07.03.2015 Views

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg ... - Zorg Basisboeken

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg ... - Zorg Basisboeken

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg ... - Zorg Basisboeken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ThiemeMeulenhoff <strong>Zorg</strong><br />

Niveau b4<br />

<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Antwoordmodellen


Inhoudsopgave<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

1 De samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en diens naasten 7<br />

1.1 Interactie met de zorgvrager 7<br />

Praktijk: Klacht 7<br />

Praktijk: Blind 7<br />

Praktijk: Kennismaking 7<br />

Praktijk: Mevrouw De Vries drinkt slecht 8<br />

Kennisopdracht 8<br />

1.2 Afspraken maken met zorgvragers 11<br />

Praktijk: Niet de afspraak 11<br />

Praktijk: Veilig 11<br />

Praktijk: ‘Nou gewoon’ 11<br />

Kennisopdracht 12<br />

1.3 Feedback geven en ontvangen 14<br />

Praktijk: Te laat 14<br />

Praktijk: ‘Jij bent altijd zo dominant!’ 14<br />

Kennisopdracht 14<br />

1.4 Handelen <strong>bij</strong> conflicten 16<br />

Praktijk: <strong>Zorg</strong>vernieuwing 16<br />

Praktijk: Baby's vertroetelen 16<br />

Kennisopdracht 17<br />

2 Helpen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong> verzorging 19<br />

2.1 Hulp bieden <strong>bij</strong> het aan- en uitkleden 19<br />

Praktijk: Vieze kleren 19<br />

Kennisopdracht 19<br />

2.2 Hulp bieden <strong>bij</strong> het wassen 21<br />

Praktijk: Geen zin 21<br />

Praktijk: Badongeluk 21<br />

Kennisopdracht 22<br />

2.3 Hulp bieden <strong>bij</strong> de uiterlijke verzorging 24<br />

Praktijk: Piekfijn 24<br />

Praktijk: Zal hij snel opknappen? 24<br />

Kennisopdracht 24<br />

2.4 Het gebruik van hulpmiddelen 26<br />

Praktijk: Noodprothese 26


Praktijk: Niet aan denken 26<br />

Kennisopdracht 26<br />

2.5 Complicaties van langdurige inactiviteit voorkomen 28<br />

Praktijk: CVA 28<br />

Kennisopdracht 28<br />

3 Helpen <strong>bij</strong> de opname van voeding en vocht 31<br />

3.1 Hulp bieden <strong>bij</strong> eten en drinken 31<br />

Praktijk: Je kwijlt ervan! 31<br />

Praktijk: Natasja doet aan de lijn 31<br />

Kennisopdracht 31<br />

3.2 Voedingsproblemen en negatieve vochtbalans signaleren 33<br />

Praktijk: Een pechvogel 33<br />

Praktijk: Wat een dorst 33<br />

Kennisopdracht 33<br />

3.3 Maatregelen nemen ter bevordering van de eetlust 35<br />

Praktijk: Geen trek 35<br />

Praktijk: Speekseloverlast 35<br />

Kennisopdracht 35<br />

3.4 Voedings- en dieetvoorschriften hanteren 37<br />

Praktijk: Suikerziekte suikervrij? 37<br />

Praktijk: Jong geleerd, oud gedaan 37<br />

Kennisopdracht 37<br />

4 Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding 39<br />

4.1 Hulp bieden <strong>bij</strong> de toiletgang 39<br />

Praktijk: Na de operatie 39<br />

Praktijk: Zuster kom eens even 39<br />

Kennisopdracht 39<br />

4.2 Blaastraining geven 41<br />

Praktijk: De blaastraining 41<br />

Praktijk: Katie 41<br />

Kennisopdracht 41<br />

4.3 Incontinentiemateriaal toepassen 43<br />

Praktijk: Een nieuwe heup 43<br />

Praktijk: Thuis <strong>bij</strong> mevrouw Rodenburg 43<br />

Kennisopdracht 43<br />

4.4 De uitscheiding bevorderen 45<br />

Praktijk: Ik moet, maar het lukt niet 45<br />

Praktijk: Meneer Sadiqi heeft obstipatie 45


Praktijk: Ling heeft diarree 45<br />

Kennisopdracht 46<br />

4.5 Hulp bieden <strong>bij</strong> het opgeven van sputum 47<br />

Praktijk: ‘Maak het haar maar zo comfortabel mogelijk’ 47<br />

Kennisopdracht 47<br />

4.6 Hulp bieden <strong>bij</strong> het braken 48<br />

Praktijk: Maagpijn 48<br />

Kennisopdracht 48<br />

4.7 Hulp bieden <strong>bij</strong> de menstruatie 49<br />

Praktijk: Vera 49<br />

Kennisopdracht 49<br />

4.8 Hulp bieden <strong>bij</strong> hevige transpiratie 51<br />

Praktijk: Meneer Jansons heeft een longontsteking 51<br />

Kennisopdracht 51<br />

5 Helpen <strong>bij</strong> mobiliteitsproblemen 53<br />

5.1 Een zorgvrager helpen <strong>bij</strong> het mobiliseren 53<br />

Praktijk: Meneer Haanstra 53<br />

Praktijk: Het mobiliseren van Saskia 53<br />

Kennisopdracht 54<br />

5.2 Een zorgvrager tillen en verplaatsen 55<br />

Praktijk: Steunkousen 55<br />

Praktijk: Mevrouw Van Heusden 55<br />

Praktijk: Omdraaien 55<br />

Kennisopdracht 55<br />

5.3 Een zorgvrager helpen <strong>bij</strong> het mobiliseren 57<br />

Praktijk: Mevrouw Jackson 57<br />

Praktijk: Borstvoeding 57<br />

Kennisopdracht 57<br />

6 Het bed van de zorgvrager verzorgen 59<br />

6.1 Bedden verzorgen 59<br />

Praktijk: Een vies bed 59<br />

Praktijk: Na de narcose 59<br />

Kennisopdracht 59<br />

6.2 Bedden hanteren 61<br />

Praktijk: Opname in het verpleeghuis 61<br />

Praktijk: Spoedopname 61<br />

Praktijk: Een lelijke val! 61<br />

Kennisopdracht 61


6.3 Hulpmiddelen toepassen <strong>bij</strong> de bedverzorging 63<br />

Praktijk: Meneer Tak 63<br />

Kennisopdracht 63<br />

7 De vitale functies bewaken 65<br />

7.1 Vitale functies bewaken 65<br />

Praktijk: Koorts 65<br />

Praktijk: Hartritmestoornissen 65<br />

Praktijk: Te lage bloeddruk 65<br />

Praktijk: Astma 65<br />

Praktijk: Longontsteking 66<br />

Kennisopdracht 66<br />

8 Een evenwichtig slaap- en waakritme bevorderen 69<br />

8.1 Slapen en waken 69<br />

Praktijk: Paco slaapt 69<br />

Praktijk: Dat vreselijke gesnurk! 69<br />

Praktijk: Maartje is druk 70<br />

Kennisopdracht 70


1 De samenwerkingsrelatie met de<br />

zorgvrager en diens naasten<br />

Interactie met de zorgvrager<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: KLACHT<br />

1 Vind je de verwachtingen die Sonja van een begeleider heeft reëel? Licht je antwoord toe.<br />

Een zorgvrager mag van een begeleider respect en oprechte belangstelling verwachten.<br />

2 Moet de leiding maatregelen nemen tegen Karel? Leg uit.<br />

De leiding zal allereerst een gesprek heeft met Karel aangaan, waarin ze uiteenzet waar de<br />

klacht over gaat en waarin Karel de mogelijkheid krijgt om zijn gedrag uit te leggen. Als Karel<br />

vervolgens niet inziet waarom zijn gedrag niet in een zorgrelatie thuishoort, zal zijn functioneren<br />

op een serieuze manier ter discussie worden gesteld.<br />

3 Welke aspecten van de verpleegkundige beroepscode worden door Karel overschreden?<br />

In de zorgverlening wordt zo veel mogelijk een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie<br />

nagestreefd. Doordat Karel in de spullen van Sonja kijkt, is er sprake van een ongelijke<br />

machtsrelatie.<br />

PRAKTIJK: BLIND<br />

1 Lees de tips aandachtig door. Wat had je niet uit jezelf goed gedaan? Leg uit.<br />

Geen antwoordmodel. De leerling vertelt welke adviezen voor haar handig zijn en waar ze zelf<br />

niet aan had gedacht.<br />

2 Je hoeft een woord als ‘kijken’ niet krampachtig te vermijden <strong>bij</strong> iemand die blind is. Ben je<br />

het daarmee eens? Leg uit.<br />

Door een woord als ‘kijken’ en ‘zien’ krampachtig te vermijden, leg je extra nadruk op het feit<br />

dat iemand blind is en dat je daar op een ongemakkelijke manier mee omgaat. Voor iemand<br />

die blind is, is het blind zijn de dagelijkse realiteit. Hij zal van het woordje kijken niet schrikken.<br />

3 Waarom hebben verpleegkundigen deze tips nodig?<br />

Een voorwaarde voor succesvolle communicatie is dat je je kunt verplaatsen in het<br />

referentiekader van de ander. Voor een ziende verpleegkundigen is het heel moeilijk om zich<br />

in de wereld van een blinde te verplaatsen.<br />

PRAKTIJK: KENNISMAKING<br />

1 Welke fase van een ‘probleemgesprek’ wordt hier beschreven?<br />

Het gaat hier om de eerste fase: de opening of het leggen van contact.<br />

2 Waarom verloopt deze fase zo moeizaam?<br />

© ThiemeMeulenhoff 7


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Bij mevrouw F. duurt deze fase zo lang, omdat ze het probleem niet onderkent. Ze heeft geen<br />

ziekteinzicht. Ze verwacht niets goeds van een hulpverlener. Het kost daarom extra tijd en<br />

inspanning om een vertrouwensband op te bouwen.<br />

3 Waar zou een volgend gesprek met mevrouw F. over kunnen gaan?<br />

Een volgend gesprek met mevrouw F. zou kunnen gaan over het aanvaarden van hulp <strong>bij</strong><br />

concrete klusjes, om op die manier een vertrouwensband te kunnen opbouwen. Ze zou ook<br />

kunnen proberen om via een gesprek over kleding het onderwerp uiterlijke verzorging aan te<br />

snijden.<br />

PRAKTIJK: MEVROUW DE VRIES DRINKT SLECHT<br />

1 Mevrouw De Vries zal vermoedelijk grote moeite hebben om mee te werken aan deze ‘opdracht’.<br />

Hoe komt dat?<br />

Marijke houdt op geen enkele manier rekening met de leeftijd en het referentiekader van<br />

mevrouw De Vries. Ze communiceert ook niet, maar wil slechts haar informatie kwijt.<br />

2 Denk je dat ze het formulier goed zal toepassen <strong>bij</strong> het noteren van wat zij drinkt?<br />

Beargumenteer je antwoord.<br />

Als Marijke wél uit zou zijn op communicatie met mevrouw De Vries, zou ze uitleggen waarom<br />

het nodig is de vochtbalans <strong>bij</strong> te houden. Ze zou uitleg geven <strong>bij</strong> het formulier en zou ze<br />

steeds controleren of mevrouw De Vries het begrepen heeft. Ze zou als voorbeeld samen met<br />

mevrouw De Vries na kunnen gaan wat ze die ochtend of de vorige avond heeft gedronken<br />

en dat invullen op het formulier. Tot slot zou ze door vragen te stellen, nagaan of mevrouw<br />

De Vries mee wil werken.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Een verpleegkundige zegt tegen een zorgvrager: ‘U moet nu naar het toilet, anders loop ik<br />

weg. Vervolgens belt u weer en moet ik weer terugkomen, terwijl ik met iemand anders bezig<br />

ben.’<br />

Dit lijkt een autoritair werkende verpleegkundige die veel zelf aan het woord is en meer oog<br />

heeft voor haar eigen werk dan voor de beleving van de zorgvrager. Een verpleegkundige die<br />

vraaggericht werkt, luistert meer en stelt vragen. Ze respecteert de gevoelens van de zorgvrager<br />

en geeft hem de ruimte om zelf tot beslissingen te komen. Deze verpleegkundige mist<br />

belangrijke houdingsaspecten als respect en empathie.<br />

2 De zorgvrager als klant: wat vind je van deze rolopvatting?<br />

Een soortgelijke situatie als in een winkel kun je ook meemaken in een zorginstelling. Een<br />

zorgvrager verwacht dat je al je tijd en aandacht aan hem of haar geeft. Dit zijn verwachtingen<br />

die als je er niet over nadenkt en praat tot ergernissen kunnen leiden.<br />

De vraaggerichte benadering stelt de (hulpvraag van de) zorgvrager voorop. In de vraaggerichte<br />

benadering heeft de zorgvrager een positie die lijkt op die van een klant in een winkel. Het<br />

betekent dat hij de zorg aanstuurt. Maar je hoeft niet op elke vraag van een zorgvrager in te<br />

gaan. Een hulpverlener heeft een eigen professionele verantwoordelijkheid en maakt een<br />

afweging. Hij krijgt te maken met ethische grenzen, de regels van de instelling en prioriteiten.<br />

Hij moet ook rekening houden met het feit dat iemand misschien geen keuze kan maken of<br />

onvoldoende in staat is om aan te geven wat hij wil. Bij gedwongen hulpverlening <strong>bij</strong>voorbeeld<br />

is het moeilijk om de vraaggerichte zorg te leveren.<br />

8<br />

© ThiemeMeulenhoff


De samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en diens naasten<br />

Interactie met de zorgvrager<br />

3 We kunnen ons gemakkelijk laten leiden door het uiterlijk van de zorgvrager en zijn gedrag.<br />

Daar kan de zorgvrager de dupe van worden. Geef hiervan twee voorbeelden.<br />

Een eerste contact met iemand die je niet kent en van wie je alleen het uiterlijk waarneemt<br />

kan tot verwarrende situaties leiden. Enkele voorbeelden. Een verpleegkundige die door de<br />

afwezigheid van een hoofddoekje ervan uitgaat dat iemand niet islamitisch is. Een<br />

verpleegkundige die denkt dat zorgvrager niets geeft om zijn uiterlijk, terwijl deze zijn uiterlijk<br />

verwaarloost, omdat hij depressief is.<br />

4 Bij een professionele benadering hoort dat je de rol vervult van verpleegkundige. Maar er hoort<br />

ook echtheid <strong>bij</strong>. Dat lijkt met elkaar in tegenspraak. Is het dat ook? Verklaar je nader.<br />

Ze lijken met elkaar in tegenspraak, maar zijn het niet. Echt zijn betekent dat je je niet verschuilt<br />

achter een rol. Je bent op je werk binnen bepaalde grenzen zoveel mogelijk jezelf.<br />

5 Welke manier van communiceren is <strong>bij</strong> uitstek geschikt om een relatie met iemand aan te<br />

gaan: non-verbale of verbale communicatie? Leg uit.<br />

Non-verbale communicatie is <strong>bij</strong> uitstek het juiste kanaal om met iemand relatie aan te gaan.<br />

Hiermee breng je affectie en empathie over. Bijvoorbeeld door iemand aan te kijken, te<br />

glimlachen of te knikken kun je interesse en warmte tonen. Ook het aanraken van iemand is<br />

belangrijk om een relatie te bevestigen. Je kunt zo tonen dat je betrokken bent of troost bieden.<br />

6 Een verpleegkundige ziet de echtgenote van een zojuist overleden patiënt in de wachtkamer<br />

zitten. De echtgenote weet nog van niets en de verpleegkundige loopt langs, terwijl ze haar<br />

vriendelijk toeknikt. ‘Hoe is de operatie gegaan?’, vraagt de echtgenote. Hoe moet de<br />

verpleegkundige reageren?<br />

Als het gaat om een ernstige mededeling zoals het overlijden van een patiënt tijdens een<br />

operatie, dan is het een taak van de arts om dit te doen. De verpleegkundige zegt tegen de<br />

echtgenote dat de arts met haar zal spreken zodra hij meer weet.<br />

7 Een arts vraagt een verpleegkundige het gesprek met een zorgvrager voort te zetten die zojuist<br />

heeft gehoord dat hij een leveraandoening heeft. Hij mag geen alcohol meer. De man is<br />

helemaal van de kaart en begint te schelden op de arts, zodra de verpleegkundige binnenkomt.<br />

‘Ik heb het helemaal gehad met dit ziekenhuis. Ik ga naar een andere dokter, want deze kletst<br />

uit zijn nek.’ Hoe moet de verpleegkundige reageren?<br />

De man heeft zojuist slechte nieuws gehoord en reageert zeer emotioneel. In plaats van<br />

inhoudelijk te reageren, wat kan leiden tot een vervelend welles-nietesgesprek, is het beter<br />

om eerst de aandacht te richten op de emoties. Je kunt proberen de gevoelens van de man<br />

te spiegelen. ‘Ik begrijp dat de mededeling van de arts u van streek maakt.’<br />

8 Je wilt weten hoe gemotiveerd een zorgvrager is om te stoppen met roken. Wat vraag je hem?<br />

Waar vraag je op door?<br />

Je kunt beginnen met de vraag of de zorgvrager wil stoppen met roken. Vervolgens vraag je<br />

waarom de zorgvrager wil stoppen? Je probeert erachter te komen of hij het zelf graag wil of<br />

dat hij denkt dat het moet (van de omgeving, de behandelaar). Vervolgens kun je doorvragen<br />

of hij een plan van aanpak heeft of eventueel samen zo'n plan wil opstellen. Ook kun je<br />

doorvragen naar vroegere stoppogingen en hoe die zijn uitgepakt. Je kunt doorvragen naar<br />

hoe hij zelf inschat of hij zal kunnen stoppen met roken.<br />

9 Een zorgvrager heeft veel problemen. Hij is zojuist gescheiden, heeft schulden en dreigt te<br />

worden ontslagen, omdat hij een paar keer te laat op zijn werk is verschenen, nadat hij is<br />

doorgezakt met vrienden. De oplossing is simpel. Hij gaat praten met schuldsanering en hij<br />

© ThiemeMeulenhoff 9


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

gaat alleen nog maar in het weekend naar de kroeg, zodat hij niet meer te laat komt op het<br />

werk. Waarom is het niet goed om deze oplossing direct aan te reiken?<br />

Het is belangrijk dat je eerst samen met de zorgvrager het probleem helder krijgt. In deze<br />

situatie moet de zorgvrager eerst erkennen of begrijpen welke problemen er zijn. Een valkuil<br />

<strong>bij</strong> elk probleemgesprek is de neiging om direct met een oplossing te komen. Een oplossing<br />

bieden is erg verleidelijk, maar kan ook een verder gesprek blokkeren.<br />

10 Een zorgvrager komt voor de derde keer te laat. De verpleegkundige wordt inwendig boos,<br />

want het is druk. De zorgvrager legt uit dat hij er helemaal niets aan kan doen, want de bus<br />

reed voor z'n neus weg. De verpleegkundige denkt: had je dan geen bus eerder kunnen<br />

nemen? Welk mechanisme speelt hier voor de zorgvrager?<br />

Het gaat hier om attributie. Mensen hebben de neiging succes toe te schrijven aan<br />

eigenschappen van zichzelf en falen aan factoren van buitenaf. Dit wordt ook wel een<br />

fundamentele attributiefout genoemd.<br />

10<br />

© ThiemeMeulenhoff


De samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en diens naasten<br />

Afspraken maken met zorgvragers<br />

Afspraken maken met zorgvragers<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: NIET DE AFSPRAAK<br />

1 Is elke avond gezamenlijk eten een afspraak? Leg uit.<br />

Elke avond gezamenlijk eten is een stilzwijgende afspraak, een huisgewoonte.<br />

2 Noem belangrijke overwegingen die meespelen in de beoordeling of Johan op zijn kamer mag<br />

eten.<br />

Johan woont wel in een groep en is afhankelijk van zorg, maar hij beslist zelf over zijn eigen<br />

leven. Het is voor Johan blijkbaar belangrijk om privacy te hebben. Op de eigen kamer eten<br />

moet wel mogelijk zijn. Er moeten <strong>bij</strong>voorbeeld genoeg medewerkers zijn, zodat een van hen<br />

Johan eventueel kan begeleiden <strong>bij</strong> het eten.<br />

3 Vind je dat Johan toestemming moet vragen als hij op zijn kamer wil eten? Waarom vind je<br />

dat?<br />

In principe hoeft Johan geen toestemming te vragen als hij op zijn kamer wil eten. Wel moet<br />

hij het vooraf te melden aan de medewerkers. Als het vaker gebeurt, zou er eventueel een<br />

gesprek kunnen plaatshebben tussen de medewerkers en de groepsleden om te bezien of er<br />

nieuwe afspraken over het eten gemaakt moeten worden.<br />

PRAKTIJK: VEILIG<br />

1 Wat vind je van de kwaliteit van deze afspraak?<br />

Het is een werkbare afspraak die tegemoet komt aan de behoeften van de zorgvrager en de<br />

mogelijkheden van de verpleegkundige.Verpleegkundige Robbert heeft begrip voor de situatie<br />

van meneer Verkort en spreekt dat ook uit. De afspraak is verder volstrekt helder.<br />

