Tussenevaluatie Deelprojecten ASHGZ Ketencoördinatie ... - Smwo
Tussenevaluatie Deelprojecten ASHGZ Ketencoördinatie ... - Smwo
Tussenevaluatie Deelprojecten ASHGZ Ketencoördinatie ... - Smwo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TUSSENEVALUATIE DEELPROJECTEN <strong>ASHGZ</strong><br />
KETENCOÖRDINATIE<br />
INSTELLINGSOVERSTIJGEND CASEMANAGEMENT<br />
Goes, 6 februari 2008
Inhoudsopgave evaluatie deelprojecten<br />
Inleiding<br />
1. Doelstellingen, gewenste resultaten en projectstructuur deelproject. 2<br />
Doelstellingen<br />
Gewenste resultaten<br />
Projectstructuur deelproject<br />
2. Het deelproject Ketencoördinatie 3<br />
2.1 Voorbereiding en start<br />
2.2 De uitgangspunten 4<br />
2.3 Ketencoördinatie in de praktijk 5<br />
2.4 De cijfers 9<br />
2.5 Werken aan een model: Ontwikkelen en verbinden 15<br />
2.6 De waardering van de samenwerkingspartners 16<br />
3. Instellingsoverstijgend systeemgericht casemanagement 19<br />
3.1 Voorbereiding en start<br />
3.2 Uitgangspunten<br />
3.3 Instellingsoverstijgend systeemgericht casemanagement in de praktijk 20<br />
3.4 De cijfers 23<br />
3.5 Werken aan een model<br />
3.6 De waardering van het werkveld 24<br />
4. Samenvatting en conclusies 26<br />
Bijlagen 28
Inleiding<br />
In januari 2006 is in Zeeland onder leiding van de projectmanager mevrouw Teeuwsen het project<br />
Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland (<strong>ASHGZ</strong>) van start gegaan. Het project kende<br />
meerdere doelen, waaronder het voeren van ketencoördinatie en methodiekontwikkeling.<br />
Al snel werd duidelijk dat de taken, zoals verwoord in de Raamovereenkomst, de beschikbare uren<br />
van de projectmanager verre te boven gingen. Tevens bleek dat door het hoge aantal meldingen in<br />
de eerste fase van het project de uitvoering van de ketencoördinatie, één van de taken, in het<br />
gedrang kwam. Verdere ondersteuning was dringend gewenst om de hulpverlening aan<br />
slachtoffers, daders en omstanders te kunnen borgen.<br />
De provincie heeft toen besloten extra middelen beschikbaar te stellen voor 2007 en<br />
“Ketencoördinatie en Casemanagement” als instellingsoverstijgende deelprojecten van het project<br />
<strong>ASHGZ</strong> te financieren. Medewerkers van Emergis en SMWO voeren dit deelproject uit in<br />
samenhang met het project <strong>ASHGZ</strong>, waarbij de medewerkers van Emergis als speciaal<br />
ontwikkelgebied “casemanagement” voor hun rekening hebben genomen en de medewerkers van<br />
SMWO “de ketencoördinatie”.<br />
In dit rapport wordt een jaar ontwikkelen en werken binnen het deelproject geëvalueerd, wordt<br />
verantwoording afgelegd aan de financier en worden bouwstenen voor de toekomst geleverd.<br />
In de subsidieaanvraag voor het deelproject zijn twee doelstellingen geformuleerd en zijn de<br />
resultaatgebieden per onderdeel benoemd. Zij vormen de rode draad in dit verslag.<br />
Achtereenvolgens worden beide doelstellingen geëvalueerd, de ervaringen gebundeld, en<br />
conclusies en werkpunten voor de toekomst geformuleerd.<br />
In de hoofdstukken 2 en 3 hebben de uitvoerders van de deelprojecten, respectievelijk Sanne<br />
Zuijderduin en Jantine Jumelet (ketencoördinatoren) en Irma de Muijnck (projectcoördinator HG<br />
Emergis), Mirjam Simons en Ellen Vis (instellingsoverstijgend casemanagers) hun bevindingen<br />
beschreven. De overige hoofdstukken en de synthese zijn verzorgd door Romy de Bruyckere-<br />
Snoeck.<br />
Ten tijde van het voorbereiden en schrijven van deze evaluatie is door bestuurders van Provincie<br />
en Gemeenten besloten de projectperiode van de raamovereenkomst voor het project <strong>ASHGZ</strong>,<br />
inclusief deelprojecten, met een jaar te verlengen. Reden hiertoe was de constatering dat een<br />
projectperiode van twee jaar te kort was voor de deelnemende Zeeuwse organisaties om alle<br />
gewenste doelstellingen te kunnen realiseren. Bovendien was het van belang de voortgang van de<br />
ontwikkelingen te borgen.<br />
De verlenging van de projectperiode biedt ruimte voor het doorontwikkelen en inspelen op nieuwe<br />
(landelijke) ontwikkelingen. Bij de aanbevelingen zijn nu al te voorziene ontwikkelingen<br />
opgenomen.<br />
Tot slot dient vermeld dat alle in deze rapportage beschreven ontwikkelingen niet hadden kunnen<br />
plaatsvinden zonder de nooit aflatende inzet van alle partners in de keten <strong>ASHGZ</strong>. Deze rapportage<br />
is dan ook een weergave van de betrokkenheid en inzet van deskundigheid van de Zeeuwse<br />
organisaties die actief hun bijdrage hebben geleverd en leveren aan de bestrijding van Huiselijk<br />
Geweld.<br />
1
Hoofdstuk 1.<br />
Doelstellingen, gewenste resultaten en projectstructuur deelproject.<br />
Voor het deelproject zijn doelstellingen geformuleerd, die vertaald zijn in gewenste resultaten en er<br />
is projectgroep ingesteld.<br />
Doelstellingen<br />
Projectonderdeel SMWO<br />
Doelstelling 1: “Gedurende de projectperiode ketencoördinatie uitvoeren, onderzoeken welk model<br />
gebruikt kan worden voor de implementatie in heel Zeeland en het consulentschap Zeeuwsbreed<br />
stimuleren en implementeren.”<br />
Projectonderdeel Emergis<br />
Doelstelling 2:<br />
“Gedurende de projectperiode casemanagement in multi-problem zaken, waarin psychiatrische<br />
problematiek, verslaving en problematiek van getraumatiseerde vrouwen en mannen<br />
(maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) dominant is, in heel Zeeland uitvoeren.”<br />
Gewenste resultaten<br />
1. De ketencoördinatie is uitgevoerd gedurende de project periode<br />
2. Het is duidelijk welk model ketencoördinatie het meest wenselijk is in de Zeeuwse situatie<br />
3. Het is duidelijk welk model casemanagement het meest wenselijk is<br />
4. Er is methodiek ontwikkeld t.b.v. het Zeeuws aanbod bij Huiselijk Geweld<br />
5. Het consulentschap is geïmplementeerd<br />
6. Er is een procesbeschrijving over hoe ketencoördinatie en casemanagement vorm gegeven<br />
moet worden<br />
7. Er is een, door organisaties participerend in <strong>ASHGZ</strong>, gedragen model voor ketencoördinatie<br />
8. Er is een, door organisaties participerend in <strong>ASHGZ</strong>, gedragen model voor casemanagement<br />
Projectstructuur deelproject<br />
Het deelproject heeft 6 projectmedewerkers, twee voor het onderdeel ketencoördinatie en vier voor<br />
het onderdeel casemanagement.<br />
De medewerkers hebben tijdens de uitvoering met elkaar afgestemd. Tevens was er overleg en<br />
afstemming over de uitvoering met de projectmanager <strong>ASHGZ</strong> om de verbinding met het project<br />
<strong>ASHGZ</strong> te borgen. De werkbegeleiding van de projectmedewerkers is verzorgd door Emergis voor<br />
het casemanagement en door SMWO voor de ketencoördinatie.<br />
De Stuurgroep (begeleidings- en ontwikkelgroep) bestaande uit de projectmanager <strong>ASHGZ</strong>, het<br />
management van Stichting Blijf van mijn lijf Zeeland, Emergis en SMWO en de<br />
projectmedewerkers, hebben gedurende 2007 7 keer overlegd om de grote lijn uit te zetten en te<br />
bewaken.<br />
In deze stuurgroep werden de actuele ontwikkelingen in de deelprojecten besproken. Daarnaast is<br />
aandacht besteed aan: De opzet van de projectplannen, de resultaten van de consulentmiddagen,<br />
hoe om te gaan met Privacy, het al dan niet organiseren van Crisis Interventie Teams, het<br />
beschrijven van Zorgprogramma’s, de zuiverheid van de Cijfers, de afstemming tussen<br />
Productgroepen en Werkgroepen, de afstemming <strong>ASHGZ</strong> en BJZ- AMK. En tenslotte de evaluatie<br />
van het deelprojectjaar 2007.<br />
2
Hoofdstuk 2<br />
Het deelproject Ketencoördinatie<br />
2.1 Voorbereiding en start<br />
In deze paragraaf wordt teruggeblikt op de voorbereidings- en startwerkzaamheden binnen het<br />
deelproject ketencoördinatie.<br />
De start.<br />
Zoals in de inleiding genoemd bleek al snel dat de ketencoördinatie in de knel kwam door de<br />
veelheid aan taken van de projectmanager. Vanaf september 2006 zag deze geen kans meer om<br />
deze taak uit te voeren. Toen in november 2006 het deelproject van start ging is dit onderdeel<br />
overgenomen door de ketencoördinatoren. Zij zijn door de projectmanager geïnformeerd over de<br />
tot dan toe gehanteerde werkwijze, en hebben de zaken die nog in behandeling genomen moesten<br />
worden direct opgepakt. Tevens zijn vanaf 1 november de nieuwe meldingen direct volgens<br />
afspraak 1 in behandeling genomen.<br />
Kennismaking en inventarisatie<br />
Om de toenmalige stand van zaken in kaart te brengen en om in samenspraak met de<br />
ketenpartners een werkmodel te kunnen ontwikkelen zijn kennismakingsbezoeken afgelegd bij alle<br />
instellingen die daadwerkelijk consulenten leverden. Alle consulenten/casemanagers kregen vier<br />
vragen voorgelegd:<br />
• Wat gaat goed<br />
• Wat gaat niet goed<br />
• Wat zijn de knelpunten<br />
• Wat zijn de wensen<br />
Aan de hand van de informatie die deze bezoeken aan de uitvoerende organisaties opleverden, zijn<br />
een aantal benoemde knelpunten direct opgepakt.<br />
De belangrijkste knelpunten bij de start.<br />
Duidelijkheid op operationeel niveau<br />
Er bleek behoefte aan een eenduidige beschrijving en vertaling van de in de raamovereenkomst<br />
aangegane verplichting.<br />
Hiertoe is als eerste een voorlopig stroomschema 2 opgesteld dat het primaire proces van melding<br />
tot afsluiting zichtbaar maakte. Daarnaast is de taak en functieomschrijving van een consulent c.q.<br />
casemanager omschreven. Ook is een protocol casusoverleg justitieel en een protocol casusoverleg<br />
hulpverlening opgesteld. Deze actie heeft ervoor gezorgd dat iedereen een duidelijke en eenduidige<br />
basis kreeg om die taak uit te voeren die in de raamovereenkomst was vastgelegd.<br />
Afstemming met AMK en BJZ<br />
Bij meldingen van huiselijk geweld waar kinderen bij betrokken zijn deed zich een dilemma voor: Is<br />
dit een zaak voor het AMK of kan <strong>ASHGZ</strong> hiermee verder? Als kinderen namelijk getuige zijn van<br />
huiselijk geweld is er sprake van kindermishandeling. Wettelijk is vastgelegd dat het <strong>ASHGZ</strong> deze<br />
meldingen bij het AMK moet neerleggen. Deze verplichting zou echter leiden tot opnieuw een forse<br />
toename van de wachtlijst bij AMK/ BJZ. Over de definitieve taakverdeling in deze zaken bestonden<br />
nog geen afspraken met Bureau Jeugdzorg en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Na de<br />
start van het deelproject is opnieuw contact gezocht met het Advies en Meldpunt<br />
Kindermishandeling (AMK). In goed overleg is de volgende voorlopige werkwijze afgesproken.<br />
Indien de veiligheid het toelaat, doet eerst het <strong>ASHGZ</strong> een poging de hulpverlening vrijwillig op te<br />
starten. Indien dit niet lukt, wordt er gemeld bij het AMK. Als uit de melding blijkt dat de veiligheid<br />
van het kind direct in gevaar is zal, bij een melding van politie, de reguliere weg van de<br />
jeugdzorgspecialist gevolgd worden en zal deze melding doen bij het AMK via het zogenaamde<br />
zorgformulier. Komt de melding niet via de politie dan meldt <strong>ASHGZ</strong> direct bij het AMK. In geval<br />
van twijfel wordt altijd overlegd met het AMK.<br />
Afstemming OM en <strong>ASHGZ</strong><br />
Al snel bleek dat naast de meldingen die via het casusoverleg justitieel naar het <strong>ASHGZ</strong> werden<br />
doorverwezen er ook meldingen direct naar het <strong>ASHGZ</strong> werden gestuurd. Voor november 2006<br />
werden de meldingen vanuit het justitieel overleg hoofdzakelijk geregistreerd voor de telling en<br />
werd alleen bij ernstige situaties hulp geboden. Met de deelnemers van het casusoverleg en OM is<br />
direct na aanvang van het deelproject ketencoördinatie een werkwijze afgesproken waardoor het<br />
1 Vastgelegd in de Raamovereenkomst<br />
2 Bijlage 1: stroomschema. Gebaseerd op stroomschema <strong>ASHGZ</strong>, aangeleverd door de projectmanager<br />
3
wel mogelijk was actie vanuit het <strong>ASHGZ</strong> te ondernemen. Deze werkwijze is per brief (d.d 8<br />
november 2006) medegedeeld aan het Openbaar Ministerie.<br />
Privacy<br />
De deelnemers van het casusoverleg en de partners bij wie vooraf informatie wordt opgevraagd,<br />
gaven aan problemen te hebben met het bespreken van een casus. Aansluitend aan de<br />
Raamovereenkomst is een Samenwerkingsprotocol vastgelegd. Dit protocol behoefde aanvulling op<br />
het onderwerp Privacy. Bij aanvang van het project <strong>ASHGZ</strong> werd alleen mondeling toestemming<br />
voor uitwisseling van gegevens gevraagd. Door de werkwijze bij een directe melding van politie<br />
vast te leggen door middel van het schrijven en het ontwikkelen van een toestemmingsverklaring<br />
waarin expliciet de deelnemers van het casusoverleg zijn genoemd is een eerste stap gezet<br />
waardoor op operationeel niveau de meldingen zorgvuldig gehanteerd konden worden.<br />
Registratie<br />
Om de ketencoördinatie zorgvuldig te kunnen uitvoeren, en omdat binnen RegiPro HG die<br />
mogelijkheid niet bestond, is een registratie systeem ontwikkeld waarin per casus geregistreerd<br />
wordt. Hierin is zichtbaar wie betrokken zijn bij de melding, wie als consulent/casemanager is<br />
ingezet, welke hulp geregeld is en hoe vaak de casus besproken is op het casusoverleg. Dit<br />
systeem is tevens toegankelijk gemaakt voor de ketenpartners zodat deze te zijner tijd (2008) zelf<br />
kunnen inloggen en het verloop van de ketencoördinatie kunnen volgen.<br />
Het werkplan<br />
Aan de hand van de projectaanvraag en in samenspraak met de projectmanager zijn de taken<br />
verdeeld en is een werkplan opgesteld. In dit werkplan zijn de volgende werkdoelen geformuleerd<br />
voor het deelproject Ketencoördinatie:<br />
1. Een duidelijk aanspreekpunt zijn voor vragen rondom huiselijk geweld.<br />
2. Kennis en vakkundigheid omtrent de aanpak van huiselijk geweld van de<br />
samenwerkingspartners vergroten en verbreden.<br />
3. Van aanmelding tot afsluiting het gehele traject rondom een zaak initiëren, volgen en bewaken.<br />
4. Ontwerpen van een duidelijk overdraagbare werkwijze voor een geïntegreerde aanpak van<br />
huiselijk geweld en voor de ketenpartners per regio.<br />
De afstemming tussen de deelprojecten en het Project <strong>ASHGZ</strong>.<br />
De constructie van twee deelprojecten als onderdeel van het Project <strong>ASHGZ</strong> vereist afstemming en<br />
overleg, zowel tussen de projectmedewerkers onderling als met de projectmanager <strong>ASHGZ</strong>. Zaken<br />
als registratie en de fysieke afstand tussen de ketencoördinatoren en de projectmanager maken<br />
het tevens noodzakelijk op een eenduidige wijze informatie over te brengen en te verzamelen. In<br />
het begin bestond er ‘in het veld’ nogal wat ruis over wie nu waar verantwoordelijk voor was. Er is<br />
een afstemmingsoverleg georganiseerd waaraan de organisaties 3 die verantwoordelijk zijn voor de<br />
projecten deelnemen.<br />
Samenvatting<br />
Vanaf november 2006 is de ketencoördinatie uitgevoerd conform de afspraak in de<br />
Raamovereenkomst. In de startfase hebben de ketencoördinatoren de belangrijkste knelpunten<br />
met de ketenpartners in kaart gebracht. Als hoofditems werden genoemd: onduidelijkheid op<br />
operationeel niveau, de afstemming tussen <strong>ASHGZ</strong> en AMK/ BJZ, de afstemming tussen politie en<br />
<strong>ASHGZ</strong>, het vraagstuk van de privacy en betrouwbare registratie. Vervolgens is een werkplan<br />
gemaakt, een stroomschema opgesteld, zijn taak- en functieomschrijvingen nader uitgewerkt en<br />
voorlopige werkwijzen afgesproken.<br />
SMWO heeft een registratiemodule ontwikkeld, waarin per casus geregistreerd kan worden, en<br />
waaruit betrouwbare managementinformatie gegenereerd kan worden. Er is structureel<br />
afstemmingsoverleg georganiseerd tussen de verantwoordelijken voor de projecten.<br />
2.2 De uitgangspunten<br />
Na het oplossen van de eerste knelpunten en het afstemmen van de taken tussen de deelprojecten<br />
en het projectmanagement was op operationeel niveau de basis gelegd voor de uitvoering van de<br />
ketencoördinatie. De taak van de ketencoördinatie was echter tweeledig. Er moest namelijk ook<br />
een duidelijk overdraagbare werkwijze voor een geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld en voor<br />
de ketenpartners ontworpen worden. Voor beide taken zijn uitgangspunten vastgesteld.<br />
3 Stichting Blijf van mijn Lijf, Emergis, SMWO, CTHZ<br />
4
Zorgvuldig afwegen<br />
Huiselijk geweld is een onderwerp dat de emoties hoog doet oplopen. Als het mis gaat, dan gaat<br />
het ook goed mis. In die emotie schuilt ook een gevaar. Een slachtoffer vraagt hulp vanwege het<br />
geweld dat de persoonlijke integriteit aantast. Als daarop een aanbod ‘binnenstormt’ dat alleen<br />
gebaseerd is op de ernstigste meldingen die het nieuws halen is de kans groot dat de cliënt<br />
opgezadeld wordt met een dubbel trauma 4 . De eerste emotie bij huiselijk geweld is een slechte<br />
raadgever. Niet alleen de pleger maar ook de hulpverlening kan de persoonlijke integriteit<br />
aantasten. Het is belangrijk om zorgvuldig af te wegen welke interventie bij welke melding het<br />
meest gepast is. Om de medewerkers ketencoördinatie op koers te houden is de volgende visie, die<br />
