blootstellingsscenario dat relevant is<br />

voor dat gebruik. Deze koppeling garandeert dat alle geïdentificeerde vormen van gebruik,<br />

wanneer relevant, door ten minste één blootstellingsscenario worden gedekt.<br />

Tabel R.12-5 toont de kolommen die beschikbaar zijn in paragraaf 3.5 van IUCLID om de<br />

geïdentificeerde vormen van gebruik van een stof te beschrijven met betrekking tot de activiteiten<br />

van industriële medewerkers. Er zijn twee vergelijkbare tabellen beschikbaar voor medewerkers in<br />

niet-industriële omgevingen (professioneel gebruik) en consumenten.<br />

19 “Vrije tekst” naam van het gebruik<br />

20 Opmerking: De fase van het gebruiksleven van een stof in voorwerpen en de fase als afvalproduct zijn geen<br />

“gebruiken” in het kader van REACH.<br />

17


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Tabel R.12-5: Tabel voor het rapporteren van geïdentificeerde vormen van gebruik met betrekking tot<br />

industriële medewerkers in IUCLID<br />

IU<br />

nr<br />

Naam<br />

geïdenti<br />

ficeerd<br />

gebruik<br />

Procesc<br />

ategorie<br />

(PROC)<br />

Milieuemissiec<br />

ategorie<br />

(ERC)<br />

Stof voor<br />

dat<br />

gebruik<br />

toegepast<br />

in de vorm<br />

van…<br />

stof<br />

mengsel<br />

Marktsector<br />

per soort<br />

chemisch<br />

product<br />

(PC)<br />

Gebruik<br />

ssector<br />

(SU)<br />

Daaropvol<br />

gend<br />

gebruiksle<br />

ven<br />

relevant<br />

voor dat<br />

gebruik?<br />

ja/nee<br />

Voorwerp<br />

categorie<br />

(AC) met<br />

betrekking<br />

tot<br />

daaropvol<br />

gend<br />

gebruiksle<br />

ven<br />

Verwijzin<br />

g<br />

blootstell<br />

ingsscen<br />

ario in<br />

het CSR<br />

18


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-1: Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU)<br />

SU 3<br />

SU 21<br />

SU 22<br />

Belangrijkste descriptor: Hoofdgebruikersgroepen<br />

Industrieel gebruik: Gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten* in een industriële omgeving<br />

Consumentengebruik: Particuliere huishoudens (= algemeen publiek = consumenten)<br />

Professioneel gebruik: Publiek domein (administratie, onderwijs, amusement, dienstverlening,<br />

ambachtslieden)<br />

Aanvullende descriptor Eindgebruiksectoren<br />

SU1 Landbouw, bosbouw en visserij A<br />

SU2a Winning van delfstoffen (geen offshore) B<br />

SU2b Offshore-industrie B 6<br />

SU4 Vervaardiging van voedingsmiddelen C 10,11<br />

SU5 Vervaardiging van textiel, leer en bont C 13-15<br />

SU6a Vervaardiging van hout en houtproducten C 16<br />

SU6b Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren C 17<br />

SU7 Drukken en reproduceren van opgenomen media C 18<br />

SU8<br />

Vervaardiging van chemische stoffen op grote schaal (waaronder geraffineerde<br />

aardolieproducten)<br />

NACE 21<br />

codes<br />

C 19.2+20.1<br />

SU9 Vervaardiging van fijnere chemische stoffen C 20.2-20.6<br />

SU 10 Formuleren [mengen] van preparaten en/of ompakken (geen legeringen) C 20.3-20.5<br />

SU11 Vervaardiging van producten van rubber C 22.1<br />

SU12<br />

SU13<br />

Vervaardiging van producten van kunststof, ondermeer door samenstelling of<br />

omvorming<br />

Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, waaronder<br />

gips en cement<br />

SU14 Vervaardiging van metalen in primaire vorm, inclusief legeringen C 24<br />

SU15 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten C 25<br />

SU16<br />

Vervaardiging van computers, elektronische en optische producten, elektrische<br />

apparatuur<br />

SU17 Vervaardiging van machines, apparaten, voertuigen en andere<br />

transportmiddelen voor algemeen gebruik<br />

SU18 Vervaardiging van meubelen C 31<br />

SU19 Bouwnijverheid F<br />

SU20 Gezondheidszorg Q 86<br />

C 22.2<br />

C 23<br />

C 26-27<br />

C 28-30,33<br />

SU23 Elektriciteit, stoom, gas- en watervoorziening en afvalwaterzuivering C 35-37<br />

SU24 Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling C72<br />

SU0<br />

Overige<br />

http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/nace_all.html<br />

21 Europese Commissie, Concurrentie: Lijst van NACE-codes (19.11.2007);<br />

http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/nace_all.html<br />

19


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />

lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />

20


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-2.1: Descriptorlijst voor de chemische productcategorie (PC)<br />

PC1<br />

PC2<br />

PC3<br />

PC4<br />

PC7<br />

PC8<br />

PC9a<br />

PC9b<br />

PC9c<br />

PC11<br />

PC12<br />

PC13<br />

PC14<br />

PC15<br />

PC16<br />

PC17<br />

PC18<br />

PC19<br />

PC20<br />

PC21<br />

PC23<br />

PC24<br />

PC25<br />

PC26<br />

PC27<br />

PC28<br />

PC29<br />

PC30<br />

PC31<br />

Chemische productcategorie (PC)<br />

Categorie voor het omschrijven van<br />

marktsectoren (op toevoerniveau) met<br />

betrekking tot alle vormen van gebruik<br />

(medewerkers en consumenten)<br />

Kleefmiddelen, afdichtingsmiddelen<br />

Adsorptiemiddelen<br />

Luchtverfrissers<br />

Antivries- en ontdooimiddelen<br />

Basismetalen en legeringen<br />

Biociden (bijv. desinfecteermiddelen,<br />

bestrijdingsmiddelen)<br />

Coatings en verven, verdunners,<br />

verfafbijtmiddelen<br />

Vulmiddelen, kit, gips, modelleerklei<br />

Vingerverf<br />

Explosieven<br />

Meststoffen<br />

Brandstoffen<br />

Producten voor het behandelen van metalen<br />

oppervlakken, waaronder producten voor het<br />

galvaniseren<br />

Producten voor het behandelen van niet-metalen<br />

oppervlakken<br />

Warmtetransportvloeistoffen<br />

Hydraulische vloeistoffen<br />

Inkt en toners<br />

Tussenproducten<br />

Producten zoals pH-regelaars, uitvlokkings-,<br />

neerslag- en neutraliseermiddelen<br />

Laboratoriumchemicaliën<br />

Producten voor het looien, verven, afwerken,<br />

impregneren en verzorgen van leer<br />

Smeermiddelen, vetten, lossingsmiddelen<br />

Metaalbewerkingsvloeistoffen<br />

Producten voor het kleuren, afwerken en<br />

impregneren van papier en karton: inclusief<br />

bleekmiddelen en andere<br />

verwerkingshulpmiddelen<br />

Gewasbeschermingsmiddelen<br />

Parfums, geurmiddelen<br />

Farmaceutische producten<br />

Fotochemische producten<br />

Glansmiddelen en wasmengsels<br />

21<br />

Voorbeelden en toelichtingen<br />

PC 35 moet worden toegekend aan<br />

desinfecteermiddelen die worden gebruikt in<br />

reinigingsproducten<br />

Hieronder vallen stoffen die permanent met het<br />

metalen oppervlak binden<br />

Bijvoorbeeld voor de behandeling van muren<br />

voor het schilderen.<br />

Deze categorie beslaat<br />

verwerkingshulpmiddelen die in de chemische<br />

industrie worden gebruikt


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Chemische productcategorie (PC)<br />

Categorie voor het omschrijven van<br />

marktsectoren (op toevoerniveau) met<br />

betrekking tot alle vormen van gebruik<br />

Voorbeelden en toelichtingen<br />

(medewerkers en consumenten)<br />

PC32 Polymeerpreparaten en polymeerverbindingen<br />

PC33 Halfgeleiders<br />

Producten voor het kleuren, afwerken en<br />

impregneren van textiel, inclusief bleekmiddelen<br />

PC34 en andere verwerkingshulpmiddelen<br />

Was- en reinigingsmiddelen (inclusief op<br />

PC35 oplosmiddelbasis)<br />

PC36 Wateronthardingsmiddelen<br />

PC37 Chemische stoffen voor de waterzuivering<br />

Las- en soldeermiddelen (met vloeicoatings of<br />

PC38 vloeikernen), vloeimiddelen<br />

PC39 Cosmetica, persoonlijke verzorgingsproducten<br />

PC40 Extractiemiddelen<br />

PC0 Overige (gebruik UCN-codes: zie laatste rij)<br />

http://www.rivm.nl/en/healthanddisease/productsafety/ConsExpo.jsp<br />

http://195.215.251.229/fmi/xsl/spin/SPIN/guide/menuguide.xsl?-db=spinguide&-lay=overview&-view#<br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />

lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />

22


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-2.2: Consumentenproducten die worden behandeld in de ECETOC gerichte risicobeoordeling<br />

