Boeken & praatjes, Letters en laatjes. - Het Leeskastje
Boeken & praatjes, Letters en laatjes. - Het Leeskastje
Boeken & praatjes, Letters en laatjes. - Het Leeskastje
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Boek<strong>en</strong></strong> & <strong>praatjes</strong>, <strong>Letters</strong> <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>.<br />
Titel: Sneeuw<br />
Illustraties / tekst: Komako Sakai<br />
Thema: sneeuw / winter<br />
Op e<strong>en</strong> doordeweekse winterdag mag konijn zomaar uitslap<strong>en</strong>. De school is dicht vanwege<br />
de aanhoud<strong>en</strong>de sneeuw. Konijn vindt de sneeuw machtig mooi <strong>en</strong> wil mete<strong>en</strong> buit<strong>en</strong><br />
spel<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> sfeervol <strong>en</strong> teder verhaal over e<strong>en</strong> kind dat volop g<strong>en</strong>iet van de eerste sneeuw.<br />
Thema’s die uitgewerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />
• Seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> / tijd<br />
• Vervoer - problem<strong>en</strong> in de winter<br />
• Kleding<br />
• Huis / thuis in de sneeuw<br />
• Stil / alle<strong>en</strong><br />
.<br />
Introductie-activiteit.<br />
Doel:<br />
- De kinder<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met het kastje: <strong>Boek<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>praatjes</strong>, letters <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong><br />
- De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aan de hand van de titel van het boek e<strong>en</strong> voorspelling do<strong>en</strong><br />
over de inhoud.<br />
- De leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat het over boek<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters gaat als ze met dit kastje werk<strong>en</strong>.<br />
Inhoud activiteit:<br />
De kinder<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in de kring.<br />
De leerkracht zet het kastje op e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plaats.<br />
<strong>Het</strong> kastje wordt bekek<strong>en</strong>.<br />
- Wat zou het zijn?<br />
- Welke tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> / pictogramm<strong>en</strong> zie je?<br />
- Wat zit er in?<br />
- Wat hoort erop de standaard te staan?<br />
De leerkracht vertelt dat er e<strong>en</strong> nieuw kastje in de klas staat dat de naam heeft:<br />
"<strong>Boek<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>praatjes</strong>, letters <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>".<br />
Als je goed naar deze naam luistert dan weet je ook wat we gaan do<strong>en</strong>.<br />
Luister nog maar e<strong>en</strong>s goed: "<strong>Boek<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>praatjes</strong>, letters <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>"<br />
We gaan e<strong>en</strong> boekje lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna op<strong>en</strong><strong>en</strong> we steeds e<strong>en</strong> ander laatje. We houd<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
praatje <strong>en</strong> we do<strong>en</strong> e<strong>en</strong> spelletje.<br />
1
<strong>Boek<strong>en</strong></strong> & <strong>praatjes</strong>, <strong>Letters</strong> <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>.<br />
Tuss<strong>en</strong>doel 1: Boekoriëntatie.<br />
boek<strong>en</strong>standaard<br />
Doel:<br />
- De leerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> na afloop van de boekoriëntatie de titel van het verhaal aanwijz<strong>en</strong>.<br />
- De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aan de hand van de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op de voorkant van het boek, e<strong>en</strong><br />
voorspelling mak<strong>en</strong> van de inhoud van het boek.<br />
- De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat het boek van vor<strong>en</strong> naar achter<strong>en</strong> wordt gelez<strong>en</strong>.<br />
Inhoud activiteit:<br />
De leerkracht vertelt dat ze e<strong>en</strong> boek heeft meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
- Kijk e<strong>en</strong>s goed naar de tek<strong>en</strong>ing op de voorkant van het boek,<br />
“Waar zou het boek over gaan”?<br />
