Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie - Vlaams Parlement

NL
RAAD VAN DE
EUROPESE UNIE
SECRETARIAAT-GENERAAL
Wegwijzer
voor de Raad
van de Europese Unie
Mei 2004
ISSN 1682-4784

Mededeling
De instellingen van de Gemeenschap en de regeringen der lidstaten kunnen niet aansprakelijk
worden gesteld voor de inhoud van deze brochure, die is opgesteld door het secretariaatgeneraal
van de Raad.
Neem voor nadere informatie contact op met de dienst „Voorlichting van het publiek” op het
volgende adres:
Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie
Wetstraat 175
B-1048 Brussel
Tel. 32 (0) 2 285 56 60
Fax 32 (0) 2 235 49 77
E-mail: public.info@consilium.eu.int
Internet: http://ue.eu.int
Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op Internet via de Europaserver (http://europa.eu.int).
Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.
Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2004
ISBN 92-824-3038-3
© Europese Gemeenschappen, 2004
Overneming met bronvermelding toegestaan
Printed in Belgium
GEDRUKT OP CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER

DG Pers, communicatie, protocol
Wegwijzer
voor de Raad
van de Europese Unie

I N H O U D
5
WOORD VOORAF
7
8
11
15
EERSTE DEEL: BASISBEGRIPPEN
1 | Samenstelling en werkmethoden
2 | Besluiten van de Raad
3 | Besluitvorming
17
18
21
22
24
25
26
27
28
31
TWEEDE DEEL: INFORMATIE OVER DE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAAD
1 | Actuele voorlichting/Persdienst
2 | Algemene informatie
3 | Toegang tot documenten van de Raad
4 | Openbaarmaking van uitkomst van stemmingen, verklaringen en notulen
5 | Beraadslagingen van de Raad die open staan voor het publiek, en openbare debatten
6 | Voorlichtingsbezoeken
7 | Bibliotheek
8 | Het Publicatieblad
9 | Historisch archief
33
34
34
34
35
37
41
DERDE DEEL: NUTTIGE CONTACTEN EN ADRESSEN
1 | De Raad van de Europese Unie
— Zetel
— Vooraf bepaalde volgorde van de voorzitterschappen
— Permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten
— Secretariaat-generaal van de Raad
2 | Overige nuttige adressen
43
44
51
57
BIJLAGEN
1 | Code van goed administratief gedrag
2 | Specifieke bepalingen betreffende de toegang
van het publiek tot documenten van de Raad
3 | Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001
inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement,
de Raad en de Commissie
I n h o u d | 3

4 | Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

WOORD VOORAF
De Raad is de instelling van de Europese Unie die belast is met
de politieke besluitvorming op de gebieden die onder de
bevoegdheid van de Unie vallen. Het behoort ook tot de
taken van de Raad om met deelneming van het Europees
Parlement de wetgeving op de zogeheten communautaire gebieden op
te stellen; het initiatiefrecht daarvoor komt toe aan de Commissie.
Kenmerkend voor de werkzaamheden van de Raad is dat via onderhandelingen
gezocht wordt naar de best mogelijke oplossingen. Dat
leidt dikwijls tot langdurige en moeizame besprekingen, zowel in de
voorbereidende fase — vergaderingen van nationale deskundigen en
permanente vertegenwoordigers (ambassadeurs) — als tijdens de
zittingen van de ministers.
Javier Solana Madariaga
Secretaris-generaal van de
Raad van de Europese Unie/
hoge vertegenwoordiger
voor het gemeenschappelijk
buitenlands en
veiligheidsbeleid
Het besluitvormingsproces moet doeltreffend blijven verlopen, daarom
zijn de werkzaamheden van de Raad over het algemeen niet openbaar.
Toch zijn er maatregelen genomen om onze instelling transparanter te
maken en meer open te stellen en om de burgers beter over de
activiteiten van de Raad te informeren teneinde hen meer vertrouwen
in de Europese integratie te geven.
In deze wegwijzer, die onder verantwoordelijkheid van het secretariaatgeneraal
van de Raad is opgesteld en die geen juridische waarde heeft,
worden enkele basisbegrippen over de werkwijze van de Raad toegelicht
en worden vooral ook praktische inlichtingen verstrekt over de
informatiebronnen en over de uitvoering van de maatregelen op het
gebied van openheid en transparantie. Hij houdt rekening met de
toetreding tot de Europese Unie van tien nieuwe lidstaten op 1 mei 2004.
Woord vooraf | 5

EERSTE DEEL
BASISBEGRIPPEN

EERSTE DEEL
1. Samenstelling en werkmethoden
De Raad van de Europese Unie bestaat uit een vertegenwoordiger van
elke lidstaat — België, Tsjechische Republiek, Denemarken, Duitsland,
Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Letland,
Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd
Koninkrijk — op ministerieel niveau, die gemachtigd is zijn regering te
binden. Het voorzitterschap wordt door elk van de lidstaten bij
toerbeurt uitgeoefend voor de tijd van zes maanden (van januari tot
juni, en van juli tot december). De Europese Raad van Brussel van
oktober 2002 bevestigde dat de huidige volgorde tot eind 2006 zal
worden aangehouden. De Raad zal zo spoedig mogelijk en uiterlijk één
jaar na de toetreding van de eerste nieuwe lidstaten op 1 mei 2004,
een besluit nemen over de volgorde van de voorzitterschappen voor
2007 en daarna.
8 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Er is één Raad, die in verschillende samenstellingen bijeenkomt
naar gelang van de onderwerpen die op de agenda staan. De samenstellingen
zijn:
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
(met inbegrip van het Europees veiligheids- en defensiebeleid
en ontwikkelingssamenwerking)
Economie en Financiën (Ecofin)
(met inbegrip van de begroting)
Justitie en Binnenlandse Zaken
(met inbegrip van Civiele Bescherming)
Werkgelegenheid, Sociaal Beleid en Consumentenzaken
Concurrentievermogen (Interne Markt,Industrie en Onderzoek)
(met inbegrip van Toerisme)
Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Landbouw en Visserij
Milieu
Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur
(met inbegrip van Audiovisueel Beleid)
In de samenstelling van Algemene Zaken en Externe Betrekkingen,
Ecofin en Landbouw en Visserij komt de Raad in principe eenmaal per
maand bijeen, in de andere samenstellingen met onregelmatige
tussenpozen, naar gelang van de urgentie van de behandelde
onderwerpen.
De zittingen van de ministers vinden plaats te Brussel, in de zetel van
de Raad, behalve in april, juni en oktober, wanneer de zittingen in het
Europees Centrum te Luxemburg worden gehouden.
Basisbegrippen | 9

De lidstaten hebben in Brussel een permanente vertegenwoordiging
bij de Europese Unie.
De vijfentwintig permanente vertegenwoordigers komen normaliter
iedere week bijeen in het Comité van permanente vertegenwoordigers
(Coreper). Dit Comité, dat is opgesplitst in twee delen, enerzijds
genoemde permanente vertegenwoordigers (Coreper II) en anderzijds
hun plaatsvervangers (Coreper I) — is belast met de voorbereiding van
de werkzaamheden van de Raad. De Raad in de samenstelling
Landbouw wordt voorbereid door het Speciaal Comité Landbouw (SCL).
De talrijke werkgroepen, bestaande uit nationale gedelegeerden en
deskundigen, richten hun verslagen, na gedetailleerde behandeling
van de voorstellen, aan het Coreper en aan het SCL.
Daarnaast hebben de permanente vertegenwoordigers (ambassadeurs)
van de vijfentwintig lidstaten zitting in het Politiek en
Veiligheidscomité (PVC). Diens belangrijkste functies zijn het volgen
van de internationale situatie en het bijdragen tot de bepaling van het
beleid op het gebied van het Europees veiligheids- en defensiebeleid
(EVDB). Bij crises speelt het PVC een centrale rol, niettegenstaande de
bevoegdheden van het Comité van permanente vertegenwoordigers.
10 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

2. Besluiten van de Raad
De activiteiten van de Europese Unie worden conform de structuur van
het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) in drie gebieden
(pijlers) opgesplitst, die bepalend zijn voor de manier waarop de
werkzaamheden van de Raad verlopen.
De eerste pijler betreft de activiteiten die voortvloeien uit het Verdrag
tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag). Het gaat
om het zogeheten communautaire beleid, zoals bijvoorbeeld landbouw,
milieubescherming en economische en handelsvraagstukken.
De tweede en de derde pijler betreffen respectievelijk het gemeenschappelijk
buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en de politiële en
justitiële samenwerking in strafzaken.
Eerste pijler: communautair gebied
Op communautair gebied kunnen de besluiten van de Raad de vorm
hebben van verordeningen, richtlijnen, besluiten, beschikkingen,
aanbevelingen of adviezen.
Verordeningen hebben een algemene strekking en zijn rechtstreeks
toepasselijk in alle lidstaten.
Richtlijnen zijn voor de lidstaten verbindend wat de te bereiken resultaten
betreft, waarbij de bevoegdheid ten aanzien van de vorm en de
middelen aan de nationale instanties wordt overgelaten. Voor richtlijnen
moeten dus nationale maatregelen worden genomen om ze in nationaal
recht om te zetten.
Besluiten en beschikkingen houden een verplichting in voor de bestemmelingen.
Zij kunnen van toepassing zijn op één lidstaat of op alle
lidstaten, op ondernemingen of op particulieren.
Aanbevelingen en adviezen alsook resoluties en conclusies zijn teksten
van hoofdzakelijk politieke strekking en juridisch niet bindend.
Basisbegrippen | 11

De voornaamste besluitvormingsprocedures in de Europese Gemeenschap
zijn drieërlei: de overlegprocedure, de samenwerkingsprocedure
en de medebeslissingsprocedure. Alle drie beginnen met de toezending
van een wetgevingsvoorstel van de Commissie. Vervolgens lopen de
procedures uiteen: bij de overlegprocedure wordt het Europees Parlement
alleen vóór de aanneming van het besluit door de Raad geraadpleegd,
bij de samenwerkingsprocedure werkt het Europees Parlement
nauw mee aan de opstelling van het besluit dat door de Raad wordt
vastgesteld en bij de medebeslissingsprocedure zijn het Europees
Parlement en de Raad samen auteur van het besluit.
In het kader van de samenwerkings- en de medebeslissingsprocedure
neemt de Raad na een eerste lezing van het Commissievoorstel door
het Europees Parlement, besluiten aan die gemeenschappelijke standpunten
worden genoemd; deze worden weer aan het Europees Parlement
voorgelegd, dat dan het ontwerp-rechtsbesluit in tweede lezing
moet behandelen.
Wanneer in het kader van de medebeslissingsprocedure de Raad de
amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk
standpunt van de Raad niet in hun geheel aanvaardt, wordt een
bemiddelingscomité bijeengeroepen, bestaande uit vertegenwoordigers
van de twee instellingen. Wanneer het bemiddelingscomité
een akkoord bereikt, neemt dat de vorm aan van een gemeenschappelijke
ontwerp-tekst, die vervolgens, behoudens weigering, het
rechtsbesluit wordt dat het Europees Parlement en de Raad tezamen
aannemen.
12 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Tweede pijler: gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
Op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
(GBVB), met inbegrip van het Europees veiligheids- en
defensiebeleid (EVDB) kan de Raad, telkens wanneer hij zulks noodzakelijk
acht, een gemeenschappelijk standpunt vaststellen (niet te
verwarren met de gemeenschappelijke standpunten op communautair
gebied in het kader van de eerste pijler), waarin bijvoorbeeld de
houding van de Europese Unie in een bepaalde internationale situatie
tot uitdrukking wordt gebracht. De lidstaten moeten er dan op toezien
dat hun nationaal beleid in overeenstemming is met de gemeenschappelijke
standpunten in kwestie.
De Raad kan ook een gemeenschappelijk optreden vaststellen (bv. ter
ondersteuning van een vredesproces in geval van een conflict tussen
derde landen), dat de lidstaten bindt bij het innemen van standpunten
en bij hun verdere optreden.
Het gemeenschappelijk optreden voorziet in de middelen die nodig
zijn voor de uitvoering ervan, met name in de financiering ten laste van
de begroting van de Unie.
Bij het Verdrag van Amsterdam zijn de gemeenschappelijke strategieën
ingevoerd, waartoe wordt besloten door de Europese Raad, ofwel de
staatshoofden en de regeringsleiders. Deze strategieën worden
uitgevoerd door de Raad van ministers, met name door het vaststellen
van gemeenschappelijke optredens en gemeenschappelijke standpunten.
De Raad of zijn voorzitterschap, namens de Raad, kan ook verklaringen
afleggen om het standpunt van de Unie aangaande vraagstukken op
het gebied van het buitenlands beleid tot uitdrukking te brengen.
Basisbegrippen | 13

