14.01.2015 Views

Download hele studiegids (PDF) - Radboud Universiteit

Download hele studiegids (PDF) - Radboud Universiteit

Download hele studiegids (PDF) - Radboud Universiteit

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Studiegids<br />

Bachelor<br />

Biomedische Wetenschappen<br />

Studiejaar 2009-2010


Voorwoord<br />

Deze <strong>studiegids</strong> bevat informatie over de opleiding, het studieprogramma en de organisatie<br />

van de Bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen in studiejaar 2009-2010 en over<br />

voorzieningen voor studenten.<br />

De Onderwijs- en Examenregeling is te vinden via<br />

http://www.umcn.nl/student/studenten_biomedische_wetenschappen/toetsen_en_examens_b<br />

mw/wegwijzer_onderwijs_en_examenregeling<br />

Het Onderwijsprogramma 2009-2010 (blokkenschema) is te vinden via<br />

http://www.umcn.nl/fmw/db/blokkenschemabmw0910.pdf<br />

Overige informatie voor studenten is te vinden via http://www.umcn.nl/student en<br />

http://www.ru.nl/student


1 Hoofdstuk 1: Praktische zaken<br />

bacheloropleiding: jaar 1 t/m 3<br />

1.1 1.1 Toelating<br />

Voor informatie over de toelatingseisen voor de opleiding Biomedische Wetenschappen kan<br />

de internetsite van de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen worden geraadpleegd: www.ru.nl . Ook<br />

de internetsite van de Informatie BeheerGroep biedt informatie over de toelatingseisen:<br />

www.ib-groep.nl. De aanmelding voor een opleiding in het hoger- en/of wetenschappelijk<br />

onderwijs wordt gedaan via: www.studielink.nl<br />

Bij het Studenten Informatie Punt (StIP) zijn diverse informatiebrochures verkrijgbaar<br />

betreffende de opleidingen van het Universitair Medisch Centrum St <strong>Radboud</strong>.<br />

Studenten die niet aan de standaard ingangseisen zoals geformuleerd in de<br />

informatiebrochures van de opleidingen van het UMC St <strong>Radboud</strong> voldoen, bijvoorbeeld<br />

omdat zij een buitenlands diploma hebben, kunnen een bijzonder toelatingsexamen<br />

aanvragen. Dit examen, het zogenaamde Colloquium Doctum, bestaat uit diverse onderdelen.<br />

Het Colloquium Doctum moet worden aangevraagd bij het College van Bestuur van de<br />

<strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen. Het aanvraagformulier zit in de brochure Colloquium<br />

Doctum, die verkrijgbaar is bij de Centrale Studenten Administratie aan de Comeniuslaan 4,<br />

of aan te vragen via de website www.ru.nl /studeren in Nijmegen.<br />

1.1 1.2 Regels<br />

1.2.1 Aanwezigheid<br />

Deelname aan alle practica en werkgroepen is verplicht. Participatie wordt geregistreerd door<br />

de blokcoördinator. Bij verhindering dient de student dit vooraf te melden bij de<br />

blokcoördinator. Wanneer dit verzuim gelegitimeerd is, kan de blokcoördinator een<br />

vervangende opdracht geven. Achterstand door ongeoorloofd verzuim en door gebrek aan<br />

inzet kan niet binnen het blok worden ingehaald of hersteld.<br />

1.2.2 Aanmelden voor kernblokken<br />

Oriëntatie<br />

De inhoud van de kernblokken is beschreven in paragraaf 2.4 t/m 2.6.<br />

Aanmelding<br />

De student dient zich aan te melden voor alle kernblokken die hij wil volgen. Dit gebeurt via<br />

internet: www.umcn.nl/student, Studenten Webdossier. In onderstaande tabel zijn globaal de<br />

aanmeldingsperioden weergegeven. De exacte aanmeldingsperiode wordt via internet (ad<br />

valvas) bekend gemaakt. Gedurende drie weken kunnen studenten zich aan- en afmelden, dan<br />

sluit de aanmelding en worden de tijdige aanmeldingen door Onderwijs- en Studentenzaken<br />

verwerkt. De blok-indelingen worden via het Studenten Webdossier op internet bekend<br />

gemaakt.


Kernblokken uit<br />

Aanmelden in<br />

Periode 1 t/m 5<br />

Juni voorafgaande studiejaar<br />

Periode 6 t/m 10<br />

Medio november<br />

Eerstejaars studenten<br />

Voor eerstejaars studenten geldt hierop de uitzondering, dat zij zich schriftelijk middels het<br />

toegezonden aanmeldingsformulier kunnen aanmelden voor de kernblokken in periode 1 t/m<br />

5 van het reguliere programma. Wanneer zij vrijstellingen verwachten voor eerstejaars<br />

blokken, dienen zij zo snel mogelijk contact op te nemen met de studieadviseur.<br />

Voor periode 6 t/m 10 dienen ook eerstejaars studenten zich aan te melden via<br />

www.umcn.nl/student.<br />

Na-aanmelding<br />

Tot drie weken voor de start van een blok kan de student zich via internet nog na-aanmelden.<br />

Alléén bij voldoende plaats wordt de student dan alsnog ingedeeld.<br />

De groeps-indelingen worden gemaakt door Onderwijs- en Studentenzaken en worden<br />

ongeveer drie weken voor de start van het blok via het Studenten Webdossier op internet<br />

bekend gemaakt. Hierna kan de student zich nog alleen afmelden; aanmelden is niet meer<br />

mogelijk.<br />

1.2.3 Keuze hoofdvak en aanmelden voor keuzeblokken en bachelorstage in<br />

het derde jaar<br />

Oriëntatie: keuze hoofdvak<br />

De studenten ronden hun bacheloropleiding af met de keuze uit één van de zes hoofdvakken.<br />

Een inhoudelijke voorbereiding op de te kiezen hoofdvakken is al gegeven in de blokken<br />

Inleiding hoofdvakken 1 en 2 in het tweede jaar. In het begin van het derde jaar vindt nog een<br />

keuzemarkt plaats, waarin de hoofdvakken en bijvakken zich presenteren. In studiejaar 2009-<br />

2010 is deze keuzemarkt op 6 oktober 2009.<br />

Elk hoofdvak bestaat uit 2 of 3 blokken en een bachelorstage, die afhankelijk van het aantal<br />

gevolgde hoofdvakblokken 14 of 18 weken duurt.<br />

In de hoofdvakblokken leert de student een aantal methoden van het betreffende hoofdvak<br />

toepassen en maakt hij kennis met de aard van de onderwerpen die daarbij aan de orde<br />

komen. In de stage ervaart de student vervolgens hoe onderzoek vanuit dat vakgebied wordt<br />

uitgevoerd.<br />

In de masteropleiding krijgt elk van de hoofdvakken een vervolg, waarbij een verdere<br />

verdieping of verbreding van het betreffende vakgebied wordt gegeven.<br />

Op deze wijze biedt de bacheloropleiding de studenten de mogelijkheid om voor zichzelf vast<br />

te stellen of het betreffende hoofdvak datgene biedt dat ze zoeken. Men legt zich met deze<br />

keuze nog niet vast voor de masteropleiding. De student kan in de masteropleiding voor een<br />

ander hoofdvak kiezen, dan hij heeft gedaan in de bacheloropleiding. De enige consequentie<br />

die dat voor hem heeft is dat hij de blokken uit de bacheloropleiding alsnog zal moeten<br />

inhalen. Dat kan meestal zonder dat daardoor studievertraging wordt opgelopen.<br />

Aanmelding keuzeblokken en bachelorstage in derde jaar<br />

Aanmelden voor de keuzeblokken uit de bachelorfase in periode 5 en voor de bachelorstage is<br />

mogelijk vanaf medio juni tot uiterlijk 18 oktober 2009. Vanaf studiejaar 2009-2010 moeten<br />

studenten zich ook aanmelden voor de bachelorstage via het web-aanmeldingsformulier voor<br />

periode 1 t/m 5. De sluitingsdatum van 18 oktober 2009 is belangrijk om de organisatie van<br />

de blokken en de bachelorstages te faciliteren en zal strict gehandhaafd worden.


Aanmelding voor keuzeblokken in periode 6 en 7 is in de tweede helft van november.<br />

De precieze aanmeldingsperioden worden via Ad Valvas op internet bekend gemaakt.<br />

Gedurende deze aanmeldingsperiodes kunnen studenten zich aan- en afmelden, dan sluit de<br />

aanmelding en worden de aanmeldingen door Onderwijs- en Studentenzaken verwerkt. De<br />

blok-indelingen worden via het Studenten Webdossier op www.umcn.nl/student bekend<br />

gemaakt.<br />

Aanmelding cursus bachelor writing (onderdeel van Portfolio Rapportagevaardigheden)<br />

Parallel aan de bachelorstage, geprogrammeerd in periode 8 t/m 11a, volgen derdejaars<br />

studenten een verplichte cursus bachelor writing. Deze cursus vormt een onderdeel van<br />

Portfolio Rapportagevaardigheden (5RAPP). Studenten dienen zich hiervoor tijdig aan te<br />

melden via het aanmeldingformulier voor periode 6 t/m 11a dat medio november beschikbaar<br />

komt in het Studenten Webdossier.<br />

Na-aanmelding keuzeblokken in derde jaar<br />

Tot drie weken voor de start van een blok kan de student zich via internet nog na-aanmelden.<br />

Echter alleen bij voldoende plaats wordt de student dan alsnog ingedeeld; meldt je dus tijdig<br />

aan (keuzeblokken periode 5 en bachelorstage: vóór 18 oktober 2009!). Vanaf drie weken<br />

voor aanvang van een blok kan de student zich alleen nog afmelden.<br />

Indienen bachelorstageplan<br />

Vanaf periode 7 of 8, afhankelijk van het gekozen hoofdvak, loopt de student stage. Indeling<br />

voor de stage vindt plaats via de studieleider. De studieleiders dragen voorstellen voor de<br />

stage aan; de studenten maken een bachelorstageplan. De uitwerking van het<br />

bachelorstageplan geschiedt in overleg met de stagebegeleider en de student.<br />

Voor aanvang van de bachelorstage moet de student een bachelorstageplan, voorzien van de<br />

handtekening van de studieleider, inleveren bij de secretaris van de examencommissie, via de<br />

balie van het StIP, de brievenbus bij deze balie of eventueel per post. De secretaris van de<br />

examencommissie (laat) alle stageplannen controleren op formele eisen (titel, aantal ECTS<br />

punten, handtekening studieleider) en registreren. Zonder een positieve registratie wordt geen<br />

bachelordiploma verstrekt.<br />

De student moet voor het indienen van het bachelorstageplan gebruik maken van het<br />

formulier dat te vinden is op internet, menu studie-informatie BMW / bachelorstageplan. Dit<br />

document bevat de minimale elementen welke het bachelorstageplan Biomedische<br />

Wetenschappen volgens de Examencommissie moet bevatten.<br />

In het Studenten Webdossier kan de student controleren of het bachelorplan reeds is<br />

geregistreerd.<br />

1.2.4 Afmelden en wijziging van aanmelding voor kernblokken en<br />

keuzeblokken<br />

De student dient zich bij verhindering om deel te nemen zo spoedig mogelijk af te melden via<br />

internet, bij voorkeur minimaal drie weken voor aanvang van het blok. Dit bevordert een<br />

optimale benutting van de capaciteit van het blok, wat het onderwijs ten goede komt. Er kan<br />

bijvoorbeeld bij het maken van de indeling tot een evenwichtige werkgroepgrootte worden<br />

gekomen.<br />

Als een student een aanmelding wil wijzigen, moet hij een nieuw aanmeldingsformulier


invullen. Let op dat u het héle aanmeldingsformulier opnieuw invult en niet alleen het te<br />

wijzigen blok!<br />

1.2.5 Aanmelden en afmelden voor (herhaal)tentamens<br />

Aanmelden<br />

Bij indeling voor een blok is de student automatisch aangemeld voor de bloktoets. Wanneer<br />

een student een blok niet gehaald heeft, kan hij een hertoets doen. Het laatst behaalde<br />

resultaat geldt.<br />

Voor een kernblok kan de student zich uiterlijk tot twee weken voor de toets (zie hoofdstuk<br />

4 Toetsing en examens) via internet met behulp van KISS/TIS aanmelden voor<br />

uitsluitend het herhaaltentamen, of kan het blok opnieuw in zijn geheel volgen. Als de<br />

student voor het laatste kiest, moet hij/zij zich aanmelden voor contactonderwijs via het webaanmeldingsformulier<br />

op internet. Het is echter niet mogelijk om twee blokken tegelijkertijd<br />

te volgen. De student kan zich in een periode slechts bij één blok aanmelden voor het<br />

contactonderwijs. Wanneer de student een gedeelte van een eerder gevolgd blok moet<br />

inhalen, kan hij voorafgaand aan het blok contact opnemen met de betreffende<br />

blokcoördinator om de mogelijkheden hiervoor te bespreken.<br />

Toetsindelingen met vermelding van de toetslocatie worden ongeveer twee weken voor de<br />

toets bekend gemaakt via het Studenten Webdossier op internet.<br />

Voor de bloktoetsen van Inleiding hoofdvakken 1, Inleiding hoofdvakken 2 en de<br />

keuzeblokken gelden andere regels voor de herhaaltentamens. De student maakt zelf een<br />

afspraak met de blokcoördinator over het herkansen van (deel)tentamens voor deze blokken.<br />

Afmelden<br />

Tot twee weken voor de bloktoets of hertoets kan de student zich via internet met behulp van<br />

KISS/TIS afmelden voor deelname. Daarna is het nog mogelijk om af te melden via een<br />

formulier bij het StIP.<br />

1.1 1.3 Onderwijsperioden<br />

Periode 1 31 augustus t/m 25 september 2009<br />

Periode 2 28 september t/m 23 oktober 2009<br />

Periode 3 26 oktober t/m 20 november 2009<br />

Periode 4 23 november t/m 18 december 2009<br />

- 5OSB2 op 9 december<br />

Onderwijsvrij 21 december 2009 t/m 1 januari 2010<br />

Periode 5 4 januari t/m 29 januari 2010<br />

Periode 6 1 februari t/m 26 februari 2010<br />

- 5OSB1 en 5OSB2 op 10 februari<br />

Periode 7 1 maart t/m 26 maart 2010<br />

Periode 8 29 maart t/m 23 april 2010<br />

Onderwijsvrij 26 april t/m 30 april 2010<br />

Periode 9 3 mei t/m 28 mei 2010<br />

- 5OSB1 en 5OSB2 op 19 mei<br />

Periode 10 31 mei t/m 25 juni 2010<br />

Periode 11a 28 juni t/m 9 juli 2010


(voor OMB2 en OMB4)<br />

NB: op de eerste pagina van deze <strong>studiegids</strong> vindt u de planning van de blokken in de<br />

onderwijsperioden.<br />

1.1 1.4 Studiematerialen en aanschaf<br />

1.4.1 Kernboeken<br />

De kernboekenlijst is een lijst van boeken waarin alle voor het kerncurriculum noodzakelijke<br />

lesstof kan worden gevonden en bestudeerd. De kernboeken weerspiegelen de kennis van de<br />

discipline geneeskunde en/of (bio-)medische wetenschappen en de daarmee verbonden<br />

vakgebieden. Studenten en docenten maken gebruik van dezelfde boeken. De student schaft<br />

de eerste twee jaar alle boeken aan en beschikt daarmee over een breed scala van waardevolle<br />

naslagwerken. Naast de kernboeken schaffen studenten per hoofdvak nog verschillende<br />

boeken aan.<br />

Wijzigingen<br />

De kernboekenlijst ondergaat elk jaar wijzigingen: soms vanwege de komst van nieuwe<br />

drukken en soms door de keuze van een ander boek. Als gedurende de studie de<br />

kernboekenlijst verandert, is het niet noodzakelijk dat de ouderejaars student de nieuwe<br />

boeken van de lijst aanschaft. Iedere jaargroep heeft namelijk zijn eigen boekenlijst. Op<br />

internet is een actueel overzicht te vinden, waarin per jaargroep de lijst is weergegeven.<br />

Aanschaf<br />

De faculteit adviseert studenten dringend boeken van de kernboekenlijst te kopen. De<br />

kernboeken zijn te bestellen via de MFVN. Bestellingen via de MFVN zijn gegarandeerd van<br />

de juiste druk. Kijk op www.mfvn.nl voor meer informatie.<br />

Kernboekenlijst<br />

KERNBOEKENLIJST BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN 2009-2010 versie juni<br />

2009<br />

Vak Kernboek aanschaf in jaar<br />

Anatomie<br />

Putz & Pabst: Sobotta's Atlas 1<br />

of Human Anatomy.<br />

14 e editie 2006, Vol. 1+ 2<br />

Anatomie<br />

Moore, Dalley: Clinically 1<br />

Oriented Anatomy.<br />

Williams & Wilkins. 6 e druk<br />

2009 + cd-rom<br />

Anatomie<br />

Larsen: Human Embryology. 1<br />

Churchill Livingstone. 4 e druk<br />

2008<br />

Biochemie<br />

Baynes / Dominiczak: Medical 1<br />

Biochemistry.<br />

Elsevier. 3 e druk 2009


Celbiologie Histologie Junqueira / Carneiro / Kelley: 1<br />

Functionele Histologie.<br />

Elsevier. 12 e druk 2009<br />

Celbiologie-Histologie Alberts / Bray / Hopkin / 1<br />

Johnson / Lewis / Raff:<br />

Essential Cell Biology.<br />

Garland Publishing Inc. 3 e<br />

druk 2009<br />

Epidemiologie Bouter / Dongen v: 1<br />

Epidemiologisch onderzoek.<br />

Bohn Stafleu Van Loghum. 5 e<br />

herziene druk 2000<br />

Epidemiologie<br />

Zielhuis / Heydendael / Maltha 1<br />

/ Riel v: Handleiding medisch<br />

wetenschappelijk onderzoek:<br />

probleemidentificatie,<br />

methodologie, uitvoering,<br />

presentatie.<br />

Elsevier. 5 e druk 2009<br />

Farmacologie Rang / Dale / Ritter / Moore / 1<br />

Churchill Livingstone:<br />

Pharmacology. 6 e druk 2007<br />

Fysiologie FitzGerald / Folan-Curran / 1<br />

Saunders: Clinical<br />

neuroanatomy and related<br />

neuroscience.<br />

5 e druk 2006<br />

Fysiologie<br />

Silverthorn: Human 1<br />

Physiology, an integrative<br />

approach.<br />

5 e druk 2009<br />

Fysiologie<br />

McArdle / Katch / Katch: 1<br />

Exercise Physiology: energy,<br />

nutrition and human<br />

performance.<br />

Lea & Febiger. 6 e druk 2006<br />

Genetica Turnpenny PD, Ellard S: 2<br />

Emery's elements of medical<br />

genetics. Churchill<br />

Livingstone. 13 e druk 2007<br />

Immunologie<br />

Parham: The Immune System. 2<br />

Garland publishing. 3 e druk<br />

2004<br />

Interne Geneeskunde Kumar / Clark: Clinical 1<br />

Medicine: a textbook for<br />

medical students and doctors.<br />

Baillière Tindall. 7 e druk 2009<br />

Medische Fysica<br />

Oosterom / Oostendorp:<br />

Medische Physica.<br />

1


Elsevier. 3 e druk 2008<br />

Microbiologie Mims / Playfair / Roitt / 2<br />

Wakelin / Williams /<br />

Anderson: Medical<br />

Microbiology. Mosby Year<br />

Book Europe Ltd. 4 e druk 2007<br />

Oncologie<br />

Velde vd / Bosman / Wagener: 2<br />

Oncologie.<br />

Bohn Stafleu Van Loghum. 7 e<br />

herziene druk 2005<br />

Pathologie<br />

Rubin / Schwarting / Strayer: 1<br />

Rubin's Pathology.<br />

J.B. Lippincott Company. 5 e<br />

druk 2007<br />

Statistiek<br />

Petrie / Sabin: Medical 1<br />

statistics at a glance<br />

Blackwell Science. 3 e druk<br />

2009<br />

Sociale Geneeskunde Mackenbach / Maas vd: 3<br />

Volksgezondheid en<br />

gezondheidszorg. Elsevier. 4 e<br />

druk 2008<br />

Toxicologie Casarett / Doull's, Klaassen / 1<br />

Watkins: Essentials of<br />

Toxicology.<br />

1 e druk 2003<br />

Digitale kernboekenlijst<br />

Farmacotherapeutisch 2<br />

Kompas<br />

medisch farmaceutische<br />

voorlichtingsuitgave van de<br />

Centrale Medisch<br />

Pharmaceutische Commissie<br />

van de Ziekenfondsraad.<br />

Amstelveen: Ziekenfondsraad.<br />

zie www.fk.cvz.nl<br />

1.4.2 Kernboekenlijst doorstromers<br />

Kernboeken schakeljaar studiejaar 2008-2009<br />

Voor het schakeljaar is een aparte kernboekenlijst samengesteld. Met klem wordt vermeld dat<br />

dit geen verplichte kernboekenlijst is, maar een advieslijst voor aanschaf, afgeleid van de<br />

reguliere kernboekenlijst. De reden hiervoor is, dat niet alle blokken in de regulier<br />

bacheloropleiding in het schakeljaar aan bod komen.<br />

Een aantal kernboeken uit de bachelor-kernboekenlijst zullen tijdens de masteropleiding<br />

alsnog aangeschaft moeten worden (afhankelijk van het hoofdvak).


Bij bestellen via http://www.studentenboek.nl/ staan de boeken per studiejaar vermeld. Voor<br />

alle duidelijkheid: er moeten boeken uit alle jaren (en soms ook al uit de masteropleiding)<br />

besteld worden.<br />

NB Vanaf 2007-2008 dienen studenten bij aanvang van de studie een voorgeschreven<br />

standaard rekenmachine aan te schaffen. Indien bij een eerstejaars toets in 2007-2008 het<br />

gebruik van een rekenmachine is toegestaan, worden alleen deze standaard rekenmachines<br />

toegelaten. De standaard rekenmachine, is net als de kernboeken, verkrijgbaar via de MFVN<br />

KERNBOEKENLIJST BACHELOR BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN 2009-2010<br />

nr Vak Kernboek gebruikt in<br />

blok:<br />

1 Anatomie Putz & Pabst 5B101<br />

Sobotta's Atlas 5O101<br />

of human 5O104<br />

anatomy. 14 e 5DT03<br />

editie 2006, 5HM04<br />

vol. 1 + 2<br />

2 Anatomie Moore, Dalley<br />

Clinically<br />

Oriented<br />

Anatomy.<br />

Baltimore<br />

(etc): Williams<br />

& Wilkins, 6e<br />

druk 2009, +<br />

cd-rom<br />

3 Anatomie Larsen Human<br />

Embryology.<br />

New York (etc)<br />

Churchill<br />

Livingstone, 4e<br />

druk 2008<br />

4 Biochemie Baynes /<br />

Dominiczak,<br />

Medical<br />

Biochemistry,<br />

Elsevier, 3 e<br />

editie 2009<br />

5 Celbiologie<br />

Histologie<br />

Junqueira /<br />

Carneiro /<br />

Kelley<br />

Functionele<br />

Histologie.<br />

Utrecht:<br />

Wetenschappel<br />

ijke Uitgeverij<br />

Bunge, 11 e<br />

5B101<br />

5O101<br />

5O102<br />

O207<br />

5DT03<br />

5BMWK<br />

5B101<br />

5B102<br />

5O102<br />

5DT03<br />

5B103<br />

5O101<br />

5O102<br />

5O104<br />

5B202<br />

Aanbevolen voor:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

OEH, BW,<br />

TOX/PB<br />

EPI


6 Celbiologie<br />

Histologie<br />

druk 2007<br />

Alberts / Bray / 5B103<br />

Hopkin / 5B202<br />

Johnson /<br />

Lewis / Raff<br />

Essential Cell<br />

Biology. New<br />

York (etc):<br />

Garland<br />

Publishing<br />

Inc., 3 e druk<br />

2009<br />

5IBMW<br />

5OMB1<br />

7 Epidemiologie Bouter /<br />

Dongen v /<br />

Zielhuis<br />

Epidemiologis<br />

ch onderzoek.<br />

Houten (etc):<br />

Bohn Stafleu<br />

Van Loghum,<br />

5 e herziene<br />

druk 2007<br />

8 Epidemiologie Zielhuis /<br />

Heydendael /<br />

Maltha / Riel v<br />

Handleiding<br />

medisch<br />

wetenschappeli<br />

jk onderzoek:<br />

probleemidenti<br />

ficatie,<br />

methodologie,<br />

uitvoering,<br />

presentatie.<br />

Maarssen:<br />

Elsevier/<br />

Bunge, 5 e druk<br />

2009<br />

5IBMW<br />

5OMB4<br />

5OMB5<br />

9 Farmacologie Rang / Dale / 5IBMW<br />

Ritter / Moore / 5O102<br />

Churchill<br />

Livingstone<br />

5O103<br />

5O104<br />

Pharmacology' 5MIOA<br />

. 6e druk 2007<br />

10 Fysiologie FitzGerald / 5O104<br />

Folan-Curran / O207<br />

Saunders 5DT03<br />

Clinical<br />

neuroanatomy<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

BW, TOX/PB<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

TOX/PB<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

EPI<br />

BW<br />

OEH, BW


and related<br />

neuroschience.<br />

5 e druk 2006<br />

11 Fysiologie Silverthorn<br />

Human<br />

Physiology, an<br />

integrative<br />

approach, 5 e<br />

druk 2009<br />

12 Fysiologie McArdle /<br />

Katch / Katch<br />

Exercise<br />

Physiology:<br />

energy,<br />

nutrition and<br />

human<br />

performance.<br />

Philadelphia<br />

(etc): Lea &<br />

Febiger, 6 e<br />

druk 2006<br />

13 Genetica Turnpenny PD,<br />

Ellard S<br />

Emery's<br />

elements of<br />

medical<br />

genetics.<br />

Edinburgh<br />

(etc) Churchill<br />

Livingstone<br />

13 e druk 2007<br />

14 Immunologie Parham The<br />

Immune<br />

System.<br />

Garland<br />

publishing, 2 e<br />

druk 2004<br />

15 Interne<br />

Geneeskunde<br />

Kumar / Clark<br />

Clinical<br />

Medicine: a<br />

textbook for<br />

medical<br />

students and<br />

doctors.<br />

London (etc):<br />

Baillière<br />

Tindall, 6 e druk<br />

2005<br />

5O101<br />

5O102<br />

5O104<br />

5DT03<br />

5DT03<br />

5BMWK<br />

5B202<br />

5B202<br />

5O101<br />

5O102<br />

5O104<br />

5O207<br />

5MIOA<br />

5BMWK<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

16 Medische Oosterom / 5IBMW Fys: HLO: alle<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

BW, HTA<br />

BW<br />

EPI, TOX/PB<br />

EPI<br />

EPI, TOX/PB<br />

EPI


Fysica Oostendorp<br />

Medische<br />

Physica.<br />

Utrecht:<br />

Bunge, 3 e druk<br />

2008<br />

5B102<br />

5O101<br />

5O104<br />

17 Microbiologie Mims / Playfair 5MIOA<br />

/ roitt /<br />

Wakelin /<br />

Williams /<br />

Anderson<br />

Medical<br />

Microbiology.<br />

Mosby Year<br />

Book Europe<br />

Ltd. 4e druk<br />

2007<br />

18 Pathologie Rubin /<br />

Schwarting /<br />

Strayer Rubin's<br />

Pathology.<br />

Philadelphia<br />

(etc): J.B.<br />

Lippincott<br />

Company. 5 e<br />

druk + cd-rom,<br />

2007<br />

19 Statistiek Petrie / Sabin<br />

Medical<br />

statistics at a<br />

glance,<br />

Oxford,<br />

Blackwell<br />

Science, 3 e<br />

druk 2009<br />

20 Sociale<br />

Geneeskunde<br />

Mackenbach /<br />

Maas vd<br />

Volksgezondhe<br />

id en<br />

gezondheidszo<br />

rg.<br />

Elsevier/Bunge<br />

, Utrecht, 4 e<br />

druk 2008<br />

21 Toxicologie Casarett /<br />

Doull's,<br />

Klaassen /<br />

Watkins<br />

Essentials of<br />

5IBMW<br />

5B202<br />

5BMWK<br />

O207<br />

5OMB1<br />

5OMB3<br />

5IBMW<br />

5DT02<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

EPI<br />

TOX/PB<br />

BW-<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

OEH, TOX/PB<br />

OEH, TOX/PB<br />

EPI


Toxicology. 7 e<br />

druk 2008<br />

22 Farmacothera<br />

peutisch<br />

Kompas<br />

medisch<br />

farmaceutische<br />

voorlichtingsui<br />

tgave van de<br />

Centrale<br />

Medisch<br />

Pharmaceutisc<br />

he Commissie<br />

van de<br />

Ziekenfondsraa<br />

d. Amstelveen:<br />

Ziekenfondsraa<br />

d, 2003<br />

23 Diagnostisch<br />

Kompas<br />

voorlichtingsui<br />

tgave over<br />

aanvullende<br />

diagnostiek<br />

van de<br />

Stuurgroep<br />

Aanvullende<br />

Diagnostiek<br />

van de<br />

Ziekenfondsraa<br />

d. Amstelveen:<br />

Ziekenfondsraa<br />

d, 2003<br />

24 Oncologie v.d.Velde / de 5BMWK<br />

Mulder / van<br />

Krieken<br />

Oncologie. 7 e<br />

druk<br />

Geen kernboek, wel aanbevolen:<br />

mw medisch<br />

woordenboek<br />

Stedman's<br />

Concise<br />

Medical &<br />

Allied Health<br />

Dictionary<br />

(illustrated<br />

edition)<br />

Lippincott,<br />

Williams &<br />

Wilkins,<br />

algemeen<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

BW<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken<br />

alle<br />

hoofdvakken


Baltimore,<br />

2001<br />

Boeken, gebruikt in hoofdvakblokken in schakeljaar:<br />

ihta<br />

e001<br />

health<br />

technology<br />

assesment<br />

Ovreteit J.<br />

Evaluating<br />

Health<br />

Interventions:<br />

an introduction<br />

to evaluation of<br />

health<br />

treatments,<br />

services,<br />

policies and<br />

organizational<br />

interventions.<br />

Open<br />

Universtity<br />

Press 1998.<br />

ISBN 0-0335-<br />

19964-X<br />

(PBK)<br />

epidemiologie Armstrong B.,<br />

White E,<br />

Sarraci R.<br />

Principles of<br />

exposure<br />

measurement<br />

in<br />

epidemiology.<br />

New York:<br />

Oxford<br />

University<br />

Press, 1992<br />

IHTA<br />

E001<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

Fys: HLO:<br />

MBRT:<br />

HTA<br />

HTA<br />

EPI<br />

EPI<br />

1.4.3 Blokboeken en werkboeken<br />

Ieder onderwijsblok wordt beschreven in een blokboek. In het blokboek staat o.a.:<br />

• Een overzicht van de inhoud, organisatie, leerdoelen, structuur en methode van toetsing<br />

van het onderwijsblok;<br />

• De instructies behorende bij zelfstudieopdrachten en werkgroepen;<br />

• Specifieke informatie over bijzonderheden in het blok.<br />

Daarnaast moet er bij een aantal blokken ook een werkboek worden gekocht. Hierin staat<br />

voornamelijk de lesstof in, die niet voorkomt in een van de kernboeken.<br />

Kosten en aanschaf<br />

Studenten moeten, bij deelname aan het blok, in bezit zijn van het betreffende blokboek en<br />

eventueel werkboek. Over de eerste 2,5 jaar (alle BMW-kernblokken) zijn de kosten<br />

ongeveer €125,- voor de blokboeken en €170,- voor de werkboeken.<br />

Blokboeken en werkboeken kunnen aangeschaft worden bij de portier van het Studiecentrum<br />

Medische Wetenschappen.


1.4.4 Rekenmachine<br />

Vanaf 2007-2008 dienen studenten bij aanvang van de studie een voorgeschreven standaard<br />

rekenmachine aan te schaffen. Indien in 2009-2010 bij een eerstejaars, tweedejaars of<br />

derdejaars bachelor toets het gebruik van een rekenmachine is toegestaan, worden alleen deze<br />

standaard rekenmachines toegelaten. De standaard rekenmachine, is net als de kernboeken,<br />

verkrijgbaar via de MFVN (www.mfvn.nl).<br />

1.4.5 Overige studiebenodigdheden<br />

Per studiejaar dient u, naast de aanschaf van kernboeken, rekening te houden met de kosten<br />

voor blokboeken, readers en overige materialen en met eventuele reiskosten voor<br />

bijvoorbeeld excursies en stages.<br />

1.1 1.5 Studiebegeleiding<br />

1.5.1 Studenten Informatiepunt (StIP)<br />

Het eerste aanspreekpunt voor studenten is het Studenten Informatiepunt (StIP). Het StIP<br />

verzorgt de uitgifte en inname van formulieren en de informatieverstrekking aan studenten<br />

over onderwijsprogramma's, toets- en examenregelingen. Het is gevestigd op de eerste<br />

verdieping van het Studiecentrum Medische Wetenschappen, Geert Grooteplein 21.<br />

Het e-StIP is het digitale loket van het StIP. Via e-StIP op www.umcn.nl/student kunnen<br />

studenten vragen stellen aan de medewerkers van het StIP en Onderwijs- en Studentenzaken.<br />

Zie § 5.1.1 voor informatie over o.a. bereikbaarheid van het StIP.<br />

1.5.2 Studieadviseur<br />

Studenten die een persoonlijk gesprek met de studieadviseur willen, kunnen bij het StIP een<br />

afspraak maken met de studieadviseur. De studieadviseur Biomedische Wetenschappen is drs.<br />

Hilde Swinkels (tel. 3615065).<br />

De studieadviseur kan informatie geven over:<br />

• inhoud en vormgeving van de studie,<br />

• studiefinanciering, bv. bij onderbreken of staken van de studie,<br />

• andere studiemogelijkheden, als studenten willen veranderen van opleiding,<br />

• aanvullende studiemogelijkheden, bijvoorbeeld het vrij keuzeonderdeel.<br />

De studieadviseur kan adviseren over:<br />

• studieaanpak, zowel qua planning als methodiek,<br />

• examenregelingen: bijvoorbeeld het aanpassen van een toetsplanning aan individuele<br />

omstandigheden,<br />

• aanpassingen aan het programma in het geval van bijzondere omstandigheden (handicap,<br />

ziekte e.d.).<br />

De studieadviseur kan hulp bieden of doorverwijzen bij:<br />

• studieproblemen veroorzaakt door allerlei verschillende oorzaken (thuissituatie,<br />

motivatiecrisis, tijdgebrek),<br />

• problemen als gevolg van de studie, zoals twijfels over de geschiktheid voor de studie,<br />

slechte resultaten, overbelasting,<br />

• kritiek op het onderwijsprogramma, examenregelingen, docenten, de organisatie e.d.


In dat verband onderhoudt hij nauwe contacten met docenten, de studentendecanen en<br />

studentenpsychologen.<br />

Verder kan de studieadviseur vragen en verzoeken aan de examencommissie in de<br />

vergadering toelichten, bijvoorbeeld verzoeken om een bijzondere herkansing van een<br />

tentamen om persoonlijke redenen. Ook kan de studieadviseur toelichting geven over<br />

individuele omstandigheden in de vergadering van de commissie die het studieadvies einde<br />

eerste jaar vaststelt.<br />

Soms zal de studieadviseur studenten uitnodigen voor een gesprek. Dit is bijvoorbeeld het<br />

geval bij eerstejaarsstudenten, met name wanneer er sprake is van vertraging in de<br />

studievoortgang. Ook ouderejaars zullen door de studieadviseur worden uitgenodigd wanneer<br />

de resultaten hiertoe aanleiding lijken te geven en de studieaanpak wellicht individueel moet<br />

worden bijgesteld.<br />

Bereikbaarheid studieadviseur<br />

Voor studenten Biomedische Wetenschappen is er telefonisch spreekuur op maandag van<br />

14.00-15.00 uur en donderdag van 9.00- 10.00 uur, tel. 3615065.<br />

Inloopspreekuur voor korte informatieve vragen: donderdag 12.30 - 13.30 uur.<br />

Voor langere vragen kan een afspraak worden gemaakt via 361065 of dagelijks tussen 10.00<br />

en 14.00 uur aan de balie.<br />

1.5.3 Tutorgroepen en oriëntatie op studie en beroep (5OSB1)<br />

Studenten Biomedische Wetenschappen worden in het eerste jaar ingedeeld in tutorgroepen<br />

die gedurende het <strong>hele</strong> eerste jaar blijven bestaan. Een tutorgroep bestaat uit circa 15<br />

eerstejaars studenten en een tweedejaars student (tutor).<br />

Aanwezigheid bij de tutorgroepbijeenkomsten is verplicht. De tutorgroepen hebben twee<br />

doelen:<br />

- Invoering in de studie onder leiding van een tweedejaars student<br />

- Oriëntatie op studie en beroep. De tutorgroepen staan deels in dienst van het blok Oriëntatie<br />

op Studie en Beroep 1 (5OSB1). Hier wordt van de studenten verwacht dat zij door middel<br />

van bijeenkomsten en een opdracht zich oriënteren op hun studie- en beroepsloopbaan.<br />

De tutorgroepbijeenkomsten zijn verplicht. Plaats en tijdstip worden steeds aangegeven in het<br />

rooster van het blok.<br />

1.5.4 Studieadvies propedeuse<br />

Elke opleiding heeft een commissie Studieadvies Eerste Jaar die aan alle eerstejaars studenten<br />

tussentijds in maart en aan het einde van het eerste cursusjaar een advies uitbrengt over de<br />

voortzetting van hun studie. Het doel van een studieadvies is studenten te ondersteunen in<br />

hun keuzeproces en hen vroegtijdig inzicht te verschaffen in de studiemogelijkheden en de<br />

verwachte voortgang. Naar aanleiding van het (schriftelijke) advies volgt soms een<br />

persoonlijk gesprek waarin het advies nader wordt toegelicht. De commissie baseert haar<br />

advies op behaalde studieresultaten en eventuele persoonlijke omstandigheden die van<br />

invloed kunnen zijn geweest op die resultaten. Het advies is niet bindend.