- We beginn<strong>en</strong> aan de voorkant.<br />
Als het verhaal uit is kijk ik naar de achterkant. Welke tek<strong>en</strong>ing zie je daar?<br />
- Op de voorkant van het boek staan letters. Dat noem<strong>en</strong> we de titel van het boek.<br />
De leerkracht leest de titel voor:<br />
Dit wordt ondersteund door e<strong>en</strong> pictogram.<br />
- Als ze dit heeft gedaan komt de praatpop tevoorschijn.<br />
De juf vraagt aan de pop wie hij is.<br />
Er wordt e<strong>en</strong> begin gemaakt met het verhaal schema.<br />
Op de flap wordt het woord “wie” geschrev<strong>en</strong>. Daarachter het woord met pictogram<br />
geschrev<strong>en</strong>.<br />
Tuss<strong>en</strong>doel 2: Verhaalbegrip laatje 2<br />
Bij het voorlez<strong>en</strong> past de grote la met het symbool.<br />
De la wordt op<strong>en</strong> gemaakt.<br />
Bij herhaald “voorlez<strong>en</strong>” kunn<strong>en</strong> de voorwerp<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong>.<br />
In de la ligg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> konijn, e<strong>en</strong> vliegtuig, e<strong>en</strong> bed, e<strong>en</strong> bus, e<strong>en</strong> wortel , e<strong>en</strong> telefoon, e<strong>en</strong><br />
spel kaart<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> tand<strong>en</strong>borstel<br />
Ding<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong>tueel niet in het laatje pass<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> er naast.<br />
Doel:<br />
- De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voorspelling<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over het verloop van het verhaal.<br />
Inhoud activiteit :<br />
De spull<strong>en</strong> uit de grote la word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>.<br />
Er zitt<strong>en</strong> ook p<strong>laatjes</strong> in. <strong>Het</strong> zijn de afbeelding<strong>en</strong> uit het boek die gekopieerd <strong>en</strong> gelamineerd<br />
zijn. Ze gaan allemaal over het boek. Enkele p<strong>laatjes</strong> word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan ev<strong>en</strong> aan de<br />
kant gelegd. De spull<strong>en</strong> die in de hoek staan <strong>en</strong> te groot zijn voor het kastje, word<strong>en</strong> ook<br />
g<strong>en</strong>oemd. (Winterkleding, laarz<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> plastic sneeuwpop, wit “sneeuw” kleed.)<br />
2
Vervolg<strong>en</strong>s wordt het boek voorgelez<strong>en</strong>. De attribut<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> hierbij e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de rol.<br />
Op het mom<strong>en</strong>t dat er e<strong>en</strong> probleem is, wordt sam<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> oplossing gezocht. Hoe gaat<br />
het verhaal verder? De laatste onderbreking is het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> goed einde van het<br />
verhaal.<br />
<strong>Het</strong> verhaal kan meerdere ker<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>, op verschill<strong>en</strong>de tijdstipp<strong>en</strong>.<br />
Navertell<strong>en</strong> van het verhaal m.b.v. afbeelding<strong>en</strong>.<br />
Doel:<br />
- De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de verhaallijn globaal na vertell<strong>en</strong> aan de hand van de afbeelding<strong>en</strong>.<br />
Activiteit:<br />
Alle voor het verhaal belangrijke afbeelding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd <strong>en</strong> gelamineerd.<br />
Eén kind op<strong>en</strong>t de lade <strong>en</strong> de afbeelding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>.<br />
De leerkracht selecteert e<strong>en</strong> aantal, of alle afbeelding<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagt aan e<strong>en</strong> kind of meerdere<br />
kinder<strong>en</strong> om met deze afbeelding<strong>en</strong> in de goede volgorde van het verhaal te legg<strong>en</strong>.<br />
Daarna wordt er gekek<strong>en</strong> of het kind m.b.v. deze p<strong>laatjes</strong> in goede volgorde het verhaal kan<br />
navertell<strong>en</strong>.<br />
Afhankelijk van het kind <strong>en</strong> de groep kan het aantal afbeelding<strong>en</strong> uitgebreid word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan<br />