Derde pijler: samenwerking op het gebied van justitie
en binnenlandse zaken
In het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
kunnen de besluiten van de Raad de vorm aannemen van:
— gemeenschappelijke standpunten: bepalen het beleid van de Unie
inzake een bepaald vraagstuk;
— besluiten: worden vastgesteld overeenkomstig de doelstellingen
van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie met uitzondering
van maatregelen ter aanpassing van wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten. De besluiten zijn
verbindend en hebben geen rechtstreekse werking;
— kaderbesluiten: aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen der lidstaten. Kaderbesluiten zijn voor de lidstaten
verbindend wat de te bereiken resultaten betreft, waarbij de
bevoegdheid ten aanzien van de vorm en de middelen aan de
nationale instanties wordt overgelaten. Kaderbesluiten hebben geen
rechtstreekse werking;
— overeenkomsten: zijn de klassieke instrumenten uit het internationale
recht (bv. de uitleveringsverdragen). De Raad beveelt goedkeuring
ervan aan door de lidstaat volgens hun eigen grondwettelijke
bepalingen.
14 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

3. Besluitvorming
Voor de communautaire vraagstukken heeft de Europese Commissie
het initiatiefrecht. In het algemeen zijn het Europees Parlement en de
Raad nauw bij de besluitvorming betrokken. Over bepaalde onderwerpen
raadpleegt de Raad de sociale partners en andere belangengroepen
via het Economisch en Sociaal Comité, en de lokale en regionale
overheden via het Comité van de Regio’s.
Op communautair gebied kan een groot deel van de besluiten van
wetgevende aard door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van
stemmen worden genomen, ofwel een meerderheid waarbij de
stemmen van de leden van de Raad worden gewogen. In de praktijk
tracht de Raad altijd een zo breed mogelijke consensus te bereiken
alvorens een besluit te nemen. Het Verdrag van Nice heeft het gebruik
van stemmingen met gekwalificeerde meerderheid uitgebreid.
Met ingang van 1 november 2004 wordt een gekwalificeerde meerderheid
verkregen wanneer:
— Het besluit door de meeste lidstaten wordt goedgekeurd;
— Het besluit minstens 232 stemmen krijgt, rekening houdend met de
nieuwe weging van de stemmen per land.
Bovendien kan een lidstaat een verzoek indienen om te controleren of
de gekwalificeerde meerderheid betrekking heeft op ten minste 62%
van de totale bevolking van de Unie. Indien blijkt dat dit niet het geval
is, wordt het besluit niet aangenomen.
Voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de
politiële en justitiële samenwerking in strafzaken is de Raad het
belangrijkste besluitvormingsorgaan. De lidstaten en de Commissie
hebben initiatiefrecht.
Basisbegrippen | 15

In tegenstelling tot wat op communautair gebied het geval is, prevaleert
voor de tweede en de derde pijler in de Raad de regel van
eenparigheid van stemmen; over de uitvoering van bepaalde besluiten
kan echter met gekwalificeerde meerderheid van stemmen worden
beslist.
Weging van de stemmen:
— Duitsland, Frankrijk, Italië, Verenigd Koninkrijk: 29 stemmen
— Spanje, Polen: 27 stemmen
— Nederland: 13 stemmen
— België, Tsjechische Republiek, Griekenland,
Hongarije, Portugal:
12 stemmen
— Oostenrijk, Zweden: 10 stemmen
— Denemarken, Ierland, Litouwen, Slowakije, Finland: 7 stemmen
— Estland, Cyprus, Letland, Luxemburg, Slovenië: 4 stemmen
— Malta: 3 stemmen
16 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

TWEEDE DEEL
INFORMATIE
OVER DE
WERKZAAMHEDEN
VAN DE RAAD

TWEEDE DEEL
1. Actuele voorlichting/Persdienst
In het derde deel „Nuttige contacten
en adressen” staan het
organisatieschema — met de
taakverdeling van de Persdienst van
het secretariaat-generaal en de
personalia van de persattachés van
de permanente
vertegenwoordigingen van de
lidstaten te Brussel. Daar bevindt
zich tevens een tabel met de
volgorde en de periodes van de
voorzitterschappen van de Raad tot
2006.
Het perscentrum van de Raad is
iedere werkdag open van 8.30 tot
18.00 uur.
Tijdens de Raadszittingen blijft het
perscentrum tot ten minste één uur
na het einde van de werkzaamheden
open.
Toegang hebben bij de Europese
instellingen geaccrediteerde
journalisten — de perskaart wordt
verstrekt door de Persdienst van de
Commissie — alsmede houders van
een nationale perskaart.
Om inlichtingen te krijgen over de werkzaamheden van de Raad
beschikt de pers over een groot aantal bronnen: het voorzitterschap,
de Persdienst van het secretariaat-generaal, de woordvoerder van de
hoge vertegenwoordiger voor het GBVB, de 25 delegaties en de
Commissie, die aan alle zittingen van de Raad deelneemt.
De voorzitter van de Raad houdt na iedere ministeriële zitting — en
dikwijls ook wanneer de besprekingen worden onderbroken — een
persconferentie om de journalisten in te lichten over de besluiten en
conclusies van de Raad. Dikwijls wordt hij daarbij vergezeld door een
of meer leden van de Europese Commissie.
Na elke zitting maakt de Persdienst van het secretariaat-generaal een
gedetailleerd perscommuniqué bekend.
Van hun kant informeren de ministers van de lidstaten vooral hun
nationale pers regelmatig over de resultaten van de Raad, hetzij aan
het eind van de zitting hetzij tijdens een onderbreking.
Verder houden de woordvoerders van het voorzitterschap en van
de hoge vertegenwoordiger, de medewerkers van de Persdienst, de
woordvoerders van de lidstaten en van de Commissie de pers gedurende
de gehele zitting van de Raad op de hoogte van het verloop
van de werkzaamheden.
Vóór iedere zitting van de Raad geeft het voorzitterschap, geassisteerd
door de Persdienst van het secretariaat-generaal, briefings om aan te
geven welke onderwerpen door de Raad zullen worden besproken. De
agenda wordt bekendgemaakt in de vorm van een perscommuniqué.
Verder stelt de Persdienst informatieve en toelichtende nota’s
(background) over de agendapunten op.
18 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Ook verspreidt de Persdienst de verklaringen op het gebied van het
gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, alsmede communiqués
na de ondertekening van internationale overeenkomsten of
als er met derde landen zittingen van associatieraden, samenwerkingsraden
of andere ontmoetingen hebben plaatsgevonden.
Naast perscommuniqués is bij de Persdienst doorgaans het volgende
informatiemateriaal beschikbaar:
— werkprogramma’s van het voorzitterschap met de data voor
zittingen van de Raad in iedere samenstelling;
— praktische informatie over informele ministeriële bijeenkomsten die
gehouden worden in het land dat het voorzitterschap waarneemt;
— agenda’s van de wekelijkse vergaderingen van het Comité van
permanente vertegenwoordigers en van het Speciaal Comité Landbouw;
Een ad-hoctoegangsbewijs, dat
normaal voor één dag geldig is,
kan op met redenen omkleed
verzoek worden verkregen (en
wordt vervaardigd aan de ingang
van het perscentrum).
Dezelfde regels gelden ook voor de
toegang tot het perscentrum van
het Europees Centrum op de
Kirchberg, wanneer de zittingen
van de Raad in april, juni en
oktober te Luxemburg
plaatsvinden.
Voor zittingen van de Europese
Raad en voor informele
bijeenkomsten (zie ad-hocregels
van elk voorzitterschap) is een
bijzondere accreditering nodig.
Om gedetailleerde informatie te
verkrijgen over de aan de pers
geboden faciliteiten, kunnen
journalisten zich tot de Persdienst
wenden.
— diverse informatienota’s over besluiten die via de schriftelijke
procedure zijn aangenomen, de werkzaamheden van het bemiddelingscomité
Raad-Parlement enz.;
— alle informatie betreffende de hoge vertegenwoordiger voor het
GBVB (agenda, contacten, redevoeringen, communiqués, verslagen,
artikelen, CV enz.).
Informatie over de werkzaamheden van de Raad. | 19

Alle voorlichtingsdocumenten die de
Persdienst gepubliceerd heeft, zijn
verkrijgbaar bij het perscentrum.
Deze zijn ook beschikbaar — en dus
toegankelijk voor het grote publiek
— op de Internetsite van de Raad
5 http://ue.eu.int/newsroom
De hoge vertegenwoordiger voor het
GBVB beschikt over een Internetsite
met alle informatie over zijn
activiteiten.
Wanneer zittingen van de Europese Raad (top van de staatshoofden
en regeringsleiders) plaatsvinden, zorgt de Persdienst voor de
verspreiding van de verklaringen van de Europese Raad en de
conclusies van het voorzitterschap, en assisteert eveneens de media.
Over het algemeen draagt de Persdienst bij tot de dagelijkse
voorlichting van de pers over alle activiteiten van de Raad en assisteert
deze dienst de journalisten bij het inwinnen van informatie over
onderwerpen die bij de Raadsinstanties in behandeling zijn.
De Persdienst houdt zich ook bezig met de materiële organisatie van
de persconferenties, openbare debatten,… en met het beheer van het
perscentrum in het algemeen. De Persdienst kan de media foto’s
verstrekken die genomen zijn tijdens ministeriële zittingen of andere
belangrijke gebeurtenissen.
20 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

2. Algemene informatie
De betrekkingen tussen leden van het secretariaat-generaal van de
Raad en het publiek worden geregeld door een code van goed
administratief gedrag. Deze code is te vinden in bijlage I.
Verzoeken om algemene informatie over de activiteiten van de Raad
kunnen via e-mail worden toegezonden aan het volgende adres:
5 public.info@consilium.eu.int, of per post, per fax of mondeling
gericht worden aan: tel. 32 (0)2 285 56 50, fax 32 (0)2 235 49 77.
Het secretariaat-generaal van de Raad brengt regelmatig diverse publicaties
uit en brochures en folders met algemene informatie over
de activiteiten van de Raad.
Desgevraagd kunnen ook bibliografieën worden uitgereikt over onderwerpen
die verband houden met de werkzaamheden van de Raad.
Het secretariaat-generaal van de Raad verstrekt op zijn Internetsite
5 http://ue.eu.int informatie over zijn werkzaamheden, en biedt
de mogelijkheid bepaalde publicaties te bestellen (bookshop.online@consilium.eu.int).
Verder verschaft het vanaf die website een
verbinding met de Internetsite van ieder voorzitterschap
5 http://ue.eu.int/presid
De dienst Voorlichting van het publiek
kan tijdens kantooruren worden
gecontacteerd. Om aan de wensen van
het publiek tegemoet te komen, stelt
die dienst zich in verbinding met de
andere diensten van het secretariaatgeneraal.
De publicaties van de Raad en van
sommige andere communautaire
instellingen zijn verkrijgbaar in het
documentatiecentrum van het
secretariaat-generaal, dat toegankelijk
is voor geïnteresseerden, die zich
echter eerst aan de receptie moeten
melden.
De meeste publicaties van de Raad
zijn verkrijgbaar bij het Bureau voor
officiële publicaties der Europese
Gemeenschappen
5 http://eur-op.eu.int/ en de
verkoopadressen
Bezoek voor het raadplegen van de
vaakgestelde vragen:
5 http://ue.eu.int/informations
Informatie over de werkzaamheden van de Raad | 21

3. Toegang tot documenten van de Raad
Verzoeken om toegang tot
documenten van de Raad moeten
schriftelijk in een van de officiële
talen van de Gemeenschap worden
gericht tot de secretaris-generaal
van de Raad van de Europese Unie,
Wetstraat 175,
B-1048 Brussel,
fax 32 (0)2 285 63 61
of via e-mail:
access@consilium.eu.int
Een uittreksel van het reglement
van orde van de Raad betreffende
de bepalingen inzake toegang tot
de documenten is opgenomen in
bijlage II bij deze publicatie.
De tekst van Verordening (EG)
nr. 1049/2001 van het Europees
Parlement en de Raad van 30 mei
2001 inzake de toegang van het
publiek tot documenten van het
Europees Parlement, de Raad en
de Commissie is opgenomen in
bijlage III.
Elke burger heeft toegang tot documenten van de Raad onder de
voorwaarden van de van kracht zijnde teksten (zie bijlage 2 en 3).
Het secretariaat-generaal moet binnen 15 werkdagen antwoorden,
welke termijn bij wijze van uitzondering met nog eens 15 werkdagen kan
worden verlengd.
De toegang tot documenten geschiedt in het algemeen door het verstrekken
van een kopie, in voorkomend geval een elektronische kopie.
Om het zoeken naar de documenten die in aanmerking komen voor een
verzoek te vergemakkelijken, maakt het secretariaat-generaal van de
Raad, via Internet, een openbaar register van Raadsdocumenten toegankelijk.
Bepaalde categorieën van documenten, met name als de
Raad handelt in de hoedanigheid van wetgever, zijn voor het publiek
direct toegankelijk via het register van Raadsdocumenten. Bovendien
zijn de documenten die vanwege nauwkeurige vragen zijn verzonden
eveneens via het register toegankelijk.
Toegang tot een document kan worden geweigerd als de verspreiding
ervan afbreuk zou kunnen doen aan de bescherming van bepaalde
belangen.
22 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