Het tussentijds advies<br />

Het tussentijds advies wordt begin maart uitgebracht. Dit advies is gebaseerd op de<br />

studievoortgang in de eerste vier blokken en geeft aan of de student redelijkerwijs aan het<br />

einde van het eerste jaar, behoudens persoonlijke omstandigheden, aan de gestelde norm kan<br />

voldoen.<br />

Het advies eind eerste jaar<br />

Studenten die 9 bloktoetsen hebben behaald, ontvangen in beginsel het advies de studie voort<br />

te zetten. Studenten die niet aan deze norm voldoen, ontvangen aan het einde van het eerste<br />

jaar het advies om over voortzetting van de studie na te denken of het dringende advies de<br />

studie te staken, tenzij persoonlijke omstandigheden aanleiding geven tot een andersluidend<br />

advies.<br />

Samenstelling commissie studieadvies eerste jaar<br />

voorzitter<br />

Prof. dr. L. Kiemeney<br />

lid<br />

Dr. R. Bos<br />

secretaris (studieadviseur)<br />

mw. Drs. H. Swinkels<br />

1.5.5 Studievertraging door bijzondere omstandigheden<br />

Studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen en als<br />

gevolg daarvan in de problemen komen met hun studiefinanciering kunnen in aanmerking<br />

komen voor financiële ondersteuning. Voorwaarde voor ondersteuning is dat de student de<br />

omstandigheid binnen 3 maanden meldt bij de Dienst Studentenzaken en de studieadviseur.<br />

Het is daarom verstandig om een afspraak te maken met de studieadviseur zodra persoonlijke<br />

omstandigheden het studeren belemmeren.<br />

Raadpleeg verder paragraaf 5.2.7 over deze voorziening.<br />

1.5.6 Overige begeleiding<br />

Informatie over overige begeleiding van studenten (waaronder cursussen) is te vinden in<br />

hoofdstuk 5.<br />

1.1 1.6 Onderwijslocaties<br />

Onderwijslocaties<br />

Het contactonderwijs vindt plaats op het terrein van het UMC St <strong>Radboud</strong>; hoofdzakelijk in<br />

het Studiecentrum Medische Wetenschappen (Geert Grooteplein 21, portier: 3613300) en het<br />

Klinisch Trainingscentrum (Geert Grooteplein 15, portier: 3610112). Plattegronden van de<br />

gebouwen met daarin de onderwijsruimtes vindt u op www.umcn.nl/student.


2 Hoofdstuk 2: Inhoudelijke beschrijving<br />

van de bacheloropleiding<br />

1.1 2.1 Inhoud<br />

Een deel van het curriculum van de studie bestaat uit de zogenaamde kernblokken. Daarin<br />

draait het om beroepsvoorbereiding en medisch wetenschappelijke vorming. De leerstof<br />

wordt, voor zover het niet de absolute basiskennis betreft, hoofdzakelijk exemplarisch<br />

aangeboden. Voor ieder blok staan 5,5 EC-studiepunten (EC=European Credit), d.w.z. vier<br />

weken van ieder 40 studie-uren. Binnen het kerncurriculum wordt onderscheid gemaakt<br />

tussen verschillende typen onderwijsblokken en lijnen, welke in volgende paragrafen worden<br />

beschreven.<br />

1.1 2.2 Soorten blokken<br />

Basisblokken<br />

In de B1-blokken worden basisvakken als fysica, biochemie en celbiologie gegeven tegen de<br />

achtergrond van het klinisch denken en handelen. In de B2-blokken bestudeert de student<br />

pathofysiologie en algemene ziekteleer.<br />

Orgaanblokken<br />

In O1-blokken komt de normale bouw (morfologie) en het normale functioneren (fysiologie)<br />

van organen aan de orde tegen de achtergrond van het klinisch denken en handelen.<br />

Onderzoeksmethodologie-lijn<br />

In de Onderzoeksmethodologie-lijn leren de studenten de basisvaardigheden van<br />

wetenschappelijk onderzoek.<br />

Determinantenlijn<br />

In deze lijn wordt aandacht besteed aan:<br />

• Diverse factoren (determinanten) die invloed kunnen uitoefenen op het functioneren van<br />

de mens;<br />

• De maatregelen, waarmee invloed uit te oefenen is op deze determinanten. Hierbij komen<br />

bijvoorbeeld preventiemogelijkheden aan de orde;<br />

• De vaardigheden die van pas komen bij het vormgeven van onderzoek naar diverse<br />

determinanten, bijvoorbeeld het leren hanteren van denkmodellen, specifieke<br />

onderzoeksmethoden en probleemoplossingsmethoden.<br />

De lijn 'inleiding hoofdvakken'<br />

In de blokken behorende bij deze lijn wordt een oriëntatie gegeven op de verschillende<br />

hoofdvakken, waaruit de student in de loop van het derde cursusjaar een keuze gaat maken.<br />

De volgende hoofdvakken komen aan de orde: Bewegingswetenschappen, Epidemiologie,<br />

Health technology assessment, Arbeid, milieu en gezondheid, Pathobiologie en Toxicologie.


Biomedische Wetenschappen en kliniek<br />

In dit blok komen de ziektebeelden aan de orde, die vaak voorkomen of om een andere reden<br />

een belangrijk probleem voor de gezondheidszorg zijn. Kennis hiervan is onmisbaar voor hen<br />

die gaan werken in gezondheidsorganisaties, mede omdat dit de communicatie met artsen zal<br />

vergemakkelijken.<br />

Rapportagevaardigheden<br />

Rapportagevaardigheden worden niet in een specifiek blok aangeleerd.<br />

Rapportagevaardigheden bestaat uit een aantal doelstellingen/vaardigheden, die in<br />

verschillende blokken aan de orde komen. De student oefent de rapportagevaardigheden op<br />

een aantal momenten gedurende de blokken in de bachelorfase waarin die vaardigheden aan<br />

de orde komen.<br />

De rapportagevaardigheden worden getoetst aan de hand van een aantal criteria, die staan<br />

vermeld op het evaluatieformulier. Dit formulier is enerzijds bedoeld als een bewijs dat de<br />

student rapportagevaardigheden beheerst (bij een voldoende), maar vooral ook als feedback<br />

voor de student zelf. Een verplicht onderdeel binnen het portfolio rapportagevaardigheden is<br />

de cursus 'Bachelor writing' tijdens de bachelorstage in het derde jaar.<br />

Orientatie op studie en beroep 1 en 2<br />

Deze blokken zetten de student aan tot het nadenken over de inrichting van hun studie en de<br />

mogelijkheden voor hun latere carrière na hun studie. Het blok is gedeeltelijk ingebouwd in<br />

de tutorbijeenkomsten in het eerste jaar.<br />

1.1 2.3 Onderwijsvormen<br />

2.3.1 Inleiding<br />

In het curriculum biomedische (gezondheids-)wetenschappen worden diverse<br />

onderwijsvormen met elkaar afgewisseld. De belangrijkste uitgangspunten zijn:<br />

• Bevorderen van een zelfstandige aanpak van de leerstof;<br />

• Stimuleren van actief studeergedrag;<br />

• Verbeteren van cognitieve en praktische vaardigheden en het probleemoplossend<br />

vermogen.<br />

Ongeveer dertig procent van het onderwijs wordt gegeven door docenten; in de overige tijd<br />

bestudeert de student zelfstandig de stof.<br />

De verschillende onderwijsvormen, alsmede het leertraject, staan beschreven in het blokboek,<br />

dat bij ieder blok vervaardigd wordt door de blokcommissie die het betreffende blok<br />

ontworpen heeft. Bij elke activiteit is aangegeven wat het bijbehorende leerdoel is.<br />

2.3.2 Hoorcollege<br />

In een hoorcollege geeft een docent de hoofdlijnen van het blok en globale informatie over de<br />

te bestuderen onderwerpen. Soms zal hij een onderwerp aan de hand van een<br />

patiëntendemonstratie illustreren. De informatie uit het hoorcollege dient als handvat voor de<br />

zelfstandige studieactiviteiten.<br />

Een hoorcollege of patiëntendemonstratie wordt aan de ge<strong>hele</strong> jaargroep tegelijkertijd<br />

gegeven. De student luistert, maakt eventueel aantekeningen en krijgt de kans om vragen te


stellen. Het is niet de bedoeling dat er geklapt wordt aan het eind van een<br />

patiëntendemonstratie.<br />

2.3.3 Zelfstudieopdracht<br />

In een zelfstudieopdracht gaat een student zelfstandig met behulp van onder andere blokboek<br />

en kernboeken aan de slag om zich kennis over een bepaald onderwerp eigen te maken.<br />

Welke kennis of vaardigheid dat precies is, staat beschreven in het leerdoel van de opdracht.<br />

Alle zelfstudieopdrachten zijn opgebouwd volgens het stramien: achtergrond-doel-instructieproduct-nabespreking.<br />

In de achtergrond staat beschreven waarom de opdracht leerzaam is,<br />

welke problemen opgelost kunnen worden met de betreffende informatie of in welke<br />

praktijksituaties de deskundigheid gebruikt kan worden. Het doel geeft aan wat de student<br />

door het maken van de opdracht zal bereiken. De instructie is een beschrijving van de beste<br />

studieaanpak. Het resultaat van de opdracht, bijvoorbeeld een schema, antwoorden, vragen of<br />

een tekening, wordt het product genoemd. In het onderdeel nabespreking staat beschreven<br />

hoe de student kan nagaan of de leerdoelen zijn bereikt. De zelfstudieopdracht is dus pas<br />

afgerond als ook de nabespreking van de opdracht is voorbereid.<br />

2.3.4 Werkgroep<br />

In een werkgroep werkt een groep van maximaal vijftien studenten aan een<br />

gemeenschappelijke opdracht, die soms los staat en soms teruggrijpt op de<br />

zelfstudieopdrachten, maar altijd voor verdieping van de daaruit opgedane kennis moet<br />

zorgen. De student dient de werkgroep van tevoren voor te bereiden met informatie uit het<br />

blokboek. Om de samenwerking goed te laten verlopen is het noodzakelijk dat één student, de<br />

zogenaamde voorzitter, de activiteiten coördineert. Deze bewaakt de agenda, houdt het doel<br />

van de opdracht in de gaten, leidt de discussie etc. De studenten benoemen zelf per<br />

werkgroep de voorzitter.<br />

Als er sprake is van een begeleide werkgroep, zal een docent als consulent aanwezig zijn. In<br />

een onbegeleide werkgroep dienen de studenten zonder consultatie van een deskundige de<br />

betreffende opdracht uit te werken.<br />

2.3.5 Practicum<br />

Tijdens een practicum zal de student zich bezighouden met een aantal voor een biomedisch<br />

wetenschapper relevante vaardigheden met als doel:<br />

• Verbetering of verdieping van theoretische kennis en inzicht;<br />

• Kennismaking met de praktijk van biomedisch onderzoek;<br />

• Training van praktische en cognitieve vaardigheden, die van belang zijn bij de latere<br />

beroepsuitoefening.<br />

2.3.6 Responsiecollege<br />

In een responsiecollege bespreekt een groep van maximaal 45 studenten onder leiding van<br />

een docent de zelfstudieopdrachten, behorende bij het betreffende responsiecollege. Hierbij<br />

krijgt de student de kans om problemen te bespreken en om fouten in zijn redenatie te<br />

ontdekken en te herstellen. Daarnaast kan de docent met behulp van vragen bepalen of de<br />

leerdoelen bij de betreffende opdrachten inderdaad bereikt zijn. Tijdens een responsiecollege<br />

wordt van de student een actieve, kritische opstelling en een goede voorbereiding aan de hand<br />

van zelfstudieopdrachten verwacht.


1.1 2.4 Jaar 1: overzicht en beschrijving<br />

2.4.1 Jaar 1: Overzicht<br />

Periode: Naam: Code:<br />

1 Inleiding Biomedische 5IBMW<br />

Wetenschappen<br />

2 Hoofdlijnen Functionele 5B101<br />

Morfologie<br />

3 Biochemische en Fysische 5B102<br />

Processen<br />

4 Onderzoeksmethodologie 1 5OMB1<br />

5 Laboratoriumvaardigheden 5LABV<br />

6 Celbiologische Processen 5B103<br />

7 Circulatie en Respiratie 1 5O101<br />

8 Stofwisseling en Water-zouthuishouding<br />

5O102<br />

1<br />

9 Determinanten 1: Voeding 5DT01<br />

10 Regulatie en Integratie 1 5O104<br />

11a<br />

Oriënterende Onderzoeksstage 5OMB2<br />

blokoverstijgend<br />

Oriëntatie op Studie en Beroep 5OSB1<br />

1<br />

blokoverstijgend<br />

Portfolio<br />

5RAPP<br />

rapportagevaardigheden<br />

Elk blok duurt 4 weken, met uitzondering van:<br />

• Oriëntatie op Studie en Beroep 1: 2 bijeenkomsten in het eerste jaar + tutorbijeenkomsten<br />

• Portfolio Rapportagevaardigheden: onderdelen verspreid in verschillende blokken<br />

• de Oriënterende onderzoeksstage: 2 weken.<br />

2.4.2 Jaar 1: Beschrijving<br />

Inleiding Biomedische Wetenschappen<br />

Isiscode<br />

5IBMW<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 01<br />

Coördinator Prof.Dr.Ir. G.A. Zielhuis, adres: 133 epidemiologie en biostatistiek,<br />

email: G.Zielhuis@EPIB.umcn.nl, telefoon intern: 19132<br />

Het blok IBMW stelt u in staat om aan derden te kunnen uitleggen waar het in de<br />

biomedische wetenschappen om gaat. Dat houdt in:<br />

- de soort vraagstukken en problemen die een BMW-er bezighoudt;<br />

- de manieren waarmee een BMW-er tot antwoorden en oplossingen voor deze vraagstukken<br />

tracht te komen.<br />

Dit blok is relevant voor de latere beroepsuitoefening als BMW-er omdat:<br />

- het u in staat stelt het onderzoeksterrein van BMW te overzien;


- het u leert te onderscheiden op welke wijze verschillende soorten factoren invloed kunnen<br />

hebben op ziekteprocessen;<br />

- het u in staat stelt om een ingewikkeld stuk werkelijkheid met een eenvoudig model<br />

inzichtelijk en onderzoekbaar te maken;<br />

- het u leert om stapsgewijs een simpel, maar vaag probleem te vertalen in een onderzoek;<br />

- het u in staat stelt op efficiënte en kritische wijze overzicht te krijgen van de<br />

wetenschappelijke literatuur over een specifiek onderwerp en daarbij de mogelijkheden te<br />

benutten die de wetenschappelijke bibliotheek biedt;<br />

- het u leert wetenschappelijke gegevens globaal te vertalen in interventie teneinde het<br />

onderzoek toepasbaar te maken in de gezondheidszorg.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan het substraat van Biomedische gezondheidswetenschappen (gezondheid en<br />

ziekte) in relatie tot de determinanten daarvan, globaal beschrijven.<br />

Relatie<br />

Het blok is het eerste blok in het curriculum en tevens het eerste blok in een serie van zes<br />

blokken in de lijn Onderzoeksmethodologie. Dit blok biedt, behalve de eerste kennismaking<br />

met de onderzoeksmethodologie, een eerste orientatie op het werkveld van de biomedische<br />

gezondheidswetenschappen. Het is dus een belangrijk inleidend blok voor de <strong>hele</strong> studie<br />

Biomedische Wetenschappen.<br />

Trefwoorden<br />

Vraagstelling en hypothese, modellering, experimenteren, causaliteit, bibliotheek,<br />

documentatie, literatuuronderzoek, rapporteren, onderzoekstypen, fasen van onderzoek,<br />

toepassing van onderzoeksresultaten, werkingsmechanismen, proefdieronderzoek, medical<br />

technology assessment, studiestrategie, begeleiding door ouderejaars studenten,<br />

beroepsperspectief<br />

Literatuur<br />

Zielhuis e.a. Handleiding medisch wetenschappelijk onderzoek (4e druk, vanaf 2006).<br />

van Oosterom & Oostendorp. Capita Medische Fysica (3e druk 2008).<br />

Casarett, Doull, Klaassen, Watkins. Essentials of toxicology (1e druk, 2003)<br />

Rang, Dale, Ritter, Moore. Pharmacology. (6e druk, 2003)<br />

Rubin, Farmer & Strayer. Pathology (5e druk, 2004)<br />

Studiegids Biomedische Wetenschappen.<br />

Bijzonderheden


Ongeveer een week voor aanvang van het blok is een blokboek en werkboek verkrijgbaar bij<br />

de portier van het Studiecentrum Medische Wetenschappen.<br />

Hoofdlijnen Functionele Morfologie<br />

Isiscode<br />

5B101<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 02<br />

Coördinator Dr. J.G.M. Kooloos, adres: 109 anatomie, email:<br />

J.Kooloos@anat.umcn.nl, telefoon intern: 16957<br />

De inhoud van het blok betreft de systematische ordening van organen in het borst- en<br />

buikgebied en de aspecten die betrekking hebben op onderlinge ligging (topografie) en de<br />

daarmee samenhangende functies. Een belangrijk element daarbij is de diagnostische<br />

bereikbaarheid van organen door onderzoek aan het oppervlak van het lichaam en door<br />

diagnostische beeldvorming. Deze kennis wordt in hoofdlijnen aangebracht met aandacht<br />

voor modellen van anatomisch denken die een rol kunnen spelen bij de oplossing van<br />

biomedische en klinische problematiek. Aan de hand van opdrachten worden beschreven<br />

onderwerpen in de literatuur en aan de hand van anatomische preparaten, röntgenfoto's in<br />

combinatie met anatomische afbeeldingen bestudeerd. De zelfstudie levert produkten op zoals<br />

schemata en beschrijvingen. Deze produkten kunnen gebruikt worden om na te gaan of het<br />

resultaat van de bestudering voldoende is.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan in hoofdlijnen een overzicht geven van de normale bouw en de daarmee<br />

samenhangende functie van organen en orgaansystemen in het topografische gebied van de<br />

thorax, het abdomen en het bekken, dit voor zover relevant voor het analyseren en het<br />

begrijpen van klinische en biomedische problematiek.<br />

2: De student kan in meer algemene zin aangeven welke middelen worden en kunnen worden<br />

aangewend bij de bestudering van de anatomie van een gegeven orgaan, orgaandeel of<br />

orgaansysteem, dit voorzover betrekking hebbend op de bevordering van kennis en inzicht,<br />

relevant voor het analyseren en begrijpen van klinische en biomedische problematiek.<br />

Relatie<br />

Hoofdlijnen Functionele Morfologie is het eerste in de serie B1-blokken, waarin de student<br />

thematiek bestudeert in de basisvakken fysica, biochemie, celbiologie en anatomie, en dient<br />

als voorbereiding op de B2-blokken en O1- en O2-blokken later in het curriculum.<br />

Trefwoorden<br />

anatomisch museum, snijzaal, thorax, thoraxorganen, dwarsdoorsneden, ziektebeelden,<br />

functionele anatomie, embryologie, organen, orgaanonderdelen, functie-samenhang,<br />

vormontwikkeling, pleuraholten, buikorganen, bekken, beeldvorming, denkmodellen, globale<br />

topografie, buikholte, vaatgebieden, vaatstelsel, functioneel systeem, rompwand,<br />

röntgenprojectie, skelet, afbeeldingstechnieken, fysische diagnostiek, body-paint, auscultatie<br />

Literatuur<br />

Moore: Clinically oriented anatomy


Putz: Sobotta's Atlas of Human Anatomy<br />

Larsen: Human Embryology<br />

Leertraject<br />

Nieuw in het leertraject zijn 3-tal COO's die verdieping van borst, buik en bekken beogen.<br />

Bijzonderheden<br />

U dient in het bezit te zijn van een witte laboratorium-jas en deze jas ook mee te nemen naar<br />

de practica. Zonder witte jas wordt u niet toegelaten op de verplichte snijzaalpractica.<br />

Dit blok staat bekend om het zgn. body-painten: een practicum aan het einde van het blok<br />

waarbij de cursisten bij elkaar organen op het lichaam schilderen.<br />

Biochemische en Fysische Processen<br />

Isiscode<br />

5B102<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 03/04<br />

Coördinator Dr. A. van Kuppevelt, adres: 280 Matrixbiochemie, email:<br />

A.vanKuppevelt@ncmls.ru.nl, telefoon intern: 16759<br />

Veel van de processen zoals die zich in het menselijk lichaam afspelen kunnen beschreven<br />

worden in de vorm van fysische en (bio)chemische processen. In dit blok zal worden<br />

ingegaan op de belangrijkste biochemische en fysische processen in het menselijk lichaam.<br />

Veranderingen in deze basale processen kunnen een rol spelen bij klinische en biomedische<br />

problematiek; in deze context is het nodig de biochemische en fysische processen te<br />

begrijpen.<br />

De structuur en functie van biochemische moleculen, het werkingsmechanisme van enzymen,<br />

de algemene principes van gaswetten en de algemene principes van stromingsleer komen aan<br />

bod. Ook de structuur en functie van biologische membranen komen aan de orde. De theorie<br />

wordt met diverse practica inzichtelijk gemaakt. Door steeds gebruik te maken van klinische<br />

voorbeelden wordt de relatie van deze basisstof met de kliniek duidelijk.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan de belangrijkste biochemische processen beschrijven en toepassen voor<br />

zover relevant voor het analyseren en begrijpen van klinische en biomedische problematiek.<br />

2: De student kan de belangrijkste fysische processen beschrijven en toepassen voor zover<br />

relevant voor het analyseren en begrijpen van klinische en biomedische problematiek.<br />

Relatie<br />

Biochemische en fysische processen is de tweede in de serie B1-blokken, waarin de student<br />

thematiek bestudeert in de basisvakken medische fysica, biochemie, celbiologie en anatomie,<br />

en dient als voorbereiding op de B2-blokken en O1- en O2-blokken later in het curriculum.


Voorkennis: de voor de studie geneeskunde en biomedische wetenschappen noodzakelijke<br />

voorkennis in de exacte vakken op het niveau van het VWO-profiel Natuur- en Gezondheid.<br />

Trefwoorden<br />

voeding, aminozuren, eiwitten, enzymologie, koolhydraten, biochemische energetica,<br />

metabolisme van koolhydraten, nucleotiden, lipiden, membranen, extracellulaire matrix, licht,<br />

gaswetten, stromingsleer, elasticiteit, stralingsleer, geluid en ultrageluid, techniek van<br />

beeldvorming.<br />

Literatuur<br />

Baynes / Dominiczak: Medical Biochemistry<br />

Alberts e.a.: Essential Cell Biology<br />

Oostendorp & van Oosterom: Medische Fysica<br />

Bijzonderheden<br />

Benodigdheden: witte laboratoriumjas.<br />

NB: Studenten Biomedische Wetenschappen kunnen dit blok volgen in periode 3 van het<br />

eerste studiejaar.<br />

NB: Voor studenten Geneeskunde loopt dit blok in periode 3 en 4 van het eerste studiejaar.<br />

De jaargroep wordt gesplitst in combinatie met het blok Medisch Professionel Vorming 2 en<br />

de verpleegstage.<br />

Onderzoeksmethodologie 1<br />

Isiscode<br />

5OMB1<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 04<br />

Coördinator Mevr. Dr. Ir. F. de Vegt, adres: 133 epidemiologie en biostatistiek,<br />

email: F.deVegt@ebh.umcn.nl, telefoon intern: 10361<br />

In het blok Onderzoeksmethodologie 1 wordt nader ingegaan op epidemiologische begrippen<br />

en methoden van medisch-wetenschappelijk onderzoek, alsmede motieven en beschouwingen<br />

om dit soort onderzoek uit te voeren. De thema's van medisch-wetenschappelijk onderzoek<br />

die aan bod zullen komen liggen op het gebied van oorzaken en verloop van ziekte. Daarnaast<br />

komt ook het effect van medische interventies als preventie en behandeling aan de orde. De<br />

statistiek die nodig is voor het samenvatten en interpreteren van resultaten wordt uitgebreid<br />

behandeld. In het blok wordt geleerd kritisch te kijken naar andermans onderzoek, dat valide<br />

en reproduceerbaar dient te zijn uitgevoerd. Dit stelt u in staat gepubliceerde informatie op<br />

zijn waarde te schatten en te gebruiken voor het opzetten van onderzoek of voor advisering<br />

van beleidsmakers.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: U kunt epidemiologische en statistische begrippen en methoden van het toegepast medischwetenschappelijk<br />

onderzoek beschrijven en uitleggen.


2: U kunt gepubliceerd medisch-wetenschappelijk onderzoek in hoofdlijnen beoordelen op<br />

validiteit, generaliseerbaarheid en efficiëntie.<br />

Relatie<br />

Het blok Onderzoeksmethodologie 1 is voor studenten Biomedische Wetenschappen het<br />

tweede in een serie van zes blokken Onderzoeksmethodologie. In het blok IBMW is een<br />

eerste orientatie gegeven op de medische wetenschappen. Dit gebeurde door aandacht te<br />

schenken aan onderwerpen als modellen voor gezondheid en ziekte, determinanten van ziekte<br />

en gezondheid, opzet en functie van wetenschappelijk onderzoek.<br />

Trefwoorden<br />

Epidemiologie, biostatistiek, medisch-wetenschappelijke kennis, oorzaken en preventie,<br />

prognose en interventie, etiologische onderzoekmethoden, causaliteit.<br />

Literatuur<br />

Bouter, van Dongen en Zielhuis. Epidemiologisch onderzoek; opzet en interpretatie (5e<br />

geheel herziene druk, 2005).<br />

Petrie A, Sabin C. Medical statistics at a glance. Oxford, Blackwell, 2e druk, 2005.<br />

Laboratoriumvaardigheden<br />

Isiscode<br />

5LABV<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 05<br />

Coördinator Prof. Dr. J.L. Willems, adres: 441 klinische chemie, email:<br />

JL.Willems@akc.umcn.nl, telefoon intern: 14441<br />

De inhoud van het blok betreft het leren een onderzoeksvraag om te zetten in experimenten<br />

en deze vervolgens ook uit te kunnen voeren. Concreet betekent dit dat op basis van een<br />

vraagstelling een eenvoudige onderzoeksopzet moet worden gemaakt en dat de vaardigheden<br />

moeten worden geleerd om de instrumenten, die nodig zijn om de experimenten uit te kunnen<br />

voeren. Als de experimenten zijn uitgevoerd moet daar verslag van worden gemaakt en de<br />

resultaten moeten worden geregistreerd en eenvoudige statistiek worden toegepast. Kort en<br />

bondig moeten de juiste conclusies worden getrokken uit de uitgevoerde experimenten. In dit<br />

blok worden vijf practica gegeven, waarin kan worden omgegaan met apparatuur voor signaal<br />

en data analyse zoals een ENG-versterker en oscilloscoop, met een spectrofotometer, pipetten<br />

en centrifuges, en het kwantificeren van beeldmateriaal met de microscoop. Onderwerpen als<br />

kwaliteitszorg, ARBO- en milieuaspecten komen tevens aan de orde. Ook wordt aandacht<br />

besteed aan de vaardigheden, die te maken hebben met het opzoeken en archiveren van<br />

wetenschappelijke literatuur. De student werkt individueel als het gaat om het leren van de<br />

vaardigheden en het bijhouden van een labjournal en zal groepsgewijs de resultaten<br />

statistische verwerken, een schriftelijke rapportage verzorgen met alle aspecten als doel,<br />

materialen en methoden, resultaten, discussie en conclusies.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan een eenvoudig experiment opzetten, uitvoeren, documenteren en de verkregen<br />

gegevens analyseren en rapporteren waarbij met name aandacht wordt besteed aan statistiek,<br />

instrumentele analyse, kwaliteitsborging en arbo-milieuzorgaspecten.


Relatie<br />

Dit blok dient als voorbereiding op het zelfstandig uitvoeren van vaardigheden en<br />

experimenten voor toekomstige blokken, waar laboratoriumvaardigheden aan bod komen en<br />

voor de afstudeerfase (hoofd- en bijvakken).<br />

Trefwoorden<br />

Onderzoeksvraag, experimenten, vaardigheden, instrumenten, statistiek, practica, signaal en<br />

data analyse, spectrofotometer, pipetten, centrifuges, microscoop, kwaliteitszorg, ARBO- en<br />

milieuaspecten, schriftelijke rapporteren, literatuur search<br />

Celbiologische Processen<br />

Isiscode<br />

5B103<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 06<br />

Coördinator Mevr. Dr. C.E.E.M. van der Zee, adres: 283 celbiologie, NCMLS,<br />

email: i.vanderzee@ncmls.ru.nl, telefoon intern: 14296 / 14329<br />

De oorzaken van vrijwel alle ziekten zijn terug te voeren tot stoornissen op het niveau van de<br />

cel. Kennis hiervan kan verkregen worden door basaal en klinisch gericht celbiologisch<br />

onderzoek. Zo zijn ontstekingsprocessen het gevolg van reacties van bloedcellen op een<br />

beschadiging of verandering in het genetisch materiaal van één cel, waardoor deze<br />

ongecontroleerd gaat groeien. Inzicht in het functioneren van de cel en de samenspraak tussen<br />

cellen in weefsels en organen is daarom van essentieel belang voor zowel de praktiserend<br />

medicus als de medisch-biologisch onderzoeker. In dit blok zal de student een leertraject<br />

doorlopen waarin zij/hij deze inzichten zal verwerven.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan de globale bouw en het functioneren van cellen en enkele basisweefsels<br />

beschrijven, voor zover relevant voor het analyseren en begrijpen van klinische en<br />

biomedische problematiek.<br />

2: De student kan basale celgenetische, celbiologische en celmorfologische principes<br />

beschrijven, voor zover relevant voor het analyseren en begrijpen van klinische en<br />

biomedische problematiek.<br />

Relatie<br />

Celbiologische processen is het tweede blok van het tweede semester. Het blok is het derde in<br />

de serie B1-blokken, waarin de student thematiek bestudeert in de basisvakken fysica,<br />

biochemie, celbiologie en anatomie, en dient als voorbereiding op de B2-blokken en O1- en<br />

O2-blokken later in het curriculum.<br />

Trefwoorden<br />

cel, onderzoeksmethoden, celbouw, celfunctie, DNA, RNA, eiwitrouting, eiwittransport,<br />

epitheel, bindweefsel, kraakbeen, botweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel, cel-cel interacties,<br />

cel-matrix interacties, celsignalering, celdeling, celcyclus<br />

Literatuur


Alberts e.a.: Essential Cell Biology<br />

Junqueira e.a.: Functionele Histologie<br />

Circulatie en Respiratie 1<br />

Isiscode<br />

5O101<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 07<br />

Coördinator Prof. Dr. R.J.M. Bindels, adres: 286 Celfysiologie, NCMLS, email:<br />

R.Bindels@ncmls.ru.nl, telefoon intern: 14211<br />

Klachten en ziekten die samenhangen met hart en longen komen frequent voor. Vaak is er een<br />

relatie met omgeving of werksituatie. In dit blok komen de anatomie en fysiologie van<br />

circulatie en respiratie in een normale situatie aan de orde. Behandeld worden hart, vaten<br />

waarbij inbegrepen het lymfetransport en microcirculatie, longen, luchtwegen en aspecten<br />

van het transport van de ademgassen zuurstof en kooldioxide. De bouw van hart en longen<br />

komt eerst aan bod, vervolgens ook technieken waarmee het functioneren van de organen<br />

gemeten kan worden (bijvoorbeeld ECG, bloeddruk meting en spirometrie).<br />

Doel is het verwerven van kennis over de normale situatie, bij de gezonde mens. Daarbij leert<br />

u onderscheid te maken tussen normaal en abnormaal functioneren van circulatie en<br />

respiratie. Door verschillende patiëntendemonstraties of aan de hand van simulaties in een<br />

computerprogramma worden de gevolgen van het disfunctioneren van circulatie en respiratie<br />

geïllustreerd. Het is echter niet de bedoeling klinische problematiek aan te leren.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan de normale bouw en ligging en het normale functioneren van het hart en de<br />

bloedvaten, alsmede longen en luchtwegen beschrijven, voorzover dit relevant is voor analyse<br />

en begrip van klinische en biomedische problematiek op dit terrein.<br />

2: Daarbij kan de student beredeneerd onderscheid maken tussen normaal en abnormaal<br />

functioneren van circulatie en respiratie.<br />

Relatie<br />

Dit blok, Circulatie en Respiratie 1, is het eerste orgaanblok in het curriculum, na de<br />

basisblokken over morfologie, biochemie, celbiologie en fysica. Elementen uit deze<br />

voorafgaande blokken worden in dit blok bekend verondersteld; op sommige wordt in dit<br />

blok verder gebouwd. Het blok draagt op zijn beurt weer stof aan voor volgende blokken. Als<br />

voorbeeld is daarbij te noemen het blok "Regulatie en Integratie 1", waar regelmechanismen<br />

in het algemeen behandeld worden en de specifieke regelingen van circulatie en respiratie<br />

bekend verondersteld worden.<br />

Voor geneeskunde kan het blok "Circulatie en Respiratie 1" beschouwd worden als de<br />

voorbereiding bij uitstek op de 2e jaars blokken "Circulatie 2" en "Respiratie 2". In die twee<br />

blokken worden de klachten en ziektebeelden behandeld rond de circulatie en/of de respiratie.<br />

Het herkennen en beoordelen van klachten en afwijkingen behorend bij deze twee systemen<br />

is alleen mogelijk als er voldoende kennis is van de circulatie en de respiratie in normale<br />

omstandigheden.


