09.07.2015 Views

Fietsen en verkeersbeleid - Nederlandsch Economisch-Historisch ...

Fietsen en verkeersbeleid - Nederlandsch Economisch-Historisch ...

Fietsen en verkeersbeleid - Nederlandsch Economisch-Historisch ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID139bruik in Nederland e<strong>en</strong> hoog niveau <strong>en</strong> bleef hoog tot halverwege de jar<strong>en</strong> zestig.In de verplaatsing<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Amsterdam hadd<strong>en</strong> fiets <strong>en</strong> bromfiets in 1960 sam<strong>en</strong>e<strong>en</strong> aandeel van maar liefst 65%. De betek<strong>en</strong>is van de fiets in Nederland in deperiode 1920-1960 is dan ook getypeerd als ‘de motor van de sam<strong>en</strong>leving’. 3 Hoewelna 1960 de fiets snel <strong>en</strong> veel terrein verloor aan de auto, verdwe<strong>en</strong> het fiets<strong>en</strong>niet. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig was er weer sprake van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d fietsgebruik. Hethuidige hoge fietsgebruik in Nederland heeft dus e<strong>en</strong> historische traditie. 4E<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing die bij het voorgaande di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gemaakt is dat hètNederlandse fietsgebruik niet bestaat. In Zuidoost-Limburg is het fietsgebruik bijvoorbeeldaanzi<strong>en</strong>lijk lager dan in andere regio’s in Nederland. Zo vormde in 1995het fietsaandeel in Kerkrade slechts 10% van de totale lokale verplaatsing<strong>en</strong>, terwijlhet gemiddelde Nederlandse fietsaandeel in het totaal der verplaatsing<strong>en</strong> 28%bedroeg. Opmerkelijk zijn ook de verschill<strong>en</strong> in het fietsgebruik in sted<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>vergelijkbare omvang (zie tabel 1). E<strong>en</strong> tweede vraag is dan ook hoe deze lokaleverschill<strong>en</strong> verklaard kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Tabel 1. Aandeel van de verplaatsing<strong>en</strong> per fiets (in %) in e<strong>en</strong> aantal Nederlandsegeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in 1995 5 alle verplaatsing<strong>en</strong> verplaatsing<strong>en</strong> tot 5 kmZwolle 39,5 52,3Groning<strong>en</strong> 39,2 47,5H<strong>en</strong>gelo (Ov.) 36,9 48,0Leid<strong>en</strong> 35,9 45,9Enschede 35,6 44,7Utrecht 32,4 42,7Apeldoorn 31,9 43,8Nijmeg<strong>en</strong> 28,0 36,1Amsterdam 27,6 36,8Eindhov<strong>en</strong> 27,3 34,7D<strong>en</strong> Haag 24,0 30,3Maastricht 23,7 31,7Vlaarding<strong>en</strong> 23,3 30,4Arnhem 21,1 29,0Rotterdam 19,4 27,3Heerl<strong>en</strong> 12,9 15,4Kerkrade 10,3 14,93 J. Ploeger, ‘Rol van de fiets systematisch ondergewaardeerd’, Vogelvrije Fietser (1990),3, 10-11.4 F.C.A. Veraart, Geschied<strong>en</strong>is van de Fiets in Nederland, 1870-1940 (Eindhov<strong>en</strong>, 1995).5 Bron: CBS-OVG, aangehaald in: ‘Masterplan Fiets’, Fietsverkeer (februari 1997), 13, 1.


140 NEHA-JAARBOEK 1999De geformuleerde vrag<strong>en</strong> – ‘Waarom fiets<strong>en</strong> we in Nederland zoveel, <strong>en</strong> zoveelmeer dan in de ons omring<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>?’, <strong>en</strong> ‘Hoe kunn<strong>en</strong> lokale verschill<strong>en</strong> infietsgebruik word<strong>en</strong> verklaard?’ – word<strong>en</strong> gewoonlijk verklaard uit morfologischeverschill<strong>en</strong>, klimatologische verschill<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong> in OV-system<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>in de ruimtelijke structuur van sted<strong>en</strong>. 6 In het perspectief van de morfologische<strong>en</strong> klimatologische verschill<strong>en</strong> wordt in Nederland meer gefietst dan in e<strong>en</strong> anderland, bijvoorbeeld Zwitserland, omdat Nederland weinig hoogteverschill<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels ‘plat’ is. Omdat, zo is de red<strong>en</strong>ering, Zuid-Limburg heuvelachtigeris dan overig Nederland, wordt er in Zuid-Limburg ook minder gefietst. De crucialevraag is echter waarom er in Nederland zoveel meer wordt gefietst dan in land<strong>en</strong><strong>en</strong> strek<strong>en</strong> met dezelfde morfologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, zoals op de Duitse laagvlakte,in D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>, Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Engeland. De argum<strong>en</strong>tatie in de ‘OV-verklaring’is dat de aanwezigheid van e<strong>en</strong> goed <strong>en</strong> goedkoop OV-systeem concurreert met defiets <strong>en</strong> ‘weinig’ fietsgebruik tot gevolg heeft. De vraag blijft echter waarom er inde grote Nederlandse sted<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> uitgebreid OV-net, meer wordt gefietst danin andere Europese sted<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> goed OV-systeem. In de ‘ruimtelijke structuurverklaring’ gaat het om zak<strong>en</strong> als compactheid van bebouwing <strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralisatie vanstedelijke functies, versus dec<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> suburbanisatie. In de jar<strong>en</strong> zestig leiddehet proces van suburbanisatie tot grotere woon-werkafstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>amevan het autogebruik. Maar waarom bleef het fietsgebruik in Nederland in die jar<strong>en</strong>dan relatief gezi<strong>en</strong> toch nog zo hoog? E<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> in de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemdeverklaring<strong>en</strong> is dat niet één factor noch e<strong>en</strong> combinatie van factor<strong>en</strong> exclusiefverklar<strong>en</strong>d is. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ontbreekt in vergelijk<strong>en</strong>de studies veelal e<strong>en</strong> lange-termijnperspectief waardoor niet duidelijk wordt hoe de huidige situatie zich in deloop van de tijd heeft ontwikkeld.Om de huidige omvang van het fietsgebruik in Nederland te kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> ise<strong>en</strong> vergelijking met het fietsgebruik in andere land<strong>en</strong> noodzakelijk. E<strong>en</strong> vergelijkingop nationaal niveau volstaat daarbij niet omdat binn<strong>en</strong> land<strong>en</strong> grote lokalefietsverschill<strong>en</strong> bestaan, <strong>en</strong> omdat ‘nationale’ fietsgebruikcijfers gemiddeld<strong>en</strong> zijnvan het lokale fietsgebruik. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt de belangrijke invloedsfactor ‘fietsbeleid’in Nederland <strong>en</strong> andere land<strong>en</strong> primair op lokaal niveau gemaakt. E<strong>en</strong> vergelijkingvan lokaal fietsgebruik in verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> is dus zinvol. Om te kunn<strong>en</strong>begrijp<strong>en</strong> hoe het huidige lokale fietsgebruik <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> (in Nederland<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land) daarin zijn ontstaan, is aandacht voor lokale lange-termijnontwikkeling<strong>en</strong> noodzakelijk.In dit artikel wordt de historische ontwikkeling van het fietsgebruik in e<strong>en</strong> aantalNederlandse sted<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met die in <strong>en</strong>kele andere sted<strong>en</strong> in West-Europa.6 Vgl. H. Katteler, Achterblijv<strong>en</strong>d fietsgebruik in Zuid-Limburg. Feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociaal-cultureleachtergrond<strong>en</strong> (Nijmeg<strong>en</strong>, 1993); M. Bierman e.a., Over weg<strong>en</strong> <strong>en</strong> overweg<strong>en</strong> (Amsterdam,1982).


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID141Gekoz<strong>en</strong> is voor neg<strong>en</strong> middelgrote sted<strong>en</strong>, Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong>, Enschede,Zuidoost-Limburg (Heerl<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kerkrade), Antwerp<strong>en</strong>, Manchester, Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>,Hannover <strong>en</strong> Basel, die (grote) verschill<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> in het huidige fietsgebruik, <strong>en</strong>die beschikk<strong>en</strong> over voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> toegankelijke historische bronn<strong>en</strong>. 7Inwoners 1980 8incl. agglo.Nederland:Amsterdam: 750.000Eindhov<strong>en</strong>: 200.000Enschede: 150.000Zuidoost-Limburg (Kerkrade <strong>en</strong> Heerl<strong>en</strong>): 250.000Buit<strong>en</strong>land:Antwerp<strong>en</strong> (België): 9 400.000 650.000Manchester (Engeland): 500.000Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> (D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>): 500.000 1.300.000Hannover (Duitsland): 550.000Basel (Zwitserland): 200.000 400.000Het bov<strong>en</strong>staande inwoneroverzicht geeft aan dat ‘middelgrootheid’ niet onproblematischis. Amsterdam <strong>en</strong> Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld zowel ‘grote’ nationale(hoofd)sted<strong>en</strong> als middelgrote Europese sted<strong>en</strong>. Wat ‘middelgroot’ is verschiltbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> per land. Zo is Enschede bijvoorbeeld e<strong>en</strong> middelgrote Nederlandse stad<strong>en</strong> Hannover e<strong>en</strong> middelgrote Duitse stad. Naast verschill<strong>en</strong> in inwonertal, oppervlakte<strong>en</strong> vooral huidig fietsgebruik, hebb<strong>en</strong> de geselecteerde ‘middelgrote’ ste-7 De sted<strong>en</strong>keuze lijkt arbitrair maar is dat slechts in beperkte mate. Omdat we in Nederlandhet fietsgebruik wild<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stad in ‘het west<strong>en</strong>’, e<strong>en</strong> stad in ‘hetoost<strong>en</strong>’, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stad in ‘het zuid<strong>en</strong>’, werd<strong>en</strong> Amsterdam, Enschede, Eindhov<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Zuidoost-Limburggekoz<strong>en</strong>. Amsterdam omdat het e<strong>en</strong> tot de verbeelding sprek<strong>en</strong>de fietsstadis, Enschede <strong>en</strong> Eindhov<strong>en</strong> omdat het lokale ‘c<strong>en</strong>tra’ zijn <strong>en</strong> wij er won<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Zuidoost-Limburg omdat we het fietsgebruik in heuvelachtige Nederlandse sted<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>met dat in ‘platte’ Nederlandse sted<strong>en</strong>. Het fietsgebruik in deze Nederlandse sted<strong>en</strong>wild<strong>en</strong> we vergelijking met sted<strong>en</strong> in D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>, Duitsland, Zwitserland, België <strong>en</strong> Engeland.Veel sted<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> daarvoor in aanmerking, maar de beschikbaarheid <strong>en</strong> toegankelijkheidvan historische bronn<strong>en</strong> perkt<strong>en</strong> de keuzevrijheid aanmerkelijk in. Veel buit<strong>en</strong>landsested<strong>en</strong>, met name in Engeland <strong>en</strong> Duitsland, blek<strong>en</strong> niet of nauwelijks te beschikk<strong>en</strong>over ‘fietsarchiev<strong>en</strong>’ voor 1950. Beschikbaarheid <strong>en</strong> toegankelijkheid van historische bronn<strong>en</strong>in combinatie met de criteria ‘verschill<strong>en</strong> in huidig fietsgebruik’, ‘middelgrote sted<strong>en</strong>’,‘aanwezigheid van e<strong>en</strong> OV-systeem’, ‘platte <strong>en</strong> heuvelachtige morfologie’, ‘lokalec<strong>en</strong>trumfuncties van sted<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘vergelijkbare economisch-industriele ontwikkeling<strong>en</strong>’,leidd<strong>en</strong> tot de keuze van de g<strong>en</strong>oemde neg<strong>en</strong> sted<strong>en</strong>.8 Cijfers uit Keesings Land<strong>en</strong>vademecum (1980).


142 NEHA-JAARBOEK 1999d<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> aantal relevante <strong>en</strong> vergelijkbare overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, bijvoorbeeld opmorfologisch <strong>en</strong> economisch-industrieel gebied. Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong>, Enschede,Hannover, Antwerp<strong>en</strong> Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Manchester zijn morfologisch te typer<strong>en</strong>als ‘plat’. Zuidoost-Limburg <strong>en</strong> Basel k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> grotere hoogteverschill<strong>en</strong>.Vrijwel alle sted<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de twintigste eeuw vergelijkbareeconomisch-industriele cycli van opkomst-bloei-ondergang van hav<strong>en</strong>-, mijnbouw-,ijzer-, staal- <strong>en</strong> textielindustie die van grote (<strong>en</strong> vergelijkbare) invloed war<strong>en</strong> opstads- <strong>en</strong> verkeersontwikkeling. De invloed van die cycli op stedelijke vormgeving<strong>en</strong> verkeersplanning kan, onder andere door onderzoek naar ‘beleid’ <strong>en</strong> ‘beleidsmaatregel<strong>en</strong>’,word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> op ‘effect<strong>en</strong> voor fietsgebruik’.De c<strong>en</strong>trale vraagstelling van dit artikel is tweeledig, namelijk ‘hoe kan historischword<strong>en</strong> verklaard waarom er in Nederlandse sted<strong>en</strong> zoveel, <strong>en</strong> zoveel meer wordtgefietst dan in buit<strong>en</strong>landse sted<strong>en</strong>?, <strong>en</strong> ‘hoe kunn<strong>en</strong> de huidige verschill<strong>en</strong> in hetlokale fietsgebruik in Nederland <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>land historisch word<strong>en</strong> verklaard?’Voor de beantwoording van die vrag<strong>en</strong> wordt ingegaan op de lokale problem<strong>en</strong> dieontstond<strong>en</strong> met de ontwikkeling van het lokale verkeer, <strong>en</strong> op de manier<strong>en</strong> waaropde onderzochte sted<strong>en</strong> daar middels ‘<strong>verkeersbeleid</strong>’ e<strong>en</strong> oplossing voor trachtt<strong>en</strong>te vind<strong>en</strong>. In hoofdstuk twee wordt e<strong>en</strong> kwantitatieve reconstructie van het lokalefietsgebruik gepres<strong>en</strong>teerd <strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e periodisering gemaakt op basisvan ‘tr<strong>en</strong>ds’ in de ontwikkeling van het lokale fietsgebruik. In hoofdstuk drie wordtingegaan op de verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bijzonderhed<strong>en</strong> in het lokale fietsgebruik. Inhoofdstuk vier t<strong>en</strong>slotte wordt ingegaan op de vraagstelling <strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele conclusiesgetrokk<strong>en</strong>.2. Tr<strong>en</strong>ds in het fietsgebruik. Overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> in de onderzochte sted<strong>en</strong>.Om de omvang <strong>en</strong> de ontwikkeling van het lokale fietsgebruik te reconstruer<strong>en</strong> inaandel<strong>en</strong> van het totale verkeer (‘fietsverkeeraandel<strong>en</strong>’) in de tijd, is per onderzochtestad e<strong>en</strong> kwantitatieve ‘ontwikkelingstr<strong>en</strong>d’ gemaakt die in figuur 1 als‘tr<strong>en</strong>dlijn<strong>en</strong>’ zijn sam<strong>en</strong>gebracht. Deze lokale tr<strong>en</strong>dlijn<strong>en</strong> zijn gebaseerd op tweesoort<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s, ‘modal-splits’ <strong>en</strong> ‘verkeerstelling<strong>en</strong>’. ‘Modal Splits’ zijn proc<strong>en</strong>tueleverdeling<strong>en</strong> van het aantal verplaatsing<strong>en</strong> naar vervoerwijze, ‘verkeerstelling<strong>en</strong>’zijn de op e<strong>en</strong> bepaalde locatie (punt, kordon of gr<strong>en</strong>slijn) <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>dee<strong>en</strong> bepaalde tijd getelde passer<strong>en</strong>de voertuig<strong>en</strong>. Hoewel zeld<strong>en</strong> ‘kant <strong>en</strong> klaar’9 Antwerp<strong>en</strong> werd geselecteerd op basis van de verwachting dat er voldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> toegankelijkehistorische bronn<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn. Dit bleek echter niet het geval. De casus Antwerp<strong>en</strong>werd toch gehandhaafd om meer inzicht te krijg<strong>en</strong> in de ontwikkeling van het fietsgebruikin e<strong>en</strong> Vlaamse stad.