De verzoeker beschikt vervolgens over een termijn van 15 werkdagen om
een confirmatief verzoek in te dienen.
Wanneer een confirmatief verzoek geheel of gedeeltelijk wordt
afgewezen, wordt de verzoeker in kennis gesteld van de inhoud van de
artikelen 195 en 230 van het Verdrag tot oprichting van de Europese
Gemeenschap betreffende respectievelijk de inschakeling van de
Ombudsman en de toetsing van de wettigheid van de handelingen van
de Raad door het Hof van Justitie.
Aanvullende informatie over toegang
tot documenten van de Raad kan
worden verkregen bij de dienst
Toegang tot documenten (zie nuttige
contacten en adressen), of op de
website van de Raad, rubriek
„Transparantie”.
Het openbaar register van Raadsdocumenten
is toegankelijk op het
adres
5 http://register.consilium.eu.int
Informatie over de werkzaamheden van de Raad | 23

4. Openbaarmaking van uitkomst van
stemmingen, verklaringen en notulen
De stemmingen en de stemverklaringen
worden bekendgemaakt
in de mededelingen aan
de pers die door de Persdienst van
het secretariaat-generaal van de
Raad worden verspreid.
De verklaringen voor de Raadsnotulen
zijn nog dezelfde dag
beschikbaar bij de Persdienst van
het secretariaat-generaal van de
Raad.
Het secretariaat-generaal van de
Raad stelt de maandelijkse
overzichten op van door de Raad
aangenomen wetgevingsbesluiten
en besluiten zonder wetgevingskarakter,
tezamen met de uitkomst
van de stemmingen, de wijze van
stemmen en de verklaringen voor
de notulen.
De overzichten kunnen worden
geraadpleegd op de Internetsite
van de Raad, rubriek
„Transparantie/overzicht van de
Raadsbesluiten”.
De uitkomst van de stemmingen van de leden van de Raad wordt stelselmatig
openbaar gemaakt wanneer de Raad als wetgever optreedt.
Bij de stemming kunnen de leden van de Raad een stemverklaring
afleggen, die op verzoek van de betrokkene(n) eveneens openbaar kan
worden gemaakt.
Ook wanneer de Raad niet als wetgever optreedt, kunnen de uitkomst
van de stemmingen en de stemverklaringen openbaar worden gemaakt
wanneer de Raad eenparig daartoe besluit.
In het kader van het besluitvormingsproces gebeurt het dat de Raad,
de Commissie en/of een of meer leden van de Raad genoopt zijn
verklaringen af te leggen die in de notulen van de Raad worden opgenomen.
Die verklaringen hebben geen juridische waarde en worden
beschouwd als politiek instrument waarmee de besluitvorming kan
worden vergemakkelijkt.
De regels betreffende toegang van het publiek tot de verklaringen in de
notulen van de Raad en de toegang tot de notulen zelf zijn dezelfde als
die welke gelden voor de openbaarmaking van de stemmingen.
De notulen bevatten voor elk genoemd agendapunt de documenten die
aan de Raad zijn voorgelegd, de besluiten die zijn genomen of de
conclusies die de Raad heeft bereikt, alsmede de verklaringen voor de
notulen.
24 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

5. Beraadslagingen van de Raad die open
staan voor het publiek, en openbare
debatten
De Raad in de samenstelling „Algemene Zaken en Externe Betrekkingen”
houdt eenmaal per jaar een openbaar oriënterend debat over
het jaarlijkse operationeel programma van de Raad. Dit openbare
oriënterende debat wordt via de televisie uitgezonden.
De Raad kan ook per geval beslissen andere debatten te laten uitzenden,
wanneer zij handelen over gewichtige aangelegenheden die
de belangen van de Unie betreffen of over een belangrijk nieuw voorstel
van wetgeving.
Aan het begin van elk halfjaarlijks voorzitterschap wordt een
indicatieve lijst van openbare zittingen goedgekeurd. Die lijst wordt
bekendgemaakt op de Internetsite van de Raad (rubriek „Openbare
debatten”). Over alle openbare zittingen verschijnt een speciale bekendmaking
door de Persdienst van het secretariaat-generaal.
De uitzending van openbare zittingen
vindt plaats in de zetel van de Raad te
Brussel of te Luxemburg, naar gelang
van de plaats waar de ministeriële
zitting wordt gehouden.
De openbare zittingen kunnen worden
opgenomen en uitgezonden door de
televisieomroepen die hiertoe vooraf
een verzoek indienen. Sommige
openbare debatten worden eveneens
via Internet door Europe by Satellite
uitgezonden
5 http://europa.eu.int/comm/ebs
Naast de geaccrediteerde pers wordt
bij deze gelegenheid iedereen die de
werkzaamheden wil volgen tot het
perscentrum toegelaten.
Grote groepen wordt verzocht tevoren
contact op te nemen met de dienst
Bezoeken (zie het volgende hoofdstuk
en nuttige contacten en adressen).
Informatie over de werkzaamheden van de Raad | 25

6. Voorlichtingsbezoeken
Aanvragen voor een bezoek
moeten schriftelijk drie maanden
van tevoren tot de dienst Bezoeken
worden gericht (fax 32 (0)2 285 66
09) (zie tevens het hoofdstuk
„Openbare debatten”).
Het personeel van deze dienst zal
contact opnemen met de persoon
die verantwoordelijk is voor de
groep, om de reservering te
bevestigen en om meer informatie
over de groep te verkrijgen.
Aanvragen van reisagentschappen
of andere commerciële
organisaties komen niet in
aanmerking. Raadpleeg voor
nadere inlichtingen de website
5 http://ue.eu.int/visites
Georganiseerde groepen bestaande uit minimaal tien personen ouder
dan 18 jaar die de instelling ter plaatse willen leren kennen, kunnen
een voorlichtingsbezoek brengen aan de Raad.
Deze groepen worden door de dienst Bezoeken ontvangen aan de
hoofdreceptie van het Justus Lipsiusgebouw. Zij worden vervolgens
naar een vergaderzaal gebracht waar een spreker een op het publiek
afgestemde uiteenzetting houdt over de werkwijze van de Raad. Ook
andere sprekers kunnen, naar gelang van de wensen van de groep, het
woord voeren over bijvoorbeeld de juridische aspecten van de Raad en
van de EU of over een specifiek beleid dat de groep interesseert.
Eens per jaar (begin mei) organiseert de Raad samen met de andere
instellingen van de EU een „open dag” waarop men desgewenst de
kantoren van de Raad zonder voorafgaande afspraak kan bezoeken. Er
worden dan in het gebouw door ambtenaren van de instelling
rondleidingen georganiseerd.
26 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

7. Bibliotheek
De Raad beschikt over een bibliotheek, die op afspraak toegankelijk is
voor bezoekers van buiten.
De bibliotheek bevat monografieën, naslagwerken, de staatsbladen
van alle lidstaten van de Europese Unie, het Publicatieblad van de
Europese Unie (op papier, microfiche, cd-rom en on line) en communautaire
publicaties.
Hoewel de bibliotheek van de Raad een bestand bezit dat lijkt op dat
van de andere bibliotheken van de Europese instellingen, is zij toch
specifiek in die zin dat alles verzameld wordt dat betrekking heeft op
de Raad en zijn activiteiten, met name in het kader van de tweede en
derde pijler (GBVB en JBZ).
De bibliotheek beschikt over een Bibliografie over de Raad, die jaarlijks
wordt bijgewerkt en op verzoek kan worden toegezonden.
De bibliotheek is geabonneerd op ongeveer 600 algemene of
gespecialiseerde tijdschriften die ter plaatse kunnen worden geraadpleegd.
De betreffende artikelen worden gescand, bibliografisch
behandeld en vervolgens bewaard (op papier, microfiche en cd-rom);
de aldus gevormde databank bevat momenteel 20 000 titels.
In de leeszaal beschikt het publiek over dag- en weekbladen.
Computers bieden toegang tot de catalogussen van de bibliotheek, tot
de communautaire databanken en tot Internet.
De bibliotheek is toegankelijk voor
bezoekers van buiten als die blijk
geven van oprechte belangstelling.
De bibliotheek bevindt zich op de
2e verdieping van de Frère
Orbansquare 10,
tel. 32 (0)2 285 65 41
of 32 (0)2 285 98 64.
De openingstijden zijn van
maandag tot en met vrijdag 9.00
tot 17.00 uur.
Bezoekers moeten zich melden aan
de receptie, die dan contact
opneemt met het personeel van de
bibliotheek (zie nuttige contacten
en adressen).
De Juridische dienst van de Raad
beschikt over een in recht
gespecialiseerde bibliotheek. Deze
bibliotheek is te vinden in het
Justus Lipsiusgebouw,
bureau 20.40 FG 41,
tel. 32 (0)2 285 74 54;
openingstijden,
van 9.00 tot 13.00 uur
en van 14.00 tot 17.30 uur.
Informatie over de werkzaamheden van de Raad | 27

8.Het Publicatieblad
Het Publicatieblad van de Europese
Unie wordt gedrukt, verspreid en
verkocht door het Bureau voor
officiële publicaties der Europese
Gemeenschappen.
De lijst met de voornaamste
verkoopadressen van het
Publicatiebureau is aan het eind
van deze publicatie te vinden.
Het PB kan niet alleen op papier
worden verkregen, maar ook
elektronisch, op cd-rom
(abonnement) of gratis op de
portaalsite met toegang tot het
recht van de Europese Unie EUR-Lex
5 http://europa.eu.int/eur-lex
Het Publicatieblad is zowel in zijn
papieren als elektronische versie in
alle officiële talen van de Unie
verkrijgbaar.
De belangrijkste wetgeving en de belangrijkste besluiten van de Raad
worden in de twintig officiële talen van de Gemeenschappen ( 1 )
bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (PB).
Het PB bestaat uit twee series (L en C) en een supplement (S).
De serie L van het Publicatieblad bevat wetgeving.
De serie C van het Publicatieblad bevat een brede waaier van inlichtingen
en mededelingen, waaronder de voorbereidende wetgevende besluiten
die zowel in de papieren versie (PB C) als in één enkele elektronische
versie (PB CE) worden bekendgemaakt.
Het supplement van het Publicatieblad (PB S) bevat de bekendmaking
van overheidsopdrachten door de aanbestedende diensten van de
lidstaten, communautaire instellingen, derde landen, enzovoort.
De Raad maakt in het PB de volgende besluiten bekend:
— verordeningen, richtlijnen, besluiten en beschikkingen die zijn
aangenomen overeenkomstig de medebeslissingsprocedure
(besluiten van het Europees Parlement en de Raad) en
verordeningen en richtlijnen van de Raad die gericht zijn tot alle
lidstaten (serie L, deel I);
( 1 ) Spaans, Tsjechisch, Deens,
Duits, Ests, Grieks, Engels, Frans,
Italiaans, Lets, Litouws, Hongaars,
Maltees, Nederlands, Pools,
Portugees, Slowaaks, Sloveens,
Fins, Zweeds
28 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

— gemeenschappelijke standpunten en motiveringen voor voorbereidende
besluiten die in het kader van de medebeslissingsprocedure
en de samenwerkingsprocedure worden aangenomen (serie C
in elektronische vorm);
— overeenkomsten inzake samenwerking op het gebied van justitie en
binnenlandse zaken (serie C, met, bij inwerkingtreding, een speciale
vermelding hiervan in serie L en serie C en verwijzing naar het
nummer van het PB, serie C, waarin de tekst van de overeenkomst
bekendgemaakt is). Het besluit van de Raad tot vaststelling van een
overeenkomst wordt eveneens bekendgemaakt.
De volgende besluiten op het gebied van het GBVB en JBZ worden,
wanneer de Raad met eenparigheid van stemmen daartoe besluit
tijdens de vaststelling ervan, in het PB bekendgemaakt:
— gemeenschappelijke standpunten, gemeenschappelijke optredens
en gemeenschappelijke strategieën (onder titels V en VI van het
VEU);
Er bestaat ook een serie L van het
Publicatieblad waarin de wetgeving
wordt bekendgemaakt, en een serie C
voor de mededelingen. De serie C
wordt aangevuld met een editie die
uitsluitend in elektronische vorm
wordt gepubliceerd.
Voorbereidende besluiten voor
wetgeving worden hetzij in het
papieren Publicatieblad serie C, hetzij
uitsluitend in de elektronische serie C
bekendgemaakt. Het supplement bij
het Publicatieblad (PB S) bevat de
aankondigingen van overheids -
opdrachten en kan gratis
op Internet worden geraadpleegd
5 http://ted.publications.eu.int
Zie voor alles wat het PB aangaat ook
de site van het Publicatiebureau
5 http://eur-op.eu.int
— maatregelen ter uitvoering van gemeenschappelijke optredens of
overeenkomsten (op het gebied van JBZ) (onder titels V en VI van
het VEU).
Hetzelfde geldt voor resoluties en conclusies die in het kader van het
EG-Verdrag of het VEU worden aangenomen, en voor aanbevelingen op
grond van het VEU (serie C).
Informatie over de werkzaamheden van de Raad | 29