Specifiek voor biomedische wetenschappen draagt het blok stof aan voor de latere<br />

Determinantenblokken en vooral diverse keuzeblokken.<br />

Voor beide groepen is een voornaam aspect van het blok het ontwikkelen van het<br />

wetenschappelijk denken. Er wordt geleerd in globale en meer specifieke systemen te denken<br />

en zo tot uitspraken te komen over de werking van het geheel, bijvoorbeeld een orgaan. Het<br />

blok legt de basisaspecten van de twee belangrijke fysiologische systemen circulatie en<br />

respiratie vast.<br />

Trefwoorden<br />

anatomie, fysiologie, circulatie, respiratie, hart, vaten, lymfe, longen, luchtwegen,<br />

angiografie, catheterisatie, ECG, echografie, arbeid, bloeddruk, bloedstroom, cardiac output,<br />

diffusie, energie, ergometer, spirometer, erytrocyt, hemoglobine, myoglobine, partiële druk,<br />

saturatie, hersenen, huid, inspanning, intrathoracaal, koorts, leeftijd, MRI, pleura, reflex,<br />

röntgen, sensor, shock, spierpomp, stofwisseling, temperatuur, ventilatie, zuurstofopname,<br />

acidose, alkalose<br />

Literatuur<br />

Putz: Sobotta's Atlas of Human Anatomy<br />

Dee Silverthorn, Human Physiology, an integrative approach<br />

Junqueira e.a.: Functionele Histologie<br />

Kumar & Clark: Clinical Medicine<br />

Moore: Clinically Oriented Anatomy<br />

v.Oosterom & Oostendorp: Medische Fysica<br />

Stofwisseling en Water-zout-huishouding 1<br />

Isiscode<br />

5O102<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 08<br />

Coördinator Prof. Dr. R.J.M. Bindels, adres: 286 Celfysiologie, NCMLS, email:<br />

R.Bindels@ncmls.ru.nl, telefoon intern: 14211<br />

In dit blok wordt de functie van ons spijsverteringsstelsel en de nieren bestudeerd vanuit het<br />

perspectief van het belang dat deze organen hebben voor de homeostase van ons lichaam. Na<br />

een inleiding in de energie en voedingsbehoeften van ons lichaam volgt de vertering en<br />

opname van voedsel. De tractus digestivus komt hierbij aan bod. Daarnaast wordt de wateren<br />

zouthuishouding bestudeerd, waarbij de rol van de lever en de nier als ontgiftings- of<br />

uitscheidingsorgaan aan bod komen. De tractus uropoieticus wordt hierbij gevolgd.<br />

De processen die de stofwisseling in het menselijk lichaam door de verschillende organen<br />

(met name lever, nier en darm) bewerkstelligt worden, worden in dit blok bestudeerd.<br />

Thema's die daarbij aan de orde komen zijn: whole body metabolisme, voeding, vertering en


adsorptie, lever en leverfuncties, de nier en ontgifting. In dit blok wordt de normale bouw en<br />

functie als uitgangspunt genomen, afwijkingen aan nier of lever waardoor klachten kunnen<br />

ontstaan komen aan komen later (Stofwisseling 2 en Water-en-Zouthuishouding 2) aan de<br />

orde.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan de normale bouw en functie van de tractus digestivus en de tractus<br />

uropoieticus vanuit het perspectief van de homeostase van ons lichaam beredeneren, voor<br />

zover deze kennis relevant is voor het analyseren en begrijpen van klinische en biomedische<br />

problematiek.<br />

2: De student kan beschrijven d.m.v. welke processen de stofwisseling in het menselijk<br />

lichaam gerealiseerd wordt.<br />

Relatie<br />

Stofwisseling, water- en zouthuishouding 1 is het tweede blok in de serie Orgaanblokken<br />

(O1), waarin de normale bouw en functie van organen wordt bestudeerd. Een vervolg op dit<br />

blok vindt voor geneeskunde plaats in de O2-blokken Stofwisseling 2 en Waterzouthuishouding<br />

2 in het tweede jaar. Voor biomedische wetenschappen dient dit blok als<br />

voorbereiding op de serie Determinanten-blokken.<br />

Trefwoorden<br />

whole body metabolisme, vertering, absorptie, lever, leverfuncties, nier, nierfuncties,<br />

ontgifting, tractus digestivus, tractus uropoieticus, voeding, metabolisme, vetten,<br />

koolhydraten, eiwitten, vitamines, spore-elementen, secretieprocessen, spijsverteringssappen,<br />

maag-darm-motoriek, haemaafbraak, lipidenabsorptie, lipidentransport, glomerulaire filtratie,<br />

nefronsegmenten, osmoregulatie, volumeregulatie, kaliumhomeostase, zuur-base homeostase,<br />

lichaamsvreemde stoffen, alcohol, paracetamol<br />

Literatuur<br />

Dee Silverthorn, Human Physiology, an integrative approach<br />

Kumar & Clark: Clinical Medicine<br />

Moore: Clinically Oriented Anatomy<br />

Junqueira ea.: Functionele Histologie<br />

Baynes & Dominiczak: Medical Biochemistry<br />

Rang e.a.: Pharmacology<br />

Determinanten 1: Voeding<br />

Isiscode<br />

5DT01<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 09<br />

Coördinator Prof. Dr. J.B.M.J. Jansen, adres: 455 - MDL, email:


J.Jansen@MDL.umcn.nl, telefoon intern: 13999 / *1354 / secr. 14760<br />

De mens is opgebouwd uit wat hij eens als voeding tot zich heeft genomen. Om in leven te<br />

blijven hebben we water nodig, en verder voldoende calorieën en ongeveer 45 essentiële<br />

voedingsstoffen: mineralen, essentiële vet- en aminozuren en vitamines. De mens is<br />

vergelijkbaar met een fabriek die een sophisticated product levert (nl. zichzelf!), en daarvoor<br />

een groot aantal toeleveringsbedrijven nodig heeft - dit in tegenstelling tot primitievere<br />

organismen, die praktisch alles zelf kunnen maken. Voedingsproblemen kunnen ontstaan<br />

door een tekort aan voedingsstoffen, een teveel aan voedingsstoffen of eetstoornissen. Door<br />

een tekort aan voedingsstoffen ontstaan ondervoeding en voedingsdeficiënties. Op dit<br />

moment lijdt ongeveer een kwart van de wereldbevolking aan ondervoeding! Dit komt vooral<br />

voor in de Derde Wereld, maar ook in Nederland bestaat ondervoeding - denk aan<br />

ondervoeding bij bejaarden. Ook bij patiënten opgenomen in ziekenhuizen komt veel<br />

ondervoeding voor: op de afdeling Inwendige Ziekten zo'n 50 %!<br />

Ondervoeding vergroot de kans op complicaties (infecties, gestoorde wondgenezing) en dit<br />

leidt tot hogere morbiditeit en mortaliteit. Een teveel aan voedingsstoffen leidt tot<br />

overvoeding en welvaartsziekten, zoals atherosclerose. Voedingscomponenten kunnen ziekte<br />

induceren maar ook de kans op ziekte verminderen: zoals kanker. Voedingsproblemen komen<br />

dus frequent voor en kunnen uitgebreide gevolgen hebben. Dit blok wil een verbinding<br />

maken tussen de theorie van algemene voedingsleer en de voedingsproblemen in de praktijk<br />

bij gezondheid en ziekte bij groepen en individuen.<br />

Na een algemene inleiding over het doel van de determinantenblokken worden de volgende<br />

onderwerpen behandeld: lichaamssamenstelling en energiebesteding, epidemiologische en<br />

sociale aspecten van voeding, voeding gezondheid en voedsel(on)veiligheid, nieuwe<br />

ontwikkelingen: voedsel als medicijn. Het blok wordt afgesloten met een toets.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan na afloop van dit blok een gezondheidskundige beoordeling geven over de<br />

voeding van een groep.<br />

Relatie<br />

Dit blok is het eerste van vier determinantenblokken. In deze blokken staat niet een discipline<br />

of orgaansysteem centraal maar een determinant of factor die ziekte en gezondheid bepaald.<br />

Trefwoorden<br />

epidemiologie; sociale aspecten; voeding; voedgingsleer; ondervoeding; overvoeding; harten<br />

vaatziekten; voedselveiligheid; caries; pre- en probiotica; fytosterolen.<br />

Literatuur<br />

werkboek<br />

Regulatie en Integratie 1<br />

Isiscode<br />

5O104<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 10


Coördinator<br />

Prof. Dr. P. Smits, adres: 149 farmacologie-toxicologie, email:<br />

P.Smits@PHARMTOX.umcn.nl, telefoon intern: 13691 / 18835 / *81<br />

1549<br />

De centrale thema's van dit blok zijn de interactie tussen organen, de werking van<br />

orgaansystemen die ontstaat ten gevolge van de interacties tussen bepaalde organen en het<br />

ingrijpen in werking en interacties door geneesmiddelen. Allereerst wordt behandeld hoe<br />

interacties tussen organen en orgaansystemen met behulp van systeemtheorie op een abstract<br />

niveau kunnen worden beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op de werking en verwerking<br />

van geneesmiddelen (farmaca) in het lichaam.<br />

Vrijwel alle fysiologische (regel-)systemen laten zich op meerdere plaatsen farmacologisch<br />

beïnvloeden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid tot therapeutisch ingrijpen bij een<br />

'ontregeling'. De belangrijkste farmacologische principes worden daarom in dit blok<br />

besproken. Deze kennis van de systeemtheorie en farmacologie zal worden toegepast op een<br />

aantal fysiologische systemen; namelijk de thermoregulatie, de regulatie van de<br />

glucosehuishouding en de regulatie van enkele endocrinologische systemen. Belangrijke<br />

communicatiekanalen tussen organen worden gevormd door het autonome zenuwstelsel en<br />

boodschappermoleculen (zoals hormonen en neurotransmitters). Het autonome zenuwstelsel<br />

zal dan ook worden behandeld in dit blok met de nadruk op het functionele aspect. Aan<br />

(intra)cellulaire regulatie wordt elders aandacht besteed, zoals de signaaltransductiemechanismen<br />

in het blok Celbiologische processen. In dit blok wordt de regulatie<br />

en integratie voornamelijk op orgaanniveau besproken.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan de belangrijkste hormonale en vegetatief-neurogene integrerende<br />

regelsystemen beschrijven voorzover dit relevant is voor het analyseren en begrijpen van<br />

klinische en biomedische problematiek.<br />

2: De student kan in globale termen een beschrijving geven van endogene en exogene<br />

beïnvloeding.<br />

Relatie<br />

Regulatie en integratie 1 is de laatste in de serie O1-blokken. In dit blok worden enkele<br />

nieuwe onderwerpen alsmede de inhoud van de voorafgaande O1-blokken geïntegreerd tot<br />

het niveau van orgaansystemen. Het dient voor biomedische wetenschappen als<br />

voorbereiding op de B2-blokken, Determinanten-lijn en BMW en Kliniek.<br />

Trefwoorden<br />

orgaansystemen, fysiologische regelkringen, osmolaliteit, interacties en verstoringen,<br />

ziekteverschijnselen als verstoring van een regelkring, farmacologische beïnvloeding van<br />

regelsystemen, dosis-effectrelatie, farmacokinetiek, farmacotherapie, autonome zenuwstelsel,<br />

neurotransmitters, autonome farmaca, regelkring van de bloeddruk, thermoregulatie, regulatie<br />

glucosehuishouding, hypothalamus-hypofysesysteem, regulatie van de menstruatiecyclus,<br />

schildklier, schildklierafwijkingen<br />

Literatuur


Dee Silverthorn: Human Physiology, an integrative approach<br />

Rang e.a.: Pharmacology<br />

Kumar & Clark: Clinical Medicine<br />

Junqueira e.a.: Functionele Histologie<br />

Putz: Sobotta's Atlas of Human Anatomy<br />

Oostendorp & van Oosterom: Capita Medische Fysica<br />

Oriënterende Onderzoeksstage<br />

Isiscode<br />

5OMB2<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode<br />

11a<br />

Coördinator Mevr. Dr. N.C.G.M. Donders, adres: 117 SG, email:<br />

N.Donders@sg.umcn.nl, telefoon intern: 13124 / secr. 13235<br />

In dit blok van twee weken maakt de student voor het eerst daadwerkelijk kennis met een echt<br />

onderzoek. Dit gebeurt in de vorm van een stage op een afdeling waar men in groepjes van 3<br />

à 4 personen te gast is. Het onderzoeksontwerp is zo gekozen, dat de student alle fasen van<br />

het onderzoek actief meemaakt. De stage vindt in principe plaats volgens een vast schema,<br />

dat er als volgt uit ziet:<br />

dag 1 en 2: literatuuronderzoek, uitmondend in een concrete vraagstelling<br />

dag 3: maken werkplan, protocol voor gegevensverzameling<br />

dag 4 - 6: meten<br />

dag 7 - 8: verwerken en analyseren van meetgegevens<br />

dag 9: schriftelijk verslag, voorbereiding mondelinge presentatie<br />

dag 10: minisymposium, waarin in tegenwoordigheid van alle betrokkenen door de groepen<br />

een mondelinge presentatie van de stage gehouden wordt.<br />

Tijdens het blok wordt een cursus Powerpoint en de mogelijkheid ter verbetering van<br />

rapportagevaardigheden aangeboden.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan aan de hand van een praktijkervaring de verschillende fasen van<br />

wetenschappelijk onderzoek beschrijven.<br />

Relatie


Het blok Onderzoeksmethodologie 2 is het derde blok in de lijn Onderzoeksmethodologie, na<br />

de blokken Inleiding BMW en Onderzoeksmethodologie 1 en vormt de afsluiting van het<br />

eerste studiejaar. De lijn Onderzoeksmethologie wordt in het tweede jaar voortgezet in de<br />

blokken Onderzoeksmethodologie 3 en 4 en in het derde jaar in het blok<br />

Onderzoeksmethodologie 5.<br />

Trefwoorden<br />

Literatuurstudie, vraagstelling, onderzoeksplan, variabele meten, analyse van<br />

gekwantificeerde variabelen, statistische programma's, verzamelen van gegevens, verwerken<br />

van gegevens, rapportage, onderzoeksmethodiek.<br />

Literatuur<br />

Bouter & van Dongen. Epidemiologisch onderzoek; opzet en interpretatie. Bohn Stafleu Van<br />

Loghum, 2000, 4e herziene druk<br />

Petrie & Sabin. Medical statistics at a glance.<br />

Zielhuis e.a. Handleiding medisch wetenschappelijk onderzoek; - probleem- identificatie,<br />

methodologie, uitvoering, presentatie. Maarssen: Elsevier/Bunge, 2002, 3e herziene druk<br />

Oriëntatie op studie en beroep 1<br />

Isiscode<br />

5OSB1<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 04/06/09<br />

Coördinator Dr. Ir. R.P.B. Reuzel, adres: 133 Epidemiologie, Biostatistiek en<br />

HTA, email: R.Reuzel@ebh.umcn.nl, telefoon intern: 16659 / secr.<br />

10389<br />

Je volgt de opleiding Biomedische Wetenschappen aan het UMC St <strong>Radboud</strong> te Nijmegen.<br />

Dat is een mooie keuze en hopelijk ligt die ten grondslag aan een glansrijke toekomst. Maar<br />

waar heb je nu eigenlijk precies voor gekozen En waarom Wat wil je gaan doen, wanneer<br />

je ' veel sneller dan je nu misschien denkt ' de universiteit weer verlaat En wat moet je vóór<br />

die tijd doen, om ervoor te zorgen dat je toekomst qua werk ook <strong>hele</strong>maal bij jou past Het<br />

lijkt misschien wat vroeg om deze vragen te stellen, maar vijf jaren zijn maar vijf jaren.<br />

Bovendien wordt je al na ruim twee jaar opleiding gevraagd de eerste vervolgkeuzes te<br />

maken, eerst voor een hoofdvak, vervolgens voor een profiel. Die keuzes zijn bepalend voor<br />

je toekomst en de glans die daarbij hoort. Met andere woorden: jouw toekomst is al<br />

begonnen! De ervaring leert dat het daarom goed is om vroeg te beginnen met oriëntatie: op<br />

je opleiding, op je toekomstige beroep en op jezelf.<br />

Deze cursus is bedoeld om je te ondersteunen bij je oriëntatie en je te helpen met het<br />

nadenken over te maken keuzes ten aanzien van je opleiding. Ze concentreert zich rondom<br />

een drietal kernvragen:<br />

1. Wie ben ik Wat past bij mij Waar ben ik goed en waar ben ik minder goed in Voor<br />

welke bedrijven of instellingen zou ik willen werken


2. Welke competenties, vaardigheden en persoonlijkheden worden door die bedrijven of<br />

instellingen gevraagd<br />

3. Voor welke combinatie van hoofdvakken, bijvakken en profiel zou ik derhalve het best<br />

kunnen kiezen<br />

Deze vragen worden niet noodzakelijkerwijze in deze volgorde beantwoord, maar dienen wel<br />

in samenhang te worden bestudeerd. Het is ook niet de bedoeling dat je aan het einde van de<br />

cursus een definitief antwoord op de vragen geeft, laat staan dat je definitieve keuzes dient te<br />

maken. Het gaat erom dat er een proces op gang komt en je leert nadenken over de vragen.<br />

Zodat je straks, ondanks eventuele onzekerheden, een goed verhaal hebt bij de keuzes die je<br />

maakt. Bovendien is de studie vermoedelijk leuker, wanneer je voor jezelf een idee<br />

ontwikkelt van waar het allemaal heen gaat.<br />

Relatie<br />

Deze cursus sluit aan bij 5INH1 'Inleiding hoofdvakken 1' en 5INH2 'Inleiding hoofdvakken<br />

2'. Ze wordt in het tweede studiejaar gevolgd door 5OSB2 'Oriëntatie op studie en beroep 2',<br />

waarmee ze één geheel vormt.<br />

Trefwoorden<br />

Beroepsoriëntatie; studiekeuze; zelfreflectie; persoonlijke ontwikkeling; carrièreplanning<br />

Literatuur<br />

Wordt uitgereikt gedurende het blok.<br />

Leertraject<br />

De cursus bestaat uit drie middagen waarop je door middel van (gast)colleges op weg<br />

geholpen wordt bij het leren nadenken over je toekomstige carrière in relatie tot jezelf en de<br />

studiekeuzes die je hebt te maken. Op basis van zelfstudieopdrachten die je meekrijgt op de<br />

drie middagen schrijf je een notitie waarin de bovengenoemde drie kernvragen beantwoord<br />

worden.<br />

Portfolio Rapportagevaardigheden<br />

Isiscode<br />

5RAPP<br />

Cursusjaar 1/2/3<br />

Coördinator Dr. R.P. Bos, adres: 149 farmacologie-toxicologie, email:<br />

R.Bos@pharmtox.umcn.nl, telefoon intern: 14203 / secr. 13691<br />

Wetenschap is pas echte wetenschap als de bevindingen van onderzoek en experiment zijn<br />

gepubliceerd, dat wil zeggen op enigerlei wijze aan vakgenoten zijn bekend gemaakt. Pas dan<br />

kan discussie worden gevoerd over de gevolgde onderzoeksmethode, de uitvoering ervan, de<br />

analyse van de gegevens en de getrokken conclusies. Ook in de biomedische wetenschappen<br />

zijn rapportagevaardigheden dus van belang. Vandaar dat in het curriculum verweven,<br />

verschillende vormen van verslaglegging aan de orde komen, van laboratoriumjournaal en<br />

practicumverslag tot uiteindelijk het schrijven van een wetenschappelijk artikel in het Engels.


Hoewel er duidelijke verschillen bestaan tussen de diverse rapportagemogelijkheden, denk<br />

maar aan een mondelinge voordracht of aan een posterpresentatie, zijn de basisprincipes<br />

gelijk. Op een of andere wijze komen de volgende aspecten aan de orde:<br />

Wat is de boodschap (titel)<br />

Waarom werd het onderzoek gedaan (vraagstelling; inleiding)<br />

Wat werd er gedaan, waarmee en hoe (methoden)<br />

Wat waren de bevindingen (resultaten)<br />

Wat betekenen deze resultaten (beschouwing of discussie)<br />

Wat is het antwoord op de vraagstelling van het onderzoek (conclusie)<br />

Het portfolio rapportagevaardigheden houdt in dat je uiteindelijk toetsen moet afleggen om te<br />

laten zien dat je de doelstellingen gehaald hebt. In de regel vormt een dergelijke toets een<br />

verplicht onderdeel van een BMW blok of de bachelorstage. De toetsmomenten zijn daarmee<br />

praktisch eenmalig, let daar op. Voor deze blokken geldt dat als de prestatie op het gebied van<br />

de bijbehorende rapportagedoelstelling voldoende is, de behaalde score voor het<br />

desbetreffende blok het bewijs is dat je aan de bijbehorende doelstelling van portfolio<br />

rapportagevaardigheden hebt voldaan. Bachelor Writing vormt een uitzondering. Hiervan<br />

moet een beoordelingsformulier worden overlegd. Mocht je binnen een blok de opdracht<br />

gekoppeld aan rapportagevaardigheden niet met een voldoende afronden, dan zul je in de<br />

regel ook geen beoordeling voor dat blok krijgen en dus ook niet voor portfolio<br />

rapportagevaardigheden.<br />

Gedurende het curriculum zijn er meerdere gelegenheden om rapportagevaardigheden te<br />

oefenen. Elke keer als je een rapportagevaardigheid oefent, kun je aan de docent vragen om<br />

de presentatie te beoordelen. Mocht je geleverde prestatie nog niet geheel voldoende zijn, dan<br />

weet je waar je in de toekomst op moet letten.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1) De student kan een systematische literatuursearch doen.<br />

2) De student kan een labjournaal maken.<br />

3) De student kan een abstract voor een congresbijdrage schrijven in het Nederlands.<br />

4) De student kan een posterpresentatie van een wetenschappelijke publicatie maken.<br />

5) De student kan een wetenschappelijk artikel beoordelen (peer review).<br />

6) De student kan een practicumverslag maken.


7) De student kan, onder intensieve begeleiding, een onderzoeksopzet en subsidieaanvraag<br />

opstellen.<br />

8) De student kan, in het Engels, op een verantwoorde en efficiënte wijze een<br />

wetenschappelijke verhandeling schrijven (BaMa Writing).<br />

9) De student kan een presentatie van eigen onderzoek houden aan vakgenoten.<br />

10) De student kan een stageverslag maken of een eerste versie/aanzet van een<br />

wetenschappelijk artikel schrijven.<br />

Relatie<br />

Dit blok maakt een belangrijk onderdeel uit van de academische vorming van de BMWer. In<br />

ons curriculum besteden we niet alleen aandacht aan de inhoud, maar ook aan de vorm. Bij de<br />

start van het curriculum met 5IBMW start in feite ook het blok portfolio<br />

rapportagevaardigheden op grond van de in dat blok te behalen literatuurvaardigheden. Zie<br />

ook bijzonderheden.<br />

Trefwoorden<br />

Systematisch literatuuronderzoek, labjournaal, abstract, poster, wetenschappelijk artikel,<br />

practicumverslag, onderzoeksopzet, subsidieaanvraag, mondelinge presentatie, stageverslag<br />

en Engelstalige wetenschappelijke verhandeling<br />

Bijzonderheden<br />

Het bijzondere van dit blok is dat het gestalte heeft gekregen in nauwe interactie met diverse<br />

veelal biomedisch geörienteerde blokken. De verschillende doelstellingen van portfolio<br />

rapportagevaardigheden kunnen worden gehaald in de diverse biomedische blokken en<br />

onderdelen in 1e, 2e en 3e studiejaar van BMW.<br />

1.1 2.5 Jaar 2: Overzicht en beschrijving<br />

2.5.1 Jaar 2: Overzicht<br />

Periode: Naam: Code:<br />

1 Algemene Pathofysiologie 5B201<br />

2 Genetische en<br />

5B202<br />

Immunologische Processen<br />

3 Micro-organismen en Afweer 5MIOA<br />

4 Inleiding Hoofdvakken 1: 5INH1<br />

OEH, EPI, HTA<br />

5 Inleiding Hoofdvakken 2: BW, 5INH2<br />

PB, TOX<br />

6 Determinanten 2: Chemische 5DT02<br />

factoren<br />

7 Onderzoeksmethodologie 3: 5OMB3<br />

Statistiek<br />

8 Biomedische Wetenschappen 5BMWK


en kliniek<br />

9 Beweging en Sturing 5O103<br />

10 Determinanten 3: Fysische 5DT03<br />

factoren<br />

5-11a Onderzoeksvoorstel 5OMB4<br />

blokoverstijgend<br />

Oriëntatie op Studie en Beroep 5OSB2<br />

2<br />

blokoverstijgend<br />

Portfolio<br />

5RAPP<br />

Rapportagevaardigheden<br />

Elk blok duurt 4 weken, behalve<br />

• Oriëntatie op Studie en Beroep 2: 3 bijeenkomsten in het tweede jaar<br />

• Portfolio Rapportagevaardigheden: onderdelen verspreid in verschillende blokken<br />

• het Onderzoeksvoorstel dat lijnonderwijs in periode 5 t/m 10 omvat en een<br />

eindpresentatie in periode 11a.<br />

2.5.2 Jaar 2: Beschrijving<br />

Algemene Pathofysiologie<br />

Isiscode<br />

5B201<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 01<br />

Coördinator Dr. G.N.P. van Muijen, adres: 824 pathologie, stafsecretariaat, email:<br />

G.vanMuijen@pathol.umcn.nl, telefoon intern: 14399<br />

Dit blok behandelt de ziekelijke verstoring van moleculaire en cellulaire processen vanuit een<br />

klinisch perspectief. Centraal staan hierbij de oorzaken, ontstaanswijze en gevolgen van<br />

ziekte. Vanuit pathofysiologische grondslag kunnen ziekten worden onderverdeeld in een<br />

aantal hoofdgroepen. In dit blok zullen de volgende hoofdgroepen worden behandeld: a)<br />

degeneratieve celveranderingen, b) ontstekingsprocessen, c) circulatiestoornissen en d)<br />

nieuwvormingen. Hierbij zullen kernbegrippen waarmee de ziekelijke processen en<br />

veranderingen worden omschreven, worden gehanteerd. Deze worden telkens uitgewerkt aan<br />

de hand van aanschouwelijke casuïstiek.<br />

De algemene pathologie houdt zich bezig met ziekte als biologisch verschijnsel, de<br />

pathomorfologie stelt de structurele cellulaire veranderingen centraal, terwijl de<br />

pathofysiologie met name gericht is op het mechanisme van de ziekelijke verstoring van<br />

moleculaire en cellulaire processen. Dit blok bouwt voort op eerdere basisblokken (onder<br />

andere hoofdlijnen functionele morfologie, celbiologische processen) en gaat daarbij in op de<br />

verstoringen die kunnen plaatsvinden in normale processen. Op basis van de kernbegrippen is<br />

het mogelijk om aangrijpingspunten te formuleren voor preventie, diagnostiek en/of therapie.<br />

Ook komen de principes van de cel- en weefseldiagnostiek aan de orde.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan op hoofdlijnen de vier benoemde hoofdgroepen van ziekteprocessen<br />

beschrijven.<br />

2: Tevens kan de student de belangrijkste pathologische onderzoeksmethoden die bij het<br />

onderkennen van deze ziekteprocessen gebruikt worden selecteren, de afwegingen hierbij<br />

aangegeven, en de resultaten ervan op hoofdlijnen interpreteren.


Relatie<br />

Dit blok sluit aan op de propaedeuse blokken en het vormt de basis voor tal van<br />

vervolgblokken. Het legt de nadruk op het in hoofdlijnen classificeren van ziekteprocessen,<br />

hun oorzaken, ontstaanswijzen en gevolgen en op de kernbegrippen die gebruikt worden om<br />

de ziekelijke veranderingen te omschrijven.<br />

Trefwoorden<br />

pathofysiologie, celschade, ziekte-oorzaken, wondgenezing, cel- en weefseldiagnostiek,<br />

pathologie, ontsteking, circulatiestoornissen, thrombose, infarct, bloeding, nieuwvormingen,<br />

classificatie van tumoren, carcinogenese, metastasering.<br />

Literatuur<br />

Rubin: Rubin's Pathology<br />

Kumar en Clark: Clinical medicine<br />

Berne en Levy: Physiology<br />

Brody e.a.: Human Pharmacology: molecular to clinical<br />

Alberts e.a: Essential Cell Biology<br />

Junqueira e.a.: Functionele histologie<br />

Farmacotherapeutisch Kompas<br />

Diagnostisch Kompas<br />

Genetische en Immunologische Processen<br />

Isiscode<br />

5B202<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 02<br />

Coördinator Dr. L. Hilbrands, adres: 464 nierziekten, secretariaat, email:<br />

L.Hilbrands@NIER.umcn.nl, telefoon intern: 16486<br />

In dit blok staan twee onderwerpen centraal: genetica en immunologie, beiden worden<br />

afzonderlijk besproken.<br />

Erfelijke factoren spelen een belangrijke rol bij aangeboren afwijkingen en ziekten van de<br />

mens. Bij genetische processen komen overervingspatronen en herhalingsrisico's van<br />

monogene erfelijke ziekten, chromosomale afwijkingen en DNA mutaties aan de orde. Ook<br />

genetische variatie en koppelingsonderzoek, culminerend in de mogelijkheden en<br />

onmogelijkheden van genetische diagnostiek worden besproken. Ten slotte zal aandacht<br />

worden besteed aan polygeen of multifactorieel overervende ziekten.<br />

Bij immunologische processen wordt aandacht besteed aan het verkrijgen van inzicht in het<br />

functioneren van de normale immuunresponse: de organisatie, de cellen, de lymfoïde


organen, de werking van het major-histocompatibility complex en de regulatie van de<br />

humorale en cellulaire immuunresponse. Dit inzicht is nodig om nadien de meer klinische<br />

aspecten van de immunologie te kunnen begrijpen en de achtergronden van deze ziekten te<br />

kunnen beredeneren. Dit zal gebeuren steeds uitgaande van patiëntencasuïstiek.<br />

Achtereenvolgens zullen de studenten kennis maken met de basale immunologische reactiemechanismen<br />

en hun betekenis voor de tumorimmunologie, autoimmuunziekten, en<br />

transplantatie-immunologie.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan de belangrijkste oorzaken en gevolgen van genetische variatie beschrijven,<br />

de erfgang van ziekten beredeneren en de genetische principes hanteren, die een rol spelen bij<br />

de diagnostiek van erfelijke ziekten.<br />

2: De student kan uitleggen hoe de verschillende bouwstenen met verschillende functies van<br />

het immuunsysteem in elkaar grijpen tijdens een immuunreactie.<br />

3: De student kan de basale hoofdelementen van het normale menselijk afweersysteem<br />

beschrijven op moleculair, celbiologisch en histologisch niveau, voorzover relevant voor<br />

klinische en medisch-biologische problematiek op het gebied van infectie,<br />

immuundeficiënties, autoimmuniteit, transplantaties, en tumoren.<br />

Relatie<br />

Het blok (zowel het genetische als immunologische deel) bouwt vooral voort op<br />

voorafgaande blokken 'Celbiologische Processen' en 'Algemene Pathofysiologie'. De<br />

verworvenheden opgedaan in dit blok zijn essentiële voorwaarden voor het volgen van de<br />

blokken 'Infectie en Afweer', 'Nieuwvormingen' en 'Voortplanting'. Daarnaast biedt het de<br />

genetische en immunologische basis noodzakelijk voor de meer op orgaanpathologie<br />

georiënteerde blokken.<br />

Trefwoorden<br />

Monogene en polygene ziektebeelden, herhalingsrisico, genkoppeling, DNA diagnostiek,<br />

variabele expressie, X-inactivatie, genomische imprinting, drempelmodel voor multifactoriële<br />

aandoeningen, translokaties, chromosomale afwijkingen. Antigeen, T en B cel, thymus, milt,<br />

lymfklier, beenmerg, adhesiemoleculen, cytokines, antistoffen, MHC, tolerantie,<br />

autoimmuniteit, tumoren, transplantatie.<br />

Literatuur<br />

Alberts e.a.: Essential Cell Biology<br />

Rubin e.a.: Pathology<br />

Turnpenny e.a.: Emery's Elements of Medical Genetics<br />

Parham: The Immune System<br />

Juncqueira: Functionele Histologie


Bijzonderheden<br />

Naast de blokcoördinator kan contact worden opgenomen met het onderwijssecretariaat van<br />

CIS: H.Stevens@cis.umcn.nl<br />

Micro-organismen en Afweer<br />

Isiscode<br />

5MIOA<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 03<br />

Coördinator Prof. Dr. J.W.M. van der Meer, adres: 463 algemeen interne<br />

geneeskunde, email: J.vanderMeer@AIG.umcn.nl, telefoon intern:<br />

14763 / secr. 16553 / secr. clusterbureau CIS 19810<br />

Tijdens dit blok houdt de student zich intensief bezig met infectieziekten.<br />

Het blok voor de studenten Wetenschappen (Microorganismen en Afweer) en dat voor de<br />

studenten Geneeskunde (Infectie en Afweer) is grotendeels hetzelfde; bepaalde onderdelen<br />

zijn echter toegesneden op de studenten Biomedische Wetenschappen, bepaalde onderdelen<br />

op studenten Geneeskunde.<br />

De opbouw van het blok is als volgt.<br />

I Micro-organisme versus gastheer [the adversaries]<br />

Hierbij komen de eigenschappen van microorganismen, de interactie met de gastheer en de<br />

verdedigingsmechanismen van de gastheer uitgebreid aan bod. Ook wordt er een inleiding op<br />

de therapie van infectieziekten gegeven.<br />

II Control<br />

In dit deel komen behalve de antimicrobiële therapie ook de preventieve maatregelen<br />

(hygiëne) aan de orde.<br />

Vaccinaties als preventieve (en soms therapeutische) maatregel komen iets later in het blok<br />

aan de orde.<br />

III Infecties van orgaansystemen<br />

Zonder te willen streven naar volledigheid komen een aantal belangrijke infectieziekten aan<br />

de orde. Ook wordt in dit deel van het blok aandacht gegeven aan het belang van<br />

importziekten.<br />

Het blok bestaat behalve uit de gebruikelijke inleidingen, zelfstudieopdrachten, vragenuurtjes<br />

en begeleide zelftoetsen uit een viertal practica.<br />

Om het multidisciplinaire karakter van de zorg voor patiënten met infectieziekten duidelijk te<br />

maken zijn er een drietal Klinische- microbiologische-pathologische conferenties<br />

georganiseerd over zeer belangrijke infectieziekten.


Infectieziekten staan regelmatig in het middelpunt van de belangstelling, ook in de lekenpers.<br />

In de laatste weken zal in een Gastcollege door een expert over een actueel infectiologisch<br />

onderwerp worden gesproken. Het doel is de student die dit blok en dit college gevolgd heeft<br />

in staat te stellen over dit onderwerp goed op de hoogte te zijn. Het onderwerp zal afhangen<br />

van de actualiteit en is derhalve nog niet bekend. Het onderwerp zal in de eerste week bekend<br />

worden gemaakt. De studenten worden geacht gedurende het blok te volgen wat er in de<br />

media (met name schrijvende pers) over het betreffende onderwerp wordt gemeld. Deze<br />

informatie wordt vergeleken die welke men in het gastcollege krijgt en dient als basis voor de<br />

discussie. De stof van het gastcollege behoort uitdrukkelijk tot de stof die wordt getoetst.<br />

Op blackboard worden wekelijks vragen gesteld veelal naar aanleiding van de actualiteit.<br />

Onder de studenten die deze vragen goed beantwoorden wordt een boek verloot.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan op wetenschappelijk gefundeerde wijze klachten en verschijnselen die<br />

mogelijk berusten op een infectie analyseren en globale vervolgstrategieën aangeven voor<br />

diagnostiek en behandeling. De student doet dit op grond van etiologische,<br />

pathofysiologische en epidemiologische kennis.<br />

Relatie<br />

Het blok bouwt voort op de kennis en vaardigheden verworven in voorgaande blokken, met<br />

name Biochemische en Fysische Processen, Celbiologische processen, Regulatie en Integratie<br />

1, Algemene Pathofysiologie en Genetische en Immunologische Processen.<br />

In veel blokken die op dit blok volgen wordt men opnieuw geconfronteerd met<br />

infectieziekten. Het is de bedoeling dat de achtergronden, principes en denkwijzen die in dit<br />

blok aan de orde zijn geweest, in de vervolgblokken worden toegepast.<br />

Trefwoorden<br />

Infectie, micro-organismen, virulentie, afweer, koorts, cytokinen, fagocytose, antistofrespons,<br />

antimicrobiële therapie, antibiotica, bactericidie, selectieve toxiciteit, allergie, desinfectie,<br />

ziekenhuisinfectie, epidemische curven, expositie, incubatie, attack rates, vaccinatie, relapse,<br />

vector, transmissie.<br />

Literatuur<br />

Blokboek Micro-organismen en Afweer<br />

Kumar & Clark: Clinical Medicine<br />

Mims e.a.: Medical Microbiology<br />

Brody. Human Pharmacology: molecular to clinical<br />

Inleiding Hoofdvakken 1: AMG, EPI, HTA<br />

Isiscode<br />

5INH1<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 04


Coördinator<br />

Prof. Dr. L.A.L.M. Kiemeney, adres: 133 epidemiologie en<br />

biostatistiek, email: B.Kiemeney@EPIB.umcn.nl, telefoon intern:<br />

13745 / secr. 19630<br />

Blok 'Inleiding Hoofdvakken 1' is het eerste in een serie van twee blokken binnen de lijn<br />

'Inleiding Hoofdvakken'. Deze blokken moeten, in aansluiting op de inmiddels verworven<br />

kennis en vaardigheden, een oriëntatie bieden op de keuzes die gemaakt moeten gaan worden<br />

vanaf het zesde semester. Het meest belangrijk is daarbij natuurlijk de keuze voor het<br />

hoofdvak maar ook het profiel moet worden gekozen. De lijn 'Inleiding Hoofdvakken' is<br />

vormgegeven op basis van de volgende uitgangspunten:<br />

1. Het bieden van een oriëntatie op de keuzes die u moet gaan maken. Dit houdt in:<br />

· u kunt zich een voorstelling maken van waar iemand binnen een bepaald hoofdvak zich mee<br />

bezig houdt, dus wat de doelstellingen en methoden van de zes hoofdvakken zijn; · u weet<br />

globaal welke plaats het werk, dat in het kader van het hoofdvak wordt verricht, in de<br />

maatschappij inneemt; · u kent de verplichte eisen voor elk hoofdvak in de bachelor- en in de<br />

masterfase, als ook de karakteristieken van de verschillende profielen; · u vormt zich een<br />

idee, welk type afstudeertraject het beste bij u past en welke combinatie van hoofdvak(ken)<br />

en bijvak(ken) u kunt gaan maken.<br />

2. Belangrijke inhoudelijke hoofdvakaspecten, die elders in het kerncurriculum nog niet aan<br />

de orde zijn gekomen, worden in de twee blokken aangevuld. Het betreft vooral theoretische<br />

grondslagen die voor elk hoofdvak nodig zijn om een zo compleet mogelijk beeld van het<br />

hoofdvak te krijgen en daarmee de vaardigheid om met het hoofdvak 'om te kunnen gaan'.<br />

Om deze accenten mogelijk te maken zullen de zes hoofdvakken afzonderlijk worden<br />

geprofileerd in de twee blokken Inleiding Hoofdvakken. In de rest van het kerncurriculum<br />

worden de hoofdvakken immers geïntegreerd aangeboden. In Inleiding Hoofdvakken 1<br />

komen achtereenvolgens de hoofdvakken Epidemiologie, Arbeid, Milieu en Gezondheid<br />

(Occupational and Environmental Health) en Evaluatie in de geneeskunde (Health<br />

Technology Assessment) aan bod. Alle drie de hoofdvakken zullen daarbij aandacht schenken<br />

aan de verschillende profielen. Tevens zullen de drie hoofdvakken u kennis laten maken met<br />

onderwerpen vanuit de 'public health' als met onderwerpen die meer op patientenpopulaties<br />

zijn gericht. Elk hoofdvak vult ongeveer 6 dagen van het blok in, inclusief een<br />

hoofdvakspecifieke toets op het einde van elk onderdeel. Het blok begint met enkele dagen<br />

onderwijs in de algemene onderzoeksmethodologie, een vervolg op blok OMB1.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan ''epidemiologie'', ''health technology assessment'' en ''arbeid, milieu en<br />

gezondheid'' definiëren en onderscheiden van elkaar en van andere vakgebieden.<br />

2: De student kan aangeven wat voor vraagstukken, kennis, vaardigheden en competenties<br />

centraal staan in de hoofdvakken EPI, HTA en AMG en het op deze hoofdvakken gebaseerde<br />

O-, M- en C-profiel.<br />

Relatie


Voor Inleiding Hoofdvakken 1 wordt verondersteld dat de student alle voorafgaande blokken<br />

in het kerncurriculum heeft doorlopen.<br />

Literatuur<br />

De gebruikte kernboeken binnen dit blok zijn:<br />

· Bouter LM, van Dongen MCJM en Zielhuis GA. Epidemiologisch onderzoek. Opzet en<br />

interpretatie. Vijfde herziene druk. Bohn Stafleu Van Loghum BV, Houten, 2005.<br />

· Petrie and Sabin. Medical statistics at a glance. Blackwell Science Ltd, 2nd edition, 2005.<br />

· Zielhuis GA et al. Handleiding medisch-wetenschappelijk onderzoek. 4e herziene druk.<br />

Elsevier, Maarssen, 2006.<br />

· Casarett / Doull's, Klaassen / Watkins: Essentials of Toxicology, 1e druk 2003<br />

Inleiding Hoofdvakken 2: BW, PB, TOX<br />

Isiscode<br />

5INH2<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 05<br />

Coördinator Dr. A. Vis, adres: 143 fysiologie, email: A.Vis@fysiol.umcn.nl,<br />

telefoon intern: secr. fysiol. 13650<br />

Het blok INH2 besteedt aandacht aan de hoofdvakken Toxicologie (TOX),<br />

Bewegingswetenschappen (BW) en Pathobiologie (PB) en de ondersteunende diciplines<br />

Model gestuurd onderzoek(MOD) en Bioinformatica (BI).<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan - op een met de voorkennis overeenkomend niveau - de wijze waarop het<br />

modelmatig denken binnen de onderscheiden hoofdvakken wordt omgezet in een<br />

probleemoplossend strategie herkennen, beschrijven en naar waarde schatten.<br />

2: De student kan het werkveld van ieder hoofdvak met bijbehorende subdisciplines<br />

beschrijven, ook in hun onderlinge samenhang.<br />

Relatie<br />

In het tweede studiejaar zijn twee blokken Inleiding Hoofdvakken opgenomen. Samen met de<br />

blokken Oriëntatie op Studie en Beroep (5OSB1 en 5OSB2), geven deze blokken inzicht in<br />

de carrière mogelijkheden en opleidingsmogelijkheden. Het moet helpen de student<br />

gefundeerd een hoofdvak en keuzeprogramma's te kiezen.<br />

De zes hoofdvakken worden afzonderlijk geprofileerd in de blokken 5INH1 en 5INH2. Dit is<br />

nodig omdat de leerstof in het overige kerncurriculum verregaand geïntegreerd wordt<br />

aangeboden. In dit blok zijn dat de hoofdvakken Toxicologie, Bewegingswetenschappen en<br />

Pathobiologie. Daarnaast hebben deze blokken een aanvullende functie. Zij bieden voor alle<br />

studenten Biomedische Wetenschappen belangrijke vaardigheden, die in de overige blokken<br />

van het kerncurriculum nog niet aan de orde konden komen.