PRAKTIJK: ‘NOU GEWOON’<br />

1 Is de heer Korthagen overtuigd van het nut om meer te bewegen? Leg uit.<br />

Hoewel de heer Korthagen aangeeft dat hij het eens is met het doel, lijkt hij er meer op uit te<br />

zijn om te voldoen aan de criteria van verpleegkundige Anja (‘maakt u zich geen zorgen’), dan<br />

dat hij zelf overtuigd is van het nut om meer te bewegen. Uit wat hij zegt, lijkt hij er niet veel<br />

over te hebben nagedacht. Hij heeft geen afspraken met zichzelf gemaakt.<br />

2 Waarom is deze afspraak met de heer Korthagen niet goed?<br />

De afspraak is niet effectief, omdat de heer Korthagen zelf niet overtuigd is van het nut van<br />

meer bewegen. Voor een afspraak die wordt opgelegd of aanvoelt als opgelegd, draagt een<br />

zorgvrager geen verantwoordelijkheid.Verder is de afspraak niet helder, omdat hij niet specifiek,<br />

meetbaar en tijdgebonden is.<br />

3 Maak dit gesprek zo af dat je denkt dat er een goede afspraak is gemaakt tussen jou en de<br />

heer Korthagen die voldoet aan alle criteria voor heldere en haalbare afspraken.<br />

De afspraak moet:<br />

• acceptabel zijn. De heer Korthagen is dan zelf overtuigd van de noodzaak, in plaats van<br />

dat hij het voor de verpleegkundige of de arts doet;<br />

© ThiemeMeulenhoff 11


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

• specifiek zijn. Wat is het hoofddoel (conditie verbeteren, zodanig dat ...)? Wat betekent<br />

het subdoel (meer bewegen) precies (buiten wandelen, in de kamer zelfstandig bewegen,<br />

oefenen met apparaten)?<br />

• meetbaar zijn. Hoe is de beginsituatie en hoe wordt de vooruitgang van de doelen<br />

<strong>bij</strong>gehouden?<br />

• tijdgebonden zijn: Wanneer begint de heer Korthagen met meer bewegen en hoe vaak<br />

per dag en hoe lang gaat hij bewegen?<br />

• reëel zijn.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Geef een voorbeeld van een heldere afspraak.Waarom vind je zelf dat het een heldere afspraak<br />

is?<br />

Geen antwoordmodel. Het voorbeeld moet voldoen aan de criteria voor heldere afspraken,<br />

de zogeheten SMART-criteria: specifiek, meetbaar, acceptabel, reëel en tijdgebonden.<br />

2 Noem twee groepen zorgvragers voor wie het maken van afspraken moeilijk of onmogelijk is<br />

en leg uit waarom.<br />

Voorbeelden:<br />

• ernstig dementerenden, omdat ze geestelijk niet in staat zijn tot het maken van afspraken;<br />

• mensen die het nut niet inzien van afspraken, omdat zij geen hulp willen aanvaarden of<br />

geen ziekte-inzicht hebben, omdat ze.<br />

3 Waarom is dwang geen goede basis voor het maken van een afspraak?<br />

Wanneer je dwang gebruikt is er feitelijk geen afspraak, maar een voorschrift. Degene die zich<br />

aan de afspraak dient te houden, voelt zich er niet verantwoordelijk voor.<br />

4 Waarom is het beter om vanuit overtuiging een afspraak te maken?<br />

Wanneer iemand overtuigd is van het nut van een afspraak, is hij gemotiveerder en de kans<br />

groter dat hij de afspraak naleeft.<br />

5 Als een zorgvrager een afspraak niet nakomt kun je op verschillende manieren daarop reageren.<br />

Geef een voorbeeld van een goede reactie.<br />

Voorbeelden van goede reacties wanneer een zorgvrager een afspraak niet nakomt zijn:<br />

• vragen waarom een zorgvrager zijn afspraak niet is nagekomen;<br />

• de zorgvrager op een rustige manier uitleggen wat de consequenties zijn;<br />

• vragen of hij een nieuwe afspraak wil maken.<br />

6 Een verpleegkundige belooft een zorgvrager de volgende dag terug te bellen, maar vergeet<br />

het. Twee dagen later belt de zorgvrager zelf. ‘Goed dat u belt, ik wilde u net bellen’, zegt de<br />

verpleegkundige. Wat vind je van deze reactie?<br />

Als een verpleegkundige een afspraak niet nakomt, hoort ze zich eigenlijk altijd te<br />

verontschuldigen.<br />

7 Een verpleegkundige stelt samen met een zorgvrager de volgende doelstelling op: de zorgvrager<br />

gaat gezonder eten. De zorgvrager spreekt af na de vakantie ermee te gaan beginnen. Wat<br />

is er mis aan deze doelstelling?<br />

12<br />

© ThiemeMeulenhoff


De samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en diens naasten<br />

Afspraken maken met zorgvragers<br />

Het doel is niet specifiek genoeg. Wat wordt bedoeld met gezonder eten: minder vet eten,<br />

meer groentes eten, minder snoep et cetera? Ook is de afspraak niet tijdgebonden. Na de<br />

vakantie is te vaag.<br />

© ThiemeMeulenhoff 13


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Feedback geven en ontvangen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: TE LAAT<br />

1 Gaat het hier om taakgerichte of persoonsgerichte feedback? Leg uit.<br />

Het gaat om beide. Marijke levert taakgerichte feedback als ze Jan vertelt niet meer te laat te<br />

komen en voortaan te bellen en persoonsgerichte feedback wanneer ze hem lummel noemt.<br />

2 Hoe zal Jan deze kritiek ontvangen?<br />

Door de persoonsgerichte feedback en de bozige toon zal Jan de feedback waarschijnlijk niet<br />

goed ontvangen. Bovendien zegt de manier waarop Marijke feedback geeft meer over Marijke<br />

(ze is moe, heeft hoofdpijn) dan over Jan.<br />

PRAKTIJK: ‘JIJ BENT ALTIJD ZO DOMINANT!’<br />

1 Wat vind je van de manier waarop Frans de feedback heeft gegeven, als je de regels voor het<br />

geven van feedback ernaast houdt?<br />

Frans zondigt tegen een paar regels: hij gebruikt een jij-boodschap, gebruikt een generalisatie<br />

(‘altijd’) en geeft persoonsgerichte feedback in plaats van feedback op gedrag.<br />

2 Vind je dat een zorgvrager zich ook moet houden aan de regels van het geven en ontvangen<br />

van feedback?<br />

Eigenlijk zou iedereen die feedback geeft, dat moeten doen volgens de regels van het feedback<br />

geven en ontvangen. Toch kun je niet van elke zorgvrager verwachten dat hij de regels van<br />

het feedback geven kent of daarnaar handelt. Dat hangt onder meer af van zijn beperkingen<br />

en emotionele toestand. Als een zorgvrager commentaar geeft op een verpleegkundige, gaat<br />

het lang niet altijd over de verpleegkundige zelf. Het kan <strong>bij</strong>voorbeeld gaan over boosheid<br />

vanwege ziekte of opname.<br />

3 Wat vind je van de manier waarop Steven de feedback ontvangt?<br />

In plaats van er tegenin gaan en boos worden, had Steven Frans gelijk kunnen geven. Hij had<br />

zich niet zo persoonlijk aangevallen moeten voelen, maar eerst door vragen te stellen, moeten<br />

begrijpen wat Frans precies bedoelde met zijn kritiek.<br />

4 Hoe heeft Steven uiteindelijk toch iets met de feedback kunnen doen?<br />

Steven heeft uiteindelijk de kritiek beoordeeld en dat deel dat persoonlijk tegen hem is gericht,<br />

ter harte genomen. Hij heeft er nog niet zozeer iets mee gedaan, maar zijn zelfkennis is<br />

gegroeid.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Wat is het verschil tussen feedback en kritiek?<br />

Kritiek is een vorm van feedback.<br />

2 Geef drie voorbeelden waarin je als verpleegkundige feedback geeft.<br />

Geen antwoordmodel.<br />

3 Waarom is persoonsgerichte feedback krijgen moeilijker dan taakgerichte feedback?<br />

14<br />

© ThiemeMeulenhoff


De samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en diens naasten<br />

Feedback geven en ontvangen<br />

Iemand die persoonsgerichte kritiek krijgt, voelt zich meer (in zijn hele persoon) afgewezen<br />

dan wanneer hij kritiek krijgt op hoe hij zijn taken doet. Bovendien is een taak makkelijker te<br />

verbeteren dan een <strong>persoonlijke</strong> eigenschap te veranderen.<br />

4 In bepaalde situaties kun je beter geen feedback geven. Noem er twee.<br />

Voorbeelden van situaties waarin je beter geen feedback kunt geven, zijn:<br />

• Wanneer iemand gedrag vertoont dat hij niet kan veranderen. Dat werkt alleen maar<br />

frustrerend.<br />

• Wanneer de eigenlijke bedoeling van de feedback is om je hart te luchten. De bedoeling<br />

van feedback is dat de ander er iets mee kan doen.<br />

• Wanneer het moment niet geschikt is. Je bent <strong>bij</strong>voorbeeld te boos of te vermoeid.<br />

• Wanneer de ruimte niet geschikt is. Geef <strong>bij</strong>voorbeeld geen feedback aan iemand als er<br />

andere personen <strong>bij</strong> aanwezig zijn.<br />

5 Een jonge moeder vertelt op het consultatiebureau zonder blikken of blozen dat ze haar peuter<br />

uit boosheid wel eens slaat. De wijkverpleegkundige wil de moeder uitleggen dat dit niet goed<br />

is, zonder dat ze de moeder bekritiseert. Waarom wil ze geen kritiek leveren, denk je?<br />

De wijkverpleegkundige is bang dat de jonge moeder haar zelfvertrouwen verliest. Daarnaast<br />

wil ze de vertrouwensrelatie die ze met de moeder heeft opgebouwd niet onder druk zetten.<br />

6 Wat doe je als een zorgvrager in een psychiatrische instelling klaagt over het feit dat hij<br />

gedwongen is opgenomen?<br />

Je toont begrip voor zijn gevoelens over het feit dat hij gedwongen is opgenomen en probeert<br />

te begrijpen wat er achter zijn klacht steekt: wil hij zijn hart luchten over zijn situatie of vindt<br />

hij dat hij onterecht is opgenomen en wil hij zijn recht halen? Je vraagt hem wat hij met zijn<br />

klacht wil bereiken en vertelt hem <strong>bij</strong> wie hij moet zijn, zodat diegene iets met zijn klacht of<br />

kritiek kan doen.<br />

7 Stel dat een zorgvrager je onterecht kritiek geeft over de manier waarop je hem uit bed in de<br />

stoel helpt. Hoe reageer jij op deze kritiek?<br />

Je hebt er begrip voor dat de zorgvrager misschien zijn frustratie uit, omdat hij afhankelijk is<br />

van iemand anders om in de stoel te komen. Je kunt hem vragen hoe je hem op een andere<br />

manier uit bed kan helpen, zodat het minder belastend is.<br />

8 Waarom is het geven van kritiek net zo moeilijk als het ontvangen ervan?<br />

Omdat kritiek krijgen zo gevoelig ligt, is kritiek geven net zo moeilijk. Omdat de ontvanger de<br />

kritiek te persoonlijk kan opvatten, bestaat er een terechte angst om de relatie te verstoren.<br />

© ThiemeMeulenhoff 15


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Handelen <strong>bij</strong> conflicten<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: ZORGVERNIEUWING<br />

1 Gaat het hier om een conflict van behoefte, waarden, macht of relatie, of een combinatie<br />

daarvan? Leg uit.<br />

Het gaat hier om een conflict van waarden. Ilse en de zorgmanager (instelling) hebben een<br />

verschillende visie op zorg. Voor een deel is het ook een non-issueconflict: Ilse begrijpt de<br />

zorgvisie niet. Als niet op een goede manier met het conflict wordt omgegaan, kan het uitgroeien<br />

tot een relatieconflict.<br />

2 Stel je voor dat jij bemiddelt als zorgmanager in dit conflict. Wat vertel je Ilse?<br />

Aangezien de manier van zorgverlenen voortvloeit uit de zorgvisie waarvoor Ilse en haar<br />

moeder hebben gekozen, is het verkeerd om deze zorgvisie los te laten. Wel heeft de<br />

zorgmanager begrip voor het feit dat een familielid als Ilse moet wennen aan de gang van<br />

zaken, omdat het nieuw is. De zorgmanager toont begrip en legt uit wat de zorgvisie inhoudt<br />

en waarom het zo gunstig kan uitpakken voor haar moeder. Hij probeert haar ervan te<br />

overtuigen. Lukt dit niet, dan vertelt hij haar dat het alternatief overplaatsing naar een<br />

verpleeghuis is, want ook andere kleinschalige woonvormen werken op deze manier.<br />

3 Hoe verwacht je dat dit conflict verder gaat? Waar hangt dat van af?<br />

Hoe dit conflict verder gaat, hangt af van hoe het gesprek tussen Ilse en de zorgmanager<br />

verloopt. Waarschijnlijk kan hij Ilse overtuigen.<br />

PRAKTIJK: BABY'S VERTROETELEN<br />

1 Definieer dit conflict: wat voor soort conflict is het en waar gaat het conflict over?<br />

Het is een waardeconflict, omdat de manier waarop zorg verleend wordt, ter discussie staat.<br />

Daarnaast is het ook een behoefteconflict, omdat de behoefte aan meer zorg botst met de<br />

gang van zaken op de afdeling.<br />

2 Wat zou de achtergrond kunnen zijn van de boosheid van de moeder?<br />

Behalve dat de moeder de gang van zaken verkeerd vindt, is ze wellicht extra geëmotioneerd,<br />

omdat ze uitgeput is en in een nieuwe, spannende fase zit waar ze aan moet wennen. Misschien<br />

is het niet zoals ze had gedacht. Misschien mist ze in deze fase de ondersteuning van haar<br />

man of vrienden en projecteert ze dat op de verpleegkundigen.<br />

3 Waarom wordt Giny zelf boos?<br />

Dat een kraamverpleegkundige haar aandacht moet verdelen over moeder en kind, is het<br />

eerste dat een verpleegkundige in haar opleiding leert. Als iemand je professionaliteit in twijfel<br />

trekt, is boos worden een primaire, logische reactie. Daar<strong>bij</strong> word je misschien ook boos, omdat<br />

je je machteloos en opgelaten voelt, omdat je kritiek krijgen in het <strong>bij</strong>zijn van anderen, zonder<br />

dat je je kunt verweren zoals je in een privé-situatie zou kunnen doen.<br />

4 Hoe zou Giny dit conflict aan moeten pakken?<br />

Ze zou haar eigen boosheid moet accepteren en een moeten time-out nemen: op een rustige<br />

plek analyseren wat die boosheid <strong>bij</strong> haar oproept. Ze kan er ook over praten met collega's.<br />

Wat vinden zij ervan? Hebben zij al eerder zoiets meegemaakt? Wat denken zij dat er achter<br />

16<br />

© ThiemeMeulenhoff


De samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en diens naasten<br />

Handelen <strong>bij</strong> conflicten<br />

dit verwijt van de moeder zit? Ze moet ook de boosheid van de moeder onderkennen en haar<br />

gevoelens bevestigen. Verder is het het best om in deze situatie te communiceren met<br />

ik-boodschappen.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Zijn conflicten positief of negatief? Leg uit?<br />

Dat hangt ervan af hoe met het conflict wordt omgegaan. Als een meningsverschil ontaardt<br />

in ruzie, ontstaat er altijd <strong>persoonlijke</strong> schade. Maar ook wanneer een conflict onuitgesproken<br />

blijft, kan een relatie deuken oplopen. Er ontstaat stress, mensen gaan elkaar ontlopen en<br />

werken niet meer goed samen. Toch kunnen conflicten ook iets goeds opleveren. Als ze<br />

constructief worden ‘uitgevochten’, leveren ze een positieve <strong>bij</strong>drage aan de kwaliteit van<br />

relaties tussen mensen. Ze kunnen leiden tot nieuwe inzichten, creativiteit en meer begrip<br />

voor elkaars standpunten.<br />

2 Waarom is het moeilijker om een conflict op te lossen in een slechte relatie dan in een goede<br />

relatie?<br />

Wanneer de relatie verstoord is, kan het minste of geringste aanleiding geven tot misverstanden.<br />

In een slechte relatie is de kans groter dat wat je zegt verkeerd valt <strong>bij</strong> de ander of verkeerd<br />

wordt opgevat. Ook in het herstellen van het conflict, kan dat weer aanleiding zijn tot nieuwe<br />

conflicten. Eigenlijk zou allereerst de relatie hersteld moeten worden, maar dat vergt een grote<br />

inspanning. Bovendien krijg je sommige relaties niet goed, al was het maar omdat de karakters<br />

van personen te ver uiteenlopen.<br />

3 Een moeder koopt een nieuwe broek voor haar dochter. ‘Dan kun je er ook eens verzorgd<br />

<strong>bij</strong>lopen’, zegt de moeder. De dochter is niet dankbaar, maar boos. Geef een verklaring voor<br />

haar boosheid.<br />

Door een nieuwe broek te kopen, levert de moeder kritiek op het uiterlijk van haar dochter. Ze<br />

vindt dat ze er onverzorgd <strong>bij</strong>loopt. Uit het feit dat ze die kritiek zo openlijk levert, leidt de<br />

dochter een gebrek aan respect af en een vertoon van macht.<br />

4 Waar draait het om <strong>bij</strong> een generatieconflict tussen ouders en kinderen? Noem drie issues en<br />

leg deze uit.<br />

Issues die spelen in een generatieconflict tussen ouders en kinderen zijn:<br />

• waarden: ouders vinden het <strong>bij</strong>voorbeeld belangrijk dat hun kind gezond leeft en aan de<br />

toekomst denkt; terwijl het kind plezier wil hebben en leven <strong>bij</strong> de dag belangrijker vindt.<br />

• behoeftes: ouders willen <strong>bij</strong>voorbeeld rust in huis, terwijl het kind naar harde muziek wil<br />

luisteren of videospelletjes wil spelen.<br />

• macht: ouders willen <strong>bij</strong>voorbeeld dat het kind gehoorzaamt, terwijl het kind meer vrijheid<br />

wil.<br />

5 Het is nog nooit vertoond, maar de verpleegkundigen en verzorgenden van verpleeghuis<br />

Amphora zijn in staking, omdat ze vinden dat ze door de bezuinigingen geen goede zorg meer<br />

kunnen leveren. Dat betekent dat sommige bewoners vandaag niet aangekleed zullen worden.<br />

In de pers spreekt de cliëntenraad er schande van. ‘Wij worden hier de dupe van’, zegt de<br />

voorzitter. Dit is een complex behoeftenconflict. Leg uit waarom.<br />

Dit is een complex behoeftenconflict, omdat de behoeften van de verpleegkundigen en de<br />

zorgvragers eigenlijk hetzelfde zijn, namelijk goede zorg. Dat er toch een conflict uitbreekt,<br />

kan te maken hebben met communicatie (zorgvragers begrijpen niet dat de staking eigenlijk<br />

© ThiemeMeulenhoff 17


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

in hun belang is of zorgvragers zijn verkeerd geciteerd in de media) of een waardenconflict<br />

(zorgvragers vinden dat verpleegkundigen niet ‘horen’ te staken). Een verstandige oplossing<br />

is om hier met de cliëntenraad over te praten, proberen te achterhalen wat de zorgvragers<br />

werkelijk dwarszit en nog een keer goed uit te leggen wat de achtergrond van de staking is.<br />

6 Een conflict met iemand in een hogere positie kun je maar beter uit de weg gaan, want je<br />

verliest toch. Ben je het daar mee eens? Leg uit.<br />

Het kan inderdaad moeilijker zijn om een conflict met iemand in een hogere positie te winnen.<br />

Maar het hoeft niet per se: ook in een lagere positie heb je machtsmiddelen. Soms is het<br />

verstandig om een conflict aan te gaan, omdat het anders blijft sluimeren en de relatie kan<br />

verstoren.<br />

7 Een verpleegkundige is ook maar een mens. Dus af en toe ontploffen <strong>bij</strong> een zorgvrager moet<br />

kunnen. En bovendien helpt een keer goed boos worden om de lucht te klaren. Vind jij dat<br />

ook?<br />

Hoe menselijk ‘een keertje ontploffen’ ook lijkt, een functionele relatie staat niet toe dat je<br />

boosheid tot uiting komt <strong>bij</strong> een zorgvrager. Als verpleegkundige beheers je technieken om<br />

de boosheid te controleren, zoals afstand nemen, een time-out nemen en met collega's praten.<br />

Een keer goed boos worden, helpt bovendien niet om de lucht te klaren. Het is alleen een<br />

uiting dat je je emoties niet goed onder controle hebt. Als iemand boos is, laat hij zich leiden<br />

door emoties en praat niet meer rationeel. De kans bestaat dat je er dingen uitflapt die schadelijk<br />

zijn en die je niet eens zo hebt bedoeld.<br />

18<br />

© ThiemeMeulenhoff


2 Helpen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong><br />

verzorging<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> het aan- en uitkleden<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: VIEZE KLEREN<br />

1 Wat kan Steyn doen om Abduhl enigszins op zijn gemak stellen?<br />

Steyn kan Abduhl op zijn gemak stellen door met hem te praten, door uitleg te geven over de<br />

zorg en door vragen te stellen.<br />

2 Hoe kan Steyn respect en betrokkenheid tonen <strong>bij</strong> het ondersteunen van <strong>bij</strong> het aan- en<br />

uitkleden?<br />

Steyn kan de gordijnen sluiten om Abduhl meer privacy te geven. Hij kan informeren op welke<br />

manier Abduhl het liefst geholpen wil worden.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Welke betekenis en waarde heeft kleding voor jou?<br />

