16.01.2015 Views

Download verslag (pdf) - Netwerk Platteland

Download verslag (pdf) - Netwerk Platteland

Download verslag (pdf) - Netwerk Platteland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Verslag Najaarsdag voor LEADER-coördinatoren<br />

2 november 2010<br />

Op 2 november 2010 organiseerde <strong>Netwerk</strong> <strong>Platteland</strong> een najaarsdag voor LEADERcoördinatoren<br />

met als thema ‘op naar 2013! .<br />

Dit keer hadden we de stad opgezocht. In de sfeervolle bioscoopzaal van het Louis<br />

Hartlooper complex in Utrecht gaf Martine Vonk de aftrap voor zo’n 40 aanwezigen. Martine<br />

blikte terug op het werkatelier van 14 september over de knelpunten rond POP-ILG. Een<br />

uitgebreid <strong>verslag</strong> van dit werkatelier staat op de website.<br />

De conclusie is dat LEADER in POP wat knelt en dat het allemaal niet zo soepel loopt als in<br />

de vorige periode. Dat is jammer, voor de motivatie van de PG-leden èn voor de<br />

geloofwaardigheid van LEADER in de gebieden. Juist het sterke punt van LEADER – de<br />

bottom-up-methode- wordt ontkracht door de administratieve last en omdat beschikkingen<br />

zo lang duren.<br />

Het GLB en de toekomst<br />

Vervolgens ging Gerrit Jan Deelen, werkzaam bij de programmadirectie GLB van het<br />

ministerie van EL&I, in op het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Volgens Deelen<br />

is dit beleid, zeker in vergelijking met andere Europese regelingen een modern en flexibel<br />

beleid dat steeds in beweging is. Het GLB was in oorsprong vooral gericht op het zeker<br />

stellen van de voedselproductie in Europa, op het sparen van deviezen en op stijging van de<br />

arbeidsproductiviteit. Onder invloed van de WTO is de bescherming van de positie van de<br />

Europese producenten los gelaten en zijn thema’s als voedselveiligheid, kwaliteit en<br />

dierwelzijn belangrijker geworden. Maatschappelijke doelstellingen en zorg voor landschap<br />

krijgen nu ook aandacht.<br />

Toch is verreweg de belangrijkste focus van het GLB markt en inkomensondersteuning van<br />

de landbouw. Deze peiler omvat zo’n 1,1 miljard euro, waarvan 850 miljoen besteed wordt<br />

aan directe inkomensondersteuning van de boeren en de overige 250 miljoen bestemd is<br />

voor de agrarische infrastructuur zoals exportsubsidies, interventieregelingen,<br />

telersverenigingen et cetera. Voor de tweede peiler, plattelandsontwikkeling, is jaarlijks 70<br />

miljoen beschikbaar. En dan gaat het bijvoorbeeld om agrarisch natuurbeheer,<br />

structuurversterking van het platteland en innovaties.


In de toekomstige regeling, na 2013, zal naar verwachting het EG-budget omlaag gaan en<br />

anders verdeeld gaan worden over de lidstaten. Ook binnen het budget zullen<br />

verschuivingen optreden. Er komt ongetwijfeld meer aandacht voor maatschappelijke<br />

doelen. Dat betekent dat de eerste peiler waarschijnlijk anders ingericht gaat worden en<br />

dat er meer geld gaat van de eerste naar de tweede peiler. Er zal waarschijnlijk minder<br />

ingezet worden op directe ondersteuning van inkomens en meer op regionale<br />

ondersteuning. Hoe die verdeling in de eerste peiler er uit gaat zien en hoe dat vorm wordt<br />

gegeven is nog onduidelijk. In Nederlands verband gaan vier experimenten van start om in<br />

regio’s met de inzet van geld maatschappelijke doelen rond landschap en natuur te<br />

realiseren en een visie te ontwikkelen met als start een agrarische invalshoek Daarbij is<br />

het wel de intentie om dit niet te beperken tot de agrarische sector maar dit in een breder,<br />

meer integraal verband te doen.<br />

Dit riep bij de aanwezigen de vraag op waarom niet meteen aangesloten wordt bij<br />

ontwikkelingen die al in het gebied in gang gezet zijn en bij andere actoren zoals<br />

bijvoorbeeld de LEADER-netwerken. <strong>Netwerk</strong> <strong>Platteland</strong> biedt aan om haar expertise in te<br />

zetten. Deelen neemt deze reacties en suggesties mee.<br />

Landelijke levendigheid<br />

Het succes van LEADER zit vooral in de methode, laat Marie Emilie Speyart van Woerden<br />

zien. Zij heeft onderzoek gedaan naar de sociale component van LEADER en daartoe in 7<br />

gebieden LEADER-coordinatoren geïnterviewd. Niet overal is die sociale component zo<br />

sterk aanwezig en het is ook niet zo dat een sociale insteek in het gebiedsplan betekent dat<br />

er veel ‘sociale’ projecten uitgevoerd worden. Wel is het zo dat de bottom-up-aanpak zorgt<br />

voor meer sociale projecten. En hoewel niet onderzocht, kan je er van uit gaan dat daardoor<br />

de sociale cohesie versterkt wordt.<br />

Vrijwilligerswerk is belangrijk binnen LEADER-projecten en het is jammer dat in de huidige<br />

regeling dit vrijwilligerswerk niet meer als eigen financiering kan worden meegenomen.<br />

