20.01.2015 Views

Archeologie - Faculteit der Letteren, Vrije Universiteit Amsterdam

Archeologie - Faculteit der Letteren, Vrije Universiteit Amsterdam

Archeologie - Faculteit der Letteren, Vrije Universiteit Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

On<strong>der</strong>wijs- en Examenregeling<br />

(OER)<br />

Bacheloropleiding <strong>Archeologie</strong><br />

Studiejaar 2010/2011<br />

<strong>Vrije</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong>


1. Algemene bepalingen<br />

Artikel 1 Toepassingsgebied van de regeling<br />

Artikel 2 Begripsbepalingen<br />

Artikel 3 Doel van de opleiding<br />

Artikel 4 Vorm van de opleiding<br />

Artikel 5 Taal<br />

2 Toelating tot de opleiding<br />

Artikel 6 Vooropleiding<br />

artikel 7 Equivalente vooropleiding<br />

Artikel 8 Colloquium Doctum<br />

3. Samenstelling van de opleiding<br />

Artikel 9 Samenstelling opleiding<br />

Artikel 10 Honoursprogramma<br />

Artikel 11 Taaltoets Ne<strong>der</strong>lands<br />

Artikel 12 Internationalisering<br />

4. Tentamens en examen<br />

Artikel 13 Aantal, tijdvakken en frequentie tentamens<br />

Artikel 14 Beoordeling<br />

Artikel 15 Vorm van de tentamens<br />

Artikel 16 Mondelinge tentamens<br />

Artikel 17 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag<br />

Artikel 18 Geldigheidsduur tentamens<br />

Artikel 19 Het inzagerecht<br />

Artikel 20 Nabespreking van tentamens<br />

Artikel 21 Vrijstelling<br />

Artikel 22 Examen<br />

5. Studiebegeleiding en studieadvies<br />

artikel 23 Studievoortgangsadministratie<br />

Artikel 24 Studiebegeleiding<br />

Artikel 25 Aanpassingen ten behoeve van studenten met een functiebeperking<br />

Artikel 26 Waarschuwing en studieadvies<br />

6. Overgangs- en slotbepalingen<br />

Artikel 27 Strijdigheid met de regeling<br />

Artikel 28 Wijziging regeling<br />

Artikel 29 Overgangsregeling<br />

Artikel 30 Uitzon<strong>der</strong>ingsbepaling<br />

Artikel 31 Bekendmaking<br />

Artikel 32 Inwerkingtreding<br />

Bijlagen<br />

I Colloquium Doctum<br />

II On<strong>der</strong>delen opleiding<br />

III Volgorde tentamens<br />

IV Overgangsregelingen<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


1. Algemene bepalingen<br />

Artikel 1 Toepassingsgebied van de regeling<br />

1. Deze regeling is van toepassing op het on<strong>der</strong>wijs en het examen van de bacheloropleiding <strong>Archeologie</strong>,<br />

hierna te noemen de opleiding.<br />

2. De opleiding wordt verzorgd binnen de <strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong> van de <strong>Vrije</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Amsterdam</strong> (VU), hierna te noemen: de faculteit.<br />

3. Deze regeling is van toepassing op een ie<strong>der</strong> die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het<br />

moment, waarop hij de opleiding is begonnen. Voor zover nodig, zijn overgangsregelingen van<br />

kracht. Deze zijn als bijlage aan deze regeling toegevoegd.<br />

4. Daar waar student staat moet student/studente, waar hij staat moet hij/zij en waar zijn moet zijn/haar<br />

gelezen worden.<br />

Artikel 2 Begripsbepalingen<br />

De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet op<br />

het hoger on<strong>der</strong>wijs en wetenschappelijk on<strong>der</strong>zoek (WHW), de betekenis die deze wet eraan geeft.<br />

In deze regeling wordt verstaan on<strong>der</strong>:<br />

a. De wet De Wet op het hoger on<strong>der</strong>wijs en wetenschappelijk on<strong>der</strong>zoek, afgekort<br />

tot WHW.<br />

b. (On<strong>der</strong>wijs)On<strong>der</strong>deel<br />

Een on<strong>der</strong>wijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 leden 2 en 3 van<br />

de wet.<br />

c. Practicum Een praktische oefening als bedoeld in artikel 7.13 lid 2 on<strong>der</strong> d van de wet,<br />

bijvoorbeeld in een van de volgende vormen:<br />

- het maken van een scriptie;<br />

- het maken van een werkstuk of een proefontwerp;<br />

- het uitvoeren van een ontwerp- of on<strong>der</strong>zoekopdracht;<br />

- het verrichten van een literatuurstudie;<br />

- het doen van een stage;<br />

- het deelnemen aan veldwerk of een excursie;<br />

- het uitvoeren van proeven en experimenten;<br />

- of het deelnemen aan een an<strong>der</strong>e on<strong>der</strong>wijsactiviteit die gericht is op het<br />

verwerven van bepaalde vaardigheden.<br />

d. Studiegids De gids voor de opleiding die specifieke informatie met betrekking tot de<br />

