rapport Groningen 2033 - Waterbedrijf Groningen

Groningen 2033 ‘Op weg naar een duurzame toekomst’
Ed van de Beek, adjunct directeur NOM:
‘Het Noorden verdient een
Regionaal Ontwikkelbedrijf’
Duurzaamheid dringt gestaag door in de haarvaten van ondernemend Nederland. Technologische verbeteringen
en mensen, die anders gaan denken, geven duurzaamheid ruim baan. De NOM zag zijn financiële
deelneming in duurzame bedrijven de afgelopen vijf jaren verdubbelen. Mooie voorbeelden zijn het grootste
biochemieconcern ter wereld BioMCN en de Agrifirm/Bavaria-fabriek, de grootste mouterij van Europa.
Met duurzaamheid kun je, volgens Van de Beek, geld verdienen. ‘Duurzaam en Profijt gaan hand in hand.’
Duurzaamheid heeft ook effect op de manier waarop we ons land inrichten. ‘Nieuwe ordeningen vragen
om andere arrangementen. Bijvoorbeeld meer decentrale oplossingen voor energie en water, en meer locale
verwerking van producten. Publieke en private partijen moeten nadenken over nieuwe invullingen
van water, energie, logistiek en ruimte.’
9
Bedrijven zoeken een energiebalans, logistieke efficiency en een goede plek in het water- en energiegrid.
‘Maar de planning van bedrijventerreinen wordt veelal ingegeven door lokale belangen; het integraal
denken over ruimte en economie ontwikkelt te langzaam. De aansluiting tussen de vraag vanuit de industrie
en het aanbod vanuit het publieke domein moet beter.’
Het afstemmingsprobleem tussen overheden komt volgens Van de Beek voort uit:
• het gemis van een gezamenlijke visie en aanpak in regionaal verband;
• het ontbreken van een gezamenlijk grondbedrijf;
• te weinig financiële armslag bij de lokale overheid: waar lokale heffingen in Europa gemiddeld 35%
van de lokale begroting bedragen, moet Nederland het doen met een schamele 10%.
Integraal denken en doen betekent dat gemeenten onderling, én met bedrijven sterker moeten samenwerken.
Dit vraagt om een visieontwikkeling in het publieke domein. ‘Een formele gemeentelijke herindeling
gaat te traag en zet te weinig zoden aan de dijk. Het gaat niet om een bestuurlijke insteek, maar
om een oplossing via analyse van nut en noodzaak, om een inhoudelijke samenwerking en een goede,
marktconforme aanpak van het grondbeleid. Van het huidige overaanbod aan bedrijventerreinen wordt
niemand beter. Integratie betekent over de schutting van je eigen organisatie en belang heen durven
kijken en de samenhang weten te benutten.’