15.05.2015 Views

Voorschrift Zorgtoewijzing AWBZ - Zorgkantoor DWO/NWN

Voorschrift Zorgtoewijzing AWBZ - Zorgkantoor DWO/NWN

Voorschrift Zorgtoewijzing AWBZ - Zorgkantoor DWO/NWN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Voorschrift</strong> <strong>Zorgtoewijzing</strong> <strong>AWBZ</strong><br />

naar een uniforme uitvoering in 2013<br />

C o n c e p t<br />

Versie 0.9<br />

Zorgverzekeraars Nederland<br />

2012-2013


Inhoud<br />

1 VOORWOORD ........................................................................................................................... 1<br />

2 INLEIDING EN LEESWIJZER ............................................................................................................. 2<br />

2.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 2<br />

2.2 Proces van zorgtoewijzing ................................................................................................................ 2<br />

2.3 Leeswijzer ......................................................................................................................................... 3<br />

3 INTRAMURALE ZORG ................................................................................................................... 4<br />

3.1 Uitgangspunten ................................................................................................................................ 4<br />

3.2 Vormen verblijfszorg ........................................................................................................................ 4<br />

3.2.1 Volledig verblijf met zorg thuis ............................................................................................................. 4<br />

3.2.2 Kortdurend Verblijf (logeren in een instelling) ..................................................................................... 5<br />

3.2.3 Partneropname V&V ............................................................................................................................ 5<br />

3.2.4 Volledig pakket thuis (VPT) .................................................................................................................. 5<br />

4 ZORGLEVERING .......................................................................................................................... 6<br />

4.1 Uitgangspunten: ............................................................................................................................... 6<br />

4.2 Te leveren zorgzwaartepakket is gelijk aan geïndiceerd zorgzwaartepakket .................................. 6<br />

4.3 Te leveren zorgzwaartepakket wijkt af van geïndiceerd zorgzwaartepakket .................................. 6<br />

4.3.1 Mutatiebericht (AAT) bij afwijking geïndiceerd ................................................................................... 6<br />

4.4 Er kan geen passend zorgarrangement worden geleverd door de voorkeuraanbieder .................. 7<br />

4.5 ZZP onbepaald .................................................................................................................................. 7<br />

4.6 Opnamewens: Te leveren zorgzwaartepakket kan niet direct geleverd worden ............................ 7<br />

4.6.1 Overbruggingszorg ............................................................................................................................... 7<br />

4.6.2 Omzettingtabel als hulpmiddel ............................................................................................................ 7<br />

4.6.3 Afspraken ............................................................................................................................................. 8<br />

4.6.4 Spelregels ............................................................................................................................................. 8<br />

4.6.5 Persoonsgebonden budget ................................................................................................................... 8<br />

4.7 Geen opnamewens........................................................................................................................... 9<br />

4.7.1 Extramurale zorg binnen ruimte van de ZZP-indicatie ......................................................................... 9<br />

5 DOSSIERHOUDER ..................................................................................................................... 10<br />

5.1 Wanneer is sprake van dossierhouderschap? ................................................................................ 10<br />

5.2 Taken en verantwoordelijkheden van de dossierhouder .............................................................. 10<br />

5.3 Wanneer stopt het dossierhouderschap? ...................................................................................... 10<br />

5.4 Verandering van dossierhouder ..................................................................................................... 10<br />

6 BIJZONDERE AANDACHTSPUNTEN (-) ............................................................................................. 11<br />

6.1 Klachten van cliënten ..................................................................................................................... 11<br />

7 BIJLAGE SPOEDZORG EN ZORGWEIGERING ...................................................................................... 12<br />

8 DEFINITIELIJST ......................................................................................................................... 13


9 BIJLAGE BELANGRIJKE WEBSITES................................................................................................... 14<br />

10 NOG TE VERWERKEN TEKST ......................................................................................................... 15<br />

10.1 Dagbesteding .................................................................................................................................. 15<br />

10.2 Opeenvolgende ZZP-indicaties ....................................................................................................... 15<br />

10.3 Administratieve zorgtoewijzing ...................................................................................................... 15<br />

11 BIJLAGE: WERKWIJZE BEHANDELING INDIVIDUEEL ............................................................................. 17<br />

12 BIJLAGE LEVERINGSSTATUSSEN .................................................................................................... 21<br />

13 BIJLAGE: INSTRUCTIE KORTDUREND VERBLIJF .................................................................................. 22<br />

14 BIJLAGE: KOSTENASPECT ALTERNATIEF ZZP .................................................................................... 26<br />

15 BIJLAGE: ZORGINHOUDELIJK ASPECT ALTERNATIEF ZZP ...................................................................... 28


1 Voorwoord<br />

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft in afstemming met de zorgkantoren voor het jaar 2013, een<br />

nieuw <strong>Voorschrift</strong> <strong>Zorgtoewijzing</strong> opgesteld. Het <strong>Voorschrift</strong> <strong>Zorgtoewijzing</strong> geldt voor heel Nederland<br />

en vervangt de regionale zorgtoewijzingsprotocollen.<br />

Visie<br />

Alle ketenpartijen in de <strong>AWBZ</strong> keten zijn gebaad bij een eenduidige verwerking van de administratieve<br />

processen. Dit <strong>Voorschrift</strong> <strong>Zorgtoewijzing</strong> heeft tot doel het zorgtoewijzingsproces bij de verschillende<br />

zorgkantoren te uniformeren en daarmee de administratieve lasten bij zorgaanbieders terug te<br />

dringen. De zorgaanbieder kan de zorgtoewijzingsprocessen zo op een eenduidige wijze afhandelen<br />

ongeacht welke zorgkantoor daar achter zit. Tegelijkertijd ontstaat daarmee een vergelijkbaar recht op<br />

overbruggingszorg of alternatieve zorg voor alle cliënten in Nederland.<br />

Veel leesplezier.<br />

Zeist, juni 2012<br />

Status <strong>Voorschrift</strong> <strong>Zorgtoewijzing</strong><br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing is opgesteld door ZN en maakt deel uit van de WMG overeenkomst tussen zorgkantoren en<br />

zorgaanbieders.<br />

Versiebeheer <strong>Voorschrift</strong> <strong>Zorgtoewijzing</strong><br />

ZN is beheerder van het <strong>Voorschrift</strong> <strong>Zorgtoewijzing</strong>. Het <strong>Voorschrift</strong> wordt periodiek getoetst aan wet- en regelgeving en aan<br />

landelijke beleidsontwikkelingen. Blijkt na toetsing dat het <strong>Voorschrift</strong> gewijzigd moet worden dan draagt ZN hier zorg voor.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

1


2 Inleiding en leeswijzer<br />

2.1 Inleiding<br />

In de <strong>AWBZ</strong> keten is het zorgkantoor verantwoordelijk voor het efficiënt organiseren en monitoren van<br />

het regionale proces van zorgtoewijzing en tijdige zorgverlening aan cliënten.<br />

Bij de inrichting van dit proces moeten de ketenpartijen rekening houden met een rechtmatige en<br />

doelmatige inzet van zorg. Voor een rechtmatige inzet van zorg is het indicatiebesluit leidend. Voor de<br />

bepaling van de doelmatigheid zorg de zorg afgezet tegen de prijs (betaalbaarheid).<br />

Dit voorschrift beschrijft het proces van zorgtoewijzing. Hierin worden de processtappen gevolgd die<br />

de cliënt in de zorgketen doorloopt. Omdat geïndiceerde zorg niet altijd direct te leveren is zijn in dit<br />

voorschrift procedures opgenomen die in dat geval van toepassing zijn.<br />

Het voorschrift gaat uitdrukkelijk niet in op de professionele verantwoordelijkheid van de<br />

indicatieorganen (indicatiestelling) en de zorgaanbieders (zorglevering).<br />

2.2 Proces van zorgtoewijzing<br />

<strong>Zorgtoewijzing</strong> is het proces tussen de indicatiestelling en de zorglevering in. Het proces van<br />

zorgtoewijzing heeft betrekking op de afstemming tussen de vraag naar zorg en het aanbod van zorg.<br />