Zo wordt naast de hoofdvakken, ook aandacht besteed Modelgestuurd Onderzoek, en Bioinformatica,<br />

wetenschappelijke instrumenten die in alle hoofdvakken toepasbaar zijn.<br />

Trefwoorden<br />

TOX: deel- en werkgebieden toxicologie, toxicologie en samenleving, functies in de<br />

toxicologie.<br />

BW: bewegingswetenschappelijke problematiek in ziekte en maatschappij, het<br />

bewegingsapparaat als systeem, restfuncties, evaluatieaspecten, revalidatie<br />

PB: pathobiologische onderzoeksvragen en methodologie, werkveld pathobioloog<br />

MOD: benadering van wetenschappelijke problemen m.b.v. computermodellen (Simulink).<br />

BI: het analyseren van grote hoeveelheden informatie m.b.v. de computer<br />

Literatuur<br />

Alle boeken uit de kernboekenlijst, reader, digitale tijdschriften<br />

Leertraject<br />

De onderdelen Toxicologie, Bewegingswetenschappen, Pathobiologie en Bio-informatica<br />

worden als vier deelblokken onderwezen. Het onderdeel Modelgestuurd Onderzoek is<br />

verspreid over de drie hoofdvakken die elk dienen als voorbeeld voor het Modelgestuurd<br />

Onderzoek.<br />

Bijzonderheden<br />

Elke van de 5 onderdelen wordt afzonderlijk getoetst.<br />

Determinanten 2: Chemische factoren<br />

Isiscode<br />

5DT02<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 06<br />

Coördinator Dr. R.P. Bos, adres: 149 farmacologie-toxicologie, email:<br />

R.Bos@pharmtox.umcn.nl, telefoon intern: 14203 / secr. 13691<br />

In de eerste 2 weken zal een inleiding op het vakgebied van de toxicologie worden gegeven.<br />

Hierbij ligt de nadruk op de principes van de invloed van toxische determinanten op de<br />

(on)gezondheid van de mens. De student krijgt inzicht in de manieren via welke de mens<br />

wordt blootgesteld aan schadelijke stoffen en de algemene mechanismen die bijdragen aan de<br />

toxiciteit. Het tweede deel is vooral gericht op het werkingsmechanisme en de schadelijke<br />

effecten van toxische stoffen op orgaansystemen zoals nier, longen, bloed, reproductieorgaan<br />

en het centrale en perifere zenuwstelsel. Uitgangspunten zijn daarbij de waargenomen<br />

orgaanspecifieke effecten van toxische stoffen in relatie tot de kwetsbaarheid van die<br />

organen. Deze aangrijpingspunten zijn verbonden met de specifieke fysiologische en<br />

biochemische functies en eigenschappen van de betreffende orgaansystemen. De laatste<br />

dagen zijn gewijd aan enkele belangrijke groepen van toxische stoffen en aan de nadelige<br />

gezondheidseffecten van straling.


Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan, in het algemeen, een relatie leggen tussen blootstelling aan<br />

lichaamsvreemde stoffen, waaronder geneesmiddelen en de daaruit voortvloeiende<br />

verstoringen van moleculaire/fysiologische processen en gezondheidsrisico's voor de mens.<br />

2: De student is in staat om met betrekking tot enkele relevante orgaansystemen verschillende<br />

typen van door lichaamsvreemde stoffen veroorzaakte toxische effecten in verband te<br />

brengen met het werkingsmechanisme van deze stoffen.<br />

3: De student kan, in een welomschreven situatie, een maatschappelijk relevante<br />

toxicologische vraag herleiden tot een aantal oplosbare deelvragen.<br />

4: De student kan een aantal relevante toxicologische begrippen aan een medestudent<br />

uitleggen en kan toxicologische deelgebieden en relaties met aangrenzende disciplines en<br />

basisdisciplines in grote lijnen schetsen.<br />

5: De student kan de giftigheid van enkele belangrijke groepen van lichaamsvreemde stoffen<br />

beschrijven.<br />

6: De student kan de rol van chemische factoren duiden in het Determinantenconcept.<br />

Relatie<br />

Het blok Determinanten 2 is het tweede in de serie van de vier determinanten-blokken waarin<br />

in dit geval chemische (toxische) invloeden op het functioneren van de mens centraal staan.<br />

Het blok sluit aan op de kennis en vaardigheden die in voorgaande blokken en met name de<br />

blokken Fysische & Biochemische Processen, Celbiologische Processen, Circulatie &<br />

Respiratie I, Stofwisseling & Water-zout huishouding, Determinanten I, Algemene<br />

Pathofysiologie en Genetische en Immunologische Processen zijn opgedaan.<br />

Trefwoorden<br />

inleiding toxicologie, expositiefase, toxicokinetische fase, toxicodynamische fase, opname<br />

toxische stoffen, excretie toxische stoffen, toxiciteitsmechanismen, risicoschatting,<br />

normstelling.<br />

speciële toxicologie, werkingsmechanismen, orgaanselectiviteit<br />

Literatuur<br />

C.D. Klaassen and J.B. Watkins III: Casarett and Doull's Essentials of Toxicology, 1th<br />

Edition, McGraw-Hill, 2003.<br />

Onderzoeksmethodologie 3: Statistiek<br />

Isiscode<br />

5OMB3<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 07<br />

Coördinator Dr. J.C.M. Hendriks, adres: 133 epidemiologie en biostatistiek, email:<br />

J.Hendriks@EPIB.umcn.nl, telefoon intern: 17675


In dit blok 5OMB3 leert u zelf een ontwerp te maken voor de analyse van gegevens uit<br />

medisch-wetenschappelijk onderzoek, enkele veel gebruikte technieken zelf uit te voeren en<br />

de resultaten van deze analyses te interpreteren. Tevens leert U het computerprogramma<br />

SPSS op zodanige wijze te hanteren dat U gegevens uit verschillende bronnen kunt invoeren<br />

en ordenen, alle U bekende statistische bewerkingen zelfstandig kunt uitvoeren en de<br />

resultaten op inzichtelijke wijze kunt presenteren. Tussen 'opzetten van onderzoek' (5OMB4)<br />

en 'analyse van gegevens' (5OMB3) zit de fase van de dataverzameling. Deze fase komt in<br />

deze blokken niet expliciet aan de orde omdat deze fase sterk afhangt van het<br />

toepassingsgebied. Algemeen geldt wel dat de gegevens alleen maar geanalyseerd kunnen<br />

worden als bekend is op welke wijze ze verzameld zijn. Verder leert U hoe U verzamelde<br />

gegevens behorende bij een ingewikkelde datastructuur kunt opslaan in MSAcces en leert U<br />

hoe U hieruit weer data kunt selecteren voor verdere analyse.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1. De student kan een onderzoeksplan maken.<br />

2. De student kan een statistische analyse uitvoeren op onderzoeksgegevens.<br />

Relatie<br />

Dit blok is onderdeel van de serie over onderzoeksmethodologie in het kerncurriculum<br />

BMW. Deze serie bestaat uit de blokken 5IBMW, 5OMB1, 5OMB2, 5OMB3 en 5OMB4.<br />

Het blok 5OMB3 sluit wat betreft de biostatistiek direct aan bij het onderwijs in 5OMB1.<br />

Trefwoorden<br />

beschrijvende maten; schattingsmethoden; veel gebruikte toetsen; regressie-analyse (m.n.<br />

lineaire en logistische regressie); overlevingsanalyse; SPSS structuur en helpfunctie; datainvoer<br />

en bewerking; statistische procedures; grafische presentatie; MSAcces structuur;<br />

MSAcces formulieren; MSAcces queries.<br />

Literatuur<br />

Petrie & Sabin. Medical Satistics at a Glance<br />

BioMedische Wetenschappen en Kliniek<br />

Isiscode<br />

5BMWK<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 08<br />

Coördinator Prof. Dr. P.N.R. Dekhuijzen, adres: 454 longziekten, secretariaat,<br />

email: R.Dekhuijzen@LONG.umcn.nl, telefoon intern: 14579 / *81<br />

1390<br />

In de vorm van zelfstudie, colleges, patiëntendemonstraties, werkgroepen en practica zal<br />

inzicht ontstaan in de klinische benadering van patiënten. Als onderwerpen zijn de volgende<br />

ziektebeelden gekozen: angina pectoris, hartinfarct, mammacarcinoom, colo-rectale<br />

carcinomen, depressie, astma en COPD. De zeven ziektebeelden, zoals bovengenoemd, zijn<br />

tot op zekere hoogte willekeurig gekozen, al is hun hoge prevalentie en incidentie een<br />

gemeenschappelijk kenmerk. Zij dienen ertoe als praktijkvoorbeeld te fungeren voor de<br />

benadering van de zieke patiënt door artsen/specialisten en de verzorgende sector. Verder


wordt het duidelijk welke wisselwerking er bestaat tussen wetenschappelijk onderzoek en<br />

patiëntenzorg.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan de hoofdlijnen herkennen van de (poli-)klinische diagnostiek en<br />

behandeling van een aantal nader te noemen ziektes, gekenmerkt door een hoge prevalentie<br />

en een grote kans op dood of invaliditeit. Hij/zij kan de oorzaken benoemen. Het betreft hier<br />

de ziektebeelden: angina pectoris en hartinfarct; colo-rectale- en mammacarcinomen;<br />

depressie; astma en COPD.<br />

2: De student kan problemen formuleren betreffende: de effectiviteit van de diagnostische<br />

procedures, het identificeren van hoog-risico groepen (determinanten), de effectiviteit van<br />

behandelingen ten aanzien van de ziekte, de kosten en de kwaliteit van leven.<br />

Trefwoorden<br />

COPD, asthma, allergie, mammacarcinoom, colorectaal carcinoom, radiotherapie,<br />

chemotherapie, kwaliteit van leven, angina pectoris, hartinfarct, PTCA, CABG, primaire<br />

reanimatie, preventie, depressie, gestructureerd interview in de psychiatrie, het biopsychosociale<br />

model in de psychiatrie.<br />

Literatuur<br />

Kumar and Clark: Clinical Medicine.<br />

Verder wordt een enkele maal terugverwezen naar:<br />

· Moore: Clinical oriented anatomy, afgekort als Moore.<br />

· Rubin and Farber: Pathology, afgekort als Rubin.<br />

· Mc Ardle et al: Exercise Physiology, afgekort als Mc Ardle.<br />

Ten slotte wordt de verdere benodigde literatuur separaat aangereikt in een reader.<br />

Beweging en Sturing<br />

Isiscode<br />

5O103<br />

Cursusjaar 1<br />

Periode 09<br />

Coördinator Mevr. Prof. Dr. M.T.E. Hopman, adres: 143 Fysiologie, email:<br />

M.Hopman@fysiol.umcn.nl, telefoon intern: 14200 / secr. 13650<br />

De inhoud van het blok betreft de systematische ordening van structuren in het<br />

bewegingsapparaat en het centrale zenuwstelsel en de onderlinge functionele interactie van<br />

deze twee orgaanstelsels. Hoofdonderwerpen zijn de bouw en functie van bewegingsapparaat<br />

als geleed stelsel en van het zenuwstelsel als het bewegingsapparaat sturend systeem. Daarom<br />

zal in dit blok bijzondere aandacht worden gegeven aan de begrippen statiek en dynamiek van<br />

het menselijk lichaam, dat wil zeggen de functionele principes die te maken hebben met<br />

houding en bewegen. Het zal blijken, dat het bewegingsapparaat hier een uitwendig zichtbare


functie heeft die voor de diagnostiek van functiestoornissen van deze twee een belangrijke<br />

basis vormt. Bij de interactie tussen bewegingsapparaat en zenuwstelsel spelen zintuigen een<br />

essentiële rol. De perceptie van beeld, geluid, reuk en positie in de ruimte maar ook druk, tast,<br />

pijn en temperatuur bepalen de wijze waarop het bewegingsapparaat in functionele zin<br />

reageert. De principes van de hierbij betrokken bouw- en functieaspecten komen aan de orde<br />

voor zover relevant voor het verkrijgen van een basisbegrip en -inzicht met het oog op<br />

diagnostiek van stoornissen. Het begrip zelfstudie speelt in dit blok een belangrijke rol.<br />

Opdrachten worden aan de hand van literatuur uit kernboeken, van anatomische preparaten en<br />

röntgenfoto's in combinatie met anatomische afbeeldingen, en met behulp van<br />

geschematiseerde systeemvoorstellingen bestudeerd.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan de normale bouw en functie van het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel<br />

beschrijven voor zover relevant voor:<br />

- het begrijpen van de interactie tussen beide systemen die leidt tot sturing van houding en<br />

beweging; en<br />

- het analyseren en begrijpen van hierop betrekking hebbende klinische en biomedisch<br />

problematiek.<br />

Relatie<br />

Het blok moet u voldoende kennis en vaardigheden bijbrengen die als basis dienen voor de<br />

met dit blok samenhangende O2-blokken geneeskunde en de Determinanten-blokken<br />

biomedische wetenschappen en de met dit blok samenhangende keuzeblokken.<br />

Trefwoorden<br />

spieren, gewrichten, zenuwen, centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel,<br />

somatosensorisch systeem, reflexen, bewegingssturing, loopstoornissen<br />

Literatuur<br />

FitzGerald / Folan-Curran / Saunders: Clinical neuroanatomy and related neuroscience (alleen<br />

GNK)<br />

Dee Silverthorn: Human Physiology, an integrative approach<br />

Kumar en Clark: Clinical Medicine<br />

Moore: Clinically Oriented Anatomy<br />

Putz: Sobotta's Atlas of Human Anatomy (alleen GNK)<br />

Juncqueira et al: Functionele Histologie (alleen GNK )<br />

Van de Lisdonk et al: Ziekten in de huisartsenpraktijk (alleen GNK)


Determinanten 3: Fysische factoren<br />

Isiscode<br />

5DT03<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 10<br />

Coördinator Dr. J.G.M. Kooloos, adres: 109 anatomie, email:<br />

J.Kooloos@anat.umcn.nl, telefoon intern: 16957<br />

Het blok is opgebouwd rond drie thema's, waarbij fysische determinanten een rol spelen in<br />

ziekte en gezondheid. De thema's zijn: TILLEN, (IN)ACTIVITEIT en VALLEN. Elk thema<br />

wordt breed ingeleid en er wordt ingegaan op de maatschappelijke aspecten rond deze<br />

thema's. In elk thema zit vervolgens verdiepende stof die nodig is om toepassingen van deze<br />

thema's uit te kunnen voeren. Dit houdt in dat bij 'tillen' er geleerd wordt hoe je een kracht in<br />

de rug kunt berekenen en hoe je met behulp van relatief eenvoudige aannames en registraties<br />

deze kracht in een (werk)situatie kan vaststellen. Bij '(in)activiteit' wordt geleerd hoe je<br />

fysiologische belasting kunt meten en berekenen en welke mechanismen hieraan ten<br />

grondslag liggen. Bij 'vallen' tenslotte wordt ingegaan op de balanshandhaving en de<br />

voortbeweging en de rol van cognitie hierbij. Op het eind van elk thema wordt een<br />

toepassingsmogelijkheid geoefend. Dit zijn bijvoorbeeld de NIOSH methode bij werknemers<br />

die veel tillen en bij ziekenverzorgenden, het inschatten van zowel de mechanische als de<br />

fysiologische belastende factoren bij huisvuilbeladers, het toepassen van een<br />

determinantenmodel op verschillende ziekten die op hun beurt weer gerelateerd zijn aan de<br />

thema's (osteoporose, obesitas en parkinson), en er wordt aandacht besteed aan preventieaspecten<br />

in de vorm van de produktie van een folder.<br />

In het blok wordt van elke student een individueel practicumverslag gevraagd en beoordeeld<br />

ten behoeve van het verder vullen van de portfolio "rapportagevaardigheden". Bij<br />

onvoldoende kwaliteit wordt de student in het blok in de gelegenheid gesteld om zich te<br />

revancheren; een voldoende voor het practicumverslag is ook een voorwaarde voor het<br />

verkrijgen van de uitslag van de eindtoets.<br />

Ook de folder die u moet maken in het kader van het thema "vallen" zal worden beoordeeld<br />

en dient van voldoende kwaliteit te zijn.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student is in staat om vanuit een macro-perspectief te beargumenteren op welke wijze<br />

onderzoek aan fysische determinanten kan bijdragen aan de oplossing van<br />

bewegingswetenschappelijke problemen.<br />

2: De student is in staat om -de in het blok aan de orde gekomen- (neuro)fysiologische en<br />

mechanische principes toe te passen met als doel het functioneren van het lichaam (of<br />

onderdelen daarvan) te evalueren.<br />

3: De student is in staat om de mate van belasting van het lichaam (of onderdelen daarvan) te<br />

beoordelen in termen van de belastbaarheid van het lichaam (of onderdelen daarvan).<br />

Relatie


Het blok bouwt voort op het blok beweging en sturing en op circulatie en respiratie uit het<br />

eerste jaar. Als onderdeel van de determinantenlijn wordt in dit blok een varieteit aan fysische<br />

en mechanische factoren behandeld, die, bij overbelasting, tot ziekte kunnen leiden.<br />

Trefwoorden<br />

Behandelde determinanten:<br />

kracht, versnelling, evenwicht, lengte, houding, geluid, gewicht, moment, wrijving, cyclisch<br />

bewegen, rek, spanning, druk, relaxatie, viscositeit, spiervermoeidheid, energieleverantie,<br />

hartminuutvolume, temperatuur, partële zuurstof spanning, vocht, vermogen, arbeid,<br />

compensatie, actiepotentiaal, timing van spieren, grondreactiekracht, balans, reflex, controle,<br />

patroongenerator, informatie, modulatie.<br />

Literatuur<br />

Kernboeken + reader.<br />

Onderzoeksvoorstel<br />

Isiscode<br />

5OMB4<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 05-11a<br />

Coördinator Prof.Dr.Ir. G.A. Zielhuis, adres: 133 epidemiologie en biostatistiek,<br />

email: G.Zielhuis@EPIB.umcn.nl, telefoon intern: 19132<br />

In dit blok 5OMB4 leert u meer systematisch de algemeen methodologische principes bij de<br />

opzet van medisch-wetenschappelijk onderzoek toe te passen op een concreet<br />

gezondheidswetenschappelijk probleem. Voor dit probleem maakt u een onderzoeksprotocol<br />

dat zowel relevant, valide als haalbaar is.<br />

Tussen de elementen 'opzetten van onderzoek' (5OMB4) en 'analyse van gegevens' (5OMB3)<br />

zit de fase van de dataverzameling. Deze fase komt in deze blokken niet expliciet aan de orde<br />

omdat deze fase sterk afhangt van het toepassingsgebied en de tijdsinvestering voor het leren<br />

van dergelijke vaardigheden groot is t.a.v. de leermomenten. Wel komt het plan voor de<br />

gegevensverzameling uitvoerig aan de orde bij het maken van een onderzoeksprotocol.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan een valide, efficiënt en bruikbaar onderzoeksplan maken op geleide van een<br />

concreet gezondheidswetenschappelijk probleem.<br />

2: De student kan het onderzoeksplan mondeling en schriftelijk op overtuigende wijze<br />

presenteren, gebruikmakend van de pakketten MS-Word en MS-Power-point.<br />

Relatie<br />

Dit blok is onderdeel van de serie over onderzoeksmethodologie in het kerncurriculum<br />

BMW. Deze serie bestaat uit de blokken 5IBMW, 5OMB1, 5OMB2, 5OMB3, 5OMB4 en<br />

BMW in context. Het blok 5OMB4 bouwt voort op de theorie uit 5IBMW en de<br />

praktijkervaring van 5OMB2.


Trefwoorden<br />

Probleembeschrijving; literatuuronderzoek; definitieve vraagstelling; onderzoeksvormen;<br />

onderzoeksvariabelen; operationalisatie; onderzoeksprotocol; onderzoeksbegroting.<br />

Literatuur<br />

Zielhuis e.a. Handleiding medisch-wetenschappelijk onderzoek (4e druk, vanaf 2006)<br />

Bijzonderheden<br />

Het blok 5OMB4 (3 EC studiepunten) wordt gegeven in groepen van drie studenten in de<br />

vorm van zgn. lijnonderwijs. D.w.z. dat in de maand februari een begin wordt gemaakt met<br />

het blok en dat het blok wordt afgesloten in de eerste week van juli.<br />

Oriëntatie op studie en beroep 2<br />

Isiscode<br />

5OSB2<br />

Cursusjaar 2<br />

Periode 04/06/09<br />

Coördinator Dr. Ir. R.P.B. Reuzel, adres: 133 Epidemiologie, Biostatistiek en<br />

HTA, email: R.Reuzel@ebh.umcn.nl, telefoon intern: 16659 / secr.<br />

10389<br />

Je volgt de opleiding Biomedische Wetenschappen aan het UMC St <strong>Radboud</strong> te Nijmegen.<br />

Dat is een mooie keuze en hopelijk ligt die ten grondslag aan een glansrijke toekomst. Maar<br />

waar heb je nu eigenlijk precies voor gekozen En waarom Wat wil je gaan doen, wanneer<br />

je ' veel sneller dan je nu misschien denkt ' de universiteit weer verlaat En wat moet je vóór<br />

die tijd doen, om ervoor te zorgen dat je toekomst qua werk ook <strong>hele</strong>maal bij jou past Het<br />

lijkt misschien wat vroeg om deze vragen te stellen, maar vijf jaren zijn maar vijf jaren.<br />

Bovendien wordt je al in je derde studiejaar gevraagd de eerste vervolgkeuzes te maken, eerst<br />

voor een hoofdvak, vervolgens voor een profiel. Die keuzes zijn bepalend voor je toekomst<br />

en de glans die daarbij hoort. Met andere woorden: jouw toekomst is al begonnen! De<br />

ervaring leert dat het daarom goed is om vroeg te beginnen met oriëntatie: op je opleiding, op<br />

je toekomstige beroep en op jezelf.<br />

Deze cursus is bedoeld om je te ondersteunen bij je oriëntatie en je te helpen met het<br />

nadenken over te maken keuzes ten aanzien van je opleiding. Ze concentreert zich rondom<br />

een drietal kernvragen:<br />

1. Wie ben ik Wat past bij mij Waar ben ik goed en waar ben ik minder goed in Voor<br />

welke bedrijven of instellingen zou ik willen werken<br />

2. Welke competenties, vaardigheden en persoonlijkheden worden door die bedrijven of<br />

instellingen gevraagd<br />

3. Voor welke combinatie van hoofdvakken, bijvakken en profiel zou ik derhalve het best<br />

kunnen kiezen<br />

Deze vragen worden niet noodzakelijkerwijze in deze volgorde beantwoord, maar dienen wel<br />

in samenhang te worden bestudeerd. Het is ook niet de bedoeling dat je aan het einde van de


cursus een definitief antwoord op de vragen geeft, laat staan dat je definitieve keuzes dient te<br />

maken. Het gaat erom dat er een proces op gang komt en je leert nadenken over de vragen.<br />

Zodat je straks, ondanks eventuele onzekerheden, een goed verhaal hebt bij de keuzes die je<br />

maakt. Bovendien is de studie vermoedelijk leuker, wanneer je voor jezelf een idee<br />

ontwikkelt van waar het allemaal heen gaat.<br />

Relatie<br />

Deze cursus sluit aan bij INH1 'Inleiding hoofdvakken 1' en INH2 'Inleiding hoofdvakken 2'.<br />

Ze wordt in het eerste studiejaar voorafgegaan door 5OSB1 'Oriëntatie op studie en beroep 1',<br />

waarmee ze één geheel vormt.<br />

Portfolio Rapportagevaardigheden<br />

Isiscode<br />

5RAPP<br />

Cursusjaar 1/2/3<br />

Coördinator Dr. R.P. Bos, adres: 149 farmacologie-toxicologie, email:<br />

R.Bos@pharmtox.umcn.nl, telefoon intern: 14203 / secr. 13691<br />

Wetenschap is pas echte wetenschap als de bevindingen van onderzoek en experiment zijn<br />

gepubliceerd, dat wil zeggen op enigerlei wijze aan vakgenoten zijn bekend gemaakt. Pas dan<br />

kan discussie worden gevoerd over de gevolgde onderzoeksmethode, de uitvoering ervan, de<br />

analyse van de gegevens en de getrokken conclusies. Ook in de biomedische wetenschappen<br />

zijn rapportagevaardigheden dus van belang. Vandaar dat in het curriculum verweven,<br />

verschillende vormen van verslaglegging aan de orde komen, van laboratoriumjournaal en<br />

practicumverslag tot uiteindelijk het schrijven van een wetenschappelijk artikel in het Engels.<br />

Hoewel er duidelijke verschillen bestaan tussen de diverse rapportagemogelijkheden, denk<br />

maar aan een mondelinge voordracht of aan een posterpresentatie, zijn de basisprincipes<br />

gelijk. Op een of andere wijze komen de volgende aspecten aan de orde:<br />

Wat is de boodschap (titel)<br />

Waarom werd het onderzoek gedaan (vraagstelling; inleiding)<br />

Wat werd er gedaan, waarmee en hoe (methoden)<br />

Wat waren de bevindingen (resultaten)<br />

Wat betekenen deze resultaten (beschouwing of discussie)<br />

Wat is het antwoord op de vraagstelling van het onderzoek (conclusie)<br />

Het portfolio rapportagevaardigheden houdt in dat je uiteindelijk toetsen moet afleggen om te<br />

laten zien dat je de doelstellingen gehaald hebt. In de regel vormt een dergelijke toets een<br />

verplicht onderdeel van een BMW blok of de bachelorstage. De toetsmomenten zijn daarmee<br />

praktisch eenmalig, let daar op. Voor deze blokken geldt dat als de prestatie op het gebied van<br />

de bijbehorende rapportagedoelstelling voldoende is, de behaalde score voor het<br />

desbetreffende blok het bewijs is dat je aan de bijbehorende doelstelling van portfolio


apportagevaardigheden hebt voldaan. Bachelor Writing vormt een uitzondering. Hiervan<br />

moet een beoordelingsformulier worden overlegd. Mocht je binnen een blok de opdracht<br />

gekoppeld aan rapportagevaardigheden niet met een voldoende afronden, dan zul je in de<br />

regel ook geen beoordeling voor dat blok krijgen en dus ook niet voor portfolio<br />

rapportagevaardigheden.<br />

Gedurende het curriculum zijn er meerdere gelegenheden om rapportagevaardigheden te<br />

oefenen. Elke keer als je een rapportagevaardigheid oefent, kun je aan de docent vragen om<br />

de presentatie te beoordelen. Mocht je geleverde prestatie nog niet geheel voldoende zijn, dan<br />

weet je waar je in de toekomst op moet letten.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1) De student kan een systematische literatuursearch doen.<br />

2) De student kan een labjournaal maken.<br />

3) De student kan een abstract voor een congresbijdrage schrijven in het Nederlands.<br />

4) De student kan een posterpresentatie van een wetenschappelijke publicatie maken.<br />

5) De student kan een wetenschappelijk artikel beoordelen (peer review).<br />

6) De student kan een practicumverslag maken.<br />

7) De student kan, onder intensieve begeleiding, een onderzoeksopzet en subsidieaanvraag<br />

opstellen.<br />

8) De student kan, in het Engels, op een verantwoorde en efficiënte wijze een<br />

wetenschappelijke verhandeling schrijven (BaMa Writing).<br />

9) De student kan een presentatie van eigen onderzoek houden aan vakgenoten.<br />

10) De student kan een stageverslag maken of een eerste versie/aanzet van een<br />

wetenschappelijk artikel schrijven.<br />

Relatie<br />

Dit blok maakt een belangrijk onderdeel uit van de academische vorming van de BMWer. In<br />

ons curriculum besteden we niet alleen aandacht aan de inhoud, maar ook aan de vorm. Bij de<br />

start van het curriculum met 5IBMW start in feite ook het blok portfolio<br />

rapportagevaardigheden op grond van de in dat blok te behalen literatuurvaardigheden. Zie<br />

ook bijzonderheden.<br />

Trefwoorden<br />

Systematisch literatuuronderzoek, labjournaal, abstract, poster, wetenschappelijk artikel,<br />

practicumverslag, onderzoeksopzet, subsidieaanvraag, mondelinge presentatie, stageverslag<br />

en Engelstalige wetenschappelijke verhandeling


Bijzonderheden<br />

Het bijzondere van dit blok is dat het gestalte heeft gekregen in nauwe interactie met diverse<br />

veelal biomedisch geörienteerde blokken. De verschillende doelstellingen van portfolio<br />

rapportagevaardigheden kunnen worden gehaald in de diverse biomedische blokken en<br />

onderdelen in 1e, 2e en 3e studiejaar van BMW.<br />

1.1 2.6 Jaar 3: overzicht en beschrijving<br />

2.6.1 Jaar 3: Overzicht<br />

In jaar 3 worden in de eerste vier perioden kernblokken gevolgd. De caputreeks bestaat uit<br />

een aantal verplichte hoorcolleges. Deze starten al in periode 1 en lopen door tot in periode 4.<br />

De laatste week in periode 4 is vrij.<br />

In periode 5 begint de student met het gekozen hoofdvak. Informatie over het aanmelden voor<br />

de hoofdvakblokken staat in paragraaf 1.2.3 van deze <strong>studiegids</strong>.<br />

Vanaf periode 7 of 8, afhankelijk van het gekozen hoofdvak, beginnen studenten met hun<br />

bachelorstage (zie §2.6.4).<br />

Parallel aan de bachelorstage wordt een cursus schrijven in het Engels (bachelorwriting)<br />

gegeven (zie §2.6.5).<br />

Periode Naam: Code:<br />

1 Stelsel gezondheidszorg BMW5STGZ<br />

2 Ethiek en Filosofie van BMW 5OMB5<br />

3 Determinanten 4: Synthese 5DT04<br />

1 t/m 4 Capita Selecta 5CAPU<br />

5 Hoofdvakblok zie §2.6.3<br />

6 Hoofdvakblok zie §2.6.3<br />

7 Hoofdvakblok / Stage zie §2.6.3<br />

8 Stage ...<br />

9 Stage ...<br />

10 Stage ...<br />

11a Stage ...<br />

8a<br />

Cursus Bachelorwriting zie §2.6.5<br />

(onderdeel van 5RAPP)<br />

blokoverstijgend<br />

Portfolio<br />

5RAPP<br />

Rapportagevaardigheden<br />

Elk blok duurt 4 weken, behalve:<br />

• Capita Selecta: lijnonderwijs in periode 1 t/m 3 en een blok van 3 weken in periode 4<br />

• Cursus Bachelorwriting: gedurende de bachelorstage in periode 8 t/m 10<br />

• Portfolio Rapportagevaardigheden: onderdelen verspreid in verschillende blokken.<br />

2.6.2 Beschrijving kernblokken<br />

Stelsel Gezondheidszorg voor BMW<br />

Isiscode<br />

5STGZ<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 01<br />

Coördinator Prof. Drs. E.W. Roscam Abbing, adres: 117 SG, email:<br />

E.RoscamAbbing@SG.umcn.nl, telefoon intern: 13785 / secr. 13235


Het blok stelsel stelt u in staat in de Nederlandse gezondheidszorg uw weg te vinden en een<br />

vergelijking te maken met buitenlandse stelsels en met de situatie in ontwikkelingslanden. U<br />

kunt de essentie van de regelgeving en de financiering, alsmede de prioriteitsstelling in de<br />

Nederlandse gezondheidszorg weergeven.<br />

Dit blok is relevant voor de latere beroepsuitoefening als biomedisch wetenschapper omdat:<br />

· het u in staat stelt bij onderzoek naar het functioneren van een deel van de gezondheidszorg,<br />

dat deel in een groter geheel te plaatsen;<br />

· het u de verschillende mogelijkheden laat zien om als gezondheidswetenschapper een<br />

bijdrage aan de gezondheidszorg te leveren;<br />

· het u in staat stelt te participeren in discussies over de hervorming van de gezondheidszorg;<br />

· het u een oriëntatie biedt op mogelijkheden buiten Nederland voor werk als biomedisch<br />

wetenschapper.<br />

· het u een brede achtergrond biedt voor werkzaamheden in zeer verschillende sectoren.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan een overzicht geven van het Nederlandse stelsel van gezondheidszorg en<br />

zijn maatschappelijke en historische ontwikkeling.<br />

2: De student kan het stelsel in een internationale context plaatsen, in het bijzonder in die van<br />

Europa en van ontwikkelingslanden.<br />

Trefwoorden<br />

Gezondheidssysteem / Public Health : vraag, aanbod, beleid.<br />

Vraag: volksgezondheid, ziekte en sterfte; epidemiologische en demografische transitie.<br />

Aanbod: preventie van ziekte en sterfte, gezondheidsbevordering, cure en care; stelselorganisatie,<br />

echelonnering, regionalisatie.<br />

Beleid: wet- en regelgeving, financiering, keuzen in de zorg. Nationaal, internationaal<br />

(Europa en ontwikkelingslanden), en lokaal.<br />

Literatuur<br />

Mackenbach & vd Maas: Volksgezondheid en gezondheidszorg. Vierde, geheel herziene,<br />

druk, januari 2008.<br />

Ethiek en Filosofie van BMW<br />

Isiscode<br />

5OMB5<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 02<br />

Coördinator Dr. W.J.M. Dekkers, adres: 137, Ethiek, Filosofie en geschiedenis


van de geneeskunde, email: w.dekkers@efg.umcn.nl, telefoon intern:<br />

18831<br />

In dit blok gaat het om de context van biomedisch onderzoek. Het woord context verwijst<br />

zowel naar de maatschappelijke context (een thema dat min of meer wordt gedekt door de<br />

term "wetenschap en samenleving"), als naar de wetenschapsfilosofische en normatieve<br />

context. Het gaat om een expliciete reflectie op de biomedische wetenschappen. Het<br />

onderwijs is opgebouwd rondom een aantal praktijkvoorbeelden van biomedisch onderzoek,<br />

zoals onderzoek naar het chronisch vermoeidheidssyndroom, moderne<br />

voortplantingstechnieken, genetische screening, xenotransplantatie, deeltjesvormige<br />

luchtverontreiniging en gezondheidsmetingen. Door bestudering van deze casus krijgt u zicht<br />

op relevante wetenschapsfilosofische en ethische problematiek, die in de rest van het blok<br />

verder wordt uitgewerkt. Ook wordt aandacht besteed aan ethische aspecten van<br />

mensgebonden onderzoek en onderzoek met dieren. U leert inzien dat in de dagelijkse<br />

praktijk en de organisatie van het biomedisch onderzoek zich tal van wetenschapsfilosofische<br />

en morele problemen voordoen. In het laatste deel van het blok wordt de relevantie van de<br />

opgedane kennis en vaardigheden getoetst aan drie sectoren: Health Technology Assessment,<br />

de methodologie van het biomedisch onderzoek en maatschappelijke keuzen in het<br />

biomedisch onderzoek.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: U kunt de praktijk van het biomedisch onderzoek plaatsen in haar maatschappelijke<br />

context en reflecteren over de maatschappelijke relevantie van de biomedische<br />

wetenschappen.<br />

2: U kunt de praktijk van het biomedisch onderzoek plaatsen in haar wetenschapsfilosofische<br />

context en karakteriseren naar haar vooronderstellingen en methoden.<br />

3: U kunt de praktijk van het biomedisch onderzoek plaatsen in haar ethische context en de<br />

morele problemen die zich daarin voordoen herkennen en analyseren.<br />

Relatie<br />

Inhoudelijk sluit het blok 5OMB5 vooral aan bij de eerdere blokken in de lijn<br />

onderzoeksmethodologie, maar eveneens bij leerstof uit andere dan de OM-blokken. Het blok<br />

gaat verder waar in de andere blokken wetenschapsfilosofische en ethische problemen<br />

worden aangestipt, maar niet verder systematisch uitgewerkt. In deze zin heeft het blok een<br />

integrerende functie.<br />

Trefwoorden<br />

ziekte, gezondheid, duurzaamheid; biomedisch onderzoek in relatie tot politiek, beleid en<br />

gezondheidszorg; de invloed van maatschappelijke factoren op biomedische kennis;<br />

vooronderstellingen, doelstellingen en methoden van de biomedische wetenschappen en<br />

biomedische technologie; ethische aspecten van biomedisch onderzoek met mensen en<br />

dieren; wetenschappelijke integriteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid; logisch<br />

redeneren en wetenschappelijk denken; vooronderstellingen van evidence based medicine.<br />

Literatuur<br />

Blokboek Ethiek en filosofie van de biomedische wetenschappen


Werkboek Ethiek en filosofie van de biomedische wetenschappen<br />

G.A. Zielhuis e.a., Handleiding medisch-wetenschappelijk onderzoek. Utrecht:<br />

Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge, 2002.<br />

Determinanten 4: Synthese<br />

Isiscode<br />

5DT04<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 03<br />

Coördinator Prof. Dr. P. Buma, adres: 357 orthopaedie, staf, email:<br />

P.Buma@orthop.umcn.nl, telefoon intern: 14476<br />

In dit blok determinanten vier 'Synthese' komt de nadruk te liggen op de samenhang, de<br />

onderlinge relaties tussen determinanten van een gezondheids- of ziekte toestand, en het doen<br />

van interventies om een ziekte toestand te voorkomen of te verbeteren. Het blok is<br />

onderverdeeld in twee delen. In het eerste deel worden in een oefencasus volgens een<br />

systematisch stappenplan alle benodigde vaardigheden ontwikkeld om in een grote casus<br />

zelfstandig aan de slag te kunnen gaan. Het betreft met name vaardigheden om in veel<br />

voorkomende situaties eenvoudige analyses uit te kunnen voeren van belasting en<br />

belastbaarheid en van de effecten op de gezondheid. Resultaten worden gerelateerd aan<br />

grenswaarden, normering en regelgeving. Vervolgens gaan de studenten aan de slag met<br />

modellen waarin een kostenbaten analyse van een bepaalde interventie gericht op één<br />

determinant kan worden gemaakt. De oefencasus wordt afgesloten met een korte tussentoets.<br />

In het tweede deel van het blok gaan de studenten in kleine groepjes ieder een eigen grote<br />

casus te lijf rondom een bepaalde gezondheidstoestand volgens het zelfde stappenplan. Dit<br />

mondt uit in een mondeling verslag, een posterpresentatie en een rapport.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1: De student kan determinanten van gezondheid en ziekte identificeren en categoriseren en<br />

plaatsen in een (patho)fysiologische context.<br />

2: De student kan in een specifieke situatie belangrijke van minder belangrijke determinanten<br />

onderscheiden, mede gebaseerd op een gekwantificeerde analyse van de bijdrage van een<br />

specifieke interventie aan de preventie van ziekte of vermindering van het gezondheidsrisico.<br />

3: De student kan in een specifieke situatie een onderbouwd advies geven, gericht op<br />

interventie in de relatie tussen de belangrijkste determinanten en gezondheid of ziekte.<br />

Relatie<br />

Relatie tot andere blokken en de rest van het curriculum:<br />

Dit is het afsluitende blok van de lijn Determinanten. De rode draad in al deze blokken is dat<br />

het om determinanten van gezondheid en ziekte gaat. Het verschil met de voorgaande<br />

blokken is dat het daar steeds ging om één determinant of een aantal bij elkaar horende<br />

determinanten (fysische determinanten, voeding of toxische stoffen) terwijl de studenten in<br />

dit blok leren dat een bepaalde gezondheids- of ziektetoestand door vele determinanten kan<br />

worden bepaald. Het blok richt zich op zowel endogene-, exogene-, als de determinanten van<br />

het systeem van zorg en preventie, en hun onderlinge samenhang.