opleiding<br />

bevat.<br />

e. Instelling <strong>Vrije</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

f. Blackboard elektronisch systeem dat bestemd is voor het uitwisselen van on<strong>der</strong>wijsinformatie<br />

en on<strong>der</strong>wijsmateriaal<br />

h. SIS Studenten Informatie systeem<br />

i. Functiebeperking aandoening die tijdelijk of blijvend van aard is en die de student beperkt bij het<br />

volgen van on<strong>der</strong>wijs en/of het doen van tentamens of practica.<br />

g. Major een samenhangend geheel van on<strong>der</strong>delen binnen de bacheloropleiding van in<br />

totaal minimaal 50 en maximaal 60 EC, waaron<strong>der</strong> on<strong>der</strong>delen op niveau 1, 2 en<br />

3; 1 e major: de major die tot het disciplinegebied van de opleiding behoort en<br />

waarop de bachelorscriptie van 10 EC aansluit<br />

h. Minor een geheel van on<strong>der</strong>delen binnen de bacheloropleiding van maximaal 30 EC uit<br />

het aanbod van de faculteit, universiteit of enige an<strong>der</strong>e instelling van hoger<br />

on<strong>der</strong>wijs. Een stage kan deel uitmaken van de minor<br />

i. Algemeen deel on<strong>der</strong>delen die erop gericht zijn de specifieke vakkennis in een breed cultureel en<br />

wetenschappelijk perspectief te plaatsen, waaron<strong>der</strong> Academische Vaardigheden,<br />

Wijsgerige Vorming of Filosofie, Methodologie en ICT-Methoden en Technieken<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


j. Semester deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het<br />

College van Bestuur te bepalen datum, dan wel beginnend op vorenbedoelde door<br />

het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus.<br />

k. Studiepunt studiepunt (European Credit)<br />

Artikel 3 Doel van de opleiding<br />

1. Met de opleiding wordt beoogd de student te on<strong>der</strong>richten in kennis, vaardigheid en inzicht op het<br />

gebied van <strong>Archeologie</strong> op wetenschappelijk niveau, overeenkomstig de zogeheten Dublin-descriptoren.<br />

2. De opleiding maakt toelating tot een op de opleiding aansluitende Masteropleiding mogelijk, en wel de<br />

Masteropleiding <strong>Archeologie</strong><br />

3. De opleiding bevor<strong>der</strong>t voorts de academische vorming van de student, in het bijzon<strong>der</strong> met betrekking<br />

tot:<br />

- het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen;<br />

- het wetenschappelijk communiceren;<br />

- het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bre<strong>der</strong>e c.q. wijsgerige en maatschappelijke<br />

context,<br />

4. De opleiding besteedt aandacht aan de persoonlijke ontplooiing van de student, zijn maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheidsbesef te bevor<strong>der</strong>en en de uitdrukkingsvaardigheid in het Ne<strong>der</strong>lands van<br />

Ne<strong>der</strong>landstalige studenten te bevor<strong>der</strong>en.<br />

Artikel 4 Vorm van de opleiding<br />

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.<br />

Artikel 5 Taal<br />

1. Het on<strong>der</strong>wijs wordt in het Ne<strong>der</strong>lands gegeven en de tentamens en examens worden in het<br />

Ne<strong>der</strong>lands afgenomen.<br />

2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan het <strong>Faculteit</strong>sbestuur in bepaalde gevallen en in<br />

overeenstemming met de Gedragscode Vreemde Taal toestemming verlenen om het on<strong>der</strong>wijs in een<br />

an<strong>der</strong>e taal te geven:<br />

- wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft<br />

- wanneer het on<strong>der</strong>wijs betreft dat in het ka<strong>der</strong> van een gastcollege door een niet<br />

Ne<strong>der</strong>landstalige docent wordt gegeven;<br />

- indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het on<strong>der</strong>wijs dan wel de herkomst<br />

van de studenten daartoe noodzaakt.<br />

3. Indien een student verzoekt een of meer on<strong>der</strong>delen van een tentamen of examen in een an<strong>der</strong>e taal<br />

dan het Ne<strong>der</strong>lands te mogen afleggen, is het bepaalde daarover in de Regels en richtlijnen van de<br />

Examencommissie op dat verzoek van toepassing.<br />

2 Toelating tot de opleiding<br />

Artikel 6 Vooropleiding<br />

Voor inschrijving voor een opleiding aan de instelling is een diploma VWO vereist.<br />

artikel 7 Equivalente vooropleiding<br />

1. Van de vooropleidingseis, bedoeld in artikel 6, is vrijgesteld degene aan wie een graad is<br />

toegekend op grond van een eer<strong>der</strong> afgesloten opleiding in het hoger on<strong>der</strong>wijs en degene die<br />

beschikt over een propedeutisch examen van een opleiding in het hoger on<strong>der</strong>wijs, met dien<br />

verstande dat tevens aan de profieleisen en eventuele aanvullende eisen moet zijn voldaan.<br />