Vanuit het indicatieorgaan wordt er een indicatie afgegeven die door het zorgkantoor wordt<br />

ontvangen en die vervolgens, na te zijn getoetst aan de afspraken, worden doorgezet aan de<br />

zorgaanbieder die de zorg gaat leveren.<br />

Het zorgkantoor wijst alleen zorg toe aan een zorgaanbieder die is toegelaten om <strong>AWBZ</strong> zorg te<br />

leveren en hiervoor productieafspraken heeft gemaakt met dat zorgkantoor.<br />

Indicatie <strong>Zorgtoewijzing</strong> Zorglevering<br />

Als de voorkeuraanbieder bij afgifte van het indicatiebesluit bekend, dan maakt het zorgkantoor<br />

automatisch een zorgtoewijzingbericht aan voor deze aanbieder. Het zorgkantoor start dit proces<br />

direct op bij ontvangst van het indicatiebesluitbericht. Indien de voorkeur niet bekend wordt de<br />

zorgtoewijzing door het zorgkantoor aan een zorgaanbieder toegewezen.<br />

In dit voorschrift staan we vooral stil bij de werkwijzen op het domein van de intramurale zorg voor de<br />

zorgkantoren en zorgaanbieders. Voor de extramurale zorg geldt dat de geïndiceerde zorg ook de te<br />

leveren zorg is waarvoor geen alternatief zorgarrangement afgesproken hoeft te worden. Deze komt<br />

verder niet terug in het voorschrift.<br />

<strong>Zorgtoewijzing</strong><br />

intramuraal<br />

Zorglevering<br />

intramuraal<br />

in<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

2


2.3 Leeswijzer<br />

In dit document vind u achtereenvolgens de soorten verblijf met hun specifieke kenmerken<br />

<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

3


3 Intramurale zorg<br />

Intramurale zorg wordt door de gehele <strong>AWBZ</strong>-keten gecommuniceerd in de vorm van een ZZP<br />

(zorgzwaartepakketten). Het indicatieorgaan stuurt in het indicatiebericht informatief een vertaling<br />

mee van het ZZP naar functies en klassen. Deze vertaalde functies zijn geen recht náást het ZZP, maar<br />

kunnen gebruikt worden als handvat bij het inzetten van zorg of bij het aanvragen van<br />

overbruggingszorg of alternatieve zorg.<br />

Bij het omzetten van het geïndiceerde ZZP naar een zorgtoewijzingbericht wordt door de<br />

zorgverzekeraar vooraf niet gecontroleerd of dit past binnen de productieafspraken met een<br />

aanbieder. De aanbieder heeft zelf de verantwoordelijkheid om te bepalen of het toegewezen ZZP mag<br />

worden geleverd. Is dat niet het geval dan heeft de aanbieder ook de verantwoordelijkheid om in<br />

overleg met de cliënt te bepalen of er een alternatief ZZP (zie 4.x) of een alternatief pakket voor zorg<br />

thuis ingezet kan worden (zie 4.x+1). De aanbieder kan de cliënt eventueel ook doorverwijzen naar<br />

een andere aanbieder. Deze handelwijze doet recht aan de keuzevrijheid van de cliënt.<br />

Zet de aanbieder zorg in die afwijkt van de gecontracteerde prestaties dan ligt het financiële risico bij<br />

de aanbieder.<br />

3.1 Uitgangspunten<br />

1. Als er sprake is van een structureel gewijzigde zorgvraag dient een nieuwe indicatie aangevraagd<br />

te worden bij het CIZ.<br />

2. Een zorgaanbieder kan alléén zorg leveren voor die zorgeenheden (en prestaties) waarvoor hij is<br />

gecontracteerd door het zorgkantoor.<br />

3. Bij inzet van zorg die afwijkt van de gecontracteerde zorgeenheden (en prestaties) ligt het<br />

financiële risico bij de zorgaanbieder.<br />

4. In het kader van de (materiële) controles op rechtmatigheid moet een zorgarrangement door de<br />

zorgaanbieder transparant en navolgbaar worden gedocumenteerd in het zorgleefplan.<br />

5. De aanbieder neemt met het ontvangen van een zorgtoewijzing voor verblijf het<br />

dossierhouderschap voor de betreffende cliënt op zich.<br />

3.2 Vormen verblijfszorg<br />

We onderscheiden een 5-tal situaties voor verblijfszorg, te weten:<br />

1. Volledig verblijf:<br />

2. Volledig verblijf met zorg thuis<br />

3. Kortdurende verblijf<br />

4. Volledig pakket thuis( VPT)<br />

5. Partneropname<br />

We veronderstellen dat de bovenstaande verblijfsvormen algemeen bekend zijn.<br />

Specifieke aandachtpunten worden hierna beschreven.<br />

3.2.1 Volledig verblijf met zorg thuis<br />

Bij volledig verblijf met zorg thuis beschikt de cliënt over een indicatie voor een ZZP (al dan niet met<br />

dagbesteding) en heeft geen indicatie voor extramurale zorg.<br />

De cliënt gaat voor 4, 5 of 6 etmalen per week wonen in een verblijfsvoorziening, ongeacht de duur<br />

ervan, en benut op de resterende etmalen zorg thuis.<br />

De zorgaanbieder die de verblijfszorg levert moet ook de zorg in de thuissituatie<br />

financieren/coördineren voor de resterende etmalen dat de cliënt in de thuissituatie verblijft.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

4


In de onderstaande tabel staat een voorbeeld uitgewerkt.<br />

Indicatiebesluit<br />

realisatie in<br />

verblijfsinstelling<br />

Zorg thuis MAZ Declareren Eigen Bijdrage<br />

ZZP kl 4 4 dagen 0 dagen 4 dagen 4 dagen ZZP 4 dagen intramuraal<br />

ZZP kl 5 5 dagen 0 dagen 5 dagen 5 dagen ZZP 5 dagen intramuraal<br />

ZZP kl 5 4 dagen 1 dag 5 dagen 5 dagen ZZP 5 dagen intramuraal<br />

ZZP kl 5 4 dagen 0 dagen 4 dagen 4 dagen ZZP 4 dagen intramuraal<br />

ZZP kl 7 6 dagen 1 dag 7 dagen 7dagen ZZP 7 dagen intramuraal<br />

ZZP kl 7 7 dagen 0 dagen 7 dagen 7 dagen ZZP 7 dagen intramuraal<br />

ZZP kl 7 5 dagen 2 dagen 7 dagen 7 dagen ZZP 7 dagen intramuraal<br />

ZZP kl 7 0 dagen 7 dagen VPT 7 dagen VPT 7 dagen VPT<br />

7 dagen intramuraal<br />

(laag)<br />

3.2.2 Kortdurend Verblijf (logeren in een instelling)<br />

Vanaf 1 januari 2011 is beroep op kortdurend verblijf alleen mogelijk op basis van een afgewogen<br />

oordeel of de cliënt behoefte heeft aan zorg met permanent toezicht. Deze nieuwe regelgeving is van<br />

toepassing op nieuwe indicaties en herindicaties.<br />

Op indicaties afgegeven voor 1 januari 2011 konden cliënten logeerdagen ‘opsparen’ om deze dan in<br />

een wat langere aangesloten periode te verzilveren, zonder dat dit gevolgen had voor hun<br />

indicatiebesluiten. Sinds 1 januari 2011 is dat niet meer mogelijk. Kortdurend Verblijf kan ook niet<br />

meer gepaard gaan met behandeling.<br />

Voor meer informatie over de aanspraak Kortdurend Verblijf zie de CIZ Indicatiewijzer Toelichting op<br />

de Beleidsregels indicatiestelling <strong>AWBZ</strong> 2012 (www.ciz.nl).<br />