Trefwoorden<br />

Endogene-, exogene-, en determinanten van het systeem van zorg en preventie;<br />

grenswaarden; etiologische modellen; gezondheidsrisico's; risicoperceptie;<br />

veiligheidsfactoren; regelgeving; risicobeheersing; normering;<br />

medische technologie assessment; meetstrategie; interventie; preventie;<br />

behandeling.<br />

Literatuur<br />

Determinanten 4 synthese (Blokboek)<br />

Junquera e.a., Functionele Histologie<br />

Snijders e.a., Biomechanica van het spierskeletstelsel<br />

Agur & Lee, Grant's atlas of anatomy<br />

Amdur e.a., Casarett and Doull's Toxicology<br />

Maas vd en Mackenbach, Volksgezondheid en gezondheidszorg<br />

Mc Ardle e.a. Exercise physiology<br />

Capita Selecta<br />

Isiscode<br />

5CAPU<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 01-04<br />

Coördinator Mevr. Dr. A.J. Kiliaan, adres: 109 anatomie, email:<br />

A.Kiliaan@anat.umcn.nl, telefoon intern: 14378<br />

In de discussie over de uitbreiding van een vier- naar vijfjarige opleiding biomedische<br />

wetenschappen werd geconstateerd dat in de vierjarige studie een aantal vakgebieden in het<br />

kerncurriculum ondervertegenwoordigd waren. Om deze deficienties weg te werken is er<br />

voor gekozen om een reeks van capitacolleges te ontwikkelen op het gebied van de<br />

voortplanting, neuroscience, genetica en oncologie.<br />

In grote lijnen komen in deze reeks aan bod (i) de fysiologie en pathofysiologie van het<br />

voortplantingsproces, (ii) de ontwikkeling, funktie en plasticiteit van het zenuwstelsel, (iii) de<br />

reikwijdte en invloed van ontwikkelingen binnen de genetica op de biomedische<br />

wetenschappen en geneeskunde, en (iv) het biologisch gedrag en de ontstaanswijze van<br />

nieuwvormingen.<br />

In deze cyclus wordt niet alleen de ontbrekende basiskennis aangebracht, maar vooral ook<br />

ingegaan op samenhang. Bijvoorbeeld welke rol spelen erfelijke factoren bij de ontwikkeling<br />

van het voortplantingssysteem. Welke invloed heeft genexpressie op het ontstaan van


zenuwcellen en het vormen van een zenuwstelsel. Maar ook de meest recente inzichten<br />

betreffende genetische mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan van erfelijke ziekten<br />

en nieuwvormingen zullen uitgebreid aandacht krijgen.<br />

Ook wordt zoveel mogelijk aangesloten op de resultaten van recent wetenschappelijk<br />

onderzoek, waarbij een grote verscheidenheid aan onderwerpen toegelicht zullen worden,<br />

zoals bijvoorbeeld het ontstaan van neuronale netwerken, dierexperimenteel onderzoek<br />

waaruit blijkt dat erfelijke factoren een rol kunnen spelen bij het ontstaan van depressie,<br />

schizofrenie en verslaving en last but not least actueel oncologisch onderzoek over het<br />

ontstaan van prostaatcarcinoom.<br />

Het doel van dit alles is dat studenten in staat zullen zijn een basiskennis niveau te verwerven,<br />

van waaruit zij instaat zullen zijn actuele ontwikkelingen in deze wetenschapsgebieden te<br />

kunnen volgen en te kunnen bespreken.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student is in staat, door het volgen van een reeks caputcolleges en het bestuderen van de<br />

daarbij behorende literatuur, zijn/haar inzichten betreffende de thema's voortplanting,<br />

neuroscience, genetica en oncologie te verdiepen. Dit als aanvulling van de basiskennis van<br />

de studenten en met als primair doel een niveau te bereiken dat het mogelijk maakt actueel<br />

onderzoek in deze wetenschapsgebieden te bespreken.<br />

Eisen<br />

De student dient alle kernblokken van het eerste en tweede jaar biomedische wetenschappen<br />

doorlopen te hebben.<br />

Portfolio Rapportagevaardigheden<br />

Isiscode<br />

5RAPP<br />

Cursusjaar 1/2/3<br />

Coördinator Dr. R.P. Bos, adres: 149 farmacologie-toxicologie, email:<br />

R.Bos@pharmtox.umcn.nl, telefoon intern: 14203 / secr. 13691<br />

Wetenschap is pas echte wetenschap als de bevindingen van onderzoek en experiment zijn<br />

gepubliceerd, dat wil zeggen op enigerlei wijze aan vakgenoten zijn bekend gemaakt. Pas dan<br />

kan discussie worden gevoerd over de gevolgde onderzoeksmethode, de uitvoering ervan, de<br />

analyse van de gegevens en de getrokken conclusies. Ook in de biomedische wetenschappen<br />

zijn rapportagevaardigheden dus van belang. Vandaar dat in het curriculum verweven,<br />

verschillende vormen van verslaglegging aan de orde komen, van laboratoriumjournaal en<br />

practicumverslag tot uiteindelijk het schrijven van een wetenschappelijk artikel in het Engels.<br />

Hoewel er duidelijke verschillen bestaan tussen de diverse rapportagemogelijkheden, denk<br />

maar aan een mondelinge voordracht of aan een posterpresentatie, zijn de basisprincipes<br />

gelijk. Op een of andere wijze komen de volgende aspecten aan de orde:<br />

Wat is de boodschap (titel)<br />

Waarom werd het onderzoek gedaan (vraagstelling; inleiding)


Wat werd er gedaan, waarmee en hoe (methoden)<br />

Wat waren de bevindingen (resultaten)<br />

Wat betekenen deze resultaten (beschouwing of discussie)<br />

Wat is het antwoord op de vraagstelling van het onderzoek (conclusie)<br />

Het portfolio rapportagevaardigheden houdt in dat je uiteindelijk toetsen moet afleggen om te<br />

laten zien dat je de doelstellingen gehaald hebt. In de regel vormt een dergelijke toets een<br />

verplicht onderdeel van een BMW blok of de bachelorstage. De toetsmomenten zijn daarmee<br />

praktisch eenmalig, let daar op. Voor deze blokken geldt dat als de prestatie op het gebied van<br />

de bijbehorende rapportagedoelstelling voldoende is, de behaalde score voor het<br />

desbetreffende blok het bewijs is dat je aan de bijbehorende doelstelling van portfolio<br />

rapportagevaardigheden hebt voldaan. Bachelor Writing vormt een uitzondering. Hiervan<br />

moet een beoordelingsformulier worden overlegd. Mocht je binnen een blok de opdracht<br />

gekoppeld aan rapportagevaardigheden niet met een voldoende afronden, dan zul je in de<br />

regel ook geen beoordeling voor dat blok krijgen en dus ook niet voor portfolio<br />

rapportagevaardigheden.<br />

Gedurende het curriculum zijn er meerdere gelegenheden om rapportagevaardigheden te<br />

oefenen. Elke keer als je een rapportagevaardigheid oefent, kun je aan de docent vragen om<br />

de presentatie te beoordelen. Mocht je geleverde prestatie nog niet geheel voldoende zijn, dan<br />

weet je waar je in de toekomst op moet letten.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

1) De student kan een systematische literatuursearch doen.<br />

2) De student kan een labjournaal maken.<br />

3) De student kan een abstract voor een congresbijdrage schrijven in het Nederlands.<br />

4) De student kan een posterpresentatie van een wetenschappelijke publicatie maken.<br />

5) De student kan een wetenschappelijk artikel beoordelen (peer review).<br />

6) De student kan een practicumverslag maken.<br />

7) De student kan, onder intensieve begeleiding, een onderzoeksopzet en subsidieaanvraag<br />

opstellen.<br />

8) De student kan, in het Engels, op een verantwoorde en efficiënte wijze een<br />

wetenschappelijke verhandeling schrijven (BaMa Writing).<br />

9) De student kan een presentatie van eigen onderzoek houden aan vakgenoten.


10) De student kan een stageverslag maken of een eerste versie/aanzet van een<br />

wetenschappelijk artikel schrijven.<br />

Relatie<br />

Dit blok maakt een belangrijk onderdeel uit van de academische vorming van de BMWer. In<br />

ons curriculum besteden we niet alleen aandacht aan de inhoud, maar ook aan de vorm. Bij de<br />

start van het curriculum met 5IBMW start in feite ook het blok portfolio<br />

rapportagevaardigheden op grond van de in dat blok te behalen literatuurvaardigheden. Zie<br />

ook bijzonderheden.<br />

Trefwoorden<br />

Systematisch literatuuronderzoek, labjournaal, abstract, poster, wetenschappelijk artikel,<br />

practicumverslag, onderzoeksopzet, subsidieaanvraag, mondelinge presentatie, stageverslag<br />

en Engelstalige wetenschappelijke verhandeling<br />

Bijzonderheden<br />

Het bijzondere van dit blok is dat het gestalte heeft gekregen in nauwe interactie met diverse<br />

veelal biomedisch geörienteerde blokken. De verschillende doelstellingen van portfolio<br />

rapportagevaardigheden kunnen worden gehaald in de diverse biomedische blokken en<br />

onderdelen in 1e, 2e en 3e studiejaar van BMW.<br />

2.6.3 Rooster hoofdvakmodulen Bacheloropleiding<br />

Hieronder vindt u het rooster voor de hoofdvakmodulen uit de bacheloropleiding. De<br />

bijgevoegde tabel geeft de bloktitels weer bij de ISIS-codes in het rooster. Voor een<br />

beschrijving van deze modulen raadpleegt u §2.6.6 van deze <strong>studiegids</strong>.<br />

Hoofdvak Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 Periode 7<br />

OEH 5E001 5AM03 5MK12<br />

BW 5HM01 5AM07<br />

EPI 5E001 5E002 5E004<br />

HTA 5IHTA 5E002<br />

PB 5PT01 5TP02<br />

TOX 5PT01 5TP02<br />

Bloktitels en voertaal in blokken bij het bovenstaande rooster<br />

ISIS code Bloktitel Voertaal<br />

5AM03<br />

Gezondheidsbewaking / Health Nederlands*<br />

monitoring<br />

5AM07<br />

Opzet en Analyse van Nederlands*<br />

Kleinschalige Experimenten /<br />

Design and analysis of small<br />

scale experiments<br />

5E001<br />

Methoden van<br />

Engels<br />

Dataverzameling / Methods of<br />

data collection<br />

5E002<br />

Gebruik van Statistische Engels<br />

Software / Statistical analysis<br />

with SAS and SPSS<br />

5E004 Klinische Epidemiologie / Engels


Clinical epidemiology<br />

5HM01<br />

Introduction to clinical human Nederlands<br />

movement sciences<br />

5IHTA<br />

Inleiding Health Technology Engels<br />

Assessment / Introduction<br />

Health Technology<br />

Assessment<br />

5MK12<br />

Perceptie van (arbeids)milieu Nederlands*<br />

en gezondheid: begrip,<br />

beoordeling en beleid /<br />

Understanding the perception<br />

of health risks in the<br />

workplace<br />

5PT01<br />

Moleculaire Pathobiologie en Engels<br />

Toxicologie / Molecular<br />

pathobiology and toxicology<br />

5TP02<br />

Immunotoxicologie en Nederlands*<br />

Immunopathologie /<br />

Immunotoxicology and<br />

Immunopathology<br />

*Indien een buitenlandse student deelneemt aan het blok, zal het in het Engels gegeven<br />

worden.<br />

2.6.4 De bachelorstage<br />

De bacheloropleiding wordt afgerond met een stage. Deze stage zal afhankelijk van het aantal<br />

voorafgaande hoofdvakblokken 18,5 of 24 EC bedragen (onderwijs-periode 8 t/m 11a of 7<br />

t/m 11a in een standaardprogramma). Daarnaast zal parallel aan de stage een cursus<br />

Bachelorwriting gevolgd moeten worden. Deze cursus is een verplicht onderdeel van<br />

Rapportagevaardigheden.<br />

Doelstellingen bachelorstage<br />

1. De student is in staat de cyclus van wetenschapsbeoefening op een bepaald vakgebied toe<br />

te passen en de belangrijkste methoden en technieken die daarbij nodig zijn te<br />

beschrijven.<br />

2. De student is in staat, begeleid door een gekwalificeerd onderzoeker, de stappen in de<br />

onderzoekscyclus toe te passen op een eigen onderzoek, c.q. op eigen activiteiten als<br />

deelnemer in een breder onderzoek.<br />

3. De student kan de verkregen onderzoeksgegevens analyseren en de uitkomst ervan<br />

interpreteren. Tevens kan de student een reflectie geven op de context en de betekenis van<br />

het onderzoek.<br />

4. De student is in staat in een beknopte mondelinge presentatie de uitkomsten van de<br />

onderzoeksstage te presenteren ten overstaan van de afdeling waar het onderzoek is<br />

verricht, en de student is in staat daarover een goede discussie te voeren.<br />

5. De student is in staat de resultaten van zijn onderzoeksstage schriftelijk te rapporteren,<br />

conform de eisen die daaraan worden gesteld.<br />

Ingangseisen bachelorstage


Voor de bachelorstages pathobiologie en toxicologie gelden aanvullende eisen om aan de<br />

stage deel te mogen nemen: de blokken Laboratoriumvaardigheden (5LABV) en Moleculaire<br />

pathobiologie en toxicologie (5PT01) moeten zijn gevolgd.<br />

Voor de bachelorstage is de volgende doelstelling geformuleerd:<br />

De student kan, bij een gegeven vraagstelling en onder begeleiding van een onderzoeker (aio,<br />

junior of senior onderzoeker), een onderzoek operationaliseren. De student kan daartoe de<br />

praktische (laboratorium) vaardigheden uitvoeren, de literatuur bijhouden, en de resultaten<br />

rapporteren en analyseren. De student kan het onderzoek beschrijven in een eindverslag en<br />

hierover een mondelinge presentatie verzorgen.<br />

Om de stageperiode voldoende impact te geven moet voldaan worden aan de volgende<br />

randvoorwaarden:<br />

1. De studieleider heeft de eindverantwoordelijkheid voor de uit te voeren stage. De<br />

studieleider treedt daartoe in overleg met de stageverlenende afdeling.<br />

2. De stageverlenende afdeling beschrijft het onderzoeksvoorstel (1/2 A4), waarin<br />

aangegeven: de titel, een korte inhoudelijke beschrijving van het uit te voeren onderzoek<br />

en de te gebruiken analysetechnieken. De studieleider beoordeelt de omschrijving van de<br />

stage.<br />

3. De student voert het onderzoek uit onder de (dagelijkse) begeleiding van de onderzoeker.<br />

De student maakt een eindverslag en geeft hierover een mondelinge presentatie. De<br />

stagebegeleider geeft een eindoordeel over de stage (uitvoering onderzoek, eindverslag en<br />

mondelinge presentatie), stelt een eindcijfer vast en rapporteert hierover naar de<br />

studieleider.<br />

4. De studieleider toetst de beoordeling van de stage, geeft de omschrijving van de stage<br />

(1/2 A4) en het cijfer door aan de examencommissie en de afdeling OSZ.<br />

5. De examencommissie controleert achteraf.<br />

2.6.5 Bachelorwriting<br />

Parallel aan de bachelorstage wordt een cursus schrijven in het Engels (Bachelorwriting)<br />

gegeven. Deze cursus vormt een onderdeel van het Portfolio Rapportagevaardigheden en<br />

wordt verzorgd door een docent (native speaker) van het Universitair Talencentrum<br />

Nijmegen.<br />

De cursus start medio april en bestaat uit 6 bijeenkomsten van 2 uur die om de twee weken<br />

plaatsvinden. Voor elke bijeenkomst moeten opdrachten worden gemaakt die ook ongeveer 2<br />

uur werk zullen vragen. Voor deze opdrachten wordt aangesloten bij de bachelorstage die<br />

men dan doet. De cursus wordt gevolgd in groepen van max 18 studenten. Deelname aan de<br />

cursus, die een onderdeel vormt van het Portfolio Rappportagevaardigheden, is verplicht. De<br />

student meldt zich aan voor deze cursus tegelijk met de aanmelding voor de keuzeblokken in<br />

het derde jaar. De cursusdata en groepsindeling zullen via het Studenten Webdossier bekend<br />

worden gemaakt.<br />

2.6.6 Beschrijving hoofdvakmodulen Bacheloropleiding<br />

Gezondheidsbewaking<br />

Isiscode<br />

5AM03<br />

Cursusjaar 03<br />

Periode 06


Coördinator<br />

Mevr. Dr. N.C.G.M. Donders, adres: 117 SG, email:<br />

N.Donders@sg.umcn.nl, telefoon intern: 13124 / secr. 13235<br />

In dit blok leert de student een werkplek beoordelen op risicofactoren voor de lichamelijke en<br />

psychische gezondheid van werknemers. Bij de te behandelen onderwerpen ligt het accent<br />

met name op verlichting, binnenklimaat en geluidsbelasting. Voor deze factoren leert men<br />

een meetstrategie ontwerpen, metingen uitvoeren, de resultaten beoordelen aan bestaande<br />

normen en grenswaarden, en aanbevelingen formuleren voor verbetering van de<br />

arbeidsomstandigheden. In de eerste helft van het blok ligt het accent op de theorie en het<br />

leren meten in practicumopdrachten. In de tweede helft wordt samen met enkele andere<br />

studenten een echt werkplekonderzoek uitgevoerd op een van van de afdelingen van de<br />

universiteit of het UMC St <strong>Radboud</strong>. Dit leidt tot een verslag en een mondelinge presentatie<br />

van de onderzoeksgegevens, waarvan de kwaliteit de helft van het eindcijfer bepaalt. Dit blok<br />

is essentieel voor degenen die registratie als arbeidshygiënist nastreven. Het blok wordt<br />

verzorgd met behulp van docenten uit de Arbo en Milieudienst voor RU en UMCN. Hierdoor<br />

krijgt men tijdens deze cursus ook een goede indruk van het werk binnen een arbodienst: is<br />

dat iets wat bij je past<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student is in staat een meetstrategie te ontwerpen voor een eenvoudig werkplekonderzoek,<br />

metingen naar geluid, verlichting en binnenklimaat uit te voeren, te evalueren en te<br />

rapporteren.<br />

Relatie<br />

Dit blok maakt deel uit van de verplichte blokken in het hoofdvak AMG. Het is ook een leuk<br />

en relevant blok voor wie als toekomstig epidemioloog of toxicoloog kennis wil maken met<br />

de risicofactoren in het arbeidsmilieu.<br />

Trefwoorden<br />

Arbeidshygiëne, meetstrategie, geluidsbelasting, verlichting, binnenklimaat, stof,<br />

werkbeleving, stress, ziekteverzuim, werkplekonderzoek, normering, arbowetgeving,<br />

advisering en voorlichting.<br />

Literatuur<br />

Het noodzakelijke studiemateriaal wordt tijdens dit blok beschikbaar gesteld in de vorm van<br />

een reader.<br />

Leertraject<br />

Week een: het accent ligt op het vergaren van kennis over risicofactoren in het arbeidsmilieu<br />

en op het leren gebruiken van meetapparatuur om licht, geluid en binnenklimaat te meten.<br />

Week twee: een meetopdracht rond licht en geluid wordt uitgewerkt. Ook worden enkele<br />

onderwerpen behandeld die in het eerdere onderwijs nog onvoldoende aan de orde zijn<br />

geweest, zoals ziekteverzuim en werkbeleving. In deze week wordt voor het eerst contact<br />

gelegd met de afdeling waar een eigen werkplekonderzoek zal worden uitgevoerd.<br />

Week drie: naast behandeling van enkele nieuwe onderwerpen wordt de meetstrategie voor<br />

het eigen werkplekonderzoek uitgewerkt.


Vierde week: uitvoering werkplekonderzoek. Het blok wordt afgerond met een presentatie<br />

van de resultaten van de verschillende werkplekonderzoeken.<br />

Bijzonderheden<br />

Dit blok vormt een goede en noodzakelijke voorbereiding voor een stage in een arbodienst en<br />

is essentieel voor degenen die een carrière als arbeidshygiënist nastreven.<br />

Design and analysis of small scale experiments<br />

Isis code<br />

5AM07<br />

Course year 3<br />

Scheduled 06<br />

Coordinator Drs. T. Feuth, adres: 133 epidemiologie en biostatistiek, email:<br />

T.Feuth@epib.umcn.nl, telefoon intern: 17665<br />

This course is targeted at students dealing with small-scaled (laboratory) experiments e.g. in<br />

students in Movement Sciences, Toxicology, Pathobiology and Environmental Health<br />

Sciences.<br />

The block focuses on clever experimental designs that account for several sources of<br />

variation and bias, and the statistical analysis of such designs. In any experimental design, a<br />

critical decision is the choice of sample size, so this topic is included in the course. A new<br />

feature is the design and analysis of longitudinal experiments i.e. experiments in which<br />

individuals are monitored over a period of time to record the developing pattern of their<br />

observed values.<br />

Also design and analysis of experiments to study and quantify measurement errors will be<br />

discussed. The statistical techniques involved are studied and trained using the statistical<br />

package SPSS. The course is a beneficial supplement to the elementary statistical methods of<br />

the bachelor curriculum and is useful for the design and analysis of (small-scaled)<br />

experimental research.<br />

Main objectives<br />

Upon completing this course the student should be able to:<br />

1. Set up a small-scale experiment, as is usual during the training parts of the scientific<br />

education.<br />

2. Perform an appropriate analysis of the gathered data.<br />

3. Report the results.<br />

Relation<br />

Students that have taken 5OMB3 should be able to follow this course successfully.<br />

Key words<br />

After the course the student should be able to:


Translation of a research question into an efficient design that accounts for several sources of<br />

variation; calculation of the (approximate) sample size needed to achieve a preset power of an<br />

experiment; assessment of measurement errors; Student's t-tests, ANOVA and MANOVA.<br />

Literature<br />

Statistical Methods in Medical Research, Armitage and Berry, 3rd edition, ISBN 0-632-<br />

03695-8, chapter 6,7,8,11,13. (15 copies this book can be borrowed on deposit from the<br />

block-coordinator)<br />

Several articles (copies in block textbook)<br />

Study path<br />

Students are familiarized with the design of experiments and the underlying statistical theory<br />

by means of self study assignments. The use of the statistical methods is trained during<br />

computer sessions. The experimental-design assignments and the analysis results are<br />

discussed and interpreted in group assignments and interactive lectures. Students will write<br />

one research proposal and one report on measurement errors. A written examination<br />

concludes the course.<br />

Maximal number of participants: 30.<br />

Methoden van Dataverzameling<br />

Isiscode<br />

5E001<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 05<br />

Coördinator Mevr. Dr. Ir. N. Roeleveld, adres: 133 epidemiologie en biostatistiek,<br />

email: N.Roeleveld@EPIB.umcn.nl, telefoon intern: 18856 / secr.<br />

19630 of 19132<br />

Het kunnen opzetten en uitvoeren van een kwalitatief goede dataverzameling is van groot<br />

belang voor onderzoek op het terrein van de biomedische wetenschappen. Het doel van dit<br />

blok is inzicht te krijgen in de verschillende methoden van dataverzameling, deze te kunnen<br />

toepassen en te kunnen beoordelen op validiteit, bruikbaarheid en efficiëntie, om daarmee bij<br />

een gegeven vraagstelling de optimale methode van dataverzameling te kunnen kiezen. Naast<br />

de theoretische aspekten van dataverzameling, komen ook het praktisch werken met<br />

geregistreerde gegevens, het ontwerpen en afnemen van vragenlijsten, het doen van<br />

interviews, het meten van omgevingsfaktoren en het meten en interpreteren van biomarkers<br />

aan de orde.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

· De student is in staat bij een gegeven vraagstelling de optimale methode van<br />

dataverzameling te kiezen, gelet op validiteit, toegankelijkheid, efficiëntie en kosten (theorie).<br />

· De student is in staat op een valide en efficiënte wijze data te (laten) verzamelen voor<br />

onderzoek op het terrein van de gezondheidswetenschappen (praktijk).<br />

Trefwoorden


Vertalen vraagstelling in meetbare variabelen, kiezen methode van dataverzameling,<br />

ontwerpen meetstrategie, beoordelen validiteit, reproduceerbaarheid en efficiëntie van<br />

dataverzameling, kiezen benaderingswijze onderzoekspersonen, toegankelijkheid van<br />

registraties, vragenlijsten, interviews, meten van blootstellingsfactoren en biomarkers.<br />

Literatuur<br />

Principles of Exposure Measurement in Epidemiology. Armstrong B, White E, Sarraci R.<br />

NewYork: Oxford University Press, 1992 (of herziene druk als deze uitkomt in 2008).<br />

Leertraject<br />

Na de introductie, waarin het belang van (valide) dataverzameling aan de orde komt, worden<br />

achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld:<br />

- het traject van vraagstelling tot meetstrategie<br />

- dataverzameling via vragenlijsten (ontwerpen, afnemen en verwerken)<br />

- dataverzameling via interviews<br />

- dataverzameling via geregistreerde gegevens (bv. kankerregistratie)<br />

- dataverzameling van blootstelling in leef- en werkmilieu<br />

- dataverzameling via biomarkers (theorie en praktijk)<br />

- validiteit en reproduceerbaarheid van data en dataverzameling De module wordt afgesloten<br />

middels mondelinge en schriftelijke rapportage van individuele opdrachten en<br />

groepsopdrachten.<br />

Gebruik van Statistische Software<br />

Isiscode<br />

5E002<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 06<br />

Coördinator Drs. J.M.M. Groenewoud, adres: 138 Medical Technology<br />

Assessment MTA, email: J.Groenewoud@EPIB.umcn.nl, telefoon<br />

intern: 16977 (ochtend) / 10388 (middag)<br />

Dit blok "Gebruik van statistische software" is het tweede keuzeblok waarmee u<br />

vaardigheden krijgt die u hard nodig heeft in uw bachelorstage. Vanwege de relatief korte<br />

lengte van die stage zullen veel epidemiologiestudenten namelijk bestaande<br />

onderzoeksgegevens gaan bewerken, analyseren en interpreteren. Maar het blok is niet alleen<br />

bedoeld voor epidemiologiestudenten. Iedereen die met relatief grote gegevensverzamelingen<br />

gaat werken (zoals ook studenten EGK en AMG) zal daarmee vaardiger kunnen omgaan na<br />

dit blok.<br />

Het blok kan worden gezien als een voortzetting van het blok OMB3<br />

(onderzoeksmethodologie 3) en de inhoud van dit blok wordt dan ook bekend verondersteld.


Naast verdere uitdieping van SPSS komt ook het statistisch pakket SAS uitgebreid aan de<br />

orde. Studenten zullen leren om met de pakketten SPSS en SAS univariate en bivariate<br />

statistiek te bedrijven. Ook lineaire en logistische regressie komen aan de orde. Van studenten<br />

die het blok met goed gevolg afleggen mag verwacht worden dat zij in staat zijn om met<br />

beide statistische pakketten zelfstandig de statistiek/programmeer-problemen die zich<br />

gedurende de bachelor-stage voordoen, op te lossen.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

- De student kan de juiste statistische techniek kiezen voor de analyse van een dataset.<br />

- De student kan de juiste uitkomsten met de statistische pakketten SPSS en SAS fabriceren<br />

en interpreteren.<br />

Eisen<br />

De studenten moeten voldoende hebben voor het blok OMB3 en op de hoogte zijn van de<br />

statistiek uit blok OMB3.<br />

Trefwoorden<br />

Handleidingen gebruiken, computer-programma's schrijven, system files maken/veranderen,<br />

converteren system files van een pakket naar een ander pakket, labels maken voor variabelen,<br />

hercoderen van variabelen, voorgeprogrammeerde functies, operatoren, maken van grafieken,<br />

selecteren van records, omgaan met missings, statistische analyses, simulaties, koppelen van<br />

bestanden, regressie-analyse, variantie analyse, covariantie-analyse, backward- en forward<br />

regresssie-analyse, logistische regressie.<br />

Literatuur<br />

Er is voor dit blok geen literatuur verplicht. Om de kennis over epidemiologie en biostatistiek<br />

op te frissen kan elk handboek gebruikt worden.<br />

Handleidingen voor de beide statistische pakketten zijn op de computer of op internet<br />

beschikbaar en bevatten ook veel methodologische en statistische informatie.<br />

Leertraject<br />

De statistische theorie en de computervaardigheden worden door middel van hoorcolleges en<br />

zelfstudieopdrachten met de PC eigen gemaakt. Studenten werken aan de<br />

zelfstudieopdrachten in groepjes van twee per PC.<br />

Op de laatste dag van de module is er een toets, waarbij 2 opgaven (1 met SPSS en 1 met<br />

SAS) individueel achter de PC gemaakt moeten worden. Het punt voor deze toets is bepalend<br />

voor de uitslag van de module. Een datum voor de herkansing wordt vastgesteld in<br />

samenspraak met de studenten die de toets niet gehaald hebben.<br />

Bijzonderheden<br />

Sheets behorend bij colleges, de benodigde bestanden en de uitwerkingen van alle opgaven<br />

staan op Blackboard. Maximaal aantal deelnemers: 36<br />

Klinische Epidemiologie


Isiscode<br />

5E004<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 07<br />

Coördinator Prof. Dr. A.L.M. Verbeek, adres: 133 epidemiologie en biostatistiek,<br />

email: A.Verbeek@EPIB.umcn.nl, telefoon intern: 19132<br />

The practice of medicine is becoming increasingly evidence-based on the results of research.<br />

Epidemiology forms the backbone of every clinical and medical research programme in this<br />

era of evidence-based medicine. Epidemiologists count: they are the accountants of medical<br />

practice! Predictions about individual subjects and causal statements are made by counting<br />

clinical events in groups of similar patients or populations.<br />

This course introduces participants to the background of clinical epidemiology, explaining<br />

principles and methods used to obtain quantitative evidence on the effect of medical<br />

intervention, and on the diagnosis, etiology and prognosis of disease.<br />

Objectives<br />

Participants will learn how to critically evaluate medical research programmes and effectively<br />

design and evaluate their own proposals for clinical research studies.<br />

The course includes:<br />

- Worked out examples of current issues in diagnosis and treatment.<br />

- Examples of clinically relevant research published in major journals like The Lancet,<br />

NEJM, BMJ, and JAMA.<br />

- Discussions on the main and adverse effects of medical interventions.<br />

- Common study designs such as meta-analyses, case-referent studies and randomised trials.<br />

- Designing of clinical predictive relations.<br />

- Transition from basic to advanced data analysis (logistic regression and proportional<br />

hazards modelling).<br />

- Distinction between causal research compared with predictive research.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan bij een klinische probleemstelling op het gebied van gnostiek<br />

(diagnostiek/etiognostiek/prognostiek) of interventie (behandeling/preventie):<br />

· een valide, efficiënt en relevant onderzoek-design en design of analysis maken;<br />

· de aangereikte onderzoeksgegevens adequaat analyseren en het resultaat beschrijven en<br />

interpreteren.