Product/Preparaatcategorie<br />

PC1: Kleefmiddelen, afdichtmiddelen<br />

PC3:Luchtverfrissers<br />

PC9a:Coatings, verven 22 , verdunners,<br />

verfafbijtmiddelen<br />

PC9b: Vulmiddelen, kit, gips,<br />

modelleerklei<br />

PC9c: Vingerverven<br />

PC12: Meststoffen<br />

PC13: Brandstoffen<br />

PC24: Smeermiddelen, vetten,<br />

lossingsmiddelen<br />

Product/Preparaat–subcategorie<br />

Lijmen, hobbymatig gebruik<br />

Lijmen, doe-het-zelfgebruik (tapijtlijm, tegellijm, parketlijm)<br />

Lijm uit een spuitbus<br />

Afdichtmiddelen<br />

Luchtverfrissen, directe werking (spuitbussen met<br />

aerosolen)<br />

Luchtverfrissen, continue werking (vast en vloeibaar)<br />

Watergedragen latexmuurverf<br />

Oplosmiddelrijke, watergedragen verf met een hoog vastestofgehalte<br />

Spuitbus met aerosolen<br />

Afbijtmiddelen (verf-, lijm-, behang-,<br />

afdichtmiddelverwijderaars)<br />

Vulmiddelen en kit<br />

Gips en egaliseermiddelen voor vloeren<br />

Modelleerklei<br />

Vingerverven<br />

Preparaten voor gazon en tuin<br />

Vloeistoffen<br />

Vloeistoffen<br />

Pasta’s<br />

Spuitbussen<br />

PC31:Glansmiddelen en wasmengsels Glansmiddelen, was/crème (vloer, meubels, schoenen)<br />

Glansmiddelen, spuitbus (meubels, schoenen)<br />

PC35: Was- en reinigingsmiddelen<br />

Wasmiddelen en vaatwasmiddelen<br />

(inclusief op oplosmiddelbasis)<br />

Reinigingsmiddelen, vloeistoffen (allesreinigers, sanitaire<br />

producten, vloerreinigers, glasreinigers, tapijtreinigers,<br />

metaalreinigers)<br />

Reinigingsmiddelen, spuitflacons (allesreinigers, sanitaire<br />

producten, glasreinigers)<br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

22 Consumentenblootstelling vanuit opgedroogde/uitgeharde verf op voorwerpen is opgenomen in de TRA<br />

blootstellingsschattingen met betrekking tot houten voorwerpen (zie Bijlage R.13-5.3). Hiertoe behoort ook een<br />

blootstellingsschatting voor emissies uit opgedroogde muurverven.<br />

23


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />

lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />

24


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-3: Descriptorlijst voor procescategorieën (PROC)<br />

PROC1<br />

Procescategorieën<br />

Gebruik in een gesloten proces,<br />

blootstelling niet waarschijnlijk<br />

Procescategorieën [PROC]<br />

Voorbeelden en toelichtingen<br />

Gebruik van stoffen in een zeer betrouwbaar, gesloten<br />

systeem met weinig kans op blootstelling; zo worden alle<br />

monsters genomen via gesloten lussystemen<br />

PROC2<br />

PROC3<br />

PROC4<br />

PROC5<br />

Gebruik in een gesloten, continu proces<br />

met incidentele, beheerste blootstelling<br />

Gebruik in een gesloten batchproces<br />

(synthese of formulering)<br />

Gebruik in een batchproces of ander<br />

proces (synthese) met kans op<br />

blootstelling<br />

Mengen in batchprocessen om<br />

preparaten* en voorwerpen te<br />

formuleren (multistage en/of aanzienlijk<br />

contact)<br />

Continu proces waarbij het ontwerp niet specifiek is<br />

gericht op het minimaliseren van emissies<br />

Het is niet een uiterst betrouwbaar systeem en<br />

incidentele blootstelling vindt plaats, bijvoorbeeld tijdens<br />

onderhoud, monstername en breken van uitrusting<br />

Batchvervaardiging van een chemische stof of<br />

formulering, waarbij de behandeling grotendeels op een<br />

gesloten wijze plaatsvindt, bijv. door middel van gesloten<br />

overdracht, maar waarbij er toch enige kans op contact<br />

bestaat, bijvoorbeeld tijdens het nemen van monsters<br />

Gebruik bij batchvervaardiging van een chemische stof<br />

waarbij de kans op blootstelling aanzienlijk is, bijv. tijdens<br />

het vullen, het nemen van monsters of het weg laten<br />

lopen van het materiaal, en waarbij de aard van het<br />

ontwerp waarschijnlijk blootstelling tot gevolg heeft<br />

Vervaardigen of formuleren van chemische producten of<br />

voorwerpen door gebruik te maken van technologieën<br />

waarbij vaste of vloeibare materialen worden gemengd,<br />

waarbij het proces in een aantal fases verloopt en<br />

waarbij in elke fase de kans op aanzienlijk contact<br />

aanwezig is<br />

PROC6 Kalandeerbewerkingen Bewerking van de productmatrix. Onder hoge<br />

temperatuur een groot, blootliggend oppervlak<br />

kalanderen<br />

PROC7 Spuiten in een industriële omgeving Luchtverstuivingstechnieken<br />

PROC8a<br />

Overbrengen van een stof of preparaat<br />

(vullen/leeg laten lopen) van/naar<br />

vaten/grote containers in nietgespecialiseerde<br />

voorzieningen<br />

Spuiten van oppervlaktecoating, kleefmiddelen, glans- en<br />

reinigingsmiddelen, luchtverfrissers, zandstralen<br />

Stoffen kunnen worden ingeademd als aerosolen. De<br />

energie van de aerosoldeeltjes kan vragen om specifieke<br />

vormen van blootstellingsbeheersing; bij coatings kan<br />

door overspuiten afvalwater en afval ontstaan.<br />

Monsters nemen, laden, vullen, overbrengen, dumpen,<br />

verpakken in niet-gespecialiseerde voorzieningen.<br />

Blootstelling te verwachten in verband met stof, damp,<br />

aerosolen of uitvloeiing, evenals bij het reinigen van<br />

apparatuur.<br />

PROC8b<br />

PROC9<br />

Overbrengen van een stof of preparaat<br />

(vullen/leeg laten lopen) van/naar<br />

vaten/grote containers in<br />

gespecialiseerde voorzieningen<br />

Overbrengen van een stof of preparaat<br />

naar kleine containers<br />

(gespecialiseerde vullijn, inclusief<br />

Monsters nemen, laden, vullen, overbrengen, dumpen,<br />

verpakken in gespecialiseerde voorzieningen.<br />

Blootstelling te verwachten in verband met stof, damp,<br />

aerosolen of uitvloeiing, evenals bij het reinigen van<br />

apparatuur.<br />

Vullijnen die speciaal ontworpen zijn om vrijkomende<br />

dampen en aerosolen op te vangen en om uitvloeiing zo<br />

laag mogelijk te houden<br />

25


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

wegen)<br />

Procescategorieën<br />

Procescategorieën [PROC]<br />

Voorbeelden en toelichtingen<br />

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen Laagenergetische verspreiding van bijv. coatings<br />

Inclusief het reinigen van oppervlakken. Stoffen kunnen<br />

worden ingeademd als dampen, of kunnen met de huid<br />

in contact komen via druppels, spatten of het werken met<br />

doekjes en het behandelen van bewerkte oppervlakken.<br />

PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen Luchtverstuivingstechnieken<br />