gecommuniceerd is via de nieuwsbrief <strong>ASHGZ</strong>, omschreven.<br />
- Bij elke melding wordt eerst naar de bestaande structuren gekeken. Er wordt alleen<br />
extra hulp ingezet als dat echt nodig is. De wens van de cliënt is hierin (bijna) altijd<br />
leidend.<br />
- Casusoverleg is noodzakelijk, onder andere voor het delen van de<br />
verantwoordelijkheid. Zodra de hulp start zal dit overleg zich direct verplaatsen naar<br />
cliëntniveau met de desbetreffende consulent.<br />
- Ketencoördinatie staat voor ‘delen en verbinden’ en richt zich op het opzetten van een<br />
goede infrastructuur.<br />
- Binnen Zeeland wordt gebruik gemaakt van elkaars capaciteiten en kwaliteiten en<br />
partijen zullen elkaar hierop blijven aanspreken met als doel: samenwerken, waardoor<br />
de klant de hulpverlening krijgt die nodig is.<br />
Op basis van bovenstaande uitgangspunten is gedurende de projectperiode elke melding in<br />
behandeling genomen, onderzocht, doorverwezen naar het backoffice en gemonitord tot voor<br />
iedereen hulp georganiseerd was en de verbindingen waren gelegd tussen de betrokken<br />
hulpverleners.<br />
Verbinden<br />
Naast de meer praktische taak rondom de behandeling van aanmeldingen is het verbinden een<br />
belangrijke voorwaardenscheppende taak. Uitgangspunt is dat een goede infrastructuur niet kan<br />
ontbreken bij ketensamenwerking. Mensen moeten elkaar weten te vinden en moeten weten wie<br />
waarvoor in te schakelen is. De infrastructuur moet opgezet en onderhouden worden, als men<br />
gebruik wil blijven maken van elkaars capaciteiten en kwaliteiten. Het is belangrijk dat er<br />
structuren zijn waarin je elkaar kan aanspreken en van elkaar kunt leren. De ketencoördinator<br />
speelt daar een belangrijke rol in. Er is tijdens het deelproject ketencoördinatie gebruik gemaakt<br />
van verschillende werkvormen die ook aansluiten bij: stappenplan(nen);doen en ontwikkelen uit<br />
‘lerende netwerken’ gelezen op www.ketens-netwerken.nl. Deze werkvormen zijn enerzijds bedoeld<br />
om samen tot een model te komen. Anderzijds vormen ze een belangrijke bijdrage in aanleggen en<br />
onderhouden van de infrastructuur. In de beschrijving van het werkmodel wordt in de eerste plaats<br />
de verbindende rol van de ketencoördinator beschreven.<br />
Samenvatting<br />
Als richtlijn voor het handelen van de ketencoördinatoren zijn als uitgangspunten geformuleerd:<br />
Ketencoördinatie deelt verantwoordelijkheden, verbindt, maakt gebruik van bestaande structuren<br />
en zorgt er voor dat ketenpartners gebruik maken van elkaars capaciteiten en kwaliteiten. Met als<br />
doel het doen stoppen van het geweld en het bieden/ op gang brengen van adequate hulp aan de<br />
cliënt.<br />
2.3 Ketencoördinatie in de praktijk<br />
De ketencoördinatoren hadden twee belangrijke taken, namelijk het vormgeven, samen met alle<br />
betrokken partners van de keten <strong>ASHGZ</strong> én de uitvoering van de taak Ketencoördinatie.<br />
Hieronder volgt de beschrijving van de praktische uitvoering van de ketencoördinatie per fase.<br />
Methodiek in fasen<br />
Aanmelding<br />
De aanmeldingen komen via drie routes binnen (zie stroomschema). De wijze van aanmelding<br />
bepaalt de route die gevolgd wordt.<br />
4 Secundaire victimisatie<br />
5
Route 1: De telefoonlijn <strong>ASHGZ</strong><br />
Via deze lijn melden zich directe slachtoffers, plegers of omstanders. De ervaring leert dat het hier<br />
voornamelijk gaat om slachtoffers en omstanders (zie bijlage 3). Deze aanmeldingen komen<br />
binnen bij de Telefonische Hulp Dienst (THD). De THD meldt deze mensen aan bij de<br />
ketencoördinatie.<br />
Route 2: Justitie<br />
Via justitie komen aanmeldingen op twee manieren binnen:<br />
1. Via het casusoverleg justitie*.<br />
Op het casusoverleg worden door politie aangiftes ingebracht die voldoende grond hebben<br />
voor een strafrechtelijk traject. In dit overleg buigen verschillende instellingen zich over de<br />
casus en wordt een integraal plan van aanpak tussen justitie, politie en hulpverlening<br />
georganiseerd. Alleen zaken waar de reguliere hulpverlening nog geen ingang heeft,<br />
worden meegenomen door de ketencoördinatoren. Dit overleg vindt driewekelijks plaats<br />
per regio. Ketencoördinatoren hebben dus elke week een overleg.<br />
2. Direct via e-mail naar de ketencoördinatoren.<br />
Politie mailt meldingen die wel het predikaat ‘huiselijk geweld’ hebben, maar die niet in het<br />
justitieel casusoverleg besproken kunnen worden, omdat ze geen strafrechtelijke grond<br />
hebben, direct naar de ketencoördinatoren. Zodat zij kunnen onderzoeken of hulp nodig<br />
en/of wenselijk is.<br />
Route 3: Direct via professional<br />
Professionals doen op twee verschillende manieren een beroep op de ketencoördinatie:<br />
1. Consultvraag<br />
Professionals bellen voor advies. De consultvraag wordt door de ketencoördinatie in<br />
behandeling genomen door in gesprek te gaan met de professional. Waar dat mogelijk is<br />
wordt antwoord gegeven, of door vragen te stellen wordt verhelderd. Indien nodig wordt<br />
doorverwezen.<br />
2. Aanmelding<br />
Een professional kan een cliënt aanmelden. De professional vermeldt daarbij de reden en<br />
de verwachting die hij/zij heeft en de manier waarop de aanmelding besproken is met de<br />
aangemelde.<br />
Tijdens de aanmelding is sprake van het noteren van zoveel mogelijk gegevens, systeembreed. De<br />
bedoeling is dat het systeem en het netwerk zo goed mogelijk in kaart wordt gebracht, zodat zo<br />
snel mogelijk een beeld kan worden verkregen van de betrokkenen en de reeds verleende of nog<br />
lopende hulpverleningstrajecten. Er wordt door de ketencoördinatoren niet of zo weinig mogelijk<br />
ingegaan op de inhoudelijke problematiek. De hulpverlening wordt in deze fase gekenmerkt door<br />
de inventarisatie van gegevens.<br />
Na de fase van aanmelding volgt het onderzoek.<br />
Onderzoek<br />
Hoewel beschreven als een aparte fase, volgt het onderzoek direct op de aanmelding. Zeker als er<br />
sprake is van directe en acute meldingen.<br />
Er is onderzoek vereist op de volgende terreinen:<br />
- Wat is de problematiek?<br />
- Is er al hulpverlening aanwezig geweest?<br />
- Moet er hulp worden ingezet?<br />
- Zo ja, welke organisatie kan die het beste geven?<br />
- Wie zijn er allemaal betrokkenen, voor zover nog niet bekend?<br />
- Risicotaxatie. (Momenteel is er nog geen formeel vastgesteld instrument. De taxatie gebeurt<br />
nu in goed onderling overleg met hulpverlening en justitie)<br />
De stappen die gezet worden tijdens een onderzoek (de volgorde hiervan kan per zaak verschillend<br />
liggen en niet alle stappen zijn altijd aanwezig):<br />
- Er volgt verificatie door gegevens met instellingen die betrokken zijn bij het casusoverleg<br />
hulpverlening te communiceren. Zij geven vervolgens door of er gegevens bekend zijn over de<br />
betreffende zaak;<br />
- De zaak wordt besproken in het casusoverleg hulpverlening;<br />
- Mensen worden telefonisch benaderd door de ketencoördinatie;<br />
- De al betrokken hulpverleners worden benaderd door de ketencoördinatie;<br />
- De lijnen van al betrokken hulpverlening worden in kaart gebracht.<br />
Deze manier van werken vraagt een outreachende en netwerkgerichte aanpak.<br />
6
Het resultaat van het onderzoek is dat de juiste organisatie wordt ingeschakeld en dat een passend<br />
aanbod (gebaseerd op de risicotaxatie) gedaan kan worden. Vervolgens pakt de ingeschakelde<br />
organisatie de casus op uitvoerend niveau op.<br />
Doorlooptijden onderzoek<br />
Voor de drie aanmeldroutes zijn de doorlooptijden verschillend:<br />
Via de telefoonlijn <strong>ASHGZ</strong>: De ketencoördinator belt de melder terug binnen 24 uur en onderzoekt<br />
of er een hulpvraag is, en welke.<br />
Via Justitie: De meldingen van het justitieel casusoverleg hebben een lange doorlooptijd* vanwege<br />
de vergaderfrequentie. Ze vereisen bovendien een fundamenteel andere aanpak, omdat mensen<br />
niet zelf bellen maar ongevraagd door de hulpverlening benaderd worden. De meldingen die via het<br />
casusoverleg komen en de directe meldingen worden verder op eenzelfde manier behandeld door<br />
ketencoördinatie.<br />
Direct via professional:<br />
In overleg met de professional wordt besloten of de professional zelf met de melding verder gaat of<br />
dat er een consulent /casemanager ingezet moet worden.<br />
*Gezien de lange looptijd van de meldingen via justitie is het resultaat onvoldoende gebleken. De<br />
daders gaan niet in op de uitnodiging voor een gesprek en slachtoffers ervaren het incident als<br />
opgelost. Om die reden is op verzoek van het deelproject geëxperimenteerd met een kortere<br />
doorlooptijd. Dit heeft geresulteerd in de volgende afspraken.<br />
Per 1 september 2007 stuurt de contactpersoon van de politie de meldingen per werkdag door naar<br />
de ketencoördinatoren. Dit heeft tevens geleid tot een discussie binnen de politie/ OM over de wijze<br />
waarop hun casusoverleg is georganiseerd. Per 1 december 2007 zijn de overleggen per regio<br />
afgeschaft. Casusoverleg justitieel vindt op provinciaal niveau wekelijks plaats. Dit maakt dat een<br />
flinke slag geslagen is met de doorlooptijden.<br />
Doorverwijzing<br />
Na onderzoek is dus helder geworden welke organisatie ingeschakeld dient te worden en welke<br />
interventie passend is gezien de risicotaxatie. Nu moet er nog contact gelegd worden met de<br />
betreffende organisatie en moet er een overdracht, c.q. doorverwijzing plaats vinden. Het streven<br />
is inzet van een consulent/ casemanager binnen 24 uur conform afspraak in de<br />
Raamovereenkomst.<br />
De doorverwijzing vindt plaats op twee manieren:<br />
- Overdracht naar de al aanwezige hulpverlening.<br />
- Inzetten van een consulent/casemanager, of inzetten van instellingsoverstijgend<br />
casemanagement bij complexe problematiek.<br />
De consulent/casemanager heeft de volgende taken:<br />
- Directe eerste hulp bieden;<br />
- Verder in kaart brengen welke hulp nog meer nodig is en voor wie;<br />
- Deze hulp als casemanager verder organiseren;<br />
- Terugkoppeling naar de ketencoördinator.<br />
De ketencoördinator kan die gerichte overdracht door gedegen onderzoek doen. Hierdoor kan in de<br />
meeste gevallen de bestaande hulpverlening doorlopen en nieuwe hulpverlening, indien nodig,<br />
opgestart. De hulp kan snel op gang komen vanwege de afspraken die zijn gemaakt in de<br />
raamovereenkomst.<br />
Het resultaat van de doorverwijzing moet zijn dat het geweld stopt en er hulp wordt opgezet (op<br />
drie sporen) voor heel het systeem. Zowel voor dader, slachtoffer, kinderen en/of andere<br />
betrokkenen.<br />
Indien mogelijk en wenselijk kunnen deze taken aan een al betrokken hulpverlener worden<br />
overgedragen. In veel gevallen is bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, het AMW of Emergis al<br />
betrokken. Nogmaals een consulent van eenzelfde organisatie inzetten levert niet per definitie een<br />
meerwaarde op. Blijken de betrokken hulpverleners divers, de problematiek complex en het geweld<br />
langdurig dan wordt deze melding overgedragen aan het deelproject Instellingsoverstijgend<br />
Casemanagement gecoördineerd door Emergis (zie hoofdstuk 3 van deze rapportage)<br />
De ketencoördinator is in de doorverwijzing voorwaardenscheppend en ondersteunt waar nodig. De<br />
betreffende hulpverlener kan altijd terug vallen op de ketencoördinator. De ketencoördinator houdt<br />
vanaf het moment van de overdracht de grote lijnen in de gaten en volgt de casus.<br />
Monitoring<br />
Na de start van de hulpverlening volgt de ketencoördinator de zaak door middel van:<br />
- Het teruggekoppeld krijgen van de intake;<br />
7
- Het doorkrijgen van knelpunten en veranderingen;<br />
- Het zelf nabellen wanneer er onduidelijkheden zijn;<br />
- Het inbrengen van een casus op het casusoverleg;<br />
- Het doorgeven van het advies vanuit het casusoverleg aan de consulent/casemanager.<br />
Bij het monitoren wordt in de eerste plaats gekeken of het geweld is gestopt, zeker in het geval dat<br />
kinderen getuige zijn. Vervolgens wordt de voortgang van de hulpverlening bewaakt, afspraken<br />
tussen hulpverleners onderling gecheckt en wordt de inzet van hulp op drie sporen geinitieerd.<br />
Daarbij is de ketencoördinator voorwaardenscheppend door waar nodig verbindingen tot stand te<br />
brengen waar dat de uitvoering zelf niet lukt.<br />
De fase van monitoring loopt door tot de afsluiting. De looptijd van monitoring kan per zaak<br />
verschillend zijn, afhankelijk van het feit of het geweld is gestopt en de hulp tot stand komt.<br />
Afsluiting<br />
In de meest ideale situatie kan, wanneer het geweld is gestopt en de verbindingen zijn gelegd<br />
tussen hulpverleners onderling, de ketencoördinatie worden afgesloten. Dit wordt in overleg met<br />
het casusoverleg en de consulent/casemanager gedaan.<br />
Ketencoördinatie stopt ook als:<br />
- Alle contacten zijn geweigerd.<br />
Als er kinderen bij betrokken zijn wordt altijd meegedeeld aan de cliënt dat de JGZ op de<br />
hoogte wordt gebracht van de situatie. Indien de veiligheid ernstig in gevaar is volgt een<br />
melding bij het AMK. (wettelijke taak <strong>ASHGZ</strong>)<br />
- Het huidige zorgkader voldoende is.<br />
De bestaande hulpverlening blijkt bij onderzoek al op elkaar afgestemd te zijn en voldoende<br />
toegerust om de melding te kunnen hanteren.<br />
- Het loos alarm is.<br />
Er worden situaties aangemeld waarbij geen sprake is van huiselijk geweld. Deze zaken worden<br />
waar mogelijk doorverwezen en door de ketencoördinator vervolgens afgesloten.<br />
Ten slotte<br />
Het proces van ketencoördinatie blijkt een voortdurend proces te zijn tussen ketencoördinatoren en<br />
hulpverlenende instanties. Het is een groeiproces waarin over en weer van elkaar wordt geleerd.<br />
De ketencoördinator dient daarbij zo weinig mogelijk inhoudelijk op zaken in te gaan. Alle<br />
inhoudelijke informatie die de ketencoördinator heeft, moet in dienst staan van het goed uitvoeren<br />
van de coördinerende taak.<br />
Samenvatting<br />
De methodiek ketencoördinatie, gericht op de doelgroep van het <strong>ASHGZ</strong>, is gedurende de looptijd<br />
van ongeveer een jaar ontwikkeld. Dankzij een voortdurende wisselwerking die tot stand kwam<br />
door de goede samenwerking met consulenten, casusoverleg en werkgroepen, is het gelukt een<br />
beschrijving te maken van een werkwijze en een methodiek die bruikbaar kan zijn voor<br />
verschillende doelgroepen.<br />
Vanaf aanmelding tot afsluiting verloopt een traject via verschillende routes. Om duidelijk te<br />
maken wat er gedurende die route gebeurt, is de methodiek in fasen beschreven: de aanmelding,<br />
het onderzoek, de doorverwijzing, het monitoren en de afsluiting.<br />
Daarbij worden de verschillen onderscheiden die ontstaan door de uiteenlopende manieren waarop<br />
casussen in beeld komen bij het <strong>ASHGZ</strong>.<br />
8
2.4 De cijfers<br />
Tijdens het projectjaar is door SMWO een module ontwikkeld waarin de registratie, noodzakelijk<br />
voor een goede uitoefening van de ketencoördinatie kan plaatsvinden. In deze paragraaf vindt u de<br />
belangrijkste gegevens met toelichting.<br />
Het aantal oproepen met aanmeldwijze<br />
Januari<br />
Februari<br />
Maart<br />
April<br />
Mei<br />
Aanmeldingswijze<br />
Anders 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1<br />
Direct via professional 5 1 5 8 4 8 10 5 7 6 6 8 73<br />
Justitie 11 8 32 29 36 50 13 47 33 33 22 74 388<br />
Telefoon <strong>ASHGZ</strong> 17 13 18 31 24 23 23 24 20 21 13 11 238<br />
Totaal 33 22 56 68 64 81 46 76 60 60 41 93 700<br />
In deze tabel ziet u dat in de periode van januari 2007 tot en met december 2007 in totaal 700<br />
keer een beroep is gedaan op het <strong>ASHGZ</strong>. Hieronder zal per aanmeldwijze de melding getypeerd<br />
worden.<br />
Anders:<br />
Eenmaal heeft een directe melder weer contact met de ketencoördinator gezocht na de intake fase.<br />
Dit is een zogenaamde herhaalde oproep. Het komt voor dat via verschillende wegen een zelfde<br />
systeem bij de ketencoördinator onder de aandacht wordt gebracht. De betrokkene zoekt direct<br />
contact en even later belt bij voorbeeld de juf van school en even later komt de melding ook nog<br />
door via de politie. Deze “dubbele” oproepen worden gebundeld in het dossier dat al bestaat.<br />
Direct via professional<br />
Uit de tabel blijkt dat de professionals de ketencoördinatoren steeds beter zijn gaan vinden. In het<br />
eerste kwartaal deed men 11 keer een beroep op de ketencoördinator. In het tweede, derde en<br />
vierde kwartaal deed men 20 tot 22 keer een beroep op het <strong>ASHGZ</strong>. Uit de evaluatie, gehouden<br />
onder de ketenpartners, bleek de consultatie functie van de ketencoördinatie gewaardeerd te<br />
worden.<br />
Openbaar Ministerie:<br />
Meldingen van OM nemen een groot deel van de tijd in beslag. Na het afspreken van een werkwijze<br />
waarin het doen van een hulpaanbod ook mogelijk was zijn de meldingen gestaag toegenomen.<br />
Waar de politie geen zaak heeft omdat strafrechtelijke gronden ontbreken, doet het <strong>ASHGZ</strong><br />
onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van de hulpverlening. Dit betekent een grote<br />
ontlasting van het politie apparaat, dat daar gaarne gebruik van maakt. Elke melding wordt serieus<br />
