1 Toegang tot de masteropleiding - Universiteit Utrecht

Inleiding
Doel van dit statuut
Het opleidingsstatuut legt de rechten en plichten van studenten enerzijds en de Universiteit Utrecht anderzijds
zo goed mogelijk vast. De universiteit en de onderwijsinstituten* zijn verantwoordelijk voor de masteropleiding
die de student volgt.
U bent ook zelf als student verantwoordelijk voor uw opleiding. Het opleidingsstatuut is een middel om de
kwaliteit van het onderwijs en de organisatie ervan, maar ook de inspanning van studenten te kunnen toetsen
en waar nodig te verbeteren om zo aan vooraf gestelde criteria te (blijven) voldoen. Het statuut heeft ook tot
doel de docenten en overig personeel een houvast te geven bij de uitvoering van hun onderwijstaken. Het
opleidingstatuut geldt zowel voor de universiteit als geheel als voor de betreffende faculteiten en
onderwijsinstituten. Het statuut is van toepassing op voltijd− en deeltijdstudenten. Voor bijzondere groepen van
studenten gelden op bepaalde terreinen specifieke regelingen die worden genoemd in hoofdstuk 14.
In het opleidingsstatuut zijn de regels en afspraken over het onderwijs opgenomen. Formeel liggen deze ook
vast in de bijbehorende Onderwijs− en Examenregeling. In studiegidsen staat de inhoud van de programma’s
beschreven en is nadere informatie gegeven over de praktische kanten van het onderwijs.
Beschikbaarheid van het opleidingsstatuut
Het opleidingsstatuut wordt jaarlijks bijgesteld en voor 1 september met de studiegids gepubliceerd. Ze
bevatten samen de informatie die u nodig heeft om te studeren. Het onderwijsinstituut informeert u over het
bestaan en de vindbaarheid van het opleidingsstatuut. Voor studenten en medewerkers van het Instituut voor
Informatica en Informatiekunde geldt dat zij het statuut kunnen bekijken op en downloaden van het Internet.
Studenten, docenten en overig personeel worden geacht de inhoud van het statuut te kennen.
Wat wordt er verwacht van de onderwijsinstituten van de Universiteit Utrecht
De Universiteit Utrecht stelt zich ervoor garant dat:
• ieder onderwijsinstituut één (of meer) gespecialiseerde wetenschappelijke masteropleiding(en), met
bijbehorende masterprogramma’s, biedt, waarbij de student zich voorbereidt op verdere beoefening van
de wetenschap of beroepsuitoefening op academisch niveau;
• elk masterprogramma uitgevoerd wordt conform de vooraf aangegeven werkwijze;
• iedere student gebruik kan maken van een adequate studieloopbegeleiding ter voorbereiding op een
latere beroepsuitoefening;
• elke student inhoudelijk wordt begeleid door docenten die beschikken over basisbekwaamheden in het
onderwijs op inhoudelijk, didactisch en organisatorisch gebied. Er worden activerende onderwijsvormen
gebruikt en het onderwijs is zoveel mogelijk kleinschalig van opzet;
• elke student na het afronden van de masteropleiding beschikt over het vermogen te blijven leren en het
vermogen tot sturen van de eigen ontwikkeling.
Wat wordt er verwacht van de student
Of de opleiding de gestelde doelen waarmaakt, is mede afhankelijk van de inzet van de student. De universiteit
verwacht van studenten dat zij eigen keuzes maken in hun leerproces. Van studenten wordt een zelfstandige
houding en actieve participatie in het onderwijs verwacht. Studenten toegelaten tot en ingeschreven voor een
masterprogramma , zijn verplicht aan het programma deel te nemen conform de leeractiviteiten, zoals in het
kader van het toelatingsgesprek is overeen gekomen en regelmatig en voldoende zelf te studeren. Een
kritisch−analytische instelling en de wil om resultaten te halen zijn daarbij onontbeerlijk. Studenten die niet aan
2