Spuiten van oppervlaktecoating, kleefmiddelen, glans- en<br />

reinigingsmiddelen, luchtverfrissers, zandstralen<br />

Stoffen kunnen worden ingeademd als aerosolen. De<br />

energie van de aerosoldeeltjes kan vragen om specifieke<br />

vormen van blootstellingsbeheersing.<br />

PROC12<br />

Gebruik van schuimmiddelen bij de<br />

vervaardiging van schuim<br />

PROC13 Behandelen van voorwerpen door<br />

onderdompelen of overgieten<br />

PROC14<br />

Productie van preparaten* of<br />

voorwerpen door tabletteren,<br />

comprimeren, extruderen en<br />

pelletiseren<br />

Immersiebewerkingen<br />

Behandeling van voorwerpen door onderdompelen,<br />

overgieten, immersie, weken, uitwassen of inwassen van<br />

stoffen; met inbegrip van koudeformatiemallen of<br />

harsmallen. Onder meer behandeling van bewerkte<br />

objecten (na het verven, galvaniseren, etc.).<br />

De stof wordt op een oppervlak aangebracht met behulp<br />

van laagenergetische technieken, zoals het<br />

onderdompelen van het voorwerp in een bad of het<br />

uitstorten van een preparaat op een oppervlak.<br />

Het verwerken van preparaten en/of stoffen (vloeibaar en<br />

vast) tot preparaten of voorwerpen. Stoffen in de<br />

chemische matrix kunnen bloot komen te staan aan<br />

omstandigheden met een verhoogde mechanische en/of<br />

thermische energie. De blootstelling hangt voornamelijk<br />

samen met vluchtige stoffen en/of vrijkomende dampen.<br />

Daarnaast kan stof worden gevormd.<br />

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens Gebruik van stoffen in een klein laboratorium (< 1 l of 1<br />

kg aanwezig op de werkplek). Grotere laboratoria en<br />

O&O-installaties worden tot de industriële processen<br />

gerekend.<br />

PROC16<br />

PROC17<br />

Gebruik van materiaal als brandstof, er<br />

is geringe blootstelling aan nietverbrande<br />

producten te verwachten<br />

Smeren onder hoogenergetische<br />

omstandigheden en in een deels open<br />

proces<br />

Bestrijkt het gebruik van materialen als brandstof (met<br />

inbegrip van additieven) waarbij een geringe blootstelling<br />

aan het product in onverbrande vorm te verwachten valt.<br />

Bestrijkt niet de blootstelling als gevolg van uitvloeiing of<br />

verbranding.<br />

Smeren onder hoogenergetische omstandigheden<br />

(temperatuur, wrijving) tussen bewegende delen en de<br />

stof; een aanzienlijk deel van het proces is toegankelijk<br />

voor medewerkers.<br />

De metaalbewerkingsvloeistof kan aerosolen of dampen<br />

vormen vanwege snel bewegende metalen onderdelen.<br />

PROC18 Invetten onder hoogenergetische Gebruik als smeermiddel als er voldoende energie of een<br />

26


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

omstandigheden<br />

Procescategorieën<br />

Procescategorieën [PROC]<br />

Voorbeelden en toelichtingen<br />

voldoende hoge temperatuur wordt toegepast tussen de<br />

stof en de bewegende delen<br />

PROC19<br />

Handmatig mengen met intiem contact<br />

en uitsluitend persoonlijke<br />

beschermingsmiddelen beschikbaar.<br />

Heeft betrekking op beroepen waarbij intiem en beoogd<br />

contact met de stoffen plaatsvindt, terwijl er geen sprake<br />

is van specifieke beheersing van de blootstelling,<br />

behalve persoonlijke beschermingsmiddelen.<br />

PROC20<br />

PROC21<br />

PROC22<br />

PROC23<br />

PROC24<br />

Warmte- en druktransportvloeistoffen in Motoroliën, remvloeistoffen<br />

dispergerende maar gesloten systemen<br />

Ook bij deze toepassingen kan het smeermiddel bloot<br />

voor professioneel gebruik<br />

komen te staan aan hoogenergetische omstandigheden<br />

en kunnen tijdens het gebruik chemische reacties<br />

optreden. Onbruikbare vloeistoffen dienen als afval te<br />

worden verwijderd. Door herstel en onderhoud kunnen<br />

de stoffen in contact komen met de huid.<br />

Laagenergetische bewerking van in<br />

materialen en/of voorwerpen gebonden<br />

stoffen<br />

Mogelijk gesloten bewerking met<br />

mineralen/metalen bij hogere<br />

temperaturen<br />

Industriële omgeving<br />

Open bewerking en overdracht met<br />

mineralen/metalen bij hogere<br />

temperaturen<br />

Hoogenergetische (mechanische)<br />

veredeling van in materialen of<br />

voorwerpen gebonden stoffen<br />

Handmatig snijden, koudwalsen of assembleren/uit<br />

elkaar halen van een materiaal/voorwerp (met inbegrip<br />

van metalen in massieve vorm), met als mogelijk gevolg<br />

dat er vezels, metaaldampen of stof vrijkomen<br />

Activiteiten bij smelterijen, ovens, raffinaderijen,<br />

cokesovens.<br />

Blootstelling aan stof en dampen is te verwachten.<br />

Emissie uit directe koeling kan relevant zijn.<br />

Zand- en vormgieten, tappen en gieten van gesmolten<br />

vaste stoffen, egaliseren van gesmolten vaste stoffen,<br />

ontslakken van gesmolten vaste stoffen, thermisch<br />

verzinken, egaliseren van gesmolten vaste stoffen in<br />

bestrating.<br />

Blootstelling aan stof en dampen is te verwachten<br />

Er wordt een aanzienlijke hoeveelheid thermische of<br />

kinetische energie op de stof toegepast (met inbegrip<br />

van metalen in massieve vorm) door het<br />

warmwalsen/vormen, slijpen, mechanisch snijden, boren<br />

of schuren. De te verwachten blootstelling is<br />

voornamelijk in de vorm van stof. Emissie van stof of<br />

aerosolen als gevolg van directe koeling is te<br />

verwachten.<br />

PROC25 Overige hittebewerking van metalen Lassen, solderen, gutsen, hardsolderen, snijbranden<br />

PROC26<br />

Verwerking van vaste anorganische<br />

stoffen bij omgevingstemperatuur<br />

PROC27a Productie van metaalpoeders<br />

(hittebewerking)<br />

PROC27b Productie van metaalpoeders (natte<br />

Blootstelling wordt voornamelijk verwacht in de vorm van<br />

dampen en gassen.<br />

Overdracht en verwerking van erts, concentraten, ruwe<br />

metaaloxides en schroot, verpakken, uitpakken, mengen<br />

en afwegen van metaalpoeders of andere mineralen 23<br />

Productie van metaalpoeders door verhitte<br />

metallurgische processen (atomiseren, droge<br />

dispersie) 24<br />

Productie van metaalpoeders door middel van natte<br />

23 geen overeenkomstig TRA-item<br />

24 geen overeenkomstig TRA-item<br />

27


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Procescategorieën [PROC]<br />

Procescategorieën<br />

Voorbeelden en toelichtingen<br />

bewerking) metallurgische processen (elektrolyse, natte dispersie) 25<br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />

lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />

25 geen overeenkomstig TRA-item<br />

28


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-4.1: Beschrijving voor milieu-emissiecategorieën (ERC)<br />

ERC-<br />

NUMMER<br />

Naam<br />

Omschrijving<br />

ERC1 Vervaardiging van stoffen Vervaardiging van organische en anorganische stoffen in<br />

chemische, petrochemische, primaire metaal- en mineralen<br />

industrie, met inbegrip van tussenproducten, monomeren met<br />

gebruik van continue processen of batchprocessen waarbij<br />

speciale apparatuur wordt gebruikt of apparatuur die voor<br />

meerdere doeleinden geschikt is, hetzij technisch aangestuurd,<br />

hetzij handmatig bediend<br />

ERC2<br />

Formulering van<br />

preparaten*<br />

Mengen van stoffen tot (chemische) preparaten in alle soorten<br />

formuleringsindustrie, zoals verf- en doe-het-zelfproducten,<br />

pigmentpasta, brandstoffen, huishoudelijke producten<br />

(schoonmaakproducten), smeermiddelen, etc.<br />

ERC3 Formulering in materialen Mengen van stoffen die fysisch of chemisch worden gebonden<br />