onderzocht, hoewel niet elke melding leidt tot het inzetten van hulp. Mensen doen een beroep op<br />
de politie in verband met de veiligheid; dit houdt niet automatisch in dat mensen ook hulp<br />
accepteren. Tijd speelt hierin een belangrijke rol. In het begin werden de mutaties aan het einde<br />
van de maand toegestuurd. Soms zat er meer dan drie weken tussen het incident en het<br />
hulpaanbod van het <strong>ASHGZ</strong>. In augustus zijn de ketencoördinatoren in overleg gegaan met de<br />
politie om dit knelpunt op te lossen. Vanaf 1 september worden de meldingen dagelijks (behalve in<br />
het weekend) toegestuurd.<br />
Daarnaast komen meldingen binnen via het justitieel casusoverleg. Indien de reguliere hulp geen<br />
ingang had of als coördinatie noodzakelijk was werd de melding meegenomen en het dossier<br />
aangelegd. Het OM heeft per 1 december zijn ketenpartners aan het casusoverleg verminderd. Dit<br />
kan betekenen dat een groter beroep op de ketencoördinatie gedaan gaat worden om te<br />
onderzoeken wie al betrokken is in het systeem en of extra hulp nodig en gewenst is. Dit blijkt uit<br />
de flinke stijging van het aantal oproepen in december.<br />
Telefoon <strong>ASHGZ</strong>:<br />
Via de telefoonlijn kunnen mensen hun verhaal doen. Het is een laagdrempelige ingang waar<br />
mensen anoniem mogen blijven. Veel mensen doen dit. In april startte de landelijke campagne met<br />
een landelijk nummer. Dit leidde tot een toename van meldingen. Vooral uit de regio Brabant die<br />
automatisch naar Zeeland wordt doorgeschakeld buiten de bereikbare tijden. Na die uitschieter in<br />
april zijn de aantallen redelijk constant. Ook hier zijn verschillende bellers te onderscheiden:<br />
professionals, omstanders en direct betrokkenen. Afhankelijk van de vraag wordt een oproep<br />
afgehandeld, hetzij door deze alleen in te voeren hetzij door terugbellen.<br />
Juni<br />
Juli<br />
Augustus<br />
September<br />
Oktober<br />
November<br />
December<br />
Totaal<br />
9
Aantal dossiers met aanmeldwijze<br />
Januari<br />
Februari<br />
Maart<br />
April<br />
Aanmeldingswijze<br />
Anders 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />
Direct via professional 3 2 0 5 2 3 3 2 4 2 1 6 33<br />
Justitie 6 3 28 28 33 40 7 33 31 26 19 56 310<br />
Telefoon <strong>ASHGZ</strong> 6 4 4 9 10 7 7 9 8 4 1 1 70<br />
Totaal 15 9 32 42 45 50 17 44 43 32 21 63 413<br />
Mei<br />
Juni<br />
Juli<br />
Augustus<br />
September<br />
Oktober<br />
November<br />
December<br />
Totaal<br />
Hierboven werd duidelijk hoeveel keer een beroep gedaan is op het <strong>ASHGZ</strong>. Uit de volgende cijfers<br />
blijkt hoe vaak dit heeft geleid tot een dossier. Als de oproep niet anoniem is, men toestemming<br />
geeft om teruggebeld te worden of de oproep nog verder onderzocht moet worden in verband met<br />
geconstateerde zorgen, wordt de oproep verwerkt tot een dossier. In een dossier wordt het hele<br />
systeem in kaart gebracht, inclusief de problematiek en mogelijk al betrokken hulpverlening.<br />
Hieronder wordt per aanmeldwijze beschreven hoe de dossiervorming geïnterpreteerd kan worden.<br />
Anders:<br />
Zoals beschreven bij ‘Het aantal oproepen met aanmeldwijze’ betrof dit herhaalde oproepen. Deze<br />
zijn toegevoegd aan het al bestaande dossier. Dit leidt dus niet tot een nieuw dossier.<br />
Direct via professional:<br />
Uit de cijfers blijkt dat 73 oproepen 33 keer tot een dossier hebben geleid. Als een professional een<br />
casus ter consultatie voorlegt aan de ketencoördinatie wordt in samenspraak besloten of dit tot een<br />
dossier moet leiden. Een professional kan zijn: een hulpverlener, een leraar van school, de<br />
huisarts, een verpleegkundige van het consultatiebureau. Het is altijd iemand die beroepsmatig<br />
betrokken is bij het gezin.<br />
Redenen om geen dossier aan te maken zijn de volgende:<br />
- Betrokken professional kan na het consult weer zelf verder met de casus<br />
- In samenspraak wordt besloten dat deze melding thuis hoort bij het AMK<br />
- De professional blijkt al of kan afdoende reageren via zijn reguliere netwerken.<br />
Indien het consult wel tot een dossier leidt, kan dit zijn omdat:<br />
- De betrokken professional behoefte heeft aan monitoring door de ketencoördinatie<br />
- De professional gebruik wil maken van het casusoverleg om zijn vraag in een breder<br />
multidisciplinair overleg te bespreken voor advies en ondersteuning<br />
- De inzet van een consulent of een casemanager wenselijk is<br />
Justitie:<br />
Van de 388 meldingen gaan er 310 over naar een dossier. Dit is een groot aantal omdat elke<br />
melding onderzocht wordt en er contact gelegd wordt met het systeem. Direct indien mogelijk en<br />
indirect indien de veiligheid in het gedrang zou komen.<br />
Telefoon <strong>ASHGZ</strong>:<br />
Van de 238 oproepen leiden 70 oproepen tot een dossier. Dit is voor een groot gedeelte al<br />
verklaard. Omdat ook professionals via de telefoon <strong>ASHGZ</strong> contact met de ketencoördinatoren<br />
zoeken, vallen ook daarvan een groot deel af vanwege de hierboven beschreven argumenten. Het<br />
valt op dat het <strong>ASHGZ</strong> ‘gemakkelijker’ te benaderen is dan het AMK. Daar moet een professional<br />
met naam en toenaam melden. Dit blijkt voor veel professionals een lastige stap. Professionals<br />
(hulpverleners, verpleegkundigen, huisartsen en leerkrachten) zijn huiverig de<br />
hulpverleningsrelatie op het spel te zetten. Toch hechten de ketencoördinatoren aan het hanteren<br />
van de juiste route en kiezen ervoor de professional te begeleiden in het maken van de stap naar<br />
het AMK.<br />
10
Inzet consulenten per organisatie<br />
Januari<br />
Februari<br />
Maart<br />
Organisatie<br />
'10' voor Toekomst 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1<br />
Allévo 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0 3<br />
Bureau Jeugdzorg Zeeland 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 3<br />
CMO Maresaete 0 0 0 0 2 2 1 0 0 0 0 0 5<br />
Emergis 0 2 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 3<br />
Emergis Verslavingszorg 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 1 0 3<br />
GGD Zeeland 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 3<br />
Lage Flancken 2 1 2 1 1 2 1 3 1 1 1 0 16<br />
MW Oosterschelderegio 0 1 0 8 5 3 4 3 4 3 4 3 38<br />
MW Walcheren Middelburg 1 0 1 3 2 0 1 4 0 6 0 2 20<br />
MW Walcheren Vlissingen 2 1 0 2 2 2 2 0 1 1 2 2 17<br />
MW Zeeuws Vlaanderen 1 1 0 2 2 3 4 2 3 1 2 5 26<br />
Stichting Blijf van m'n lijf Zeeland 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 2<br />
Slachtofferhulp Bureau Zeeland 0 0 0 0 2 2 1 0 0 0 1 0 6<br />
Totaal 6 6 4 18 16 17 16 12 11 14 13 13 146<br />
April<br />
Mei<br />
Juni<br />
Juli<br />
Augustus<br />
September<br />
Oktober<br />
November<br />
December<br />
Totaal<br />
Indien de cliënt hulp wil wordt een consulent ingezet.<br />
Uit de tabel blijkt dat het Maatschappelijk Werk en de Lage Flancken een belangrijke rol vervullen.<br />
Gebleken is dat sommige organisaties aangeven het consulentschap wel te willen vervullen, maar<br />
in de dagelijkse praktijk te weinig tijd en gelegenheid voor de uitvoering daarvan hebben. Dit geldt<br />
zeker voor Stichting Blijf van mijn Lijf, Bureau Jeugdzorg, Emergis verslavingszorg, en Emergis<br />
daderhulpverlening. Dit zijn wél belangrijke partners. Stichting Blijf van mijn Lijf en CMO Maresaete<br />
zijn kleine organisaties die in een aantal gevallen hebben moeten aangeven wegens ziekte en<br />
drukte niet te kunnen leveren. Bij Bureau Jeugdzorg, Emergis verslavingszorg en Emergis<br />
daderhulpverlening bleek voor consulentschap geen financiering mogelijk. In plaats van die<br />
organisatie direct in te (kunnen) zetten, is in veel zaken teruggevallen op de eerste lijn, meestal<br />
het maatschappelijk werk. Om zo vanuit de intake fase mensen verder te ondersteunen in het<br />
organiseren van de benodigde hulp. Bureau Jeugdzorg Zeeland, Emergis (diverse afdelingen) en<br />
Emergis verslavingszorg hebben in een aantal gevallen de consulent/casemanagement functie<br />
uitgevoerd. Dit was mogelijk omdat ze al betrokken waren bij het systeem vanuit hun reguliere<br />
aanbod. In 6 gevallen is een beroep gedaan op de Jeugdgezondheidszorg ( Allévo en GGD Zeeland)<br />
om een melding te bespreken. (Zorgstroom en Zorgsaam leveren dezelfde functie indien gewenst.)<br />
Slachtofferhulp is bij aangifte de eerste die contact legt met het systeem. Dit is geen speciale actie<br />
vanuit het <strong>ASHGZ</strong> maar hoort bij het reguliere aanbod vanuit justitie.<br />
De rol van de jeugdgezondheidszorg verdient aparte vermelding. Uit de tabel lijkt de<br />
Jeugdgezondheidszorg een kleine rol te vervullen. Dit zou kunnen leiden tot een misverstand. De<br />
jeugdgezondheidszorg vervult een uitermate belangrijke rol bij de dossiers die niet tot een<br />
hulpaanbod leiden, maar waar wel zorgen zijn. Als een melding (waar kinderen bij betrokken zijn)<br />
niet leidt tot een hulpaanbod wordt altijd de jeugdgezondheidszorg ingelicht. De<br />
jeugdgezondheidszorg heeft een uitgebreid regulier pakket aan middelen om gezinnen met<br />
kinderen niet alleen te volgen maar ook te helpen en kan, zo nodig, ook ingrijpen. Het afsluiten<br />
van het dossier bij <strong>ASHGZ</strong> betekent niet dat geen hulp geboden gaat worden. Het betekent wel dat<br />
de reguliere weg met het kind als uitgangspunt een betere ingang kan zijn.<br />
Uit de inzet van consulten valt ook af te lezen dat maar in een zeer klein aantal van de meldingen<br />
opvang noodzakelijk is. In 23 gevallen is een beroep gedaan op de opvang (CMO Maresaete,<br />
Stichting Blijf van mijn Lijf of Lage Flancken). Natuurlijk ligt de expertise van deze organisaties niet<br />
alleen in het feit dat ze crisisopvang en begeleiding kunnen bieden. Ook bij eerwraak gerelateerd<br />
geweld en het vroegtijdig inspringen om opvang te kunnen voorkomen, kan een beroep op hen<br />
gedaan worden. Uiteraard gaat het in het overzicht slechts om zaken die via het <strong>ASHGZ</strong> lopen.<br />
Buiten deze instroom bedient de Opvang een grotere groep klanten. Wat wel blijkt uit deze cijfers<br />
is dat betrokkenen (slachtoffer en pleger) samen uit de problemen willen komen en dat het<br />
mogelijk is om binnen de huidige gezinssituatie adequate hulp te bieden. Dat wil niet zeggen dat<br />
de opvang bij Huiselijk geweld niet nodig is. Er doen zich zeer zeker ernstige meldingen voor. Deze<br />
worden door de politie achteraf gemeld bij het <strong>ASHGZ</strong> en worden besproken in het casusoverleg<br />
justitieel. De ervaring leert dat ter plekke met behulp van de reguliere crisisdiensten en bestaande<br />
afspraken tussen politie, Emergis, AMW en de opvang de hulp direct op gang komt. Verdere<br />
bemoeienis van <strong>ASHGZ</strong> levert bij voldoende aanwezige expertise geen meerwaarde op.<br />
11
De vraag “wat maakt dat mensen wel of geen hulp willen” na een melding van politie bij het<br />
<strong>ASHGZ</strong> verdient wél nader onderzoek. Zeker bij meldingen van politie is het van belang snel te<br />
reageren. Pas in september zijn de afspraken met de politie zodanig gewijzigd dat adequater<br />
gehandeld kon worden. Of deze wijziging het gewenste effect heeft en voldoende is, moet nog<br />
onderzocht worden.<br />
Inzet casemanager per organisatie<br />
Januari<br />
Februari<br />
Maart<br />
Organisatie<br />
'10' voor Toekomst 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1<br />
Bureau Jeugdzorg Zeeland 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 3<br />
CMO Maresaete 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 3<br />
Emergis 0 0 1 1 0 3 1 1 3 1 1 2 14<br />
Emergis Verslavingszorg 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1<br />
GGD Zeeland 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 3<br />
Lage Flancken 1 0 2 3 0 1 1 1 1 2 0 0 12<br />
MW Oosterschelderegio 0 0 0 0 3 2 3 4 4 3 3 3 25<br />
MW Walcheren Middelburg 0 1 0 0 1 0 0 4 0 3 0 1 10<br />
MW Walcheren Vlissingen 2 0 0 0 0 1 2 1 0 1 3 0 10<br />
MW Zeeuws Vlaanderen 0 0 1 1 0 2 2 1 0 3 0 0 10<br />
MEE Zeeland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1<br />
Stichting Blijf van m'n lijf Zeeland 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 2<br />
Zorgstroom 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 3<br />
Totaal 4 3 5 5 4 11 12 14 8 13 8 11 98<br />
Na de intakefase blijkt dat in 98 van de casussen een casemanager nodig was.<br />
Van de 146 keer dat een consulent is ingezet bleek het in 98 zaken noodzakelijk de cases te volgen<br />
vanuit de ketencoördinatie. De ervaring leert dat na de intake fase de instantie die als consulent is<br />
ingezet en de lijnen heeft georganiseerd ook het casemanagement voortzet. Het grootste deel van<br />
het casemanagement is uitgevoerd door de Zeeuwse AMW instellingen, die casemanagement als<br />
reguliere taak van het Maatschappelijk Werk zien. Het is niet in alle gevallen noodzakelijk dat de<br />
ketencoördinator het dossier openhoudt. Het <strong>ASHGZ</strong> blijft niet langer betrokken dan noodzakelijk.<br />
Uit de afsluit reden blijkt dat het reguliere aanbod afdoende is.<br />
Wat opvalt, is de rol van Bureau Jeugdzorg. In drie zaken was Bureau Jeugdzorg al als<br />
casemanager voor de kinderen betrokken. In deze cases bleek Bureau Jeugdzorg ook de hulp voor<br />
slachtoffer en pleger te kunnen organiseren, omdat dit onderdeel was van de omgangsregeling.<br />
“Zorgstroom” verdient uitleg. Dit is de namelijk de jeugdgezondheidszorg van 0-4 jaar op<br />
Walcheren. In drie gevallen is gekozen om het casemanagement bij hen onder te brengen. Dit<br />
besluit is genomen in het casusoverleg waar de melding werd besproken. Per casus wordt gekeken<br />
wat de beste ingang is en dat kan dus afwijken van de afspraken. Die speelruimte is van groot<br />
belang.<br />
Deelproject Instellingsoverstijgend Casemanagement:<br />
In deze cijfers is het aantal zaken waarvoor het deelproject instellingsoverstijgend<br />
casemanagement is ingezet opgenomen. Deze inzet is geregistreerd onder ‘Emergis’. In 14<br />
gevallen is besloten direct een casemanager van het deelproject in te zetten. In een aantal<br />
gevallen is gestart met consulentschap van de lage Flancken. Het casemanagement is later door<br />
het deelproject overgenomen. Naarmate de werkwijze helderder werd is het aandeel van het<br />
deelproject toegenomen en heeft het zijn belang aangetoond. De rapportage en evaluatie van het<br />
deelproject Casemanagement is terug te vinden in hoofdstuk 3 van dit rapport.<br />
April<br />
Mei<br />
Juni<br />
Juli<br />
Augustus<br />
September<br />
Oktober<br />
November<br />
December<br />
Totaal<br />
12
Afsluitreden<br />
Januari<br />
Februari<br />
Maart<br />
Reden Einde<br />
Alle contacten geweigerd 1 3 0 8 7 10 6 8 14 16 6 7 86 *<br />
Bestaand zorgkader hersteld / Afgestemd 0 1 2 3 3 6 4 4 1 10 2 1 37<br />
Bestaand zorgkader voldoende 3 8 4 14 7 7 8 8 10 14 11 7 101<br />
Geen zorgkader meer nodig 1 0 2 1 4 0 3 0 4 5 2 2 24<br />
Geen huiselijk geweld 0 1 0 4 5 3 3 2 1 6 1 0 26<br />
Nieuw zorgkader gecreeerd 1 1 6 1 1 2 4 4 4 7 4 3 38<br />
Overig 0 0 1 1 0 3 4 1 2 4 1 1 18<br />
Totaal 6 14 15 32 27 31 32 27 36 62 27 21 330<br />
* (aanmeld reden; 66 justitie, 6 direct via professional, 14 Telefonisch <strong>ASHGZ</strong> (melding derden))<br />
April<br />
Mei<br />
Juni<br />
Juli<br />
Augustus<br />
September<br />
Oktober<br />
November<br />
December<br />
Totaal<br />
Uit deze tabel blijkt dat 330 van de 413 dossiers zijn afgesloten. De hulp die het <strong>ASHGZ</strong> (gevraagd<br />
en ongevraagd) biedt is een vrijwillig aanbod. 86 keer sloeg men dit aanbod af. Uit de praktijk<br />
blijkt dat het aanbod ‘op verzoek van politie’ wordt afgewezen. Sinds september is een flinke slag<br />
geslagen in de doorlooptijden. Politie stuurt nu per dag de meldingen door. Zoals eerder<br />
beschreven houdt een weigering niet in dat de ketencoördinatie niets doet. Een systeem waarbij<br />
kinderen betrokken zijn wordt altijd besproken in het casusoverleg. Dit wordt de ouders<br />
medegedeeld, zodat het schoolmaatschappelijk werk, de jeugdarts of het consultatiebureau de<br />
melding bespreekbaar kan maken volgens hun eigen protocol en bestaande netwerk. Het zou<br />
interessant zijn te onderzoeken hoe vaak dit alsnog tot een hulpaanbod leidt. In 37 gevallen is het<br />
bestaande zorgkader gecoördineerd. Dit houdt in dat een al betrokken hulpverlener de consulent<br />
c.q. casemanagersrol is gaan vervullen. In een opvallend hoog aantal meldingen bleek het<br />
bestaande zorgkader voldoende. De politie blijkt de melding vaak al aan de al betrokken<br />
hulpverlening te hebben doorgegeven. Die pakt de melding op en organiseert aanvullende hulp<br />
indien nodig. <strong>ASHGZ</strong> checkt altijd of dit voldoende is. Het is natuurlijk mogelijk dat de bestaande<br />
hulpverlening later alsnog een beroep doet op bijvoorbeeld extra coördinatie in de vorm van<br />
instellingsoverstijgend casemanagement. Ook bij meldingen waar nog geen hulp is en ter plaatste<br />
wordt geconstateerd dat extra zorg nodig is, schakelt politie direct de Opvang, Bureau Jeugdzorg,<br />
AMW of Emergis in. Wederom checkt het <strong>ASHGZ</strong> of dit afdoende is, of dat aanvullende coördinatie<br />