In de bijlage staat de instructie beschreven hoe om te gaan met kortdurend verblijf.<br />

3.2.3 Partneropname V&V<br />

De partner van een cliënt met een ZZP op somatische of psychogeriatrische grondslag mag<br />

meeverhuizen. Het CIZ kan naast het partnerverblijf ook extramurale functies indiceren. Indien de<br />

partner gebruik maakte van zorg in de thuissituatie dan wordt deze aanspraak door het CIZ<br />

toegevoegd aan de ZZP0 registratie. Alleen in combinatie met ZZP0 is het mogelijk dat er een<br />

samenloop is van een ZZP en extramurale functies/klassen.<br />

3.2.4 Volledig pakket thuis (VPT)<br />

Een cliënt met een verblijfsindicatie kan kiezen voor het volledig pakket thuis, aangeduid als VPT.<br />

Het VPT kan geleverd worden door zorgaanbieders die hierover contractafspraken met het<br />

zorgkantoor hebben gemaakt.<br />

De regeling is uitgewerkt door de NZa in de beleidsregel VPT (2012:<br />

http://www.nza.nl/137706/137709/CA-300-523.pdf )<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

5


4 Zorglevering<br />

Dit hoofdstuk bevat richtlijnen om op doelmatige wijze een zorgarrangement samen te stellen voor<br />

cliënten met een ZZP.<br />

4.1 Uitgangspunten:<br />

1. De zorgaanbieder neemt binnen 2 werkdagen na ontvangst van de zorgtoewijzing contact op met<br />

de cliënt om afspraken te maken over de zorgverlening.<br />

2. De voorkeur van de cliënt is in principe leidend bij het toewijzen van overbruggingszorg<br />

3. Leveringsstatussen uniform toegepast (Zie bijlage leveringsstatussen)<br />

4.2 Te leveren zorgzwaartepakket is gelijk aan geïndiceerd zorgzwaartepakket<br />

De zorgaanbieder levert de geïndiceerde en toegewezen zorg als:<br />

Uit overleg met de cliënt blijkt dat de toegewezen zorg overeenkomt met de daadwerkelijke<br />

zorgvraag van de cliënt én<br />

De zorgaanbieder hiervoor is gecontracteerd<br />

De zorgaanbieder maakt in afstemming met de cliënt een individueel zorgleefplan. Hierin wordt<br />

vastgelegd hoe het zorgzwaartepakket wordt in gevuld.<br />

4.3 Te leveren zorgzwaartepakket wijkt af van geïndiceerd zorgzwaartepakket<br />

Is een aanbieder gecontracteerd voor het geïndiceerde ZZP dan wordt gesproken over een<br />

instellingseigen ZZP. Is een aanbieder niet gecontracteerd voor een geïndiceerd ZZP dan is er sprake<br />

van een instellingsvreemd ZZP.<br />

Heeft de cliënt voorkeur voor een aanbieder die niet is gecontracteerd voor het geïndiceerde ZZP, dan<br />

moet de dossierhouder de cliënt hierover informeren. In overleg met de cliënt kan dan gekeken<br />

worden of er een alternatief instellingseigen ZZP kan worden ingezet.<br />

Of er een alternatief ZZP kan worden ingezet is afhankelijk van het:<br />

Kostenaspect: het alternatieve ZZP mag qua kosten niet duurder uitkomen dan het<br />

geïndiceerde ZZP<br />

o Zie bijlage Kostenaspect alternatief ZZP<br />

Zorginhoudelijke karakter van het ZZP (niet elk ZZP mag als alternatief pakket worden geboden<br />

voor het oorspronkelijk geïndiceerde ZZP)<br />

o zie bijlage Zorginhoudelijk aspect alternatief ZZP<br />

Komen de aanbieder en de cliënt een ander ZZP overeen dan is geïndiceerd, dan moet deze afspraak<br />

worden vastgelegd in het zorgleefplan.<br />

4.3.1 Mutatiebericht (AAT) bij afwijking geïndiceerd<br />

Komt de aanbieder met de cliënt overeen dat er een ander ZZP wordt geleverd dan oorspronkelijk<br />

geïndiceerd, dan moet de aanbieder een aangepaste zorgtoewijzing aanvragen<br />

Kan de aanbieder het alternatief toegewezen ZZP direct leveren, dan meldt de aanbieder de cliënt in<br />

zorg met een MAZ-bericht.<br />

Kan de aanbieder het alternatieve ZZP niet direct leveren dan wordt er een AAT aangevraagd op de<br />

regulier toegewezen (en geïndiceerde) ZZP. Het is in AZR namelijk niet mogelijk om op een alternatief<br />

toegewezen ZZP, overbruggingszorg aan te vragen.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

6


4.4 Er kan geen passend zorgarrangement worden geleverd door de voorkeuraanbieder<br />

Kan de aanbieder geen passend intramuraal zorgarrangement leveren, dan zoekt de dossierhouder in<br />

overleg met de cliënt naar een andere zorgaanbieder. Is er een alternatieve aanbieder gevonden dan<br />

wordt de zorgtoewijzing via een MUT 21 overgedragen naar de nieuwe aanbieder.<br />

Komt de zorgaanbieder er samen met de cliënt niet uit dan zal de zorgtoewijzing terug genomen<br />

worden door het zorgkantoor. Het zorgkantoor zoekt dan afstemming met cliënt voor een andere<br />

passende zorgaanbieder.<br />

4.5 ZZP onbepaald<br />

Cliënten die op 1 augustus 2011 nog beschikten over een geldige functiegerichte verblijfsindicatie<br />

beschikken vanaf 1 augustus 2011 over een ZZP-onbepaald. In AZR zijn deze pakketten te herkennen<br />

als zijnde ZZP X pakketten.<br />

De aanbieder zet in overleg met de cliënt een bepaald ZZP in. Handvatten hiervoor liggen in de<br />

primaire grondslag en de omvang van de oorspronkelijk geïndiceerde functies. Wijzigt na opname de<br />

zorgvraag, dan moet er een nieuwe indicatie (bepaald ZZP) bij het CIZ worden aangevraagd.<br />

4.6 Opnamewens: Te leveren zorgzwaartepakket kan niet direct geleverd worden<br />

4.6.1 Overbruggingszorg<br />

Een cliënt met een ZZP-indicatie kan veelal niet direct in de verblijfsvoorziening terecht, maar komt op<br />

een wachtlijst. Dan geldt dat de zorgaanbieder ruimte heeft voor het regelen van overbruggingszorg<br />

tijdens de wachtperiode tot opname.<br />

4.6.2 Omzettingtabel als hulpmiddel<br />

Voor het regelen van overbruggingszorg kan de omzettingstabel als handvat worden gebruikt.* Met<br />

behulp van deze tabel wordt het ZZP vertaald naar een combinatie van in te zetten functies met<br />

bijbehorende klasse. De zorgtijd van het ZZP correspondeert daarbij met de optelsom van de<br />

klassengemiddelden. De omzettingstabel kan de zorgaanbieder daarmee helpen bij de Aanvraag<br />

Aangepaste Toewijzing (AAT). Dit geldt ook voor de situatie dat de verzekerde het verblijf niet wenst te<br />

verzilveren.<br />

Belangrijk is dat de omzettingstabel flexibel wordt ingezet. Ofwel in de intramurale setting is het ZZP<br />

als integraal pakket bepalend en niet de combinatie van functies die in de landelijke omzettingstabel is<br />

vastgelegd. De cliënt maakt met de aanbieder afspraken over de beste kwaliteit van zorg binnen het<br />

pakket.<br />

Klik hier voor de actuele versie van de omzettingstabel www.zorgregistratie.nl <br />