het verhaal gedetailleerder omschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Navertell<strong>en</strong> van het verhaal m.b.v. materiaal.<br />
Doel:<br />
- De kinder<strong>en</strong> breid<strong>en</strong> hun woord<strong>en</strong>schat uit door de voorwerp<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> herhaald te<br />
b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.<br />
Activiteit:<br />
Eén kind op<strong>en</strong>t de lade <strong>en</strong> de voorwerp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd.<br />
De leerkracht selecteert e<strong>en</strong> aantal voorwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagt aan de leerling<strong>en</strong> om met deze<br />
voorwerp<strong>en</strong> de goede volgorde van het verhaal te legg<strong>en</strong>.<br />
Daarna wordt er gekek<strong>en</strong> of de kinder<strong>en</strong> het verhaal kunn<strong>en</strong> navertell<strong>en</strong>.<br />
Afhankelijk van het kind <strong>en</strong> de groep kan het aantal voorwerp<strong>en</strong> uitgebreid word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan<br />
het verhaal gedetailleerder verteld word<strong>en</strong>.<br />
3
Tuss<strong>en</strong>doel 3: Functies van geschrev<strong>en</strong> taal<br />
i Laatje 3<br />
Doel:<br />
• Kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat geschrev<strong>en</strong> taal e<strong>en</strong> communicatief doel heeft.<br />
• De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat symbol<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar woord<strong>en</strong>.<br />
• kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgelegd op<br />
papier.<br />
• Kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat het verschil is tuss<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>.<br />
Activiteit:<br />
- Op e<strong>en</strong> flap heeft de leerkracht e<strong>en</strong> pictogram “………….” <strong>en</strong> de “wie” vraag geschrev<strong>en</strong>.<br />
- De overige pictogramm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> ingevuld op de flap.<br />
Op deze manier kan het verhaalschema in kaart word<strong>en</strong> gebracht.<br />
In eerste instantie kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld:<br />
- wie; over wie gaat het verhaal ?<br />
- waar speelt het verhaal zich af?<br />
- begin; wat kun je vertell<strong>en</strong> over het begin van het verhaal?<br />
- afloop; hoe loopt het verhaal af?<br />
Deze vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitgebreid word<strong>en</strong>.<br />
Na afloop kan e<strong>en</strong> kind aan de hand van de pictogramm<strong>en</strong>, woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> gemaakte<br />
tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> de verhaallijn verwoord<strong>en</strong>.<br />
Deze flap, met het verhaalschema moet e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plek krijg<strong>en</strong>, binn<strong>en</strong> het thema.<br />
4
<strong>Boek<strong>en</strong></strong> & <strong>praatjes</strong>, <strong>Letters</strong> <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>.<br />
Keuzeactiviteit: functies van geschrev<strong>en</strong> taal.<br />
Doel:<br />
- de leerling<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> dat je iets kunt ler<strong>en</strong> door te lez<strong>en</strong><br />
- de leerling<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat je m.b.v. letters <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werkschema's kunt mak<strong>en</strong>.<br />
- de leerling<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> dat werkschema's je help<strong>en</strong> bij het uitvoer<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong>.<br />
Activiteit<strong>en</strong>.<br />
In het laatje zit algem<strong>en</strong>e informatie die te mak<strong>en</strong> heeft met het boek.<br />
Deze informatie kan word<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>.<br />
Ook andere boek<strong>en</strong> rond het thema winter kunn<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> plaats krijg<strong>en</strong>.<br />
Er kan aandacht besteed word<strong>en</strong> aan:<br />
• smelt<strong>en</strong> / dooi<strong>en</strong> / vriez<strong>en</strong> /<br />
• waarom wordt er zout op de weg gestrooid?<br />