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID143beschikbaar, war<strong>en</strong> ‘modal-splits’ de gegev<strong>en</strong>s waarnaar primair gezocht is <strong>en</strong>waarnaar andere gegev<strong>en</strong>s (m.n. verkeerstelling<strong>en</strong>) zoveel mogelijk vertaald zijn. 10Ev<strong>en</strong>als in ‘verkeerstelling<strong>en</strong>’ ontbreekt in ‘modal splits’ dikwijls de vervoerwijze‘lop<strong>en</strong>’. 11 Voetgangers zijn derhalve buit<strong>en</strong> de cijfermatige vergelijking gehoud<strong>en</strong>.De op basis van modal-split <strong>en</strong> tellingsgegev<strong>en</strong>s gereconstrueerde, tijdreeks<strong>en</strong>betreff<strong>en</strong> het aandeel van de fiets in het totaal van verplaatsing<strong>en</strong> per fiets, perbromfiets, per person<strong>en</strong>auto <strong>en</strong> per op<strong>en</strong>baar vervoer. 12 Daar waar de tr<strong>en</strong>dlijn<strong>en</strong>dun zijn, is sprake van e<strong>en</strong> sterkere mate van schatting. Verder is er voor bepaaldeperiod<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gegronde schatting te mak<strong>en</strong>, daar ontbreekt dan ook de tr<strong>en</strong>dlijn.Wat betreft de verschill<strong>en</strong> in het lokale fietsgebruik kan e<strong>en</strong> clustering van sted<strong>en</strong>word<strong>en</strong> aangebracht:(a) De Nederlandse sted<strong>en</strong> Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Enschede hebb<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong>dertig het hoogste fietsaandeel <strong>en</strong> houd<strong>en</strong> dat ook in latere period<strong>en</strong>. De afnamevan het fietsgebruik begint hier ook relatief laat <strong>en</strong> herstelt zich in de jar<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig relatief snel.10 Het praktische voordeel van verkeerstelling<strong>en</strong> is dat ze vaak gedur<strong>en</strong>de langere tijd opdezelfde locatie werd<strong>en</strong> uitgevoerd, waardoor er e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>dbeeld kan word<strong>en</strong> gereconstrueerd.Dat tr<strong>en</strong>dbeeld is echter wel vertek<strong>en</strong>d. In de eerste plaats omdat op elke locatie e<strong>en</strong> ‘toevallige’onder- of oververteg<strong>en</strong>woordiging van e<strong>en</strong> bepaalde voertuig-categorie kan bestaan.In de tweede plaats omdat er voertuig<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geteld in plaats van reizigers. ‘Bezettingsaannames’bij buss<strong>en</strong> <strong>en</strong> trams wordt dan lastig. In de derde plaats omdat voetgangersbijna nooit word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in deze telling<strong>en</strong>. Verkeerstelling<strong>en</strong> zijn vooral bruikbaarals ze e<strong>en</strong> langere periode omvatt<strong>en</strong>, als ze e<strong>en</strong> cordon-achtige opzet binn<strong>en</strong> de stad hebb<strong>en</strong><strong>en</strong> als buss<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d verkeersaandeel hebb<strong>en</strong>. In dergelijke gevall<strong>en</strong> (bijvoorbeeldEindhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Enschede) zijn verkeerstelling<strong>en</strong> gebruikt als aanvulling<strong>en</strong> opmodal-split cijfers. En daarnaast zijn ze, meer algeme<strong>en</strong>, steeds gebruikt om tr<strong>en</strong>ds tereconstruer<strong>en</strong>, los van de exacte hoogte.11 E<strong>en</strong> beperkter probleem met modal-split gegev<strong>en</strong>s is dat niet altijd duidelijk is ‘vanwie’ het de modal-split is, van inwoners of van reizigers in e<strong>en</strong> bepaalde stad? Ervanuitgaande dat de vervuiling door deze onduidelijkheid beperkt is, is hier verder ge<strong>en</strong> correctievoor toegepast. Deze vervuiling zal overig<strong>en</strong>s altijd betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er sprake is van<strong>en</strong>ige onderschatting van het fietsaandeel.12 ‘Data-vervuiling’ ontstond doordat <strong>en</strong>kele sted<strong>en</strong> voor bepaalde period<strong>en</strong> gebruikmaakt<strong>en</strong> van de e<strong>en</strong>heid ‘(brom)fiets’ in plaats van bromfiets <strong>en</strong> fiets te onderscheid<strong>en</strong>.Met name in de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig comp<strong>en</strong>seerde het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de bromfietsgebruikde afname van het fietsgebruik, waardoor e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> fiets <strong>en</strong> bromfiets indeze periode noodzakelijk is. De verkeerscategorie ‘(brom)fiets’ is zodanig gecorrigeerddat fiets- <strong>en</strong> bromfietsverkeer kon word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Zie: Adri Albert de la Bruheze<strong>en</strong> Frank Veraart, Fietsverkeer in praktijk <strong>en</strong> beleid in de twintigste eeuw. Overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in fietsgebruik in Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong>, Enschede, Zuidoost-Limburg,Antwerp<strong>en</strong>, Manchester, Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>, Hannover <strong>en</strong> Basel (D<strong>en</strong> Haag, 1999), bijlage 3.


144 NEHA-JAARBOEK 1999Figuur 1. Gereconstrueerde tr<strong>en</strong>dlijn<strong>en</strong> van het fietsaandeel in het totaal van auto-,OV-, fiets- <strong>en</strong> bromfietsverplaatsing<strong>en</strong> in de 9 onderzochte sted<strong>en</strong>, 1920-1995.Figuur 1 laat zowel overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> als verschill<strong>en</strong> in het lokale fietsgebruik zi<strong>en</strong>.Wat betreft de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> is er in alle 9 sted<strong>en</strong> -zij het op uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>d<strong>en</strong>iveaus- e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d te zi<strong>en</strong> van– e<strong>en</strong> relatief hoog fietsgebruik dat begint in de jar<strong>en</strong> twintig <strong>en</strong> dat aanhoudt tot inde jar<strong>en</strong> vijftig,– e<strong>en</strong> (sterk) afnem<strong>en</strong>d fietsgebruik vanaf de jar<strong>en</strong> vijftig tot in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig,– e<strong>en</strong> stabilisatie of hernieuwde to<strong>en</strong>ame van het fietsgebruik vanaf het midd<strong>en</strong>van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig.(b) De regio Zuidoost-Limburg <strong>en</strong> de sted<strong>en</strong> Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hannover hebb<strong>en</strong> ooke<strong>en</strong> hoog fietsaandeel in de jar<strong>en</strong> dertig (bov<strong>en</strong> 60%), maar vervolg<strong>en</strong>s treedt e<strong>en</strong>snellere <strong>en</strong> scherpere daling op dan in Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Enschede. Diedaling gaat ook door tot e<strong>en</strong> beduid<strong>en</strong>d lager peil (maximaal 20%). Vanaf de jar<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig verschill<strong>en</strong> de patron<strong>en</strong>: het fietsgebruik in Antwerp<strong>en</strong> neemt verder af,terwijl in Zuidoost-Limburg <strong>en</strong> vooral in Hannover e<strong>en</strong> beperkt herstel te zi<strong>en</strong> is.(c) Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de Nederlandse sted<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatieflager fiets-aandeel in de jar<strong>en</strong> dertig (ca. 50%). Na e<strong>en</strong> relatief beperkte daling inde jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig neemt het fietsaandeel na 1970 weer sterk toe. Dit mondtin de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig uit in e<strong>en</strong> niveau dat niet onder doet voor de Nederlandsested<strong>en</strong>.


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID145(d) Manchester <strong>en</strong> Basel hebb<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> dertig e<strong>en</strong> relatief laag fietsaandeel(ca. 25%), hetge<strong>en</strong> in Manchester al snel wegzakt tot e<strong>en</strong> verwaarloosbaar niveau.In Basel treedt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> na 1955 ge<strong>en</strong> verder afname op.Om de lange-termijn ontwikkeling van het huidige lokale fietsgebruik te kunn<strong>en</strong>begrijp<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>verklaard. In de fase van het omvangrijk fietsgebruik (ca. 1920-1950), de fase vanafnem<strong>en</strong>d fietsgebruik (ca. 1950-1975) <strong>en</strong> de fase van e<strong>en</strong> stabiliser<strong>en</strong>d of weerto<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d fietsgebruik (vanaf ca. 1975) vind<strong>en</strong> in alle sted<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal overe<strong>en</strong>komstigeontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> process<strong>en</strong> plaats die van grote invloed zijn op hetlokale fietsgebruik.Periode van omvangrijk fietsgebruik (ca. 1920-1950)Voor de Tweede Wereldoorlog is de fiets e<strong>en</strong> voor vel<strong>en</strong> betaalbaar vervoermiddelwaarmee grotere afstand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgelegd dan per voet. Het alternatiefauto is dan nog voor slechts weinig<strong>en</strong> betaalbaar. Het op<strong>en</strong>baar vervoeraanbod isin e<strong>en</strong> deel van de sted<strong>en</strong> goed ontwikkeld, maar blijft e<strong>en</strong> relatief prijzige vervoerwijze.Tegelijk is er, heel grof beschouwd, in (contin<strong>en</strong>taal) Europa vanaf heteinde van de 19e eeuw e<strong>en</strong> sterk proces van urbanisatie tot ontwikkeling gekom<strong>en</strong>dat tot in de jar<strong>en</strong> vijftig aanhoudt. Het aantal inwoners van sted<strong>en</strong> neemt toe inwisselwerking met de conc<strong>en</strong>tratie van economische, sociale, politieke <strong>en</strong> cultureleactiviteit<strong>en</strong> in sted<strong>en</strong>. Urbanisatie valt sam<strong>en</strong> met industrialisatie <strong>en</strong> met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>decompacte bebouwing (‘verdichting’). De inwoners van de stad zijn voorhet grootste gedeelte ook de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in de stad werk<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> heeftdit proces van urbanisatie e<strong>en</strong> positief effect op het lokale fietsgebruik.Periode van afnem<strong>en</strong>d fietsgebruik (ca. 1950-1975)In de afname van het fietsgebruik in de periode 1950-1975 lijk<strong>en</strong> drie factor<strong>en</strong> <strong>en</strong>hun interactie e<strong>en</strong> cruciale rol te spel<strong>en</strong>. Het betreft de ruimtelijke structuur, hetautobezit <strong>en</strong> -gebruik, <strong>en</strong> de plaats van de fiets in het <strong>verkeersbeleid</strong>.De ruimtelijke structuur:Met name na de Tweede Wereldoorlog kom<strong>en</strong> in de meeste Europese sted<strong>en</strong> deprocess<strong>en</strong> van suburbanisatie <strong>en</strong> for<strong>en</strong>sisme tot volle ontwikkeling <strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>hun hoogtepunt in de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. Het aantal inwoners van sted<strong>en</strong>neemt af, terwijl de economische, sociale, politieke <strong>en</strong> culturele activiteit<strong>en</strong> insted<strong>en</strong> geconc<strong>en</strong>treerd blijv<strong>en</strong>. Stadsbewoners vestig<strong>en</strong> zich in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de matein buit<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong> of in randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (‘groeikern<strong>en</strong>’), terwijl ze in hun voormalige


146 NEHA-JAARBOEK 1999Afbeelding 1. Amsterdam, De Dam 1972. De auto rukt op <strong>en</strong> neemt steeds meerfietsruimte in.Bron: ANWB, 720429woonplaats blijv<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Dit, <strong>en</strong> de bouw van industrieterrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>complex<strong>en</strong>aan de rand van sted<strong>en</strong>, leidt tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de verplaatsingsafstand<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> (nieuwe <strong>en</strong> oude) woonwijk<strong>en</strong>, woon- <strong>en</strong> werklocaties <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>woonlocaties <strong>en</strong> het stadsc<strong>en</strong>trum. Hierdoor neemt het autogebruik – <strong>en</strong> stedelijke(auto)verkeerscongestie – toe <strong>en</strong> het fietsgebruik af.Het autobezit <strong>en</strong> -gebruik:Het autobezit <strong>en</strong> -gebruik neemt vooral vanaf de jar<strong>en</strong> zestig sterk toe. Met hetstijg<strong>en</strong> van de inkom<strong>en</strong>s, e<strong>en</strong> relatieve prijsverlaging van auto’s, de productie vankleine betaalbare Europese auto (o.a. Volkswag<strong>en</strong> Kever) <strong>en</strong> de ontwikkeling vane<strong>en</strong> goed georganiseerde tweedehands automarkt 13 kan de modale burger zich ooke<strong>en</strong> auto veroorlov<strong>en</strong>. In combinatie met de sociaal-economische status van deauto <strong>en</strong> (mede daardoor) de negatieve beeldvorming over de fiets, verliest de fiets13 A. van der Zwan, ‘Het bezit van duurzame consumptiegoeder<strong>en</strong>’, <strong>Economisch</strong>-StatistischeBericht<strong>en</strong> (1965), 644-647.


