You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
AMEN<br />
omdat dit niet voor hem is weggelegd. Het is de plaats die bestemd<br />
was en is voor de Here Jezus Christus. En… die ´zoonplaats´ (letterlijke<br />
vertaling van Efe. 1:5) is, zoals we in de vorige aflevering<br />
zagen, ook gegeven aan de Gemeente, het Lichaam van Christus.<br />
Zoals Christus gezet is aan Gods rechterhand (Efe. 1:20), zo is ook<br />
het Lichaam daar mede een plaats gegeven (Efe. 2:6). Dit alles<br />
wordt ons uit genade geschonken!<br />
Overdekkende cherub<br />
Zo wordt dezelfde engelmacht aangeduid in Ezechiël 28. We citeren<br />
hier een gedeelte uit een artikelenserie van G.J. Pauptit, die eerder<br />
in AMEN verscheen:<br />
“De verzen 1-11 handelen over de vorst van Tyrus. Hier staat duidelijk<br />
dat de vorst van Tyrus een mens is geweest. Hij verhief zijn hart;<br />
hij waande zich een god, omdat hij zo wijs en verstandig meende te<br />
zijn en zoveel vermogen van goud en zilver en schatten had verkregen,<br />
maar hij zou ter groeve nederdalen door in de strijd te sneuvelen.<br />
Zijn stad Tyrus werd, na 13 <strong>jaar</strong> belegerd te zijn, door Nebukadnezar<br />
verwoest. Later werd het op een eilandje gebouwde nieuwe<br />
Tyrus door Alexander de Grote ook verwoest (Ez. 26 en 27).<br />
De verzen 12-19 spreken over de koning van Tyrus. Hierin wordt<br />
een aantal markante dingen gezegd over deze persoon:<br />
- Vers 13 Deze koning is geschapen<br />
- Vers 14 Hij is een overdekkende cherub en verblijft op<br />
Gods heilige berg<br />
- Vers <strong>15</strong> Hij was onberispelijk in zijn wegen vanaf zijn<br />
schepping<br />
- Vers 17 Hij wordt op de aarde geworpen<br />
- Vers 18 Hij wordt tot as op de aarde<br />
Vers 2 zegt dat de vorst van Tyrus een mens is. Dat nemen we letterlijk.<br />
Vers 14 en 16 zeggen, dat de koning van Tyrus een cherub is.<br />
Waarom dit dan ook niet letterlijk aanvaarden? Vers 2 zegt dat de<br />
vorst een godenwoning bezit ´midden in de zee´ of Statenvertaling:<br />
"Hart der zeeën". Dit is een Hebreeuwse uitdrukking voor: 'midden<br />
in het water, geheel door water omgeven' (zie Spr. 30:19). Vóór de<br />
val van de oude stad hadden de Tyriërs het grootste deel van hun<br />
schatten overgebracht naar een eilandje dat een kleine kilometer<br />
van de kust lag. Daar werd het nieuwe Tyrus gebouwd, in het hart<br />
der zeeën. Van de cherub staat dat hij in Eden, Gods hof, was.<br />
De overdekkende cherub<br />
In Genesis 3 komen voor het eerst de cherubs voor. God stelde cherubs<br />
tegen het oosten van de hof van Eden, Genesis 3:24. Deze cherubs<br />
staan tegenover de nachash, de slang. Dit wordt nu begrijpelijk:<br />
de latere slang was eenmaal de overdekkende cherub. Hij was<br />
boven de andere. Dat zijn o.a. de vier dieren van Ezechiël 1:5. Dat<br />
blijkt uit hoofdstuk 10:1, 4. 'Dieren' moet zijn: 'levende (wezens)'.<br />
Het zijn wonderlijke wezens: elk had vier aangezichten, ook vier<br />
vleugels. Hun voeten glinsterden als de kleur van glad koper, vers 7.<br />
Hier vindt men de reden waarom de slang nachash heet, de glanzende.<br />
Hun aangezichten hadden de gelijkenis van dat van een<br />
mens, van een leeuw, van een os en van een arend. Zie ook 10:14.<br />
Het zijn dezelfde als de vier dieren van Openbaring 4:6, 7. Hier worden<br />
ze gezien met zes vleugels, vers 8. Ze riepen steeds: "Heilig,<br />
heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, Die was en Die is en Die<br />
komen zal." Dit vereenzelvigt hen naar ons inzicht met de serafs van<br />
Jesaja 6, de brandenden. Eén der serafs vloog tot Jesaja en had een<br />
gloeiende kool in zijn hand. In Ezechiël lezen we ook dat er vuur bij<br />
De pianist<br />
Column<br />
Van klassieke pianomuziek weet ik niet veel, maar elke<br />
werkdag word ik meegenomen in de wereld van wereldberoemde<br />
componisten en leer ik per rit een nieuwe<br />
klassieker kennen. Ik rij de voorstelling De Pianist over het<br />
verhaal van Wladyslaw Szpilman die het getto in Warschau<br />
overleefde mede dankzij zijn pianomuziek. De voorstelling<br />
wordt gespeeld door één acteur en één pianist. Eerst haal ik<br />
onze Wit-Russische pianist op. Nog voor we op snelweg<br />
zijn, haalt hij een cd uit zijn tas en zegt: 'Zullen wij een stukje<br />
muziek luisteren?' Terwijl hij de cd in de cd-speler laat glijden<br />
vertelt hij dat dit die en die meesterpianist is en dat we<br />
gaan luisteren naar Bach, Mozart of Schubert. Vanaf dat<br />
moment verstrijkt de tijd niet meer in minuten, maar in symfonieën.<br />
Van het huis van de pianist naar het huis van de<br />
acteur is, met file, één symfonie.<br />
Halverwege de voorstelling speelt de pianist een stuk dat<br />
mij elke keer weer ontroert, hoe vaak ik het ook hoor. Als<br />
we in het verre Leeuwarden een nacht verblijven, vraag ik<br />
hem de volgende ochtend bij het ontbijt hoe dat stuk heet.<br />
'Het gaat van; tadada dada, tadada dada,' probeer ik op<br />
mijn best pianomuziek na te zingen. Vreemd genoeg roept<br />
hij niet direct 'je bedoelt Bach met…' maar kijkt hij me fronsend<br />
aan en probeert iets te herkennen in mijn geneurie.<br />
'Wacht, ik zal wat spelen op die vleugel.' Een paar hotelgasten<br />
genieten nog van hun late ontbijt. De pianist neemt<br />
plaats achter de vleugel die in de eetzaal staat en produceert<br />
uit het niets prachtige melodieën, zijn handen<br />
zweven over de toetsen, alsof hij ze nauwelijks aanraakt. Ik<br />
sta naast de vleugel en zeg dingen als: 'Nee, nee, dat bedoel<br />
ik niet' en 'ehm..speel nog een klein stukje door' tot ik na 5<br />
minuten roep 'Ja! Ja! Dat bedoel ik!'. Het blijkt de tweede<br />
sonate van Chopin. Zo mooi.<br />
In de kerk hebben we ook een pianist. Hij speelt geen<br />
Johann Sebastian Bach, maar Johannes de Heer. Hij speelt<br />
niet op een Steinway vleugel, maar op een elektrische<br />
piano. Hij speelt niet onder theaterspots, maar onder gele<br />
tl-verlichting. Maar als hij begint te spelen vullen de eerste<br />
tonen van de lofliederen de kerk en bij het couplet zingt hij<br />
mee. De pianist zingt uit volle borst mee. Dát vind ik mooi.<br />
Maaike Neven<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 5