in of op een matrix (materiaal) zoals kunststofadditieven in<br />

kleurconcentraten of kunststofverbindingen. Bijvoorbeeld<br />

weekmakers of stabilisators in PVC kleurconcentraten of<br />

producten, kristalgroeiregulatoren in fotografische films etc.<br />

ERC4<br />

ERC5<br />

ERC6a<br />

ERC6b<br />

Industrieel gebruik van<br />

verwerkingshulpmiddelen in<br />

processen en producten die<br />

geen onderdeel worden<br />

van voorwerpen<br />

Industrieel gebruik dat leidt<br />

tot opname in of op een<br />

matrix<br />

Industrieel gebruik dat<br />

resulteert in de<br />

vervaardiging van een<br />

andere stof (gebruik van<br />

tussenproducten)<br />

Industrieel gebruik van<br />

reactieve<br />

verwerkingshulpmiddelen<br />

Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in continue<br />

processen of batchprocessen waarbij speciale apparatuur wordt<br />

gebruikt of apparatuur die voor meerdere doeleinden geschikt<br />

is, hetzij technisch aangestuurd, hetzij handmatig bediend.<br />

Bijvoorbeeld oplosmiddelen die in chemische reacties worden<br />

gebruikt of het ‘gebruik’ van oplosmiddelen tijdens het<br />

opbrengen van verven, smeermiddelen in<br />

metaalverwerkingsvloeistoffen, anti-set-offmiddelen bij het<br />

gieten van polymeren.<br />

Industrieel gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten<br />

(niet-verwerkingshulpmiddelen) die fysisch of chemisch worden<br />

gebonden in of op een matrix (materiaal) zoals een bindmiddel<br />

in verven en coatings of kleefmiddelen, kleurstoffen in textielen<br />

leerproducten, metalen in coatings die worden opgebracht<br />

door middel van galvaniseerprocessen. De categorie beslaat<br />

stoffen in voorwerpen met een specifieke functie en ook stoffen<br />

die in het voorwerp achterblijven nadat deze in een eerdere<br />

fase van de levenscyclus zijn gebruikt als<br />

verwerkingshulpmiddel (bijv. warmtestabilisatoren bij de<br />

verwerking van kunststoffen).<br />

Vervaardiging van tussenproducten in voornamelijk de<br />

chemische industrie met gebruik van continue processen of<br />

batchprocessen waarbij speciale apparatuur wordt gebruikt of<br />

apparatuur die voor meerdere doeleinden geschikt is, hetzij<br />

technisch aangestuurd, hetzij handmatig bediend, voor de<br />

synthese (vervaardiging) van andere stoffen. Bijvoorbeeld het<br />

gebruik van chemische bouwblokken (grondstoffen) bij de<br />

synthese van landbouwchemicaliën, farmaceutische producten,<br />

monomeren, etc.<br />

Industrieel gebruik van reactieve verwerkingshulpmiddelen in<br />

continue processen of batchprocessen waarbij speciale<br />

apparatuur wordt gebruikt of apparatuur die voor meerdere<br />

doeleinden geschikt is, hetzij technisch aangestuurd, hetzij<br />

handmatig bediend. Bijvoorbeeld het gebruik van<br />

bleekmiddelen in de papierindustrie.<br />

29


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

ERC- Naam Omschrijving<br />

NUMMER<br />

ERC6c<br />

ERC6d<br />

ERC7<br />

ERC8a<br />

ERC8b<br />

ERC8c<br />

ERC8d<br />

ERC8e<br />

ERC8f<br />

Industrieel gebruik van<br />

monomeren voor de<br />

vervaardiging van<br />

thermoplasten<br />

Industrieel gebruik van<br />

procesregulatoren voor<br />

polymerisatieprocessen bij<br />

de productie van harsen,<br />

rubbers, polymeren<br />

Industrieel gebruik van<br />

stoffen in gesloten<br />

systemen<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(binnen) van<br />

verwerkingshulpmiddelen in<br />

open systemen<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(binnen) van reactieve<br />

stoffen in open systemen<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(binnen) dat leidt tot<br />

opname in of op een matrix<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(buiten) van<br />

verwerkingshulpmiddelen in<br />

open systemen<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(buiten) van reactieve<br />

stoffen in open systemen<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(buiten) dat leidt tot<br />

opname in of op een matrix<br />

Industrieel gebruik van monomeren bij de productie van<br />

polymeren, plastics (thermoplasten), polymerisatieprocessen.<br />

Bijvoorbeeld het gebruik van vinylchloridemonomeren bij de<br />

productie van PVC.<br />

Industrieel gebruik van chemicaliën (crosslinkende middelen,<br />

uithardingsmiddelen) bij de productie van thermohardende<br />

kunststoffen en rubbers, verwerking van polymeren.<br />

Bijvoorbeeld het gebruik van styreen bij de productie van<br />

polyester of vulkaniserende middelen bij de productie van<br />

rubbers.<br />

Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen. Gebruik in<br />

gesloten apparatuur, zoals het gebruik van vloeistoffen in<br />

hydraulische systemen, koelvloeistoffen in koelkasten en<br />

smeermiddelen in motors en diëlektrische vloeistoffen in<br />

elektrische transformators en olie in warmtewisselaars. Er wordt<br />

geen bedoeld contact tussen functionele vloeistoffen en<br />

producten voorzien en zodoende worden lage emissies via<br />

afvalwater en afvallucht verwacht.<br />

Gebruik binnenshuis van verwerkingshulpmiddelen op grote<br />

schaal door het publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt<br />

(doorgaans) tot directe emissie in het milieu/rioleringssysteem,<br />

bijvoorbeeld wasmiddelen bij het wassen van textiel,<br />

wasvloeistoffen voor wasmachines en toiletreinigers,<br />

verzorgingsproducten voor auto’s en fietsen (glansmiddelen,<br />

smeermiddelen, ontdooimiddelen), oplosmiddelen in verven en<br />

kleefmiddelen of geurstoffen en aerosolverspreiders in<br />

luchtverfrissers.<br />

Gebruik binnenshuis van reactieve stoffen op grote schaal door<br />

het publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt (doorgaans)<br />

tot directe emissie in het milieu, bijvoorbeeld<br />

natriumhypochloriet in toiletreinigingsmiddelen, bleekmiddelen<br />

in wasproducten, waterstofperoxide in<br />

gebitsverzorgingsproducten.<br />

Gebruik van stoffen binnenshuis (geen<br />

verwerkingshulpmiddelen) op grote schaal door het publiek of<br />

professioneel gebruik, die fysisch of chemisch worden<br />

gebonden in of op een matrix (materiaal) zoals bindmiddelen in<br />

verven en coatings of kleefmiddelen, kleurstoffen voor textiel.<br />

Gebruik buiten van verwerkingshulpmiddelen op grote schaal<br />

door het publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt<br />

(doorgaans) tot directe emissie in het milieu, bijvoorbeeld<br />

verzorgingsproducten voor auto’s en fietsen (glansmiddelen,<br />

smeermiddelen, ontdooimiddelen, schoonmaakmiddelen),<br />

oplosmiddelen in verven en kleefmiddelen.<br />

Gebruik (buiten) van reactieve stoffen op grote schaal door het<br />

publiek of professioneel gebruik. Gebruik leidt (doorgaans) tot<br />

directe emissie in het milieu, bijvoorbeeld, het gebruik van<br />

natriumhypochloriet of waterstofperoxide bij het reinigen van<br />

oppervlakken (bouwmaterialen)<br />

Gebruik van stoffen buiten (niet-verwerkingshulpmiddelen) op<br />

grote schaal door het publiek, of professioneel gebruik, die<br />

fysisch of chemisch worden gebonden in of op een matrix<br />

(materiaal) zoals bindmiddelen in verven en coatings of<br />

kleefmiddelen.<br />

30


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

ERC-<br />

NUMMER<br />

ERC9a<br />

ERC9b<br />

ERC10a<br />

ERC10b<br />

ERC11a<br />

ERC11b<br />

ERC12a<br />

ERC12b<br />

Naam<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(binnen) van stoffen in<br />

gesloten systemen<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(buiten) van stoffen in<br />

gesloten systemen<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(buiten) van voorwerpen<br />

met een lange levensduur<br />

en materialen met lage<br />

emissie<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(buiten) van voorwerpen<br />

met een lange levensduur<br />

en materialen met hoge of<br />

beoogde emissie<br />

(waaronder schurende<br />

verwerking)<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(binnen) van voorwerpen<br />