150 NEHA-JAARBOEK 1999vrag<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> oplossing. In veel sted<strong>en</strong> ‘ontdekk<strong>en</strong>’ beleidsmakers daarop defiets weer. Deze herontdekking gaat dan gelijk op met verander<strong>en</strong>de maatschappelijkeopvatting<strong>en</strong> over <strong>en</strong>ergie, milieu, verkeer <strong>en</strong> stedelijke leefbaarheid. <strong>Fiets<strong>en</strong></strong>wordt in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate gezi<strong>en</strong> als schoon <strong>en</strong> gezond, <strong>en</strong> stimulering van hetfietsgebruik voor korte verplaatsing<strong>en</strong> wordt geleidelijk geme<strong>en</strong>goed in het lokale<strong>verkeersbeleid</strong>.In teg<strong>en</strong>stelling tot de periode van afnem<strong>en</strong>d fietsgebruik (ca. 1950-1975) wijz<strong>en</strong>de relevante factor<strong>en</strong> (suburbanisatie, autogebruik <strong>en</strong> fiets in <strong>verkeersbeleid</strong>) in defase van het weer to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d fietsgebruik (vanaf circa 1975) niet allemaal dezelfdekant op. Er is dan integ<strong>en</strong>deel vaker sprake van e<strong>en</strong> spanning tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijdsde ruimtelijke expansie van sted<strong>en</strong> (‘de-urbanisatie’) <strong>en</strong> het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de autobezitdat het fietsgebruik ontmoedigt, terwijl anderzijds het fietsstimuler<strong>en</strong>de (nationale<strong>en</strong> lokale) <strong>verkeersbeleid</strong> <strong>en</strong> de positieve maatschappelijke beeldvorming over defiets het fietsgebruik (gezond <strong>en</strong> milieuvri<strong>en</strong>delijk) e<strong>en</strong> impuls geeft. In dit spanningsveldontstaan maatschappelijke <strong>en</strong> politieke debatt<strong>en</strong> over verkeer <strong>en</strong> vervoer<strong>en</strong> de plaats van de fiets daarin. Zowel de aandacht voor de fiets als hetfietsgebruik neemt dan toe <strong>en</strong> stabiliseert uiteindelijk in de jar<strong>en</strong> tachtig, zij hetmet nadrukkelijke acc<strong>en</strong>tverschill<strong>en</strong> per onderzochte stad (zie figuur 1).3. Tr<strong>en</strong>ds in het lokale fietsgebruik. Verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de onderzochte sted<strong>en</strong>.Uit het bov<strong>en</strong>staande blijkt hoe factor<strong>en</strong> als ruimtelijke structuur, autobezit <strong>en</strong> -gebruik, <strong>en</strong> de plaats van de fiets in het <strong>verkeersbeleid</strong> de algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>ds van af<strong>en</strong>to<strong>en</strong>ame in het fietsgebruik bepal<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de tr<strong>en</strong>ds van hoog, afnem<strong>en</strong>d <strong>en</strong>stabiliser<strong>en</strong>d fietsgebruik, zijn er ook duidelijke verschill<strong>en</strong> zichtbaar tuss<strong>en</strong> d<strong>en</strong>eg<strong>en</strong> onderzochte sted<strong>en</strong>. De mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarop, de snelheid waarmee <strong>en</strong> deomvang waarin het fietsgebruik afneemt verschill<strong>en</strong> per stad. Dit geldt ook voorde fase van het weer to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de fietsgebruik. Deze verschill<strong>en</strong> word<strong>en</strong> veroorzaaktdoor lokale factor<strong>en</strong> die de algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>ds versterk<strong>en</strong> of ‘demp<strong>en</strong>’. De‘koppeling<strong>en</strong>’ die optred<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> lokale factor<strong>en</strong>, creër<strong>en</strong> zowelmogelijkhed<strong>en</strong> als beperking<strong>en</strong> voor het lokale fietsgebruik.E<strong>en</strong> belangrijke lokale factor is het inwoneraantal <strong>en</strong> de omvang van de onderzochtested<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> het aantal inwoners in de neg<strong>en</strong> onderzochte sted<strong>en</strong>rond 1990 verschilt, maar ook de to<strong>en</strong>ame van de bevolkingsgroei sinds 1900 (ziefiguur 4).


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID151Figuur 4. Globaal aantal inwoners van de 9 sted<strong>en</strong>, in verschill<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> (x 1000) 171900 1930 1960 1990Amsterdam 550 750 850 750Eindhov<strong>en</strong> 20 100 150 200Enschede 20 100 150 150ZO Limburg 20 100 250 300Antwerp<strong>en</strong> 350 350 300 350Manchester 550 700 650 450Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> 200 700 500Hannover 400 550 550Basel .. 200 200Uit figuur 4 blijkt dat de inwonerverschill<strong>en</strong> in 1990 nog relatief beperkt zijn t<strong>en</strong>opzichte van de verschill<strong>en</strong> in 1900 <strong>en</strong> 1930. In de vooroorlogse periode zijn d<strong>en</strong>eg<strong>en</strong> onderzochte sted<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal, <strong>en</strong> met name Nederlandse gevall<strong>en</strong> nog‘dorp<strong>en</strong>’: Eindhov<strong>en</strong>, Enschede, Heerl<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kerkrade. Die omvangsverschill<strong>en</strong> inde vooroorlogse periode hebb<strong>en</strong> alles te mak<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong> in het tempo <strong>en</strong> deschaal van de industrialisatie. Manchester <strong>en</strong> Antwerp<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld sted<strong>en</strong>in vroegtijdige <strong>en</strong> omvangrijke geïndustrialiseerde regio’s. De regio-ontwikkelingkomt in Nederland tot stand in Zuidoost-Limburg met de ontwikkeling van demijnbouwindustrie. 18 De industriële ontwikkeling in Eindhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Enschede kanword<strong>en</strong> getypeerd als ‘stedelijk’, nieuwe industrieën vestig<strong>en</strong> zich hier in of nabijde stad.Verschill<strong>en</strong> in stedelijke omvang <strong>en</strong> inwonersaantal hebb<strong>en</strong> ook gevolg<strong>en</strong> voorhet lokale verkeer <strong>en</strong> de vervoermiddel<strong>en</strong>keuze. E<strong>en</strong> stad van beperkte omvang –met relatief korte woon-werkafstand<strong>en</strong> – zal zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge mate van op<strong>en</strong>baarvervoergebruik k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. In de vooroorlogse ‘dorp<strong>en</strong>’ Eindhov<strong>en</strong>, Enschede <strong>en</strong> inmindere mate Zuidoost-Limburg was dan ook nag<strong>en</strong>oeg ge<strong>en</strong> OV-systeem aanwezig.In e<strong>en</strong> kleine stad zijn er dus weinig kans<strong>en</strong> voor het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> veelkans<strong>en</strong> voor de fiets, in e<strong>en</strong> grote stad is dat omgekeerd. In de onderzochte sted<strong>en</strong>war<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn er veel kans<strong>en</strong> voor de fiets in Eindhov<strong>en</strong>, Enschede, Heerl<strong>en</strong>, Ker-17 Cijfers uit: Elsevier Atlas van de gehele wereld (Amsterdam, 1959), Keesings Land<strong>en</strong>vademecum(Amsterdam, 1980), <strong>en</strong> De wereld volg<strong>en</strong>s de Bosatlas: 1877-hed<strong>en</strong> (Groning<strong>en</strong>,1992). De weergegev<strong>en</strong> globale cijfers gev<strong>en</strong> de inwoneraantall<strong>en</strong> van het aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong>stedelijke gebied in de betreff<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong>. Soms betek<strong>en</strong>t dat, dat e<strong>en</strong> gebied groteris dan de stadsgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Er zijn namelijk beduid<strong>en</strong>de <strong>en</strong> vertek<strong>en</strong><strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong> in demate waarin deze c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> omring<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geannexeerd.18 E.J.G. van Roy<strong>en</strong>, De woningvoorzi<strong>en</strong>ing in de Limburgse Mijnstreek als sociaal beheersinstrum<strong>en</strong>t(Utrecht, 1981).


152 NEHA-JAARBOEK 1999krade <strong>en</strong> Basel. Inzicht in de wijze waarop die kans<strong>en</strong> in deze <strong>en</strong> in de andereonderzochte sted<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut <strong>en</strong> gecreëerd is cruciaal om de huidige verschill<strong>en</strong>in het lokale fietsgebruik te begrijp<strong>en</strong>.De gangbare manier om lokale kans<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>en</strong> te creër<strong>en</strong> was de ontwikkelingvan ‘<strong>verkeersbeleid</strong>’. Door middel van <strong>verkeersbeleid</strong> werd getracht lokaleproblem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong> die war<strong>en</strong> ontstaan met de groei van de sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> met deint<strong>en</strong>sivering van het lokale verkeer. De definiëring van de lokale problem<strong>en</strong> <strong>en</strong>hun oplossing middels lokaal (verkeers)beleid verschill<strong>en</strong> per onderzochte stad.Deze verschill<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van grote invloed op het lokale fietsgebruik.In dit hoofdstuk zal word<strong>en</strong> ingegaan op de relatie tuss<strong>en</strong> gesignaleerde algem<strong>en</strong>etr<strong>en</strong>ds – ‘omvangrijk’, afnem<strong>en</strong>d’ <strong>en</strong> ‘to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d’ fietsgebruik – <strong>en</strong> het lokalefietsgebruik. De nadruk ligt daarbij op de mate waarin het lokale fietsgebruik overe<strong>en</strong>komt<strong>en</strong> verschilt met de gesignaleerde tr<strong>en</strong>ds. Figuur 1 is daarbij het uitgangspunt.Uit figuur 1 kan word<strong>en</strong> afgeleid dat de onderzochte sted<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>geclusterd wat betreft de verschill<strong>en</strong> in het lokale fietsgebruik. Te onderscheid<strong>en</strong>zijn (a) de Nederlandse sted<strong>en</strong> die in de twintigste eeuw het hoogste fietsgebruikhebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, met als ‘buit<strong>en</strong>be<strong>en</strong>tje’ Zuidoost-Limburg waar de ontwikkelingvan het fietsgebruik lijkt op dat in Hannover <strong>en</strong> Antwerp<strong>en</strong>, (b) Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong>Hannover die tot de jar<strong>en</strong> vijftig e<strong>en</strong> omvangrijk fietsgebruik hebb<strong>en</strong> dat daarnazeer snel afneemt <strong>en</strong> laag blijft, (c) Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> waar e<strong>en</strong> relatief laag fietsaandeelin de jar<strong>en</strong> dertig wordt gevolgd door e<strong>en</strong> relatief beperkte daling na 1950 <strong>en</strong> e<strong>en</strong>snelle to<strong>en</strong>ame na 1970 <strong>en</strong>, (d) Manchester <strong>en</strong> Basel die in de twintigste eeuw hetminst omvangrijke fietsgebruik hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. In de ‘clusterbeschrijving<strong>en</strong>’ligt de nadruk op de definiëring van lokale problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het lokale beleid omdie problem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>.Fase van omvangrijk fietsgebruik (ca. 1920-1950)In de fase van het ‘omvangrijke fietsgebruik’ neemt het fietsgebruik in de onderzochtested<strong>en</strong> zo fors toe dat het als e<strong>en</strong> probleem wordt gezi<strong>en</strong>. Dat probleemwordt ‘voelbaar’ met het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aantal auto’s <strong>en</strong> het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>.De fietser <strong>en</strong> zijn verkeersgedrag zijn daar debet aan is de algem<strong>en</strong>e diagnose.De lokale verschill<strong>en</strong> in de definiëring van fietsverkeerproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun(beleids)oplossing<strong>en</strong> zijn opmerkelijk, <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot fietsbeleidsconcept<strong>en</strong> die variër<strong>en</strong>van ‘gelijkberechtige verkeersdeelnemer’ tot expliciet anti-fietsbeleid. Vrijweloveral kom<strong>en</strong> beleidsvisies tot ontwikkeling waarin de fiets figureert als ‘ouderwets<strong>en</strong> stor<strong>en</strong>d vervoermiddel’, hetge<strong>en</strong> in belangrijke mate sam<strong>en</strong>hangt met detoekomstverwachting<strong>en</strong> over het verkeer.Vanaf de jar<strong>en</strong> twintig wordt al volop geanticipeerd op toekomstige verkeersontwikkeling<strong>en</strong>die dan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als ‘auto-ontwikkeling<strong>en</strong>’. In Nederlandkrijg<strong>en</strong> verkeerskundig<strong>en</strong>, stadsplanners <strong>en</strong> politici vanaf de jar<strong>en</strong> twintig aan-


