Handleiding installatie, bediening en onderhoud

www.robwink.nl
Zoutwaterafvoer. (Nadat het door de watermaker is gegaan)
De zoutwaterafvoer (fitting) moet minimaal ½” (12mm) zijn en het liefst
boven de waterlijn geplaatst. Weer kan een bestaande doorvoer gebruikt
worden: gootsteen doorvoer, eventueel kan er een terugslagklep toegepast
worden.
2.4 Hydraulische verbindingen
Alle aansluitingen (behalve het geproduceerde drinkwater) moeten 16 mm zijn en
de fittingen ½” (12mm). Het enige deel dat constant onder druk staat is de
pompuitgang naar de watermaker (en de hydrofoor). Het is noodzakelijk een
degelijke kwaliteit gewapende compressorslang te gebruiken. Een ongeschikte
slang kan barsten en het schip in gevaar brengen.
De hydraulische verbindingen zijn:
Lagedrukaansluitingen- max. 3 bar (gebruik een “non-toxic” zuig/persslang met
stalen spiraal van 16 mm).
o Aansluiting zeewaterinlaat – netfilter – terugslagklep.
o Aansluiting drinkwater (hydrofoor) naar de drinkwaterinlaat van het
koolstoffilter.
o Koolstoffilter naar terugslagklep.
o Aansluiting terugslagklep – pompinlaat.
Aansluiting watermaker (IN) – waterafvoer (als UIT aangegeven op de
watermaker). Maak een omhoog gerichte zwanenhals wanneer de afvoer van het
schip zich onder die van de wateruitlaat van de watermaker bevindt, zodat er
altijd een waterslot ontstaat.
info@robwink.nl 24-6-2008 10