2. De bezitter van een diploma uit een land dat het Verdrag van Lissabon (Trb. 2002, 137) heeft<br />

geratificeerd en dat toegang biedt tot het wetenschappelijk on<strong>der</strong>wijs in dat land, is vrijgesteld van de<br />

vooropleidingeis, bedoeld in artikel 6, met dien verstande dat aan de profieleisen en eventuele<br />

aanvullende eisen moet zijn voldaan. Tevens dient de bezitter van dit diploma aan te tonen over een<br />

voldoende beheersing van de Ne<strong>der</strong>landse dan wel Engelse taal te beschikken. De instructietaal van<br />

de opleiding bepaalt welke taal betrokkene dient te beheersen.<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


3. De bezitter van een VWO-diploma behaald voor augustus 2007 voldoet aan de eisen van artikel 6.<br />

4. Een bezitter van een diploma uit een an<strong>der</strong> land dan bedoeld in lid 2 kan worden toegelaten, nadat<br />

aan de voorwaarden die door het admission office van de VU worden gesteld, is voldaan. Tot de<br />

voorwaarden behoort in ie<strong>der</strong> geval aantoonbare kennis van de instructietaal.<br />

5. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Ne<strong>der</strong>landse taal wordt voldaan door het met goed<br />

gevolg afleggen van:<br />

• het staatsexamen Ne<strong>der</strong>lands Tweede Taal, examen II (NT2 II) of<br />

• de Interuniversitaire Toelatingstoets Ne<strong>der</strong>lands (ITN),<br />

6. Vrijstelling van de toets Ne<strong>der</strong>lands kan worden verleend aan degene<br />

a. die in het bezit is van een diploma, zoals opgenomen in de lijst buitenlandse diploma’s die door<br />

Bureau Internationalisering wordt bijgehouden<br />

b. die een Engelstalige opleiding wenst te volgen.<br />

7. Ingeval de opleiding als instructietaal het Engels gebruikt, dient de gegadigde aan te tonen te voldoen<br />

aan de eisen van internationaal erkende toetsen, zoals vermeld in de Regeling Aanmelding en<br />

Inschrijving.<br />

Artikel 8 Colloquium Doctum<br />

1. De uitvoering van het toelatingson<strong>der</strong>zoek bedoeld in artikel 7.29 leden 2 en 3 WHW (Colloquium<br />

Doctum) is opgedragen aan de Colloquium Doctumcommissie.<br />

2. Degene die het colloquium doctum wil afleggen, dient de leeftijd van eenentwintig jaar te hebben<br />

bereikt op de datum, waarop het on<strong>der</strong>zoek zal plaatsvinden. Van deze eis kan worden afgezien, als<br />

betrokkene een diploma dat buiten Ne<strong>der</strong>land is afgegeven, bezit. Van de leeftijdseis kan eveneens<br />

worden afgezien als betrokkene een vluchtelingenstatus bezit en zijn diploma om die reden niet kan<br />

tonen.<br />

3. De eisen die gesteld worden aan het Toelatingson<strong>der</strong>zoek staan vermeld in de bijlage van deze<br />

regeling.<br />

4. Gegadigden met een buitenlandse vooropleiding, leggen tevens een toets Ne<strong>der</strong>lands af, tenzij artikel 8<br />

lid 5 of lid 6 van toepassing is.<br />

5. Het bewijs dat het colloquium doctum met goed resultaat is afgelegd, geeft uitsluitend het studiejaar<br />

na het afleggen van het colloquium doctum toelating tot de opleiding, waarvoor het colloquium doctum<br />

is afgelegd. Het faculteitsbestuur kan op voorstel van de examencommissie an<strong>der</strong>e opleidingen binnen<br />

de faculteit aanwijzen, waartoe het bewijs, bedoeld in de eerste zin, eveneens toelating biedt.<br />

3. Samenstelling van de opleiding<br />

Artikel 9 Samenstelling opleiding<br />

1. De opleiding omvat de on<strong>der</strong>delen die in de bijlage bij deze On<strong>der</strong>wijs- en examenregeling worden<br />

genoemd.<br />

2. Het geheel van de opleiding bestaat uit twee majoren zoals opgenomen in bijlage 2, een minor en<br />

algemene on<strong>der</strong>steunende vakken<br />

3. Studenten die voor twee opleidingen ingeschreven staan en twee examens willen behalen dienen<br />

minimaal 3 majoren met goed gevolg af te leggen en 2 maal een scriptie te schrijven.<br />

4. De opleiding omvat drie studiejaren van elk 60 studiepunten, waarbij één studiepunt gelijk staat aan<br />

één studiepunt = 28 uren studie.<br />

Artikel 10 Honoursprogramma<br />

1. Een bachelorstudent kan in het tweede jaar van de opleiding toegelaten worden tot het<br />

honoursprogramma. Hij volgt dit on<strong>der</strong>wijsprogramma in het tweede en <strong>der</strong>de studiejaar, naast de<br />

reguliere bacheloropleiding. Het honoursprogramma omvat 30 studiepunten waarvan 18 studiepunten<br />

in het facultaire deel van het honoursprogramma gevolgd wordt en 12 studiepunten in het<br />

faculteitsoverstijgende deel van het honoursprogramma.<br />

2. Om toegelaten te worden tot het honoursprogramma dient de student alle studiepunten van het<br />

eerste jaar behaald te hebben en gemiddeld een 7.0 of hoger behaald te hebben.<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