Voorbeeld:<br />

Een persoon met gevorderde dementie heeft recentelijk zijn partner verloren en juist die partner bood een<br />

aanzienlijk deel van de dagelijkse begeleiding. De familie vraagt daarop een indicatie voor verblijfszorg aan. De<br />

persoon krijgt een indicatie als ZZP-4.<br />

Stel: de gewenste intramurale zorg is pas over drie maanden beschikbaar. Gedurende die periode kan met de<br />

zorgtijd van ZZP-4 de vereiste “zorg thuis” worden geleverd. Maar wellicht is de ZZP-zorgtijd – die toereikend is in<br />

een geclusterde setting – niet voldoende in de situatie van alleen thuis wonen.<br />

Er is bijvoorbeeld meer begeleiding nodig, eventueel in de vorm van deelname aan dagvoorzieningen. In dit soort<br />

situaties is het probleem als volgt: het zorgkantoor heeft weliswaar de bevoegdheid om in die<br />

overbruggingsperiode extra zorg te bieden, maar heeft niet de informatie die daarvoor nodig is een<br />

omzettingstabel voor het ZZP voorziet niet in de noodzakelijke informatie over de extra zorg die in de<br />

overbruggingsperiode nodig is het zorgkantoor kan niet per persoon zelf beoordelen of extra zorg is geboden en<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

7


zo ja, hoeveel het CIZ heeft niet de mogelijkheid, ten behoeve van dit type situaties een tweede indicatie, naast<br />

de reguliere indicatie, af te geven voor de overbruggingsperiode. Daarom is een andere oplossing uitgewerkt.<br />

4.6.3 Afspraken<br />

Afhankelijk van uitspraak Zorginkoop<br />

1. De genoemde ruimte geldt voor een begrensde periode, in relatie tot wachttijden voor de<br />

relevante verblijfsvoorzieningen. Het uitgangspunt is dat de “uitloop”- ruimte binnen een ZZP<br />

maximaal drie maanden kan duren.<br />

2. Dan mag de aanbieder gedurende maximaal drie maanden vanaf de aanvang van de zorgindicatie<br />

de “extra tijd” boven het ZZP-gemiddelde leveren (uitloop naar de bovenkant van de klassen).<br />

Indien noodzakelijk, bezien vanuit de wachttijd in de regio, is verlenging met nog eens maximaal<br />

drie maanden mogelijk. De aanbieder vraagt het zorgkantoor toestemming voor die verlenging.<br />

Het zorgkantoor moet die expliciet geven.<br />

Speelruimte<br />

Afhankelijk van uitspraak Zorginkoop<br />

4.6.4 Spelregels<br />

Voor de geschetste systematiek gelden enkele spelregels. Die liggen in het verlengde van algemene<br />

afspraken die zorgkantoren met aanbieders hebben gemaakt.<br />

Hierbij zijn de volgende spelregels opgenomen:<br />

Specifieke spelregels voor behandeling individueel<br />

er is behandeling geïndiceerd in het ZZP<br />

er is een duidelijk gediagnosticeerd probleem<br />

de behandeling is resultaatgericht<br />

de behandeling is kortdurend (c.a. 3 mnd)<br />

het aantal behandelingen is in aantal en omvang beperkt<br />

er is vooraf contact met onze afdeling zorgbemiddeling die na instemming de functie<br />

behandeling accordeert<br />

de zorgverzekering dekt de behandeling niet<br />

4.6.5 Persoonsgebonden budget<br />

Voor verblijfszorg – als zorg in een intramurale instelling – kan geen PGB worden toegekend. Wél is<br />

een PGB mogelijk als mensen met een ZZP-indicatie thuis blijven wonen.<br />

Voor het PGB wordt een andere vertaaltabel, de zogenaamde toekenningstabel van het CVZ<br />

gehanteerd. Hierin staat beschreven wat er wel en niet omgezet kan worden.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

8


Deze tabel is te vinden op de website van het CVZ:<br />

http://www.cvz.nl/binaries/content/documents/cvzinternet/nl/documenten/rubriek+zorgpakket/pgb/<br />

toekenningstabel-2012-v2.pdf<br />

4.7 Geen opnamewens<br />

Indien een cliënt geen opnamewens heeft, wenst deze de indicatie voor een ZZP niet te verzilveren.<br />

Mogelijk wenst cliënt wel extramurale zorg als alternatief. Deze wens van de cliënt wordt aan de<br />

zorgverzekeraar kenbaar gemaakt middels een AW39 met mutatiecode 12 in combinatie met<br />

leveringsstatus “einde zorgvraag”. Extramurale zorg wordt als alternatief in functies en klassen<br />

aangevraagd.<br />

4.7.1 Extramurale zorg binnen ruimte van de ZZP-indicatie<br />

Uitgangspunten:<br />

Afhankelijk van uitspraak Zorginkoop<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

9


5 Dossierhouder<br />

5.1 Wanneer is sprake van dossierhouderschap?<br />

Bij het indiceren wordt door het CIZ gevraagd naar de zorgaanbieder van voorkeur van de cliënt. De<br />

1e e zorgaanbieder van voorkeur ontvangt de zorgtoewijzing en organiseert de levering van de zorg.. In<br />

het geval van een verblijfsindicatie kunnen zich twee situaties voordoen:<br />

Cliënt wil de geïndiceerde zorg (nog) niet.<br />

Aanbieder van voorkeur kan de geïndiceerde zorg nog niet leveren.<br />

Zolang een cliënt wacht op een plaats bij de zorgaanbieder van voorkeur, blijft het dossierhouderschap<br />

bij deze voorkeuraanbieder.<br />

5.2 Taken en verantwoordelijkheden van de dossierhouder<br />

1. De dossierhouder is de (verblijfs)aanbieder aan waar de verblijfszorg is toegewezen.<br />

2. De dossierhouder is verantwoordelijk voor tijdige inzet van noodzakelijke en passende zorg.<br />

3. De dossierhouder communiceert zowel met de cliënt als met het zorgkantoor over de levering van<br />

zorg.<br />

4. De dossierhouder neemt contact op met de zorgaanbieder die betrokken was bij de zorglevering<br />

van het eventueel oude indicatiebesluit voor overdracht van het cliëntdossier.<br />

5. De dossierhouder bewaakt de urgentie van de situatie van de cliënt en onderneemt actie waar<br />

nodig.<br />

6. Wanneer de dossierhouder het geïndiceerde ZZP nog niet kan leveren of cliënt wenst (nog) geen<br />

opname dan draagt de dossierhouder zorg voor eventuele overbruggingszorg.<br />

7. Bij overbruggingszorg heeft de dossierhouder regelmatig contact met de wachtlijstcliënt en<br />

betrokken zorgaanbieders.<br />

5.3 Wanneer stopt het dossierhouderschap?<br />

Het dossierhouderschap stopt op het moment dat de cliënt uit zorg gaat, de juiste meldingen in AZR<br />

zijn gedaan en eventuele nazorg goed geregeld is. Zijn er vervolgens wijzigingen in deze nazorg dan zijn<br />

de dan betrokken zorgaanbieders verantwoordelijk voor de communicatie met de cliënt en het<br />

zorgkantoor.<br />

5.4 Verandering van dossierhouder<br />

Wanneer de cliënt, terwijl hij al overbruggingszorg ontvangt, wil wijzigen van dossierhouder dan is dit<br />

mogelijk. Overbruggingszorg wordt in de meeste gevallen gecontinueerd en daarom is het onwenselijk<br />

dat er diverse berichten heen en weer worden gestuurd om in feite dezelfde situatie te creëren van<br />

overbruggingszorg.<br />

Taak van de nieuwe dossierhouder is ten alle tijde om contact op te nemen met de cliënt en te vragen<br />

of de bestaande overbruggingszorg naar wens is en zo niet deze vanuit de verantwoordelijkheid van de<br />

nieuwe dossierhouder aan te passen.<br />

De overbruggingszorg zal dus niet worden ingetrokken.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