met een lange levensduur<br />

en materialen met lage<br />

emissie<br />

Wijdverbreid gebruik<br />

(binnen) van voorwerpen<br />

met een lange levensduur<br />

en materialen met hoge of<br />

beoogde emissie<br />

(waaronder schurende<br />

verwerking)<br />

Industriële verwerking van<br />

voorwerpen met schurende<br />

technieken (lage emissie)<br />

Industriële verwerking van<br />

voorwerpen met schurende<br />

technieken (hoge emissie)<br />

31<br />

Omschrijving<br />

Gebruik binnenshuis van stoffen op grote schaal door het<br />

publiek of professioneel gebruik (kleinschalig) in gesloten<br />

systemen. Gebruik in gesloten apparatuur, zoals het gebruik<br />

van koelvloeistoffen in koelkasten, of elektrische<br />

verwarmingssystemen die olie gebruiken.<br />

Gebruik van stoffen (buiten) op grote schaal door het publiek of<br />

professioneel gebruik (kleinschalig) in gesloten systemen.<br />

Gebruik in gesloten systemen, zoals het gebruik van<br />

hydraulische vloeistoffen in ophanging van auto's,<br />

smeermiddelen in motorolie en remvloeistoffen in remsystemen<br />

van auto's.<br />

Lage emissie van stoffen die tijdens hun gebruiksleven bij<br />

gebruik buiten zijn opgenomen in of op voorwerpen en<br />

materialen, zoals metalen, houten en kunststof bouwmaterialen<br />

(goten, afvoeren, kozijnen, etc.)<br />

Stoffen opgenomen in of op voorwerpen en materialen met<br />

hoge of beoogde emissie tijdens hun gebruiksleven door<br />

gebruik buiten. Bijvoorbeeld banden, behandelde houten<br />

producten, behandeld textiel en stof zoals zonneschermen en<br />

parasols en meubels, zinkanodes in de commerciële en<br />

pleziervaart, en remblokken in vrachtwagens of auto's.<br />

Hieronder valt ook de emissie uit de matrix van een voorwerp<br />

als gevolg van verwerking door medewerkers. Dit zijn<br />

processen die doorgaans verband houden met PROC 21, 24,<br />

25, bijvoorbeeld: Schuren van gebouwen (bruggen, gevels) of<br />

voertuigen (schepen).<br />

Stoffen opgenomen in of op voorwerpen en materialen met lage<br />

emissie tijdens hun gebruiksleven door gebruik binnenshuis.<br />

Bijvoorbeeld vloeren, meubels, speelgoed, bouwmateriaal,<br />

gordijnen, schoeisel, leerproducten, papier- en kartonproducten<br />

(tijdschriften, boeken, kranten en inpakpapier), elektronische<br />

apparatuur (behuizing).<br />

Stoffen opgenomen in of op voorwerpen en materialen met<br />

hoge of beoogde emissie tijdens hun gebruiksleven door<br />

gebruik binnenshuis. Bijvoorbeeld: emissie uit stoffen, textiel<br />

(kleding, tapijten) tijdens het wassen. Hieronder valt ook de<br />

emissie uit de matrix van een voorwerp als gevolg van<br />

verwerking door medewerkers. Dit zijn processen die<br />

doorgaans verband houden met PROC 21, 24, 25, bijvoorbeeld<br />

het verwijderen van verven binnenshuis.<br />

Stoffen die zijn opgenomen in of op voorwerpen en materialen<br />

komen (al dan niet bedoeld) vrij uit de matrix van een voorwerp<br />

als gevolg van verwerking door medewerkers. Deze processen<br />

houden doorgaans verband met PROC 21, 24, 25. Processen<br />

waarbij het verwijderen van materiaal beoogd is, maar waarbij<br />

de verwachte emissie laag blijft, zijn bijvoorbeeld: het knippen<br />

van textiel, knippen, machinaal bewerken of slijpen van metaal<br />

of polymeren in de technische industrie.<br />

Stoffen die zijn opgenomen in of op voorwerpen en materialen<br />

komen (al dan niet bedoeld) vrij uit de matrix van een voorwerp<br />

als gevolg van verwerking door medewerkers. Deze processen<br />

houden doorgaans verband met PROC 21, 24, 25. Processen<br />

waarbij het verwijderen van materiaal beoogd is en grote<br />

hoeveelheden stof kunnen worden verwacht, zijn bijvoorbeeld:


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

ERC- Naam Omschrijving<br />

NUMMER<br />

schuurwerkzaamheden of verfstrippen door gritstralen.<br />

Overige milieukenmerken:<br />

gaarne specificeren<br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />

lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />

32


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-4.2: Gebruikskenmerken per milieu-emissiecategorie<br />

ERC<br />

Fase<br />

levenscyclus<br />

Mate van<br />

beslotenheid<br />

Beoogd technisch lot<br />

van de stof<br />

Verspreiding van<br />

emissiebronnen<br />

Binnen/buiten<br />

1 Vervaardiging Open-gesloten Industrieel Binnen n.v.t.<br />

2 Formulering Open-gesloten Niet opgenomen in<br />

matrix<br />

Industrieel Binnen n.v.t.<br />

3 Formulering Open-gesloten Opname in/op matrix Industrieel Binnen n.v.t.<br />

4 Eindgebruik Open-gesloten Verwerkingshulpmiddel Industrieel Binnen n.v.t.<br />

5 Eindgebruik Open-gesloten Opname in/op matrix Industrieel Binnen n.v.t.<br />

6a Eindgebruik Open-gesloten Tussenproducten Industrieel Binnen n.v.t.<br />

6b Eindgebruik Open-gesloten Reactief<br />

verwerkingshulpmiddel<br />

6c Eindgebruik Open-gesloten Monomeren voor<br />

polymeren<br />

6d Eindgebruik Open-gesloten Monomeren voor<br />

rubbers of<br />

thermohardende<br />

kunststoffen<br />

7 Eindgebruik Gesloten<br />

systeem<br />

Industrieel Binnen n.v.t.<br />

Industrieel Binnen n.v.t.<br />

Industrieel Binnen n.v.t.<br />

Verwerkingshulpmiddel Industrieel Binnen n.v.t.<br />

8a Eindgebruik Open-gesloten Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />

8b Eindgebruik Open-gesloten Reactie bij gebruik Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />

8c Eindgebruik Open-gesloten Opname in/op matrix Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />

8d Eindgebruik Open-gesloten Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />

8e Eindgebruik Open-gesloten Reactie bij gebruik Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />

8f Eindgebruik Open-gesloten Opname in/op matrix Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />

9a Eindgebruik Gesloten<br />

systemen<br />

9b Eindgebruik Gesloten<br />

systemen<br />

Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Binnen n.v.t.<br />

Verwerkingshulpmiddel Wijdverbreid Buiten n.v.t.<br />

10a Gebruiksleven Open Opname in/op matrix Wijdverbreid Buiten Laag<br />

10b Gebruiksleven Open Opname in/op matrix<br />

Verwijdering uit matrix<br />

Wijdverbreid Buiten Hoog<br />

11a Gebruiksleven Open Opname in/op matrix Wijd verspreid Binnen Laag<br />

11b Gebruiksleven Open Opname in/op matrix<br />

Verwijdering uit matrix<br />

12a Gebruiksleven Open-gesloten Verliezen uit matrix<br />

tijdens de verwerking<br />

van het voorwerp<br />

12b Gebruiksleven Open-gesloten Verliezen uit matrix<br />

tijdens de verwerking<br />

van het voorwerp<br />

Wijdverbreid Binnen Hoog<br />

Industrieel Binnen Laag<br />

Industrieel Binnen Hoog<br />

Bevordering<br />

van emissie<br />

tijdens<br />

gebruiksleven<br />

33


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-4.3: Overzicht van de beschikbare Specifieke Milieu-emissiecategorieën (SPERC’s)<br />

Wordt in een latere fase opgenomen<br />

34


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-5.1: Descriptorlijst voor stoffen in voorwerpen (AC)<br />

Voorwerpcategorieën, geen beoogde emissie (AC)<br />

Voorwerpcategorieën (en niet-uitputtende voorbeelden) voor het beschrijven<br />

van het soort artikel waarin de stof tijdens het gebruiksleven en als afval is<br />

opgenomen<br />

Categorieën van complexe voorwerpen<br />

Bijbehorende<br />

TARIChoofdstukken<br />

AC1 Voertuigen 86-89<br />

Voorbeelden: Vrachtwagens, personenwagens en motorfietsen, fietsen, driewielers<br />

en bijbehorende transportuitrusting; overige voertuigen: Spoorvoertuigen,<br />

luchtvaartuigen, schepen, boten<br />

AC2 Machines, mechanische apparatuur, elektrische/elektronische voorwerpen 84/85<br />