gewenst is. Daarnaast is er een kleine groep mensen (zonder kinderen of met al uithuis geplaatste<br />
kinderen) die terug blijven vallen in gewelddadige relaties. Soms is daar hulpverlening bij<br />
betrokken soms ook niet. Indien er geen hulpverlening betrokken is, doet <strong>ASHGZ</strong> altijd een<br />
hulpaanbod. Helaas accepteert deze doelgroep zelden hulp, mede vanwege betrokkenheid bij<br />
criminele activiteiten en/ of ernstig drugs- en/of misbruik. Soms is een zorgkader al niet meer<br />
nodig. Partners zijn uit elkaar, hebben geen kinderen en hebben hun weg weer gevonden. Ook al<br />
hanteert het <strong>ASHGZ</strong> een ruime definitie van huiselijk geweld; een aantal problemen horen niet bij<br />
het Steunpunt thuis. Scholen die bellen in verband met mogelijke verwaarlozing worden<br />
doorverwezen naar het AMK en geweld buiten de relatie en/of familie sfeer neemt het <strong>ASHGZ</strong> niet<br />
in behandeling. Dit is geen beslissing die de ketencoördinatoren individueel nemen, maar een<br />
gezamenlijk besluit van het casusoverleg. In 38 gevallen was helemaal geen hulp aanwezig en is<br />
via de consulent de hulpverlening gestart en een zorgkader georganiseerd. In de categorie ‘overig’<br />
vallen de meldingen van buiten de regio.<br />
13
Aantal contacten<br />
Januari<br />
Februari<br />
Maart<br />
Aard contact<br />
Met+Over persoonlijk elders 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1<br />
Met+Over persoonlijk op bureau 2 0 0 0 0 0 0 2 0 0 1 1 6<br />
Met-Elders 15 11 13 17 0 2 0 0 0 0 0 0 58<br />
Met-op bureau 6 4 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 12<br />
Met-Schriftelijk (ook fax/e-mail) 2 9 6 3 4 4 3 5 7 4 4 7 58<br />
Met-Telefonisch 70 40 52 64 42 30 36 65 61 73 43 66 642<br />
Onbekend 0 0 0 0 1 0 0 2 3 2 0 0 8<br />
Over-persoonlijk elders 14 9 37 3 1 5 0 7 11 10 4 4 105<br />
Over-persoonlijk op bureau 2 4 2 1 7 0 13 8 5 11 6 3 62<br />
Over-Schriftelijk (ook fax/e-mail) 5 3 3 7 6 1 4 1 10 8 1 4 53<br />
Over-Telefonisch 13 5 16 40 56 48 97 65 65 97 66 66 634<br />
Ontvangen e-mail 30 8 20 23 32 35 44 44 56 80 49 46 467<br />
Uitgaande e-mail 11 5 20 33 61 70 58 87 90 142 101 58 736<br />
Totaal 170 98 170 191 211 196 255 286 308 427 275 255 ###<br />
April<br />
Mei<br />
Juni<br />
Juli<br />
Augustus<br />
September<br />
Oktober<br />
November<br />
December<br />
Totaal<br />
In deze tabel is zichtbaar hoe vaak contact is gezocht met betrokkenen en het netwerk. Deze<br />
contacten lopen door alle fasen in de methodiek heen. Het eerste contact, onderzoek en verificatie<br />
en vervolgens alle terugkoppelingen en besprekingen in het casusoverleg hulpverlening gedurende<br />
de monitoring. Op 413 dossiers is 642 keer telefonisch contact gezocht met de melder. Dit is de<br />
eerste poging die wordt ondernomen. Lukt het niet om iemand telefonisch te bereiken dan is het<br />
mogelijk per brief een aanbod te doen. Hiervoor moet wel eerst zeker zijn dat post op het adres<br />
veilig is. Lukt het niet om direct met betrokkenen contact te leggen dan zoekt de ketencoördinator<br />
een ingang via het netwerk; school, consultatiebureau en of betrokken hulpverleners. Moet hulp<br />
ingezet worden dan is er alleen nog contact tussen de ketencoördinator en de desbetreffende<br />
consulent en/of casemanager. Vooral met politie in de onderzoeksfase en met de consulent en de<br />
casemanager gedurende de monitoringsfase, wordt veelvuldig per email informatie uitgewisseld.<br />
Dit gebeurt onder vermelding van het dossiernummer in verband met de privacy. Gemiddeld is per<br />
dossier 7 keer contact met en over betrokkenen geweest. In de praktijk zien we dat sommige<br />
dossiers met drie contacten in kaart gebracht kunnen worden, waarna hulp ingezet kan worden en<br />
dat voor andere dossiers meer dan 20 contacten nodig zijn voor duidelijk is hoe en op welke wijze<br />
het beste gehandeld kan worden. De ene casus is een grotere puzzel dan de andere wat maakt dat<br />
het soms lang duurt voor alle informatie duidelijk is om een zorgvuldige beslissing te kunnen<br />
nemen omtrent de te kiezen handelswijze.<br />
Melding per gemeente, leidend tot een dossier<br />
Januari<br />
Februari<br />
Maart<br />
April<br />
Mei<br />
Gemeente<br />
Borssele 0 0 1 4 3 3 0 2 0 1 1 3 18<br />
Goes 1 1 0 7 1 5 2 3 3 4 2 9 38<br />
Hulst 1 0 1 2 5 2 2 0 4 1 2 2 22<br />
Kapelle 0 0 0 2 1 1 0 1 2 0 0 0 7<br />
Middelburg 2 3 8 6 8 10 0 7 5 5 4 13 71<br />
Noord-Beveland 0 0 0 2 0 0 0 1 1 0 0 0 4<br />
Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1<br />
Reimerswaal 1 1 0 2 1 1 2 3 2 2 2 1 18<br />
Schouwen-Duiveland 4 0 3 4 5 2 2 8 1 4 1 3 37<br />
Sluis 2 1 0 0 2 1 0 4 3 0 0 4 17<br />
Terneuzen 3 0 11 3 8 10 4 8 8 6 2 14 77<br />
Tholen 0 1 0 3 2 3 0 1 1 1 0 1 13<br />
Veere 0 0 0 0 3 2 0 0 0 1 1 1 8<br />
Vlissingen 2 2 8 6 6 10 5 6 12 7 6 12 82<br />
Totaal 16 9 32 41 45 50 17 44 43 32 21 63 413<br />
Juni<br />
Juli<br />
Augustus<br />
September<br />
Oktober<br />
November<br />
December<br />
Totaal<br />
14
Borssele<br />
Goes<br />
Hulst<br />
Kapelle<br />
Middelburg<br />
Noord-Beveland<br />
Onbekend<br />
Reimerswaal<br />
Schouwen-Duiveland<br />
Sluis<br />
Terneuzen<br />
Tholen<br />
Veere<br />
Vlissingen<br />
De cijfers per gemeente betreffen de meldingen die tot een dossier geleid hebben. Zoals blijkt zijn<br />
de gemeenten Vlissingen en Terneuzen, zijnde havenstad en/of grens gemeente met daarbij<br />
horende problematiek, en Middelburg koplopers. Goes en Schouwen-Duiveland volgen daarop.<br />
Deze gemeenten bestaan uit veel kleine kernen een middelgrote stad. Veere, Noord-Beveland en<br />
Kapelle springen eruit vanwege het kleine aantal meldingen. De verschillen per regio zijn<br />
interessant om nader te onderzoeken. Het is de vraag of die gemeenten geen of nauwelijks<br />
geweldincidenten kennen of dat cultuur en achtergrond een rol spelen in de bereidheid melding te<br />
doen.<br />
Samenvatting<br />
In totaal is 700 keer een beroep op het <strong>ASHGZ</strong> gedaan. Er wordt gemeld door professionals,<br />
‘burgers’, of politie. Niet alle contacten leiden noodzakelijkerwijs tot het aanmaken van een<br />
dossier, doordat er bij voorbeeld verwezen kan worden, er al hulpverlening blijkt te zijn of de<br />
consultvrager zelf de zaak kan oppakken. De meldingen van justitie zijn groot in aantal en vergen<br />
veel tijd in het onderzoeken naar het al dan niet gewenst zijn van de inzet van hulpverlening. Door<br />
onderzoek wordt echter wel een belangrijke preventieve taak uitgevoerd. Het netwerk van het<br />
systeem wordt geïnformeerd en kan zodoende gerichter contact onderhouden.<br />
De Zeeuwse instellingen voor Maatschappelijk Werk en de Lage Flancken hebben de meeste<br />
consulenten geleverd. Een aantal organisaties kon deze niet leveren door gebrek aan middelen en<br />
of menskracht.<br />
De Jeugdgezondheidszorg speelt een belangrijke rol bij het volgen van ontwikkelingen in gezinnen<br />
waar geen hulpverlening plaatsvindt.<br />
Bij slechts een klein aantal meldingen bij het <strong>ASHGZ</strong> (23) leek het organiseren van opvang buiten<br />
de eigen woonomgeving noodzakelijk. De reeds bestaande afspraken hieromtrent blijken goed te<br />
werken.<br />
In 98 zaken is casemanagement ingezet. Het grootste deel daarvan is uitgevoerd door het AMW.<br />
Voor de uiterst complexe zaken is casemanagement van het deelproject instellingsoverstijgend<br />
casemanagement ingezet.<br />
2.5 Werken aan een model: Ontwikkelen en verbinden<br />
Naast de daadwerkelijke uitvoering van de ketencoördinatie moest een vorm gevonden worden om<br />
de gemaakte afspraken met ketenpartners voortdurend te toetsen, te concretiseren, te verbeteren<br />
en vast te leggen in een model.<br />
Bovendien was van het begin af aan duidelijk dat een goede communicatie met de vele betrokken<br />
ketenpartners van cruciaal belang was voor de vorming van een goed werkende keten.<br />
Een samenwerkingsverband als het <strong>ASHGZ</strong> ontwikkelt zich in een uitermate dynamisch veld. De in<br />
te zetten middelen dienden dus recht te doen aan die dynamiek. De ketencoördinatoren hebben in<br />
het kader van ontwikkelen en verbinden de volgende activiteiten ontwikkeld.<br />
Netwerkgesprekken bij de ketenpartners<br />
Om ketencoördinatie goed uit te kunnen voeren zijn de ketencoördinatoren er vanuit gegaan dat<br />
het belangrijk is dat mensen weten wie je bent (stem, schrift, gezicht) en dat ze weten wat ze aan<br />
je hebben en wat er van hun verwacht wordt. Wanneer daar duidelijkheid over is kan worden<br />
samengewerkt en zijn de kaders duidelijk. Daarbinnen is vervolgens weer ruimte om per zaak een<br />
werkwijze te vinden en te leren van elkaar. De netwerkgesprekken bij de ketenpartners bleken een<br />
uitstekend middel om vertrouwen op te bouwen.<br />
15
Nieuwsbrief<br />
Een nieuwsbrief is een ondersteunend middel in de communicatie. Hiermee kunnen mensen in de<br />
keten op de hoogte gehouden worden van wat er gebeurt en worden ook de mensen die langs de<br />
zijlijn meedoen geïnformeerd. Op die manier wordt heel het netwerk erbij betrokken en hoeft<br />
niemand het gevoel te krijgen informatie te missen. Daarnaast is het een manier om afspraken te<br />
communiceren.<br />
Verspreiden gegevens onderling<br />
Een kleine moeite maar een belangrijk onderdeel: gegevens uitwisselen over de bereikbaarheid van<br />
een ieder. Het is belangrijk dat een telefoonnummer, een email, de juiste naam van iemand, en de<br />
instelling waar iemand bij hoort bekend zijn. Men neemt nu eenmaal sneller contact met elkaar op<br />
als de juiste gegevens beschikbaar zijn. Verder is het belangrijk om successen te delen en naar<br />
iedereen te communiceren wat de ander doet. Daarbij is het belangrijk om de nadruk te leggen op<br />
de positieve aspecten en de mogelijkheden en onmogelijkheden toe te lichten per organisatie<br />
wanneer dat nodig is.<br />
Casusoverleg hulpverlening<br />
Het casusoverleg hulpverlening is een terugkerend overleg. Elke drie weken is een overleg (per<br />
regio) en in dat overleg ontmoeten professionals uit verschillende organisaties en organisatielagen<br />
elkaar. De partners aan dat overleg hebben dus een vaststaand moment van ontmoeting waardoor<br />
de deelnemende organisaties een gezicht krijgen. Binnen dat overleg zie je daardoor gebaande<br />
paden ontstaan waarin creatieve oplossingen steeds meer regel dan uitzondering zijn. Door de<br />
informatie-uitwisseling tussen verschillende instellingen vindt er deskundigheidsbevordering plaats<br />
en blijft men leren van elkaar<br />
Werkgroepen en Consulentenmiddagen<br />
Er zijn consulentmiddagen georganiseerd, waaraan deelgenomen werd door uitvoerend<br />
medewerkers van de organisaties die samen het <strong>ASHGZ</strong> vormen. Uit die groep zijn werkgroepen<br />
voortgekomen die aan de slag gegaan zijn om een antwoord te vinden op de gesignaleerde<br />
knelpunten en wensen. Deze werkgroepen zijn de broedplaatsen van het <strong>ASHGZ</strong> gebleken. Er is<br />
nadrukkelijk een beroep gedaan op de mensen die daadwerkelijk een taak hebben als consulent,<br />
casemanager of als deelnemer aan het casusoverleg. Dit om de ontwikkelde producten efficiënt,<br />
praktisch en toepasbaar in de dagelijkse praktijk van de hulpverlening te laten zijn.<br />
Om deze middagen en werkgroepen te kunnen organiseren was het belangrijk dat het<br />
management van de ketenorganisaties hun medewerkers toestemming voor deelname gaven en<br />
daarmee deze ontwikkelwijze onderschreef. Alleen dan is een gezamenlijk gedragen werkwijze te<br />
realiseren. Dat is overigens op grote schaal gebeurd, gezien de hoge opkomst (45 ).<br />
Op de consulentmiddagen zijn de resultaten van de werkgroepen besproken, waardoor ook<br />
degenen die geen zitting hebben in een werkgroep betrokken blijven bij de ontwikkelingen. Door<br />
het cyclisch karakter van deze bijeenkomsten is een structuur gecreëerd, waardoor nieuwe<br />
ontwikkelingen een plaats kunnen krijgen in de uitvoering van de hulpverlening van het <strong>ASHGZ</strong>.<br />
Bij continuering en verdere opbouw van het <strong>ASHGZ</strong> kan deze cyclus jaarlijks herhaald worden.<br />
In 2007 zijn drie middagen georganiseerd met als tastbaar resultaat de producten Protocol<br />
ketencoördinatie, een Werkboek consulent/casemanager, Doel en functie casusoverleg, en<br />
Uitgangspunten informatie delen <strong>ASHGZ</strong>. Deze worden tijdens een conferentie op 26 februari 2008<br />
gepresenteerd.<br />
Samenvatting<br />
Om de gemaakte afspraken met ketenpartners voortdurend te toetsen, te concretiseren, te<br />
verbeteren en vast te leggen in een model hebben de ketencoördinatoren verschillende activiteiten<br />
ontplooid. Elkaar leren kennen, een goede communicatie, van elkaar leren en samen ontwikkelen<br />
waren hierbij belangrijke te realiseren doelen. Er zijn netwerkgesprekken gevoerd, nieuwsbrieven<br />
verspreid en gegevens uitgewisseld. Er zijn consulentmiddagen georganiseerd en werkgroepen<br />
gevormd, bestaande uit uitvoerend medewerkers van ketenorganisaties. Op deze wijze zijn in<br />
samenspraak met ketenpartners protocollen ontwikkeld.<br />
2.6 De waardering van de samenwerkingspartners<br />
In de projectopdracht staat dat het model gedragen moet worden door de samenwerkingspartners.<br />
Zoals beschreven in voorgaande paragrafen is de werkwijze tot stand gekomen in samenspraak<br />
met de ketenpartners. In november is een evaluatie gehouden om de tevredenheid te toetsen.<br />
16
Wijze van onderzoek:<br />
Met behulp van Scoop is een formulier ontwikkeld om de tevredenheid van de partners te toetsen.<br />
In totaal zijn 108 formulieren verstuurd aan consulenten, casemanagers en deelnemers van het<br />
casusoverleg. 54 ingevulde formulieren zijn teruggekomen. In deze paragraaf worden de<br />
resultaten 5 gepresenteerd.<br />
De ketencoördinatie als duidelijk aanspreekpunt voor vragen rondom huiselijk geweld.<br />
Op de vraag of men in algemene zin tevreden is over de bereikbaarheid van de ketencoördinatoren<br />
antwoorden 7 inzenders met ‘zeer tevreden’, 39 ‘tevreden’, en 8 ‘neutraal’.<br />
Men ervaart voldoende tijd en ruimte om zijn verhaal te doen, is tevreden met de houding en de<br />
deskundigheid van de ketencoördinator,<br />
Kennis en vakkundigheid vergroten en verbreden<br />
Als activiteiten die een bijdrage geleverd hebben aan het verbreden van de kennis en<br />
vakkundigheid over de aanpak van Huiselijk geweld wordt 12 keer de nieuwsbrief, 21 keer de<br />
consulentenmiddag, 17 keer het casusoverleg, 22 keer de consultatiefunctie en 10 keer ‘anders’<br />
vermeld, namelijk:<br />
Kindspoor, kind in de knel (zorgen aan Zee),Voorlichting <strong>ASHGZ</strong> huisartsenclub,<br />
Deelname aan de werkgroepen,Gevolgde cursus van werkgever,Landelijke site HG<br />
Consultatie in eigen netwerk,Werkconferentie Mythe, Collega die deelneemt aan het casusoverleg,<br />
Eigen ervaring en kennis (heeft de indruk dat elke keer hetzelfde wiel uitgevonden moet worden),<br />
Overleg met eigen collega’s<br />
Meldingen doorgeven aan consulenten casemanagers<br />
Een van de kerntaken van het deelproject is de meldingen die binnen komen bij het <strong>ASHGZ</strong>,<br />
doorgeven aan de desbetreffende consulent/casemanager. Dit gebeurt telefonisch bij de<br />
desbetreffende organisatie<br />
Hierover waren 3 respondenten zeer tevreden, 33 tevreden, 15 neutraal en 4 ontevreden.<br />
Reden ontevreden: Vaak in de middag, tijdstip komt niet uit, liever tijdens bureaudiensten i.v.m.<br />
tijd, teveel schakels, cliënt kan beter zelf aanmelden en de aanpak niet teveel voorkauwen<br />
Over het algemeen waren respondenten neutraal tot tevreden over de verstrekte<br />
achtergrondinformatie en over de rol als consulent. De rol van casemanager riep vragen op.<br />
Het volgen en bewaken van de casus door de ketencoördinatie.<br />
Het merendeel van de respondenten is tevreden hierover. 4 keer is aangegeven dat men<br />
ontevreden was. Als reden wordt genoemd: Bewaken is dubbelop, een systeem waarin men kan<br />
zien wie nog meer betrokken is, zou voldoende zijn.<br />
De meerwaarde voor de werkwijze van consulenten/ casemanagers<br />
Op de vraag of de bemoeienis van de ketencoördinator tot een meerwaarde in de werkwijze geleid<br />
heeft wordt 4 keer ‘ja, veel’ geantwoord, 24 keer ‘ja, een beetje’, 13 keer ‘niet veel’ en 12 keer<br />
‘nee’.<br />
Over het advies vanuit het casusoverleg, de deskundigheid van de ketencoördinator en de<br />
systeemgerichte benadering was het merendeel van de respondenten neutraal tot tevreden.<br />
Een duidelijk overdraagbare werkwijze<br />
Op de vraag of men in algemene zin tevreden is over de wijze waarop de geïntegreerde aanpak<br />
van huiselijk geweld is ontwikkeld, antwoorden 2 respondenten ‘zeer tevreden’, 21 ‘tevreden’, 25<br />
‘neutraal’ en 9 ‘ontevreden’. Als opmerkingen werden gemaakt: “Nu tevreden, de weg hiernaartoe<br />
is niet vlekkeloos verlopen” en “Het AMW werkt altijd al integraal”.<br />
Op de vraag of men tevreden is over de mogelijkheid om aan deze ontwikkeling een bijdrage te<br />
leveren, zijn 32 respondenten ‘tevreden tot zeer tevreden’, 19 ‘neutraal’, 2 ‘ontevreden’ en 1 ‘zeer<br />
ontevreden’.<br />
44 Respondenten waren ‘neutraal tot zeer tevreden’ over de Consulentenmiddagen en 41 over de<br />