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID153dacht <strong>en</strong> belangstelling voor het verwachte toekomstige gemotoriseerde verkeer.Hun boodschap is dan dat goede voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor het autoverkeer economischewelvaart met zich mee zal br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Vanaf 1927 word<strong>en</strong> de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van demotorrijtuig<strong>en</strong>- <strong>en</strong> rijwielbelasting b<strong>en</strong>ut om de aanleg van (vooral auto-)weg<strong>en</strong> tebekostig<strong>en</strong>. De planning <strong>en</strong> aanleg van rijksweg<strong>en</strong> wordt dat jaar vastgelegd in heteerste ‘Rijksweg<strong>en</strong>plan’. Nieuwe <strong>en</strong> bestaande rijksweg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> vanfietspad<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van de verkeersveiligheid <strong>en</strong> om de doorstroming van het‘snel-verkeer’ te bevorder<strong>en</strong>. 19Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong>, Enschede <strong>en</strong> Zuidoost-LimburgIn Amsterdam, 20 Eindhov<strong>en</strong>, Enschede <strong>en</strong> Zuidoost-Limburg dominer<strong>en</strong> in de periode1920-1950 fietsers het verkeersbeeld. Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Enschedezijn in deze periode goed befietsbare sted<strong>en</strong> door de economische conc<strong>en</strong>tratie in<strong>en</strong> nabij het c<strong>en</strong>trum. Hoewel in Zuidoost-Limburg de regionale verstedelijking <strong>en</strong>het gesubisidieerde mijnwerkersvervoer (tram <strong>en</strong> buss<strong>en</strong>) het fietsgebruik ‘ontmoedig<strong>en</strong>’,gaan ook hier de (mijn)arbeiders massaal te voet <strong>en</strong> per fiets naar hunwerk omdat ze de kost<strong>en</strong> van het mijnwerkersvervoer te hoog vind<strong>en</strong>.Met de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de industrialisatie nem<strong>en</strong> de sted<strong>en</strong> in omvang toe. Stadsuitbreidings-plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkeersplann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeld. In al deze plann<strong>en</strong> speeltde fiets e<strong>en</strong> belangrijke rol, zoals in het ‘Algeme<strong>en</strong> Uitbreidingsplan voor Amsterdam’van 1935 waarin de woon-werkafstand<strong>en</strong> ‘befietsbaar’ wordt gepland. 21 Hierintreedt na de Tweede Wereldoorlog e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>tering op. Met de to<strong>en</strong>ame van het autoverkeer<strong>en</strong> de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de verkeersongevall<strong>en</strong> krijgt de fiets e<strong>en</strong> negatiever imagoonder beleidsambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. In to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate wordt in Amsterdam de fiets afgeschilderdals e<strong>en</strong> onveilig verkeersmiddel, <strong>en</strong> de fietser als e<strong>en</strong> onvoorzichtige,onvoorspelbare, ongedisciplineerde <strong>en</strong> ondeskundige verkeersdeelnemer die het19 H. Buiter <strong>en</strong> K. Volkers, Oud<strong>en</strong>rijn: de geschied<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> verkeersknooppunt(Utrecht, 1996); A.A.Albert de la Bruheze <strong>en</strong> F.C.A Veraart, Fietsverkeer in praktijk <strong>en</strong>beleid in de twintigste eeuw (1999); T. Welleman (Red.), The Dutch Bicycle Master Plan.Description and evaluation in an historical context (D<strong>en</strong> Haag, Ministerie van Verkeer <strong>en</strong>Waterstaat, 1999).20 A. Blonk <strong>en</strong> J.P. Kruyt, De besteding van de vrije tijd door <strong>Nederlandsch</strong>e Arbeiders(Amsterdam, 1936); J.A. Leerink, De verkeersveiligheid op d<strong>en</strong> weg. E<strong>en</strong> juridische, sociologische<strong>en</strong> verkeerstechnische studie (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn, 1938); S.J. van Embd<strong>en</strong>,Amsterdam’s toekomstige gedaante (Amsterdam, 1931).21 125 jaar verkeerspolitie. Uitgave ter geleg<strong>en</strong>heid van het 125 jarige bestaan van deafdeling Verkeerspolitie der Geme<strong>en</strong>tepolitie te Amsterdam (Amsterdam, 1951); W.J.A.Neliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> H. Schmal, ‘Van railverbinding tot ringweg. Honderd jaar verkeer in Amsterdam’,Won<strong>en</strong>, Werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> Verkeer in Amsterdam, 1880-1980 (Amsterdam, 1980).


154 NEHA-JAARBOEK 1999Afbeelding 2. Omvangrijk fietsgebruik in Nederland: De avondspits op het Rijswijksepleinin D<strong>en</strong> Haag in 1950Bron: ANWBoverige (auto <strong>en</strong> tram)verkeer ernstig ‘behindert’ <strong>en</strong> vertraagt. 22 Ondanks deze ‘stemmingsomslag’word<strong>en</strong> er echter ge<strong>en</strong> anti-fietsmaatregel<strong>en</strong> ontwikkeld.In Enschede <strong>en</strong> Eindhov<strong>en</strong> zijn de opvatting<strong>en</strong> over de fiets na de Tweede Wereldoorlogminder expliciet. In deze tijd<strong>en</strong>s de oorlog zwaar beschadigde sted<strong>en</strong>ligt dan de nadruk op sanering <strong>en</strong> wederopbouw. De verwachting daarbij is dat inde toekomst het autoverkeer het stedelijke verkeersbeeld zal gaan beheers<strong>en</strong>, waardoorhet fietsverkeer sterk zal afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs zal verdwijn<strong>en</strong>. 23 In het <strong>verkeersbeleid</strong>in deze sted<strong>en</strong> krijgt de auto e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plaats. De nadruk komt te ligg<strong>en</strong>op (auto)bereikbaarheid van de binn<strong>en</strong>stad <strong>en</strong> de snelle doorstroming van het gemotoriseerdeverkeer. De fiets wordt echter niet verget<strong>en</strong>. Net als in Amsterdam22 Geme<strong>en</strong>tearchief Amsterdam, Notul<strong>en</strong> Verkeersproblem<strong>en</strong>commissie 16.03.1951 <strong>en</strong>28.02.195523 Geme<strong>en</strong>te Enschede, Sociografisch <strong>en</strong> Statistisch Bureau, ‘Int<strong>en</strong>siteitsprogramma aansluitingBoulevard 1945 – C.F. Claarstraat per eind 1980’ (Enschede 1958) 8.


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID155blijft zij e<strong>en</strong> gelijkberechtigde verkeersdeelnemer waarvoor – anders dan in Amsterdam– nieuwe fietspad<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangelegd.Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> HannoverOok in Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hannover 24 domineert de fiets het verkeersbeeld in de periode1920-1950 (zie figuur 1). 25 Anders dan in de Nederlandse sted<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> Antwerp<strong>en</strong><strong>en</strong> Hannover echter e<strong>en</strong> traditie van ‘fietsontmoediging’. In Antwerp<strong>en</strong>begint dit tijd<strong>en</strong>s de eerste Wereldoorlog als de Duitser bezetter fiets<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>toestaat binn<strong>en</strong> de stadsgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. 26 In de jar<strong>en</strong> dertig wordt de to<strong>en</strong>ame van hetaantal fietsers als e<strong>en</strong> probleem gezi<strong>en</strong> voor de doorstroming van het gemotoriseerdeverkeer. Het naast elkaar fiets<strong>en</strong> van twee <strong>en</strong> meer fietsers wordt dan verbod<strong>en</strong>.27 Tev<strong>en</strong>s wordt het gebruik van (verkeersontlast<strong>en</strong>de) fietspad<strong>en</strong> door fietsersverplicht. 28 Ook in Hannover <strong>en</strong> andere Duitse sted<strong>en</strong> is m<strong>en</strong> in het interbellumniet bepaald <strong>en</strong>thousiast over het grote aantal fietsers. Reeds in de jar<strong>en</strong> twintigoverheerst onder Duitse verkeersplanners, sted<strong>en</strong>bouwkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge politiefunctionariss<strong>en</strong>de opvatting dat de grote hoeveelhed<strong>en</strong> fietsers het autoverkeer‘hinder<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> dat fietsers de meeste verkeersongevall<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>. 29 Met deexplosieve groei van het fietsverkeer in de jar<strong>en</strong> twintig <strong>en</strong> dertig neemt de roepom regulering van het fietsverkeer toe. 30 Als oplossing word<strong>en</strong> fietspad<strong>en</strong> aangelegd,wordt het gebruik van fietspad<strong>en</strong> verplicht, <strong>en</strong> wordt veel aandacht besteedaan verkeers- opvoeding <strong>en</strong> -disciplinering van fietsers onder de noemer van ‘verkeersveiligheid’.31 Nietteg<strong>en</strong>staande deze maatregel<strong>en</strong> behoudt de fiets tot aan het24 K. H<strong>en</strong>neking, Der Radfahrverkehr. Seine Volkswirtschaftliche Bedeutung und dieAnlage von Radfahrweg<strong>en</strong> (Magdeburg, 1927) 26.25 Antwerp<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de in het interbellum e<strong>en</strong> relatief uitgebreid OV-systeem terwijl dat inHannover beperkt was.26 Stadsarchief Antwerp<strong>en</strong>, Dossier no. 13665, ‘Verord<strong>en</strong>ing Duitse bezetter 1915’.27 Stadsarchief Antwerp<strong>en</strong>, Dossier no. 19477, ‘Wielrijders 1929-1942’. Brief van deBurgemeester aan het Hoofd van de Di<strong>en</strong>st van het Wegverkeer, Dhr. Persijn. Het oorspronkelijkevoorstel werd ingedi<strong>en</strong>d op 16 maart 1937.28 Stadsarchief Antwerp<strong>en</strong>, no 4911, Verkeersongevall<strong>en</strong> Statistiek 1927-36, Antwerp<strong>en</strong><strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse sted<strong>en</strong>.29 B. Horn, Vom Niedergang Eines Mass<strong>en</strong>verkehrsmittels. Zur Geschichte der Staedtisch<strong>en</strong>Radverkehrsplanung (Kassel, Diplomarbeit Gesamthochschule Kassel, 1990); StadtarchivHannover, HR 14 G, no.1, Band I. ‘Verkehrsüberwachung durch Sonderkontroll<strong>en</strong>der Schutzpolizei’; Stadtarchiv Hannover, HR 14 G, no.1, Band I. ‘Bestrafung von Verkehrsteilnehmern’;Stadtarchiv Hannover, HR 14 G, no.1, Band II, Brief von Polizeipräsid<strong>en</strong>tan Oberbürgemeister, 24-10-1936.30 V. Briese, ‘Opium fuer Radfahrer’, Radfahr<strong>en</strong> (1994),1, 36-42; Horn, Vom Niedergangeines Mass<strong>en</strong>verkehrsmittels (1990).31 Stadtarchiv Hannover, HR 14 G, no.1, Band I. Brief van de sociaaldemocratische raadsfractiein Hannover aan het Geme<strong>en</strong>tebestuur van Hannover, 31-7-1928.


156 NEHA-JAARBOEK 1999begin van de jar<strong>en</strong> vijftig e<strong>en</strong> belangrijke plaats in het Duitse stedelijke verkeersbeeld,met name door oorlog <strong>en</strong> schaarste in de jar<strong>en</strong> 40.Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>In vergelijking met de Nederlandse sted<strong>en</strong>, Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hannover heeft Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>in het interbellum e<strong>en</strong> relatief laag fietsaandeel. Anders dan in deze sted<strong>en</strong>k<strong>en</strong>t de compacte stad Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> zowel e<strong>en</strong> goed OV-systeem als e<strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>dehouding teg<strong>en</strong>over het fietsgebruik. Alle<strong>en</strong> in Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> staat het op<strong>en</strong>baarvervoer eerder ‘naast’ dan ‘in plaats van’ de fiets. Deze situatie werkt na de TweedeWereldoorlog door. Het dan negatiever word<strong>en</strong>de fietsimago 32 <strong>en</strong> de anticipatieop het verwachte ‘autoruimte-probleem’ leidt in Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> krachtigeontwikkeling van het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de uitbouw van het weg<strong>en</strong>net. 33Basel <strong>en</strong> ManchesterT<strong>en</strong> opzichte van de andere onderzochte sted<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> Manchester <strong>en</strong> Basel in deperiode 1920-1950 e<strong>en</strong> relatief laag fietsaandeel van circa 25% (zie Figuur 1).Anders dan Amsterdam, Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hannover bestaan in Manchester <strong>en</strong> Baselal voor 1940 e<strong>en</strong> goed <strong>en</strong> uitgebreid op<strong>en</strong>baar vervoersysteem dat de fiets al snelopzij drukt. In Manchester komt het OV-syeeem tot ontwikkeling met de vroege <strong>en</strong>langdurige suburbanisatie. In Basel is er de invloed van de ruimtelijke structuur:e<strong>en</strong> langgerekte dichtbebouwde stad.Daarnaast zijn er in het interbellum lokale problem<strong>en</strong> die om oplossing<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>.In het internationale verkeersknooppunt Basel is de snel to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de motoriseringvan het verkeer <strong>en</strong> de autoverkeercongestie al in de jar<strong>en</strong> dertig e<strong>en</strong> onderwerpvan to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de zorg <strong>en</strong> aandacht. 34 In het <strong>verkeersbeleid</strong> <strong>en</strong> de verkeersplann<strong>en</strong>van Basel is de fiets al snel e<strong>en</strong> autoverkeer stor<strong>en</strong>d ‘Fremdkoerper’ 35 dat ge<strong>en</strong>eig<strong>en</strong> infrastructuur meer nodig heeft. ‘Prinzipiell ist heute zu sag<strong>en</strong>, daß in dereig<strong>en</strong>tlich<strong>en</strong> Stadt Radfahrwege nicht mehr erwünscht sind. Die Anlage von Radfahrwege,die meist nicht breit g<strong>en</strong>ug ausgeführt werd<strong>en</strong> könn<strong>en</strong>, hat sich weg<strong>en</strong>der Häufig<strong>en</strong> Kollision<strong>en</strong> der Velofahrer untereinander nicht bewährt. Daher istman heute zur anlegung von Radfahrstreif<strong>en</strong> gelangt, die für die Radfahrer grössereBequemlichkeit<strong>en</strong> beim Vorfahr<strong>en</strong> und Ausweich<strong>en</strong> biet<strong>en</strong>’. 3632 J. Nørgaard, Cyklisme, bilisme & trafikk<strong>en</strong> politik. En sociologisk magisterafhandling(Køb<strong>en</strong>havn, 1981) 68.33 Stadsing<strong>en</strong>iør<strong>en</strong>s Direktorat, Køb<strong>en</strong>havn. Skitse til <strong>en</strong> G<strong>en</strong>eralplan (Køb<strong>en</strong>havn, 1954).34 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, PD-REG 2, 24.03, Verkehrskommission 1926-1945, Notul<strong>en</strong> Verkehrskommission, 02.03.33. SAB, SK-REG 11-13-10.35 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, BD-REG 1 A 609-13, Pol. Hptm. Ramseyer,Chef der Verkehrsabteilung, ‘Basler Verkehrsprobleme. Vorschlaege zur Verbesserung derVerkehrsverhaeltnisse in der Inn<strong>en</strong>stadt’, november 1951, 71-72.36 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, SK-REG 11-13-10, Baudepartem<strong>en</strong>t/Strass<strong>en</strong>und Wege, Radfahrwege, 1937-1962.