3. Voor toelating tot het honoursprogramma geldt een selectieprocedure, die jaarlijks door de faculteit<br />

bekend wordt gemaakt.<br />

4. De student die binnen drie jaar na aanvang van hun studie aan alle eisen van het bachelorprogramma<br />

en honoursprogramma heeft voldaan, ontvangt een bachelorgetuigschrift waarop aangetekend staat<br />

dat hij ook het honoursprogramma met succes heeft afgerond.<br />

5. Ter voorkoming van onbillijkheden van overwegende aard, kan de examencommissie wanneer de<br />

student daartoe een gemotiveerd verzoek indient, afwijken van het in lid 4 gestelde.<br />

Artikel 11 Taaltoets Ne<strong>der</strong>lands<br />

1. Ie<strong>der</strong>e student van een Ne<strong>der</strong>landstalige bacheloropleiding legt bij aanvang van zijn eerste<br />

inschrijving voor het eerste studiejaar de diagnostische VU-taaltoets Ne<strong>der</strong>lands af.<br />

2. De VU-taaltoets is gericht op de schrijfvaardigheid en bestaat uit de on<strong>der</strong>delen grammatica,<br />

spelling, woordenschat en structuur (formuleren).<br />

3. De student die geen voldoende resultaat (beoordeling ‘midden’ of ‘hoog’) voor de VU-taaltoets<br />

behaalt, volgt de ‘Bijspijkercursus Ne<strong>der</strong>lands’ van het Taalloket.<br />

4. Het met een voldoende afronden van het vak ACVA is alleen dan mogelijk, indien ofwel een<br />

voldoende (‘midden’ of ‘hoog’) is behaald voor de taaltoets, ofwel de ‘Bijspijkercursus Ne<strong>der</strong>lands’<br />

is gevolgd.<br />

artikel 12 Internationalisering<br />

1. Tot de bacheloropleiding behoort het verwerven van inzicht en vaardigheden, waardoor de<br />

afgestudeerde kan samenwerken met an<strong>der</strong>en, afkomstig uit an<strong>der</strong>e landen, culturen en disciplines. De<br />

afgestudeerde<br />

- heeft kennis gemaakt met de internationale aspecten van het vakgebied<br />

- heeft kennis gemaakt met het wetenschappelijk communiceren in woord en geschrift in het<br />

Engels of een an<strong>der</strong>e mo<strong>der</strong>ne vreemde taal;<br />

4. Tentamens en examen<br />

Artikel 13 Aantal, tijdvakken en frequentie tentamens<br />

1. Tot het afleggen van de tentamens van de opleiding wordt twee maal per jaar de gelegenheid<br />

gegeven:<br />

- de eerste maal aansluitend op de on<strong>der</strong>wijsperiode waarin het vak werd aangeboden;<br />

- de tweede maal in de herkansingsperiode<br />

2. Van de gelegenheid tot het afleggen van schriftelijke tentamens wordt jaarlijks tweemaal een rooster<br />

gemaakt dat tijdig wordt bekend gemaakt.<br />

3. Indien een tentamen niet door de opleiding zelf wordt verzorgd, is het daaromtrent<br />

bepaalde in de On<strong>der</strong>wijs- en examenregeling van de desbetreffende an<strong>der</strong>e opleiding van<br />

toepassing.<br />

4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt tot het afleggen van het tentamen van een vak waarvan<br />

het on<strong>der</strong>wijs in een bepaald studiejaar niet wordt gegeven, in dat jaar tenminste eenmaal de<br />

gelegenheid gegeven.<br />

5.In de bijlage staan de tentamens vermeld, waaraan niet eer<strong>der</strong> kan worden deelgenomen dan nadat<br />

de daartoe aangewezen tentamens zijn behaald.<br />

6. Indien aanwezigheid bij de colleges verplicht wordt gesteld, mag de student alleen aan het tentamen<br />

deelnemen als aan de aanwezigheidsplicht voldaan is. Hierbij geldt als norm dat de student ten minste<br />

80% van de colleges dient bij te wonen, tenzij an<strong>der</strong>s vermeld.<br />