10


6 Bijzondere aandachtspunten (-)<br />

6.1 Klachten van cliënten<br />

Wat gebeurt er als de cliënt meldt dat de aanbieder niet de zorg biedt die bij het ZZP hoort? Een<br />

eventuele klacht start met verwijzing naar de interne klachtenprocedure van de zorginstelling. De<br />

instelling legt met de cliënt een zorgleefplan vast; daarin staat wat er gedurende de week gedaan<br />

wordt. Activiteiten als hulp bieden bij zich wassen en kleden of begeleiden bij beperkte redzaamheid<br />

zijn concreet benoemd. Maar aan die activiteiten zijn geen gedetailleerde urenspecificaties verbonden.<br />

Cruciaal vanuit de aanspraken is dus of het – bij het ZZP horende – zorgleefplan wordt geëffectueerd.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

11


7 Bijlage spoedzorg en zorgweigering<br />

Er komt een apart protocol spoedzorg .<br />

Nog opnemen:<br />

1. bijlage normen tijdige zvl (deel III, pag 5, art. 3)<br />

2. procedure zorgweigering en – beëindiging<br />

3. procedure klantenstop<br />

WMG check -> afstemmen met Marijke<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

12


8 Definitielijst<br />

Sectorvreemd<br />

instellingsvreemd<br />

Dossierhouder<br />

Bureau Jeugdzorg<br />

Dossierhouder extramuraal; geen harde eis maar<br />

in de regel de za die het meeste zorg regelt (<br />

De overheid heeft aan de Bureaus Jeugdzorg<br />

(BJZ) de bevoegdheid verleend om indicaties voor<br />

<strong>AWBZ</strong>-zorg te geven, toegespitst op personen<br />

van 0 tot 18 jaar (tot 23 jaar voor jongeren die al<br />

in zorg zijn) met grondslag psychiatrie.<br />

<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

13


9 Bijlage belangrijke websites<br />

1. De beschrijving van de zorgzwaartepakketten en de gebruikersgidsen zijn te vinden op<br />

www.zorgzwaartebekostiging.nl<br />

2. De beleidsregels, nadere regelingen, circulaires en factsheets van de NZa over de<br />

zorgzwaartebekostiging zijn opgenomen op www.nza.nl , dossier zorgzwaartebekostiging.<br />

3. De CIZ-beleidsregels indicatiestelling 2012 zijn te vinden op www.ciz.nl<br />

4. De spelregels van AZR zijn te vinden op de site van het CVZ www.zorgregistratie.nl<br />

5. De ZZP-vertaaltabel 2012 van het CVZ is te vinden op www.zorgregistratie.nl<br />

6. Eigenbijdrage regeling www.hetcak.nl<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

14


10 Nog te verwerken tekst<br />

10.1 Dagbesteding<br />

Voor de sectoren GZ en GGZ kan dagbesteding apart worden geïndiceerd naast het ZZP. (Binnen de<br />

sector V&V is dagbesteding integraal onderdeel van het ZZP.) Doordat de component dagbesteding<br />

apart geïndiceerd kan worden, heeft de cliënt de mogelijkheid deze zorg van een andere aanbieder af<br />

te nemen dan van de aanbieder waar de cliënt verblijft.<br />

Verblijft de cliënt bij een aanbieder en neemt deze daar de dagbesteding gedeeltelijk af, dan<br />

wordt het ZZP en de functie begeleiding Groep aan de verblijfsaanbieder toegewezen. Hier<br />

blijft het construct van hoofd- en onderaannemer van toepassing. De verblijfsaanbieder doet<br />

zowel een MAZ voor het ZZP als de Begeleiding groep.<br />

Verblijft de cliënt bij een aanbieder en neemt deze de gehele dagbesteding af bij een andere<br />

aanbieder, dan is er sprake van 2 hoofdaannemers. Beide aanbieders doen een MAZ voor de<br />

toegewezen zorg. De cliënt kan in deze situatie overigens ook kiezen voor een PGB voor<br />

dagbesteding. (Let op: vraag HBR wat met de financiële component “kortdurende opname”)<br />

10.2 Opeenvolgende ZZP-indicaties<br />

Cliënten waarvan bekend is dat hun indicatie van beperkte duur is (bijvoorbeeld reactivering) en dat<br />

daarna een andere zorgzwaarte aan de orde is, ontvangen soms van het CIZ opeenvolgende indicaties.<br />

Bijvoorbeeld een cliënt die na intensieve reactivering thuis verder revalideert, ontvangt voor zes<br />

maanden ZZP VV9 en daarna een extramurale indicatie. Of een cliënt die na ziekenhuisopname nog<br />

niet behandeld kan worden (bijvoorbeeld bij gips, indicatie voor laag ZZP VV), en daarna een<br />

intensieve revalidatie start (indicatie ZZP VV9). Opmerking CZ: de geschetste situaties kunnen ook<br />

binnen 1 indicatiebesluit worden afgegeven (hiervoor zijn niet altijd 2 indicatiebesluiten aanwezig).<br />

Het tijdstip waarop de nieuwe indicatie van start gaat, strookt niet altijd met de praktijk (voorbeeld<br />

hiervan is een cliënt die eerder naar huis kan). Op basis van de situatie van de cliënt wordt de<br />

zorgtoewijzing zo nodig aangepast. De zorgaanbieder dient hiervoor contact op te nemen met het<br />

zorgkantoor.<br />

Het zorgkantoor toetst de aanvraag. Als de aanvraag akkoord is wordt op basis van het actuele<br />

indicatiebesluit (ZZP VV 9) een alternatieve zorgtoewijzing aan gemaakt. De aanbieder kan hierdoor<br />

deze alternatieve zorg tot de einddatum van het oorspronkelijk geïndiceerde indicatie (zijnde ZZP VV9)<br />

mag leveren. Vervolgens geldt de daaropvolgende indicatie en toewijzing.<br />

10.3 Administratieve zorgtoewijzing<br />

Een administratieve zorgtoewijzing is een zorgtoewijzing waarmee aangegeven wordt dat de<br />

zorgaanbieder de kamer vrij mag houden voor terugkeer van de cliënt.<br />

Dit is bijvoorbeeld van toepassing in de situatie dat de cliënt tijdelijk naar een andersoortige <strong>AWBZ</strong><br />

instelling verhuist. De cliënt verhuist dan tijdelijk van een verblijf instelling zonder behandeling naar<br />

een verblijf instelling met behandeling , bijvoorbeeld voor revalidatie. Na de revalidatieperiode keert<br />

de cliënt weer terug naar de eerste instelling. De eerste instelling houdt de kamer van de cliënt aan,<br />

kan hier niemand anders plaatsen en mag hiervoor dan ook kosten declareren op naam van de cliënt.<br />

Dit laatste is mogelijk via de administratieve zorgtoewijzing.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

15


Zorgaanbieders die zijn toegelaten voor verblijf met behandeling komen in aanmerking voor<br />

bekostiging van tijdelijke afwezigheid voor een maximum van 14 dagen. Dit maximum geldt niet in het<br />

geval van een ziekenhuisopname als er een terugkeer garantie is.<br />

Zorgaanbieders die zijn toegelaten voor verblijf zonder behandeling komen in aanmerking voor<br />

(volledige?) bekostiging van de tijdelijke afwezigheid.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

16


11 Bijlage: werkwijze behandeling individueel<br />

Werkwijze functie behandeling individueel (BHIND)<br />

BHIND kan op 2 manieren door de klant verzilverd worden.<br />

1. CIZ heeft een extramurale indicatie geïndiceerd voor de functie BHIND.<br />

2. CIZ heeft een ZZP met behandeling geïndiceerd, maar de klant wil/kan niet opgenomen worden.<br />

In deze periode kan de functie BHIND aangevraagd worden voor extramurale behandeling.<br />