Geen antwoordmodel. Belangrijk is te beseffen dat kleding verschillende functies heeft, zoals<br />

beschermend (tegen invloeden van buitenaf), expressief (<strong>persoonlijke</strong> smaak en identiteit,<br />

subcultuur, status) en functioneel (beroepsuniform).<br />

2 Leg uit waarom je informatie over gewoonten en wensen van de zorgvrager nodig hebt.<br />

De informatie is nodig om zowel de ondersteuning <strong>bij</strong> het aan- en uitkleden als de kledingkeuze<br />

hierop af te stemmen. Bij zorgverlening staat de autonomie van de zorgvrager voorop; deze<br />

bepaalt zo veel mogelijk zelf welke keuzes gemaakt worden.<br />

3 Noem vier oorzaken van zelfstandigheidstekorten.<br />

Mogelijke oorzaken van een zelfstandigheidstekort zijn:<br />

• een ziekte (kanker, Parkinson, MS enzovoort);<br />

• een lichamelijke beperking (door cva, hersenbeschadiging enzovoort);<br />

• ernstige verstandelijke beperking;<br />

• motivatietekort;<br />

• sommige psychiatrische ziekten (depressie, psychose enzovoort).<br />

4 Hoe bepaal je een zelfstandigheidstekort <strong>bij</strong> het aan- en uitkleden <strong>bij</strong> een zorgvrager met<br />

verstandelijke beperkingen?<br />

De verpleegkundige observeert hoe een zorgvrager met verstandelijke beperkingen zich aanen<br />

uitkleedt. Daarnaast praat ze met de zorgvrager welke hulp hij nodig heeft en wenst. Als<br />

de zorgvrager door zijn verstandelijke beperkingen niet in staat is te communiceren, zul je als<br />

verpleegkundige alert moeten zijn op non-verbale signalen. Verder observeer je hoe de<br />

zorgvrager gekleed is. Het binnenstebuiten dragen van kleding, het dragen van twee<br />

© ThiemeMeulenhoff 19


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

verschillende sokken of het dragen van sterk vervuilde of kapotte kleding, kunnen signalen<br />

zijn van een zelfstandigheidstekort.<br />

5 Waarom is het belangrijk om voor privacy te zorgen tijdens het aan- en uitkleden?<br />

Aan- en uitkleden is iets intiems, waardoor iemand zich extra kwetsbaar kan voelen. Het is<br />

voor de zorgvrager niet prettig als anderen kijken terwijl hij verzorgd wordt. Hij kan zich er ook<br />

voor schamen dat hij hulp nodig heeft.<br />

6 Een vrouwelijke zorgvrager wil per se door een vrouw geholpen worden <strong>bij</strong> het aan- en uitkleden.<br />

Hoe ga je daarmee om?<br />

In principe staan de voorkeuren van de zorgvrager voorop. Het moet wel praktisch realiseerbaar<br />

zijn.<br />

7 Terwijl je de mevrouw Jansen helpt <strong>bij</strong> het aankleden, valt ze per ongeluk op het bed. Ze heeft<br />

gelukkig geen letsel, maar staat erop een ‘officiële klacht in te dienen wegens onprofessioneel<br />

handelen’, zoals ze het zelf noemt. Wat doe je?<br />

Als zij dat wenst, is dat haar goed recht. Stel haar op de hoogte van de klachtenprocedure en<br />

voorzie haar zo nodig van de benodigde formulieren.<br />

8 Bij het aankleden van een psychogeriatrische zorgvrager is een stagiaire vergeten haar beha<br />

aan te doen. Dat valt je op als mevrouw aan de koffie zit. Wat doe je?<br />

Je kunt haar apart nemen en vragen of zij alsnog haar beha wil aantrekken. Als aan- en<br />

uitkleden voor haar erg belastend is en zij er geen last van lijkt te hebben, kun je ervoor kiezen<br />

om het zo te laten. Je spreekt de stagiaire erop aan.<br />

20<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong> verzorging<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> het wassen<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> het wassen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: GEEN ZIN<br />

1 Heeft Herbert een zelfstandigheidstekort <strong>bij</strong> het wassen? Leg uit.<br />

Herbert heeft een zelfstandigheidstekort, omdat hij zich (nog) niet geheel zelfstandig kan<br />

wassen. Hij werkt wel toe naar het zich zelfstandig kunnen wassen, maar heeft daar op dit<br />

moment nog begeleiding en ondersteuning <strong>bij</strong> nodig.<br />

2 Noem drie oorzakelijke of samenhangende factoren.<br />

Oorzaken dat Herbert zich niet geheel zelfstandig kan wassen, zijn uitvalsverschijnselen door<br />

het CVA en de vermoeidheid door weinig nachtrust. Een mogelijke samenhangende factor is<br />

een mindere motivatie, omdat het herstel langzaam gaat. Misschien is Herbert ook depressief<br />

door het CVA.<br />

3 Welke verpleegkundige interventie zou jij hier toepassen: hulp bieden, motiveren of het zelf<br />

laten doen? Licht toe.<br />

Belangrijk is dat Herbert gemotiveerd raakt om aan zijn eigen herstel te werken. Het zichzelf<br />

kunnen wassen is daar een belangrijk onderdeel van. Als verpleegkundige probeer je Herbert<br />

te motiveren door <strong>bij</strong>voorbeeld te benadrukken hoe goed het herstel al is verlopen, hoe<br />

belangrijk het is om actief te blijven en om toe te werken naar zelfstandigheid. Ook begrip<br />

tonen kan motiverend en ondersteunend werken. Uiteindelijk heb je als verpleegkundige<br />

respect voor de autonomie van de zorgvrager. Als het zelf wassen er echt niet in zit vandaag,<br />

biedt de verpleegkundige hulp <strong>bij</strong> het wassen.<br />

PRAKTIJK: BADONGELUK<br />

1 Denk je dat je een dodelijk badongeluk altijd kunt voorkomen? Leg uit.<br />

Als alle medewerkers de veiligheidsvoorschriften volgen en alert blijven, is een badongeluk<br />

zo goed als uitgesloten. Maar het blijft mensenwerk.<br />

2 Leg uit wanneer een zorgvrager niet alleen kan blijven in bad. Geef een paar voorbeelden.<br />

Als een zorgvrager zich moeilijk of niet kan uiten, bestaat er gevaar op verbranding en moet<br />

er altijd een medewerker in de buurt blijven. Als een zorgvrager niet kan zwemmen of risico<br />

loopt om te verdrinken, moet er altijd iemand <strong>bij</strong> blijven. Dit geldt <strong>bij</strong>voorbeeld voor: (kleine)<br />

kinderen, psychogeriatrische zorgvragers, mensen met een zware verstandelijke beperking,<br />

zorgvragers met epilepsie.<br />

3 Denk je dat het voorkomen van een badongeluk zoals dat hier beschreven is te maken heeft<br />

met de opleiding van de medewerkers? Waarom denk je dat wel/niet?<br />

Eigen mening. In principe kunnen ongelukken net zo goed voorkomen <strong>bij</strong> verpleegkundigen<br />

als <strong>bij</strong> verzorgenden of anders opgeleiden. Ook een verpleegkundige kan er even met haar<br />

hoofd niet <strong>bij</strong> zijn. Toch spelen opleiding en ervaring een belangrijke rol <strong>bij</strong> het beoordelen van<br />

iemands beperkingen en de zorgvraag, de veiligheidsrisico's en het kennen van voorschriften<br />

en protocollen.<br />

4 Geef je mening over de volgende stelling: ‘Voor het wassen van zorgvragers kunnen net zo<br />

goed verzorgenden ingeschakeld worden’. Licht je mening toe.<br />

© ThiemeMeulenhoff 21


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Eigen mening. Iemand wassen is <strong>basiszorg</strong>. Dit is ook een onderdeel van de opleiding tot<br />

verzorgende. In principe kunnen verzorgenden net zo goed zorgvragers wassen als<br />

verpleegkundigen. Een verpleegkundige heeft door haar opleiding meer vaardigheden om te<br />

observeren en te signaleren.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Noem een paar mogelijke gevolgen wanneer iemand zich een maand niet zou wassen.<br />

Enkele gevolgen van lange tijd niet wassen, zijn:<br />

• iemand ziet er onverzorgd uit;<br />

• iemand gaat stinken, doordat bacteriën de kans krijgen om zich te vermeerderen en door<br />

zweetproductie;<br />

• de kans op ziektes neemt toe door ziektekiemen;<br />

2 Op de afdeling loopt een proef met wasdoekjes. Maar een zorgvrager wil per se niet met<br />

wasdoekjes gewassen worden, omdat ze dat een vies idee vindt. Wat doe je?<br />

Je praat met de zorgvrager erover waarom ze het een vies idee vindt. Je legt haar uit wat de<br />

voor- en nadelen van de wasdoekjes zijn. Maar uiteindelijk staat de wens van de zorgvrager<br />

voorop, tenzij dit praktisch niet realiseerbaar is.<br />

3 Tijdens het wassen van een Somalische vrouw zie je dat ze besneden is. Hoewel je hierover<br />

gelezen hebt, schrik je toch. Verberg je je emoties of praat je erover met de vrouw? Licht toe.<br />

Het beste is als een verpleegkundige voorbereid zou zijn op een situatie als deze. Maar als<br />

de emoties er toch zijn, is het moeilijk deze te verbergen. De kans is groot dat de zorgvrager<br />

deze toch opmerkt. Het is daarom beter om op een rustige manier proberen uit te leggen dat<br />

het de eerste keer is dat je een besneden vrouw ziet.<br />

4 Je hebt de zorg voor een ernstig zieke zorgvrager met een heel slechte conditie. Ze vraagt<br />

aan je of je de wasbeurt van die dag wilt overslaan. Wat zeg je?<br />

In principe is er niets op tegen om de dagelijkse wasbeurt een keer over te slaan. Er moet wel<br />

overleg plaatsvinden met de zorgvrager om eventueel alleen het onderlichaam te wassen en<br />

schone onderkleding of een pyjama aan te doen. Hier<strong>bij</strong> spelen de volgende zaken een rol:<br />

wel of niet tegemoet komen aan de zorgbehoefte van de zorgvrager, rekening houden met<br />

wensen en gewoonten en de autonomie van de zorgvrager in relatie tot de mogelijkheden van<br />

de verzorging.<br />

5 Tijdens het wassen op bed van een patiënte in een ziekenhuis schuif je vanwege haar privacy<br />

de gordijntjes dicht. De patiënte begint druk te gebaren. Laat toch open. Wat maakt mij dat<br />

uit, zegt ze. Ik voel me zo benauwd achter die gordijntjes. Wat doe je?<br />

De gordijntjes doe je dicht voor de privacy van de zorgvrager, maar ook voor de privacy van<br />

anderen, zoals kamergenoten die zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zien hoe de<br />

zorgvrager wordt gewassen. Leg dit uit.<br />

6 De zelfredzaamheid bevorderen is meestal een belangrijk doel als je hulp biedt <strong>bij</strong> het wassen.<br />

Geef twee voorbeelden van zorgvragers waar<strong>bij</strong> dit geen doel is en leg uit waarom niet.<br />

De zelfredzaamheid bevorderen is geen doel als het onhaalbaar is, <strong>bij</strong>voorbeeld als:<br />

• iemand stervende is;<br />

• het wassen lichamelijk te uitputtend is;<br />

22<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong> verzorging<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> het wassen<br />

• iemand door <strong>bij</strong>voorbeeld verstandelijke beperkingen niet in staat is tot enige<br />

zelfredzaamheid.<br />

7 Je ziet dat een patiënte in het ziekenhuis haar vagina wast met zeep. Ga je haar vertellen dat<br />

ze dit beter niet kan doen? Leg uit.<br />

Je vertelt haar dit, maar op tactvolle wijze, omdat wassen en ook de manier waarop iemand<br />

dat doet, hoort <strong>bij</strong> iemands intieme levenssfeer. Je kunt <strong>bij</strong>voorbeeld vragen of ze weet dat<br />

zeep het zure milieu van de vagina aantast, waardoor een schimmelinfectie zou kunnen<br />

ontstaan.<br />

© ThiemeMeulenhoff 23


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> de uiterlijke verzorging<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: PIEKFIJN<br />

1 Vind jij uiterlijke verzorging <strong>bij</strong> dementerende bewoners belangrijk? Waarom vind je dat?<br />

Uiterlijke verzorging is <strong>bij</strong> iedere zorgvrager belangrijk als het gaat om het basisniveau.<br />

Daarnaast verschilt het per individu wat de specifieke wensen zijn. De moeilijkheid <strong>bij</strong> demente<br />

mensen is om de behoeftes te bepalen. Een mogelijkheid is om terug te halen hoe ze vroeger<br />

waren en daarop aan te sluiten. Als iemand er vroeger veel belang aan hechtte er verzorgd<br />

<strong>bij</strong> te lopen, besteed je daar <strong>bij</strong> deze persoon wat extra aandacht aan.<br />

2 Een van de bewoners heeft weliswaar nog zijn eigen gebit, maar hij heeft een hartgrondige<br />

hekel aan tandenpoetsen. Het is elke keer een strijd. Laat je het tandenpoetsen zitten of verzin<br />

je er iets op? Leg uit.<br />

Tandenpoetsen moet gebeuren, hoe vervelend een bewoner dat ook vindt. Je kunt in overleg<br />

met de andere teamleden wel iets verzinnen om het wat makkelijker te maken door <strong>bij</strong>voorbeeld<br />

afleiding te zoeken of een vast ritueel te hanteren.Wat wordt daarmee bedoeld ‘met de vingers<br />

te laten tellen’?<br />

PRAKTIJK: ZAL HIJ SNEL OPKNAPPEN?<br />

1 Waarom pakt de verpleegkundige een huidplooi van de hand van het jongetje?<br />

Heel jonge kinderen hebben een verhoogde kans op uitdroging (dehydratie). Vochttekort kun<br />

je onder andere constateren door een plooi te pakken op de rug van de hand. Als de huidplooi<br />

niet meteen terugvalt, is dit een teken van dehydratie.<br />

2 Hoe noem je de elasticiteit van het huidweefsel?<br />

Huidturgor.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Waarom is uiterlijke verzorging belangrijk?<br />

Door de manier waarop iemand zich verzorgt, geeft iemand aan hoe hij door anderen gezien<br />

wil worden. Wel of geen make-up, het kapsel en de lengte van de nagels; het zijn allemaal<br />

signalen. De mate van verzorging zegt daarnaast ook iets over hoe iemand zich van binnen<br />

voelt. Een onverzorgd uiterlijk doet vermoeden dat het niet goed met iemand gaat. Het kan<br />

gaan om vermoeidheid of een periode van veel stress. Het werkt ook omgekeerd: een verzorgd<br />

uiterlijk draagt <strong>bij</strong> aan iemands gevoel van welbevinden. Je voelt je beter met schoongewassen<br />

haren, verzorgde nagels en gepoetste tanden.<br />

2 Geef drie voorbeelden van zorgvragers die een zelfstandigheidstekort hebben en vermeld de<br />

etiologie (oorzaken en/of samenhangende factoren).<br />

Enkele voorbeelden van zorgvragers die een zelfstandigheidstekort hebben met de oorzaken<br />

zijn:<br />

• Een kankerpatiënte die niet de puf kan opbrengen om zichzelf te verzorgen, maar daar<strong>bij</strong><br />

denkt dat het ook geen zin meer heeft.<br />

• Een psychogeriatrische zorgvrager die zich niet meer interesseert voor hoe hij eruit ziet<br />

en geen schaamte meer kent.<br />

24<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong> verzorging<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> de uiterlijke verzorging<br />

• Een zorgvrager met een ernstige verstandelijke beperking die zich niet zelf kan verzorgen.<br />

• Een zorgvrager met een spierziekte als MS die zich door de lichamelijke beperking niet<br />

zelf kan verzorgen.<br />

3 Behalve hulp bieden <strong>bij</strong> de uiterlijke verzorging, kun je als verpleegkundige ook voorlichting<br />

geven. Geef een voorbeeld waarin je als verpleegkundige kiest voor het geven van voorlichting.<br />

Je kunt voorlichting geven als iemand gemotiveerd moet worden om zichzelf te verzorgen.<br />

Dat kun je doen als iemand <strong>bij</strong>voorbeeld onverschillig is. Je kunt de functies van uiterlijke<br />

verzorging uitleggen of proberen te helpen met de discipline. Je kunt ook voorlichting geven<br />

als een zorgvrager toewerkt naar zelfstandigheid, <strong>bij</strong>voorbeeld in het geval van een<br />

verstandelijke beperking of een revalidatie.<br />

4 Een zorgvrager in het ziekenhuis ligt er ongeschoren <strong>bij</strong>. Zeg je er wat van? Licht toe.<br />

Je probeert in te schatten of ongeschoren zijn past <strong>bij</strong> de leefstijl van deze zorgvrager. Als je<br />

vermoedt dat dit niet het geval is, kun je proberen te vragen waarom de zorgvrager er<br />

ongeschoren <strong>bij</strong> ligt. Misschien durfde hij geen hulp te vragen of misschien is hij het gewoon<br />

vergeten.<br />

5 Een jonge moeder die net bevallen is van een baby en bedlegerig is, wil graag met make-up<br />

in het kraambed liggen en vraagt of je haar daar<strong>bij</strong> kunt helpen. Is dit een taak van een<br />

verpleegkundige? Wat antwoord je haar?<br />

In principe hoort opmaken niet <strong>bij</strong> de taak van een verpleegkundige, maar je kunt ook<br />

beargumenteren dat het een onderdeel is van de uiterlijke verzorging, net als haren kammen<br />

en tanden poetsen. Sommige zorgvragers kunnen zich heel onzeker voelen zonder make-up.<br />

6 Leg uit waarom vooral <strong>bij</strong> baby's en ouderen het observeren van de huidturgor van belang is.<br />

Wat zegt het over de conditie van de zorgvrager?<br />

De huidturgor zegt iets over de elasticiteit en de beweeglijkheid van het weefsel. Deze worden<br />

bepaald door de voedingstoestand en de vochthuishouding van het lichaam. Een normale,<br />

gezonde huid is beweeglijk en makkelijk op te pakken in een huidplooi. Als je de plooi weer<br />

loslaat, zakt de huid in zijn oude, gladde toestand terug. Is dit niet het geval, dan is er sprake<br />

van dehydratie of uitdroging. Dehydratie treedt sneller op <strong>bij</strong> zuigelingen, kleine kinderen en<br />

ouderen.<br />

7 Is het belangrijk dat een verpleegkundige er verzorgd <strong>bij</strong>loopt? Licht toe.<br />

Om goed haar werk te kunnen doen, zonder dat er verstoring optreedt in de interactie met de<br />

zorgvrager, moet de verpleegkundige er verzorgd <strong>bij</strong>lopen, schoon en gekleed volgens de<br />

geldende normen. Daarnaast heeft de verpleegkundige ook een voorbeeldfunctie.<br />

8 Wat kun je doen om jeuk te verlichten?<br />

Je kunt jeuk stillen met mentholpoeder, schudmengsel of een koele doek op de geïrriteerde<br />

plek. Eventueel kun je met de vingertoppen op de huid kloppen om de jeuk te stoppen.<br />

© ThiemeMeulenhoff 25


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Het gebruik van hulpmiddelen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: NOODPROTHESE<br />

1 Waarom is het belangrijk dat een prothese er ook mooi uitziet?<br />

Het kan de zorgvrager en zijn omgeving helpen <strong>bij</strong> het accepteren van de prothese.<br />

2 Welke problemen kan iemand krijgen na een amputatie?<br />

Het verwerken en aanvaarden van de psychische gevolgen van een prothese is een langdurig<br />

en ingrijpend proces voor een zorgvrager. In de eerste plaats moet hij de amputatie of het<br />

gemis van een lichaamsdeel verwerken. Vervolgens moet hij leren de prothese te accepteren.<br />

Als een zorgvrager eenmaal een prothese heeft, dan is de ondersteuning door de<br />

verpleegkundige daarmee niet beëindigd.<br />

PRAKTIJK: NIET AAN DENKEN<br />

1 Waarom denk je dat Heleen er op dit moment niet aan kan denken?<br />

De borstprothese confronteert Heleen waarschijnlijk te veel met haar ziekte.<br />

2 Kun je als verpleegkundige een <strong>bij</strong>drage leveren aan het acceptatieproces? Wat zou jij daarin<br />

voor haar kunnen betekenen?<br />

De verpleegkundige kan Heleen <strong>bij</strong>staan door begrip te tonen voor haar situatie, door zich<br />

beschikbaar te stellen voor vragen en door eventueel voorzieningen en toekomstige keuzes<br />

bespreekbaar te maken voor Heleen, als zij daaraan toe is.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Welke hulpmiddelen zijn er voor de ondersteuning van aandoeningen aan het<br />

bewegingsapparaat?<br />

A.d.l.-hulpmiddelen stellen de zorgvrager in staat zelfstandig de algemene dagelijkse<br />

verrichtingen uit te voeren. Orthopedische hulpmiddelen ondersteunen of vervangen (delen)<br />

van het lichaam. Er zijn hulpmiddelen die de zorgvrager ondersteunen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong><br />

verzorging en bescherming, zoals een badmatje of een wandbeugel. Er zijn ook hulpmiddelen<br />

om mobiliteitsproblemen te ondervangen zoals krukken, rolstoel, looprek, speciale fiets en<br />

scootmobiel.)<br />

2 Sommige sporters gebruiken ook een orthese. Geef een voorbeeld.<br />

Voorbeelden van een ortheses die sporters veel gebruiken, zijn bandages of braces voor de<br />

knie, enkel of elleboog.<br />

3 Wat kunnen de psychische gevolgen zijn van het gebruik van prothesen en orthesen? Denk<br />

hier<strong>bij</strong> niet alleen aan de zorgvrager zelf, maar ook aan zijn naasten.<br />