De volgende besluiten in het kader van het Verdrag tot oprichting van
de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag) worden, wanneer de Raad
met eenparigheid van stemmen daartoe besluit, in het PB bekendgemaakt:
— richtlijnen die niet via de medebeslissingsprocedure zijn aangenomen
en die welke geen algemeen karakter hebben (serie L, deel II);
— andere besluiten en beschikkingen dan die welke via de medebeslissingsprocedure
zijn aangenomen (serie L, deel II);
— aanbevelingen op grond van het EG-Verdrag (serie L, deel II);
— overeenkomsten op grond van het EG-Verdrag (serie C, met, bij
inwerkingtreding, vermelding hiervan in serie L en serie C en een
verwijzing naar het nummer van het PB, serie C, waarin de tekst van
de overeenkomst bekendgemaakt is).
30 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

9. HISTORISCH ARCHIEF
Het archief bevat de documenten van de Raad die van meer dan 30 jaar
terug dateren. De originele documenten worden naar het Universitair
Instituut van Florence gezonden en een complete set kopieën wordt op
microfiche ten kantore van de Raad bewaard.
Het historisch archief is toegankelijk voor het publiek onder de
voorwaarden van Verordening (EG, Euratom) nr. 1700/2003 van de
Raad van 22 september 2003 tot wijziging van Verordening (EEG,
Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor
het publiek toegankelijk maken van de historische archieven.
Het archief kan op afspraak worden
geraadpleegd ten kantore van de Raad. De
zaal waar het archief kan worden ingezien,
bevindt zich op verdieping 05 van het
Justus Lipsiusgebouw (ingang Belliard -
Etterbeeksesteenweg 70) en is open voor
het publiek op werkdagen van 9.00 tot
16.30 uur.
Bij ieder bezoek moet de bezoeker zich
melden bij de daartoe aangestelde
medewerker (zie nuttige contacten en
adressen).
Het is mogelijk dat bepaalde documenten, zoals personeelsdossiers,
documenten en stukken over zaken voor het Hof van Justitie als
rechterlijke instantie, alsmede documenten met inlichtingen over het
privé- of beroepsleven van bepaalde personen, niet onder deze
regeling vallen, indien de uitzonderingen voor beperking van het
toegang tot deze documenten overeenkomstig Verordening (EG) nr.
1049/01 nog van kracht zijn.
Informatie over de werkzaamheden van de Raad | 31

DERDE DEEL
NUTTIGE
CONTACTEN
EN ADRESSEN

D E R D E
D E E L
1. De Raad van de Europese Unie
De naam en de bijgewerkte gegevens van
de afdelingshoofden van de Raad kunnen
worden geraadpleegd op de Europa-site
5 http://europa.eu.int/idea/index.htm
De basisstructuur van het e-mailadres van
alle ambtenaren van de Raad ziet er als
volgt uit:
5 Voornaam.naam@consilium.eu.int
Voor samengestelde namen of in
twijfelgevallen wordt u aangeraden de
Raad te bellen (02 285 61 11) om het
juiste adres op te vragen.
ZETEL
Justus Lipsiusgebouw
Wetstraat 175
B-1048 Brussel
Tel. 32 (0)2 285 61 11
Fax 32 (0)2 285 73 97 en 285 73 81
Plaats van de zittingen te Luxemburg
Centre européen
Plateau du Kirchberg
L-2929 Luxembourg
Tel. (352) 43 00-1
Fax (352) 430 25 73 36
Internet
http://ue.eu.int
E-mail
public.info@consilium.eu.int
Vooraf bepaalde volgorde van de voorzitterschappen
Eerste halfjaar
Tweede halfjaar
2004 Ierland Nederland
2005 Luxemburg Verenigd Koninkrijk
2006 Oostenrijk Finland
34 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten
Pers- en voorlichtingsraden
België
Schumanplein 6
B-1040 Brussel
De heer Laurent Van Steirtegem
Tel. 32 (0)2 233 21 80
Fax 32 (0)2 231 10 75
E-mail: laurent.vansteirtegem@
belgoeurop.diplobel.fgov.be
Tsjechische Republiek
Carolystraat 15
B-1050 Brussel
Mevrouw Petra Masinova
Tel. 32 (0)2 213 01 74
Fax 32 (0)2 213 01 84
E-mail: Petra_masinova@
brussels.mfa.cz
Denemarken
Aarlenstraat 73
B-1040 Brussel
De heer Mikkel Hagen Hess
Tel. 32 (0)2 233 09 46
Fax 32 (0)2 230 93 84
E-mail: mikhes@um.dk
Duitsland
J. de Lalaingstraat 19-21
B-1040 Brussel
De heer Peter Schoof
Tel. 32 (0)2 238 19 59
Fax 32 (0)2 238 18 54
E-mail: peter.schoof@diplo.de
Estland
Guimardstraat 11
B-1040 Brussel
Mevrouw Tiina Maiberg
Tel. 32 (0)2 227 39 22
Fax 32 (0)2 227 39 25
E-mail:
tiina.maiberg@eu.estemb.be
Griekenland
Wetstraat 227
B-1040 Brussel
De heer Vassilis Kapetanyannis
Tel. 32 (0)2 235 03 75
Fax 32 (0)2 230 66 51
E-mail: kapetanyannis@gpo.be
Spanje
Regentlaan 52
B-1000 Brussel
De heer Agustín Galán Machio
Tel. 32 (0)2 509 86 63
Fax 32 (0)2 511 19 40
E-mail: agalan@tiscali.be
Frankrijk
Leuvenseplein 14
B-1000 Brussel
De heer Etienne De Poncins
Tel. 32 (0)2 229 82 78
Fax 32 (0)2 229 82 80
E-mail: etienne.poncinsde@diplomatie.gouv.fr
Ierland
Froissartstraat 89-93
B-1040 Brussel
De heer James McIntyre
Tel. 32 (0)2 282 33 32
Fax 32 (0)2 230 31 88
E-mail:
james.McIntyre@iveagh.gov.ie
Mevrouw Sinéad Ryan
Tel. 32 (0)2 282 32 33
Fax 32 (0)2 230 31 88
E-mail:
sinead.ryan@iveagh.gov.ie
Italië
Hamerstraat 9
B-1000 Brussel
M. Giorgio Marrapodi
Tel. 32 (0)2 220 04 32
Fax 32 (0)2 219 35 47
E-mail: stampa@rpue.it
Cyprus
Dalstraat 51
B-1000 Brussel
De heer Demetris Komodromos
Tel. 32 (0)2 650 06 19
Fax 32 (0)2 735 79 48
E-mail: chypre.pio.bxl@skynet.be
Letland
Aarlenstraat 39-41 - Postbus 6
B-1000 Brussel
Mevrouw Kristine Plamse
Tel. 32 (0)2 282 41 81
Fax 32 (0)2 282 03 69
E-mail:
Kristine.plamse@mfa.gov.lv
Litouwen
Belliardstraat 41-43
B-1040 Brussel
De heer Gytis Marcinkevicius
Tel. 32 (0)2 775 90 98
Fax 32 (0)2 771 45 97
E-mail: Gytis.marcinkevicius@ltmission-eu.be
Nuttige contacten en adressen | 35

Luxemburg
Kortenberglaan 75
B-1000 Brussel
De heer Marc Lemaître
Tel. 32 (0)2 737 56 46
Fax 32 (0)2 737 56 10
E-mail:
marc.lemaitre@rpue.etat.lu
Hongarije
Trierstraat 92-98
B-1040 Brussel
De heer Zsigmond Hetyei
Tel. 32 (0)2 234 12 34
Fax 32 (0)2 372 07 84
E-mail:
zsigmond.hetyei@hunrep.be
Malta
Belliardstraat 65-67
B-1040 Brussel
De heer Frits Kemperman
Tel. 32 (0)2 234 50 82
Fax 32 (0)2 343 01 06
E-mail: Ian.p.galea@gov.mt
Nederland
Hermann Debrouxlaan 48
B-1160 Brussel
De heer Ian Galea
Tel. 32 (0)2 679 15 09
Fax 32 (0)2 679 15 22
E-mail:
frits.kemperman@minbuza.nl
Oostenrijk
Kortenberglaan 30
B-1040 Brussel
De heer Hans-Georg Possanner
Tel. 32 (0)2 234 52 45
Fax 32 (0)2 235 63 51
E-mail: hansgeorg.possanner@bmaa.gv.at
Polen
Tervurenlaan 282-284
B-1150 Brussel
Mevrouw Malgorzata Alterman
Tel. 32 (0)2 777 72 61
Fax 32 (0)2 777 72 97
E-mail: Malgorzata.alterman@
pol-mission-eu.be
Portugal
Kortenberglaan 12
B-1040 Brussel
De heer Jaime Leitão
Tel. 32 (0)2 286 42 65
Fax 32 (0)2 231 00 26 / 36
E-mail: jvl@reper-portugal.be
Slovenië
Marnixlaan 30
B-1000 Brussel
De heer Uroš Mahkovec
Tel. 32 (0)2 510 03 94
Fax 32 (0)2 512 09 97
E-mail: uros.mahkovec@gov.si
Slowakije
Kortenberglaan 79
B-1000 Brussel
Mevrouw Marta Domokova
Tel. 32 (0)2 743 68 07
Fax 32 (0)2 743 68 88
E-mail: Domokova@pmsreu.be
Finland
Trierstraat 100
B-1040 Brussel
De heer Marko Ruonala
Tel. 32 (0)2 287 84 72
Fax 32 (0)2 287 84 05
E-mail: marko.ruonala@formin.fi
Zweden
de Meeûssquare 30
B-1000 Brussel
De heer Anders J. Ericson
Tel. 32 (0)2 289 56 55
Fax 32 (0)2 289 56 00
E-mail: anders-j.ericson@
foreign.ministry.se
Verenigd Koninkrijk
Oudergemlaan 10
B-1040 Brussel
De heer Jonathan Allan
Tel. 32 (0)2 287 82 06
Fax 32 (0)2 287 83 16
E-mail:
jonathan.allan@fco.gov.uk
36 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal van de Raad
Wetstraat 175
B-1048 Brussel
Tel. 32 (0)2 285 61 11
Fax 32 (0)2 285 73 97 et 285 73 81
Internet: http://ue.eu.int
Genève
Verbindingsbureau
bij het Europese bureau
van de Verenigde Naties
Chemin Louis Dunant, 2
CH-1211 Genève 20
Tel. (41-22) 919 74 00
Fax (41-22) 919 74 99
Télex: 412135
Secretaris-generaal/Hoge vertegenwoordiger
De heer Javier Solana Madariaga
De heer Leonardo Schiavo
Kabinetschef van de secretaris-generaal
Plaatsvervangend secretaris-generaal
De heer Pierre de Boissieu
De heer David Galloway
Kabinetschef van de plaatsvervangend
secretaris-generaal
New York
Verbindingsbureau
bij de Verenigde Naties
345 East 46th Street, 6th floor
US-10017 New York
Tel. (1-212) 292 86 00
Fax (1-212) 681 62 66
Nuttige contacten en adressen | 37

Directoraat-generaal F
• Pers, communicatie, protocol
De heer Hans Brunmayr
Directeur-generaal
Tel. 32 (0)2 285 91 97
Fax 32 (0)2 285 79 34
• Pers
Persdienst
De heer Dominique-Georges Marro
Afdelingshoofd van de Persdienst
Tel. 32 (0)2 285 64 23
Fax 32 (0)2 285 80 26
E-mail: press.office@consilium.eu.int
Woordvoerster van de hoge vertegenwoordiger
voor het gemeenschappelijk buitenlands
en veiligheidsbeleid
Mevrouw Cristina Gallach
Tel. 32 (0)2 285 64 67
GSM: (32) 476 93 64 26
Fax 32 (0)2 285 56 94
E-mail: press.cabinet@consilium.eu.int
De heer Luis Amorim
Bestuurder van de Persdienst, assistent van de
woordvoerster
Tel. 32 (0)2 285 62 17
Onder Coreper II vallende aangelegenheden
(algemene zaken, externe betrekkingen en
gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid,
ontwikkelingssamenwerking, economie
en financiën, begroting, justitie en binnenlandse
zaken)
Algemene zaken en externe betrekkingen;
veiligheidsbeleid en defensie
De heer Nicolas Kerleroux
Tel. 32 (0)2 285 82 39
M. Luis Amorim ( 1 )
Tel. 32 (0)2 285 62 17
Veiligheidsbeleid en defensie
De heer Stavros Petropoulos
Tel. 32 (0)2 285 83 48
Algemene zaken en externe betrekkingen;
ontwikkelingssamenwerking
De heer François Head
Tel. 32 (0)2 285 60 83
Economie en financiën;
justitie en binnenlandse zaken
De heer Jesús Carmona
Tel. 32 (0)2 285 95 48
( 1 )
Biedt bijstand aan de woordvoerster SG/HV.
38 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Onder Coreper I vallende aangelegenheden
(interne markt, consumentenzaken, industrie,
telecommunicatie, energie, milieu, onderzoek,
vervoer, sociale zaken, volksgezondheid,
onderwijs, cultuur, visserij)
Concurrentievermogen
(interne markt, industrie en onderzoek);
vervoer, telecommunicatie en energie;
Mevrouw Magdalena Martínez Almeida
Tel. 32 (0)2 285 62 19
Landbouw en visserij
De heer Laurent Benhamou
Tel. 32 (0)2 285 95 89
Milieu; werkgelegenheid, sociaal beleid,
volksgezondheid en consumentenzaken;
onderwijs, jeugdzaken en cultuur
Mevrouw Paula Marques
Tel. 32 (0)2 285 87 16
Perscentrum en audiovisuele dienst
Mevrouw Margarete Gilot-Köhler
Tel. 32 (0)2 285 65 50
De heer Georg Biekötter
Tel. 32 (0)2 285 67 00
• Voorlichtingsbeleid, communicatie,
interinstitutionele betrekkingen
De heer Ramón Jiménez Fraile
Tel. 32 (0)2 285 61 76
Fax 32 (0)2 285 53 33
- Transparantie (voorlichting van het publiek,
wetgevingstransparantie, toegang tot documenten)
…
Fax 32 (0)2 285 71 36 et 285 63 61
E-mail: Voorlichting van het publiek:
public.info@consilium.eu.int
E-mail: Wetgevingstransparantie:
transparency@consilium.eu.int
E-mail: Toegang tot documenten:
access@consilium.eu.int
- Bezoeken, openbare debatten
De heer Charalambos Xirouchakis
Tel. 32 (0)2 285 71 92
Fax 32 (0)2 285 66 09
E-mail: public.relations@consilium.eu.int
- Publicaties, documentatie,
betrekkingen met het BOPEG
De heer Jorge Tavares da Silva
Tel. 32 (0)2 285 81 80
Fax 32 (0)2 285 53 34
E-mail: Jorge.Tavares-Da-Silva@consilium.eu.int
Nuttige contacten en adressen | 39