Werkgroepen.<br />
Er werd opgemerkt dat: “Veel inzet van consulent, gevoel dat zij de taakomschrijving van de<br />
coördinator moesten oppoetsen”, “Consulentenmiddag zeer informatief”, “Werkgroepen minder<br />
zicht op, alleen via de consulentenmiddag”.<br />
5 bijlage 2: Tevredenheidsonderzoek<br />
17
Samenvatting<br />
Er is een tevredenheidsonderzoek onder partners uitgezet, waarop een respons van 50% kwam.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel de ketencoördinatie als duidelijk aanspreekpunt ervaart<br />
en tevreden is over de aanwezige deskundigheid bij de ketencoördinatoren. De gekozen<br />
activiteiten/ communicatie blijken bijgedragen te hebben aan de ontwikkeling van deskundigheid in<br />
de keten. Het uitzetten van binnengekomen meldingen in de keten, alsmede de ‘bewaking’ en<br />
advisering worden positief gewaardeerd. De door de ketencoördinatie geïnitieerde en door de<br />
samenwerkingspartners ontwikkelde geïntegreerde aanpak stemt tot tevredenheid.<br />
18
Hoofdstuk 3<br />
Instellingsoverstijgend systeemgericht casemanagement<br />
3.1 Voorbereiding en start<br />
In maart 2007 zijn de voorbereidingen gestart voor het ten uitvoer brengen van het deelproject<br />
instellingsoverstijgend systeemgericht casemanagement (omwille van de leesbaarheid kortweg<br />
casemanagement genoemd) op basis van het door Emergis beschreven projectplan Huiselijk<br />
geweld d.d. 20 februari 2007.<br />
Deze voorbereidingen hebben bestaan uit:<br />
- afstemmingsoverleg met projectmanager <strong>ASHGZ</strong>, ketencoördinatie en ketenpartners;<br />
- deelname van de projectcoördinator aan voor het deelproject relevante overleggen;<br />
- deelname aan consulentenmiddag om uitleg te geven over deelproject casemanagement;<br />
- werving binnen Emergis van kandidaten, waarbij vanuit de invalshoeken verslavingszorg,<br />
vrouwenopvang, jeugdhulpverlening, psychiatrie, maatschappelijke opvang de mate van<br />
geschiktheid en deskundigheid is getoetst aan ervaring met en kennis van huiselijk geweld en<br />
de gevolgen daarvan alsmede kennis van de sociale kaart in Zeeland;<br />
- intern afstemmen hoe de inzet van de casemanagers organisatorisch in te bedden is in het<br />
functiegebouw (bevoegdheden, taken en verantwoordelijkenheden);<br />
- onderzoek naar de bruikbaarheid van het registratieprogramma Regas, welke wordt gebruikt in<br />
de maatschappelijke opvang/vrouwenopvang.<br />
In de voorbereiding heeft de geïntegreerde aanpak huiselijk geweld voorop gestaan. De<br />
verwachting is dat casemanagement in de aanpak van huiselijk geweld de effectiviteit, efficiëntie<br />
en kwaliteit van de hulp zou verbeteren mits de ketencoördinatie en casemanagement goed zijn<br />
ingebed in de organisatiestructuur.<br />
Bij de start zijn vier medewerkers van Emergis aangesteld als instellingsoverstijgend<br />
systeemgericht casemanager. Deze werkzaamheden komen bovenop hun huidige taken. In de<br />
dagdagelijkse praktijk stellen ze zich kortweg voor als casemanager HGZ.<br />
De operationele werkzaamheden zijn in juni 2007 gestart na definitieve subsidietoewijzing van de<br />
provincie voor de deelprojecten.<br />
Samenvatting.<br />
In juni 2007 is de uitvoering van instellingsoverstijgend casemanagement gestart. Daaraan<br />
voorafgaand is personeel met een ‘brede problematiekscoop’ binnen Emergis geworven. Er zijn<br />
taak- en functieomschrijvingen geformuleerd en er is geparticipeerd in het afstemmingsoverleg<br />
deelprojecten.<br />
3.2 Uitgangspunten<br />
Sociaal veilig<br />
Het instellingsoverstijgend systeemgericht casemanagement dient een bijdrage te leveren aan de<br />
uitvoering van het provinciaal programma: Sociaal veilig van de Sociale Agenda Zeeland 2005-<br />
2008, te weten<br />
- bevorderen dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nemen om, binnen hun<br />
kerntaken, iets tegen huiselijk geweld te doen;<br />
- stimuleren dat sluitende ketens in het hulpaanbod voor huiselijk geweld ontstaan;<br />
- bijdragen aan het realiseren van een laagdrempelige en bekende frontoffice voor huiselijk<br />
geweld.<br />
Wat te realiseren<br />
Meer specifiek betekent dit de realisering van<br />
- snelle interventie en adequate toeleiding naar het juiste zorgtraject, binnen 14 dagen is er<br />
hulpverlening (3.3);<br />
- optimale afstemming tussen de verschillende hulp- en dienstverleners (wie, wat, wanneer,<br />
hoe);<br />
- ontwerpen van een duidelijk en overdraagbaar model voor een geïntegreerde aanpak van<br />
huiselijk geweld door casemanagers (3.3 en 3.5);<br />
- meldingen worden zodanig geadministreerd en volgens protocol behandeld dat de afhandeling<br />
transparant en toetsbaar is en de voortgang tot op individueel cliëntniveau bewaakt kan<br />
worden (3.3).<br />
19
De casemanager<br />
Onder voorwaarde dat de casemanager borg staat voor<br />
- onafhankelijkheid;<br />
- objectiviteit;<br />
- goede en nauwe samenwerking met de ketencoördinatie;<br />
- duidelijkheid, overzicht en regie in de hulpverlening van de betrokken instellingen;<br />
- een goede samenwerking in de zorgoverleggen;<br />
- een sluitende keten in de aanpak van het huiselijk geweld voor het gehele gezinssysteem;<br />
- het uitzetten van hulpverleningssporen voor alle betrokkenen (slachtoffer(s), pleger, kinderen<br />
als getuige);<br />
- korte directe communicatielijnen met en tussen zowel het gezinssysteem als de professionals;<br />
- duidelijke afspraken over wie wat doet, wanneer en hoe;<br />
- het resultaat, met de kanttekening dat de verantwoordelijkheid voor de hulpverlening zelf te<br />
allen tijde bij de betreffende instelling(en) ligt.<br />
Criteria<br />
Tot inschakeling van de casemanager wordt besloten aan de hand van de navolgende criteria:<br />
- de inbreng van de casus door de ketencoördinatie van <strong>ASHGZ</strong>;<br />
- acuut geweld of directe gevolgen daarvan;<br />
- complexiteit en mate van de problematiek (op minstens 3 leefgebieden, zie bijlage 6 );<br />
- betrokkenheid bij het systeem van drie of meer professionals van diverse instellingen zoals<br />
politie, JGZ, plegerhulpverlening, AMW, Indigo, BJZ, Vrouwenopvang, GGZ waaronder<br />
verslavingszorg;<br />
- noodzaak tot inzet van meerdere professionals van diverse instellingen (politie, JGZ,<br />
plegerhulpverlening, AMW, Indigo, BJZ, Vrouwenopvang, GGZ waaronder verslavingszorg);<br />
- aanwezigheid van meerdere personen in het systeem (gezinsleden, inwonenden, omstanders);<br />
- continuïteitsproblematiek:<br />
- gemaakte afspraken worden niet nagekomen;<br />
- stagnatie in de hulpverlening;<br />
- witte vlekken in de hulpverlening;mijden van zorg.<br />
2 modellen<br />
Afhankelijk van het gezinssysteem, aard en ernst van de situatie wordt een keuze gemaakt uit<br />
twee casemanagementmodellen: het coördinatie of het coördinatie-plus model;<br />
- het coördinatiemodel<br />
De casemanager voert de regie ten behoeve van meervoudige, complexe hulpvragen of<br />
continuïteitsproblematiek op het terrein van huiselijk geweld. Op basis van een plan van aanpak<br />
regelt en coördineert de casemanager de hulp, stemt de aanpak op elkaar af en adviseert over<br />
(wijzigingen in) de aanpak. Voor dit model wordt gekozen als reeds voldoende hulp aanwezig lijkt<br />
in het gezin, er geen bereidheid is tot medewerking van het gezin of bij stagnatie in de<br />
hulpverlening.<br />
- het coördinatie-plus model<br />
In complexe situaties waar nog geen hulpverlening aanwezig is of in crisissituaties, kan de<br />
casemanager naast bovenstaande taken zelf de eerste hulpverlening aan het gezin op zich nemen.<br />
Vervolgens zal zij de verschillende gezinsleden toeleiden naar de reguliere hulpverlening. De plus<br />
die de casemanager in dit model biedt bestaat uit directe begeleiding, belangenbehartiging of<br />
motiveren van cliënten.<br />
Samenvatting<br />
Het provinciaal programma ‘Sociaal Veilig’ van de Sociale Agenda Zeeland 2005-2008 is<br />
uitgangspunt voor het instellingsoverstijgend casemanagement. Op basis hiervan zijn<br />
projectdoelen gesteld en zijn de taken van de casemanager en de criteria voor inzet van<br />
casemanagement geformuleerd. Afhankelijk van de situatie wordt gekozen voor het<br />
coördinatiemodel of het coordinatie-plus model.<br />
3.3 Instellingsoverstijgend systeemgericht casemanagement in de praktijk<br />
Bij complexe problematiek en in moeilijke gezinssituaties is vaak sprake van onduidelijkheid en<br />
gebrek aan overzicht. Onduidelijk is soms welke professionals betrokken zijn bij het gezinssysteem,<br />
op welke leefgebieden er naast huiselijk geweld nog meer problemen spelen en wat er al is gedaan<br />
aan hulpverlening. In de praktijk is gebleken dat professionals bereid zijn tot samenwerken en hun<br />
verantwoordelijkheid oppakken om samen concreet iets te doen tegen huiselijk geweld.<br />
6 Bijlage 3: Leefgebieden Casemanagement<br />
20
Methodiek in fasen<br />
1. Aanmelding / introductie van de casus<br />
Als wordt voldaan aan de in 3.2 beschreven criteria meldt de ketencoördinator de casus telefonisch<br />
aan bij de projectcoördinator casemanagement. Binnen 24 uur na de melding bij <strong>ASHGZ</strong>, nadat de<br />
casus is besproken in het casusoverleg (justitieel of hulpverlening) of na aanvraag door een<br />
betrokken professional van het systeem. De ketencoördinator bespreekt, na onderzoek en<br />
verificatie, de casus met de projectcoördinator casemanagement en bepaalt in overleg welk model<br />
wordt ingezet.<br />
2. Analyse van de casus<br />
Na inschakeling van de casemanager volgt nadere inventarisatie en onderzoek op basis van de<br />
navolgende vraagstellingen:<br />
- Wat is de situatie?<br />
- Op welke leefgebieden zijn er problemen?<br />
- Wie/ welke instanties zijn er betrokken, loopt er al hulpverlening?<br />
- Is er aangifte gedaan?<br />
- Wat is acuut en wat kan later?<br />
- Wat zou het plan van aanpak kunnen zijn, wat zijn valkuilen en mogelijkheden?<br />
- Is het gezin op de hoogte van de betrokkenheid van <strong>ASHGZ</strong> en het verzoek tot<br />
casemanagement?<br />
- Zal het gezin (of cliënt) akkoord gaan met het bespreken van de situatie in een zorgoverleg?<br />
Kan contact gelegd worden met het gezin?<br />
3a. Intake en begeleiding (Coördinatie-plusmodel)<br />
Bij de keuze voor het coördinatie-plusmodel wordt binnen maximaal twee werkdagen een eerste<br />
contact gelegd met en een afspraak gemaakt voor een intake met de betrokkenen uit het<br />
gezinssysteem. De intake vindt binnen twee weken plaats. Er wordt in deze fase ook overlegd met<br />
reeds betrokken professionals over de actuele situatie. Huisarts, zonodig politie, AMK, JGZ worden<br />
geïnformeerd over de inzet van de casemanager.<br />
Binnen twee tot vier weken heeft de casemanager de toeleiding naar verdere hulpverlening in gang<br />
gezet. De casemanager is het aanspreekpunt voor het gezinssysteem en de betrokken<br />
professionals. De directe begeleiding aan het gezinssysteem door de casemanager zelf duurt<br />
maximaal drie tot zes maanden.<br />
3b. Onderzoek (coördinatiemodel)<br />
Binnen twee weken is contact gelegd met de verschillende betrokken professionals. In telefonische<br />
contacten wordt nader onderzocht welke problemen er spelen binnen het gezinssysteem en welk<br />
aandeel de professionals hebben in de hulpverlening. In deze contacten wordt tevens de rol van de<br />
casemanager verduidelijkt.<br />
4. Zorgoverleg<br />
De casemanager bepaalt of een zorgoverleg nodig is en welke professionals en of gezinsleden<br />
daarbij aanwezig moeten zijn. Het eerste zorgoverleg vindt in beginsel plaats binnen vier weken na<br />
aanname van de casus. De casemanager geeft zonodig een toelichting op haar rol in het<br />
zorgoverleg.<br />
Tijdens het zorgoverleg geven betrokken professionals toelichting op hun aanpak tot dan toe en<br />
wordt de casus besproken.<br />
- In welke situatie bevindt het gezin zich, en op welke leefgebieden loopt het mis?<br />
- Welke acties hebben de betrokken werkers ondernomen t.a.v. dit gezin of bepaalde<br />
gezinsleden?<br />
- Welke justitiële trajecten lopen er (aangifte, (verslavings)reclassering)?<br />
- Welke hulp is noodzakelijk?<br />
- Zijn er hiaten in de hulp die al wordt verleend of is er overlap?<br />
Vervolgens wordt een adequaat, dekkend plan van aanpak opgesteld voor het hele systeem<br />
(slachtoffer, pleger en kinderen). Het zorgoverleg benoemt een contactpersoon voor het<br />
gezinssysteem en bepaalt wie regie heeft op het afgesproken plan van aanpak. Acties,<br />
verantwoordelijkheden, taakverdeling en terugkoppeling worden door de casemanager vastgelegd.<br />
Deze notulen worden per email in een bijlage naar de betrokkenen gestuurd.<br />
Bij veranderingen en na een zorgoverleg vindt korte terugkoppeling aan de ketencoördinatie van<br />
<strong>ASHGZ</strong> plaats.<br />
21
5. Monitoring<br />
Alle tussentijdse veranderingen in de lopende hulpverleningstrajecten worden doorgegeven aan de<br />
casemanager, die vervolgens zorgt dat alle betrokkenen hiervan op de hoogte zijn en blijven. Dit<br />
betekent ook dat nieuwe signalen en knelpunten eerder bekend raken bij alle betrokken<br />
professionals en er zonodig actie kan worden genomen. Na een periode van zes weken tot drie<br />
maanden vindt (zonodig) wederom een zorgoverleg plaats. Daarin worden de doelen en de<br />
voortgang besproken en indien nodig het plan van aanpak aangepast. In het geval dat er geen<br />
tweede zorgoverleg plaats vindt neemt de casemanager zes weken na het eerste zorgoverleg het<br />
initiatief te informeren naar de voortgang bij de betrokkenen.<br />
6. Afronding<br />
De betrokkenheid van de casemanager varieert in duur, maar is in de regel niet langer dan zes<br />
maanden. Zonodig kan echter de begeleiding worden verlengd. Als de afgesproken sporen zijn<br />
uitgezet en / of de hulpverlening loopt, wordt casemanagement afgerond en afgesloten. Er vindt<br />
een evaluatie plaats en terugkoppeling aan de ketencoördinatie <strong>ASHGZ</strong> .<br />
7. Follow-up<br />
Als wordt gewerkt vanuit het coördinatie-plusmodel neemt de casemanager na afronding na drie<br />
maanden voor een eerste follow-up gesprek contact op met het gezinssysteem. Deze follow-up<br />
contacten gaan door tot maximaal een half jaar na afronding. Wanneer na twee follow-up<br />
contacten de hulpverlening nog steeds naar tevredenheid loopt, wordt de casus definitief<br />
afgesloten.<br />
8. Registratie<br />
De casemanager maakt verslag, zorgt voor het cliëntendossier en registreert in het<br />
registratieprogramma Regas. Gegevens die de ketencoördinatie nodig heeft voor het totale<br />
overzicht en registratie van huiselijk geweld in Zeeland worden geleverd.<br />
Taken van de casemanager<br />
- voert de regie en stuurt aan;<br />
- inventariseert problematiek op de verschillende leefgebieden en stelt een hulpverleningstraject<br />
op;<br />
- doorverwijzen en verwijzingen begeleiden: regelt, organiseert en coördineert de hulpverlening;<br />
- is er voor het hele gezin (behartigt de belangen van alle leden);<br />
- is er voor alle hulpverleners die bij het gezin betrokken zijn;<br />
- is het aanspreekpunt en draagt zorg voor continuïteit en aansluiting in de hulpverlening;<br />
- zorgt voor het stroomlijnen van de hulpverlening, het bewaken van het hulpverleningsproces<br />
en organiseert zorgoverleggen zodat hulpverlening op elkaar afgestemd kan worden en tevens<br />
om goede en duidelijke afspraken te maken over de hulpverlening (wie doet wat wanneer en<br />
hoe);<br />
- geeft opzet en de veranderingen in het hulpverleningstraject door aan de ketencoördinatoren,<br />
zodat het traject centraal in kaart kan worden gebracht;<br />
- zorgt voor evaluaties;<br />
- draagt zorg voor een goede overdracht en afronding.<br />
Het profiel van de casemanager aansluitend bij de methodiek is terug te vinden in bijlage 4. 7<br />
Bovenstaande methodiek is visueel gemaakt in een stroomschema, zie bijlage 5 8<br />
Samenvatting<br />
Instellingsoverstijgend casemanagement wordt op vraag van de ketencoördinatoren ingezet in<br />
systemen met complexe problematiek. Door de casemanager wordt een analyse gemaakt, waarin<br />
de problematiek en de betrokken hulpverlening in kaart wordt gebracht. Er vindt zonodig een<br />
zorgoverleg plaats en de casemanager monitort het proces. Het casemanagement duurt in de regel<br />
niet langer dan 6 maanden. Afhankelijk van het model vindt een follow-up plaats. De methodiek is<br />
in fasen beschreven: aanmelding, analyse, intake en begeleiding, onderzoek, monitoring en follow<br />
up. Ook de taken van de casemanager zijn duidelijk.<br />
7 Bijlage 4: Profiel Instellingsoverstijgend Casemanager Huiselijk Geweld<br />
8 Bijlage 5: Stroomschema Instellingsoverstijgend Systeemgericht Casemanagement<br />
22
3.4 De cijfers 9<br />
In de periode juni 2007 tot 15 december 2007 zijn er 17 casussen door de instellingsoverstijgend<br />
werkende casemanagers opgepakt. 7 Casussen zijn afgesloten, de overige 10 casussen lopen nog.<br />
In 12 casussen is het huiselijk geweld aantoonbaar gestopt. Het coördinatie-plus model (C+model)<br />
is in 6 casussen ingezet en het coördinatie model (C model) in 11 casussen.<br />
In bijlage 8 zijn de bovengenoemde 17 casussen tot op (geanonimiseerd) cliëntniveau aan de hand<br />