Om een aanvraag BHIND af te kunnen werken dient antwoord gegeven te worden door de aanvrager<br />

op onderstaande vragen:<br />

1. Wie is de eindverantwoordelijke?<br />

2. Wordt de cliënt besproken in een Multidisciplinair overleg en wie zijn daarbij aanwezig?<br />

3. Welke behandeling/methodiek wordt toegepast?<br />

4. Hoeveel uur per week gaat de cliënt behandeling krijgen?<br />

5. Hoe lang gaat de behandeling duren?<br />

6. Waar wordt de behandeling gegeven?<br />

7. Welke prestatie wordt gedeclareerd (zie www.nza.nl, prestatiebeschrijving extramurale zorg)?<br />

Hieronder staat per vraag waaraan het antwoord moet voldoen.<br />

1. Wie is de eindverantwoordelijke?<br />

De eindverantwoordelijke moet een behandelaar zijn. Veel voorkomend is AVG en SO (specialist<br />

oudergeneeskunde), maar ook gedragswetenschappers worden genoemd.<br />

2. Wordt de cliënt besproken in een Multidisciplinair overleg?<br />

Hierop moet het antwoord "Ja" zijn. De aanwezigen moeten behandelaars zijn, met evt. toevoeging<br />

van een teamleider/manager.<br />

3. Welke behandeling/methodiek wordt toegepast?<br />

Veel voorkomende aanvragen zijn:<br />

Functionele diagnostiek<br />

IOG<br />

PMT<br />

BH paramedisch<br />

BHZG<br />

PPG / Casemanagement<br />

BHIND bij scheiden wonen/zorg<br />

4. Hoeveel uur per week gaat de cliënt behandeling krijgen?<br />

Dit is afhankelijk van de gevraagde behandeling. Voor de meeste behandelingen wordt 2-4 uur per<br />

week gevraagd.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

17


5. Hoe lang gaat de behandeling duren?<br />

Vaak worden lange periodes aangevraagd. Echter wordt per behandeling gekeken wat de termijn is.<br />

Veel voorkomend zijn 3 maanden, 6 maanden en 1 jaar.<br />

6. Waar wordt de behandeling gegeven?<br />

De behandeling dient plaats te vinden in een individuele ruimte. Dit kan thuis bij de klant, op kantoor<br />

behandelaar of in een oefenzaal zijn. Aanvragen voor op dagbesteding worden afgekeurd.<br />

7. Welke prestatie wordt gedeclareerd (zie www.nza.nl, prestatiebeschrijving<br />

extramurale zorg)?<br />

BHIND kan op de volgende prestaties gedeclareerd worden:<br />

BH Basis H328<br />

BH gedragswetenschapper H329<br />

BH paramedisch H330<br />

BH (J)LVG H325<br />

BH IOG H334<br />

BH SGLVG H326 (Bij geen enkele aanbieder afgesproken in 2012)<br />

BH Family First (J) LVG H331<br />

BH ZG H332 en H333<br />

ad 3. Welke behandeling/methodiek wordt toegepast?<br />

Binnen de bovengenoemde prestatie kunnen allerlei aanvragen voor BHIND binnenkomen. De meest<br />

voorkomende vormen van behandelingen zijn hieronder weergegeven.<br />

Functionele diagnostiek<br />

• IQ bepaling<br />

• Opstellen van dagprogramma<br />

Toestemming:<br />

16-20 uur totaal<br />

3 maanden<br />

IOG<br />

PMT<br />

• Intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling<br />

• Toestemming:<br />

4 uur per week<br />

6 maanden<br />

• Psychomotore therapie<br />

• Toestemming:<br />

1 uur per week<br />

1 jaar<br />

BH paramedisch<br />

• Logo, fysio, Ergo<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

18


• Verplicht in CSLM-zorg<br />

– Anders ZvW<br />

• Toestemming:<br />

Geen standaard<br />

Per casus bekijken (advies: bespreek de casus met meerdere teamleden en bekijk wat<br />

reëel is)<br />

BHZG<br />

• Extramuraal<br />

Geen indicatie nodig<br />

• Intramuraal<br />

Via AAZ<br />

Geen standaard (advies: bespreek de casus met meerdere teamleden en bekijk wat reëel<br />

is)<br />

PPG / Casemanagement<br />

• Praktische pedagogische gezinsbegeleiding<br />

Nu: Geen behandeling<br />

BHIND bij scheiden wonen/zorg<br />

Bij scheiden wonen/zorg is geen sprake van een intramurale opname (geen verzilvering ZZP).<br />

De klant kan echter wel recht maken op de behandeling uit zijn indicatie.<br />

Veel voorkomende vormen zijn de vroegere semimurale voorzieningen, ge-extramuraliseerde<br />

voorzieningen, ouderinitiatieven of PGB voorzieningen.<br />

Aangezien elk ZZP een andere inhoud heeft m.b.t. BHIND is hieronder een schema toegevoegd met de<br />

uren BHIND per week per pakket.<br />

Toestemming:<br />

Gedurende looptijd indicatie<br />

ZZP<br />

Uren BH per week in ZZP<br />

ZZP<br />

Uren BH per week<br />

3VG 1,2<br />

4VG 1,2<br />

5VG 1,3<br />

6VG 1,3<br />

7VG 1,3<br />

1LVG 2,2<br />

2LVG 3,1<br />

3LVG 4,5<br />

4LVG 4,5<br />

5LVG 4,5<br />

1SGLVG 3,7<br />

3LG 2,2<br />

4LG 2,2<br />

5LG 2,4<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

19


6LG 2,4<br />

7LG 2,4<br />

1GGZB 1,1<br />

2GGZB 1,1<br />

3GGZB 1,1<br />

4GGZB 0,9<br />

5GGZB 0,9<br />

6GGZB 2,3<br />

7GGZB 2,3<br />

3VV 1,4<br />

4VV 1,4<br />

5VV 1,5<br />

6VV 1,5<br />

7VV 2,0<br />

8VV 2,0<br />

9VV 4,0<br />

10VV 2,0<br />

Huidige uitzonderingen:<br />

Voor specifieke zorgaanbieders zijn afwijkende afspraken gemaakt<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

20


12 Bijlage leveringsstatussen<br />

<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

21


13 Bijlage: Instructie kortdurend verblijf<br />

In deze bijlage is de instructie opgenomen hoe om te gaan met kortdurend verblijf.<br />

Er zijn een 7-tal situaties beschreven met een uniforme instructie en voorbeeld.<br />

Onderstaande werkwijze geldt voor indicaties afgegeven vóór 1 januari 2011.<br />

(Zie circulaire nummer 10/01 van het CVZ van 23 december 2010 met als titel Wijziging Besluit<br />

Zorgaanspraken <strong>AWBZ</strong> 2011).<br />

Hieronder volgt een instructie schema met daaraan gekoppeld de diverse werkwijzen.<br />

Kies de juiste werkwijze op basis van verwachting voor betreffend jaar:<br />

Werkwijze A<br />

Regelmatig Kortdurend Verblijf: < 1 etmaal per week<br />

Situatie: De cliënt heeft een indicatie voor Kortdurend Verblijf (VBKD ofwel functie 71) met klasse KE1<br />

(minimale klasse/week). De cliënt wil gemiddeld minder dan 1 etmaal per week logeren.<br />

Instructie: In verband met de consequenties voor de eigen bijdrage plaatst de zorgaanbieder in deze<br />

situatie voor elke periode dat de cliënt In Zorg is geweest een MAZ (klasse KE1) en een MUT 20. Als de<br />

cliënt niet meer terugkomt voor de functie VBKD wordt er door de zorgaanbieder een MUT19<br />

geplaatst in plaats van een MUT20.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

22


Voorbeeld: Cliënt met indicatie voor VBKD KE1 verblijft 1 keer per maand één weekend. In dit<br />

voorbeeld plaatst de zorgaanbieder een MAZ (klasse KE1) op de dag dat de cliënt de logeerperiode<br />

begint. Per dag dat de cliënt daadwerkelijk In Zorg is, houdt de zorgaanbieder de cliënt één week in<br />

zorg met klasse KE1. In dit voorbeeld plaatst de zorgaanbieder dus na 2 weken een MUT 20. Dit<br />

patroon herhaalt zich voor elke periode dat de cliënt opnieuw komt logeren. Pas als de cliënt niet<br />

meer terugkomt voor de functie Kortdurend Verblijf, wordt op de functie VBKD door de zorgaanbieder<br />

beëindigd met een MUT 19.<br />

Werkwijze B<br />

Regelmatig Kortdurend Verblijf: 1, 2 of 3 etmalen per week<br />

Situatie: De cliënt heeft een indicatie voor Kortdurend Verblijf (VBKD ofwel functie 71) met klasse KE1,<br />