- Documentatiecentrum
Justus Lipsiusgebouw
Wetstraat 175
B-1040 Brussel
Tel. 32 (0)2 285 61 07
E-mail: documentation@consilium.eu.int
- Bibliotheken
Mevrouw Riitta Tingander
Frère-Orbansquare 10
B-1040 Brussel
Tel. 32 (0)2 285 98 64
Fax 32 (0)2 285 81 74
Archief
De heer Willem Stols
Tel. 32 (0)2 285 72 92
Fax 32 (0)2 285 81 24
E-mail: archives.centrales@consilium.eu.int
Bureaus van de Raad
Satellietcentrum van de Europese Unie
Apdo. de Correos, 511
E-28850 Torrejon de Ardoz (Madrid)
Internet: http://www.eusc.org
Fernando Davara Rodríguez
Directeur
Tel. 34 (91) 678 6000
E-mail: f.davara@eusc.org
Europees Instituut voor veiligheidsstudies
43, avenue du Président Wilson
F-75775 Paris Cedex 16
Tel. 33 (0)1 56 89 19 30
Fax 33 (0)1 56 89 19 31
E-mail: Institute@iss-eu.org
Internet: http://www.iss-eu.org
Nicole Gnesotto
Directeur
Tel. 33 (0)1 56 89 19 40
E-mail: n.gnesotto@iss-eu.org
40 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

2. Overige nuttige adressen
Europees Parlement
Internet: http://www.europarl.eu.int
Straatsburg
allée du Printemps
BP 1024 / F
F-67070 Strasbourg Cedex
Tel. (33) 388 17 40 01
Fax (33) 388 25 65 01
Brussel
Wiertzstraat 60
B-1047 Brussel
Tel. 32 (0)2 284 21 11
Fax 32 (0)2 230 69 33 / 69 74
Luxemburg
Plateau du Kirchberg
BP 1601
L-2929 Luxembourg
Tel. (352) 43 00-1
Fax (352) 43 00 294 94 / 293 93 / 292 92
Europese Commissie
Internet: http://europa.eu.int/comm
Brussel
Wetstraat 200
B-1049 Brussel
Tel. 32 (0)2 299 11 11
Luxemburg
Bâtiment Jean Monnet
Rue Wehrer
L-2920 Luxembourg
Tel. (352) 43 01-1
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Boulevard Konrad Adenauer
L-2925 Luxembourg
Tel. (352) 43 03-1
Fax (352) 43 03-2600
Internet: http://curia.eu.int
Europese Rekenkamer
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxembourg
Tel. (352) 43 98-1
Fax (352) 4398-46430
Internet: http://www.eca.eu.int
Europese Centrale Bank
Eurotower
Kaiserstrasse 29
D-60311 Frankfurt-am-Main
Tel. (49-69) 1344 0
Fax (49-69) 1344 - 6000
Internet: http://www.ecb.int
Nuttige contacten en adressen | 41

Europese Investeringsbank
100, boulevard Konrad Adenauer
L-2950 Luxembourg
Tel. (352) 43 79-1
Fax (352) 43 77 04
Internet: http://bei.eu.int
Europees Economisch en Sociaal Comité
Ravensteinstraat 2
B-1000 Brussel
Tel. 32 (0)2 546 90 11
Fax 32 (0)2 513 48 93
Internet: http://www.esc.eu.int
Comité van de Regio’s
Montoyerstraat 92-102
B-1000 Brussel
Tel. 32 (0)2 282 22 11
Fax 32 (0)2 282 23 25
Internet: http://www.cor.eu.int
Europese Ombudsman
Bureau voor officiële publicaties
der Europese Gemeenschappen
2, rue Mercier
L-2985 Luxembourg
Tel. (352) 29 29-1
Fax (352) 29 29 42758
Internet: http://www.publications.eu.int
Europese Politiedienst (Europol)
Raamweg 47
Den Haag
Nederland
Tel. (31-70) 302 5000
Fax (31-70) 345 5896
Internet: http://www.europol.eu.int
Universitair Instituut van Florence
Via dei Roccettini, 9
I-50016 San Domenico di Fiesole (Firenze)
Tel. (39) 05 54 68 51
Fax (39) 055 59 98 87
Internet: http://www.iue.it/
1, avenue du Président Robert Schuman
BP 403
F-67001 Strasbourg Cedex
Tel. (33) 388 17 23 13
Fax (33) 388 17 90 62
Internet: http://www.euro-ombudsman.eu.int
42 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

BIJLAGEN
1. Code van goed administatief gedrag
2. Specifieke bepalingen betreffende de toegang
van het publiek tot documenten van de Raad
3. Verordening (EG) nr.1049/2001 van het Europees Parlement
en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het
publiek tot documenten van het Europees Parlement,
de Raad en de Commissie
Bijlagen | 43

BIJLAGE 1
BESLUIT VAN DE SECRETARIS-GENERAAL VAN DE RAAD/ HOGE
VERTEGENWOORDIGER VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN
VEILIGHEIDSBELEID
van 25 juni 2001
betreffende een code voor correct bestuurlijk gedrag van het secretariaatgeneraal
van de Raad van de Europese Unie en zijn personeel in de
contacten die zij om professionele redenen met het publiek hebben
(2001/C 189/01)
DE SECRETARIS-GENERAAL VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
inzonderheid op artikel 207, lid 2,
Gelet op het reglement van orde van de Raad, inzonderheid op artikel 23,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De bepalingen van de communautaire wetgeving inzake openheid en
transparantie dienen in de dagelijkse praktijk van het secretariaat-generaal van
de Raad (hierna „secretariaat-generaal” genoemd) ten volle te worden
nageleefd.
(2) De ervaring heeft geleerd dat een aantal van burgers afkomstige verzoeken
om algemene informatie buiten het toepassingsgebied vallen van de
voorschriften inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Raad,
zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement
en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees
Parlement, de Raad en de Commissie( 1 ).
(3) Er moeten richtsnoeren komen voor de contacten die de personeelsleden
om professionele redenen met het publiek hebben,
BESLUIT:
Artikel 1
( 1 )
PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.
Hierbij wordt een code vastgesteld voor correct bestuurlijk gedrag van het
secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en zijn personeelsleden
in de contacten die zij om professionele redenen met het publiek hebben.
Deze code staat in de bijlage bij dit besluit.
44 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Artikel 2
1. Dit besluit en de bijgevoegde code beogen de tenuitvoerlegging van de
rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de verdragen en de besluiten die
met het oog op de toepassing ervan zijn aangenomen, te vergemakkelijken
zonder dat nieuwe rechten worden gecreëerd.
2. Dit besluit heeft geen voorrang op enige bepaling van het Verdrag
betreffende de Europese Unie, het Verdrag tot oprichting van de Europese
Gemeenschap, het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen
en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden
van deze Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees
Parlement en de Raad of op enig ander door de Raad genomen besluit inzake
de toegang van het publiek tot Raadsdocumenten.
Artikel 3
Binnen het secretariaat-generaal worden de nodige maatregelen getroffen om
te waarborgen dat
— dit besluit en de bijgevoegde code in de C-serie van het Publicatieblad van
de Europese Gemeenschappen bekend worden gemaakt, dat er zoveel
mogelijk bekendheid aan wordt gegeven en dat zij op internet voor het
publiek beschikbaar worden gesteld,
— het besluit en de code door de personeelsleden worden nageleefd.
Artikel 4
De aan dit besluit gehechte code voor correct bestuurlijk gedrag wordt twee jaar
na het van kracht worden van het besluit opnieuw bezien in het licht van de
ervaring die met de uitvoering is opgedaan.
Artikel 5
Dit besluit wordt van kracht op 25 juni 2001.
Gedaan te Brussel, 25 juni 2001.
De Secretaris-generaal/Hoge vertegenwoordiger
Javier SOLANA
Bijlagen | 45

BIJLAGE
Code voor correct bestuurlijk gedrag van het secretariaat-generaal van de Raad
van de Europese Unie en zijn personeelsleden in de contacten die zij om
professionele redenen met het publiek hebben
Artikel 1
Algemene bepalingen
1. In de contacten die zij om professionele redenen met het publiek hebben,
houden de ambtenaren en andere personeelsleden van het secretariaatgeneraal
van de Raad die vallen onder het Statuut van de ambtenaren van de
Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de
andere personeelsleden van deze Gemeenschappen (hierna „personeelsleden”
en „Statuut” genoemd) zich aan de in dit document vervatte bepalingen, die
een code vormen voor correct bestuurlijk gedrag (hierna „code” genoemd).
Personeelsleden met een privaatrechtelijk contract, door de nationale overheid
gedetacheerde deskundigen en stagiaires e.d. die voor het secretariaat van de
Raad werken, dienen de code als leidraad te nemen.
2. De betrekkingen tussen het secretariaat-generaal van de Raad en zijn
personeel worden uitsluitend geregeld door Statuut.
Artikel 2
Toepassingsgebied
De code bevat de algemene beginselen van correct bestuurlijk gedrag die van
toepassing zijn op de contacten die de personeelsleden om professionele
redenen met het publiek hebben, voorzover deze contacten niet onder
specifieke bepalingen vallen, zoals de voorschriften inzake de toegang tot
documenten en de aanbestedingsprocedures.
46 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Artikel 3
Niet-discriminatie
Wanneer de personeelsleden verzoeken behandelen of vragen beantwoorden,
zorgen zij ervoor dat daarbij het beginsel van gelijke behandeling wordt
nageleefd. Personen in dezelfde situatie worden op gelijke wijze behandeld,
tenzij objectieve kenmerken van de zaak in kwestie een specifieke behandeling
rechtvaardigen.
Artikel 4
Eerlijkheid, loyaliteit en neutraliteit
1. De personeelsleden handelen op een eerlijke en redelijke wijze.
2. In de contacten die zij om professionele redenen met het publiek hebben,
handelen de personeelsleden in overeenstemming met hun verplichtingen (in
het bijzonder artikel 11 van het Statuut) en in alle omstandigheden in het belang
van de Europese Unie en de Raad; zij laten zich niet door overwegingen van
persoonlijke of nationale aard noch door politieke druk beïnvloeden, en uiten
geen persoonlijke juridische mening.
Artikel 5
Hoffelijkheid
De personeelsleden zijn in hun optreden nauwgezet, correct, hoffelijk en
toegankelijk. In hun correspondentie, aan de telefoon en in ieder ander contact
dat zij om professionele redenen met het publiek hebben, trachten zij zo
behulpzaam mogelijk te zijn.
Bijlagen | 47