Relatie<br />

Data-analytical techniques learned from modules 5E002 and 5E003 are supportive in the<br />

applied medical research programmes delivered in this course 5E004, that is "Clinical<br />

Epidemiology: Count and Account".<br />

Literatuur<br />

Grobbee DE, Hoes AW. Clinical Epidemiology: Principles, Methods, and Applications for<br />

Clinical Reasearch. Sudbury/MA, Jones and Barlett Publishers, 2009.<br />

Leertraject<br />

The course comprises an interactive mix of learning and teaching: classical lectures, self<br />

study assignments, work groups, computer lab sessions, and individual coaching & support.<br />

These have been designed to help the student independently understand and apply the<br />

principles and methods of predictive and causal research. At het end of this 4 week course, a<br />

written final examination is scheduled. The course will be delivered in English.<br />

Introduction to clinical human movement sciences<br />

Isis code<br />

5HM01<br />

Course year 3<br />

Scheduled 05<br />

Coordinator Dr. J.G.M. Kooloos, adres: 109 anatomie, email:<br />

J.Kooloos@anat.umcn.nl, telefoon intern: 16957<br />

This course introduces students into the techniques of Human Movement Sciences. All<br />

techniques are either basic techniques that are applicable in any movement lab throughout the<br />

world, other techniques are specific set-ups designed for local research groups.<br />

Main objectives<br />

The student develops skills to deal with standard techniques in the human movement<br />

sciences; the introduced techniques are preferably selected from current UMCN research.<br />

Relation<br />

This is the first course for those who wish to graduate in Human Movement Sciences. In the<br />

BSc programme this course is followed by "Design of small scale experiments" and a<br />

Bachelor internship of 4,5 months. In the MSc programme this course is connected to the<br />

obligatory MSc courses 5HM02 up to 5HM05. Several courses in the bachelor phase are<br />

connected to HM01. The most important ones are Circulation and Respiration-1 and<br />

Movement and Neural Control (Beweging en Sturing)<br />

Key words<br />

Knee-joint ligaments, muscle mechanics, dissection, description of anatomical findings,<br />

Sensors and force transducers, forceplates, dynamics, inverse dynamics, observation of gait,<br />

vicon, optotrack, elektromyography, analysis of motion, minisymposium, elementary course<br />

in Matlab.<br />

Literature<br />

Grant's Atlas of Anatomy


Study path<br />

- Form<br />

- Force<br />

- Motion<br />

assessment<br />

1- Dissection report in pairs<br />

2- Oral presentation of mini-research project in small subgroup.<br />

3- Written research report of mini-research project in small subgroup<br />

4- Individual examination<br />

Inleiding Health Technology Assessment<br />

Isiscode<br />

5IHTA<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 05<br />

Coördinator Dr. P.F.M. Krabbe, adres: 138 Medical Technology Assessment,,<br />

email: P.Krabbe@MTA.umcn.nl, telefoon intern: 17666<br />

Evaluatieonderzoek is erop gericht kennis te verwerven die een bijdrage kan leveren aan de<br />

oplossing van een specifiek gezondheids(zorg)probleem. Verschillende typen van<br />

evaluatiestudies en de daarbij behorende onderzoeksmethoden zullen in het blok besproken<br />

worden aan de hand van praktijkvoorbeelden zoals: toediening methotrexate bij<br />

reumapatiënten, afkickvarianten bij heroïneverslaving, behandeling van psoriasis; de bijdrage<br />

van nacontroles na larynx kanker. In de laatste week komt de implementatie van<br />

onderzoeksresultaten en richtlijnen aan de orde.<br />

Relatie<br />

Deze cursus staat in lijn met de modulen 5EG01 en 5EG02.<br />

Trefwoorden<br />

Ontstaan en plaats van evaluatieonderzoek; probleemdefiniëring; experimenteel onderzoek;<br />

belanghebbenden; veronderstellingen; typen evaluatie; typen onderzoeksopzetten;<br />

economische evaluatie; kwalitatief onderzoek; quasi-experimenteel; 'kwaliteit-van-leven';<br />

samengestelde gezondheidsmaten; implementatie; richtlijnen en protocollen, ziektelast;<br />

uitkomstmaten; meetinstrumenten; beleidsinstanties en financiers.<br />

Literatuur<br />

Ovretveit J. Evaluating Health Interventions: an introduction to evaluation of health<br />

treatments, services, policies and organizational interventions. Open University Press 1998<br />

(324 pp). ISBN 0-335-19964-X (PBK)


Bijzonderheden<br />

Aan verdieping en verbijzondering zal aandacht worden besteed, onder andere door het<br />

aanreiken van aanvullende literatuur en het uitvoeren van practica. Beoordeling geschiedt aan<br />

de hand van practica en opdrachten, het individueel presenteren van een specifiek<br />

gezondheidszorgprobleem, alsmede een schriftelijk tentamen.<br />

Perceptie van (arbeids)milieu en gezondheid: begrip,<br />

beoordeling en beleid<br />

Isiscode<br />

5MK12<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 07<br />

Coördinator Dr. J.W.J. van der Gulden, adres: 117 Sociale Geneeskunde, email:<br />

J.vanderGulden@SG.umcn.nl, telefoon intern: 13235<br />

Bij milieu-incidenten uiten omwonenden vaak allerlei gezondheidsklachten. Slechts een deel<br />

ervan is te begrijpen op grond van directe blootstelling aan schadelijke factoren. In<br />

werksituaties doet zich hetzelfde voor. Werknemers klagen over facetten van hun werk en<br />

gezondheid. Deskundigen kunnen hiervoor echter geen goede verklaring geven. Op basis van<br />

de beschikbare meetgegevens ontstaat dan al snel de indruk dat er geen serieus probleem<br />

bestaat. Dit is geen juiste conclusie: de betrokkenen maken zich echt zorgen en voelen zich<br />

echt ziek op grond van hun milieu- en gezondheidsperceptie.<br />

In dit blok wordt besproken hoe dit kan. Dit gebeurt aan de hand van kennis en<br />

theorievorming vanuit verschillende vakgebieden, veelal aan de hand van casus. Ook wordt<br />

behandeld hoe je dit soort problematiek kunt voorkomen door een zorgvuldige<br />

probleemanalyse en risico-communicatie. De cursus sluit af met een flinke studieopdracht<br />

waarin groepjes studenten een relevant onderwerp nader verkennen en beschrijven. Het<br />

verslag en de mondelinge presentatie van deze opdracht bepalen de helft van het studiepunt.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student leert begrijpen hoe hinder, stress en onzekerheid door blootstelling aan<br />

milieufactoren de gezondheid(sbeleving) kan beïnvloeden. Hij leert een probleem te<br />

onderzoeken waarin de perceptie van milieu en gezondheid centraal staat.<br />

Relatie<br />

Deze cursus is interessant voor studenten met belangstelling voor arbeid, milieu en<br />

gezondheid, maar ook voor BMW studenten met een andere hoofdvak die kiezen voor voor<br />

een M of C-profiel.<br />

Trefwoorden<br />

In de cursus worden de volgende vragen behandeld:<br />

- Waarom krijgt men gemakkelijk gezondheidsklachten wanneer (men veronderstelt dat) er<br />

iets mis is met het (arbeids)milieu<br />

- Welke sociale en psychologische processen spelen hierbij een rol


- Hoe wordt zo'n probleem onderzocht<br />

- Welke adviezen aan betrokkenen zoals de omwonenden, politici, werkgevers, werknemers<br />

behoefte kunnen een bijdrage leveren aan een oplossing<br />

Literatuur<br />

De studiestof bestaat uit een blokboek en een reader die tijdens de cursus beschikbaar worden<br />

gesteld.<br />

Leertraject<br />

Het eerste deel van de cursus bestaat uit zelfstudie-opdrachten die in responsiecolleges en<br />

werkgroepen worden nabesproken. De te behandelen stof wordt veelal gepresenteerd aan de<br />

hand van casus. Gedurende de tweede helft van de cursus wordt een klein project uitgevoerd<br />

waarin men de bestudeerde theorie in praktijk kan brengen.<br />

Dit blok wordt georganiseerd voor studenten uit verschillende studierichtingen (Milieukunde,<br />

Biomedische Gezondheidswetenschappen, Geneeskunde en Arbeids- en<br />

Organisatiepsychologie).<br />

Bijzonderheden<br />

Deze cursus wordt georganiseerd met hulp van het Universitair Centrum voor<br />

Milieuvraagstukken en Duurzame Ontwikkeling. De cursus is ook toegankelijk voor<br />

studenten uit andere faculteiten die voldoende voorkennis hebben.<br />

Moleculaire Pathobiologie en Toxicologie<br />

Isiscode<br />

5PT01<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 05<br />

Coördinator Dr. A. van Kuppevelt, adres: 280 Matrixbiochemie, email:<br />

A.vanKuppevelt@ncmls.ru.nl, telefoon intern: 16759<br />

Bij onderzoek naar de pathogenese van ziekten en naar de toxicologisch werking van stoffen<br />

staat de onderzoeker een scala van methodieken ter beschikking. In deze module zullen de<br />

belangrijkste methodieken aan de orde komen, waarbij zowel de theoretische achtergrond als<br />

de praktische uitvoering aan bod komen.<br />

Naast de afdeling Biochemie participeren Celbiologie, Reumatologie en Toxicologie in de<br />

organisatie van dit blok.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student is in staat onderzoeksmethoden toe te passen bij pathobiologisch en toxicologische<br />

vraagstukken, en deze (deels) praktisch uit te voeren.<br />

Trefwoorden<br />

In de module worden diverse technieken bestudeerd aan de hand van een viertal medische<br />

vraagstukken op het terrein van de moleculaire oncologie, de biotransformatie tot teratogene<br />

verbindingen, de diagnostiek (hartinfarct) en een op het gebied van gewrichtsschade.


De volgende technieken komen aan bod:<br />

Moleculair-biologische technieken (DNA isolatie, PCR, restrictie enzym analyse),<br />

immunoassays (ELISA, Western blotting), spectrofotometrie, celkweektechnieken,<br />

chromatografie, gelelectroforese, enzymetechnieken, radioactiviteitsbepalingen, HPLC, TLC,<br />

fluorometrie en resultaatverwerking middels de computer (slidewrite, excel etc.).<br />

Literatuur<br />

De literatuur wordt aangeboden in de vorm van een werkboek.<br />

Leertraject<br />

In grote lijnen ziet de weekindeling er als volgt uit:<br />

Op dag 1 worden de achtergronden van een medisch vraagstuk toegelicht en de<br />

methodologieën ingeleid, die deze week gebruikt gaan worden. Zelfstudie leidt dan vanuit<br />

formulering van een specifieke problematiek tot een vraagstelling en een onderzoeksstrategie.<br />

De te gebruiken onderzoektechnieken worden nader bestudeerd. De methodologische aanpak<br />

wordt in een responsiecollege behandeld.<br />

Op dag 2 wordt, na verdere uitleg over de technieken, een begin gemaakt met het experiment,<br />

dat op dag 3 wordt voortgezet en op dag 4 beëindigd. Inmiddels is een begin gemaakt met de<br />

uitwerking van de resultaten. Op dag 5 wordt het verslag afgemaakt en de week wordt<br />

besloten met bespreking van de verslagen en een kritische evaluatie van de gebruikte<br />

methodologieën.<br />

Immunotoxicologie en Immunopathologie<br />

Isiscode<br />

5TP02<br />

Cursusjaar 3<br />

Periode 06<br />

Coördinator Dr. H.B.P.M. Dijkman, adres: 826 pathologie, stafsecretariaat, email:<br />

H.Dijkman@pathol.umcn.nl, telefoon intern: 14353<br />

Toxische stoffen en biologische agentia kunnen uiteenlopende vormen van pathologie<br />

veroorzaken in cellen en weefsels. Hierbij spelen immunologische reacties van de gastheer<br />

een grote rol. Het bestuderen van de aard en de omvang van deze reacties is van essentieel<br />

belang voor begripsvorming over het werkingsmechanisme van deze agentia. In dit blok staat<br />

het doen van laboratoriumonderzoek (immunologische en histologische technieken) en het<br />

verwerken van de uitkomsten van de experimenten in een verslag centraal.<br />

Participerende afdelingen: Toxicologie, Pathologie, Reumatologie, Dermatologie,<br />

Nierziekten.<br />

Op geleide van onderzoek naar de schadelijke effecten van een cytostaticum op het<br />

immuunsysteem zullen de theoretische achtergronden en de praktische uitvoering van de<br />

volgende immunotoxicologische technieken worden bestudeerd/beoefend: zoals de werking<br />

van de toxische stof op de humorale immuun respons, op de cellulaire immuunrespons, op de<br />

verandering in de samenstelling van de lymfoide celpopulatie, op de produktie van<br />

interleukines. Hierbij maakt u kennis met labeling van celsuspensies met monoclonale


antilichamen/conjugaten; bepaling van antistoftiters (agglutinatie, hemolyse,<br />

complementtitraties), ELISA, en andere immunochemische technieken. Ook maakt u kennis<br />

met flowcytometrische analyse van T- en B cellen uit milt en thymus.<br />

Ten behoeve van lichtmicroscopische analyse van cellen en weefsels leert u hoe weefsels<br />

worden gefixeerd, ingebed of ingevroren, en hoe hiervan coupes worden gesneden welke<br />

worden aangekleurd met histologische en met immunochemische technieken. U maakt<br />

eveneens kennis met geavanceerde weefselanalysetechnieken (gedemonstreerd op de afdeling<br />

Pathologie). Over de resultaten van het door de studenten zelf uitgevoerde onderzoek wordt<br />

een verslag geschreven. De cursus wordt georganiseerd in de digitale leeromgeving (DLO)<br />

van BrightSite (Blackboard). Een aantal toetsen maken deel uit van de beoordeling.<br />

Hoofddoelstellingen<br />

De student kan histopathologische en immunologische veranderingen beschrijven en de<br />

bijbehorende onderzoeksmethodieken toepassen bij vraagstukken op het gebied van de<br />

toxicologie en pathobiologie.<br />

Trefwoorden<br />

Toxicologie, immunologie, histologie en pathologie<br />

Literatuur<br />

In het blokboek wordt aangegeven welke delen van de kernboekenlijst bestudeerd moeten<br />

worden. Overige literatuur is opgenomen in het werkboek.<br />

Leertraject<br />

Het opfrissen van theoretische kennis over orgaanhistologie en immunologie (Refresher<br />

Courses).<br />

Het bestuderen van de theoretische achtergronden van de cel- en weefseltechnieken die bij<br />

het onderzoek worden toegepast.<br />

Aanleren van deze technieken (vaardigheidstraining).<br />

Opzetten van een protocol voor de uitvoering van het onderzoek.<br />

Uitvoeren van de verschillende onderdelen van het experiment.<br />

Beoordeling van de resultaten in het licht van literatuurgegevens.<br />

Vastleggen van de bevindingen in een eindrapport en mondelinge presentatie daarvan.<br />

Bijzonderheden<br />

Een zeer breed scala aan onderzoekstechnieken komen aan bod waarbij zowel morfologische<br />

als niet morfologische onderzoeksresultaten met elkaar worden vergeleken aan de hand van<br />

het effect van een cytostaticum. Hierdoor wordt een breed inzicht verkregen m.b.t.<br />

onderzoek.


1 Hoofdstuk 3: Doorstroomopleiding na<br />

HLO, fysiotherapie of MBRT<br />

(schakeljaar)<br />

1.1 3.1 Informatie over het doorstroomprogramma en de daarop<br />

volgende master BMW<br />

Na het voltooien van de opleidingen Hoger Laboratorium Onderwijs, Fysiotherapie of<br />

Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) is het mogelijk om na<br />

het volgen van een schakeljaar in te stromen in de masteropleiding Biomedische<br />

Wetenschappen.<br />

De inhoud van doorstroomprogramma is vastgelegd in het Onderwijs- en Examenreglement<br />

(curriculum 2005) en is ook te vinden in de speciale doorstroombrochure. Het programma<br />

van het schakeljaar is afhankelijk van het te kiezen hoofdvak in de masteropleiding. De<br />

student moet vóór aanvang van het schakeljaar aangeven, welk hoofdvak hij gaat volgen. De<br />

master BMW kent zes verschillende hoofdvakken: Occupational and Environmental Health;<br />

Clinical Human Movement Sciences; Epidemiology; Health Technology Assessment; Human<br />

Pathobiology; Toxicology.<br />

De masteropleiding staat uitgebreid beschreven in de <strong>studiegids</strong> master Biomedical Sciences.<br />

In principe is de inhoud van de masteropleiding voor doorstromers gelijk aan die voor<br />

reguliere studenten. Een uitzondering geldt voor de doorstromers vanuit Fysiotherapie. Om<br />

aan de eisen van het hoofdvak Clincal Human Movement Sciences te voldoen moeten zij in<br />

de masteropleiding de bachelorblokken Introduction Human Movement Sciences (5HM01)<br />

en Kleinschalige experimenten (5AM07) inhalen. Studenten kunnen hiervoor hun vrije<br />

keuzeruimte gebruiken.<br />

Meer informatie over toelating tot het doorstroomprogramma en de procedure om toegelaten<br />

te worden, is te vinden in de doorstroombrochure. Deze is te vinden op de RU-website.


2 Hoofdstuk 4: Toetsing en examens<br />

1.1 4.1 Soorten examens, tentamens en toetsen<br />

4.1.1 Wetgeving over opleidingen en examens<br />

De wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) hanteert de volgende<br />

begrippen.<br />

Studierichtingen worden opleidingen genoemd, waarbij een opleiding wordt gezien als een<br />

samenhangend geheel van onderwijseenheden. Aan elke opleiding is een afsluitend examen<br />

verbonden en aan elke onderwijseenheid van de opleiding is een tentamen verbonden.<br />

Bij de wijziging van de wet in 2002 is een nieuwe structuur ingevoerd, waarbij iedere<br />

studierichting in het wetenschappelijk onderwijs in principe twee opleidingen kent:<br />

bacheloropleiding en masteropleiding, volgend op de bacheloropleiding.<br />

Vanaf 1 september 2004 geldt formeel de studielastbepaling volgens het European Credit<br />

Transfer System (ECTS), waarin een EC-studiepunt gelijk is gesteld aan 28 uren studie. De<br />

wet WHW maakt het mogelijk om de studielast van onderwijseenheden niet in <strong>hele</strong> ECstudiepunten<br />

uit te drukken, maar rekenkundig afgerond op een half EC-punt. Een standaard<br />

onderwijsperiode van vier weken is afgerond op 5,5 EC-Studiepunten. (In geval van andere<br />

studieonderdelen, zoals bijvoorbeeld een stage, kunnen ook afrondingsverschillen in het<br />

aantal EC-punten optreden.)<br />

Binnen een opleiding kunnen verschillende fasen zijn ingericht die ieder met een examen<br />

worden afgesloten.<br />

Aan elke onderwijseenheid van een opleiding is een tentamen verbonden. Elk tentamen<br />

omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus,<br />

alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek.<br />

Over het algemeen geldt dat een examen met goed gevolg is afgelegd, zodra alle tentamens<br />

van de betreffende fase of van de opleiding als geheel met goed gevolg zijn afgelegd. Het is<br />

echter mogelijk dat in de examenregeling uitzonderingsbepalingen zijn opgenomen over het<br />

met goed gevolg afleggen van tentamens. Tevens kan een bepaling zijn opgenomen dat een<br />

examen een - door de examencommissie zelf te verrichten - onderzoek naar kennis, inzicht en<br />

vaardigheden kan omvatten. Wanneer zulke bepalingen zijn vastgesteld, zijn de uitkomsten<br />

daarvan mede bepalend voor de uitslag van het examen.<br />

4.1.2 Examenonderdelen<br />

In de Onderwijs- en Examenregeling (zie www.umcn.nl/student) van de opleiding<br />

Biomedische Wetenschappen in Nijmegen worden de onderwijseenheden aangeduid met de<br />

term blok of examenonderdeel. De term examenonderdeel is algemener te gebruiken, omdat<br />

zowel de onderwijseenheden als stages daarmee kunnen worden aangeduid.<br />

4.1.3 Tentamens<br />

Aan ieder examenonderdeel is een tentamen verbonden als onderzoeks- en<br />

beoordelingsinstrument. Dit instrument kan bestaan uit een of meer toetsen op basis waarvan<br />

de eindbeoordeling van een examenonderdeel wordt vastgesteld. Deze toetsen kunnen de<br />

vorm hebben van een schriftelijke toets (vaak bloktoets genoemd), praktische toetsen,<br />

zelfstudieopdrachten, scripties en dergelijke. De blokcommissies van de examenonderdelen<br />

bepalen zelf, onder gezag van de examencommissie, de vorm van het tentamen en leggen dit


vast in hun bloktoetsregeling. Wanneer een tentamen uit meer dan een enkele schriftelijke<br />

toets bestaat, wordt in de bloktoetsregeling ook het gewicht van de verschillende toetsingen<br />

vastgelegd en de wijze waarop de eindbeoordeling wordt bepaald. Deze beoordeling wordt<br />

uiteindelijk vertaald in een cijfer, tenzij de examenregeling heeft bepaald dat voor een<br />

bepaald onderdeel de uitslag wordt uitgedrukt in termen als goed, voldoende, onvoldoende.<br />

4.1.4 Vormen van toetsing en beoordeling<br />

De meeste kernblokken en veel modulen worden afgesloten met een (meestal schriftelijke)<br />

bloktoets. Met de bloktoets controleert de docent of elke student de doelstellingen van het<br />

blok heeft gehaald. De blokcommissie is vrij in het kiezen van een toetsvorm die past bij de<br />

inhoud en doelstellingen van het blok. Alle beoordelingsvormen zijn daarbij mogelijk: open<br />

vragen, meer-keuzevragen, open-boek-toets en mondelinge toets.<br />

In het keuzeonderwijs (modulen) en in enkele kernblokken worden andere<br />

beoordelingsvormen gebruikt zoals: stationsexamen, referaat, casusbeschrijving,<br />

scriptie/werkstuk, aanwezigheidsregistratie.<br />

Stagebeoordeling<br />

Aan het eind van de stage levert de student een verslag in. De stagebegeleider draagt zorg<br />

voor de beoordeling van dit product. De beoordeling wordt ingevuld op een<br />

beoordelingsformulier dat de student op kan halen bij het StIP. Het definitieve eindcijfer<br />

wordt vastgesteld door de studieleider middels het zelfde beoordelingsformulier.<br />

4.1.5 Examens<br />

De driejarige bacheloropleiding in de Biomedische Wetenschappen kent twee fasen; elke fase<br />

wordt met een examen afgesloten.<br />

De opleiding begint met de propedeutische fase, met een omvang van 60 EC-studiepunten,<br />

die wordt afgesloten met het propedeutisch examen.<br />

Daarna volgt de bachelorfase, met een omvang van 120 EC-studiepunten, die wordt<br />

afgesloten met het bachelorexamen.<br />

De tweejarige masteropleiding in de Biomedische Wetenschappen is een ongedeelde<br />

opleiding met een omvang van 120 EC-studiepunten, die wordt afgesloten met het<br />

masterexamen, dat tevens het afsluitend examen is van de opleiding Biomedische<br />

Wetenschappen.<br />

De keuzemogelijkheden voor de programma's van het bachelorexamen en masterexamen zijn<br />

beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling Curriculum 2000 en Onderwijs- en<br />

Examenregeling Curriculum 2005.<br />

1.1 4.2 Data<br />

4.2.1 Toetsen<br />

Een overzicht van de data van bloktoetsen en herhaaltoetsen staat op www.umcn.nl/student.


4.2.2 Examens<br />

Een overzicht van de data waarop de examencommissie Biomedische Wetenschappen in<br />

vergadering bijeenkomt, kunt u vinden op www.umcn.nl/student.<br />

De examendata voor propedeuse-, bachelor- en master-examen alsmede de data waarop de<br />

getuigschriften voor propedeuse-, bachelor- en master-examen worden uitgereikt, staan ook<br />

hier vermeld.<br />

Het getuigschrift voor het behalen van het propedeuse- of bachelorexamen kan eventueel<br />

worden uitgereikt via de balie van het StIP.<br />

1.1 4.3 Vereisten<br />

De eisen die aan de examens worden gesteld, staan exact beschreven in de van toepassing<br />

zijnde Onderwijs- en Examenregeling. Het betreft een opsomming van de verplichte vakken<br />

en de minimale hoeveelheid keuzevakken die afgelegd moeten worden. Ook staat hier<br />

beschreven welke cijfers/resultaten ten minste moeten zijn behaald om een examenonderdeel<br />

voldoende te hebben afgesloten. Zie voor de exacte regelingen de van toepassing zijnde<br />

Onderwijs- en Examenregeling op www.umcn.nl/student.<br />

1.1 4.4 Vrijstellingen<br />

4.4.1 Vrijstellingen voor tentamens<br />

Wanneer een student voor vrijstelling van een examenonderdeel in aanmerking meent te<br />

komen, kan hij een verzoek indienen bij de examencommissie. Dit moet schriftelijk worden<br />

gedaan, waarbij duidelijk gemaakt wordt op basis waarvan men denkt voor vrijstelling in<br />

aanmerking te komen. Bewijsstukken (gewaarmerkte kopieën) van elders behaalde resultaten<br />

moeten worden bijgevoegd. De schriftelijke verzoeken kunnen worden afgegeven bij het StIP<br />

(Studenten Informatie Punt).<br />

De examencommissie neemt in vergadering, binnen twee maanden, een besluit over de<br />

vrijstelling en stelt de student schriftelijk daarvan op de hoogte. De examencommissie zal<br />

over het algemeen advies inwinnen bij de betreffende examinator(en) voordat ze een besluit<br />

neemt.<br />

4.4.2 Toelating tot de masteropleiding op grond van andere vooropleidingen<br />

Bezitters van een bachelordiploma van aan Biomedische Wetenschappen verwante<br />

wetenschappelijke bacheloropleidingen, die als zodanig door de Raad van Bestuur zijn<br />

aangewezen, kunnen door de Raad van Bestuur van het UMC St <strong>Radboud</strong> worden toegelaten<br />

tot de masteropleiding, echter de examencommissie kan aanvullende eisen stellen.<br />

Bezitters van een diploma HBO Fysiotherapie of HLO (medische richting of richting chemie<br />

en biotechnologie) kunnen worden toegelaten tot de masteropleiding Biomedische<br />

Wetenschappen, echter toelating is pas mogelijk nadat eerst een programma van tien of elf<br />

examenonderdelen van de bacheloropleiding met voldoende resultaat is afgerond en nadat<br />

door het College van Bestuur van de universiteit een bewijs van toelating is afgegeven. In<br />

feite is er sprake van een 'schakeljaar' voorafgaand aan de masteropleiding.<br />

De procedure en procedureregels voor de afgifte van bewijzen van toelating worden<br />

vastgesteld door het College van Bestuur. De inhoud van de toelatingsprogramma's is


vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling Curriculum 2000 en de Onderwijs- en<br />

Examenregeling Curriculum 2005 op www.umcn.nl/student.<br />

Bezitters van een diploma doctoraalexamen Geneeskunde of bachelorexamen Geneeskunde<br />

kunnen voor vrijstellingen in aanmerking komen. Een vrijstellingenprogramma kan in<br />

overleg met de studieadviseur worden opgesteld en voor goedkeuring worden voorgelegd aan<br />

de examencommissie.<br />

1.1 4.5 Bijzondere omstandigheden<br />

4.5.1 Bijzondere persoonlijke omstandigheden<br />

Bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen voor de examencommissie aanleiding zijn<br />

om bijzondere regelingen voor een student te treffen op het gebied van toetsen, tentamens en<br />

examens. Onder bijzondere omstandigheden worden onder andere verstaan:<br />

• ziekte,<br />

• bijzondere familieomstandigheden,<br />

• een functiestoornis,<br />

• de inrichting van de opleiding (bijvoorbeeld gedwongen wachttijd),<br />

• bestuursactiviteiten.<br />

In alle gevallen waarin een student meent in bijzondere persoonlijke omstandigheden te<br />

verkeren, die van invloed zijn op de studie, wordt de student sterk aanbevolen contact op te<br />

nemen met de studieadviseur. De studieadviseur kan een eventueel verzoek om een<br />

bijzondere regeling op basis van bijzondere persoonlijke omstandigheden bij de<br />

examencommissie ondersteunen of indienen. De examencommissie kan deskundig advies<br />

inwinnen, bijvoorbeeld bij de blokcoördinator, voordat ze een beslissing neemt over de<br />

toekenning van een bijzondere regeling.<br />

4.5.2 Bijzondere regelingen<br />

Als bijzondere regelingen zijn onder andere te noemen:<br />

• het afleggen van een bijzondere toets. Hierbij wordt afgeweken van de toetsvormen zoals<br />

beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling of zoals beschreven in het blokboek.<br />

Bijvoorbeeld een mondeling af te leggen toets.<br />

• Het creëren van een buitengewone (extra) toetsgelegenheid.<br />

• Extra faciliteiten bij het afleggen van een tentamen, zoals extra tijd of het gebruik van een<br />

woordenboek.<br />

4.5.3 Aanvraagprocedure bijzondere regelingen<br />

Een student die meent aanspraak te kunnen maken op een bijzondere regeling, dient een<br />

schriftelijk verzoek in bij de examencommissie. Ook de studieadviseur is gemachtigd om<br />

namens een student een verzoek om een bijzondere regeling in te dienen.<br />

Een verzoek dient uiterlijk twee weken voor de vergadering bij de ambtelijk secretaris te zijn<br />

ingediend.<br />

In sommige gevallen zal de examencommissie bij het nemen van een beslissing een<br />

voorbehoud maken t.a.v. de uitvoerbaarheid, omdat de afname van de tentamens geschiedt<br />

onder verantwoordelijkheid van het Onderwijs Management Team. In dit verband kan<br />

worden gedacht aan beslissingen die rechtstreekse gevolgen hebben voor de capaciteit van de<br />

toetslocatie.


Zie voor de exacte procedure en regeling de Onderwijs- en Examenregeling op<br />

www.umcn.nl/student.<br />

1.1 4.6 Toetslocaties<br />

De locaties waar bloktoetsen en herhaaltoetsen plaatsvinden, worden aangegeven op het<br />

www.umcn.nl/student. Ook plattegronden van de onderwijsgebouwen treft u daar aan.<br />

Toetsen vinden regelmatig op locaties buiten het terrein van het UMC St <strong>Radboud</strong> plaats,<br />

bijvoorbeeld in het Universitair Sportcentrum Gymnasion, de Jan Massinkhal, of het<br />

Triavium. Plattegronden en routebeschrijvingen staan op www.umcn.nl/student.<br />

Studenten met bijzondere faciliteiten maken hun bloktoets als groep in een aparte ruimte.<br />

1.1 4.7 Aanmelding<br />

4.7.1 Toetsen<br />

Bloktoets<br />

Bij indeling vopr een blok is de student automatisch ingedeeld voor de bloktoets van het<br />

betreffende onderwijsblok. Inschrijving voor het onderwijs volstaat dus om deel te kunnen<br />

nemen aan de bloktoets.<br />

Studenten die alleen toelating wensen tot de toetsing in een blok en de studenten die willen<br />

deelnemen aan de herhaling van een toets; zie hierna bij 'Herhaaltentamens'.<br />

4.7.2 Examens<br />

De uitslag van examens wordt vastgesteld door de examencommissie. De student dient<br />

hiertoe ingeschreven te zijn op de datum waarop de examencommissie de uitslag vaststelt. In<br />

de vergadering stelt de commissie vast of de studenten die zich hebben aangemeld voor het<br />

examen, hebben voldaan aan de vereisten zoals die omschreven zijn in de Onderwijs- en<br />

Examenregeling.<br />

Aanmelding voor een examen moet persoonlijk bij de balie van het Studenten Informatie<br />

Punt (StIP) gebeuren. De student vult een aanvraagformulier in en de medewerker van het<br />

StIP controleert of er een uittreksel uit het bevolkingsregister aanwezig is. Als dit het geval is,<br />

wordt de aanvraag in behandeling genomen. Als er geen uittreksel aanwezig is, wordt de<br />

student verzocht dit alsnog in te leveren. De examenaanvraag wordt dan voorwaardelijk in<br />

behandeling genomen, maar is pas definitief wanneer het uittreksel aanwezig is.<br />

De vergaderdata en de sluitingsdata voor de examenaanvraag van de betreffende vergadering<br />

van de examencommissie worden op www.umcn.nl/student bekend gemaakt. Een kandidaat<br />

kan zich tot 14 dagen voor het examen terugtrekken.<br />

Zie voor de exacte procedure en regeling de Onderwijs- en Examenregeling op<br />

www.umcn.nl/student.


1.1 4.8 Herhaaltentamens<br />

4.8.1 Regeling<br />

Twee keer per jaar kan een student tentamens uit het kerncurriculum afleggen. Als een<br />

tentamen meerdere malen wordt afgelegd, geldt het laatst behaalde resultaat.<br />

Voor de examenonderdelen van het hoofdvak en de keuzevakken (keuzeblokken BMW) stelt<br />

de docent in overleg met de student een datum en een vorm vast waarop het herhaaltentamen<br />

kan worden afgelegd.<br />

Zie voor de exacte procedure en regeling de Onderwijs- en Examenregeling op<br />

www.umcn.nl/student.<br />

4.8.2 Procedure aanmelding herhaaltoetsen<br />

Om mee te doen aan een in het rooster opgenomen schriftelijke herhaaltoets dient een student<br />

zich uiterlijk 14 dagen voorafgaand aan de toets aan te melden. De data van deze<br />

herhaaltoetsen worden op www.umcn.nl/student bekend gemaakt. Het aanmelden voor een<br />

dergelijke herhaaltoets gebeurt via KISS (KUN Internet Studenten Services). Op de KISS-site<br />

is een lijst beschikbaar van de herhaaltoetsen.<br />

Nadat de student zich succesvol heeft aangemeld voor een herhaaltoets, krijgt hij/zij ter<br />

bevestiging van de geslaagde aanmelding een e-mail op het e-mail-account van KISS (KUN<br />

Internet Studenten Services).<br />

Om gebruik te kunnen maken van de KISS-faciliteiten moet een student zich aanmelden bij<br />

KISS. Informatie hierover wordt door de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen aan de student<br />

verschaft bij (her)inschrijving.<br />

1.1 4.9 Regels rondom examens en tentamenuitslagen<br />

4.9.1 Vaststelling en bekendmaking uitslag<br />

De uitslag van een tentamen dient binnen 4 weken na de tentamendatum bekend te worden<br />

gemaakt. In sommige gevallen kan de examencommissie deze termijn verlengen tot 6 weken.<br />

Indien dit het geval is, dan wordt dit via de website, belangrijke mededelingen('Ad valvas')<br />

bekend gemaakt.<br />

De uitslagen worden na vaststelling zo spoedig mogelijk verwerkt door de<br />

studentenadministratie. Na verwerking zijn ze direct opvraagbaar via KISS (KUN Internet<br />

Studenten Services).<br />

Tentamens worden beoordeeld in ge<strong>hele</strong> getallen van 1 t/m 10 met uitzondering van<br />

examenonderdelen die volgens de examenregelingen moeten worden beoordeeld met goed<br />

(G), voldoende (V) dan wel onvoldoende (OV) en met uitzondering van de Bachelorstage<br />

welke wordt beoordeeld met een heel of half cijfer.<br />

Schriftelijke toets<br />

Voor schriftelijke toetsen, bijvoorbeeld de in de jaarplanning opgenomen bloktoetsen, geldt<br />

ook dat de uitslag uiterlijk 4 weken na afname bekend moet worden gemaakt, tenzij tevoren<br />

bekend is gemaakt dat de termijn is verlengd tot 6 weken.<br />

Mondelinge toets<br />

Na een mondelinge toets stelt de examinator direct de uitslag vast en deelt deze mee aan de<br />

student. Indien deze toets tevens dient om de beoordeling van een examenonderdeel af te


onden, stelt de examinator direct ook de uitslag van het tentamen vast en geeft de student een<br />

schriftelijke verklaring met de uitslag en zorgt ervoor dat de uitslag bekend wordt gemaakt<br />

aan de studentenadministratie.<br />

Zie voor de exacte procedure en regeling de Onderwijs- en Examenregeling en de<br />

bijbehorende 'Regels en richtlijnen' op www.umcn.nl/student.<br />

4.9.2 Geldigheidsduur<br />

Examens<br />

De geldigheidsduur van een behaald examen is onbeperkt.<br />

Losse examenonderdelen ofwel tentamens<br />

De geldigheidsduur van behaalde examenonderdelen (tentamens) is beperkt tot 5 jaren.<br />

Als de geldigheidsduur van een examenonderdeel is verstreken, stelt de examencommissie<br />

vast aan welke aanvullende dan wel vervangende eisen de betrokken student dient te voldoen.<br />

De examencommissie kan ook besluiten de geldigheidsduur alsnog te verlengen.<br />

Verzoeken betreffende de verlenging van de geldigheidsduur van reeds voldoende afgesloten<br />

examenonderdelen, moeten schriftelijk worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de<br />

examencommissie.<br />

Zie voor de exacte procedure en regeling de Onderwijs- en Examenregeling op<br />

www.umcn.nl/student.<br />

4.9.3 Inzagerecht<br />

Na afloop van een schriftelijk tentamen van de kernblokken worden de vragen en opdrachten<br />

van dat tentamen aan de studenten verschaft in de vorm van een meeneem exemplaar.<br />

Gedurende 4 weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt<br />

de student op verzoek inzage in eigen beoordeeld werk. Ook andere belanghebbenden<br />

(docenten en leden van het College van Beroep voor de Examens) kunnen in deze tijd de<br />

vragen, opdrachten en beoordelingsnormen inzien. Zie voor de exacte procedure en regeling<br />

de Onderwijs- en Examenregeling op www.umcn.nl/student.<br />

1.1 4.10 Judicium<br />

Als een student hoge resultaten voor de tentamens heeft behaald, kan de examencommissie<br />

een zogenaamd judicium (beoordeling) "Bene meritum", "Cum laude", of "Summa cum<br />

laude" verlenen. Dit judicium wordt op het getuigschrift van het betreffende examen<br />

aangetekend.<br />

De algemene regels voor de judicia zijn als volgt:<br />

- Bene meritum:<br />

• voor alle tentamens die met een cijfer worden beoordeeld, moet het ongewogen<br />

gemiddelde van deze cijfers 7.5 of hoger zijn,<br />

• en voor alle andere tentamens moet als resultaat voldoende (V) of vrijstelling (VR of VS)


zijn behaald.<br />

- Cum laude :<br />

• minimaal het cijfer 8 voor de bachelorstage,<br />

• en voor alle tentamens die met een cijfer worden beoordeeld, moet het cijfer 7 of hoger<br />

zijn gehaald en het gemiddelde van deze cijfers moet 8.0 of hoger zijn,<br />

• en voor alle andere tentamens moet als resultaat voldoende (V) of vrijstelling (VR of VS)<br />

zijn behaald.<br />

- Summa cum laude<br />

• minimaal het cijfer 8 voor de bachelorstage,<br />

• en voor alle tentamens die met een cijfer worden beoordeeld, moet het cijfer 7 of hoger<br />

zijn gehaald en het gemiddelde van deze cijfers moet 9.0 of hoger zijn,<br />

• en voor alle andere tentamens moet als resultaat voldoende (V) of vrijstelling (VR of VS)<br />

zijn behaald.<br />

De criteria voor het judicium voor het bachelor- examen zijn gepubliceerd in de regels en<br />

richtlijnen bij de Onderwijs- en Examenregeling 2000 en de Onderwijs- en Examenregeling<br />

2005 op www.umcn.nl/student.<br />

Voor alle examenregelingen geldt dat de examencommissie in het voordeel van de student<br />

kan afwijken van de richtlijnen. Een student hoeft geen aanvraag in te dienen om voor een<br />

toegevoegd judicium in aanmerking te komen.<br />

1.1 4.11 Fraude<br />

Onder fraude wordt verstaan: het handelen of nalaten ervan door een student dat erop is<br />

gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn/ haar kennis, inzicht en vaardigheden<br />

geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken.<br />

Wanneer tijdens of voorafgaande aan de vaststelling van de uitslag van een toets fraude wordt<br />

geconstateerd of vermoed, wordt dit door de surveillant of de examinator zo spoedig mogelijk<br />

aan de student medegedeeld.<br />

De surveillant zal in het bijzijn van de student op het antwoordblad aantekenen dat er fraude<br />

is geconstateerd. Na afloop maakt de surveillant een schriftelijk verslag over de<br />

geconstateerde fraude. De student wordt in de gelegenheid gesteld een schriftelijk<br />

commentaar bij het schriftelijk verslag van de surveillant te voegen. Het schriftelijk verslag<br />

en het eventuele schriftelijke commentaar van de student worden zo spoedig mogelijk<br />

overhandigd aan de betrokken examinator en de examencommissie.<br />

Voor het tentamen, waarbij de fraude is geconstateerd, wordt geen uitslag vastgesteld. Verder<br />

kan de examencommissie de student uitsluiten van verdere deelname aan het betreffende<br />

tentamen. De uitsluiting is slechts van toepassing op de eerstvolgende gelegenheid tot het<br />

afleggen van het betreffende tentamen. Een beslissing tot uitsluiting wordt door de<br />

examencommissie pas genomen, nadat de betrokken student door de examencommissie is<br />

gehoord.<br />

Zie voor de exacte procedure en regeling de Onderwijs- en Examenregeling op<br />

www.umcn.nl/student.