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID157In Manchester ontwikkelt zich in de jar<strong>en</strong> dertig e<strong>en</strong> suburbanisatiegolf die aanhoudttot in de jar<strong>en</strong> tachtig, waardoor de stad snel transformeert van woon-werkstadin e<strong>en</strong> ‘werkstad’. Door de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> woon-werkafstand<strong>en</strong> neemt het fietsgebruikaf <strong>en</strong> het OV-gebruik toe. Mede hierdoor wordt de verwachting dat in detoekomst de auto het verkeersbeeld zal gaan bepal<strong>en</strong> vrij snel dominant na deTweede Wereldoorlog, <strong>en</strong> is de fiets in vroeg stadium al ge<strong>en</strong> beleidsonderwerpmeer. E<strong>en</strong> van de gevolg<strong>en</strong> is dat er ge<strong>en</strong> nieuwe fietsinfrastructuur meer wordtaangelegd.Fase van afnem<strong>en</strong>d fietsgebruik (ca. 1950-1975)Na de Tweede Wereldoorlog – binn<strong>en</strong> de context van ‘wederopbouw’, herstructurering’<strong>en</strong> ‘vernieuwing’ – <strong>en</strong> in navolging van het voorbeeldland Amerika, word<strong>en</strong>in de onderzochte sted<strong>en</strong> het vooroorlogse <strong>verkeersbeleid</strong> <strong>en</strong> de vooroorlogsetoekomstverwachting<strong>en</strong> over fiets <strong>en</strong> auto verder uitgewerkt in verkeersplann<strong>en</strong><strong>en</strong> beleidsmaatregel<strong>en</strong> gebaseerd op de Amerikaanse ‘Traffic-Engineering’ b<strong>en</strong>adering.37 <strong>Fiets<strong>en</strong></strong> wordt dan algeme<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als ‘ouderwets’ <strong>en</strong> ‘armoedig’ <strong>en</strong> inelk geval als ‘hinderlijk’. De snelle, comfortabele auto heeft daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de toekomst<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t vrij baan te krijg<strong>en</strong> in <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> is dan het algeme<strong>en</strong> aanvaardeidee. De wijze waarop deze dominante opvatting wordt uitgewerkt in het lokalebeleid verschilt per onderzochte stad.Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong>, Enschede <strong>en</strong> Zuidoost-Limburg.In de periode 1950-1975 neemt het fietsgebruik in Amsterdam, 38 Eindhov<strong>en</strong>, Enschede<strong>en</strong> Zuidoost-Limburg fors af. Dit valt sam<strong>en</strong> met discussies in de geme<strong>en</strong>terad<strong>en</strong><strong>en</strong> geme<strong>en</strong>tecommissies of <strong>en</strong> zo ja, in welke mate de sted<strong>en</strong> zich di<strong>en</strong><strong>en</strong>aan te pass<strong>en</strong> aan het gemotoriseerde verkeer. In die discussie zijn opmerkelijkeacc<strong>en</strong>tverschill<strong>en</strong> aan te wijz<strong>en</strong>. In Amsterdam wordt uitvoerig gedebatteerd overhet ‘autoparkeerprobleem’ zonder dat er expliciet ‘voor’ of ‘teg<strong>en</strong>’ de auto wordtgekoz<strong>en</strong>. Het resultaat is e<strong>en</strong> ‘laisser-faire’ beleid waarin ruimte <strong>en</strong> aandacht isvoor alle vervoermiddel<strong>en</strong>.37 Zo ook in Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong>, Manchester, Hannover <strong>en</strong> Basel. Veel meer dan inhet buit<strong>en</strong>land was m<strong>en</strong> zich in Nederland echter bewust van de negatieve effect<strong>en</strong> (o.a.stedelijke autoverkeercongestie) van de Traffic-Engineering b<strong>en</strong>adering in Amerika. Nederlandwilde wel ‘moderniser<strong>en</strong>’ maar voorzichtig <strong>en</strong> met mate.38 Geme<strong>en</strong>te Amsterdam, Sector Stadsontwikkeling van de Di<strong>en</strong>st der Publieke Werk<strong>en</strong>,Analyse van het verkeer in Amsterdam, Verslag van het verkeersonderzoek gedur<strong>en</strong>de deperiode 1960-1968 (Amsterdam 1968); Neliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Schmal, Van railverbinding tot ringweg(Amsterdam, 1980); M.B. van der Vlis, K.C. Stoffel <strong>en</strong> P. Mug, ‘<strong>Fiets<strong>en</strong></strong> in Amsterdam’,Geme<strong>en</strong>teblad afd.1 (1978) 1946-1998.


158 NEHA-JAARBOEK 1999Na lange discussies over de ‘Amerikaanse ervaring’, ofwel het autocongestieprobleemin Amerikaanse ‘car-governed cities’, 39 kiest Eindhov<strong>en</strong> voor het ‘economischebelang van de auto’. Dit komt tot uitdrukking in beleidsconcept<strong>en</strong> van‘City-vorming’ <strong>en</strong> ‘autobereikbaarheid’ die tot in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig de leidraadvorm<strong>en</strong> voor de sted<strong>en</strong>bouwkundige <strong>en</strong> verkeerskundige ontwikkeling. 40 Ook inEnschede is er cons<strong>en</strong>sus over ‘city-ontwikkeling’, ‘auto-bereikbaarheid’ <strong>en</strong> ‘autotoegankelijkheid’van de binn<strong>en</strong>stad. Langs (nieuwe) hoofdverkeersweg<strong>en</strong> word<strong>en</strong>fietsstrok<strong>en</strong> aangelegd om het gemotoriseerde verkeer snel te kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>doorstrom<strong>en</strong>. Bijkom<strong>en</strong>d voordeel hiervan is dat ‘ (…) indi<strong>en</strong> het rijwielverkeer tezijner tijd uit het straatbeeld mocht verdwijn<strong>en</strong> zal de strook di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong>als parkeerstrook voor het goeder<strong>en</strong>vervoer’. 41De discussies in Zuidoost-Limburg zijn totaal anders van aard, zij hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>expliciet anti-fiets strekking die op brede maatschappelijke steun kan rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.Volg<strong>en</strong>s ‘Het Limburgs Dagblad’ is de Heerl<strong>en</strong>se binn<strong>en</strong>stad in 1954 “verkeerstechnischnog ingesteld op de boer<strong>en</strong>kar <strong>en</strong> de eerste fiets die rond de eeuwwisselingde stad ‘onveilig maakt<strong>en</strong>’”. De krant pleit voor verkeersmaatregel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunstevan het autoverkeer, “Heerl<strong>en</strong> moet nu eindelijk e<strong>en</strong>s gepland word<strong>en</strong>, d.w.z.het moet doorschot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door brede veilige strat<strong>en</strong> met ruime parkeergeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> jonge stad als Heerl<strong>en</strong> moet het er niet op aanlegg<strong>en</strong> het verkeerom de stad he<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>, het verkeer moet gemakkelijk <strong>en</strong> veilig in de stad <strong>en</strong>door de stad kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>”. 42 Ook andere Limburgse krant<strong>en</strong> schilder<strong>en</strong> de Heerl<strong>en</strong>sebinn<strong>en</strong>stad af als e<strong>en</strong> ‘verkeershel’ voor auto’s, onder andere door de aanwezigheidvan talloze (brom)fiets<strong>en</strong>. In 1963 heft de geme<strong>en</strong>te e<strong>en</strong> aantal fietspad<strong>en</strong>langs hoofdweg<strong>en</strong> in de stad op, <strong>en</strong> gebruikt de vrijgekom<strong>en</strong> ruimte voor wegverbreding<strong>en</strong> autoparkeervoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.In de tweede helft van de jar<strong>en</strong> zestig krijgt het fietsgebruik in Amsterdam, Enschede<strong>en</strong> Zuidoost-Limburg e<strong>en</strong> impuls, in Amsterdam <strong>en</strong> Enschede e<strong>en</strong> positieve<strong>en</strong> in Zuidoost-Limburg e<strong>en</strong> negatieve. In e<strong>en</strong> reactie op de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de autoverkeercongestie<strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> van lokale groep<strong>en</strong> als ‘Wijkgroep De Pijp’ <strong>en</strong> ‘Amsterdamfietst’ om de stad leefbaar te houd<strong>en</strong>, komt in het Amsterdamse <strong>verkeersbeleid</strong>de nadruk te ligg<strong>en</strong> op de stimulering van het op<strong>en</strong>baar vervoer (inclusiefmetro-aanleg). 43 Ook aandacht krijgt dan de mogelijke nieuwe rol van de fiets in39 <strong>Economisch</strong> Statistische Bericht<strong>en</strong> (1964), 675.40 K.H. Schaechterle, Verkehrsplanung Eindhov<strong>en</strong>. Verkehrsuntersuchung N.V. PhilipsEindhov<strong>en</strong> (Ulm, 1961); P. Beekman, Sted<strong>en</strong>bouwkunde <strong>en</strong> stadsbestuur (Eindhov<strong>en</strong>. 1993)297.41 Geme<strong>en</strong>te Enschede, Verkeersnota 1966 (Enschede, 1967) 13.42 Stadsarchief Heerl<strong>en</strong>, Collectie Persbericht<strong>en</strong>, Limburgs Dagblad van 20-11-1954.43 Dit beleid werd neergelegd in de in 1969 gepubliceerde nota ‘Lijn<strong>en</strong> voor morg<strong>en</strong>’. A.de Groot, ‘Studies over de mogelijke vervoerstelsels voor Amsterdam’, De Ing<strong>en</strong>ieur –Verkeer- <strong>en</strong> Verkeerstechniek (26 maart 1971), V1-V15; J. Straub, Binn<strong>en</strong>stadsbeleid <strong>en</strong>


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID159het Amsterdamse verkeer. In Enschede is de impuls daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> totaalandere orde. Daar wordt de ontwikkeling van e<strong>en</strong> ‘autogerecht<strong>en</strong> stadt’ wreed verstoordmet de ine<strong>en</strong>storting van de textielindustrie. Om de binn<strong>en</strong>stad leefbaar tehoud<strong>en</strong> besluit het stadsbestuur om het (auto)verkeer uit de binn<strong>en</strong>stad te wer<strong>en</strong> <strong>en</strong>om ‘voetgangersstrat<strong>en</strong>’ te mak<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> dit ‘leefbaarheidsbeleid’ ontstaat er ookweer belangstelling voor de fiets. In Zuidoost-Limburg gev<strong>en</strong> de mijnsluiting<strong>en</strong>het utilitaire fietsgebruik daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>adeklap. De nieuwe werkgeleg<strong>en</strong>heidbevindt zich op grote afstand<strong>en</strong> van de woonplaats<strong>en</strong> der ex-mijnwerkers waardoorhet bromfiets- <strong>en</strong> autogebruik to<strong>en</strong>eemt. Deze ontwikkeling bevestigt het beeldvan de lokale beleidsmakers dat het fietsgebruik zal afnem<strong>en</strong>. De aandacht voor defiets in het beleid is minimaal, waardoor onder andere ge<strong>en</strong> nieuwe fietsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>word<strong>en</strong> aangelegd. 44Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> HannoverIn Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hannover staat na de Tweede Wereldoorlog de auto c<strong>en</strong>traal inhet <strong>verkeersbeleid</strong>. In Hannover, ev<strong>en</strong>als in alle andere Duitse sted<strong>en</strong>, is de fiets‘vooroorlogs’ <strong>en</strong> daarom onaang<strong>en</strong>aam. De auto is het symbool van de nieuwemoderne tijd. Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hannover word<strong>en</strong> in hoog tempo aangepast aan deverwachte groei van het autoverkeer. Het herbouwde Hannover wordt ruimtelijkopgezet als autostad, waar de fietsbare afstand<strong>en</strong> in korte tijd verdwijn<strong>en</strong>. Ook inAntwerp<strong>en</strong> wordt direct na de Tweede Wereldoorlog gestart met de ontwikkelingvan e<strong>en</strong> grootstedelijke auto-infrastructuur dat t<strong>en</strong> koste gaat van ruimte die eerderaan fietsers heeft toebehoord. Aandacht voor de fiets is er alle<strong>en</strong> in de vorm vanregulering <strong>en</strong> beperking van e<strong>en</strong> ‘stor<strong>en</strong>de factor’. 45 Voortbordur<strong>en</strong>d op de vooroorlogseanti-fiets traditie word<strong>en</strong> de recht<strong>en</strong> van fietsers beperkt. In veel strat<strong>en</strong>wordt e<strong>en</strong> fietsverbod ingevoerd. In de loop van de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig wordtde fietsinfrastructuur grot<strong>en</strong>deels afgebrok<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van de auto.verkeers- <strong>en</strong> vervoerproblematiek. E<strong>en</strong> onderzoek naar het beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van verkeers-,vervoers- <strong>en</strong> parkeerproblem<strong>en</strong> in binn<strong>en</strong>sted<strong>en</strong> in Nederland in de periode 1960-1990 (Amsterdam, 1991); H.A. Hoog<strong>en</strong>boom, ‘Verkeersscirculatieplan Amsterdam. Binn<strong>en</strong>stad<strong>en</strong> 19e eeuwse gordel westelijk van de Amstel’, Verkeerstechniek (1972) 3, 118-124.44 Ing<strong>en</strong>ieurs- <strong>en</strong> Architect<strong>en</strong>bureau Van Hasselt <strong>en</strong> de Koning, Geme<strong>en</strong>te Kerkrade. Verkeersstructuurplan1973 (Nijmeg<strong>en</strong> 1973) 68-69; Ing<strong>en</strong>ieurs- <strong>en</strong> Architect<strong>en</strong>bureau VanHasselt <strong>en</strong> de Koning, Verkeersstructuurplan Geme<strong>en</strong>te Heerl<strong>en</strong>, 1972-1977 (Nijmeg<strong>en</strong>,1977) 40.45 ‘Fietsers word<strong>en</strong> teruggedrong<strong>en</strong> op nauwe ‘zelfmoordstrok<strong>en</strong>’ die aan kruispunt<strong>en</strong>plots ophoud<strong>en</strong> te bestaan <strong>en</strong> zonder meer overgaan in afslagstrok<strong>en</strong> voor auto’s’, in: NCMVAntwerp<strong>en</strong> Stad, Werkgroep Verkeer Antwerp<strong>en</strong> (WEVA) <strong>en</strong> Werkgroep Stadsbelang, Leefbaar<strong>en</strong> bereikbaar. E<strong>en</strong> ontwerp verkeersplan voor Antwerp<strong>en</strong> (Antwerp<strong>en</strong>, 1988) 10;‘De paria’s van de weg’, redactioneel comm<strong>en</strong>taar in Beige-<strong>en</strong>-Bruin, Maandelijks orgaanvan de Antwerpse Wielerunie (februari 1955).