Artikel 6
Informatieverstrekking
1. De personeelsleden verstrekken het publiek de gevraagde informatie op
het gebied dat onder hun verantwoordelijkheid valt. Zij zorgen ervoor dat de
informatie zo duidelijk en begrijpelijk mogelijk is.
2. Indien een personeelslid van oordeel is dat hij de gevraagde informatie om
redenen van vertrouwelijkheid en/of uit hoofde van andere toepasselijke
voorschriften (in het bijzonder artikel 17 van het Statuut) niet kan vrijgeven,
wordt aan de betrokkene medegedeeld waarom de informatie niet kan worden
verstrekt.
3. Als om toegang tot een Raadsdocument wordt verzocht zijn de specifieke
bepalingen betreffende de toegang van het publiek tot documenten van
toepassing.
Artikel 7
Het beantwoorden van brieven van burgers in de door hen gebruikte taal
Overeenkomstig artikel 21 van het EG-Verdrag beantwoordt het secretariaatgeneraal
van de Raad brieven in de taal waarin de eerste brief is gesteld; het
moet dan wel een officiële taal van de Gemeenschap zijn.
Artikel 8
Telefoongesprekken
1. Personeelsleden die een telefoongesprek voeren, noemen hun naam en die
van hun dienst. Ook vragen zij naar de identiteit van degene die opbelt. Behalve
indien dit om redenen van vertrouwelijkheid, zoals bedoeld in artikel 6, lid 2,
niet mogelijk is, verstrekken zij de gevraagde informatie of verwijzen zij de
vrager naar de juiste bron. Indien zij er echter niet zeker van zijn of de informatie
in kwestie mag worden verstrekt, raadplegen zij hun meerderen of verwijzen zij
de personen die opbellen naar hun chef.
2. Wanneer een mondeling verzoek om informatie onnauwkeurig of
ingewikkeld is, kan het benaderde personeelslid de betrokkene verzoeken zijn
vraag schriftelijk in te dienen.
48 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Artikel 9
Schriftelijke antwoorden en de termijnen daarvoor
1. De personeelsleden beantwoorden alle aan het secretariaat-generaal
gerichte verzoeken om informatie zonder uitstel, normaliter binnen 15
werkdagen na ontvangst.
2. Indien een gemotiveerd antwoord niet binnen de hierboven genoemde
termijn kan worden gegeven, stelt het personeelslid de betrokkene hiervan
onverwijld op de hoogte. In dat geval krijgt de betrokkene zo spoedig mogelijk
een definitief antwoord.
3. Het antwoord vermeldt de dienst en de naam van het personeelslid dat met
de zaak is belast.
4. Er hoeft geen antwoord te worden gegeven indien
— een buitensporig groot aantal identieke brieven of verzoeken is ontvangen,
— reeds antwoord is gegeven op een zelfde verzoek van dezelfde persoon,
— het verzoek onbetamelijk is.
5. Indien een schriftelijk verzoek buiten de verantwoordelijkheid valt van het
personeelslid dat het verzoek ontvangt, wordt het onverwijld doorgestuurd naar
de bevoegde dienst van het secretariaat-generaal, die het in behandeling
neemt.
6. Indien het verzoek onnauwkeurig of ingewikkeld is, kan het personeelslid
de betrokkene vragen zijn verzoek te verduidelijken.
7. Indien het personeelslid van mening is dat het verzoek naar een andere
instelling, een andere instantie, een andere organisatie of naar een nationale
overheidsdienst verzonden had moeten worden, wordt dit aan de betrokkene
medegedeeld en wordt het verzoek onmiddellijk doorgestuurd aan de instelling,
instantie, organisatie of dienst in kwestie.
Bijlagen | 49

Artikel 10
Verzoeken van de media
De Persdienst is verantwoordelijk voor de contacten met de media. Wanneer
echter verzoeken om informatie, afkomstig van de media, technische
onderwerpen betreffen die onder hun specifieke verantwoordelijkheid vallen,
mogen de personeelsleden deze verzoeken beantwoorden.
Artikel 11
Gegevensbescherming
1. Personeelsleden die werken met persoonsgegevens, doen dit met
inachtneming van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het
Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de
bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens
door de communautaire instellingen en organen en betreffende
het vrije verkeer van die gegevens( 1 ).
2. In overeenstemming met deze verordening onthouden de personeelsleden
van het personeel zich van het verwerken van persoonsgegevens voor onwettige
doeleinden en van het doorzenden van dergelijke gegevens aan onbevoegden.
( 1 )
PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
50 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

BIJLAGE 2
SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEGANG
VAN HET PUBLIEK TOT DOCUMENTEN VAN DE RAAD ( 1 )
Artikel 1
Werkingssfeer
Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft toegang tot Raadsdocumenten
volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die zijn neergelegd
in Verordening (EG) nr. 1049/2001 en de specifieke bepalingen van deze
bijlage.
Artikel 2
Raadpleging in verband met documenten van derden
1. Met het oog op de toepassing van artikel 4, lid 5, en artikel 9, lid 3, van
Verordening (EG) nr. 1049/2001 en tenzij het na bestudering van het document
in het licht van artikel 4, leden 1 tot en met 3, van Verordening (EG) nr. 1049/
2001 duidelijk is dat het niet mag worden vrijgegeven, wordt de derde geraadpleegd
indien:
a) het een gevoelig document betreft als omschreven in artikel 9, lid 1,
van Verordening (EG) nr. 1049/2001;
b) het document afkomstig is van een lidstaat en
— vóór 3 december 2001 aan de Raad is toegezonden,
of
— de betrokken lidstaat verzocht heeft het document niet zonder zijn
voorafgaande toestemming openbaar te maken.
2. In alle andere gevallen waarin de Raad een verzoek ontvangt om een
document van een derde dat in zijn bezit is, raadpleegt het secretariaatgeneraal
met het oog op de toepassing van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG)
nr. 1049/2001 de betrokken derde tenzij het na bestudering van het document
in het licht van artikel 4, leden 1 tot en met 3, van Verordening (EG) nr.
1049/2001 duidelijk is dat het moet of niet mag worden vrijgegeven.
( 1 )
PB L 313 van 30.11.2001.
Bijlagen | 51

3. De derde wordt schriftelijk (eventueel via e-mail) geraadpleegd en krijgt een
redelijke termijn om te antwoorden, rekening houdend met de in artikel 7 van
Verordening (EG) nr. 1049/2001 vastgestelde termijn. In de in lid 1 bedoelde
gevallen wordt de derde verzocht schriftelijk advies uit te brengen.
4. Indien een document niet onder het bepaalde in lid 1, onder a) en b), valt
en het secretariaat-generaal in het licht van het negatieve advies van de derde
niet van oordeel is dat artikel 4, lid 1, of lid 2, van Verordening (EG) nr. 1049/
2001 van toepassing is, wordt de kwestie aan de Raad voorgelegd.
Indien de Raad voornemens is het document vrij te geven, wordt de derde onmiddellijk
schriftelijk op de hoogte gebracht van het voornemen van de Raad
om het document na ten minste 10 werkdagen vrij te geven. Tegelijkertijd wordt
de derde opmerkzaam gemaakt op artikel 243 van het Verdrag tot oprichting van
de Europese Gemeenschap.
Artikel 3
Door andere instellingen of lidstaten ontvangen
verzoeken om raadpleging
Raadpleging van de Raad door een andere instelling of door een lidstaat
betreffende een verzoek om een Raadsdocument geschiedt via e-mail gericht
aan access@consilium.eu.int of per fax aan +32-(0)2-285.6361.
Rekening houdend met de voor een besluit van de betrokken instelling of
lidstaat vereiste termijn, brengt het secretariaat-generaal onmiddellijk, en uiterlijk
binnen 5 werkdagen, namens de Raad advies uit.
Artikel 4
Van lidstaten afkomstige documenten
Verzoeken van een lidstaat overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG)
nr. 1049/2001 worden schriftelijk bij het secretariaat-generaal ingediend.
52 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Artikel 5
Doorgeleiding van verzoeken door de lidstaten
Wanneer een verzoek door een lidstaat aan de Raad wordt doorgeleid, wordt dit
verzoek behandeld overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van Verordening (EG) nr.
1049/2001 en de desbetreffende bepalingen van deze bijlage. In geval van
volledige of gedeeltelijke afwijzing van toegang, wordt de verzoeker medegedeeld
dat confirmatieve verzoeken rechtstreeks aan de Raad moeten worden
gericht.
Artikel 6
Adres voor verzoeken
Verzoeken om toegang tot een document worden schriftelijk gericht aan de
secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger, Wetstraat 175, B-1048
Brussel, via e-mail aan access@consilium.eu.int, of per fax aan +32-(0)2-
285.6361.
Artikel 7
Behandeling van initiële verzoeken
Onverminderd artikel 9, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 wordt
elk verzoek om toegang tot een document van de Raad behandeld door het
secretariaat-generaal.
Artikel 8
Behandeling van confirmatieve verzoeken
Onverminderd artikel 9, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 wordt
over confirmatieve verzoeken beslist door de Raad.
Bijlagen | 53

Artikel 9
Kosten
De kosten van het maken en verzenden van kopieën van Raadsdocumenten
worden vastgesteld door de secretaris-generaal.
Artikel 10
Openbaar register van Raadsdocumenten
1. Het secretariaat-generaal is verantwoordelijk voor het verschaffen van
toegang tot het register van Raadsdocumenten aan het publiek.
2. Naast de referenties naar documenten wordt in het register aangegeven
welke na 1 juli 2000 opgestelde documenten reeds voor het publiek zijn vrijgegeven.
Onverminderd Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees
Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van
natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door
de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van
die gegevens( 1 ) en artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1049/2001, wordt de
inhoud ervan op internet beschikbaar gesteld.
Artikel 11
Voor het publiek rechtstreeks toegankelijke documenten
1. Dit artikel is van toepassing op alle documenten van de Raad, mits niet
gerubriceerd en onverminderd de mogelijkheid een schriftelijk verzoek in te
dienen overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1049/2001.
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder
— „verspreiding”: verspreiding van de definitieve versie van een document
onder de leden van de Raad, hun vertegenwoordigers of afgevaardigden;
— „wetgevingsdocument”: elk document dat wordt opgesteld of ontvangen in
de loop van besluitvormingsprocedures als omschreven in artikel 7 van het
reglement van orde van de Raad.
( 1 )
PB L8 van 12.1.2001, blz. 1.
54 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

3. Het secretariaat-generaal stelt de volgende documenten onmiddellijk na
hun verspreiding ter beschikking van het publiek:
a) niet door de Raad of een lidstaat opgestelde documenten die door de
auteur, of met diens toestemming, openbaar gemaakt zijn;
b) voorlopige agenda's voor de zittingen van de verschillende Raadsformaties;
c) elke door de Raad aangenomen tekst die bestemd is om bekend te worden
gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
4. Onder de voorwaarde dat zij duidelijk niet vallen onder een van de uitzonderingen
zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001, kan
het secretariaat-generaal tevens de volgende documenten onmiddellijk na hun
verspreiding ter beschikking stellen van het publiek:
a) voorlopige agenda's voor de vergaderingen van comités en werkgroepen;
b) andere documenten, zoals informatieve nota's, verslagen, voortgangsverslagen
en verslagen over de stand van de besprekingen in de Raad of in
een van zijn voorbereidende instanties die geen individuele standpunten
van delegaties bevatten, met uitzondering van adviezen en bijdragen van
de Juridische dienst.
5. Naast de in de leden 3 en 4 genoemde documenten stelt het secretariaatgeneraal
de volgende wetgevende documenten onmiddellijk na hun verspreiding
ter beschikking van het publiek:
a) ingekomen documenten en afschriften van brieven in verband met
wetgevingsbesluiten die door andere instellingen of organen van de Europese
Unie, dan wel door een lidstaat, onder voorbehoud van artikel 4, lid 5, van
Verordening (EG) nr. 1049/2001 aan de Raad zijn toegezonden;
b) ter goedkeuring aan het Comité van permanente vertegenwoordigers en/of
aan de Raad voorgelegde nota's (nota's betreffende I/A- en A-punten), alsook
de ontwerp-wetgevingsbesluiten waarnaar zij verwijzen;
Bijlagen | 55

c) besluiten die door de Raad zijn aangenomen volgens de procedure van
artikel 251 van het EG-Verdrag, en de gemeenschappelijke teksten die door het
Bemiddelingscomité zijn goedgekeurd.
6. Na de aanneming van een in lid 5, onder c), bedoeld besluit of na de
definitieve aanneming van het betrokken wetgevingsbesluit, stelt het secretariaat-generaal
eventuele wetgevende documenten in verband met dit
wetgevingsbesluit die vóór een dergelijk besluit zijn opgesteld, zoals
informatieve nota's, verslagen, voortgangsverslagen en verslagen over de stand
van de besprekingen in de Raad of in een van zijn voorbereidende instanties
(„ resultaat besprekingen”), met uitzondering van adviezen en bijdragen van de
Juridische dienst en documenten die vallen onder de uitzonderingen zoals
bedoeld in artikel 4, leden 1 tot en met 3, van Verordening (EG) nr. 1049/2001,
ter beschikking van het publiek.
Op verzoek van een lidstaat worden documenten die onder de eerste alinea
vallen en die het individuele standpunt van de delegatie van die lidstaat in de
Raad bevatten, niet op grond van dit besluit aan het publiek beschikbaar
gesteld.
56 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