7. De Examencommissie kan in bijzon<strong>der</strong>e gevallen toestaan dat wordt afgeweken van het aantal malen<br />

dat tentamens kunnen worden afgelegd.<br />

8. Indien een student die zich voor een tentamen heeft aangemeld, het tentamen niet aflegt, krijgt de<br />

student als cijfer een één.<br />

9. De examinator vraagt voor aanvang van een tentamen de student zijn geldige bewijs van inschrijving<br />

te tonen.<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


Artikel 14 Beoordeling<br />

1. Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger,<br />

respectievelijk 5 of lager.<br />

2. Indien een tentamen uit verschillende on<strong>der</strong>delen bestaat, wordt geen beoordeling aan het tentamen<br />

toegekend, voordat alle on<strong>der</strong>delen getoetst zijn.<br />

3. De beoordeling van een stage of van een on<strong>der</strong>zoekopdracht wordt gegeven door de examinator na<br />

overleg met de begelei<strong>der</strong> ter plekke.<br />

Artikel 15 Vorm van de tentamens<br />

1. De faculteit beschikt over een toets-, een scriptie- en een stagehandleiding. Het faculteitsbestuur stelt<br />

deze handleiding vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan<br />

2. De tentamens worden afgelegd op de wijze zoals in de studiegids van de opleiding wordt beschreven.<br />

3. Indien ten aanzien van een tentamen niet is aangegeven op welke wijze het wordt afgenomen, omdat<br />

dat tentamen betrekking heeft op een vak dat niet door de opleiding zelf wordt verzorgd, is het<br />

daaromtrent bepaalde in de studiegids van de desbetreffende an<strong>der</strong>e opleiding van toepassing.<br />

4. De Examencommissie kan van het bepaalde in lid 1 vermelde handleidingen afwijken. Een verzoek om<br />

af te wijken kan door de student of door de examinator worden ingediend.<br />

Artikel 16 Mondelinge tentamens<br />

1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator an<strong>der</strong>s heeft<br />

bepaald.<br />

2. Bij het afnemen van een mondeling tentamen is een tweede examinator aanwezig, tenzij de<br />

Examencommissie an<strong>der</strong>s heeft bepaald.<br />

3. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de<br />

desbetreffende examinator in een bijzon<strong>der</strong> geval an<strong>der</strong>s heeft bepaald. Een student kan tegen de<br />

openbare tentamenzitting gemotiveerd bezwaar maken bij de examencommissie. De examencommissie<br />

weegt het bezwaar van de student en het belang van de openbare zitting af.<br />

4. De examinator vraagt voor aanvang van een mondeling tentamen de student zijn geldige bewijs van<br />

inschrijving te tonen.<br />

Artikel 17 Vaststelling en bekendmaking van de uitslag<br />

1. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen<br />

drie weken na afloop van de tentamenzitting vast. De examinator verschaft de on<strong>der</strong>wijsadministratie van<br />

de opleiding de nodige gegevens. Het on<strong>der</strong>wijsbureau van de faculteit zorgt voor registratie en publicatie<br />

van de uitslag binnen vier weken na afloop van de tentamenzitting met in achtneming van de privacy van<br />

de student.<br />

2. Indien de examinator door bijzon<strong>der</strong>e omstandigheden de termijn dreigt te overschrijden, meldt hij dit<br />

met redenen omkleed aan de Examencommissie, waarna deze de studenten van de nieuwe termijn op de<br />

hoogte brengt of laat brengen.<br />

3. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de<br />

student daarvan een schriftelijke verklaring uit.<br />

4. Ten aanzien van een op an<strong>der</strong>e wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de<br />

Examencommissie vooraf op welke wijze en binnen welke termijn de student in kennis wordt gesteld<br />

van de uitslag.<br />

5. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht als bedoeld in artikel 21,<br />

alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de examens.<br />

6. De examencommissie neemt maatregelen jegens een student, in het geval zij fraude door die student<br />

heeft vastgesteld.<br />

Artikel 18 Geldigheidsduur tentamens<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


1. De geldigheidsduur van behaalde on<strong>der</strong>delen is 6 jaar voor de voltijdse opleiding en 9 jaar voor de<br />

deeltijdopleiding.<br />

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een<br />

on<strong>der</strong>deel, op grond van persoonlijke omstandigheden, de geldigheidsduur verlengen.<br />

Artikel 19 Het inzagerecht<br />

1. Gedurende tenminste vier weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen<br />

krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Indien een student voornemens is<br />

beroep aan te tekenen tegen de wijze, waarop zijn werk is beoordeeld, wordt hem tegen kostprijs een<br />

kopie van zijn beoordeelde werk verstrekt.<br />

2. Gedurende de termijn genoemd in lid 1 kan elke student kennisnemen van de vragen en opdrachten<br />

van het desbetreffende tentamen alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft<br />

plaatsgevonden.<br />

3. De Examencommissie kan bepalen dat de in de leden 1 en 2 bedoelde inzage of kennisneming<br />

geschiedt op een van tevoren vastgestelde plaats en van tevoren vastgestelde tijdstip.<br />

4. Indien de student aantoont buiten zijn schuld verhin<strong>der</strong>d te zijn of te zijn geweest op een aldus<br />

vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem zo mogelijk een an<strong>der</strong>e mogelijkheid geboden<br />