KE2 of KE3. De cliënt wil gemiddeld 1, 2 of 3 etmalen per week logeren.<br />

Instructie: De zorgaanbieder plaatst in deze situatie eenmalig een MAZ (klasse KE1, KE2 of KE3) als de<br />

cliënt voor het eerst gebruik maakt van het logeren. Belangrijk is dat in de MAZ de feitelijk gemiddelde<br />

klasse (verblijfsduur) per week wordt opgenomen, zodat de cliënt niet een onjuiste eigen bijdrage<br />

betaalt. Als de cliënt niet meer terugkomt voor de functie VBKD wordt er door de zorgaanbieder<br />

eenmalig een MUT19 geplaatst. Er wordt geen MUT geplaatst als de cliënt tussen de logeerperiodes in<br />

niet bij de zorgaanbieder verblijft.<br />

Voorbeeld: Cliënt met indicatie voor VBKD KE3 verblijft gemiddeld 13 etmalen per maand. In dit<br />

voorbeeld plaatst de zorgaanbieder eenmalig een MAZ als de cliënt voor het eerst gebruik maakt van<br />

het logeren. In de MAZ wordt de klasse KE3 meegegeven (13 etmalen per maand betekent 156<br />

etmalen per jaar = KE3). De cliënt blijft In Zorg gemeld tussen logeerperiodes in. Pas als de cliënt niet<br />

meer terugkomt voor de functie VBKD plaatst de zorgaanbieder op de functie eenmalig een MUT 19.<br />

Werkwijze C<br />

Onregelmatig Kortdurend Verblijf: afgiftedatum indicatie 1 januari 2011 of later<br />

Situatie: De cliënt heeft een indicatie voor Kortdurend Verblijf (VBKD ofwel functie 71) met klasse KE1,<br />

KE2 of KE3. De afgiftedatum van de indicatie is 1 januari 2011 of later. De cliënt wil met onregelmatige<br />

intervallen en voor onregelmatige periodes gebruik maken van logeeropname.<br />

Instructie: Voor indicaties met afgiftedatum 1 januari 2011 of later geldt dat als regelmaat in de<br />

logeerperiode(s) ontbreekt, per logeeropname een indicatie bij het CIZ moet worden aangevraagd. De<br />

zorgaanbieder ontvangt van het <strong>Zorgkantoor</strong> op basis van de indicatie een reguliere zorgtoewijzing. De<br />

zorgaanbieder dient iedere zorgtoewijzing te voorzien van een passende MAZ en/of MUT.<br />

Werkwijze D<br />

Onregelmatig Kortdurend Verblijf: afgiftedatum indicatie voor 1 januari 2011<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

23


Situatie: De cliënt heeft een indicatie voor Kortdurend Verblijf (VBKD ofwel functie 71) met klasse KE1,<br />

KE2 of KE3. De afgiftedatum van de indicatie ligt voor 1 januari 2011. De cliënt wil in een<br />

aaneengesloten periode logeren (bijvoorbeeld 1 of 2 weken).<br />

Instructie: De zorgaanbieder vraagt in deze situatie een nieuwe zorgtoewijzing aan bij de afdeling<br />

Zorgadvies. Zorgadvies zet de zorgtoewijzing om naar een aaneengesloten zorgtoewijzing voor VBKD<br />

voor het noodzakelijk aantal etmalen en bijbehorende extramurale functie(s). De zorgaanbieder dient<br />

iedere zorgtoewijzing te voorzien van een passende MAZ en/of MUT.<br />

Werkwijze E<br />

ZZP met opnamewens: in afwachting van opname logeren<br />

Situatie: De cliënt heeft een ZZP indicatie en wil in afwachting van opname logeren.<br />

Instructie: De zorgaanbieder vraagt in deze situatie via een aangepaste zorgtoewijzing (soort<br />

zorgtoewijzing: Overbrugging) de functie Kortdurend Verblijf (VBKD) aan voor het noodzakelijk aantal<br />

etmalen per week en bijbehorende extramurale functie(s). Het <strong>Zorgkantoor</strong> wijst deze functies toe. De<br />

zorgaanbieder dient iedere zorgtoewijzing te voorzien van een passende MAZ en/of MUT.<br />

Het ZZP gebruikt de zorgaanbieder in dit geval dus alleen om een aangepaste zorgtoewijzing op aan te<br />

vragen en niet om het logeren op te melden.<br />

Uitzondering: Er kan geen VBKD in overbrugging aangevraagd worden als één of meerdere<br />

overbruggingsfuncties verzilverd wordt via een PGB. Een cliënt ontvangt in dat geval via het PGB al<br />

automatisch een extra financiële tegemoetkoming voor logeren. In deze situaties moeten de kosten<br />

voor logeren uit die tegemoetkoming worden bekostigd.<br />

Werkwijze F<br />

ZZP zonder opnamewens: wel logeren tot maximaal 3 etmalen per week<br />

Situatie: De cliënt heeft een ZZP indicatie. Cliënt heeft geen opnamewens, maar wil wel gemiddeld 1, 2<br />

of 3 etmalen per week logeren.<br />

Instructie: De zorgaanbieder vraagt in deze situatie via een aangepaste zorgtoewijzing (soort<br />

zorgtoewijzing: Alternatief) de functie Kortdurend Verblijf (VBKD) aan voor het noodzakelijk aantal<br />

etmalen per week en bijbehorende extramurale functie(s). Het <strong>Zorgkantoor</strong> wijst deze functies toe. De<br />

zorgaanbieder dient iedere zorgtoewijzing te voorzien van een passende MAZ en MUT:<br />

Cliënt logeert gemiddeld minder dan 1 etmaal per week: MAZ en MUT zoals bij werkwijze A.<br />

Cliënt logeert gemiddeld 1, 2 of 3 etmalen per week: MAZ en MUT zoals bij werkwijze B.<br />

Uitzondering: Er kan geen VBKD aangevraagd worden als één of meerdere alternatief toegewezen<br />

functies verzilverd wordt via een PGB. Een cliënt ontvangt in dat geval via het PGB al automatisch een<br />

extra financiële tegemoetkoming voor logeren. In deze situaties moeten de kosten voor logeren uit die<br />

tegemoetkoming worden bekostigd.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

24


Werkwijze G<br />

ZZP zonder opnamewens: wel intermitterende opname voor minimaal 4 etmalen per week<br />

Situatie: De cliënt heeft een ZZP indicatie, omdat de zorgvraag van een cliënt een intermitterende<br />

opname betreft voor minimaal 4 etmalen per week.<br />

Instructie: De zorgaanbieder ontvangt van het <strong>Zorgkantoor</strong> een reguliere zorgtoewijzing voor het ZZP.<br />

De zorgaanbieder plaatst in deze situatie eenmalig een MAZ op het ZZP (klasse KE4, KE5, KE6 of KE7)<br />

als de cliënt voor het eerst gebruik maakt van het Verblijf. Belangrijk is dat in de MAZ de feitelijk<br />

gemiddelde klasse (verblijfsduur) per week wordt opgenomen, zodat de cliënt niet een onjuiste eigen<br />

bijdrage betaalt. Er wordt geen MUT geplaatst als de cliënt tussen de verblijfperiodes in niet bij de<br />

zorgaanbieder verblijft. Pas als de cliënt niet meer terugkomt voor Verblijf, plaatst de zorgaanbieder<br />

op de ZZP een MUT 19.<br />

Voorbeeld: Client met ZZP indicatie verblijft gemiddeld 4 etmalen per week. In dit voorbeeld plaatst de<br />

zorgaanbieder eenmalig een MAZ als de cliënt voor het eerst gebruik maakt van het Verblijf. In de MAZ<br />

wordt de klasse KE4 meegegeven (gemiddeld 4 etmalen per week = KE4). De cliënt blijft In Zorg<br />

gemeld tussen verblijfperiodes in. Pas als de cliënt niet meer terugkomt voor Verblijf plaatst de<br />

zorgaanbieder op de ZZP eenmalig een MUT 19.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

