De bloedname - AZ Vesalius Tongeren

De bloedname

1. mama en papa
Mama en/of papa blijven bij je. Ze
komen op de stoel naast je zitten

2. toverzalf
Wanneer er voldoende tijd is, doet
de dokter een beetje toverzalf op
je hand met een doorzichtige
plakker erover. Hierdoor ga je de
prik bijna niet voelen. Dit zalfje
blijft een poosje op je hand.

3. armbandje
De dokter gaat een armband rond
je arm doen, waardoor hij je
aders beter kan zien.

4. nat doekje
De dokter maakt een wit doekje
nat en wrijft ermee over je hand.
Dit is koud en ruikt een beetje
vreemd.

5. de verpleegster
De verpleegkundige gaat je arm
goed vasthouden. Mama en/of
papa zijn nog steeds dicht bij je.

6. het prikje
We tellen tot 3 en dan krijg je een
prikje. Je mag heel hard roepen,
maar je moet je arm goed stil
laten liggen.

7. buisje met bloed
Nu gaat de dokter druppeltjes
bloed in een buisje laten druppen.

8. plakkertje
Bijna gedaan! De dokter neemt de
naald weg. Mama gaat dan even
op je hand drukken en je krijgt
een mooi plakkertje.

Ben je flink geweest? Dan volgt er
een verrassing!

Tips voor de ouders
• Blijf rustig, word niet kwaad als je kind weent,
schopt of boos is.
• Probeer je kind af te leiden tijdens de 10
stappen, vb. zing een liedje, vertel een
verhaaltje,…
• Tel mee af met je kind voor de prik
• Troost je kind eventueel met een tutter of de
lievelingsknuffel

Dit boekje is gerealiseerd door de afdeling pediatrie
van het AZ Vesalius Tongeren © 2007