• wat is sneeuw?<br />
• verkeer / vervoer / slee<br />
• kleding in de winter<br />
• spor<strong>en</strong> in de sneeuw<br />
• wat kun je do<strong>en</strong> met sneeuw?<br />
• weerbericht.<br />
• dier<strong>en</strong> in de winter<br />
• dagritme<br />
• stil / lawaai / licht / donker<br />
Hierbij kunn<strong>en</strong> werk schema’s gemaakt word<strong>en</strong>.<br />
Maak e<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong>plan over “hoe maak ik e<strong>en</strong> sneeuwpop” wat door de kinder<strong>en</strong> “gelez<strong>en</strong>”<br />
kan word<strong>en</strong>. Dit kan e<strong>en</strong> sneeuwpop van echte sneeuw zijn, maar ook van papier.<br />
(Zie ook laatje 3 relatie gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal)<br />
Woord<strong>en</strong>schat:<br />
Woord<strong>en</strong>schat als zodanig maakt ge<strong>en</strong> deel uit van het dyslexie protocol.<br />
Toch is woord<strong>en</strong>schat dé sleutel voor schoolsucces <strong>en</strong> onlosmakelijk verbond<strong>en</strong> met taal.<br />
Vandaar dat we deze woord<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in ons leeskastje.<br />
De woord<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> steeds terug in de verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>. Herhaling is noodzakelijk<br />
om woord<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> beklijv<strong>en</strong>.<br />
5
Woord<strong>en</strong>schat:<br />
Zelfstandige naamwoord<strong>en</strong> Werkwoord<strong>en</strong><br />
Begripp<strong>en</strong><br />
de sneeuw spring<strong>en</strong> morg<strong>en</strong><br />
de sneeuwbal kijk<strong>en</strong> Wakker / slap<strong>en</strong><br />
de wortel werk<strong>en</strong> nat<br />
de sjaal ligg<strong>en</strong> dik / dun<br />
de want<strong>en</strong> sneeuw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> / buit<strong>en</strong><br />
de laarz<strong>en</strong> sluip<strong>en</strong> ver weg / dichtbij<br />
het huis et<strong>en</strong> muisstil<br />
het spoor / de spor<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> licht / donker<br />
de flat rijd<strong>en</strong> bedtijd<br />
het balkon tand<strong>en</strong> poets<strong>en</strong> tintel<strong>en</strong><br />
de pyjama proev<strong>en</strong> tijd<br />
de jas sniff<strong>en</strong> vandaag<br />
het vliegtuig slap<strong>en</strong> vieruurtje<br />
de auto bell<strong>en</strong> (telefoner<strong>en</strong>) moeder / kind<br />
de school terug kom<strong>en</strong> groot / klein<br />
de bus vasthoud<strong>en</strong> Gevoel<strong>en</strong>s<br />
het bed pakk<strong>en</strong> stil<br />
de winkel mak<strong>en</strong> koud<br />
de straat wacht<strong>en</strong> warm<br />
de wereld lop<strong>en</strong> vreemd<br />
de kaart<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong> het duurt lang<br />
de stoel hor<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op de wereld<br />
het raam<br />
<strong>en</strong>ge sneeuwmonsters<br />
de boom<br />
de lucht<br />
de televisie<br />
de woonkamer<br />
het gordijn<br />
de neus<br />
de school<br />
In de informatie la zijn de meeste voorwerp<strong>en</strong> terug te vind<strong>en</strong>.<br />
Dit kan concreet zijn, “echte” voorwerp<strong>en</strong>, maar ook in de vorm van afbeelding<strong>en</strong>.<br />
Deze voorwerp<strong>en</strong> of p<strong>laatjes</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste plaats in de klas <strong>en</strong> word<strong>en</strong> dagelijks<br />
meerdere mal<strong>en</strong> herhaald b<strong>en</strong>oemd.<br />
Er kan gebruik gemaakt word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> woordspin, of e<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> parachute.<br />
6
<strong>Boek<strong>en</strong></strong> & <strong>praatjes</strong>,<br />
<strong>Letters</strong> <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>.<br />
Tuss<strong>en</strong>doel 4:Relatie tuss<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal Laatje 4<br />
Doel :<br />
• De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat ze het versje dat ze hor<strong>en</strong> ook kunn<strong>en</strong> opschrijv<strong>en</strong>.<br />
• Geschrev<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong><br />
• Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> bij woord<strong>en</strong> waardoor ze het versje kunn<strong>en</strong><br />
“lez<strong>en</strong>”.<br />
• Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> als globale e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. (eig<strong>en</strong> naam,<br />
voor het kind belangrijke person<strong>en</strong>, logo’s)<br />
Activiteit :<br />
Als e<strong>en</strong> kind dit laatje wil op<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, wijs dan kort ev<strong>en</strong> op het pictogram.<br />
Wat zie je? Wat zou je moet<strong>en</strong> gaan do<strong>en</strong>?<br />
In het laatje ligt e<strong>en</strong> briefje. Wat zou er op staan? Kun je al e<strong>en</strong> woord lez<strong>en</strong>?<br />
Beste sneeuwman, luister ev<strong>en</strong><br />
beste sneeuwman b<strong>en</strong> je daar?<br />
Jij mag bij ons blijv<strong>en</strong> won<strong>en</strong>,<br />
als je wilt tot volg<strong>en</strong>d jaar.<br />
Met je hoed <strong>en</strong> met je bezem<br />
met je wortel <strong>en</strong> je das<br />
met je grote zwarte og<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> je oude winterjas.<br />
Beste sneeuwman zeg e<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong>,<br />
vind je dat e<strong>en</strong> goed idee?<br />
<strong>en</strong>, wanneer je niet alle<strong>en</strong> wilt,<br />
neem gerust e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje mee.<br />
Als het strakjes dan te warm wordt,<br />
in april of pas in mei,<br />
Kruip dan lekker in de ijskast<br />
Daar is vast e<strong>en</strong> plekje vrij.<br />
Gezam<strong>en</strong>lijk wordt dit versje meerdere ker<strong>en</strong> beluisterd.<br />
<strong>Het</strong> versje wordt op <strong>en</strong> flap geschrev<strong>en</strong>. Pictogramm<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> de tekst zodat de<br />
kinder<strong>en</strong> het versje kunn<strong>en</strong> “lez<strong>en</strong>”.<br />
<strong>Het</strong> versje kan ook door kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagespeeld.<br />
7
<strong>Boek<strong>en</strong></strong> & <strong>praatjes</strong>,<br />
<strong>Letters</strong> <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong><br />
Tuss<strong>en</strong>doel 5: Taalbewustzijn (fonologisch bewustzijn)<br />
Laatje 5 (oor)<br />
Doel:<br />
• Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />
• Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vorm <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong><br />
(Objectivatie)<br />
• Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in klankgroep<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong>.<br />
• Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> met klankpatron<strong>en</strong>. (rijm)<br />
Activiteit 1: Werk<strong>en</strong> met het versje:<br />
vervolgactiviteit<br />
Doel :<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> het versje opzegg<strong>en</strong>.<br />
- twee kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dit ook alle<strong>en</strong>.<br />
- de kinder<strong>en</strong> zijn in staat om eindrijm te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelf rijmwoord<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Als dit laatje op<strong>en</strong> wordt gemaakt, treff<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> hierin het versje aan.<br />
Dit versje wordt gezam<strong>en</strong>lijk nog e<strong>en</strong>s gelez<strong>en</strong>.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s vraagt de leerkracht of de kinder<strong>en</strong> woordjes hor<strong>en</strong> die rijm<strong>en</strong>.<br />
De rijmwoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgezocht op de flap <strong>en</strong> nogmaals g<strong>en</strong>oteerd.<br />
Wat zi<strong>en</strong> jullie bij deze woord<strong>en</strong> ?<br />
Rijmwoord<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dezelfde letters op het einde. (eindrijm) Geef aan dat de T <strong>en</strong>de D<br />
anders uitzi<strong>en</strong>, maar hetzelfde klink<strong>en</strong>.<br />
daar<br />
das<br />
idee<br />
mei<br />
jaar<br />
winterjas<br />
mee<br />
vrij<br />
Deze woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onder elkaar g<strong>en</strong>oteerd. Telk<strong>en</strong>s wordt gekek<strong>en</strong> of er dezelfde letters<br />