5. Plaats en tijdstippen, bedoeld in lid 3, worden tijdig - maar tenminste een week voor bedoeld tijdstip -<br />

bekend gemaakt.<br />

Artikel 20 Nabespreking van tentamens<br />

1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt op verzoek<br />

van de student dan wel op initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examinator<br />

en de student. Desgevraagd wordt de gegeven beoordeling gemotiveerd.<br />

2. Gedurende een termijn van vier weken na de bekendmaking van de uitslag kan de student die een<br />

schriftelijk tentamen heeft afgelegd, aan de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken.<br />

De nabespreking geschiedt binnen een redelijke termijn op een door de examinator te bepalen<br />

plaats en tijdstip.<br />

3. Indien door of vanwege de Examencommissie hetzij de examinator(en) een collectieve nabespreking<br />

wordt georganiseerd, kan<br />

de student een verzoek als bedoeld in het vorige lid pas indienen, wanneer hij bij de collectieve<br />

bespreking aanwezig is geweest en het desbetreffende verzoek motiveert, of wanneer hij buiten zijn<br />

schuld verhin<strong>der</strong>d is geweest bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn.<br />

4. Het bepaalde in lid 3 is van overeenkomstige toepassing, indien de Examencommissie dan wel de<br />

examinator de student gelegenheid biedt om zijn uitwerkingen te vergelijken met modelantwoorden.<br />

5. De Examencommissie kan toestaan dat van het bepaalde in de leden 2 en 3 wordt afgeweken.<br />

Artikel 21 Vrijstelling<br />

1. De Examencommissie kan na advies van de desbetreffende examinator te hebben ingewonnen,<br />

vrijstelling verlenen van een tentamen of practicum op grond van:<br />

a. een eer<strong>der</strong> met goed gevolg afgelegd tentamen of practicum in het hoger on<strong>der</strong>wijs binnen<br />

Ne<strong>der</strong>land of daarbuiten, dat wat inhoud en studielast betreft overeenkomt met het on<strong>der</strong>deel waarvoor<br />

vrijstelling wordt verzocht, of<br />

b. kennis en/of vaardigheden die buiten het hoger on<strong>der</strong>wijs zijn opgedaan.<br />

2. Indien een student aan de eisen van bepaalde tentamens wenst te voldoen door studie aan een an<strong>der</strong>e<br />

faculteit of (Ne<strong>der</strong>landse of buitenlandse) universiteit, is vooraf goedkeuring van de examencommissie<br />

vereist.<br />

3.Vrijstelling voor een of meer van de on<strong>der</strong>delen Academische Vaardigheden, bestaande uit Zoeken en<br />

beoordelen van wetenschappelijke informatie, Mondeling presenteren en Schriftelijk presenteren, kan<br />

alleen gegeven worden in de volgende gevallen:<br />

. vrijstelling voor alle on<strong>der</strong>delen wordt alleen verleend op grond van een behaald doctoraal examen of<br />

een behaald bachelor- of mastergraad in een an<strong>der</strong>e universitaire opleiding in Ne<strong>der</strong>land<br />

. voor vrijstelling van een of meer van de afzon<strong>der</strong>lijke on<strong>der</strong>delen kan in aanmerking komen Mondeling<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


presenteren en Schriftelijk presenteren, als de student kan aantonen een qua inhoud vergelijkbaar<br />

on<strong>der</strong>deel te hebben afgelegd in een an<strong>der</strong>e universitaire opleiding in Ne<strong>der</strong>land dan wel in een<br />

vergelijkbare beroepsopleiding in Ne<strong>der</strong>land.<br />

Artikel 22 Examen<br />

1. Indien de tentamens van de tot de opleiding behorende on<strong>der</strong>wijseenheden met goed gevolg zijn<br />

afgelegd, is het examen afgelegd.<br />

2. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt door het College van Bestuur de<br />

graad “Bachelor of Arts” verleend.<br />

3. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. In voorkomende gevallen<br />

kan de graad in het diplomasupplement worden vermeld.<br />

5. Studiebegeleiding en studieadvies<br />

artikel 23 Studievoortgangsadministratie<br />

Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat een student<br />

te allen tijde via intranet een overzicht op kan vragen van de door hem behaalde resultaten in het<br />

on<strong>der</strong>wijsprogramma van de opleiding.<br />

Artikel 24 Studiebegeleiding<br />

Het faculteitsbestuur draagt zorg voor de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn<br />

ingeschreven conform het door het faculteitsbestuur vastgestelde beleidsplan studieadvisering.<br />

Artikel 25 Aanpassingen ten behoeve van een student met een functiebeperking<br />