Voorbeelden: Machines en mechanische apparatuur; elektrische en elektronische<br />

voorwerpen, bijv. computers, video- en geluidsopnameapparatuur,<br />

communicatieapparatuur; lampen en verlichting; camera’s; koelkast, vaatwasser,<br />

wasmachines<br />

AC3 Elektrische batterijen en accu’s 8506/07<br />

Categorieën van op materiaal gebaseerde voorwerpen<br />

AC4 Steen, gips, cement, glazen en keramische voorwerpen 68/69/70<br />

Voorbeelden: Glazen en keramische voorwerpen: bijv. eetgerei, drinkglazen, potten,<br />

pannen, voedselverpakkingen, bouw- en isolatievoorwerpen; natuurlijk of kunstmatig<br />

schuurpoeder of –korrels, op basis van textielmateriaal of papier of karton of andere<br />

materialen<br />

AC5 Stoffen, textiel en kleding 50-63, 94/95<br />

, Voorbeelden: Kleding, beddengoed, matrassen, gordijnen, stoffering,<br />

tapijt/vloerbedekking, autostoelen, speelgoed van textiel<br />

AC6 Producten van leer 41-42, 64, 94<br />

Voorbeelden: Handschoenen, portemonnee, portefeuille, schoeisel, meubels<br />

AC7 Producten van metaal 71, 73-83, 95<br />

Voorbeelden: Bestek, kookgerei, potten, pannen, sieraden, speelgoed, meubels,<br />

bouwproducten<br />

AC8 Producten van papier 48-49<br />

Voorbeelden: Producten van papier: tissues, handdoeken, wegwerpserviezen,<br />

luiers, producten voor de vrouwelijke hygiëne, incontinentieproducten voor<br />

volwassenen, schrijfpapier, papieren kantoorbenodigdheden, gedrukte<br />

papierproducten; bijv, kranten, boeken, tijdschriften, fotoafdrukken; behang<br />

AC10 Producten van rubber 40, 64, 95<br />

Voorbeelden: Banden, vloeren, handschoenen, schoeisel, speelgoed<br />

AC11 Producten van hout 44, 94/95<br />

Voorbeelden: Vloeren, muren, meubels, speelgoed, bouwproducten<br />

AC13 Producten van kunststof 39, 94/95, 85/86<br />

Voorbeelden: Kunststof eetgerei, voedselopslagproducten, voedselverpakking,<br />

babyflesjes; vloeren, speelgoed, meubels, kleine kunststof producten voor dagelijks<br />

gebruik, zoals ballpoints, pc, mobiele telefoon, bouwproducten<br />

Overige (gebruik TARIC-codes: zie laatste rij)<br />

http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds/tarhome_en.htm<br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

35


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-5.2: Voorwerpen met beoogd vrijkomen van stoffen<br />

Gebruiksdescriptor voor voorwerpen met beoogd vrijkomen van stoffen<br />

Descriptor gebaseerd op een indicatieve lijst voorbeelden<br />

AC30 Overige voorwerpen met beoogd vrijkomen van stoffen, gaarne specificeren 26<br />

AC31 Geparfumeerde kleding<br />

AC32 Geparfumeerde gum<br />

AC33 Item is verwijderd na de REACH-CA-bijeenkomst in maart 2008<br />

AC34 Geparfumeerd speelgoed<br />

AC35 Geparfumeerde papierwaren<br />

AC36 Geparfumeerde cd’s<br />

AC38 Verpakkingsmateriaal voor metalen onderdelen, waaruit vet en/of roestwerende middelen vrijkomen<br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

26 Zie de vorige voetnoot; bedenk dat voorwerpen ook tot blootstelling tijdens het werk kunnen leiden, vooral als het<br />

gaat om schuurmiddelen (zie PROC 21 en 24) en handelingen waarbij warmte wordt gebruikt (PROC 25). Elektrodes<br />

voor lassen en solderen worden als preparaat vermeld onder PC38.<br />

36


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-5.3: Consumentenproducten die worden behandeld in de ECETOC gerichte risicobeoordeling<br />

Voorwerpcategorie<br />

AC5: Stoffen, textiel en kleding<br />

AC6: Producten van leer<br />

AC8: Producten van papier<br />

AC10: Producten van rubber<br />

AC11: Producten van hout<br />

Voorwerp–subcategorie in TRA voor consumentenblootstelling<br />

Kleding (alle soorten materialen), handdoeken<br />

Beddengoed, matrassen<br />

Speelgoed (knuffelbeesten)<br />

Autostoel, stoel, vloerbedekking<br />

Portemonnee, portefeuille, stuurbekleding (auto)<br />

Schoeisel (schoenen, laarzen)<br />

Meubels (bank)<br />

Luiers<br />

Maandverband<br />

Tissues, papieren handdoekjes, vochtige tissues, toiletpapier<br />

Gedrukt papier (kranten, tijdschriften, boeken)<br />

Rubberen handvatten, banden<br />

Vloerbedekking<br />

Schoeisel (schoenen, laarzen)<br />

Rubberen speelgoed<br />

Meubels (stoel)<br />

Muren en vloerbedekking (ook van toepassing op niet-houten<br />

materiaal)<br />

Klein speelgoed (auto, trein)<br />

Speelgoed, uitrusting voor buitengebruik<br />

Kunststof, grotere voorwerpen (kunststof stoel, PVC-vloeren,<br />

AC13: Producten van kunststof<br />

grasmaaier, pc)<br />

Speelgoed (pop, auto, dieren, bijtringen)<br />

Kunststof, kleine voorwerpen (ballpoint, mobiele telefoon)<br />

Let op: Deze lijst is niet volledig met betrekking tot vormen van gebruik die mogelijk nog<br />

beschreven moeten worden in het kader van REACH. Beschrijf waar nodig andere vormen van<br />

gebruik.<br />

37


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Bijlage R.12-6: Lijst van functionele categorieën (optioneel, indien nodig) 27<br />

Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />

voorwerp<br />

Functie<br />

Aerosolverstuivers<br />

Middelen die gassen of<br />

vloeistoffen adsorberen en<br />

absorberen<br />

Anticondensmiddelen<br />

Antivriesmiddelen<br />

Anti-set off- en<br />

kleefmiddelen<br />

Antistatische middelen<br />

Bindmiddelen<br />

Toelichting<br />

Samengedrukte of vloeibaar gemaakte gassen waarin stoffen zijn<br />

opgelost of gesuspendeerd die uit een houder worden gespoten na<br />

ontlading van inwendige druk door uitzetting van het gas<br />

Stoffen die worden gebruikt om gassen of vloeistoffen te absorberen of<br />

adsorberen: filtermaterialen/media: moleculaire zeven; silicagel, etc.<br />

Stoffen die worden gebruikt om condensvorming op oppervlakken en in<br />

de lucht te voorkomen: anti-nevelmiddelen; condensverwijderaars<br />

Stoffen die worden gebruikt om de vorming van ijs te voorkomen en ijs te<br />

verwijderen: antivriesvloeistoffen; ontdooimiddelen<br />

Stoffen die afgeven en adhesie voorkomen: spuitpoeder en anti-setoffadditieven<br />

voor printen; oliën en wassen voor latten en bekisting;<br />

gietpotten, etc.<br />

Stoffen die worden gebruikt om de neiging om elektrostatische lading op<br />

te bouwen te voorkomen of te verminderen: antistatische additieven;<br />

stoffen voor oppervlaktebehandeling tegen statische elektriciteit<br />

Hars- of polymeerverbindingen in coatings en kleefmiddelen<br />

Biociden<br />

Bleekmiddelen<br />

Stoffen die worden gebruikt om materialen wit te maken of te ontkleuren.<br />

Niet: cosmetica; fotografische bleekmiddelen; optische witmakers.<br />

Kleurmiddelen, kleurstoffen<br />

Kleurmiddelen, pigmenten<br />

Complexvormende<br />

middelen<br />

Geleidende middelen<br />

Corrosieremmers en<br />

antikalkmiddelen<br />

Stofbindende middelen<br />

Stoffen die worden gebruikt om met andere stoffen (voornamelijk<br />

metaalionen) te combineren om complexen te vormen<br />

Stoffen die worden gebruikt om elektrische stroom te geleiden.<br />

Subcategorieën elektrolyten; elektrodematerialen.<br />

Stoffen die worden gebruikt om corrosie te voorkomen:<br />

corrosieremmende additieven; roestwerende middelen<br />

Stoffen die worden gebruikt om fijn verdeelde vaste deeltjes van<br />

verpoederd of vermalen materiaal te beheersen om hun emissie naar de<br />

lucht te verminderen<br />

27 Deze lijst is afgeleid uit de combinatie van de lijst met functiecategorieën die is toegepast bij het vorige systeem<br />

voor het melden van nieuwe stoffen aan de EU (TGD voor het opstellen van een samenvattingsformulier voor een<br />

nieuwe chemische stof met gebruik van SNIF (Structured Notification Interchange Format), Bijlage 3;<br />

http://ecb.jrc.ec.europa.eu/DOCUMENTS/New-Chemicals/SNIF_Guidance.pdf) en de lijst met industriële functies in<br />

bijlage E van de Instructions for Reporting for the 2006 Partial Updating of the TSCA Chemical Inventory Database<br />