zijn <strong>en</strong> waar die staan. “mei” <strong>en</strong> “vrij” klink<strong>en</strong> hetzelfde, maar zi<strong>en</strong> niet hetzelfde uit.<br />
8
Activiteit 2: Rijm<strong>en</strong> (eindrijm)<br />
Doel:<br />
- rijmzinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afmak<strong>en</strong>.<br />
- spel<strong>en</strong> met klankpatron<strong>en</strong><br />
De zin wordt langzaam voorgelez<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> laatste woord moet<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>.<br />
Dit kan in de grote <strong>en</strong> in de kleine kring gebeur<strong>en</strong>.<br />
Rijmzinn<strong>en</strong><br />
Beslag<strong>en</strong> ruit<strong>en</strong>, ik wil zo graag naar<br />
Ik hoef vandaag niet naar school, <strong>en</strong> eet worteltjes met<br />
Ik spring uit bed <strong>en</strong> zie de sneeuw, wat e<strong>en</strong><br />
Auto’s rijd<strong>en</strong> door de straat, <strong>en</strong> mijn papa komt te<br />
Sam<strong>en</strong> met mama op het balkon, alle<strong>en</strong> maar sneeuw, ge<strong>en</strong><br />
<strong>Het</strong> sneeuwt nu al heel erg lang, ik word zelfs e<strong>en</strong> beetje<br />
Morg<strong>en</strong> dan komt papa weer, hoera, hoera het sneeuwt niet<br />
buit<strong>en</strong><br />
kool<br />
pret<br />
laat<br />
zon<br />
bang<br />
meer<br />
Rijmwoord<strong>en</strong><br />
geeuw sneeuw meeuw leeuw<br />
koud stout fout havermout<br />
haas baas kaas vaas<br />
jas das tas was<br />
bal val knal dal<br />
huis thuis buis muis<br />
bus zus mus kus<br />
balkon zon ton bon<br />
kaart haard staart baard<br />
lucht zucht vlucht kucht<br />
straat laat gaat staat<br />
9
Activiteit 3: zinn<strong>en</strong> opdel<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>.<br />
Doel :<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> opdel<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>.<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> hoeveel woord<strong>en</strong> er zijn met behulp van<br />
materiaal. Bij dit boek kunn<strong>en</strong> de blokjes gebruikt word<strong>en</strong>, maar ook sneeuwvlokk<strong>en</strong><br />
gemaakt van bolletjes wat.<br />
De zinn<strong>en</strong> van 4 <strong>en</strong> 5 woord<strong>en</strong> zijn meer geschikt voor groep 1 leerling<strong>en</strong>. De langere zinn<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> door de groep 2 leerling<strong>en</strong> gedaan word<strong>en</strong>. Bepal<strong>en</strong>d hiervoor is echter de<br />
ontwikkeling van het kind <strong>en</strong> niet de groep waar het in zit.<br />
Lange <strong>en</strong> korte zinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Let op het neerlegg<strong>en</strong> van de blokjes. (bolletjes)<br />
Hanter<strong>en</strong> ze de leesrichting, gaan ze geord<strong>en</strong>d te werk?<br />
Haas ligt in zijn bed.<br />
Ik wil naar school<br />
De bus komt niet op tijd<br />
De school is dicht<br />
Er ligt sneeuw.<br />
Blijf maar hier het is te koud.<br />
Ik gooi met e<strong>en</strong> bal van sneeuw.<br />
<strong>Het</strong> sneeuw als ik mijn pap op eet.<br />
De sneeuw is nat <strong>en</strong> koud.<br />
Ik maak e<strong>en</strong> bal.<br />
Wat duurt het lang.<br />
Pap is ver weg voor zijn werk.<br />
Hij kan de lucht niet in.<br />
<strong>Het</strong> is stil.<br />
Ik hoor de sneeuw, dat is gek.<br />
<strong>Het</strong> sneeuwt niet meer<br />
Mijn neus is rood van de kou.<br />
Ik volg het spoor in de sneeuw.<br />
10
Activiteit 4: Woord<strong>en</strong> in klankgroep<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong>.<br />
De leerkracht zegt het woord in één keer, aan elkaar<br />
Elke klankgroep krijgt e<strong>en</strong> tik met de bijl, of de bezem van de sneeuwman.<br />
E<strong>en</strong> andere manier is het verbind<strong>en</strong> van lettergrep<strong>en</strong> tot woord<strong>en</strong>.<br />
De leerkracht zegt het woord in stukjes, de kinder<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> er één woord van.<br />
sneeuw<br />
sneeuw-<br />
bal<br />
sneeuw- bal- l<strong>en</strong><br />
sneeuw- bal- l<strong>en</strong>- ge- vecht<br />
wor- tel- tjes<br />
vlieg-<br />
tuig<br />