van een aantal gegevens inzichtelijk gemaakt, deze zijn:<br />
- samenstelling gezinssysteem;<br />
- gemeente van herkomst;<br />
- problematiek bij aanmelding;<br />
- al aanwezige hulp/ keuze voor coördinatie-plus of coördinatie model;<br />
- problemen na inventarisatie;<br />
- gemiddelde tijdsinvestering;<br />
- zorgoverleg;<br />
- resultaat;<br />
- duur casemanagement.<br />
3.5 Werken aan een model<br />
Doel was een werkwijze te ontwikkelen welke aansluit bij de behoeften en hulpvragen binnen de<br />
regio op het gebied van huiselijk geweld. Al werkende zijn ervaringen opgedaan, is kennis gedeeld,<br />
gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid, navraag gedaan bij projecten casemanagement in<br />
andere delen van Nederland en relevante literatuur en notities geraadpleegd. Direct al werd<br />
duidelijk dat het om een zeer intensieve vorm van hulpverlening gaat. De praktijk heeft geleerd dat<br />
er twee modellen van casemanagement noodzakelijk zijn zoals beschreven in 3.3.<br />
Casemanagersoverleg<br />
Tijdens het zes wekelijkse casemanagersoverleg, waarbij alle casemanagers en de<br />
projectcoördinator aanwezig zijn, ligt de nadruk op het (verder) ontwikkelen van het model vanuit<br />
praktijkervaringen, literatuur en werkveldonderzoek.<br />
‘Pool’ casemanagers<br />
Casemanagers van het deelproject werken binnen de gehele provincie Zeeland en krijgen te maken<br />
met complexe situaties, waar vaak ernstig geweld met verslavings-, psychische dan wel<br />
psychiatrische problemen een rol spelen. Er is daarom een pool samengesteld van vier<br />
casemanagers met deskundigheid op het gebied van huiselijk geweld, eergerelateerd geweld,<br />
verslaving, psychiatrie en meervoudige problematiek (multi-problem). Op deze wijze kan kennis<br />
gebundeld, ervaringen uitgewisseld en van elkaars deskundigheid geleerd c.q. gebruik gemaakt<br />
worden.<br />
Navraag bij landelijke projecten<br />
Er is navraag gedaan bij verschillende projecten casemanagement in Eindhoven, Deventer en<br />
Utrecht. Gesproken is met werkers en deskundigen over de dagelijkse praktijk in hun regio en over<br />
de methodiek waarmee zij werken. We hebben verschillende methodieken en werkwijzen naast<br />
elkaar gelegd en deze vergeleken met onze Zeeuwse aanpak. De methodiek waarmee ‘ASHG stad<br />
en regio Utrecht’ werkt, bleek het meeste aan te sluiten bij onze praktijk. Deze methodiek hebben<br />
wij als leidraad genomen voor de verdere ontwikkeling van ons model casemanagement.<br />
Samenwerking ketencoördinatie<br />
De ontwikkeling van het model en het vaststellen van een eenduidige werkwijze casemanagement<br />
is in het afgelopen jaar in nauwe samenwerking met het deelproject ketencoördinatie tot stand<br />
gekomen. We streven naar een geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld in Zeeland.<br />
Samenwerking ketenpartners<br />
Een sluitende ketenaanpak staat of valt met de samenwerking tussen de ketenpartners. De<br />
casemanager kan hierin een belangrijke schakel zijn. We hebben de afgelopen periode ervoor<br />
gezorgd dat de ketenpartners op de hoogte zijn van het bestaan van het deelproject. Door<br />
aanwezig te zijn bij de door ketencoördinatie georganiseerde consulenten middagen, deel uit te<br />
maken van de werkgroepen, uitleg te geven over onze rol naast die van de bestaande<br />
hulpverlening. Daarnaast door actieve samenwerking met de ketenpartners op cliëntniveau. Naast<br />
aansluiten op de vraag van het systeem wordt getracht ook aan te sluiten bij het aanbod van de<br />
ketenpartners en/of samen hiaten op te sporen in het aanbod.<br />
9 Bijlage 6: Cijfers Casemanagement<br />
23
Input werkgroep consulent – casemanager<br />
Er zijn werkgroepen rondom verschillende thema’s opgezet waarin de ketenpartners<br />
vertegenwoordigd zijn. We hebben in onze beschrijving de stukken meegenomen die door de<br />
‘werkgroep consulent – casemanager’ zijn uitgewerkt in het afgelopen jaar.<br />
Deskundigheidsbevordering<br />
Aanwezigheid bij het congres huiselijk geweld 2007 in Nieuwegein.<br />
Twee casemanagers werkzaam binnen het deelproject hebben een cursus ‘casemanagement’<br />
gevolgd, verzorgd door Movisie.<br />
Wat nog te ontwikkelen 2008<br />
- standaard formulieren; intake, plan van aanpak, evaluatie, follow-up<br />
- protocol gegevensuitwisseling<br />
- protocol wanneer wel / niet betrekken van cliënt bij het zorgoverleg<br />
- Instrument cliënttevredenheid ontwikkelen<br />
- duidelijkheid verkrijgen over wie doorzettingsmacht heeft<br />
- rol bij wet uithuisplaatsing pleger<br />
- casemanagement beter profileren<br />
Geraadpleegde literatuur is terug te vinden in bijlage 7 10<br />
Samenvatting<br />
Om een werkwijze te kunnen ontwikkelen is navraag gedaan bij landelijke projecten, is<br />
deelgenomen aan deskundigheidsbevordering, is een interne ‘pool’ casemanagers gevormd en is<br />
actief samengewerkt met de ketenpartners op cliëntniveau. Het vaststellen van het model en van<br />
een eenduidige werkwijze is in nauwe samenwerking met ketencoördinatie tot stand gekomen.<br />
3.6 De waardering van het werkveld<br />
Gezien de korte periode dat het project casemanagement loopt, heeft er nog geen formele<br />
evaluatie met de ketenpartners plaats kunnen vinden. De eerste reacties zijn positief. Professionals<br />
zijn bereid tot samenwerking met en terugkoppeling aan de casemanager. Professionals geven aan<br />
dat het casemanagement een meerwaarde is om tot een sluitende aanpak van huiselijk geweld<br />
voor alle leden van het gezinssysteem te komen en in beeld te houden. Afhankelijk van het<br />
gezinssysteem, aard en ernst van de situatie wordt een keuze gemaakt uit twee<br />
casemanagementmodellen: het coördinatie of het coördinatie-plus model.<br />
Eerste bevindingen<br />
Instellingsoverstijgend systeemgericht casemanagement wordt ingezet als er sprake is of<br />
vermoeden van (acuut) huiselijk geweld in complexe gezinssituaties waarbij minstens drie<br />
hulpverlenende instanties betrokken zijn of dienen te worden betrokken, regie en afstemming<br />
noodzakelijk is om de hulpverleningsketen rondom aanpak huiselijk geweld voor het gehele<br />
gezinssysteem sluitend te maken.<br />
Deze vorm van casemanagement is intensief en vraagt bij aanvang van een casus om een directe<br />
tijdsinvestering van gemiddeld 4 uur per week, aflopend naar 1 á 2 uur per week. De verwachting<br />
is dat de totale tijdsinvestering per casus gemiddeld 20 á 25 uur neemt.<br />
De achttien casussen in het halfjaar waarin het project loopt, tonen de behoefte aan<br />
Instellingsoverstijgend casemanagement aan.<br />
De geïntegreerde aanpak werpt zijn vruchten af en leidt tot goede afstemming en samenwerking<br />
met ketencoördinatie, consulenten en ketenpartners. Wel dient de bekendheid van deze vorm van<br />
casemanagement vergroot te worden.<br />
De casemanager coördineert en volgt de voortgang van het door de ketenpartners gezamenlijk<br />
gemaakte plan van aanpak.<br />
Het zorgoverleg is een krachtig instrument gebleken om samenwerking tussen de verschillende<br />
ketenpartners te optimaliseren, de taken en verantwoordelijkheden duidelijk te verdelen,<br />
aantoonbaar en volgbaar hulpsporen uit te zetten voor alle leden van gezinssysteem, witte vlekken<br />
in de bestaande hulpverlening in het Zeeuwse te signaleren en bespreekbaar maken; kortom<br />
‘samen de kar trekken’ om het huiselijk geweld te stoppen!!<br />
Mate waarin de vooraf geformuleerde doelen m.b.t. ontwikkeling casemanagement zijn gehaald:<br />
10 Bijlage 7: Geraadpleegde literatuur<br />
24
Snelle interventie en adequate toeleiding naar het juiste zorgtraject, binnen 14 dagen is er<br />
hulpverlening.<br />
Het streven is binnen 14 dagen toeleiding naar het juiste zorgtraject, dit lukt als er al één of<br />
meerdere instanties betrokken zijn bij het gezinssysteem en er sprake is van voortgang c.q.<br />
herstart, intensivering, betere afstemming e.d van bestaande hulp. Is dit niet het geval dan is de<br />
praktijk heel wat weerbarstiger, door intakeprocedures en wachtlijsten is het opstarten van<br />
benodigde hulp aan alle gezinsleden binnen 14 dagen soms onmogelijk. In het bijzonder snelle<br />
toegang tot dader- en specialistische jeugdhulpverlening.<br />
In het casemanagement-plus model is het de casemanager zelf die de eerste hulpverlening biedt<br />
vooraleer toe te leiden naar geëigende instanties.<br />
Optimale afstemming tussen de verschillende hulp- en dienstverleners (wie, wat, wanneer, hoe).<br />
Zoals beschreven wordt in de eerste fase van het casemanagement (per casus) onderzoek gedaan<br />
bij alle reeds betrokken professionals en de bestaande en/of gewenste hulp in kaart gebracht. Hier<br />
wordt de basis gelegd voor een optimale afstemming tussen de verschillende hulp- en<br />
dienstverleners. Vervolgens wordt in het zorgoverleg met alle betrokken professionals concretere<br />
afspraken gemaakt over de te nemen acties; door wie, wanneer en welke hulp geboden wordt aan<br />
de verschillende leden van het gezinssysteem. Deze afspraken worden vastgelegd in een plan van<br />
aanpak, geëvalueerd en zonodig aangepast. Deze werkwijze is in alle casussen ingezet en heeft de<br />
afstemming geoptimaliseerd.<br />
Ontwerpen van een duidelijk en overdraagbaar model voor een geïntegreerde aanpak van huiselijk<br />
geweld door casemanagers<br />
Er is hard gewerkt aan het ontwikkelen van een werkmodel; criteria voor het wanneer inschakelen<br />
van een casemanager zijn geformuleerd, de keuzemogelijkheid tussen twee modellen<br />
casemanagement en de methodiek in fasen is beschreven in deze evaluatie. Tegelijkertijd is het<br />
niet af, aan kunnen sluiten bij de hulpvragen en de behoeften in de Zeeuwse regio op het gebied<br />
van huiselijk geweld vraagt om een flexibele houding en waar nodig bij kunnen stellen van<br />
modellen. Toekomstige ontwikkelingen (waaronder huisverbod) zullen ook hun invloed hebben op<br />
de aanpak van huiselijk geweld.<br />
Meldingen worden zodanig geadministreerd en volgens protocol behandeld dat de afhandeling<br />
transparant en toetsbaar is en de voortgang tot op individueel cliëntniveau bewaakt kan worden<br />
Aanmeldingen verlopen op een eenduidige manier. Er zijn criteria opgesteld voor de aanname van<br />
een casus, waaraan ketencoördinatie en casemanagement zich houden.<br />
We registreren de casussen in registratieprogramma Regas, waarin ook het dossier wordt<br />
vastgelegd.<br />
Door regelmatige terugkoppeling aan de ketencoördinatie zijn ook deze in staat om hun meldingen<br />
te registreren en te monitoren.<br />
Samenvatting<br />
Er heeft nog geen evaluatie plaatsgevonden, maar in de praktijk biedt instellingsoverstijgend<br />
casemanagement een oplossing voor gesignaleerde problemen. Het zorgoverleg vervult een<br />
belangrijke rol bij het uitzetten van hulpverlening.<br />
In de praktijk blijkt dat het niet altijd mogelijk is binnen 14 dagen de benodigde hulp voor<br />
betrokkenen te realiseren. Belangrijke oorzaken: intakeprocedures en wachtlijsten. Dit speelt met<br />
name op het gebied van daderhulpverlening en specialistische jeugdhulpverlening.<br />
25
Hoofdstuk 4<br />
Samenvatting en conclusies<br />
In de voorgaande hoofdstukken zijn doelen en gewenste resultaten beschreven. Het<br />
wordingsproces in de deelprojecten is zichtbaar gemaakt. In dit hoofdstuk worden de<br />
ontwikkelingen samengevat, conclusies getrokken en werkpunten voor 2008 benoemd.<br />
Samenvatting<br />
Vanaf november 2006 is de ketencoördinatie uitgevoerd conform de afspraak in de<br />
Raamovereenkomst. In de startfase hebben de ketencoördinatoren de belangrijkste knelpunten<br />
met de ketenpartners in kaart gebracht. Als hoofditems werden genoemd: onduidelijkheid op<br />
operationeel niveau, de afstemming tussen <strong>ASHGZ</strong> en BJZ, de afstemming tussen politie en<br />
<strong>ASHGZ</strong>, het vraagstuk van de privacy en betrouwbare registratie. Vervolgens is een werkplan<br />
gemaakt, een stroomschema opgesteld, zijn taak- en functieomschrijvingen geformuleerd en<br />
voorlopige werkwijzen afgesproken.<br />
SMWO heeft een registratiemodule ontwikkeld, waarin per casus geregistreerd kan worden, en<br />
waaruit betrouwbare managementinformatie gegenereerd kan worden.<br />
Daaruit blijkt dat de ketencoördinatoren 700 zaken in behandeling genomen hebben en dat de<br />
Zeeuwse instellingen voor Maatschappelijk Werk en de Lage Flancken de meeste consulenten<br />
geleverd hebben. Een aantal organisaties kon deze niet leveren door gebrek aan middelen en of<br />
menskracht. In 98 zaken is casemanagement ingezet. Het grootste deel daarvan is uitgevoerd door<br />
het AMW. Voor de uiterst complexe zaken is casemanagement in het deelproject<br />
instellingsoverstijgend casemanagement ingezet.<br />
Gaandeweg bleek dat de meldingen van justitie groot in aantal zijn en veel tijd vergen in het<br />
onderzoeken naar het al dan niet gewenst zijn van de inzet van hulpverlening. Tevens werd<br />
duidelijk dat de Jeugdgezondheidszorg een belangrijke rol speelt bij het volgen van ontwikkelingen<br />
in gezinnen waar geen hulpverlening plaatsvindt. Bij slechts een klein aantal meldingen bij het<br />
<strong>ASHGZ</strong> (23) is het organiseren van opvang noodzakelijk gebleken. De reeds bestaande afspraken<br />
met de opvangvoorzieningen blijken goed te werken.<br />
Als richtlijn voor het handelen van de ketencoördinatoren zijn als uitgangspunten geformuleerd:<br />
Ketencoördinatie deelt verantwoordelijkheden, verbindt, maakt gebruik van bestaande structuren<br />
en zorgt er voor dat ketenpartners gebruik maken van elkaars capaciteiten en kwaliteiten. Met als<br />
doel het bieden van adequate hulp aan de cliënt.<br />
De methodiek ketencoördinatie, gericht op de doelgroep van het <strong>ASHGZ</strong>, is gedurende de looptijd<br />
van ongeveer een jaar ontwikkeld. Dankzij een voortdurende wisselwerking die tot stand kwam<br />
door de goede samenwerking met consulenten, casusoverleg en werkgroepen, is het gelukt een<br />
beschrijving te maken van een werkwijze en een methodiek die bruikbaar kan zijn voor<br />
verschillende doelgroepen.<br />
Om de gemaakte afspraken met ketenpartners voortdurend te toetsen, te concretiseren, te<br />
verbeteren en vast te leggen in een model hebben de ketencoördinatoren verschillende activiteiten<br />
ontplooid. Elkaar leren kennen, een goede communicatie, van elkaar leren en samen ontwikkelen<br />
waren hierbij belangrijke te realiseren doelen. Er zijn netwerkgesprekken gevoerd, nieuwsbrieven<br />
verspreid en gegevens uitgewisseld. Er zijn consulentmiddagen en werkgroepen gevormd,<br />
bestaande uit uitvoerend medewerkers van ketenorganisaties. Op deze wijze zijn in samenspraak<br />
met ketenpartners protocollen ontwikkeld.<br />
Er is een tevredenheidsonderzoek onder partners uitgezet, waarop een respons van 50% kwam.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel de ketencoördinatie als duidelijk aanspreekpunt ervaart<br />
en tevreden is over de aanwezige deskundigheid bij de ketencoördinatoren. De gekozen<br />
activiteiten/ communicatie blijken bijgedragen te hebben aan de ontwikkeling van deskundigheid in<br />
de keten. Het uitzetten van binnengekomen meldingen in de keten, evenals de ‘bewaking’ en<br />
advisering worden positief gewaardeerd. De door de ketencoördinatie geïnitieerde en door de<br />
samenwerkingspartners ontwikkelde geïntegreerde aanpak stemt tot tevredenheid.<br />
In juni 2007 is de uitvoering van instellingsoverstijgend casemanagement gestart. Daaraan<br />
voorafgaand is personeel met een ‘brede problematiekscoop’ binnen Emergis geworven. Er zijn<br />
taak- en functieomschrijvingen geformuleerd en er is geparticipeerd in het afstemmingsoverleg<br />
deelprojecten.<br />
Het provinciaal programma ‘Sociaal Veilig’ van de Sociale Agenda Zeeland 2005-2008 is<br />
uitgangspunt voor het instellingsoverstijgend casemanagement. Op basis hiervan zijn<br />
projectdoelen gesteld en zijn de taken van de casemanager en de criteria voor inzet van<br />
26
casemanagement geformuleerd. Afhankelijk van de situatie wordt gekozen voor het<br />
coördinatiemodel of het coordinatie-plus model.<br />
Instellingsoverstijgend casemanagement wordt op vraag van de ketencoördinatoren ingezet in<br />
systemen met complexe problematiek. Door de casemanager wordt een analyse gemaakt, waarin<br />
de problematiek en de betrokken hulpverlening in kaart wordt gebracht. Er vindt zonodig een<br />
zorgoverleg plaats en de casemanager monitort het proces. Het casemanagement duurt in de regel<br />
niet langer dan 6 maanden. Afhankelijk van het model vindt een follow-up plaats. De methodiek is<br />
in fasen beschreven en de taken van de casemanager zijn duidelijk<br />
In de periode juni 2007 tot 15 december 2007 zijn er 17 casussen door de instellingsoverstijgend<br />
werkende casemanagers opgepakt.<br />
Om een werkwijze te kunnen ontwikkelen is navraag gedaan bij landelijke projecten, is<br />
deelgenomen aan deskundigheidsbevordering, is een interne ‘pool’ casemanagers gevormd en is<br />
actief samengewerkt met de ketenpartners op cliëntniveau. Het vaststellen van het model en van<br />
een eenduidige werkwijze is in nauwe samenwerking met ketencoördinatie tot stand gekomen.<br />
Er heeft nog geen evaluatie plaatsgevonden, maar in de praktijk biedt instellingsoverstijgend<br />
