rapport Groningen 2033 - Waterbedrijf Groningen

Van de Beek gaf als oplossing het opzetten van een Regionaal Ontwikkelbedrijf. ‘Dat is in staat om te kijken
naar de samenhang tussen ketens van bedrijvigheid en de meest efficiënte manier om die in te passen
in de ruimte. Hierdoor kunnen behoefteramingen worden gebaseerd op ruimtelijk-economische
plannen en de supply and demand chains. Met als gevolg optimalisatie van energiebenutting, watergebruik,
ruimtebeslag en aansluiting op de logistiek van goederen, wonen en verzorging.’ Overheden zijn
dan ten aanzien van bedrijventerreinen niet langer risicodragend uitvoerder, maar toezichthoudend bestuurder.
Met de Regiovisie Groningen-Assen, Groningen Seaports en de Buisleidingenstraat Eemshaven-Delfzijl is
Noord-Nederland op de goede weg. ’Maar we moeten oppassen voor de Wet van de Remmende Voorsprong.
Zo ontbreekt nog een echte samenhangende ontwikkelvisie op de potentie van de driehoek
Eemsmond-Groningen Stad-N33, met doortrekking tot het Chemiepark Emmen. Daarnaast ontbeert de
economische groei in Eemsmond een balans met ruimtelijke, economische en sociale randvoorwaarden.
Ook de relatie met kennis en opleiding is niet optimaal. In een integrale achterlandvisie kun je kennis
(Assen-Groningen), productie (Eemsmond) en logistiek & toelevering (gemeenten langs de N33, met een
uitloop naar Emmen) in een logische verbinding met elkaar zetten.’
10
Eemshaven (P) PRODUCTIE
Groningen Stad (K) KENNIS
Langs de N33 (L+T) LOGISTIEK EN TOELEVERING
Van de Beek ziet in 2033 het volgende voor zich:
• We kijken niet meer naar wat ons scheidt maar
naar wat ons bindt;
• Het begrip keten-denken is breed ingevoerd en toegepast;
• Bedrijfsleven en overheid kijken vanuit een welbegrepen eigenbelang naar de samenhang en het
profijt van integraal denken;
• Bij hun vestigingskeuze kijken ondernemers naar het energie- en watergrid en hoe ze daarin passen;
• Nieuwe bedrijventerreinen worden gepland aan de hand van regionale vraaggerichte
behoefteramingen;
• Noord-Nederland is voorloper bij de ketenintegratie op het gebied van biobased industry.
Gewasproductie, energie, chemie, reststoffenbenutting en de logistieke verbindingen zijn geen
gescheiden onderwerpen meer, maar worden in hun samenhang vertaald naar hun ruimtelijke
en economische vraag en effect;
• In het Noorden is een Regionaal Ontwikkelbedrijf opgezet.