tan- d<strong>en</strong>- bor- stel<br />
snif- fe- l<strong>en</strong><br />
sneeuw- mon- sters<br />
voet- spo- r<strong>en</strong><br />
bed-<br />
tijd<br />
a- vond- pap<br />
muis-<br />
stil<br />
te- le- foon<br />
vier- uur- tje<br />
bal-<br />
van-<br />
kon<br />
nacht<br />
11
<strong>Boek<strong>en</strong></strong> & <strong>praatjes</strong>,<br />
<strong>Letters</strong> <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>.<br />
Keuzeactiviteit: Taalbewustzijn (fonemisch bewustzijn)<br />
Laatje 5 (plakselpotje <strong>en</strong> bijl)<br />
Doel:<br />
• Kinder<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> begin rijm <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hier ook mee spel<strong>en</strong>.<br />
Activiteit 1: sorter<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> op beginrijm<br />
Doel :<br />
- de kinder<strong>en</strong> zijn in staat om beginrijm te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in langgerekte woord<strong>en</strong><br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> andere beginletter hebb<strong>en</strong><br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelf woord<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> met deze beginrijm.<br />
Activiteit :<br />
In dit laatje ligt e<strong>en</strong> briefje waarop woord<strong>en</strong> staan. Dit zijn de woord<strong>en</strong> die hor<strong>en</strong> bij het<br />
verhaal . De juf vertelt dat ze woordjes gaat oplez<strong>en</strong> :"jullie moet<strong>en</strong> goed naar deze woordjes<br />
luister<strong>en</strong>. Kunn<strong>en</strong> jullie vertell<strong>en</strong> waarom deze bij elkaar hor<strong>en</strong>?"<br />
De leerkracht praat met e<strong>en</strong> langgerekte beginklank.<br />
sneeuw straat spoor school<br />
warm worteltjes winkel wereld<br />
konijn koud kaart<strong>en</strong> knuffel<br />
buit<strong>en</strong> balkon bed bus<br />
geeuw gauw grijs gluur<br />
vreemd vrij vliegtuig vast<br />
mama muisstil moe monster<br />
nat neus naar nacht<br />
lucht lawaai leuk lief<br />
donker drom<strong>en</strong> dag druk<br />
Ter controle kunn<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> op de flap geschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dan dat de<br />
letters niet alle<strong>en</strong> hetzelfde klink<strong>en</strong>, maar ook hetzelfde uitzi<strong>en</strong>.<br />
12
Verdere mogelijkhed<strong>en</strong> zijn:<br />
- Bed<strong>en</strong>k nog e<strong>en</strong> woord met dezelfde beginletter.<br />
Schrijf deze woord<strong>en</strong> ook op de flap erbij.<br />
- Welk woord hoort er niet bij? (Zet tuss<strong>en</strong> drie dezelfde woord<strong>en</strong> één woord met e<strong>en</strong><br />
andere beginklank.<br />
- Zijn er in de klas ook kinder<strong>en</strong> die dezelfde letter vooraan hebb<strong>en</strong> in hun naam.<br />
Ook andere nam<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op de flap g<strong>en</strong>oteerd word<strong>en</strong> zodat de kinder<strong>en</strong><br />
overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> gaan zi<strong>en</strong>.<br />
De A B C muur kan bij deze activiteit geïntroduceerd / uitgebreid word<strong>en</strong>.<br />
In het laatje kunn<strong>en</strong> ook losse kaartjes met afbeelding<strong>en</strong> gelegd word<strong>en</strong> die op beginklank<br />
gesorteerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Activiteit 2: Hakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plakk<strong>en</strong>.<br />
Eén kind maakt het laatje op<strong>en</strong> haalt er het kaartje met de zinn<strong>en</strong> uit.<br />
De leerkracht zegt de zin, <strong>en</strong> één woord zegt ze in stukjes.<br />
Doel :<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> losse klank<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> woord, waarbij de zin<br />
e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de rol biedt.<br />
De sneeuw is k ou d<br />
Ik lig in b e d<br />
Er komt ge<strong>en</strong> b u s<br />
Papa is ver w e g<br />
Op straat is het s t i l<br />
Ik eet mijn p a p<br />
Mijn neus is r oo d<br />
Wij gaan weer naar h ui s<br />
Ik kan niet naar sch oo l<br />
De school is d i ch t<br />
Ik sluip naar het b a l k o n<br />
Niemand is op s t r aa t<br />