De zorgvrager moet eerst het verlies van een lichaamsdeel of de beperking verwerken. Pas<br />

daarna komt hij toe aan acceptatie van de prothese of orthese. Door een prothese of orthese<br />

kan het lichaamsbeeld van de zorgvrager verstoord raken. Dit kan verergeren door de reacties<br />

van de omgeving. Iemand kan negatieve gevoelens ontwikkelen over zijn lichaam of delen<br />

daarvan. Ook kan het invloed hebben op het zelfbeeld, dat mede wordt bepaald door de<br />

omgeving van de zorgvrager.<br />

26<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong> verzorging<br />

Het gebruik van hulpmiddelen<br />

4 Mag je als wijkverpleegkundige aan een verzorgende vragen om iemand te zwachtelen?<br />

Motiveer je antwoord.<br />

Dat mag alleen als de verzorgende een verzorgende-IG is, omdat een verzorgende-IG het<br />

zwachtelen tijdens haar opleiding heeft geleerd.<br />

5 Een belangrijk doel van hulpmiddelen is de zelfredzaamheid van zorgvragers te vergroten.<br />

Noem nog een doel.<br />

Naast het vergroten van de zelfredzaamheid van zorgvragers, hebben hulpmiddelen de<br />

volgende doelen:<br />

• het ontlasten van de mantelzorgers of zorgverleners;<br />

• het herstel van eigenwaarde van de zorgvrager;<br />

• het verbeteren van de kwaliteit van leven van de zorgvrager;<br />

• In de tekst stond juist dat voordat de zorgvrager een hulpmiddel kan gebruiken, hij eerst<br />

het gemis van een goede gezondheid moet accepteren. Hier staat het omgekeerde.<br />

© ThiemeMeulenhoff 27


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Complicaties van langdurige<br />

inactiviteit voorkomen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: CVA<br />

1 De heer Jansen ligt niet in bed en ontwikkelt toch decubitus. Hoe kan dat?<br />

Het decubitusrisico is <strong>bij</strong> zitten in een stoel juist erg groot, omdat er veel druk op een relatief<br />

klein huidoppervlak is. Bovendien kan iemand onderuitzakken, waardoor er schuif- en<br />

wrijfkrachten ontstaan.<br />

2 Welke maatregelen zou Mariska kunnen nemen?<br />

Maatregelen die Mariska kan nemen om decubitus te voorkomen:<br />

• De tijd die een patiënt zittend op een stoel doorbrengt, zo kort mogelijk houden;<br />

• De zithouding kiezen die gepaard gaat met de laagste druk, dus het geringste<br />

decubitusrisico, dat is een achteroverzittende houding met de benen steunend op een<br />

bankje.<br />

• De patiënt om het uur van houding laten wisselen (wisselhouding).<br />

• Gebruikmaken van drukreducerende kussens.<br />

• Voorkomen dat de patiënt als hij zit, onderuitglijdt of schuinzakt, <strong>bij</strong>voorbeeld door kussens<br />

te gebruiken om de houding te stabiliseren.<br />

3 Waarom is het belangrijk dat de heer Jansen oefeningen doet?<br />

- Bij onvoldoende beweging bestaat het risico op een functiestoornis van een spier. Dit kan<br />

voorkomen worden door iedere dag oefeningen te doen.<br />

• Oefeningen helpen de circulatie verbeteren, waardoor het risico op trombose vermindert.<br />

• Oefeningen bevorderen de algehele conditie en de zelfredzaamheid.<br />

4 Op welke andere complicaties ben je gespitst als wijkverpleegkundige?<br />

De wijkverpleegkundige let op:<br />

• problemen <strong>bij</strong> het slikken en ophoesten, en daardoor een verhoogde kans op een<br />

longontsteking;<br />

• gestoorde functie van het spierstelsel, door onvoldoende beweging, <strong>bij</strong>voorbeeld atrofie.<br />

• problemen met de urinelozing en een verhoogde kans op blaasontsteking;<br />

• obstipatie.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Wat zijn ‘bevorderende’ factoren <strong>bij</strong> het ontstaan van decubitus?<br />

Decubitus ontstaat door zuurstoftekort in het weefsel, dat optreedt door een combinatie van<br />

druk- en schuifkrachten. Bij langdurig niet-bewegen (liggen of zitten in dezelfde houding) zijn<br />

die krachten groot. De kans op decubitus is groter door een lage weefseltolerantie, door een<br />

hoge leeftijd, dehydratie, eiwit- en vitaminetekort en stress.<br />

2 Welke maatregelen kun je als verpleegkundige nemen om de kans op decubitus te beperken?<br />

28<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de <strong>persoonlijke</strong> verzorging<br />

Complicaties van langdurige inactiviteit voorkomen<br />

De druk- en schuifkrachten beperken door wisselhouding, beweging en drukreducerende<br />

matrassen en kussens.<br />

3 Noem twee behandelingsmogelijkheden <strong>bij</strong> decubitus.<br />

Decubitus verzorgen, betekent vaak wondverzorging. De behandeling is afhankelijk van het<br />

stadium van de aandoening. Bij de verzorging van decubituswonden werk je volgens de<br />

wondverzorgingsprotocollen van de instelling. Overige maatregelen die genomen worden <strong>bij</strong><br />

een zorgvrager met decubitus zijn:<br />

• een eiwitverrijkte voeding;<br />

• minimaal anderhalve liter vocht per dag;<br />

• een goede lichaamshygiëne en een extra wasbeurt per dag om nadelige effecten van<br />

transpireren tegen te gaan;<br />

• op tijd het incontinentiemateriaal verwisselen, zodat de huid schoon en droog blijft;<br />

• de zorgvrager regelmatig van houding veranderen;<br />

• passief en actief oefenen met de zorgvrager.<br />

4 Wat is ‘doorbewegen’, wie voert het uit en welke complicaties kun je ermee voorkomen?<br />

Doorbewegen is het passief of actief bewegen van spieren en gewrichten. De oefeningen<br />

worden gegeven door een fysiotherapeut. Soms voert een zorgvrager de oefeningen vervolgens<br />

zelf uit, soms wordt hij <strong>bij</strong>gestaan door een verpleegkundige. Doorbewegen helpt <strong>bij</strong>:<br />

• preventie van contracturen;<br />

• doorbloeding;<br />

• mobiliteit;<br />

• preventie van trombose;<br />

• bestrijden van spasmen.<br />

5 Wat is het verschil tussen trombose en een longembolie? Wat kun je doen om trombose te<br />

voorkomen?<br />

Longembolie is een ernstige complicatie van trombose en treedt op als een stolsel losraakt<br />

en in de longen een gehele of gedeeltelijke afsluiting veroorzaakt. Trombose is soms te<br />

voorkomen door ervoor te zorgen dat de zorgvrager zo snel mogelijk weer in beweging komt.<br />

Als actieve beweging niet mogelijk is, dan is passief bewegen op bed de therapie. Doorbewegen<br />

van armen en benen tijdens de verzorging is ook een preventieve maatregel. Verder kan <strong>bij</strong><br />

mobiele zorgvragers een steunkous of zwachtelen helpen om een trombosebeen te voorkomen.<br />

Een steunkous of zwachtelen stimuleert de doorbloeding van de benen.<br />

6 Bij veel zorgvragers ontstaan problemen met de uitscheiding door langdurige inactiviteit. Wat<br />

kun je doen om deze problemen zoveel mogelijk te voorkomen?<br />

Preventieve maatregelen zijn:<br />

• een vezelrijk dieet;<br />

• voldoende vocht;<br />

• de zorgvrager stimuleren om in bed zo veel mogelijk te bewegen;<br />

• de zorgvrager stimuleren om naar het toilet te gaan.<br />

© ThiemeMeulenhoff 29


3 Helpen <strong>bij</strong> de opname van<br />

voeding en vocht<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> eten en drinken<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: JE KWIJLT ERVAN!<br />

1 Leg uit hoe een en ander samenhangt.<br />

Een lege maag, samen met een visuele prikkel, leidt tot de activering van het hongersignaal<br />

naar de hersenen. De hersenen sturen een prikkel naar de maag en mond. Dit leidt tot het<br />

knorren van de maag (maagsapproductie) en tot speekselvorming in de mond.<br />

PRAKTIJK: NATASJA DOET AAN DE LIJN<br />

1 Ga na op welke manier jij tijdens je middelbare schooltijd omging met eten. Kun je verklaren<br />

welke factoren je eetpatroon op die leeftijd beïnvloeden?<br />

De omgang met voeding kun je relateren aan de invloed die de mensen om je heen (sociale<br />

groep) hebben.Verder is de relatie met je ouders van belang, en de invloed van lichaamsbeeld<br />

en lijnen gaat op die leeftijd een rol spelen.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Houd gedurende een week een eet- en drinkdagboek <strong>bij</strong>. Beantwoord na deze week de<br />

volgende vragen en bespreek ze in de groep.<br />

• Is je voeding verantwoord? Onderbouw je antwoord.<br />

• Is je vochtinname verantwoord? Onderbouw je antwoord.<br />

• Als je zelf een zorgvrager zou zijn, welke adviezen zou je aan jezelf geven en waarom?<br />

• Op welke momenten heb je gegeten en gedronken? Beschrijf of je een gewoonte hierin<br />

herkent. Kun je toelichten wat deze momenten voor je betekenen?<br />

Stimuleer de studenten tot het <strong>bij</strong>houden van een eetdagboek. Het is belangrijk om alert te<br />

zijn op studenten met mogelijke eetproblemen.<br />

De student beoordeelt of de voeding verantwoord is, en onderbouwt dit met een analyse van<br />

de hoeveelheid voedingstoffen versus de ADH, de balans in de energiebehoefte en de variatie<br />

in de voeding.<br />

De student beoordeelt of de vochtinname verantwoord is, en onderbouwt dit met een analyse<br />

van de verhouding inname en uitscheiding en de voedingswaarde van het vocht.<br />

De student kan op basis van zijn analyse gerichte adviezen geven.<br />

Door deze beschrijving geeft de student blijk van bewustwording van de sociale context van<br />

eten en drinken en de manier waarop dit elkaar beïnvloedt.<br />

• gezinsvervangend tehuis in de verstandelijk gehandicaptenzorg;<br />

• revalidatieafdeling voor zorgvragers met een dwarslaesie;<br />

• afdeling chirurgie;<br />

• afdeling psychogeriatrie in een verpleeghuis.<br />

© ThiemeMeulenhoff 31


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

2 Voeding is in elke zorgsetting belangrijk. Per setting zul je op andere aspecten letten. Beschrijf<br />

<strong>bij</strong> elke genoemde setting op welke aspecten je als verpleegkundige extra let:<br />

• gezinsvervangend tehuis in de verstandelijk gehandicaptenzorg;<br />

• revalidatieafdeling voor mensen met een dwarslaesie;<br />

• afdeling chirurgie;<br />

• afdeling psychogeriatrie in een verpleeghuis.<br />

Bij elke setting moet je rekening houden met de mogelijke leeftijd/levensfase en de zorgbehoefte<br />

van de zorgvrager. Verder houd je rekening met de volgende aspecten:<br />

• gezinsvervangend tehuis in de verstandelijk gehandicaptenzorg: sociale context van eten,<br />

manieren aan tafel, aanleren van koken en samenstellen van verantwoorde voeding;<br />

• revalidatieafdeling voor mensen met een dwarslaesie: gebruikmaken van de meest<br />

comfortabel mogelijke houding, alert zijn op verslikken, mogelijk gebruikmaken van<br />

hulpmiddelen en de training daarin;<br />

• afdeling chirurgie: mogelijk overnemen van het eten geven, rekening houdend met<br />

lichamelijke beperkingen en moeheid, eiwitrijke voeding ter voorkoming van drukletsel en<br />

versnelling van herstel, afstemmen van de consistentie;<br />

• afdeling psychogeriatrie in een verpleeghuis: alert zijn op mogelijke veranderingen in de<br />

zintuiglijke waarneming (tong en keel verbranden), ervoor zorgen dat mensen eten en dit<br />

niet vergeten, voor de juiste hoeveelheden eten zorgen (zorgvrager kan vergeten zijn dat<br />

hij zojuist heeft gegeten) en de sociale context van het eten dat ook structuur aan de dag<br />

geeft.<br />

32<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de opname van voeding en vocht<br />

Voedingsproblemen en negatieve vochtbalans signaleren<br />

Voedingsproblemen en negatieve<br />

vochtbalans signaleren<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: EEN PECHVOGEL<br />

1 Verklaar het advies van de verpleegkundige.<br />

Vanwege het overgewicht heeft meneer Schippers mogelijk hart- en vaatproblemen gekregen.<br />

Dat kan een verklaring zijn voor de problemen met zijn ogen. De pijnklachten in de knie kunnen<br />

zijn ontstaan door de grote belasting van het hoge lichaamsgewicht. Overigens is het geen<br />

gek idee van meneer Schippers om ook zijn stress aan te pakken, aangezien dat lijkt te leiden<br />

tot het overgewicht.<br />

PRAKTIJK: WAT EEN DORST<br />

1 Leg uit waarom Mohammed er goed aan doet om zich aan de vochtbeperking te houden.<br />

Door het hartinfarct dat Mohammed heeft doorgemaakt, is zijn hart niet in staat om al het vocht<br />

in de bloedbaan goed rond te pompen. Dit kan leiden tot overvulling waardoor het hart en de<br />

nieren extra worden belast door een te hoge bloeddruk.<br />

2 Op welke manier moet Mohammed zijn vocht en voeding samenstellen om geen verstoring<br />

in de elektrolytenbalans te krijgen?<br />

Belangrijke uitgangspunten voor de samenstelling van vocht en voeding zijn:<br />

• speiding over de hele dag in kleinere porties;<br />

• vermijden van voedingsmiddelen die dorst veroorzaken (denk aan zoute en droge voeding).<br />

De hoeveelheid vocht in de voeding moet bekend zijn en daarop moet de hoeveelheid vocht<br />

worden afgestemd. Het inschakelen van een diëtist is raadzaam en noodzakelijk.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Beschrijf van een medestudent de voedingstoestand aan de hand van de checklist<br />

voedingstoestand. Geef een onderbouwd oordeel over zijn of haar voedingstoestand en<br />

bespreek dit met de medestudent. Ga na of je medestudent het met je oordeel eens is.<br />

De student moet een onderbouwd oordeel geven over de voedingstoestand van een<br />

medestudent. Toets zijn bevindingen door dit na te gaan <strong>bij</strong> de betreffende medestudent. De<br />

student gebruikt hiervoor alle observatiegegevens uit de checklist voedingstoestand.<br />

2 Bedenk twee situaties waarin de psychische beleving van voeding kan leiden tot<br />

voedingsproblemen. Onderbouw je antwoord.<br />

Twee voorbeelden kunnen zijn: een prettiger gevoel krijgen als je iets eet (troost, beloning) of<br />

juist eten vermijden als je er vervelende gevoelens <strong>bij</strong> hebt.Voedingsproblemen kunnen leiden<br />

tot eenzijdige voeding en deficiënties of juist een overconsumptie.<br />

3 Bedenk twee situaties waarin de sociale omstandigheden rondom voeding kunnen leiden tot<br />

voedingsproblemen. Onderbouw je antwoord.<br />

Een mogelijk voorbeeld is: het hebben of ontbreken van gezelschap <strong>bij</strong> het eten en de keuze<br />

voor bepaalde voeding. Deze keuze kan beïnvloed worden door de omgeving. Vooral het<br />

© ThiemeMeulenhoff 33


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

gegeven of de zorgvrager zich niet prettig voelt in zijn omgeving (eenzaamheid, of juist te druk<br />

zijn), zorgt voor mogelijke voedingsproblemen (gebrek aan eetlust, te weinig voedselinname,<br />

weinig aandacht aan koken waardoor eenzijdigheid of deficiënties kunnen ontstaan). De keuze<br />

voor bepaalde voeding kan leiden tot een onverantwoorde samenstelling van de voeding met<br />

als gevolg onder andere deficiënties, overconsumptie.<br />

4 In welke situaties heeft een zorgvrager een vochtbeperking nodig? Leg je antwoord uit.<br />

Een vochtbeperking is nodig als er sprake is van hart- en of nierfalen of ter preventie daarvan.<br />

De onderbouwing die de student daar<strong>bij</strong> gebruikt, moet betrekking hebben op secundaire<br />

dehydratie.<br />

5 Hoe kun je als verpleegkundige dehydratie voorkomen <strong>bij</strong> een zorgvrager? Licht je antwoord<br />

toe.<br />

Er is een onderscheid zit tussen primaire en secundaire dehydratie. Bij preventie moet je,<br />

naast zorgdragen voor voldoende vocht, ook aandacht schenken aan de elektrolytenbalans<br />

en de bewustwording van beïnvloedende omgevingsfactoren.<br />

6 Wat moet je als verpleegkundige doen als er sprake is van dehydratie <strong>bij</strong> een zorgvrager?<br />

Waarom?<br />

Ook hier moet je, naast de zorg voor voldoende vocht, ook aandacht schenken aan de<br />

elektrolytenbalans en de omgevingsfactoren. Het hangt af van de gezondheidsproblemen of<br />

het <strong>bij</strong>houden van een vochtbalans noodzakelijk is, en welke aanvullende maatregelen je moet<br />

nemen.<br />

34<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de opname van voeding en vocht<br />

Maatregelen nemen ter bevordering van de eetlust<br />

Maatregelen nemen ter bevordering<br />

van de eetlust<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: GEEN TREK<br />

1 Leg uit welke factoren mee kunnen spelen <strong>bij</strong> de verminderde eetlust van Marat.<br />

Factoren die mee kunnen spelen <strong>bij</strong> Marat: verminderde eetlust als gevolg van hormonen,<br />

niet aan tafel, maar voor de televisie zitten, mogelijk vindt hij macaroni niet lekker en tot slot<br />

is het eten koud geworden.<br />

PRAKTIJK: SPEEKSELOVERLAST<br />

1 Welke maatregelen kun je nemen om meneer Zwart te helpen? Licht je antwoord toe.<br />

Je kunt ten eerste nogmaals met de arts te overleggen over de mogelijkheden van medicatie.<br />

Daarnaast kun je aandacht besteden aan het motiveren tot medicatie-inname. Natuurlijk<br />

moeten de problemen met slijmvorming ook worden aangepakt.Verpleegkundige maatregelen<br />

daar<strong>bij</strong> zijn: je kunt melkproducten beter achterwege laten vanwege een plakkerig gevoel in<br />

de mond. Tegen veel slijmvorming helpt het om de mond veel te spoelen met zout water,<br />

mineraalwater, citroensap of oud bruin (een soort bier). Maar dit laatste is – gezien de<br />

combinatie met medicatie en het ziektebeeld – niet wenselijk. Ook kun je ijsblokjes, ijswater,<br />

en ‘gek genoeg de melkproducten karnemelk en drinkyoghurt’ gebruiken. Deze veroorzaken<br />

namelijk geen plakkerig gevoel in de mond. Tot slot is een goede mondhygiëne belangrijk.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Stel je voor: je verpleegt een vrouw die lijdt aan kanker. Deze zorgvrager moet ter bevordering<br />

van haar herstel eiwitrijk eten. Maar ze heeft geen trek. Welke maatregelen neem je om haar<br />

eetlust te bevorderen?<br />

Je kunt de volgende maatregelen nemen: vaker kleine porties eiwitrijke voeding aanbieden<br />

en lichtverteerbare voeding geven. De voeding moet aansluiten <strong>bij</strong> wat de zorgvrager lekker<br />

vindt, ziet er aantrekkelijk (opgediend) uit en wordt op vaste tijden opgediend. Daarnaast kun<br />

je aandacht schenken aan een prettige omgeving en dring je het eten niet op. Ook moet je<br />

aandacht hebben voor eventuele gevolgen van de chemokuur, zoals gevolgen voor de smaaken<br />

reuksensatie, misselijkheid, een droge mond of juist slijmvorming. Belangrijk is het dat je<br />

algemene maatregelen ter bevordering van de eetlust combineert met <strong>bij</strong>zondere maatregelen<br />

die samenhangen met de ziekte.<br />

2 Je werkt als verpleegkundige in een revalidatiecentrum. Daar verpleeg je Daphne. Ze heeft<br />

na een auto-ongeluk beperkte handfuncties. Welke begeleiding geef je haar <strong>bij</strong> de maaltijd?<br />

Daphne heeft beperkingen waardoor de maaltijd langer zal duren. Kleine porties zijn wenselijk,<br />

zodat het eten niet koud wordt. Je kunt nadenken over een mogelijke verandering van de<br />

consistentie om het eten te vergemakkelijken. Het gebruik van hulpmiddelen is een belangrijk<br />

aspect. Verder moet je ook aandacht schenken aan de omgeving. Daphne moet zich niet<br />

opgelaten voelen door haar beperkingen, of bevuild raken door het aanleren van nieuwe<br />

vaardigheden.<br />

© ThiemeMeulenhoff 35


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

3 Maurice heeft slikproblemen. Die zijn het gevolg van de ziekte Huntington-chorea. Hij is heel<br />

beweeglijk, zijn hele lichaam schudt heen-en-weer. Gelukkig kan hij nog wel zitten. Hoe<br />

begeleid je Maurice <strong>bij</strong> de maaltijd? Licht je antwoord toe.<br />

Bij Maurice moet je aandacht hebben voor zijn slikproblemen én de houding waarin hij eet.<br />

Het schudden bemoeilijkt goed kauwen en rustig eten. Het beste kan hij rechtop eten, als dat<br />

mogelijk is. Verder moet je letten op slijmvorming en de consistentie (niet te dun of kruimelig).<br />

Je moet alert zijn op slikproblemen <strong>bij</strong> deze zorgvragers: die kunnen een longontsteking<br />

veroorzaken.<br />

36<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de opname van voeding en vocht<br />