(www.epa.gov/iur/pubs/2006_inst_tsca_cheminv.pdf). Alle items die duidelijk chemische producten (preparaten)<br />

beschrijven zijn verwijderd.<br />

38


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />

voorwerp<br />

Functie<br />

Toelichting<br />

Explosieven<br />

Meststoffen<br />

Vulmiddelen<br />

Fixeermiddelen<br />

Brandvertragers<br />

Flotatiemiddelen<br />

Vloeimiddelen voor gieten<br />

Schuimmiddelen<br />

Relatief inerte en doorgaans niet-vezelige, fijn verdeelde stoffen die<br />

worden toegevoegd aan elastomeren, kunststoffen, verven, keramische<br />

stoffen etc., doorgaans om het volume te vergroten<br />

Stoffen die worden gebruikt om een interactie aan te gaan met een<br />

kleurstof op vezels om de kleurechtheid te verbeteren<br />

Stoffen die zijn opgenomen in, of aangebracht op het oppervlak van<br />

materialen om ontbranding te vertragen of voorkomen<br />

Stoffen die worden gebruikt om mineralen uit erts te concentreren en<br />

verkrijgen: flotatieolie, flotatieverlagende middelen<br />

Stoffen die worden gebruikt om het fuseren van mineralen te bevorderen<br />

of de vorming van oxiden te voorkomen<br />

Stoffen die worden gebruikt om een schuim of cellulaire structuur te<br />

vormen in een kunststof of rubbermateriaal: fysisch door expansie van<br />

samengedrukte gassen of verdamping van een vloeistof, of chemisch<br />

door ontleding waarbij een gas ontstaat<br />

Additieven voor<br />

voeding/voer<br />

Brandstoffen en<br />

brandstofadditieven<br />

Warmteoverdrachtmiddelen<br />

Impregneermiddelen<br />

Stoffen die worden gebruikt om met vaste materialen te mengen en die<br />

daarbij hun oorspronkelijke vorm behouden: impregneermiddelen voor<br />

leer, papier, textiel en hout. Niet: brandvertragers;<br />

conserveringsmiddelen; biociden.<br />

Tussenproducten<br />

Laboratoriumchemicaliën<br />

Smeermiddelen en<br />

additieven voor<br />

smeermiddelen<br />

Geurmiddelen<br />

Oxiderende middelen<br />

Stoffen die in laboratoria worden gebruikt voor analytische doeleinden<br />

Stoffen die worden meegevoerd tussen twee oppervlakken waarmee ze<br />

de wrijving verminderen: oliën; vetten; wassen; wrijvingsverminderende<br />

additieven<br />

Stoffen die worden gebruikt om een geur te produceren, versterken of<br />

maskeren. Niet: additieven voor voedingsmiddelen; cosmetica.<br />

Stoffen die gemakkelijk zuurstof afgeven, waterstof verwijderen uit andere<br />

stoffen of elektronen aannemen in chemische reacties en voor dergelijke<br />

doeleinden worden aangewend<br />

Farmaceutische stof<br />

Lichtgevoelige middelen en<br />

andere fotochemicaliën<br />

Stoffen die worden gebruikt om een permanent fotografisch beeld te<br />

creëren. Subcategorieën: desensibilisators; ontwikkelaars;<br />

fixeermiddelen; lichtgevoelige middelen; sensibilisators, anti-<br />

39


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />

voorwerp<br />

Functie<br />

Toelichting<br />

nevelmiddelen; lichtstabilisatoren; versterkers.<br />

pH-regulerende middelen<br />

Actieve stof<br />

gewasbescherming<br />

Galvaniseermiddelen en<br />

middelen voor de<br />

behandeling van<br />

metaaloppervlakken<br />

Drukoverdrachtsmiddelen<br />

Procesregulatoren, niet<br />

voor polymerisatie- of<br />

vulkanisatieprocessen<br />

Procesregulatoren, gebruikt<br />

in vulkanisatie- of<br />

polymerisatieprocessen<br />

Stoffen die worden gebruikt om de snelheid van een (chemisch) proces te<br />

regelen, bijv. versnellers; activators; katalysators; inhibitors; siccatieven;<br />

antisiccatieven; crosslinkende middelen; initiators; foto-initiators, etc.<br />

Stoffen die worden gebruikt om de snelheid van een (chemisch) proces te<br />

regelen, bijv. versnellers; activators; katalysators; inhibitors; siccatieven;<br />

antisiccatieven; crosslinkende middelen; initiators; foto-initiators, etc.<br />

Verwerkingshulpmiddelen,<br />

niet elders vermeld<br />

Reducerende middelen<br />

Reprografische middelen<br />

(Toners)<br />

Halfgeleiders en<br />

fotovoltaïsche middelen<br />

Weekmakers<br />

Oplosmiddelen<br />

Stabilisatoren<br />

Oppervlakteactieve<br />

middelen<br />

Bruiningsmiddelen<br />

Viscositeitsaanpassers<br />

Stoffen die worden gebruikt om zuurstof te verwijderen, te hydrogeneren<br />

of, in het algemeen, dienst te doen als elektronendonoren in chemische<br />

reacties<br />

Stoffen die worden gebruikt om een permanent beeld te creëren.<br />

Stoffen die een soortelijke weerstand hebben die ligt tussen die van<br />

isolatoren en metalen, en doorgaans kunnen worden veranderd door<br />

licht, warmte of een elektrisch of magnetisch veld, of een<br />

elektromotorische kracht kunnen genereren bij invallen van<br />

stralingsenergie<br />

Stoffen die worden gebruikt om materialen zachter te maken zodat ze<br />

beter aanvoelen, om afwerkingsprocessen te vergemakkelijken of om<br />

flexibiliteit en bewerkbaarheid te verschaffen. Subcategorieën:<br />

coalescentiemiddelen; looistoffen (leertechnologie); devulkaniserende<br />

middelen; zachtmakers; zwelmiddelen; waterontharders; weekmakers.<br />

Stoffen gebruikt om op te lossen, te verdunnen en te extraheren:<br />

extractiemiddelen; oplosmiddelen en verdunningsmiddelen voor verven,<br />

lakken, kleefmiddelen en andere materialen<br />

Stoffen die worden gebruikt om spontane veranderingen in en<br />

veroudering van materialen te voorkomen of vertragen<br />

Stoffen die worden gebruikt om de oppervlakte- en of grenslaagspanning<br />

van vloeistoffen te verlagen en schoonmaken, bevochtigen, dispergeren,<br />

etc. te bevorderen.<br />

Stoffen die worden gebruikt voor het behandelen van huiden en de huid<br />

Stoffen die worden gebruikt om de stromingskarakteristieken van andere<br />

40


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Lijst met technische functies die een stof kan hebben in een chemisch product (preparaat*) of<br />

voorwerp<br />

Functie<br />

Toelichting<br />

stoffen of preparaten waaraan ze worden toegevoegd te wijzigen<br />

Overige<br />

* Let op: Ten behoeve van de consistentie met het descriptorsysteem in IUCLID 5.2, is in deze<br />

lijsten de term "preparaat" niet vervangen door "mengsel".<br />

41


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Appendix R.12-7: Richtsnoer voor het omzetten van omschrijvingen van vormen van gebruik op basis van<br />

voormalige keuzelijsten voor descriptors (in V1) in informatie die compatibel is met de verfijnde keuzelijsten<br />

voor descriptors<br />

Inleiding<br />

In het kader van de verdere ontwikkeling van het Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische<br />

veiligheidsbeoordeling, heeft <strong>ECHA</strong> een bijgewerkte versie opgesteld van hoofdstuk R.12 van het<br />