casemanagement een oplossing voor gesignaleerde problemen. Het zorgoverleg vervult een<br />
belangrijke rol bij het uitzetten van hulpverlening.<br />
In de praktijk blijkt dat het niet altijd mogelijk is binnen 14 dagen de benodigde hulp voor<br />
betrokkenen te realiseren. Belangrijke oorzaken: intakeprocedures en wachtlijsten. Dit speelt met<br />
name op het gebied van daderhulpverlening en specialistische jeugdhulpverlening.<br />
Conclusie<br />
Geconcludeerd kan worden dat gedurende het projectjaar:<br />
- De ketencoördinatie is uitgevoerd (gewenst resultaat 1)<br />
- Het in samenspraak ontwikkelde model ketencoördinatie in de Zeeuwse situatie goed werkt en<br />
gedragen wordt door organisaties participerend in het <strong>ASHGZ</strong> (gewenst resultaat 2 en 7)<br />
- Het consulentschap is geïmplementeerd (gewenst resultaat 5)<br />
- Het tot nu toe in samenspraak ontwikkelde model casemanagement in de Zeeuwse situatie<br />
goed werkt en gedragen wordt door organisaties participerend in het <strong>ASHGZ</strong> (gewenst<br />
resultaat 3 en 8)<br />
- Er een procesbeschrijving over vormgeving van ketencoördinatie en casemanagement in<br />
verregaande staat van wording is (gewenst resultaat 6)<br />
- Er een start gemaakt is met methodiekontwikkeling ten behoeve van het Zeeuws aanbod van<br />
Huiselijk Geweld. (gewenst resultaat 4)<br />
Hoe verder in 2008: De aanbevelingen<br />
Vanuit de ervaringen in 2007 worden de volgende werk- en ontwikkelpunten voor 2008 van belang<br />
geacht.<br />
- het vaststellen van een risicotaxatie instrument<br />
- een eenvoudig screeningsinstrument kiezen of ontwikkelen<br />
- sluitende afspraken maken over gegevensuitwisseling<br />
- een registratiesysteem kiezen<br />
- deskundigheidsbevordering op een éénduidige werkwijze systeembreed<br />
- verdere afspraken met de politie over de aanlevering van aanmeldingen<br />
- een convenant tussen het <strong>ASHGZ</strong> en AMK/BJZ<br />
- het tijdelijk huisverbod vormgeven<br />
- het bestendigen en borgen van de ontwikkelde werkwijze<br />
- methodiekontwikkeling voortzetten<br />
27
BIJLAGE 1: STROOMSCHEMA<br />
4.1. Stroomschema<br />
Telefonische<br />
hulpdienst<br />
consult professional<br />
casusoverleg justitie<br />
Melding bij Ketencoördinator<br />
Onderzoek en verificatie<br />
Is ketencoördinatie nodig of niet<br />
Indien nodig, door wie<br />
Geen Ketencoördinatie<br />
Vraag afgehandeld<br />
Doorverwezen naar reguliere hulpverlening<br />
Wel ketencoördinatie<br />
Consulent inzetten voor intake<br />
Afsluiting<br />
Casusoverleg<br />
(Vaststellen) Casemanager <strong>ASHGZ</strong><br />
(= ketenpartner)<br />
Monitoring<br />
Evaluatie<br />
Afsluiting ketencoördinatie
BIJLAGE 2 UITSLAGEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK<br />
Deelproject als duidelijk aanspreekpunt voor vragen rondom huiselijk geweld.<br />
Bent u in algemene zin tevreden over de bereikbaarheid van de ketencoördinatoren?<br />
7 zeer tevreden<br />
39 tevreden<br />
8 neutraal<br />
0 ontevreden<br />
0 zeer ontevreden<br />
Kunt u aangeven hoe tevreden u was over de onderstaande aspecten<br />
Zeer<br />
tevreden<br />
Tevreden<br />
Neutraal<br />
Tijd en ruimte om uw verhaal te doen 11 32 9<br />
Houding van de Ketencoördinator 12 30 9 1<br />
Deskundigheid van de ketencoördinator 4 34 15<br />
Ontevreden<br />
Zeer<br />
Ontevreden<br />
Kennis en vakkundigheid omtrent de aanpak van huiselijk geweld van de<br />
samenwerkingspartners vergroten en verbreden<br />
Welke activiteiten hebben een bijdrage geleverd aan het verbreden van de kennis en<br />
vakkundigheid omtrent de aanpak van Huiselijk geweld?<br />
12 de nieuwsbrief<br />
21 de consulentenmiddag<br />
17 het casusoverleg<br />
22 consultatie<br />
10 anders n.l<br />
• Kindspoor, kind in de knel (zorgen aan Zee)<br />
• Voorlichting <strong>ASHGZ</strong> huisartsenclub<br />
• Deelname aan de werkgroepen<br />
• Gevolgde cursus van werkgever<br />
• Landelijke site HG<br />
• Consultatie in eigen netwerk<br />
• Werkconferentie Mythe<br />
• Collega die deelneemt aan het casusoverleg<br />
• Eigen ervaring en kennis (heeft de indruk dat elke keer hetzelfde wiel uitgevonden moet<br />
worden)<br />
• Overleg met eigen collega’s<br />
8 geen, suggesties<br />
• Ketencoördinatie per regio<br />
• Samenwerking in de voorlichting met andere ketenpartners<br />
• Bezit zelf al voldoende kennis<br />
Van aanmelding tot afsluiting het gehele traject rondom een zaak initiëren, volgen en<br />
bewaken<br />
Een van de kerntaken van het deelproject is de meldingen die binnen komen bij het <strong>ASHGZ</strong><br />
doorgeven aan de desbetreffende consulent/casemanager. Dit gebeurt telefonisch bij de<br />
desbetreffende organisatie<br />
Bent u in algemene zin tevreden met de wijze van doorverwijzen<br />
3 zeer tevreden<br />
33 tevreden<br />
15 neutraal<br />
4 ontevreden<br />
0 zeer ontevreden<br />
Vaak in de middag, tijdstip komt niet uit, liever tijdens bureaudiensten ivm tijd //<br />
Suggestie, melding ook mailen, scheelt typen<br />
Teveel schakels, cliënt kan beter zelf aanmelden.<br />
Niet de aanpak teveel voorkauwen<br />
29
Kunt u aangeven hoe tevreden u was over de onderstaande aspecten<br />
Zeer<br />
tevreden<br />
Tevreden<br />
Neutraal<br />
Achtergrond informatie van de melding en<br />
betrokkenen<br />
Duidelijkheid over uw rol en taken als<br />
casemanager<br />
Duidelijkheid over uw rol en taken als<br />
consulent<br />
3 25 18 3<br />
1 15 23 9<br />
1 24 18 6<br />
Ontevreden<br />
Zeer<br />
Ontevreden<br />
Bent u in algemene zin tevreden met de wijze van volgen en bewaken van de casus door de<br />
ketencoördinator<br />
2 zeer tevreden<br />
33 tevreden<br />
14 neutraal<br />
4 ontevreden<br />
• Bewaken is dubbelop, een systeem waarin je kan zien wie nog meer betrokken is, zou<br />
voldoende zijn.<br />
0 zeer ontevreden<br />
Heeft de bemoeienis van de ketencoördinator tot een meerwaarde in uw werkwijze geleid<br />
4 ja, veel<br />
24 ja, een beetje<br />
• Inzet <strong>ASHGZ</strong> heeft tot samenwerking van instanties geleid wat gunstig is voor mijn<br />
cliënt.<br />
13 niet veel<br />
12 geen<br />
• Extra schakel levert geen meerwaarde<br />
• meer kennis over ander instellingen en makkelijker contact onderling door info van de<br />
ketencoördinator<br />
• Als AMW-er heb je al voldoende kennis en ervaring met huiselijk geweld<br />
Kunt u aangeven hoe tevreden u was over de onderstaande aspecten<br />
Zeer<br />
tevreden<br />
Tevreden<br />
Neutraal<br />
Advies vanuit het casusoverleg 2 19 27 2<br />
Deskundigheid van de ketencoördinator 2 31 16 1<br />
De systeemgerichte benadering 4 17 27 2<br />
Ontevreden<br />
Zeer<br />
Ontevreden<br />
Ontwerpen van een duidelijk overdraagbaar werkwijze voor een geïntegreerde aanpak<br />
van huiselijk geweld en voor de ketenpartners in de regio.<br />
Bent u in algemene zin tevreden over de wijze waarop de geïntegreerde aanpak van huiselijk<br />
geweld is ontwikkeld?<br />
2 zeer tevreden<br />
21 tevreden<br />
25 neutraal<br />
9 ontevreden<br />
• Nu tevreden, de weg hiernaartoe is niet vlekkeloos verlopen<br />
• Het AMW werkt altijd al integraal<br />
0 zeer ontevreden<br />
Bent u tevreden over de mogelijkheid om aan deze ontwikkeling een bijdrage te leveren?<br />
3 zeer tevreden<br />
29 tevreden<br />
19 neutraal<br />
2 ontevreden<br />
1 zeer ontevreden<br />
Kunt u aangeven hoe tevreden u was over de onderstaande aspecten<br />
30
Zeer<br />
tevreden<br />
Tevreden<br />
Neutraal<br />
Ontevreden<br />
Zeer<br />
Ontevreden<br />
Consulenten middag 4 21 19 2<br />
De werkgroepen 2 16 23 1<br />
• Veel inzet van consulent, gevoel dat zij de taakomschrijving van de coördinator moesten<br />
oppoetsen<br />
• Consulentenmiddag zeer informatief<br />
• Werkgroepen minder zicht op, alleen via de consulentenmiddag<br />
31
BIJLAGE 3: LEEFGEBIEDEN CASEMANAGEMENT<br />
Geweld<br />
Acuut of in het verleden<br />
Eergerelateerd geweld<br />
Geweld kinderen<br />
Aangifte of melding<br />
Ander justitieel traject<br />
Sociaal / economisch<br />
Inkomen<br />
Schulden<br />
Huisvesting<br />
Werk / scholing<br />
Persoonlijk welzijn<br />
Gezondheid<br />
Psychische klachten /trauma<br />
Zwangerschap<br />
Zelfredzaamheid<br />
Relationeel<br />
Partner / scheiding<br />
Kinderen<br />
Familie / vrienden<br />
Netwerk<br />
Kinderen<br />
Opvoedproblemen<br />
Omgangsregeling<br />
Voogdij<br />
School / opvang<br />
32
BIJLAGE 4: PROFIEL INSTELLINGSOVERSTIJGEND CASEMANAGER HUISELIJK GEWELD<br />
Om uitvoering te kunnen geven aan de hierboven beschreven methodiek verwijzen we naar het<br />
volgende profiel. Dit profiel is een richtlijn.<br />
Opleiding, kennis en ervaring:<br />
- HBO MWD of gelijkwaardige opleiding<br />
- Kennis van het gebied huiselijk geweld<br />
- Kennis van de Sociale kaart<br />
- Enige jaren ervaring in het werkveld<br />
- Kennis van de gevolgen van huiselijk geweld zowel voor de slachtoffers, kinderen, als<br />
pleger van huiselijk geweld<br />
- Kennis van motieven van en problematiek horende bij eergerelateerd geweld<br />
-` kennis van werkmethodieken waardoor geweld stopt<br />
Vaardigheden, kwaliteiten en persoonlijkheid:<br />
De casemanager is iemand die:<br />
- goede coördinerende en contactuele vaardigheden heeft;<br />
- in staat is om goed samen te werken met professionals uit de justitiële, politionele en<br />
- hulpverleningssector;<br />
- een goed gespreksleider en bemiddelaar is bij conflicten;<br />
- vergadertechniek beheerst;<br />
- knopen kan doorhakken in een impasse;<br />
- signalen en behoeften van cliënten en hulpverleners kan omzetten in actie;<br />
- gestructureerd (planmatig) kan denken en werken;<br />
- in relatie tot cliënten en hulpverleners een open, betrouwbare indruk maakt;<br />
- duidelijk kan maken wat de cliënt van de casemanager kan verwachten en wat van<br />
- de cliënt verwacht wordt;<br />
- kan omgaan met zorgmijders;<br />
- gedragingen van cliënten die problemen veroorzaken, kan benoemen en bespreekbaar maken,<br />
zodat hulpverleners hun hulp kunnen beginnen of continueren vanuit duidelijk geformuleerde<br />
afspraken;<br />
- een zakelijke relatie met de cliënt kan onderhouden;<br />
- handelend kan optreden in crisissituaties of bij conflicten, en daarbij in staat is het<br />
- hoofd koel te houden en doortastend op te treden als dat nodig is;<br />
- een relativerende invloed heeft in situaties waarin emoties hoog oplopen;<br />
- een hoge frustratietolerantie heeft;<br />
- coöperatief is, een bruggenbouwer (Naar : Le Grand, 1991);<br />
- outreachend en overstijgend kan denken en werken.<br />
Coördinerende taken:<br />
- voorzitten van het zorgverleg op cliëntniveau met betrokken professionals en zorgdragen voor<br />
een goed verloop van het overleg;<br />
- zorgdragen voor het maken en vastleggen van interventieafspraken;<br />
- bewaken van de afspraken die gemaakt zijn t.a.v. cliënten en hulpverlening;<br />
- zorgdragen voor een goede registratie en verslaglegging;<br />
- het fungeren als aanspreekpunt voor alle betrokkenen in en rond het systeem;<br />
- relevante informatie voor het samenwerkingsverband verzamelen en inbrengen;<br />
- bewaken van de samenwerkingsafspraken;<br />
- in kaart brengen en actueel houden van de sociale kaart en het onderhouden van<br />
- netwerkcontacten;<br />
- zorgdragen voor periodieke evaluatie van het overleg en verbeteracties;<br />
- zorgdragen voor rapportage aan ketenpartners en financiers;<br />
- opzet en de veranderingen in het hulpverleningstraject worden doorgegeven aan de<br />
ketencoördinatoren.<br />
Hulpverleningstaken:<br />
- contact maken met cliënten (gezinnen);<br />
- inventariseren van problematiek op verschillende leefgebieden en beoordelen welke zorg nodig<br />
is;<br />
- in overleg met de cliënt en de samenwerkingspartners een samenhangend plan van aanpak of<br />
hulpverleningsplan opstellen en laten uitvoeren;<br />
- uitvoeren van een onderdeel van de hulpverlening;<br />
- schakelen: zorgdragen voor een soepele uitvoering van het hulpverleningsplan;<br />
- volgen (monitoren): bewaken van de voortgang en samenhang van de hulp;<br />
- toetsen: nagaan of de hulp effectief was en goed uitgevoerd is;<br />
- het vervolgtraject uitstippelen en herindiceren.<br />
33
BIJLAGE 5: STROOMSCHEMA INSTELLINGSOVERSTIJGEND SYSTEEMGERICHT CASEMANAGEMENT<br />
<strong>ASHGZ</strong>lijn<br />
Aanvraag door<br />
professional<br />
Casusoverleg justitieel of<br />
hulpverlening<br />
Melding ketencoördinatie<br />
Doorverwijzen aan<br />
instellingsoverstijgend C.M.<br />
Afweging coördinatiemodel of<br />
Coördinatie-plusmodel<br />
Start C.M. volgens<br />
coördinatiemodel<br />
Start C.M. volgens<br />
Coördinatie-plusmodel<br />
Zo mogelijk wordt<br />
gezinssysteem op de<br />
hoogte gebracht van<br />
C.M.<br />
Binnen<br />
2 weken<br />
Contact met<br />
betrokken<br />
professionals<br />
Registratie<br />
deel B<br />
Toestemmingsformulier<br />
Intakegesprek<br />
gezinssysteem<br />
34<br />
Binnen 2 werkdagen afspraak<br />
maken voor intake systeem<br />
Binnen<br />
2 weken<br />
Contact met<br />
betrokken<br />
professionals
Indien nodig<br />
of gewenst<br />
systeem<br />
uitnodigen<br />
zorgoverleg<br />
Plannen zorgoverleg<br />
Zorgoverleg<br />
Opstellen<br />
plan van<br />
aanpak<br />
Start begeleiding<br />
Max. 3 tot 6 mnd.<br />
Plannen zorgoverleg<br />
Zorgoverleg<br />
Opstellen<br />
plan van<br />
aanpak<br />
Terugkoppeling aan<br />
systeem +<br />
ketencoördinatie<br />
Indien nodig of gewenst<br />
uitnodigen zorgoverleg<br />
Terugkoppeling aan<br />
gezinssysteem +<br />
ketencoördinatie<br />
Monitoring<br />
Toeleiding reguliere hv<br />
Monitoring<br />
Terugkoppeling door betrokken<br />
professionals aan C.M. 6 weken na<br />
overleg<br />
Evaluatie<br />
gezinssyteem<br />
Terugkoppeling door betrokken<br />
professionals aan C.M. 6 weken na<br />
overleg<br />
Hv loopt / alle<br />
sporen zijn uit –<br />
gezet, het geweld<br />
is gestopt<br />
Evaluatie<br />
professional<br />
Volgend<br />
overleg<br />
gewenst<br />
Wijziging<br />
plan van<br />
aanpak<br />
Afronding<br />
C.M. +<br />
Follow-up na 3 mnd.<br />
max ½ j.<br />
Hv loopt / alle<br />
sporen zijn uitgezet,<br />
het geweld<br />
is gestopt<br />
Evaluatie<br />
Afronding C.M.<br />
Volgend<br />
overleg<br />
gewenst<br />
Wijziging<br />
plan van<br />
aanpak<br />
Afronding<br />
Afsluiting<br />
Terugkoppeling aan<br />
ketencoördinatie<br />
Terugkoppeling aan<br />
ketencoördinatie<br />
35
BIJLAGE 6: CIJFERS CASEMANAGEMENT<br />
Gezinssysteem Gemeente Problemen bij<br />
Aanmelding op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
aanwezig ;<br />
C+ of C model<br />
Problemen na<br />
inventarisatie<br />
op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
ingeschakeld<br />
Tijdsin-<br />
Vestering<br />
± p week<br />
Zorgoverleg;<br />
Welk traject<br />
en/of<br />
welke sporen<br />
Resultaat<br />
Duur<br />
Casemanag<br />
ement<br />
Vader (46),<br />
moeder (37) en<br />
twee dochters (11<br />
en 14 jaar)<br />
Middelburg<br />
Huiselijk geweld<br />
in het heden,<br />
Vader (pleger)<br />
woont elders<br />
Politie<br />
Plegerhulpverl.<br />
Emergis<br />
SMW (jongste<br />
dochter);<br />
C+ model<br />
Vader woont<br />
weer thuis.<br />
Drankprobleem<br />
vader<br />
Opvoedingsprobl<br />
emen<br />
Problemen met<br />
rouwverwerking<br />
Communicatieproblemen<br />
AMW (begeleiding<br />
moeder)<br />
SMW (begeleiding<br />
oudste dochter)<br />
4 uur de<br />
eerste 2<br />
maanden<br />
aflopend<br />
naar 2 tot<br />
1 uur per<br />
week<br />
1 maal<br />
Aanwezig:<br />
Plegerhulpver.<br />
AMW<br />
SMW<br />
Traject:<br />
gezinstherapie bij<br />
Emergis voor het<br />
hele gezin<br />
Hulpverlening<br />
kinderen via SMW<br />
Geweld is gestopt<br />
Gezinstherapie is<br />
opgestart<br />
De communicatie in het<br />
gezin is verbeterd<br />
Kinderen krijgen<br />
begeleiding via school<br />
6<br />
maande<br />
n<br />
Overgedragen<br />
naar<br />
AMW<br />
en<br />
afgeron<br />
d<br />
Vader (52),<br />
moeder (36), zoon<br />
(10), dochter (3),<br />
zoon (1)<br />
Vader (32),<br />
moeder (43), zoon<br />
(17)<br />
Terneuzen<br />
Terneuzen<br />
Acuut huiselijk<br />
geweld<br />
Twijfel doorgaan<br />
relatie<br />
Acuut Geweld<br />
Gezinsleden<br />
houden<br />
vrijwillige hulp af<br />
Zorg om<br />
veiligheid<br />
minderjarige<br />
JGZ<br />
Huisarts<br />
C+ model<br />
BJZ<br />
Jeugdreclasserin<br />
g<br />
Reclassering<br />
vader<br />
Consulent<br />
vrouwenopvang<br />
Plegerhulpverlening<br />
Emergis<br />
C model<br />
Communicatieproblemen<br />
vader heeft<br />
moeite met<br />
reguleren<br />
agressie<br />
Grote<br />
afhankelijkheid<br />
van moeder<br />
Vader en moeder<br />
willen geen hulp<br />
Zoon wil moeder<br />
beschermen<br />
Opnieuw<br />
escalatie te<br />
verwachten<br />
plegerhulpverl.<br />
Emergis<br />
Consulent<br />
vrouwenopvang<br />
Psycholoog<br />
(relatie)<br />
Opnieuw<br />
hulpverlener<br />
vrouwenopvang<br />
betrokken na<br />
nieuwe escalatie<br />
Hulp vanuit<br />
forensische setting<br />
voor vader als hij<br />
vrijkomt<br />
Begeleid wonen<br />
voor zoon<br />
Raad is opnieuw<br />
2 uur de<br />
eerste<br />
maand<br />
aflopenen<br />
d naar 1<br />
uur per 2<br />
weken<br />
4 uur de<br />
eerste 2<br />
maanden,<br />