Voedings- en dieetvoorschriften hanteren<br />

Voedings- en dieetvoorschriften<br />

hanteren<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: SUIKERZIEKTE SUIKERVRIJ?<br />

1 Leg met behulp van de hierboven beschreven diëten uit welk type dieet Lisa heeft. Waar zal<br />

ze qua voeding extra op moeten letten?<br />

Lisa heeft waarschijnlijk een voedingsstofbeperkt dieet. Op zich mag Lisa suiker eten, maar<br />

wel met mate om geen grote schommelingen te krijgen in de verhouding suiker/insuline. Qua<br />

voeding moet Lisa op suikers letten, maar ook op koolhydraten. Koolhydraten zijn suikers,<br />

dus ook de hoeveelheid koolhydraten moet in verhouding zijn met de hoeveelheid insuline.<br />

PRAKTIJK: JONG GELEERD, OUD GEDAAN<br />

1 Ga <strong>bij</strong> jezelf na of je bepaalde gewoonten hebt ontwikkeld die samenhangen met eten. Probeer<br />

te achterhalen of je deze gewoonten al lang hebt en hoe je ze hebt aangeleerd. Vind je ze<br />

nog belangrijk? Wat zou het betekenen om deze gewoonten te moeten veranderen?<br />

Eigen mening. Let op een logische onderbouwing van het antwoord op de vragen. In dit geval<br />

is het belangrijk je ervan bewust te zijn dat gewoonten hardnekkig en betekenisvol kunnen<br />

zijn.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Geef <strong>bij</strong> elk onderstaand voorbeeld aan of er sprake is van een algemeen voedingsvoorschrift,<br />

een specifiek voedingsvoorschrift of een dieetvoorschrift en waarom dit voorschrift nodig is:<br />

• een zorgvrager met diabetes mellitus gebruikt minder suiker in zijn voeding;<br />

• een bedlegerige zorgvrager krijgt na een operatie nutridrink (eiwitrijk drankje);<br />

• een groepsbegeleider traint zijn bewoners in het gezinsvervangend tehuis voor licht<br />

verstandelijk gehandicapte zorgvragers in het bereiden van een maaltijd.<br />

De voorschriften zijn:<br />

• de zorgvrager met diabetes mellitus: er is sprake van een dieetvoorschrift, een<br />

voedingsstofbeperkt dieet, nodig om bloedsuikerschommelingen te voorkomen;<br />

• de bedlegerige zorgvrager: een specifiek voedingsvoorschrift, nodig om het herstel na de<br />

operatie te bevorderen;<br />

• de training van de groepsbegeleider: algemene voedingsvoorschriften, nodig om een<br />

goede hygiëne te trainen, het belang van goed doorkoken, letten op houdbaarheid en de<br />

manier van bewaren om voedselvergiftiging te voorkomen.<br />

2 Ga in vakliteratuur na wat de redenen kunnen zijn voor de volgende voedingsstofbeperkte<br />

diëten:<br />

• het vetbeperkt dieet;<br />

• het lactosebeperkt dieet;<br />

• het natriumbeperkt dieet;<br />

• het kaliumbeperkt dieet;<br />

• het vochtbeperkt dieet.<br />

© ThiemeMeulenhoff 37


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Onderbouw je antwoord.<br />

Redenen voor de volgende diëten:<br />

• vetbeperkt dieet: <strong>bij</strong> vetdiarree (dreigend tekort aan calcium en in vetoplosbare vitaminen),<br />

te weinig eetlust (vet geeft een verzadigd gevoel), galblaasklachten (gal helpt om vet af<br />

te breken) en obesitas (als vorm van energiebeperking);<br />

• lactosebeperkt dieet: <strong>bij</strong> een lactose-intolerantie of het niet kunnen afbreken van lactose;<br />

• natriumbeperkt dieet: <strong>bij</strong> hypertensie (dit geldt niet voor zwangerschapshypertensie) en<br />

vochtretentie (het natrium houdt het vocht langer vast);<br />

• kaliumbeperkt dieet: <strong>bij</strong> een te hoog kaliumgehalte als gevolg van nierproblemen;<br />

• vochtbeperkt dieet: <strong>bij</strong> hart-, nier- of leverfalen om overvulling te voorkomen.<br />

3 Leg uit waarom de ontlasting van een zorgvrager kan uitblijven of veranderen als hij een dieet<br />

heeft met een afwijkende consistentie.<br />

De ontlasting kan veranderen <strong>bij</strong> voeding met een afwijkende consistentie als gevolg van:<br />

• efficiëntere opname van voedingsstoffen uit de voeding (minder ontlasting);<br />

• een mogelijk andere hoeveelheid voedingsvezels (minder en zachtere ontlasting);<br />

• een te hoog aanbod van voedingsstoffen waardoor er vocht uit het darmweefsel wordt<br />

onttrokken (diarree).<br />

Verandering van ontlasting kan een psychische belasting voor de zorgvrager zijn. Als<br />

verpleegkundige zul je dit moeten onderkennen en de zorgvrager hierin begeleiden.<br />

38<br />

© ThiemeMeulenhoff


4 Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> de toiletgang<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: NA DE OPERATIE<br />

1 Wat kan het probleem <strong>bij</strong> mevrouw Dijkmans zijn?<br />

Ze kan haar urine niet lang genoeg ophouden en/of ze voelt de prikkel van haar volle blaas<br />

niet.<br />

2 Welke relatie zou er kunnen bestaan tussen het minder gaan drinken van mevrouw Dijkmans<br />

en je antwoord op vraag 1?<br />

Als mevrouw Dijkmans minder drinkt, moet ze minder en minder vaak urineren waardoor de<br />

kans op ‘ongelukjes’ afneemt.<br />

PRAKTIJK: ZUSTER KOM EENS EVEN<br />

1 Welke hulp heeft mevrouw Jansen nodig?<br />

Hulp <strong>bij</strong> het initiatief nemen: mevrouw Jansen neemt niet meer altijd zelf het initiatief om naar<br />

het toilet te gaan. Er zou met een afspraak gemaakt kunnen worden over vaste toilettijden.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Welke maatregelen kun je nemen om de privacy te vergroten van een zorgvrager die op zaal<br />

ligt en de bedpan nodig heeft?<br />

Alhoewel dit in de praktijk niet altijd mogelijk zal zijn, zijn er soms creatieve oplossingen te<br />

bedenken zoals: de zorgvrager met bed en al naar een andere ruimte rijden, niet bedlegerige<br />

zorgvragers vragen even van zaal af te gaan enzovoort.<br />

2 Stel je voor dat je tijdens je opleiding een praktijkopdracht krijgt in het praktijklokaal, waar<strong>bij</strong><br />

jij een medeleerling die in bed ligt moet helpen met de po of urinaal en daarna worden de<br />

rollen omgedraaid. Wat vind je van deze opdracht? Leg je antwoord uit. Maakt het nog verschil<br />

of een vrouwelijke of mannelijke medeleerling je helpt? Licht je antwoord toe.<br />

Deze vraag is vooral bedoeld om de studenten te prikkelen na te denken over een situatie<br />

waarin ze zelf afhankelijk zouden zijn van de hulp van anderen <strong>bij</strong> het urineren en defeceren.<br />

Maar ook de vraag of het belangrijk is bepaalde dingen eerst zelf eerst zelf mee te maken<br />

speelt hier een rol.<br />

3 Oudere zorgvragers worden in sommige instellingen op vaste tijden naar het toilet gebracht.<br />

Wat vind je hiervan? Denk je dat dit een beperking van de zelfzorgmogelijkheden is? Leg je<br />

antwoord uit.<br />

Eigen mening. Argumenten zijn belangrijk.<br />

4 Geef drie verschillende voorbeelden van beperkingen in de zelfzorg die kunnen ontstaan<br />

rondom de toiletgang. Bedenk welke aanpassingen of hulpmiddelen je hier<strong>bij</strong> kunt inzetten.<br />

© ThiemeMeulenhoff 39


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Een paar voorbeelden: Bij a. mobiliteitsproblemen kunnen hulpmiddelen aangewend worden<br />

om de zorgvrager naar het toilet te verplaatsen. Bedlegerige zorgvragers zullen gebruik moeten<br />

maken van de bedpan en/of de urinaal. b. Incontinentie is een beperking in de zelfzorg.<br />

Wanneer een zorgvrager er aan wordt herinnerd op tijd naar het toilet te gaan, kan dat soms<br />

incontinentie voorkomen. c. Oudere zorgvragers hebben soms meer moeite met het losmaken<br />

en uitdoen van kledingstukken. Klittenband in plaats van knopen, elastiek in plaats van een<br />

broekriem houden de zelfzorg langer in stand.<br />

5 Welke invloed heeft warm weer op de urineproductie? Hoe komt dat?<br />

Bij warm weer wordt de urineproductie minder omdat het lichaam meer transpiratievocht<br />

verliest.<br />

6 Wat gebeurt er wanneer de peristaltische beweging zich omkeert?<br />

Dan ga je braken.<br />

40<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding<br />

Blaastraining geven<br />

Blaastraining geven<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: DE BLAASTRAINING<br />

1 Welke vraag zou jij de arts, de fysiotherapeut en de verpleegkundige stellen om Johanneke<br />

te helpen <strong>bij</strong> het weer onder controle krijgen van haar mictie?<br />

- Arts: Is het medisch mogelijk om blaastraining effectief te laten zijn? Fysiotherapeut: Kun je<br />

spierversterkende training geven (bekkenbodemspieren)? Verpleegkundige: Kun je<br />

ondersteunen in het opzetten van een trainingsprogramma? Welke middelen heb je nodig om<br />

het programma te ondersteunen? Welke motivatie heb je nodig om het vol te houden?<br />

2 Welke rol zou jij <strong>bij</strong> de blaastraining van Johanneke kunnen vervullen?<br />

- Analyse van eigen mogelijkheden en beperkingen; Opzetten van een blaastrainingsprogramma<br />

aangepast aan de mogelijkheden van Johanneke; Bijhouden van een mictiedagboek en de<br />

uitleg daarover;Verzorgen ondersteunende middelen als po-stoel, handige kleding en dergelijke;<br />

De zorgvrager ondersteunen; Plannen en uitvoeren van evaluatiegesprekken; Motiveren van<br />

zorgvrager wanneer dit nodig is.<br />

PRAKTIJK: KATIE<br />

1 Van welke vorm van incontinentie is hier sprake?<br />

Urge-incontinentie. Door de verblijfskatheter is de blaascapaciteit verminderd.<br />

2 Wat kan er gedaan worden aan het ongewild urineverlies van Katie?<br />

Blaastraining.<br />

3 Noem twee aandachtspunten in deze situatie, dat wil zeggen één aandachtspunt ten aanzien<br />

van de diagnose en één aandachtspunt ten aanzien van het verpleegplan.<br />

Eerst moet gekeken worden of er geen lichamelijke belemmeringen zijn. In dit geval zou dat,<br />

gezien het branderige gevoel <strong>bij</strong> het plassen, een blaasontsteking kunnen zijn. Ten tweede:<br />

in hoeverre is Katie al mobiel genoeg om naar het toilet te gaan voor de blaastraining.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Welke informatie heb je nodig om te weten of een blaastraining een oplossing is voor een<br />

mictieprobleem?<br />

Je moet weten van welke vorm van incontinentie er sprake is: Totale incontinentie; functionele<br />

incontinentie; stressincontinentie; urge-incontinentie; druppelincontinentie. Verder moet je de<br />

oorzaak van de incontinentie achterhalen. Bijvoorbeeld: als de urge-incontinentie is ontstaan<br />

door het gebruik van diuretica, dan is het zinvoller eerst te kijken of je iets aan de dosering of<br />

toedieningstijden kan veranderen.<br />

2 Welke informatie heb je nodig om een blaastraining te kunnen starten?<br />

Zoek uit of er (medische) contra-indicaties voor het starten van een blaastraining zijn. Zijn de<br />

lichamelijke mogelijkheden van de zorgvrager toereikend? Is de zorgvrager gemotiveerd?<br />

3 Welke observaties verricht je tijdens de blaastraining?<br />

© ThiemeMeulenhoff 41


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Hoe vaak de zorgvrager naar het toilet gaat; de hoeveelheid urine per keer; tussentijds<br />

urineverlies (frequentie en hoeveelheid); vochtgebruik; eventuele pijnklachten tijdens het<br />

urineren; invullen mictiedagboek; motivatie zorgvrager.<br />

42<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding<br />

Incontinentiemateriaal toepassen<br />

Incontinentiemateriaal toepassen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: EEN NIEUWE HEUP<br />

1 Van welke soort fecesincontinentie is hier sprake?<br />

Er is sprake van een overloopincontinentie voor feces.<br />

2 Geef enkele ideeën voor verpleegkundig onderzoek en wat de rol van de verpleegkundige<br />

kan zijn in deze situatie.<br />

Vaststellen of hij voldoende drinkt. Vaststellen of hij voldoende vezelrijke voeding krijgt. Ook<br />

het aanleggen van een vochtbalans geeft een duidelijker beeld. Hij moet zich meer bewegen:<br />

vaker een rondje lopen, de po-stoel weghalen. Hij zal gelaxeerd moeten worden om de<br />

fecesprop te verwijderen.<br />

PRAKTIJK: THUIS BIJ MEVROUW RODENBURG<br />

1 Waar zou jij – naast de grootte en het absorptievermogen – op letten <strong>bij</strong> het kiezen van geschikt<br />

incontinentiemateriaal voor mevrouw Rodenburg?<br />

Ze moet er zelf mee kunnen omgaan. Dus geen knoopjes of plakstrips maar taille- en<br />

beenelastieken.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Anja is een jonge vrouw die veel aan sport doet. Tijdens het sporten verliest ze regelmatig<br />

kleine hoeveelheden urine. Ze vindt dit erg vervelend omdat de incontinentie door haar strak<br />

zittende sportkleding niet goed kan verbergen. Welk incontinentiemateriaal of hulpmiddel kan<br />

Anja het best gebruiken tijdens het sporten? Leg ook uit waarom.<br />

Het is het meest waarschijnlijk dat Anja last heeft van stressincontinentie. Dit is een lichte<br />

incontinentie waar<strong>bij</strong> een speciaal inlegkruisje of maandverband afdoende bescherming kan<br />

bieden. In strakke sportkleding is het echter mogelijk dat je het speciale maandverband kan<br />

zien. Anja kan dan beter een incontinentietampon gebruiken tijdens het sporten. Deze tampon<br />

is onzichtbaar en voorkomt het verlies van urine.<br />

2 Welke invloed zou incontinentie hebben op jouw leven? Noem drie dingen die daar<strong>bij</strong> voor jou<br />

zouden veranderen.<br />

Door de cursist te beantwoorden.<br />

3 Meneer De Groot heeft de ziekte van Parkinson en hij is incontinent voor feces. Met het urineren<br />

heeft hij geen problemen. Meneer De Groot woont nog in zijn eigen huis. Twee keer per dag<br />

komt de wijkverpleegkundige om hem te helpen met wassen en aan- en uitkleden. Welke<br />

incontinentiematerialen of hulpmiddelen zijn, vanwege zijn beperking in de zelfzorg, minder<br />

geschikt voor hem? Leg uit waarom.<br />

Meneer De Groot krijgt hulp van de wijkverpleegkundige met wassen en aan- en uitkleden.<br />

Hieruit kun je concluderen dat hij zijn handen niet goed kan gebruiken. De anaaltampon is<br />

minder geschikt voor hem omdat hij deze niet zelf zal kunnen verwijderen of opnieuw inbrengen.<br />

Ook zal hij er waarschijnlijk moeite mee hebben een inlegverband goed in een fixatiebroekje<br />

te krijgen. Hij moet in dat geval ook veel extra handelingen verrichten: fixatiebroekje aan,<br />

© ThiemeMeulenhoff 43


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

inlegverband erin, onderbroek aan en bovenbroek aan. Hij is dus het meest gebaat <strong>bij</strong> een<br />

absorberend broekje dat hij in plaats van zijn onderbroek kan dragen.<br />

44<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding<br />

De uitscheiding bevorderen<br />

De uitscheiding bevorderen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: IK MOET, MAAR HET LUKT NIET<br />

1 Wat zou de reden kunnen zijn dat mevrouw Verbeek niet kan urineren?<br />

De reden kan zijn dat mevrouw Verbeek op een vreemde plaats (in bed) en in een onnatuurlijke<br />

houding moet urineren.<br />

2 Wat kan de verpleegkundige doen om mevrouw Verbeek te helpen?<br />

Mevrouw Verbeek is niet bedlegerig. De enige reden waarom ze 's avonds en 's nachts de<br />

bedpan gebruikt is dat ze slecht ter been is. In overleg met mevrouw Verbeek kan besluiten<br />

dat ze ook 's avonds en 's nachts naar het toilet gaat, maar dan gebracht met de rolstoel.<br />

PRAKTIJK: MENEER SADIQI HEEFT OBSTIPATIE<br />

1 Noem drie redenen voor het ontstaan van de obstipatie van meneer Sadiqi.<br />

Meneer Sadiqi heeft de ziekte van Parkinson. Het is aannemelijk dat hij anti-Parkinsonmedicatie<br />

krijgt. Hij is minder mobiel waardoor hij weinig beweging krijgt. Als gevolg van zijn ziekte heeft<br />

hij hulp nodig <strong>bij</strong> het eten en drinken. Voor zijn vochtopname is hij dus afhankelijk van anderen<br />

en het is mogelijk dat hij te weinig vocht binnen krijgt. <strong>Zorg</strong>vragers met de ziekte van Parkinson<br />

hebben vaak moeite met slikken en dit kan ook de oorzaak zijn van een verminderde<br />

vochtopname. Al deze factoren kunnen obstipatie in de hand werken.<br />

2 Welke reële maatregelen zou je kunnen nemen om de obstipatieklachten van meneer Sadiqi<br />

te verminderen?<br />

Door het <strong>bij</strong>houden van een vochtbalans wordt duidelijk of meneer Sadiqi genoeg drinkt. Een<br />

glas lauw water voor het ont<strong>bij</strong>t stimuleert de darmwerking. Omdat hij moeite met slikken heeft,<br />

krijgt hij gemalen warme maaltijden. In gemalen voeding zitten nauwelijks nog voedingsvezels.<br />

Het zou goed zijn kritisch te kijken of hij werkelijk gemalen voeding nodig heeft. Misschien is<br />

het ook mogelijk om de maaltijd gewoon te prakken met een vork. Wanneer de stoelgang niet<br />

verbetert, zou de arts in overleg met meneer Sadiqi kunnen besluiten een laxeermiddel voor<br />

te schrijven.<br />

PRAKTIJK: LING HEEFT DIARREE<br />

1 Wat kan een mogelijke oorzaak zijn van de diarree van Ling?<br />

Een virus of een bacterie kan de oorzaak zijn van de diarree. Omdat het vrij acuut is ontstaan,<br />

is de oorzaak waarschijnlijk een infectie. Een overgevoeligheid voor voedselsoorten is niet<br />

waarschijnlijk omdat dit geen acuut proces is.<br />

2 Welk advies moet Cindy aan de zus van mevrouw Wong geven?<br />

De zus van mevrouw Wong moet Ling heel regelmatig kleine beetjes uit de fles laten drinken.<br />

Gezien de misselijkheid en het braken van Ling, kan dit gewoon water zijn. Ook moet ze goed<br />

letten op tekenen van uitdroging. Bij tekenen van uitdroging, moet ze de huisarts raadplegen.<br />

Verder moet ze hygiënische maatregelen nemen om besmetting <strong>bij</strong> zichzelf, Djip en mevrouw<br />

Wong te voorkomen.<br />

© ThiemeMeulenhoff 45


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Kun je een verklaring geven voor het feit dat bewoners van verpleeghuizen meer dan gemiddeld<br />

last hebben van obstipatie?<br />

Mogelijke redenen: De meeste verpleeghuisbewoners zijn minder mobiel en krijgen dus minder<br />

beweging; vaak krijgen ze bepaalde medicijnen die obstipatie kunnen veroorzaken; oudere<br />

mensen drinken soms minder goed of hebben een slikprobleem; als de voeding gemalen is,<br />

bevat dit te weinig voedingsvezels; voor de toiletgang zijn ze vaak afhankelijk van anderen,<br />

waardoor ze <strong>bij</strong> aandrang niet altijd meteen naar het toilet kunnen gaan; gebrek aan privacy.<br />

2 Hoe komt het dat mensen met obstipatie soms een vol gevoel hebben?<br />

De darmen worden onvoldoende geleegd tijdens de stoelgang. Dit kan een vol gevoel geven<br />

en een gebrek aan eetlust veroorzaken.<br />

3 Bedenk drie situaties waarin diarree kan ontstaan door nervositeit.<br />

Mogelijke situaties: Een examen; een sollicitatiegesprek; een belangrijke vergadering.<br />

4 Waarom wordt het vakantiegangers afgeraden in warme landen schepijs te eten?<br />

Schepijs komt, in tegenstelling tot verpakt ijs, in contact met de handen van de verkoper en<br />

wordt blootgesteld aan de lucht. Hierdoor is de kans op besmetting groter dan <strong>bij</strong> verpakt ijs<br />

en zeker als de luchttemperatuur hoog is.<br />

5 Een vrouwelijke zorgvrager met bloedarmoede heeft obstipatieklachten. Wat kan de oorzaak<br />

hiervan zijn?<br />

De kans is groot dat deze mevrouw vanwege haar bloedarmoede een ijzerpreparaat<br />

voorgeschreven heeft gekregen.<br />

6 Een mannelijke zorgvrager klaagt over het nadruppelen van de urine na het plassen. Wat is<br />

er aan de hand?<br />

De blaas wordt onvoldoende geleegd tijdens het urineren.<br />

7 Bij welke aandoening komt dit voor?<br />

Bij een vergrote prostaat.<br />

46<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> het opgeven van sputum<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> het opgeven van<br />

sputum<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: ‘MAAK HET HAAR MAAR ZO COMFORTABEL MOGELIJK’<br />