1.1 4.12 Beroepsregeling<br />

Wanneer een student het oneens is met de beoordeling van een examenonderdeel door een<br />

examinator of met de gang van zaken bij een tentamen of examen, kan hij/zij daartegen in<br />

beroep gaan. Ook tegen een besluit van de examencommissie kan beroep worden<br />

aangetekend.<br />

Onenigheid m.b.t. een examenonderdeel<br />

Bij onenigheid m.b.t. een bloktoets dient de student eerst bezwaar te maken bij de<br />

examinator. Wanneer dit bezwaar geen bevredigende uitkomst geeft, kan de student beroep<br />

instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). Het is echter beter om zich<br />

eerst te wenden tot de examencommissie. Het bezwaar bij de examencommissie dient<br />

schriftelijk te worden ingediend. Als ook dit niet tot een bevredigende uitkomst leidt, kan een<br />

student alsnog beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens.<br />

Onenigheid over besluiten van de examencommissie<br />

Bij onenigheid over een besluit van de examencommissie dient rechtstreeks een beroep te<br />

worden ingesteld bij het College van Beroep voor de Examens.<br />

Zie voor de exacte procedure, het adres, de werkwijze en de criteria op grond waarvan een<br />

beroep kan worden ingesteld de Onderwijs- en Examenregeling op www.umcn.nl/student en<br />

de informatie op de internetsite www.ru.nl.<br />

1.1 4.13 Examencommissie<br />

De examencommissie komt regelmatig bijeen om zich op de hoogte te stellen van de<br />

studievoortgang van de studenten en besluiten te nemen over de door studenten ingediende<br />

afstudeerplannen.<br />

Ook behandelt de examencommissie individuele verzoeken van studenten betreffende hun<br />

studie. Daarbij kan gedacht worden aan verzoeken om bijzondere toetsgelegenheden of<br />

individuele aanpassingen in het curriculum. Ook bijzondere regelingen op basis van<br />

bijzondere persoonlijke omstandigheden worden door de examencommissie behandeld.<br />

Indiening van verzoeken aan de examencommissie<br />

Studenten die een verzoek aan de examencommissie willen richten, moeten dat schriftelijk<br />

doen. Verzoeken kunnen worden ingediend bij het Studenten Informatie Punt (StIP), ter<br />

attentie van de secretaris van de examencommissie BMW en dienen uiterlijk twee weken<br />

voor de vergadering (waarin behandeling gewenst is) ingediend te zijn. De vergaderdata staan<br />

vermeld op www.umcn.nl/student.<br />

De commissie informeert de student schriftelijk binnen 30 dagen na de vergaderdatum<br />

omtrent de beslissing die is genomen. Besluiten die zijn genomen over afstudeerplannen<br />

worden schriftelijk binnen 14 dagen na de vergaderdatum aan de student meegedeeld. De<br />

besluiten m.b.t. de goedkeuring van de verschillende onderdelen van het afstudeerplan, zijn<br />

ook na 14 dagen na de vergaderdatum raadpleegbaar via www.umcn.nl/student.<br />

Zie voor een exacte beschrijving van de taken en de werkwijze van de examencommissie de<br />

Onderwijs- en Examenregeling op www.umcn.nl/student.


2 Hoofdstuk 5: Begeleiding en<br />

administratie<br />

1.1 5.1 Onderwijs- en studentenzaken UMC St <strong>Radboud</strong><br />

5.1.1 Studenten Informatiepunt / E-StIP / Studievoortgangsadministratie<br />

Het Studenten Informatiepunt (StIP) is het eerste aanspreekpunt voor vragen en/of problemen<br />

van studenten. Het StIP verzorgt de uitgifte en inname van formulieren en de<br />

informatieverstrekking aan studenten over onderwijsprogramma's, toets- en<br />

examenregelingen. De medewerkers van het StIP kunnen diverse databestanden raadplegen<br />

ter beantwoording van vragen betreffende de studievoortgang van de individuele student.<br />

Studenten kunnen bij het StIP een afspraak maken met de studieadviseurs.<br />

Het E-StIP is het digitale loket van het StIP. Op www.umcn.nl/student kunnen studenten via<br />

E-StIP hun vragen stellen aan de medewerkers van het StIP en Onderwijs- en<br />

Studentenzaken.<br />

De Studievoortgangsadministratie verzorgt de registratie van exameneisen, toets- en<br />

examenresultaten, het beheer van het centraal studentenarchief, de correspondentie met<br />

studenten en de verstrekking van standaardrapportages vanuit het studievoortgangsregistratiesysteem<br />

ISIS+ t.b.v. Onderwijsveld, studenten en overige subafdelingen OSZ.<br />

Medewerkers van het StIP / Studievoortgangsadministratie:<br />

Drs. R. Goorden (Hoofd)<br />

Mw. I. Elbers<br />

Dhr. P. Van Haren<br />

Mw. N. Wildeman<br />

Bereikbaarheid:<br />

Het StIP / Studievoortgangsadministratie is van 9:00 uur tot 16:00 uur bereikbaar onder tel.<br />

(36)15065 / (36)15066. De informatiebalie van het Studenten Informatiepunt is op werkdagen<br />

geopend van 10.00 uur tot 14.00 uur en is gevestigd op de eerste verdieping van het<br />

Studiecentrum Medische Wetenschappen, Geert Grooteplein 21 (Looproute 84). Via het E-<br />

StIP kunt u uw vragen dag en nacht stellen.<br />

5.1.2 Studeren in het buitenland en International Office<br />

Veel studenten spelen met de gedachte om een deel van hun studieprogramma in het<br />

buitenland te doen. De faculteit stimuleert dit ook, vanwege het effect op de interculturele<br />

oriëntatie op patientenzorg en onderzoek. Niettemin moeten studenten veelal zelf hun<br />

ambities realiseren, omdat er niet altijd kant en klare projecten op hen wachten. Er valt dus<br />

een hoop te bedenken en te regelen, voordat je uiteindelijk in het vliegtuig zit. Daarom luidt<br />

het advies: begin op tijd! En soms is dat al een jaar voor het geplande vertrek.


Internationalisering: studie en stage in het buitenland<br />

Binnen het onderwijsinstituut is sinds 2008 het umc International Office actief: alle<br />

begeleiding en dienstverlening die studenten bij studie of stage in het buitenland nodig<br />

hebben wordt daar geboden, voorlopig nog door Margit Sivirsky. Je kunt terecht bij het StIP<br />

voor een afspraak of op het inloopspreekuur van woensdag.<br />

Bereikbaarheid:<br />

T: 024 3615066<br />

E: intoffice@owi.umcn.nl<br />

Inloopspreekuur: woensdag 12.30-13.30<br />

Afspraken: op andere tijden in de week, te maken via StIP.<br />

Bij umc<br />

International Office kan de student de volgende begeleiding verwachten:<br />

• oriënterende gesprekken: waarheen en met welk doel; hoe pak ik een onderzoek aan<br />

• het plannen van internationale activiteiten binnen het studietraject;<br />

• hulp bij het leggen van contacten hier en in het buitenland<br />

• advisering bij het indienen van projectvoorstellen en subsidieaanvragen<br />

• aanbevelingsbrieven voor de buitenlandse instelling, voor ambassades etc<br />

• verwijzing naar relevante organisaties en web-sites.<br />

Natuurlijk kun je zelf ook beginnen met het zoeken op internet; dé startpagina op dit gebied is<br />

de pagina "studeren in het buitenland" op www.umcn.nl/student: daar vind je verwijzingen<br />

naar andere relevante websites en e-mailadressen.<br />

In het kader van de opleiding zijn er 5 mogelijkheden voor studie in het buitenland:<br />

• een Vrij keuzeonderdeel (VKO) in het derde jaar van de studie (beperkt)<br />

• een keuze-coschap in een ontwikkelingsland (COWL)<br />

• een keuze-coschap huisartsgeneeskunde in een EU land (NPHC)<br />

• een vrij keuze-coschap<br />

• een enkel senior-coschap (CSEN, CGYN)<br />

• een onderzoeksstage (WETS).<br />

In de eerste twee jaar van de bachelor zijn er geen mogelijkheden om studiepunten in het<br />

buitenland te behalen, net zo min als in de eerste twee jaar van de master.<br />

Vrij keuze onderdeel in het buitenland<br />

Studenten kunnen een bestaand vak of een zelf gecreëerd project in het buitenland als VKO<br />

laten erkennen. Het VKO kan van alles bevatten, daarover kun je meer lezen in § 2.6. Binnen<br />

het Erasmusprogramma zijn er beperkte mogelijkheden (medisch) onderwijs te volgen in een<br />

Europees land, maar dat betekent ook vaak dat je een heel semester moet vrijmaken. Het is<br />

soms mogelijk een extra onderzoeksproject in het buitenland als VKO te laten erkennen<br />

(altijd via een verzoek aan de examencommissie!). De richtlijnen voor de onderzoeksstage<br />

zijn daarvoor een goede leidraad (zie § 4.12.4 of raadpleeg het internet,<br />

www.umcn.nl/student).


Het Co-assistentschap OWL<br />

Dit coschap duurt drie maanden en is in de master alleen al keuze coschap te doen. Er zijn<br />

plaatsen in Tanzania, Ghana, Nicaragua, Suriname en Indonesië.<br />

Meer informatie: NIIH: mw. C. Ijsenbrandt, 024-3616980, E-mail:<br />

tropico_tropico@hotmail.com, Website: www.ru.nl/niih<br />

Het Co-assistentschap Huisartsgeneeskunde/Sociale geneeskunde<br />

Het co-schap duurt drie maanden en kan in de master ook alleen als keuzecoschap gedaan<br />

kunnen worden. Er zijn plaatsen in verschillende EU landen, maar kennis van de taal is<br />

natuurlijk voorwaarde. In enkele van deze landen is ook een keuzeco-schap te realiseren.<br />

Meer informatie: www.NPHC.info<br />

Het Vrije Keuze co-assistentschap<br />

Het Vrije Keuze co-assistentschap duurt 1 tot 3 maanden en mag in elk zelf gekozen land<br />

worden gevolgd, mits een goede begeleiding ter plaatse aanwezig is. Goedkeuring moet<br />

vooraf door de examencommissie gegeven worden.<br />

Onderzoeksstage in het buitenland<br />

De onderzoeksstage is een periode van 12 tot 24 weken waarin studenten ervaring opdoen<br />

met wetenschappelijk onderzoek. In § 4.12.4 staat informatie over de inhoudelijke kanten van<br />

de onderzoeksstage. Steeds meer studenten kiezen ervoor om de onderzoeksstage in het<br />

buitenland te doen, vaak aangespoord door docenten die internationaal contacten in het<br />

vakgebied onderhouden. De winst voor de student zit hem vooral in de mogelijkheid het<br />

wetenschappelijk klimaat van de gastinstelling te vergelijken met dat van de eigen instelling.<br />

Het keuzecompartiment in het 3e jaar van de master mag geheel aan de onderzoekstage<br />

worden gekoppeld, zodat een student in totaal 24 weken (36,5 ec) onderzoek kan doen.<br />

Stageplaats zoeken<br />

Er is een beperkt aantal beschikbare stageplaatsen in het buitenland; umc International Office<br />

beschikt over plaatsen in bepaalde vakgebieden, maar in veel gevallen gaat de student zelf op<br />

zoek naar een stageplaats in de voorkeursdiscipline. Dit kan hij/zij doen door:<br />

• het onderwerp van onderzoek vast te stellen;<br />

• één of meer docenten te benaderen in het betreffende vakgebied en vragen om contacten<br />

in het buitenland;<br />

• op internet te zoeken naar universiteiten/ziekenhuizen/onderzoeksinstituten in het<br />

favoriete vakgebied<br />

In de bibliotheek kan de student efficiënt zoeken met PUBMED/MEDLINE. Dat systeem<br />

stelt de student in staat te zoeken op trefwoord/onderwerp en op adres van de auteur. Zo kan<br />

men internationaal wetenschappers selecteren, die de student kan benaderen met het verzoek<br />

om ter plaatse onderzoek te komen doen;<br />

• De student dient ervoor te zorgen dat hij twee begeleiders heeft; één op de stageplek en<br />

één binnen het UMC St <strong>Radboud</strong>;<br />

• Vervolgens zorgt de student (eventueel met hulp van een begeleider) voor een beknopt<br />

onderzoeksvoorstel en legt dat - ter goedkeuring - voor aan de Commissie<br />

Onderzoeksstage. Formulieren voor zo'n verzoek om goedkeuring zijn verkrijgbaar bij<br />

het StIP.


• Vooraf aan het onderzoek dient student deel te nemen aan CKO9; men kan daarvoor pas<br />

aanmelden als het stagevoorstel is goedgekeurd. Zie het formulier "aanmelding<br />

onderzoekstage".<br />

Subsidies en fondsen<br />

De student kan gebruik maken van subsidies en fondsen ter financiering van de studie in het<br />

buitenland.<br />

• Studentenbudget UMCN: zie hierna<br />

• SNUF; voor meer informatie en aanvraagformulier: raadpleeg eerst de website<br />

www.ru.nl/snuf<br />

• Erasmusbeurs: voor alle onderzoekstages, klinische stages, maar ook voor onderwijs in<br />

een EU land gevolgd. In sommige gevallen is er een bilaterale overeenkomst nodig. zie<br />

ook: www.ru.nl/io/erasmus<br />

Meer algemene subsidiebronnen zijn te vinden met de 'Beursopener' op de website<br />

http://www.wilweg.nl/.<br />

Het Studentenbudget UMC<br />

Het budget Studentenvoorzieningen is bedoeld voor het subsidiëren van activiteiten van<br />

(medische) studentenorganisaties en van buitenlandse stages door individuele studenten.<br />

Het budget Studentenvoorzieningen wordt 'beheerd' door de Commissie Verdeling<br />

Studentenbudget. Deze commissie bestaat uit de studentassessor van het Faculteitsbestuur en<br />

vertegenwoordigers van de MFVN, het SOOS, de Facultaire Studentenraad en de BeGIN.<br />

Deze commissie vergadert vier keer per jaar, namelijk in de maanden maart, juni, september<br />

en december.<br />

Individuele activiteiten van studenten geneeskunde die in aanmerking komen voor een<br />

subsidie uit het budget Studentenvoorzieningen zijn:<br />

• een buitenlandse onderzoeksstage<br />

• een buitenlands vrij keuze onderdeel<br />

• een buitenlands co-assistentschap<br />

Aanvragen dienen te worden ingediend bij het StIP. Aanvragen moeten bevatten: een volledig<br />

ingevuld aanvraagformulier (verkrijgbaar via het StIP of downloaden via<br />

www.umcn.nl/student) en een verklaring van een verantwoordelijke docent. Op het formulier<br />

staat aangegeven wat voor verklaring dat behoort te zijn.<br />

In de verklaring dient te staan: naam en studentnummer van de betreffende student, het aantal<br />

studiepunten dat de examencommissie aan de stage heeft toegekend en tot slot het land<br />

waarin de stage zal worden gelopen. In geval de onderzoeksstage reeds is goedgekeurd, is een<br />

dergelijke verklaring niet meer nodig.<br />

De subsidie wordt vervolgens op de volgende wijze bepaald.<br />

Een aanvraag wordt op vier criteria beoordeeld. Ieder criterium heeft invloed op het<br />

subsidiebedrag. Het definitieve subsidiebedrag is de som van de toekenningen van de<br />

afzonderlijke criteria.<br />

Criterium 1: lengte van de stage


• minder dan tien weken € 115,-<br />

• tien weken of langer € 230,-<br />

Criterium 2: land waarin de stage plaats vindt<br />

• binnen Europa € 115,-<br />

• buiten Europa € 230,-<br />

Criterium 3: noodzakelijke vaccinaties<br />

• regio 1: Afrika en tropisch Zuid-Amerika € 200,-<br />

• regio 2: Midden Amerika en Azie € 150,-<br />

• anders: Landen buiten regio 1 en 2 en Aruba € 0,-<br />

Criterium 4: co-schap<br />

• ja, betreft COWL € 450,-<br />

• nee, iets anders dan COWL € 0,-<br />

Schematische uitleg en een rekenmodule zijn te vinden via www.umcn.nl/student.<br />

Studenten komen in aanmerking voor de volgende subsidies:<br />

1. Eenmaal een subsidie in het kader van een Exchange/Elective-project via IFMSA. De<br />

subsidie wordt verstrekt via de IFMSA, studenten hoeven hier geen individuele aanvraag<br />

voor te doen.<br />

2. Eenmaal een individuele subsidie in het kader van een buitenlandse stage/coassistentschap.<br />

Studenten die vragen hebben over het budget Studentenvoorzieningen kunnen contact<br />

opnemen met Mw. M. Van Breukelen (Onderwijsinstituut, telefoon: 024-3614821) of met de<br />

studentassessor, van wie naam en telefoonnummer bekend zijn bij het SOOS (telefoon: 024-<br />

3614684). Mw. Van Breukelen is tevens contactpersoon voor de SNUF-COWL subsidie.<br />

Stichting Nijmeegs <strong>Universiteit</strong>sfonds (SNUF)<br />

In sommige gevallen is het mogelijk om in aanmerking te komen voor vergoeding van in het<br />

kader van de onderzoeksstage gemaakte onkosten. Het SNUF biedt die mogelijkheid onder<br />

bepaalde voorwaarden. Zie hiervoor (en voor andere fondsen) www.ru.nl/snuf. Voor meer<br />

informatie kan de student terecht bij de subsidiesecretaris van SNUF, Comeniuslaan 6, kamer<br />

73, tel. 024-3612994.<br />

1.1 5.2 Dienst Studentenzaken <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen<br />

5.2.1 Dienst Studentenzaken<br />

Een belangrijke voorziening voor alle studenten is de Dienst Studentenzaken. Hier vind je<br />

onder andere: de Centrale Studentenadministratie, studentendecanen, studentenpsychologen,<br />

de studiekeuze- en loopbaanadviseur, informatie over studeren met een lichamelijke<br />

functiebeperking, chronische ziekte of dyslexie, het Noodfonds, en het Informatiecentrum<br />

Bachelor-Master. Heb je vragen over je inschrijving aan de universiteit of loop je vast in je<br />

studievoortgang Wil je meer weten over regels op het gebied van studiefinanciering of ben<br />

je op zoek naar studentencultuur De medewerkers van de Dienst Studentenzaken zijn er om<br />

jou op weg te helpen op onder andere het gebied van studentenadministratie,


studentenbegeleiding en studentencultuur.<br />

De centrale ingang van de Dienst Studentenzaken wordt gevormd door de Centrale<br />

Studentenbalie. Hier kun je een afspraak maken of je aanmelden voor een training. Verder<br />

kun je bij de Centrale Studentenbalie terecht voor alle vragen over je in- of uitschrijving aan<br />

de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen, voor informatie en aanvraag van het Afstudeer- of het<br />

Noodfonds, voor melding van studievertraging wegens bijzondere omstandigheden, voor<br />

basisinformatie over studiefinanciering en voor diverse folders, formulieren en brochures.<br />

Ook de KISS-Helpdesk is ondergebracht bij de Centrale Studentenbalie van Studentenzaken.<br />

Voor meer informatie: www.ru.nl/dsz<br />

5.2.2 Studentenstatuut voor studenten van de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen<br />

Het Studentenstatuut bestaat uit een beschrijving van de rechten en plichten van alle aan de<br />

<strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen ingeschreven studenten die voortvloeien uit wettelijke en<br />

universitaire regelingen. Het Studentenstatuut met alle bijlagen is te vinden op de site:<br />

www.ru.nl/studenten.<br />

1.1 5.3 Stichting Nijmeegs <strong>Universiteit</strong>sfonds (SNUF)<br />

De Stichting Nijmeegs <strong>Universiteit</strong>sfonds (SNUF) is een zelfstandige stichting die nauw<br />

verbonden is met de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen. Het doel van de stichting is het<br />

bevorderen van het studie- en leefklimaat van studenten van de RU Nijmegen. Ze doet dat<br />

door middel van financiële ondersteuning (subsidies en Noodfonds), facilitering (huisvesting)<br />

en inhoudelijke ondersteuning en advies. Jaarlijks maakt de Stichting Nijmeegs<br />

<strong>Universiteit</strong>sfonds een breed scala aan activiteiten voor en door studenten mogelijk en<br />

worden diverse initiatieven ondersteund.<br />

Bij het <strong>Universiteit</strong>sfonds kun je terecht voor:<br />

• reissubsidies: het <strong>Universiteit</strong>sfonds subsidieert groepsstudiereizen en stages, studie,<br />

onderzoeksprojecten en congresdeelname in het buitenland voor individuele studenten.<br />

• noodfonds: het <strong>Universiteit</strong>sfonds beheert een speciaal fonds waaruit leningen worden<br />

verstrekt aan studenten in financiële nood.<br />

• subsidies studentenorganisaties & activiteiten: het <strong>Universiteit</strong>sfonds subsidieert<br />

studentenverenigingen en hun activiteiten. Studentensportverenigingen worden door het<br />

<strong>Universiteit</strong>sfonds gesubsidieerd via de NSSR. Studieverenigingen komen in de regel niet<br />

in aanmerking voor subsidie van het <strong>Universiteit</strong>sfonds, tenzij voor de organisatie van<br />

congressen of symposia (onder bepaalde voorwaarden, zie de website).<br />

• huisvesting studentenorganisaties: het <strong>Universiteit</strong>sfonds zorgt voor huisvesting van<br />

studentenorganisaties in de verschillende panden in de stad en op de campus in de SNUFgang<br />

in het Gymnasion.<br />

• ondersteuning studentenorganisaties: de helpdesk van het <strong>Universiteit</strong>sfonds geeft advies<br />

en begeleiding over financiën, subsidieaanvragen, sponsoring, organisatie en publiciteit.<br />

Daarnaast organiseert het <strong>Universiteit</strong>sfonds jaarlijks een penningmeestercursus.<br />

Secretariaat: Comeniuslaan 6, kamer 0.66<br />

Telefoon: 024-3612990. Bereikbaar van ma t/m vrij van 9.00 tot 12.30 uur<br />

E-mail: info@snuf.ru.nl<br />

Website: www.snuf.nl


1.1 5.4 Studenten en RSI<br />

De definitie van RSI is regelmatig of langdurige last hebben van pijn, tintelingen, een doof<br />

gevoel en/of stijfheid. De verschijnselen treden op in de nek, bovenrug, schouders, armen,<br />

ellebogen, polsen en/of handen. De klachten maken het u moeilijk of onmogelijk bepaalde<br />

handelingen of activiteiten uit te voeren.<br />

Voorafgaand aan RSI-klachten zijn werkzaamheden met veel dezelfde bewegingen<br />

uitgevoerd of is lang gewerkt in dezelfde houding. Het overmatig en langdurig uitoefenen van<br />

kracht is ook een risicovolle handeling. De kans op RSI neemt toe bij een slechte of<br />

gespannen lichaamshouding. Bovendien leiden een hoge werkdruk (b.v. door deadlines) en<br />

stress tot gedrag dat RSI in de hand werkt: overwerk (b.v. 's nachts doorgaan), snellere<br />

handelingen, ongunstige werkhoudingen en minder of geen rustpauzes.<br />

Wanneer u vaak dezelfde verkeerde werkhouding aanhoudt, regelmatig dezelfde handelingen<br />

doet of wanneer u langdurig onder stress moet werken (b.v. door een deadline voor een<br />

opdracht), wordt de kans op RSI groter. Het is dus niet zo dat u RSI krijgt wanneer u een keer<br />

in een verkeerde houding werkt of wanneer die ene klus over een uur af moet zijn.<br />

Mensen die te verlegen zijn klachten te melden of die zich groot willen houden, lopen kans<br />

om te laat in actie te komen. Ook plichtsgetrouwe en resultaatgerichte mensen lopen vaak te<br />

lang door omdat ze het werk of studie voor laten gaan.<br />

De AMD verzorgt, in samenwerking met de Dienst Studentenzaken, jaarlijks enkele<br />

voorlichtingsbijeenkomsten voor studenten over RSI. Deze worden aangekondigd in VOX,<br />

ANS en de elekronische Nieuwsbrief Studentenzaken.<br />

Meer informatie over RSI en RSI-preventie vindt u op http://www.ru.nl/.


2 Hoofdstuk 6: Studentenorganisaties<br />

1.1 6.1 BeGIN – Introductiecommissie<br />

De overgang van de middelbare school naar de universiteit is niet voor iedere student even<br />

gemakkelijk. Studenten zijn meer op zichzelf aangewezen, komen in een onbekende stad<br />

terecht waar ze maar weinig mensen kennen. Daarom wordt door de introductiecommissie<br />

BeGIN (Biomedische en Geneeskunde Introductie Nijmegen) veel aandacht besteed aan het<br />

organiseren van de introductiedagen voor de eerstejaars studenten. De BeGIN-commissie<br />

bestaat uit 8 studentleden, 1 docentlid en de studieadviseur Geneeskunde.<br />

De introductie heeft zowel een informatief als een sociaal karakter en is vooral bedoeld om<br />

op een leuke en gezellige manier kennis te maken met de studie, de stad en nieuwe<br />

studiegenoten. Daartoe worden er door de BeGIN en de universiteit allerlei activiteiten<br />

georganiseerd. Enkele vaste onderdelen zijn: een cabaret met aansluitend feest, de<br />

sportmiddag, een barbecue door de MFVN (Medische Faculteitsvereniging Nijmegen) en het<br />

introductieweekend.<br />

De eerstejaars studenten worden ingedeeld in mentorgroepen. Per 16 eerstejaars trekken 4 of<br />

5 mentoren (ouderejaars studenten) de <strong>hele</strong> introductie met de groep op.<br />

De BeGIN zorgt ook voor de mentorenwerving. In de loop van het eerste jaar organiseert de<br />

BeGIN ook nog activiteiten, zoals bijvoorbeeld het Breekweekend.<br />

Met eventuele vragen en opmerkingen over de introductie kan men altijd bij de BeGIN<br />

terecht. Contactpersoon van de BeGIN is drs P.J. van Oorschot (telefoon (36)15065/66.<br />

Meer informatie is beschikbaar op het internet: www.umcn.nl/student/aankomend_studenten<br />

en www.ru.nl/introductie.<br />

1.1 6.2 Studenten Organisatie voor Onderwijs en Studie (SOOS)<br />

Het SOOS is het officieel vertegenwoordigend orgaan voor alle studenten Geneeskunde en<br />

Biomedische Wetenschappen. Het wordt gevormd door studenten die zich actief bezig<br />

houden met onderwijs en onderwijsbeleid.<br />

Via de SOOS-nieuwsbrief krijgen studenten regelmatig actuele informatie over<br />

onderwijsaangelegenheden. Andersom ontvangt het SOOS veel informatie van studenten over<br />

het onderwijs omdat het ook fungeert als klachtenmeldpost.<br />

Verder begeleidt en ondersteunt het SOOS de jaarvertegenwoordigers (JVT's) en studentleden<br />

in andere onderwijscommissies. De jaarvertegenwoordigers behartigen de belangen van hun<br />

jaargroep en onderhouden daartoe intensief contact met de docenten, met name de<br />

blokcoördinator.<br />

Het SOOS is ook betrokken bij de kandidaatsstelling voor verkiezing van studentleden in<br />

inspraakorganen (Opleidingscommissies en Facultaire Studentenraad) en ondersteunt hun<br />

functioneren.


Doelstellingen<br />

• het behartigen van gemeenschappelijke belangen van alle studenten Geneeskunde en<br />

Biomedische Wetenschappen op het gebied van onderwijs;<br />

• het trachten studenten in staat te stellen met hun opmerkingen, klachten of vragen bij de<br />

juiste personen en instanties terecht te komen;<br />

• het leveren van een positieve bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in<br />

de opleidingen BMW en GNK;<br />

• het zorgen voor een optimaal functioneren van de studentgeledingen in de verschillende<br />

inspraakorganen;<br />

• het leveren van een bijdrage aan een goede informatievoorziening aan studenten over hun<br />

eigen onderwijs;<br />

• het uitwisselen van informatie met andere instituten: universiteit, andere<br />

studieverenigingen en op landelijk niveau het Landelijk Medisch Studenten Overleg<br />

(LMSO) en het BioMedisch Studenten Overleg (BMSO)<br />

Activiteiten<br />

Het SOOS tracht haar doelstellingen te bereiken door:<br />

1. wekelijks een vergadering voor lopende zaken te beleggen;<br />

2. contacten te onderhouden met uitvoerende organen binnen de faculteit en met deze<br />

namens de studenten in overleg te treden;<br />

3. zoveel mogelijk inspraak te verkrijgen op beleidsniveau (in de Studentenraad, Raad van<br />

Bestuur, voorbereidende commissies, blokcommissies, opleidingscommissies, Onderwijs<br />

Management Team);<br />

4. te pogen meningen en standpunten van studenten weer te geven en deze aan elkaar en aan<br />

de betrokken instanties kenbaar te maken;<br />

5. te proberen de studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen op de hoogte te<br />

houden van de activiteiten van de verschillende raden en commissies waaraan studenten<br />

deelnemen;<br />

6. het verzamelen en verspreiden van informatie van individueel en gemeenschappelijk<br />

belang voor de studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen en het aanleggen<br />

en bijhouden van een overzichtelijk archief;<br />

7. het stimuleren van activiteiten uitgaande van studenten die direct of indirect betrekking<br />

hebben op het medisch onderwijs en/of de gezondheidszorg.<br />

Klachten en vragen<br />

Met alle klachten en vragen over onderwijs en aanverwante onderwerpen kunnen de<br />

studenten bij het SOOS terecht (soos@owi.umcn.nl). Afhankelijk van de aard van de klacht<br />

wordt die door het SOOS zelf behandeld of doorgespeeld naar een facultair orgaan (zoals het<br />

Onderwijs Management Team). Studenten kunnen altijd komen informeren wat er met de<br />

klacht is gebeurd.<br />

Samenstelling SOOS<br />

Voorzitter<br />

Vice voorzitter<br />

Penningmeester<br />

JVT coördinator<br />

Nieuwsbrief<br />

PR<br />

Voorlichting GNK<br />

Machteld van Egmond<br />

Wesley Reintjes<br />

Luuk van den Goor<br />

Charlotte Pauwels<br />

Carin Lunenburg<br />

Lianne Schouten<br />

Ivo Verhagen


Voorlichting BMW<br />

Website / IT<br />

Simon Hemelaar<br />

Bryan Aaldering<br />

Adviseurs:<br />

StudentlId OMT1 BMW<br />

Hanna Feunekes<br />

Studentlid OMT1 GNK Jason Steverink /<br />

Elise Koopman<br />

Studentlid OMT3 Duby Ballak /<br />

Marjan de Vries<br />

Studentassessor<br />

Edith Janssen<br />

Bereikbaarheid SOOS<br />

Het SOOS is gevestigd op kamer 1.10, Geert Grooteplein Noord 21, 6525 EZ Nijmegen, tel.<br />

(36)14684 (huispost 89 SOOS).<br />

Openingstijden: elke dag tussen 11.30 en 12.30 uur.<br />

Internet: www.ru.nl/soos<br />

E-mail: soos@owi.umcn.nl<br />

1.1 6.3 Medische Faculteits Vereniging Nijmegen (MFVN)<br />

De MFVN is een zelfstandige studievereniging voor alle studenten Biomedische<br />

Wetenschappen en Geneeskunde. De doelstellingen van de MFVN zijn:<br />

• het verlenen van diensten aan haar leden;<br />

• het verlenen van medewerking aan kwaliteitsverbetering van de studieprogramma's van<br />

de studies Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen en aanvulling op deze<br />

studieprogramma's;<br />

• het bevorderen van onderlinge contacten tussen de leden;<br />

• het bevorderen van onderlinge contacten tussen de leden en de aan de faculteit verbonden<br />

docenten.<br />

Zoals valt te begrijpen valt hieronder een zeer uitgebreid pakket aan mogelijkheden dat de<br />

MFVN aan haar leden biedt.<br />

De MFVN heeft sinds haar oprichting in 1952 een rijk verleden. Op dit moment heeft ze<br />

ongeveer 2600 leden waarvan er zo'n 180 actief zijn binnen één van de commissies of in het<br />

bestuur. Dat bestuur bestaat uit zeven mensen die verschillende taken hebben. Naast de<br />

praeses (voorzitter), ab actis (secretaris) en de quaestor (penningmeester) hebben er vier<br />

departementsbestuursleden zitting in het bestuur. De departementsbestuursleden hebben elk<br />

een aantal commissies onder zich die verderop worden uitgelegd. Op dit moment heeft de<br />

praeses van Stichting Activiteiten MFVN, de stichting die het lustrum in 2007 organiseert,<br />

ook zitting in het bestuur der MFVN. Momenteel bestaat het bestuur uit de volgende<br />

personen:<br />

Praeses<br />

Ab actis<br />

Quaestor<br />

Departement Festiviteiten<br />

Departement Intern<br />

Anouk Scholte<br />

Sharon Kessels<br />

Lydia van Overveld<br />

Lotte Sondag<br />

Bob Emmen


Departement Faciliteiten &<br />

Erik Verschuren<br />

Internationalisering<br />

Departement Externe Betrekkingen & PR Hirlande Spaargaren<br />

Departementen<br />

Dan volgt hier in vogelvlucht een overzicht van de commissies van de MFVN per<br />

departement. Een uitgebreidere versie staat op onze homepage, http://www.mfvn.nl/. De door<br />

de commissie georganiseerde activiteiten spreken meestal voor zich.<br />

Praesidiaat<br />

Abactiaat<br />

Quaestoraat<br />

Departement Festiviteiten<br />

Departement Intern<br />

Departement Faciliteiten &<br />

Internationalisering<br />

Departement Externe Betrekkingen & PR<br />

Hieronder valt de @ccesscommissie, die zorg<br />

draagt voor de homepage en software van de<br />

MFVN.<br />

De ab actis draagt zorg voor de Ouderdag die<br />

jaarlijks georganiseerd wordt en voor de<br />

Student-Docentcommissie, die studenten en<br />

docenten dichter bij elkaar brengt.<br />

Onder de quaestor functioneert de<br />

Coassistenten- en Stageloperscommissie, die<br />

activiteiten organiseert voor deze groepen<br />

studenten.<br />

Hieronder vallen de Feest-, Film-, Sport- en<br />

Muziek- en Galacommissie. Dit bestuurslid<br />

heeft ook zitting in het bestuur van Stichting<br />

Aesculaaf.<br />

Hieronder vallen de Agenda-, Prik<br />

(verenigingsblad)-, Discussie-, Activiteiten-,<br />

Musical- en Fotocommissie.<br />

Hieronder vallen de Boeken- en<br />

Instrumentenverkoop, alsmede de Cursussen<br />

waaronder bijvoorbeeld de Massage- en de<br />

EHBO-cursus. Verder vallen onder dit<br />

departement de Reis- en (Para)medische<br />

Meeloopdagencommissie en het NPHC en de<br />

IFMSA. Verder is zij ook verantwoordelijk<br />

voor de MFV-kamer (Beheer).<br />

Dit bestuurslid houdt zich bezig met alle<br />

sponsorcontacten (Externe PR) van de MFVN.<br />

Ook vallen onder dit departement de<br />

Carrièredag en de Wetenschapsdag en ten<br />

slotte de Promotiecommissie.<br />

Zittingsdagen<br />

Iedereen die lid wil worden van of interesse heeft in de MFVN kan op maandag t/m<br />

donderdag van 12.30 tot 13.30 uur langskomen op de MFV-kamer. Hier kun je altijd terecht<br />

voor al je vragen omtrent de MFVN en haar activiteiten. Leden zijn natuurlijk ook van harte<br />

welkom op de Algemene Leden Vergaderingen die vijf maal per jaar worden gehouden. Elke<br />

dag van de week is de MFVN-kamer in principe toegankelijk voor al haar leden.<br />

Adres<br />

Medische Faculteits Vereniging Nijmegen<br />

Geert Grooteplein Noord 21; 6525 EZ Nijmegen


Intern: MFVN/SOOS 221<br />

Tel: 024-36 136 26 / fax: 024-36 135 86<br />

E-mail: mfvn@mfvn.umcn.nl<br />

Url: http://www.mfvn.nl/<br />

1.1 6.4 IFMSA-Nijmegen<br />

6.4.1 Internationalisering<br />

Internationalisering is een breed begrip dat in een steeds kleinere wereld steeds vaker om<br />

aandacht vraagt. De 21e eeuw is er één waarbij grenzen vervagen, interculturele interactie<br />

dagelijks op je pad komt en waarbij de gezondheidszorg steeds voor nieuwe uitdagingen<br />

staat. IFMSA, de afkorting voor International Federation of International Students'<br />