1. Een student met een functiebeperking komt in aanmerking voor aanpassingen in het<br />

on<strong>der</strong>wijs, de tentamens en de practica op grond van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek aan<br />

de studieadviseur en instemming van de examencommissie. Deze aanpassingen worden zoveel<br />

mogelijk op de individuele functiebeperking van de student afgestemd, maar mogen de kwaliteit of<br />

moeilijkheidsgraad van een vak of het examenprogramma niet wijzigen. De te verlenen faciliteiten<br />

kunnen bestaan uit een op de individuele situatie afgestemde vorm of duur van de tentamens en/of<br />

practica, of het ter beschikking stellen van praktische hulpmiddelen.<br />

2. Het verzoek, genoemd in lid 1, wordt ingediend via de studieadviseur en wordt vergezeld van een<br />

recente aanbeveling van een studentendecaan. De aanbeveling is gebaseerd op een verklaring van<br />

een arts of een psycholoog. Indien er sprake is van dyslexie, kan zon<strong>der</strong> aanbeveling van een<br />

studentendecaan worden volstaan met een verklaring van een BIG-, NIP-, of NVO- geregistreerd<br />

testbureau. Zo mogelijk geeft de verklaring een schatting van de mate waarin de studievoortgang<br />

wordt belemmerd.<br />

3. Een verklaring, bedoeld in lid 2, is maximaal één jaar geldig. Op aanbeveling van een studentendecaan<br />

kan de geldigheidsduur in geval van een chronische aandoening worden verlengd.<br />

4. Op verzoeken over aanpassingen die de on<strong>der</strong>wijsvoorzieningen betreffen, beslist het faculteitsbestuur.<br />

Op verzoeken over aanpassingen die de examinering betreffen, beslist de Examencommissie.<br />

Artikel 26 Waarschuwing en studieadvies<br />

1. Aan ie<strong>der</strong>e student wordt uiterlijk aan het eind van zijn eerste jaar van inschrijving door het<br />

<strong>Faculteit</strong>sbestuur een advies uitgebracht over de voortzetting van zijn studie.<br />

2. Aan het eind van het eerste semester van het eerste jaar van inschrijving in de voltijdse opleiding,<br />

uiterlijk 31 januari, krijgt elke student schriftelijk advies van het faculteitsbestuur over de voortzetting van<br />

de studie.<br />

3. Dit tussentijds advies is positief als tenminste 20 EC zijn behaald. Het bevat een waarschuwing als<br />

min<strong>der</strong> dan 20 EC zijn behaald.<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


4. Aan het eind van het eerste jaar van inschrijving in de voltijdse opleiding, doch uiterlijk 31 augustus,<br />

adviseert het faculteitsbestuur elke (voltijd) student schriftelijk over de voortzetting van de studie.<br />

5. Een student die zijn inschrijving tijdens het eerste semester van zijn eerste jaar van inschrijving<br />

beëindigt en dit aan het faculteitsbestuur vóór 1 februari heeft gemeld, krijgt geen studieadvies.<br />

6. Het faculteitsbestuur kan de bevoegdheid tot het uitbrengen van een studieadvies mandateren aan de<br />

examencommissie.<br />

7. Overgangs- en slotbepalingen<br />

Artikel 27 Strijdigheid met de regeling<br />

Indien een studiegids en/of overige regelingen die het studieprogramma en/of het examenprogramma<br />

raken, in strijd zijn met deze regeling gaat het bepaalde in deze regeling voor.<br />

Artikel 28 Wijziging regeling<br />

1. Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur bij afzon<strong>der</strong>lijk besluit vastgesteld, na<br />

advies van de opleidingscommissie over het geheel van de regeling, en met instemming van de<br />

gezamenlijke verga<strong>der</strong>ing op de on<strong>der</strong>delen die niet de on<strong>der</strong>werpen van artikel 7.13 lid 2 a t/m g en lid 3<br />

(doorstroommaster) WHW betreffen.<br />

2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen<br />

van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad.<br />

Artikel 29 Overgangsregeling<br />

1. Indien de samenstelling van het studieprogramma inhoudelijk wijziging on<strong>der</strong>gaat, dan wel indien deze<br />

regeling wordt gewijzigd, wordt door het faculteitsbestuur een overgangsregeling vastgesteld die wordt<br />

opgenomen in de bijlagen van deze regeling.<br />

2. In deze overgangsregeling worden in ie<strong>der</strong> geval opgenomen:<br />

a. een regeling omtrent vrijstellingen die verkregen kunnen worden op grond van reeds behaalde<br />

tentamens,<br />

b. de geldigheidsduur van de overgangsregeling.<br />

3. Indien een vak uit het verplichte studieprogramma is vervallen wordt na het laatste on<strong>der</strong>wijs in dit vak<br />

nog één maal de gelegenheid geboden het tentamen in dit vak te doen, te weten een herkansing in het<br />

studiejaar, volgend op het laatste studiejaar, waarin het on<strong>der</strong>wijs werd aangeboden.<br />

Artikel 30 Uitzon<strong>der</strong>ingsbepaling<br />

1. Indien de examencommissie – gelet op studieresultaten, reeds behaald door een individuele<br />

student – van oordeel is dat onverkorte toepassing van deze regeling onredelijk is, stelt zij bij<br />

gemotiveerd besluit voor de gehele categorie een progamma vast dat zo veel mogelijk met deze<br />

regeling overeenkomt. Bij de vaststelling van het programma wordt rekening gehouden met de<br />

reeds behaalde resultaten, waarvan de waarde door de examencommissie wordt vastgesteld en<br />

uitgedrukt in studiepunten. De som van de reeds behaalde en nog te behalen studiepunten<br />

bedraagt 180.<br />

Artikel 31 Bekendmaking<br />

1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen<br />

en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze<br />

stukken.<br />

2. Elke belangstellende kan bij de balie van de faculteit een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde<br />

stukken verkrijgen.<br />

2. De On<strong>der</strong>wijs- en examenregeling wordt in ie<strong>der</strong> geval geplaatst op de website van de opleiding.<br />