1 Waarom neemt de benauwdheid toe als mevrouw Alberto onderuitzakt?<br />

Als mevrouw Alberto onderuitzakt, kan ze niet goed gebruik maken van de ademhalingsspieren.<br />

En door de longontsteking lijkt ze ook minder kracht te hebben om te hoesten: je hoort een<br />

rochelende ademhaling maar ze geeft nauwelijks sputum op.<br />

2 Wat kun je doen om haar te helpen <strong>bij</strong> het opgeven van sputum?<br />

Je kunt eerst proberen mevrouw Alberto in een zithouding te brengen in bed. Ga dan achter<br />

het hoofdeinde staan en sla je armen om haar heen, onder de oksels door. Oefen <strong>bij</strong> elke<br />

uitademing druk uit op de borstkas. Als dit niet lukt kun je mevrouw Alberto in de<br />

drainagehouding leggen. Let er hier<strong>bij</strong> wel op dat de kant die gedraineerd moet worden boven<br />

ligt.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Waarom gebruiken de meeste zorginstellingen disposable sputumpotten?<br />

Wegwerp sputumpotten zijn hygiënischer. De kans op verspreiding van bacteriën is kleiner.<br />

2 Je kunt beter niet voor een zorgvrager gaan staan op het moment dat hij zelf sputum probeert<br />

op te hoesten. Waarom?<br />

Je doet dit uit hygiënisch oogpunt. Als je voor een zorgvrager staat is er een kans dat je zelf<br />

sputum of druppeltjes sputum in je gezicht krijgt.<br />

3 In sputum voor laboratoriumonderzoek mogen geen voedselresten uit de mond- of keelholte<br />

zitten. Wanneer kun je dit sputum dus het beste opvangen?<br />

's Morgens vóór het ont<strong>bij</strong>t, als de zorgvrager nog nuchter is, is het beste moment omdat dan<br />

de periode tussen twee maaltijden ('s avonds en 's morgens) het grootst is.<br />

4 Meneer Maris is langdurig aan het hoesten om zijn sputum kwijt te raken. Je ziet dat hij wel<br />

wat sputum opgeeft, maar dit lijkt niet veel te helpen want hij blijft benauwd.Wat zou de oorzaak<br />

hiervan kunnen zijn?<br />

Het sputum kan te taai zijn en door het lange hoesten worden zijn luchtwegen juist nog meer<br />

geprikkeld en neemt de benauwdheid toe. Door die benauwdheid blijft hij hoesten.<br />

5 Welke maatregel zou je kunnen nemen om meneer Maris te helpen. Leg je antwoord uit.<br />

In overleg en in samenwerking met de fysiotherapeut kan meneer Maris leren huffen.<br />

© ThiemeMeulenhoff 47


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> het braken<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MAAGPIJN<br />

1 Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van het braken van mevrouw Kamminga. Waarom<br />

denk je dat?<br />

Gezien de koffiebruine kleur van het braaksel, de klachten die mevrouw Kamminga had en<br />

de diagnose maagzweer, is de meest waarschijnlijke oorzaak een maagbloeding.<br />

2 Waaruit bestaat in deze situatie de verpleegkundige zorg tijdens het braken.<br />

Mevrouw Kamminga is nauwelijks nog aanspreekbaar en gezien de ernst van de situatie<br />

bestaat de kans dat ze het bewustzijn helemaal verliest. De verpleegkundige moet mevrouw<br />

Kamminga in stabiele zijligging brengen, als ze een kunstgebit heeft, dit uit de mond halen,<br />

de mond leeghalen en zorgen dat de ademhalingsweg vrij blijft. In deze situatie is het belangrijk<br />

de bloeddruk te meten en de hartfrequentie (de pols) te tellen. Mevrouw Kamminga kan in<br />

deze ernstige situatie niet alleen gelaten worden. Ondanks het verlaagde bewustzijn van<br />

mevrouw Kamminga, blijft het belangrijk dat de verpleegkundige een geruststellende houding<br />

heeft.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Wanneer zou jij <strong>bij</strong> een brakende zorgvrager zo snel mogelijk een arts waarschuwen?<br />

Wanneer een zorgvrager niet of nauwelijks meer <strong>bij</strong> bewustzijn is en/of wanneer een zorgvrager<br />

bloed braakt (helderrood of koffiebruin).<br />

2 Welke complicaties kunnen optreden <strong>bij</strong> iemand die langdurig en veel braakt?<br />

Als je langdurig en veel braakt, loop je het gevaar om uit te drogen. Vooral <strong>bij</strong> ouderen en<br />

baby's moet je daarom alert zijn.<br />

3 Waarom wordt een bewusteloze zorgvrager, die braakt, in stabiele zijligging gelegd?<br />

Dit voorkomt het in de longen lopen van braaksel (aspiratiegevaar). Een bewusteloze zorgvrager<br />

voelt namelijk geen hoestprikkel als er iets in de luchtpijp terecht komt.<br />

4 Een zorgvrager die tijdens een operatie narcose toegediend krijgt moet nuchter blijven voor<br />

de operatie. Wat is volgens jou de reden hiervoor?<br />

Van narcose kun je gaan braken tijdens of na de operatie. Met een volle maag is het risico<br />

groot dat er tijdens het braken maaginhoud in de longen terecht komt.<br />

5 Waarom is een goede mondverzorging belangrijk <strong>bij</strong> zorgvragers die veelvuldig braken?<br />

De kans op ontstoken mondslijmvlies is groot door inwerking van prikkelende stoffen in het<br />

braaksel zoals maagzuur.<br />

6 Hoe kun je een zorgvrager geruststellen als hij gebraakt heeft en het bed vies is geworden?<br />

Je verschoont het bed en laat merken dat je het vervelend vindt voor de zorgvrager, niet voor<br />

jezelf. Je toont respect en medeleven en handelt professioneel.<br />

48<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> de menstruatie<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> de menstruatie<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: VERA<br />

1 Welke informatie heb je nodig om Vera goed te kunnen helpen <strong>bij</strong> de menstruatie?<br />

De informatie die je vooraf verzamelt: Welke hulp krijgt Vera als ze menstrueert? Welk materiaal<br />

gebruikt ze? Gebruikt ze pijnbestrijding? Zo ja, welke? Heeft Vera last van<br />

stemmingswisselingen? Zijn er nog <strong>bij</strong>zondere aandachtspunten?<br />

2 Hoe kom je er achter of Vera pijn heeft en dus pijnbestrijding nodig heeft?<br />

Door haar goed te observeren: kreunt ze meer dan normaal? Zijn haar spasmen erger dan<br />

normaal?<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Noem minimaal twee redenen waarom een vrouw de voorkeur kan geven aan maandverband<br />

in plaats van aan tampons.<br />

Het kan gaan om een <strong>persoonlijke</strong> voorkeur. Als een vrouw wondjes of irritaties in de vagina<br />

heeft. Als een vrouw hulp nodig heeft <strong>bij</strong> het verschonen, kan het zijn dat ze liever<br />

maandverband dan tampons gebruikt.<br />

2 Welke redenen zijn er om met handschoenen aan te helpen <strong>bij</strong> de menstruatie?<br />

Als bescherming tegen HIV en Hepatitis B (een leverontsteking).<br />

3 Marieke is een getrouwde vrouw van zevenenveertig jaar. Ze is al twee maanden niet ongesteld<br />

geweest. Wat kan er met haar aan de hand zijn?<br />

Marieke kan zwanger zijn, maar ze kan ook met de overgang begonnen zijn en daardoor een<br />

onregelmatige menstruatie hebben.<br />

4 Marieke maakt zich zorgen over het uitblijven van de menstruatie en vraagt jou om advies.<br />

Wat adviseer je haar?<br />

Ze moet in elk geval een zwangerschapstest doen. Als ze niet zwanger is, kan dit het begin<br />

van de overgang zijn.<br />

5 Je vriendin heeft altijd last van veel bloedverlies tijdens de menstruatie. Je vindt dat ze er<br />

bleek uitziet. Wat zou er met haar aan de hand kunnen zijn? Wat adviseer je haar?<br />

Ze kan bloedarmoede hebben door het bloedverlies. Je kunt haar adviseren naar de huisarts<br />

te gaan voor een bloedonderzoek. Mogelijk heeft ze een ijzerpreparaat nodig.<br />

6 Bedenk een aantal voor- en nadelen voor het gebruik van tampons en maandverband tijdens<br />

de menstruatie.<br />

Voordelen tampons: minder geurontwikkeling (menstruatievocht gaat pas gaat ruiken als het<br />

met de buitenlucht in aanraking komt), makkelijk in het gebruik (vrouwen kunnen er goed mee<br />

sporten en zwemmen). Voordelen maandverband: vrouwen zien en merken het direct als ze<br />

het moeten vervangen, het is makkelijker in een situatie waarin je als vrouw door een ander<br />

verschoond moet worden. Nadelen tampons: vrouwen merken soms niet op tijd wanneer ze<br />

zich moeten verschonen, hierdoor bestaat er een kleine kans op het Toxic Shock Syndrome<br />

© ThiemeMeulenhoff 49


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

(T.S.S.) Nadelen maandverband: Vrouwen kunnen er niet mee zwemmen, onder een strakke<br />

broek kan het zichtbaar zijn,door de inwerking van buitenlucht is er eerder geurontwikkeling.<br />

50<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> de uitscheiding<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> hevige transpiratie<br />

Hulp bieden <strong>bij</strong> hevige transpiratie<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MENEER JANSONS HEEFT EEN LONGONTSTEKING<br />

1 Welke problemen kan meneer Jansons ondervinden door de hevige transpiratie?<br />

De kans op uitdroging is groot omdat meneer Jansons veel vocht verliest en nauwelijks drinkt.<br />

Door de hevige transpiratie verweekt zijn huid en is er kans op smetten. De kans op decubitus<br />

bestaat ook omdat hij immobiel is en in een slechte conditie.<br />

2 Op welke manier kun je meneer Jansons helpen?<br />

Je kunt hem heel regelmatig extra drinken blijven aanbieden. Als hij slecht blijft drinken is het<br />

misschien noodzakelijk dat er een infuus wordt ingebracht. Verder moet je regelmatig de huid<br />

controleren en zorgen voor een goede huidverzorging. Fris hem regelmatig op met lauwwarm<br />

water en verschoon de kleding en het beddengoed. Omdat hij weinig drinkt is het ook belangrijk<br />

zijn mond regelmatig te verzorgen. Misschien vindt hij het prettig een nat washandje op zijn<br />

voorhoofd te hebben.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Meneer Swanki is ziek. Hij heeft koorts en ligt hevig te transpireren in zijn bed. Welke kleur<br />

zal zijn gezicht waarschijnlijk hebben? Hoe komt dat?<br />

De kleur van zijn gezicht zal waarschijnlijk rood zijn omdat de bloedvaten in de huid zich verwijd<br />

hebben en hier dus meer bloed doorheen stroomt, om zodoende meer warmte kwijt te raken.<br />

2 De overtollige lichaamswarmte wordt via de huid uitgescheiden door warmtestraling,<br />

geleidingsafvoer, convectieve afvoer en verdamping. Bedenk voor elke manier een voorbeeld.<br />

Warmtestraling: Als je het erg warm hebt, en in een ruimte komt met airconditioning, dan wordt<br />

je lichaamswarmte afgevoerd naar de koelere omgeving waardoor je het snel minder warm<br />

krijgt.<br />

Geleidingsafvoer: Je lichaam maakt contact met een kouder oppervlakte. Bijvoorbeeld een<br />

koude stenen muur of glazen wand waar je tegenaan kunt staan. Je overtollige lichaamswarmte<br />

wordt hieraan afgegeven.<br />

Convectieve afvoer: Als je <strong>bij</strong>voorbeeld op een hete zomerdag op het strand bent, zorgt het<br />

zeewindje voor wat verkoeling. De luchtstroom ‘neemt de warmte mee’.<br />

Verdamping: Dit doe je door te transpireren en dat gebeurt de hele dag door.<br />

3 Mensen die lijden aan de zeldzame aandoening anhidrosis hebben geen zweetproductie. Een<br />

afwijking van de zweetklier kan dit veroorzaken. Wat gebeurt er in het lichaam van een<br />

zorgvrager die lijdt aan anhidrosis? Leg je antwoord uit.<br />

Door het niet werken van de zweetklieren kan de lichaamstemperatuur niet op peil worden<br />

gehouden. Hierdoor loopt de lichaamstemperatuur steeds verder op (koorts) en ontstaat er<br />

een levensbedreigende situatie.<br />

© ThiemeMeulenhoff 51


5 Helpen <strong>bij</strong> mobiliteitsproblemen<br />

Een zorgvrager helpen <strong>bij</strong> het<br />

mobiliseren<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MENEER HAANSTRA<br />

1 De wond aan het been is niet het enige gevolg van de val van meneer Haanstra. Welke<br />

gevolgen van de val en de wond kan Nel signaleren?<br />

Door de verminderde mobiliteit na het vallen durft meneer Haanstra niet meer zo goed te<br />

lopen. Hierdoor kan hij minder goed voor zichzelf zorgen (mager, droge huid). De kans dat hij<br />

sociaal geïsoleerd raakt, is groot omdat hij waarschijnlijk de deur niet meer uit komt. Dit moet<br />

de verpleegkundige echter wel controleren. Is er een verband tussen het vele praten en<br />

eenzaamheid door verminderde mobilisatie of praatte meneer Haanstra altijd al graag.<br />

2 Nel is ingeschakeld om de wond van meneer Haanstra te verzorgen. Zij signaleert ook een<br />

mobiliteitsprobleem. Wat zou jij, als je Nel was, nu doen? Motiveer je antwoord.<br />

Probleemanamnese, indicatiestelling, eventueel overleg binnen de organisatie en een<br />

verpleegplan maken.<br />

PRAKTIJK: HET MOBILISEREN VAN SASKIA<br />

1 Op welke wijze kan Eva in een gesprek met Saskia aansluiten <strong>bij</strong> haar beleving om haar zo<br />

te stimuleren te mobiliseren?<br />

Saskia wil graag naar haar kinderen en is nu afhankelijk van de mogelijkheden die de<br />

verpleegkundigen hebben om haar te brengen. Dit kan een aanknopingspunt zijn om Saskia<br />

uit bed te laten komen. Immers, hoe eerder ze mobiel is, hoe eerder zij zelf naar haar kinderen<br />

kan (en dus vaker).<br />

2 Wat kan Eva doen zodat Saskia goed kan mobiliseren?<br />

De student moet aangeven welke acties hij zal ondernemen om de pijn en angst te reduceren.<br />

Pijnreductie door tijdige en voldoende pijnstilling. Angstreductie door het geven van goede<br />

voorlichting over wat Saskia kan verwachten als ze uit bed komt (pijn, duizeligheid). Hier<strong>bij</strong><br />

moet de student aangeven wat Saskia kan doen om de duizeligheid te verminderen. Daarnaast<br />

moet de student aangeven wat het belang voor Saskia is als ze uit bed komt (minder kans op<br />

complicaties).<br />

3 Wie kan Eva inschakelen om Saskia minder afhankelijk te kunnen maken van de<br />

verpleegkundigen?<br />

De studenten kunnen verschillende mensen vragen om te helpen. Zo kan Saskia's echtgenoot<br />

haar ook brengen en kan de fysiotherapeut helpen met het mobiliseren van Saskia.<br />

© ThiemeMeulenhoff 53


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Om verschillende redenen, zoals in de tekst genoemd, is het belangrijk om de zorgvrager te<br />

stimuleren tot mobiliseren. Zou jij iedere zorgvrager stimuleren tot mobiliseren? Motiveer je<br />

antwoord.<br />

Uit het antwoord van de student moet blijken dat hij kan beoordelen in hoeverre er noodzaak<br />

tot mobiliseren is en welke vorm van mobiliseren geïndiceerd is. Er zijn nauwelijks situaties<br />

te bedenken waarin er contra-indicatie is voor beweging.<br />

2 Vaak zijn er in ziekenhuizen schema's voor het mobiliseren van een zorgvrager. Kun je een<br />

voorbeeld geven waarin jij afwijkt van het schema?<br />

Een mobilisatieschema is een richtlijn. Angst, pijn, gebrek aan doorzettingsvermogen en durf<br />

<strong>bij</strong> de zorgvrager zijn aanleidingen om af te wijken van het schema.<br />

3 Door een anamnese is veel informatie te verkrijgen over de mobiliteit van een zorgvrager.<br />

Welke vragen zou jij, als je een anamnese mocht maken, stellen over de mobiliteit en welke<br />

observaties zou je doen?<br />

Vragen en observaties gericht op: gebruik van hulpmiddelen; zekerheid tijdens het lopen; pijn<br />

<strong>bij</strong> het lopen of bewegen; onzekere bewegingen; evenwichtsstoornissen (zoekt de zorgvrager<br />

steun?). Er kunnen ook indirecte vragen worden gebruikt (wie haalt voor u de boodschappen?).<br />

4 Nel (uit de praktijkcasus over meneer Haanstra) besluit de mobilisatie van meneer Haanstra<br />

op te nemen in het zorgplan. Stel een verpleegkundige diagnose op voor meneer Haanstra<br />

volgens de PES-structuur.<br />

P mobiliteitstekort; E pijn <strong>bij</strong> en onzekerheid over het lopen na de val; S meneer uit angst over<br />

het lopen.<br />

54<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> mobiliteitsproblemen<br />

Een zorgvrager tillen en verplaatsen<br />

Een zorgvrager tillen en verplaatsen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: STEUNKOUSEN<br />

1 Wat zou de precieze oorzaak kunnen zijn van Wims rugpijn?<br />

Wim bevindt zich in een kleine ruimte en zit langdurig op zijn knieën (in dezelfde houding).<br />

Daar<strong>bij</strong> moet hij veel trekken en sjorren.<br />

2 Is er in Wims situatie sprake van statische of dynamische belasting? Beredeneer je antwoord.<br />

Er is sprake van zowel een statische belasting (langdurig dezelfde houding), als een dynamische<br />

belasting (het trekken aan de kousen).<br />

PRAKTIJK: MEVROUW VAN HEUSDEN<br />

1 Is het terecht dat Hiljo verbaasd is? Waarom wel of waarom niet?<br />

De pijn en vermoeidheid kunnen een goede reden zijn om mevrouw Van Heusden met rust<br />

te laten. Maar aan de andere kant liggen de zogeheten bedgevaren op de loer: decubitus,<br />

slechte doorbloeding, contracturen etc.<br />

2 Als jij dit verpleegplan zou aanpassen, voor welke benadering kies je dan: de haptonomische,<br />

de PDL- of de mechanische benadering? Leg uit waarom.<br />

De PDL-benadering is in deze situatie het geschiktst. Met die methode toon je het duidelijkst<br />

respect voor de beperkingen van de zorgvrager. Er wordt gezocht naar oplossingen die de<br />

minste pijn, vermoeidheid én bedgevaren opleveren.<br />

3 Hoe zou de interventie die je in het verpleegplan schrijft, precies luiden?<br />

In eerste instantie zal de interventie gericht zijn op voorlichting (over bedgevaren) onderzoek<br />

(naar methoden en hulpmiddelen, multidisciplinair) en overleg met mevrouw Van Heusden<br />

(over de te maken keuze). In tweede instantie zal de keuze die gemaakt wordt, uitgewerkt<br />

worden in een protocol dat door iedere verpleegkundige die <strong>bij</strong> mevrouw Van Heusden komt,<br />

uitgevoerd kan worden.<br />

PRAKTIJK: OMDRAAIEN<br />

1 Waarom zou Marijke meneer Van der Heiden vragen of hij het bedhek wil vastpakken?<br />

Doordat mijnheer Van der Heiden met zijn rechterhand de linkerkant van het bed pakt, draait<br />

hij automatisch al iets naar zijn zij. Minder belasting voor Marijke en John.<br />

2 Wat zouden Marijke en John kunnen doen om te zorgen dat het draaien van meneer Van der<br />

Heiden wat makkelijker gaat?<br />

Voorlichting over de noodzaak van het draaien en de werkwijze, met de handen helpen en<br />

daar<strong>bij</strong> het tempo van de zorgvrager volgen.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Bedenk vier voorbeelden van verplaatsingen waar<strong>bij</strong> je de volgende hulpmiddelen zou<br />

gebruiken: tillift, papegaai, draaischijf, slidepad.<br />

© ThiemeMeulenhoff 55


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Uit bed met behulp van een tillift, van bed naar stoel met een draaischijf. Naar achteren in bed<br />

met een papegaai. Van bed naar brancard met een slidepad.<br />

2 Verklaar waarom het vanuit financieel-economische overwegingen belangrijk is om over een<br />

goed tilbeleid te beschikken.<br />

Door een goed tilbeleid vermindert de kans op rugklachten <strong>bij</strong> zorgverleners. Dit kan een daling<br />

van het ziekteverzuim tot gevolg hebben. De werkgever bespaart hier dus geld mee.<br />

3 Vind je dat de familie van een zorgvrager mag helpen met het rechtop helpen van een<br />

bedlegerige zorgvrager (<strong>bij</strong>voorbeeld in de thuiszorg of tijdens een bezoekuur)? Licht je<br />

antwoord toe.<br />

Dat kan op voorwaarde dat de zorgvrager ermee instemt, dat het gezondheidsprobleem van<br />

de zorgvrager het toelaat en dat er een goede instructie aan voorafgaat.<br />

4 Noem drie situaties waarin jij de PDL-benadering zou gebruiken.<br />

Alle situaties waarin de zorgvrager zelf nauwelijks ergens toe in staat is, komen in aanmerking.<br />