160 NEHA-JAARBOEK 1999Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>In Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer na de Tweede Wereldoorloge<strong>en</strong> substantieel verkeersaandeel. Het minder positief bejeg<strong>en</strong><strong>en</strong> van de fiets wordtin Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> niet zozeer veroorzaakt door e<strong>en</strong> <strong>verkeersbeleid</strong> waarin de nadrukligt op het autogebruik <strong>en</strong> de ontwikkeling van e<strong>en</strong> ‘Autogerecht<strong>en</strong> Stadt’, maardoor e<strong>en</strong> <strong>verkeersbeleid</strong> waarin wordt ingezet op OV-gebruik. Als in de jar<strong>en</strong> zestigook in Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> de wissel wordt omgezet naar e<strong>en</strong> pro-autobeleid, is datvooral e<strong>en</strong> wat technocratische zaak van verkeersing<strong>en</strong>ieurs dat weinig maatschappelijkdraagvlak heeft. Door dit gebrek aan maatschappelijke steun <strong>en</strong> door de latestart van het pro-autobeleid, kom<strong>en</strong> er relatief weinig concrete infrastructurelevoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor de auto tot stand die t<strong>en</strong> koste gaan van de fiets. Daar komtnog bij dat op het einde van de jar<strong>en</strong> zestig de fiets wordt herontdekt door deDe<strong>en</strong>se Hartver<strong>en</strong>iging die de fiets portretteert als e<strong>en</strong> ‘gezonde machine’. Dezeaandacht leidt in eerste instantie tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het recreatieve fietsgebruik.Basel <strong>en</strong> ManchesterOok In Basel <strong>en</strong> Manchester gaat na de Tweede Wereldoorlog de beleidsaandachtprimair uit naar het autoverkeer <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> die daarmee word<strong>en</strong> verwacht.De fiets verdwijnt niet alle<strong>en</strong> uit de beleidsaandacht, 46 maar ook word<strong>en</strong> explicietanti-fietsmaatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> gebaseerd op de verwachting dat de fiets uit hetverkeersbeeld zal verdwijn<strong>en</strong>. 47 In Manchester wordt dan hard gewerkt aan deontwikkeling van e<strong>en</strong> moderne stad waarin alle spor<strong>en</strong> van het Victoriaanse tijdperk,waaronder trein <strong>en</strong> fiets, zull<strong>en</strong> zijn verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. 48In Basel wordt in het begin van de jar<strong>en</strong> vijftig begonn<strong>en</strong> met de afbraak van de‘ouderwetse’ fietspad<strong>en</strong>, 49 <strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zestig fietsstrok<strong>en</strong> (‘Radfahrstreif<strong>en</strong>’)veranderd in autoparkeerstrok<strong>en</strong>. 50 Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> fietsstallingsfaciliteit<strong>en</strong>uitgebreid <strong>en</strong> verplicht, <strong>en</strong> wordt de stallingsduur beperkt, 51 om ‘onordelijk’,46 M. Hudson, The bicycle planning book (London, 1978).47 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, BD-Reg 1 A 609-13, Brief von Polizeidepartm<strong>en</strong>tan Regierungsrat, 20.08.’59; SAB, UA 1992/30, Map 1.48 Dit heroriëntatieproces vond ook in andere Engelse sted<strong>en</strong> plaats. Zie voor Birmingham:F. H<strong>en</strong>driks, Beleid, cultuur <strong>en</strong> instituties. Het verhaal van twee sted<strong>en</strong> (Leid<strong>en</strong>,1996)136 <strong>en</strong> 138.49 Staatsarchiv des Kantons Basel Stad, SK-REG 11-13-10, Brief von SchweizerischeBeratungstelle für Unfallverhütung an Regierungsrat Basel-Stadt, 14.02.’52; Staatsarchivdes Kantons Basel Stad, SK-REG 11-13-10, Brief von Regierungsrat an die SchweizerischeBeratungsstelle für Unfallverhütung, 24.04.’52; Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt,BD-REG 1 A 601-2-1, Radfahrwege 1936-1962, ‘Erhebung über Radwege und Neb<strong>en</strong>strass<strong>en</strong>für Radfahrer’.50 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, BD-REG 1 A 601-2-1, Radfahrwege 1936-1962,Baudepartem<strong>en</strong>t-Stadtplanbureau an das Tiefbauamt, 3.3.1958.51 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, BD-REG 1 A 609-13. Pol.Hptm. Ramseyer, Chef


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID161illegaal <strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t ‘parker<strong>en</strong>’ te voorkom<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> zestig mog<strong>en</strong> auto’sbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> parker<strong>en</strong> op trottoirs <strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> fietsers zich te m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met het al maarint<strong>en</strong>siever word<strong>en</strong>de doorgaande <strong>en</strong> lokale autoverkeer. 52 <strong>Fiets<strong>en</strong></strong> wordt onaantrekkelijk<strong>en</strong> gevaarlijk <strong>en</strong> neemt daardoor snel af.Fase van stabiliser<strong>en</strong>d of to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d fietsgebruik (ca. 1975-1995)Op de golfbeweging van de maatschappelijke discussies over <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> milieu, iser in de periode 1975-1995 op lokaal niveau e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht <strong>en</strong> actievebetrokk<strong>en</strong>heid van de burger waarneembaar. De lokale betrokk<strong>en</strong>heid van de burgerbij milieu, gezondheid <strong>en</strong> meer algeme<strong>en</strong> de leefbaarheid van de stad doet dannadrukkelijk ‘van onderop’ de aandacht voor de fiets groei<strong>en</strong>. In de interactie tuss<strong>en</strong>lokale groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> wordt de fiets herontdekt als e<strong>en</strong> weinig ruimteinnem<strong>en</strong>d, schoon, gezond <strong>en</strong> snel stedelijk vervoermiddel.Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong>, Enschede <strong>en</strong> Zuidoost-LimburgDe signal<strong>en</strong> van ‘onderaf’ word<strong>en</strong> in Amsterdam, Enschede <strong>en</strong> Eindhov<strong>en</strong> opgepaktin het <strong>verkeersbeleid</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgepakt omdat het fietsgebruik relatiefhoog is geblev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de fietser traditioneel geaccepteerd blijft als e<strong>en</strong> ‘normale’<strong>en</strong> gelijkberechtigde verkeersdeelnemer. Met de aanleg van fietsroutes,fietspad<strong>en</strong>nett<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘integraal’ <strong>verkeersbeleid</strong> wordt na circa 1975 getracht hetfietsgebruik te bevorder<strong>en</strong>, 53 waarbij in Enschede doch met name in Eindhov<strong>en</strong>het beleid van de autoinfrastructuur ‘volg<strong>en</strong>de’ fietsinfrastructuur wordt verlat<strong>en</strong>.In Zuidoost- Limburg is er beduid<strong>en</strong>d minder animo bij beleidsmakers <strong>en</strong> burgers,als gevolg van e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nialang gevoerd pro-autobeleid, het geaccid<strong>en</strong>teerdeterrein, de meerkernige structuur, de lange woon-werkafstand<strong>en</strong>, voldo<strong>en</strong>deruimte voor de auto <strong>en</strong> de autoinfrastructuur, <strong>en</strong> weinig verkeerscongestie. Via depromotie van het recreatieve fietsgebruik tracht het stadsgewest ‘Oostelijke Mijnstreek’aanvankelijk het utilitair fietsgebruik in Zuidoost-Limburg te bevorder<strong>en</strong>.der Verkehrsabteilung, ‘Basler Verkehrsprobleme. Vorschlaege zur Verbesserung der Verkehrsverhaeltnissein der Inn<strong>en</strong>stadt’, november 1951, 74.52 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, BD-REG 1 A 609-17, Parker<strong>en</strong> op het trottoir;Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, 1992/30, Map 13 – Akt<strong>en</strong>, Brief von Regierungsratan Grosse Rat, 12.8.’75.53 Geme<strong>en</strong>te Eindhov<strong>en</strong>, Di<strong>en</strong>st Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Verkeer, Hoofdafdeling Verkeer,Verkeerscirculatieplan Eindhov<strong>en</strong>, 1976. Deel 1 – Doelstellingsnota (Eindhov<strong>en</strong>1977); Geme<strong>en</strong>te Enschede, Verkeersstudie 1978-1979. Fietsverkeer Fase 2 uitwerkingFietsrout<strong>en</strong>et (Enschede, 1979); Geme<strong>en</strong>te Enschede, Di<strong>en</strong>st Informatie & Onderzoek,Binn<strong>en</strong>stad Enschede Autovrij. E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (Enschede,1994).


162 NEHA-JAARBOEK 1999Afbeelding 3. D<strong>en</strong> Haag, Prins H<strong>en</strong>drikstraat, 1979. De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de betrokk<strong>en</strong>heidvan de burger bij lokale problem<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig leidt tot de articulatievan zowel pro- als antifiets opvatting<strong>en</strong>.Bron: ANWB FotoarchiefIn de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig wordt gestart met de (niet succesvolle) promotiecampage ‘LimburgFietst’. 54Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> HannoverAnders dan in de Nederlandse sted<strong>en</strong>, komt in e<strong>en</strong> aantal buit<strong>en</strong>landse sted<strong>en</strong> dehernieuwde belangstelling voor de fiets als e<strong>en</strong> donderslag bij heldere hemel. Bijvoorbeeldvoor de Commissaris van de Antwerpse Verkeerspolitie: “België komtstilaan in e<strong>en</strong> situatie dat er meer fiets<strong>en</strong> <strong>en</strong> bromfiets<strong>en</strong> in gebruik word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,terwijl er voor deze categorie weggebruikers de laatste twintig jaar ge<strong>en</strong><strong>en</strong>kele betek<strong>en</strong>isvolle realisatie is geweest. Al die tijd is daar niemand over gestruikeld<strong>en</strong> niemand heeft ooit op die tekortkoming gewez<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong> nooitnaar fietspad<strong>en</strong> vroeg. En e<strong>en</strong>sklaps, door stijg<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook onderdruk van diverse actiegroep<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de op<strong>en</strong>bare bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> politiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>54 Stadsarchief Heerl<strong>en</strong>, Persdocum<strong>en</strong>tatie Fietspad<strong>en</strong>, ‘Rijwielpad<strong>en</strong>plan: veilig fiets<strong>en</strong><strong>en</strong> bromm<strong>en</strong>’, Het Limburgs Dagblad van 06-01-1978; Stadsarchief Heerl<strong>en</strong>, Persdocum<strong>en</strong>tatieFietspad<strong>en</strong>, ‘Voorrang voor bus, voetganger <strong>en</strong> fiets’, De Limburger van 05-01-


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID163opgeschrikt”. 55 Onder druk van fietsorganisaties schaft het provinciebestuur Antwerp<strong>en</strong>in 1987 de dan nog bestaande fietsbelasting af. 56 Door de sam<strong>en</strong>werkingtuss<strong>en</strong> het Fietsoverleg Antwerp<strong>en</strong> (FOA) <strong>en</strong> de Belgische ‘gro<strong>en</strong><strong>en</strong>’ AGALEVneemt de invloed van fietsers toe. De fietsersbond wordt in Antwerp<strong>en</strong> in 1993actief betrokk<strong>en</strong> bij de uitbouw van het fietsbeleid, <strong>en</strong> in 1996 sluit<strong>en</strong> de stadAntwerp<strong>en</strong>, de Provincie Antwerp<strong>en</strong>, het Vlaams Gewest, de Federale overheid <strong>en</strong>de Belgische Fietsersbond e<strong>en</strong> ‘Fietsovere<strong>en</strong>komst’ om het fietsgebruik te bevorder<strong>en</strong>.Deze cultuuromslag kan echter niet op korte termijn de gevolg<strong>en</strong> opheff<strong>en</strong>van het dec<strong>en</strong>nialang gevoerde anti-fietsbeleid, het negatieve fietsimago, <strong>en</strong> e<strong>en</strong>vrijwel ontbrek<strong>en</strong>de fietscultuur.Anders dan in Antwerp<strong>en</strong> is er in Hannover wel sprake van e<strong>en</strong> brede(re) maatschappelijkeherontdekking van de fiets door het sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van de strijd teg<strong>en</strong>de gevolg<strong>en</strong> van de suburbanisatie, de maatschappelijke discussie over milieu <strong>en</strong>leefbaarheid, <strong>en</strong> de ‘Trimm-Dich’ beweging. Vanaf het einde van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tigword<strong>en</strong> er weer nieuwe fietspad<strong>en</strong> aangelegd. Omdat deze <strong>en</strong> andere fietsbevorder<strong>en</strong>demaatregel<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> geïntegreerd in het <strong>verkeersbeleid</strong> <strong>en</strong> in de stadsontwikkeling,neemt het fietsgebruik slechts beperkt toe. 57 Het fietsgebruik ondervindtzware concurr<strong>en</strong>tie van het uitstek<strong>en</strong>de OV-systeem, terwijl ook de grotewoon-werk afstand<strong>en</strong>, het dec<strong>en</strong>nialang gevoerde anti-fietsbeleid <strong>en</strong> pro-autobeleid,<strong>en</strong> de ‘breed gedrag<strong>en</strong>’ anti-fietsbeeld<strong>en</strong> het fietsgebruik niet stimuler<strong>en</strong>. Ookin Hannover leidt de combinatie van e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>d fietsbeleid met e<strong>en</strong> vrijwelverdw<strong>en</strong><strong>en</strong> fietscultuur niet tot de gew<strong>en</strong>ste to<strong>en</strong>ame van het utilitaire fietsgebruik.Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>Vanaf het begin van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig heeft Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>verkeersbeleid</strong> van‘zowel OV als fiets als auto’. Mede hierdoor overheerst de auto in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tighet totale verkeer niet. Dit <strong>verkeersbeleid</strong> <strong>en</strong> verkeersbeeld is e<strong>en</strong> goede voe-1979; Stadsarchief Heerl<strong>en</strong>, Persdocum<strong>en</strong>tatie Verkeer; De Limburger van 10-09-1986;‘Baan vrij voor fietsers’, Het Limburgs Dagblad van 28-07-1987; M.E.J. de Graaf, Fietspromotiein Oostelijk Zuid-Limburg. Onderzoeksverslag 0 <strong>en</strong> -1 meting (Rotterdam, 1995).55 Verkeerspolitie Stad Antwerp<strong>en</strong>, Jaarrapport 1981 (Antwerp<strong>en</strong>, 1982).56 W. Resseler <strong>en</strong> P. Blondeel, Fietser erger je niet (Antwerp<strong>en</strong>, 1988) 6.57 S. H<strong>en</strong>ckel, Radverkehrsplanung. Beitraege zur Gleichberechtigung des Radverkehrs?(Kassel, Diplomarbeit Gesamthochschule Kassel, 1991).58 Haskoning Koninklijk Ing<strong>en</strong>ieurs- <strong>en</strong> Architect<strong>en</strong>bureau, and Hoff og Overgaard, Changesin traffic and transportation patterns in D<strong>en</strong>mark in a time of economic recession(D<strong>en</strong> Haag/Køb<strong>en</strong>havn, 1984); Køb<strong>en</strong>havns Kommune, Cykelregnskab 1995 (Køb<strong>en</strong>havn,1996);.H. Niels<strong>en</strong>, The bicycle in D<strong>en</strong>mark. Pres<strong>en</strong>t use and future pot<strong>en</strong>tial (Køb<strong>en</strong>havn,1993).59 U. Bad<strong>en</strong>, Cop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> Traffic. Plans and visions (Køb<strong>en</strong>havn, 1996).