Artikel 32 Inwerkingtreding<br />

Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


Instemming FOV, d.d. 17 juni 2010<br />

Aldus vastgesteld door het bestuur van de <strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong> op 10 juni 2010<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


Bijlagen OER Opleiding <strong>Archeologie</strong><br />

I Colloquium Doctum<br />

Het faculteitsbestuur heeft in zijn verga<strong>der</strong>ing van 22 juni 2006 de on<strong>der</strong>staande colloquiumdoctumregeling<br />

(toelating ex art 7.29 WHW) vastgesteld. De regeling is op 1 september 2006<br />

ingegaan.<br />

VU-opleiding,<br />

waarvoor toelating wordt gevraagd:<br />

Mo<strong>der</strong>ne Talen en Culturen<br />

Duitse Taal en Cultuur<br />

Engelse Taal en Cultuur<br />

Franse Taal en Cultuur<br />

Literatuurwetenschap<br />

Ne<strong>der</strong>landse Taal en Cultuur<br />

Aan<br />

Ne<strong>der</strong>landstalige<br />

aanvrager<br />

dui; eng; fra/ned/ges<br />

eng; ned; dui/fra/ges<br />

fra; eng; dui/ned/ges<br />

eng; ned; dui/fra/ges<br />

ned; eng; dui/fra/ges<br />

Op te leggen toetsen<br />

Aan niet-Ne<strong>der</strong>landstalige aanvrager<br />

In land van herkomst recht op toelating tot<br />

universiteit<br />

Ja<br />

Neen<br />

dui; ges<br />

eng; ges<br />

fra; ges<br />

eng;ned<br />

ned; ges<br />

dui: eng; ges<br />

eng; ges; dui/fra/ned<br />

fra; ges; eng<br />

eng; ned; dui/fra/ges<br />

ned; eng; dui/fra/ges<br />

Taal en Communicatie<br />

Communicatie- en<br />

Informatiewetenschappen<br />

Taalwetenschap<br />

ned; eng; dui/fra/ges<br />

eng; ned; dui/fra/ges<br />

ned; eng<br />

eng; ned<br />

ned; eng; dui/fra/ges<br />

eng; ned; dui/fra/ges<br />

Oudheid<br />

<strong>Archeologie</strong> en Prehistorie<br />

GLTC<br />

Oudheidkunde<br />

eng; ges; dui/fra<br />

grieks/lat; eng; ges<br />

eng; ges; dui/fra<br />

eng; ges<br />

grieks/lat; eng; ges<br />

eng; ges<br />

eng; ges; dui/fra/ned<br />

grieks/lat; eng; ges<br />

eng; ges; dui/fra/ned<br />

Kunst en Cultuur<br />

Algemene Cultuurwetenschappen<br />

Kunstgeschiedenis<br />

eng; ges; dui/fra<br />

eng; ges; dui/fra<br />

eng; ges<br />

eng; ges<br />

eng; ges; dui/fra/ned<br />

eng; ges; dui/fra/ned<br />

Geschiedenis<br />

Geschiedenis<br />

ges; eng; dui/fra<br />

ges; eng<br />

ges; eng; dui/fra/ned<br />

Opmerkingen :<br />

- dui/fra betekent duits of frans naar keuze van de kandidaat<br />

- de frequent voorkomende eis van een toets geschiedenis aan niet-ne<strong>der</strong>landstaligen is<br />

overgenomen uit de vorige regeling. Achtergrond: toetsing van het algemene ontwikkelingsniveau.<br />

Waar i.p.v. geschiedenis een taal opgevoerd was (en wordt) geschiedde dit op<br />

wens van de betrokken opleiding<br />

- de eis van een toets Ne<strong>der</strong>lands aan niet-ne<strong>der</strong>landstaligen in deze opstelling houdt verband of<br />

met een uitdrukkelijke wens van de betrokken opleiding zelf of wordt gesteld met het oog op<br />

de verruiming van de keuzemogelijkheid van de kandidaat<br />

- niet-ne<strong>der</strong>landstaligen moeten daarnaast het staatsexamen NT2 doen.<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010


Vrijstellingen<br />

Een VWO-deelcertificaat geeft vrijstelling van het afleggen van een voorgeschreven toets. Indien<br />

voor drie toetsen de overeenkomende VWO-certificaten aanwezig zijn, wordt uitsluitend nog een<br />

samenvatting van een Ne<strong>der</strong>landse tekst als toets opgelegd, ook indien een VWO-certificaat<br />

Ne<strong>der</strong>lands behaald is.<br />

Bachelor OER <strong>Archeologie</strong>. Gemaakt op 1 september 2010

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!