Enkele voorbeelden zijn terminale zorgvragers, zorgvragers die moe zijn (<strong>bij</strong>voorbeeld na<br />

chemotherapie) en zorgvragers die veel pijn hebben.<br />

5 Een oudere zorgvrager die thuis nog geheel zelfstandig functioneerde, wordt opgenomen in<br />

verband met een trombosebeen en krijgt bedrust. Hij vraagt of je hem even wilt helpen met<br />

rechtop zitten: ‘Wilt u me even naar achteren tillen, zuster?’ Wat is jouw reactie en waarom?<br />

Gezien het feit dat de zorgvrager thuis geheel zelfstandig functioneerde: vraag of hij het zelf<br />

wil doen, observeer hoe het hem afgaat en stem daar de hulp op af. Voorlichting of het<br />

ophangen van een papegaai is wellicht voldoende.<br />

6 Een collega komt de zaal binnen waar jij aan het werk bent, loopt naar een patiënt en roept<br />

tegen naar een dementerende vrouw: ‘Zo mevrouwtje, ik kom u even uit bed hijsen.’ Zo hoort<br />

het niet, denk je. Maar hoe hoort het wél? Demonstreer dat eens.<br />

Uit de demonstratie zal respect moeten blijken.<br />

56<br />

© ThiemeMeulenhoff


Helpen <strong>bij</strong> mobiliteitsproblemen<br />

Een zorgvrager helpen <strong>bij</strong> het mobiliseren<br />

Een zorgvrager helpen <strong>bij</strong> het<br />

mobiliseren<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MEVROUW JACKSON<br />

1 Als jij Nelleke was, hoe zou je deze situatie dan aanpakken?<br />

Afspraken maken met de zorgvrager over de houding van het been. Bijvoorbeeld tijdens het<br />

rijden naar beneden, maar daarna weer omhoog. Natuurlijk ook uitleggen wat het belang is<br />

van de houding. Nagaan of de zorgvrager dit weet en begrijpt.<br />

PRAKTIJK: BORSTVOEDING<br />

1 In welke houding kan het aanleggen van de baby het best gebeuren, gezien het feit dat<br />

mevrouw Strauss een episiotomie heeft gehad en nu hechtingen in het perineum heeft?<br />

Een liggende houding. Zijligging komt het meest in aanmerking.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Geef twee voorbeelden waar<strong>bij</strong> een therapeutische houding extra gezondheidsproblemen kan<br />

geven.<br />

Bij platte bedrust kans op verslikpneumonieën. Bij alle vormen van bedrust kans op decubitus.<br />

Oedemen door benen die laag ‘hangen’ in een rolstoel.<br />

2 Geef een voorbeeld van een praktijksituatie waarin de zorgvrager in een bepaalde houding<br />

moest zitten of liggen. Wat moest het effect van deze houding zijn?<br />

Geen antwoordmodel. Belangrijk is dat de student verband legt tussen de aandoening en de<br />

houding.<br />

3 Vertel welke informatie je aan een zorgvrager geeft tijdens het toepassen van wisselligging.<br />

O.a. door uitleg weet de zorgvrager wat hem te wachten staat qua tijdsduur, pijn, belang/doel<br />

van de handeling en wat de zorgvrager zelf kan doen om mee te helpen.<br />

4 Noem twee observatiepunten <strong>bij</strong> een zorgvrager uit bed helpen.<br />

Pijn, angst.Te zien aan gespannen lichaamshouding, verwrongen trek op het gezicht. Aarzelen<br />

<strong>bij</strong> het uitvoeren van een handeling.<br />

5 Waarom let je <strong>bij</strong> zorgvragers die verlammingsverschijnselen hebben, extra goed op of ze<br />

nergens op zitten of liggen?<br />

1. Deze mensen voelen vaak niet of ze ergens op liggen. Hierdoor kunnen er defecten aan<br />

de huid optreden. 2. Deze mensen zijn niet in staat om hun lichaam te verplaatsen opdat ze<br />

zelf het voorwerp, of de rimpel in het laken, kunnen verwijderen.<br />

6 Je moet een zware zorgvrager helpen rechtop te zitten in bed. Van welke hulpmiddelen zou<br />

je gebruikmaken?<br />

Een tillift of een papegaai zodat de zorgvrager zelf mee kan werken.<br />

© ThiemeMeulenhoff 57


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

7 Je hebt met een zorgvrager afgesproken dat zij vier uur op haar linkerzij moet liggen. Na een<br />

uur belt ze dat ze het niet meer volhoudt. Wat is jouw reactie?<br />

De student vraagt eerst wat de reden is dat de zorgvrager anders wil liggen. (Liggen handen<br />

en of benen wel goed, ligt de zorgvrager ergens op, kan hij <strong>bij</strong> zijn spullen?) Kijken of die<br />

oorzaak verholpen kan worden. Vervolgens nogmaals het belang van de houding uitleggen.<br />

Als dit niet werkt, dan nieuwe afspraken maken over de liggingsduur of het terugdraaien van<br />

de zorgvrager.<br />

8 Een zorgvrager met een verstandelijke beperking vindt het prettig om in bed te liggen en op<br />

handen en knieën te schommelen. Hoe zorg je voor de veiligheid van deze zorgvrager?<br />

De zorgvrager moet zich niet kunnen bezeren. Aan het hoofdeinde kussens bevestigen tegen<br />

hoofdstoten. Ervoor zorgen dat de zorgvrager door bedhekken omhoog te doen niet uit bed<br />

kan vallen. Is de zorgvrager ambulant, dan een matras naast het bed op de grond plaatsen.<br />

Bed altijd laag.<br />

58<br />

© ThiemeMeulenhoff


6 Het bed van de zorgvrager<br />

verzorgen<br />

Bedden verzorgen<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: EEN VIES BED<br />

1 Wat doe je als je ziet dat mevrouw Jacob haar ochtendjas als extra deken heeft gebruikt?<br />

Je stelt de vraag stellen of ze het koud heeft gehad. Als ze dit bevestigt, bied je haar een extra<br />

deken aan.<br />

2 Na het bed opmaken vraag je aan mevrouw Jacob of het bed naar tevredenheid is opgemaakt.<br />

Wat is hier de reden van?<br />

Je stelt deze vraag om duidelijk te maken dat je aandacht hebt voor de behoefte van de<br />

zorgvrager.<br />

PRAKTIJK: NA DE NARCOSE<br />

1 Beschrijf de werkwijze die je hanteert als je het bed van meneer Mos opmaakt.<br />

Je licht meneer Mos eerst in over de werkwijze. Vervolgens denk je aan zijn veiligheid tijdens<br />

het bed verschonen. Daar waar je meneer Mos naartoe draait, zet je het onrusthek omhoog.<br />

Na het draaien krijgt hij een kussen onder zijn hoofd, en een laken en een deken over zich<br />

heen om niet te veel af te koelen. Je maakt het beddengoed aan een zijde los en rolt dit tegen<br />

meneer Mos aan. Je stopt het schone beddengoed in, en het vuile beddengoed rol je op. Eén<br />

verpleegkundige vraagt meneer Mos over het beddengoed hiernaartoe te draaien. Hier<strong>bij</strong><br />

verleen je hulp als dat nodig is. Plaats het hek omhoog, en loop vervolgens naar de andere<br />

zijde. Je haalt het vuile beddengoed weg, en stopt het schone beddengoed weer in. Het bed<br />

wordt verder opgemaakt volgens het handelingsschema. Vraag na afloop of het bed naar<br />

wens is opgemaakt.<br />

2 Welke nadelen zijn er als je het bed van meneer Mos alleen moet verschonen?<br />

Een nadeel is dat het meer tijd kost om alleen een bed op te maken. Verder kost het opmaken<br />

meer energie, want je moet steeds van de ene kant van het bed naar de andere kant van het<br />

bed lopen. Je kunt het bed zo ook minder strak kunnen opmaken.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Welke voordelen heeft het om samen met een collega een bed op te maken?<br />

Voordelen van het bed opmaken met een collega is dat het sneller gaat, dat je niet steeds van<br />

de ene naar de andere kant hoeft te lopen en het resultaat is vaak beter.<br />

2 In welke omstandigheden is het verschonen van een bed belastend voor een zorgvrager?<br />

Als een zorgvrager bedrust heeft, of ten gevolge van zijn gezondheidstoestand moeilijk uit<br />

bed kan komen.<br />

© ThiemeMeulenhoff 59


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

3 Hoe kun je <strong>bij</strong> het bed opmaken de belasting van een zorgvrager verminderen?<br />

Je kunt het verminderen door hem te ondersteunen als hij moeilijk uit bed kan komen. Je kunt<br />

het bed op een goede hoogte voor de zorgvrager zetten, zodat hij makkelijker uit bed kan<br />

komen. Verder kun je het bed op een efficiënte manier opmaken, zodat het niet onnodig lang<br />

duurt.Tot slot helpt een goede uitleg over de werkwijze; geef instructie over hoe de zorgvrager<br />

het best kan meewerken.<br />

4 Wat kun je <strong>bij</strong> het opmaken van een gewoon ziekenhuisbed doen om de risico's op doorliggen<br />

en spitsvoeten te beperken?<br />

Om de risico's op doorliggen en spitsvoeten zo klein mogelijk te maken, moet je <strong>bij</strong> het bed<br />

opmaken voor een strakke onderlaag zorgen. Na het instoppen moet je het bovenlaken en de<br />

deken(s) weer iets lostrekken.<br />

5 Op welke manier kun je ervoor zorgen dat een zorgvrager zo comfortabel mogelijk in bed ligt?<br />

Om ervoor te zorgen dat de zorgvrager zo comfortabel in bed ligt, maak je het bed zorgvuldig<br />

en volgens de wensen van de zorgvager op. Na het bed opmaken help je de zorgvrager in<br />

een gewenste houding, met <strong>bij</strong>voorbeeld kussens en een ruggesteun.<br />

60<br />

© ThiemeMeulenhoff


Het bed van de zorgvrager verzorgen<br />

Bedden hanteren<br />

Bedden hanteren<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: OPNAME IN HET VERPLEEGHUIS<br />

1 Geef argumenten vóór het meenemen van het bed van mevrouw Van Doorn.<br />

Een argument voor het mee laten nemen van haar eigen bed is dat je ingaat op de behoefte<br />

van de zorgvrager. In deze zienswijze staat de zorgvrager centraal. Er is sprake van<br />

vraaggerichte zorg. Dit sluit aan <strong>bij</strong> de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Een ander<br />

argument is dat jij ervan overtuigd bent dat wanneer iemand al zoveel op bed ligt, en geen<br />

decubitus heeft ontwikkeld, het matras van het bed van een goede kwaliteit is.<br />

2 Geef argumenten tegen het meenemen van het bed van mevrouw Van Doorn.<br />

Argumenten tegen zijn dat de bedden in het verpleeghuis aan de criteria voldoen om mevrouw<br />

Van Doorn op bed te kunnen verzorgen. Ze zijn goed te reinigen, waardoor je op een<br />

hygiënische manier kunt werken. Ze bieden veiligheid in gebruik. Bovendien zijn de bedden<br />

in hoogte verstelbaar, waardoor de belasting van de zorgverlener zo min mogelijk is. De<br />

matrassen geven een goede ondersteuning aan het lichaam, waardoor mevrouw Van Doorn<br />

ook de volgende dag uitgerust wakker wordt.<br />

3 Wat zou jouw keuze zijn?<br />

De keuze van is afhankelijk van de inbreng van de leerling.<br />

PRAKTIJK: SPOEDOPNAME<br />

1 Het is de eerste keer dat jij met dit bed gaat werken. Je gaat samen met een collega het bed<br />

ophalen uit het beddenmagazijn. Hoe leer je de werking van het bed kennen, zodat je de<br />

zorgvrager met wervelfractuur het gebruik van dit bed kunt uitleggen?<br />

Mogelijkheden zijn: je laten voorlichten in het beddenmagazijn, de handleiding bestuderen,<br />

het bed laten demonstreren, zelf uitproberen.<br />

PRAKTIJK: EEN LELIJKE VAL!<br />

1 Vind jij het nodig dat er voor Mevrouw De Wildt een speciaal bed gehuurd moet worden?<br />

Motiveer je antwoord.<br />

Ja, het zou wenselijk zijn om een speciaal bed te huren, want mevrouw De Wildt heeft een<br />

beginnende wond. Bovendien blijkt uit de casus dat ze voorlopig bedrust moet houden. Hierdoor<br />

bestaat de kans op nieuwe decubitus en verergering van de al aanwezige decubitus.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Waarom is het belangrijk dat een ziekenhuis <strong>bij</strong> de aanschaf van nieuwe bedden niet standaard<br />

voor het hele ziekenhuis dezelfde bedden bestelt? Motiveer je antwoord.<br />

Dit is belangrijk, omdat er in een ziekenhuis verschillende zorgvragers verblijven met een grote<br />

diversiteit aan ziektebeelden. Het bed zal <strong>bij</strong> zorgvragers die langdurig in bed moeten verblijven<br />

aan andere eisen moeten voldoen dan <strong>bij</strong> zorgvragers die voor dagopname komen.<br />

2 Waarom lopen zorgvragers die gebruikmaken van een sandwichbed en of cirkelbed een grotere<br />

kans op bedrustcomplicaties?<br />

© ThiemeMeulenhoff 61


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

<strong>Zorg</strong>vragers die gebruikmaken van deze bedden, moeten vaak langdurig in bed liggen en<br />

kunnen of mogen vaak niet zelf bewegen.<br />

3 Welke voordelen heeft het cirkelbed vergeleken met het sandwichbed?<br />

Je kunt de zorgvrager in een cirkelbed in verschillende houdingen plaatsen én de zorgvrager<br />

kan zelf een gewenste houding aannemen zonder verpleegkundige interventie.<br />

4 Motiveer waarom je het nodig vindt om een zandbed te huren voor een zorgvrager met ernstige<br />

brandwonden.<br />

Het is wenselijk om een zandbed te huren voor een zorgvrager met ernstige brandwonden,<br />

omdat de druk op de huid minimaal is. Dat reduceert de pijn. Brandwonden produceren veel<br />

vocht. Dit wordt door de specifieke eigenschappen van het bed afgevoerd. <strong>Zorg</strong>vragers met<br />

brandwonden lopen de kans op koorts ten gevolge van infecties. Bij dit bed kun je de<br />

temperatuur te regelen, zonder externe hulpmiddelen. Het is mogelijk de zorgvrager op een<br />

niet-belastende manier in een positie te brengen en te houden, zodat je de – vaak uitgebreide<br />

– wondbehandeling goed kunt toepassen.<br />

62<br />

© ThiemeMeulenhoff


Het bed van de zorgvrager verzorgen<br />

Hulpmiddelen toepassen <strong>bij</strong> de bedverzorging<br />

Hulpmiddelen toepassen <strong>bij</strong> de<br />

bedverzorging<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: MENEER TAK<br />

1 Welke hulpmiddelen bied je meneer Tak aan, en waarom?<br />

Je biedt meneer Tak de volgende hulpmiddelen aan:<br />

• een dekenboog: neemt de druk van de dekens op zijn linkervoet weg;<br />

• een voetenbankje: deze voorkomt het ontstaan van spitsvoeten en voorkomt dat de<br />

zorgvrager onderuitzakt in bed;<br />

• een papegaai: om de zelfzorgactiviteit van meneer Tak te verhogen. Met behulp van de<br />

papegaai kan hij zichzelf verplaatsen in bed. In de situatie van meneer Tak is de papegaai<br />

een belangrijk onderdeel in het revalidatieproces. Hij leert ervaren dat het hulpmiddel de<br />

zelfredzaamheid verhoogt;<br />

• een bel: deze geeft een veilig gevoel. Meneer Tak kan altijd hulp inroepen als dat nodig<br />

is;<br />

• een nachtkastje: zodat meneer Tak zijn <strong>persoonlijke</strong> eigendommen en andere noodzakelijke<br />

middelen <strong>bij</strong> de hand heeft. Hij kan het uitschuifbare blad gebruiken als tafel tijdens de<br />

maaltijd, of <strong>bij</strong> andere activiteiten.<br />

Het is afhankelijk van de zelfzorg en behendigheid van meneer Tak of je nog meer hulpmiddelen<br />

moet aanbieden. Wanneer meneer Tak nog veel in bed ligt en niet of slecht in staat is zichzelf<br />

te mobiliseren met behulp van een rolstoel, kun je hem de volgende hulpmiddelen aanbieden:<br />

• een urinaal: als meneer Tak nog niet in staat is om zelf naar het toilet te gaan, of alleen<br />

voor de nacht;<br />

• de Fowlerligging. De kans op decubitus is <strong>bij</strong> oudere zorgvragers groot. De doorbloeding<br />

van de oppervlakkige weefsels neemt af naarmate je ouder wordt. De Fowlerligging<br />

vermindert de druk op onderhuidse weefsels;<br />

• een anti-decubitusmatras: om extra bescherming te bieden tegen decubitus, in combinatie<br />

met de Fowlerligging.<br />

2 Waar let je op <strong>bij</strong> het toepassen van deze hulpmiddelen?<br />

Je zorgt ervoor dat de dekenboog, het voetenbankje en de papegaai op de correcte afstand<br />

tot het lichaam zijn ingesteld. Het voetenbankje bekleed je met een kussensloop of handdoek.<br />

Het koude materiaal kan <strong>bij</strong>zonder onprettig aanvoelen en veroorzaakt koude voeten of kramp.<br />

Verder moeten bel, nachtkastje en urinaal binnen handbereik van de zorgvrager zijn.<br />

Als meneer Tak in Fowlerligging en/of op een anti-decubitusmatras ligt, zorg je dat het<br />

onderlaken en molton gladgestreken en kruimelvrij zijn.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Welke hulpmiddelen zou je gebruiken als je een 80-jarige, vrouwelijke, alleenstaande zorgvrager<br />

met ulcus cruris, die weigert uit bed te komen, thuis zou moeten verplegen?<br />

Hulpmiddelen die je kunt gebruiken:<br />

• een alarmsysteem, zodat ze de thuiszorg kan waarschuwen in noodsituaties;<br />

• een hoog-laagbed, zodat je haar gemakkelijk kunt verzorgen;<br />

© ThiemeMeulenhoff 63


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

• een ondersteek, als ze ook niet naar het toilet wil gaan;<br />

• een anti-decubitusmatras, om decubitus te voorkomen;<br />

• een dekenboog, zodat de dekens niet op de wond drukken;<br />

• een nachtkastje met uitschuifbaar blad, voor <strong>persoonlijke</strong> eigendommen en de middelen<br />

die je voor haar verzorging nodig hebt;<br />

• een papegaai, zodat ze zichzelf in bed kan verplaatsen;<br />

• een voetenbankje, ter voorkoming van spitsvoeten.<br />

2 Zoek uit hoe je aan die hulpmiddelen komt als je in de thuiszorg werkt.<br />

Deze hulpmiddelen worden verstrekt via de uitleencentra die aan de thuiszorginstellingen zijn<br />

verbonden. Als verpleegkundige kun je de hulpmiddelen aanvragen. Een aantal basisartikelen<br />

kun je voor maximaal een half jaar gratis lenen. Andere artikelen zijn te huur of te koop. Als<br />

de zorgvrager lid is van een thuiszorginstelling, krijgt hij soms korting. Voor vragen over de<br />

eigen <strong>bij</strong>drage <strong>bij</strong> de thuiszorg kan de zorgvrager <strong>bij</strong> het Centraal Administratiekantoor AWBZ<br />

(CAK) in Den Haag terecht. Het CAK int ook de <strong>bij</strong>drage. Het CAK mag de inkomensgegevens<br />

van de zorgvrager <strong>bij</strong> de belastingdienst opvragen. Aan de hand van deze gegevens én die<br />

van de thuiszorginstelling stuurt het CAK de zorgvrager eenmaal per maand een rekening.<br />

3 Als een hoog-laagbed niet in het huis van deze zorgvrager past, wat heb je dan allemaal nog<br />

meer nodig?<br />

In dat geval heb je bedklossen, bedhekken, een opstapje <strong>bij</strong> het bed en een rugsteun nodig.<br />

Als het niet mogelijk is om bedhekken te plaatsen, kun je overwegen om één van de zijkanten<br />

van het bed tegen de muur te plaatsen. Zo kun je voorkomen dat ze uit bed valt.<br />

4 Een mannelijke zorgvrager van 35 jaar heeft een aantal ingrijpende operaties ondergaan na<br />

een ongeval. Voorlopig krijgt hij nog sondevoeding, een infuus en hij heeft een katheter met<br />

zakje. Inmiddels is hij al zover hersteld dat hij regelmatig uit bed mag. Welke hulpmiddelen<br />

die <strong>bij</strong>dragen aan zijn zelfzorg kun je hem aanbieden?<br />

Je kunt deze zorgvrager een rijdende infuuspaal aanbieden. Je kunt hier zowel de infuusvloeistof<br />

als de sondevoeding aan ophangen. Het zakje van de urinekatheter kun je vastspelden aan<br />

de binnenzijde van zijn badjas, of aan het pyjamajasje.<br />

5 <strong>Zorg</strong>vragers die langdurig een infuus krijgen en in bed moeten blijven, lopen het gevaar dat<br />

er contracturen in de hand ontstaan. De onderarm wordt in een bepaalde stand gedwongen,<br />

waardoor de zenuwbanen en bloedcirculatie in hun functie worden belemmerd. Welke<br />

hulpmiddelen kun je gebruiken om dit te voorkomen?<br />

Hulpmiddelen die je kunt gebruiken om dit te voorkomen zijn zandzakjes of handdoekrolletjes.<br />