Associations ziet het als haar taak om deze uitdagingen aan te gaan om zo bij te dragen aan de<br />

hedendaagse internationale gezondheidszorg. In bijna honderd landen is IFMSA<br />

vertegenwoordigd en laat zien dat gezondheid niet ophoudt bij landsgrenzen. Door dit<br />

uitgebreide netwerk brengt zij meer dan twee miljoen geneeskundestudenten bij elkaar.<br />

6.4.2 Doelen<br />

IFMSA-the Netherlands brengt wereldwijde gezondheidssituaties onder de aandacht bij<br />

toekomstige artsen en de maatschappij en brengt medische studenten samen door<br />

• op te treden als medium bij de uitwisseling van medische studenten;<br />

• het promoten en faciliteren van projecten en trainingen voor zowel de samenleving als<br />

medische studenten en deze laatsten daarbij ontvankelijk te maken voor andere culturen<br />

en wereldwijde gezondheidsproblematiek;<br />

• op te treden als forum voor medische studenten in Nederland om met medische studenten<br />

uit de ge<strong>hele</strong> wereld over onderwerpen te discussiëren gerelateerd aan individuele en<br />

volksgezondheid, onderwijs en wetenschap en hiermee bewustwording te creëren;<br />

• blikverruiming te stimuleren door op te treden als orgaan dat contacten legt met<br />

soortgelijke internationale organisaties en tevens met andere medische<br />

studentenorganisaties binnen Nederland;<br />

• medische studenten in staat te stellen hun kennis en capaciteiten te benutten in het<br />

voordeel van de samenleving.<br />

6.4.3 IFMSA-Nijmegen<br />

In Nijmegen zetten zo'n zeventig studenten zich in voor deze doelen. IFMSA-Nijmegen biedt<br />

studenten de mogelijkheid om met stages meer te weten te komen over zorg in het buitenland.<br />

Er worden drie soorten stages aangeboden: klinische stages, onderzoeksstages en<br />

ontwikkelingsstages.<br />

Ook worden er veel verschillende activiteiten georganiseerd rondom vluchtelingen en<br />

mensenrechten, seksuele gezondheid, medische educatie, Europese integratie en Public<br />

Health in de vorm van workshops, lezingen, cursussen en congressen om een breed publiek te<br />

informeren over Global Health.<br />

6.4.4 Klinische stages


Een klinische stage is een meeloopstage van vier weken in een ziekenhuis in het buitenland.<br />

Studenten lopen mee op een afdeling van hun keuze en kijken met alles mee. Het doel is om<br />

kennis te maken met het reilen en zeilen in een ziekenhuis in het buitenland en de studenten<br />

de kans te geven zich onder te dompelen in een andere cultuur. Het zijn meekijkstages en als<br />

student mag je veel handelingen niet zelf of niet alleen verrichten. De handelingen die wel<br />

verricht mogen worden, hangen vaak af van het ziekenhuis en het personeel dat er werkt.<br />

Tijdens de stage wordt er altijd een sociaal programma georganiseerd door de leden van de<br />

lokale IFMSA; de studenten maken dus ook kennis met het studentenleven in een ander land.<br />

Voor deze stages worden in Nijmegen geen studiepunten toegekend. In het land waar je naar<br />

toe gaat regelt IFMSA alles om je stage heen: onderdak, eten en een sociaal programma.<br />

Studenten kunnen het <strong>hele</strong> jaar door op stage gaan, bijvoorbeeld in de zomervakantie of voor<br />

de coschappen.<br />

De stages worden door de studenten altijd als erg leerzaam en interessant ervaren en zij<br />

beleven er ook veel plezier aan.<br />

6.4.5 Onderzoeksstages<br />

Vanaf het tweede studiejaar kunnen studenten over de <strong>hele</strong> wereld op onderzoeksstage gaan<br />

om kennis te maken met wetenschappelijk onderzoek. Deze duurt vier tot zestien weken,<br />

maar langere periodes zijn ook mogelijk. De studenten krijgen labvaardigheden aangeleerd,<br />

doen een literatuurstudie en analyseren gegevens. Ze werken mee aan een project dat al loopt<br />

in een buitenlands ziekenhuis. Er zijn twee soorten projecten: projecten met technisch<br />

labwerk (Basic science) en projecten met veel of geen labwerk en literatuuronderzoek<br />

(Clinical projects). IFMSA-Nijmegen verzorgt naast de stage ook een studentenkamer en een<br />

sociaal programma in het gastland.<br />

Onderzoek is een erg relevant onderdeel van de carrière van een arts-onderzoeker. Tijdens<br />

deze stages komen studenten te weten hoe dit in zijn werk gaat en krijgen ze de kans een<br />

andere cultuur van dichtbij mee te maken. Tegelijkertijd is de onderzoeksstage een goede<br />

voorbereiding op de wetenschappelijke stage. Voor deze stages worden geen studiepunten<br />

toegekend.<br />

6.4.6 Public Health<br />

IFMSA-Nijmegen besteedt op verschillende manieren aandacht aan<br />

ontwikkelingssamenwerking. Studenten kunnen deelnemen aan tal van projecten. Hieronder<br />

vallen de ontwikkelingsstages waarvoor studenten uit alle jaren het <strong>hele</strong> jaar door terecht<br />

kunnen bij IFMSA-Nijmegen. De meeste stages vinden plaats in ontwikkelingslanden en ze<br />

variëren van werk in een weeshuis tot meer klinisch werk. De meeste stages duren 4 tot 8<br />

weken. Een ontwikkelingsstage is een bijzondere manier om bij te dragen aan Global Health<br />

en de studenten doen ook nuttige ervaringen.<br />

Op dit moment biedt IFMSA-Nijmegen de volgende mogelijkheden:<br />

• weeshuisproject in Roemenië<br />

• kindertehuis voor lichamelijk gehandicapte kinderen in Nepal


• orthopedisch kinderziekenhuis in Zuid-Afrika<br />

• stages in tropengeneeskunde in Malawi en Kameroen.<br />

Voor deze stages worden geen studiepunten toegekend.<br />

6.4.7 Maatschappelijk<br />

IFMSA is een maatschappelijk bewuste organisatie. Met haar projecten focust zij op de<br />

relatie van geneeskunde met de thema's mensenrechten, vluchtelingen, conflictpreventie,<br />

vredesvraagstukken en seksuele gezondheid. Dit doet zij door middel van seksuele<br />

voorlichtingen, awareness-campagnes rondom Wereld AIDS Dag, Internationale<br />

Vrouwendag, Internationale Vluchtelingendag, lezingen, trainingen en een masterclass over<br />

de millenniumdoelen.<br />

6.4.8 Medisch Onderwijs<br />

Door het organiseren van verschillende keuzecursussen over onder andere tropische<br />

geneeskunde, huisartsgeneeskunde en gebarentaal vult IFMSA-Nijmegen het kerncurriculum<br />

aan en bevordert hiermee een internationaal perspectief in medisch onderwijs in Nederland.<br />

Daarnaast organiseert zij ieder jaar het Teddy Bear Hospital: een rollenspel waarin kleuters in<br />

de rol van ouders met hun zieke teddybeer naar het <strong>Radboud</strong> ziekenhuis komen. De integratie<br />

tussen medische studenten in Europa wordt bevorderd en gestimuleerd via<br />

uitwisselingsprogramma's tussen Europese medisch studenten, het zogenaamde Twinning<br />

Project. Deze geven studenten in Europa de kans om elkaar te ontmoeten en samen te werken.<br />

Op deze manier kunnen hedendaagse zaken met elkaar bediscussieerd worden en kan van<br />

elkaar geleerd worden.<br />

6.4.9 Informatie<br />

Bestuur 2009-2010<br />

Voorzitter: Ninke Schrijvers<br />

Vice-voorzitter: Igna Reijnders<br />

Penningmeester: Aaron John<br />

Public Relations: Carla Timmer<br />

Meer informatie over onze projecten, onze stages of over vacatures binnen onze organisatie<br />

kun je vinden op de website www.ru.nl/ifmsa. Voor contact of inschrijving voor de digitale<br />

nieuwsbrief kun je mailen naar nijmegen@ifmsa.nl.<br />

1.1 6.5 Ko-Raad<br />

Ko-Raad


De Ko-Raad is nauw verbonden met het OMT2, de SOOS en andere officiële<br />

vertegenwoordigende instantie van alle Nijmeegse co-assistenten. Elke co-assistent is<br />

automatisch lid van de Ko-Raad.<br />

De Ko-Raad vergaderingen<br />

Elke eerste maandag van het co-schap is er een Ko-Raad algemene ledenvergadering. Deze<br />

begint om 20.00 uur in het Studiecentrum Medische Wetenschappen. De vergaderingen zijn<br />

bestemd voor alle cogroep-vertegenwoordigers. Problemen waar co-assistenten tijdens hun<br />

co-schappen tegen aanlopen worden besproken en er wordt nagedacht over de beste aanpak.<br />

Daarnaast is er aandacht voor ontwikkelingen binnen het onderwijs en activiteiten in de<br />

klinische fase. Elke co-groep kiest bij aanvang van de klinische fase twee cogroepvertegenwoordigers.<br />

Bij de vergaderingen zijn ook studentleden van het OMT-2, leden van de<br />

opleidingscommissie, KNMG-studentleden en de studentassessor aanwezig.<br />

Het Ko-Raad bestuur<br />

De Ko-Raad heeft een bestuur, bestaande uit 5 co-assistenten, dat de maandelijkse<br />

vergadering voorbereidt, problemen in de klinische fase signaleert en de lopende zaken in de<br />

gaten houdt. Verder komen de bestuursleden op voor de belangen van de co-assistenten<br />

middels contact met student-leden in verschillende onderwijs commissies (OMT-2, OLC etc)<br />

en vertegenwoordigen zij de Nijmeegse co-assistenten in het LOCA (Landelijk Overleg Co-<br />

Assistenten: http://www.loca.nu/). De Ko-Raad streeft er naar ook pro-actief betrokken te zijn<br />

bij de kwaliteit van het onderwijs, monitoring hiervan gebeurt grotendeels via de algemene<br />

ledenvergaderingen. De Ko-Raad onderhoudt nauw contact met opleiders in de academie<br />

alsmede in de periferie. Daarnaast worden door het bestuur verschillende evenementen<br />

georganiseerd. In samenwerking met de co-assistenten en stagelopers commissie (CoSta-cie)<br />

worden er feesten, borrels, sportdagen, cabaret en de "Co-Schap van het Jaar Verkiezing"<br />

georganiseerd. Een bestuurslid van de Ko-Raad heeft tevens zitting in Status Co, het lijfblad<br />

voor en door co-assistenten. Het organiseren van nuttige cursussen voor co-assistenten zoals<br />

infuus en vochtbeleid hoort ook tot de taken van de Ko-Raad, evenals het bijhouden van een<br />

website (http://www.ko-raad.nl/) met handige weetjes en het laatste nieuws voor coassistenten.<br />

De samenstelling van het bestuur<br />

Voorzitter, zitting in LOCA: Dirk Ottink<br />

Secretaris, zitting in de CoSta-cie: Emmi Broenen<br />

Penningmeester, zitting in LOCA: Myrte Hulleman<br />

Website & PR: Floor de Bont<br />

Algemeen lid & Status Co, zitting in LOCA: Saskia van Berkel<br />

Ambtelijk secretariaat: Secretaresse SOOS


Meer informatie<br />

Meer en uitgebreide informatie is te vinden in het informatieboekje van de Ko-Raad dat elke<br />

co-assistent krijgt tijdens CKO-1. Daarnaast kun je voor vragen de bestuursleden aanspreken<br />

of mailen naar koraad@gmail.com. Kijk ook op de website http://www.ko-raad.nl/<br />

1.1 6.6 Stichting Medisch Interfacultair Congres (MIC)<br />

De Stichting MIC is een interfacultaire studentenorganisatie die jaarlijks een landelijk<br />

congres voor ongeveer 500 personen organiseert. Het congres is met name gericht op<br />

studenten en coassistenten van de verschillende medische faculteiten, maar zeker ook op<br />

andere belangstellenden.<br />

Ieder jaar wordt een onderwerp gekozen dat actueel is, in de belangstelling staat van<br />

studenten geneeskunde, en waaraan in het curriculum geneeskunde minder aandacht wordt<br />

besteed.<br />

Het negen personen tellend bestuur van Stichting MIC wordt gevormd door afgevaardigden<br />

van alle acht medische faculteiten in Nederland. Elk bestuurslid heeft een eigen functie<br />

binnen de organisatie van het congres en wordt ondersteund door een commissie van<br />

enthousiaste studiegenoten uit verschillende jaren van de medische faculteit waaraan hij/zij<br />

studeert.<br />

Dit jaar is een extra bijzonder jaar voor Stichting MIC, het is namelijk een lustrum jaar.<br />

Op 20-2-2010 zal het 20 e congres plaats vinden in de Jaarbeurs te Utrecht, met het<br />

spraakmakende onderwerp "Innovatie: Is the sky the limit".<br />

Zoals men gewend is van Stichting MIC zullen er veel vooraanstaande sprekers aanwezig zijn<br />

en workshops worden georganiseerd waar ruimte is voor verdieping en discussie. Uiteraard<br />

zullen we aan het eind van de dag het lustrum op een waardige manier afsluiten met een<br />

cabaret voorstelling en een grootst feest met live muziek.<br />

Mis dit bijzondere congres niet en houdt de website in de gaten! http://www.stichtingmic.nl/.<br />

Suzanne van Huystee (Public Relations) email pr1@mic.nl<br />

Justin Ere (Public Relations)<br />

Contactpersoon Nijmegen: Justin Ere, email pr2@mic.nl<br />

Bestuur Stichting Medisch Interfacultair Congres (MIC) 2010<br />

1.1 6.7 Stichting Hippocrates College Noviomagensis<br />

Het Hippocrates College Noviomagensis, kortweg 'Hippocrates' genaamd, is een stichting die<br />

zicht richt op het verkleinen van de afstand tussen de medisch specialist en de medisch<br />

student. Dit probeert zij te bereiken door ongeveer 10 keer per jaar een meeting te<br />

organiseren. Op zo'n avond staat één specialisme centraal. Het hoofd van de afdeling, een<br />

arts-assistent (AGIO), een onderzoeker en een staflid komen vertellen over allerlei<br />

belangrijke, interessante, leuke en minder leuke kanten van het specialisme. Zo komen<br />

bijvoorbeeld aan bod: de gemiddelde week van een specialist, toelatingseisen tot de<br />

opleiding, onderzoek op de afdeling en de invloed van het vak op het privé-leven. Na de<br />

meeting wordt nog een gezellige borrel gehouden.


De meetings worden anderhalve week van tevoren aangekondigd met posters in de faculteit<br />

en in het UMCN, advertenties in diverse universiteitsbladen en op de website. Ook hebben<br />

we een mailinglist, zodat je automatisch informatie kunt ontvangen over komende<br />

activiteiten.<br />

De meetings beginnen om 19:30 uur. De kaartjes worden voor de kantine van de faculteit<br />

verkocht, maar ook is het mogelijk om online een kaartje te reserveren via<br />

www.stichtinghippocrates.nl. De kosten zijn € 1,50 incl. koffie/thee en een consumptie.<br />

Wil je meer te weten komen over jouw favoriete specialisme of wil je oriënteren op de<br />

verschillende specialismen, kom dan langs of neem contact met ons op.<br />

Hopelijk tot ziens bij onze meetings!<br />

Website: www.stichtinghippocrates.nl<br />

Contact: contact@stichtinghippocrates.nl<br />

Mailing: mailing@stichtinghippocrates.nl<br />

Telefoon: 06-2 695 695 2<br />

1.1 6.8 Overige studentenorganisaties<br />

Er zijn nog veel meer studentenorganisaties in Nijmegen. Een overzicht van andere<br />

studentenorganisaties vind je op de internetsite van de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen:<br />

www.ru.nl.


2 Hoofdstuk 7: <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Nijmegen en UMC St <strong>Radboud</strong><br />

1.1 7.1 Geschiedenis <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen<br />

De Katholieke <strong>Universiteit</strong> Nijmegen (KUN) werd opgericht op 17 oktober 1923 en bestond<br />

uit de Faculteiten Godgeleerdheid, Rechtswetenschappen, en Letteren en Wijsbegeerte. De<br />

Faculteit der Medische Wetenschappen werd in 1951 toegevoegd aan de bestaande drie. In<br />

1957 volgde de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Inmiddels bestaat<br />

de universiteit uit negen faculteiten: Theologie, Religiewetenschappen, Letteren,<br />

Rechtsgeleerdheid, Sociale Wetenschappen, Managementwetenschappen,<br />

Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica en Medische Wetenschappen.<br />

Sinds 1 september 2004 heet de KUN <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen.<br />

1.1 7.2 Universitaire bestuursstructuur<br />

De ongeveer 60 opleidingen die de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen verzorgt, zijn<br />

ondergebracht in de negen faculteiten die voor een groot deel zelf verantwoordelijk zijn voor<br />

hun taken op het gebied van onderwijs en onderzoek. Het algemene beleid wordt vastgesteld<br />

op universitair niveau door het College van Bestuur.<br />

Inspraak en belangenbehartiging<br />

Elk bestuursniveau kent eigen inspraakorganen. In het onderstaande schema vindt u hierover<br />

informatie.<br />

Niveau Orgaan Samengesteld uit<br />

Universitair<br />

Universitaire gezamenlijke<br />

vergadering (UGV)<br />

Universitaire studentenraad<br />

Ondernemingsraad (OR)<br />

Facultair<br />

Facultaire gezamenlijke<br />

vergadering (FGV)<br />

Facultaire studentenraad<br />

Onderdeelcommissie (OC)<br />

Per opleiding Opleidingscommissie Studenten en<br />

Wetenschappelijk<br />

personeel<br />

1.1 7.3 Universitaire voorzieningen<br />

7.3.1 <strong>Universiteit</strong>sbibliotheek<br />

De <strong>Universiteit</strong>sbibliotheek Nijmegen (UBN) bestaat uit een centrale bibliotheek<br />

(Erasmuslaan 36) en een aantal decentrale bibliotheken voor de verschillende faculteiten.<br />

Informatie over deze bibliotheeklocaties en bijvoorbeeld openingstijden zijn te vinden op de<br />

website www.ru.nl/ubn.<br />

De collectie van de UBN staat voor het grootste gedeelte in gesloten magazijn: dit houdt in


dat veel aanvragen voor boeken en tijdschriften uit de collectie via de online catalogus<br />

moeten geschieden.<br />

De bibliotheken van de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen zijn voor iedereen toegankelijk.<br />

Lenen van boeken is mogelijk voor werknemers en studenten en onder bepaalde voorwaarden<br />

aan anderen. Voor studenten fungeert de collegekaart als lenerspas.<br />

7.3.2 RU international office<br />

Ru international office adviseert en ondersteunt het College van Bestuur en faculteiten bij het<br />

ontwikkelen en het onderhouden van de externe relaties van de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Nijmegen. Studenten kunnen er terecht met vragen over:<br />

• studeren in het buitenland en de beurzen die hiervoor beschikbaar zijn<br />

• onderzoek doen: zie Onderzoek & Maatschappij<br />

• contact houden met universiteit en studiegenoten ná de studie: zie Alumni<br />

Bereikbaarheid<br />

Bezoekadres: Comeniuslaan 4<br />

Open: op werkdagen van 10.00 tot 17.00 uur.<br />

Studeren in het buitenland<br />

Steeds meer studerenden trekken de conclusie dat een periode van studie in het buitenland<br />

veel nut heeft. Dat geldt niet alleen als u in uw studie op onderwerpen stuit die in Nederland<br />

niet worden aangeboden. Onderzoek heeft uitgewezen dat een studieverblijf in het buitenland<br />

veel kan betekenen voor persoonlijke ontwikkeling, studie en toekomst perspectief.<br />

De mogelijkheden voor een verblijf in het buitenland zijn bijna onbegrensd. Er zijn allerlei<br />

nationale en internationale programma's die een verblijf mogelijk maken en er bestaan vele<br />

soorten beurzen en fondsen om studie of stage in het buitenland te financieren.<br />

Meer weten Kijk op onze website www.ru.nl/io onder Internationalisering of neem contact<br />

op via 024 - 3616055 of int.relations@io.ru.nl.<br />

Onderzoek & Maatschappij<br />

De universiteit houdt contact met allerlei maatschappelijke organisaties en overheidsorganen<br />

in Nederland. Denk aan kenniscentra voor multiculturele vraagstukken, Provinciale Staten of<br />

zorginstellingen. Deze en andere organisaties benaderen regelmatig de universiteit met<br />

maatschappelijke vraagstukken. Studenten kunnen in het kader van het afstudeerprogramma<br />

een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren voor dergelijke organisaties. Daarnaast gaat<br />

Externe Relaties op zoek naar interessante maatschappelijke thema's en onderzoeksvragen die<br />

hierop betrekking hebben. Dit alles omdat de universiteit het belangrijk vindt dat de kennis<br />

die aanwezig is op de universiteit gedeeld én getoetst wordt in de praktijk. Voor meer<br />

informatie zie www.ru.nl/er onder Kennistransfer, of neem contact op via 024 - 3615450 of<br />

kennistransfer@er.ru.nl.<br />

Alumni<br />

Afgestudeerd De universiteit wil het contact met u graag in stand houden. Dit kan op<br />

verschillende manieren. Zo kun je lid worden van de reünistenvereniging, gebruik maken van<br />

netwerkfaciliteiten en krijgt je kortingsfaciliteiten. Een prima manier om contact te houden<br />

met oud medestudenten, nieuwe contacten op te doen en ervaringen uit te wisselen.<br />

Wil je meer weten, kijk op onze website www.ru.nl/er onder Alumnizaken, of neem contact<br />

op via 024 - 3612979 of alumni@er.ru.nl.


7.3.3 Universitair Taal- en Communicatiecentrum Nijmegen<br />

Voor afgestudeerden van onze faculteit is de actieve beheersing van een of meer vreemde<br />

talen onmisbaar. Bovendien brengen steeds meer studenten in het kader van internationale<br />

uitwisselingsprogramma's een deel van hun studietijd in het buitenland door. En vrijwel elke<br />

student maakt tijdens zijn of haar studie wel een buitenlandse excursie of studiereis. Het<br />

Universitair Taal-en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN), gevestigd in het<br />

Erasmusgebouw, begane grond, verzorgt diverse taalcursussen, communicatietrainingen en<br />

vertaalwerk. Voor anderstaligen biedt het UTN ook diverse cursussen aan.<br />

Kijk voor uitgebreide informatie over het UTN op de website: www.ru.nl/utn.<br />

7.3.4. Academisch Schrijfcentrum Nijmegen<br />

Academisch Schrijfcentrum Nijmegen<br />

Het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen begeleidt studenten van alle studierichtingen bij<br />

hun academische schrijfopdrachten. In individuele gesprekken reiken tutoren (studenten en<br />

promovendi van de RU) strategieën aan om tot een goede tekst te komen. De tutor neemt<br />

daarbij de rol aan van een kritische lezer, maar is geen corrector of redacteur.<br />

Doel is om studenten te helpen hun eigen teksten te evalueren en verbeteren, en zo een betere<br />

schrijver te worden. Gesprekken zijn gratis en men kan zo vaak terugkomen als nodig is.<br />

Klik hier voor meer informatie over het ASN: http://www.ru.nl/asn/<br />

7.3.5 Universitair centrum voor informatievoorziening<br />

Het Universitair Centrum voor Informatievoorziening (UCI) biedt zeer diverse diensten aan<br />

studenten, medewerkers en afdelingen van de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong> Nijmegen op het gebied<br />

van Informatie en Communicatie Technologie.<br />

Studenten kunnen terecht bij het UCI voor cursussen, adviezen, software, hardware en<br />

bijvoorbeeld het aanvragen van subdomein-namen. Meer informatie kunt u vinden op<br />

www.ru.nl/uci.<br />

7.3.6 Studentenkerk<br />

Elk half uur hoor je op de campus onze klok slaan, een enkele keer ook luiden. Tempus<br />

locusque coalescendi staat in deze klok gegoten: tijd en plaats om samen te groeien. Korter<br />

kunnen we niet samenvatten, wat de studentenkerk je te bieden heeft.<br />

Ontdek en gun je deze ruimte<br />

• waar je gehoord en gezien wordt;<br />

• waar je gastvrijheid ervaart;<br />

• om jezelf te zijn en je te ontplooien;<br />

• waar je je passie kunt delen;<br />

• om te putten uit inspirerende bronnen;<br />

• om te ontdekken waaruit je zelf leeft;<br />

• om elkaar te ontmoeten in ieders verscheidenheid;<br />

• om verbonden-zijn te beleven en te vieren;<br />

• om je in te zetten voor een betere wereld;<br />

• waar je als student zelf het programma mee vormgeeft.<br />

De Studentenkerk is een open huis waar je terecht kunt met je vragen, ideeën, suggesties of<br />

als je moeilijkheden ondervindt in je leven. Er is meestal een pastor aanwezig die tijd heeft en


kan luisteren. Natuurlijk kun je ook een afspraak maken op het secretariaat. Medestudenten<br />

kun je ontmoeten in de vele gespreksgroepen en cursussen. Deze vind je bij elkaar gezet in<br />

ons programmaboekje en op de website. Het secretariaat is geopend van maandag tot en met<br />

vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur.<br />

Adres: Erasmuslaan 9A, tel. 024-3619188, e-mail adres info@studentenkerk.ru.nl<br />

Op Erasmuslaan 9A is een ontmoetingsruimte die toegang biedt tot een prachtige tuin, een<br />

stiltecentrum, een kerkelijke ruimte en een speciaal ingerichte gebedsruimte voor<br />

moslimstudenten. Je kunt er piano spelen en een krant lezen. Openingstijden zijn hetzelfde als<br />

die van het secretariaat.<br />

Zondags van begin september tot begin juli is er op de Erasmuslaan 9A een kerkelijke viering<br />

om 11.00 uur. Deze diensten zijn oecumenisch: een protestantse of katholieke pastor gaat<br />

voor. Voor buitenlandse studenten en anderen is er in dezelfde periode om 17.00 uur een<br />

eucharistieviering in het Engels.<br />

Meer informatie op de website www.ru.nl/studentenkerk<br />

1.1 7.4 UMC St <strong>Radboud</strong><br />

7.4.1 Historie<br />

In 2000 is een begin gemaakt met een fusie tussen het Academisch Ziekenhuis Nijmegen St<br />

<strong>Radboud</strong> en de Faculteit der Medische Wetenschappen van de <strong>Radboud</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Nijmegen (toen nog KUN). Zij vormen nu samen het UMC St <strong>Radboud</strong>. Onveranderd<br />

verzorgt het UMC St <strong>Radboud</strong> de opleidingen tot arts (sinds 1951), tandarts (sinds 1961) en<br />

biomedisch wetenschapper (sinds 1984). In 2005 is daar de onderzoeksmaster Molecular<br />

Mechanisms of Disease bijgekomen.<br />

7.4.2 Raad van Bestuur UMC St <strong>Radboud</strong><br />

De Raad van Bestuur (RvB) heeft de leiding over het UMC St <strong>Radboud</strong>. De Decaan van de<br />

Faculteit der Medische Wetenschappen is lid van de Raad van Bestuur. De Decaan is<br />

verantwoordelijk voor de kerntaken onderwijs en onderzoek. Namens de studenten is een<br />

studentassessor aanwezig bij de vergaderingen van de RvB.<br />

Onderwijs en Onderzoek in de Raad van Bestuur<br />

Decaan Prof. Dr. F. Corstens, telefoon 024-3613414<br />

Studentassessor Dhr. S. Kasper, telefoon 024-3614684<br />

7.4.3 Instituut voor Wetenschappelijk Onderwijs en Opleidingen (IWOO)<br />

Onderwijs, Onderzoek en Patiëntenzorg zijn de drie, onlosmakelijk met elkaar verbonden<br />

kerntaken van het UMC St <strong>Radboud</strong>.<br />

Het Instituut voor Wetenschappelijk Onderwijs en Opleidingen (IWOO) heeft tot taak om de<br />

onderwijstaken van het UMC St <strong>Radboud</strong> uit te voeren. Dit vanuit de gedachte van een<br />

coherent onderwijscontinuüm (initiële basisopleiding, vervolgopleiding, nascholing) en<br />

interdisciplinariteit, met het oog op ketens in de beroepsuitoefening.<br />

De taken van het Onderwijsinstituut richten zich op:


• ontwikkeling van onderwijs<br />

• coördinatie van onderwijs<br />

• uitvoering van onderwijs<br />

• evaluatie en bijstelling van onderwijs<br />

Het aanbod aan onderwijs en opleidingen binnen het UMCN beslaan een breed terrein:<br />

• universitair onderwijs in de geneeskunde, tandheelkunde, biomedische wetenschappen en<br />

molecular mechanisms of disease<br />

• vervolgopleidingen tot huisarts, bedrijfsarts, verpleeghuisarts en sociaal geneeskundige<br />

• vrijwel alle medisch-specialistische opleidingen<br />

• postacademisch en post-hbo onderwijs<br />

• verpleegkundige en paramedische opleidingen,<br />

in samenwerking met de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en het Regionaal Opleidingen<br />

Centrum Nijmegen en omstreken<br />

• verpleegkundige vervolgopleidingen, eveneens in samenwerking met de HAN<br />

Het IWOO wordt inhoudelijk aangestuurd door de Onderwijsraad.<br />

Voorzitter: Prof. dr. F.H.M. Corstens<br />

Secretaris: Drs. J.A. Bulte<br />

7.4.4 Onderwijs Management Team<br />

De dagelijkse verantwoordelijkheid voor de uitvoering en kwaliteitsbewaking van het<br />

onderwijs is in handen van Onderwijs Management Team (OMT). Er zijn aparte OMT's voor<br />

de bachelor Geneeskunde en BMW (OMT1), de master Geneeskunde (OMT2) en de master<br />

BMW (OMT3).<br />

Onderwijs Management Team GNK en BMW (OMT1)<br />

Voorzitter<br />

Het OMT is verantwoordelijk voor het management van de onderwijsprogramma's voor de<br />

studierichtingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen. Het OMT heeft daartoe de<br />

volgende taken:<br />

• Voorbereiden van de onderwijs- en examenregelingen Geneeskunde en Biomedische<br />

Wetenschappen, welke definitief worden na vaststelling door de decaan met<br />

inachtneming van de UMC medezeggenschap;<br />

• Definiëren van de kwaliteitseisen per opleiding;<br />

• Vaststellen van de onderwijsprogramma's per cursusjaar;<br />

• Toezicht houden op en het bijstellen van de inhoud van zowel afzonderlijke<br />

onderwijsblokken als het curriculum als geheel;<br />

• Vaststellen van de jaarroosters voor het onderwijs en de toetsen;<br />

• Indienen van een jaarlijkse onderwijsbegroting waarbij het beschikbare onderwijsbudget<br />

wordt verdeeld over de afdelingen in samenhang met de aan de afdelingen op te dragen<br />

onderwijstaken en toe te wijzen onderwijsmiddelen;<br />

• Evalueren van het facultaire onderwijs zowel op het (aggregatie)niveau van het ge<strong>hele</strong><br />

curriculum als op het niveau van jaarlijkse onderwijsprogramma's en afzonderlijke<br />

onderwijsblokken;<br />

• Bewaken van de vakinhoudelijke en didactische kwaliteit van de onderwijsuitvoering;


• Coördineren en operationeel aansturen van de dagelijkse onderwijsuitvoering, de<br />

onderwijsondersteuning en het beheer van de benodigde onderwijsinfrastructuur;<br />

• Voeren van overleg met de opleidingscommissies en examencommissies Geneeskunde en<br />

Biomedische Wetenschappen over onderwijs en examens;<br />

• Geven van advies op het gebied van onderwijs aan de Onderwijsraad.<br />

Studentvertegenwoordiging<br />

Naast de studentassessor in de Raad van Bestuur, zijn ook in het OMT studenten<br />

vertegenwoordigd. Studentleden van het OMT zijn eerste aanspreekpunten (voor studenten)<br />

voor alle zaken betreffende uitvoering en kwaliteit van het onderwijs binnen het UMC St<br />

<strong>Radboud</strong>. Meer informatie over de studentenvertegenwoordiging vind je hier:<br />

http://www.ru.nl/soos/<br />

7.4.5 Onderwijs- en StudentenZaken<br />

Alle uitvoerende en ondersteunende taken voor de initiële opleidingen van het IWOO zijn<br />

ondergebracht bij Onderwijs- en Studentenzaken (OSZ). Bij OSZ vind je onder andere<br />

studieadvisering, onderwijscoördinatie, international office, studievoortgangsadministratie,<br />

het StudentInformatiePunt (StIP), het secretariaat van de examencommissies,<br />

beleidondersteuning en de ondersteuning van de digitale leeromgeving.<br />

Onderwijs- en StudentenZaken<br />

Hoofd OSZ Ir. P. Monté, telefoon 024-3616906<br />

Hoofd Onderwijscoördinatie Mw. Dr. M. Latijnhouwers, telefoon 024-<br />

3619203<br />

Hoofd StIP / Studievoortgangsadministratie Drs. R. Goorden, telefoon 024-3617005<br />

7.4.6 Opleidingscommissie<br />

Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. Een opleidingscommissie kan aan de Raad<br />

van Bestuur gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over de onderwijs- en<br />

examenregeling en over de inhoud en de uitvoering van het onderwijs. De commissie bestaat<br />

uit twaalf leden: zes afkomstig uit het wetenschappelijk personeel en zes studenten.<br />

Opleidingscommissie Biomedische Wetenschappen<br />

Voorzitter Prof. dr. J. Willems, telefoon 024-3614441<br />

Secretaris Mw. Dr. ir. C. Oomen, telefoon 024-3610962<br />

7.4.7 Examencommissie<br />

Voor elke opleiding is er een examencommissie. De examencommissie stelt de uitslagen van<br />

toetsen en examens vast en reikt de bijbehorende diploma's uit. Bovendien adviseert de<br />

examencommissie de Facultaire Gezamenlijke Vergadering over de vaststelling van de<br />

Onderwijs- en Examenregeling (OER: zie www.umcn.nl/student). De commissie bestaat uit 9<br />

leden van het wetenschappelijk personeel.<br />

Examencommissie Biomedische Wetenschappen<br />

Voorzitter<br />

Prof. dr. ir. G.A. Zielhuis<br />

Ambtelijk secretaris Dhr. F. de Vries (telefoon: 024- 3613478)


1.1 7.5 Facultaire voorzieningen<br />

7.5.1 Bibliotheek Medische Wetenschappen<br />

Locatie<br />

De bibliotheek medische wetenschappen is te vinden in het Onderwijscentrum; Geert<br />

Grooteplein 15. De ingang is op de eerste verdieping.<br />

Openingstijden<br />

Maandag t/m donderdag van 8.30 tot 22.00 uur<br />

Vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur<br />

Maandag t/m donderdag na 17.30 uur beperkte dienstverlening<br />

Afwijkende openingstijden in zomerperiode maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.30 uur<br />

Adresgegevens<br />

Huispost 299 Medische Bibliotheek<br />

Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen<br />

Telefoon (024) 3613840<br />

Fax (024) 3541543<br />

E-mail infomb@mbib.umcn.nl<br />

Internet www.ru.nl/ubn<br />

7.5.2 Computervoorzieningen<br />

Binnen het UMC St <strong>Radboud</strong> is een aantal computerzalen beschikbaar voor studenten:<br />

Vrij toegankelijk voor onderwijsdoeleinden:<br />

• De onderverdieping van de Medische Bibliotheek in het Onderwijscentrum (toegang via<br />

de eerste verdieping); reguliere openingstijden maandag t/m donderdag van 8.30 tot 22.00<br />

uur; vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur. Hier zijn naast individuele werkplekken ook<br />

groepscomputers en groepsruimtes beschikbaar.<br />

Geroosterd onderwijs met -buiten geroosterde uren- vrije toegang voor onderwijsdoeleinden:<br />

• De Komeetzalen (A, B, C en D) in het Studiecentrum Medische Wetenschappen;<br />

reguliere openingstijden 8.30-19.00 uur.<br />

• Harveyzalen (A en B) in het Studiecentrum Medische Wetenschappen; reguliere<br />

openingstijden 8.30-18.00 uur.<br />

• De instructieruimte van de Medische Bibliotheek in het Onderwijscentrum (eerste<br />

verdieping) wordt geopend als de onderzaal vol is, of als studenten in een groepje willen<br />

werken; reguliere openingstijden van de Medische Bibliotheek: maandag t/m donderdag<br />

van 8.30 tot 22.00 uur; vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur.<br />

Alleen voor geroosterd onderwijs zijn ook nog beschikbaar:<br />

• 'Nat' practicumzaal Pasteur in het Studiecentrum Medische Wetenschappen<br />

• 'Nat' practicumzaal in het Trigon (Kapittelweg)<br />

7.5.3 Anatomisch museum<br />

Het museum is een belangrijke onderwijsfaciliteit voor de studierichtingen van de faculteit:<br />

geneeskunde, tandheelkunde, biomedische wetenschappen en molecular mechanisms of<br />

disease. Studenten kunnen de geëxposeerde preparaten en modellen gebruiken voor zelfstudie<br />

van het menselijk lichaam.


Openingstijden:<br />

Maandag t/m donderdag van 09.00 uur tot 17.00 uur.<br />

Vrijdag van 10.00 uur tot 14.00 uur.<br />

Gedurende de maanden juli en augustus en tijdens schoolvakanties is het museum beperkt<br />

opengesteld.<br />

Bezoekadres:<br />

Geert Groteplein 21, route 101<br />

1.1 Docentenlijst

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!