BIJLAGE 3
VERORDENING (EG) NR. 1049/2001 VAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD
van 30 mei 2001
inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees
Parlement, de Raad en de Commissie
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met
name op artikel 255, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag ( 2 ),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In artikel 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie
vindt het begrip „openheid” zijn verankering: het Verdrag markeert een nieuwe
etappe in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond
tussen de volkeren van Europa, waarin de besluiten in zo groot mogelijke
openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.
(2) Deze openheid maakt een betere deelneming van de burgers aan het
besluitvormingsproces mogelijk en waarborgt een grotere legitimiteit en meer
doelmatigheid en verantwoordelijkheid van de administratie ten opzichte van
de burgers binnen een democratisch systeem. Zij draagt bij aan de versterking
van de beginselen van democratie en eerbiediging van de grondrechten, zoals
vervat in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
(3) In de conclusies van de te Birmingham, te Edinburgh en te Kopenhagen
gehouden bijeenkomsten van de Europese Raad is op de noodzaak gewezen
voor een grotere transparantie in het werk van de instellingen van de Unie te
zorgen. Deze verordening consolideert de initiatieven die de instellingen al
hebben genomen om de doorzichtigheid van het besluitvormingsproces te
verbeteren.
(4) Deze verordening heeft tot doel het recht van toegang van het publiek tot
documenten maximaal zijn beslag te geven en de voorwaarden en beperkingen
van dat recht vast te leggen in overeenstemming met artikel 255, lid 2, van het
EG-Verdrag.
( 1 )
PB C 177 E van 27.6.2000, blz. 70.
( 2 )
Advies van het Europees Parlement van
3 mei 2001 (nog niet verschenen in het
Publicatieblad) en Besluit van de Raad
van 28 mei 2001.
Bijlagen | 57

(5) Aangezien het vraagstuk van de toegang tot documenten niet in het Verdrag
tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, noch in het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is
geregeld, dienen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie,
overeenkomstig Verklaring nr. 41 bij de Slotakte van het Verdrag van
Amsterdam, deze verordening als leidraad te nemen voor documenten die
betrekking hebben op activiteiten welke onder deze beide verdragen vallen.
(6) Ruimere toegang tot documenten dient te worden verleend in gevallen
waarin de instellingen optreden in hun hoedanigheid van wetgever, inbegrepen
in het geval van gedelegeerde bevoegdheden, waarbij tegelijkertijd de
doeltreffendheid van het besluitvormingsproces van de instelling behouden
moet blijven. Dergelijke documenten dienen zo veel mogelijk rechtstreeks
toegankelijk te worden gemaakt.
(7) Overeenkomstig artikel 28, lid 1, en artikel 41, lid 1, van het Verdrag betreffende
de Europese Unie geldt het recht van toegang eveneens ten aanzien
van documenten met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid en tot de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.
Elke instelling dient haar eigen veiligheidsregels in acht te nemen.
(8) Teneinde de volledige toepassing van deze verordening op alle activiteiten
van de Unie te verzekeren, dienen alle door de instellingen ingestelde
agentschappen de in deze verordening vervatte beginselen toe te passen.
(9) Bepaalde documenten vereisen vanwege hun zeer gevoelige inhoud een
bijzondere behandeling. Er dienen dan ook regelingen te worden getroffen, door
middel van een interinstitutioneel akkoord, over het inlichten van het Europees
Parlement over de inhoud van dergelijke documenten.
(10) Teneinde de openheid van de werkzaamheden van de instellingen te
verbeteren, dienen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie toegang
te verlenen niet alleen tot documenten die zij zelf hebben opgesteld, maar ook
tot documenten die zij ontvangen hebben. In dit verband zij eraan herinnerd dat
volgens Verklaring nr. 35 bij de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam, een
lidstaat de Commissie of de Raad erom kan verzoeken, een uit die lidstaat
afkomstig document zonder diens voorafgaande instemming niet aan derden
door te geven.
(11) In beginsel dienen alle documenten van de instellingen voor het publiek
toegankelijk te zijn. Dit neemt niet weg dat de bescherming van bepaalde
openbare en particuliere belangen door een uitzonderingenregeling dient te
worden gewaarborgd. De instellingen dienen het recht te hebben om hun
58 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

interne raadplegingen en beraadslagingen te beschermen, wanneer dat voor
het behoud van hun vermogen om hun taken uit te voeren, noodzakelijk is. Bij
het beoordelen van de uitzonderingen dienen de instellingen rekening te
houden met de beginselen van de communautaire wetgeving betreffende de
bescherming van persoonsgegevens, op alle terreinen van de activiteiten van
de Unie.
(12) Alle regels inzake toegang tot de documenten van de instellingen dienen in
overeenstemming te zijn met deze verordening.
(13) Om ervoor te zorgen dat het recht van toegang ten volle wordt geëerbiedigd,
dient een administratieve procedure in twee fasen te worden gevolgd, met de
aanvullende mogelijkheid van beroep op de rechter of een klacht bij de
ombudsman.
(14) Iedere instelling dient de nodige maatregelen te nemen om het publiek van
de nieuwe geldende bepalingen in kennis te stellen en om haar personeel op te
leiden zodat het de burgers die zich op hun rechten uit deze verordening
beroepen, kan bijstaan. Om het de burgers gemakkelijker te maken hun rechten
uit te oefenen, dient iedere instelling een documentenregister open te stellen.
(15) Deze verordening heeft weliswaar noch tot doel noch tot gevolg de
nationale wetgevingen ter zake van toegang tot documenten te wijzigen, maar
het spreekt vanzelf dat de lidstaten, gelet op het beginsel van loyale
samenwerking dat hun betrekkingen met de instellingen regelt, erop zullen
toezien dat aan de goede toepassing van deze verordening geen afbreuk wordt
gedaan en dat de veiligheidsregels van de instellingen worden geëerbiedigd.
(16) Deze verordening laat bestaande rechten inzake toegang tot documenten
voor lidstaten, gerechtelijke autoriteiten of onderzoeksinstanties onverlet.
(17) Ingevolge het EG-Verdrag neemt elke instelling in haar eigen reglement van
orde specifieke bepalingen betreffende de toegang tot haar documenten op.
Besluit 93/731/EG van de Raad van 20 december 1993 betreffende toegang van
het publiek tot documenten van de Raad( 1 ) , Besluit 94/90/EGKS, EG, Euratom
van de Commissie van 8 februari 1994 inzake de toegang tot documenten van
de Commissie( 2 ), Besluit 97/632/EG, EGKS, Euratom van het Europees
Parlement van 10 juli 1997 inzake de toegang van het publiek tot de
documenten van het Europees Parlement( 3 ) en de regels inzake de
vertrouwelijkheid van documenten in verband met Schengen dienen daarom zo
nodig te worden gewijzigd of ingetrokken,
( 1 )
PB L 340 van 31.12.1993, blz. 43. Besluit
laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2000/
527/EG (PB L 212 van 23.8.2000, blz.9).
( 2 )
PB L 46 van 18.2.1994, blz. 58. Besluit
gewijzigd bij Besluit 96/567/EG, EGKS,
Euratom (PB L 247 van 28.9.1996, blz.
45).
( 3 )
PB L 263 van 25.9.1997, blz. 27
Bijlagen | 59

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Doel
Deze verordening beoogt:
a) de bepaling van de beginselen, voorwaarden en beperkingen op grond van
openbare of particuliere belangen betreffende het in artikel 255 van het EG-
Verdrag neergelegde recht van toegang tot documenten van het Europees
Parlement, de Raad en de Commissie (hierna „de instellingen”), en wel zodanig,
dat een zo ruim mogelijke toegang tot documenten wordt gewaarborgd,
b) de vaststelling van regels die een zo gemakkelijk mogelijke uitoefening van
dit recht verzekeren, en
c) de bevordering van goede administratieve praktijken met betrekking tot de
toegang tot documenten.
Artikel 2
Toegangsgerechtigden en toepassingsgebied
1. Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met
verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft een recht van toegang tot
documenten van de instellingen, volgens de beginselen en onder de
voorwaarden en beperkingen, die in deze verordening worden bepaald.
2. De instellingen kunnen toegang tot documenten verlenen, volgens dezelfde
beginselen, en onder dezelfde voorwaarden en beperkingen, aan natuurlijke of
rechtspersonen die geen verblijfplaats of geen statutaire zetel hebben in een
lidstaat.
3. Deze verordening is van toepassing op alle bij een instelling berustende
documenten, dit wil zeggen documenten die door de instelling zijn opgesteld of
ontvangen en zich in haar bezit bevinden, op alle werkterreinen van de
Europese Unie.
60 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

4. Onverminderd de artikelen 4 en 9 worden documenten voor het publiek
toegankelijk gemaakt hetzij na een schriftelijk verzoek, hetzij direct in
elektronische vorm, hetzij via een register. In het bijzonder worden documenten
die in het kader van een wetgevingsprocedure zijn opgesteld of ontvangen
direct toegankelijk gemaakt overeenkomstig artikel 12.
5. Voor gevoelige documenten in de zin van artikel 9, lid 1, geldt overeenkomstig
dat artikel een bijzondere behandeling.
6. Deze verordening doet niet af aan een eventueel recht van toegang van het
publiek tot documenten die bij de instellingen berusten, dat voortvloeit uit
instrumenten van internationaal recht of besluiten van de instellingen ter uitvoering
daarvan.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) „document”: iedere inhoud, ongeacht de drager ervan (op papier, in elektronische
vorm, als geluids-, beeld- of audiovisuele opname), betreffende een
materie die verband houdt met beleidsmaatregelen, acties en besluiten
welke tot de bevoegdheid van de instelling behoren;
b) „derde”: natuurlijke of rechtspersonen en entiteiten buiten de betrokken
instelling, met inbegrip van de lidstaten, andere communautaire of niet-communautaire
instellingen en organen, alsmede derde landen.
Bijlagen | 61

Artikel 4
Uitzonderingen
1. De instellingen weigeren de toegang tot een document wanneer de openbaarmaking
ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van:
a) het openbaar belang, wat betreft:
— de openbare veiligheid,
— defensie en militaire aangelegenheden,
— de internationale betrekkingen,
— het financieel, monetair of economisch beleid van de Gemeenschap of van
een lidstaat;
b) de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, in het
bijzonder gelet op de Gemeenschapswetgeving inzake de bescherming van
persoonsgegevens.
2. De instellingen weigeren de toegang tot een document wanneer de
openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van:
— de commerciële belangen van een natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip
van intellectuele eigendom,
— gerechtelijke procedures en juridisch advies,
— het doel van inspecties, onderzoeken en audits,
tenzij een hoger openbaar belang openbaarmaking gebiedt.
3. De toegang tot een document dat door een instelling is opgesteld voor
intern gebruik of door een instelling is ontvangen, en dat betrekking heeft op
een aangelegenheid waarover de instelling nog geen besluit heeft genomen,
wordt geweigerd, indien de openbaarmaking ervan het besluitvormingsproces
van de instelling ernstig zou ondermijnen, tenzij een hoger openbaar belang
openbaarmaking gebiedt.
62 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

De toegang tot een document met standpunten voor intern gebruik in het kader
van beraadslagingen en voorafgaand overleg binnen de betrokken instelling
wordt ook geweigerd nadat het besluit genomen is, indien de openbaarmaking
van het document het besluitvormingsproces van de instelling ernstig zou
ondermijnen, tenzij een hoger openbaar belang openbaarmaking gebiedt.
4. Wanneer het gaat om documenten van derden, wordt de derde door de
instelling geraadpleegd om te kunnen beoordelen of een uitzondering van de
leden 1 of 2 van toepassing is, tenzij het duidelijk is dat het document wel of
niet openbaar moet worden gemaakt.
5. Een lidstaat kan de instelling verzoeken, een van deze lidstaat afkomstig
document niet zonder zijn voorafgaande toestemming openbaar te maken.
6. Indien het gevraagde document slechts ten dele onder de uitzonderingen
valt, worden de overige delen ervan wel vrijgegeven.
7. De uitzonderingen van de leden 1 tot en met 3 zijn slechts van toepassing
gedurende de periode waarin bescherming op grond van de inhoud van het
document gerechtvaardigd is. De uitzonderingen gelden voor ten hoogste 30
jaar. In geval van documenten die vallen onder de uitzonderingen op grond van
de persoonlijke levenssfeer of van commerciële belangen en in geval van
gevoelige documenten, kunnen de uitzonderingen zo nodig na afloop van deze
periode van toepassing blijven.
Artikel 5
Documenten in het bezit van de lidstaten
Wordt van een lidstaat een document gevraagd dat hij in zijn bezit heeft en dat
van een instelling afkomstig is, dan raadpleegt hij de betrokken instelling, om
een besluit te kunnen nemen waardoor het doel van deze verordening niet in
gevaar komt - tenzij het duidelijk is dat het document wel of niet wordt
vrijgegeven. De lidstaat kan het verzoek ook doorgeleiden aan de betrokken
instelling.
Bijlagen | 63