164 NEHA-JAARBOEK 1999dingsbodem voor e<strong>en</strong> <strong>verkeersbeleid</strong> dat om milieu-, ruimtelijke <strong>en</strong> verkeersred<strong>en</strong><strong>en</strong>,weer sterker de fiets <strong>en</strong> het OV gaat bevoordel<strong>en</strong>.In het begin van de jar<strong>en</strong> tachtig wordt begonn<strong>en</strong> met de uitvoering van e<strong>en</strong>fietspad<strong>en</strong>plan, <strong>en</strong> wordt de fiets zelfs verhev<strong>en</strong> als nationaal symbool <strong>en</strong> nationaletrots. 58 In teg<strong>en</strong>stelling tot Hannover <strong>en</strong> Antwerp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de pro-fietsmaatregel<strong>en</strong>in Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> gekoppeld aan autobeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>. 59 Dit beleid heefte<strong>en</strong> breed maatschappelijk draagvlak <strong>en</strong> komt tot uitdrukking in e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>dfietsgebruik vanaf 1975.Basel <strong>en</strong> ManchesterDe eis van lokale groep<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig dat er meer beleidsaandacht di<strong>en</strong>t tekom<strong>en</strong> voor de fiets, wordt door de Regeringsraad van Basel opgepakt omdat ditgoed paste in het anti-suburbanisatie beleid. 60 In 1975 wordt met de aanleg van deeerste ‘Versuchs-Fahrradsstreck<strong>en</strong>’ begonn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wordt de fiets opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het<strong>verkeersbeleid</strong>. 61 Dit maakt Basel tot fietsvoorbeeld in Zwitserland omdat het fietsgebruiker na 1975 (bescheid<strong>en</strong>) to<strong>en</strong>eemt. 62 Mede door haar compacte stedelijkestructuur blijkt Basel nog fietspot<strong>en</strong>tieel te hebb<strong>en</strong>.Hoewel de Manchester County Council in 1986 begon met de (langzame) ontwikkelingvan fietsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het stedelijke gebied, neemt het fietsgebruikechter nauwelijks toe als gevolg van e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nialang gevoerd anti-fietsbeleid, e<strong>en</strong> pro-autobeleid, de inrichting van e<strong>en</strong> ‘car-governed city’, e<strong>en</strong> negatiefmaatschappelijk fietsbeeld, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrijwel verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> fietscultuur.Tr<strong>en</strong>ds in het lokaal fietsgebruik: e<strong>en</strong> evaluatie van verschill<strong>en</strong>Het voorgaande leert dat de dramatische afname van het fietsgebruik in de periode1950-1975 e<strong>en</strong> aanloop nam in de jar<strong>en</strong> twintig <strong>en</strong> dertig to<strong>en</strong> al volop (<strong>en</strong> hetmeest expliciet in Antwerp<strong>en</strong>, Basel, Hannover <strong>en</strong> Manchester) werd geanticipeerdop de komst van de auto. De fiets werd niet langer als ‘modern’ gezi<strong>en</strong>, maar als‘ouderwets’ <strong>en</strong> als vervoermiddel van de arm<strong>en</strong>. Het beeld onder beleidsmakerswas dat er alle<strong>en</strong> maar veel werd gefietst uit pure (financiële) noodzaak. De autosymboliseerde de toekomst, mobiliteit <strong>en</strong> vrijheid. De afname van het fietsgebruikin de jar<strong>en</strong> (vijftig) <strong>en</strong> zestig werd in veel sted<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrije val omdat die al wasvoorbereid tijd<strong>en</strong>s de hoogtijdag<strong>en</strong> van het fietsgebruik. Resultat<strong>en</strong> van in gang60 Staatsarchiv des Kantons Basel-Stadt, 1992/30, Map 9B, pamflett<strong>en</strong>, National Zeitungvon 22.4.’75.61 Basel 75. Hauptziele eines Stadtkantons. Erste gedank<strong>en</strong> ueber Velo-Mofarout<strong>en</strong> inBasel (Basel: 1975).62 Staatarchiv des Kantons Basel-Stadt, UA 1992/30, Map 14-Schlussbericht, ‘Schlussmit d<strong>en</strong> Schikan<strong>en</strong>’, AZ von 22.06.’81.


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID165gezette process<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (anti-fiets)beleidsmaatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dus pas velejar<strong>en</strong> later zichtbaar.De vertaling van probleemdefinities <strong>en</strong> toekomstverwachting<strong>en</strong> in lokale beleidsmaatregel<strong>en</strong>– <strong>en</strong> hun effect<strong>en</strong> op het lokale fietsgebruik – verschill<strong>en</strong> perstad. In Amsterdam, Eindhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Enschede word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> expliciete anti-fietsmaatregel<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ‘lift’ de fiets <strong>en</strong> de fietsinfrastructuur veelal mee met dievan de auto. In de buit<strong>en</strong>landse sted<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, met uitzondering van Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>,is er sprake van e<strong>en</strong> langdurig <strong>en</strong> expliciet anti-fietsbeleid dat het fietsgebruikdoet afnem<strong>en</strong>. Deze verschill<strong>en</strong> in ‘fietsattitude’ zijn op diverse terrein<strong>en</strong>zichtbaar. Op het einde van de jar<strong>en</strong> zestig pog<strong>en</strong> bijvoorbeeld alle onderzochtested<strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> van autoverkeercongestie op te loss<strong>en</strong> door het op<strong>en</strong>baarvervoer uit te breid<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d daarbij is dat alle<strong>en</strong> in Nederlandse sted<strong>en</strong>, metuitzondering van Zuidoost-Limburg, <strong>en</strong> Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong> de beleidsaandacht voor hetop<strong>en</strong>baar vervoer gepaard gaat met e<strong>en</strong> vroegtijdige <strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de beleidsaandachtvoor de fiets.In alle onderzochte sted<strong>en</strong> is zichtbaar dat lokale factor<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>ds alssuburbanisatie <strong>en</strong> industriele ontwikkeling kunn<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> of ‘demp<strong>en</strong>’. Koppeling<strong>en</strong>die optred<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>ds’ <strong>en</strong> lokale factor<strong>en</strong>, creër<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong>of beperking<strong>en</strong> voor het lokale fietsgebruik. Zo vergrootte in Enschedede combinatie van lokale factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘tr<strong>en</strong>ds’ de mogelijkhed<strong>en</strong> voor het lokalefietsgebruik. Maatregel<strong>en</strong> om het stadsc<strong>en</strong>trum leefbaar <strong>en</strong> aantrekkelijk te houd<strong>en</strong>in reactie op de textielcrises <strong>en</strong> de suburbanisatie, in combinatie met de activiteit<strong>en</strong><strong>en</strong> fietsverkeereis<strong>en</strong> van lokale groep<strong>en</strong> (m.n. ouderver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoolbestur<strong>en</strong>)slot<strong>en</strong> vrijwel naadloos aan op bredere maatschappelijke discussies over<strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> stedelijke leefbaarheid, alsmede op het fietsbevorder<strong>en</strong>de overheidsbeleid.In Zuidoost-Limburg kwam zo’n versterk<strong>en</strong>d proces daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> niet op gang.Ook hier was de combinatie van lokale factor<strong>en</strong> met ‘tr<strong>en</strong>ds’ daar debet aan. Desluiting van de ste<strong>en</strong>kol<strong>en</strong>mijn<strong>en</strong>, de locatie van de nieuwe werkgeleg<strong>en</strong>heid diede woon-werkafstand<strong>en</strong> vergrootte, de afwezigheid van actieve pro-fiets groep<strong>en</strong>,<strong>en</strong> de traditie van e<strong>en</strong> lokaal reactief fietsbeleid versterkt<strong>en</strong> hier veelmeer het autobezit<strong>en</strong> -gebruik dan het fietsgebruik.Ook in Hannover <strong>en</strong> Basel zijn de koppeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> lokale factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> tr<strong>en</strong>dsin de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig zichtbaar. De combinatie van e<strong>en</strong> anti-suburbanisatiebeleid,de maatschappelijke discussie over milieu <strong>en</strong> leefbaarheid, <strong>en</strong> de ‘gezondheids- <strong>en</strong>sportbeweging’ vergroott<strong>en</strong> de beleidsruimte <strong>en</strong> het maatschappelijke draagvlakvoor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d fietsgebruik. Het traditionele anti-fietsbeleid, het traditionelelokale anti-fiets imago <strong>en</strong> het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fietscultuur <strong>en</strong> -praktijk leidd<strong>en</strong>echter niet tot de gew<strong>en</strong>ste to<strong>en</strong>ame van het fietsgebruik. Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot deNederlandse sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>, waar e<strong>en</strong> nog aanwezige fietscultuur <strong>en</strong> -traditiekon aansluit<strong>en</strong> bij nieuwe fietsverkeersconcept<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> leidde tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>dfietsgebruik. De kans<strong>en</strong> op hernieuwd fietsgebruik zijn dus in belangrijkemate afhankelijk van voorgaande lange termijn ontwikkeling<strong>en</strong>. Die kans<strong>en</strong> zijn


166 NEHA-JAARBOEK 1999het grootst in sted<strong>en</strong> waar de koppeling tuss<strong>en</strong> bestaande fietspraktijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwefietsopvatting<strong>en</strong> mogelijk is. In sted<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> fietspraktijk <strong>en</strong> cultuur meerbestaat, kan de fiets – net als nieuwe technologieën <strong>en</strong> artefact<strong>en</strong> – alle<strong>en</strong> middels‘experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘test<strong>en</strong>’ binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bescherming bied<strong>en</strong>de omgeving wellicht(weer) word<strong>en</strong> geïntroduceerd. 634. ConclusiesHoe kan op basis van het voorgaande historisch word<strong>en</strong> verklaard waarom er inNederlandse sted<strong>en</strong> zoveel, <strong>en</strong> zoveel meer wordt gefietst dan in buit<strong>en</strong>landse sted<strong>en</strong>,<strong>en</strong> hoe kunn<strong>en</strong> de huidige verschill<strong>en</strong> in het lokale fietsgebruik historischword<strong>en</strong> verklaard?Met uitzondering van Manchester <strong>en</strong> Basel k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> alle onderzochte sted<strong>en</strong> totaan de jar<strong>en</strong> vijftig e<strong>en</strong> omvangrijk fietsgebruik. De in verhouding tot de buit<strong>en</strong>landsested<strong>en</strong> laat inzett<strong>en</strong>de <strong>en</strong> relatief beperkte afname van het fietsgebruik inAmsterdam, Eindhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Enschede in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig lijkt primair tezitt<strong>en</strong> in het feit dat de fietser in de gehele onderzochte periode werd geaccepteerdals ‘normale’ <strong>en</strong> gelijkberechtigde verkeersdeelnemer, <strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> afzonderlijk,geïsoleerd fietsbeleid was. In Nederlandse sted<strong>en</strong> bleef het fietsbeleid geïntegreerdin het algem<strong>en</strong>e <strong>verkeersbeleid</strong> waarin rek<strong>en</strong>ing werd gehoud<strong>en</strong> met alle verkeersdeelnemers.Dit creëerde ‘ruimte’ voor de fiets. In teg<strong>en</strong>stelling tot de onderzochtebuit<strong>en</strong>landse sted<strong>en</strong>, kreeg het fietsgebruik in het woon-werk verkeer nooit e<strong>en</strong>werkelijk negatief imago in het <strong>verkeersbeleid</strong> <strong>en</strong> in toekomstbeeld<strong>en</strong> van het verkeer.De aanvaarding van de fiets in het lokale Nederlandse <strong>verkeersbeleid</strong> had echterwel andere acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere achtergrond<strong>en</strong>. In Amsterdam speelde de specifiekew<strong>en</strong>s om het cultuurhistorische karakter van de stad te handhav<strong>en</strong>, wat de geme<strong>en</strong>teweerhield van grootscheepse realisatie van auto-infrastructuur t<strong>en</strong> kostevan de fietser. In Eindhov<strong>en</strong> kwam die grootschalige auto-infrastructuur er nadrukkelijkwel, maar niet direct t<strong>en</strong> koste van de fiets. In deze planmatig <strong>en</strong> ruimgebouwde ‘nieuwe stad’ liftt<strong>en</strong> fietsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vaak mee met de aanleg vanauto-infrastructuur. Voor de auto werd het er beduid<strong>en</strong>d beter op, maar voor defiets vaak ook. In Enschede bleef de fiets e<strong>en</strong> plaats behoud<strong>en</strong> in het verkeersbe-63 J.W. Schot, ‘Innover<strong>en</strong> in Nederland’, in: H.W. Lints<strong>en</strong> e.a. (red), Geschied<strong>en</strong>is van detechniek in Nederland. De wording van e<strong>en</strong> moderne sam<strong>en</strong>leving 1800-1890, deel IV(Zutph<strong>en</strong>, 1995) 217-240; R. Kemp, J.W. Schot <strong>en</strong> R. Hoogma, ‘Regime shifts throughprocesses of niche formation’, Technology analysis and strategic managem<strong>en</strong>t, 10, (1998),2, 175-195; J.W. Schot, ‘The usefulness of evolutionary models for explaining innovation.The case of the Netherlands in the ninete<strong>en</strong>th c<strong>en</strong>tury’, History and Technology 14 (1998)173-200.