De mogelijkheid om kleine projecten in te dienen is van belang voor die bottom-up-aanpak;<br />

dat zijn vaak de projecten waarbij de vrijwilligers zijn betrokken.<br />

Het <strong>verslag</strong> is te vinden op de website van <strong>Netwerk</strong> <strong>Platteland</strong>.<br />

Opbrengst zelfevaluaties<br />

Huub Kwantes gaf een kort inzicht in de opbrengsten van de zelfevaluaties die tot nu toe<br />

gehouden zijn.<br />

De samenstelling van de PG’s in de verschillende gebieden verschilt nogal. Dit heeft sterk<br />

te maken met het beleid van de provincie. Ook de samenwerking met gemeenten verschilt.


Gemeenten voelen zich vaak niet gebiedsverantwoordelijk en dan is de cofinanciering een<br />

probleem. Soms gaat een project niet door omdat er geen gemeentelijke cofinanciering is.<br />

De relatie met de provincie wisselt sterk. In sommige gebieden is er een goede<br />

samenwerking in gebiedscommissies of in streekhuizen en daarmee is er ook meer<br />

toekomstperspectief. In sommige provincies is de rol en positie, en daarmee ook het<br />

voortbestaan, van de Plaatselijke Groepen minder duidelijk.<br />

Het draagvlak voor LEADER in de gebieden wisselt. Vaak is er vooral draagvlak voor een<br />

bepaald project. Maar over het algemeen weet men LEADER wel te vinden. En de meeste<br />

PG’s vinden dat zonder LEADER bepaalde projecten niet van de grond zouden zijn gekomen.<br />

Men vindt dan ook dat met deze ervaringen iets gedaan moet worden in het nieuwe GLB.<br />

Conclusies van de workshops<br />

Workshop 1: Transnationale samenwerking.<br />

Samenwerkingsprojecten komen moeilijk van de grond, dit komt omdat de Nederlandse<br />

vertaling van de regeling nogal ongelukkig is. Proceskosten zijn te vergoeden;<br />

projectkosten niet. Gewerkt wordt aan een wijziging waarbij zowel proces- als<br />

projectkosten subsidiabel zijn. Het Regiebureau stuurt dit wijzigingsvoorstel naar Brussel,<br />

op korte termijn is notificatie mogelijk.<br />

Inspirerende voorbeelden zijn te vinden op de website van <strong>Netwerk</strong> <strong>Platteland</strong>. En ook<br />

technische bijstand is te verkrijgen via de website. Alle transnationale projecten staan op de<br />

Eurpese website.<br />

Workshop 2: Het geld is op! Alternatieve financieringsvormen<br />

In deze workshop zijn een aantal alternatieven genoemd, allen gericht op het vormen van<br />

een gebiedsfonds. Als dit gevuld wordt door een particuliere investeerder (de Gasunie<br />

bijvoorbeeld), is dat geld te gebruiken als cofinanciering voor LEADER. Het is in ieder geval<br />

belangrijk de samenwerking te zoeken op projectniveau. Bij PG’s is er vaak schroom om<br />

naar een ondernemer te stappen. Een goede tip is om je te verplaatsen in de potentiële<br />

financier en je af te vragen waarom zou hij willen bijdragen. De LEADER-coördinator kan<br />

daarin soms zelf het initiatief nemen; maar in ieder geval coachen.<br />

Workshop 3: Hoe houden we ons kapitaal vast De plaats van Leader in gebiedsgericht<br />

beleid:<br />

De potentiële kracht van de PG zit in de combinatie van sleutelfiguren, geld, draagvlak en<br />

bestuurskracht. De regio’s verschillen sterk wat betreft de context waarbinnen LEADER<br />

opereert; de belangen en de structuren. De PG’s zijn dan ook op heel verschillende wijze tot<br />

stand gekomen en daarmee is het lastig een algemene lijn aan te geven hoe het kapitaal<br />

vast te houden. Soms zijn de PG’s er vanwege LEADER en zullen ze stoppen als LEADER<br />

stopt. Waar de integrale gebiedsaanpak centraal staat en het vooral gaat om ontwikkeling


van het gebied, is de kans op voortbestaan groter. Dan is het wel zaak om te zoeken naar de<br />

juiste mensen èn verbinding te zoeken met gemeentelijke belangen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!