Artikel 6
Verzoeken
1. Verzoeken om toegang tot een document geschieden in schriftelijke vorm -
elektronische vorm daaronder begrepen -, in één der talen van artikel 314 van
het EG-Verdrag, en zijn voldoende nauwkeurig geformuleerd opdat de instelling
het document kan identificeren. De verzoeker is niet verplicht de redenen voor
zijn verzoek te vermelden.
2. Is een verzoek niet nauwkeurig genoeg, dan vraagt de instelling de
verzoeker om nadere precisering en is zij hem hierbij behulpzaam, bijvoorbeeld
door informatie te verstrekken over het gebruik van de openbare documentenregisters.
3. In geval van verzoeken om omvangrijke documenten of om een zeer groot
aantal documenten, kan de betrokken instelling informeel met de aanvrager
overleggen om een billijke oplossing te vinden.
4. De instellingen voorzien in voorlichting van de burger over hoe en waar
verzoeken om toegang tot documenten kunnen worden ingediend en in bijstand
terzake.
Artikel 7
Behandeling van initiële verzoeken
1. Een verzoek om toegang tot een document wordt onmiddellijk behandeld.
De verzoeker ontvangt een ontvangstbevestiging. Binnen vijftien werkdagen na
registratie van het verzoek verleent de instelling de verzoeker toegang tot het
gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in de zin van artikel 10, ofwel
deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede waarom zij het verzoek
volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem attendeert op zijn recht om
overeenkomstig lid 2 een confirmatief verzoek in te dienen.
2. In geval van volledige of gedeeltelijke afwijzing kan de verzoeker binnen
vijftien werkdagen na ontvangst van het antwoord van de instelling een
confirmatief verzoek indienen, welk verzoek ertoe strekt de instelling haar
standpunt te doen herzien.
64 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

3. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een verzoek om een zeer
omvangrijk document of om een zeer groot aantal documenten, kan de in lid 1
genoemde termijn met vijftien werkdagen worden verlengd, mits de verzoeker
daarvan tevoren in kennis wordt gesteld met nauwkeurige vermelding van de
redenen daarvoor.
4. Bij uitblijven van een antwoord van de instelling binnen de voorgeschreven
termijn, heeft de verzoeker het recht een confirmatief verzoek in te dienen.
Artikel 8
Behandeling van confirmatieve verzoeken
1. Een confirmatief verzoek wordt onmiddellijk behandeld. Binnen vijftien
werkdagen te rekenen na registratie van het confirmatief verzoek verleent de
instelling toegang tot het gevraagde document en maakt zij het toegankelijk in
de zin van artikel 10, of deelt zij de verzoeker schriftelijk de redenen mede
waarom zij het verzoek volledig of gedeeltelijk afwijst, waarbij zij hem
attendeert op de beroepsmogelijkheden die hem openstaan, namelijk beroep
op de rechter tegen de instelling en/of een klacht bij de ombudsman, onder de
voorwaarden van respectievelijk de artikelen 230 en 195 van het EG-Verdrag.
2. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een verzoek om een zeer
omvangrijk document of een zeer groot aantal documenten, kan de in lid 1
genoemde termijn met vijftien werkdagen worden verlengd, mits de verzoeker
daarvan tevoren in kennis wordt gesteld met uitvoerige vermelding van de
redenen daarvoor.
3. Uitblijven van een antwoord van de instelling binnen de voorgeschreven
termijn geldt als een afwijzend antwoord en geeft de verzoeker het recht beroep
in te stellen tegen de instelling en/of een klacht in te dienen bij de ombudsman,
onder de voorwaarden van het EG-Verdrag.
Bijlagen | 65

Artikel 9
Behandeling van gevoelige documenten
1. Gevoelige documenten zijn documenten die afkomstig zijn van de
instellingen of van de agentschappen hiervan, van lidstaten, van derde landen
of van internationale organisaties, en die op grond van de regels van de
betrokken instelling ter bescherming van wezenlijke belangen van de Europese
Unie, of van één of meer van haar lidstaten, op de gebieden van artikel 4, lid 1,
onder a) - in het bijzonder openbare veiligheid -, defensie en militaire aangelegenheden,
als „TRÈS SECRET/TOP SECRET”, „SECRET” of „CONFIDENTIEL”
zijn gerubriceerd.
2. Verzoeken om toegang tot gevoelige documenten volgens de procedures
van de artikelen 7 en 8 worden uitsluitend behandeld door personen die het
recht hebben zelf van deze documenten kennis te nemen. Deze personen
beoordelen eveneens, onverminderd artikel 11, lid 2, welke verwijzingen naar
gevoelige documenten in het openbaar register kunnen worden opgenomen.
3. Gevoelige documenten worden uitsluitend na instemming van de
oorspronkelijke verstrekker in het register vermeld of vrijgegeven.
4. Het besluit van een instelling om de toegang tot een gevoelig document te
weigeren wordt zodanig met redenen omkleed, dat de door artikel 4 beschermde
belangen niet worden geschaad.
5. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat de
beginselen van dit artikel en van artikel 4 bij de behandeling van verzoeken om
toegang tot gevoelige documenten worden geëerbiedigd.
6. De regels van de instellingen betreffende gevoelige documenten worden
openbaar gemaakt.
7. De Commissie en de Raad informeren het Europees Parlement over gevoelige
documenten overeenkomstig de door de instellingen overeengekomen
regelingen.
66 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

Artikel 10
Toegang in aansluiting op een verzoek
1. De toegang tot de documenten wordt gegeven, volgens de voorkeur van de
verzoeker, door hetzij inzage ter plaatse, hetzij afgifte van een kopie, eventueel
een elektronische kopie indien deze beschikbaar is. De kosten van vervaardiging
en verzending van kopieën kunnen ten laste van de aanvrager worden gebracht.
Deze kosten mogen de werkelijke kosten van het vervaardigen en verzenden van
de kopieën niet overschrijden. Inzage ter plekke, kopieën van minder dan twintig
bladzijden A4 en rechtstreekse toegang in elektronische vorm of via het register,
zijn kosteloos.
2. Indien een document door de betrokken instelling reeds vrijgegeven is en
voor de verzoeker gemakkelijk toegankelijk is, kan de instelling aan haar verplichting
tot het verschaffen van toegang tot documenten voldoen door de
verzoeker mee te delen hoe het gewenste document kan worden verkregen.
3. De documenten worden geleverd in een bestaande versie en een bestaand
formaat (inbegrepen in elektronische vorm of in een alternatieve vorm, zoals
braille, grootgedrukt of op band), ten volle rekening houdend met de door de
aanvrager te kennen gegeven voorkeur.
Artikel 11
Registers
1. Teneinde de rechten van de burgers uit deze verordening ten volle hun beslag
te geven, voorziet elke instelling in toegang van het publiek tot een documentenregister.
Deze toegang dient in elektronische vorm te worden verschaft.
Verwijzingen naar documenten worden onverwijld in het register opgenomen.
2. Het register bevat voor ieder document een referentienummer (en, indien van
toepassing, de interinstitutionele referentie), het behandelde onderwerp en/of
een korte beschrijving van de inhoud van het document en de datum waarop het
document werd ontvangen of opgesteld en in het register werd opgenomen.
Verwijzingen worden gemaakt op een wijze die de bescherming van de in artikel
4 bedoelde belangen niet schaadt.
Bijlagen | 67

3. De instellingen nemen onverwijld de nodige maatregelen om een register op
te zetten dat uiterlijk op 3 juni 2002 operationeel is.
Artikel 12
Rechtstreekse toegang in elektronische vorm of via een register
1. Voorzover mogelijk maken de instellingen de documenten rechtstreeks
toegankelijk voor het publiek, in elektronische vorm of via een register, overeenkomstig
de regels van de betrokken instelling.
2. In het bijzonder wetgevingsdocumenten, dat wil zeggen documenten die
zijn opgesteld of ontvangen in de loop van procedures tot aanneming van in of
voor de lidstaten bindende besluiten, dienen, met inachtneming van de artikelen
4 en 9, rechtstreeks toegankelijk te worden gemaakt.
3. Indien mogelijk dienen andere documenten, met name documenten die
verband houden met de ontwikkeling van beleid of strategie, rechtstreeks
toegankelijk te worden gemaakt.
4. Biedt het register geen rechtstreekse toegang, dan dient het aan te geven
waar het document gelokaliseerd is.
Artikel 13
Bekendmaking in het Publicatieblad
1. Naast de besluiten van artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag en van
artikel 163 van het Euratom-Verdrag worden de volgende documenten, met
inachtneming van de artikelen 4 en 9 van deze verordening, in het Publicatieblad
bekendgemaakt:
a) Commissievoorstellen;
b) gemeenschappelijke standpunten van de Raad overeenkomstig de artikelen
251 en 252 van het EG-Verdrag, tezamen met de motivering, almede de
standpunten van het Europees Parlement in deze procedures;
c) kaderbesluiten en besluiten in de zin van artikel 34, lid 2, van het Verdrag
betreffende de Europese Unie;
68 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

d) overeenkomsten vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34, lid 2,
van het Verdrag betreffende de Europese Unie;
e) overeenkomsten tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 293 van het EG-
Verdrag;
f) internationale overeenkomsten gesloten door de Gemeenschap of
overeenkomstig artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
2. Voorzover mogelijk worden de volgende documenten in het Publicatieblad
bekendgemaakt:
a) initiatieven door een lidstaat aan de Raad voorgelegd overeenkomstig artikel
67, lid 1, van het EG-Verdrag of artikel 34, lid 2, van het Verdrag betreffende de
Europese Unie;
b) gemeenschappelijke standpunten in de zin van artikel 34, lid 2, van het
Verdrag betreffende de Europese Unie;
c) richtlijnen die niet vallen onder artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag,
en besluiten, aanbevelingen en adviezen die niet vallen onder artikel 254, lid
1, van het EG-Verdrag.
3. Elke instelling kan in haar reglement van orde bepalen welke andere documenten
in het Publicatieblad worden gepubliceerd.
Artikel 14
Voorlichting
1. Iedere instelling neemt de maatregelen die nodig zijn om de burgers voor te
lichten over de rechten die zij op grond van deze verordening genieten.
2. De lidstaten werken met de instellingen samen bij de voorlichting van de
burgers.
Artikel 15
Administratieve praktijken in de instellingen
1. De instellingen werken goede administratieve praktijken uit, om de uitoefening
van het door deze verordening gewaarborgde recht van toegang te
vergemakkelijken.
Bijlagen | 69

2. De instellingen richten een interinstitutioneel comité op dat nagaat welke
de beste praktijk is, eventuele geschillen behandelt en toekomstige ontwikkelingen
van de toegang van het publiek tot documenten bespreekt.
Artikel 16
Reproductie van documenten
Deze verordening doet niet af aan bestaande regelingen inzake copyright die
een beperking kunnen inhouden voor derden om vrijgegeven documenten te
reproduceren of te gebruiken.
Artikel 17
Verslagen
1. Elke instelling publiceert jaarlijks een verslag over het voorgaande jaar met
vermelding van het aantal gevallen waarin zij toegang tot documenten heeft
geweigerd, de redenen voor die weigering en het aantal niet in het register
vermelde gevoelige documenten.
2. Uiterlijk op 31 januari 2004 publiceert de Commissie een verslag over de
toepassing van de beginselen van deze verordening door de instellingen en
doet zij aanbevelingen die, indien noodzakelijk, ook voorstellen bevatten voor
de herziening van deze verordening en voor een actieprogramma van door de
instellingen te treffen maatregelen.
Artikel 18
Uitvoeringsbepalingen
1. Elke instelling past haar reglement van orde aan de bepalingen van deze
verordening aan. Deze aanpassingen worden van kracht op 3 december 2001.
2. Binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening
onderzoekt de Commissie of Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de
Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de
historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie( 1 ) conform is met deze verordening,
teneinde te verzekeren dat de documenten zo volledig mogelijk worden
bewaard en gearchiveerd.
( 1 )
PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1.
70 |
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie

3. Binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening onderzoekt
de Commissie of de bestaande regels inzake de toegang tot documenten
conform zijn met deze verordening.
Artikel 19
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar
bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 3 december 2001.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks
toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 mei 2001.
Voor de Europese Parlement
Voor de Raad
De voorzitster
De voorzitter
N. FONTAINE B. LEJON
Bijlagen | 71

Mocht u belangstelling hebben voor de activiteiten van de Raad van de Europese Unie, zendt dan dit
formulier ingevuld terug naar het volgende adres:
Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie
DG F
Voorlichting van het publiek
Wetstraat 175
B-1048 Brussel
Fax 32 (0)2 285 53 32
E-mail: documentation@consilium.eu.int
Onderstaande publicaties zijn ook te vinden op de Internetsite van de Raad
(http://ue.eu.int) of kunnen worden verkregen per e-mail (bookshop.online@consilium.eu.int).
Ik wens regelmatig te ontvangen:
informatie over openbare debatten van de Raad, „open dagen” enz.,
algemene informatie (brochures, folders enz.) over de Raad van de Europese Unie,
in de volgende taal:
ES CS DA DE ET EL EN FR IT LV
LT HU MT NL PL PT SK SL FI SV
Naam:
Voornaam:
Beroep:
Adres:
Postcode:
Gemeente:
Land:
E-mail:
✂
| 73

Raad van de Europese Unie
Wegwijzer voor de Raad van de Europese Unie
2004 — 74 p. — 17,6 x 25 cm
ISBN 92-824-3038-3

QC-58-04-425-NL-C