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID167leid <strong>en</strong> bleef vooral ook de beeldvorming relatief positief: de fiets was in het compacte<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum-gerichte Enschede handig <strong>en</strong> werd dus gebruikt. Arbeiders inEnschede <strong>en</strong> Eindhov<strong>en</strong> – <strong>en</strong> in Nederland in het algeme<strong>en</strong> – hadd<strong>en</strong> weinig lastvan het ‘working-class’ imago van de fiets <strong>en</strong> gebruikt<strong>en</strong> de fiets in het dagelijksewoon-werkverkeer. Inwoners van Manchester, Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hannover daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>gebruik(t)<strong>en</strong> liever het op<strong>en</strong>baar vervoer dan dat ze gezi<strong>en</strong> will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opde fiets die e<strong>en</strong> lage ‘working-class’ status heeft. Voor Nederlandse arbeiders heeftde fiets lange tijd primair e<strong>en</strong> gebruikswaarde, terwijl het voor de Engelse, Belgische<strong>en</strong> Duitse arbeiders al snel primair e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitswaarde krijgt. In Engeland,Duitsland <strong>en</strong> België kom<strong>en</strong> sociale verschill<strong>en</strong> mede tot uitdrukking in devervoermiddel<strong>en</strong>keuze. 64E<strong>en</strong> andere belangrijke factor in de relatief laat inzett<strong>en</strong>de <strong>en</strong> het beperkt afnem<strong>en</strong>de‘Nederlandse’ fietsgebruik is de rol van de bromfiets. Het bromfietsgebruikneemt in Nederland na de Tweede Wereldoorlog zo snel toe dat verkeerskundig<strong>en</strong>verwachtt<strong>en</strong> dat het bromfietsgebruik het fietsgebruik zou gaanvervang<strong>en</strong>. 65 In teg<strong>en</strong>stelling tot andere land<strong>en</strong> wordt in Nederland aan de bromfietsdan ook e<strong>en</strong> overgangsfunctie toegek<strong>en</strong>d in het proces van de (onvermijdelijkgeachte) automobilisering. De bromfiets is echter zo populair dat het in belangrijkemate bijdraagt aan de vertraging van de Nederlandse automobilisering in dejar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. De bromfiets is voor veel Nederlanders e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>dvervoeralternatief, vooral omdat veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich in de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tignog ge<strong>en</strong> auto kunn<strong>en</strong> veroorlov<strong>en</strong>.Naast de positieve beeldvorming <strong>en</strong> de aanvaarding van de fiets in het <strong>verkeersbeleid</strong><strong>en</strong> het verkeer, <strong>en</strong> de belangrijke rol van de bromfiets, is de compacte ruimtelijkestructuur van Nederlandse sted<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere belangrijke verklaringsfactorvan de relatief beperkte afname van het fietsgebruik in Nederland. In teg<strong>en</strong>stellingtot de buit<strong>en</strong>landse sted<strong>en</strong> Hannover, Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> Manchester behield<strong>en</strong> de voormalige‘dorp<strong>en</strong>’ Eindhov<strong>en</strong>, Enschede, Heerl<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kerkrade ook na de TweedeWereldoorlog nog geruime tijd de afmeting<strong>en</strong> van hoogst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> kleine stad, waardoorafstand<strong>en</strong> ‘befietsbaar’ blev<strong>en</strong>. Amsterdam was dan wel e<strong>en</strong> beduid<strong>en</strong>d groterestad, maar ook daar werd zeker tot in de jar<strong>en</strong> zestig bewust <strong>en</strong> met <strong>en</strong>ig effectgestreefd naar de conc<strong>en</strong>tratie van woon- <strong>en</strong> werkfuncties in of nabij de binn<strong>en</strong>stad.Zuidoost-Limburg wijkt in vele opzicht<strong>en</strong> van het bov<strong>en</strong>staande af. Hoewel hetverkeer in de Zuidoost-Limburgse sted<strong>en</strong> tot in de jar<strong>en</strong> vijftig e<strong>en</strong> hoog <strong>en</strong> ‘Nederlands’fietsaandeel heeft, werk<strong>en</strong> de meerkernige ruimtelijke structuur van degeïndustrialiseerde regio, de morfologische situatie <strong>en</strong> toekomstverwachting<strong>en</strong>64 Vgl. P. Bourdieu, Distinction. A social critique of the judgem<strong>en</strong>t of taste (London,1989).In Bourdieu’s ‘habitus’ perspectief repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> consumptiepatron<strong>en</strong> niet simpelweg klasseposities,maar ligt de nadruk op de wijze hoe klasse-differ<strong>en</strong>tiatie wordt geconstrueerddoor de consumptie van goeder<strong>en</strong>.


168 NEHA-JAARBOEK 1999beduid<strong>en</strong>d minder pro-fiets dan in de andere onderzochte Nederlandse sted<strong>en</strong>.Hoewel het pro-auto <strong>verkeersbeleid</strong> negatieve invloed had op het fietsgebruik,kan in Zuidoost-Limburg echter niet gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ‘on-Nederlandse’aandacht voor auto-infrastructuur. Vergelek<strong>en</strong> met Hannover, Antwerp<strong>en</strong>, Manchester<strong>en</strong> Basel kreeg de auto er niet vrij baan. Net als in Basel was <strong>en</strong> is er e<strong>en</strong>andere factor van belang: het geaccid<strong>en</strong>teerde terrein.Heuvels <strong>en</strong> berg<strong>en</strong> zijn niet alle<strong>en</strong> ‘an sich’ van invloed zijn op het fietsgebruik,maar ook indirect in de perceptie <strong>en</strong> beeldvorming van beleidsmakers. Beleidsmakershebb<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> over voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> <strong>en</strong> over mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> onmogelijkhed<strong>en</strong>van lokale factor<strong>en</strong> wat betreft de aanleg van infrastructuur. Mede opbasis van die opvatting<strong>en</strong> wordt beleid ontwikkeld. In Zuidoost-Limburg <strong>en</strong> inBasel spel<strong>en</strong> morfologische factor<strong>en</strong> met name in die zin e<strong>en</strong> rol. Telk<strong>en</strong>s word<strong>en</strong>afweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> keuzes gemaakt of binn<strong>en</strong> de bestaande omstandighed<strong>en</strong> infrastructurelemaatregel<strong>en</strong> mogelijk <strong>en</strong> betaalbaar zijn. De beschikbaarheid van vervoeralternatiev<strong>en</strong>versterkt dit proces. Met de introductie van bromfiets<strong>en</strong>, motor<strong>en</strong> <strong>en</strong>auto’s wordt morfologie minder problematisch. Daardoor verdwijnt de aandachtvoor kostbare <strong>en</strong> complexe fietsinfrastructuur project<strong>en</strong>. De verminderde beleidsaandachtvoor de fiets <strong>en</strong> nieuwe fietsinfrastructuur stimuleert op haar beurt hetbromfiets- <strong>en</strong> het autogebruik. In het heuvelachtige Zuidoost-Limburg nam hetbromfietsgebruik in de jar<strong>en</strong> vijftig zo snel toe, dat de afname van het fietsgebruiker eerder <strong>en</strong> sneller plaats vond dat in andere del<strong>en</strong> van Nederland. De aanzi<strong>en</strong>lijkeverl<strong>en</strong>ging van de woon-werkafstand<strong>en</strong> door de locatie van nieuwe werkgeleg<strong>en</strong>heidna de mijnsluiting<strong>en</strong>, maakte het pot<strong>en</strong>tieel voor fietsgebruik bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong>lijk kleiner dan in de andere Nederlandse sted<strong>en</strong>.In Zuidoost-Limburg verdwijnt de fiets in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig niet uit dediscussies over <strong>verkeersbeleid</strong>. De steun voor de fiets als oplossing voor verkeers<strong>en</strong>milieuproblem<strong>en</strong> is er echter beduid<strong>en</strong>d minder dan in Amsterdam <strong>en</strong> Enschede.Daar is ook minder aanleiding voor door de beschikbare ruimte voor de auto<strong>en</strong> de auto-infrastructuur. De lange termijn ontwikkeling van het fietsgebruik inZuidoost-Limburg laat zi<strong>en</strong> dat morfologie e<strong>en</strong> van de verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> is <strong>en</strong>niet de verklar<strong>en</strong>de factor. Tev<strong>en</strong>s laat het zi<strong>en</strong> dat de geringe omvang van hetLimburgse fietsgebruik zeker niet geworteld is in de ‘bourgondische volksaard’van de Limburger zoals wel (serieus) is beweerd. 66Geconcludeerd kan word<strong>en</strong> dat de huidige verschill<strong>en</strong> in het lokale fietsgebruikhistorisch verklaarbaar zijn. Het fietsgebruik in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig wordt voor e<strong>en</strong>belangrijk deel bepaald door probleemdefinities, toekomstverwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun65 Belangrijke factor hierin was dat Nederland beschikte over e<strong>en</strong> omvangrijke bromfietsindustrie.Zie: Adviesbureau Transpute, De ontwikkeling van de bereikbaarheid inNederland van 1950 tot 1990 (Gouda/Utrecht, 1993).66 Zie H. Katteler, Achterblijv<strong>en</strong>d fietsgebruik in Zuid-Limburg, 1993.


BRUHÈZE EN VERAART FIETSEN EN VERKEERSBELEID169vertaling in lokale beleidskeuzes die in de voorafgaande dec<strong>en</strong>nia werd<strong>en</strong> gemaakt.Probleemdefinities <strong>en</strong> toekomstverwachting<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot uitdrukking in het lokalebeleid inzake verkeer, stadsontwikkeling, <strong>en</strong> ruimtelijke structuur. Zij vorm<strong>en</strong> de‘missing links’ in <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘traditionele’ verklaringsfactor<strong>en</strong> als verkeersplanning,stadsontwikkeling <strong>en</strong> ruimtelijke structuur, omdat in de definitie van lokale problem<strong>en</strong><strong>en</strong> hun oplossing<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s visies over lokale omstandighed<strong>en</strong> als stedelijkeomvang, stedelijke structuur, geografische ligging <strong>en</strong> morfologie word<strong>en</strong> verdisconteerd.Probleemdefinities <strong>en</strong> toekomstverwachting<strong>en</strong> zijn meer dan ‘opvatting<strong>en</strong>’. Voorbeleidsmakers vorm<strong>en</strong> zij de horizon waarbinn<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>ishebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedefinieerd. De articulatie van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong>toekomstverwachting<strong>en</strong> in bijvoorbeeld beleidsnotities is daarbij de eerste stap,de omzetting van die probleemdefinities <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> in taakverdeling<strong>en</strong> <strong>en</strong>doel<strong>en</strong> in beleidsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> -besluit<strong>en</strong> de tweede stap, <strong>en</strong> de uitvoering van beleidsmaatregel<strong>en</strong><strong>en</strong> hun ‘effect<strong>en</strong>’ de derde stap. Omdat op toekomstverwachting<strong>en</strong>gebaseerde beleidsplann<strong>en</strong> vooruit wijz<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> toestand die er nog niet is– maar er wel zal kom<strong>en</strong> -, vorm<strong>en</strong> probleemdefinities <strong>en</strong> toekomstverwachting<strong>en</strong>voor beleidsmakers e<strong>en</strong> prospectieve betek<strong>en</strong>isstructuur voor te ondernem<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong>.67 Met andere woord<strong>en</strong>, probleemdefinities <strong>en</strong> toekomstverwachting<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>beleid aan <strong>en</strong> zijn via beleidsmaatregel<strong>en</strong> van invloed op het fietsgebruik. 68De rol van toekomstverwachting<strong>en</strong> in de ‘aansturing’ <strong>en</strong> de ‘effect<strong>en</strong>’ van beleidk<strong>en</strong>t vaak onvoorzi<strong>en</strong>e uitkomst<strong>en</strong>, met name als in toekomstverwachting<strong>en</strong> substitutiec<strong>en</strong>traal staat. Zo heeft de verwachte substitutie van de fiets door de automaar zeer gedeeltelijk plaatsgevond<strong>en</strong>. Vanaf de jar<strong>en</strong> zestig zijn fietsers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>demate niet uitsluit<strong>en</strong>d fietsers meer, maar zowel fietsers, autogebruikers alsop<strong>en</strong>baar vervoer gebruikers. Er heeft dus niet zozeer e<strong>en</strong> substitutie plaatsgevond<strong>en</strong>alswel e<strong>en</strong> kwalitatieve verandering <strong>en</strong> uitbreiding in de verplaatsingsmogelijkhed<strong>en</strong>.Dit is ook geconstateerd voor de introductie van nieuwe techniek<strong>en</strong> <strong>en</strong>artefact<strong>en</strong>. Van de telefoon werd bijvoorbeeld verwacht dat het zou leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>to<strong>en</strong>ame van onpersoonlijke <strong>en</strong> zakelijke contact<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> gaanvan persoonlijke <strong>en</strong> ‘face-to-face’ contact<strong>en</strong>’ 69 Die vrees bleek ongegrond to<strong>en</strong>67 Harro van L<strong>en</strong>te, Promising Technology. The dynamics of expectations in technologicaldevelopm<strong>en</strong>ts (Enschede/Delft, 1993); Harro van L<strong>en</strong>te <strong>en</strong> Arie Rip, ‘Expectations intechnological developm<strong>en</strong>ts: an example of prospective structures to be filled in by ag<strong>en</strong>cy’,in: Cornelis Disco <strong>en</strong> Bar<strong>en</strong>d van der Meul<strong>en</strong> (Eds.), Getting new technologies together.Studies in making sociotechnical order (Berlijn/New York, 1998) 203-230; MarcusPopkema, Verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> schaarste in socio-technische ontwikkeling. De mobiliteitsproblematiekals voorbeeld. Rapport (Enschede, 1998).68 A.A. Albert de la Bruheze, Political construction of technology. Nuclear waste diposalin the United States, 1945-1972 (Enschede/Delft, 1992); Age Niels Holstein, ‘IJburgals mythe’, K&M, Tijdschrift voor empirische filosofie, 22 (1984), 4: 368-394.


170 NEHA-JAARBOEK 1999uitwees dat de introductie van de telefoon leidde tot e<strong>en</strong> uitbreiding van de communicatiemogelijkhed<strong>en</strong><strong>en</strong> –gewoont<strong>en</strong>.Uit dit artikel blijkt dat de definitie van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun oplossing<strong>en</strong>, alsmedetoekomstverwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidskeuzes uit de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig, via ‘followup’maatregel<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig, doorwerk<strong>en</strong> tot in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig.Enerzijds betek<strong>en</strong>t dit dat het toekomstige fietsgebruik waarschijnlijk voore<strong>en</strong> belangrijk deel ‘vastligt’ want historisch bepaald. Anderzijds betek<strong>en</strong>t hetwellicht ook dat binn<strong>en</strong> die ‘vaste situatie’ het fietsgebruik in het volg<strong>en</strong>de mill<strong>en</strong>niumde spor<strong>en</strong> zal drag<strong>en</strong> van de toekomstbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidslijn<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong>uitgezet vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig.69 F.W. Geels <strong>en</strong> W.A. Smit, Toekomstbeeld<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong>. De invloed van de informatiemaatschappijop verkeer <strong>en</strong> vervoer. Rapport voor de adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoervan het Ministerie van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat (Enschede, 1997)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!