Hiermee kun je de onderarm, pols en hand zo ondersteunen dat de zenuwbanen en<br />

bloedcirculatie onbelemmerd functioneren.<br />

64<br />

© ThiemeMeulenhoff


7 De vitale functies bewaken<br />

Vitale functies bewaken<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: KOORTS<br />

1 Zie jij aanleiding om in deze situatie de vitale functies te gaan meten? Licht je antwoord toe.<br />

Op basis van deze gegevens is er geen aanleiding om de vitale functies te gaan meten. Dat<br />

zou anders zijn als er in de casus stond dat Pieter 55 jaar is, ernstig overgewicht heeft en<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld rookt. Je moet wel de lichaamstemperatuur meten en hem observeren. Afhankelijk<br />

van de hoogte van de lichaamstemperatuur en het verloop ervan moet je een arts inschakelen<br />

voor een medische diagnose.<br />

PRAKTIJK: HARTRITMESTOORNISSEN<br />

1 Welke term, waarmee de frequentie van de hartslag van mevrouw Bakelaar wordt aangeduid,<br />

zul je in het zorgdossier tegenkomen?<br />

Bradycardie.<br />

2 Hoe zou jij de klachten van vermoeidheid en duizeligheid kunnen verklaren?<br />

De klachten van vermoeidheid en duizeligheid <strong>bij</strong> mevrouw Bakelaar komen door de<br />

bradycardie. Doordat de hartwerking sterk vertraagd is, is er ook minder zuurstof in de<br />

bloedcirculatie. Omdat er ook minder zuurstof naar de hersenen gaat, krijgt zij klachten zoals<br />

vermoeidheid en duizeligheid.<br />

PRAKTIJK: TE LAGE BLOEDDRUK<br />

1 De hartslag van meneer Masson is versneld, maar welke aspecten van de hartslag kunnen<br />

nog meer afwijkend zijn? Verklaar je antwoord.<br />

Naast een snelle hartslag zal de pols van meneer Masson die in dreigende shock verkeerd<br />

ook minder goed voelbaar zijn. De vulling van de vaten is minder doordat er minder bloed in<br />

de vaten circuleert. Doordat de vulling van de vaten minder is, is de pols minder goed voelbaar.<br />

2 Leg uit hoe het komt dat de bloeddruk daalt <strong>bij</strong> veel bloedverlies.<br />

De bloeddruk daalt <strong>bij</strong> bloedverlies, omdat er minder bloed in de vaten circuleert waardoor de<br />

vulling in de vaten minder zal zijn.<br />

PRAKTIJK: ASTMA<br />

1 Hoe en met welke observaties kan de verpleegkundige het effect van de medicatie observeren?<br />

Motiveer je antwoord.<br />

Om het effect van de medicatie te bepalen, moet je de ademhaling goed in de gaten houden.<br />

Je controleert de ademhaling dan voor en na de inname van de medicijnen. Je controleert de<br />

ademhaling op:<br />

• frequentie;<br />

• ademritme;<br />

© ThiemeMeulenhoff 65


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

• ademdiepte en gelijkmatigheid;<br />

• ademgeluid;<br />

• adembewegingen.<br />

Doordat je voor en na de inname van de medicatie controleert, kan je zien of de medicatie<br />

effect heeft. Daarnaast controleer je de hele week of er van dag tot dag verschil zit in het effect<br />

van de medicatie.<br />

PRAKTIJK: LONGONTSTEKING<br />

1 Welke verpleegkundige observaties zou jij dagelijks <strong>bij</strong> mevrouw Bushra uitvoeren? Motiveer<br />

je antwoord.<br />

Je moet de volgende verpleegkundige observaties <strong>bij</strong> mevrouw Bushra uitvoeren:<br />

• temperatuurcontrole, om het koortsverloop te observeren;<br />

• ademhalingcontrole, vanwege de longontsteking en de koorts;<br />

• hartslagcontrole, door de koorts en de snelle ademhaling kan de hartslag verhoogd zijn;<br />

• vochtintake, omdat zij door de snelle ademhaling, de koorts en de geringe eetlust kans<br />

heeft dehydratie;<br />

• lichamelijke verzorging, als zijn minder uit bed komt, heeft ze kans op bedcomplicaties,<br />

die je zoveel mogelijk moet zien te voorkomen.<br />

• infuuscontrole, omdat er kans bestaat op flebitis controleer je op roodheid, zwelling, warmte<br />

en pijn.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Beredeneer op basis van wat je in dit onderwerp heb gelezen en je kennis van de menselijke<br />

anatomie wat er precies met de drie vitale functies gebeurt als: a iemand zich <strong>bij</strong> het eten<br />

zodanig verslikt dat de luchttoevoer naar de longen wordt afgesneden; b iemand een<br />

hartstilstand heeft; c iemand het bewustzijn verliest en op zijn rug komt te liggen.<br />

a Als de luchttoevoer wordt afgesneden komt er geen zuurstof meer in de circulatie. Al snel<br />

ontstaat in de hersenen een zuurstoftekort. De hersenen reageren direct op het zuurstoftekort<br />

en de zorgvrager zal langzaam zijn bewustzijn verliezen. Doordat de hersenen op een gegeven<br />

moment niet meer functioneren, wordt het hart niet meer aangestuurd en zal uiteindelijk stoppen<br />

met pompen, waardoor de circulatie stopt.<br />

b Als het hart stopt met pompen, stopt de circulatie, waardoor het lichaam niet meer van vers,<br />

zuurstofrijk bloed wordt voorzien. Ook de hersenen niet, die steeds minder goed werken,<br />

waardoor de persoon eerst zijn bewustzijn verliest en waardoor het lichaam na verloop van<br />

tijd ook stopt met ademen.<br />

c Als iemand bewusteloos raakt, verslappen alle willekeurige spieren. Als hij op zijn rug komt<br />

te liggen, is de kans erg groot dat zijn tong, ook een willekeurige spier, in zijn keel zakt,<br />

waardoor de luchttoevoer afgesneden wordt. Zie verder het antwoord van 1a.<br />

2 Josien kijkt op de wekker: 8.15 uur. Arjen, haar vriend, heeft zich verslapen. Ze maakt hem<br />

wakker. Hij kijkt even verdwaasd om zich heen en springt zijn bed uit. Twee seconden later<br />

ziet Josien hem wankelen. Hij grijpt om zich heen en valt weer terug op het bed. Wat kan er<br />

met hem aan de hand zijn?<br />

Moet Josien alarm slaan? De dokter of 112 bellen? Wat kan ze doen? Licht je antwoord toe.<br />

Er kan sprake zijn van orthostatische hypotensie.<br />

66<br />

© ThiemeMeulenhoff


De vitale functies bewaken<br />

Vitale functies bewaken<br />

Josien hoeft geen alarm te slaan. Ze kan Arjen het beste adviseren eerst even rechtop te gaan<br />

zitten en langzaam overeind te komen, zodat zijn lichaam zich kan aanpassen aan de nieuwe<br />

positie en het bloed zich goed over het lichaam kan verdelen.<br />

3 Je observeert de ademhaling <strong>bij</strong> een zorgvrager. Je telt in een minuut 50 vrij diepe<br />

ademhalingen. Wat noteer je in het dossier van de zorgvrager?<br />

De observaties en de analyse leiden tot de conclusie dat er sprake is van hyperventilatie.<br />

4 Je observeert de ademhaling <strong>bij</strong> een slapende zorgvrager. Je hebt het idee dat de ademhaling<br />

steeds minder frequent is en op een gegeven moment denk je verschrikt: ‘Ja, kom op, de<br />

volgende!’ Maar gelukkig, tien tellen later volgt er weer een diepe ademhaling. Bij een volgende<br />

observatie gebeurt het weer. Wat noteer je in het zorgdossier?<br />

De observaties en de analyse leiden tot de conclusie dat er sprake is van Cheyne-Stokes.<br />

5 Een moeder vertelt <strong>bij</strong> een huisbezoek van de JGZ-verpleegkundige dat haar dochter van 9<br />

jaar hoge koorts heeft: 39,8°C. De dokter heeft griep vastgesteld, maar heeft verder niets<br />

gezegd. Ze vraagt de verpleegkundige wat ze het beste kan doen vanwege de koorts. Wat<br />

moet de verpleegkundige adviseren?<br />

Je adviseert het volgende: rust, goede ventilatie, veel vocht, als het gaat voeding in kleine<br />

porties, regelmatig het bed verschonen en als ze het prettig vindt af en toe een koud washandje.<br />

6 Er ligt iemand op straat, ogenschijnlijk bewusteloos. Je spreekt hem aan: geen reactie. Je<br />

knijpt even flink in de monnikskapspier: hij opent zijn ogen even en brabbelt iets<br />

onverstaanbaars. Verder gebeurt er niets. Welke EMV-score krijgt hij?<br />

Vijf. De zorgvrager reageert als volgt: <strong>bij</strong> het openen van de ogen (E) op pijnprikkel (2 punten),<br />

<strong>bij</strong> de motorische reactie (M) niet (1 punt) en <strong>bij</strong> de verbale reactie (V) onverstaanbaar (2<br />

punten).<br />

7 Kun je verklaren hoe het komt dat fanatieke sporters geen last hebben van klachten als<br />

vermoeidheid en duizeligheid <strong>bij</strong> de lage hartslag die ze hebben in rust?<br />

Sporters hebben ondanks hun tragere hartslag geen last van vermoeidheid en duizeligheid,<br />

omdat hun hart groter is. Het hart pompt in minder slagen evenveel bloedvolume rond.<br />

© ThiemeMeulenhoff 67


8 Een evenwichtig slaap- en<br />

waakritme bevorderen<br />

Slapen en waken<br />

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •<br />

PRAKTIJK: PACO SLAAPT<br />

1 Leg uit waarom Marisol zich geen zorgen hoeft te maken over het slaapgedrag van haar<br />

zoontje.<br />

Niet iedereen heeft evenveel slaap nodig. Sommige mensen slapen veel, sommigen weinig.<br />

Die verschillen zie je al <strong>bij</strong> pasgeborenen. Paco is blijkbaar een kind dat erg veel slaap nodig<br />

heeft.<br />

2 Ieder mens heeft een eigen ritme van slapen en waken. Dat geldt natuurlijk ook voor jou.<br />

Beschrijf je eigen ritme.<br />

Geen antwoordmodel. In het antwoord moeten in elk geval aan de orde komen de<br />

momenten/tijdstippen waarop de leerling naar bed gaat en opstaat.<br />

3 Noem de factoren die jouw ritme kunnen verstoren.<br />

Geef aan hoe je hiermee omgaat en wat de gevolgen daarvan zijn.<br />

Factoren die het ritme kunnen verstoren zijn <strong>bij</strong>voorbeeld: zorgen (<strong>bij</strong>voorbeeld over school,<br />

verkering, ouders), lichamelijke ongemakken (sportblessures, griep), uitgaan en lang uitslapen<br />

in het weekend, waardoor het ritme door de week is verstoord enzovoort. Oplossingen voor<br />

een verstoring van het ritme kunnen zijn: overdag lichamelijk actief zijn (zodat je 's avonds<br />

moe bent en vanzelf in slaap valt), een slaapritueel instellen (<strong>bij</strong>voorbeeld een bad nemen<br />

voor het slapengaan), medicijnen nemen (in geval van ziekte).<br />

PRAKTIJK: DAT VRESELIJKE GESNURK!<br />

1 Aan welk slaapprobleem lijdt Harry Verbruggen volgens jou? Waarom denk je dat?<br />

Waarschijnlijk lijdt Harry aan slaapapneu. Hij snurkt behoorlijk. Dit is een teken dat de<br />

ingeademde lucht niet zo gemakkelijk kan doorstromen naar de longen, doordat de keelspieren<br />

verslappen en de tong en het weke verhemelte naar achter worden verplaatst. Op het moment<br />

dat de keel helemaal dichtklapt, ontstaat apneu en wordt Harry telkens even wakker om adem<br />

te halen.<br />

2 Wat kan hij doen om dit probleem op te lossen?<br />

Harry kan in een andere slaaphouding gaan liggen (in elk geval niet op zijn rug) en erop letten<br />

dat hij geen alcohol neemt voordat hij naar bed gaat. Misschien kan hij medicijnen krijgen om<br />

de doorgankelijkheid van de neus te verbeteren. Ook een operatie om de neus en/of keel<br />

wijder te maken, zou kunnen helpen.<br />

3 Wat kan Jet doen om ervoor te zorgen dat zij zelf voldoende nachtrust krijgt?<br />

© ThiemeMeulenhoff 69


<strong>Ondersteunen</strong> <strong>bij</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>basiszorg</strong><br />

Als Jet weet wat Harry mankeert en wat daaraan te doen is, maakt zij zich waarschijnlijk al<br />

minder zorgen, waardoor ze beter zal kunnen slapen. Als Harry zijn slaapprobleem aanpakt,<br />

zal hij minder last hebben van snurken en apneu, waardoor Jet ook beter zal slapen. Als dit<br />

niet helpt, kan Jet misschien het beste af en toe een nachtje in een ander bed gaan slapen.<br />

PRAKTIJK: MAARTJE IS DRUK<br />

1 Wat is volgens jou de belangrijkste oorzaak van Maartjes slaapprobleem?<br />

Maartje is uit haar doen door een verstoring van haar dagelijkse regelmaat en valt daardoor<br />

niet in slaap.<br />

2 Welke maatregelen zouden Maartjes ouders kunnen nemen om er iets aan te doen?<br />

Maartjes ouders zouden kunnen proberen om de dag wat beter te structureren. Maartje was<br />

van slag door het schoolreisje. Door even rustig iets vertrouwds met haar te doen, kan ze<br />

weer tot zichzelf komen. Ook kunnen Maartjes ouders een herkenbaar slaapritueel invoeren<br />

(<strong>bij</strong>voorbeeld voorlezen of samen een liedje zingen), zodat Maartje weet wanneer het tijd is<br />

om te gaan slapen.<br />

KENNISOPDRACHT<br />

1 Stelling: het bioritme van de mens verandert met de leeftijd. Is deze stelling juist of onjuist?<br />

Licht je antwoord toe.<br />

De stelling is juist. Het ‘bioritme’ is een zeker evenwicht van verschillende activiteiten, zoals<br />

werken, eten, ontspannen en slapen. Dit evenwicht verandert in de loop van de jaren. Naarmate<br />

mensen ouder worden, gaan ze <strong>bij</strong>voorbeeld minder slapen en werken en moeten ze een<br />

nieuw evenwicht vinden.<br />

2 Mevrouw Langendam heeft twee maanden terug een miskraam gehad. Sindsdien ligt ze 's<br />

nachts vaak wakker. Ze wil graag slaappillen om beter te kunnen slapen. Vind je dat zij<br />

inderdaad een slaapmiddel zou moeten gebruiken?. Waarom wel/niet? Licht je antwoord toe.<br />

Als een zorgvrager kortgeleden iets ergs heeft meegemaakt, zoals een miskraam, kan het<br />

soms verstandig zijn om korte tijd slaapmedicatie te geven om te voorkomen dat de zorgvrager<br />

geestelijk en lichamelijk uitgeput raakt. Een goede, realistische voorlichting is <strong>bij</strong> het verstrekken<br />

van slaapmedicatie echter zeer belangrijk, omdat slaapmiddelen <strong>bij</strong>werkingen kunnen hebben<br />

en tot psychische afhankelijkheid kunnen lijden. Je kunt de zorgvrager daarom ook voorstellen<br />

andere interventies, zoals ontspanningsoefeningen of massage, te proberen in plaats van een<br />

slaapmiddel.<br />

3 Hoe kun je er als verpleegkundige voor zorgen dat een zorgvrager beter slaapt? Noem<br />

tenminste drie interventies.<br />

Er zijn veel mogelijke interventies, zoals slaapmedicatie, ontspanningsoefeningen, meditatie,<br />

muziektherapie, massage en gesprekken. Het nadeel van alle interventies (met uitzondering<br />

van slaapmedicatie) is dat de effecten ervan <strong>bij</strong> slaapproblemen nauwelijks zijn onderzocht.<br />

Samen met de zorgvrager zul je er dus achter moeten komen wat het beste werkt.<br />

4 ‘Dierenarts in ruste Wiebe Cnossen uit De Wilgen, een dorpje <strong>bij</strong> Drachten, had een hele<br />

lijdensweg achter de rug (…). Achter zijn bureau viel hij regelmatig in slaap.Tijdens kerkdiensten<br />

was hij voordat de preek begon al in dromenland. In de auto was hij voortdurend op zijn hoede.<br />

“Als ik een eind moest rijden, nam ik altijd twee jerrycans met water en eau de cologne mee.<br />

Elke parkeerplaats was voor mij, daar moest ik me opfrissen om wakker te kunnen blijven.”<br />

70<br />

© ThiemeMeulenhoff


Een evenwichtig slaap- en waakritme bevorderen<br />

Slapen en waken<br />

(…). Toen Cnossen <strong>bij</strong> kennissen logeerde en een zoon, een geluidsfreak, een bandopname<br />

maakte van zijn slaapgeluiden, schrok Cnossen toen hij het bandje afluisterde met zijn zware<br />

slaapgeluiden die afgewisseld werden door lange periodes dat hij helemaal niet ademde.<br />

Contact met artsen bracht hem uiteindelijk in het Martini Ziekenhuis, waar hij in één nacht van<br />

zijn probleem werd afgeholpen.’ (Jan van Dijk, ‘Relaas van een lid’, in: N.V.S.A.P., Verademing<br />

(1999-3), pp.17-18).<br />

• Aan welk slaapproblemen lijdt Wiebe Cnossen volgens jou? Waarom denk je dat?<br />

• Hoe is dit probleem waarschijnlijk opgelost? Waar blijkt dat uit?<br />

Wiebe Cnossen lijkt te lijden aan hypersomnie (hij valt immers overal in slaap), samenhangend<br />

met de ademhalingsstoornis slaapapneu (hij snurkt en zijn ademhaling stokt geregeld tijdens<br />

de slaap). Dat hij in één nacht van zijn probleem werd afgeholpen, lijkt erop te wijzen dat hij<br />

een CPAP-apparaat heeft gekregen: een apparaat waardoor een hoge druk in de keel wordt<br />

gebracht en de apneulijder beter slaapt. Hypersomnie wordt door zo'n apparaat echter niet<br />

opgelost.<br />

5 Jolanda Scharrenburg is onlangs voor de eerste keer moeder geworden. 's Nachts slaapt ze<br />

heel licht, omdat ze een aantal keren moet opstaan om haar baby de borst te geven. Toch<br />

slaapt ze zeker zeven uur per nacht. Desondanks voelt ze zich 's morgens vaak fysiek gebroken.<br />

Hoe kan dit? Gebruik in je antwoord het woord ‘slaapcyclus’.<br />

Gedurende de slaap wisselen perioden van lichte en diepe slaap elkaar af. Tijdens deze<br />

verschillende perioden, treden steeds dezelfde slaapfasen op. Samen vormen zij een<br />

slaapcyclus. Het lijkt erop dat Jolanda Scharrenburg niet de kans heeft om deze slaapcyclus<br />

geheel te doorlopen. Dat zij fysiek gebroken is, wijst erop dat ze te weinig diepe slaap<br />

(deltaslaap) krijgt, waardoor haar lichaam zich niet voldoende kan herstellen van fysieke<br />

inspanningen.<br />

6 Verklaar waarom een slaapritueel van belang is voor kleine kinderen.<br />

Een slaapritueel geeft houvast. Het kondigt aan dat het bedtijd is. Kinderen hebben veel<br />

behoefte aan zo'n houvast, maar ook veel volwassenen hebben hun eigen slaapritueel.<br />

7 Willem woont sinds kort op kamers in een studentenhuis. Hij heeft nog moeite daar zijn draai<br />

te vinden. Hij eet vooral chips en friet, kijkt 's avonds veel televisie en begint vaak pas tegen<br />

middernacht aan zijn huiswerk. Op de ochtenden dat hij niet vroeg op school moet zijn, blijft<br />

hij regelmatig urenlang in bed liggen. Na een paar weken begint Willem zich steeds slechter<br />

te voelen. Hij is moe en kan zich op school vaak nauwelijks meer concentreren. Wat is er met<br />

Willem aan de hand? Wat kan hij doen om zich weer beter te voelen?<br />

Het vertrouwde ritme van slapen, waken en eten, is verstoord <strong>bij</strong> Willem; hij is uit zijn evenwicht.<br />

Waarschijnlijk slaapt hij structureel te weinig waardoor hij last krijgt van concentratiestoornissen<br />

en vermoeidheid. Door regelmatiger te gaan leven, knapt Willem naar verwachting weer snel<br />

op.<br />

8 Stel je voor, je zit in een verzorgingshuis en denkt veel aan vroeger en aan overleden<br />

familieleden en vrienden. Vaak voel je je somber en daardoor slaap je slecht. Je vertelt aan<br />

de zorgverlener dat je slaapproblemen hebt. Hoe zou je willen dat zij hierop reageert? Wat<br />

verwacht je van haar?<br />

Waarschijnlijk zou je willen dat de zorgverlener begripvol en geïnteresseerd reageert. Je<br />

psychische problemen kan de zorgverlener niet voor je oplossen, maar een luisterend oor kan<br />

ook al veel goed doen. Misschien zou je het op prijs stellen als de zorgverlener je wat tips zou<br />

geven, waardoor je beter kunt slapen.<br />

© ThiemeMeulenhoff 71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!