daarna 2<br />
uur<br />
Telefonisch<br />
zorgoverleg met:<br />
Plegerhulpverl.<br />
Huisarts<br />
JGZ<br />
Psycholoog<br />
3 tal gesprekken<br />
met consulenten<br />
relatiethrapie<br />
2 x<br />
Aanwezig:<br />
Reclassering<br />
Jeugdreclassering<br />
BJZ<br />
Consulent<br />
vrouwenopvang<br />
Politie en huisarts<br />
zijn op de hoogte<br />
gebracht dat vader<br />
vrij kan komen<br />
Geweld is gestopt<br />
Echtpaar heeft afgezien<br />
van relatietherapie<br />
De communicatie is<br />
verbeterd<br />
Vader zit nog vast<br />
wegens terugkerend<br />
geweld, hulpaanbod<br />
loopt.<br />
Moeder houdt hulp af,<br />
weet waar ze aan de<br />
bel kan trekken.<br />
Voor zoon een plek<br />
gevonden om<br />
zelfstandig te leren<br />
wonen.<br />
3<br />
maande<br />
n<br />
1<br />
followup<br />
gesprek<br />
overgedragen<br />
naar<br />
psycholoog<br />
en<br />
afgeron<br />
d.<br />
Reeds 6<br />
maanden<br />
Loopt<br />
nog<br />
3 e zorgoverleg<br />
in feb<br />
‘08<br />
36
Gezinssysteem Gemeente Problemen bij<br />
Aanmelding op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
aanwezig ;<br />
C+ of C model<br />
Problemen na<br />
inventarisatie<br />
op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
ingeschakeld<br />
Tijdsin-<br />
Vestering<br />
± p week<br />
Zorgoverleg;<br />
Welk traject<br />
en/of<br />
welke sporen<br />
Resultaat<br />
Duur<br />
Casemanag<br />
ement<br />
ingelicht eind dec. ’07<br />
Vader (45),<br />
moeder (37),<br />
dochter (17), zoon<br />
(14)<br />
Moeder (29), vader<br />
(?)<br />
Kind (?)<br />
Vader (27),<br />
moeder (27), zoon<br />
(5), zoon (2)<br />
Vader (?), moeder<br />
(32), zoon (13),<br />
zoon (9), dochter<br />
(6), dochter (4)<br />
Vlissingen<br />
Vlissingen<br />
Middelburg<br />
Borsele<br />
Dreiging van<br />
huiselijk geweld<br />
zorg rondom<br />
kinderen<br />
Vader woont<br />
wisselen wel-niet<br />
thuis<br />
Huiselijk geweld<br />
Drugsgebruik<br />
Verstandelijke<br />
beperking<br />
(moeder)<br />
Kind is uit huis<br />
geplaatst<br />
Vrouw is<br />
opgenomen in de<br />
PAAZ<br />
Huiselijk geweld<br />
Problemen in de<br />
relatie<br />
schulden<br />
Problemen met<br />
werk (vader)<br />
Acuut huiselijk<br />
geweld<br />
Vader is<br />
opgenomen op<br />
de PAAZ<br />
vanwege<br />
suïcidepoging<br />
SMW (zoon)<br />
BJZ (dochter)<br />
Consulent<br />
<strong>ASHGZ</strong><br />
C+ model<br />
Politie<br />
Verslavingszorg<br />
PAAZ<br />
BJZ (pleegzorg)<br />
William Schrikker<br />
Stichting<br />
C model<br />
AMW<br />
AMK<br />
PAAZ<br />
C model<br />
AMW<br />
PAAZ<br />
Politie<br />
AMK<br />
C model<br />
Verbaal geweld<br />
Sexueel geweld<br />
Onveilige situatie<br />
thuis voor<br />
moeder en<br />
kinderen<br />
Vrouw woont<br />
weer bij partner<br />
Is vermoedelijk<br />
zwanger<br />
Per 1-1-2008 is<br />
huis opgezegd<br />
Psychiatrische<br />
problematiek<br />
drugsverslaving<br />
opvoedingspro<br />
blemen<br />
onduidelijkheid<br />
over<br />
schuldsanering<br />
verstandelijke<br />
beperking vader<br />
Alcohol<br />
verslaving vader<br />
relatieproblem.<br />
Gezamelijke<br />
koopwoning<br />
Moeder heeft<br />
geen inkomen<br />
Kindermishandeli<br />
ng<br />
Vader kan en<br />
Opname in<br />
vrouwenopvang<br />
Consulent<br />
vrouwenopvang<br />
Tien voor toekomst<br />
om zicht te<br />
verkrijgen op de<br />
verzorging en<br />
opvoeding van de<br />
kinderen<br />
Door PAAZ is<br />
verslavingszorg<br />
ingeschakeld<br />
AMW heeft<br />
crisisplan opgesteld<br />
met moeder<br />
Specialist politie zal<br />
casus inbrengen<br />
bij casusoverleg<br />
justitie<br />
4 uur de<br />
eerste 2<br />
weken,<br />
daarna 2<br />
uur<br />
Telefonisch met:<br />
BJZ<br />
SMW<br />
Er is geen contact<br />
met vader geweest<br />
3 uur Traject nog<br />
opzetten<br />
4 uur de<br />
eerste 3<br />
weken,<br />
daarna<br />
ongeveer<br />
2 uur per<br />
week<br />
De eerste<br />
4 weken 4<br />
uur per<br />
week,<br />
aflopend<br />
naar 2 uur<br />
per week<br />
Zorgoverleg in<br />
februari, doelen:<br />
Duidelijkheid<br />
verkrijgen over<br />
schuldhulpverl.<br />
Ordenen en plan<br />
van aanpak<br />
opzetten t.a.v.<br />
kinderen en relatie<br />
ouders<br />
Zorgoverleg:<br />
AMW moeder;<br />
regelt let op de<br />
kleintjes voor de<br />
middelste twee<br />
kinderen en<br />
Koppgroep voor<br />
oudste zoon,<br />
tevens zal zij<br />
praktiche zaken<br />
Na opname in<br />
vrouwenopvang is<br />
mevrouw weer terug<br />
thuis. Het geweld is<br />
gestopt. Vader is uit<br />
beeld.<br />
Kinderen worden<br />
gevolgd door BJZ en<br />
SMW<br />
Hulp voor mevrouw is<br />
ingeschakeld<br />
Er is hulp ingeschakeld<br />
Sporen lopen<br />
Geweld is gestopt<br />
Er is een crisisplan<br />
Er zijn korte directe<br />
lijnen<br />
Sporen lopen<br />
Reeds 3<br />
maande<br />
n<br />
Loopt<br />
nog<br />
2 weken<br />
casus is<br />
net<br />
opgestart<br />
6 weken<br />
loopt<br />
nog<br />
6 weken<br />
loopt<br />
nog<br />
37
Gezinssysteem Gemeente Problemen bij<br />
Aanmelding op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
aanwezig ;<br />
C+ of C model<br />
Problemen na<br />
inventarisatie<br />
op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
ingeschakeld<br />
Tijdsin-<br />
Vestering<br />
± p week<br />
Zorgoverleg;<br />
Welk traject<br />
en/of<br />
welke sporen<br />
Resultaat<br />
Duur<br />
Casemanag<br />
ement<br />
(2 gezinnen, 1<br />
huishouden)<br />
Moeder (23), Vader<br />
(?), dochter (4)<br />
Zus van moeder<br />
(25), broer van<br />
vader (24), zoon<br />
(5), dochter (4).<br />
Zusjes van vaders<br />
(14 en 15 jr.)<br />
Terneuzen<br />
Huiselijk geweld<br />
naar moeder<br />
(23)<br />
Zorg om<br />
veiligheid<br />
kinderen<br />
Moeder (25) is<br />
naar land van<br />
herkomst<br />
gevlucht, zijn de<br />
kinderen vrijwilig<br />
terug naar NL<br />
gekomen?<br />
JGZ<br />
Jeugdarts<br />
Consulent<br />
<strong>ASHGZ</strong><br />
(verleden)<br />
Politie<br />
jeugdzorgspecialist<br />
AMW (geen<br />
betrokkenheid<br />
meer)<br />
BJZ ivm ots<br />
zusjes van de<br />
vaders<br />
mag niet terug<br />
naar huis er is<br />
straatverbod<br />
aangevraagd<br />
Politie kan alleen<br />
wat doen als het<br />
weer escaleert<br />
Eergerelateerd<br />
geweld<br />
Moeder wil<br />
vluchten<br />
Generationele<br />
problematiek<br />
Geen ingang bij<br />
de mannen in<br />
het gezin<br />
Onduidelijkheid<br />
waar de kinderen<br />
van moeder (25)<br />
zijn en wat zij<br />
daarvan vindt<br />
Politie komt<br />
onmiddellijk in<br />
actie als mevrouw<br />
belt<br />
Vader kan tijdelijk<br />
bij zijn broer<br />
terecht<br />
Opname in Blijf<br />
van m’n lijf moeder<br />
(23) + dochter<br />
AMK (meerdere<br />
malen overleg)<br />
Eerste<br />
maand 4<br />
uur, vanaf<br />
2 e maand<br />
2 uur<br />
oppakken met<br />
moeder<br />
AMW: begeleiding<br />
en onderdak vader<br />
Verslavingszorg:<br />
alcoholprobleem<br />
aanpakken en<br />
plegerhulpverl.<br />
1 zorgoverleg<br />
gehad, volgend<br />
overleg in ’08.<br />
Aanwezig:<br />
Jeugdarts GGD<br />
BJZ<br />
JGZ<br />
Politie afwezig<br />
AMK + evt Raad<br />
aanwezig bij<br />
volgend overleg<br />
AMK is onderzoek<br />
gestart na vertrek uit<br />
Blijf terug naar huis.<br />
Er is contact met de<br />
moeder in Slovenie die<br />
haar zus wil helpen<br />
vluchten.<br />
Andere stappen worden<br />
10 jan. ’08 besproken<br />
in een 2 e zorgoverleg<br />
Reeds 3<br />
maanden<br />
Loopt<br />
nog<br />
Vader (?), moeder<br />
(?)<br />
Kind (2), kind (0)<br />
Sluis<br />
Acuut huiselijk<br />
geweld<br />
C model<br />
Politie,<br />
jeugdzorgspecialist<br />
Consulent<br />
vrouwenopvang<br />
JGZ<br />
C model<br />
Acuut geweld<br />
Vader eerder<br />
geweld<br />
gepleegd,<br />
daarom zorg om<br />
kinderen<br />
Gezin heeft zelf<br />
contact met een<br />
relatietherapeut<br />
van de Kreek<br />
gezocht<br />
Geen direct contact<br />
met gezin door CM,<br />
loopt via JGZ.<br />
BJZ vindt een<br />
melding bij AMK<br />
niet nodig<br />
Eerste 2<br />
weken 1<br />
uur<br />
Telefonisch met:<br />
Politie<br />
Consulent<br />
vrouwenopvang<br />
Hulpverlening loopt,<br />
geweld is gestopt<br />
JGZ koppelt signalen<br />
terug aan de consulent<br />
3 maanden<br />
Afgeron<br />
d<br />
38
Gezinssysteem Gemeente Problemen bij<br />
Aanmelding op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
aanwezig ;<br />
C+ of C model<br />
Problemen na<br />
inventarisatie<br />
op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
ingeschakeld<br />
Tijdsin-<br />
Vestering<br />
± p week<br />
Zorgoverleg;<br />
Welk traject<br />
en/of<br />
welke sporen<br />
Resultaat<br />
Duur<br />
Casemanag<br />
ement<br />
Man (35), Vrouw<br />
(24) zwanger<br />
Goes<br />
Herhalend<br />
geweld<br />
Psychiatrische<br />
problematiek bij<br />
beide partners<br />
Psychiater m.<br />
Psychiater v.<br />
Dagbehandeling<br />
MW-er v.<br />
(allen Emergis)<br />
Reclassering<br />
Parnassia Den<br />
Haag<br />
C model<br />
Traumatische<br />
gebeurtenissen<br />
verleden vrouw<br />
Moeilijk<br />
reguleren<br />
agressie man<br />
Zelfredzaamheid<br />
Relatiegesprekken<br />
door MW-er<br />
PIT (Thuiszorg voor<br />
mevrouw)<br />
SPV Emergis voor<br />
mevrouw<br />
Eerste<br />
maand 4<br />
uur,<br />
daarna 1<br />
uur<br />
Telefonisch met:<br />
MW-er<br />
dagbehandeling<br />
Emergis<br />
Reclassering<br />
Zorgoverleg<br />
georganiseerd door<br />
SPV met alle<br />
betrokkenen<br />
Geweld is gestopt<br />
Partners wonen niet<br />
meer samen<br />
Er zijn<br />
relatiegesprekken<br />
samen en beiden<br />
individueel ontvangen<br />
voldoende hulp<br />
2 maanden<br />
Afgeron<br />
d.<br />
Moeder (39), Vader<br />
(38), zoon (3)<br />
Vader (41), Moeder<br />
(41), Zoon (15),<br />
Zoon (12), Zoon<br />
(6)<br />
Terneuzen<br />
2 maanden<br />
Schouwen-<br />
Duiveland<br />
Acuut geweld,<br />
gijzeling kind<br />
Acuut geweld<br />
naar moeder en<br />
kinderen<br />
Geweld in het<br />
verleden door<br />
vader<br />
Verslavingsproblematiek<br />
Beiden verleden<br />
met sexueel<br />
geweld<br />
Politie,<br />
jeugdzorgspecialist<br />
AMW<br />
BJZ<br />
Slachtofferhulp<br />
Reclassering<br />
verslavingszorg<br />
C model<br />
Nu:<br />
VerslavingszorgB<br />
edrijfs-MW<br />
Politie<br />
Verleden:<br />
AMW<br />
SMW<br />
Let op de<br />
kleintjes<br />
ARBO-arts<br />
Consulent<br />
ASGHZ<br />
Verbaal geweld<br />
Opvoedingsondersteuning<br />
gewenst<br />
Verslavingsproblematiek<br />
Opvoedingsonder<br />
steuning nodig<br />
Communicatieproblemen<br />
Vader heeft<br />
moeite met<br />
reguleren<br />
agressie<br />
Alcoholgebruik<br />
In kaart gebracht<br />
welke hulp er reeds<br />
is. Dit op elkaar<br />
afgestemd.<br />
Huidige hulp is<br />
voldoende<br />
Hulpaanbod voor<br />
vader via<br />
reclassering<br />
Vader wacht op<br />
agressieregulatietherapie<br />
Relatiegesprekken<br />
door MW-er<br />
Verslavingszorg<br />
voor mevrouw<br />
SMW (voor alle<br />
kinderen?)<br />
4 uur de<br />
eerste 2<br />
weken,<br />
daarna 1<br />
uur<br />
monitoring<br />
4 uur<br />
eerste 2<br />
weken,<br />
daarna 2<br />
uur<br />
aflopend<br />
naar 1 uur<br />
Telefonisch met:<br />
Politie<br />
AMW<br />
BJZ<br />
Slachtofferhulp<br />
Reclassering<br />
verslavingszorg<br />
Telefonisch met:<br />
Bedrijfs-MW<br />
Verslavingszorg<br />
Familie<br />
Zorgoverleg is<br />
georganiseerd door<br />
MW-er<br />
Het geweld is gestopt<br />
Ouder-en<br />
kindbegeleiding door<br />
BJZ is gestart.<br />
Moeder staat op de<br />
wachtlijst voor AMW en<br />
heeft contact met<br />
slachtofferhulp.<br />
Voor vader is vanuit<br />
reclassering hulp<br />
opgezet<br />
Het is rustig in het<br />
gezin<br />
Hulp loopt goed, er<br />
wordt een zorgoverleg<br />
georganiseerd.<br />
Afgeron<br />
d.<br />
2 maanden<br />
Afgeron<br />
d.<br />
C model<br />
39
Gezinssysteem Gemeente Problemen bij<br />
Aanmelding op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
aanwezig ;<br />
C+ of C model<br />
Problemen na<br />
inventarisatie<br />
op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
ingeschakeld<br />
Tijdsin-<br />
Vestering<br />
± p week<br />
Zorgoverleg;<br />
Welk traject<br />
en/of<br />
welke sporen<br />
Resultaat<br />
Duur<br />
Casemanag<br />
ement<br />
Vrouw (20), man<br />
(20), baby (0)<br />
Vlissingen<br />
Acuut geweld, bij<br />
toevallige<br />
ontmoeting op<br />
straat<br />
Man mag kind<br />
niet zien<br />
AMW man<br />
Slachtofferhulp?<br />
Politie<br />
Reclassering<br />
C+ model<br />
Vrouw is heel<br />
bang voor man<br />
Moeder vrouw<br />
speelt een grote<br />
rol in de<br />
conflicten<br />
Vrouw wil geen<br />
bemiddelingsgesprek<br />
Man is verwezen<br />
naar AMK als hij<br />
omgang wenst<br />
4 uur, 2 e<br />
week 2<br />
uur<br />
Telefonisch met:<br />
Beide partners<br />
AMW<br />
Beide partners wonen<br />
apart. Er volgt nog een<br />
rechtszaak<br />
……<br />
verdere hulpverlening<br />
werd afgewezen.<br />
2<br />
weken<br />
Afgeron<br />
d.<br />
Moeder (39),<br />
dochter (12),<br />
dochter (16)<br />
Terneuzen<br />
Huiselijk geweld<br />
Bedreiging vader<br />
Stagnatie<br />
hulpverlening<br />
AMW (stagnatie)<br />
Slachtofferhulp<br />
(is gestopt met<br />
begeleiden)<br />
C+ model<br />
Vader woont<br />
elders<br />
Moeder heeft<br />
weinig inkomen<br />
Problemen met<br />
ÀMW (moeder<br />
heeft geen<br />
vertrouwen meer<br />
in hulpverlening)<br />
Kinderen hebben<br />
problemen met<br />
verwerken<br />
huiselijk geweld<br />
Slachtofferhulp<br />
voor begeleiding<br />
moeder<br />
SMW kinderen<br />
Plegerhulpverl.<br />
3 uur de<br />
eerste 2<br />
weken,<br />
daarna<br />
aflopend<br />
naar 1 uur<br />
tot half<br />
uur per<br />
week<br />
Contact herstellen<br />
met AMW<br />
(moeder) voor<br />
praktische zaken<br />
Slachtofferhulp<br />
SMW begeleiding<br />
kinderen<br />
Plegerhulpverl..<br />
vader<br />
Alle sporen lopen, alle<br />
leden van het gezin<br />
hebben hulpverlening<br />
6 maan<br />
den<br />
Loopt<br />
nog<br />
Vader, moeder,<br />
dochters (10, 8 en<br />
6 jaar)<br />
Zoon (4 jaar)<br />
Reimerswaal<br />
Acuut huiselijk<br />
geweld<br />
Ithaka<br />
Huisarts<br />
Predikant<br />
C model<br />
Opvoedingsprobl<br />
emen<br />
(psychiatrie<br />
kinderen)<br />
Communicatie<br />
Problemen<br />
Agathos<br />
(thuiszorg)<br />
3x 4 uur<br />
per week<br />
1 maal zorgoverleg<br />
aanwezig:<br />
huisarts<br />
GGO arts<br />
Predikant<br />
Onderwijzeres<br />
Thuiszorg<br />
psycholoog<br />
Volgens moeder is<br />
geweld gestopt<br />
Agathos biedt<br />
begeleiding<br />
Op school meer<br />
aandacht voor<br />
kenmerken van geweld<br />
Loopt<br />
nog<br />
Moeder ,46<br />
Zoon ,18<br />
Dochter, 20<br />
partner moeder ,50<br />
Goes<br />
Huiselijk geweld<br />
Zoon is pleger<br />
SPV- moeder<br />
Reclaseringzoon<br />
Plegerhulpverl.<br />
C + model<br />
Angst bij<br />
moeder, ze durft<br />
geen aangifte te<br />
doen<br />
Uitblijven zorg<br />
Plegerhulpverl.<br />
Bekend m<br />
caseman.<br />
3 uur<br />
week 1<br />
2 uur<br />
week 2<br />
Tel. Contact<br />
Reclasering<br />
SPV- moeder<br />
Afspraak plegerhulpver.<br />
Casus is in zicht bij alle<br />
betrokkenen<br />
Loopt<br />
nog<br />
40
Gezinssysteem Gemeente Problemen bij<br />
Aanmelding op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
aanwezig ;<br />
C+ of C model<br />
Problemen na<br />
inventarisatie<br />
op<br />
leefgebieden<br />
Welke hulp<br />
ingeschakeld<br />
Tijdsin-<br />
Vestering<br />
± p week<br />
Zorgoverleg;<br />
Welk traject<br />
en/of<br />
welke sporen<br />
Resultaat<br />
Duur<br />
Casemanag<br />
ement<br />
Moeder, 35<br />
Vader, 40<br />
Zoonn, 4<br />
Dochter, 13<br />
Mantezorger, 40<br />
Middelburg<br />
Vermeend<br />
huiselijk geweld<br />
Pleger vader<br />
Mantelzorger<br />
SMW<br />
10 voor<br />
toekomst<br />
huisarts<br />
C model<br />
Te grote invloed<br />
mantelzorger,<br />
werkt<br />
stagnerend op<br />
reguliere hulpverlening<br />
Wachtlijst voor<br />
hulpverlening<br />
10 voor<br />
Toekomst.<br />
Onderzoek door<br />
Raad<br />
Dringend verzoek<br />
opstarten hulp 10<br />
voor Toekomst.<br />
3 uur<br />
week 1<br />
2 uur<br />
daarna<br />
Tel.contact met<br />
betrokkenhulpverle<br />
ners<br />
Zorgoverleg SMW<br />
en mantelzorger<br />
Raadsonderzoek<br />
Duidelijkheid<br />
betrokkenen<br />
Loopt<br />
nog<br />
41
BIJLAGE 7; GERAADPLEEGDE LITERATUUR<br />
Bronnen gebruikt voor de beschrijving van de praktische uitvoering van het casemanagement:<br />
- Brochure ‘casemanagement in de ketenaanpak van huiselijk geweld’ van ASHG stad en regio<br />
Utrecht<br />
- ‘Casemanagement in de aanpak van huiselijk geweld, een handreiking’ (Transact, Utrecht juni<br />
2005)<br />
- ‘Op de rails’, ambulante hulp aan gezinnen met huiselijk geweld problematiek, Transact, Utrecht,<br />
november 2005.<br />
- ‘de Aanpak’, systeemgerichte hulp bij geweld in relaties. Transact, Stichting Ambulante Fiom,<br />
Vrouwenopvang Overijssel, 2001.<br />
- “Casemanagement”, een leer- werkboek over de organisatie en coördinatie van zorg-, hulp- en<br />
dienstverlening, geschreven door Nora van Riet en Harry Wouters.<br />
42