Richtsnoer (<strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong>). Deze bijwerking was nodig om een descriptorelement in<br />

te voeren dat het milieu dekt, om het gebruik van het descriptorsysteem in de praktijk beter uit te<br />

leggen en de relatie tussen het gebruiksdescriptorsysteem en Tier 1-blootstellingsschattingen voor<br />

medewerkers, consumenten en het milieu duidelijker te structureren.<br />

De volgende korte leidraad is bedoeld ter ondersteuning van bedrijven die gegevensverzameling<br />

hebben uitgevoerd over gebruik op basis van de gebruiksdescriptorkeuzelijsten in eerdere versies<br />

van dit richtsnoer. Voor elk van de keuzelijsten wordt uitgelegd hoe reeds verzamelde gegevens<br />

kunnen worden omgezet in een vorm die overeenkomt met i) de keuzelijsten van de voorlopige<br />

versie V2 (9.11.09) en ii) de vermeldingen van de bijbehorende TRA blootstellingsschattingen voor<br />

consumenten.<br />

De nieuwe lijst met descriptoren voor het milieu (Milieu-emissiecategorieën) bestond niet in versie<br />

1 van dit richtsnoer en deze gegevens dienen zodoende te worden toegevoegd aan elke<br />

gebruiksomschrijving die voor de zomer van 2009 is uitgevoerd. Er wordt hiervoor verder geen<br />

leidraad geboden in de volgende tabellen.<br />

42


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Tabel 1: Descriptorlijst voor de gebruikssectoren<br />

Gewijzigd<br />

item<br />

Wat is gewijzigd?<br />

Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />

betrekking tot reeds verzamelde gegevens<br />

over vormen van gebruik<br />

SU20,23,24 Nieuwe items Geen aanpassing nodig<br />

SU2 SU2 is gesplitst in 2a en 2b Geen aanpassing nodig<br />

SU6 and 6a<br />

SU6a is nieuw ingevoerd en SU6 is<br />

gewijzigd in SU6b<br />

Zet SU6 om in SU6b<br />

Tabel 2: Descriptorlijst voor de chemische productcategorieën<br />

Gewijzigd<br />

item<br />

Wat is gewijzigd?<br />

Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />

betrekking tot reeds verzamelde gegevens<br />

over vormen van gebruik<br />

PC9 PC9 is gesplitst in 9a, 9b en 9c; Vormen van gebruik die zijn beschreven met het<br />

vorige item PC9 moeten worden beschreven als<br />

PC 9a, 9b en (indien relevant) 9c. Als verder geen<br />

specifieke informatie beschikbaar is, vervang PC9<br />

dan door de drie nieuwe categorieën.<br />

PC4<br />

Afbijtmiddelen zijn opgenomen in 9a<br />

Gips en modelleerklei zijn toegevoegd<br />

aan PC9b<br />

Uitgeharde, opgedroogde muurverf is<br />

verplaatst naar AC11<br />

Item niet gewijzigd, maar de<br />

subcategorie voor TRA<br />

blootstellingsschattingen voor<br />

consumenten is verwijderd<br />

Er zijn geen wijzigingen nodig met betrekking tot<br />

vormen van gebruik die eerder onder PC9 zijn<br />

beschreven<br />

Modelleerklei moet worden beschreven met PC9b<br />

in plaats van PC5<br />

Er zijn geen wijzigingen nodig met betrekking tot<br />

vormen van gebruik die eerder onder PC9 zijn<br />

beschreven<br />

Geen TRA blootstellingsschatting voor<br />

consumenten mogelijk voor PC4<br />

TRA Blootstellingsschatting voor consumenten<br />

voor afbijtmiddelen kan worden uitgevoerd via de<br />

subcategorieën onder PC9a<br />

PC5 PC5 verwijderd Vormen van gebruik die zijn beschreven onder dit<br />

item moeten opnieuw worden toegekend aan PC1<br />

(kleefmiddelen), PC9b (vulmiddelen, kit,<br />

modelleerklei), PC9c (vingerverven)<br />

PC6 PC6 verwijderd Vormen van gebruik die onder dit item zijn<br />

beschreven moeten opnieuw worden toegekend<br />

aan PC31 (glansmiddelen en wasmengsels) of<br />

PC35 (was- en reinigingsproducten)<br />

PC10 PC10 verwijderd Beschrijf gebruik onder “overige”, verzameling van<br />

aanvullende gegevens kan nodig zijn. TRA<br />

blootstellingsschatting voor afbijtmiddelen kan<br />

worden uitgevoerd via de subcategorieën onder<br />

PC9a<br />

PC22 PC22 verwijderd Vormen van gebruik die onder dit item zijn<br />

beschreven moeten opnieuw worden toegekend<br />

aan PC12 (meststoffen)<br />

43


Hoofdstuk R.12: <strong>Gebruiksdescriptorsysteem</strong><br />

Tabel 3: Descriptorlijst voor de procescategorieën<br />

Gewijzigd<br />

item<br />

Wat is gewijzigd?<br />

Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />

betrekking tot reeds verzamelde gegevens over<br />

vormen van gebruik<br />

PROC8 PROC8 is gesplitst in 8a en 8b Vormen van gebruik die zijn beschreven met het<br />

vorige item PROC8 moeten worden beschreven als<br />

PROC 8a of 8b. Als verder geen specifieke<br />

informatie beschikbaar is, vervang dan PROC8<br />

door PROC8a.<br />

PROC22-25<br />

Correctie van nummering ten opzichte<br />

van Versie 1: PROC22=>23;<br />

PROC23=>24; PROC24=>25<br />

De inhoud van de categorieën is niet gewijzigd.<br />

Correctie van de nummering ten opzichte van<br />

versie 1 is nodig.<br />

PROC26,27 PROC 26 en 27 zijn nieuw ingevoerd Geen aanpassing nodig<br />

Alle PROC’s<br />

Voor de meeste PROC’s is het<br />

onderscheid tussen industriële<br />

omgeving en niet-industriële omgeving<br />

verwijderd. Keuze kan nu in de<br />

schatting zelf plaatsvinden.<br />

Geen aanpassing nodig<br />

Tabel 4: Descriptorlijst voor de voorwerpcategorieën<br />

Gewijzigd<br />

item<br />

AC2<br />

AC3<br />

AC4<br />

Wat is gewijzigd?<br />

Elektrische en elektronische producten<br />

opgenomen<br />

Alle voorwerpen zijn naar AC2 verplaatst,<br />

met uitzondering van batterijen en accu’s<br />

Voorwerpen van steen, gips en cement<br />

opgenomen<br />

Mogelijke aanpassing die nodig is met<br />

betrekking tot reeds verzamelde gegevens over<br />

vormen van gebruik<br />

Geen aanpassing nodig<br />

Verander de omschrijving van het gebruik in AC2, met<br />

uitzondering van batterijen en accu’s<br />

Geen aanpassing nodig<br />

AC9 AC9 is verwijderd Beschrijf camera’s en videocamera’s met AC2 en<br />

afgedrukte foto’s met AC8<br />

AC11<br />

De subcategorieën voor de TRA<br />

blootstellingsschattingen voor<br />

consumenten zijn gewijzigd in:<br />

<br />

<br />

Meubels (stoel)<br />

Muren en vloerbedekking (ook van<br />

toepassing op niet-houten materiaal)<br />

De tweede subcategorie is algemener geworden en<br />

maakt de beoordeling mogelijk van coatings op alle<br />

soorten grote oppervlakken binnenshuis. Voor reeds<br />

verzamelde gegevens moet worden gecontroleerd of ze<br />

betrekking hebben op meubels of vloeren. Als er verder<br />

geen gedetailleerde informatie beschikbaar is, voer dan<br />

voor beide subcategorieën blootstellingsschattingen uit.<br />

AC12 AC12 is verwijderd Beschrijf het gebruik onder “overige” (verzameling van<br />

aanvullende gegevens kan nodig zijn) of beschrijf het<br />

gebruik met de op materiaal gebaseerde categorieën<br />

AC4, AC7, AC8, AC10, AC11, AC13 (ken deze allemaal<br />

toe als verder geen specifieke informatie beschikbaar is)<br />

Alle AC<br />

Genummerde subcategorieën zijn<br />

verwijderd en omgezet in een lijst van<br />

voorbeelden die de reikwijdte van de<br />

voorwerpcategorie toelichten<br />

Vormen van gebruik beschreven met een subcategorie<br />

kunnen ook worden beschreven met de bijbehorende<br />

AC. Indien de registrant of downstreamgebruiker de<br />

gedetailleerdere informatie en het subcategorieniveau wil<br />

behouden, dan is dat mogelijk.<br />

Voor TRA blootstellingsschattingen voor consumenten<br />

kan echter beschrijving tot op subcategorieniveau nog<br />

steeds nodig zijn.<br />

44

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!