25


14 Bijlage: Kostenaspect alternatief ZZP<br />

Vraag 1: voor de uitwerking is het relevant of in de berekening wordt uitgegaan van een standaard<br />

tarief ZZP-tarief inclusief BH of ZZP-tarief exclusief BH) of dat er wordt uitgegaan van de feitelijk te<br />

leveren prestatie door de aanbieder. In het geval dat een aanbieder een alternatief pakket zonder de<br />

behandelcomponent gaat inzetten, kan er een hoger alternatief ZZP worden aangevraagd (het<br />

alternatieve pakket moet nl passen binnen de financiële grenzen van het geïndiceerd ZZP).<br />

Let op: als het alternatieve ZZP via een MUT 17 wordt overgedragen naar een andere aanbieder, die<br />

wel is toegelaten voor Behandeling, dan kan het alternatief toegewezen pakket de financiële grenzen<br />

van het geïndiceerde ZZP overschrijden (deze aanbieder kan dan nl. een tarief declareren incl. BH).<br />

Hier ligt ook een link naar zorginkoop! (juridische invalshoek). Is het uitgangspunt dat de aanbieder zelf<br />

verantwoordelijk is voor de controle op een overschrijding van de financiële grenzen van het<br />

oorspronkelijke geïndiceerde ZZP?<br />

Vraag 2: wat te doen met het omzetten van een ZZP met dagbesteding (GZ/GGZ) naar een ZZP zonder<br />

dagbesteding (V&V). Wordt daarin gerekend met het oorspronkelijke tarief (dus inclusief<br />

dagbesteding?)<br />

Reactie zorginkoop Achmea: Bij het eerste stuk is het inderdaad een probleem dat een jongere cliënt<br />

met een LG ZZP in een verzorgingshuis komt. Als je deze omzet naar V&V ZZP heeft hij geen<br />

dagbesteding. Overwogen moet dan worden om toch LG ZZP af te spreken met verzorgingshuis en<br />

desnoods dagbesteding bij een andere aanbieder.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

26


<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

27


15 Bijlage: Zorginhoudelijk aspect alternatief ZZP<br />

Afhankelijk van uitspraak Zorginkoop<br />

Bij het toewijzen van een alternatief ZZP moet rekening worden gehouden met onderstaande<br />

beperkingen (beleidsregels Nza 2012).<br />

GGZ-B pakketten worden alleen afgesproken met aanbieders die toegelaten zijn voor<br />

verblijfszorg met behandeling. In een GGZ-B pakket is sprake van integrale<br />

verantwoordelijkheid van de behandelaar voor zorg en behandeling, van multidisciplinair<br />

overleg, van een focus op de psychiatrische problematiek en van voorzieningen voor snel<br />

ingrijpen in crisissituaties. De eindverantwoordelijkheid voor de medische zorg berust bij de<br />

aan de instelling verbonden psychiater. Gezien de link naar de Zvw mag een GGZ-B pakket<br />

alleen worden gedeclareerd als deze is geïndiceerd!<br />

GGZ-C pakketten worden alleen afgesproken op (GGZ)-plaatsen die zijn toegelaten voor<br />

verblijfszorg (zonder behandeling). Er worden dus geen afspraken voor GGZ-C gemaakt voor<br />

(GGZ)-plaatsen waarop een toelating voor verblijf met behandeling geldt.<br />

Reactie Achmea voorstel verwerken?: Hier kan het zijn dat er een BJZ indicatie ligt voor een<br />

jongere met een IQ tussen 70-85 die een vraag voor zorg heeft binnen een LVG instelling. In<br />

feite heeft hij een LVG ZZP nodig. Vanwege zijn IQ wordt de jongere soms door het CIZ naar<br />

BJZ verwezen. BJZ mag echter alleen maar voor GGZ indiceren en indiceert een GGZ C. In<br />

feite zou dit niet omgezet kunnen worden naar een LVG ZZP omdat je anders van een ZZP<br />

zonder BH gaat naar een ZZP met BH. Dit is wel een landelijk knelpunt. In feite zou hier het<br />

CIZ wel moeten indiceren voor LVG ZZP.<br />

ZZP VG7 kunnen alleen worden afgesproken met en gedeclareerd worden voor plaatsen die<br />

zijn toegelaten als SGLVG-verblijfsplaats. Reactie Achmea > dit laatste is komen te vervallen<br />

per 1-1-2012. Het is nu zo dat VG7 kan worden afgesproken met alle zorgaanbieders die<br />

verblijf met BH bieden -> vraag CZ alleen VG aanbieders? . Indicaties voor een ZZP VG 7<br />

mogen alleen permanent worden omgezet naar een instellingseigen ZZP als de betreffende<br />

aanbieder is toegelaten voor Verblijf met behandeling.<br />

ZG-pakketten kunnen alleen worden afgesproken met en gedeclareerd worden door aanbieders<br />

die zijn toegelaten voor de grondslag ZG. en met aanbieders die naar onze mening aan de<br />

leveringsvoorwaarden van ZG kunnen voldoen. Voorstel Achmea voorleggen bij andere<br />

concessiehouders? Vraag voor Achmea: aan wellke leveringsvoorwaarden moet een<br />

aanbieder specifiek voldoen?<br />

LVG-pakketten kunnen alleen worden afgesproken met en gedeclareerd worden door LVGaanbieders<br />

die zijn toegelaten voor behandeling en met SGLVG- behandelcentra. LVG ZZP’s<br />

mogen alleen tijdelijk omgezet worden naar een instellingseigen ZZP. Onder tijdelijk wordt<br />

verstaan een opname van maximaal 6 maanden met de mogelijkheid dit eenmalig te verlengen<br />

met 6 maande> dit spreken wij niet zo af. Reactie Achmea Bij ons is het zo dat LVG pakketten<br />

mogen worden omgezet als het gaat om uitbehandelde LVG cliënten die doorstromen naar<br />

een VG instellingreactie CZ: nieuwe indicatie aanvragen bij CIZ (sprake van gewijzigde<br />

situatie)?<br />

SGLVG-pakketten kunnen alleen worden afgesproken met en gedeclareerd worden door<br />

SGLVG-behandelcentra. SGLVG ZZP’s mogen alleen tijdelijk omgezet worden naar een<br />

instellingseigen ZZP. Onder tijdelijk wordt verstaan een opname van maximaal 6 maanden met<br />

de mogelijkheid dit eenmalig te verlengen met 6 maanden> idem als bij de LVG niet zo bij ons<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

28


afgesproken. Als het gaat om uitbehandelde SGLVG cliënten is het zo dat deze mogen worden<br />

omgezet naar een VG pakket bij opname in een VG voorziening. reactie CZ: nieuwe indicatie<br />

aanvragen bij CIZ (sprake van gewijzigde situatie)?<br />

Jeugdzorg in de geestelijke gezondheidszorg: voor deze doelgroep is er ook in 2012 nog geen<br />

ZZP beschikbaar. Afspraken worden gemaakt op basis van de bestaande parameters.<br />

ZZP VV9a/b en ZZP VV10 mogen alleen worden gedeclareerd als deze specifiek zijn<br />

geïndiceerd. Het is niet mogelijk om een geïndiceerde ZZP om te zetten naar één van deze<br />

ZZP's.<br />

<strong>Voorschrift</strong> zorgtoewijzing <strong>AWBZ</strong> 2012-2013<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!