In de sneeuw maak ik e<strong>en</strong> s p oo r<br />
13
E<strong>en</strong> vervolg activiteit hierop kan zijn: alle<strong>en</strong> het losse woord herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
De leerkracht zegt naar eig<strong>en</strong> keuze het hele woord <strong>en</strong> het kind hakt de letters, of de<br />
leerkracht zegt de losse letters <strong>en</strong> het kind herk<strong>en</strong>t het hele woord. (Analyse <strong>en</strong> synthese)<br />
b u s s t oe l<br />
b a l sch oo l<br />
b e d s n eeu w<br />
k ou d s p r i ng<br />
n a t b a l k o n<br />
ee t w a r m<br />
w e g w e r k<br />
m ui s s t i l<br />
n eu s s p oo r<br />
<strong>Boek<strong>en</strong></strong> & <strong>praatjes</strong>, <strong>Letters</strong> <strong>en</strong> <strong>laatjes</strong>.<br />
Tuss<strong>en</strong>doel 6: Alfabetisch principe<br />
Doel:<br />
• Woord<strong>en</strong> zijn opgebouwd uit klank<strong>en</strong>, letters corresponder<strong>en</strong> met die klank<strong>en</strong>.<br />
De foneem / grafeem koppeling.<br />
• Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voor h<strong>en</strong> nieuwe woord<strong>en</strong> door deze koppeling lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>.<br />
Activiteit:<br />
zoem zoem de letterbij, maakt ons blij.<br />
Doel :<br />
- de kinder<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met zoem zoem de letterbij die erg van letters houdt.<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de letter s herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> andere letters.<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de positie van de letter aangev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> woord dat visueel wordt<br />
aangebod<strong>en</strong>.<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de positie van de letter aangev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> woord dat auditief wordt<br />
aangebod<strong>en</strong>.<br />
- de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> met deze letter.<br />
14
Activiteit :<br />
Als e<strong>en</strong> leerling laatje 6 wil op<strong>en</strong>mak<strong>en</strong> klinkt er gezoem. Met z'n all<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> we naar<br />
het geluid. "Waar komt het toch vandaan ?" In het laatje ligt e<strong>en</strong> bijtje. "Ik b<strong>en</strong> zoem, zoem",<br />
zegt de bij <strong>en</strong> ik heb erge honger. De juf wil hem honing gev<strong>en</strong>, maar de bij lust dit niet.<br />
"Ik lust alle<strong>en</strong> maar letters", <strong>en</strong> daarom zegt hij:<br />
"Ik b<strong>en</strong> Zoem, zoem de letterbij <strong>en</strong> ik maak kinder<strong>en</strong> blij !"<br />
Zoem zoem vliegt door de klas op zoek naar letters. De kinder<strong>en</strong> help<strong>en</strong> hem erbij <strong>en</strong> wijz<strong>en</strong><br />
letters aan. Zoem zoem, kan moeilijk besliss<strong>en</strong> welke letter hij vandaag e<strong>en</strong>s wil proev<strong>en</strong>.<br />
Uiteindelijk vliegt hij terug naar zijn laatje <strong>en</strong> vindt daarin de letter s<br />
Hij besluit om deze letter te proev<strong>en</strong>, maar eerst moet<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> hem help<strong>en</strong>.<br />
- wie weet hoe deze letter heet?<br />
- wie heeft deze letter al e<strong>en</strong>s gezi<strong>en</strong>?<br />
- zie je deze letter op het boek?<br />
- wie heeft deze letter in zijn naam?<br />
Zoem, zoem snoept van alle letters S e<strong>en</strong> beetje.<br />
Als hij zijn buikje vol heeft, gaat hij lekker slap<strong>en</strong> in zijn letterlaatje.<br />
Vervolgactiviteit<strong>en</strong>:<br />
- De lettermuur:<br />
Tijd<strong>en</strong>s het werk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> of p<strong>laatjes</strong> uitknipp<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong><br />
met de letter die c<strong>en</strong>traal staat. Deze tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaatsje bij de lettermuur.<br />
- Schrijf/stempelhoek: Bij p<strong>laatjes</strong> die pass<strong>en</strong> bij het thema woord<strong>en</strong> stempel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> andere<br />
p<strong>laatjes</strong> met dezelfde begin letter zoek<strong>en</strong>.<br />
15